Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

Black Friday ofwel de dag des oordeels voor president Desi Bouterse

AD 29.11.2019

De dag des oordeels naderde voor president Desi Bouterse

Na een jaar radiostilte kwam de Krijgsraad van Suriname op vrijdag 29.11.2019 weer bijeen in de rechtszaak van de Decembermoorden.

De dag des oordeels voor president Desi Bouterse en zijn medeverdachten nadert. Na een proces van bijna twintig jaar snakken de nabestaanden naar een vonnis.

Ook moesten alle verdachten in het 8 Decemberproces vrijdag voor de rechter in Suriname verschijnen. De verwachting was dat de rechter dan eindelijk de uitspraak bekendmaakt in de zaak waarin de president van Suriname, Desi Bouterse, hoofdverdachte is.

Er zijn ook 23 andere verdachten in de zaak. Iedereen wordt verdacht van betrokkenheid op de moord van vijftien politieke tegenstanders van het regime van Bouterse. Dat gebeurde op 8 en 9 december 1982. Sindsdien staan de moorden bekend als Decembermoorden.

Telegraaf 30.11.2019

Veroordeling 20 jaar

Tijdens een zitting in juni 2018 vorig jaar eiste het Surinaamse Openbaar Ministerie twintig jaar gevangenisstraf tegen Bouterse. Volgens de aanklager is hij hoofdverantwoordelijk voor de martelingen en executies van de vijftien slachtoffers.

De laatste zitting in de zaak was op 29 oktober 2018. Sindsdien wachten alle betrokkenen op de uitspraak van de rechter.

Telegraaf 09.12.2019

Het Vonnis

Vrijdagmiddag 29.11.2019 begon de Surinaamse krijgsraad onverwacht met het voorlezen van de vonnissen in het proces rond de Decembermoorden. Onder anderen oud-bataljonscommandant Etienne Boerenveen is vrijgesproken, terwijl het Surinaamse Openbaar Ministerie twintig jaar cel tegen hem had geëist. De krijgsraad vindt niet bewezen dat hij aanwezig was bij het doodschieten van de slachtoffers in de nacht van 7 op 8 december.

De Surinaamse krijgsraad behandelde vrijdag ook de zaken van de verdachten Jimmy Stolk en Arthy Gorré. Stolk is vrijgesproken wegens een gebrek aan bewijs. De zaak-Gorré werd gestopt, omdat hij in 2018 is overleden.

AD 30.11.2019

En uiteindelijk werd in Suriname president Desi Bouterse veroordeeld tot twintig jaar cel vanwege zijn aandeel in de Decembermoorden. De oud-legerleider is niet in het land, hij is op staatsbezoek in China. De krijgsraad heeft geen onmiddellijke gevangenneming gelast.

Telegraaf 30.11.2019

Betekent zijn veroordeling dat hij daadwerkelijk de cel in gaat?

“Nee, die kans is heel erg klein”, zegt correspondent Harmen Boerboom. “Er is geen gevangenneming gelast. Dat is op zich niet zo verwonderlijk, omdat hij gedurende de hele rechtszaak ook nooit heeft vastgezeten.”

Bouterses advocaat heeft al aangekondigd in beroep te gaan tegen het vonnis. Als hij dan weer wordt veroordeeld, moet hij volgens Boerboom wel de gevangenis in.

AD 30.11.2019

Recht op gratie

Volgens advocaat Geert-Jan Knoops hangt van de Grondwet af of die straf ook uitgevoerd kan worden.

In Artikel 109 van de Grondwet staat namelijk dat de president het recht heeft om gratie te krijgen als hij door een rechter wordt veroordeeld. Hij oefent dit recht uit na advies te hebben ingewonnen van de rechter, die het vonnis heeft uitgesproken.

Dat zou dus kunnen betekenen dat Bouterse, zolang hij president is, de veroordeling door de rechter niet hoeft te ondergaan. Maar daar moet de rechter dan wel in meegaan.

AD 02.12.2019

Noodtoestand

Na een veroordeling in hoger beroep zijn er nog verschillende manieren waarop Bouterse onder gevangenisstraf uit kan komen.

Zo zou hij zijn straf kunnen ontlopen door de noodtoestand uit te roepen in Suriname. Hij zou ook tijdelijk kunnen terugtreden als president, zodat vicepresident Ashwin Adhin hem als waarnemend staatshoofd gratie kan verlenen.

Aftreden

Bouterse is op dit moment in China voor een staatsbezoek. Volgens correspondent Harmen Boerboom keert hij dit weekend terug, maar mogelijk bezoekt hij eerst nog Cuba.

Universitair docent Internationaal Recht Marieke de Hoon zegt tegen Nieuwsuur dat het haar onwaarschijnlijk lijkt dat Bouterse überhaupt terugkeert. “De hele reden dat hij nu in China is kan geen toeval zijn. Hij heeft gezorgd dat hij nu niet in het land is. Teruggaan naar Suriname lijkt mij voor hem een groot risico. Hij komt alleen terug als hem een vorm van gratie wordt verleend.”

De advocaat van de nabestaanden vindt dat de president moet aftreden, “want een veroordeelde president, dat kan niet.” Maar volgens correspondent Boerboom heeft Bouterses woordvoerder al gezegd dat er van het aftreden van de president op dit moment geen enkele sprake zal zijn.

Wie waren de slachtoffers van de Decembermoorden?

De slachtoffers waren allemaal vooraanstaande Surinamers die openlijk kritiek hadden op of verzet pleegden tegen het regime van Bouterse.

  • John Baboeram (36), advocaat
  • Bram Behr (31), journalist
  • Cyrill Daal (46), vakbondsleider
  • Kenneth Gonçalves (42), advocaat en deken van de Surinaamse Orde van Advocaten
  • Eddy Hoost (48), advocaat en politicus
  • André Kamperveen (58), journalist en oud-voetballer
  • Gerard Leckie (39), psycholoog en docent
  • Sugrim Oemrawsingh (42), wis- en natuurkundige
  • Lesley Rahman (28), journalist
  • Surendre Rambocus (29), luitenant
  • Harold Riedewald (49), advocaat
  • Jiwansingh Sheombar (25), militair
  • Jozef Slagveer (42), journalist en directeur van persbureau
  • Robby Sohansingh (37), zakenman
  • Frank Wijngaarde (43), journalist

Naast de bovengenoemde slachtoffers, werd ook vakbondsleider Fred Derby gevangengenomen. Hij wist als enige aan de executie te ontsnappen. Zijn verklaring is door de krijgsraad als erg belastend beoordeeld. Derby overleed in 2001 plotseling op 61-jarige leeftijd.

AD 21.01.2020

Proces van lange adem

De rechtsgang liep jaren vertraging op doordat het Bouterse in 2012 lukte om een amnestiewet door het parlement te krijgen. Pas in 2016 stelde de krijgsraad de wet buiten werking, omdat die ingreep in een lopend proces.

zie ook: En weer kwam president Desi Bouterse niet opdagen bij het Decembermoorden-proces

zie ook: Is president Desi Bouterse een Godsgeschenk ???

zie ook: Surinaamse president Desi Bouterse blokkeert proces Decembermoorden – deel 2

zie ook: Surinaamse president Desi Bouterse blokkeert proces Decembermoorden – deel 1

zie ook: Chronologie: 33 jaar Decembermoorden Suriname

zie ook: Haagse Wethouder PvdA Rabin Baldewsingh struikelt over Desi Bouterse

zie ook: Haagse wethouder PvdA Rabin Baldewsingh praat voor zijn beurt over Desi Bouterse

zie ook: De Bananenrepubliek Den Haag in oprichting ?

Dossier Desi Bouterse Trouw

dossier vonnissen-decembermoorden NRC

lees: Decembermoorden – Wikipedia

‎lees: De moorden · ‎De vijftien slachtoffers · ‎Verklaring van Bouterse

lees: Desi Bouterse – Wikipedia

lees: Reconstructie van de Surinaamse Decembermoorden

lees: Bouterse wil praten over decembermoorden

lees: De Surinaamse president Desi Bouterse heeft opnieuw het proces van de Decembermoorden geblokkeerd.

lees: Proces Decembermoorden: waar gaat het om en waarom duurt het zo lang?

lees: Bouterse blokkeert proces Decembermoorden vanwege staatsveiligheid

Meer nieuws over bouterse decembermoord

Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volgende

Surinaamse krijgsraad hervat proces over decembermoorden tegen ex-president Bouterse

AD 23.10.2020 De Surinaamse krijgsraad zal 30 oktober verder gaan met het proces van de Decembermoorden. De krijgsraad maakte dit vrijdag bekend. Het gaat om de strafzaak waarin ex-president Desi Bouterse hoger beroep heeft aangetekend tegen zijn veroordeling van twintig jaar cel in november 2019.

De krijgsraad wilde de zaak al eerder hervatten maar vanwege de coronamaatregelen kon dit niet.

Bouterse kreeg de straf aan zijn broek omdat de rechter voldoende bewijs vond voor zijn aandeel in de moord op vijftien politieke tegenstanders in december 1982. Op 22 januari van dit jaar maakte de ex-legerleider gebruik van zijn recht om in hoger beroep te gaan.

Het was de eerste keer dat hij zelf aanwezig was in de rechtszaal. Tijdens alle andere zittingen, die in 2007 begonnen, deden zijn advocaten het woord. Deze keer moest hij er wel zelf bij zijn, anders zou zijn recht op hoger beroep vervallen.

De Surinaamse president Desi Bouterse tijdens een toespraak na afloop van de zitting van de krijgsraad, op 22 januari op het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo. De in uniform gestoken Bouterse bedankte het publiek voor de steun die hij steeds heeft gekregen tijdens het proces over de decembermoorden. © ANP

Krijgsraad Suriname hervat volgende week Decembermoorden-zaak

NOS 23.10.2020 De krijgsraad in Suriname hervat volgende week vrijdag het proces over de Decembermoorden tegen Desi Bouterse. De voormalige president werd in november vorig jaar bij verstek tot een gevangenisstraf van twintig jaar veroordeeld, maar ging inh hoger beroep.

De inhoudelijke behandeling van het beroep was nog niet begonnen. Die werd een aantal keren uitgesteld, de laatste keer in juli omdat het gerechtsgebouw niet coronaproof bleek.

Het proces over de Decembermoorden gaat over het martelen en vermoorden in december 1982 van vijftien politieke tegenstanders door het toenmalige militaire regime. Bouterse was daar de leider van.

Opzet en voorbedachte rade

De krijgsraad kwam vorig jaar na een slepend proces tot het oordeel dat er sprake was geweest van opzet en voorbedachte rade. Ook achtten de rechters het bewezen dat Bouterse de leiding had gehad.

Bouterse was nog president toen de krijgsraad uitspraak deed. In juni verloor hij de verkiezingen en nam toenmalig oppositieleider Santokhi zijn plaats in.

Een terugblik op de decembermoorden in Suriname 1982

BEKIJK OOK;

Veroordeelde Bouterse zelf aanwezig bij zitting krijgsraad

NOS 11.01.2020 De Surinaamse president Bouterse zegt dat hij over twee weken aanwezig is bij een zitting van de krijgsraad over de Decembermoorden. Het is voor het eerst dat de president een zitting bijwoont sinds de start van het proces in 2007.

Bouterse werd eind vorig jaar veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor zijn aandeel in de Decembermoorden in 1982. Hij tekende verzet aan tegen het vonnis en moet daarvoor zelf voor de krijgsraad verschijnen.

Bij een ledenvergadering van zijn partij bevestigde Bouterse dat hij zelf naar de krijgsraad gaat en dat ook andere partijleden erbij aanwezig zijn. Zijn toehoorders in het partijcentrum lieten volgens Surinaamse media daarna luid gejuich horen.

Bekijk ook;

Bouterse moet in januari voor Surinaamse krijgsraad verschijnen

NOS 30.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse moet op 22 januari 2020 voor de krijgsraad in Suriname verschijnen. Bouterse werd eind november bij verstek veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor zijn aandeel in de Decembermoorden uit 1982. Daarbij werden vijftien tegenstanders van het regime omgebracht.

Bouterse heeft verzet aangetekend tegen de uitspraak. Als de president op 22 januari 2010 zelf niet naar de militaire rechtbank komt, vervalt het verzet en blijft de veroordeling staan. Hier kan nog hoger beroep tegen worden aangetekend. Als hij wel komt, zal dezelfde rechter een eindvonnis uitspreken.

“Ik zou elke president afraden om op te staan voor de rechter”,aldus Advocaat Irvin Kanhai

Bouterse was in het buitenland toen de rechter uitspraak deed in zijn zaak. Zijn advocaat Irvin Kanhai zei tegen de Surinaamse krant Starnieuws dat hij Bouterse afraadt om 22 januari 2020 naar de rechtbank te gaan. “Hij zou ook moeten opstaan voor de rechter, terwijl hij president is van Suriname. Ik zou elke president afraden om op te staan voor de rechter.”

Volgens Kanhai wil een aantal nabestaanden Bouterse voor de rechter zien staan. “Mensen willen dat mijn cliënt in de rechtszaal komt, zodat ze hem belachelijk kunnen maken en kunnen uitjouwen”.

Bekijk ook;

Bouterse moet 22 januari voor krijgsraad verschijnen

Telegraaf 30.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse is gedagvaard om woensdag 22 januari voor de krijgsraad in Paramaribo te verschijnen. Dat heeft zijn advocaat Irvin Karhai gezegd tegen het Surinaamse Starnieuws.

Bouterse werd op 29 november veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. De Surinaamse krijgsraad achtte hem schuldig aan betrokkenheid bij de moord op vijftien mensen in december 1982. De president tekende verzet aan tegen het vonnis. Bouterse moet op 22 januari nu wel in persoon voor de krijgsraad verschijnen. Eerder deed hij dat niet. Als hij weer wegblijft, vervalt het verzet en blijft de eerste straf staan. Hier kan nog hoger beroep tegen worden aangetekend.

Of Bouterse weer wegblijft, zal Kanhai nog met hem bespreken. „Ik zou hem wel afraden om naar de rechtbank te gaan”, zegt de raadsman tegen Starnieuws.

Behalve Bouterse werden 29 november nog zes anderen veroordeeld voor hun betrokkenheid voor het vermoorden van de vijftien critici. Net als bij hoofdverdachte Bouterse werd geen gevangenneming gelast.

Bekijk ook: 

Rutte: ’Ik geef iedereen een hand, zelfs Bouterse’ 

Bekijk ook: 

’Bouterse gewoon kandidaat voor verkiezingen in 2020’ 

Bekijk ook: 

‘Heldenonthaal Bouterse is opgezet trucje’ 

Bekijk meer van; moord/doodslag proces rechtshandhaving Desi Bouterse Paramaribo

Bouterse moet in januari voor krijgsraad verschijnen

AD 30.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse is gedagvaard om woensdag 22 januari 2020 voor de krijgsraad in Paramaribo te verschijnen. Dat heeft zijn advocaat Irvin Karhai gezegd tegen het Surinaamse Starnieuws.

Bouterse werd op 29 november 2019 veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. De Surinaamse krijgsraad achtte hem schuldig aan betrokkenheid bij de moord op vijftien mensen in december 1982. De president tekende verzet aan tegen het vonnis.

Bouterse moet op 22 januari 2020 nu wel in persoon voor de krijgsraad verschijnen. Eerder deed hij dat niet. Als hij weer wegblijft, vervalt het verzet en blijft de eerste straf staan. Hier kan nog hoger beroep tegen worden aangetekend.

Of Bouterse weer wegblijft, zal Kanhai nog met hem bespreken. ,,Ik zou hem wel afraden om naar de rechtbank te gaan,” zegt de raadsman tegen Starnieuws.

‘Historische herdenking’ van Decembermoorden

MSN 08.12.2019 “Een belangrijk nieuw hoofdstuk van de geschiedenis van Suriname is geschreven, dat verzoening en eenheid kan brengen in een verdeeld land.” Dat zei de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema tijdens de volgens haar “historische herdenking” van de Decembermoorden in een bomvolle Amstelkerk in de hoofdstad.

De bijeenkomst staat in het teken van de veroordeling van de Surinaamse president Desi Bouterse, die onlangs – 37 jaar na de dood van vijftien politieke tegenstanders van zijn bewind – twintig jaar cel kreeg. “Vandaag staan we daarom net iets steviger dan andere jaren”, zei Halsema.

De vijftien politieke tegenstanders van het militaire regime van Bouterse werden in de nacht van 7 op 8 december 1982 overgebracht naar Fort Zeelandia, waar ze werden gemarteld en vermoord.

Emotionele herdenkingen van Decembermoorden

NOS 08.12.2019 In Paramaribo en in Amsterdam worden de Decembermoorden herdacht, vandaag 37 jaar geleden.

De herdenkingen staan in het teken van de recente veroordelingen in het proces. De Surinaamse president Desi Bouterse werd negen dagen geleden veroordeeld tot 20 jaar cel voor betrokkenheid bij de moord op vijftien politieke tegenstanders in 1982.

Fakkeltocht

In Amsterdam is het drukker dan voorgaande jaren. Zo’n 150 tot 200 mensen liepen voor de herdenkingsbijeenkomst mee in een fakkeltocht van het stadhuis naar het monument op het Waterlooplein.

Ook burgemeester Halsema was aanwezig bij de herdenking: ‘Na 37 jaar hebben we eindelijk bijna gerechtigheid’

Documentairemaker Ananta Khemradj (29) was een van hen. Het is de eerste keer dat ze meedoet aan de jaarlijkse herdenking in Amsterdam.

Khemradj vindt het belangrijk om de Decembermoorden te herdenken, zeker nu er een vonnis op tafel ligt. “Dat dwingt ons om met elkaar erover te praten”, zegt ze.

De Decembermoorden hebben verdeeldheid gebracht in Suriname. Volgens Khemradj kunnen Surinamers daar het beste mee omgaan door het gesprek met elkaar aan te gaan. “Als wij onze geschiedenis willen kennen, dan moeten we het hebben van mensen die erover praten. Dat we dat nu zien gebeuren maakt mij hoopvol.”

Toespraken

Na de fakkeltocht begon de officiële herdenking in de Amstelkerk, waarbij oud-president Venetiaan van Suriname aanwezig is.

In de kerk zijn toespraken van burgemeester Femke Halsema, de Kamerleden Sadet Karabulut en Lilianne Ploumen, columniste Sheila Sitalsing en advocaat Gerard Spong.

Paramaribo

In Paramaribo worden de moorden herdacht bij Fort Zeelandia. Dat is de plek waar de vijftien slachtoffers van de Decembermoorden werden gemarteld en geëxecuteerd.

De herdenking en aansluitende kranslegging verliepen emotioneel:

 Nina Jurna @NinaJurna

Een terugblik op de decembermoorden in Suriname 1982

Het vonnis tegen Desi Bouterse is niet definitief. De president kondigde gisteren aan dat hij in beroep gaat. Daardoor is Bouterse volgens zijn advocaat verdachte en geen veroordeelde, en kan hij zich kandidaat stellen voor de verkiezingen van volgend jaar.

Bouterse en zijn advocaat spraken eerder al van een oneerlijk, politiek proces, dat volgens hen vanuit Nederland wordt aangestuurd.

Bekijk ook;

Surinaamse oppositie eist spoedoverleg over positie van veroordeelde Bouterse

AD 08.12.2019 Vijf Surinaamse oppositiepartijen eisen een spoedoverleg met de voorzitter van het parlement over de positie van president Desi Bouterse. Ze willen weten wat zijn veroordeling in het Decembermoordenproces betekent voor de relatie met het parlement. Dat zegt oppositieleider Chan Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) in een interview met
deze krant.

Na zijn veroordeling tot 20 jaar cel heeft president Bouterse twee weken de tijd om bij de Krijgsraad ‘in verzet’ te gaan tegen het vonnis. Dat is nodig, omdat Bouterse bij verstek veroordeeld is. De rechter moet dat binnen twee maanden behandelen. Bouterse zal dan wel voor de Krijgsraad moeten verschijnen. Dat heeft hij in het twaalf jaar durende 8 Decemberstrafproces nog geen enkele keer gedaan.

Chan Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) in Suriname

Chan Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) in Suriname © Chan Santokhi

Advcocaat Irvin Kanhai heeft bevestigd dat Bouterse in verzet gaat. Dat kan formeel tot en met vrijdag 13 december. ,,Daar wachten we even op. We willen officieel horen wat er gaat gebeuren’’, zegt partijleider Chan Santokhi van de VHP, die met 8 zetels de grootste oppositiepartij is.

Als de termijn verstreken is, vragen de oppositiepartijen een spoedoverleg aan met parlementsvoorzitter Jennifer Simons. De partijen VHP, ABOP, Pertjajah Luhur, NPS en DOE sturen haar daarover volgende week een brief. ,,Er is nu een gewijzigde situatie’’, zegt Santokhi. ,,We willen van de voorzitter weten hoe de relatie tussen de president en het parlement er nu uit ziet. Als het overleg niet naar tevredenheid verloopt, vragen we een spoeddebat aan.’’

Lees ook;

Hun president is voor moord veroordeeld, maar Surinamers maken zich niet druk

Lees meer

Sneer naar Nederland: 'Bemoei je niet met interne aangelegen­he­den Suriname’

Lees meer

Grootste concurrent

Santokhi is de grootste concurrent van Bouterse in aanloop naar de verkiezingen op 25 mei volgend jaar. In peilingen gaat de VHP aan de leiding. De Nationale Democratische Partij (NDP) van Bouterse bezet nu 26 van de 51 zetels in het parlement. De partij hekelt het vonnis van de Krijgsraad en noemt het een ‘politiek proces’.

,,Ik geloof niet dat dit een politieke uitspraak is’’ zegt Santokhi. ,,De zaak speelde in 1982, in 2000 is het gerechtelijk vooronderzoek begonnen en in 2007 startte het proces. De tijdlijn geeft aan dat dit verschillende politieke periodes, partijen en regeringen overschrijdt. Het vonnis van de rechterlijke macht moet gerespecteerd en uitgevoerd worden.’’

De oppositie praat nog niet over een afzettingsprocedure. Daarvoor biedt de Grondwet, die dateert uit 1987, geen mogelijkheden. ,,De persoon is veroordeeld, niet de president’’, benadrukt Santokhi. ,,Het is geen ambtsmisdrijf. In de Grondwet staat niet wat er moet gebeuren met een president die een strafblad heeft.’’

Discussie

Dat de Grondwet hiaten heeft, ligt aan onszelf. Wij hadden dat in 1987 moeten aanpassen, aldus Partijleider Chan Santokhi van de VHP.

De VHP is bezig met een ‘wederopbouwplan’ om  Suriname binnen zes maanden uit de grote sociale en economische crisis moet te halen. De VHP wil aanpassing van het ‘ondemocratische’ kiesstelsel. Districtshoofden moeten worden gekozen en niet benoemd. Een nota hierover werd aangeboden aan de regering, maar nog tijdens de discussie in het parlement alweer verworpen.

Juristen onderzoeken onder meer hoe de Grondwet op een aantal punten gewijzigd moet worden. Nu hoeven ministers hoeven geen verantwoording af te leggen aan het parlement, maar aan de president. ,,We kunnen geen motie van wantrouwen indienen en geen enquête-onderzoeken doen’’, zegt Santokhi.

,,Volgens de wet moet Bouterse toezien op de internationale rechtsorde. Maar hoe kun je dat uitvoeren als je zelf in conflict bent met de rechtsorde? Dat de Grondwet hiaten heeft, ligt aan onszelf. Wij hadden dat in 1987 moeten aanpassen.’’

Verbroederingspolitiek 2.0

Chan Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) in Suriname

Chan Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) in Suriname © Chan Santokhi

Santokhi heeft zich altijd verzet tegen het presidentschap van Bouterse. Na de verkiezingen in 2010, waar de NDP won, zat hij in een commissie die de geloofsbrieven van Bouterse onderzocht. ,,Toen stelden we ons al op het standpunt dat hij geen president mocht worden. Er is een uur gediscussieerd, maar we vormden een minderheid binnen de commissie.’’

Begin volgend jaar presenteert de VHP het verkiezingsprogramma. De van oorsprong hindoestaanse partij blijft weg van etnische politiek, zegt Santokhi. ,,We willen de grootste multi-etnische partij zijn. In alle structuren en districten hebben we ruimte voor álle Surinamers. Ik noem het verbroederingspolitiek 2.0.’’

Een groot deel van de Surinaamse kiezers is nog zwevend.  Dat komt met name door de jongeren, van wie een deel nog gevoelig is voor Bouterse en de NDP. De VHP wil het mogelijk maken dat ze vanaf hun achttiende recht hebben op bouwgrond voor een huis en begeleiding en financiële steun krijgen bij het zoeken naar werk. ,,Jongeren kijken niet vooruit, maar willen vooral weten waar voor hun het voordeel zit.’’

Grote economische problemen

Voor het imago van Suriname is dit funest, aldus Partijleider Chan Santokhi van de VHP.

Het vonnis van Bouterse  en zes anderen zal het komende half jaar zijn schaduw vooruitwerpen. ,,Maar we laten onze campagne er niet door beïnvloeden’’, zegt Santokhi. ,,Dat is voer voor tegenstanders. De zullen anders zeggen dat wij dat vonnis nodig hadden om Bouterse aan te pakken en dat we geen andere politieke issues hebben.’’

Suriname heeft grote economische problemen. Er zijn extra investeringen nodig in het onderwijs, de zorg, arbeidsmarkt en woningmarkt. ,,Die worden door het vonnis in alle stilte onttrokken aan de aandacht van de samenleving. We moeten oppassen dat de campagne niet draait om één issue en dat de NDP electoraal voordeel haalt uit een strategie om Bouterse tot martelaar te maken.’’

Bovendien, Bouterse blijft veroordeeld tot een andere rechter uitspraak heeft gedaan. Bij de uitvoering van het vonnis moet rekening gehouden worden met het nationale belang en niet met belangen van de persoon of de politieke partij, vindt Santokhi. ,,De vraag is wat de impact van de veroordeling is. Kan Bouterse nationaal en internationaal goed, volwaardig en met gezag functioneren? Voor het imago van Suriname is dit funest. We stonden wereldwijd in alle gezaghebbende kranten.’’

Het vertrouwen in het land moet weer hersteld worden. Dat kan niet met Bouterse als president. Daarom wil Santokhi de verkiezingen winnen. ,,Ons doel is dat de  VHP na de verkiezingen de leiding over Suriname krijgt. Dat is beter om het land snel uit de crisis te helpen. Daar zoeken we geschikte partners bij om een regeringsblok te vormen. Samenwerken met de NDP is voor mij geen optie.’’

’Bouterse gewoon kandidaat voor verkiezingen in 2020’

Telegraaf 07.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse heeft de Krijgsraad bedankt voor zijn veroordeling in het proces over de Decembermoorden. Het vonnis heeft de eenheid binnen zijn Nationale Democratische Partij (NDP) namelijk vergroot, zo zei hij vrijdag tijdens een partijbijeenkomst in Paramaribo. Na de toespraak van Bouterse klonk vanuit de zaal het gospelnummer We Shall Overcome.

De opkomst van de NDP-leden was groot. Naar schatting waren er binnen en buiten het partijgebouw zeker vierduizend aanhangers aanwezig.

Prominent lid Andre Misiekaba, ook minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, riep de leden op hard aan het werk te gaan, zodat de NDP met een ruime meerderheid de verkiezingen in mei 2020 zal winnen. Dan kan Bouterse aan zijn derde termijn als president van Suriname beginnen, opperde hij.

De president begroette zijn aanhangers door onder meer met zijn petje van Che Guevara in de lucht te zwaaien.

Bouterse wél in beroep

Bouterse werd vorige week veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. De Surinaamse krijgsraad heeft hem schuldig bevonden aan betrokkenheid bij de moord op vijftien mensen in december 1982. De president heeft tegen het vonnis beroep aangetekend.

Bekijk ook: 

Nabestaande Decembermoorden na veroordeling Bouterse: ’Enorme boost voor ons land’ 

Daardoor is Bouterse volgens zijn advocaat Irwin Kanhai nu geen veroordeelde, maar verdachte. Kanhai bevestigde na afloop van de bijeenkomst nogmaals aan journalisten dat hij inderdaad in beroep is gegaan. De afgelopen dagen was daar verwarring over ontstaan.

Bekijk ook: 

 Kan Bouterse de dans blijven ontspringen? 

Heldenonthaal

Direct na zijn thuiskomst uit China, waar Bouterse was toen de uitspraak van het proces werd gecommuniceerd, kreeg hij een warm onthaal van aanhangers. Die lijken weinig belang te hechten aan zijn veroordeling.

Bekijk ook: 

China lijkt maling aan ons te hebben 

Bekijk ook: 

‘Heldenonthaal Bouterse is opgezet trucje’ 

Bekijk meer van; proces moord/doodslag Desi Bouterse

Sneer naar Nederland: ‘Bemoei je niet met interne aangelegen­he­den Suriname’

AD 07.12.2019 Een cynisch bedankje aan de Krijgsraad en een sneer naar Nederland. Desi Bouterse is terug op het nest. Strijdbaarder dan ooit. Precies een week na zijn veroordeling voor de Decembermoorden sprak hij vrijdagavond op een ledenbijeenkomst van zijn Nationale Democratische Partij (NDP). ‘Jullie hebben mijn hart gestolen.’

Het partijcentrum Ocer in Paramaribo is tot de nok toe gevuld. Paars is de kleur die overheerst. Enkele duizenden leden zijn naar de bijeenkomst gekomen. Onder begeleiding van een brassband komen ze in groepjes door de poort van de kleine arena. Ze dragen vlaggen van hun district en paarse shirts met teksten als ‘Samen zijn we sterk’ en ‘Yes, we can do the job’.

Lees ook;

Hun president is voor moord veroordeeld, maar Surinamers maken zich niet druk

Lees meer

Advocaten Bouterse tekenen tóch verzet aan: ‘Niet gelogen, collega deed het’

Lees meer

Bouterse vecht vonnis van 20 jaar celstraf voorlopig niet aan

Bouterse vecht vonnis van 20 jaar celstraf voorlopig niet aan

Lees meer

De bijeenkomst van de Nationale Democratische Partij (NDP) is één grote gelikte show. Met opzwepende muziek, met sprekers in het voorprogramma en met één hoofdact: Desi Bouterse, partijvoorzitter en de huidige – voor moord veroordeelde – president van Suriname.

Het is de eerste partijvergadering sinds zijn veroordeling tot 20 jaar cel vanwege de Decembermoorden. Het welkom van de leden is daarom extra warm als Bouterse, met een petje op zijn hoofd, binnenkomt. Leden scanderen zijn naam. ‘We love Bouta. We love Bouta!’

Aanhangers van Desi Bouterse op bijeenkomst van de NDP in Paramaribo.

Aanhangers van Desi Bouterse op bijeenkomst van de NDP in Paramaribo. © Tonny van der Mee

Hun geduld wordt op de proef gesteld. Ze moeten wachten op het woord van de leider. Eerst zijn er andere sprekers. Ebu Jones, kickbokser en diplomaat, Irvin Kanhai, advocaat van Bouterse, Eugene van der San, directeur van het Kabinet van de President. Zij vormen het deskundigenpanel van vanavond.

Desi Bouterse komt aan bij het NDP-partijcentrum.

Desi Bouterse komt aan bij het NDP-partijcentrum. © Reuters

Gezamenlijke vijand

De tactiek van de avond is het creëren van een gezamenlijke vijand. Iedereen is tegen de NDP. Iedereen is tegen Bouterse. Daarom moet voorkomen worden dat anderen verdeeldheid zaaien binnen de partij en moeten ze gezamenlijk een vuist maken. ,,Er is maar één persoon die dat kan bewerkstelligen’’, zegt Jones. ,,Hij is een goede leider die een groep bij elkaar kan houden.’’

Een van de sprekers grapt over de geruchten die de wereld in zijn geslingerd. Om Bouterse na zijn staatsbezoek aan China – en na het vonnis – groots te onthalen op vliegveld Zanderij, afgelopen zondag, zou de NDP leden hebben betaald mee te gaan met de bussen. De partij regelde bovendien eten. ,,U bent hier toch omdat u 50 dollar van ons heeft gekregen, plus een gratis portie eten en omdat u gratis met de bus kon komen?’’, grapt een spreker.

Ze hemelen de Amnestiewet op, die door de Krijgsraad terzijde is geschoven, en delen aan Nederland een sneer uit. ,,Nederland bemoei je niet met interne aangelegenheden van Suriname’’, roept Jones. ,,En rechterlijke macht, voel je niet superieur!’’

Nederland, bemoei je niet met interne aangelegen­he­den van Suriname, aldus Ebu Jones.

Kanhai bevestigt nog eens dat Bouterse wel degelijk in beroep gaat. Hij gaat in op het koloniale verleden en spreekt schande van het ‘achterwaartse dekolonisatieproces’, een term die elke drie zinnen uit zijn mond komt.

De leden moeten eerst luisteren naar ellenlange verhandelingen. Sommigen dommelen in slaap. Baby’s huilen. Anderen zijn goed voorbereid op een lange zit en hebben bakjes met rijst en kip bij zich.

Onder de aanhangers van Bouterse klinkt geen onvertogen woord. Het geloof in de leider is groot. ,,Ik ben een NDP’er en blijf een NDP’er’’, zegt een vrouw ,,De partij heeft mijn zus een stuk land gegeven en mijn moeder een hulppakket, omdat ze het niet zo breed heeft. Als ze hem oppakken, leggen we het halve land plat. Er is geen bewijs, er zijn geen getuigen. Waarom hebben ze hem niet eerder veroordeeld? Ze hebben gewoon gewacht tot hij president was.’’

Aanhangers van Desi Bouterse op bijeenkomst van de NDP in Paramaribo.

Aanhangers van Desi Bouterse op bijeenkomst van de NDP in Paramaribo. © Tonny van der Mee

Joke Kasawindjojo zit gekleed in NDP-kleren op de tribune. Ze is sinds 1995 trots lid. ,,Ik voel me thuis bij deze partij. Ik heb altijd van Bouterse gehouden. Vandaar dat ik voor hem heb gekozen. Hij is mijn leider. Een goede leider. Er is veel veranderd in het land. Als de mensen dat niet zien, kunnen we niet verder. Bij de verkiezingen gaan we weer overwinnen.’’

Over het vonnis van de Krijgsraad maakt ze zich niet druk. Ook niet over of de veroordeling terecht is. ,,Ik heb het niet meegemaakt dus ik weet er niets van. We zullen zien wat er gebeurt. Dat kan ik niet bepalen.’’

Mijn volksleider

Susan Bendt zit op een van de voorste rijen, vlak achter Bouterse en zijn vrouw. Ze is een trouwe bezoeker van de NDP-bijeenkomsten. ,,Ik ben hier voor mijn volksleider. Ik vind dat hij goede zaken doet.’’

Als het over de veroordeling gaat, wordt ze boos. ,,Dat verdient hij helemaal niet. Het is jaren geleden gebeurd. Ze moeten ermee ophouden. Laat die man gewoon met rust. Wij staan achter hem. En de Here is met hem. Hij heeft veel goede dingen gedaan voor het land en voor het volk. Hij is een goed voorbeeld, een goede leider. Honderd procent dat hij het bij de verkiezingen weer haalt. We blijven bidden.’’

Susan Bendt, fan van Bouterse, op de bijeenkomst van de NDP

Susan Bendt, fan van Bouterse, op de bijeenkomst van de NDP © Tonny van der Mee

Na anderhalf uur wachten is dan het woord aan de president. Op het nummer van Bob Marley’s One Love gaat Bouta achter zijn preekgestoelte staan, terwijl de zaal swingt.

,,Ik ben om verschillende redenen hier gekomen. Maar in de eerste plaats hebben jullie mijn hart gestolen. Op Zanderij zag het donkerzwart van de mensen. Ik heb een traantje moeten wegpinken. Je hoeft niet van mij te houden. Maar die avond is gebleken dat we van elkaar houden.’’

Krijgsraad bedankt

Bouterse bedankte de Krijgsraad. Zijn veroordeling heeft de eenheid binnen de NDP juist versterkt. Hij blijft geloven in een goede afloop van het proces. ,,Laten we het voorbeeld zijn. Laten we bewijzen dat we een partij van liefde zijn.’’

Herhaaldelijk klinkt gejuich uit duizenden kelen. Om het helemaal episch te maken wordt na zijn toespraak het gospelnummer We shall overcome gespeeld. De zaal zingt hartstochtelijk mee.

Desi Bouterse.

Desi Bouterse. © Reuters

De prominente NDP’er André Misiekaba sluit de avond af. Hij is niet alleen de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, maar ook evangelist. Een uitbundige evangelist. Misiekaba roept de leden op hard aan het werk te gaan, zodat de NDP met een ruime meerderheid de verkiezingen zal winnen.

,,Op 20 mei gaan we zorgen dat de NDP als grootste partij uit de bus komt met 34 zetels!’’, schreeuwt hij. ,,We gaan ervoor zorgen dat de Amestiewet in de Republiek Suriname gehandhaafd wordt. We gaan onze leider bescherming geven en maken van hem wéér de grootste politicus. Amen!’’

Bouterse bedankt Krijgsraad voor veroordeling

AD 07.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse heeft de Krijgsraad van het land bedankt voor zijn veroordeling in het proces over de Decembermoorden. Het vonnis heeft de eenheid binnen zijn Nationale Democratische Partij (NDP) namelijk vergroot, zo zei hij vrijdag tijdens een partijbijeenkomst in Paramaribo.

Na de toespraak van Bouterse klonk vanuit de zaal het gospelnummer We Shall Overcome. De opkomst van de NDP-leden was groot. Naar schatting waren er binnen en buiten het partijgebouw zeker vierduizend aanhangers aanwezig. Prominent lid Andre Misiekaba, ook minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, riep de leden op hard aan het werk te gaan, zodat de NDP met een ruime meerderheid de verkiezingen zal winnen. Dan kan Bouterse aan zijn derde termijn als president van Suriname beginnen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Bouterse werd vorige week veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. De Surinaamse Krijgsraad heeft hem schuldig bevonden aan betrokkenheid bij de moord op vijftien tegenstanders van zijn militaire regime op 8 december 1982.

Bouterse heeft tegen het vonnis verzet aangetekend. Daardoor is hij volgens zijn advocaat Irwin Kanhai nu geen veroordeelde, maar verdachte.

Bouterse toch in beroep tegen vonnis Decembermoorden

NOS 07.12.2019 Desi Bouterse gaat toch in beroep tegen zijn veroordeling tot twintig jaar cel voor betrokkenheid bij de Decembermoorden. Dat heeft zijn advocaat Irvin Kanhai gezegd op een bijeenkomst van Bouterses partij NDP.

Kanhai zei eerder deze week nog dat de Surinaamse president geen beroep aantekent tegen de straf die de krijgsraad een week geleden uitsprak, terwijl hij kort na het vonnis wel een hoger beroep aankondigde. Doordat de straf toch wordt aangevochten is Bouterse volgens zijn advocaat verdachte en geen veroordeelde, en daardoor kan hij zich kandidaat stellen voor de verkiezingen van volgend jaar.

Bouterse en zijn advocaat spraken eerder van een oneerlijk, politiek proces dat wordt aangestuurd door Nederland.

‘Krijgsraad bedankt’

Op de partijbijeenkomst sprak Bouterse ook zelf de 3000 à 4000 kaderleden toe. De president bedankte de krijgsraad voor de veroordeling, omdat daardoor volgens hem de eenheid binnen de NDP hersteld is. Toen Bouterse na de uitspraak terugkeerde van een staatsbezoek aan China, werd hij verwelkomd door enkele duizenden aanhangers.

“Dat bedankje is echt een typische uitspraak voor Bouterse”, zegt correspondent Nina Jurna. “Hij probeert de zaak te bagatelliseren.”

Advocaat Kanhai vroeg de kaderleden verder of zij willen dat Bouterse meedoet aan de verkiezingen in mei 2020. Hierop klonk gejuich en gefluit. Ook riepen de kaderleden: “We want Bouta. We want Bouta.” Na de toespraak van Bouterse klonk uit de zaal “We shall overcome”, een lied dat wereldwijd wordt gebruikt door burgerrechtenbewegingen.

De partijbijeenkomst stond verder vooral in het teken van de aanstaande verkiezingen, waarbij Bouterse hoopt te worden herkozen.

Bekijk ook;

Hun president is voor moord veroordeeld, maar Surinamers maken zich niet druk

AD 06.12.2019 Suriname heeft een voor moord veroordeelde president. Toch zit Desi Bouterse nog onverstoorbaar op zijn stoel. Er is geen spoedvergadering in het parlement, geen protest op straat. Nu de stofwolken zijn opgetrokken, gaat het leven gewoon door. Alsof er niks is gebeurd.

De Waterkant is de kleine maar levendige boulevard van Paramaribo. Mensen flaneren over de kade, poseren voor de Surinamerivier, zwervers bedelen, en mannen laten het ingegoten bier er tegen de kademuur weer uit.

Vier pensionado’s en een bijna-pensionado spelen Troefcall, een Surinaamse variant op klaverjassen, en loeren ondertussen naar de mooie vrouwen die voorbijkomen. Op de televisie is Engels voetbal te zien en op de achtergrond zingt John Lennon dat hij droomt van een wereld zonder oorlog.

Lees ook;

Hoe Bouterse 40 jaar de dans ontsprong (en dat nu weer probeert)

Lees meer

Bouterse en vrouw aangeslagen na veroordeling: ‘We zijn ondersteboven, maar hou jullie rustig’

Lees meer

© ANP

Zegt de bijna-pensionado tegen de pensionado’s: ,,Wie is hier een Boutaman?’’ Nog voor iemand reageert, wijst hij ze zelf aan. ,,Boutaman, Boutaman, oppositie, oppositie. En ik ben een Boutaman.’’

De twee van de oppositie trekken een vies gezicht en maken een wegwerpgebaar bij de naam Bouterse. Een van hen wijst op het groene motief van het tafelkleed. ,,Ik ben voor groen, de kleur van de Nationale Partij Suriname.’’

De bijna-pensionado blijft stoïcijns. Hij is een lanti. Een landsdienaar, ofwel ambtenaar. Waarom hij fan is van Bouterse? Hij klopt met zijn vuist op zijn hart. ,,Het is een gevoel. Hij heeft charisma. Het gaat nu over slechte dingen, maar hij heeft ook veel goede dingen gedaan.’’

Vonnis

Het leven gaat gewoon door. Mensen denken vooral aan hoe ze elke dag financieel moeten rondkomen

Dat president Desi Bouterse vorige week tot twintig jaar cel is veroordeeld voor het laten martelen en executeren van vijftien politieke tegenstanders bij de Decembermoorden in 1982, doet daar niet aan af. ,,Hij kan nog in hoger beroep gaan? Het is zo lang geleden. Die man is al 74 jaar.’’

Het vonnis van de Krijgsraad sloeg aanvankelijk in als een bom. Het moment was voor velen onverwacht, net als de hoge straf voor Bouterse. Maar een week later is geen publieke ophef of verontwaardiging merkbaar.

,,Het leven gaat gewoon door’’, zegt de bijna-pensionado. ,,Mensen denken vooral aan hoe ze elke dag financieel moeten rondkomen. De koopkracht is er niet op vooruit gegaan. Ooit was één Amerikaanse dollar nog drie Surinaamse dollars waard. Nu is de koers één op acht. Het leven is duurder geworden, maar de lonen zijn niet gestegen.’’

Niks zeggen

Black Friday had hier meer aandacht

Op straat wagen velen zich niet aan een oordeel over hun president. Ze willen niks zeggen, zijn niet voor of niet tegen, hebben geen mening. Of ze willen niet met naam en toenaam worden geciteerd, uit angst voor de gevolgen van politieke uitspraken.

,,Ik ben bezig met een groot project en dat kan in gevaar komen’’, zegt een vrouw. ,,Er zal nu niks gebeuren. Black Friday had hier meer aandacht. De verkiezingen zullen bepalen hoe het verder gaat.’’

De juichstemming over de overwinning van de rechtsstaat wordt overschaduwd door de spierballentaal en intimidaties vanuit het kamp van Bouterse. De president werd na een staatsbezoek aan China ’s nachts door bijna 1500 aanhangers als een held onthaald op vliegveld Zanderij.

Kritiek © ANP

Sinds de veroordeling uiten prominente leden van zijn Nationale Democratische Partij (NDP) in de media kritiek op het vonnis. Het is een ‘politiek proces’, de straf zal aan de laars worden gelapt en er wordt gedreigd. ,,Laat ons geen dingen doen die we liever niet willen doen’’, zei ondervoorzitter Ramon Abrahams.

Onder de gewone Surinamers overheerst argwaan, berusting en deels ook angst. Bouterse heeft geld en macht. En – zeggen critici – nauwe banden met de onderwereld. Hij heeft een trouwe kliek om zich heen. Er wordt gefluisterd dat Abrahams rijk is geworden dankzij Bouterse, in een groter huis woont dan de president zelf en zijn nier aan hem zou hebben afgestaan.

Limbo

Armand Snijders

Armand Snijders © AD Tonny van der Mee

Bouterse heeft een perschef die tevens presentator is van zijn eigen dagelijkse radioprogramma op de staatszender SRS. Clifford Limburg, in de volksmond ‘Limbo’ genoemd, is van het Nationaal Informatie Instituut. De een noemt de staatspersdienst een ‘manipulatie instituut’, de ander een ‘propagandamachine’.

Limburg weigert al dagen in te gaan op meerdere contactverzoeken van deze krant. Net als Irvin Kanhai, de advocaat van Bouterse. Kanhai draaide de Surinaamse media deze week een loer. Bouterse zou niet ‘in verzet’ gaan tegen het vonnis, zei Kanhai onder anderen tegen een journalist van de krant De Ware Tijd.

Het hoofdredactionele commentaar over deze ‘meesterzet’ was al afgedrukt toen Kanhai een dag later gniffelde dat zijn leugen een bewuste ‘strategie was. ,,Ik ben toch niet dom om geen verzet aan te tekenen. Dat mensen zoiets kunnen geloven’’, zei Kanhai tegen de site Starnieuws.

,,Hij is knettergek’’, zegt Armand Snijders, de Nederlandse hoofdredacteur van De Ware Tijd. ,,Hij verspreidt bewust leugens in een heel belangrijke zaak. Alsof het een spelletje is.’’

Volksmensen

Hij was een man van de straat

Het succes van Bouterse is te verklaren. ,,Zijn aanhangers, Boutisten, zijn echte volksmensen. Ze houden echt van Bouterse. Het gaat hen niet om de NDP maar om de persoon. Toen Bouterse nog geen president was, hield hij wekelijks spreekuur. Mensen konden met al hun problemen bij hem terecht. Hij was een man van de straat, ging de wijken in.’’

Langs de weg van vliegveld Zanderij naar Paramaribo wappert bij menig huisje de paarse NDP-vlag of zijn gebouwtjes paars geverfd. Als Bouterse nu wijken bezoekt, deelt hij hulppakketten uit aan mensen die lijden onder de slechte economie.

,,Als hij het land niet naar de afgrond had geholpen, waren die pakketten ook niet nodig’’, zegt Snijders cynisch. ,,Mensen geloven wel dat destijds mensen zijn vermoord, maar het interesseert ze niet wat de Krijgsraad zegt. Als Bouterse zegt dat het een politiek proces is, geloven ze dat.’’

Verkiezingen

Sunil Oemrawsingh

Sunil Oemrawsingh © AD/ Tonny van der Mee

De tijd van zieltjes winnen, stemmen ‘kopen’ en ’cadeautjes’ uitdelen is aangebroken. De campagne voor de verkiezingen in mei volgend jaar is begonnen. Tegenstanders van Bouterse hopen dat de zwijgende Surinamers straks in het stemhokje afrekenen met de regering.

In 1999 werd er wél dagenlang gedemonstreerd tegen de hoge inflatie en economische malaise onder de regering-Wijdenbosch. ,,Mensen gaan hier niet vanuit ideologische motieven de straat op, zoals voor het klimaat’’, zegt Sunil Oemrawsingh, nabestaande van de Decembermoorden. ,,Pas als je aan hun brood komt en mensen het in de eigen portemonnee voelen, gaan ze protesteren. Surinamers straffen je wanneer ze de gelegenheid krijgen.’’

Oppositie

Xaviera Jessurun van The Nextdoor Generation Movement

Xaviera Jessurun van The Nextdoor Generation Movement © AD Tonny v/d Mee

Oemraswingh heeft Richan Chan Jon Chu (27) als klant in zijn juwelierszaak. Hij is voorzitter van de jongerenraad van Pertjajah Luhur, een van de belangrijke oppositiepartijen. Chan Jon Chu is een spijtoptant. Als student stemde hij op Bouterse. Daar kwam hij later op terug,

,,Ik heb zeven jaar in Cuba gestudeerd. In mijn studententijd deed Bouterse goede dingen door onze studiebeurs te verhogen. Toen ik terugkwam in Suriname zag ik dat de economie kapot was. Ik moet ook aan mijn gezin denken en hoe het nu verder moet.’’

De kritische geest van de jonge generatie ontbreekt vaak. Jongeren zien hoe leeftijdgenoten van de NDP mooie kleren en auto’s hebben. Bovendien schiet onderwijs tekort. ,,We leren op school ‘2 plus 2 is 4’ maar we leren niet debatteren, vrij denken en een eigen mening hebben. In tegenstelling tot andere Latijns-Amerikaanse landen zijn Surinamers heel vreedzaam. Veel mensen kijken de kat uit de boom. Het is aan ons, de oppositie om er nu iets aan te doen’’, zegt Oemrahswingh.

Maar ook de oppositiepartijen blijven terughoudend. Tot boosheid van Xaviera Jessurun (41) van The Next Generation Movement, een activistenbeweging tegen het wanbeleid van de regering. ,,De oppositie had direct na het vonnis moeten eisen dat het parlement met spoed bij elkaar komt. Waarom is dat niet gebeurd?’’

Wurggreep

Bouterse had na zijn staats­greep in 1980 nooit verkies­baar mogen zijn

Het proces van de Decembermoorden is voor haar onderdeel van het grote plaatje dat Suriname al bijna veertig jaar in een wurggreep houdt. ,,Bouterse had na zijn staatsgreep in 1980 nooit verkiesbaar mogen zijn. Nu hebben we een staatshoofd dat is veroordeeld voor moord. Dat mogen we niet toestaan.’’

The Next Generation Movement laat met protestacties van zich horen. De regering reageert met kleinerende opmerkingen. Bouterse zei eerder dat ze maar ‘de pot op moesten’ en perschef ‘Limbo’ sprak in zijn radio-uitzending alleen over de mooie benen van Jessurun.

Mondiger

Karma zal zijn werk doen

Surinamers mondiger maken, wordt een grote uitdaging, zegt Jessurun. Door de trauma’s uit het verleden durven veel mensen hun nek niet uit te steken. Suriname telt vele tienduizenden mensen die hun inkomen van de overheid krijgen.

,,De regering geeft het volk brood en spelen. Je mag van twintigers niet verwachten dat ze nu opstaan. Het is een generatie die niet eens weet dat er een staatsgreep was. Hoe kun je het land helpen opbouwen als je niet weet waar je vandaan komt?’’

Suriname zit al sinds de onafhankelijkheid in een vicieuze cirkel. Maar er zal een omslag komen. ,,Het vonnis is een pluspunt. Nu moeten we die overwinning verzilveren’’, zegt Jessurun. ,,Hij mag hier niet mee wegkomen. Karma zal zijn werk doen. Of hij wordt weggestemd, of hij komt zelf tot inkeer of de natuur doet zijn werk. Ik wil dat mijn kind van 9 in een mooi land opgroeit.’’

Geen Sinterklaas of Zwarte Piet

Het 'kind’: dat is waar het om draait als op 5 december op het Onafhankelijkheidsplein de eerste Nationale Kinderdagviering plaatsvindt. Een dag waarin de regering officieel afrekent met het Sinterklaasfeest, vanwege de invloeden van slavernij en koloniale overheersing

Het ‘kind’: dat is waar het om draait als op 5 december op het Onafhankelijkheidsplein de eerste Nationale Kinderdagviering plaatsvindt. Een dag waarin de regering officieel afrekent met het Sinterklaasfeest, vanwege de invloeden van slavernij en koloniale overheersing © AD Tonny vd Mee

Het ‘kind’. Dat is waar het om draait als op 5 december op het Onafhankelijkheidsplein de eerste Nationale Kinderdagviering plaatsvindt. Een dag waarop de regering officieel afrekent met het Sinterklaasfeest, vanwege de invloeden van slavernij en koloniale overheersing.

Waar de storm over Bouterse even is gaan liggen, komt de regen met bakken uit de hemel als honderden kinderen zich voor sport, spel en muziek verzamelen op het grasveld voor het presidentieel paleis. ,,Niet langer meer met Sinterklaas en Pieterbaas of Zwarte Piet. Dat wil ik niet meer horen!’’, zegt Melvin Bouva, NDP-lid en vice-parlementsvoorzitter, in zijn openingstoespraak tegen de kinderen. ,,Grote mensen praten altijd over problemen. Met kinderen is er altijd plezier, vrede en blijdschap.’’

Of Surinamers nog trots zijn op hun land na de veroordeling van president Bouterse? Als we het hem na afloop vragen haast hij zich naar binnen. ,,Daar ga ik geen uitspraken over doen. Dat moet u maar op een geschikter moment vragen. We moeten de kinderen niet vermoeien met politiek.’’

Advocaat Bouterse zaait verwarring over beroep tegen vonnis Decembermoorden

NOS 05.12.2019 De advocaat van de Surinaamse president Desi Bouterse heeft verwarring gezaaid over de vraag of zijn cliënt in beroep gaat tegen het vonnis dat vrijdag werd uitgesproken. Bouterse kreeg twintig jaar celstraf voor zijn aandeel in de Decembermoorden en heeft tot en met volgende week vrijdag om in beroep te gaan.

Advocaat Irvin Kanhai zei tegen De Ware Tijd dat Bouterse dat niet doet. “Ik heb geen behoefte gehad om mijn cliënt te vragen waarom hij dat niet wil”, zei de jurist tegen de Surinaamse krant. De uitspraak is opvallend omdat Kanhai vrijwel direct na de uitspraak van het vonnis zei dat de president wel in beroep zou gaan.

Ook aan het persbureau ANP liet Kanhai weten dat Bouterse het oordeel van de krijgsraad niet aanvecht. “Juridisch was ik van plan verzet aan te tekenen, maar mijn cliënt heeft gezegd dat ik niks meer moet doen in deze zaak. Hij zal zijn redenen daarvoor hebben.”

Strategie van de verdediging

Maar volgens Starnieuws heeft de advocaat wel degelijk verzet aangetekend. De site heeft dat zelf achterhaald en Kanhai daarmee geconfronteerd. Die bevestigt het. “Ik heb niet gelogen, want een kantoorgenoot heeft het ingediend.”

Volgens hem was het een strategie om niet meteen te zeggen dat er verzet is aangetekend. “Mensen waren na het nieuws al zo blij dat Bouterse opgepakt zou worden als de veertien dagen verstreken zouden zijn. Daarom heb ik gezegd dat ik geen verzet heb aangetekend.”

Vrijdag deed de krijgsraad in Suriname onverwacht uitspraak in het proces van de Decembermoorden. Volgens de rechter was Bouterse in december 1982 als machtigste man van het leger betrokken bij het martelen en vermoorden van vijftien politieke tegenstanders.

“Misschien verandert hij nog van gedachte”,aldus Advocaat Kanhai over Bouterse.

Na de uitspraak kreeg de 74-jarige Bouterse twee weken de gelegenheid om verzet aan te tekenen. Als hij dat binnen deze periode niet doet, vervalt dat recht en zijn er geen andere rechtsmiddelen meer om het vonnis aan te vechten.

“Mijn cliënt heeft nog tien dagen om te bedenken wat hij wil. Misschien verandert hij nog van gedachte”, zei Kanhai tegen De Ware Tijd.

Amnestie of gratie

“Bouterse heeft altijd gezegd dat het gaat om een politiek proces en dat hij de uitspraak niet erkent”, zegt correspondent Nina Jurna. “Wat dat betreft is het besluit om niet in beroep te gaan logisch.”

Volgens Jurna lijkt Bouterse aan te sturen op amnestie of gratie. “Er ligt sinds 2012 een amnestiewet die door het parlement is aangenomen, maar niet door de krijgsraad. Die wet zou van stal kunnen worden gehaald. Ook kan een president in Suriname gratie krijgen.”

Of dat gaat gebeuren, is onduidelijk. “De weg ligt namelijk ook vrij voor het uitvoeren van het vonnis.”

Bekijk ook;

Advocaten Bouterse tekenen tóch verzet aan: ‘Niet gelogen, collega deed het’

AD 05.12.2019 Het advocatenteam van de Surinaamse president Desi Bouterse heeft toch verzet aangetekend tegen de 20 jaar celstraf die hij heeft gekregen voor zijn rol bij de Decembermoorden. Advocaat Irwin Kanhai zei eerder dat hij geen verzet zou aantekenen, maar zegt nu dat een collega van hem dat heeft gedaan. ‘Een strategie’, aldus de raadsheer.

,,Juridisch was ik van plan verzet aan te tekenen, maar mijn cliënt heeft gezegd dat ik niks meer moet doen in deze zaak. Hij zal zijn redenen daarvoor hebben,” sprak Kanhai gisteren. Kort na de veroordeling van Bouterse had Kanhai nog wel meegedeeld dat zijn cliënt verzet zou aantekenen.

Vandaag blijkt dat de voormalig legerleider toch in beroep gaat tegen de straf van 20 jaar die hem werd opgelegd. ,,Het was een strategie van ons om niet gelijk te zeggen dat er verzet is aangetekend. Mensen waren na het nieuws al zo blij dat Bouterse opgepakt zou worden als de veertien dagen verstreken zouden zijn.’’

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Niet gelogen

Daarom zou de advocaat hebben gezegd dat hij geen verzet heeft aangetekend. Kanhai daarover: ,,Ik heb niet gelogen, want een kantoorgenoot heeft het ingediend”, aldus Kanhai tegen het Surinaamse Starnieuws. ,,Ik ben toch niet dom om geen verzet aan te tekenen. Dat mensen zoiets geloven.’’

Nu Bouterse toch verzet aantekent, heeft de krijgsraad twee maanden de tijd om de zaak opnieuw te beoordelen. Bouterse moet wel, minstens één keer, persoonlijk voor de krijgsraad verschijnen. Iets dat hij de afgelopen twaalf jaar nog niet gedaan heeft. Als hij weer wegblijft, vervalt het verzet en blijft de straf staan.

Advocaat: Bouterse vecht celstraf toch wel aan

MSN 05.12.2019 Het advocatenteam van de Surinaamse president Desi Bouterse heeft toch verzet aangetekend tegen de 20 jaar celstraf die hij heeft gekregen voor zijn rol bij de Decembermoorden. Advocaat Irwin Kanhai zei eerder dat hij geen verzet zou aantekenen, maar zegt nu tegen het Surinaamse Starnieuws dat een collega van hem dat heeft gedaan.

“Ik heb niet gelogen, want een kantoorgenoot heeft het ingediend”, aldus Kanhai tegen het Surinaamse medium. “Ik ben toch niet dom om geen verzet aan te tekenen.”

De krijgsraad heeft nu twee maanden de tijd om de zaak opnieuw te beoordelen. Bouterse moet nu hij verzet heeft aangetekend wel voor de krijgsraad verschijnen. Dat heeft hij eerder nog niet gedaan. Als hij weer wegblijft, vervalt het verzet en blijft de eerste straf staan.

Bouterse werd veroordeeld vanwege medeplichtigheid aan de moord op vijftien politieke tegenstanders op 8 december 1982.

Advocaat: Bouterse niet in beroep tegen vonnis

NOS 04.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse gaat voorlopig niet in beroep tegen het vonnis van twintig jaar celstraf dat vrijdag tegen hem werd uitgesproken voor zijn aandeel in de Decembermoorden. Dat zegt zijn advocaat Irvin Kanhai tegen de Surinaamse krant De Ware Tijd.

“Ik heb geen behoefte gehad om mijn cliënt te vragen waarom hij dat niet wil”, zegt de jurist tegen de krant.

Vrijdag deed de krijgsraad in Suriname onverwacht uitspraak in het proces van de Decembermoorden. Volgens de krijgsraad was hij in december 1982 als machtigste man van het leger betrokken bij het martelen en vermoorden van vijftien politieke tegenstanders.

‘Nog tien dagen’

Na de uitspraak kreeg de 74-jarige Bouterse twee weken de gelegenheid om verzet aan te tekenen. Als hij binnen deze periode geen beroep aantekent, vervalt dat recht en zijn er geen andere rechtsmiddelen meer om het vonnis aan te vechten. “Mijn cliënt heeft nog tien dagen om te bedenken wat hij wil. Misschien verandert hij nog van gedachte”, aldus Kanhai.

De uitspraak is opvallend omdat Kanhai vrijwel direct na de uitspraak van het vonnis zei dat Bouterse in beroep zou gaan. “Juridisch was ik van plan verzet aan te tekenen, maar mijn cliënt heeft gezegd dat ik niks meer moet doen in deze zaak. Hij zal zijn redenen daarvoor hebben”, zei hij tegen persbureau ANP.

‘Logisch besluit’

“Bouterse heeft altijd gezegd dat het gaat om een politiek proces en dat hij de uitspraak niet erkent”, zegt correspondent Nina Jurna. “Wat dat betreft is het besluit om niet in beroep te gaan logisch.”

Volgens Jurna lijkt Bouterse aan te sturen op amnestie of gratie. “Er ligt sinds 2012 een amnestiewet die door het parlement is aangenomen, maar niet door de krijgsraad. Die wet zou van stal kunnen worden gehaald. Ook kan een president in Suriname gratie krijgen.”

Of dat gaat gebeuren, is onduidelijk. “De weg ligt namelijk ook vrij voor het uitvoeren van het vonnis.”

Bekijk ook;

Desi Bouterse vecht vonnis voorlopig niet aan

Telegraaf 04.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse, die vrijdag is veroordeeld tot 20 jaar celstraf voor zijn aandeel in de Decembermoorden, gaat dat vonnis voorlopig niet aanvechten. Dat heeft zijn advocaat Irwin Kanhai gezegd. Kort na de uitspraak tegen Bouterse zei Kanhai nog dat zijn cliënt verzet zou aantekenen.

„Juridisch was ik van plan verzet aan te tekenen, maar mijn cliënt heeft gezegd dat ik niks meer moet doen in deze zaak. Hij zal zijn redenen daarvoor hebben”, zo legt Kanhai zijn veranderde standpunt uit.

Bekijk ook: 

Kan Bouterse de dans blijven ontspringen? 

Mocht Bouterse toch van gedachten veranderen, dan heeft hij tot en met vrijdag 13 december de tijd om verzet aan te tekenen. Hoger beroep, waarbij een hogere rechter zich buigt over de zaak, is voor hem niet mogelijk omdat hij bij verstek is veroordeeld. Bouterse is de afgelopen twaalf jaar bij geen enkele zitting van de krijgsraad aanwezig geweest.

Als Bouterse verzet zou aantekenen, heeft de krijgsraad twee maanden de tijd om de zaak opnieuw te behandelen en een nieuw of hetzelfde vonnis uit te spreken. De president zou dan wel minimaal een keer moeten verschijnen op de zitting.

Als Bouterse en zijn advocaat bij hun voornemen blijven om geen verzet aan te tekenen, zijn er geen andere rechtsmiddelen meer om het vonnis aan te vechten. Andere opties die daarna in beeld zouden kunnen komen zijn amnestie of gratie.

Bouterse werd veroordeeld vanwege medeplichtigheid aan de moord op vijftien politieke tegenstanders in december 1982.

Bekijk ook: 

Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel voor Decembermoorden 

Bekijk ook: 

Nabestaande Decembermoorden na veroordeling Bouterse: ’Enorme boost voor ons land’ 

Bekijk meer van; proces straf Desi Bouterse Irwin Kanhai Paramaribo

Bouterse vecht vonnis van 20 jaar celstraf voorlopig niet aan

AD 04.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse, die vrijdag is veroordeeld tot 20 jaar celstraf voor zijn aandeel in de Decembermoorden, gaat dat vonnis voorlopig niet aanvechten. Dat heeft zijn advocaat Irwin Kanhai gezegd. Kort na de uitspraak tegen Bouterse zei Kanhai nog dat zijn cliënt verzet zou aantekenen.

,,Juridisch was ik van plan verzet aan te tekenen, maar mijn cliënt heeft gezegd dat ik niks meer moet doen in deze zaak. Hij zal zijn redenen daarvoor hebben,” zo legt Kanhai zijn veranderde standpunt uit.

Mocht Bouterse toch van gedachten veranderen, dan heeft hij tot en met vrijdag 13 december de tijd om verzet aan te tekenen. Hoger beroep, waarbij een hogere rechter zich buigt over de zaak, is voor hem niet mogelijk omdat hij bij verstek is veroordeeld. Bouterse is de afgelopen twaalf jaar bij geen enkele zitting van de krijgsraad aanwezig geweest.

Als Bouterse verzet zou aantekenen, heeft de krijgsraad twee maanden de tijd om de zaak opnieuw te behandelen en een nieuw of hetzelfde vonnis uit te spreken. De president zou dan wel minimaal een keer moeten verschijnen op de zitting.

Als Bouterse en zijn advocaat bij hun voornemen blijven om geen verzet aan te tekenen, zijn er geen andere rechtsmiddelen meer om het vonnis aan te vechten. Andere opties die daarna in beeld zouden kunnen komen zijn amnestie of gratie.

Bouterse werd veroordeeld vanwege medeplichtigheid aan de moord op vijftien politieke tegenstanders in december 1982.

Bondgenoten Bouterse vrezen instabiliteit

Telegraaf 04.12.2019 Acht landen in Midden-Amerika en het Caribisch gebied zijn bang voor de gevolgen van de veroordeling van president Desi Bouterse van Suriname. Ze vrezen dat dit tot instabiliteit leidt en daarmee direct invloed heeft op de verkiezingen van mei 2020 in Suriname.

Dat staat in een verklaring die het ministerie Buitenlandse Zaken van Venezuela woensdag heeft uitgegeven namens het handelsblok van de acht landen. De landen verwijzen ook naar de verklaring die Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten afgelopen vrijdag op de dag van het vonnis hebben uitgegeven.

Daarin worden volgens de landen „onnodige en onverantwoordelijke waardeoordelen” uitgesproken over lopende gerechtelijke processen met als doel het oordeel van de rechter te beïnvloeden. Dit is een vorm van interventie in binnenlandse aangelegenheden, aldus het blok. Dat wordt gevormd door Cuba, Venezuela, Antigua en Barbuda, Dominica, Nicaragua, Saint Kitts en Nevis en Saint Vincent en de Grenadines.

Bouterse werd afgelopen vrijdag veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf vanwege medeplichtigheid aan de moord op vijftien politieke tegenstanders in december 1982.

Bekijk meer van; rechtbank overheid verkiezingen Desi Bouterse Suriname

Veroordeling Desi Bouterse leidt tot emotie bij Surinaamse gemeenschap

OmroepWest 03.12.2019 Vrijdag deed de militaire rechtbank in Paramaribo onverwacht uitspraak in de zaak over de decembermoorden die in 1982 in Suriname plaatsvonden. Daarbij werd Desi Bouterse, op dit moment president van Suriname, voor zijn rol veroordeeld tot twintig jaar cel. Bij Theo Para uit Rijswijk en binnen de Surinaamse gemeenschap in Den Haag leidde de veroordeling tot een hoop emotie. ‘Het heeft voor enorm veel ontroering en positieve opwinding gezorgd. Bij veel mensen hebben tranen gevloeid, zeker bij nabestaanden.’

Theo Para was in 2009 getuige in het proces tegen Bouterse. Hiervoor keerde hij voor het eerst sinds hij in 1982 – na de decembermoorden – uit het land vluchtte, terug naar Suriname. Na zijn getuigenis is hij niet meer terug geweest. Het is voor hem, als fel criticus van Desi Bouterse, te gevaarlijk.

Na het vonnis van vrijdag kreeg Para veel reacties uit de omvangrijke Haagse Surinaamse gemeenschap. ‘Die gemeenschap is in grote meerderheid tegen Bouterse en zijn misdrijven. Ik krijg heel veel mailtjes en berichten met felicitaties. Het vonnis wordt echt als een formidabele overwinning gezien.’

Vijftien moorden

Voor wie niet paraat heeft wat er in de nacht van 7 op 8 december 1982 gebeurde een korte samenvatting: die nacht werden vijftien politieke tegenstanders van het militaire bewind van Bouterse gemarteld en doodgeschoten in Fort Zeelandia, een gevangenis in de hoofdstad Paramaribo. De slachtoffers waren bekende Surinaamse journalisten, advocaten, militairen, docenten en een vakbondsleider. Bouterse was in 1980 aan de macht gekomen door middel van een staatsgreep. Zijn militaire dictatuur duurde tot 1988. In 2010 werd hij gekozen tot president van Suriname.

‘Het vraagt enorm veel moed van die rechters om een zittende president te veroordelen’, vertelt Para. Daar komt bij dat Bouterse zijn proces constant heeft tegengewerkt, bijvoorbeeld door een amnestiewet waardoor verdachten van de decembermoorden niet meer veroordeeld konden worden. ‘Het heeft allemaal niet mogen baten en uiteindelijk is het tot een veroordeling gekomen.’

Opnieuw presidentskandidaat

Voorlopig loopt de 74-jarige Bouterse nog vrij rond. Hij spreekt van een politiek spel en maakte maandagmiddag zelfs bekend zich bij de verkiezingen van mei 2020 gewoon weer kandidaat te stellen voor het presidentschap. Volgens Para heeft Bouterse door het vonnis echter veel schade opgelopen.

‘Ik heb het idee dat het eindsignaal voor Desi Bouterse heeft geklonken. Het is een internationaal demasqué, in grote kranten over de hele wereld staan grote artikelen die hem neerzetten als een moordenaar. Het is allemaal vernietigend. Dus ik denk niet dat Desi Bouterse toekomst heeft.’

Terugkeer naar Suriname

Voor Para betekent het vonnis dat hij misschien ooit terug kan naar zijn vaderland. Hij heeft er in ieder geval vertrouwen in. ‘Ik ga er vanuit dat het op een gegeven moment weer veilig kan.’

LEES OOK: ‘Ik had een leerkracht die dacht echt dat we in bomen woonden, een leerkracht!’

Meer over dit onderwerp: SURINAME THEO PARA DESI BOUTERSE

‘Haags complot’: waarom kijkt aanhang Bouterse argwanend naar Nederland?

NOS 02.12.2019 Voor de Surinaamse president Desi Bouterse is het duidelijk. Zijn veroordeling is “een politiek tik-takspelletje”: een complot uit Nederland om een einde te maken aan zijn presidentschap. Afgelopen vrijdag kreeg Bouterse 20 jaar cel vanwege zijn aandeel in de Decembermoorden van 1982.

Niet alleen Bouterse zelf, ook aanhangers van zijn partij NDP zien in het besluit van de rechter de hand van “politiek Den Haag”. “Nederland komt hier niet om onze president weg te halen”, zei een jonge vrouw in Paramaribo tegen de NOS. “Als ze hier in Suriname komen, dan hebben ze te maken met de hele Surinaamse bevolking.”

Waar komt die argwaan tegen Nederland vandaan?

Slechte relatie

“Al sinds Bouterse in 2010 president van Suriname werd, is de relatie met Nederland gebrouilleerd”, vertelt Surinamekenner en journalist Roy Khemradj. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen weigerde Bouterse te feliciteren met zijn verkiezing, omdat die eerder tot elf jaar cel was veroordeeld wegens drugshandel.

Bouterse zou alleen in Nederland welkom zijn om zijn straf uit te zitten, aldus Verhagen. Dat was volgens Khemradj “de dood van de relatie tussen Nederland en Suriname”. In 2012 riep Nederland ook nog zijn ambassadeur terug, nadat het parlement een amnestiewet had aangenomen.

Maar ook eerder verliep de relatie van de Surinaamse bevolking met oud-kolonisator Nederland al moeizaam. Meteen na de staatsgreep van Bouterse, in 1980, gingen er in Suriname geruchten dat Nederland daarbij had geholpen. Die theorieën werden nog sterker omdat de Nederlandse regering besloot om documenten en conclusies uit het onderzoek naar de staatsgreep te klasseren als staatsgeheim voor zeker zestig jaar.

Geen concreet bewijs

En ook nu is er wantrouwen jegens premier Rutte. Nog voordat het vonnis was uitgesproken, zei Rutte dat Bouterse “zich moet verantwoorden voor wat hij daar gedaan heeft”. Bij NDP-ondervoorzitter Ramon Abrahams schoot die uitspraak in het verkeerde keelgat: hij trok de conclusie dat de tekst van het vonnis al in het bezit was van de Nederlandse regering, nog voordat hij was uitgesproken. Bewijs voor die bewering gaf Abrahams niet.

“Bewijs is ook niet meer nodig”, zegt Khemradj. “In het huidige politieke klimaat geloven de aanhangers van Bouterse hun president zo ook wel.” Die aanhangers zijn volgens hem vooral millennials: jongeren die in de jaren ’90 zijn geboren, en dus de coup en de Decembermoorden niet hebben meegemaakt. “Ze zijn er ook niet echt in geïnteresseerd”, merkt Khemradj: “Zij zien Bouterse vooral als een goede leider.”

Verkiezingen werpen schaduw vooruit

De oppositie in Suriname heeft niet expliciet gereageerd op de beschuldigingen van Bouterse aan het adres aan Nederland. Niet gek, vindt Khemradj: “Mensen laten zich daar niet over uit. Ze weten dat dit de gebruikelijke taal is van Bouterse als hij in moeilijkheden zit.”

Bovendien is het met de parlementsverkiezingen van mei in zicht, ook politiek gezien niet slim om een pro-Nederland standpunt in te nemen, denkt Khemradj. “Wie Nederland verdedigt, is in Suriname meteen de zondebok. ”

Bekijk ook;

Kan Bouterse de dans blijven ontspringen?

Telegraaf 02.12.2019 Een veroordeelde drugscrimineel als president die in zijn land als een held wordt onthaald, na een kersverse veroordeling voor meervoudige moord. Het kan in Suriname. Desi Bouterse maakt zich na het vonnis in het Decembermoordenproces weinig zorgen. Maar waarom?

President Desi Bouterse (74) wordt al decennialang in verband gebracht met grootschalige smokkel van cocaïne. Volgens de twee meest vooraanstaande leden van de oppositiepartij VHP is niet alleen ’Bouta’ of ’Baas’ zoals zijn bijnamen luiden, maar de volledige regering verantwoordelijk voor de tsunami van coke die via Suriname naar Europa wordt verscheept.

’Hier zit een zorgvuldig opgezet netwerk van zware criminelen achter dat gesteund moet worden vanuit de overheid’, zei parlementslid en oud-politiecommissaris van Paramaribo, Krishna Mathoera, in 2017 in De Telegraaf. Bouterse werd in 2000 in Nederland bij verstek veroordeeld tot elf jaar cel voor grootschalige cocaïnesmokkel naar Nederland. Zijn zoon Dino bleek geen haar beter. Hij werd in 2015 in de Verenigde Staten veroordeeld tot 16 jaar cel voor drugssmokkel en wapenhandel.

Ondanks zijn veroordeling wist Bouterse het te schoppen tot parlementslid. Er geldt nog steeds een internationaal arrestatiebevel tegen de president, maar zolang hij alleen landen bezoekt waarmee Nederland geen uitleveringsverdrag heeft, hoeft Bouterse zich nergens zorgen om te maken. En zo bezoekt hij landen als Cuba, China en Guyana.

Militaire coup

Tien jaar later koos het volk Bouterse tot president. Maar al voordat ’Baas’ baas van het land werd, begon tegen hem en de medeplegers van de militaire coup van 1980 het langverwachte Decembermoordenproces rond de executie van elf tegenstanders van het regime in 1982. Van de 25 verdachten was Bouterse de hoofdverdachte.

De president heeft van meet af aan de rechtsgang proberen te belemmeren. Zo nam het parlement in 2012 op initiatief van Bouterses Nationale Democratische Partij de amnestiewet aan. De wet zorgde ervoor dat de verdachten van de Decembermoorden geen straf konden krijgen.

Het proces lag zo jaren stil, maar de krijgsraad verwierp de wet in 2016 waarna Bouterse een nieuwe poging nam om het proces te saboteren. In het kader van het landsbelang gaf de aanklager opdracht om vervolging van de verdachten te staken.

Maar de krijgsraad slaagde erin om ook deze poging te verijdelen. In 2017 kwam het dan tot toch nog tot een eis. En vorige week, toen Bouterse in China was op staatsbezoek, verraste de krijgsraad vriend en vijand door ineens het vonnis uit te spreken en de president conform de eis te veroordelen.

De krijgsraad heeft geen onmiddellijke gevangenneming gelast. Dat is niet zo vreemd: Bouterse heeft ook nooit een dag in voorarrest gezeten. De advocaat van Bouterse, Irvan Kanhai, heeft laten weten dat hij in beroep gaat tegen het vonnis. Daarmee wint de president weer tijd. De verkiezingen zijn in mei volgend jaar en zeker zolang hij president blijft, hoeft hij weinig te vrezen.

Als het vonnis in hoger beroep wordt bekrachtigd, zal de krijgsraad zeer waarschijnlijk wel bevelen dat de president gevangen wordt genomen. Maar de kans dat het zover komt is minimaal. Hij kan de noodtoestand uitroepen of tijdelijk terugtreden als president waarna de vicepresident hem gratie kan verlenen.

Vluchten

En als de grond hem echt te heet onder de voeten wordt, kan Bouterse vluchten naar een land waar hij zich geen zorgen hoeft te maken. In Suriname gelooft niemand dat Desi Delano daadwerkelijk ook maar één dag de binnenkant van een cel zal zien zitten.

Tekenend voor de minachting van de rechtsstaat is de reactie van de advocaat van Bouterse. In een interview met het medium Starnieuws fulmineerde hij dat de krijgsraad ’blij moet zijn dat hij geen president is van het land’. Dan zou hij namelijk weten wat hij moest doen met de ’a-nationalisten’, zoals hij de leden van de krijgsraad betitelde.

Kanhai omschreef de uitspraak als een ’vonnis van gekoloniseerde mensen’. Bouterse spreekt vaak van een ’internationaal complot’ tegen hem. Zijn aanhangers vinden de krachttermen van hem en zijn advocaat geweldig.

De aanhang van Bouterse beschouwt hem als een soort martelaar. Een slachtoffer van een politiek proces. Tegenstanders zien hem vooral als meervoudig moordenaar en veroordeelde drugscrimineel die zijn straffen vakkundig ontloopt en daardoor het land internationaal een beschamende reputatie bezorgt.

Lichtpuntje is dat de rechterlijke macht overeind is gebleven. Als onafhankelijk instituut, onder grote druk. Dat is één stap. Nu wacht nog de executie van het vonnis als dat onherroepelijk wordt. En dat kan nog jaren op zich laten wachten.

Bekijk meer van; drugshandel moord/doodslag politiek proces rechtshandhaving Desi Bouterse

Oppositielid Ronnie Brunswijk tijdens een protest van de vijf oppositiepartijen in het Surinaamse parlement tegen president Desi Bouterse. Ⓒ ANP

Brunswijk wil dat president Bouterse opstapt

Telegraaf 02.12.2019 Ronnie Brunswijk, voorzitter van de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) en voormalig coalitiepartner van Desi Bouterse, vindt dat de tot 20 jaar cel veroordeelde Surinaamse president zou moeten opstappen. „Als ik in zijn plaats was zou ik de eer aan mezelf houden en opstappen als president”, zegt hij tegen dagblad De Ware Tijd.

De ABOP-voorzitter benadrukt dat de rechtsstaat gerespecteerd moet worden. Ook een andere politieke partij in het Surinaamse parlement, DA’91, ziet Bouterse liever vandaag dan morgen het veld ruimen.

Desire Bouterse (midden).

Desire Bouterse (midden). Ⓒ AFP

Heldenonthaal

Bouterse keerde in de nacht van zaterdag op zondag terug in Suriname van een staatsbezoek aan China en werd bij aankomst opgewacht door zo’n 1500 aanhangers. Later die nacht reageerde hij op zijn veroordeling, afgelopen vrijdag, tot 20 jaar cel voor zijn aandeel in de Decembermoorden in 1982. Hij toonde zich niet verrast daardoor: „Het politieke spel wordt zo openlijk gespeeld, dus het was duidelijk wat er zou komen.”

Bekijk ook: 

Bouterse na heldenonthaal: ’Het is een politiek spel’ 

Binnen de partij van Bouterse, de NDP, leeft het gevoel dat het proces wordt geregisseerd door Nederland. Maandag buigt de president zich met zijn team over de verdere gang van zaken. Zijn advocaat liet eerder al weten in beroep te zullen gaan.

Bekijk meer van; rechtshandhaving overheid Desi Bouterse Ronnie Brunswijk Paramaribo Suriname

Suriname wacht op het antwoord van Bouterse

NOS 01.12.2019 Na de uitspraak tegen president Bouterse vrijdag en zijn hectische terugkomst afgelopen nacht wacht Suriname nu af. Dat ziet Latijns-Amerika-correspondent Nina Jurna.

“Na de uitspraak was er grote vreugde bij de nabestaanden van de slachtoffers van de Decembermoorden”, zegt Jurna. “Vandaag lieten Bouterses aanhangers massaal van zich horen, ze blijven hun leider steunen. Nu wacht Suriname op wat er verder gaat gebeuren.”

Vanochtend rond 06.00 uur Nederlandse tijd kwam Bouterse terug van een staatsbezoek aan China. Hij landde op luchthaven Johan Adolf Pengel, waar hij werd begroet door duizenden aanhangers. “Hij werd ontvangen als een held of een popster.”

Bouterses partij, de NDP, had zeventig bussen geregeld om mensen naar het vliegveld te brengen, dat zo’n 50 kilometer onder hoofdstad Paramaribo ligt.

Kort na de landing sprak de leider zijn aanhangers toe over het politieke spelletje dat volgens hem wordt gespeeld.

Aanhangers begroeten Bouterse bij terugkeer in Suriname

Vanavond lokale tijd heeft Bouterse overleg met zijn juridische team en partijprominenten. Daarna komt hij met een echt antwoord op het vonnis, verwacht Jurna. “De ondervoorzitter van de NDP, de partij van Bouterse, heeft al gezegd dat de uitspraak a-nationalistisch is. Dat is in Suriname heel zwaar.”

Vrijdag deed de krijgsraad in Suriname onverwacht uitspraak in het proces van de Decembermoorden. De 74-jarige Bouterse kreeg twintig jaar cel opgelegd. Volgens de krijgsraad was hij in december 1982 als machtigste man van het leger betrokken bij het martelen en vermoorden van vijftien politieke tegenstanders.

De president heeft zijn persoonlijke betrokkenheid bij de Decembermoorden altijd ontkend en gaat daarom in hoger beroep tegen het vonnis.

Wie waren de slachtoffers van de Decembermoorden?

De slachtoffers waren allemaal vooraanstaande Surinamers die openlijk kritiek hadden op of verzet pleegden tegen het militaire regime van Bouterse;

  • John Baboeram (36), advocaat
  • Bram Behr (31), journalist
  • Cyrill Daal (46), vakbondsleider
  • Kenneth Gonçalves (42), advocaat en deken van de Surinaamse Orde van Advocaten
  • Eddy Hoost (48), advocaat en politicus
  • André Kamperveen (58), journalist en oud-voetballer
  • Gerard Leckie (39), psycholoog en docent
  • Sugrim Oemrawsingh (42), wis- en natuurkundige
  • Lesley Rahman (28), journalist
  • Surendre Rambocus (29), luitenant
  • Harold Riedewald (49), advocaat
  • Jiwansingh Sheombar (25), militair
  • Jozef Slagveer (42), journalist en directeur van persbureau
  • Robby Sohansingh (37), zakenman
  • Frank Wijngaarde (43), journalist

Bekijk ook;

Desi Bouterse was de afgelopen dagen op staatsbezoek in China

Desi Bouterse was de afgelopen dagen op staatsbezoek in China Foto Reuters

De veroordeelde president Bouterse is terug in Suriname. Hoe nu verder?

NRC 01.12.2019 De Krijgsraad veroordeelde Desi Bouterse tot twintig jaar cel voor het medeplegen van de Decembermoorden. Hoe verder?

In Suriname is de zittende president veroordeeld tot twintig jaar cel, maar hij loopt voorlopig nog vrij rond. Hoe nu verder?

Zeven vragen;

1 Is er kans dat Bouterse wordt opgepakt?

Niet nu. Er kan binnen 14 dagen hoger beroep worden aangetekend. Bouterses advocaat, Irvin Kanhai, kondigde aan dat te doen. En Bouterse bevestigde dat zelf na terugkeer uit China. De Krijgsraad heeft bovendien geen gevangenneming gelast.

Vicepresident Ashwin Adhin zei vrijdagavond op een inderhaast belegde bijeenkomst van Bouterses NDP: „Het verdere proces kan één jaar of misschien wel tien jaar duren. Wat ons betreft zal het vonnis nooit rechtskracht hebben. We hebben genoeg rechtsmiddelen om binnen de rechtsstaat te handelen.”

2 Hoe reageert Bouterses partij?

Direct na het vonnis reageerde NDP-ondervoorzitter Ramon Abrahams nog bijna timide. De veroordeling was „als een behoorlijke klap overgekomen” en op zaken rond het functioneren van de president wilde hij „niet vooruitlopen”.

Enkele uren later, na de vrijdagavond belegde NDP-kadervergadering, noemde Abrahams het vonnis een „a-nationale daad” en een „regelrechte politieke aanval” . Het is volgens hem niet te accepteren „dat mensen zijn gekomen aan de integriteit van de president en de NDP”. Dreigend voegde hij eraan toe: „Laat men ons niet dwingen dingen te doen die wij niet willen doen.”

Lees ook: Winkelend publiek in Amsterdam-Zuidoost reageert op de veroordeling van Desi Bouterse

3 Kan Bouterse president blijven?

Volgens de Surinaamse jurist Gerold Sewcharan, voorzitter van de Stichting ter Versteviging van de Democratie van Suriname, is „de staatsrechtelijke legitimiteit van de invulling van het presidentschap door Bouterse door dit vonnis met ingang van heden volledig en direct komen weg te vallen”. Hij wijst op nieuwssite Starnieuws op grondwetsartikel 92.

Hierin staat dat personen die tot president willen worden gekozen geen handelingen verricht mogen hebben die strijdig zijn met de grondwet. Bouterse handelde volgens Sewcharan in strijd met grondwetsartikel 14, dat het recht op leven beschermt.

De advocaat meent zelfs dat het Surinaamse parlement moet overgaan tot afzetting van de president als hij niet zelf opstapt. Dit ongeacht het feit dat nog hoger beroep mogelijk is. De argumenten van Sewcharan werden al in 2010 gebruikt (door onder meer de Surinaamse mensenrechtenorganisatie OGV) toen Bouterse door het parlement tot president werd gekozen.

Suriname heeft nog altijd geen Constitutioneel Hof (waarin de grondwet wel voorziet) dat besluiten grondwettelijk kan toetsen. Zeker de NDP zal zich ook nu niets van grondwettelijke argumenten aantrekken. De partij toont een gesloten front, in elk geval tegenover de buitenwereld.

Geen van de andere in het parlement vertegenwoordigde partijen reppen in hun reacties over ‘aftreden’ – met uitzondering van de kleine partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE). De grotere oppositiepartijen VHP en NPS (vóór 2010 in de regering) beperkten zich in hun schriftelijke reactie tot oproepen het vonnis te respecteren, de rechtsstaat niet te verzwakken of te ondermijnen. Naar verluidt willen deze partijen geen triomfalisme laten doorklinken.

4 Wat is de rol van de publieke opinie, met de verkiezingen in mei 2020 in aantocht?

Dat de NDP meteen de aanhang begon te mobiliseren en opriep Bouterse bij terugkeer uit China op het vliegveld warm te onthalen, laat zien dat de publieke opinie erg belangrijk is. Ingewijden zeggen dat men zich in de NDP, die nu een nipte absolute meerderheid heeft, zorgen maakt over de verkiezingen.

Volgens een peiling in april 2019 in Paramaribo door peilingbureau IDOS, staat de NDP op fors verlies ten opzichte van 2015. Saillant is de peiling in het dichtbevolkte district Wanica: 65 procent onderschreef daar de stelling dat president Bouterse „zelf het probleem is”. Vooral het wanbeleid, verarming en corruptie leiden tot onvrede.

Het is echter de vraag of het vonnis daar veel aan toevoegt. De nervositeit bij de NDP zal in elk geval niet minder worden. Op sociale media wordt, veelal anoniem, flink uitgehaald naar de president, maar dat gebeurt al langer. Er circuleren ook spotprenten, zoals die welke inspeelt op het sentiment dat China te veel invloed krijgt in Suriname. Daarop zegt Bouterse tegen de Chinese president Xi ‘Als ik Suriname aan je geef, kan ik dan in China blijven?’ Xi: ‘Eh… Dat is al van mij!’

Commentaar: Eindelijk gerechtigheid na compromisloos vonnis over Bouterse

5 Welke juridische mogelijkheden zijn er naast hoger beroep?

Bouterses advocaat zei dat hij ook ‘verzet’ instelt tegen het vonnis. Dat kan bij een veroordeling van een persoon die nooit op een zitting verscheen, omdat deze dan onvoldoende is geïnformeerd. Volgens jurist Sewcharan moet Bouterse dan alsnog binnen twee maanden worden gedagvaard. Het lijkt er niet op dat dit veel zal uithalen. Vicepresident Adhin zei vrijdag dat amnestie en gratie pas aan de orde komen als hoger beroep niets oplevert.

6 Speelt de factor tijd een rol, met name met het oog op de verkiezingen van 2020?

De tijd werkt alleen in Bouterses voordeel als hij in 2020 voor vijf jaar tot president wordt herkozen. Ervan uitgaande dat het hoger beroep in die periode wordt afgehandeld, kan de president volgens grondwetsartikel 109 gratie verlenen – in dit geval aan zichzelf. Adder onder het gras: dit kan alleen „na het advies te hebben ingewonnen van de rechter die het vonnis heeft gewezen”. Maar er staat niet dat de president dit advies moet volgen.

Als Bouterse de verkiezingen verliest en zijn partij niet meer in de regering komt, moet een nieuwe regering niet alleen de miserabele economie op de rails krijgen, maar ook de heikele kwestie ‘wat te doen met Bouterse’ oplossen. En dan spelen de leeftijd (74) en de broze gezondheid van Bouterse, die zich meermalen in Cuba liet behandelen om niet nader genoemde redenen, nog een rol. Is hij tegen die tijd nog in leven?

7 Gaan andere landen in de regio iets doen?

President Bouterse benadrukte bij terugkeer in Suriname dat het „politieke spel binnen wet- en regelgeving” moet worden meegespeeld. Dat is belangrijk om geen veroordeling door bijvoorbeeld de OAS (Organisatie van Amerikaanse Staten) aan de broek te krijgen – of erger, sancties. Dit gebeurde bij Venezuela, maar daar waren frauduleuze verkiezingen. Bij Suriname ziet de OAS iets unieks: een zittende president die in eigen land voor moord is veroordeeld.

Bouterse door duizenden aanhangers begroet bij terugkeer in Suriname

NOS 01.12.2019 President Bouterse is uit China teruggekeerd in Suriname. Hij landde rond 06.00 uur Nederlandse tijd op luchthaven Johan Adolf Pengel, waar hij werd begroet door enkele duizenden aanhangers. Ze zongen, zwaaiden met vlaggen en riepen “We want Bouta”.

Bouterses partij, de NDP, had zeventig bussen geregeld om de mensen naar het vliegveld te brengen, dat zo’n 50 kilometer van hoofdstad Paramaribo ligt. Vlak na aankomst op het vliegveld sprak Bouterse zijn aanhangers kort toe. Hij zei dat hij zo’n massale ontvangst niet had verwacht.

Aanhangers begroeten Bouterse bij terugkeer in Suriname

Vrijdag deed de krijgsraad in Suriname onverwacht uitspraak in het proces van de Decembermoorden. De 74-jarige Bouterse kreeg twintig jaar cel opgelegd. Volgens de krijgsraad was hij in december 1982 als machtigste man van het leger betrokken bij het martelen en vermoorden van vijftien politieke tegenstanders.

Bouterse gaf kort na aankomst een persconferentie, waarin hij vooral inging op zijn staatsbezoek aan China. Op het eind reageerde hij naar eigen zeggen op aanraden van zijn advocaat in algemene bewoordingen op de gebeurtenissen van de afgelopen dagen. “We blijven binnen wet- en regelgeving. We respecteren alles en iedereen. Politiek moet met politiek worden beantwoord. Het gaat hoe het spel gespeeld wordt, als we maar binnen recht en wet blijven.”

1/4 Bouterse net na de landing in Suriname Starnieuws

2/4 Aanhangers van Bouterse bij het vliegveld NOS

3/4 Aanhangers van Bouterse bij het vliegveld NOS

4/4 Bouterse geeft een persconferentie NOS

De president zei niet verrast te zijn door zijn veroordeling, maar ging er verder niet uitgebreid op in. “Het politieke spel wordt zo openlijk gespeeld, dus het was duidelijk wat er zou komen.” Bouterse zei wel dat hij de timing van de uitspraak frappant vindt. Vanavond overlegt hij met zijn juridisch adviseurs en prominente partijleden over vervolgstappen.

Bouterse en zijn advocaat spraken eerder van een oneerlijk, politiek proces dat wordt aangestuurd door Nederland. De president heeft zijn persoonlijke betrokkenheid bij de Decembermoorden altijd ontkend en gaat daarom in hoger beroep tegen het vonnis.

Bekijk ook;

Veroordeelde president Desi Bouterse geland in Suriname

NU 01.12.2019 De vrijdag tot twintig jaar cel veroordeelde president Desi Bouterse is zondagochtend om 6.00 uur Nederlandse tijd geland in Suriname. Bouterse is teruggekeerd uit China, waar hij ten tijde van de veroordeling op staatsbezoek was.

Bouterse gaf na zijn aankomst een persconferentie, waarin hij voor het eerst reageerde op de veroordeling, door die weg te zetten als een “tik-tak politiek spel”.

“Het gaat zoals het spel gespeeld wordt, als we maar binnen recht en wet blijven”, zei hij. “Het politieke spel wordt zo openlijk gespeeld, dus het was duidelijk wat er zou komen”, aldus Bouterse, die een “politiek antwoord” op de kwestie beloofde.

Zo’n 1.500 aanhangers hebben de president al zingend en met vlaggen ontvangen. De Nationale Democratische Partij (NDP) van Bouterse riep zijn voorstanders daartoe op en zette zeventig bussen in om hen naar de luchthaven te vervoeren.

Vrijdagmiddag begon de Surinaamse krijgsraad onverwacht met het voorlezen van de vonnissen in het proces rond de Decembermoorden. De krijgsraad acht opzet en voorbedachte rade door de huidige Surinaamse president, destijds leider van de militaire junta, bewezen en veroordeelde hem tot twintig jaar cel. De raad eiste geen onmiddellijke gevangenneming.

Bouterse gaat tegen de uitspraak in hoger beroep. De Surinaamse president heeft zijn betrokkenheid tot nu toe altijd ontkend. Pas na een veroordeling in hoger beroep zal hij de cel in moeten.

Vicepresident Ashwin Adhin zei vrijdagavond dat de veroordeling van Bouterse niet kan resulteren in zijn gevangenneming. Bouterse en zijn verdedigers hebben nog genoeg juridische middelen om de veroordeling aan te vechten, stelde Adhin volgens de Surinaamse nieuwswebsite Waterkant. Het benutten van alle beroepsmogelijkheden kan de zaak nog jaren laten voortslepen. Daarnaast zou Adhin, als vicepresident, het staatshoofd gratie kunnen verlenen.

#Bouterse is terug in #Suriname! 1.000 aanhangers hebben hem onthaald. Ik hield zelf vooraf rekening met minimaal 10.000, dus neem aan dat dit voor hemzelf een teleurstellende opkomst is… Later vandaag volgt zijn persconferentie. Zie:

Avatar

 Auteur

Dave_Ensberg

Moord en marteling door junta

Bij de Decembermoorden in 1982 werden vijftien tegenstanders van het Surinaamse militaire regime gemarteld en geëxecuteerd in Fort Zeelandia, het hoofdkwartier van Bouterse. Als machtigste man binnen het leger speelde Bouterse hierbij een bepalende rol, aldus de krijgsraad.

Het proces rond de Decembermoorden loopt al sinds 2007. Bouterse wist de zaak enige tijd te vertragen met een amnestiewet die in 2012 werd aangenomen door het Surinaamse parlement. In 2016 werd de wet door de rechtbank buiten werking gesteld, waardoor het proces kon worden hervat.

Desi Bouterse veroordeeld, slotstuk van omstreden militaire carrière

Lees meer over: Desi Bouterse  Decembermoorden  Suriname  Buitenland

Bouterse na heldenonthaal: ’Het is een politiek spel’

Telegraaf 01.12.2019 Niet als een man die net is veroordeeld voor een vijftienvoudige moord, maar als een martelaar is Desi Bouterse onthaald op het vliegveld bij Paramaribo. De president van Suriname, die terugkeerde na een staatsbezoek aan China, ontkende even later tijdens een persconferentie dat hij betrokken is bij de Decembermoorden.

Hij neemt afstand van het vonnis van de krijgsraad. Zij achten Bouterse schuldig aan de vijftienvoudige moord op 8 december 1982 en veroordeelden de Surinaamse president tot 20 jaar cel. Hij noemt het vonnis een ‘een politiek tiktak-spelletje’.

Gedurende de persconferentie maakt Bouterse niet de indruk dat hij bijzonder ernstig gebukt gaat onder de twintig jaar celstraf die de krijgsraad afgelopen vrijdag tegen hem heeft uitgesproken. Integendeel. Een ontspannen ogende Bouterse neemt eerst uitgebreid de tijd om terug te blikken op het meerdaagse staatsbezoek dat hij en een deel van zijn ministers afgelopen week aan China hebben afgelegd.

Wanneer Bouterse na een uur opsommen van hoogtepunten een vraag krijgt over wat het vonnis met hem als mens doet, antwoordt hij laconiek: „Het is een politiek proces. Ze proberen te bewijzen dat ik schuldig ben. Als je het gedaan hebt, kan ik me voorstellen dat het je wat doet. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd.”

’Politiek spel’

Heel uitgesproken over het vonnis is Bouterse niet. Hij noemt het vonnis in eerste instantie ‘interessant’. Wanneer om verduidelijking wordt gevraagd antwoordt hij: „Ik moet me houden bij wat mijn advocaten zeggen. Het is een politiek spel. Dat wordt zo openlijk gespeeld. Laten we rustig wachten tot het zover is. Het gaat allemaal om 25 mei 2020, de verkiezingen. At the end of the day gaat het allemaal daarom.”

Desi Bouterse

Desi Bouterse Ⓒ AFP

Bekijk ook: 

Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel voor Decembermoorden 

Bouterse zegt verder dat hij de komende dagen met zijn juridische adviseurs om de tafel gaat om het vonnis verder te bestuderen. „Ik moet me houden bij wat mijn advocaten zeggen. We zitten nog in het rechtsproces. Je moet in de plooi blijven om te kijken hoe je het spel mee speelt. Maar alles gebeurt binnen wet en regelgeving.”

Rode loper

Voorafgaand aan de persconferentie werd Bouterse op Zanderij onthaald als een martelaar, niet als een man die net is veroordeeld voor een vijftienvoudige moord. Naast een rode loper bij het vliegtuig waar hoogwaardigheidsbekleders en ministers stonden opgesteld waren er zo’n 1500 van zijn sympathisanten naar de aankomsthal van de luchthaven gekomen.

Zij zongen de voormalig legerleider toe op het moment dat hij de hal betrad. Op het vliegveld hing een uitgelaten sfeer. Mensen waren gekleed in het paars, zwaaiden met vlaggen en zongen pro-Bouterse liederen. De politieke partij van Bouterse, de NDP, had afgelopen vrijdag al snel na het vonnis van de Krijgsraad aangekondigd dat zij Bouterse, die afgelopen week een staatsbezoek aan China bracht en via Kenia terug vloog, een ‘groots ontvangst’ wilden geven.

In een korte toespraak, met het nummer One Love van Bob Marley op de achtergrond, dankte Bouterse zijn aanhang voor de massale opkomst. Hij zei verrast te zijn. De sympathisanten zijn met tientallen bussen door de NDP vanuit het hele land naar het vliegveld vervoerd.

Bekijk ook: 

Nabestaande Decembermoorden na veroordeling Bouterse: ’Enorme boost voor ons land’ 

De krijgsraad in Paramaribo veroordeelde de 74-jarige Bouterse vrijdag onverwachts tot 20 jaar voor zijn rol in de Decembermoorden in 1982. Destijds werden vijftien politieke tegenstanders vermoord. Er is geen onmiddellijke gevangenneming bevolen. Bouterses advocaat heeft al gezegd hoger beroep aan te tekenen tegen de uitspraak.

Bekijk meer van; overheid transport misdaad, recht en justitie high-society Desi Bouterse

Bouterse na heldenonthaal: ‘Het is een politiek spel’

AD 01.12.2019 ,,Politiek moet met politiek worden beantwoord. We blijven binnen wet- en regelgeving en respecteren alles en iedereen,’’ Dat zei de Surinaamse president Desi Bouterse op een persconferentie, kort nadat hij bij zijn terugkeer uit China als held was onthaald op luchthaven Johan Adolf Pengel.

Bouterse reageerde voor het eerst op het vonnis van afgelopen vrijdag. Hij is vanwege zijn betrokkenheid bij 15 moorden in december 1982 door de Krijgsraad veroordeeld tot 20 jaar cel. Op de luchthaven werd de president juist als een held onthaald. Ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders hadden zich aan weerszijden van een rode loper opgesteld. Zo’n 1500 mensen stonden hem al zingend en met vlaggen wapperend op te wachten bij de aankomsthal.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

,,Het gaat hoe het spel gespeeld wordt, als we maar binnen recht en wet blijven’’, aldus Bouterse tijdens de  persconferentie. Hij sprak niet langer over de veroordeling. „Het is een politiek proces. Ze proberen te bewijzen dat ik schuldig ben. Als je het gedaan hebt, kan ik me voorstellen dat het je wat doet. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd.”

Bouterse bleef naar eigen zeggen met opzet wat algemeen in zijn antwoorden, op aanraden van zijn advocaat. Maandag buigt de president en zijn team zich over de verdere gang van zaken. Hij gaat sowieso in beroep tegen het vonnis.

Een ontspannen Bouterse toonde zich dus niet verrast. ,,Het politieke spel wordt zo openlijk gespeeld, dus het was duidelijk wat er zou komen.” De president toonde zich dankbaar voor de support op het vliegveld. ,,Ik geloof niet dat er andere organisaties zijn die leden hebben met zoveel liefde voor hun organisatie”.

Zijn aanhangers riepen massaal en luidkeels “We want Bouta”. Uren voor zijn aankomst stond er al een flinke file op de weg richting het vliegveld. De Nationale Democratische Partij (NDP), de politieke partij van Bouterse, had ongeveer 70 bussen geregeld waarmee de leden naar het vliegveld zijn vervoerd.

Op de Indira Gandhiweg naar het vliegveld reden tientallen bussen, schrijft de Surinaamse krant De Ware Tijd. In de bussen zaten leden van Bouterses Nationale Democratische Partij (NDP) en symphatisanten. De NDP, waarvan Bouterse voorzitter is, had ongeveer 70 bussen geregeld waarmee de leden naar het vliegveld zijn vervoerd.

De aanhangers zongen een van de strijdliederen uit de jaren tachtig: ‘Tide, tamara, we strey go moro fara’.

De oproep aan de NDP-leden om Bouterse massaal te verwelkomen, kwam vanuit China via een Whatsapp-voicebericht van Ingrid Bouterse-Waldring, echtgenote van de president. Daarin zegt ze dat ,,we natuurlijk allemaal ondersteboven zijn, maar de president iedereen vraagt om zich rustig te houden tot hij terug is. Jullie zien natuurlijk dat het een politieke uitspraak is, maar laat niemand zomaar allerlei dingen gaan doen’’, aldus de presidentsvrouw.

‘Mobiliseren’

Tijdens een spoedbijeenkomst vrijdagavond hebben de partijbesturen opdracht gekregen mensen te ‘mobiliseren’. ,,Wij verwachten van u als leidinggevende van uw wijk, ressort of district dat u de mobilisatie inzet, dat is de kracht van de NDP. Wij gaan onze voorzitter een daverend welkom geven’’, sprak vicevoorzitter Ramon Abrahams daar.

Abrahams roept de leden op zich, voor het moment, fatsoenlijk te blijven gedragen. ,,Ik doe een beroep op jullie om ons nu nog correct te gedragen.’’ Ook waarschuwt hij voor personen die de ‘integriteit van de partij, de voorzitter en het land willen aantasten’. ,,Dan bent u regelrecht bezig om vijandig te zijn tegen de NDP en u moet ons niet dwingen om dingen te doen die we niet graag willen doen.’’

Irvin Kanhai, de advocaat van Bouterse, maakte op de Surinaamse radiozender SRS bekend dat er beroep wordt aangetekend tegen het vonnis van de Krijgsraad. Volgens Kanhai is er sprake van een politiek proces. De procedure kan nog jaren duren, in de tussentijd hoeft de president niet de cel in.

Aanhangers van de Nationaal Democratische Partij (NDP) verwelkomen de Surinaamse president Desi Bouterse op luchthaven Johan Adolf Pengel. © ANP

De Surinaamse president Desi Bouterse reageert tijdens een persconferentie op zijn veroordeling van 20 jaar cel voor zijn aandeel in de Decembermoorden in 1982, kort nadat hij was aangekomen uit China. © ANP

Bouterse krijgt veel steun na zijn terugkeer in eigen land. © Starnieuws/René Gompers

Bouterse wordt warm onthaald op de Surinaamse luchthaven. © Starnieuws/René Gompers

De Surinaamse president Desi Bouterse tijdens een ontmoeting met de Chinese premier Li in Beijing. Bouterse keert zondagochtend terug van zijn bezoek aan China. © EPA

Desi Bouterse wordt enthousiast ontvangen in Suriname na zijn aankomst. Vrijdag werd de president als eerste zittende president ter wereld veroordeeld voor moord, en kreeg hij twintig jaar celstraf opgelegd.

De veroordeelde Bouterse wordt thuis groots verwelkomd: We want Bouta!

Trouw 01.12.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse, die afgelopen vrijdag is veroordeeld tot 20 jaar cel, is zondagmorgen rond 06.00 uur geland in Suriname.

Doet-ie het of doet hij-ie het niet?

Dat was de hamvraag, vooraf: zou president Desi Bouterse (lees: de NDP) een ontvangstmassa van jewelste op de been kunnen krijgen op luchthaven ‘Zanderij’, bij zijn terugkomst uit China. En hij deed het, glansrijk. Dat de mensen die zijn gemobiliseerd en de tientallen bussen, ruim zeventig, zijn ingezet op kosten van de NDP (lees: de staatskas), doet niets af aan de volkssteun die deze  charismatische volkspresident nog altijd geniet.

Anderhalf uur voor zijn aankomst (middenin de nacht) staat een kilometer file aan wagens, bussen en zwaailichten, voor de afrit naar de luchthaven. Velen zijn al uren aanwezig. De sfeer is optimaal. Het mobiele truckpodium staat klaar.

Er is muziek, veel vlagvertoon en de feeststemming zit er goed in. Dit allemaal als steunbetuiging voor een ex-dictator, die een dag eerder tot twintig jaar is veroordeeld in eigen land als mededader van de moord op vijftien voorstaande burgers en critici, in december 1982 van zijn toenmalige militaire dictatuur.

Maar ook op het vliegveld is het ontvangstcomité indrukwekkend. Hoogwaardigheidsbekleders – onder wie vicepresident Ashwin Adhin en parlementsvoorzitter Jenny Simons – en militairen, met muziek van een inheemse formatie in traditionele uitdossing. De rode loper is uitgerold voor a tyin ingiboi – de kleine Indiaanse jongen – zoals de president zichzelf bij zijn inauguratie in 2010 heeft bestempeld.

Het lijkt eerder alsof hij een staatsbezoek aan eigen land brengt. Of dat hij als sporter met een ongeëvenaarde prestatie de kleine natie op de wereldkaart heeft gezet. Ergens heeft hij dat ook: zijn veroordeling was immers wereldnieuws. En uniek: voor het eerst is een zittende president voor moord veroordeeld. Niet iets om trots op te zijn? Het drukt de stemming in ieder geval geenszins.

Desi Bouterse tijdens de nachtelijke persconferentie in Colakreek, na zijn aankomst in Suriname. Beeld Reuters

‘Een staaltje eenheid’

Voordat Bouterse in de aankomsthal door de schuifdeuren komt, wordt uit volle borst het volkslied gezongen. “We want Bouta!” wordt gescandeerd. En ook: “Wiens sa we du, Bouta sa tan!” (Wat jullie ook pogen, Bouterse blijft!) De massa gaat los als hun leider verschijnt onder begeleiding van traditionele muziek. Als verslaggever of cameraman moet je alle zeilen bijzetten om niet letterlijk onder de voeten te worden gelopen. Hier en daar verloren schoeisel, zelfs een walkietalkie van de luchthavenbeveiliging, spreken boekdelen.

“Het is een grote verrassing en ik ben blij dat wij vandaag een staaltje eenheid hebben gedemonstreerd”, weet Bouterse, eenmaal buiten op het huldigingspodium, als geen ander overtuigend te veinzen in het Sranantongo. “Eerlijk gezegd had ik gehoord dat enkele mensen mij zouden verwelkomen maar dit…”

Hij houdt aan en de massa begint te juichen. “Alle mensen, kom mee!”, nodigt Bouterse uit naar ontspanningsoord Colakreek, waar hij twee kilometer verderop zijn nachtelijk persconferentie zal houden. Gejuich klinkt, alsof er getrakteerd wordt op een geheel verzorgd uitje. Het eerste bedrijf eindigt met de strijdbare slotstrofe van het volkslied: “Strey de’f strey, un’o sa fredi!” – in geval van strijd zullen wij onbevreesd zijn.

De Surinaamse president Desi Bouterse, samen met zijn vrouw Ingrid Bouterse-Waldring, tijdens de nachtelijke bijeenkomst in Colakreek. Beeld ANP

De persconferentie gaat vooral over de China-trip

Voordat de persconferentie op Colakreek begint, trekken Bouterse en first lady Ingrid zich eventjes terug met familie en intimi. “Je krijgt er gewoon kippenvel van”, zegt de vrouw van Bouterse.

Cliff Limburg, hoofd van het propagandistische Nationaal Informatie Instituut (NII), richt zich tijdens opening van de persconferentie tot Bouterse. “Welkom terug in het land waaraan u leiding geeft, na gekozen te zijn via het democratisch proces door een groot deel van dit volk. Ik denk dat wat zojuist is gedemonstreerd boekdelen spreekt.”

De persconferentie verloopt zoals verwacht. Limburg had immers vooraf aangekondigd dat vragen gesteld kunnen worden over het staatsbezoek en ‘andere brandende kwesties’. Het grootste deel van het uur wordt in beslag genomen over de ‘heel warme en succesvolle trip’ naar China: over leningen, kwijtscheldingen en allerlei samenwerkingsintenties.

Voor vragen over het vonnis blijft hooguit ruimte over voor een vraag of vier. De antwoorden van Bouterse komen erop neer dat het om een “politiek proces” gaat, met als doel hem uit te schakelen voor de verkiezingen. “Ging het maar zo makkelijk, de overwinning”, hoont hij richting zijn politieke opponenten.

Het heeft weinig zin hem inhoudelijke vragen te stellen over het vonnis. Dan toch maar, als laatste vraag: Bouterse spreekt van een politiek proces, maar wat doet het met je als mens veroordeeld te zijn wegens moord op vijftien burgers? Ineens is zijn antwoord aarzelend. Minder soepel. “Ja… dat is wat ze proberen te bewijzen. Als je het gedaan hebt, dan kan ik me voorstellen dat het je wat doet. En als je het niet gedaan hebt, doet het je wat… maar ja…, dan heb ik een aantal dingen aan mijn hoofd.” Einde persconferentie, het is vier uur ’s nachts.

Buiten spreekt Bouterse op het mobiele truckpodium een handjevol diehard-fans toe. “Sommigen van jullie zijn verhit en willen kwaad doen. En dat is wij zij bij jullie willen uitlokken. Het strafproces is nog gaande. Morgen komen de grote hoofden, advocaten, partijtoppers, en parlementstoppers bij elkaar om de route uit te stippelen. Het blijft intern want het wordt een al strategie.” Kortom: wordt vervolgd.

Lees ook:
‘Bouterse kennende zal hij nooit achter de tralies belanden’

Onder Surinamers in de Amsterdamse Bijlmer klinken gemengde reacties op de veroordeling van Desi Bouterse. ‘Het heeft allemaal veel te lang geduurd.’

Desi Bouterse

Meer over; Desi Bouterse politiek Desi Bouterse Iwan Brave

Aanhangers van de Nationale Democratische Partij (NDP) verwelkomen de Surinaamse president Desi Bouterse op luchthaven Johan Adolf Pengel. © ANP

Zes redenen waarom Bouterse een heldenonthaal kreeg

AD 01.12.2019 Als een held liet de Surinaamse president Desi Bouterse zich afgelopen nacht  op het vliegveld onthalen. Ondanks zijn misdaden draagt een deel van de bevolking hem dus nog altijd op handen. Publicist en opiniemaker Dave Ensberg legt uit waarom.

Alhoewel, heldenontvangst: ,,Ik had veel meer mensen verwacht”, zegt Ensberg, die naast zijn werk als directeur van Jantje Beton onder meer vice-voorzitter is van het Johan Ferrier Fonds, dat zich inzet voor onderwijs- en cultuurprojecten in Suriname. ,,Er waren 1500 mensen, ik was eigenlijk uitgegaan van het tienvoudige.” Of het betekent dat Bouterses veroordeling in het Decembermoorden-proces zijn populariteit heeft aangetast? ,,Ik vind het heel moeilijk te zeggen. Dat moet de komende weken gaan blijken.”

Lees ook;

Bouterse na heldenonthaal: ‘Het is een politiek spel’

Lees meer

Lees meer

Hoe het ook zij: Bouta heeft aanhang in de voormalige Nederlandse kolonie, en veel ook. Dit ondanks zijn rol bij de Decembermoorden, ondanks het feit dat hij in Nederland voor drugshandel is veroordeeld, en ondanks de belabberde staat van de Surinaamse economie. Ensberg gidst ons door zes redenen waarom Bouterse in Suriname nog altijd zo geliefd is.

1. Te weinig kennis

,,Er is in Suriname weinig geïnvesteerd in kennis over de Decembermoorden. Het staat niet in de lesboeken, en daardoor wordt er door jongeren ook niet over gepraat. Ook niet met hun ouders. De Decembermoorden zijn voor veel mensen een taboe-onderwerp. Vergeet ook niet dat veel nabestaanden van de moorden inmiddels in Nederland wonen.”

2. Jonge bevolking

Suriname heeft een jonge bevolking. Meer dan de helft van de inwoners was nog niet eens geboren toen de Decembermoorden plaatsvonden. ,,En omdat ze er weinig van weten, hebben ze dus ook geen grote bezwaren om op Bouterse te stemmen.”

De Surinaamse president Desi Bouterse reageert op zijn veroordeling voor zijn aandeel in de Decembermoorden.

De Surinaamse president Desi Bouterse reageert op zijn veroordeling voor zijn aandeel in de Decembermoorden. © ANP

3. Charisma

Bouterse is geen ingedutte oude politicus. Hij is nog altijd een grappenmaker en begenadigd redenaar. ,,Mensen zijn nu eenmaal gevoelig voor charismatische politici. Bij de verkiezingen van 2015 was Bouterse veruit de meest aansprekende kandidaat, zo eerlijk moet je zijn.” Bouterse heeft het vermogen om zich bij alle bevolkingsgroepen van Suriname te gedragen als een van hen. De Creolen, de Marrons, de Hindoestanen. Hij vindt zijn weg even makkelijk als in de binnenlanden.

4. Nationalistische agenda

,,Bouterse was in Suriname de eerste die met een nationalistische agenda de boer op ging. Hij is er in geslaagd mensen met verschillende achtergronden aan te spreken en te verbinden. Mensen die niet naar het verleden willen kijken, maar naar de toekomst.”

5. Beloftes en daden

,,Desi Bouterse is iemand die heel veel belooft”, ziet Ensberg. ,,Daar zijn veel mensen toch gevoelig voor. Soms maakt hij ook iets van die beloftes waar.” Dat klopt: in de jaren dat Bouterse aan de macht was, veranderden er ook dingen ten goede in Suriname. De kinderbijslag en AOW gingen omhoog, er kwam eindelijk een minimumloon.

6. Partijstructuur

Het paars van de Nationale Democratische Partij (NDP) is in Suriname overal. De partij van Bouterse is goed georganiseerd, in alle districten. Sommige mensen verven zelfs hun hele huis paars, als steun aan de president. Al vraagt Ensberg zich af of dat alleen uit politieke overtuiging gebeurt. ,,Je hoort genoeg verhalen dat daar iets tegenover staat, financieel bijvoorbeeld.”

Bouterse reageert op veroordeling Decembermoorden: het zat eraan te komen

MSN 01.12.2019 Desi Bouterse is niet verrast door zijn veroordeling voor de Decembermoorden. Dat zei hij bij terugkomst in Suriname. De Surinaamse president kreeg vrijdag 20 jaar cel, maar volgens hem is het een politiek spel.

Tijdens zijn veroordeling was Bouterse op staatsbezoek in China. Toen hij vanmorgen terugkwam in Suriname, werd hij onthaald door zo’n 1500 zingende en met vlaggende zwaaiende aanhangers en een grote groep ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders.

Openlijk gespeeld 

“Het politiek spel wordt zo openlijk gespeeld, dus het was duidelijk wat er zou komen”, zei Bouterse tijdens een persconferentie kort na zijn aankomst. Verder bleef hij – naar eigen zeggen op aanraden van zijn advocaat – heel algemeen.

Lees ook:

Aanhangers en ministers naar vliegveld voor Desi Bouterse

“We blijven binnen de wet- en regelgeving”, zei hij bijvoorbeeld. “We respecteren alles en iedereen. Politiek moet met politiek worden beantwoord.” Ook zei hij: “Het gaat erom hoe het spel gespeeld wordt.”

Geregisseerd door Nederland

Binnen de partij van Bouterse, de NDP, leeft het gevoel dat het proces geregisseerd werd door Nederland. Zo verwees de ondervoorzitter vandaag naar een uitspraak die Mark Rutte vrijdag deed, nog voordat de krijgsraad het vonnis tegen de oud-legerleider had uitgesproken. Rutte zei toen dat ‘Bouterse zich gewoon moet verantwoorden voor wat hij daar gedaan heeft’.

Nadat de krijgsraad uitspraak had gedaan, zei minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken dat het vonnis tegen Bouterse moet worden gerespecteerd. Frankrijk, Duitsland, Spanje, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten schaarden zich daarachter, en noemden het ‘cruciaal’ dat het slotvonnis wordt uitgevoerd.

Gemarteld en doodgeschoten

Bouterse was de hoofdverdachte in het proces rond de Decembermoorden. Daarbij werden in 1982 vijftien van zijn politieke tegenstanders gemarteld en doodgeschoten, onder wie journalisten, universitair docenten en advocaten.

Lees ook:  

Veroordeeld tot 20 jaar cel, maar gaat Bouterse nu ook de gevangenis in?

Bouterse, die toen twee jaar aan de macht was na een staatsgreep, heeft altijd ontkend dat de slachtoffers zijn geëxecuteerd. Volgens hem was de schietpartij het gevolg van een ‘wilde vluchtpoging’. “Nadat schoten in de lucht hen niet van hun ontsnappingspoging konden weerhouden, moest gericht worden geschoten waarbij een deel der aangehouden samenzweerders het leven liet”, zei hij hierover.

De advocaat van Bouterse zei kort na de veroordeling dat hij zich verzet en in beroep gaat.

Nabestaande Decembermoorden: ‘Veroordeling is overwinning voor alle Surinamers’

Bekijk deze video op RTL XL

37 jaar hebben ze erop moeten wachten. Na de veroordeling van Bouterse kwamen de emoties los bij de nabestaanden van de Decembermoorden.

RTL Nieuws/ ANP; Desi Bouterse Decembermoorden Suriname

Bouterse roept op om hem massaal te verwelkomen bij terugkomst

Telegraaf 30.11.2019 Desi Bouterse heeft via zijn vrouw Ingrid Waldring-Bouterse gereageerd op zijn veroordeling van twintig jaar voor de Decembermoorden. Vanuit China stuurde de vrouw van Bouterse een voice-memo gericht aan de aanhang van haar man. Daarin noemt ze de uitspraak van de Krijgsraad een ’politieke uitspraak.’

In het korte bericht, dat in Suriname inmiddels rondgaat, roept Ingrid Bouterse in naam van haar man op om rustig te blijven. „Natuurlijk, we zijn allemaal ondersteboven, maar de president vraagt dat jullie je rustig houden totdat hij terug is. Jullie zien dat het een politieke uitspraak is. Laat niemand zomaar allerlei dingen gaan doen.”

Ook kondigt zij een ’mobilisatie’ aan om Desi Bouterse zondag van het vliegveld Zanderij in Paramaribo op te halen. Bouterse is momenteel met een delegatie van zijn kabinet op staatsbezoek in China. Ook zijn vrouw Ingrid Bouterse is hierbij aanwezig, net als zijn dochter Peggy, die een hoge positie binnen het kabinet van de president bekleedt.

Staatsbezoek onderbroken

Na zijn bezoek aan China zou Bouterse doorreizen naar Cuba. Volgens het bericht van Ingrid Bouterse landt hij echter aanstaande zondag al op het internationale vliegveld van Suriname. Het onderbreken van zijn staatsbezoek is ook bevestigd door Ramon Abrahams, de ondervoorzitter van de NDP, de politieke partij van Desi Bouterse. Hij laat aan het Surinaamse dagblad de Ware Tijd weten dat de NDP bezig is ’met een grootse ontvangst’. Ook op de Surinaamse televisie wordt hiertoe opgeroepen.

Bekijk ook: 

Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel voor Decembermoorden 

Bekijk ook: 

Nabestaande Decembermoorden na veroordeling Bouterse: ’Enorme boost voor ons land’ 

Bekijk meer van; misdaad rechtshandhaving proces Desi Bouterse Paramaribo

Veroordeelde president Bouterse keert zondag terug naar Suriname

NU 30.11.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse, die vrijdag tot twintig jaar cel is veroordeeld in de zaak rond de Decembermoorden, zal zondagochtend terugkeren naar Suriname. Dat heeft zijn vrouw laten weten aan zijn partijgenoten van de Nationale Democratische Partij (NDP).

Bouterse was op het moment van de veroordeling op staatsbezoek in China en dus niet aanwezig in de rechtbank.

Vrijdagmiddag begon de Surinaamse krijgsraad onverwacht met het voorlezen van de vonnissen in het proces rond de Decembermoorden. Opzet en voorbedachten rade zijn volgens de krijgsraad voldoende bewezen. De krijgsraad eist geen onmiddellijke gevangenneming.

Bouterse gaat tegen de uitspraak in hoger beroep. De Surinaamse president heeft zijn betrokkenheid tot nu toe altijd ontkend. De kans is klein dat Bouterse bij terugkeer in zijn land de cel in gaat. Pas na een veroordeling in hoger beroep zal hij de cel in moeten.

Bij de Decembermoorden in 1982 werden vijftien tegenstanders van het Surinaamse militaire regime gemarteld en geëxecuteerd in Fort Zeelandia, het hoofdkwartier van Bouterse. Als machtigste man binnen het leger speelde Bouterse hierbij een bepalende rol, aldus de krijgsraad.

Het proces rond de Decembermoorden loopt al sinds 2007. Bouterse wist de zaak enige tijd te vertragen met een amnestiewet die in 2012 werd aangenomen door het Surinaamse parlement. In 2016 werd de wet door de rechtbank buiten werking gesteld, waardoor het proces kon worden hervat.

Desi Bouterse veroordeeld, slotstuk van omstreden militaire carrière

Lees meer over: Desi Bouterse  Decembermoorden  Suriname  Buitenland

Rechters Suzanna Chu, Cynthia Valstein-Montnor en Rewita Chatterpal voor de uitspraak afgelopen vrijdag. Beeld REUTERS

Veroordeling Bouterse is overwinning voor de rechtsorde: ‘Vrouwe Justitia is rechtop komen te staan’

VK 30.11.2019 Natuurlijk heerst er bij nabestaanden een gevoel van genoegdoening, nu de Surinaamse president Desi Bouterse is veroordeeld tot 20 jaar cel voor betrokkenheid bij de Decembermoorden in 1982. Maar belangrijker is het herstel van de rechtsorde in het land. De vraag is nu wat de politiek gaat doen.

Hij was vrijdagochtend al rond een uur of vier op, Eddy Wijngaarde. Om zich klaar te maken voor vertrek; om naar een nieuwe zitting van de Krijgsraad te gaan. In de afgelopen twaalf jaar was hij er bijna altijd bij, de man die tijdens de Decembermoorden zijn broer, de journalist Frank Wijngaarde, verloor.

‘De rechter verraste ons allemaal’, vertelt Eddy Wijngaarde over de telefoon vanuit Paramaribo over het plotselinge vonnis van Cynthia Valstein-Montnor. ‘We dachten dat we zouden horen wanneer de vonnissen bekend zouden worden gemaakt. Maar in plaats daarvan begon zij meteen met het voorlezen ervan. Uiterst zorgvuldig. Zij liet zien hoe een leider de mist in kan gaan.’

Volgens Wijngaarde heeft de rechter met haar betoog niet alleen het ‘wettelijk en overtuigend’ bewijs voor de schuld van Bouterse geleverd. ‘Zij wilde er ook geen twijfel over laten bestaan dat met de argumentatie in dit vonnis er weinig ruimte meer kan bestaan voor een andere uitspraak in hoger beroep.’

Rechtsorde

Natuurlijk, dat voelt voor Wijngaarde als genoegdoening voor zijn vermoorde broer. ‘Maar begrijp me goed, je wentelt je na al die jaren niet meer in het verlies. Dat heb je een plek gegeven. Wat voor mij vooral belangrijk is aan afgelopen vrijdag, is dat een begin is gemaakt met het herstel van onze ernstig geschade rechtsorde, iets waardoor de hele Surinaamse maatschappij de afgelopen jaren in de kreukels is gegaan. Dat moet nu afgelopen zijn, was het signaal van de rechter.’

Hugo Essed, de advocaat van de nabestaanden van de vijftien slachtoffers, kan zich hierin vinden. ‘Vrouwe Justitia’, zegt hij, ‘is weer rechtop komen te staan. Ook daarom bestaat bij de nabestaanden een gevoel van tevredenheid. Maar de strijd om gerechtigheid is hiermee niet beëindigd. Het recht geldt ook voor de veroordeelden. Zo kunnen zij in beroep gaan. Ik hoop dat zij die weg kiezen. De bal, als ik het zo mag zeggen, ligt nu op de helft van de tegenpartij.

Hugo Essed, de advocaat van de nabestaanden van de vijftien slachtoffers, met een collega na afloop van de uitspraak. Beeld REUTERS

Het heeft soms iets krampachtigs, de pogingen van die ‘tegenpartij’, de vertrouwelingen van Bouterse, om te doen alsof er weinig aan de hand is. Tegen het absurde aan zelfs. Zoals de mededeling van Clifton Limburg, de woordvoerder van de president. Hij liet de media weten wanneer Bouterse terug in het land zou zijn. Waarna er ruimte zou komen voor vragen over zijn reis naar China, ‘of eventueel andere belangrijke vraagstukken.’

Terwijl de meeste mensen natuurlijk maar één vraag hebben: Vertrekt Bouterse als president, al dan niet door de gevangenis in te gaan? Advocaat Essed begrijpt dat binnen de NDP, de partij van Bouterse, ‘de gemoederen hoog kunnen oplopen. Dit moet een zware tegenslag voor hen zijn. Maar over het politieke vervolg hiervan wensen wij als nabestaanden niet te gaan. Het oordeel over het verdere functioneren van de president is aan de politiek.’

Politiek

Ramon Abrahams, de ondervoorzitter van de NDP, spreekt in de Surinaamse pers van een ‘behoorlijke klap’. Maar hij gaf ook een sneer aan het adres van de Nederlandse premier Mark Rutte. Die liet vrijdag weten dat Bouterse ‘verantwoording’ voor zijn daden dient af te leggen. Maar Rutte zei dit, terwijl in Suriname de rechter nog bezig was met het voorlezen van haar vonnis. Nederland, waar Bouterse eerder bij verstek is veroordeeld voor handel in harddrugs, zou de rechtsgang willen beïnvloeden.

De Surinaamse politiek is dus aan zet. Maar in de praktijk betekent dat vooralsnog: de NDP, de partij van Desi Bouterse, die hem al dan niet volgend jaar herkozen wil laten worden. ‘Het zal duidelijk moeten worden hoe groot de achterban van hem nu is’, zegt Eddy Wijngaarde. ‘Bij zijn partijgenoten, maar ook bij de kiezers. Je krijgt soms de indruk dat de partij populairder is dan de leider ervan.’

Desi Bouterse tijdens een militaire parade in 2015. Beeld AP

Wijngaarde verwacht niet dat Bouterse de rechtsorde verder wil schaden door bijvoorbeeld de democratie in Suriname buiten spel te zetten. ‘Een dergelijke machtsgreep zou volgens mij niet worden geaccepteerd; niet binnen de partij, en ook niet door voldoende mensen binnen de krijgsmacht.’

Maar Desi Bouterse heeft in het verleden aangegeven niet bereid te zijn na het vonnis ‘schuldig’ gedwee de cel in te gaan. ‘Dat lijkt mij ook niet voor de hand te liggen’, zegt Wijngaarde. ‘Maar dit is Zuid-Amerika: hij kan het land uit. Dat is hier op het continent wel vaker bewezen.’

Over het vonnis

Zij nam haar tijd, rechter Cynthia Valstein-Montnor. Urenlang was zij vrijdag in de rechtszaal van de Surinaamse Krijgsraad aan het woord. En hoe langer zij sprak, hoe duidelijker het voor kenners werd dat zij aanstuurde op een vonnis dat voor ‘verdachte’ Desi Bouterse verpletterend zou zijn.

Uiterst nauwgezet ging Valstein-Montnor door de getuigenverklaringen over de Decembermoorden. Details die weggezakt leken in het collectieve geheugen kwamen bij individuele nabestaanden van de vijftien slachtoffers weer in alle hevigheid naar boven. Er vloeiden tranen, voorafgaand aan de tevredenheid over het vonnis.

De advocaat van president Bouterse, de messcherpe Irvin Kanhai, had geruime tijd eerder, tijdens zijn pleidooi, aangevoerd dat de vroegere bevelhebber tijdens de gruwelen op Fort Zeelandia niet eens aanwezig was geweest, maar op bezoek bij een intieme vriendin. Het was een van de vele punten waarvan het betoog van de rechter weinig heel liet.

Bouterse, zo maakte zij duidelijk, was actief bij het moorden betrokken, en deed dit ‘om de macht te behouden’. Het argument van Kanhai, dat het bij de slachtoffers ging om mannen die erop uit waren gewelddadig de macht te grijpen (al dan niet in opdracht van ex-kolonisator Nederland), hield bij Valstein-Montnor geen stand.

Twintig jaar cel, luidde haar vonnis. Advocaat Kanhai maakte snel duidelijk ‘in verzet en beroep’ te gaan. De eerste juridische term heeft te maken met een veroordeling bij verstek. De verdachte zou dan onvoldoende over zijn zaak zijn geïnformeerd. Volgens juridisch deskundigen zal dit geen standhouden. Waarna hoger beroep overblijft.

Maar zodra dat is gebeurd, is voor Bouterse de mogelijkheid van de baan om als president zichzelf als veroordeelde gratie te verlenen. Dat kan technisch gezien mogelijk wel, nadat Bouterse in hoger beroep zijn zaak verliest. Tegen die tijd is het voor hem dan wel van groot belang nog altijd president van Suriname te zijn.

‘Lekker dat Bouterse is veroordeeld. Hij heeft zijn straf verdiend’

Bezoekers van de Grote Suriname-tentoonstelling in Amsterdam vertellen graag wat ze van de veroordeling van president Desi Bouterse vinden, maar niet bij naam. ‘Er wordt vaak verschillend over Bouterse gedacht, daarom is het moeilijk om er openlijk over te praten.’

Om zijn aandeel in de Decembermoorden kreeg de Surinaamse president Desi Bouterse vrijdag 20 jaar cel opgelegd. Gaan de verkiezingen van 2020 zijn reddingsboei worden?

Hoe kan de oud-bevelhebber, hoofdverdachte van ‘8 December’ en veroordeeld in Nederland voor drugshandel, toch zo lang populair gebleven zijn in Suriname? ‘Geen enkele leider is te vergelijken met Desiré Delano Bouterse.’

Kolonisatie, slavernij, de wandaden van Bouterse. Als de muren van Fort Zeelandia in Paramaribo konden spreken, zou je een gedetailleerd verslag krijgen van de Surinaamse geschiedenis.

Meer over; Desi Bouterse misdaad drugshandel misdaad, recht en justitie drugscriminaliteit Suriname Cynthia Valstein-Montnor NDP Kees Broere

Het terrein van Fort Zeelandia in Paramaribo, waar in 1982 de Decembermoorden plaatsvonden ANP

Vreugde én onbegrip bij Nederlandse Surinamers over Bouterse-vonnis

NOS 30.11.2019 Veel Surinaamse Nederlanders zijn blij met de veroordeling van Desi Bouterse vanwege zijn rol bij de Decembermoorden. “Dit is gerechtigheid”, zegt Roy Ho Ten Soeng van de Stichting Vriendschapsbanden Nederland-Suriname. “De veroordeling heeft veel te lang op zich laten wachten, maar nu ben ik zeer blij.”

Wel had Ho Ten Soeng liever gezien dat Bouterse nu gevangen genomen zou worden. “Dat zou een grotere genoegdoening zijn.”

Het Decembermoordenproces loopt sinds 2007. Desi Bouterse stond met 24 medeverdachten terecht voor betrokkenheid bij het martelen en vermoorden van vijftien politieke tegenstanders in 1982. Andere verdachten werden vrijdag vrijgesproken. De president heeft zijn persoonlijke betrokkenheid bij de Decembermoorden altijd ontkend.

Het is de vraag wat er nu gaat gebeuren, aangezien Bouterse in ieder geval voorlopig vrij rondloopt. “Als hij een beetje respect heeft voor het volk en de democratie, wat hij vaak in de mond neemt, dan zou hij de eer aan zichzelf moeten houden en uit eigen beweging aftreden”, zegt Fred Kartaram, een Surinaams-Nederlandse socioloog en beleidsadviseur.

“Hij is het boegbeeld, staat symbool voor de grondwet van Suriname. Dan kun je niet aanblijven met zo’n een enorme smet op je naam.” Maar voor aftreden is geen aanwijzing. Bouterse spreekt al lang van een “oneerlijk en politiek proces” en gaat in hoger beroep.

Hoop

Vincent Soekra van de Vereniging Ons Suriname vindt het een opsteker voor de rechtsstaat en krijgt na het jarenlange proces “eindelijk weer hoop”. “Hopelijk wordt de eeuwige spanning een beetje weggewerkt en kan er een stap worden gezet richting vrede.”

Bellers in een programma van het Nederlands-Surinaamse radiostation Radio Mart zijn een stuk kritischer op de uitspraak. “Het is een showproces, een politiek proces”, zegt meneer Overman die reageert in de uitzending. Hij krijgt bijval van een ander: “Het is niet goed dat ze hem veroordeeld hebben, dat is gewoon een politieke streek van ze.”

Luisteraars Radio Mart verdeeld over veroordeling Bouterse

De meeste bellers zijn voor de Surinaamse president en het programma wordt uiteindelijk een uur verlengd om ander geluid te laten horen. De toon is veelal fel. Ene ‘Kwaku X’ roept mensen op om “met hun poten” af te blijven van Bouterse. “Wij gaan hem halen, wij gaan hem eren. Hij is de koning van Suriname, de nieuwe koning.”

Tv-programma Nieuwsuur sprak gisteren met klanten van een Surinaamse eetgelegenheid in Amsterdam die Bouterse ook nog steunen. “Het is zo lang geleden. Ik kan me niet herinneren dat er iets verkeerd gegaan is.” Dat Bouterse verantwoordelijk is voor vijftien doden, maakt hem niet uit. “Dat heeft Piet Hein (zeevaarder in de VOC-tijd, red.) toch ook gedaan? Hij heeft er toch ook een paar geklaard?”

Een ander: “Het is een man die probeert zijn best te doen voor Suriname. Er is geen andere. Bouterse is een leider, een vader voor Suriname. Nee, hij is geen moordenaar.”

Bekijk ook;

Hoe Bouterse 40 jaar de dans ontsprong (en dat nu weer probeert)

AD 30.11.2019 Heel Suriname wacht in spanning op de terugkeer van Desi Bouterse. President en – sinds vrijdag – veroordeeld misdadiger. Hoe kon Bouta zijn straf 37 jaar ontlopen? En wat heeft hij nog in zijn trukendoos?

Zondagochtend wordt een bepalend moment.  De Surinaamse president Desi Bouterse zal met zijn vrouw Ingrid landen op vliegveld Zanderij, terug van een staatsbezoek in China. Zijn aanhangers van de Nationaal Democratische Partij (NDP) zijn opgeroepen om zich massaal op Zanderij te verzamelen.

Lees ook;

‘Bij vonnis Bouterse barstten mensen in tranen uit en begonnen te applaudisseren’

Lees meer

Bouterse en vrouw aangeslagen na veroordeling: ‘We zijn ondersteboven, maar hou jullie rustig’

Bouterse en vrouw aangeslagen na veroordeling: ‘We zijn ondersteboven, maar hou jullie rustig’

Lees meer

Alle ogen zullen op de 74-jarige Bouterse zijn gericht. De man die er liefst 37 jaar in slaagde om niet op te hoeven draaien voor zijn – volgens de Surinaamse Krijgsraad leidende – rol bij de Decembermoorden in 1982, toen vijftien tegenstanders van zijn militaire regime werden geëxecuteerd. Hoe kreeg hij dat toch in vredesnaam voor elkaar? En welke truken heeft hij nu in zijn doos?

Te ingewikkeld

Rosemarijn Hoefte,  bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Suriname aan de Universiteit van Amsterdam, durft die laatste vraag nog niet te beantwoorden. ,,Het is te ingewikkeld. Het kan zoveel kanten op gaan de komende dagen. Suriname heeft hier geen ervaring mee. Sterker: geen enkel land heeft hier ervaring mee.”

Binnenplaats van Fort Zeelandia, waar op 8 december 1982 de Decembermoorden plaatsvonden.

Binnenplaats van Fort Zeelandia, waar op 8 december 1982 de Decembermoorden plaatsvonden. © ANP

Waarom Bouterse zolang buiten schot is gebleven, hoe hij dat flikte; daar kan ze als historicus wel iets over zeggen. Om te beginnen moeten we terug naar de Decembermoorden zelf. Zo’n slachtpartij in een klein land als Suriname: ,,Daarmee raak je zoveel mensen”, zegt Hoefte. En het is net als wanneer je één kind aanpakt in een klaslokaal. Dan wordt de rest bang.”

Die angst wordt alleen maar versterkt in 1986, als een binnenlandse oorlog uitbreekt en het leger in het dorpje Moiwana  minstens vijftig burgers vermoordt. Ook nadat Bouterse 1987 de verkiezingen verliest – in 1980 was hij door een militaire coup aan de macht gekomen – blijft hij op de achtergrond altijd, en overal, aanwezig. Iedereen in Suriname weet: Bouta is nooit ver weg.

Drugsveroordeling

Bouterse is niet alleen politiek en militair bepalend, maar ook economisch. Vanaf de jaren tachtig bouwt hij zijn zakenimperium op. Hij handelt in goud, groenten en hout. Maar hij zit ook in duistere handeltjes: in 2000 wordt hij in Nederland bij verstek veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij drugstransporten.

Internationaal gesignaleerd voor drugshandel en het gezicht van de Decembermoorden: vanaf 2000 is Bouterse definitief uitgegroeid tot paria in de westerse wereld. ‘De Verenigde Staten en vele andere landen kunnen moeilijk banden onderhouden met een regering geleid door een veroordeelde drugsdealer’, schreef de Amerikaanse regering in 2005, toen Bouterse een tevergeefse gooi naar het presidentschap deed.

Bouterse zoekt zijn steun in andere landen. Als het hem in 2010 wel lukt om president te worden, sluit hij allianties met linkse Zuid-Amerikaanse regimes als Venezuela en Cuba. China, dat Suriname met leningen op de been houdt en er grote economische belangen heeft, is een andere bondgenoot. Soefte: ,,Het is niet voor niets dat Bouterse daar op staatsbezoek was.”

Democratisch gekozen

Bouterse is dus alweer negen jaar president. Democratisch gekozen. Hier is geen sprake van een oude politicus die rijp is voor de sloop. Surinamist en historica Hoefte reed vorige week door het land. ,,En dan valt op hoeveel vlaggen van de NDP je ziet wapperen. Het is de enige partij die erin slaagt om alle etnische bevolkingsgroepen aan te spreken.

Bouterse is nog steeds een charismatische man, een goed politicus. Bovendien staat er zo snel geen opvolger voor Bouterse klaar. Hij heeft zijn partij goed georganiseerd, in alle delen van het land. De NDP is goed met social media.” De jongeren waren in 1982 nog niet geboren. Ze hebben op school meestal weinig over de Decembermoorden geleerd, die zijn namelijk goeddeels buiten de geschiedenisboekjes gebleven.

Desi Bouterse (r) en Humbert Pinas geven een interview na de gepleegde staatsgreep.

Desi Bouterse (r) en Humbert Pinas geven een interview na de gepleegde staatsgreep. © ANP

De president regeert niet vanuit een ivoren toren. Bouterse neemt zelf de beslissingen, zit zelf aan de tafels waar de deals worden gesloten. Was Suriname Sicilië of Napoli, dan was Bouterse capo di tutti capi. In 2012 liet hij zien dat hij er niet voor terugdeinst om die politieke macht te gebruiken om het proces rond de Decembermoorden te frustreren. Hij loodste toen een een amnestiewet door het parlement die verdachten van de moorden van 1982 beschermde tegen rechtsvervolging. Ook hier liet de Krijgsraad haar tanden zien: de amnestiewet werd ongeldig verklaard.

Verscheurde bevolking

Bijzonder hoogleraar Hoefte ziet meerdere redenen waarom Bouterse 37 jaar lang aan een veroordeling ontsnapte. Ja, hij is machtig, en mensen zijn bang voor hem. Maar ze waren in Suriname ook bang voor iets anders. ,,Dat een veroordeling de fragiele democratie zou kunnen bedreigen. Dat is een scenario dat nu ook dreigt.”

Het is de vraag hoever Bouterse nu durft te gaan om uit de cel te blijven. Hij kan er voor kiezen om – zelfs nu de nood voor hem zo hoog is – keurig de juridische weg te bewandelen en in hoger beroep te gaan. Dan zou hij wellicht ook in de rechtbank moeten verschijnen, iets dat hij tot dusver nog nooit heeft gedaan.

De geschiedenis leert dat Bouterse ook anders – lees: minder democratisch – zou kunnen beslissen. De woorden die NDP-vice-voorzitter Ramon Abrahams gisteren uitsprak beloven wat dat betreft weinig goeds: ,,U moet ons niet dwingen om dingen te doen die we niet graag willen doen’’, zei Abrahams.

Verkiezingen

Bouterse zou ook kunnen vertrouwen op de steun van het deel van het volk dat hem ondanks alles op handen draagt. In mei zijn het weer verkiezingen in Suriname. Het beste zou zijn als er een soort natuurlijke weg gevonden wordt, denkt Hoefte. ,,Dat de democratie haar werk doet en het volk zich bij de verkiezingen uitspreekt.”

Mocht de NDP daar haar meerderheid verliezen, dan eindigt ook de situatie dat de zittende president de bak in moet. Het zou de puzzel in elk geval een mespuntje minder beladen maken.

Desi Bouterse, Suriname februari 1990. Beeld Hollandse Hoogte / Frans Schellekens

Vonnis Decembermoorden maakt politieke macht cruciaal voor Desi Bouterse

VK 30.11.2019 Om zijn aandeel in de Decembermoorden kreeg de Surinaamse president Desi Bouterse vrijdag 20 jaar cel opgelegd. Gaan de verkiezingen van 2020 zijn reddingsboei worden?

Het moment van de uitspraak was een verrassing. Het vonnis zelf is dat niet. De Krijgsraad in Suriname had de verdachten in de Decembermoorden de indruk gegeven dat zij vrijdag de precieze datum van hun vonnis zouden horen. Dat bleek dus meteen te zijn. Er is nu een vonnis. Maar heeft iemand hiermee gewonnen?

Twintig jaar cel was de eis van de aanklager tegen president Desi Bouterse. De drie vrouwelijke rechters kwamen tot eenzelfde vonnis. Dat het überhaupt tot een uitspraak is gekomen, is misschien wel de belangrijkste gebeurtenis. Maar of het vonnis ooit voltrokken zal worden, blijft zeer de vraag.

Desi Bouterse was de leider van een militair regime, toen op 8 december 1982 vijftien vooraanstaande mensen op brute wijze werden gemarteld en vermoord. De net zeven jaar onafhankelijke republiek liep daarmee een trauma op dat tot op de dag van vandaag niet is verdwenen. Maar dat ook steeds minder Surinamers bezighoudt.

De tijd heelt niet alle wonden. Maar feit is dat steeds minder Surinamers een actieve herinnering hebben aan de gruwelen van de Decembermoorden. Sterker nog, negen jaar geleden kozen de kiesgerechtigden ervoor Desi Bouterse op democratische wijze als burgerpresident aan de macht te laten komen. Veel mensen in het Zuid-Amerikaanse land willen vooral ‘vooruit’ – al is dat ook onder een burgerbewind niet echt mogelijk gebleken.

Waardige wijze

De nabestaanden van de advocaten, journalisten, zakenlieden en militairen die in 1982 het leven lieten, hebben de zaak van hun geliefden op waardige wijze hooggehouden. Mede door hun niet-aflatende inspanningen verjaarde de zaak tegen in totaal 25 verdachten nét niet, en begon twaalf jaar geleden dan eindelijk het strafproces. Drie jaar later kwam Bouterse als president opnieuw aan de macht.

Die twee gebeurtenissen kunnen moeilijk los van elkaar worden gezien. Bouterse heeft steeds gezegd niet voor de Decembermoorden verantwoordelijk te zijn. Zijn advocaat hield het er zelfs op dat hij, tijdens het moorden in de militaire kazerne Fort Zeelandia, ergens anders was. Maar Bouterse bood eerder wel zijn verontschuldigingen aan voor het grote individuele en maatschappelijke ‘pijn en verdriet’ dat de executies van politieke opponenten in Suriname hebben veroorzaakt.

De Chinese president Xi Jin Ping afgelopen woensdag met zijn collega Desi Bouterse. Bouterse bevond zich tijdens de rechtszaak vrijdag nog in China. Beeld REUTERS

Daarna heeft zijn presidentschap voor een deel in het teken gestaan van het ontkomen aan rechtsvervolging. Bijvoorbeeld door het opstellen van een Amnestiewet. Of door te wijzen op een artikel in de grondwet, dat zegt dat een proces kan worden stilgelegd als ‘de staatsveiligheid’ in gevaar is. Ook was regelmatig van openlijke of stille intimidatie sprake. Dat nabestaanden en de Krijgsraad de zaak toch wisten door te zetten, kan als een overwinning gelden.

Gratie

Nu dan ligt er een vonnis. Daarmee is echter nog steeds het proces niet ten einde. Bouterse kan in hoger beroep. Hij kan bij definitieve veroordeling vragen om gratie. Maar waarschijnlijk belangrijker nog: de president bereidt zich voor op nieuwe verkiezingen die gepland staan voor 2020. Bouterse geldt als lichamelijk steeds zwakker en is regelmatig in het buitenland voor medische behandeling. Maar het behouden van politieke macht kan voor hem persoonlijk van levensbelang zijn.

Met een veroordeling valt voor hem mogelijk te leven. Met een daadwerkelijke celstraf niet, zo heeft hij in het verleden vaker aangegeven. Maar daarom is het voor hem bijna noodzakelijk om volgend jaar opnieuw de verkiezingen te winnen. En wellicht ook om de bevolking als geheel te intimideren bij hun vrije keuze.

In de eerste jaren van zijn presidentschap was Bouterse oprecht populair. Met zijn partij leek hij de etnische verdeeldheid in Suriname (een land van Hindoestanen, creolen, Javanen en marrons) voor een deel te hebben doorbroken. En het beleid van zijn regering kende veel aandacht voor de problemen van de vele Surinamers die grote sociaal-economische problemen kennen.

Stagnerende economie

Maar in de loop der jaren is daarin steeds meer de klad gekomen. Suriname kent een stagnerende economie en forse sociale problemen op gebieden als onderwijs en gezondheidszorg. Daarbij komt dat steeds meer kiezers zo niet de president, dan toch de mensen om hem heen als corrupt zijn gaan beschouwen. Bijvoorbeeld door de handel in harddrugs, waarvoor Bouterse overigens bij verstek is veroordeeld in Nederland, tot 1975 de koloniale macht in Suriname.

Het is te vroeg om te voorspellen wat precies de kansen zijn van Bouterse om in 2020, op eerlijke danwel frauduleuze wijze, de verkiezingen te winnen en zo ook ‘vrij man’ te blijven. Maar door de uitspraak van vrijdag is de druk op hemzelf, en daarmee ook de spanning binnen de samenleving, wel flink opgelopen.

Toch verwacht vrijwel niemand dat het tot grote openlijke maatschappelijke protesten zal komen. En daarmee dus ook niet tot openlijk gewelddadige repressie. De nabestaanden van de vijftien slachtoffers van de Decembermoorden behouden ook in dat opzicht hun waardigheid.

Maar de man die in hun ogen de grootste verantwoordelijkheid draagt voor het tragische verlies van hun geliefden, die man loopt vooralsnog vrij rond. Voor hen geldt de uitspraak van vrijdag dan ook als een ‘overwinningsnederlaag’.

Lees meer over Desi Bouterse, Hollandser dan menigeen denkt
Een profiel van Desi Bouterse (69), eerder verschenen in 2007. Van couppleger tot democratisch gekozen staatshoofd.

Hoe kan de oud-bevelhebber, hoofdverdachte van ‘8 December’ en veroordeeld in Nederland voor drugshandel, toch zo lang populair gebleven zijn in Suriname? ‘Geen enkele leider is te vergelijken met Desiré Delano Bouterse.’

Desi Bouterse is Hollandser dan menigeen denkt. Hij kreeg een keurige, strenge opvoeding van Tilburgse fraters, waarin barmhartigheid centraal stond. Toch ging het mis met ‘8 December’.Wie was de jonge Bouterse op het internaat?

Bouterse heeft in het verleden meerdere pogingen gedaan om zijn moordproces te blokkeren. Zo ook in 2016, toen hij er een nog nooit gebruikt grondwetsartikel bijhaalde.

Kolonisatie, slavernij, de wandaden van Bouterse. Als de muren van Fort Zeelandia in Paramaribo konden spreken, zou je een gedetailleerd verslag krijgen van de Surinaamse geschiedenis.

HOE ZAT HET OOK ALWEER MET DE DECEMBERMOORDEN?

Op 8 december 1982 werden vijftien prominente tegenstanders van het militaire regime van Desi Bouterse in Suriname gearresteerd. In Fort Zeelandia werden in Paramaribo onder meer vooraanstaande journalisten, vakbondsleiders, intellectuelen en militairen gemarteld en van dichtbij neergeschoten.

De moordpartij wordt sindsdien aangeduid als de ‘Decembermoorden’.

Bouterse, die in 1980 met een staatsgreep aan de macht kwam, stelde dat hij slechts een tegencoup verijdelde. Forensisch onderzoek van de zwaar mishandelde lichamen, sommigen met kogels doorzeefd, liet echter geen spaander heel van zijn verklaring dat de slachtoffers op de vlucht waren neergeschoten.

De Decembermoorden zijn door de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties aangemerkt als mensenrechtenschendingen. De rechtsgang kwam pas op het laatste nippertje, een maand voor de verjaringstermijn, op gang. Het gerechtelijk vooronderzoek duurde tot 2004.

Het proces van de Krijgsraad tegen 25 verdachten, met Bouterse als hoofdverdachte, begon in 2007. Dat ging met horten en stoten en veel vertraging. Bouterse verscheen nooit voor de rechter: hij beschouwt het als een politiek proces, aangestuurd door de oude koloniale heerser over Suriname, Nederland.

In 2007 bood Bouterse excuus aan voor de moorden die tijdens zijn militaire bewind plaatsvonden, maar hij pleitte tegelijkertijd voor amnestie voor de daders en hun medeplichtigen. Dat was het begin van een omstreden amnestiewet, die in april 2012 werd aangenomen. Bouterse was inmiddels president. Deze wet verscheurde Suriname en kreeg een storm van kritiek uit de internationale gemeenschap.

Op 9 juni 2016 bepaalde de Krijgsraad dat de amnestiewet ongeldig was, omdat die aangenomen was toen de strafzaak al liep. Bouterse probeerde het proces verder te vertragen met pogingen de zaak te bestempelen als ‘gevaar voor de staatsveiligheid’. Uiteindelijk komt het in 2017 tot een eis van 20 jaar onvoorwaardelijke celstraf voor Bouterse. De rechter volgt justitie met de uitspraak van vrijdag.

Meer over; Desi Bouterse Suriname misdaad drugshandel misdaad, recht en justitie drugscriminaliteit politiek Kees Broere

‘Bouterse kennende zal hij nooit achter de tralies belanden’

Trouw 30.11.2019 Onder Surinamers in de Amsterdamse Bijlmer klinken gemengde reacties op de veroordeling van Desi Bouterse. ‘Het heeft allemaal veel te lang geduurd.’

Inder Mataw is opgelucht. Opgelucht omdat Desi Bouterse eindelijk schuldig is bevonden aan de Decembermoorden in 1982. De huidige president van Suriname werd vrijdag veroordeeld tot twintig jaar celstraf.

Mataw is ook opgelucht omdat grote onrust in Suriname uitbleef toen de krijgsraad het vonnis gisteren uitsprak. “Dat vrijdag het vonnis werd uitgesproken, kwam voor iedereen als een verrassing. Het was een uitgekiende actie van die drie vrouwen (de drie vrouwelijke krijgsraadrechters, red). Dat zijn nou vrouwen met ballen, die het zo hebben gespeeld dat er geen volksopstand ontstond.”

De 73-jarige man van Surinaamse origine komt uit een winkeltje in Bijlmer gewandeld. 8 december 1982 ligt nog vers in het geheugen, zegt hij. Op die dag werden vijftien politieke tegenstanders van het militaire regime van Bouterse doodgeschoten, sommige van hen kende Mataw. “Ik zat hier in Nederland maar weet het nog goed. Ik ben blij dat het recht eindelijk heeft gezegevierd, maar Bouterse kennende zal hij nooit achter de tralies belanden.”

Surinamers doen inkopen bij de Surinaamse vis en Groentenwinkel Badri’s Tropicals in de Shopperhal van de Bijlmer. Beeld Phil Nijhuis

Het onderwerp Bouterse ligt gevoelig

Mataw zucht. Twaalf jaren geleden begon het proces over de Decembermoorden al. “Het duurde allemaal veel te lang. Vrijdag zat ik toevallig op een verjaardag bij meer Surinamers. We hebben het er over gehad ja, en we slaakten een zucht van verlichting.”

Lang niet iedereen in de Bijlmer spreekt zo vrijuit als Mataw. De Surinaamse gemeenschap is hecht, veel mensen kennen elkaar en het onderwerp Bouterse ligt gevoelig. Er zijn voor- en tegenstanders van Bouterse, niet iedereen wil kleur bekennen. De veroordeling van de president wordt niet gevierd, de mensen in het winkelcentrum zijn er deze zaterdag vooral voor Sinterklaas, die onder luid getrommel en met opvliegend gedans wordt begroet.

Gemengde gevoelens zijn er bij Fertus Boerenveen, die een winkeltje runt in het winkelcentrum. Etienne Boerenveen is zijn neef. Hij was een belangrijke verdachte in het proces, maar werd vrijdag vrijgesproken. De Krijgsraad achtte het niet bewezen dat de voormalig bataljonscommandant aanwezig was bij het doodschieten van de vijftien mannen.

Boos op zijn neef, die in de jaren tachtig wel werd veroordeeld voor betrokkenheid bij de handel in drugs, is Boerenveen niet. “Als hij hier zou komen, zou ik gewoon met hem praten. Maar als ik een Surinamer mijn naam noem dan draaien mensen zich om. Mijn naam is besmet, net als de naam Holleeder in Nederland.”

Surinamers doen inkopen bij de Surinaamse Groentenwinkel in de Shopperhal van de Bijlmer. Beeld Phil Nijhuis

‘Een veroordeelde president? Dat kan niet’

Nu Bouterse is veroordeeld moet hij plaatsmaken, vindt Boerenveen. “Een veroordeelde president? Dat kan niet. Er moet iemand komen die de ziel van het volk kan raken. Iemand die de problemen met drugs en geld oplost. Suriname is nu een land zonder normen en waarden, het land moet weer worden opgebouwd.”

Of Bouterse daadwerkelijk een stap terug doet is echter de vraag. Er is geen gevangenneming gelast en Bouterses advocaat heeft al aangekondigd in hoger beroep te gaan. Ook heeft Bouterse mogelijk recht op gratie.

Bouterse weg is wishful thinking, zegt Romeo Hoost op de Amsterdamse Wallen. Ook hij is 73 en neef van Eddy Hoost, een van de vijftien die op 8 december werd doodgeschoten. “Namens de oppositie zou ik nu zeggen: weg met Bouterse. Maar zijn partij zal zeggen: de pot op met jullie.”

Toch is het vandaag een mooie dag, vindt Hoost die de drijvende kracht is achter de Amsterdamse herdenking van de Decembermoorden. “Vandaag voelt het goed, maar vooral vrijdag 29 november 2019 gaat de boeken in als een mooie dag. Dat is een historische dag, een feestdag, een dag in de geschiedenis waarop de zittende president van Suriname werd veroordeeld voor zijn daden.”

Er viel vrijdag een enorme last van zijn schouders, zegt Hoost. “Er kwamen veel emoties los. Een ballast die ik dagelijks met me meedroeg is van me af gevallen. We kunnen nu in gerechtigheid berusten, zoals het motto luidt van de herdenking van de Decembermoorden. Herdenken, dat zullen we blijven doen.”

Lees ook:

Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel

De president van Suriname is volgens de krijgsraad schuldig aan de Decembermoorden, waarbij vijftien tegenstanders van het militaire regime in 1982 werden gedood.

In de greep van Desi. 

Vervuld van onbehagen verliet Pieter Van Maele in 2018 Suriname, het land waar hij sinds 2010 correspondent was. Hij zag Bouterse veranderen van de beloofde president voor alle Surinamers in een machthebber die er alleen nog voor zichzelf zit.

Meer over; Desi Bouterse misdaad drugshandel misdaad, recht en justitie drugscriminaliteit Suriname Johan van Heerde

‘Misschien gaat president Bouterse meneer Bouterse wel gratie geven’

MSN 30.11.2019 „Als je iemand veroordeelt, moet je hem ook meteen oppakken.” De Amsterdamse Stanley was 17 tijdens de Decembermoorden en woonde in Suriname. Hij verloor zijn leraar Surendre Rambocus, docent sociologie. „Een sympathieke man.” Dat Desi Bouterse gisteren tot 20 jaar cel is veroordeeld voor zijn rol in de Decembermoorden, vindt hij „correct want hij heeft zijn misdaden begaan”. „Maar bij rechtspraak verwacht ik meteen actie. Dit is een halfslachtige veroordeling.”

Tijdens de Decembermoorden in 1982 werden vijftien tegenstanders van het militaire regime vermoord. Bouterse was toen legerleider en is tegenwoordig president van Suriname. Volgens de rechter wilde Bouterse zijn tegenstanders elimineren en is hij schuldig aan het medeplegen van moord. De president was op staatsbezoek in China toen de krijgsraad in Paramaribo vrijdag vonnis wees. Bij zijn terugkeer zondag wordt hij niet direct gearresteerd, omdat hij nog niet gevangen genomen hoeft te worden van de rechter.

De advocaat van Desi Bouterse, Irwin Kanhai, gaat eerst in hoger beroep. Volgens hem kan de Surinaamse president de zaak in vrijheid afwachten, en „dat kan wel tien jaar duren”.

Dat laatste is problematisch, vindt de 54-jarige zzp’er Stanley. Hij verhuurt bedrijfsruimtes in Suriname, en wil niet met zijn achternaam in de krant uit angst voor tegenwerking van de NDP, de partij van Bouterse, die in Suriname de dienst uitmaakt.

‘Nooit gearresteerd’

Dat Bouterse daadwerkelijk opgepakt wordt, gaat nooit gebeuren, denkt hij. „De gemeenschap is te klein. Als je niet linksom bedreigd wordt, word je rechtsom bedreigd. Dus ik vind dit een poppenkastvoorstelling.” Stanley doelt op bedreigingen vanuit de achterban van Bouterse, bijvoorbeeld richting de mensen die hem moeten oppakken. „Ze zinspelen al op gratie of amnestie.”

Lees ook het verhaal van correspondent Nina Jurna: ‘Suriname is kapot. Nu kan het land genezen’

De kans is groot dat Bouterse volgend jaar tijdens de verkiezingen herkozen wordt, verwacht Stanley. „De NDP heeft een grote kas, waarmee mensen omgekocht kunnen worden waardoor ze aan de macht kunnen blijven.” Bovendien hebben mensen in Suriname weinig keus, zegt hij. „Als je werk zoekt en je maakt bekend dat je pro of tegen bent, werkt dat tegen je. En wie een vergunning moet halen, komt uit bij de mensen die pro-Bouterse zijn.” Dat is volgens hem ook waarom mensen niet graag over deze zaak praten.

Zwijgende voorbijgangers

Dat is ook te merken in winkelcentrum de Amsterdamse Poort. De meeste voorbijgangers zwijgen. Sommigen willen niets zeggen, omdat ze naar eigen zeggen niet op de hoogte zijn van het nieuws, anderen willen niet praten omdat ze „zich niet bezighouden met de Surinaamse politiek. Rutte is mijn president [sic], niet Bouterse.”

Wie wel wil praten, is de 18-jarige Charlanda Babel. Ze vindt de veroordeling terecht. „Je mag niet onder moord uitkomen. Als ik iemand vermoord, word ik ook veroordeeld. Desi Bouterse moet hetzelfde behandeld worden als ieder ander.” Ze vraagt zich wel af of hij vastgezet wordt. „Aangezien de moorden in 1982 zijn gepleegd, het proces al sinds 2007 loopt en het dus zolang heeft moeten duren voor hij veroordeeld werd.”

Babel denkt dat de veroordeling een grote opluchting is voor de nabestaanden van de slachtoffers. „Ze kunnen denken: ‘eindelijk is de moordenaar van mijn zoon of kind of dochter of vader of oom of wie dan ook veroordeeld.’ Dat biedt rust. Misschien wisten ze het al diep van binnen, maar nu kunnen ze het een plekje geven.”

„Ik vind het vervelend voor Bouterse”, zegt Aristo Cooman (28). „Hij heeft een rol gespeeld, dus de veroordeling is terecht. Maar ik heb begrepen dat Nederland ook een aandeel heeft geleverd door wapens beschikbaar te stellen. Dus je zou denken dat meer mensen gestraft worden. Ik heb gehoord dat dit allemaal op papier staat, maar dat het dossier is gesloten voor zestig jaar.”

‘Onterechte veroordeling’

Toch is niet iedereen blij met de celstraf. Melvin Rillen (52) noemt de uitspraak „onterecht”. Volgens hem is er geen bewijs dat Bouterse tijdens de Decembermoorden in Fort Zeelandia was. „Hij heeft die opdracht niet gegeven. Mijn broer was toen lijfwacht van Bouterse. Hij was vlakbij hem tijdens de moorden. Toen Bouterse ervan hoorde, ging hij direct naar Fort Zeelandia. Hij heeft Fred Derby nog kunnen redden.”

Hoe dan ook, de vraag blijft of Bouterse echt een gevangenisstraf gaat uitzitten, denkt hij. „President Bouterse kan meneer Bouterse gratie geven”, zegt hij lachend. „Maar wat hij gaat doen weet ik niet. Dat weet niemand.”

Wat wel zeker is: Bouterse komt zondag terug uit China. Zijn NDP hoopt op een groot onthaal voor de president op het vliegveld. NDP-ondervoorzitter Ramon Abrahams zei tegen de Surinaamse krant De Ware Tijd: „Wij gaan onze voorzitter een daverend welkom geven.”

Bouterse en vrouw aangeslagen na veroordeling: ‘We zijn ondersteboven, maar hou jullie rustig’

AD 30.11.2019 De gisteren tot 20 jaar cel veroordeelde president van Suriname, Desi Bouterse, zal morgenochtend terugkeren in Paramaribo. Zijn vrouw zegt dat in een bericht aan partijleden van de Bouterses NDP. Ze roept hen op ‘rustig’ te blijven tot hij terug is van hun staatbezoek aan China.

We zijn allemaal onderstebo­ven, maar de president vraagt dat jullie je rustig houden tot hij terug is, aldus Ingrid Bouterse ,Vrouw van president .

De Surinaamse krijgsraad veroordeelde de oud-legerleider en huidige president gisteren tot een gevangenisstraf van 20 jaar voor zijn rol bij de zogenaamde Decembermoorden. In 1982 werden in de decembermaand 15 criticasters van Bouterse om het leven gebracht. Naast Bouterse werden nog zes andere betrokkenen veroordeeld voor hun aandeel in de moorden.

De krijgsraad legde Benny Brondenstein, Ernst Gefferie en Iwan Dijksteel ieder vijftien jaar celstraf op. Stephanus Dendoe, Kenneth Kempes en Luciën Lewis kregen straffen van tien jaar. Net als Bouterse werden de zes niet direct vastgezet, maar krijgen de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. Tien andere verdachten van de Decembermoorden werden vrijgesproken.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

‘Een politieke uitspraak’

Bouterse is momenteel nog op staatsbezoek in China, maar keert morgenochtend terug op de luchthaven van Zanderij. De veroordeling is hard bij Bouterse en zijn echtgenote Ingrid aangekomen. ,,We zijn allemaal ondersteboven’’, schrijft ze aan de NDP en noemt het ‘een politieke uitspraak’. ,,Maar, de president vraagt dat jullie je rustig houden tot hij terug is.’’ De advocaat van de president heeft al aangegeven in beroep te gaan.

Ook binnen de partij wordt verschrikt gereageerd op de veroordeling van voorman Bouterse. ,,Het vonnis is zeker als een behoorlijke klap overgekomen’’, zegt vicevoorzitter Ramon Abrahams tegen de krant De Ware Tijd. Vooral het moment waarop de krijgsraad tot veroordeling kwam, is de politicus in het verkeerde keelgat geschoten. ,,Er is gewacht tot de president uitlandig is, op staatsbezoek in China, om hem op zo’n wijze te veroordelen.’’

Situatie bekijken na terugkeer

Er is gewacht tot de president uitlandig is, op staatsbe­zoek in China, om hem op zo’n wijze te veroorde­len, aldus Ramon Abrahams , Vicevoorzitter NDP.

Abrahams vindt het vooral opvallend dat premier Rutte in Nederland al over de veroordeling sprak voordat de Surinaamse media met het nieuws kwamen. Dat geeft wel aan hoe de lijnen lopen. „Dit is zwaar politiek beladen, want het is amper zes maanden vóór de verkiezingen”, stelt hij. ,,Omdat we koersen naar de verkiezingen. Alles wordt uit de lade gehaald om die te beïnvloeden.’’

De ondervoorzitter heeft inmiddels telefonisch contact gehad met Bouterse en wil niet vooruitlopen op het functioneren van de president na diens terugkeer. Ook niet op de vraag of Bouterse presidentskandidaat blijft nu hij een veroordeling op zijn naam heeft staan. ,,Wanneer de president terug is, zal de situatie bekeken worden en welke stappen ondernomen zullen worden”, klinkt het.

Groots onthaal op vliegveld

Onderwijl is de NDP van zins om Bouterse groots te ontvangen het vliegveld. Tijdens een spoedbijeenkomst gisterenavond hebben de partijbesturen opdracht gekregen mensen te ‘mobiliseren’. ,,Wij verwachten van u als leidinggevende van uw wijk, ressort of district dat u de mobilisatie inzet, dat is de kracht van de NDP. Wij gaan onze voorzitter een daverend welkom geven’’, sprak Abraham daar.

Abrahams roept de leden op zich, voor het moment, fatsoenlijk te blijven gedragen. ,,Ik doe een beroep op jullie om ons nu nog correct te gedragen.’’ Ook waarschuwt hij voor personen die de ‘integriteit van de partij, de voorzitter en het land willen aantasten’. ,,Dan bent u regelrecht bezig om vijandig te zijn tegen de NDP en u moet ons niet dwingen om dingen te doen die we niet graag willen doen.’’

Nabestaanden na veroordeling Bouterse: ‘gevoel van rechtvaardigheid’

NU 30.11.2019 De nabestaanden en familieleden van de slachtoffers van de Decembermoorden in Suriname hebben opgelucht gereageerd op de uitspraak tegen Desi Bouterse. Op vrijdag werd de oud-dictator en huidige president van Suriname schuldig bevonden aan medewerking aan de moordpartij op 8 december 1982 op vijftien mensen.

“Ons geloof in de rechtsstaat van Suriname, en in rechtvaardigheid, is voor een groot deel hersteld”, zegt Sunil Oemrawsingh tegen NU.nl. Hij is de neef van de omgekomen universitair docent Sugrim Oemrawsingh en woordvoerder van de Stichting 8 December 1982, de stichting waar ruim honderd familieleden en nabestaanden van de vijftien slachtoffers aan zijn verbonden.

“De gevoelens gaan uiteraard uit naar de weduwen die na de moorden naar Nederland moesten vertrekken”, aldus Oemrawsingh “En vooral hun kleine kinderen. Zij hebben nooit de warmte van hun vader gehad. De verdachten die nu terechtstaan, hebben wel hun kinderen op zien groeien.”

“Wij hebben een groot gevoel van rechtvaardigheid nu”, zegt Oemrawsingh. “Er is onrecht aangedaan. Niet alleen aan de vijftien zonen, maar aan de hele republiek Suriname. De moorden van 8 december hebben de ontwikkeling van onze republiek tegengehouden en ons uit elkaar gedreven. Suriname kende een familieverband dat sterk en groot is geweest. Ook de coup van Bouterse in 1980 heeft Surinaamse families uit elkaar gedreven.”

President Desi Bouterse krijgt twintig jaar cel voor Decembermoorden

Nabestaanden feliciteerden elkaar

In de rechtszaal mochten maar twee familieleden per slachtoffer aanwezig zijn, onder wie Oemrawsingh. “Onze eerste reactie in de rechtszaal was dat we elkaar gingen feliciteren”, zegt hij. “We zijn na al die jaren een grote en hechte familie geworden. Tijdens het uitspreken van het vonnis stond de rechter bij de bespreking van het forensisch onderzoek stil bij welke geweren en patronen zijn gebruikt bij de executies. Daarbij werden de namen genoemd van de slachtoffers en dat maakte een hoop emotie los.”

Maar het is volgens Oemrawsingh te vroeg voor felicitaties. “Wij hebben vanaf 2000 gevraagd om een onderzoek naar de moorden op de vijftien zonen van Suriname, we zijn een pad van gerechtigheid opgegaan en zitten nu al twaalf jaar in een rechtszitting. Bouterse heeft nog de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.”

“Dit is het langste vonnis dat ooit in Suriname is uitgesproken”, aldus Sunil Oemrawsingh.

Toch heeft Oemrawsingh er alle vertrouwen in. “Aan het begin van het voorlezen van het vonnis waren er al indicaties dat het deze kant op zou gaan, en die trend zette zich voort. Door de aard en wreedheid van de moorden kon het ook niet anders gaan. De grootste leugen die werd verkondigd, dat CIA-agenten de slachtoffers zouden helpen om een staatsgreep te plegen en dat die op de vlucht zouden zijn geslagen, die is met dit vonnis met wortel en tak bestreden.”

‘Vonnis werd haarfijn uitgelegd’

De Surinaamse krijgsraad behandelde vrijdag ook de zaken van de verdachten Jimmy Stolk en Arthy Gorré. Stolk is vrijgesproken wegens een gebrek aan bewijs. De zaak-Gorré werd gestopt, omdat hij in 2018 is overleden. Het vonnis tegen de andere twintig verdachten wordt later uitgesproken. “Wij hebben ook recht op beroep als we niet tevreden zijn over de uitspraak”, zegt Oemrawsingh. “Het uitgeschreven vonnis wordt later ter beschikking gesteld, dat kan in Suriname nog weken duren.”

Oemrawsingh verwacht echter niet dat dat hoger beroep weer twaalf jaar op zich laat wachten. “Dit is het langste vonnis dat ooit in Suriname is uitgesproken, het duurde uren. Het vonnis werd haarfijn uitgelegd en grondig en zorgvuldig gepresenteerd. En het is is zo substantieel dat er details werden genoemd die ook wij weer waren vergeten.”

Hij denkt dat de rechter hooguit een jaar nodig zal hebben voor het hoger beroep. En hoe de uitspraak ook zal uitpakken, “wij zullen het hoofd buigen naar wat de rechter beslist”, aldus Oemrawsingh.

Desi Bouterse veroordeeld, slotstuk van omstreden militaire carrière

Lees meer over: Suriname  Buitenland

Het gerechtsgebouw in Paramaribo was vrijdag extra zwaar beveiligd vanwege de zitting in de zaak van de Decembermoorden. Beeld REUTERS

Krijgsraad Suriname veroordeelt nog zes verdachten voor Decembermoorden

VK 30.11.2019 De Surinaamse Krijgsraad heeft vrijdagmiddag en -avond na de eerdere veroordeling tot 20 jaar celstraf van hoofdverdachte Desi Bouterse, nog zes militairen veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de Decembermoorden.

Benny Brondenstein, Ernst Gefferie en Iwan Dijksteel kregen elk 15 jaar cel opgelegd, terwijl Stephanus Dendoe, Kenneth Kempes en Luciën Lewis 10 jaar gevangenisstraf kregen voor hun aandeel in de marteling en executie van 15 critici van het bewind van Desi Bouterse in december 1982.

Net als bij hoofdverdachte Bouterse, die twintig jaar cel heeft gekregen, is geen gevangenneming gelast. Het Openbaar Ministerie had tegen allen 20 jaar cel geëist. De overige verdachten zijn vrijgesproken door de Krijgsraad.

Bouterse is nu nog op staatsbezoek in China, maar keert zondag terug naar zijn land. Zijn vrouw, die met Bouterse mee is, heeft dat bekendgemaakt in een boodschap aan Bouterses partijgenoten van de NDP.

NDP-ondervoorzitter Ramon Abrahams zegt tegen de Surinaamse krant De Ware Tijd dat zijn partij voorbereidingen treft om de president zondagochtend op grootse wijze te onthalen op luchthaven Zanderij. ‘Wij gaan onze voorzitter een daverend welkom geven’, aldus Abrahams.

De drie rechters van de Surinaamse Krijgsraad, (vlnr) Suzanna Chu, voorzitter Cynthia Valstein-Montnor en Rewita Chatterpal. Beeld REUTERS

Meer over; Desi Bouterse Ramon Abrahams Redactie

Veroordeelde Bouterse kondigt terugkeer naar Suriname aan

NOS 30.11.2019 De tot twintig jaar cel veroordeelde Surinaamse president Bouterse komt zondagochtend terug in zijn land. Zijn vrouw heeft dat bekendgemaakt in een boodschap aan Bouterses partijgenoten van de NDP. Zij en haar man zijn nu nog op staatsbezoek in China.

“We zijn er allemaal ondersteboven van”, zegt Ingrid Bouterse in het bericht. “Maar de president vraagt dat jullie je rustig houden tot hij terug is.” Volgens haar zal er worden “gemobiliseerd” om de president zondagochtend op te halen van luchthaven Zanderij, aldus Audioboodschap Ingrid Bouterse

Correspondent Harmen Boerboom denkt dat er morgenochtend vroeg veel NDP’ers bij de luchthaven komen opdagen. “Het is een heel gedisciplineerde partij. Als er gezegd wordt dat de president moet worden opgehaald, ook al is het 03.30 uur ’s nachts, dan gebeurt dat ook.”

De krijgsraad in Paramaribo veroordeelde de 74-jarige Bouterse gisteren tot twintig jaar voor zijn rol in de Decembermoorden in 1982. Er is geen onmiddellijke gevangenneming bevolen. Bouterses advocaat heeft al gezegd dat hij hoger beroep aantekent tegen de uitspraak.

Volgens Boerboom is er geen sprake van onrust in het land. Dat heeft ermee te maken dat Bouterse niet wordt opgepakt als hij morgenochtend terugkeert. “Anders was de aanhang van Bouterse wel meteen de straat opgaan. Hij heeft nog een behoorlijke harde kern die hem ondersteunt.”

Wat waren de Decembermoorden? En wat was Bouterses rol in 1982?

Een terugblik op de decembermoorden in Suriname 1982

Bouterses vrouw noemt het vonnis in haar boodschap “een politieke uitspraak”, en het bestuur van de NDP-partij deelt die mening. “Er is gewacht tot wanneer de president uitlandig is, om hem op zo’n wijze te veroordelen”, zegt ondervoorzitter Abrahams tegen De Ware Tijd.

Tien keer vrijspraak

De krijgsraad heeft gisteren ook uitspraak gedaan tegen de andere zestien nog levende verdachten van de Decembermoorden. Van hen werden er tien vrijgesproken, in de meeste gevallen conform de eis van het Openbaar Ministerie.

Drie verdachten werden veroordeeld tot vijftien jaar en de laatste drie tot tien jaar cel. Net als Bouterse hoeven ze niet per direct de cel in. Ze hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.

Bekijk ook;

Nabestaanden ‘bijzonder tevreden’ met twintig jaar cel voor Bouterse, advocaat gaat in beroep – Live

NOS 29.11.2019 De verklaring van vakbondsleider Fred Derby, de enige arrestant die in december 1982 weer werd vrijgelaten, werd door de krijgsraad als erg belastend gezien in het proces van de Decembermoorden. Derby overleed in 2001.

Werken aan de toekomst

“De uitspraak is een overwinning voor Suriname, al moet dat nog goed doordringen bij grote delen van de bevolking”, zegt Eddy Wijngaarde tegen de NOS. Hij is de broer van journalist Frank Wijngaarde, een van de slachtoffers van de Decembermoorden. “Maar nu kunnen de Surinamers werken aan hun toekomst.”

  • In Suriname begon de rechter vandaag onverwacht met het uitspreken van de vonnissen in het proces over de Decembermoorden van 1982.
  • President Bouterse is veroordeeld tot twintig jaar cel, twee medeverdachten werden vrijgesproken.
  • Bouterse is niet in het land: hij is op staatsbezoek in China.

Blok: Vonnis Bouterse moet worden uitgevoerd

AD 29.11.2019 De veroordeling van de Surinaamse president Desi Bouterse ‘dient te worden gerespecteerd’, aldus minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken. Bouterse kreeg twintig jaar cel opgelegd vanwege zijn rol bij de Decembermoorden  in 1982.

,,Surinaamse Krijgsraad deed uitspraak in het Decembermoordenproces. Belangrijk voor waarheidsvinding. Nabestaanden hebben na 37 jaar een antwoord. Uitspraak dient te worden gerespecteerd’’, twitterde Blok vanavond na het vonnis.

Lees ook;

Lees meer

In een gezamenlijke verklaring van zes diplomatieke vertegenwoordigingen in Suriname wordt eenzelfde oproep gedaan. ‘Het is cruciaal dat het slotvonnis in de zaak van de moord op vijftien burgers (…) wordt uitgevoerd.’ Het vonnis zal volgens de diplomaten van Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Groot-Brittannië en Verenigde Staten ‘zonder twijfel behulpzaam zijn om het land richting verzoening te brengen’. Ze noemen de ‘integriteit en onafhankelijkheid van de rechtspraak een steunpilaar van de Surinaamse samenleving’.

Bouterse was destijds leider van het militaire regime en nam het besluit 15 politieke tegenstanders van zijn regime op 8 december 1982 op te pakken en in Fort Zeelandia te doden. De rechter gelast echter niet zijn aanhouding.

Bouterse is momenteel op staatsbezoek in China en vliegt morgen door naar Cuba voor een officieel bezoek. Hij is niet immuun, maar onduidelijk is of hij zelf zijn functie neer zal leggen. Als hij dat niet doet, zou het parlement een afzettingsprocedure in gang kunnen zetten. In het uiterste geval kan de vice-president Bouterse via een omweg nog gratie verlenen.

‘Belangrijke stap’

Partijen in de Tweede Kamer noemen de veroordeling ‘historisch’. Sjoerd Sjoerdsma van regeringspartij D66 spreekt van een ‘historische uitspraak, voor Suriname en de nabestaanden’. Volgens hem wint vandaag de ‘rechtvaardigheid’. ‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. Na 37 jaar gerechtigheid’, stelt partijgenoot Steven van Weyenberg.

Ook bij oppositiepartijen klinken soortgelijke woorden. ‘Een historische dag voor Suriname. (…) Het recht heeft gezegevierd’, twitterde Sadet Karabulut (SP). Volgens Lilianne Ploumen is ‘de uitspraak een belangrijke stap om recht te doen aan de slachtoffers en hun nabestaanden. Het recht zegeviert en de PvdA is daar verheugd over’.

Premier Mark Rutte liet eerder vandaag weten te hopen dat het Surinaamse rechtsstelsel ‘functioneert’ en van ‘groot belang’ dat er recht wordt gesproken.

Bouterse veroordeeld, maar gaat hij ook echt de cel in?

NOS 29.11.2019 In Suriname is president Desi Bouterse veroordeeld tot twintig jaar cel vanwege zijn aandeel in de Decembermoorden. Betekent zijn veroordeling dat hij daadwerkelijk de cel in gaat?

“Nee, die kans is heel erg klein”, zegt correspondent Harmen Boerboom. “Er is geen gevangenneming gelast. Dat is op zich niet zo verwonderlijk, omdat hij gedurende de hele rechtszaak ook nooit heeft vastgezeten.”

Bouterses advocaat heeft al aangekondigd in beroep te gaan tegen het vonnis. Als hij dan weer wordt veroordeeld, moet hij volgens Boerboom wel de gevangenis in.

Recht op gratie

Volgens advocaat Geert-Jan Knoops hangt van de Grondwet af of die straf ook uitgevoerd kan worden.

In Artikel 109 van de Grondwet staat dat de president het recht heeft om gratie te krijgen als hij door een rechter wordt veroordeeld. Hij oefent dit recht uit na advies te hebben ingewonnen van de rechter, die het vonnis heeft uitgesproken.

Dat zou dus kunnen betekenen dat Bouterse, zolang hij president is, de veroordeling door de rechter niet hoeft te ondergaan. Maar daar moet de rechter dan wel in meegaan.

Noodtoestand

Na een veroordeling in hoger beroep zijn er nog verschillende manieren waarop Bouterse onder gevangenisstraf uit kan komen.

Zo zou hij zijn straf kunnen ontlopen door de noodtoestand uit te roepen in Suriname. Hij zou ook tijdelijk kunnen terugtreden als president, zodat vicepresident Ashwin Adhin hem als waarnemend staatshoofd gratie kan verlenen.

Aftreden

Bouterse is op dit moment in China voor een staatsbezoek. Volgens correspondent Harmen Boerboom keert hij dit weekend terug, maar mogelijk bezoekt hij eerst nog Cuba.

Universitair docent Internationaal Recht Marieke de Hoon zegt tegen Nieuwsuur dat het haar onwaarschijnlijk lijkt dat Bouterse überhaupt terugkeert. “De hele reden dat hij nu in China is kan geen toeval zijn. Hij heeft gezorgd dat hij nu niet in het land is. Teruggaan naar Suriname lijkt mij voor hem een groot risico. Hij komt alleen terug als hem een vorm van gratie wordt verleend.”

De advocaat van de nabestaanden vindt dat de president moet aftreden, “want een veroordeelde president, dat kan niet.” Maar volgens correspondent Boerboom heeft Bouterses woordvoerder al gezegd dat er van het aftreden van de president op dit moment geen enkele sprake zal zijn.

Bekijk ook;

‘Bij vonnis Bouterse barstten mensen in tranen uit en begonnen te applaudisseren’

AD 29.11.2019 De emoties liepen hoog op in de rechtszaal toen de Krijgsraad het vonnis over Desi Bouterse velde. Na 37 jaar hebben de nabestaanden van de Decembermoorden het pad naar gerechtigheid bereikt, zegt Sunil Oemrawsingh, voorzitter van Stichting 8 December 1982. ,,Mensen waren in tranen en begonnen te applaudisseren.’’

Sunil Oemrawsingh koestert het gevoel van rechtvaardigheid. Zijn oom Sugrim werd in Fort Zeelandia standrechtelijk geëxecuteerd. Hij – en met hem vele nabestaanden – wisten vanaf dag één dat Desi Bouterse daarvoor verantwoordelijk was. Toch hebben ze 37 jaar moeten wachten tot de huidige president van Suriname daarvoor veroordeeld werd. ,,De Krijgsraad heeft nu juridisch bevestigd dat wij nabestaanden al sinds 1982 gelijk hebben gehad’’, zegt Oemrawsingh.

,,Ik heb een dubbel gevoel. Met geduld en vertrouwen konden we deze overwinning boeken. Tegelijk ben ik bijzonder emotioneel. Ik denk aan de weduwen die die nacht angstige momenten beleefden, aan de kinderen van de slachtoffers, die op jonge leeftijd het land uit moesten vluchten. Aan de familieleden, die inmiddels zijn heengegaan.’’

Vorige week overleed de zus van advocaat Kenneth Goncalves, een van de slachtoffers. ,,Zij kwam tijdens het proces vaak naar de zittingen.’’ Het voorlopige hoogtepunt in een strijd van 19 jaar en een rechtszaak van precies 12 jaar, heeft ze niet kunnen meemaken.

De drie rechters van de Krijgsraad vanochtend.

De drie rechters van de Krijgsraad vanochtend. © REUTERS

Toen Oemraswingh vanochtend de rechtbank binnenliep, ging hij er vanuit dat de Krijgsraad alleen een datum voor de uitspraak bekend zou maken. In plaats daarvan zat hij urenlang in de zaal te luisteren naar het voorlezen van de vonnissen. Alleen het vonnis van Bouterse telde al 120 pagina’s. De rechter las alle getuigenverklaringen voor.

,,Het was heel emotioneel gedurende de zitting. De rechter liet de geschiedenis de revue passeren. Ze vertelde wat er die nacht gebeurd was en over het forensisch onderzoek naar de verwondingen van de slachtoffers. Bloeduitstortingen, beenderen die kapot waren, weggeslagen tanden. Meerdere mensen barstten toen in tranen uit. Toen het vonnis van Bouterse werd uitgesproken, begon het grootste deel te applaudisseren.’’

Grote schande

Het is aan het parlement om nu een afzettings­pro­ce­du­re te starten, aldus Sunil Oemrawsingh

Oemrawsingh vindt het wel ‘teleurstellend’ dat de Krijgsraad niet de aanhouding van Bouterse heeft gelast. Hij is momenteel in China voor een staatsbezoek. ,,Het is een verschrikkelijk grote schande dat in alle kranten ter wereld nu staat dat de president van Suriname tot 20 jaar cel veroordeeld is.’’

Hij verwacht niet dat Bouterse zelf zijn functie zal neerleggen. De vice-president kan verzoek tot gratie indienen, maar dan moet Bouterse ‘even’ het land uit zijn. ,,In dat geval moet de rechter advies worden gevraagd. Ik weet niet of dat bindend is. Maar het is duidelijk dat Bouterse de grondwet geschonden heeft. Hij is als president niet immuun. Het is aan het parlement om nu een afzettingsprocedure te starten.’’

Nabestaande Romeo Hoost, neef van de vermoorde advocaat Eddy Hoost, volgde vanuit Nederland hoe de Krijgsraad urenlang bezig was met het voorlezen van het vonnis van Bouterse. ,,Het ging tergend langzaam’’, zegt de voorzitter van het Comité Herdenking Slachtoffers.

,,Ik twijfelde even, omdat eerst twee verdachten waren vrijgesproken. Toen ik hoorde dat de Krijgsraad bij Bouterse voldoende bewijs had voor acht tenlasteleggingen, dacht ik: hij kan er niet aan ontkomen. Er valt een last van mijn schouders. Het is prachtig. Eindelijk, na 37 jaar wachten.’’

Dat Bouterse niet wordt aangehouden vindt hij minder belangrijk. ,,De feiten zijn bewezen. Deze straf staat. We hebben een president die veroordeeld is voor moord.‘’

Romeo Hoost (midden) bij een herdenking.

Romeo Hoost (midden) bij een herdenking.

Desi Bouterse veroordeeld, slotstuk van omstreden militaire carrière

NU 29.11.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse is vrijdag schuldig bevonden voor zijn aandeel aan de Decembermoorden. Daarmee komt voor de 74-jarige Bouterse een eind aan een proces dat op 8 december 1982 begon. Van dictator tot president tot veroordeelde misdadiger: wie is deze omstreden leider van Suriname?

Desi Bouterse (13 oktober 1945) is geboren en opgegroeid in Suriname en kreeg zijn militaire training in Nederland. Vlak voor de Surinaamse onafhankelijkheid op 25 november 1975 keerde hij samen met zijn kersverse gezin terug naar zijn geboorteland en ging daar helpen met het opbouwen van het Nationale Leger van Suriname. In 1980 leidde Desi Bouterse, inmiddels sergeant en voorzitter van de militaire vakbond Bomika, een staatsgreep en werd als bevelhebber de facto de leider van Suriname geworden.

Decembermoorden

De aanleiding van de coup was de slechte economische toestand, maar ook de militairen konden het economische tij niet keren, en corruptie, vriendjespolitiek en cocaïnehandel van militaire functionarissen deden het imago van het dictatoriale regime geen goed.

De NMR nam zijn toevlucht tot censuur, gebreidelde persvrijheid, verbod op politieke partijen en het oppakken, martelen en executeren van burgers die zich schuldig maakten aan het verstoren van de openbare orde en het ondermijnen van de staatsveiligheid.

Het repressieve beleid culmineerde in wat later de Decembermoorden is gaan heten. Vijftien tegenstanders van het militaire regime in de nacht van 7 op 8 december 1982 gemarteld en geëxecuteerd in Fort Zeelandia, het hoofdkwartier van Bouterse. Het ging om advocaten, journalisten en militairen die verbonden waren aan een eerdere coup tegen Bouterse. Getuigen hebben verklaard dat de slachtoffers eerst bij Bouterse werden voorgeleid voordat ze werden gefusilleerd.

In een verklaring diezelfde avond op de Surinaamse televisie liet Bouterse weten dat een nieuwe couppoging is verijdeld die op kerstnacht zou plaatsvinden, in samenwerking met Amerikaanse CIA-agenten. Na de voorgelezen tekst van Bouterse werd een fragment getoond van journalist Jozef Slagveer, een van de omgekomen mensen, die met bebloed hoofd verklaarde dat er inderdaad een couppoging was gepland.

Zie ook: Chronologie: 35 jaar Decembermoorden Suriname

Bouterse ontkent betrokkenheid

Bouterse zelf heeft altijd ontkend iets te maken te hebben met de Decembermoorden. Op 10 december liet hij in een op de televisie voorgelezen verklaring weten dat de verdachten tijdens het transport een vluchtpoging deden, waarna er gericht werd geschoten. Een rapport van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) dat drie dagen later uitkwam meldde dat de lichamen vrijwel allemaal sporen droegen van mishandeling.

Nabestaanden van de slachtoffers zijn in 1983 naar de Verenigde Naties gestapt. Een speciaal rapporteur oordeelde in 1984 dat er “standrechtelijke of willekeurige executies hadden plaatsgevonden”.

Bouterse als president

Na de Decembermoorden draaiden veel landen de geldkraan dicht, waaronder de grootste geldschieter Nederland, waardoor Suriname in een isolement terecht kwam. Gedwongen door de financieel-economische crisis, en een binnenlandse oorlog die is begonnen door zijn voormalig lijfwacht Ronnie Brunswijk, besloot Bouterse in 1987 weer te gaan praten met de politieke partijen. Hij riep voor het eerst sinds de militaire coup democratische verkiezingen uit en deed zelf mee als lijsttrekker van de door hem opgerichte Nationale Democratische Partij (NDP).

Door de woede van het volk haalde Bouterse met zijn NDP maar drie zetels. Vier jaar later, in 1991, verviervoudigde hij zijn invloed in het parlement met 12 zetels. Zijn invloed groeide en in 2010 behaalde de NDP in combinatie met vijf bevriende partijen – de Mega Combinatie – 23 zetels. Desi Bouterse werd vervolgens met 36 van de 51 stemmen van de Nationale Assemblèe gekozen als president van Suriname, een positie die hij momenteel nog steeds bekleedt.

Strafrechtelijk onderzoek

Eind 2000, vlak voordat de moorden zouden verjaren, werd er toch besloten om een strafrechtelijk onderzoek te houden, het zou echter tot 2007 duren voordat er getuigen werden opgeroepen. In datzelfde jaar bood Desi Bouterse zijn excuses aan voor de Decembermoorden. Hij stelde toen dat hij niet aanwezig was in Fort Zeelandia tijdens de moorden en dat hij slechts politiek verantwoordelijk was.

Van belang is de verklaring van twee ooggetuigen, een militair die op acht december de wacht had in Fort Zeelandia en een militair die naar eigen zeggen zelf ook geschoten had op de slachtoffers. Zij verklaarden dat Bouterse wel degelijk aanwezig was en eigen rechter heeft gespeeld.

Zie ook: De slachtoffers van de Decembermoorden

Decembermoordenproces

De Krijgsraad is op 30 november 2007 begonnen met het strafproces tegen 25 verdachten, van wie Desi Bouterse de hoofdverdachte is. Sindsdien heeft Bouterse uit alle macht geprobeerd om onder vervolging uit te komen. Hij heeft zich nooit laten zien in de rechtszaal en zijn advocaten probeerden van diverse kanten het proces te traineren.

Ook probeerde Bouterse politiek onder de vervolging van de Decembermoorden uit te komen. In 2012 duwde hij een omstreden amnestiewet door het Surinaamse parlement. Het Surinaamse Hof van Justitie oordeelde op 1 december 2015 dat de verdachten van de Decembermoorden alsnog vervolgd moesten worden. In 2016 oordeelde de krijgsraad dat de amnestiewet ongeldig was.

Op 28 juni 2017 werd door de openbaar aanklager twintig jaar cel geëist tegen hoofdverdachte Bouterse. Op 29 november 2019 heeft Bouterse die twintig jaar cel ook gekregen, hij kan nog tegen het vonnis in hoger beroep gaan.

President Desi Bouterse krijgt twintig jaar cel voor Decembermoorden

Lees meer over: desi bouterse  decembermoorden  Suriname

Het gedenkteken in Fort Zeelandia, de plek waar in 1982 de Decembermoorden plaatsvonden ANP

Uitspraak Bouterse: ‘Vrouwe Justitia komt nu weer recht overeind te staan’

NOS 29.11.2019 Nabestaanden en vertegenwoordigers van slachtoffers van de Decembermoorden op 8 december 1982 reageren verheugd op de veroordeling van de Surinaamse president Desi Bouterse. De krijgsraad in Suriname legde hem twintig jaar celstraf op voor zijn rol in de Decembermoorden, de straf die de openbaar aanklager twee jaar geleden ook eiste.

“We zijn bijzonder tevreden”, zegt nabestaande en vertegenwoordiger van de nabestaanden Sunil Oemrawsingh op de lokale radio. “Wat de samenleving al decennia wist, staat nu ook juridisch vast. We zijn niet alleen blij om het vonnis, maar ook om het haarfijn motiveren daarvan. Onze eerste gedachten gaan naar de weduwen, moeders en familieleden.”

De uitspraak bezorgt Oemrawsingh een “goed gevoel”. “Een heel sterk gevoel van rechtvaardigheid. Maar nog niet voldaan. We verwachten dat de hoofdverdachte binnen veertien dagen in beroep gaat. Elke verdachte die veroordeeld is, moet de straf uitzitten.”

Bouterse’s advocaat Irvan Kanhai kondigde kort na de uitspraak inderdaad een hoger beroep aan. “Ik heb nu nog twee rechtsmiddelen: verzet en beroep. Ik ga ze allebei gebruiken.” Volgens hem zijn er opzettelijk getuigenverklaringen genegeerd.

Nabestaanden reageerden verheugd op het vonnis:

Nabestaanden van de slachtoffers feliciteren elkaar na het vonnis

Advocaat Hugo Essed, die nabestaanden van de Decembermoorden bijstaat, reageerde bij Apintie Radio. De uitspraak getuigt volgens hem van het herstel van de Surinaamse rechtsstaat.

“Met dit vonnis is gebleken dat de Vrouwe Justitia van Suriname, die in 1982 op een wrede wijze van haar sokkel is geslagen, weer aan het opstaan is. We zijn ervan overtuigd dat dit vonnis ertoe zal bijdragen dat Vrouwe Justitia weer recht overeind komt te staan.”

Spong: levendige rechtsstaat

Advocaat Gerard Spong houdt zich al bijna twintig jaar bezig met het proces. Hij is “zeer verheugd” over de uitspraak. “En ik ben trots op Suriname en met name op de moedige Surinaamse rechters, die dit hebben gedaan”, zegt hij. “U moet zich even voorstellen dat de rechters recht hebben gesproken onder zeer intimiderende omstandigheden.

Ze hebben zich niet van de wijs laten brengen, noch door de talrijke juridische acties van Bouterse en zijn raadsman, de amnestiewetgeving. Ze hebben alles geprobeerd om onder dat vonnis uit te komen.”

Of Bouterse ook echt achter de tralies komt, is voor Spong afwachten. “Die kans is natuurlijk met een vonnis van 20 jaar cel voor hem aanmerkelijk dichterbij gekomen dan voorheen. Ik twijfel er niet aan dat hij ook in hoger beroep veroordeeld wordt. Maar de vraag is wel, hoe dan verder. Bouterse is ook de jongste niet meer.”

Correspondent Harmen Boerboom vindt het niet vreemd dat er nu nog geen gevangenneming gelast is. “Dat is op zich niet zo verwonderlijk, want Bouterse heeft gedurende de rechtszaak nooit vastgezeten.” Een eventuele arrestatie wordt pas na het hoger beroep verwacht, aldus de correspondent.

Suriname: rust bewaren

De Surinaamse regering roept in een verklaring op tot rust. “De democratie blijft immers hoog in het vandaal”, aldus de overheid. De regering zegt “kennis te hebben genomen van de voortgang van het proces”.

In een gezamenlijke reactie zeggen Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland, Spanje en de Verenigde Staten dat ze waardering hebben voor de moeilijke omstandigheden waaronder de Suriname rechtbank heeft moeten werken. De landen zeggen dat de uitspraak moet worden gerespecteerd.

Wie waren de slachtoffers van de Decembermoorden?

De slachtoffers waren allemaal vooraanstaande Surinamers die openlijk kritiek hadden op of verzet pleegden tegen het regime van Bouterse.

  • John Baboeram (36), advocaat
  • Bram Behr (31), journalist
  • Cyrill Daal (46), vakbondsleider
  • Kenneth Gonçalves (42), advocaat en deken van de Surinaamse Orde van Advocaten
  • Eddy Hoost (48), advocaat en politicus
  • André Kamperveen (58), journalist en oud-voetballer
  • Gerard Leckie (39), psycholoog en docent
  • Sugrim Oemrawsingh (42), wis- en natuurkundige
  • Lesley Rahman (28), journalist
  • Surendre Rambocus (29), luitenant
  • Harold Riedewald (49), advocaat
  • Jiwansingh Sheombar (25), militair
  • Jozef Slagveer (42), journalist en directeur van persbureau
  • Robby Sohansingh (37), zakenman
  • Frank Wijngaarde (43), journalist

Naast de bovengenoemde slachtoffers, werd ook vakbondsleider Fred Derby gevangengenomen. Hij wist als enige aan de executie te ontsnappen. Zijn verklaring is door de krijgsraad als erg belastend beoordeeld. Derby overleed in 2001 plotseling op 61-jarige leeftijd.

Bekijk ook;

Wat zijn de Decembermoorden en waarom is er nu ineens een uitspraak?

NOS 29.11.2019 Bijna 38 jaar na het bloedbad in Fort Zeelandia, Suriname, komt vandaag het vonnis in de rechtszaak over de zogeheten Decembermoorden. Het megaproces tegen de Surinaamse president Desi Bouterse en 24 medeverdachten liep al sinds 2007.

Het laatste nieuws en meest recente uitspraken vind je in het liveblog. In dit artikel krijg je uitleg waar het proces over gaat en waarom het vonnis zo onverwachts komt.

Wat zijn de Decembermoorden?

In de nacht van 7 op 8 december 1982 werden vijftien mannen gemarteld en gedood in Fort Zeelandia, in de hoofdstad Paramaribo. Het waren tegenstanders van het toenmalige militaire regime onder leiding van Bouterse. Hij was samen met een groep sergeanten door een coup in 1980 aan de macht gekomen. Het militaire bewind van Bouterse eindigde in 1988.

De getuigenissen over wat er precies is gebeurd in het fort lopen uiteen. De militairen verklaarden dat de vijftien mannen een tegencoup wilde plegen en dat ze op de vlucht zijn neergeschoten.

De verdediging van de nabestaanden noemde dat “de grootste leugen van de vorige eeuw”. De moorden zijn volgens de openbare aanklager onderdeel van een vooropgezet plan, waarbij Bouterse nauw betrokken zou zijn geweest. De strafeis tegen hem is 20 jaar cel.

Een terugblik op de decembermoorden in Suriname 1982

Afgezien van de militairen in het fort kon alleen vakbondsleider Fred Derby het drama navertellen. Hij was de zestiende persoon die was opgepakt en vastgezet in Fort Zeelandia en werd als enige gespaard.

Derby verklaarde eind jaren negentig dat hij uit zijn cel was gehaald en voor Bouterse moest verschijnen, in diens kantoor in het fort. Tijdens dat ‘tribunaal’ zou de commandant over het leven van de mannen hebben beslist. Het blijft onduidelijk waarom Derby mocht gaan. Hij overleed in 2001.

Wie zijn de slachtoffers?

Surendre Rambocus, Jozef Slagveer, Harold Riedewald, Jiwansingh Sheombar, Frank Wijngaarde, Robby Sohansingh, Cyrill Daal, Kenneth Gonçalves, André Kamperveen, Gerard Leckie, John Baboeram, Bram Behr, Sugrim Oemrawsingh, Eddy Hoost en Lesley Rahman.

De slachtoffers waren journalisten, advocaten, militairen, docenten of vakbondsleider. Vooraanstaande Surinamers die openlijk kritiek hadden op of verzet pleegden tegen het regime van Bouterse.

Desi Bouterse geeft een toespraak in Paramaribo (1981) ANP

Waarom nu ineens een uitspraak?

De rechtbank in hoofdstad Paramaribo zou vandaag officieel alleen bekendmaken wanneer het vonnis zou komen. Maar vanwege de extra beveiliging, het sluiten van scholen in de buurt en het oproepen van verdachten ontstond het vermoeden dat er meer zou gebeuren.

De werkelijke reden van het onaangekondigde vonnis is nog onduidelijk. Mogelijk heeft de rechtbank geprobeerd om zo veel mogelijk onrust te voorkomen. Want Bouterse, die sinds 2010 president van Suriname is, heeft het proces altijd oneerlijk en politiek gemotiveerd genoemd.

“Als je aankondigt dat er op een bepaalde datum een uitspraak komt, gaan mensen zich mobiliseren”, zegt correspondent Harm Boerboom in Nieuws en Co op NPO Radio 1. “Politieke aanhangers van de hoofdverdachte hadden ongetwijfeld voor de deur gestaan als dit hadden geweten. Wat nu niet het geval is. Zelfs de advocaten van de verdachten zijn overvallen door het vonnis.”

Wat is het verweer van Bouterse?

Bouterse ontkent dat hij aanwezig was in Fort Zeelandia toen de executies werden uitgevoerd. Als hoofdverdachte werd hij in 2000 gehoord in het gerechtelijk vooronderzoek, maar hij kwam nooit opdagen bij de zittingen.

Bouterse vindt dat hij alleen de politieke verantwoordelijkheid draagt voor wat er is gebeurd, omdat hij destijds bevelhebber was van het leger. Maar van een rechtszaak wil hij niets weten. Hij noemt het een politiek proces, aangestuurd vanuit Nederland.

De advocaat van de president laat weten dat er sowieso een hoger beroep komt als Bouterse schuldig wordt bevonden.

Hoe wordt er in Nederland over gedacht?

De Decembermoorden worden in Nederland ieder jaar herdacht bij het Surinaams consulaat in Amsterdam. In de zuidmuur van de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam is een plaquette geplaatst met de namen van de 15 slachtoffers.

Meer lezen over de Decembermoorden? NPO Focus maakte eerder een uitgebreid artikel over deze zaak.

Bekijk ook;

President Desi Bouterse krijgt twintig jaar cel voor Decembermoorden

NU 29.11.2019 Desi Bouterse, de huidige president van Suriname en hoofdverdachte in de slepende zaak rond de Decembermoorden, is vrijdag door de Surinaamse krijgsraad veroordeeld tot twintig jaar cel voor het medeplegen van moord.

Opzet en voorbedachten rade zijn volgens de krijgsraad voldoende bewezen. De krijgsraad eist geen onmiddellijke gevangenneming.

In 1982 was Bouterse leider van het toenmalige militaire bewind in Suriname, waaronder vijftien vooraanstaande Surinamers werden gemarteld en vermoord. De openbaar aanklager eiste in 2017 twintig jaar cel tegen Bouterse, net als tegen zeven andere verdachten.

Vrijdagmiddag begon de Surinaamse krijgsraad onverwacht met het voorlezen van de vonnissen in het proces rond de Decembermoorden. Onder anderen oud-bataljonscommandant Etienne Boerenveen is vrijgesproken, terwijl het Surinaamse Openbaar Ministerie twintig jaar cel tegen hem had geëist. De krijgsraad vindt niet bewezen dat hij aanwezig was bij het doodschieten van de slachtoffers in de nacht van 7 op 8 december.

De Surinaamse krijgsraad behandelde vrijdag ook de zaken van de verdachten Jimmy Stolk en Arthy Gorré. Stolk is vrijgesproken wegens een gebrek aan bewijs. De zaak-Gorré werd gestopt, omdat hij in 2018 is overleden.

‘Geloof in rechtsstaat hersteld’

“Ons geloof in de rechtsstaat van Suriname, en in rechtvaardigheid, is vrijdag voor een groot deel hersteld”, zegt Sunil Oemrawsingh tegen NU.nl. Hij is de neef van de omgekomen universitair docent Sugrim Oemrawsingh en woordvoerder van de Stichting 8 December 1982, de stichting waar ruim honderd familieleden en nabestaanden van de vijftien slachtoffers aan zijn verbonden.

Maar het is volgens Oemrawsingh te vroeg voor felicitaties. “Wij hebben vanaf 2000 gevraagd voor een onderzoek naar de moorden op de vijftien zonen van Suriname, we zijn een pad van gerechtigheid opgegaan en zitten nu al 12 jaar in een rechtszitting. Bouterse heeft nog de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.”

Oemrawsingh verwacht echter niet dat dat hoger beroep weer twaalf jaar op zich laat wachten. “Dit is het langste vonnis dat ooit in Suriname is uitgesproken, het duurde uren. Het vonnis werd haarfijn uitgelegd en grondig en zorgvuldig gepresenteerd. En het is is zo substantieel dat er details werden genoemd die ook wij weer waren vergeten.”

Hij verwacht dat de rechter hooguit een jaar nodig zal hebben voor het hoger beroep. En hoe de uitspraak ook zal uitpakken, “wij zullen het hoofd buigen voor wat de rechter beslist”, aldus Sunil Oemrawsingh.

Woordvoerder Bouterse noemt vonnis ‘complot van witte mannen’

Vrijdagmiddag, toen de krijgsraad nog geen uitspraak had gedaan, zei een woordvoerder van Bouterse op de staatsradio dat het vonnis tot stand is gekomen door “complotten van witte mannen, geheime diensten en Mark Rutte”. Rutte zei vrijdagmiddag tijdens zijn wekelijkse persmoment dat Bouterse zich moet “verantwoorden voor wat hij heeft gedaan”.

Het proces rond de Decembermoorden loopt al sinds 2007. Bouterse wist de zaak enige tijd te vertragen met een amnestiewet, die in 2012 werd aangenomen door het Surinaamse parlement. In 2016 werd de wet door de Surinaamse rechtbank buiten werking gesteld, waardoor het proces weer kon worden hervat.

Bouterse gaat in hoger beroep

Bouterse gaat tegen de uitspraak in hoger beroep. De Surinaamse president heeft tot nu toe altijd betrokkenheid ontkend. Hij was niet in de rechtbank aanwezig vanwege een staatsbezoek aan China. De kans is klein dat Bouterse bij terugkeer in zijn land de cel ingaat. Pas na een veroordeling in hoger beroep zal hij de cel in moeten.

Vervolgens staat er in de Grondwet van Suriname nog een artikel die de president het recht geeft om gratie te krijgen als hij door een rechter wordt veroordeeld. Bouterse kan zijn straf ook ontlopen door de noodtoestand uit te roepen in Suriname. Of hij kan tijdelijk terugtreden als president om een waarnemend staatshoofd, vicepresident Ashwin Adhin, hem gratie te laten verlenen.

Desi Bouterse veroordeeld, slotstuk van omstreden militaire carrière

Lees meer over: desi bouterse  decembermoorden  Buitenland

Desi Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel om Decembermoorden

RTL 29.11.2019 Desi Bouterse is door de krijgsraad in Suriname schuldig bevonden aan de Decembermoorden. Hij krijgt 20 jaar cel voor zijn betrokkenheid bij de vijftienvoudige moord. De celstraf staat gelijk aan de eis van de aanklagers.

Onverwachts sprak de rechter vandaag het vonnis uit over een aantal verdachten in het megaproces rondom de Decembermoorden. De 74-jarige Desi Bouterse is als hoofdverdachte schuldig bevonden, en krijgt een celstraf van 20 jaar. Volgens Surinaamse radiozender ABC is gevangenneming nog niet gelast, wat zou betekenen dat hij nog niet direct de cel in hoeft.

In het proces staat Bouterse samen met 24 medeverdachten terecht. Zelf is hij niet aanwezig bij de zaak, hij is op staatsbezoek in China. Het vonnis telde meer dan honderd pagina’s, met daarin ook vele getuigenverklaringen. De huidig president van Suriname kan nog in hoger beroep gaan tegen de uitspraak. Zijn advocaat heeft ook direct na het vonnis aangegeven dat te gaan doen.

‘De vlag uit’ 

Advocaat Gerard Spong reageerde verheugd op de veroordeling. Hij was zelf bevriend met aantal slachtoffers, en volgt de zaak al jaren van dichtbij. “Ik ben buitengewoon verheugd dat de rechter de moed heeft gevonden om deze veroordeling uit te spreken”, zegt hij tegen RTL Nieuws.”En daarmee te bewijzen dat Suriname een rechtstaat is. Wat mij betreft gaat de vlag uit.”

Nabestaande Decembermoorden: ‘Overwinning voor alle Surinamers’

Bekijk deze video op RTL XL

37 jaar hebben ze erop moeten wachten. Maar nu komen de emoties los bij de nabestaanden van de Decembermoorden.

De zaak draait om het martelen en doodschieten van vijftien politieke tegenstanders van Desi Bouterse op 8 december 1982. Twee jaar eerder was Bouterse aan de macht gekomen na een staatsgreep, die hij samen met vijftien andere sergeanten pleegde.

Bij de Decembermoorden zijn vijftien prominente critici van dat regime om het leven gekomen, zoals advocaten, journalisten en universitair docenten. Bouterse heeft zelf altijd ontkend dat het om een executie ging, maar noemde het het gevolg van een ‘wilde vluchtpoging’. “Nadat schoten in de lucht hen niet van hun ontsnappingspoging konden weerhouden, moest gericht worden geschoten waarbij een deel der aangehouden samenzweerders het leven liet”, zei hij hierover.

Slachtoffers Decembermoorden;

  • Soerendre Rambocus (29): voormalige legerofficier die zich tegen Bouterse had verzet en een tegencoup pleegde in maart 1982. Rambocus werd in november 1982 veroordeeld tot twaalf jaar cel.
  • John Baboeram (31): advocaat, onder meer in de zaak-Rambocus
  • Bram Behr (31): journalist.
  • Cyrill Daal (46): voorzitter grootste vakcentrale, De Moederbond. Leidde protesten en stakingen tegen militair bewind. Bouterse kondigt kort voor Decembermoorden aan dat Daal de rekening gepresenteerd zal krijgen.
  • Kenneth Gonçalves (42): advocaat, eveneens in zaak-Rambocus.
  • Eddy Hoost (48): advocaat en ex-minister van Justitie, eveneens advocaat in zaak-Rambocus.
  • André Kamperveen (58): eigenaar Radio ABC en ex-minister van Cultuur en Sport.
  • Gerard Leckie (39): universitair docent.
  • Sugrim Oemrawsingh (42): universitair docent, verdacht van voorbereiding van coup tegen Bouterse.
  • Leslie Rahman (28): journalist.
  • Harold Riedewald (49): advocaat, ook in zaak-Rambocus.
  • Jiwansingh Sheombar (25): sergeant, kompaan en ondergeschikte van Rambocus, medeverdachte in proces rond tegencoup 1982.
  • Jozef Slagveer (42): journalist
  • Robby Sohansingh (37): zakenman, door militairen verdacht van betrokkenheid bij tegencoup
  • Frank Wijngaarde (43): journalist en Nederlands staatsburger, werkzaam bij Radio ABC.

Megaproces

Dat vandaag het vonnis is uitgesproken komt als een grote verrassing. De verdachten moesten vandaag naar de rechtszaal komen, met als officiële reden dat ze te horen zouden krijgen wanneer hun vonnis uitgesproken zou worden. Dat bleek dus vandaag te zijn.

Lees ook:

Belangrijke verdachte vrijgesproken in proces Decembermoorden

Belangrijke medeverdachte Boerenveen kreeg eerder vandaag al te horen dat hij wordt vrijgesproken. Hij zou nauw betrokken zijn geweest bij het plannen en uitvoeren van de moorden, maar dat achtte de krijgsraad niet bewezen. De aanklager in de zaak tegen de inmiddels overleden Arthy Gorré is niet-ontvankelijk verklaard. Gorré was één van de zestien militairen die onder leiding van Desi Bouterse in 1980 de macht in Suriname overnamen. Tegen hem was twintig jaar cel geëist voor zijn betrokkenheid bij de decembermoorden.

Van de in totaal 25 verdachten zijn er inmiddels zes overleden.

RTL Nieuws; Desi Bouterse  Decembermoorden

President Bouterse vorig jaar op staatsbezoek in Brazilië EPA

Twintig jaar cel voor Surinaamse president Bouterse

NOS 29.11.2019 De Surinaamse president Bouterse is door de krijgsraad in Paramaribo veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn rol in de Decembermoorden in 1982. Dat is conform de eis van de openbaar aanklager. De oud-legerleider is niet in het land, hij is op staatsbezoek in China. De krijgsraad heeft geen onmiddellijke gevangenneming gelast.

Bouterse’s advocaat heeft aangekondigd dat zijn cliënt beroep aantekent tegen de uitspraak.

Volgens de krijgsraad zijn opzet en voorbedachte raad voldoende bewezen. Het vonnis over Bouterse telt 120 pagina’s. “Verdachte Bouterse bepaalde het beleid. Hij was de machtigste man binnen het leger en toonde dat door Derby weg te sturen.” Daarmee doelt de krijgsraad op het wegsturen van Fred Derby, een vakbondsleider die als enige het drama kon navertellen.

De rechter in Suriname begon eerder vanmiddag onverwacht aan het voorlezen van de vonnissen. Oud-bataljonscommandant Etienne Boerenveen kreeg vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. De aanklager wilde dat ook hij twintig jaar de cel inging.

Ook de verdachte oud-militair Jimmy Stolk is vrijgesproken en de aanklager is in de zaak tegen Arthy Gorré niet-ontvankelijk verklaard. Gorré, tegen wie twintig jaar was geëist, overleed vorig jaar. Gorré en Boerenveen hebben altijd ontkend dat ze tijdens de moorden aanwezig waren op de plaats delict, Fort Zeelandia in Paramaribo.

Bouterse ontkent betrokkenheid

In het megaproces, dat loopt sinds 2007, stond Bouterse met 24 medeverdachten terecht voor betrokkenheid bij het martelen en vermoorden van vijftien politieke tegenstanders in december 1982. Bouterse en zijn advocaat spraken eerder van een oneerlijk, politiek proces dat wordt aangestuurd door Nederland. De president heeft zijn persoonlijke betrokkenheid bij de Decembermoorden altijd ontkend.

De openbaar aanklager had in juni 2017 twintig jaar celstraf geëist tegen Bouterse. Voor de aanklager stond het vast dat de toenmalige legerleider nauw betrokken was bij de dood van de slachtoffers.

Proces van lange adem

De rechtsgang liep jaren vertraging op doordat het Bouterse in 2012 lukte om een amnestiewet door het parlement te krijgen. Pas in 2016 stelde de krijgsraad de wet buiten werking, omdat die ingreep in een lopend proces.

Bekijk ook

Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel voor Decembermoorden

MSN 29.11.2019 De straf voor de president is gelijk aan wat de aanklager eiste. Bouterse is zelf overigens niet in het land. Hij is momenteel op staatsbezoek in China. Dat is uitzonderlijk: meestal legt de president een dergelijk bezoek niet zelf af, maar doen de vicepresident of ministers dat.

Of Bouterse daadwerkelijk in de cel zal komen, is nog af te wachten. Volgens een journalist van de Belgische krant De Standaard, die ter plaatse is, eist de Krijgraad, de militaire rechtbank in Suriname, geen onmiddellijke gevangenneming.

Tegen Boerenveen had het Openbaar Ministerie eerder ook twintig jaar cel geëist. Hij werd na hoofdverdachte Desi Bouterse gezien als belangrijkste verdachte. Voor Stolk was al vrijspraak geëist.

Het OM werd niet-ontvankelijk verklaard in de zaak tegen Arthy Gorré, die inmiddels is overleden. Tegen hem was ook twintig jaar cel geëist voor zijn aandeel in de moord op vijftien politieke tegenstanders van Bouterse op 8 december 1982 in Fort Zeelandia. Van de in totaal 25 verdachten zijn er inmiddels zes overleden.

In de zaak van Boerenveen, die destijds bataljonscommandant was, vindt de krijgsraad niet bewezen dat hij aanwezig was bij het doodschieten van de slachtoffers in de nacht van 7 op 8 december. Een getuige meldde eerder dat hij had gezien dat Boerenveen op 8 december 1982 Surendre Rambocus uit zijn cel had gehaald en naar Fort Zeelandia had gebracht. Daar werd Rambocus gedood.

Ook is volgens de krijgsraad niet bewezen dat Boerenveen wist van het draaiboek waarin de moord beschreven zou staan. Het is wel zo dat Boerenveen het alarmplan heeft geactiveerd. Omdat het in die periode in Suriname zeer onrustig was, was het volgens de krijgsraad niet onlogisch dat Boerenveen die opdracht kreeg en uitvoerde.

Momenteel is Boerenveen president-commissaris van Staatsolie in het kabinet van president Desi Bouterse. Hij wordt gezien als een vertrouweling van Bouterse. Tijdens de moorden op vijftien politieke tegenstanders van Desi Bouterse op 8 december 1982 was Etienne Boerenveen bataljonscommendant. Hij schopte het na een opleiding in Nederland tot kolonel in het Nationaal Leger van Suriname.

In 1986 werd Boerenveen in Miami in de Verenigde Staten gearresteerd vanwege betrokkenheid bij drugshandel. Daarvoor kreeg hij een celstraf van twaalf jaar, maar hij kwam in 1991 vervroegd vrij. Daarna keerde hij terug naar Suriname en nam hij weer dienst in het leger.

Eddy Wijngaarde, een van de nabestaanden van de slachtoffers, is niet verrast over de uitspraken van de krijgsraad. Hij is wel verrast dat de krijgsraad vrijdag toch uitspraak doet in verschillende zaken; dit was tot vrijdag niet echt duidelijk.

De zitting in Paramaribo vrijdag is omgeven met strenge veiligheidsmaatregelen. Er zijn veel militairen en agenten op de been.

Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel voor Decembermoorden

Telegraaf 29.11.2019 President Desi Bouterse is in Paramaribo veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn betrokkenheid bij de Decembermoorden. Dat staat gelijk aan de eis van de aanklagers. Bouterse gaat in hoger beroep.

In de rechtbank in Paramaribo klonk applaus en waren er tranen bij de nabestaanden nadat het vonnis werd uitgesproken. De rechtszaak tegen Bouterse en 24 andere verdachten sleept zich al jaren voort. Zij stonden terecht voor de moord op vijftien prominente tegenstanders van het militaire regime, onder leiding van Bouterse. De vijftien werden in de nacht van 7 op 8 december 1982 vermoord in Fort Zeelandia in Paramaribo.

Dat het vonnis vandaag werd uitgesproken kwam uiteindelijk als een verrassing. De verdachten waren opgeroepen in de veronderstelling dat zij de datum van de uitspraak te horen zouden krijgen. Het voorlezen van het vonnis van meer dan honderd pagina’s duurde ruim vier uur. Het stond vol met belastende getuigenverklaringen. Zoals van Fred Derby, de enige overlevende van de decembermoorden. Hij verklaarde voor zijn dood in 2001 dat voor hem vaststond dat Bouterse in die bewuste nacht de beslissingen nam.

Mogelijk niet in cel

Advocaat Gerard Spong noemt het een „historische dag voor Suriname.” Spong strijdt al negentien jaar voor gerechtigheid voor de nabestaanden. „Deze moedige rechters hebben de rechtsstaat een grote dienst bewezen.”

Of Bouterse daadwerkelijk in de cel zal belanden is nog zeer onduidelijk. Er werd door de Krijgsraad geen gevangenneming opgelegd. Advocaat Spong vermoedt dat ze dat hebben gedaan „om sociale onrust te vermijden.” President Bouterse zelf is op dit moment in China, waar hij op staatsbezoek is. Daarna reist hij mogelijk nog naar Cuba.

Desi Bouterse, uiterst links, bij het staatsbezoek aan China, samen met premier Li Keqiang. Ⓒ EPA

De advocaat van Bouterse heeft aangegeven dat hij in hoger beroep gaat tegen de uitspraak. Maar er wordt ook driftig gespeculeerd over de optie om de president gratie te verlenen, zodat hij geen straf hoeft uit te zitten.

Theoretisch zou Bouterse dat zelf kunnen doen. Toch is advocaat Spong daar niet heel erg bang voor. Volgens hem zou dat door een toekomstige regering namelijk gewoon weer teruggedraaid kunnen worden. „Het zou wel het meest ultieme bewijs zijn dat hij lak heeft aan de rechtsstaat”, aldus Spong.

Mega-proces

De afgelopen jaren probeerde Bouterse al op verschillende manieren een veroordeling te voorkomen. In 2012 werd door het parlement een omstreden amnestiewet aangenomen, waardoor vervolging niet meer mogelijk was. In 2016 besloot de Krijgsraad dat die wet niet rechtsgeldig was. Daarna probeerde Bouterse aan de wet te ontsnappen door een omstreden artikel in de grondwet te gebruiken. Volgens advocaat Spong hebben de pogingen van Bouterse om het proces te belemmeren uiteindelijk juist meegewogen in de strafmaat.

Twee andere verdachten, Etienne Boerenveen en Jimmy Stolk, zijn eerder vandaag vrijgesproken. Tegen Etienne Boerenveen had het Openbaar Ministerie eerder ook twintig jaar cel geëist. Hij werd na hoofdverdachte Desi Bouterse gezien als belangrijkste verdachte. Voor Stolk was al vrijspraak geëist.

Het OM werd niet-ontvankelijk verklaard in de zaak tegen Arthy Gorré, die inmiddels is overleden. Tegen hem was ook twintig jaar cel geëist voor zijn aandeel in de moord op vijftien politieke tegenstanders van Bouterse op 8 december 1982 in Fort Zeelandia. Van de in totaal 25 verdachten zijn er inmiddels zes overleden.

Bekijk ook: 

Amsterdam herdenkt Decembermoorden 

Boerenveen

In de zaak van Boerenveen, die destijds bataljonscommandant was, vindt de krijgsraad niet bewezen dat hij aanwezig was bij het doodschieten van de slachtoffers in de nacht van 7 op 8 december. Een getuige meldde eerder dat hij had gezien dat Boerenveen op 8 december 1982 Surendre Rambocus uit zijn cel had gehaald en naar Fort Zeelandia had gebracht. Daar werd Rambocus gedood.

Een van de verdachten, Etienne Boerenveen (links) en de broer van Cyrill Daal, een van de slachtoffers, Eddie Daal (rood hemd), ontmoetten elkaar in 2007 bij de ingang van de rechtbank op de marinebasis in het plaatsje Boxel, net buiten Paramaribo.

Ook is volgens de krijgsraad niet bewezen dat Boerenveen wist van het draaiboek waarin de moord beschreven zou staan. Het is wel zo dat Boerenveen het alarmplan heeft geactiveerd. Omdat het in die periode in Suriname zeer onrustig was, was het volgens de krijgsraad niet onlogisch dat Boerenveen die opdracht kreeg en uitvoerde.

President-commissaris van Staatsolie

Momenteel is Boerenveen president-commissaris van Staatsolie in het kabinet van president Desi Bouterse. Hij wordt gezien als een vertrouweling van Bouterse. Tijdens de moorden op vijftien politieke tegenstanders van Desi Bouterse op 8 december 1982 was Etienne Boerenveen bataljonscommendant. Hij schopte het na een opleiding in Nederland tot kolonel in het Nationaal Leger van Suriname.

In 1986 werd Boerenveen in Miami in de Verenigde Staten gearresteerd vanwege betrokkenheid bij drugshandel. Daarvoor kreeg hij een celstraf van twaalf jaar, maar hij kwam in 1991 vervroegd vrij. Daarna keerde hij terug naar Suriname en nam hij weer dienst in het leger.

Onduidelijkheid uitspraak

Eddy Wijngaarde, een van de nabestaanden van de slachtoffers, is niet verrast over de uitspraken van de krijgsraad. Hij is wel verrast dat de krijgsraad vrijdag toch uitspraak doet in verschillende zaken; dit was tot vrijdag niet echt duidelijk.

De zitting in Paramaribo vrijdag is omgeven met strenge veiligheidsmaatregelen. Er zijn veel militairen en agenten op de been.

Bekijk ook: 

Eis 20 jaar voor Bouterse blijft staan 

Bekijk ook: 

OM weer aan zet in proces decembermoorden 

Bekijk meer van; proces Jimmy Stolk Desi Bouterse Paramaribo Suriname Boerenveen Decembermoorden

Bouterse tot 20 jaar cel veroordeeld voor Decembermoorden

AD 29.11.2019 De Surinaamse president Desi Bouterse is veroordeeld tot 20 jaar cel voor de Decembermoorden in 1982. Dat heeft Krijgsraad zojuist bekendgemaakt. Bouterse was destijds leider van het militaire regime en medeplichtig aan de martelingen en executies van 15 Surinaamse critici. De rechter gelast echter niet zijn aanhouding.

De Krijgsraad acht de feiten waar Bouterse van verdacht wordt, bewezen. Hij nam als bevelhebber het besluit 15 politieke tegenstanders van zijn regime op 8 december 1982 op te pakken en in Fort Zeelandia te doden.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Bouterse verklaarde destijds dat de slachtoffers een machtsovername beraamden en dat ze op de vlucht waren doodgeschoten. Volgens de Krijgsraad is het verhaal van de coup verzonnen en was het onmogelijk te vluchten uit Fort Zeelandia.

De Krijgsraad in Suriname sprak vandaag geheel onverwacht de eerste vonnissen uit in het 8 Decemberstrafproces. Daarin is Bouterse, de huidige president van Suriname, de hoofdverdachte. Hij was destijds bevelhebber van het Nationaal Leger, en sinds 1980 aan de macht na een staatsgreep. Het Openbaar Ministerie eiste ook 20 jaar cel tegen hem.

De woordvoerder van Bouterse heeft op de Surinaamse staatsradio burgers opgeroepen rustig te blijven. Hij liep nog voor het vonnis vooruit op een eventuele veroordeling van de president. ,,De uitspraak is weer een poging van Nederland om de politicus Desi Bouterse te isoleren. Ik weet niet eens of er wel bewijzen zijn tegen Bouterse over die Decembermoorden.’’

Doodvonnis

Verschillende getuigen hebben verklaard dat Bouterse op het moment van de executies aanwezig was in Fort Zeelandia. Alle slachtoffers zouden daar in zijn werkkamer één voor één aan hem zijn voorgeleid, waarna hij persoonlijk hun doodvonnis velde. Eén getuige verklaarde later dat Bouterse vakbondsleider Cyrill Daal en ex-militair Soerendre Rambocus zelf heeft doodgeschoten. Het OM heeft daar geen bewijs voor.

De rechters gingen uitgebreid in op de getuigenverklaringen. Cruciaal was de verklaring van vakbondsleider Fred Derby. Hij is die nacht ook gearresteerd en naar Fort Zeelandia overgebracht, maar werd om onduidelijke reden vrijgelaten.

Derby overleed in 2001 maar hij liet wel een getuigenis achter over de gebeurtenissen. Hij verklaarde dat Bouterse ‘beheerst en koelbloedig’ de beslissingen nam en dat van tevoren was afgesproken dat de slachtoffers zouden worden ‘afgemaakt’.

Bouterse heeft altijd ontkend dat hij bij de executies aanwezig was. Wel bood hij in 2007 zijn excuses aan voor de Decembermoorden, omdat hij destijds politiek verantwoordelijk was.

De Surinaamse president is op dit moment op staatsbezoek in China. Het is onduidelijk hoe het nu verder gaat. In theorie kan de president zichzelf gratie verlenen. ,,Het zou een gotspe zijn als hij dat doet, maar alles is mogelijk,’’ zegt strafpleiter Gerard Spong.

De drie vrouwelijke rechters van de Krijgsraad: Suzanne Chu ,Cynthia Valstein-Montnor en Rewita Chatterpal (vlnr) © anp

Eerder vandaag sprak de Krijgsraad ex-militair Etienne Boerenveen vrij.  Hij geldt na Bouterse als een van de belangrijkste verdachten. Volgens getuigen zou de bataljonscommandant destijds slachtoffer Soerendre Rambocus hebben overgebracht naar Fort Zeelandia, waar die kort daarna werd vermoord. Rambocus zat vast vanwege een mislukte tegencoup in maart 1982. De Krijgsraad vindt dat er onvoldoende bewijs is tegen Boerenveen. Het OM had 20 jaar cel geëist.

De rechters spraken ook Jimmy Stolk vrij. Dat is conform de eis van het OM. De zaak van Arthy Gorré werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij inmiddels is overleden.

Meesterzet

Romeo Hoost, voorzitter van het Comité Herdenking Slachtoffers, zei eerder blij te zijn dat de rechters vandaag vonnis wijzen. Hij is de neef van de vermoorde advocaat Eddy Hoost. ,,Ik ben met stomheid geslagen. Het is een meesterzet van de Krijgsraad om ze naar de rechtbank te lokken alsof er nog niks aan de hand is.  De uitspraak van Boerenveen is jammer. Dan begin ik wel te twijfelen aan de afloop. Maar hij is minder belangrijk. Voor mij gaat het vooral om Bouterse.’’

Premier Mark Rutte zei te hopen dat het Surinaamse rechtsstelsel goed functioneert. ,,Wij zullen als Nederland met grote aandacht volgen of de rechtsgang goed plaatsvindt. Bouterse moet zich verantwoorden voor wat hij daar gedaan heeft’’, aldus de premier tijdens de wekelijkse persconferentie.

Strenge veiligheidsmaatregelen

Na ruim een jaar stilte zette de Krijgsraad vanochtend het 8 Decemberstrafproces voort. Dat gebeurde onder strenge veiligheidsmaatregelen. De straat waar de rechtbank is gevestigd is helemaal afgesloten. Vijf scholen in de directe omgeving zijn vandaag vanwege de zitting dicht gebleven.

Na een proces van bijna twintig jaar snakten de nabestaanden naar een vonnis. De Decembermoorden zijn het grootste trauma in de jonge geschiedenis van Suriname. Het proces hangt als een zwaard van Damocles boven het land. Negentien jaar geleden werd het strafrechtelijk onderzoek gestart. Vandaag is het – op één dag na- precies 12 jaar na de start van de strafzaak tegen 25 verdachten.

Sunil Oemrawsingh bij de kogelgaten in Fort Zeelandia © AD/ Tonny van der Mee

Klap op klap

Voor nabestaanden waren het tropenjaren, waarin ze klap op klap kregen maar de rug recht hielden in hun strijd om gerechtigheid. ,,Velen van ons hebben inmiddels grijze haren gekregen en sommige ouders, broers en zussen zijn heengegaan’’, zegt Sunil Oemrawsingh (59), wiens oom 37 jaar geleden standrechtelijk werd geëxecuteerd. ,,De emoties liepen soms hoog op. Mensen maakten hun ongenoegen duidelijk of kregen een woede-uitbarsting. Sommigen stormden de rechtszaal uit of gooiden hun telefoon kapot.’’

Oemrawsingh ergerde zich aan het ‘selectieve geheugenverlies’ van de verdachten. ,,Zij zijn vader van een gezin. Zij kunnen hun kinderen geborgenheid en warmte geven. Dat hebben ze de slachtoffers ontnomen. Het is zo onrechtvaardig.’’

De ogen zijn vooral gericht op hoofdverdachte Bouterse. Bij het gerechtelijk vooronderzoek is hij wel bij de rechter-commissaris geweest, maar hij verscheen nimmer bij een zitting in de rechtbank.

Schoolboek verboden

Waar zijn advocaat elke juridische mogelijkheid aangreep om de rechtszaak de grond in te boren, daar gebruikte Bouterse zijn staatsmacht om onder vervolging uit te komen. Het proces lag vier jaar stil na de invoering van een Amnestiewet. Bouterse verbood ook een schoolboek waarin kritische passages stonden over de Decembermoorden, met een foto van een protestbord met daarop: ‘Bouterse is een moordenaar’.

Rechter Suriname begonnen met uitspreken vonnissen Decembermoordenproces

NOS 29.11.2019 De rechter in Suriname is onverwacht begonnen aan het voorlezen van de vonnissen in het Decembermoordenproces. Nog niet duidelijk is of en wanneer president Desi Bouterse zijn vonnis hoort. De oud-legerleider is niet in het land, hij is op staatsbezoek in China.

Er gelden strenge veiligheidsmaatregelen bij het gebouw van de krijgsraad. Zo is er extra bewaking, zijn nabijgelegen scholen gesloten en moesten journalisten hun camera’s en telefoons inleveren bij het binnengaan van de rechtszaal.

Drie vonnissen

Toch is duidelijk geworden dat er drie vonnissen zijn gelezen: verdachte Jimmy Stolk is vrijgesproken en de aanklager is in de zaak tegen Arthy Gorré niet-ontvankelijk verklaard. Gorré, tegen wie twintig jaar was geëist, overleed vorig jaar.

Ook oud-bataljonscommandant Etienne Boerenveen is vrijgesproken. De aanklager wilde dat hij twintig jaar de cel inging.

Bouterse ontkent betrokkenheid

In het megaproces, dat loopt sinds 2007, staat Bouterse met 24 medeverdachten terecht voor betrokkenheid bij het martelen en vermoorden van vijftien politieke tegenstanders in december 1982. Bouterse en zijn advocaat spraken eerder van een oneerlijk, politiek proces dat wordt aangestuurd door Nederland. De president heeft zijn persoonlijke betrokkenheid bij de Decembermoorden altijd ontkend.

De openbaar aanklager had in juni 2017 twintig jaar celstraf geëist tegen Bouterse. Voor de aanklager stond het vast dat de toenmalige legerleider nauw betrokken was bij de dood van de slachtoffers.

Proces van lange adem

De rechtsgang liep jaren vertraging op doordat het Bouterse in 2012 lukte om een amnestiewet door het parlement te krijgen. Pas in 2016 stelde de krijgsraad de wet buiten werking, omdat die ingreep in een lopend proces.

Bekijk ook een terugblik op de Decembermoorden en het proces:

Een terugblik op de decembermoorden in Suriname 1982

Bekijk ook;

Surinaamse rechter spreekt vonnissen uit in proces rond Decembermoorden

NU 29.11.2019 Onverwacht is een Surinaamse rechter vrijdag begonnen met het voorlezen van de vonnissen in de strafzaak rond de Decembermoorden. Waarschijnlijk hoort ook Desi Bouterse, de huidige president van Suriname, vrijdag zijn vonnis.

De Surinaamse krijgsraad begon vrijdag met de zaken van de verdachten Jimmy Stolk en Arthy Gorré, melden lokale media. Stolk is vrijgesproken wegens een gebrek aan bewijs. De zaak-Gorré werd gestopt, omdat hij in 2018 is overleden.

Ook is oud-bataljonscommandant Etienne Boerenveen vrijgesproken. Tegen hem was twintig jaar cel geëist. Hij werd gezien als de rechterhand van Bouterse.

Zoals eerder gezegd, hoort Desi Bouterse – de hoofdverdachte in de zaak – vrijdag waarschijnlijk ook zijn vonnis. In 1982 was hij leider van het toenmalige militaire bewind, waaronder vijftien vooraanstaande Surinamers werden gemarteld en vermoord. Dit gebeurde in Fort Zeelandia, zijn voormalige hoofdkwartier.

De Surinaamse nieuwszender ABC meldt dat de rechter acht van de aan Bouterse ten laste gelegde feiten bewezen heeft geacht. De uitspraak kan nog even op zich laten wachten, aangezien de rechter voorafgaand aan de uitspraak alle getuigenverklaringen bespreekt. Volgens lokale media duurt dit al ‘uren’.

Terwijl er nog geen uitspraak is geweest, zei een woordvoerder van Bouterse op staatsradio dat het vonnis tot stand is gekomen door “complotten van witte mannen, geheime diensten en Mark Rutte”. Rutte zei vrijdagmiddag tijdens zijn wekelijkse persmoment dat Bouterse zich moet “verantwoorden voor wat hij heeft gedaan”.

De openbaar aanklager eiste in 2017 twintig jaar cel tegen Bouterse, net als tegen zeven andere verdachten. Voor negen verdachten is vrijspraak gevraagd. Afgelopen juni werden verdachten John Hardjoprajitno en Harvey Naarendorp vrijgesproken door de rechtbank.

Het proces rond de Decembermoorden loopt al sinds 2007. Bouterse wist het proces voor enige tijd te vertragen met een amnestiewet, die in 2012 werd aangenomen door het Surinaamse parlement. In 2016 werd de wet door de Surinaamse rechtbank buiten werking gezet, waardoor het proces weer kon worden hervat.

Bouterse heeft tot nu toe altijd betrokkenheid ontkend. Hij is niet in de rechtbank aanwezig vanwege een staatsbezoek aan China.

Lees meer over: desi bouterse  decembermoorden  Buitenland

Herdenking van de Decembermoorden in Amsterdam

Herdenking van de Decembermoorden in Amsterdam © Dingena Mol

‘We kennen de moordenaars. Het is tijd voor een uitspraak’

AD 29.11.2019 Na een jaar radiostilte komt de Krijgsraad van Suriname vandaag weer bijeen in de rechtszaak van de Decembermoorden. De dag des oordeels voor president Desi Bouterse en zijn medeverdachten nadert. Na een proces van bijna twintig jaar snakken de nabestaanden naar een vonnis. Deze krant bezocht met Sunil Oemrawsingh de plek waar zijn oom werd geëxecuteerd.

Van zijn juwelierszaak is het nog geen kilometer lopen langs de Surinamerivier naar Fort Zeelandia. Sunil Oemrawsingh (59) bezoekt vaker de plek waar zijn oom 37 jaar geleden standrechtelijk werd geëxecuteerd. Elk jaar worden daar de moorden herdacht. ,,Ik ben ook wel eens uitgenodigd voor een bruiloftsreceptie en een optreden van een dansgroep in het fort. Dat werd me teveel. Ik kan het niet opbrengen plezier te koppelen aan zo’n beladen omgeving.’’

Als voorzitter van Stichting 8 December 1982 bezoekt vertegenwoordigt Oemrawsingh de nabestaanden. Hij loopt door de smalle gangetjes van het vijfhoekige fort, over de ringmuur en door verschillende ruimtes, die zijn ingericht met tentoonstellingen van het Surinaams Museum.

Bouterse reageert op de strafeis

Bouterse reageert op de strafeis © ANP

Hij laat de cellen zien waar de vijftien slachtoffers werden gevangengezet. De kamer van bevelhebber Desi Bouterse op de eerste verdieping, die daar hun doodvonnis tekende toen ze één voor één aan hem werden voorgeleid. De gang waar twee slachtoffers voor de muur werden doodgeschoten. En Bastion Veere, waar dertien anderen voor een vuurpeloton met kogels werden doorzeefd.

Sommigen stormden de rechtszaal uit of gooiden hun telefoon kapot, aldus Sunil Oemrawsingh

Brute, kalme, kille moordpartij

Tijdlijn decembermoorden

Tijdlijn decembermoorden © AD Infographics

Oemrawsingh voelt verdriet en boosheid als hij dezelfde route loopt als de slachtoffers destijds. In de muur van het bastion zijn de kogelgaten nog zichtbaar. Op een gedenkplaat staan de namen van de slachtoffers, onder wie zijn oom Sugrim Oemrawsingh ,,Ze moeten zich machteloos hebben gevoeld. Het was een brute, kalme en kille moordpartij.’’

De Decembermoorden zijn het grootste trauma in de jonge geschiedenis van Suriname. Het proces hangt als een zwaard van Damocles boven het land. Negentien jaar geleden werd het strafrechtelijk onderzoek gestart. Als de Krijgsraad vandaag weer bijeenkomt, is dat – op één dag na – precies 12 jaar na de start van de strafzaak tegen 25 verdachten.

Voor nabestaanden zijn het tropenjaren, waarin ze klap op klap kregen maar de rug recht hielden in hun strijd om gerechtigheid. ,,Velen van ons hebben inmiddels grijze haren gekregen en sommige ouders, broers en zussen zijn heengegaan’’, zegt Oemrawsingh. ,,De emoties liepen soms hoog op. Mensen maakten hun ongenoegen duidelijk of kregen een woede uitbarsting. Sommigen stormden de rechtszaal uit of gooiden hun telefoon kapot.’’

Oemrawsingh ergerde zich aan het ‘selectieve geheugenverlies’ van de verdachten. ,,Zij zijn vader van een gezin. Zij kunnen hun kinderen geborgenheid en warmte geven. Dat hebben ze de slachtoffers ontnomen. Het is zo onrechtvaardig.’’

Naar verwachting maakt de Krijgsraad vandaag eindelijk bekend wanneer een uitspraak komt. Dat kan binnen drie weken. De ogen zijn vooral gericht op hoofdverdachte Bouterse, de huidige president van Suriname, tegen wie twintig jaar cel is geëist, net als tegen zeven andere verdachten. Bouterse verscheen nimmer in de rechtbank.

Schoolboek verboden

Waar zijn advocaat elke juridische mogelijkheid aangreep om de rechtszaak de grond in te boren, daar gebruikte Bouterse zijn staatsmacht om onder vervolging uit te komen. Het proces lag vier jaar stil na de invoering van een Amnestiewet. Bouterse verbood ook een schoolboek waarin kritische passages stonden over de Decembermoorden, met een foto van een protestbord met daarop: ‘Bouterse is een moordenaar’.

Het Hof van Justitie en de Krijgsraad, onder leiding van Cynthia Valstein-Montnor, hielden de rug recht. Oemrawsingh: ,,Vanaf het begin zijn aanvallen geweest om het proces te traineren of te laten staken. De moed van de drie vrouwelijke rechters heeft ons vertrouwen versterkt. Ze staan stevig in hun toga.’’

Zijn oom Sugrim, wis- en natuurkundige aan de Universiteit van Suriname en directeur van het Rekencentrum, werd door Bouterse beschouwd als ‘onruststoker’. Hij is al eerder in 1982 opgepakt, vanwege betrokkenheid bij een mislukte contra-coup. Zijn tweelingbroer Baal wordt ook opgepakt en berecht, maar nog voor het vonnis vermoord. Sugrim wordt in oktober 1982 vrijgelaten.

Sunil Oemrawsingh bij kogelgaten in de muur van Fort Zeelandia, waar de slachtoffers op 8 december 1982 werden geëxecuteerd

Sunil Oemrawsingh bij kogelgaten in de muur van Fort Zeelandia, waar de slachtoffers op 8 december 1982 werden geëxecuteerd © AD/ Tonny van der Mee

Man van principes

Oemrawsingh: ,,Na zijn vrijlating kwam hij bij ons thuis langs . De huishoudster zei dat hij het land uit moest, vanwege de dood van zijn tweelingbroer. Maar mijn oom was een man van principes en geen lafaard die vluchtte. Hoewel zijn leven werd bedreigd, peinsde hij er niet over het land te verlaten. Hij hield van Suriname, zag hier een toekomst voor zijn kinderen Zijn optimisme was groot. Hij geloofde heilig dat de democratie zou worden hersteld. Hij vond het een waardige zaak om voor te vechten.’’

Mijn oom geloofde heilig dat de democratie in Suriname zou worden hersteld, aldus Sunil Oemrawsingh.

Desi Bouterse (rechts) in Fort Zeelandia in maart 1982, na een mislukte couppoging van zijn tegenstanders Rambocus en Hawker.

Desi Bouterse (rechts) in Fort Zeelandia in maart 1982, na een mislukte couppoging van zijn tegenstanders Rambocus en Hawker. © ANP

In de herfst van 1982 groeit het verzet tegen Bouterse. Die gooit in de nacht van 7 en 8 december de lont in het kruitvat. De militairen steken gebouwen van radiostations, een krant en vakbond in brand en verbieden de brandweer te blussen.

Militairen lichten politieke tegenstanders van hun bed. Het zijn vooraanstaande journalisten, vakbondsleiders, advocaten, ex-militairen en academici, zoals oom Sugrim. Ze worden naar Fort Zeelandia gebracht. Bouterse verklaart op de televisie dat de arrestanten een staatsgreep wilden plegen.

Binnenplaats van Fort Zeelandia

Binnenplaats van Fort Zeelandia © anp

Oemrawsingh: ,,Ik heb die nacht pantserwagens gezien en militairen horen schieten. Op 9 december hebben we de juwelierszaak gewoon geopend alsof er niets aan de hand was. Tot iemand belde. Mijn oom was opgepakt.’’

Scrotum afgesneden

Bouterse verklaart in een televisietoespraak dat de slachtoffers bij een vluchtpoging in de rug zijn geschoten. Maar onderzoeken en getuigenverklaringen wijzen uit dat de meeste slachtoffers zijn gemarteld, en van voren en van dichtbij zijn doodgeschoten. Lichamen zijn verminkt en hebben breuken. Bij één slachtoffer is zijn scrotum afgesneden, bij een ander is met kogels in de borst- en buikstreek een patroon van een kruis gemaakt.

Oemrawsingh zag zijn oom in het mortuarium. Hij had kogelgaten in zijn rechterwang en bij de linkerslaap. ,,Het was onwerkelijk. Het drong niet tot me door. Nabestaanden hebben de lichamen bewust niet gecremeerd, omdat we wisten dat ze misschien nog nodig waren voor onderzoek.’’

Desi Bouterse geeft een interview na de mislukte staatsgreep van maart 1982

Desi Bouterse geeft een interview na de mislukte staatsgreep van maart 1982 © ANP

Ondanks deze bewijzen wijst Irvin Kanhai, advocaat van onder anderen Bouterse, alles van de hand. Het gesprek met hem gaat bij aanvang al mis als wordt gevraagd naar de zitting van de Krijgsraad over de ‘Decembermoorden’. ,,U heeft het over Decembermoorden. Wat zijn dat?’’ zegt Kanhai geïrriteerd. ,,Nederlanders noemen het de ‘Decembermoorden’. Weet u dan wat er is gebeurd?’’

Voor Kanhai is het duidelijk dat de slachtoffers een machtsovername beraamden, met hulp van Nederland. ,,Dat wist iedereen, maar dat wordt geheim gehouden. Suriname moet blij zijn dat de militairen destijds hebben ingegrepen.’’

Suriname moet blij zijn dat de militairen destijds hebben ingegrepen, aldus Irvin Kanhai

Begrafenis van een van de slachtoffers

Begrafenis van een van de slachtoffers © ANP

Kanhai: ,,Dit proces heeft niets opgeleverd. We weten nog steeds niet wat er is gebeurd. Het enige wat we weten dat Bouterse moet hangen. Dáár draait dit proces om, niet om wat er is gebeurd. Ik heb geen enkel vertrouwen in de afloop. Mijn cliënten voelen zich op voorhand al veroordeeld. Nederland loopt voorop.’’

Onredelijk lang

Vorige maand verzocht Kanhai het Hof van Justitie de strafzaak zonder strafoplegging stop te zetten, omdat de Krijgsraad ruim een jaar lang geen processuele handeling had verricht. Het hof wees die vordering af, maar noemde de lange schorsing ‘onredelijk lang’.

Geen van zijn cliënten zal vandaag verschijnen, zegt Kanhai. ,,Dat er een jaar lang niets is gebeurd, is in strijd met het fundament van het strafprocesrecht. Een dag na de uitspraak van het hof krijgen alle verdachten opeens te horen dat ze weer moeten verschijnen, maar ze horen niet waarom. Hier is sprake van rechtsonzekerheid. Daar moeten consequenties aan worden verbonden.’’

Irvin Kanhai (links), advocaat van Desi Bouterse.

Irvin Kanhai (links), advocaat van Desi Bouterse. © ANP

Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, is het met Kanhai eens dat het te lang duurt. ,,Maar dat lag niet aan de Krijgsraad, maar voor honderd procent aan de hoofdverdachte.’’

Voor Essed is dit proces zijn levenswerk geworden. Op de gevel van zijn kantoor prijkt een veelzeggende spreuk: ‘Recht en waarheid maken vrij’.  ,,We hebben alle tegenslagen tot nu toe kunnen pareren. Nabestaanden hebben groot vertrouwen in de integriteit, deskundigheid en durf van de burgerrechters. Het heeft mij hoop gegeven dat dit land een goede toekomst tegemoet gaat.’’

Het heeft mij hoop gegeven dat dit land en goede toekomst tegemoet gaat, aldus Hugo Essed.

Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, bij de rechtbank

Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, bij de rechtbank © ANP

Daadkracht

De advocaat is ook tevreden over de strafeisen. ,,Op een aantal momenten twijfelde ik aan de daadkracht van het OM. Onterecht. Het OM heeft zijn werk goed gedaan. Het is overduidelijk dat de hoofdverdachte direct betrokken is geweest bij het martelen en vermoorden.’’

Voor Sunil Oemrawsingh is het ‘de hoogste tijd’ voor een uitspraak. ,,We weten wie de moordenaars zijn. Buiten de nabestaanden hadden weinig mensen gedacht dat het ooit zover zou komen. Het sterfbed is geen oplossing. De verdachten moeten bij leven hun onschuld bewijzen of schuld bekennen. De rechtsstaat Suriname moet overwinnen.’’

De drie vrouwelijke rechters van de Krijgsraad. In het midden Cynthia Valstein-Montnor

De drie vrouwelijke rechters van de Krijgsraad. In het midden Cynthia Valstein-Montnor © ANP PETER VAN MAELE

Nabestaanden herdenken de Decembermoorden met bloemen en een kranslegging in Fort Zeelandia

Nabestaanden herdenken de Decembermoorden met bloemen en een kranslegging in Fort Zeelandia © anp

Herdenking in Amsterdam

Herdenking in Amsterdam © Maarten Brante

november 29, 2019 Posted by | 8 December-strafproces, desi bouterse, Fort Zeelandia, Krijgsraad van Suriname, rechtzaak, suriname, vervolging | , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Black Friday ofwel de dag des oordeels voor president Desi Bouterse

Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte tijdens het debat gisteravond

Verlenging Missie Irak tot 2021

De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd 19.12.2019 gedebatteerd.

AD 08.05.2020

AD 20.12.2019

Motie van wantrouwen

Informatie over burgerdoden heeft geen rol gespeeld in de beslissing over de verlenging van de missie in Syrië en Irak.

Dat zei premier Mark Rutte 27.11.2019 in een urenlang debat. Het kabinet overleefde een motie van wantrouwen van de SP.

Telegraaf 05.03.2020

AD 04.03.2020

De Tweede Kamer debatteerde met premier Rutte en minister Bijleveld over het bombardement. De vraag was vooral wie daar op welk moment vanaf wist. Een motie van wantrouwen van de SP tegen Rutte en Bijleveld kreeg geen Kamermeerderheid.

Met terugwerkende kracht is het lastig te begrijpen hoe er in juni 2015 door het toenmalige kabinet is gereageerd op het bericht dat bij een aanval van een Nederlandse F-16 op een IS-bommenfabriek in het Iraakse Hawija waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Internationale media spraken direct al van zo’n zeventig slachtoffers.

Hoewel het kabinet twee weken later over een verlenging van de missie van de militairen moest beslissen, is de informatie niet gedeeld in de ministerraad. Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis vermoedt dat ze premier Rutte destijds wel heeft geïnformeerd en ze weet het zeker over toenmalige collega Koenders van Buitenlandse Zaken. Die twee zeggen daar geen herinnering aan te hebben.

Daar moet allemaal niets achter worden gezocht, hield Rutte gisteren 27.11.2019 vol tegenover een kritische Tweede Kamer. Alles is destijds ‘volgens de regels verlopen’. De informatie over de burgerdoden ‘is niet bewust achtergehouden uit angst dat de verlenging in gevaar zou komen’, zoals de oppositie vermoedt.

Telegraaf 11.02.2020

Mogelijke burgerslachtoffers waren “niet relevant” voor het besluit om te verlengen, zo verdedigde Rutte het Kabinetsoptreden. “Er is altijd een risico op burgerslachtoffers.”

Alle procedures zijn correct gevolgd na de melding van burgerslachtoffers door een Nederlandse aanval in Irak in 2015, benadrukte premier Mark Rutte woensdagavond. Maar hij snapt ook het “ongemak” dat er bij de Kamer hierover heerst.

Rutte kon zich informatie van Hennis niet herinneren

Waarom gingen de alarmbellen niet af toen media een dag na de aanval meldden dat er zeker zeventig burgerdoden waren gevallen, vroegen partijen herhaald. “Omdat het werd onderzocht”,zo verklaarde Rutte keer op keer. En de internationale coalitie kon op basis van die openbare bronnen niks vaststellen.

Daarna sleepte het dossier zich weer verder…….!!!!!!

Het industriegebied in Hawija Irak is volledig verwoest  foto NOS

Schadecompensatie

Dertig slachtoffers en nabestaanden van Nederlandse bombardementen in Irak willen daarvoor gecompenseerd worden door de Nederlandse staat. Dat bevestigt hun advocaat Liesbeth Zegveld.

Bij een aanval door een Nederlandse F-16 op de plaats Hawija kwamen in juni 2015 zeker zeventig onschuldige burgers om het leven, onthulden de NOS en NRC vorige maand. Het bombardement was gericht op een autobommenfabriek van IS, maar doordat daar veel meer munitie lag dan gedacht, werd ook de wijk eromheen verwoest.

Telegraaf 07.03.2020

Zegveld vertegenwoordigt 28 nabestaanden van het bombardement op Hawija en twee mensen die slachtoffer zijn geworden van een Nederlandse aanval op een woonhuis in de stad Mosul, een paar maanden later. Daarbij vielen vier doden.

“Waar het om gaat is de vraag: wat heeft Nederland gedaan om te voorkomen dat er zo veel burgerslachtoffers zouden vallen”, zegt Zegveld. “Het is natuurlijk een IS-gebied, maar bewoners hadden bijvoorbeeld gewaarschuwd kunnen worden met pamfletten met de tekst: mensen, het is niet zeker dat het hier vannacht veilig is.”

Geen rechtszaak

De slachtoffers hebben aangegeven hulp te willen en zijn via een journalist en een lokale organisatie in contact gekomen met Zegveld. De zaak is nog in een pril stadium; de groep nabestaanden breidt zich nog steeds uit. De advocaat heeft nu twee vertaalde verklaringen.

Ze zegt een rechtszaak te willen voorkomen. “Het is een schande als het tot een vordering zou moeten leiden.” Ze wil met de lijst met namen naar Defensie in de verwachting dat die de nabestaanden gaat compenseren.

Defensieminister Bijleveld liet tijdens een debat woensdagavond 27.11.2019 nogmaals weten inderdaad met een regeling voor nabestaanden bezig te zijn. Hoe die eruit moet komen te zien is onduidelijk. Eerder zei ze dat het geen erkenning is van schuld, maar een blijk van goede wil.

‘Nederland had plicht om te helpen’

Advocaat Zegveld vindt dat Nederland de slachtoffers eerder had moeten helpen. “Het is idioot als je mensen vijf jaar laat zitten. Er is geen proactieve houding. Ze hadden heel veel schade kunnen beperken door mensen tegemoet te komen, dat is ook hun plicht.” De advocaat zegt ook dat Nederland de plicht had om na de aanval hulp te bieden.

Instanties die de NOS heeft gesproken, denken dat er in totaal honderden mensen zijn die een naaste zijn verloren of materiële schade hebben.

Een Nederlands bombardement in Irak vier jaar geleden is gruwelijk misgegaan, zo blijkt uit onderzoek van NOS en NRC. Tientallen burgers kwamen bij een luchtaanval op een bommenfabriek in Hawija om het leven. Hoe dat precies heeft kunnen gebeuren, is onduidelijk. Inwoners van het stadje vinden de schuldvraag niet zo interessant.

Zij vragen zich vooral af wanneer ze eindelijk een schadevergoeding krijgen.

De enorme ravage die het bombardement op 3 juni 2015 aanricht blijft bij de internationale media niet onopgemerkt. Op beelden van die nacht is te zien hoe het ziekenhuis in Hawija overspoeld wordt met gewonden. Inwoners spreken van “een atoombom die insloeg” en die vijftig kilometer verderop, in Kirkuk, nog te horen was. “Een complete woonwijk is verwoest”, schrijft persbureau Reuters.

De wijk werd door de Amerikaanse generaal John Hesterman op een persconferentie na de luchtaanval omschreven als een “industriegebied”. Dat is wat overdreven als je oude foto’s van de wijk bekijkt. Er stonden inderdaad grote gebouwen: een elektriciteitscentrale, een brandweerkazerne en een ijsfabriek. Maar er was vooral laagbouw: kleine panden waar winkeltjes, een naaiatelier en een theehuis voor een levendige sfeer zorgden.

Bekijk ook;

Dossier luchtaanval Hawija

Live AD

Teruglezen: Het Tweede Kamerdebat over burgerdoden Irak NRC

Verslaggever Inge Lengton live bij het debat;

  Tweets by ‎@IngeLengton

Dossier Luchtaanval Hawija NRC

lees: Stand van zaken over de uitvoering van verschillende moties en toezeggingen 24.03.2020

lees: Brief van de minister van Defensie aan dhr. M. Esper, minister van Defensie van de Verenigde Staten bijlage 1 13.01.2020

lees: Vertaling van de antwoordbrief van de ondersecretaris van defensie van de Verenigde Staten bijlage 2 28.02.2020

lees: Besluit en bijlage Def op Wob-verzoek defensie onderzoek Hawija Redacted 17.02.2020

lees: Brief MIN DEF Antwoorden Kamervragen burgerslachtoffers Karabulut 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF SV Karabulut over passage uit boek missie F16 25.11.2019

lees: Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija brief 25.11.2019

lees: regeling Werkzaamheden over antwoorden op vragen over de 70 burgerdoden in Irak Brief 20.11.2019

lees: Feitenrelaas inzake de transparantie over burgerslachtoffers bij luchtaanvallen brief 05.11.2019

lees: Transparantie burgerslachtoffers bij luchtaanvallen in de strijd tegen ISIS brief 04.11.2019

lees: kamerbrief over het iob onderzoek naar stabilisatieprogrammas in syrie  7 september 2018

lees: rapport review of the monitoring systems of three projects in syria  7 september 2018

lees: Civilian Casualty Review Report Redacted 17.04.2018

lees: kamerbrief met voortgangsrapportage nederlandse bijdrage in strijd tegen isis 13.04.2018

lees: kamerbrief aanvullende artikel 100 brief nederlandse bijdrage aan de strijd tegen isis 29.01.2016

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

Bijleveld donderdag voor de vierde keer naar Kamer over Hawija

NOS 08.05.2020 De Tweede Kamer vergadert volgende week plenair over het Nederlandse bombardement op de Iraakse plaats Hawija in 2015. Het is voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis dat er in de plenaire zaal over iets anders wordt gepraat dan de coronacrisis. Voor de vierde keer moet minister Bijleveld van Defensie zich verantwoorden over de kwestie.

Het debat werd in maart al aangevraagd naar aanleiding van publicaties van de NOS en NRC. Daarin stond dat voorafgaand aan het bombardement op de bommenfabriek van IS al rekening werd gehouden met “nevenschade”, ook al bleek uit de berekeningen dat er nul burgerdoden bij zouden vallen. In werkelijkheid kwamen 70 mensen om en werden 400 gebouwen verwoest of beschadigd. In de fabriek bleken veel meer bommen opgeslagen te liggen dan waar bij het opstellen van de berekeningen vanuit was gegaan.

Daar kwam in maart nog bij dat minister Bijleveld moest toegeven dat de Amerikanen al sinds 2017 de 70 burgerdoden meerekenden in hun statistieken. In december had Bijleveld nog het tegendeel beweerd. Voordat de minister in de Kamer verantwoording kon afleggen, brak de coronacrisis uit en werd het onderwerp vooruitgeschoven.

Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden

Twee weken geleden kwam er opnieuw informatie vrij. De NOS en NRC meldden op 21 april dat de CIA vooraf had gewaarschuwd dat er burgerdoden zouden kunnen vallen. Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija had bovendien bedenkingen bij die aanval, en hield rekening met burgerdoden.

Voor alle coalitielanden in de strijd tegen IS gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook de Tweede Kamer is voorgehouden dat het aantal ingecalculeerde burgerdoden nul moest zijn.

De Tweede Kamer heeft het afgelopen halfjaar meermaals gevraagd om het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval. Maar volgens minister Bijleveld kon dat niet met de Kamer gedeeld worden, omdat het een vertrouwelijk document is.

BEKIJK OOK;

Defensie wist ten tijde van aanval op Hawija niet van Amerikaanse aarzelingen

AD 07.05.2020 De Nederlandse militair die in juni 2015 het groene licht gaf voor het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija wist niet dat de Amerikaanse geheime dienst CIA had gewaarschuwd dat er bij de aanval burgerslachtoffers konden vallen. Hij kon die informatie niet meewegen bij zijn beslissing om de aanval goed te keuren. Uiteindelijk vielen er bij de aanval vermoedelijk zeventig burgerdoden.

Dat schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer. Nederland was niet betrokken bij het deel van het proces waarmee de Amerikanen bepaalden welke doelen er in de strijd tegen IS werden gebombardeerd.

De Amerikaanse aarzelingen bij de aanval, mede op basis van informatie die de Amerikaanse geheime dienst CIA van informanten kreeg, bleef tot ruim na de Nederlandse luchtaanval enkel in Amerikaanse handen. De risico’s die de VS zag, werden overigens ingeperkt in het uiteindelijke, aangepaste aanvalsplan waarmee de Nederlandse commandant akkoord ging.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Geheim

De informatie die ten grondslag lag aan de aanval kwam vorige maand naar buiten nadat NOS en NRC met succes een beroep deden op de Freedom of Information Act, de Amerikaanse versie van de Wet openbaarheid van bestuur. Bijleveld had de Kamer altijd voorgehouden dat de stukken geheim waren en niet met het parlement konden worden gedeeld.

Bijleveld zegt niet te weten waarom de documenten nu toch openbaar zijn gemaakt terwijl haar Amerikaanse ambtsgenoot Mark Esper in maart van dit jaar nog per brief benadrukte dat dat niet kon. Zelf kreeg Defensie het Amerikaanse onderzoek op 22 januari 2016.

Zorgvuldig proces

Toch houdt Bijleveld vol dat het proces uitgebreid was en zorgvuldig is verlopen. Omdat de Amerikanen in eerste instantie aarzelingen hadden, werden er ‘mitigerende maatregelen’ (die negatieve effecten verminderen of wegnemen) genomen die het risico op burgerslachtoffers tot nul moesten terugbrengen.

Zo werden er precisiebommen afgeworpen en vond de aanval ’s nachts plaats. Bij de berekening van de nevenschade zou die beperkt blijven tot het industriële gebied. ,,Daarnaast”, schrijft Bijleveld, ,,werd ingeschat dat bij een nachtaanval er enkel sprake zou zijn van materiële nevenschade.”

Op basis van de inschatting van de nevenschade en de mogelijke impact van secundaire explosies ‘was de verwachting’ dat er bij het Nederlandse F-16-bombardement ‘geen burgerslachtoffers zouden vallen’.

Op basis daarvan besliste de Nederlandse militair die belast was met het eindoordeel, de zogeheten red card holder, na overleg met een Nederlandse juridisch adviseur dat de aanval kon worden uitgevoerd.

Meer explosieven

Het liep anders. De luchtaanval op het doelwit, een fabriek waar bermbommen werden gemaakt, leverde veel meer schade op dan op basis van de Amerikaanse informatie werd verwacht en er kwamen vermoedelijk zeventig burgers om het leven. In de fabriek lagen veel meer explosieven ‘dan bekend was of kon worden ingeschat door de anti-IS-coalitie’.

De aanval op Hawija was anders dan aanvallen op andere bommenfabrieken, stelt Bijleveld. Toen het daar zo mis ging, pasten de Amerikanen hun procedures voor dergelijke aanvallen op ‘gelijksoortige bommenfabrieken’ aan.

Dat de werkwijze op basis van nieuwe informatie zou worden aangepast, was volgens de minister eveneens standaard gebruik. Ook zou het doelwit niet in de hoogste risicocategorie vallen, zoals uit de Amerikaanse stukken zou blijken.

Volgens Bijleveld wordt er in die categorie onderscheid gemaakt tussen ‘high’ en ‘low’ en viel de bommenfabriek in Hawija onder de lagere rubriek omdat ‘burgerslachtoffers kunnen worden voorkomen als daartoe geplande mitigerende maatregelen worden toegepast’.

Geen juridische verplichting

Zonder die maatregelen, stelt Bijleveld, ‘was deze aanval voor de coalitie überhaupt niet uitvoerbaar geweest, gezien uit de stukken blijkt dat er bij dit doel geen burgerslachtoffers mochten worden verwacht’. Dat er bij aanvallen geen burgerslachtoffers te betreuren mochten zijn, was volgens Bijleveld het ‘uitgangspunt’ van alle bombardementen tegen IS.

Dat was echter geen formele bindende afspraak en ook geen juridische verplichting. ,,Ieder land is immers zelf verantwoordelijk voor de eigen wapeninzet en de proportionaliteitsafweging die daar aan vooraf gaat.

Nabestaanden en gewonden luchtaanval Hawija dienen claim in bij Defensie

NOS 29.04.2020 Een groep van 52 Irakezen heeft deze week een schadeclaim ingediend bij het ministerie van Defensie. Ze stellen dat ze het slachtoffer zijn van de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija in 2015. Een aantal van hen verloor een of meerdere familieleden, anderen zeggen dat ze zwaar lichamelijk letsel hebben overgehouden aan het bombardement op de autobommenfabriek van terreurgroep IS.

In de fabriek lag veel meer munitie opgeslagen dan gedacht, waardoor de fabriek explodeerde. Honderden omliggende huizen raakten beschadigd of werden verwoest. Bij de aanval kwamen zeker 70 burgers om het leven. De slachtoffers die nu een schadeclaim hebben ingediend, verloren samen 21 naasten.

Volgens Liesbeth Zegveld, de advocaat van de Irakezen, was de aanval “niet proportioneel in het licht van het verwachte concrete en directe militaire voordeel”. Zegveld vindt dat er meer voorzorgsmaatregelen hadden moeten worden getroffen om te voorkomen dat er bij de aanval zoveel mensen zouden omkomen.

Minister beloofde schadevergoeding

Minister Bijleveld van Defensie heeft in de Tweede Kamer meerdere keren gezegd dat geen enkele dode was ingecalculeerd, maar dat de hoeveelheid munitie die in de fabriek lag niet was te voorzien. Volgens Zegveld erkent het kabinet daarmee dat er sprake was van een ongeluk, wat Nederland in haar ogen aansprakelijk maakt voor het aangedane leed.

Nadat in oktober bekend was geworden dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval, zegde minister Bijleveld de Kamer al toe te gaan kijken naar de mogelijkheid om een schadevergoeding uit te keren. Hoe ze dat wil gaan doen, is nog niet bekend. Zegveld zegt daar niet langer op te willen wachten en heeft daarom de claim ingediend.

Vijf kinderen

Een van de Irakezen is de 39-jarige witgoedmonteur Abdallah. Hij verloor bij de aanval zijn vrouw en vijf kinderen. Twee andere kinderen overleefden de aanval. Het gezin was op de vlucht en op doorreis, maar mochten van IS niet verder reizen. Hierdoor moesten ze naar eigen zeggen noodgedwongen een woning huren in Hawija.

Het gezin woonden op ruim 200 meter van de bommenfabriek. Hun huis stortte door de explosie na de bomaanval in. Sommige van zijn kinderen waren op slag dood. Anderen overleden op weg naar het ziekenhuis. Volgens Zegveld heeft de Iraakse overheid vastgesteld dat het gezin geen banden had met IS.

Ook de 63-jarige Shuja’a verloor een zoon. Hij werkte als nachtwaker in een autoshowroom op het terrein waar ook de bommenfabriek stond. De man raakte ernstig gewond bij de aanval en overleed enkele dagen later aan zijn verwondingen.

Nabestaanden van het bombardement op Hawija dienen schadeclaim in bij Defensie

De Zoetermeerse postbode Alaa en zijn vrouw Wafaa, wier zoon een oog verloor, behoren ook tot de indieners. Wafaa heeft blijvend letsel door de glasscherven die ze in haar rug heeft gekregen. Ze willen onder andere dat hun medische kosten worden vergoed.

Volgens Zegveld zijn er behalve de 52 Irakezen nog meer slachtoffers uit Hawija die zich achter de claim gaan scharen, maar worden hun gegevens momenteel verzameld.

Twee miljoen dollar

Eerder diende Zegveld al een schadeclaim in namens Basim Razzo. Hij verloor in hetzelfde jaar zijn familie bij een Nederlandse aanval op Mosul, omdat er werd gedacht dat zijn huis een IS-hoofdkwartier was. Dat bleek niet niet zo te zijn.

Razzo wil 2 miljoen dollar van de Nederlandse overheid. Volgens Zegveld is er binnenkort een gesprek tussen het ministerie van Defensie en Razzo over de schadeclaim.

Bekijk ook;

’Amerikanen waarschuwden voor burgerslachtoffers bij aanval Hawija’

Telegraaf 21.04.2020 De Amerikaanse inlichtingendienst CIA waarschuwde een week voor de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija al voor mogelijke burgerslachtoffers omdat een woonwijk vlakbij lag. Na de operatie is de procedure voor aanvallen op dergelijke doelen aangescherpt.

Dat blijkt uit documenten die NRC en NOS na tussenkomst van de rechter hebben gekregen van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Minister Ank Bijleveld van Defensie heeft de informatie niet gedeeld met de Tweede Kamer.

BEKIJK OOK:

Bijleveld lichtte kamer verkeerd in over burgerdoden aanval Hawija

Bij de aanval op de stad nabij Kirkuk kwamen naar schatting zeker zeventig burgers om het leven. Het doelwit was een bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat (IS). De aanval werd vooraf in de categorie geplaatst met de hoogste kans op burgerslachtoffers.

BEKIJK OOK:

Woede om kwalificatie ’moordenaars’ voor militairen

BEKIJK OOK:

Defensie moet nabestaanden burgerslachtoffers compenseren

De CIA had op basis van vier informanten de internationale coalitie tegen IS getipt over de bommenfabriek en tegelijk gewezen op de nabije woonwijk en de mogelijkheid van burgerslachtoffers. „Daardoor had men redelijkerwijs kunnen concluderen dat er burgerslachtoffers hadden kunnen vallen als gevolg van de aanval”, aldus een Amerikaanse commandant in augustus 2015.

Bomfabriek

Uit de stukken blijkt dat de procedures in september 2015 zijn aangepast. Er werd bepaald dat er meer onderzoek moest komen naar doelen met kans op secundaire explosies in dichtbevolkte gebieden. In Hawija was vooraf niet ingeschat hoeveel explosieven er lagen opgeslagen in de bomfabriek.

Bijleveld liet de Kamer weten dat de operatie volgens de regels is verlopen. Dat er burgerslachtoffers vielen kwam volgens haar omdat er veel meer explosieven in de fabriek lagen dan vooraf ingeschat. Maar dat vooraf ook al werd gewaarschuwd voor mogelijke burgerslachtoffers heeft ze niet gemeld.

Het is een precaire kwestie voor de minister. Eerder moest zij de Kamer al vertellen dat die over de aanval verkeerd is geïnformeerd. Bijleveld kreeg vorig jaar al een motie van wantrouwen van bijna de hele oppositie aan haar broek over de zaak.

De Kamer heeft eerder gezegd alle informatie te willen hebben. Bijleveld heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie meermaals gevraagd geheime documenten over de zaak met de Kamer te mogen delen, maar kreeg hiervoor geen toestemming.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Tweede Kamer der Staten-Generaal Islamitische Staat

‘Amerikanen waarschuwden vooraf voor burgerdoden Hawija’

NU 21.04.2020 De Amerikaanse krijgsmacht waarschuwde op voorhand voor burgerdoden bij het voorgenomen Nederlandse bombardement op een bommenfabriek van IS in de Iraakse stad Hawija. Dat blijkt dinsdag uit stukken van de Amerikaanse krijgsmacht, die zijn opgevraagd door NRC en NOS.

Bij het bombardement door Nederlandse F-16’s in de nacht van 2 op 3 juni 2015 kwamen naar schatting zeventig burgers om het leven.

NOS en NRC deden een beroep op de Amerikaanse Freedom of Information Act om de stukken in handen te krijgen. Ze bevatten onder meer een Amerikaans defensieonderzoek naar het bombardement in Hawija.

Uit de documenten blijkt dat de inlichtingendienst CIA op voorhand had gewaarschuwd voor potentiële burgerslachtoffers, omdat de fabriek in een woongebied stond. Het doelwit werd wat dat betreft gerekend tot de hoogste risicocategorie.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) schreef aan de Tweede Kamer dat de grote gevolgen van het bombardement niet waren te voorzien. De enorme explosies in Hawija werden veroorzaakt door een grote hoeveelheid munitie in de fabriek. Die was groter dan “bekend was of kon worden ingeschat”, aldus Bijleveld. Ze stelde dat het bombardement volgens de geldende procedures is verlopen.

In de nasleep van het bombardement scherpte de internationale coalitie in september 2015 de procedure voor aanvallen op IS-bommenfabrieken aan. Dat heeft het kabinet niet aan de Kamer verteld, hoewel het parlement meerdere keren om die informatie heeft gevraagd.

Geen analyse van risico op secundaire explosies

De Amerikaanse documenten wekken ook de indruk dat inlichtingen van CIA-informanten in het gebied niet zijn benut. De mogelijkheid van secundaire explosies door opgeslagen explosieven en munitie in de fabriek is nooit serieus verkend.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, schreef een Amerikaanse luchtmachtcommandant in een analyse.

Het kabinet had met de Tweede Kamer afgesproken dat bombardementen niet mochten worden uitgevoerd als op voorhand werd ingeschat dat er burgerdoden konden vallen.

Volgens minister Bijleveld was het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval vertrouwelijk en kon het daarom niet aan de Kamer worden verstrekt.

Lees meer over: Irak Politiek

Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden bij Nederlands bombardement Hawija

NOS 21.04.2020 Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija in Irak had bedenkingen bij die aanval, en hield er vooraf al rekening mee dat er burgers zouden omkomen. Hij kreeg de opdracht een aanvalsplan op te stellen waarbij de bommenfabriek vernietigd zou worden en het aantal burgerdoden op papier nul zou zijn. Op zijn advies is de procedure daarna aangepast.

Dat staat in een onderzoek dat het Amerikaanse ministerie van Defensie in 2015 naar de Nederlandse luchtaanval heeft gedaan. Het is één van de documenten (.pdf) die het Amerikaanse ministerie, met tussenkomst van een Amerikaanse rechter, heeft verstrekt aan de NOS en NRC.

Nederlandse F16-piloten gooiden in 2015 meerdere bommen op een IS-bommenfabriek in Hawija, waarbij zeker 70 burgers om het leven kwamen en ruim 400 gebouwen werden beschadigd of verwoest. De CIA meldde al een week voor het bombardement dat er nevenschade zou kunnen ontstaan “omdat er een woonwijk vlakbij ligt”. Door het bombardement werden 136 gebouwen vernietigd, waarvan er 25 in de woonwijk stonden. Nog eens 127 gebouwen raakten zwaar beschadigd.

De Tweede Kamer heeft het afgelopen halfjaar meermaals gevraagd om het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval. Maar volgens minister Bijleveld van Defensie kon dat niet met de Kamer gedeeld worden, omdat het een vertrouwelijk document is.

Het gaat om het grootste onderzoek naar de zaak. De minister heeft in de Tweede Kamer altijd volgehouden dat Defensie en het Openbaar Ministerie de zaak hebben onderzocht en dat de luchtaanval volgens de geldende procedures is verlopen. Dat er aan Amerikaanse zijde na afloop kanttekeningen zijn geplaatst bij die procedure, en dat de procedure daarop is aangepast, is de Kamer echter nooit verteld.

Volledig irrelevant

Voor alle coalitielanden in de strijd tegen IS gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook met de Tweede Kamer was afgesproken dat het aantal vooraf ingecalculeerde doden burgerdoden nul zou zijn.

Daarom werd gewerkt met Collateral Damage Estimation (CDE): een Amerikaanse methode waarmee wordt uitgerekend hoe burgerdoden kunnen worden voorkomen. Uit deze CDE-berekening bleek dat het aantal doden alleen nul zou zijn als de aanval op Hawija ’s nachts zou worden uitgevoerd, met zes kleine precisiegeleide bommen waarvan sommige met een vertraging zouden ontploffen. Behalve de bommenfabriek zou dan alleen een “schuur” worden geraakt.

Maar dit bleek een papieren werkelijkheid. “Al deze details waren volledig irrelevant in het licht van wat er daadwerkelijk gebeurde na afloop”, schrijft de Amerikaanse luchtmachtcommandant, wiens mannen de berekening voor Hawija maakten.

Tweede explosie

Een CDE kan namelijk niet berekenen wat het effect is van “secundaire explosies”. En dat was precies het probleem bij de aanval op Hawija: nadat de bommen waren ingeslagen ontplofte de enorme hoeveelheid munitie in de fabriek, waardoor het omliggende gebied werd verwoest.

Minister Bijleveld schreef in november aan de Kamer dat dat kwam doordat er veel meer munitie in de fabriek lag dan “bekend was of kon worden ingeschat”. Volgens de Amerikanen daarentegen is er nooit een serieuze analyse gemaakt van het mogelijke effect van een tweede explosie, omdat ze geen enkele informatie hadden over “de hoeveelheid en soort munitie in de fabriek”. Toch stemde de Nederlandse ‘red card holder’ in met de aanval, dat is de militair die formeel toestemming geeft voor dergelijke acties.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, aldus Luchtmachtcommandant VS.

De luchtmachtcommandant beschrijft in zijn analyse hoe hij voor een ingewikkelde opdracht stond, omdat hij moest toewerken naar een situatie waarin het aantal geschatte burgerdoden op papier nul zou zijn. “Mijn mannen hebben uren aan het doel gewerkt, alleen maar om deze CDE ‘uitvoerbaar’ te maken”. Het probleem is volgens hem dat “de klant” enerzijds het doelwit volledig wil vernietigen, maar anderzijds geen burgerdoden wil. “Dit kan ertoe leiden dat er een buitensporige hoeveelheid kleine bommen wordt gebruikt om aan beide tegenstrijdige eisen te voldoen.”

Volgens de luchtmachtcommandant was de omvang van de explosie weliswaar een verrassing, maar niet dat er burgers bij de aanval zouden omkomen. “Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied.”

Meer onderzoek

Dat de aanval riskant was blijkt ook uit de waarschuwing die de CIA vooraf gaf. Op basis van vier informanten had de CIA de internationale coalitie getipt over de aanwezigheid van de bommenfabriek, waarbij meteen gewezen werd op de mogelijkheid van burgerdoden in de aangrenzende woonwijk. Niet voor niets kreeg de aanval vooraf de kwalificatie ‘CDE 5’; de gradatie met het hoogste risico op burgerdoden.

De luchtmachtcommandant adviseert daarom dat sommige aanvallen voortaan wellicht niet uitgevoerd moeten worden als het belang niet groot genoeg is. Zover wil de opsteller van het rapport niet gaan. Het leidt tot de aanbeveling dat er in de toekomst “meer onderzoek moet worden gedaan naar doelen in dichtbevolkte gebieden met mogelijke secundaire explosies.” Die is overgenomen door de toenmalige opperbevelhebber van de internationale strijd tegen IS.

Er staat ook nog een tweede aanbeveling in het rapport, maar de inhoud daarvan is weggelakt.

Bekijk hieronder een aantal belangrijke passages uit de documenten:

 

1/3 Al in juni 2015 wordt het aantal van 70 burgerdoden door de Amerikanen genoemd als hard cijfer NOS

2/3 De luchtmachtcommandant vond het niet redelijk om te denken dat er geen burgerdoden zouden vallen NOS

 

3/3 De Amerikaanse opperbevelhebber Sean MacFarland neemt de aanbeveling over NOS

Anderhalf jaar procederen

In oktober 2018 deden de NOS en NRC, met een beroep op de Freedom of Information Act (FOIA), een verzoek om alle Hawija-onderzoeken bij Centcom, het hoofdkwartier van het Amerikaanse leger. Nadat antwoord uitbleef is met behulp van een Amerikaanse advocaat, een procedure gestart bij de Amerikaanse rechter.

Die bepaalde in januari dat beide partijen afspraken moesten maken over het verloop van de procedure en de rechtbank daarvan op de hoogte moesten houden. De uitkomst was dat voor 1 april alle documenten verstrekt zouden worden. Dat is afgelopen vrijdag gebeurd.

‘Amerikanen kenden risico’s bombardement Hawija’

AD 21.04.2020 De Amerikanen wisten voorafgaand aan het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija dat er mogelijk veel burgerslachtoffers zouden vallen. Toen er ook daadwerkelijk zo’n zeventig burgers omkwamen bij de luchtaanval, paste de anti-IS-coalitie de procedure voor bombardementen aan om herhaling te voorkomen.

Dat melden NOS en NRC op basis van Amerikaanse stukken die zij kregen na een beroep op de Freedom of Information Act, de Amerikaanse versie van de Wob. Het kabinet heeft het Amerikaanse onderzoek naar de misgelopen luchtaanval nooit met de Kamer gedeeld, terwijl de Kamer daar meermaals om heeft gevraagd.

Volgens Defensie konden zij het stuk niet geven, omdat het Amerikaanse rapport geheim was. Nu het door de Amerikanen is vrijgegeven, gaat het alsnog naar de Kamer. Het is niet duidelijk of de Amerikaanse aarzelingen bij het bombardement ook vooraf werden gedeeld met Nederland of de andere landen die in de coalitie doelen van IS bestookten.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Hoogste risicocategorie

Uit de Amerikaanse documenten blijkt dat de bommenfabriek in Hawija in de hoogste risicocategorie viel. Bij de Nederlandse luchtaanval vielen in de nacht van 4 op 5 juni 2015 naar schatting zeventig burgerdoden. De Amerikaanse geheime dienst CIA had in de regio vier informanten die waarschuwden voor een groot aantal burgerslachtoffers, omdat er woongebieden in de buurt waren.

Een hoge Amerikaanse legerofficier stelt in augustus 2015 dat er veel maatregelen zijn genomen om de kans op burgerslachtoffers naar nul terug te brengen. Zo werden door de F-16 meerdere kleine precisiebommen afgeworpen en vond de aanval ’s nachts plaats. De inschatting was dat alleen een schuur in de buurt van de explosievenfabriek zou worden geraakt.

Er bleek echter, schreef Bijleveld in november 2019 aan de Kamer, veel meer munitie in de fabriek aanwezig dan vooraf werd ingeschat. De Amerikanen stellen volgens de NOS echter dat er nooit een serieuze analyse was gemaakt van het mogelijke effect van een tweede explosie, omdat ze geen enkele informatie hadden over ‘de hoeveelheid en soort munitie in de fabriek’.

Procedure aangescherpt

Toen er na afloop van de luchtaanval toch veel meer ‘nevenschade’ te betreuren was, werd geconstateerd dat de regels wel waren nageleefd, maar dat de regels onvolkomenheden verwoonden. In september 2015 werd de procedure voor luchtaanvallen daardoor aangescherpt.

Er moest in het vervolg ‘meer onderzoek worden gedaan naar doelen die zich in dichtbevolkte gebieden bevinden en die het risico van secundaire explosies kennen’.  Volgens het ministerie van Defensie worden die procedures ‘continu geëvalueerd’ en aangepast.

Regeringspartij D66 wil ‘zo snel als verantwoord’ in deze coronacrisis een debat met minister Ank Bijleveld van Defensie. ,,Ik zou er moedeloos van kunnen worden, maar ben juist strijdbaar om de waarheid boven tafel te krijgen”, stelt Kamerlid Salima Belhaj.

Ook SP-Kamerlid Sadet Karabulut wil dat de Kamer ondanks de coronamaatregelen ‘zo snel mogelijk’ een debat inplant. ,,Dit is onacceptabel.” Volgens Karabulut is de positie van Bijleveld ‘onhoudbaar.’ De CDA-bewindsvrouw moest zich al drie keer eerder in debatten verantwoorden over Hawija.

Kamervragen

Uiterlijk volgende week moet zij een lijst met 90 Kamervragen over Hawija beantwoorden. Die werden gesteld nadat Bijleveld in maart aan het parlement meldde dat de burgerdoden die in juni 2015 bij een Nederlandse aanval in Irak vielen, wel degelijk werden meegeteld in de Amerikaanse statistieken.

Eerder ontkende de CDA-bewindsvrouw tegenover de Kamer keer op keer dat de Amerikanen deze doden meetelden. Door een Amerikaanse administratieve fout werden de burgerslachtoffers pas in december 2019 in de statistieken opgenomen.

‘Amerikanen waarschuwden vooraf voor burgerdoden bij bombardement Hawija’

MSN 21.04.2020 De Amerikaanse krijgsmacht waarschuwde op voorhand voor burgerdoden bij het Nederlandse bombardement op een bommenfabriek van IS in de Iraakse stad Hawija. Dat blijkt uit stukken van de Amerikaanse krijgsmacht, die zijn opgevraagd door NRC en NOS.

Bij het bombardement door Nederlandse F16’s in de nacht van 2 op 3 juni 2015 vielen naar schatting zeventig dodelijke burgerslachtoffers.

NOS en NRC deden een beroep op de Amerikaanse Freedom of Information Act om de stukken in handen te krijgen. Ze bevatten onder meer een Amerikaanse defensieonderzoek naar het bombardement in Hawija.

Uit de documenten blijkt dat de inlichtingendienst CIA op voorhand waarschuwde voor burgerslachtoffers, omdat de fabriek in een woongebied stond. Het doelwit werd wat dat betreft gerekend tot de hoogste risicocategorie.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) schreef aan de Tweede Kamer dat de enorme effecten van het bombardement niet konden worden voorzien. De enorme explosies in Hawija werden veroorzaakt door een grote hoeveelheid munitie in de fabriek. Die was groter dan “bekend was of kon worden ingeschat”, aldus Bijleveld. Ze stelde dat het bombardement volgens de geldende procedures verliep.

In de nasleep van het bombardement scherpte de internationale coalitie in september 2015 de procedure voor aanvallen op IS-bomfabrieken aan. Dat werd door het kabinet niet aan de Kamer verteld, hoewel het parlement meerdere keren om die informatie heeft gevraagd.

Geen analyse van risico op secundaire explosies

De Amerikaanse documenten wekken ook het beeld dat inlichtingen van CIA-informanten in het gebied. Er werd nooit een serieuze verkenning gedaan van mogelijke secundaire explosies door opgeslagen explosieven en munitie in de fabriek.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, schreef een Amerikaanse luchtmachtcommandant in een analyse.

Het kabinet had met de Tweede Kamer afgesproken dat bombardementen niet mochten worden uitgevoerd, als op voorhand werd ingeschat dat er burgerdoden konden vallen.

Volgens minister Bijleveld was het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval vertrouwelijk en kon het daarom niet aan de Kamer worden verstrekt.

Bijleveld moet 90 Kamervragen beantwoorden na gegoochel met cijfers over burgerdoden Hawija

AD 07.04.2020 De Tweede Kamer is het gegoochel met cijfers over burgerdoden bij een Nederlandse aanval in Irak  beu en wil een tijdlijn zien. Zo hoopt zij precies na te gaan wanneer minister Ank Bijleveld van Defensie wat wist en in hoeverre zij de Kamer – al dan niet bewust – verkeerd heeft geïnformeerd.

Bijleveld meldde vorige maand aan het parlement dat de burgerdoden die in juni 2015 bij een Nederlandse aanval in Irak vielen, wel degelijk werden meegeteld in de Amerikaanse statistieken. Eerder ontkende de CDA-bewindsvrouw tegenover de Kamer keer op keer dat de Amerikanen deze doden ook meetelden in hun rapportages over burgerslachtoffers die in de strijd tegen IS vielen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De Kamer wil daarom nu een overzicht van alle ‘mondelinge en schriftelijke’ contacten zien die het ministerie van Defensie had met Centcom, het Amerikaanse hoofdkwartier van waaruit de militaire missie tegen IS wordt aangestuurd. Ook wordt gevraagd of het kabinet nog wel vertrouwen heeft in de informatie die Centcom verstrekt.

Explosievenfabriek

Het zijn een paar van de in totaal 90 kritische Kamervragen over het omstreden Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija, die Bijleveld vóór 28 april moet beantwoorden. Bij die F-16-aanval vielen bijna vijf jaar geleden ongewild ongeveer zeventig burgerslachtoffers omdat in het doelwit, een explosievenfabriek, meer springstof bleek opgeslagen dan gedacht.

Bijleveld hield in de drie Kamerdebatten over de kwestie vol dat de Amerikanen de doden ‘nooit bevestigd’ hadden en dat zij dus ook niet kon bevestigen dat die doden werkelijk te betreuren waren. Dat bleek te wijten aan een administratieve fout, die op 5 december 2019 werd rechtgezet. Toen werden de zeventig burgerslachtoffers alsnog in de statistieken opgenomen.

Een Nederlandse F-16 vertrekt naar het Midden-Oosten. © ANP

Correctie

De correctie van de Amerikanen kwam pas op 28 februari per brief bij Bijleveld terecht. Toch wachtte zij tot 24 maart voordat zij de Kamer informeerde. De Kamer wil daarom weten ‘om welke reden het toezenden aan de Kamer zolang op zich heeft laten wachten’.

De organisatie Airwars, die al jaren onderzoek doet naar burgerslachtoffers die vallen bij bombardementen, stelde al eerder dat er in grafieken een opmerkelijke piek te zien was tussen mei en juli 2015. De verklaring daarvoor, stelde de organisatie, kon alleen de Nederlandse aanval op Hawija zijn.

Dat de Amerikanen op 5 december hun statistieken aanpasten, is extra pijnlijk voor Bijleveld omdat zij op 19 december in het laatste debat over de kwestie nog volhield dat de zeventig burgerdoden ‘geen onderdeel’ uitmaakten van de grafieken.

Bijleveld lichtte Kamer verkeerd in: VS telde zeventig burgerdoden Hawija wel mee

NOS 24.03.2020 De Amerikanen gaan er wel degelijk al jaren van uit dat er bij de luchtaanval op Hawija zeventig burgerdoden zijn gevallen. Dat schrijft minister Bijleveld vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Dat is anders dan de minister eerder aan de Tweede Kamer meldde.

De kwestie draait om de vraag of de Amerikanen de zeventig burgerdoden wel of niet meerekenen in hun statistieken. In december liet Bijleveld de Kamer weten het te hebben nagevraagd bij Centcom (het hoofdkwartier van de militaire missies) en dat de burgerslachtoffers in Hawija die “zeer waarschijnlijk bij deze wapeninzet zijn gevallen, geen deel uitmaken van het totale aantal van 1347”. Bijleveld doelde daarmee op het totale aantal door de Amerikanen gerapporteerde burgerdoden in Syrië en Irak.

Daar komt Bijleveld nu dus van terug. Ze heeft het nagevraagd bij haar Amerikaanse collega van Defensie, en die heeft via zijn onderminister laten weten dat de Amerikanen al sinds 2017 de doden in Hawija meetellen in de statistieken. Volgens Bijleveld ligt de schuld van het verkeerd inlichten bij de Amerikanen. “Ik betreur dat deze informatie afwijkt van de informatie die eerder van Centcom is ontvangen en is gemeld in het interpellatiedebat”, schrijft ze aan de Kamer.

Rutte

Dat de Amerikanen geen duidelijkheid zouden geven over het aantal doden vormde een cruciaal element in de verdedigingslinie van premier Rutte en minister Bijleveld in het debat in november. Omdat de Amerikanen het officiële dodental nooit hadden vastgesteld, was de ernst van de situatie op het ministerie van Defensie nooit helemaal duidelijk. Het is daarom niet vreemd dat zowel de Tweede Kamer als collega-ministers nooit zijn gewezen op de ernst van het incident, zo was de redenatie van het kabinet.

“Centcom zegt zelf dat er op geen enkele manier is vast te stellen hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen,” zei Rutte in het debat. Na afloop noemde hij het aantal “een gerucht” en “geen relevant getal”.

Debat

Eerder al lieten Amerikaanse defensiewoordvoerders aan NRC en NOS weten dat het aantal van zeventig doden wel degelijk deel uitmaakte van de statistieken. Dat het aantal nooit “bevestigd was”, zoals het kabinet meermalen schreef, is volgens hen logisch. Centcom baseert zich doorgaans op berichtgeving van media en ngo’s, omdat onderzoek op de grond nagenoeg onmogelijk is. De conclusie dat het “waarschijnlijk” is dat er zeventig burgerdoden zijn gevallen, is dan ook de hardste conclusie die Centcom kan geven.

Bij het Nederlandse bombardement op Hawija vielen in 2015 dus zeventig burgerslachtoffers.

Door de Tweede Kamer was al een debat aangevraagd om het voor de vierde maal te hebben over de luchtaanval op Hawija, naar aanleiding van documenten die waren vrijgegeven. Het is vanwege de coronacrisis onduidelijk wanneer het debat zal plaatsvinden.

Te gek voor woorden

GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks vindt het “te gek voor woorden” dat Bijleveld nu met deze nieuwe informatie komt. Toch heeft de bestrijding van corona wat haar betreft vanzelfsprekend voorrang.

SP’er Sadet Karabulut wil voor nu een zogeheten schriftelijk overleg, zodat er toch gedebatteerd kan worden over de kwestie zonder dat de Kamerleden en de minister bij elkaar hoeven te komen. “Maar we komen hier over te spreken”, laat ze weten. “De minister heeft veel vragen te beantwoorden.”

Bekijk ook;

Bijleveld lichtte kamer verkeerd in over burgerdoden aanval Hawija

Telegraaf 24.03.2020 De burgerdoden van de Nederlandse luchtaanval op Hawija in Irak zijn wel degelijk opgenomen in de Amerikaanse maandelijkse rapporten over burgerslachtoffers van de internationale strijd tegen terreurgroep IS. Minister Ank Bijleveld van Defensie zei eerder in de Tweede Kamer dat dit niet zo was. De bewindsvrouw schrijft aan de Kamer dat te betreuren.

Bijleveld had eind vorig jaar, toen ze de Kamer inlichtte, andere informatie van de Amerikanen gekregen. „Ik ben uitgegaan van de informatie die ik via officiële kanalen van CENTCOM ontving”, schrijft ze aan de Kamer. CENTCOM is het Amerikaanse militaire hoofdkwartier belast met de strijd tegen IS. Eind vorige maand heeft het Pentagon Bijleveld laten weten dat Hawija toch is meegenomen in de statistieken.

Luchtaanval op IS

De Tweede Kamer wil precies weten hoe de Nederlandse luchtaanval op de IS-bommenfabriek in Hawija in juni 2015 is verlopen. Al direct na de aanval repten internationale media over zeventig burgerslachtoffers, maar een officieel dodental is nooit vastgesteld. De Kamer is in de maanden na de aanval onjuist over de burgerdoden geïnformeerd door toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie. Pas afgelopen najaar werd de Kamer op de hoogte gebracht.

Bijleveld overleefde begin november ternauwernood een „heel heftig debat” over de kwestie. Ondanks „oprechte excuses” steunde bijna de hele oppositie een motie van wantrouwen tegen haar. Later die maand moest premier Mark Rutte zich ook in de Kamer in een urenlang debat voor de kwestie verantwoorden. Vooral dat de alarmbellen binnen het kabinet niet afgingen nadat media zoveel burgerdoden hadden gemeld, riep veel vragen op.

Een definitief eindrapport van de Amerikanen naar de aanval van Nederlandse F-16’s is er ook nooit gekomen. Bijleveld heeft nu van het Pentagon te horen gekregen dat zo’n ’closure report’ destijds „geen vereiste” was voor onderzoek naar meldingen over burgerslachtoffers. De Amerikanen blijven er verder bij dat de rapporten over de aanval op Hawija niet gedeeld kunnen worden met de Tweede Kamer, ook niet vertrouwelijk. Bijleveld had daarom verzocht.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Hawija Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal Islamitische Staat Defensie

Nabestaande luchtaanval Mosul wil twee miljoen dollar van Nederlandse staat

NOS 06.03.2020 Basim Razzo, een Irakees die zijn familie verloor bij een Nederlandse luchtaanval in Mosul in 2015, wil ruim twee miljoen dollar van de Nederlandse overheid. De man stelt de staat aansprakelijk voor de dood van zijn vrouw, dochter, broer, en neef en voor het verlies van zijn huis en inkomen.

Volgens zijn advocaat Liesbeth Zegveld was de luchtaanval een “internationale onrechtmatige daad” omdat het woonhuis geen militair doelwit was. “Gezien de zeer beperkte en tegenstrijdige inlichtingen had Nederland moeten afzien van de aanval”, schrijft ze aan Defensie.

Het verhaal van Basim Razzo

Razzo werkt in 2015 bij een telecombedrijf en woont met zijn vrouw en 21-jarige dochter in een villawijk in Mosul. Zijn broer en schoonzus wonen met hun twee kinderen in de villa ernaast. Zijn zoon verblijft in Erbil. Op videobeelden die de VS heeft vrijgegeven is te zien hoe op 21 september 2015 twee bommen beide huizen in enkele seconden verwoesten. Alleen Basim en zijn schoonzus overleven de aanval.

Vergissing

In november erkende minister Bijleveld van Defensie dat de aanval was uitgevoerd door Nederlandse F-16-piloten, en dat het een vergissing was. De inlichtingen “die hebben geleid tot het identificeren van het doel waren onjuist”, liet ze de Kamer weten.

Een van de Nederlandse piloten die de aanval uitvoerden, zei tegen De Telegraaf dat hij nachtenlang niet kon slapen toe hij ontdekte dat bij de aanval een onschuldige familie om het leven was gekomen. Dat was “een klap in mijn gezicht”, vertelde hij.

Het Amerikaanse ministerie van Defensie deed uitgebreid onderzoek naar de aanval. The New York Times kreeg het rapport in 2017 in handen. Daarin staat dat de internationale coalitie dacht dat de twee villa’s van IS’ers waren.

Met een drone hadden ze de huizen ongeveer anderhalf uur geobserveerd. Ze zagen geen wapens, maar het viel op dat er geen vrouwen en kinderen bij de huizen te zien waren, alleen mannen. Ook werd de poort opengedaan als er een auto aankwam, wat de indrukt wekte dat er een toegangscontrole was. Achteraf kwamen ze tot de conclusie dat er niets was dat de familie linkte aan IS.

Vijftienduizend dollar

Als blijk van goede wil boden de Amerikanen na de aanval Razzo 15.000 dollar aan. Dat heet hij geweigerd, omdat het volgens hem in geen verhouding staat tot alle schade die hij heeft geleden.

Sinds de aanval is Razzo naar eigen zeggen niet meer in staat om te werken. Hij kreeg granaatscherven in zijn rug en kan maar een paar honderd meter lopen. Een vervolgoperatie zou uitkomst kunnen bieden, maar daar heeft hij het geld niet voor.

Het huis van Basim Razzo voor de aanval Basim Razzo

Omdat de aanval is uitgevoerd door Nederlandse piloten, en Nederland de inlichtingen heeft beoordeeld en de aanval heeft goedgekeurd, wordt de staat nu aansprakelijk gesteld.

Bijleveld

Nadat minister Bijleveld in november had erkend dat Nederland betrokken was bij de luchtaanvallen in Hawija en Mosul, kondigde ze zelf al aan dat ze gaat onderzoeken hoe ze de slachtoffers van beide aanvallen financieel kan compenseren. Op de uitkomst van dat onderzoek wil Razzo dus niet wachten.

Uit eerdere betalingen die Nederland heeft gedaan aan nabestaanden in Afghanistan, blijkt dat de kans klein is dat Nederland een bedrag voorstelt dat in de buurt komt van de eis van Razzo. Tot dusver ging het om nooit meer dan enkele tienduizenden euro’s.

Advocaat Zegveld heeft het kabinet drie weken gegeven om te reageren.

Slachtoffer Nederlandse vergisbom claimt miljoenen smartengeld

Telegraaf 06.03.2020  De Irakees die vier familieleden verloor door een Nederlands vergisbombardement op Mosoel, vraagt de Nederlandse staat smartengeld. De claim kan oplopen tot twee miljoen dollar.

Basim Razzo verloor zijn dochter, vrouw, broer en neef bij het bombardement in de nacht van 21 september 2015. Hij raakte niet alleen zijn dierbaren kwijt maar ook zijn huis, grond, baan en reputatie. Ook raakte hij blijvend gehandicapt. En dat allemaal omdat de Amerikaanse inlichtingendienst had gemeld dat Razzo’s huis eigenlijk een IS-hoofdkwartier was. Razzo had niets met IS te maken.

De Telegraaf onthulde in november dat een Nederlandse F-16-vlieger de aanval op het woonhuis had gepland en uitgevoerd, op basis van die foute informatie. De vlieger deed zijn verhaal in deze krant en in het boek Missie F-16: „Ik werd misselijk toen ik het hoorde. Ik kon twee nachten niet slapen.”

’Bombardement onrechtmatig’

Minister Bijleveld van Defensie stelde na de onthullingen over Nederlandse vergisbombardementen dat Nederland ’wel verantwoordelijk maar niet aansprakelijk is’ in geval van burgerslachtoffers in de strijd tegen IS. Advocate Liesbeth Zegveld stelt de staat toch aansprakelijk. „Het bombardement is onrechtmatig.

Het gebruik van geweld tegen personen die niet rechtstreeks aan vijandelijkheden deelnemen is verboden op grond van geschreven en ongeschreven humanitair recht. Zeker gezien de beperkte en tegenstrijdige inlichtingen had Nederland dienen af te zien van de luchtaanval.” Volgens Zegveld is Nederland medeverantwoordelijk, omdat het samen optrekt met de Amerikanen, van wie de inlichtingen kwamen.

Razzo heeft goede hoop: „Ik ben natuurlijk nerveus voor de uitkomst van de zaak. Dit is de laatste kans.” Bij een poging om de schade te verhalen in de VS kreeg hij een aanbod van slechts 15.000 dollar. „Dat heb ik natuurlijk van de hand gewezen. Ik zei: dat is belachelijk, een belediging.” Zijn Amerikaanse advocaat had de schade becijferd op tussen de 1 en 2 miljoen dollar.

De aanval werd uitgevoerd op basis van slechts anderhalf uur videomateriaal van een Amerikaanse drone. Op die beelden waren geen wapens of verdachte activiteiten te zien, alleen iemand die het hek open deed voor een naderende BMW. Dat werd uitgelegd als signaal dat er een hooggeplaatst figuur aan kwam rijden.

Basim Razzo

’Vrouw bedekt onder puin’

„Ik keek nog wat YouTube-filmpjes die nacht”, vertelt Razzo. „Ik riep mijn dochter Tuka dat ze moest gaan slapen. Rond middernacht ging ik naast mijn vrouw in bed liggen. Ik werd wakker van een ongelofelijke explosie, een geluid dat ik nog nooit had gehoord.

Het rook branderig. Ik zag de sterrenhemel, dus het dak van de slaapkamer was ingestort. Ik keek opzij en zag dat mijn vrouw met puin was bedekt. Ik wist meteen dat ze weg was. Ik riep naar mijn dochter Tuka. Geen antwoord.”

De Nederlandse vlieger had ook de planning gedaan voor de aanval. „Het was een officiële missie waarvan we al dagen van tevoren wisten dat we hem gingen doen. Ik was de mission commander. Alles tot aan de debriefing was succesvol. Pas weken later hoorde ik dat er iets aan de hand was met deze missie.”

BEKIJK OOK:

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening

BEKIJK OOK:

F-16-vlieger ziek van vergisbom

© Foto Evert-Jan Daniels Een Nederlandse F-16 in Jordanië, van waaruit de aanvallen op Irak werden uitgevoerd.

Slachtoffer Nederlandse luchtaanval eist 2,3 miljoen dollar

MSN 06.03.2020 Een burgerslachtoffer van een Nederlandse luchtaanval in Irak eist 2,3 miljoen dollar (ruim twee miljoen euro) aan smartengeld en andere vergoedingen van Nederland. De 61-jarige Basim Razzo, hoofd van een Irakese familie waarvan vier leden omkwamen bij een Nederlandse luchtaanval in september 2015, heeft vrijdag minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) aansprakelijk gesteld.

Het is de eerste schadeclaim van een burgerslachtoffer als gevolg van een Nederlandse militaire actie in de strijd tegen Islamitische Staat (2014-2018). Het kabinet schreef begin november vorig jaar dat bij twee Nederlandse luchtaanvallen burgerdoden waren gevallen, vier in Mosul en een onbekend aantal in Hawija, in het noorden van Irak.

Bij het bombardement op Mosul was er volgens Amerikaanse inlichtingen een hoofdkwartier van IS gevestigd in de twee villa’s. In werkelijkheid woonden er twee families die geen banden hadden met IS. Razzo, opgeleid in de VS en in Mosul actief als accountmanager voor het Chinese telecombedrijf Huawei, brak tijdens het bombardement zijn heup, linkervoet en schaambeen. Door granaatscherven in zijn rug kan hij niet meer lopen en werken. Zijn vrouw, dochter, broer en neefje kwamen om. Beide villa’s werden verwoest.

Volgens Razzo’s advocaat Zegveld was de aanval onrechtmatig. „Het oorlogsrecht verbiedt het bombarderen van burgerdoelen, en er was geen legitieme reden waarom dat hier toch gebeurde”, aldus de advocaat.

Het inlichtingenproces dat voorafging aan het bombardement toont volgens Zegveld grote tekortkomingen. Uit Amerikaanse documenten blijkt volgens haar dat analisten verregaande conclusies trokken op basis van relatief kortdurende beelden van drones boven de villa’s. Verdeeld over drie dagen was er een uur en 35 minuten gefilmd. Dat is „uitzonderlijk kort en afwijkend van de militaire norm”, zegt Zegveld.

Volgens Nederland moet een doel „uren en zelfs dagen achter elkaar” worden gefilmd om een goed beeld te krijgen, aldus de advocaat. De beelden van de Amerikaanse drones toonden slechts de villa’s en een man die een hek opende voor een naderende auto. Strijders, wapens, zwarte vlaggen of andere signalen van de aanwezigheid van IS werden niet waargenomen. Wel dook er later informatie op dat er in de buurt van de villa’s een IS-hoofdkwartier was geweest. Het Amerikaanse leger heeft beelden van de aanval op YouTube gezet.

Eerder, in 2017, hadden de VS al hun fout toegegeven aan Razzo en hem een bedrag van 15.000 dollar geboden. Dat heeft hij geweigerd omdat het bedrag veel te laag was om alle schade te compenseren en bijvoorbeeld een rugoperatie te kunnen betalen. Omdat Nederland toegaf de bom te hebben gegooid, heeft Razzo nu minister Bijleveld aansprakelijk gesteld.

Overigens lijkt de kans klein dat Razzo de gevraagde twee miljoen dollar krijgt. Bij eerdere schadevergoedingen, bijvoorbeeld in Afghanistan, heeft Defensie nooit zulke hoge bedragen uitgekeerd.

Luchtmacht wil opheldering van OM dat bombardement Irak ‘moord’ noemt

AD 04.03.2020 De hoogste generaal van de luchtmacht, Dennis Luyt, wil opheldering van het Openbare Ministerie waarom ze een bombardement in Irak bestempelen als ‘moord’. Denk-kamerleden noemden dat ook zo in een debat vorig jaar november en worden daarvoor nu niet vervolgd nadat 3500 militairen aangifte deden.

 LtGen Dennis Luyt @dennisluyt

We zoeken uit bij ⁦<a href=”https://twitter.com/Het_OM?ref_src=twsrc%5Etfw”>@Het_OM</a>⁩ wat ze nu precies gezegd hebben. Want ik kan me niet voorstellen dat het OM het binnen de regels van het oorlogsrecht en met mandaat toepassen van geweld door onze militairen als ‘moord’ bestempelt. To be continued! <a href=”https://t.co/xplLPu8zY7″>https://t.co/xplLPu8zY7</a>

De uitleg van het OM om de Kamerleden niet te vervolgen maakt veel los onder militairen. Generaal Luyt kan zich niet voorstellen dat het geweld dat militairen mét toestemming van de politiek mogen gebruiken, wordt bestempeld als ‘moord’, zo laat hij in een reactie op Twitter weten. Zeker niet als dat binnen de regels van het oorlogsrecht wordt gedaan. Ook Kamerleden zijn ontstemd. VVD-er André Bosman heeft een debat aangevraagd met minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid.

Inmiddels is er overleg tussen ministers Ank Bijleveld van Defensie en Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid over de passage in een brief die het OM stuurde aan advocaat Michael Ruperti. Hij deed namens de 3500 mensen aangifte tegen de Denk-Kamerleden Özturk en Azarkan omdat ze militairen beschuldigden van moord. Dat gebeurde in een debat over een bombardement waarbij 74 doden vielen, zeer waarschijnlijk ook burgers.

Het OM vindt de uitlating niet strafbaar. In beginsel is het beledigend, maar in dit geval niet onnodig grievend omdat moord juridisch immers ‘doden met voorbedachten rade’ is, zo staat in de brief. Bij dit bombardement – net als bij zo veel militaire acties – is daarvan sprake, aldus het OM. Al heeft die voorbedachten rade geen betrekking op de eventuele burgerdoden.

Lees ook;

Lees meer

Tientallen reacties

Vooral die uitleg schokt veel militairen die aangifte deden. Bij advocaat Michael Ruperti kwamen vanmorgen tientallen reacties binnen van militairen. Ruperti heeft aangekondigd een procedure te starten om af te dwingen dat het OM de Denk-Kamerleden alsnog moet vervolgen.

Volgens hem klopt de redenering van het OM niet. Sinds de strafzaak tegen militair Eric O. die bij een schietincident betrokken was in Irak in 2003 ligt er een afspraak dat militairen die handelen volgens het oorlogsrecht en het geweldsmandaat dat de politiek hen opdraagt, niet vervolgd kunnen worden voor moord. Als er iets misgaat en er onbedoeld dodelijke slachtoffers vallen, kunnen ze wel worden vervolgd omdat ze het dienstvoorschrift niet hebben nageleefd.

Denk-Kamerleden niet vervolgd voor moordbeschuldiging tegen militairen

NOS 04.03.2020 Het Openbaar Ministerie gaat twee Kamerleden van Denk niet vervolgen voor het gebruik van het woord ‘moord’ in verband met een bombardement door de Nederlandse luchtmacht in 2015 in Irak. Bij dat bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in de stad Hawija kwamen meer dan zeventig burgers om.

De uitspraken zijn gedaan in de Tweede kamer en vallen daarom onder de parlementaire onschendbaarheid, concludeert het OM. Daarbij is de term ‘moord’ dagelijks taalgebruik wanneer iemand een ander doodt. Dodelijk geweld door militairen binnen hun bevoegdheden valt niet onder deze term, maar het OM vindt de uitlatingen niet onnodig beledigend.

Denk-Kamerleden Öztürk en Azarkan zouden daarom niets strafbaars hebben gedaan. Tijdens een Kamerdebat in november nam Denk-Kamerlid Öztürk het woord ‘moord’ in de mond. “Deze minister ziet niet de ernst van deze moord in”, zei hij. Zijn partijgenoot Azarkan verdedigde dat ’s avonds in het tv-programma Pauw.

Azarkan niet verrast

Azarkan zei vanochtend in het NOS Radio 1 Journaal dat het OM hem nog niet op de hoogte had gebracht van het besluit, maar dat het nieuws hem niet verbaast. “Vrijwel elke rechtsgeleerde was van mening dat wat de heer Öztürk in de Kamer zei onder het recht valt van een Kamerlid.”

Ook zou Öztürk nooit de militairen zelf hebben willen aanvallen. “Het was een debat met de minister van Defensie. Daar richtte hij zich toe. Dat advocaat Ruperti daar een heel circus van maakt en aangifte doet, terwijl hij weet dat dat kansloos is, dat is buitengewoon jammer.”

Advocaat Ruperti deed samen met 1200 militairen en veteranen aangifte tegen de beide Kamerleden. Zij zouden zich schuldig hebben gemaakt aan het zaaien van haat, belediging en laster. Ook eisten ze dat de Kamerleden openlijk hun excuses zouden aanbieden.

Ruperti zei tegen het AD dat hij naar het gerechtshof stapt om het OM te dwingen de zaak voor de rechter te brengen.

Vakbond mogelijk naar rechter

De militaire vakbond ACOM laat het er niet bij zitten. “We vinden dit weer een trap na, niet van de Kamerleden maar van het Openbaar Ministerie”, zei voorzitter Jan Kropf in het NOS Radio 1 Journaal. “Dit betekent dat iedereen, militairen maar ook politieagenten, die in de lijn van hun werk een slachtoffer maakt een moordenaar is.”

Kropf stelt dat je met de redenering van het OM militairen die op missie gaan van poging tot moord kunt beschuldigen. “Ik vind dat een hele rare kwalificatie.”

Vakbond ACOM overweegt naar de rechter te stappen om het OM tot vervolging van de Kamerleden te dwingen. “Wat natuurlijk de discussie is, is of het vrij mogen spreken in een Kamerdebat betekent dat je dit moet toelaten. Want waar ligt dan de grens?”

 Andre Bosman @andrebosman

Bizarre uitspraak van @Het_OM . Snappen ze daar iets van oorlogsrecht? Deze uitspraak zet de militair in een volstrekt fout daglicht en doet onrecht aan de inzet van de militair. Hier moet @ferdgrapperhaus zeer snel uitleg over geven!

15 uur geleden

VVD-Kamerlid Bosman noemt het besluit van het OM bizar. “Deze uitspraak zet de militair in een volstrekt fout daglicht en doet onrecht aan de inzet van de militair”, schrijft hij op Twitter. Hij wil uitleg van minister Grapperhaus van Justitie.

Bekijk ook;

OM betreurt ophef over term moord na bombardement

AD 04.03.2020 Het Openbaar Ministerie betreurt de ophef die is ontstaan over de uitleg om twee DENK-kamerleden niet te vervolgen nadat ze militairen beschuldigden van moord na een bombardement in Irak.

De officier van justitie schreef in een brief aan de 3500 militairen die aangifte deden dat de DENK-kamerleden Özturk en Azarkan niets strafbaars hebben gedaan omdat er in juridische zin sprake is van moord, zoals bij heel veel militaire operaties. Die uitleg leidde bij militairen van hoog tot laag geschokte reacties. Luchtmachtgeneraal Dennis Luyt wilde opheldering van het OM en ook minister van Defensie Ank Bijleveld reageerde ontstemd. ,,Ik sta voor mijn mensen. De kwalificatie moord of moordenaars in verband met het werk dat zij moeten doen, werp ik verre van mij.’’

Het OM vindt nu dat het beter had moeten uitleggen dat militairen niet beticht kunnen worden van een strafbaar feit zolang zij binnen hun geweldsinstructie handelen. In het dagelijks taalgebruik wordt moord echter wel vaak gebruikt voor het doden van een ander, en zo hebben ook de twee DENK-kamerleden dat volgens het OM ook gedaan. Voor het OM valt dat binnen de vrijheid van het politieke debat en is dat niet strafbaar.

Advocaat Michael Ruperti, die aangifte deed namens de 3500 militairen, neemt geen genoegen met die uitleg. ,,In brief staat duidelijk dat militaire operaties gekwalificeerd worden als moord. Dat hadden ze niet moeten doen.”

DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk niet vervolgd om ‘moord-opmerking’

MSN 04.03.2020 DENK-Kamerlid Selçuk Öztürk wordt niet vervolgd om zijn ‘moord-opmerking’, waarmee hij eind vorig jaar in opspraak kwam. Het Openbaar Ministerie oordeelt dat hij niets strafbaars heeft gedaan. Dat schrijft het AD.

Aangifte militairen

Ruim zeshonderd militairen en veteranen deden vorig jaar aangifte tegen Tweede Kamerlid Selcuk Öztürk (DENK). Zij vonden dat die over de schreef ging toen hij de Nederlandse luchtaanval die Iraakse burgers in 2015 het leven kostte ‘moord’ noemde. Öztürk maakte zich volgens de militairen daarmee schuldig aan het zaaien van haat, belediging en laster.

Kamerdebat

De gewraakte term viel eind vorig jaar in het Kamerdebat over de luchtaanval. Het kwam Öztürk meteen op een schrobbering te staan van voorzitter Khadija Arib en vrijwel alle andere aanwezige Kamerleden. Ze vroegen hem zijn woorden terug te nemen, maar hij weigerde. De nabestaanden spreken ook van moord, stelde hij.

Parlementaire onschendbaarheid

Volgens het AD schrijft het Openbaar Ministerie (OM) nu in een brief aan de advocaat van Öztürkdat hij niet vervolgd kan worden. Omdat hij zijn uitspraak deed tijdens een debat in de Tweede Kamer, geniet hij parlementaire onschendbaarheid.

Uitspraak op tv

Later die avond herhaalde mede-partijgenoot Farid Azarkan de uitspraak op tv. Maar ook Azarkan wordt volgens het OM niet veroordeeld. De uitspraak was weliswaar ‘beledigend’, maar volgens de brief niet ‘onnodig grievend’ en daarom niet strafbaar.

OM: Denk mag ons leger ‘moordenaars’ noemen

Telegraaf 04.03.2020 De Denk-Kamerleden die Nederlandse militairen beschuldigden van moord na een bombardement in Irak, worden niet vervolgd. Bij de aanval vielen vermoedelijk ook burgerdoden.

De Kamerleden hebben volgens het Openbaar Ministerie niets strafbaars gedaan. Bij de militaire actie was er sprake van „doden met voorbedachten rade” en dat is in juridische zin „moord”, aldus het OM. Vooral die uitleg schokt militairen die aangifte deden. Dat meldt het AD

Denk-Kamerlid Selçuk Özturk raakte in november in opspraak tijdens een debat over een Nederlands bombardement bij het Iraakse Hawija, waarbij 74 slachtoffers vielen, vermoedelijk ook veel burgers. Dat kon gebeuren omdat de informatie niet deugde. De vliegers viel niets te verwijten.

Toch zei Özturk dat de militairen „willens en wetens” onschuldige burgers hebben vermoord. Zijn partijgenoot Farid Azarkan herhaalde dat diezelfde avond op tv.

BEKIJK MEER VAN; defensie misdaad Selçuk Öztürk Amsterdam Denk-Kamerleden

Defensie wist dat bombardement Hawija gevaarlijker kon zijn dan berekend

NU 18.02.2020 Het ministerie van Defensie wist dat het bombardement op de Iraakse stad Hawija in 2015 gevaarlijker kon uitpakken dan was gebleken uit de risicoanalyse, blijkt uit documenten die de rijksoverheid maandag heeft vrijgegeven. Door het bombardement vielen minstens zeventig doden.

In de documenten is te lezen dat er voorafgaand aan het bombardement een Collateral Damage Estimate (CDE) is uitgevoerd. Hierbij wordt berekend hoe groot de risico’s van een aanval zijn.

Defensie keek ook naar aanvallen die in het verleden zijn uitgevoerd en wat voor schade bijkomende explosies als gevolg van de bommen zouden veroorzaken. Hieruit bleek dat de extra schade van het bombardement groter kon zijn dan in de CDE was berekend.

Wel zou deze schade naar verwachting binnen het complex blijven dat Defensie wilde aanvallen. Ook had de missie alleen tot materiële schade moeten leiden, doordat deze ’s nachts werd uitgevoerd. De officier die moest bepalen of de aanval zou doorgaan, besloot dat het militaire voordeel belangrijker was dan de mogelijke extra schade.

De vliegers die de missie hebben uitgevoerd, hebben dit volgens het ministerie van Defensie “zorgvuldig en zonder fouten” gedaan. Ook zou het juiste doel zijn geraakt. De bijkomende schade van de missie kwam neer op de verwoesting van vierhonderd gebouwen.

Kabinet verzweeg burgerdoden lange tijd

In juni 2015 voerden Nederlandse F-16’s een luchtaanval uit op een bommenfabriek van IS. Bij de aanval werd ook een woonwijk verwoest.

In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen. Naast de tientallen dodelijke slachtoffers raakten ongeveer honderd mensen gewond.

Een aantal dagen na de aanval zei de toenmalige defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert in een antwoord op Kamervragen dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen.

De Luchtmacht wist echter direct dat er zogenoemde nevenschade was. Ook bleek later uit een Amerikaans rapport dat de kans groot was dat er bij de aanval wel degelijk burgerslachtoffers waren gevallen. De Kamer bleek dus verkeerd geïnformeerd.

Huidig minister van Defensie Ank Bijleveld verklaarde in november vorig jaar – een aantal weken nadat NRC en de NOS eigen onderzoek naar de luchtaanval publiceerden – dat het ministerie van Algemene Zaken en premier Mark Rutte op de hoogte waren van de burgerdoden. Een dag later zei Rutte dat hij zich dit niet kon herinneren.

Zie ook: Waarom kan Rutte zich de burgerdoden in Hawija niet herinneren?

Lees meer over: Irak Politiek

OM-onderzoek naar burgerdoden Hawija was laat en beperkt

NOS 18.02.2020 Het onderzoek van het Openbaar Ministerie naar het bombardement in Hawija was beperkt en kwam pas na een jaar op gang. Dat blijkt uit interne documenten en antwoorden van het OM die in bezit zijn van NOS en NRC.

Bij de aanval van een Nederlandse F-16 op de bommenfabriek van IS in 2015 kwamen zeker zeventig Iraakse burgers om het leven, bleek in oktober vorig jaar. Een complete wijk werd verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS.

Het onderzoek van het OM kende meerdere beperkingen. Pas na vijftien maanden werden de piloten voor het eerst gehoord. Betrokken militairen uit andere coalitielanden kregen bovendien niet het verzoek om mee te werken en er is geen onderzoek gedaan in Irak. Bovendien had het Openbaar Ministerie alleen de beschikking over informatie die in het bezit was van Nederland.

Minister Bijleveld van Defensie werd in november naar de Kamer geroepen om zich te verantwoorden voor het incident. Het kabinet beschouwde de zaak als afgehandeld omdat het Openbaar Ministerie de gebeurtenis heeft onderzocht. “Die hebben ernaar gekeken en die hebben vastgesteld dat hier rechtmatig is gehandeld”, zei Bijleveld.

Geen onderzoek rechtmatigheid

De rechtmatigheid van de aanval is echter nooit specifiek onderzocht. Dat gebeurt alleen als Defensie aangifte doet tegen een militair. Het uitgangspunt was volgens het OM om “effectief onderzoek te doen naar de feiten en omstandigheden waaronder de burgerslachtoffers zijn gevallen.” Het onderzoek was niet gericht op de vraag “of de geweldsaanwending rechtmatig is”. Die vraag zou pas opkomen als er nieuwe aanwijzingen waren dat militairen het oorlogsrecht hadden geschonden.

Wel is er geprobeerd om meer duidelijkheid te krijgen over het aantal burgerdoden, al waren de onderzoeksmethoden “zeer beperkt” omdat onderzoekers Irak niet in konden en men “in grote mate afhankelijk was van informatie van derden”.

Het OM wilde naar buiten toe voorkomen dat het beeld zou ontstaan “alsof het OM ‘goedkeuring’ heeft gegeven aan de inzet”, schrijft een medewerker in een mail aan zijn collega’s. “Dit is wat het OM betreft een ongewenst effect.”

Jaloud-zaak

Het doel van het onderzoek was vooral om problemen in de toekomst te voorkomen, zo blijkt uit antwoorden van het OM. “Gezien de mogelijkheid van een klacht (…) dient Nederland effectief onderzoek te doen”.

Aanleiding voor deze werkwijze was de Jaloud-zaak. In 2014 had het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat het Openbaar Ministerie ernstig tekort was geschoten in het onderzoek naar de dood van de Irakees Azhar Jaloud. Die was in 2004 doodgeschoten bij een checkpoint in Irak. Het OM oordeelde dat de Nederlandse luitenant die hierbij betrokken was geen blaam trof. De familie van Jaloud startte een zogeheten artikel 12-procedure, om het OM alsnog tot vervolging te dwingen.

Vanwege het stevige oordeel van het Europees Hof in de Jaloud-zaak, en de mogelijkheid dat ook nabestaanden van toekomstige slachtoffers een procedure beginnen, besloot het Openbaar Ministerie voortaan elk incident te onderzoeken waarbij melding wordt gedaan van burgerdoden.

Jaar later

Dat het vijftien maanden duurde voordat de twee piloten van het Hawija-bombardement werden gehoord is opvallend, omdat in de Jaloud-zaak het Europees Hof het OM juist had verweten dat de betrokken militair “met een vertraging van zes uur” werd geïnterviewd. Die militair had daardoor volgens het Europees Hof de kans gekregen zijn eigen versie van de werkelijkheid te construeren.

Dat het onderzoek zo lang op zich liet wachten lag in eerste instantie aan Defensie. Hoewel er op de video van de piloten een ongekende explosie te zien is, en de fabriek dicht bij een woonwijk lag, spreekt de luchtmachtcommandant in zijn verslag van het bombardement met geen woord over de mogelijkheid van burgerdoden. Hij benoemt alleen de aanzienlijke schade aan diverse gebouwen. Was dat wel gebeurd, dan was er volgens het OM direct een onderzoek gestart.

Verslaggever Lex Runderkamp bezocht de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel. Hij zag vier jaar na dato nog veel schade:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

Maar ook als Den Haag een paar dagen later bericht krijgt van het Pentagon, dat er waarschijnlijk burgerdoden zijn gevallen bij de aanval, wordt het OM niet ingelicht. Defensie besluit in plaats daarvan zelf onderzoek te gaan doen.

Ook het ministerie van Justitie en Veiligheid, waar ze weet hebben van de mogelijke burgerdoden, informeert het OM niet. Mogelijk gaan ze ervan uit dat het OM al is ingelicht door Defensie. “Er wordt nu, zoals gebruikelijk, onderzoek uitgevoerd (…) Ook het OM en de Koninklijke Marechaussee zijn hierbij betrokken”, schrijft een ambtenaar twee dagen na de aanval aan de minister van Justitie. Dat klopt dus niet.

Telefonisch interview

Pas als Defensie een tweede rapport uit de Verenigde Staten ontvangt, wordt in maart 2016 – negen maanden na de aanval – het OM op de hoogte gebracht. Die starten nog dezelfde dag een onderzoek.

Maar ook het OM wacht dan nog een half jaar met horen van de piloten. Het onderzoek loopt vertraging op doordat het specialistisch onderzoeksteam van de marechaussee dat belast is met de zaak, onderzoek moet doen naar een mortierongeluk in Mali. Pas in september 2016 vindt het eerste interview plaats. Een van de twee piloten is op dat moment met verlof in Nederland, en moet telefonisch worden geïnterviewd door de marechaussee vanuit Jordanië.

Het OM werkt inmiddels aan een nieuwe procedure waarin onder andere geregeld moet worden dat Defensie eerder melding maakt van mogelijke burgerdoden als men daar weet van heeft. Hoe dat geregeld moet worden, is nog onduidelijk, laat het OM weten. “We kunnen Defensie hier niet zonder meer toe verplichten.”

De vlucht werd uitgevoerd vanaf de luchtmachtbasis in Jordanië Defensie

Hoe Nederland groen licht gaf voor een bomaanval waarbij 70 doden vielen

NOS 18.02.2020 Bij een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015 zijn zeker zeventig mannen, vrouwen en kinderen om het leven gekomen, bleek eind oktober. Driemaal werd er over gedebatteerd in de Tweede Kamer, maar een belangrijke vraag bleef onbeantwoord: hoe heeft het mis kunnen gaan? Nu, vier maanden later, is een deel van die vraag te beantwoorden.

Een reconstructie op basis van interne documenten die op verzoek van NOS en NRC zijn verstrekt met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur en gesprekken met diverse betrokkenen.

In het voorjaar van 2015 weet bijna niemand in Hawija dat aan de rand van hun stad de grootste bommenfabriek van terreurgroep IS ooit staat. Voor de bezetting door IS was het een druk gebied met garages en kleine autobedrijfjes. Nu worden er autobommen gefabriceerd, die mogelijk worden ingezet in een groot deel van Irak. Het fabrieksterrein is afgesloten voor burgers, om te voorkomen dat het bestaan van de fabriek uitkomt.

Trucks, humvees en bommenauto’s

Toch krijgt de internationale coalitie eind mei lucht van de bommenfabriek. Meerdere bronnen uit Hawija – mogelijk infiltranten bij IS – bevestigen dat er tientallen trucks, humvees en bommenauto’s in het gebouw staan. Het is een geweldige opsteker voor de coalitie, die samen met de Koerdische Peshmerga probeert de frontlinie bij het nabijgelegen Kirkuk te verdedigen en regelmatig te maken heeft met IS-autobommen.

Beelden van een drone, die permanent boven Hawija hangt, worden bestudeerd. Hoeveel auto’s rijden de fabriek binnen? Hoe groot is de fabriek en hoeveel munitie zou er kunnen liggen? Hoe ziet het dagelijks leven op straat eruit? De coalitie krijgt foto’s van dicht bij de fabriek, waarop te zien is dat er nog meer auto’s en explosieven naar binnen worden gebracht.

Nul doden

Voor alle coalitielanden geldt in 2015: als vooraf duidelijk is dat er ook maar één burgerdode zal vallen, mag een aanval niet uitgevoerd worden. Om dat te berekenen, wordt gebruikgemaakt van Amerikaanse software die de zogenaamde Non-combatant Casualty Cut-off Value (NCV) berekent: het aantal burgers dat mogelijk om zal komen bij de aanval. De procedure begint met het trekken van een cirkel rondom het doel waar de schade naar verwachting zal optreden.

Op onderstaande satellietbeelden is goed te zien hoe het het complete industrieterrein in Hawija is weggevaagd door de aanval. Beweeg naar links of rechts om het verschil te zien.

voor en na

De berekening wordt gemaakt door Amerikaanse militairen in Qatar, maar omdat Nederland de aanval op Hawija heeft toegewezen gekregen, kijkt een Nederlandse militair – de zogeheten Red Card Holder – over de schouder van zijn Amerikaanse collega’s mee. De bommenfabriek ligt op tweehonderd meter van een woonwijk. Zonder voorzorgsmaatregelen lijken burgerdoden niet te voorkomen, dus worden er maatregelen in het systeem ingevoerd.

Ondanks het gebruik van een precisiegeleide glijbom volgt uit de berekening dat er mogelijk een klein aantal burgers zal omkomen. Pas als wordt ingevoerd dat de aanval ’s nachts zal plaatsvinden – als niemand meer op straat is – komt de uitkomst op NCV = 0. De aanval mag in principe doorgaan.

Maar in de Amerikaanse procedure, de Collateral Damage Estimation (CDE), kan één ding niet: het is niet in staat om uit te rekenen hoe groot de impact is van de tweede ontploffing, die zal ontstaan door het exploderen van de munitie in de fabriek. Een losse inschatting moet worden gemaakt, op basis van eerdere aanvallen op bommenfabrieken.

Daaruit komt naar voren dat de nevenschade groter zou kunnen zijn dan de CDE aangeeft. Maar omdat de impact naar verwachting beperkt zal blijven tot het industriegebied, gaat men ervan uit dat er alleen materiële schade zal zijn. De aanval krijgt groen licht van de Nederlandse Red Card Holder.

Volledig fout

Op 2 juni scheert rond middernacht de eerste Nederlandse F-16 vlak over de stad. De bewoners van Hawija weten dan hoe laat het is: ze rennen in het donker naar buiten, in afwachting van de bom die zal vallen. Een paar minuten later volgt een tweede F-16, een korte knal en een gigantische tweede explosie die 400 huizen tot op een kilometer verderop gedeeltelijk doet instorten en op 60 kilometer nog te horen is. Meer dan 70 burgers verliezen het leven.

IS is een geweldige slag toegebracht. De Koerdische militairen in Kirkuk zijn opgelucht. Maar de schade in Hawija is gigantisch. De uitkomst van de berekeningen blijkt volledig fout te zijn. Er ligt 18.000 kilo springstof in de fabriek, veel meer dan ze verwacht en berekend hadden. Niet alleen het industriegebied, maar ook de nabijgelegen wijken worden daardoor getroffen. Of de informatie van een informant uit Hawija – die NOS en NRC vertelde dat hij gemeld heeft dat vier vrachtwagens de fabriek daags voor de aanval waren binnengereden – de internationale coalitie heeft bereikt is niet duidelijk.

De F-16’s vliegen nog een extra rondje boven Hawija om een Battle Damage Assessment te doen, maar door de enorme hitte en rook blijkt dat onmogelijk. Onbemande vliegtuigjes moeten worden ingezet om de schade op te nemen. Later die week worden nog meerdere vluchten uitgevoerd, en blijkt hoe groot de schade op de grond is.

Ook vier jaar later was die nog goed te zien, zag onze verslaggever in oktober !!

Op het ministerie van Defensie in Den Haag kijkt men na afloop puur naar de rechtmatigheid van de aanval. Hoe men zo verrast kon zijn door de hoeveelheid explosieven, en of de procedures wel voldoen, wordt niet onderzocht. Alleen de Amerikanen hebben daarnaar gekeken. In een rapport dat ook naar Nederland is gestuurd, komen ze met twee aanbevelingen, waarvan één door het Amerikaanse Centcom wordt overgenomen, zo staat in het rapport.

Wat die aanbevelingen zijn wil Defensie niet kwijt, omdat de informatie door de Amerikanen is geclassificeerd. Wel is duidelijk dat Nederland sinds Hawija geen enkele aanval meer heeft uitgevoerd op bommenfabrieken in de buurt van woonwijken.

Bekijk ook;

In de wijk waar de bom is gevallen staat niets meer overeind NOS

Bombardement in Hawija was riskanter dan berekend, maar werd toch doorgezet

NOS 18.02.2020 Voor het Nederlandse bombardement in het Iraakse Hawija, waarbij zeker zeventig burgers om het leven kwamen, was bekend dat “de verwachte nevenschade groter zou kunnen zijn” dan uit berekeningen naar voren kwam. Dat blijkt uit interne documenten van Defensie, die met een beroep van NOS en NRC op de Wet openbaarheid van bestuur zijn vrijgegeven.

De berekeningen werden gemaakt in de zogenoemde CDE, de Collateral Damage Estimation. Daarmee werd ingeschat hoeveel burgerdoden er te verwachten waren. Voor alle landen in de internationale coalitie gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook bij de aanval op Hawija was dat berekende aantal nul.

Maar de Amerikaanse software was niet in staat om uit te rekenen hoe groot de impact zou zijn van een tweede ontploffing, die kan ontstaan bij het bombarderen van een bommenfabriek, zoals in Hawija. Dus werd een inschatting gemaakt op basis van eerdere aanvallen op bommenfabrieken. Men concludeerde daaruit dat de verwachte nevenschade groter zou kunnen zijn dan de berekeningen lieten zien, maar dat de schade “niet buiten het industriële complex zou reiken en er bij nacht dus alleen materiële schade zou zijn”.

Met de kennis van nu blijkt dat een misvatting te zijn geweest. Meer dan 400 gebouwen raakten beschadigd, en meer dan zeventig burgers kwamen om het leven. Defensie wijt dat aan de aanwezigheid van meer munitie in de fabriek dan men van tevoren wist. De procedure deugde wel, concludeert het ministerie.

“De mogelijke schade werd door de Nederlandse Red Card Holder (RCH) beoordeeld als niet buitensporig in verhouding tot het verwachte militaire voordeel”. Zo staat beschreven in het onderzoek dat Defensie zelf naar het incident deed.

Verslaggever Lex Runderkamp was vorig najaar in Hawija; vier jaar na de bomaanval was daar nog veel schade te zien.

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

Driemaal moest het kabinet zich dit najaar voor de kwestie verantwoorden in de Tweede Kamer. Volgens premier Rutte kon de Kamer al die jaren niet worden bijgepraat over het incident omdat het “protocol” het op dat moment niet toeliet vanwege de veiligheid van de vliegers.

“Het is niet zo dat kennis over wel of geen burgerslachtoffers gedeeld had kunnen worden met de Kamer, want vanwege de veiligheid van vliegers was het protocol op dat moment dat dit niet met de Kamer werd gedeeld”,Premier Rutte op 27 november in de Tweede Kamer

NRC en NOS vroegen ook alle documenten op die betrekking hebben op het transparantiebeleid van het kabinet, maar nergens blijkt dat er een protocol was dat niet toestond dat de Kamer werd geïnformeerd. Het enige protocol dat is gedeeld is “de procedure minimaliseren/melden burgerslachtoffers”, waarin de afspraken staan die de betrokken ministeries maakten bij de aanvang van de missie tegen IS in 2014.

Uit dat protocol blijkt juist het tegendeel: “Per casus (…) wordt bezien of de Tweede Kamer op de hoogte moet worden gesteld”, zo is de afspraak bij incidenten met burgerdoden. In geen enkel document wordt verwezen naar de veiligheid van de vliegers of afspraken die met vliegers zouden zijn gemaakt.

Pas als minister van Defensie Bijleveld in 2019 gehoor wil geven aan de wens van Kamer om transparanter te zijn, wordt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) gevraagd om een analyse te maken van de “mogelijke risico’s voor de veiligheid” wanneer het beleid zou worden aangepast. Wat de uitkomst van die analyse is, wordt niet vermeld.

Bekijk ook;

 

Nederland hoort nabestaanden van burgerslachtoffers te compenseren

NU 10.02.2020 Als Nederland deelneemt aan een militaire ingreep in het buitenland en burgerslachtoffers veroorzaakt, dan kan de Staat volgens de wet verplicht worden om schadeclaims van bijvoorbeeld nabestaanden te honoreren, blijkt uit een in 2014 opgesteld document dat maandag door het ministerie van Defensie is vrijgegeven.

In de nota worden geen procedures genoemd die slachtoffers moeten doorlopen. Ook eventuele geldbedragen worden niet verder uitgelicht.

De richtlijnen van het departement staan haaks op de lijn die Defensieminister Ank Bijleveld volhield rondom de doden bij luchtaanvallen in 2015 in de Iraakse stad Hawija. Tenminste zeventig mensen kwamen daarbij om het leven. Bijleveld stelde dat nabestaanden voor compensatie in eerste instantie bij Irakese autoriteiten moesten aankloppen, omdat Irak onder andere Nederland had gevraagd om hulp in de strijd tegen Islamitische Staat (IS).

Een woordvoerder van Defensie laat in gesprek met het NRC weten dat het departement nog steeds achter dat standpunt staat. Echter blijkt uit het document dat er geen verdrag is met Irak waarin mogelijke schadeclaims zijn opgenomen. “Noch is er de verwachting dat dit verdrag er gaat komen.”

‘Document gaat rol spelen in mogelijke zaak Irakezen tegen de Staat’

Het dagblad berichtte al eerder dat tientallen Irakezen een schadeclaim voorbereiden tegen de Nederlandse Staat, omdat zij vinden dat ze slachtoffer zijn geworden van de luchtaanval in Hawija. Hun advocaat Liesbeth Zegveld voorspelt dat het document “een rol gaat spelen bij de komende procedure”.

Nederland nam van oktober 2014 tot en met juni 2016 deel aan de missie om IS te bestrijden in Irak. In 2018 werd de missie weer hervat en uitgebreid naar Syrië. Nederlandse F-16’s hebben ongeveer drieduizend missies voltooid en in zeven van de tien missies hun wapens ingezet.

Lees meer over: Politiek  Ministerie van Defensie

De omgeving van de explosievenfabriek in Hawija werd volledig verwoest NOS

Defensie had in 2014 al richtlijn voor compensatie burgerslachtoffers Irak

NOS 10.02.2020 Defensie heeft in 2014 intern al afgesproken dat Nederland een schadevergoeding zou betalen aan nabestaanden van eventuele slachtoffers van Nederlands militair ingrijpen in Irak.

Dat blijkt uit stukken uit dat jaar die het ministerie van Defensie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Toch heeft het kabinet geen enkele poging gedaan om nabestaanden van Nederlandse bombardementen in Hawija en Mosul te compenseren.

Bij een bombardement door een Nederlandse F-16 kwamen in 2015 in Hawija zeker zeventig burgers om het leven. Het doelwit was een bommenfabriek van Islamitische Staat, maar daar lag zo’n grote hoeveelheid explosieven dat een nabijgelegen wijk volledig werd verwoest.

Nadat de NOS en NRC Handelsblad daar in oktober over hadden bericht, zei minister Bijleveld dat zij ervan uitging dat Irak voor de schadevergoeding voor de nabestaanden zou opdraaien. “Het is de internationale afspraak dat het in het land zelf wordt afgewikkeld”, zei Bijleveld, al moest ze wel erkennen dat dit “niet allemaal zo makkelijk en soepel” zou gaan.

Compensatieregelingen

Uit de interne stukken die nu naar de Kamer zijn gestuurd, blijkt dat Defensie in 2014 ervan uitging dat Nederland een verantwoordelijkheid zou hebben voor eventuele burgerslachtoffers.

“Indien er sprake is van burgerslachtoffers door Nederland, worden er compensatieregelingen opgesteld”, meldt een bijlage bij de nota ‘Procedure minimaliseren/melden burgerslachtoffers’ van het ministerie van Defensie.

“Er is geen verdrag met Irak waarin eventuele schadeclaims zijn opgenomen, noch is er de verwachting dat er een verdrag gaat komen. De Nederlandse staat kan op basis van wettelijke aansprakelijkheid worden aangesproken. Deze aansprakelijkheid is niet uit te sluiten. We kennen hiervoor geen standaardprocedures of geldbedragen.”

Verslaggever Lex Runderkamp bezocht de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel. Zo zag het er in oktober uit:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

“Dit document gaat zeker een rol spelen bij de komende procedure van de slachtoffers van Hawija en Mosul”, zegt advocaat Liesbeth Zegveld die zestig nabestaanden bijstaat. “Er blijkt namelijk duidelijk uit dat Nederland verantwoordelijkheid neemt voor burgerslachtoffers, inclusief de civiele procedures die hieruit voortvloeien. En zo hoort het ook.”

Volgens minister Bijleveld is nooit met zekerheid vastgesteld dat er bij de Nederlandse luchtaanval op de bommenfabriek in Hawija burgers zijn omgekomen. Bij een aanval op Mosul in 2015, waarbij het doel geen IS-hoofdkwartier maar een woonhuis bleek te zijn, staat volgens de minister wel vast dat er twee burgers zijn overleden. Toch heeft defensie ook in die zaak nooit contact gezocht met de nabestaanden.

Pas na de publicatie van NOS en NRC over Hawija heeft de minister aan de Kamer toegezegd om te gaan kijken naar de mogelijkheid om een schadevergoeding uit te keren.

Niet eerder mogelijk

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie zegt dat het tot nu toe niet mogelijk was om over te gaan tot het aanbieden van een vrijwillige vergoeding, want dat zou hebben “geleid tot het openbaar worden van de exacte locatie, datum en het vermoedelijke aantal burgerslachtoffers van deze aanvallen. Naar het oordeel van het kabinet was dit gedurende de hele inzetperiode omwille van veiligheidsredenen niet mogelijk.”

Met andere woorden: zolang de aanvallen niet publiekelijk door het kabinet waren erkend, hoefde er niet te worden overgaan tot het uitkeren van vergoedingen.

De volledige reactie van Defensie

Zoals de minister in de brief van 4 november 2019 heeft aangegeven, geldt op grond van het algemene internationaalrechtelijke beginsel van soevereiniteit van een staat, dat het aan Irak zelf is hoe wordt omgegaan met schade die als gevolg van het verzoek tot militaire steun wordt veroorzaakt.

Hieruit vloeit voort dat Iraakse burgers in eerste instantie terecht kunnen bij de Iraakse autoriteiten. Voor staatsaansprakelijkheid en de verdeling daarvan is geen specifiek verdrag tussen Nederland en Irak vereist. De uitspraken over de verantwoordelijkheid van Irak zijn gebaseerd op de algemeen geldende rechtsregels daaromtrent in het internationaal recht.

Zowel voor Hawija als Mosul is Defensie van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig geweldgebruik. Daarmee is er geen sprake van civielrechtelijke aansprakelijkheid en vormen deze gevallen geen aanleiding om over te gaan tot het uitkeren van een schadevergoeding. Wel kan Defensie besluiten over te gaan tot een vrijwillige vergoeding.

Het aanbieden van een vrijwillige vergoeding voordat Defensie betrokkenheid bij de Hawija- en Mosul-casus had vrijgegeven, had echter geleid tot het openbaar worden van de exacte locatie, datum en het vermoedelijke aantal burgerslachtoffers van deze aanvallen. Naar het oordeel van het kabinet was dit gedurende de hele inzetperiode omwille van veiligheidsredenen niet mogelijk. De Kamer is hierover geïnformeerd in de brief van 4 november jl.

Momenteel onderzoekt Defensie de mogelijkheden om de getroffen gemeenschappen n.a.v. de wapeninzet te compenseren door middel van een vrijwillige vergoeding.

Bekijk ook;

Iraaks slachtoffer Nederlandse bommen wacht nog steeds op ‘sorry’ van de minister

AD 24.01.2020 In november erkende het ministerie van Defensie dat het Nederlandse bommen waren die het huis én het gezin van Basim Razzo vernietigde. Nu bijna drie maanden later heeft weduwnaar Razzo nog niets gehoord van de Nederlandse autoriteiten. ,,Ik vind dat ik recht heb op een verontschuldiging.’’

Jarenlang zweeg het Nederlandse ministerie van Defensie. Maar afgelopen november gaf minister Ank Bijleveld (CDA) toe dat de bommen die op 20 september 2015 de woningen van Basim Razzo en zijn broer in de Iraakse stad Mosul vernietigde, waren afgeworpen door een Nederlandse piloot.

Bij de aanval kwamen Basims vrouw Mayada, zijn dochter Tuqa (21), zijn broer Mohannad en zijn neef Najib (18) om. Het Nederlandse bombardement bleek gebaseerd op onjuiste informatie van de Amerikanen. Die dachten dat de twee woonhuizen een hoofdkwartier van terreurgroep IS waren. Maar de bewoners bleken niets met IS te maken te hebben, gaf de VS later toe.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Uit fatsoen en als een morele daad van erkenning verwacht ik dat Nederland contact opneemt, aldus Basim Razzo.

Razzo, die zelf zwaargewond raakte bij de aanval: ,,Ik kan geen reden bedenken waarom ik nog niets van de Nederlandse overheid heb gehoord. Uit fatsoen en als een morele daad van erkenning van verantwoordelijkheid verwacht ik dat ze contact opnemen en het juiste doen. Ik vind dat ik recht heb op een officiële verontschuldiging en daarna een echte compensatie voor het verlies van vier levens en twee huizen.’’

De Irakees wordt inmiddels bijgestaan door de Nederlandse advocate Liesbeth Zegveld. Zij gaat de Nederlandse staat aansprakelijk stellen voor de materiële (zijn woning, zijn auto en de medische kosten) en de immateriële schade (het overlijden van vier familieleden). ,,Maar het is eigenlijk schandelijk dat we daarvoor een juridische procedure moeten volgen’’, stelt Zegveld. ,,Er is zeker een schikking mogelijk.’’

Ik heb vertrouwen in de menselijk­heid van het Nederland­se systeem en vertrouw erop dat ik gerechtig­heid krijg, aldus Basim Razzo.

Razzo zelf: ,,Ik heb vertrouwen in de menselijkheid van het Nederlandse systeem en ik vertrouw erop dat ik gerechtigheid zal krijgen.’’ Een eerdere ‘genoegdoening’ van het Amerikaanse leger van 15.000 dollar weigerde hij vanwege het lage bedrag en omdat de VS niet de verantwoordelijkheid voor de aanval op zich wilde nemen.

Basim Razzo verloor zijn gezin en zijn woning in Irak door een Nederlandse bom. De bom werd afgeworpen na foutieve inlichtingen van de Amerikanen. © privé

De woningen van Basim Razzo en zijn broer Mohannad vier weken voor de aanval. © TerraServer, DigitalGlobe

De twee woningen na de aanval © TerraServer, DigitalGlobe

Nederland, dat onderdeel uitmaakt van de door de Amerikanen aangevoerde anti-IS coalitie, wilde jarenlang geen openheid van zaken geven, maar in november erkende Bijleveld de Nederlandse betrokkenheid bij twee incidenten: de aanval op de woning van Razzo en een bombardement in de Iraakse stad Hawija. Bij die aanval op een bommenfrabriek van IS vielen in de directe omgeving meer dan zestig burgerslachtoffers omdat er in het complex veel meer explosieven aanwezig dan de Coalitie dacht.

Hawija

Bij het bombardement in Hawija is veel lastiger te reconstrueren wie precies slachtoffers zijn van de aanval, bij de aanval in Mosul is dat duidelijk: Basim en de enige andere overlevende, zijn schoonzus. Razzo is niet lastig te traceren. ,,Mijn gegevens zijn doorgegeven aan het ministerie.’’ Hij spreekt ook vloeiend Engels; Razzo woonde jarenlang in de VS voor hij terugverhuisde naar Irak.

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie zegt niet te weten waarom er nog geen contact met Razzo is opgenomen. Wel zegt hij dat er over enkele weken een brief naar de Tweede Kamer gaat waarin de minister verder ingaat op de afhandeling van de bombardementen. ,,Nederland is wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk. Desondanks willen we kijken wat we op vrijwillige basis voor de gemeenschappen kunnen doen.’’

Bij het bombardement kwamen Basims vrouw Mayada (links), zijn broer Mohannad (midden), zijn neef Najib (rechts) en zijn dochter Tuqa (onder) om. © privé

© privé

‘Slachtoffers van Nederlandse bom in Hawija melden zich voor compensatie’

NU 17.01.2020 Tientallen mensen eisen een schadevergoeding van de Nederlandse staat voor het vernietigen van een woonwijk in de Iraakse stad Hawija in 2015, meldt Trouw. De slachtoffers worden bijgestaan door advocaat Liesbeth Zegveld.

Zegveld bereidt een zaak tegen de Nederlandse staat voor. Inmiddels hebben zich zestig mensen bij haar gemeld, omdat ze een compensatie van de staat willen voor de veroorzaakte schade.

Dit aantal kan nog oplopen. De hoogleraar, gespecialiseerd in oorlogsrecht, werkt samen met de hulporganisatie Al Gad in de Iraakse stad Kirkuk. Bij deze organisatie hebben zich al duizenden mensen gemeld.

Al Gad werkt sinds oktober aan de Hawija-zaak. Tofan Awad, die de organisatie leidt, identificeert de slachtoffers en controleert of de meldingen kloppen. Hij verzamelt ooggetuigenverklaringen en ondersteunend bewijs.

‘Bewijsmateriaal verzamelen is niet makkelijk’

Bewijsmateriaal verzamelen is “bepaald niet makkelijk”, stelt Awad in Trouw. Hawija was in 2015 bezet door Islamitische Staat (IS). Doordat er geen overheidsziekenhuizen en plaatselijke overheid waren, was er geen goede burgerregistratie. Sterfgevallen moeten nu door getuigen bevestigd zijn en ook gewonden moeten met bewijs komen.

Volgens de organisatie zijn waarschijnlijk niet alle meldingen van slachtoffers van de Nederlandse bom.

Zegveld vraagt zich in Trouw af of de staat zal vasthouden aan de opstelling dat er rechtmatig gehandeld is, maar dat er onjuiste inlichtingen waren over de hoeveelheid explosieven in de fabriek en over de nabijheid van burgers. “Ik hoop dat Nederland voor slachtoffers van Hawija alsnog zijn verantwoordelijkheid neemt”, zegt ze.

Burgerdoden werden lang verzwegen

In juni 2015 voerden Nederlandse F-16’s een luchtaanval uit op een bommenfabriek van IS. Bij de aanval werd ook een woonwijk verwoest. In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen.

Er vielen minstens zeventig doden. Ook raakten ongeveer honderd mensen gewond. Het Nederlandse kabinet gaf dit in oktober toe, nadat de burgerdoden eerder werden verzwegen.

Zegveld zegt in Trouw dat er “extra leed is toegevoegd door te zwijgen”.

Lees meer over: Irak Politiek

Het industriegebied in Hawija is volledig verwoest NOS

60 mensen willen vergoeding van Staat om aanval Hawija

NOS 17.01.2020 Zestig mensen hebben zich gemeld bij advocaat Liesbeth Zegveld omdat ze een schadevergoeding willen van de Nederlandse Staat wegens het bombardement op Hawija in Irak. Volgens de advocaat kan dat aantal nog oplopen. Zegveld bereidt namens de slachtoffers een schadeclaim voor.

In oktober onthulden NOS en NRC dat in 2015 bij een aanval van een Nederlandse F-16 in Irak zeker zeventig burgers zijn gedood. Door het bombardement op een autobommenfabriek van IS en de daarop volgende explosies werd een wijk in Hawija verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS.

Rol van Nederland

Slachtoffers en nabestaanden hebben de hulp gevraagd van Zegveld. “Waar het om gaat is de vraag: wat heeft Nederland gedaan om te voorkomen dat er zo veel burgerslachtoffers zouden vallen”, zei ze eerder. Ze vindt dat bewoners gewaarschuwd hadden kunnen worden met pamfletten dat er een bombardement zou komen.

Sinds het nieuws over het bombardement bekend werd heeft de Tweede Kamer meerdere keren over de kwestie gedebatteerd. Daarbij ging het over de vraag of er doelbewust informatie is achtergehouden na het Nederlandse bombardement. Premier Rutte zei in een debat eind november dat er geen sprake is van een doofpot.

Wel erkende hij dat er in een brief van toenmalig minister Hennis over de luchtaanval een fout stond. Er werd gesuggereerd dat er geen burgerdoden waren, terwijl er zo’n 70 slachtoffers bleken te zijn.

Bekijk ook;

VS en bondgenoten staken trainingsmissie in Irak, militairen extra beveiligd

NU 04.01.2020 De Verenigde Staten en hun bondgenoten staken vanwege de verhoogde dreiging van een aanval uit Iran per direct en voor onbepaalde tijd trainingen van Iraakse militairen in opleiding, laat een woordvoerder van de NAVO zaterdag weten. De bescherming van alle troepen die meedoen aan de militaire operatie Inherent Resolve (OIR) wordt opgeschaald.

Dat besluit zou ook Nederlandse militairen en experts onder verscherpt toezicht stellen. Nederland nam samen met veertien andere bondgenoten van de VS deel aan OIR.

“De veiligheid van ons personeel in Irak gaat boven alles”, zegt woordvoerder Dylan White van de NAVO. “Wij blijven alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen. De NAVO-missie wordt voortgezet, maar de trainingsactiviteiten worden tijdelijk opgeschort.”

Uit een Kamerbrief (meer) van medio oktober blijkt dat in Noord-Irak en Bagdad ten minste zestig Nederlandse militairen actief zijn, mogelijk gesteund door twintig experts. De Nederlandse militairen geven onder meer trainingen aan Koerdische en Iraakse militairen in het gebied.

Uitgerekend in Bagdad vond in de nacht van vrijdag op zaterdag een nieuwe luchtaanval plaats. Een konvooi van de door Iran gesteunde militiegroepering Popular Mobilisation Forces (PMF) werd onder vuur genomen. Ten minste zes mensen kwamen daarbij om het leven, aldus Iraakse staatsmedia.

Het land vermoedt dat de Amerikanen achter de aanval zitten. In de drie uitgebrande auto’s zouden medici en geen hooggeplaatste militairen hebben gezeten.

Een woordvoerder van de OIR ontkent zaterdagochtend dat de internationale coalitie de laatste dagen luchtaanvallen heeft uitgevoerd ten noorden van Bagdad.

Trump: ‘VS wil oorlog met Iran voorkomen, niet starten’

Conflict tussen Iran en VS escaleert na dood Iraanse generaal

De spanningen tussen de VS en Iran zijn opgelaaid nadat de Amerikanen vrijdag de Iraanse generaal Qassem Soleimani doodden bij een luchtaanval op een vliegveld in Irak. Soleimani gold als de belangrijkste militair en op grootayatollah Ali Khamenei na machtigste man in Iran. Hij wordt zaterdag begraven in Bagdad.

Iran zint op wraak en dreigt hard terug te slaan naar de Amerikanen. President Donald Trump nam daarom de beslissing om drieduizend extra militairen naar het gebied te sturen om de veiligheid in de regio te waarborgen. Eerder deze week ging een bataljon van 750 militairen hen al voor.

Sinds mei hebben de Amerikanen al ongeveer veertienduizend extra militairen naar het Midden-Oosten gestuurd naar aanleiding van de groeiende onrust.

Democraat Sanders wil met wet macht Trump aan banden leggen

De lijn van Trump kwam hem op kritiek van de Democraten te staan. Chuck Schumer, de Democratische fractievoorzitter in de Senaat, vindt dat Trump “niet het recht heeft om een oorlog met Iran te beginnen”. Volgens hem moet het Amerikaanse Congres, waarin de Democraten de scepter zwaaien, daar toestemming voor geven.

Presidentskandidaat Bernie Sanders wil verdere “militaire plannen” van Trump met een wetsvoorstel dwarsbomen. In de nacht van vrijdag op zaterdag introduceerde hij een maatregel waarmee het Congres straks vrijwel iedere uitgave van Trump in het Midden-Oosten moet goedkeuren.

Zie ook: Aanval op Iraanse generaal is kantelpunt: alles wat je erover moet weten

Lees meer over: Iran  Verenigde Staten  Donald Trump  Buitenland  Spanningen Iran

Onder dit soort erbarmelijke omstandigheden moesten de Nederlandse commando’s in Irak hun ’medische wonderen’ verrichten. Ⓒ Ministerie van Defensie

Nederlandse gewondenverzorgers onderscheiden voor werk in Irak

Telegraaf 19.12.2019 Nederlandse militaire gewondenverzorgers hebben eind 2016 in Irak honderden levens gered tijdens de slag om Mosul. Aan de inzet van deze special forces medics werd geen ruchtbaarheid gegeven, maar deze komt naar buiten nu veertien militairen van het Korps Commandotroepen en MARSOF-mariniers ervoor worden onderscheiden.

Elitemilitairen geven altijd hoog op van hun training. Daarop zijn kapitein Matthijs en de korporaals Nick, Henk en Joris geen uitzondering. Maar wat zij tussen oktober en december 2016 te verstouwen kregen, daar kon geen training hen op voorbereiden. De commando’s waren in Noord-Irak voor het opleiden van lokale speciale eenheden, toen de strijd tegen IS naar een climax ging met de aanval op Mosul, het laatste bolwerk van het kalifaat.

In het veld krijgen teamleider Matthijs en gewondenverzorger Nick door dat er grote behoefte is aan militairen die een opvangpost kunnen bemannen buiten Mosul. De plek waar de eerste medische handelingen zullen worden verricht om gewonden te stabiliseren voor vervoer naar een ziekenhuis, een uur verderop in Erbil. Met niet meer dan wat ze in hun rugzakken hebben, vertrekt een groepje commando’s en mariniers richting het aanstaande front.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„’s Ochtends stond ik nog op de schietbaan instructie te geven, ’s avonds waren we bezig de tenten op te zetten die we van de Irakezen hadden gekregen; en toen kwamen al de eerste gewonden”, vertelt geneeskundige Henk. Zijn leidinggevende Matthijs knikt. „We hebben spullen en medicijnen bij elkaar gezocht en zijn aan de slag gegaan. Ons werk doen op een geïsoleerde plek, met weinig middelen, zonder hulp van buitenaf; dat is waarvoor special forces zijn opgezet.”

Van ’s ochtends vroeg tot het invallen van de duisternis krijgen de Nederlanders een stroom van ernstig gewonden in hun tenten. Eerst veel burgers, dan vooral militairen. De mensen worden neergelegd op veldbedjes en daar moeten Nick, Henk en Joris werk doen dat in Nederland het domein is van traumateams: schotwonden ontsmetten en hechten, tourniquets waarmee ernstige bloedingen worden gestopt aanleggen en door explosieven afgeblazen ledematen verbinden. Tijd om erover na te denken is er nauwelijks. De ambulances blijven komen.

Levensreddend werk in een tentje in Irak.

Levensreddend werk in een tentje in Irak.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„Je komt in een soort van rush. Je doet je ding en blijft doorgaan. De positieve feedback van de Irakezen helpt en wanneer je ziet dat je mensen kunt redden, krijg je daar ook een boost van”, vertelt korporaal Henk. „Er waren ook wel minder leuke dingen”, zegt Nick met gevoel voor understatement. „Mensen die onder je ogen dood gaan en kinderlijkjes die worden binnengebracht; maar je kunt het er wel met de man naast je over hebben. Als je dan denkt: we hebben er alles aan gedaan, dan is het goed.”

Collega Joris knikt. „Als we ’s avonds het bloed van de vloer dweilden, hadden we het er ook wel over. Natuurlijk maak je krankzinnige situaties mee. Dat je aan het lunchen bent in een ruimte waar in de hoek drie bodybags liggen. Je kunt die stoffelijke overschotten meegeven aan een ambulance, maar wat als er dan nieuwe gewonden worden binnengebracht die naar het ziekenhuis moeten? Dan kun je die ambulance beter laten wachten en de lege plekken voor die patiënten gebruiken. Dat soort ethische dilemma’s waren er vrijwel permanent en er is niemand die deze voor je oplost.”

Bewijs

Maar liefst 798 gewonden passeren de Nederlandse post, die mee verhuist met het opschuivende front. De Nederlanders ’verliezen’ maar tien tot twintig patiënten. Het team concludeert dat de meeste gewonden het zonder de eerste hulp niet hadden gehaald. Het belang dat de Irakezen aan het werk hechten, is volgens Matthijs het ultieme bewijs van het Nederlandse succes. Toen de commando’s en mariniers vanwege het wachten op politieke toestemming voor een verplaatsing niet actief waren, werd een deel van de operatie in Mosul stilgelegd.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„Zonder de zekerheid dat iemand voor ze zou zorgen wanneer ze gewond raakten, was de wil van de Irakezen om te vechten niet groot”, legt de officier uit. „Dat is logisch. Als militair wil je die zekerheid hebben. Ik weet na Mosul dat als je gewond raakt, je niet in betere handen kunt zijn dan bij deze jongens.”

’Zonder hen was ik dood in Iraakse greppel geëindigd’

De Nederlandse cameraman Sebastiaan Knoops werkte zich bij CNN op naar de eredivisie van de tv-journalistiek: filmen in oorlogs- en crisisgebieden. Alles ging crescendo, tot een oktoberdag in 2016, die hij alleen dankzij onwaarschijnlijk veel geluk en Nederlandse gewondenverzorgers wist te overleven.

Knoops is die dag vanuit het Iraakse Erbil onderweg naar Mosul. De CNN-ploeg rijdt in een gepantserde suv en heeft een Britse oud-militair van de elite-eenheid SAS bij zich als veiligheidsadviseur. De dreiging blijkt alleen niet van het slagveld te komen, maar vanuit het brein van de lokale chauffeur.

„Hij kreeg een epileptische aanval”, vertelt Knoops. „De chauffeur duwde het gaspedaal daardoor helemaal in en de auto ging steeds harder rijden. Onze veiligheidsman probeerde zijn voet van het pedaal te krijgen, maar dat lukte niet. We schijnen tegen de 200 km/u te hebben gereden en toen flipte de auto. Ik ben eruit geslingerd en met mijn hoofd tegen een rots geklapt.”

Cameraman Sebastiaan Knoops dankt zijn leven aan de hulp van de Nederlandse commando’s in Irak.

Cameraman Sebastiaan Knoops dankt zijn leven aan de hulp van de Nederlandse commando’s in Irak.

Midden in de woestijn eindigen met zwaar inwendig letsel, ernstig hoofd- en hersenletsel en veel bloedverlies. De kans dit te overleven zou normaal heel erg klein zijn, constateert Knoops nu. Maar na het ongeluk keren zijn kansen. Een ambulancebemanning ziet de crash gebeuren. Nog voor de wielen van de over de kop geslagen suv zijn gestopt met draaien, beginnen de broeders met de hulpverlening. Het tweede geluk is dat de Nederlandse commando’s zich twee dagen eerder hebben gemeld bij de lokale autoriteiten. Daardoor weten de ambulancemedewerkers waar ze Knoops heen kunnen brengen.

„Een van de risico’s die je loopt met hersenschade, is stikken”, vertelt de Nederlander. „De commando’s hadden twee uur voor mijn ongeluk zuurstofflessen gekregen, Daarmee konden ze me redden. Ze brachten me daarna naar Erbil. Ik was de hele tijd bij bewustzijn, maar ik kan me er niets meer van herinneren. De hele maand na het ongeluk ben ik kwijt. Ik heb alles wat er is gebeurd van anderen gehoord.”

“De hele maand na het ongeluk ben ik kwijt”

In Erbil kiezen de elitemilitairen er op advies van een Nederlandse arts voor Knoops naar een privéziekenhuis te brengen. Die keuze blijkt essentieel. De zorg in het hospitaal is uitstekend. De artsen doen hun werk zo goed, dat de cameraman in Nederland niet opnieuw onder het mes hoeft. Hij kan er beginnen met revalidatie. Terwijl Knoops werkt aan wat een volledig herstel zal worden, staan de commando’s aan zijn bed.

„Ze hadden nog wat voor me meegenomen: mijn laarzen. Ik dacht dat ik die kwijt was geraakt, maar zij bleken die voor me te hebben bewaard. Ik kreeg ze terug met het stof en de modder er nog op. Het is heel simpel, zonder de Nederlanders was ik dood in een Iraakse greppel geëindigd. Daarom ben ik ze enorm dankbaar.”

Bekijk meer van; gewapend conflict krijgsmacht Sebastiaan Knoops Mosoel Irak

Missie in Irak tot 2021, Kamer wil druk op Bagdad

Telegraaf 19.12.2019 De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd donderdag gedebatteerd.

In het midden en zuiden van Irak wordt al vele weken betoogd tegen de slechte economische toestand, de corruptie en de invloed van Iran. De politie treedt hard op. Er vielen al meer dan vijfhonderd doden.

Demonstraties Irak

De Kamer is zeer bezorgd over het neerslaan van de demonstraties. Er moet een „stevig signaal” naar de regering in Bagdad worden gestuurd dat een regering die zo optreedt niet op steun hoeft te rekenen, zei Joël Voordewind (ChristenUnie). Volgens Bram van Ojik (GroenLinks) moet gekeken worden of de missie kan worden aangepast.

Het kabinet deelt de zorgen van de Kamer. We gaan niet zonder voorwaarden door met de missie, aldus minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken). Als de Iraakse regering grenzen overschrijdt, zal dat volgens hem helder worden aangegeven. Door Nederland getrainde troepen zouden niet betrokken zijn bij het onderdrukken van de protesten.

Meerderheid

Een ruime meerderheid van de Kamer steunt de verlenging. Sadet Karabulut (SP) vindt dat de bijdrage moet worden opgeschort vanwege het harde optreden tegen de betogers. SP, PVV en DENK stemmen tegen verlenging.

Bekijk meer van; burgerlijke onrust Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kamer steunt missie in Irak, maar wil druk op regering om geweld tegen betogers

AD 19.12.2019 De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd vanmiddag gedebatteerd.

In het midden en zuiden van Irak wordt al vele weken betoogd tegen de slechte economische toestand, de corruptie en de invloed van Iran. De politie treedt hard op. Er vielen al meer dan vijfhonderd doden.

Demonstraties

De Kamer is zeer bezorgd over het neerslaan van de demonstraties. Er moet een ‘stevig signaal’ naar de regering in Bagdad worden gestuurd dat een regering die zo optreedt niet op steun hoeft te rekenen, zei Joël Voordewind (ChristenUnie). Volgens Bram van Ojik (GroenLinks) moet gekeken worden of de missie kan worden aangepast.

Het kabinet deelt de zorgen van de Kamer. We gaan niet zonder voorwaarden door met de missie, aldus minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken). Als de Iraakse regering grenzen overschrijdt, zal dat volgens hem helder worden aangegeven. Door Nederland getrainde troepen zouden niet betrokken zijn bij het onderdrukken van de protesten.

Een ruime meerderheid van de Kamer steunt de verlenging. Sadet Karabulut (SP) vindt dat de bijdrage moet worden opgeschort vanwege het harde optreden tegen de betogers. SP, PVV en Denk stemmen tegen verlenging.

Bijleveld gaat Amerikanen nog een keer vragen naar burgerdoden Hawija

NOS 19.12.2019 Minister Bijleveld van Defensie gaat nog een keer bij de Amerikaanse legerleiding navragen op welk moment duidelijk was dat er bij het bombardement van Nederlandse F16’s op het Iraakse Hawija zeker 70 burgers zijn gedood.

Dat zegde ze toe in het interpellatiedebat over de kwestie in de Tweede Kamer. Het kabinet heeft tot nu toe gezegd dat nooit officieel is vastgesteld hoeveel burgerdoden er zijn gevallen, en dat daarom de ernst van de situatie nooit echt is doorgedrongen in Den Haag. Pas vorige maand drong dat besef door, zegt het kabinet.

Maar een Amerikaanse kolonel meldt vandaag aan de NOS en NRC Handelsblad dat de 70 doden van de luchtaanval in 2015 al sinds 1,5 jaar worden meegerekend in het totale aantal burgerdoden dat bij de missie in Irak is gevallen. Tijdens het debat eisten Kamerleden van onder meer SP en D66 daar opheldering over. Vooral oppositiepartijen vermoeden dat de Kamer onjuist is geïnformeerd over de burgerslachtoffers door Nederlands vuur.

Officiële lijn

Bijleveld verwees naar de officiële informatie die ze van de Amerikanen krijgt. “Daar moet ik het mee doen, de informatie uit de officiële lijn.” Ze heeft op verzoek van de Kamer specifiek gevraagd of de mogelijke burgerdoden van Hawija zijn meegeteld bij het totaal. Ze las het officiële antwoord van het Amerikaanse hoofdkwartier Centcom in de Kamer voor.

Daarin staat dat alleen de daadwerkelijk vastgestelde burgerdoden zijn meegeteld. Bij Hawija is het wel aannemelijk dat er onschuldige slachtoffers zijn gevallen, maar het precieze aantal is volgens Centcom niet vast te stellen.

“Ik vind het waardeloos wat er nu gebeurt”, zei Bijleveld tijdens het debat. De kolonel die de NOS en NRC gesproken hebben is volgens haar niet een woordvoerder van Centcom.

“Maar ik ben uiteraard bereid om nog een keer navraag te doen. En als ik nieuwe informatie krijg, zal ik dat delen met de Kamer. Ik wil geen enkele burgerdode verzwijgen. Het kabinet vindt het al akelig genoeg dat dit gebeurd is in Hawija.”

Woordvoerder Centcom

In het debat meldde minister Bijleveld dat kolonel Myles Caggins geen officiële woordvoerder van Centcom is. Hij is dat wel, maar niet voor het hoofdkwartier van Centcom in Florida. Caggins werkt namens Centcom in Bagdad als woordvoerder van de internationale coalitie Operatie Inherent Resolve, waar Nederland deel van uitmaakt.

Sinds 2016 worden de burgerdoden-rapportages niet meer gemaakt door het Centcom-hoofdkwartier in Florida, maar door een team dat werkzaam is voor de internationale coalitie. Namens hen voert Caggins het woord. Het Nederlandse ministerie van Defensie onderhoudt contacten met Centcom via een Nederlandse liaison die werkzaam is namens Nederland in Florida.

Bekijk ook;

© Foto Bart Maat/ANP Minster Ank Bijleveld van Defensie (CDA) moest donderdag opnieuw naar de Kamer over het bombardement van Nederlandse F-16’s op Hawija.

Opnieuw irritatie in Kamer om Hawija-bombardement

MSN 19.12.2019 Het lag nog op de loer, op de laatste dag voor het Kerstreces: een nieuw politiek ongeluk. Na het aftreden van staatssecretaris Menno Snel (Financiën, D66), woensdag vanwege de toeslagenaffaire, waren donderdag alle ogen gericht op CDA’er Ank Bijleveld. De minister van Defensie wachtte een lastig debat rondom ‘Hawija’, het Nederlandse bombardement in Irak in juni 2015. Het was alweer het derde debat over dit onderwerp in twee maanden tijd, de SP had het aangevraagd.

De centrale vraag in het debat: vielen er nu wel of niet zeventig doden als gevolg van die bomaanval, ruim vier jaar geleden? Een Nederlandse F-16 mikte op een bommenfabriek van terreurgroep IS en veroorzaakte onbedoeld een kettingreactie aan explosies. Volgens Bijleveld is het precieze aantal burgerdoden nooit vastgesteld door ‘Centcom’, het Amerikaanse opperbevel.

De minister bezwoer de Tweede Kamer donderdag dat dit deze week nog „op zeer hoog niveau” door de Amerikanen is bevestigd. Hierover waren twijfels ontstaan door berichtgeving in radioprogramma De Nieuws BV. Volgens Bijleveld zijn de Hawija-slachtoffers nooit meegeteld in de officiële lijst met burgerdoden in de strijd tegen IS.

Maar klopt dit wel? Donderdag concludeerde Airwars, een collectief dat onderzoek doet naar burgerslachtoffers, dat ‘Hawija’ wel degelijk in tabellen is verwerkt. Een opvallende piek in het aantal burgerdoden rond juni 2015 zou alleen te verklaren zijn door het Nederlandse bombardement.

Vlak voor het debat kwamen NRC en NOS met nog een bevestiging. Volgens kolonel Myles Caggins, woordvoerder bij Centcom in Bagdad, telt de internationale anti-IS-coalitie „de ongeveer zeventig doden uit de luchtaanval op Hawija in 2015 al zeker achttien maanden mee in het totale aantal burgerdoden”. Het zette het debat op scherp. Houdt het kabinet iets achter?

Begin november leek er nog niet veel aan de hand. Toen bevestigde Defensie de zeventig doden nog. Eind van de maand trokken zowel Bijleveld als premier Mark Rutte (VVD) dat getal echter plotseling in twijfel. In een Kamerdebat, op 27 november, zeiden ze dat helemaal niet vaststond dat er zoveel doden waren gevallen – navraag bij Centcom had dat uitgewezen. Na het debat betitelde de premier tegenover BNR de getallen over zeventig doden zelfs als „geruchten” en „irrelevant”.

Deze donderdag was Bijleveld in het debat duidelijk verrast door de verklaring van Caggins dat de zeventig doden wat de VS betreft onbetwist zijn. Ze noemde de kolonel „een meneer die ik niet ken” en de almaar groeiende verwarring „vervelend en waardeloos”. Ze voelde zich zelfs genoodzaakt om te citeren uit een officieel antwoord van Centcom waarin het opperbevel zwart op wit verklaart dat de burgerdoden in Hawija „waarschijnlijk” zijn maar „onmogelijk te bevestigen” – en dus ook niet in de tabellen staan.

„Ik zal nooit enigerlei slachtoffer ontkennen”, zei de minister, „maar ik moet het doen met de officiële lijn”. Die was „altijd consistent” geweest, aldus Bijleveld. „Maar wat het ingewikkeld maakt is dat die kolonel nu weer wat anders zegt.”

Het leidde tot irritatie in de Kamer. Hoe kan het opperbevel steeds iets anders zeggen? Nemen de Amerikanen Nederland soms „niet serieus genoeg”, wilde Isabelle Diks (GroenLinks) weten. En is die onduidelijke informatievoorziening niet problematisch bij missies waarin ook Nederlandse militairen hun leven riskeren? CDA-Kamerlid Martijn van Helvert eiste op hoge toon dat Kamervoorzitter Khadija Arib een brief stuurt aan Centcom waarin de Kamer „zeer nauwkeurige communicatie” eist van het Amerikaanse leger.

De ergernis over de onduidelijke communicatie van de Amerikanen kwam Bijleveld niet slecht uit. Wat een debat had moeten worden over de vraag of de minister de Kamer onjuist heeft geïnformeerd, werd uiteindelijk een debat over de enorme ruis die er kennelijk op de transatlantische lijn zit.

Met medewerking van Jannie Schipper en Kees Versteegh.

Correctie (19 december 2019): In een eerdere versie werd er verwezen naar een piek in data over burgerslachtoffers in maart 2017, dat moet juni 2015 zijn. Hierboven is de tekst aangepast.

Ook derde debat Hawija doet mist rond Nederlands bombardement niet verdwijnen

AD 19.12.2019 De mist rond het Nederlandse bombardement in het Iraakse Hawija is na drie Kamerdebatten nog altijd niet opgetrokken. Er blijft onduidelijkheid bestaan over informatie die minister Ank Bijleveld van Defensie daarover aan de Kamer heeft gegeven. ,,Ik vind het eerlijk gezegd ook waardeloos dat dit gebeurt.”

Bijleveld moest zich gisteren weer verantwoorden voor de luchtaanval die een Nederlandse F-16 uitvoerde in de nacht van 2 op 3 juni 2015 in Irak. Daarbij was een bommenfabriek het doelwit, maar omdat daar meer springstof lag dan gedacht, vielen er burgerdoden. Mogelijk wel zeventig.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lijnrecht

Dit keer wordt Bijleveld in de problemen gebracht door woordvoerders van het Amerikaanse commandocentrum Centcom. Na vragen door verschillende media geven die woordvoerders antwoorden die lijnrecht ingaan tegen de informatie die Bijlevelds ministerie van Defensie ontving.

Zo zei een woordvoerder tegen radioprogramma De Nieuws BV dat er door Centcom wel degelijk een eindrapport van de Nederlandse aanval was opgemaakt. Bijleveld had dit altijd ontkend. Daar blijft ze ook bij: ,,Centcom heeft keer op keer bevestigd dat er geen closure report is.” Defensie kreeg een voorlopig rapport en een aanvullend rapport en daarmee beschouwde Centcom de zaak gesloten. Waarom er geen derde rapport kwam met ‘closure’ erop, is niet bekend.

Piek

Het komt behoorlijk onzorgvul­dig en chaotisch over, aldus GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks.

Maar toen het debat al in volle gang was, kwamen NOS en NRC met nieuws over de officiële tabel van het aantal bevestigde burgerslachtoffers, die tussen mei en juli 2015 opeens een opmerkelijke piek laat zien in het aantal doden. Bijleveld schreef de Kamer dat dit níet door Hawija veroorzaakt is, maar een woordvoerder van de missie tegen IS zegt dat de zeventig burgerdoden die daar vielen wél worden meegeteld in de statistieken – al anderhalf jaar.

,,U zegt: het heeft niets met Hawija te maken”, zei SP-Kamerlid Sadet Karabulut, die het debat aanvroeg. ,,Maar dat blijkt wél zo te zijn.” GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks vroeg zich af ‘wat is er in vredesnaam aan de hand met de informatie-uitwisseling tussen Centcom en het ministerie’. ,,Het komt behoorlijk onzorgvuldig en chaotisch over.” Ook Bijleveld was zichtbaar getergd door de nieuwe informatie van ‘een kolonel in Bagdad’.

Officieel antwoord

Volgens de CDA-bewindsvrouw had ze deze week nog officieel de vraag aan Centcom gesteld of Hawija onderdeel is van het totaal aantal bevestigde slachtoffers. ,,Ik lees u het officiële antwoord even voor, in het Engels: ‘No, Centcom only reports confirmed numbers’.” Alleen bevestigde doden. En ze herhaalde: ,,Ik moet handelen op basis van officiële informatie en documenten, niet op mediaberichten.”

De Kamer wil wel dat Bijleveld nogmaals bij Centcom informeert hoe het nou écht zit. Bijleveld kan het boek Hawija daarmee nog niet dichtdoen. Vorige maand voerde Bijleveld al twee keer eerder een moeizaam debat met de Kamer over de kwestie, waarbij ze een motie van wantrouwen doorstond omdat de coalitiepartijen haar bleven steunen.

VS spreekt Bijleveld tegen: burgerdoden Hawija al 1,5 jaar meegeteld

NOS 19.12.2019 “Een gerucht” en “geen relevant getal”. Dat zei premier Rutte na afloop van het debat eind november over de zeventig burgerdoden van het Nederlandse bombardement in Hawija. Toch stelt een woordvoerder van het Amerikaanse Centcom, het hoofdkwartier van de Amerikaanse militaire missies, dat de 70 burgerdoden al zeker 1,5 jaar worden meegeteld in de statistieken.

Vanmiddag wordt minister Bijleveld van Defensie daarom opnieuw over de kwestie bevraagd in de Tweede Kamer.

Het was een cruciaal element in de verdedigingslinie van premier Rutte en minister Bijleveld tijdens het debat. Omdat de Amerikanen het officiële dodental nooit hadden vastgesteld, was de ernst van de situatie op het ministerie van Defensie nooit helemaal duidelijk.

“Centcom zegt zelf dat er op geen enkele manier is vast te stellen hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen,” aldus Rutte. Het is daarom niet vreemd dat zowel de Tweede Kamer als collega-ministers nooit zijn gewezen op de ernst van het incident, zo is de redenatie van het kabinet. Sterker nog, zo stelde Rutte na afloop, het is nog altijd niet duidelijk hoeveel mensen zijn omgekomen.

Doden tellen al anderhalf jaar mee

Dat ligt toch anders, blijkt uit antwoorden die NRC en NOS vandaag ontvingen van de Amerikaanse woordvoerder van de missie in Bagdad, kolonel Myles Caggins. “De internationale coalitie telt de ongeveer zeventig doden uit de 2015 Hawija luchtaanval al zeker achttien maanden mee in het totale aantal burgerdoden”, mailt hij op vragen van NOS en NRC. In totaal zouden er 1347 doden zijn gevallen bij aanvallen van de internationale coalitie, waaronder dus de 70 uit Hawija.

Gisteren nog liet Bijleveld weten het zelf ook te hebben nagevraagd bij Centcom, en dat de burgerslachtoffers die “zeer waarschijnlijk bij deze wapeninzet zijn gevallen, geen onderdeel uitmaken van het totale aantal van 1347”.

‘Misverstand’

Los van de antwoorden van kolonel Caggins zijn er nog meer aanwijzingen dat de Amerikanen al veel langer uitgaan van 70 doden.

Zo staat dat dodental in een e-mail die NOS en NRC in december 2018 ontvingen van Centcom. Kolonel Sean Ryan, op dat moment woordvoerder van de operatie tegen IS, liet weten dat bij de aanval op Hawija “helaas 70 burgers zijn gedood.”

Als minister Bijleveld in het tweede debat geconfronteerd wordt met de e-mail zegt ze dat dit is nagevraagd bij Centcom en dat dit op een misverstand berust. “Het is ook voor Centcom onduidelijk waarom de betrokken woordvoerder tegenover NRC en NOS is afgeweken van de officiële conclusies”, zegt ze. Ook Centcom komt met een nieuwe verklaring: “Het aantal burgerdoden kunnen we niet bevestigen.”

Na het debat hebben NOS en NRC opnieuw contact gezocht met kolonel Ryan, die inmiddels een andere baan heeft bij het Amerikaanse leger. Hij neemt het aantal van zeventig niet terug en laat weten dat zijn informatie in 2018 afkomstig was van de strike cell, een team uit Qatar dat alle informatie voor en na een luchtaanval bijhoudt. Volgens Ryan wordt deze informatie “constant geëvalueerd en geüpdatet”. Als er nieuw bewijs is over burgerdoden, dan past het team de informatie aan.

Op de vraag van NOS en NRC aan Centcom hoe het kan dat volgens Ryan het aantal doden in 2018 wél is vast te stellen, en op dit moment niet meer, komt geen antwoord.

Een enorme piek in 2015

Een tweede aanwijzing is een rapport (.pdf) uit 2018 van de National Defense University, een Amerikaanse militaire opleiding. In een grafiek met het aantal door Centcom officieel gerapporteerde burgerslachtoffers, is een enorme piek te zien in juni 2015, het moment van de aanval op Hawija. Volgens de grafiek zijn er tussen de vijftig en honderd officieel gemelde doden en gewonden in die maand.

Minister Bijleveld liet gisteren weten, na vragen van SP-Kamerlid Sadet Karabulut, dat in de grafiek inderdaad het aantal officieel bevestigde burgerslachtoffers te zien is. Maar het gaat hier volgens Bijleveld niet om de aanval op Hawija. In deze periode voerde de internationale coalitie namelijk “alleen al in de omgeving Kirkuk ruim veertig luchtaanvallen uit”.

De ontkenning van Bijleveld is opvallend, omdat er in deze periode nauwelijks bevestigde burgerslachtoffers zijn gevallen. Airwars – dat fulltime onderzoek doet naar burgerslachtoffers – analyseerde alle rapportages over burgerslachtoffers van Centcom. De conclusie: Centcom heeft over deze periode (mei-juli 2015), los van Hawija, slechts zes burgerdoden en vier gewonden bij luchtaanvallen in Irak gemeld.

Chris Woods, de directeur van Airwars, vindt het antwoord van de minister dan ook onbegrijpelijk. “Iedereen die even de tijd neemt om de cijfers te analyseren, ziet dat het wel om Hawija moet gaan.”

De tachtig mysterieuze doden

De derde aanwijzing is een maandrapportage die Centcom in april 2017 publiceerde. Daarin schrijft Centcom onderaan het verslag dat er nog tachtig doden zijn gevallen die “tot nu toe niet zijn gerapporteerd”.

Drie Amerikaanse hoge militairen lieten na deze publicatie aan Airwars en het Amerikaanse Foreign Policy weten dat het om doden gaat die gevallen zijn bij bombardementen van niet-Amerikaanse landen. “Maar de bondgenoten hebben de Verenigde Staten en de internationale coalitie onder druk gezet om details over deze aanvallen niet naar buiten te brengen”, aldus Foreign Policy.

Chris Woods van Airwars is, na het analyseren van alle aanvallen, ervan overtuigd dat zeventig van de tachtig doden betrekking hebben op Hawija. Volgens hem hebben de Amerikanen de cijfers in 2017 naar buiten gebracht uit frustratie over het gebrek aan transparantie bij de andere coalitielanden, waaronder Nederland.

Bekijk ook;

Bijleveld opnieuw op het matje om onduidelijkheid burgerdoden Hawija

NU 19.12.2019 Opnieuw is er onduidelijkheid over het aantal doden als gevolg van het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija. Minister Ank Bijleveld (Defensie) moest zich donderdag opnieuw tegenover de Tweede Kamer verantwoorden naar aanleiding van nieuwe berichten dat er wel degelijk bevestigd wordt dat er zeventig doden zijn gevallen, terwijl het kabinet blijft volhouden dat er geen specifieke aantallen zijn vastgesteld.

“De aantallen zijn niet bevestigd”, hield Bijleveld de Kamer voor in een speciaal ingelast interpellatiedebat.

Eerder deze week meldde het radioprogramma De Nieuws BV dat uit navraag is gebleken dat Centcom, het Amerikaanse commandocentrum dat het aantal slachtoffers bij de luchtaanvallen in kaart brengt, wel een afsluitend rapport heeft opgemaakt over de bombardementen op Hawija. En daar zijn zeventig doden bij gevallen, wist de woordvoerder tegenover De Nieuws BV te melden.

Minister Bijleveld en premier Mark Rutte stelden onlangs in een debat juist dat dit zogenoemde closure report over de aanval op Hawija, nooit is opgemaakt.

SP wil opheldering en erkenning

Rutte en Bijleveld moesten in het debat eind november opheldering bieden of het kabinet voor de Kamer bewust heeft verzwegen dat bij het bombardement burgerslachtoffers zijn gevallen. Dat was volgens Rutte niet het geval, omdat er dus geen definitief oordeel was geveld over het specifieke aantal doden. Het aantal van zeventig doden deed hij tegenover BNR Nieuwsradio af als “geen relevant getal” en een “een gerucht”.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut wil opheldering over de tegenstrijdige berichten. Ook eist zij erkenning van het kabinet dat er wel degelijk burgerdoden zijn gevallen en duidelijkheid of er toch een eindrapport is en of de Kamer door het kabinet verkeerd is geïnformeerd. Zij roept het kabinet op om de rapporten van Centcom openbaar te maken.

Bijleveld: woordvoerder heeft zich vergist

Om de zaak voor het kabinet nog gecompliceerder te maken, meldden NRC Handelsblad en NOS nog tijdens het debat dat kolonel Myles Caggings, woordvoerder bij Centcom in Bagdad, dat de zeventig doden in Hawija al zeker achttien maanden meetellen in de overzichten van het aantal burgerdoden. Ook de Amerikaanse kolonel Sean Ryan bevestigt de zeventig burgerdoden

Bijleveld benadrukte donderdag nogmaals dat het kabinet de Kamer juist heeft geïnformeerd. Volgens de CDA-bewindsvrouw heeft de woordvoerder van Centcom zich tegenover De Nieuws BV vergist. De woordvoerder heeft verwezen naar een rapport uit juni 2015, maar dat rapport heeft nooit de stempel closure report gekregen. Bijleveld: “Navraag leert dat de woordvoerder doelde op het rapport waar de kamer over is gerapporteerd. Deze week heeft Centcom nogmaals bevestigd dat er geen closure report is.”

De kolonels in de berichtgeving van NRC en NOS zijn volgens Bijleveld niet de officiële woordvoerders van Centcom. Dat er opnieuw onduidelijk is ontstaan noemt de minister “waardeloos”.

D66 eist actie van kabinet: zorg voor eindrapport

Maar daar neemt onder meer coalitiepartij D66 geen genoegen mee. Kamerlid Salima Belhaj wil dat de minister gaat uitzoeken waarom er nooit een eindrapportage is opgemaakt en wat Nederland heeft gedaan om duidelijkheid hierover te krijgen.

Zij wil dat het kabinet bij Centcom alsnog het verzoek doet om een eindrapportage op te maken en om volledige medewerking te verlenen. “Transparantie over burgerdoden hoort bij een volwaardige democratie.”

Lees meer over: Politiek

Bijleveld: Kamer niet verkeerd geïnformeerd over Nederlandse luchtaanval in Irak

AD 18.12.2019 De Tweede Kamer is niet verkeerd geïnformeerd over een eindrapport van de Amerikanen over het  Nederlandse bombardement op het Iraakse Hawija. Daarbij vielen in 2015 mogelijk 70 burgerdoden. Dat schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie vanavond aan de Tweede Kamer. Morgen wacht haar op de valreep van het kerstreces wederom een zwaar debat over de kwestie.

Deze week meldde radioprogramma De Nieuws B.V. dat het Amerikaanse commandocentrum Centcom op vragen van het programma antwoordde dat er wel degelijk een zogeheten closure report was opgemaakt. Bijleveld ontkende vorige maand in een Kamerdebat dat de Amerikanen ooit zo’n definitief eindrapport hadden opgemaakt. Bij de luchtaanval van een Nederlandse F-16 op een bommenfabriek in Irak waren waarschijnlijk zeventig burgerslachtoffers te betreuren.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

‘Verwarring’

Dat leidde tot vragen uit de Tweede Kamer. Had de minister de Kamer nou weer verkeerd geïnformeerd? SP-Kamerlid Sadet Karabulut slaagde er met hulp van regeringspartij D66 in een debat aan te vragen. In aanloop naar dat – voor Bijleveld derde – debat over de kwestie schrijft de CDA-bewindsvrouw dat er sprake is van ‘verwarring’.

Een persvoorlichter van Centcom gaf aan De Nieuws B.V. weliswaar mondeling aan dat er een closure report is gemaakt, maar bij navraag door het ministerie van Defensie op ‘zeer hoog militair niveau’ wordt ‘nogmaals bevestigd dat er nooit een closure report is opgevraagd’. De persvoorlichter heeft volgens Bijleveld voor ‘verwarring’ gezorgd.

Persvoorlichter

Bijleveld heeft twee Centcom-rapporten: het voorlopige rapport van 15 juni  2015 over de Nederlandse aanval en het aanvullende onderzoek van 20 augustus 2015. Uit navraag blijkt dat de persvoorlichter op dat rapport heeft gedoeld, aldus Bijleveld. Daarop zijn niet de woorden ‘closure report’ te lezen, melden ingewijden, wat wél op het afgeronde Amerikaanse onderzoek naar twee burgerdoden door een Nederlandse bom in de Iraakse stad Mosul staat.

Ondanks Bijlevelds ontkenning kan het debat  morgen nog wel eens spannend worden voor de minister. Coalitiepartijen zijn bang dat D66 uit is op de scalp van de CDA-minister nu D66-staatssecretaris Snel vandaag het veld ruimde over de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Begin november haalde een motie van wantrouwen tegen Bijleveld het net niet, omdat de voltallige coalitie achter haar bleef staan.

Het is overigens niet de eerste keer dat Centcom-woordvoerders tegen de media andere dingen zeggen dan hoge militairen aan het ministerie laten weten. Eerder was er al verwarring over het schriftelijke antwoord van Centcom op vragen van NRC dat er in Hawija zeventig burgerdoden waren gevallen. Volgens Bijleveld houdt Centcom echter tegen haar ministerie vol dat het exacte aantal niet met zekerheid is te zeggen.

Op pad met VN-gezant Hennis: ’70 burgerdoden had ik heus wel onthouden’

Elsevier 04.12.2019 Oud-minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) voelt zich in de rug aangevallen door de Haagse rel over de burgerdoden bij een bombardement in Irak in juni 2015. Zij kreeg het verwijt dat zij de Kamer zou hebben voorgelogen, maar kon zich hiertegen niet verdedigen. In Elsevier Weekblad spreekt zij zich voor het eerst uit over deze kwestie.

Minister Ank Bijleveld (CDA) meldde op 4 november in een Kamerbrief dat er bij het bombardement 70 burgerdoden vielen en dat Hennis destijds de Kamer verkeerd had ingelicht. Hennis kreeg de avond tevoren te horen wat Bijleveld van plan was. Uit de reportage in Elsevier Weekblad blijkt dat zij hierdoor compleet werd overvallen. Zij was onderweg, had geen toegang tot de documenten van destijds en kon zich niet verweren.

Lees het hele interview met Jeanine Hennis: ‘Het aantal van 70 doden zou ik echt wel hebben onthouden’

Kwestie werd in Irak opgepikt en uitvergroot op sociale media

Hennis bezweert dat ze de Kamer niet heeft voorgelogen. De kwestie werd ook in Irak opgepikt en op sociale media uitvergroot. ‘Als het aantal van 70 burgerdoden toen bekend was geweest, dan had ik dat heus wel onthouden,’ zegt ze in het interview.

november 28, 2019 Posted by | 2e kamer, Centcom, debat, dreiging, Hawija, Irak, is, isis, islam, Liesbeth Zegveld, Mark rutte, politiek, terreur, terreurdreiging, tweede kamer | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Staatssecretaris Menno Snel D66 (Financiën) en het verdere gedonder met de belastingdienst – deel 4 – commissie Donner

AD 15.11.2019

Rapport commissie-Donner 

Op donderdag 14.11.2019 presenteerde de commissie-Donner het langverwachte onderzoeksrapport, waarin het optreden van de Belastingdienst bij de uitkering van kinderopvangtoeslag bij een gastouderbureau in Eindhoven is onderzocht.

Telegraaf 03.12.2019

AD 03.12.2019

Staatssecretaris Snel is in navolging op de reactie van de commissie-Donner hard over de fouten die de fiscus in deze zaak heeft gemaakt. Het kan niet slechts bij ‘Sorry’ blijven !!! ,,Het is écht, écht niet ok wat er is gebeurd”, zegt de bewindsman in een toelichting.

Honderden gezinnen werden ten onrechte van fraude beticht en in de financiële ellende gestort doordat zij vele duizenden euro’s aan toeslagen moesten terugbetalen. Ook nadat duidelijk werd dat de Belastingdienst op het verkeerde spoor zat, ging de dienst toch door met invorderen. Sommige ouders werden zelfs gedwongen hun huis te verkopen.

AD 04.12.2019

AD 28.11.2019

Telegraaf 28.11.2019

Telegraaf 15.11.2019

Snel laat onderzoeken of de Belastingdienst in vergelijkbare zaken ook ouders heeft benadeeld. De commissie-Donner gaat ervan uit dat uiteindelijk eerder duizenden dan honderden mensen  gecompenseerd moeten worden. Snel denkt dat ook. ,,Er zijn 169 van dit soort zaken met in totaal zo’n 9000 ouders.’’ Ook zij zullen eventueel snel gecompenseerd worden.

Telegraaf 10.12.2019

Telegraaf 05.12.2019

Staatssecretaris Snel van Financiën komt namens het kabinet met een compensatieregeling voor de 302 ouders waarbij kinderopvangtoeslag stop is gezet of teruggevorderd, het zogeheten ‘CAF 11’-dossier. Daarnaast kondigt hij een aantal maatregelen aan om de door de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen geconstateerde tekortkomingen aan te pakken.

Het kabinet streeft ernaar gedupeerde ouders in de zogenoemde CAF-11-zaak over de onterechte terugvordering van kinderopvangtoeslagen, nog voor het einde van dit jaar financieel te compenseren. Dat meldt verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel (Financiën) aan de Tweede Kamer.

De schadevergoeding wordt vormgegeven zoals de commissie-Donner, die onderzoek deed naar de affaire en daar deze week verslag over uitbracht, heeft geadviseerd. De gedupeerden krijgen de onterecht teruggevorderde bedragen alsnog uitbetaald en ontvangen daarnaast extra compensatie voor materiële en immateriële schade.

De Adviescommissie onder leiding van minister van staat Donner publiceerde 14.11.2019 een gedegen interim-rapportage waarin onder meer staat dat de grenzen van de handhaving doelbewust zijn opgezocht en ook zijn overschreden.

Staatssecretaris Snel: “Het geduld van deze ouders is lang op de proef gesteld. Ik betreur dat. De ouders zijn lang ten onrechte als fraudeur bestempeld en behandeld. Vandaag komt daar een einde aan.”
In de rapportage geeft de Adviescommissie aan hoe de getroffen ouders kunnen worden gecompenseerd. De staatssecretaris omarmt die voorstellen voor materiële en immateriële schade.

Telegraaf 15.11.2019

De oplossing bestaat uit de volgende vijf onderdelen:

  1. Herstel van de gemiste en tot nu teruggevorderde toeslag;
  2. Toekenning van € 500 per halfjaar voor immateriële schade vanaf het eerste moment van correctie tot aan een volledig herstel hiervan. Wie bijvoorbeeld een correctie krijgt van € 2.000, kan maximaal 4 x € 500 hier bovenop krijgen.
  3. 25% van de gemiste en in eerste instantie teruggevorderde toeslag als compensatie voor materiële schade. Voorbeeld: er is € 10.000 gecorrigeerd, dan krijgt iemand aanvullend € 2.500 hier bovenop.
  4. Vergoeding van de betaalde invorderingskosten over de afgelopen jaren voor zover in rekening gebracht;
  5. Een vergoeding van de kosten van juridische bijstand conform de reguliere forfaitaire bedragen, voor zover deze kosten niet eerder zijn vergoed.

Per dossier wordt nu gekeken naar de precieze compensatie. Alles is er op gericht om de getroffen ouders dit jaar financieel tegemoet te komen. Op korte termijn komen er ook aanbevelingen voor de andere ouders in de overige CAF-zaken.

Daarnaast kondigt de staatssecretaris nog een aantal andere maatregelen aan die herhaling in de toekomst moeten voorkomen. Zo komt er een onderzoek of het vereenvoudigen van de Belastingdienst de organisatie effectiever kan maken. Ook komt er meer maatwerk in de dienstverlening en een verbetering van de cultuur en de vaardigheden van de medewerkers.

Het kabinet neemt nog geen besluit over de duizenden andere gezinnen die volgens commissie-voorzitter Donner hetzelfde is overkomen. Donner schatte in dat daar maar “enkele echte fraudeurs” tussen zitten.

AD 05.12.2019

Rekenvoorbeeld:

Een ouder had recht op 12.000 euro kinderopvangtoeslag over 2014, 2013 en 2012. Deze werd in juli 2014 stopgezet na beschuldiging van fraude. Ook over 2012 en 2013 moest de toeslag door de ouders worden terugbetaald. De schuld die is ontstaan is 6000 + 12.000 + 12.000 = 30.000 euro. Dit moeten de ouders per saldo terugkrijgen, ook als zij de schuld al deels hadden terugbetaald.

De immateriële schadevergoeding is 25 procent van 30.000 euro = 7500 euro. Daarnaast is er 500 euro voor elk half jaar dat de ouders last hebben gehad van de fout en nog niet zijn terugbetaald. Dat is na 5,5 jaar 5500 euro. Ook de juridische kosten worden vergoed.

Telegraaf 30.11.2019

De commissie is nog niet klaar met het onderzoek. Het gaat hier om een tussenrapportage die bedoeld is om zo snel mogelijk met een advies over de compensatie te komen.

In het eindrapport zal de commissie ook onderzoeken of er sprake is geweest van etnisch profileren door de Belastingdienst. In mei van dit jaar kondigde de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aan een onderzoek te starten naar mogelijk etnisch profileren door de fiscus. Uit berichtgeving van RTL Nieuws en Trouw bleek dat de Belastingdienst aan gastouderbureaus om de tweede nationaliteit van de ouders vroeg en de toeslag van vooral ouders met een migratieachtergrond stopzette.

De commissie-Donner is met de AP in overleg hoe de beide onderzoeken elkaar kunnen versterken.

De Adviescommissie komt uiteindelijk, in haar eindoordeel dat later volgt, met aanbevelingen voor verbetering van de rechtsbescherming van burgers en in het bestuurlijk proces.

AD 18.11.2019

Terugblik

Na nieuwe onthullingen van Trouw en ‘RTL Nieuws’, waaruit bleek dat de top van de Belastingdienst het onrechtmatig benadelen van ouders aanmoedigde, wacht staatssecretaris Snel een lastige confrontatie met de Tweede Kamer.

De top van de Belastingdienst heeft namelijk de kinderopvangtoeslag van ouders jarenlang onterecht stopgezet, terwijl bekend was dat zij er wel recht op hadden. Dat bleek maandag 18.11.2019 uit documenten van het ministerie van Financiën die zijn opgevraagd door Trouw en RTL Nieuws.

Menno Snel, staatssecretaris van Financiën, stelde vrijdag 15.11.2019 evenwel nog, dat hij geen aanwijzingen had dat er ambtsmisdrijven zijn gepleegd bij de Belastingdienst. Wel was de top van de Belastingdienst volgens Snel op de hoogte van de gang van zaken rond de toeslagenaffaire.

Uit de opgevraagde documenten blijkt dat het Combinatieteam Aanpak Facilitators (CAF), een team van de fiscus dat zich bezighoudt met het opsporen van fraude met kinderopvangtoeslag, de toeslagen moedwillig stopzette.

“Blokpoel wil echt alles dichtdraaien, dus ook toeslagen, zelfs als die waarschijnlijk wel goed zijn”, valt te lezen in een document dat openbaar is gemaakt door het ministerie van Financiën. Hans Blokpoel is dan algemeen directeur van de Belastingdienst en verantwoordelijk voor het CAF-team. Ook de directeur-generaal van de Belastingdienst is hiervan op de hoogte, blijkt uit de stukken.

Het bewijs voor machtsmisbruik door de fiscus duikt op in documenten die staatssecretaris Menno Snel (Financiën) vrijdagavond openbaar maakte na een verzoek van RTL Nieuws en Trouw. Vrijdag zei de staatssecretaris dat hij geen aanwijzingen heeft dat ‘ambtsmisdrijven’ zijn gepleegd.

In een Kamerbrief biecht Snel op dat de hoogste leiding op de hoogte was, en lagere ambtenaren instructies gaf om ‘langs de randen van de wet’ te opereren. Onduidelijk is of de voorganger van Snel, huidig VVD-minister Eric Wiebes, wist van het ‘onrechtmatig’ handelen van de ambtenaren. Snel stelt daarover dat dit ‘voor zover ik dat heb kunnen nagaan niet is gebeurd’.

‘Alles dichtdraaien’

Uit de stukken blijkt hoe achteloos de hoogste ambtenaren van de Belastingdienst omgingen met de wet in de doorgeschoten fraudejacht. Het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF), werd aangestuurd door Hans Blokpoel, toen algemeen directeur van de Belastingdienst. In verslagen staat letterlijk: “Blokpoel wil alles laten dichtdraaien, dus ook toeslagen, zelfs als die waarschijnlijk wel goed zijn.”

Blokpoel zou dit bespreken met zijn baas, de Directeur-generaal van de Belastingdienst, Peter Veld, in de ambtelijke stukken aangeduid als de ‘DG Bel’. Op dat moment, in 2014, is bij het hoogste management al helder dat onschuldige burgers slachtoffer worden van de massale stopzettingen van toeslagen: 80 procent van de aanpak is goed, maar bij 20 procent worden mensen gedupeerd die niets misdaan hebben, is de eigen inschatting. “Hoe nemen we de politiek hier in mee?”

Maandenlang staat als actiepunt op de agenda dat Veld dit moet bespreken met Wiebes. Uit de documenten blijkt dat Wiebes voorafgaand aan een Kamerdebat wel werd geïnformeerd over de ‘werkwijze en resultaten’ van het omstreden CAF-team.

Lees ook:

Toeslagenaffaire: topambtenaren gaven illegale fraudejacht ruim baan

Kleine onvolkomenheden: ‘hard aanpakken’

Ook het aanpakken van een gastouderbureau in Eindhoven, waarvan zo’n 300 ouders de dupe werden, werd afgestemd met de hoogste ambtelijke baas, DG Peter Veld. In deze zaak, die de toeslagenaffaire aan aan het rollen bracht, werd verouderd nep-bewijs gebruikt om het bureau én ouders aan te pakken.

Al voordat het onderzoek op gang was gekomen, stond intern al vast dat toeslagen bij alle ouders moesten worden stopgezet. “De post zal door B/T (Belastingdienst / Toeslagen, PK) aan DG Bel voorgelegd worden met het verzoek hard op te treden: op nihil zetten.”

Deze illegale stopzetting werd uiteindelijk in de zomer van 2014 uitgevoerd, waardoor de 300 ouders én het bureau in grote problemen kwamen. Intern was bij Toeslagen al snel duidelijk dat de stopzetting werd doorgevoerd op basis van ‘kleine onvolkomenheden’ en dat ouders en het bureau niets te verwijten viel.

In een vertrouwelijke mail uit september 2015: “Op papier is de rechtmatigheid aantoonbaar/aangetoond”. Toch werd tegen deze ouders jarenlang doorgeprocedeerd – tot in de zomer van 2019.

Landsadvocaat sprak niet de waarheid

In een civiele procedure van het gastouderbureau ontkende de Landsadvocaat vorig jaar namens staatssecretaris Snel dat het de expliciete doelstelling van de Belastingdienst was om dit bureau in Eindhoven kapot te maken. Uit de stukken blijkt nu dat de Landsadvocaat niet de waarheid sprak. Uit een mail van 17 september 2014, over dit bureau: “Lijn: we stoppen de toeslagbetaling. Uitgangspunt moet wel zijn de facilitators aan te pakken. Hoe zorgen we ervoor dat zij uit de markt worden gehaald?”

Dit aanpakken van het vermeend frauderende bureau gebeurt over de rug van ouders. Voor de zekerheid worden daarom bij ouders ook bedragen over 2013 teruggevorderd. De Belastingdienst gaat er dan – in november 2014 – al vanuit dat het gastouderbureau kapot zal gaan ‘naar aanleiding van de CAF-actie’: “Maar we willen ze toch nog ongemerkt afscheid van ons laten nemen en €€€ bij hen incasseren.” Staatssecretaris Snel wil de documenten waaruit blijkt hoe de Belastingdienst in 2013 bij de start van deze zaak sjoemelde met ‘bewijs’ niet vrijgeven, ondanks herhaalde verzoeken van de Kamer.

Lees ook:

Gwendolyne won zaak over toeslag van Belastingdienst: ‘Tijd krijg je niet terug’

Onvolledig geïnformeerd

Verder blijkt dat staatssecretaris Snel meermalen onjuist of onvolledig is geïnformeerd door zijn ambtenaren. Hij kreeg onvolledige informatie over het verwerken van een tweede nationaliteit.

En: nadat hij persoonlijk opdracht had gegeven uit te zoeken hoe het kon dat de Belastingdienst zelfs documenten achterhield in rechtszaken, kwam niet alles boven tafel. De huidige directeur Toeslagen is daarvoor verantwoordelijk, en werd intern op het matje geroepen.

Wat opvalt is dat haar voorganger, Gerard Blankestijn, wél over die stukken beschikte, en daarover eind 2016 al correspondeerde met de Nationale Ombudsman. Blankestijn was als directeur Toeslagen ook nauw betrokken bij de fraudejacht.

Hij kreeg intern al in 2017 het advies om ‘lering’ te trekken uit het ‘onbehoorlijke’ optreden. Blankestijn is tegenwoordig directeur MKB bij de Belastingdienst; andere hoofdrolspelers als Peter Veld en Hans Blokpoel moesten eerder vanwege andere affaires het veld ruimen.

Slachtoffers toeslagenaffaire gaan verhaal halen bij Belastingdienst

Bekijk deze video op RTL XL

Onderzoek naar klokkenluider

Pijnlijk voor staatssecretaris Snel is dat uit ambtelijke nota’s duidelijk wordt dat hij persoonlijk vooraf wist dat een onderzoek zou worden ingesteld naar de klokkenluider, de ambtenaar die zorgde dat sommige ontlastende stukken alsnog terecht kwamen bij procederende ouders.

Op 19 september 2019 vorig jaar meldden zijn ambtenaren in een nota aan Snel: “Er wordt onderzoek gedaan hoe dit interne document naar buiten is gekomen.”

De klokkenluider werd daarna op non-actief gezet, met de bedoeling hem te ontslaan. Dit werd pas teruggedraaid na onthullingen van RTL Nieuws en Trouw, en de Kamer de staatssecretaris dwong tot eerherstel voor de klokkenluider.

Ook blijkt uit ambtelijke notities dat Snel al eerder wist dat het niet alleen in de Eindhovense zaak helemaal mis zat, maar dat in meer zaken ouders de dupe werden. In juni van dit jaar zei hij nog letterlijk tegen de Kamer dat hij ‘geen signalen’ had dat er meer zaken waren.

Maar in september 2018 werd hij intern al gewezen op een andere zaak waarin hetzelfde speelde en waarschuwden ambtenaren hem juist voor ‘precedentwerking’ als hij zou gaan toegeven. In mei van dit jaar kreeg Snel op eigen verzoek zelfs een notitie over een andere CAF-zaak (CAF16), waarin de  onrechtmatige en ‘gebruikelijke werkwijze’ uit de doeken werd gedaan.

Lees ook:

Staatssecretaris Snel: ‘Ik kan aangedane leed nooit goedmaken’

Bevoegdheid voor ‘oplossing’

Ook werd Snel op 3 mei 2019 van dit jaar door ambtenaren in een notitie gewezen op zijn wettelijke bevoegdheid om zelf alvast met een oplossing te komen voor gedupeerde ouders. Normaal gebeurt dat niet als rechters hebben gesproken, maar: “U heeft de mogelijkheid hierop beleidsmatig een uitzondering te maken.” Snel heeft dat toen niet gedaan, maar koos ervoor eerst een commissie in te stellen.

De Tweede Kamer nam donderdag een motie aan van de Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA), Helma Lodders (VVD) en Renske Leijten (SP). Die vraagt staatssecretaris Snel om in een exacte tijdlijn aan te geven wie verantwoordelijk was voor het onrechtmatig handelen door ambtenaren van de Belastingdienst. Zowel Snel als de commissie-Donner wilden daar tot dusver niet aan; zij houden het op ‘institutionele vooringenomenheid’ bij de dienst.

Boete op boete: moeder Jolanda in diepe schulden door Belastingdienst

Bekijk deze video op RTL XL

‘Ontluisterend’ en ‘ongelooflijk’

Omtzigt spreekt van een ‘ontluisterend’ beeld dat oprijst uit de vrijgegeven documenten. Hij wil dat Snel binnen een week het feitenrelaas naar de Kamer stuurt. De staatssecretaris mag zich volgens hem niet langer verschuilen achter ‘institutionele’ fouten: “Hij zal zelf moeten laten nagaan wie welke wetten bewust overtreden heeft.”

SP-Kamerlid Renske Leijten noemt de nieuwe informatie ‘echt ongelooflijk’ en zegt: “Nog steeds weten we niet alles, en nog steeds wordt informatie geweigerd. De staatssecretaris had het zelf al lang kunnen regelen. En wat doet hij voor alle andere gedupeerden?”

Vrijdag kondigde Snel compensatie aan voor de eerste groep van 300 gedupeerde ouders, na het rapport van Donner. Verwacht wordt dat nog eens duizenden ouders slachtoffer zijn.

Motto ‘License to disturb’ weggemoffeld

Uit de nu openbaar gemaakte documenten blijkt verder dat intern al bijna drie jaar duidelijk was in welke bewoordingen het CAF-team sprak over betrokken ouders en bureaus. Het motto ‘license to disturb’ uit de weekverslagen van het CAF-team werd begin 2017 doelbewust en met veel knip- en plakwerk weggelakt uit een andere procedure op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur – zonder dat duidelijk was dát dit was gelakt.

Dit manipuleren met informatie gebeurde onder verantwoordelijkheid van een andere hoge ambtenaar, een jurist die deel uitmaakt van het Managementteam van de Belastingdienst.

Het bestaan van de wekelijkse nauwgezette verslagen van het CAF-team werd tot dusver achtergehouden in Wob-procedures en voor de Tweede Kamer. Snel beweerde steeds dat het fraudeteam informatie niet op orde had.

Zie ook: Staatssecretaris Menno Snel D66 (Financiën) en het verdere gedonder met de belastingdienst – deel 3

Zie ook: Voorheen Staatssecretaris Eric Wiebes VVD en staatssecretaris Menno Snel (Financiën) het Gedonder met de belastingdienst – deel 2

zie ook: Staatssecretaris Eric Wiebes VVD en het Gedonder met de belastingdienst deel 1

Zie ook: Staat het krakende kabinet Rutte 2 op ploffen meneer Weekers ??

Zie ook: Staatssecretaris Frans Weekers VVD – Tot ziens dan maar ???

dossier: Kinderopvangtoeslag – Trouw

Alles over de toeslagenaffaire lees je in dit overzicht. AD

Meer voor menno snel d66

Meer voor commissie donner

Meer voor commissie donner toeslagen

lees: notitie vervolging ambtsmisdrijven 28.11.2019

lees: besluit op Wob-verzoek inzake CAF incl. inventarislijst geanonimiseerd 15.11.2019

lees: Bijlage 1.1

lees: Bijlage 1.2

lees: Bijlage 1.3

lees: Bijlage 1.4

lees: Bijlage 1.5

lees: Bijlage 1.6

lees: Bijlage 1.7

lees: Bijlage 1.8

lees: Bijlage 1.9

lees: Bijlage 1.10

lees: Bijlage 1.11

lees: Bijlage 1.12

lees: Bijlage 2.1

lees: Bijlage 2.2

lees: Bijlage 3

lees: Bijlage 4.1

lees: Bijlage 4.2

lees: aanbiedingsbrief interimrapport van de adviescommissie uitvoering toeslagen 14.11.2019

lees: interimadvies adviescommissie uitvoering toeslagen bijlage bij brief 14.11.2019

lees: aanbiedingsbriefdeelrapport 1 ibo toeslagen 11.11.2019

lees: bijlage 1 ibo toeslagen deelonderzoek 1

lees: bijlage 2 weging op de hand

lees: bijlage 3 onderzoek mare

lees: Brief over het_pakket Belastingplan 2020 en toezeggingen m.b.t. invordering toeslagen 04.11.2019 

Rapport; Dategedreven selectie aangiften door Belastingdienst WR def. 11.06.2019

brief onderzoek_EDP-auditors naar de kinderopvangtoeslag 07.06.2019

reactie concept: Bestuurlijke reactie rapport datagedreven selectie van aangiften door de Belastingdienst 23.04.2019

lees: kamerbrief-voortgang-werving-belastingdienst 17.10.2018

bijlage 1-uitingen-in-de-arbeidsmarktcampagne 17.10.2018

Bijlage 2 Aanvullend verzoek COB 02.12.2016

Kabinetsreactie Onderzoek naar de besluitvormingsprocedures binnen de Belastingdienst 27.01.2017

Rapport Commissie onderzoek Belastingdienst 27.01.2017

Belastingdienst informeerde ombudsman verkeerd over dwangbevel

NOS 09.12.2019 De Nationale ombudsman heropent een onderzoek naar de Belastingdienst over het verlagen van de kosten voor een dwangbevel. Anders dan de dienst eerder zei, zijn mensen die te maken kregen met een dwangbevel wel te hoge kosten in rekening gebracht.

De ombudsman kreeg in 2018 een signaal dat de Belastingdienst met name ondernemers te hoge dwangbevelkosten liet betalen. De hoogte van die kosten hangt samen met de hoogte van een belastingaanslag. Bij verlaging van de aanslag zouden de kosten van een dwangbevel omlaag moeten gaan, maar dat gebeurde niet, zo werd gezegd. Daardoor zouden ondernemers soms duizenden euro’s te veel betalen.

Iemand die een aanmaning van de Belastingdienst niet op tijd betaalt, krijgt een dwangbevel. Het verschuldigde bedrag moet dan binnen twee dagen worden betaald. Zo niet, dan kan er beslag gelegd worden op iemands loon, eigendom, uitkering of wordt er geld afgeschreven van zijn bankrekening.Ontkenning

De ombudsman stelde hier vragen over aan de dienst. Die stelde dat de beschuldiging niet kon kloppen: als de aanslag wordt verlaagd gaan ook de kosten van een dwangbevel omlaag.

Vorige week liet de Belastingdienst de ombudsman weten dat het toch anders lag. Bij nieuwe controles was aan het licht gekomen dat het ‘werkproces’ tussen 2014 en 2018 niet goed functioneerde en dwangbevelkosten na een verlaging van een aanslag niet werden aangepast. Daardoor heeft de Belastingdienst belastingplichtigen te veel laten betalen.

Hoeveel?

De ombudsman wil nu weten hoeveel mensen gedupeerd zijn, hoeveel zij te veel hebben betaald en hoe de Belastingdienst dat gaat rechtzetten. De ombudsman wil dat de dienst ook een compensatie betaalt.

Verder wil de ombudsman van staatssecretaris Snel horen hoe het kan dat in eerste instantie verkeerde informatie is verstrekt.

Bekijk ook;

Ombudsman heropent onderzoek naar fiscus

AD 09.12.2019 De Nationale ombudsman heropent per direct een onderzoek naar het verstrekken van foutieve informatie door de Belastingdienst over dwangbevelen voor met name ondernemers. Dat heeft de Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, in een brief aan staatssecretaris Menno Snel van Financiën laten weten.

In 2018 kreeg de ombudsman signalen dat de fiscus te hoge dwangbevelkosten in rekening zou brengen aan met name ondernemers. Deze dwangbevelkosten zijn gekoppeld aan de hoogte van de belastingaanslag. Maar bij een vermindering van de belastingaanslag zou de Belastingdienst de dwangbevelkosten niet automatisch verlagen. Daardoor zouden ondernemers soms duizenden euro’s te veel betalen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De ombudsman kaartte de kwestie aan bij de fiscus en begon een onderzoek. Op basis van de informatie die de Belastingdienst toen leverde, beëindigde de ombudsman in oktober 2018 het onderzoek. Afgelopen week liet de Belastingdienst de ombudsman weten dat de indertijd verstrekte informatie niet klopte. Snel meldde dit eind vorige maand ook aan de Tweede Kamer.

Fouten

Van Zutphen wil nogmaals antwoord op de vragen die hij de Belastingdienst in het kader van zijn onderzoek in 2018 stelde. Daarnaast wil de ombudsman weten wat de gevolgen zijn van de fouten bij de Belastingdienst. Hij heeft de staatssecretaris onder meer gevraagd hoeveel mensen benadeeld zijn, voor welk bedrag dat is gebeurd en hoe de Belastingdienst ervoor gaat zorgen dat zij excuses en een passende compensatie krijgen.

Ook wil de ombudsman weten hoe de Belastingdienst ervoor gaat zorgen dat de dwangbevelkosten voortaan wel automatisch worden verlaagd na een vermindering van de aanslag.

De ombudsman stelt het op prijs dat de Belastingdienst hem op eigen initiatief heeft laten weten dat hij verkeerd geïnformeerd is.

Grotere bedragen

In een reactie zegt het ministerie van Financiën dat niet duidelijk is om hoeveel geld het gemiddeld gaat. ,,Vaak gaat dat om kleine bedragen, maar voor een groep kan het om grotere bedragen gaan.” Om daar meer duidelijkheid over te krijgen, is verder onderzoek nodig.

De fiscus heeft inmiddels ‘beheersmaatregelen’ getroffen, maar het proces is nog steeds niet op orde. Het ministerie meldt dat het binnenkort de Kamer gaat informeren over de manier waarop fouten uit het verleden zullen worden hersteld. Ook de ombudsman wordt op de hoogte gehouden.

Toeslagencrisis: waar gaat het mis bij de fiscus?

Telegraaf 06.12.2019 Het is gruwelijk fout gegaan bij de fraudebestrijding door de Belastingdienst. Honderden en mogelijk duizenden gezinnen zijn gedupeerd, zo moest staatssecretaris Menno Snel van Financiën erkennen. In de wekelijkse podcast ’Kwestie van Centen’ bespreken Martin Visser en Herman Stam wat er mis ging bij de fiscus en wat deze affaire zegt over het toeslagensysteem. „De toeslagen moeten mensen financiële steun geven, maar zorgen juist voor onzekerheid.” Luister de hele podcast hier.

Staatssecretaris Menno Snel: ik ben ook boos

Telegraaf 06.12.2019 Het debat over mensen die onterecht als toeslagenfraudeurs waren bestempeld verliep deze week uiterst beladen. Verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel (Financiën) overleefde een motie van wantrouwen, nadat hij onder grote druk van Kamer en een emotionele publieke tribune had aangeven hoe hij een goede oplossing voor de gedupeerden gaat regelen. In gesprek met De Telegraaf zegt Snel dat hij al voor het debat begon voor zichzelf had besloten dat hij door wilde gaan.

Menno Snel (49) werd door D66-prominent Wouter Koolmees naar Den Haag gehaald. Hij was bankdirecteur, werkte namens Nederland bij het Internationaal Monetair Fonds en was daarvoor topambtenaar op het ministerie van Financiën.

Voordat hij het kabinet in ging moest hij nog even snel lid worden van D66. Een geboren politicus is hij dan ook niet. Aan het Binnenhof geldt hij eerder als technocraat, een man die uiterst zakelijk de Belastingdienst bestuurt, waardoor nog wel eens twijfel rijst of hij voldoende gevoel heeft bij mensen die door de tandwielen van de fiscus vermalen worden.

Bekijk ook: 

Toeslagencrisis: waar gaat het mis bij de fiscus? 

Er is ontzettend veel misgegaan. Gedupeerden zeggen dat hun leven is verwoest en veel mensen begrijpen die kwalificatie maar al te goed. Waarom bent u niet afgetreden?

„Ik heb er natuurlijk best over nagedacht. Gewoon aan het begin.”

Aan het begin van het debat?

„Nee eerder. Meer voor mezelf. Ik denk dat ik hier een opdracht heb: ik wil deze mensen helpen en deze zaak verder brengen. Als je niet alleen van de politieke oplossingen bent, maar van de échte oplossingen voor mensen, is het passender om daar vol gas mee door te gaan. Ik voel die politieke verantwoordelijkheid ook. De vraag is of die beter wordt ingevuld door af te treden, waarmee ik in de Haagse realiteit een politieke daad stel.”

Waarom is dat een Haagse realiteit? Mensen buiten Den Haag kunnen ook best verwachten dat als de overheid zich tegen haar eigen burgers keert, hen aan de rand van de afgrond brengt en hun leven verwoest, daar iemand op het hoogste niveau de verantwoordelijkheid voor neemt.

„Dat is waar. Ik snap ook dat mensen zeggen dat ik ook die keuze zo kon maken. Maar het is niet zo dat doordat ik de keuze anders maak, het mij niet kan schelen wat die mensen is overkomen. Het is niet zo dat die emotie kan worden gemonopoliseerd door mensen die boos zijn. Ik ben natuurlijk ook boos. Het is natuurlijk ook gewoon klote, dat vind ik ook echt.”

Bekijk ook: 

Door toeslagenschandaal neemt wantrouwen in de overheid toe 

Tijdens het debat riep u dat nieuwe gedupeerden zich bij de Belastingtelefoon moesten melden, waarna een homerisch gelach opsteeg vanaf de publieke tribune. De dag na het debat gaat deze hulplijn vroeger dicht vanwege Sinterklaas. Uw wereld lijkt te verschillen van wat mensen ervaren bij de fiscus.

„Ik vind die van Sinterklaas flauw. Maar in het debat ging het inderdaad over de Belastingtelefoon. Daar zijn ontzettend veel problemen mee geweest. Nu gaat het ietsje beter. Ik begrijp dat daar frustratie over is. Ik doelde op mensen die nog niet in beeld waren.

Binnen die Belastingtelefoon hadden we wel scripts laten maken voor deze mensen die zeiden dat ze ook niet goed behandeld waren bij de kinderopvangtoeslag. Het is ook belangrijk hen tegemoet te komen. We hebben nog niet een soort rondreizend busje dat dat allemaal kan doen. We hebben een meldpunt nodig en er komt ook een extra hulplijn. Maar dat mensen dan cynisch lachen, dat snap ik echt wel.”

Bekijk ook: 

’Mijn leven is naar de klote’ 

Maar u denkt in processen. U heeft het al weer over ’scripts’ die klaarliggen.

„Ik denk in oplossingen.”

Uw toehoorders vragen zich op zo’n moment af of u zich wel kunt inleven in wat hen is overkomen?

„Ik snap dat ze dat zeggen. En als je een zinnetje uit een debat zo naar voren haalt, kun je het zo proberen neer te zetten. Maar het is volgens mij niet zo. Laten we wel wezen: voor deze ouders is er nu eindelijk licht aan het einde van de tunnel. Al die jaren hebben ze nul op het rekest gehad. Nu is dat veranderd. Die ouders zien iemand die bezig is met het vinden van de oplossing.”

Wat dacht u toen u die ouders op die publieke tribune zag en hoorde? Was het de eerste keer dat u daarmee geconfronteerd werd met zo veel emotie?

„Nee. Ik heb ook gewoon een leven. Ik neem aan dat de meeste mensen wel eens met geëmotioneerde mensen te maken hebben. Ik heb al eerder met ouders gesproken en dat was heel emotioneel. Dat was ook een belangrijk moment voor mij: het versterkte bij mij de vastberadenheid om er wat aan te doen.”

Hoe vaak heeft u eerder gesproken met ouders?

„We hebben in juni een keer een grote sessie gehad. We hadden mensen toen ook gevraagd of ze met mij wilden praten, daar konden mensen zich voor aanmelden.”

Eén keer dus?

„Ja, met al die ouders. En ik heb een zwartboek van de SP gehad en bij de overhandiging met een aantal ouders gepraat. Het gaat er ook niet om of ik persoonlijk met al die individuele ouders heb gesproken. Ik heb zeker met ze gesproken, maar ook mijn mensen deden dat. Die verhalen wilde ik natuurlijk wel weten.”

U wil een cultuurverandering bij de Belastingdienst. Hoort dat ook bij de dingen die nog te doen zijn?

„Daar ben ik al veel eerder mee begonnen en daar heb ik prioriteit van gemaakt. Maar dat is niet een proces dat we volgende week hebben afgerond. Het gaat om 30.000 man die jarenlang hebben gewerkt volgens bepaalde structuren. Een grote uitvoeringsdienst is per definitie niet een dienst die veranderingsgezind is.”

Moet het toeslagensysteem nog wel blijven?

„Je kunt je dat echt afvragen. We hebben nu een systeem waarin we mensen superveel geld als voorschot geven en dan hopen dat alles goed gaat. Dat ze de rekening goed betalen, dat ze hun administratie op orde hebben, dat ze hun contractbeheer goed op orde hebben. Ik denk niet dat dat verstandig is: we moeten echt toe naar een systeem waarin dat anders gaat.”

Wat betekent dat concreet?

„Het kan van alles betekenen. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat we dat alles-of-nietssysteem aanpassen. Als je nu 100 euro niet kan verantwoorden, verlies je het recht op alle toeslagen. Dat gaat dus om proportionaliteit. Ik denk ook dat we er niet aan ontkomen om in deze kabinetsperiode een soort plan te maken over waar het naartoe moet met de toeslagen. Ik denk dat al mijn collega’s in de ministerraad ervan overtuigd zijn dat we niet meer kunnen wachten.”

En als ze u voor een volgend kabinet nog een keer zouden vragen, zou u die taak dan op u durven te nemen?

„Toen ik deze baan ging doen, vond ik het een van de mooiste banen in het kabinet. Daar ben ik ook na een pittige week niet van mening over veranderd. Dat vind ik echt.”

Serieus?

„Het is pittig, maar belasting raakt iedereen. Ik vind dat als je die keuze maakt om je te committeren om de politiek in te gaan en de maatschappij wat beter wil maken, dat je daar niet voor terug moet deinzen.”

Dus het antwoord is ja?

„Ja. Dat is inderdaad het korte antwoord.”

Bekijk meer van; overheid Menno Snel BelastingTelefoon Belastingdienst

Gedupeerde: ‘Raadsel waarom Belastingdienst 65.000 euro terugeiste’

AD 06.12.2019 Nog voor de kerst krijgen circa driehonderd slachtoffers van de toeslagenaffaire een vergoeding. Vele duizenden anderen moeten langer wachten. Hoe beleefden de tientallen gedupeerden op de publieke tribune het Kamerdebat over hun toeslagenleed? ,,De verhalen van lotgenoten maakten me razend.”

Het was misschien wel de allerbelangrijkste belofte van Menno Snel in het debat over de toeslagenaffaire: ‘vergelijkbare gevallen verdienen een vergelijkbare behandeling’, bezwoer de staatssecretaris van Financiën.

Lees ook;

‘Als Snel opstapt komt er weer een andere pipo’

Lees meer

BelastingTelefoon dag na beladen debat toeslagenaffaire eerder dicht vanwege Sinterklaas

Lees meer

Daarmee schept Snel hoge verwachtingen bij de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Immers, de 302 gedupeerde gezinnen uit het inmiddels beruchte CAF 11-dossier zijn waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg. Zij krijgen zo snel mogelijk – ‘het liefst nog voor de kerst’ – compensatie voor de geleden schade.

Concreet houdt die in dat zij elke euro die zij in 2014, 2013 en 2012 misliepen aan onterecht ingetrokken toeslagen volledig moeten terugkrijgen, plus een compensatie van 25 procent. Daarnaast is er nog een vergoeding voor immateriële schade, die kan oplopen tot maximaal de hoogte van het eerste bedrag. De rekening kan voor Snel behoorlijk oplopen. Naast CAF 11 waren er nog 169 andere zaken die door het Combiteam Aanpak Facilitators werden opgepakt, met daarin negenduizend dossiers. Het vermoeden bestaat dat het grootste deel van deze mensen in aanmerking komt voor compensatie.

Fraudeurs

En dan zijn er nog de Nederlanders die nooit in een CAF-zaak werden onderzocht, maar die desondanks ten onrechte als fraudeurs werden behandeld. Bij een meldpunt van de SP hadden zich in september al 1200 mensen vervoegd die zeiden dat hun hetzelfde was overkomen als de CAF 11-ouders. Naar de negenduizend dossiers uit de andere CAF-zaken wordt momenteel onderzoek gedaan. Eind december moeten er twee rapporten op het bureau van Snel liggen, waarna hij de Kamer in januari zal informeren hoe hij met die gevallen omgaat. Hij zegt ‘tempo’ te willen maken, maar weigert zich vast te leggen op een harde deadline.

De D66-bewindsman denkt dat velen uit de voeten kunnen met de compensatieregeling, die volgens hem ‘royaal en ruimhartig’ is. Toch zijn er ook gevallen waarbij het leed met geen pen te beschrijven is. Zij moesten bijvoorbeeld hun huis uit, raakten in echtscheiding of belandden steeds dieper in het schuldenmoeras. Deze mensen kunnen volgens Snel naar de rechter stappen. De Kamer vindt die stap wel erg groot en wil dat er meer maatwerk wordt geboden. Als het even kan moet de Belastingdienst aan de meest schrijnende gevallen een schikkingsvoorstel doen, stelt zij. Snel omarmt die suggestie.

© ANP

Vertrouwen

Een groot deel van de oppositie heeft het vertrouwen in de D66’er al opgezegd. In de media blijven intussen nieuwe, schrijnende verhalen opdoemen. Snel kan zich eigenlijk geen fouten meer permitteren, terwijl de hele affaire inmiddels zo’n omvang heeft aangenomen dat de kans groot is dat er toch weer wat misgaat.

Staand op deze ijsschots moet Snel een cultuurverandering bij zijn Belastingdienst teweegbrengen en tegelijkertijd de 30.000 medewerkers tellende fiscus – ooit de meest efficiënte overheidsdienst – klaar zien te maken voor de toekomst. De Belastingdienst kampt met verouderde ict-systemen en een chronisch gebrek aan gekwalificeerd personeel, wat mede te wijten is aan een dramatisch uit de hand gelopen vertrekregeling onder het vorige kabinet.

Door de opeenstapeling van affaires is er grote bezorgdheid over het moreel op de werkvloer. Snel heeft het roer al drastisch omgegooid door in te zetten op ‘beheerst vernieuwen’. Die aanpak krijgt weliswaar steun in de Kamer, maar leidt ook tot gemor. Snel moet steeds opnieuw ‘nee’ verkopen als de Kamer fiscale aanpassingen wil. Zo houdt hij staande dat de afschaffing van de verfoeide ‘spaartaks’ niet sneller kan. De frustratie daarover is groot.

Getroffen ouders op de publieke tribune tijdens het debat met Staatssecretaris Menno Snel van Financien in de Tweede Kamer over het optreden van de Belastingdienst in de affaire rond kinderopvangtoeslagen. A

Getroffen ouders op de publieke tribune tijdens het debat met Staatssecretaris Menno Snel van Financien in de Tweede Kamer over het optreden van de Belastingdienst in de affaire rond kinderopvangtoeslagen. A © ANP

Nog een klus bij

Door de toeslagenaffaire komt daar nog een klus bij. De Kamer is het er inmiddels wel over eens dat het toeslagensysteem in de huidige vorm zijn langste tijd wel heeft gehad. Snel liet eerder al weten dat hij de uitkering van toeslagen het liefst bij de Belastingdienst zou weghalen, zodat de fiscus zich weer kan toeleggen op de inning van belastinggeld.

Er zijn echter ook drastischer ideeën: regeringspartijen D66 en ChristenUnie willen dat het ‘gedrocht’ helemaal wordt opgedoekt en er een alternatief komt. Hierop wordt in Haagse vergaderkamers momenteel hard gestudeerd. Begin volgend jaar ligt er een rapport waarop Snel namens het kabinet meteen zal reageren. Het blijft echter zeer de vraag of de verzwakte staatssecretaris een jaar voor de verkiezingen de kans krijgt om in dit politieke mijnenveld de bakens te verzetten.

Waarom had de Belasting­dienst hier zes jaar voor nodig?, aldus Steve Kuipers, gedupeerde.

‘Als hij opstapt komt er weer een andere pipo’
Een achtbaan van emoties. Dat was het toeslagendebat voor de talloze gedupeerden die speciaal naar Den Haag waren afgereisd om staatssecretaris Menno Snel (Financiën) te horen over de affaire die hun levens al jaren ruïneert. ,,Gevoelens die ik weggedrukt dacht te hebben, borrelden ineens weer op”, vertelt Steve Kuipers (43). ,,Ik ging terug in de tijd.” Zijn vrouw Sara en hij behoren tot de driehonderd gezinnen die bij Eindhovens gastouderbureau Dadim kinderopvang regelden. Ze zagen hun toeslagen − in Kuipers’ geval maar liefst 56.000 euro − teruggevorderd vanwege vermeende fraude. Totaal ten onrechte, bleek later.

Joe ten Cate vindt dat de juiste vragen woensdag absoluut werden gesteld in de Tweede Kamer. ,,Tegelijk blijf ik met dezelfde onzekerheden zitten”, zegt de Rotterdammer. Zijn vrouw Tamara en hij moesten circa 65.000 euro terugbetalen. Ten Cate wacht bijvoorbeeld al jaren op zijn dossier, ondanks dat Snel vorige maand beloofde dat binnen vier weken te verstrekken. ,,Het blijft een compleet raadsel waarom de Belastingdienst geld van ons terugeiste. De staatssecretaris is bijzonder goed in politieke antwoorden zonder veel te zeggen en harde beloftes te doen.”

Voor Ten Cate was de urenlange zit op de publieke tribune emotioneel. ,,Niet zozeer om mijzelf, na tien jaar heb ik mijn eigen woede aardig in bedwang. De verhalen van lotgenoten maakten me echter razend. Sommige mensen zijn alles kwijtgeraakt.”

Leigh-Anne Jansen uit Eindhoven − met haar man moet ze van de fiscus 20.000 euro terugbetalen − houdt een nare smaak over aan het debat. ,,Ondanks alle excuses en de compensatieregeling van de commissie-Donner weet ik nog steeds niet wat ik ga terugkrijgen. Waarom is er nog geen proefberekening gemaakt?” Ze is boos dat staatssecretaris Snel nooit met haar groep gedupeerden heeft gesproken. ,,Ja, gisteren ineens met die man op de publieke tribune. Nu er camera’s op staan kan het ineens wel.”

Florien Jansen (49) uit Rotterdam is tevredener. ,,Het debat bevestigt waar wij al die tijd tegenaan liepen. Dat we jarenlang onterecht als fraudeurs werden beschouwd.” Jansen moest haar gastouderbureau Florien in 2016 sluiten nadat de Belastingdienst al haar klanten op de korrel nam.

Snels optreden beoordeelt de Rotterdamse als een stuk minder. ,,Ik heb maar weinig concrete toezeggingen gehoord.” Tegelijk zou het vertrek van de bewindsman niks hebben opgelost. ,,Ik snap SP’er Renske Leijtens motie van wantrouwen heus wel, maar Snels vertrekt leidt enkel tot vertraging. Nu voelt hij de hete adem van de Tweede Kamer en de media in zijn nek. Hij moet over de brug komen.”

Steve Kuipers is dat met Jansen eens. ,,Snel wegsturen is zinloos. Dan komt er weer een andere pipo, die vervolgens zegt: ik ga me eerst een jaar inlezen. Dat zorgt alleen maar voor meer oponthoud voor gedupeerden.”

Kuipers verbaast zich nog altijd over alle onwil bij de Belastingdienst. ,,Als het goed is, krijgen ik en de andere driehonderd Eindhovense gezinnen voor kerst compensatie. Waarom kan dat nu ineens wel? Waarom had de Belastingdienst daar zes jaar voor nodig?’’

Snel geeft ouders eindelijk verlichting, maar staat zelf op ijsschots

AD 06.12.2019 Nog voor de kerst krijgen circa 300 slachtoffers van de toeslagenaffaire een schadevergoeding op hun rekening gestort. Vele duizenden anderen moeten echter langer wachten op compensatie. En ook de Tweede Kamer is nog niet klaar met staatssecretaris Menno Snel en zijn toeslagenfabriek.

Het was misschien wel de allerbelangrijkste belofte van Menno Snel in het debat over de toeslagenaffaire: ‘vergelijkbare gevallen verdienen een vergelijkbare behandeling’, bezwoer de staatssecretaris van Financiën.

Lees ook;

Affaire kinderopvangtoeslag bereikt hoogtepunt: zes vragen over wat er aan de hand is

Lees meer

Roger schreeuwde door debat toeslagenaffaire: Mijn hele leven is naar de klote

Lees meer

Staatssecretaris overleeft motie van wantrouwen tijdens emotioneel debat, ondanks hoongelach

Staatssecretaris overleeft motie van wantrouwen tijdens emotioneel debat, ondanks hoongelach

Lees meer

Daarmee schept Snel hoge verwachtingen bij de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Immers, de 302 gedupeerde gezinnen uit het inmiddels beruchte CAF 11-dossier zijn waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg. Zij krijgen zo snel mogelijk – ‘het liefst nog voor de kerst’ – compensatie voor de geleden schade.

Concreet houdt de compensatie in dat slachtoffers elke euro die zij in 2014, 2013 en 2012 misliepen aan onterecht ingetrokken toeslagen volledig terug moeten krijgen, plus een compensatie van 25 procent. Daarnaast is er nog een vergoeding voor immateriële schade, die kan oplopen tot maximaal de hoogte van het eerste bedrag.

De rekening kan voor Snel behoorlijk oplopen. Naast CAF 11 waren er nog 169 andere zaken die door het Combiteam Aanpak Facilitators werden opgepakt, met daarin in totaal 9000 dossiers. Het vermoeden bestaat dat het grootste deel van deze mensen in aanmerking komt voor compensatie.

Meldpunt

En dan zijn er nog de Nederlanders die nooit in een CAF-zaak werden onderzocht, maar die desondanks ten onrechte als fraudeurs werden behandeld. Bij een meldpunt van de SP hadden zich in september al 1200 mensen vervoegd die zeiden dat hen hetzelfde was overkomen als de CAF 11-ouders.

Naar de 9000 dossiers uit de andere CAF-zaken wordt momenteel onderzoek gedaan. Eind december moeten er twee rapporten op het bureau van Snel liggen, waarna hij de Kamer in januari zal informeren hoe hij met die gevallen omgaat. Hij zegt ‘tempo’ te willen maken, maar weigert zich vast te leggen op een harde deadline.

De suggestie van Menno Snel aan gedupeerden om contact op te nemen met de BelastingTelefoon leidde afgelopen woensdag tijdens het debat tot hoongelach vanaf de publieke tribune.

De suggestie van Menno Snel aan gedupeerden om contact op te nemen met de BelastingTelefoon leidde afgelopen woensdag tijdens het debat tot hoongelach vanaf de publieke tribune. © ANP

Hoongelach

Snel zei aanvankelijk dat slachtoffers die hij nog niet in het vizier heeft zich kunnen melden bij de BelastingTelefoon. Na hoongelach door de slachtoffers, en onder druk van de Tweede Kamer, hoopt hij nu vanaf de jaarwisseling een apart nummer in de lucht te kunnen hebben. Aan de andere kant van de lijn zit dan een vast team dat bekend is met de toeslagenaffaire. Zo moet verdere frustratie bij gedupeerden, die jarenlang van het kastje naar de muur werden gestuurd, worden voorkomen.

De D66-bewindsman denkt dat velen uit de voeten kunnen met de compensatieregeling, die volgens hem ‘royaal en ruimhartig’ is. Toch zijn er ook gevallen, waarbij het leed amper met een pen te beschrijven is. Zij moesten bijvoorbeeld gedwongen hun huis uit, raakten in echtscheiding of belandden steeds dieper in het schuldenmoeras.

Deze mensen kunnen volgens Snel (net als ieder ander overigens) naar de rechter stappen. De Kamer vindt die stap wel erg groot en wil dat er meer maatwerk wordt geboden. Als het even kan moet de Belastingdienst aan de meest schrijnende gevallen een schikkingsvoorstel doen, stelt zij. Snel omarmt die suggestie.

IJsschots

Een groot deel van de oppositie heeft het vertrouwen in de D66’er echter al opgezegd. In de media blijven intussen nieuwe, schrijnende verhalen opdoemen. Snel kan zich eigenlijk geen fouten meer permitteren, terwijl de hele affaire inmiddels zo’n omvang heeft aangenomen dat de kans groot is dat er toch weer wat mis gaat.

Staand op deze ijsschots moet Snel een cultuurverandering bij zijn Belastingdienst teweegbrengen en tegelijkertijd de 30.000 medewerkers tellende fiscus – ooit de meest efficiënte overheidsdienst – klaar zien te maken voor de toekomst.

De Belastingdienst kampt met verouderde ict-systemen en een chronisch gebrek aan gekwalificeerd personeel, wat mede te wijten is aan een dramatisch uit de hand gelopen vertrekregeling onder het vorige kabinet. Door de opeenstapeling van affaires is er inmiddels grote bezorgdheid over het moreel op de werkvloer.

Een groot deel van de oppositie zegde woensdag het vertrouwen in staatssecretaris Menno Snel op.

Een groot deel van de oppositie zegde woensdag het vertrouwen in staatssecretaris Menno Snel op. © ANP

Snel heeft het roer al drastisch omgegooid, door in te zetten op ‘beheerst vernieuwen’. Die aanpak krijgt weliswaar steun in de Kamer – iemand zal ‘de stal moeten schoonvegen’ – maar leidt ook tot gemor. Snel moet steeds opnieuw ‘nee’ verkopen als de Kamer fiscale aanpassingen wil. Zo houdt hij staande dat de afschaffing van de verfoeide ‘spaartaks’ niet sneller kan. De frustratie daarover is groot.

Gedrocht

Door de toeslagenaffaire komt daar nog een klus bij. De Kamer is het er inmiddels wel over eens dat het toeslagensysteem in zijn huidige vorm zijn langste tijd wel heeft gehad. Snel liet eerder al weten dat hij de uitkering van toeslagen het liefst bij de Belastingdienst zou weghalen, zodat de fiscus zich weer helemaal kan toeleggen op datgene waar zij in uitblonk: de inning van belastinggeld.

Er zijn echter ook drastischer ideeën: regeringspartijen D66 en ChristenUnie willen dat het ‘gedrocht’ helemaal wordt opgedoekt en er een alternatief komt. Hierop wordt in Haagse vergaderkamers momenteel hard gestudeerd. Begin volgend jaar ligt er een rapport, waarop Snel namens het kabinet meteen zal reageren. Het blijft echter zeer de vraag of de verzwakte staatssecretaris een jaar voor de verkiezingen de kans krijgt om in dit politieke mijnenveld de bakens te verzetten.

© ANP

Kamerdebat kinderopvangtoeslag: staatssecretaris houdt voldoende vertrouwen van de Kamer

NOS 04.12.2019 Honderden ouders zijn door de Belastingdienst onterecht beschuldigd van fraude met de kinderopvangtoeslag. Een commissie onder leiding van oud-minister Donner concludeert dat de ouders recht hebben op terugbetaling en schadevergoeding.

Dit geldt in de toekomst voor waarschijnlijk nog duizenden ouders. Staatssecretaris Snel was nog geen staatssecretaris toen de fouten zijn gemaakt, hij is wel politiek verantwoordelijk voor de afhandeling.

Debat opvangtoeslag: emotie op de tribune, felle Kamer en toezeggingen Snel

NOS 04.12.2019 Honderden ouders moeten zo snel mogelijk, het liefst nog voor Kerstmis, een schadevergoeding krijgen. Dat zei staatssecretaris Snel (D66) in een Kamerdebat over kinderopvangtoeslagfraude, waarbij de emoties op de publieke tribune soms hoog opliepen. “Er zijn volgens mij nog nooit zoveel zakdoekjes doorgegeven hier”, zei SP-Kamerlid Leijten.

Op de tribune zaten vele tientallen mensen die ten onrechte zijn beschuldigd van fraude met toeslagen voor kinderopvang. Ze moesten soms tienduizenden euro’s terugbetalen terwijl nooit is aangetoond dat ze fraude hebben gepleegd. Sommigen raakten hun huis kwijt, verloren hun baan of kregen relatieproblemen.

Snels positie kwam er vandaag niet door in gevaar. Een motie van wantrouwen van de SP kreeg alleen de steun van PvdA, PVV, Denk, Partij voor de Dieren, 50Plus en het onafhankelijke Kamerlid Van Kooten-Arissen, wat bij lange na niet genoeg was voor een meerderheid.

Geen garanties

Het debat ging vaak over de schadevergoeding voor de gedupeerden. Een commissie onder leiding van oud-minister Donner concludeerde half november dat honderden ouders recht hebben op terugbetaling en schadevergoeding. Snel wil dat daar voor de feestdagen werk van wordt gemaakt, maar omdat het om individuele gevallen gaat, kon hij geen garanties geven over de termijn.

Een van de gedupeerden was Roger, het werd hem op een gegeven moment te veel.

Vader loopt weg bij debat, wordt even te veel

In de pauze van het debat ging Snel in gesprek met een aantal ouders. Daaruit bleek volgens de staatssecretaris van Financiën dat het belangrijkste is dat er erkenning komt. “U is iets aangedaan”, zei de staatssecretaris tegen de gedupeerden. “De overheid heeft hier een grens opgezocht en is daaroverheen gegaan.”

Ook Kamerleden waren kritisch op Snel, die verantwoordelijk is voor de Belastingdienst. CDA’er Omtzigt, die al jaren bezig is met dit dossier, vroeg zich af of dit soort kwesties voortaan veel sneller kunnen worden opgelost. “Maar ik wil nu eerst dat de compensatie voor alle ouders wordt geregeld.”

Wrang grapje

En dan gaat het niet alleen over de honderden gedupeerden uit het het zogenoemde ‘CAF 11 dossier’, waar het vandaag over ging. De commissie-Donner is namelijk bezig met een tweede onderzoek naar duizenden vergelijkbare gevallen.

D66-staatssecretaris Snel stelde in het debat dat deze mensen recht hebben op dezelfde compensatie en schadevergoeding. Hij verwacht hier aan het eind van het jaar mee aan de slag te kunnen.

Overigens werd er ook gelachen in zaal. Dat gebeurde toen Snel onbedoeld een “wrang grapje” maakte over de Belastingtelefoon.

Hoongelach na opmerking Snel over Belastingtelefoon

“Hoe kan het dat de overheid mensen vermorzelt?”, vroeg ChristenUnie-Kamerlid Bruins. “Hier is iets fundamenteel mis in onze samenleving.” Hij zei te snappen dat de politiek jaren geleden heeft opgeroepen tot meer fraudebestrijding door de fiscus. Maar dat is volgens hem geen reden om zó streng te doen.

De staatssecretaris zei de zaak hoog op te nemen omdat de strikte fraudewerkwijze bij de Belastingdienst onderdeel van het beleid was. “Hier is geen sprake van een paar ambtenaren die ouders aan het pesten waren”, stelde hij. “Het was juist beleid dat tot in de top werd ondersteund.”

In het debat ging het ook over de informatievoorziening. Omtzigt hekelde dat hij documenten over de kwestie niet heeft gekregen van de staatssecretaris, terwijl RTL Nieuws en Trouw de stukken wel boven water kregen. “Hier staat een getergd Kamerlid. Ik heb vraag na vraag na vraag gesteld. Ik had dit debat een half jaar geleden willen hebben.”

Wantrouwen

SP-Kamerlid Leijten, een van de aanjagers van dit debat, zei aan het begin dat Snel wat haar betreft echt moet handelen. “Goedmaken kan niet, maar ik wil dat de staatssecretaris in één keer schoon schip maakt. Anders hebben we een groot probleem.”

SP: Snel moet schoon schip maken

Snel zegde in het debat toe dat ouders zoveel mogelijk zullen worden geholpen zonder dat ze naar de rechter hoeven, dat er ruimhartig wordt gekeken naar genoegdoening voor de gedupeerden, dat er een apart telefoonnummer komt voor gedupeerden en dat twee onafhankelijke ‘raadspersonen’ op zoek gaan naar misstanden bij de Belastingdienst.

Voor Leijten was dat niet genoeg, want aan het eind diende de SP een motie van wantrouwen in tegen de staatssecretaris. Een ruime Kamermeerderheid ging daar dus niet in mee.

De staatssecretaris voelde er ook niets voor om zelf op te stappen. “Daarmee komt de oplossing voor de ouders geen stap dichterbij.” Hij zei door te willen met het oplossen van de problemen bij de Belastingdienst en het regelen van de schadevergoedingen voor ouders.

Snel benadrukte dat hij het een pittig debat vond. “Het was ook niet de bedoeling om er een prettig debat van te maken. Wat ouders is overkomen is heel erg. Het is pijnlijk, ook voor mij.”

Bekijk ook;

Staatssecretaris overleeft motie van wantrouwen tijdens emotioneel debat, ondanks hoongelach

AD 04.12.2019 Staatssecretaris Menno Snel van Financiën redt het vege lijf en mag de slachtoffers van de toeslagenaffaire zelf een oplossing bieden. Al is de D66’er nog niet uit de zorgen.

Het gesis en de wegwerpgebaren vanaf de publieke tribune in de Tweede Kamer voelen zo beklemmend aan dat staatssecretaris Menno Snel van zijn stuk lijkt gebracht. ,,Word ik nou uitgelachen”, vraagt hij vertwijfeld. Hij heeft zojuist gesuggereerd dat mensen die zich óók slachtoffer voelen van zijn Belastingdienst zich kunnen melden. Waar? ,,Nou, bij de BelastingTelefoon”, had Snel gezegd.

Daar hebben de gedupeerde ouders echter helemaal genoeg van. Te vaak zijn ze in een eindeloze wachtrij beland, van het kastje naar de muur gestuurd. ,,We hebben echt uitgebreide scripts neergelegd”, probeert Snel nog. Hoofdschuddend gebrom is zijn deel.

Zelden galmde vanuit de kloof tussen burger en overheid een schriller hoongelach.

Traag

De staatsse­cre­ta­ris heeft traag gereageerd, de actie kwam langzaam op gang, aldus Eppo Bruins, ChristenUnie.

Snel mag uiteindelijk blijven. De D66’er behoudt de steun van de regeringspartijen, aangevuld met GroenLinks en SGP. Zij menen dat de ouders die door handelen van de Belastingdienst in grote problemen zijn gebracht uiteindelijk het beste af zijn met het aanblijven van een bewindsman die hard zegt te werken aan een oplossing.

Al is de kritiek uit nota bene regeringskring niet mals. ,,De staatssecretaris heeft traag gereageerd, de actie kwam langzaam op gang”, concludeert Eppo Bruins van de ChristenUnie. ,,Maar de ouders staan nu voorop. Zij worden niet geholpen als de staatssecretaris nu zou opstappen.”

Toch zegt een grote minderheid van de Kamer het vertrouwen op. SP-Kamerlid Renske Leijten denkt dat als Snel eerder had doorgevraagd bij zijn ambtenaren en beter had uitgezocht wat er aan de hand was, er eerder een compensatieregeling was gekomen voor de 300 ouders die nu de dupe zijn geworden.

Ook zou een oplossing voor nog eens 9000 andere gevallen – en misschien zelfs meer – dan inmiddels dichterbij zijn, denkt Leijten. Nu moeten zij nog tot zeker begin januari wachten op uitsluitsel. Een poging om Snel te laten beloven dat ieder slachtoffer voor 1 juli 2020 geholpen moet zijn wordt door de staatssecretaris niet ingewilligd. Hij zegt slechts tempo te maken. ‘Gênant’, vindt Leijten.

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën tijdens het debat vandaag © ANP

Shredder

Haar frustratie wordt gedeeld door CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, die zich als eerste Kamerlid vastbeet in de toeslagenaffaire en Snel met vragen bleef bestoken. Ook hij denkt dat ‘het een paar maanden had gescheeld’ als Snel documenten waarom hij had gevraagd eerder naar de Kamer stuurde.

Toch zegt hij niet het vertrouwen in de staatssecretaris op, zoals hij dat in 2013 nog wel deed in het debat met VVD’er Frans Weekers over de Bulgarenfraude. Het verschil: toen zat Omtzigt in de oppositie, nu in de coalitie. ,,Het is belangrijk dat er recht wordt gedaan aan de mensen die door de shredder zijn gehaald”, zo besluit hij zijn bijdrage.

Het is belangrijk dat er recht wordt gedaan aan de mensen die door de shredder zijn gehaald, aldus Pieter Omtzigt, CDA.

Oneerlijk

© ANP

Veel Kamerleden wijzen naar de ‘onmenselijke’ aanpak van de Belastingdienst. Die behandelde ouders bij het geringste foutje als fraudeurs en zette hun kinderopvangtoeslag helemaal stop en vorderde die terug. Dat was echter tegen de wet. De bedragen die terugbetaald moesten worden liepen soms op tot tienduizenden euro’s.

Wie bezwaar maakte, moest vaak veel te lang wachten, terwijl de dwangbevelen niet stopten en de loonbeslagen doorgingen. ‘Pijnlijk’, meent Snel. Hij spreekt over burgers die ‘door het systeem van de overheid zijn aangereden en geen kans hadden om zich teweer te stellen’.

Snel spreekt bewust over ‘de overheid’. De politiek is medeverantwoordelijk, beaamt GroenLinks-Kamerlid en bijna-naamgenoot Bart Snels. ,,Het is te makkelijk om de alleen de Belastingdienst de schuld te geven.” Dat de overheid zich ‘wantrouwend opstelt en mensen meteen als potentiële fraudeur ziet’ komt ergens vandaan.

Ook de commissie onder leiding van Piet-Hein Donner stelde vast dat de strenge fraudeaanpak niet uit de lucht komt vallen. ,,We moeten echt onszelf in de spiegel kijken”, meent Snels

Veel Kamerleden hebben moeite met die conclusie. Zij hebben nooit van de fiscus gevraagd om de wet te overtreden.

Systeem

Eensgezinder zijn ze over de aanpak van het toeslagenstelsel – ooit bedacht door het CDA. ,,Dit systeem is ziek, dit gedrocht moet weg”, meent Eppo Bruins. Het stelsel overschat volgens het ChristenUnie-Kamerlid het ‘doevermogen van Nederlanders’.

Een grote Kamermeerderheid wil onderzoek naar alternatieven. Het is ook de staatssecretaris uit het hart gegrepen, al blijft dat een opdracht voor bij de volgende kabinetsformatie.

En dan zit het erop. Kamervoorzitter Khadija Arib bedankt de tientallen gedupeerde ouders die de hele dag het debat hebben gevolgd en zelfs lunchten met Kamerleden. ,,Het was emotioneel”, zegt Arib. En de mensen, die al die jaren zijn aangezien als fraudeurs en door de overheid met wantrouwen werden bejegend, beantwoorden de voorzitter met applaus.

Dit systeem is ziek, dit gedrocht moet weg, aldus Eppo Bruins, ChristenUnie.

Alles over de toeslagenaffaire lees je in dit overzicht.

Staatssecretaris Snel tijdens het debat over het optreden van de Belastingdienst in de affaire rond kinderopvangtoeslagen. Beeld ANP

Snel overleeft motie van wantrouwen

Trouw 04.12.2019 Staatssecretaris Menno Snel heeft een motie van wantrouwen overleefd. Een deel van de oppositie wilde de bewindsman wegsturen vanwege de kinderopvangtoeslagaffaire, maar door de steun van de coalitie en van de oppositiepartijen GroenLinks en SGP kan hij aanblijven.

De Tweede Kamer debatteerde meer dan negen uur lang over de toeslagenaffaire. Hoewel Snel de steun houdt van de meerderheid, kreeg hij van bijna elke partij huiswerk mee. Oppositiepartij GroenLinks vindt dat het “nu niet het moment is” om de staatssecretaris naar huis te sturen en benadrukt dat de Kamer nog vaak zware debatten zal voeren over het debacle bij de Belastingdienst.

De Kamer debatteerde met Snel over de kinderopvangtoeslagaffaire. In een dossier waar de commissie onder leiding van oud-minister Piet Hein Donner onderzoek naar deed, zijn honderden ouders onterecht als fraudeurs bestempeld. Dat geldt mogelijk voor nog veel meer gezinnen. Hun toeslagen werden stopgezet, en in sommige gevallen werden tienduizenden euro’s teruggevorderd, wat tot grote financiële problemen leidde.

Schrijnend voorbeeld

“Dit is het meest schrijnende voorbeeld van verlies van vertrouwen in de overheid”, zei VVD-Kamerlid Helma Lodders vanochtend in het Kamerdebat over de kinderopvangtoeslagaffaire. De VVD en PvdA willen van staatssecretaris Menno Snel van financiën weten wat hij wist van het debacle dat bij de Belastingdienst is ontstaan. PvdA-Kamerlid Henk Nijboer: “Wat heeft u met deze informatie gedaan?”

Ook andere partijen zoals de SP en Denk hebben die vraag aan Snel gesteld in het debat over deze affaire. Het CDA formuleerde het milder: Kamerlid Pieter Omtzigt zei: “Hoe zorgt u ervoor dat er eerder wordt ingegrepen als er fouten worden gemaakt bij de Belastingdienst?”

Aanleiding voor het debat is het interim-rapport van de commissie onder leiding van oud-minister Piet Hein Donner. Die oordeelde drie weken geleden hard over de Belastingdienst waar Snel de verantwoordelijkheid voor draagt.

Donner concludeerde dat de Belastingdienst jarenlang ‘vooringenomen’ handelde bij het vermoeden dat ouders fraudeerden met kinderopvangtoeslag. Terwijl bewijs ontbrak moesten zij tienduizenden euro’s terugbetalen en kwamen in financiële problemen.

Emoties voeren de boventoon in het debat over de kinderopvangtoeslagaffaire. Een groep gedupeerden sprak ‘s ochtends voor aanvang van het debat met Kamerleden en bood een petitie aan. Vele tientallen ouders zaten op de publieke tribune.

Nadat een man vanaf de tribune had geroepen dat zijn “leven naar de kloten is”, barstten verschillende bezoekers in huilen uit. Nadat de man van de tribune verwijderd werd, werd hij buiten de zaal tot bedaren gebracht door enkele Kamerleden.

Ook parlementariërs spraken geëmotioneerd over de affaire. “Er zijn volgens mij nog nooit zoveel zakdoekjes doorgegeven hier”, zei SP-Kamerlid Renske Leijten over de emoties op de tribune.

In de lunchpauze ging Snel in gesprek met de man die ‘s ochtends vanaf de tribune had geroepen. Snel beloofde dat hij ‘zijn best gaat doen’ voor de man en andere gedupeerden.

Staatssecretaris: overheid ging grens over 

Staatssecretaris Snel ging opnieuw door het stof vanwege de affaire. “De overheid heeft hier een grens opgezocht en is daaroverheen gegaan.” 

“U is iets aangedaan”, zegt Snel tegen de gedupeerde ouders die het debat op de publieke tribune volgen. Hij ging in de pauze van het debat al in gesprek met een aantal ouders. Daaruit blijkt dat “voor u het belangrijkste is dat er erkenning komt”.

De bewindsman geeft aan dat er terecht een aantal zeer kritische vragen zijn gesteld door de Kamer. Het is nooit zijn bedoeling geweest de Kamer van het kastje naar de muur te sturen of verkeerd te informeren. Dat het soms lang duurde, lag vooral aan het feit dat Snel alles zorgvuldig wilde checken. “Ik heb daar uw geduld op de proef gesteld, dat spijt mij.”

Het Nederlandse toeslagensysteem kan sneller op de schop, zegt Snel. Hij gaf al eerder opdracht om het stelsel te laten onderzoeken, maar wil daar meer vaart achter zetten. “Het systeem moet worden aangepast, en we hoeven daarvoor niet te wachten totdat we daar alles over weten.”

D66 en GroenLinks menen dat de politiek lessen moet trekken uit wat er is gebeurd. De wanhoop van gedupeerde ouders is verschrikkelijk, constateren zij. De bestrijding van fraude had voorrang boven een eerlijke behandeling van burgers.

Zij vinden dat de fout niet alleen bij de Belastingdienst ligt en zien een politieke context waarin een klimaat ontstond waarbij de bestrijding van fraude prioriteit had. “Er is te laks opgetreden toen bleek dat dit onschuldige mensen in de problemen bracht”, zei GroenLinks Kamerlid Bart Snels.

Lees ook: 

Ouders bij debat toeslagenaffaire: ‘Mijn leven is naar de klote’

Het debat over de affaire rond de kinderopvangtoeslag heeft de gedupeerde ouders niet de gehoopte duidelijkheid opgeleverd. 

Reconstructie: Menno Snel liep constant achter de feiten aan

Staatssecretaris Snel van financiën zat lange tijd in een ‘tunnelvisie’ bij de affaire rond de kinderopvangtoeslag. De Tweede Kamer wil tijdens het debat van hem weten: waarom trad hij niet eerder op?

Kamer onderzoekt strafvervolging Menno Snel en ambtenaren

De Tweede Kamer onderzoekt of staatssecretaris Snel of zijn ambtenaren strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor hun handelen in de affaire rond kinderopvangtoeslag. De top van de Belastingdienst drukte onrechtmatig stopzetten van kinderopvangtoeslag erdoor

De top van de Belastingdienst drukte onrechtmatig stopzetten van kinderopvangtoeslag erdoor

De hoogste ambtenaren van de Belastingdienst gaven opdracht tot onrechtmatig handelen. Informatie hierover werd in de doofpot gestopt.

Kinderopvangtoeslag

Meer over; Belastingdienst politiek Menno Snel misdaad, recht en justitie Kamer misdaad Kinderopvangtoeslag Redactie

Staatssecretaris Snel overleeft motie wantrouwen om toeslagenaffaire

MSN 04.12.2019 Staatssecretaris Menno Snel (Financiën, D66) heeft woensdagavond na een lang debat over de kinderopvangtoeslagaffaire een motie van wantrouwen overleefd.

De motie, een initiatief van SP-Kamerlid Renske Leijten, werd gesteund door SP, PVV, Denk, PvdA en de Partij voor de Dieren. Ook de eenmansfractie Van Kooten-Arissen steunde de motie, meldt persbureau ANP. GroenLinks en SGP waren tegen.

De Kamer debatteerde met Snel over een langslepende affaire over onterecht ingetrokken toeslag voor kinderopvang. Honderden ouders werden door de Belastingdienst onterecht beschuldigd van fraude met deze toeslag. Zij werden gesommeerd het uitgekeerde bedrag terug te betalen, waardoor sommigen in ernstige financiële problemen kwamen.

Een commissie onder leiding van voormalig minister Piet Hein Donner concludeerde eerder al dat de ouders wel degelijk recht hadden op het geld. Snel was nog geen staatssecretaris toen de fouten werden gemaakt. Woensdag zei hij tegenover de Tweede Kamer: „De overheid heeft hier een grens opgezocht en is daaroverheen gegaan”.

Motie van wantrouwen tegen Snel in toeslagdebat

Telegraaf 04.12.2019 Bij het debat over de onterecht stopgezette kinderopvangtoeslag heeft een groot deel van de oppositie het vertrouwen opgezegd in staatssecretaris Snel (Financiën).

De bewindsman van D66, die wel door kan, wordt verantwoordelijk gehouden voor de financiële ellende waarin de honderden ouders zijn gestort nadat de Belastingdienst onterecht hun kinderopvang had stopgezet. Toen ze daartegen bezwaar maakten, liepen ze tegen een bureaucratische muur op die nog altijd overeind staat.

De motie van wantrouwen van de SP krijgt steun van PVV, PvdA, 50Plus, Denk, de Dierenpartij en Van Kooten. De SGP twijfelt openlijk, hetgeen veelzeggend is voor de partij die altijd zeer spaarzaam is met grof geschut.

GroenLinks wil de staatssecretaris niet naar huis sturen. „Dit is niet het moment”, zegt Kamerlid Snels. Hij wil wachten tot de lopende onderzoeken naar de affaire afgerond zijn. „Dit debat is nog niet afgelopen.”

Het debat verloopt emotioneel. Als Leijten staatssecretaris Snel (Financiën) de vraag stelt of hij zich voor alle ellende die ouders is aangedaan politiek verantwoordelijk voelt, gebeurt er iets. Vanaf de publieke tribune zwelt applaus aan. Kamervoorzitter Khadija Arib grijpt in, zegt de emoties te begrijpen, maar roept de toeschouwers tot de orde: het uiten van afkeuring of instemming is immers verboden.

„Maar het gaat wel om ons”, buldert een man vanaf de tribune. „Mijn leven is naar de klote. Als ik niks mag zeggen, waarom ben ik hier dan?” De man krijgt het te kwaad, wrijft in z’n ogen en wordt de zaal uit geleid, schreeuwend: „Ik word gewoon afgevoerd hier!”

Alles komt weer boven, legt hij later uit als Kamerleden Michiel van Nispen (SP) en Pieter Omtzigt hem proberen te kalmeren. Het begon bij hem al in 2005, toen de Belastingdienst vroeg om een jaaropgaaf van het aantal uren opvang dat ze afnamen. Hoewel ze die keurig instuurden, kwam het een jaar later het bericht dat ze de verlangde gegevens niet hadden ingestuurd.

Er ontstond een jarenlang welles-nietes tegen een bijna onzichtbare bureaucratische vijand. „Was ik op weg naar mijn werk, werd ik van de weg gehaald en mijn auto in beslag genomen”, vertelt de man, die Roger Derikx blijkt te heten. Behalve kinderopvangtoeslag werd ook de huurtoeslag en het kindgebonden budget stopgezet en moesten ze het zogenaamd te veel ontvangen geld terugbetalen.

’Wat deden we verkeerd?’

„Steeds moest ik aantonen dat het niet aan ons lag. Steeds raakten zij brieven kwijt.” Roger moest zijn baan opzeggen om voor zijn zoons te kunnen zorgen – de kinderopvang konden ze immers niet meer betalen. Hij en zijn ex-vrouw hebben inmiddels al 75.000 euro terugbetaald en zijn bijna uit de schuldsanering.

Ze zijn inmiddels gescheiden. „Want al die toestanden maakten ons argwanend naar elkaar”, zegt Rogers ex Saskia. „We gingen elkaar de schuld geven. Steeds vroegen we ons af: wat doen we verkeerd?” Na al die jaren weten ze dat nog steeds niet.

Onterechte fraudeurs

Hun zaak is exemplarisch voor de onnodig harde aanpak van de Belastingdienst, die honderden ouders onterecht als fraudeurs bestempelde. Wie kleine foutjes maakte, werd meteen veroordeeld tot het terugbetalen van de toeslag voor een heel jaar. Onregelmatigheden werden meteen tot fraude bestempeld.

Voor sommige gedupeerden liep de schade tot in de tienduizenden euro’s. Op loon werd beslag gelegd, auto’s werden ingevorderd en gezinnen werden uit hun huis gezet. Stukken werden achtergehouden bij rechtszaken, en hoewel bij de fiscus duidelijk was dat ze fraude niet kon bewijzen, werd de invordering van schulden alsnog doorgezet.

De afgelopen anderhalf jaar kwam de omvang van dit dossier geleidelijk naar buiten, maar pas na veelvuldige Kamervragen en herhaalde publicaties van RTL en Trouw. Mogelijk duizenden ouders zijn getroffen. De fouten bij de dienst werden vooral gemaakt onder Snels voorgangers, maar de staatssecretaris is er politiek wel verantwoordelijk voor.

Bovendien zijn er vraagtekens bij de aanpak van Snel zelf: heeft hij de Kamer wel alle informatie gegeven die hij kon geven? Heeft hij wel meteen ingegrepen toen hij zag hoe groot de omvang van het dossier werd?

Schoon schip gemaakt

SP-Kamerlid Leijten eist dat de bewindsman toezegt dat alle ouders die onterecht als fraudeurs zijn weggezet hun geld terugkrijgen. „De staatssecretaris kan het niet goedmaken, maar hij kan wel schoon schip maken.” Doet hij dat niet, dan ‘hebben we een groot probleem’, zo waarschuwde zij.

Voor CDA-Kamerlid Omtzigt, met Leijten een van de aanjagers van de ophef over de toeslagaffaire, gaat het niet om de positie van Snel, maar om compensatie voor de ouders. Hij reageert geïrriteerd op vragen van de PVV waarom hij de staatssecretaris niet naar huis stuurt.

Honderden Kamervragen heeft hij gesteld, nachten doorgewerkt, terwijl de PVV het liet afweten. „Collega’s die nul vragen hebben gesteld in dit dossier, willen nu snel een motie van wantrouwen indienen. Het gaat eerst om compensatie voor ouders, niet om de vraag ‘wie wist wat wanneer.”

Mishandeling

Ook de rest van de coalitie lijkt niet van zins de staatssecretaris te offeren, al is VVD-Kamerlid Lodders wel hard in haar oordeel. Ze vindt ’mishandeling’ een terechte beschrijving voor wat ouders is aangedaan.

Even later treft ’toeslagvader’ Roger buiten de zaal de staatssecretaris. Die ’gaat z’n best doen’ om te zorgen voor een ruime compensatie. In de Kamer herhaalt Snel wat hij eerder zei: „De mensen hadden geen schijn van kans toen zij als fraudeur werden bestempeld.

De menselijke maat ontbrak. Er was geen VAR.” Snel zegt te snappen dat excuses en erkenning niet genoeg is, en dat er behalve compensatie ook iets aan de uitvoering van de toeslagen moet gebeuren.

Expliciete excuses aan de getroffen ouders blijven uit. Wel gaat hij kijken welke ouders nog meer getroffen zijn. Ook belooft de bewindsman werk te maken van een ’cultuurverandering’ bij de Belastingdienst en te kijken hoe het toeslagensysteem op de schop kan.

„Het systeem moet worden aangepast, en we hoeven daarvoor niet te wachten totdat we daar alles over weten.” Er komt een apart telefoonnummer bij de Belastingdienst waar gedupeerde ouders mee kunnen bellen.

Bekijk ook: 

Kamer: toeslagenstelsel moet op de schop 

Tweets by ‎@Nielsrigter

Zal de toekomst van staatssecretaris Menno Snel van Financiën van het debat van vandaag afhangen? Ⓒ ANP

Kamer: toeslagenstelsel moet op de schop

Telegraaf 04.12.2019 Het toeslagenstelsel moet op de schop. Zowel coalitie als oppositie in de Tweede Kamer is het erover eens dat grote veranderingen nodig zijn.

„We moeten fundamenteel nadenken over wat we met de toeslagen willen doen”, zegt D66-Kamerlid Van Weyenberg. „Er lopen nu heel grote bedragen via de portemonnee van mensen.”

Bij de toeslagen is het al meer dan tien jaar chaos, waarbij het ene na het andere probleem op elkaar gestapeld wordt. Momenteel ligt de fiscus onder vuur vanwege de kinderopvangtoeslagaffaire. Ouders werden daar jarenlang onterecht als oplichters bestempeld en moesten tienduizenden euro’s terugbetalen.

Staatssecretaris Snel moet zich vandaag in de Kamer verantwoorden voor het leed dat deze mensen is aangedaan. De Kamer wil ook van de D66-bewindsman weten hoe lang hij al van de hele problematiek weet en in hoeverre hij de Kamer daarover heeft geïnformeerd.

Zowel coalitie- als oppositiepartijen laten nog weinig los over de vraag of zij vinden dat Snel zelf zijn conclusies moet trekken of dat ze een eventuele motie van wantrouwen zullen steunen.

Failliet

Bruins (ChristenUnie) gaat vandaag het toeslagenstelsel ’failliet verklaren’. „Het werkt al niet sinds het werd ingevoerd in 2005. En alle signalen daarover zijn genegeerd.” Ook VVD’er Lodders vraagt om een ’grondige herziening’ van de toeslagen. „De zaak met de kinderopvangtoeslag bewijst dat het stelsel op zijn laatste benen loopt”, zegt de liberaal.

De problemen zitten in de onvoorspelbaarheid, zegt PvdA’er Nijboer. „Er worden grote bedragen uitgekeerd die mensen vervolgens ook weer vaak terug moeten betalen.” Aan dat rondpompen van geld moet volgens PVV’er Mulder ook een einde komen.

Ingreep

De Kamer is het er wel over eens, dat er ingegrepen moet worden bij toeslagen. Maar een panklare oplossing is er niet. In het vorige kabinet probeerde Snels voorganger Wiebes nog een hervorming door te voeren in toeslagen en belastingen.

Om te voorkomen dat mensen er daardoor op achteruit zouden gaan, werd er een bedrag van 3 tot 5 miljard euro gereserveerd als ’smeerolie’ voor een overgang. Maar tot een echte herziening kwam het niet, ook omdat partijen vonden dat die miljarden beter voor andere doelen besteed konden worden.

“Het stelsel werkt al niet sinds de invoering in 2005”

Meerdere Kamerleden denken erover de hoogte van de toeslagen te laten afhangen van iemands inkomen twee jaar daarvoor. Dat moet de onzekerheid met bijstellingen en nabetalingen achteraf wegnemen.

Dat is ook voor CDA’er Omtzigt ’prima bespreekbaar’. „Dat betekent wel dat er een vangnet moet komen voor mensen die er in inkomen erg op achteruit zijn gegaan.” SP’er Leijten zou graag zien dat er geld wordt ingezet om kinderopvang gratis te maken, zodat daar geen toeslag meer voor uitgekeerd hoeft te worden.

V.l.n.r. Renske Leijten (SP), Helma Lodders (VVD) en Steven van Weyenberg (D66) tijdens een vergadering van de commissie Financiën in de Tweede Kamer.

V.l.n.r. Renske Leijten (SP), Helma Lodders (VVD) en Steven van Weyenberg (D66) tijdens een vergadering van de commissie Financiën in de Tweede Kamer. Ⓒ ANP

De toeslagen werden bijna vijftien jaar geleden ondergebracht bij de Belastingdienst, maar sindsdien zijn talloze problemen aan het licht gekomen. Snel wil daarom laten onderzoeken of Toeslagen weer op zichzelf kan staan. Ook de Douane en de FIOD zouden dan bij de fiscus weggehaald worden.

Maar dat zal alle problemen niet op gaan lossen, denken de Kamerleden. „Het was gek om van een inningsorganisatie die de Belastingdienst was, ook een uitkeringsorganisatie te maken”, vindt Leijten. „Maar het helpt niet om een bureaucratisch monster over te hevelen.”

Rondpompen

„Ik denk niet dat het de oplossing is”, zegt ook Nijboer. „Het helpt niet als je alleen maar de toeslagen ergens anders onderbrengt.” Een soortgelijk geluid klinkt bij D66. „We hebben niet de luxe om opties uit te sluiten”, stelt Van Weyenberg. „Het innen en uitkeren van geld zijn compleet verschillende dingen. En het zou kunnen helpen om kleinere organisaties te hebben. Maar je bent er echt niet als je de dienst in tweeën opknipt. We moeten de mate waarin we geld rondpompen terugdringen.”

Bekijk meer van; overheid belastingen Snel Eppo Bruins Helma Lodders Henk Nijboer Edgar Mulder Eric Wiebes Belastingdienst

Getroffen ouders op de publieke tribune tijdens het debat met Staatssecretaris Snel in de Tweede Kamer over het optreden van de Belastingdienst in de affaire rond kinderopvangtoeslagen.

De trieste affaire van de kinderopvangtoeslag

VK 03.12.2019 Staatssecretaris Snel (Financiën) moet zich woensdag verantwoorden voor de kinderopvangtoeslagaffaire. Een hoofdpijndossier in drie bedrijven.

Waar draait deze kinderopvangtoeslagaffaire om?

De Afdeling Toeslagen van de Belastingdienst heeft tussen 2014 en medio 2016 minimaal honderden, en mogelijk duizenden, ouders gedupeerd door hun kinderopvangtoeslag stop te zetten en al uitbetaalde toeslagen (deels) terug te vorderen. Deze ouders moesten duizenden tot tienduizenden euro’s terugbetalen aan de Belastingdienst, terwijl zij wel degelijk recht hadden op dat geld.

De toeslagen werden beëindigd op last van een fraudebestrijdingsteam dat in 2013 was opgericht om toeslagenfraude aan te pakken. Na enkele geruchtmakende toeslagenfraudes droeg de Tweede Kamer de Belastingdienst op de jacht op fraudeurs te intensiveren.

Zo geschiedde. Het zogeheten CAF-fraudeteam concentreerde zich op het opsporen van frauderende gastouderbureaus en kinderopvangverblijven.

De aanpak was gedeeltelijk succesvol: een aantal ondernemers is door het CAF op fraude betrapt en daarvoor ook strafrechtelijk veroordeeld. Het CAF sloeg de plank echter mis bij de behandeling van de klanten van deze van fraude verdachte kinderopvangbedrijven. Het fiscale fraudeteam ging er eigenlijk voetstoots van uit dat al deze ouders ook fraudeerden.

Hun toeslagen werden daarom stante pede, zonder enig nader onderzoek, beëindigd. De ouders moesten vervolgens zelf maar bewijzen dat die ‘straf’ onterecht was. Dat werd hun in de praktijk heel moeilijk gemaakt, want de dienst Toeslagen legde bij het bekijken van de ingeleverde bewijsstukken op elk slakje een berg zout: ingediende bezwaren werden om het minste of geringste ongegrond verklaard.

Een kafkaësk voorbeeld is de regel dat het recht op kinderopvangtoeslag volledig vervalt als de ouder de rekeningen voor de kinderopvang niet tot op de laatste cent heeft voldaan. Maar veel ouders konden die rekeningen niet meer betalen nadat de Belastingdienst hun kinderopvangtoeslag had beëindigd. Dus het stopzetten van de toeslag leidde soms tot betalingsachterstanden die vervolgens de rechtvaardiging vormden voor het stopzetten van de toeslag.

De Raad van State oordeelde in 2017 dat de handelwijze van de Belastingdienst onrechtmatig was. Het stopzetten van toeslagen zonder bewijs van fraude is in strijd met de wet; de dienst had de toeslagen hoogstens mogen opschorten. En dat alleen als de betreffende ouder aantoonbaar in gebreke was gebleven, bijvoorbeeld door niet te reageren op verzoeken om betalingsbewijzen te overleggen.

Kort na deze uitspraak van de bestuursrechter kwam de Nationale Ombudsman met een kritisch rapport over één van de 170 CAF-zaken, waarbij circa 300 ouders betrokken waren. Zij waren allen klant van gastouderbureau Dadim in Eindhoven, of van een daaraan gelieerd kinderopvangbedrijf.

Beeld Freek van den Bergh / De Volkskrant

Hoe heeft de politiek gereageerd?

Dankzij het rapport van de Nationale ombudsman kreeg de CAF-zaak rond het Eindhovense gastouderbureau veel publiciteit. De ombudsman boog zich over deze zaak naar aanleiding van een klacht van de advocaat van drie Dadim-klanten.

De Belastingdienst zette de toeslagen van alle Dadim-ouders in september 2014 generiek stop, omdat controleurs onregelmatigheden hadden geconstateerd bij een aantal gastouders, plus discrepanties tussen de geregistreerde opvanguren en de facturen van het gastouderbureau.

De Belastingdienst kon niet bewijzen dat er fraude in het spel was en besloot in 2015 af te zien van een strafzaak tegen Dadim. Voor de betrokken ouders maakte dat weinig uit: hun toeslagen waren op dat moment al stopgezet. Het kritische rapport van de ombudsman, plus daaropvolgende onthullingen door RTL Nieuws en Trouw, vestigden de aandacht van de Tweede Kamer op het kwestieuze optreden van de dienst Toeslagen.

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën moest de afgelopen twee jaar talloze keren spitsroeden lopen in de Tweede Kamer, omdat er steeds nieuwe belastende informatie opdook. Zo bleek op gegeven moment dat de Belastingdienst ontlastende bewijsstukken heeft achtergehouden in rechtszaken tegen ouders die bezwaar maakten tegen het beëindigen van hun kinderopvangtoeslag.

Ook zou de Belastingdienst zich bezondigen aan ‘etnisch profileren’ door zich in fraudeonderzoeken expliciet te richten op Nederlanders met een tweede nationaliteit. Die laatste aantijging is overigens (nog) niet bewezen; de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) doet daar momenteel onderzoek naar. Het AP-rapport wordt later deze maand verwacht.

Pijnlijk voor de staatssecretaris is ook het feit dat de Belastingdienst in de bezwaarprocedures van de ouders op grote schaal de wettelijke beslistermijnen heeft overschreden. In één geval duurde het meer dan drie jaar voordat de fiscus een definitief besluit nam op een bezwaarschrift. Gaandeweg werd duidelijk dat de Belastingdienst niet alleen geblunderd heeft in de CAF-zaak rond Dadim, maar zeer waarschijnlijk ook in andere CAF-zaken.

Snel (D66) beloofde de Tweede Kamer kort voor de zomer dat alle gedupeerden schadevergoeding krijgen. Hij vroeg oud-minister Piet Hein Donner uit te zoeken hoe hoog de compensatie voor de Dadim-ouders moet zijn en hoeveel ouders in andere CAF-zaken recht hebben op een vergelijkbare vergoeding.

In het twee weken geleden gepubliceerde eerste rapport schrijft de commissie-Donner dat ‘een beperkt aantal’ Dadim-ouders inderdaad gefraudeerd heeft. Maar de overgrote meerderheid is onschuldig en geslacht­offerd door de ‘institutionele vooringenomenheid’ van de fiscale fraudebestrijders. De tunnelvisie van het CAF-team liet te weinig ruimte voor twijfel en bewijzen van onschuld. Daardoor ontaardde de fraudejacht in een heksenjacht.

Beeld Freek van den Bergh / De Volkskrant

Hoe nu verder?

Staatssecretaris Menno Snel van Belastingzaken moet vandaag nogmaals verantwoording afleggen over zijn aanpak van de kinderopvangtoeslagenaffaire. Twee weken geleden leek de D66-bewindsman dit hoofdpijndossier nog met goed gevolg af te kunnen sluiten. De kou was een beetje uit de lucht na Snels toezegging aan de Kamer dat alle gedupeerden een ruimhartige compensatie krijgen.

Wat in het voordeel van de zittende staatssecretaris werkt, is dat alle Kamerleden beseffen dat het wegsturen van nóg een staatssecretaris geen oplossing biedt. Begin 2014 moest VVD’er Frans Weekers namelijk al aftreden, omdat er van alles misging bij het uitbetalen van kinderopvangtoeslagen.

Wat Snel – net als zijn voorganger – parten speelt, is de doofpotcultuur bij de Belastingdienst. De bewindsman krijgt cruciale informatie maar stukje bij beetje boven tafel. Daardoor moet hij in de Tweede Kamer steeds terugkomen op eerder gedane uitspraken. Zo heeft hij lang volgehouden dat het stopzetten van de toeslagen in de Dadim-zaak gerechtvaardigd was en ontkende hij in eerste instantie dat de Belastingdienst vooringenomen handelde.

Vorige week kwam Snel opnieuw in de problemen. Hij zou al maanden hebben geweten dat de Belastingdienst niet alleen in de Dadim-zaak ouders heeft benadeeld, maar dat dit in veel meer CAF-zaken is gebeurd. Snel ontkent dat hij daarvan op de hoogte was. Hij verwijst naar het tweede adviesrapport van de Donner-commissie, dat hierover voor het einde van het jaar klaarheid moet brengen. Ook de Auditdienst Rijk onderzoekt de CAF-zaken.

Snel krijgt vandaag tijdens het Kamerdebat vrijwel zeker een motie van wantrouwen aan zijn broek, maar die krijgt waarschijnlijk geen meerderheid. De felste criticasters van Snel, de Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA), Renske Leijten (SP) en Farid Azarkan (Denk) laten onderzoeken of Snel en de verantwoordelijke belastingambtenaren strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.

Dat initiatief is slecht gevallen bij de andere fracties, inclusief oppositiepartijen GroenLinks en PvdA. GroenLinks-Kamerlid Bart Snels wijst erop dat de Tweede Kamer in 2013 zelf aandrong op een harde aanpak van toeslagenfraude, zoals ook de commissie-Donner memoreert in haar rapport.

De Tweede Kamer heeft ook zelf besloten het toeslagenstelsel zo in te richten, dat gezinnen met een laag inkomen tienduizenden euro’s per jaar aan voorschotten kunnen ontvangen die ze dan – als de Belastingdienst achteraf concludeert dat ze toch geen recht hebben op zoveel kinderopvangtoeslag – een jaar later weer moeten terugbetalen. Dat is vragen om problemen, concludeerde onlangs ook al een ambtenarenwerkgroep. Het oordeel van die werkgroep: eigenlijk moet het hele toeslagensysteem op de schop.

Interview Menno Snel: ‘We geven makkelijk geld en pakken het makkelijk af’
De signalen dat het misging bij het toezicht op de kinderopvangtoeslag waren er al eerder. Ze werden genegeerd. ‘Het had ons veel ellende kunnen schelen’, zo luidt nu de wijsheid achteraf van staatssecretaris Menno Snel van Financiën.

Wat ging er mis?
De Belastingdienst heeft bij circa 130 gezinnen abuis geoordeeld dat zij geen recht hadden op kinderopvangtoeslag. Deze ouders moesten achteraf duizenden tot tienduizenden euro’s toeslagen terugbetalen aan de Belastingdienst. Lees hier de reconstructie.

Wat zijn de gevolgen voor gedupeerden?
Steve Kuipers was een van de ouders die ten onrechte van fraude werd beschuldigd en moest ruim 50 duizend euro aan de Belastingdienst terugbetalen. ‘Dan besef je pas echt wat stress is.’

Kritiek op het huidige toeslagensysteem
De problemen bij het uitkeren van zorg-, huur- en kinderopvangtoeslagen zijn met het huidige toeslagensysteem niet op te lossen. Volgens een beleidsonderzoek steekt het stelsel psychologisch verkeerd in elkaar.

Meer over; Belastingdienst politiek misdaad, recht en justitie economie, business en financiën misdaad Tweede Kamer Yvonne Hofs

Staatssecretaris: overheid ging grens over

MSN 04.12.2019 “De overheid heeft hier een grens opgezocht en is daaroverheen gegaan.” Met die woorden ging staatssecretaris Menno Snel opnieuw door het stof vanwege het handelen van zijn Belastingdienst in de kinderopvangtoeslagaffaire.

Snel staat woensdag tegenover een felle en geëmotioneerde Tweede Kamer die helderheid wil over het handelen van de fiscus in fraudeonderzoeken, waardoor gedupeerden vaak in ernstige financiële problemen kwamen.

“U is iets aangedaan”, zegt Snel tegen de gedupeerde ouders die het debat op de publieke tribune volgen. Hij ging in de pauze van het debat al in gesprek met een aantal ouders. Daaruit blijkt dat “voor u het belangrijkste is dat er erkenning komt”.

De bewindsman geeft aan dat er “terecht een aantal zeer kritieke vragen zijn gesteld” door de Kamer. Het is nooit zijn bedoeling geweest de Kamer “van het kastje naar de muur te sturen of verkeerd te informeren”.

Menno Snel wacht lastig debat kinderopvang

NOS 04.12.2019 Staatssecretaris Snel moet zich vandaag opnieuw verantwoorden in de Tweede Kamer voor het onterecht stopzetten van toeslagen voor de kinderopvang. Honderden ouders werden ten onrechte als fraudeur gezien en moesten de fiscus duizenden, en soms zelfs tienduizenden, euro’s terugbetalen. Veel gezinnen kregen met schulden te maken.

Een commissie onder leiding van oud-minister Donner concludeerde na onderzoek dat de fraude-aanpak was doorgeslagen en dat daarmee veel leed is aangericht. Ook zei Donner dat het aantal getroffenen waarschijnlijk veel hoger ligt, mogelijk gaat het om duizenden ouders. Die moeten allemaal schadevergoeding krijgen, aldus de commissie.

Trouw en RTL-nieuws, die de affaire ontdekten, schreven vorige week over evaluatiestukken uit 2015 waaruit zou blijken dat de fraudebestrijding was ontspoord. Ook zou erin staan dat het aantal ouders dat bezwaar maakte tegen beslissingen van de Belastingdienst opvallend hoog was; een signaal dat er mogelijk iets niet klopte.

Snel spreekt tegen dat hij al langer wist dat het aantal gedupeerden groter is dan hij had toegegeven.

Excuses

Kamerleden willen van staatssecretaris Snel weten hoe groot het probleem nu is en hoe alle getroffen ouders gecompenseerd gaan worden. Ook hebben ze vragen over de informatievoorziening aan de Kamer. Maar de Kamer lijkt niet aan te sturen op het aftreden van de staatssecretaris; de kwestie speelde al lang voor zijn aantreden.

Snel heeft al twee keer excuses aangeboden voor de affaire rond de kinderopvangtoeslag en sprak over een ‘tunnelvisie’ bij de Belastingdienst.

De commissie-Donner wees op het politieke klimaat onder de vorige twee kabinetten, waarbij de nadruk steeds meer op fraudebestrijding kwam te liggen.

Het Kamerdebat met staatssecretaris Snel is vanaf 10.00 uur rechtstreeks te volgen op NPO Politiek en in ons liveblog.

Bekijk ook;

Affaire kinderopvangtoeslag bereikt hoogtepunt: zes vragen over wat er aan de hand is

AD 04.12.2019 En wéér zit een politieke baas van de Belastingdienst in zwaar weer. Dwingt de toeslagenaffaire staatssecretaris Menno Snel tot opstappen of komt hij met de schrik vrij? Vandaag wacht hem het zwaarste debat uit zijn nog prille politieke carrière. Een voorbeschouwing.

Waarom zit Menno Snel in de problemen?
Snel is als staatssecretaris verantwoordelijk voor de Belastingdienst. Die besloot in 2014 voor circa 300 ouders – de tellingen lopen uiteen – de kinderopvangtoeslag volledig stop te zetten en terug te vorderen.

Aanleiding daarvoor was een onderzoek door een antifraudeteam, dat de naam CAF 11 kreeg. Bij controle van het Eindhovense gastouderbureau Dadim was het team op ‘onregelmatigheden’ gestuit. Zo bleek dat ouders onvolledige of onjuiste informatie hadden aangeleverd toen zij de toeslag aanvroegen. Soms ging het om een verkeerd ingevuld getal of een ontbrekend bonnetje. Toch greep de Belastingdienst keihard in.

Lees ook;

Staatssecretaris Menno Snel (Financiën) in gesprek met een van de getroffen ouders in de pauze van het debat in de Tweede Kamer over het optreden van de Belastingdienst

Roger schreeuwde door debat toeslagenaffaire: Mijn hele leven is naar de klote

Lees meer

Lees meer

Doordat gezinnen opeens honderden euro’s per maand misliepen en daarnaast ook bedragen uit jaren ervoor moesten terugbetalen, kwamen zij in grote financiële problemen terecht. Zij moesten bijvoorbeeld gedwongen hun auto verkopen of hun woning uit.

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën ontving eerder dit jaar uit handen van SP-Kamerlid Renske Leijten een zwartboek. Het meldpunt verzamelde klachten van ouders wiens toeslag onterecht is stopgezet door de Belastingdienst. © ANP

En dat was niet terecht?
De Belastingdienst had de kinderopvangtoeslag niet zomaar in één klap volledig mogen stopzetten, zo oordeelde de Raad van State in 2017. Inmiddels is duidelijk dat ouders amper de kans kregen om fouten te herstellen, hoe klein die dikwijls ook waren. Daarnaast werden bezwaren van gedupeerde ouders veel te laat behandeld: de langstlopende procedure telde maar liefst 1105 dagen. Al die tijd moesten ouders het zonder toeslag stellen en gingen de invorderingen door.

Pas nadat de Nationale Ombudsman de zaak twee jaar geleden oppakte, en de Tweede Kamer vragen begon te stellen, werd de zaak een politieke kwestie. Vooral de Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA) en Renske Leijten (SP) beten zich vast in het dossier en slaagden erin informatie beetje bij beetje en na herhaaldelijk doorvragen naar boven te krijgen.

Toch duurde het nog tot dit jaar voordat Snel de lopende invorderingen stopzette en een commissie onder leiding van oud-minister Piet Hein Donner liet onderzoeken of en hoe de gedupeerde ouders gecompenseerd konden worden. Die kwam vorige maand tot de conclusie dat zij schadevergoeding moeten krijgen. Snel neemt dat advies over.

Waarom greep Snel niet eerder in?
Dat is de vraag die veel Kamerleden ook hebben. Na het vernietigende rapport van de Nationale Ombudsman maakte Snel weliswaar tot twee maal toe excuses, maar pas in de loop van dit jaar ging hij zich naar eigen zeggen verder verdiepen in de zaak en sprak hij ook zelf met gedupeerde ouders. Snel kwam toen tot de conclusie dat er bij de Belastingdienst sprake is geweest van ‘tunnelvisie’ en daardoor ‘de menselijke maat’ uit de oog is verloren.

De commissie-Donner gaat een stap verder en concludeert dat de ouders door een ‘vooringenomen’ aanpak door de Belastingdienst eigenlijk geen schijn van kans hadden om kleine foutjes recht te zetten en domweg als fraudeurs werden behandeld.

De rechtsbescherming schoot tekort, aldus Donner. Daarnaast waarschuwt hij dat het aantal gedupeerden ouders uiteindelijk waarschijnlijk in de duizenden loopt, doordat er in totaal circa 170 soortgelijke CAF-zaken zijn geweest waarbij vermeende fraude met toeslagen in het spel was.

Toenmalig staatssecretaris Eric Wiebes (l) kwam door de uit de hand gelopen vrijwillige vertrekregeling bij de Belastingdienst in zwaar weer terecht. Hij volgde zijn partijgenoot Frans Weekers op, die na kritiek van de Kamer eerder was afgetreden. © anp

Hoe kon het handelen van de Belastingdienst zo ontsporen?
De commissie-Donner wijst met een beschuldigende vinger naar het politieke klimaat tijdens de vorige twee kabinetten, waarbij de nadruk meer en meer op fraudebestrijding kwam te liggen. De oprichting van het Combiteam Aanpak Facilitators, dat leidde tot het CAF 11-dossier, was hier een reactie op.

De zogeheten ‘Bulgarenfraude’ in 2013 bracht toenmalig staatssecretaris Frans Weekers in grote problemen. Hij wist een motie van wantrouwen, ingediend door de oppositie, ternauwernood te overleven. Vanaf dat moment werd iedere misslag, overtreding of onjuiste aangifte van een toeslag als fraude aangeduid, aldus Donner.

Rond de Belastingdienst is het sindsdien nooit meer rustig geweest. In 2014, toen bleek dat de problemen met Toeslagen voortwoekerden, besloot Weekers alsnog om zelf op te stappen. Hij werd opgevolgd door zijn partijgenoot Eric Wiebes, maar ook die wist de problemen bij de Belastingdienst niet op te lossen.

Een reorganisatie om de dienst toekomstbestendig te maken liep helemaal uit de hand waarna hij met de schrik vrij kwam door minister van Economische Zaken en Klimaat te worden. Zijn opvolger Snel heeft inmiddels het roer omgegooid en zet in op ‘beheerste vernieuwing’ van de Belastingdienst, waarbij even geen plaats is voor al te grote politieke ambities.

En Snel, moet hij vrezen voor zijn baan?
Vanaf een afstand bezien is het aanblijven van Menno Snel wellicht de meest sexy vraag. Maar – spoileralert – een meerderheid van de Kamer is er niet op uit om de D66’er naar huis te sturen.

Toch kan ook niet helemaal worden uitgesloten dat het debat zo beroerd voor hem verloopt dat Snel de eer aan zichzelf houdt, zoals Frans Weekers in 2014 besloot toen de voltallige oppositie het vertrouwen in hem dreigde op te zeggen vanwege de chaos bij de Belastingdienst.

Tegelijkertijd staat Snel erom bekend dat hij zijn dossiers altijd tiptop in orde heeft. Voor iemand die voor zijn aantreden nul politieke ervaring had – Snel moest inderhaast lid van D66 worden gemaakt – komt hij tijdens debatten doorgaans goed voor de dag.

Het is wel de eerste keer dat hij zo zwaar onder vuur ligt. De spanning zal ongetwijfeld groot zijn. Niet voor niets kreeg Snel in aanloop van het debat coaching van de interim-vicepremier van D66, Wouter Koolmees, die hem als zijn protegee beschouwt.

Wat wil de Kamer dan van Snel?
Hij komt er in ieder geval niet mee weg door de schuld voor het handelen van de Belastingdienst bij de politiek neer te leggen.

Kamerleden Omtzigt en Leijten benadrukken dat zij het kabinet nooit hebben gevraagd om bij de aanpak van fraude de wet te overtreden, zoals bij stopzetting van de kinderopvangtoeslag wel is gebeurd. Zij willen dat Snel ambtenaren bestraft of zelfs ontslaat die ervoor hebben gezorgd of toegestaan dat de Belastingdienst ‘onrechtmatig’ handelde. Snel heeft dat tot dusver geweigerd.

Een andere kwestie waar Snel zich voor zal moeten verantwoorden is misschien wel gevoeliger: de manier waarop hij het parlement heeft geïnformeerd. Kamerleden klagen dat zij gevraagde informatie keer op keer niet of pas later kregen en wijzen Snel daarbij op het Grondwettelijke recht op inlichtingen. Ook op dit punt heeft Snel steeds volgehouden dat hij zich aan de regels heeft gehouden.

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt stelt al sinds 2017 vragen over de toeslagenkwestie. © ANP

Zijn excuses en compensatie in opvangtoeslagaffaire voldoende voor Snel?

NU 03.12.2019 Excuses werden gemaakt, compensatie is beloofd, maar voor een deel van de Tweede Kamer is dat nog niet genoeg. Woensdag staat staatssecretaris Menno Snel (Belastingdienst) een loodzwaar debat over de kinderopvangtoeslagaffaire te wachten. Doordat de Belastingdienst ten onrechte de toeslag stopzette en terugvorderde, kwamen duizenden ouders in de financiële problemen. Hoe kwam het zover? Moeten ambtenaren verantwoording afleggen? En kan Snel wel aanblijven als hoofd van de fiscus?

Een “onevenredig harde aanpak” van de Belastingdienst heeft ervoor gezorgd dat duizenden ouders in de financiële problemen zijn gebracht en het vertrouwen in de fiscus zijn verloren. Dat concludeerde de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen al in 2017.

Pas na meerdere publicaties van dagblad Trouw en RTL Nieuws, en aanhoudende vragen van Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA) en Renske Leijten (SP) is het kabinet om: de Belastingdienst zat fout, staatssecretaris Snel heeft excuses aangeboden en neemt de aanbeveling van de adviescommissie-Donner over en compenseert de getroffen ouders.

Kamer onderzoekt strafvervolging ambtenaren en Snel

Voor een deel van de Tweede Kamer is dat echter niet voldoende. Afgelopen vrijdag lekte uit de commissie Financiën het bericht dat CDA, SP en DENK de vraag hebben uitgezet of en hoe staatssecretaris Snel en individuele belastingambtenaren strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.

Hoewel de Kamercommissie maandag benadrukte dat er “geen enkele intentie bestaat of bestond om ambtenaren of bewindslieden strafrechtelijk te vervolgen”, is duidelijk dat het dossier voor een deel van de Kamer nog lang niet gesloten is.

De Kamer wil exact weten wie wanneer welk besluit heeft genomen in de toeslagenaffaire.

Waar draait de affaire om?

De affaire rond de kinderopvangtoeslag draait om de harde aanpak van de afdeling van de Belastingdienst die verantwoordelijk is voor fraudebestrijding, het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF).

RTL Nieuws en Trouw brachten aan het licht dat er grove fouten zijn gemaakt bij de stopzetting en terugvordering van kinderopvangtoeslag bij driehonderd ouders die de kinderopvang regelden via gastouderbureau Dadim in Eindhoven, de zogenoemde CAF11-zaak.

In veruit de meeste gevallen had de fiscus geen bewijs van fraude. Toch moesten ouders zelf aantonen dat zij wel recht hadden op de toeslag. Maar door een onwelwillende houding van de Belastingdienst wisten de gedupeerden vaak niet wat zij fout deden en welke documenten moesten worden aangeleverd.

Door het onrechtmatig stopzetten en terugvorderen kwamen vervolgens honderden ouders in de financiële problemen. Er werd beslag gelegd op het loon, sommigen moesten tienduizenden euro’s terugbetalen, anderen moesten hun baan opzeggen omdat zij de opvang niet meer konden betalen.

Na aanhoudende publicaties van RTL Nieuws en Trouw en Kamervragen van Omtzigt en Leijten werd in de loop van vorig jaar de omvang van de problematiek steeds duidelijker. Staatssecretaris Snel moest in juli dit jaar toegeven dat het stopzetten van de toeslagen “onrechtmatig” was. De D66’er stak ook de hand in eigen boezem en gaf toe zelf te lang “tunnelvisie” gehad te hebben. Er volgden meerdere malen excuses naar de gedupeerde ouders.

Commissie-Donner: Compensatie voor ouders

Snel stelde eerder een adviescommissie, onder leiding van oud-vicevoorzitter van de Raad van State en oud-minister Piet Hein Donner, aan om de toeslagenaffaire te onderzoeken.

In een tussenrapport oordeelde de commissie dat bij de Belastingdienst sprake was van “institutionele vooringenomenheid”. Dit was het gevolg van de wens van de Tweede Kamer na de affaire rond de “Bulgarenfraude” in 2013.

Het zerotolerancebeleid was er volgens Donner het gevolg van dat de fiscus verschillende malen is verweten signalen van fraude niet te hebben aangepakt. De commissie stelt een compensatie en waarschuwt dat er mogelijk nog veel meer ouders gedupeerd zijn. Donner deed onderzoek naar de CAF11-zaak, er zijn er in totaal 170. Snel beloofde ‘ruimhartige’ compensatie en wil dat voor de jaarwisseling geregeld hebben.

‘Iedereen verantwoordelijk, niemand schuldig’

Is dat genoeg? RTL-onderzoeksjournalist Pieter Klein blijft kritisch. In de podcast Betrouwbare Bronnen noemt hij het onderzoek van Donner “een politiek rapportje” dat Snel de mogelijkheid biedt om de affaire met een compensatieregeling af te sluiten.

Volgens Klein ontwijkt de commissie de vraag wie er verantwoordelijk is. “Iedereen is verantwoordelijk, en niemand is schuldig”, aldus Klein in de podcast.

Ook een deel van de Kamer laat het er niet bij zitten. Partijen onderzoeken de mogelijkheid om ambtenaren individueel aan te pakken wegens machtsmisbruik.

Onlangs bleek dat de top van de Belastingdienst willens en wetens toeslagen had stopgezet, waarvan ze wisten dat de ouders daar wel recht op hadden. Ambtenaren spraken over “afpakjesdag” en hanteerden als stelregel: bij twijfel, afwijzen.

Vorige week werd duidelijk dat ook ambtenaren bij de Belastingdienst het beleid van hun leidinggevenden niet pikken. Zij willen dat de verantwoordelijken gestraft worden.

Ook na debat is dossier niet gesloten

De Kamercommissie deed maandag weliswaar een poging de suggestie weg te nemen dat de Kamer vervolging eist, maar de partijen zijn niet van plan de zaak te laten rusten. Waar de Kamer een half jaar geleden nog het volste vertrouwen had dat Snel de juiste man op de juiste plek was om de problematiek aan te pakken, zijn er twijfels over zijn aanpak. Zo is er onvrede over de trage en onvolledige informatievoorziening naar de Kamer.

Ook na het debat is het dossier niet gesloten. De Audit Dienst Rijk doet onderzoek naar de omvang en hoeveel meer ouders er in totaal gedupeerd zijn. Dit jaar volgt ook nog een eindrapport van de commissie-Donner waar onder meer onderzocht zal worden of er sprake is geweest van etnisch profileren door de Belastingdienst.

Uit eerdere berichtgeving van RTL Nieuws en Trouw bleek dat de fiscus aan gastouderbureaus vroeg om de tweede nationaliteit van de ouders en de toeslag van vooral ouders met een migratieachtergrond stopzette.

Wat zeker is, is dat staatssecretaris Snel een loodzwaar debat te wachten staat waarin hij de Kamer ervan moet overtuigen dat hij nog steeds de juiste persoon is om de toeslagenaffaire tot een goed eind te brengen, herhaling te voorkomen en gedupeerde ouders te ondersteunen.

Lees meer over: Politiek

Ebru (l.) en Ertekin Karasu zijn, net als vele andere ouders, jarenlang opgejaagd met de onterechte beschuldiging van fraude. Zij moesten tienduizenden euro’s aan kinderopvangtoeslag terugbetalen. Ⓒ Rene Bouwman

Belastingdienst al meer dan tien jaar een zootje

Telegraaf 02.12.2019 Het onderbrengen van toeslagen bij de fiscus had het kroonstuk moeten zijn voor de Belastingdienst, toen nog het paradepaardje van de overheid. Het resultaat bijna vijftien jaar later: één gesneuvelde staatssecretaris en een volgende die op het randje van de afgrond staat door de kinderopvangtoeslagaffaire. Al meer dan tien jaar rammelt het aan alle kanten bij de toeslagen.

„De Belastingdienst wordt de dienst van het inkomen”, zegt toenmalig staatssecretaris Wijn van Financiën begin 2006. Hij is ’ontzettend trots op de mensen van de Belastingdienst’, laat hij weten.

Het is hem namelijk gelukt om een jarenlang gekoesterde wens van zijn CDA erdoor te krijgen. De fiscus gaat niet langer alleen geld innen, maar ook toeslagen uitkeren. Er is ’dag en nacht gewerkt om deze operatie te laten slagen’, meldt Wijn opgetogen.

De toenmalige staatssecretaris Joop Wijn stond aan de wieg van de Belastingdienst als ’dienst van het inkomen’.

De toenmalige staatssecretaris Joop Wijn stond aan de wieg van de Belastingdienst als ’dienst van het inkomen’. Ⓒ Hollandse Hoogte

Fiscus: van paradepaardje tot zorgenkindje

De verantwoordelijkheid voor het uitkeren van toeslagen ligt tot dan bij de verschillende ministeries. De huurtoeslag bij Binnenlandse Zaken, de zorgtoeslag bij Volksgezondheid, de kinderopvangtoeslag bij Sociale Zaken. Het bundelen van al die uitkeringen moet de Belastingdienst, dan nog het paradepaardje van de overheid, nog meer aanzien geven. Maar het tegenovergestelde gebeurt.

Nu, bijna vijftien jaar later, is de fiscus het zorgenkindje van de overheid geworden. Er zijn veel oorzaken voor: hopeloos verouderde ict en een gebrek aan personeel door een veel te ruime vertrekregeling. Maar experts wijzen vaak naar het samenvoegen van belastingen en toeslagen als hét kantelpunt.

De fiscus moet ineens niet alleen meer innen, maar ook uitkeren. Die twee bloedgroepen, ’blauw’ en ’rood’ worden de Belastingdienst en Toeslagen binnen de fiscus genoemd, gaan helemaal niet goed samen.

Toeslagen enorm fraudegevoelig

De ellende begint al kort na de samensmelting met een rammelend ict-systeem voor toeslagen dat al snel vervangen moet worden. Het is volgens de Algemene Rekenkamer ’onvoldoende stabiel’ en kan daarom niet met veel wijzigingen omgaan.

De toeslagen blijken ook nog eens ontzettend fraudegevoelig te zijn. Zo zijn er grootouders die zich inschrijven bij een gastouderbureau, de toeslag opstrijken voor het oppassen op hun kleinkinderen en die vervolgens weer schenken aan de ouders.

Nog spraakmakender is de Bulgarenfraude, die in 2013 aan het licht komt. Bulgaren in Nederland blijken op grote schaal met nepcontracten huur- en zorgtoeslag aan te vragen. En door een gebrekkige controle vooraf krijgen ze die meteen uitbetaald.

Als er in reactie op dit schandaal strenger wordt gecontroleerd, gaat het weer fout. Honderdduizenden mensen krijgen ineens geen toeslagen meer, onterecht. Het kost toenmalig staatssecretaris Weekers uiteindelijk de kop.

Goeden mogen onder de kwaden lijden

Tegen de achtergrond van al deze fraudeaffaires wordt bij de Belastingdienst afgesproken om veel harder op te treden tegen misbruik van de toeslagen. Er komt een Combiteam Aanpak Facilitators (CAF). Dat krijgt de vrije hand om mogelijke fraudeurs op te jagen.

Dat gebeurt met de zogenoemde 80/20-aanpak: als het optreden bij 80 procent terecht is, mag de ’goede’ 20 procent daar best onder lijden. „Waarschijnlijk kun je bijna niets toekennen”, luidt de werkinstructie. Bij die aanpak worden vraagtekens gezet, tot aan de top van Financiën. Maar door de telkens terugkerende fraudeschandalen blijft keihard handhaven de norm.

Dat loopt helemaal uit de hand. Er ontstaat tunnelvisie binnen de fiscus, zegt oud-minister Donner, die de kinderopvangtoeslagaffaire onderzoekt. In plaats van met een open blik kijken of iemand daadwerkelijk iets verkeerd heeft gedaan, wordt elk klein foutje aangegrepen om burgers als fraudeurs neer te zetten.

Een ouder die voor één week zijn urenadministratie niet bij had gehouden of van één maand geen loonstrookje had aangeleverd, mocht meteen voor het hele jaar alle voorschotten terugbetalen, ontdekt Donner.

Ouders onterecht bestempeld als oplichters

De gevolgen zijn desastreus. Ouders moeten duizenden en soms zelfs tienduizenden euro’s aan voorschotten terugbetalen en worden onterecht bestempeld als oplichters. De Belastingdienst maakt zo fanatiek jacht op hen dat auto’s worden ingevorderd.

Gezinnen worden zelfs uit huis gezet, omdat ze de grote bedragen niet kunnen terugbetalen. Het bezwaar dat ze maken blijft maanden of zelfs jaren onbehandeld op de plank liggen, terwijl de invorderingen gewoon doorgaan.

Deze erfenis, samen met een heleboel andere problemen bij de fiscus, krijgt D66’er Snel op zijn bord. Hij wordt in 2017 als staatssecretaris van Financiën aangesteld vanwege zijn grote kennis van fiscale zaken: Snel werkte jarenlang in de top van Financiën.

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën begint optimistisch, maar is twee jaar na zijn benoeming nog altijd aan het puinruimen bij de Belastingdienst.

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën begint optimistisch, maar is twee jaar na zijn benoeming nog altijd aan het puinruimen bij de Belastingdienst. Ⓒ ANP

De staatssecretaris begint nog optimistisch: hij wil eerst een jaar, of misschien twee, uittrekken om puin te ruimen bij de fiscus. Daarna moet het vizier op een groter project gaan: de Belastingdienst en Toeslagen weer uit elkaar halen.

Want in plaats van de ’dienst van het inkomen’ wordt de fiscus nu gezien als een geld rondpompende machine. Meer dan 5 miljoen huishoudens krijgen jaarlijks bijna 13 miljard euro. Omdat die als voorschot worden uitgekeerd op basis van iemands geschatte jaarinkomen, leidt dat in bijna de helft van de gevallen weer tot terugvorderingen. Daardoor is de Belastingdienst uitgegroeid tot een van de grootste schuldeisers van dit land.

Inmiddels kraakt de overheid in eigen onderzoek ook het toeslagenstelsel af. Al die terugvorderingen kunnen juist „tot financiële problemen leiden of deze verergeren. Dat is buitengewoon pijnlijk voor een stelsel dat juist is bedoeld om huishoudens financieel te ondersteunen”, valt te lezen in het onderzoek.

Dat zet grote vraagtekens bij het toeslagenstelsel: „Het is de vraag of het bieden van inkomensondersteuning niet op een andere manier moet worden vormgegeven.”

Staatssecretaris nog volop bezig met puinruimen

In de kinderopvangtoeslagaffaire is het dusdanig uit de hand gelopen dat staatssecretaris Snel ruim twee jaar na zijn aanstelling nog altijd volop bezig is met puinruimen. Zijn eigen positie is daarmee inmiddels ook in het gedrang gekomen, zeker omdat Snel zich de verdenking op de hals heeft gehaald dat hij de Kamer niet volledig informeerde.

Een politieke doodzonde, die hij zelf overigens ontkent. Snel geeft zelf wel aan dat de administratie ’onvoldoende op orde’ is bij Toeslagen. Zijn woordvoerder omschrijft het zoeken naar documenten zelfs als ’bijna archeologisch werk’.

Komende woensdag moet Snel de confrontatie met de Kamer aan. Vanuit de coalitie is het vooral de vraag wat Omtzigt gaat doen. Want uitgerekend de man van het CDA dat zo graag belastingen en toeslagen wilde samenvoegen, is vanuit de coalitie het meest kritisch.

Maar zowel in de coalitie als in de oppositie wordt ingezien dat Snel ook goed werk levert en de Belastingdienst ook niet beter af is als er weer een staatssecretaris sneuvelt. Maar ook als de coalitie Snel blijft steunen, zou hij zelf zijn conclusies kunnen trekken en de politieke verantwoordelijkheid kunnen nemen voor al het leed dat de toeslagouders is aangedaan.

Bekijk meer van; belastingen overheid Snel Piet Hein Donner Belastingdienst

Kamer: ‘Geen intentie om bewindslieden te vervolgen in toeslagenaffaire’

NU 02.12.2019 De Tweede Kamer ontkent met klem dat zij aangifte wil doen tegen staatssecretaris Menno Snel (Financiën) en ambtenaren van de Belastingdienst vanwege hun rol in de toeslagenaffaire. Meerdere Kamerleden lieten weten “verrast” te zijn toen dit bericht afgelopen vrijdag via Trouw en RTL Nieuws naar buiten kwam.

“Ik wil met klem benadrukken dat er geen enkele intentie bestaat of bestond om ambtenaren of bewindslieden strafrechtelijk te vervolgen”, zei VVD’er Anne Mulder maandag tijdens een extra ingelaste procedurevergadering. Mulder sprak in de hoedanigheid als voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Financiën.

Zoals nu blijkt, hebben CDA, SP en DENK namens de commissie Financiën om informatie gevraagd naar wat de mogelijkheden van het parlement zijn omtrent het vervolgen van ambtenaren of bewindspersoon in voorbereiding op een rondetafelgesprek. Die informatie kwam met het stempel ‘geheime notitie’ in de media terecht.

De vraag om informatie betekent niet dat de Kamer ook tot vervolging wil overgaan, benadrukten Pieter Omtzigt (CDA), Renske Leijten (SP) en Farid Azarkan (DENK).

“Wij hebben te goeder trouw gehandeld”, zei Leijten. “We hebben om de interne notitie gevraagd om te vragen wat de opties zijn”, liet Omtzigt weten. De CDA’er wil een goede informatiepositie “in dit delicate dossier”.

D66 wil onderzoek naar gang van zaken

Met name Steven van Weyenberg (D66), partijgenoot van Snel, wil precies weten hoe deze informatie op straat is komen te liggen. De oproep tot vervolging zoals die in verschillende media vrijdag verscheen, “past niet bij de opdracht waarmee ik heb ingestemd”, zei Van Weyenberg. Er moet wat hem betreft een onderzoek komen om herhaling te voorkomen. GroenLinks-Kamerlid Bart Snels sloot zich hierbij aan.

Aanstaande woensdag debatteert de Kamer met Snel over de toeslagenaffaire. De dinsdagavond ervoor is er eerst nog een rondetafelgesprek met Wim Voermans, hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden, ter voorbereiding op dat debat.

Uiteindelijk was de Kamer eensgezind dat er van een concrete roep om vervolging geen sprake was. “Woensdag is het debat. Daar moet Snel verantwoording afleggen”, zei PvdA-Kamerlid Henk Nijboer tenslotte.

Volgens Snel nog geen bewijs van ambtsmisdrijf

Vrijdag meldde RTL Nieuws en Trouw dat de Tweede Kamer onderzoekt of Snel en enkele topambtenaren bij de Belastingdienst strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor hun aandeel in de toeslagenaffaire waarbij de kinderopvangtoeslag van honderden ouders ten onrechte is stopgezet.

Procedures om dit recht te zetten duurden jaren en werden niet gehonoreerd waardoor veel ouders in grote, financiële problemen kwamen. In sommige gevallen moest er tienduizenden euro’s aan toeslag worden terugbetaald.

Snel erkende eerder dit jaar tijdens een debat dat het stopzetten en het moeten terugbetalen van kinderopvangtoeslagen in sommige gevallen “onrechtmatig” was, maar volgens de bewindsman blijkt vooralsnog niet dat zijn ambtenaren de wet hebben overtreden. “Op dit moment is nog niet duidelijk of ambtsmisdrijven zijn gepleegd”, schrijft Snel vrijdag in antwoorden op Kamervragen.

Een commissie onder leiding van Piet Hein Donner concludeerde na maandenlang onderzoek dat de gedupeerde ouders slachtoffer waren van “institutionele vooringenomenheid”. De Belastingdienst ging er vanaf het begin al van uit dat er door de ouders fraude met de toeslag werd gepleegd. De kwestie was volgens deze commissie geen gevolg van “fouten, kwaadwilligheid of “onrechtmatig handelen” bij de Belastingdienst.

Kamerleden en bewindspersonen via speciale procedure vervolgen

Ambtenaren kunnen na een aangifte door het Openbaar Ministerie (OM) worden vervolgd. Voor Kamerleden en bewindspersonen geldt een andere procedure; in dat geval moet de Tweede Kamer opdracht voor vervolging geven voordat de Hoge Raad tot berechting kan overgaan.

Dat gebeurde voor het laatst in 2015 in de affaire rond het vermeende lekken uit de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, kortweg ‘Commissie Stiekem’. Daar worden de meeste fractievoorzitters uit de Tweede Kamer geïnformeerd over staatsgeheime zaken. Lekken uit deze commissie is een ambtsmisdrijf. Destijds werd daar geen bewijs voor gevonden, zodoende volgde ook geen opdracht tot vervolging.

Lees meer over: Kinderopvang Politiek

‘Berichten dat Kamer bewindslieden en ambtenaren wil vervolgen onjuist’

NOS 02.12.2019 De Tweede Kamer heeft in een speciale vergadering uitgesproken dat het beeld in de media over strafrechtelijke vervolging van bewindspersonen en ambtenaren van de Belastingdienst niet klopt. Onder meer Trouw en RTL Nieuws berichtten hierover, in het kader van de affaire rond de kinderopvangtoeslag. Dit blijkt dus onjuist.

De Kamerleden willen dat het heel duidelijk is: het is nooit het voornemen geweest om aangifte te doen tegen staatssecretaris Snel van Financiën of betrokken ambtenaren van de Belastingdienst.

D66-Kamerlid Van Weyenberg is verre van gelukkig met het ontstane beeld: “Dit mag in deze ernstige zaak niet gebeuren. We moeten hier heel zorgvuldig in zijn. Ik wil weten hoe dit vrijdag en in het weekend is gelopen.” Hij vindt het jammer dat het beeld pas vandaag wordt rechtgezet.

Het verkeerde beeld is ontstaan door een uitgelekte juridische notitie. Door een aantal Kamerleden was in algemene zin om juridische informatie gevraagd over eventuele strafrechtelijke consequenties. Dit om de komende gesprekken en debatten te kunnen voorbereiden.

Vraagtekens bij contacten met media

SP-Kamerlid Leijten was daar bij betrokken: “We hebben die juridische notitie gevraagd om kennis te vergaren, want het onderwerp is in eerdere debatten ter sprake gekomen. Niets anders.” Leijten is “ongelukkig” met het ontstane beeld en is benieuwd hoe de informatie bij de pers terecht is gekomen.

Ook Kamerlid Azarkan was betrokken bij het opvragen van de juridische nota en is niet blij met de ongewilde consequenties. “Maar ik ben niet verantwoordelijk voor die krantenkoppen.”

De Kamerleden willen weten hoe het document bij de pers terecht is gekomen, al wordt dat lastig. Honderden Kamerleden en medewerkers hebben toegang tot dit soort Kamerstukken.

Ook zetten ze vraagtekens bij de contacten met de betrokken media, waaronder Trouw en RTL, en hun eigen onderlinge communicatie. Het misverstand had misschien veel eerder de wereld uit kunnen zijn.

Zij willen opnieuw nadenken over hoe ze met dit soort vertrouwelijke documenten omgaan. Want juist meer openheid kan misverstanden voorkomen, denkt Kamerlid Van Weyenberg.

Woensdag debatteert de Kamer met staatssecretaris Snel over de kwestie van de kinderopvangtoeslag. Dat debat is live te volgen vanaf 10.15 uur op NPO Politiek.

Bekijk ook;

Kamer boos op CDA, SP en Denk om onderzoek naar strafvervolging Snel

AD 02.12.2019 De Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA), Renske Leijten (SP) en Farid Azarkan (Denk) zijn op de vingers getikt door voorzitter Anne Mulder (VVD) van de commissie Financiën. Het drietal ging hun boekje te buiten door het bureau wetgeving namens de hele commissie uit te laten zoeken welke mogelijkheid er is om staatssecretaris Menno Snel strafrechtelijk te laten vervolgen vanwege de toeslagenaffaire.

Volgens Mulder heeft het drietal op ‘eigen initiatief’ om een notitie verzocht, zo zei hij vanmiddag in een ingelaste procedurevergadering. ,,Ik wil met klem benadrukken dat er bij de commissie geen enkele intentie bestaat om ambtenaren of bewindslieden te vervolgen’’, aldus Mulder. Volgens hem heeft het drietal ‘zich strikt genomen niet aan de afspraken gehouden’ door de notitie te laten opstellen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Jammer

Leijten verdedigde zich door erop te wijzen dat er in debatten over de toeslagaffaire vaker vragen zijn gesteld over eventuele vervolging. Het drietal achtte het een goed idee om daar eigen juristen van het bureau wetgeving van de Kamer naar te laten kijken en de bevindingen aan alle collega’s ter hand te stellen. Volgens Leijten heeft zij noch haar collega’s met valse of foute intentie gehandeld. Ze noemt het oordeel van de voorzitter en andere leden commissie daarom ‘jammer’. ,,Ik heb nog nooit meegemaakt dat je zo tot de orde wordt geroepen.’’

Leijten kreeg bijval van Omtzigt en Azarkan, die zeiden te betreuren dat de vertrouwelijke notitie vrijdag uitlekte. Zij benadrukten tegelijkertijd dat het gewraakte stuk een feitelijke verkenning bevat en geen voornemen tot vervolging behelst.

De ingelaste procedurevergadering was bijeengeroepen door Kamerlid Steven van Weyenberg, die net als Snel lid is van D66. Hij zei ‘buitengewoon ongelukkig’ te zijn met de situatie. ,,Dit is niet voor herhaling vatbaar.’’ Ook Kamerleden van VVD, PvdA en GroenLinks uitten hun ongenoegen over de gang van zaken.

Toeslagen

Snel wacht woensdag een zwaar debat over de toeslagenaffaire, waarbij zeker honderden en vermoedelijk duizenden gezinnen in grote problemen zijn geraakt door toedoen van de Belastingdienst. Op basis van vermoedens van fraude werd hun kinderopvangtoeslag in 2014 en latere jaren volledig stopgezet en teruggevorderd. Snel heeft eerder al erkend dat dit besluit destijds ‘onrechtmatig’ is geweest.

Bonje in de Tweede Kamer om verkenning strafvervolging staatssecretaris Snel

AD 02.12.2019 De commissie Financiën van de Tweede Kamer komt vanmiddag bijeen voor een ingelaste procedurevergadering. Aanleiding is een uitgelekte parlementaire notitie, waarin de mogelijkheid wordt verkend om staatssecretaris Menno Snel (Financiën) strafrechtelijk te laten vervolgen vanwege de toeslagaffaire.

Volgens Steven Van Weyenberg, D66-Kamerlid en partijgenoot van Snel, is ten onrechte de suggestie gewekt dat de Tweede Kamer strafvervolging zou willen instellen tegen bewindslieden en ambtenaren in de zogeheten CAF-11-zaak. ,,In deze ernstige zaak past ook grote zorgvuldigheid van ons als Kamer”, zo laat hij weten op Twitter.

 Steven van Weyenberg @svanweyenberg

Vanmiddag 14.00 ingelaste procedurevergadering over de (onjuiste) suggestie van afgelopen vrijdag dat de Tweede Kamer strafvervolging zou willen instellen tegen bewindslieden en ambtenaren in de CAF-11 zaak.
In deze ernstige zaak past ook grote zorgvuldigheid van ons als Kamer

15  11:02 AM – Dec 2, 2019 25 people are talking about this

Een andere Haagse bron stelt dat de commissie Financiën nooit een verzoek tot onderzoek naar strafvervolging heeft gedaan en dat in de besluitenlijst hierover ook niets is terug te vinden. Deze ingewijde spreekt van een ‘solo-actie van drie Kamerleden’, die voor ‘veel onvrede’ bij de rest van de commissie heeft gezorgd.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Toeslagen

Snel wacht woensdag een zwaar debat over de toeslagaffaire, waarbij zeker honderden en vermoedelijk duizenden gezinnen in grote problemen zijn geraakt door toedoen van de Belastingdienst. Op basis van vermoedens van fraude werd hun kinderopvangtoeslag in 2014 en latere jaren volledig stopgezet en teruggevorderd. Snel heeft eerder al erkend dat dit besluit destijds ‘onrechtmatig’ is geweest.

Een aantal Kamerleden, Pieter Omtzigt (CDA) en Renske Leijten (SP) voorop, vindt al langer dat die vaststelling  personele consequenties moet hebben. Snel heeft echter tot dusver geweigerd om ambtenaren te bestraffen of te ontslaan. In de uitgelekte notie wordt uiteengezet hoe er alsnog tot strafrechtelijke vervolging kan worden overgegaan tegen ambtenaren en de staatssecretaris zelf. Daarmee wordt de druk op Snel flink opgevoerd.

 

Staatssecretaris Snel hoeft rechter niet te vrezen

Telegraaf 01.12.2019 De kans dat staatssecretaris Menno Snel (Financiën) en zijn ambtenaren voor de rechter moeten komen is klein. De Tweede Kamer laat uitzoeken of er aangifte gedaan kan worden tegen Snel en personeel van de Belastingdienst, maar hoogleraar staatsrecht Wim Voermans ziet daar weinig brood in.

Voermans schuift dinsdag aan in de Tweede Kamer om uit te leggen hoe het zit met de aansprakelijkheid van Snel en zijn Belastingdienst-ambtenaren in de affaire rondom de kinderopvangtoeslag. Daarin werden van duizenden ouders de toeslagen stopgezet omdat zij onterecht als fraudeurs werden neergezet.

Voermans schuift dinsdag aan in de Tweede Kamer om uit te leggen hoe het zit met de aansprakelijkheid van Snel en zijn Belastingdienst-ambtenaren in de affaire rondom de kinderopvangtoeslag. Daarin werden van duizenden ouders de toeslagen stopgezet omdat zij onterecht als fraudeurs werden neergezet.

’Er is onrechtmatig gehandeld’

„Er is onrechtmatig gehandeld, dat heeft oud-minister Donner in zijn advies over een compensatie voor de ouders ook duidelijk opgeschreven”, legt Voermans uit. Volgens hem zijn er belastingwetten en andere regels overtreden en daarvoor kun je op grond van het Wetboek voor het Strafrecht ook strafrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden. Voor Snel, maar ook zijn voorgangers, gaat het er dan om dat zij hun fiat hebben verleend aan ’handelingen in strijd met de wet’, vertelt Voermans.

Bij de ambtenaren gaat het om iets anders. „Zij hebben mogelijk in strijd met de wet gehandeld door geld te vorderen dat ze niet hadden mogen vorderen. In wat oubolliger Nederlands heet dat knevelarij”, zegt de hoogleraar.

Verdenking

Of die wetsartikelen daadwerkelijk overtreden zijn, kan Voermans niet beoordelen. „Maar er is een verdenking van. Het zou kunnen zijn dat het zo is.”

De kans dat Snel ooit voor het hekje staat, acht Voermans heel klein. „Dit gebeurt natuurlijk bijna nooit, dat hierop vervolgd wordt. Je kan ook aan het taalgebruik in de wettekst zien dat die al flink wat jaren niet meer gebruikt is.”

Het zou ook de Tweede Kamer of de regering zelf moeten zijn die een minister of staatssecretaris voor de rechter brengt. „Die zaak gaat dan onmiddellijk naar de Hoge Raad”, zegt Voermans.

Al ruim 500 aangiften

Inmiddels liggen er al ruim 500 aangiften tegen de Belastingdienst en haar ambtenaren, ingediend door schadespecialist Orlando Kadir. Die weet zelf ook niet of dat een succes gaat worden: „Ik sluit het zeker niet uit. Maar voor mij is het nog belangrijker dat hiermee zichtbaar gemaakt wordt hoe corrupt dit gegaan is.”

Ook Voermans ziet weinig brood in de aangifte. „Tegen ambtenaren kunnen burgers wel zelf aangifte doen. Maar ik heb niet het idee dat het parket in Den Haag erop zit te wachten om achter individuele ambtenaren aan te gaan. De verdediging zal zijn dat zij een opdracht volgden. En tot voor kort heeft de Raad van State ook altijd de methode van de Belastingdienst goedgekeurd, ook al zit daar onrechtvaardigheid in.”

Voermans wijst er wel op dat Snel in Nederland niet kan rekenen op een volledige parlementaire immuniteit, zoals bijvoorbeeld Italië kent. Daar kunnen zittende politici niet vervolgd worden.

Beperkte immuniteit

Voermans: „In Nederland hebben we het principe van beperkte immuniteit. Alleen voor dingen die je zegt in de vergadering van de Kamers, kun je niet worden vervolgd. Totdat de vergadering wordt afgehamerd.”

Dat luistert nogal nauw, illustreert de hoogleraar met een voorbeeld uit 1939. „Toen noemde een KVP-Kamerlid Henk Ruyter de NSB-voorman Rost van Tonningen, nadat de voorzitter de vergadering had afgehamerd, een landverrader. Daarvoor werd hij vervolgd.” Het leverde Ruyter een boete van 25 gulden op.

Bekijk ook: 

Snel maakt excuses om blunders met kinderopvangtoeslag 

Bekijk meer van; rechtbank overheid bedrog Wim Voermans Menno Snel Piet Hein Donner Belastingdienst Financiën

‘Tweede Kamer onderzoekt strafvervolging Snel en ambtenaren’

NU 29.11.2019 De Tweede Kamer wil weten of staatssecretaris Menno Snel (Belastingdienst) of zijn ambtenaren strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor hun optreden in de kinderopvangtoeslagaffaire. Dat staat in een vertrouwelijke interne notitie in handen van RTL Nieuws en dagblad Trouw.

De Tweede Kamer heeft gevraagd te onderzoeken hoe ambtsmisdrijven, zoals machtsmisbruik, die mogelijk zijn gepleegd door ambtenaren of staatssecretaris Snel kunnen leiden tot vervolging.

Het draait om het handelen van de fiscus, die ouders dupeerde door de kinderopvangtoeslag ten onrechte stop te zetten. Honderden ouders werden onjuist aangemerkt als fraudeur en moesten tot tienduizenden euro’s terugbetalen.

Donner en Snel zien geen ambtsmisdrijven, Kamer wel

De notitie waar de Kamercommissie van Financiën om heeft gevraagd, volgt op het rapport van de commissie-Donner. De commissie oordeelde snoeihard over het optreden van de fiscus en stelt dat gedupeerde ouders recht hebben op een ruimhartige compensatie.

Volgens Donner handelde de Belastingdienst met “institutionele vooringenomenheid” door er zonder aanleiding van uit te gaan dat ouders die kinderopvangtoeslag hadden aangevraagd fraudeerden. Deze fraudebestrijdingsmethode van de fiscus sloot volgens Donner “aan bij de wens vanuit de politiek om fraudeplegers hard aan te pakken”.

Het onrechtmatig handelen is volgens Donner niet te wijten aan de keuzes van ambtenaren, maar aan de Belastingdienst. Staatssecretaris Snel stelde onlangs dat hij geen aanwijzingen voor ambtsmisdrijven heeft gevonden.

De Kamer is het daar niet mee eens en wil daarom weten of individuele ambtenaren alsnog gestraft kunnen worden.

Zes jaar cel voor knevelarij

De ambtenaren zouden door het Openbaar Ministerie vervolgd kunnen worden voor knevelarij. Daar is sprake van wanneer een ambtenaar zijn positie misbruikt en onterecht geld terugvordert of niet terugstort terwijl hij weet dat het niet klopt. De maximale straf voor knevelarij is zes jaar cel.

Voor de strafrechtelijke vervolging van staatssecretaris Snel, of zijn voorganger Eric Wiebes, moet een meerderheid van de Tweede Kamer een opdracht tot vervolging instellen.

Uit eerder onderzoek van RTL Nieuws en Trouw bleek dat de ambtelijke top van de Belastingdienst willens en wetens kinderopvangtoeslagen stopzette, terwijl zij wisten dat de ouders er wel recht op hadden. Het onrechtmatig handelen waar lagere ambtenaren werden aangespoord om “langs de randen van de wet” te werken, volgde na opdrachten van de hoogste ambtenaren bij de fiscus.

In de documenten staat dat toenmalig directeur van de Belastingdienst Hans Blokpoel “echt alles [wil] dichtdraaien, dus ook toeslagen, zelfs als die waarschijnlijk wel goed zijn”.

Kamer onderzoekt strafvervolging Menno Snel en ambtenaren om toeslagenaffaire

RTL 29.11.2019 De Tweede Kamer onderzoekt of staatssecretaris Menno Snel (Financiën) en zijn ambtenaren strafrechtelijk kunnen worden vervolgd in de toeslagenaffaire, waarin door de Belastingdienst jarenlang onrechtmatig is gehandeld. Het is zeer uitzonderlijk dat de Kamer zoiets onderzoekt.

Dit blijkt uit een vertrouwelijke notitie van de griffie van de Tweede Kamer, waarover RTL Nieuws en Trouw beschikken. Het gaat om mogelijke ambtsmisdrijven als machtsmisbruik, het handelen in strijd met de wet en knevelarij. Dit laatste betekent het willens en wetens geld opeisen bij burgers, terwijl zij dat niet verschuldigd zijn. Dit is gebeurd rond het stopzetten en terugvorderen van toeslagen voor kinderopvang, terwijl burgers er wel recht op hadden.

De notitie – van gisteren – 28 november – is gemaakt op verzoek van de vaste Kamercommissie van Financiën, naar aanleiding van het advies van de commissie-Donner over de ontspoorde fraudejacht bij toeslagen voor kinderopvang.

Lees ook:

Ambtenaren Belastingdienst eisen straf voor leidinggevenden toeslagenaffaire

Kamer wil ambtenaren aanpakken

Donner adviseerde schadevergoeding voor een eerste groep van 300 gedupeerde ouders, maar sprak zich niet uit over wie verantwoordelijk was voor het onrechtmatig handelen. Hij noemde het stelselmatig duperen van ouders het gevolg van ‘institutionele vooringenomenheid’, die niet aan personen toegerekend kan worden. Staatssecretaris Snel sloot zich daarbij aan en wilde tot dusver nog geen ambtenaren aanpakken.

De Kamercommissie wil daar geen genoegen mee nemen, en vroeg daarom advies over de vraag: “Wat is het kader voor strafrechtelijke vervolging bij mogelijk strafbare feiten gepleegd door de staatssecretaris en/of zijn ambtenaren.” Een aantal fracties in de Kamer wil Menno Snel dwingen tot een strafrechtelijk onderzoek tegen ambtenaren die in het verleden ver buiten hun boekje zijn gegaan.

Volg al het nieuws over de toeslagenaffaire hier

Ministeriële verantwoordelijkheid

Voor het aanpakken van ambtenaren volstaat een aangifte bij het Openbaar Ministerie (OM), zo staat in de notitie. Dat zou staatssecretaris Snel zelf kunnen doen. Het OM kan dan opsporingsonderzoek doen en daarna bekijken of ambtenaren inderdaad worden vervolgd.

Ook staatssecretaris Snel – of zijn voorganger Wiebes, onder wie de affaire ontstond – kunnen worden vervolgd. Dan is het niet het OM aan zet, maar de Tweede Kamer zelf. Op basis van de zogeheten Wet ministeriële verantwoordelijkheid kunnen vijf Kamerleden om een onderzoek vragen naar ambtsmisdrijven door bewindslieden.

Als het parlement daarmee instemt, kan een commissie met vergaande bevoegdheden onderzoek doen. Op basis van de uitkomsten kan een meerderheid besluiten dat strafvervolging nodig is. Vanaf dat moment gaat de zaak naar de procureur-generaal van de Hoge Raad, waarmee strafvervolging van de staatssecretaris of zijn voorganger een feit is.

Lees ook:

Nieuwe blunder rond toeslagen brengt Menno Snel verder in ’t nauw

Machtsmisbruik

In de vertrouwelijke notitie wordt gesproken over ‘mogelijk toepasselijke wetsartikelen’ voor strafvervolging in de toeslagenaffaire. “Bij de voorliggende casus kunnen meerdere strafbepalingen aan de orde zijn.” Het gaat om machtsmisbruik – dan moet wel bewezen worden dat de politicus wist welke nadelige gevolgen zijn handelen zou hebben. Dit wordt ‘voorwaardelijk opzet’ genoemd.

Een andere mogelijkheid is het (te lang) niet herstellen van het handelen in strijd met de wet. Dan moet aannemelijk worden gemaakt dat de staatssecretaris nalatig is geweest met herstellen van onrecht. Dat is niet eenvoudig, omdat bewindslieden een ‘grote mate van vrijheid’ hebben en niet snel sprake is van strafbare nalatigheid.

Knevelarij

Ook strafvervolging op basis van ‘knevelarij’ zou een optie zijn. Dit betekent, kort gezegd, dat ambtenaren in functie willens en wetens geld terugvorderden van ouders, terwijl zij er wel recht op hebben of hadden. Op machtsmisbruik staat een celstraf van maximaal drie jaar, op knevelarij maximaal zes jaar.

In de notitie wordt erop gewezen dat het niet gebruikelijk is om ministers of staatssecretarissen te vervolgen, omdat zij doorgaans in de Tweede Kamer verantwoording afleggen. “Dit staat echter niet in de weg aan het strafrechtelijk ter verantwoording roepen van een bewindspersoon.”

Volg al het nieuws over de toeslagenaffaire hier

Snel onderzoekt ‘verwijtbaar’ handelen

In stukken die staatssecretaris Snel zojuist naar de Kamer stuurde stelt hij dat ‘op dit moment nog niet duidelijk is of ambtsmisdrijven zijn gepleegd’. Hij zegt verder dat hij zich heeft laten informeren over mogelijkheden om ambtenaren eventueel aan te pakken vanwege hun rol in de toeslagenaffaire. Ook meldt hij dat hij gesprekken voert met advocaten die melden dat bewijsbaar tegen de wet is gehandeld, en dat ‘strafrechtelijk verwijtbaar is gehandeld’.

Snel zegt dat als uit vervolggesprekken blijkt dat ambtsmisdrijven hebben plaatsgevonden, dat dan ‘vanzelfsprekend’ actie wordt ondernomen. Verder verwijst de staatssecretaris vooral naar nog lopende onderzoeken van de commissie-Donner en de Auditdienst Rijk naar andere zaken waar de Belastingdienst onrechtmatig handelde. Die onderzoeken worden eind van dit jaar verwacht.

Klokkenluider had gelijk

Komende week moet Snel zich verantwoorden in een Kamerdebat over de toeslagenaffaire en zijn afhandeling ervan. Uit de Kamerbrief die hij vandaag stuurde, blijkt dat er veel vaker tegen wet- en regelgeving werd gehandeld door de Belastingdienst / Toeslagen.

Zo meldt hij dat klokkenluider Pierre Niessen, die eerder zijn verhaal deed bij RTL Nieuws en Trouw, gelijk had dat burgers in strijd met de wet werden aangepakt.

meer: Pieter Klein Menno Snel  Ministerie van Financiën  Toeslagenaffaire Belastingdienst

Kamer kijkt naar vervolging om toeslagenaffaire

MSN 29.11.2019 De Tweede Kamer wil weten welke mogelijkheden er zijn om de verantwoordelijken voor de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst strafrechtelijk te vervolgen. Op verzoek van de vaste commissie voor Financiën is een vertrouwelijke notitie opgesteld waarin beschreven staat wat de gronden van aangifte en vervolging kunnen zijn en wie dat kan doen. Dat bevestigen Haagse bronnen na een bericht van RTL Nieuws en Trouw.

Een commissie onder leiding van oud-minister Piet Hein Donner concludeerde onlangs dat ambtenaren van de fiscus de afgelopen jaren stelselmatig veel te ver gingen in de aanpak van vermeende fraude. Bij vermoedelijk duizenden mensen werden toeslagen teruggevorderd terwijl zij daar gewoon recht op hadden.

Sommige partijen in de Kamer vermoeden dat in deze zaak ambtsmisdrijven zijn gepleegd. Daarom hebben zij op een rijtje laten zetten welke procedures gevolgd moet worden om ambtenaren die zich daar schuldig aan hebben gemaakt, en eventueel ook verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel (Financiën), strafrechtelijk aan te pakken.

De notitie verhoogt de druk op Snel om zelf werk te maken van vervolging van eventuele ambtsmisdrijven. Daarvoor volstaat namelijk een aangifte bij het Openbaar Ministerie door bijvoorbeeld de staatssecretaris. Tegen Snel zelf kan aangifte worden gedaan op grond van de Wet ministeriële verantwoordelijkheid, maar alleen na onderzoek en als een Kamermeerderheid daar voor is.

Minister-president Mark Rutte zei in zijn wekelijkse persconferentie dat “het kabinet en de coalitiepartijen” nog altijd het volste vertrouwen hebben in Snel. Ook minister Wopke Hoekstra (Financiën) zei dat hij zijn staatssecretaris nog altijd de juiste man vindt om de problemen bij de fiscus op te lossen. “Wij werken daar samen heel hard aan”, aldus de bewindsman.

Of hun partijgenoten van respectievelijk VVD en CDA in de Kamer daar net zo over denken, zal volgende week woensdag moeten blijken. Dan moet Snel zich in het parlement verantwoorden voor de toeslagenaffaire. Vorige week ging hij al publiekelijk door het stof en beloofde hij dat de gedupeerden snel compensatie krijgen.

Kamer onderzoekt vervolging Snel om toeslagenaffaire

Telegraaf 29.11.2019 De Tweede Kamer heeft laten uitzoeken of staatssecretaris Menno Snel (Financiën) zelf, maar ook zijn ambtenaren strafrechtelijk aangepakt kunnen worden in de toeslagenaffaire. Of het ook daadwerkelijk tot een aangifte komt, is maar de vraag.

Haagse bronnen bevestigen het nieuws uit een vertrouwelijke notitie van de griffie van de Tweede Kamer, waarover RTL Nieuws en Trouw beschikken. Daarin wordt aan de Kamerleden uitgelegd wanneer en hoe Snel en zijn ambtenaren vervolgd kunnen worden.

Volgens een Haagse bron gaat het om een verkenning van de opties en wil de Kamer op een rij hebben hoe het zit met ambtsmisdrijven en aangifte daartegen. De informatievraag betekent niet automatisch dat er een aangifte gaat komen.

Mocht de Kamer dat wel doen, zal PvdA’er Henk Nijboer dat in elk geval ’absoluut niet steunen’. „Ik heb heel veel verwijten richting de staatssecretaris, maar ik wil hem niet als een halve crimineel neerzetten”, zegt het oppositielid. „Snel moet zich politiek verantwoorden. Dit is wat mij betreft helemaal niet een zaak voor een rechter.”

In antwoord op Kamervragen van vrijdagmiddag stelt de staatssecretaris dat het ’op dit moment nog niet duidelijk is’ of er door de Belastingdienst ambtsmisdrijven zijn gepleegd. „Indien blijkt dat ambtsmisdrijven zijn gepleegd, dan wordt daar vanzelfsprekend tegen opgetreden”, zegt Snel.

Bekijk ook: 

’Top fiscus wist van toeslagenaffaire’ 

Bekijk ook: 

‘Staatssecretaris Snel misleidt de Kamer’ 

De Kamer zou onderzoek willen laten doen naar mogelijke ambtsmisdrijven als machtsmisbruik, het handelen in strijd met de wet en knevelarij. Dit laatste betekent het willens en wetens geld opeisen bij burgers, terwijl zij dat niet verschuldigd zijn.

Daar is in de toeslagaffaire op grote schaal sprake van geweest. Van duizenden ouders werd niet alleen hun toeslag voor de kinderopvang onterecht afgepakt, zij moesten ook bedragen van duizenden tot zelfs tienduizenden euro’s terugbetalen.

Bekijk ook: 

Snel door het stof voor toeslagouders 

Bekijk ook: 

Snel: royaal compenseren in toeslagenaffaire 

De staatssecretaris heeft zijn ambtenaren altijd verdedigd. Hij stelt dat er sprake was van ’institutionele vooringenomenheid’ bij de dienst. Daarmee bedoelt Snel dat de opsporingsambtenaren last hadden van tunnelvisie. Snel vindt die vooringenomenheid wat anders dan het daadwerkelijk plegen van misdrijven door hemzelf of zijn ambtenaren.

In plaats van met een open blik kijken of ouders de Belastingdienst oplichtten, werd er door de fiscus fanatiek gezocht naar kleine foutjes die mensen hadden opgemaakt, waarna ze meteen keihard aangepakt werden en toeslagen van een heel jaar terug moesten betalen.

Bekijk meer van; rechterlijke macht overheidsbeleid overheid Menno Snel Financiën Tweede Kamer der Staten-Generaal Belastingdienst

Kamer verhoogt druk op staatssecretaris Snel om ambtenaren te vervolgen in toeslagenaffaire

AD 29.11.2019 De Tweede Kamer heeft informatie opgevraagd over de mogelijkheid om staatssecretaris Menno Snel (Financiën) of zijn ambtenaren strafrechtelijk te laten vervolgen. Een deel van de partijen vindt het onterecht dat de Belastingdienst buiten schot blijft in de zogeheten toeslagenaffaire, waarbij mogelijk duizenden ouders ten onrechte werden behandeld als fraudeur.

Dat blijkt een een vertrouwelijke notitie van de griffie van de Tweede Kamer, bevestigen bronnen aan deze site. Er worden op dit moment echter nog geen stappen ondernomen om Snel en zijn ambtenaren daadwerkelijk te vervolgen, benadrukken zij.

Het onderzoek richt zich op mogelijke ambtsmisdrijven als misbruik, het handelen in strijd met de wet en knevelarij, blijkt uit de notitie, in handen van RTL Nieuws en Trouw. Bij knevelarij draait het om willens en wetens onterecht geld opeisen bij burgers, precies wat is er is gebeurd bij de toeslagenaffaire. Daarbij werden toeslagen voor kindopvang stopgezet en teruggevorderd, terwijl de burgers daar wel recht op hadden.

Lees ook;

Lees meer

Snel erkende vlak voor de zomer dat de stopzetting van de toeslagen ‘onrechtmatig’ is geweest. Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA) en Renske Leijten (SP) meenden toen al dat de staatssecretaris ambtenaren die hun boekje te buiten zijn gegaan moet straffen.

Collectief falen

De interne notie is opgesteld naar aanleiding van het onderzoek door de commissie-Donner naar de affaire. Daarin adviseert oud-minister Piet Hein Donner dat een groep van 300 gedupeerde ouders recht heeft op schadevergoeding. De commissie wijt de fouten aan de Belastingdienst als geheel, zonder specifieke ambtenaren te benoemen.

Ook Snel zei geen signalen te hebben gezien van mogelijke ambtsmisdrijven, en wil zodoende geen ambtenaren aanpakken. Wel zei hij vorige week nog dat als alsnog blijkt dat er ambtsmisdrijven zijn gepleegd, dan het Openbaar Ministerie zal worden ingeschakeld.

De Kamercommissie heeft meer informatie opgevraagd over hoe het zit met vervolging. Ook om zo de druk op Snel op te voeren. Een aantal partijen wil Snel dwingen tot een strafrechtelijk onderzoek tegen ambtenaren die in het verleden fouten hebben gemaakt rond de affaire. In de notie staat dat aangifte bij het Openbaar Ministerie voldoende is voor het aanpakken van ambtenaren. Als Snel dat zou doen, kan het OM verder onderzoek doen naar mogelijke vervolging.

Mocht de Kamer Snel zelf ook willen vervolgen, dan moet er aanspraak gemaakt worden op de zogeheten Wet ministeriële verantwoordelijkheid, waarmee vijf Kamerleden een verzoek tot onderzoek kunnen indienen.

Als het parlement daar in mee gaat, doet een commissie verder onderzoek, op basis waarvan een Kamermeerderheid mag besluiten dat strafvervolging aan de orde is. De zaak wordt dan weer overgedragen aan de procureur-generaal van de Hoge Raad, waarmee strafvervolging in gang wordt gezet.

Zwaar debat

Snel wacht komende woensdag een zwaar debat over de affaire. De Kamer is niet alleen ontevreden over uitblijvende straf voor ambtenaren, maar moppert ook over de wijze waarop Snel de Kamer heeft geïnformeerd. Documenten waarom de Kamer had gevraagd kwamen in een aantal gevallen pas na herhaaldelijk aandringen naar de Kamer toe.

Snel heeft al erkend dat hij zich eerder en intensiever op de hoogte had moeten laten stellen over de affaire. Ook heeft hij al meerdere keren excuses aangeboden aan gedupeerde ouders voor het handelen van de Belastingdienst. De fiscus leidde volgens hem aan ‘tunnelvisie’ en verloor daardoor de ‘menselijke maat’ uit het oog verloor.

Vechten

Of de staatssecretaris woensdag voor zijn politieke leven moet vechten is de vraag. In zowel coalitie- als oppositiekringen klinkt behalve kritiek ook lof voor Snel, die bij zijn aantreden met de door affaires geplaagde Belastingdienst volgens velen het grootste hoofdpijndossier van Den haag op het bordje kreeg. Snel wordt geroemd om de rust die hij bracht en zijn dossierkennis.

In het kabinet kan Snel op veel steun rekenen. Minister van Financiën Wopke Hoekstra stelt dat Snel ‘dag en nacht’ in touw is om de problemen bij de fiscus op te lossen. ,,Hij kan op mijn nadrukkelijke steun rekenen”, aldus de CDA-bewindsman. Ook volgens premier Mark Rutte is Snel nog altijd de juiste man op de juiste plek, zo zei hij vrijdagmiddag na afloop van de Ministerraad.

Staatssecretaris Menno Snel van financiën. Beeld ANP

Kamer onderzoekt strafvervolging Menno Snel en ambtenaren

Trouw 29.11.2019 De Tweede Kamer onderzoekt of staatssecretaris Snel of zijn ambtenaren strafrechtelijk vervolgd kunnen worden voor hun handelen in de affaire rond kinderopvangtoeslag.

De Belastingdienst handelde jarenlang onrechtmatig door zonder bewijs toeslagen van ouders stop te zetten en grote bedragen aan eerder ontvangen toeslagen terug te vorderen. De Kamer wil nu weten hoe mogelijke ambtsmisdrijven gepleegd door ambtenaren of de staatssecretaris wettelijk kunnen worden aangepakt.

Dat blijkt uit een vertrouwelijke interne notitie van het bureau wetgeving van de Tweede Kamer, die in handen is van Trouw en ‘RTL Nieuws’. Deze notitie, gedateerd 28 november, is aangevraagd door de vaste Kamercommissie van financiën na het verschijnen van het rapport van de commissie-Donner. Deze commissie onderzocht het handelen van de Belastingdienst rond het stopzetten van toeslagen van meer dan driehonderd ouders, die waren gelieerd aan een gastouderbureau uit Eindhoven.

Oud-minister Donner concludeerde in zijn rapport dat de ouders slachtoffer waren geworden van ‘institutionele vooringenomenheid’ van de Belastingdienst. Het onrechtmatig handelen van de fiscus is volgens Donner niet te wijten aan specifieke keuzes van ambtenaren, maar aan de Belastingdienst als geheel.

Staatssecretaris Snel zei eerder dat hij geen signalen heeft van mogelijke ambtsmisdrijven. In een brief aan de Tweede Kamer ­nuanceerde hij dat vrijdag: het is ‘nog niet duidelijk’ of er ambtsmisdrijven zijn gepleegd. Als dat wel zo blijkt te zijn, dan wordt er ‘vanzelfsprekend opgetreden’, inclusief aangifte.

De Tweede Kamer neemt daar geen genoegen mee en heeft met ­deze notitie nu al de mogelijkheden laten uitzoeken om toch tot vervolging voor ambtsmisdrijven te kunnen overgaan. Een aantal Kamerfracties wil staatssecretaris Snel dwingen alsnog tot vervolging over te gaan.

Voor ambtenaren geldt dat zij onder het ­gewone strafrecht vervolgd kunnen worden. Ministers en staatssecretarissen kunnen alleen worden vervolgd bij koninklijk besluit, of op basis van een besluit van de Tweede Kamer.

Specifiek voor de toeslagenaffaire gaat het voor ambtenaren om mogelijke vervolgingen voor knevelarij. Dat houdt in dat geld wordt teruggevorderd of niet uitgekeerd, terwijl de ambtenaar weet dat dit onterecht is.

Belangrijk daarbij is dat de ambtenaar ten opzichte van de burger doet alsof dit bedrag wel verschuldigd is, en de burger misleidt, zo staat in de notitie beschreven. Bij een mogelijke vervolging van staatssecretaris Snel of zijn voorgangers gaat het om het nemen van beslissingen, waarvan men weet dat die tegen de wet indruisen.

Uit de toeslagenaffaire is bekend dat de ambtelijke top van de Belastingdienst vooraf accepteerde dat goedwillende burgers onterecht te maken zouden krijgen met stopzettingen en terugvorderingen van toeslagen. Het vooraf stopzetten van toeslagen zonder bewijs van fraude is bovendien onrechtmatig, constateerde de Tweede Kamer al eerder.

Lees ook:

De top van de Belastingdienst drukte onrechtmatig stopzetten van kinderopvangtoeslag erdoor

De hoogste ambtenaren van de Belastingdienst gaven opdracht tot onrechtmatig handelen. Informatie hierover werd in de doofpot gestopt.

Commissie oordeelt snoeihard over Belastingdienst: ouders moeten schadevergoeding krijgen

Een adviescommissie van oud-minister Piet Hein Donner komt met keiharde conclusies over het optreden van de Belastingdienst in een fraudeonderzoek naar kinderopvangtoeslag. Ouders hadden geen enkele kans om te ontsnappen, en hebben recht op ruimhartige compensatie.

Kinderopvangtoeslag

Meer over; belastingdienst politiek Tweede Kamer overheidsbeleid misdaad, recht en justitie Kinderopvangtoeslag Jan Kleinnijenhuis

Kamer onderzoekt strafvervolging Menno Snel en ambtenaren om toeslagenaffaire

RTL 29.11.2019 De Tweede Kamer onderzoekt of staatssecretaris Menno Snel (Financiën) en zijn ambtenaren strafrechtelijk kunnen worden vervolgd in de toeslagenaffaire, waarin door de Belastingdienst jarenlang onrechtmatig is gehandeld. Het is zeer uitzonderlijk dat de Kamer zoiets onderzoekt.

Dit blijkt uit een vertrouwelijke notitie van de griffie van de Tweede Kamer, waarover RTL Nieuws en Trouw beschikken. Het gaat om mogelijke ambtsmisdrijven als machtsmisbruik, het handelen in strijd met de wet en knevelarij. Dit laatste betekent het willens en wetens geld opeisen bij burgers, terwijl zij dat niet verschuldigd zijn. Dit is gebeurd rond het stopzetten en terugvorderen van toeslagen voor kinderopvang, terwijl burgers er wel recht op hadden.

De notitie – van gisteren – 28 november – is gemaakt op verzoek van de vaste Kamercommissie van Financiën, naar aanleiding van het advies van de commissie-Donner over de ontspoorde fraudejacht bij toeslagen voor kinderopvang.

Lees ook:

Ambtenaren Belastingdienst eisen straf voor leidinggevenden toeslagenaffaire

Kamer wil ambtenaren aanpakken

Donner adviseerde schadevergoeding voor een eerste groep van 300 gedupeerde ouders, maar sprak zich niet uit over wie verantwoordelijk was voor het onrechtmatig handelen. Hij noemde het stelselmatig duperen van ouders het gevolg van ‘institutionele vooringenomenheid’, die niet aan personen toegerekend kan worden. Staatssecretaris Snel sloot zich daarbij aan en wilde tot dusver nog geen ambtenaren aanpakken.

De Kamercommissie wil daar geen genoegen mee nemen, en vroeg daarom advies over de vraag: “Wat is het kader voor strafrechtelijke vervolging bij mogelijk strafbare feiten gepleegd door de staatssecretaris en/of zijn ambtenaren.” Een aantal fracties in de Kamer wil Menno Snel dwingen tot een strafrechtelijk onderzoek tegen ambtenaren die in het verleden ver buiten hun boekje zijn gegaan.

Volg al het nieuws over de toeslagenaffaire hier

Ministeriële verantwoordelijkheid

Voor het aanpakken van ambtenaren volstaat een aangifte bij het Openbaar Ministerie (OM), zo staat in de notitie. Dat zou staatssecretaris Snel zelf kunnen doen. Het OM kan dan opsporingsonderzoek doen en daarna bekijken of ambtenaren inderdaad worden vervolgd.

Ook staatssecretaris Snel – of zijn voorganger Wiebes, onder wie de affaire ontstond – kunnen worden vervolgd. Dan is het niet het OM aan zet, maar de Tweede Kamer zelf. Op basis van de zogeheten Wet ministeriële verantwoordelijkheid kunnen vijf Kamerleden om een onderzoek vragen naar ambtsmisdrijven door bewindslieden.

Als het parlement daarmee instemt, kan een commissie met vergaande bevoegdheden onderzoek doen. Op basis van de uitkomsten kan een meerderheid besluiten dat strafvervolging nodig is. Vanaf dat moment gaat de zaak naar de procureur-generaal van de Hoge Raad, waarmee strafvervolging van de staatssecretaris of zijn voorganger een feit is.

Lees ook:

Nieuwe blunder rond toeslagen brengt Menno Snel verder in ’t nauw

Machtsmisbruik

In de vertrouwelijke notitie wordt gesproken over ‘mogelijk toepasselijke wetsartikelen’ voor strafvervolging in de toeslagenaffaire. “Bij de voorliggende casus kunnen meerdere strafbepalingen aan de orde zijn.” Het gaat om machtsmisbruik – dan moet wel bewezen worden dat de politicus wist welke nadelige gevolgen zijn handelen zou hebben. Dit wordt ‘voorwaardelijk opzet’ genoemd.

Een andere mogelijkheid is het (te lang) niet herstellen van het handelen in strijd met de wet. Dan moet aannemelijk worden gemaakt dat de staatssecretaris nalatig is geweest met herstellen van onrecht. Dat is niet eenvoudig, omdat bewindslieden een ‘grote mate van vrijheid’ hebben en niet snel sprake is van strafbare nalatigheid.

Knevelarij

Ook strafvervolging op basis van ‘knevelarij’ zou een optie zijn. Dit betekent, kort gezegd, dat ambtenaren in functie willens en wetens geld terugvorderden van ouders, terwijl zij er wel recht op hebben of hadden. Op machtsmisbruik staat een celstraf van maximaal drie jaar, op knevelarij maximaal zes jaar.

In de notitie wordt erop gewezen dat het niet gebruikelijk is om ministers of staatssecretarissen te vervolgen, omdat zij doorgaans in de Tweede Kamer verantwoording afleggen. “Dit staat echter niet in de weg aan het strafrechtelijk ter verantwoording roepen van een bewindspersoon.”

Volg al het nieuws over de toeslagenaffaire hier

Snel onderzoekt ‘verwijtbaar’ handelen

In stukken die staatssecretaris Snel zojuist naar de Kamer stuurde stelt hij dat ‘op dit moment nog niet duidelijk is of ambtsmisdrijven zijn gepleegd’. Hij zegt verder dat hij zich heeft laten informeren over mogelijkheden om ambtenaren eventueel aan te pakken vanwege hun rol in de toeslagenaffaire. Ook meldt hij dat hij gesprekken voert met advocaten die melden dat bewijsbaar tegen de wet is gehandeld, en dat ‘strafrechtelijk verwijtbaar is gehandeld’.

Snel zegt dat als uit vervolggesprekken blijkt dat ambtsmisdrijven hebben plaatsgevonden, dat dan ‘vanzelfsprekend’ actie wordt ondernomen. Verder verwijst de staatssecretaris vooral naar nog lopende onderzoeken van de commissie-Donner en de Auditdienst Rijk naar andere zaken waar de Belastingdienst onrechtmatig handelde. Die onderzoeken worden eind van dit jaar verwacht.

Klokkenluider had gelijk

Komende week moet Snel zich verantwoorden in een Kamerdebat over de toeslagenaffaire en zijn afhandeling ervan. Uit de Kamerbrief die hij vandaag stuurde, blijkt dat er veel vaker tegen wet- en regelgeving werd gehandeld door de Belastingdienst / Toeslagen.

Zo meldt hij dat klokkenluider Pierre Niessen, die eerder zijn verhaal deed bij RTL Nieuws en Trouw, gelijk had dat burgers in strijd met de wet werden aangepakt.

Meer: Pieter Klein Menno Snel  Ministerie van Financiën  Toeslagenaffaire Belastingdienst

Belastingdienst besprak compensatie, maar liet ouders in de kou staan

MSN 27.11.2019 De Belastingdienst heeft vorig jaar al gesproken over schadevergoeding voor meer gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire, maar liet de zaak daarna op zijn beloop. Dit blijkt uit een brief die staatssecretaris Menno Snel (Financiën) zojuist naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

“Ik kan niet uitsluiten dat binnen de Belastingdienst eerder is gesproken over de mogelijkheid van compensatie voor andere CAF-zaken”, meldt Snel. CAF staat voor Combiteam Aanpak Facilitators, dat synoniem is geworden voor het onterecht aanmerken van ouders als fraudeurs, waarbij toeslagen voor kinderopvang werden stopgezet.

Excuses en compensatie

In de zogeheten CAF11-zaak, rond één gastouderbureau in Eindhoven, wordt sinds een vernietigend rapport van de Nationale Ombudsman in 2017 gesproken over schadevergoeding. Daar werd tijden niets mee gedaan, tot afgelopen maand.

Na het rapport van de commissie-Donner, die de zaak onderzocht, bood snel Snel nogmaals excuses aan en beloofde een ‘ruimhartige’ compensatie voor een groep van 300 ouders, die in grote financiële problemen waren gekomen.

Snel erkent nu dat intern al in 2018 werd gesproken over compensatie in de 170 andere CAF-projecten. Deels gaat het daarbij om echte fraudegevallen, maar ook in een reeks andere zaken werden nog veel ouders onterecht gedupeerd.

Ook zij kregen te maken met terugvorderingen van tienduizenden euro’s. Uit interne ambtelijke documenten bleek al dat in oktober 2018 intern werd afgesproken ‘niet actief’ op zoek te gaan in andere dossiers dan CAF11.

Lees ook:

Ambtenaren Belastingdienst eisen straf voor leidinggevenden toeslagenaffaire

De Tweede Kamer vroeg afgelopen jaar regelmatig om evaluatierapporten in andere CAF-zaken, maar kreeg ze niet. Na de onthulling van RTL Nieuws en Trouw, gisteren, dat intern al eerder bekend was hoe mis het zat in de fraudejacht, stuurt Snel deze stukken nu naar de Kamer.

Hij zegt dat hij in maart van dit jaar voor het eerst van het bestaan van zulke documenten op de hoogte is gesteld, maar er geen kennis van nam: “Ik heb deze evaluaties vandaag voor het eerst zelf gezien.”

‘Geen signalen’

Het blijkt niet te gaan om 15, maar 75 rapporten, die nu alsnog naar de Kamer zijn gestuurd. Snel zegt dat ‘de juistheid, volledigheid en status van deze stukken niet vaststaat’. Ze zouden eerder ook niet gedeeld zijn met de ambtelijke en politieke leiding.

De voorganger van Snel zou ook niet op de hoogte zijn gesteld van de problemen in de ontspoorde fraudejacht. Hoewel vorig jaar bij de Belastingdienst al werd gesproken over compensatie voor meer gedupeerden, houdt Snel vol dat hij in maart ‘toen zelf nog geen signalen had over vergelijkbare problemen bij andere CAF-zaken’.

Snel bestrijdt dat hij de Kamer heeft misleid door de stukken tot dusver achter te houden. Hij zegt dat hij alle documenten heeft overhandigd aan de commissie-Donner, die vervolgonderzoek doet, en naar de Auditdienst Rijk, die alle CAF-zaken ook onder de loep neemt.

Uit beide onderzoeken moet blijken in welke zaken de Belastingdienst vaker over de schreef is gegaan, en wie alsnog compensatie moet krijgen. Het gaat hierbij waarschijnlijk om duizenden ouders. De dwanginvorderingen bij grote groepen mensen liepen tot begin deze maand gewoon door.

Lees ook:

Advocaat toeslagenaffaire ontevreden over schadevergoeding: ‘Schade loopt enorm uiteen’

Kamer ‘volledig’ informeren

De staatssecretaris zegt dat hij de Kamer steeds ‘zo juist en zo volledig mogelijk’ wilde informeren over de affaire. Hij bevestigt dat vorig jaar een aparte, afgesloten digitale schijf is gemaakt om stukken over het CAF11-project af te schermen, maar zegt dat het ‘niet juist’ is dat ze zijn afgeschermd met het doel om documenten te ‘verhullen’ voor medewerkers en de Tweede Kamer, of voor onderzoekers.

Volgens Snel zijn alleen ‘documenten met persoonsgegevens’ verplaatst. De onderzoekers werden ingeschakeld nadat bleek dat de Belastingdienst informatie achterhield in rechtszaken en voor de Tweede Kamer.

Morgen spreekt de Kamer achter gesloten deuren met de commissie-Donner. Vrijdag moet Snel de Kamer een uitgebreide tijdlijn sturen, waarin hij duidelijk maakt wie wanneer is geïnformeerd over het onrechtmatig handelen van de Belastingdienst en wat met die informatie is gedaan. Volgende week moet Snel zich verantwoorden in een Kamerdebat. De Kamer toont zich steeds kritischer over de afhandeling van de affaire.

RTL Nieuws; Menno Snel Belastingdienst  Toeslagenaffaire Belastingdienst  Schadevergoeding

Snel in toeslagenaffaire: ‘Nooit mijn bedoeling om stukken achter te houden’

NOS 27.11.2019 Staatssecretaris Snel van Financiën ontkent dat hij al geruime tijd weet dat het aantal gedupeerden in de toeslagenaffaire veel groter is dan hij heeft toegegeven. Gisteren stelden RTL Nieuws en Trouw dat Snel vertrouwelijke rapporten heeft achtergehouden voor de Tweede Kamer; die vraagt er sinds anderhalf jaar om.

“Er is van alles mis met deze zaak”, zegt de staatssecretaris. “Maar het was nooit mijn bedoeling om stukken achter te houden.”

De toeslagenaffaire draait om het onrechtmatig stopzetten van toeslagen voor kinderopvang. Honderden ouders werden ten onrechte bestempeld als fraudeur en gesommeerd om soms tienduizenden euro’s terug te betalen. De commissie-Donner, die de gang van zaken onderzocht, concludeerde al dat de fraude-aanpak was doorgeslagen en dat daarmee veel leed is aangericht.

Fraudebestrijding ontspoord

RTL en Trouw berichtten gisteren over vertrouwelijke evaluaties uit 2015 van fraudezaken van het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF), de eenheid die centraal staat in de affaire. De evaluaties zouden bevestigen dat de fraudebestrijding was ontspoord en dat er meer gedupeerden zijn dan eerder werd aangenomen.

Snel zegt dat het bestaan van de evaluaties al eerder is gemeld aan de Kamer, maar dat het onderzoek nog loopt. Hij stelt dat hij de Tweede Kamer had willen informeren als hij een compleet verhaal had. “Dan kan de Kamer het in een keer behandelen.”

Volgens Snel zou dat leiden tot een snellere afhandeling. Maar hij stuurt de evaluaties nu toch naar de Tweede Kamer. Komende woensdag is er een debat over de kwestie.

Bekijk ook;

’Angst onder medewerkers Belastingdienst door afrekencultuur’

Telegraaf 27.11.2019 Bij de Belastingdienst heerst een afrekencultuur die leidt tot angst onder medewerkers om misstanden te melden. Dat stelt FNV-bestuurder Mieke van Vliet na een enquête waaraan negenhonderd medewerkers van de Belastingdienst deelnamen.

Van Vliet wil dat verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel (Financiën) een onafhankelijke integriteitscommissie gaat instellen. “Er moet naar medewerkers geluisterd gaan worden. Daarvoor is een plek nodig waar ze veilig hun verhaal kwijt kunnen.” Zij stelt dat er sinds een vorig onderzoek in 2012 niets is veranderd. “De huidige problemen rond de kinderopvangtoeslagen zijn een direct gevolg hiervan.”

 FNV @FNV

Ambtenaren
belastingdienst voelen zich onveilig op hun werk. Wie misstanden meldt, wordt
daarop afgerekend en de kloof tussen werkvloer en leidinggevenden is groot. FNV
wil een onafhankelijke, externe integriteitscommissie. https://www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/fnv-overheid/2019/11/onveilig-werkklimaat-bij-belastingdienst …

Onveilig werkklimaat bij Belastingdienst

Medewerkers van de Belastingdienst voelen zich onveilig op hun werk. Wie misstanden meldt, wordt daarop afgerekend en de kloof tussen werkvloer en leidinggevenden is groot.

fnv.nl 14  7:17 AM – Nov 27, 2019 42 people are talking about this

Cultuuromslag

De FNV-enquête volgt op een campagne waarin de staatssecretaris medewerkers vraagt wat zij kunnen veranderen aan de cultuur bij de Belastingdienst. “Medewerkers geven in de enquête aan mee te willen helpen aan een cultuuromslag, maar verwachten vooral van het management het goede voorbeeld om verandering te brengen”, aldus Van Vliet.

Volgens Snel laat de toeslagenaffaire inderdaad zien dat de cultuur bij de Belastingdienst moet veranderen. Daarop wordt de komende tijd ook “extra ingezet”, laat een woordvoerder weten. Dat de dienst de afgelopen jaren niets aan de problemen zou hebben gedaan, spreekt hij evenwel tegen. “Er is heel veel veranderd bij de Belastingdienst sinds 2012.”

Bekijk meer van; economische sector overheidsbeleid arbeidswetgeving tewerkstelling Belastingdienst

Angst heerst op de werkvloer van de Belastingdienst’

NOS 27.11.2019 Het is slecht gesteld met de werksfeer bij de Belastingdienst. Medewerkers durven geen kritiek te geven op het beleid uit angst om hun baan te verliezen. Daarnaast voelen zij zich vaak niet gehoord door leidinggevenden. Dat blijkt uit een enquête van vakbond FNV.

De vragenlijst werd naar meer dan 3000 ambtenaren van de Belastingdienst en aanverwante diensten gestuurd. Ruim 935 van hen hebben geantwoord (.pdf) en volgens bijna iedereen heerst er een onveilige sfeer op de werkvloer. Mensen die kritiek hebben op het beleid worden op het matje geroepen en sommige van hen zijn hun baan verloren.

Cultuur aanpakken

Uit een eerder FNV-onderzoek bleek al dat een op de zes ambtenaren regelmatig door leidinggevenden onder druk wordt gezet om ‘niet integer’ te handelen. “Tegenspraak wordt niet geduld”, zegt FNV-bestuurder Mieke van Vliet. Bijna alle medewerkers willen dan ook een onafhankelijk externe integriteitscommissie waar zij hun verhaal kunnen doen.

Een woordvoerder van verantwoordelijk staatssecretaris Snel zegt: “In het dossier rond de kinderopvangtoeslag is cultuur door de staatssecretaris genoemd als een van de dingen die aangepakt moeten worden.” Volgende week spreekt Snel hierover met de Kamer.

Druk van bovenaf

Het is niet de eerste keer dat de verziekte werksfeer bij de Belastingdienst een onderwerp van gesprek is. Twee weken geleden deed oud-medewerker Pierre Niessen bij Trouw en RTL Nieuws een boekje open over zijn tijd bij de fiscus. Ook hij zegt nooit serieus genomen te zijn door de top van de Belastingdienst. “Het klopt helemaal wat Niessen heeft gezegd. Maar ook hij durft hier pas over te spreken nu hij met pensioen is”, zegt Van Vliet.

Ook werd de klokkenluider in de zaak over kinderopvangtoeslag door leidinggevenden berispt. Eerder dit jaar kwam aan het licht dat honderden en mogelijk zelfs duizenden ouders ten onrechte waren aangemerkt als fraudeurs. De ambtenaar die de stukken gaf aan de rechter werd vervolgens geschorst en kreeg te horen dat zijn contract niet werd verlengd.

De Belastingdienst piept en kraakt al langer. NOSop3 maakte deze zomer een explainer over de problemen:

Belastingdienst explainer NOS op 3

Dat de frustratie over de toeslagenaffaire groot is bij de medewerkers van de fiscus blijkt wel uit de reacties op het intranet van de Belastingdienst waarin RTL Nieuws en Trouw inzage hadden. Ambtenaren zouden daar hun frustratie en onvrede hebben geuit over de top van de Belastingdienst en eisen dat de betrokken leidinggevenden gestraft worden.

Staatssecretaris Snel schreef in september in een brief aan de Kamer dat hij de cultuur bij de Belastingdienst wil aanpakken. Zo moet er weer oog komen voor de menselijke maat en moet er meer vertrouwen binnen de organisatie komen. Maar volgens Van Vliet is de staatssecretaris nog weinig concreet en is niet duidelijk hoe hij dit voor elkaar wil krijgen.

Lijken in de kast

Dat laatste is te verklaren, zegt Snels woordvoerder tegen de NOS. “Het is nog maar heel kort geleden aangekondigd dat er ook op het gebied van cultuur ingegrepen gaat worden bij de Belastingdienst.”

De vakbond benadrukt dat de echte cultuurverandering vooral van bovenaf moet komen. Leidinggevenden zouden moeten zorgen voor een veiligere werkomgeving. “Er is een heel lange weg te gaan. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard”, zegt Van Vliet. Het helpt volgens haar ook niet dat nog niet alle problemen bekend zijn. “Het schandaal rond de kinderopvangtoeslag is niet het laatste. Er liggen nog meer lijken in de kast.”

Bekijk ook;

‘Staatssecretaris Snel houdt documenten achter in toeslagenaffaire’

NU 26.11.2019 Staatssecretaris Menno Snel van Financiën houdt documenten achter die aantonen dat er meer gedupeerden zijn in de toeslagenaffaire, concluderen RTL Nieuws en Trouw op basis van vertrouwelijke evaluatierapporten uit 2015 waarover zij beschikken.

Uit de stukken zou blijken dat Snel al veel langer weet dat het aantal gedupeerden als gevolg van het onrechtmatig stopzetten van toeslagen veel groter is dan hij heeft gezegd.

De documenten zouden al sinds maart 2015 bekend zijn bij de Belastingdienst, maar Snel ontwijkt al anderhalf jaar het verzoek om die met de Tweede Kamer te delen. Afgelopen vrijdag weigerde Snel opnieuw de documenten met de Kamer te delen.

De toeslagenaffaire gaat over het onrechtmatig stopzetten van toeslag voor kinderopvang. Honderden ouders werden onjuist aangemerkt als fraudeur en moesten tot tienduizenden euro’s terugbetalen.

Coalitiepartijen eisen opheldering van het ministerie

De zaak die de affaire aan het rollen kreeg, draaide om een Eindhovens gastouderbureau. Bij dat bureau werden driehonderd ouders slachtoffer. Snel heeft altijd gezegd “geen externe signalen” te hebben ontvangen dat ook in andere, vergelijkbare zaken fouten zijn gemaakt.

Coalitiepartijen CDA, VVD en oppositiepartijen PvdA en SP hebben geschokt gereageerd en eisen opheldering. Ook willen ze dat de documenten alsnog onmiddellijk naar de Kamer gaan.

Snel: ‘Goed onderzoek kost even tijd’

Een woordvoerder van Snel (D66) laat dinsdag in een reactie weten dat het bestaan van de stukken waar Trouw en RTL op doelen al aan de Tweede Kamer is gemeld. “De staatssecretaris wil ook precies weten wat er aan de hand is. Maar het gaat om tienduizenden pagina’s; het kost enige tijd om alles goed te onderzoeken.”

Snel hoopt de Kamer voor het einde van het jaar over zijn bevindingen te kunnen rapporteren.

Lees meer over: Politiek

‘Staatssecretaris Snel misleidt de Kamer’

Telegraaf 26.11.2019 De druk op staatssecretaris Menno Snel van Financiën neemt verder toe. Coalitie en oppositie willen weten of hij cruciale documenten in de toeslagenaffaire achterhoudt voor de Kamer.

Uit stukken die in handen zijn van Trouw en RTL zou blijken dat hij al veel langer weet dat het aantal gedupeerden als gevolg van het onrechtmatig stopzetten van toeslagen veel groter is.

Uit vertrouwelijke evaluaties uit 2015 van fraudezaken van het zogeheten Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) zou naar voren komen dat de werkwijze van de fiscus de afgelopen jaren compleet ontspoorde en dat onschuldige burgers daar massaal de dupe van werden. Hoewel die documenten sinds maart 2015 bekend zijn bij de Belastingdienst, ontwijkt Snel al anderhalf jaar het verzoek om die met de Tweede Kamer te delen.

Coalitiepartijen CDA en VVD, en oppositiepartijen PvdA en SP eisen onmiddellijk opheldering van de staatssecretaris. „Snel heeft een groot probleem”, zegt SP’er Leijten. „Er zijn wel bewindspersonen om minder opgestapt.” Ze noemt de zaak een ’heel diepe en stinkende beerput’.

CDA’er Omtzigt wil nu van Snel weten waarom de evaluaties niet al gedeeld zijn met de Kamer. „Uit de evaluaties in 2015 van alle CAF-zaken blijkt dat toen waarschijnlijk al duidelijk was dat een aantal ouders fors de dupe was hiervan”, zegt Omtzigt. „De kernvraag is dan: waarom is er doorgeprocedeerd tegen al die ouders? Met alle gevolgen – zoals echtscheiding, baanverlies, depressies en schuldsanering – die daarbij horen?”

„De staatssecretaris moet per ommegaande de verborgen gehouden documenten naar de Tweede Kamer sturen”, reageert PvdA-Kamerlid Nijboer. „We hebben er meermaals naar gevraagd. De staatssecretaris heeft een hele hoop uit te leggen.”

Een woordvoerder van Snel stelt in een reactie weten dat de Kamer niet is misleid en dat er geen documenten achter zijn gehouden. „Alle documenten die naar boven worden gehaald, hebben we met de commissie-Donner en de Auditdienst Rijk gedeeld.” De auditdienst doet momenteel uitgebreid onderzoek naar de toeslagenaffaire. De commissie-Donner besloot vorige week dat gedupeerde ouders ruim gecompenseerd moeten worden.

Bekijk ook: 

Compensatie voor ’financiële nachtmerrie’ toeslagouders 

Het naar boven halen van alle administratie is volgens de woordvoerder ’bijna archeologisch werk’, omdat de administratie bij Toeslagen niet op orde is. Snel ging twee weken geleden door stof voor de toeslagouders, die door tunnelvisie bij de Belastingdienst opgejaagd werden en onterecht tot tienduizenden euro’s terug moesten betalen.

Bekijk ook: 

Snel door het stof voor toeslagouders 

Bekijk meer van; overheidsbeleid misdaad overheid Menno Snel Tweede Kamer der Staten-Generaal Belastingdienst

Beeld ANP

Ambtenaren Belastingdienst eisen straf voor leidinggevenden toeslagenaffaire

Trouw 26.11.2019 Ambtenaren van de Belastingdienst roepen op tot maatregelen tegen leidinggevenden die verantwoordelijk waren voor de toeslagenaffaire.

De manier waarop de huidige top van de Belastingdienst de affaire afhandelt vinden veel medewerkers van de dienst volstrekt onvoldoende, zo blijkt uit een reeks woedende reacties van medewerkers op de ‘Beeldkrant’, het intranet van de Belastingdienst, waarin ‘RTL Nieuws’ en Trouw  inzage hadden.

Ambtenaren van de Belastingdienst luchten daar hun hart over de toeslagen-affaire, en dringen erop aan dat alsnog ‘verantwoordelijkheid’ wordt genomen. Er heerst grote onvrede en ambtenaren vinden de reacties van de top van de Belastingdienst en staatssecretaris Snel (financiën) veel te slap. Verantwoordelijken zouden in elk geval disciplinair gestraft moeten worden, en sommigen roepen openlijk op tot het inschakelen van de Rijksrecherche.

Vooral twee berichten van de hoogste baas van de Belastingdienst, directeur-generaal Jaap Uijlenbroek, zijn  veel ambtenaren in het verkeerde keelgat geschoten. “Dus laten we de kritiek ter harte nemen”,  schreef hij vorige week in reactie op het rapport van de commissie-Donner. Die commissie oordeelde hard over de ‘institutionele vooringenomenheid’ van de Belastingdienst bij vermoedens van fraude met kinderopvangtoeslag.

‘Hogere echelons’

Maar veel medewerkers vinden het onterecht dat Uijlenbroek spreekt over ‘we’, terwijl zij jarenlang aan de bel trokken, fatsoenlijk hun werk probeerden te doen, maar nooit werden gehoord. Zij vinden dat hogere leidinggevenden zélf consequenties moeten trekken. Zij wijzen naar de ‘hogere echelons’ doelbewust de keuze maakten om ouders genadeloos aan te pakken: “Dat is dus niet aan ‘de medewerker’ te wijten.”

Staatssecretaris Menno Snel van financiën heeft tot dusver geen ambtenaren aangepakt die verantwoordelijk waren voor tegen de wet in handelen door de Belastingdienst. Snel zei bovendien geen aanwijzingen te hebben van mogelijke ambtsmisdrijven.

Na de felle kritiek van ambtenaren zette directeur-generaal Uijlenbroek dinsdag de deur op een kier om toch maatregelen te treffen tegen verantwoordelijken. “Daar waar individuen aantoonbaar en toerekenbaar fouten hebben gemaakt, moet en zal natuurlijk een passende maatregel worden genomen.”

Lees ook:

Staatssecretaris Snel misleidt de Kamer in toeslagenaffaire

Staatssecretaris Snel van financiën weet al langer dat er sprake is van veel meer gedupeerden in de toeslagenaffaire. Documenten die dat aantonen houdt hij achter voor de Tweede Kamer

De top van de Belastingdienst drukte de onrechtmatige aanpak stopzetten kinderopvangtoeslag erdoor

De hoogste ambtenaren van de Belastingdienst gaven opdracht tot onrechtmatig handelen. Informatie hierover werd achtergehouden en in de doofpot gestopt.

Kinderopvangtoeslag

Meer over; Belastingdienst politiek misdaad misdaad, recht en justitie economie, business en financiën Menno Snel Kinderopvangtoeslag Jan Kleinnijenhuis

Ambtenaren Belastingdienst eisen straf voor leidinggevenden toeslagenaffaire

RTL 26.11.2019 Ambtenaren van de Belastingdienst roepen op tot maatregelen tegen leidinggevenden die verantwoordelijk waren voor de toeslagenaffaire, waarbij toeslagen voor kinderopvang onrechtmatig werden stopgezet. Medewerkers vinden dat betrokkenen disciplinair moeten worden gestraft.

Sommigen roepen openlijk op tot het inschakelen van de Rijksrecherche, blijkt uit een reeks woedende reacties van medewerkers op de Beeldkrant, het intranet van de Belastingdienst, waarin RTL Nieuws en Trouw inzage hadden.

Grote onvrede

Ambtenaren van de Belastingdienst luchten daar hun hart over de toeslagenaffaire en dringen erop aan dat alsnog ‘verantwoordelijkheid’ wordt genomen. Er heerst grote onvrede en ambtenaren vinden reacties van de top van de Belastingdienst en staatssecretaris Snel (Financiën) veel te slap.

De ambtenaren verwijzen ook naar de onthullingen van vandaag – dat ook bij de staatssecretaris al veel langer bekend was welke fouten zijn gemaakt, en dat duizenden ouders daardoor gedupeerd zijn. “Schei toch uit! Neem je verantwoordelijkheid en pak je biezen. Allemaal.”

Vooral de hoogste baas van de Belastingdienst, directeur-generaal (DG) Jaap Uijlenbroek, krijgt het zwaar te verduren. Hij zei vorige week in een interne blog: “Dus laten we de kritiek ter harte nemen.”

Niet gehoord

Vooral dat ‘we’ heeft kwaad bloed gezet. Veel medewerkers zeggen dat zij jarenlang aan de bel trokken, fatsoenlijk hun werk probeerden te doen, maar niet werden gehoord. Zij vinden dat hogere leidinggevenden zélf consequenties moeten trekken. Zij wijzen naar de ‘hogere echelons’ die doelbewust de keuze maakten om ouders genadeloos aan te pakken: “Dat is dus niet aan ‘de medewerker’ te wijten.”

Staatssecretaris Snel heeft nog geen ambtenaren aangepakt die verantwoordelijk waren voor het handelen tegen de wet in door de Belastingdienst. Net als de commissie-Donner, die de affaire onderzocht, sprak hij alleen van ‘institutionele vooringenomenheid’, waardoor mensen onterecht tot fraudeur werden bestempeld en in grote financiële problemen kwamen.

Passende maatregel

Uijlenbroek sluit maatregelen vandaag niet uit in een reactie op de storm van interne kritiek: “Daar waar individuen aantoonbaar en toerekenbaar fouten hebben gemaakt, moet en zal natuurlijk een passende maatregel worden genomen.”

Deze aankondiging komt na tal van oproepen om alsnog schoon schip te maken. “Alles roept bij velen de vraag op of er nog echt persoonlijke verantwoordelijkheid wordt genomen voor deze Toeslagenaffaire. Broodnodig voor een begin van herstel van vertrouwen in de Belastingdienst.”

Voor de rechter

Als dat niet gebeurt, schrijft deze ambtenaar, zal het ‘gezaghebbend functioneren’ van de ambtelijke top onderuitgaan. Als maatregelen uitblijven, zou Snel mogelijk de eer aan zichzelf moeten houden: “Een bewindspersoon is ook verantwoordelijk voor de ‘fouten’ van zijn voorganger.”

Voor sommige (oud-) medewerkers staat al vast dat toenmalige topambtenaren ‘voor de rechter moeten verschijnen om deze te laten oordelen over het ambtsmisdrijf’. “De enige manier waarop je het vertrouwen van de burger, van ons (medewerkers) en onze zeer moedige klokkenluider kunt herwinnen.”

‘Zeer ernstige handelingen’

Anderen vragen zich af: “Is de Rijksrecherche ingelicht of ingezet? Want het moge duidelijk zijn dat het in de top niet goed zit…” Waarop een collega zegt dat dit al lang had moeten gebeuren en dat ‘obstructie van de rechtsgang’ dreigt. Een collega-ambtenaar zegt dat ‘binnen onze organisatie zeer ernstige handelingen zijn verricht’, wat mogelijk strafrechtelijke gevolgen moet hebben.

Een ambtenaar zegt dat het onderhand tijd wordt dat ‘wij als Belastingdienstmedewerkers het Malieveld in De Haag gaan reserveren voor een protestactie van een paar dagen’. “Niet voor meer loon (al is dat natuurlijk ook welkom), maar als protest tegen de verantwoordelijken voor deze enorme chaos.” Het wordt tijd, zegt deze ambtenaar, dat mensen in de spiegel gaan kijken ‘en daarna hun conclusies trekken’.

‘Nietsontziende dadendrang’

De ambtenaren zijn ook boos, omdat velen intern al aan de bel trokken. “Veel medewerkers hebben al jaren aangegeven dat je zo niet om kunt gaan met toeslaggerechtigden (burgers).” Anderen wijzen erop dat medewerkers van de dienst integriteit hoog in het vaandel hebben staan en dat zij de ‘nietsontziende dadendrang’ van leidinggevenden en het ‘respectloos optreden tegen burgers’ verafschuwen. “Mijn maag begint te draaien.”

Dienst stapelt blunder op blunder

Uit de vloed van reacties op het intranet van de Belastingdienst blijkt hoeveel schade de toeslagenaffaire en de afwikkeling ervan heeft aangericht: “Na 46 jaar trotse medewerker van de Belastingdienst te zijn geweest sta ik aan de vooravond van mijn pensioen”, schrijft een medewerker. “Als ik op deze jaren terugkijk, dan word ik boos, ZEER boos.

Hoe heeft deze organisatie zo kunnen afglijden van een perfect lopende en best presterende rechtshandhavingsorganisatie tot deze organisatie? Alles wat mij in die 46 jaar met de paplepel is ingegeven schijnt voor de hogere dienstleiding niet te gelden.”

Ambtenaren maken duidelijk dat zij in hun dagelijkse werk vaak worden aangesproken door burgers, dat ze niet meer worden vertrouwd. En dat zij zich schamen voor hun eigen dienst. Wat ook steekt, is dat volgens de ambtenaren de beleidsmakers blunder op blunder stapelen en de werkvloer vervolgens de klappen moet opvangen en de rotzooi opruimen.

“Dat gaat een keer mis. Zo mis, dat er collega’s zijn die de klerezooi niet meer kunnen en willen aanzien en bij de eerste de beste gelegenheid de kans grijpen om de Belastingdienst de rug toe te keren.”

De Tweede Kamer heeft de afgelopen dagen reeksen nieuwe kritische vragen voorgelegd aan staatssecretaris Snel over het illegale handelen van de Belastingdienst en wie daarvoor verantwoordelijk was. Ook moet hij tekst en uitleg geven over  het achterhouden van stukken. Volgende week wacht Snel een zwaar beladen Kamerdebat over de affaire.

Klokkenluider kon misstanden niet langer aanzien

Bekijk deze video op RTL XL

Pierre Niessen, oud-medewerker van de Belastingdienst, zag van binnenuit hoe het misging. Hij kaartte de misstanden aan, maar dat werd hem niet in dank afgenomen.

meer: Pieter Klein Menno Snel  Belastingdienst  Rijksrecherche  Ministerie van Financiën  Toeslagenaffaire Belastingdienst

Belastingmedewerkers uiten woede over toeslagenaffaire

NU 26.11.2019 Binnen de Belastingdienst heerst grote onvrede over de wijze waarop de leiding is omgegaan met de toeslagenaffaire. Dat blijkt uit furieuze reacties op het intranet van de dienst, waar Trouw en RTL Nieuws inzage in hadden.

Sommige medewerkers schrijven dat er disciplinaire maatregelen genomen moeten worden tegen de verantwoordelijken. Een aantal roept vrijuit op tot het inschakelen van de Rijksrecherche, blijkt uit reacties op de Beeldkrant, zoals het intranet van de dienst heet.

Medewerkers vinden dat staatssecretaris van Financiën Menno Snel en de top van de Belastingdienst veel te slap reageren op de affaire. Hierbij werd de kinderopvangtoeslag van ouders jarenlang onterecht stopgezet. Zeker driehonderd gezinnen kwamen hierdoor in financiële problemen.

Tot nu toe heeft Snel nog geen maatregelen getroffen tegen de verantwoordelijken. Op het intranet stellen ambtenaren dat er alsnog verantwoordelijkheid genomen moet worden. De top maakte volgens hen doelbewust de keuze om ouders hard aan te pakken.

Dit wordt bevestigd door eerder onderzoek van Trouw en RTL Nieuws, waaruit bleek dat toeslagen door het team dat hier verantwoordelijk voor was moedwillig werden dichtgedraaid, ook al waren ze waarschijnlijk terecht vergund. De top zou hiervan op de hoogte zijn geweest, bevestigde staatssecretaris Snel.

Verontwaardiging na post van hoogste baas

Twee berichten van de hoogste baas van de Belastingdienst Jaap Uijlenbroek werden dan ook met de verontwaardiging ontvangen door belastingmedewerkers. “Laten we de kritiek ter harte nemen”, schreef hij in reactie op een kritisch rapport van de commissie-Donner over de affaire.

Dat Uijlenbroek over “wij” schrijft, is ongepast, reageren verschillende ambtenaren. Jarenlang zouden zij aan de bel getrokken hebben, maar niet gehoord zijn. De leiding wist dat er iets misging, maar handelde niet. Tegelijkertijd werden ouders moedwillig hard aangepakt.

Gedupeerde gezinnen ontvangen compensatie

Staatssecretaris Snel zou zelf mogelijk ook langer op de hoogte zijn geweest van de misstanden binnen de dienst. Zo zou hij documenten achterhouden voor de Tweede Kamer waaruit dit blijkt, schreven RTL Nieuws en Trouw eerder op basis van onderzoek.

De gedupeerde driehonderd gezinnen hebben inmiddels excuses gekregen en zullen financiële compensatie ontvangen, waaronder voor de immateriële schade die ze hebben geleden, maar hierbij lijkt de zaak nog niet afgelopen te zijn. Snel zei eerder deze maand dat er mogelijk nog negenduizend andere zaken zijn waarbij er iets mis is gegaan bij de toeslagen.

Lees meer over: Politiek  Toeslagen  Economie

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën op 15 november tijdens de persconferentie over de conclusies van de commissie-Donner, die het optreden van de Belastingdienst onderzocht in de affaire rond de kinderopvangtoeslag. © ANP

Ambtenaren Belastingdienst eisen straf voor leiding

AD 26.11.2019 Ambtenaren van de Belastingdienst roepen op tot maatregelen tegen leidinggevenden die verantwoordelijk waren voor de toeslagenaffaire, waarbij toeslagen voor kinderopvang onrechtmatig werden stopgezet. Medewerkers vinden dat betrokkenen disciplinair moeten worden gestraft.

Sommigen roepen openlijk op tot het inschakelen van de Rijksrecherche. Dat blijkt uit een reeks woedende reacties van medewerkers op de Beeldkrant, het intranet van de Belastingdienst, waarin RTL Nieuws en Trouw inzage hadden.

Ambtenaren van de Belastingdienst luchten daar hun hart over de toeslagenaffaire en dringen erop aan dat alsnog “verantwoordelijkheid” wordt genomen. Er heerst grote onvrede en ambtenaren vinden de reacties van de top van de Belastingdienst en staatssecretaris Snel (Financiën) veel te slap.

De staatssecretaris meldde medio november dat het kabinet ernaar streeft gedupeerde ouders in de zogenoemde CAF-11-zaak over de onterechte terugvordering van kinderopvangtoeslagen, nog voor het einde van dit jaar financieel te compenseren.

De schadevergoeding wordt vormgegeven zoals de commissie-Donner, die onderzoek deed naar de affaire en daar deze week verslag over uitbracht, heeft geadviseerd. De gedupeerden krijgen de onterecht teruggevorderde bedragen alsnog uitbetaald en ontvangen daarnaast extra compensatie voor materiële en immateriële schade.

Grensoverschrijdend 

Snel oordeelde in navolging van de commissie-Donner hard over de fouten die de fiscus in deze zaak maakte. ,,Het is écht, écht niet ok wat er is gebeurd”, zei de bewindsman in een toelichting. Honderden gezinnen werden ten onrechte van fraude beticht en in de financiële ellende gestort doordat zij vele duizenden euro’s aan toeslagen moesten terugbetalen.

Ook nadat duidelijk werd dat de Belastingdienst op het verkeerde spoor zat, ging de dienst toch door met invorderen. Sommige ouders werden zelfs gedwongen hun huis te verkopen.

Volgens Snel hadden de gedupeerde ouders ‘geen schijn van kans’. De Belastingdienst ging er bij voorbaat van uit dat ze fraudeurs waren. ,,We zijn over de grens gegaan’’, zegt hij.

Informatieoorlog tussen Kamer en kabinet verdiept zich in toeslagaffaire

AD 26.11.2019 De kritiek op staatssecretaris Menno Snel van Financiën in de toeslagaffaire neemt toe. Een groot deel van de Tweede Kamer vindt dat de D66’er documenten achterhoudt. Snel houdt echter vol dat hij volgens de Grondwet niet elk ambtelijk stuk naar het parlement hoeft te sturen.

De kinderopvangtoeslagaffaire dreigt om te slaan in een informatieoorlog tussen Kamer en kabinet. Terwijl de omvang van de zaak uitdijt – inmiddels wordt uitgegaan van duizenden gezinnen die onterecht van fraude zijn beschuldigd – brengen uitgelekte stukken verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel (Financiën) in het nauw.

“Het enige wat nu nog helpt, is een parlemen­tai­re enquête. Dan hoeven we namelijk niet te vragen om documenten, maar kunnen we ze gewoon opeisen”, aldus Renske Leijten, SP.

Volgens Trouw en RTL Nieuws heeft de D66-bewindsman de Kamer ‘misleid’, nu uit vertrouwelijke evaluaties blijkt dat al in 2015 bekend was dat de aanpak van het antifraudeteam CAF aan het ontsporen was. Hoewel Snel het bestaan van deze evaluaties nooit heeft ontkend, heeft hij tot vier maal toe geweigerd deze naar de Tweede Kamer te sturen.

Nu ze alsnog op straat liggen, zien Kamerleden hun vermoedens bevestigd dat gedupeerden veel eerder geholpen hadden kunnen worden als Snel de stukken ‘gewoon’ zou hebben gedeeld. Zij eisen dat de documenten alsnog per ommegaande met het parlement worden gedeeld.

Snel blijft echter weigeren deze ambtelijke stukken te verstrekken. Er is momenteel onderzoek gaande door de Auditdienst Rijk, waarbij tienduizenden stukken worden doorgezocht. Volgens Snel is het niet zorgvuldig om uit deze berg documenten een vijftiental papieren naar de Tweede Kamer te sturen zonder duiding en zonder eerst te checken of de informatie wel klopt.

Lees ook;

Lees meer

Botsing

Hier botst hij hard met de Kamer en CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt in het bijzonder. Die beroept zich op artikel 68 van de Grondwet, waarin staat dat het kabinet de Kamer ‘inlichtingen’ hoort te verstrekken als Kamerleden die verlangen. Volgens Omtzigt betekent deze bepaling dat de Kamer elk document moet krijgen waar het om vraagt. Snel – en de rest van het kabinet – ziet dat echter anders. Volgens de regering heeft de Kamer recht op inlichtingen, maar niet op documenten. Deze lijn werd onlangs nog door minister van Binnenlandse Zaken Raymond Knops bevestigd.

Omtzigt beroept zich niet alleen in de toeslagenkwestie op artikel 68. Hij uitte eerder ook al in andere zaken zijn frustratie dat de regering niet met gevraagde stukken over de brug kwam. De vraag blijft in hoeverre de CDA’er consequenties verbindt aan de onthulling. Opvallend is dat hij het woord ‘misleiding’ vooralsnog niet heeft overgenomen.

De oppositie lijkt al een stuk verder te zijn met haar oordeel over Snel. Volgens PvdA-Kamerlid Henk Nijboer probeert de D66’er documenten in de ‘doofpot’ te stoppen. Ook het geduld van SP-Kamerlid Renske Leijten raakt op: ,,Het enige wat nu nog helpt, is een parlementaire enquête. Dan hoeven we namelijk niet te vragen om documenten, maar kunnen we ze gewoon opeisen.’’

Staatssecretaris Menno Snel tijdens de persconferentie over de conclusies van de commissie-Donner die onderzoek deed naar het optreden van de Belastingdienst in de affaire rond de kinderopvangtoeslag. Beeld ANP

Staatssecretaris Snel misleidt de Kamer in toeslagenaffaire

Trouw 26.11.2019 Staatssecretaris Snel van financiën weet al langer dat er sprake is van veel meer gedupeerden in de toeslagenaffaire. Documenten die dat aantonen houdt hij achter voor de Tweede Kamer.

Staatssecretaris Menno Snel van financiën houdt nog altijd cruciale documenten in de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst achter voor de Tweede Kamer. Uit die stukken blijkt dat hij al veel langer weet dat het aantal gedupeerden als gevolg van het onrechtmatig stopzetten van toeslagen veel groter is.

Uit vertrouwelijke evaluaties uit 2015 van fraudezaken van het zogeheten Combiteam Aanpak Facilitators (CAF), die in handen zijn van Trouw en ‘RTL Nieuws’, blijkt dat de werkwijze van de fiscus de afgelopen jaren compleet ontspoorde en dat onschuldige burgers daar massaal de dupe van werden. Hoewel die documenten sinds maart 2015 bekend zijn bij de Belastingdienst, ontwijkt Snel al anderhalf jaar het verzoek om die met de Tweede Kamer te delen.

‘De overheid gedraagt zich als een bullebak’

Coalitiepartijen CDA en VVD, en oppositiepartijen PvdA en SP eisen onmiddellijk opheldering van Snel en willen dat alle eerder gevraagde documenten alsnog ‘per ommegaande’ naar de Kamer gaan. “De overheid gedraagt zich als een bullebak, ouders zijn de dupe en de staatssecretaris probeert voor hem onwelgevallige documenten in de doofpot te stoppen”, concludeert Tweede Kamerlid Henk Nijboer (PvdA).

Helma Lodders (VVD) noemt “de hele situatie schandalig, in de eerste plaats richting de ouders”. Volgens Pieter Omtzigt (CDA) heeft een oplossing voor ouders veel langer dan nodig op zich laten wachten door het achterhouden van documenten.

Een woordvoerder geeft geen antwoord op de vraag wanneer Snel wist van het bestaan van de stukken, en waarom ze zijn achtergehouden voor het parlement. Afgelopen vrijdag nog weigerde Snel opnieuw de documenten met de Kamer te delen, volgens de woordvoerder omdat Financiën “de specifieke CAF-zaken (…) niet voor ogen had”. Hij verwijst naar nog lopende onderzoeken door de commissie-Donner en de Audit Dienst Rijk: “Na afronding van deze onderzoeken wordt ook nader op de andere CAF-zaken ingegaan”.

Fraudejacht

Snel heeft altijd volgehouden ‘geen externe signalen’ te hebben dat er ook in andere CAF-zaken fout is gehandeld. Uit de genoemde evaluaties blijkt dat dit intern sinds begin 2015 bekend was. Helder wordt hoeveel de fraudejacht opleverde aan terugvorderingen voor de Belastingdienst, maar ook dat ouders massaal bezwaar indienden na stopzetting van hun kinderopvangtoeslag.

In vrijwel alle zaken gebeurde dit zonder definitief bewijs van fraude van de betrokken gastouderbureaus. Een aantal van hen is later wel veroordeeld, maar onduidelijk is of ouders daarvan hadden kunnen weten.

De documenten zijn vanaf september 2018 naar een beveiligde IT-omgeving verplaatst, toen bleek dat interne documenten opdoken in rechtszaken van gedupeerde ouders. Trouw publiceerde destijds over het achterhouden van ontlastend materiaal door de Belastingdienst. Naast het afschermen van informatie voor de eigen medewerkers startte de fiscus met medeweten van Snel een klopjacht op de klokkenluider.

Informatie werd herhaaldelijk achtergehouden

Kort daarop startte Snel ook een uitgebreid onderzoek naar documenten bij Toeslagen, omdat herhaaldelijk bleek dat informatie voor de Kamer werd achtergehouden. Maar de onderzoekers keken niet naar de beveiligde IT-omgeving waar alle relevante informatie inmiddels stond. Snel werd daarover wel geïnformeerd, blijkt uit notities.

Toch informeerde hij de Kamer daar niet over. Het bewijs van het achterhouden van informatie blijkt uit een inventarislijst van de beveiligde IT-omgeving, die vorige week werd vrijgegeven na een verzoek van RTL Nieuws en Trouw.

Ambtenaren maakten zich destijds vooral druk om mogelijke schadevergoedingen aan ouders, blijkt uit andere notities aan Snel. Schade die vergoed zou worden aan ruim 300 ouders van het gastouderbureau uit Eindhoven, zou ook gedupeerden in andere CAF-zaken moeten toekomen.

“Eventueel ook CAF breed beoordelen of schadevergoedingen moeten worden toegekend”, staat in een ‘actieplanning’ die Snel op 20 september vorig jaar kreeg. Ruim een week later besloot de Belastingdienst echter niet op zoek te gaan naar meer gedupeerden: “niet actief op andere dossiers zoekacties doen”, staat in een notitie aan Snel.

Lees ook:

Jesse Klaver: geef alle ouders drie dagen gratis kinderopvang.

Schaf de opvangtoeslag af, zegt GroenLinks-leider Jesse Klaver, en biedt ouders in plaats daarvan drie dagen per week gratis opvang. ‘Het moet simpeler.’

De top van de Belastingdienst drukte de onrechtmatige aanpak stopzetten kinderopvangtoeslag erdoor

De hoogste ambtenaren van de Belastingdienst gaven opdracht tot onrechtmatig handelen. Informatie hierover werd in de doofpot gestopt

Commissie oordeelt snoeihard over Belastingdienst: ouders moeten schadevergoeding krijgen

Een adviescommissie van oud-minister Piet Hein Donner komt met keiharde conclusies over het optreden van de Belastingdienst in een fraudeonderzoek naar kinderopvangtoeslag. Ouders hadden geen enkele kans om te ontsnappen, en hebben recht op ruimhartige compensatie.

‘Vanuit Blauw nu toch een Ghana populatie aan het bekijken’. Zo zocht de Belastingdienst naar fraude op basis van nationaliteit

Zelf had de Belastingdienst wel in de gaten hoe gevoelig het lag. Maar hij deed het toch: gegevens over (tweede) nationaliteit gebruiken om fraude op te sporen. Uit honderden vrijgegeven documenten blijkt hoe dat in zijn werk gaat.

Kinderopvangtoeslag

Meer over; Belastingdienst politiek misdaad, recht en justitie misdaad Kinderopvangtoeslag Jan Kleinnijenhuis

Een nieuwe tactiek van de Belastingdienst, maar het werkt!

AD 19.11.2019 Monica Beek (42) is journalist. Ze woont samen met haar dochters van 11 en 8 en heeft een vriend. Monica krijgt een flink bedrag terug van de Belastingdienst. Daar weet ze wel raad mee.

Het was zo’n blauwe envelop waarvan ik zonder hem open te maken ook wel wist wat erin stond. Ik had nog geen aangifte gedaan over 2018. Vergeten, verdrongen, zoiets. Ik pakte de envelop van de mat en scheurde het papier open. Of ik alsnog aangifte wilde doen, want er was gebleken dat ik wellicht geld liet liggen. Ah, een nieuwe tactiek van de Belastingdienst. ‘Doe nou maar, want wie weet valt er iets te halen.’

lees ook;

Een hele was in 37 minuten, ongelooflijk die machines in de wasserette

Lees meer

Een hele was in 37 minuten, ongelooflijk die machines in de wasserette

Jazz leek me meer iets voor een zweterige nachtclub dan voor een keurige schouwburg

Lees meer

Wat zal ik ermee doen? Een nieuwe bank? Een ticket naar Argentinië? En sparen natuurlijk, er moet ook gespaard worden

Het werkte. Misschien zou ik echt een paar honderd euro terugkrijgen, mooi meegenomen met december aanstaande. In de trein naar Nieuwe Liefde logde ik daarom in bij Vadertje Staat. Nee, ik heb geen eigen huis, geen aandelenoptierechten, geen buitenlandse ondernemingen en geen schenkingen (al blijf ik hopen). Mijn financiële leven is rechttoe rechtaan. Ik krijg loon en ik betaal huur, punt.

En toen stond het binnen tien minuten onderaan de pagina: de voorlopige conclusie is dat ik 2831 euro terugkrijg. Iets met heffingskorting, maar dat zal me verder een worst wezen. 2831 euro, daar gaat het om. Binnen drie maanden hoopten ze me het definitieve oordeel te kunnen geven. Nu ik te laat was geweest, gingen zij zich duidelijk ook niet haasten.

Sindsdien verkneukel ik me bij de gedachte aan al dat gratis geld. Wat zal ik ermee doen? Een goeie shopsessie samen met Nieuwe Liefde? We kunnen allebei wel een winterjas gebruiken. Een nieuwe bank? De oude stinkt en is alleen te bezitten met een deken eroverheen. Een ticket naar Argentinië om eindelijk eens te zien waar mijn beste vriendin woont? En sparen natuurlijk, er moet ook gespaard worden.

Allemaal van nog geen 3000 euro, vroeg Nieuwe Liefde lachend. Eh ja, of misschien toch nee. Waarschijnlijk zal het iets minder zijn, want ik vier alvast een klein beetje feest op kosten van de Belastingdienst. Leuke trui? Kan best, want binnenkort krijg ik toch 3000 euro. Verjaardagscadeautje voor Jongste Dochter? Mag een beetje duurder zijn deze keer. Uit eten, tuurlijk, waarom niet?

Komt goed, als ze het bij de Belastingdienst maar niet wagen om van gedachten te veranderen.

Advocaat toeslagenaffaire ontevreden over schadevergoeding: ‘Schade loopt enorm uiteen’

RTL 19.11.2019 De advocaat van gedupeerde ouders uit de toeslagenaffaire, Eva González Pérez, is niet blij met de aangeboden schadevergoeding voor de toeslagenaffaire. De schadevergoeding voor gedupeerden is voor een deel een percentage van de terugvordering. Volgens de advocaat is het oneerlijk dat een hogere terugvordering leidt tot een hogere schadevergoeding.

González Pérez vertegenwoordigt dertig gedupeerde gezinnen van de driehonderd die het slachtoffer werden van de uit de hand gelopen fraudejacht van de Belastingdienst. Die groep was in 2014 klant bij een Eindhovens gastouderbureau, dat op basis van nep-bewijs door de Belastingdienst werd bestempeld als fraudeur.

Klanten van het bureau werden keihard aangepakt. Hun kinderopvangtoeslag werd stopgezet en de ontvangen toeslag – vaak grote bedragen – werd direct teruggevorderd.

Lees ook:

Reconstructie: hoe ouders ‘efficiënt en effectief’ kapot werden gemaakt

Onrechtvaardig behandelen

Pas na publicaties van RTL Nieuws en Trouw is ook bij het publiek duidelijk geworden dat de Belastingdienst deze ouders onrechtvaardig had behandeld. De Raad van State, Ombudsman, Kinderombudsman en de Tweede Kamer hadden zich reeds uitgelaten over de zaak en de ouders in het gelijk gesteld. De commissie-Donner deed onderzoek in opdracht van verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel naar de toeslagenaffaire, zoals de kwestie inmiddels wordt genoemd.

De commissie-Donner oordeelde dat ouders de dupe waren geworden van ‘institutionele vooringenomenheid’ en een doorgeslagen ‘zero-tolerance’-beleid en een ‘blinde’ handelwijze van de Belastingdienst. Zij stelden dat er een snelle en ruimhartige compensatie moet komen voor de gedupeerde ouders. Staatssecretaris Snel nam deze aanbeveling over. Hij bood opnieuw excuses aan en liet weten dat er 7,5 miljoen euro is vrijgemaakt voor het onterecht teruggevorderde geld én schadevergoedingen.

Lees ook:

Duizenden gedupeerde ouders krijgen ruime compensatie in toeslagenaffaire

Oneerlijke schadevergoeding

Volgens Gonzalez Perez staat die 7,5 miljoen euro in schril contrast met wat ze niet hebben uitgekeerd. “Uit stukken blijkt dat de Belastingdienst alleen al in een half jaar 3,5 miljoen euro heeft bespaard in 2014. Het is gewoon een rekensommetje.”

Volgens González Pérez ligt die schadevergoeding ook voor een deel zo rond de 25 procent van het teruggevorderde geld. Dat zal volgens haar oneerlijk uitwerken. “Het was beter geweest als de commissie-Donner in een aantal ‘testcases’ tegen de ouders had gezegd: laat zien wat jullie schade was, dan had de commissie ook de realiteit kunnen zien. Het kan enorm uiteen lopen allemaal.”

Geen details vertellen

De commissie sprak met zes van haar gedupeerde cliënten. “Dat verliep heel stroef. Mijn cliënten mochten alleen heel globaal vertellen wat ze was overkomen, ze wilden geen details weten.”

Dat frustreert González Pérez. “Ik vond de commissie niet doordacht en te algemeen. Het is toch logisch om in detail door te vragen naar de daadwerkelijk kosten van deze mensen en deze in kaart te brengen? Ik heb het gevoel dat er maar naar één kant van de zaak is gekeken.”

Volgens de advocaat hebben veel ouders recht op een hogere schadevergoeding. Veel van hen hebben na de ingreep van de Belastingdienst uit angst dat ze het opnieuw moesten terugbetalen, de jaren daarna geen kinderopvangtoeslag aangevraagd. “Terwijl ze daar wel recht op hadden. En Donner neemt dat niet mee in zijn advies.”

De fiscus zag Fatma als fraudeur: ‘Dat raakt mij heel erg’

Bekijk deze video op RTL XL

Lees ook:

Staatssecretaris Snel: ‘Ik kan aangedane leed nooit goedmaken’

Persoonlijke aanvallen

Niet alleen de slachtoffers kregen er de afgelopen jaren van langs van die overactieve Belastingdienst. Ook González Pérez zelf werd door de dienst niet ontzien tijdens het juridische gevecht.

“Ik werk al twintig jaar als advocaat. Ik procedeer al die jaren ook tegen gemeentes en de UWV. Dat gaat allemaal in goede harmonie met de tegenpartij. Maar hier werden stukken bewust achtergehouden en werd ik zelfs beschuldigd van het traineren van de rechtsgang.

Dat zie ik nu ook weer in de interne stukken die afgelopen vrijdag zijn vrijgegeven. In die stukken zie ik dat medewerkers elkaar onderling waarschuwen zodra ik in beeld kom in een dossier. Ik vind dat een belediging voor mij als persoon.”

Verantwoordelijken werken er nog steeds

En de grootste belediging is volgens de advocaat nog wel dat veel van de verantwoordelijk personen nog steeds bij de Belastingdienst werken of van functie veranderd zijn.

“Het steekt mij enorm, dat deze mensen die dit gedaan hebben nog steeds werken bij de Belastingdienst. Die horen niet thuis in een overheidsinstantie die omgaat met overheidsgeld.”

Lees ook:

Belastingdienst moet menselijker worden bij toeslagen kinderopvang

RTL Nieuws; Menno Snel  Toeslagenaffaire Belastingdienst  Toeslagenwet

Minister Hoekstra door het stof om toeslagenaffaire, ‘had niet zo gemogen’

MSN 19.11.2019 Minister Wopke Hoekstra van Financiën noemt het machtsmisbruik bij de Belastingdienst inzake de toeslagenaffaire voor kinderopvang ‘buitengewoon pijnlijk’. “Dit moet worden rechtgezet en dat willen en zullen we ook doen.”

Dat zegt de minister in zijn wekelijks gesprek op RTL Z. “Wat je ziet is dat heel veel mensen, die hun uiterste best hebben gedaan om dingen op een nette manier te doen, vervolgens op een hele lelijke manier met hun vingers tussen de deur zijn gekomen”, zegt hij.

Topambtenaren van de Belastingdienst hebben willens en wetens toeslagen voor kinderopvang stop laten zetten, zelfs in zaken waarin al vaststond dat ouders er wel gewoon recht op hadden. De onrechtmatige stopzettingen werden tot op het hoogste niveau bij de Belastingdienst besproken.

Politiek verantwoordelijk

“Staatssecretaris Snel is primair verantwoordelijk, maar alles gebeurt onder mijn politieke verantwoordelijkheid”, zegt Hoekstra. Hij vindt het ‘glashelder’ dat dit ‘absoluut niet op ze manier had gemoeten of gemogen’.

Hoekstra zegt er gebrand op te zijn om dat recht te zetten.

‘Nep-bewijs’ en fraude

De affaire kwam aan het licht na onderzoek van RTL Nieuws en Trouw. Daaruit bleek dat een gastouderbureau uit Eindhoven op basis van ‘nep-bewijs’ was bestempeld tot fraudeur.

Een groep van driehonderd aangesloten ouders werd daarna keihard aangepakt. Hun bezwaren werden stelselmatig genegeerd en tienduizenden euro’s werden teruggevorderd.

Menno Snel nog lang niet uit gevarenzone

Trouw 18.11.2019 Staatssecretaris Snel wacht een moeilijke confrontatie met de Kamer. Cruciaal: welke kennis had hij over de kinderopvangtoeslagaffaire?

Al zeker twee keer trok staatssecretaris Menno Snel (D66, financiën) het boetekleed aan. De eerste keer deed hij dat in de zomer toen hij erkende dat de Belastingdienst leed aan een ‘tunnelvisie’. Vrijdag ging hij opnieuw door het stof, omdat gedupeerde ouders veel te lang hebben moeten wachten op erkenning van de gemaakte fouten.

Snel is daarmee niet uit de gevarenzone. Ook excuses en financiële compensatie voor ouders die ten onrechte tienduizenden euro’s kinderopvangtoeslag terug moesten betalen, bieden hem geen rust. Maandag waren er nieuwe onthullingen van Trouw en ‘RTL Nieuws’ waaruit bleek dat de top van de Belastingdienst het onrechtmatig benadelen van ouders aanmoedigde: “Dichtdraaien, ook de toeslagen, ook als die waarschijnlijk wel goed zijn”, luidde de instructies. Snel erkende vrijdag ook al dat ambtenaren van hogerhand opdracht hadden gekregen om ‘langs de randen van de wet te werken’.

Er wacht staatssecretaris Snel een lastige confrontatie met de Tweede Kamer. Die wil exact weten wat er is gebeurd. Na de conclusie van de commissie-Donner dat de Belastingdienst jarenlang ‘vooringenomen’ handelde met het vermoeden dat ouders fraudeerden met kinderopvangtoeslag, was er al een lelijk beeld ontstaan van de werkwijze van de Belastingdienst. De ouders hadden vrijwel geen kans om aan een negatieve beoordeling te ontsnappen, moesten ten onrechte tienduizenden euro’s terugbetalen en kwamen in financiële problemen.

Ook voor Wiebes kan het vervelend worden

Voor deze werkwijze is Snel politiek verantwoordelijk, ook als hij onvoldoende op de hoogte is gehouden door zijn medewerkers. Uit de stukken blijkt dat ambtenaren informatie achterhielden voor de politieke leiding. Snel moet de Kamer vertellen wat hij wist op welk moment. Hier ontstaat sowieso een probleem.

Als hij veel wist, zal de Kamer willen weten welke acties hij heeft ondernomen, sinds zijn aantreden eind 2017, om de werkwijze van de Belastingdienst te verbeteren en natuurlijk waarom de Kamer niet op de hoogte is gehouden. Als hij weinig wist, rijst de vraag of hij voldoende controle heeft over zijn eigen ambtenaren.

Binnen een week wil de Kamer de feiten op een rij. De afgelopen maanden bleek steeds dat de staatssecretaris slechts met moeite pakketjes informatie voor de Tweede Kamer weet te verzamelen. Hoe het deze keer gaat, is onduidelijk. De Kamer is ongeduldig en wil met spoed met Snel debatteren over de kinderopvangtoeslagaffaire.

De affaire kan ook nog vervelend worden voor Eric Wiebes, de voorganger van Menno Snel. Hij is nu minister van economische zaken. Wat wist hij van de manier waarop de top van de Belastingdienst ouders behandelde? In zijn tijd op het ministerie van financiën had Wiebes te maken met een uit de hand gelopen reorganisatie bij de Belastingdienst.

Er werd buiten hem om een vertrekregeling afgesproken. “Er is langs mij heen gewerkt”, zei hij in de Kamer. Dat belooft weinig goeds voor de manier waarop de staatssecretaris is geïnformeerd over de kinderopvangtoeslag. Een bewindsman kan ook vallen over een affaire waarvoor hij in het verleden verantwoordelijk was.

Tot nu toe heeft Snel voldoende krediet van de Kamer. Politici van de coalitie en de oppositie zien hem zwoegen en beseffen dat de Belastingdienst na de reorganisatie, het debacle met de erfbelasting en nu de toeslagenaffaire een chaos is waar iedere bewindsman moeizaam vat op zal krijgen.

Zijn voorganger Wiebes haalde strompelend de eindstreep en diens voorganger Frans Weekers struikelde voortijdig na de ‘Bulgarenfraude’. Het heeft weinig zin om ook Snel weer weg te sturen is, vooralsnog de gedachte bij de meeste Kamerleden.

Lees ook:

De top van de Belastingdienst drukte de onrechtmatige aanpak stopzetten kinderopvangtoeslag erdoor

De hoogste ambtenaren van de Belastingdienst gaven opdracht tot onrechtmatig handelen. Informatie hierover werd achtergehouden.

Staatssecretaris Snel: Gedupeerden van fiscus zeer redelijk en ruimhartig vergoeden

Staatssecretaris Menno Snel van financiën maakt excuses aan door de Belastingdienst gedupeerde ouders en denkt dat de compensatie afdoende zal zijn.

Meer over; Belastingdienst politiek Kamer Menno Snel economie, business en financiën Jelle Brandsma

Top van Belastingdienst drukte onterecht stopzetten toeslagen erdoor

NU 18.11.2019 De top van de Belastingdienst heeft de kinderopvangtoeslag van ouders jarenlang stopgezet, terwijl bekend was dat zij er wel recht op hadden. Dat blijkt maandag uit documenten van het ministerie van Financiën die zijn opgevraagd door Trouw en RTL Nieuws.

Menno Snel, staatssecretaris van Financiën, stelde vrijdag dat hij geen aanwijzingen had dat er ambtsmisdrijven zijn gepleegd bij de Belastingdienst. Wel was de top van de Belastingdienst volgens Snel op de hoogte van de gang van zaken rond de toeslagenaffaire.

Uit de opgevraagde documenten blijkt dat het Combinatieteam Aanpak Facilitators (CAF), een team van de fiscus dat zich bezighoudt met het opsporen van fraude met kinderopvangtoeslag, de toeslagen moedwillig stopzette.

“Blokpoel wil echt alles dichtdraaien, dus ook toeslagen, zelfs als die waarschijnlijk wel goed zijn”, valt te lezen in een document dat openbaar is gemaakt door het ministerie van Financiën. Hans Blokpoel is dan algemeen directeur van de Belastingdienst en verantwoordelijk voor het CAF-team. Ook de directeur-generaal van de Belastingdienst is hiervan op de hoogte, blijkt uit de stukken.

In de documenten valt te lezen dat de Belastingdienst in 2014 al op de hoogte was van massale onterechte stopzettingen bij de Belastingdienst. In vier op de vijf gevallen handelt het CAF juist, maar in de overige 20 procent van de gevallen worden mensen gedupeerd die wel recht hebben op een toeslag. “Hoe nemen we de politiek hierin mee?”, staat in de opgevraagde stukken.

Honderden gezinnen kregen onterecht geen kinderopvangtoeslag

Het gaat in deze zaak om gezinnen uit de regio Eindhoven. Zij zaten bij een gastouderbureau waarover de GGD in 2011 signalen kreeg dat daar fraude werd gepleegd.

Later bleek dit niet zo te zijn, maar op basis van de eerste informatie zette de fiscus de kinderopvangtoeslag stil. Eerder uitgekeerde toeslagen moesten worden terugbetaald. Dit ging in sommige gevallen om tienduizenden euro’s. Hierdoor kwamen veel gedupeerde gezinnen in de financiële problemen.

Om alsnog aanspraak op de toeslag te maken, moesten ouders met veel bewijs komen. Soms was echter onduidelijk welke bewijzen zij moesten voorleggen.

Donner: Ouders moeten ruimhartige vergoeding krijgen

De gedupeerde ouders moeten nu ruimhartig vergoed worden voor de onterecht stopgezette toeslagen, concludeerde een commissie onder leiding van Piet Hein Donner donderdag.

Volgens de commissie moeten niet alleen alle door de ouders gemaakte kosten gecompenseerd worden, maar ook de immateriële schade. Zo krijgen gezinnen per ouder 500 euro voor elk half jaar sinds het stilzetten en terugvorderen van de kinderopvangtoeslag. Het bedrag dat in mindering is gebracht, geldt als maximum. Ook hebben de gezinnen als schadevergoeding recht op 25 procent van dat bedrag.

Lees meer over: Belastingdienst  Economie

Stopzetting toeslagen werd op hoogste niveau bij Belastingdienst besproken

NOS 18.11.2019 Het onterecht stopzetten van kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst was bekend bij het hoogste niveau van de organisatie. Dat blijkt uit documenten die zijn vrijgegeven na een WOB-verzoek van RTL Nieuws en Trouw. Vorige week werd bekend dat ambtenaren van de Belastingdienst bewust toeslagen hebben stopgezet, zelfs in gevallen waarbij duidelijk was dat gezinnen er recht op hadden.

De Tweede Kamer wil van staatssecretaris Snel van Financiën weten wie verantwoordelijk was voor het onrechtmatig handelen door ambtenaren van de Belastingdienst. Ze willen dat de staatssecretaris spoedig komt met een feitenrelaas en een tijdlijn.

‘Afpakjesdag’

Afgelopen donderdag concludeerde de commissie-Donner dat de Belastingdienst de fout in was gegaan bij onderzoeken naar mogelijke fraude met kinderopvangtoeslag. Door vooringenomenheid kregen 300 gezinnen onterecht geen toeslag meer en de al ontvangen toeslag moest in één keer worden terugbetaald. Het bracht de gezinnen in grote financiële problemen. De ouders hebben recht op terugbetaling en een schadevergoeding.

Staatssecretaris Snel zei vrijdag dat hij geen aanwijzingen heeft dat er ambtsmisdrijven zijn gepleegd, maar uit de documenten blijkt dat ambtenaren van hogerhand de instructie kregen om “langs de randen van de wet” te opereren. Er wordt door ambtenaren gesproken over “afpakjesdag” en een beleid van “bij twijfel altijd afwijzen”.

Het is onduidelijk of Snels voorganger, huidig minister van Economische Zaken Wiebes, daar destijds van op de hoogte was.

Ontluisterend

CDA-Kamerlid Omtzigt noemt het beeld dat ontstaat ontluisterend. “Arme ouders, die zo in een rechtsstaat behandeld zijn”, schrijft hij op Twitter. Zijn SP-collega Leijten prijst de journalisten die de documenten boven tafel hebben gekregen en verwijt de overheid een doofpotbeleid.

De terugbetaling en schadevergoeding voor de 300 gezinnen gaat in totaal enkele miljoenen euro’s kosten. Mogelijk wordt dat nog meer, want de problemen rond toeslagen bij de Belastingdienst zijn volgens staatssecretaris Snel nog veel groter dan tot nu toe gedacht.

Bekijk ook;

’Top fiscus wist van toeslagenaffaire’

Telegraaf 18.11.2019 De ambtelijke top van de Belastingdienst heeft willens en wetens toeslagen stopgezet van mensen waarvan ze wist dat die er wel recht op hadden. Tot op het hoogste niveau werd besloten om jarenlang door te gaan met deze onrechtmatige aanpak.

Dat schrijven Trouw en RTL Nieuws op basis van documenten die staatssecretaris Menno Snel (Financiën) vrijdag openbaar heeft gemaakt. Snel deed dat nadat beide media een verzoek op basis van de Wet openbaar bestuur indienden.

Hoewel Snel eerder stelde dat hij geen aanwijzingen voor ambtsmisdrijven door ambtenaren heeft gevonden, biecht hij in een brief aan de Tweede Kamer wel op dat de hoogste leiding op de hoogte was van de gang van zaken. Daarnaast zouden lagere ambtenaren instructies hebben gekregen om ’langs de randen van de wet’ te werken om fraude zo hard mogelijk aan te pakken.

Bekijk ook: 

Snel door het stof voor toeslagouders 

Bekijk ook: 

Snel: royaal compenseren in toeslagenaffaire 

Bekijk meer van; overheid belastingen bedrog Menno Snel Belastingdienst

’Top fiscus wist van toeslagenaffaire’

MSN 18.11.2019 De ambtelijke top van de Belastingdienst heeft willens en wetens toeslagen stopgezet van mensen waarvan ze wist dat die er wel recht op hadden. Tot op het hoogste niveau werd besloten om jarenlang door te gaan met deze onrechtmatige aanpak.

Dat schrijven Trouw en RTL Nieuws op basis van documenten die staatssecretaris Menno Snel (Financiën) vrijdag openbaar heeft gemaakt. Snel deed dat nadat beide media een verzoek op basis van de Wet openbaar bestuur indienden.

Hoewel Snel eerder stelde dat hij geen aanwijzingen voor ambtsmisdrijven door ambtenaren heeft gevonden, biecht hij in een brief aan de Tweede Kamer wel op dat de hoogste leiding op de hoogte was van de gang van zaken. Daarnaast zouden lagere ambtenaren instructies hebben gekregen om ’langs de randen van de wet’ te werken om fraude zo hard mogelijk aan te pakken.

Bewijs voor machtsmisbruik duikt op in toeslagenaffaire: ‘Ontluisterend

RTL 18.11.2019 Topambtenaren van de Belastingdienst hebben willens en wetens toeslagen voor kinderopvang stop laten zetten, zelfs in zaken waarin al vaststond dat ouders er wel gewoon recht op hadden. De onrechtmatige stopzettingen werden tot op het hoogste niveau bij de Belastingdienst besproken.

Dit bewijs voor machtsmisbruik door de fiscus duikt op in documenten die staatssecretaris Menno Snel (Financiën) vrijdagavond openbaar maakte na een verzoek van RTL Nieuws en Trouw. Vrijdag zei de staatssecretaris dat hij geen aanwijzingen heeft dat ‘ambtsmisdrijven’ zijn gepleegd.

In een Kamerbrief biecht Snel op dat de hoogste leiding op de hoogte was, en lagere ambtenaren instructies gaf om ‘langs de randen van de wet’ te opereren. Onduidelijk is of de voorganger van Snel, huidig VVD-minister Eric Wiebes, wist van het ‘onrechtmatig’ handelen van de ambtenaren. Snel stelt daarover dat dit ‘voor zover ik dat heb kunnen nagaan niet is gebeurd’.

‘Alles dichtdraaien’

Uit de stukken blijkt hoe achteloos de hoogste ambtenaren van de Belastingdienst omgingen met de wet in de doorgeschoten fraudejacht. Het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF), werd aangestuurd door Hans Blokpoel, toen algemeen directeur van de Belastingdienst. In verslagen staat letterlijk: “Blokpoel wil alles laten dichtdraaien, dus ook toeslagen, zelfs als die waarschijnlijk wel goed zijn.”

Blokpoel zou dit bespreken met zijn baas, de Directeur-generaal van de Belastingdienst, Peter Veld, in de ambtelijke stukken aangeduid als de ‘DG Bel’. Op dat moment, in 2014, is bij het hoogste management al helder dat onschuldige burgers slachtoffer worden van de massale stopzettingen van toeslagen: 80 procent van de aanpak is goed, maar bij 20 procent worden mensen gedupeerd die niets misdaan hebben, is de eigen inschatting. “Hoe nemen we de politiek hier in mee?”

Maandenlang staat als actiepunt op de agenda dat Veld dit moet bespreken met Wiebes. Uit de documenten blijkt dat Wiebes voorafgaand aan een Kamerdebat wel werd geïnformeerd over de ‘werkwijze en resultaten’ van het omstreden CAF-team.

Lees ook:

Toeslagenaffaire: topambtenaren gaven illegale fraudejacht ruim baan

Kleine onvolkomenheden: ‘hard aanpakken’

Ook het aanpakken van een gastouderbureau in Eindhoven, waarvan zo’n 300 ouders de dupe werden, werd afgestemd met de hoogste ambtelijke baas, DG Peter Veld. In deze zaak, die de toeslagenaffaire aan aan het rollen bracht, werd verouderd nep-bewijs gebruikt om het bureau én ouders aan te pakken. Al voordat het onderzoek op gang was gekomen, stond intern al vast dat toeslagen bij alle ouders moesten worden stopgezet. “De post zal door B/T (Belastingdienst / Toeslagen, PK) aan DG Bel voorgelegd worden met het verzoek hard op te treden: op nihil zetten.”

Deze illegale stopzetting werd uiteindelijk in de zomer van 2014 uitgevoerd, waardoor de 300 ouders én het bureau in grote problemen kwamen. Intern was bij Toeslagen al snel duidelijk dat de stopzetting werd doorgevoerd op basis van ‘kleine onvolkomenheden’ en dat ouders en het bureau niets te verwijten viel. In een vertrouwelijke mail uit september 2015: “Op papier is de rechtmatigheid aantoonbaar/aangetoond”. Toch werd tegen deze ouders jarenlang doorgeprocedeerd – tot in de zomer van 2019.

Landsadvocaat sprak niet de waarheid

In een civiele procedure van het gastouderbureau ontkende de Landsadvocaat vorig jaar namens staatssecretaris Snel dat het de expliciete doelstelling van de Belastingdienst was om dit bureau in Eindhoven kapot te maken. Uit de stukken blijkt nu dat de Landsadvocaat niet de waarheid sprak. Uit een mail van 17 september 2014, over dit bureau: “Lijn: we stoppen de toeslagbetaling. Uitgangspunt moet wel zijn de facilitators aan te pakken. Hoe zorgen we ervoor dat zij uit de markt worden gehaald?”

Dit aanpakken van het vermeend frauderende bureau gebeurt over de rug van ouders. Voor de zekerheid worden daarom bij ouders ook bedragen over 2013 teruggevorderd. De Belastingdienst gaat er dan – in november 2014 – al vanuit dat het gastouderbureau kapot zal gaan ‘naar aanleiding van de CAF-actie’: “Maar we willen ze toch nog ongemerkt afscheid van ons laten nemen en €€€ bij hen incasseren.” Staatssecretaris Snel wil de documenten waaruit blijkt hoe de Belastingdienst in 2013 bij de start van deze zaak sjoemelde met ‘bewijs’ niet vrijgeven, ondanks herhaalde verzoeken van de Kamer.

Lees ook:

Gwendolyne won zaak over toeslag van Belastingdienst: ‘Tijd krijg je niet terug’

Onvolledig geïnformeerd

Verder blijkt dat staatssecretaris Snel meermalen onjuist of onvolledig is geïnformeerd door zijn ambtenaren. Hij kreeg onvolledige informatie over het verwerken van een tweede nationaliteit.

En: nadat hij persoonlijk opdracht had gegeven uit te zoeken hoe het kon dat de Belastingdienst zelfs documenten achterhield in rechtszaken, kwam niet alles boven tafel. De huidige directeur Toeslagen is daarvoor verantwoordelijk, en werd intern op het matje geroepen.

Wat opvalt is dat haar voorganger, Gerard Blankestijn, wél over die stukken beschikte, en daarover eind 2016 al correspondeerde met de Nationale Ombudsman. Blankestijn was als directeur Toeslagen ook nauw betrokken bij de fraudejacht.

Hij kreeg intern al in 2017 het advies om ‘lering’ te trekken uit het ‘onbehoorlijke’ optreden. Blankestijn is tegenwoordig directeur MKB bij de Belastingdienst; andere hoofdrolspelers als Peter Veld en Hans Blokpoel moesten eerder vanwege andere affaires het veld ruimen.

Slachtoffers toeslagenaffaire gaan verhaal halen bij Belastingdienst

Bekijk deze video op RTL XL

Onderzoek naar klokkenluider

Pijnlijk voor staatssecretaris Snel is dat uit ambtelijke nota’s duidelijk wordt dat hij persoonlijk vooraf wist dat een onderzoek zou worden ingesteld naar de klokkenluider, de ambtenaar die zorgde dat sommige ontlastende stukken alsnog terecht kwamen bij procederende ouders.

Op 19 september vorig jaar meldden zijn ambtenaren in een nota aan Snel: “Er wordt onderzoek gedaan hoe dit interne document naar buiten is gekomen.”

De klokkenluider werd daarna op non-actief gezet, met de bedoeling hem te ontslaan. Dit werd pas teruggedraaid na onthullingen van RTL Nieuws en Trouw, en de Kamer de staatssecretaris dwong tot eerherstel voor de klokkenluider.

Ook blijkt uit ambtelijke notities dat Snel al eerder wist dat het niet alleen in de Eindhovense zaak helemaal mis zat, maar dat in meer zaken ouders de dupe werden. In juni van dit jaar zei hij nog letterlijk tegen de Kamer dat hij ‘geen signalen’ had dat er meer zaken waren.

Maar in september 2018 werd hij intern al gewezen op een andere zaak waarin hetzelfde speelde en waarschuwden ambtenaren hem juist voor ‘precedentwerking’ als hij zou gaan toegeven. In mei van dit jaar kreeg Snel op eigen verzoek zelfs een notitie over een andere CAF-zaak (CAF16), waarin de  onrechtmatige en ‘gebruikelijke werkwijze’ uit de doeken werd gedaan.

Lees ook:

Staatssecretaris Snel: ‘Ik kan aangedane leed nooit goedmaken’

Bevoegdheid voor ‘oplossing’

Ook werd Snel op 3 mei van dit jaar door ambtenaren in een notitie gewezen op zijn wettelijke bevoegdheid om zelf alvast met een oplossing te komen voor gedupeerde ouders. Normaal gebeurt dat niet als rechters hebben gesproken, maar: “U heeft de mogelijkheid hierop beleidsmatig een uitzondering te maken.” Snel heeft dat toen niet gedaan, maar koos ervoor eerst een commissie in te stellen.

De Tweede Kamer nam donderdag een motie aan van de Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA), Helma Lodders (VVD) en Renske Leijten (SP). Die vraagt staatssecretaris Snel om in een exacte tijdlijn aan te geven wie verantwoordelijk was voor het onrechtmatig handelen door ambtenaren van de Belastingdienst. Zowel Snel als de commissie-Donner wilden daar tot dusver niet aan; zij houden het op ‘institutionele vooringenomenheid’ bij de dienst.

Boete op boete: moeder Jolanda in diepe schulden door Belastingdienst

Bekijk deze video op RTL XL

‘Ontluisterend’ en ‘ongelooflijk’

Omtzigt spreekt van een ‘ontluisterend’ beeld dat oprijst uit de vrijgegeven documenten. Hij wil dat Snel binnen een week het feitenrelaas naar de Kamer stuurt. De staatssecretaris mag zich volgens hem niet langer verschuilen achter ‘institutionele’ fouten: “Hij zal zelf moeten laten nagaan wie welke wetten bewust overtreden heeft.”

SP-Kamerlid Renske Leijten noemt de nieuwe informatie ‘echt ongelooflijk’ en zegt: “Nog steeds weten we niet alles, en nog steeds wordt informatie geweigerd. De staatssecretaris had het zelf al lang kunnen regelen. En wat doet hij voor alle andere gedupeerden?”

Vrijdag kondigde Snel compensatie aan voor de eerste groep van 300 gedupeerde ouders, na het rapport van Donner. Verwacht wordt dat nog eens duizenden ouders slachtoffer zijn.

Motto ‘License to disturb’ weggemoffeld

Uit de nu openbaar gemaakte documenten blijkt verder dat intern al bijna drie jaar duidelijk was in welke bewoordingen het CAF-team sprak over betrokken ouders en bureaus. Het motto ‘license to disturb’ uit de weekverslagen van het CAF-team werd begin 2017 doelbewust en met veel knip- en plakwerk weggelakt uit een andere procedure op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur – zonder dat duidelijk was dát dit was gelakt.

Dit manipuleren met informatie gebeurde onder verantwoordelijkheid van een andere hoge ambtenaar, een jurist die deel uitmaakt van het Managementteam van de Belastingdienst.

Het bestaan van de wekelijkse nauwgezette verslagen van het CAF-team werd tot dusver achtergehouden in Wob-procedures en voor de Tweede Kamer. Snel beweerde steeds dat het fraudeteam informatie niet op orde had.

RTL; Pieter Klein Menno Snel  Belastingdienst  Toeslagenaffaire Belastingdienst

Staatssecretaris Menno Snel tijdens de persconferentie over de conclusies van de commissie-Donner die onderzoek heeft gedaan naar het optreden van de Belastingdienst in de affaire rond de kinderopvangtoeslag. Beeld ANP

De top van de belastingdienst drukte de onrechtmatige aanpak stopzetten kinderopvangtoeslag erdoor

Trouw 18.11.2019 De hoogste ambtenaren van de Belastingdienst gaven opdracht tot onrechtmatig handelen. Informatie hierover werd achtergehouden.

De ambtelijke top van de Belastingdienst heeft willens en wetens toeslagen stopgezet van mensen waarvan ze wist dat die er wel recht op hadden. Tot op het hoogste niveau werd besloten om jarenlang door te gaan met deze onrechtmatige aanpak. De Tweede Kamer voert de druk op staatssecretaris Menno Snel op, nu blijkt dat informatie hierover achtergehouden werd voor de politieke leiding.

Dat blijkt uit documenten die Snel vrijdag openbaar maakte na een verzoek op basis van Wet openbaar bestuur door ‘RTL Nieuws’ en Trouw. Hoewel Snel stelde dat hij geen aanwijzingen voor ambtsmisdrijven door ambtenaren heeft gevonden, biecht hij in een brief aan de Tweede Kamer wel op dat de hoogste leiding op de hoogte was van de gang van zaken. Daarnaast zouden lagere ambtenaren instructies hebben gekregen om ‘langs de randen van de wet’ te werken om fraude zo hard mogelijk aan te pakken.

‘Echt alles dichtdraaien’

De vrijgegeven documenten geven een ontluisterend beeld van de manier waarop de ambtelijke leiding de wet naast zich neer legde om de aanpak van veronderstelde fraude ruim baan te geven. Toenmalig algemeen directeur van de Belastingdienst Hans Blokpoel was eerstverantwoordelijk voor het zogeheten Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) dat in 2013 werd opgericht. In een verslag uit november van dat jaar staat: “Blokpoel wil echt alles dichtdraaien, dus ook toeslagen, zelfs als die waarschijnlijk wel goed zijn.”

Al vanaf de start van het CAF-team neemt de ambtelijke top voor lief dat onschuldige ouders de dupe zullen worden van de aanpak van, in de ogen van de Belastingdienst, frauderende gastouderbureaus. De eigen inschatting is dat 80 procent van de gevallen achteraf terechte stopzettingen zullen blijken te zijn, en 20 procent niet. Die getallen worden nooit onderbouwd.

‘Op nihil zetten’

De toenmalig directeur-generaal van de Belastingdienst Peter Veld zou dit bespreken met toenmalig staatssecretaris Eric Wiebes, maar volgens Snel is dat ‘voor zover hij kan nagaan nooit gebeurd’. In andere documenten staat dat zijn voorganger Wiebes is geïnformeerd over de ‘werkwijze en resultaten’ van het CAF-team.

Peter Veld was ook betrokken bij de harde aanpak van het gastouderbureau uit Eindhoven en driehonderd daaraan door de Belastingdienst gekoppelde ouders, waarover een commissie onder leiding van oud-minister Piet Hein Donner vorige week vernietigend oordeelde. Intern stond al voordat een onderzoek was gedaan vast dat toeslagen van alle ouders stopgezet zouden worden. De zaak werd aan Veld voorgelegd ‘met het verzoek hard op te treden: op nihil zetten’.

Ook Gerard Blankestijn, toenmalig directeur Toeslagen en tegenwoordig directeur MKB bij de Belastingdienst zette een harde lijn door, al werd hij in 2017 gewaarschuwd door ondergeschikten om ‘lering’ te trekken uit het ‘onbehoorlijke’ optreden in de Eindhovense zaak. Hij hield bovendien documenten en informatie over het verwerken van tweede nationaliteit van burgers achter voor staatssecretaris Snel.

Nieuwe documenten

Uit de openbaar gemaakte documenten blijkt dat intern al bijna drie jaar duidelijk was dat het CAF-team denigrerend sprak over ouders en gastouderbureaus, maar dat dit door de huidige ambtelijke top in de doofpot is gestopt. Labels als ‘licence to Disturb’ en termen als ‘kerstspecials’ werden uit weekverslagen geknipt toen deze begin 2017 werden vrijgegeven na een verzoek tot openbaarmaking. Dat gebeurde onder verantwoordelijkheid van één van de huidige topambtenaren, een jurist die deel uitmaakt van het Managementteam van de Belastingdienst.

Zowel staatssecretaris Snel als de commissie Donner concluderen dat ouders het slachtoffer zijn van ‘institutionele vooringenomenheid’ bij de Belastingdienst. Maar volgens Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) is nu duidelijk dat Snel zich daar niet achter kan verschuilen. “De staatssecretaris moet binnen een week een volledig feitenrelaas aan de Kamer sturen en nagaan wie welke wetten bewust heeft overtreden’.

Duidelijk is wel dat Snel door zijn ambtenaren is verteld dat een onderzoek werd ingesteld naar een klokkenluider. Nadat de Belastingdienst ontlastende informatie voor ouders achterhield in rechtszaken, bracht deze ambtenaar die alsnog naar buiten. Onder Snel werd hij op non-actief gezet, maar hij kreeg onder druk van de Tweede Kamer eerherstel na onthullingen van Trouw en RTL Nieuws hierover.

Lees ook:

Commissie oordeelt snoeihard over Belastingdienst: ouders moeten schadevergoeding krijgen

Een adviescommissie van oud-minister Piet Hein Donner komt met keiharde conclusies over het optreden van de Belastingdienst in een fraudeonderzoek naar kinderopvangtoeslag. Ouders hadden geen enkele kans om te ontsnappen, en hebben recht op ruimhartige compensatie.

Belastingdienst handelde jarenlang in strijd met de wet

De top van de Belastingdienst negeerde jarenlang misstanden. Nu stapt een klokkenluider naar de Tweede Kamer.

dossier: Kinderopvangtoeslag

Meer over; Belastingdienst politiek misdaad, recht en justitie misdaad Kinderopvangtoeslag Jan Kleinnijenhuis

De voorspelbare weg naar het rapport-Donner

Elsevier 17.11.2019 En alweer heeft een commissie van Wijzen geoordeeld, schrijft Philip van Tijn. Deze keer onder leiding van niemand minder dan prof. mr. Piet Hein Donner, bekend van de Haagse slogan ‘Probleem? Bel Piet Hein!’

Donner en adviseren zijn twee benamingen voor hetzelfde. Hij was lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), lid van de Raad van State en tussen 2012 en 2018 vicepresident van de Raad van State, ofwel in de wandeling ‘onderkoning van Nederland’. In 2002 werd hij van adviseur minister, uitvoerende macht dus.

Dat ministerschap eindigde in 2006 met zijn ontslag vanwege – o ironie – een vernietigend rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de Schipholbrand. Eindconclusie: er zijn onnodig veel doden gevallen doordat de overheid zich niet aan de wet heeft gehouden. Eindverantwoordelijk was minister Donner, die zijn conclusies trok. Wat dus niet verhinderde dat hij later nog eens minister werd en dus zelfs onderkoning.

De commissie-Donner heeft geoordeeld dat de Belastingdienst ‘onrechtmatig heeft gehandeld’ met betrekking tot aanvragen voor kinderopvangtoeslag. Honderden mensen kregen ten onrechte die toeslag niet en in een aantal gevallen moesten ze zelfs een boete betalen wegens frauduleus handelen. Het gaat om honderden ouders, die volledige compensatie krijgen en daarnaast een schadevergoeding.

Gemiddeld 25.000 euro per ‘geval’; in totaal heeft het kabinet hiervoor 7,5 miljoen euro uitgetrokken – een schatting dus van 300 ‘gevallen’. Staatssecretaris Menno Snel (D66) ging zó diep door het stof dat ik even vreesde dat deze nette man er door verzwolgen zou worden.

De historische achtergrond is uit andere zaken maar al te bekend, zij het natuurlijk nooit identiek. In 2005 kwam een herziening van het zorgstelsel, die slecht uitpakte voor de lagere inkomensgroepen. Die moesten dus gecompenseerd worden en zo kwam er een ‘zorgtoeslag’. De overheid kreeg de smaak te pakken en in rap tempo volgden allerhande toeslagen.

Anno 2019 krijgen 6 miljoen huishoudens in totaal 14,5 miljard euro aan toeslagen, ofwel bijna 2.500 euro per huishouden. Dat betekent dus dat 3 op de 4 huishoudens in Nederland ten minste één toeslag krijgen! Ik ben niet de eerste die dit rondpompen van geld noemt. Want die toeslagen worden betaald uit de belastingopbrengsten, die door dezelfde groep (plus natuurlijk die overige 2 miljoen huishoudens) worden betaald! Ons belastingstelsel is sterk progressief, wat betekent dat van elke euro méér meer centen aan belasting worden betaald.

Dat systeem houdt dus al sterk rekening met de lager betaalden en als je dat nog wat verder bijstelt, kun je een groot deel van de toeslagen afschaffen; niet allemaal natuurlijk, want bij sommige toeslagen (zoals huurtoeslag) zou dat tot rampen leiden.

Over naar stommiteit 2. Over de vraag wie dit multi-toeslagensysteem moest bestieren, heeft de wetgever, ons parlement, niet lang nagedacht: de Belastingdienst! Er waren nogal wat verstandige mensen die hiertegen waarschuwden; zij vroegen zich af of een zwaar overbelaste Belastingdienst deze klus er nog wel bij kon hebben. En ook wezen zij erop dat het een behoorlijke omschakeling was voor een dienst die maar één doel kende: geld binnen halen om nu geld uit te delen. Maar die bezwaren werden ruw van tafel geveegd.

De Bulgarenfraude had grote gevolgen

Toen kwam de Bulgarenfraude. Vijf Bulgaren en een Turkse Nederlander wisten op slimme wijze vele miljoen achterover te drukken, zogenaamd bestemd voor Bulgaren die in Nederland recht zouden hebben op een toeslag. Ze werden tot vier jaar cel veroordeeld, maar de Turkse Nederlander was onmiddellijk nadat hij uit voorarrest was vrijgelaten naar Turkije gevlogen – en dat terwijl de bevoegde instanties nog zo hadden gezegd dat er geen vluchtgevaar bestond!

Die Bulgarenfraude veroorzaakt een pavlov-reactie: er moest veel strenger worden gecontroleerd; fraude, mevrouw de voorzitter, tolereren wij niet! Zero tolerance!

En dus ging de Belastingdienst braaf mee met de nieuw lijn. Ja, en als je streng bent, kun je weleens té streng zijn en iemand van fraude betichten die eerlijk blijkt te zijn.

Ik voorspel dat de komende tijd heel veel toeslagenfraude zal worden gepleegd. Want de ‘pakkans’ is heel klein geworden; de Belastingdienst kijkt wel uit. En zelfs als je aanhanger bent van het postmoderne geloof dat de meeste mensen deugen, blijven nog een heleboel niet-deugers of deugnieten over. Ook voorspel ik dat over een paar jaar een spoeddebat in de Tweede Kamer zal plaatshebben over het schandelijk grote aantal fraudegevallen met toeslagen, zoals dat, mevrouw de voorzitter, gisteravond in een actualiteitenrubriek en vanochtend in de kranten is onthuld. Waarom wisten wij dat niet!?

En ten slotte voorspel ik dat die begrote 7,5 miljoen euro een lachertje zal blijken te zijn, want plotsklaps blijkt iedereen slachtoffer te zijn.

Kabinet gaat gedupeerde ouders in toeslagaffaire dit jaar compenseren

NU 15.11.2019 Het kabinet streeft ernaar de gedupeerde ouders in de affaire rond de onterechte terugvordering van de kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst nog dit jaar te compenseren. Dat zei premier Mark Rutte vrijdag na afloop van de ministerraad.

“Er komt snel een compensatieregeling voor de ouders”, aldus de premier. “Wij spannen ons in ze nog dit jaar tegemoet te komen”

Donderdag presenteerde de commissie-Donner het langverwachte onderzoeksrapport, waarin het optreden van de Belastingdienst bij de uitkering van kinderopvangtoeslag bij een gastouderbureau in Eindhoven is onderzocht.

Rutte noemde het een “stevig en gedegen” rapport. Hij deelt de conclusie dat de Belastingdienst “de grenzen van de handhaving doelbewust heeft opgezocht en overschreden”.

De premier wilde geen excuses maken en verwees door naar staatssecretaris Menno Snel (Belastingdienst). Hij bood wel excuses aan. “Niet alleen excuses voor de gang van zaken, maar vooral voor het feit dat ouders door de Belastingdienst zijn aangewezen als fraudeur.”

Commissie fileert handelen Belastingdienst

De commissie, onder leiding van oud-minister en oud-vicepresident van de Raad van State Piet Hein Donner, oordeelde snoeihard over het optreden van de fiscus en stelt dat gedupeerde ouders recht hebben op een ruimhartige compensatie.

Volgens Donner handelde de Belastingdienst met “institutionele vooringenomenheid” door er zonder aanleiding van uit te gaan dat ouders die kinderopvangtoeslag hadden aangevraagd fraudeerden.

Ouders die recht hadden op de kinderopvangtoeslag moesten in sommige gevallen tienduizenden euro’s terugbetalen. “Ouders kregen geen duidelijke informatie over wat er van hen werd verwacht en kregen geen kans om onregelmatigheden te herstellen, zodat zij nauwelijks aan deze aanpak konden ontsnappen”, concludeert de commissie. “In de jaren die volgden hebben deze ouders geleefd onder een financiële last die ook ingrijpend is geweest voor hun persoonlijke leven.”

De commissie concludeert dat de fraudeaanpak van de fiscus het gevolg is van het politieke klimaat dat strenge regels eist bij de bestrijding van fraude. De fraudebestrijdingsmethode van de fiscus “sloot aan bij de wens vanuit de politiek om fraudeplegers hard aan te pakken”, aldus de onderzoekers in het rapport.

Donner: ‘Eerder duizenden dan honderden gedupeerde ouders’

De commissie-Donner heeft in het onderzoek specifiek gekeken naar de zogeheten CAF 11-zaak uit 2014 waar ouders de toeslag aanvroegen met hulp van een gastouderbureau uit Eindhoven. Hoewel het hier gaat om driehonderd gedupeerde ouders, kan de zaak veel groter uitvallen. Er zijn naar schatting ongeveer 170 CAF-dossiers. “Ik ben bang dat we het eerder over duizenden ouders hebben dan honderden”, aldus Donner.

De commissie is nog niet klaar met het onderzoek. Het gaat hier om een tussenrapportage die bedoeld is om zo snel mogelijk met een advies over de compensatie te komen.

In het eindrapport zal de commissie ook onderzoeken of er sprake is geweest van etnisch profileren door de Belastingdienst. In mei van dit jaar kondigde de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) aan een onderzoek te starten naar mogelijk etnisch profileren door de fiscus. Uit berichtgeving van RTL Nieuws en Trouw bleek dat de Belastingdienst aan gastouderbureaus om de tweede nationaliteit van de ouders vroeg en de toeslag van vooral ouders met een migratieachtergrond stopzette.

De commissie-Donner is met de AP in overleg hoe de beide onderzoeken elkaar kunnen versterken.

Lees meer over: Belastingdienst  Politiek

Kabinet geeft 300 ouders in zaak kinderopvangtoeslag compensatie

NOS 15.11.2019 Het kabinet gaat 300 ouders compenseren die door de Belastingdienst ten onrechte zijn behandeld als fraudeurs van kinderopvangtoeslag. Zij krijgen alsnog hun toeslag, een financiële compensatie en immateriële schade vergoed.

Het is de bedoeling dat de ouders nog dit jaar hun geld krijgen. Staatssecretaris Snel: “Het geduld van deze ouders is lang op de proef gesteld. Ik betreur dat. De ouders zijn lang ten onrechte als fraudeur bestempeld en behandeld. Vandaag komt daar een einde aan.”

Staatssecretaris Snel legt uit dat de nadruk door politieke en maatschappelijke invloed op fraudeurs lag en niet op goedwillende gezinnen:

Snel: politiek en maatschappelijk ging de aandacht naar fraudebestrijding

Gisteren concludeerde de commissie onder leiding van voormalig minister van Justitie Donner dat de Belastingdienst te streng was bij het beoordelen van een groep ouders in het zogenoemde ‘CAF 11 dossier’.

Als de ouders ook maar iets niet goed hadden ingevuld, door slordigheid of onwetendheid, werden zij al verdacht van fraude. Ze kregen vaak niet precies te horen waarom, maar de gezinnen raakten wel hun kinderopvangtoeslag kwijt.

Door de terugvorderingen van de Belastingdienst van duizenden tot tienduizenden euro’s kwamen veel gezinnen in financiële problemen. Er zijn zelfs gezinnen die 50.000 tot 100.000 euro schuld hebben.

Angela Sanches heeft een schuld van 100.000 euro door de zaak over de kinderopvangtoeslag.

Gedupeerde kinderopvangtoeslag: ‘Ik ben geen crimineel’

Het kabinet neemt nog geen besluit over de duizenden andere gezinnen die volgens commissie-voorzitter Donner hetzelfde is overkomen. Donner schatte in dat daar maar “enkele echte fraudeurs” tussen zitten.

Volgens staatssecretaris Snel gaat het om 9000 vergelijkbare zaken waarbij ouders op dezelfde manier door de Belastingdienst zijn behandeld. Hij bedankt deze ouders voor hun geduld maar zegt dat zij nog even moeten wachten tot ook hun zaken zijn behandeld.

Deze ouders krijgen dezelfde regeling als de 300 ouders van vandaag, zegt Snel. “En dat zullen we zo snel mogelijk doen.” Het advies van de commissie-Donner over de vergelijkbare zaken wordt voor 31 december verwacht.

Iedereen die er recht op heeft gaat compensatie krijgen, belooft de staatssecretaris:

Snel: duizenden andere gezinnen krijgen zelfde compensatie

Een advocaat die sinds 2014 tientallen gedupeerde families bijstaat reageert blij op de toezegging van Snel. “Maar de details moet ik goed op een rij gaan zetten. Want ik zie wel haken en ogen aan zijn uitspraak”, zegt advocaat Eva Gonzalez Perez.

Ze zegt dat ze gekke dingen heeft meegemaakt in de zaak tegen de Belastingdienst. “De institutionele vooringenomenheid leidde tot manieren van behandelen die ronduit bizar waren. Telefoons werden bij mij op de hoorn gegooid, medewerkers liepen weg, ze deden denigrerend of ze deden deze gesprekken af met de opmerking dat ik het niet zou snappen. Ik heb dit nog nooit meegemaakt”, zegt Gonzalez Perez.

Rekenvoorbeeld:

Een ouder had recht op 12.000 euro kinderopvangtoeslag over 2014, 2013 en 2012. Deze werd in juli 2014 stopgezet na beschuldiging van fraude. Ook over 2012 en 2013 moest de toeslag door de ouders worden terugbetaald. De schuld die is ontstaan is 6000 + 12.000 + 12.000 = 30.000 euro. Dit moeten de ouders per saldo terugkrijgen, ook als zij de schuld al deels hadden terugbetaald.

De immateriële schadevergoeding is 25 procent van 30.000 euro = 7500 euro. Daarnaast is er 500 euro voor elk half jaar dat de ouders last hebben gehad van de fout en nog niet zijn terugbetaald. Dat is na 5,5 jaar 5500 euro. Ook de juridische kosten worden vergoed.

Bekijk ook;

Snel door het stof voor toeslagouders

Telegraaf 15.11.2019 Een goede eerste stap, zeggen Kamerleden van coalitie en oppositie over de excuses van staatssecretaris Snel (Financiën). Hij ging vrijdagmiddag door het stof voor alle ouders die opgejaagd werden door de Belastingdienst en onterecht als toeslagfraudeurs werden bestempeld.

Zij kregen van Snel ’niet alleen een welgemeend excuses en de erkenning dat zij veel te lang als fraudeur zijn behandeld en bestempeld en hen veel ten onrechte is aangedaan door de Belastingdienst’, maar ook een compensatie.

Tunnelvisie

Waarschijnlijk duizenden ouderen werden jarenlang onterecht aangepakt door de fiscus, omdat ze gefraudeerd zouden hebben met de kinderopvangtoeslag. Maar in werkelijkheid bleek de Belastingdienst door tunnelvisie veel te fanatiek op deze onschuldige mensen te jagen, bleek uit het advies dat oud-minister Donner presenteerde.

Bekijk ook:

Snel: royaal compenseren in toeslagenaffaire 

Bekijk ook:

Compensatie voor ’financiële nachtmerrie’ toeslagouders 

Daarin gaf hij ook de aanzet voor een compensatieregeling voor in elk geval een deel van die ouders, die nu door Snel over wordt genomen. „Ik besef me dat ik daarmee nooit het leed van deze mensen goed kan maken”, tekende hij daarbij aan. „Deze mensen zijn te lang mishandeld door ons.”

Kamerleden zijn blij met deze eerste stap van Snel, maar wijzen er ook op dat er meer nodig is om te voorkomen dat dit vaker gebeurt. „Ik hoop dat dit het begin van een lang en moeilijk proces zal worden waarbij de positie van de burger ten opzichte van de overheid een stukje sterker zal worden”, reageert CDA’er Omtzigt. „De overheid is er immers voor de burger en niet andersom.”

SP’er Leijten, die samen met Omtzigt de staatssecretaris vaak aan de tand voelde over de toeslagzaken, wijst erop dat de compensatie die nu gegeven wordt in eerste instantie alleen nog maar voor een deel van de gedupeerde ouderen is. „Er is een grotere groep, die moet ook deze erkenning krijgen. En er moet een parlementaire enquête komen naar de vooringenomenheid van de Belastingdienst.”

Volgens Lodders (VVD) is het excuus van Snel een eerste stap. Zij vindt dat de compensatie voor de kerst geregeld moet zijn. „Eerst moeten we deze zaak zo spoedig mogelijk afhandelen, daarna gaan we het debat voeren over hoe we de Belastingdienst op orde krijgen. En voorkomen dat in de toekomst mensen ook met dit leed te maken krijgen. Want wat deze mensen is aangedaan is bijna onbeschrijfelijk.”

Uit het advies van Donner blijkt hoezeer de ouders werden opgejaagd door de fiscus en hoe moeilijk het voor hen was om hun gelijk te halen. Zo kregen Belastingdienst-medewerkers bij de behandeling van de bezwaren als één van de vuistregels mee: „Waarschijnlijk kun je bijna niks toekennen.”

En dat terwijl de ouders al na een klein foutje gedwongen werden om de toeslag voor een heel jaar terug te betalen. Dat kon al gebeuren als iemand in één week de opvanguren niet goed bij had gehouden, of voor één maand vergeten was een loonstrookje toe te voegen bij de aanvraag.

Bekijk meer van; belastingen economie, business en financiën Menno Snel Den Haag commissie-Donner

Kabinet door het stof: nog dit jaar forse schadevergoeding gedupeerden kinderopvangtoeslag

AD 15.11.2019 Het kabinet streeft ernaar gedupeerde ouders in de zogenoemde CAF-11-zaak over de onterechte terugvordering van kinderopvangtoeslagen, nog voor het einde van dit jaar financieel te compenseren. Dat meldt verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel (Financiën) aan de Tweede Kamer.

De schadevergoeding wordt vormgegeven zoals de commissie-Donner, die onderzoek deed naar de affaire en daar deze week verslag over uitbracht, heeft geadviseerd. De gedupeerden krijgen de onterecht teruggevorderde bedragen alsnog uitbetaald en ontvangen daarnaast extra compensatie voor materiële en immateriële schade.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Snel oordeelt in navolging van de commissie-Donner hard over de fouten die de fiscus in deze zaak heeft gemaakt. ,,Het is écht, écht niet ok wat er is gebeurd”, zegt de bewindsman in een toelichting. Honderden gezinnen werden ten onrechte van fraude beticht en in de financiële ellende gestort doordat zij vele duizenden euro’s aan toeslagen moesten terugbetalen. Ook nadat duidelijk werd dat de Belastingdienst op het verkeerde spoor zat, ging de dienst toch door met invorderen. Sommige ouders werden zelfs gedwongen hun huis te verkopen.

Volgens Snel hadden de gedupeerde ouders ‘geen schijn van kans’. De Belastingdienst ging er bij voorbaat van uit dat ze fraudeurs waren. ,,We zijn over de grens gegaan’’, zegt hij.

‘Schrijnend’

De staatssecretaris erkent dat hij het geduld van de getroffen ouders én van de Tweede Kamer ‘lang op de proef heeft gesteld’, en zegt dat te betreuren. De onrechtmatige handelwijze van de fiscus ‘wringt temeer omdat het kwetsbare groepen betreft, waarbij het stopzetten of intrekken van een toeslag extra schrijnend kan uitpakken’.

Snel laat onderzoeken of de Belastingdienst in vergelijkbare zaken ook ouders heeft benadeeld. De commissie-Donner gaat ervan uit dat uiteindelijk eerder duizenden dan honderden mensen gecompenseerd moeten worden. Snel denkt dat ook. ,,Er zijn 169 van dit soort zaken met in totaal zo’n 9000 ouders.’’ Ook zijn zullen eventueel snel gecompenseerd worden.

‘Mishandeling’

Snel kondigt daarnaast maatregelen aan om herhaling te voorkomen. Zo wordt onderzocht of vereenvoudiging van de Belastingdienst, bijvoorbeeld door onderdelen af te splitsen en zo de organisatie effectiever kan maken. Zo denkt Snel eraan om van de afdelingen die toeslagen (kinderopvang- ,  huur- en zorgtoeslag) los te koppelen van de afdelingen die belasting innen. Ook belooft hij een cultuurverandering bij de fiscus te zullen doorvoeren. ,,Want dit mag nooit meer gebeuren.’’

In een toelichting zei de staatssecretaris ‘goed te beseffen dat hij nooit alle leed kan goedmaken’ voor de ouders. Volgens hem zijn die door de Belastingdienst ‘mishandeld’.

Ondanks de gemaakte fouten heeft Snel geen aanwijzingen dat ambtenaren ambtsmisdrijven hebben gepleegd. Als mocht blijken dat dat toch is gebeurd, zal er aangifte worden gedaan, aldus de staatssecretaris.

Compensatie kinderopvangtoeslag ‘eerste stap’
CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt noemt het ,,een goede eerste stap” dat ouders die door de fiscus onterecht als fraudeur zijn behandeld bij de kinderopvangtoeslag nu compensatie krijgen. ,,Wel een beetje laat”, voegt hij eraan toe.

Er was volgens hem sprake van ,,zeer ernstige institutionele misstanden”. Wat Omtzigt betreft is dit het begin van een operatie waarbij de positie van de burger tegenover de overheid wordt versterkt. Dat moet gelden voor de hele Belastingdienst, maar ook voor uitkeringsinstantie UWV en het CBR.

Ook SP-Kamerlid Renske Leijten vindt de compensatie die het kabinet heeft toegezegd ,,een eerste stap”. Volgens het meldpunt van de SP is er een veel grotere groep van gedupeerden. Daarbij betreft het ook gezinnen die buiten het huidige onderzoek vallen. ,,Al die mensen moeten hun geld terugkrijgen.”

De gang van zaken onderstreept de noodzaak van een parlementaire enquête over ,,institutionele vooringenomenheid” bij de Belastingdienst, vindt Leijten. De SP drong al eerder aan op een enquête naar misstanden bij de fiscus.

Volgens Helma Lodders van de VVD is de actie van Snel ,,rijkelijk laat, maar een goede zet”. Ze hoopt dat het de ouders rust geeft.

Kabinet komt getroffen ouders kinderopvangtoeslag ‘CAF 11’ tegemoet

RO 15.11.2019 Staatssecretaris Snel van Financiën komt namens het kabinet met een compensatieregeling voor de 302 ouders waarbij kinderopvangtoeslag stop is gezet of teruggevorderd, het zogeheten CAF 11-dossier. Daarnaast kondigt hij een aantal maatregelen aan om de door de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen geconstateerde tekortkomingen aan te pakken.

De Adviescommissie onder leiding van minister van staat Donner publiceerde gisteren een gedegen interim-rapportage waarin onder meer staat dat de grenzen van de handhaving doelbewust zijn opgezocht en ook zijn overschreden.

Staatssecretaris Snel: “Het geduld van deze ouders is lang op de proef gesteld. Ik betreur dat. De ouders zijn lang ten onrechte als fraudeur bestempeld en behandeld. Vandaag komt daar een einde aan.”
In de rapportage geeft de Adviescommissie aan hoe de getroffen ouders kunnen worden gecompenseerd. De staatssecretaris omarmt die voorstellen voor materiële en immateriële schade.

De oplossing bestaat uit de volgende vijf onderdelen:

  1. Herstel van de gemiste en tot nu teruggevorderde toeslag;
  2. Toekenning van € 500 per halfjaar voor immateriële schade vanaf het eerste moment van correctie tot aan een volledig herstel hiervan. Wie bijvoorbeeld een correctie krijgt van € 2.000, kan maximaal 4 x € 500 hier bovenop krijgen.
  3. 25% van de gemiste en in eerste instantie teruggevorderde toeslag als compensatie voor materiële schade. Voorbeeld: er is € 10.000 gecorrigeerd, dan krijgt iemand aanvullend € 2.500 hier bovenop.
  4. Vergoeding van de betaalde invorderingskosten over de afgelopen jaren voor zover in rekening gebracht;
  5. Een vergoeding van de kosten van juridische bijstand conform de reguliere forfaitaire bedragen, voor zover deze kosten niet eerder zijn vergoed.

Per dossier wordt nu gekeken naar de precieze compensatie. Alles is er op gericht om de getroffen ouders dit jaar financieel tegemoet te komen. Op korte termijn komen er ook aanbevelingen voor de andere ouders in de overige CAF-zaken.

Daarnaast kondigt de staatssecretaris nog een aantal andere maatregelen aan die herhaling in de toekomst moeten voorkomen. Zo komt er een onderzoek of het vereenvoudigen van de Belastingdienst de organisatie effectiever kan maken. Ook komt er meer maatwerk in de dienstverlening en een verbetering van de cultuur en de vaardigheden van de medewerkers.

De Adviescommissie komt in haar eindoordeel, dat later volgt, met aanbevelingen voor verbetering van de rechtsbescherming van burgers en in het bestuurlijk proces.

Zie ook;

‘Sorry’ is niet genoeg voor de Belastingdienst

AD 15.11.2019 Gezinnen die jarenlang ten onrechte door de Belastingdienst worden opgejaagd om enorme bedragen terug te betalen. Ambtenaren die mensen het vel over de oren trekken terwijl ze bewust niet kijken naar ontlastend bewijs. Het zijn uitwassen die in een fatsoenlijk land niet zouden mogen plaatsvinden. Toch gebeurde het op grote schaal in Nederland.

Een schadever­goe­ding is niet meer dan terecht,Maar daar kan het niet bij blijven !!

Een commissie onder leiding van oud-minister Donner deed onderzoek naar 302 ouders die valselijk werden beschuldigd van fraude met kinderopvangtoeslag. Het gaat om één onderzoek van een speciaal fraudeteam van de Belastingdienst dat onderzoek deed naar een Eindhovens gastouderbureau. De ouders moesten ten onrechte duizenden euro’s terugbetalen en velen kwamen daardoor in grote problemen. Volgens de commissie gingen ambtenaren daarbij hun boekje te buiten.

Dat kon gebeuren doordat de Belastingdienst – nadat er in 2013 grootschalige fraude met toeslagen door Bulgaarse bendes werd ontdekt – veel strenger ging controleren. Zó streng, dat volgens Donner sprake was van ‘institutionele vooringenomenheid’: ambtenaren gingen er bij voorbaat al van uit dat mensen fraudeerden.

Vervolgens moesten zij enorme sommen geld terugbetalen, werd het bijna onmogelijk gemaakt om bewijsstukken in te leveren die het tegendeel konden aantonen, werden beslistermijnen overschreden en werden interne afspraken bij de Belastingdienst overtreden. En volgens de commissie gaat het naast de gedupeerden in deze casus waarschijnlijk nog om duizenden andere huishoudens.

Het kabinet komt nu met schadevergoeding. Dat is niet meer dan terecht. Maar daar kan het niet bij blijven. Er is iets goed mis dat de Belastingdienst zich zó lang onaantastbaar kon wanen. Zelfs toen al bekend was dat veel ouders ten onrechte werden opgejaagd (er waren ook enkele ouders die wel fraudeerden), werd het beleid niet bijgesteld.

Juist in de werkwijze van een instantie met zulke verregaande bevoegdheden als de Belastingdienst zouden voldoende controlemechanismes moeten zitten om te checken of die bevoegdheden rechtmatig worden ingezet. Nu werd daar pas naar gekeken na publiciteit. Verantwoordelijk staatssecretaris Snel (Financiën) moet dan ook meer doen dan alleen excuses aanbieden. Hij moet de cultuur bij de dienst veranderen en desnoods de bezem er doorheen halen.

De top van de Belastingdienst negeerde jarenlang misstanden. Nu stapt een klokkenluider naar de Tweede Kamer.

Belastingdienst handelde jarenlang in strijd met de wet

Trouw 12.11.2019 De Belastingdienst heeft jarenlang interne meldingen van misstanden bij de behandeling van burgers genegeerd. Tot op het hoogste ambtelijk niveau kreeg een medewerker die aankaartte dat in strijd met de wet werd gehandeld en rechten van burgers werden geschonden, geen gehoor. Hij legt zijn verhaal nu voor aan de Tweede Kamer, hopend dat burgers alsnog hun recht krijgen.

Trouw en RTL Nieuws kregen vooraf inzage in de brandbrief die de inmiddels gepensioneerde ambtenaar Pierre Niessen (68) naar de Tweede Kamer stuurde, evenals een dossier van vooral e-mailverkeer tussen hem, collega’s en de hoogste bazen bij de Belastingdienst. Daaruit blijkt dat de Belastingdienst bij zeker 40.000 mensen ten onrechte geld terugvroeg, hoewel zij volgens de wet recht hadden op uitstel van betaling omdat bijvoorbeeld hun bezwaar nooit behandeld werd.

Collega’s raadden Niessen af de strijd aan te gaan. “Pierre, dit ga je nooit winnen”, zeiden ze. Medewerkers waren ook bang om de leiding te weerspreken, uit angst voor hun carrière. Juristen vergoelijkten de handelwijze, en deden het onwettige optreden af als ‘collateral damage’, te rechtvaardigen omdat achterstanden weggewerkt moesten worden. “Conform de wet is iets anders dan rechtvaardig”, zo schrijft een vooraanstaande jurist die ook in de toeslagenaffaire opduikt in een e-mail aan Niessen.

Deze klokkenluider treedt nu naar buiten vanwege de recente onthullingen over het optreden van de Belastingdienst bij de kinderopvangtoeslag. De fiscus hield zich ook daar jarenlang niet aan de wet, door toeslagen zonder bewijs stop te zetten, bezwaren niet te behandelen en gastouderbureaus zonder bewijs als fraudeur te bestempelen.

Zonder bewijs het stempel ‘opzet/grove schuld’

Trouw en RTL Nieuws meldden dat ouders die door die handelwijze hun toeslag kwijtraakten en eerdere toeslagen moesten terugbetalen, massaal en zonder bewijs het stempel ‘opzet/grove schuld’ kregen, waardoor zij niet in aanmerking kwamen voor een betalingsregeling of schuldsanering. Vorige week stopte staatssecretaris Snel (D66) van financiën de dwanginvorderingen bij 8500 gezinnen: hij kan niet garanderen dat deze terecht zijn.

Niessen werkte van 2014 tot en met 2016 als behandelaar van bezwaren van burgers bij de afdeling Invordering van de Belastingdienst/Toeslagen. Hij ontving massaal bezwaren nadat de Belastingdienst, zonder geldige reden en in strijd met de wet, plots besloot een eerder aan 40.000 mensen verleend uitstel van betaling in te trekken.

Van leidinggevenden kreeg hij opdracht die bezwaren vereenvoudigd af te doen, en niet als bezwaar te erkennen, zodat burgers geen recht kregen om bijvoorbeeld gehoord te worden. Dat schrijft de wet wel voor, en daarom weigerde Niessen aan de opdracht te voldoen. Bezwaren werden door anderen wel afgedaan als een ‘verzoek om informatie’ en de invorderingen werden in strijd met de wet gewoon doorgezet. Volgens Niessen zijn ook veel mensen in de toeslagenaffaire door deze manier van werken gedupeerd.

‘Ik liep tegen muren aan’

Niessen, zo blijkt uit de brandbrief en het interne e-mailverkeer, trekt meermalen bij collega’s en leidinggevenden aan de bel over de gang van zaken, maar vindt nergens gehoor. Hij lichtte zelfs de toenmalig directeur Toeslagen en de hoogste baas van de Belastingdienst, de directeur-generaal, in over het onrechtmatig handelen. “Ik liep tegen muren aan”, zegt hij, eraan toevoegend dat hij ‘de verplichting’ heeft om dit naar buiten te brengen. “Voor de mensen die onrecht is aangedaan en tegenover mijn geweten.”

De Belastingdienst zegt er ‘voortdurend naar te streven volgens de wet te werken’. Een woordvoerder zegt dat naar aanleiding van Niessens meldingen ‘signalen zijn gedeeld met de verantwoordelijke onderdelen’.

Onduidelijk is of dat tot enige actie heeft geleid. De woordvoerder verwacht dat een commissie onder leiding van oud-minister Donner morgen iets zal zeggen over de behandeling van bezwaarschriften door de fiscus. Donners advies is nog niet openbaar.

Lees ook:

Ouders krijgen inzage in toeslagdossier Belastingdienst: ‘We zijn alles kwijtgeraakt’

Ouders die kinderopvangtoeslag moeten terugbetalen, voer­den maandag actie voor inza­ge in hun dossier. Met succes.

Fiscus stopte vaker kindertoeslagen zonder bewijs

De Belastingdienst zette de toeslagen van nog eens 120 ouders stop zonder grondig onderzoek. Dat was de standaard werkwijze van een speciaal fraudeteam, stelt een goed ingevoerde bron.

Voor de Belastingdienst ben je fraudeur tot het tegendeel bewezen is

Jaren geleden stopte Florien Jansen al met haar gastouderbureau, na een langdurige strijd met de Belastingdienst. Nu komt zij erachter dat ze al die tijd als fraudeur werd aangemerkt. Maar de Belastingdienst had daar helemaal geen bewijs voor.

Meer over; Belastingdienst politiek misdaad, recht en justitie Pierre Niessen Jan Kleinnijenhuis

november 16, 2019 Posted by | 2e kamer, Belastingdienst, commissie-Donner, politiek, Staatssecretaris Menno Snel, Staatssecretaris Menno Snel D66, toeslagen, tweede kamer | , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Staatssecretaris Menno Snel D66 (Financiën) en het verdere gedonder met de belastingdienst – deel 4 – commissie Donner

Het Stikstof ballonnetje van Geert Wilders PVV

Nood breekt Wet !!!

Het proef-ballonnetje

De noodwet om de stikstofregels te omzeilen moet een halfjaar gaan gelden. Het voorstel biedt ook de mogelijkheid voor boeren om ongebruikte bouwcapaciteit waarvoor eerder al een vergunning is verleend, over te dragen aan andere bedrijven.

Wilders presenteert noodwet voor stikstofproblemen

Lijkt me een heel slim plannetje !!!!

Met zijn Noodwet wil hij woningbouw, infrastructuur en landbouw tot zaken van dringend openbaar belang laten verklaren. Een opschorting van de regels voor een periode van zes maanden.

Tijdens die periode “kan het kabinet in relatieve rust naar een definitieve oplossing zoeken” , aldus Geert Wilders.

Het zou ons verbazen als naast het FvD andere partijen hem steunen, maar het gaat om het idee. Het hele land wordt gek gemaakt met gekkigheid rond stikstof en PFAS-problemen, waartegen het kabinet nu overhaast allerlei maatregelen wil invoeren. Met deze wet kunnen boeren boeren en bouwers bouwen, zonder dat de maximumsnelheid hoeft te worden verlaagd of andere pijnlijke maatregelen hoeven te worden genomen”.

En zo hoeft de premier niet nog meer verkiezingsbeloftes te breken.” Nood breekt wetten, het halve land onder water in 2050, wat is het leven urgent eigenlijk hè?

Helaas blijkt het ballonnetje niet op te gaan !!!!

PVV-leider Geert Wilders wil een noodwet waarbij stikstofwetgeving voor zes maanden niet moet gelden in de woningbouw, de infrastructuur en meeste landbouwprojecten. Maar dat voorstel maakt geen schijn van kans.

Telegraaf 04.12.2019

Voor vertragende noodwetten is in deze fase van het proces geen ruimte meer. ‘Het probleem met de vorige wetgeving was juist dat de stikstofbesparing steeds vooruit werd geschoven. Bovendien is het idee van noodwetgeving niet nieuw en weet het kabinet dat de eerste de beste rechter daar een streep doorheen zet.’

De plannen van de PVV voor een noodwet om de stikstofimpasse te doorbreken, zijn volgens het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deels onhoudbaar. De oppositiepartij wil met een noodwet regelen dat projecten op het gebied van woningbouw, infrastructuur en landbouw door kunnen gaan, ongeacht de stikstofuitstoot die ermee gepaard gaat.

Volgens een woordvoerster van minister Carola Schouten mag “niet meer op de pof” worden geleefd “als het gaat om het nemen van maatregelen die stikstofuitstoot reduceren”. Het voorstel van de PVV bevat elementen die hier wel van uitgaan, aldus de woordvoerster, en zijn daarom “juridisch onhaalbaar”.

dossier “Stikstofmaatregelen” AD

‘Stikstof-noodwet Wilders maakt geen schijn van
kans’

Wilders presenteert noodwet voor stikstofproblemen

Meer voor stikstof geert wilders noodwet

Geert Wilders komt met noodwet voor stikstofproblematiek …

Wilders presenteert noodwet voor stikstofproblemen | Politiek …

Wilders presenteert noodwet stikstof | Binnenland | Telegraaf.nl

Geert Wilders geduld met Mark Rutte raakt op, presenteert …

Wilders presenteert noodwet voor stikstofproblemen | NOS

Wilders presenteert NOODWET stikstof – GeenStijl

Geert Wilders licht Noodwet Stikstof toe in de Tweede Kamer …

‘Stikstof-noodwet Wilders maakt geen schijn van kans’ | BNR …

Wilders presenteert noodwet stikstof – Pvv

Vorige 1 2 3 4 5 6 Volgende

Machiel de Graaf (PVV) wil ’rust’ brengen in de ontstane stikstofchaos. Ⓒ ANP

Geen steun voor PVV-noodwet stikstof

Telegraaf 04.12.2019 De tijdelijke noodwet van de PVV om de stikstofimpasse te doorbreken stuit op een politieke blokkade door andere partijen in de Tweede Kamer.

De fractie van Geert Wilders stelt een rustpauze voor van een half jaar. Het kabinet kan dan, zo stelt de grootste oppositiepartij, werken aan een definitieve oplossing. Tegelijkertijd worden in deze periode stikstofregels tijdelijk uitgeschakeld waardoor de bouw kan worden hervat en een lagere maximumsnelheid op alle snelwegen niet nodig is.

De Tweede Kamer heeft zich woensdag gebogen over het wetsvoorstel. Alle partijen prijzen de PVV voor het initiatief, maar iedereen ziet haken en ogen. GroenLinks, SP, PvdA en D66 zien in de wet geen oplossing die de natuur helpt. Ze steunen de noodwet daarom niet.

Regeringspartij CDA ziet juridische bezwaren, want het PVV-plan is in strijd met Europese regels. VVD-Kamerlid Mark Harbers vreest dat ondernemers juridisch vogelvrij zijn en voor het gerecht kunnen worden gesleept door milieuclubs.

Chaos

PVV-Kamerlid Machiel de Graaf verdedigt het initiatief van zijn partij: „We willen rust creëren in de door Den Haag gecreëerde chaos.” De oppositiepartij ziet geen belemmering in de Europese regels. „Er zijn zat landen in de EU die verdragen aan hun laars lappen. Het Verdrag van Lissabon is door landen zonder problemen opzij gezet tijdens de migratiecrisis.”

Als het aan De Graaf ligt zet het kabinet de snoeischaar in de lappendeken van gebieden met het label Natura2000. „Ieder Cruyff Court is onderhand een Natura2000-gebied.”

(V.l.n.r.) Mark Harbers (VVD), Frank Futselaar (SP), William Moorlag (Pvda), Ether Ouwehand (Pvdd), Roelof Bisschop (SGP), Jaco Geurts (CDA), Jesse Klaver (Groenlinks), Wybren van Haga en Geert Wilders (PVV) tijdens het Tweede Kamerdebat over een snelle oplossing voor de stikstof- en PFAS-problematiek.

 ANP

Wilders: ’Geen stikstofprobleem, maar een Rutte-probleem’

Telegraaf 14.11.2019 PVV-leider Geert Wilders en premier Mark Rutte staan tijdens het stikstofdebat in de Tweede Kamer met de koppen tegen elkaar. De PVV beticht de minister-president van ’lafheid’, omdat hij geen ’nee’ zou durven zeggen tegen de drastische snelheidsverlaging naar 100 kilometer per uur. „Laf?”, reageert Rutte. „Er is er maar één laf en dat bent u.”

De Tweede Kamer praat vandaag met het kabinet over het eerste pakket aan maatregelen dat Nederland uit de stikstofcrisis moet helpen. Daarbij is het meest in het oog springend dat de maximumsnelheid overdag omlaag moet naar 100 kilometer per uur. Verder moeten koeien op een speciaal eiwitdieet. De maatregelen zijn volgens het kabinet nodig om weer bouwvergunningen te kunnen verstrekken.

PVV’er Wilders ziet liever dat het kabinet zijn plan voor een noodwet omarmt. Zolang die noodwet van kracht is kunnen woningen volgens hem gewoon worden gebouwd en kan het kabinet rustig opzoek naar een beter doortimmerde manier om de stikstofproblemen op te lossen. Ook wil hij dat de stikstofnorm omlaag gaat, net zoals in veel omringende landen.

Volgens premier Rutte zijn de wensen van Wilders onmogelijk en ontloopt de PVV-leider daarmee de realiteit. „Wetten wijzigen? Naar Brussel? Dat gaat allemaal niet”, stelt hij. Waarom dat niet kan, daar geeft hij echter geen heldere uitleg over. Een motie van wantrouwen van Geert Wilders tegen het hele kabinet haalde geen meerderheid. Alleen de PVV zelf en Forum voor Democratie waren voor.

Volg onze verslaggever Alexander Bakker bij het debat! Zijn tweets staan onderaan dit verhaal.

’Ruzie met de hele samenleving’

Vrijwel niemand in de oppositie is te spreken over de daden van het kabinet. GroenLinks is vooral boos over het plan om natuurgebieden samen te voegen of opnieuw in te richten. Dat kan echt niet, vindt partijleider Klaver. „Natuur moet koste wat kost beschermd worden.”

Volgens PvdA’er Moorlag heeft het kabinet er een zooitje van gemaakt. Niet alleen werd in de stikstofcrisis veel te laat ingegrepen, ook was er geen plan B of C. „Het kabinet heeft inmiddels ruzie met de hele samenleving”, ziet hij.

’Amuse van een 7-gangendiner’

D66’er De Groot – de politicus die eerder boeren tegen zich in het harnas jaagde door te zeggen dat de veestapel moet halveren – ziet het stikstofpakket van het kabinet slechts de ’amuse van een 7-gangendiner’. Dat D66 het stikstofpakket daarmee presenteert als een heerlijk hapje doet pijn bij coalitiegenoot VVD.

Dat is PVV-leider Wilders niet ontgaan. „Die woorden kwamen uit het hart van D66”, zegt hij tegen premier Rutte. „U zit met mensen in de coalitie die u tarten. Sadistisch bijna. Hoeveel pikt u nog? ”, vraagt hij zich af.

SGP: waar is het gezonde verstand gebleven?

De SGP vraagt zich af waar bij het kabinet ’het gezonde verstand’ is gebleven. De ingezette maatregelen waaronder de snelheidsverlaging leveren zo weinig stikstofwinst op dat één extra gans op elke hectare dat met zijn ganzenflatsen opsoupeert.

PVV’er Wilders haalt stevig uit naar het CDA dat volgens hem niet langer een boerenpartij, maar een stadspartij is. CDA’er Geurts laat dat van zich afglijden. Hij ziet in het stikstofpakket geen maatregelen die boeren hard raken en is daar dik tevreden mee. „Landbouw heeft al een hunebed bijgedragen, terwijl andere sectoren slechts een kiezelsteentje leverden.”

De VVD wil dat geprobeerd wordt om het mes te zetten in natuurgebieden. „Wat niet te redden is, moet je niet beschermen”, zegt Kamerlid Harbers. Hij denkt bijvoorbeeld aan bepaalde plantjes bij het Grevelingenmeer.

Het kabinet wil de waterkwaliteit van het meer verbeteren, maar de beschermde plantjes zullen dan waarschijnlijk sneuvelen. „Dat is een knoop waar je niet meer uit komt”, ziet hij. In zulke gevallen mag wat hem betreft het plantje weg. Dat is uiteraard tegen het zere been van GL-leider Klaver. „Dit is een regelrechte aanval op de natuur”, roept hij semi-getergd uit.

Tweets by ‎@alexanderbakker

Wilders: ’VVD van vroem- naar bakfietspartij’

MSN 14.11.2019 PVV-leider Geert Wilders heeft geen goed woord over voor de manier waarop het kabinet de stikstofcrisis probeert te tackelen. Vooral premier Rutte moet het daarbij ontgelden. „We hebben geen stikstofprobleem, maar een Rutte-probleem”, aldus de leider van de grootste oppositiepartij. En de snelheidsverlaging is ’hoogverraad aan de automobilist’.

De Tweede Kamer praat vandaag met het kabinet over het eerste pakket aan maatregelen dat Nederland uit de stikstofcrisis moet helpen. Daarbij is het meest in het oog springend dat de maximumsnelheid overdag omlaag moet naar 100 kilometer per uur. Verder moeten koeien op een speciaal eiwitdieet. De maatregelen zijn volgens het kabinet nodig om weer bouwvergunningen te kunnen verstrekken.

PVV’er Wilders ziet liever dat het kabinet zijn plan voor een noodwet omarmt. Zolang die noodwet van kracht is kunnen woningen gewoon worden gebouwd en kan het kabinet rustig opzoek naar een beter doortimmerde manier om de stikstofproblemen op te lossen.

Hij hekelt de snelheidsverlaging die volgens velen amper een stikstofverbetering oplevert. „Er is linkse klimaat- en milieugekte in de premier geslopen. De VVD is van de vroemvroempartij naar de bakfietspartij gegaan. Dit is hoogverraad aan de automobilist.”

VVD-Kamerlid Mark Harbers zegt niet tegen een noodwet te zijn. Maar de liberaal denkt dat het geen zekerheid geeft voor vergunningen, omdat natuurcompensatie dan alsnog ontbreekt.

Wilders vindt dat kolder. Hij wijst erop dat het de politiek is die de wetten maakt waarop de rechter zich baseert. „Wij zijn de wetgever. Ik geef toe dat de rechter de wetgever kan corrigeren, maar de wetgever kan ook de rechter corrigeren.”

Vrijwel niemand in de oppositie is te spreken over de daden van het kabinet. GroenLinks is boos over het plan om natuurgebieden te schrappen.

november 13, 2019 Posted by | 2e kamer, geert wilders, geert wilders pvv, noodwet, PVV, stikstof, stikstofregels | , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Het Stikstof ballonnetje van Geert Wilders PVV

De nog veel langere arm van Erdogan in IS-gebied, Syrië, Irak en verder !! – deel 12 – de nasleep

Hoger beroep

De Rechtbank in Den Haag bepaalde maandag 11.11.2019 dat de Nederlandse staat zich moet inspannen om 56 kinderen uit kampen in Syrië terug te halen.

Het Kabinet gaat echter in hoger beroep tegen de uitspraak die Nederland verplicht zich maximaal in te spannen om de 56 IS-kinderen van Nederlandse IS-reizigers terug te halen. Dat schrijven minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) en Stef Blok (Buitenlandse Zaken, VVD) dinsdag 12.11.2019 in een brief aan de Tweede Kamer.

De rechtbank in Den Haag bepaalde maandag 11.11.2019 dat de Nederlandse staat een inspanningsverplichting heeft binnen veertien dagen de kinderen van vrouwen die naar IS-gebied in Syrië of Irak zijn gereisd, terug te halen. Ook als er beroep zou worden ingesteld. Deze verplichting geldt niet voor de vrouwen zelf. Het kort geding was aangespannen door 23 vrouwen die naar Syrië of Irak waren afgereisd, die samen 56 kinderen hebben.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is 8738e-asiel2b252822529.jpg

Terughalen andere IS-vrouwen uit Syrië niet uitgesloten

Het terughalen van Nederlandse IS’ers uit kampen in Noord-Syrië wordt zeker geen gewoonte. Dat was de boodschap van de ministers Grapperhaus (Jusititie en Veiligheid) en Kaag (Buitenlandse Zaken) in de Tweede Kamer. Maar ze sluiten niet uit dat het nog een keer gebeurt. “We bekijken het van geval tot geval”, zei Grapperhaus. Ook moet de veiligheidssituatie in de regio het toestaan.

Nederland haalde vorige maand Ilham B. uit Gouda en drie kinderen naar Nederland. Tot dan toe zei het kabinet steeds dat het ophalen van IS-vrouwen en kinderen uit Syrische kampen te gevaarlijk was. Maar nu bestond de vrees dat B.’s strafzaak zou vervallen als zij niet voor een Nederlandse rechter werd gebracht. En zij mag haar straf niet ontlopen, zei Grapperhaus vanmiddag in een debat over de teruggehaalde IS-vrouw.

De minister wees erop dat het bij de vrouw uit Gouda om een specifiek geval ging. De strafrechter had sinds begin 2019 al een paar keer aangegeven dat zij echt hiernaartoe moest komen om nog berecht te kunnen worden. En vorige maand was het even iets minder gevaarlijk in het gebied waar ze in een door Koerden bewaakt kamp zat. Daar is gebruik van gemaakt, zei Grapperhaus.

Veiligheidssituatie is fragiel

Hij voegde daaraan toe dat het nog eens kan voorkomen dat een Nederlandse strafrechter verzoekt om een Syrië-ganger naar Nederland te halen. Dan zal opnieuw bekeken worden of er geen andere oplossing is, of het gebied veilig genoeg is en of de internationale betrekkingen het toelaten. En dan kan er ook een andere afweging worden gemaakt, benadrukte hij. Want de veiligheidssituatie in Syrië is “fragiel en fluïde”.

Een meerderheid van de Kamer steunt het besluit om B. naar Nederland te halen en heeft er begrip voor dat hierover pas achteraf informatie is gegeven. Onder meer de regeringspartijen VVD en CDA willen dat Syriëgangers bij voorkeur worden berecht in de Syrische regio.

Maar als het echt niet anders kan, dan kunnen ze met deze oplossing leven. Ze willen wel dat de Syriëgangers onder langdurig toezicht komen te staan en dat de Tweede Kamer regelmatig op de hoogte wordt gebracht over de stand van zaken.

Met name de PVV, Forum voor Democratie, de fractie-Van Haga en JA21 vinden het niet kunnen dat Nederland “willens en wetens terroristen naar Nederland haalt”. Zij gaan ervan uit dat hiermee een precedent is geschapen en dat er nu veel meer IS-gangers naar Nederland zullen worden gehaald.

Kamerlid Markuszower zei vanmorgen dat “we allemaal weten dat mevrouw Kaag heel graag terroristen om zich heen heeft”. Dat leidde tot een harde botsing met een groot deel van de Kamer. Ook Kamerlid Eerdmans van JA21 vond de uitspraak te ver gaan.

Met terugkeer IS’er laait debat weer op: ‘Stel je voor dat we zo zouden zijn omgegaan met SS’ers’

Met de verrassende repatriëring van IS-ganger Ilham B. en drie jonge kinderen uit een Koerdisch kamp, laait het politieke debat op. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie) krijgt de volle laag, want de Syriëgangers zijn ook een heet hangijzer aan het Binnenhof.

Foto ter illustratie. Enkele tientallen Nederlandse mannen en vrouwen zitten nog in detentiekampen in Syrië.

Ze ‘verlangde’ ooit ‘naar het kalifaat’, maar wilde na jaren in een Koerdisch kamp nu vooral terug naar Nederland. Met een zeer geheime operatie van de Nederlandse overheid slaagde dat dit weekend: Ilham B. en haar twee kinderen (2 en 5 jaar) werden samen met een 12-jarig kind van andere ouders overgedragen aan de Nederlandse autoriteiten.

Lees ook;

Uit Syrië opgehaalde IS-vrouw Ilham. B. aangekomen in Nederland en woensdag voorgeleid

Zorgen in Gouda om terughalen IS-vrouw Ilham B.: ‘Zij mag niet zomaar terugkeren in de samenleving’

Tot ieders verbazing, erkende haar advocaat Tamara Buruma. ,,Ik had alle hoop zo langzamerhand verloren.’’

Raqqa

Ilham vertoefde in Gouda in fanatieke kringen, jaren terug. Rond 2013 besloot ze naar het IS-kalifaat te gaan, trouwde met een Vlaamse jihadist en streek neer in Aleppo en later in IS-hoofdstad Raqqa. Daar bleef ze – ondanks kritiek en bombardementen -de extremist die ze was: ,,Dat er een raket op je huis valt, is levenservaring.’’

Leden van Koerdische veiligheidstroepen begeleiden drie kinderen die in de Syrische stad Qamishli zijn overgedragen aan Nederlandse diplomaten.

Leden van Koerdische veiligheidstroepen begeleiden drie kinderen die in de Syrische stad Qamishli zijn overgedragen aan Nederlandse diplomaten. © AFP

Later kwam ze in handen van Koerdische strijders, toen het IS-gebied werd overlopen. En de laatste jaren sleet ze dus in een kamp, waarbij het verlangen naar terugkeer naar haar geboorteland groeide.

Ophalen

Door haar terugkeer ontvouwt zich ook weer een wat weggeëbde politieke discussie. In politiek Den Haag staan partijen, ook binnen de coalitie, lijnrecht tegenover elkaar als het gaat om het ‘ophalen’ van voormalig IS-strijders en sympathisanten.

Grapperhaus liep over een dun koord: D66 is juist voor terugkeer en berechting, terwijl VVD en oppositiepartijen als PVV niets willen weten voor welke repatriëring dan ook.

VVD-Tweede Kamerlid Ulysse Ellian spreekt van een ‘onbegrijpelijke actie’. ,, Mijn bloed kookt. De rechtsstaat afwijzen, democratie afwijzen, mensenrechten op grote schaal schenden, en dan wel lekker terug naar Nederland? Stel je voor dat we ooit zo zouden zijn omgegaan met SS’ers. Ongelooflijk.’’

Grapper­haus stelt voorop dat B. bij terugkeer op Nederlands grondge­bied wordt aangehou­den. Er loopt immers al een strafzaak tegen haar

Ook PVV-leider Geert Wilders stelt het kabinet een pittig debat in het vooruitzicht. ,,Het is onacceptabel en onaanvaardbaar dat we de vijand, islamitische IS’ers, hierheen halen. Die terreurvrouwen hebben hun recht verspeeld ooit nog voet op Nederlandse bodem te zetten.’’

Straffeloosheid voorkomen

Toch is de redenering van Grapperhaus een andere, blijkt uit zijn toelichting. Hij stelt voorop dat B. bij terugkeer op Nederlands grondgebied wordt aangehouden. Er loopt immers al een strafzaak tegen haar. De Raad voor de Kinderbescherming zal zich over de kinderen ontfermen.

Grapperhaus wil juist dat B. haar strafzaak niet ontloopt: ,,Teneinde straffeloosheid te voorkomen.’’ Ofwel: als we haar niet hadden opgehaald, was ze misschien in vrijheid op een dag het kamp uitgewandeld.

Dat is precies wat D66 prijst: ,,Goed voor de veiligheid van Nederland: deze IS-vrouwen hierheen halen, berechten en voorkomen dat ze van de radar verdwijnen.’’

Demissionair minister Ferd Grapperhaus (Justitie).

Demissionair minister Ferd Grapperhaus (Justitie). © ANP

Bovendien werd de overheid de afgelopen jaren meermaals door rechters aangespoord om meer te doen om IS-gangers terug naar Nederland te halen. Allereerst de kinderen die niet voor de reis hadden gekozen.

Zo werd het 12-jarige meisje dat nu terugkeert jaren geleden door haar moeder meegenomen naar Syrië, tegen de wil van de vader in. Die vader spande in Nederland een rechtszaak aan die de repatriëring in gang zette.

Maar door verschillende rechterlijke uitspraken moest de overheid ook meer doen om de vrouwen en mannen tegen wie hier in Nederland rechtszaken lopen ‘op te halen’. Zij moesten, vond het gerechtshof bijvoorbeeld, de kans krijgen om hun proces bij te wonen.

Veilig genoeg

Grapperhaus reageerde in algemene zin steeds afwijzend. De kabinetslijn was: het is te gevaarlijk die gebieden in te gaan om mensen op te halen. Pas als Koerden of Turken hen in rustig gebied overdragen, zou er actie worden ondernomen. Kennelijk was het oordeel nu dat het (veilig genoeg) kon.

Zeldzaam is het wel: in 2019 werden twee weeskinderen gerepatrieerd, vaker ontsnapten Nederlandse vrouwen uit kampen in Syrië; het afgelopen jaar zeker tien. Slechts enkelen melden zich bij een Nederlands consulaat in Turkije en werden gearresteerd. Anderen vluchtten naar een deel van Syrië waar jihadisten de baas zijn.

Kamp al-Hol in Syrië.

Kamp al-Hol in Syrië. © AP

Ook B. vroeg sinds 2018 omwille van haar rechtszaak om terugkeer. Een rechter honoreerde dat, maar omdat Nederland geen actie ondernam, dreigde haar zaak naar de prullenbak te worden verwezen, zegt haar advocaat Buruma. ,,Ze moest worden teruggehaald, maar actie bleef uit. Dan kan het moment komen waarop wordt gezegd: kennelijk wil Nederland haar niet vervolgen en komt de zaak te vervallen.’’

B. is bovendien niet de laatste. Er zitten, volgens cijfers van inlichtingendienst AIVD, nog zo’n 45 Nederlandse mannen en vrouwen en 75 kinderen in kampen en gevangenissen.

De overdracht zou in Qamishli zijn geweest, aan de grens met Turkije | Foto: AFP

‘Goudse IS-vrouw Ilham B. en drie kinderen opgehaald uit Syrië’

Het is niet ondenkbaar dat er straks meer Nederlandse IS-vrouwen en -kinderen vanuit Syrische detentiekampen terug worden gehaald. Het kabinet deed dat gisteren voor het eerst, om te voorkomen dat het strafproces tegen een vrouwelijke Syriëganger zou vervallen.

“Het wordt voor het kabinet nu een stuk lastiger vol te houden dat terughalen uit Syrië echt niet kan, omdat het daar te onveilig is”, zegt Bibi van Ginkel van denktank The GloCal Connection. De terrorisme- en internationaal recht-specialist acht het waarschijnlijk dat er meer IS-vrouwen zullen volgen. “Ook in andere rechtszaken tegen Nederlandse IS-vrouwen zal de rechter zeggen: dit is een vergelijkbare situatie.”

‘Nederland moet ze ophalen’

In minstens tien van dit soort strafzaken hebben verdachten een beroep gedaan op dezelfde procedure die gisteren geleid heeft tot het ophalen van Ilham B. met haar gezin. André Seebregts vertegenwoordigt met zijn advocatenkantoor tien Nederlandse vrouwen met zeker 25 kinderen in Syrische kampen.

“Als wij gelijk krijgen met die procedures, dan vervallen die strafzaken. Dan kunnen de verdachten gaan en staan waar ze maar willen en dat wil Nederland niet. Dus om dat te voorkomen, moet Nederland ze ophalen”, zegt Seebregts. De kans dat dit ook gebeurt, is volgens de advocaat groter nu het kabinet terreurverdachte B. met haar gezin heeft laten ophalen. Vandaag kwam het gezin aan in Nederland.

Grondwettelijk recht

De procedure waar het hier over gaat, is in feite een beroep op het grondwettelijke recht voor verdachten om bij hun proces aanwezig te mogen zijn. Dat heeft dus ook B. uit Gouda gedaan. Tegen haar loopt sinds 2016 een rechtszaak. Er zou een streep worden gezet door haar vervolging als de Staat geen concrete stappen zou zetten om haar terug te halen, oordeelde de rechtbank van Rotterdam in februari.

De rechter vond het onredelijk de vervolging voort te zetten als Nederland geen moeite zou doen om haar terug te halen. Bij een streep door het strafproces zou terreurverdachte B. nooit meer berecht kunnen worden voor haar daden. “Ik denk dat het OM hier echt zorgen over heeft gehad”, zegt Van Ginkel. Want ook bij de rechtszaken tegen tientallen andere IS-vrouwen zou dit kunnen gebeuren, zoals advocaat Seebregts al aangaf.

Kabinet: uitzonderlijke gelegenheid

Het demissionaire kabinet is altijd tegenstander geweest van het ophalen van vrouwelijke Syriëgangers en hun kinderen. Het hoofdargument: het zou er te onveilig zijn voor Nederlandse ambtenaren. Maar nu deed zich “een uitzonderlijke gelegenheid voor om de verdachte en haar twee kinderen over te brengen naar Nederland”, legt justitieminister Grapperhaus uit in een Kamerbrief. Verdere details geeft het kabinet niet.

Buruma zegt tegen de NOS dat ze nog geen contact met B. heeft gehad. “Maar dit is natuurlijk iets waar we ons al ruim drie jaar heel actief voor in hebben gezet”, zegt ze. “Om haar in Nederland een strafzaak te kunnen laten hebben en laten bijwonen. En dat dat nu eindelijk toch plaatsvindt, terwijl we eigenlijk de hoop al hadden opgegeven, is heel goed nieuws. Het is toch wel een verrassing, omdat Nederland dit natuurlijk eigenlijk al veel eerder had kunnen doen en zich daar telkens zo tegen verzette.”

Syriëgezant De Bont: ‘We zijn hier om de wet uit te voeren’

De discussie over het terughalen van Syriëgangers en hun kinderen is al jaren een heet hangijzer in Nederland. Meer conservatieve partijen als VVD en PVV zijn faliekant tegen. De gezinnen zouden het recht om terug te keren hebben verspeeld en vanwege radicalisering een gevaar vormen voor de samenleving.

Ook de Jezidi-gemeenschap in Nederland spreekt zich uit tegen de komst van IS-vrouwen. “De IS-vrouwen waren erger dan de strijders”, zei een slachtoffer tegen de NOS. Ze hoopte dat de IS aanhangers in Syrië en Irak worden berecht en nooit meer vrijkomen.

Meer progressieve partijen zoals D66 en GroenLinks vinden juist dat berechting in Nederland veiliger is. Ze verwijzen daarbij onder meer naar een uitgelekte memo van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Daarin stond dat het beter is om in Nederland toezicht te houden op IS-kinderen, omdat de kans anders groot is dat ze radicaliseren en vervolgens terugkeren.

Kinderen

En mensenrechtenorganisaties hameren er al jaren op dat de kinderen niets verkeerd hebben gedaan en het recht hebben om naar Nederland te komen. Ook de kinderombudsvrouw roept al jaren op om de kinderen uit het voormalige IS-kalifaat terug te halen.

Momenteel zitten er zo’n 75 kinderen met een of twee Nederlandse ouders vast in gevangeniskampen in Syrië. De AIVD schrijft dat er ook 45 volwassenen vastzitten, maar onduidelijk is hoe veel vrouwen dat zijn. De leefomstandigheden in de kampen zijn volgens mensenrechtenorganisaties erbarmelijk.

De Nederlandse Syriëganger Ilham B, uit Gouda is door Nederland uit het noorden van Syrië opgehaald. Dat meldt de NOS, op basis van haar advocaat. Ook zijn haar twee kinderen meegenomen, samen met een derde kind waarvan nog niet bekend is wie de ouders zijn.

Ze verbleven in een Koerdisch gevangenenkamp. De Nederlandse Syriëgezant Emiel de Bont en ten minste één Nederlandse vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn in Qamishli, bij de Turkse grens. De Nederlanders worden nu overgebracht naar de Iraakse stad Erbil, waar een Nederlands consulaat is.

Op een persconferentie nam De Bont het woord. ‘Wij zijn hier met een duidelijk mandaat, om een kleine groep Nederlanders op te halen’, zei hij. Hij verwees naar uitspraken in rechtszaken die het ophalen van de Nederlanders mogelijk maakt.

‘Onacceptabel en onaanvaardbaar’

De Syrische Koerden hadden de overdracht van ‘IS-burgers aan de Nederlandse autoriteiten’ vrijdag aangekondigd. Dat leidde tot bezorgde reacties in de Tweede Kamer. ‘Als dit waar is hebben Kaag en Grapperhaus een groot politiek probleem’, twitterde PVV-leider Geert Wilders. ‘Het is onacceptabel en onaanvaardbaar dat we de islamitische vijand van ISIS hierheen halen.’ CDA-Kamerlid Anne Kuik wil ‘zo snel mogelijk opheldering’.

Tijdens de Syrische burgeroorlog trokken ook buitenlanders naar Syrië om zich aan te sluiten bij Islamitische Staat. De Koerden hebben veel van die Syriëgangers gevangengenomen toen het ‘kalifaat’ van IS instortte. De Koerdische autoriteiten hebben buitenlandse overheden opgeroepen om hun burgers te repatriëren, maar veel landen voelen daar weinig voor. De ministeries van Justitie en Buitenlandse Zaken willen zaterdag geen commentaar geven op de zaak.

‘Dit had veel eerder gemoeten’

De advocate van Ilham B., Tamara Buruma, zegt tegen de NOS blij te zijn dat Nederland ‘eindelijk verantwoordelijkheid neemt’, nu haar cliënte uit Syrië is gehaald. ‘Het is zeer betreurenswaardig dat iemand die zich al zo vroeg heeft gemeld bij de Nederlandse autoriteiten, hier zo lang op moest wachten. Dit had veel eerder gemoeten, maar ik ben toch blij dat het nu is gebeurd’, zegt Buruma.

Ze zegt al drie jaar bezig te zijn om Ilham B. in Nederland te krijgen. De Goudse B. wordt sinds maart 2016 in Nederland vervolgd omdat ze naar het kalifaat reisde en zich aansloot bij terreurorganisatie IS. Ze kan niet bij verstrek worden veroordeeld, omdat ze bij de zitting aanwezig wil zijn.

Politieke vragen in Gouda

Het CDA in Gouda heeft zaterdag meteen schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders (B&W). De partij wil weten of het gemeentebestuur ook vindt ‘dat er geen automatisme kan zijn om personen, die bewust hebben gekozen voor het kalifaat, terug te laten keren in de Goudse samenleving’. Ook wil het CDA onder meer weten of er veiligheidsrisico’s zijn en hoe het college daar mee om zal gaan.

‘Als CDA Gouda willen we dat we in Gouda veilig kunnen leven met Gouwenaars die zich inzetten voor onze stad’, zegt de fractie. ‘Als je bewust weggaat en aansluit bij een gruwelijk regime dat zich keert tegen alle vrijheden die we kennen in onze samenleving dan past dat niet meer.’

BEKIJK OOK

Lees: Kabinet gaat vijf Syriëgangers terughalen naar Nederland NU 09.11.2021

Lees: Grapperhaus wil vijf Syriëgangers repatriëren NOS 09.11.2021

Lees: Nederland gaat vijf Syriëgangers terughalen Telegraaf 09.11.2021

Lees: Nederland overlegt over terughalen vijf Syriëgangers en hun elf kinderen AD 09.11.2021

Lees: Nederland gaat vijf Syriëgangers terughalen om te voorkomen dat ze straf ontlopen  RTL 09.11.2021

Lees: Aan terughalen IS-vrouwen valt niet te ontkomen, dit staat ze hier te wachten AD 11.10.2021

Lees: Rechter legt regering nieuwe deadline op voor ophalen van IS-vrouwen uit Syrië NOS 11.10.2021

Lees: Rechter stelt kabinet deadline voor het ophalen van vijf IS-vrouwen NOS 06.07.2021

Lees: Kabinet moet binnen drie maanden beslissen over ophalen vijf IS-vrouwen RTL 06.07.2021

Lees: Rechter stelt kabinet ultimatum: nog drie maanden om Nederlandse IS-vrouwen op te halen AD 06.07.2021

Lees: Kabinet moet binnen drie maanden beslissen over ophalen vijf IS-vrouwen MSN 06.07.2021

Lees: Ongeveer 15 Nederlandse IS-vrouwen ontsnapten uit Koerdische kampen NOS 05.07.2021

Lees: Naar schatting vijftien Nederlandse vrouwen uit kampen in Syrië ontsnapt NU 05.07.2021

Lees: ’Zo’n 15 Nederlandse IS-vrouwen uit kampen ontsnapt’ Telegraaf 05.07.2021

Lees: Ongeveer vijftien Nederlandse vrouwen uit kampen in Syrië ontsnapt AD 05.07.2021

Ilham B. terug in Nederland: ‘Waarschijnlijk zullen meer IS-vrouwen volgen’ NOS 06.06.2021

Syriëganger is aangekomen in Nederland en verschijnt woensdag voor rechter NU 06.06.2021

Opgehaalde Syriëganger en kinderen aangekomen in Nederland NOS 06.06.2021

Ministerie bevestigt ophalen Syriëganger, vrouw wordt in Nederland vervolgd NU 05.06.2021

IS-ganger uit Syrië opgehaald voor berechting in Nederland RTL 05.06.2021

IS-ganger Ilham B. zal in Nederland worden aangehouden en vervolgd AD 05.06.2021

LEES OOK: Rechter geeft minister langer de tijd om ‘Goudse Syriëganger’ terug te halen

Advocaat teruggehaalde Syriëganger: ‘Dit had veel eerder gemoeten’ NOS 05.06.2021

Overgedragen Syriëganger is Ilham B., ook haar kinderen opgehaald NU 05.06.2021

Overgedragen Syriëganger zou Ilham B. zijn, ook haar kinderen opgehaald MSN 05.06.2021

IS-vrouw en kinderen overgedragen aan Nederlandse delegatie ‘Ik had alle hoop zo langzamerhand verloren’ AD 05.06.2021

Nederlandse IS-vrouw Ilham B. met drie kinderen opgehaald uit Syrië NOS 05.06.2021

Koerden: Nederlandse delegatie heeft in Syrië IS-kinderen opgehaald NU 05.06.2021

Nederland haalt IS-ganger en kinderen op uit Syrië Telegraaf 05.06.2021

Nederland haalt IS-ganger en kinderen op uit Syrië MSN 05.06.2021

AD 20.03.2021

Telegraaf 11.01.2021

Telegraaf 12.12.2020

28.11.2020

27.11.2020

Angela B.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft contact met de Turkse autoriteiten over een 25-jarige Nederlandse Syriëganger. Zij meldde zich recent met haar zoontje bij het Nederlandse consulaat in Istanbul.

Hoewel het ministerie geen mededelingen over de identiteit van de vrouw doet, gaat het volgens ingewijden om Angela B.

AD 05.01.2021

B. vertrok in 2014 vanuit Soesterberg naar het ‘IS-kalifaat’ in Syrië. Ze trouwde er met een Portugese jihadist en kreeg in het kalifaat twee kinderen; een dochter en zoon. Haar dochter is inmiddels overleden, net als haar eerste man. Daarna zou ze zijn hertrouwd met een andere Portugese jihadist, schrijft het AD. Ze bleef tot de val van IS in 2019 in het kalifaat.

Juist de meest radicale Nederlandse jihadvrouwen wisten te ontsnappen uit gevangenenkamp Al Hol in Syrië. Nu vindt de eerste haar weg naar ons land. Het is de vraag of we hier raad weten met de meest gehaaide bruiden van terreurorganisatie IS, waaronder Angela B., die zich momenteel opmaakt om hierheen te komen.

Zo vrezen experts dat er op de nieuwe, kleine terreurafdeling voor vrouwelijke gevangenen in Zwolle onvoldoende mogelijkheid is om de extremistische vrouwen te scheiden van degenen die wél van hun meest radicale denkbeelden af lijken te zijn. Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid is die ruimte er wel. Bronnen melden dat het er op lijkt dat de meest geharde vrouwen onlangs uit gevangenenkamp Al Hol wisten te ontsnappen, om vervolgens neer te strijken in de stad Idlib, vlakbij de Turkse grens. Daar zou een groep van zo’n vijftien Nederlandse vrouwen verblijven.

Ook Angela B. bleef IS trouw, maar meldde zich deze week toch bij een consulaat in Turkije na een verblijf in het Syrische Idlib. Daar zitten ook andere Nederlandse vrouwen die het – veelal met geld uit ons land – lukte om weg te komen uit de kampen. Samir A., in Nederland al jaren geleden veroordeeld voor terrorisme, zamelde het geld in en sluisde het door om smokkelaars van te betalen. Eén van de vrouwen die daar verblijft, plaatste op haar Facebookaccount een filmpje van Syrië, dat zwart kleurt als de vlaggen van IS. ‘Oh God, geef ons de dagen terug’, staat erbij.

De Nederlandse vrouw heeft zich deze week gemeld bij het Nederlandse consulaat in de Turkse stad Istanbul. Het gaat om ‘jihadbruid’ Angela B.

Dat bevestigen ingewijden aan ANP na berichtgeving van diverse media. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil alleen zeggen dat zich een 25-jarige, Nederlandse vrouw met een zoontje bij het consulaat heeft gemeld.

In Turkse detentie

De vrouw zit momenteel in Turkse detentie. Waarschijnlijk zullen de Turkse autoriteiten haar uitzetten, wat zou betekenen dat ze onder begeleiding van de marechaussee terug naar Nederland komt.

Lees ook:

Ze willen terug naar Nederland, maar hoe gevaarlijk zijn de vrouwen van IS?

Het kabinet zegt al jaren geen Syriëgangers op te halen uit het strijdgebied, omdat het daar te gevaarlijk is. Maar nu B. zich heeft gemeld bij een Nederlandse diplomatieke post, verandert dat de zaak.

Kamp Al-Hol

Een jaar geleden filmde een ploeg van Sky News in het kamp. Uit de reportage valt op te maken dat het radicale gedachtengoed van IS daar nog voortleeft:

Het is niet de eerste keer dat een vrouwelijke Syriëganger terug naar Nederland komt. Vorig jaar december kwam een 28-jarige vrouw uit Gouda terug. Zij werd bij aankomst direct aangehouden, haar kind van 4 werd overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.

Ontsnapt uit Al Hol

B. kwam na de val van IS terecht in het overvolle gevangenkamp Al Hol. In de zomer ontsnapteze met een groep Nederlandse IS-vrouwen uit dat kamp, mogelijk met hulp van mensensmokkelaars. Journalist Sinan Can sprak haar vorig jaar in Al Hol voor zijn documentairereeks De Lokroep. In dat gesprek zei B. te begrijpen dat mensen in Nederland niet staan te wachten op haar terugkeer. “Maar waarom moet de jeugd van mijn zoon worden afgenomen, terwijl het leven mijn dochter al is afgenomen?”, zei ze.

Als B. door Turkije wordt uitgezet, vliegt ze onder begeleiding van de marechaussee terug naar Nederland. Daarna wordt ze direct opgepakt, vergelijkbaar met de vrouwen die begin deze maand werden aangehouden op Schiphol en de 28-jarige vrouw uit Gouda die bijna een jaar geleden terugkeerde. Haar kind van 4 werd toen overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.

BEKIJK OOK;

Telegraaf 08.10.2020

Telegraaf 16.10.2020

Telegraaf 25.03.2020

Telegraaf 28.02.2020

AD 28.02.2020

AD 20.02.2020

Het standpunt van het kabinet is nog altijd dat IS-strijders in de regio berecht moeten worden. Vooral VVD en CDA blijven tegen terugkeer. Wat de kinderen betreft moet het kabinet dat beleid aanpassen, vind de rechter in Den Haag. De meeste kinderen zijn nog onder de twaalf jaar oud en hebben allemaal de Nederlandse nationaliteit.

08.02.2020

  

Uitspraak rechter in Nederland

Ze leven in een acute noodsituatie, onder erbarmelijke omstandigheden. Nederland moet binnen twee weken er daarom alles aan doen om 56 IS-kinderen terug te halen, zo oordeelde de rechter maandag 11.11.2019 in een kort geding.

Telegraaf 30.12.2019

Hoe nu verder?

Telegraaf 10.07.2020

AD 26.06.2020

Telegraaf 22.06.2020

Oproep VN terugkeer Syriëganger

De Verenigde Naties doen een dringend beroep op landen hun landgenoten op te halen die vastzitten in kampen in het door Koerden gecontroleerde noordoosten van Syrië. Het gaat vooral om kinderen en vrouwen van gesneuvelde of gevangen strijders van de radicaalislamitische IS. Onder hen zijn ook Nederlanders.

De zogenoemde Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens van de VN, Michelle Bachelet, wijst op de benarde situatie in de overvolle kampen. Ook vreest ze voor extra problemen door het coronavirus.

BEKIJK OOK:

’Regering haalt IS-kinderen uit Syrië naar Frankrijk’

De oproep komt een dag na berichten dat Frankrijk opnieuw een groep IS-kinderen uit Syrië heeft opgehaald. Vorig jaar namen de Fransen ook twee Nederlandse IS-weeskinderen mee.

De Franse regering heeft inmiddels meerdere kinderen van radicaal-islamitische IS-strijders opgehaald uit het noordoosten van Syrië en naar Frankrijk gebracht, laat het ministerie van Buitenlandse Zaken weten in een verklaring. De kinderen zaten in een kamp in Noordoost-Syrië.

Volgens het Franse Centrum voor Analyse van Terrorisme (CAT) zijn niet alle kinderen wees, maar hebben moeders toestemming gegeven om de kinderen naar Frankrijk te brengen.

Het gaat om kinderen van Franse IS-strijders die zijn gedood of in de gevangenis zitten. Dat zegt een Frans analysecentrum voor terrorisme (CAT) te hebben vernomen.

Een deel van de IS-kinderen is wees. Bij de anderen zouden de moeders toestemming hebben gegeven voor de repatriëring, die zondagochtend zou zijn geweest. De kinderen zaten vast in kampen van de Koerden. De regering in Parijs noemde de teruggebrachte kinderen erg jong en kwetsbaar. De moeders zouden niet naar Frankrijk mogen.

Frankrijk repatrieert al langer IS-kinderen uit de kampen in het noordoosten van Syrië. Vorig jaar werden ook Nederlandse kinderen door de Franse overheid teruggehaald.

Het Nederlandse kabinet is niet van plan de kinderen terug te halen. Wel liet minister Grapperhaus van Justitie vorige week weten dat hij kijkt naar het repatriëren van “individuele gevallen”, zoals Syriëganger Ilham B. Naar verluidt zitten er deze keer geen Nederlandse kinderen bij.

AD 19.06.2020

Meer tijd

De rechter heeft het kabinet een half jaar langer de tijd gegeven om een Syriëganger naar Nederland terug te halen en hier te berechten. Volgens de NOS gaat het om de Goudse Ilham B. die zich aansloot bij terreurgroep Islamitische Staat (IS).

De vrouw wordt nu vastgehouden in een kamp in Noord-Syrië. De rechter bepaalde in februari dat de zaak stopgezet werd als de vrouw niet voor 2 juni in Nederland zou zijn.

AD 30.12.2019

AD 15.11.2019

Hoe groot is de kans dat de kinderen over twee weken in Nederland zijn?

Niet heel groot. Met name omdat er nog tal van zaken opgelost moeten worden voordat de kinderen daadwerkelijk teruggehaald kunnen worden. Zo is het kort geding aangespannen door 23 IS-vrouwen. Zij willen ook gerepatrieerd worden. Dat maakt de zaak aanzienlijk complexer. Nederland hoeft de vrouwen namelijk niet terug te halen, zo oordeelde de voorzieningenrechter. “Zij zijn welbewust naar Syrië of Irak gegaan om zich aan te sluiten bij IS, een terroristische organisatie”.

AD 11.01.2020

AD 06.12.2019

Het vonnis van de rechter:

‘Er is sprake van een ernstige en acute noodsituatie’

Volgens de advocaten van de vrouwen willen de Koerdische milities de kinderen alleen niet scheiden van hun moeders. Als dat klopt, moet Nederland ook pogen de vrouwen terug te halen, aldus de rechter. Dat druist in tegen het kabinetsbeleid. Het kabinet wil dat Nederlandse IS’ers in de regio zelf berecht worden. Daardoor lijkt de zaak enkel in een stroomversnelling te kunnen komen als de Koerdische milities óf het kabinet op korte termijn radicaal wijzigt van standpunt.

Hoe verloopt het terughalen in de praktijk?

De kinderen moeten, eventueel met hun moeders, worden opgehaald uit overvolle detentiekampen in het noordoosten van Syrië. Volgens de Nederlandse Staat is dat onveilig gebied, waar Nederland geen zeggenschap heeft. Om die reden wil Nederland enkel IS’ers repatriëren als ze zich hebben gemeld bij een Nederlandse ambassade of consulaat.

De Amerikanen hebben aangeboden te helpen met de repatriëring van Nederlanders in de Syrische kampen. Een hulpverzoek neerleggen bij de VS zou onder de “inspanningsverplichting” kunnen vallen die door de rechter aan de Staat is opgelegd. Hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, benadrukt dat die term juridisch alleen niet heel streng is. “Er is geen resultaatverplichting. Daarom is er bijvoorbeeld ook geen dwangsom opgelegd.”

Telegraaf 26.11.2019

Verder benadrukt de rechter dat Nederland geen “substantiële veiligheidsrisico’s” hoeft te nemen bij het terughalen. De inspanningsverplichting is op die manier breed te interpreteren en het is volgens Schilder moeilijk te controleren of Nederland zich voldoende heeft ingespannen de kinderen terug te halen. “De rechter zal zich daar niet snel aan willen branden, omdat hij niet op de stoel van de politiek wil zitten.”

AD 23.11.2019

AD 23.11.2019

Is de uitspraak definitief?

Nee. De Staat kan net als in soortgelijke zaken in België en Duitsland nog in hoger beroep. De uitspraak verdeelt de politiek. Als het aan de VVD ligt wordt er hoe dan ook doorgeprocedeerd en het CDA noemt de uitspraak “risicovol”, terwijl hun coalitiepartners D66 en ChristenUnie juist tevreden reageren. Premier Rutte liet enkel weten de uitspraak “te bestuderen”.

AD 22.11.2019

‘Volstrekt unieke zaak’

“Volstrekt uniek”, zegt hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Volgens hem zal het verloop van de zaak belangrijk zijn voor soortgelijke zaken in de toekomst. “Mensen vroegen me vooraf ook wat ik verwachtte van de uitspraak. Ik had werkelijk geen idee. Er is geen precedent.”

Nederland haalde eerder al wel twee weeskinderen van IS’ers terug uit het noordoosten van Syrië. Maar dat was met hulp van Frankrijk en daarbij waren verder geen volwassenen IS’ers bij betrokken. In Duitsland en België oordeelden rechters eerder ook al dat IS-kinderen opgehaald moeten worden, inclusief moeders. In beide landen is de Staat in hoger beroep gegaan.

Als er hoger beroep wordt aangetekend, is de kans sowieso klein dat de kinderen op korte termijn worden teruggehaald. “En als ze dan doorgaan tot de Hoge Raad ben je zo jaren verder”, zegt hoogleraar Schilder. Over het terughalen van IS’ers is veel discussie onder experts.

Turkije stuurt de IS-strijders terug

Turkije begon maandag 11.11.2019 met het terugsturen van opgepakte strijders van Islamitische Staat (IS) naar hun land van herkomst. Zo luidt althans het dreigement van de Turkse minister van Binnenlandse Zaken.

Wat betekent deze aankondiging voor Nederland?

Vijf vragen;

Komen polderjihadisten nu massaal terug?

Nee. Ten eerste is het nog afwachten of Turkije de daad bij het woord voert. Ten tweede leek de minister met name te doelen op IS-strijders die Turkije eerder heeft opgepakt in Noord-Syrië, tijdens de militaire operatie daar. Onbekend is of daar Nederlanders bij zitten.

Er zitten wel Nederlandse Syriëgangers in een Turkse cel, maar dat is slechts een handvol. Loes F. uit Geleen en Souad D. uit Franeker zijn twee jihadvrouwen die al langer in de cel zitten en terug willen. Ook Xaviera Rose-Claire S. uit Apeldoorn zit vast in Turkije. Ruim een week geleden meldden zich nog twee Nederlandse vrouwen bij de Nederlandse ambassade in Ankara, in de hoop terug te keren. In totaal gaat het om naar schatting een zevental Nederlandse jihadisten, onder wie ook twee of drie mannen.

Bekijk ook: 

Turkse minister: Turkije begint maandag met terugsturen IS’ers 

Terugsturen, hoe gaat dat?

Er zijn al eerder nederjihadisten overgevlogen uit Turkije naar Nederland. Reda N. en Oussama A. kwamen met een gewoon lijnvliegtuig, maar onder begeleiding van de marechaussee. Na aankomst op Schiphol werden ze aangehouden en afgevoerd naar de terroristenafdeling van de gevangenis in Vught.

En wat als hun paspoort is afgepakt?

Een van de twee dames die zich een week geleden meldden op de Nederlandse ambassade, heeft alleen nog maar de Marokkaanse nationaliteit. Dat betekent echter niet dat ze niet teruggestuurd kan worden naar Nederland. Wel dat ze, als ze is berecht en haar straf heeft uitgezeten, het land uit wordt gezet.

Wat voor straffen krijgen ze hier?

De straffen voor vrouwen komen neer op zo’n anderhalf tot twee jaar cel. Voor mannen, van wie de kans veel groter is dat ze hebben gevochten of zich schuldig hebben gemaakt aan gruwelen, is een jaar of zes de norm. Vorig jaar kreeg de Utrechtse strijder Oussama A. 7,5 jaar omdat hij had gesold met het lijk van een IS-slachtoffer. Zijn vriend Reda N. kwam er vanaf met 4,5 jaar omdat bij hem hard bewijs ontbreekt dat hij gruweldaden heeft begaan.

En hoeveel IS’ers zitten er nog aan te komen?

Voor Nederland is de flinke groep IS- vrouwen in de Koerdische kampen in Noord-Syrië van groter belang dan die nu al in een Turkse cel zitten. Het gaat om zo’n vijftien mannen en veertig vrouwen plus tegen de honderd kinderen met een Nederlandse link. Het kabinet staat onder steeds grotere druk om hen terug te halen naar Nederland. Maandag 18.11.2019 doet de kortgedingrechter daarover uitspraak.

Telegraaf 30.12.2019

Dossier terugkeer-is Elsevier

Dossier IS-terugkeerders NRC

Lees: Grapperhaus: terughalen andere IS-vrouwen uit Syrië niet uitgesloten NOS 01.07.2021

Lees: Rode Kruis roept kabinet op vrouwen en kinderen terug te halen uit Syrië NU 01.07.2021

Lees: Nederland haalt Syriëgangers niet actief terug, maar waarom Ilham B. wel? NU 30.06.2021

lees: Uitspraak kort geding tegen de Staat namens 23 vrouwen en 56 kinderen 12.11.2019

Zie ook: De nog veel langere arm van Erdogan en verder nog meer !! – deel 11

Zie ook: Nieuwe hoop Kinderpardon versus Asielbeleid !!! ???

Zie ook: Verhoogde dreiging door aanslagen en extremisme – deel 16

Zie ook: Van Hoofddoekjes, Burka’s, kruizen en Boerkini’s – deel 11 – nasleep

Zie ook: Religie in de 21e eeuw

zie ook: IS versus Beeldenstorm 21e eeuw

Zie ook: De dreiging der Kruistochten in de 21e eeuw

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

Zie ook: Terugblik Jason W. Hofstadgroep Laakse Antheunisstraat

Zie ook: Dreigen er terroristische acties van ISIS-activisten ook in Den Haag ??? deel 2

Haal onze kinderen wel uit de Syrische kampen

AD 20.03.2021 Het gerechtshof oordeelde dat ons land niet verplicht is Nederlandse kinderen uit Syrië te halen. De Hoge Raad bevestigde dit. Er wordt niet gedacht aan de belangen van de kinderen, stelt Mirjam Blaak.

De Belgische regering besloot begin deze maand dat ze de kinderen van IS-strijders tot 12 jaar gaan terughalen naar België. Dat is goed nieuws.

Tientallen Nederlandse kinderen zitten ook vast in de Syrische kampen. De Nederlandse overheid weigert echter om deze kinderen op te halen. De rechtbank oordeelde dat Nederland zich hiervoor moet inspannen, maar het hof oordeelde vervolgens dat de Nederlandse overheid deze verplichting niet heeft. De uitspraak van het hof werd door de Hoge Raad bevestigd. Defence for Children vindt dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de rechten en belangen van deze kinderen. Wij vinden dat onze overheid wel degelijk de plicht heeft om deze kinderen te beschermen nu hun ouders dit niet kunnen.

Voor de heel jonge kinderen geldt vaak dat hun ouders hen niet kunnen beschermen

In twee recente zaken stelde het VN-Kinderrechtencomité vast dat landen de verplichting hebben om de mensenrechten van minderjarige onderdanen in de Syrische kampen te beschermen, ondanks het feit dat deze kampen onder controle staan van een niet-statelijke gewapende groep. Wij vinden dat de Nederlandse overheid deze verplichting niet nakomt. In het VN-Kinderrechtenverdrag staat dat de overheid de taak heeft om kinderen te beschermen als hun ouders dat niet kunnen of willen.

Voor de vaak nog heel jonge kinderen in de kampen geldt dat hun ouders hen niet kunnen beschermen. De overheid heeft, naast de juridische verplichting, ook de morele plicht er alles aan te doen om deze kinderen in veiligheid te brengen. Dat geldt óók als kinderen door hun ouders in een onveilige situatie zijn gebracht.

Als ouders op Nederlandse bodem hun kinderen in een onveilige situatie brengen, aarzelen we toch ook niet om in te grijpen en de kinderen te beschermen? Het terughalen van de kinderen is mogelijk. Andere landen gingen ons al voor. Bovendien zijn we voorbereid op de terugkomst van de kinderen.

De Raad voor de Kinderbescherming heeft terugkeerplannen opgesteld waarin staat waar de kinderen gaan wonen en welke zorg en behandeling worden ingezet. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de overheid de afgelopen jaren achterover heeft geleund en niets heeft gedaan. Deze kinderen hebben geen tijd meer om te wachten.

Het leven en de ontwikkeling van de kinderen staan op het spel. We doen dan ook een noodoproep aan de formerende partijen: neem dit onderwerp mee in het formatieakkoord en haal deze kinderen op!

Mirjam Blaak is directeur van Defence for Children.

Definitief terugkeerverbod voor Britse IS-bruid (21) die trouwde met Nederlandse jihadist

AD 26.02.2021 Na jaren juridisch getouwtrek hebben de hoogste rechters in Engeland bepaald dat de Londense ‘IS-bruid’ Shamima Begum niet naar het land mag terugkeren om haar zaak te bepleiten. De nu 21-jarige vertrok zes jaar geleden naar het ‘kalifaat’ van Islamitische Staat langs de rivier de Eufraat. In 2019 nam de regering haar de Britse nationaliteit af.

Na de ineenstorting van het schrikbewind van IS in Syrië en Irak verbleef Begum in gevangeniskampen waar ze heeft geprobeerd het afnemen van haar Britse nationaliteit en het verbod terug te keren aan te vechten. De opperrechters lijken daar nu eindelijk een punt achter te hebben gezet. Volgens Britse media zijn ze niet alleen bezorgd over de bedoelingen van Begum, maar vrezen ze ook dat een heleboel jihadisten ook zouden terugkomen, als Begums poging was geslaagd.

Begum trouwde kort na aankomst in de Syrische stad Raqqa met de Arnhemse IS-strijder Yago Riedijk. Ze heeft daarom ook met de gedachte gespeeld naar Nederland te gaan. Begum kreeg drie kinderen die allemaal zijn overleden. Voor zover bekend zitten beiden opgesloten in het noordoosten van Syrië, dat door Koerden wordt beheerst.

De Britse regering ontnam haar het staatsburgerschap in 2019, nadat een journalist haar in een Koerdisch gevangenenkamp vond. De regering zei dat ze wel recht had op de Bengaalse nationaliteit, omdat haar ouders uit Bangladesh komen. Als dat niet het geval was geweest, had de regering haar niet de Britse nationaliteit kunnen ontnemen omdat iemand niet zonder nationaliteit mag komen te zitten, volgens de Britse wet.

Begum en haar advocaten hebben de Bengaalse optie aangevochten. En de voormalige jihadiste wilde toestemming om naar Engeland terug te keren om de nationaliteit terug te krijgen. Haar advocaten zeggen dat ze de zaak niet goed hebben kunnen voorbereiden, omdat ze haar amper hebben kunnen spreken. Zij mag geen telefoons gebruiken zolang ze vastzit in het kamp. De vrouw wordt door de Britse inlichtingendienst MI5 nog steeds gezien als bedreiging voor de Britse samenleving, vanwege haar eerdere toewijding aan IS.

Riedijk

De Nederlandse jihadist Yago Riedijk (26) verklaarde in maart 2019 dat hij Syrië niet verlaat zonder zijn vrouw. Het IS-stel vertrok enkele weken geleden uit de restanten van het kalifaat en gaf zich over aan Koerdische strijders. Begum, die als 15-jarig schoolmeisje uit Groot-Brittannië vertrok, zit nu vast in een speciale afdeling voor IS-vrouwen in een vluchtelingenkamp in Noord-Syrië. Riedijk zit in een Koerdische gevangenis in hetzelfde gebied. Hij is in Nederland al bij verstek tot zes jaar cel veroordeeld, omdat hij zich had aangesloten bij een terroristische organisatie.

,,Ik wil terug naar Nederland. Dat is mijn droom, dat ik gewoon mijn kind kan opvoeden in Nederland. Maar mijn vrouw en kind achterlaten in Syrië, dat wil ik niet’’, zei de Arnhemmer destijds in een interview met deze krant. Dat vond plaats in een kantoor van de Koerdische autoriteiten, waar hij vanuit de gevangenis naartoe was gebracht.

Yago Riedijk tijdens en interview. © Wladimir van Wilgenburg

Syriëganger Angela B. opgepakt op Schiphol op verdenking van terrorisme | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

NU 07.01.2021 De Nederlandse Angela B., die in 2014 naar Syrië vertrok, is dinsdag aangehouden op Schiphol. De 25-jarige vrouw uit Soest heeft vermoedelijk deelgenomen aan de gewapende strijd in Syrië, zo meldt het Openbaar Ministerie (OM) donderdag.

Justitie verdenkt B. van deelname aan een terroristische organisatie en het voorbereiden van terroristische misdrijven.

Volgens het OM verbleef B. sinds de zomer van 2014 in het strijdgebied van Islamitische Staat (IS). In Syrië trouwde ze met een Portugese IS-strijder en met hem kreeg ze twee kinderen. Haar man en een van de kinderen zijn omgekomen, aldus het OM.

Na de val van het kalifaat van IS in 2019 kwam B. in het vluchtelingenkamp Al Hol in het noordoosten van Syrië terecht. Haar driejarige dochter overleed in dat kamp. Dat kwam doordat het meisje tijdens de vlucht uit het strijdgebied door een granaatscherf was getroffen.

Samen met haar driejarige zoontje meldde B. zich eind vorig jaar bij de Nederlandse ambassade in Istanboel. Dinsdag vlogen ze onder begeleiding van de marechaussee terug naar Nederland.

B. zit momenteel vast. De kinderbescherming heeft zich ontfermd over haar kind.

Het kabinet zegt al jaren geen Syriëgangers op te halen, omdat het in het strijdgebied te gevaarlijk is. Dat B. zich bij een Nederlandse diplomatieke post meldde, veranderde de zaak.

Lees meer over:  Syrië  Syriëgangers  Binnenland

Vrouwen in het vluchtelingenkamp al-Hol, waar Angela B. tot afgelopen zomer verbleef AFP

Syriëganger Angela B. vastgezet in Nederland

NOS 07.01.2021 Syriëganger Angela B. is terug in Nederland. Bij aankomst op Schiphol is de 25-jarige B. aangehouden en vandaag is haar hechtenis met twee weken verlengd, meldt het Openbaar Ministerie.

B. vertrok in 2014 vanuit Soesterberg naar het strijdgebied in Syrië om zich aan te sluiten bij de terroristische organisatie Islamitische Staat. Ze trouwde er met een strijder en kreeg een dochter en een zoon. De dochter is inmiddels omgekomen, net als haar man.

Na de val van IS kwam B. terecht in een gevangenenkamp, waaruit ze afgelopen zomer met een groep Nederlandse IS-vrouwen ontsnapte, waarna ze in Turkije terechtkwam. Onlangs meldde ze zich met haar 3-jarige zoon bij het Nederlandse consulaat in Istanbul.

Kinderbescherming

Dinsdag is B. onder begeleiding van de marechaussee naar Nederland gevlogen, waar ze is aangehouden op verdenking van deelname aan een terroristische organisatie en het voorbereiden van terroristische misdrijven. Haar zoontje is overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.

De Soesterbergse is onder meer bekend van de documentairereeks De lokroep, waarin journalist Sinan Can vorig jaar met haar sprak. Ze ontkende daarin deelname aan de IS-strijd. Wel zei ze het te begrijpen als Nederlanders niet zitten te wachten op haar terugkeer.

BEKIJK OOK;

Terugkeerster uit Syrië aangehouden op Schiphol

Telegraaf 07.01.2021 Een 25-jarige vrouw uit Soest is op Schiphol aangehouden op verdenking van deelname aan een terroristische organisatie en voorbereiden van terroristische misdrijven. Het Openbaar Ministerie vermoedt dat zij heeft deelgenomen aan de gewapende strijd in Syrië. De rechter-commissaris in Rotterdam heeft de vrouw donderdag voor twee weken in bewaring gesteld.

De vrouw zou vanaf augustus 2014 in het strijdgebied van Islamitische Staat zijn geweest. Na aankomst in Syrië trouwde ze met een IS-strijder en kreeg met hem twee kinderen. Haar man en een van de kinderen zouden zijn omgekomen, aldus het OM.

De vrouw meldde zich eind vorig jaar met haar 3-jarige zoontje bij het Nederlandse consulaat-generaal in Istanbul. Zij is dinsdag onder begeleiding van de Koninklijke Marechaussee naar Nederland gevlogen en vervolgens aangehouden. Haar kind is door de Raad voor de Kinderbescherming ondergebracht op een veilige plek.

BEKIJK MEER VAN; terrorisme luchtvaart Schiphol Syrië

Ontsnapte IS-bruid wil niet terug naar Nederland: ‘Ik probeer hier mijn eigen leven te leiden’

AD 05.01.2021 Een grote groep Nederlandse IS-vrouwen ontsnapte de afgelopen maanden uit Syrische detentiekampen. Sommigen keren terug naar Nederland, andere blijven in jihad-gebied. Voor het eerst vertelt een van hen: ,,Waarom zou ik terugkomen? Dan ga ik de gevangenis is.”

Hoe je ontsnapt uit een kamp waar duizenden (ex)leden van een van ‘s werelds meest beruchte terreurgroepen worden vastgehouden? Vrij klassiek: ,,We moesten met drie vrouwen en zes kinderen in een kleine opslagruimte van een auto kruipen. Heel ongemakkelijk, maar we deden alles om het kamp uit te komen.” De Koerdische bewakers merkten haar en de anderen niet op. Of waren betaald om ze niet op te merken.

Lees ook;

En zo glipte een Nederlandse bekeerlinge detentiecentrum Al Hol uit. De twintiger vertelt nu haar verhaal, op voorwaarde van anonimiteit, nadat deze krant contact wist te leggen. Haar naam is bij de redactie bekend en staat op de sanctielijst terrorisme.

Ze is een van ongeveer vijftien Nederlandse IS-vrouwen die de afgelopen maanden zijn ontsnapt uit detentiekampen in noordoost-Syrië. Daar worden al jarenlang duizenden Europese ‘jihadbruiden’ en hun kinderen vastgehouden door de Koerden, die de macht hebben in het gebied.

De laatste resten van het kalifaat: IS werd verslagen in Bahguz, Syrië. © AFP

Terugkeer

De vrouwen werden naar de kampen gebracht nadat het kalifaat van IS instortte. Europese landen willen de vrouwen niet helpen bij terugkeer, ze maakten immers jarenlang onderdeel uit van een terroristische groepering. Honderden vrouwen nemen daarom het heft in eigen handen en gaan er zelf vandoor.

De Nederlandse is jaren geleden naar Syrië vertrokken ‘omdat ze zich afgewezen voelde door de Nederlandse samenleving’. ,,Toen ik me bekeerde en besloot mijn lichaam te bedekken, kreeg ik vaak rotopmerkingen. Soms werd op me gespuugd. Terwijl ik gewoon een student was die wou afstuderen en gaan werken. Ik denk dat die afkeer mij er toe aanzette te vertrekken.”

© AFP

In Syrië woont ze eerst in Homs, later in Raqqa, de hoofdstad van het kalifaat. Ze krijgt er in 2017 een dochter, haar man komt om in de strijd. Als Raqqa valt, trekt ze met haar nieuwe man mee naar Baghuz, de stad die als laatste stukje kalifaat overblijft. ,,Daar vlogen de kogels je letterlijk om de oren.” Als IS ook die stad prijs moet geven, wordt ze afgevoerd naar een detentiekamp. Daar laat ze zich scheiden van haar tweede man.

Over haar tijd in het kalifaat zegt ze: ,,Wij vrouwen kregen niet veel mee van het geweld.” Het is het verhaal dat vrijwel alle IS-vrouwen vertellen: wij waren huisvrouwen, zorgen voor de kinderen en het eten, de gruwelijkheden van IS gingen aan ons voorbij.

© AFP

Angst

Over haar tijd in het detentiekamp vertelt ze meer: ,,De omstandigheden waren erbarmelijk. Er was tekort aan water in de zomer en aan gas voor de kachels in de winter. Kinderen waren ondervoed, er was geen medische zorg. We leefden continu in angst, er was geschreeuw, er werd geschoten.”

Na een aantal maanden begint ze aan haar ontsnapping. Daarvoor is dan al een levendige ‘handel’ in het kamp. ,,De nummers van smokkelaars gingen rond.” Vrouwen leggen via (verboden) telefoons contact met IS-sympathisanten of familie. ,,Ik ben online gaan bedelen om geld, via Instagram, Facebook, Telegram en kreeg contact met iemand in Idlib (een plaats in het noordwesten van Syrië, red). Hij kon me helpen. Omdat hij kon onderhandelen met de smokkelaar, werd het goedkoper. Ik heb ongeveer 10.500 dollar (8600 euro) moeten betalen.”

Smokkelaar

President Assad wil ook Idlib in handen krijgen. © EPA

De smokkelaar zegt haar met haar dochter ‘s ochtends vroeg naar de markt in het kamp te komen. In de bergingsruimte van de auto wordt ze uit Al Hol gesmokkeld, naar de plaats Al-Hassaka, een kilometer of 40 verderop. ,,Daar werden we in een verborgen ruimte in een vrachtwagen gestopt.

Na een paar uur moesten we midden in de nacht overstappen op een bootje, en kwamen we aan in Manbij. Vanuit daar zijn we met een motor naar Jarablus gereden waar we van huis naar huis zijn gebracht. Ik denk dat ik wel twintig huizen in vijf dagen heb gezien. Uiteindelijk zijn we een rivier overgestoken en in een auto naar Idlib gereden.”

De regio Idlib is het laatste gebied in Syrië dat nog niet is terugveroverd door het regeringsleger van president Assad. De regio is in handen van een lappendeken van oppositiegroepen, waarvan het jihadistische Hayat Tahrir al-Sham (HTS) de grootste is.

Die groep geldt als het Syrische verlengstuk van al-Qaeda. Maar het gebied is in de loop der jaren ook een toevluchtsoord geworden voor duizenden voormalige IS’ers. De regio is omsingeld door Syrische troepen, die het gebied onder meer vanuit de lucht bestoken. Het is wachten op de grote aanval waarmee Assad het laatste gebied wil terugveroveren.

De Nederlandse vrouw is inmiddels de tweede vrouw van de man die haar heeft geholpen uit Al Hol te komen, hij komt uit het gebied. ,,Ik woonde eerst bij hem en zijn eerste vrouw in, nu in een huurhuis even verderop. Mijn man is om de dag bij mij. Het gebied hier valt onder HTS, maar de bombardementen zijn nog ver weg gelukkig.”

Nederlandse vrouwen

Ze is niet de enige Nederlander daar. Volgens inlichtingendienst AIVD zijn er ‘nog dertig volwassen Nederlanders bij jihadistische groeperingen in noordwest-Syrië’. Onder meer deze krant schreef eerder dit jaar al over een groep van zo’n tien tot vijftien Nederlandse vrouwen die uit Al Hol naar Idlib ontsnapten. ,,De Nederlandse vrouwen hier kennen elkaar allemaal, maar we bemoeien ons niet met elkaar.”

Zeker één van hen reisde verder: de beruchte jihadiste Angela B. uit Soesterberg, naar Turkije. Ze meldde zich vorige maand bij het Nederlandse consulaat in Istanboel. Van daaruit zal ze onder begeleiding van de marechaussee naar Nederland worden gevlogen en hier worden vastgezet en berecht.

© AFP

,,Doe een smeekbede voor een geliefde zuster die terugkeert naar Nederland. Laat Allah haar pad makkelijk maken”, schreef de Nederlandse vrouw over Angela B. op social media. Uit haar berichten blijkt ook dat ze nog steeds een radicaal gedachtegoed aanhangt.

Zo vraagt ze Allah om kracht voor de mannen en vrouwen die nog gevangen zitten, citeert ze islamitische theologen die populair zijn onder salafisten en deelt ze een cartoon waarin een persoon op het graf van het magazine Charlie urineert. Ook post ze een filmpje waarin Syrië zwart kleurt als de vlaggen van IS. ,,Oh God, geef ons de dagen terug”, staat erbij.

De vrouw wil niet terug naar Nederland. ,,Dan kom ik in de gevangenis en wordt mijn dochter van me afgepakt. Ik probeer hier mijn eigen leven te leiden en niet betrokken te raken bij andere mensen of groepen. Dat is na al die jaren een van de beste beslissingen die ik heb gemaakt, denk ik.”

‘Sommige vrouwen worden als cash-cow gebruikt’
Het ontsnappingsverhaal van de Nederlandse vrouw klinkt aannemelijk, stelt de Russisch-Amerikaanse onderzoekster Vera Mironova. Zij is verbonden aan de Harvard Universiteit in de VS en deed onderzoek naar de ontsnappingen. Ze heeft veel contact gehad met IS-vrouwen in de kampen en hun smokkelaars.

,,Niemand weet precies hoeveel vrouwen zijn ontsnapt. Het gaat nog steeds door in ieder geval. Mannen in Idlib helpen vaak bij die ontsnappingen omdat ze een vrouw of tweede vrouw zoeken. Dat doen ze soms voor hun genot, maar ook omdat een Westerse vrouw een cash-cow kan zijn.

In Idlib is veel armoede en deze vrouwen betalen veel geld voor hun ontsnapping. Je ziet ook dat mannen van heel andere strijdgroepen toch een IS-vrouw nemen. Het draait allemaal om geld.”

Mironova gelooft weinig van ‘het redelijk normale leven’ dat de Nederlandse vrouw zegt te hebben. ,,Dat is bullshit. De vrouwen en kinderen in Idlib blijven vooral binnen omdat ze niet willen opvallen. Ze hebben een wankel bestaan: vandaag hebben ze nog bescherming, maar niemand weet hoe dat morgen is.”

Nederland hoeft gewonde Syriëgangster niet terug te halen

Telegraaf 02.07.2020 De Nederlandse staat hoeft een gewonde Nederlands-Marokkaanse vrouw niet terug te halen uit een Syrisch vluchtelingenkamp. De rechtbank in Den Haag volgt met die uitspraak een eerdere uitspraak van het gerechtshof, dat de Staat niet verplicht is vrouwen en kinderen terug te halen die naar het gebied van Islamitische Staat zijn afgereisd.

De Hoge Raad bekrachtigde dat deze week nog. Omdat de vrouwen uit eigen beweging naar het strijdgebied zijn vertrokken mocht het gerechtshof volgens de Raad oordelen dat de Nederlandse staat „ondanks de zwaarwegende belangen van de vrouwen en de kinderen hen niet naar Nederland hoeft te halen en zich daarvoor ook niet hoeft in te spannen.”

De vrouw spande een kort geding aan omdat haar situatie in haar ogen om een uitzondering vraagt. Ze liep ernstige brandwonden op toen een gasfles ontplofte en een tent in brand vloog. Ze zegt dat ze onvoldoende medische zorg krijgt in het kamp en dat de hygiëne daar onvoldoende is voor iemand met dergelijke brandwonden.

De rechter vindt niet dat er sprake is van een ernstige medische en humanitaire noodsituatie, zoals de vrouw stelde. Ze is vrijwillig naar het strijdgebied afgereisd en heeft daarmee het risico aanvaard dat ze in een situatie terecht kon komen waarin ze medische zorg nodig zou hebben.

Dat die zorg niet aan de Nederlandse normen voldoet, is volgens de rechter geen doorslaggevend argument. Bij de eerdere uitspraken van het hof en de Hoge Raad waren de erbarmelijke omstandigheden in de kampen al meegewogen.

BEKIJK MEER VAN; samenleving proces Den Haag Hoge Raad Islamitische Staat

Nederland hoeft gewonde Syriëgangster niet terug te halen

AD 02.07.2020 De Nederlandse staat hoeft een gewonde Nederlands-Marokkaanse vrouw, de 52-jarige Naima el O., niet terug te halen uit een Syrisch vluchtelingenkamp. De rechtbank in Den Haag volgt met die uitspraak een eerdere uitspraak van het gerechtshof, dat de Staat niet verplicht is vrouwen en kinderen terug te halen die naar het gebied van Islamitische Staat zijn afgereisd.

De Hoge Raad bekrachtigde dat deze week nog. Omdat de vrouwen uit eigen beweging naar het strijdgebied zijn vertrokken mocht het gerechtshof volgens de Raad oordelen dat de Nederlandse staat ,,ondanks de zwaarwegende belangen van de vrouwen en de kinderen hen niet naar Nederland hoeft te halen en zich daarvoor ook niet hoeft in te spannen”.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

El O. spande een kort geding aan omdat haar situatie in haar ogen om een uitzondering vraagt. Ze liep in mei zware brandwonden op toen een gasfles ontplofte en haar tent in brand vloog. Ze zegt dat ze onvoldoende medische zorg krijgt in het kamp en dat de hygiëne daar onvoldoende is voor iemand met dergelijke brandwonden. Volgens haar advocate zijn de wonden van de vrouw gaan ontsteken.

Twee kleine kinderen

De rechter vindt niet dat er sprake is van een ernstige medische en humanitaire noodsituatie, zoals de vrouw stelde. Ze is vrijwillig naar het strijdgebied afgereisd en heeft daarmee het risico aanvaard dat ze in een situatie terecht kon komen waarin ze medische zorg nodig zou hebben.

Dat die zorg niet aan de Nederlandse normen voldoet, is volgens de rechter geen doorslaggevend argument. Bij de eerdere uitspraken van het hof en de Hoge Raad waren de erbarmelijke omstandigheden in de kampen al meegewogen.

El O. reisde zes jaar geleden naar Syrië en nam haar twee kinderen mee. Haar toen 15-jarige zoon overleed in Syrië. Sinds 2017 zit El O. samen met haar dochter Meryem en twee kleinkinderen in het detentiekamp.

Nederland hoeft gewonde Syriëgangster niet terug te halen

MSN 02.07.2020 De Nederlandse staat hoeft een gewonde Nederlands-Marokkaanse vrouw niet terug te halen uit een Syrisch vluchtelingenkamp. De rechtbank in Den Haag volgt met die uitspraak een eerdere uitspraak van het gerechtshof, dat de Staat niet verplicht is vrouwen en kinderen terug te halen die naar het gebied van Islamitische Staat zijn afgereisd.

De Hoge Raad bekrachtigde dat deze week nog. Omdat de vrouwen uit eigen beweging naar het strijdgebied zijn vertrokken mocht het gerechtshof volgens de Raad oordelen dat de Nederlandse staat „ondanks de zwaarwegende belangen van de vrouwen en de kinderen hen niet naar Nederland hoeft te halen en zich daarvoor ook niet hoeft in te spannen.”

De vrouw spande een kort geding aan omdat haar situatie in haar ogen om een uitzondering vraagt. Ze liep ernstige brandwonden op toen een gasfles ontplofte en een tent in brand vloog. Ze zegt dat ze onvoldoende medische zorg krijgt in het kamp en dat de hygiëne daar onvoldoende is voor iemand met dergelijke brandwonden.

De rechter vindt niet dat er sprake is van een ernstige medische en humanitaire noodsituatie, zoals de vrouw stelde. Ze is vrijwillig naar het strijdgebied afgereisd en heeft daarmee het risico aanvaard dat ze in een situatie terecht kon komen waarin ze medische zorg nodig zou hebben.

Dat die zorg niet aan de Nederlandse normen voldoet, is volgens de rechter geen doorslaggevend argument. Bij de eerdere uitspraken van het hof en de Hoge Raad waren de erbarmelijke omstandigheden in de kampen al meegewogen.

Grapperhaus erkent ontsnapping minimaal tien IS-vrouwen: ‘Dat is altijd een risico’

AD 30.06.2020 Het kabinet erkent dat ‘zeker een tiental’ IS-gangers is ontsnapt uit een Syrisch detentiekamp. Het gaat voor een deel om de 23 Nederlandse Syriëgangers die eisen dat de Nederlandse staat hen helpt bij hun terugkeer.

Minister Grapperhaus liet zich nog niet eerder uit over de ontsnappingen, maar erkent de ontsnappingen nu. ,,Ik kan er geen zeker getal op plakken hoeveel dat er zijn, maar het is zeker een tiental vrouwen.”

Lees ook;

Lees meer

Verder stelde hij: ,,Ontsnappen is altijd een risico geweest. Dat heb ik altijd al gezegd. We doen er alles aan om dit te voorkomen en er zijn Europese arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen hen. Ze staan gesignaleerd.”

De Nederlandse vrouwen ontsnapten met hun kinderen uit het detentiekamp Al Hol en vluchtten naar het laatste stukje Syrië dat nog onder controle staat van (jihadistische) oppositiegroepen: de regio Idlib. De vrouwen en kinderen verblijven er nu samen in een huis, in de nabijheid van de Turkse grens.

Vrouwen en kinderen in een kamp voor familieleden van buitenlandse IS-strijders in het noorden van Syrië. © AFP

Zij willen eigenlijk terug naar Nederland, maar het kabinet wil hen alleen repatriëren als ze zich melden bij een Nederlands consulaat. Veel liever ziet Grapperhaus de vrouwen berecht in de regio.

Zaak

De vrouwen spanden daarop eind vorig jaar een kort geding aan tegen de Nederlandse staat. Eerst oordeelde de rechtbank dat Nederland wel een verplichting had zich in te spannen de 56 kinderen van de vrouwen terug te halen en daarmee eventueel ook de moeders zelf. In november zette het gerechtshof in hoger beroep echter een streep door die uitspraak. Volgens het hof is het niet aan de rechter om een beslissing te nemen, maar aan de politiek. De Hoge Raad bevestigde dit vonnis deze week nog eens.

Als ik de minister zou zijn, zou ik buikpijn hebben, aldus Sjoerd Sjoerdsma (D66).

Toch vindt D66-Tweede Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma dat Grapperhaus een risico neemt. Door de vrouwen niet hierheen te halen voor berechting, lopen ze nu weg, waardoor ze tot het plegen van aanslagen zouden kunnen overgaan, is zijn redenering.

,,Als ik de minister zou zijn, zou ik buikpijn hebben. Syriëgangers en IS’ers die berecht zouden moeten worden, zijn ontsnapt en ontlopen hun straf. De minister haalt zijn schouders op, terwijl zij vrij rondlopen in Syrië. Terwijl ze onder de radar terug kunnen keren naar Nederland’’, aldus Sjoerdsma.

Grapperhaus houdt echter voet bij stuk. Alle seinen staan op groen voor berechting hier, stelt de minister. De AIVD probeert zicht te houden op de vrouwen en hun kinderen en het Openbaar Ministerie verzamelt bewijzen als het hier ooit tot een rechtszaak zou komen.

,,Wij, maar ook andere landen doen er alles aan om hen in het vizier te houden, maar het is een gevaarlijk, onoverzichtelijk gebied. Het is niet doenlijk te voorkomen dat deze mensen ontsnappen uit die kampen, die immers niet door ons worden geleid.”

Volgens VVD en CDA is de ‘ongerustheid’ van D66 naïef.  ,,Als het aan D66 had gelegen hadden we deze gevaarlijke mensen al lang naar hier gehaald. Ik wil juist dat we voorkomen dat ze hierheen komen om ooit weer aanslagen te kunnen plegen”, zei Dilan Yeşilgöz.

Hoge Raad: Nederland hoeft vrouwen en kinderen niet uit Syrië te halen

NU 26.06.2020 De Nederlandse Staat hoeft zich niet in te spannen om naar Syrië of Irak uitgereisde vrouwen en hun kinderen te repatriëren, zo oordeelt de Hoge Raad vrijdag. Hiermee is de cassatie van de groep vrouwen afgewezen.

De 23 vrouwen zijn enkele jaren geleden uitgereisd naar Syrië en/of Irak. Sommigen van hen hadden op dat moment al kinderen, een ander deel van de in totaal 56 kinderen waar de zaak om draait is daar geboren. Ze verblijven nu onder erbarmelijke omstandigheden in Koerdische opvangkampen.

Het gerechtshof oordeelde eerder dat Nederland niet gedwongen kan worden om de vrouwen en kinderen te repatriëren, omdat het gaat om een politieke kwestie. Dit wordt nu onderstreept door de Hoge Raad.

Het huidige beleid is dat de Nederlandse uitreizigers niet actief worden opgehaald, omdat het nog altijd gaat om onveilig gebied. Het kabinet wil ambtenaren niet in gevaar brengen en zegt ook dat de nationale veiligheid in gevaar zou kunnen komen als de vrouwen terugkeren.

“Gelet op deze belangen van de Staat en op de omstandigheid dat de vrouwen uit eigen beweging zijn uitgereisd naar het jihadistisch strijdgebied, mocht het gerechtshof oordelen dat de Nederlandse Staat – ondanks de zwaarwegende belangen van de vrouwen en de kinderen – hen niet naar Nederland hoeft te halen en zich daarvoor ook niet hoeft in te spannen”, aldus de Hoge Raad.

Advocaten beraden zich op verdere stappen

De advocaten van de vrouwen laten in een reactie weten zich te beraden op verdere stappen. Mogelijk stappen ze naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens of starten ze nieuwe civiele procedures op.

“We zijn altijd helder geweest”, zei minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus eerder. “Deze vrouwen hebben zelf de keuze gemaakt om, al dan niet met hun minderjarige kinderen, uit te reizen naar IS-gebied en zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie.”

IS-kinderen (en hun moeders) terughalen of niet?

Lees meer over: Syrië  Syriëgangers  Binnenland 

Staat hoeft IS-vrouwen niet terug te halen, oordeelt Hoge Raad

NOS 26.06.2020 De Nederlandse overheid is niet verplicht om Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen terug te halen uit Noord-Syrië. Dat heeft de Hoge Raad bepaald.

Vorig jaar spande een aantal vrouwen een kort geding aan tegen de Nederlandse Staat omdat zij en hun kinderen in erbarmelijke en gevaarlijke omstandigheden in opvangkampen voor IS-vrouwen in Noord-Syrië verblijven. Zij willen dat Nederland hen terug haalt.

Door de rechtbank werden zij in het gelijk gesteld, maar in hoger beroep bepaalde het gerechtshof in Den Haag dat de vrouwen niet teruggehaald hoeven te worden. “De rechter mag niet op de stoel van de politiek gaan zitten”, oordeelde het hof. De Hoge Raad onderschrijft deze uitspraak.

Mensenrechtenverdragen zijn niet rechtstreeks van toepassing op de situatie van de vrouwen omdat zij zich buiten Nederlands grondgebied bevinden, zei de voorzitter van de Hoge Raad bij het voorlezen van de uitspraak.

Daarnaast kan het repatriëren van de vrouwen en hun kinderen de nationale veiligheid in Nederland en andere Schengenlanden in gevaar brengen en zijn er veiligheidsrisico’s voor de Nederlandse ambtenaren die hen moeten ophalen uit Noord-Syrië. Ook weegt mee dat de vrouwen uit eigen beweging naar het jihadistische strijdgebied zijn gereisd.

Teleurgesteld

De advocaten van de vrouwen reageren teleurgesteld op de uitspraak “maar putten voor onze cliënten hoop uit de opening die de Hoge Raad laat om in individuele gevallen toch een bevel tot repatriëring te krijgen”.

“Wij hopen bovendien dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens binnenkort zal beslissen dat de bescherming die het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verleent tegen detentie en marteling zich uitstrekt tot onze cliënten. Daarover is momenteel een Franse zaak aanhangig.”

Minister Grapperhaus laat in reactie weten niet per se blij te zijn met de uitspraak. “Want dat is niet het juiste woord, het is namelijk een heel lastige en akelige situatie.”

BEKIJK OOK;

Hoge Raad: Staat hoeft IS-vrouwen en kinderen niet terug te halen

Telegraaf 26.06.2020 Nederland hoeft 23 Nederlandse IS-vrouwen en hun 56 kinderen niet terug te halen uit opvangkampen in Noord-Syrië en hoeft zich daar evenmin voor in te spannen. Dat heeft de Hoge Raad vrijdagmorgen besloten.

De rechtbank in Den Haag besloot in november dat Nederland alles in het werk moest stellen om in ieder geval de kinderen terug te halen, die met hun moeders onder erbarmelijke omstandigheden in twee opvangkampen zitten.

In hoger beroep vernietigde het hof die uitspraak. Volgens het hof was die beslissing aan de politiek en moet de rechter niet op de stoel van de overheid gaan zitten.

De advocaten van de vrouwen tekenden tegen die beslissing cassatie aan bij de Hoge Raad.

Band met Nederland

De vrouwen hebben allemaal de Nederlandse nationaliteit, of beroepen zich op een ander soort band, en vinden daarom dat Nederland verplicht is om hen te repatriëren. Door dat niet te doen zou de overheid hun mensenrechten schenden.

Daar is de Hoge Raad het niet mee eens. De vrouwen en kinderen kunnen zich tegen de Nederlandse staat niet beroepen op mensenrechtenverdragen omdat ze zich buiten Nederlands grondgebied bevinden. Er is ook geen sprake van zodanig uitzonderlijke omstandigheden dat daar toch verantwoordelijkheid van Nederland uit voortvloeit. De situatie in de kampen is weliswaar slecht, maar niet uitzonderlijk, oordeelt de hoogste rechter.

Niet onrechtmatig gehandeld

De Hoge Raad vindt evenmin dat Nederland onrechtmatig handelt door de vrouwen en kinderen niet te willen terughalen. De vrouwen vinden dat de staat een zwaardere verantwoordelijkheid heeft tegenover hen als staatsburgers en daarom verplicht is om schending van hun mensenrechten tegen te gaan.

De Staat beroept zich onder meer op de nationale veiligheid en op die van de Schengenlanden. Die zou in gevaar kunnen komen als de vrouwen terugkeren. Ook wees de Staat op de veiligheidsrisico’s voor degenen die de vrouwen zouden moeten ophalen en op de gevolgen voor de internationale betrekkingen.

Terughoudendheid

De HR vindt, net zoals het hof dat eerder stelde, dat de rechter terughoudend moet zijn met het vellen van oordelen over door de staat gemaakte afwegingen. Daarnaast hebben de vrouwen er zelf voor gekozen om naar jihadistisch strijdgebied te gaan. Het besluit van de Staat om de vrouwen en kinderen niet terug te halen en zich daar evenmin voor in te spannen, is daarom niet onrechtmatig, aldus de Hoge Raad.

Reactie advocaat Seebregts

Advocaat André Seebregts reageerde teleurgesteld op de beslissing, maar constateert ook dat de Hoge Raad „de deur op een kier zet voor individuele gevallen.” De Hoge Raad kon alleen een oordeel vellen over de beslissing om niet alle vrouwen en kinderen te repatriëren. In een advies aan de Hoge Raad schreef de advocaat-generaal al eerder dat de Staat eigenlijk per geval zou moeten beoordelen of repatriëring mogelijk en nodig is. Vooral waar het gaat om de kinderen. De vrouwen kozen er nu voor om in de procedure niet de individuele gevallen centraal te stellen.

Seebregts zegt de uitspraak eerst goed te willen bestuderen, maar sluit nieuwe kort gedingen en een gang naar het Europees hof voor de rechten van de mens niet uit

BEKIJK OOK:

VN: landen moeten kinderen en vrouwen van IS-strijders terughalen

BEKIJK OOK:

’Regering haalt IS-kinderen uit Syrië naar Frankrijk’

BEKIJK MEER VAN; proces Den Haag Syrië Nederland Hoge Raad IS-gebied

Hoge Raad: Nederland hoeft IS-vrouwen en kinderen niet terug te halen

RTL 26.06.2020 De Nederlandse staat hoeft de IS-vrouwen en hun kinderen niet terug te halen naar Nederland. Dat heeft de Hoge Raad vandaag besloten. De zaak was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen. Zij zijn enkele jaren geleden naar IS-gebied in Syrië of Irak vertrokken.

Een aantal kinderen is meegereisd, een aantal is daar geboren. Nu zitten zij in opvangkampen in Noord-Syrië, onder erbarmelijke en gevaarlijke omstandigheden. Een aantal zou al zijn ontsnapt. De vrouwen hebben de Nederlandse nationaliteit.

Beleidsvrijheid

De rechtbank bepaalde in november dat de Staat binnen twee weken al het nodige moest doen om in ieder geval de kinderen te repatriëren. De Staat ging in hoger beroep en kreeg gelijk. Het hof bepaalde dat de rechter niet op de stoel van de politiek mag gaan zitten.

Lees ook:

‘Overheid moet IS-vrouwen en kinderen niet naar Nederland halen’

Volgens het hof heeft de overheid ‘beleidsvrijheid’ en moet de rechter zeer terughoudend zijn met ingrijpen. De advocaten van de vrouwen gingen hiertegen in cassatie en stapten naar de Hoge Raad.

De advocaat-generaal adviseerde de Hoge Raad toen om de vrouwen en kinderen niet terug te halen. Volgens de advocaat-generaal zijn de mogelijkheden van de Staat om de situatie van de IS-uitreizigers te beïnvloeden onvoldoende.

RTL Nieuws; Burgeroorlog Syrië Nederland Syrië

Hoge Raad doet uitspraak over Syriëgangers, maar een deel van de vrouwen zelf is al op de weg terug

AD 25.06.2020 Vrijdagmorgen doet de Hoge Raad uitspraak in de procedure waarin 23 Nederlandse Syriëgangers eisen dat de Nederlandse staat helpt bij hun terugkeer. Een deel van de vrouwen heeft de uitspraak niet afgewacht en is uit een Syrisch detentiekamp ontsnapt.

Waar een groot deel van de wereld de afgelopen maanden in coronalockdown zat, stonden de ontwikkelingen in het Syrische strijdgebied niet stil. Een groep van zo’n vijftien Nederlandse vrouwen ontsnapte met hun kinderen uit het detentiekamp Al Hol en vluchtte naar het laatste stukje Syrië dat nog onder controle staat van (jihadistische) oppositiegroepen: de regio Idlib,  zo bevestigen bronnen aan deze site. De vrouwen en kinderen verblijven er nu samen in een huis, in de nabijheid van de Turkse grens.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Onder meer vanwege de ontsnappingen van verschillende groepen Europese Syriëgangers hebben de Koerdische bewakers van de kampen de afgelopen weken alle vrouwen opnieuw geregistreerd. Volgens achtergebleven Nederlandse vrouwen gebruikten de bewakers tasers om de orde te handhaven.

Kort geding

Er zijn de afgelopen zeven jaar zo’n 300 Nederlanders naar het strijdgebied in Syrië en irak gereisd. De meesten sloten zich aan bij jihadistische, terroristische groeperingen als IS en Jabhat al-Nusra. Sommige vrouwen vluchtten zelf uit het kalifaat, anderen bleven tot aan de val van IS bij de groep en werden daarna gevangen genomen in Al Hol of Al Roj.

Een groep van 23 vrouwen in de kampen spande eind vorig jaar een kort geding aan tegen de Nederlandse staat: zij willen terug naar Nederland en vinden dat de staat daar een rol in moet spelen.

In eerste instantie oordeelde de rechtbank dat Nederland wel een verplichting had zich in te spannen de 56 kinderen van de vrouwen terug te halen en daarmee eventueel ook de moeders zelf. In november zette het gerechtshof in hoger beroep een streep door die uitspraak. Volgens het hof is het niet aan de rechter om een beslissing te nemen, maar aan de politiek.

Die politiek staat op het standpunt dat de vrouwen zich zelf moeten melden bij een Nederlands consulaat in Turkije of Irak. Pas dan kan Nederland hen helpen terug te keren. Direct na terugkeer worden ze dan opgesloten en berecht omdat ze zich hebben aangesloten bij een terroristische groepering

De advocaten van de vrouwen gingen in cassatie tegen de uitspraak, vrijdag oordeelt de Hoge Raad daarin. De raad kan de uitspraak van het gerechtshof overeind laten of terugverwijzen naar een ander gerechtshof.

Smokkelaars

Tot in maart zaten er, volgens inlichtingendienst AIVD, zo’n 35 Nederlandse vrouwen (vaak met hun kinderen) vast in de kampen. Inmiddels is een deel van die vrouwen ontsnapt. Daar zitten ook vrouwen tussen die meedoen aan het kort geding, stelt Andre Seebregts, een van hun advocaten. Verder wil hij niets over die zaak kwijt.

Sommige vrouwen kondigden na de uitspraak in november al aan andere oplossingen te gaan zoeken om naar Nederland te komen. Ook waren sommigen bang dat hun kinderen, naarmate ze ouder worden, van hen gescheiden zouden worden door de Koerdische bewakers.

De vrouwen hebben waarschijnlijk smokkelaars gebruikt om uit het kamp te komen. De kosten daarvan liggen, volgens onderzoekers die toegang hadden tot besloten Telegram-groepen van Europese vrouwen in Al Hol, tussen de 4500 en 7500 dollar per persoon.

Hoe de vrouwen aan dat geld zijn gekomen is nog onduidelijk. Wel hebben er de afgelopen maanden al meerdere familieleden van Syriëgangers voor de rechter moeten komen omdat ze de afgelopen jaren geld hebben overgemaakt naar hun broers of dochters in het strijdgebied. Ook in jihadistische kringen in Amsterdam zou de afgelopen jaren geld zijn ingezameld.

Mogelijk willen de vrouwen nu via Idlib de Turkse grens oversteken en daar een Nederlands consulaat bereiken. Anderen zouden in de regio willen blijven.

Groep IS-vrouwen vlucht uit Koerdisch gevangenkamp naar Idlib

NOS 19.06.2020 Een groep van Nederlandse IS-vrouwen die vastzat in een Koerdisch gevangenkamp is naar de Noord-Syrische stad Idlib gevlucht. Dat schrijft De Telegraaf. Advocaat André Seebregts bevestigt de vlucht van de zogenoemde ‘jihadbruiden’ aan de NOS.

Volgens Seebregts zijn de vrouwen gevlucht vanwege een combinatie van factoren. “Ze zijn wanhopig vanwege de slechte humanitaire situatie. Er is angst over het lot van hun kinderen, zo sluiten de Koerden de oudere jongens op. En er is veel onzekerheid over hun toekomst.”

De vrouwen zitten nu in een gemeenschappelijke woning in de Syrische provincie Idlib. Volgens de krant gaat het om een groep van vijftien vrouwen van (overleden) IS-strijders. Er zijn ook kinderen bij. Bij de uittocht zijn mogelijk mensensmokkelaars betrokken geweest. Over de identiteit van de vrouwen wil de advocaat niets kwijt.

Slechte levensomstandigheden

Over de ‘jihadbruiden’ is in Nederland veel discussie. Tientallen vrouwen reisden sinds 2014 af naar het kalifaat in Syrië en Irak. Een aantal van hen keerde via Turkije terug naar Nederland, maar veel anderen belandden in twee Koerdische gevangenkampen in Noord-Syrië. De meeste vrouwen zitten vast in kamp al-Hol.

De levensomstandigheden in die kampen zijn slecht. Zo zijn er tekorten aan voedsel en medicijnen. Nederland wil de Syriëgangers niet actief terughalen, maar wil terugkeerders wel vervolgen. Gisteren maakte minister Grapperhaus bekend te onderzoeken of een IS-vrouw, Ilham B., toch kan worden teruggehaald voor vervolging. B. maakt geen deel uit van de vrouwen die zijn gevlucht naar Idlib.

Kinderen

Ook is er veel te doen om de kinderen van IS-strijders, van wie sommigen zijn geboren in voormalig IS-gebied. Met name over oudere kinderen bestaat de vrees dat zij hebben meegevochten met de terreurgroep.

De Hoge Raad moet nog uitspraak doen in een zaak over het terughalen van 23 IS-vrouwen en hun 56 kinderen. Eind vorig jaar bepaalde een rechtbank dat de Nederlandse staat zich moet inspannen om hen te repatriëren, maar ministers Grapperhaus en Blok gingen hiertegen in beroep. Een gerechtshof draaide de uitspraak later terug, waarop de zaak bij de Hoge Raad terechtkwam.

BEKIJK OOK;

Groep Nederlandse IS-vrouwen uit Koerdisch kamp gevlucht

NU 19.06.2020 Een groep Nederlandse IS-vrouwen en een aantal kinderen zijn uit een Koerdisch kamp gevlucht, bevestigt advocaat André Seebregts aan NU.nl na berichtgeving van De Telegraaf. Zij zitten volgens de krant nu in de Noord-Syrische stad Idlib.

Volgens Seebregts zijn ze vertrokken uit een Koerdisch kamp vanwege de leefomstandigheden daar, die steeds slechter worden. Er is onder meer een gebrek eten, water en medicijnen. Daarnaast is er geweld van bewakers van het kamp en medekampbewoners.

Maar de vrouwen zouden vooral bang zijn om hun kinderen kwijt te raken. Wanneer zij een bepaalde leeftijd bereiken, halen Koerdische bewakers ze uit de kampen en sluiten ze hen op in een gevangenis, zegt Seebregts.

De advocaat wil niets kwijt over de identiteit van de vrouwen, hoeveel het er zijn of uit welk kamp ze gevlucht zijn. Ook is onduidelijk hoeveel kinderen zijn meegereisd. Volgens De Telegraaf gaat het om vijftien IS-vrouwen.

In de Syrische kampen al Hol en al Roj bevinden zich tientallen Nederlandse bruiden van (overleden) IS-strijders en hun kinderen. Bij de val van de Islamtische Staat wisten sommige Syriëgangers te ontsnappen naar Nederland, maar velen kwamen vast te zitten in kampen.

IS-vrouwen zijn politiek omstreden

Seebregts is een van de advocaten die een kort geding tegen de Staat heeft aangespannen over de situatie. Namens 23 Syriëgangers en 56 kinderen pleitte hij dat de Nederlandse Staat een zorgplicht heeft en hen moet repatriëren.

Het kabinet vindt echter dat de Syriëgangers een gevaar voor de nationale veiligheid vormen en wil hen het liefst in de regio zelf laten berechten. Het kabinet heeft altijd ingezet op vervolging in de regio. In een enkel geval is hier een uitzondering op gemaakt, omdat de rechtszaak anders dreigt te mislukken. De Syriëganger die teruggehaald wordt is vermoedelijk Ilham B. Zij zou niet bij de groep gevluchte vrouwen horen volgens De Telegraaf.

Over het lot van de kinderen is nog veel onduidelijk. De rechtbank in Den Haag oordeelde dat Nederland al het mogelijke moet doen om de 56 kinderen terug te halen, maar hiertegen is de Staat in hoger beroep gegaan. De zaak ligt nu bij de Raad van State. Uiterlijk eind volgende maand wordt een oordeel verwacht.

IS-kinderen (en hun moeders) terughalen of niet?

Lees meer over: Islamitische Staat  Binnenland  Buitenland 

Rechter geeft minister langer de tijd om ‘Goudse Syriëganger’ terug te halen

OmroepWest 18.06.2020 De rechter heeft het kabinet een half jaar langer de tijd gegeven om een Syriëganger naar Nederland te halen en hier te berechten. Volgens de NOS gaat het om de Goudse Ilham B. die zich aansloot bij terreurgroep Islamitische Staat (IS).

De vrouw wordt nu vastgehouden in een kamp in Noord-Syrië. De rechter bepaalde in februari dat de zaak stopgezet werd als de vrouw niet voor 2 juni in Nederland zou zijn.

Minister Grapperhaus schrijft donderdag aan de Tweede Kamer dat de rechter heeft besloten de uitspraak van februari te herzien. Hij krijgt nog maximaal zes maanden voor deze zaak, maar hij moet dan volgens de rechtbank wel ‘concrete daden’ laten zien.

Het kabinet wil Syriëgangers die van terroristische misdrijven worden verdacht, toch naar Nederland halen om ze te berechten. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) overlegt met een aantal Europese landen over samenwerking om uitreizigers op te halen.

Berechten in de regio

Het ophalen van Syriëgangers is een gevoelig onderwerp in de Tweede Kamer. Het kabinet zegt dat het te gevaarlijk is om ze op te halen. Een Kamermeerderheid wil niet dat uitreizigers die zich hebben aangesloten bij IS worden teruggehaald. Het kabinet zet in op berechting in de regio.

LEES OOK: ‘Nederland moet Syriëganger Ilham B. terughalen, anders stopt de rechtszaak tegen de Goudse’

Meer over dit onderwerp: SYRIE SYRIEGANGER GOUDA ILHAM B

Meer tijd voor repatriëring Syriëganger om haar in Nederland te berechten

NU 18.06.2020 Het kabinet krijgt extra tijd voor de repatriatie van een Syriëganger die vastzit in een kamp in Syrië. Aanvankelijk moest dat medio mei al gebeuren van de rechtbank Rotterdam. Mede doordat justitieminister Ferd Grapperhaus heeft laten weten dat “vervolging in Nederland de voorkeur geniet”, krijgt de Nederlandse Staat zes maanden extra voor de operatie.

De zaak die de rechtbank Rotterdam behandelt, draait vermoedelijk om Ilham B. Zij vertrok in maart 2016 om zich aan te sluiten bij de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) en wordt verdacht van het plegen van een terroristisch misdrijf.

Als zij niet wordt teruggehaald voor het proces, moet de rechtbank Rotterdam de vervolging stopzetten. De Staat kan niet nogmaals een zaak starten voor hetzelfde feit. Als de zaak uiteindelijk wordt stopgezet, kan dat van invloed zijn op de vervolging van tientallen andere IS-sympathisanten.

Het kabinet heeft altijd ingezet op vervolging in de regio. Repatriëring zou vanwege de onveilige situatie in Syrië niet haalbaar zijn. Bovendien zouden de Syriëgangers een gevaar voor de nationale veiligheid vormen.

In een Kamerbrief lijkt het kabinet in deze zaak van standpunt te zijn veranderd. Minister Grapperhaus schrijft dat de voorkeur in dit geval uitgaat naar berechting in Nederland.

‘Gebied waarin Syriëganger zich bevindt, is te onveilig voor repatriëring’

Het blijft nog wel de vraag hoe de Syriëganger naar Nederland komt. De repatriëring van B. blijft moeilijk, schrijft Grapperhaus. “De veiligheidssituatie is sinds september vorig jaar niet wezenlijk verbeterd. IS blijft actief en pleegt geregeld aanslagen.”

Mede daardoor acht het kabinet het onverantwoord om een team naar Syrië te sturen om de IS-sympathisant terug te halen. De optie om haar alsnog in de regio te berechten, wordt daarom nog opengehouden.

Lees meer over: Syriëgangers Binnenland 

’Overheid moet IS-vrouwen en kinderen niet naar Nederland halen’

Telegraaf 24.04.2020  Nederland moet IS-vrouwen en hun kinderen niet terughalen naar Nederland. Dat adviseert de advocaat-generaal de Hoge Raad. De uitspraak van het hof zou in stand moeten blijven, zo staat in het advies. Het staat de Hoge Raad vrij om dit advies al dan niet te volgen. De uitspraak wordt voor de zomer verwacht.

De rechtbank bepaalde in november dat de Staat binnen twee weken al het nodige moest doen om in ieder geval de kinderen te repatriëren. De Staat ging in hoger beroep en kreeg gelijk. Het hof bepaalde dat de rechter niet op de stoel van de politiek mag gaan zitten. Volgens het hof heeft de overheid „beleidsvrijheid” en moet de rechter zeer terughoudend zijn met ingrijpen. De advocaten van de vrouwen gingen hiertegen in cassatie.

BEKIJK OOK:

‘Nederlandse kinderen uit IS-gebied naar huis’

De zaak was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen. Zij zijn enkele jaren geleden naar IS-gebied in Syrië of Irak vertrokken. Een aantal kinderen is meegereisd, een aantal is daar geboren. Nu zitten zij in opvangkampen in Noord-Syrië, onder erbarmelijke en gevaarlijke omstandigheden.

Volgens de AG zijn de mogelijkheden van de Staat om de situatie van de IS-uitreizigers te beïnvloeden onvoldoende. “Het hof heeft daarom terecht geoordeeld dat de mensenrechtenverdragen niet rechtstreeks van toepassing zijn.”

De AG tekent bij zijn advies wel aan dat de Staat per geval hoort te beoordelen of repatriëring een mogelijkheid is, vooral in het geval van de kinderen pleit volgens hem veel. “Eiseressen hebben er echter voor gekozen om in dit geding niet de individuele gevallen van hen en hun kinderen centraal te stellen. Ook is de inzet van hun vorderingen uitsluitend dat de vrouwen en de kinderen tezamen worden gerepatrieerd – en niet de kinderen alleen.”

Hierdoor staat in de zaak bij de Hoge Raad alleen de rechtmatigheid van het door de Staat gevoerde repatriëringsbeleid ter beoordeling, en niet het beleid voor individuele gevallen.

BEKIJK MEER VAN; familie proces wetgeving Staat Hooggerechtshof van de Verenigde Staten

‘Overheid moet IS-vrouwen en kinderen niet naar Nederland halen’

AD 24.04.2020 Nederland moet IS-vrouwen en hun kinderen niet terughalen naar Nederland. Dat adviseert de advocaat-generaal de Hoge Raad. De uitspraak van het hof zou in stand moeten blijven, zo staat in het advies. Het staat de Hoge Raad vrij om dit advies al dan niet te volgen. De uitspraak wordt voor de zomer verwacht.

De rechtbank bepaalde in november dat de Staat binnen twee weken al het nodige moest doen om in ieder geval de kinderen te repatriëren. De Staat ging in hoger beroep en kreeg gelijk. Het hof bepaalde dat de rechter niet op de stoel van de politiek mag gaan zitten. Volgens het hof heeft de overheid ‘beleidsvrijheid’ en moet de rechter zeer terughoudend zijn met ingrijpen. De advocaten van de vrouwen gingen hiertegen in cassatie.

Lees ook;

Lees meer

De zaak was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen. Zij zijn enkele jaren geleden naar IS-gebied in Syrië of Irak vertrokken. Een aantal kinderen is meegereisd, een aantal is daar geboren. Nu zitten zij in opvangkampen in Noord-Syrië, onder erbarmelijke en gevaarlijke omstandigheden.

Volgens de advocaat-generaal zijn de mogelijkheden van de Staat om de situatie van de IS-uitreizigers te beïnvloeden onvoldoende. ,,Het hof heeft daarom terecht geoordeeld dat de mensenrechtenverdragen niet rechtstreeks van toepassing zijn.”

Per geval

De advocaat-generaal tekent bij zijn advies wel aan dat de Staat per geval hoort te beoordelen of repatriëring een mogelijkheid is, vooral in het geval van de kinderen. Ook moeten vrouwen en kinderen uitsluitend samen worden gerepatrieerd – en niet de kinderen alleen.

Teruggekeerde Syriëgangster uit Gouda blijft langer vastzitten

AD 02.04.2020 Kaoutar S. uit Gouda zat in Syrië jarenlang bij jihadistische groeperingen, trouwde er drie keer met verschillende jihadisten en verspreidde via sociale media propaganda voor het kalifaat. Dat stelde het Openbaar Ministerie donderdagochtend in een eerste pro-formazitting tegen de inmiddels teruggekeerde Syriëgangster.

S. vertrok in december 2013 naar Syrië. In Gouda maakte ze onderdeel uit van een geradicaliseerde groep vrouwen waarvan er meerdere naar Syrië reisden. Ook een nichtje van Kaoutar S. (nu 28)., Ilham B. uit Gouda, reisde naar het strijdgebied.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Volgens Justitie trouwde S. in Syrië eerst met een Nederlandse jihadist. ,,Hij was in eerste instantie aangesloten bij een aan Al-Qaida verwante groepering’’, stelde officier van justitie Bert Haneveld vanmorgen in de rechtbank Rotterdam.

Later sloten de twee zich bij IS aan. S. kreeg in 2015 een kind samen met de Nederlandse man. In die periode zou de Goudse ook via social media ‘kalifaat-propaganda’ hebben verspreid: ze liet onder meer via twitter foto’s zien over hoe geweldig het leven in IS-gebied was, met het doel andere vrouwen erheen te krijgen.

Twee keer hertrouwd en gescheiden

Nadat de Nederlander omkwam bij een verkeersongeluk, hertrouwde S. twee keer. Haar tweede man sneuvelde in de strijd, van haar derde man liet ze zich uiteindelijk via een IS-rechtbank scheiden. ,,Volgens de vrouw ging ze alleen voor het geloof naar Syrië, maar vastgesteld kan worden dat ze geradicaliseerd was’’, aldus het OM.

Ambassade in Ankara

Na de val van het kalifaat belandde S. samen met duizenden andere IS-vrouwen in Koerdische gevangenkampen in Noord-Syrië. Samen met een andere Nederlandse, Fatima H. uit Tilburg, wist ze te ontsnappen uit kamp Al-Hol, met behulp van smokkelaars bereikten ze Turkije.

Daar meldden ze zich eind vorig jaar met hun kinderen bij de Nederlandse ambassade in Ankara. In december zetten de Turken haar op het vliegtuig naar Nederland, op Schiphol werd ze direct aangehouden en vastgezet op de terrorisme-afdeling van de gevangenis in Vught. Fatima H. werd al eerder op het vliegtuig gezet en kwam in februari al voor het eerst voor de rechter.

De afgelopen drie jaar zijn er zo’n tien Nederlandse vrouwen teruggekeerd uit Syrië, vaak met hun kinderen. Ze krijgen hier gevangenisstraffen van twee tot drie jaar, deels voorwaardelijk. In de Koerdische kampen zitten momenteel nog zo’n 35 Nederlandse vrouwen en hun kinderen vast.

Het onderzoek van het Openbaar Ministerie naar de zes jaar dat S. zich in Syrië bevond is nog niet klaar. Advocate Mirjam Levy wil dat verder onderzocht wordt of het twitteraccount waarvan jihadpropaganda is verspreid wel echt van Kaoutar S. was.

Vanwege de coronaepidemie waren alleen de rechters, de officier van justitie en enkele medewerkers van de rechtbank in de rechtszaal. De verdachte, de advocaat en de pers volgden de zaak via verschillende beeldverbindingen. De volgende zitting staat gepland voor 24 juni 2020.

Is Fatima H. een naïef Tilburgs meisje of een doorgewinterde jihadbruid?

AD 27.02.2020 Op het eerste oog is ze een meisje zoals zovelen. Maar Fatima H. (24) maakte in haar jonge leven al veel meer mee dan de meeste andere mensen in een heel leven. Vandaag kwam ze voor het eerst voor de rechter. Volgens justitie is ze een onvervalste jihadbruid, Fatima’s advocaat houdt het erop dat het haar allemaal is overkomen.

De handen van Fatima H. liggen gevouwen in de schoot van haar lange, crèmekleurige rok. Daarboven draagt ze een witte blouse en een witte hoofddoek. Vanonder dat gewaad kijkt ze met bescheiden oogopslag de wereld in, haar uitstraling is zachtaardig.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Volgens justitie zit hier een vrouw die een actieve rol vervulde in de strijd van Islamitische Staat in Syrië. Die het martelaarschap verheerlijkte, een foto rondstuurde met een kalasjnikov en andere mensen aanspoorde om ook naar het kalifaat te komen. Haar verhaal – dat ze alleen met kinderen werkte – wordt niet geloofd.

Fatima, nu 24 jaar oud, zegt dat ze in 2013 afreisde omdat een van oorsprong Vlaamse vriendin die al in Syrië zat constant aan haar hoofd zeurde. Fatima was 17, volgens haar raadsvrouw een naïef Tilburgs meisje. Het is het jaar dat ze haar opleiding aan het ROC afrondde. Direct na aankomst in Syrië zou ze min of meer zijn gedwongen te trouwen met een inmiddels overleden Belgische strijder, met wie ze twee kinderen kreeg. Ze kreeg klappen als ze huilde om de familie die ze achterliet in Brabant. Ze raakte gewond door rondvliegende scherven.

Smokkelaars

Fatima kwam na de val van het kalifaat in een Koerdisch kamp terecht, en wist daar met de hulp van smokkelaars uit te ontsnappen. Daarna belandde ze in Turkije. Eind vorig jaar volgde uitzetting naar Nederland. Sindsdien zit de Tilburgse in de gevangenis in Vught. Vandaag verscheen ze voor het eerst in het openbaar.

Fatima beseft dat ze heel wat uit te leggen heeft, zegt haar advocate Tamara Buruma. En dat wil ze ook. Justitie wil graag meer weten over een chatgesprek dat ze voerde met een meisje in Nederland. Daarin vertelt ze over gewelddadigheden in het gebied waar ze is. Een Facebookaccount dat haar toebehoorde stond vol met IS-propaganda. Eerder moesten twee van haar familieleden voor de rechter komen omdat ze Fatima financieel ondersteund hadden. Haar moeder stuurde 910 euro, van haar nicht kreeg ze 2275 euro.

Fatima bepleit haar onschuld. Ze stelt dat ze in de zes jaar dat ze in het strijdgebied verbleef niet altijd controle had over haar telefoon en sociale media. Haar echtgenoot, de eerder genoemde vriendin en een andere Belgische zouden haar soms hebben afgenomen. Haar advocaat diende vandaag het verzoek in de twee vrouwen te laten getuigen. Dat verzoek werd toegewezen.

Trauma

Haar toekomst oogt uiterst troebel. Ze is getraumatiseerd door de periode in het kalifaat, stelt haar advocate. In de gevangenis heeft ze het zwaar. Haar twee kinderen wonen bij haar zus. Complicerende factor is dat de staat haar Nederlandse paspoort heeft afgepakt. Na een eventuele vrijlating dreigt uitzetting naar Marokko, het land waar haar ouders vandaan komen en waarvan ze ook een paspoort heeft.

Het liefste wil ze weer even bij haar ouders in Tilburg wonen. Haar kinderen weer zien, tot rust komen. De rechter begrijpt het, zegt hij, maar kan er niet in meegaan. Daarvoor zijn de feiten waarvan ze wordt verdacht te ernstig. Ze blijft vastzitten, in elk geval tot een volgende pro-formazitting in mei.

Ook Xaviera S. uit Apeldoorn, die in 2014 afreisde en bijna tegelijk met Fatima Turkije werd uitgezet, blijft voorlopig achter slot en grendel, om dezelfde reden. Ook haar zaak werd vandaag behandeld, maar zelf was ze niet aanwezig. Bijzonder in haar geval is dat ze zeven maanden zwanger is. Ze verblijft in het gevangenisziekenhuis in Scheveningen. De rechter vindt dat ze die gevangenis voor de bevalling tijdelijk mag verlaten.

Nederlandse jihad-bruiden Fatima (24) en Xaviera (26) komen voorlopig niet vrij

AD 27.02.2020 Twee Nederlandse vrouwen die jarenlang in IS-gebied verbleven, komen voorlopig niet vrij. Dat bepaalde de rechter in Rotterdam vandaag. Fatima H. uit Tilburg en Xaviera S. uit Apeldoorn werden eind vorig jaar opgepakt nadat ze door Turkije werden uitgezet.

In het geval van Xaviera komt er waarschijnlijk wel snel een schorsing van de hechtenis. Zij is zeven maanden zwanger en de rechter acht het niet wenselijk om de bevalling binnen de gevangenismuren te laten plaatsvinden.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Hun advocaten betoogden dat er te weinig grond is om hen vast te houden. Ze zouden niets te maken gehad hebben met de oorlog in Syrië en met de wandaden van IS in de jaren dat ze daar verbleven. Fatima ging in 2013 naar Syrië, Xaviera – die niet bij de zitting aanwezig was – in 2014.

De officier van justitie ziet dat anders. Uit chatberichten en foto’s zou blijken dat de vrouwen weet hadden van de strijd, en ook dat ze die strijd steunden. Van beide vrouwen zijn berichten aangetroffen waarin het martelaarschap verheerlijkt wordt, stelt de officier.

Zowel Fatima als Xaviera zouden volgens hun advocaten met heel andere verwachtingen zijn afgereisd. Xaviera was net getrouwd en wilde met haar man ‘een goed islamitisch leven kunnen leiden’. Fatima, destijds 17 jaar oud, werd bestookt met berichten van een vriendin, en liet zich overhalen, min of meer om maar van het gezeur af te zijn, zo verklaarde haar advocaat.

Kinderen

Fatima (24) heeft twee jonge kinderen die nu bij haar zus wonen. Ze zegt getraumatiseerd te zijn door haar periode in IS-gebied en wil graag weer bij haar ouders in Tilburg wonen. De zeven maanden zwangere Xaviera (26) verblijft nu in het gevangenisziekenhuis in Scheveningen.

De rechter oordeelt dat de verdenkingen tegen de vrouwen te serieus zijn om hen voorlopig vrij te laten. Wel wordt een schorsing in het geval van Xaviera dus in overweging genomen, vanwege haar zwangerschap. Daarover wordt beslist zodra de reclassering hierover een advies heeft uitgebracht. Ook zegt de rechter dat het moment dat zij het proces thuis mag afwachten dichter bij komt, omdat ze voor de feiten waar ze van verdacht wordt ook al anderhalf jaar vastzat in Turkije.

De komende maanden vindt in beide zaken verder onderzoek plaats, in mei vinden nieuwe zittingen plaats. Overigens: beide zaken lopen dan wel gelijk op, maar staan verder los van elkaar.

Rechter waarschuwt Staat: ’Haal IS-vrouw terug’

Telegraaf 19.02.2020 Als de Nederlandse Staat niet snel werk maakt van het terughalen van een Nederlandse uitreizigster, zal de rechtszaak tegen haar worden beëindigd. Dat heeft de rechtbank in Rotterdam besloten.

Het gaat om één van de tien vrouwen die het Openbaar Ministerie wil vervolgen wegens het uitreizen naar Syrië, en waarvan de rechtbank eerder al oordeelde dat de Staat zich moet inspannen om de vrouwen en hun kinderen hierheen te krijgen en te berechten.

De vrouw, die in een Koerdisch kamp in Noord-Syrië zit, heeft zelf een verzoek ingediend de rechtszaak tegen haar te beëindigen. De rechtbank stelt dat de afgelopen twee jaar nergens uit is gebleken dat de Staat zich heeft ingezet om haar hierheen te krijgen voor haar berechting. Daarmee is het volgens de rechtbank „onredelijk dat de vervolging van de betrokkene nog langer” doorgaat.

Het OM heeft de rechter nog om enige tijd gevraagd, en daarin wordt het tegemoetgekomen. De rechtbank geeft de Staat nog ruim drie maanden de tijd om te laten zien dat stappen zijn gezet. Op 2 juni gaat de zaak verder.

Advocaat Tamara Buruma, die de uitreizigster verdedigt, is tevreden met de beslissing van de rechtbank, zo laat ze weten: „Mijn cliënte wil het liefste terug naar Nederland om hier te worden berecht en haar verhaal te kunnen doen voor de rechter.” Maar als de Staat haar niet wil terughalen, dan wil de uitreizigster „nu liever de zekerheid dat deze rechtszaak eindigt”, aldus de raadsvrouw.

De zaak ligt in politiek Den Haag uiterst gevoelig. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie) lichtte de Tweede Kamer woensdag in over de deadline die de rechtbank stelt, maar schrijft alleen dat het kabinet de uitspraak „en de mogelijke gevolgen ervan bestudeert.”

Onder meer VVD en CDA zijn fel tegen het terughalen van de vrouwen. De rechtbank in Den Haag bepaalde eind vorig jaar dat de Staat er alles aan moet doen kinderen van vrouwen die zich bij Islamitische Staat aansloten, terug te halen. Maar ook dát vinden veel partijen problematisch. Ze zijn bang dat daarmee de deur op een kier komt te staan voor de ouders.

‘Nederland moet Syriëganger Ilham B. terughalen, anders stopt de rechtszaak tegen de Goudse’

OmroepWest 19.02.2020 Als de Nederlandse Staat niet snel werk maakt van het terughalen van een Syriëganger die zich aansloot bij IS, zal de rechtszaak tegen haar worden beëindigd. Dat heeft de rechtbank van Rotterdam besloten. Volgens de NOS gaat het om Ilham B. uit Gouda.

B., die in een Koerdisch kamp in Noord-Syrië zit, wordt sinds maart 2016 in Nederland vervolgd, omdat ze afreisde naar het kalifaat en zich aansloot bij terreurbeweging IS. Ze is een van de tien vrouwen die het Openbaar Ministerie (OM) wil vervolgen vanwege het uitreizen naar Syrië. De rechtbank oordeelde eerder al dat de Staat zich moet inspannen om hen en hun kinderen hierheen te krijgen en te berechten.

De rechtbank stelt dat de afgelopen twee jaar nergens uit is gebleken dat de Staat zich heeft ingezet om haar hierheen te krijgen voor haar berechting. Daarmee is het volgens de rechtbank ‘onredelijk dat de vervolging van de betrokkene nog langer’ doorgaat. De rechter geeft de staat nog ruim drie maanden om te laten zien dat er stappen zijn gezet. B. diende zelf een verzoek in om de rechtszaak tegen haar te beëindigen.

Politiek gevoelig

De zaak ligt in politiek Den Haag uiterst gevoelig. Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid lichtte de Tweede Kamer woensdag in over de deadline die de rechtbank stelt, maar schrijft alleen dat het kabinet de uitspraak ‘en de mogelijke gevolgen ervan bestudeert’.

Onder meer VVD en CDA zijn fel tegen het terughalen van de vrouwen. De rechtbank in Den Haag bepaalde eind vorig jaar dat de Staat er alles aan moet doen kinderen van vrouwen die zich bij IS aansloten, terug te halen. Maar ook dat vinden veel partijen problematisch. Ze zijn bang dat daarmee de deur op een kier komt te staan voor de ouders.

De zaak gaat op 2 juni 2020 verder.

LEES OOK: Taakstraf voor ouders die geld overmaken naar dochter in Syrië

Meer over dit onderwerp: GOUDA SYRIË ILHAM B. IS-GANGER

Proces tegen Syriëganger stopgezet als Nederland terugkeer blijft uitstellen

NU 19.02.2020 De vervolging van een Syriëganger wordt stopgezet als de Nederlandse staat de IS-sympathisant niet snel terughaalt naar Nederland, meldt minister van Justitie Ferd Grapperhaus woensdag in een brief aan de Tweede Kamer.

Volgens de rechtbank in Rotterdam heeft Nederland de afgelopen twee jaar amper tot geen concrete stappen genomen om de betrokkene naar Nederland te halen. De Staat krijgt drie extra maanden om de Syriëganger alsnog binnen eigen grenzen te krijgen, “anders is het onder huidige omstandigheden onredelijk dat de vervolging in Nederland doorgang vindt”, zo citeert Grapperhaus de rechter.

Het zou gaan om Ilham B., die in maart 2016 vertrok om zich aan te sluiten bij terreurorganisatie Islamitische Staat (IS). Zij wordt officieel verdacht van het plegen van een terroristisch misdrijf.

Als de vrouw niet veroordeeld wordt, kan zij zonder vervolging terugkeren naar Nederland en kan de Staat niet nogmaals een zaak tegen haar starten voor hetzelfde feit.

Repatriëring Syriëgangers ligt zeer gevoelig

Binnen de Nederlandse politiek ligt het terughalen van Syriëgangers zeer gevoelig, omdat het een groot risico zou zijn voor de nationale veiligheid. De rechtbank heeft dat argument waargenomen, maar ziet geen reden de eis aan te passen.

Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) probeerde vorig jaar landen in de regio over te halen om Syriëgangers daar te berechten, maar kreeg onder meer van zijn Irakese ambtgenoot Mohamed Ali Alhakim nul op het rekest.

Uitspraak kan gevolgen hebben voor tientallen andere Syriëgangers

Mocht de rechtbank definitief oordelen dat het proces tegen B. wordt stopgezet, kan dat gevolgen hebben voor de vervolging van tientallen andere IS-sympathisanten die vanuit Nederland zijn vertrokken naar Syrië. Hun advocaten kunnen dan ook vragen om stopzetten van vervolging. Het Openbaar Ministerie maakte zich daarom in oktober al hard voor de repatriëring van 29 Nederlandse Syriëgangers.

Volgens Grapperhaus bestudeert het kabinet de uitspraak van de rechtbank, en wordt de Tweede Kamer op een later moment geïnformeerd.

Lees meer over: Syrië Syriëgangers Buitenland

Proces tegen Syriëganger voorbij als Nederland geen actie onderneemt

NOS 19.02.2020 De rechtbank in Rotterdam geeft de Staat nog drie maanden de tijd om concrete stappen te nemen in het terughalen van een Syriëganger die in vluchtelingenkamp Ain-Issa in Noordoost-Syrië zit. Anders is het proces tegen haar voorbij. De uitspraak kan grote gevolgen hebben voor tientallen andere vrouwen die ook in Syrië verblijven.

Het gaat om Ilham B. uit Gouda die sinds maart 2016 in Nederland wordt vervolgd omdat ze naar het kalifaat reisde en zich aansloot bij terreurorganisatie IS. Haar advocaat had gevraagd om het stopzetten van de zaak, omdat B. al jaren “onder de bedreiging van strafvervolging leeft” en “inmiddels meer behoefte heeft aan duidelijkheid”. Tegen haar is een internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd.

Nederland deed te weinig

De rechtbank eist al twee jaar dat het Openbaar Ministerie er alles aan zou doen om ervoor te zorgen dat de vrouw naar Nederland zou worden gehaald, door haar via de Koerdische Autonome Regio naar het Nederlandse consulaat-generaal in Erbil te brengen, zodat ze uiteindelijk het proces tegen haar kan bijwonen.

Maar nu ziet de rechtbank dat de afgelopen twee jaar niet gebleken is dat Nederland moeite gedaan heeft om de vrouw terug naar Nederland te krijgen. Volgens de rechter is het daarom onredelijk dat de vervolging nog langer voortduurt. Het OM vroeg zes maanden tijd, maar de rechter geeft justitie drie maanden. Nederland heeft altijd het standpunt gehad dat het jihadstrijders niet terughaalt uit het buitenland.

Mogelijk grote gevolgen

De uitspraak van de rechter kan grote gevolgen hebben. Als de staat de Syriëganger niet binnen drie maanden ophaalt, zou ze zonder kans op vervolging terug kunnen naar Nederland. Omdat de zaak tegen haar dan stopt, kan ze niet meer vervolgd worden voor hetzelfde feit.

Volgens advocaat André Seebregts, die de zaken van vijf vrouwen in een soortgelijke zaak aanhangig heeft gemaakt, moet de staat nu echt iets gaan doen. “Het springende punt is dat de vrouwen niet worden gehaald, en zonder de vrouwen is er geen rechtszaak. Ook voor hen geldt dat er dossiers zijn en dat er helemaal niets gebeurt. Ze worden hier niet naartoe gehaald.”

Seebregts zegt dat er twee opties zijn. “Of de overheid gaat zich nu echt serieus inspannen om de vrouwen op te halen waardoor de vrouwen een rechtszaak krijgen. Of ze doen het niet, en dan wordt de zaak beëindigd.”

Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid zegt dat het kabinet de uitspraak bestudeert. “Op een later moment zullen we de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten.”

Bekijk ook;

Rechter: ‘Vervolging IS-verdachte stopzetten als terughalen te lang duurt’

AD 19.02.2020 De vervolging van Syriëgangster Ilham B. uit Gouda moet worden stopgezet als het ministerie van Justitie niet kan aantonen dat het zich inspant om de vrouw terug te halen naar Nederland.

Dat stelt de rechtbank Rotterdam vanmiddag. Daarmee zouden B. en tientallen andere Nederlandse jihadisten mogelijk hun straf ontlopen als ze ooit terugkomen naar Nederland, aangezien ze niet twee keer voor hetzelfde feit kunnen worden vervolgd.

Ilham B. wordt sinds 2016 in Nederland vervolgd omdat ze uitreisde naar Syrië en zich daar aansloot bij terreurorganisatie Islamitische Staat (IS). In dat jaar werd ook een internationaal arrestatiebevel tegen haar uitgevaardigd. Inmiddels zit de Goudse met haar kinderen al ruim twee jaar vast in een Koerdisch detentiekamp in Noord-Syrië.

De rechtbank heeft twee jaar geleden een ‘bevel tot gevangenneming’ uitgevaardigd en om uitlevering gevraagd. Ook B. wil naar Nederland om aanwezig te kunnen zijn bij haar eigen proces.

Het ministerie van Justitie staat al jaren op het standpunt dat het de 35 Nederlandse IS-vrouwen (en hun 90 kinderen) die gevangen zitten in de kampen, niet terug wil halen. Ze kunnen een gevaar voor de Nederlandse veiligheid vormen.

Grote consequenties

De advocaat van Ilham B. vroeg daarom om stopzetten van de vervolging van de vrouw: de zaak sleept al jaren voort en het ziet er niet naar uit dat B. binnenkort naar Nederland kan komen.

Dat verzoek kan grote consequenties hebben: als een zaak gesloten is, kan een verdachte niet nogmaals voor hetzelfde feit worden vervolgd. Daardoor zouden B. en nog zo’n 30 andere IS’ers voor wie de rechtbank om repatriëring heeft gevraagd in Nederland vrijuit kunnen gaan. Als ze ooit alsnog een keer terugkomen.

De rechtbank in Rotterdam oordeelt vandaag dat blijkt ‘dat de minister niet uitdrukkelijk op het standpunt staat dat de vrouw in Nederland voor de rechter komt’. ,,Nu de minister hecht aan enerzijds de nationale veiligheid en aan anderzijds de berechting voor een rechter en dus niet noodzakelijkerwijs de Nederlandse rechter en verder gelet op de lange duur van de vervolging en het ontbreken van concrete stappen om verzoekster naar Nederland over te brengen, is de rechtbank onder de huidige omstandigheden van oordeel dat het onredelijk is dat de vervolging in Nederland thans nog langer doorgang vindt.”

De rechtbank stopt die vervolging echter niet direct. De officier van justitie heeft nog drie maanden de tijd om ‘duidelijkheid te krijgen over de voortgang in de zaak.’

Rechtbank stelt Staat ultimatum over vrouwelijke Syriëganger

RTL 19.02.2020 Nederland moet concrete stappen nemen om een vrouwelijke jihadstrijder op te halen, anders wordt de rechtszaak beëindigd. Dat oordeelt de rechtbank Rotterdam in een tussenvonnis. Tot op heden heeft het kabinet altijd geweigerd om jihadstrijders op te halen. Ministers Grapperhaus en Blok laten weten de uitspraak nu te gaan bestuderen.

Regeringspartij D66 wil actie van het kabinet. “We moeten alles doen om te voorkomen dat verschrikkelijke misdadigers van IS vrijuit gaan, dat kan het kabinet niet laten gebeuren”, zegt D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma. “Het kabinet moet hier goed naar kijken en de nodige actie ondernemen.”

Al twee jaar verzoek tot ophalen

Al twee jaar vraagt de rechtbank om het ophalen van de vrouw. Zolang de vrouw niet wordt teruggehaald, ziet de rechtbank geen reden om de rechtszaak nog langer door te zetten, zo staat in het tussenvonnis.

De rechtbank heeft geoordeeld dat sinds het begin van de rechtszaak, twee jaar geleden, er geen concrete stappen zijn gezet om de vrouw naar Nederland te brengen. Daarom oordeelt de rechtbank dat het onredelijk is om nog langer verder te gaan met de berechting. Wel geeft de rechtbank het Openbaar Ministerie nog drie maanden de tijd om duidelijkheid te krijgen.

Als de vrouw uiteindelijk niet verder wordt vervolgd, kan het ervoor zorgen dat áls ze zelfstandig naar Nederland terugkeert, op vrije voeten blijft.

Kabinet tegen terughalen

De Nederlandse regering wil jihadstrijders niet terughalen uit het buitenland. Alleen als ze zich zelf melden bij een Nederlandse ambassade of consulaat, worden ze naar Nederland vervoerd en berecht.

Lees ook:

Hof: Nederland hoeft IS-vrouwen en kinderen niet terug te halen uit Syrië

‘Dilemma voor het kabinet’

“Tot nu toe heeft het kabinet elke keer geweigerd om jihadisten op te halen. Er is overleg geweest met autoriteiten in het gebied, maar tot concrete acties heeft het nooit geleid. Nu de rechtbank zegt de vervolging te stoppen, zit het kabinet met een lastige kwestie”, zegt politiek verslaggever Fons Lambie.

“Het feit dat het kabinet het nodig vindt om de Kamer over dit tussenvonnis te informeren, geeft ook wel aan dat het een dilemma is. Heel zwart-wit kun je zeggen: of je laat de uitreizigster daar en accepteert dat de vervolging niet doorgaat, of je gaat toch stappen ondernemen.”

Bij regeringspartijen ligt de kwestie heel gevoelig. “Regeringspartijen verschillen van mening. VVD en CDA zijn keihard: niet halen, terwijl D66 het kabinet al een aantal keren heeft verzocht om vrouwen en kinderen op te halen.”

Beelden uit kamp Al-Hol: ‘Islamitische Staat blijft bestaan’

Bekijk deze video op RTL XL

Het zou een tijdelijk kamp moeten worden, maar nu wonen 74.000 mensen in Al-Hol in het noordoosten van Syrië. In het kamp worden vrouwen en kinderen uit het gevallen kalifaat opgevangen.

Blok wil overleg over berechting van Europese IS’ers door Koerden

NOS 07.02.2020 Minister Blok wil bekijken of het “perspectief biedt” om IS-strijders te berechten door de Koerdische autoriteiten in het noorden van Syrië. Hij zegt dat in reactie op een aankondiging van de Koerden, gisteren. Blok gaat daarover eerst praten met andere landen in West-Europa.

In Koerdische detentiecentra in Noord-Syrië zitten ruim 2000 buitenlanders die worden verdacht van lidmaatschap van IS. Er zijn ook Nederlanders bij. De Koerden zijn teleurgesteld dat westerse landen Syriëgangers niet repatriëren en dat er geen internationaal tribunaal is. Daarom kwamen ze gisteren met het plan om in maart zelf tot berechting over te gaan middels een nieuw speciaal tribunaal.

Eerlijke berechting

Blok benadrukte na de ministerraad dat het de voorkeur van het kabinet blijft om de betrokkenen voor een internationaal tribunaal te brengen. Een tweede mogelijkheid is berechting in Irak, als daar tenminste een eerlijke rechtsgang kan worden gegarandeerd en de doodstraf niet wordt toegepast.

Van beide opties is tot nu toe niets terechtgekomen. Ook bij een door de Koerden georganiseerde procedure in Syrië zijn volgens Blok vraagtekens te zetten: “Wordt dat een eerlijke berechting? Het is een gebied dat niet als land wordt erkend. Ik ken geen wetgeving en geen rechterlijke macht in dat gebied.”

Tweede Kamer

Maar hij wil wel bij de Koerden navragen hoe zo’n tribunaal er dan in de praktijk moet uitzien. En ook daarbij zal hij juridische waarborgen eisen. Ook bij de coalitiepartijen in de Tweede Kamer gaan stemmen op om deze optie serieus te bekijken.

Het kabinet blijft erbij dat het in principe geen IS-verdachten naar Nederland haalt.

Bekijk ook;

Blok: praten met Koerden over berechting Syrië-gangers

Telegraaf 07.02.2020 Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) is bereid te praten met de Koerden in het noordoosten van Syrië over de berechting van Nederlandse jihadisten die daar vastzitten. Dat zei hij vrijdag na aandringen van de grootste regeringspartijen. Tot dusver hield het kabinet vol dat dat onmogelijk is omdat de Koerden geen autonoom land besturen en Nederland geen officiële betrekkingen met hen onderhoudt.

De Koerden, die een aantal gevangenenkampen in het noordoosten van Syrië beheren, wilden jihadisten uit onder andere Europa oorspronkelijk terugsturen naar hun landen van herkomst. Donderdag verschenen berichten dat ze buitenlandse strijders van Islamitische Staat toch zouden willen berechten.

Als dat klopt, is het „zeer de moeite waard om het gesprek aan te gaan”, zegt Blok. „Dan moeten we dat zeker doen.” Hij ziet nog wel obstakels, omdat de Koerden volgens hem niet beschikken over de noodzakelijke wetgeving en rechterlijke macht. Bovendien wil Blok zeker weten dat IS-gangers daar niet de doodstraf kunnen krijgen, want daar wil Nederland niet aan meewerken. De Koerden hebben volgens Tweede Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma al duidelijk gemaakt dat zij die straf niet zullen opleggen.

Nederland zal hoe dan ook weer optrekken met de Europese landen die al langer samen zoeken naar een manier om Syrië-gangers te berechten, aldus Blok. Hij gaat met hen overleggen hoe ze verdergaan. Bij de ommezwaai van de Koerden waren „kennelijk al Finse overheidsvertegenwoordigers betrokken”, begreep de minister.

Of berechting door de Koerden nu de beste kansen biedt op het voor de rechter brengen van Syrië-gangers, durft Blok nog niet te zeggen. Een internationaal tribunaal in Irak of Syrië heeft nog altijd de voorkeur van Nederland, onderstreept hij. En als dat te hoog gegrepen blijkt, komt eerst de Iraakse rechter nog in aanmerking als die zich bijvoorbeeld van de doodstraf onthoudt.

Koerden willen buitenlandse IS’ers zelf berechten, minister Blok gaat met ze praten

AD 07.02.2020 De koerden in het Noord-Oosten van Syrië willen in maart beginnen met het berechten van buitenlandse IS-strijders, onder wie ook Nederlanders. Ze zijn het getreuzel van Europese landen bij het terughalen van de jihadisten beu. Minister Blok van Buitenlandse Zaken stelde vrijdagmiddag daar met de Koerden over te willen gaan praten.

In Koerdische gevangenissen en detentiekampen zitten duizenden internationale jihadisten van zo’n vijftig verschillende nationaliteiten vast. Zij hebben zich de afgelopen twee jaar overgegeven of zijn gevangen genomen tijdens de ondergang van het IS-kalifaat. Onder hen ook 15 mannen, 35 vrouwen en 90 kinderen uit Nederland.

,,We hebben besloten om deze mensen vanaf maart te gaan berechten”, meldde Abdulkarim Omar, voorzitter van het comité voor buitenlandse betrekkingen van de Syrische Koerden gisteravond. ,,Geen enkel land wilde hun eigen IS-leden terug om hen thuis te berechten. Daarna bleek dat het ook niet zou lukken om een internationaal tribunaal op te zetten. Maar deze mensen moeten wel berecht worden, dus we gaan een eigen, speciale rechtbank opzetten om hen te berechten en verwachten daarbij de hulp van andere landen.”

Geen doodstraf

De Koerden hebben een zekere vorm van autonomie in Noordoost Syrië, ze hanteren ook hun eigen rechtssysteem. Daarin hebben ze de afgelopen jaren al honderden lokale IS-strijders berecht. De straffen variëren van 1 tot 20 jaar cel. De Koerden hebben geen doodstraf, die straf wordt in buurland Irak wel geregeld opgelegd aan IS’ers.

Volgens Britse media staan er zaken tegen dertig Britten gepland. Omar reageerde gisteren niet op de vraag van deze krant of er in maart ook al Nederlanders voor moeten komen. Onduidelijk is ook nog of de Koerden alleen doelen op berechting van de mannen of dat ook de vrouwen in de rechtbank moeten verschijnen.

Een groot deel van de Nederlandse Syriëgangers heeft aangegeven terug te willen naar Nederland om hier berecht te worden. Ook vrezen de vrouwen voor de gezondheid van hun kinderen omdat de omstandigheden in de overvolle kampen slecht zijn. Tegen de meeste Nederlandse jihadisten in Koerdische detentie lopen hier ook al strafzaken. Enkele van hen, zoals Yago R. uit Arnhem, zijn in Nederland al bij verstek tot zes jaar cel veroordeeld. In een interview met deze krant vorig jaar zei hij niet geweten te hebben van de misdaden die IS pleegde.

Nederland wil de Syriëgangers niet ophalen omdat ze er zelf voor hebben gekozen daarheen te gaan. Afgelopen najaar spanden 23 vrouwen een kort geding aan tegen de Nederlandse staat omdat die te weinig zou doen om hen en hun kinderen terug te halen. Dat verzoek werd in hoger beroep afgewezen. Volgens het Gerechtshof is de beslissing aan de politiek en niet aan de rechter. De zaak loopt inmiddels bij de Hoge Raad.

Zorgen: ‘deze processen duren 15 minuten’

Advocaat André Seebregts, die een groot deel van de vrouwen bijstaat, heeft zorgen over de Koerdische plannen. ,,Ik ben afgelopen zomer zelf bij de rechtbank daar geweest en daar kan nu geen proces worden gevoerd naar onze maatstaven. Er is geen sprake van het horen van getuigen of bijstand van een advocaat. In 15 minuten is een zaak klaar en berecht.”

Vrouwen en kinderen in detentiekamp Al Hol in Syrië. © AFP

Koerdische strijders bewaken het detentiekamp al-Hol in Noord-Syrië AFP

Koerden gaan Europese IS’ers vanaf maart berechten in Syrië

NOS 06.02.2020 Gevangen IS-strijders worden vanaf volgende maand berecht door de Koerdische autoriteiten in Noord-Syrië. Dat meldt de spreekbuis van het Koerdische bestuur in het gebied, het Rojava Information Center.

De Koerdische autoriteiten zijn het beu om westerse landen steeds te moeten vragen hun Syriëgangers op te halen. “Geen enkele staat heeft ze gerepatrieerd en er is ook geen internationaal tribunaal opgezet”, staat in de verklaring. “Daarom hebben we besloten om buitenlandse IS’ers vanaf maart zelf te berechten.”

Zo’n 140 Nederlanders

Ruim 2000 buitenlanders die worden verdacht van deelname aan terreurgroep Islamitische Staat zitten vast in Koerdische detentiecentra in Noord-Syrië. Inclusief vijftig volwassen Nederlanders en negentig kinderen met ouders uit Nederland. Duizenden andere buitenlandse vrouwen en kinderen zitten eveneens vast in de kampen.

De Koerden zijn van plan een speciaal tribunaal op te richten. The Telegraph schrijft dat in ieder geval tien Britse verdachten in maart aan de beurt zijn voor hun rechtszaak. Het is onduidelijk of er ook berechtingen van Nederlanders gepland staan.

Het wel of niet terughalen van IS-verdachten, hun partners of kinderen is al jaren een heet hangijzer in de landen van herkomst. Eind november oordeelde het gerechtshof in Den Haag dat Nederland IS-vrouwen en kinderen niet terug hoeft te halen uit kampen in Noord-Syrië. Daarmee werd een eerder oordeel van de rechter teruggedraaid.

Bekijk ook;

‘Koerden berechten Europese IS’ers vanaf maart mogelijk zelf’

NU 06.02.2020 De Koerdische autoriteiten in Noord-Syrië zijn van plan om Europese IS-strijders vanaf maart te berechten, meldt het Rojava Information Center, de spreekbuis van de Koerdische autoriteiten in de regio donderdag in een verklaring.

De Koerden willen dat de IS’ers ook worden berecht als overheden van de Europese landen waar ze vandaan komen niet meewerken. Ze menen dat de landen zelf te weinig doen om hun Syriëgangers op te halen.

Zo zouden pas tien procent van de kinderen van IS-strijders die in Syrië vastzaten aan hun thuisland zijn uitgeleverd. De Koerden klagen dat geen enkele staat hun Syriëgangers gerepatrieerd heeft en dat er geen internationaal tribunaal is opgezet.

Ze zijn nu van plan om de Syriëgangers vanaf maart via hun eigen rechtssysteem te berechten. De Koerden zeggen een speciaal tribunaal op te richten voor de berechting. Tot nu toe hebben ze alleen Syrische en Iraakse IS’ers berecht.

Op dit moment worden duizenden mensen die worden verdacht van deelname aan terreurgroep Islamitische Staat door de Koerden in detentiekampen vastgehouden. Ook veel vrouwen en kinderen zitten in die kampen. Onder hen zijn vijftig volwassen en negentig kinderen uit Nederland.

In november oordeelde het gerechtshof in Den Haag dat Nederland de Nederlandse IS-vrouwen en kinderen niet hoeft terug te halen uit Noord-Syrië. Eerder oordeelde de rechter dat dit wel moest gebeuren. Die beslissing werd dus teruggedraaid.

Lees meer over: Syrië  Syriëgangers  Buitenland

Hoge Raad behandelt cassatie over terughalen vrouwen uit Syrië versneld

NU 10.01.2020 De Hoge Raad heeft vrijdag bekendgemaakt de cassatie in de zaak over het terughalen van Nederlandse vrouwen en hun kinderen uit Syrië versneld te behandelen.

“Dit gebeurt op verzoek van hun advocaat, in verband met de spoedeisendheid van de vordering”, zo laat de Hoge Raad weten.

De rechtbank oordeelde eerder dat de Nederlandse Staat zich moet inspannen om de 56 kinderen en hun negentien moeders terug te halen, maar dat vonnis werd in het hoger beroep vernietigd. De advocaat van de vrouwen is in cassatie gegaan.

Aan de Hoge Raad is vanwege de nijpende situatie van de vrouwen en kinderen verzocht om de zaak voor het einde van januari te behandelen, maar dit gaat niet lukken. “De Hoge Raad is cassatierechter en heeft mede tot taak het bewaken van de rechtseenheid en de ontwikkeling van het recht. Hij heeft daardoor – anders dan een rechtbank of een gerechtshof in kort geding – minder mogelijkheden om met de spoedeisendheid van een zaak rekening te houden.”

Wel heeft de Hoge Raad kans gezien de normale termijnen wat in te korten. Zo wordt de termijn voor de schriftelijke uitwisseling van stukken bijvoorbeeld op zes weken in plaats van drie maanden gesteld.

Voor de zomer wordt definitief uitspraak gedaan.

Zie ook: Advocaat: Staat vertraagt cassatie in zaak IS-vrouwen terwijl nood hoog is

Lees meer over: Syriëgangers  Binnenland

Hoge Raad: voor de zomer uitspraak over terughalen IS-vrouwen en -kinderen

NOS 10.01.2020 De Hoge Raad verwacht voor de zomer een uitspraak te doen over het terughalen van IS-vrouwen en hun kinderen. Op verzoek van hun advocaten is de procedure enigszins versneld, maar de uitspraak is maanden later dan waar de advocaten op hadden gehoopt.

De zaak draait om 23 IS-vrouwen en 56 kinderen. Begin november bepaalde de rechtbank dat Nederland zich moet inspannen om de kinderen zo snel mogelijk op te halen uit detentiekampen in het noorden van Syrië.

De ministers Blok en Grapperhaus gingen hiertegen in beroep, waarna het gerechtshof later in november de uitspraak terugdraaide. Volgens het hof is het aan de politiek en niet aan de rechter om te beslissen of de vrouwen en kinderen worden teruggehaald.

Voor einde winter

Hierop gingen de advocaten van de vrouwen en kinderen in cassatie. Ook verzochten ze de Hoge Raad om de zaak met spoed te behandelen, waarbij ze hoopten op een uitspraak in januari, of in elk geval voor het einde van de winter.

De Hoge Raad maakte vandaag bekend dat de zaak slechts beperkt versneld kan worden. Omdat de Hoge Raad de rechtseenheid en de ontwikkeling van het recht moet bewaken, zijn er minder mogelijkheden voor een versnelde behandeling dan bij een rechtbank of gerechtshof, staat in een verklaring.

Wel worden de termijnen verkort waarbinnen processtukken moeten worden uitgewisseld en de partijen op elkaar moeten reageren. Op basis daarvan verwacht de Hoge Raad een uitspraak voor de zomer.

Teleurgesteld

Advocaat Robert van Galen, die de vrouwen en kinderen bijstaat, reageert teleurgesteld. “Die mensen kunnen doodgaan, gemarteld worden door Assad. Dat zijn onschuldige kinderen. Je zou hopen dat de Hoge Raad het spoedeisende daarvan inziet.”

De raadsman is het er ook niet mee eens dat de staat tien weken de tijd krijgt om te reageren op de bezwaren van de advocaten. “Terwijl wij in het hoger beroep bij het hof binnen vier dagen moesten reageren. Als wij dat in vier dagen kunnen doen, waarom zou het dan bij de staat tien weken moeten duren?”

Bekijk ook;

Hoge Raad maakt haast: voor zomer uitspraak zaak IS-vrouwen

Telegraaf 10.01.2020 De Hoge Raad gaat haast maken met de cassatie-procedure over de mogelijke terugkeer van Nederlandse IS-vrouwen die verblijven in detentiekampen in Noord-Syrië. De verwachting is dat er voor de zomer een uitspraak is.

De advocaten van de 23 vrouwen en hun 56 kinderen die de zaak hadden aangespannen, hebben de Hoge Raad tot spoed gemaand. Volgens hen traineert de Nederlandse staat de procedure.

Bekijk ook: 

Twee IS-vrouwen terug in Nederland met kinderen 

Bekijk ook: 

Nederlandse ’IS-vrouwen’ vrijgesproken in Turkije 

De rechtbank bepaalde in november dat de Staat binnen twee weken al het nodige moest doen om in ieder geval de kinderen te repatriëren. De Staat ging in hoger beroep en kreeg gelijk. Het hof bepaalde dat de rechter niet op de stoel van de politiek mag gaan zitten. Volgens het hof heeft de overheid „beleidsvrijheid” en moet de rechter zeer terughoudend zijn met ingrijpen.

Bekijk ook: 

IS-vrouwen naar Hoge Raad om Staat te dwingen hen terug te halen 

Advocaat Elpiniki Kolokatsi bepleitte namens de vrouwen dat er snel duidelijkheid moet komen. „Iedere winter sterven er kinderen door de verschrikkelijke omstandigheden in de kampen.” Daarbovenop is de situatie volgens haar nu heikel omdat de Syrische president Bashar al-Assad heeft aangegeven de vrouwen mogelijk zelf te willen berechten. „Dat zou betekenen dat ze de doodstraf kunnen krijgen.”

Bekijk meer van; proces politiek samenleving wetgeving Den Haag Syrië Hoge Raad De Staat

Hoge Raad: zaak IS-vrouwen wordt versneld behandeld

AD 10.01.2020 De Hoge Raad zal de de zaak van 23 IS-vrouwen en hun 56 kinderen, die nu in Syrische detentiekampen zitten, versneld behandelen, zo meldt ze vanochtend. De Raad verwacht nu voor de zomer uitspraak te doen. De advocaten van de vrouwen vinden dat toch ‘teleurstellend langzaam’. ,,Worden de kinderen nu opgeofferd?’’

De vrouwen eisten eind vorig jaar in een kortgeding dat de Nederlandse overheid hen en hun kinderen terug zou halen uit Syrië, waar ze vast zitten in door Koerden bewaakte detentiekampen. De rechtbank oordeelde in eerste instantie dat de Staat haar best moest doen om de kinderen zo snel mogelijk naar Nederland te repatriëren, ook als dat zou inhouden dat de moeders mee zouden komen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De Staat ging tegen die beslissing in beroep waarop het Gerechtshof eind november oordeelde dat de beslissing over het wel of niet terughalen van de gedetineerde Syriëgangers en hun kinderen niet aan de rechter maar aan de politiek is. De vrouwen gingen op hun beurt tegen die beslissing in cassatie bij de Hoge Raad. De advocaten van de vrouwen vroegen de Raad die zaak versneld te behandelen omdat de omstandigheden in de kampen slecht zijn en ze vrezen voor de gezondheid van de kinderen.

Spoedeisend

Een procedure bij de Hoge Raad duurt doorgaans lang. In een persbericht stelt de Raad nu het spoedeisende karakter van de zaak in te zien. ,,Maar er kan niet volledig aan het verzoek van de advocaten worden tegemoetgekomen.’’ Voor de uitwisseling van stukken staat normaal een termijn van drie maanden, die word nu verkort tot zes weken. Daarna krijgen alle partijen nog twee weken voor een reactie. Daarna doet de Raad uitspraak. ,,De verwachting is dat die uitspraak nog voor de zomer komt.’’

Teleurstellend

De advocaten van de vrouwen hadden eigenlijk al in januari een uitspraak van de Hoge Raad gewild. ,,De wintermaanden kunnen bedreigend zijn voor de gezondheid van de kinderen. Ook is er een kans dat het Assad-regime de kampen de komende periode over gaat nemen’’, stelt advocaat Robert van Galen die de cassatie-zaak begeleidt.

,,We vinden deze uitspraak teleurstellend. Het staat ook in schril contrast met de snelheid die is gehanteerd bij het kortgeding en het hoger beroep. We hebben de Hoge Raad al op 29 november om spoed gevraagd, het besluit komt nu pas.’’

Van Galen stelt dat het vooral de Staat is die de procedure rekt. ,,Waarom moet het zo lang duren? Alle argumenten zijn al bekend. Premier Rutte heeft al eens gezegd dat wat hem betreft Syriëgangers het beste daar kunnen sneuvelen, maar worden nu ook de kinderen opgeofferd?’’

De Hoge Raad kijkt niet opnieuw inhoudelijk naar de zaak, maar beoordeelt het verloop van de rechtsgang. Ze kan het vonnis van het Gerechtshof in stand laten of de zaak terugverwijzen naar een (ander) Gerechtshof. In dat laatste geval zullen de advocaten ook daar weer om een spoedbehandeling vragen.

Volgende week besluit over terughalen IS-vrouwen

Telegraaf 03.01.2020 De Hoge Raad bespreekt volgende week of er haast moet worden gemaakt met de cassatie-procedure over de mogelijke terugkeer van Nederlandse IS-vrouwen die verblijven in detentiekampen in Noord-Syrië. De advocaten van de 23 vrouwen en hun 56 kinderen die de zaak hadden aangespannen, hebben de Hoge Raad tot spoed gemaand. Volgens hen traineert de Nederlandse staat de procedure.

Het is niet duidelijk hoe snel er een uitspraak van de Hoge Raad komt als er daadwerkelijk spoed achter zit. Als er geen haast is, komt het oordeel waarschijnlijk niet voor de zomer.

De rechtbank bepaalde in november dat de Staat binnen twee weken al het nodige moest doen om in ieder geval de kinderen te repatriëren. De Staat ging in hoger beroep en kreeg gelijk. Het hof bepaalde dat de rechter niet op de stoel van de politiek mag gaan zitten.

BEKIJK OOK: 

Turkije stuurde al 150 IS-strijders naar huis 

BEKIJK OOK: 

’De kinderen zijn het slachtoffer’ 

BEKIJK OOK: 

Het veroorzaken van humanitaire rampen is een winstgevende business 

BEKIJK MEER VAN; proces politiek samenleving Hoge Raad

Advocaat: Staat vertraagt cassatie in zaak IS-vrouwen terwijl nood hoog is

NU 31.12.2019 De Nederlandse Staat wil niet meewerken aan een snelle afwikkeling van de cassatie die gaat over het al dan niet terughalen van 23 IS-vrouwen en hun 56 kinderen uit Syrische detentiekampen. Dat laat de advocaat van de vrouwen, Robert van Galen, aan NU.nl weten.

In november besloot het gerechtshof in Den Haag dat de overheid zich niet hoeft in te spannen om de groep vrouwen en kinderen naar Nederland te halen. De rechtbank oordeelde juist dat dit in het geval van de kinderen wel geprobeerd moest worden.

De uitspraak in hoger beroep gebeurde op verzoek van de Staat juist wel na een spoedprocedure. Waarom de overheid hier nu niet aan wil meewerken, wordt volgens Van Galen niet goed onderbouwd. “Ik heb het zelf in ieder geval niet begrepen”, aldus de advocaat die de verdediging voert in de cassatieprocedure.

Een woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid zegt in een reactie dat de “Staat de procedure zorgvuldig behandeld” en verder niet inhoudelijk wil reageren zolang de zaak onder de rechter is.

Advocaat verbaasd over reactie Hoge Raad

Wat Van Galen nog meer verbaast, is dat de Hoge Raad liet weten geen spoedprocedure te kunnen toepassen en niet in januari of voor het einde van de winter uitspraak te kunnen doen, omdat de Staat daar niet aan meewerkt. “De Hoge Raad gebruikt hierbij een heel zwakke redenering die een serieuze jurist onwaardig is.”

De wet staat gewoon toe dat de procedure wordt ingekort. “En dat weet de Hoge Raad ook wel, dus dat doet vermoeden dat de Hoge Raad de ware reden om geen spoedprocedure te willen volgen niet wil opgeven”, vervolgt hij.

“Wellicht ontbreekt de moed om snel uitspraak te doen in deze zaak. We hebben maandag nogmaals verzocht om deze procedure versneld af te wikkelen.” Gebeurt dit niet, dan wordt er mogelijk pas in juli vlak voor de zomer uitspraak gedaan.

De Hoge Raad laat weten dat er nog geen formele beslissing is genomen en tot die tijd niet inhoudelijk te willen reageren. Die beslissing wordt in de loop van januari verwacht.

Noodzaak is volgens verdediging groot

De noodzaak voor een snelle procedure is volgens Van Galen groot omdat de toestanden in de detentiekampen “verschrikkelijk” zijn. De situatie voor de vrouwen en kinderen zou daarnaast gevaarlijk worden als de Syrische president Bashar Al Assad de controle krijgt over de kampen. Die ligt nu nog in handen van de Koerden.

Zo heeft Al Assad onlangs laten weten dat de IS-strijders in de kampen door lokale rechtbanken moeten worden berecht “met alle risico’s van dien voor foltering tijdens detentie”, aldus advocaat André Seebregts, die de vrouwen eerder bijstond, in een reactie.

In hoger beroep haalde Seebregts rapporten van de Verenigde Naties (VN) waarin werd beschreven dat Al Assad kinderen heeft laten martelen en zelfs vermoorden.

Zie ook: ‘Regime Assad martelt 13.000 gevangenen dood’

Kabinet wil uitreizigers niet ophalen vanwege gevaar

Volgens het huidige kabinetsbeleid worden Nederlandse uitreizigers niet actief opgehaald uit Syrië. Het kabinet wil Nederlandse ambtenaren niet in gevaar brengen door ze naar een onveilig gebied te sturen.

Minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus zei na de uitspraak van het hof altijd helder te zijn geweest. “Deze vrouwen hebben zelf de keuze gemaakt om, al dan niet met hun minderjarige kinderen, uit te reizen naar IS-gebied en zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie”, aldus Grapperhaus. “Het kabinet haalt de vrouwen en hun kinderen niet actief terug uit dit gebied.”

Zie ook: Blok: Banden aanhalen met Al Assad maakt Nederland ongeloofwaardig

Lees meer over: Binnenland

Dit bewoog de teruggestuurde IS-bruid  Telegraaf 29.12.2019

Teruggekeerde IS-vrouw Kaoutar (28) zat zes jaar in Syrië

AD 29.12.2019 Syriëgangster Kaoutar S. (28) uit Gouda en haar zoontje (4) werden gisteravond door Turkije op het vliegtuig naar Nederland gezet. De vrolijke ‘spring in ’t veld’ vertrok al naar Syrië voordat IS er het kalifaat uitriep.

Het tijdschrift Vrij Nederland maakte vier jaar geleden een reconstructie van moslima’s die vielen voor de strijders van IS. De 21-jarige S. beschreven zij als een vrolijke, grappige en lange jongedame die geen onbekende was van de Goudse politie. Ze spraken haar voor het eerst bij een picknick van moslima’s uit de wijk Oosterwei. Daar rende ze rond in een lange jurk. Ondanks haar traditionele kleding deed S. gewoon fanatiek mee met een potje voetbal, tekenden de verslaggevers Jaco Alberts en Harry Lensink op.

Vrouwelijke Syriëganger (28) aangehouden na terugkeer op Schiphol

NU 29.12.2019 Een vrouwelijke Syriëganger (28) is zaterdag aangehouden op Schiphol nadat ze met haar vierjarige kind was teruggekeerd uit Turkije. Dat meldt het Openbaar Ministerie (OM).

Volgens het Landelijk Parket is de vrouw afkomstig uit Gouda en vertrok ze in december 2013 naar Syrië. Op 30 oktober van dit jaar zou de vrouw zich met haar kind hebben gemeld bij het Nederlandse consulaat in Ankara.

Haar kind is overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.

28-jarige vrouwelijke Syriëganger vanavond na terugkeer op Schiphol aangehouden. Meegereisd kind (4) overgedragen aan raad voor de kinderbescherming. Vrouw vertrok in december 2013 naar Syrië. Op 30 oktober 2019 meldde zij zich bij het Nederlandse consulaat in Ankara.

Avatar

 Auteur

landelijk parket

Het Turkse persbureau Anadolu meldde zaterdagavond al eerder dat er twee mensen met de Nederlandse nationaliteit het land zouden zijn uitgezet omdat ze banden zouden hebben met een terroristische organisatie. Dit schreef Anadolu op basis van informatie van het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken.

In november werden ook al twee vrouwelijke Syriëgangers door Turkije teruggestuurd naar Nederland. Bij een van de vrouwen hoorden ook twee jonge kinderen die zijn opgevangen door de Kinderbescherming. De vrouwen zitten voorlopig nog vast.

Behalve de Nederlandse vrouwen heeft Turkije ook Duitsers, een Amerikaan en een Brit teruggestuurd.

Lees meer over: Syriëgangers  Binnenland

Syriëgangster uit Gouda aangehouden op Schiphol

OmroepWest 29.12.2019 Een 28-jarige vrouwelijke Syriëganger uit Gouda is zaterdag door Turkije het land uitgezet en op Schiphol aangehouden. Haar meegereisde kind van vier is overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming, meldt het Openbaar Ministerie.

De vrouw uit Gouda was in december 2013 naar Syrië vertrokken. Eind oktober meldde ze zich bij het Nederlandse consulaat in Ankara.

Eerder zaterdag meldden de Turkse autoriteiten dat er twee Nederlandse terroristen het land waren uitgezet. Vorige maand is Turkije begonnen met de repatriëring van gevangengenomen militanten van Islamitische Staat (IS) naar hun land van herkomst. Volgens president Recep Tayyip Erdogan zitten er 1201 strijders van IS in Turkse gevangenissen.

Meer over dit onderwerp: SYRIËGANGER GOUDA OPENBAAR MINISTERIE

Syriëgangster (28) gearresteerd op Schiphol

Telegraaf 29.12.2019 De twee Nederlanders die door de Turkse regering op het vliegtuig zijn gezet zijn een 28-jarige vrouw en een vierjarig kind. Dat heeft het OM bevestigd. De twee zijn inmiddels terug in Nederland, de vrouw is zaterdagavond direct op Schiphol aangehouden.

Het kind is overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming. De vrouw, afkomstig uit Gouda, vertrok in december 2013 naar Syrië. Op 30 oktober 2019 meldde zij zich bij het Nederlandse consulaat in Ankara.

Premier Mark Rutte zei vorige maand opheldering te vragen aan Turkije. Het was toen niet duidelijk om hoeveel Nederlandse uitreizigers het daar gaat.

Xaviera S. en Fatima H.

In november stuurde Turkije al twee IS-vrouwen terug naar Nederland. Xaviera en Fatima werden bij aankomst meteen gevangen gezet. Van H., die hoogzwanger is, is haar paspoort afgepakt. Volgens Belgische media is ze getrouwd geweest met de beruchte Vlaamse jihadist Ali El Morabit. Hij zou ook de vader zijn van haar twee kinderen.

S. werd in Turkije berecht voor lidmaatschap van IS maar na een korte straf vrijgelaten. Vanuit het kalifaat was ze actief op sociale media. Ze bedreigde columnist Ebru Umar met de dood, stuurde foto’s van kalasjnikovs en bejubelde terroristische aanslagen en onthoofdingen. Xaviera trouwde met Dadi M., een Algerijn uit Eindhoven. Dadi bestelde zijn vrouw bij een huwelijksbureau in het kalifaat. Nederland heeft hem tot ongewenst vreemdeling verklaard en Xaviera mag waarschijnlijk Algerije niet in, dus de kans dat het paar elkaar nog in de armen sluit, lijkt klein.

‘Turkije stuurt Nederlandse terroristen terug’

MSN 28.12.2019 Twee Nederlandse vermeende terroristen zijn door de Turkse regering op het vliegtuig naar Nederland gezet. Dat meldt het Turkse persbureau Anadolu zaterdag op basis van informatie van het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken. Het is niet bekend of het om IS-strijders gaat.

Het Openbaar Ministerie in Nederland en het ministerie van Buitenlandse Zaken kunnen het bericht nog niet bevestigen.

Sinds half november heeft Turkije al meer dan honderd buitenlandse terroristen teruggestuurd naar hun eigen land. Het gaat om strijders die Turkije eerder heeft opgepakt in Noord-Syrië tijdens de militaire operatie daar.

De Nederlandse ambassade in Ankara AFP

Turkije stuurt twee ‘terroristen’ terug naar Nederland

NOS 28.12.2019 Turkije heeft twee vermeende Nederlandse terroristen op het vliegtuig gezet naar Nederland. Dat schrijft het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken op Twitter.

  T.C. İçişleri Bakanlığı @TC_icisleri

Yabancı Terörist Savaşçıların (YTS) ülkelerine iadelerine devam edilmektedir. Bu kapsamda bugün, Hollanda uyruklu 2️⃣ Yabancı Terörist Savaşçı, ülkelerine sınır dışı edildi. ❗Kamuoyuna saygıyla duyurulur

Mogelijk gaat het om Syriëgangers, meldt het Turkse persbureau Anadolu. Turkije schrijft enkel dat het twee “terroristen” betreft, zonder te noemen bij welke groepering de twee zich hadden aangesloten.

Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en het Openbaar Ministerie komen later vanavond met een reactie.

In november stuurde Turkije ook al twee Syriëgangers terug naar Nederland. Toen ging het om twee IS-vrouwen. Een van de vrouwen had zich eind oktober gemeld bij de Nederlandse ambassade in Ankara. De ander was in januari 2018 aangehouden in Turkije.

Sinds 11 november heeft Turkije al 110 buitenlandse Syriëgangers naar hun land van herkomst teruggestuurd, meldt Anadolu.

Bekijk ook;

’Turkije stuurt twee Nederlandse terroristen terug’

Telegraaf 28.12.2019 Twee Nederlandse vermeende terroristen zijn door de Turkse regering op het vliegtuig naar Nederland gezet. Dat meldt het Turkse persbureau Anadolu zaterdag op basis van informatie van het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken. Het is niet bekend of het om IS-strijders gaat.

Het Openbaar Ministerie in Nederland kan het bericht nog niet bevestigen.

Sinds half november heeft Turkije al meer dan honderd buitenlandse terroristen teruggestuurd naar hun eigen land. Het gaat om strijders die Turkije eerder heeft opgepakt in Noord-Syrië tijdens de militaire operatie daar.

Premier Mark Rutte zei vorige maand opheldering te vragen aan Turkije. Het was toen niet duidelijk om hoeveel Nederlandse uitreizigers het daar gaat.

Bekijk ook: 

Dit betekent terugsturen IS’ers voor Nederland 

Xaviera S. en Fatima H.

In november stuurde Turkije ook al twee IS-vrouwen terug naar Nederland. Xaviera en Fatima werden bij aankomst meteen gevangen gezet. Van H., die hoogzwanger is, is haar paspoort afgepakt. Volgens Belgische media is ze getrouwd geweest met de beruchte Vlaamse jihadist Ali El Morabit. Hij zou ook de vader zijn van haar twee kinderen.

Bekijk ook: 

Inval bij familie van hoogzwangere IS-bruid 

S. werd in Turkije berecht voor lidmaatschap van IS maar na een korte straf vrijgelaten. Vanuit het kalifaat was ze actief op sociale media. Ze bedreigde columnist Ebru Umar met de dood, stuurde foto’s van kalasjnikovs en bejubelde terroristische aanslagen en onthoofdingen. Xaviera trouwde met Dadi M., een Algerijn uit Eindhoven. Dadi bestelde zijn vrouw bij een huwelijksbureau in het kalifaat. Nederland heeft hem tot ongewenst vreemdeling verklaard en Xaviera mag waarschijnlijk Algerije niet in, dus de kans dat het paar elkaar nog in de armen sluit, lijkt klein.

Bekijk ook: 

Teruggekeerde IS-bruiden zijn Xaviera en Fatima 

‘Turkije stuurt Nederlandse terroristen terug’

AD 28.12.2019 Twee Nederlandse vermeende terroristen zijn door de Turkse regering op het vliegtuig naar Nederland gezet. Dat meldt het Turkse persbureau Anadolu zaterdag op basis van informatie van het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken. Het is niet duidelijk of het om IS-strijders gaat.

Het Openbaar Ministerie in Nederland en het ministerie van Buitenlandse Zaken kunnen het bericht nog niet bevestigen.

Sinds half november heeft Turkije al meer dan honderd buitenlandse terroristen teruggestuurd naar hun eigen land. Het gaat om strijders die Turkije eerder heeft opgepakt in Noord-Syrië tijdens de militaire operatie daar.

Joost Lagendijk terug in Turkije: ‘Ik herkende de agent van 2,5 jaar eerder’

NU 27.12.2019 2019 was het jaar waarin Joost Lagendijk, oud-Europarlementariër en voormalig voorzitter van de Turkije delegatie van het Europees Parlement, na een kleine drie jaar ballingschap weer terug mocht naar zijn woonplaats Istanboel. Dit is zijn verhaal.

Als Lagendijk in september 2016 op het vliegveld in Istanboel apart wordt genomen, denkt hij er niet veel van. Mogelijk gaat het net zoals eerder bij zijn vertrek naar Nederland om “een uurtje intimidatie”. Dat blijkt niet het geval. Lagendijk moet de volgende ochtend op het eerste vliegtuig zitten, terug naar Amsterdam.

De Nederlander, die na zijn huwelijk in 2006 met de Turkse journaliste Nevin Sungur liefkozend de nationale schoonzoon wordt genoemd, is na tien jaar niet meer welkom in ‘zijn’ Turkije.

De officiële reden voor zijn verbanning krijgt de 62-jarige Lagendijk nooit de horen. Wel heeft hij zo zijn vermoedens. Lagendijk werkte voor de krant Zaman en de Suleyman Shah Universiteit in Istanbul, die volgens Ankara aan de Gülen-beweging gelieerd zijn. Deze groep wordt door de Turkse regering verantwoordelijk gehouden de mislukte staatsgreep in juli 2016. Zowel de krant als de universiteit gaat datzelfde jaar nog op slot.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken, Frans Timmermans, het Europees Parlement; allemaal zijn ze de afgelopen jaren in de weer geweest om Lagendijk weer terug te krijgen naar Turkije. Makkelijk is dat niet, zeker niet wanneer Nederland en Turkije in maart 2017 in een diplomatie rel verwikkeld raken.

Wie is Joost Lagendijk?

  • Joost Lagendijk was van 1998 tot 2009 lid van het Europees Parlement
  • Vanaf 2009 woonde en werkte hij in Turkije als columnist en universitair docent
  • Op dit moment is hij politiek analist en correspondent voor BNR Nieuwsradio in Turkije

‘Er zijn een hoop mensen in Turkije die het slechter hebben’

De oud-GroenLinks-politicus is afgesneden van zijn leven in Istanboel, van zijn Turkse vrouw en hun woning. “Ik zei als grap vaak dat ik een banneling in eigen land was. Ik heb gelukkig mijn vrouw uiteindelijk nog regelmatig kunnen zien en dankzij vrienden heb ik steeds een vaste plek in Nederland gehad. Maar er was een moment, tussen een verhuizing in, waarop ik erg ontheemd was. Ik was iemand met een paar koffers, wat boeken en verder niets.”

Lagendijk kan zich in Nederland misschien nog wel meer dan vanuit Turkije richten op zijn werk voor de Nederlandse media. Met de ruzie tussen beide landen en het referendum over het presidentiële systeem in Turkije is er genoeg om over te praten.

Ook wordt het, naarmate het politieke klimaat in Turkije verder verhardt, makkelijker om zijn eigen situatie te relativeren.

“Het is heel vervelend wat mij is overkomen, maar als je dan hoort hoe vrienden en bekenden in Turkije in de gevangenis zitten, hoe ze hun baan kwijt zijn geraakt of hoe ze met hun hele hebben en houwen het land hebben moeten verlaten, dan weet je dat er een hoop mensen zijn die het nog slechter hebben”, zegt Lagendijk.

Het politieke klimaat is in Turkije de afgelopen drie jaar verhard. (Foto: Reuters)

Niet altijd voldoende belangstelling voor het andere geluid

De situatie in Turkije onder Erdogan betekent dat de berichtgeving in Nederland, zeker sinds de mislukte staatsgreep in 2016, buitengewoon negatief is, merkt ook Lagendijk. Dat maakt zijn optredens in de media als Turkijekenner er niet makkelijker op.

“Ik heb altijd geprobeerd niet in het Turkije-bashen mee te gaan. Ik ben kritisch geweest waar nodig, maar ik heb tevens geprobeerd uit te leggen waarom de dingen gebeuren en om aandacht vragen voor het feit dat er in Turkije ook een hoop mensen zijn die het niet met Erdogan eens zijn. Dat is lastig, omdat er soms geen belangstelling voor is, maar ook omdat is er niet altijd voldoende kennis over het land is.”

Hij kan de ontwikkelingen in Turkije vanuit Nederland prima volgen, maar mist op den duur wel de korte gesprekken in de winkels, op de markt, tijdens wandelingen en van de straat. “Die flarden die je oppikt en die ervaringen die je opdoet zijn zo belangrijk. Ik kon op het einde de zaken nog becommentariëren, maar het gevoel erbij ontbrak. Dat was enorm jammer”, herinnert Lagendijk zich.

Lagendijk merkt dat er in Nederland niet altijd voldoende kennis over Turkije is. (Foto: Guus Schoonewille)

Erdogan wil Lagendijk niet meer zien

Na het herstel van de betrekkingen en het uitwisselen van ambassadeurs lijkt er schot in zijn zaak te komen. Saban Disli, de nieuwe Turkse ambassadeur in Nederland, is een oude bekende van Lagendijk uit zijn tijd als voorzitter van van de Turkije delegatie in het Europees parlement. Disli drukt hem op het hart de kwestie te zullen oplossen.

In het najaar van 2018 wordt het op het hoogste politieke niveau aangekaart, maar tegen ieders verwachting geeft president Erdogan premier Rutte te kennen dat Lagendijk er niet meer in komt. “Toen hebben mijn vrouw en ik besloten het hoofdstuk van een terugkeer maar te sluiten. We waren toen al twee jaar bezig en op een gegeven moment moet je iets anders gaan doen.”

Lagendijk en zijn vrouw huren een huis op het Griekse eiland Kos in de verwachting dat de situatie nog wel een aantal jaar zal voortduren. Zo kan hij dicht bij Turkije wonen en kan zijn vrouw relatief eenvoudig tussen Kos en het nabij gelegen Bodrum heen en weer pendelen.

President Erdogan wilde hem niet meer in Turkije terugzien, zo weet Lagendijk. (Foto: Getty Images)

Opnieuw aangehouden

Op 23 april van dit jaar, nota bene de verjaardag van zijn vrouw en het Feest van de Nationale Onafhankelijkheid en Dag van het Kind in Turkije, krijgt Lagendijk plots een belletje van Disli dat de zaak opgelost is. In mei keert hij voor het eerst in bijna drie jaar weer terug naar Turkije, een terugkeer die als een even grote verrassing als zijn gedwongen vertrek komt.

Iedereen is ingelicht, Disli heeft zijn vluchtgegevens en bij aankomst staat consul Bart van Bolhuis op hem te wachten. Toch wordt hij bij aankomst opnieuw aangehouden door de politie.

“Ik herkende de agent nog van 2,5 jaar eerder. Ik dacht bij mezelf: ‘het zal toch niet?’ Gelukkig mocht ik na controle door naar de douane. Het was een spannend maar uiteindelijk ook emotioneel moment om weer terug te keren.” De reden dat hij het land weer in mag krijgt hij net zo min te horen als de reden dat hij destijds moest vertrekken.

‘Normale leven van de mensen gaat door’

Er is in zijn afwezigheid een hoop gebeurd in Turkije. Het land is omgeschakeld naar een nieuwe regeringsvorm met nog meer macht voor Erdogan, maakte een economische crisis door en was in de eerste helft van 2019 in de ban van de lokale verkiezingen, waarbij de oppositie voor het eerst in 25 jaar de macht in de hoofdstad Ankara en het economische machtscentrum Istanboel veroverde.

“Wat ik bovenal gemerkt heb, en dat klinkt als een open deur, is dat het voor de meeste mensen hun normale leven gewoon doorgaat. De gesprekken gaan vooral over de alledaagse dingen, zoals de prijzen van producten in de winkels of op de markt.”

Lagendijk ziet tevens dat veel Turken het moeilijk hebben te midden van de economische neergang, niet in de laatste plaats in zijn eigen vriendenkring van journalisten en mediaprofessionals. Velen van hen zijn hun baan kwijtgeraakt.

“Wel is het zo dat de verkiezing van Ekrem Imamoglu als burgemeester van Istanboel heeft een boost gegeven heeft aan iedereen die op licht aan het einde van de tunnel zat te wachten.”

De verkiezing van Imamoglu in Istanboel heeft mensen hoop gegeven, ziet Lagendijk. (Foto: EPA)

‘Te besmet voor werk in Turkije’

Lagendijk weet dat hij in Turkije niet meer aan de bak komt. Daarvoor is hij naar eigen zeggen “te besmet” vanwege zijn werk voor Zaman en de Suleyman Shah Universiteit. “Er is geen instelling die me nog iets gaat aanbieden”, zegt hij.

Hij legt zich daarom allereerst toe op het leven als bijna gepensioneerde, maar ook op activiteiten voor de Nederlandse media, zoals BNR en De Groene. “Zonder concessies te doen maar wel in de verwachting dat dit media zijn die in Turkije redelijk onder de radar blijven, wat anno nu wel zo prettig is.”

Lagendijk voelt zich inmiddels, een half jaar na terugkeer “ondanks alle problemen”, toch weer thuis in Turkije. “Volgens mij loop ik op dit moment geen risico meer, maar het blijft Turkije: je weet het nooit helemaal zeker.”

Istanboel en Turkije voelen voor Lagendijk als thuis. (Foto: NU.nl)

Lees meer over: Turkije

Meer dan 235.000 Syriërs ontheemd door nieuwe gevechten in Idlib

NU 27.12.2019 Meer dan 235.000 inwoners van de Syrische provincie Idlib zijn tussen 12 en 25 december ontheemd geraakt door het oplaaiende geweld in de regio, melden de Verenigde Naties vrijdag. De organisatie zegt dat veel vluchtelingen dringend behoefte hebben aan humanitaire hulp. De vraag naar hulp wordt versterkt door de winter.

De noordwestelijke provincie Idlib is het laatste belangrijke Syrische gebied dat nog in handen van rebellen is. Troepen van de Syrische president Bashar Al Assad zijn op 16 december gestart met nieuwe aanvallen op deze rebellen.

Als gevolg van het geweld in het zuiden van Idlib is een grote vluchtelingenstroom op gang gekomen. Eerder deze week werd al duidelijk dat tienduizenden inwoners waren gevlucht. Nu blijkt dat in de afgelopen twee weken meer dan 235.000 personen ontheemd zijn geraakt.

De stad Ma’arrat al-Nu’man en het aangrenzende platteland zijn zo goed als verlaten, blijkt uit informatie van de VN. Steeds meer inwoners van Saraqab, een stad die bijna 40 kilometer noordelijker ligt, en mensen uit omgeving slaan op de vlucht. Zij zijn bang dat het geweld zich naar uitbreidt naar hun woonplaats.

De meeste mensen vluchten naar de steden Idlib en Ariha. Daar worden ze opgevangen in onder meer moskeeën, evenementenhallen, garages en scholen. Er zijn ook veel Syriërs onderweg naar vluchtelingenkampen in het noordwesten van de provincie.

Syriërs uit Ma’arrat al-Nu’man met hun bezettingen in het noorden van Idlib. (Foto: Reuters)

Ontheemden al eerder op de vlucht geweest

Volgens de VN moeten de groepen direct humanitaire hulp ontvangen in de vorm van voedsel en onderdak. Ook is er dringend behoefte aan psychosociale ondersteuning. De organisatie maakt zich vanwege de wintermaanden extra zorgen over kwetsbare groepen als vrouwen, kinderen, ouderen en personen met beperkingen.

De meeste ontheemden zijn volgen de VN al eerder een keer ontheemd geraakt. Tienduizenden families in het zuidoosten van Idlib die naar het noorden willen reizen, zouden te bang voor de reis zijn. Zo vrezen ze dat ze onderweg worden getroffen door luchtaanvallen.

De situatie in het noordwesten van Syrië is al lange tijd instabiel. Tussen eind april en eind augustus zijn in dit deel van het land naar schatting 400.000 ontheemd geraakt, aldus de VN. De burgeroorlog in Syrië woedt inmiddels al zo’n 8,5 jaar.

Lees meer over: Syrië Buitenland

De vluchtelingenstroom richting Turkse grens, bij Hazano AFP

235.000 mensen op de vlucht door jongste gevechten in Idlib

NOS 27.12.2019 Door de jongste gevechten in de Syrische provincie Idlib zijn nog eens 235.000 mensen op de vlucht geslagen. Ze hebben dringend voedsel, onderdak en medische hulp nodig, vooral nu het winter wordt, zegt het VN-bureau voor humanitaire hulp OCHA.

Het Syrische leger en zijn bondgenoten hebben de bombardementen vanaf 16 december opgevoerd. Aan het front ten zuiden van Idlib-stad zijn de gevechten op 19 december hervat. Het Syrische leger probeert met Russische en Iraanse hulp de opstandige milities te verdrijven.

Inwoners van Maarat al-Numan op de vlucht op 24 december Reuters

De burgerbevolking is in het gebied ten zuiden van Idlib-stad nu bijna overal vertrokken. Ook ten oosten van de stad slaan mensen op de vlucht, omdat ze bang zijn dat de strijd naar hun woongebied overslaat. De vluchtelingen trekken naar het noorden en vinden onderdak in moskeeën, bedrijfspanden, scholen en vluchtelingenkampen.

‘We werden in de nacht geraakt door raketten’

Het noordwestelijk gelegen Idlib is het laatste gebied Syrië dat in handen is van rebellen. Het Syrische leger probeert de provincie sinds april met hulp van Rusland te heroveren.

In de eerste maanden sloegen naar schatting al 400.000 mensen op de vlucht. Een deel van de vluchtelingen zoekt een veilig heenkomen in Turkije. Het Turkse staatspersbureau meldde zondag dat in een paar dagen tijd 25.000 vluchtelingen de grens waren overgestoken.

President Trump riep Syrië, Iran en Rusland gisteren op te voorkomen dat de strijd om Idlib een bloedbad wordt.

Bekijk ook;

Hoogste Turkse rechter: blokkade Wikipedia in strijd met vrije meningsuiting

NOS 26.12.2019 De blokkade van de online encyclopedie Wikipedia in Turkije is in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Dat heeft de hoogste Turkse rechtsinstantie bepaald.

Volgens staatspersbureau Anadolu oordeelden de rechters van het Constitutioneel Hof met tien tegen zes in het voordeel van Wikipedia. Het is niet duidelijk of de regering de site nu weer toegankelijk maakt.

De blokkade van Wikipedia begon in april 2017, nadat de encyclopedie had geweigerd om teksten te verwijderen waarin Turkije wordt gelinkt aan terreurorganisaties, waaronder Islamitische Staat. Volgens Turkije was er sprake van een lastercampagne.

De Turkse media-waakhond blokkeerde de website met een beroep op een wet waarmee websites kunnen worden verboden die obsceen zijn of een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. Wikipedia weigerde de teksten weg te halen, omdat er dan sprake zou zijn van censuur.

Wat moet je zonder Wiki?

Blokkades van websites zijn niet uniek in Turkije. Onder president Erdogan gingen sinds 2015 tientallen nieuwssites op zwart. Ook hadden de Turken de afgelopen jaren geregeld geen toegang tot socialemediaplatforms zoals YouTube, Facebook en Twitter.

Bekijk ook;

Turkse rechter: Blokkade Wikipedia is schending meningsvrijheid

AD 26.12.2019 De blokkade van de online-encyclopedie Wikipedia in Turkije is een schending van de vrijheid van meningsuiting. Dat heeft het Turkse constitutionele hof vandaag bepaald. De uitspraak maakt de weg vrij voor het opheffen van de blokkade.

De blokkade werd in april 2017 ingesteld. Volgens de Turkse autoriteiten waren er bijdragen op de site waarin Turkije werd beschuldigd van banden met terroristische organisaties en weigerden de beheerders die aan te passen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De Wikimedia Foundation ging eerder tevergeefs bij de rechtbank in beroep tegen de blokkade.

Trump waarschuwt Rusland, Syrië en Iran om situatie Idlib

NOS 26.12.2019 De Amerikaanse president Trump heeft Iran, Rusland en Syrië gewaarschuwd om te stoppen met hun militair ingrijpen in de Syrische provincie Idlib. “Rusland, Syrië en Iran zijn duizenden onschuldige mensen in Idlib aan het vermoorden, of stevenen daarop af”, schrijft hij op Twitter. “Doe het niet!” Volgens hem stelt Turkije alles in het werk om dit “bloedbad” te voorkomen.

In juni adresseerde Trump de drie landen ook al, hij sprak toen van een “slachtpartij”. Enkele maanden later trok hij de Amerikaanse troepen terug uit Noord-Syrië.

  Donald J. Trump @realDonaldTrump

Russia, Syria, and Iran are killing, or on their way to killing, thousands of innocent civilians in Idlib Province. Don’t do it! Turkey is working hard to stop this carnage.

Russische hulp

Idlib is als laatste rebellenbolwerk in Syrië niet in handen van president Assad. In de provincie is het al langere tijd onrustig, maar recent laaide het geweld weer hevig op. Met zijn tweet verwijst Trump naar een reeks bombardementen van afgelopen weken. Toen hervatte Assad met hulp van Rusland zijn poging om het bolwerk te veroveren op de rebellen.

‘We werden in de nacht geraakt door raketten’

In Idlib woonden zo’n 3 miljoen mensen. Veel van hen zijn door het aanhoudende geweld gevlucht. Zij proberen de grens naar Turkije over te steken. De afgelopen weken zouden zeker 200.000 burgers zijn vertrokken.

De Verenigde Naties waarschuwde eerder voor een humanitaire ramp langs de grens met buurland Turkije. In Turkije zitten nu zo’n 3,7 miljoen Syrische vluchtelingen. De Turkse president Erdogan waarschuwde vorige week dat het land niet meer vluchtelingen kan opvangen.

Trump roept op tot einde geweld Noordwest-Syrië

Telegraaf 26.12.2019 De Amerikaanse president Donald Trump heeft donderdag Rusland, Syrië en Iran opgeroepen te stoppen met het geweld in de Syrische provincie Idlib. Daar zijn tienduizenden mensen hun huis ontvlucht vanwege de intensieve bombardementen door het Syrische regime en zijn bondgenoten.

„Rusland, Syrië en Iran vermoorden zo duizenden burgers”, twitterde Trump donderdag. „Doe het niet!” Idlib is het laatste grote oppositiebolwerk dat niet in handen is van de Syrische president Bashar al-Assad. Sinds het begin van de hevige bombardementen op 16 december zijn zeker tachtig burgers omgekomen in de noordwestelijke provincie. Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn ook meer dan 40.000 mensen ontheemd geraakt.

Turkije riep dinsdag al op de aanvallen „onmiddellijk te beëindigen.” Trump prees die inspanningen van de regering in Ankara. „Turkije werkt hard om dit bloedbad te stoppen.”

Trump trok in oktober de Amerikaanse troepen terug uit het gebied. Sindsdien is het geweld opgelaaid.

BEKIJK MEER VAN; burgeroorlog Donald Trump Idlib Syrië Rusland

Trump roept op tot einde geweld Noordwest-Syrië

MSN 26.12.2019 De Amerikaanse president Donald Trump heeft donderdag Rusland, Syrië en Iran opgeroepen te stoppen met het geweld in de Syrische provincie Idlib. Daar zijn tienduizenden mensen hun huis ontvlucht vanwege de intensieve bombardementen door het Syrische regime en zijn bondgenoten.

“Rusland, Syrië en Iran vermoorden zo duizenden burgers”, twitterde Trump donderdag. “Doe het niet!” Idlib is het laatste grote oppositiebolwerk dat niet in handen is van de Syrische president Bashar al-Assad.

Sinds het begin van de hevige bombardementen op 16 december zijn zeker tachtig burgers omgekomen in de noordwestelijke provincie. Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn ook meer dan 40.000 mensen ontheemd geraakt.

Turkije riep dinsdag al op de aanvallen “onmiddellijk te beëindigen”. Trump prees die inspanningen van de regering in Ankara. “Turkije werkt hard om dit bloedbad te stoppen”.

Trump trok in oktober de Amerikaanse troepen terug uit het gebied. Sindsdien is het geweld opgelaaid.

Turkije boos vanwege verblijfsvergunningen voor mogelijke Gülen-aanhangers

NOS 19.12.2019 Turkije vindt het “onacceptabel” dat Nederland verblijfsvergunningen heeft gegeven aan Turkse asielzoekers, omdat hun dossiers mogelijk in handen zijn gevallen van de Turkse autoriteiten.

De asielaanvragen kwamen waarschijnlijk van aanhangers van Fethullah Gülen, die door Turkije verantwoordelijk wordt gehouden voor de mislukte coup in 2016.

Arrestatie vertrouwenspersoon

Recent werd een Turkse vertrouwenspersoon die voor Nederland werkte aan de asielzaken gearresteerd in Turkije . De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) besloot vervolgens in het “zeer beperkte aantal” zaken de asielverzoeken in te willigen, “om de veiligheid van de aanvragers te waarborgen”.

Hoewel Turkije in een persbericht op de site van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken in het midden laat of het de dossiers in handen heeft, zijn de aanvragers volgens het land wel Gülen-aanhangers.

VN-verdrag

Daarmee gaat Nederland in tegen een VN-verdrag uit 1951 over de status van vluchtelingen, aldus Turkije. “Want daarin staat dat individuen die worden verdacht van terreurmisdrijven geen vluchtelingstatus kunnen krijgen.”

Turkije beschouwt de Gülen-beweging als een terreurorganisatie. Verder benadrukt Ankara niet te stoppen met het vervolgen van Gülen-leden die volgens het land betrokken waren bij de mislukte staatsgreep.

Bekijk ook;

Weer honderden arrestaties in Turkije om betrokkenheid bij coup

AD 17.12.2019 De Turkse politie heeft vandaag 243 mensen opgepakt die betrokken zouden zijn geweest bij de mislukte couppoging in 2016. Dat meldt het Turkse staatspersbureau Anadolu. De arrestanten zouden aan de kant staan van de islamitische geestelijke Fethullah Gülen, die door de Turkse president Recep Tayyip Erdogan verantwoordelijk wordt gehouden voor de mislukte staatsgreep.

De arrestanten zouden onder meer gebruik hebben gemaakt van ByLock, een berichtendienst die volgens de Turkse regering werd gebruikt tijdens de mislukte staatsgreep. Berichten die via de applicatie worden verstuurd zijn gecodeerd.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Sinds de couppoging in 2016 zijn tienduizenden mensen vastgezet. De 78-jarige Gülen zelf woont al jaren in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Turkije heeft de VS om zijn uitlevering gevraagd.

Anadolu bericht geregeld over huiszoekingen en arrestaties. Afgelopen vrijdag werden nog minstens 150 mensen gearresteerd wegens betrokkenheid bij de staatsgreep.

Turkije: 371.000 Syrische vluchtelingen weer thuis na inval in Syrië

NU 17.12.2019 Zo’n 371.000 Syrische vluchtelingen zijn vanuit Turkije teruggekeerd naar hun thuisland, meldt de Turkse president Recep Tayyip Erdogan dinsdag. De groep keerde huiswaarts na de Turkse inval in het grensgebied met Syrië.

Turkije huisvest nog altijd meer dan drie miljoen vluchtelingen uit het buurland. Erdogan is dinsdag in Zwitserland bij de start van het allereerste Global Refugee Forum.

Erdogan begon in oktober een offensief in het noordoosten van Syrië, met het doel een “bufferzone tegen terrorisme” te creëren zodat een miljoen in Turkije gevestigde vluchtelingen kunnen terugkeren naar Syrië. Het offensief stopte ruim een week later. Op dat moment waren al zo’n vijfhonderd doden gevallen.

De strijd werd gestaakt na een overleg met de Verenigde Staten. Met de Amerikanen was onder meer afgesproken dat Erdogan zijn beoogde “veilige zone” mag creëren en dat de Koerdische militie YPG, die Turkije als een verlengstuk van de PKK beschouwt, het grensgebied verlaat.

Erdogan: Meer vluchtelingen keren snel huiswaarts

Nu de eerste Syriërs zijn teruggekeerd, kunnen volgens Erdogan huizen en scholen worden gebouwd in de zone. Hij zegt dat binnen een “zeer korte tijd” honderdduizenden andere Syrische vluchtelingen zullen volgen. De terugkeer van de groep naar Syrië is op vrijwillige basis, aldus Erdogan.

Hij meldt ook dat de teruggekeerde Syriërs vrijwillig naar huis zijn gegaan. Of dit in alle gevallen klopt, wordt in twijfel getrokken. Mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch en Amnesty International meldden eerder dit jaar dat tientallen vluchtelingen gedwongen terugkeerden naar Syrië.

Koerdische demonstranten in Genève. (Foto: Reuters)

Turkije bekritiseert beleid Europese Unie

Volgens Erdogan heeft Turkije in de afgelopen negen jaren 40 miljard dollar (35,8 miljard euro) uitgegeven aan de opvang van vluchtelingen Dat is flink meer dan wat de Europese Unie heeft uitgegeven: 6 miljard dollar (5,4 miljard euro). Turkije vindt dat Europese landen meer moeten doen om de lasten te verdelen.

Koerdische demonstranten hebben zich dinsdag verzameld voor het gebouw van de Verenigde Naties in Genève, waar de driedaagse bijeenkomst wordt gehouden. Zij voeren daar actie tegen Erdogan en zijn beleid jegens Koerden.

Lees meer over: Turkije  Syrië  Buitenland  Turkse inval Syrië

Vertrouwelijke informatie Turkse asielzoekers mogelijk in handen Turkije

NOS 15.11.2019 Vertrouwelijke, persoonlijke informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over een aantal Turkse asielzoekers is mogelijk in handen gevallen van de Turkse autoriteiten, meldt de IND. De dienst heeft de asielzoekers daarom een verblijfsvergunning gegeven.

Turkije heeft de asieldossiers mogelijk in beslag genomen na de arrestatie van een Turkse vertrouwenspersoon die werkt voor Nederland en andere EU-landen, schrijft de dienst op zijn website. Hoeveel gedupeerden er zijn, zegt de IND niet, behalve dat het om een “zeer beperkt aantal zaken” gaat.

De asielaanvragen komen mogelijk van aanhangers van Fethullah Gülen, die door Turkije verantwoordelijk wordt gehouden voor de mislukte coup in 2016. Omdat zij daar worden vervolgd, maken zij in de EU kans op asiel.

RTL Nieuws sprak met een Gülenaanhanger die van de IND een brief heeft gehad dat zijn gegevens bij de Turkse overheid zijn beland. De vertrouwenspersoon is volgens de nieuwszender een advocaat die voor de Nederlandse ambassade verhalen van Turkse vluchtelingen checkte.

IND-dossier Turken mogelijk in handen Turkije

Telegraaf 15.12.2019 Gevoelige informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over een aantal Turkse asielzoekers is mogelijk in handen gevallen van de Turkse autoriteiten. De IND heeft de asielzoekers daarom een verblijfsvergunning toegekend.

Turkije zou de dossiers kunnen hebben bemachtigd door de arrestatie van „een Turkse vertrouwenspersoon” die voor Nederland en andere EU-landen werkte, meldt de IND.

Volgens RTL Nieuws gaat het om advocaat Yilmaz S. Hij zou de vreemdelingendienst hebben geholpen om na te gaan of een asielzoeker in Turkije gevaar loopt, bijvoorbeeld als tegenstander van president Recep Tayyip Erdogan, en in aanmerking komt voor asiel.

Duitse en Turkse media melden dat S. al in september is opgepakt in Turkije. Hij zou ervan worden verdacht dat hij PKK’ers en aanhangers van de Gülenbeweging aan asiel hielp in onder meer Duitsland en Nederland.

Zorgen om gezin

Gedupeerden zeggen ongerust te zijn. „Na de coup is een heksenjacht geopend op Gülenaanhangers in Turkije. Mijn naam is waarschijnlijk door mijn zakelijk partner bij de regering terechtgekomen. De situatie verslechterde snel, en toen ben ik zonder mijn gezin gevlucht. Ik leef nu al meer dan drie jaar zonder hen”, verklaart een van hen tegen RTL Nieuws.

„Ik maak me grote zorgen om de veiligheid van mijn gezin en mijn familie die is achtergebleven. En ik vrees voor mijn veiligheid hier. Want Erdogan heeft fanatieke aanhang, ook in Nederland.”

Nieuw hoofdpijndossier Broekers-Knol?

D66 wil dat staatssecretaris Ankie Broekers-Knol naar de Tweede Kamer komt met tekst en uitleg. Moet de IND informatie die zij in zulke gevallen deelt voortaan niet beveiligen of anonimiseren, vraagt de regeringspartij zich af.

Kamerlid Jan Paternotte wil ook weten hoeveel mensen precies zijn gedupeerd. De IND benadrukt dat het om „een zeer beperkt aantal zaken” gaat.

Bekijk meer van; vluchtelingen illegalen migratie Turkije Immigratie- en Naturalisatiedienst

Gevoelige IND-dossiers Turken mogelijk in handen Turkije

AD 15.12.2019 Gevoelige informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over een aantal Turkse asielzoekers is mogelijk in handen gevallen van de Turkse autoriteiten. De IND heeft de asielzoekers daarom een verblijfsvergunning toegekend.

Turkije zou de dossiers kunnen hebben bemachtigd door de arrestatie van ‘een Turkse vertrouwenspersoon’ die voor Nederland en andere EU-landen werkte, meldt de IND. Volgens RTL Nieuws gaat het om advocaat Yilmaz S. Hij zou de vreemdelingendienst hebben geholpen om na te gaan of een asielzoeker in Turkije gevaar loopt, bijvoorbeeld als tegenstander van president Recep Tayyip Erdogan, en in aanmerking komt voor asiel.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Duitse en Turkse media melden dat S. al in september is opgepakt. Hij zou ervan worden verdacht dat hij PKK’ers en aanhangers van de Gülenbeweging aan asiel hielp in onder meer Duitsland en Nederland.

D66 wil dat staatssecretaris Ankie Broekers-Knol naar de Tweede Kamer komt om tekst en uitleg te geven. De regeringspartij vraagt zich af of de IND informatie die zij in zulke gevallen deelt voortaan niet moet beveiligen of anonimiseren. D66-Kamerlid Jan Paternotte wil ook weten hoeveel mensen precies zijn gedupeerd. De IND benadrukt dat het om ‘een zeer beperkt aantal zaken’ gaat.

Angst na arrestatie Turkse advocaat: ‘Grote zorgen om mijn gezin en familie’

MSN 14.12.2019 Onder Turkse vluchtelingen in Nederland heerst grote angst dat hun gegevens bij de Turkse regering in Ankara zijn terechtgekomen. De immigratiedienst IND verzekerde hen dat hun gegevens veilig zouden zijn. Nu een Turkse advocaat is opgepakt die door Nederland werd ingehuurd, liggen tientallen gevoelige dossiers op het bureau van de Turkse overheid.

Eén van de vluchtelingen die zeker weet dat zijn dossier bij de Turkse overheid ligt, is Metin (niet zijn echte naam). Hij vluchtte in 2016 na de mislukte coup het land uit. Want als aanhanger van Fethullah Gülen, die verantwoordelijk werd gehouden voor de coup, was hij zijn leven daarna niet meer zeker: de Turkse regering begon een klopjacht op Gülens aanhangers.

Gezin achtergebleven

Metin: “Na de coup is een heksenjacht geopend op Gülenaanhangers in Turkije. Mijn naam is waarschijnlijk door mijn zakelijk partner bij de regering terechtgekomen. De situatie verslechterde snel, en toen ben ik zonder mijn gezin gevlucht. Ik leef nu al meer dan drie jaar zonder hen.”

Nadat hij was vertrokken, heeft de regering in het bijzijn van zijn gezin een huiszoeking gedaan. Alles werd overhoop gehaald. “Dat was heel intimiderend.” Metin zat ondertussen al in Nederland. Hij is niet de enige. Sinds de mislukte couppoging stijgt het aantal Turkse aanvragen voor asiel enorm.

Fanatieke aanhang

Metin: “Ik maak me grote zorgen om de veiligheid van mijn gezin en mijn familie die is achtergebleven. En ik vrees voor mijn veiligheid hier. Want Erdogan heeft fanatieke aanhang, ook in Nederland. Ik maak me zorgen dat één van hen mij iets zal aandoen.”

Metin ziet met lede ogen aan hoe aanhangers van Gülen worden behandeld in Turkije. “Ze worden in gevangenissen gestopt en gemarteld. Mensen worden zonder beschuldiging vastgehouden. Sommigen zitten al drie jaar zonder aanklacht vast. Totaal onschuldig.”

Waarom worden Gülenaanhangers vervolgd in Turkije?

Fethullah Gülen is een invloedrijke Turkse geestelijke met aanhangers over de hele wereld. Hij predikt via eigen scholen, bedrijven en media een eigen uitleg van de islam. Critici zeggen dat zijn beweging af wil van het secularisme of dat die van Turkije een islamitische staat wil maken.

Sinds 1999 verblijft Gülen in ballingschap in de Verenigde Staten. De Turkse overheid van president Erdogan verdenkt hem ervan het brein te zijn achter de mislukte coup in 2016. Ze zien de Gülenbeweging daarom als een terroristische organisatie. Zelf blijft Gülen herhalen dat hij daar niet bij betrokken was.

Uit verschillende internationale rapporten over de situatie in Turkije blijkt dat veel aanhangers van de Gülenbeweging in Turkije worden opgepakt of ontslagen.

In Nederland vroeg Metin een verblijfsvergunning aan via de IND. Om zijn verhaal te checken, huurde de Nederlandse ambassade een advocaat in, Yilmaz S. Het is een normale procedure dat de ambassades in Turkije hiervoor advocaten inhuren. Maar Yilmaz S werd opgepakt, en met hem werden alle vertrouwelijke dossiers van de Turkse vluchtelingen in beslag genomen.

Gevoelige informatie uit Nederland

Midden-Oostencorrespondent Olaf Koens: “Yilmaz S. werkte voor onder meer de Duitse en de Nederlandse ambassade. En hij had toegang tot gevoelige dossiers, belastend voor de betrokkenen in Nederland en hun familieleden hier in Turkije.

Maar Yilmaz S. werd door de Turken gevolgd, en uiteindelijk opgepakt op verdenking van spionage. Problematisch, want daarmee hebben de Turkse autoriteiten toegang gekregen tot de gevoelige informatie uit Nederland. Met alle gevolgen van dien.”

Toen Metin hoorde dat in Turkije onderzoek naar hem zou worden gedaan, maakte hij al bezwaar. Maar volgens zijn advocaat zou zijn informatie veilig zijn. Nu blijkt dat zijn angst terecht was. Hij heeft een brief van de IND gekregen waarin staat dat zijn dossier in handen is van de Turkse overheid.

In de brief staat: “U moet er ernstig rekening mee houden dat uw gegevens bekend zijn geraakt bij de Turkse autoriteiten, vanwege de arrestatie van een advocaat die onder andere werkzaamheden verrichtte voor de Nederlandse ambassade in Turkije.”

Turkse asielaanvragen

In 2015 waren er 56 Turkse asielaanvragen. In 2016, het jaar van de mislukte coup, verviervoudigde het naar 235. In 2017 waren het er 481, en in 2018 vroeg een recordaantal van 1382 Turken asiel aan in Nederland. Dat is 5 procent van het totaal aantal aanvragen in Nederland. Daarmee staat Turkije in de top 5 van landen waaruit de meeste asielaanvragen komen. Dit jaar zijn tot nu toe 1159 verzoeken gedaan

Bron: IND

Uitleg van staatssecretaris

D66 wil uitleg over de kwestie van staatssecretaris Broekers-Knol (asiel). De partij wil weten hoeveel dossiers in handen zijn gekomen van de Turkse overheid en hoe de staatssecretaris ervoor gaat zorgen dat vluchtelingen als Metin veilig zijn. D66-Kamerlid Jan Paternotte: “Het zijn mensen die vluchten naar Nederland. Dan moet je heel voorzichtig omgaan met hun persoonsinformatie. En ervoor zorgen dat die zeker niet in handen komt van de regering waarvoor ze juist zijn gevlucht.”

Hij stelt voor anoniem informatie uit Turkije te gaan halen. “Je moet zorgen dat die persoonsgegevens daar niet zo makkelijk beschikbaar zijn voor de Turkse regering.”

Ondanks de angst waarin Metin nu leeft, heeft hij ook weer een beetje hoop. Hij is bezig zijn gezin, dat hij al meer dan drie jaar niet heeft gezien, naar Nederland te halen.

IS-vrouwen stappen naar hoogste rechter om terugkeer af te dwingen

NOS 06.12.2019 Nederlandse IS-vrouwen in Syrië stappen naar de Hoge Raad om terugkeer naar Nederland af te dwingen. Het is nog niet duidelijk wanneer de cassatiezaak dient. Advocaat André Seebregts hoopt op een spoedprocedure; in dat geval zou de zaak al volgende maand kunnen worden behandeld.

De rechtbank bepaalde eerder al dat de Nederlandse overheid zich moet inspannen om IS-kinderen terug te halen, mogelijk met de moeders. Maar het gerechtshof haalde later een streep door dat vonnis; het vindt dat de rechter niet op de stoel van de politiek moet gaan zitten.

Marteling

Advocaat Seebregts vraagt zich af of de politiek dit besluit in redelijkheid heeft genomen. Volgens hem lopen kinderen en hun moeders het risico om gemarteld te worden door het leger van president Assad. “Zijn troepen zitten rond de kampen en kunnen daar zo naar binnen”, zei hij in het NOS Radio 1 Journaal. “Troepen van Assad hebben eerder kinderen gemarteld en gedood.”

Een rechter kan in dit geval ingrijpen en de moeders en kinderen terughalen naar Nederland, aldus Seebregts.

Winter

Verder wijst de advocaat erop dat kinderen van IS-moeders dreigen te sterven nu het winter is. Vorige winter zijn volgens hem ook veel kinderen omgekomen door de kou.

Bekijk ook;

IS-vrouwen naar Hoge Raad om Staat te dwingen hen terug te halen

Telegraaf 06.12.2019 Nederlandse IS-vrouwen die verblijven in detentiekampen in Noord-Syrië hopen dat de Hoge Raad snel een besluit neemt over hun terugkeer naar Nederland. Hun advocaat André Seebregts stapt namens de 23 vrouwen en hun 56 kinderen naar de hoogste rechtbank, zo bevestigt de raadsman. De raad neemt normaliter ruim de tijd voor procedures, maar Seebregts denkt dat er al in januari een vonnis kan volgen.

„In uitzonderlijke gevallen kan het heel snel gaan. We spannen een kort geding aan omdat het buitengewoon dringend is.” Seebregts waarschuwt voor de komst van de troepen van de Syrische president Bashar al-Assad. „Kinderen dreigen gefolterd te worden en er is erg veel geweld van de zijde van andere vrouwen in het kamp. En de winter komt eraan; vorige winter zijn er veel kinderen gestorven.”

De rechtbank bepaalde in november dat de Staat binnen twee weken al het nodige moest doen om in ieder geval de kinderen te repatriëren. Voor de volwassenen bestaat die verplichting niet. De Staat ging in hoger beroep en kreeg gelijk. Het hof bepaalde dat de rechter niet op de stoel van de politiek mag gaan zitten.

Bekijk meer van; proces misdaad

Nederlandse IS vrouwen doen ultieme poging terugkeer met kinderen af te dwingen

AD 06.12.2019 Nederlandse IS vrouwen wenden zich tot de allerhoogste rechter om hun eigen terugkeer en die van hun kinderen naar ons land af te dwingen. In cassatie hopen hun advocaten aan te tonen dat de rechtbank het niet kan maken ze in detentiekampen in Syrië aan hun lot – en mogelijk martelingen – over te laten.

De advocaten denken dat de vrouwen kans maken door in cassatie te gaan en dringen aan op een snelle behandeling. Die vindt alleen bij uitzondering plaats, meestal duren procedures bij de Hoge Raad lang. Advocaat André Seebregts doet het woord: ,,Op zijn vroegst zou er dan in januari een uitspraak komen.”

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Kinderen staan op het punt te sterven, de winter komt er weer aan, aldus Advocaat André Seebregts.

Het is de laatste stap in het proces dat namens 23 bruiden van IS en hun 56 kinderen is aangespannen. In eerste instantie oordeelde de rechter twee weken na de zitting in het kort geding dat de kinderen moeten worden teruggehaald, desnoods door ook hun moeders mee te nemen.

Hoewel de vrouwen hun recht op hulp van de staat hebben verspeeld, moeten hun foute beslissingen de rechten van de kinderen niet in de weg staan, aldus de rechter. Nederland moet aangeboden hulp accepteren, maar hoeft geen eigen mensen in gevaar te brengen om de vrouwen hierheen te krijgen.

Hoger beroep

Een tweede rechter zette in hoger beroep vrijwel meteen een streep door die uitspraak. De rechtbank kan niet op de stoel van de politiek gaan zitten, zo oordeelde hij, precies zoals de staat had betoogd.

Maar daar valt volgens Seebregts veel op af te dingen. Hij en de andere advocaten betwisten vooral of Nederland ‘in redelijkheid tot beleid is gekomen’. ,,Kinderen staan op het punt te sterven, de winter komt er weer aan. President Assad komt dichterbij, wat betekent dat de vrouwen en kinderen gemarteld dreigen te worden. Een rechter kan ingrijpen bij een uitzicht op foltering.”

Marteling

Dat kan ook als marteling al heeft plaatsgevonden. In de zaak van de Nederlands-Pakistaanse terreurverdachte Sabir K. vroeg Amerika om uitlevering, nadat K. was teruggekeerd naar Nederland na marteling in een Pakistaans gevangenencomplex. Hardnekkige aanwijzingen dat Amerikaanse autoriteiten een rol hadden gespeeld bij de overdracht aan de Pakistaanse inlichtingendienst, wetende dat hij zou worden gefolterd, zorgde dat de rechter een streep zette door uitlevering.

,,Het is niet zo dat de politiek carte blanche heeft. Maar door deze uitspraak in het hoger beroep komt het daar wel heel dichtbij in de buurt’’, zegt Seebregts. Het ministerie van Justitie en Veiligheid wil niet reageren op de ontwikkeling, ‘omdat de zaak dan opnieuw onder de rechter is’,  laat een woordvoerder weten.

Advocaat André Seebregts, raadsman van de vrouwelijke Syriëgangers. © ANP

Assad: IS’ers in Koerdische kampen moeten door Syrië berecht worden

NU 27.11.2019 IS-strijders die momenteel vastzitten in de Koerdische gevangeniskampen in Syrië worden wat de Syrische president Bashar Al Assad betreft berecht in lokale rechtbanken die gespecialiseerd zijn in terrorismezaken. Dat zegt Al Assad woensdag tegenover het Franse weekblad Paris Match.

“Alle terroristen die zich bevinden in gebieden die onder controle staan van de Syrische staat zullen onderworpen worden aan de Syrische wet”, aldus de dictator.

Het is nog onduidelijk wat dat betekent voor het lot van de Europese IS-gangers in de Syrische kampen, onder wie 55 Nederlanders en 95 Nederlandse kinderen.

Onlangs won de Nederlandse staat het hoger beroep in de zaak die draaide om de verplichting om 19 Nederlandse vrouwen en 56 Nederlandse kinderen uit de Syrische kampen terug te halen.

Het gerechtshof in Den Haag stelde de Staat in het gelijk en vindt dat de Nederlandse staat niet gedwongen kan worden om de vrouwen en kinderen te repatriëren, omdat dat een politieke afweging is.

Kabinet wil banden met Al Assad niet aanhalen

Het huidige kabinetsbeleid houdt in dat Nederlandse uitreizigers niet actief worden opgehaald uit Syrië. Het kabinet vindt het gebied te gevaarlijk om Nederlandse diplomaten en militairen naartoe te sturen en ziet liever dat de Syriëgangers in Irak berecht worden.

Of dat ook zal gebeuren, valt te bezien. De Irakezen hebben in een eerder stadium aangegeven niets te voelen voor het verzoek. Intussen dreigen de Nederlanders die vastzitten in handen te komen van Al Assad.

Wat het CDA betreft is dat een reden om de diplomatieke banden met het regime van Al Assad te herstellen. Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) zei in een interview met NU.nl echter dat een herstel van de relaties met Al Assad uitgesloten is, ook niet als Nederlandse IS’ers in handen van Al Assad vallen.

‘Koerden moeten controle Noord-Syrië overdragen aan Al Assad

Al Assad wordt in het vraaggesprek met Paris Match gevraagd naar de deal die hij heeft gesloten met de Koerdische strijdkrachten die tot voor kort met steun van de VS het noorden van Syrië controleerden.

De Koerden golden jarenlang als bondgenoten van de westerse coalitie in de strijd tegen IS. De duizenden IS’ers die zijn gevangengenomen, zijn vervolgens vastgezet in kampen die bewaakt worden door de Koerden. Naar schatting worden er meer dan tienduizend Syrische en Iraakse IS’ers en ongeveer tweeduizend buitenlandse IS’ers, onder wie ook Europeanen, vastgehouden in de Koerdische kampen.

Nadat de Amerikaanse president Donald Trump kort geleden de Amerikaanse troepen uit Syrië terugtrok en Turkije de aanval tegen de Koerden in Syrië inzette, wendden de Koerden zich tot Rusland en Al Assad voor bescherming die zij tot voor kort van de Amerikanen kregen. Wat Al Assad betreft komt de bescherming met een prijs: uiteindelijk zullen de Koerden de controle over het gebied in het noorden van Syrië moeten overdragen aan Al Assad, lichtte hij eerder toe.

Lees meer over: Syrië  Buitenland

In Syrië en Irak verblijven ongeveer 1400 IS-kinderen van wie minstens één ouder EU-burger is, zei EU-commissaris Julian King (Veiligheid) onlangs. Ⓒ ZUMAPRESS.com

EU-parlement: haal IS-kinderen terug

Telegraaf 26.11.2019 EU-landen moeten kinderen met hun nationaliteit uit de kampen in Noordoost-Syrië terughalen. Een grote meerderheid van het Europees Parlement (495 tegen 58) riep woensdag de 28 lidstaten daartoe op.

De EU zou daarbij een coördinerende rol moeten spelen. De oproep is onderdeel van een niet-bindende resolutie ter gelegenheid van de dertigste verjaardag van het VN-Verdrag voor de Rechten van het Kind.

Saskia Bricmont van de Europese Groenen hekelde het gebrek aan actie van de EU-landen. Volgens haar zitten enkele honderden Europese ’jihadistenkinderen’, van wie de meesten jonger dan 5 jaar, onder erbarmelijke omstandigheden in kampen in het noordoosten van Syrië. In sommige gevallen worden hulporganisaties die kinderen willen repatriëren door hun overheid tegengewerkt, stelt zij.

Bekijk ook: 

Hof: Staat hoeft ’IS-kinderen’ niet terug te halen 

Bekijk ook: 

Terughalen IS-kinderen geen uitgemaakte zaak 

Risico’s

In Syrië en Irak verblijven ongeveer 1400 IS-kinderen van wie minstens één ouder EU-burger is, zei EU-commissaris Julian King (Veiligheid) onlangs. Hij verwelkomde het besluit van sommige lidstaten om kinderen terug te halen en wees erop dat de Europese Commissie behulpzaam kan zijn. De Nederlandse regering wil vanwege de risico’s geen kinderen van IS-strijders terughalen. Volgens de AIVD verblijven 90 kinderen met een Nederlandse link in Syrisch-Koerdische kampen of detentie.

Bekijk ook: 

Turkije spreekt jihad-vrouwen Loes en Souad vrij 

Bekijk ook: 

Misplaatste empathie voor jihadvrouwen 

Turkse rechtbank spreekt twee Nederlandse Syriëgangers vrij

NU 26.11.2019 Een rechtbank in Turkije heeft twee Nederlandse Syriëgangers vrijgesproken van lidmaatschap van terreurgroep IS, meldt de NOS. De rechter meent dat er te weinig bewijs is tegen Souad D. en Loes F. De twee vrouwen woonden jarenlang in het door IS zelfverklaarde kalifaat.

De advocaat van D., Yasar Özdemir, bevestigt de vrijspraak aan de NOS. Wel loopt er nog een hoger beroep.

Als de twee vrouwen ook in hoger beroep worden vrijgesproken kan dat eventuele vervolging in Nederland bemoeilijken, omdat verdachten die in het buitenland zijn vrijgesproken niet opnieuw mogen worden vervolgd voor hetzelfde vergrijp.

D. en F. zijn in Syrië getrouwd met een Nederlandse IS-strijder uit Amersfoort. Zelf zeggen ze dat hun man, Baraa Ahmad, niet meer is aangesloten bij IS.

In afwachting van hoger beroep mogen de twee vrouwen Turkije niet verlaten. De uitspraak hiervan wordt volgens hun advocaat binnen een paar maanden verwacht.

Naar verwachting worden D. en F. na het hoger beroep in Turkije teruggestuurd naar Nederland. Twee IS-vrouwen die onlangs door Turkije naar Nederland werden teruggestuurd, werden direct na aankomst op Schiphol aangehouden.

Lees meer over: Turkije  Syrië  Buitenland

Vrouw in Koerdisch kamp in Noord-Syrië waar familie van IS-strijders worden vastgehouden (archief) AFP

Twee Nederlandse Syriëgangers vrijgesproken in Turkije

NOS 26.11.2019 Een rechtbank in Turkije heeft twee Nederlandse Syriëgangers, Souad D. en Loes F., vrijgesproken van lidmaatschap van terreurgroep IS. Volgens de rechter is er onvoldoende bewijs tegen de twee vrouwen, die jarenlang in het zelfverklaarde kalifaat van IS woonden. In afwachting van hoger beroep mogen ze Turkije niet uit.

Advocaat Yasar Özdemir, die D. bijstaat, bevestigt dat de vrouwen zijn vrijgesproken in Turkije en dat er nog een hoger beroep loopt. Hij verwacht binnen een paar maanden een uitspraak.

Mochten de twee vrouwen uit Franeker en Geleen ook in hoger beroep in Turkije worden vrijgesproken van lidmaatschap van een terreurbeweging, dan bemoeilijkt dat een eventuele vervolging in Nederland. Wettelijk mogen verdachten die in het buitenland zijn vrijgesproken niet opnieuw worden vervolgd voor hetzelfde vergrijp.

Baghouz

D. en F. zijn in Syrië getrouwd met een Nederlandse IS-strijder uit Amersfoort, Baraa Ahmad. Hoewel ze zeggen dat hun man afstand had genomen van de terreurgroep, leefden ze jarenlang in het hart van het ‘kalifaat’.

De eerste jaren woonden ze in Raqqa, destijds de hoofdstad van de terreurbeweging. Later verbleven ze in de oostelijke stad Baghouz, het laatste bolwerk van IS, waar kort voor de val van het kalifaat vooral de meest geharde strijders zich ophielden. Tijdens het slotoffensief om Baghouz sloegen F. en D. op de vlucht.

Turkije zette onlangs twee IS-vrouwen op het vliegtuig naar Schiphol, waar ze direct na aankomst zijn aangehouden. De verwachting is dat Souad D. en Loes F. na het hoger beroep in Turkije eveneens worden teruggestuurd naar Nederland.

Bekijk ook;

Staat wint hoger beroep en hoeft vrouwen en kinderen niet uit Syrië te halen

NU 22.11.2019 De Nederlandse Staat hoeft zich toch niet in te spannen om 56 kinderen en hun negentien moeders vanuit Syrië naar Nederland te halen. Hiermee is het door de Staat aangespannen spoedappel door het gerechtshof in Den Haag vrijdag gegrond verklaard.

Nederland kan volgens het hof niet gedwongen worden om de vrouwen en kinderen te repatriëren, omdat het gaat om een politieke kwestie.

“Het kabinet heeft op het vlak van nationale veiligheid en buitenland een ruime mate van beleidsvrijheid”, laat een persrechter weten aan NU.nl. “Daar zitten grenzen aan, maar die zijn volgens het hof in deze zaak niet overschreden.”

Volgens het huidige kabinetsbeleid worden Nederlandse uitreizigers niet actief opgehaald uit Syrië. Het kabinet wil Nederlandse ambtenaren niet in gevaar brengen door ze naar een onveilig gebied te sturen.

De uitspraak van het hof is een teleurstelling voor de vrouwen en hun familieleden. Zij spanden het kort geding aan omdat zij onder erbarmelijke omstandigheden in detentiekampen in Syrië verblijven.

De rechtbank onderschreef dit eerder en vond dat de overheid zich moest inspannen om in ieder geval de kinderen terug te halen naar Nederland. Als de Koerden, die de leiding hebben over de kampen, de kinderen alleen samen met hun moeders zouden laten vertrekken, moest ook geprobeerd worden hen op te halen.

Met de uitspraak van het hof is die inspanningsverplichting tenietgedaan. Er is nog wel een mogelijkheid om tegen de uitspraak in cassatie te gaan.

Rutte wil uitspraak eerst bestuderen

Premier Markt Rutte liet in in eerste reactie weten de uitspraak eerst te willen bestuderen voordat hij daar inhoudelijk op ingaat. Wel noemt hij het “mooi als we gelijk krijgen”.

Minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus zegt de uitspraak van het hof als ondersteuning van het kabinetsbeleid te zien.

“We zijn altijd helder geweest. Deze vrouwen hebben zelf de keuze gemaakt om, al dan niet met hun minderjarige kinderen, uit te reizen naar IS-gebied en zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie”, aldus Grapperhaus. “Het kabinet haalt de vrouwen en hun kinderen niet actief terug uit dit gebied.”

Het kabinet ziet het liefst dat de vrouwen in de regio berecht worden. Irak heeft al laten weten daar voorlopig nog niet aan te willen voldoen.

IS-kinderen (en hun moeders) terughalen of niet?

IS-kinderen (en hun moeders) terughalen of niet?

Overheid kan ook besluiten tot afnemen Nederlanderschap

Personen met de Nederlandse nationaliteit die zich melden bij een Nederlandse ambassade worden wel naar ons land teruggestuurd.

Bij personen met een dubbele nationaliteit kan het Nederlanderschap worden afgepakt. Dat gebeurde onlangs bij een vrouw die zich meldde bij de Nederlandse ambassade in Turkije. Zij beschikt ook over de Marokkaanse nationaliteit, maar werd ondanks een verzoek van Nederland aan Turkije om haar niet naar Nederland te sturen toch op een vliegtuig naar Schiphol gezet. Daar werd ze dinsdag aangehouden.

Vrijdag werd besloten om haar voor zeker veertien dagen langer vast te zetten. Ook voor een vrouw van 25 jaar uit Apeldoorn, die zich eveneens bij de ambassade in Turkije had gemeld, blijft vastzitten.

Lees meer over: Syriëgangers Binnenland

Het spoedappel diende bij het gerechtshof in Den Haag ANP

Staat hoeft kinderen IS’ers toch niet terug te halen uit Syrië

NOS 22.11.2019 De Nederlandse staat hoeft IS-vrouwen en hun kinderen in kampen in het noordoosten van Syrië niet terug te halen. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag bepaald in een spoedappel dat was ingesteld door de ministers Blok en Grapperhaus.

In een kort geding oordeelde de rechter tien dagen geleden dat de Staat zijn best moet doen om in elk geval de kinderen terug te halen. Het zou onrechtmatig zijn om dat niet te doen. Die uitspraak is nu dus teruggedraaid.

De zaak draait om 23 IS-vrouwen en 56 kinderen die verblijven in de kampen Al-Hol en Al-Roj in noordoost-Syrië. De landsadvocaat had bepleit dat de rechter afzijdig moet blijven in de kwestie, omdat het kabinet en het parlement de politieke afwegingen in deze specifieke situatie moeten maken.

Beladen zitting

“De rechter zegt eigenlijk hetzelfde als de landsadvocaat vanochtend zei: dit is politiek, dit is beleid dat door het kabinet wordt gemaakt en een rechter hoort daar niet over te oordelen”, zegt verslaggever Mattijs van de Wiel. De rechter kan volgens het hof alleen in uitzonderlijke gevallen bepalen dat de staat onrechtmatig handelt. Van zo’n uitzondering is hier dus geen sprake.

“Het was een beladen zitting”, vertelt Van de Wiel. “Met een zaal vol familieleden van vrouwen die zijn uitgereisd. Veel van die mensen zeggen: mijn dochter of nicht is helemaal geen terrorist. Deze mensen waren muisstil toen ze het aanhoorden, want zij willen hun kleinkinderen zien en hadden al hun hoop hierop gevestigd. Ze gingen weg zonder commentaar te geven.”

Een vader reageert zeer teleurgesteld en weet niet hoe deze uitspraak zal aankomen bij zijn dochter.

‘De kans bestaat dat ze nu over de hekken gaan klimmen’

Jezidi’s in ons land reageren juist tevreden op de uitspraak. De etnische en religieuze minderheidsgroep werd vooral in Irak hard getroffen door IS. Veel mannen werden vermoord. Vrouwen en meisjes van de jezidi’s werden verkracht en tot slaaf gemaakt door leden van IS.

Jezidi’s in ons land zijn blij met deze uitspraak

Minister Grapperhaus toonde zich in een eerste reactie tevreden. “Ik zie de uitspraak van het hof als ondersteuning van het kabinetsbeleid. We zijn altijd helder geweest. Deze vrouwen hebben zelf de keuze gemaakt om al dan niet met hun minderjarige kinderen naar IS-gebied uit te reizen en zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie. Het kabinet haalt hen niet actief terug uit dit gebied.”

Bekijk ook;

Hof: Staat hoeft ’IS-kinderen’ niet terug te halen

Telegraaf 22.11.2019 De Nederlandse Staat hoeft zich niet in te spannen om de 56 kinderen van IS-vrouwen terug te halen. Ook voor de moeders zelf hoeft Nederland niet in actie te komen. Dat oordeelde de voorzieningenrechter in Den Haag vrijdag in hoger beroep. Daarmee gaat een streep door de uitspraak van vorige week. Toen beval de rechter Nederland nog om de kinderen te gaan halen.

Volgens de landsadvocaat moet de rechter zich niet bemoeien met buitenlands beleid – daar gaan het kabinet en de Tweede Kamer over, zeker waar het wespennesten betreft als Noord-Syrië. De rechter gaat in die argumentatie mee. Dat is een meevaller voor het kabinet.

De vrouwen vragen Nederland om hen te komen halen, maar dat ligt op het terrein van de betrokken ministeries, stelt de rechter. „De staat heeft hierin beleidsvrijheid. Dat betekent dat de rechter, zeker in kort geding, zeer terughoudend moet zijn.”

Vorige week oordeelde de rechter nog in kort geding dat Nederland zich wel degelijk moet inspannen om de kinderen terug te halen. De families van de IS-vrouwen staan nu weer met lege handen. Veel van hen waren boos en in tranen. Ze hadden al hun hoop gevestigd op deze uitspraak. Er zijn op korte termijn geen mogelijkheden meer bij een hogere rechter.

Bekijk ook: 

Twee IS-vrouwen terug in Nederland met kinderen 

Bekijk ook: 

’De kinderen zijn het slachtoffer’ 

De kinderen hebben allen de Nederlandse nationaliteit en zijn jonger dan twaalf jaar, de meesten zelfs onder de zes jaar. De vrouwen zijn de afgelopen jaren uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië of Irak waar Islamitische Staat het voor het zeggen had. Ze zitten nu vast in kampen die door de Koerden worden beheerd.

Ze willen terug naar Nederland, maar het kabinet weigert ze actief terug te halen. Het regeringsbeleid is nog steeds dat Nederland geen Nederlanders terughaalt uit Syrië. Alleen wie erin slaagt om een diplomatieke post te bereiken, kan eventueel hulp krijgen.

„Voor de families is het misschien lastig te begrijpen waarom Nederland niets wil doen voor deze vrouwen en kinderen”, legde de landsadvocaat vrijdagochtend uit. „Maar de Staat moet een afweging maken tussen abstracte belangen als nationale veiligheid en internationale betrekkingen en concludeert dat Nederland op dit moment daar geen actie wil ondernemen.

Nederland zet niet zomaar alle andere belangen opzij als iemand zegt: het valt hier toch tegen, haal me maar terug. Dit is nou eenmaal de harde kant van buitenlands beleid.”

Bekijk ook: 

Dit betekent terugsturen IS’ers voor Nederland 

Bekijk ook: 

Rechter oordeelt: Nederland moet kinderen IS-vrouwen terughalen 

Bekijk ook: 

Door Turkije teruggestuurde IS-vrouwen vastgezet 

Volgens advocaat Tom de Boer (namens de vrouwen) heeft de Nederlandse staat zich de afgelopen maanden achter steeds weer nieuwe valse argumenten verscholen om maar niets te hoeven doen. Zelfs nadat de rechter vorige week bepaalde dat Nederland zijn best moet doen om de kinderen terug te halen.

Zijn collega André Seebregts benadrukte dat Nederland wel degelijk de belangen van de kinderen en de vrouwen in het oog moet houden. De situatie in de kampen verslechtert steeds verder. De winter staat voor de deur, net als de troepen van Assad die niet terugdeinzen voor moord en verkrachting van kinderen. Dan zijn er nog de ultra-radicale Russische en Tsjetsjeense IS-vrouwen die een islamitisch schrikbewind uitoefenen over het kamp.

Voor Nederland is het echter te gevaarlijk om een ophaalexpeditie te sturen naar het onoverzichtelijke gebied, stelde de landsadvocaat. Seebregts vond dat onzin. „De Denen hebben eergisteren nog een weeskind opgehaald.” Een onvergelijkbare actie, aldus de landsadvocaat. „Bij de Denen ging maar om één weeskind, niet om om 23 vrouwen en 56 kinderen.”

Bekijk ook: 

Door Turkije teruggestuurde IS-vrouwen vastgezet 

Eerste reactie Rutte

Premier Mark Rutte heeft aan het begin van zijn wekelijkse persconferentie laten weten dat hij de uitspraak nog goed moet bestuderen. „Het is op zich mooi als we gelijk krijgen.”

Reactie minister Grapperhaus

Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) wil de uitspraak bestuderen. „Maar ik kan zeggen dat ik de uitspraak als ondersteuning van het kabinetsbeleid zie. We zijn altijd helder geweest. Deze vrouwen hebben zelf de keuze gemaakt om, al dan niet met hun minderjarige kinderen, uit te reizen naar IS-gebied en zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie”, zegt de CDA-bewindsman. „Het kabinet haalt de vrouwen en hun kinderen niet actief terug uit dit gebied.”

Bekijk meer van; conflicten, oorlog en vrede misdaad Grapperhaus Nederland Den Haag

Gerechtshof: Nederland hoeft vrouwen en kinderen niet terug te halen uit Syrië

AD 22.11.2019 Nederland hoeft 23 IS-vrouwen en hun 56 kinderen niet op te halen uit detentiekampen in Noord-Syrië. Het Gerechtshof in Den Haag  heeft zojuist een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag vernietigd. Die rechtbank oordeelde twee weken geleden dat de Nederlandse staat de kinderen wel moest terughalen, ook als dat betekende dat hun moeders mee zouden komen.

De beslissing om de IS-gezinnen wel of niet op te halen is aan de politiek en niet aan de de rechter, zo oordeelde het Gerechtshof vanmiddag. ,,Het is duidelijk dat de vrouwen en kinderen onder erbarmelijke omstandigheden leven. Het gaat dus om fundamentele rechten van de kinderen: om het recht van leven en ontwikkeling.”

Het Hof is echter ook van mening dat de staat beleidsvrijheid heeft en de rechter daarom terughoudend moet zijn. ,,Het is aan de politiek, niet aan de rechter om over erbarmelijke omstandigheden te oordelen.” Daarom wees het Gerechtshof alle vorderingen van de vrouwen af.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Opvallend

Dat is een opvallende beslissing, omdat de rechtbank in Den Haag eerder deze maand in een kort geding besloot dat het Nederlandse kabinet een ‘inspanningsverplichting’ heeft om ervoor te zorgen dat 56 kinderen van Nederlandse IS’ers terug worden gehaald uit de detentiekampen in Noord-Syrië waar ze nu verblijven.

Het is niet de schuld van de kinderen dat ze daar beland zijn, aldus de rechter. Voor hun 23 moeders die in dezelfde kampen zitten, gold die verplichting niet. Als de moeders mee zouden moeten komen met hun kinderen, omdat de Koerden de kinderen niet alleen laten vertrekken, dan is dat maar zo, stelde de rechtbank.

Politiek

Door dat oordeel staat met de uitspraak van vandaag dus een dikke streep. Tot grote teleurstelling van de tientallen familieleden in de rechtszaal. Zij beseffen dat het nu weer volslagen onduidelijk is wanneer ze hun kleinkinderen, neefjes en nichtjes weer zullen zien. Als dat ooit al gebeurt.

Het lot van de IS-vrouwen ligt nu deels weer in de handen van de politiek. Het kabinet en Kamermeerderheid zijn daar niet van plan actie te ondernemen om de vrouwen en kinderen op te halen, zo is het standpunt.

Al zegt premier Rutte dat hij de uitspraak eerst nog wil bestuderen. Het huidige beleid is dat Nederland IS’ers pas actief helpt terug te keren naar Nederland als ze zichzelf melden op een ambassade of consulaat in Turkije of Irak.

Van daaruit worden zij teruggevlogen naar Schiphol en daar aangehouden, vastgezet en berecht. De kinderen gaan dan naar familie of een pleeggezin. Eerder deze maand doken er bij de Nederlandse ambassade in Ankara nog twee vrouwen op die waren ontsnapt uit een Syrisch detentiekamp. De kans dat meer vrouwen dat nu gaan proberen is groot.

‘Terughalen ook risico’

Dat het kabinet echt  niet wil dat de Nederlandse jihadvrouwen en hun kinderen terugkomen werd vandaag in de Haagse rechtbank wederom duidelijk. ,,Ook terughalen van alleen de kinderen is ook een risico, dat kan tot wrok leiden bij de vrouwen en familie.” Familieleden en advocaten van de vrouwen vinden dat terughalen juist wel moet én kan.  ,,Denemarken heeft 48 uur geleden nog kinderen opgehaald in Syrië.”

Maar, zo oordeelde de rechtbank, als de Koerdische bewakers van de kampen de kinderen alleen willen meegeven als de moeders meegaan, dan moet Nederland ook de moeders terugnemen. De rechtbank stelde echter ook dat de situatie ter plekke wel veilig genoeg moet zijn voor Nederlandse militairen of ambtenaren om de vrouwen en kinderen op te halen.

Het kabinet is tegen dat oordeel in beroep gegaan omdat het van oordeel blijft dat Nederland de vrouwen en kinderen alleen verder kan helpen als ze zichzelf melden bij een Nederlandse ambassade of consulaat in Turkije of Irak. De vrouwen kunnen daar uit zichzelf moeilijk komen: de kampen worden bewaakt en alleen met behulp van smokkelaars kunnen ze in Turkije of Irak komen.

‘Ze wisten waar ze heen gingen’

De landsadvocaat betoogde vanochtend dat de rechter eigenlijk helemaal niet over het wel of niet terughalen van de vrouwen en kinderen gaat: het is een politieke beslissing. ,,Het heeft onder meer gevolgen voor het buitenlands beleid van Nederland en daar gaat de politiek over.”

De Nederlandse Staat stelde aan het begin van het hoger beroep in Den Haag dat de vrouwen ‘precies wisten waar ze heen gingen’.  ,,Want ook toen er nog geen kalifaat was (voor 2014), was er al een jihadistische strijd aan de gang. Ze hadden in Nederland een keuze hoe hun leven vorm te geven. Ze hebben die keus gemaakt”, aldus de landsadvocaat.

,,De vrouwen hebben zichzelf in gevaarlijke omstandigheden gebracht en vragen pas nu ze in kampen zitten om repatriëring van zichzelf en hun kinderen.” Daar komt bij, meldt de advocaat, dat in Syrië 5,6 miljoen kinderen onder slechte omstandigheden leven, nog meer mensen hebben humanitaire hulp nodig.

De Staat vindt ook dat er van de vrouwen net zoveel dreiging uitgaat als van de mannen. ,,Inlichtingendienst AIVD wijst er op dat deze vrouwen lang in strijdgebied zijn geweest, gemiddeld drie jaar. Ook na terugkomst blijft de vraag of ze afscheid nemen van jihadistisch gedachtegoed.

Ze zijn een bedreiging voor de nationale veiligheid.” Er is dan ook geen enkel West-Europees land dat beleid heeft om de vrouwen actief terug te halen. Er zijn enkele weeskinderen teruggehaald, vanwege humanitaire redenen, stelt de advocaat.

De Staat ziet de kinderen als slachtoffer van de keuzes van hun ouders. Het alleen terughalen van de kinderen is ook een risico, stelt de landsadvocaat. ,,,Dan kan wrok ontstaan bij vrouwen die achterblijven of familieleden hier.” Familieleden zien dat duidelijk anders, zij lachen om de opmerking van de advocaat.

De landsadvocaat: ,,We kunnen begrijpen dat familieleden nu denken: omdat de Staat iets niet doet, gaan mijn kinderen en kleinkinderen straks dood. Dat is moeilijk, zeker omdat daar het abstracte belang van de staat tegenover staat. Maar repatriëring is een politieke beslissing.” De rechter gaat daar dus, volgens de landsadvocaat, niet om.

Vrees voor martelingen

Advocaat Seebregts, die de vrouwen bijstaat, wijst erop dat Denemarken eerder deze week nog twee weeskinderen heeft opgehaald in het gebied. ,,Dus wat Nederland te gevaarlijk vindt, hebben de Denen 48 uur geleden nog gedaan.” Ook vrezen de advocaten dat het Syrische leger de controle over de kampen gaat overnemen.

,,De Syrische inlichtingendiensten zullen zeker met die vrouwen willen praten. En we weten wat dat kan inhouden.” De advocaat doelt daarmee op de slechte reputatie die het Syrische regime heeft wat betreft mensenrechten.

De inlichtingendiensten zijn vaak beschuldigd van (seksuele) mishandeling en marteling. Ook van kinderen. ,,Er zijn hier vandaag veel ouders en andere familieleden, ze hebben ook foto’s doorgestuurd van de kinderen in de kampen. Die hopen ze snel weer te kunnen zien.”

Seebregts vraagt de rechtbank ook nog extra te kijken naar de zaak van de Amsterdamse Chadia B. Zij heeft geen kinderen, maar wel zware psychische klachten als psychoses. Ze is zwaargewond geraakt en mist nu een voet.

Door haar psychische problemen moeten andere vrouwen haar verzorgen. ,,Ze ligt in een tent in haar eigen uitwerpselen, kinderen gooien stenen naar haar. Haar situatie is, zo mogelijk, nog schrijnender dan die van de anderen.”

 Tobias den Hartog @TobiasdenHartog

Rutte over uitspraak IS-vrouwen: ik vind het natuurlijk niet vervelend om gelijk te krijgen, maar ik zeg altijd dat we de uitspraak eerst willen bestuderen. Dat zeg ik ook als we verliezen, dus dat zeg ik nu ook. #isvrouwen

3:43 PM – Nov 22, 2019 See Tobias den Hartog’s other Tweets

Bekijk hier de reactie van minister-president Rutte op het nieuws.

Hof: Nederland hoeft IS-vrouwen en kinderen niet terug te halen uit Syrië

RTL 22.11.2019 De Nederlandse staat hoeft er niet alles aan te doen om IS-vrouwen en hun kinderen terug te halen uit kampen in Syrië. Dat besluit is aan de politiek en niet aan de rechter, heeft het gerechtshof vanmiddag besloten.

Het oordeel van de rechtbank wordt daarmee vernietigd. Die had eerder bepaald dat de overheid zich moet inspannen voor IS-kinderen, maar stelde de overheid niet verplicht om IS-vrouwen terug te halen.

Tijdens zijn wekelijkse persmoment reageerde premier Mark Rutte vanmiddag tevreden op de uitspraak. Hij wilde er verder niet te diep op ingaan. “Wij werken aan de mogelijkheid tot berechting in de regio. Dat is onze stip aan de horizon. Berechting in de regio is buitengewoon complex, maar niet onmogelijk.”

Lees ook:

Dit zijn de twee teruggekeerde IS-vrouwen: ‘Bewijs gruwelijkheden lastig te vinden’

Reactie minister Grapperhaus

“Het Kabinet zal het gemotiveerd arrest inhoudelijk bestuderen. Maar ik kan in eerste reactie zeggen dat ik de uitspraak van het Hof als ondersteuning van het kabinetsbeleid zie. We zijn altijd helder geweest.”

Hij vervolgt: “Deze vrouwen hebben zelf de keuze gemaakt om, al dan niet met hun minderjarige kinderen, uit te reizen naar IS-gebied en zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie. Het kabinet haalt de vrouwen en hun kinderen niet actief terug uit dit gebied.”

Het kort geding was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen, die vastzitten in twee kampen in het noorden van Syrië. Ze zitten daar onder schrijnende omstandigheden. Volgens hun advocaat is er hier absoluut geen sprake van een politiek belang, wat door de Staat wel betoogd wordt. “Het gaat om hun individuele belangen, zij lopen schade op door het handelen van de Staat.”

Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer zegt vrijdag in een reactie dat ze het kabinet meerdere malen heeft opgeroepen om zich tot het uiterste in te spannen om de Nederlandse kinderen in Syrische kampen terug te halen naar Nederland. “De vaak jonge kinderen zitten daar onder erbarmelijke omstandigheden, en de situatie lijkt te verslechteren.”

Vader IS-kinderen hoopt op terugkeer dochter en zoon uit Syrisch kamp

Bekijk deze video op RTL XL

Jeremy kan niet wachten tot zijn dochter en zoon eindelijk weer thuis zijn. Hun moeder en zijn ex nam ze jaren geleden mee naar Syrië.

De rechter oordeelde begin vorige week in een kort geding dat de Staat er alles aan moet doen om op korte termijn de kinderen naar Nederland te halen. Voor de terugkeer van de IS-vrouwen zelf hoeft de Staat zich niet in te zetten, oordeelde de rechter.

Maar als de Koerden die de kampen bewaken de kinderen niet zonder moeders willen laten vertrekken, moet de overheid wel kijken of ze zowel moeders als kinderen kan terughalen. Dat moest ook per direct gebeuren. Als er binnen twee weken niets zou zijn gedaan, zou een dwangsom volgen.

Lees ook:

Staat moet kinderen van IS-vrouwen terughalen uit Syrië

De VS hebben herhaaldelijk aangeboden om Syriëgangers op te halen en terug te brengen naar Nederland. Het beleid van het kabinet tot nu toe was om betrokkenen niet-actief terug te halen, maar de rechter bepaalde dat dit beleid niet kan gelden voor de kinderen.

Buitenlandse Zaken laat weten dat er contact is geweest met de Amerikanen en met Europese landen maar wat er precies is besproken, zegt het ministerie niet. Ook de landsadvocaat zei vandaag dat er ‘stappen zijn gezet’, maar dat er verder niets over gezegd kan worden.

ANP; Islamitische Staat  Syrië

Het gerechtshof tijdens het spoedappèl tegen het vonnis over de IS-kinderen.

Het gerechtshof tijdens het spoedappèl tegen het vonnis over de IS-kinderen. Foto Marco de Swart/ANP

Hof: staat hoeft IS-kinderen niet terug te halen

NRC 22.11.2019 De Nederlandse staat hoeft de kinderen van IS-vrouwen die in kampen in Noord-Syrië zitten, niet terug te halen. Deze uitspraak in hoger beroep is een meevaller voor het kabinet.

De staat hoeft zich niet in te spannen om 56 kinderen en 23 vrouwen terug te halen uit twee kampen uit Noord-Syrië. Dat heeft het Haagse gerechtshof vrijdagmiddag bepaald. De uitspraak kwam ongeveer anderhalf uur na de zitting, met een korte motivering. Het hof vindt dat het aan de staat is om te bepalen of de vrouwen en kinderen moeten terugkeren. Over twee weken wordt een uitgebreide toelichting gepubliceerd.

De beslissing kwam na het hoger beroep dat de staat had ingesteld inzake de mogelijke terugkeer van de kinderen en vrouwen uit Noord-Syrië. De staat was in hoger beroep gegaan tegen het vonnis in het kort geding van bijna twee weken geleden.

De voorzieningenrechter had bepaald dat de staat zich moest inspannen om de kinderen van 23 vrouwelijke uitreizigers naar Islamitische Staat terug te halen. Dit onder meer vanwege de „erbarmelijke omstandigheden” in de kampen Al-Hol en Al-Roj.

Eventueel zouden ook de vrouwen moeten terugkomen, als de Koerden niet zouden toestaan dat moeders van de kinderen werden gescheiden. Het hof bepaalde vrijdag dat het aan de staat is om te oordelen over die omstandigheden en de gevolgen daarvan voor de vrouwen en kinderen.

De uitspraak van vrijdagmiddag gaat in tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter. Het is een grote meevaller voor het kabinet en regeringspartijen VVD en CDA. Die zijn tegen terugkeer van de moeders en kinderen.

Volgens het kabinet is het gebied te onveilig en onstabiel om tot repatriëring van de vrouwen en kinderen te kunnen overgaan. Zowel het kabinet als de regeringspartijen VVD en CDA zien in de terugkeer van met name de moeders een gevaar voor de nationale veiligheid.

Lees ook: de weerstand tegen terugkeer kinderen uit Noord-Syrië bleef, ondanks het vonnis van 11 november

„De kans is groot dat een aantal van hen niet afscheid heeft genomen van het jihadistisch gedachtengoed”, aldus de landsadvocaat vanmorgen voor het Hof. Hij wees erop dat de groep vrouwen om wie het gaat al lang in het strijdgebied zit, gemiddeld drie jaar.

Buitenlands beleid

Ook vond de advocaat namens de staat dat de rechter zich niet met het buitenlands beleid moet bemoeien. „Nederland is niet een van de actoren in het gebied”, aldus de landsadvocaat in zijn pleidooi. „Turkije, Syrië, Rusland, de Koerden en de VS zijn dat wel.”

Een rechterlijk besluit om de vrouwen en kinderen terug te halen, zou de staat dwingen met die landen te gaan onderhandelen, inclusief Syrië, waarmee Den Haag alle diplomatieke banden heeft doorbroken. Een rechter kan zoiets nooit van het kabinet eisen, dat ook nog eens gesteund wordt door een Kamermeerderheid, aldus de landsadvocaat.

De advocaten André Seebregts en Tom de Boer stelden daartegenover dat het de plicht van de staat is zijn onderdanen te beschermen tegen de zeer zware omstandigheden in de kampen, maar ook tegen marteling, verkrachting en moord.

De kans daarop is groot als de Syriërs hun invloed in het noorden van hun land uitbreiden en de kampen overnemen van de Koerden, aldus de advocaten van de moeders. Zij citeerden diverse rapporten van de VN en andere organisaties waarin beschreven staat hoe vrouwen en kinderen behandeld worden en overlijden in Syrische gevangenschap.

„De staat handelt onrechtmatig als ze niet al het mogelijke in het werk stelt om te voorkomen dat haar onderdanen dat lot treft”, betoogde advocaat De Boer.

Daarvoor wijkt ook het primaat van de staat in het buitenlands beleid, zei hij. Dat geldt eens te meer omdat de Koerden, de VS en het Rode Kruis Nederland hebben aangeboden om bij de repatriëring van de vrouwen en de kinderen te helpen. „Het recht dwingt de staat tot actie”, aldus De Boer.

Verder wees Seebregts erop dat nog deze week een vertegenwoordiger van de Deense regering in het gebied is geweest om een weeskind op te halen. „Dat geeft aan dat het gebied veiliger is dan de staat betoogt”, aldus Seebregts.

De argumenten over en weer waren verder grotendeels dezelfde als die van drie weken geleden. Net als de vorige keer was er de nodige belangstelling van de familie van de uitreizigers.

Hof: IS-vrouwen en kinderen niet terughalen

MSN 22.11.2019 De Staat hoeft Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen die in Noord-Syrische kampen zitten, toch niet terug te halen naar Nederland. Het hof in Den Haag haalt met deze uitspraak een streep door de uitspraak van de rechtbank begin vorige week.

Het kort geding was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen, die vastzitten in twee kampen in het noorden van Syrië. Ze zitten daar onder schrijnende omstandigheden. De Nederlandse staat was in beroep gegaan.

Een vrouw met kind in het al-Hol kamp in Noord-Syrië waar IS-families zijn opgesloten. Beeld AFP

Staat hoeft IS-kinderen toch niet terug te halen

Trouw 22.11.2019 De Staat hoeft Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen die in Noord-Syrische kampen zitten, toch niet terug te halen naar Nederland. Het hof in Den Haag haalt met deze uitspraak een streep door de uitspraak van de rechtbank begin vorige week.

Het kort geding was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen, die vastzitten in twee kampen in het noorden van Syrië, vlakbij de grens met Irak. De Nederlandse staat was in beroep gegaan.

De uitspraak is een toch nog onverwachte steun in de rug van de regering en coalitiepartijen VVD en CDA. Die willen nog altijd Nederlandse IS-strijders in de regio laten berechten, ondanks grote praktische problemen om dit te organiseren. Vooral D66 drong juist aan op berechting in Nederland, omdat deze mensen en hun kinderen anders altijd ‘onder de radar’ terug kunnen keren.

Tijdens de zitting betoogde de landsadvocaat namens de Nederlandse staat dat de rechter terughoudend moet zijn als het gaat om politieke afwegingen rond buitenlands beleid en internationale betrekkingen. Zeker bij een kort geding.

“Het beleid hangt in sterke mate af van politieke afwegingen in verband met de specifieke situatie en komt tot stand in samenspraak tussen regering en volksvertegenwoordiging. Het is niet aan de burgerlijke rechter om die afweging te maken”, aldus de landsadvocaat.

Volgens de advocaat  van de vrouwen is er hier absoluut geen sprake van een politiek belang, wat door de Staat wel betoogd wordt. “Het gaat om hun individuele belangen, zij lopen schade op door het handelen van de Staat”, aldus André Seebregts.

Niet zonder hun moeders

De rechter oordeelde begin vorige week in een kort geding dat de Staat er alles aan moet doen om op korte termijn de kinderen naar Nederland te halen. Voor de terugkeer van de IS-vrouwen zelf hoeft de Staat zich niet in te zetten, oordeelde de rechter.

Maar als de Koerden die de kampen bewaken de kinderen niet zonder moeders willen laten vertrekken, moet de overheid wel kijken of ze zowel moeders als kinderen kan terughalen. Dat moest ook per direct gebeuren. Als er binnen twee weken niets zou zijn gedaan, zou een dwangsom volgen.

De Koerden gaven daarom de afgelopen week opnieuw aan dat Nederland welkom is om de kinderen en hun moeders terug te halen. Daarvoor is de situatie veilig genoeg, aldus een woordvoerder van de door Koerden geleide Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) tegen de NOS.

Ook de VS hebben herhaaldelijk aangeboden om Syriëgangers op te halen en terug te brengen naar Nederland. Het beleid van het kabinet tot nu toe was om betrokkenen niet-actief terug te halen, maar de rechter bepaalde dat dit beleid niet kan gelden voor de kinderen.

Buitenlandse Zaken laat weten dat er contact is geweest met de Amerikanen en met Europese landen, maar wat er precies is besproken, zegt het ministerie niet. Ook de landsadvocaat zei vrijdag dat er “stappen zijn gezet”, maar dat er verder niets over gezegd kan worden.

De vrouwen zijn de afgelopen jaren uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië of Irak waar Islamitische Staat het voor het zeggen had. Ze zitten nu vast in kampen die door de Koerden worden beheerd. De omstandigheden in de kampen zijn erbarmelijk.

Er is veel agressie en geweld, weinig voedsel en water, er heersen ziektes, mensen worden gemarteld en er zijn bombardementen. Ze willen terug naar Nederland, maar tot nu toe weigerde het kabinet ze actief terug te halen.

Lees ook:

Krista zit in een opvangkamp in Syrië: ‘Neem desnoods alleen mijn kinderen mee naar Nederland’

De Nederlandse Krista van T. bleef met haar echtgenoot tot het einde bij terreurbeweging Islamitische Staat. Nu is ze weduwe en zit ze in een overvol opvangkamp in Noord-Syrië, mét haar vier kinderen. ‘Waarom neemt Nederland hen niet terug?’

Meer over; Nederland misdaad, recht en justitie conflicten, oorlog en vrede samenleving gewapend conflict Syrië Wendelmoet Boersema

Een vrouw in een Koerdisch kamp in Noord-Syrië waar familie van IS-strijders worden vastgehouden AFP

Teruggestuurde IS-vrouwen blijven twee weken langer vastzitten

NOS 22.11.2019 Twee IS-vrouwen die dinsdag door Turkije teruggestuurd zijn naar Nederland blijven nog eens veertien dagen vastzitten. Ze worden verdacht van deelname aan een terroristische organisatie. De twee verbleven in het strijdgebied van Islamitische Staat in Syrië.

De vrouwen kwamen dinsdagavond samen met twee kinderen aan op Schiphol. Het gaat om de 24-jarige Fatimah H. uit Tilburg met haar kinderen van 3 en 4 en de 25-jarige Xaviera S. uit Apeldoorn. De kinderen zijn overgedragen aan een voogd van Jeugdbescherming.

De vrouw uit Tilburg meldde zich eind oktober bij de Nederlandse ambassade in Ankara. Eind oktober werd haar Nederlandse nationaliteit ingetrokken. In januari 2018 werd de vrouw uit Apeldoorn in Turkije aangehouden. Turkije stuurt sinds enkele dagen buitenlandse IS’ers terug naar hun land van herkomst.

Na hun aankomst op Schiphol werden de vrouwen door de Koninklijke Marechaussee aangehouden en overgedragen aan de politie.

Bekijk ook;

Door Turkije teruggestuurde IS-vrouwen vastgezet

Telegraaf 22.11.2019 De twee vrouwen die dinsdag op Schiphol zijn aangehouden na terugkeer uit het strijdgebied van Islamitische Staat in Syrië, zijn voor veertien dagen in bewaring gesteld door de rechter-commissaris in Rotterdam. Dat heeft het Openbaar Ministerie bekendgemaakt. Het tweetal wordt verdacht van deelname aan een terroristische organisatie.

Het gaat om een vrouw van 24 uit Tilburg en een vrouw van 25 uit Apeldoorn, met twee kinderen van 3 en 4 jaar.

De 24-jarige vrouw heeft zich eind oktober gemeld bij de Nederlandse ambassade in Ankara. Op 30 oktober is haar Nederlandse nationaliteit ingetrokken. De andere vrouw is in januari 2018 aangehouden in Turkije. Turkije heeft beiden het land uitgezet en teruggestuurd naar Nederland.

De kinderen zijn overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.

Nederland heeft erop aangedrongen de vrouw die haar nationaliteit is ontnomen, niet terug te sturen. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) heeft hierover meerdere keren met de Turkse minister van Binnenlandse Zaken gesproken. Ook werd er een ambtelijke missie naar Turkije gestuurd.

Uitzetting

Na vervolging, berechting en een eventuele celstraf zal Nederland erop inzetten de vrouw uit te zetten naar Marokko, het land waarvan ze nog wél staatsburger is.

Een derde vrouw, die zich eind oktober samen met de 25-jarige vrouw meldde en die nog wel de Nederlandse nationaliteit heeft, krijgt momenteel consulaire bijstand. Verwacht wordt dat zij binnenkort naar Nederland wordt uitgezet, in afstemming met de Turkse autoriteiten.

Bekijk meer van; rechterlijke macht conflicten, oorlog en vrede samenleving terrorisme Turkije Den Haag Luchthaven Schiphol

Koerden: Nederland kan IS-vrouwen in Syrië nog steeds ophalen

NOS 21.11.2019 Ondanks de onrustige situatie in het noorden van Syrië is repatriëring van 23 Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen nog steeds mogelijk. Dat zegt een woordvoerder van de door Koerden geleide Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) tegen de NOS.

Morgen dient het hoger beroep dat de Nederlandse Staat aanspande, nadat een rechter besliste dat Nederland IS-kinderen zo snel mogelijk terug moet halen uit het gebied. De landsadvocaat noemde het in die zaak “uit oogpunt van internationale betrekkingen en veiligheid ondenkbaar” dat Nederland vrouwen en kinderen op korte termijn zou kunnen terughalen.

Lastiger, maar mogelijk

Sinds Turkije enkele weken geleden een offensief startte tegen de SDF, is de situatie in Noord-Syrië veranderd. In het gebied zijn nu Russische en Syrische regeringstroepen aanwezig, terwijl de Amerikanen zich juist grotendeels terugtrokken. Op sommige plaatsen wordt nog gevochten.

Volgens SDF-woordvoerder Kino Gabriel betekent dat niet dat repatriëring niet meer mogelijk is. “We controleren dit gebied nog steeds. Het is nog steeds mogelijk, al zal het wat lastiger worden. Maar als er overeenstemming is, zorgen wij voor een oplossing.” Repatriëring zou volgens hem of over de weg richting Iraaks Koerdistan plaatsvinden, of met helikopters.

Nog niets van Nederland gehoord

De voorzieningenrechter in Den Haag bepaalde op 11 november dat de Nederlandse overheid er alles aan moet doen om Nederlandse kinderen uit IS-kampen in Noord-Syrië te halen. Abdelkarim Omar, woordvoerder van de door Koerden geleide Autonome Administratie in Noord-Oost Syrië, zegt tegen de NOS dat zij sindsdien nog niets van de Nederlandse overheid hebben gehoord.

‘We hebben besloten kinderen niet van hun moeders te scheiden’

In juni dit jaar werden twee Nederlandse weeskinderen al overgedragen aan de Nederlandse regering. “Als de Nederlandse overheid nog een keer wil onderhandelen, weten ze hoe we ze kunnen overdragen, want dat hebben we eerder gedaan,” zegt Omar. “Maar er is nog niet naar gevraagd, er is geen contact over.”

Moeders mee naar Nederland

Overigens blijven de Syrische Koerden erbij dat de moeders van de IS-kinderen mee moeten naar Nederland. “Wij hebben de vrouwen niet berecht, dus we kunnen de kinderen onmogelijk van hun moeders scheiden”, zegt woordvoerder Omar. “Onder welk internationaal recht kunnen we de kinderen van de moeders scheiden?”

De rechter in Den Haag hield al rekening met die mogelijkheid. Wanneer de Koerden niet bereid zijn om de kinderen alleen te laten gaan, moeten de vrouwen ook worden gerepatrieerd, stond in het vonnis. Volgens de rechter moet de Nederlandse staat nu dus niet alleen de kinderen, maar ook hun moeders terug naar Nederland halen.

Inval bij moeder van jihadiste Xaviera S. in Apeldoorn

AD 21.11.2019 Rond de terugkomst van jihadiste Xaviera S. heeft de politie een inval gedaan bij haar moeder in Apeldoorn, dat bevestigt een naast familielid van Xaviera. De mobiel en computer van Xaviera S. haar moeder is daarbij in beslag genomen voor onderzoek, vertelt de bron, wiens naam bekend is bij de redactie.

Het landelijk parket van het Openbaar Ministerie bevestigt dat de gegevensdragers dinsdagavond in beslag zijn genomen op een adres in Apeldoorn.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Xaviera S., die in 2013 naar Syrië vertrok als vrouw van een IS-soldaat, keerde onlangs vanuit Turkije terug naar Nederland. Omdat de jihadiste daar al een straf uitzat voor haar lidmaatschap van IS – en tweemaal voor hetzelfde feit bestraft worden niet kan – zoekt justitie nu naar nieuw bewijs van andere strafbare feiten die ze begaan heeft in het kalifaat.

Marion van San, criminoloog aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, volgt het gezin op de voet. ,,Ik wist dat Xaviera terug zou keren. Ik had vorige week nog contact met haar moeder. Maar de laatste dagen reageerde ze nergens op. Dat zou dus kunnen komen doordat die mobiel in beslag is genomen.’’

Zwanger

Van San heeft ook veel vragen. ,,Er gaan berichten uit dat ze zwanger zou zijn. Dat zou voor mij nieuw zijn. Daar heb ik haar moeder niet over gehoord. Ik kan dat niet bevestigen of uitsluiten.’’ Ook het naaste familielid weet niet of Xaviera S. inderdaad zwanger is.

André Seebregts, de nieuwe advocaat van Xaviera, kan er ook geen antwoord op geven. Op dit moment is inhoudelijk reageren voor hem onmogelijk, vertelt hij. Ook de inval bij de familie kan hij niet bevestigen. ,,Mijn cliënt zit in volledige beperkingen dus ik kan daar niets over zeggen’’, luidt zijn korte reactie. Morgen wordt S. voorgeleid aan de rechter-commissaris.

Grapperhaus: uitzetting IS-vrouwen door Turkije zeer teleurstellend

NOS 20.11.2019 Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid noemt het “zeer teleurstellend” dat Turkije gisteren twee IS-vrouwen op het vliegtuig heeft gezet naar Nederland.

“En dan druk ik mij hoffelijk uit, omdat dat een minister betaamt”, zegt Grapperhaus in een reactie in de Tweede Kamer. Hij heeft de afgelopen dagen van alles geprobeerd om zijn Turkse collega op andere gedachten te brengen, maar dat heeft dus niet geholpen.

Marokkaanse

Turkije stuurde gisteren de 25-jarige Xaviera S. uit Apeldoorn en de 23-jarige Fatimah H. uit Tilburg met haar twee kinderen naar Nederland. Van Fatimah H. is de Nederlandse nationaliteit ingetrokken. Ze is nu alleen nog Marokkaanse.

Turkije heeft twee redenen genoemd waarom zij desondanks naar Nederland is gestuurd. Het land zegt onvoldoende uitleveringsafspraken te hebben met Marokko. En Turkije zegt dat zij ooit wel Nederlandse was, en dat Nederland er zelf voor heeft gekozen die nationaliteit af te pakken.

“Dit geeft allemaal aan dat het een heftige problematiek is”, zegt Grapperhaus. “De Turken zeggen dat zij te maken hebben met IS’ers uit veel landen met veel verschillende nationaliteiten.”

Vervolgen

Beide vrouwen zitten vast. Fatimah H. als ongewenst vreemdeling. Het Openbaar Ministerie gaat hen vervolgen. Als de Marokkaanse vrouw wordt veroordeeld zit ze in Nederland haar straf uit en wordt dan uitgezet naar Marokko, is het plan. Of die uitzetting naar Marokko ook gaat lukken is onduidelijk. Grapperhaus wil daar niet op vooruitlopen.

Hij is toch optimistisch over de toekomstige samenwerking met Turkije. Er zijn nog een paar IS’ers in Turkije waar Nederland de nationaliteit van heeft ingetrokken, maar de minister heeft geen aanwijzingen dat zij binnenkort ook op het vliegtuig worden gezet. Voor Nederlandse IS’ers geldt dat als Turkije hen niet wil vervolgen, ze dan worden geaccepteerd door Nederland.

Bekijk ook;

Een foto uit een kamp in al-Hol in Noordoost-Syrië AFP

IS-vrouwen en kinderen terug in Nederland, wat gebeurt er met ze?

NOS 20.11.2019 Dat IS-vrouwen vanuit Turkije terug naar Nederland konden komen, was voor de Nederlandse instanties geen verrassing. Ze treffen al een tijd lang voorbereidingen om zo’n terugkeer zo goed mogelijk te regelen. Gisteren gebeurde het; Turkije zette twee IS-vrouwen en twee kinderen op het vliegtuig naar Schiphol.

Als het telefoontje uit Ankara komt, weten alle betrokkenen wat er moet gebeuren. Terwijl de vrouwen en kinderen in het vliegtuig zitten, bepaalt de kinderrechter dat de kinderen worden toegewezen aan Jeugdbescherming. De ouder wordt op dat moment geschorst van het ouderlijk gezag.

Medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming staan op Schiphol te wachten om alles in goede banen te leiden. De moeder moet na aankomst meteen afscheid nemen van haar kinderen.

Gisteravond gebeurde dit bij de 23-jarige Fatimah H. uit Tilburg. Haar kinderen van 3 en 4 werden overgedragen aan een voogd van Jeugdbescherming, terwijl zij in hechtenis werd genomen. De voogd neemt vanaf dat moment alle beslissingen.

Berecht in Nederland

De afgelopen jaren meldden zich zo’n tien Syriëgangers bij een Nederlandse diplomatieke post in Turkije. In alle gevallen werden ze door Turkije aan Nederland overgedragen, om vervolgens in Nederland te worden berecht.

Met H. is vooraf afgesproken wat haar op Schiphol te wachten staat. Haar wordt geadviseerd om aan de kinderen te laten merken dat ze het goed vindt dat ze met de Kinderbescherming meegaan. Zo is een mogelijk trauma het minst hevig voor het kind, is de gedachte.

Vanaf Schiphol rijdt gespecialiseerd personeel met de kinderen naar een opvanggezin. Dit is de eerste, tijdelijke, opvang. In de eerste drie maanden worden de kinderen vaak onderzocht; onder anderen een radicaliseringsdeskundige en een psychiater gaan met ze in gesprek.

Er wordt van uitgegaan dat de kinderen getraumatiseerd zijn. De voogd van Jeugdbescherming heeft daarom veel contact met de kinderen en het opvanggezin.

Terwijl de kinderen worden opgevangen in het pleeggezin, gaat de moeder de Penitentiaire Inrichting Vught of gevangenis De Schie in Rotterdam. Daar zijn de enige zogenoemde Terroristenafdelingen van Nederland. Ze wordt daar vastgezet en extra beveiligd binnen een speciaal programma, om haar ideologisch te beperken.

Vrijdag wordt ze in Rotterdam voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam. Die bepaalt of hij het voorarrest met 14 dagen verlengt.

Fatima H. had zich eind oktober gemeld bij de Nederlandse ambassade in Ankara. Ook de 25-jarige Xaviera S. zat op de vlucht. Zij is in in 2014 naar Syrië gereisd. Ook S. is vastgezet in een van de penitentiaire inrichtingen en wacht vervolging.

De straf die H. boven het hoofd hangt, is afhankelijk van de verdenking en het bewijsmateriaal. Het Openbaar Ministerie zegt er al zeker van te zijn dat ze na 2015, toen het kalifaat werd uitgeroepen, naar Syrië is gereisd. Ze wordt daarom verdacht van “deelname aan een terroristische organisatie”.

De straf die daar in Nederland op staat is zes jaar cel. Ook als de vrouwen zich erop beroepen dat ze alleen voor hun man en kinderen zorgden, kunnen ze bestraft worden. In eerdere zaken is dat al gebeurd.

Volgens het OM hoeft een verdachte geen oorlogsmisdaden te plegen om berecht te worden. De vrouw heeft het voortbestaan van IS met haar daden verlengd, is de argumentatie. Dat is voldoende om een straf opgelegd te krijgen.

De straf van zes jaar staat los van wat iemand verder gedaan heeft. Mocht iemand bijvoorbeeld iemand hebben vermoord, dan is er een levenslange celstraf mogelijk, maar zoiets is in Nederland nog niet voorgekomen.

Komen er nog meer IS-vrouwen naar Nederland?

Zeker is dat er nog groepen IS-vrouwen en -strijders in het buitenland zitten. Ze bevinden zich met name in Syrië, Turkije en Irak. Volgens de AIVD zijn er uit Nederland de afgelopen jaren in totaal ongeveer 300 mensen met “jihadistische intentie” afgereisd naar Syrië en Irak. Een derde van hen is vrouw.

Op dit moment zitten er 95 kinderen, 35 vrouwen en 15 mannen met de Nederlandse nationaliteit in Syrische kampen. Volgens de AIVD zijn er nog 20 volwassenen en 30 kinderen in Turkije. Slechts een aantal van hen zit vast en zou dus nog kunnen worden uitgezet.

Concrete plannen om deze mensen terug te laten keren zijn er nu niet. Wel bepaalde een rechter vorige week dat Nederland zich moet inspannen om 56 IS-kinderen zo snel mogelijk op te halen uit detentiekampen in het noordoosten van Syrië. Politiek is over het onderwerp veel discussie; vrijdag dient daarom een door het kabinet aangespannen hoger beroep.

Bekijk ook;

Hoe Fatima H. zonder Nederlands paspoort toch naar Nederland kwam

MSN 20.11.2019 Turkije heeft gisteravond twee IS-vrouwen en hun kinderen naar Nederland gestuurd. Eén van de twee, Fatima H. , heeft alleen de Marokkaanse nationaliteit, nadat recent haar Nederlandse nationaliteit werd afgenomen. Nederland zou er alles aan hebben gedaan om te voorkomen dat ze naar Nederland zou komen. Tevergeefs.

30 oktober melden zich twee IS-vrouwen met hun kinderen op de Nederlandse ambassade in Ankara. Ze zijn ontsnapt uit een opvangkamp in Noord-Syrië. Eén van hen is de 23-jarige Fatima H. Minister Grapperhaus van Justitie heeft toevallig die dag ook bekendgemaakt de nationaliteit van Fatima H. in te trekken vanwege haar betrokkenheid bij terroristische activiteiten als IS’er.

Nederland zit met Fatima H. in haar maag. Ze is geen Nederlands staatsburger meer en zal daarom ook niet door Nederland worden teruggenomen. Ze heeft alleen nog de Marokkaanse nationaliteit.

Lees ook:

Dit zijn de twee teruggekeerde IS-vrouwen: ‘Bewijs gruwelijkheden lastig te vinden’

Vanaf eind oktober is er contact met Turkije. Beide landen, Turkije en Nederland, houden contact over eventuele terugkeer. Ondertussen begint Turkije langzaam duidelijk te maken aan andere landen dat het heel veel meer IS’ers zal terugsturen naar de landen waar ze oorspronkelijk vandaag komen.

In Nederland berecht

Het kabinet geeft aan dat een andere IS-vrouw, de 25-jarige Xaviera S., wel naar Nederland kan komen. “Dat is staand Nederlands beleid”, zegt Grapperhaus vandaag. “IS’ers die zich in Turkije melden bij de Nederlandse ambassade of consulaat, worden geholpen om terug naar Nederland te gaan.” In Nederland worden ze dan berecht voor hun terroristische activiteiten.

Maar het probleem voor Nederland zit bij Fatima H., die niet langer de Nederlandse nationaliteit heeft. “Daar heb ik met mijn Turkse collega uitgebreid contact over gehad”, zegt Grapperhaus. Hij belt twee keer met de Turkse minister van Binnenlandse Zaken. Het eerste telefonische gesprek vindt plaats op dinsdag 5 november. “Ik heb de Turken aangegeven dat die dame alleen Marokkaans is en dus naar Marokko moet worden uitgezet.”

NCTV naar Turkije

Om zijn punt kracht bij te zetten, stuurt hij donderdag 7 november een delegatie van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid naar de Turkse hoofdstad Ankara voor overleg met de verantwoordelijke bewindspersoon. Om de druk op Turkije zoveel mogelijk op te voeren om de vrouw niet naar Nederland te sturen, zit bij het overleg volgens bronnen ook een ambtenaar van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Lees ook:

Door Turkije teruggestuurde IS-vrouwen en kinderen aangekomen in Nederland

De dag erna, op vrijdag 8 november, maakt de Turkse minister van Binnenlandse Zaken bekend dat Turkije alle IS’ers die in Syrië en Irak hebben gezeten en zich nu in Turkije bevinden, terugstuurt naar de Europese landen van herkomst. Dat gaat Turkije doen vanaf maandag 11 november.

Vreemdelingendetentie

Die dag belt Grapperhaus voor de tweede keer met de Turkse minister. Het leidt tot niets. Ingewijden benadrukken dat geen sprake is van een hoogoplopende ruzie of een diplomatieke crisis. Dat is bewust, de verhoudingen tussen beide landen zijn pas net weer een beetje hersteld, na een langdurige verslechtering. Een escalatie is niet in het belang van Nederland.

Al het overleg ten spijt zet Turkije beide vrouwen en hun kinderen dinsdagavond 19 november op het vliegtuig. Kort na 21.00 uur landen ze op Schiphol. De vrouwen worden aangehouden. De kinderen zijn ondergebracht bij de Raad voor de Kinderbescherming. Fatima H. komt in vreemdelingendetentie te zitten. Daarmee is ze officieel niet in Nederland. Ze is er wel, maar ze is er niet, zegt een ingewijde over de uitkomst van de politieke patstelling.

Eerst straf, dan naar Marokko

Fatima H. en Xaviera S. worden door het Openbaar Ministerie vervolgd voor terrorisme. Als ze worden veroordeeld zitten ze hier hun straf uit. De Marokkaanse vrouw wordt na haar eventuele gevangenisstraf uitgezet naar Marokko.

“Ze is hierheen gestuurd. Dat is natuurlijk teleurstellend”, zegt Grapperhaus. “Ze is in vreemdelingenbewaring gesteld en niet tot Nederland toegelaten. Ze zal in Nederland vervolgd worden. Het uitgangspunt is dat ze, als ze wordt berecht, hier haar straf uitzit en daarna aan Marokko wordt uitgeleverd.”

Lees ook:

Nederlandse IS-vrouwen met kinderen willen terug na ontsnapping uit kamp

RTL Nieuws; Ferdinand Grapperhaus  NCTV  Islamitische Staat  Burgeroorlog Syrië  Turkije  Syrië  Irak

Xaviera S. uit Apeldoorn werd bij een huwelijksbureau in het kalifaat besteld door de radicale Algerijn Dadi M. Ⓒ AFP

Teruggekeerde IS-bruiden zijn Xaviera en Fatima

Telegraaf 20.11.2019 IS-vrouwen Fatima en Xaviera zijn in Nederland om te worden berecht voor terrorisme. Wie zijn deze dames uit Tilburg en Apeldoorn?

Fatima H. uit Tilburg is morgen jarig, maar veel reden tot feest is er niet. Ze moet naar de terroristenafdeling van de gevangenis, haar Nederlandse paspoort is afgepakt en zelfs haar moeder en nichtje staan terecht omdat ze haar geld hadden opgestuurd toen ze nog in Syrië zat.

Volgens Belgische media is ze getrouwd geweest met de beruchte Vlaamse jihadist Ali El Morabit. Hij radicaliseerde in de kweekvijver voor fanatisme Sharia4Belgium voor hij naar Syrië vertrok. Bij verstek werd hij veroordeeld tot vijf jaar celstraf. Hij zou ook de vader van haar twee kinderen (circa 2 en 3 jaar oud) zijn, die ook zijn teruggevlogen naar Nederland.

Fatima meldde zich op eind vorige maand bij de Nederlandse ambassade in Ankara. Diezelfde dag werd haar de Nederlandse nationaliteit afgenomen en werd ze tot ongewenst vreemdeling verklaard. Minister Grapperhaus schrijft aan de Tweede Kamer dat het kabinet betreurt dat Turkije haar en de kinderen desondanks toch naar Nederland heeft gestuurd.

Haar Tilburgse moeder en haar nichtje moesten zich eerder deze maand in de Rotterdamse rechtbank verdedigen omdat ze 2900 euro naar Syrië hadden gestuurd via een ‘IS-bankier’. Fatima had hen daarom gevraagd met het bericht: ‘Mama, ik ben zwanger. Stuur alsjeblieft geld.’ Fatima H. zou moeten getuigen in de zaak tegen haar familieleden.

Wanneer ze op enig moment een in Nederland opgelegde straf heeft uitgezeten zal Fatima H. worden uitgezet naar Marokko.

Xaviera

De tweede dame die onder begeleiding van de marechaussee is teruggevlogen naar Nederland en de terroristenafdeling in Vught is Xaviera S. uit Apeldoorn. Deze Antilliaans-Nederlandse heeft haar paspoort nog wel. Ze is in Turkije berecht voor lidmaatschap van IS maar na een korte straf vrijgelaten.

Omdat ze in Turkije haar straf heeft uitgezeten voor lidmaatschap van een terroristische organisatie, kan het voor justitie in Nederland lastig worden om haar hier nog lang achter de tralies te houden.

Xaviera radicaliseerde een aantal jaar geleden binnen korte tijd. Het ene moment rookte ze nog een blowtje en zat ze aan de alcohol, het andere moment vertrok ze naar het kalifaat van IS.

Zij groeide op als een moeilijk meisje en werd zeer vroeg zwanger. Van haar studie op het Sprengeloo College kwam weinig terecht, van haar vijftiende tot haar achttiende zwierf ze met haar kind van onderkomen naar opvanghuis.

Toen ze zich tot de islam bekeerde, kwam ze even in rustiger vaarwater. Maar toen was ze plots verdwenen. Vanuit het kalifaat was ze actief op sociale media. Ze bedreigde columnist Ebru Umar met de dood, stuurde foto’s van kalasjnikovs en bejubelde terroristische aanslagen en onthoofdingen.

Ook schreef ze aan schrijfster Brenda Stoter Boscolo dat ze met haar AK-47 naar haar toe wilde komen en dat ze ’maar al te graag haar kop zou laten rollen’. ,,Ja, dit is een dreigement, lelijke nakomeling van apen en zwijnen.’’

De Apeldoornse is in Turkije wreed gescheiden van haar radicale echtgenoot. Die heet Dadi M., een Algerijn uit Eindhoven. Ook hij zat korte tijd in de cel voordat de Turken hem op straat zetten. Nederland heeft hem tot ongewenst vreemdeling verklaard en Xaviera mag waarschijnlijk Algerije niet in, dus de kans dat het paar elkaar nog in de armen sluit, lijkt klein.

Ook hun eerste ontmoeting moet weinig romantisch zijn verlopen. Dadi bestelde haar bij een huwelijksbureau in het kalifaat. Dat koppelde weduwen of net gearriveerde vrouwen aan een nieuwe echtgenoot. IS-strijders konden opgeven wat voor soort bruid ze verlangden, waarna ze een vrouw naar keuze konden afhalen. Dat werd Xaviera.

Xaviera lijkt in fanatisme weinig onder te doen voor haar man, maar die stond wel al langer op de radar. Al in 2002 was hij in beeld als ronselaar voor de taliban in Afghanistan. Hij reisde naar Iran in een poging dat land te bereiken maar dat mislukte.

Bekijk meer van; terrorisme islam familie rechterlijke macht conflicten, oorlog en vrede Xaviera Hollander Fatima H. Nederland Syrië Turkije

Dit zijn de twee teruggekeerde IS-vrouwen: ‘Bewijs gruwelijkheden lastig te vinden’

MSN 20.11.2019 Turkije heeft twee IS-vrouwen teruggestuurd naar Nederland. De 25-jarige Xaviera S. uit Apeldoorn was een bekeerlinge die razendsnel radicaliseerde en zonder haar kind naar Syrië afreisde. De 23-jarige Fatima H. uit Tilburg kreeg in het kalifaat twee kinderen met een belangrijke IS-strijder uit België.

De Antilliaans-Nederlandse Xaviera S. reisde in 2013 af naar Syrië. Vlak voor haar vertrek schreef ze op Facebook hoe blij ze was dat ze naar het kalifaat ging.

“Ik wou een doel hebben in mijn leven, mij gelukkig voelen. Ik zag zusters lopen met een ghimaar (halflange hoofddoek, red.) en het eerste wat ik zei was: ‘Mashallah, zo hoor ik er ook bij te lopen, dit is hoe ik moet leven.”

Bekeerling

Xaviera had een moeilijke jeugd. Ze kreeg op haar zestiende een kind, volgde een zorgopleiding, maar werd meerdere keren van school gestuurd. In de zomer van 2012 belandde Xaviera met haar kindje op straat. Ze zwierf van opvang naar opvang. Het ging steeds slechter met haar. Op Facebook schrijft ze daarover: “Ik begon te blowen, te drinken en ging veel uit.” Daarna bekeerde ze met hulp van haar tante en vond zingeving in de islam.

Xaviera vertrok zonder haar kindje naar het kalifaat. Van daaruit was ze actief op sociale media. Ze verscheen meerdere keren met kalasjnikovs op straat. Daar zijn ook foto’s van. Volgens de verhalen trouwde ze daar met een Nederlandse IS-strijder die later nog twee of drie vrouwen erbij kreeg.

Fatima H.

Naast Xaviera werd ook Fatima H. maandag door Turkije teruggestuurd naar Nederland. Van haar is bekend dat ze kinderen heeft van 2 en 3 jaar. Die zijn in Syrië geboren en hebben vermoedelijk geen geldige geboortebewijzen. De moslima komt uit Tilburg. Wanneer Fatima naar IS-gebied is gegaan, is niet bekend.

De 23-jarige Fatima zou met een Belgische jihadist zijn getrouwd. Hij is waarschijnlijk ook de vader van haar kinderen. Hij had een hoge functie bij een drone-eenheid bij IS.

Fatima ontsnapte vorige maand uit het Syrische opvangkamp Al-Hol. Op 30 oktober meldde ze zich op de Nederlandse ambassade in Ankara en vroeg om hulp van de ambassade om terug te keren naar Nederland. Turkije zette Fatima H. uit naar Nederland, samen met haar twee kinderen.

Kritisch uitlaten

Journalist Brenda Stoter doet al jarenlang onderzoek naar IS-vrouwen die naar het kalifaat gingen. Ze reisde zelf veel door het Midden-Oosten en bezocht vele vluchtelingenkampen. Ze kent veel verhalen achter de Nederlandse IS-vrouwen.

© Aangeboden door RTL Nederland

“Deze vrouwen zijn niet naïef. Ze wisten heel goed waarom ze naar Syrië afreisden”, zegt Stoter. Xaviera bedreigde haar na kritische berichtgeving. Ze stuurde haar een foto van een kalasjnikov en schreef daarbij dat ze ‘haar hoofd maar al te graag (zou) willen laten rollen’.

Zingeving

Volgens Stoter zijn het vaak bekeerlingen, zoals Xaviera, die naar IS-gebied trokken. “Vaak hebben deze meiden een problematisch verleden en zijn ze een zoektocht gestart. Ze zoeken naar zingeving.”

“De meeste vrouwen winnen online informatie in over het kalifaat. Ze zoeken via platforms en Facebookpagina’s naar informatie. Daar wisselen ze ook verhalen uit. Vrouwen in het kalifaat delen op die online platforms ook hun verhalen. Dat het zo geweldig is. Via via worden vrouwen uitgenodigd om naar Syrië te komen”, zegt Stoter die zelf ook infiltreerde in online platforms.

De islam geeft de vrouwen een nieuwe toekomst en houvast, zegt Stoter. “De islam biedt duidelijke kaders en regels. Daar hebben deze vrouwen behoefte aan. En de islam biedt de mogelijkheid om opnieuw geboren te worden: je het oude leven achter je te laten en een nieuw leven te starten.”

© Aangeboden door RTL Nederland

‘Ze wisten van de onthoofdingen’

Precieze cijfers zijn er niet, maar waarschijnlijk zijn er ruim 100 Nederlandse (jonge) vrouwen naar IS-gebied getrokken. Sommigen gingen alleen, anderen met hun man en kinderen. Ze kwamen vaak in Raqqa terecht; de hoofdstad van IS.

“Eind 2013 zag je dat veel vrouwen er alleen heen gingen om daar een man te zoeken. Ze gingen in Syrië het huishouden runnen of lesgeven aan kinderen. De vrouwen hielpen mee het systeem in stand te houden.”

Gruwelijkheden

Of ze deelnamen aan de gruwelijkheden?  “Er zijn zeker vrouwen die zich daaraan schuldig hebben gemaakt, maar bewijs daarvoor is vaak lastig te vinden. Maar de vrouwen zijn niet met een naïeve reden daar naar toe gegaan. Ze wisten van de onthoofdingen, slavernij en verkrachtingen. Overwinningen van IS werden door de vrouwen gedeeld.”

Stoter sprak ook veel jezidi’s. In 2014 en 2015 is deze bevolkingsgroep door IS aangevallen, vermoord of als slaven verkocht. “Ik sprak veel jezidi’s die door IS-vrouwen zijn mishandeld, verkracht of als slaaf misbruikt. De jezidi’s noemden de IS-vrouwen barbaarser dan de IS-mannen.”

Weinig bijstand

De vrouwen worden vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam. De in Tilburg geboren Fatima H. hoeft in Nederland op weinig bijstand te rekenen. De overheid heeft haar Nederlandse nationaliteit afgenomen omdat ze betrokken was bij een terreurorganisatie.

Ze heeft wel nog wel de Marokkaanse nationaliteit. Na vervolging en berechting wil het kabinet de vrouw uitzetten naar het land van haar tweede nationaliteit: Marokko.

Fatima is nu gedwongen gescheiden van haar twee kinderen. De Raad voor Kinderbescherming heeft zich ontfermd over haar twee kinderen die bij een gezinsvoogd gaan wonen.

In de cel

Xaviera S. heeft nog wel de Nederlandse nationaliteit. Zij wordt in het geval van een veroordeling niet het land uitgezet.

Hoe haal je 56 Nederlandse kinderen veilig op uit Syrië? Een verkenning van de mogelijke routes

Trouw 20.11.2019 Nederland heeft steeds gezegd dat het te onveilig is om kinderen van IS-vrouwen op te halen uit de kampen in Syrië. Ter plekke lijken toch verschillende scenario’s mogelijk.

De rechter bepaalde onlangs dat Nederland zich in moet spannen om 56 Nederlandse kinderen van IS-vrouwen op te halen uit Noordoost-Syrië. Ook de moeders zal Nederland moeten opnemen als de Syrische Koerden de kinderen anders niet laten gaan. Veel te gevaarlijk, vindt Den Haag, dat tegen het vonnis in beroep is gegaan. Maar hoe groot zijn de risico’s eigenlijk? Een verkenning van mogelijke routes.

Over de weg van de kampen naar Irak

Ook al zijn de Turken in oktober Noordoost-Syrië binnengevallen, de kampen waar de kinderen en vrouwen zitten, zijn over de weg nog bereikbaar. Het strijdgebied is ver van de kampen: zeker anderhalf uur rijden van Al-Hol (het grootste en meest zuidelijk gelegen kamp) en bijna drie uur van Al-Roj (dat noordoostelijker ligt). Journalisten en hulpverleners uit allerlei landen begeven zich op alle routes naar de kampen, zonder militaire begeleiding.

Een bus met vrouwen en kinderen valt natuurlijk wel meer op. Maar vooralsnog zijn de grensovergangen met Irak nog steeds in handen van gewapende Koerden, weliswaar allemaal met verschillende petten op. De door de Turken gehate Koerdische SDF mag zich weliswaar niet meer binnen dertig kilometer van de Turkse grens bevinden, maar kamp Al-Hol ligt daarbuiten. De Koerden zullen geneigd zijn de Nederlanders te helpen bij het transport.

Zij zijn blij als die kampen eindelijk worden leeggehaald. Ze kosten veel geld en bewakers worden er aangevallen. Vervoer vanaf Al-Hol naar Irak zou dan als volgt gaan: het eerste stuk over een weg met checkpoints van de SDF, het laatste stuk langs checkpoints van dienstplichtige Koerden (een militie los van de SDF), samen met Asayish, de Koerdische politie.

Ophalen bij Al-Roj

Als de Nederlanders niet naar Al-Hol willen rijden, omdat er nog wat Arabische dorpen in de buurt zijn waar mogelijk IS-sympathisanten zitten, is er nog een optie: de Koerden vervoeren de vrouwen van Al-Hol naar Al-Roj en Nederland pikt iedereen daar op. Al-Roj ligt in Koerdisch ‘heartland’ en dicht bij een grensovergang naar Irak.

Het is gebied waar weer Amerikaanse patrouilles rijden. Bovendien lijkt het waarschijnlijk dat een ophaalmissie wordt begeleid door Nederlandse militairen. Die zijn sowieso in de buurt: er is nog steeds een Nederlandse trainingsmissie in Irak.

Maar hoe zit het dan met het regeringsleger van Assad dat zich steeds meer laat zien in dit deel van Syrië? Dat leger neemt inderdaad steeds meer plekken in, vooral aan de grens met Turkije en bij het strijdgebied. Maar ze zijn nog ver van deze route.

Op termijn zal de regeringsvlag mogelijk wel weer overal wapperen. En dat zou betekenen dat Nederland niet meer met de Koerden, maar met de Syrische president Assad moet dealen. Assad met wie Nederland alle diplomatieke banden heeft verbroken.

Door de lucht, met Chinook transportvliegtuigen

Al-Hol ligt maar zo’n vijftien kilometer van de Iraakse grens. Met Chinook-transporthelikopters is prima te landen naast het kamp. Het is groot open gebied, wat weinig mogelijkheden biedt voor grondvuur, zoals dat lang een dreiging was bij het vliegveld van Bagdad.

Mocht het door geld en onderdelentekorten geplaagde Nederlandse leger zelf geen Chinooks kunnen regelen, dan zijn er altijd nog de Amerikanen die daarbij hulp hebben aangeboden. Zij hebben al andere landen, zoals Kosovo, geholpen hun eigen mensen terug te halen.

Vraag het de Nederlandse ambtenaren

Dat het niet zo moeilijk is om de kampen te bereiken weet de Nederlandse staat overigens al lang. Zowel Al-Hol als Al-Roj is in het afgelopen jaar met regelmaat bezocht door leden van een Nederlandse inlichtingendienst die de vrouwen uitgebreid hebben verhoord. Interessant zou zijn om van die Nederlandse ambtenaren te horen welke route zij in Syrië hebben afgelegd en door wie ze daarbij zijn begeleid.

Lees ook:

Wie de macht heeft in Noord-Syrië? Niemand die het nog weet

In Noord-Syrië is het chaos troef. Militairen van allerlei pluimage bewegen er door elkaar heen. ‘In de kern hebben we hier vrede nodig.’

Meer over; conflicten, oorlog en vrede Nederland gewapend conflict Al-Hol Irak Al-Roj Hans Jaap Melissen

Door Turkije teruggestuurde IS-vrouwen en kinderen komen aan in Nederland

MSN 19.11.2019Twee IS-vrouwen zijn vanuit Turkije teruggestuurd naar Nederland. Ze zijn vanavond geland. Een van de vrouwen heeft de Nederlandse nationaliteit, van de ander is de nationaliteit afgepakt. Ook de twee kinderen van de tweede vrouw zijn in Nederland aangekomen.

Een van de vrouwen had zich eind oktober bij de ambassade in Ankara gemeld met het verzoek om hulp om naar Nederland terug te keren. Haar Nederlandse paspoort is echter afgenomen en ze is hier ongewenst verklaard.

Toegang geweigerd

Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid schrijft aan de Tweede Kamer dat hij hier meerdere keren met de minister van Binnenlandse Zaken van Turkije over heeft gesproken. Het kabinet betreurt het dat de vrouw toch naar Nederland is gestuurd.

De 25-jarige vrouw is bij aankomst in Nederland de toegang geweigerd. Ze is vastgezet en zal worden vervolgd voor deelneming aan een terroristische organisatie. Daarna wil Nederland haar uitzetten naar Marokko, het land waar ze wel een paspoort van heeft. Haar kinderen van 3 en 4 jaar oud zijn overgedragen aan de Kinderbescherming.

Andere vrouw

Naast deze vrouw is ook een 23-jarige vrouw naar Nederland uitgezet die sinds januari 2018 in Turkije in vreemdelingendetentie zat. Zij heeft wel de Nederlandse nationaliteit. Ook zij is aangehouden op verdenking van deelneming aan een terroristische organisatie en zal hier worden vervolgd en berecht.

Twee door Turkije teruggestuurde IS-vrouwen opgepakt op Schiphol

NU 19.11.2019 Twee vrouwen die zich in het strijdgebied van IS in Syrië bevonden en later vastzaten in Turkije, zijn het land uitgezet en dinsdagavond na aankomst op Schiphol aangehouden, meldt het Openbaar Ministerie (OM).

De vrouwen worden verdacht van deelname aan een terroristische organisatie. Het gaat om een vrouw van 23 jaar en een van 25 jaar met twee kinderen. De kinderen zijn drie en vier jaar oud.

De vrouwen zijn door Turkije op het vliegtuig naar Nederland gezet. De 25-jarige vrouw had zich eind oktober gemeld bij de Nederlandse ambassade in Ankara. De andere vrouw zat sinds januari 2018 al vast in Turkije.

Hoewel het Nederlanderschap van een van de vrouwen was ingetrokken, is zij toch door de Turkse autoriteiten naar Nederland gestuurd. In een Kamerbrief zegt het kabinet het te betreuren dat Turkije haar alsnog heeft teruggestuurd. Het kabinet wil dat ze na vervolging, berechting en een eventuele detentieperiode wordt uitgezet naar Marokko.

Beide vrouwen worden vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam. De kinderen zijn overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.

Turkije wil meeste IS-strijders voor einde jaar terugsturen

Turkije is vorige week begonnen met het terugsturen van gevangenen IS-strijders naar hun thuisland. Het is nog onduidelijk om hoeveel gevangen het precies gaat.

Toch zegt Ankara dinsdag te denken voor het einde van het jaar de meeste IS-strijders terug te hebben gestuurd naar hun thuisland. Daarbij gaat het ook om gevangenen wiens nationaliteit al is ingetrokken. “Ze hebben niet het recht om burgers hun nationaliteit te ontnemen”, aldus de Turkse minister van Binnenlandse zaken Süleyman Soylu.

Behalve de Nederlandse vrouwen heeft Turkije tot nu toe tien Duitsers, een Amerikaan en een Brit teruggestuurd.

Lees meer over: Syriëgangers  Binnenland

Vrouw in Koerdisch kamp in Noord-Syrië waar familie van IS-strijders worden vastgehouden (archief) AFP

Turkije stuurt twee IS-vrouwen terug naar Nederland

NOS 19.11.2019 Turkije heeft twee IS-vrouwen teruggestuurd naar Nederland. Ze zijn na aankomst op Schiphol door de marechaussee aangehouden en overgedragen aan de politie. Ze worden verdacht van het deelnemen aan een terroristische organisatie. Een van de twee vrouwen is haar Nederlandse nationaliteit ontnomen.

Het gaat om een vrouw van 23 en een van 25 jaar met twee kinderen van 3 en 4 jaar. De 25-jarige vrouw had zich eind oktober gemeld bij de Nederlandse ambassade in Ankara. De andere vrouw is in januari 2018 aangehouden in Turkije.

Het kabinet had aan Turkije laten weten dat de vrouw van wie het Nederlanderschap is ingetrokken tot ongewenste vreemdeling is verklaard en daarom niet naar Nederland zou moeten worden uitgezet, maar Turkije deed dat toch.

Deze vrouw is op Schiphol de toegang tot Nederland geweigerd en vervolgens aangehouden. Na vervolging en berechting wil het kabinet de vrouw uitzetten naar het land van haar tweede nationaliteit: Marokko. De kinderen van de vrouw zijn overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.

Beide vrouwen worden vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam.

Bekijk ook;

Twee IS-vrouwen terug in Nederland met kinderen

Telegraaf 19.11.2019 Turkije heeft twee IS-vrouwen naar Nederland teruggestuurd. Ze zijn dinsdagavond aangekomen op Schiphol en meteen aangehouden. Een van de vrouwen had ook twee kinderen bij zich.

Van die vrouw, Fatima H. uit Tilburg, is onlangs de Nederlandse nationaliteit afgenomen en ze is tot ongewenst vreemdeling verklaard. Minister Grapperhaus schrijft aan de Tweede Kamer dat het kabinet betreurt dat Turkije haar en de kinderen desondanks toch naar Nederland heeft gestuurd.

Bij aankomst op Schiphol is de vrouw meteen opgepakt door de Koninklijke Marechaussee. Ze wordt hier vervolgd, berecht en na een eventuele gevangenisstraf uitgezet naar Marokko, het land van haar andere nationaliteit. De kinderen, 3 en 4 jaar oud, zijn overgedragen aan de kinderbescherming.

Terroristische organisatie

Met dezelfde vlucht is ook nog een andere vrouw teruggekeerd naar Nederland. Zij heeft wel een Nederlands paspoort en is onder begeleiding van de marechaussee naar Nederland gekomen. Ook deze vrouw is aangehouden en wordt nu in Nederland vervolgd.

Het Openbaar Ministerie meldt in een bericht dat de vrouwen worden verdacht van deelneming aan een terroristische organisatie.

De vrouwelijke Syriëgangers waren met hun kinderen ontsnapt uit een gevangenkamp in Syrië. Nog voor de Turkse inval in Noord-Syrië, wisten de vrouwen met hun kinderen te ontsnappen uit het door Koerdische strijders gerunde gevangenenkamp Al Hol.

Grapperhaus meldde eind oktober al aan de Kamer dat de twee vrouwen zich hadden gemeld bij de Nederlandse ambassade in Turkije. Het was niet voor het eerst dat dat gebeurt. Nederland heeft afspraken met Turkije dat IS-vrouwen en hun kinderen in overleg teruggestuurd kunnen worden.

Bekijk meer van; terreurdaad samenleving terrorisme Amsterdam Syrië Islamitische Staat

Twee IS-vrouwen teruggekeerd in Nederland en aangehouden

AD 19.11.2019 Twee door Turkije teruggestuurde vrouwelijke Syriëgangers zijn met hun kinderen in Nederland aangekomen. De vrouwen zijn op Schiphol direct aangehouden. Dat meldt het Openbaar Ministerie.

Het gaat om vrouwen van 23 en 25 jaar oud en twee kinderen van 3 en 4 jaar oud. De vrouwen worden verdacht van deelneming aan een terroristische organisatie. De Koninklijke Marechaussee hield de vrouwen aan en heeft hen overgedragen aan de politie. De kinderen zijn overgedragen aan de Kinderbescherming.

De 25-jarige vrouw heeft zich eind oktober gemeld bij de Nederlandse ambassade in Ankara. De andere vrouw is in januari 2018 aangehouden in Turkije. De vrouwen worden vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam.

Terugsturen

Turkije is deze week begonnen met het terugsturen van opgepakte strijders van Islamitische Staat (IS) naar hun land van herkomst. Het gaat om IS-strijders die Turkije eerder heeft opgepakt in Noord-Syrië tijdens de militaire operatie daar.

Minister Suleyman Soylu meldde begin deze maand al dat Ankara de strijders wilde terugsturen, maar gaf toen geen termijn. De Turkse regering ergert zich aan de passiviteit van Europese landen bij het terughalen van Syriëgangers.

Door Turkije teruggestuurde IS-vrouwen en kinderen komen aan in Nederland

RTL 19.11.2019 Twee IS-vrouwen zijn vanuit Turkije teruggestuurd naar Nederland. Ze zijn vanavond geland. Een van de vrouwen heeft de Nederlandse nationaliteit, van de ander is de nationaliteit afgepakt. Ook de twee kinderen van de tweede vrouw zijn in Nederland aangekomen.

Een van de vrouwen had zich eind oktober bij de ambassade in Ankara gemeld met het verzoek om hulp om naar Nederland terug te keren. Haar Nederlandse paspoort is echter afgenomen en ze is hier ongewenst verklaard.

Lees ook:

Turkije bedankt Nederland voor terugnemen IS’ers

Toegang geweigerd

Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid schrijft aan de Tweede Kamer dat hij hier meerdere keren met de minister van Binnenlandse Zaken van Turkije over heeft gesproken. Het kabinet betreurt het dat de vrouw toch naar Nederland is gestuurd.

De 25-jarige vrouw is bij aankomst in Nederland de toegang geweigerd. Ze is vastgezet en zal worden vervolgd voor deelneming aan een terroristische organisatie. Daarna wil Nederland haar uitzetten naar Marokko, het land waar ze wel een paspoort van heeft. Haar kinderen van 3 en 4 jaar oud zijn overgedragen aan de Kinderbescherming.

Andere vrouw

Naast deze vrouw is ook een 23-jarige vrouw naar Nederland uitgezet die sinds januari 2018 in Turkije in vreemdelingendetentie zat. Zij heeft wel de Nederlandse nationaliteit. Ook zij is aangehouden op verdenking van deelneming aan een terroristische organisatie en zal hier worden vervolgd en berecht.

Lees ook:

Staat moet kinderen van IS-vrouwen terughalen uit Syrië

RTL Nieuws; Recep Tayyip Erdogan  Islamitische Staat  Turkije  Nederland

Blok: Banden aanhalen met Al Assad maakt Nederland ongeloofwaardig

NU 14.11.2019 Het CDA-voorstel om de diplomatieke banden met de Syrische dictator Bashar Al Assad aan te halen maakt het Nederlands mensenrechtenbeleid in het buitenland “ongeloofwaardig” en zal als een beloning worden gezien door dictators en autocratische regimes die hun bevolking onderdrukken. Dat zei minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) donderdag tijdens een debat in de Tweede Kamer.

“Iedere potentaat en iedere mensenrechtenschender wil horen dat als je maar lang genoeg blijft zitten, de banden weer worden aangehaald. Dat signaal mogen we als Nederland nooit uitzenden”, aldus de bewindsman. “Al Assad verdient geen plek aan de onderhandelingstafel, maar een plek in de beklaagdenbank.”

Nederland heeft in 2012 samen met een groot aantal Europese landen de diplomatieke banden met het regime van Al Assad verbroken. Al Assad wordt verantwoordelijk gehouden voor honderdduizenden doden en miljoenen vluchtelingen als gevolg van de Syrische burgeroorlog die sinds 2011 gaande is.

Nederlandse IS’ers mogelijk in handen van Al Assad

Nadat de Amerikaanse president Donald Trump de troepen uit Syrië trok en Turkije overging tot een militaire inval in Noord-Syrië, zit Al Assad, met de steun van Rusland stevig in het zadel. Omdat er momenteel Nederlandse IS-strijders in gevangenenkampen vastzitten in Syrië, is de mogelijkheid aanwezig dat de Nederlandse uitreizigers in handen vallen van Al Assad.

CDA-Kamerlid Martijn van Helvert vindt dat Nederland op het laagste diplomatieke niveau de banden met Al Assad moet herstellen. Onder meer om te zorgen dat de Nederlandse IS’ers hun straf niet ontlopen.

Wat minister Blok betreft is het uitgesloten dat er met Al Assad onderhandeld zal worden. Met onder meer gifgasaanvallen tegen de eigen bevolking is het volgens Blok geen optie om zijn “gruwelijke misdrijven” te negeren.

Blok bestrijdt het beeld dat Al Assad stevig in het zadel zit. “Zijn positie is wankeler dan wordt aangenomen”, aldus de minister. Hij wijst op de internationale sancties tegen de Syrische leider die zijn bondgenoten Rusland en Iran duidelijk moeten maken dat zij “failliete boedel” steunen.

‘Waarom wel diplomatieke banden met China en Saoedi-Arabië?’

Van Helvert hield de minister voor dat Nederland wel tot op het hoogste diplomatieke niveau banden onderhoudt met China, dat zich met onder andere de onderdrukking van de Oeigoeren ook schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen.

Hij kreeg bijval van SP’er Sadet Karabulut die wees op de vriendschappelijke relaties met Saoedi-Arabië dat een bloedige oorlog voert in Jemen waar het aantal dodelijke slachtoffers is opgelopen tot honderdduizend en waar de kroonprins Mohammad Bin Salman verantwoordelijk wordt gehouden voor de moord op de journalist Jamal Kashoggi.

Lees meer over: Syrië Politiek Stef Blok

Blok: Geen plek voor Assad aan onderhandelingstafel

AD 14.11.2019 Het kabinet neemt afstand van het voorstel van het CDA om met de Syrische dictator Bashar al-Assad te gaan praten. ,,Assad verdient geen plaats aan de onderhandelingstafel, maar een plaats in de beklaagdenbank”, stelde minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken. ,,Bij voorkeur van het Internationaal Strafhof in Den Haag.”

Blok reageerde in het debat over de begroting van zijn departement op het pleidooi van CDA-Kamerlid Martijn van Helvert om de diplomatieke banden met het regime Assad aan te halen. Dat is volgens Van Helvert nodig omdat pogingen Assad te verdrijven niet zijn gelukt, maar het kabinet wel IS-strijders in de regio wil berechten. Daarvoor is volgens de CDA’er overleg nodig.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Totaal ongeloofwaardig

Dat wijst Blok af. ,,Als Nederland nu de leiding neemt in het praten Syrië, worden we totaal ongeloofwaardig als pleitbezorger voor mensenrechten.” De VVD-bewindsman wil een door Assad geleid Syrië ook niet accepteren. ,,De onderbouwing van de heer Van Helvert van ‘hij zit er nog dus we moeten ons erbij neerleggen’ is de droom van elke potentaat. Dat signaal mogen we nooit gaan uitzenden als Nederland.”

Daarbij is de positie van Assad volgens Blok ‘wankeler dan wordt gesuggereerd’. ,,Als je zoveel schade hebt aangericht in je eigen land, kun je niet meer op een geloofwaardige manier functioneren.” Hij stelde dat verschillende westerse landen ‘de duimschroeven hebben aangehaald’ door sancties in te stellen. ,,We ook laten aan de bondgenoten van Syrië, zoals Rusland, weten dat ze een failliete boedel steunen.”

Mensenrechten

Van Helvert wierp tegen dat het kabinet wel betrekkingen onderhoudt met China, een land waar ook sprake is van mensenrechtenschendingen. SP-Kamerlid Sadet Karabulut noemde ook Saoedi-Arabië als voorbeeld van een land waar de mensenrechten te wensen overlaten. Met vertegenwoordigers van beide regeringen sprak de Tweede Kamer donderdag nog.

IS-kinderen ophalen? Neem wel de juiste weg!

AD 14.11.2019 De rechter heeft bepaald dat Nederland ‘zijn’ IS-kinderen moet ophalen uit gevangenkampen in Noord-Syrië. Maar kan dat eigenlijk nog wel nu het gebied vanwege de Amerikaanse terugtrekking en Turkse invasie een chaotisch en gevaarlijk gebied is geworden?

© AFP Het klinkt in theorie allemaal zo simpel: even de Nederlandse IS-kinderen en mogelijk ook hun moeders ophalen uit Noord-Syrië. Maar, zoals zo vaak, ligt het in de praktijk een stuk moeilijker en ingewikkelder.

Want sinds begin oktober dit jaar – toen Turkije Noord-Syrië binnenviel nadat president Trump onverwacht Amerikaanse soldaten had teruggetrokken – is het relatief rustige Koerdische noorden van Syrië veranderd in een gevaarlijke en uiterst chaotische regio.

En dat zei de rechter die maandag in kort geding oordeelde dat Nederland de kinderen moet ophalen, er ook bij: ,,Er kan niet van de Staat worden verwacht dat ze grote veiligheidsrisico’s neemt.’’

In Noord-Syrië vechten namelijk nu de volgende partijen: het Turkse leger, pro-Turkse Syrische milities, SDF-Koerden, Amerikanen, het Syrische leger, pro-Assad-milities, het Russische leger en loslopende IS-slaapcellen die aanslagen plegen.

Het probleem voor een mogelijke Nederlandse ophaalmissie is dat het grootste gevangenkamp waar de IS-vrouwen en kinderen zich bevinden, het al-Hawl-kamp, middenin dit woelige gebied ligt. Van de 23 vrouwen en 56 kinderen die meededen aan het kort geding zitten er 16 vrouwen en 41 kinderen in dat kamp. De anderen (7 vrouwen en 15 kinderen) zitten in kamp Al-Roj, dicht tegen de Turkse grens.

Lees ook;

Wat vraag je iemand die de laatste kus van zijn vermoorde vrouw nog op zijn lippen voelt branden?

Lees meer

Rechter: Kinderen van IS-vrouwen moeten worden teruggehaald uit Syrië

Lees meer

Turkije begint maandag met terugsturen IS'ers naar land van herkomst

Lees meer

Britse journalist onthutst na bezoek aan Syrisch vluchtelingenkamp: ‘In Al-Hol wordt een mini-kalifaat gecreëerd’

Britse journalist onthutst na bezoek aan Syrisch vluchtelingenkamp: ‘In Al-Hol wordt een mini-kalifaat gecreëerd’

Lees meer

Ophaalmissie

Als er al een ophaalmissie komt, zal die hoogstwaarschijnlijk worden georganiseerd vanuit het rustige Erbil, in het veilige Koerdische deel van Noord-Irak. Vanuit Erbil is er slechts één mogelijkheid voor de Nederlandse ophaalmissie om het gevaarlijke Noord-Syrië te bereiken. En wel via de strategisch Semalka-grensovergang, de enige werkende grens tussen Iraakse Koerden en Syrische Koerden.

Tot nu toe is de Semalka-grensovergang nog in handen van de SDF, van de Syrische Koerden dus. Maar Turkije ligt op slechts drie kilometer afstand. Als de Turken het willen en een beetje doorrijden, kunnen ze Semalka binnen een halfuur innemen en dus de grens afsluiten.

Zelfde geldt voor het Syrische leger en de Russen. Zij zitten al nabij de stad Al Malikyah (in het Koerdisch: Derik). Ook daarvandaan is het slechts 30 minuten naar de Semalka-grensovergang.

Met andere woorden: Als de Nederlandse ophaalmissie via de Semalka-overgang Noord-Syrië in gaat, bestaat de kans dat de Koerden daarna de controle over de grens verliezen. Dan kan je niet meer terug naar het veilige Noord-Irak en zit de Nederlandse ophaalmissie dus vast in Noord-Syrië.

© EPA Al-Hawl-kamp

CDA wil banden met Al Assad aanhalen, maar Kamer wijst het voorstel af

NU 13.11.2019 CDA-Kamerlid Martijn van Helvert stelt voor dat Nederland de diplomatieke banden met de Syrische president Bashar Al Assad aanhaalt. Volgens Van Helvert is dat nodig om een oplossing te vinden voor de berechting van Nederlandse IS-strijders en de terugkeer van Syriërs die het regime van Al Assad ontvluchtten.

De christelijke partij deed het voorstel woensdag in een debat in de Tweede Kamer, maar vond weinig steun bij zowel de oppositie als de coalitiepartijen.

“Praten met Al Assad kan gezien worden als politiek gezichtsverlies”, aldus Van Helvert. Tegelijkertijd ziet hij dat het de Amerikanen, de Europese partners, maar ook Islamitische Staat niet gelukt is om Al Assad ten val te brengen en dat de Syrische dictator weer stevig in het zadel zit.

De CDA’er schat in dat een toekomst van Syrië met Al Assad zorgt voor de stabiliteit die nodig is om onder meer de Syrische vluchtelingen in Nederland terug te sturen. En nu Irak de berechting van Nederlandse IS-strijders die momenteel in Syrië vastzitten niet ziet zitten, moet de optie dat zij in Syrië berecht worden opgehouden worden.

CDA krijgt kritiek van oppositie en coalitie

De VVD snapt niet waarom Nederland “een knieval” in de richting van Al Assad moet maken en op eigen houtje de banden moet aanhalen.

De partij pleitte er in het verleden voor om juist met dictators in gesprek te gaan, maar een herstel van diplomatieke banden met Al Assad gaat VVD-Kamerlid Sven Koopmans te ver. “Hoe kan Al Assad, die honderdduizenden burgerdoden op zijn geweten heeft, bijdragen aan stabiliteit? Welke stabiliteit?”, meent Koopmans.

Ook D66’er Sjoerd Sjoerdsma ziet niets in het voorstel. “Al Assad is Islamitische Staat in een net pak. Hij is pleegvader van IS.” Sjoerdsma wijst erop dat Al Assad heeft bijgedragen aan de opkomst van IS door radicale jihadisten uit de Syrische gevangenissen vrij te laten. Berechting van de Nederlandse IS’ers overlaten aan Al Assad is volgens de D66’er een slecht plan, aangezien de Syrische president IS’ers in het verleden heeft vrijgelaten.

GroenLinks waarschuwt dat het aanhalen van de diplomatieke banden door Al Assad gezien zal worden als een beloning voor “zijn walgelijke gedrag”. De PvdA wijst erop dat de Syrische vluchtelingen het schrikbewind van Al Assad juist ontvluchtten.

Blok wil banden niet aanhalen

Het ziet er dan ook niet naar uit dat het kabinet gehoor zal geven aan de oproep van het CDA. Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) zei dit weekend in een interview met NU.nl dat er voor Al Assad geen toekomst is in Syrië.

Blok zei niet te kunnen uitsluiten dat de Nederlandse IS’ers die momenteel vastzitten in Syrië in handen vallen van Al Assad, maar dat betekent niet dat Nederland de diplomatieke banden zal herstellen.

“Ik laat me niet door Al Assad chanteren om de diplomatieke banden aan te halen. Voor Al Assad is er geen toekomst in Syrië. De misdrijven tegen de menselijkheid die hij heeft gepleegd, zijn zó verschrikkelijk. Hij kan niet blijven”, aldus Blok.

Zie ook: Blok over Nederland op wereldtoneel: ‘Laat me niet chanteren door Assad’

CDA wijst op diplomatieke banden met China

Van Helvert is het met de Kamer eens dat Al Assad verantwoordelijk is voor gruwelijkheden tegen de eigen bevolking, maar herhaalt dat het de westerse bondgenoten niet gelukt is om hem af te zetten.

Nu Al Assad, na het vertrek van de Amerikanen en de inval van Turkije, met de hulp van Rusland steviger in het zadel zit, vindt Van Helvert dat Nederland in ieder geval de banden op het laagste diplomatieke niveau moet aanhalen.

Hij wijst zijn collega-Kamerleden er ook op dat Nederland op het allerhoogste niveau goede banden onderhoudt met China, terwijl het land op grote schaal mensenrechtenschendingen begaat, zoals de onderdrukking van de Oeigoeren.

Lees meer over: Syrië  Politiek

Kamer wijst CDA-plan om banden met Assad aan te halen af

AD 13.11.2019 Het CDA pleit voor het aanhalen van diplomatieke banden met het regime van de Syrische dictator Assad. Nu duidelijk is dat de pogingen om hem ten val te brengen niet zijn gelukt en het kabinet vasthoudt aan de wens om IS-strijders in de regio te berechten, is dat volgens de regeringspartij de enige optie.

Dat stelde Kamerlid Martijn van Helvert bij het debat over de begroting Buitenlandse Zaken. Volgens de CDA’er is het nu eenmaal zo dat Assad in het zadel zit én blijft, vooral nu de Amerikanen hun troepen uit Syrië hebben teruggetrokken. ,,Kiezen we voor een blijvende destabilisatie, met mogelijk een nieuwe vluchtelingenstroom? Dan moeten we doorgaan op de ingeslagen weg. Maar het CDA wil kiezen voor stabilisatie.”

CDA-Kamerlid Martijn van Helvert tijdens een eerder debat in de Tweede Kamer. © ANP/Phil Nijhuis

Dat nam de rest van de Kamer Van Helvert niet in dank af, getuige de Kamerleden die zich verdrongen bij de interruptiemicrofoon. ,,De stabiliteit van Assad is de stabiliteit van het mortuarium”, vond PVV-Kamerlid Raymond de Roon. ,,Dit is een klap in het gezicht van de miljoenen mensen die slachtoffer zijn geworden van Assad”, stelde GroenLinks-Kamerlid Bram van Ojik. En is Van Helvert de gifgasaanvallen tegen zijn eigen mensen vergeten?, vroeg PvdA’er Lilianne Ploumen zich af.

Van Helvert stelde te begrijpen dat zijn collega-Kamerleden hem wilden vertellen ‘hoe verschrikkelijk Assad is’. ,,Dat weet ik. Dat ben ik het absoluut met u eens.” Daarom werd ook geprobeerd Assad ‘weg te sturen’. ,,Maar dat is niet gelukt.”

Ik ben het absoluut met u eens dat Assad verschrik­ke­lijk is, aldus Martijn van Helvert, CDA.

Samenwerken

Met die realiteit moet nu rekening worden gehouden, vindt hij. Hij noemde Koerden en vervolgde christenen als voorbeeld. ,,Die zeggen: spreek met Assad, want de Turken zijn vele malen erger”, aldus Van Helvert, die benadrukte dat hij er niet voor pleit om álle banden te herstellen. ,,Ik vraag om consulaire samenwerking.” Ook dat is onbespreekbaar voor de Kamer. Nederland verbrak in 2012 de banden met Syrië.

Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken wil pas morgen, als hij aan het woord komt, op de oproep van het CDA reageren. Eerder deze week zei hij nog dat er voor Assad geen toekomst is in Syrië.

In 2015 stelde toenmalig VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra dat Nederland moest samenwerken met dictators. Dat kwam hem toen ook op veel kritiek te staan. ,,Ik dacht dat de doctrine ‘knuffelen met dictators’ van het toneel was verdwenen met het vertrek van Zijlstra”, hoonde D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma.

,,Je moet met slechte mensen praten om een einde te maken aan de hele slechte dingen die ze doen”, erkende VVD-Kamerlid Sven Koopmans. Maar hij wil dat dat via internationale organisaties gaat. ,,Ik snap niet waarom Nederland voorop moet lopen.”

Van Helvert vindt oud-Syrië-gezant Koos van Dam aan zijn zijde, die al langer stelt dat EU-landen de betrekkingen met het Syrische regime niet hadden moeten verbreken. Deze week werd bekend dat een aantal EU-landen weer in gesprek zijn met de Syrische autoriteiten. ,,Na meer dan acht jaar oorlog begint bij sommigen het kwartje te vallen.” Wel denkt Van Dam dat de oorlog nog lang niet voorbij is en het lange tijd zal duren voor de betrekkingen echt worden hersteld.

De rechter besloot afgelopen week dat 56 kinderen van IS-vrouwen door de Nederlandse staat moeten worden teruggehaald.

Een vrouw duwt een kinderwagen voort in Kamp Al-Hol, waar veel ’IS-bruiden’ opgesloten zitten. Ⓒ Foto AFP

Assad en IS hand in hand

Telegraaf 13.11.2019 Het CDA heeft zijn hoop gevestigd op Bashar al-Assad voor de berechting en opsluiting van IS-terroristen, maar het was de Syrische dictator zelf die instrumenteel was bij de opmars van de extremisten. Hij zette de gevangenissen openen voor honderden, mogelijk zelfs duizenden jihadstrijders, kocht hun olie en verplaatste ze door het hele land, zodat zij tegen de gematigde rebellen konden vechten.

Het doel van Assad was om de oppositie in diskrediet te brengen en de oorlog in zijn land af te schilderen als er een tussen zijn regime en extremisten. Tussen goed en kwaad, waarbij het Westen uiteindelijk voor hem zou kiezen. Die tactiek werpt nu, na jaren oorlog en honderdduizenden doden, zijn vruchten af. Volgens Kamerlid Martijn van Helvert moet Nederland zijn afschuw voor het regime laten varen en een „opening naar Assad” zoeken. Dat is volgens hem de enige manier om IS’ers in de regio te berechten.

Bekijk ook: 

CDA: ga met Assad praten 

Uitvalsbasis

De Syrische dictator heeft de jihadisten altijd als middel ingezet. Zijn land diende, na de Amerikaanse bezetting van Irak in 2003, als uitvalsbasis voor terreuraanslagen tegen de Amerikanen in het buurland. Daarbij kwamen duizenden soldaten om het leven. Toen hij de extremisten niet meer nodig had, sloot hij een groot deel van hen op, om ze na de uitbraak van de opstand tegen zijn regime in 2011 weer vrij te laten.

Zij zouden voor een groot deel het leiderschap gaan vormen van de Syrische tak van IS. Een van de gevangenen die uit de beruchte Sednaya-gevangenis werd vrijgelaten was Amr al-Absi. Die stond later in nauw contact met de extremisten die verantwoordelijk waren voor dodelijke aanslagen in Parijs en Brussel. Ook was hij de baas van Jihadi John, de Britse extremist verantwoordelijk voor het onthoofden van tal van westerse gevangenen. Al-Absi kwam drie jaar geleden om bij een Amerikaanse luchtaanval.

De Syrische president Bashar al-Assad vierde eerder deze week de geboorte van de profeet Mohammed in de Al-Murabet Mosque in Damascus.

De Syrische president Bashar al-Assad vierde eerder deze week de geboorte van de profeet Mohammed in de Al-Murabet Mosque in Damascus. Ⓒ FOTO EPA

Assad liet in 2013 bij een gevangenenruil met een extremistische beweging ook een van de breinen achter de aanslagen van 11 september vrij. Deze Mohammed Haydar Zammer, die een belangrijke rol speelde bij het samenstellen van de Hamburgse cel rond Mohammed Atta, sloot zich direct aan bij Islamitische Staat. Hij wordt nu door de Koerden vastgehouden in het noordoosten van Syrië.

Al-Baghdadi

De hulp van Assad aan Islamitische Staat reikt veel verder. Een oud-inlichtingenofficier van zijn regime verklaarde enkele jaren geleden dat het regime niet alleen de extremisten heeft vrijgelaten, „het hielp hen bij het opzetten van hun militaire brigades”. En in plaats van de strijd met hen aan te gaan, verplaatste hij hen door heel het land zodat zij de rebellen, diens belangrijkste tegenstanders, konden bevechten.

Het laatste – bekende – grote transport vond vorig jaar plaats. Toen hielp het regime, aldus het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, met het overbrengen van zeker 400 IS-strijders van een van hun laatste bolwerken in het oosten van Syrië naar de provincie Idlib. De komst van die groep maakte het later voor IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi mogelijk om daar naartoe te vluchten.

Assads doel is ook hier duidelijk. Hij staat op het punt een grote offensief in Idlib te beginnen, het laatste grote gebied dat in handen is van de rebellen. Dat zijn weliswaar voor het merendeel ook jihadisten, maar net een graadje minder erger dan IS. Door Islamitische Staat daarnaartoe te halen, hoopt hij dat het Westen zijn bezwaren tegen het offensief, in een gebied waar ook miljoenen burgers wonen, zal laten varen.

Eigen gewin

Zo zet Assad, die ook jarenlang olie kocht van de extremisten, Islamitische Staat voortdurend in voor eigen gewin. Mocht hij, zoals het CDA wil, een rol gaan spelen bij de gevangenname van IS-strijders dan zal hij daar ongetwijfeld iets voor terug willen zien. Geld bijvoorbeeld. De lakei van Rusland en Iran heeft honderden miljarden nodig voor de wederopbouw van zijn land.

Maar de man die verantwoordelijk is voor honderdduizenden doden, gigantische gifgasaanvallen en kerkers waar tot op de dag van vandaag gevangenen worden doodgemarteld, zal waarschijnlijk niet aarzelen om de extremisten, als hem dat uitkomt, in de toekomst weer vrij te laten.

Bekijk meer van; terrorisme burgeroorlog Bashar al-Assad Martijn van Helvert Abu Bakr al-Baghdadi Syrië Islamitische Staat Christen-Democratisch Appèl

CDA: ga met Assad praten

Telegraaf 13.11.2019 Nederland moet z’n morele bezwaren laten varen en gaan praten met de Syrische dictator Assad. Dat wil het CDA. De partij roept het kabinet vandaag bij het begrotingsdebat Buitenlandse Zaken op de diplomatieke betrekkingen met Damascus te herstellen.

Volgens Kamerlid Martijn van Helvert is een ’opening naar Assad’ de enige manier waarop Nederland IS-strijders in de regio kan berechten. „We kunnen wel blijven zeggen: wat een enge man, die Assad, maar daarmee schieten we uiteindelijk niets op.”

Het kabinet wil geen IS-aanhangers naar Nederland halen en wil een tribunaal in Irak om jihadisten daar te kunnen berechten. Irak staat niet te springen, en wil alleen landgenoten berechten of jihadisten die hun misdaden in Irak hebben begaan.

Bekijk ook: 

’Stel Nederland niet bloot aan dit gevaar’ 

Nederland heeft al sinds maart 2012 geen diplomatieke banden meer met het Syrische regime, dat verantwoordelijk is voor honderdduizenden doden. Volgens minister Blok (Buitenlandse Zaken) is er geen toekomst voor Syrië als Assad president blijft.

Toch, of we het nou leuk vinden of niet, is Assad de oorlog aan het winnen, stelt Van Helvert vast. „Dat heeft noch onze afschuw noch de Toyota’s die we hebben geschonken aan de gewapende oppositiegroepen kunnen voorkomen.”

Kinderen

Het CDA sluit met z’n oproep aan bij de discussie over het al dan niet terughalen van kinderen van IS-aanhangers. Afgelopen maandag oordeelde de rechter dat de Staat zich moet inspannen om 56 kinderen van 23 IS-vrouwen die nu vastzitten in Koerdische gevangenkampen in Noord-Syrië, terug te halen. Het kabinet gaat tegen deze uitspraak in beroep via een zogeheten turbo-appèl.

Bekijk ook: 

’De kinderen zijn het slachtoffer’ 

Ministers Blok en Grapperhaus (Justitie) vinden dat de rechter te weinig rekening heeft gehouden met internationale betrekkingen. Het kabinet vindt dat het zelf het buitenlandbeleid bepaalt, en niet de rechter.

Intussen moet Nederland wel een begin maken met het uitvoeren van het vonnis. Dat doet het door gesprekken te voeren met de Amerikanen, die Nederland wil helpen met de repatriëring van IS’ers. Het uitvoeren van het vonnis is een dilemma: het kabinet wil geen onomkeerbare stappen zetten en zal toch IS-families moeten terughalen.

Bekijk meer van; Bashar al-Assad Martijn van Helvert Nederland Syrië Christen-Democratisch Appèl

‘Ik wil geen Amerikaanse hulp om IS-vrouwen te halen’ Video

Telegraaf 12.11.2019 De Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra heeft opnieuw gezegd dat de VS Nederland kan helpen bij het ophalen van IS-vrouwen en hun kinderen. De fractievoorzitters van de coalitiepartijen reageren verdeeld op het aanbod.

Ambassadeur VS herhaalt: wij kunnen helpen bij ophalen IS-vrouwen en -kinderen

NOS 12.11.2019 De VS is nog steeds bereid te helpen bij het terughalen van IS-vrouwen en hun kinderen naar Nederland. Dat zegt de Amerikaanse ambassadeur in Nederland Hoekstra tegen de NOS. “Als Nederland hulp vraagt van Amerika voor het repatriëren van de vrouwen en kinderen, dan doen we alles wat we kunnen om dat mogelijk te maken.”

De mogelijkheid van Amerikaanse hulp is actueel geworden door een uitspraak van de rechter, gisteren. Die oordeelde in een kort geding dat Nederland zijn best moet doen om 56 IS-kinderen zo snel mogelijk terug te halen uit Noord-Syrië. De zaak was aangespannen door een aantal moeders die met hun kinderen vastzitten in de overvolle gevangenkampen Al-Roj en Al-Hol.

Repatriëren

Nederland wil de vrouwen niet ophalen omdat die er zelf voor hebben gekozen om naar IS-gebied te gaan. Ook wordt een terughaalactie als te gevaarlijk beschouwd. De VS pleit al langer voor het terughalen van uitgereisde jihadisten naar het land van herkomst. “We willen deze IS-families gerepatrieerd hebben”, herhaalt Hoekstra. “Landen kunnen dan zelf beslissen of ze de mensen willen vervolgen of re-integreren.”

Hoe de hulp van Amerika eruit zou zien is nog niet te zeggen. “Het ligt eraan om hoeveel mensen het gaat, waar ze zijn. We zullen het alleen doen als we denken dat het veilig kan.” Op de vraag of Nederland al om hulp heeft gevraagd aan Amerika geeft de ambassadeur geen duidelijk antwoord. “Op dit moment is het aan Nederland om als er een verzoek is gedaan, daarover iets bekend te maken.”

Bekijk ook;

Staat in hoger beroep tegen uitspraak over terughalen 56 IS-kinderen

NU 12.11.2019 De Nederlandse Staat gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank in Den Haag die maandag bepaalde dat het kabinet zich moet inspannen om 56 kinderen van IS-vrouwen vanuit Syrië naar Nederland te halen, schrijft minister van Justitie Ferd Grapperhaus dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.

Volgens de minister roept de uitspraak vragen op over aspecten die “mogelijk onvoldoende zijn meegewogen”. Als voorbeeld noemt hij de internationale betrekkingen.

In totaal spanden 23 vrouwen een kort geding aan tegen de Staat, omdat zij en hun kinderen in de kampen in acuut gevaar zouden zijn. De rechtbank erkende maandag dit gevaar en sprak van een “schrijnende situatie”.

In het geval van de vrouwen geldt echter dat zij alleen teruggehaald moeten worden als de Koerden, die de regie over de kampen hebben, de kinderen alleen samen met hun moeders laten gaan.

“De vrouwen hebben niet het zelfstandige recht om naar Nederland teruggehaald te worden, omdat zij met hun volle verstand zijn afgereisd naar Syrië en zich hebben aangesloten bij IS, een terroristische organisatie”, aldus de rechtbank maandag.

Het kabinet wil dat de vrouwen in de regio worden berecht en de rechtbank vindt dat Nederland het recht heeft om uit te vinden of dat eventueel mogelijk is.

Nederland kan niet gedwongen worden om kinderen te repatriëren

De rechtbank zei ook dat Nederland niet gedwongen kan worden om de kinderen te repatriëren, omdat het in Syrië wel degelijk gevaarlijk is door de instabiele situatie in het land. Wel moet Nederland zich hiervoor inspannen. “De Staat hoeft geen onnodige veiligheidsrisico’s te nemen, maar moet wel alle mogelijkheden die er zijn – zoals de door de Amerikanen geboden hulp – benutten”, aldus de rechtbank.

Dat komt erop neer dat de Nederlandse regering alles moet doen wat in haar macht ligt. Als de overheid zegt dat het niet mogelijk is, dan moet worden bewezen dat er alles aan gedaan is.

Dat betekent volgens advocaat André Seebregts, die het merendeel van de eisers bijstaat, dat Nederland binnen de gestelde termijn van veertien dagen contact moet opnemen met de Koerden, dan wel de Amerikanen.

Lees meer over: Syrië Politiek  Syriëgangers  Binnenland

Staat in beroep tegen uitspraak rechter over IS-kinderen

Telegraaf 12.11.2019 De Staat gaat in beroep tegen het vonnis van de rechter over het terughalen van IS-kinderen uit Syrië.

Dat laten ministers Grapperhaus (Justitie) en Blok (Buitenlandse Zaken) dinsdag weten in een brief aan de Tweede Kamer.

Maandag oordeelde de voorzieningenrechter dat de Staat een inspanningsverplichting moet leveren om 56 kinderen van jihadistische uitreizigers terug te halen die vastzitten in Koerdische gevangenkampen in Noord-Syrië. Volgens het kabinet is dat te gevaarlijk.

De rechter heeft echter bepaald dat het vonnis direct moet worden uitgevoerd, erkent het kabinet. „Dat betekent dat het kabinet een aanvang zal maken met de nakoming van de inspanningsverplichting.”

Wat dit precies betekent, is nog niet duidelijk. Premier Rutte zegt daarover dat die plannen ’zich niet lenen voor een openbare discussie’. „Maar dat wij naar de volgende rechter gaan, betekent niet dat wij niks moeten doen.”

Daarbij gaat het om gesprekken met andere Europese landen die IS-aanhangers in Syrië hebben en om afstemming met de Verenigde Staten, die Nederland hebben aangeboden mee te helpen met het repatriëren van IS’ers uit het strijdgebied.

Eerder dit jaar lag er ook zo’n inspanningsverplichting. Toen moest het kabinet van de rechtbank Rotterdam moeite doen om IS-vrouwen terug te halen, nadat zij een zaak hadden aangespannen tegen de Staat. Grapperhaus en Blok kwamen toen tot de conclusie dat dat te gevaarlijk was.

Bekijk ook: 

Dit betekent terugsturen IS’ers voor Nederland 

Vragen

Het kabinet legt zich intussen niet zomaar neer bij het vonnis. „De uitspraak roept vragen op over een aantal aspecten dat mogelijk onvoldoende is meegewogen, waaronder internationale betrekkingen”, schrijven de ministers. Dat Nederland in de Schengenzone zit waarin EU-burgers kunnen doorreizen, speelt daarbij ook een rol, zegt Grapperhaus. Bovendien vindt het kabinet dat het zelf het buitenlandbeleid bepaalt, en niet de rechter.

 Bekijk ook: 

Terughalen IS-kinderen geen uitgemaakte zaak 

Bekijk ook: 

IS-kinderen moeten niet gestraft worden voor de misdrijven van hun ouders 

Bekijk ook: 

Analyse: IS’ers gaan terugkeer op den duur afdwingen 

Bekijk meer van

Kabinet: hoger beroep tegen vonnis IS-vrouwen

AD 12.11.2019 De Nederlandse Staat gaat in hoger beroep tegen het vonnis over het repatriëren van kinderen van IS-vrouwen. Dat hebben ministers Ferd Grapperhaus (Justitie) en Stef Blok (Buitenlandse Zaken) in een brief geschreven aan de Tweede Kamer.

De rechter in Den Haag besloot gisteren dat Nederland al wat mogelijk is moet doen om de 56 kinderen van 23 vrouwen terug te halen naar Nederland die nu nog in Syrische kampen verblijven.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Het kabinet wil dat niet. Toch erkent het dat het een inspanningsverplichting moet doen, zoals de rechter heeft bevolen. De uitspraak roept volgens de ministers echter ‘vragen op’ over ‘aspecten’ als de internationale betrekkingen. Deze zouden onvoldoende zijn ‘meegewogen’.

Het is de vraag wat het kabinet gaat doen tot het hoger beroep is ingediend. De Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra zei vanmorgen nog dat de VS wil helpen bij het repatriëren van IS-vrouwen en kinderen.

Het kabinet heeft steeds gezegd dat het geen IS’ers wil ophalen in ‘gevaarlijk gebied’, maar met de hulp van de VS zouden zij een Nederlands consulaat kunnen bereiken. Grapperhaus zegt dat het die hulp van de VS ‘zal aannemen’.

De situatie rond de twee kampen waar de vrouwen en kinderen zitten is echter wel veranderd sinds de VS zijn begonnen met terugtrekking uit het gebied, waardoor onduidelijk is wat er nu mogelijk is.

Minister Grapperhaus, minister Blok en Ankie Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, tijdens een debat in de Tweede Kamer. © ANP

Hoger beroep geen verrassing

Advocaten van de IS-vrouwen hielden er al rekening mee dat de Staat in beroep zou gaan tegen het terughalen van kinderen uit twee kampen in Noord-Syrië. De Staat heeft zich namelijk steeds verzet tegen het actief ophalen van 23 Nederlandse IS-vrouwen en hun 56 kinderen, stelt advocaat André Seebregts vandaag in een eerste reactie. Hij neemt het verder voor kennisgeving aan.

Seebregts wijst erop dat de rechter bepaald heeft dat de Staat binnen veertien dagen al het nodige moet doen om in ieder geval de kinderen te repatriëren, ook als er beroep zou worden ingesteld. Voor de IS-vrouwen bestaat die verplichting niet. De advocaten denken dat de vrouwen meteen meekomen, omdat de Koerden ook van hen af willen.

Minister Ferd Grapperhaus (Justitie) heeft dinsdagmiddag in de Tweede Kamer gezegd dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat Turkije door hen gevangen genomen IS-strijders op het vliegtuig laat zetten naar Nederland. Turkije zei vrijdag dat het IS’ers wil gaan uitzetten, die momenteel daar in gevangenissen zitten.

Nederland hoopt juist dat IS’ers, ook die van Nederlandse komaf, in de regio zullen worden berecht. Maar Turkije zei dit niet aan te kunnen. Uit contact met de Turken is echter niet gebleken dat er direct IS’ers te verwachten zijn. De aankondiging dat Turkije IS’ers zou gaan uitzetten zou gaan om gevallen waarbij ‘al langer bekende voornemens tot uitzetting’ waren, aldus Grapperhaus.

Kabinet in beroep tegen vonnis IS-kinderen

NOS 12.11.2019 Het kabinet gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de Haagse rechter over het terughalen van IS-kinderen. De ministers Grapperhaus en Blok schrijven dat aan de Tweede Kamer.

De kortgedingrechter bepaalde gisteren dat Nederland zich moet inspannen om 56 kinderen van Nederlandse IS-leden zo snel mogelijk op te halen uit detentiekampen in Syrië. Hun moeders hebben geen recht op repatriëring. Maar als de autoriteiten ter plaatse de kinderen louter samen met hun moeders laten gaan, moet Nederland ook de moeders terughalen.

Internationale betrekkingen

Grapperhaus en Blok schrijven dat de uitspraak vragen oproept “over een aantal aspecten, dat mogelijk onvoldoende is meegewogen, waaronder de internationale betrekkingen”. Door in beroep te gaan wil het kabinet hier zo spoedig mogelijk duidelijkheid over.

Overigens kondigen de bewindslieden ook aan dat het kabinet zal beginnen met het nakomen van de inspanningsverplichting die de rechter heeft opgelegd. De rechter bepaalde dat het vonnis direct moet worden uitgevoerd.

Volgens advocaat Seebregts, die de IS-vrouwen bijstaat, verandert het hoger beroep dus niets aan de uitspraak van de rechter. “We zullen de vinger aan de pols houden”, zegt hij.

Verdeeld

Het kabinet heeft zich tot nu toe steeds op het standpunt gesteld dat uitreizigers in principe geen hulp krijgen bij hun terugkeer als ze niet zelf een ambassade in Turkije of Irak weten te bereiken. De regeringspartijen zijn verdeeld over de kwestie. VVD en CDA benadrukken vooral dat door de rechterlijke uitspraak mogelijk IS’ers naar Nederland komen, met alle risico’s van dien. D66 en ChristenUnie vinden het juist een risico om kinderen van IS’ers in Syrië te laten radicaliseren.

Slachtoffers van IS in de Jezidi-gemeenschap zijn bezorgd over de mogelijke terugkeer van IS-vrouwen naar Nederland. “Zij hielpen strijders bij het verkrachten van onze vrouwen”:

Jezidi’s over de terugkeer van Nederlandse IS-aanhangers

Bekijk ook;

Staat in hoger beroep tegen uitspraak terughalen IS-kinderen

OmroepWest 12.11.2019 Het kabinet gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de Haagse rechter over het terughalen van IS-kinderen. Ministers Grapperhaus en Blok schrijven dat aan de Tweede Kamer. Maandag bepaalde de rechtbank dat de Staat verplicht is om er alles aan te doen om IS-kinderen in Syrië terug naar Nederland te halen.

De ministers schrijven dat de uitspraak vragen oproept, waar ze in hoger beroep antwoord op hopen te krijgen. Zo zouden een aantal aspecten ‘mogelijk onvoldoende zijn meegewogen. Waaronder de internationale betrekkingen.’

Het kabinet gaat wel beginnen met het nakomen van de inspanningsplicht die de voorzieningenrechter heeft opgelegd. De rechter bepaalde dat het vonnis direct moet worden uitgevoerd.

Voogdij

Volgens de rechter hebben de kinderen in de kampen niet voor het kalifaat gekozen, maar hebben ze nu wel te maken met de noodsituatie in Noord-Syrië. Zo kreeg Jeugdzorg Haaglanden in september de voogdij over twee kinderen in een IS-kamp, nadat de moeder was overleden en de vader niet te vinden was. De kinderen zitten nog altijd in Syrië.

De Raad van de Kinderbescherming vertelde dat de kinderen in het vluchtelingenkamp te weinig voedsel en medische zorg krijgen en dat zij hierdoor ernstige medische klachten hebben.

Slachtoffer van handelen ouders

‘De overheid dient zich het schrijnende lot van de kinderen aan te trekken’, zei de rechter maandag. ‘Zij zijn het slachtoffer van handelen van hun moeder of ouders.’ De kinderen hebben allen de Nederlandse nationaliteit en zijn onder de twaalf jaar.

Voor de vrouwen heeft de Staat geen verplichting om ze terug naar Nederland te halen. Volgens de rechter hebben ze bewust voor een reis naar het strijdgebied gekozen. Alleen als de Koerden kinderen niet willen laten vertrekken zonder hun moeders ontstaat er volgens de rechter een nieuwe situatie, en dan moet de overheid volgens het vonnis kijken of het mogelijk is om beide groepen terug te halen.

LEES OOK: Nederland moet kinderen uit IS-gebied terughalen

Meer over dit onderwerp: JEUGDBESCHERMING DEN HAAG

Een vrouw met kind in het Syrische vluchtelingenkamp Al-Hol waar ook strijders van IS zitten. Foto Delil Souleiman/AFP

Kabinet in hoger beroep tegen uitspraak IS-kinderen

NRC 12.11.2019 De rechtbank in Den Haag bepaalde maandag dat de Nederlandse staat zich moet inspannen om 56 kinderen uit kampen in Syrië terug te halen. Het kabinet gaat echter in hoger beroep tegen de uitspraak die Nederland verplicht zich maximaal in te spannen om de 56 kinderen van Nederlandse uitreizigers terug te halen.

Dat schrijven minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) en Stef Blok (Buitenlandse Zaken, VVD) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.

De rechtbank in Den Haag bepaalde maandag dat de Nederlandse staat een inspanningsverplichting heeft binnen veertien dagen de kinderen van vrouwen die naar IS-gebied in Syrië of Irak zijn gereisd, terug te halen. Ook als er beroep zou worden ingesteld. Deze verplichting geldt niet voor de vrouwen zelf. Het kort geding was aangespannen door 23 vrouwen die naar Syrië of Irak waren afgereisd, die samen 56 kinderen hebben.

Het standpunt van het kabinet is nog altijd dat IS-strijders in de regio berecht moeten worden. Vooral VVD en CDA blijven tegen terugkeer. Wat de kinderen betreft moet het kabinet dat beleid aanpassen, vind de rechter in Den Haag. De meeste kinderen zijn nog onder de twaalf jaar oud en hebben allemaal de Nederlandse nationaliteit.

Lees ook:Weerstand tegen terugkeer kinderen uit Noord-Syrië blijft

Dreiging

De vrouwen en kinderen verblijven momenteel onder slechte omstandigheden in de vluchtelingenkampen Al-Hol of Al-Roj in het noorden van Syrië. Volgens de rechter verkeren de kinderen in een „acute noodsituatie”. Momenteel is het gebied zeer instabiel door het vertrek van Amerikaanse militairen langs de grens en de inval van Turkije die daarop volgde.

De kinderen leven in de kampen volgens de rechter onder dreiging van „bombardementen, seksueel misbruik, marteling, de afwezigheid van onderwijs, kindersterfte, ijzige kou in de winter, overbevolking, vermijdbare ziektes, indoctrinatie en een gebrek aan water, voedsel en sanitaire voorzieningen en medische zorg”. De vrouwen wisten volgens de rechter echter waar zij aan begonnen toen zij naar het strijdgebied reisden.

Wat de situatie bemoeilijkt is dat de Koerden hebben gezegd dat zij de kinderen alleen uit de kampen willen laten gaan als de moeders mee mogen. De VS die nog steeds aanwezig zijn in Syrië en Europese landen al vaker hebben opgeroepen om uitreizigers terug te halen, hebben toegezegd te willen helpen met het ophalen van uitreizigers.

Volgens de laatste cijfers van de AIVD verblijven er nog ongeveer 55 Nederlandse volwassenen en 90 kinderen in detentiekampen in Syrië. Turkije is maandag begonnen met het terugsturen van buitenlandse IS’ers naar de landen van herkomst. Maandag werd onder meer een Amerikaan teruggestuurd. Het is nog niet bekend of Turkije ook Nederlanders gaat terugsturen.

Volgens Turkije zitten er ongeveer 1.200 IS-strijders vast in het land. Daarnaast zijn er nog eens 287 IS’ers gevangengenomen tijdens de recente militaire operatie van Turkije in het noordoosten van Syrië.

De veelal heel jonge IS-kinderen leven in overbevolkte kampen in Noord-Syrië, waar een continue dreiging is van bombardementen.

De veelal heel jonge IS-kinderen leven in overbevolkte kampen in Noord-Syrië, waar een continue dreiging is van bombardementen. Ⓒ AFP

IS-vonnis zorgt voor puzzel

Telegraaf 11.11.2019 Nederland moet er ’alles aan doen’ om 56 kinderen van Nederlandse IS-strijders terug te halen uit Koerdische kampen in Noord-Syrië. Dat heeft de Haagse rechter tijdens een kort geding besloten. Betekent dit dat we straks niet alleen de kinderen maar ook de moeders moeten gaan repatriëren? Het kabinet gaat het vonnis bestuderen. Zeven vragen over deze uitspraak.

1 Om wie gaat het ook alweer?

Om 23 vrouwen uit het kalifaat en in totaal 56 kinderen met Nederlandse wortels. Zij hebben de rechtszaak aangespannen. En vinden dat Nederland hen moet ophalen. Van de kinderen is meer dan zeventig procent jonger dan zes jaar; niet één is ouder dan twaalf jaar. Een deel is in het kalifaat geboren.

2 Zijn de IS-kinderen gevaarlijk?

Dat is de grote vraag. In de barbaarse propagandavideo’s van IS speelden kinderen een hoofdrol. Ze zwaaiden met wapens, schoten gevangenen dood en sneden hun de keel door. Het is onduidelijk of Nederlandse kinderen hebben gefigureerd in de horrorvideo’s. Vorige week verscheen op sociale media een interview met een jongen in kamp al-Hol, die zwoer tegenstanders van IS af te zullen slachten.

De AIVD beschouwt alleen kinderen vanaf negen jaar als dreiging. Dat betekent niet dat jongere kinderen ongevoelig zijn voor de omgeving vol haat waarin ze verkeren. De rechter onderstreept dat terreurbestrijder NCTV kinderen nu wil terughalen, voor ze verder kunnen radicaliseren en eventueel later, onder de radar en vol wraakgevoelens, terugkeren naar Nederland.

3 De ouders hebben er zelf voor gekozen om te vertrekken, waarom komt het probleem dan nu op het bordje van Nederland?

De rechter onderkent dat de ouders de hoofddaders zijn. Maar hier komt het kinderrechtenverdrag om de hoek kijken. De kinderen zitten daar vanwege hun ouders. In de kampen heerst een noodsituatie. Het is er koud, overbevolkt en er is een continue dreiging van bombardementen. En daarom moet Nederland er alles aan doen de kinderen terug te halen, vindt de rechter. Voor de ouders gaat die vlieger niet op. Zij moeten hun eigen boontjes doppen.

4 Maar krijgen we straks de moeders er niet alsnog gratis bij?

Die kans bestaat inderdaad. Koerden die de IS-kampen bewaken, hebben al aangegeven dat ze de IS-kinderen niet laten gaan zonder hun moeders. Dat wordt in het vonnis ook expliciet benoemd. Volgens de Nederlandse rechter ontstaat er in dat geval een ’nieuwe situatie’. En zal Nederland zich óók voor hen moeten inspannen.

5 Wat houdt die inspanningsverplichting precies in?

Daarover geeft het vonnis geen duidelijkheid. Sterker: de rechter wil zich er niet te nauw mee bemoeien. Dat de kinderen met dit oordeel in de hand snel kunnen terugkeren ’is niet zeker’. Nederland heeft altijd aangegeven dat er geen actie kan worden ondernomen, omdat het in Syrië te gevaarlijk is. Van de Staat kan niet worden verwacht dat er ’grote veiligheidsrisico’s worden genomen’, vindt de rechter.

6 Maar hoe hard is deze uitspraak dan?

In feite laat de rechter hiermee de nooduitgang voor de Staat wagenwijd openstaan. Die kan ’niet worden gedwongen iets te doen waartoe hij feitelijk niet in staat is’; de situatie in Noord-Syrië is ’onduidelijk en onrustig’.

Hoewel zowel de Koerden als de Amerikanen hulp hebben toegezegd bij het wegsluizen van de IS’ers, ’is het de vraag of die bereidheid er nog steeds voldoende is’. Kortom, een echte stok achter de deur ontbreekt.

7 De advocaat is blij met de uitspraak. Hoe leest hij die?

André Seebregts is optimistisch, hij denkt dat het een kwestie van een paar weken is voor de kinderen – en hun moeders – terugkeren naar Nederland. „Natuurlijk stelt de rechter het heel omzichtig. Maar het staat er wel: Nederland zal nu echt moeten aantonen dat de Koerden de kinderen willen laten gaan zonder de moeders.

En dat doen de Koerden niet, want die zien de bui al hangen. Als de kinderen weg zijn, bekommert niemand zich meer om de vrouwen. De kans is dus groot dat ze samen moeten terugkeren.”

Dan is er nog de druk uit de VS op Europa om zijn eigen jihadisten terug te nemen. „De rechter stelt dat Nederland moet ingaan op Amerikaanse hulp bij het terughalen. De VS hebben wel tien keer gezegd dat ze vinden dat Europese IS’ers in Europa moeten worden berecht. Niemand twijfelt eraan dat dat dus nog steeds geldt.”

Bekijk meer van; terrorisme islam Daniël van Dam Silvan Schoonhoven Nederland Syrië

Uitspraak over IS-kinderen zorgt voor vraagtekens en ‘lichtpunten’

NOS 11.11.2019 Ze leven in een acute noodsituatie, onder erbarmelijke omstandigheden. Nederland moet binnen twee weken er daarom alles aan doen om 56 IS-kinderen terug te halen, zo oordeelde de rechter vandaag in een kort geding. Hoe nu verder?

Hoe groot is de kans dat de kinderen over twee weken in Nederland zijn?

Niet heel groot. Met name omdat er nog tal van zaken opgelost moeten worden voordat de kinderen daadwerkelijk teruggehaald kunnen worden. Zo is het kort geding aangespannen door 23 IS-vrouwen. Zij willen ook gerepatrieerd worden. Dat maakt de zaak aanzienlijk complexer. Nederland hoeft de vrouwen namelijk niet terug te halen, zo oordeelde de voorzieningenrechter. “Zij zijn welbewust naar Syrië of Irak gegaan om zich aan te sluiten bij IS, een terroristische organisatie”.

Het vonnis van de rechter:

‘Er is sprake van een ernstige en acute noodsituatie’

Volgens de advocaten van de vrouwen willen de Koerdische milities de kinderen alleen niet scheiden van hun moeders. Als dat klopt, moet Nederland ook pogen de vrouwen terug te halen, aldus de rechter. Dat druist in tegen het kabinetsbeleid. Het kabinet wil dat Nederlandse IS’ers in de regio zelf berecht worden. Daardoor lijkt de zaak enkel in een stroomversnelling te kunnen komen als de Koerdische milities óf het kabinet op korte termijn radicaal wijzigt van standpunt.

Hoe verloopt het terughalen in de praktijk?

De kinderen moeten, eventueel met hun moeders, worden opgehaald uit overvolle detentiekampen in het noordoosten van Syrië. Volgens de Nederlandse Staat is dat onveilig gebied, waar Nederland geen zeggenschap heeft. Om die reden wil Nederland enkel IS’ers repatriëren als ze zich hebben gemeld bij een Nederlandse ambassade of consulaat.

De Amerikanen hebben aangeboden te helpen met de repatriëring van Nederlanders in de Syrische kampen. Een hulpverzoek neerleggen bij de VS zou onder de “inspanningsverplichting” kunnen vallen die door de rechter aan de Staat is opgelegd. Hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, benadrukt dat die term juridisch alleen niet heel streng is. “Er is geen resultaatverplichting. Daarom is er bijvoorbeeld ook geen dwangsom opgelegd.”

Verder benadrukt de rechter dat Nederland geen “substantiële veiligheidsrisico’s” hoeft te nemen bij het terughalen. De inspanningsverplichting is op die manier breed te interpreteren en het is volgens Schilder moeilijk te controleren of Nederland zich voldoende heeft ingespannen de kinderen terug te halen. “De rechter zal zich daar niet snel aan willen branden, omdat hij niet op de stoel van de politiek wil zitten.”

Is de uitspraak definitief?

Nee. De Staat kan net als in soortgelijke zaken in België en Duitsland nog in hoger beroep. De uitspraak verdeelt de politiek. Als het aan de VVD ligt wordt er hoe dan ook doorgeprocedeerd en het CDA noemt de uitspraak “risicovol”, terwijl hun coalitiepartners D66 en ChristenUnie juist tevreden reageren. Premier Rutte liet enkel weten de uitspraak “te bestuderen”.

‘Volstrekt unieke zaak’

“Volstrekt uniek”, zegt hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Volgens hem zal het verloop van de zaak belangrijk zijn voor soortgelijke zaken in de toekomst. “Mensen vroegen me vooraf ook wat ik verwachtte van de uitspraak. Ik had werkelijk geen idee. Er is geen precedent.”

Nederland haalde eerder al wel twee weeskinderen van IS’ers terug uit het noordoosten van Syrië. Maar dat was met hulp van Frankrijk en daarbij waren verder geen volwassenen IS’ers bij betrokken. In Duitsland en België oordeelden rechters eerder ook al dat IS-kinderen opgehaald moeten worden, inclusief moeders. In beide landen is de Staat in hoger beroep gegaan.

Als er hoger beroep wordt aangetekend, is de kans sowieso klein dat de kinderen op korte termijn worden teruggehaald. “En als ze dan doorgaan tot de Hoge Raad ben je zo jaren verder”, zegt hoogleraar Schilder. Over het terughalen van IS’ers is veel discussie onder experts.

Hoe wordt er gereageerd op de uitspraak?

Een van de Nederlandse vrouwen laat aan de NOS vanuit een Syrisch kamp weten dat ze “superblij” is met de uitspraak. Ze ziet het als “een lichtpuntje in deze lange, ellendige periode”.

Familieleden in Nederland reageren gemengd. Ze vrezen dat een eventueel hoger beroep vertraging zal opleveren. De vader van een van de vrouw die met vijf kinderen in het kamp al-Hol zit, zegt op een duidelijkere uitspraak te hebben gewild: “Er zijn hier een hoop open eindjes. De overheid krijgt alle ruimte.”

Een vader van een van de IS-vrouwen zegt de uitspraak “dubbel” te vinden:

Een beetje hoop en veel wantrouwen

Kinderorganisaties zijn verheugd met de uitspraak. Zij willen de kinderen, waarvan driekwart jonger is dan 6 jaar, liever vandaag dan morgen terughalen vanwege de onrust in de regio en de naderende winter. Voor elk kind ligt een deradicaliseringsplan klaar, als dat nodig blijkt.

Kinderombudsman Margrite Kalverboer zegt “met belangstelling” te kijken wat het kabinet met de uitspraak gaat doen. Advocaat Seebregts, die een deel van de vrouwen bijstaat, hoopt dat er “binnen twee weken” duidelijkheid is.

Bekijk ook

Terughalen IS-kinderen geen uitgemaakte zaak

Telegraaf 11.11.2019 Nederland legt zich niet zomaar neer bij de uitspraak van de rechter dat de Staat 56 IS-kinderen moet terughalen uit Syrië. Het kabinet gaat de uitspraak bestuderen, zo hield premier Rutte maandag de boot af.

VVD-Kamerlid Yesilgöz gaat er van uit dat de Staat in beroep gaat tegen de uitspraak. Zij noemt de uitspraak ’frustrerend’. „Het is gevaarlijk om ze op te halen. Bovendien is het gevaarlijk om ze naar Nederland te halen omdat die kinderen zijn geïndoctrineerd met IS-gedachtengoed en sommige van hen trainingen hebben gehad.” En al gaat het alleen om de kinderen, en niet om de 23 moeders, die hebben straks wel het recht om erachteraan te reizen. „De onveiligheid voor Nederland neemt daardoor toe.”

Ook het CDA is ontevreden met de uitspraak en noemt die ’risicovol’. „Met kinderen krijgen ook de ouders recht op terugkeer. Volgens mij moeten we ons vooral inspannen voor de slachtoffers van de genocide.” De partij hamert erop dat IS in Irak en Syrië genocide hebben gepleegd tegen Yezidi’s, christenen, niet-Soennitische moslims en andere religieuze minderheden.

De rechtbank oordeelde dat de Nederlandse staat er alles aan moet doen om kinderen van Syriëgangers in twee Koerdische kampen in Noord-Syrië terug te halen. Die plicht geldt niet voor de vrouwen. Maar, zei de rechter, als de Koerden die kampen bestieren de kinderen niet willen weghalen, moet de overheid kijken of vrouwen en kinderen kunnen worden teruggehaald.

Bekijk ook: 

Rechter oordeelt: Nederland moet kinderen IS-vrouwen terughalen 

„Blijkbaar mogen rechters de veiligheid van ons land op de tweede plaats zetten”, reageert PVV-Kamerlid Helder. „En oog voor de slachtoffers hebben ze duidelijk ook niet.”

D66 dolblij

Voor regeringspartijen D66 en ChristenUnie bewijst de rechterlijke uitspraak juist dat het kabinet er niet aan ontkomt om IS-aanhangers terug te halen. Het kabinet wil dat niet, met als argument dat het te gevaarlijk is. Alleen wie zich meldt bij een diplomatieke post kan hulp krijgen bij terugkeer, om in Nederland te worden berecht.

„Dit sterkt ons in onze eerdere positie dat kinderen terug moeten worden gehaald”, zegt Kamerlid Sjoerdsma van D66. „De druk op het kabinet wordt nu wel heel groot”, zegt CU-Kamerlid Voordewind. Zijn partijgenoot Van der Graaf vult aan: „De uitspraak laat scherp het dilemma zien tussen de situatie van de kinderen die zijn meegenomen naar dit gebied en de moeders die er zelf voor kozen.”

Uitspraak te negeren

Kamerleden wijzen erop dat in de uitspraak voor het kabinet nog een ontsnapping lijkt te zitten, omdat er het voorbehoud ’indien mogelijk’ in staat. Bovendien hoeft het kabinet niet per se naar de uitspraak te handelen, merkt VVD’er Yesilgöz op. Dat gebeurde ook niet bij een uitspraak van vorig jaar van de Rotterdamse rechter over de uitlevering van een Nederlandse vrouw uit een kamp in Noord-Syrië.

Het OM wilde dat de vrouw, destijds moeder van een kind van anderhalf en zwanger, zou worden uitgeleverd. Zo zou zij kunnen worden vervolgd voor deelname aan een terroristische organisatie.

Minister Blok (Buitenlandse Zaken) gaf bij een EU-vergadering in Brussel aan de uitspraak te zullen bestuderen. „De inkt van het vonnis is nog warm. We kijken er eerst met onze juristen naar.”

Opa opgelucht

Klijn in een eerdere tv-uitzending.

Klijn in een eerdere tv-uitzending. Ⓒ Screenshot

Bert Klijn is blij met de uitspraak. „Mijn leven gaat eindelijk weer door”, zei de geëmotioneerde vader van een IS-vrouw. Zijn dochter vertrok in 2015 op 19-jarige leeftijd naar het kalifaat. Ze kreeg daar twee dochters, eentje is drie jaar en de ander is bijna twee.

Volgens Klijn is zijn dochter „uit naïviteit” naar het strijdgebied vertrokken, volgens hem dacht ze dat ze daar in een ziekenhuis zou gaan werken. Ze trouwde met een IS-strijder en samen kregen ze twee kinderen. „Geweldige meiden”, zegt hij over de twee kleintjes. „Ik heb ze nog nooit in het echt gezien, maar wel op foto’s en video’s. Ze weten dat ik hun opa ben.”

Bekijk ook: 

Vader IS’er: ’Mijn leven gaat eindelijk weer door’ 

Bekijk meer van; terrorisme Bert Klijn Mark Rutte Nederland Syrië Democraten 66 Volkspartij voor Vrijheid en Democratie

Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen: duidelijk vonnis, onduidelijke toekomst

AD 11.11.2019 Nederland moet zijn best doen om de kinderen van IS-vrouwen terug te halen naar Nederland, desnoods door ook hun moeders mee te nemen. Alle internationale hulp die wordt geboden, moet daarbij worden aangepakt. Toch zorgt het vonnis van de rechter in Den Haag, vandaag, bij verwanten voor onzekerheid.

Een oma zit wat verslagen op een stoel, buiten de rechtszaal waar zojuist uitspraak is gedaan in een kort geding namens 23 IS-vrouwen, die willen dat Nederland hen terughaalt uit Syrië. Haar dochter is één van die vrouwen, die vastzit in een detentiekamp in Syrië. De oma kocht eerder nog spulletjes voor haar kleinkinderen, denkend aan een vlugge terugkeer. ,,Daar ben ik mee gestopt.”

Lees ook;

Rechter: Kinderen van IS-vrouwen moeten worden teruggehaald uit Syrië

Lees meer

Turkije begint met terugsturen IS’ers: ‘Duitser en Amerikaan uitgezet’

Turkije begint met terugsturen IS’ers: ‘Duitser en Amerikaan uitgezet’

Lees meer

En na vandaag gaat ze er zeker niet weer mee beginnen. Aan de ene kant bieden de woorden van de rechter hoop, tegelijkertijd doen ze de achterblijvers van IS vrouwen de moed in de schoenen zinken.

Dat zit als volgt.

De rechter is duidelijk over de kinderen: Nederland moet zich inspannen om ze terug te halen. Zij kunnen niets doen aan de vreselijke beslissing die hun moeders namen, om af te reizen naar een gebied waar terreurorganisatie IS gruweldaden beging die de verbeelding tarten.

De Staat handelt volgens de rechter onzorgvuldig door zich niet actief in te zetten voor de terugkeer van de 56 kinderen – een baby werd onlangs nog geboren, anderen zijn oud genoeg om zich hun ‘vorige’ leven hier nog te herinneren. In de detentiekampen waar ze zitten, zijn de omstandigheden erbarmelijk.

Verspeeld

De vrouwen daarentegen hebben hun rechten verspeeld. Ze keerden ons land de rug toe, wetend dat ze vertrokken naar een plek waar IS ‘weerzinwekkende en grove misdaden’ beging. ,,Ze lieten zich niks gelegen aan de inspanningen van Nederland hen tegen te houden’’, zo sprak de rechter. Maar: als de terugkeer van hun kinderen alleen mogelijk is wanneer de moeders meekomen naar Nederland, dan is het niet anders.

Punt is dat de rechter ook vindt dat Nederland geen ‘grote veiligheidsrisico’s’ hoeft te nemen. Tot voor kort zou dat niet zo’n probleem zijn, omdat er ook een verplichting geldt alle mogelijkheden zoals internationale hulp te benutten. Eerder boden de Amerikanen aan jihadisten naar Europa terug te brengen, de Koerden die de detentiekampen bestieren wilden ze graag kwijt.

Maar nu is er de inval van Turkije in Syrië. De regio waar de vrouwen verblijven is instabiel. Dus lijkt het voor de overheid nog gemakkelijker zich achter onveiligheid te verschuilen, zoals al gebeurde toen journalisten, familieleden en een advocaat zich nog openlijk in de kampen begaven.

,,Ik denk dat ik mijn familie uiteindelijk wel zal gaan zien”, zegt de oma.  ,,Maar ik denk ook dat het nog jaren gaat duren.” Zo verwacht ook Klaas Spijk, wiens dochter Mandy uit Gouda met kinderen afreisde, dat Nederland zal blijven hameren op onveiligheid. ,,Terwijl de afgelopen tijd wel weer weeskinderen uit diverse landen en een Duitse vrouw zijn opgehaald.”

Hoopvol

Aan de andere kant zijn er hoopvolle woorden. Advocaat André Seebregts, die het merendeel van de vrouwen vertegenwoordigt, ziet een grote kans op een positieve uitkomst. Hij verwacht binnen twee weken duidelijkheid over terugkeer van de kinderen.

,,Nederland moet meteen met dit vonnis aan de slag. Er kan niet worden gewacht op een hoger beroep.” Seebregts benadrukt dat ook na de Turkse inval de Amerikaanse ambassadeur Hoekstra in Nederland duidelijk was: het aanbod jihadisten te repatriëren staat nog steeds.

Zo kan het dat vader Bert Klijn juist heel opgelucht media te woord staat, in de gang van de rechtbank. Zijn dochter vertrok op 19-jarige leeftijd ‘uit naïviteit’ naar het kalifaat, waar ze kinderen kreeg, die hij van foto’s en video’s kent. Klijn gelooft dat terugkeer een stuk dichterbij is gekomen.

Gemengde gevoelens dus. In stilte vertrokken de familieleden, in een enkel geval ultiem teleurgesteld. De toekomst blijft ongewis. Het vonnis houdt de vrouwen verantwoordelijk, ziet de onschuld van de kinderen en maakt voor die laatste groep een andere toekomst mogelijk.

Dat is zeker gewenst, benadrukt de rechter, gezien de mening van experts en veiligheidsdiensten, die vrezen voor meer radicalisering als de kinderen in de kampen blijven. De vraag is wat de Staat én het internationale krachtenspel in Syrië daarop te zeggen hebben.

Uitspraak IS-kinderen houdt coalitie verdeeld: CDA is bezorgd, D66 opgetogen

AD 11.11.2019 De uitspraak van de rechter dat de Nederlandse Staat alles moet doen om de kinderen van IS-vrouwen te repatriëren, houdt de coalitiepartijen verdeeld. D66 is verguld met de uitspraak, CDA juist niet.

Volgens de rechter is de Staat niets verplicht aan de 23 vrouwen, maar wel aan hun 56 kinderen. Het kabinet wil geen van beide groepen terughalen, dat zou bovendien te gevaarlijk zijn.

De Haagse rechtbank vindt echter dat de kinderen het slachtoffer zijn geworden van het handelen van hun moeder of ouders en heeft de Staat een zekere zorgplicht naar hen.

Volgens CDA-Tweede Kamerlid Madeleine van Toorenburg moet de Staat in hoger beroep. ,,Deze uitspraak is een risicovolle, want als je de kinderen hierheen haalt, geeft dat de ouders ook recht op gezinshereniging. En dan krijg je vroeg of laat ook de ouders of moeders die je juist niet hier wil.’’

D66-Tweede Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma betwijfelt dat juist. ,,Er zijn ook regels rond gezinshereniging. Dat kan bijvoorbeeld worden geweigerd als dat niet is in het belang van het kind, of als de openbare orde in het geding komt. Dat zou hier kunnen spelen.’’

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Coalitiegenoot VVD spreekt van ‘een frustrerende uitspraak’. ,,Het is gevaarlijk om deze kinderen op te halen. Daarnaast zullen de moeders en vaders snel volgen, gezien recht op gezinshereniging. Dat leidt tot gevaar voor onze nationale veiligheid. Ik hoop dat de Nederlandse staat zal doorprocederen.  Wij willen deze kinderen niet terug. En hun ouders al helemaal niet.”

Veiligheid

D66 is juist blij met de uitspraak. ,,Het bevestigt dat wat wij vinden, namelijk dat die kinderen niet hebben gekozen voor een leven in een kamp of het kalifaat. De uitspraak kan bovendien in ons belang zijn, want veel van die kinderen zijn nog helemaal niet geradicaliseerd. 85 procent van hen is niet ouder dan zes jaar, het is in het belang van onze veiligheid hier om hen hierheen te halen voordat zij daar alsnog radicaliseren.’’

Het kabinet wilde zojuist nog niet reageren op de rechterlijke uitspraak. Premier Mark Rutte zei deze eerst ‘zorgvuldig’ te willen bestuderen. ,,Ik heb de uitspraak nog niet gezien. Ik was aan het vergaderen”, aldus Rutte na urenlang overleg over de stikstofcrisis.

Het is overigens nog de vraag of het vonnis praktisch uitvoerbaar is. De Koerden stelden tot dusver dat zij geen kinderen zouden laten gaan zónder hun moeder. De Haagse rechter geeft hiervoor geen leidraad. Volgens het vonnis ontstaat er dan weer een nieuwe situatie. Wel zegt de rechter dat het belang van het terughalen van de kinderen  dan prevaleert boven de ‘te respecteren wens’ van de Nederlandse Staat om de moeders daar te laten berechten. Het ‘is dan niet anders’ , zegt de rechter, dat dan ook de moeders terugkeren.

Kamer ook na uitspraak rechter verdeeld over terughalen IS-kinderen

NOS 11.11.2019 In de Tweede Kamer wordt verschillend gereageerd op de uitspraak van de rechter in de zaak die 23 IS-moeders hadden aangespannen. Daarmee blijkt opnieuw de politieke verdeeldheid over het ophalen van moeders en kinderen uit IS-gebied.

VVD en CDA vinden dat er risico’s aan de uitspraak vast zitten. Als kinderen van IS’ers naar Nederland komen, dan hebben de ouders recht op gezinshereniging met alle gevaren van dien, zeggen de partijen.

“Ik hoop dat de Nederlandse staat zal doorprocederen”, zegt VVD-Kamerlid Yesilgöz. “Wij willen deze kinderen niet terug. En hun ouders al helemaal niet.”

Het CDA vindt de misdrijven die deze vrouwen mede hebben gepleegd zwaar wegen. De vrouwen hebben hun recht op hulp verspeeld, vindt CDA-Kamerlid Van Toorenburg. “Volgens mij moeten wij ons vooral inspannen voor de slachtoffers van de genocide.”

‘Medemenselijkheid’

De andere twee regeringspartijen, D66 en ChristenUnie, staan minder afwijzend tegenover de terugkeer van IS-vrouwen en hun kinderen. D66 is voorstander van het actiever terughalen van IS-kinderen. De partij vindt dat nodig vanuit het oogpunt van “medemenselijkheid”, zegt D66-Kamerlid Sjoerdsma. “Die kinderen groeien nu op in detentiekampen, in een mini-kalifaat tussen prikkeldraad.”

Dat probleem ziet ook de ChristenUnie. “Deze uitspraak laat scherp het dilemma zien tussen de situatie van de kinderen die meegenomen zijn naar dit gebied en de moeders die er zelf voor kozen”, zegt Kamerlid Van der Graaf. D66 en ChristenUnie vinden het een risico de kinderen daar te laten radicaliseren, terwijl ze misschien ooit weer naar Nederland komen.

Volgens de uitspraak van de rechter moet Nederland zich inspannen om de kinderen terug te laten komen. Maar de Staat hoeft daarbij geen onredelijke risico’s te nemen, bijvoorbeeld door het leven van militairen op het spel te zetten. Het kabinet bestudeert de uitspraak.

De rechter beschreef in zijn vonnis ook de erbarmelijke omstandigheden waarin de kinderen leven.

‘Er is sprake van een ernstige en acute noodsituatie’

Bekijk ook;

Tweede Kamer verdeeld over vonnis Syrië-gangers

MSN 11.11.2019 De Tweede Kamer reageert verdeeld op de uitspraak van de rechtbank in Den Haag over het terughalen van de kinderen van IS-vrouwen. Het CDA vindt de uitspraak ‘risicovol’, omdat de uitspraak de ouders van de kinderen de mogelijkheid geeft terug te keren. GroenLinks en D66 dringen erop aan de kinderen nu terug te halen.

De rechtbank oordeelde dat de Nederlandse staat er alles aan moet doen om kinderen van Syriëgangers in twee kampen in Noord-Syrië terug te halen. Die plicht geldt niet voor de vrouwen.

Maar, zei de rechter, als de Koerden die kampen bestieren de kinderen niet willen weghalen, moet de overheid kijken of vrouwen en kinderen kunnen worden teruggehaald.

Sterken in positie

Dat baart CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg zorgen. “Risicovolle uitspraak. Met kinderen krijgen ook de ouders recht op terugkeer. Volgens mij moeten we ons vooral inspannen voor de slachtoffers van de genocide.”

“Dit sterkt ons in onze eerdere positie dat kinderen terug moeten worden gehaald”, laat Sjoerd Sjoerdsma (D66) weten.

Het is de vraag hoeveel de Nederlandse Staat zich zal aantrekken van de uitspraak. Premier Rutte wil niet direct reageren. Hij wil eerst de uitspraak bestuderen. Ook minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok zegt dat het ministerie de uitspraak eerst wil bestuderen.

Het kabinet gaf eerder aan dat ze kinderen niet ophalen omdat het daar te onveilig is.

Recht op leven

23 vrouwelijke Syriëgangers hadden tien dagen geleden, via hun zes advocaten, een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse Staat. De vrouwen wilden dat zij, samen met hun 56 kinderen, worden opgehaald uit de kampen.

Rechter: “Sprake van ernstige en acute noodsituatie”

Bekijk deze video op RTL XL

“Uit bronnen is op te maken dat de kinderen (onder meer) te maken hebben met bombardementen, seksueel misbruik en martelingen.’

Voor wat betreft de kinderen is er sprake van ernstige schending van mensenrechten, betoogden de advocaten. Het gaat onder andere om het recht op leven van kinderen. De kinderen zijn in levensgevaar en onschuldig, stellen de advocaten. De rechter gaat daarin mee.

‘Kinderen zijn niet verantwoordelijk’

De staat moet zich dus inspannen om die kinderen terug te halen. Volgens de rechter handelt de staat onzorgvuldig als hij zich daarvoor niet actief inzet. Volgens de rechter zijn de kinderen niet verantwoordelijk voor de gedragingen van hun ouders ‘hoe ernstig deze ook zijn’. “De kinderen zijn slachtoffer van het handelen van hun ouders.”

Enorm kamp

De vrouwen zitten met hun kinderen veelal in het gevangenkamp Al-Hol in Noordoost-Syrië: een enorm kamp waar volgens de Verenigde Naties ruim 74.000 mensen zitten, voornamelijk vrouwen en kinderen, en waar de omstandigheden erbarmelijk zijn.

Alle Nederlandse kinderen, waar het vandaag over gaat, zijn jonger dan 12 jaar.

De overheid moet van de rechter wel de ruimte krijgen hoe ze de terugkeer van de kinderen gaat aanpakken. Nederland heeft het niet voor het zeggen in Syrië en hoeft volgens de rechter geen onacceptabele veiligheidsrisico’s te nemen in het gevaarlijke gebied.

De overheid kan daartoe afspraken maken met de Amerikanen of andere partners in de regio. Maar het beleid tot nu toe van het kabinet om betrokkenen niet-actief terug te halen, moet – althans bij de kinderen – ten einde komen, aldus de rechter.

Lees ook:

Nederlandse IS-vrouwen met kinderen willen terug na ontsnapping uit kamp

De Nederlandse staat heeft tot op heden geen actie ondernomen om de IS-vrouwen met hun kinderen terug te halen.

Al wel plannen gemaakt

Zowel het Openbaar Ministerie als de Raad voor de Kinderbescherming hebben al wel plannen gemaakt. Als de vrouwen aankomen in Nederland, worden ze aangehouden en vastgezet. Het Openbaar Ministerie zal de vrouwen daarna vervolgen voor deelname aan een terroristische organisatie.

De Verenigde Staten hebben al regelmatig aangedrongen dat Europese landen hun IS-strijders moeten terughalen. Ook hebben de Amerikanen aangeboden om te helpen met de terugkeer.

Lees ook:

Ze willen terug naar Nederland, maar hoe gevaarlijk zijn de vrouwen van IS?

Over de volwassen vrouwen oordeelt de rechter anders. “Zij zijn welbewust naar Syrië of Irak gegaan om zich aan te sluiten bij IS, een terroristische organisatie. Zij wisten dat die organisatie zich schuldig maakt aan weerzinwekkend en grove misdaden. De vrouwen moet daarvoor berecht worden. De staat wil dat die berechting in de regio plaatsvindt en heeft ook het recht om te proberen die berechting daar plaats te laten vinden.”

Alleen als de Syrisch-Koerdische autoriteiten, of anderen die betrokken zijn bij het terughalen van de kinderen, als voorwaarde stellen dat de moeders mee moeten met de kinderen ‘zal de staat zich ook hiervoor moeten inspannen’. “Zij worden dan in Nederland voor de rechter gebracht.”

IS-kinderen

Volgens de laatste cijfers van de AIVD zitten er ongeveer 140 Nederlanders vast in kampen in Noord-Syrië.

Het gaat om 15 mannen, 35 vrouwen en 90 kinderen.

Een groep Nederlandse vrouwen heeft nu een kort geding aangespannen omdat ze met hun kinderen willen worden opgehaald.

Het terughalen van IS-strijders zorgt al langer voor een groot meningsverschil in de regering.

VVD en CDA zijn tegen het ophalen van de Nederlandse IS’ers en kinderen.

Het kabinet houdt vol: ze gaan de kinderen en vrouwen niet halen. Het kabinet geeft aan dat ze kinderen niet ophalen omdat het te riskant is.

RTL Nieuws; Islamitische Staat  Link in bio  Rechterlijke macht  Syrië

Rechter oordeelt: Nederland moet IS-kinderen terughalen

Elsevier 11.11.2019 Nederland moet alles op alles zetten om 56 IS-kinderen zo snel mogelijk op te halen uit detentiekampen in het noordoosten van Syrië. Dat heeft de rechter geoordeeld in een kort geding dat 23 IS-vrouwen hadden aangespannen.

Volgens de rechter leven de kinderen in de kampen in een acute noodsituatie, zonder dat zij daar zelf voor hebben gekozen. Daarom moet het Nederlandse beleid – dat er tot nu toe op was gericht niet actief terug te halen – veranderen.

Lees ook: Terughalen kalifaatkinderen enorm veiligheidsprobleem

Hun moeders hebben geen recht op repatriëring, omdat zij er volgens de rechter zelf voor hebben gekozen om naar IS-gebied af te reizen.

Maar als de Koerden de kinderen niet laten vertrekken zonder hun moeders, moet de overheid kijken of het mogelijk is beide groepen terug te halen. De vrouwen moeten dan worden berecht in Nederland. Ook het Openbaar Ministerie wil dat. Als de vrouwen zelf zouden besluiten hun kinderen niet mee te geven naar Nederland, vervalt de inspanningsverplichting voor de staat om dat kind te repatriëren.

Geen onacceptabele veiligheidsrisico’s

De overheid moet de ruimte krijgen hoe ze de terugkeer van de kinderen gaat aanpakken, vindt de rechter. Nederland heeft het niet voor het zeggen in Syrië en hoeft volgens de rechter geen onacceptabele veiligheidsrisico’s te nemen in het gevaarlijke gebied. De overheid kan daartoe afspraken maken met de Amerikanen of andere partners in de regio.

Afshin Ellian schreef eerder deze column: Jihadkinderen stellen Nederland voor duivels dilemma

Volgens de rechter zijn de kinderen het slachtoffer van het handelen van hun moeder of ouders. Zij hebben allemaal de Nederlandse nationaliteit en zijn jonger dan twaalf jaar. De meesten zelfs onder de zes jaar. De rechter benadrukte dat de kinderen nu nog zo klein zijn dat het meer risico oplevert als ze nu niet zouden worden teruggehaald, omdat ze nu nog niet echt beïnvloed zijn door terroristische denkbeelden.

De vrouwen hebben er de afgelopen jaren volgens de rechter uit vrije wil en bewust voor gekozen om uit te reizen naar het strijdgebied in Syrië of Irak en zich daar aan te sluiten bij Islamitische Staat. Ze zitten nu vast in de kampen Al-Hol en Al-Roj die door de Koerden worden beheerd. De omstandigheden in de kampen zijn erbarmelijk. Er is veel agressie en geweld, weinig voedsel en water, er heersen ziektes, mensen worden gemarteld en er zijn bombardementen.

Nederlanders kunnen zichzelf wel melden

Het kabinet hield het tot nu toe bij het standpunt dat de vrouwen in de regio moeten worden berecht, het liefst via een internationaal tribunaal. Maar of dat er komt is maar zeer de vraag.

Nederlanders kunnen zichzelf wel melden bij de Nederlandse ambassade in Ankara. Eind oktober maakten twee vrouwen gebruik van die regeling. Een van de vrouwen is het Nederlanderschap afgenomen. De andere vrouw keert waarschijnlijk terug naar Nederland, al moet Turkije eerst nog beslissen of zij daar moet worden vervolgd.

Gerelateerde artikelen;

Rechtbank: Staat moet zich inspannen om 56 kinderen uit Syrië te halen

NU 11.11.2019 De Nederlandse Staat moet zich inspannen om 56 kinderen en eventueel hun negentien moeders vanuit Syrië naar Nederland te halen. Dat heeft de rechtbank in Den Haag maandag bepaald in een kort geding.

Uitspraak terughalen IS-kinderen;

  • Nederland heeft de verplichting om zich in te spannen om IS-kinderen terug te halen.
  • Hun moeders moeten alleen worden teruggehaald als het niet anders kan.
  • De overheid moet binnen veertien dagen actie ondernemen.
  • Het kort geding was aangespannen vanwege het acute gevaar in de kampen in Syrië.

Nederland kan volgens de rechtbank niet gedwongen worden om de kinderen te repatriëren, omdat er wel degelijk gevaar is door de instabiele situatie in Syrië.

“De Staat hoeft geen onnodige veiligheidsrisico’s te nemen, maar moet wel alle mogelijkheden die er zijn, zoals de door de Amerikanen geboden hulp, benutten”, aldus de rechtbank.

Dat komt erop neer dat de Nederlandse regering alles moet doen wat in haar macht ligt. Als de overheid zegt dat het niet mogelijk is, moet het bewijs overhandigen dat er alles aan gedaan is.

Dat betekent volgens advocaat André Seebregts, die het merendeel van de eisers bijstaat, dat Nederland binnen de gestelde termijn van veertien dagen contact op moet nemen met de Koerden, dan wel de Amerikanen.

De Koerden voeren de regie over de kampen waar de vrouwen en kinderen vastzitten. De Amerikanen hebben laten weten hen voor Nederland te willen ophalen.

Vrouwen alleen teruggehaald als het niet anders kan

in totaal 23 vrouwen spanden een kort geding tegen de Staat aan omdat zij en hun kinderen in acuut gevaar zouden zijn. De rechtbank erkent dit gevaar en spreekt van een “schrijnende situatie”.

In het geval van de vrouwen geldt echter dat zij alleen teruggehaald moeten worden als de Koerden de kinderen alleen samen met hun moeders laten gaan.

“De vrouwen hebben niet het zelfstandige recht om naar Nederland teruggehaald te worden omdat zij met hun volle verstand zijn afgereisd naar Syrië en zich hebben aangesloten bij IS, een terroristische organisatie”, aldus de rechtbank.”De kinderen zijn daarentegen het slachtoffer van het handelen van hun ouders.”

Vier van de 23 vrouwen hebben geen kinderen. “Voor hen is dit dan ook een verdrietige uitspraak”, benadrukt Seebregts.

Kabinet wil vrouwen in de regio berecht hebben

Het kabinet wil dat de vrouwen in de regio worden berecht en de rechtbank vindt dat Nederland het recht heeft om uit te vinden of dat eventueel mogelijk is.

Of de regionale berechting in Irak er ook komt, is nog maar zeer de vraag. De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken zei onlangs dat het land niet bereid is Nederlandse IS’ers te berechten. Volgens minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) gaan de onderhandelingen met Bagdad echter nog door.

Kans dat ook vrouwen komen ‘redelijk groot’

Seebregts zegt dat de kans redelijk groot is dat ook de vrouwen teruggehaald worden, omdat de Koerden altijd duidelijk hebben gemaakt de vrouwen samen met hun kinderen af te willen geven. “Net als de Amerikanen, de Turken en de Russen”, aldus de raadsman.

De vrouwen en kinderen bevinden zich op dit moment in de gevangenkampen Al Hol en Al Roj in Noordoost-Syrië. Het kamp Al Roj ligt in de door Turkije gewenste veiligheidszone.

Kabinet wil uitreizigers niet ophalen vanwege gevaar

Volgens het huidige kabinetsbeleid worden Nederlandse uitreizigers niet actief opgehaald uit Syrië. Het kabinet wil Nederlandse ambtenaren niet in gevaar brengen door ze naar een onveilig gebied te sturen.

Dit is anders als Nederlanders zich zelf melden bij de Nederlandse ambassade, zoals onlangs twee vrouwen en hun drie kinderen in de Turkse stad Ankara deden.

Een van de vrouwen is het Nederlanderschap afgenomen. De andere vrouw keert waarschijnlijk terug naar Nederland, al moet Turkije eerst nog beslissen of zij daar vervolgd moet worden.

Vrouwen zullen bij aankomst worden aangehouden

Mocht het de regering lukken om de vrouwen naar Nederland te halen, dan zullen zij direct worden aangehouden en op de terroristenafdeling in Vught worden geplaatst. Tegen alle personen van wie bekend is dat zij vanuit Nederland naar de strijdgebieden in Syrië en Irak zijn afgereisd, loopt een strafrechtelijk onderzoek.

De kinderen zullen op hun beurt worden opgevangen en in de gaten worden gehouden door de Raad voor de Kinderbescherming. Deze raad zal uiteindelijk adviseren waar de kinderen het beste geplaatst kunnen worden.

Er is nog hoger beroep mogelijk, maar Nederland is in de tussentijd wel al verplicht actie te ondernemen.

Lees meer over: Binnenland

Rechter oordeelt: Nederland moet kinderen IS-vrouwen terughalen

Telegraaf 11.11.2019 De Nederlandse Staat moet 56 kinderen van IS-vrouwen terughalen. De 23 IS-vrouwen zelf hoeven niet teruggehaald te worden. Dat oordeelde de voorzieningenrechter in Den Haag op maandag.

Als de Koerden de kinderen niet laten vertrekken zonder hun moeders dan ontstaat er een nieuwe situatie, aldus het vonnis. Dan moet de overheid kijken of het mogelijk is om beide groepen terug te halen. De vrouwen moeten dan worden berecht in Nederland. Ook het Openbaar Ministerie wil dat. Als de vrouwen zelf zouden besluiten hun kinderen niet mee te geven naar Nederland, vervalt de inspanningsverplichting voor de Staat om dat kind te repatriëren.

De overheid moet wel de ruimte krijgen hoe ze die terugkeer gaat aanpakken. Nederland heeft het niet voor het zeggen in Syrië en hoeft volgens de rechter geen onacceptabele veiligheidsrisico’s te nemen in het gevaarlijke gebied. De overheid kan daartoe afspraken maken met de Amerikanen of andere partners in de regio.

De kinderen hebben allen de Nederlandse nationaliteit en zijn jonger dan twaalf jaar. De meesten zelfs onder de zes jaar. De rechter benadrukte dat de kinderen nu nog zo klein zijn dat het meer risico oplevert als ze nu niet zouden worden teruggehaald, omdat ze nu nog niet echt beïnvloed zijn door terroristische denkbeelden.

De vrouwen zijn de afgelopen jaren uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië of Irak waar Islamitische Staat het voor het zeggen had. Ze zitten nu vast in kampen die door de Koerden worden beheerd. Ze willen terug naar Nederland, maar het kabinet weigert ze actief terug te halen.

’Binnen twee weken duidelijkheid’

Advocaat André Seebregts noemt de beslissing een „mooi afgewogen vonnis.” De advocaat verwacht dat er binnen twee weken duidelijkheid is voor de – met name jonge – kinderen die in de Koerdische opvangkampen in Syrië zitten. Wanneer de kinderen, al dan niet met hun moeder, zullen terugkomen naar Nederland, durft hij niet in te schatten.

Seebregts verwacht echter niet dat de kinderen zonder hun moeders terug zullen keren. „De Koerden hebben al meerdere keren duidelijk laten merken dat ze de kinderen niet van hun moeder willen scheiden.”

Naar rechter stappen staat vrij

Het regeringsbeleid is nog steeds dat Nederland geen Nederlanders terughaalt uit Syrië. Alleen wie erin slaagt om een diplomatieke post te bereiken, kan eventueel hulp krijgen. Is het repatriëren van vrouwen die zelf besloten om naar een oorlogsgebied te vertrekken een beslissing die een rechter moet nemen, of is het aan de politiek?

„Je kunt altijd naar de rechter stappen als je vindt dat je wordt geschaad in je rechten”, zegt Jon Schilder, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. „Er rust een algemene verplichting op de overheid om het recht op leven van onderdanen te garanderen. Maar niet ten koste van alles.”

„Er is ook nog zoiets als eigen verantwoordelijkheid. Als je in een botsauto stapt en je raakt gewond, kun je de exploitant verantwoordelijk stellen, maar grote kans dat de rechter zal zeggen dat je zelf het risico hebt aanvaard door in een botsauto te stappen.”

Volgens hoogleraar internationaal recht Geert-Jan Knoops is er geen enkel internationaal verdrag waarin letterlijk staat dat de Staat verplicht is om onderdanen terug te halen.

„Dan moet je het hebben van een analoge redenering: er is misschien geen rechtens afdwingbare juridische plicht om iets te doen. Maar wel een inspanningsverplichting.”

Bekijk ook:

 Dit betekent terugsturen IS’ers voor Nederland 

Intussen heeft Turkije aangekondigd vandaag te beginnen met het terugsturen van IS’ers naar landen van herkomst. Minister Blok (Buitenlandse Zaken) weet niet of daar ook Nederlanders bij zitten. Maar als het gebeurt, gebeurt dat in overleg, zodat de IS’ers bij aankomst in Nederland kunnen worden aangehouden.

Bekijk meer van; sociale problematiek straf conflicten, oorlog en vrede misdaad Geert-Jan Knoops Nederland

Rechter: Nederland moet zich inspannen om IS-kinderen terug te halen

NOS 11.11.2019 Nederland moet zich inspannen om 56 IS-kinderen zo snel mogelijk op te halen uit detentiekampen in het noordoosten van Syrië. Dat heeft de rechter geoordeeld in een kort geding dat hun 23 moeders hadden aangespannen.

Volgens de rechter leven de kinderen in de overvolle kampen al-Roj en al-Hol in een acute noodsituatie, zonder dat zij daar zelf voor gekozen hebben. Daarom moet het Nederlandse beleid om de kinderen niet actief terug te halen, veranderen.

De rechter beschrijft in zijn vonnis de erbarmelijke omstandigheden waarin de kinderen leven.

‘Er is sprake van een ernstige en acute noodsituatie’

Hun moeders hebben geen recht op repatriëring, omdat zij er volgens de rechter zelf voor hebben gekozen om naar IS-gebied af te reizen. Wel houdt de rechter er rekening mee dat de autoriteiten ter plaatse de kinderen alleen samen met hun moeders laten gaan. In dat geval moet Nederland ook de moeders terughalen, zegt de rechter.

In de uitspraak benadrukt de rechter dat het hier gaat om een inspanningsverplichting voor de staat. Volgens hem kan Nederland namelijk niet worden gedwongen tot iets waar het niet toe in staat is. Wel zegt de rechter dat de overheid gebruik moet maken van Amerikaanse hulp bij de repatriëring en de bereidheid van de Syrische Koerden om de kinderen, en eventueel hun moeders, uit de kampen te laten vertrekken.

Gedeeltelijk hun zin

Volgens verslaggever Mattijs van de Wiel hebben de moeders gedeeltelijk hun zin gekregen. “De rechter is het eens met de advocaten dat de staat verantwoordelijk is voor de kinderen, en de overheid moet zich inspannen voor hun terugkeer. Maar er is geen stok achter de deur, geen dwangsom en de rechter gaat straks ook niet controleren wat de staat met deze uitspraak doet.”

André Seebregts, een van de advocaten van de moeders, is tevreden met de uitspraak. Hij zegt erop te rekenen dat Nederland inderdaad zijn best gaat doen. “Dat betekent dat als de Koerden wordt gevraagd om ze te laten gaan, dat die waarschijnlijk ‘ja’ zeggen, net als de Amerikanen. Dus onder die omstandigheden lijkt het erop dat het wel zal leiden tot het resultaat dat we willen.”

De Nederlandse Staat wil de moeders en kinderen tot nu toe niet ophalen, omdat de vrouwen uit vrije wil zijn afgereisd naar IS-gebied. “Ze hebben zo bijgedragen aan het functioneren van IS en hun kinderen in een zeer gewelddadige omgeving gebracht”, zei landsadvocaat Reimer Veldhuis anderhalve week geleden tegen de rechter. Ook vindt Nederland een terughaalactie te gevaarlijk.

Bekijk ook;

Rechter: Kinderen van IS-vrouwen moeten worden teruggehaald uit Syrië

AD 11.11.2019 De rechter in Den Haag heeft vandaag, in een zaak die namens 23 vrouwen die in Syrische kampen verblijven is aangespannen, beslist dat de 56 kinderen van IS-vrouwen door de Nederlandse staat moeten worden teruggehaald.

De Staat moet er alles aan doen om de kinderen van IS’ers terug te halen naar Nederland. Voor de IS-vrouwen zelf geldt daartoe geen verplichting, maar door de uitspraak neemt de kans dat de moeders met hun kinderen meekomen wel toe.

De rechter is van mening dat de Nederlandse staat terecht heeft aangevoerd dat zij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schendingen van mensenrechten in Syrië. Daardoor kan door de vrouwen ook geen beroep op consulaire bijstand vanuit Nederland worden gedaan, zegt de rechter.

De vrouwen zijn de afgelopen jaren uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië of Irak waar Islamitische Staat het voor het zeggen had.

De rechter vindt evenwel dat Nederland zich het schrijnende lot van de kinderen van de Syriëgangers moet aantrekken. ,,Die kozen niet voor het kalifaat, maar hebben nu wel te maken met marteling, misbruik en gebrek aan voorzieningen’’, klinkt het. Er is sprake van een ‘ernstige en acute noodsituatie’. Om die situatie het hoofd te bieden is repatriëring noodzakelijk. ,,Het kan niet op een andere manier’’

Lees ook:

Lees meer

Ondertussen is de situatie in Noord Syrië steeds chaotischer aan het worden, door de Turkse inval. De Koerden die de kampen bewaken zijn daardoor in de knel gekomen. ,,Als Nederland niets doet, krijgt de Syrische president Al-Assad de kinderen straks in handen”, stelde advocaat Tom de Boer namens de vrouwen. Die president is de afgelopen jaren van talloze mensenrechtenschendingen beschuldigd.

De rechter wijst op het gevaar dat de kinderen, allen onder de twaalf en met alleen de Nederlandse nationaliteit, lopen als er niets wordt gedaan. De rechter benadrukt dat de moeders vrijwillig afreisden naar het kalifaat en spreekt zich niet uit over hun eis om hun eigen proces te mogen bijwonen. Als de Koerden de kinderen niet laten vertrekken zonder hun moeders dan ontstaat er een nieuwe situatie, aldus het vonnis.

Inspanningsverplichting

De Staat is er veel aan gelegen de vrouwen ter plaatse te laten berechten en de rechter is van oordeel dat er ruimte moet zijn om de mogelijkheden daartoe te onderzoeken. Maar als de autoriteiten de kinderen alleen met hun moeder laten vertrekken, dan moeten ze meekomen. De vrouwen worden dan in Nederland vastgezet en moeten hier worden berecht. Ook het Openbaar Ministerie wil dat en de voorbereidingen zijn al getroffen.

De rechter verplicht de Staat tot een ‘inspanningsverplichting’, maar legt geen dwangsom op zoals geëist. Het beleid tot nu toe van het kabinet om betrokkenen niet-actief terug te halen, moet – althans bij de kinderen – ten einde komen, aldus de rechter. Als de vrouwen zelf zouden besluiten hun kinderen niet mee te geven naar Nederland, vervalt de inspanningsverplichting voor de Staat om het kind te repatriëren.

Geen risico’s nemen

Nederland heeft geen zeggenschap in Syrië en hoeft volgens de rechter geen ‘substantiële veiligheidsrisico’s’ te nemen. Bij de repatriëring moet de Staat wel hulp van de Koerden of Amerikanen aannemen, aldus de rechter. De overheid kan daartoe afspraken met de VS of andere partners in de regio maken. Naar verluidt bood de VS al hulp aan bij de repatriëring van IS-vrouwen en hun kroost. De Koerden zouden de vrouwen kwijt willen.

Advocaat André Seebregts, die namens de vrouwen optreedt, ziet in de uitspraak een ‘redelijke kans’ dat de kinderen terugkomen. Hij spreekt over een ‘afgewogen vonnis’. Premier Mark Rutte geeft aan dat het kabinet de uitspraak van de rechter om de IS-kinderen terug te halen ‘zorgvuldig gaat bestuderen’.  ,,Ik heb de uitspraak nog niet gezien. Ik was aan het vergaderen”, aldus de premier.

‘Leven gaat eindelijk door’

,,Mijn leven gaat eindelijk door’’, reageert Bert Klijn geëmotioneerd op de uitspraak. De man, wiens dochter in 2015 op 19-jarige leeftijd naar het kalifaat vertrok, zegt ‘heel gelukkig’ te zijn. Klijns dochter kreeg in IS-gebied twee dochters, waarvan de oudste inmiddels drie is en de jongste bijna twee. ‘Geweldige meiden’, zegt hij over de kleintjes, die hij alleen van foto’s en video’s kent.

,,Ik heb ze nog nooit in het echt gezien, maar ze weten dat ik hun opa ben.’’ Volgens Klijn is zijn dochter destijds uit ‘naïviteit’ naar Syrië vertrokken. De jonge vrouw dacht er in een ziekenhuis te gaan werken. Ze trouwde er met een IS-strijder. Klijn realiseert zich dat zijn dochter de cel in moet bij een terugkeer. ,,Ze bereidt de kinderen daar al op voor, ze weten al dat ze bij opa en oma komen wonen, omdat mama een tijdje weg moet.”

‘Nog veel onzekerheid’

Ook Klaas uit Gouda is blij met de uitspraak, zij het slechts ten dele. Zijn dochter Mandy reisde samen met haar kinderen af naar het kalifaat. ,,Er blijft veel onzekerheid’’, zegt hij. ,,Veel open eindjes, ook omdat er geen tijdsbestek is genoemd en omdat de Koerden de vrouwen niet zonder kinderen laten gaan.’’

Volgens de Gouwenaar voelt het alsof ‘we geen klap zijn opgeschoten’ met het oordeel. Hij is bang dat de Nederlandse overheid zal volhouden dat het onveilig in het gebied is. ,,Net zoals ze altijd hebben gedaan’’, zegt hij. Hij wijst erop dat er de afgelopen week wel ‘weeskinderen uit diverse landen en een Duitse vrouw zijn opgehaald’.

‘Gestopt met spullen kopen’

Ook een naar de zitting gekomen grootmoeder, die anoniem wil blijven, zegt te vrezen dat de Staat ‘zich zal verschuilen’. ,,Ik denk dat ik ze de komende jaren niet terug zal zien’’, zegt de vrouw over haar dochter en kleinkind. ,,Ik ben maar gestopt met spullen te kopen, zoals ik dat wel deed voor het geval ze zouden komen.’’

Kinderombudsman Margrite Kalverboer, die het kabinet meerdere malen opriep om de Nederlandse kinderen terug te halen, reageert verheugd op de uitspraak. ,,Met belangstelling volgen we hoe het kabinet vervolg gaat geven aan deze uitspraak”, laat ze in een reactie weten.

Vrouwen en kinderen in een kamp voor familieleden van buitenlandse IS-strijders in het noorden van Syrië. © AFP

Nederland moet kinderen uit IS-gebied terughalen

OmroepWest 11.11.2019 De rechtbank in Den Haag heeft de Staat verplicht om er alles aan te doen om kinderen van IS-vrouwen in kampen in Syrië terug naar Nederland te halen. Voor de IS-vrouwen zelf is de Staat dat niet verplicht. Dat bleek maandag uit het vonnis van de voorzieningenrechter.

Advocaten hadden namens 23 vrouwen en 56 kinderen een kort geding aangespannen. De vrouwen zijn de afgelopen jaren afgereisd naar het strijdgebied in Syrië of Irak waar Islamitische Staat het voor het zeggen had.

De vrouwen zitten nu vast in door Koerden beheerste kampen. Ze willen terug naar Nederland, maar het kabinet weigert actief om ze terug te halen. Een van de vrouwen zou de Goudse Mandy zijn, die met vijf kinderen in het gebied zit.

Volgens de rechter hebben de kinderen in de kampen niet voor het kalifaat gekozen, maar hebben ze nu wel te maken met de noodsituatie in Noord-Syrië. Zo kreeg Jeugdzorg Haaglanden in september de voogdij over twee kinderen in een IS-kamp, nadat de moeder was overleden en de vader niet te vinden was.

De Raad van de Kinderbescherming vertelde dat de kinderen in het vluchtelingenkamp te weinig voedsel en medische zorg krijgen en dat zij hierdoor ernstige medische klachten hebben.

Slachtoffer van handelen ouders

‘De overheid dient zich het schrijnende lot van de kinderen aan te trekken’, zei de rechter maandag. ‘Zij zijn het slachtoffer van handelen van hun moeder of ouders.’ De kinderen hebben allen de Nederlandse nationaliteit en zijn onder de twaalf jaar.

Voor de vrouwen heeft de Staat geen verplichting om ze terug naar Nederland te halen. Volgens de rechter hebben ze bewust voor een reis naar het strijdgebied gekozen. Alleen als de Koerden kinderen niet willen laten vertrekken zonder hun moeders ontstaat er volgens de rechter een nieuwe situatie, en dan moet de overheid volgens het vonnis kijken of het mogelijk is om beide groepen terug te halen.

Meer over dit onderwerp: IS-GANGER RECHTBANK

Rechter: kinderen van IS-vrouwen terughalen

MSN 11.11.2019 De Staat moet er alles aan doen om de kinderen van IS-vrouwen uit kampen in Noord-Syrië terug te halen naar Nederland. Voor de IS-vrouwen zelf geldt daartoe geen verplichting. De voorzieningenrechter in Den Haag heeft dat maandag bepaald in een kort geding dat advocaten namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen hebben aangespannen tegen de Staat.

Als de Koerden de kinderen niet laten vertrekken zonder hun moeders dan ontstaat er een nieuwe situatie, aldus het vonnis.

De vrouwen zijn de afgelopen jaren uitgereisd naar het strijdgebied in Syrië of Irak waar Islamitische Staat het voor het zeggen had. Ze zitten nu vast in kampen die door de Koerden worden beheerd. Ze willen terug naar Nederland, maar het kabinet weigert ze actief terug te halen.

Dit betekent terugsturen IS’ers voor Nederland

Telegraaf 11.11.2019 Turkije begint vandaag naar eigen zeggen met het terugsturen van opgepakte strijders van Islamitische Staat (IS) naar hun land van herkomst. Een Duitse IS’er zal als eerste op het vliegtuig worden gezet. Wat betekent deze aankondiging voor Nederland?

Vijf vragen over hoe het terugsturen precies werkt;

Komen polderjihadisten nu massaal terug?

Nee. Ten eerste is het nog afwachten of Turkije de daad bij het woord voegt. Ten tweede leek de minister met name te doelen op IS-strijders die Turkije eerder heeft opgepakt in Noord-Syrië, tijdens de militaire operatie daar. Onbekend is of daar Nederlanders bij zitten.

Er zitten wel Nederlandse Syriëgangers in een Turkse cel, maar dat is slechts een handvol. Loes F. uit Geleen en Souad D. uit Franeker zijn twee jihadvrouwen die al langer in de cel zitten en terug willen. Ook Xaviera Rose-Claire S. uit Apeldoorn zit vast in Turkije. Ruim een week geleden meldden zich nog twee Nederlandse vrouwen bij de Nederlandse ambassade in Ankara, in de hoop terug te keren. In totaal gaat het om naar schatting een zevental Nederlandse jihadisten, onder wie ook twee of drie mannen.

Bekijk ook:

Turkse minister: Turkije begint maandag met terugsturen IS’ers 

Terugsturen, hoe gaat dat?

Er zijn al eerder nederjihadisten overgevlogen uit Turkije naar Nederland. Reda N. en Oussama A. kwamen met een gewoon lijnvliegtuig, maar onder begeleiding van de marechaussee. Na aankomst op Schiphol werden ze aangehouden en afgevoerd naar de terroristenafdeling van de gevangenis in Vught.

En wat als hun paspoort is afgepakt?

Een van de twee dames die zich een week geleden meldden op de Nederlandse ambassade, heeft alleen nog maar de Marokkaanse nationaliteit. Dat betekent echter niet dat ze niet teruggestuurd kan worden naar Nederland. Wel dat ze, als ze is berecht en haar straf heeft uitgezeten, het land uit wordt gezet.

Wat voor straffen krijgen ze hier?

De straffen voor vrouwen komen neer op zo’n anderhalf tot twee jaar cel. Voor mannen, van wie de kans veel groter is dat ze hebben gevochten of zich schuldig hebben gemaakt aan gruwelen, is een jaar of zes de norm. Vorig jaar kreeg de Utrechtse strijder Oussama A. 7,5 jaar omdat hij had gesold met het lijk van een IS-slachtoffer. Zijn vriend Reda N. kwam er vanaf met 4,5 jaar omdat bij hem hard bewijs ontbreekt dat hij gruweldaden heeft begaan.

En hoeveel IS’ers zitten er nog aan te komen?

Voor Nederland is de flinke groep IS- vrouwen in de Koerdische kampen in Noord-Syrië van groter belang dan die nu al in een Turkse cel zitten. Het gaat om zo’n vijftien mannen en veertig vrouwen plus tegen de honderd kinderen met een Nederlandse link. Het kabinet staat onder steeds grotere druk om hen terug te halen naar Nederland.

De Haagse voorzieningenrechter bepaalde vandaag dat Nederland het maximale moet doen om de kinderen uit Nederlandse IS-gezinnen te repatriëren.

Bekijk meer van; politiek terrorisme Turkije Nederland Islamitische Staat Syriëganger

Turkije stuurt Amerikaanse IS-strijder terug naar VS

NOS 11.11.2019 Turkije heeft vandaag een Amerikaanse IS-strijder teruggestuurd naar de Verenigde Staten. Dat heeft de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Soylu gezegd tegen verschillende staatsmedia. Later deze week volgen er volgens hem nog zeven Duitsers en elf Fransen.

Soylu waarschuwde vorige week dat Turkije vandaag zou beginnen met het terugsturen van gevangengenomen buitenlandse IS-strijders. Volgens Turkije-correspondent Lucas Waagmeester moet dit dreigement vooral als drukmiddel in de onderhandelingen over de IS-strijders worden gezien. “Het is een signaal van: opschieten, we willen vooruitgang zien”, zegt hij.

Niet uitzonderlijk

Het is volgens Waagmeester niet uitzonderlijk dat IS’ers terug worden gestuurd. “Nederland heeft in het verleden ook IS-strijders teruggehaald. Dat is toen in overleg gegaan met Turkije. Deze mensen zijn daarna in Nederland vervolgd”, zegt Waagmeester. In het geval van de Amerikaanse IS’er zouden ook de gebruikelijke procedures zijn gevolgd.

Turkije vindt dat Europa het land opzadelt met het probleem van de IS-strijders. “De dreigementen over uitzetting zijn een uiting van frustratie”, aldus Lucas Waagmeester. “Veel Europese landen vinden dat de strijders in deze regio moeten worden berecht, maar Turkije zit zelf ook niet op de IS’ers te wachten. Ze vinden dat de Europese landen ‘hun eigen rommel’ moeten opruimen.”

Handjevol IS’ers

Ook de Nederlandse regering is van mening dat de IS-strijders in de regio moeten worden berecht. Volgens Waagmeester gaat hierbij wel om een andere groep IS-strijders. “Deze groep van zo’n 50 volwassenen en 95 kinderen zit in gevangenkampen in Noord-Syrië en is handen van de Koerden. In Turkije zelf zit maar een handjevol Nederlandse IS’ers.”

Turkije pakte onlangs tijdens een offensief in Noord-Syrië naar eigen zeggen een grote groep IS-strijders op. Volgens de Turkse president Erdogan zitten er nu zo’n 1200 IS-strijders in Turkse gevangenissen. Het is niet duidelijk of dit aantal ook klopt.

Bekijk ook;

Ankara start terugsturen IS-gevangenen

Telegraaf 11.11.2019 De Turkse regering begint naar eigen zeggen vandaag al met het terugsturen van buitenlandse IS’ers die gevangen zitten in Turkse gevangenissen. Vandaag zal een Duitse IS’er de grens over worden gezet, donderdag volgen zeven andere Duitsers.

Het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken kondigde vandaag aan ook nog eens elf Franse IS’ers uit te zetten. „De procedures voor elf buitenlandse terroristische strijders van Franse oorsprong die in Syrië gevangen zijn genomen, is in gang gezet”, aldus woordvoerder Ismail Catakli, zo meldde persbureau Anadolu.

Hij voegde eraan toe dat buitenlandse strijders uit Ierland, Duitsland en Denemarken ook worden voorbereid op repatriëring naar hun thuisland.

Onbekend is of in Turkije ook mannelijke IS’ers vastzitten met de Nederlandse nationaliteit. Wel zitten er twee vrouwen vast waarvan een met de Nederlandse nationaliteit en een waarvan de Nederlandse nationaliteit twee weken geleden is ontnomen. Ankara heeft overigens aangekondigd dat het afnemen van de nationaliteit de Turken er niet van zal weerhouden om de IS-aanhangers terug te sturen.

Turkije is boos dat Westerse landen weigeren buitenlandse IS’ers terug te nemen en in eigen land te berechten. Ankara vindt dat het daardoor tegen haar wil voor jaren opgezadeld wordt met duizenden gevaarlijke IS’ers.

Bekijk ook:

Rechter oordeelt: Nederland moet kinderen IS-vrouwen terughalen 

Als een IS’er met de Nederlandse nationaliteit met een Turks toestel aankomt op Schiphol, kan Nederland die niet linea recta met hetzelfde toestel terugsturen richting Ankara. De marechaussee is verplicht de Nederlander te accepteren maar kan die wel onmiddellijk in de boeien slaan op verdenking van lidmaatschap van een terreurorganisatie.

Van vrouwelijke aanhangers, die veelal niet op het strijdtoneel actief waren maar wel ’ondersteunende diensten’ leverden, zal ook een lidmaatschap bewezen moeten worden. Zo kon in Duitsland een vrouwelijke IS’er alleen veroordeeld worden toen bewezen werd dat zij jarenlang in een huis woonde waarvan de oorspronkelijke bewoners door IS waren verdreven.

Bekijk ook:

Dit betekent terugsturen IS’ers voor Nederland 

In Turkije zitten naar schatting enkele honderden IS’ers gevangen. Het merendeel daarvan kwam in handen van de Turken na de inval van Turkse troepen in het noordoosten van Syrië waar hoofdzakelijk Koerden wonen. Het grootste deel van de gevangen IS’ers is echter in handen van de Koerden die over een groot tekort aan middelen beschikken om ze gevangen te houden, laat staan te berechten.

Bekijk meer van; samenleving terrorisme straf burgeroorlog politiek Ankara

Turkije begint met terugsturen IS’ers: ‘Duitser en Amerikaan uitgezet’

AD 11.11.2019 Turkije heeft een begin gemaakt met het terugsturen van buitenlandse IS-strijders. Minimaal twee gevangenen zijn het land uitgezet. Volgens persbureau Reuters gaat het om een Duitser en een Amerikaan. Het is onbekend waar zij naartoe zijn gestuurd.

Reuters baseert zich op uitspraken van een regeringswoordvoerder. Ook persbureau AP maakt gewag van het terugsturen van IS-strijders, maar volgens de bron van dat bericht gaat het om een Amerikaan en een Deen. Deense media bevestigen dat: vanmiddag werd op de luchthaven van Kopenhagen een teruggestuurde 28-jarige man aangehouden.

Het terugsturen komt niet als een verrassing: vorige week kondigden de Turken al aan dat ze ertoe zouden overgaan, wat tot spanningen met NAVO-partners leidde. Die zitten niet te wachten op de terugkeer van de mannen die in het verleden naar Syrië en Irak trokken om te vechten.

Ook Nederland heeft dat standpunt. Wel oordeelde de rechter in Den Haag vandaag dat 56 kinderen van IS-vrouwen door de Nederlandse staat moeten worden teruggehaald. Nederland moet er alles aan doen om de kinderen van IS’ers terug te halen naar Nederland. Voor de IS-vrouwen zelf geldt daartoe geen verplichting, en dus ook voor mannelijke IS-strijders niet.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Toch ook mannen

De Turken lijken echter vastbesloten om ook mannen de grens over te zetten. Suleyman Soylu, de minister van binnenlandse zaken, zei vorige week dat 1200 buitenlandse IS-strijders in de Turkse cel zitten en dat er bij het recente Turkse initiatief in Noord-Syrië opnieuw 287 IS-leden, inclusief vrouwen en kinderen, zijn vastgezet.

De Turkse regering meldt volgens Reuters dat nog 23 Europese IS-leden deze week het land moeten verlaten. Onder hen zijn geen Nederlanders. Het zou gaan om elf Fransen, negen Duitsers, twee Ieren en een Deen.

Een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken meldt desgevraagd dat Nederland ‘in contact staat’ met Turkije over dit onderwerp. ,,Op individuele gevallen kunnen we niet ingaan.”

In antwoorden op Kamervragen laat het kabinet vandaag weten dat Nederland voorbereid is op de eventuele terugkeer van strijders. Zij staan internationaal gesignaleerd. Hun paspoorten zijn ongeldig verklaard. Als ze terugkeren naar Nederland worden ‘alle beschikbare middelen’ aangewend om ervoor te zorgen dat zij geen gevaar vormen.

Turkije is begonnen met uitzetten IS’ers

Telegraaf 11.11.2019 Turkije is maandag begonnen met de repatriëring van gevangengenomen militanten van Islamitische Staat (IS) naar hun land van herkomst. Eén Duitse IS-strijder zal maandag door Turkije worden uitgezet. Donderdag worden nog eens zeven Duitse IS-militanten gerepatrieerd.

Ze zitten gevangen in detentiecentra en worden op 14 november teruggestuurd, zei een woordvoerder van het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken maandag. Een Amerikaanse IS-militant is ook al uitgezet, meldde staatspersbureau Anadolu.

Turkije treft daarnaast voorbereidingen om elf in Syrië gevangen genomen Fransen uit te zetten, samen met verschillende andere Europeanen. Ze worden ervan beschuldigd zich te hebben aangesloten bij terreurgroep Islamitische Staat. Dat zei het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken maandag.

„De procedures voor elf buitenlandse terroristische strijders van Franse oorsprong die in Syrië gevangen zijn genomen, is in gang gezet”, aldus woordvoerder Ismail Catakli.

Hij voegde eraan toe dat buitenlandse strijders uit Ierland, Duitsland en Denemarken ook worden voorbereid op repatriëring naar hun thuisland.

De communicatiedirecteur van president Recep Tayyip Erdogan zei eerder tegen de Stuttgarter Zeitung dat Turkije in totaal twintig Duitse IS-militanten wil deporteren.

Diverse Europese landen hebben tot nu toe geweigerd IS-aanhangers terug te halen die onder leiding van de Koerdische militie YPG in het noorden van Syrië zijn opgepakt. De Turkse regering ergerde zich aan de passiviteit van Europese landen bij het terughalen van Syriëgangers.

Bekijk meer van; islam terrorisme burgeroorlog Recep Tayyip Erdoğan Turkije Islamitische Staat

Turkije begint met terugsturen van IS-strijders

MSN 11.11.2019 Turkije is maandag begonnen met het terugsturen van gevangengenomen strijders van Islamitische Staat. Dat meldt persbureau AP op basis van de Turkse staatszender TRT Haber.

Een woordvoerder van het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken bevestigde dat één Amerikaan al is teruggekeerd. Later in de week zouden nog zeven Duitsers volgen. Het is onduidelijk hoeveel jihadisten Ankara in totaal wil terugsturen.

President Erdogan zei vrijdag dat er ongeveer 1.200 strijders van IS opgesloten zitten onder het bewind van de Turken. Turkije dringt er bij Europese landen al langer op aan Syriëgangers terug te nemen, ook als hun paspoort is ingenomen. Europese landen zijn daar tot nu toe terughoudend in, tot frustratie van Ankara. Begin deze maand noemde de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Suleyman Soylu het „onacceptabel” en „onverantwoordelijk” dat het westen weigert strijders terug te nemen.

De Nederlandse inlichtingendienst AIVD schat dat er zo’n 55 Nederlandse volwassenen en 90 kinderen in Syrische detentiekampen verblijven. Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken, VVD) kwam eerder met een plan om Syriëgangers in Irak te laten berechten, maar volgens Irak is daar vooralsnog geen sprake van.

november 12, 2019 Posted by | 2e kamer, aanslag, bedreiging, beeldenstorm, boerka, boerkaverbod, Donald Trump, Erdogan, Irak, is, IS-kinderen, isis, islam, Joost Lagendijk, kinderpardon, moslim, NCTV, Nederland, nikab, politiek, President Tayyip Recep Erdogan, rechtzaak, repatriëren, Rutte 3, Syrië, Syriëgangers, syrie, Tayyip Recep Erdogan, terreur, terreurdreiging, terrorisme, turkije, tweede kamer, veiligheid, vluchtelingen, Wikipedia | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor De nog veel langere arm van Erdogan in IS-gebied, Syrië, Irak en verder !! – deel 12 – de nasleep

Ook gedonder bij de SGP – tot ziens SGP-voorzitter Peter Zevenbergen

Tot ziens Peter !!

Peter Zevenbergen stapt op als voorzitter van de SGP.

Zevenbergen kwam vorig jaar onder vuur te liggen toen bleek dat hij naast zijn salaris als directeur van het Wartburg College in Rotterdam ook wachtgeld ontving. Vóór zijn baan als schooldirecteur was hij namelijk twaalf jaar lang wethouder in de Zuid-Hollandse gemeente Alblasserdam.

Maarten van Leeuwen volgt Zevenbergen op, als interim-voorzitter. Hij was al partijvoorzitter van 2011 tot 2018. Hij moet weer zorgen voor rust in de partij.

Ophef

In september 2018 ontstond er ophef over de wachtgeldregeling die Zevenbergen vanaf 2006 kreeg nadat hij was gestopt als wethouder van de gemeente Alblasserdam. Daar had hij twaalf jaar gewerkt. Hij kreeg vrijwel direct na zijn wethouderschap een nieuwe baan, maar zijn salaris werd dankzij de wachtgeldregeling aangevuld tot zijn voormalige wethouderssalaris. Opvallend genoeg slingerde de afdeling Alblasserdam – waarvan Zevenbergen zélf jarenlang voorzitter was – de discussie binnen de partij aan.

Toch bleef er gedoe over. De SGP-afdeling Alblasserdam riep eind oktober om het vertrek van Zevenbergen. Het hoofdbestuur stelde toen nog dat het om één dissidente afdeling ging. Daar komt het nu van terug. ,,Sinds een aantal weken werpt het onderwerp weer stof op”, staat in de verklaring van de SGP. ,,Het goed functioneren als partijvoorzitter kwam hierdoor onder druk te staan.”

Vanwege de onrust die in de partij ontstond toen de Volkskrant over het wachtgeld berichtte, besloot de SGP-voorzitter het maandelijkse bedrag voortaan “ten dienste van de gemeenschap” te stellen. De partij had gehoopt dat de kwestie daarmee was afgedaan, maar “dat bleek niet het geval”, zegt de SGP vandaag in een verklaring. “Sinds een aantal weken werpt het onderwerp weer stof op. Het goed functioneren als partijvoorzitter kwam hierdoor onder druk te staan.”

Klachten

Eerder dit jaar haalde de SGP het nieuws vanwege klachten over wantrouwen en een onveilige werkomgeving binnen een aan de partij gelieerde stichting. Uiteindelijk schakelde het partijbestuur een mediator in om de kwestie aan te pakken. Volgens vicevoorzitter Mulder van de SGP staat deze zaak volledig los van het vertrek van Zevenbergen als voorzitter.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Zie ook: Ook gedonder bij de SGP ??

Onrust in SGP: ‘Dit is in ons 100-jarig bestaan nog nooit voorgekomen’

NOS 12.11.2019 Het rommelt in de SGP. De staatkundig-gereformeerden zagen vandaag opnieuw twee bestuursleden vertrekken, nadat zaterdag partijvoorzitter Peter Zevenbergen al was opgestapt.

Eerder dit jaar haalde de partij de media met een andere kwestie: een SGP-stichting die buitenlandreizen organiseert, zou kampen met “verbaal agressief en intimiderend gedrag van een deel van het bestuur van de stichting”.

Beide zaken staan volgens het huidige SGP-bestuur volledig los van elkaar. Maar samen geven ze wel een onrustig beeld van de sfeer in de partij, die van oudsher juist te boek staat als beheerst. “Zoiets is in ons 100-jarige bestaan nog nooit voorgekomen”, zegt interim-voorzitter Maarten van Leeuwen over de opgestapte bestuursleden. “Daar kun je niet zomaar aan voorbijgaan. De zaak krijgt veel aandacht.”

De twee bestuursleden die vandaag hun vertrek bekendmaakten, Peter den Boef en Albert Vlietstra, deden dat uit onvrede over het opstappen van voorzitter Peter Zevenbergen, zeggen ze in een verklaring.

Volgens hen heeft de SGP “last van een breder en dieper liggend moreel probleem”, schrijft het Nederlands Dagblad. Ook vinden ze dat het partijbestuur onterecht de suggestie heeft gewekt dat Zevenbergen zaterdag uit eigen beweging opstapte.

Waarom stapte Zevenbergen op?

De 63-jarige voorzitter van de SGP lag onder vuur, omdat hij al jaren wachtgeld ontving bovenop zijn salaris als schooldirecteur. Daar had hij recht op, omdat hij twaalf jaar lang wethouder was geweest in de gemeente Alblasserdam en als schooldirecteur minder verdiende.

Maar al bij zijn aantreden als SGP-voorzitter in september vorig jaar klonk er kritiek op de regeling. Daarom besloot Zevenbergen het wachtgeldbedrag – 1450 euro netto per maand – aan goede doelen te schenken. De SGP had gehoopt dat de kous daarmee was afgedaan, maar de kwestie bleef opspelen.

“Deze kritiek heeft mij buitengewoon verbaasd”, aldus interim-voorzitter Van Leeuwen. Volgens hem hebben Den Boef en Vlietstra “op geen enkele wijze ter sprake gebracht” dat ze vinden dat de SGP een moreel probleem heeft. “In een bestuur kan altijd sprake zijn van minderheidsstandpunten over dieperliggende kwesties, daar is niets mis mee. Maar ik betreur het dat zij daar deze suggestie aan verbinden.”

Verklaringen

Afgelopen vrijdag kwam het partijbestuur bijeen om te praten over de toekomst van voorzitter Zevenbergen. Dat leidde zaterdag tot een verklaring op de website van de partij, waarin stond dat Zevenbergen “in overleg met het hoofdbestuur heeft besloten zijn functie als partijvoorzitter neer te leggen”.

In een nieuwe verklaring, die vandaag op de SGP-site werd gepubliceerd naar aanleiding van het vertrek van Den Boef en Vlietstra, is daaraan toegevoegd dat het partijbestuur aan Zevenbergen heeft meegedeeld “dat hij het best de eer aan zichzelf zou kunnen houden” en dat het bestuur zich anders “genoodzaakt zou zien zijn voorzitterschap te beëindigen”. Zaterdag meldde Zevenbergen uiteindelijk dat hij zich zou terugtrekken als voorzitter.

Vernieuwing?

De 63-jarige Zevenbergen zat voordat hij vorig jaar voorzitter werd al zeventien jaar in het bestuur van de SGP. De vandaag opgestapte Den Boef zat daar al sinds 1997. Sommige SGP’ers zien hun vertrek als kans om bijvoorbeeld de bestuursstijl van de SGP te vernieuwen. De opgestapte bestuurders werden als hindernis daarvoor gezien.

Een deel van de achterban roept al langer om vernieuwing. Ook kan het vertrek van de bestuurders helpen om de problemen rond de in opspraak geraakte buitenlandcommissie van de SGP op te lossen, zegt een prominent partijlid tegen de NOS.

Wat speelde er in de ‘buitenlandcommissie’ van de SGP?

Afgelopen zomer stelde het SGP-partijbestuur een mediator aan die orde op zaken moet stellen bij de Stichting Vormingsactiviteiten Oost-Europa (VOE) van de partij. Die stichting hield zich bezig met vormingsactiviteiten en buitenlandse reizen, met subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Maar binnen de stichting zou sprake zijn van “verbaal agressief en intimiderend gedrag”.

Ook over het nut van de buitenlandse reisjes rezen vragen. Per 1 januari gaat de VOE op in een nieuwe stichting die alle internationale afspraken coördineert.

Interim-voorzitter Van Leeuwen ziet het aftreden van bestuursleden niet als een kans om de bestuursstijl te vernieuwen. Wel is een partijcommissie bezig met het vernieuwen van de procedure om nieuwe bestuursleden te benoemen, onder wie de voorzitter. “Maar dat is afgelopen zomer al in gang gezet”, aldus Van Leeuwen.

Rust

Een crisis wil hij de ontstane situatie niet noemen. “Dit is geen bestuurscrisis, maar wel treurnis. We moeten nu een stukje rust terugbrengen in de partij.”

Ook de SGP-jongeren, met 7300 leden naar eigen zeggen de grootste politieke jongerenorganisatie van Nederland, hoopt dat de rust en het vertrouwen in de partij wederkeren. “Wat je ziet, is dat het nieuws en het imago van de SGP elkaar nu doorkruisen”, zegt voorzitter Arie Rijneveld. “We hebben eigenlijk een rustig imago.”

Bekijk ook;

SGP-bestuursleden treden af uit onvrede over vertrek partijvoorzitter

NU 12.11.2019 Hoofdbestuursleden Peter den Boef en Albert Vlietstra van de SGP treden af, meldt de politieke partij dinsdag in een verklaring. Ze zijn ontevreden over het vertrek van partijvoorzitter Peter Zevenbergen.

In de verklaring staat dat de twee leden vinden dat het hoofdbestuur anders had moeten handelen en volledig achter Zevenbergen had moeten gaan staan.

Zevenbergen wordt tijdelijk vervangen door Maarten van Leeuwen. Die laat in de verklaring weten dat de SGP bij het standpunt blijft dat de partijvoorzitter er het beste aan deed af te stappen.

Afgelopen zaterdag trad Zevenbergen af vanwege ophef over zijn wachtgeld. Als oud-wethouder van de gemeente Alblasserdam had hij daar recht op. Hij vertrok in 2006 bij de gemeente. Sindsdien ontving hij elke maand 1.450 euro netto als compensatie voor het salarisverlies.

Lees meer over: Politiek  SGP

Onrust bij strengchristelijke SGP: opnieuw twee bestuursleden vertrokken

AD 12.11.2019 Het blijft rommelen bij de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Twee leden van het bestuur van de conservatieve partij hebben besloten hun biezen te pakken, nadat zaterdag voorzitter Peter Zevenbergen al was opgestapt.

Volgens het Nederlands Dagblad zijn Peter den Boef en Albert Vlietstra ontevreden over de behandeling van Zevenbergen. Hij zou gedwongen zijn te vertrekken. Volgens de twee ex-bestuursleden speelt er binnen de SGP veel meer dan alleen de kwestie rond Zevenbergen.

De partij geldt als belangrijke steunpilaar van de regeringscoalitie, die zowel in Eerste als Tweede Kamer geen meerderheid meer heeft.

De voorzitter vertrok na een slepende discussie over zijn wachtgeld, dat hij kreeg als voormalig wethouder. Hij had er recht op, maar na toenemende druk besloot Zevenbergen het geld ‘ten dienste aan de gemeenschap’ te stellen. Toch kostte de affaire hem afgelopen weekeinde de kop.

Zevenbergen was vorig jaar aangetreden als voorzitter van de partij. Maarten van Leeuwen neemt zijn functie nu waar. Hij was al partijvoorzitter van 2011 tot vorig jaar.

Lees ook;

Lees meer

Oplossing

Van Leeuwen zegt de gang van zaken te betreuren. ,,Niet in het minst omdat er al een jaar lang gepoogd wordt in gezamenlijkheid tot een oplossing te komen waarbij ook de twee vertrekkende bestuursleden voortdurend betrokken waren.’’

Hij benadrukt dat het geen zin had achter Zevenbergen te blijven staan. Van Leeuwen wil ‘een zich verder voortslepende discussie over de wachtgeldregeling’ voorkomen, omdat die het functioneren van Zevenbergen als partijvoorzitter ‘ernstig belemmert en niet in het belang is van de partij, en ook niet van hemzelf.’

SGP-bestuursleden weg uit onvrede met vertrek partijvoorzitter

NOS 12.11.2019 Peter den Boef en Albert Vlietstra stappen uit het hoofdbestuur van de SGP. Ze doen dat uit onvrede over het opstappen van voorzitter Peter Zevenbergen, afgelopen zaterdag.

De twee vinden dat het bestuur van de partij Zevenbergen meer had moeten steunen, staat in een verklaring op de SGP-site. De opgestapte voorzitter kwam vorig jaar onder vuur te liggen toen bleek dat hij naast zijn salaris als schooldirecteur in Rotterdam ook wachtgeld ontving. Hij kreeg dat geld omdat hij eerder twaalf jaar lang wethouder was in de Zuid-Hollandse gemeente Alblasserdam.

Zevenbergen wordt als voorzitter voorlopig vervangen door Maarten van Leeuwen. Die betreurt het opstappen van de bestuursleden: “Niet in het minst omdat er al een jaar lang gepoogd wordt in gezamenlijkheid tot een oplossing te komen waarbij ook de twee vertrekkende bestuursleden voortdurend betrokken waren”, zegt Van Leeuwen.

Bekijk ook;

Wachtgeld kost voorzitter SGP de kop

Telegraaf 09.11.2019 SGP-voorzitter Peter Zevenbergen is opgestapt na een langdurige discussie over zijn wachtgeldregeling. Dat maakte de SGP zaterdag bekend. Hij was in 2018 aangetreden als voorzitter van de partij.

„De gebeurtenissen trekken een zware wissel op de partij en op Zevenbergen zelf, zijn gezin en gezondheid. Mede hierom heeft hij in overleg met het hoofdbestuur besloten zijn functie als partijvoorzitter neer te leggen”, staat in een verklaring van de partij.

In september 2018 ontstond er ophef over de wachtgeldregeling die Zevenbergen vanaf 2006 kreeg nadat hij was gestopt als wethouder van de gemeente Alblasserdam. Daar had hij twaalf jaar gewerkt.

Meerdere prominenten bij een partijcongres van de SGP. Ⓒ ANP

Zevenbergen had recht op het wachtgeld, maar het SGP-bestuur vond niet dat hij het mocht houden. In september is toen afgesproken dat hij het wachtgeld niet houdt, maar dat het „voor de gemeenschap wordt gebruikt.”

„Sinds een aantal weken werpt het onderwerp weer stof op”, staat in de verklaring van de SGP. „Het goed functioneren als partijvoorzitter kwam hierdoor onder druk te staan.”

Maarten van Leeuwen volgt Zevenbergen op, als interim-voorzitter. Hij was al partijvoorzitter van 2011 tot 2018. Hij moet weer zorgen voor rust in de partij.

Bekijk ook: 

Bij SGP rommelt het door: Leugens zorgen voor wroeging bij leden 

Bekijk meer van; Zevenbergen Staatkundig Gereformeerde Partij

SGP-partijvoorzitter Zevenbergen treedt af na ophef over wachtgeld

NU 09.11.2019 SGP-partijvoorzitter Peter Zevenbergen is afgetreden vanwege de ophef over zijn wachtgeldregeling, meldt zijn partij zaterdag. Het besluit is in overleg met het hoofdbestuur genomen.

Kort na het aantreden van Zevenbergen als partijvoorzitter in september 2018 ontstond kritiek op de wachtgeldregeling waar hij als oud-wethouder van de gemeente Alblasserdam recht op had.

Daar vertrok hij in september 2006 en sindsdien ontving hij twaalf jaar lang, elke maand, 1.450 euro netto om het salarisverlies te compenseren.

Zevenbergen besloot vanwege de discussies van zijn wachtgeld af te zien, maar het stoppen of afbouwen van de regeling zou niet mogelijk zijn. Het bedrag zou daarom “ten dienste worden gesteld aan de gemeenschap”, meldde zijn partij destijds.

De SGP meldt dat Zevenbergen en het bestuur het hoofdstuk over het wachtgeld in oktober 2018 hoopten af te sluiten, maar dat dit niet lukte. Sinds enkele weken is er weer veel aandacht voor deze wachtgeldregeling, meldt SGP, zonder in details te treden. Volgens de NRC erkende het hoofdbestuur recentelijk fouten te hebben gemaakt bij de interne communicatie over het wachtgeld.

De partij meldt dat het “goed functioneren als partijvoorzitter onder druk kwam te staan” en dat de gebeurtenissen “een zware wissel trekken op de partij en op Zevenbergen zelf, zijn gezin en gezondheid”. Zevenbergen zal tijdelijk worden vervangen door zijn voorganger Maarten van Leeuwen.

Lees meer over: Politiek sgp

SGP-voorzitter stapt op na kritiek op wachtgeld

NOS 09.11.2019 Peter Zevenbergen stapt op als voorzitter van de SGP. Zevenbergen kwam vorig jaar onder vuur te liggen toen bleek dat hij naast zijn salaris als directeur van het Wartburg College in Rotterdam ook wachtgeld ontving. Vóór zijn baan als schooldirecteur was hij namelijk twaalf jaar lang wethouder in de Zuid-Hollandse gemeente Alblasserdam.

Vanwege de onrust die in de partij ontstond toen de Volkskrant over het wachtgeld berichtte, besloot de SGP-voorzitter het maandelijkse bedrag voortaan “ten dienste van de gemeenschap” te stellen. De partij had gehoopt dat de kwestie daarmee was afgedaan, maar “dat bleek niet het geval”, zegt de SGP vandaag in een verklaring. “Sinds een aantal weken werpt het onderwerp weer stof op. Het goed functioneren als partijvoorzitter kwam hierdoor onder druk te staan.”

Volgens de SGP trokken de gebeurtenissen een zware wissel op Zevenbergen, zijn gezin en gezondheid. Daarom heeft hij besloten zijn voorzitterschap neer te leggen. Maarten van Leeuwen, die van 2011 tot 2018 al SGP-voorzitter was, vervangt hem totdat een nieuwe voorzitter is gevonden.

Moreel appèl

De 63-jarige Zevenbergen zat sinds 2001 in het hoofdbestuur van de SGP en was sinds september 2018 partijvoorzitter. In september van dat jaar werd bekend dat hij sinds 2006 maandelijks een bedrag van 1450 euro netto aan wachtgeld ontvangt, vanwege zijn voormalige wethouderschap in Alblasserdam en omdat hij als onderwijsdirecteur minder verdient dan als gemeentebestuurder.

De voormalige burgemeester van Alblasserdam, Bert Blase, deed in 2014 al een “moreel appèl” op Zevenbergen om van de wachtgeldregeling af te zien. Zevenbergen zelf hield altijd vol dat dat niet zomaar kon en dat hij “in lijn met de letter en de geest van de wachtgeldregeling” handelde.

Rectificatie

De kwestie laaide eind oktober weer op, nadat het landelijke partijbestuur een rectificatie over de zaak stuurde naar alle leden van de partij, vertelt Joost Griep, voorzitter van de SGP in Alblasserdam. In die rectificatie erkende het bestuur dat het de toelage van Zevenbergen ten onrechte steeds een pensioenregeling had genoemd in plaats van een wachtgeldregeling.

“Toen werd de zaak weer actueel, met als gevolg dat Zevenbergen nu opstapt”, aldus Griep. “Wij zijn blij met dit resultaat. We hebben als lokaal bestuur altijd aangegeven dat het niet verstandig was om Zevenbergen als voorzitter te benoemen, omdat deze zaak steeds weer opspeelt.”

Klachten

Eerder dit jaar haalde de SGP het nieuws vanwege klachten over wantrouwen en een onveilige werkomgeving binnen een aan de partij gelieerde stichting. Uiteindelijk schakelde het partijbestuur een mediator in om de kwestie aan te pakken. Volgens vicevoorzitter Mulder van de SGP staat deze zaak volledig los van het vertrek van Zevenbergen als voorzitter.

Het is nog niet bekend wanneer een nieuwe voorzitter wordt gekozen. “We bezinnen ons eerst op het vernieuwen van de procedure om de voorzitter en bestuursleden te benoemen.”

Bekijk ook;

SGP-voorzitter Zevenbergen stapt op na slepende wachtgelddiscussie

AD 09.11.2019 De voorzitter van de SGP is opgestapt. Rond Peter Zevenbergen, die vorig jaar partijvoorzitter werd, speelde een slepende discussie over het wachtgeld dat hij al jaren ontving. Dergelijke interne strubbelingen zijn zeer ongebruikelijk binnen de gesloten SGP, de oudste partij van ons land.

In een verklaring die zaterdag op de site van de partij verscheen, staat de de gebeurtenissen van de laatste weken ‘een zware wissel trekken op de partij en op Zevenbergen zelf, zijn gezin en gezondheid’. ,,Mede hierom heeft hij in overleg met het hoofdbestuur besloten zijn functie als partijvoorzitter neer te leggen.” Eind oktober stelde dat hoofdbestuur nog ‘volledig vertrouwen’ te hebben in Zevenbergen. SGP-leider Kees van der Staaij noemt het besluit ‘pijnlijk maar verstandig’.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Ophef

In september 2018 ontstond er ophef over de wachtgeldregeling die Zevenbergen vanaf 2006 kreeg nadat hij was gestopt als wethouder van de gemeente Alblasserdam. Daar had hij twaalf jaar gewerkt. Hij kreeg vrijwel direct na zijn wethouderschap een nieuwe baan, maar zijn salaris werd dankzij de wachtgeldregeling aangevuld tot zijn voormalige wethouderssalaris. Opvallend genoeg slingerde de afdeling Alblasserdam – waarvan Zevenbergen zélf jarenlang voorzitter was – de discussie binnen de partij aan.

Zevenbergen heeft recht op het wachtgeld, al zijn oud-politici niet verplicht het geld aan te nemen. Nadat de afdeling Alblasserdam aan de bel trok, vond het SGP-bestuur niet dat hij het geld (1450 euro netto per maand) mocht houden. In september is toen afgesproken dat hij het wachtgeld niet houdt, maar dat het wordt gestoken in ‘goede maatschappelijke doelen’. Daarop hield een accountant controle.

Toch bleef er gedoe over. De afdeling Alblasserdam riep eind oktober om het vertrek van Zevenbergen. Het hoofdbestuur stelde toen nog dat het om één dissidente afdeling ging. Daar komt het nu van terug. ,,Sinds een aantal weken werpt het onderwerp weer stof op”, staat in de verklaring van de SGP. ,,Het goed functioneren als partijvoorzitter kwam hierdoor onder druk te staan.”

Maarten van Leeuwen (71) volgt Zevenbergen op, als interim-voorzitter. Hij was al partijvoorzitter van 2011 tot 2018. Hij stapte op om meer tijd door te brengen met zijn gezin. Nu doet de partij weer een beroep op hem om voor rust in de partij te zorgen.

november 9, 2019 Posted by | integriteit, Maarten van Leeuwen, Peter Zevenbergen, sgp, wachtgeld | , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Ook gedonder bij de SGP – tot ziens SGP-voorzitter Peter Zevenbergen

CDA en het nieuwe “Zij aan Zij” versus Boeren, Burgers en Buitenlui !!!

Er dreigt een tweedeling binnen het CDA

De christen-­democraten, kampen met de eeuwige spanning tussen bijbelse uitgangspunten en de wens om een volkspartij te zijn; twee zielen in één borst, best lastig.

Het is niet genoeg om misstanden aan de kaak te stellen, zei Joris Luyendijk woensdag in deze krant, je moet er een positief vergezicht tegenoverstellen. Laat je dat na, dan kweek je slechts cynisme (‘Alles is verrot en iedereen liegt en alles is verrot’), wat de weg baant voor de pyromanen die onze democratie in de fik willen steken.

Wij en Zij …. Zij aan Zij !!!!

En zie, een dag later kwam het CDA met een toekomstvisie die een einde moet maken aan de heiligverklaring van de bezorgde burger, een rapport dat de basis moet leggen voor een nieuwe koers, voorbij het benauwde conservatisme van Sybrand Buma. “Het CDA snakt ernaar om de maatschappij een positief perspectief te bieden. Dat doen we niet door alleen te benoemen wat niet goed gaat”, zegt partijvoorzitter Rutger Ploum.

Vóór fatsoen en tegen de lawaai-papegaaien is de sfeer die het CDA wil uitstralen in een discussienota over de koers van de partij.

Van scepsis over het draagvlak bij de bevolking voor klimaatmaatregelen is bij het CDA niks meer te merken. In de discussienota over de koers van de partij gaan wind en zon de energie voor de toekomst leveren. Nieuwe technologie, zoals waterstof, biedt ook volop kansen, vinden de christen-democraten. Boeren zouden in de eerste plaats moeten produceren voor de lokale markt. En economie moet in evenwicht worden gebracht met de natuur.

Het CDA betuigt weliswaar steun aan het klimaat­akkoord van Parijs en de maatregelen op dit terrein van het kabinet, maar voormalig partijleider Sybrand Buma waarschuwde ook voor de draagkracht bij de bevolking. Buma nam in mei afscheid en werd burgemeester in Leeuwarden.

Opvallende CDA-ideeën;

• Iedereen moet gedurende het hele leven tijd en ruimte hebben om bij te leren.
• Wie zijn baan verliest, wordt niet werkloos, maar krijgt bijscholing of tijdelijk werk.
• Er komen hogesnelheidslijnen naar het noorden, oosten en zuiden van het land.
• Inspiratie kan uit christelijke traditie komen maar ook uit een rijkdom aan ander gedachtengoed.
• Er is meer (zorg-)verlof nodig.
• De sociale werkplaats afschaffen was een historische vergissing. Die keert terug.
• Het bestaande leenstelsel verdwijnt. Jongeren beginnen zonder schuld hun loopbaan.
• Hulp bij zelfdoding als het leven ‘voltooid’ is, is te beperkt. Het gaat om waardig ouder worden.
• Bij een klimaatneutrale economie hoort een klimaatneutrale energievoorziening.
• Het is belangrijk dat jongeren worden onderwezen in de klassieke deugden, zoals ingetogenheid, wellevendheid en tolerantie.

Kortom, ‘Zij aan zij’. Samenwerking en fatsoen zijn de krachten tegen ‘een wereld van polarisatie, van lawaai-papegaaien’.
Een land van toenemende polarisatie? Waar de hardste schreeuwer wint. Met steeds meer individualisme, egoïsme en ‘ikke ikke’. Met als gevolg een ongekende epidemie van eenzaamheid, depressies en burn-outs?

Of een land waar we de uitdagingen van deze tijd samen aangaan? Waar we samen de schouders er onder zetten. Zoals we dat altijd gedaan hebben. Niet tegenover elkaar, maar zij aan zij. Waar we rekening houden met elkaar. Met waarden en normen?

Daarom kiest het CDA voor een zij aan zij maatschappij.

3 maatschappelijke vernieuwingen

Om in 2030 te komen tot een zij aan zij maatschappij moet Nederland van richting veranderen. Daar zijn volgens ons drie vernieuwingen voor nodig.

Van ratrace naar relaties

We leven in een samenleving waarin we soms adem tekort komen. Waarin we, in vergelijking met anderen, tekort denken te schieten. In onze prestatiemaatschappij staat samenwerken onder druk. De ratrace wordt vaak een afvalrace: ik of jij.

We hebben een maatschappij nodig van relaties: betrokkenheid, openheid, met oog voor risico’s -en dus ook voor falen- èn voor kansen om weer op te krabbelen, terwijl we elkaar vasthouden. Zij aan zij. Daar horen rechten èn plichten bij.

Van regelzucht naar burgerruimte

Maakbaarheid en controledwang zijn de dominante karaktertrekken van de moderne samenleving geworden. We moeten af van de verstikkende toezichtcultuur met al zijn wantrouwen en protocollen.

Het is de taak van politici en bestuurders om te bevorderen dat het binnen de samenleving gemakkelijk is om goed te zijn, het goede te doen. Werknemers en ondernemers snakken naar die verantwoordelijkheid en naar het vertrouwen in hun vakkundigheid en betrokkenheid.

Van winst naar waarden

Maatschappelijk en economisch succes wordt afgemeten in geld. Geld is een doel op zich geworden. Deze maatstaf voor succes keert zich tegen ons. Maatschappelijk welzijn en persoonlijk geluk staan onder druk, maar wat is nu meer waard? Voor CDA-ers staat niet de winst maar de waarden centraal.

Gelukkig dient zich een tegenbeweging aan, met de VN en de duurzame ontwikkelingsdoelen, bedrijven die maatschappelijke verantwoord ondernemen en jongeren die leefbaarheid in de toekomst verlangen.

Bij alle beslissingen in de civil society, het openbaar bestuur en de economie is het van belang de vraag te stellen: hoe wordt het menselijk leven, het samenleven en het leven met de schepping nu en later het beste gediend?

Het rapport is geschreven door de commissie ‘Beraad Perspectief 2030’. Die heeft als opdracht om te formuleren welke richting de partij op wil met de samenleving. De partij gaat er de komende maanden over discussiëren, om te beginnen zaterdag op het CDA-congres.
Het woord ‘perspectief’ is opvallend bij deze nieuwste commissie. Pieter Jan Dijkman, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA, zei een jaar geleden in Trouw dat het CDA het geluid vertolkt van de ontevreden burger en onvoldoende ‘een hoopvol perspectief’ biedt.

Telegraaf 26.10.2020

CDA Lijst – Onrust achter de schermen

Dinsdag 27.10.2020 werd de CDA-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen gepresenteerd, maar de onrust achter de schermen was al dagenlang groot. Er is een aantal opvallende keuzes gemaakt, waaronder een derde plek voor de omstreden wethouder Inge van Dijk. Grote verrassing is presentatrice Lucille Werner, die op plek 10 op de lijst staat.

Zo is er veel rumoer over de plaats van crime fighter Chris van Dam: hij stond gisteravond buiten de top twintig en daarmee waarschijnlijk onverkiesbaar. Volgens een ingewijde bemoeien De Jonge en Omtzigt ermee om Van Dam verkiesbaar te krijgen. De buitenlandwoordvoerder Martijn van Helvert zou genoegen moeten nemen met een zesentwintigste plek.

Het CDA zet na Hugo de Jonge en Pieter Omtzigt, de Brabantse Inge van Dijk op plek drie van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer. Staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken) is de nummer vijf, Mona Keijzer (Economische Zaken) de nummer 7.

De prominente Kamerleden Madeleine van Toorenburg en Michel Rog hebben zelf al aangegeven dat zij na de verkiezingen niet in de Tweede Kamer willen blijven. Chris van Dam en Maurits von Martels hebben bedankt, omdat zij naar hun smaak te laag op de lijst kwamen. Van Dam had plaats 24 toebedeeld gekregen.

De kandidatenlijst is nog in concept. In december 2020 kunnen de CDA-leden zich er nog over uitspreken.

Het CDA boog zich afgelopen dagen over het maken van de voorlopige kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. Plek 1 en 2 waren al vergeven aan lijsttrekker Hugo de Jonge en zijn ’running mate’ Pieter Omtzigt. Daarom richtten de ogen zich dit keer meer dan ooit op plek drie. Een plek die vergeven blijkt te zijn aan de 45-jarige Zuid-Oost Brabantse Inge van Dijk.

Staatssecretaris Mona Keijzer staat volgens betrokkenen op plek zeven van de kandidatenlijst. Vier jaar geleden kreeg ze nog plek twee. Keijzer deed mee aan de lijsttrekkersverkiezing, maar moest het afleggen tegen Kamerlid Pieter Omtzigt en vicepremier Hugo de Jonge, die de nipte winnaar werd.

Telegraaf 28.10.2020

AD 28.10.2020

Een andere opmerkelijke naam is die van de voormalige Lingo-presentatrice Lucille Werner. Want ook is de keuze voor de presentatrice opvallend, op plek 10. ,,Een beetje creativiteit in de politiek is niet verkeerd’’, zegt ze daar zelf over in gesprek met deze site. ,,Ik verwacht dat ik als Kamerlid een gelukkig, vrolijk en enthousiast mens zal blijven.’’

Tegen het AD zegt Werner over haar carrièreswitch: “De ervaring die ik de afgelopen jaren heb opgedaan, neem ik mee naar Den Haag om directer invloed te kunnen uitoefenen op beleid. Zo’n Kamerlidmaatschap, daar krijg ik enorm veel energie van. Om eerlijk te zijn voel ik me al Kamerlid.

Rechterhand van Hugo de Jonge, CDA-spindoctor Bart van de Brink, staat op 21.

De kandidatenlijst is een concept-lijst. Later dit jaar kunnen CDA-leden bepalen wie wat hun betreft hoger of lager op de lijst moeten komen te staan.

De CDA-top ziet er nu zo uit:

  1. Hugo de Jonge
  2. Pieter Omtzigt
  3. Inge van Dijk
  4. Anne Kuik
  5. Raymond Knops
  6. Pieter Heerma
  7. Mona Keijzer
  8. Agnes Mulder
  9. Harry van der Molen
  10. Lucille Werner
  11. Jaco Geurts
  12. Karsten Klein

Oud-wethouder Karsten Klein staat op plek 49 op de conceptkandidatenlijst van het CDA voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2021, Klein staat daarmee net boven ministers Ferd Grapperhaus en Ank Bijleveld-Schouten. De CDA-lijst wordt aangevoerd door Hugo de Jonge, op twee staat Pieter Omtzigt.

Klein is nu directeur Belangenbehartiging bij Vereniging Eigen Huis, daarvoor was hij 13 jaar actief in de Haagse gemeentepolitiek. In maart van 2019 verliet hij de lokale politiek met de ambitie om voor zijn partij het Europees Parlement in te gaan, dat ging op het laatste moment wegens privéredenen niet door.

De Haagse oud-wethouder is niet de enige Hagenaar op de lijst van het CDA: Wytske Postma is opnieuw op de kieslijst te vinden, het huidig kamerlid staat op een negentiende plek. Daarnaast valt op dat presentatrice Lucille Werner de Tweede Kamer in wil, zij staat op een verkiesbare tiende positie bij de christendemocraten.

Huidig kamerlid Chris van Dam komt niet terug op de nieuwe lijst van de partij. Het kamerlid spreekt van een eigen keuze nadat duidelijk werd dat hem plek 24 op de lijst werd aangeboden. Klein spreekt op Twitter van ‘een verlies voor het CDA’.

Gehandicapten-minister Rick van de Brink zou in de top-20 staan, evenals Henri Bontenbal.

Rick Brink stelt zich toch geen kandidaat voor de Tweede Kamer. Gisteren werd bekend dat het CDA hem op de 24e plaats van de lijst voor de Kamerverkiezingen wilde zetten. Maar hij bedankt alsnog.

Brink, die in een televisieprogramma werd gekozen tot ‘minister van Gehandicaptenzaken’, heeft zich na het zien van de complete kandidatenlijst teruggetrokken. Volgens hem was het de tot dusver moeilijkste beslissing uit zijn leven.

In een toelichting op Twitter schrijft hij dat hij in de fractie wilde opkomen voor de belangen van mensen met een beperking. “Maar gelukkig staat er iemand op de lijst die dat ook gaat doen”. Hij doelt daarmee op oud-tv-presentator Lucille Werner, die tiende is op de conceptlijst.

Gevloek in huize Van Helvert om CDA-lijst: ‘Ik heb een contract met de kiezer, niet met de partij’

Het CDA maakte dinsdag de kandidaten voor de Tweede Kamerverkiezingen bekend. Parlementariër Martijn van Helvert uit Sittard aasde in de zomer nog op het partijleiderschap en moet het nu doen met plek 25. Al zijn hoop is gevestigd op een voorkeurzetel. „Ik heb een contract met de kiezer, niet met de partij.”

Dat schrijft De Limburger. Het komt niet vaak voor: gevloek in huize Van Helvert. Maar maandagavond, na het telefoontje van partijbestuurslid Alwyn de Jong, kon de Sittardse raspositivo zich niet inhouden. „Mijn vrouw Yvonne en ik hebben even flink staan schelden met zijn tweeën. Ik baalde er gigantisch van.”

BEKIJK OOK:

Heibel binnen CDA over verkiezingsprogramma

Ferd Grapperhaus

Grapperhaus van gedachten veranderd

Minister Ferd Grapperhaus komt niet op een direct verkiesbare plaats op de CDA-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen te staan. Dat melden Haagse bronnen aan de politieke redactie van RTL Nieuws. Deze zomer raakte de minister in opspraak nadat er foto’s van zijn bruiloft naar buiten waren gekomen waarop hij de coronamaatregelen aan zijn laars lapte.

Eind juli liet minister Grapperhaus nog weten dat hij ‘best op de kandidatenlijst van het CDA zou willen, mits de partij dat ook zag zitten’. Mocht het CDA tot de oppositie veroordeeld zijn, dan vond Grapperhaus het geen probleem om in de Kamer te blijven, zei hij toen nog.

“De partij moet eerst maar eens een rapportcijfer geven over hoe ik het de afgelopen jaren gedaan heb”, aldus Grapperhaus tegen EenVandaag. “Ik vind dat echt belangrijk. En als men zegt: je hebt het goed gedaan en we vinden ook echt dat jij in de verkiezingen en daarna voor ons een belangrijke rol kunt gaan vervullen, dan vind ik wel dat ik dat moet gaan doen.”

Nu blijkt Grapperhaus van gedachten te zijn veranderd: volgens Haagse bronnen ziet de minister bij de verkiezingen in maart af van een verkiesbare plek. De kans is groot dat hij op één van de laagste plekken van de CDA-lijst komt te staan, als zogenoemd lijstduwer. Het CDA legt vandaag de laatste hand aan de kieslijst. Morgenmiddag wordt die lijst gepresenteerd.

Ophef bruiloft

Eind augustus raakte de justitieminister in opspraak nadat er meerdere foto’s van zijn bruiloft naar buiten kwamen waarop hij en zijn gasten niet voldoende afstand hielden. Ook omhelsde de minister  zijn schoonmoeder. De minister bood meerdere keren excuses aan en overleefde een pittig debat, maar de kwestie bleef de minister achtervolgen.

Lijsttrekker 17 maart 2021

Bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021 is Hugo de Jonge lijsttrekker voor het CDA.

De minister en tevens vicepremier ging de strijd aan voor de lijsttrekkersverkiezing met Pieter Omtzigt, staatssecretaris Mona Keijzer en Kamerlid Martijn van Helvert. Die laatste trok zich terug. Bij de eerste stemronde viel Mona Keijzer af.

Grappenhaus

Minister Ferd Grapperhaus komt niet op een direct verkiesbare plaats op de CDA-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen te staan. Dat melden Haagse bronnen aan de politieke redactie van RTL Nieuws. Deze zomer raakte de minister in opspraak nadat er foto’s van zijn bruiloft naar buiten waren gekomen waarop hij de coronamaatregelen aan zijn laars lapte.

Eind juli liet minister Grapperhaus nog weten dat hij ‘best op de kandidatenlijst van het CDA zou willen, mits de partij dat ook zag zitten’. Mocht het CDA tot de oppositie veroordeeld zijn, dan vond Grapperhaus het geen probleem om in de Kamer te blijven, zei hij toen nog.

Eerst een rapportcijfer

“De partij moet eerst maar eens een rapportcijfer geven over hoe ik het de afgelopen jaren gedaan heb”, aldus Grapperhaus tegen EenVandaag. “Ik vind dat echt belangrijk. En als men zegt: je hebt het goed gedaan en we vinden ook echt dat jij in de verkiezingen en daarna voor ons een belangrijke rol kunt gaan vervullen, dan vind ik wel dat ik dat moet gaan doen.”

Ophef bruiloft

Eind augustus raakte de justitieminister in opspraak nadat er meerdere foto’s van zijn bruiloft naar buiten kwamen waarop hij en zijn gasten niet voldoende afstand hielden. Ook omhelsde de minister  zijn schoonmoeder. De minister bood meerdere keren excuses aan en overleefde een pittig debat, maar de kwestie bleef de minister achtervolgen.

Madeleine van Toorenburg stopt als kamerlid

Madeleine van Toorenburg van het CDA stopt na de komende verkiezingen in maart als Tweede Kamerlid, vertelt ze vrijdag in gesprek met het AD. Van Toorenburg zegt dat het “tijd is om plaats te maken voor nieuw talent”.

De CDA’er zat veertien jaar in de Kamer. “Ik heb in die tijd gezien dat mensen niet aan de beurt kwamen, terwijl zij een goed Kamerlid zouden zijn geweest”, aldus Van Toorenburg. Potentiële CDA’ers zouden de Kamer moeten kunnen halen als ze hun schouders eronder zetten, redeneert ze.

Gedoe rondom Lijstrekkerschap CDA 2021In de stemprocedure voor de nieuwe lijsttrekker van het CDA zijn geen procedurefouten of systeemfouten ontdekt. Dat is de conclusie van het onderzoek dat het CDA-bestuur door een externe partij heeft laten uitvoeren.

Het bestuur had het onderzoek ingesteld nadat er twijfels waren ontstaan over de uitslag, waarbij CDA-minister De Jonge door de leden werd verkozen. Die twijfel is niet meer nodig, De Jonge is de terechte winnaar, is de conclusie van het onderzoek.

Arjan Noorlander @noorlanderarjan

Het externe CDA onderzoek concludeert -met veel woorden- dat de vrouw van Pieter Omtzigt op Hugo de Jonge heeft gestemd. Per ongeluk nemen we aan. Het was geen computerfout…

Twijfels 

Omtzigt vroeg gisteren ook om een “sluitende uitleg”. Het zat hem namelijk niet lekker dat zijn vrouw vorige maand las, nadat ze dacht op haar man te hebben gestemd: “Dank voor uw stem op Hugo de Jonge”.

De echtgenote van een van de verliezende kandidaten, Kamerlid Pieter Omtzigt, had gemeld dat zij na het stemmen werd bedankt voor haar stem op De Jonge, terwijl zij dacht op haar echtgenoot te hebben gestemd. Zo kwamen nog vijf andere meldingen binnen, ook van mensen die dachten op De Jonge te hebben gestemd en werden bedankt voor hun stem op Omtzigt.

De derde kandidaat, staatssecretaris Mona Keijzer, vroeg na de twijfels ook om een nader onderzoek door externe partijen.

Ook CDA-staatssecretaris Mona Keijzer wilde dat het partijbestuur inzage geeft in het verloop van de lijsttrekkersverkiezing. Ze vindt het zeer terecht dat Kamerlid Pieter Omtzigt hierom heeft gevraagd. “Er moet geen twijfel zijn over de uitslag. Het bestuur moet verstandig kijken hoe er een einde aan de discussie kan worden gemaakt.”

Hoekstra zelf werd lang genoemd als belangrijke kandidaat, maar hij liet in juni weten dat hij geen CDA-lijsttrekker wilde worden. Hij vond dat hij niet uit het juiste hout was gesneden. Hij wenst nu dat het gedoe over de uitslag van de verkiezing snel achter de rug is. “Ik hoop zeer dat we met zijn allen een mooie toekomst tegemoetgaan.”

Het partijbestuur meldt nu dat dit onderzoek heeft uitgewezen dat de stem op een bepaalde kandidaat echt leidde tot de registratie van de stem op die kandidaat. De externe systeembeheerder heeft vastgesteld dat de codes op de stemformulieren geen fouten bevatten.

De zes ‘verdachte’ stemformulieren zijn door het onderzoeksteam bekeken, met de conclusie dat de registratie van de stem juist heeft plaatsgevonden en dat de melding “Bedankt voor uw stem…” overeenkwam met de kandidaat waarop was gestemd. Deze bevindingen zijn gemeld aan de notaris.

CDA-advieslijst Tweede Kamerverkiezingen 2021 bekend

Het CDA-bestuur heeft gisteravond de advieslijst voor de Tweede Kamerverkiezingen vastgesteld. De eerste twee plekken waren al bekend: Lijsttrekker Hugo de Jonge op 1 en Pieter Omtzigt op 2. Op plek 3 staat een nieuwe, Brabantse kandidaat: Inge van Dijk. Zij is nu wethouder in Gemert-Bakel en voorzitter van de provinciale CDA-afdeling Brabant. 

Er zijn nog meer nieuwkomers:

 

  • Op plek 10 staat Lucille Werner, presentatrice en inclusie ambassadeur. Lucille is altijd maatschappelijke actief geweest en gaat dat nu voortzetten vanuit een volksvertegenwoordigende rol.
  • Op plek 14 vinden we Derk Boswijk uit de provincie Utrecht. Derk begon tijdens zijn MBO-opleiding al met ondernemen in de bouw en is inmiddels projectontwikkelaar, reserveofficier en Statenlid.
  • Op plek 18 staat duurzaamheidsexpert Henri Bontenbal uit Rotterdam, nu werkzaam bij Stedin.
  • De 26-jarige jongerenkandidaat Harmen Krul, marineofficier en CDA-fractievoorzitter uit Den Helder staat op 20.

 

Maar er zijn natuurlijk ook genoeg ervaren kandidaten: Anne Kuik begint op plek 4 aan haar tweede termijn als volksvertegenwoordiger vanuit Groningen. Twee staatssecretarissen staan in de top 10: Raymond Knops op 5 en Mona Keijzer op 7. Fractievoorzitter Pieter Heerma staat tussen hen in op 6. Verder in de top tien nog Agnes Mulder (8) uit Drenthe en de Friese Harry van der Molen (9).

De lijst eindigt voor nu met ministers Ferd Grapperhaus en Ank Bijleveld. In verschillende kieskringen zullen lokale CDA’ers de lijst compleet maken via een zogenoemde staartlijst.

Hugo de Jonge, lijsttrekker: ‘Het CDA is een brede volkspartij en dat laat de lijst ook zien. Ik heb veel zin om met deze enthousiaste ploeg in de campagne en na 17 maart voor Nederland aan de slag te gaan!’

Rutger Ploum, partijvoorzitter: ‘Een mix van vernieuwing en ervaring, met kandidaten uit alle hoeken van het land; dat kenmerkt voor mij deze lijst. Ik ben er trots op om dit veelzijdige #teamCDA aan Nederland voor te stellen.’

De volledige lijst ziet er als volgt uit:

1 Hugo de Jonge Rotterdam
2 Pieter Omtzigt Enschede
3 Inge Van Dijk Gemert-Bakel
4 Anne Kuik Groningen
5 Raymond Knops Horst aan de Maas
6 Pieter Heerma Purmerend
7 Mona Keijzer Edam-Volendam
8 Agnes Mulder Assen
9 Harry van der Molen Leeuwarden
10 Lucille Werner Wijdemeren
11 Jaco Geurts Barneveld
12 Hilde Palland-Mulder Kampen
13 René Peters Oss
14 Derk Boswijk Stichtse Vecht
15 Mustafa Amhaouch Peel en Maas
16 Joba van den Berg Goes
17 Evert-Jan Slootweg Bennekom
18 Henri Bontenbal Rotterdam
19 Wytske Postma Den Haag
20 Harmen Krul Den Helder
21 Bart van den Brink Amersfoort
22 Julius Terpstra Leiden
23 Eline Vedder De Wolden
24 Martijn van Helvert Sittard
25 Frank Meerkerk Molenlanden
26 Jantine Zwinkels Utrecht
27 Jaap Jonkers De Fryske Marren
28 Jelle Beemsterboer Schagen
29 Eveline Tijmstra Purmerend

 

30 Marieke Nass Gulpen-Wittem
31 Froukje De Jonge Almere
32 Lea Van der Tuin Westerkwartier
33 Mustafa Bal Gorinchem
34 Cees De Jong Molenlanden
35 Piet-Cees Van der Wel Hardenberg
36 Bert Van Steeg Utrecht
37 Gabriëlle Heine Maastricht
38 Michiel Dijkman Rotterdam
39 Rudesindo Nunez Queija Heemskerk
40 Inge Mous Amsterdam
41 Patricia Van de Vijver Sluis
42 Huibert Van Rossum Gouda
43 Douwe De Vries Noardeast-Fryslan
44 Evert Jan Van Asselt Houten
45 Bo Ter Braak Borne
46 Martin Reesink Borne
47 Ingeborg Ter Laak Zoetermeer
48 Karsten Klein Den Haag
49 Chris van Dam Den Haag
50 Ferd Grapperhaus Amsterdam
51 Ank Bijleveld-Schouten Hof van Twente

Procedure
Een adviescommissie onder voorzitterschap van Heleen Herbert, CCO bij Heijmans, heeft op basis van de motivatie van de sollicitanten, individuele gesprekken en een assessment ruim 50 kandidaten voorgedragen voor de nieuwe lijst. Het Landelijk Bestuur en de Verenigingsraad stelden de advieslijst vast.

De advieslijst wordt nu naar de lokale CDA-afdelingen gestuurd. De stemming binnen de afdelingen bepaalt hoe de definitieve lijst eruit ziet. Deze zal op 12 december door het Partijcongres worden bekrachtigd.

Geen verkiezingsprogramma

Het rapport is geen verkiezingsprogramma, maar kan daarvoor wel de basis vormen. Dat wordt volgend jaar geschreven in voorbereiding op de verkiezingen voor de Tweede Kamer die, als het derde kabinet Rutte de termijn vol maakt, worden gehouden in maart 2021.

Volgend jaar wordt ook een nieuwe lijsttrekker gekozen: twee kanshebbers zijn Hugo de Jonge, minister van volksgezondheid, en Wopke Hoekstra, minister van financiën. Aan de hand van het rapport is nog niet te zeggen wie daar het beste bij past. Waarschijnlijk kunnen zij er allebei mee uit de voeten.

Nieuwe opvallende ideeën zijn een door de overheid gefinancierde volwassenen-educatie. ‘Elke Nederlander krijgt de tijd en de ruimte om zich te blijven ontwikkelen en nieuwe vaardigheden te leren’, staat in het rapport.

De term ‘werkloos’, kan wat de CDA-commissie betreft bij het vuil, want wie zijn baan verliest, krijgt bijscholing of tijdelijk werk. Nog een voorbeeld: er moeten drie hogesnelheidslijnen komen: een naar het noorden van het land, een naar het zuiden (en naar België) en eentje naar het oosten (en naar Duitsland).

Belangrijker, maar ook wat vager dan concrete maatregelen, is de sfeer die het CDA wil uitstralen. Of zoals de partij het formuleert: de fundamentele waarden waarmee naar de wereld wordt gekeken. Die samenleving lijkt verdeeld.

Het CDA wil de boer op met ‘de menselijke maat’ en ‘samenwerking’. De christen-democraten schrijven: ‘We zullen er altijd samen uit moeten komen om iets voor elkaar te krijgen.’ Daarom heet het rapport ‘Zij aan zij’. Samenwerking en fatsoen zijn de krachten tegen ‘een wereld van polarisatie, van lawaai-papegaaien’.

Voorzitter van de commissie Beraad Perspectief 2030 is Leonard Geluk, oud-wethouder in Rotterdam en nu voorzitter van het college van bestuur van de Haagse Hogeschool. Twee keer eerder publiceerde het CDA een rapport over de koers van de partij. Beide keren was dat na een verkiezingsnederlaag. In 1994 verscheen een discussiestuk onder leiding van oud-minister Frans Andriessen. In 2012 was oud-minister Aart Jan de Geus voorzitter van dit Strategisch Beraad.

lees: Zij aan zij rapport CDA

Zie ook: Terugblik 1 jaar Kabinet Rutte 3 – Coalitie VVD-CDA-D66-CU

Zie ook: CDA – Aftrap gemeenteraadsverkiezingen 21 maart 2018

Zie ook: CDA bestaat al weer 35 jaar en verder

zie ook: CDA op weg naar de provinciale verkiezingen 18 maart 2015

zie ook: Aftrap verkiezingscampagne 12.09.2012 – CDA

zie ook: CDA en de nieuwe Koers vanaf 2012

zie ook: CDA nog steeds in de steigers – deel 5

zie ook: CDA nog steeds in de steigers – deel 4

zie ook: CDA nog steeds in de steigers – deel 3

zie ook: CDA nog steeds in de steigers !!!! deel 2

zie ook: CDA nog steeds in de steigers !!!! deel 1

Wrevel en frustratie om kandidatenlijst tekenen erosie van het CDA

Elsevier 29.10.2020 Het steeds weer zoeken naar evenwicht is inherent aan het CDA. Vandaar dat de presentatie van een kandidatenlijst altijd wrevel en frustratie oproept. Zeker nu de partij in de peilingen op nog maar 10 à 15 zetels staat. Het campagneverhaal versplintert tot een groot aantal regionale voorkeursacties. Het tekent de erosie van het CDA, dat in betere dagen juist als machtspartij kiezers aan zich wist te binden.

‘Betrouwbare wijn in fonkelnieuwe zakken,’ schreef CDA-Kamerlid Chris van Dam een half jaartje geleden in zijn partijblad Christendemocraat. Hij zag het als een succesformule: oude kroonjuwelen als rentmeesterschap en solidariteit moesten op een eigentijdse manier worden vertolkt. Daarom was Van Dam voorstander van het kinderpardon en daarom vond hij dat het CDA niet moest samenwerken met Forum voor Democratie, zoals in Noord-Brabant overigens wel gebeurde.

Van Dam had 31 jaar voor de politie en het Openbaar Ministerie gewerkt, toen hij in 2017 in de Tweede Kamer kwam. Als Kamerlid bleek hij een degelijk jurist, onder meer in de debatten over het neerhalen van de MH17. Hij schonk betrouwbare wijn. Maar ja, Van Dam is 57 jaar en toen deze week de CDA-kandidatenlijst bekend werd, had zijn partij hem ingeruild voor ‘fonkelnieuwe zakken’. Van Dam had een onverkiesbare plek op de lijst – nummer 24 – afgeslagen. Hij verdwijnt uit het parlement.

CDA kiest niet voor gezellig omaatje

Een grijze man op de affiches, dat kan beter, moeten ze bij het CDA hebben gedacht. De fotogalerij op de CDA-website toont veel ideale schoondochters die het leuk zullen doen in de televisietalkshows. Prachtig, maar bij de laatste verkiezingen – voor het Europees Parlement in 2019 – was driekwart van de kiezers ouder dan 50 jaar. Vreemd dat het CDA niet ook een gezellig omaatje of een krasse knar-grootvader op de lijst zet voor de komende Kamerverkiezingen.

Lees ook: Verkiezingscampagne CDA is treinongeluk in slowmotion

De partij wil zo veel verschillende regio’s en doelgroepen bedienen, dat de belangrijkste categorie van de achterban erbij inschiet: de ouderen. Vorige keer liet het CDA pensioentijger Martin van Rooijen – voormalig KVP-bewindsman van Belastingen – naar 50Plus vertrekken. Gezien de huidige stand van zaken in 50Plus en het CDA, is dat nog altijd onbegrijpelijk.

Nee, dan de hoogste nieuwkomer. Inge van Dijk (45) is wethouder in Gemert, tevens fractieleider in de Brabantse Staten en staat op 3. Onder haar leiding, bezweek het CDA vorig jaar voor de boerenlobby, traden twee CDA-gedeputeerden af, waarna het centrum-linkse college werd vervangen door een college van VVD, CDA en Forum voor Democratie. De hoge plek voor Van Dijk wordt hier en daar gezien als een gebaar naar de rechtse kiezers. Een soort compensatie voor lijsttrekker Hugo de Jonge, die geldt als tamelijk links.

Van Dijk maakt haar rechtse imago overigens weer vakkundig ongedaan door in interviews te benadrukken dat ze ‘slapeloze nachten’ had van de samenwerking met Thierry Baudets Forum.

Het steeds weer zoeken naar evenwicht is inherent aan het CDA. Vandaar dat de presentatie van een kandidatenlijst altijd wrevel en frustratie oproept. Toen de partij op pakweg 54 Kamerzetels kon rekenen, was het niet moeilijk de provincies min of meer gelijkelijk aan bod te laten komen.

Inmiddels zit het CDA in sommige peilingen op 10 en in andere peilingen op amper 15 zetels. Zo is buitenlandwoordvoerder Martijn van Helvert naar een onverkiesbare 25ste plek verwezen, omdat Limburg met Raymond Knops op 3 en Mustafa Amhaouch  op 15 al ruim bedeeld was.

Lees ook:Politieke partijen hangen aan bedenkelijk hulp-infuus van de staat

Versplinterd verhaal

Van Helvert gokt nu op voorkeurstemmen. Zo’n 17.000 – een kwart van de kiesdeler – volstaat. Ook anderen zullen dat proberen, waardoor het campagneverhaal versplintert tot een groot aantal regionale voorkeursacties. Het tekent de erosie van het CDA, dat in betere dagen juist als machtspartij kiezers aan zich wist te binden.

Hier en daar waren er ook klachten over kandidaat nummer 21, Bart van den Brink, de persoonlijk medewerker van zorgminister Hugo de Jonge. Alsof er vriendjespolitiek in het spel was. Kranten schreven dat De Jonge als toekomstig minister een betrouwbare luistervink in de CDA-fractie wilde hebben. Alsof dat niet zou mogen! Een politiek leider moet juist vertrouwelingen op belangrijke plaatsen parachuteren. Kiezers willen het bewijs zien dat zo’n lijsttrekker zijn macht wil doorzetten.

Verkiezingscampagne CDA is treinongeluk in slowmotion

Elsevier 28.10.2020 De verkiezingscampagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 is voor het CDA een treinongeluk in slowmotion en Constanteyn Roelofs kan u met een zekere mate van leedvermaak meedelen dat de ellende onverminderd doorgaat. De presentatie van de kandidatenlijst was namelijk wederom een optelsom van domme beslissingen, kleine egootjes en zeer grote morele en intellectuele problemen in de partij.

Constanteyn Roelofs Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

In de chaos van ontstemde routiniers die niet meer terug hoeven te komen van dat malle mannetje met zijn rare schoenen sprong er voor mij één kandidaat uit die exemplarisch is voor de morele en intellectuele leegte die het era-bloemschoen kenschetst.

Inge van Dijk, de nummer drie op de lijst, mag vooral op de lijst omdat ze de omstreden deal met Forum voor Democratie tot stand heeft  gebracht na een chaotische formatie in de provincie.

Geflirt met Forum

Ongetwijfeld een prestatie, maar om meteen zo voor te sorteren op een ongemakkelijk huwelijk met de drankzuchtige salonjonker en zijn foute Russische vriendjes, is een ontzettend dom idee. De Haagse pers en de andere partijen, die hun campagne centreren rond een antipopulistische boodschap, roken direct bloed.

Haar hoge positie zou een beloning zijn voor slecht gedrag: een keuze van het CDA om toe te geven aan populistische druk en meer van dat leuks. Gezien de slechte peilingen en de problemen bij FvD was dit een compleet onnodige fout van het CDA-bestuur.

Erger nog dan het geflirt met Forum is de complete morele en intellectuele leegte die van het scherm spat als je het profiel van mevrouw Van Dijk bekijkt. Op de website van het CDA lezen we dat haar vrijetijdsbesteding bestaat uit crossfitten bij sportschool The Box in Gemert.

Lees ook:Willem-Alexander en Máxima moeten lessen uit The Crown ter harte nemen

Managementgebazel

Enfin, ze past wel precies binnen het profiel van Hugo de Jonge, ook zo’n sportschooltype dat uitblinkt in het verschrikkelijk weinig zeggen met heel veel woorden, van het soort hol managementgebazel dat per strekkende meter over de arme burger wordt ‘uitgerold’.

Het is een bekend principe dat je als leider nooit mensen onder je moet hebben die slimmer en beter zijn dan jij: vandaar dat het CDA dus met een wethoudertje uit Gemert en een voormalig Lingo-presentatrice de verkiezingen moet gaan winnen in deze turbulente tijden. Dat voorspelt niet veel goeds.

CDA: zij aan zij met Hugo of Wopke?

Elsevier 11.11.2019 Zelden trad een zo ideologisch geschoolde minister-president aan als in 2002. Jan Peter Balkenende was hoogleraar christelijk-sociaal denken en had als medewerker van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA veertien jaar lang het ene na het andere rapport met christen-democratische visies geschreven. Maar van een scherp ideëel profiel van zijn kabinetten kan moeilijk worden gesproken, schrijft Gerry van der List.

Lees meer over de koerswijziging van het CDA:  CDA wil rem op ‘ongebreidelde migratie’

Zijn eerste regeringsploeg moest al snel het veld ruimen door geruzie met en in de LPF. Het tweede kabinet-Balkenende droeg vooral een liberaal stempel door de inbreng van de VVD, met forse bezuinigingen en meer marktwerking in de zorg. Daarna probeerde het CDA het met de PvdA, maar die samenwerking verliep uiterst stroef. Balkenende zal niet de geschiedenis ingaan als een daadkrachtige, visionaire staatsman.

Het CDA doet een appèl op de burgers

Een probleem van Balkenende was dat zijn ideaal van de verantwoordelijke samenleving moeilijk valt te verkopen en realiseren. Het klinkt wel mooi. Socialisten staren zich blind op de overheid en liberalen zijn gepreoccupeerd met de markt, maar wij, zeggen christen-democraten, richten ons vooral op het maatschappelijk middenveld. Daar komen mensen tot ontplooiing en zetten ze zich in voor hun naasten. Daar tonen zij zich hun broeders hoeder, zoals dat met een fraaie bijbelse uitdrukking heet. Het CDA doet, zoals de naam van de partij al aangeeft, een appèl op de burgers.

Lees het vorige opiniestuk van Gerry van der List over de gebedsoproep van De Blauwe Moskee nog eens terug: Het unheimisch geluid van de gebedsoproep

Af en toe wordt wel de terminologie opgefrist. In een vorige week gepubliceerd discussiestuk heet de verantwoordelijke samenleving de ‘zij-aan-zij-maatschappij’. Dat is een samenleving die zich kenmerkt door gemeenschapszin, betrokkenheid en verbinding, met burgers die samen bouwen aan hun gemeenschappelijk huis. Een prachtig ideaal. Wie zou zo’n samenleving niet willen?

Maar het lastige is dat de politiek maar een erg beperkte rol kan spelen bij de gewenste cultuuromslag. Verbinding kun je moeilijk van bovenaf opleggen. Wat het CDA doet, is pleiten voor subsidies voor allerlei organisaties. Het resultaat is, zoals de wetenschapper Jan Peter Balkenende al in zijn proefschrift liet zien, een sterk verstatelijkt maatschappelijk middenveld. Met spontane solidariteit heeft dat weinig te maken.

Lastig is verder dat belangengroeperingen zich niet laten afschepen met een stichtelijk verhaal over eigen verantwoordelijkheid. Zij willen niet horen dat mensen meer voor elkaar dienen te zorgen, maar eisen maat­regelen en geld van de overheid. Zij staan vooral zij aan zij als zij op het Malieveld demonstreren voor hun eigen belangen.

Dit (groeps)egoïsme valt wellicht te betreuren, maar een politieke partij moet er wel rekening mee houden. Zo sloegen de boeren al alarm toen zij merkten dat in het rapport Zij aan zij in warmere bewoordingen over energietransities en dierenwelzijn werd gesproken dan over Nederlands kracht als voedselexporteur.

Het is tobben geblazen in socialistische kringen

Uiteraard wilden journalisten weten op wiens lijf het discussiestuk is geschreven. Uiteraard kregen zij geen antwoord. Maar de keuze voor een nieuwe lijsttrekker wordt wel cruciaal. Het zijn de uitstraling, capaciteiten en boodschap van de partijleider die de doorslag geven bij verkiezingen, niet de inhoud van beginsel- of verkiezingsprogramma’s. De SP bijvoorbeeld heeft de laatste jaren geen ideologische of organisatorische metamorfose ondergaan. Maar sinds het vertrek van de goedgebekte volksmenner Jan Marijnissen is het wel tobben geblazen in socialistische kringen.

 De persoon van de lijsttrekker telt electoraal zwaarder dan een ideologisch programma !!!!

Mona Keijzer acht zichzelf goed in staat het CDA te leiden, maar de staatssecretaris lijkt zo ongeveer de enige die dat vindt. De strijd zal vermoedelijk gaan tussen twee ministers. Het is duidelijk dat de visie in Zij aan zij alleen al qua toonzetting beter past bij      Hugo de Jonge dan bij Wopke Hoekstra. Met al die kritische passages over ‘neoliberale’ opvattingen en marktwerking nemen de auteurs duidelijk afstand van het geestelijk erfgoed van de bedachtzame conservatief Sybrand Buma.

De CDA-leden mogen beslissen of zij deze koersverlegging naar links electoraal verstandig vinden. Wellicht beseffen ze dat ze zij aan zij met de ondernemende ­minister van Financiën Hoekstra bij verkiezingen vast meer kiezers weglokken bij de kwakkelende VVD.

CDA-prominenten: laat leden nieuwe lijsttrekker kiezen

AD 10.11.2019 Het CDA is verdeeld over de vraag of er volgend jaar lijsttrekkersverkiezingen moeten worden gehouden. Prominente CDA’ers vinden dat het aarzelende partijbestuur niet bang moet zijn en er een strijd van moet maken.

Terwijl de discussie op het CDA-congres vooral over ‘de boeren’ gaat (zie kader), wordt er in de wandelgangen van De Fabrique in Utrecht ook driftig gespeculeerd over die andere kwestie die CDA’ers zo bezighoudt: wie moet straks de nieuwe lijsttrekker worden?.

Kandidaten zijn er genoeg. De partijtop heeft het idee gouden eieren in handen te hebben met vice-premier Hugo de Jonge, minister van Financiën – en favoriet in de peilingen – Wopke Hoekstra en mogelijk staatssecretaris Mona Keijzer.

Die eieren kunnen echter zomaar breken. Dus is het de vraag: moeten zij met elkaar de strijd aan in een lijsttrekkersverkiezing of kiest de partij voor een ouderwetse voordracht door het partijbestuur?

Buma

Maak er maar een verkiezing van, stelt oud-partijvoorzitter Marja van Bijsterveldt onomwonden: ,,Als er meer kandidaten zijn, dan moet de partij een keus maken. En als er iemand verliest, dan blijft die gewoon meedoen. Mona Keijzer heeft in 2012 de strijd verloren van Sybrand Buma, die is ook gewoon mee blijven doen.’’

Voormalig partijvoorzitter en CDA-minister Marja van Bijsterveldt, tegenwoordig burgemeester van Delft, ziet een lijsttrekkersverkiezing wel zitten. © Fred Leeflang

En zo zijn er meer prominenten die vinden dat de partij niet bang moet zijn. Laat de beste kandidaat winnen, zegt het Limburgs Kamerlid Martijn van Helvert. ,,Als er meerdere kandidaten zijn, zijn we een democratische partij en moeten we verkiezingen houden. Maar ik wil dat Wopke, Hugo en Mona ook na die verkiezingen behouden blijven.’’

Stevig debat

Van Helvert gelooft niet dat de drie genoemde kandidaten elkaar het hoofd gaan inslaan. ,,Zo’n partij zijn wij niet. Maar we gaan ook geen poëzieplaatjes plakken: er moet wel een stevig debat komen. Zonder elkaar te beschadigen, maar wel om te ontdekken wie het beste de partij kan leiden.’’

Lees ook;

Hugo de Jonge overweegt CDA-lijsttrekkerschap

Lees meer

Mona Keijzer: Vrouwen geen CDA-lijsttrekker? Hou toch op!

Lees meer

Lijsttrekkersbal CDA en D66 begonnen: wie trekt de kar?

Lijsttrekkersbal CDA en D66 begonnen: wie trekt de kar?

Lees meer

Zijn provinciegenoot Ger Koopmans is er echter niet gerust op. ,,Er is in de partij op dit moment geen richtingenstrijd en die moet je er ook niet van willen maken”, zegt de Limburgse gedeputeerde. Hij noemt ‘Wopke en Hugo’ allebei ‘toppers’: ,,Zij moeten gewoon met de voorzitter samen gaan zitten, een glas wijn of bier erbij, en dan samen uitmaken wie het moet gaan doen.”

,,Ik snap de angst dat het eventueel niet goed gaat, zoals bij de PvdA destijds tussen Asscher en Samsom. Maar angst is een slechte raadgever. En wij hebben een andere partijcultuur.’’, aldus Ad Koppejan.

Voormalig collega-Kamerlid Ad Koppejan vindt zo’n besloten procedure echter niet van deze tijd. Hij is voor een verkiezing, ook al omdat hij zelf in dubio is over de beste kandidaat. ,,Als er een debat komt, helpt mij dat.” Een gekozen lijsttrekker heeft bovendien meteen mandaat van de partij. ,,Ik snap de angst dat het eventueel niet goed gaat, zoals bij de PvdA destijds tussen Asscher en Samsom. Maar angst is een slechte raadgever. En wij hebben een andere partijcultuur.’’

Zo is dat, meent ook oud-Kamerlid Henk-Jan Ormel, die momenteel in de wachtkamer zit voor een zetel in het Europees Parlement: ,,De mij bekende kandidaten hebben een grote staat van dienst. Ze gaan zich op ideeën profileren en niet op de persoon spelen.’’ Ook ex-partijbestuurslid Sjaak van der Tak vindt dat een strijd de voorkeur verdient, met als voorwaarde dat er ‘geen gedoe’ ontstaat. ,,Ik zou het wel een keer willen proberen.”

CDA-staatssecretaris Mona Keijzer nam tijdens het congres zaterdag de tijd om met leden op de foto te gaan. Zij geldt als outsider in de strijd om het lijsttrekkerschap.

CDA-staatssecretaris Mona Keijzer nam tijdens het congres zaterdag de tijd om met leden op de foto te gaan. Zij geldt als outsider in de strijd om het lijsttrekkerschap. © ANP

Aarzeling

Maar juist bij de partijtop klinkt de meeste aarzeling. Veel bestuursleden houden desgevraagd de boot af. Op basis van anonimiteit uiten ze hun zorgen. ,,Een lijsttrekkersverkiezing? Dan krijg je twee kampen”, aldus een prominente CDA’er.

Ben Knapen, voorzitter van de Eerste Kamerfractie en adviserend lid van het dagelijks bestuur is duidelijker. ,,Een lijsttrekkersverkiezing zal geen ramp zijn, maar je loopt het risico dat je er meer ongemak dan plezier aan beleeft. Percepties en beelden in media kunnen er mee aan de haal gaan.”

CDA wijzigt omstreden zin over export door boeren

Het rapport waarin staat duurzaamheid, dierenwelzijn en inkomen van boeren voor het CDA ‘belangrijker’ zijn dan de positie van Nederland als tweede voedselexporteur ter wereld wordt aangepast.

Onder grote druk van de agrarische achterban, onder aanvoering van Europarlementariër Annie Schreijer Pierik, gingen de opstellers zaterdag akkoord met een aanpassing van de gewraakte zinsnede. In de tekst zal komen te staan dat de exportpositie niet ondergeschikt is aan zaken als dierenwelzijn en een goede boterham voor de boer, maar daarmee ‘in balans’ moet zijn.

Schreijer en andere CDA’ers van het platteland lieten zaterdag tijdens de discussie flink van zich horen tegenover het Wetenschappelijk Instituut van het CDA. Boeren zouden zich ‘niet gesteund weten door hun eigen partij’, zo luidde het verwijt. Fractievoorzitter Pieter Heerma erkende in zijn congrestoespraak dat heel veel boeren zich ‘beklemd’ voelen. Hij benadrukte dat het CDA voor de stad én het platteland staat. ,,Wij hebben elkaar nodig.”

Heerma: ‘Meer oog voor het andere Nederland’

CDA 09.11.2019 Tijdens het CDA congres AppèlXL hield Tweede Kamer-fractievoorzitter Pieter Heerma een pleidooi voor het (her)waarderen van de kracht van de samenleving.

Het doorgeslagen individualisme en een negatief mensbeeld hebben ervoor gezorgd dat we de grip op elkaar verloren zijn. ‘’Dat leidt tot een kille markt, waar van alles de prijs bekend is maar van niets de waarde. En tot een verstikkende bureaucratie van de overheid, waar er voor iedere uitzondering een nieuwe regel wordt bedacht. 

We zijn te veel gaan denken over markt óf overheid als twee zijden van dezelfde medaille. En daarbij wordt iets heel belangrijks over het hoofd gezien: de kracht van de samenleving zelf.’’ Het is tijd voor meer vertrouwen in mensen, in elkaar.

Maar voor wie goed kijkt, is dat andere Nederland, er altijd geweest.  ‘’Waar we weer vertrouwen hebben in het feit dat de meeste mensen deugen, iets voor een ander over hebben in plaats van alleen maar aan zichzelf te denken.

Waar niet de markt, niet de overheid voorop staan, maar wij samen aan zet zijn. Waar wij – ‘zij aan zij’ – samenwerken aan een mooiere samenleving. En onze ogen openhouden voor alle mooie dingen die er al zijn.’’

Jaco Geurts met twee plastic tractoren tijdens het CDA-congres in DeFabrique in Utrecht. Beeld ANP

CDA-congres in ban van boerenprotest

VK 09.11.2019 Donderdag publiceerde het wetenschappelijk instituut van het CDA het rapport Zij aan zij, inclusief landbouwparagraaf over dierenwelzijn en duurzaamheid. Zaterdag congresseerde de partij. Dat werd vuurwerk.

Zelden zal een discussiestuk over de toekomst van een politieke partij zo ongelegen zijn gekomen als het rapport Zij aan zij, donderdag 07.11.2019 gelanceerd door het Wetenschappelijk Instituut van het CDA.

Meteen na openbaarmaking sloeg de vlam in de pan. Partijbonzen werden bedolven onder de reacties en zochten steun bij elkaar. Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik, boerenboegbeeld uit Twente, ging voorop in het protest.

Ze vroeg zich hardop af of ze nog bij de goede partij zat en of het wel zin zou hebben om naar het partijcongres te gaan. Boerenopstand dreigde bij de christendemocraten, die bij de Malieveldprotesten van oktober toch al hadden moeten ervaren dat heel wat boeren vandaag de dag liever Wilders of Baudet op de trekker hijsen.

Veel in die toekomstvisie – hogesnelheidstreinen naar provinciehoofdsteden, nationaal plan voor krimpgebieden, herijking van het Rijnlands model, afschaffing studieleenstelsel, meer zorgverlof – werd voor kennisgeving aangenomen.

Het was één zinnetje in de paragraaf over landbouw waar alle woede zich op richtte: ‘De waarden duurzaamheid en dierenwelzijn en het inkomen van de boeren moeten belangrijker zijn dan de ambitie om de tweede voedselexporteur van de wereld te willen blijven.’

Gedonder

Rutger Ploum, sinds negen maanden partijvoorzitter, had het onheil zien aankomen, vertelt hij zaterdag op het congres in Utrecht. ‘Ik wist dat hier gedonder van zou komen. Ik heb de commissie dringend gevraagd die passage te herschrijven.

Ze wilden er niet aan. Dit is hoogst ongelukkig, ook omdat we er hierdoor bij boeren niet goed opstaan.’ Wat niet hielp, was dat het toekomstperspectief, dat van invloed zal zijn op het verkiezingsprogramma voor 2021, vertraging had opgelopen en daardoor pas vlak voor het congres af was.

Zodoende is er vuurwerk in Utrecht. Bij de ochtendsessie over het stikstofprobleem maakt Schreijer-Pierik haar opwachting, cameraploeg in haar kielzog.

Samen met Joop Atsma en Theo Rietkerk, senatoren met een agrarische achterban, weet ze van Leonard Geluk, voorzitter van de Commissie Beraad Perspectief 2030, de toezegging af te dwingen dat de betreffende passage wordt veranderd in een zinsnede waarin sprake is van ‘een productie die in balans is met regelgeving en markt’. Zo is de eerste wijziging aangebracht nog voordat het discussiestuk in de gelederen van de partij is besproken.

‘Hiermee komt de nuance terug’, vindt Atsma. Zijn telefoon was ‘ontploft’ toen de toekomstvisie bekend werd. Hij had contact opgenomen met ‘Annie’, met Rietkerk, gedeputeerde Ger Koopmans uit Limburg en de agrarische Kamerleden Jaco Geurts en Maurits von Martels. ‘Een boerenfront’, zo mag je het volgens Atsma wel noemen. Zijn argument: minder produceren in Nederland zal niet tot een beter inkomen van de boeren leiden.

Sybrand Buma en partijvoorzitter Rutger Ploum (L) tijdens het CDA-congres in DeFabrique. Beeld ANP

Militante vrouwen

Hoe zwaar de kwestie weegt, wordt zichtbaar als het Kamerlid Geurts het congres mag toespreken. Hij doet dat na het uitzwaaien van vertrekkende coryfeeën – Sybrand Buma, Elco Brinkman, Wim van de Camp – en na fractievoorzitter Pieter Heerma.

Drie militante vrouwen van CDA-huize flankeren Geurts: Toos van Soest, die als raadslid in Woerden een motie indiende om gedwongen uitkoop van boeren tegen te gaan; Tanja van de Ven, Statenlid in Noord-Brabant, waar de CDA-gedeputeerden uit het provinciebestuur stapten vanwege het strenge stikstofbeleid; mediaboerin en Statenlid Eline Vedder uit Drenthe. Zo laat het CDA zich zien als boerenpartij.

Waar andere Kamerleden zich niet wagen aan een oordeel over het discussiestuk, neemt Geurts geen blad voor de mond: ‘Het CDA staat voor het platteland en haar bewoners en voor het voortbestaan van de agrarische sector. Ik verwacht dat er de nodige aanpassingen komen.’ Als extra signaal roept hij CDA-minister Grapperhaus op zwaardere straffen voor stalbezetters zoals in Boxtel mogelijk te maken – die kregen een boete van 300 euro.

Stad en platteland

‘Stad of platteland – wij staan voor allebei, ze hebben elkaar nodig’, verzekert fractieleider Heerma in zijn toespraak. Maar op het congres lijkt de aandacht toch vooral op het platteland gericht. En CDA-kiezers wonen nu eenmaal eerder in Tubbergen dan in de grote steden van het westen.

Bij het CDA wordt al een tijdje van twee kanten aan het laken getrokken. De sociaal-christelijke flank, die onder het bewind van Buma leek te zijn verdampt, laat weer van zich horen. De discussies over kinderpardon en asielbeleid getuigen daarvan.

Zo werd zaterdag een resolutie aangenomen om in elke gemeente een antidiscriminatiebureau te bepleiten. Die sociaal-christelijke sfeer spreekt ook uit het discussiestuk van het wetenschappelijk instituut: het CDA moet een partij zijn die bescherming biedt tegen het pure marktdenken en vanuit het kleine naar het grote denkt..

Hugo de Jonge en Wopke Hoekstra – de voornaamste kandidaten voor het partijleiderschap waar volgend jaar om wordt gestreden – zijn beiden prominent aanwezig. Ze zullen zich in die sociaal-christelijke koers goed kunnen vinden. Beiden hebben als minister in woord en daad soms een rem gezet op de marktwerking.

Voorzitter Ploum wordt na afloop van alle kanten gefeliciteerd met een levendig congres, maar zal het zich toch net wat anders hebben voorgesteld.

Lees verder

CDA-gedeputeerden Noord-Brabant stappen op om stikstofcrisis
Twee CDA-gedeputeerden in Noord-Brabant zijn in de nacht van vrijdag op zaterdag uit het provinciebestuur gestapt vanwege de stikstofcrisis.

De bestuurlijke situatie in Noord-Brabant is nu onduidelijk. Het CDA is nog wel coalitiepartner in de provincie, maar heeft nu geen gedeputeerden meer. De taken van de opgestapte CDA-gedeputeerden worden tijdelijk binnen het college verdeeld.

Meer over; CDA politiek Noord-Brabant Joop Atsma Ariejan Korteweg

Stikstof centraal op CDA-congres, bij D66 ‘zien ze al hun wensen in vervulling gaan’

NOS 09.11.2019 “Duurzaamheid, dierenwelzijn en het inkomen van boeren zijn belangrijker dan dat Nederland de tweede voedselexporteur van de wereld blijft.” Woorden van die strekking in een CDA-discussiestuk over de toekomst van de partij leidden deze week tot veel kritiek. Vandaag werd op het partijcongres besloten om de omstreden passage aan te passen.

De discussie over de positie van de Nederlandse landbouwexport is het meest in het oog springende voorbeeld van de prangende aanwezigheid van de stikstofcrisis vandaag op het CDA-congres. De partij, met van oudsher een grote achterban onder boeren, worstelt met het onderwerp. Vannacht nog vertrokken twee gedeputeerden van de partij om die reden uit het bestuur van de provincie Noord-Brabant.

Verschillende kopstukken hamerden er vandaag op dat de partij wil blijven staan voor het boerenbelang. Een van hen was Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik. Ook zij maakte zich boos over de exportpassage uit het genoemde discussiestuk van het Wetenschappelijk Instituut van haar partij.

“We hebben het over 80 miljard euro aan landbouwexport, over een bijdrage van 25 miljard aan ons betalingsoverschot”, aldus Schreijer. “Dat zijn gigantische cijfers. Als je dat weggooit, betekent dat ook het einde van het mooie Nederland, financieel-economisch gezien.”

Roodgloeiend

Schreijers’ telefoon stond deze week roodgloeiend, zegt ze. “En dat waren niet alleen een paar boeren. Heel de agrarische sector, de tuinbouwsector en het bedrijfsleven zeiden: waar is het CDA mee bezig?”

Nadat ook enkele andere CDA’ers zich op het partijcongres tegen de exportpassage uit het discussiestuk hadden uitgesproken, onder wie Eerste Kamerlid Joop Atsma, ging de opsteller van het stuk overstag. Duurzaamheid, dierenwelzijn en het inkomen van boeren zijn in de nieuwe versie van het stuk niet langer “belangrijker” dan de landbouwexport, maar moeten daarmee “in balans” zijn.

Schreijers-Pierik is blij, maar vindt wel dat de boeren te veel het slachtoffer van de stikstofcrisis worden. “Wat wij doen met al onze mooie natuurgebieden is de boeren eruit jagen en de plantjes erin. Andere landen omarmen de boeren juist.”

  Lars Geerts @LarsNos

Reactie partijtop op het aannemen van de 90km motie: We beginnen vanaf 130 en we zien wel hoever we ze tegemoet kunnen komen. #D66congres

De coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie praat al weken over maatregelen om het stikstofprobleem op te lossen. Aanvankelijk zou het kabinet afgelopen week een pakket aan maatregelen presenteren, maar dat is niet gelukt. Naar verwachting wordt komende week meer duidelijk over de maatregelen op korte termijn. Het gaat vooral om plannen om projecten in de bouw en infrastructuur uit het slop te trekken.

CDA-gedeputeerden Noord-Brabant stappen op vanwege stikstofkwestie

NU 09.11.2019 CDA-gedeputeerden Renze Bergsma en Marianne van der Sloot hebben in de nacht van vrijdag op zaterdag hun ontslag ingediend bij de Provinciale Staten omdat zij met hun partij van mening verschillen over de aanpak van de stikstofproblematiek.

Het ontslag is het gevolg van onenigheid binnen de Brabantse coalitie. Het CDA wil graag dat de deadline van 1 april, waarop boeren in Noord-Brabant een milieuvriendelijke stal moeten hebben, wordt afgeschaft. De andere coalitiepartijen (VVD, D66, GroenLinks en PvdA) willen dat echter niet.

Dat heeft bij de CDA-gedeputeerden voor een tweestrijd gezorgd. Van der Sloot: “Ik sta achter het programma, de uitgangspunten en de standpunten van het CDA. Maar ik voel me ook gebonden aan de afspraken die we gezamenlijk met de andere coalitiepartijen hebben gemaakt. En ik wil me daarin een betrouwbare partner tonen. Dat gaat niet samen.”

Ook haar collega Bergsma zegt dat de wens van het CDA enerzijds en de eerder gemaakte afspraken anderzijds tot een onwerkbare situatie hebben geleid. “Ik kan niet anders dan de conclusie trekken dat ik mijn functie niet meer op een geloofwaardige manier kan uitoefenen. Daarom bied ik Provinciale Staten per direct mijn ontslag aan”, aldus Bergsma.

Het is nog niet duidelijk wanneer Bergsma en Van de Sloot vervangen worden in het provinciaal bestuur. Tot die tijd worden hun bestuurlijke verantwoordelijkheden verdeeld binnen het college.

Waarom zorgt stikstof voor zo veel problemen in Nederland?

Lees meer over: Politiek CDA brabant Stikstofuitspraak

CDA-gedeputeerden Brabant weg om stikstofcrisis

NOS 09.11.2019 Het CDA is opgestapt uit het dagelijks bestuur van Noord-Brabant vanwege de aanpak van de stikstofcrisis. De gedeputeerden Renze Bergsma en Marianne van der Sloot vinden dat ze niet verder kunnen nu hun eigen partij zich heeft afgekeerd van het coalitieprogramma.

Afgesproken was dat boeren voor 1 april een vergunning moeten aanvragen voor een milieuvriendelijke stal, maar de CDA-fractie wilde de boeren meer tijd geven om aan de stikstofeisen te voldoen. De CDA-gedeputeerden vinden dat ze daardoor in een spagaat zijn gekomen en niet verder kunnen.

‘Teleurstellend’

Van der Sloot laat in een verklaring weten dat ze achter het programma van het CDA staat, maar zich ook gebonden voelt aan de afspraken die met de andere coalitiepartijen zijn gemaakt. “En ik wil me daarin een betrouwbare partner tonen. Dat gaat niet samen”, zegt de gedeputeerde. “Daarom heb ik aan Provinciale Staten met onmiddellijke ingang mijn ontslag aangeboden.”

Bergsma noemt het teleurstellend dat ze er niet uit zijn gekomen. “Gelet op de huidige positie van mijn fractie, is voor mij een onwerkbare situatie ontstaan.” Hij zegt dat hij zijn functie daarom niet meer op een geloofwaardige manier kan uitoefenen.

Nieuwe coalitiepartner

Het college in Brabant bestaat naast het CDA uit VVD, D66, GroenLinks en PvdA. VVD-gedeputeerde Christophe van der Maat wil nu eerst de stikstofcrisis oplossen en pas daarna op zoek gaan naar een nieuwe coalitiepartner.

“Als leider van de grootste partij start ik op korte termijn dan ook geen onderhandelingen voor een nieuw provinciebestuur”, zegt hij. “De politiek moet nu niet met zichzelf bezig zijn, maar met het oplossen van een impasse die heel Brabant treft.”

De taken van Bergsma en Van der Sloot worden binnen het college opgevangen.

Deadline blijft staan

Gisteravond werd er vergaderd over de begroting 2020, maar het ging voornamelijk over de stikstofcrisis. Uiteindelijk is afgesproken dat de deadline voor de vergunningaanvraag voorlopig op 1 april blijft. Wel zegt gedeputeerde Rik Grashoff (GroenLinks) dat er aan die datum getornd kan worden “als de zorgvuldigheid van de oplossing van het stikstofprobleem daarom vraagt”.

Vandaag houdt het CDA een partijcongres in Utrecht. Een van de onderwerpen die aan de orde komen is de stikstofcrisis !!!!

Nieuwsuur volgde Rutte bij een tour langs verschillende betrokkenen in de stikstofcrisis.

Premier Rutte ‘on tour’ voor stikstofmaatregelen

Bekijk ook;

CDA-voorman Pieter Heerma tijdens het CDA-congres in Utrecht. Ⓒ ANP

Boerenachterban boos op CDA

Telegraaf 09.11.2019 Een voorzetje van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA om de export van landbouwproducten te verminderen is bij de boerenachterban van de partij in het verkeerde keelgat geschoten. Het partijcongres verliep daardoor tumultueus.Sociale media menu

Nee. Nee. Nee.” Annie Schreijer-Pierik kan zich niet inhouden als partijdenker Leonard Geluk in een zaaltje van een voormalige fabriekshandel in Utrecht uitlegt waartoe het discussiestuk Zij aan Zij is geschreven: om discussie los te maken over de koers van de partij. En discussie komt er. Niet in de laatste plaats door Schreijer, Europarlementariër, boerin, stemmentrekker, lastpost binnen de partij.

Bekijk ook: 

CDA over Zwarte Piet: ’We lopen ook niet meer op klompen’ 

Steen des aanstoots is een passage waarin staat dat duurzaamheid, dierenwelzijn en een goed inkomen voor de boeren belangrijker moeten zijn dan de ambitie om als Nederland de tweede voedselexporteur ter wereld te willen blijven. „Dierenwelzijn, daar ís Nederland al wereldkampioen in. En die eerlijke prijs voor de boeren, daar zijn we in Brussel mee bezig. Onze positie als tweede exporteur, daarop zijn we terecht trots. Als je zegt dat het niet meer hoeft, dan beledig je de boerenfamilie aan de keukentafel.”

’Trap na’

In het lamplicht van tv-camera’s spreekt ze Geluk en consorten toe: Discussie is prima, maar als je op dit moment, waarin boeren al ten onder gaan aan regeltjes en de stikstofcrisis, dan is dan niet minder dan ’een trap na van het eigen CDA’. Dat stuk is geschreven zonder overleg met de achterban, vindt Schreijer. „Gisteravond belde hij (Geluk, red.) me pas voor ’t eerst. Dat kan toch niet?”

Bekijk ook: 

’Eind van huidig polderstelsel in zicht’ 

De moderator probeert te sussen. Maar dan dringt de Friese senator Joop Atsma erop aan dat de Overijsselse CDA’er Cozijn Bos het woord krijgt. „Dit kunnen we niet accepteren”, zegt hij. „Luister naar je achterban!.” Hij wil dat de passage wordt geschrapt. „Het is een discussiestuk”, probeert Geluk weer. „Het is een beetje lastig als we daar 48 uur na het verschijnen ervan al bladzijdes uit gaan scheuren.”

Zenuw

De discussie legt een zenuw bloot die door de stikstofcrisis toch al gevoelig was voor de partij waarvoor het platteland en de boerenstand de kiezers leverden. Als regeringspartij zal het CDA met maatregelen gaan instemmen die de veehouderij hoe dan ook zullen treffen. Zaterdagnacht is het CDA in Noord-Brabant nog uit het provinciebestuur gestapt vanwege onvrede met milieumaatregelen voor veehouders die het college wilde doorvoeren.

Bekijk ook: 

De overheid moet stoppen met steeds meer en steeds nieuwe regels te verzinnen 

„Dat uitgerekend nu het Wetenschappelijk Instituut met zo’n argeloos zinnetje komt”, zegt Bos. „Dat raakt de trots op een sector die jaarlijks voor zo’n 90 miljard euro exporteert.” De CDA-veteraan uit Vriezenveen zit zelf in in het veevoer-industrie. „We voegen melkzuur toe aan kuilgras en maïs. Ik zeg wel eens: we maken zuurkool voor koeien, zodat het voer meer energie vasthoudt en de uitstoot van ammoniak vermindert.”

Bekijk ook: 

Stikstofclaim populair bij veehouders 

In dit soort slimmigheidjes is de Nederlandse landbouw wereldleider. „Ze komen bij ons kijken hoe goed we het doen. Ik hou van de natuur. Maar terwijl ze bij ons het hoogveen onder water zetten om veenmos te beschermen, graven ze 10 kilometer verderop in Duitsland het veen af om dat te verkopen als potgrond.”

Waanzin

Tegen die waanzin mag het CDA in het kabinet zich wel wat meer weren, vindt Bos. „Kennelijk kan het CDA met VVD en ChristenUnie te weinig tegenwicht bieden tegen D66.”

Bekijk ook: 

Doorgeslagen! Onbegrip over groene maatregelen 

De discussie tussen podium en zaal is intussen nog volop aan de gang. Senator Joop Atsma wil van Geluk weten hoe hij erbij komt dat boeren een betere prijs krijgen voor hun producten als ze minder gaan produceren. „Waar is de onderbouwing?” Theo Rietkerk, Eerste Kamerlid uit Overijssel, heeft de oplossing: als we het woord ’belangrijker’ nou vervangen door ’in balans’. Dan staat er dus dat dierenwelzijn en een eerlijke prijs in balans moeten zijn met de ambitie om tweede voedselexporteur ter wereld te blijven.

Geluk kan ermee leven. Het tumult is verstomd. Voor nu.

Bekijk meer van; landbouw partijen en bewegingen human interest Leonard Geluk Wouter Bos Christen-Democratisch Appèl

De stikstofcrisis zorgt voor onrust onder de boeren, de traditionele achterban van het CDA. Foto ANP/Koen van WeelDe stikstofcrisis zorgt voor onrust onder de boeren, de traditionele achterban van het CDA. Foto ANP/Koen van Weel

Opeens ging het CDA-congres alléén over de boeren

NRC 09.11.2019 Op het CDA-congres in Utrecht ging het zaterdag vooral over de vraag of dit nog wel de partij voor de boeren is. “Zo kun je niet met onze boeren omgaan”, roept iemand in de zaal.

In een bovenzaaltje praat minister van Financiën Wopke Hoekstra met CDA’ers, in een zaal beneden zit minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge aan tafel met ándere CDA’ers. Op dezelfde tijd, met precies hetzelfde aantal tafeltjes voor precies hetzelfde maximumaantal partijgenoten: 64. Het CDA-congres, deze zaterdag in Utrecht, leek om hen tweeën te gaan draaien, als de mogelijke nieuwe lijsttrekkers van het CDA.

Maar nee. Bijna iedereen heeft het over ‘Annie’. Europarlementariër, boerin in Overijssel: Annie Schreijer-Pierik (66). Gevolgd door televisiecamera’s loopt ze door de gangen van De Fabrique. Ze is al dagenlang kwaad over een passage in het net gepresenteerde discussiestuk ‘Zij aan Zij’ van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA. Daarin staat dat ‘duurzaamheid, dierenwelzijn en het inkomen van boeren belangrijker moeten blijven dan de ambitie om de tweede voedselexporteur van de wereld te willen blijven’.

Lees meer over de koerswijziging: CDA breekt met de jaren van Sybrand Buma

Annie Schreijer, met een grote boerenachterban, leest in die zin dat het CDA de boeren laat vallen, net nu die ongerust en bang zijn over maatregelen die eraan komen tegen de stikstofcrisis. Die crisis leidt tot meer onrust in de partij: twee CDA-gedeputeerden in Noord-Brabant stapten vrijdagavond op door de aanpak van de stikstofproblemen.

De avond voor het congres, in een uitzending van Pauw, laat ze merken dat ze serieus nadenkt over een eigen partij – met de beginletters van haar naam, de Agrarische Sociale Partij. Ze eist, zegt ze, dat de passage over ‘minder belangrijke’ landbouwexport eruit gaat.

Redden wat er te redden valt

Op het moment dat Hugo de Jonge en Wopke Hoekstra langs de tafeltjes gaan om over zorg en zzp’ers te praten, staat Annie Schreijer-Pierik achterin een bloedheet en overvol zaaltje. Op het podium probeert Leonard Geluk, voorzitter van de commissie die het discussiestuk ‘Zij aan Zij’ schreef, te redden wat er te redden valt.

Het Wetenschappelijk Instituut heeft zich vast voorgenomen om niets te veranderen aan de tekst, en in het zaaltje lijkt het er zelfs op dat de woedende medestanders van Annie Schrijer-Pierik het woord niet krijgen. Iemand schreeuwt: „Is dit nou een democratische partij?”

Eerste Kamerlid Joop Atsma krijgt bij de microfoon voor elkaar dat er geluid komt. Hij wil weten, zegt hij, hoe Leonard Geluk het voor zich ziet: dat de landbouwproductie omlaag gaat en het inkomen van de boer omhoog. De voorzitter komt er niet goed uit, het is een stuk om over na te denken. In de zaal wordt opnieuw geroepen. „Zo kun je niet met onze boeren omgaan.”

Dan staat ineens een ánder Eerste Kamerlid van het CDA bij het podium, Theo Rietkerk, net als Annie Schreijer uit Overijssel. Hij heeft een voorstel: „Vervang dat ‘minder belangrijk’ door ‘in balans’.” Dan zou het zó in het discussiestuk komen te staan: ‘Duurzaamheid, dierenwelzijn en het inkomen van boeren moeten in balans blijven met de ambitie om de tweede voedselexporteur van de wereld te willen blijven’.

Leonard Geluk geeft toe. Zo zal het gebeuren. En Annie Schreijer vindt dat zij nu heeft gewonnen. „Er verandert dus niks”, zegt ze buiten de zaal, „want het ís al in balans.”

Of boze boeren het CDA nu meteen weer zullen zien als hún partij? „Deze storm is niet fijn voor ons”, zegt CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma later in de middag. „Maar ik hoor ook dat veel mensen snappen wat we met dit stuk willen. Je hoopt op veel discussie. Maar niet op zoveel discussie over één zin.”

Lees ook deze artikelen;

Jaco Geurts met twee plastic traktoren tijdens het CDA-congres in DeFabrique, in Utrecht. Beeld ANP

CDA’ers reageren geprikkeld waar het de toekomst van de boer betreft

Trouw 09.11.2019 De toekomst van de boeren is een open zenuw voor het CDA. Aanpassing van één woord over landbouw-export in de toekomstvisie haalt de kou zaterdag op het CDA-congres voor even uit de lucht.

Stampvoetend staat de Groningse veehouder Ate Kuipers zaterdagmiddag op het CDA-congres in Utrecht. Hij vindt dat een commissie van zijn partij ‘een visieloos stuk’ heeft afgeleverd. Voormalig CDA-wethouder Nico Slagter uit Stede Broec is nog bozer: “Wij hebben helemaal geen stikstofprobleem. De partij moet achter de agrarische sector staan.” De woede van de CDA’ers richt zich op de landbouw-paragraaf in de discussienota van de commissie Beraad Perspectief 2030.

Hypergevoelig ligt iedere discussie over boeren. De furieuze CDA’ers voeren het woord in het kielzog van Europarlementariër Annie Schreijer Pierik. Die liet de afgelopen weken al weten dat zij ontevreden is over de koers van het CDA die als regeringspartij een oplossing probeert te vinden voor het overschot aan stikstof dat natuurgebieden bedreigt.

De irritatie over de landbouw-passage in het rapport van de commissie Perspectief 2030 komt daar nog bovenop. Schreijer op het CDA-congres: “Hoe kunt u dit opschrijven, terwijl boeren aan de keukentafel zitten en proberen te overleven.” Zij krijgt bijval van senator en ex-staatssecretaris Joop Atsma: “Hoe kan het inkomen van de boer verbeteren als we minder exporteren?”

In balans blijven

Lang niet alle CDA’ers op het congres zijn het eens met deze felle kritiek. Toch past de commissie de gewraakte passage aan. Er stond: “De waarden duurzaamheid en dierenwelzijn en het inkomen van de boeren moeten belangrijker zijn dan de ambitie om de tweede voedselexporteur van de wereld te willen blijven.” In de nieuwe versie is het woord ‘belangrijker’ verdwenen en vervangen door ‘in balans’. Het pleidooi voor meer productie voor de lokale markt blijft voorlopig overeind.

Leonard Geluk is voorzitter van de commissie die het rapport schreef en is in het dagelijks leven bestuurder bij de Haagse Hogeschool. Hij wil de tekst aanpassen, maar vindt de kritiek onterecht. Er staat niet in het discussiestuk dat boeren minder moeten exporteren, geeft hij aan. “Iedere CDA’er snapt dat wij nooit met voorstellen zouden komen die leiden tot het failliet van de landbouw”, voegt hij er aan toe. “We moeten af van de tegenstelling tussen stad en platteland. Wij hebben als partij de verantwoordelijkheid om keuzes te maken.”

Hij krijgt bijval van Marja van Bijsterveldt, ex-minister en burgemeester van Delft. Zij vindt de passage over de boeren ‘eerlijk’ en ‘heel CDA-waardig’. Van Bijsterveldt wil ‘leiderschap tonen in deze zaak’. Ook Marja van der Tas, bestuurder bij een waterschap op de Veluwe, geeft tegengas. “Boeren verdienen respect. Maar iedereen reageert heel erg overprikkeld. Wij moeten op zoek naar een goede balans tussen boeren en natuur. Wij hebben de natuur in de steek gelaten.”

Beter inkomen voor boeren

Jaco Geurts is landbouw-woordvoerder voor het CDA in de Tweede Kamer. Hij is de afgelopen dagen ‘wel honderd keer gebeld’ over het rapport Perspectief 2030, zegt hij. Hij leest de passage over de landbouw niet als een aanval op de boeren. “Er wordt gepleit voor een beter inkomen voor boeren. Dat is de kern. Over de rest van het rapport is nog discussie mogelijk. Het CDA staat achter de boeren en achter export.”

Het rapport van de commissie, getiteld ‘Zij aan zij’, wordt de komende maanden besproken in afdelingen van het CDA. Daarbij mogen ook niet-leden aanschuiven. Op het congres domineerde de paragraaf over landbouw de discussie.

Het CDA wil de op pad met ‘de menselijke maat’ en ‘samenwerking’. De christen-democraten schrijven: ‘We zullen er altijd samen uit moeten komen om iets voor elkaar te krijgen.’ Daarom zijn samenwerking en fatsoen de krachten tegen ‘een wereld van polarisatie, van lawaai-papegaaien’.

Lees ook: 

Provinciaal CDA in opstand tegen nieuwe landbouwkoers

Vóór fatsoen en tegen de lawaai-papegaaien is de sfeer die het CDA wil uitstralen in een discussienota over de koers van de partij.

Meer over; CDA politiek economie, business en financiën economische sector landbouw Jelle Brandsma

CDA wijzigt omstreden zin over export door boeren

AD 09.11.2019 Het CDA-rapport waarin staat duurzaamheid, dierenwelzijn en inkomen van boeren belangrijker zijn dan de positie van Nederland als tweede voedselexporteur ter wereld wordt aangepast. Met die toezegging hoopt voorzitter Leonard Geluk namens de schrijvers van het visiestuk de hoogopgelopen emoties bij de agrarische achterban tot bedaren te brengen.

Tijdens een toelichting op het rapport uitten een handvol CDA-leden vanmiddag op het partijcongres in Utrecht hun ongenoegen over de gewraakte passage. Naast Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik, vroegen ook Eerste Kamerlid Joop Atsma en de voorzitter van de CDA-fractie in Overijssel zich hardop af wat de commissie heeft bezield. ,,Welke argumenten heeft u door te stellen dat een een minder stevige exportpositie leidt tot een beter inkomen van boeren”, wilde Atsma weten. Volgens de Overijsselse afgevaardigde weten agrariërs ‘die het al zo moeilijk hebben’ zich niet gesteund door hun eigen partij.

Geluk trachtte eerst nog het oproer te bezweren door erop te wijzen dat het uitgangspunt vor zijn commissie altijd is geweest dat boeren een ‘faire prijs’ voor hun producten krijgen. Hij vond het bovendien ‘niet kunnen’ het rapport al binnen 48 uur te wijzigen, nog voordat de discussie over het gehele visiestuk echt is gevoerd.

Niettemin ging Geluk na de felle reacties toch overstag. Hij nam de suggestie over van een CDA-lid om de gewraakte passage opnieuw te formuleren. In plaats van dat duurzaamheid, dierenwelzijn en inkomen van boeren ‘belangrijker’ wordt geacht dan de exportpositie, zal in het stuk komen te staan dat die drie zaken ‘in balans’ moeten zijn met de exportpositie.

Geluk zei eerder tijdens het CDA-congres dat de discussie over het landbouwhoofdstuk ‘heel groot is geworden’. Een prominent lid van het partijbestuur liet zich in de wandelgangen al ontvallen dat de zin die voor zoveel opschudding zorgde ‘nooit in het stuk had moeten belanden’.

Bij het congres van coalitiepartij CDA dreigt vandaag oproer

Trouw 09.11.2019 Met een cruciale stikstofweek voor de boeg, congresseren CDA en D66 vandaag. De natuur- en klimaatmaatregelen drukken zwaar op de coalitie.

Toen Rutte III zich presenteerde als ‘het groenste kabinet ooit’, konden de bewindslieden niet vermoeden dat klimaat- en milieukwesties zó onontkoombaar zouden worden. Het Klimaatakkoord, stikstofproblematiek en Pfas: de dossiers vragen het uiterste van de denkkracht en de flexibiliteit van de coalitie. Hoeveel rek zit er nog in het elastiek?

De claim dat dit kabinet het duurzaamste aller tijden is, kon nog als een vrijblijvende slogan opgevat worden. Vorige kabinetten hadden ook hoge ambities, bijvoorbeeld in het Energieakkoord of voor natuurkwaliteit. Die waarmaken was een ander verhaal. Of er werd een list verzonnen, waarin economische groei en natuurbehoud hand in hand zouden gaan. In de praktijk legde de natuur het altijd af.

Deze kabinetsperiode is anders. Rechters, wetenschappers en actiegroepen dwingen het kabinet tot daden. Het Urgenda-vonnis bepaalde dat de CO2-uitstoot in 2020 met een kwart moet zijn teruggebracht en dat noopt tot ingrijpende beslissingen. Na aanhoudend bevingsleed ging de Groninger gaskraan dicht.

En sinds de Raad van State het stikstofbeleid afschoot, blijken de grenzen van de natuur zo ver overschreden dat duizenden projecten stilliggen. De Pfas-problematiek komt er nog bij; er mag nauwelijks grond verplaatst worden, nu onafbreekbare chemische stoffen alomtegenwoordig blijken.

Schouder aan schouder

Komende week wordt – opnieuw – een bepalende week voor de bouw. Het kabinet presenteert stikstofplannen, waarmee het 18.000 stilliggende projecten hoopt vlot te trekken. Ook komt minister Van Veldhoven met nieuws over Pfas, in afwachting van een norm waarmee bouwbedrijven aan de slag kunnen.

Om de urgentie te benadrukken, vergeleek premier Rutte de stikstofkwestie gisteren met de vluchtelingencrisis. “Als Rijk, provincies en gemeenten trekken we schouder aan schouder op. Ook in 2015 was het van belang dat verschillende overheidslagen als één functioneerden.”

De milieudossiers vereisen ook eendracht binnen Rutte’s eigen ploeg. En juist daar begint het, onder druk van wekelijkse berekeningen en juridische tegenvallers, te piepen en kraken.

Rutte’s eigen VVD moest deze regeerperiode al veel slikken. In het verkiezingsprogramma werd nauwelijks een letter vuil gemaakt aan klimaat, nu gaat een VVD’er (minister Wiebes) over een klimaatakkoord dat ingrijpt in de levens van alle Nederlanders. Bovendien dreigen de liberalen afscheid te moeten nemen van een kroonjuweel: om de stikstofuitstoot te beteugelen, verlaagt het kabinet waarschijnlijk de maximumsnelheid.

Grote boerenachterban

De VVD-aanhang houdt zich nog rustig, maar bij het congres van coalitiepartner CDA dreigt vandaag oproer. Wat de auto is voor de VVD, zijn de boeren voor het CDA. Provinciale afdelingen zien niets in de toekomstvisie waarin de partij afscheid neemt van de intensieve landbouw.

Europarlementariër en boerenvoorvrouw Schreijer-Pierik zette de discussie verder op scherp. Zij dreigt de partij te verlaten als die instemt met deze koers. Volgens haar laat de CDA-commissie ‘de boeren vallen’. “Dan ben je geen haar beter dan D66, dat de veestapel wil halveren.”

De veeteelt veroorzaakt de meeste stikstofuitstoot, maar gedwongen inkrimping is taboe voor de coalitie – ook VVD en ChristenUnie hebben een grote boerenachterban. Het kabinet probeert boeren daarom met geld te verleiden om te stoppen.

Het partijcongres van D66, ook vandaag, zal ontspannener zijn. De partij was lang ongelukkig in de coalitie. D66 stemde het referendum weg en moest afschaffing van de dividendbelasting verdedigen. Nu het over stikstof gaat, kan D66 achteroverleunen. De grootsteedse achterban heeft geen moeite met minder auto’s en minder varkens. In peilingen krabbelt de partij voorzichtig op.

De coalitie hoopt dat ze na volgende week even van crisissferen verlost is en dat ze in relatieve rust kan praten over stikstofplannen voor de lange termijn. Géén van de vier partijen heeft er belang bij het kabinet te laten vallen over het milieu. Niemand zit te wachten op een verkiezingscampagne waarin het Malieveld wekelijks vol staat.

Lees ook: 

Provinciaal CDA in opstand tegen nieuwe landbouwkoers

In de provinciale fracties van het CDA is tumult ontstaan over het plan voor de koerswijziging dat Nederland niet langer de tweede landbouwexporteur van de wereld moet willen zijn. Op het landelijk partijcongres zaterdag in Utrecht eisen ze dat het voorstel van tafel gaat en dat het CDA zich blijft profileren als plattelandspartij die opkomt voor de boeren.

Zelfs de ‘vroempartij’ moet nu gas terugnemen

Het gaspedaal overal diep kunnen indrukken, is een kroonjuweel van de VVD. Maar steeds meer liberale oud-politici zeggen: 130 is onhoudbaar.

Meer over; CDA D66 politiek VVD milieu Niels Markus

‘Als Wopke dit niet snapt, is Annie geen fan meer van Wopke’

AD 08.11.2019 Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik vindt het onvoorstelbaar dat uitgerekend háár CDA de boeren minder wil laten exporteren. Als het CDA zo doorgaat, zullen kiezers op het platteland afhaken, waarschuwt ze. ,,Dan ben ik er klaar mee, dan zijn we D66 geworden.’’

Dit had ik niet van het CDA verwacht’’, zegt Annie Schreijer-Pierik, christendemocratisch stemmenkanon op het platteland. Het CDA-stuk van het Wetenschappelijk Instituut (WI), met de titel ‘Zij aan zij’, is haar rauw op het dak gevallen, voorál het landbouwhoofdstuk. Dat maakt korte metten met de ambitie om de tweede landbouwexportnatie ter wereld te zijn. Getergd: ,,Die landbouwexportpassage lees ik als ‘zij aan zij zonder veehouderij’.’’

Lees ook;

Zelfs premier Rutte krijgt bij de boeren de handen niet op elkaar

Lees meer

‘Terwijl consumenten massaal kiezen voor groene stroom, lopen leveranciers de kantjes ervan af’

‘Terwijl consumenten massaal kiezen voor groene stroom, lopen leveranciers de kantjes ervan af’

Lees meer

Ze moet bekennen, de stukken van het wetenschappelijk bureau leest ze niet altijd. ,,Meestal komen die bij mij op een stapel zonder het plastic eraf te halen.’’ Maar nu is het anders, vindt de Europarlementariër. Dit document speelt een rol bij het verkiezingsprogramma 2021-2025. ,,Als je als CDA met christelijke waarden de boeren wil behouden, moet er iets gebeuren. In dit stuk laat deze CDA-commissie de boeren vallen. Dan ben je geen haar beter dan D66, dat de veestapel wil halveren.’’

Wat is er precies mis met het nieuwe landbouwverhaal?

,,Ik vind het helemaal niks! Weet je wel hoe belangrijk de Nederlandse agrisector in de wereld is? Wij lopen voorop! De totale Nederlandse landbouwexport was afgelopen jaar liefst 90 miljard euro, daar mag je niet zo achteloos mee omspringen in een visiestuk. De deskundigheid ontbreekt, het is te merken dat er geen agrariër in de commissie zat.’’

De commissie zegt: focus minder op de export van goedkoop vlees, dat is beter voor het milieu en zorgt ervoor dat de boer er ook nog wat aan verdient.

,,Er wordt een valse tegenstelling gecreëerd. Nederlandse landbouwproducten behoren al tot de duurzaamste en schoonste ter wereld met de laagste CO2-voetafdruk. Een vermindering van onze landbouwexport zal niet alleen de welvaart van ons land gevoelig verminderen, maar ook elders in de wereld leiden tot ontbossing en aantasting van biodiversiteit en de juist uitstoot van klimaatgassen vergroten. Maar deze commissie wil het kind met het badwater weggooien. Onvoorstelbaar!’’

Je kunt niet op het Malieveld staan en de boeren steunen én je achter deze exportpas­sa­ge van het Wetenschap­pe­lijk Instituut scharen, aldus Annie Schreijer-Pierik.

Vindt u dat de CDA Tweede Kamerfractie hier afstand van moet nemen?

,,Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Fractieleider Pieter Heerma was mijn voorlichter toen ik destijds als Kamerlid de boeren in zaaltjes toesprak. Hij weet hoe dit bij boeren aankomt. Ik vraag me echt af of CDA-Kamerleden met landbouw in het pakket hier achter kunnen staan. Je kunt niet op het Malieveld staan en de boeren steunen én je achter deze exportpassage van het WI scharen. Dat kan niet!’’

Annie Schreijer-Pierik op campagne bij de aspergetocht in Hardenberg.

Annie Schreijer-Pierik op campagne bij de aspergetocht in Hardenberg. © Wim Herbert

Maar het stikstofprobleem moet toch worden opgelost? Daar kunnen de boeren veel aan bijdragen.

,,Nederland heeft in het verleden verkeerde keuzes gemaakt over Natura 2000. Premier Rutte moet naar Brussel gaan voor noodwetgeving en zeggen: ons land zit op slot, geef ons twee of drie jaar om eruit te komen met een transitiemodel waarin we toestemming krijgen de stikstofwaarden wat te verhogen en doelstellingen te herzien. Maar dat gebeurt niet! Nee, het kabinet wil boeren onteigenen en van landbouwgrond natuurgrond maken, wat geen enkel ander EU-land zo doet. Dan druk je de landbouw weg! Dat is wat er gebeurt en dat is ook wat achter dit CDA-stuk zit.’’

U steekt liever de kop in het zand?

,,Ik waarschuw Den Haag en provincies al jaren dat wij zouden vastlopen. Vijf jaar geleden verscheen al mijn rapport Land in de knel! Je mag in Nederland nog geen hond uitlaten, want dan kom je boven de stikstofnorm. Je mag op dit moment niks! En nu gaan we opeens boeren op hoge kosten jagen doordat ze anders moeten produceren. We prijzen onszelf helemaal uit de markt. Dat moet niet. Je moet boeren belonen, niet straffen.”

U bent bang dat Nederland een stuk armer wordt als er minder geboerd wordt?

,,Ja. De landbouw draagt voor bijna 50 procent – dat is 26 miljard euro! – bij aan ons nationale handelsoverschot, ofwel het verschil tussen onze export en import. Dan gaat het over zuivel, vlees, babypoeder voor babymelk, bloemen en daarnaast ook machines voor de landbouw- en voedingsmiddelensector. Daaraan danken we onze welvaart.”

De ‘noabers’ op het platteland raak je als partij met dit soort plannen kwijt, aldus Annie Schreijer-Pierik.

Daar wordt te makkelijk overheen gestapt?

,,Ik mis visie. In Canada hebben ze een ministerie voor intensieve veehouderij en een ministerie voor landbouw als onderdeel van het platteland. Omdat het behouden moeten blijven. En wat doen ze hier? Ze gooien alles op één hoop! Het echte gevecht gaat om de grond. Die wordt onteigend en gaat naar woningbouw en natuur. Dat is er aan de hand.’’

Hoe komt het dat het WI daar anders tegenaan kijkt?

,,Zo’n commissie bestaat uit de koningen en koninginnen van de partij die samen wat bedenken en denken dat het zo moet. Het deel over de landbouw, tuinbouw en export is helaas ondeskundig en heeft zo geen draagvlak bij onze CDA-kiezers en lokale CDA-afdelingen. De ‘noabers’ op het platteland raak je als partij met dit soort plannen kwijt. Ik spreek dezer dagen in Brussel met Wopke Hoekstra, als hij dit gevoel niet snapt, dan is Annie geen fan meer van Wopke. Dan ben ik er gewoon klaar mee, dan zijn we D66 geworden.’’

En dan?

,,Dan wil ik de uitslag van de volgende verkiezingen weleens zien.’’

Gaat u naar het congres zaterdag?

,,Zo langzamerhand vraag ik me af of het wel zin heeft om daar naartoe te gaan, of ik bij de goede club zit. Toch zal ik wel gaan.’’

Blijft u lid?

,,Ik heb dertig jaar lang hard gevochten voor boerengezinnen en familiebedrijven. Als het CDA daar niet meer voor opkomt is het logisch dat je mensen verliest. Het is nu erop of eronder.’’

Annie Schreijer-Pierik (CDA) is van de partij bij de slipjacht in Hoge Hexel.

Annie Schreijer-Pierik (CDA) is van de partij bij de slipjacht in Hoge Hexel. © Lenneke Lingmont

Provinciaal CDA in opstand tegen nieuwe landbouwkoers

Trouw 08.11.2019 Volgens Bouwien Rutten, die in Overijssel het CDA leidt, is de nieuwe landbouwvisie afkomstig van ‘een elite-clubje’ binnen het CDA, terwijl de partij een volkspartij zou moeten zijn. “We moeten trots zijn op het buitengebied en de mensen die daar wonen en werken. Het debat over de toekomst moeten we ook mét hen voeren.

Maar de mooie titel ‘Zij aan zij’ slaat nou net niet op de agrarische paragraaf. Hier zijn alleen de wetenschappers aan het woord.” Ze stoort zich ook aan de manier waarop het voorstel is gelanceerd. Onaangekondigd. “We moesten het in de pers lezen.” Dat is volgens haar geen manier van doen.

Statenlid Jaap Bond van het CDA in Noord-Holland zegt dat er weliswaar nieuw langetermijnbeleid nodig is, maar dat de tekst in het rapport ‘zeer ongelukkig is geformuleerd’. Hij spreekt van ‘paniekvoetbal’.

“We hebben te maken met een delicaat proces waarin de boeren afgelopen jaren al belangrijke stappen hebben gezet naar circulaire landbouw”, aldus Bond. Het werkt volgens hem contraproductief om dit zorgvuldige proces nu opeens in een snelkookpan te gooien.

Fractievoorzitter Hannie Kool-Blokland van het CDA in Zeeland vreest dat haar partij met dit voorstel op D66 gaat lijken. “Laten we trots zijn op de kwaliteit van de producten van onze boeren. Ik vind de agrarische passage ronduit teleurstellend, terwijl de rest van het rapport zo inspirerend is.” Gerhard Bos, CDA-fractievoorzitter in Gelderland, noemt de nota een ‘studeerkamerstuk’, terwijl juist het CDA van de ‘koude grond’ zou moeten zijn.

“De kunst is de agrarische sector mee te nemen naar de toekomst, dus we moeten mét de boeren naar oplossingen zoeken, zodat er een gemeenschappelijk draagvlak ontstaat. Dit stuk is echt veel te kort door de bocht.”

Lees ook:

Er dreigt een tweedeling binnen het CDA

De christen-­democraten, stelt columnist Stevo Akkerman, kampen met de eeuwige spanning tussen bijbelse uitgangspunten en de wens om een volkspartij te zijn; twee zielen in één borst, best lastig.

Meer over; CDA Hans Marijnissen

Europarlementariër woedend op ‘haar’ CDA

MSN 08.11.2019 Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik heeft geen goed woord over voor het CDA-stuk van het Wetenschappelijk Instituut (WI) met de titel ‘Zij aan zij’, waarin wordt geadviseerd boeren minder te laten exporteren. “In dit stuk laat deze CDA-commissie de boeren vallen. Dan ben je geen haar beter dan D66, dat de veestapel wil halveren”, zegt zij in een interview met het AD.

Volgens haar vergeten de samenstellers van het stuk het belang van de Nederlandse agrisector. “De totale Nederlandse landbouwexport was afgelopen jaar liefst 90 miljard euro, daar mag je niet zo achteloos mee omspringen. De deskundigheid ontbreekt, het is te merken dat er geen agrariër in de commissie zat. De landbouw draagt voor bijna 50 procent – dat is 26 miljard euro – bij aan ons nationale handelsoverschot. Daaraan danken we onze welvaart.”

Ook zet ze fel in op het aspect dat de commissie de focus minder wil leggen op de export van goedkoop vlees, omdat dat is beter voor het milieu en ervoor zorgt dat de boer er ook nog wat aan verdient. “Nederlandse landbouwproducten behoren al tot de duurzaamste en schoonste ter wereld met de laagste CO2-voetafdruk. Je mag in Nederland nog geen hond uitlaten, want dan kom je boven de stikstofnorm. Je mag op dit moment niks”, reageert ze desgevraagd in de krant.

CDA wil rem op ‘ongebreidelde migratie’

Elsevier 07.11.2019 Het CDA keert zich tegen de ‘ongebreidelde migratie’. Leonard Geluk, voorzitter van een studiegroep die de discussie opent over een nieuwe koers voor de partij, zegt dat ‘zeventig miljoen mensen zich hier willen vestigen en dat is niet te doen’.

Volgens Geluk (49) – voormalig CDA-wethouder in Rotterdam – moet ‘alles in het werk worden gesteld om de migratiestromen te reguleren en de regie terug te krijgen’. Echte vluchtelingen zijn welkom, maar verder moet de immigratie worden beperkt tot een niveau ‘wat de samenleving nog kan dragen’.

Ideologische afsplitsing zou kleurloos CDA goed doen, schreef Afshin Ellian na het aftreden van Sybrand Buma

Ook in het belang van de migranten zelf moet de toestroom worden beperkt. Geluk: ‘Als we mensen niet kunnen begeleiden tot volwaardig burgerschap moeten we ze niet toelaten. Het is ook niet goed voor deze nieuwkomers zelf als ze aan hun lot worden overgelaten.’

Nieuwe versie van het gedachtegoed

Zaterdag bespreekt het CDA-Congres in Utrecht de notitie Zij aan Zij. Het is de aanzet tot een discussie over de koers van de partij. Het stuk is geschreven door de commissie Beraad Perspectief 2030 van het wetenschappelijk instituut van het CDA.

Commissievoorzitter Leonard Geluk en partijvoorzitter Rutger Ploum zeggen tegen Elsevier Weekblad dat ze de notitie zien als een nieuwe versie van het CDA-gedachtegoed. Het stuk moet na een discussie in de partij worden vastgesteld en vervolgens dienstdoen als ideologisch kompas. Het is de bedoeling dat vanuit de ideeën in Zij aan zij partijnotities worden opgesteld voor diverse beleidsterreinen.

Lees ook deze column van Gerry van der List Linkse Hugo de Jonge vecht tegen spookbeeld: Het neoliberalisme

In het stuk wordt kritiek geuit op de ‘neoliberale markteconomie’, waarin het streven naar winst te ver is doorgeschoten en waar mensen te veel bezig zijn met hun persoonlijke gewin en te weinig met de belangen van de gemeenschap. Marktwerking is volgens de notitie niet de oplossing voor de problemen in de ouderenzorg of de jeugdzorg.

Ploum en Geluk geven geen duidelijk antwoord op de vraag of de discussienota is geschreven voor Hugo de Jonge of Wopke Hoekstra. Beide ministers gelden als belangrijkste kandidaat om bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 aan te treden als CDA-lijsttrekker. In de loop van volgend jaar houdt het CDA een interne verkiezing en bepalen de leden wie de nieuwe partijleider wordt.

Notitie buigt op veel punten naar links, maar niet op punt van immigratie

Op veel punten lijkt de notitie een beweging naar de linkervleugel te willen maken, zoals met de kritiek op marktwerking en een pleidooi voor solidariteit. Maar op het punt van immigratie is dit niet het geval. De discussie daarover zal zaterdag losbarsten.

De eerder dit jaar vertrokken partijleider Sybrand Buma zei in de HJ Schoo-lezing van 2017 dat veel Nederlanders zich bedreigd voelen door nieuwkomers met een ander geloof en een andere cultuur. Dat kwam hem ook in eigen kring op kritiek te staan.

Ook kwam er een actie in het CDA op gang voor een generaal pardon voor asielkinderen. Buma en zijn Kamerfractie hadden zich daartegen jarenlang verzet, maar maakten een draai.

‘Maximaal aan de knoppen draaien’

Geluk zegt over de migratie-paragraaf in het nieuwe partijdocument: ‘Dit heeft het CDA nog nooit zo specifiek opgeschreven.’ Hij stelt verder dat ‘er weinig knoppen zijn’ om de immigratie te beperken. ‘Maar de knoppen die er zijn, moeten we maximaal gebruiken.’

Ook de ChristenUnie roerde zich vorig jaar over dit thema. Lees dit interview terug met lijsttrekker Gert-Jan Segers: ‘Arbeidsmigratie is potentieel gif’

In het discussiestuk staat dat Nederland vooral via Europa greep moet zien te krijgen op de immigratiestromen. Op die manier moeten landen in Afrika en het Midden-Oosten onder druk worden gezet om afgewezen asielzoekers terug te nemen. Vluchtelingen moeten worden opgevangen ‘in de regio’, dat wil zeggen in landen als Turkije. De Europese Unie moet zorgen dat het ‘geen uitzichtloze kampen’ zijn, maar ‘echte asielsteden’ waar vluchtelingen onderwijs en opleiding krijgen.

Vluchtelingen die niet in de regio worden opgevangen en zich in Europa bevinden, moeten op gezag van Brussel over de diverse lidstaten van de Europese Unie worden verdeeld.

Nederland moet ook de toestroom van arbeidsmigranten uit Polen, Roemenië en Bulgarije kunnen reguleren, schrijft de commissie. Ook hierbij moet beslissend zijn hoeveel arbeidsmigranten een stad of dorp aankan. ‘Het overkomt ons nu en dat maakt Nederland onrustig,’ zegt Geluk.

CDA: Nederland hoeft niet heel grote voedselexporteur te blijven

NOS 07.11.2019 Een CDA-commissie vindt dat Nederland niet de tweede voedselexporteur van de wereld hoeft te blijven. Volgens de commissie onder leiding van de vroegere Rotterdamse wethouder Geluk zijn “duurzaamheid, dierenwelzijn en het inkomen van de boeren belangrijker”.

De commissie komt met de voorstellen in het discussiestuk “Zij aan zij” over de toekomstvisie van het CDA. In een toelichting zei Geluk in het NOS Radio 1 Journaal dat er een nieuwe balans in de landbouw moet komen.

“De massaproductie heeft ons veel gebracht, maar de vraag is of dat de weg is naar de toekomst.” Geluk benadrukte dat boeren een goed inkomen moeten hebben. “We hebben de boeren heel hard nodig en we moeten de problemen samen met hen oplossen.”

Sociale werkplaatsen

De commissie pleit verder voor een terugkeer van de sociale werkplaatsen. Volgens Geluk is afschaffing ervan een historische fout. Ook wil de commissie voor langdurig werklozen een ‘basisbaan’, dat is een baan met begeleiding als springplank naar een nieuwe loopbaan.

De commissie vindt in het algemeen “het neoliberale idee van vrijheid blijheid niet houdbaar”. Volgens Geluk wordt de overheid te veel als een hindermacht gezien en ligt er teveel nadruk op individualisme. De commissie verzet zich tegen polarisatie en tegen het denken in ‘wij en zij’.

Het discussiestuk wordt zaterdag voor het eerst besproken op het CDA-congres. De commissie komt in maart met definitieve voorstellen.

Optimistisch CDA wil er ook voor de stedeling zijn

AD 07.11.2019 Nu steeds meer Nederlanders – en kiezers – in steden wonen, kan het CDA zich niet langer te veel profileren als de plattelandspartij. Met een optimistisch verhaal waarin ook het moderne gezin in de Vinex moet worden aangesproken, verlegt de partij haar koers. Het toverwoord luidt: vertrouwen.

Het Wilhelmus ontbreekt, al moeten Nederlandse jongeren wel oefening krijgen in de ‘klassieke deugdenethiek, met waarden als ingetogenheid wellevendheid en echte tolerantie’. Het blijft immers een pennenvrucht van het CDA.

Toch is de toon van het toekomstperspectief dat het Wetenschappelijk Instituut van de partij schetst in vele opzichten opvallend opgewekt. De sikkeneurigheid waarover leden zich nog weleens beklaagden in het tijdperk-Buma lijkt in het document ‘Zij aan Zij’ – niet te verwarren met de gelijknamige club voor lesbiënnes – lichtjaren geleden. Illustratief: het woord ‘rechten’ komt in het hele stuk tien keer voor, vijf maal zo vaak als het woord ‘plichten’.

Flow

,,Het CDA zit dan ook in een heel positieve flow”, zegt partijvoorzitter Rutger Ploum goedgeluimd. Komende zaterdag komt er volgens hem 1250 man naar het partijcongres in Utrecht. ,,Zo’n opkomst hebben we lang niet gehad”, jubelt hij.

CDA-voorzitter Rutger Ploum is blij met het stuk: ,,Ik ben ervan overtuigd dat alle CDA’ers zich in de visie zullen kunnen herkennen, anders heb je niks bij het CDA te zoeken.”

CDA-voorzitter Rutger Ploum is blij met het stuk: ,,Ik ben ervan overtuigd dat alle CDA’ers zich in de visie zullen kunnen herkennen, anders heb je niks bij het CDA te zoeken.” © ANP

Vermorzeld

Ook voorzitter Leonard Geluk van het Beraad Perspectief 2030 erkent dat zijn club ‘denkers’ een ‘optimistisch’ verhaal heeft neergelegd over een land ‘waar de gelukkigste kinderen op aarde’ wonen. Maar er zit ook een zorg in, stelt hij.

,,We komen uit een tijd waarin het marktdenken is doorgeslagen, waarin het ik-gerichte voorop is komen te staan en mensen zelf verantwoordelijk zijn gemaakt voor hun eigen geluk en hun eigen falen. Maar de sfeer in de samenleving is aan het omslaan, daar haken wij bij aan.”

Mensen worden vermorzeld door de bureaucra­tie. We moeten niet langer in stelsels denken, maar vanuit mensen, naast elkaar, aldus Leonard Geluk.

Geluk spreekt van een ‘afrekening met het neoliberale mensbeeld’. Het CDA vindt dat de overheid sterk moet zijn, niet alleen als schild voor de zwakken, maar ook met sterke instituties, die ‘voorkomen dat Nederland een narcostaat wordt’.

En daarnaast moet de overheid betrouwbaar zijn en weer vertrouwen hebben in het goede van de mens. Geluk: ,,Als mensen ergens geïrriteerd over zijn is het de stapeling van controle. Mensen worden vermorzeld door de bureaucratie. We moeten niet langer in stelsels denken, maar vanuit mensen, naast elkaar.”

Moderne gezin

Dit is een prachtig verhaal voor de stad. Het is goed dat het er is, aldus Rutger Ploum, Beraad Perspectief 2030.

Daarmee is ook meteen de titel van het stuk verklaard. Opvallend is echter ook de aandacht voor het werkende, moderne gezin. Het verschil tussen moeder- en vaderschapsverlof kan worden verkleind, is de boodschap. ,,Een geboorteverlof voor vaders kan de start van een goede gewoonte zijn om zorgtaken meer gelijk te verdelen tussen mannen en vrouwen”, zo luidt één van de voorstellen.

Daarnaast springt de aandacht voor ‘vitale steden’ in het oog. Tot en met 2030 moeten er een miljoen woningen worden gebouwd, met name in de steden. Ook moeten steden ‘bereikbaar en leefbaar’ blijven en regio’s beter met elkaar worden verbonden, bijvoorbeeld door OV-aansluitpunten en ‘echte hogesnelheidslijnen’ vanuit de Randstad naar het noorden, het oosten en het zuiden.

Krimpregio’s niet vergeten

Die focus op de steden is bewust gekozen, al haast Geluk zich erbij te zeggen dat ook de krimpregio’s niet zijn vergeten. ,,Maar het is een feit dat het aantal mensen dat in de stad of in stedelijk gebied woont toeneemt.”

Het zijn juist die gebieden – van provinciestad tot Vinexwijk – waar het CDA de afgelopen verkiezingen veel aanhang is kwijtgeraakt. Geluk, zelf Rotterdammer, benadrukt dat het stuk ‘niet vanuit kiezersonderzoek’ is geschreven. Partijvoorzitter Ploum is echter in zijn nopjes: ,,Dit is een prachtig verhaal voor de stad. Het is goed dat het er is.”

Het is de bedoeling dat de langetermijnvisie bouwstenen aanreikt voor het volgende verkiezingsprogramma. Ploum ontwijkt de vraag wie de nieuwe koers het meest op het lijf geschreven is, Wopke Hoekstra, Hugo de Jonge of misschien wel iemand anders. ,,Ik ben ervan overtuigd dat alle CDA’ers zich in de visie zullen kunnen herkennen, anders heb je niks bij het CDA te zoeken.”

Andere voorstellen die het WI doet:

– Het aantal van 2,5 miljoen laaggeletterden moet in 2030 gehalveerd zijn.

– Het moet makkelijker worden zorgverlof op te nemen bij ziekte van familieleden.

– Het stempel ‘werkloos’ moet verdwijnen: mensen zonder werk zitten in transitie naar ander werk door bijscholing.

– Er komt een basisbaan met begeleiding voor mensen die langdurig werkloos zijn.

– Ouderen kunnen al vanaf hun 62ste minder dagen gaan werken, op weg naar hun pensioen. 

Nieuwe koers: CDA omarmt energietransitie

Trouw 07.11.2019 Vóór fatsoen en tegen de lawaai-papegaaien is de sfeer die het CDA wil uitstralen in een discussienota over de koers van de partij.

Van scepsis over het draagvlak bij de bevolking voor klimaatmaatregelen is bij het CDA niks meer te merken. In een discussienota over de koers van de partij gaan wind en zon de energie voor de toekomst leveren.

Nieuwe technologie, zoals waterstof, biedt ook volop kansen, vinden de christen-democraten. Boeren zouden in de eerste plaats moeten produceren voor de lokale markt. En economie moet in evenwicht worden gebracht met de natuur.

Het omarmen van de energietransitie is opvallend. Het CDA betuigt weliswaar steun aan het klimaat­akkoord van Parijs en de maatregelen op dit terrein van het kabinet, maar voormalig partijleider Sybrand Buma waarschuwde ook voor de draagkracht bij de bevolking. Buma nam in mei afscheid en werd burgemeester in Leeuwarden.

Het rapport is geschreven door de commissie ‘Beraad Perspectief 2030’. Die heeft als opdracht om te formuleren welke richting de partij op wil met de samenleving. De partij gaat er de komende maanden over discussiëren, om te beginnen zaterdag op het CDA-congres.

Het woord ‘perspectief’ is opvallend bij deze nieuwste commissie. Pieter Jan Dijkman, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA, zei een jaar geleden in Trouw dat het CDA het geluid vertolkt van de ontevreden burger en onvoldoende ‘een hoopvol perspectief’ biedt.

Geen verkiezingsprogramma

Het rapport is geen verkiezingsprogramma, maar kan daarvoor wel de basis vormen. Dat wordt volgend jaar geschreven in voorbereiding op de verkiezingen voor de Tweede Kamer die, als het derde kabinet Rutte de termijn vol maakt, worden gehouden in maart 2021.

Volgend jaar wordt ook een nieuwe lijsttrekker gekozen: twee kanshebbers zijn Hugo de Jonge, minister van volksgezondheid, en Wopke Hoekstra, minister van financiën. Aan de hand van het rapport is nog niet te zeggen wie daar het beste bij past. Waarschijnlijk kunnen zij er allebei mee uit de voeten.

Nieuwe opvallende ideeën zijn een door de overheid gefinancierde volwassenen-educatie. ‘Elke Nederlander krijgt de tijd en de ruimte om zich te blijven ontwikkelen en nieuwe vaardigheden te leren’, staat in het rapport.

De term ‘werkloos’, kan wat de CDA-commissie betreft bij het vuil, want wie zijn baan verliest, krijgt bijscholing of tijdelijk werk. Nog een voorbeeld: er moeten drie hogesnelheidslijnen komen: een naar het noorden van het land, een naar het zuiden (en naar België) en eentje naar het oosten (en naar Duitsland).

Belangrijker, maar ook wat vager dan concrete maatregelen, is de sfeer die het CDA wil uitstralen. Of zoals de partij het formuleert: de fundamentele waarden waarmee naar de wereld wordt gekeken. Die samenleving lijkt verdeeld.

Het CDA wil de boer op met ‘de menselijke maat’ en ‘samenwerking’. De christen-democraten schrijven: ‘We zullen er altijd samen uit moeten komen om iets voor elkaar te krijgen.’ Daarom heet het rapport ‘Zij aan zij’. Samenwerking en fatsoen zijn de krachten tegen ‘een wereld van polarisatie, van lawaai-papegaaien’.

Voorzitter van de commissie Beraad Perspectief 2030 is Leonard Geluk, oud-wethouder in Rotterdam en nu voorzitter van het college van bestuur van de Haagse Hogeschool. Twee keer eerder publiceerde het CDA een rapport over de koers van de partij.

Beide keren was dat na een verkiezingsnederlaag. In 1994 verscheen een discussiestuk onder leiding van oud-minister Frans Andriessen. In 2012 was oud-minister Aart Jan de Geus voorzitter van dit Strategisch Beraad.

Opvallende CDA-ideeën

  • Iedereen moet gedurende het hele leven tijd en ruimte hebben om bij te leren.
    • Wie zijn baan verliest, wordt niet werkloos, maar krijgt bijscholing of tijdelijk werk.
    • Er komen hogesnelheidslijnen naar het noorden, oosten en zuiden van het land.
    • Inspiratie kan uit christelijke traditie komen maar ook uit een rijkdom aan ander gedachtengoed.
    • Er is meer (zorg-)verlof nodig.
    • De sociale werkplaats afschaffen was een historische vergissing. Die keert terug.
    • Het bestaande leenstelsel verdwijnt. Jongeren beginnen zonder schuld hun loopbaan.
    • Hulp bij zelfdoding als het leven ‘voltooid’ is, is te beperkt. Het gaat om waardig ouder worden.
    • Bij een klimaatneutrale economie hoort een klimaatneutrale energievoorziening.
    • Het is belangrijk dat jongeren worden onderwezen in de klassieke deugden, zoals ingetogenheid, wellevendheid en tolerantie.

Lees ook: 

‘Het CDA snakt naar een nieuw verhaal’

Het CDA laat ook niet-leden meepraten over toekomst van de partij. ‘Wij bouwen een beweging.’

Het CDA bezint zich op de Christen-democratie: ‘Ieder mens telt. Wat betekent dat?’

Het CDA houdt de Dag van de Christen-democratie, waar de leden op zoek gaan naar een toekomstvisie. Pieter Jan Dijkman, directeur van het wetenschappelijk instituut: ‘Gevoelens van onbehagen vertolken is niet genoeg.’ 

Voorzitterswissel bij het CDA: ‘De C staat ook voor compassie’

Rutger Ploum volgt Ruth Peetoom op als CDA-voorzitter. ‘We hadden als CDA de klimaatdoelen beter moeten uitleggen.’

Meer over; CDA politiek Jelle Brandsma

november 9, 2019 Posted by | CDA, klimaat, Klimaatakkoord, tweede kamer, verkiezingen | , , , | Reacties uitgeschakeld voor CDA en het nieuwe “Zij aan Zij” versus Boeren, Burgers en Buitenlui !!!

Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 16

Wat willen jullie ??? Meer of Minder Halloween !!!??

Opnieuw uitstel

Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) krijgt zes weken de tijd om opnieuw te zoeken naar documenten die betrekking hebben op de vervolging van Geert Wilders om zijn minder Marokkanen-uitspraak. De rechtbank in Utrecht heeft donderdag 07.11.2019 bepaald dat de minister te beperkt heeft gezocht en een nieuwe zoekslag moet maken.

Kortom, Minister Grapperhaus (Justitie) moet grondiger zoekennaar documenten die gaan over de beslissing om Geert Wilders te vervolgen voor zijn minder-Marokkanenuitspraken. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland bepaald in een procedure tussen RTL Nieuws en de minister.

Hij vond eerst slechts één document dat hij niet openbaar wilde maken. Nadat RTL in beroep ging vond hij er in totaal 25. Maar de rechtbank vindt nu dat de bewindsman nog steeds onvoldoende grondig heeft gezocht, terwijl er aanwijzingen zijn dat er meer stukken zijn.

Telegraaf 04.12.2019

Het is de uitspraak waar Wilders en zijn verdedigingsteam al maanden op zaten te wachten. Op 16 oktober 2019 besloot ook het gerechtshof dat de strafzaak tegen Wilders in hoger beroep behandelt, om het Openbaar Ministerie ongeveer dezelfde opdracht te geven die de minister nu van de rechtbank krijgt. Het OM moet binnen de eigen organisatie op zoek naar informatie die gaat over de vervolging van Wilders, en die nu nog niet bekend is.

Telegraaf 08.11.2019

Logisch

Wilders en zijn verdediging betogen al vele maanden dat de vervolging van Wilders een politieke beslissing was van toenmalig minister Opstelten, om een lid van de oppositie monddood te maken. In het afgelopen jaar doken telkens nieuwe documenten en ook een anonieme getuige op, die hen sterkten in die overtuiging. Volgens advocaat Knoops is de logische consequentie dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging van Wilders.

Advocaat Geert-Jan Knoops vroeg meermalen om uitstel van de strafzaak in hoger beroep, totdat alle documenten boven water zijn. Het hof legde die verzoeken eerder naast zich neer, maar besloot op 16 oktober 2019 toch tot aanhouding van de zaak. De opdracht van het hof richtte zich alleen tot het OM. Dat vond Knoops teleurstellend. Hij wilde ook dat het hof zou vragen om alle informatie die op het departement aanwezig is. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland nu voor hem gedaan.

Terugblik

Geert Wilders maakte zondag 08.09.2019 zelf nieuwe stukken openbaar die de rechter in zijn zaak had opgevraagd. Daaruit bleek dat ook ambtenaren met het Openbaar Ministerie uitvoerig hun opvattingen en vragen deelden over de vervolging van de PVV-leider. Wilders leest daarin dat het OM hem niet wilde vervolgen, maar het ministerie daarop aandrong. “Dat gebeurt in Rusland en in Cuba nog niet.”, aldus Geert Wilders.

Topambtenaren van het ministerie van Justitie hebben zich inhoudelijk bemoeid met de strafzaak tegen PVV-leider Geert Wilders. Zij drongen er bij het Openbaar Ministerie (OM) op aan om Wilders in de zaak over ‘minder Marokkanen’-uitspraken zo stevig mogelijk aan te pakken. Dit bleek uit nog geheime documenten die in bezit zijn van RTL Nieuws.

Uit die stukken bleek dat ambtenaren het OM voedden met argumenten tegen Wilders, die een opponent was van de toenmalig minister, VVD’er Ivo Opstelten. Zij noemde zijn uitspraken ‘kwaadaardig’ en ‘racistisch’.  Als deze ambtenaren een zeer vertrouwelijk ambtsbericht van het College van procureurs-generaal aan minister Opstelten van 10 september 2014 hebben gelezen, vraagt een van hen zich af: “Is het OM wel overtuigd van de wenselijkheid en haalbaarheid van vervolging?”

Dat melde RTL Nieuws op basis van documenten.  Ze onthulden we dát er wel degelijk bemoeienis was geweest, uit de inhoud bleek hoe ver dit ging. (De documenten kun je hier lezen.

Geert Wilders eiste vervolgens opnieuw dat de rechtszaak tegen hem onmiddellijk zou worden gestaakt. Het ministerie van Justitie had namelijk “een sturende rol” in zijn strafzaak, stelde de PVV-leider op basis van e-mailverkeer tussen ambtenaren van het departement.

De bemoeienis van het departement duurde ook tijdens de strafzaak voort, concludeerde Wilders. Hij wees erop dat een ambtenaar erop aandrong de pleitnota van de officier van justitie vooraf te kunnen lezen en becommentariëren.

Wilders wilde vervolgens zelfs dat “de Tweede Kamer dit met een parlementaire enquête tot op de bodem uit ging zoeken”.

‘Schandalig’

De bemoeienis ligt zeer gevoelig, omdat het gaat om een strafzaak tegen een oppositieleider. Ministerie en OM ontkenden tot voor kort iedere vorm van inhoudelijk overleg en afstemming over de zaak-Wilders. De PVV-leider reageert verbijsterd op de nieuwe onthullingen en noemt het ‘schandalig’.

Telegraaf 31.08.2019

Veroordeling

De rechtbank veroordeelde Wilders in december 2016 voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie van Marokkanen, maar hij kreeg geen straf opgelegd. Zowel Wilders als het OM tekende hoger beroep aan tegen het vonnis.

Het hof begon aan de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep tegen Wilders op 25 juni 2019 en duurde in totaal twaalf dagen: 27 juni 2019, 2, 3 en 4 juli 2019 en 3, 5, 6, 10, 13, 23 en 27 september 2019.

De PVV-leider kon daarbij ook oud-minister Opstelten en voormalig OM-baas Bolhaar als getuige oproepen, bepaalde het hof in Den Haag in januari 2019.

Dan zou ook duidelijk worden wat de uitkomst was van de gesprekken met de getuigen. Advocaat Knoops is nog altijd hoopvol dat het proces wordt afgeblazen: ‘Als blijkt dat er sprake is van politieke inmenging door oud-minister Opstelten, kan dat alsnog.’

Lees ook;

Lees meer

De definitieve uitspraak werd oorspronkelijk verwacht op 11 oktober 2019.

Lees meer

Het gerechtshof had de behandeling van het hoger beroep tegen Geert Wilders in ieder geval tot 9 december 2019 uitgesteld.

Zes weken extra

Op 07.11.2019 heeft Grapperhaus nog eens zes weken de tijd gekregen om alle digitale en papieren documenten op te sporen: tot 19 december 2019. Dan gaat de strafzaak weer verder. Het is nog niet duidelijk of Knoops het hof zal vragen om nog langer uitstel.

Tweets by ‎@SaskiaBelleman

lees: Een onderzoek naar de affaire-Wilders RTL 01.10.2019

lees: ‘Explosieve’ onthulling in zaak-Wilders: ‘Dit proces moet onmiddellijk stoppen’ Elsevier 09.09.2019

lees: De Wilders-files: waarom geheime stukken over bemoeienis OM explosief zijn RTL 08.09.2019

lees: geheime stukken 17.09.2014

lees; Betrokkenheid Minister in strafzaak Wilders Kamervragen  12.06.2019

lees: ambtelijke nota 16.09.2014

lees: antwoorden vragen J en V Minder

lees: bespreking zaak Wilders Minder

lees: Minder nota

lees: reactie Knoops Minder

lees: reactie Wilders

lees: antwoorden Kamervragen over het bericht dat oud minister opstelten het minder marokkanen-proces zou hebben beinvloed 29.11.2018

Lees meer: PVV-vragen over het bericht dat oud-minister Opstelten het ‘minder Marokkanen-proces’ zou hebben beinvloed 12.11.2018

lees: wobbesluit 23.08.2018

lees: Reactie ministerie vragen RTL nieuws  23.08.2018

Lees: hier de volledige uitspraak van de wrakingskamer 18 mei 2018

meer: Proces Wilders NU

Meer voor wilders minder

Bekijk ook: Zaak-Wilders 

Zie ook: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 15

Zie ook: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 14

Zie ook: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 13

Zie ook: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 12

Zie ook nog: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 11

En zie dan ook: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 10

zie ook: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 9

zie ook: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 8

nog verder dan maar: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 7

en dan ook weer: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 6

zie ook: Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder Marokkanen

zie ook: Haagse Islam Democraten doen aangifte tegen Haatzaaier Geert Wilders PVV

en dan ook nog: Rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 5

zie verder ook: Rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 4

zie dan ook nog: Rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 3

zie verder ook: Rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder minder – deel 2

zie ook verder: Rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder minder deel 1

zie ook: Geert Wilders PVV strafvervolging met uitspraak Minder Marokkanen

Wilders: ‘Dit is smeriger dan smerig’Video

Telegraaf 03.12.2019 Het ministerie heeft meer tijd nodig om de documenten te onderzoeken naar de mogelijke beïnvloeding van het proces tegen Geert Wilders. De PVV-leider is woedend.

Bekijk meer van; binnenland nieuws politiek

Onderzoek naar vermeende beïnvloeding zaak-Wilders loopt vertraging op

NU 03.12.2019 Het onderzoek naar de vermeende politieke bemoeienis bij de vraag of Geert Wilders vervolgd moest worden voor zijn uitspraak over ‘minder Marokkanen’ heeft vertraging opgelopen. Pas in februari worden de resultaten verwacht, zo schrijft justitieminister Ferd Grapperhaus aan de Tweede Kamer.

Dit betekent dat de conclusies te laat zijn om door het gerechtshof te worden meegenomen in het proces tegen de PVV-leider. Tegen De Telegraaf zegt Wilders dinsdag dat hij dan ook om uitstel zal gaan vragen.

Wilders’ advocaat Geert-Jan Knoops heeft meerdere malen aangevoerd dat de inmenging overduidelijk was. Er zijn mailberichten opgedoken tussen ambtenaren van het ministerie van Justitie en Veiligheid waarin inhoudelijk wordt gesproken over de strafzaak. Zo wordt er geopperd het requisitoir van het Openbaar Ministerie (OM) van tevoren in te zien.

Het OM heeft hierop laten weten dat deze berichten nooit de officieren van justitie hebben bereikt die zich met de zaak hebben beziggehouden, en dat daarom van beïnvloeding geen sprake was.

In eerste aanleg werd Wilders veroordeeld voor groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie. Er werd geen straf opgelegd. Het OM heeft onlangs weer een boete van 5.000 euro geëist.

Lees meer over: Proces Geert Wilders  Binnenland

Zoektocht naar stukken in strafzaak-Wilders vertraagd

NOS 03.12.2019 Minister Grapperhaus heeft meer tijd nodig voor het onderzoek op zijn ministerie naar informatie over de vervolging van PVV-leider Wilders vanwege diens uitspraken over Marokkanen. Grapperhaus meldde de Kamer eind oktober dat hij ernaar streefde het onderzoek voor het kerstreces af te ronden. Hij schrijft nu dat het uiterlijk begin februari wordt.

De zaak spitst zich toe op de eventuele bemoeienis van toenmalig minister Opstelten met de beslissing van het Openbaar Ministerie om Wilders te vervolgen, nadat die uitspraken had gedaan over “minder Marokkanen”.

Het technische deel van het onderzoek wordt gedaan door Deloitte, en Grapperhaus meldt aan de Kamer dat dat bureau de oorspronkelijke planning niet haalt.

Het hof in Den Haag bepaalde in oktober dat de behandeling van de zaak-Wilders zou worden uitgesteld tot 9 december, dat is volgende week maandag. Het hof wilde eerst de zoektocht afwachten naar stukken bij het OM en het ministerie van Justitie. Die zoektocht is dus niet voor volgende week klaar.

Wilders spreekt in een reactie op de brief van Grapperhaus van smerige politiek. Volgens hem had het de minister gesierd als hij het Openbaar Ministerie had opgedragen het hof te verzoeken de zaak aan te houden. “Dat had hij kunnen doen, en dat heeft hij niet gedaan. Daarmee heeft hij de schijn op zich geladen, dat hij hoopt dat het proces toch doorgaat. Ik ben er nu van afhankelijk of het hof zichzelf serieus neemt en de stukken afwacht.”

Bekijk ook;

Onderzoek beïnvloeding komt te laat voor Wilders

Telegraaf 03.12.2019 Een onderzoek naar mogelijke beïnvloeding van het strafproces tegen PVV-leider Geert Wilders is te laat afgerond om te betrekken bij het vervolg van het proces op 9 december. Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) laat weten dat het maanden langer duurt dan verwacht.

Eerst zou de zoektocht naar documenten die mogelijk wijzen op beïnvloeding voor de kerstvakantie zijn afgerond, dat wordt nu pas in februari. Tot woede van PVV-leider Wilders. „De puinhoop is blijkbaar nog groter dan verwacht. Het departement heeft meer tijd nodig om alles door de shredder te halen.”

Wilders laat weten zeker om uitstel van het proces, tot februari of maart, te vragen. „Zonder stukken geen voortgang.” De oppositieleider zegt Grapperhaus als dat niet lukt ’het politieke leven zuur te maken’. „Dan ontplof ik. Dit is een politieke oorlogsverklaring, dat accepteer ik niet.”

’Minder Marokkanen’-uitspraak

Wilders wordt vervolgd voor zijn ’Minder Marokkanen’-uitspraak in 2014. Volgens de oppositieleider is het een politiek proces om hem aan te pakken. Hij verwacht dat er informatie te vinden is waaruit blijkt dat er nadrukkelijk is aangedrongen op zijn vervolging.

Het gaat om informatie die mogelijk aantoont dat toenmalig Justitieminister Ivo Opstelten zich destijds actief bemoeide met de vervolging van de PVV-leider door het Openbaar Ministerie (OM). Wilders heeft altijd gezegd dat daar sprake van was en dat het departement en het OM daarmee buiten hun boekje zijn gegaan.

OM ontkende bemoeienis

Het hoger beroep in het Wilders-proces werd in oktober opgeschort omdat het gerechtshof wilde wachten op mogelijk aanvullende stukken. Het OM heeft altijd ontkend dat er enige bemoeienis was. Op 9 december gaat de zaak verder.

Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) vertelde eerder dat hij ’volledige openheid’ wil geven. De minister liet weten ’een dubbelcheck’ van groot belang te vinden. „Ik constateer dat er vragen blijven bestaan over datgene wat er zich tussen 2014 en 2016 op mijn departement heeft plaatsgevonden”, zei de CDA-bewindsman daarover. „Daarom heb ik besloten tot een gevalideerde zoekslag.” Die wordt dus pas voltooid nadat het proces wordt hervat.

Wilders zei daar weinig aan te hebben, omdat hij dan wellicht al een veroordeling aan zijn broek heeft. Zijn hoop was dus gevestigd op een snelle zoektocht, die voor de hervatting van de zaak tegen hem zou zijn afgerond. Op 9 december krijgt Wilders de laatste kans om zijn punt te maken. In cassatie kijkt de Hoge Raad namelijk niet meer inhoudelijk naar de zaak, maar alleen naar de vraag of wetten en regels goed zijn toegepast. Er hangt dus nogal wat vanaf volgende week.

Bekijk meer van; overheid Geert Wilders Grapperhaus Openbaar Ministerie

Onderzoek Grapperhaus naar vervolging Wilders pas klaar na rechtszaak, PVV-leider furieus

AD 03.12.2019 Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft meer tijd nodig voor het onderzoek naar mogelijk over het hoofd geziene informatie rond de vervolging van Geert Wilders. Daardoor komt de uitkomst te laat voor de hervatting van de rechtszaak tegen de PVV-leider volgende week. En te laat voor het gerechtshof, dat hooguit tot medio december wilde wachten.

Minister Ferd Grapperhaus zei eerder dat hij ernaar streefde het onderzoek nog voor Kerstmis af te ronden. Maar de onderzoekers bleken zich over meer documenten te moeten buigen dan ze verwachtten. De minister houdt er rekening mee dat hij pas begin februari verslag kan uitbrengen, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.

En dat komt te laat voor Wilders, die stelt dat er sprake is van politieke beïnvloeding bij de keuze hem te vervolgen voor zijn ‘minder-Marokkanen’-uitspraak in 2014. Uit stukken, interne nota’s, e-mails en ambtsberichten in handen van RTL Nieuws blijkt dat ambtenaren van toenmalig minister van Justitie Ivo Opstelten zich met de vervolging van Wilders wilden bemoeien. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft beïnvloeding echter altijd ontkend.

Het onderzoek van Grapperhaus is overigens niet officieel verbonden aan de ‘minder-Marokkanen’-zaak, maar aan de zaak tussen RTL Nieuws en de minister over het vrijgeven van stukken rond de kwestie. Grapperhaus startte al eerder een onderzoek naar de stukken, maar nam die opdracht volgens de rechtbank Midden-Nederland te smal op. Aanvankelijk gaf de minister één document vrij, maar uit antwoorden op vragen van de Tweede Kamer bleek dat er meer moesten zijn. Hij moest daarom opnieuw onderzoek laten doen. Dat onderzoek is – zoals verwacht – dus niet klaar voordat de uitspraak in de zaak-Wilders gedaan wordt.

Onderzoek OM

Tegelijkertijd heeft het gerechtshof in de ‘minder-Marokkanen’-zaak het OM bevolen onderzoek te doen naar relevante stukken waaruit politieke bemoeienis met de strafzaak zou kunnen blijken. De rechtszaak is daarom tot 9 december stilgelegd. Die zoektocht zou dus – los van het eigen onderzoek van Grapperhaus – alsnog belangrijke stukken kunnen opleveren.

Desalniettemin reageert Wilders furieus. Hij verwijt Grapperhaus ‘smerige politiek’. ,,De minister wil dus eerst een veroordeling en daarna pas open kaart spelen over beïnvloeding’’. De PVV-leider stelt opnieuw dat het proces pas kan doorgaan nadat de zoektocht van het ministerie klaar is. ,,Anders beschouw ik het uitstel van de minister als een oorlogsverklaring’’, dreigt hij.

Onderzoek naar beïnvloeding proces-Wilders duurt langer, PVV-leider woedend

MSN 03.12.2019 Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft langer de tijd nodig om documenten te onderzoeken naar de mogelijke beïnvloeding van het strafproces tegen Geert Wilders. Zo lang zelfs, dat het te laat komt voor de hervatting van de rechtszaak.

En dat maakt PVV-leider Wilders kwaad. “Smerige politiek van minister Ferd Grapperhaus”, noemt hij het op Twitter. “De minister wil dus eerst een veroordeling en daarna pas open kaart spelen over beïnvloeding. Proces kan pas doorgaan NADAT onderzoeksresultaten er zijn. Anders beschouw ik het uitstel van de Minister als een oorlogsverklaring.”

Verslag pas in februari

Grapperhaus zei eerder dat hij ernaar streefde het onderzoek nog voor kerstmis af te ronden. Maar de onderzoekers bleken zich over meer documenten te moeten buigen dan ze hadden verwacht. De minister houdt er rekening mee dat hij pas begin februari verslag kan uitbrengen, schrijft hij vandaag aan de Tweede Kamer.

Het proces tegen Wilders wordt volgende week bij het gerechtshof hervat. De informatie van het ministerie zal waarschijnlijk dus later komen dan de uitspraak in het hoger beroep.

‘Wilders zo stevig mogelijk aanpakken’

Begin september toonde RTL Nieuws aan dat topambtenaren van het ministerie van Justitie zich inhoudelijk hadden bemoeid met de strafzaak tegen PVV-leider Geert Wilders.

Het ministerie drong er bij het Openbaar Ministerie (OM) op aan om Wilders in de zaak over ‘minder Marokkanen’-uitspraken zo stevig mogelijk aan te pakken. Daarnaast adviseerden ze het OM er juridisch met gestrekt been in te gaan.

Uitspraak rechter helpt Wilders-team

Telegraaf 07.11.2019 Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid moet nog dieper in de bureaulades op zijn ministerie duiken om alle documenten boven tafel te krijgen die gaan over de beslissing om PVV-leider Geert Wilders te vervolgen voor zijn minder Marokkanen-uitspraken in 2014.

Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland beslist in een procedure die RTL Nieuws aanspande. Volgens de rechtbank heeft de minister het verzoek dat RTL deed op grond van de Wet Openbaarheid Bestuur veel te beperkt opgevat. Hij vond eerst slechts één document dat hij niet openbaar wilde maken. Nadat RTL in beroep ging vond hij er in totaal 25. Maar de rechtbank vindt nu dat de bewindsman nog steeds onvoldoende grondig heeft gezocht, terwijl er aanwijzingen zijn dat er meer stukken zijn.

Het is de uitspraak waar Wilders en zijn verdedigingsteam al maanden op zaten te wachten. Op 16 oktober besloot ook het gerechtshof dat de strafzaak tegen Wilders in hoger beroep behandelt, om het Openbaar Ministerie ongeveer dezelfde opdracht te geven die de minister nu van de rechtbank krijgt. Het OM moet binnen de eigen organisatie op zoek naar informatie die gaat over de vervolging van Wilders, en die nu nog niet bekend is.

Logisch

Wilders en zijn verdediging betogen al vele maanden dat de vervolging van Wilders een politieke beslissing was van toenmalig minister Opstelten, om een lid van de oppositie monddood te maken. In het afgelopen jaar doken telkens nieuwe documenten en ook een anonieme getuige op, die hen sterkten in die overtuiging. Volgens advocaat Knoops is de logische consequentie dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging van Wilders.

Advocaat Geert-Jan Knoops vroeg meermalen om uitstel van de strafzaak in hoger beroep, totdat alle documenten boven water zijn. Het hof legde die verzoeken eerder naast zich neer, maar besloot op 16 oktober toch tot aanhouding van de zaak. De opdracht van het hof richtte zich alleen tot het OM. Dat vond Knoops teleurstellend. Hij wilde ook dat het hof zou vragen om alle informatie die op het departement aanwezig is. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland nu voor hem gedaan.

Zes weken

Grapperhaus heeft zes weken de tijd gekregen om alle digitale en papieren documenten op te sporen: tot 19 december. Het OM kreeg van het hof tot 9 december. Dan gaat de strafzaak weer verder. Het is nog niet duidelijk of Knoops het hof zal vragen om langer uitstel.

Voor Wilders is dat het laatste stadium waarin hij zich inhoudelijk kan verweren. Als de zaak wordt afgerond, dan kan hij niets meer met nieuwe informatie over politieke beïnvloeding. De Hoge Raad werpt hoge drempels op als het gaat om het herzien van zaken.

Zoals Knoops in oktober zei: ,,We stonden met onze rug tegen de muur.”

Het aanhouden van de strafzaak tot alle informatie op tafel ligt, overstijgt het belang van Wilders, vindt zijn verdediging. ,,Het is van belang voor de rechtsstaat Nederland.”

Bekijk meer van; proces Geert Wilders Geert-Jan Knoops Grapperhaus Ivo Opstelten Openbaar Ministerie

Grapperhaus moet grondiger zoeken naar documenten rond vervolging Wilders

NU 07.11.2019 De rechtbank in Utrecht heeft minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) donderdag opgedragen grondiger te zoeken naar alle documenten die te maken hebben met de in 2014 genomen beslissing om Geert Wilders te vervolgen voor zijn uitspraken over minder Marokkanen.

RTL Nieuws had een procedure tegen het ministerie van Justitie en Veiligheid aangespannen, omdat het nieuwsprogramma na een Wob-verzoek in 2018 niet alle opgevraagde stukken rond de vervolging van Wilders kreeg.

Volgens Grapperhaus had hij aan het verzoek van RTL Nieuws voldaan door alle documenten te verstrekken van voor 10 september 2014. Dat is de dag dat het definitieve besluit om Wilders te vervolgen voor zijn uitspraken zou zijn genomen. Het ging om slechts één document.

RTL Nieuws ging hier niet mee akkoord en spande een rechtszaak aan. De rechter oordeelt nu dat de minister inderdaad niet goed genoeg heeft gezocht.

Aanwijzingen dat er nog meer documenten zijn

Zo bleek uit antwoorden op Kamervragen in juni van dit jaar dat er meer documenten zijn die te maken hebben met de vervolging van Wilders en de veronderstelde politieke inmenging.

Volgens de rechtbank zijn er daarnaast aanwijzingen dat er nog meer documenten zijn. De rechtbank draagt Grapperhaus op hier grondiger naar te zoeken. Het is aan de minister om te bepalen of deze documenten dan ook openbaar gemaakt kunnen worden.

De rechtbank heeft Grapperhaus zes weken de tijd gegeven. Overigens had de minister zelf al laten weten dat er binnen zijn departement onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar alle documenten die de vervolging van Wilders raken.

De minister liet eind oktober weten ernaar te streven de Kamer voor het kerstreces van de onderzoeksresultaten op de hoogte te stellen.

Het proces tegen Wilders gaat op 9 december 2019 weer verder.

Lees meer over: Politiek  Proces Geert Wilders

Rechtbank: Grapperhaus moet beter zoeken naar documenten zaak Wilders

AD 07.11.2019 Minister Grapperhaus (Justitie) moet ‘grondiger zoeken’ naar documenten die gaan over de beslissing om Geert Wilders te vervolgen voor zijn minder-Marokkanenuitspraken. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland bepaald in een procedure tussen RTL Nieuws en de minister.

RTL Nieuws vroeg vorig jaar om alle documenten die er op het departement zijn over de beslissing om Geert Wilders strafrechtelijk te vervolgen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Wilders vermoedt namelijk dat toenmalig minister Ivo Opstelten politieke druk zette op het Openbaar Ministerie om Wilders te vervolgen. Het OM ontkent dit stellig, net als Opstelten, maar toch moest het ministerie op zoek naar de documenten.

Volgens de rechtbank Midden-Nederland nam Grapperhaus deze opdracht te smal op. Aanvankelijk gaf Grapperhaus één document vrij, maar uit antwoorden op vragen van de Tweede Kamer bleek dat er meer moesten zijn. In totaal zijn 25 documenten gevonden, waarvan een aantal niet openbaar wordt gemaakt, zei de minister eerder.

Beperkt

De rechtbank vindt hoe dan ook dat de minister het verzoek van RTL Nieuws ‘te beperkt heeft opgevat’. ,,De minister moet dan ook een nieuwe zoekslag maken. Hij moet nu op zoek gaan naar alle documenten die betrekking hebben op de eventuele vervolging van Wilders vanwege zijn ‘minder-Marokkanen’-uitspraak in 2014. Het gaat dan om zowel digitale als fysieke documenten. Vervolgens moet de minister beoordelen of deze documenten openbaar gemaakt kunnen worden, zoals door RTL Nieuws is gevraagd.’’

De rechtbank heeft de minister zes weken de tijd gegeven om te zoeken naar de documenten ‘en te beoordelen of zij openbaar gemaakt kunnen worden’. Punt is wel dat de zaak tegen Wilders eerder, al op 9 december, zou worden hervat. De kans is groot dat zijn advocaat en hij dan om uitstel gaan vragen. Op de website van de strafzaak tegen Wilders staat de uitspraak over de documenten al als ‘relevant’ aangemerkt, dus ook het gerechtshof zou zelf tot uitstel kunnen besluiten.

Wilders concludeert dat de rechtbank ‘nul vertrouwen’ heeft in Grapperhaus. ,,Ze vinden, terecht, dat hij niet goed heeft gezocht’’, aldus Wilders, die zegt ‘het gedraal en gemarchandeer van de VVD en het CDA spuugzat te zijn’. Hij denkt dat het ‘erg lastig’ wordt om op 9 december verder te gaan, gezien de nieuwe zoektocht. De rechtbank laat daarop weten dat de zitting gewoon door kan gaan, omdat er dan gekeken hoe het proces daarna zal verlopen.

Eerder

De vermeende politieke bemoeienis met de zaak tegen Wilders speelde al eerder en vaker een rol in het proces. Het gerechtshof heeft veel van het nadere onderzoek ernaar afgewezen, maar wees onlangs toe dat ook het Openbaar Ministerie nog eens moest naspeuren of er documenten bestaan op haar burelen die wijzen op politieke druk. De uitspraak in het proces werd daarom uitgesteld.

Ambtenaren

De vrees van politieke druk werd gevoed doordat er e-mails van ambtenaren aan het licht kwamen waarin zij zich uitdrukkelijk uitlieten over het proces. Ambtenaren e-mailen aan elkaar dat zij het slotwoord van het OM, het zogenoemde requisitoir, vooraf zouden willen ontvangen. ,,Krijgen we het requisitoir vooraf, zoals in de zaak-Martijn? (Het verbod op pedofielen-vereniging Martijn, red.) Dat zou ik verstandig vinden, dat kunnen jij en X ‘meelezen’ en waar nuttig opmerkingen doorgeven.”

In de e-mails bespraken ambtenaren ook de vervolging. De betreffende ambtenaar wijst het OM onder andere op Wilders’ repliek ‘dan gaan we dat regelen’, op de roep van zijn aanhang om ‘minder!’ Marokkanen. Daaruit zou ‘actiebereidheid/aanzet om de daad bij het woord te voegen’ blijken. En dat zou belastend zijn.

Zowel het ministerie als het OM ontkennen dat die e-mails de aanklagers hebben bereikt of beïnvloed, maar Wilders gelooft dat niet.

Grapperhaus moet beter zoeken naar documenten vervolging Wilders

NOS 07.11.2019 Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) moet grondiger zoeken naar documenten die gaan over de beslissing om PVV-leider Wilders strafrechtelijk te vervolgen. Dat heeft de rechtbank in Utrecht bepaald in een procedure die RTL Nieuws heeft aangespannen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

RTL heeft gevraagd om alle documenten over de beslissing om Wilders te vervolgen om zijn ‘minder Marokkanen-uitspraak’ in maart 2014. RTL wil ook weten of toenmalig minister Opstelten betrokken was bij de beslissing om Wilders te vervolgen.

Grapperhaus heeft daarna tot twee keer toe alleen gezocht naar documenten die gaan over eventuele bemoeienis van minister Opstelten. De rechtbank draagt hem nu op op zoek te gaan naar alle documenten die betrekking hebben op de zaak.

‘Politieke bemoeienis’

In het proces tegen Wilders heeft de verdediging verschillende keren aangevoerd dat het proces moet stoppen, omdat minister Opstelten inhoudelijk met het Openbaar Ministerie zou hebben gesproken over de vervolging. Advocaat-generaal Gerard Sta zei eerder dat het OM zelfstandig heeft besloten Wilders aan te klagen, en dat dat niet is gebeurd onder druk van het ministerie of de minister.

Vorige maand heeft het gerechtshof het hoger beroep tegen Wilders in ieder geval tot 9 december uitgesteld.

“Gun ons die paar weken, tot uiterlijk half december”, vroeg Wilders toen zelf aan het hof:

Geert Wilders pleit bij hof voor uitstel uitspraak

Het OM moet eerst nog op zoek naar aanvullende stukken over dezelfde kwestie. Het Wob-verzoek van RTL Nieuws staat hier los van.

De minister heeft zes weken de tijd om te zoeken naar de documenten en te beoordelen of die openbaar gemaakt kunnen worden. Het ministerie zegt de uitspraak van de rechtbank te gaan bestuderen.

Bekijk ook;

’Minister moet beter zoeken naar Wilders-info’

Telegraaf 07.11.2019 Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) krijgt zes weken de tijd om opnieuw te zoeken naar documenten die betrekking hebben op de vervolging van Geert Wilders om zijn ’minder Marokkanen’-uitspraak. De rechtbank in Utrecht heeft donderdag bepaald dat de minister te beperkt heeft gezocht en een nieuwe, grondiger zoekslag moet maken.

RTL Nieuws had via een WOB-procedure om de documenten gevraagd, maar kreeg niet alle documenten boven tafel en stapte daarom naar de rechter.

Het gaat om informatie die mogelijk aantoont dat toenmalig minister Ivo Opstelten zich destijds actief bemoeide met de vervolging van de PVV-leider door het OM. Wilders heeft altijd gezegd dat daar sprake van was en dat het departement en het OM daarmee buiten hun boekje zijn gegaan. Het hoger beroep in het Wilders-proces is opgeschort omdat het gerechtshof wilde wachten op mogelijk aanvullende stukken. Het OM heeft altijd ontkend dat er enige bemoeienis was.

Nieuwe documenten

RTL Nieuws diende in juni 2018 een WOB-verzoek in, maar de minister kwam toen met één document aanzetten, dat niet openbaar is gemaakt. Tijdens een hoger beroep is afgelopen zomer het onderzoek heropend, omdat er nieuwe feiten boven tafel kwamen. Inmiddels zijn 25 documenten gevonden, maar die mogen volgens Grapperhaus niet allemaal openbaar worden.

De rechtbank vindt nu dat de minister het WOB-verzoek nog steeds te beperkt heeft opgevat. Ook stelt de rechtbank dat er aanwijzingen zijn dat er meer documenten over de kwestie zijn dan de minister zelf heeft aangegeven in zijn laatste besluit. De rechter stelt dat het om zowel digitale als fysieke documenten gaat. De minister moet ook binnen deze zes weken beoordelen of deze informatie openbaar kan worden gemaakt.

„Ze vinden, terecht, dat hij niet goed heeft gezocht”, aldus Geert Wilders, die zegt „het gedraal en gemarchandeer van de VVD en het CDA spuugzat te zijn.” De PVV-voorman heeft geen enkel vertrouwen meer in Grapperhaus. Wilders zegt dat er een ’klein wonder’ moet gebeuren om de onderzoeken nog voor de uitspraak van de rechter af te ronden. De PVV-leider kondigt aan opnieuw uitstel te vragen als dat niet gebeurt.

Minister Grapperhaus laat weten de uitspraak eerst te willen bestuderen, voordat hij reageert.

Bekijk ook:

Officier neemt excuses Wilders-bedreiger niet serieus 

Bekijk ook:

Wildersdreiger vindt afblazen cartoonwedstrijd zijn verdienste 

‘Minister moet beter zoeken naar Wilders-info’

MSN 07.11.2019 Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) krijgt zes weken de tijd om opnieuw te zoeken naar documenten die betrekking hebben op de vervolging van Geert Wilders om zijn minder Marokkanen-uitspraak. De rechtbank in Utrecht heeft donderdag bepaald dat de minister te beperkt heeft gezocht en een nieuwe zoekslag moet maken.

RTL Nieuws had via een WOB-procedure om de documenten gevraagd, maar kreeg niet alle documenten boven tafel en stapte daarom naar de rechter.

november 8, 2019 Posted by | geert wilders, geert wilders pvv, groepsbelediging, marokkanen, minder, minder Marokkanen-proces., Minister Ferd Grapperhaus, PVV, vervolging | , , , , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Uitspraak rechtzaak Geert Wilders PVV – Minder, minder, minder – deel 16

Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

AD 07.11.2019

Telegraaf 07.11.2019

Spoeddebat 2e Kamer

De Tweede Kamer heeft tijdens een spoeddebat op dinsdag 05.11.2019 harde kritiek op minister Ank Bijleveld van Defensie geuit. De CDA-bewindsvrouw had eerder openheid van zaken moeten geven over burgerslachtoffers bij een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015. De Kamer werd daarover onjuist geïnformeerd.

AD 28.11.2019


Telegraaf 28.11.2019

AD 28.11.2019

AD 21.11.2019

Onjuiste informatie aan de 2e Kamer inzake de “kwestie Irak” !!

Minister Ank Bijleveld heeft uiteindelijk op dinsdag 05.11.2019 excuses gemaakt omdat de Tweede Kamer door haar voorganger verkeerd is geïnformeerd over een dodelijke aanval in Irak door Nederlandse F-16’s. Bijlevelds voorganger, Jeanine Hennis, had in 2015 gemeld dat er geen burgerdoden waren gevallen, maar dat was foute informatie. “Ik bied daarvoor oprechte excuses aan”, zegt Bijleveld nu

© Foto Lex van Lieshout Minister Ank Bijleveld (Defensie) en kolonel-vlieger Peter Tankink (directie Operaties) tijdens een persconferentie over een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in het Iraakse Hawija in 2015.

Op maandag 04.11.2019 maakte minister Bijleveld reeds bekend dat bij de aanval van Nederlandse F-16’s op een IS-doelwit in Irak in 2015 circa zeventig doden waren gevallen, onder wie burgers. Het is de eerste keer dat het kabinet zo open over een aanval is. 

AD 26.11.2019

Zeker zeventig burgers zijn in 2015 om het leven gekomen door een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in het Iraakse Hawija. Dat melden NOS en NRC op basis van bronnen.

Volgens NOS en NRC heeft het Amerikaanse Pentagon bevestigd dat bij de aanval in de nacht van 3 juni zeventig burgers omkwamen. De NOS schrijft echter dat ooggetuigen spreken van veel meer doden, onder wie zeker 23 kinderen.

Ook waren er honderden gewonden. Deze site schreef al eerder dat er aanwijzingen waren dat het een Nederlands vliegtuig was dat de bom afwierp. Dat geldt ook voor een bombardement in 2015 bij Mosul waar eveneens burgerslachtoffers bij vielen. Zowel de Nederlandse als de Amerikaans overheid weigerde toen meer informatie vrij te geven over die aanvallen.

Hoeveel doden er zijn gevallen bij beide incidenten, en om welke aanvallen het gaat kreeg de Kamer voor het eerst van het kabinet te horen, ruim vier jaar nadat beide incidenten plaatsvonden, en ruim twee weken nadat de NOS en NRC Handelsblad daarover berichtten.

Rechter

Eerder besloot de rechter juist nog dat Nederland niet meer openheid hoeft te geven over de luchtaanvallen. Advocate Liesbeth Zegveld had namens twee Irakezen om meer informatie gevraagd over een bombardement op een konvooi voertuigen vanuit Mosul in 2015.

Het bleek om een stoet taxi’s te gaan waarmee burgers uit de stad vluchten. Twee passagiers, die familieleden verloren bij de aanval, hebben een procedure tegen de Nederlandse staat lopen. Zij willen weten of het een Nederlandse bom was die hun geliefden doodde.

Pas na vier jaar en vijf maanden erkent de Nederlandse staat verantwoordelijkheid voor het bombardement op een bommenfabriek in de Iraakse stad Hawija, in de nacht van 2 op 3 juni 2015. De Nederlandse regering wist al binnen twee weken dat daarbij tientallen burgers om het leven kwamen – het bleken zeventig doden, onder wie 22 vrouwen en 26 kinderen. Maar het duurde tot deze maandag voordat minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) bereid was meer details prijs te geven.

Die late openheid komt nadat NRC en NOS op 18 oktober na onderzoek hadden geconcludeerd dat de bom die bewuste nacht werd afgeworpen door een Nederlandse F-16. Als onderdeel van de strijd tegen Islamitische Staat, waaraan Nederland in coalitieverband deelneemt.

Bijleveld heeft met dit dossier een politiek probleem geërfd van haar voorganger Jeanine Hennis (VVD). Naar nu blijkt is niet alleen de kennis verzwegen dát er burgerslachtoffers zijn gevallen in Hawija. Ook werd de Tweede Kamer er verkeerd over geïnformeerd.

Telegraaf 09.11.2019

Op 24 juni 2015 antwoordde toenmalig minister van Defensie Hennis schriftelijk op vragen van de Kamer dat voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen. Toch beschikte het ministerie toen al over een Amerikaans verslag waarin die slachtoffers wel staan vermeld. Bijleveld zegt nu: „We hadden er niets over kunnen zeggen, dat had de lijn moeten zijn. Maar dit zeggen, was verkeerd.”

Een week na die aanval meldde toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie aan de Kamer dat Nederland niet betrokken was bij luchtaanvallen in Irak waarbij burgerslachtoffers zouden zijn gevallen. Dat was niet correct, aldus Bijleveld nu.

Die ontkenning was fout, stelt minister Bijleveld vandaag. Of minister Hennis niet wist van de Amerikaanse conclusies, of dat ze bewust niet de waarheid sprak, schrijft ze niet. Maar het is niet de enige keer dat Hennis de Nederlandse betrokkenheid bij de dood van burgerdoden stellig ontkent.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer;

Een tweede keer dat er burgerslachtoffers vielen was in de nacht van 20 op 21 september 2015. Toen werd een aanval uitgevoerd op een vermeend hoofdkwartier van IS in de Iraakse stad Mosul. Dat bleek achteraf een complex met twee woonhuizen te zijn. Bij die aanval kwamen vier mensen uit één familie om. Deze site schreef begin dit jaar al dat Nederland waarschijnlijk verantwoordelijk was voor die aanval, op het huis van Basim Razzo en zijn gezin . Defensie wilde dat toen niet bevestigen.

De Tweede Kamer wil nu opheldering van Bijleveld, die politieke verantwoordelijkheid draagt voor de uitspraken van haar voorganger. Er werden al eerder vragen gesteld over de effecten van Nederlandse bombardementen boven Syrië en Irak, over deze specifieke aanval, maar tot maandag gaf de minister geen reactie.

GroenLinks noemt de zaak „heel ernstig” en Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (SP) schrijft dat „Bijleveld zich niet moet verschuilen achter haar voorganger.” Joël Voordewind (ChristenUnie) noemt de kwestie „zeer kwalijk en verontrustend”. Tweede Kamerlid Salima Belhaj (D66) zegt precies te willen weten wie wat wanneer wist. Alle fracties, inclusief de gehele coalitie, willen spoedig in debat met de minister.

Want het parlement moedwillig onjuist informeren geldt als politieke doodzonde. Wat ook niet helpt: minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken, VVD) zei in december tegen EenVandaag dat „we geen precieze aantallen kennen”, als het gaat over burgerslachtoffers. „We hebben niet altijd gedetailleerde informatie wat er op de grond gebeurt.” Blok richtte zich hier weliswaar niet rechtstreeks tot de Kamer, maar dat het niet klopt wat hij zei, is nu duidelijk.

Telegraaf 08.11.2019

AD 08.11.2019

Spontane openheid of afgedwongen?

Het is voor het eerst dat Nederland openheid geeft over de toedracht van een luchtaanval waarbij zoveel burgerslachtoffers vielen. In de brief die minister Bijleveld maandag naar de Kamer stuurde, erkent de staat ook de verantwoordelijkheid voor een tweede geval waarbij burgers om het leven kwamen: bij een aanval in september 2015 op een vermeend hoofdkwartier van IS in Mosul. Het doelwit klopte niet, het bleek een woonhuis, en was gebaseerd op verkeerde inlichtingen. Er kwamen „zeer waarschijnlijk” vier burgers om het leven.

Bijleveld moet de Kamer ook op een andere vraag antwoord geven: is de huidige openheid van de Nederlandse regering over de burgerslachtoffers een eigen beleidskeuze, of kón ze niet anders door de publiciteit? De minister zegt nu dat ze „sowieso van plan was” de Kamer te informeren. En dat het niets te maken had met de publicaties in de media.

Het is een opvallende verklaring voor een bewindspersoon van een ministerie dat bekend staat om een doorgaans juist behoudende koers. Ze „moest”, zegt Bijleveld in een interview met NRC, „de vliegers en anderen nog spreken” voordat ze de Tweede Kamer kon informeren. Die piloten sprak de minister afgelopen donderdag, bijna twee weken na publicatie van het onderzoek. Een gebeuren na de aankomst van de eerste F-35 in Leeuwarden waarbij die vliegers elkaar sowieso al zouden treffen.

Is afgedwongen openheid – ook over het onjuist informeren van de Kamer – voldoende voor een geloofwaardig verhaal van de minister van Defensie? Deze vragen zijn mogelijk deze week al actueel. Op dinsdag debatteert de Tweede Kamer over de begroting voor Defensie. De kunst voor Bijleveld wordt nu om dat debat niet alleen over Hawija en over het vertrouwen in haar eigen positie te laten gaan.

Telegraaf 14.11.2019

Meer tijd nodig voor onderzoek

Pas eind volgende week hoopt het kabinet duidelijkheid te kunnen geven op de vraag wanneer welke minister wist over de burgerdoden door een luchtaanval van Nederlandse F-16’s in Irak ruim vier jaar geleden. Dat heeft minister Ank Bijleveld (Defensie) de Tweede Kamer donderdag 14.11.2019 laten weten.

Vorige week werd duidelijk dat de Kamer door Defensie over de kwestie onjuist is geïnformeerd. Het leidde tot een motie van wantrouwen van bijna de hele oppositie tegen Bijleveld. Zij hoorde pas enkele dagen voor het debat dat de Kamer was voorgelogen. De volksvertegenwoordiging wil nu volledige openheid van zaken, want het is volgens Bijleveld „aannemelijk” dat de meest betrokken ministeries kort na de aanval al op de hoogte zijn gebracht.

Het kabinet slaagde er niet in om nog voor woensdag 13.11.2019 informatie naar de Tweede Kamer te sturen over wie precies wat wist over het bombardement in 2015 op de Iraakse plaats Hawija. Bij een Nederlandse luchtaanval vielen destijds zeker zeventig burgerslachtoffers.

Toenmalig Defensie-minister Hennis meldde de Kamer, onjuist, dat er geen burgerslachtoffers waren en haar opvolger Bijleveld bood vorige week excuses aan voor die verkeerde informatie. Bijleveld noemde het aannemelijk dat ook andere ministeries op de hoogte waren gebracht van het incident, waaronder het departement van de premier. Met name eventuele betrokkenheid van premier Rutte ligt politiek gevoelig.

Zo volledig mogelijk

De Tweede Kamer wil nu precies weten wie wanneer op de hoogte is gesteld en welke kabinetsleden van de burgerdoden hebben geweten. Kamerleden wilden die informatie nog voor morgen ontvangen. Dan begint de behandeling in de Kamer van de begroting voor Buitenlandse Zaken.

Maar Bijleveld schrijft nu aan de Kamer, mede namens Rutte en de ministers Blok, Kaag en Grapperhaus, dat zij niet in staat is de antwoorden voor morgen af te hebben. Ze benadrukt dat het kabinet “zo volledig mogelijk wil zijn in de beantwoording van de vragen”.

Rapport hoofdkwartier Centcom zoek

Het kabinet kan een belangrijk rapport rond het Nederlandse bombardement in Irak in 2015, waarbij zeventig burgerdoden zijn gevallen, niet vinden. Dat meldt Elsevier Weekblad. Daardoor heeft het kabinet grote moeite een feitenrelaas over de kwestie op te stellen, iets wat minister van Defensie Ank Bijleveld vorige week heeft toegezegd tijdens het debat daarover.

Tijdens het debat vorige week baseerde zowel de minister als de Kamerleden zich op een ‘voorlopig rapport’ van het Amerikaanse militaire hoofdkwartier Centcom van 15 juni 2015 over de ‘nevenschade’ bij het bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in het Iraakse Hawija. Daarbij zijn zeventig doden gevallen, waaronder onschuldige burgers.  De voorlopig versie van het rapport zou echter nogal beknopt geweest zijn, zonder details.

In het kort

Dit gebeurde er in de zomer van 2015:

De nacht van 2 op 3 juni 2015

In de nacht van 2 op 3 juni 2015 bombardeert Nederland een bommenfabriek van IS bij de Iraakse stad Hawija. Door foute inlichtingen zijn meer bommen in de fabriek dan gedacht en zijn de ontploffingen groter.

4 juni 2015

Persbureau Reuters spreekt in een artikel voor het eerst over ‘ongeveer 70 doden, inclusief burgers’ bij een luchtaanval op een fabriek in Hawija.

9 juni 2015

Hennis wordt voor het eerst gebriefd over onderzoek naar de luchtaanval, waaruit naar voren komt dat het ‘geloofwaardig’ is dat er bij de luchtaanval ook burgerslachtoffers zijn gevallen.

15 juni 2015

Hennis ontvangt het definitieve onderzoek van CENTCOM, het Amerikaanse hoofdkwartier voor alle militaire missies in het Midden-Oosten. Nederland werkt hiermee samen tijdens de oorlog tegen IS. Ook in het definitieve onderzoek wordt het ‘geloofwaardig’ geacht dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het aantal van 70 wordt niet genoemd.

23 juni 2015

Minister Hennis informeert vervolgens de Kamer verkeerd. In antwoorden op Kamervragen schrijft ze: “Voor zover op dit moment bekend, is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.”

En dit is wat er nu 27.11.2019 bekend is over de informatievoorziening rond de aanval in Hawija;

Oktober 2014: Nederland begint bijdrage aan luchtcampagne van anti-IS-coalitie boven Irak.

Nacht van 2 op 3 juni 2015: Nederlandse F-16’s voeren een aanval uit op IS-faciliteit waar autobommen worden geproduceerd. Uit de eigen Battle Damage Assessment blijkt direct dat er sprake is van ‘onbedoelde nevenschade’, kortom: schade aan gebouwen.

4 juni 2015: Reuters meldt dat bij het bombardement op Hawija ‘een hele wijk’ is weggevaagd. Betrokkenen ter plaatse schatten het aantal doden op zeventig, zowel IS-terroristen als burgers. In de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO) wordt de aanval besproken, inclusief de ‘secundaire explosies’, het ‘zorgvuldige targeting proces’ en de ‘mogelijkheid van eventuele burgerslachtoffers’. De ministers van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie worden schriftelijk geïnformeerd. Algemene Zaken, het departement van premier Rutte, was afwezig in de SMO van 4 juni.

Juni 2015-mei 2016: tijdens deze hele periode is in de SMO met geen woord gerept over de aanval op Hawija.

9 juni 2015: minister van Defensie Hennis wordt gebriefd over de aanval. Voorlopig onderzoek door Centcom, het Amerikaanse hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie, wijst uit dat het ‘geloofwaardig’ is dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het ‘voorlopige onderzoek’ ontvangt Defensie op 15 juni.

23 juni 2015: In antwoord op Kamervragen, schrijft Hennis dat voor zover op dat moment bekend in de luchtcampagne tegen IS geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers.

Augustus 2015: Het Internationale Rode Kruis overhandigt aan Nederlandse ambassade in Bagdad een vertrouwelijke lijst van onbevestigde gevallen met burgerslachtoffers, waarin een aanval op Hawija op 4 november genoemd wordt waarbij naar verluidt 170 burgers waren gedood. De niet-gouvernementele organisatie Airwars spreekt in een openbaar rapport over tussen de 70 en 150 burgerdoden in Hawija.

Jan/feb 2016: Het initiële onderzoek van Centcom (d.d. 15 juni 2015) wordt door Defensie naar het OM gestuurd. De Yweede Kamer wordt erover ingelicht dat er twee gevallen van mogelijke burgerslachtoffers worden onderzocht.

1 juni 2017: De Tweede Kamer wordt vertrouwelijk ingelicht over gevallen waarbij mogelijk sprake was van burgerslachtoffers door Nederlandse wapeninzet.

13 april 2018: Minister Bijleveld licht de Kamer in over uitkomsten van onderzoeken van het Openbaar Ministerie naar aanvallen waarbij mogelijk sprake was van burgerslachtoffers. Locatie, datum en vermoedelijk aantal slachtoffers worden niet genoemd omdat ‘de inzet nog gaande was’.

1 januari 2019: De F-16-missie is afgelopen, het argument dat in april 2018 werd gehanteerd om informatie achter te houden, vervalt. Defensie ‘gaat aan de slag met een nieuwe toets van mogelijkheden van meer transparantie’.

Mei 2019: Minister Bijleveld zegt toe na het zomerreces te komen met een reactie op voorstellen van Kamerleden omtrent meer transparantie inzake mogelijke burgerslachtoffers.

30 september 2019: Minister Bijleveld vraagt de Kamer om meer tijd voor deze inhoudelijke reactie, ‘in het kader van zorgvuldigheid’.

18 oktober 2019: NRC en NOS melden dat Nederlandse F-16’s de luchtaanval op Hawija uitvoerden. Het Pentagon heeft desgevraagd gezegd dat er daarbij zeventig burgerdoden vielen. Bijleveld belooft dat de Kamer ‘op korte termijn’ wordt geïnformeerd over de haalbaarheid van meer transparantie.

4 november 2019: minister Bijleveld meldt de Kamer dat ‘op basis van de door Centcom aangehaalde open bronnen’ bij een Nederlandse aanval op Hawija in juni 2015 ‘ongeveer 70 slachtoffers’ zijn gevallen, ‘zowel IS-strijders als burgers’.

Dossier luchtaanval Hawija

Live AD

Teruglezen: Het Tweede Kamerdebat over burgerdoden Irak NRC

Verslaggever Inge Lengton live bij het debat;

  Tweets by ‎@IngeLengton

Dossier Luchtaanval Hawija NRC

lees: Brief MIN DEF Antwoorden Kamervragen burgerslachtoffers Karabulut 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF SV Karabulut over passage uit boek missie F16 25.11.2019

lees: Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija brief 25.11.2019

lees: regeling Werkzaamheden over antwoorden op vragen over de 70 burgerdoden in Irak Brief 20.11.2019

lees: Feitenrelaas inzake de transparantie over burgerslachtoffers bij luchtaanvallen brief 05.11.2019

lees: Transparantie burgerslachtoffers bij luchtaanvallen in de strijd tegen ISIS brief 04.11.2019

lees: kamerbrief over het iob onderzoek naar stabilisatieprogrammas in syrie  7 september 2018

lees: rapport review of the monitoring systems of three projects in syria  7 september 2018

lees: kamerbrief met voortgangsrapportage nederlandse bijdrage in strijd tegen isis 13.04.2018

lees: kamerbrief aanvullende artikel 100 brief nederlandse bijdrage aan de strijd tegen isis 29.01.2016

Bekijk ook;

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

Kamer: nieuw onderzoek kabinet naar burgerslachtoffers Irak

NOS 03.12.2019 De Tweede Kamer wil dat het kabinet in Irak een nieuw onderzoek gaat doen naar de burgerslachtoffers die daar vier jaar geleden zijn gevallen bij een Nederlandse luchtaanval. Een motie daarover die vorige week werd ingediend door onder meer de regeringspartijen D66, CDA en ChristenUnie kreeg vandaag steun van een Kamermeerderheid. Coalitiegenoot VVD stemde tegen.

Vorige week verantwoordde het kabinet zich voor de gang van zaken rond de aanval op de Iraakse plaats Hawija en voor de onduidelijkheid over welke minister nu precies van wat op de hoogte was. Na een urenlang debat hield het kabinet de steun van de meerderheid: een motie van wantrouwen werd verworpen.

Nader onderzoek ter plaatse

Maar een meerderheid onder leiding van D66-Kamerlid Belhaj blijft er niet tevreden over dat nog steeds niet vaststaat hoeveel burgerslachtoffers er precies door Nederlandse toedoen zijn gevallen. Daarom moet het kabinet “ter plaatse nader onderzoek doen, waar mogelijk in samenwerking met niet-gouvernementele organisaties, de VN en lokale autoriteiten”.

Minister Bijleveld is niet erg enthousiast over dat verzoek. Ze wil de Kamer geen valse hoop bieden dat het aantal burgerslachtoffers uiteindelijk toch komt vast te staan. Ze gaat wel kijken hoe ze de motie gaat uitvoeren: “Ik zal mijn uiterste best doen.” Bijleveld benadrukte dat de situatie in Irak nog steeds onveilig is en dat dat het onderzoek bemoeilijkt.

Een idee van een deel van de oppositie om een zogenoemde parlementaire ondervraging te houden en zo meer duidelijkheid te krijgen over de Nederlandse betrokkenheid bij het bombardement haalde het niet. Ook de wens van een aantal oppositiepartijen om ex-minister Hennis geen gezant in Irak meer te laten zijn, kreeg geen meerderheid.

Bekijk ook;

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte tijdens het debat gisteravond © ANP

Kamer blijft na debat achter met een kater: ‘Wie gelooft deze premier nog?’

AD 28.11.2019 Tijdens het debat over de burgerdoden in Irak werd het op een gegeven moment zelfs regeringspartner ChristenUnie te veel. Hoe kon premier Mark Rutte zo ijzerenheinig blijven volhouden dat er niet over de kwestie gelogen is?

Met terugwerkende kracht is het lastig te begrijpen hoe er in juni 2015 door het toenmalige kabinet is gereageerd op het bericht dat bij een aanval van een Nederlandse F-16 op een IS-bommenfabriek in het Iraakse Hawija waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Internationale media spraken direct al van zo’n zeventig slachtoffers.

Hoewel het kabinet twee weken later over een verlenging van de missie van onze militairen moest beslissen, is de informatie niet gedeeld in de ministerraad. Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis vermoedt dat ze premier Rutte destijds wel heeft geïnformeerd en ze weet het zeker over toenmalige collega Koenders van Buitenlandse Zaken. Die twee zeggen daar geen herinnering aan te hebben.

Lees ook;

Kabinet doorstaat motie van wantrouwen rond burgerdoden Irak

Lees meer

© ANP

Regels

Er is geen doofpot, aldus Premier Rutte.

Maar daar moet allemaal niets achter worden gezocht, hield Rutte gisteren vol tegenover een kritische Tweede Kamer. Alles is destijds ‘volgens de regels verlopen’. De informatie over de burgerdoden ‘is niet bewust achtergehouden uit angst dat de verlenging in gevaar zou komen’, zoals de oppositie vermoedt.

En dat Hennis de Tweede Kamer destijds meldde dat er bij de acties van Nederlandse F-16’s ‘voor zover op dit moment bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen’ (terwijl ze toen al wél wist van Hawija) was geen bewuste leugen, volgens Rutte. Het was ‘een fout zinnetje’. Punt. De premier benadrukte tot twee keer toe: ,,Er is geen doofpot.”

Vooraf hadden de oppositiepartijen besloten de aanval te openen op Ruttes achilleshiel: zijn geloofwaardigheid. Zijn imago heeft de afgelopen negen jaar tijdens zijn premierschap al de nodige krassen opgelopen door verbroken beloftes en plotseling geheugenverlies in lastige dossiers. Daar kwam zijn ‘niet actieve herinnering’ aan de burgerdoden in Irak nog eens bovenop. ,,Ik kan geen herinnering faken”, stelde Rutte.

Geen geloof

Nu iedereen in Den Haag verwacht dat Rutte bij de komende Kamerverkiezingen nog één keer de kar gaat trekken als lijsttrekker van zijn VVD, is dit de tactiek waarmee zijn tegenstanders hem willen verslaan. ,,Wie gelooft deze premier nog?,’’ verzuchtte zowel PVV-leider Wilders, als SP-leider Marijnissen, als FvD-voorman Baudet. ,,Het wordt wel heel moeilijk deze premier nog te geloven’’, beklaagden GroenLinks-leider Klaver en 50Plus-baas Krol zich.

Rutte wierp zelf óók de vertrouwensvraag op. ,,Als u mij niet gelooft, ga ik wat anders doen.” Een motie van wantrouwen tegen zijn kabinet werd verworpen; voor GroenLinks en PvdA ging het opzeggen van het vertrouwen in het héle kabinet een stap te ver. Toch moest Rutte toezien hoe er wederom een stukje van zijn geloofwaardigheid werd afgeknabbeld.

Tegelijkertijd kreeg de unaniem verontwaardigde oppositie geen vat op de premier. Niet dat ze het niet probeerden. Maar Rutte bleef herhalen wat hij wilde zeggen. Er was niet zo veel aan de hand. Het ‘oogde ongemakkelijk’, dat wel.

De oppositiepartijen waren verbaal zo murw geslagen dat ze voor Defensieminister Ank Bijleveld – die begin deze maand nog stuntelde in een debat over dezelfde kwestie – amper kritische vragen over hadden. De minister waarvan aan het begin werd gedacht dat zij in de grootste politieke problemen zou komen, kwam zo geen moment in gevaar.

Onderzoek

Na twee debatten en meerdere Kamerbrieven is in elk geval één ding duidelijk: niemand sloeg alarm bij het bericht dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen door een Nederlandse bom. Betrokken bewindslieden vroegen niet door. Voor het besluit om de missie te verlengen was het volgens Rutte niet van belang, en de Amerikanen kwamen nooit met een eindrapport. Daardoor is ‘tot op de dag van vandaag’ niet duidelijk hoeveel doden er precies zijn gevallen.

Defensie moet daarom ter plekke onderzoek gaan doen in Hawija, wil de Kamer. Maar fact-finding wordt vier jaar na dato wel lastig, stelde Bijleveld, die waarschuwde voor valse hoop. ,,We gaan alle feiten niet boven tafel krijgen.” Maar de Kamer vindt dat het in elk geval geprobeerd moet worden. Dat is, stelde initiatiefnemer D66-Kamerlid Salima Belhaj, een ‘morele plicht’.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte tijdens het debat in de Tweede Kamer. Foto: ANP/ Koen van Weel

Kabinet overleeft affaire rond burgerdoden in Irak – Rutte herinnert zich niet ‘vermoedelijk’ te zijn geïnformeerd door Hennis

BIN 28.11.2019 Informatie over burgerdoden heeft geen rol gespeeld in de beslissing over de verlenging van de missie in Syrië en Irak. Dat zei premier Mark Rutte gisteravond in een urenlang debat. Het kabinet overleefde een motie van wantrouwen van de SP.

Jesse Klaver vroeg zich in het debat af of er mogelijk niet over burgerslachtoffers werd gerept omdat er drie weken na de aanval beslist moest worden over verlenging. “Dat is echt onzin”, reageerde Rutte. “Er is geen doofpot.”

Ook Thierry Baudet vermoedde dat er niks is gezegd over burgerdoden om de verlenging van de missie niet in gevaar te brengen. “Dit gaat om de integriteit van de democratie.”

Mogelijke burgerslachtoffers waren “niet relevant” voor het besluit om te verlengen, zo verdedigde Rutte het Kabinetsoptreden. “Er is altijd een risico op burgerslachtoffers.”

Alle procedures zijn correct gevolgd na de melding van burgerslachtoffers door een Nederlandse aanval in Irak in 2015, benadrukte premier Mark Rutte woensdagavond. Maar hij snapt ook het “ongemak” dat er bij de Kamer hierover heerst.

Rutte kan zich informatie van Hennis niet herinneren

Waarom gingen de alarmbellen niet af toen media een dag na de aanval meldden dat er zeker zeventig burgerdoden waren gevallen, vroegen partijen herhaald. Omdat het werd onderzocht, verklaarde Rutte keer op keer. En de internationale coalitie kon op basis van die openbare bronnen niks vaststellen. Daarna sleepte het dossier zich voort.

Ook het idee dat daardoor de Kamer verkeerd is geïnformeerd over de verlenging, klopte volgens de premier niet. Het protocol was destijds dat de Kamer nooit zou zijn geïnformeerd over burgerslachtoffers. PVV-voorman Geert Wilders zei dat de Kamer is “gepiepeld en dat is onvergeeflijk”.

De procedure is inmiddels veranderd. De Kamer wordt nu zo snel mogelijk op de hoogte gesteld als er burgerdoden vallen door een Nederlandse inzet.

Rutte herhaalde zich niet te kunnen herinneren dat toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie hem “vermoedelijk” op de hoogte heeft gesteld van mogelijke burgerdoden. Hennis weet ook niet meer waarom zij de Kamer enkele weken na de actie onjuist heeft geïnformeerd.

Kabinet overleeft motie van wantrouwen

Rutte hield strak aan zijn verdedigingslinie vast. Het lukte de oppositie niet om die te doorbreken. “Het kabinet doet hier te gemakkelijk over”, oordeelde Klaver. De coalitiepartijen waren mild. Zij willen vooral dat Defensie transparanter wordt. Een voorstel van D66 en ChristenUnie om ter plekke in Hawija onderzoek te doen naar burgerslachtoffers kreeg steun van een meerderheid.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) stond door het optreden van Rutte in de luwte. Slechts een half uur was ze aan het woord. Ze kreeg begin deze maand na een slecht optreden een motie van wantrouwen aan haar broek, die door vrijwel de hele oppositie werd gesteund. Een tweede motie van wantrouwen van de SP, die ook tegen de rest van het kabinet was gericht, haalde het woensdag bij lange na niet.

Kabinet doorstaat motie van wantrouwen rond burgerdoden Irak

AD 28.11.2019 Het kabinet heeft in de kwestie over de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden in Irak opnieuw een motie van wantrouwen doorstaan. Die kreeg alleen steun van de SP, PVV, Partij voor de Dieren, Denk, 50Plus, Forum voor Democratie en eenpitter Femke Merel van Kooten-Arissen.

Het is een kwestie van vertrouwen. Het is de vraag of u mij gelooft. Zo niet, dan ga ik iets anders doen. Zo ja, dan blijf ik, aldus Premier Rutte

Minister-president Mark Rutte stelde tijdens het debat zelf de vertrouwensvraag toen hij – tot ongenoegen van de Kamer – bleef volhouden dat hij zich niet herinnert dat Hennis hem destijds heeft ingelicht over het bombardement.

,,Dat wil niet zeggen dat het niet gebeurd is. Maar ik moet hier de waarheid spreken. Ik kan geen herinnering faken”, stelde Rutte. ,,Het is een kwestie van vertrouwen. Het is de vraag of u mij gelooft. Zo niet, dan ga ik iets anders doen. Zo ja, dan blijf ik.”

Rutte kan aanblijven, nu de motie die het vertrouwen in hem, Defensieminister Ank Bijleveld en ‘het hele kabinet’ werd verworpen.

Bijleveld wachtte voor de tweede keer deze maand een zwaar debat over de burgerdoden die door toedoen van een Nederlandse bom vielen in Hawija en hoe de Kamer daarover vervolgens verkeerd werd geïnformeerd. Zij kreeg echter nauwelijks kritische vragen, omdat de oppositie nu vooral Rutte bestookte met vragen.

Geen herinnering

Geert Wilders (PVV), Thierry Baudet (FvD), Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte © ANP

,,Het einde van dit kabinet is nabij en de burger zal zeggen: premier Rutte? Ik heb geen actieve herinneringen aan die man’’, zei PVV-leider Geert Wilders met een verwijzing naar Ruttes eigen verweer. Zelfs de doorgaans voorzichtige oppositiepartij SGP zei ‘kristalheldere’ antwoorden van de premier te verlangen en niet dat hij ‘ergens geen actieve herinnering aan heeft’.

Een groot deel van de oppositie verdenkt het vorige kabinet onder leiding van Rutte ervan dat bewust is gelogen over de burgerdoden. De Tweede Kamer moest in de weken na het misgelopen bombardement in 2015 instemmen met een verlenging van de missie van de Nederlandse F-16’s in het gebied.

Vrijwel alle oppositiepartijen vinden het al te toevallig dat uitgerekend in de dagen na het bombardement in zowel een brief aan de Tweede Kamer als in een Kamerdebat door toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis is gezegd dat er ‘voor zover op dit moment bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen’.

Inmiddels is bekend dat al direct na het bombardement begin juni 2015 bekend was dat de explosie veel groter was dan gedacht en dat er waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. In allerlei – buitenlandse – media werd toen al gesproken over zeventig slachtoffers. Dat was dus vóór Hennis de Tweede Kamer verkeerd informeerde.

Verlengen van missie

Dit debat gaat niet over burgerdo­den, maar over betrouw­baar­heid van de premier, aldus Thierry Baudet, FvD.

,,Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?’’, sneerde GroenLinks-leider Jesse Klaver gisteravond. Ook andere oppositiepartijen vonden de samenloop van omstandigheden te toevallig. ,,Dit debat gaat niet over burgerdoden, maar over betrouwbaarheid van de premier”, vond Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet. ,,De totale militaire misser moest uit het nieuws gehouden worden, want de missie moest koste wat kost verlengd worden.’’

Hennis heeft laten weten dat ze Rutte ‘vermoedelijk’ wel gebeld heeft, maar dat ze hem ‘niet alarmerend’ heeft verteld over de mogelijkheid van burgerdoden. ,,Hoe kun je niet alarmerend worden geïnformeerd over burgerdoden?’’, vroeg SP-leider Lilian Marijnissen zich af. ,,Waarom heeft de premier niet doorgevraagd? Had dat iets te maken met het verlengen van de missie die niet in gevaar mocht komen?’’

Dat ontkent Rutte. Volgens hem zijn de burgerdoden niet besproken in de ministerraad destijds. ,,Dat is ook logisch. Voor het nemen van het besluit om de missie te verlengen was dat ook niet relevant. We wisten altijd dat bij deze missie risico was op burgerslachtoffers. Het ging om levensgevaarlijk gebied.’’

Niet bewust

Volgens Rutte is er destijds een fout gemaakt, maar mag niet de conclusie worden getrokken dat de Kamer bewust is voorgelogen. ,,Het was beleid de Kamer niet te informeren over burgerdoden om de veiligheid van onze vliegers niet in gevaar te brengen.

Er had destijds in die brief moeten staan: u krijgt die informatie niet.’’ In plaats daarvan kwam er ‘een verkeerd zinnetje’ in een Kamerbrief. Achteraf, zegt hij, is niet meer ‘te reconstrueren’ hoe die fout gemaakt is. Maar, benadrukte de premier tot twee keer toe: ,,Er is geen doofpot.”

Dit kwam Rutte op harde kritiek te staan. Klaver: ,,Hoe kunt u dit iets anders noemen dan een leugen als Defensie wist dat die burgerdoden er waren?’’ Ook regeringspartij ChristenUnie had moeite met Ruttes uitleg. ,,Deze fout moet bewust zijn gemaakt”, vermoedde Kamerlid Joël Voordewind.

De SGP wilde vervolgens weten of Hennis nog is gevraagd hoe het ‘foute zinnetje’ in de brief kwam die onder haar verantwoordelijkheid naar de Kamer werd gestuurd. Dat moest Rutte eerst even navragen, maar het antwoord was ‘ja’. Volgens Rutte zegt Hennis niet te weten waarom maar ‘volgens haar is het niet bewust verkeerd in de Kamerbrief terechtgekomen’.

Hoe kunt u dit iets anders noemen dan een leugen als Defensie wist dat die burgerdo­den er waren?, aldus Jesse Klaver, GroenLinks.

Onderzoek

De regeringspartijen namen het op voor Rutte en huidige Defensieminister Bijleveld. Sloeg D66-Kamerlid Salima Belhaj tijdens het vorige debat nog een harde toon aan, nu was haar boodschap milder.

Ze kwam met een motie die Defensie oproept onderzoek te doen in Hawija. In 2015 was dat door het gevaar in de door IS gedomineerde regio niet mogelijk, maar nu wel, stellen de democraten. Het voorstel, dat mede wordt ingediend door het CDA, krijgt steun van een Kamermeerderheid.

Maandag bleek dat er door de Amerikanen nooit een eindrapport werd opgemaakt van het misgelopen bombardement. Daardoor is ‘tot op de dag van vandaag’ niet duidelijk hoeveel burgers de dood vonden.

Volgens D66 en CDA heeft Nederland ‘de morele plicht’ om dat alsnog in kaart te brengen én te onderzoeken hoe het kon gebeuren dat er in de bommenfabriek – het doelwit van de Nederlandse bom – veel meer springstof lag dan gedacht.

Volgens Bijleveld gaat zo’n ‘fact-finding mission na vier jaar heel erg lastig worden’. Ze zei de Kamer geen valse hoop te willen geven. ,,We gaan alle feiten niet boven tafel krijgen.”

Rutte ontkent doofpot rond Hawija-bombardement

Trouw 28.11.2019 De oppositie probeerde woensdagavond in het debat over het bombardement op het Iraakse Hawija met vermoedens premier Rutte klem te zetten. Die gaf geen krimp.

Een nieuw debat over burgerdoden in Haijwa, een nieuwe motie van wantrouwen voor Ank Bijleveld. Opnieuw kwam de minister van defensie niet ongeschonden uit een confrontatie met de Tweede Kamer over een Nederlands bombardement boven Irak, juni 2015. Daarbij vielen naar alle waarschijnlijkheid tientallen burgerdoden.

Drie weken geleden moest alleen Bijleveld de klappen van de oppositie opvangen, dit keer waren de pijlen vooral gericht op premier Mark Rutte. Ook hij moest een motie van wantrouwen incasseren van SP, PVV, Denk, 50Plus, Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie en het lid Van Kooten. Beide bewindslieden hielden aan het begin van de nacht steun van een ruime Kamermeerderheid.

Toch werd het een bij vlagen vervelend debat voor Bijleveld en zeker voor Rutte. Meerdere fracties geloven niet dat Rutte ‘geen herinneringen’ heeft aan burgerdoden bij het bombardement op Hawija, zoals hij zelf verklaart.

Onder meer Jesse Klaver (GroenLinks) en Geert Wilders (PVV) vermoeden dat de zaak destijds bewust is weggemoffeld, omdat het kabinet nog diezelfde maand moest beslissen over verlenging van de Nederlandse missie. Nieuws over burgerslachtoffers zou dit besluit in de weg kunnen staan.

Klaver noemde het ‘moeilijk voor te stellen dat er in het kabinet wel is gesproken over verlenging van de missie, en dat de burgerdoden daarbij niet zijn genoemd.’ Gezien de belangstelling die de premier doorgaans heeft voor internationale politiek en veiligheid, is het volgens de fractieleider van GroenLinks ook ongeloofwaardig dat hij zegt zich niets te herinneren van het bombardement.

Rutte ontkent stellig dat er motief was om te liegen. “Er is geen sprake van een doofpot”, zei hij tijdens het debat. Het was kabinetsbeleid om tijdens een missie niets te zeggen over burgerdoden. “Er had dus nooit iets aan de Kamer gemeld kunnen worden over Hawija.”

Er is volgens Rutte alleen een fout gemaakt door toenmalig defensieminister Hennis, kort na het bombardement, door de Kamer te vertellen dat daar geen burgerslachtoffers waren gevallen. Ze had moeten zwijgen, aldus de premier.

Rutte ziet ook geen enkele reden om destijds nieuws over burgerdoden te verdoezelen. Het had, zegt hij, sowieso geen rol gespeeld bij het besluit om de militaire missie boven Irak te verlengen. “We wisten altijd dat het risico op burgerdoden bestond.”

Veel meer dan verwijzen naar een mogelijk motief konden Kamerleden uiteindelijk niet. Daarmee werd de zaak het woord van Rutte tegen vermoedens van oppositieleden. De premier: “Het is aan de Kamer of u mij gelooft of niet. Zo niet, dan ga ik wat anders doen.”

Geheugenverlies

Naast de mogelijkheid van toedekken probeerden oppositiepartijen Rutte te pakken op zijn geheugenverlies, dat volgens hen geveinsd is. De premier houdt vol dat hij zich niet herinnerd dat hij destijds is geïnformeerd over mogelijke burgerslachtoffers, terwijl Hennis vermoedt dat zij hem dit wel verteld heeft.

Wilders trok een vergelijking met ontbrekende herinneringen bij de memo’s over de dividendbelasting, de door Zijlstra verzonnen ontmoeting met Poetin, en de bonnetjesaffaire van Teeven en Opstelten. Telkens had Rutte geen ‘actieve herinnneringen’.

De Tweede Kamer wil dat defensieminister Ank Bijleveld een nieuw onderzoek naar het precieze aantal slachtoffers in Hawija instelt. Dat zegde ze toe, tegelijkertijd temperde de minister de verwachtingen over wat er vier jaar later nog boven tafel komt. “Ik zal mijn uiterste best doen. Maar ik wil geen valse hoop bieden.”

Lees ook:

De Nederlandse bom op de bomfabriek in Hawija trof IS hard

Het kabinet moet de Kamer overtuigen dat Rutte echt niets wist, en dat er om goede redenen verschillen zijn tussen wat Bijleveld in een brief en in een eerder debat meldde. 

Meer over; Mark Rutte politiek Hawija Ank Bijleveld Marno de Boer

Rutte over Hawija: suggestie oppositie ’echt onzin’

Telegraaf 28.11.2019 Premier Rutte en minister Bijleveld (Defensie) hebben bij het debat over burgerdoden in Irak voldoende vertrouwen gehouden van de Tweede Kamer.

Een motie van wantrouwen, ingediend door de SP, kreeg steun van de PVV, 50Plus, FvD, de Dierenpartij, Denk en Van Kooten. GroenLinks, dat steevast over ’leugens’ sprak, steunde de motie niet. Toch suggereerde voorman Klaver dat de informatie over mogelijke burgerdoden bij de luchtaanval in 2015 bewust onder de pet was gehouden om de verlenging van de missie niet in gevaar te brengen.

De minister-president stelt dat het altijd zo is geweest dat er risico’s zijn op burgerdoden bij dit soort operaties. „Het vermoeden dat het is toegedekt vanwege het verlengingsbesluit is gewoon niet waar”, zegt Rutte. „Echt onzin.” Hij stelt verder dat de Tweede Kamer in die tijd nooit geïnformeerd werd over slachtoffers om militairen in het veld niet in gevaar te brengen. Ook niet vertrouwelijk.

Desondanks zei toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis enkele weken na de aanval in een brief aan de Kamer dat er geen burgerdoden waren gevallen. Volgens Rutte was dat een ’fout’. Hennis, zo stelt de premier, had moeten zeggen dat er geen informatie over burgerdoden werd gedeeld.

PVV-voorman Geert Wilders vindt dat de Kamer is „gepiepeld en dat is onvergeeflijk”. GroenLinks-leider Jesse Klaver is van mening dat er geen sprake is van een fout: „het is een leugen.”

De Kamer voert vanavond een kritisch debat over de informatie die is gedeeld over een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015. Daarbij vielen mogelijk 70 burgerslachtoffers.

Uit een brief van defensieminister Bijleveld blijkt dat behalve toenmalig minister Hennis ook ministers Van der Steur (Justitie) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren ingelicht over mogelijke burgerslachtoffers bij een bombardement van 3 juni 2015 op een autobommenfabriekje in Hawija.

De informatie was met Ruttes ministerie Algemene Zaken gedeeld. Hennis had volgens haar eigen herinnering ’vermoedelijk’ ook de premier mondeling op de hoogte gesteld van de bevindingen – grotere explosie dan verwacht, nader onderzoek nodig naar burgerslachtoffers. Rutte sluit niet uit dat het gesprek heeft plaatsgevonden, maar kan zich het niet herinneren.

SP: heeft Rutte dan niet doorgevraagd?

„Dat hebben we eerder gehoord”, hoont SP-fractieleider Marijnissen, die het spannende debat over de F-16 luchtaanval aftrapte. Ze wees erop dat de premier wel vaker op cruciale momenten zijn geheugen kwijt lijkt te zijn. Het verbaast haar dan ook niet dat dit bij de luchtaanval mogelijk opnieuw is gebeurd. „Kwam het hem goed uit, of drong het echt niet door en hebben we een ander probleem te pakken?”, wil zij van Rutte weten. „Heeft hij dan niet doorgevraagd?”

GL-leider Klaver denkt dat het het kabinet wel goed uitkwam om gegevens over de burgerdoden niet naar boven te laten komen. Toen de berichten over mogelijke slachtoffers naar buiten kwamen via diverse media en de Amerikanen die er onderzoek naar deden, moest Nederland beslissen over het verlengen van de Nederlandse militaire missie in Irak.

„Was het verlengen van de missie belangrijker dan de waarheid?”, wil Klaver weten. „Het heeft er alle schijn van dat cruciale info werd achtergehouden.” Hij wil een tijdlijn over de besluitvorming van de missie.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte buigen zich over de burgerdoden in Irak. Op de voorgrond enkele prominente Kamerleden.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte buigen zich over de burgerdoden in Irak. Op de voorgrond enkele prominente Kamerleden. Ⓒ ANP

Oppositieleider Wilders (PVV) vindt dat de Hawija-kwestie „aan alle kanten stinkt”. Hij heeft er moeite mee om de herinneringen van voormalig minister Hennis over het voorval te geloven.

Hij vraagt zich af hoe het kan dat zij niet geheel zeker weet dat zij premier Rutte ervan op de hoogte heeft gebracht, maar dat zij wel zeker lijkt te weten dat dit op een manier gebeurde die niet alarmerend was. „Hoe kan dat?”, wil Wilders weten. „Volgens mij kan alleen een geboren leugenaar dat.”

Leugenmachine

Ook hij wijst erop dat de VVD en de premier wel vaker aan geheugenverlies lijken te lijden, zoals bij de memo’s over de dividendtaks en het uit de duim gezogen bezoekje van Halbe Zijlstra aan het buitenhuis van Poetin. „De VVD is één grote leugenmachine”, concludeert de PVV’er. Hij weet het zeker. „Het einde van het kabinet is nabij en de burger zal zeggen: premier Rutte? Ik heb geen actieve herinnering aan die man.”

Ⓒ ANP

Wilders richt zijn pijlen ook op de PvdA. Niet alleen de premier zou namelijk over de mogelijke burgerdoden zijn geïnformeerd, maar ook toenmalig PvdA-ministers Koenders (Buitenlandse Zaken) en Ploumen (Buitenlandse Handel). Volgens Wilders waren de PvdA-bewindslieden betrokken bij de brief die waarin Bijlevelds voorganger de Tweede Kamer verkeerd informeerde. „De handtekeningen van Koenders en Ploumen stonden eronder”, schampert hij. Hij noemt de PvdA ’medeschuldig’.

De coalitie is beduidend milder. D66-Kamerlid Belhaj wil 4,5 jaar na de luchtaanval dat er alsnog een nieuw onderzoek wordt gedaan naar de hoeveelheid burgerdoden in Hawija. Een Kamermeerderheid lijkt dat te gaan steunen.

Maar minister Bijleveld en premier Rutte lijken van D66 verder weinig te hoeven vrezen. Belhaj vindt dat Bijleveld haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Wel wil ze weten waarom de CDA-bewindsvrouw de afwikkeling zo ’onhandig’ heeft gedaan.

CDA-Kamerlid Van Helvert roemt precisiebombardementen van onze F-16-vliegers. „Maar juist als het fout gaat, moet Defensie zorgvuldig informeren”, erkent hij. Hij wil dat het kabinet kritisch terugblikt en lessen trekt.

Verslaggever Inge Lengton is live bij het debat aanwezig; Tweets by ‎@IngeLengton

Rutte bestrijdt kwade opzet bij achterhouden burgerdoden Hawija

NU 27.11.2019 Premier Mark Rutte bestrijdt de suggestie dat het ministerie van Defensie in 2015 bewust heeft verzwegen dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen bij de aanval op Hawija om op die manier de verlenging van de IS-missie in Irak niet te dwarsbomen. “Er is geen sprake van doofpot”, zei de minister-president woensdagavond tijdens een debat in de Tweede Kamer.

Volgens Rutte was het voor de besluitvorming om de missie te verlengen “niet relevant” dat er burgerslachtoffers waren gevallen, omdat er rekening werd gehouden met het risico op burgerslachtoffers. Bovendien, zo stelt Rutte, is het nooit duidelijk geworden hoeveel doden er officieel zijn gevallen.

GroenLinks en Forum voor Democratie (FVD) vermoeden dat er moedwillig informatie is achtergehouden om ervoor te zorgen dat een verlenging van de IS-missie zou doorgaan. “Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?” vroeg Jesse Klaver (GroenLinks). Thierry Baudet (FVD): “Dit debat gaat niet meer alleen over de burgerdoden, maar over de betrouwbaarheid van deze premier en deze regering.”

De twee partijleiders wezen op de informatie over mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse bombardementen die het ministerie van Defensie begin juni 2015 al had, maar verzweeg voor de Kamer.

Niet lang daarna kondigde het kabinet aan de IS-missie te verlengen en schreef het in een brief aan de Kamer dat Nederland, voor zover bekend, niet betrokken is geweest bij luchtaanvallen waar burgerslachtoffers zijn gevallen.

In een debat op 30 juni van dat jaar sprak de Kamer vervolgens over de verlenging van de missie, maar zonder alle informatie.

Baudet ziet motief voor verzwijgen

Volgens Baudet doet het kabinet alsof het om “een slordigheid gaat”, maar hij vermoedt kwade opzet. De FVD-leider ziet “een motief” om de informatie achter te houden en dat is dat het voor het kabinet heel moeilijk zou worden om instemming van de Kamer te krijgen voor de verlenging van de missie als bekend zou worden dat Nederlandse bommen “een hele woonwijk hebben weggevaagd”.

Klaver denkt er, in andere bewoordingen, hetzelfde over. “Het heeft er alle schijn van dat doorgaan missie zo belangrijk was, dat cruciale informatie is achtergehouden.”

Hij wil alle documenten inzien die geleid hebben tot het kabinetsbesluit om de missie te verlengen. Dat moet ook duidelijk maken wat premier Rutte precies wist en wanneer hij precies op de hoogte is gesteld van het aantal burgerdoden.

Rutte: ‘Kans op burgerslachtoffers altijd aanwezig’

Volgens Rutte gaat het om niet meer dan een fout in de Kamerbrief van 23 juni 2015. In de brief wordt gemeld dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers zijn gevallen, maar het beleid was dat het kabinet geen mededelingen zou doen over de missies.

Voor de besluitvorming in de ministerraad is het volgens de premier niet relevant geweest om te weten of er burgerslachtoffers zijn gevallen, omdat het risico daarop bekend was. Maar wat Klaver betreft is dát niet relevant. “Het gaat erom dat de ministerraad een besluit heeft genomen zonder alle relevante informatie.”

Ook coalitiepartij ChristenUnie is kritisch. Joël Voordewind wil weten hoe de fout in de Kamerbrief terecht is gekomen. “Hoe en waarom is de Kamer destijds verkeerd geïnformeerd?” Volgens de premier is het echter onmogelijk om te reconstrueren hoe de fout in de brief is beland.

Baudet vraagt zich af of Rutte weg mag komen met ‘sorry’

Bijleveld overleefde eerder motie van wantrouwen

De Kamer debatteerde voor de tweede keer in korte tijd over burgerdoden in Hawija. Twee weken geleden overleefde defensieminister Bijleveld ternauwernood een motie van wantrouwen nadat zij moest toegeven dat de Tweede Kamer in 2015 verkeerd is geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden in Irak.

Bijleveld voegde daaraan toe dat dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte, in 2015 op de hoogte zijn gesteld. Maar daar staat de premier helemaal niets van bij.

Uit de Kamerbrief van afgelopen maandag blijkt dat toenmalig minister van Defensie Jeanine Hennis in 2015 de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, mondeling heeft geïnformeerd over Hawija en dat ze de premier “vermoedelijk” over dit onderwerp heeft gesproken. De toon van haar boodschap zou “niet alarmerend” zijn geweest. Premier Rutte zegt zich dat gesprek niet te kunnen herinneren, maar sluit ook niet uit dat het wel heeft plaatsgevonden.

Ondanks dat meerdere partijen in de Kamer het moeilijk konden geloven dat de premier zich daar niets over kon herinneren, bleef Rutte volhouden dat hij er geen herinnering aan heeft. Of de premier daarover de waarheid vertelt, is volgens Rutte “een kwestie van vertrouwen”.

Een klein deel van de oppositie heeft dat vertrouwen niet meer. De SP diende met de steun van PVV, PvdD, 5PLUS, DENK, FVD en Lid Van Kooten-Arissen een motie van wantrouwen in tegen Bijleveld, Rutte en het hele kabinet, maar haalde geen meerderheid. Ook het voorstel om een parlementaire ondervraging lijkt te stranden. Over die motie, waar PVV, GroenLinks, SP, PvdD, 50PLUS, DENK, FVD en Lid Van Kooten-Arissen achter staan, wordt op een later moment gestemd.

Lees meer over: Politiek

Rutte ontkent doofpot burgerdoden Irak

RTL 27.11.2019 Er was volgens premier Rutte geen doofpot over de mogelijke burgerdoden tijdens een Nederlandse bomaanval op Hawija in Irak in 2015. Dat zei hij vanavond tijdens een pittig debat in de Tweede Kamer. Oppositiepartijen houden grote moeite met zijn verhaal.

Premier Rutte moest samen met minister Ank Bijleveld tekst en uitleg geven over de communicatie rond de burgerdoden die vielen tijdens een Nederlands bombardement in Irak, in 2015.

‘Geen herinnering’

De Kamer wilde weten wat Rutte wist over het Nederlandse bombardement op een IS-bommenfabriek in Irak. De premier herhaalde tijdens het debat meerdere keren dat hij ‘geen herinnering heeft aan informatie in de maand juni in 2015’.

Rutte zei: “Ik kan u niet dwingen om mij te geloven. Het is een vertrouwensvraag. Ik kan een herinnering die ik niet heb, niet faken.”

Grote moeite houden met het geheugen

De oppositie blijft grote moeite houden met het haperende geheugen van Rutte. PVV-voorman Geert Wilders vindt dat de Kamer is ‘gepiepeld en dat is onvergeeflijk’.

Ook Jesse Klaver heeft veel moeite met Ruttes verhaal. “Het heeft er alle schijn van dat voor het doorgaan van de missie cruciale informatie is achtergehouden.”

De SP stelde dat de waarheid nog altijd niet boven tafel is, daarom diende de partij een motie van wantrouwen in tegen Rutte, minister Bijleveld en het hele kabinet. De SP kreeg daarbij de steun van oppositiepartijen PVV, Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie, Denk en het onafhankelijk Kamerlid Van Kooten-Arissen.

 floor bremer @floorbremer

Een pittig #debat voor Premier Rutte en minister Bijleveld van Defensie, op dit moment in de Tweede Kamer. Over een Nederlands bombardement in Irak, vier jaar geleden. Wie wist wat wanneer? En waarom is de Kamer boos? Hier een samenvatting in anderhalve minuut:

4  7:37 PM – Nov 27, 2019 See floor bremer’s other Tweets

Wanneer wist hij dat wel?

Wanneer de premier wel wist dat er burgerdoden waren gevallen? De topambtenaren van Rutte zijn in mei 2016 over definitieve rapporten geïnformeerd.

Maar hoeveel burgerdoden er bij de aanval zijn gevallen, blijft tot de dag van vandaag onduidelijk. Rutte zei: dat er bij de aanval ‘zeer waarschijnlijk burgerslachtoffers zijn gevallen,’ maar er zijn volgens hem geen aantallen genoemd.

Fout

Dat toenmalig minister van Defensie-Jeanine Hennis- enkele weken na de aanval in een brief aan de Kamer zei dat er geen burgerdoden waren gevallen. was volgens Rutte een fout, maar geen doelbewuste misleiding.

De oppositie vond dat weinig geloofwaardig, maar van opzet is volgens Rutte ‘0,0 bewijs’.

‘Niet relevant voor de verlenging van de missie’

De oppositie verdenkt Rutte ervan, dat hij de burgerdoden geheim willen om te voorkomen dat de Kamer bezwaar zou willen maken tegen de verlenging van de missie in Irak. Dat besluit volgde korte tijd na de aanval. Volgens de premier is dat verwijt ‘grote onzin.’

Dat er burgerdoden zijn gevallen was volgens hem ‘niet relevant’ voor het besluit tot verlenging van de missie. “Er is altijd een risico op burgerslachtoffers”, zei hij.

Meer transparantie

Wel beloven Rutte en minister Bijleveld de Tweede Kamer voortaan meer transparantie te geven over missies. Er zijn daarvoor nieuwe beleidsregels opgesteld.

Lees ook:

Harde kritiek tijdens debat burgerdoden Irak: ‘Kan ik Rutte nog geloven?’

Het bombardement op Hawija

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 nam Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS dit najaar blijkt dat Nederland verantwoordelijk is geweest voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. Zeker 70 burgers zouden daarbij om het leven. Zowel Defensie als het Openbaar Ministerie onderzocht het bombardement. Volgens Defensie zijn alle procedures gevolgd. Het OM vindt geen strafbare feiten.

De toenmalige minister van Defensie, Jeanine Hennis, wist al in 2015 over de burgerdoden, maar gaf foute informatie aan de Tweede Kamer. Op 23 juni 2015 zei ze dat geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak. Daarvoor bood huidig minister Ank Bijleveld tijdens een debat begin november haar excuses aan.

RTL Nieuws; Mark Rutte  Ank Bijleveld

De Tweede Kamer eiste van premier Rutte en minister van Defensie Ank Bijleveld opheldering over de burgerslachtoffers in Hawija.

De Tweede Kamer eiste van premier Rutte en minister van Defensie Ank Bijleveld opheldering over de burgerslachtoffers in Hawija. Foto David van Dam

Wie wist wat en op welk moment?

NRC 27.11.2019 In de Tweede Kamer kwam de vraag op of de verlenging van de Irak-missie een rol speelde bij de verhulling van informatie. Een motie van wantrouwen werd verworpen.

Hoe kan het dat niemand – premier Mark Rutte voorop – in 2015 gealarmeerd raakte van het Nederlandse bombardement op het Irakese Hawija, waarvan van meet af aan duidelijk was dat er meer schade, en „waarschijnlijk” burgerslachtoffers bij waren gevallen?

Die vraag werd, in vele gedaantes, op woensdagavond gesteld door alle partijen én regeringspartijen D66 en ChristenUnie aan premier Mark Rutte (VVD) en minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA).

Lees ook de reconstructie van NRC: Nederlandse bom doodde 70 mensen

In het eerste deel van het debat over de burgerslachtoffers die vielen in Hawija en over de vraag wie daarover wat en op welk moment wist, richtte de Tweede Kamer zich vooral op Rutte.

Maar ook de „zwijgcultuur” bij het ministerie van Defensie kwam aan bod (PvdA), de „selectieve dementie” van premier Rutte (Denk) en de vraag of „dit kabinet de waarheid wel wíl weten” (SP). D66 vroeg de minister alsnog een onderzoek in te stellen naar het exacte aantal burgerdoden dat in 2015 viel.

GroenLinks kwam met nieuwe feiten: want op 19 juni 2015, tien dagen nadat de toenmalige Defensieminister Jeanine Hennis (VVD) was gebrieft over de schade die het Nederlandse bombardement had aangericht, verstuurde het toenmalige kabinet-Rutte II een brief aan de Tweede Kamer, waarin ze aankondigde de Nederlandse bijdrage aan de anti-IS-coalitie in Irak te verlengen. „Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?”, vroeg Jesse Klaver.

Want die kennis, die niet werd vermeld in het overzicht dat Bijleveld al eerder naar de Tweede Kamer stuurde, schijnt nieuw licht op de context van die tijd: uit die verlengingsbrief blijkt dat in de ministerraad in juni 2015 met zekerheid is gesproken over de Nederlandse bijdrage in Irak. Zijn de burgerdoden daar ter sprake gekomen?

Nee, zei Rutte stelllig, toen hij begon de Kamer te antwoorden. De premier ontkende dat er bewust informatie voor de Kamer is achtergehouden, met als doel de missie in Irak te verlengen. Ook nadat Joël Voordewind van coalitiepartij ChristenUnie dat nadrukkelijk had gezegd. „Er is geen doofpot”, zei Rutte. En ook: „Ik kan geen herinneringen faken die ik niet heb.”

Afgeweken van de officiële lijn

Echt spannend werd het niet voor Rutte en Bijleveld. Dat het Amerikaanse opperbevel Centcom aan NRC en NOS had laten weten dat het om zeventig burgerdoden ging, weersprak Bijleveld, die het bij de Amerikanen had nagevraagd.

„Ook voor Centcom is het onduidelijk waarom die woordvoerder is afgeweken van officiële lijn”, zei ze. Rutte bleef volhouden dat hij geen herinneringen had aan dat hij geïnformeerd zou zijn in juni 2015. Maar ook als dat wel zo was, zei hij, had hij dat niet kunnen delen. Want het beleid was om over lopende operaties niets te zeggen.

Voor een deel van de oppositie was die uitleg onvoldoende: een motie van wantrouwen werd gesteund door de SP, de PVV, de Partij voor de Dieren, 50Plus, Denk en de eenmansfractie Van Kooten-Arissen – en werd verworpen.

Er stond duidelijk meer op het spel, in dit debat. De plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer was voller: er waren meer Kamerleden aanwezig, meer fotografen, meer publiek. Ank Bijleveld had goed nagedacht: droeg ze drie weken geleden tijdens het eerste debat over Hawija nog een fleurige blouse, op woensdagavond zat ze in het zwart in ‘vak K’.

Ook de PvdA kreeg kritiek. Want ook ministers van die partij (Bert Koenders, toen minister van Buitenlandse Zaken en Lilianne Ploumen, toen minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) ondertekenden samen met Hennis op 23 juni 2015 de brief met daarin onjuiste informatie aan de Kamer. „U heeft honderd kilo boter op uw hoofd”, verweet Geert Wilders (PVV) de PvdA.

Het was diezelfde Wilders die de meeste oppositie bedreef, de eerste uren. Als enige fractievoorzitter onderbrak hij de regeringspartijen tijdens hun bijdrage met vragen over de stabiliteit van de coalitie en wees hij fijntjes op de onderlinge onmin tussen regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.

Zoals op ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers, die tegen NU.nl zei over het vergeten van informatie over burgerslachtoffers door Rutte: „Ik denk wel dat ik het zou hebben onthouden.” Bijleveld zou volgens Wilders „met twinkelende oogjes” Rutte bij het onderwerp betrokken hebben.

D66-Kamerlid Salima Belhaj beet hij toe dat haar partij „broodroof” pleegde. „U maakt ons als oppositie overbodig.” „Dit gaat over oorlog”, reageerde Belhaj. „Ik probeer hier serieus mee om te gaan, ik wil ontdekken wat er is gebeurd.” Dit debat zal daarvan slechts het begin zijn.

GroenLinks en FVD: Kwade opzet bij achterhouden burgerdoden Hawija

MSN 27.11.2019 GroenLinks en Forum Voor Democratie (FVD) vermoeden dat het ministerie van Defensie in 2015 bewust heeft verzwegen dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen bij de aanval op Hawija om op die manier de verlenging van de IS-missie in Irak niet te dwarsbomen.

“Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?” vroeg Jesse Klaver (GroenLinks) aan het kabinet tijdens het Kamerdebat woensdagavond.

Thierry Baudet (FVD): “Dit debat gaat niet meer alleen over de burgerdoden, maar over de betrouwbaarheid van deze premier en deze regering.”

De twee partijleiders wezen in het debat op de informatie over mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse bombardementen.

Deze informatie had het ministerie van Defensie begin juni 2015 al, maar verzweeg dat voor de Kamer. Niet lang daarna kondigde het kabinet aan de IS-missie te verlengen en schreef het in een brief aan de Kamer dat Nederland voor zover bekend niet betrokken is geweest bij luchtaanvallen waar burgerslachtoffers zijn gevallen.

In een debat op 30 juni van dat jaar sprak de Kamer over de verlenging van de missie, maar zonder alle informatie.

Baudet ziet motief voor verzwijgen

Volgens Baudet doet het kabinet alsof het om “een slordigheid gaat”, maar hij vermoedt kwade opzet. De FVD-leider ziet “een motief” om de informatie achter te houden en dat is dat het voor het kabinet heel moeilijk zou worden om instemming van de Kamer te krijgen voor de verlenging van de missie als bekend werd dat Nederlandse bommen “een hele woonwijk hebben weggevaagd”.

Klaver denkt er, in andere bewoordingen, hetzelfde over. “Het heeft er alle schijn van dat doorgaan missie zo belangrijk was, dat cruciale informatie is achtergehouden”, aldus de GroenLinks-leider.

Hij wil alle documenten inzien die geleid hebben tot het kabinetsbesluit om de missie te verlengen. Dat moet ook duidelijk maken wat premier Rutte precies wist en wanneer hij precies op de hoogte is gesteld van het aantal burgerdoden.

Baudet sluit zich bij die oproep aan. “De Kamer moet staan voor eigen relevantie in de rechtsstaat. Wij moeten afdwingen dat we serieus worden genomen.”

Volgens Rutte gaat het om een fout in een Kamerbrief. In de brief wordt gemeld dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers zijn gevallen, maar het beleid was dat het kabinet geen mededelingen zou doen over de missies. “Er is geen sprake van een doofpot”, aldus Rutte.

Bijleveld overleefde eerder motie van wantrouwen

De Kamer debatteert voor de tweede keer in korte tijd met minister Ank Bijleveld (Defensie) over de burgerdoden bij de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija. Twee weken geleden overleefde Bijleveld ternauwernood een motie van wantrouwen nadat zij moest toegeven dat de Tweede Kamer in 2015 verkeerd is geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden in Irak.

Bijleveld voegde daaraan toe dat dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte, in 2015 op de hoogte zijn gesteld. Maar daar staat de premier helemaal niets van bij.

Uit de Kamerbrief van afgelopen maandag blijkt dat Hennis in 2015 de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, mondeling heeft geïnformeerd over Hawija en dat ze de premier “vermoedelijk” over dit onderwerp heeft gesproken. De toon van haar boodschap zou “niet alarmerend” zijn geweest. Premier Rutte zegt zich dat gesprek niet te kunnen herinneren, maar sluit ook niet uit dat het wel heeft plaatsgevonden.

Meerdere partijen geloven niet de premier niets meer kan herinneren. PVV-leider Geert Wilders: “Wij moeten geloven dat zijn geheugen haperde? Denkt premier Rutte dat we gek zijn?”

Harde kritiek tijdens debat burgerdoden Irak: ‘Kan ik Rutte nog geloven?’

RTL 27.11.2019 “Het kabinet liegt en bedriegt de boel bij elkaar.” “Kan ik de premier nog geloven met zijn haperende geheugen?” De oppositie komt met harde kritiek tijdens het debat waarin premier Rutte en minister Bijleveld tekst en uitleg moeten geven over de communicatie rond de burgerdoden die vielen tijdens een bombardement in Irak, vier jaar geleden.

Wie wist wat, op welk moment? Om hoeveel slachtoffers ging het nu precies, én: hoe is vervolgens de Kamer geïnformeerd?

Dat zijn de vragen die centraal staan in het pittige debat waarin premier Rutte en Defensie-minister Bijleveld tekst en uitleg moeten geven over de communicatie rond de burgerdoden die vielen tijdens een Nederlands bombardement in Irak, vier jaar geleden.

‘Deze kwestie stinkt’

De oppositiepartijen hebben allemaal moeite met het verhaal van de premier. Ze eisen dat de waarheid boven tafel komt. Rutte zegt zich niet te kunnen herinneren dat hij is geïnformeerd over het bombardement. Eerder zei minister Bijleveld nog ‘dat het aannemelijk is dat de meest betrokken ministeries wel zijn geïnformeerd’.

“Deze hele kwestie stinkt”, concludeert PVV-leider Wilders. Voor hem is het duidelijk: de premier liegt. Ook de SP twijfelt aan zijn geloofwaardigheid. “Rutte wil ons doen geloven dat hij er herinneringen aan heeft. Dat hebben we eerder gehoord”, zegt SP-leider Lilian Marijnissen.

Ook Jesse Klaver heeft veel moeite met Ruttes verhaal. “Het heeft er alle schijn van dat voor het doorgaan van de missie cruciale informatie is achtergehouden.”

 floor bremer @floorbremer

Een pittig #debat voor Premier Rutte en minister Bijleveld van Defensie, op dit moment in de Tweede Kamer. Over een Nederlands bombardement in Irak, vier jaar geleden. Wie wist wat wanneer? En waarom is de Kamer boos? Hier een samenvatting in anderhalve minuut:

4  7:37 PM – Nov 27, 2019 See floor bremer’s other Tweets

Harde klappen

Niet alleen de premier, maar ook Defensie-minister Ank Bijleveld krijgt harde kritiek, van zowel de oppositie- als de regeringspartijen.

Bijleveld gaf in een eerder debat, drie weken geleden, toe dat haar voorganger Hennis de Kamer verkeerd had geïnformeerd. Die wist destijds over de burgerdoden, maar loog daarover tegen de Tweede Kamer. Minister Bijleveld bood daarvoor excuses aan.

Motie van wantrouwen

Bijlevelds optreden was tijdens dat debat zwak, wat leidde tot een motie van wantrouwen. Die werd gesteund door bijna alle oppositiepartijen.

Het is er volgens Marijnissen sinds het vorige debat niet veel beter op geworden. Volgens de SP schoffeert de minister de Kamer en alle Nederlanders. “Want wij hebben recht op de waarheid”, stelt Marijnissen.

 floor bremer @floorbremer

Het #debat over de burgerdoden in Irak is begonnen. Meteen op tafel: de geloofwaardigheid van premier Rutte en zijn haperende geheugen:

27  7:24 PM – Nov 27, 2019 30 people are talking about this

Cruciale informatie achtergehouden

GroenLinks-leider Klaver wil van het kabinet weten of, tijdens het praten over verlenging van de missie in Irak, gesproken is over de burgerslachtoffers bij de aanval in juni 2015. “Het heeft er alle schijn van dat verlenging zo belangrijk was, dat het ministerie van Defensie cruciale informatie heeft achtergehouden.”

Joël Voordewind van regeringspartij ChristenUnie concludeert dat Defensie doelbewust informatie verzwijgt. “Is die verkeerde reflex om informatie achter te houden inmiddels onderdeel van de cultuur geworden?”, vraagt hij zich af.

Het bombardement op Hawija

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 nam Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS dit najaar blijkt dat Nederland verantwoordelijk is geweest voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. 70 burgers kwamen daarbij om het leven. Zowel Defensie als het Openbaar Ministerie onderzocht het bombardement. Volgens Defensie zijn alle procedures gevolgd. Het OM vindt geen strafbare feiten.

De toenmalige minister van Defensie, Jeanine Hennis, wist al in 2015 over de burgerdoden, maar gaf foute informatie aan de Tweede Kamer. Op 23 juni 2015 zei ze dat geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak. Daarvoor bood huidig minister Ank Bijleveld tijdens een debat begin november haar excuses aan.

Lees ook:

‘Rutte geïnformeerd over bombardement, maar niet over 70 slachtoffers’

RTL Nieuws; Mark Rutte  Ank Bijleveld  Tweede Kamer  Ministerie van Defensie  Defensie

Debat burgerdoden Irak: oppositie ziet gegoochel met waarheid, Rutte niet

NOS 27.11.2019 Mogelijke burgerdoden hebben geen rol gespeeld bij het besluit om de missie in Syrië en Irak te verlengen. Dat zei premier Rutte in het tweede debat in korte tijd over de slachtoffers die in 2015 in Irak vielen door een Nederlandse luchtaanval.

“Bij de strijd tegen IS was er altijd een risico op burgerslachtoffers”, zei de premier. Het gegeven dat er een onderzoek liep naar eventuele burgerslachtoffers was volgens Rutte “niet relevant” voor de besluitvorming over de missieverlenging.

GroenLinks, SP en Forum voor Democratie vroegen zich eerder vanavond hardop af of er een verband was. “Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?”, zei Klaver van GroenLinks. Fractieleider Baudet van FvD sloot zich daarbij aan. “Ze wilden de missie in Irak verlengen, dus moesten ze uit het nieuws houden dat daar burgerslachtoffers waren gevallen.”

Gepiepeld

Het verlengen gebeurde eind juni 2015, het Nederlandse bombardement was begin die maand. Toenmalig minister Hennis zei in juni in de Kamer tot twee keer toe dat Nederland niet betrokken was bij bombardementen waarbij burgerdoden waren gevallen, terwijl ze toen al wist dat dat vermoedelijk wel was gebeurd.

“We zijn gepiepeld”, zei PVV-leider Wilders hierover. “De Kamer stemt in zonder het te weten.”

Rutte erkende wel dat er een fout zat in een brief van het kabinet aan de Kamer uit juni 2015. Daarin stond: “Voor zover op dit moment bekend is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.”

Volgens de premier had daar moeten staan: “Die informatie geven we u niet.” Het beleid was toen om dit type informatie bij lopende missies niet met de Tweede Kamer te delen, aldus Rutte. “We wilden onze vliegers namelijk niet in gevaar brengen.”

Rutte: brief aan de Kamer bevatte een fout, niet een leugen

Klaver accepteerde dat niet. “De informatie was beschikbaar, en de Kamer is willens en wetens verkeerd geïnformeerd.” Hij kreeg bijval van ChristenUnie-Kamerlid Voordewind: “De fout, zoals de premier dit noemt, is wel heel opmerkelijk. Wie zegt mij dat er de volgende keer niet weer een fout in een brief staat?”

De aanval waar het om gaat, was op 3 juni 2015. Een Nederlandse F-16 bombardeerde toen de Iraakse stad Hawija. Daarbij kwamen zeker 70 burgers om. Of de Kamer daarover is geïnformeerd is één vraag die voorligt, maar het debat gaat ook over de vraag of Rutte er destijds over wist.”

Hoe goed is de politieke antenne van onze minister-president eigenlijk afgesteld?”, aldus PvdD-fractieleider Ouwehand.

Defensieminister Bijleveld schreef maandag in een Kamerbrief dat haar voorganger Hennis premier Rutte vermoedelijk mondeling had geïnformeerd op een “niet alarmerende” toon. De premier heeft de afgelopen weken meermaals gezegd (vanavond ook) zich het gesprek met Hennis niet te kunnen herinneren, hoewel hij ook niet uitsluit dat het heeft plaatsgevonden.

“Hoe goed is de politieke antenne van onze minister-president eigenlijk afgesteld?”, zei PvdD-fractieleider Ouwehand daar vanavond over. Partijleider Marijnissen van de SP vroeg zich af hoe het kan dat berichten over mogelijke burgerslachtoffers de kwalificatie “niet alarmerend” hebben meegekregen.

Een opvallend moment in het debat was toen Rutte zei dat het Amerikaanse leger, dat de leiding had over de missie, nooit heeft kunnen vaststellen dat er 70 burgerslachtoffers zijn gevallen. Terwijl een woordvoerder van de legerleiding van de VS (Centcom) dat in 2018 heeft laten weten aan NRC.

 Ben Meindertsma @ben_meindertsma

Voor de goede orde: dit is wat Kolonel Sean Ryan van Centcom in december 2018 aan NOS/NRC (via @JournaJannie) laat weten. Gaat Bijleveld zo uitleg over geven.

Minister Bijleveld stelde even later dat Centcom desgevraagd aan haar heeft laten weten dat de woordvoerder is afgeweken van de officiële conclusies. “In hun onderzoek concluderen ze dat er zeer waarschijnlijk burgerslachtoffers zijn gevallen, en dat het onderzoek niet in staat was om het specifieke aantal vast te stellen.”

Persbureau Reuters schreef daags na het bombardement dat er volgens getuigen zo’n 70 doden waren gevallen. “In openbare bronnen werd al snel de beroemde 70 genoemd”, zei Rutte vanavond. “In de toekomst zou het goed zijn als dat soort informatie meteen naast de wél bevestigde informatie wordt gelegd. Dat is hier niet gebeurd.”

D66-Kamerlid Belhaj pleitte in het debat voor een nieuw onderzoek naar de burgerslachtoffers. “Hoe kan het dat vier jaar later nog niet vaststaat hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen? Nederland heeft de morele plicht om dit zo goed mogelijk in kaart te brengen.” Coalitiegenoot ChristenUnie sloot aan bij de roep om een onderzoek.

Begin deze maand debatteerde de Tweede Kamer ook al over deze kwestie met minister Bijleveld. Toen ging het debat vooral over het onjuist informeren van de Kamer. Bijleveld bood hiervoor “oprechte excuses” aan en overleefde een motie van wantrouwen.

Bekijk ook

GroenLinks en FVD: Kwade opzet bij achterhouden burgerdoden Hawija

MSN 27.11.2019 GroenLinks en Forum Voor Democratie (FVD) vermoeden dat het ministerie van Defensie in 2015 bewust heeft verzwegen dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen bij de aanval op Hawija om op die manier de verlenging van de IS-missie in Irak niet te dwarsbomen.

“Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?” vroeg Jesse Klaver (GroenLinks) aan het kabinet tijdens het Kamerdebat woensdagavond.

Thierry Baudet (FVD): “Dit debat gaat niet meer alleen over de burgerdoden, maar over de betrouwbaarheid van deze premier en deze regering.”

De twee partijleiders wezen in het debat op de informatie over mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse bombardementen.

Deze informatie had het ministerie van Defensie begin juni 2015 al, maar verzweeg dat voor de Kamer. Niet lang daarna kondigde het kabinet aan de IS-missie te verlengen en schreef het in een brief aan de Kamer dat Nederland voor zover bekend niet betrokken is geweest bij luchtaanvallen waar burgerslachtoffers zijn gevallen.

In een debat op 30 juni van dat jaar sprak de Kamer over de verlenging van de missie, maar zonder alle informatie.

Baudet ziet motief voor verzwijgen

Volgens Baudet doet het kabinet alsof het om “een slordigheid gaat”, maar hij vermoedt kwade opzet. De FVD-leider ziet “een motief” om de informatie achter te houden en dat is dat het voor het kabinet heel moeilijk zou worden om instemming van de Kamer te krijgen voor de verlenging van de missie als bekend werd dat Nederlandse bommen “een hele woonwijk hebben weggevaagd”.

Klaver denkt er, in andere bewoordingen, hetzelfde over. “Het heeft er alle schijn van dat doorgaan missie zo belangrijk was, dat cruciale informatie is achtergehouden”, aldus de GroenLinks-leider.

Hij wil alle documenten inzien die geleid hebben tot het kabinetsbesluit om de missie te verlengen. Dat moet ook duidelijk maken wat premier Rutte precies wist en wanneer hij precies op de hoogte is gesteld van het aantal burgerdoden.

Baudet sluit zich bij die oproep aan. “De Kamer moet staan voor eigen relevantie in de rechtsstaat. Wij moeten afdwingen dat we serieus worden genomen.”

Volgens Rutte gaat het om een fout in een Kamerbrief. In de brief wordt gemeld dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers zijn gevallen, maar het beleid was dat het kabinet geen mededelingen zou doen over de missies. “Er is geen sprake van een doofpot”, aldus Rutte.

Bijleveld overleefde eerder motie van wantrouwen

De Kamer debatteert voor de tweede keer in korte tijd met minister Ank Bijleveld (Defensie) over de burgerdoden bij de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija. Twee weken geleden overleefde Bijleveld ternauwernood een motie van wantrouwen nadat zij moest toegeven dat de Tweede Kamer in 2015 verkeerd is geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden in Irak.

Bijleveld voegde daaraan toe dat dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte, in 2015 op de hoogte zijn gesteld. Maar daar staat de premier helemaal niets van bij.

Uit de Kamerbrief van afgelopen maandag blijkt dat Hennis in 2015 de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, mondeling heeft geïnformeerd over Hawija en dat ze de premier “vermoedelijk” over dit onderwerp heeft gesproken. De toon van haar boodschap zou “niet alarmerend” zijn geweest. Premier Rutte zegt zich dat gesprek niet te kunnen herinneren, maar sluit ook niet uit dat het wel heeft plaatsgevonden.

Meerdere partijen geloven niet de premier niets meer kan herinneren. PVV-leider Geert Wilders: “Wij moeten geloven dat zijn geheugen haperde? Denkt premier Rutte dat we gek zijn?”

LIVE | Wilders: Burger zal straks zeggen: Rutte? Ik heb geen actieve herinnering aan die man

AD 27.11.2019 Wat heeft het ministerie van Defensie begin juni 2015 nou precies aan het kabinet gedeeld over de burgerdoden bij een Nederlands bombardement in Irak? En is premier Rutte nou wel of niet op de hoogte gesteld? De Kamer eist vanavond tijdens het debat over de kwestie duidelijke antwoorden van de premier en minister Ank Bijleveld (Defensie). Mis niks van het debat met ons liveblog.

Bij een Nederlands bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in Hawija kwamen waarschijnlijk zo’n zeventig burgers om het leven. Minister Bijleveld legde begin deze maand tijdens een zwaar debat al verantwoording af over de kwestie, nadat bleek dat haar voorgangster Jeanine Hennis wist dat het ‘geloofwaardig’ was dat er bij de aanval burgerslachtoffers waren gevallen, maar aan de Kamer schreef dat er ‘voor zover op dit moment bekend’ geen burgerdoden waren gevallen.

Bijleveld maakte excuses, en beloofde een feitenrelaas met daarin duidelijk over de vraag wie wat op welk moment wist. Dat liet echter lang op zich wachten en gaf uiteindelijk ook niet alle antwoorden. Zo schreef Bijleveld in een brief dat Hennis ‘vermoedelijk’ premier Rutte ingelicht heeft nadat zij begin juni 2015 hoorde over een Nederlands bombardement in Irak. Ze informeerde in elk geval Bert Koenders, destijds minister van Buitenlandse Zaken.

De gesprekken zouden niet op alarmerende toon zijn gevoerd, maar Hennis zou ‘feitelijk melding’ hebben gemaakt van een tweede explosie na het bombardement van een Nederlandse F-16. ‘Nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden zouden zijn gevallen’, schrijft Bijleveld. De Kamer wil vanavond exact horen wat het ministerie nu precies gedeeld heeft over het bombardement, en zal het Bijleveld opnieuw lastig maken.

De Kamer wil vanavond exact horen wat het ministerie nu precies gedeeld heeft over het bombardement, en zal het Bijleveld opnieuw lastig maken. 

Rutte zegt zich ondertussen niet te kunnen herinneren dat hij direct werd ingelicht na de luchtaanval. Totaal ongeloofwaardig, stellen oppositiepartijen, die eisen dat het kabinet alle feiten op tafel legt.

Opnieuw debat over burgerdoden in Irak, oppositie is kritisch

NOS 27.11.2019 De Tweede Kamer debatteert met premier Rutte en Defensieminister Bijleveld over het bombardement op het Iraakse Hawija in 2015.Bij dat bombardement vielen zeker 70 burgerslachtoffers; het debat vanavond gaat vooral om de vraag: wie wist daar op welk moment van?

SP en GroenLinks richten pijlen op Rutte

MSN 27.11.2019 SP en GroenLinks richten hun pijlen tijdens het debat over burgerdoden in Irak op premier Mark Rutte. Zij vragen zich af of de verlenging van de missie in Irak, enkele weken na de aanval van Nederlandse F-16’s waarbij tientallen doden vielen, een rol heeft gespeeld bij het stilhouden van de burgerslachtoffers.

Lilian Marijnissen (SP) begrijpt niet waarom de alarmbellen in het kabinet niet afgingen na mediaberichten over veel burgerdoden. “Kwam het gewoon niet goed uit?”, vraagt ze zich af.

In het licht van de verlenging moet er in het kabinet gesproken zijn over burgerslachtoffers, denkt Jesse Klaver van GroenLinks. Dat besluit werd drie weken na de aanval genomen. “Het heeft er alle schijn van dat voor het doorgaan van de missie cruciale informatie is achtergehouden.”

De PvdA had bijna uitsluitend vragen aan minister Ank Bijleveld van Defensie. Er moet een einde komen aan de “beruchte Defensiecultuur” van geslotenheid, zei John Kerstens. Hij werd aangevallen door onder anderen Geert Wilders (PVV) omdat destijds ook PvdA-ministers op de hoogte werden gesteld van de gevolgen van de aanval. “U hebt boter op uw hoofd”, zei Tunahan Kuzu (Denk).

Wilders over Hawija: deze kwestie stinkt van alle kanten

Telegraaf 27.11.2019 Het kabinet krijgt van de oppositie de wind van voren over de manier waarop informatie is gedeeld over een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015. Daarbij vielen mogelijk 70 burgerslachtoffers. „Deze kwestie stinkt van alle kanten”, stelt PVV-leider Wilders.

Uit een brief van defensieminister Bijleveld blijkt dat behalve toenmalig minister Hennis ook ministers Van der Steur (Justitie) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren ingelicht over mogelijke burgerslachtoffers bij een bombardement van 3 juni 2015 op een autobommenfabriekje in Hawija. De informatie was met Ruttes ministerie Algemene Zaken gedeeld.

Hennis had volgens haar eigen herinnering ’vermoedelijk’ ook de premier mondeling op de hoogte gesteld van de bevindingen – grotere explosie dan verwacht, nader onderzoek nodig naar burgerslachtoffers. Rutte sluit niet uit dat het gesprek heeft plaatsgevonden, maar kan zich het niet herinneren.

SP: heeft Rutte dan niet doorgevraagd?

„Dat hebben we eerder gehoord”, hoont SP-fractieleider Marijnissen, die het spannende debat over de F-16 luchtaanval aftrapte. Ze wees erop dat de premier wel vaker op cruciale momenten zijn geheugen kwijt lijkt te zijn. Het verbaast haar dan ook niet dat dit bij de luchtaanval mogelijk opnieuw is gebeurd. „Kwam het hem goed uit, of drong het echt niet door en hebben we een ander probleem te pakken?”, wil zij van Rutte weten. „Heeft hij dan niet doorgevraagd?”

GL-leider Klaver denkt dat het het kabinet wel goed uitkwam om gegevens over de burgerdoden niet naar boven te laten komen. Toen de berichten over mogelijke slachtoffers naar buiten kwamen via diverse media en de Amerikanen die er onderzoek naar deden, moest Nederland beslissen over het verlengen van de Nederlandse militaire missie in Irak.

„Was het verlengen van de missie belangrijker dan de waarheid?”, wil Klaver weten. „Het heeft er alle schijn van dat cruciale info werd achtergehouden.” Hij wil een tijdlijn over de besluitvorming van de missie.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte buigen zich over de burgerdoden in Irak. Op de voorgrond enkele prominente Kamerleden.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte buigen zich over de burgerdoden in Irak. Op de voorgrond enkele prominente Kamerleden. Ⓒ ANP

Oppositieleider Wilders (PVV) vindt dat de Hawija-kwestie „aan alle kanten stinkt”. Hij heeft er moeite mee om de herinneringen van voormalig minister Hennis over het voorval te geloven.

Hij vraagt zich af hoe het kan dat zij niet geheel zeker weet dat zij premier Rutte ervan op de hoogte heeft gebracht, maar dat zij wel zeker lijkt te weten dat dit op een manier gebeurde die niet alarmerend was. „Hoe kan dat?”, wil Wilders weten. „Volgens mij kan alleen een geboren leugenaar dat.”

Leugenmachine

Ook hij wijst erop dat de VVD en de premier wel vaker aan geheugenverlies lijken te lijden, zoals bij de memo’s over de dividendtaks en het uit de duim gezogen bezoekje van Halbe Zijlstra aan het buitenhuis van Poetin. „De VVD is één grote leugenmachine”, concludeert de PVV’er. Hij weet het zeker. „Het einde van het kabinet is nabij en de burger zal zeggen: premier Rutte? Ik heb geen actieve herinnering aan die man.”

Ⓒ ANP

Wilders richt zijn pijlen ook op de PvdA. Niet alleen de premier zou namelijk over de mogelijke burgerdoden zijn geïnformeerd, maar ook toenmalig PvdA-ministers Koenders (Buitenlandse Zaken) en Ploumen (Buitenlandse Handel).

Volgens Wilders waren de PvdA-bewindslieden betrokken bij de brief die waarin Bijlevelds voorganger de Tweede Kamer verkeerd informeerde. „De handtekeningen van Koenders en Ploumen stonden eronder”, schampert hij. Hij noemt de PvdA ’medeschuldig’.

De coalitie is beduidend milder. D66-Kamerlid Belhaj wil 4,5 jaar na de luchtaanval dat er alsnog een nieuw onderzoek wordt gedaan naar de hoeveelheid burgerdoden in Hawija. Een Kamermeerderheid lijkt dat te gaan steunen.

Maar minister Bijleveld en premier Rutte lijken van D66 verder weinig te hoeven vrezen. Belhaj vindt dat Bijleveld haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Wel wil ze weten waarom de CDA-bewindsvrouw de afwikkeling zo ’onhandig’ heeft gedaan.

CDA-Kamerlid Van Helvert roemt precisiebombardementen van onze F-16-vliegers. „Maar juist als het fout gaat, moet Defensie zorgvuldig informeren”, erkent hij. Hij wil dat het kabinet kritisch terugblikt en lessen trekt.

Verslaggever Inge Lengton is live bij het debat aanwezig;

  Tweets by ‎@IngeLengton

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens het eerste debat in de Tweede Kamer over het Nederlands bombardement in Irak, begin november. © ANP/Bart Maat

Spanning in coalitie: iedereen wijst naar iedereen in Irakdossier

AD 27.11.2019 De spanning binnen de coalitie van Rutte III loopt op nu er meer bekend is over welke minister wanneer-wat-wist over de burgerdoden die in 2015 vielen bij een bombardement in Irak. En de oppositie beticht de premier van liegen.

Bijna drie weken wachtte politiek Den Haag op de brief waarin duidelijk zou worden wie wanneer op de hoogte werd gesteld van een misgelopen bombardement op 3 juni 2015 in de Iraakse stad Hawija. Maar nu de brief er ligt, is de onduidelijkheid eigenlijk alleen maar groter geworden.

Lees ook;

Bijleveld: toenmalig Defensieminister Hennis ‘vermoedt’ Rutte ingelicht te hebben

Lees meer

Hoe kun je zoveel burgerdoden vergeten? ‘Een rampzalig gegeven’

Hoe kun je zoveel burgerdoden vergeten? ‘Een rampzalig gegeven’

Lees meer

GroenLinks-leider Jesse Klaver blaast het hoogst van de toren. Volgens hem zijn de drie weken gebruikt om een relaas te componeren waarin premier Mark Rutte wordt vrijgepleit.

‘Vermoedelijk’

Ga maar na: toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis zegt dat ze de premier ‘vermoedelijk’ heeft ingelicht dat er onderzoek werd gedaan naar een tweede explosie nadat een Nederlandse F-16 zijn bom afgooide. Dat er gekeken moest worden of er burgerdoden waren gevallen. Rutte zegt zich dat niet te herinneren maar ‘sluit’ óók ‘niet uit’ dat het gesprek ‘heeft plaatsgevonden’.

Waterdichte verdediging.

Minister-president Mark Rutte (rechts), Defensieminister Jeanine Hennis en minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken woonden in juli 2016 de Navo-top in Warschau bij.

Minister-president Mark Rutte (rechts), Defensieminister Jeanine Hennis en minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken woonden in juli 2016 de Navo-top in Warschau bij. © EPA

Al wekt het haperende geheugen van Rutte schamper gelach. Zo ging het met de dividendbelasting en de bonnetjesaffaire ook al. En nu is het beeld dat hij zeventig burgerdoden in zijn oor gefluisterd kreeg, maar dat ‘vergat’.

Daarbij komt dat minister Ank Bijleveld van Defensie eerst leek te beamen dat er bij het bombardement zeventig burgers omkwamen. In het doelwit, een bommenfabriek, lagen namelijk veel meer explosieven lagen dan werd gedacht.

Maar nu schrijft ze dat het ‘tot op de dag van vandaag’ niet duidelijk is hoeveel burgers de dood vonden. Het Amerikaanse eindrapport werd namelijk nooit opgemaakt. Andere bronnen – de VN, het Rode Kruis, Airwars en persbureau Reuters – spreken over tussen 70 en 170 dodelijke slachtoffers.

Ongeloofwaardig

Dat dit grote aantal ‘niet bij de politieke top terechtkwam’ vindt Klaver ‘ontluisterend en volstrekt ongeloofwaardig’. ,,Of het systeem werkt niet, of het is niet waar.”

Maar toen Hennis premier Rutte informeerde, noemde zij überhaupt geen aantallen, liet Hennis weten. Ze sprak ‘slechts’, benadrukt men in VVD-kringen, van een ‘onderzoek’ dat moest uitwijzen óf er doden waren gevallen. Ze sloeg daarbij bovendien geen ‘alarmerende toon’ aan. Zo werd het toenmalig minister Bert Koenders (PvdA) van Buitenlandse Zaken ook verteld.

Bliksemafleider van Rutte

De kwestie zorgt ondertussen wel voor tweespalt bínnen de coalitie. Áls het debat misloopt, mag het niet zo zijn dat alleen Bijleveld moet aftreden in het debat vandaag, benadrukken CDA’ers. Ze wordt niet de bliksemafleider van Rutte, waarschuwt een ingewijde.

De liberalen hebben op hun beurt juist een appeltje te schillen met CDA’er Bijleveld. In een poging haar straatje schoon te vegen in het eerste debat over Hawija noemde ze haar voorganger Hennis bij naam. ,,Wel vier keer.” Dat vonden VVD’ers weinig chique. Bovendien werd zij daardoor ook in haar nieuwe baan, VN-gezant in Irak, mikpunt van protesten.

Anderen betrokkenen uit 2015 wijzen erop dat Hennis dat niet deed toen zij in 2017 moest aftreden. Zij noemde de naam van Hans Hillen niet, terwijl onder zijn verantwoordelijkheid een partij mortiergranaten werd gekocht die een fataal ongeluk in Mali veroorzaakte.

Bij het CDA en Bijleveld is bovendien ergernis over de manier waarop D66-Tweede Kamerlid Salima Belhaj, een coalitiegenoot, haar tijdens het debat wel erg scherp bevroeg.

Ik geloof de premier als hij zegt dat hij zich niets kan herinneren, ja, aldus ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers.

Al lijken D66 en ChristenUnie de rangen nu wel te sluiten. Jetten wil wel weten waarom Rutte niet op onderzoek uitging toen er van burgerdoden werd gesproken. Maar om dat ‘nalatig’ te noemen? ,,Nee, dat gaat weer te ver.”

Ook ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers wil vooral ‘vooruitkijken’ over hoe ministers in de toekomst over incidenten worden geïnformeerd. ,,Ik geloof de premier als hij zegt dat hij zich niets kan herinneren, ja. Het zal op zo’n manier zijn gedaan dat het geen indruk heeft achtergelaten.”

In de oppositie is men er niet zo klaar mee. Naast GroenLinks staan nog tien fracties klaar met kritiek.

Lastig parket

Alleen de PvdA zit in een lastig parket. De partij steunde begin november een motie van wantrouwen tegen Bijleveld, omdat haar voorganger Hennis de Kamer verkeerd had geïnformeerd. Zij stelde tot twee keer toe dat er ‘voor zover op dit moment bekend’ geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers, terwijl zij toen al meer wist.

Maar nu blijkt dat juist toenmalig PvdA-minister Koenders vanaf juni 2015 vijf keer werd verteld dat er onderzoek liep naar Hawija. Al houdt Koenders (eveneens) vol daar geen herinnering aan te hebben.

Het is nog al een verschil of iemand heeft gezegd: joh, ga even zitten, want ik moet je vertellen dat er misschien iets heel ergs is gebeurd, aldus PvdA-leider Lodewijk Asscher

PvdA-leider Lodewijk Asscher vergoelijkt dat. ,,Het is nog al een verschil of iemand heeft gezegd: we doen onderzoek naar iets, of er is gezegd: joh, ga even zitten, want ik moet je vertellen dat er misschien iets heel ergs is gebeurd.” Maar daarmee verexcuseert hij ook Rutte.

Of daarom een eensgezinde aanval van de oppositie op het kabinet echt van de grond komt, valt te betwijfelen. Maar het haperende geheugen van Rutte en de wispelturig informerende Bijleveld zijn sowieso een duidelijk doelwit.

Drie weken geleden overleefde Bijleveld een loodzwaar debat over burgerdoden in Irak. Woensdag moet zij er opnieuw voor naar de Kamer, dit keer samen met premier Rutte. Beeld ANP

Welke partijen geloven de feiten van Rutte en Bijleveld?

Trouw 27.11.2019 Het kabinet moet de Kamer overtuigen dat Rutte echt niets wist, en dat er om goede redenen verschillen zijn tussen wat Bijleveld in een brief en in een eerder debat meldde.

Oppositiepartijen hebben de messen geslepen als premier Mark Rutte en minister van defensie Ank Bijleveld vanavond hun opwachting maken in de Kamer. De twee moeten tekst en uitleg geven over wie in juni 2015 weet had van mogelijk grote aantallen burgerdoden bij een Nederlands bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in de Irakese plaats Hawija.

Een fors deel van de discussie zal zich op de premier toespitsen. Volgens de brief die het kabinet maandagavond naar de Kamer stuurde, is Rutte destijds door defensieminister Jeanine Hennis waarschijnlijk slechts ‘op niet-alarmerende toon’ verteld over ‘mogelijke burgerdoden’. Dat zou het verklaarbaar maken dat hij zich later niets herinnerde van het gesprek.

Jesse Klaver (GroenLinks) plaatst vraagtekens bij deze brief. “Het heeft er alle schijn van dat men drie weken bezig is geweest de premier uit de wind te houden.” Klaver ‘krijgt de stellige indruk’ dat het feitenrelaas dat de Kamer deze week kreeg zo is opgebouwd dat het een plausibel klinkend verhaal creëert rond Rutte’s bewering dat hij zich niets herinnert.

‘Ik zou zoiets wel onthouden’

Ook Sadet Karabulut (SP) is kritisch over de uitleg van het kabinet. Toen Hennis met Rutte sprak waren er op het ministerie van defensie al verschillende aanwijzingen dat het aantal burgerdoden bij Hawija uitzonderlijk hoog lag. “Dat haar toon niet alarmerend was, klinkt dan ongeloofwaardig.

Ik heb niet het gevoel dat de Kamer met deze brief alle feiten en achterliggende beweegredenen krijgt.” De oppositiepartijen vermoeden dat het nieuws over burgerdoden destijds is weggemoffeld om de gewenste verlenging van de missie niet in gevaar te brengen.

Zelfs coalitiepartner ChristenUnie heeft moeite de verdediging van het kabinet van harte te steunen. Fractieleider Gert-Jan Segers zegt dat de brief van Bijleveld ‘voor mij wel maximale helderheid schept’ over wat er is gebeurd, maar aarzelt om te zeggen dat hij het geloofwaardig vindt dat Rutte zich een eventuele melding van burgerdoden niet herinnert. “Ik zou zoiets wel onthouden.”

De geloofwaardigheid van de premier en het functioneren van zijn geheugen zal nadrukkelijk onderwerp zijn van debat. Bij andere lastige onderwerpen liet zijn geheugen hem ook in de steek. Zo had hij ‘geen actieve herinneringen’ dat hij met anderen sprak over de bekentenis van Halbe Zijlstra dat die loog over een ontmoeting met Poetin. Ook had hij ‘geen herinneringen’ aan memo’s over de dividendbelasting.

Reconstructie van Bijleveld 

Ook CDA-minister Ank Bijleveld heeft een probleem. In het Kamerdebat van 5 november zei ze dat het voor Hennis op 9 juni 2019 duidelijk was dat er ‘waarschijnlijk veel burgerslachtoffers’ waren gevallen. Maandagavond schreef ze dat Defensie destijds alleen wist van ‘mogelijke burgerslachtoffers’.

Sommige partijen zien deze herziening als een truc om Rutte uit de wind te houden. ‘Ik ben geneigd de Bijleveld uit het debat te geloven’, concludeert Klaver bijvoorbeeld.

CDA-Kamerlid Martijn van Helvert vindt deze discrepantie wel verklaarbaar. “De minister maakt een reconstructie. Daar had ze voorafgaand aan het eerste debat maar twee uur de tijd voor. Nu had ze er drie weken voor.” Coalitiepartijen lijken dan ook hun best te doen om Bijleveld overeind te houden. Segers prijst haar voor het scheppen van helderheid, ‘ook als ze eerder wat te stellig was.’

De minister wacht een zware uitdaging. Zij moet de Kamer overtuigen dat haar tweede versie van de feiten de juiste is, om zo Rutte uit de wind te houden. Ondertussen moet zij de Kamer begrip vragen voor de manier waarop zij drie weken geleden een heel ander beeld schetste.

Veel hangt waarschijnlijk ook af van de manier waarop Bijleveld het debat aangaat. Drie weken geleden vonden geërgerde Kamerleden dat zij een verkeerde toon aansloeg. Ze had beter door het stof kunnen gaan, in plaats van waardering te claimen voor een nieuw beleid van openheid over bombardementen waar ze naar eigen zeggen voor gekozen had.

Lees ook: Bijleveld komt terug op eerdere beweringen over ‘Hawija’

Het was nooit duidelijk hoeveel doden er precies zijn gevallen, zegt Defensie nu over het bombardement in Irak. 

Waarom de gehavende minister Bijleveld toch mag blijven

Met een ware Houdini-act ontsnapte minister Ank Bijleveld van defensie drie weken geleden aan aftreden. Ze overleefde op het nippertje een motie van wantrouwen, ingediend door GroenLinks. 

Meer over; Ank Bijleveld politiek Mark Rutte Kamer Marno de Boer

Bij een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in Irak zijn in 2015 zeker zeventig burgers gedood. Door het bombardement werd een complete wijk in Hawija verwoest. Beeld Defensie

Waarom herinnert Rutte zich de tientallen burgerdoden uit Hawija niet?

VK 26.11.2019 Woensdagavond moet premier Rutte tijdens een Tweede Kamerdebat uitleg geven wat hij wist van de circa 70 burgerdoden die in 2015 vielen door een Nederlands bombardement in Hawija. De nieuwe brief van Defensieminister Bijleveld verschaft de oppositie – die uit is op het hoofd van premier Rutte – weinig munitie.

‘Ik rende met mijn zoon en vrouw en zocht bescherming onder de trap’, zegt Hassan Mahmoud al-Jubbouri. ‘Na de eerste explosie volgden er nog drie of vier, en ik voelde hoe het dak leek te gaan instorten.’ Buiten waren ‘gewapende strijders aan het schreeuwen’, zij ‘oogden heel verward. Ik hielp een familie onder het puin vandaan trekken. Hun lichamen waren verminkt. We brachten een deken en verzamelden al hun lichaamsdelen en brachten ze naar de begraafplaats.’

Aldus het relaas van een 67-jarige overlevende van de luchtaanval op Hawija dat een dag na die derde juni 2015 te lezen viel in een bericht van persbureau Reuters. Zoals minister van Defensie Ank Bijleveld fijntjes optekent in haar brief aan de Kamer, lieten Nederlandse media het collectief passeren. Touché.

Maar de grotere vraag die ze woensdagavond tijdens het Kamerdebat mag beantwoorden, is: hoe kan het dat, terwijl direct duidelijk was dat er tientallen doden waren gevallen, ‘IS-terroristen en burgers’, Defensie deze feiten vier jaar lang niet openbaar maakte?

In het vorige Kamerdebat deed Bijleveld opzichtig de suggestie om vooral ook naar de rol van anderen te kijken – premier Mark Rutte en haar voorganger Jeanine Hennis voorop, gevolgd door andere ministeries en haar eigen ambtelijk apparaat.

Hoewel deze suggestie in de Kamer en in sommige media enthousiast werd begroet – Mark Rutte is immers al negen jaar aan de macht – biedt Bijleveld de Torentje-bestormers weinig munitie in haar jongste brief.

Ruttes vertegenwoordiger was niet aanwezig tijdens de vergadering van de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO) van 4 juni, waar de basisfeiten passeerden zonder aantallen burgerslachtoffers te noemen ‘aangezien deze niet konden worden vastgesteld’. Het verslag dat hij wel kreeg, was summier.

Op dezelfde wijze werd minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders op de hoogte gesteld. Hennis heeft ‘vermoedelijk’ ook nog met Rutte gesproken hierover, op een ‘niet alarmerende toon’, maar Rutte herinnert zich dat niet. De oppositie, die bloed ruikt, zal zich hierop richten, maar echt onthullend is het beeld dat oprijst over Defensie – en de minister zelf.

Wijsheid achteraf

Bijleveld waarschuwt impliciet voor ‘hindsight bias’, wijsheid achteraf die voorbijgaat aan de context waarin de gebeurtenis zich ontvouwde. Inderdaad, er woedde in 2015 een bloedig conflict met IS, een terreurgroep die burgers graag als dekking gebruikte en uitblonk in extreem en buitensporig geweld.

Tegen bevolkingsgroepen als de Jezidi’s, maar ook tegen een gevangen genomen Jordaanse piloot, die in brand werd gestoken. En een organisatie die aanslagen pleegde in Europa. Militairen mochten hier in het openbaar niet meer in uniform reizen, vanwege die dreiging.

Daartegenover stond een internationale luchtcoalitie die bekendstond (en in de VS en Groot-Brittannië bekritiseerd werd) om haar voorzichtige en zorgvuldige procedures bij het kiezen van doelen en bij de aanvallen zelf. Zie ook de Nederlandse ervaring: bij meer dan 2.100 keer wapeninzet hoefden slechts vier gevallen door het Openbaar Ministerie te worden onderzocht.

Maar Bijleveld verweert zich tegen een beschuldiging die (bijna) niemand uit. Zelden trok Nederland ten strijde met zoveel publieke steun. De Nederlandse vliegers wordt niets verweten – en natuurlijk was hun veiligheid een prioriteit.

Je kunt je zelfs voorstellen dat bij Defensie de angst leefde dat er toch met een beschuldigende vinger naar het eigen personeel zou worden gewezen, dat een vuil klusje opknapte terwijl de rest van het land vrolijk door winkelde. Het was oorlog en het uitschakelen van een bommenfabriek van IS heeft ongetwijfeld veel slachtoffers voorkomen, onder burgers en onder de plaatselijke bestrijders van IS.

De vraag die nu leeft in de Kamer is juist: waarom heeft niemand bij Defensie beseft dat je een onbedoeld effect van een op zich juiste luchtaanval niet zomaar onder de pet kunt houden, jaren en jaren lang? En waarom heeft niemand gezien dat juist dat zwijgen het publieke vertrouwen in Defensie ondermijnt?

Overdreven formalisme

Voor het antwoord kom je onherroepelijk terecht bij de cultuur bij Defensie, waar de politieke en de militaire top elkaar al jaren lijken te verlammen in hun wederzijdse pogingen de neuzen één kant op te krijgen.

En alle onenigheid in eigen huis te houden. Overdreven formalisme, het soms op surrealistische wijze vasthouden aan een ambtelijke realiteit, terwijl de harde feiten – hoewel ‘incompleet’ – je in de ogen aanstaren. Het was tenslotte oorlog.

Nederland zweeg samen met andere Europese landen, dat wel. Die hadden de VS zelfs gemaand minder transparant te worden over burgerslachtoffers. De maand voor ‘Hawija’ erkenden de VS voor het eerst dat ze burgerslachtoffers hadden gemaakt.

In de periode tot mei 2017 gaven ze toe tot dan toe verantwoordelijk te zijn voor 377 burgerslachtoffers, inclusief 105 burgerdoden bij één incident in Mosul. Het toont dat over de balans tussen ‘operationele veiligheid’ en ‘transparantie’ ook door militairen verschillend gedacht kan worden.

Het politieke probleem voor Bijleveld bestaat eruit dat er vooral in de directe periode na de luchtaanval veel voor te zeggen viel om eerst de zaken goed uit te zoeken: wat was de rol van de vlieger? Waren de coördinaten juist?

Van wie kwam de informatie over het doel? Behalve de zoektocht naar deze en andere antwoorden gold, zeker toen de vliegers nog ter plaatse waren, dat hun operationele veiligheid – en inzetbaarheid – niet in gevaar gebracht mocht worden. Na hun rotatie lag dat al anders en na afloop van de missie, op 31 december 2018, helemaal.

Hadden op dat moment het morele imperatief en de politieke noodzaak tot transparantie niet de doorslag moeten geven, zal de Kamer vragen. Oud-commandant der strijdkrachten Dick Berlijn beantwoordde die vraag in de Volkskrant positief.

Aangezien opeenvolgende ministers van Defensie dit probleem blijkbaar nooit openlijk op tafel hebben gelegd in de ministerraad, moeten zij voor het vinden van antwoorden op deze politieke vragen vooral goed in de spiegel kijken. Met in de hand dat Reuters-bericht van 4 juni 2015, dat Bijleveld, zich beroepend op het Amerikaanse hoofdkwartier Centcom, in de brief van deze week alsnog citeert.

Dit is nu bekend over de informatievoorziening rond de aanval in Hawija;

Oktober 2014: Nederland begint bijdrage aan luchtcampagne van anti-IS-coalitie boven Irak.

Nacht van 2 op 3 juni 2015: Nederlandse F-16’s voeren een aanval uit op IS-faciliteit waar autobommen worden geproduceerd. Uit de eigen Battle Damage Assessment blijkt direct dat er sprake is van ‘onbedoelde nevenschade’, kortom: schade aan gebouwen.

4 juni 2015: Reuters meldt dat bij het bombardement op Hawija ‘een hele wijk’ is weggevaagd. Betrokkenen ter plaatse schatten het aantal doden op zeventig, zowel IS-terroristen als burgers. In de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO) wordt de aanval besproken, inclusief de ‘secundaire explosies’, het ‘zorgvuldige targeting proces’ en de ‘mogelijkheid van eventuele burgerslachtoffers’. De ministers van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie worden schriftelijk geïnformeerd. Algemene Zaken, het departement van premier Rutte, was afwezig in de SMO van 4 juni.

Juni 2015-mei 2016: tijdens deze hele periode is in de SMO met geen woord gerept over de aanval op Hawija.

9 juni 2015: minister van Defensie Hennis wordt gebriefd over de aanval. Voorlopig onderzoek door Centcom, het Amerikaanse hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie, wijst uit dat het ‘geloofwaardig’ is dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het ‘voorlopige onderzoek’ ontvangt Defensie op 15 juni.

23 juni 2015: In antwoord op Kamervragen, schrijft Hennis dat voor zover op dat moment bekend in de luchtcampagne tegen IS geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers.

Augustus 2015: Het Internationale Rode Kruis overhandigt aan Nederlandse ambassade in Bagdad een vertrouwelijke lijst van onbevestigde gevallen met burgerslachtoffers, waarin een aanval op Hawija op 4 november genoemd wordt waarbij naar verluidt 170 burgers waren gedood. De niet-gouvernementele organisatie Airwars spreekt in een openbaar rapport over tussen de 70 en 150 burgerdoden in Hawija.

Jan/feb 2016: Het initiële onderzoek van Centcom (d.d. 15 juni 2015) wordt door Defensie naar het OM gestuurd. De Yweede Kamer wordt erover ingelicht dat er twee gevallen van mogelijke burgerslachtoffers worden onderzocht.

1 juni 2017: De Tweede Kamer wordt vertrouwelijk ingelicht over gevallen waarbij mogelijk sprake was van burgerslachtoffers door Nederlandse wapeninzet.

13 april 2018: Minister Bijleveld licht de Kamer in over uitkomsten van onderzoeken van het Openbaar Ministerie naar aanvallen waarbij mogelijk sprake was van burgerslachtoffers. Locatie, datum en vermoedelijk aantal slachtoffers worden niet genoemd omdat ‘de inzet nog gaande was’.

1 januari 2019: De F-16-missie is afgelopen, het argument dat in april 2018 werd gehanteerd om informatie achter te houden, vervalt. Defensie ‘gaat aan de slag met een nieuwe toets van mogelijkheden van meer transparantie’.

Mei 2019: Minister Bijleveld zegt toe na het zomerreces te komen met een reactie op voorstellen van Kamerleden omtrent meer transparantie inzake mogelijke burgerslachtoffers.

30 september 2019: Minister Bijleveld vraagt de Kamer om meer tijd voor deze inhoudelijke reactie, ‘in het kader van zorgvuldigheid’.

18 oktober 2019: NRC en NOS melden dat Nederlandse F-16’s de luchtaanval op Hawija uitvoerden. Het Pentagon heeft desgevraagd gezegd dat er daarbij zeventig burgerdoden vielen. Bijleveld belooft dat de Kamer ‘op korte termijn’ wordt geïnformeerd over de haalbaarheid van meer transparantie.

4 november 2019: minister Bijleveld meldt de Kamer dat ‘op basis van de door Centcom aangehaalde open bronnen’ bij een Nederlandse aanval op Hawija in juni 2015 ‘ongeveer 70 slachtoffers’ zijn gevallen, ‘zowel IS-strijders als burgers’.

Meer over; Ank Bijleveld politiek Hawija misdaad, recht en justitie Defensie Kamer conflicten, oorlog en vrede misdaad Arnout Brouwers

Waarom kan Rutte zich de burgerdoden in Hawija niet herinneren?

NU 26.11.2019 Ook na twee weken grondig onderzoek zijn de herinneringen van premier Mark Rutte over de Nederlandse bombardementen op Hawija waar tientallen burgerslachtoffers bij vielen niet gevonden. Uit de Kamerbrief van maandag bleek dat de premier “vermoedelijk” is geïnformeerd, maar Rutte kan het zich niet herinneren.

Woensdag 27.11.2019 debatteert de Tweede Kamer opnieuw met defensieminister Ank Bijleveld en ook met premier Rutte. Een deel van de Kamer vraagt zich af: hoe vergeet je zoiets?

“Ik kan niet in het hoofd van iemand kijken. Wat de premier zegt, neem ik voor waar aan. Ik denk wel dat ik het zou hebben onthouden”, zegt ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers.

Ook Rob Jetten (D66) wil opheldering. “Mijn gevoel zegt dat het zoveel indruk op je zou maken dat je daar meer van wil weten.” PvdA’er Lodewijk Asscher, in het vorige kabinet nog vicepremier en minister zegt destijds niet geïnformeerd te zijn, maar denkt het anders wel onthouden te hebben. “Zoiets vergeet je niet snel.”

GroenLinks-leider Jesse Klaver noemt het zelfs “ongeloofwaardig” dat de premier zich niets herinnert van het gesprek met toenmalig defensieminister Jeanine Hennis over de luchtaanval op de Iraakse stad Hawija waar tientallen doden zijn gevallen.

NOS en NRC brachten begin november aan het licht dat bij Nederlandse bombardementen in Irak 74 burgerslachtoffers zijn gevallen. Vier burgerdoden bij een aanval op een woning in Mosoel en zeker zeventig burgerdoden bij het bombardement op een IS-bommenfabriek in Hawija.

Bijleveld wijst naar voorganger Hennis

Minister Ank Bijleveld moest twee weken geleden toegeven dat Nederland inderdaad verantwoordelijk was voor de aanval in Hawija. Zij voegde daaraan toe dat haar voorganger, Hennis, dat in 2015 al wist en dat voor de Tweede Kamer verzwegen had.

In een bijgaand feitenrelaas merkte Bijleveld terloops ook op dat het “aannemelijk” was dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte, in 2015 op de hoogte zijn gesteld. Maar daar staat de premier helemaal niets van bij.

Het optreden van Bijleveld twee weken geleden riep bij de Kamer meer vragen dan antwoorden op: er moest zo snel mogelijk opheldering komen over wie wat wanneer wist.

Uit de Kamerbrief van afgelopen maandag blijkt dat Hennis in 2015 de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, mondeling heeft geïnformeerd over Hawija en dat ze de premier “vermoedelijk” over dit onderwerp heeft gesproken. De toon van haar boodschap zou “niet alarmerend” zijn geweest. Premier Rutte zegt zich dat gesprek niet te kunnen herinneren, maar sluit ook niet uit dat het wel heeft plaatsgevonden.

Zie ook: Oud-minister Hennis informeerde Rutte ‘vermoedelijk’ over luchtaanval Irak

Vragen over ‘vaagheid’ Kamerbrief

Wat D66’er Jetten betreft, is dit nog te vaag. “Wat wordt er bedoeld met ‘een alarmerende toon’?” Als alle info die nu bekend is, gedeeld zou zijn met de premier, dan lijkt hem dat iets wat hijzelf niet snel zal vergeten. Het is voor Jetten van belang hoe en welke info er gedeeld is.

Dat vindt ook Asscher. “Ik heb nog veel vragen. Iedereen die te horen krijgt dat er zeventig doden zijn gevallen bij een bombardement, die vergeet dat niet. Maar ik heb niet de indruk dat premier Rutte op die manier is geïnformeerd. Dat roept de vraag op wat Defensie verstaat onder informeren. Dat is belangrijk, omdat we moeten kunnen vertrouwen dat Defensie het hele verhaal vertelt.”

SP’er Sadet Karabulut kan moeilijk geloven dat na het zien van de beelden van de bombardementen en de berichten die destijds binnenkwamen er niet op een alarmerende toon met de premier is gesproken. “Was het misschien de bedoeling van Defensie om überhaupt niet te informeren?”, vraagt de SP’er zich af. Zij wijst erop dat Defensie de militaire missie tegen IS presenteerde als een effectieve oorlog met precisiebommen waar weinig burgerslachtoffers bij vielen.

Klaver denkt dat er meer speelt. “Je ziet dat minister Bijleveld twee weken geleden de berichtgeving waar gesproken wordt over zeventig doden bevestigt, maar dat verhaal is gaan veranderen nadat premier Rutte zei dat hij zich niet kan herinneren dat hierover is geïnformeerd.” aldus Klaver. “Ik heb de stellige indruk dat de nieuwe lijn van het kabinet gebouwd is om de uitspraak van Rutte dat hij zich niets meer kan herinneren. Hij is onhandig geweest en hij probeert zich er nu uit te redden.”

Minister Bijleveld overleefde een motie van wantrouwen. (Foto: Pro Shots)

Oppositie zal geloofwaardigheid Rutte betwisten

De oppositie zal van het debat gebruikmaken om de geloofwaardigheid van Rutte in twijfel te trekken. De premier kon zich eerder ook al de dividendmemo’s niet herinneren en ook tijdens de politieke nasleep van de Teevendeal had zijn ministerie moeite bepaalde zaken terug te halen.

De premier worstelt met de stikstofproblematiek en verkondigde dat de verlaging van de maximumsnelheid van 130 kilometer per uur naar 100 de “grootste crisis” van zijn negenjarig premierschap was. Toch lijkt het erop dat zowel Rutte als Bijleveld, die twee weken geleden nog ternauwernood een motie van wantrouwen overleefde, door kunnen. VVD en CDA steunen hun bewindspersonen en coalitiepartners D66 en CU zijn niet van plan een eigen koers te varen.

Hoewel het kabinet twee weken geleden nog sprak over zeventig doden en nu schrijft dat een precies aantal niet is vast te stellen, vindt Segers (CU) dat de Kamerbrief van maandag “maximale helderheid” biedt. “Er is helderheid gekomen over wanneer de info is binnengekomen en wanneer dat met de minister-president is gedeeld.”

D66’er Jetten is kritisch en wil dat Defensie leert van de fouten door onder andere actiever te onderzoeken hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen na een Nederlandse aanval, maar vindt niet dat de positie van Rutte of van Bijleveld ter discussie staat. “Het is duidelijk dat Nederland destijds onvoldoende heeft gedaan om de onderste steen boven te krijgen. Dit is een hele harde les voor Defensie.”

Lees meer over: Politiek  Mark Rutte

Hoewel aanvankelijk werd gesproken van 70 doden bij Nederlandse luchtaanvallen in Irak, valt de exacte hoeveelheid burgerslachtoffers nog altijd niet vast te stellen. De Tweede Kamer debatteert woensdag over de kwestie. Ⓒ ANP

Coalitie houdt Rutte en Bijleveld uit de wind

Telegraaf 26.11.2019 De Tweede Kamer debatteert woensdag met premier Rutte en minister Bijleveld (Defensie) over burgerslachtoffers die in de strijd tegen IS vielen bij een luchtaanval van Nederlandse F-16’s in Irak. De coalitie lijkt vastbesloten de bewindslieden uit de wind te houden.

Voor partijleider Jetten van D66 hoeft de vertrouwensvraag niet meer op tafel te komen. „Die is bij het vorige debat al gesteld.” In dat debat was D66 van de coalitiepartijen nog het meest kritisch op het optreden van defensieminister Bijleveld. Nu lijkt de bewindsvrouw zich van bescherming verzekerd. De brief die Bijleveld maandagavond naar de Kamer stuurde is ook ’beter dan de vorige’.

Harde les

Wel blijft het een ’harde les’ dat er bij Defensie en de andere ministeries geen alarmbellen zijn gaan rinkelen toen het er op leek dat bij de Nederlandse luchtaanval van 2 op 3 juni 2015 op een bommenfabriek in het Iraakse Hawija burgerslachtoffers waren gevallen. Premier Rutte moet ’meer context’ schetsen, vindt Jetten.

Uit de nieuwe informatie blijkt dat behalve toenmalig minister Hennis ook ministers Van der Steur (Justitie) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren ingelicht over mogelijke burgerslachtoffers bij het bewuste bombardement. De informatie – grotere explosie dan verwacht, nader onderzoek nodig naar burgerslachtoffers – was met Ruttes ministerie Algemene Zaken gedeeld. Hennis had volgens haar eigen herinnering waarschijnlijk ook de premier mondeling van de bevindingen op de hoogte gesteld. Rutte sluit dat niet uit, maar kan zich het niet herinneren. Koenders herinnert het zich evenmin.

Hoewel aanvankelijk werd gesproken van zeventig doden, valt het exacte aantal burgerslachtoffers nog altijd niet vast te stellen. Evenmin is duidelijk geworden hoe het kon dat Hennis destijds de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd over Iraakse burgerslachtoffers bij Nederlandse luchtaanvallen.

“Ik kan niet in iemands hoofd kijken”

„Dit schept voor mij maximale helderheid”, zegt CU-leider Segers. Zelf denkt hij dat hij het wel zou onthouden als hem was verteld van mogelijke slachtoffers. ,,Maar ik kan niet in iemands hoofd kijken.” Nu is het zaak ’lessen te trekken’.

Dat vindt CDA-Kamerlid Van Helvert ook. „Er is onder de vorige minister een grote fout gemaakt door de Kamer niet te informeren. Dat is onder deze minister ontdekt. Nu moeten we ervan leren en zorgen voor meer transparantie over militaire operaties.” Het uitgangspunt voor Bijleveld is nu anders dan bij het debat van twee weken geleden dat de bewindsvrouw met de hakken over de sloot overleefde. „Toen had ze twee uur de tijd om de feiten op een rij te zetten. Nu twee weken.”

De oppositie neemt geen genoegen met de uitleg van Bijleveld. GL-voorman Klaver gelooft er niks van dat premier Rutte van niks wist. „Zelfs ik krijg informatie mee uit buitenlandse kranten. Rutte heeft een heel leger ambtenaren om die informatie voor hem te verzamelen.” PVV-leider Wilders noemt de uitleg ’ongeloofwaardig’. Volgens SP-Kamerlid Karabulut heeft de minister alleen nog maar meer mist gecreëerd.

Verwarrend

PvdA-leider Asscher vindt de brief van Bijleveld een ’onbevredigend en verwarrend verhaal’. „We hebben tijdens het vorige debat het vertrouwen opgezegd in de minister. Dat is met deze brief niet hersteld. Aan de andere kant moet je je er ook bij neerleggen als zo’n motie van wantrouwen het niet haalt.” Volgens de vice-premier uit het vorige kabinet speelt bij de positie van de PvdA ’op geen enkele manier’ mee dat partijgenoot Koenders was ingelicht over mogelijke burgerdoden. Asscher gelooft Koenders dat hij er niks van wist.

Bekijk meer van; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Mark Rutte Bert Koenders Hennis Segers Lodewijk Asscher Hawija Islamitische Staat

Hoe kun je zoveel burgerdoden vergeten? ‘Een rampzalig gegeven’

AD 26.11.2019 Hoe kun je een melding over burgerdoden nou vergeten, zoals premier Rutte en oud-minister Koenders claimen? (Ervarings)deskundigen aan het woord over ‘oorlogsmist’, verhullende formuleringen en de feilbaarheid van ons geheugen. ‘Hòe je iets zegt, maakt veel uit’.

Voor oppositiepartijen is het compleet ongeloofwaardig: zowel premier Mark Rutte heeft – net als toenmalig minister Bert Koenders – ‘geen herinnering’ aan het gesprek waarin Defensieminister Jeanine Hennis aangaf dat een Nederlands bombardement in Hawija (Irak) op 4 juni 2015 veel meer schade veroorzaakte dan gepland.

,,De toon van de boodschap was niet alarmerend”, schreef haar opvolger Ank Bijleveld (CDA) maandagavond aan de Tweede Kamer. ,,Ze maakte feitelijk melding van een explosie (…) en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden gevallen waren.”

Rampzalig

Terwijl bij termen als bombardement, Irak en mogelijke burgerdoden toch alle alarmbellen af moeten gaan, zegt ook voormalig SP-Kamerlid Harry van Bommel, die jaren geleden al Kamervragen stelde over de kwestie: ,,De mogelijkheid van burgerslachtoffers is een rampzalig gegeven voor het kabinet: het is ondermijnend voor je draagvlak om een missie voort te zetten.”

Generaal-majoor buiten dienst Frank Van Kappen: ,,Als je iets op tafel krijgt met burgerslachtoffers is dat geen klein bier, volgens de procedures wordt dat gedeeld met de bazen van alle betrokken ministeries”, zegt de VVD-senator die in het verleden de VN-secretaris generaal adviseerde over vredesoperaties. Oud-Defensieminister Hans Hillen (CDA), op de vraag of hij een melding over burgerdoden zou onthouden: ,,Tuurlijk, je leeft heel erg mee.”

Minister Ank Bijleveld van Defensie (CDA) meldde eerder deze week dat haar voorganger Hennis melding over mogelijke burgerdoden maakte bij Rutte en Koenders.

Minister Ank Bijleveld van Defensie (CDA) meldde eerder deze week dat haar voorganger Hennis melding over mogelijke burgerdoden maakte bij Rutte en Koenders. © ANP

Hoe kan het dan dat Koenders en Rutte zich niks meer herinneren van zo’n letterlijk en figuurlijk explosieve mededeling? Is dat nu jaren later dan een gewiekste Haagse formulering om een kabinetscrisis te bezweren, of kan het zijn dat ze het daadwerkelijk niet meer weten?

Rechtspsycholoog Sophie van der Zee (Erasmus Universiteit Rotterdam) waarschuwt vooral dat we de vergeetachtigheid niet te makkelijk af moeten doen als functionele ‘Haagse amnesie’: ,,Je kijkt met kennis van nu terug. We weten nu van die waarschijnlijk 70 burgerdoden en zeggen dan: hoe kun je zoiets nou vergeten?

Maar in de wetenschap kennen we de term ‘hindsight bias’, de wijsheid achteraf. Op het moment dat je informatie hebt en de afloop nog niet kent, waardeer en taxeer je die anders. Zo verwijten we de kapitein van de Titanic dat hij ondanks de ijsbergen harder ging varen. Maar dat doen we omdat we weten dat het schip daardoor ten onder ging.”

Nog een voorbeeld: ,,Er is beroemd onderzoek naar de dood van een zwerver die overleed na een arrestatie op de stoep bij een Amsterdams politiebureau. Later is getuigen gevraagd of er sprake was van excessief geweld door de agenten.

De grote meerderheid zei: ja. Maar twee mensen waren milder, zij stelden dat er geen buitensporig geweld was toegepast. Wat bleek? Deze twee waren toeristen, zij wisten niet dat de zwerver uiteindelijk overleden was na de arrestatie. Zij redeneerden dus niet naar de uitkomst toe.”

Voormalig minister van Defensie Hans Hillen (CDA).

Voormalig minister van Defensie Hans Hillen (CDA). © ANP

Daarbij maakt het een enorm verschil wat er precies gemeld is, op welke toon, binnen welke context, zeggen Van der Zee, Hillen en Van Kappen: ,,Was het terloops”, zegt Van Kappen. ,,Of een uitgebreid schriftelijk verslag?” Hillen: ,,Vergeet niet dat het ministerschap een rollercoaster is, met de hele dag door zoveel informatie. En informatie over zulke zaken komt vaak druppelsgewijs binnen, uit verschillende bronnen, die elkaar soms ook tegenspreken.”

Van der Zee: ,,Stel dat toen tegen Rutte gezegd is: het bombardement is volgens plan uitgevoerd, het doel is uitgeschakeld, maar er is nog onduidelijkheid over mogelijke burgerdoden. Dan kan de boodschapper denken: ik heb het verteld, maar Rutte kan even goed denken: ik heb nooit meegekregen dat er zoveel burgerdoden gevallen zijn. In zekere zin hebben ze dan beiden gelijk.”

Daarom komt het er – ook in het debat vandaag –op aan hoe Hennis haar collega’s informeerde, welke woorden ze gebruikte, hoe uitgebreid het was. Iets dat oppositiepartijen exact zullen uitbenen. Daar moet ook duidelijkheid over komen, al is het maar om te voorkomen dat ambtenaren, adviseurs en ministers voortaan liever in vaagtaal communiceren, juist om latere politieke problemen te voorkomen onder het motto ‘wat niet weet, wat niet deert’. Van Bommel: ,,Je weet ook: hoe preciezer je het opschrijft, hoe pijnlijker het wordt.”

De ministers Jeanine Hennis van Defensie (VVD) en Bert Koenders van Buitenlandse Zaken (PvdA) zaken praten met de Tweede Kamer over de Artikel 100 brief inzake de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie in Afghanistan (in 2014).

De ministers Jeanine Hennis van Defensie (VVD) en Bert Koenders van Buitenlandse Zaken (PvdA) zaken praten met de Tweede Kamer over de Artikel 100 brief inzake de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie in Afghanistan (in 2014). © ANP

Premier Rutte en toenmalig minister Hennis tijdens een persconferentie in 2017. Ⓒ ANP

Hennis: ’Rutte vermoedelijk geïnformeerd over burgerdoden Irak’

Telegraaf 26.11.2019 Niet alleen toenmalig defensieminister Hennis, maar ook haar collega’s van destijds, Koenders (Buitenlandse Zaken) en Van der Steur (Justitie), waren ervan op de hoogte dat er bij een Nederlandse luchtaanval in Irak mogelijk burgerdoden waren gevallen. Ook premier Rutte wist er vermoedelijk van.

Rutte en Koenders zijn zelfs door Hennis, zo herinnert zij zich, ook mondeling geïnformeerd over de luchtaanval van 3 op 4 juni 2015, waarbij een Nederlandse F-16 een fabriekje onder vuur nam waar IS autobommen produceerde. Hoewel de toon van Hennis ’niet alarmerend’ zou zijn geweest, vertelde ze hen wel van ’secundaire explosies’ in het fabriekje en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden waren gevallen. Zowel Koenders als Rutte zegt zich daar niks van te kunnen herinneren.

Een en ander blijkt uit nieuwe informatie die minister Bijleveld (Defensie) maandag in een uitgebreide brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met het noemen van de premier en de andere ministers als ’medeweters’ bracht de CDA-bewindsvrouw zichzelf tijdens het debat van twee weken geleden in het nauw. Deze week moet zij andermaal verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer, nu waarschijnlijk samen met de premier.

Herexamen Bijleveld

Tot op de dag van vandaag is nog steeds niet duidelijk hoeveel burgerslachtoffers er in 2015 in Irak door Nederlandse bommen zijn gevallen. En waarom tegenover de Kamer is ontkend dat er überhaupt burgers waren gedood door Nederlands toedoen, blijft nog even vaag.

Minister Ank Bijleveld bracht zichzelf in het nauw

Minister Ank Bijleveld (Defensie) moet het deze week allemaal toelichten als ze voor een herexamen naar de Tweede Kamer moet. Al komt ze beter beslagen ten ijs dan twee weken geleden, toen ze een motie van wantrouwen ternauwernood overleefde. Dat kwam onder meer doordat ze onduidelijk was over wat de andere ministers wisten die betrokken waren bij de militaire operatie tegen Islamitische Staat.

Bekijk ook: 

’Toon Bijleveld was niet goed’ 

Ambtelijke stuurgroep

Nu blijkt dat behalve de toenmalige minister van Defensie ook de minister van Veiligheid en Justitie (Van der Steur) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren geïnformeerd. Ook premier Rutte had ’kennis kunnen nemen’ van het verslag van een ambtelijke stuurgroep die een dag na de aanslag bijeenkwam.

De club hoge ambtenaren stelde vast dat bij een door Nederland uitgevoerde aanval van de coalitie op een IS-autobommenfabriek in de buurt van Kirkuk ’secundaire ontploffingen’ waren geweest en dat er daardoor mogelijk burgerslachtoffers waren gevallen.

Een verslag van de bijeenkomst is naar de betrokken ministeries gestuurd, waaronder dat van premier Rutte. Toenmalig defensieminister Hennis herinnert zich dat ze de bevindingen ook persoonlijk heeft meegedeeld aan Koenders en Rutte, al zou de toon bij dat gesprek ’niet alarmerend’ zijn geweest. De twee heren herinneren zich er niets van.

Nog altijd is onduidelijk hoeveel burgerdoden er zijn gevallen bij de luchtaanval die Nederlandse F-16’s in de nacht van 2 op 3 juni uitvoerden in Hawija. „De uren en dagen na deze wapeninzet waren met veel onzekerheden omgeven.”

Geen verkeerde afwegingen

Ondanks de duisternis was het de jachtvliegers al duidelijk dat de explosies groter waren dan verwacht. Even later konden onderzoekers van het Amerikaanse legeronderdeel Centcom dat ook vaststellen, net als dat het aannemelijk was dat er burgers om het leven waren gekomen.

Van fouten in het uitkiezen van het doel was geen sprake, van verkeerde operationele afwegingen evenmin, concludeerden de Amerikanen, een conclusie die Defensie een jaar later ook trok. Maar waar in ambtelijk overleg werd verwezen naar een finaal oordeel, bleef dat van de Amerikanen uit, aangezien het finale rapport over de aanval nooit is verschenen.

’Ongeloofwaardig’

„De antwoorden van het kabinet zijn onthutsend en ongeloofwaardig”, reageert GroenLinks-leider Jesse Klaver. „Het is moeilijk te geloven dat de premier zich niets herinnert van een gesprek over burgerdoden door toedoen van het Nederlandse leger.” Het was GroenLinks dat bij het vorige debat de motie van wantrouwen tegen Bijleveld indiende.

Bekijk ook: 

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen 

Bekijk ook: 

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

Bekijk meer van; defensie Hennis de Kamer Bert Koenders Ank Bijleveld Mark Rutte Ard van der Steur Tweede Kamer der Staten-Generaal

Oud-minister Hennis informeerde Rutte ‘vermoedelijk’ over luchtaanval Irak

NU 26.11.2019 Voormalig minister van Defensie Jeanine Hennis herinnert zich dat ze in 2015 “vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling heeft geïnformeerd over het bombardement in Hawija. Ook toenmalig minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken zou volgens haar zijn ingelicht.

Dat staat in een Kamerbrief van minister Ank Bijleveld van Defensie. Rutte en Koenders kunnen zich het gesprek niet herinneren, staat ook in de brief.

De minister-president heeft “geen herinnering aan een dergelijk gesprek’, maar “sluit ook niet uit dat dit gesprek heeft plaatsgevonden”.

Volgens Hennis heeft ze geen aantallen genoemd toen ze over het aantal burgerslachtoffers sprak. Ook zou “de toon van de boodschap niet alarmerend” zijn geweest.

Ze zou feitelijk hebben verteld dat er bij de aanval van Nederlandse F-16’s sprake was van secundaire explosies en dat onderzocht moest worden of er ook burgerdoden waren gevallen.

In de nacht van 2 op 3 juni 2015 werd in het Iraakse Hawija een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS) geraakt door een bom die kort daarvoor was afgeworpen door een Nederlandse F-16. Er vielen zeker zeventig doden, onder wie een groot aantal burgerslachtoffers.

Premier Rutte zei begin november ook al dat hij zich niet kan herinneren of hij in 2015 is geïnformeerd over de Nederlandse luchtaanval waarbij burgers om het leven kwamen.

Woensdag debatteert de Tweede Kamer met minister Bijleveld over de luchtaanval. Mogelijk is Rutte daar ook bij aanwezig.

Lees meer over: Politiek

 

Rutte en Koenders blijven ontkennen dat ze wisten van burgerdoden Irak

Elsevier 26.11.2019 Premier Mark Rutte (VVD) is ‘vermoedelijk’ geïnformeerd over mogelijke burgerdoden bij het bombardement op een IS-bommenfabriek in de Iraakse stad Hawija in 2015. Dat blijkt uit een brief die minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) maandagavond naar de Tweede Kamer stuurde. Ex-minister Bert Koenders (PvdA, Buitenlandse Zaken) wist er volgens de brief zeker van, maar zegt net als Rutte dat hij van niets wist.

‘Vermoedelijk’ heeft toenmalig minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) in juni 2015 Rutte mondeling op de hoogte gesteld van het Nederlandse bombardement op Hawija, schrijft Bijleveld. In het gesprek zou de voormalige bewindsvrouw, die nu de hoogste vertegenwoordiger is van de Verenigde Naties in Irak, de premier hebben laten weten dat meer onderzoek nodig was om vast te stellen of er burgerslachtoffers waren gevallen.

Lees ook dit commentaar van Eric Vrijsen: Weinig verheffende politieke spelletjes na  burgerdoden Irak

‘De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden,’ schrijft minister Bijleveld in de brief. ‘Er staat mij niets van bij,’ zei Rutte begin deze maand al, nadat de CDA-minister het ‘aannemelijk’ had genoemd dat andere ministers van de burgerdoden op de hoogte waren. Toch sloot de premier niet bij voorbaat uit dat het hem of zijn ambtenaren destijds wel ter ore is gekomen.

De toon van Hennis was echter ‘niet alarmerend’ en er zijn geen aantallen burgerslachtoffers genoemd, zei de toenmalige VVD-minister, die alleen ‘feitelijk melding maakte van een secundaire explosie na inzet van Nederlandse F-16’s, de oorzaak van de explosies, en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden zouden zijn gevallen’. Dat is te lezen in de brief van Bijleveld, die bevestigt dat Rutte niet uitsluit dat het gesprek heeft plaatsgevonden, en dat Koenders volhoudt dat hij er niet over is geïnformeerd.

Vaststaat dat ambtenaren van betrokken ministeries (de zogeheten Stuurgroep Missies en Operaties) een dag na de aanval, op 4 juni, hebben gesproken over de gebeurtenis. In het overleg werd de mogelijkheid genoemd van eventuele burgerdoden, maar een concreet aantal werd niet genoemd. Daarna is bijna een jaar niet over de luchtaanval gesproken in de stuurgroep of bij ander overleg tussen ministeries, schrijft Bijleveld.

De minister geeft er in haar brief geen duidelijkheid over waarom haar voorganger Hennis in 2015, enkele weken na de aanval, de Tweede Kamer niet juist heeft geïnformeerd. De VVD-bewindsvrouw zei destijds dat er geen burgerdoden waren gevallen. Kort na de aanval verschenen al berichten, waaronder van persbureau Reuters, waarin sprake was van ongeveer zeventig burgerdoden.

Defensie kan rapport over burgerdoden niet vinden, onthulde Eric Vrijsen eerder deze maand

‘In de Nederlandse media is destijds niet bericht over de aanval,’ schrijft Bijleveld in haar brief. ‘Tegelijkertijd was er in deze periode sprake van ISIS-propaganda die volledig gericht was op het in diskrediet brengen van de acties van de anti-ISIS coalitie, zoals de wapeninzet in Hawija.’ Pas vorige maand maakten Nederlandse media (Nieuwsuur en NRC) voor het eerst melding van burgerslachtoffers bij de aanval op de bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat.

Op dinsdag 6 november debatteerde Bijleveld met de Tweede Kamer over de kwestie. Bijna de voltallige oppositie zegde het vertrouwen in de minister toen op, maar SGP en onafhankelijk Kamerlid Wybren van Haga stemden net als de coalitiepartijen tegen een motie van wantrouwen. Die overleefde Bijleveld, die haar ‘oprechte excuses’ aanbood voor het verkeerd informeren van de Kamer. De minister is ook politiek verantwoordelijk voor het handelen van haar voorganger.

‘Woordje “vermoedelijk” duidt erop dat Hennis aan het gissen is’

‘Het woordje “vermoedelijk” duidt er al op dat ze zelf eigenlijk min of meer aan het gissen is hoe het is gegaan,’ zei Elsevier Weekblad-redacteur Carla Joosten in Den Haag dinsdagochtend in redioprogramma Goedemorgen Nederland van WNL over de verklaringen van oud-minister Hennis. Volgens Joosten ‘dekt hij [premier Rutte] zichzelf al helemaal in’ door te zeggen dat hij geen herinnering heeft aan een gesprek over burgerdoden, maar tegelijk niet uit te sluiten dat het hem wel is verteld. ‘Dit kennen we van hem natuurlijk heel goed. “Ik heb daar geen actieve herinnering aan.” Dat is toch een beetje een ijkzin van hem.’

Volgens Joosten gaat minister Bijleveld woensdag, wanneer de kwestie in de Tweede Kamer opnieuw wordt besproken, wederom een moeilijk debat tegemoet. ‘Ze zal weer excuses moeten maken, van “misschien heb ik dingen te hard gezegd, het blijkt toch allemaal wat vager te zijn gegaan”, want dat is eigenlijk de kern van deze brief.’ Ook vindt de EW-redacteur het opmerkelijk dat Koenders – van wie Hennis zeker wist dat ze hem over mogelijke burgerdoden had gesproken – blijft volhouden dat hij niet op de hoogte is gebracht. ‘Dat werkt dan ook weer een beetje ten positieve van Rutte, want hij is niet de enige die het zich niet herinnert.’

Lees ook deze column van Philip van Tijn Bombardement in Hawija: bijzaken worden politieke hoofdzaken

Tweede Kamerlid Jan Paternotte van coalitiepartij D66 zegt dat ‘dit allemaal voorkomen had kunnen worden’ als het ministerie van Defensie duidelijker en transparanter had gecommuniceerd: ‘Als we met elkaar de afspraak hadden van, zodra het kan, zodra het veilig is, breng je gewoon alle informatie naar buiten over zo’n militaire missie waar je gebombardeerd hebt en ook als er eventuele slachtoffers zijn.’ De minister van Defensie heeft in haar brief al beloofd in de toekomst de Tweede Kamer sneller te informeren over burgerslachtoffers die vallen door Nederlandse militaire acties. Dat zal ‘standaard en zo snel mogelijk vertrouwelijk’ gebeuren.

Oppositie niet overtuigd: ‘Wie gelooft Rutte nog?’

Gezien de reacties op Twitter zijn de oppositiepartijen van links tot rechts niet overtuigd door de brief. Velen trekken de verklaringen van Bijleveld, Hennis en Rutte in twijfel. Een selectie van de tweets:

GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver vindt het ‘ongeloofwaardig’ dat Rutte zich niets herinnert, en vraagt zich af of er ‘dan niemand is die de premier daarover informeert’:

 Jesse Klaver

RTL Nieuws

@RTLnieuws

In de Kamerbrief staat verder dat de minister-president ‘geen herinnering heeft aan een dergelijk gesprek’. https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/4933821/hawijapremier-rutte-vermoedelijk-mondeling-geinformeerd-over 197  
Volgens SP-Kamerlid Sadet Karabulut is het ‘niet te geloven’ dat Rutte en Koenders ‘hun herinneringen “kwijt” zijn’, en ‘is gelogen tegen de Tweede Kamer’. Tevens denkt ze dat het ‘nooit de bedoeling’ was om het parlement de waarheid te vertellen:

Sadet Karabulut

@SadetKarabulut

Het is niet te geloven dat de minister-president en minister van Buitenlandse Zaken hun herinneringen ‘kwijt’ zijn. Het is onacceptabel dat niemand heeft gevraagd en laten onderzoeken burgerslachtoffers. Ook niet na een heftige explosie. Wel is gelogen tegen de Tweede Kamer.

Sadet Karabulut

@SadetKarabulut    

En voor alle duidelijkheid en tegen alle spin in. Ze hadden het kunnen en moeten weten. Alleen al de SP fractie heeft bijna twintig keer vragen gesteld over burgerslachtoffers. Maar het was nooit de bedoeling ons de waarheid te vertellen. Tot op de dag van vandaag. Dat kan niet. 28  

Henk Krol

@HenkKrol

De – in mijn ogen – belangrijkste passage uit de zojuist verzonden brief aan de Kamer van minister Bijleveld over het haperende geheugen van de minister-president.

Afbeelding weergeven op Twitter
‘Wie gelooft Rutte nog?’ PVV-leider Geert Wilders in elk geval niet:

Geert Wilders

@geertwilderspvv

Wie gelooft Rutte nog? https://twitter.com/fonslambie/status/1199047710554435590 

Fons Lambie

@fonslambie

Brief kabinet over #burgerslachtoffers in #Irak: zowel premier Rutte als toenmalig minister Koenders hebben “geen herinneringen” aan gesprek met minister Hennis over bombardement in #Hawija.

Afbeelding weergeven op Twitter

Forum voor Democratie-lijsttrekker Thierry Baudet is sceptisch over het ‘vermoedelijk’ informeren van premier Rutte door ex-minister Hennis:

Thierry Baudet

@thierrybaudet

ThePostOnline

@TPOnl

Jeanine Hennis: Ik heb vermoedelijk Mark Rutte geïnformeerd over mogelijke burgerdoden Irak https://ift.tt/37BUvje 988  

Gerelateerde artikelen;

Hawija in oktober 2017, nadat de stad was bevrijd van IS. 

Hawija in oktober 2017, nadat de stad was bevrijd van IS. Foto Ali Mukarrem Garip/Getty

Niemand vroeg door na de bom op Hawija

NRC 26.11.2019 Na het bombardement op de Irakese stad Hawija in 2015 waren er aanwijzingen dat er veel burgerdoden te betreuren waren. Bewindslieden toonden weinig belangstelling.

Kon men het weten? En zo ja, wilde men het weten? Deze twee vragen rijzen bij lezing van het nieuwste feitenrelaas van minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) over de bloedige gevolgen van de Nederlandse luchtaanval op Hawija, op 3 juni 2015.

Bij de aanval vonden 70 burgers de dood, zo bevestigde het Amerikaans opperbevel Centcom in december 2018 aan NRC en NOS, die de aanval samen onderzochten. Onder hen waren 22 vrouwen en 26 kinderen, berichtte NGO Airwars al eerder op basis van ooggetuigeverslagen.

Ja, men kon snel na de aanval al het nodige weten, blijkt uit het relaas van Bijleveld maandagavond. Immers, er waren vanuit de lucht wel veel verwoeste woonhuizen na het bombardement te zien. Op 7 juni 2015 ging een officier naar het hoofdkwartier van de internationale coalitie in Qatar, en hoorde daar meer details over de schade.

Lees ook: Hoe een Nederlandse bom 70 burgers doodde

Op 4 november 2019, onlangs dus, was Bijleveld nog stelliger en concreter. Uit haar brief aan de Tweede Kamer van toen bleek dat in militaire kring al snel bekend was dat de cirkel van vernietiging in Hawija veel wijder was dan waarmee de coalitie bij de planning rekening had gehouden.

„Uit ons eigen Battle Damage Assesment (BDA) bleek direct dat er sprake was van onbedoelde nevenschade”. Een eerste rapport van de Amerikanen dat Defensie op 15 juni 2015 ontving, noemde burgerslachtoffers „geloofwaardig”.

Haar voorganger, Jeanine Hennis (VVD), had daarom de Kamer verkeerd ingelicht, aldus Bijleveld. Hennis schreef op 24 juni 2015 dat „voor zover bekend” er geen burgerslachtoffers waren gevallen bij Nederlandse bombardementen. „Dat was fout”, zei Bijleveld daarover toen.

NRC en NOS stuitten bij hun eigen onderzoek ook op veel aanwijzingen dat al vroeg duidelijk was dat er veel burgerslachtoffers waren. Op 4 juni meldde Reuters al de mogelijkheid van burgerslachtoffers, mede op basis van uitlatingen van ‘veiligheidsfunctionarissen’.

„Een luchtaanval van de door de VS geleide coalitie heeft een hele wijk platgelegd in een Noord-Irakese stad die wordt gecontroleerd door militanten van IS. Tientallen mensen werden gedood, inclusief burgers, zeiden getuigen en veiligheidsfunctionarissen.”

Er werd vooral veel afgewacht

Commandant John Hesterman van de luchtoperaties tegen IS kondigde op 5 juni een onderzoek aan, zoals gebruikelijk bij aanwijzingen van burgerslachtoffers. Een paar weken later, op 24 juni, zei Pentagon-woordvoerder Steve Warren dat een onderzoek was begonnen, nadat eerdere aanwijzingen „geloofwaardig”, waren gebleken.

Als men in de junidagen van 2015 stevige aanwijzingen had dat het beleid van Nederland – geen burgerslachtoffers, in elk geval zo min mogelijk – in Hawija op een fiasco was uitgelopen, wilde men dat dan wel weten? Voor wie de brief van Bijleveld leest, lijkt het antwoord nee.

In de maanden en jaren na die junimaand 2015, werd vooral veel afgewacht in Den Haag: op nadere rapporten van het Amerikaans opperbevel, op eigen onderzoeken, eerst van Defensie, later van het Openbaar Ministerie. Niemand uit het kabinet toonde indringende belangstelling. Hennis niet als eerst verantwoordelijke minister. Premier Mark Rutte niet als coördinator van het regeringsbeleid; hij werd slechts summier geïnformeerd.

En Bert Koenders als minister van Buitenlandse Zaken (PvdA) en eerste ondertekenaar van brieven over de voortgang van de F-16-missie tegen IS, evenmin. Informatie van het Rode Kruis aan de Nederlandse ambassade in Bagdad over burgerdoden in onder meer Hawija, is geen aanleiding voor een actievere houding van ‘BuZa’.

De patronen die minister Bijleveld maandagavond schetst, herinneren enigszins aan een ander drama met honderd keer zoveel burgerdoden, de val van Srebrenica in 1995. De parlementaire enquête-commissie die het Srebrenica-drama met 7.000 slachtoffers onderzocht, sprak in 2002 over „onwil” van ambtenaren en militairen om actief op zoek te gaan naar onwelkome informatie die haaks stond op heersende veronderstellingen. Toenmalig NIOD-directeur Hans Blom had het over „het gebrek aan goede wil om uit eigen initiatief te zorgen dat de minister zo goed mogelijk werd geïnformeerd”.

Zeventien jaar later zijn er opnieuw aanwijzingen voor zo’n gebrek aan wil – nu ook van politici – om onwelkome informatie op de agenda te krijgen. Als mogelijke verklaring spelen ten minste drie fenomenen een rol: de onvolledigheid en dubbelzinnigheid van de informatie die juni 2015 voorhanden was, de manier waarop informatiestromen functioneren, en de fase van de oorlog tegen IS in 2015.

Daags na de aanval op Hawija zei de Amerikaanse commandant John Hesterman tijdens een persconferentie dat er „geen bewijzen” waren van burgerslachtoffers, wel aanwijzingen. Zijn staf beschikte wel over (lucht-)beelden van ingestorte en weggevaagde huizen en gebouwen. Het bergen van lichamen in de puinhopen, het identificeren van slachtoffers, het onderscheiden van IS-strijders (vrijwel altijd in burger) en ‘non-combattanten’, het was allemaal onmogelijk.

Lees ook: het interview met minister Bijleveld: ‘burgerslachtoffers calculeren we niet in, zo opereren we niet’

Verder was in die in juni-dagen vooral tevredenheid over het uitschakelen van de bommenfabriek van IS. Een belangrijk militair doelwit, vlak bij de frontlijn richting de stad Kirkuk, was ermee uitgeschakeld. De berichten in Irak daarover waren „positief”, schrijft Bijleveld in haar brief.

Slecht nieuws is onwelkom

Voor ambtenaren zijn voorlopigheden en dubbelzinnigheden aanleiding om ‘nader onderzoek’ af te wachten. „Onrijpheid” van informatie, noemt oud-minister Ed van Thijn dat in zijn boek De Informatie-paradox (2004). Hij somt daarin maar liefst dertig „dwingende, legitieme redenen” voor ambtenaren om „de minister (nog) niet te informeren”.

Behalve onrijp geachte informatie gaat het om zaken als ‘gedoebeperking’, ‘onwelkome boodschap’, ‘slecht nieuws schaadt de eigen organisatie’, ‘collegialiteit’ (geen ‘matennaaien”) , ‘informatie is te vertrouwelijk voor derden’, en ‘strijdigheid met het belang van de staat’.

Veel van dit alles kan een rol hebben gespeeld in de Hawija-casus. De eerste drie hebben te maken met het slechte nieuws over de vele burgerslachtoffers waarop niemand zat te wachten.

De collegialiteit speelt vooral in situaties waarbij meerdere departementen zijn betrokken en men elkaar tegenkomt in interdepartementale werkgroepen, zoals de Stuurgroep Missies en Operaties. De laatste twee factoren hebben te maken met de geclassificeerde informatie. Verspreiding van die informatie kan uitlekken en de vijand in de kaart spelen.

De fase van de oorlog tegen IS, anno 2015, stimuleerde evenmin het actief informeren naar een mogelijk bloedbad door een Nederlandse bom. Die oorlog kwam dichtbij door een reeks terreuraanslagen. Bijleveld refereert eraan in haar nieuwste brief. In zo’ n situatie worden burgerdoden anders gewogen dan nu.

Het oersterke geloof in hightech-bommen, speelde daarbij ook een rol. In een Kamerdebat, eind juni 2015, zei toenmalig minister Hennis: „Het is zo precies. Het is niet zo dat je gelijk een complete wijk of regio platlegt. Dat komt door die smart weapons waarover ik net sprak.” In augustus 2015 had de coalitie na 5.000 bombardementen twee burgerdoden toegegeven.

Ook bij de media, steeds bepalender voor de ambtelijk-politieke agenda in Den Haag, was er geen grote aandacht voor het onderwerp burgerdoden. De aanval op Hawija werd in Nederlandse media niet gemeld, stelt Bijleveld vast. Burgerdoden werden voor journalisten pas later in de oorlog tegen IS een groot issue.

Later deze week buigt de Tweede Kamer zich opnieuw over ‘Hawija’. Hoeveel begrip Kamerleden willen opbrengen voor de historische context en ambtelijke gedragingen van destijds, zal dan blijken.

Tijdens een eerder debat over Hawija wees de minister naar andere ministeries, die waarschijnlijk ook van de zaak geweten hadden. Beeld ANP

Bijleveld komt terug op eerdere beweringen over ‘Hawija’

Trouw 25.11.2019 Het was nooit duidelijk hoeveel doden er precies zijn gevallen, zegt Defensie nu over het bombardement in Irak.

Defensieminister Ank Bijleveld moet de klappen opvangen rond de vraag welke bewindspersonen in juni 2015 wisten van burgerdoden bij een bombardement in het Irakese Hawija. Het Kamerdebat hierover vindt vermoedelijk woensdag plaats.

De minister stuurde maandagavond een uitgebreide brief naar de Kamer. Daarin probeert ze een antwoord te geven op vragen rond haar bewering van drie weken geleden dat het ‘aannemelijk’ was dat andere betrokken ministeries destijds door Defensie op de hoogte waren gesteld.

Die maand loog toenmalig defensieminister Jeanine Hennis tot tweemaal toe tegen de Kamer over een Nederlandse rol bij burgerdoden, door iedere betrokkenheid te ontkennen. Door de formulering van Bijleveld rees de vraag wat premier Mark Rutte al die tijd wist.

Bijleveld schrijft nu dat het nooit duidelijk is geweest hoeveel burgerdoden er precies in Hawija zijn gevallen. In de bewuste nacht van 2 op 3 juni konden de Nederlandse gevechtspiloten niet vaststellen wat de precieze gevolgen waren toen hun aanval op een bommenfabriek in het gebied van Islamitische Staat tot een veel grotere ontploffing leidde dan verwacht. Ook een eerste Nederlands onderzoek bracht op 9 juni geen helderheid, evenmin als een eerste Amerikaans onderzoek van 15 juni.

Omdat het allemaal niet precies duidelijk was, is er op 4 juni in een overleg tussen hoge ambtenaren van verschillende ministeries niet gesproken over aantallen burgerdoden. Wel meldde Defensie dat er meer schade was dan verwacht en dat de mogelijkheid van burgerdoden onderzocht werd.

Vergaloppeerd

Na het overleg bracht een ambtenaar van buitenlandse zaken minister Bert Koenders schriftelijk op de hoogte. Premier Mark Rutte kreeg nog niets te horen, want zijn vertegenwoordiger was die dag niet bij het overleg.

Hennis heeft ergens in juni wel aan Koenders, en naar zij zich herinnert vermoedelijk ook aan Rutte, over mogelijke burgerdoden verteld. Haar toon was ‘niet alarmistisch’, en Koenders en Rutte herinneren zich de gesprekken niet meer.

Als de nieuwe uitleg klopt, heeft Bijleveld zich in het vorige debat over Hawija vergaloppeerd. Toen zei ze dat aan Hennis op 9 juni is verteld dat er ‘veel meer nevenschade’ was dan verwacht, en ‘dat er waarschijnlijk ook veel burgerslachtoffers bij waren gevallen’.

In de brief van maandag betoogt Bijleveld juist dat nooit duidelijk is geworden hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen, omdat Nederland en de VS dit niet ter plaatse konden controleren.

Een ander open einde is de boodschap van Defensie tijdens het overleg met andere departementen op 4 juni. Daarin werd volgens de brief van maandag summier verteld dat na het bombardement springstof in de fabriek tot ontploffing kwam, en dat in Irakese media ‘de mogelijkheid van eventuele burgerslachtoffers werd genoemd’.

Defensie had destijds echter ook informatie uit eigen hand, zo valt op een andere pagina te lezen. Al tijdens de aanval ‘was het voor de vliegers duidelijk dat de secundaire explosies veel groter waren dan verwacht en dat sprake was van aanzienlijke schade aan diverse gebouwen’.

De nieuwe lezing maakt het verklaarbaar dat Rutte zich niets meer kan herinneren van mogelijke burgerdoden, maar brengt Bijleveld juist in de problemen. Als zij drie weken geleden in de Kamer een ander beeld schetste dan nu uit haar brief naar voren komt, is de vraag wanneer de Kamer haar nog moet geloven.

Loodzwaar debat

De minister wacht dan ook een loodzwaar debat. Drie weken geleden raakte ze tijdens het eerste debat over Hawija al politiek beschadigd. Vrijwel de gehele oppositie steunde toen een motie van wantrouwen tegen de minister.

Ook is Bijleveld politiek verantwoordelijk voor het feit dat de informatie die Defensie op 4 juni met andere ministeries deelde, een veel vager beeld geeft van de gebeurtenissen rond Hawija dan dat men blijkens de meldingen van de eigen piloten vermoedde. Bijleveld zal de Kamer nu moeten overtuigen dat zij de juiste persoon is om deze informatievoorziening in de toekomst te verbeteren.

Daarbij zal vermoedelijk ook een nieuw onderzoek naar Hawija discussiepunt worden. Want naar nu blijkt is er tot en met 2016 wel onderzoek gedaan door de Amerikaanse krijgsmacht, maar heeft dat alleen voorlopige bevindingen opgeleverd. “Recente navraag leert dat er inderdaad nooit een finaal rapport, oftewel Closure Report, is opgemaakt.”

Lees ook: De feiten over Hawija zijn nog steeds niet boven water

De minister van defensie en verschillende ministeries zijn druk op zoek naar documenten over het bombardement in Hawija, Irak. De Tweede Kamer raakt geïrriteerd. ‘Bizar hoeveel tijd ze hiervoor nodig hebben, deze zaak stinkt.’

Waarom de gehavende minister Bijleveld toch mag blijven

Met een ware Houdini-act ontsnapte minister Ank Bijleveld van defensie aan aftreden. Ze overleefde op het nippertje een motie van wantrouwen, ingediend door GroenLinks. 

Meer over; Ank Bijleveld Hawija politiek Defensie Mark Rutte Kamer Marno de Boer

Minister Ank Bijleveld (Defensie) en kolonel-vlieger Peter Tankink (directie Operaties) tijdens een persconferentie over een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in het Iraakse Hawija in 2015. Beeld ANP

Defensie sloeg nooit groot alarm over luchtaanval op Hawija

VK 25.11.2019 Het ministerie van Defensie sloeg nooit groot alarm, ook niet intern, over de gevolgen van de luchtaanval op Hawija in juni 2015. Het informeerde andere betrokken ministeries langs de gebruikelijke ambtelijke kanalen, maar in algemene bewoordingen.

Toenmalig minister Jeanine Hennis herinnert zich dat ze ‘vermoedelijk’ premier Mark Rutte mondeling heeft ingelicht in juni 2015, ook op een ‘niet alarmerende toon’.

Rutte ‘heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden’. Dat blijkt uit een brief die minister van Defensie Ank Bijleveld maandagavond naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, mede namens de premier en de ministers van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Justitie.

Naar de brief werd met spanning uitgekeken, vooral toen premier Rutte en de twee PvdA-ministers van Buitenlandse Zaken van destijds, Bert Koenders en Lilianne Ploumen, verklaarden zich niet te herinneren over het voorval ingelicht te zijn.

De brief bevat tussen de regels door wel een verklaring voor het formeel delen van informatie met andere ministeries, wat keurig gebeurd is (al was Algemene Zaken niet aanwezig bij de eerste briefing hierover op 4 juni 2015) en het feit dat er niemand op aansloeg.

Daarbij helpt een cruciaal zinnetje in Bijlevelds brief, dat verschillende keren terugkeert: ‘Aantallen mogelijke burgerslachtoffers zijn daarbij niet genoemd, aangezien deze niet konden worden vastgesteld.’

De verklaring zit dus in het verschil tussen enerzijds de alarmerende open rapportages in buitenlandse media (Nederlandse media schreven niet over Hawija) en door ngo’s over grote, maar sterk wisselende en onbevestigde aantallen doden; en anderzijds ‘ambtelijk aanvaarde, want bevestigde doden’.

Vertrouwelijke lijst

Wat betreft de eerste categorie waren er direct nieuwsberichten van Reuters, Al Jazeera en uit de Iraakse pers. In augustus 2015 gaf het Internationale Rode Kruis aan Buitenlandse Zaken een vertrouwelijke lijst van onbevestigde gevallen van burgerslachtoffers, waaronder een aanval op Hawija op 4 juni, waarbij naar verluidt 170 burgers waren gedood en honderden anderen verwond.

‘Het was niet duidelijk of dezelfde aanval werd bedoeld als Nederlandse wapeninzet in Hawija in de nacht van 2 op 3 juni’, meldt de brief. Een rapport van de ngo Airwars uit die tijd gaf aan dat dat naar verluidt 70 burgers waren gedood, ‘maar maakt ook melding van berichtgeving die sprak over 150 burgerslachtoffers’.

Officieel echter was er geen duidelijkheid over aantallen doden – en die zou ook, tot de dag van vandaag, nooit komen. Er was het bericht van 15 juni 2015 van het Amerikaanse hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie, Centcom, dat het ‘geloofwaardig’ achtte dat er burgerslachtoffers waren gevallen, maar dat niet kon verifiëren of falsifiëren. In een later rapport noemde Centcom het ‘waarschijnlijk’ dat er burgerdoden waren gevallen. Een uiteindelijk rapport is er nooit gekomen.

Doordat in de officiële communicatie van Defensie – klaarblijkelijk ook tussen de departementen – de voorzichtige lijn werd gehandhaafd dat er ‘mogelijk’ of ‘waarschijnlijk’ burgerdoden waren gevallen, zonder context te geven over de onbevestigde berichten dat het ging om tientallen burgerdoden, konden de gevolgen van de luchtaanval op Hawija jarenlang onder de radar blijven.

Onderwijl werden alle betrokken partijen formeel wel op de hoogte gesteld en kon het OM ook onderzoek doen en concluderen dat er geen aanleiding was tot vervolgonderzoek. Ambtelijk klopte alles dus wellicht, maar deze week zal de Tweede Kamer zich in een debat uitspreken over de vraag of ze vindt dat politiek ook alles klopt.

Meer over; Hawija politiek Mark Rutte Tweede Kamer Arnout Brouwers

De Speld: Bijleveld neemt verantwoordelijkheid maar ‘het was wel al een rotzooitje’

Minister informeert Tweede Kamer over gang van zaken rond Hawija

RO 25.11.2019 Minister Ank Bijleveld heeft de Tweede Kamer vandaag geïnformeerd over hoe de informatie over de wapeninzet in Hawija met de verschillende ministeries is gedeeld. De minister schrijft verder namens de minister-president en de betrokken ministers hoe Defensie in de toekomst transparanter kan zijn over de gevolgen van de Nederlandse inzet en wat kan worden gedaan met de afhandeling van eventuele schade.

Daarnaast heeft de minister van Defensie antwoorden op Kamervragen van de Tweede Kamerleden Diks (GroenLinks) en Karabulut (SP) naar de Kamer gestuurd.

De Tweede kamer heeft aangegeven snel na het ontvangen van de brief een debat te willen met de minister-president en minister van Defensie Bijleveld.

Kamerstukken;

Kamerbrief met antwoorden op nadere vragen over de wapeninzet in Hawija

Kamerstuk: Kamerbrief | 25-11-2019

Beantwoording Kamervragen over een passage uit het boek Missie F-16 over mogelijke burgerslachtoffers in Irak

Kamerstuk: Kamervragen | 25-11-2019

Beantwoording Kamervragen over een luchtaanval op Mosul in Irak

Kamerstuk: Kamervragen | 25-11-2019

Zie ook;

Oud-minister Hennis informeerde Rutte ‘vermoedelijk’ over luchtaanval Irak

NU 25.11.2019 Voormalig minister van Defensie Jeanine Hennis herinnert zich dat ze in 2015 “vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling heeft geïnformeerd over het bombardement in Hawija. Ook toenmalig minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken zou volgens haar zijn ingelicht.

Dat staat in een Kamerbrief van minister Ank Bijleveld van Defensie. Rutte en Koenders kunnen zich het gesprek niet herinneren, staat ook in de brief.

De minister-president heeft “geen herinnering heeft aan een dergelijk gesprek’, maar “sluit ook niet uit dat dit gesprek heeft plaatsgevonden”.

Volgens Hennis heeft ze geen aantallen genoemd toen ze over het aantal burgerslachtoffers sprak. Ook zou “de toon van de boodschap niet alarmerend” zijn geweest.

Ze zou feitelijk hebben verteld dat er bij de aanval van Nederlandse F-16’s sprake was van secundaire explosies en dat onderzocht moest worden of er ook burgerdoden waren gevallen.

In de nacht van 2 op 3 juni 2015 werd in het Iraakse Hawija een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS) geraakt door een bom die kort daarvoor was afgeworpen door een Nederlandse F-16. Er vielen zeker zeventig doden, onder wie een groot aantal burgerslachtoffers.

Premier Rutte zei begin november ook al dat hij zich niet kan herinneren of hij in 2015 is geïnformeerd over de Nederlandse luchtaanval waarbij burgers om het leven kwamen.

Woensdag debatteert de Tweede Kamer met minister Bijleveld over de luchtaanval. Mogelijk is Rutte daar ook bij aanwezig.

Lees meer over: Politiek

Hawija na het bombardement NOS

Hennis informeerde Rutte ‘vermoedelijk’ over burgerdoden, geen aantallen genoemd

NOS 25.11.2019 Oud-minister Hennis van Defensie zegt dat ze in 2015 haar collega Koenders van Buitenlandse Zaken mondeling heeft geïnformeerd over mogelijke burgerdoden in Irak, en vermoedelijk ook premier Rutte. Ze heeft daarbij geen aantallen slachtoffers genoemd, staat in een brief van minister Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer.

Zowel Koenders als Rutte zegt zich niets te kunnen herinneren van dat gesprek. Maar Rutte sluit niet uit dat het toch heeft plaatsgevonden. Volgens Hennis was haar boodschap “niet alarmerend van toon”. Ze heeft feitelijk verteld dat er bij de aanval van Nederlandse F16’s op een bommenfabriek in Hawija sprake was van secundaire explosies, en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden waren gevallen.

Bij de aanval, op 3 juni 2015, hebben zo’n 70 onschuldige burgers het leven verloren. Die getallen gingen al snel na het bombardement rond, maar volgens Bijleveld was er in die eerste tijd nog heel veel onduidelijk en moest nader onderzoek duidelijkheid brengen.

Wie wist wat, op welk moment

Deze week, vermoedelijk woensdag, debatteert de Tweede Kamer opnieuw over de gang van zaken rond het bombardement en de burgerdoden. De Kamer wil precies weten wie er op welk moment op de hoogte was dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen. De Kamer werd daarover officieel pas vorige maand, ruim vier jaar na dato, op de hoogte gebracht. Dat gebeurde na publicaties van de NOS en NRC Handelsblad.

In de brief die Bijleveld vanavond naar de Kamer stuurde staat dat een groep ambtenaren van verschillende ministeries al op 4 juni, een dag na de aanval, over de actie heeft gesproken. Daarbij is ook gemeld dat er in de Iraakse pers de mogelijkheid van burgerdoden werd gemeld. Het ministerie van Algemene Zaken was bij die bespreking niet aanwezig, maar heeft er achteraf wel kennis van kunnen nemen via de besluitenlijst.

Toch zei toenmalig minister Hennis eind juni 2015 tot twee keer toe tegen de Kamer dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen. Omdat de Kamer dus onjuist geïnformeerd was, kreeg huidig minister Bijleveld begin deze maand een motie van wantrouwen gepresenteerd door GroenLinks. Die motie werd gesteund door bijna de hele oppositie.

Eerder vertrouwelijk informeren

Bijleveld zal met terugwerkende kracht een overzicht geven van alle Nederlandse acties in Irak tussen 2014 en 2018. Dan gaat het om het aantal missies, de locaties, wat voor doel er was en welke wapens zijn gebruikt.

Om in de toekomst onduidelijkheid te voorkomen, wil de minister voortaan de Kamer zo snel mogelijk vertrouwelijk informeren over mogelijke burgerslachtoffers die door Nederlandse wapens zijn veroorzaakt.

Bekijk ook;

Rutte ‘vermoedelijk’ geïnformeerd over Irak

Telegraaf 25.11.2019 Minister Jeanine Hennis van Defensie heeft in juni 2015 “vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling op de hoogte gesteld van de Nederlandse luchtaanval op Hawija in Irak en daarbij gezegd dat nader onderzoek nodig was om vast te stellen of er burgerslachtoffers waren gevallen.

“De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden”, schrijft minister Ank Bijleveld (Defensie) aan de Tweede Kamer.

Hennis is wel zeker toenmalig minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) op de hoogte te hebben gesteld. Volgens Hennis was “de toon van de boodschap niet alarmerend” en zijn er geen aantallen burgerdoden genoemd. Koenders heeft ook geen herinnering aan een dergelijk gesprek.

Onjuist geïnformeerd

Bij de luchtaanval vielen veel doden maar het exacte aantal is niet vast te stellen, aldus Bijleveld. Het zou om vele tientallen doden gaan waaronder burgers. Een dag de aanval repten internationale media over zeventig doden.

Hennis informeerde enkele weken later de Kamer onjuist over de kwestie door te melden dat er geen doden waren door Nederlandse acties in Irak. Daarmee was de Kamer onjuist geïnformeerd. Bijleveld hoorde dat pas begin deze maand.

In debat

Ze liet de Kamer weten dat het “aannemelijk” was dat meer bewindslieden in 2015 op de hoogte waren gesteld onder wie de premier. Daar wilde de Kamer toen het naadje van de kous van weten. Tijdens een debat over de kwestie zegde bijna de hele oppositie het vertrouwen in Bijleveld op.

De Kamer gaat zoals het zich nu laat aanzien woensdag 27.11.2019 in debat met Rutte en Bijleveld over de zaak.

Premier Rutte en toenmalig minister Hennis tijdens een persconferentie in 2017. Ⓒ ANP

’Rutte, Koenders en Van der Steur wisten van mogelijke burgerdoden’

Telegraaf 25.11.2019 Niet alleen toenmalig defensieminister Hennis, maar ook haar collega’s van destijds, Koenders (Buitenlandse Zaken) en Van der Steur (Justitie), waren ervan op de hoogte dat er bij een Nederlandse luchtaanval in Irak mogelijk burgerdoden waren gevallen. Ook premier Rutte wist ervan.

Rutte en Koenders zijn zelfs door Hennis, zo herinnert zij zich, ook mondeling geïnformeerd over de luchtaanval van 3 op 4 juni 2015, waarbij een Nederlandse F-16 een fabriekje onder vuur nam waar IS autobommen produceerde.

Hoewel de toon van Hennis ’niet alarmerend’ zou zijn geweest, vertelde ze hen wel van ’secundaire explosies’ in het fabriekje en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden waren gevallen. Zowel Koenders als Rutte zegt zich daar niks van te kunnen herinneren.

Een en ander blijkt uit nieuwe informatie die minister Bijleveld (Defensie) maandag in een uitgebreide brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met het noemen van de premier en de andere ministers als ’medeweters’ bracht de CDA-bewindsvrouw zichzelf tijdens het debat van twee weken geleden in het nauw. Deze week moet zij andermaal verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer, nu waarschijnlijk samen met de premier.

Herexamen Bijleveld

Tot op de dag van vandaag is nog steeds niet duidelijk hoeveel burgerslachtoffers er in 2015 in Irak door Nederlandse bommen zijn gevallen. En waarom tegenover de Kamer is ontkend dat er überhaupt burgers waren gedood door Nederlands toedoen, blijft nog even vaag.

Minister Ank Bijleveld bracht zichzelf in het nauw

Minister Ank Bijleveld (Defensie) moet het deze week allemaal toelichten als ze voor een herexamen naar de Tweede Kamer moet. Al komt ze beter beslagen ten ijs dan twee weken geleden, toen ze een motie van wantrouwen ternauwernood overleefde. Dat kwam onder meer doordat ze onduidelijk was over wat de andere ministers wisten die betrokken waren bij de militaire operatie tegen Islamitische Staat.

Bekijk ook:

’Toon Bijleveld was niet goed’ 

Ambtelijke stuurgroep

Nu blijkt dat behalve de toenmalige minister van Defensie ook de minister van Veiligheid en Justitie (Van der Steur) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren geïnformeerd. Ook premier Rutte had ’kennis kunnen nemen’ van het verslag van een ambtelijke stuurgroep die een dag na de aanslag bijeenkwam.

De club hoge ambtenaren stelde vast dat bij een door Nederland uitgevoerde aanval van de coalitie op een IS-autobommenfabriek in de buurt van Kirkuk ’secundaire ontploffingen’ waren geweest en dat er daardoor mogelijk burgerslachtoffers waren gevallen. Toenmalig defensieminister Hennis herinnert zich dat ze dit ook persoonlijk heeft meegedeeld aan Koenders en premier Rutte. De twee heren herinneren zich er niets van.

Nog altijd is onduidelijk hoeveel burgerdoden er zijn gevallen bij de luchtaanval die Nederlandse F-16’s in de nacht van 2 op 3 juni 2015 uitvoerden in Hawija. „De uren en dagen na deze wapeninzet waren met veel onzekerheden omgeven.”

Geen verkeerde afwegingen

Ondanks de duisternis was het de jachtvliegers al duidelijk dat de explosies groter waren dan verwacht. Even later konden onderzoekers van het Amerikaanse legeronderdeel Centcom dat ook vaststellen, net als dat het aannemelijk was dat er burgers om het leven waren gekomen.

Van fouten in het uitkiezen van het doel was geen sprake, van verkeerde operationele afwegingen evenmin, concludeerden de Amerikanen, een conclusie die Defensie een jaar later ook trok. Maar waar in ambtelijk overleg werd verwezen naar een finaal oordeel, bleef dat van de Amerikanen uit, aangezien het finale rapport over de aanval nooit is verschenen.

’Ongeloofwaardig’

„De antwoorden van het kabinet zijn onthutsend en ongeloofwaardig”, reageert GroenLinks-leider Jesse Klaver. „Het is moeilijk te geloven dat de premier zich niets herinnert van een gesprek over burgerdoden door toedoen van het Nederlandse leger.” Het was GroenLinks dat bij het vorige debat de motie van wantrouwen tegen Bijleveld indiende.

Bekijk ook:

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen 

Bekijk ook:

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

Bekijk meer van; defensie Hennis de Kamer Bert Koenders Ank Bijleveld Mark Rutte Ard van der Steur Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijleveld: toenmalig Defensieminister Hennis ‘vermoedt’ Rutte ingelicht te hebben

AD 25.11.2019 Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis heeft minister-president Mark Rutte in juni 2015 ‘vermoedelijk’ mondeling ingelicht nadat zij had gehoord over een Nederlands bombardement in Irak waarbij waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Dat deed ze in elk geval bij Bert Koenders, destijds minister van Buitenlandse Zaken. Ze noemde geen dodental. In Hawija kwamen waarschijnlijk zo’n zeventig burgers om het leven.

Minister Ank Bijleveld van Defensie schrijft vanavond in een langverwachte brief aan de Tweede Kamer dat Hennis zich deze gang van zaken zo herinnert. De gesprekken zouden niet op alarmerende toon zijn gevoerd, maar ze zou ‘feitelijk melding’ hebben gemaakt van een tweede explosie na het bombardement van een Nederlandse F-16. ‘Nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden zouden zijn gevallen’, schrijft Bijleveld.

Lees ook;

 

Lees meer

Lees meer

Geen herinnering

Rutte zei eerder deze maand al geen herinnering te hebben dat hij snel na de luchtaanval in 2015 werd ingelicht. Dat herhaalt Bijleveld ook: ,,De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken stelt bij navraag geen herinnering te hebben aan een dergelijk gesprek.”

Koenders werd op 1 juli 2015 door één van zijn topambtenaren nogmaals geïnformeerd over de ‘collatoral damage’ door een Nederlandse F-16 in Irak. Ook begin juni 2015 en mei 2016 zou de PvdA-bewindsman tot drie keer toe zijn geïnformeerd over de kwestie. Zijn partij, de PvdA, steunde begin november een motie van wantrouwen tegen minister Bijleveld.

Ambtelijk overleg

Ook de ambtenaren van de meest betrokken ministeries (Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Defensie, Justitie en Veiligheid en Algemene Zaken) werden op 4 juni 2015 tijdens een regulier overleg ingelicht. Daarin werd ook melding gemaakt van mogelijke burgerslachtoffers. Maar, schrijft Bijleveld, bij dat overleg was het ministerie van Rutte, Algemene Zaken, niet aanwezig.

Zijn ambtenaren konden wel in de besluitenlijst lezen wat er was besproken, aldus Bijleveld, maar daarin stond enkel: Daarin stond enkel dat het ministerie van Defensie meldde dat met een aanval van Nederlandse F-16’s bommenfabriek was vernietigd – niets over burgerdoden.

Bijleveld stelt dat het ‘tot de dag van vandaag’ niet duidelijk is hoeveel slachtoffers er vielen.

Geloofwaardig

Uit het eerste Amerikaanse onderzoek naar het misgelopen bombardement bleek dat het credible (geloofwaardig) was dat er burgerslachtoffers zouden zijn gevallen in de nacht van 2 op 3 juni 2015, maar niet hoeveel doden er waren gevallen.

Het aanvullende onderzoek kreeg defensie op 22 januari 2016 binnen. Daaruit bleek dat het bombardement volgens de regels was verlopen, maar dat het wel probable (aannemelijk) was dat bij de door Nederland uitgevoerde aanval burgerdoden te betreuren vielen.

Daarmee beschouwden de Amerikanen het onderzoek ‘gesloten’. Een zogeheten closure report, waarvan Elsevier schreef dat het ministerie het niet kon vinden, werd door de Amerikanen nooit opgemaakt, zo ‘leert recente navraag’, aldus Bijleveld.

Rutte ‘vermoedelijk’ geïnformeerd over Irak

MSN 25.11.2019 Minister Jeanine Hennis van Defensie heeft in juni 2015 “vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling op de hoogte gesteld van de Nederlandse luchtaanval op Hawija in Irak en daarbij gezegd dat nader onderzoek nodig was om vast te stellen of er burgerslachtoffers waren gevallen.

“De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden”, schrijft minister Ank Bijleveld (Defensie) aan de Tweede Kamer.

Hennis is wel zeker toenmalig minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) op de hoogte te hebben gesteld. Volgens Hennis was “de toon van de boodschap niet alarmerend” en zijn er geen aantallen burgerdoden genoemd. Koenders heeft ook geen herinnering aan een dergelijk gesprek.

Onjuist geïnformeerd

Bij de luchtaanval vielen veel doden maar het exacte aantal is niet vast te stellen, aldus Bijleveld. Het zou om vele tientallen doden gaan waaronder burgers. Een dag de aanval repten internationale media over zeventig doden.

Hennis informeerde enkele weken later de Kamer onjuist over de kwestie door te melden dat er geen doden waren door Nederlandse acties in Irak. Daarmee was de Kamer onjuist geïnformeerd. Bijleveld hoorde dat pas begin deze maand.

In debat

Ze liet de Kamer weten dat het “aannemelijk” was dat meer bewindslieden in 2015 op de hoogte waren gesteld onder wie de premier. Daar wilde de Kamer toen het naadje van de kous van weten. Tijdens een debat over de kwestie zegde bijna de hele oppositie het vertrouwen in Bijleveld op.

De Kamer gaat zoals het zich nu laat aanzien woensdag 27.11.2019 in debat met Rutte en Bijleveld over de zaak.

 

Alaa met zijn zoontje Abdulmalek NOS

Alaas zoontje werd blind door Nederlandse aanval, maar hij koestert geen wrok

NOS 24.11.2019 Ze waren in Hawija wel gewend aan bombardementen. Maar die van 3 juni 2015 veranderde het leven van de Iraakse Alaa Qader en zijn gezin volledig. Zijn zoontje raakte halfblind, zijn vrouw gewond, hun huis en winkel werden verwoest.

Na een vluchtroute via Turkije en Griekenland kwamen Alaa en zijn vijf kinderen in Nederland terecht. Hier hoorde hij vorige maand wie er achter het bombardement in zijn voormalige woonplaats Hawija zat: een Nederlandse F-16. Die viel op de bewuste junidag in 2015 een autobommenfabriek van IS aan, waarbij zeker zeventig doden vielen.

“Dat was een grote verrassing voor mij”, zegt Alaa over de Nederlandse betrokkenheid. Bij de luchtaanval in Hawija raakte zijn vrouw gewond aan haar rug door een granaatscherf. Zijn destijds 5-jarige zoontje, dat door de knal onder een omgevallen deur terecht was gekomen, raakte blind aan zijn rechteroog. “Zijn oog bloedde. Volgens de dokter is zijn pupil verdwenen door een stuk metaal dat erin was gekomen.”

Het bombardement voelde als een soort aardbeving, vertelt Alaa:

‘Dieven zullen het geld voor wederopbouw in hun eigen zak steken’

Ondanks dat Alaa en zijn gezin nog altijd kampen met de gevolgen van het bombardement nemen ze de Nederlandse overheid weinig kwalijk. “Het probleem ligt niet bij Nederland, de Nederlandse regering of de Nederlandse vliegtuigen”, zegt hij. “De schuld ligt bij IS. Zij hebben ons gebied bezet.”

Wel vindt Alaa het lastig te verkroppen dat de Nederlandse aanval zo veel impact heeft gehad op het leven van hem en zijn familie. “Door het bombardement is onze toekomst verpest. We zijn ons land verloren, ons huis, onze winkel.” Voor de luchtaanval had Alaa een zaak voor vrouwen- en kinderkleding. “Ik had veel werk. De situatie was goed.”

Alaa en zijn gezin woonden op zo’n 1 tot 1,5 kilometer afstand van de gebombardeerde IS-fabriek. Toch stortte ook hun huis in:

1/3 NOS

2/3 NOS

3/3 NOS

Inmiddels heeft Alaa ook hier een baan gevonden, als postbode in zijn woonplaats Zoetermeer. “Daar ben ik heel blij mee”, zegt hij. Ook zijn zoon Abdulmalek, inmiddels 9 jaar, heeft het naar zijn zin in Nederland. “Ik voel me hier veiliger dan daar. En het gaat goed op school.”

Wie wist wat?

Bij het bombardement op de IS-bommenfabriek in Hawija, uitgevoerd door een Nederlandse F-16, vielen zeker zeventig burgerdoden. Wat het kabinet daar toen van wist, blijft onduidelijk. Die vraag ligt op tafel sinds de NOS en NRC het nieuws over de luchtaanval vorige maand naar buiten brachten.

Volgens minister Bijleveld van Defensie heeft haar voorganger Hennis de Tweede Kamer tot twee keer toe verkeerd geïnformeerd over de zaak. Hennis zei dat Nederland niet betrokken was bij bombardementen waarbij burgerdoden zijn gevallen, terwijl ze op dat moment al zou weten dat dat niet waar was. Premier Rutte kan zich naar eigen zeggen niet herinneren of hij al in 2015 van die slachtoffers wist.

Bijleveld is de kwestie nu aan het uitzoeken. Eigenlijk zou ze afgelopen week met meer informatie komen, maar woensdag werd duidelijk dat het kabinet daar meer tijd voor nodig heeft. Waarschijnlijk wordt er begin deze week meer bekend.

Bekijk ook;

Bijleveld is nog lang niet uit de problemen

RTL 23.11.2019 Het was deze week betrekkelijk rustig rond CDA-minister Ank Bijleveld van Defensie, een uitstelbriefje over wie wat wist van het bombardement in Syrië daargelaten. Maar het is stilte voor de storm; volgende week zal de CDA-minister toch echt duidelijk moeten maken wie allemaal wist van de 74 doden, onder wie heel veel onschuldige burgers, en daarover heeft gezwegen.

Het is zo’n levensgevaarlijk dossier dat een bewindspersoon opeens in grote problemen kan brengen. Drie weken geleden was er nog weinig aan de hand. Bijleveld was weliswaar politiek verantwoordelijk voor de bombardementen met de tragische afloop.

Maar het was gebeurd onder haar voorgangster Jeanine Hennis, die – dat stond inmiddels vast – de Tweede Kamer had voorgelogen. De algemene verwachting was dat Bijleveld het debat wel zou overleven, ook al dreigden sommige fracties met een motie van wantrouwen.

“Gedurende het debat ontstond er steeds meer ergernis toen Bijleveld al te nadrukkelijk haar voorgangster begon zwart te maken.”

Bijleveld is een vakvrouw met een grote dosis kennis en ervaring. Haar indrukwekkende cv (12 jaar Kamerlidmaatschap, bijna 7 jaar burgemeester, 3 jaar staatssecretaris, 6 jaar Commissaris van de Koning en sinds 2017 minister) staat bol van politieke en bestuurlijke vaardigheden.

Ze staat erom bekend lastige dossiers aan te kunnen. Zo was zij als staatssecretaris verantwoordelijk voor de staatkundige hervorming van de Nederlandse Antillen. Bijleveld is veruit de meest ervaren bewindspersoon van het CDA. Ook het Iraakse drama zou zij, zo was de verwachting, in rustiger vaarwater kunnen brengen.

Dat ging haar aanvankelijk goed af. Bijleveld erkende haar politieke verantwoordelijkheid, bood haar excuses aan en de Kamer aanvaardde dat welwillend. Maar gedurende het debat ontstond er steeds meer ergernis toen Bijleveld al te nadrukkelijk haar voorgangster, die zich niet kon verweren, begon zwart te maken. Het was Hennis die de Kamer onjuist had geïnformeerd, niet zij. Bijleveld verloor zichtbaar de controle over het debat; spanning en nervositeit waren van haar gezicht te lezen.

De Kamer trok de touwtjes steeds strakker aan: wanneer wist Bijleveld van het bombardement?

Bij haar aantreden, twee jaar geleden? Waarom had ze zolang gezwegen, waarom kwam ze pas naar buiten na publicaties van NOS en NRC? En waarom zei ze, volkomen onverwacht, dat in 2015 de ministeries van Algemene Zaken (Rutte), Buitenlandse Zaken (Koenders), Ontwikkelingssamenwerking (Ploumen), en Veiligheid en Justitie (Van der Steur) ook op de hoogte waren? De betrokken bewindspersonen kunnen zich er niets van herinneren.

“Nu is Bijleveld aangeschoten wild, wordt zij niet meer klakkeloos op haar woord geloofd.”

Er zijn maar weinig bewindslieden die met zo’n klein verschil in stemmen de dans weten te ontspringen. Acht (!) partijen dienden die bewuste dinsdagavond de motie van wantrouwen in; de vier regeringspartijen, SGP en de eenmansfractie Van Haga hielden Bijleveld met 79 tegen 71 stemmen in het zadel. Maar voor hoelang?

Bijleveld heeft zichzelf onnodig in problemen gebracht. Was zij gebleven bij het benadrukken van haar politieke verantwoordelijkheid en haar verontschuldigingen en zou ze niet hebben geprobeerd anderen mede aansprakelijk te maken, dan was zij nog steeds een gerespecteerd bewindspersoon geweest.

Nu is Bijleveld aangeschoten wild, wordt zij niet meer klakkeloos op haar woord geloofd en wacht haar nog een heel zwaar debat, waarvan de uitkomst ongewis is.

Met haar schat aan ervaring had dat nooit mogen gebeuren.

Kabinet: Meer tijd nodig voor feiten rond burgerdoden Hawija

NU 20.11.2019 Het kabinet heeft meer tijd nodig om uit te zoeken hoe en wanneer premier Mark Rutte op de hoogte is gesteld van de Nederlandse luchtaanvallen op de Iraakse stad Hawija waarbij zeventig doden zijn gevallen.

Het kabinet zou uiterlijk deze week met een uitleg komen, maar schrijft woensdag in een brief aan de Kamer dat het “helaas niet gelukt” is.

De vertraging is volgens defensieminister Ank Bijleveld te wijten aan “een gecompliceerde ICT-structuur”.

Volgens de minister zijn er vorderingen gemaakt, maar gaat het om veel documenten die onderzocht moeten worden. Het kabinet hoopt begin volgende week de feiten op een rij te hebben

Twee weken geleden overleefde minister Bijleveld ternauwernood een motie van wantrouwen in het debat over de burgerdoden in Hawija. Het ministerie van Defensie had de Tweede Kamer onjuist geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid bij de luchtaanvallen in Irak.

Minister Bijleveld verwees nadrukkelijk naar haar voorganger, oud-defensieminister Jeanine Hennis, die in 2015 op de hoogte was dat er burgerslachtoffers waren gevallen hij de aanval om een IS-bommenfabriek in Hawija.

De defensieminister voegde daaraan toe dat het “aannemelijk” was dat ook premier Rutte op de hoogte was gesteld. Premier Rutte zei daags na het Kamerdebat zich niet te kunnen herinneren dat hij geïnformeerd is over de zeventig burgerdoden. “Er staat mij niets van bij”, zei de minister-president toen.

‘Feiten zijn zoek, geheugen is kwijt’

De Tweede Kamer eist nu een nieuw feitenrelaas waar duidelijk wordt gemaakt wie wanneer wat wist.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut vindt het tekenend dat het kabinet opnieuw uitstel aankondigt. “Het is zorgelijk dat de premier zijn herinneringen zo lang kwijt is”, aldus Karabulut.

De SP’er wijst erop dat de Kamer twee weken geleden al om openheid vroeg en verwijt het minister Bijleveld dat zij niet volledig is geweest. “De feiten zijn zoek en het geheugen is kwijt”, aldus de politica. “Er zijn kennelijk nog zo veel documenten die wij niet hebben gekregen, dit is alles behalve transparant.”

Kabinet heeft nog meer tijd nodig voor informatie burgerdoden Irak

NOS 20.11.2019 Het kabinet heeft opnieuw meer tijd nodig om uit te zoeken hoe het precies zit met de informatie over het Nederlandse bombardement in Irak, waarbij zeventig burgerdoden vielen. De Tweede Kamer wil van het kabinet weten wie wanneer op de hoogte was.

Het gaat daarbij vooral over de rol van premier Rutte. Die zei twee weken geleden zich niet te kunnen herinneren of hij al in 2015 op de hoogte is gesteld van burgerslachtoffers. Minister Bijleveld zei tegen de Kamer dat Defensie ten onrechte heeft gemeld dat er geen burgerslachtoffers zijn gevallen. Zij noemde het aannemelijk dat ook andere ministeries op de hoogte waren van het incident, waaronder het departement van de premier.

Gecompliceerde ICT

Bijleveld heeft de Kamer al twee keer eerder geschreven dat er meer tijd nodig is om de kwestie goed uit te zoeken. In haar vorige brief sprak ze de verwachting uit dat het eind deze week zou worden. Mede namens de premier en de ministers Blok, Kaag en Grapperhaus schrijft zij nu dat het omwille van de zorgvuldigheid “begin volgende week” wordt.

Bijleveld benadrukt dat het ministerie van Buitenlandse Zaken een “decentraal postennet” heeft met een gecompliceerde ICT-structuur. Ze wijst verder op de vele personeelsveranderingen op dat departement, “zeker op hard-ship posten zoals Bagdad”. Volgens haar moeten ook veel bestanden worden doorzocht.

Haagse bronnen melden dat zeven ministers al twee keer over de “informatiebrief” hebben vergaderd, maar dat ze het nog niet eens zijn.

Bekijk ook;

Debat burgerdoden Irak uitgesteld

Telegraaf 20.11.2019 Defensie heeft meer tijd nodig om antwoord te geven op Kamervragen over welke ministers wisten van de burgerdoden door een Nederlandse luchtaanval in Irak. Defensieminister Bijleveld had de Tweede Kamer beloofd eind deze week helderheid te geven.

Reden is volgens de minister dat veel informatie van Buitenlandse Zaken moet komen, en dan niet alleen van het ministerie, maar ook van de ambassade in Bagdad, dat veel verloop kende van personeel, zeker op zogeheten ’ontberingsposten’ in Irak. „Gezien het grote volume van de te doorzoeken centrale en decentrale bestanden en omwille van de eerder genoemde zorgvuldigheid is enige extra tijd benodigd.”

Kamerleden willen onder meer weten of premier Rutte en de toenmalige ministers van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en Justitie en op de hoogte waren gebracht van de burgerdoden die waren gevallen bij de luchtaanval van 3 juni 2015 op een bommenfabriekje van IS in Hawija. Defensie gaf in een feitenrelaas aan dat het ’aannemelijk’ was dat de ’meest betrokken ministeries’ waren geïnformeerd.

Bij de aanval in Hawija vielen op 3 juni 2015 zeventig doden, zowel IS-strijders als burgers. Toenmalig minister Hennis (Defensie) werd al een paar dagen later door het Amerikaanse commando op de hoogte gesteld dat er vermoedelijk burgerslachtoffers waren gevallen. Desondanks meldde zij twee weken later aan de Kamer dat er geen burgerdoden in Irak waren gevallen door Nederlandse luchtacties. Daarmee was de Kamer onjuist geïnformeerd.

Al was Bijleveld de eerste die tegenover de Kamer erkende dat Nederland verantwoordelijk was voor de burgerdoden en daarmee tegemoet kwam aan de verlangde openheid, kreeg zij het twee weken geleden in het debat over het onderwerp knap lastig. Haar werd verweten dat ze niet eerder aan de bel had getrokken.

Bovendien vond de Kamer het ongeloofwaardig dat ze pas de vrijdag voorafgaand aan het debat had ontdekt dat de Kamer verkeerd was geïnformeerd. Bovendien was ze onduidelijk over wat premier Rutte precies wist. De CDA-bewindsvrouw overleefde ternauwernood een motie van wantrouwen.

Bekijk ook: 

Bijleveld opnieuw naar Kamer om leugen over burgerdoden 

Na de brief van volgende week zal de Kamer opnieuw een debat houden over de kwestie.

Bekijk meer van; defensie Ank Bijleveld Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal

Pas volgende week duidelijkheid wie wat wist rond burgerdoden Irak

AD 20.11.2019 De brief waarin minister Ank Bijleveld van Defensie duidelijkheid moet geven wie wat wanneer wist rond de Nederlandse aanval in Irak waarbij burgerdoden vielen, wordt wederom uitgesteld. De brief gaat nu pas begin volgende week naar de Tweede Kamer.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

In een uitstelbrief stelt Bijleveld dat de ‘gecompliceerde ICT- structuur’ van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor vertraging zorgt. ,,Gezien het grote volume van de te doorzoeken centrale en decentrale bestanden en omwille van de eerder benoemde zorgvuldigheid is enige extra tijd benodigd”, schrijft Bijleveld aan de Kamer.

Ook stelt ze dat er al ‘goede vorderingen’ zijn gemaakt. Eerder schreef Elsevier nog dat de definitieve versie van een Amerikaans rapport na het fatale bombardement zoek was.

Feitenrelaas

Vorige week kregen Kamerleden ook twee brieven over het uitgebreide feitenrelaas, waar in politiek Den Haag reikhalzend wordt uitgekeken. In de eerste brief stond dat de Kamer daar deze week over zou worden geïnformeerd, in de tweede brief werd dat al uitgesteld naar eind van de week.

Begin deze maand erkende Defensie voor het eerst dat er bij aanvallen van Nederlandse F-16’s tijdens de missie tegen IS op twee plekken in Irak – Hawija en Mosul – burgerslachtoffers zijn gevallen. Bij het bombardement in Hawija vielen op 3 juni 2015 ruim 70 slachtoffers.

Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis wist daarvan, maar zei tegen de Kamer dat er ‘voor zover op dit moment bekend’ geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden. Daarmee heeft zij de Kamer verkeerd geïnformeerd.

Aannemelijk

Tijdens een spoeddebat over de kwestie stelde Bijleveld dat ook de ministeries van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op de hoogte waren van het misgelopen bombardement op een bommenfabriek, waar meer explosieven lagen dan verwacht. In een eerste feitenrelaas schreef zij dat het ‘aannemelijk’ was dat de meest betrokken departementen op de hoogte waren.

Dat leverde in het debat vragen op. Wist premier Mark Rutte van de kwestie? En de PvdA-bewindspersonen die toen op Buitenlandse Zaken zaten, Bert Koenders en Lilianne Ploumen? De drie hebben inmiddels ontkend ervan op de hoogte te zijn geweest of er herinneringen aan te hebben.

Bijleveld opnieuw naar Kamer om leugen over burgerdoden

Telegraaf 20.11.2019 Voor de tweede keer in korte tijd moet minister Ank Bijleveld (Defensie) deze week spitsroeden lopen in de Tweede Kamer. Niet de burgerdoden in Irak door Nederlandse bommen worden haar verweten, wel de leugen daarover richting de Tweede Kamer. Of ze bij het openbaren van alle blunders premier Mark Rutte uit de wind kan houden, is de vraag.

Oud-Kamerlid Harry van Bommel weet het nog goed. Op 30 juni 2015 debatteerde hij met toenmalig defensieminister Jeanine Hennis over de strijd tegen IS. Of daarbij door Nederlands toedoen burgerslachtoffers waren gevallen, wilde de oud-SP’er weten.

Voor zover we weten niet, zei Hennis. Het SP-Kamerlid geloofde het niet. „Hoe kan de minister de Kamer met zo’n grote stelligheid voorhouden dat er nul burgerslachtoffers zijn, als ze tegelijkertijd moet erkennen dat er no boots on the ground zijn en dat we een en ander niet kunnen controleren?”

’Een zeer terechte opmerking’, vond Hennis na een schorsing van het debat. „Je kunt het inderdaad niet met zo veel stelligheid vaststellen. De heer Van Bommel heeft gelijk. Ik kan natuurlijk nooit ’nul’ zeggen en dat had ik ook niet moeten zeggen.”

Briefing

Punt voor Van Bommel. Maar wat hij toen nog niet wist, was dat Hennis al drie weken daarvoor persoonlijk was gebriefd door het Amerikaanse commando (Centcom) van de internationale coalitie tegen IS over de luchtaanval die een Nederlandse F-16 in de nacht van 2 op 3 juni had uitgevoerd op een bommenfabriekje in het Iraakse Hawija.

Aangezien de aanval in de nacht had plaatsgevonden en de coalitie geen grondtroepen had in het gebied dat toen nog volledig onder controle stond van IS, had de piloot de schade niet zelf kunnen vaststellen.

In die briefing was Hennis meegedeeld dat er bij die aanval waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Er lagen meer explosieven opgeslagen dan verwacht, waardoor het bombardement indirecte explosies had veroorzaakt die niet alleen de bommenfabriek, maar ook de woonhuizen eromheen hadden getroffen.

Het aantal van zeventig slachtoffers werd toen al door meerdere media gemeld. Een week later kwam het ’initiële onderzoek’ Centcom schriftelijk naar Defensie. En definitief onderzoek is nog altijd niet gevonden.

Weer een week later, op 23 juni, verstuurde Hennis’ ministerie schriftelijke antwoorden op Kamervragen waarin Nederlandse betrokkenheid bij de burgerslachtoffers in Irak werd ontkend.

Hoe dat kan, is nog altijd een raadsel voor naaste medewerkers van Hennis, alom bekend als pietje-precies, zeker als het op het informeren van de Kamer aankwam. Had ze geheel volgens de beleidslijn geschreven dat Defensie er met het oog op de veiligheid van de operatie geen mededelingen over kon doen, dan was er ’geen vuiltje aan de lucht geweest’, zegt een bron bij Defensie.

Het lijkt erop dat de antwoorden al waren samengesteld voordat Hennis werd gebriefd. „Vervolgens heeft niemand het meer rechtgezet”, zegt een betrokkene. „De vragen vormden de basis voor haar verdere communicatie over de kwestie.”

Overleg

Wat is er vervolgens met de informatie gebeurd? Ook dat zijn ze bij Defensie nog altijd aan het uitzoeken. Vaststaat dat de informatie van Centcom is gedeeld in de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO), een wekelijks overleg waarin ambtenaren van Defensie, Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Justitie en Veiligheid en Algemene Zaken de lopende missies bespreken.

Het is een mondeling overleg, waarvan niet alles op schrift komt. Bovendien is nog onduidelijk welke ministeries aanwezig waren toen de ’nevenschade’ van de aanval in Hawija ter tafel kwam. Volgens betrokkenen was het de eerste keer dat de mogelijke burgerslachtoffers ter sprake werden gebracht. Algemene Zaken, Ruttes ministerie, zou niet aanwezig zijn geweest. Wat Rutte persoonlijk van Hennis heeft vernomen over de burgerdoden, is onduidelijk.

De onzekerheid bracht Bijleveld in het recente feitenrelaas aan de Kamer tot de formulering: „Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd.”

„Bij zaken die niet zeker zijn, wordt in dat overleg al snel besloten ze even weg te leggen tot ze wél zeker zijn”, zegt een hoge militair die destijds betrokken was bij de operatie. De mogelijke burgerslachtoffers bij de aanval in Hawija kwamen meermaals terug in het ambtelijk overleg. Defensie zou de kwestie telkens afdoen met de mededeling dat nader onderzoek nog uitsluitsel zou moeten geven.

En inderdaad. Het Openbaar Ministerie pakte de zaak op, maar pas in april 2018 komt de mededeling dat het OM geen onrechtmatigheden of procedurele fouten heeft kunnen vaststellen. In de tussentijd vraagt niemand naar ’Hawija’.

Vreemd

Dat is vreemd. „Als tijdens de Uruzganmissie zo’n rapport was gekomen, waren alle alarmbellen afgegaan”, zegt de militair. Tijdens die missie was er elke ochtend overleg over de operaties tussen de minister, de Commandant der Strijdkrachten of diens plaatsvervanger, de directeur operaties en de directeur voorlichting.

Bij het aantreden van Hennis is de frequentie teruggeschroefd naar eenmaal per week of minder, zodat de minister, die het toen zonder staatssecretaris moest doen, zich meer kon concentreren op de hoofdlijnen.

Vraag blijft waarom het tot begin deze maand duurde voordat iemand in het ministerie zijn hand opstak en opmerkte dat de Tweede Kamer al die tijd verkeerd was geïnformeerd. Het gebeurde toen Bijleveld zich met haar team voorbereidde op het Kamerdebat dat na berichtgeving door NRC en NOS was aangevraagd.

Een mogelijke verklaring is dat iemand bij Defensie, onduidelijk is nog altijd wie, had bedacht dat de briefing van Centcom in mei 2016 had plaatsgevonden, dus nadat Hennis tegenover de Kamer Nederlandse betrokkenheid had ontkend bij het vallen van burgerslachtoffers in Irak. Die datum is, zoals dat heet, ’een eigen leven gaan leiden’.

Voor Bijleveld, als opvolger van Hennis verantwoordelijk voor de desinformatie aan de Kamer, zit er niks anders op dan alle stommiteiten op tafel te gooien. Ze zal daarbij een veel deemoediger houding moeten aannemen dan tijdens het vorige debat, dat ze maar met de hakken over de sloot doorstond. Of ze daarbij premier Rutte uit de wind kan houden, is nog de vraag.

Wat hij wist van de mogelijke burgerslachtoffers is nog altijd onduidelijk. Met de vraag of de premier de Kamer informatie heeft onthouden komt niet alleen de positie van de minister in het schootsveld, maar ook die van de premier. Daarmee komt ook diens kabinet in de gevarenzone.

Bekijk meer van; defensie Jeanine Hennis-Plasschaert Ank Bijleveld Mark Rutte Irak Islamitische Staat Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rutte zwijgt: dit keer over verdwenen rapport

Elsevier 15.11.2019 Hoe zit het toch met het verdwenen document over de bombardementen in Irak? Premier Mark Rutte (VVD) weigerde na de ministerraad elk inhoudelijk commentaar en wacht nader onderzoek af.

Elsevier Weekblad onthulde deze week dat het definitieve rapport van het Amerikaanse militaire hoofdkwartier Centcom over de ‘nevenschade’ bij een bombardement op 3 juni 2015 in Irak spoorloos is.

Vorige week overleefde minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) een motie van wantrouwen die werd ingediend in het Kamerdebat dat in crisissfeer verliep. In het debat werd uitgegaan van een ‘voorlopig rapport’ dat Centcom op 15 juni 2015 uitbracht. Daarin zou staan dat er zeventig doden waren gevallen, onder wie IS-strijders en onschuldige burgers. In zijn persconferentie vorige week was Rutte ook al zwijgzaam.

Lees wat Eric Vrijsen schreef over het verdwenen document

Intussen is het wachten op het beloofde definitieve feitenrelaas.

Het uitblijven ervan zorgt voor crisissfeer op het Binnenhof. Dat komt mede door de boosheid in de VVD over de wijze waarop CDA-minister Bijleveld voorgangster op Defensie Jeanine Hennis van de VVD met naam en toenaam aanwees als schuldige van verkeerde informatie aan de Tweede Kamer. Ze had immers verteld dat er geen burgerdoden waren gevallen. Het feitenrelaas moet ophelderen hoe de kwestie in zijn werk is gegaan.

Aha, de cliffhanger

Gevraagd of hij het document al had gevonden, zei Rutte: ‘Aha, de cliffhanger. We zijn bezig alles in kaart te brengen en zodra dat rond is volgt er een brief aan de Kamer.’

Wanneer dat dan wel zou zijn? ‘Zo snel mogelijk’ volgens de premier.

En zo ging het nog een tijdje toen BNR Nieuwsradio en Elsevier Weekblad de premier bevroegen.

Hij wilde niet beloven dat het document er volgende week is opdat de Kamer er dan over kan debatteren. ‘Wij werken zo hard mogelijk door. We kijken hoe ver we komen.’

Er is een zoekoperatie

Rutte zei niet te weten of de zoekoperatie die bij Defensie gaande is, de grootste ooit is op een ministerie. ‘Dat is mij niet bekend. Er is een zoekoperatie, maar hoe groot die is weet ik niet, in verhouding met eerder.’

Hoeveel ambtenaren erbij zijn betrokken? Rutte: ‘Geen idee.’ En op de vraag wat hij vindt van de paniek die zou zijn uitgebroken op de ministeries, zei hij dat dit niet zijn waarneming is.

De vraag of er ministers in gevaar zijn, weerde hij af door te zeggen dat er volgende week een brief komt.  ‘En verder zeg ik er niks over.’

We brengen alles in kaart

Hoe het mogelijk is dat in dit digitale tijdperk een document kwijtraakt? Rutte:  ‘U refereert aan specifieke berichten in uw eigen blad. En ik kan er verder niet op ingaan, we brengen alles in kaart en als dat gereed is dan zullen wij volledig openheid van zaken geven.’

Gerelateerde artikelen;

Kabinet zoekt nog naar antwoorden burgerdoden

Telegraaf 13.11.2019 Pas eind volgende week hoopt het kabinet duidelijkheid te kunnen geven op de vraag wanneer welke minister wist over de burgerdoden door een luchtaanval van Nederlandse F-16’s in Irak ruim vier jaar geleden. Dat heeft minister Ank Bijleveld (Defensie) de Tweede Kamer laten weten.

Vorige week werd duidelijk dat de Kamer door Defensie over de kwestie onjuist is geïnformeerd. Het leidde tot een motie van wantrouwen van bijna de hele oppositie tegen Bijleveld. Zij hoorde pas enkele dagen voor het debat dat de Kamer was voorgelogen. De volksvertegenwoordiging wil nu volledige openheid van zaken, want het is volgens Bijleveld „aannemelijk” dat de meest betrokken ministeries kort na de aanval al op de hoogte zijn gebracht.

Premier Mark Rutte zegt zich niet te kunnen herinneren dat hij op de hoogte is gesteld in juni 2015 over de burgerdoden bij de aanval op een loods in Hawija van terreurgroep IS. Daarbij kwamen zeker zeventig mensen om. Lilianne Ploumen en Bert Koenders, destijds respectievelijk minister voor Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken, kunnen zich ook niet herinneren persoonlijk te zijn geïnformeerd over de aanval.

Bekijk meer van; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld

Kabinet: meer tijd nodig voor onderzoek informatie burgerdoden Irak

NOS 12.11.2019 Het kabinet slaagt er niet in om nog voor morgen informatie naar de Tweede Kamer te sturen over wie precies wat wist over het bombardement in 2015 op de Iraakse plaats Hawija. Bij een Nederlandse luchtaanval vielen destijds zeker zeventig burgerslachtoffers.

Toenmalig Defensie-minister Hennis meldde de Kamer, onjuist, dat er geen burgerslachtoffers waren en haar opvolger Bijleveld bood vorige week excuses aan voor die verkeerde informatie. Bijleveld noemde het aannemelijk dat ook andere ministeries op de hoogte waren gebracht van het incident, waaronder het departement van de premier. Met name eventuele betrokkenheid van premier Rutte ligt politiek gevoelig.

Zo volledig mogelijk

De Tweede Kamer wil nu precies weten wie wanneer op de hoogte is gesteld en welke kabinetsleden van de burgerdoden hebben geweten. Kamerleden wilden die informatie nog voor morgen ontvangen. Dan begint de behandeling in de Kamer van de begroting voor Buitenlandse Zaken.

Maar Bijleveld schrijft nu aan de Kamer, mede namens Rutte en de ministers Blok, Kaag en Grapperhaus, dat zij niet in staat is de antwoorden voor morgen af te hebben. Ze benadrukt dat het kabinet “zo volledig mogelijk wil zijn in de beantwoording van de vragen”.

Rutte zei vorige week woensdag dat hij zich niet kan herinneren dat hij in 2015 al op de hoogte is gesteld van burgerslachtoffers door de aanval van de Nederlandse F-16. “Er staat mij niets van bij.” En vrijdag wilde hij er op zijn wekelijkse persconferentie niet verder op ingaan. Hij zei dat nu eerst de feiten op een rijtje moeten worden gezet.

Bekijk ook;

‘Defensie kan rapport over burgerdoden niet vinden’

AD 12.11.2019 Het kabinet kan een belangrijk rapport rond het Nederlandse bombardement in Irak in 2015, waarbij zeventig burgerdoden zijn gevallen, niet vinden. Dat meldt Elsevier Weekblad. Daardoor heeft het kabinet grote moeite een feitenrelaas over de kwestie op te stellen, iets wat minister van Defensie Ank Bijleveld vorige week heeft toegezegd tijdens het debat daarover.

Tijdens het debat vorige week baseerde zowel de minister als de Kamerleden zich op een ‘voorlopig rapport’ van het Amerikaanse militaire hoofdkwartier Centcom van 15 juni 2015 over de ‘nevenschade’ bij het bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in het Iraakse Hawija. Daarbij zijn zeventig doden gevallen, waaronder onschuldige burgers.  De voorlopig versie van het rapport zou echter nogal beknopt geweest zijn, zonder details.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De minister legde vorige week tijdens een zwaar debat in de Tweede Kamer verantwoording af over de kwestie, nadat bleek dat haar voorgangster Jeanine Hennis wist dat het ‘geloofwaardig’ was dat er bij de aanval burgerslachtoffers waren gevallen, maar aan de Kamer schreef dat er ‘voor zover op dit moment bekend’ geen burgerdoden waren gevallen.

Feitenrelaas

Bijleveld maakt excuses voor het verkeerd informeren van de Kamer en overleefde maar net een motie van wantrouwen die door vrijwel gehele oppositie werd gesteund. Ze beloofde – samen met premier Rutte – de Kamer te voorzien van een nieuw feitenrelaas om de zaak op te helderen en duidelijk te maken wie er op welk moment op de hoogte was van welke informatie.

Het ‘definitieve’ rapport – vereist voor dat feitenrelaas – ontbreekt echter, weet Elsevier Weekblad op basis van bronnen binnen Defensie. ,,Dat zijn we nu aan het uitzoeken’’, aldus een woordvoerder gisteravond. Op de vraag of Defensie het cruciale stuk gewoon kwijt is, wilde hij niet antwoorden: ,,Dat zeg ik niet.’’Het ministerie zou vervolgens daarvan op de hoogte zijn gesteld.

Het ministerie van Defensie weigert tegen deze site te reageren op de berichtgeving.

Defensie kan rapport over burgerdoden niet vinden

Elsevier 12.11.2019 Het kabinet heeft grote moeite een nieuw feitenrelaas op te stellen rond de kwestie van de zeventig burgerdoden bij een bombardement in Irak op 3 juni 2015. Volgens bronnen van Elsevier Weekblad ontbreekt het definitieve rapport van het Amerikaanse militaire hoofdkwartier Centcom over de ‘nevenschade’.

In het crisisachtige Kamerdebat van vorige week gingen minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) en de Kamerleden uit van een ‘voorlopig rapport’ dat Centcom op 15 juni 2015 uitbracht. Daarin zou staan dat er zeventig doden waren gevallen, onder wie IS-strijders en onschuldige burgers.

Tweede Kamer verkeerd geïnformeerd

Bijleveld zei dat haar voorganger Jeanine Hennis de Tweede Kamer in 2015 verkeerd had geïnformeerd, want eind juni 2015 had Hennis ontkend dat er burgerdoden waren gevallen door Nederlandse betrokkenheid. Defensie was er toen reeds door Centcom over ingelicht dat er wel degelijk doden waren, en ook Hennis zou daar over zijn gebriefd. Vrijwel de hele oppositie concludeerde vorige week dat de Kamer was voorgelogen.

Lees ook: Premier Rutte wil vragen over burgerdoden Irak niet beantwoorden

Een motie van wantrouwen tegen Bijleveld – die formeel verantwoordelijk is, ook voor de handelingen van haar voorgangers – haalde het vorige week niet. Bijleveld mocht blijven. De minister van Defensie en premier Mark Rutte (VVD) beloofden de Kamer klaarheid te scheppen met een nieuw ‘feitenrelaas’.

Als er een ‘voorlopig’ Centcom-rapport ligt, dan moet er ook een ‘definitief’ Centcom-rapport zijn. Volgens een bron kan Defensie dat laatste stuk niet vinden. ‘Dat zijn we nu aan het uitzoeken,’ zei een woordvoerder maandagavond. Op de vraag of Defensie het cruciale stuk gewoon kwijt is, wilde hij niet antwoorden: ‘Dat zeg ik niet.’

Centcom is het Amerikaanse militaire commandocentrum in de stad Tampa (Florida), van waaruit de geallieerde operaties in onder andere het Midden-Oosten worden geleid en geëvalueerd. Militairen beschouwden de aanval door een Nederlandse F-16 op 3 juni 2015 als ‘een voltreffer’. Een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS) in de Noord-Iraakse stad Hawija werd vernietigd. Dit kwam ook doordat IS er veel meer explosieven had opgeslagen dan de westerse coalitie had verwacht. Er volgde een reeks ontploffingen waarbij ook tientallen burgers het leven lieten.

Nieuwe verontwaardiging voor Bijleveld

Dit laatste was uitdrukkelijk niet de bedoeling. In een initial report (voorlopig rapport) stelde Centcom het ministerie van Defensie in Den Haag op de hoogte. Volgens een bron was dit voorlopige rapport nogal beknopt en eigenlijk nauwelijks meer dan een herhaling van een nieuwsberichtje van persagentschap Reuters: ‘Zeventig doden.’

De vraag is nu waar het final report (definitieve rapport) van Centcom is gebleven. Daarin moet staan wat de anti-IS coalitie zelf heeft vastgesteld over het aantal burgerdoden. Heeft Den Haag eigenlijk wel een definitief rapport ontvangen over deze kwestie? Is er wel zo’n rapport? Zo niet, dan heeft de anti-IS-coalitie kennelijk geen eigen onderzoek gedaan naar de burgerdoden in Hawija. Minister Bijleveld kan dan rekenen op nieuwe verontwaardiging in de Tweede Kamer.

Gerelateerde artikelen;

Bombardement Hawija: bijzaken worden politieke hoofdzaken

Elsevier 10.11.2019 Na een week waarin het politieke debat werd gedomineerd door de vraag wie wat wist over de burgerdoden die vielen bij de aanval op een IS-bommenfabriek in Hawija, blikt Philip van Tijn terug. Hij verbaast zich over hoe makkelijk bijzaken tot hoofdzaken worden gebombardeerd.

Zonder Lord Carrington zou de afgelopen parlementaire week er anders uit hebben gezien. Peter Carrington trad in 1982 af als minister van Buitenlandse Zaken van het Verenigd Koninkrijk (in de regering-Thatcher) omdat op zijn ministerie niemand de Falklandoorlog had zien aankomen.

Sindsdien is deze ‘Carringtondoctrine’ leidend beginsel in Nederland en andere westerse democratieën. Ook als minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) en/of premier Mark Rutte (VVD) tot vorige week echt van niets hebben geweten over de waarheid van het bombardement op Hawija in 2015 maar (sommige van) hun ambtenaren wel, dan ziet het er somber voor ze uit.

Het is maar één van de aspecten van de treurige gebeurtenis van vierenhalf jaar geleden. Maar geleidelijk heeft dit aspect de meeste aandacht gekregen. Niet vanwege Ank Bijleveld, het soort minister dat niet zo moeilijk vervangbaar is.

Maar het gaat uiteindelijk om premier Rutte, die als een ware Houdini politiek alles heeft overleefd, sinds hij in 2006 politiek leider van de VVD werd en in 2010 premier. ‘Daar heb ik geen actieve herinnering aan,’ zei ‘Teflon Mark’ ook deze keer desgevraagd. Iets voor neerlandici en filosofen: bestaat passieve herinnering?

Vervelend maar waar: je moet je voorganger in bescherming nemen

Een tweede interessant aspect betreft een ander soort ministeriële verantwoordelijkheid. De minister is niet alleen verantwoordelijk voor uitspraken en handelingen van de onschendbare Koning, maar ook is hij (zie de Carringtondoctrine) formeel verantwoordelijk voor alles wat onder zijn bewind en dat van zijn voorgangers op het departement plaatsheeft.

Lees ook het commentaar van Eric Vrijsen: Bizar om Hennis tot zondebok te verklaren om burgerdoden in Irak

Het maakt het bestaan van een minister al fragiel dat de Kamer hem naar huis kan sturen, omdat iemand ergens in de krochten van zijn departement iets heel stoms heeft gedaan, met verregaande consequenties. Maar dat geldt te meer wanneer het gaat om een verantwoordelijkheid (en dus de mogelijkheid tot aftreden gedwongen te worden) van een (verre) voorganger.

Je kunt dit raar vinden, maar het is nu eenmaal (staats)recht en daarom is de positie van minister Bijleveld nog wankeler. In het Kamerdebat verdedigde zij niet tot de laatste snik haar voorganger Jeanine Hennis, maar zij nam, integendeel, duidelijk enkele malen afstand. Het verkeerd voorlichten van de Tweede Kamer mag een doodzonde zijn, dit doet er weinig voor onder.

De partij DENK is ook afwijkend in zijn taalgebruik

En dan hadden we nog Selcuk Öztürk, Kamerlid van DENK, een van de lange armen van de Turkse president Erdogan in Nederland. Hij had het in de Tweede Kamer over ‘moordenaars’ waar hij de piloten van de F-16’s bedoelde die met een internationaal mandaat in een internationale coalitie erin zijn geslaagd IS te verslaan. Het is niet eens grappig meer dat hij de volgende dag ontkende deze uitspraak – die door camera’s en microfoons is geregistreerd! – te hebben gedaan.

Sterker: het is tijd om deze ondemocratische pathologische leugenaar als een serieus gevaar te zien. Maar ook hier is de wet in het geding: een Kamerlid kan nooit worden vervolgd voor uitspraken die hij in de Tweede Kamer heeft gedaan. Toch zien advocaten in dit geval mogelijkheden vanwege het verregaande karakter van deze uitspraak. In zijn land van herkomst wordt met schuldigen aan dergelijke uitspraken heel wat minder omzichtig omgegaan.

Fijn dat Nederland zo weinig van oorlog begrijpt, maar toch

Het is natuurlijk nogal curieus dat, zoals zo vaak, eigenlijk bijzaken de discussie beheersen. De hoofdzaak is dat Nederland heeft meegedaan met een coalitie die een einde moest maken aan het schrikbewind van Islamitische Staat (IS). Daarbij zijn slachtoffers gevallen, maar als die coalitie er niet was geweest, zou IS met vrij spel ontelbaren hebben vermoord.

Meer over dit onderwerp: Premier Rutte wil vragen over burgerdoden Irak niet beantwoorden

Onze luchtmacht heeft meer dan duizend vluchten (en bombardementen) uitgevoerd. Daarbij is het dus misgegaan in Hawija: de informatie op de grond klopte niet helemaal en vooral is onderschat hoe een ‘slimme bom’ op een opslagplaats van munitie tot onvoorstelbare kettingreacties kan leiden.

En ook heeft men zich onvoldoende gerealiseerd dat terreurboeven, of ze nu IS, Hamas, Al-Qa’ida of Hezbollah heten, er een handje van hebben om burgers te dwingen te wonen vlak bij militaire doelen, als een menselijk schild. De uiterste consequentie is dat je dus geen enkel militair doel meer bombardeert, uit angst voor collateral damage (nevenschade), maar het wordt dan niet eenvoudig om de boeven te verslaan.

Doordat Nederland in de afgelopen twee eeuwen hoogstens een paar weken aan een echte oorlog heeft deelgenomen (bij Waterloo en op de Grebbeberg en enkele dappere individuen aan de kant van de geallieerden) en we al driekwart eeuw een ongekende vredestoestand beleven, bestaat in ons land een volslagen onwetendheid over wat oorlog is.

Gelukkig, kun je zeggen, maar het betekent ook een uitvergroting van oorlogshandelingen, newspeak die oorlogshandelingen ‘vredesoperaties’ noemt en een onbegrip over zaken die iemand als oud-commandant der strijdkrachten Dick Berlijn in luttele minuten kan uitleggen.

  NRC

@nrc

Leg Rutte het vuur aan de schenen en hij antwoordt nooit met een duidelijk ‘ja’ of ‘nee’. Zo overleeft hij alles. Ben je geen politieke spelmeester, dan wordt het lastig. Vraag dat maar aan Ank Bijleveld, schrijft @ZihniOzdil https://www.nrc.nl/nieuws/2019/11/09/waarom-rutte-alles-overleeft-en-bijleveld-niet-a3979705?utm_source=social&utm_medium=twitter&utm_campaign=twitter&utm_term=20191109 …

Waarom Rutte alles overleeft, en Bijleveld niet

Het stond in geen enkel verkiezingsprogramma, maar kwam toch in het regeerakkoord. „Hoe kan dat?”, vroeg de oppositie. Omdat, antwoordde premier Rutte hij ‘tot in het diepst van zijn vezels’ voelde…

nrc.nl  22:14 – 9 nov. 2019 Andere Tweets van NRC bekijken

En zo kan in dit land ex-Kamerlid voor GroenLinks Zihni Özdil in zijn wekelijkse column in de zelfbenoemde kwaliteitskrant NRC schrijven: ‘Ik weet wie perfect geschikt is om dat uit te leggen aan die nabestaanden: Jeanine Hennis. Zij is nu toch in Irak, als hoogste vertegenwoordiger van de VN. Want haar politieke beloning was deze mooie baan in het land dat ze als minister heeft gebombardeerd.’

Tot goed begrip: Özdil zei dit dus niet in de Tweede Kamer!

Meer;

Premier Rutte wil vragen over burgerdoden Irak niet beantwoorden

Elsevier 08.10.2019 ‘Minister Bijleveld heeft het debat netjes gevoerd,’ zei premier Mark Rutte (VVD) op zijn wekelijkse persconferentie. Het was een poging de kritiek in VVD-kring op de minister van Defensie te bezweren.

Tandenknarsend constateren prominenten in de wandelgangen dat Ank Bijleveld (CDA) deze week ‘haar eigen hachje redde’ door haar voorganger Jeanine Hennis ‘onder de bus te duwen’.

Het ging niet om een kleinigheid: een bom uit een Nederlandse F-16 op een explosievenwerkplaats van IS in Noord-Irak leidde 3 juni 2015 tot zulke zware ontploffingen dat niet alleen IS- strijders, maar ook tientallen onschuldige burgers omkwamen.

Volgens Bijleveld heeft ‘mijn ambtsvoorganger’ de Tweede Kamer daarover niet correct geïnformeerd. Later in het debat sprak ze over ‘minister Hennis’ die de Kamer foutief inlichtte.

Lees ook: Bizar om Hennis tot zondebok te verklaren om burgerdoden Irak

Het is zeer ongebruikelijk dat ministers de schuld van iets bij hun voorganger leggen. Staatsrechtelijk hoort dat niet: wie aantreedt neemt de politieke verantwoordelijkheid op zich, ook voor fouten van zijn of haar voorgangers. Vandaar de woede in de VVD, want zoals een van de kabinetsleden fluisterde: ‘Wij houden allemaal van Jeanine.’

Nog meer beschuldigende vingers

Bijleveld maakte het in het debat nog erger toen ze erop hintte dat ook ‘andere ministers’ in het vorige kabinet van de tientallen burgerdoden op de hoogte waren. Oeps! Ze doelde natuurlijk op VVD-premier Rutte en op de toenmalige PvdA-ministers Bert Koenders en Lilian Ploumen.

Feit is wel dat er een week na het bombardement een briefing was op het ministerie van Defensie, waar over de ‘nevenschade’ werd gesproken en waar ook de raadsadviseurs van Rutte bij aanwezig waren. Hebben die dan niks tegen hun baas gezegd? Heeft Rutte toen niet goed geluisterd?

Feiten op een rijtje zetten

De premier werd op zijn persconferentie uitgebreid doorgezaagd over de hete kwestie, maar weerde alle vragen af, want de Tweede Kamer heeft inmiddels aanvullende vragen gesteld. ‘We gaan nu alle feiten op een rijtje zetten,’ zei Rutte. Totdat hijzelf een compleet overzicht heeft, meldt hij niks.

Het onderwerp is te serieus, anders kon je van een slapstick spreken. ‘Ik ga niet hapsnap vragen beantwoorden,’ zei Rutte op de eerste vraag. ‘Het is verstandiger eerst alles in kaart te brengen,’ was het antwoord op de tweede vraag. ‘We gaan nu alles netjes uitsorteren.’ En: ‘we moeten eerst het feitencomplex beschikbaar hebben en dan ziet u het vanzelf.’ Zo ging het maar door.

Rutte wekte de indruk dat hij het zelf ook vervelend vond om niks te zeggen. Want op deze manier blijft hij maar in de inktvlek wrijven. Het idee dat zijn kabinetten de gevolgen van de oorlogvoering verdoezelen en informatie achterhouden , wordt op deze manier alleen maar sterker.

Schade aan het imago

De kranten beginnen te speculeren over de schade aan het imago van de premier en alles wat hij ooit over de strijd in Irak en Syrië zei, wordt omgekeerd.

Opvallend is bijvoorbeeld dat Rutte in 2018 op een vraag van RTL4 de indruk wekte dat hij weet had van burgerdoden. Het ging toen om een onderzoek van Justitie naar de wapeninzet door F-16 vliegers. Het OM oordeelde dat zij niks verkeerd hadden gedaan. Bijleveld meldde de Kamer toen dat er ‘zeer waarschijnlijk ‘ burgerdoden waren gevallen. Rutte zei tegen RTL4 dat er ‘een fout in de intelligence’ was geweest: onjuiste aanwijzingen van de spionnen.

Vragen hierover zei Rutte niet te kunnen beantwoorden. Gezien de gevolgen van het bombardement is dat vreemd. Maar aan de andere kant ook weer niet: het OM kijkt eigenlijk niet naar de fouten van buitenlandse inlichtingendiensten in het bondgenootschap.

Het beoordeelt alleen of de F-16 vlieger op basis van de gegevens die hij had binnen zijn geweldsmandaat (rules of engagement) bleef. Het zou zo maar kunnen dat die juridische toetsing beeldvernauwend heeft gewerkt voor het huidige en het vorige kabinet Rutte. Er leek niks aan de hand, want er was correct gehandeld en de realiteit van tientallen doden drong niet door.

Premier Rutte volhardt: geen antwoord op vragen over burgerdoden Irak

NOS 08.11.2019 “Ik laat het bij mijn eerste reactie”, “Het is van belang om de feiten op een rijtje te zetten”, “Eerst in kaart brengen hoe het zit”, “Ik beantwoord die vragen niet”, “Het is niet verstandig om op allerlei vermoedens in te gaan”, “U doet allerlei aannames”, “Deze vraag past in de reeks vragen in deze persconferentie en die respecteer ik allemaal, maar ook deze vraag ga ik niet beantwoorden.”

In zijn wekelijkse persconferentie wilde premier Rutte op geen enkele manier ingaan op de kwestie-Hawija. Zo’n twintig minuten lang legden journalisten hem het vuur na aan de schenen, maar Rutte gaf geen krimp. De vraag die voorligt is of Rutte wist van de zeventig burgerslachtoffers die in 2015 zijn gevallen bij een bombardement door een Nederlandse F-16 in Irak.

Zo zagen de eerste minuten van het vragengedeelte van de persconferentie eruit:

‘Snapt u dat de Kamer grote twijfels heeft over de informatievoorziening?’

Dinsdag werd tegen minister Bijleveld van Defensie een motie van wantrouwen ingediend, omdat haar voorganger Hennis-Plasschaert tot twee keer toe de Kamer onjuist informeerde. Hennis hield destijds vol dat Nederland niet betrokken was bij de dood van burgers in Irak, terwijl ze kort na het bombardement op de hoogte was gesteld door de VS dat er burgerslachtoffers waren gevallen.

Lees hier hoe de Kamer jarenlang in het duister tastte over burgerdoden in Irak

In het debat zei Bijleveld dat ook andere ministeries kennis hadden van de burgerdoden. Ze werden kort na de aanval op de hoogte gebracht dat het zeer aannemelijk was dat er een groot aantal onschuldige slachtoffers was gevallen.

Bijleveld noemde daarbij de ministeries van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie. Rutte, die toen ook al premier was, zei de volgende dag dat hij zich niet herinnert dat hij op de hoogte is gesteld. Het is volgens hem wel mogelijk dat ambtenaren van hem zijn bijgepraat over de kwestie.

Vandaag wilde de premier daar dus niets aan toevoegen. “Hij moet natuurlijk op eieren lopen, want dit is een uiterst gevoelige kwestie”, zegt politiek verslaggever Ron Fresen. “Dit debat is ook nog lang niet klaar. En alles wat hij hier nu over zegt, kan hij als een boemerang terugkrijgen. En dan kan het ook over zijn eigen positie gaan.”

De schade in Hawija was goed zichtbaar op satellietbeelden Azmat Khan/The New York Times

Bert Koenders, destijds minister van Buitenlandse Zaken, reageerde deze week stelliger dan Rutte: “Ik kan me er niets van herinneren. Ik ben er absoluut niet over ingelicht. Als je het over dit soort aantallen slachtoffers hebt, vergeet je dat niet. Dat zou alle alarmbellen af doen gaan.” Ook de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Ploumen, reageerde verbaasd: “Ik ben niet persoonlijk geïnformeerd over de gebeurtenissen.”

GroenLinks-Kamerlid Diks, die de motie tegen minister Bijleveld had ingediend, noemt het idee dat de minister-president niet zou zijn ingelicht over 70 burgerdoden “ongelooflijk en ook heel ongeloofwaardig”. Ook hekelt ze het feit dat de Tweede Kamer destijds niet werd ingelicht. “Blijkbaar is dat bij niemand opgekomen. Dat is haast onbegrijpelijk.”

SP-Kamerlid Karabulut is net zo kritisch. “We kunnen concluderen dat er is gelogen, dat er informatie is achtergehouden, dat de leugen voor een deel in stand wordt gehouden en dat de beloofde transparantie er nog altijd niet is.”

Minister Bijleveld heeft gezegd dat ze gaat uitzoeken wie er precies van wist op welk moment.

Nederlandse vluchten

Nederlandse F-16’s werden tussen 2014 en 2016 en in 2018 ingezet in Irak en Syrië als onderdeel van een grote internationale coalitie onder leiding van de VS. Daarbij werden vanuit Jordanië ruim 2100 luchtaanvallen uitgevoerd. Doel van de missie was om IS te bestrijden.

Uit onderzoek van de NOS en NRC bleek drie weken geleden dat in de nacht van 3 juni 2015 bij een Nederlandse aanval op een bommenfabriek van IS in de Iraakse plaats Hawija een wijk volledig werd verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS. Hierbij kwamen zeker zeventig mensen om het leven, onder wie volgens ooggetuigen kinderen.

Bekijk ook;

Geprikkelde Rutte wil geen vragen beantwoorden over burgerdoden in Irak

NU 08.11.2019 Premier Mark Rutte wilde vrijdag niet ingaan op vragen over wanneer hij op de hoogte was van het feit dat er burgerdoden waren gevallen bij Nederlandse luchtaanvallen in Irak in 2015.

“We gaan eerst alle feiten op een rijtje zetten en daarna de Kamer informeren”, aldus de premier.

Rutte maakte op zijn wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad een geïrriteerde indruk en verwees herhaaldelijk naar zijn opmerkingen van eerder deze week.

Rutte zei woensdag zich niet te kunnen herinneren dat hij is geïnformeerd over de aanvallen op de Iraakse steden Hawija en Mosoel waarbij 74 mensen om het leven kwamen.

“Er staat mij niets van bij”, zei de minister-president toen. Hij wilde er vrijdag op de persconferentie verder niets over kwijt. “Ik heb er al een eerste reactie op gegeven.” De vraag of hij vindt dat zijn positie in gevaar is, beantwoorde hij met een “nee”.

Journalisten nemen Rutte onder vuur over burgerdoden in Irak

Rutte zit in een lastig parket

Rutte bevindt zich in een lastig positie. Dinsdagavond debatteerde de Tweede Kamer met minister Ank Bijleveld (Defensie) over de bombardementen. De bewindsvrouw overleefde dinsdag ternauwernood een motie van wantrouwen.

Zij moest zich verantwoorden voor het feit dat haar voorganger, voormalig minister Jeanine Hennis-Plasschaert, de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd.

Hennis-Plasschaert meldde de Kamer in 2015 dat er bij aanvallen geen burgerslachtoffers waren gevallen, terwijl later bleek dat het ministerie beschikte over een intern verslag en een Amerikaanse rapportage waarin staat dat het “geloofwaardig was” dat er bij de aanval in Hawija burgers om het leven waren gekomen.

Minister Bijleveld voegde daar dinsdag aan toe dat niet alleen Hennis-Plasschaert van de burgerdoden wist, maar ook het ministerie van Algemene Zaken van premier Rutte.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut benadrukte in een eerdere reactie dat het van belang is om te weten wanneer de premier hiervan op de hoogte is gesteld. “Ik wil dat weten, omdat als hij kennis heeft genomen van de inhoud, hij de leugen dat er geen burgerslachtoffers zijn gevallen de afgelopen jaren in stand heeft gehouden”, zei ze deze week.

Zie ook: Dit weten we over de luchtaanval met burgerdoden in Irak

Lees meer over: Politiek  Mark Rutte

Rutte zwijgt over bombardement Irak

Telegraaf 08.11.2019 Premier Rutte weigert voorlopig vragen te beantwoorden over wat hij wist of niet wist over de burgerdoden bij een Nederlands bombardement in Irak in 2015. Na de ministerraad wrong de minister-president zichzelf in allerlei bochten om vooral geen antwoord te geven op talrijke vragen van journalisten.

De oppositie wil het naadje van de kous weten nu minister Bijleveld (Defensie) deze week suggereerde dat het ministerie van Rutte al eerder op de hoogte is gesteld van de slachtoffers. „Er staat mij helemaal niets van bij”, zei hij eerder deze week. Mogelijk wisten zijn ambtenaren er wel van, vermeldde Rutte.

De oppositie wil het naadje van de kous weten nu minister Bijleveld (Defensie) deze week suggereerde dat het ministerie van Rutte al eerder op de hoogte is gesteld van de slachtoffers. „Er staat mij helemaal niets van bij”, zei hij eerder deze week. Mogelijk wisten zijn ambtenaren er wel van, vermeldde Rutte.

Bekijk ook:

Irakezen zijn Jeanine Hennis zat 

De minister-president stelde vrijdag na de ministerraad niet ’hap-snap’ te willen antwoorden. Achter de schermen probeert zijn ministerie in kaart te brengen wat er waar is van de suggestie van Bijleveld en als dat het geval is, wat er daarna met de informatie is gedaan op zijn departement.

Gevoelige kwestie

De kwestie ligt gevoelig, omdat Bijleveld om de kwestie al door het oog van de naald kroop toen vrijwel de hele oppositie een motie van wantrouwen tegen haar steunde. Als blijkt dat Rutte er van wist of er niet de waarheid over heeft verteld kan ook zijn positie onder vuur komen te liggen. Zelf zei de premier vrijdag dat hij zich daar geen zorgen over maakt.

Bekijk ook:

Wat wisten Rutte en Asscher over burgerslachtoffers in Irak? 

Bekijk ook:

Bijleveld overleeft motie van wantrouwen voor burgerdoden Irak 

Bekijk meer van; gewapend conflict defensie Mark Rutte Bijleveld Den Haag Irak

Rutte wil niet ‘hapsnap’ zeggen wat hij wist van bombardementen Irak

AD 08.11.2019 Een zichtbaar ongemakkelijke premier Mark Rutte wilde gisteren niet zeggen wanneer hij is ingelicht over de burgerdoden die zijn gevallen bij Nederlandse bombardementen in Irak. Hij weet: nu de Tweede Kamer zich voorgelogen voelt, gaan ze achter hem aan.

Op zijn wekelijkse persconferentie ging de premier, anders dan normaal, bij herhaling vragen uit de weg over wat hij nu eigenlijk wanneer wist.

Bij een debat in de Tweede Kamer erkende defensieminister Ank Bijleveld deze week dat het parlement in juni 2015 verkeerd is geïnformeerd. Toenmalig minister van Defensie Jeanine Hennis zei toen dat er geen ‘Nederlandse betrokkenheid’ was bij burgerslachtoffers, terwijl ze al was ingelicht dat dit waarschijnlijk wél zo was.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Pijlen

Waar de Tweede Kamer de pijlen eerst richtte op Bijleveld, die een motie van wantrouwen tegen zich ingediend zag worden, verschuift die aandacht nu naar de premier. In een reeks schriftelijke vragen is ook Rutte gevraagd wanneer hij nu precies meer wist.

Deze week wilde de premier alleen nog zeggen dat hij zich niet kan herinneren in 2015 te zijn ingelicht over de burgerslachtoffers. ,,Er staat mij helemaal niets van bij,’’ zei de premier. Het ‘zou wel kunnen’ dat zijn ambtenaren op de hoogte waren.

Dat haperende geheugen wekte meteen ergernis in de Kamer. Dat excuus kennen we wel van hem, klonk het. Rutte zei dat immers ook toen het ging over memo’s rond de afschaffing van de dividendbelasting. Toen heette het dat hij zich die niet ‘kon herinneren’. En toen Halbe Zijlstra aan hem opbiechtte dat hij nooit op bezoek was geweest bij Poetin had Rutte ‘geen actieve herinnering’ aan met wie hij met die bekentenis deelde.

Rutte realiseert zich dat hij de Kamer nu klinisch zal moeten voorlichten wat hij en andere kabinetsleden wisten. Hij wimpelde daarom vragen van journalisten maar af. ,,Ik respecteer uw vragen, ik zou ze misschien ook stellen, maar we moeten nu echt eerst de Kamer informeren.’’

Rutte wil namelijk niet ‘hapsnap’ vertellen wanneer hij wat wist, besloot de premier. Liever moet alles er komende week liggen, zo is de hoop, in een gedetailleerde brief.

Briefing

Cruciaal daarbij zijn de dagen na 9 juni 2015. Toen hoorde Hennis tijdens een briefing van mogelijke burgerdoden bij de militaire actie bij het Irakese Hawija. Die kennis werd vervolgens gedeeld met andere departementen, waaronder dat van Rutte.

Dat gebeurde tijdens een zogenoemde interdepartementale werkgroep, waarin ook zijn raadadviseurs zitten. Vraag is nu vooral: bereikte die kennis de premier en wanneer? Want anderhalve week later loog Hennis immers de Tweede Kamer voor dat haar van ‘Nederlandse betrokkenheid’ niets bekend was.

Overigens ligt Hennis, tegenwoordig VN-gezant in Irak, daar ook onder vuur. Op sociale media wordt zij opgeroepen het land te verlaten. Daarbij wordt ook gewezen op de burgerslachtoffers die vielen in het land in de tijd dat zij als minister verantwoordelijk was voor de inzet van F-16’s tegen terreurorganisatie Islamitische Staat (IS).

Kritiek in Irak op tweet Hennis: ‘Ze geeft meer om olie dan om mensen’

NOS 08.11.2019 Irakezen zijn boos op oud-minister Jeanine Hennis. Zij is nu VN-gezant in Irak en tweette twee dagen geleden over de economische gevolgen van de protesten in het land. Al meer dan een maand lang gaan Irakezen de straat op om hervormingen te eisen. Daarbij blokkeren ze wegen, olievelden en havens.

In haar bericht schrijft ze dat de “ontregeling van cruciale infrastructuur een grote zorg is” en dat het “schadelijk is voor de Irakese economie”. Volgens correspondent Marcel van der Steen valt haar opmerking helemaal verkeerd bij demonstranten. In reacties op sociale media verwijten Irakezen het haar dat ze meer om olie zou geven dan om mensen, vertelt hij in het NOS Radio 1 Journaal. Zij maken haar uit voor ‘leugenaar’ en eisen haar vertrek.

 Jeanine Hennis @JeanineHennis

Disruption of critical infrastructure also of grave concern. Responsibility of all to protect public facilities. Threats/closures of roads to oil installations, ports causing billions in losses. Detrimental to #Iraq’s economy, undermines fulfilling protesters’ legitimate demands.

Ze verbinden haar tweet ook aan het nieuws over de zeker 70 burgerslachtoffers die vielen bij een Nederlandse F16-aanval in Irak in 2015, vertelt Van der Steen. Het nieuws over die burgerslachtoffers kwam vorige maand na onthullingen van de NOS en NRC naar buiten.

Hennis was toen minister van Defensie, en ze verzweeg de burgerdoden. Tot twee keer toe vertelde ze de Kamer dat er geen burgerdoden te melden waren. Uiteindelijke erkende het kabinet afgelopen maandag de Nederlandse verantwoordelijkheid voor wat wordt gezien als een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie.

Afgelopen dinsdag bleek ook dat Hennis kort na de luchtaanval op de hoogte is gesteld over het bombardement waarbij 70 doden zijn gevallen. De huidige minister van Defensie, Ank Bijleveld, bood haar “oprechte excuses” voor het onjuist informeren van de Kamer.

Het nieuws over Hennis leeft in Irak, zegt Van der Steen: “Irakezen verwijten het haar nu dat ze dat nieuws toen stil heeft gehouden.”

“Dat het allemaal om olie zou gaan, wordt voor veel Irakezen nu weer bevestigd door de tweet van Hennis” , aldus Laila al-Zwaini, arabist.

“De jongeren die nu in opstand komen vinden dat Hennis vooral de kant van de corrupte regering kiest”, zegt de Nederlands-Iraakse arabist Laila al-Zwaini. “Ze hebben het idee dat ze daar alleen maar is voor de oliebelangen en niet voor de Irakezen die sterven.”

Al-Zwaini verwijst ook naar de Amerikaanse invasie in 2003. “Toen leefde hetzelfde sentiment. Veel Irakezen hadden het idee dat het Amerika vooral om de olie ging”, legt ze uit. “Dat het allemaal om olie zou gaan, wordt voor veel Irakezen nu weer bevestigd door de tweet van Hennis.”

Hennis reageerde later in een tweet dat “de Verenigde Naties een partner is voor iedere Irakees die het land beter wil maken”. Uit de reacties op Twitter valt op te maken dat veel Irakezen geen boodschap hebben aan excuses.

 Ahmed Albasheer -احمد البشير @ahmedalbasheer1

We call for the immediate resignation of @UNIraq head & SRSG @antonioguterres, @JeanineHennis for her negligence in defending the #HumanRights of Iraqis in #IraqProtests. We have no trust in her capabilities https://t.co/lKY06RkZhh

Correspondent Van der Steen vertelt in dat het leven steeds meer stil komt te liggen in het land. “Een grote haven in het zuiden is geblokkeerd en ook bedrijven hebben het moeilijk en blijven vaak dicht.”

Dat heeft onder meer te maken met het afsluiten van het internet door de overheid. “Het grootste deel van de tijd is er geen internet, waardoor bijvoorbeeld banken, toerisme-organisaties en telefoonbedrijven hun werk niet kunnen doen.”

De economie van het land zou volgens een bron bij de Centrale Bank in Irak sinds het uitbreken van de protesten zo’n 40 miljoen dollar per dag aan schade lijden, in totaal zou het in ruim een maand gaan om zo’n 1,5 miljard dollar, meldt persbureau Reuters.

Geweld houdt aan

Het gewelddadige optreden van de autoriteiten tegen de demonstranten gaat ondertussen door. “Er wordt nog altijd met scherp geschoten”, vertelt Van der Steen. “Gisteren vielen er in Bagdad zes doden bij een poging een brug over te komen die leidt naar de groene zone, de plek waar de regeringsgebouwen zitten.” Ook in de zuidoostelijke stad Basra was het gisteren raak, daar vielen vier doden.

Het totale dodenaantal is sinds de protesten op 1 oktober begonnen, gestegen tot boven de 260.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft het geweld gisteren veroordeeld en roept de regering op ermee te stoppen. Maar Van der Steen ziet dat niet direct gebeuren. “De regering heeft hervormingen en nieuwe verkiezingen aangekondigd. Maar demonstranten hebben er geen vertrouwen in dat de beloften worden nagekomen. Ze gaan dus door met protesteren.”

Bekijk ook;

Irakezen zijn Jeanine Hennis zat

Telegraaf 08.11.2019 Irakezen eisen massaal het ontslag van Jeanine Hennis, de hoogste VN-gezant in het land dat al weken in de greep is van bloedige protesten. Hennis ligt onder vuur na uitlatingen op Twitter, waarin zij volgens de demonstranten het belang van olie laat prevaleren boven dat van de gewone bevolking. In de bewuste tweet schrijft Hennis: „Bedreigingen/sluitingen van wegen naar olie-installaties en havens veroorzaken miljardenverliezen. Dat is schadelijk voor de economie van Irak en ondermijnt de inwilliging van de legitieme eisen van de demonstranten.”

De Irakezen zijn nu online een petitie gestart waarin zij het vertrek eisen van Hennis, wier beeltenis op het platform is doorgehaald met een groot rood kruis. Zij wordt weggezet als een lakei van de Iraakse autoriteiten, westerse olieproducenten en zelfs van het Iraanse regime, dat via lokale milities verantwoordelijk is voor een groot deel van de dodelijke slachtoffers.

Ook wijzen Irakezen via sociale media op haar verleden als minister van Defensie. In die rol ontkende zij in 2015 dat er bij een Nederlandse aanval op Irak burgerdoden waren gevallen, al was zij daar eerder al wel over geïnformeerd.

Onmogelijke positie

Hennis verkeert nu in een onmogelijke positie: zij roept in Irak op tot een nationale dialoog tussen de regering en de demonstranten, maar kan daarin zelf als ’onpartijdige bemiddelaar’ moeilijk meer een rol spelen. Zij wordt niet langer geaccepteerd door de woedende betogers, die dagelijks met gevaar voor eigen leven de straat op gaan om onder meer het vertrek van de regering te eisen. Tot dusver zijn er meer dan 250 doden gevallen.

Bekijk ook: 

VN-gezant Jeanine Hennis: stop geweld in Irak 

Daarmee toont Hennis volgens de woedende Irakezen het ware gezicht van de ’corrupte’ Verenigde Naties: het gaat de organisatie volgens hen niet om de mensen, maar het geld. De timing is ook ongelukkig: de Verenigde Staten verklaarden de afgelopen weken alleen nog in buurland Syrië te blijven om de oliebronnen daar veilig te stellen. Zo wordt het beeld verscherpt dat het Westen alleen maar uit is op het zwarte goud en geen zier geeft om de creperende bevolking.

Winsten verdwijnen

Hennis heeft het over miljardenverliezen als gevolg van blokkades (volgens de regering gaat het om 6 miljard dollar), maar de betogers wijzen erop dat die winsten doorgaans verdwijnen in de zakken van corrupte politici. De bevolking van een van de belangrijkste olieproducten ter wereld – murw geslagen door een opeenvolging van oorlogen – profiteert er nauwelijks van.

Hennis probeerde later nog de schade te beperken met een nieuwe tweet, waarin zij zich verdedigde tegen de ’beschuldigingen van vooringenomenheid’. Volgens haar zijn de Verenigde Naties de ’partner van iedere Irakees die naar verandering streeft’.

Maar het kwaad was al geschied. Irakezen omschrijven haar als een ’verrader’ die zich ’moet schamen’ omdat zij de ’slaaf is van olie, geld en bloed’. Ook wordt ze weggezet als een ’blondje in designerkleding’ dat wel even komt vertellen hoe het allemaal moet. Een dame bezweert dat zij wanneer zij Hennis ziet een schoen naar haar hoofd zal gooien, de ultieme belediging in de islamitische wereld. Naar George W. Bush gooide ooit een Iraakse journalist beide schoenen tijdens een persconferentie.

Te close met Iran

Hennis wordt ook verweten te close te zijn met Iran, dat een kwalijke rol speelt in het neerslaan van de protesten. De betogers eisen een totale verandering van het politieke systeem, waardoor Iran zijn invloed in gevaar ziet komen.

Hennis is sinds vorig jaar de hoogste VN-gezant in Irak. Een lastige functie in een verdeeld land dat nog altijd probeert te herstellen van de oorlog tegen Islamitische Staat. Zij bezocht vorige week nog de demonstranten op het Tahrirplein in Bagdad, waar zij hun ’legitieme eisen’ erkende.

Bekijk ook: 

Wat wisten Rutte en Asscher over burgerslachtoffers in Irak? 

Ook veroordeelde Hennis het geweld, al zou zij zich volgens velen in het land veel harder moeten uitspreken over de verschillende bloedbaden. Door de aanhoudende chaos in het land zou premier Mahdi inmiddels bereid zijn op te stappen, maar zijn vertrek wordt door Iran tegengehouden.

Bekijk meer van; internationale betrekkingen burgerlijke onrust overheid gewapend conflict Jeanine Hennis-Plasschaert Irak Iran Verenigde Naties

Oud-minister Jeanine Hennis wordt als VN-gezant in Irak beveiligd. Deze foto is van eerder dit jaar.

Oud-minister Jeanine Hennis wordt als VN-gezant in Irak beveiligd. Deze foto is van eerder dit jaar. © AFP

Oud-minister Hennis ook onder vuur in Irak

AD 08.11.2019 Oud-minister Jeanine Hennis ligt nu ook in Irak onder vuur, waar ze werkt als gezant van de Verenigde Naties. Er is op sociale media een campagne tegen haar gestart waarin ze wordt opgeroepen te verdwijnen uit het land.

Hennis wordt als VN-gezant zwaar beveiligd. In Irak is het al weken onrustig. Er wordt massaal geprotesteerd tegen de werkloosheid en de corruptie. Daarbij zijn naar schatting al 250 doden gevallen. Hennis riep op Twitter op tot kalmte, maar dat schoot bij sommigen in het verkeerde keelgat. Volgens demonstranten is ze ‘meer begaan met de westerse oliebelangen dan met de Irakese bevolking’.

Lees ook;

Hennis wist van mogelijke burgerslachtoffers, zei dat er ‘voor zover bekend’ geen waren

Lees meer

Irak staat in brand: grootste opstand sinds val Saddam Hoessein

Irak staat in brand: grootste opstand sinds val Saddam Hoessein

Lees meer

In de bewuste tweet schreef Hennis: ,,We zijn allemaal verantwoordelijk voor het beschermen van openbare voorzieningen. Bedreigingen/sluitingen van wegen naar olie-installaties en havens veroorzaken miljardenverliezen. Dat is schadelijk voor de economie van Irak en ondermijnt de legitieme eisen van de demonstranten.’’

@JeanineHennis

Disruption of critical infrastructure also of grave concern. Responsibility of all to protect public facilities. Threats/closures of roads to oil installations, ports causing billions in losses. Detrimental to #Iraq’s economy, undermines fulfilling protesters’ legitimate demands.

355  12:07 PM – Nov 6, 2019 6,581 people are talking about this

Die uitspraak veroorzaakte een storm van protest. ,,Stelt u zich eens voor dat deze mensen in uw land waren omgekomen. Wat zou dan u tegen de wereld hebben gezegd?” reageert Irakees Jaweed Kadeem woedend onder de tweet. Sommigen plaatsten een foto van Hennis met een groot rood kruis erdoor.

Hennis na de ruim 6000 reacties een nieuwe tweet waarin ze probeerde de gemoederen te bedaren: ,,In reactie op beschuldigingen dat ik vooringenomen zou zijn: de VN staat zij aan zij met elke Irakees die verandering wil. Samen kunnen Irakezen van hun land een betere plek maken. En wij zijn hier om dat te ondersteunen.’’

Bombardement

In de protesten tegen de aanwezigheid van Hennis wordt ook gewezen naar haar vorige functie als minister van Defensie. In die periode kwamen zo’n 70 burgers om bij een bombardement door een Nederlandse F-16 op een bommenfabriek van IS in het Irakese Hawija.

Deze week kwam dat niet alleen in Nederland, maar ook in Irak in het nieuws. Net als het nieuws dat Hennis vlak na het bombardement nog aan de Tweede Kamer meldde dat er ‘voor zover bekend’ geen burgerslachtoffers waren gevallen door Nederlandse wapeninzet.

Op dat moment was zij echter al anderhalve week op de hoogte van het feit dat dat waarschijnlijk wél het geval was. De Irakezen die zich al tegen Hennis keerden, schrijven op social media dat ze ‘toen ook al een leugenaar was’. Ook staat op Facebook te lezen dat ‘Irakese doden haar niet kunnen schelen’.

Hennis is sinds vorig jaar hoofd van UNAMI, een speciale missie van de VN in Irak. Ze adviseert zowel de Irakese regering als verschillende bevolkingsgroepen.

© Foto Evert-Jan Daniels/ANP Jeanine Hennis-Plasschaert is Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN voor Irak en als Hoofd van de VN-Missie UNAMI.

Iraakse demonstranten willen af van ‘leugenaar’ Jeanine Hennis

MSN 08.11.2019 Irakezen zijn op sociale media een actie gestart tegen VN-gezant Jeanine Hennis-Plasschaert. Met hashtags als „Jeanine Hennis is corrupt schaam je” en „Jeanine Hennis leugenaar ga Irak uit” proberen ze de Nederlandse te bewegen om op te stappen. Door Hennis’ foto is door de Twitteraars een groot rood kruis gezet.

De Irakezen zijn gepikeerd over een tweet van Hennis waarin ze demonstranten lijkt op te roepen belangrijke (olie)infrastructuur met rust te laten. Iraakse jongeren protesteren al weken tegen de corrupte overheid, de ongelijkheid en de invloed van buurland Iran. Door het harde optreden van de ordediensten zijn tot nu toe meer dan 260 doden en honderden gewonden gevallen. Deze donderdag zijn nog zeker zes demonstranten doodgeschoten door de Iraakse veiligheidsdiensten, meldt persbureau Reuters.

Hennis’ tweet leidde al tot ruim 5.500 – merendeels verontwaardigde – commentaren. „Olie is belangrijker dan het Iraakse volk?” vraagt iemand. Anderen wijzen erop dat het volk nooit van de genoemde olie en havens heeft geprofiteerd.

Sommige deelnemers aan de campagne op sociale media leggen een verband tussen Hennis’ huidige positie en haar vorige baan. „Iraakse doden kunnen haar niet schelen” en „Het is niet de eerste keer dat ze liegt”, schrijven zij op Twitter en Facebook. Daarmee verwijzen ze naar 2015, toen Hennis nog minister van Defensie was in Nederland en de Tweede Kamer verkeerd informeerde over Iraakse burgerdoden.

Het nieuws over de Nederlandse erkenning van de meer dan zeventig burgerdoden die vielen bij een bombardement op de Iraakse stad Hawija was deze week te zien op de Iraakse televisie. Het nieuws werd ook in andere Arabische media gedeeld.

Het mysterie van de 70 burgerslachtoffers in Irak: wat wist premier Rutte?

MSN 08.11.2019 De Nederlandse aanval in 2015 in Irak waarbij zeker 70 burgerdoden zijn gevallen, roept veel vragen op. Ook over de rol van premier Rutte. Toenmalig minister Hennis wist al een paar dagen na de aanval dat er burgerslachtoffers waren gevallen, maar Rutte zegt dat hij toen van niets wist. Hoe kan dat?

Het bombardement op Hawija

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 neemt Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS blijkt dat Nederland verantwoordelijk is voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. 70 burgerslachtoffers komen om het leven. Zowel Defensie als het Openbaar Ministerie hebben het bombardement onderzocht. Volgens Defensie zijn alle procedures gevolgd.

Het OM vindt geen strafbare feiten. De toenmalige minister van Defensie, Hennis, weet al in 2015 over de burgerdoden, maar geeft foute informatie aan de Tweede Kamer. Op 23 juni 2015 zegt ze dat er geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.

‘Alle betrokken ministeries op de hoogte’

Terug naar afgelopen dinsdag. Ank Bijleveld heeft een zware avond. De Kamer legt de ervaren politica op de gril: waarom deed Defensie jarenlang geheimzinnig over burgerslachtoffers? Waarom heeft de vorige minister de Kamer verkeerd geïnformeerd? Waarom wist Bijleveld pas afgelopen weekend over het verkeerd informeren?

De ervaren Bijleveld heeft niet overal een duidelijk antwoord op. Ze overleeft met steun van een nipte meerderheid. Haar excuses worden geaccepteerd, maar bijna alle oppositiepartijen stemmen voor een motie van wantrouwen. Pijnlijk voor de ervaren politica.

Aan het einde van een zeer lastige avond voor Bijleveld gebeurt er nog iets opvallends. Meerdere fracties hebben expliciet gevraagd of premier Rutte in 2015 ook is geïnformeerd over het Hawija-bombardement. Ja, zegt Bijleveld.

De betrokken ministeries – Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en Justitie & Veiligheid – waren op de hoogte. “Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd”, zo leest Bijleveld voor.

© Aangeboden door RTL Nederland

Ministers van toen ontkennen

Nee hoor, zeggen ministers van toen. “Ik ben niet geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid, dus het antwoord is nee”, zegt Lilianne Ploumen, destijds minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ook de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, ontkent.

Ook premier Rutte is zeer verbaasd. “Er staat mij helemaal niets van bij”, zegt de premier. Het ‘zou wel kunnen’ dat zijn ambtenaren op de hoogte waren. Niet vreemd, vindt Rutte. “Jongens, dat is vier jaar geleden”, verzucht hij tegen RTL Nieuws.

 Fons Lambie

✔ @fonslambie

Premier #Rutte is in 2015 niet geïnformeerd dat bij Nederlands bombardement in #Irak 70 burgerdoden zijn gevallen. “Staat mij helemaal niets van bij. Kan dat ambtelijk is bijgepraat”, zegt Rutte tegen @RoelSchrein. Premier hoorde zondag dat Kamer onjuiste info heeft gehad.

54  5:46 PM – Nov 6, 2019 152 people are talking about this

‘Totaal ongeloofwaardig’

“Ik val in de ene verbazing in de andere. Je kunt je toch niet voorstellen dat hem wel gemeld is en dat hij het vergeten is”, zegt Kamerlid Isabelle Diks van GroenLinks. “Het zou kunnen dat het Rutte niet is verteld is en dat is eigenlijk nog erger.”

“Totaal ongeloofwaardig. Dit kan niet kloppen”, zegt SP-Kamerlid Sadet Karabulut. “Dit roept alleen maar meer vragen op. Hoe is het in godsnaam mogelijk? Zo’n trieste gebeurtenis waar piloten diep van onder de indruk zijn. Een groot drama. En dan zou de minister-president hierover niet geïnformeerd zijn? Nou, dan hebben we echt als land een groot probleem.”

Beide Kamerleden hebben opnieuw schriftelijke vragen ingediend. Dat Hennis foute informatie aan de Kamer heeft gegeven, is bekend. Maar wist Rutte dat ook?

“Nu willen wij weten: welke minister, welke ministerie was op de hoogte. Dat moet op tafel komen, want de verwarring wordt alleen maar groter”, zegt Diks. “Dit is heel erg belangrijk, omdat het uitmaakt voor de keuzes van ons parlement voor onze militairen. Wij moeten weten welke gevolgen de inzet van Nederlandse militairen heeft gehad.”

Wat is er aan hand?

Minister Bijleveld blijft bij haar eerdere antwoorden, zegt ze tegen verslaggevers. Ze gaat nu eerst de Kamervragen beantwoorden en laat uitzoeken wat op welk ministerie bekend was. “Ik laat de feiten spreken en daar moet u nog even op wachten.”

“Hoe het precies zit, weten we niet”, zegt politiek verslaggever Fons Lambie. “Maar kijk nog eens wat Rutte precies zegt: het kan dat er ambtelijk is geïnformeerd… Zouden topambtenaren het dan wel hebben geweten?”

© Aangeboden door RTL Nederland

Wat wisten topambtenaren?

In politiek Den Haag vergaderen topambtenaren van betrokken ministeries regelmatig over militaire missies. Interessant is de ‘Stuurgroep Missies en Operaties’. Daar bespreken de hoogste militairen en belangrijkste topambtenaren alle ontwikkelingen rond militaire missies. Is daar over de burgerslachtoffers gesproken?

“Kijk eens wie in die stuurgroep zit”, zegt Fons Lambie. “De Commandant der Strijdkrachten, de hoogste militair van Nederland. De directeur-generaal Politieke Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, een van allerbelangrijkste topambtenaren op Buitenlandse Zaken. De Raadsadviseur van Algemene Zaken, de ogen en oren van de premier op dit beleidsterrein.

Dit zijn niet de minsten”, zegt Lambie. “Als in dat overleg wordt besproken dat er 70 burgerslachtoffers zijn gevallen, dan moeten de Haagse topambtenaren meteen hun minister informeren. Direct. Zonder twijfel.”

Dat is blijkbaar niet gebeurd, want de ontkenningen van Rutte, Koenders en Ploumen zijn glashelder.

Of hield Defensie het geheim?

Een ander scenario is dat Defensie nooit duidelijk gecommuniceerd heeft met andere ministeries. Zonder concrete aantallen of locaties is het lastig om vast te stellen wat een begrip als ‘nevenschade’ of een omschrijving als ‘mogelijke burgerslachtoffers’ precies inhoudt.

Tijdens een militaire missie wordt heel beperkt geïnformeerd. Vanwege de geheimhouding en de veiligheid van onze militairen wordt informatie over een bombardement niet met half Den Haag gedeeld, zo zeggen insiders.

Ministerraad sprak er één keer over

Voor zover bekend heeft de ministerraad één keer over burgerslachtoffers tijdens militaire missies gesproken. Op 13 april 2018. Door het kabinet Rutte III. Ank Bijleveld is dan al een aantal maanden minister van Defensie.

Op dat moment heeft het Openbaar Ministerie onderzoek gedaan naar 4 missies, waar mogelijk burgerslachtoffers zijn gevallen. Die dag stuurt Bijleveld een brief naar de Kamer: er worden geen Nederlandse militairen vervolgd voor bombardementen in IS-gebied waarbij burgerslachtoffers om het leven zijn gekomen, zo concludeert het Openbaar Ministerie.

Er wordt geen informatie over locaties of aantallen slachtoffers bekend gemaakt. Politiek commentator Frits Wester stelt een paar vragen aan premier Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad.

“Daar hebben wij het over gehad, inderdaad”, zegt Rutte. De premier bevestigt dat er tijdens de ministerraad is gesproken over het onderzoek, en over de missies.

In zijn antwoorden lijkt Rutte specifiek in te gaan op de bewuste aanval in Hawija, zonder daarbij overigens die naam te noemen. Hij spreekt over missies waarbij ‘fouten’ worden gemaakt, bijvoorbeeld omdat de ‘onderliggende inlichtingen’ niet zouden kloppen. Dat lijkt op het bombardement van Hawija.

Als de ministerraad destijds heeft gesproken over burgerslachtoffers en als Rutte inderdaad de fouten rond het bombardement van Hawija beschrijft, dan is wederom is de vraag: is dan niet óók gesproken over de 70 burgerslachtoffers?

Vervolgens duurt het nog ruim anderhalf jaar voordat de Nederlandse betrokkenheid bij het bombardement in Hawija naar buiten komt.

  pieter klein

✔ @pieterkleinrtl

Als-ie het in 2015 niet wist, wist-ie het in ieder geval exact in voorjaar 2018. #rutte #bijleveld #burgerslachtoffers #defensie #ministerraad https://www.rijksoverheid.nl/documenten/mediateksten/2018/04/13/letterlijke-tekst-persconferentie-na-ministerraad-13-april-2018 …

https://twitter.com/pieterkleinrtl/status/1192351563228090369/photo/1?ref_src=twsrc%5Etfw%7Ctwcamp%5Etweetembed%7Ctwterm%5E1192351563228090369&ref_url=https%3A%2F%2Fwww.rtlnieuws.nl%2Fnieuws%2Fartikel%2F4913266%2F70-burgerslachtoffers-rutte-bijleveld-hennis-hawija-bombardement

207  9:02 AM – Nov 7, 2019

Mysterie blijft

Vraagtekens genoeg, maar antwoorden ontbreken. Insiders verwachten deze week nog geen nieuwe brief naar de Tweede Kamer. Voorlopig blijft het een mysterie waarom 70 burgerdoden jarenlang geheim bleven.

Dit gebeurde er in de zomer van 2015:

De nacht van 2 op 3 juni 2015

In de nacht van 2 op 3 juni bombardeert Nederland een bommenfabriek van IS bij de Iraakse stad Hawija. Door foute inlichtingen zijn meer bommen in de fabriek dan gedacht en zijn de ontploffingen groter.

4 juni 2015

Persbureau Reuters spreekt in een artikel voor het eerst over ‘ongeveer 70 doden, inclusief burgers’ bij een luchtaanval op een fabriek in Hawija.

9 juni 2015

Hennis wordt voor het eerst gebriefd over onderzoek naar de luchtaanval, waaruit naar voren komt dat het ‘geloofwaardig’ is dat er bij de luchtaanval ook burgerslachtoffers zijn gevallen.

15 juni 2015

Hennis ontvangt het definitieve onderzoek van CENTCOM, het Amerikaanse hoofdkwartier voor alle militaire missies in het Midden-Oosten. Nederland werkt hiermee samen tijdens de oorlog tegen IS. Ook in het definitieve onderzoek wordt het ‘geloofwaardig’ geacht dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het aantal van 70 wordt niet genoemd.

23 juni 2015

Minister Hennis informeert vervolgens de Kamer verkeerd. In antwoorden op Kamervragen schrijft ze: “Voor zover op dit moment bekend is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.”

Lees ook:

Premier Rutte wist in 2015 niet van burgerslachtoffers: ‘Staat mij helemaal niets van bij’

RTL Nieuws; Mark Rutte  Lilianne Ploumen  Jeanine Hennis-Plasschaert  Ank Bijleveld  Ministerie van Defensie  Ministerie van Buitenlandse Zaken  Burgeroorlog Irak

Minister Bijleveld van Defensie overleefde deze week een motie van wantrouwen tijdens het debat over burgerdoden in Irak. Ⓒ ANP

’Nog een vijfde incident met F-16’

Telegraaf 07.11.2019 In de oorlog tegen IS zijn meer gevallen onderzocht waarbij mogelijk door Nederlandse F-16-vliegers burgers zijn geraakt. Het kabinet rapporteerde aan de Tweede Kamer vier incidenten, maar volgens vliegers is er nog minstens één vijfde casus – vermoedelijk zonder slachtoffers. Dat vertellen ze in het boek Missie F-16, dat deze week verschijnt.

Deze week moest minister Bijleveld (Defensie) zich in de Kamer verantwoorden voor een gebrek aan transparantie over burgerslachtoffers door Nederlands optreden in de oorlog tegen IS. In januari had het kabinet vier Nederlandse aanvallen tegen IS-doelen benoemd.

Zeker twee daarvan hadden tot burgerdoden geleid. Bij een aanval op een bommenfabriek in Hawija bleken er meer explosieven aanwezig dan gedacht. Daardoor vielen mogelijk zeventig doden, zowel IS-strijders als een onbekend aantal burgers. In Mosul vielen F-16’s een woonhuis aan, waarvan werd gedacht dat het een IS-hoofdkwartier was. Vier onschuldige bewoners stierven en een van de nabestaanden deed deze week in De Telegraaf zijn verhaal, net als de betrokken vlieger.

Bekijk ook: 

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

Bij een derde geval reed onverwachts een auto langs toen een pand werd getroffen door een Nederlandse bom. ,,We hadden een klein bommetje gekozen om te zorgen dat er geen nevenschade zou ontstaan’’, vertelt de betrokken vlieger. ,,Want er stond een moskee vlakbij. Toch klapte de hele voorpui eruit, over die auto heen. De vliegtijd van de bom is een minuut, je kunt nou eenmaal niet een minuut van tevoren uitsluiten of er iemand aankomt.’’

Bekijk ook: 

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening 

Seconden later trof een tweede bom doel. Dezelfde auto werd opnieuw getroffen door puin. ,,Het was donker dus we konden niet duidelijk zien of hij uitstapte of wegrende’’, herinnert de vlieger zich. ,,De kans dat hij zelf gewond is geraakt lijkt me niet groot, maar ik kan het ook niet uitsluiten. Dit was overigens een dorp dat helemaal in handen was van IS.’’ Hij denkt daarom dat de kans groot was dat iedereen die laat op straat was, in dienst was van het kalifaat.

Bekijk ook: 

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen 

Het OM onderzocht de zaak en kwam tot de conclusie dat er geen sprake was van strafbare feiten. Dat geldt ook voor het vierde geval, waarbij een laserrichter verkeerd stond afgesteld waardoor de bom een verkeerd doel trof – zonder slachtoffers.

Een vijfde incident belandde echter niet op de lijst van het kabinet. Hierbij reden twee brommers langs op het moment een Nederlandse F-16 een auto onder vuur nam met het boordkanon. ,,Later hebben ze met drones de hele weg afgezocht’’, zegt de betrokken vlieger. ,,Maar er lagen geen slachtoffers en je zag ook geen olie of bloed op de weg. Er werd ook geen slachtoffer gerapporteerd en er is nooit een claim geweest van nabestaanden.’’

Bekijk meer van; terreurdaad defensie misdaad Islamitische Staat

Waarom premier Rutte zegt zich niks te herinneren van burgerdoden in Irak

AD 07.11.2019 De tientallen burgerdoden door Nederlandse bombardementen in Irak blijven het kabinet achtervolgen. De Tweede Kamer wil precies weten wie wat op welk moment wist. Opvallend veel betrokkenen zeggen zich dat niet te herinneren. Vier vragen over hoe dat precies zit.

Ambtenaren op de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid en Algemene Zaken zijn druk om allerlei archieven door te pluizen. Wat is er in de eerste dagen na 15 juni 2015 onderling aan informatie uitgewisseld?

Op die dag kreeg het ministerie van Defensie zwart op wit van de Amerikanen dat het ‘geloofwaardig was dat er bij een bombardement op een bommenfabriek van IS in het Iraakse Hawija burgerslachtoffers waren gevallen. Een bombardement dat in de nacht van 2 op 3 juni van dat jaar door een Nederlandse F-16 was uitgevoerd.

Lees ook;

Militaire vakbond steunt aangifte tegen Denk: ‘Hier is een grens overschreden’

Lees meer

Bijleveld doorstaat ‘ingewikkeld debat’ over burgerdoden Irak

Bijleveld doorstaat ‘ingewikkeld debat’ over burgerdoden Irak

Lees meer

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens het debat over het Nederlands bombardement in Irak.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens het debat over het Nederlands bombardement in Irak. © ANP

Waar is de Tweede Kamer precies boos over?
Op 24 juni 2015 (dus anderhalve week nadat de Amerikanen hadden gezegd dat er iets was misgegaan) werd nog aan de Tweede Kamer gemeld dat ‘voor zover op dat moment bekend er geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak’. De Kamer voelt zich voorgelogen en in een debat met huidig Defensieminister Ank Bijleveld steunde vrijwel de voltallige oppositie een motie van wantrouwen tegen de bewindsvrouw.

Maar daarmee is de kous niet af. Bijleveld meldde dinsdag immers ‘dat het aannemelijk was’ dat Defensie na de mededeling van de Amerikanen ook andere betrokken ministeries gewaarschuwd heeft dat er een onderzoek werd ingesteld naar het bombardement. Dat waren Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie.

Zijn de burgerslachtoffers al die tijd onder de pet gehouden?

Zeker Rutte heeft bij de Tweede Kamer al de reputatie dat hij soms last heeft van zijn geheugen als hij in politieke moeilijkhe­den komt

Het kabinet heeft de Tweede Kamer de afgelopen jaren op meerdere momenten ingelicht over mogelijke burgerslachtoffers door Nederlandse wapeninzet. Eerst vertrouwelijk op 1 juni 2017. En in een brief van april 2018 werd gemeld dat er ‘zeer waarschijnlijk’ burgers waren gedood in Hawija.

Om de vliegeniers en hun thuisfront te beschermen tegen mogelijk wraakacties, was het beleid er nooit hardop over te praten. Deze week deed Defensie dat voor het eerst wel. Bij het bombardement in Hawija kwamen zeker zeventig onschuldige burgers om. En later zijn bij een bombardement op Mosul ook nog eens vier burgers omgekomen doordat een woonhuis werd aangezien voor een IS-hoofdkwartier.

Toch is een groot deel van de Tweede Kamer boos dat het kabinet dat niet veel eerder open over was. En door de brief van 24 juni 2015 voelt de Kamer zich ook nog eens voorgelogen. En verkeerde informatie geven aan de Tweede Kamer geldt als een doodzonde. Als bijvoorbeeld premier Mark Rutte ook al voor die datum wist van de mededeling van de Amerikanen, kan hem worden aangewreven dat hij medeverantwoordelijk was voor het fout informeren van de Kamer.

Wat heeft Rutte gezegd?
Rutte heeft gezegd dat ‘hem er helemaal niets van bijstaat’ dat hij op dat moment al geïnformeerd was. Wel kan hij zich voorstellen dat de informatie al bekend was bij ambtenaren. Dat zint de oppositie niet. Is het mogelijk dat er gewaarschuwd is dat er tientallen doden zijn gevallen bij een actie van een Nederlandse F-16 en dat ambtenaren dat niet meldden aan hun politieke baas?

Maar er zijn meer bewindslieden uit die periode die zeggen er geen herinnering aan te hebben. De bewuste brief van 24 juni 2015 is niet alleen ondertekend door voormalig minister Hennis, maar ook door haar toenmalige PvdA-collega’s Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) en Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking). Beiden zeggen zich ook niet te herinneren op dat moment al geweten te hebben van de burgerdoden. En Ploumen zegt ook dat ze het wel had móeten weten.

Saillant is dat de PvdA de motie van wantrouwen tegen Bijleveld steunde, inclusief Ploumen die tegenwoordig Kamerlid is. Terwijl haar naam evenzeer stond onder de brief met de leugen erin.

Lilianne Ploumen (PvdA) steunde de motie van wantrouwen tegen Bijleveld, maar ondertekende in 2015 als minister zelf ook de brief met de leugen erin

Lilianne Ploumen (PvdA) steunde de motie van wantrouwen tegen Bijleveld, maar ondertekende in 2015 als minister zelf ook de brief met de leugen erin © ANP

Hoe loopt dit af?
Bijleveld zegt niet te weten hoe de foute formulering in de brief terecht is gekomen. Volgens betrokkenen is het denkbaar dat het een domme fout was. De brief gaf antwoord op 71 Kamervragen waar weken aan is gewerkt door verschillende ministeries. Het kan zijn dat de formulering ‘voor zover wij weten is er geen sprake van burgerslachtoffers’ er al in de tekst is gezet vóór de informatie van de Amerikanen bekend was. En dat daarna verzuimd is de tekst aan te passen.

Maar mogelijk is er ook bewust geprobeerd de boel onder de pet te houden. Een oud-ambtenaar van Defensie beschrijft de cultuur op het ministerie als ‘uiterst formeel’. Als Defensie aan andere ministeries slechts laat weten dat ‘er onderzoek wordt gedaan naar een bombardement’, gaan er niet direct alarmbellen af bij andere ambtenaren.

Dergelijke onderzoeken worden immers vaker gedaan. ,,Dat is toch wat anders dan de mededeling: Let op, er is een hele woonwijk de lucht in gevlogen. Dan loop je meteen naar je politieke baas.’’

Maar het kan ook zijn dat meerdere oud-bewindspersonen boter op hun hoofd hebben. En zeker Rutte heeft bij de Tweede Kamer al de reputatie dat hij soms last heeft van zijn geheugen als hij in politieke moeilijkheden komt.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Nederlands bombardement in Irak, dat ze volgens een VVD’er ’laconiek, lachend en in clownskostuum’ deed. Ⓒ ANP

’Toon Bijleveld was niet goed’

Telegraaf 07.11.2019 Ank Bijleveld heeft het Kamerdebat over burgerdoden door Nederlandse bommen in Irak verkeerd ingeschat, zeggen partijen terugblikkend. De bewindsvrouw dacht het debat schadevrij te doorstaan, maar ze eindigde gehavend met de hakken over de sloot. Coalitiepartij VVD is boos. „Ze heeft haar voorganger Hennis drie keer voor de bus gegooid.”

Open zijn, de fout toegeven en excuses aanbieden. Met dat strijdplan dacht team-Bijleveld het debat waarin de positie van de minister op het spel stond snel te kunnen afronden. Want dat die positie op het spel stond, had de CDA-bewindsvrouw kunnen weten.

“Ze gooide Hennis drie keer voor de bus”

GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks had immers al de middag voorafgaand aan het debat een motie van wantrouwen klaarliggen en de overige Kamerleden en de minister daarover ingelicht. Toch deed dat de alarmbellen nog niet afgaan. De partijen die aan het debat meededen, hadden vooraf niet eens een telefoontje gekregen van Bijlevelds politiek assistent met de vraag hoe ze erin stonden.

Excuses

De verdediging leek ook solide. Bijleveld wist weliswaar al bij haar aantreden in 2017 dat er bij Nederlandse luchtaanvallen in Irak burgerslachtoffers waren gevallen. Maar ze wist naar eigen zeggen pas afgelopen vrijdag dat de Tweede Kamer daarover niet was geïnformeerd. Ze zou dat toegeven en, hoewel het een fout van haar voorganger was, excuses aanbieden. Het debat over de Defensiebegroting, kon makkelijk nog later die avond plaatsvinden, zo was de verwachting.

Voormalig defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert zou een week na het bombardement in Irak al te horen hebben gekregen dat er burgerslachtoffers waren gevallen.

Voormalig defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert zou een week na het bombardement in Irak al te horen hebben gekregen dat er burgerslachtoffers waren gevallen. Ⓒ Foto Marcel Antonisse

Maar het liep anders. Toen de bewindsvrouw met haar staf ver na middernacht bijeenkwam om uit te blazen van het debat, viel iedereen aan op de bitterballen. Niemand had eraan gedacht tijdens het marathondebat eten te bestellen.

Kernpunt was de luchtaanval van 3 juni 2015 op een bommenfabriekje van IS in het Iraakse Hawija. Onder de zeventig doden zaten behalve IS-strijders ook tientallen burgers. Bijlevelds voorganger Hennis kreeg al een week na het bombardement van het Amerikaanse commando van de IS-missie te horen dat er bij die aanval burgerdoden waren gevallen. Diezelfde maand nog ontkende zij dat tegenover de Kamer.

De defensietop leefde in de veronderstelling dat die briefing op een veel later moment had plaatsgevonden, in mei 2016. Hoe dat kon? „Iemand heeft dat ooit gezegd, en toen is dat een eigen leven gaan leiden”, zegt een betrokkene. In het debat meldde Bijleveld deze knulligheid niet. Het zou alleen maar meer verwarring scheppen.

Wel vertelde ze wat ze pas afgelopen vrijdag ontdekte: verdraaid, die briefing heeft plaatsgevonden vóórdat Hennis de Nederlandse betrokkenheid tegenover de Kamer had ontkend. „Mijn voorganger heeft de Kamer verkeerd geïnformeerd”, zei Bijleveld herhaaldelijk in het debat. „Toen ik erachter kwam, heb ik meteen de informatie aan de Kamer aangepast.”

Ongeloofwaardig verhaal, vond een groot deel van de Kamer, waarin ook de irritatie bij coalitiepartijen begon toe te nemen. „En haar toon was niet goed”, zegt een coalitie-Kamerlid. In plaats van telkens naar haar voorganger te verwijzen, had ze zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen, zo luidt het oordeel. „Haar houding was: we wassen dit varkentje wel even”, blikt Diks terug.

Des duivels

Vooral de liberalen zijn des duivels dat Bijleveld haar voorganger ’drie keer voor de bus heeft gegooid’, zegt een VVD’er. „Laconiek, lachend en in clownskostuum”, is het oordeel van een andere liberaal over Bijleveld. „Als ze alleen maar de steun van de coalitie en de SGP overhoudt, zou ze zelf weg moeten gaan.

Ze heeft het zelf verknald. Fractievoorzitter Pieter Heerma had moeten ingrijpen.” Inmiddels zijn er nieuwe Kamervragen gesteld over wat premier Rutte wanneer wist van de burgerdoden. Volgens Bijleveld wist hij het waarschijnlijk. Rutte kan zich niet herinneren erover te zijn bijgepraat.

Bekijk meer van; defensie gewapend conflict Ank Bijleveld Hennis Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal Islamitische Staat

Kamer wil opheldering over Irak-doden: Wie wist wat wanneer?

AD 07.11.2019 De Tweede Kamer houdt vragen over de kwestie rond de burgerdoden door Nederlandse bombardementen in Irak. Vooral op de vraag wie op welk moment wist van de waarschijnlijke burgerslachtoffers waarover de Kamer in juni 2015 verkeerd werd geïnformeerd, willen Kamerleden antwoord zien. Dat bleek bij het debat over de defensiebegroting.

Volgens een feitenrelaas, dat minister Ank Bijleveld van Defensie dinsdag naar de Kamer stuurde, is het ‘aannemelijk’ dat verschillende betrokken ministeries op de hoogte waren van de misgelopen aanval. In het debat van dinsdagavond zei ze dat ook het ministerie van minister-president Mark Rutte, Algemene Zaken, daarbij hoorde.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Herinneren

Gisteren stelde Rutte tegen RTL Nieuws dat hem ‘er helemaal niets van bij staat’ dat hij kort na die bloedige aanval in 2015 werd ingelicht. Ook de toenmalige PvdA-ministers Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) en Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) zeiden zich ook niet te kunnen herinneren er persoonlijk over geïnformeerd te zijn.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut zette er vraagtekens bij dat ‘de minister-president en andere betrokkenen zich allemaal in ene niks kunnen herinneren’. Ook GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks wil in een reeks vragen opheldering. Bijleveld wil proberen die vragen ‘zo snel mogelijk’ te beantwoorden. Ze vroeg daarop om ‘vertrouwen’ aan Karabulut. ,,Als er één ding niet is, dan is het vertrouwen”, reageerde het SP-Kamerlid.

Vertrouwen

Bijleveld zei dat Defensie hard moet werken om het vertrouwen weer terug te winnen. De CDA-bewindsvrouw was haar inbreng in het begrotingsdebat begonnen met een terugblik op het voor haar moeilijke debat van dinsdagavond, waarin vrijwel de hele oppositie het vertrouwen in haar opzegde. ,,Het is niet zomaar teruggaan naar de orde van de dag. Zo’n debat komt binnen. Ik ben én voel me verantwoordelijk.”

Denk-Kamerleden Öztürk, Azarkan en Kuzu (van links naar rechts) ANP

Aangifte tegen Denk-Kamerleden na uitspraken over luchtaanval Irak

NOS 07.11.2019 Advocaat en veteraan Michael Ruperti gaat samen met 1200 militairen en andere veteranen aangifte doen tegen Denk-Kamerleden Selcuk Öztürk en Farid Azarkan.

Volgens Ruperti heeft Öztürk zich schuldig gemaakt aan het zaaien van haat, belediging en laster toen hij dinsdag tijdens het Kamerdebat over de Nederlandse luchtaanval in Irak sprak. “Deze minister ziet niet de ernst van deze moord”, zei hij, toen hij het woord had.

Het Kamerdebat was dinsdagavond:

Uitspraken Öztürk over luchtaanval Irak

Dinsdagavond verdedigde partijgenoot Azarkan in Pauw de woorden van Öztürk, die daarbij zei dat het “in ieder geval heeft geleid tot mooie televisie”.

Met hun uitspraken bestempelden de twee volgens Ruperti de piloten indirect tot moordenaars.

Bij de luchtaanval in 2015 op een bommenfabriek van IS in de stad Hawija kwamen zeventig burgers om het leven. Maandag gaf het kabinet voor het eerst opening van zaken over de kwestie. Daarbij erkende minister van Defensie Bijleveld dat de Kamer verkeerd was geïnformeerd.

Verslaggever Lex Runderkamp bezocht de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel. Zo ziet het er daar uit:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

Öztürk zegt in een reactie verkeerd te zijn begrepen en wil graag in gesprek met de betrokken vliegers. In het debat werd hij al aangesproken op zijn woordkeuze door meerdere collega-parlementariërs en Kamervoorzitter Arib.

Volgens Ruperti is dat niet voldoende om eventueel de aangifte in te trekken. “Hij moet expliciet zijn woorden terugnemen en openlijk excuses aanbieden. Dan krijgen we misschien een andere situatie.”

Parlementaire immuniteit

Het is de vraag hoe kansrijk de aangifte van Ruperti is. Kamerleden beschikken op basis van de grondwet over parlementaire immuniteit. Daardoor kunnen ze niet strafrechtelijk vervolgd worden voor wat ze zeggen tijdens een debat.

“Maar het recht is altijd in ontwikkeling en die wet stamt uit de negentiende eeuw”, zegt Ruperti desgevraagd. “Tegenwoordig zijn bijvoorbeeld alle debatten live te volgen. En dat je onschendbaar bent, betekent niet dat je niet strafbaar bent. Maar daar mag de rechter over oordelen.”

Militaire vakbond ACOM steunt de aangifte, net als voormalig landmachtcommandant Mart de Kruif. “Het is een belediging voor al die 60.000 mensen bij Defensie die dagelijks ons veilig proberen houden”, zei De Kruif vanochtend in het programma Goedemorgen Nederland.

 Voorzitter ACOM @Jan_Kropf

Militaire vakbond steunt aangifte tegen Denk: ‘Hier is een grens overschreden’ https://t.co/YInOE1rJNp

Bekijk ook;

Militaire vakbond steunt aangifte tegen Denk: ‘Hier is een grens overschreden’

AD 07.11.2019 Militaire vakbond ACOM staat vierkant achter de aangifte die wordt gedaan tegen Denk-kamerlid Selcuk Öztürk. Hij beschuldigde Nederlandse militairen in een debat over burgerslachtoffers van moord. Volgens voorzitter Jan Kropf is hier echt een grens overschreden. ,,Voor heel veel militairen is dit een mes in de rug.’’

Kropf heeft zich zojuist gemeld bij initiatiefnemer en advocaat Michael Ruperti, die de aangifte had gedaan. Volgende week gaat hij als het even kan mee naar het politiebureau. ,, Het zijn nota bene de politici in de Tweede Kamer die de opdracht geven om militairen op missie te sturen. Dan kun je ze achteraf niet beschuldigen van moord. En al helemaal niet als het Openbaar Ministerie concludeert dat deze mensen niets verkeerds hebben gedaan.’’

Lees ook;

Lees meer

Denk-Kamerlid Selcuk Öztürk kwam afgelopen dinsdag in opspraak tijdens het debat over de burgerslachtoffers die bij twee Nederlandse bombardementen in Irak zijn gevallen. Dat kon gebeuren omdat de inlichtingen niet deugden.

De vliegers hebben naar eer en geweten gehandeld en valt niets te verwijten, concludeerde het OM al eerder. Toch zei Öztürk dat Nederlandse militairen ‘willens en wetens’ onschuldige burgers in Irak hebben vermoord. Een uitspraak waar hij later op terugkwam; hij was ‘verkeerd begrepen’.

Schofferen

ACOM-voorzitter Kropf hecht geen waarde aan die uitleg. Volgens hem was dit een een bewuste actie om militairen te schofferen. ,,Ik heb de beelden gezien en daar zat voor mij geen woord Chinees bij. Ik vind dat daar een rechter maar een oordeel over moet vellen.’’

De uitspraak is volgens Kropf niet alleen zeer ongepast, maar kan ook grote consequenties hebben voor de veiligheid van militairen op straat. ,,Er is een tijd geweest dat militairen niet in uniform over straat mochten. Dat is gelukkig achter de rug, maar dit soort uitspraken zouden voor sommige mensen genoeg kunnen zijn om militairen iets aan te doen.’’

De aangifte blijft volgens initiatiefnemer en advocaat Michael Ruperti niet beperkt tot Selcuk Öztürk. Ook tegen zijn collega Farid Azarkan wordt aangifte gedaan. Volgens de advocaat maakte hij de uitspraken van Öztürk extra krenkend door bij het tv-programma Pauw te zeggen ‘dat dit in elk geval mooie tv oplevert’.

Inmiddels zijn er meer dan duizend mensen die de aangifte steunen. Militairen noemen de uitspraken ‘onzinnig en misdadig’ en voelen zich geschoffeerd. Volgens Ruperti kan Öztürk zich met zijn uitspraken niet verschuilen achter het feit dat hij dit deed tijdens een debat in de Tweede Kamer. ,,Als een uitspraak strafbaar is, dan is die strafbaar.

Ik hoor graag van een rechter of iemand zich dan kan blijven verschuilen achter zijn kamerzetel. Bovendien is er ook buiten de kamer ingegaan op die uitspraak in een tv-uitzending en is daar geen afstand van genomen.’’

Selcuk Ozturk (Denk) beschuldigde in een kamerdebat Nederlandse militairen van moord nadat er burgerslachtoffers waren gevallen bij twee bombardementen in Irak. © ANP

Denk-Kamerlid over moorduitspraak: ‘Is toch mooie tv’

Telegraaf 06.11.2019 Selçuk Öztürk van Denk ligt onder vuur omdat hij tijdens een debat in de Tweede Kamer de bombardementen in Irak ‘moorden’ noemde. Bij Pauw wordt hij verdedigd door collega Farid Azarkan.

Aangifte tegen Oztürk om ’moorden’ in strijd tegen IS

Telegraaf 06.11.2019 Namens een groep van ruim 250 mensen gaat advocaat Michael Ruperti aangifte doen tegen Kamerlid Oztürk (Denk) vanwege haat zaaien, belediging en laster. De parlementariër sprak in het debat over burgerdoden door luchtaanvallen van Nederlandse jachtvliegers over ’moorden’.

De bekendste militair die het initiatief ondersteunt, is oud-Commandant Landstrijdkrachten Mart de Kruif. „Ik ben al eens voor moordenaar uitgemaakt in de tijd van de kruisraketten. In vond dat schokkend en schandalig en vind dat nog. Militairen riskeren hun leven voor de vrede en vrijheid van Nederland en anderen. Met soms een hoge prijs. Altijd in opdracht van de regering en instemming van het parlement”, motiveert De Kruif zijn steun.

“Kwalificatie ’moordenaars’ diep beledigend”

„De kwalificatie ’moordenaars’ is daarom volstrekt onjuist, maar vooral diep beledigend voor alle militairen en burgers binnen defensie die iedere dag hun stinkende best doen om de belangen van Nederland te dienen waar ieder ander middel faalt.”

De voltallige Tweede Kamer viel dinsdagavond over Selcuk Oztürk (Denk) tijdens het debat over burgerdoden die vielen bij Nederlandse bombardementen tijdens de luchtoorlog tegen IS. Oud-minister Hennis (Defensie) noemde hij een ’lijkenverstopper’. Ook stelde hij dat Nederlandse vliegers ’verantwoordelijk voor moorden’ waren.

Onschendbaar

Hoewel Oztürk de uitspraken deed in het parlement en daarmee een beroep zou kunnen doen op parlementaire onschendbaarheid, is hij in Ruperti zijn ogen wel degelijk strafbaar. Vooral omdat hij met zijn woorden aanzet tot haat richting de vliegers.

Wraak

„Mensen die met extremistische ideeën rondlopen, kunnen dit opvatten als een oproep om wraak te nemen. Dat is volstrekt onacceptabel”, vindt de advocaat die bij het Openbaar Ministerie in Den Haag aangifte gaat doen. Hij doet dat komende week zodat zoveel mogelijk mensen zich achter het initiatief kunnen scharen.

De advocaat ziet in de uitspraak die de Haagse rechtbank deed in het proces Wilders relevante jurisprudentie. De PVV-voorman werd in 2016 veroordeeld voor aanzetten tot discriminatie en groepsbelediging. In het vonnis stelde de rechter vast dat: „Ook een democratisch verkozen volksvertegenwoordiger zoals verdachte niet boven de wet staat. Ook op hem is het recht van toepassing. En ook voor hem is de vrijheid van meningsuiting begrensd.”

Grens

Wilders deed zijn minder Marokkanen-uitspraak niet in de Tweede Kamer, maar op een partijbijeenkomst. Ruperti erkent dat dit voor de rechter een verschil kan maken. „Tegelijkertijd moet je gewoon vaststellen dat Oztürk een grens heeft overschreden.” De advocaat wil weten wat de Hoge Raad hiervan vindt.

Ruperti lanceerde zijn idee voor een groepsaangifte op LinkedIn. De posting kreeg veel likes vanuit de defensiehoek. Ook hebben bij de raadsman zich veel mensen via de mail gemeld waaronder veel luchtmachtofficieren.

“Dat is niet wat ik heb gezegd en is ook niet wat ik heb bedoeld”

Selçuk Öztürk, Tweede Kamerlid voor DENK.

Selçuk Öztürk, Tweede Kamerlid voor DENK. Ⓒ DIJKSTRA BV

Oztürk weerspreekt dat zijn woord ’moorden’ in het debat juridisch waren bedoeld. „Alsof ik bedoeld zou hebben dat de ex-minister of onze militairen met voorbedachten rade onschuldige mensen van het leven zouden hebben beroofd. Dat is niet wat ik heb gezegd en is ook niet wat ik heb bedoeld.”

Verzwegen

Volgens het Kamerlid van Denk blijft het feit overeind dat er onschuldige mensen door militair geweld om het leven zijn gekomen. „Feit is dat deze slachtoffers zijn verzwegen door de regering.” Niet de militairen, maar de minister is daarvoor verantwoordelijk, en haar heeft hij dan ook aangesproken in het debat.

„Het is betreurenswaardig dat mijn woorden vals worden geïnterpreteerd, dat deze advocaat met deze publiciteitsactie mij in een kwaad daglicht wil stellen en een mediamomentje krijgt over de rug van Denk. De advocaat weet als geen andere dat deze aangifte kansloos is.”

Bekijk meer van; proces overheid misdaad Michael Ruperti Kamerlid Oztürk Mart de Kruif Geert Wilders DENK

Premier Rutte wist in 2015 niet van burgerslachtoffers: ‘Staat mij helemaal niets van bij’

RTL 06.11.2019 Premier Rutte zegt in 2015 niet te zijn geïnformeerd dat bij een Nederlands bombardement in Irak 70 burgerdoden zijn gevallen. “Er staat mij helemaal niets van bij”, zegt de premier. Het ‘zou wel kunnen’ dat zijn ambtenaren op de hoogte waren.

Rutte vindt het niet vreemd dat zijn ambtenaren mogelijk wel zijn geïnformeerd, maar hij niet. “Jongens, dat is vier jaar geleden”, verzucht de premier tegen RTL Nieuws.

Op de hoogte?

Gisteren zei minister Bijleveld van Defensie dat het logisch is dat ook andere ministeries op de hoogte waren van het grote aantal burgerslachtoffers. Het is ‘aannemelijk’ dat de premier en drie andere departementen destijds zijn bijgepraat, aldus Bijleveld. De minister heeft beloofd uit te zoeken wie er precies van wist.

Lastig debat voor Bijleveld:

Minister Bijleveld mag blijven, dankzij nipte steun regeringspartijen

Lastig debat

Bijleveld had gisteravond een lastig debat in de Tweede Kamer. Bijlevelds voorganger, minister Hennis, had de Kamer laten weten dat Nederland niet betrokken was bij aanvallen met burgerslachtoffers, terwijl Hennis al was geïnformeerd over burgerslachtoffers bij een bombardement in juni 2015. Bijleveld ontdekte de fout pas vrijdag, zo was haar verweer.

Het wekte veel verbazing bij de Kamerleden dat Bijleveld pas vrijdag hoorde dat de Kamer verkeerd is ingelicht. Een goede verklaring had de bewindsvrouw hiervoor niet. “Ik kan het niet mooier maken dan het is”, zei Bijleveld na afloop. Een nipte meerderheid steunt haar, maar bijna alle oppositiepartijen hebben geen vertrouwen in de minister.

Opnieuw opheldering

Kamerleden van GroenLinks en SP hebben inmiddels opnieuw Kamervragen gesteld. Opvallend is dat ook andere betrokken ministers zeggen dat ze niets over de burgerslachtoffers in 2015 hebben gehoord. Lilianne Ploumen, destijds minister van Ontwikkelingssamenwerking, kan zich ook niet herinneren persoonlijk te zijn geïnformeerd over de aanval in Irak en de vele burgerslachtoffers

Lees meer:

‘Bombardement Nederlandse F-16 zorgde voor 70 burgerdoden in Irak’

RTL Nieuws / ANP; Mark Rutte  Jeanine Hennis-Plasschaert  Ank Bijleveld  Lilianne Ploumen  Tweede Kamer  Burgeroorlog Irak  Irak

Rutte over burgerdoden: ’Er staat mij niets van bij’

Telegraaf 06.11.2019 Premier Rutte sluit niet uit dat hij in 2015 op de hoogte is gesteld van tientallen burgerdoden die door Nederlandse bommen zijn gevallen in Irak. Hij kan het zich alleen niet meer herinneren. „Er staat mij niets van bij”, zegt Rutte. Wel kan het volgens hem zijn dat hij ambtelijk is bijgepraat. „Het is vier jaar geleden. Ik zou het echt niet weten.”

Dinsdagavond kwam defensieminister Ank Bijleveld in een Kamerdebat in de problemen. De Kamer is tot afgelopen maandag onwetend gehouden van Nederlandse betrokkenheid bij het bombardement van 3 juni 2015 op een bommenfabriekje van IS in het Iraakse Hawija.

Daar lagen meer explosieven dan vooraf gedacht, waardoor de ’secundaire explosies’ meer ’nevenschade’ veroorzaakten dan voorzien. Bovendien bevonden zich meer burgers in de nabijheid dan vooraf in kaart was gebracht. Onder de doden zaten behalve IS-strijders ook tientallen burgers.

Bijlevelds voorganger Hennis werd al een week na het bombardement door het Amerikaanse commando van de IS-missie verteld dat er waarschijnlijk door Nederlands toedoen burgerdoden waren gevallen. Diezelfde maand nog ontkende zij dat tegenover de Kamer.

Volgens Bijleveld was ze weliswaar bij haar aantreden eind 2017 op de hoogte gebracht van de burgerdoden door Nederlands toedoen, maar kwam zij er pas afgelopen vrijdag achter dat de Kamer daarover verkeerd was geïnformeerd. Ze overleefde ternauwernood een motie van wantrouwen. Alleen de coalitiepartijen, de SGP en Van Haga hielden haar in het zadel.

Het irriteerde de Kamer nogal dat de CDA-bewindsvrouw de schuld niet alleen afschoof op haar voorganger Hennis, maar dat ze ook herhaaldelijk zei dat de toenmalige PvdA-ministers Ploumen en Koenders de Kamerbrief met verkeerde informatie hadden ondertekend. In het feitenrelaas schreef ze daarover: „Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd.”

Bekijk ook: 

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen 

Hennis onder de bus gegooid

VVD-Kamerlid André Bosman vroeg zich af waarom er over aannames werd gesproken, terwijl de Kamer had gevraagd om een overzicht van feiten. Bij navraag ontkennen Koenders en Ploumen dat ze over de burgerdoden zijn geïnformeerd. Ook toenmalig vice-premier Asscher ontkent stellig dat hij op de hoogte is gebracht van burgerdoden die door Nederlands toedoen waren gevallen.

Ook zei Bijleveld tijdens het dat premier Rutte op de hoogte was van het Nederlandse aandeel bij de burgerslachtoffers bij de oorlog tegen IS. Oppositiepartijen hebben daar nieuwe vragen over gesteld. „Deze minister gooit haar voorganger onder de bus en sleept daarna andere bewindslieden mee”, zegt GroenLinks-Kamerlid Diks.

„Er is een fout gemaakt”, zegt Rutte. „Die is goed benoemd en meteen aan de Kamer gemeld.” Volgens hem is het geen probleem dat toenmalig minister Hennis nu VN-gezant is in Irak.

Bekijk ook: 

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

Bekijk ook: 

Woede om moorduitspraak DENK 

Werd Rutte geïnformeerd over burgerdoden Irak? ‘Staat me niets van bij’

NOS 06.11.2019 Premier Rutte kan zich niet herinneren dat hij in 2015 al op de hoogte is gesteld van het feit dat er burgerslachtoffers waren gevallen bij een aanval met Nederlandse F-16’s in Irak. “Er staat mij niets van bij”, zei Rutte.

Gisteravond werd tegen minister Bijleveld van Defensie een motie van wantrouwen ingediend, omdat haar voorganger Hennis-Plasschaert tot twee keer toe de Kamer onjuist informeerde. Hennis hield vol dat Nederland niet betrokken was bij de dood van burgers in Irak, terwijl toen al duidelijk was dat dat niet klopte.

In het debat beklemtoonde Bijleveld meerdere keren dat ook andere ministeries kennis hadden van de burgerdoden. Ze werden kort na de aanval op de hoogte gebracht dat het zeer aannemelijk was dat er een groot aantal onschuldige slachtoffers was gevallen bij het bombardement op een bommenfabriek van IS.

Bijleveld noemde daarbij de ministeries van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie. Maar Rutte zegt nu dus dat hij zich niet herinnert dat hij persoonlijk op de hoogte is gesteld. Het is volgens hem wel mogelijk dat ambtenaren van hem zijn bijgepraat over de kwestie.

Koenders: absoluut niet ingelicht

Bert Koenders, destijds minister van Buitenlandse Zaken, reageert stelliger: “Ik kan me er niets van herinneren. Ik ben er absoluut niet over ingelicht. Als je het over dit soort aantallen slachtoffers hebt, vergeet je dat niet. Dat zou alle alarmbellen af doen gaan.”

Ook de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen, is verbaasd: “Ik ben niet persoonlijk geïnformeerd over de gebeurtenissen, over de Nederlandse betrokkenheid bij de aanval.” Net als Koenders weet ze niet of er ambtelijk wél informatie is uitgewisseld.

Premier Rutte zegt zelf pas afgelopen weekend van Bijleveld te hebben gehoord dat Hennis destijds de Kamer onjuist heeft geïnformeerd. Rutte vindt dat Hennis desondanks speciaal gezant van de VN in Irak kan blijven.

Bijleveld zegt dat ze ook pas afgelopen vrijdag wist dat de Kamer in 2015 onjuiste informatie had gekregen. Veel partijen vonden dat moeilijk te geloven, maar de motie van wantrouwen haalde het uiteindelijk niet.

Bekijk ook;

‘Rutte zegt niets te hebben geweten over burgerdoden Hawija’

MSN 06.11.2019 Premier Mark Rutte kan zich niet herinneren dat hij in 2015 op de hoogte is gesteld over de burgerdoden die dat jaar vielen bij een Nederlands bombardement in Irak. Dat heeft de minister-president woensdag gezegd, meldt de NOS. Volgens Rutte zijn ambtenaren van het ministerie van Algemene Zaken mogelijk wel op de hoogte gesteld over de gevolgen van het bombardement.

Rutte heeft verder gezegd dat hij pas afgelopen weekend van minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) heeft gehoord dat haar voorganger de Tweede Kamer in 2015 verkeerd heeft geïnformeerd over de luchtaanval. Bij het bombardement, gericht op een bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat (IS), kwamen zeventig mensen om het leven. Volgens het Amerikaanse Pentagon waren alle slachtoffers burgers.

De toenmalige minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) meldde destijds dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen bij het bombardement, terwijl zij wist dat dit wel het geval was. Dit heeft het kabinet eerder deze week erkend, na onthullingen van NRC en de NOS.

Dinsdag moest minister Bijleveld zich in de Kamer verantwoorden over het Nederlandse bombardement. Zij bood tijdens een spoeddebat haar excuses aan omdat haar voorganger de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd. GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks diende een motie van wantrouwen tegen de minister in, die zij ternauwernood overleefde. In het debat werd meermaals gevraagd of premier Rutte wist over de burgerdoden, maar op deze vraag kon Bijleveld geen antwoord geven.

Dit weten we over de luchtaanval met burgerdoden in Irak

NU 05.11.2019 In de nacht van 2 op 3 juni 2015 werd in het Iraakse Hawija een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS) geraakt door een bom die kort daarvoor was afgeworpen door een Nederlandse F-16. Er vielen zeker zeventig doden, waaronder een groot aantal burgerslachtoffers. Maandag verstuurde minister van Defensie Ank Bijleveld een brief aan de Tweede Kamer over de aanval en dinsdag wordt hierover gedebatteerd. Wat weten we precies over deze kwestie?

Was de fabriek een legitiem doel?

Militair gezien wel. Het gedeelte van Irak waarin Hawija ligt was op dat moment in handen van IS, dat de fabriek onder meer gebruikte om bijvoorbeeld autobommen of bermbommen te maken die elders in Irak of in Syrië veel slachtoffers maakten.

Hoe wist de coalitie die tegen IS vocht dat dit een bommenfabriek van IS was?

Volgens militair expert Peter Wijninga wordt dat inlichtingenproces langzaam opgebouwd. De meeste informatie komt van informanten op de grond of bijvoorbeeld door een drone in de lucht die de fabriek in de gaten houdt en ziet wat er allemaal het gebouw in gaat en ook weer verlaat.

“Op een gegeven moment is duidelijk dat het gaat om een bommenfabriek die uitgeschakeld moet worden”, aldus Wijninga. “Het is het normale proces dat de bronnen op de grond in contact staan met het Iraakse leger. Ik ga ervan uit dat dat nu ook weer plaats heeft gevonden, omdat het Iraakse leger er een stem in heeft welke doelen er worden gekozen. De coalitie is daar op uitnodiging van Irak, dus het gaat ook niet zonder hun medewerking.”

Er zijn dus geen Nederlanders bij het voortraject betrokken geweest?

“Het verschilt per operatie of er Nederlanders bij het voortraject betrokken zijn. Soms hebben we mensen in het planningsproces zitten, maar niet altijd. Ik weet niet of dat hier het geval is geweest”, stelt Wijninga.

“Het kan soms wel dat er ook Nederlandse elitetroepen betrokken zijn bij het bepalen van het doel en de observatie van het doel, maar dit was midden in een stad die in handen was van IS. Daar kun je niet zomaar als Westerse troepen laten rondlopen, dat valt meteen op. Dus in dit geval is er waarschijnlijk voor gekozen om te vertrouwen op de Iraakse inlichtingen.”

Ank Bijleveld, de huidige minister van Defensie (Foto: Pro Shots)

Hoe komen de militairen die het doel bepalen dan bij Nederland uit om de aanval uit te voeren?

Niet elke partner in de coalitie is in staat om zo’n doel te treffen. Nederland is daar zeer bedreven in. “En principe volstaat één bom. Het is een bommenfabriek, dus er liggen explosieven. Door de schokgolf gaan de andere explosieven ook af”, legt Wijninga uit. “Hiervoor heb je een kleine geleide bom nodig van 250 pond.”

“Vandaar dat men ook bij de Luchtmacht is uitgekomen, omdat Nederland op dat moment buiten de Amerikanen het enige land was ter plaatse dat zo’n type bom had.”

En dan vliegt de Nederlandse F-16 uit en wordt de bom gegooid.

“Eerst wordt er gekeken naar de Nederlandse jurist die in het hoofdkwartier aanwezig is of de voorgestelde missie binnen het Nederlandse mandaat valt”, zegt Wijninga. “Wat is de kans op nevenschade of burgerslachtoffers? Als dat allemaal acceptabel is wordt er akkoord gegaan met de doeltoewijzing en wordt de missie gepland en uiteindelijk uitgevoerd.”

Hoe komt het dat er dan toch zo veel burgerslachtoffers zijn gevallen?

Er lagen veel meer explosieven in de fabriek dan was ingeschat bij het verzamelen van de inlichtingen. Dus de Nederlandse bom had een kleine kettingreactie van explosies moeten veroorzaken, maar dit werden meerdere grote explosies. Volgens minister Ank Bijleveld ging het hierbij misschien wel om honderd vrachtwagens vol explosieven die ongezien de fabriek waren binnengegaan, zo zei ze maandag in gesprek met NRC. Bovendien was er mogelijk sprake van een grote hoeveelheid vluchtelingen die rondom de fabriek gevestigd waren, al is dat laatste niet bevestigd.

Dus de Nederlandse vliegers hebben niets fout gedaan?

Nee, die moeten kunnen vertrouwen op de inlichtingen waarop hun missie is gestoeld. De fout zit in het proces om alle informatie te vergaren. “En dat is het grote punt”, stelt Wijninga. “De informatie over die vrachtwagens zou wel zijn gemeld aan het Iraakse leger, maar niet terecht zijn gekomen op het centrale hoofdkwartier.

Maar nu is de minister van Defensie in de problemen geraakt door deze kwestie

Dat komt vooral omdat haar voorganger minister Jeanine Hennis-Plasschaert op 23 juni 2015 in een antwoord op kamervragen zei dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen als gevolg van Nederlandse bombardementen in Irak.

Terwijl het voor de Luchtmacht direct bekend was dat er zogenoemde ‘nevenschade’ was. Vervolgens bleek op 15 juni 2015 uit een Amerikaans rapport dat de kans heel groot was dat er bij de aanval op de bommenfabriek in de nacht van 2 op 3 juni wel degelijk burgerslachtoffers waren gevallen. Bovendien bleek dinsdag dat het volgens het ministerie “aannemelijk is dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd”.

De kamer is toen dus verkeerd geïnformeerd. En Bijleveld is politiek verantwoordelijk voor de uitspraken van haar voorganger.

Pas nadat NRC en de NOS op 18 oktober hun onderzoek naar de luchtaanval publiceerden kwam er maandag uiteindelijk een kamerbrief van minister Bijleveld, ook omdat ze naar eigen zeggen eerst met de betrokken piloten over de kwestie wilde praten.

Zie ook: Kabinet erkent Nederlandse luchtaanval boven Irak met 70 doden

Lees meer over: Irak Defensie Politiek

Bijna hele oppositie wil Bijleveld weg

MSN 05.11.2019 Bijna de gehele oppositie in de Tweede Kamer heeft geen vertrouwen meer in defensieminister Ank Bijleveld. Ze rekenen haar aan dat haar voorganger de Kamer verkeerd heeft ingelicht over een luchtaanval die veel Iraakse burgers het leven kostte, en dat Bijleveld dat pas maandag meldde.

Een motie van wantrouwen van GroenLinks kreeg de steun van PVV, SP, Partij voor de Dieren, 50PLUS, DENK, FVD en het lid Van Kooten.

Bijleveld biedt ‘oprechte excuses’ aan voor verkeerd informeren Kamer

NU 05.11.2019 Minister Ank Bijleveld (Defensie) heeft dinsdag in een debat aan de Tweede Kamer haar “oprechte excuses” aangeboden voor het verkeerd informeren van de Kamer over de Nederlandse betrokkenheid bij de luchtaanvallen in de Iraakse steden Hawija en Mosoel waarbij 74 mensen om het leven kwamen, waaronder burgerdoden.

“Als minister ben ik verantwoordelijk, ook voor het handelen van mijn voorganger. Dit is niet juist. Dit had anders gemoeten”, aldus Bijleveld.

De minister wist naar eigen zeggen pas afgelopen vrijdag dat haar voorganger oud-minister Jeanine Hennis, de Kamer in 2015 verkeerd heeft geïnformeerd.

Bijleveld stelt dat zij bij haar aantreden “op hoofdlijnen” is geïnformeerd over burgerslachtoffers, maar verder niet op de hoogte is geweest van details.

‘Hennis was op de hoogte’

Hennis, die tegenwoordig de VN-chef in Irak is, meldde in de zomer van 2015 aan de Kamer dat voor zover haar bekend was er geen burgerslachtoffers waren gevallen bij de inzet van Nederlandse F-16’s in de strijd tegen Islamitische Staat.

Uit een Kamerbrief van minister Bijleveld van afgelopen maandag blijkt dat het ministerie destijds al beschikte over een intern verslag en een Amerikaanse rapportage waaruit bleek dat het “geloofwaardig was” dat er bij de aanval in Hawija burgers om het leven waren gekomen.

“Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd”, schrijft minister Bijleveld dinsdag voorafgaand aan het debat in een aanvullende brief.

Oppositie eist opheldering

Hoewel de Tweede Kamer de excuses van de minister waardeert, blijft er harde kritiek klinken. Zo is er verbazing in Kamer over het feit dat de bewindsvrouw pas afgelopen vrijdag is bijgepraat. Dit terwijl uit onderzoek van NOS en NRC twee weken geleden al bleek dat Nederland verantwoordelijk was voor het bombardement op Hawija en Mosoel.

SGP’er Chris Stoffer wil weten waarom er niemand op het ministerie van Defensie de minister niet eerder op hoogte heeft gesteld de onjuiste informatieverstrekking aan de Kamer recht te zetten.

SP’er Sadet Karabulut vindt dat Bijleveld zich niet achter Hennis mag verschuilen. Ook zij vraagt zich af waarom de minister door haar departement pas vrijdag op de hoogte is gesteld. “Als dit de staat van het departement is, dan is het veel erger dan gedacht”, aldus Karabulut. “Er is keer op keer moedwillig informatie achtergehouden. Is dit de manier waarop Defensie met de Kamer en de Nederlandse bevolking omgaat?”

Ook coalitiepartijen D66 en VVD zijn kritisch. VVD’er André Bosman zegt zich grote zorgen te maken over het ontbreken van een politieke antenne op het departement. Ook hij vindt dat de minister veel eerder had moeten worden bijgepraat.

Kabinet erkent betrokkenheid bij aanval Hawija

Maandag erkende het kabinet de Tweede Kamer verkeerd te hebben geïnformeerd over twee aanvallen van de Nederlandse luchtmacht in Irak in de strijd tegen IS.

Het gaat om de luchtaanval in 2015 op een bommenfabriek in de Iraakse stad Hawija waar zeventig mensen, onder wie een onbekend aantal burgerslachtoffers, zijn omgekomen.

De minister schrijft in de brief dat er geen indicaties waren dat bij de aanval burgerslachtoffers zouden vallen. Omdat er in de fabriek meer bommen lagen opgeslagen dan gedacht, viel het schadegebied groter uit van voorzien.

Zie ook: Dit weten we over de luchtaanval met burgerdoden in Irak

Onjuiste inlichtingen in Mosoel

Ook was Nederland betrokken bij een aanval die was gericht op een vermoedelijk hoofdkwartier van IS in de stad Mosoel. Achteraf bleek het om een woning te gaan. Vier mensen kwamen daarbij om het leven. De aanval was het gevolg van onjuiste inlichtingen.

Het Openbaar Ministerie heeft beide incidenten onderzocht en kwam tot de conclusie dat de luchtaanvallen rechtmatig waren.

Lees meer over: Defensie

Bijleveld biedt excuses aan voor verzwijgen burgerdoden Irak

NOS 05.11.2019 Minister Bijleveld van Defensie heeft in de Tweede Kamer “oprechte excuses” aangeboden voor het onjuist informeren van de Kamer over de burgerslachtoffers die vielen bij een Nederlandse F16-aanval in Irak in 2015.

Bijlevelds voorganger, minister Hennis, informeerde de Kamer tot twee keer toe onjuist over de zaak. Ze zei dat er geen burgerdoden waren gevallen, terwijl ze toen al wist dat dat wel degelijk was gebeurd. Bij de aanval, op een IS-fabriek van autobommen, kwamen zeker 70 onschuldige burgers om het leven.

“Het had zo niet gemoeten”, erkende Bijleveld aan de Tweede Kamer. “Ik ben verantwoordelijk, ook voor het handelen van mijn voorgangers.”

Geen antwoord

Kamerlid Isabelle Diks van GroenLinks had eerder in het debat geconstateerd dat Bijleveld de leugens van haar voorganger niet meteen heeft rechtgezet. “Ze heeft de leugen overgenomen. Ze kwam pas met de waarheid toen de NOS en NRC Handelsblad erover berichtten.” Diks sprak van “een diepe kras in de geloofwaardigheid” van de minister.

Sadet Karabulut (SP) noemt het “onacceptabel” dat de Kamer is voorgelogen. “En deze minister probeerde zich ongegeneerd te verschuilen achter de leugens van haar voorganger.”

Maar de minister verwerpt die kritiek. Het is haar, naar eigen zeggen, pas afgelopen vrijdag duidelijk geworden dat Hennis de Kamer daadwerkelijk bewust onjuist had geïnformeerd. Pas toen stond voor Bijleveld vast dat haar voorganger al wist dat er burgerdoden waren gevallen.

De Kamer reageerde verbaasd op die uitleg. Hoe kan het dat vorige week pas duidelijk werd dat Hennis in 2015 onjuiste informatie had verstrekt?

Minister Bijleveld had daar geen antwoord op: “Ik vind het heel vervelend”.

F16’s al maanden weg uit Irak

Bijleveld zelf werd bij haar aantreden, in november 2017, op hoofdlijnen op de hoogte gesteld van de feiten en wist dus van de burgerdoden. Veel partijen vroegen zich af waarom ze er nu pas mee naar buiten kwam. Op zich is het gebruikelijk om tijdens een militaire missie niet te veel details te delen, om zo de veiligheid van de militairen niet in gevaar te brengen. Maar de Nederlandse F16’s zijn nu al elf maanden weg uit Irak.

De minister wees erop dat de missie in Irak nog steeds loopt, ook al is Nederland er niet bij betrokken. Ze wilde het zorgvuldig doen en eerst met de andere landen van de coalitie overleggen. “Ik had misschien graag sneller openheid willen geven, maar ik kon het niet.”

Bekijk ook;

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Nederlands bombardement in Irak. Ⓒ ANP

Minister Bijleveld biedt Kamer excuses aan om Irak

Telegraaf 05.11.2019 Minister Ank Bijleveld (Defensie) heeft tijdens het debat over burgerslachtoffers in Irak een motie van wantrouwen gekregen. Behalve GroenLinks willen ook de PVV, SP, PvdD, 50Plus, Denk, FvD en Van Kooten de minister weg hebben. De coalitiepartijen houden haar met steun van PvdA, SGP en Van Haga overeind.

Bijleveld wist al bij haar aantreden in 2017 al dat er bij Nederlandse luchtaanvallen in Irak burgerslachtoffers waren gevallen. Ze wist naar eigen zeggen pas afgelopen vrijdag dat de Tweede Kamer daarover niet was geïnformeerd.

Met die verdediging probeerde de CDA-bewindsvrouw de verantwoordelijkheid voor het niet informeren van de Tweede Kamer bij haar voorganger Jeanine Hennis te leggen. Evengoed bood Bijleveld als ministerieel verantwoordelijke tijdens het Kamerdebat haar excuses aan voor het onthouden van informatie over de Nederlandse luchtaanvallen in Hawija en Mosul in 2015, waarbij tientallen burgerslachtoffers waren gevallen.

Hennis werd over de aanval van 3 juni 2015 op een munitiefabriek in Hawija al een week later door het Amerikaanse commando verteld dat er waarschijnlijk door Nederlands toedoen burgerslachtoffers waren gevallen. Omdat er meer explosieven lagen opgeslagen dan verwacht, was de ’nevenschade’ groter. Er vielen 70 slachtoffers, zowel burgers als IS-strijders.

Excuses

Nog diezelfde maand antwoordde Hennis op vragen van de Kamer dat er geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers in Irak. „Dat klopt dus niet”, zei Bijleveld. „Dat is feitelijk onjuist.” Achter dit feit kwam Bijleveld naar eigen zeggen pas afgelopen vrijdag, ’bij een laatste check’. „Ik heb toen meteen de informatie aan de Kamer erop aangepast.”

De Kamer vond die uitleg twijfelachtig en wilde van de minister weten waarom ze pas 11 maanden na het terugkeren van de Nederlandse F-16’s pas openheid van zaken heeft gegeven. „Was er niemand op het ministerie die u wist dat de Kamer verkeerd geïnformeerd was?”, zo vroeg SGP-Kamerlid Stoffer zich af. Bijlveld antwoordde dat ’informatiehuishouding en departementen’ nu eenmaal ingewikkeld is.

Onacceptabel

VVD-Kamerlid André Bosman vroeg zich af waarom Bijleveld heeft gebroken met het beleid om geen gedetailleerde informatie te openbaren over militaire operaties. En waarom nu pas? „Waarom zijn de feiten niet eerder gemeld?”

Bijleveld wees op ’operationele veiligheid’. Volgens de minister moest ze niet alleen rekening houden de veiligheid van eigen militairen, maar ook die van bondgenoten. „Dat Nederland er niet meer vloog, wil niet zeggen dat er niet meer gevlogen werd.”

Volgens Isabelle Diks (GroenLinks) heeft Bijleveld de leugens van haar voorganger over deze zaak overgenomen in plaats van het recht te zetten. „Daarmee volhardde ze in de onjuiste informatievoorziening aan de Tweede Kamer.” Dat zorgt voor een ’diepe kras in haar geloofwaardigheid’. ’Met pijn in het hart’ zegde ze het vertrouwen in de minister op. Sadet Karabulut (SP) bnoemde het ’onacceptabel’ dat de Kamer is ’voorgelogen’. „Deze minister mag zich niet verschuilen achter haar voorganger.”

CU-Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie) zag ’een tendens’ bij de minister om de Kamer beter te informeren over burgerslachtoffers. Toch hield de coalitie, evenals PvdA, SGP en Van Haga de minister in het zadel, al vond D66-Kamerlid Salima Belhaj dat Bijleveld het de Kamer daarbij ’niet makkelijk’ had gemaakt. Zij wil dat Defensie werk maakt van schadevergoeding voor de nabestaanden en daarbij niet verwijst naar de Iraakse regering.

Bekijk ook:

Woede om moorduitspraak DENK 

DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk kreeg eerder op de avond de rest van de Kamer over zich heen omdat hij bij de luchtaanval sprak over ’moord’. Jeanine Hennis noemde hij een ’lijkenverstopper’. Kamervoorzitter Arib riep Öztürk tot de orde.

Tweets by ‎@Nielsrigter

Bijleveld biedt excuus aan om verkeerd informeren Kamer rond bombardement Irak

AD 05.11.2019 De Tweede Kamer heeft tijdens een spoeddebat harde kritiek op minister Ank Bijleveld van Defensie geuit. De CDA-bewindsvrouw had eerder openheid van zaken moeten geven over burgerslachtoffers bij een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015. De Kamer werd daarover onjuist geïnformeerd. Bijleveld bood daar haar ‘oprechte excuses’ voor aan.

Ik ben daar verantwoordelijk voor, ook voor het handelen van mijn ambtsvoorgangers. Ik kan niet anders doen dan dat erkennen en excuses maken.’’ Ook sprak ze ‘namens het kabinet’  haar medeleven uit met de nabestaanden

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Uit een feitenrelaas dat Bijleveld vanmiddag naar de Kamer stuurde, blijkt dat toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis persoonlijk op de hoogte was dat het ‘geloofwaardig’ was dat er bij een Nederlands bombardement in het Iraakse Hawija, in de nacht van 2 op 3 juni 2015 burgerdoden waren gevallen. Toch schreef ze een paar weken later aan de Kamer dat dat ‘voor zover op dit moment bekend’ niet het geval was. Gisteren erkende Bijleveld dat er bij het bombardement zeker zeventig doden vielen.

Feitelijke onjuistheid

Bijleveld zegt dat ze pas ‘afgelopen vrijdag’ heeft vastgesteld dat de Kamer destijds onjuist werd geïnformeerd. De brief waarin de Kamer zou worden geïnformeerd over de burgerslachtoffers lag toen al klaar en werd in het weekend nog aangepast, ‘met deze informatie erin’. De Defensieminister bestrijdt ‘het frame’ dat de Kamer ‘werd voorgelogen’. ,,Het is een feitelijke onjuistheid.’’

Volgens Isabelle Diks (GroenLinks) heeft Bijleveld de leugens van haar voorganger Jeanine Hennis over deze zaak overgenomen in plaats van het recht te zetten. Dat zorgt voor een ‘diepe kras in haar geloofwaardigheid’. Sadet Karabulut (SP) vindt het ‘onacceptabel’ dat de Kamer is voorgelogen.

Bijleveld mag zich volgens haar ‘niet verschuilen’ achter haar voorganger. ,,Dit is de politieke verantwoordelijkheid van minister en van haar alleen.’’ De Kamer is ‘bewust fout geïnformeerd’, meent PvdA’er John Kersten.

Harde noten

Ook regeringspartijen kraakten harde noten. Het was immers beleid om niets te zeggen over lopende operaties, stelt VVD-Kamerlid André Bosman. De informatie van Hennis was daardoor ‘inhoudelijk onjuist en procedureel onjuist’. D66-Kamerlid Salima Belhaj wilde weten waarom Bijleveld de verkeerde info van haar voorganger niet eerder heeft rechtgezet.

Dat had volgens haar moeten gebeuren bij haar aantreden in oktober 2017, toen Bijleveld over de kwestie werd geïnformeerd, of na het beëindigen van de missie tegen IS, in december 2018.

D66 eiste meer details over de gang van zaken. Het feitenrelaas vindt Belhaj ‘te algemeen’. Ze wil weten hoe Hennis werd geïnformeerd, of daar een memo van is en wat er in het overdrachtsdossier stond toen Bijleveld aantrad. Volgens Bijleveld is de memo geheim, maar ze wil bekijken of die nu toch openbaar gemaakt kan worden. Wat er in haar overdrachtsdossier stond weet ze ‘niet precies’.  Daarover zegt ze: ,,Ik was me er toen bewust van het feit dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. De details komen later.’’

Denk-Kamerlid Selcuk Öztürk haalde zich de woede van de rest van de Kamer op de hals omdat hij sprak over ‘moord’ op onschuldige burgers door de Nederlandse F-16-vliegers. ‘Niet respectvol’ en ‘zeer betreurenswaardig’, aldus zijn collega-Kamerleden.

Burgerdoden

Het Openbaar Ministerie deed onderzoek naar vier aanvallen waarbij mogelijk burgerdoden vielen en zag geen reden voor vervolging. De Kamer meent dat de piloten niets valt te verwijten, zij voerden hun missie uit op basis van inlichtingen die achteraf niet bleken te kloppen. ,,We staan hier niet om de betrokken militairen de maat te nemen’’, aldus GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks.

Kamervoorzitter Khadija Arib greep meermaals in om Öztürk te vragen zijn woorden zorgvuldiger te kiezen. Daarop vroeg het Denk-Kamerlid zich eerst af of minister Bijleveld ‘wel een hart’ heeft om vervolgens oud-minister Jeanine Hennis vanwege haar onjuist informatie aan de Kamer ‘een lijkenverstopper’ te noemen die werd ‘beloond’ met een ‘baantje in Irak’. Hennis is inmiddels VN-gezant in het land.

Minister Bijleveld maakt excuses voor fout informeren dodelijke aanval Irak

MSN 05.11.2019 Minister Ank Bijleveld heeft excuses gemaakt omdat de Tweede Kamer door haar voorganger verkeerd is geïnformeerd over een dodelijke aanval in Irak door Nederlandse F-16’s. Bijlevelds voorganger, Jeanine Hennis, had in 2015 gemeld dat er geen burgerdoden waren gevallen, maar dat was foute informatie. “Ik bied daarvoor oprechte excuses aan”, zegt Bijleveld nu.

Gisteren maakte minister Bijleveld bekend dat bij de aanval van Nederlandse F-16’s op een IS-doelwit in Irak in 2015 circa zeventig doden waren gevallen, onder wie burgers. Het is de eerste keer dat het kabinet zo open over een aanval is. 

Nu pas openheid

De oppositiepartijen verwijten minister Bijleveld dat er nu pas openheid komt over de burgerslachtoffers bij het bombardement. Pijnlijk is dat toenmalig minister Hennis dus een paar weken na het bombardement aan de Kamer meldde dat er geen burgerslachtoffers te betreuren waren.

Dat onjuiste informeren zit de partijen hoog.  Minister Bijleveld biedt daarvoor vandaag haar excuses aan in de Tweede Kamer. Sadet Karabulut (SP) vindt het ‘onacceptabel’ dat de Kamer is voorgelogen. Bijleveld mag zich volgens haar ‘niet verschuilen’ achter haar voorganger. De Kamer is ‘bewust fout geïnformeerd’, meent PvdA’er John Kersten.

Jeanine Hennis, die nu VN-gezant is in Irak, wil niet reageren en laat de communicatie over aan minister Bijleveld.

© Aangeboden door RTL Nederland

Piloten valt niets te verwijten

De Kamer meent verder dat de piloten die de aanval uitvoerden, niets valt te verwijten. Zij voerden de missie uit op basis van inlichtingen die achteraf niet klopten.

De aanval van de F-16’s was gericht tegen een autobommenfabriek in Hawija.

Woede om DENK

Denk-Kamerlid Selcuk Öztürk haalde zich de woede van de rest van de Kamer op de hals omdat hij sprak over ‘moord’ op onschuldige burgers door de Nederlandse F-16-vliegers.

Volgens de rest van de Kamerleden zijn zijn opmerkingen ‘zeer betreurenswaardig.’

Lees ook:

Kamerleden boos om verkeerde informatie over aanval in Irak: ‘Dit is heel ernstig’

RTL Nieuws; Ank Bijleveld Koninklijke Luchtmacht Ministerie van Defensie Burgeroorlog Irak

Oud-minister Hennis wist persoonlijk van mogelijke burgerdoden Irak

NOS 05.11.2019 Toenmalig minister Hennis van Defensie is kort na de luchtaanval in Irak persoonlijk op de hoogte gesteld over het bombardement waarbij 70 doden zijn gevallen. Zij kende dus het voorval toen zij later die maand de Tweede Kamer liet weten dat er “geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers”.

Dat blijkt uit het feitenrelaas dat door minister Bijleveld naar de Tweede Kamer is gestuurd. Op dit moment debatteert de Kamer over de luchtaanval en het verkeerd informeren door VVD-minister Hennis in 2015.

Minister Bijleveld erkende gisteren voor het eerst dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval. Daaruit bleek dat de minister de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd, hoewel niet duidelijk was of zij wist dat ze de Kamer verkeerd voorlichtte.

Ook andere ministers en Rutte in beeld

Volgens het feitenrelaas is het “aannemelijk” dat ook andere “betrokken ministeries” na de briefing aan Hennis op de hoogte zijn gebracht van het incident. Dat zou betekenen dat de PvdA-ministers Koenders en Ploumen van Buitenlandse Zaken, en mogelijk ook premier Rutte, wisten van het incident toen Hennis de Kamer verkeerd voorlichtte.

Uit de tijdlijn is ook op te maken dat de huidige minister Bijleveld vlak na haar aantreden in november 2017 is bijgepraat over het incident. Uiteindelijk duurde het tot april 2018 voordat zij de Kamer op de hoogste stelde dat er mogelijk burgerslachtoffers waren gevallen bij de Nederlandse aanval.

Zij deed dat naar aanleiding van het afgeronde onderzoek van het Openbaar Ministerie, waarvan de uitkomsten in februari 2018 met het ministerie werden gedeeld. Hoewel haar voorganger had beloofd de uitkomsten van dat onderzoek direct te delen met de Tweede Kamer, duurde het dus nog maanden voordat minister Bijleveld dit naar buiten bracht.

Bekijk ook;

Selcuk Öztürk tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Nederlands bombardement in Irak. Ⓒ ANP

Woede om moorduitspraak DENK

Telegraaf 05.11.2019 DENK mag de Nederlandse luchtaanval die Iraakse burgers in 2015 het levens kostte geen moord noemen, vindt de Tweede Kamer. DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk moet dat woord terugnemen, vinden bijna alle andere partijen. Maar hij weigert dat.

Öztürk stelde in het debat over de luchtaanval dat het kabinet „niet de ernst inziet van deze moorden.” Hij noemde Jeanine Hennis, ten tijde van de aanval minister van Defensie, bovendien een „lijkenverstopper” omdat ze de burgerdoden verzweeg. Ook die opmerking kwam hem op een uitbrander te staan van onder andere GroenLinks.

Ook Kamervoorzitter Khadija Arib deed een dringend beroep op Öztürk om andere woorden te kiezen. „Nu gaat de aandacht naar u en niet naar de slachtoffers”, zei ze.

Öztürk werpt tegen dat de nabestaanden ook van moord zouden spreken.

Bekijk meer van; gewapend conflict defensie Selçuk Öztürk Jeanine Hennis-Plasschaert

DENK noemt luchtaanval moord en wekt woede

MSN 05.11.2019 DENK mag de Nederlandse luchtaanval die Iraakse burgers in 2015 het levens kostte geen moord noemen, vindt de Tweede Kamer. DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk moet dat woord terugnemen, vinden bijna alle andere partijen. Maar hij weigert dat.

Öztürk stelde in het debat over de luchtaanval dat het kabinet “niet de ernst inziet van deze moorden”. Hij noemde Jeanine Hennis, ten tijde van de aanval minister van Defensie, bovendien een “lijkenverstopper” omdat ze de burgerdoden verzweeg. Ook die opmerking kwam hem op een uitbrander te staan van onder andere GroenLinks.

Ook Kamervoorzitter Khadija Arib deed een dringend beroep op Öztürk om andere woorden te kiezen. “Nu gaat de aandacht naar u en niet naar de slachtoffers”, zei ze.

Öztürk werpt tegen dat de nabestaanden ook van moord zouden spreken.

Een F16-vlieger moet soms wel drie kwartier in de lucht wachten voordat hij hoort dat hij een bom op een doel mag gooien. Ⓒ HOLLANDSE HOOGTE

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen

Telegraaf 05.11.2019 Maanden duurde het soms voor er in de strijd tegen IS voldoende informatie was om een F-16 een aanval te laten uitvoeren. Op het laatste moment werden missies afgeblazen. En ondanks de volgens jachtvliegers ’chirurgische precisie’ waarmee bombardementen werden uitgevoerd, konden er toch burgerdoden vallen.

Jachtvlieger Jeffrey (een schuilnaam) hangt boven het kalifaat en wacht op toestemming om aan te vallen. Op een beeldschermpje ziet hij een vrachtwagen, bekleed met stalen platen. Hij weet dat de truck vol explosieven zit en bedoeld is om door de zelfmoordenaar achter het stuur tussen Koerdische strijders tot ontploffing te worden gebracht.

Een paar minuten heeft hij om het gevaar weg te nemen, maar Jeffrey krijgt geen groen licht vanuit het Combined Air Operations Centre (CAOC), het hoofdkwartier van de luchtoorlog in Qatar. Zijn ongeduld groeit. Waar wachten ze op?

Uitsluitsel

De officier die in de enorme verduisterde zaal vol muurhoge beeldschermen toestemming moet geven, zit in zijn maag met de afstand tussen de bomauto en een groepje huizen. De controllers twijfelen of die wel buiten de ontploffingsradius blijven. Pas na drie kwartier komt er uitsluitsel: Jeffrey mag aanvallen.

Bekijk ook: 

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

„Er ontstond een gigantische vuurbal. Blijkbaar zat dat ding vol olie en benzine, alle bomen vlogen in brand. Tot dat moment vond ik het getwijfel overdreven, maar de ontploffing reikte tot twintig of dertig meter van die huizen. Het luisterde dus inderdaad nauw. Als daar een kind had gelopen, was dat in gevaar geweest. De drones hingen al uren om te zien of er echt niets bewoog rond die huizen”, zegt Jeffrey.

Het verhaal dat hij vertelt in het vandaag verschenen boek Missie F-16 is een goed voorbeeld van hoe de coalitietroepen de luchtoorlog tegen IS voerden. Vliegers spreken van het meest chirurgische conflict ooit. Overste Joost Luysterburg weet dat uit eigen ervaring; de veteraan en zeer ervaren F-16-vlieger werkte vier maanden in het CAOC als red card holder.

De vertegenwoordiger van Nederland die met elke aanval moest instemmen en deze kon vetoën. Desnoods terwijl het vliegtuig al boven het doel hing. Iets wat volgens Luysterburg ook gebeurde.

Meekijken

„De hoeveelheid informatie die wij zien, is onkenbaar. Ik kan live meekijken met de hele wereld. Dronebeelden, satellietbeelden, ik kan precies zien welk vliegtuig waar vliegt en welke bommen hij bij zich heeft. Ik zie terroristen lopen en er wordt live vertaald wat ze zeggen”, vertelt de overste over het CAOC.

Bekijk ook: 

‘Ik heb een heel gezin gedood’ 

„Computers laten op driedimensionale modellen van gebouwen een berekening los van de verwachte nevenschade van bommen. Heel Irak en Syrië zijn digitaal nagebouwd. Je kunt simuleren hoeveel schade welk wapen veroorzaakt in de omgeving. We hebben inlichtingen waar een school is gevestigd, een ziekenhuis, een ambassade. Al die data bekijk je voor je beslist.”

Aan het moment waarop de red card holder de finale beslissing neemt, is een uitgebreide voorbereidingsfase vooraf gegaan. Eentje die volgens kolonel Peter Tankink maanden kan duren. Die tijd wordt gebruikt om voldoende inlichtingen te verzamelen over het doel. Is de conclusie dat het toch geen militair object is, dan vielen Nederlandse F-16’s volgens hem niet aan.

Was dit wel het geval, dan werd het doelwit besproken in het zogeheten Joint Targeting Board. Een comité waarin militairen van de aan de missie deelnemende landen zitten. Na goedkeuring van deze board moesten de Iraakse autoriteiten instemmen. Pas daarna was het aan de red card holder. In totaal beslissen tien mensen over één bom.

Bekijk ook: 

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening 

Hersencapaciteit

Hoe kan het dat met zoveel hersencapaciteit en hulpmiddelen er toch burgerdoden vallen? In het Irakese Hawija zorgde een aanval op een bomtruckfabriek voor een veel zwaardere explosie dan gedacht. Zeventig mensen stierven. Het is onduidelijk hoeveel van hen burgers waren. In Mosul gooide een Nederlandse vlieger een bom op een gebouw dat volgens de inlichtingen een IS-hoofdkwartier was. Het bleek om een villa te gaan waarin een gezin woonde. Vier mensen verloren het leven.

“Fout in vroegste schakel van het proces zorgt voor burgerdoden”

In beide casussen, waarvan minister Bijleveld (Defensie) maandag officieel bevestigde dat Nederlandse vliegtuigen erbij betrokken waren, zat volgens haar de fout in de vroegste schakel van de keten. Die van het inlichtingen inwinnen.

Technische hoogstandjes en goede planning beperken volgens overste Luysterburg het aantal burgerdoden, maar zelfs de slimste bommen en meest hoogwaardige spionagedrones kunnen zoals zijn baas Commandant Luchtstrijdkrachten Dennis Luyt eerder deze maand al zei geen 100 procent garantie bieden op het voorkomen van onbedoelde slachtoffers.

Bekijk meer van; conflicten, oorlog en vrede Joost Luysterburg Peter Tankink Ank Bijleveld Dennis Luyt Combined Air Operations Centre Missie F-16

Oud-Defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert is nu Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN voor Irak. © ANP/Evert-Jan Daniels

Hennis wist van mogelijke burgerslachtoffers, zei dat er ‘voor zover bekend’ geen waren

AD 05.11.2019 Toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie was al persoonlijk gebriefd over de aanval in de Iraakse stad Hawija toen zij in een Kamerbrief schreef dat er ‘voor zover bekend’ geen sprake was geweest van burgerslachtoffers bij de Nederlandse bombardementen op Irak. Dat blijkt uit een feitenrelaas dat haar opvolger, Ank Bijleveld, zojuist naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Daarin schrijft Bijleveld dat haar ‘ambtsvoorganger’ Hennis op 9 juni 2015 werd geïnformeerd over de aanval in de nacht van 2 op 3 juni en het onderzoek daarna. In die briefing hoorde zij ook dat het volgens het Amerikaanse commandocentrum ‘geloofwaardig was’ dat er burgerslachtoffers te betreuren waren bij de Nederlandse aanval. Op 15 juni krijgt het ministerie van Defensie dat onderzoek op papier binnen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Toch ontkende Hennis op 23 juni dat er sprake was van mogelijke Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers in de strijd tegen IS: ‘Daar is, voor zover op dit moment bekend, geen sprake van geweest’. Ook werd haar gevraagd of er een onderzoek zou komen naar burgerslachtoffers. Daarop stelde Hennis dat het ‘niet mogelijk is volledig en betrouwbaar onderzoek te doen naar omgekomen burgerslachtoffers in ISIS-gebied’. In werkelijkheid was dat onderzoek al wel gedaan.

De Tweede Kamer gaat vanavond nog in debat met minister Bijleveld over de kwestie.

‘Ik heb een heel gezin gedood’- Video

Telegraaf 05.11.2019 Vliegen in een F-16: een jongensdroom die een nachtmerrie kan worden als je onschuldige burgers raakt. Olof van Joolen en Silvan Schoonhoven belichten het afzwaaiende paradepaardje van de Luchtmacht met een boek: Missie F-16.

„Ik heb levens beëindigd van mensen die er niks mee te maken hadden. Het is een klap in je gezicht. Het druist in tegen alles waarvoor je daar bent.” Ⓒ Matty van Wijnbergen

F-16-vlieger ziek van vergisbom

Telegraaf 05.11.2019 F-16-vlieger Stefan (niet zijn echte naam) werd uitgezonden om IS te verslaan, maar gooide in een septembernacht een bom op een Iraaks woonhuis. Vier mensen kwamen daardoor om. De jachtvlieger kon er niks aan doen. Het vergisbombardement viel terug te voeren op rammelende Amerikaanse inlichtingen, zo meldde minister Bijleveld (Defensie) gisteren. Maar het is Stefan die ermee in het reine moet zien te komen en dat valt hem zwaar.

Toen aan maanden van twijfel een einde werd gemaakt en Stefan hoorde wie hij had getroffen, werd hij fysiek niet goed. Dit ging tegen alles in waarvoor hij stond, vertelt de jachtvlieger in het boek Missie F-16 van Telegraaf-journalisten Olof van Joolen en Silvan Schoonhoven, dat vandaag verschijnt.

Het is voor het eerst dat een piloot die betrokken was bij aanvallen waarbij burgerdoden vielen, zijn verhaal buiten het jachtvliegerswereldje doet. Stefan kon alleen met collega’s, zijn vrouw en vader praten over de verschrikkelijke gebeurtenis van 20 en 21 september 2015. Het zwijgen drukte zwaar op hem.

Planning

„Het was een officiële missie waarvan we al dagen van tevoren wisten dat we hem gingen doen”, begint hij thuis in een buitenwijk aan de keukentafel zijn verhaal. „Ik was de mission commander, had de hele planning gedaan. Alles tot aan de debriefing was succesvol.”

Bekijk ook: 

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening 

Pas drie weken later kwam er een telefoontje uit Nederland naar Jordanië waar de Nederlandse F-16’s gestationeerd waren. „Ze zeiden van: ’Hé, die inzet van die en die datum… Er loopt een onderzoek in de VS. Het zou kunnen zijn dat we daar nog naar moeten kijken. Vanwege een vermoeden dat er een fout is gemaakt’. Op dat moment is er nog geen zekerheid.”

“Het is een klap in je gezicht”

Het onderzoek vorderde volgens Stefan gestaag. „Na een paar maanden bleek dat het inderdaad een verkeerd doel was. Ergens zat een fout in het inlichtingenproces. Het bleek toch geen IS-doel, maar gewoon een huis.

Een mix-up in targets.

Je denkt: het zal toch niet? Ik werd misselijk toen ik het hoorde. Verschrikkelijk, ja. Ik voel me medeverantwoordelijk. Ik heb die bom gegooid en heb op de knop gedrukt. Ik heb levens beëindigd van mensen die er niks mee te maken hadden. Het is een klap in je gezicht. Het druist in tegen alles waarvoor je daar bent. We zijn er juist om de Iraakse bevolking te helpen.”

Op dat moment zag Stefan er nog geen gezichten bij. Hij had wel de dronebeelden gekeken op YouTube. Van boven zie je het huis van de familie Razzo oplichten in de nacht. Dan is er opeens een zwarte vlek. Lang bleef het voor Stefan ook drama in zwart-witbeelden, coördinaten en een rapport van het Openbaar Ministerie.

„Maar op een avond zat ik door te klikken op internet. Ik zag de foto en dacht: dat is mijn target. Op zo’n moment wordt het een soort zelfmarteling als je verder gaat kijken. Maar ik dacht: als ik nu wegkijk, is dat laf. Ik heb een halve familie uitgeroeid, om het maar cru te zeggen. Er was één vent die het wel had overleefd.

Toen zag ik een naam en gezicht en een foto van de kinderen, genomen een dag voordat het was gebeurd. Even later heb ik daar dus een eind aan gemaakt. Ik heb twee nachten niet geslapen. Daarna gaat het leven verder.

’Heel frustrerend’

Stefan blijft erbij dat de oorlog tegen IS de meest chirurgische strijd is die Nederland ooit voerde. Hij weet hoe grondig het hoofdkwartier de beschikbare informatie weegt alvorens groen licht voor een aanval te geven.

Hij merkte dat het sein ook vaak op rood bleef, zelfs met het doelwit helder in beeld. „Dat kan heel frustrerend zijn. Je volgt heel lang iemand die je wil uitschakelen, maar dan rijdt hij tussen bebouwing door en gaat het weer niet door. We kunnen heel kleine wapens inzetten, dan zijn de marges wat ruimer.

Maar als iemand tussen de burgerbevolking zit, kun je iemand niet uitnemen, dan moet je gewoon wachten. Soms uren. Als we burgers zien, gooien we sowieso niet. Kanttekening is dat je nooit volledig kan uitsluiten of er burgers, vrouwen of kinderen in de buurt zijn. Als je dagen- of wekenlang niemand ziet, heb je dan 100 of 99 procent zekerheid?”

“Oorlog is smerig maar rationeel”

Oorlog is niet alleen een smerig, maar ook een rationeel spel, beaamt Stefan. Strategen maken altijd een afweging tussen snelheid en zorgvuldigheid. ’Als bijvoorbeeld onze special forces onder vuur liggen, gooi je wat sneller. Met wat meer kans om burgers te raken. Juist omdat we zo chirurgisch werken, duurde het zo lang om IS op te rollen.

Het had sneller gekund, maar dan waren er ook meer slachtoffers gevallen. In de expansiefase van IS werd dus wat meer risico genomen. Je wilt echt niet dat Bagdad was gevallen. Dan waren er meer mensen omgekomen. Ook burgers. Niks doen is nog erger. Oorlog is een spelletje dat we spelen omdat al het voorgaande heeft gefaald.”

Stefan zegt dat hij eraan gedacht heeft om iets te doen voor de nabestaanden. „Maar dat zal niet gaan. Defensie wil geen vlieger koppelen aan die inzet. Het mag niet. Ik weet niet of ze er behoefte aan hebben, maar ik heb weleens een brief willen schrijven. Misschien denken ze dat ik een soort cowboy ben omdat ik een halve familie heb uitgemoord. Misschien helpt het als ze weten dat ik er ook heel erg mee zit.”

Bekijk meer van; defensie gewapend conflict human interest Islamitische Staat

Een Nederlandse F-16 stijgt op vanuit de luchtmachtbasis in Jordanië Defensie

F-16 piloot over bombardement met burgerdoden: ‘Misselijkmakende gedachte’

NOS 05.11.2019   Een Nederlandse F-16 piloot die een bombardement uitvoerde op een verkeerd doelwit in Irak, vindt het moeilijk om te leven met het idee dat hij burgerslachtoffers heeft gemaakt. Dat vertelt hij aan EenVandaag en De Telegraaf.

In de nacht van 20 op 21 september 2015 ging hij op missie om een IS-hoofdkwartier in Mosul te raken. Later bleek dat een Iraaks woonhuis. Vier burgers kwamen om bij de ontploffing. De piloot vindt dat een “misselijkmakende gedachte”.

Foute informatie

In eerste instantie had de piloot, die vanwege veiligheidsoverwegingen niet bij naam genoemd wil worden, geen enkel idee dat er iets fout was gegaan. Maar een paar weken na de actie kreeg hij een telefoontje vanuit Nederland: de Amerikanen waren een onderzoek gestart naar het bombardement. Op dat moment wist de piloot nog niet wat de reden daarachter was. Pas na maanden werd voor hem duidelijk dat er een fout was gemaakt ‘in het selectieproces van het doel’.

Dat was “een klap in mijn gezicht”, vertelt hij aan De Telegraaf. Toen de piloot later over het gezin las, in een interview met de enige overlevende van het bombardement, kon hij nachtenlang niet slapen. Aan EenVandaag vertelt de jachtvlieger hoe confronterend hij het vond om de schade en de omgekomen familieleden te zien. “Je bent daar met het idee mensen te bevrijden, maar dit gaat geheel tegen dat principe in.”

Niet aansprakelijk

De acties waren volgens de jachtvlieger zorgvuldig voorbereid. Hij verzekert: “we doen er alles aan om burgerslachtoffers te voorkomen”.

De fout is te wijten aan verkeerde Amerikaanse inlichtingen, bevestigde minister van Defensie Bijleveld gisteren. Volgens haar voelt Nederland zich wel verantwoordelijk, maar is het volgens het oorlogsrecht niet aansprakelijk. Dat betekent ook dat de enige overlever van het bombardement, Basim Razzo, geen aanspraak kan maken op een financiële compensatie van de Nederlandse overheid.

Bekijk ook;

Toenmalig minister Hennis en Commandant der Strijdkrachten Middendorp bezochten in 2017 een centrum in Mosul waar gewonde Iraakse militairen werden opgevangen ANP

Hoe de Kamer jarenlang in het duister tastte over burgerdoden in Irak

NOS 04.11.2019 Op het ministerie van Defensie was al snel duidelijk dat er iets ernstig mis moest zijn gegaan bij een bombardement op de Iraakse stad Hawija. Er vielen op 3 juni 2015 zeker 70 doden. Maar de Tweede Kamer moest bijna drie jaar wachten voordat het iets te horen kreeg over de gevolgen van de aanval, en nog een jaar voordat het ministerie openheid gaf over het aantal doden.

Hieronder een reconstructie op basis van Kamerbrieven en -verslagen;

De controlevlucht die de F-16-piloot direct na de aanval in Hawija uitvoert levert een somber beeld op. Een complete wijk is vernietigd, doordat er gigantisch veel munitie in de bommenfabriek lag opgeslagen die het doel was van de aanval.

“Onbedoelde nevenschade”, concludeert het ministerie. De bevindingen gaan naar het Pentagon. Daar wordt de zaak onderzocht. Het Amerikaanse ministerie van Defensie laat Nederland op 15 juni weten dat er volgens hen 70 mensen zijn omgekomen, zowel IS-strijders als burgers.

Toch is dat niet wat toenmalig minister Hennis van Defensie de Tweede Kamer op 23 juni meldt. “Voor zover op dit moment bekend, is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak”, antwoordt ze schriftelijk na een vraag van de vaste Kamercommissie van Buitenlandse Zaken.

Die ontkenning was fout, stelt minister Bijleveld vandaag. Of minister Hennis niet wist van de Amerikaanse conclusies, of dat ze bewust niet de waarheid sprak, schrijft ze niet. Maar het is niet de enige keer dat Hennis de Nederlandse betrokkenheid bij de dood van burgerdoden stellig ontkent.

Smart weapons

Een week later, op 30 juni, debatteert minister Hennis met de Kamer over de voortgang van de missie in Irak. Verschillende Kamerleden willen het zeker weten; in internationale media verschijnen verhalen over burgerdoden. Is Nederland daar echt niet bij betrokken?

Opnieuw is minister Hennis stellig in haar antwoord. Alle meldingen over burgerslachtoffers worden volgens haar “onmiddellijk door de coalitie onderzocht”, maar dat is “tot nu toe niet het geval geweest”.

De schade in Hawija was goed zichtbaar op satellietbeelden AZMAT KHAN, NEW YORK TIMES

Dat er geen burgerdoden te betreuren zijn is volgens haar niet zo gek. “Het is zo precies. Het is niet zo dat je gelijk een complete wijk of regio platlegt. Dat komt door die smart weapons waarover ik net sprak”, aldus de minister drie weken nadat door Nederlands toedoen een wijk volledig was weggevaagd.

Hennis belooft: Kamer wordt meegenomen

Twee dagen later doet ze in de Kamer bij de stemmingen ook nog een harde toezegging. “Als er sprake is van burgerslachtoffers door Nederlands optreden, wordt de Kamer daarover geïnformeerd, uiteraard na onderzoek.”

Om daaraan toe te voegen: “Het antwoord op de vragen of alle berichten worden onderzocht, of er sprake is van een compensatieregeling en of de Kamer wordt meegenomen als wordt vastgesteld dat er burgerslachtoffers zijn gevallen na het uitvoeren van een bombardement door Nederlandse F-16’s, is “ja”.”

Maar in de maanden die volgen wordt de Kamer niet ‘meegenomen’ door de minister. Op 21 september is er opnieuw een incident bij een Nederlandse luchtaanval, waarbij, zo blijkt vandaag, vier burgers om het leven zijn gekomen. Ook daar hoort de Kamer op dat moment niets over.

Op 5 juni 2015, twee dagen na de aanval op Hawija, brengt de Kamer een bezoek aan de Nederlandse F-16-piloten Defensie

In de winter van 2017 doet de minister een korte mededeling in een lange brief. De eerste missie is dan inmiddels beëindigd. “Van de inmiddels ruim 1300 wapeninzetten van Nederland worden twee gevallen van mogelijke burgerslachtoffers onderzocht”, meldt de minister op 6 februari als antwoord op Kamervragen.

De onderzoeken worden gedaan door het Openbaar Ministerie, en over de uitkomsten zal de Kamer worden geïnformeerd.

Een half jaar later blijkt dat er inmiddels vier onderzoeken lopen. “Ik zeg de Kamer graag toe dat zodra het OM Defensie informeert over onderzoeken die lopen of over uitkomsten, Defensie vervolgens de Kamer informeert”, zegt ze op 13 juli 2017.

Eerste erkenning

Daarna blijft het lang stil. Hennis’ opvolger Ank Bijleveld verwijst steevast naar de lopende onderzoeken. In april 2018, bijna drie jaar na de aanval op Hawija, wordt de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden voor het eerst erkend als de uitkomsten van de onderzoeken van het OM naar de Kamer gaan. Een nieuwe missie is dan net weer van start gegaan.

Bij één aanval (die later de aanval op Hawija blijkt te zijn) zijn “zeer waarschijnlijk” burgerdoden gevallen. Bij een andere incident (die op Mosul) is het zeker, meldt de nieuwe minister. Omdat er niets onrechtmatigs is gebeurd, doet het OM geen verder onderzoek. Over het tijdstip en de locatie van de aanval worden geen mededelingen gedaan, vanwege de nationale veiligheid.

Hoeveel doden er zijn gevallen bij beide incidenten, en om welke aanvallen het gaat krijgt de Kamer vandaag voor het eerst van het kabinet te horen, ruim vier jaar nadat beide incidenten plaatsvonden, en ruim twee weken nadat de NOS en NRC Handelsblad daarover berichtten.

Met de kennis van nu is het opvallend dat minister Bijleveld in april voor de bewoording “zeer waarschijnlijk” koos bij het Hawija-incident. De minister stelt vandaag dat het zeker is dat er burgers bij omkwamen, zoals het Pentagon in 2015 ook al meldde.

Bekijk ook;

Een F16 vertrekt vanuit Volkel richting Midden-Oosten anp

Tweede Kamer wil opheldering over burgerdoden Irak

NOS 04.11.2019 Tweede Kamerleden willen snel uitleg van het kabinet over de luchtaanval in 2015 in Irak waarbij zeker zeventig doden vielen, onder wie veel burgers. Ook willen ze weten waarom de Kamer hierover niet goed geïnformeerd is.

Het kabinet erkende vandaag dat Nederland verantwoordelijk is voor de luchtaanval. Uit onderzoek van de NOS en NRC bleek twee weken geleden dat bij de aanval op een munitiefabriek van IS in Hawija een wijk volledig werd verwoest. Nederland was ook betrokken bij een aanval op een woonhuis in de Iraakse stad Mosul, waarbij vier burgerdoden vielen.

Het ministerie van Defensie wist dat er in beide gevallen burgerslachtoffers waren, maar verzweeg dit aanvankelijk voor de Kamer, erkent het kabinet in een brief. Het argument om geen concrete mededelingen te doen over de Nederlandse betrokkenheid was dat de veiligheid van de militairen niet in gevaar mocht worden gebracht.

Heel ernstig

GroenLinks-Kamerlid Diks noemt de kwestie heel ernstig. Volgens haar heeft de Kamer meerdere malen om de informatie gevraagd. “Dat schaadt het vertrouwen van de Tweede Kamer. GroenLinks wil morgen uitleg van de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken.”

D66-Kamerlid Belhaij spreekt van een slechte zaak, waarover ze op de kortst mogelijke termijn in debat met de minister wil.

SP-Kamerlid Karabulut schrijft dat ze “de waarheid” eist. “Iets anders past een democratie niet”. “Duidelijk is wederom dat zonder onderzoeksjournalisten en andere critici deze waarheid waarschijnlijk nooit aan het licht was gekomen”.

Complex

PvdA-Kamerlid Kerstens benadrukt dat de situatie ter plekke complex was en dat de veiligheid van militairen ter plaatse altijd moet worden gewaarborgd. Toch vindt de PvdA ook dat openheid had moeten worden gegeven, zeker na herhaaldelijk aandringen van de Kamer.

“Defensie blinkt nu niet uit zichzelf uit in openheid, zo hebben we vaker moeten ervaren”.

Ook VVD-Kamerlid Bosman wil snel een debat. “Het is goed dat de minister, met respect voor de veiligheid van onze militairen, nu maximale transparantie geeft over de missie in Irak. Daarbij roept ze wel veel vragen op over twee specifieke missies, over de burgerslachtoffers die daar vielen en de communicatie daarover achteraf. Ik wil daar snel met de minister over in debat.”

Ook CDA en ChristenUnie willen snel een debat.

Onvolledige informatie

Minister Bijleveld erkent dat de Kamer verkeerd is geïnformeerd. Volgens haar had destijds beter niets gezegd kunnen worden. “Je zit in een operationele tijd, dan moet je niet communiceren. In verband met de operationele veiligheid, de persoonlijke veiligheid en de nationale veiligheid”. Volgens Bijleveld kan er nu de missie voorbij is wel openheid gegeven worden.

Ze schrijft in haar brief dat het in de toekomst anders moet. Kamerleden willen graag van haar horen hoe het kabinet dat ziet.

Bijleveld schrijft ook in de brief aan de Kamer dat de informatie waar de aanval op gebaseerd was niet volledig bleek.

“Men ging ervan uit dat er geen mensen verbleven in het gebied rondom de bommenfabriek. Maar vooral was men verrast door de grote hoeveelheid munitie in de fabriek, die voor een enorme tweede explosie zorgde”.

De minister zegt de dood van de burgerslachtoffers “ten zeerste te betreuren”.

“Dit is extra wrang wanneer ons handelen erop gericht was om zo veel mogelijk nevenschade, en bij uitstek burgerslachtoffers, te voorkomen”, schrijft ze. “Het betrof hier echter een oorlogssituatie waarbij deze risico’s nooit volledig kunnen worden uitgesloten.”

Eerdere verklaringen over de aanval

Na de aanval op Hawija op 3 juni 2015 wist Defensie vrij snel dat er iets mis was gegaan en dat er onbedoelde nevenschade was.

Amerikanen zouden al kort na de aanval gemeld hebben dat er zowel burgerslachtoffers als IS-strijders waren omgekomen.

In antwoord op schriftelijke vragen schreef toenmalig minister Hennis op 22 juni 2015 dat er door Nederlands handelen geen burgers waren omgekomen.

Op 30 juni zegt zij in een Kamerdebat dat alle meldingen over burgerslachtoffers zijn onderzocht en dat het “tot nu toe niet het geval is geweest”.

In 2018 zegt André Steur -hoofd Operaties bij Defensie- tegen RTLnieuws dat de slachtoffers allemaal IS-strijders waren.

In juni 2018 zegt minister Bijleveld in antwoord op vragen van de SP dat het om het belang van de veiligheid van de individuele vlieger en de eenheid, maar ook om de veiligheid van hun thuisfront en van de Nederlandse samenleving gaat. “Het kabinet is daarom ook niet bereid om in te gaan op verzoeken om meer informatie over deze gevallen.”

Bekijk ook;

Kabinet erkent Nederlandse luchtaanval boven Irak met 70 doden

NU 04.11.2019 Het kabinet erkent verantwoordelijkheid voor de luchtaanval in 2015 op een bommenfabriek in Irak waarbij zeventig slachtoffers vielen waaronder een onbekend aantal burgerslachtoffers, schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie in een brief aan de Tweede Kamer. Ook was het ministerie in 2015 al op de hoogte van het aantal burgerdoden, maar is de Kamer hier destijds niet juist over ingelicht.

In de brief schrijft Bijleveld dat er bij de bommenfabriek veel meer explosief materiaal lag opgeslagen dan Nederland kon weten, waardoor er een onvoorzien aantal doden zijn gevallen. Ook was niet duidelijk dat er burgers rondom de fabriek verbleven. De informatie waarop de aanval was gebaseerd was dus onvolledig, aldus Bijleveld.

De minister betreurt de burgerslachtoffers. “Dit is extra wrang wanneer ons handelen erop gericht was om zoveel mogelijk nevenschade, en bij uitstek burgerslachtoffers, te voorkomen. Het betrof hier echter een oorlogssituatie waarbij deze risico’s nooit volledig kunnen worden uitgesloten.”

Uit onderzoek van de NOS en NRC bleek twee weken geleden dat bij de luchtaanval gericht op de Iraakse stad Hawija een wijk volledig werd verwoest. Het zou een van de bloedigste aanvallen zijn geweest van de internationale coalitie tegen Islamitische Staat (IS).

Oud-minister van Defensie Hennis lichtte Kamer onjuist in

Oud-minister van Defensie Jeanine Hennis meldde daarnaast volgens Bijleveld ten onrechte in de zomer van 2015 aan de Tweede Kamer dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen bij de aanval.

Uit de brief van Bijleveld blijkt dat haar voorganger destijds al beschikte over een intern verslag en een Amerikaanse rapportage van de aanval. Uit beide documenten bleek al dat er waarschijnlijk burgers om het leven waren gekomen.

Nederland ook betrokken bij aanval op woning in Mosoel

Bijleveld schrijft verder in haar brief dat Nederland ook betrokken was bij een tweede aanval in Irak, waarbij vier mensen om het leven kwamen. De aanval was gericht op een vermoedelijk hoofdkwartier van IS in de stad Mosoel. Achteraf bleek het om een woning te gaan.

NOS en NRC schrijven dat het voor het eerst is dat Nederland openheid van zaken geeft over door Nederland uitgevoerde luchtaanvallen. Volgens Bijleveld is dit nu mogelijk omdat Nederland tegenwoordig niet meer deelneemt aan dergelijke luchtmissies. Hierdoor brengt het melden van deze gegevens “niet langer risico’s met zich mee voor de operationele en personele veiligheid”.

Minister: Geen schadevergoeding mogelijk voor nabestaanden

De minister stelt daarnaast dat nabestaanden van de aanvallen geen aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding van de Nederlandse Staat.

Het Openbaar Ministerie (OM) onderzocht de aanvallen en concludeerde in april 2018 al dat de aanvallen rechtmatig waren. Volgens Bijleveld is Irak verantwoordelijkheid voor de afhandeling van individuele schadevergoedingen.

Wel wil het kabinet “een gebaar van goede wil” maken, zegt Bijleveld in gesprek met NRC. De minister gaat onderzoeken of het mogelijk is om een fonds beschikbaar te stellen voor bijvoorbeeld de wederopbouw van Hawija.

Lees meer over: Irak  Politiek

Een Nederlandse F-16 stijgt op vanaf de basis in Jordanië, van waaruit IS-doelen in Irak en Syrië werden bestookt Defensie

Kabinet erkent burgerdoden bij luchtaanval Irak, Tweede Kamer verkeerd ingelicht

NOS 04.11.2019 Het kabinet erkent dat Nederland verantwoordelijk is voor de luchtaanval in 2015 op een bommenfabriek in Irak, en dat daarbij zeventig mensen omkwamen. Het ministerie van Defensie was op de hoogte van burgerslachtoffers, maar verzweeg dit aanvankelijk voor de Kamer, blijkt uit een brief van minister Bijleveld aan de Tweede Kamer.

Nederland was ook betrokken bij een aanval op een woonhuis in de Iraakse stad Mosul, waarbij vier mensen om het leven kwamen, schrijft de minister. Het is voor het eerst dat Nederland opening van zaken geeft over door Nederland uitgevoerde luchtaanvallen, in de strijd tegen de islamitische terroristische organisatie IS.

Uit onderzoek van de NOS en NRC bleek twee weken geleden dat in 2015 bij een Nederlandse aanval op een bommenfabriek van IS in Hawija een wijk volledig werd verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS. Hierbij kwamen zeker zeventig mensen om het leven, onder wie volgens ooggetuigen ook kinderen.

Lex Runderkamp bezocht eerder de plek waar de Nederlandse bom viel:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

De informatie waar de aanval op was gebaseerd was onvolledig, schrijft de minister. Men ging ervan uit dat er geen mensen verbleven in het gebied rondom de bommenfabriek. Maar vooral was men verrast door de grote hoeveelheid munitie in de fabriek, die voor een enorme tweede explosie zorgde.

De minister zegt de dood van de burgerslachtoffers “ten zeerste te betreuren”. “Dit is extra wrang wanneer ons handelen erop gericht was om zo veel mogelijk nevenschade, en bij uitstek burgerslachtoffers, te voorkomen”, schrijft ze. “Het betrof hier echter een oorlogssituatie waarbij deze risico’s nooit volledig kunnen worden uitgesloten.”

In haar reactie gaat Bijleveld ook in op het verkeerd informeren van de Kamer:

‘Achteraf moet we vaststellen dat de informatie onvolledig was’

Na de aanval op Hawija op 3 juni wist het ministerie van Defensie vrij snel dat er iets mis was gegaan, doordat de Nederlandse F-16-piloot direct een Battle Damage Assessment uitvoerde. Hieruit bleek dat er sprake was van “onbedoelde nevenschade”, schrijft de minister. Ook de Amerikanen onderzochten de zaak en lieten op 15 juni weten aan het ministerie van Defensie weten dat er zeventig mensen zijn omgekomen bij het bombardement.

Volgens het ministerie hebben de Amerikanen aan Nederland hierbij gemeld dat er zowel burgerslachtoffers als IS-strijders zijn omgekomen, maar dat het achteraf niet mogelijk was om vast te stellen wie een IS-strijder was en wie burger. Eerder meldde het Amerikaanse Pentagon aan NOS en NRC dat het om 70 burgers gaat.

De Tweede Kamer kreeg in op 22 juni, een week nadat de Amerikanen Den Haag hadden geïnformeerd, iets anders te horen. In antwoord op schriftelijke vragen schreef toenmalig minister Hennis dat er door Nederlands handelen geen burgers zouden zijn omgekomen. “Op zich is dat fout, dat klopt niet”, zegt Bijleveld nu in een toelichting. Op dat moment was op het ministerie namelijk al bekend dat de Amerikanen wel degelijk uitgingen van burgerdoden.

Hennis, nu VN-gezant voor Irak, wil niet reageren. Ze zegt dat dit aan de huidige minister is.

Hennis is nu VN-gezant voor Irak ANP

Ook over een tweede aanval geeft het kabinet nu opening van zaken. Een vermoedelijk IS-hoofdkwartier in Mosul bleek achteraf een woonhuis te zijn, waardoor op 21 september 2015 vier leden van een familie om het leven kwamen. Het incident kreeg internationaal veel aandacht, nadat The New York Times er uitvoerig over had bericht.

Het is voor het eerst dat Nederland data en locaties doorgeeft van door Nederland uitgevoerde luchtaanvallen. Volgens minister Bijleveld is dat nu mogelijk doordat Nederland niet langer deelneemt aan de luchtmissie en het melden van deze gegevens daardoor “niet langer directe risico’s met zich meebrengt voor de operationele en personele veiligheid”.

Schadevergoeding

Nabestaanden kunnen geen aanspraak maken op een schadevergoeding van Nederland, stelt de minister. Het Openbaar Ministerie heeft beide zaken onderzocht en geconcludeerd dat er niets onrechtmatig is gebeurd. Bovendien is Irak volgens Bijleveld verantwoordelijk voor de afhandeling van individuele schademeldingen.

Toch onderzoekt het kabinet de mogelijkheid om een fonds beschikbaar te stellen voor “de gemeenschappen in kwestie”. Bijleveld benadrukt dat dit geen erkenning van schuld is, maar een blijk van goede wil in de richting van de getroffen gebieden.

Kon de Nederlandse Luchtmacht de aanval afblazen?

Nederlandse F-16’s werden tussen 2014 en 2016 en in 2018 ingezet in Irak en Syrië als onderdeel van een grote internationale coalitie. Daarbij werden vanuit Jordanië ruim 2100 luchtaanvallen uitgevoerd. Doel van de missie was om IS te bestrijden.

Van twee aanvallen maakt het ministerie nu de exacte gegevens bekend, omdat het volgens het ministerie de enige twee bombardementen zijn waarbij door Nederland zelf is vastgesteld dat er “zeker dan wel zeer waarschijnlijk burgerslachtoffers” bij zijn omgekomen.

Waar gebombardeerd zou worden, werd bepaald in het internationale hoofdkwartier van de operatie in Koeweit. Op een tweede hoofdkwartier in Qatar werd alle beschikbare informatie nogmaals bestudeerd en uiteindelijk groen licht gegeven voor een aanval. Een Nederlandse militair, de Red Card Holder, bijgestaan door een jurist van Defensie, controleerde de beschikbare informatie en had nee mogen zeggen.

“Wanneer Nederland wel een doel kreeg toebedeeld was door de Red Card Holder dus vooraf zeker gesteld dat het risico op nevenschade zo klein mogelijk was, zoals vereist door het humanitair oorlogsrecht”, schrijft de minister.

Bekijk ook;

november 6, 2019 Posted by | 2e kamer, aanslag, Combined Air Operations Centre, dreiging, Hawija, Irak, is, isis, islam, politiek, Rutte 3, syrie, terreur, terreurdreiging, terrorisme | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 1 reactie

PvdA aan de haal met het Groot Kapitaal !! ??

AD 04.11.2019

Kapitalisme

PvdA-leider Lodewijk Asscher kondigde zondag 03.11.2019 in het televisieprogramma Buitenhof aan dat zijn fractie aan een initiatief-wetsontwerp werkt tegen het ‘ontaarde kapitalisme’.

Asscher’s voorbeeld voor de wet komt uit Frankrijk. In deze wet, die reeds is aangenomen in Frankrijk door de Franse president Emmanuel Macron, worden bedrijven verplicht een verklaring op te stellen waarin zij aangeven wat hun rol is in de samenleving en welke bijdrage geleverd kan worden aan het algemeen belang.

Deze wet regelt in essentie drie dingen:

  1. Bedrijven moeten hun missie – hun raison d’etre– formuleren. Bedrijven moeten hun leidende principes gaan definiëren die als gids dienen bij financiële en strategische beslissingen.
  2. Bedrijven worden wettelijk verplicht om naast hun eigenbelang, ook rekening te houden met de belangen van de samenleving en het milieu.
  3. Bedrijven kunnen, onder voorwaarden, een nieuwe rechtsvorm aannemen, namelijk een maatschappelijk bedrijf. De nieuwe rechtsvorm moet ondernemers die willen handelen in het maatschappelijk belang betere juridische bescherming bieden tegen activistische aandeelhouders die alleen winst op korte termijn willen maken.

In het kort samengevat moet de wet, aldus Asscher, bedrijven aanmoedigen niet alleen naar de belangen van aandeelhouders en winstmaximalisatie te kijken. Ze zouden rekening moeten houden met de belangen van werknemers, de samenleving en het milieu.

Bedrijven die aan de voorschriften van de wet voldoen en die dat willen, zouden vervolgens bescherming moeten krijgen tegen activistische aandeelhouders, die aandringen op meer winst op het aandeel op korte termijn. Zij krijgen daarvoor dan de status van ‘maatschappelijk bedrijf’.

Hij haalde een oude sociaal-democratische term van voor de oorlog aan om zijn doel duidelijk te maken: het kapitalisme moet gebreideld worden. Daarmee werd in die tijd bedoeld dat ook de sociaal-democratie de principes van het kapitalisme – de vrije markt – aanvaardt, maar dat er noodzaak is instrumenten te ontwikkelen om de grote maatschappelijke ongelijkheid in economische macht en de gevolgen daarvan in te tomen.

Karl Marx

Oefening in wanhoop ???
Kortom, moet de partij alweer op zoek naar een verhaal? Het lijkt de omgekeerde wereld. Eerst is er het verhaal en dan de partij. Het verhaal van het kapitalisme is eerst verteld door Karl Marx. Daaromheen vormden zich socialistische partijen en het verhaal bleef lang geldig. “Er is geen groot verhaal, geen wenkend perspectief,” zei PvdA-voorman Lodewijk Asscher op zaterdag 19.04.2019 in een interview. “Dat hebben we te weinig geboden, terwijl er wel behoefte aan is.”

De PvdA is dus nog steeds op zoek naar weer ‘een verhaal’ en dat is al een kwart eeuw lang het geval, sedert Asschers voorganger Wim Kok in de Rode Hoed de ‘ideologische veren’ van de partij ‘afschudde’. “Maar hij heeft ook gezegd: we hebben nieuwe ideologische veren nodig,” voert Asscher nu aan. “Zijn tragiek is dat dat verhaal nooit de overlevering heeft gehaald.”

Dat is nogal wiedes, want Koks ware tragiek is dat hij noch zijn opvolgers moeite deden de partij ideologisch nieuw in het pak te steken. Er verschenen daartoe diverse rapporten, het laatste onder de titel ‘Van waarde’ dat in 2014 de omslag van een ik-maatschappij naar een wij-samenleving wilde bewerkstelligen.

Maar al die aanzetten tot een nieuw ‘verhaal’ legden het af tegen de voorrang voor het technocratisch beleid en het coalitiebelang waarin het neoliberalisme leidend was.

Zelfs de gematigde PvdA-premier Willem Drees zag ooit nog eens altijd de Rode Dageraad schemeren. Daarna hield Joop den Uyl de aanhang nog vast met een nieuw ‘wenkend perspectief’ ‘spreiding van kennis, inkomen en macht’. Sindsdien tast de partij in het duister en lopen de kiezers weg.

Aldus de PvdA…..

Echter na het kapitalisme……!!!!!

Lodewijk Asscher op 3 november 2019 – Er hangt verandering in de lucht. The Economist schrijft over “broken capitalism”. “Is capitalism in crisis?” vraagt Forbes zich af. En het antwoord is helder:  ja, het kapitalisme is in crisis en moet hervormd worden om de samenleving te dienen. Geen nieuws voor een sociaaldemocraat, maar eindelijk lijkt rechts ook het licht te zien.

Na de ontmaskering van het verhaal dat welvaart vanzelf wel neerdaalt van de rijksten – trickle down – naar de rest van de samenleving, lijkt rechts zich langzaam te realiseren wat wij al lang wisten: ‘capitalism as we know it’ werkt vooral voor de happy few. Het goede nieuws is: er is een alternatief mogelijk dat werkt voor ons allemaal.

‘Capitalism as we know it’ werkt vooral voor de happy few

Ook in Nederland is de verandering bijna voelbaar. Na een jaar lang, op het belachelijke af, het afschaffen van de dividendbelasting te verdedigen – een ultieme oprisping van het aandeelhouderskapitalisme – is zelfs bij de VVD het besef doorgedrongen dat de relatie tussen de grootste bedrijven en de samenleving onder hoogspanning staat. Het verhaal van Klaas Dijhoff over zijn Philips-achtergrond laat zich simpel samenvatten als een pleidooi voor “gezellig kapitalisme”.

Probleem van de huidige inrichting van onze economie is dat slecht gedrag beloond wordt. Een bedrijf dat ten koste van werknemers en milieuschade ‘lean and mean’ opereert wordt op korte termijn beloond met hogere winsten en tevreden aandeelhouders.

Concurrentie leidt al te vaak tot een race naar de bodem, een race die overheden meesleurt in een strijd om de laagste belastingtarieven en de minste bescherming van werknemers. Zie Ruttes verdediging van de dividendflop, hij voelde tot in het diepst van zijn vezels dat hij mee moest doen aan die race.

Concurrentie leidt al te vaak tot een race naar de bodem

Deze race erodeert het draagvlak onder de verzorgingsstaat en zorgt ervoor dat de lasten, risico’s en onzekerheid vooral bij de grote groep werkende mensen terecht komen. Zij krijgen onzekere contracten en van hen wordt een steeds hogere productiviteit in steeds moeilijker omstandigheden verwacht.

Zet daar de kleine maar ultra welvarende aandeelhoudersklasse tegenover die zich door hun rijkdom verzekerd hebben van een veilig bestaan. Soms komt er wat terug via filantropie, maar Anand Giridharadas laat in zijn boek ‘Winners Take All’ goed zien dat dergelijke initiatieven – hoe sympathiek ze ook ogen – in feite een schaamlap zijn voor een uitbuitingseconomie.

Nu zijn er hier en daar pleidooien om dan maar afscheid te nemen van economische groei. Of van groei in het algemeen. Dat klinkt ook logisch als je ziet hoe gigantisch de ecologische schade is van ons huidige model en hoe  enorm ontwrichtend de verschillen tussen arm en rijk kunnen zijn. Toch vind ik dat een slecht idee.

Ik ben vicepremier geweest in een tijd van economische krimp en heb gezien hoe groot de impact is van werkloosheid voor mensen. Niet alleen op hun inkomen, ook op hun bestaan. Is het niet beter te streven naar economische vooruitgang in combinatie met maatschappelijke doelen?

Is het niet beter te streven naar economische vooruitgang in combinatie met maatschappelijke doelen?

Ik ben er van overtuigd dat ook werknemers graag zien dat hun werk – en hun bedrijf – bijdraagt aan meer dan alleen een beurskoers. De behoefte om ertoe te doen reken ik tot de fundamentele behoeften van ieder mens.

De behoefte om ertoe te doen reken ik tot de fundamentele behoeften van ieder mens

Wat kunnen we doen om samen een economie te creëren waarin iedereen zinvol werk doet en waarmee we samen nieuwe zekerheden voor de toekomst bouwen? Hoe kunnen we goed gedrag belonen en slecht gedrag beprijzen? Voor de Partij van de Arbeid is het altijd de missie geweest dat ieder mens bestaanszekerheid geniet en een kans op ontplooiing heeft. Zekerheid is niet schadelijk voor groei en vooruitgang, maar er juist een voorwaarde voor. In deze tijd vergt dat een aantal grote hervormingen.

Zekerheid is niet schadelijk voor groei en vooruitgang, maar er juist een voorwaarde voor

Een belangrijk onderdeel daarvan is dat bedrijven gaan stilstaan bij hun maatschappelijke rol. Hun missie. Aandeelhouders verwachten winstmaximalisatie op korte termijn, maar de samenleving verwacht terecht meer van bedrijven. In Frankrijk is daartoe een wet aangenomen. Die wet regelt in essentie drie dingen:

  1. Bedrijven moeten hun missie – hun raison d’etre– formuleren. Bedrijven moeten hun leidende principes gaan definiëren die als gids dienen bij financiële en strategische beslissingen.
  2. Bedrijven worden wettelijk verplicht om naast hun eigenbelang, ook rekening te houden met de belangen van de samenleving en het milieu.
  3. Bedrijven kunnen, onder voorwaarden, een nieuwe rechtsvorm aannemen, namelijk een maatschappelijk bedrijf. De nieuwe rechtsvorm moet ondernemers die willen handelen in het maatschappelijk belang betere juridische bescherming bieden tegen activistische aandeelhouders die alleen winst op korte termijn willen maken.

Aanvankelijk leidde de wet tot kritiek, maar bedrijven zijn er nu serieus mee bezig. Ze bespreken het met de werknemers. Wat doet ons bedrijf voor de samenleving, wat is onze echte toegevoegde waarde? Sommige Nederlandse bedrijven doen dat sowieso al. Een bedrijf als Tony Chocolonely vind ik een mooi voorbeeld. Zij maken winst, maar de missie is 100% slaafvrije chocolade. Ik wil dat alle Nederlandse bedrijven gaan stilstaan bij hun maatschappelijke missie en wil daarom een zelfde soort wet als in Frankrijk gaan maken.

Ik wil dat alle Nederlandse bedrijven gaan stilstaan bij hun maatschappelijke missie

Deze initiatiefwet is onderdeel van een bredere agenda. Belastingen moeten goed gedrag gaan belonen slecht gedrag bestraffen. In Oostenrijk doen ze dat al, door de winstbelasting te verhogen voor bedrijven die geld oppotten en te verlagen voor bedrijven die investeren. Verder is winstdeling nodig zodat welvaart eerlijker gedeeld wordt. En zeker werk moet weer de norm worden, met inspraak en invloed voor werkenden op het werk zelf, op beloningen (en maximale beloningsverschillen) en de balans tussen werk en privé.

Ik roep de CEO’s van de grote bedrijven op: laat zien dat dat je het goede wil doen en spreek je uit voor een dergelijke verandering! Want verantwoord kapitalisme gaat niet vanzelf, dat heeft de geschiedenis wel aangetoond. Maar we kunnen het wel degelijk veranderen.

Want verantwoord kapitalisme gaat niet vanzelf

Lees ook:

Dagen neo-liberalisme zijn geteld

Er waait een nieuwe wind in Den Haag. De markt wordt minder en minder zaligmakend

ChristenUnie bindt de strijd aan met het neoliberalisme

PvdA staat niet alleen in kritiek op ongebreideld kapitalisme.

PvdA versus kapitalisme;

PvdA komt met wet tegen ‘ontaard kapitalisme’

PvdA komt met wet tegen ‘ontaard kapitalisme’

De PvdA wil dat bedrijven meer hun maatschappelijke verantwoordelijkheid pakken

Meer voor pvda kapitalisme

PvdA komt met wet tegen ‘ontaard kapitalisme’ | Binnenland …

PvdA komt met wet tegen ‘ontaard kapitalisme’ – Binnenland …

Onze idealen zijn actueler dan ooit | PvdA

Pleidooi Paul Tang: PvdA moet strijd tegen het kapitalisme …

De PvdA wil dat bedrijven meer hun maatschappelijke

Fiks het kapitalisme, begin in Nederland – NRC

Pvda Hoboken – Waarom creëert het kapitalisme ongelijkheid …

Socialisme – Wikipedia

‘Heeft een partij een ‘groot verhaal’ nodig?’

Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volgende

SP versus kapitalisme;

Marx over kapitalisme – SP

Wolfgang Streeck: ‘Democratie en kapitalisme zijn … – Sp

Wat Marx mij leert – SP

De donkere zijde van het kapitalisme – SP

Waarom niet technologie het probleem is, maar mondiaal … – SP

Spanning augustus 2011 :: Overleeft het kapitalisme de …

Op naar een klassenloze maatschappij – SP

De groene Marx – SP

Het kapitalisme is kapot. Leve het kapitalisme – NRC

Kapitalisme, wat is daar nou erg aan? | Trouw

Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volgende

Zie ook: De terugkeer van de PvdA ???? – deel 2

Zie ook: De terugkeer van de PvdA ???? – deel 1

zie ook: PvdA in de steigers – fase 4 rouwverwerkingsproces

zie dan ook: PvdA in de steigers – fase 3 rouwverwerkingsproces

zie ook: PvdA in de steigers – fase 2 rouwverwerkingsproces

zie ook: PvdA in de steigers – fase 1 rouwverwerkingsproces

Rapport: Op-de-toekomst-Paul-Depla

zie ook: Fusie PvdA, GroenLinks, SP ??

zie ook: Populisme versus de opkomst van onvrede en onrust

zie ook: Tot ziens wethouder Rabin Baldewsingh PvdA !!!

zie ook: PvdA – aftrap Haagse gemeenteraadsverkiezingen 21.03.2018

zie ook: PvdA 70 jaar partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – en meer

zie ook: PvdA over de Rooie vanwege het Schaliegas – deel 4

zie ook: PvdA versus Code Rood

zie ook: De PVDA is te onzichtbaar geworden

zie verder ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 5

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 4

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 3

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 2

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel1

zie ook: Wethouder Rabin Baldewsingh PvdA luidt de noodklok

zie ook: Het Rode Bolwerk in Amsterdam is gebarsten – deel 2

zie ook: Het einde van de PvdA ??

Zie ook: De PvdA is 65 geworden, gaat zij nu met pensioen ?

zie ook: Is de ‘Elitaire’ samenstelling van de 2e kamer een afspiegeling van de samenleving ??

zie ook: PvdA, Partij van de Academici in 2010?

Keerpunt 1972

Ideeën voor samenwerking op links zijn niet nieuw. Ze zijn zelfs stokoud. Voor de Kamerverkiezingen van 1972 presenteerden PvdA, D66 en PPR (een voorloper van GroenLinks) samen een verkiezingsprogramma. Het document Keerpunt 1972 ging vooral over een eerlijke verdeling van welvaart, kennis en macht.

Zie ook: Treden PvdA en GroenLinks alsnog in het huwelijksbootje ?

Zie ook: Fusie PvdA, GroenLinks, SP ??

Zie ook: Lijstverbinding PvdA, GroenLinks, SP ??

zie ook: PvdA-Plus is linkse samenwerking met PvdA + Groenlinks + SP + D66 !!!

zie ook: PvdA 70 jaar partijvernieuwing

zie ook: Het Rode Bolwerk in Amsterdam is gebarsten – deel 2

Zie ook: De SP-light van Job Cohen viel verkeerd bij de PvdA-achterban

zie ook: De PvdA op weg naar SP-light ???

Zie ook: PvdA-SP-GroenLinks-D66 versus een Hete en Rode Lente – deel 2

Zie ook: PvdA-SP-GroenLinks-D66 versus een Hete en Rode Lente !?!?!? deel 1

Zie ook: Manifest Linkse oppositie SP, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie en de FNV

Zie ook: Provinciale verkiezingen 02.03.2011 – Groenlinks, PvdA, SP en ook D66 Samen ?

Zie ook: Een Links Den Haag – samenwerking SP, Groenlinks en PvdA

Zie ook: Geen Samenwerking PvdA, Groenlinks, SP en D66 ?

Zie ook: Guusje ter Horst en Jolande Sap – PvdA, Groenlinks en D66 samen

En meer;

zie ook: Wetsvoorstel Winstuitkering in de Ziekenhuiszorg ingetrokken !!

zie ook: Ook zorgkosten inkomensafhankelijk ?? – Belastingdienst betaalt de rekening !!

zie ook: Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 17

nog meer : Een op de vijf topbestuurders in de zorg verdient boven de norm

zie ook:  Gedonder met topbestuurders in de zorg, het onderwijs, woningcorporaties en toezichthouders

zie ook:  PvdA is boos over de aanpak Topsalaris publieke en semi-publieke sector – deel 5

zie ook: Gerommel in de (semi)publieke sector – deel 4

zie ook: Zorgen over Marktwerking versus verzelfstandiging en privatisering

zie ook: Marktwerking in de zorg is vooral een machtsstrijd tussen politici

zie ook: Hoe geloof in marktwerking in de zorg verdween

Lodewijk Asscher in november bij een PvdA-bijeenkomst.

Lodewijk Asscher in november bij een PvdA-bijeenkomst. Foto Jeroen Jumelet/ANP

Hoe de PvdA de veren van Rutte II afschudt

NRC 28.11.2019 Na de historische verkiezingsnederlaag van 2017 moest de PvdA breken met het kabinet-Rutte II om weer te groeien. Nu denkt de partij weer aan regeren.

Lodewijk Asscher staat in de Goudse boekhandel Verkaaik. Achter hem hangt een poster van het kinderboek Het leven van een loser. Het is een maandagavond in de herfst, en het is helemaal niet zo lang geleden dat zo’n beeld de treurnis van de PvdA zou hebben bevestigd. Maar een loser? Dat is Asscher niet meer, in de peilingen groeit zijn partij – in sommige is de PvdA zelfs de op één na grootste.

Wat het misschien wel laat zien: hoe snel kiezers hun afkeer kunnen verliezen. Het is nog maar tweeënhalf jaar geleden dat ze de PvdA genadeloos afstraften (29 zetels verlies) voor de bezuinigingen in het kabinet-Rutte II, met de VVD. De PvdA schudt nu de ene na de andere veer van dat kabinet van zich af. Het was tóch een slecht idee om de sociale werkplaatsen te laten uitsterven, de AOW-leeftijd steeg tóch te hard, het leenstelsel voor studenten was tóch niet zo rechtvaardig. En dit najaar keerde de PvdA zich alsnog tegen CETA, het handelsverdrag van de EU met Canada, dat PvdA’er Lilianne Ploumen (nu Tweede Kamerlid) als minister voor Ontwikkelingssamenwerking nog hartstochtelijk had verdedigd.

De grote draai begon vorig jaar, kiezers beloonden de partij al voorzichtig bij de Provinciale Statenverkiezingen in maart – in de Eerste Kamer viel het verlies mee. De grote klap kwam drie maanden later bij de Europese verkiezingen: met Frans Timmermans als lijsttrekker werd de PvdA opeens de grootste partij.

Het zelfvertrouwen lijkt terug

Het was voor de Tweede Kamerleden even wennen, hoe zelfverzekerd konden ze zijn? Ze waren beducht voor het oude imago van arrogante bestuurderspartij. Sinds de zomer lijkt het zelfvertrouwen weer helemaal terug. Lodewijk Asscher stelt stevige eisen aan het kabinet, bijvoorbeeld extra geld voor het onderwijs, en voelt scherper aan dan GroenLinks-leider Jesse Klaver dat de 460 miljoen euro die het kabinet vorige maand regelde voor de leraren lang niet genoeg was. Asscher moest ook niets hebben van de eensgezindheid die overheerste in de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke

Beschouwingen. „Onbegrijpelijk”, zei Asscher tegen NRC. „De mensen met wie het wat minder gaat, hebben níks aan eensgezindheid als hun lonen niet stijgen. Ik respecteer dat de coalitie andere keuzes maakt, ik vind mijn keuzes beter.”

Bij de leraren heeft Asscher wellicht een goede beurt gemaakt, politiek is zijn positie niet per se veel sterker geworden. In de Tweede Kamer staat hij er nu zo goed als alleen voor. Jesse Klaver heeft al bij voorbaat de steun van GroenLinks aan het kabinetsbeleid toegezegd. En wie heeft het nog over de SP?

Asscher kan nu wel dé oppositieleider worden en het ‘linkse gezicht’ bij de verkiezingen van 2021. Dat dit nog niet is gelukt, zal ook komen omdat Asscher van nature geen oppositiepoliticus ís. Hij was raadslid en wethouder in Amsterdam toen de PvdA daar nog als vanzelfsprekend de grootste was en de stad bestuurde. Hij kwam als vicepremier naar Den Haag toen de PvdA 38 Tweede-Kamerzetels had en dus meedeed aan het kabinet. Kon Asscher dat wel, een marginale oppositiepartij leiden?

Lees ook dit profiel uit 2016: Verliezen? Nee, daar rekent Asscher niet op

Kiezers vergeten fors verlies

Wat hem helpt, zegt Asscher in de boekhandel in Gouda, is de les die oud-CDA-leider Sybrand Buma hem leerde. Onder Buma’s leiding ging het CDA naar een historisch dieptepunt van 12 zetels in de Tweede Kamer. Maar, zei Buma tegen Asscher: „Het CDA is in de hoofden van mensen altijd een grote partij gebleven.” Dat is ook zo bij de PvdA, denkt Asscher. Eén keer zo’n fors verlies – dat zijn kiezers zo weer vergeten.

Dan moet je je misschien ook wel als bestuurlijke partij blijven gedragen. En dus als oppositiepartij ook méépraten. Tweede Kamerlid Henk Nijboer noemt dat „inhoudelijke oppositie”. De hand uitsteken naar het kabinet, eisen stellen voor samenwerking. En als daar niet aan wordt voldaan, keer je je weer fel tegen het kabinet. De PvdA stemt volgende week zo goed als zeker tegen de onderwijsbegroting, de partij bleef wel het pensioenakkoord steunen toen bleek dat er vooralsnog geen kortingen komen.

Kiezers lijken dat te waarderen. In de Peilingwijzer, een gewogen gemiddelde van vier peilingen, scoort de PvdA ongeveer zes zetels meer dan de partij nu heeft. Die potentiële ‘nieuwe’ kiezers zijn vooral spijtoptanten, blijkt uit kiezersonderzoek van I&O Research: 80 procent van hen stemde voor 2017 al vaker op de PvdA. In dat jaar kozen ze voor D66, GroenLinks of de SP, nu komen ze terug. Dat komt volgens de onderzoekers ook door Asscher, die door kiezers wordt omschreven als „stabiel, zelfbewust, betrouwbaar en standvastig”.

Aboutaleb en Timmermans

Maar de 15 zetels uit de Peilingwijzer zijn een schijntje van wat de partij vroeger had. Alleen in de peiling van Maurice de Hond zit de PvdA (20 zetels) de VVD op de hielen (24), bij EenVandaag peilt de partij op 13 – slechts vier meer dan nu. Kiezersonderzoek naar premierskandidaten plaatst Asscher na Rutte, maar óók na partijgenoten Ahmed Aboutaleb en Frans Timmermans – al wordt in de partij uitgesloten dat zij naar Den Haag gaan. „Als Asscher echt mee wil doen om het premierschap, moet hij snel een scherpe visie ontwikkelen”, zegt iemand uit de partijtop. „Waar wil hij over tien jaar staan?”, vraagt een andere betrokkene, die lang voor de partij op het Binnenhof werkte, zich af.

Asscher zocht lang naar ideeën. Hij flirtte rond de verkiezingen met een ‘progressief pattriotisme’: een wat dubbelzinnig pleidooi dat progressieve waarden met nationale trots moest verbinden. Ná de verkiezingen had hij het er niet meer over. Een jaar geleden kondigde Asscher een scherper migratiestandpunt aan. Hij zou met een essay komen en de partij zou discussieavonden organiseren – ze kwamen er allebei niet. Intussen zet de partij al een poosje in op ‘bestaanszekerheid’ als belangrijkste waarde. Mensen moeten ‘zeker zijn’ van een betaalbaar huis, een zekere baan en goede zorg.

De grote nadruk op ‘bestaanszekerheid’ was in 2017 één van de adviezen van Paul Depla. Hij evalueerde de nederlaag van dat jaar en constateerde dat de PvdA „de spreekbuis [kan] worden voor de maatschappelijke beweging die de bestaanszekerheid in de huidige samenleving wil versterken.” Asscher luisterde en een marketeer bouwde er een campagne omheen.

‘Compromis werd doel op zich’

De gestage groei bevalt PvdA’ers beter dan een grote sprong voorwaarts. Zo ging het in 2012, toen de partij onder leiding van lijsttrekker Diederik Samsom in een paar maanden van een handjevol zetels in de peilingen als tweede partij van het land eindigde, na de VVD. In de peilingen was de PvdA die winst al snel weer kwijt, en die zetels kwamen niet meer terug.

Dat kwam volgens Asscher omdat PvdA’ers „te weinig schetsten waarom we in het kabinet met de VVD compromissen sloten”, zegt hij op het avondje in Gouda. Hij is er om zijn boek Opstaan in het Lloyd Hotel te promoten. Als het schrijven daarvan hem één ding leerde, is het dat: „Het compromis werd een doel op zich, we lieten niet zien naar welke betere samenleving ze moesten leiden.”

En toch, ondanks de pijn van het regeren en ondanks het hervonden geluk in de oppositie blijft de PvdA een bestuurderspartij. In Den Haag wordt op de partij gerekend bij de kabinetsformatie na de verkiezingen van 2021. In Gouda, aan het eind van de avond, zegt Asscher: „Met negen zetels moeten we de sociaaldemocratische beweging hooghouden. Maar ik ben ook een machtspoliticus: het is beter als we in het kabinet zitten. Dromen realiseren en fouten maken is beter dan aan de zijlijn staan.”

Premier Mark Rutte begroet Lodewijk Asscher (PVDA). Ⓒ ANP

Asscher: Rutte heeft ’troebele blik’

Telegraaf 16.11.2019 Premier Rutte is ’losgezongen’ van wat er echt gebeurt en heeft te weinig oog voor problemen die spelen in de samenleving. Dat zei PvdA-fractieleider Lodewijk Asscher op een bijeenkomst van zijn partij in Eindhoven. „De lucht in het torentje is ijl geworden, de blik troebel.”

Asscher haalde uit omdat hij het onvoorstelbaar vindt dat Rutte noodmaatregelen tegen de stikstofproblemen als grootste crisis beschouwt in de negen jaar dat hij minister-president is. „Hoe bizar is het als je er even later achter komt dat de premier zo verdrietig kijkt vanwege zijn eigen campagne. De vroemvroemcampagne, poseren bij borden met daarop 130.” Het zegt volgens de PvdA-voorman alles over Rutte. „Hij had het niet over een crisis in het land of over de MH17-ramp, maar over een crisis in de VVD. Niet het land, maar de politiek.”

Bekijk ook: 

VVD jaagt steunpilaren tegen zich in het harnas 

Frisse wind

De PvdA-voorman vindt het hoog tijd voor een frisse wind. Volgens hem zeggen massale demonstraties de laatste tijd alles over het beleid van dit kabinet. „Je moet tegenwoordig naar het Malieveld om gezien te worden.” Het probleem is volgens de PvdA’er in ieder geval niet een gebrek aan geld. „Het probleem is een gebrek aan oog voor wat er nodig is in de samenleving.”

Asscher roept het kabinet op meer oog te hebben voor problemen die spelen in de samenleving. „Al die mensen die kritiek uiten op dit kabinet zijn niet ondankbaar, ze verwachten ook niet dat problemen morgen zijn opgelost.”

Andere keuzes

De PvdA’er, die met zijn partij in de vorige kabinetsperiode aan het roer stond, wijst naar het overschot. Meer geld uitgeven kan nu, vindt hij. „We hebben nu een gouden kans om andere keuzes te maken.”

Bekijk ook: 

Boze Hans de Boer: ’Clash politiek en bedrijfsleven’ 

Zijn partij wil bijvoorbeeld al langer dat er structureel meer geld naar het onderwijs gaat. Als dat niet gebeurt, steunt de PvdA de onderwijsbegroting niet. Het vertrouwen binnen de PvdA is groot. „Wij staan te popelen”, aldus Asscher. Dat is al heel wat, omdat de partij na de vorige kabinetsperiode electoraal klap na klap te verwerken kreeg.

Pas afgelopen voorjaar krabbelde de oppositiepartij op met een verrassende verkiezingswinst bij de Europese verkiezingen. Na die winst verwacht Asscher meer: „We hebben onze lessen geleerd en zijn klaar voor de toekomst. Kunnen we weer winnen? Jazeker.”

Asscher haalt uit naar ‘losgezongen’ Rutte

MSN 16.11.2019 PvdA-leider Lodewijk Asscher haalt fel uit naar de “losgezongen” premier Mark Rutte, met wie hij vijf jaar lang samen een kabinet leidde. “De lucht in het torentje is ijl geworden en de blik troebel”, aldus de sociaaldemocraat.

Asscher sprak zaterdag op een partijbijeenkomst in Eindhoven, waar over de toekomst van Nederland en de PvdA werd gedacht.

Enkele dagen nadat het kabinet een pakket noodmaatregelen had aangekondigd voor het stikstofprobleem hekelt Asscher vooral de houding van Rutte, die het de “grootste crisis” in zijn negen jaar als premier noemde.

Maximumsnelheid

Het laat volgens de PvdA-leider zien dat Rutte is “losgezongen van wat er in de samenleving gebeurt”. De premier, in wiens tweede kabinet Asscher vicepremier was, zou zich meer zorgen maken om de crisis bij de VVD vanwege het verlagen van de maximumsnelheid dan de crisis in het land.

Ook onderwijsminister Arie Slob van de ChristenUnie (die zich schuldig zou maken aan verdeel-en-heerstechnieken) en D66-leider Rob Jetten (“zat er maar een onderwijspartij in deze rechtse coalitie”) kregen ervan langs.

Geen rechts beleid

Hoewel zijn partij staat “te popelen” om te helpen, zal de PvdA rechts beleid niet gedogen, aldus Asscher. Hij herhaalt dat de partij niet van plan is het belastingplan voor 2020 te steunen omdat rijken volgens hem te veel profiteren. Ook de onderwijsbegroting steunen de sociaaldemocraten niet omdat er geen structureel geld bijkomt om het lerarentekort tegen te gaan.

“Er hangt verandering in de lucht”, concludeert Asscher. Volgens hem gaat zijn partij voorop in die verandering.

PvdA komt met wet tegen ‘ontaard kapitalisme’

RTL 03.11.2019 Het kapitalisme moet weer in het gareel, vindt de PvdA. De wet moet bedrijven voortaan verplichten niet alleen hun eigenbelang na te streven, maar ook aan bijvoorbeeld de samenleving en het milieu te denken.

En ondernemers die daar werk van maken moeten als ‘maatschappelijk bedrijf’ bescherming kunnen krijgen tegen activistische aandeelhouders.

PvdA-leider Lodewijk Asscher schrijft zelf aan een nieuwe wet om de ‘uitbuitingseconomie’ terug te dringen. Hij wil een voorbeeld nemen aan Franse wetgeving. Daar probeert de regering, onder meer door de druk van de gele hesjes, de macht van aandeelhouders in te perken.

Algemeen belang

Ieder bedrijf moet in het vervolg onder woorden brengen waartoe het op aarde is, vindt Asscher, en ook het algemeen belang meewegen. Bedrijven die dat willen, moeten de speciale status van ‘maatschappelijk bedrijf’ kunnen krijgen.

Deze nieuwe rechtsvorm beschermt ze tegen aandeelhouders die eisen dat ze de kortste weg naar zoveel mogelijk winst nemen.

RTL Z; Lodewijk Asscher  PvdA  Bedrijfsleven

De PvdA wil dat bedrijven meer hun maatschappelijke verantwoordelijkheid pakken

Trouw 03.11.2019 De PvdA wil bedrijven meer met hun neus op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid drukken.

PvdA-leider Lodewijk Asscher kondigde zondag in het televisieprogramma Buitenhof aan dat zijn fractie aan een initiatief-wetsontwerp werkt tegenhet ‘ontaarde kapitalisme’.

Asscher’s voorbeeld voor de wet komt uit Frankrijk. In een wet die de Franse president Emmanuel Macron maakte worden bedrijven verplicht een verklaring op te stellen waarin zij aangeven wat hun rol in de samenleving is en welke bijdrage geleverd kan worden aan het algemeen belang. Macron werd door topmensen in het Franse bedrijfsleven op dit idee gebracht.

De wet moet, aldus Asscher, bedrijven aanmoedigen niet alleen naar de belangen van aandeelhouders en winstmaximalisatie te kijken. Ze zouden rekening moeten houden met de belangen van werknemers, de samenleving en het milieu. Bedrijven die aan de voorschriften van de wet voldoen en die dat willen, zouden vervolgens bescherming moeten krijgen tegen activistische aandeelhouders, die aandringen op meer winst op het aandeel op korte termijn. Zij krijgen daarvoor dan de status van ‘maatschappelijk bedrijf’.

Asscher stelde gisteren dat de wet in Frankrijk effect begint te krijgen. Hij haalde een oude sociaal-democratische term van voor de oorlog aan om zijn doel duidelijk te maken: het kapitalisme moet gebreideld worden.

Daarmee werd in die tijd bedoeld dat ook de sociaal-democratie de principes van het kapitalisme – de vrije markt – aanvaardt, maar dat er noodzaak is instrumenten te ontwikkelen om de grote maatschappelijke ongelijkheid in economische macht en de gevolgen daarvan in te tomen.

Uitbuiting van arbeid en het terzijde schuiven van mensen die door de markt te licht bevonden worden diende te worden bestreden. Bovendien werd daarmee bedoeld dat materialistisch consumentisme een negatief effect van het kapitalisme is.

Lees ook:

Dagen neo-liberalisme zijn geteld

Er waait een nieuwe wind in Den Haag. De markt wordt minder en minder zaligmakend

ChristenUnie bindt de strijd aan met het neoliberalisme

PvdA staat niet alleen in kritiek op ongebreideld kapitalisme.

PvdA-leider Lodewijk Asscher schrijft zelf aan een nieuwe wet om de „uitbuitingseconomie” terug te dringen. Ⓒ Hollandse Hoogte / Peter Hilz

PvdA komt met wet tegen ’ontaard kapitalisme’

Telegraaf 03.11.2019 Het kapitalisme moet weer in het gareel, vindt de PvdA. De wet moet bedrijven voortaan verplichten niet alleen hun eigenbelang na te streven, maar ook aan bijvoorbeeld de samenleving en het milieu te denken.

Ondernemers die daar werk van maken moeten als ’maatschappelijk bedrijf’ bescherming kunnen krijgen tegen activistische aandeelhouders.

PvdA-leider Lodewijk Asscher schrijft zelf aan een nieuwe wet om de „uitbuitingseconomie” terug te dringen. Hij wil een voorbeeld nemen aan Franse wetgeving. Daar probeert de regering, onder meer door de druk van de gele hesjes, de macht van aandeelhouders in te perken.

Ieder bedrijf moet in het vervolg onder woorden brengen waartoe het op aarde is, vindt Asscher, en ook het algemeen belang meewegen. Bedrijven die dat willen, moeten de speciale status van ’maatschappelijk bedrijf’ kunnen krijgen. Deze nieuwe rechtsvorm beschermt ze tegen aandeelhouders die eisen dat ze de kortste weg naar zoveel mogelijk winst nemen.

Bekijk meer van; ondernemingen overheidsbeleid Lodewijk Asscher Den Haag Partij van de Arbeid

PvdA komt met wet tegen ‘ontaard kapitalisme’

MSN 03.11.2019 Het kapitalisme moet weer in het gareel, vindt de PvdA. De wet moet bedrijven voortaan verplichten niet alleen hun eigenbelang na te streven, maar ook aan bijvoorbeeld de samenleving en het milieu te denken. En ondernemers die daar werk van maken moeten als ‘maatschappelijk bedrijf’ bescherming kunnen krijgen tegen activistische aandeelhouders.

PvdA-leider Lodewijk Asscher schrijft zelf aan een nieuwe wet om de “uitbuitingseconomie” terug te dringen. Hij wil een voorbeeld nemen aan Franse wetgeving. Daar probeert de regering, onder meer door de druk van de gele hesjes, de macht van aandeelhouders in te perken.

Ieder bedrijf moet in het vervolg onder woorden brengen waartoe het op aarde is, vindt Asscher, en ook het algemeen belang meewegen. Bedrijven die dat willen, moeten de speciale status van ‘maatschappelijk bedrijf’ kunnen krijgen. Deze nieuwe rechtsvorm beschermt ze tegen aandeelhouders die eisen dat ze de kortste weg naar zoveel mogelijk winst nemen.

 

november 3, 2019 Posted by | kapitalisme, PvdA | , , , , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor PvdA aan de haal met het Groot Kapitaal !! ??