Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte tijdens het debat gisteravond

Verlenging Missie Irak tot 2021

De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd 19.12.2019 gedebatteerd.

AD 08.05.2020

AD 20.12.2019

Motie van wantrouwen

Informatie over burgerdoden heeft geen rol gespeeld in de beslissing over de verlenging van de missie in Syrië en Irak.

Dat zei premier Mark Rutte 27.11.2019 in een urenlang debat. Het kabinet overleefde een motie van wantrouwen van de SP.

Telegraaf 05.03.2020

AD 04.03.2020

De Tweede Kamer debatteerde met premier Rutte en minister Bijleveld over het bombardement. De vraag was vooral wie daar op welk moment vanaf wist. Een motie van wantrouwen van de SP tegen Rutte en Bijleveld kreeg geen Kamermeerderheid.

Met terugwerkende kracht is het lastig te begrijpen hoe er in juni 2015 door het toenmalige kabinet is gereageerd op het bericht dat bij een aanval van een Nederlandse F-16 op een IS-bommenfabriek in het Iraakse Hawija waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Internationale media spraken direct al van zo’n zeventig slachtoffers.

Hoewel het kabinet twee weken later over een verlenging van de missie van de militairen moest beslissen, is de informatie niet gedeeld in de ministerraad. Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis vermoedt dat ze premier Rutte destijds wel heeft geïnformeerd en ze weet het zeker over toenmalige collega Koenders van Buitenlandse Zaken. Die twee zeggen daar geen herinnering aan te hebben.

Daar moet allemaal niets achter worden gezocht, hield Rutte gisteren 27.11.2019 vol tegenover een kritische Tweede Kamer. Alles is destijds ‘volgens de regels verlopen’. De informatie over de burgerdoden ‘is niet bewust achtergehouden uit angst dat de verlenging in gevaar zou komen’, zoals de oppositie vermoedt.

Telegraaf 11.02.2020

Mogelijke burgerslachtoffers waren “niet relevant” voor het besluit om te verlengen, zo verdedigde Rutte het Kabinetsoptreden. “Er is altijd een risico op burgerslachtoffers.”

Alle procedures zijn correct gevolgd na de melding van burgerslachtoffers door een Nederlandse aanval in Irak in 2015, benadrukte premier Mark Rutte woensdagavond. Maar hij snapt ook het “ongemak” dat er bij de Kamer hierover heerst.

Rutte kon zich informatie van Hennis niet herinneren

Waarom gingen de alarmbellen niet af toen media een dag na de aanval meldden dat er zeker zeventig burgerdoden waren gevallen, vroegen partijen herhaald. “Omdat het werd onderzocht”,zo verklaarde Rutte keer op keer. En de internationale coalitie kon op basis van die openbare bronnen niks vaststellen.

Daarna sleepte het dossier zich weer verder…….!!!!!!

Het industriegebied in Hawija Irak is volledig verwoest  foto NOS

Schadecompensatie

Dertig slachtoffers en nabestaanden van Nederlandse bombardementen in Irak willen daarvoor gecompenseerd worden door de Nederlandse staat. Dat bevestigt hun advocaat Liesbeth Zegveld.

Bij een aanval door een Nederlandse F-16 op de plaats Hawija kwamen in juni 2015 zeker zeventig onschuldige burgers om het leven, onthulden de NOS en NRC vorige maand. Het bombardement was gericht op een autobommenfabriek van IS, maar doordat daar veel meer munitie lag dan gedacht, werd ook de wijk eromheen verwoest.

Telegraaf 07.03.2020

Zegveld vertegenwoordigt 28 nabestaanden van het bombardement op Hawija en twee mensen die slachtoffer zijn geworden van een Nederlandse aanval op een woonhuis in de stad Mosul, een paar maanden later. Daarbij vielen vier doden.

“Waar het om gaat is de vraag: wat heeft Nederland gedaan om te voorkomen dat er zo veel burgerslachtoffers zouden vallen”, zegt Zegveld. “Het is natuurlijk een IS-gebied, maar bewoners hadden bijvoorbeeld gewaarschuwd kunnen worden met pamfletten met de tekst: mensen, het is niet zeker dat het hier vannacht veilig is.”

Geen rechtszaak

De slachtoffers hebben aangegeven hulp te willen en zijn via een journalist en een lokale organisatie in contact gekomen met Zegveld. De zaak is nog in een pril stadium; de groep nabestaanden breidt zich nog steeds uit. De advocaat heeft nu twee vertaalde verklaringen.

Ze zegt een rechtszaak te willen voorkomen. “Het is een schande als het tot een vordering zou moeten leiden.” Ze wil met de lijst met namen naar Defensie in de verwachting dat die de nabestaanden gaat compenseren.

Defensieminister Bijleveld liet tijdens een debat woensdagavond 27.11.2019 nogmaals weten inderdaad met een regeling voor nabestaanden bezig te zijn. Hoe die eruit moet komen te zien is onduidelijk. Eerder zei ze dat het geen erkenning is van schuld, maar een blijk van goede wil.

‘Nederland had plicht om te helpen’

Advocaat Zegveld vindt dat Nederland de slachtoffers eerder had moeten helpen. “Het is idioot als je mensen vijf jaar laat zitten. Er is geen proactieve houding. Ze hadden heel veel schade kunnen beperken door mensen tegemoet te komen, dat is ook hun plicht.” De advocaat zegt ook dat Nederland de plicht had om na de aanval hulp te bieden.

Instanties die de NOS heeft gesproken, denken dat er in totaal honderden mensen zijn die een naaste zijn verloren of materiële schade hebben.

Een Nederlands bombardement in Irak vier jaar geleden is gruwelijk misgegaan, zo blijkt uit onderzoek van NOS en NRC. Tientallen burgers kwamen bij een luchtaanval op een bommenfabriek in Hawija om het leven. Hoe dat precies heeft kunnen gebeuren, is onduidelijk. Inwoners van het stadje vinden de schuldvraag niet zo interessant.

Zij vragen zich vooral af wanneer ze eindelijk een schadevergoeding krijgen.

De enorme ravage die het bombardement op 3 juni 2015 aanricht blijft bij de internationale media niet onopgemerkt. Op beelden van die nacht is te zien hoe het ziekenhuis in Hawija overspoeld wordt met gewonden. Inwoners spreken van “een atoombom die insloeg” en die vijftig kilometer verderop, in Kirkuk, nog te horen was. “Een complete woonwijk is verwoest”, schrijft persbureau Reuters.

De wijk werd door de Amerikaanse generaal John Hesterman op een persconferentie na de luchtaanval omschreven als een “industriegebied”. Dat is wat overdreven als je oude foto’s van de wijk bekijkt. Er stonden inderdaad grote gebouwen: een elektriciteitscentrale, een brandweerkazerne en een ijsfabriek. Maar er was vooral laagbouw: kleine panden waar winkeltjes, een naaiatelier en een theehuis voor een levendige sfeer zorgden.

Bekijk ook;

Dossier luchtaanval Hawija

Live AD

Teruglezen: Het Tweede Kamerdebat over burgerdoden Irak NRC

Verslaggever Inge Lengton live bij het debat;

  Tweets by ‎@IngeLengton

Dossier Luchtaanval Hawija NRC

lees: Stand van zaken over de uitvoering van verschillende moties en toezeggingen 24.03.2020

lees: Brief van de minister van Defensie aan dhr. M. Esper, minister van Defensie van de Verenigde Staten bijlage 1 13.01.2020

lees: Vertaling van de antwoordbrief van de ondersecretaris van defensie van de Verenigde Staten bijlage 2 28.02.2020

lees: Besluit en bijlage Def op Wob-verzoek defensie onderzoek Hawija Redacted 17.02.2020

lees: Brief MIN DEF Antwoorden Kamervragen burgerslachtoffers Karabulut 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF SV Karabulut over passage uit boek missie F16 25.11.2019

lees: Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija brief 25.11.2019

lees: regeling Werkzaamheden over antwoorden op vragen over de 70 burgerdoden in Irak Brief 20.11.2019

lees: Feitenrelaas inzake de transparantie over burgerslachtoffers bij luchtaanvallen brief 05.11.2019

lees: Transparantie burgerslachtoffers bij luchtaanvallen in de strijd tegen ISIS brief 04.11.2019

lees: kamerbrief over het iob onderzoek naar stabilisatieprogrammas in syrie  7 september 2018

lees: rapport review of the monitoring systems of three projects in syria  7 september 2018

lees: Civilian Casualty Review Report Redacted 17.04.2018

lees: kamerbrief met voortgangsrapportage nederlandse bijdrage in strijd tegen isis 13.04.2018

lees: kamerbrief aanvullende artikel 100 brief nederlandse bijdrage aan de strijd tegen isis 29.01.2016

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

Bijleveld donderdag voor de vierde keer naar Kamer over Hawija

NOS 08.05.2020 De Tweede Kamer vergadert volgende week plenair over het Nederlandse bombardement op de Iraakse plaats Hawija in 2015. Het is voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis dat er in de plenaire zaal over iets anders wordt gepraat dan de coronacrisis. Voor de vierde keer moet minister Bijleveld van Defensie zich verantwoorden over de kwestie.

Het debat werd in maart al aangevraagd naar aanleiding van publicaties van de NOS en NRC. Daarin stond dat voorafgaand aan het bombardement op de bommenfabriek van IS al rekening werd gehouden met “nevenschade”, ook al bleek uit de berekeningen dat er nul burgerdoden bij zouden vallen. In werkelijkheid kwamen 70 mensen om en werden 400 gebouwen verwoest of beschadigd. In de fabriek bleken veel meer bommen opgeslagen te liggen dan waar bij het opstellen van de berekeningen vanuit was gegaan.

Daar kwam in maart nog bij dat minister Bijleveld moest toegeven dat de Amerikanen al sinds 2017 de 70 burgerdoden meerekenden in hun statistieken. In december had Bijleveld nog het tegendeel beweerd. Voordat de minister in de Kamer verantwoording kon afleggen, brak de coronacrisis uit en werd het onderwerp vooruitgeschoven.

Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden

Twee weken geleden kwam er opnieuw informatie vrij. De NOS en NRC meldden op 21 april dat de CIA vooraf had gewaarschuwd dat er burgerdoden zouden kunnen vallen. Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija had bovendien bedenkingen bij die aanval, en hield rekening met burgerdoden.

Voor alle coalitielanden in de strijd tegen IS gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook de Tweede Kamer is voorgehouden dat het aantal ingecalculeerde burgerdoden nul moest zijn.

De Tweede Kamer heeft het afgelopen halfjaar meermaals gevraagd om het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval. Maar volgens minister Bijleveld kon dat niet met de Kamer gedeeld worden, omdat het een vertrouwelijk document is.

BEKIJK OOK;

Defensie wist ten tijde van aanval op Hawija niet van Amerikaanse aarzelingen

AD 07.05.2020 De Nederlandse militair die in juni 2015 het groene licht gaf voor het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija wist niet dat de Amerikaanse geheime dienst CIA had gewaarschuwd dat er bij de aanval burgerslachtoffers konden vallen. Hij kon die informatie niet meewegen bij zijn beslissing om de aanval goed te keuren. Uiteindelijk vielen er bij de aanval vermoedelijk zeventig burgerdoden.

Dat schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer. Nederland was niet betrokken bij het deel van het proces waarmee de Amerikanen bepaalden welke doelen er in de strijd tegen IS werden gebombardeerd.

De Amerikaanse aarzelingen bij de aanval, mede op basis van informatie die de Amerikaanse geheime dienst CIA van informanten kreeg, bleef tot ruim na de Nederlandse luchtaanval enkel in Amerikaanse handen. De risico’s die de VS zag, werden overigens ingeperkt in het uiteindelijke, aangepaste aanvalsplan waarmee de Nederlandse commandant akkoord ging.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Geheim

De informatie die ten grondslag lag aan de aanval kwam vorige maand naar buiten nadat NOS en NRC met succes een beroep deden op de Freedom of Information Act, de Amerikaanse versie van de Wet openbaarheid van bestuur. Bijleveld had de Kamer altijd voorgehouden dat de stukken geheim waren en niet met het parlement konden worden gedeeld.

Bijleveld zegt niet te weten waarom de documenten nu toch openbaar zijn gemaakt terwijl haar Amerikaanse ambtsgenoot Mark Esper in maart van dit jaar nog per brief benadrukte dat dat niet kon. Zelf kreeg Defensie het Amerikaanse onderzoek op 22 januari 2016.

Zorgvuldig proces

Toch houdt Bijleveld vol dat het proces uitgebreid was en zorgvuldig is verlopen. Omdat de Amerikanen in eerste instantie aarzelingen hadden, werden er ‘mitigerende maatregelen’ (die negatieve effecten verminderen of wegnemen) genomen die het risico op burgerslachtoffers tot nul moesten terugbrengen.

Zo werden er precisiebommen afgeworpen en vond de aanval ’s nachts plaats. Bij de berekening van de nevenschade zou die beperkt blijven tot het industriële gebied. ,,Daarnaast”, schrijft Bijleveld, ,,werd ingeschat dat bij een nachtaanval er enkel sprake zou zijn van materiële nevenschade.”

Op basis van de inschatting van de nevenschade en de mogelijke impact van secundaire explosies ‘was de verwachting’ dat er bij het Nederlandse F-16-bombardement ‘geen burgerslachtoffers zouden vallen’.

Op basis daarvan besliste de Nederlandse militair die belast was met het eindoordeel, de zogeheten red card holder, na overleg met een Nederlandse juridisch adviseur dat de aanval kon worden uitgevoerd.

Meer explosieven

Het liep anders. De luchtaanval op het doelwit, een fabriek waar bermbommen werden gemaakt, leverde veel meer schade op dan op basis van de Amerikaanse informatie werd verwacht en er kwamen vermoedelijk zeventig burgers om het leven. In de fabriek lagen veel meer explosieven ‘dan bekend was of kon worden ingeschat door de anti-IS-coalitie’.

De aanval op Hawija was anders dan aanvallen op andere bommenfabrieken, stelt Bijleveld. Toen het daar zo mis ging, pasten de Amerikanen hun procedures voor dergelijke aanvallen op ‘gelijksoortige bommenfabrieken’ aan.

Dat de werkwijze op basis van nieuwe informatie zou worden aangepast, was volgens de minister eveneens standaard gebruik. Ook zou het doelwit niet in de hoogste risicocategorie vallen, zoals uit de Amerikaanse stukken zou blijken.

Volgens Bijleveld wordt er in die categorie onderscheid gemaakt tussen ‘high’ en ‘low’ en viel de bommenfabriek in Hawija onder de lagere rubriek omdat ‘burgerslachtoffers kunnen worden voorkomen als daartoe geplande mitigerende maatregelen worden toegepast’.

Geen juridische verplichting

Zonder die maatregelen, stelt Bijleveld, ‘was deze aanval voor de coalitie überhaupt niet uitvoerbaar geweest, gezien uit de stukken blijkt dat er bij dit doel geen burgerslachtoffers mochten worden verwacht’. Dat er bij aanvallen geen burgerslachtoffers te betreuren mochten zijn, was volgens Bijleveld het ‘uitgangspunt’ van alle bombardementen tegen IS.

Dat was echter geen formele bindende afspraak en ook geen juridische verplichting. ,,Ieder land is immers zelf verantwoordelijk voor de eigen wapeninzet en de proportionaliteitsafweging die daar aan vooraf gaat.

Nabestaanden en gewonden luchtaanval Hawija dienen claim in bij Defensie

NOS 29.04.2020 Een groep van 52 Irakezen heeft deze week een schadeclaim ingediend bij het ministerie van Defensie. Ze stellen dat ze het slachtoffer zijn van de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija in 2015. Een aantal van hen verloor een of meerdere familieleden, anderen zeggen dat ze zwaar lichamelijk letsel hebben overgehouden aan het bombardement op de autobommenfabriek van terreurgroep IS.

In de fabriek lag veel meer munitie opgeslagen dan gedacht, waardoor de fabriek explodeerde. Honderden omliggende huizen raakten beschadigd of werden verwoest. Bij de aanval kwamen zeker 70 burgers om het leven. De slachtoffers die nu een schadeclaim hebben ingediend, verloren samen 21 naasten.

Volgens Liesbeth Zegveld, de advocaat van de Irakezen, was de aanval “niet proportioneel in het licht van het verwachte concrete en directe militaire voordeel”. Zegveld vindt dat er meer voorzorgsmaatregelen hadden moeten worden getroffen om te voorkomen dat er bij de aanval zoveel mensen zouden omkomen.

Minister beloofde schadevergoeding

Minister Bijleveld van Defensie heeft in de Tweede Kamer meerdere keren gezegd dat geen enkele dode was ingecalculeerd, maar dat de hoeveelheid munitie die in de fabriek lag niet was te voorzien. Volgens Zegveld erkent het kabinet daarmee dat er sprake was van een ongeluk, wat Nederland in haar ogen aansprakelijk maakt voor het aangedane leed.

Nadat in oktober bekend was geworden dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval, zegde minister Bijleveld de Kamer al toe te gaan kijken naar de mogelijkheid om een schadevergoeding uit te keren. Hoe ze dat wil gaan doen, is nog niet bekend. Zegveld zegt daar niet langer op te willen wachten en heeft daarom de claim ingediend.

Vijf kinderen

Een van de Irakezen is de 39-jarige witgoedmonteur Abdallah. Hij verloor bij de aanval zijn vrouw en vijf kinderen. Twee andere kinderen overleefden de aanval. Het gezin was op de vlucht en op doorreis, maar mochten van IS niet verder reizen. Hierdoor moesten ze naar eigen zeggen noodgedwongen een woning huren in Hawija.

Het gezin woonden op ruim 200 meter van de bommenfabriek. Hun huis stortte door de explosie na de bomaanval in. Sommige van zijn kinderen waren op slag dood. Anderen overleden op weg naar het ziekenhuis. Volgens Zegveld heeft de Iraakse overheid vastgesteld dat het gezin geen banden had met IS.

Ook de 63-jarige Shuja’a verloor een zoon. Hij werkte als nachtwaker in een autoshowroom op het terrein waar ook de bommenfabriek stond. De man raakte ernstig gewond bij de aanval en overleed enkele dagen later aan zijn verwondingen.

Nabestaanden van het bombardement op Hawija dienen schadeclaim in bij Defensie

De Zoetermeerse postbode Alaa en zijn vrouw Wafaa, wier zoon een oog verloor, behoren ook tot de indieners. Wafaa heeft blijvend letsel door de glasscherven die ze in haar rug heeft gekregen. Ze willen onder andere dat hun medische kosten worden vergoed.

Volgens Zegveld zijn er behalve de 52 Irakezen nog meer slachtoffers uit Hawija die zich achter de claim gaan scharen, maar worden hun gegevens momenteel verzameld.

Twee miljoen dollar

Eerder diende Zegveld al een schadeclaim in namens Basim Razzo. Hij verloor in hetzelfde jaar zijn familie bij een Nederlandse aanval op Mosul, omdat er werd gedacht dat zijn huis een IS-hoofdkwartier was. Dat bleek niet niet zo te zijn.

Razzo wil 2 miljoen dollar van de Nederlandse overheid. Volgens Zegveld is er binnenkort een gesprek tussen het ministerie van Defensie en Razzo over de schadeclaim.

Bekijk ook;

’Amerikanen waarschuwden voor burgerslachtoffers bij aanval Hawija’

Telegraaf 21.04.2020 De Amerikaanse inlichtingendienst CIA waarschuwde een week voor de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija al voor mogelijke burgerslachtoffers omdat een woonwijk vlakbij lag. Na de operatie is de procedure voor aanvallen op dergelijke doelen aangescherpt.

Dat blijkt uit documenten die NRC en NOS na tussenkomst van de rechter hebben gekregen van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Minister Ank Bijleveld van Defensie heeft de informatie niet gedeeld met de Tweede Kamer.

BEKIJK OOK:

Bijleveld lichtte kamer verkeerd in over burgerdoden aanval Hawija

Bij de aanval op de stad nabij Kirkuk kwamen naar schatting zeker zeventig burgers om het leven. Het doelwit was een bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat (IS). De aanval werd vooraf in de categorie geplaatst met de hoogste kans op burgerslachtoffers.

BEKIJK OOK:

Woede om kwalificatie ’moordenaars’ voor militairen

BEKIJK OOK:

Defensie moet nabestaanden burgerslachtoffers compenseren

De CIA had op basis van vier informanten de internationale coalitie tegen IS getipt over de bommenfabriek en tegelijk gewezen op de nabije woonwijk en de mogelijkheid van burgerslachtoffers. „Daardoor had men redelijkerwijs kunnen concluderen dat er burgerslachtoffers hadden kunnen vallen als gevolg van de aanval”, aldus een Amerikaanse commandant in augustus 2015.

Bomfabriek

Uit de stukken blijkt dat de procedures in september 2015 zijn aangepast. Er werd bepaald dat er meer onderzoek moest komen naar doelen met kans op secundaire explosies in dichtbevolkte gebieden. In Hawija was vooraf niet ingeschat hoeveel explosieven er lagen opgeslagen in de bomfabriek.

Bijleveld liet de Kamer weten dat de operatie volgens de regels is verlopen. Dat er burgerslachtoffers vielen kwam volgens haar omdat er veel meer explosieven in de fabriek lagen dan vooraf ingeschat. Maar dat vooraf ook al werd gewaarschuwd voor mogelijke burgerslachtoffers heeft ze niet gemeld.

Het is een precaire kwestie voor de minister. Eerder moest zij de Kamer al vertellen dat die over de aanval verkeerd is geïnformeerd. Bijleveld kreeg vorig jaar al een motie van wantrouwen van bijna de hele oppositie aan haar broek over de zaak.

De Kamer heeft eerder gezegd alle informatie te willen hebben. Bijleveld heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie meermaals gevraagd geheime documenten over de zaak met de Kamer te mogen delen, maar kreeg hiervoor geen toestemming.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Tweede Kamer der Staten-Generaal Islamitische Staat

‘Amerikanen waarschuwden vooraf voor burgerdoden Hawija’

NU 21.04.2020 De Amerikaanse krijgsmacht waarschuwde op voorhand voor burgerdoden bij het voorgenomen Nederlandse bombardement op een bommenfabriek van IS in de Iraakse stad Hawija. Dat blijkt dinsdag uit stukken van de Amerikaanse krijgsmacht, die zijn opgevraagd door NRC en NOS.

Bij het bombardement door Nederlandse F-16’s in de nacht van 2 op 3 juni 2015 kwamen naar schatting zeventig burgers om het leven.

NOS en NRC deden een beroep op de Amerikaanse Freedom of Information Act om de stukken in handen te krijgen. Ze bevatten onder meer een Amerikaans defensieonderzoek naar het bombardement in Hawija.

Uit de documenten blijkt dat de inlichtingendienst CIA op voorhand had gewaarschuwd voor potentiële burgerslachtoffers, omdat de fabriek in een woongebied stond. Het doelwit werd wat dat betreft gerekend tot de hoogste risicocategorie.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) schreef aan de Tweede Kamer dat de grote gevolgen van het bombardement niet waren te voorzien. De enorme explosies in Hawija werden veroorzaakt door een grote hoeveelheid munitie in de fabriek. Die was groter dan “bekend was of kon worden ingeschat”, aldus Bijleveld. Ze stelde dat het bombardement volgens de geldende procedures is verlopen.

In de nasleep van het bombardement scherpte de internationale coalitie in september 2015 de procedure voor aanvallen op IS-bommenfabrieken aan. Dat heeft het kabinet niet aan de Kamer verteld, hoewel het parlement meerdere keren om die informatie heeft gevraagd.

Geen analyse van risico op secundaire explosies

De Amerikaanse documenten wekken ook de indruk dat inlichtingen van CIA-informanten in het gebied niet zijn benut. De mogelijkheid van secundaire explosies door opgeslagen explosieven en munitie in de fabriek is nooit serieus verkend.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, schreef een Amerikaanse luchtmachtcommandant in een analyse.

Het kabinet had met de Tweede Kamer afgesproken dat bombardementen niet mochten worden uitgevoerd als op voorhand werd ingeschat dat er burgerdoden konden vallen.

Volgens minister Bijleveld was het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval vertrouwelijk en kon het daarom niet aan de Kamer worden verstrekt.

Lees meer over: Irak Politiek

Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden bij Nederlands bombardement Hawija

NOS 21.04.2020 Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija in Irak had bedenkingen bij die aanval, en hield er vooraf al rekening mee dat er burgers zouden omkomen. Hij kreeg de opdracht een aanvalsplan op te stellen waarbij de bommenfabriek vernietigd zou worden en het aantal burgerdoden op papier nul zou zijn. Op zijn advies is de procedure daarna aangepast.

Dat staat in een onderzoek dat het Amerikaanse ministerie van Defensie in 2015 naar de Nederlandse luchtaanval heeft gedaan. Het is één van de documenten (.pdf) die het Amerikaanse ministerie, met tussenkomst van een Amerikaanse rechter, heeft verstrekt aan de NOS en NRC.

Nederlandse F16-piloten gooiden in 2015 meerdere bommen op een IS-bommenfabriek in Hawija, waarbij zeker 70 burgers om het leven kwamen en ruim 400 gebouwen werden beschadigd of verwoest. De CIA meldde al een week voor het bombardement dat er nevenschade zou kunnen ontstaan “omdat er een woonwijk vlakbij ligt”. Door het bombardement werden 136 gebouwen vernietigd, waarvan er 25 in de woonwijk stonden. Nog eens 127 gebouwen raakten zwaar beschadigd.

De Tweede Kamer heeft het afgelopen halfjaar meermaals gevraagd om het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval. Maar volgens minister Bijleveld van Defensie kon dat niet met de Kamer gedeeld worden, omdat het een vertrouwelijk document is.

Het gaat om het grootste onderzoek naar de zaak. De minister heeft in de Tweede Kamer altijd volgehouden dat Defensie en het Openbaar Ministerie de zaak hebben onderzocht en dat de luchtaanval volgens de geldende procedures is verlopen. Dat er aan Amerikaanse zijde na afloop kanttekeningen zijn geplaatst bij die procedure, en dat de procedure daarop is aangepast, is de Kamer echter nooit verteld.

Volledig irrelevant

Voor alle coalitielanden in de strijd tegen IS gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook met de Tweede Kamer was afgesproken dat het aantal vooraf ingecalculeerde doden burgerdoden nul zou zijn.

Daarom werd gewerkt met Collateral Damage Estimation (CDE): een Amerikaanse methode waarmee wordt uitgerekend hoe burgerdoden kunnen worden voorkomen. Uit deze CDE-berekening bleek dat het aantal doden alleen nul zou zijn als de aanval op Hawija ’s nachts zou worden uitgevoerd, met zes kleine precisiegeleide bommen waarvan sommige met een vertraging zouden ontploffen. Behalve de bommenfabriek zou dan alleen een “schuur” worden geraakt.

Maar dit bleek een papieren werkelijkheid. “Al deze details waren volledig irrelevant in het licht van wat er daadwerkelijk gebeurde na afloop”, schrijft de Amerikaanse luchtmachtcommandant, wiens mannen de berekening voor Hawija maakten.

Tweede explosie

Een CDE kan namelijk niet berekenen wat het effect is van “secundaire explosies”. En dat was precies het probleem bij de aanval op Hawija: nadat de bommen waren ingeslagen ontplofte de enorme hoeveelheid munitie in de fabriek, waardoor het omliggende gebied werd verwoest.

Minister Bijleveld schreef in november aan de Kamer dat dat kwam doordat er veel meer munitie in de fabriek lag dan “bekend was of kon worden ingeschat”. Volgens de Amerikanen daarentegen is er nooit een serieuze analyse gemaakt van het mogelijke effect van een tweede explosie, omdat ze geen enkele informatie hadden over “de hoeveelheid en soort munitie in de fabriek”. Toch stemde de Nederlandse ‘red card holder’ in met de aanval, dat is de militair die formeel toestemming geeft voor dergelijke acties.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, aldus Luchtmachtcommandant VS.

De luchtmachtcommandant beschrijft in zijn analyse hoe hij voor een ingewikkelde opdracht stond, omdat hij moest toewerken naar een situatie waarin het aantal geschatte burgerdoden op papier nul zou zijn. “Mijn mannen hebben uren aan het doel gewerkt, alleen maar om deze CDE ‘uitvoerbaar’ te maken”. Het probleem is volgens hem dat “de klant” enerzijds het doelwit volledig wil vernietigen, maar anderzijds geen burgerdoden wil. “Dit kan ertoe leiden dat er een buitensporige hoeveelheid kleine bommen wordt gebruikt om aan beide tegenstrijdige eisen te voldoen.”

Volgens de luchtmachtcommandant was de omvang van de explosie weliswaar een verrassing, maar niet dat er burgers bij de aanval zouden omkomen. “Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied.”

Meer onderzoek

Dat de aanval riskant was blijkt ook uit de waarschuwing die de CIA vooraf gaf. Op basis van vier informanten had de CIA de internationale coalitie getipt over de aanwezigheid van de bommenfabriek, waarbij meteen gewezen werd op de mogelijkheid van burgerdoden in de aangrenzende woonwijk. Niet voor niets kreeg de aanval vooraf de kwalificatie ‘CDE 5’; de gradatie met het hoogste risico op burgerdoden.

De luchtmachtcommandant adviseert daarom dat sommige aanvallen voortaan wellicht niet uitgevoerd moeten worden als het belang niet groot genoeg is. Zover wil de opsteller van het rapport niet gaan. Het leidt tot de aanbeveling dat er in de toekomst “meer onderzoek moet worden gedaan naar doelen in dichtbevolkte gebieden met mogelijke secundaire explosies.” Die is overgenomen door de toenmalige opperbevelhebber van de internationale strijd tegen IS.

Er staat ook nog een tweede aanbeveling in het rapport, maar de inhoud daarvan is weggelakt.

Bekijk hieronder een aantal belangrijke passages uit de documenten:

 

1/3 Al in juni 2015 wordt het aantal van 70 burgerdoden door de Amerikanen genoemd als hard cijfer NOS

2/3 De luchtmachtcommandant vond het niet redelijk om te denken dat er geen burgerdoden zouden vallen NOS

 

3/3 De Amerikaanse opperbevelhebber Sean MacFarland neemt de aanbeveling over NOS

Anderhalf jaar procederen

In oktober 2018 deden de NOS en NRC, met een beroep op de Freedom of Information Act (FOIA), een verzoek om alle Hawija-onderzoeken bij Centcom, het hoofdkwartier van het Amerikaanse leger. Nadat antwoord uitbleef is met behulp van een Amerikaanse advocaat, een procedure gestart bij de Amerikaanse rechter.

Die bepaalde in januari dat beide partijen afspraken moesten maken over het verloop van de procedure en de rechtbank daarvan op de hoogte moesten houden. De uitkomst was dat voor 1 april alle documenten verstrekt zouden worden. Dat is afgelopen vrijdag gebeurd.

‘Amerikanen kenden risico’s bombardement Hawija’

AD 21.04.2020 De Amerikanen wisten voorafgaand aan het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija dat er mogelijk veel burgerslachtoffers zouden vallen. Toen er ook daadwerkelijk zo’n zeventig burgers omkwamen bij de luchtaanval, paste de anti-IS-coalitie de procedure voor bombardementen aan om herhaling te voorkomen.

Dat melden NOS en NRC op basis van Amerikaanse stukken die zij kregen na een beroep op de Freedom of Information Act, de Amerikaanse versie van de Wob. Het kabinet heeft het Amerikaanse onderzoek naar de misgelopen luchtaanval nooit met de Kamer gedeeld, terwijl de Kamer daar meermaals om heeft gevraagd.

Volgens Defensie konden zij het stuk niet geven, omdat het Amerikaanse rapport geheim was. Nu het door de Amerikanen is vrijgegeven, gaat het alsnog naar de Kamer. Het is niet duidelijk of de Amerikaanse aarzelingen bij het bombardement ook vooraf werden gedeeld met Nederland of de andere landen die in de coalitie doelen van IS bestookten.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Hoogste risicocategorie

Uit de Amerikaanse documenten blijkt dat de bommenfabriek in Hawija in de hoogste risicocategorie viel. Bij de Nederlandse luchtaanval vielen in de nacht van 4 op 5 juni 2015 naar schatting zeventig burgerdoden. De Amerikaanse geheime dienst CIA had in de regio vier informanten die waarschuwden voor een groot aantal burgerslachtoffers, omdat er woongebieden in de buurt waren.

Een hoge Amerikaanse legerofficier stelt in augustus 2015 dat er veel maatregelen zijn genomen om de kans op burgerslachtoffers naar nul terug te brengen. Zo werden door de F-16 meerdere kleine precisiebommen afgeworpen en vond de aanval ’s nachts plaats. De inschatting was dat alleen een schuur in de buurt van de explosievenfabriek zou worden geraakt.

Er bleek echter, schreef Bijleveld in november 2019 aan de Kamer, veel meer munitie in de fabriek aanwezig dan vooraf werd ingeschat. De Amerikanen stellen volgens de NOS echter dat er nooit een serieuze analyse was gemaakt van het mogelijke effect van een tweede explosie, omdat ze geen enkele informatie hadden over ‘de hoeveelheid en soort munitie in de fabriek’.

Procedure aangescherpt

Toen er na afloop van de luchtaanval toch veel meer ‘nevenschade’ te betreuren was, werd geconstateerd dat de regels wel waren nageleefd, maar dat de regels onvolkomenheden verwoonden. In september 2015 werd de procedure voor luchtaanvallen daardoor aangescherpt.

Er moest in het vervolg ‘meer onderzoek worden gedaan naar doelen die zich in dichtbevolkte gebieden bevinden en die het risico van secundaire explosies kennen’.  Volgens het ministerie van Defensie worden die procedures ‘continu geëvalueerd’ en aangepast.

Regeringspartij D66 wil ‘zo snel als verantwoord’ in deze coronacrisis een debat met minister Ank Bijleveld van Defensie. ,,Ik zou er moedeloos van kunnen worden, maar ben juist strijdbaar om de waarheid boven tafel te krijgen”, stelt Kamerlid Salima Belhaj.

Ook SP-Kamerlid Sadet Karabulut wil dat de Kamer ondanks de coronamaatregelen ‘zo snel mogelijk’ een debat inplant. ,,Dit is onacceptabel.” Volgens Karabulut is de positie van Bijleveld ‘onhoudbaar.’ De CDA-bewindsvrouw moest zich al drie keer eerder in debatten verantwoorden over Hawija.

Kamervragen

Uiterlijk volgende week moet zij een lijst met 90 Kamervragen over Hawija beantwoorden. Die werden gesteld nadat Bijleveld in maart aan het parlement meldde dat de burgerdoden die in juni 2015 bij een Nederlandse aanval in Irak vielen, wel degelijk werden meegeteld in de Amerikaanse statistieken.

Eerder ontkende de CDA-bewindsvrouw tegenover de Kamer keer op keer dat de Amerikanen deze doden meetelden. Door een Amerikaanse administratieve fout werden de burgerslachtoffers pas in december 2019 in de statistieken opgenomen.

‘Amerikanen waarschuwden vooraf voor burgerdoden bij bombardement Hawija’

MSN 21.04.2020 De Amerikaanse krijgsmacht waarschuwde op voorhand voor burgerdoden bij het Nederlandse bombardement op een bommenfabriek van IS in de Iraakse stad Hawija. Dat blijkt uit stukken van de Amerikaanse krijgsmacht, die zijn opgevraagd door NRC en NOS.

Bij het bombardement door Nederlandse F16’s in de nacht van 2 op 3 juni 2015 vielen naar schatting zeventig dodelijke burgerslachtoffers.

NOS en NRC deden een beroep op de Amerikaanse Freedom of Information Act om de stukken in handen te krijgen. Ze bevatten onder meer een Amerikaanse defensieonderzoek naar het bombardement in Hawija.

Uit de documenten blijkt dat de inlichtingendienst CIA op voorhand waarschuwde voor burgerslachtoffers, omdat de fabriek in een woongebied stond. Het doelwit werd wat dat betreft gerekend tot de hoogste risicocategorie.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) schreef aan de Tweede Kamer dat de enorme effecten van het bombardement niet konden worden voorzien. De enorme explosies in Hawija werden veroorzaakt door een grote hoeveelheid munitie in de fabriek. Die was groter dan “bekend was of kon worden ingeschat”, aldus Bijleveld. Ze stelde dat het bombardement volgens de geldende procedures verliep.

In de nasleep van het bombardement scherpte de internationale coalitie in september 2015 de procedure voor aanvallen op IS-bomfabrieken aan. Dat werd door het kabinet niet aan de Kamer verteld, hoewel het parlement meerdere keren om die informatie heeft gevraagd.

Geen analyse van risico op secundaire explosies

De Amerikaanse documenten wekken ook het beeld dat inlichtingen van CIA-informanten in het gebied. Er werd nooit een serieuze verkenning gedaan van mogelijke secundaire explosies door opgeslagen explosieven en munitie in de fabriek.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, schreef een Amerikaanse luchtmachtcommandant in een analyse.

Het kabinet had met de Tweede Kamer afgesproken dat bombardementen niet mochten worden uitgevoerd, als op voorhand werd ingeschat dat er burgerdoden konden vallen.

Volgens minister Bijleveld was het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval vertrouwelijk en kon het daarom niet aan de Kamer worden verstrekt.

Bijleveld moet 90 Kamervragen beantwoorden na gegoochel met cijfers over burgerdoden Hawija

AD 07.04.2020 De Tweede Kamer is het gegoochel met cijfers over burgerdoden bij een Nederlandse aanval in Irak  beu en wil een tijdlijn zien. Zo hoopt zij precies na te gaan wanneer minister Ank Bijleveld van Defensie wat wist en in hoeverre zij de Kamer – al dan niet bewust – verkeerd heeft geïnformeerd.

Bijleveld meldde vorige maand aan het parlement dat de burgerdoden die in juni 2015 bij een Nederlandse aanval in Irak vielen, wel degelijk werden meegeteld in de Amerikaanse statistieken. Eerder ontkende de CDA-bewindsvrouw tegenover de Kamer keer op keer dat de Amerikanen deze doden ook meetelden in hun rapportages over burgerslachtoffers die in de strijd tegen IS vielen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De Kamer wil daarom nu een overzicht van alle ‘mondelinge en schriftelijke’ contacten zien die het ministerie van Defensie had met Centcom, het Amerikaanse hoofdkwartier van waaruit de militaire missie tegen IS wordt aangestuurd. Ook wordt gevraagd of het kabinet nog wel vertrouwen heeft in de informatie die Centcom verstrekt.

Explosievenfabriek

Het zijn een paar van de in totaal 90 kritische Kamervragen over het omstreden Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija, die Bijleveld vóór 28 april moet beantwoorden. Bij die F-16-aanval vielen bijna vijf jaar geleden ongewild ongeveer zeventig burgerslachtoffers omdat in het doelwit, een explosievenfabriek, meer springstof bleek opgeslagen dan gedacht.

Bijleveld hield in de drie Kamerdebatten over de kwestie vol dat de Amerikanen de doden ‘nooit bevestigd’ hadden en dat zij dus ook niet kon bevestigen dat die doden werkelijk te betreuren waren. Dat bleek te wijten aan een administratieve fout, die op 5 december 2019 werd rechtgezet. Toen werden de zeventig burgerslachtoffers alsnog in de statistieken opgenomen.

Een Nederlandse F-16 vertrekt naar het Midden-Oosten. © ANP

Correctie

De correctie van de Amerikanen kwam pas op 28 februari per brief bij Bijleveld terecht. Toch wachtte zij tot 24 maart voordat zij de Kamer informeerde. De Kamer wil daarom weten ‘om welke reden het toezenden aan de Kamer zolang op zich heeft laten wachten’.

De organisatie Airwars, die al jaren onderzoek doet naar burgerslachtoffers die vallen bij bombardementen, stelde al eerder dat er in grafieken een opmerkelijke piek te zien was tussen mei en juli 2015. De verklaring daarvoor, stelde de organisatie, kon alleen de Nederlandse aanval op Hawija zijn.

Dat de Amerikanen op 5 december hun statistieken aanpasten, is extra pijnlijk voor Bijleveld omdat zij op 19 december in het laatste debat over de kwestie nog volhield dat de zeventig burgerdoden ‘geen onderdeel’ uitmaakten van de grafieken.

Bijleveld lichtte Kamer verkeerd in: VS telde zeventig burgerdoden Hawija wel mee

NOS 24.03.2020 De Amerikanen gaan er wel degelijk al jaren van uit dat er bij de luchtaanval op Hawija zeventig burgerdoden zijn gevallen. Dat schrijft minister Bijleveld vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Dat is anders dan de minister eerder aan de Tweede Kamer meldde.

De kwestie draait om de vraag of de Amerikanen de zeventig burgerdoden wel of niet meerekenen in hun statistieken. In december liet Bijleveld de Kamer weten het te hebben nagevraagd bij Centcom (het hoofdkwartier van de militaire missies) en dat de burgerslachtoffers in Hawija die “zeer waarschijnlijk bij deze wapeninzet zijn gevallen, geen deel uitmaken van het totale aantal van 1347”. Bijleveld doelde daarmee op het totale aantal door de Amerikanen gerapporteerde burgerdoden in Syrië en Irak.

Daar komt Bijleveld nu dus van terug. Ze heeft het nagevraagd bij haar Amerikaanse collega van Defensie, en die heeft via zijn onderminister laten weten dat de Amerikanen al sinds 2017 de doden in Hawija meetellen in de statistieken. Volgens Bijleveld ligt de schuld van het verkeerd inlichten bij de Amerikanen. “Ik betreur dat deze informatie afwijkt van de informatie die eerder van Centcom is ontvangen en is gemeld in het interpellatiedebat”, schrijft ze aan de Kamer.

Rutte

Dat de Amerikanen geen duidelijkheid zouden geven over het aantal doden vormde een cruciaal element in de verdedigingslinie van premier Rutte en minister Bijleveld in het debat in november. Omdat de Amerikanen het officiële dodental nooit hadden vastgesteld, was de ernst van de situatie op het ministerie van Defensie nooit helemaal duidelijk. Het is daarom niet vreemd dat zowel de Tweede Kamer als collega-ministers nooit zijn gewezen op de ernst van het incident, zo was de redenatie van het kabinet.

“Centcom zegt zelf dat er op geen enkele manier is vast te stellen hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen,” zei Rutte in het debat. Na afloop noemde hij het aantal “een gerucht” en “geen relevant getal”.

Debat

Eerder al lieten Amerikaanse defensiewoordvoerders aan NRC en NOS weten dat het aantal van zeventig doden wel degelijk deel uitmaakte van de statistieken. Dat het aantal nooit “bevestigd was”, zoals het kabinet meermalen schreef, is volgens hen logisch. Centcom baseert zich doorgaans op berichtgeving van media en ngo’s, omdat onderzoek op de grond nagenoeg onmogelijk is. De conclusie dat het “waarschijnlijk” is dat er zeventig burgerdoden zijn gevallen, is dan ook de hardste conclusie die Centcom kan geven.

Bij het Nederlandse bombardement op Hawija vielen in 2015 dus zeventig burgerslachtoffers.

Door de Tweede Kamer was al een debat aangevraagd om het voor de vierde maal te hebben over de luchtaanval op Hawija, naar aanleiding van documenten die waren vrijgegeven. Het is vanwege de coronacrisis onduidelijk wanneer het debat zal plaatsvinden.

Te gek voor woorden

GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks vindt het “te gek voor woorden” dat Bijleveld nu met deze nieuwe informatie komt. Toch heeft de bestrijding van corona wat haar betreft vanzelfsprekend voorrang.

SP’er Sadet Karabulut wil voor nu een zogeheten schriftelijk overleg, zodat er toch gedebatteerd kan worden over de kwestie zonder dat de Kamerleden en de minister bij elkaar hoeven te komen. “Maar we komen hier over te spreken”, laat ze weten. “De minister heeft veel vragen te beantwoorden.”

Bekijk ook;

Bijleveld lichtte kamer verkeerd in over burgerdoden aanval Hawija

Telegraaf 24.03.2020 De burgerdoden van de Nederlandse luchtaanval op Hawija in Irak zijn wel degelijk opgenomen in de Amerikaanse maandelijkse rapporten over burgerslachtoffers van de internationale strijd tegen terreurgroep IS. Minister Ank Bijleveld van Defensie zei eerder in de Tweede Kamer dat dit niet zo was. De bewindsvrouw schrijft aan de Kamer dat te betreuren.

Bijleveld had eind vorig jaar, toen ze de Kamer inlichtte, andere informatie van de Amerikanen gekregen. „Ik ben uitgegaan van de informatie die ik via officiële kanalen van CENTCOM ontving”, schrijft ze aan de Kamer. CENTCOM is het Amerikaanse militaire hoofdkwartier belast met de strijd tegen IS. Eind vorige maand heeft het Pentagon Bijleveld laten weten dat Hawija toch is meegenomen in de statistieken.

Luchtaanval op IS

De Tweede Kamer wil precies weten hoe de Nederlandse luchtaanval op de IS-bommenfabriek in Hawija in juni 2015 is verlopen. Al direct na de aanval repten internationale media over zeventig burgerslachtoffers, maar een officieel dodental is nooit vastgesteld. De Kamer is in de maanden na de aanval onjuist over de burgerdoden geïnformeerd door toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie. Pas afgelopen najaar werd de Kamer op de hoogte gebracht.

Bijleveld overleefde begin november ternauwernood een „heel heftig debat” over de kwestie. Ondanks „oprechte excuses” steunde bijna de hele oppositie een motie van wantrouwen tegen haar. Later die maand moest premier Mark Rutte zich ook in de Kamer in een urenlang debat voor de kwestie verantwoorden. Vooral dat de alarmbellen binnen het kabinet niet afgingen nadat media zoveel burgerdoden hadden gemeld, riep veel vragen op.

Een definitief eindrapport van de Amerikanen naar de aanval van Nederlandse F-16’s is er ook nooit gekomen. Bijleveld heeft nu van het Pentagon te horen gekregen dat zo’n ’closure report’ destijds „geen vereiste” was voor onderzoek naar meldingen over burgerslachtoffers. De Amerikanen blijven er verder bij dat de rapporten over de aanval op Hawija niet gedeeld kunnen worden met de Tweede Kamer, ook niet vertrouwelijk. Bijleveld had daarom verzocht.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Hawija Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal Islamitische Staat Defensie

Nabestaande luchtaanval Mosul wil twee miljoen dollar van Nederlandse staat

NOS 06.03.2020 Basim Razzo, een Irakees die zijn familie verloor bij een Nederlandse luchtaanval in Mosul in 2015, wil ruim twee miljoen dollar van de Nederlandse overheid. De man stelt de staat aansprakelijk voor de dood van zijn vrouw, dochter, broer, en neef en voor het verlies van zijn huis en inkomen.

Volgens zijn advocaat Liesbeth Zegveld was de luchtaanval een “internationale onrechtmatige daad” omdat het woonhuis geen militair doelwit was. “Gezien de zeer beperkte en tegenstrijdige inlichtingen had Nederland moeten afzien van de aanval”, schrijft ze aan Defensie.

Het verhaal van Basim Razzo

Razzo werkt in 2015 bij een telecombedrijf en woont met zijn vrouw en 21-jarige dochter in een villawijk in Mosul. Zijn broer en schoonzus wonen met hun twee kinderen in de villa ernaast. Zijn zoon verblijft in Erbil. Op videobeelden die de VS heeft vrijgegeven is te zien hoe op 21 september 2015 twee bommen beide huizen in enkele seconden verwoesten. Alleen Basim en zijn schoonzus overleven de aanval.

Vergissing

In november erkende minister Bijleveld van Defensie dat de aanval was uitgevoerd door Nederlandse F-16-piloten, en dat het een vergissing was. De inlichtingen “die hebben geleid tot het identificeren van het doel waren onjuist”, liet ze de Kamer weten.

Een van de Nederlandse piloten die de aanval uitvoerden, zei tegen De Telegraaf dat hij nachtenlang niet kon slapen toe hij ontdekte dat bij de aanval een onschuldige familie om het leven was gekomen. Dat was “een klap in mijn gezicht”, vertelde hij.

Het Amerikaanse ministerie van Defensie deed uitgebreid onderzoek naar de aanval. The New York Times kreeg het rapport in 2017 in handen. Daarin staat dat de internationale coalitie dacht dat de twee villa’s van IS’ers waren.

Met een drone hadden ze de huizen ongeveer anderhalf uur geobserveerd. Ze zagen geen wapens, maar het viel op dat er geen vrouwen en kinderen bij de huizen te zien waren, alleen mannen. Ook werd de poort opengedaan als er een auto aankwam, wat de indrukt wekte dat er een toegangscontrole was. Achteraf kwamen ze tot de conclusie dat er niets was dat de familie linkte aan IS.

Vijftienduizend dollar

Als blijk van goede wil boden de Amerikanen na de aanval Razzo 15.000 dollar aan. Dat heet hij geweigerd, omdat het volgens hem in geen verhouding staat tot alle schade die hij heeft geleden.

Sinds de aanval is Razzo naar eigen zeggen niet meer in staat om te werken. Hij kreeg granaatscherven in zijn rug en kan maar een paar honderd meter lopen. Een vervolgoperatie zou uitkomst kunnen bieden, maar daar heeft hij het geld niet voor.

Het huis van Basim Razzo voor de aanval Basim Razzo

Omdat de aanval is uitgevoerd door Nederlandse piloten, en Nederland de inlichtingen heeft beoordeeld en de aanval heeft goedgekeurd, wordt de staat nu aansprakelijk gesteld.

Bijleveld

Nadat minister Bijleveld in november had erkend dat Nederland betrokken was bij de luchtaanvallen in Hawija en Mosul, kondigde ze zelf al aan dat ze gaat onderzoeken hoe ze de slachtoffers van beide aanvallen financieel kan compenseren. Op de uitkomst van dat onderzoek wil Razzo dus niet wachten.

Uit eerdere betalingen die Nederland heeft gedaan aan nabestaanden in Afghanistan, blijkt dat de kans klein is dat Nederland een bedrag voorstelt dat in de buurt komt van de eis van Razzo. Tot dusver ging het om nooit meer dan enkele tienduizenden euro’s.

Advocaat Zegveld heeft het kabinet drie weken gegeven om te reageren.

Slachtoffer Nederlandse vergisbom claimt miljoenen smartengeld

Telegraaf 06.03.2020  De Irakees die vier familieleden verloor door een Nederlands vergisbombardement op Mosoel, vraagt de Nederlandse staat smartengeld. De claim kan oplopen tot twee miljoen dollar.

Basim Razzo verloor zijn dochter, vrouw, broer en neef bij het bombardement in de nacht van 21 september 2015. Hij raakte niet alleen zijn dierbaren kwijt maar ook zijn huis, grond, baan en reputatie. Ook raakte hij blijvend gehandicapt. En dat allemaal omdat de Amerikaanse inlichtingendienst had gemeld dat Razzo’s huis eigenlijk een IS-hoofdkwartier was. Razzo had niets met IS te maken.

De Telegraaf onthulde in november dat een Nederlandse F-16-vlieger de aanval op het woonhuis had gepland en uitgevoerd, op basis van die foute informatie. De vlieger deed zijn verhaal in deze krant en in het boek Missie F-16: „Ik werd misselijk toen ik het hoorde. Ik kon twee nachten niet slapen.”

’Bombardement onrechtmatig’

Minister Bijleveld van Defensie stelde na de onthullingen over Nederlandse vergisbombardementen dat Nederland ’wel verantwoordelijk maar niet aansprakelijk is’ in geval van burgerslachtoffers in de strijd tegen IS. Advocate Liesbeth Zegveld stelt de staat toch aansprakelijk. „Het bombardement is onrechtmatig.

Het gebruik van geweld tegen personen die niet rechtstreeks aan vijandelijkheden deelnemen is verboden op grond van geschreven en ongeschreven humanitair recht. Zeker gezien de beperkte en tegenstrijdige inlichtingen had Nederland dienen af te zien van de luchtaanval.” Volgens Zegveld is Nederland medeverantwoordelijk, omdat het samen optrekt met de Amerikanen, van wie de inlichtingen kwamen.

Razzo heeft goede hoop: „Ik ben natuurlijk nerveus voor de uitkomst van de zaak. Dit is de laatste kans.” Bij een poging om de schade te verhalen in de VS kreeg hij een aanbod van slechts 15.000 dollar. „Dat heb ik natuurlijk van de hand gewezen. Ik zei: dat is belachelijk, een belediging.” Zijn Amerikaanse advocaat had de schade becijferd op tussen de 1 en 2 miljoen dollar.

De aanval werd uitgevoerd op basis van slechts anderhalf uur videomateriaal van een Amerikaanse drone. Op die beelden waren geen wapens of verdachte activiteiten te zien, alleen iemand die het hek open deed voor een naderende BMW. Dat werd uitgelegd als signaal dat er een hooggeplaatst figuur aan kwam rijden.

Basim Razzo

’Vrouw bedekt onder puin’

„Ik keek nog wat YouTube-filmpjes die nacht”, vertelt Razzo. „Ik riep mijn dochter Tuka dat ze moest gaan slapen. Rond middernacht ging ik naast mijn vrouw in bed liggen. Ik werd wakker van een ongelofelijke explosie, een geluid dat ik nog nooit had gehoord.

Het rook branderig. Ik zag de sterrenhemel, dus het dak van de slaapkamer was ingestort. Ik keek opzij en zag dat mijn vrouw met puin was bedekt. Ik wist meteen dat ze weg was. Ik riep naar mijn dochter Tuka. Geen antwoord.”

De Nederlandse vlieger had ook de planning gedaan voor de aanval. „Het was een officiële missie waarvan we al dagen van tevoren wisten dat we hem gingen doen. Ik was de mission commander. Alles tot aan de debriefing was succesvol. Pas weken later hoorde ik dat er iets aan de hand was met deze missie.”

BEKIJK OOK:

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening

BEKIJK OOK:

F-16-vlieger ziek van vergisbom

© Foto Evert-Jan Daniels Een Nederlandse F-16 in Jordanië, van waaruit de aanvallen op Irak werden uitgevoerd.

Slachtoffer Nederlandse luchtaanval eist 2,3 miljoen dollar

MSN 06.03.2020 Een burgerslachtoffer van een Nederlandse luchtaanval in Irak eist 2,3 miljoen dollar (ruim twee miljoen euro) aan smartengeld en andere vergoedingen van Nederland. De 61-jarige Basim Razzo, hoofd van een Irakese familie waarvan vier leden omkwamen bij een Nederlandse luchtaanval in september 2015, heeft vrijdag minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) aansprakelijk gesteld.

Het is de eerste schadeclaim van een burgerslachtoffer als gevolg van een Nederlandse militaire actie in de strijd tegen Islamitische Staat (2014-2018). Het kabinet schreef begin november vorig jaar dat bij twee Nederlandse luchtaanvallen burgerdoden waren gevallen, vier in Mosul en een onbekend aantal in Hawija, in het noorden van Irak.

Bij het bombardement op Mosul was er volgens Amerikaanse inlichtingen een hoofdkwartier van IS gevestigd in de twee villa’s. In werkelijkheid woonden er twee families die geen banden hadden met IS. Razzo, opgeleid in de VS en in Mosul actief als accountmanager voor het Chinese telecombedrijf Huawei, brak tijdens het bombardement zijn heup, linkervoet en schaambeen. Door granaatscherven in zijn rug kan hij niet meer lopen en werken. Zijn vrouw, dochter, broer en neefje kwamen om. Beide villa’s werden verwoest.

Volgens Razzo’s advocaat Zegveld was de aanval onrechtmatig. „Het oorlogsrecht verbiedt het bombarderen van burgerdoelen, en er was geen legitieme reden waarom dat hier toch gebeurde”, aldus de advocaat.

Het inlichtingenproces dat voorafging aan het bombardement toont volgens Zegveld grote tekortkomingen. Uit Amerikaanse documenten blijkt volgens haar dat analisten verregaande conclusies trokken op basis van relatief kortdurende beelden van drones boven de villa’s. Verdeeld over drie dagen was er een uur en 35 minuten gefilmd. Dat is „uitzonderlijk kort en afwijkend van de militaire norm”, zegt Zegveld.

Volgens Nederland moet een doel „uren en zelfs dagen achter elkaar” worden gefilmd om een goed beeld te krijgen, aldus de advocaat. De beelden van de Amerikaanse drones toonden slechts de villa’s en een man die een hek opende voor een naderende auto. Strijders, wapens, zwarte vlaggen of andere signalen van de aanwezigheid van IS werden niet waargenomen. Wel dook er later informatie op dat er in de buurt van de villa’s een IS-hoofdkwartier was geweest. Het Amerikaanse leger heeft beelden van de aanval op YouTube gezet.

Eerder, in 2017, hadden de VS al hun fout toegegeven aan Razzo en hem een bedrag van 15.000 dollar geboden. Dat heeft hij geweigerd omdat het bedrag veel te laag was om alle schade te compenseren en bijvoorbeeld een rugoperatie te kunnen betalen. Omdat Nederland toegaf de bom te hebben gegooid, heeft Razzo nu minister Bijleveld aansprakelijk gesteld.

Overigens lijkt de kans klein dat Razzo de gevraagde twee miljoen dollar krijgt. Bij eerdere schadevergoedingen, bijvoorbeeld in Afghanistan, heeft Defensie nooit zulke hoge bedragen uitgekeerd.

Luchtmacht wil opheldering van OM dat bombardement Irak ‘moord’ noemt

AD 04.03.2020 De hoogste generaal van de luchtmacht, Dennis Luyt, wil opheldering van het Openbare Ministerie waarom ze een bombardement in Irak bestempelen als ‘moord’. Denk-kamerleden noemden dat ook zo in een debat vorig jaar november en worden daarvoor nu niet vervolgd nadat 3500 militairen aangifte deden.

 LtGen Dennis Luyt @dennisluyt

We zoeken uit bij ⁦<a href=”https://twitter.com/Het_OM?ref_src=twsrc%5Etfw”>@Het_OM</a>⁩ wat ze nu precies gezegd hebben. Want ik kan me niet voorstellen dat het OM het binnen de regels van het oorlogsrecht en met mandaat toepassen van geweld door onze militairen als ‘moord’ bestempelt. To be continued! <a href=”https://t.co/xplLPu8zY7″>https://t.co/xplLPu8zY7</a>

De uitleg van het OM om de Kamerleden niet te vervolgen maakt veel los onder militairen. Generaal Luyt kan zich niet voorstellen dat het geweld dat militairen mét toestemming van de politiek mogen gebruiken, wordt bestempeld als ‘moord’, zo laat hij in een reactie op Twitter weten. Zeker niet als dat binnen de regels van het oorlogsrecht wordt gedaan. Ook Kamerleden zijn ontstemd. VVD-er André Bosman heeft een debat aangevraagd met minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid.

Inmiddels is er overleg tussen ministers Ank Bijleveld van Defensie en Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid over de passage in een brief die het OM stuurde aan advocaat Michael Ruperti. Hij deed namens de 3500 mensen aangifte tegen de Denk-Kamerleden Özturk en Azarkan omdat ze militairen beschuldigden van moord. Dat gebeurde in een debat over een bombardement waarbij 74 doden vielen, zeer waarschijnlijk ook burgers.

Het OM vindt de uitlating niet strafbaar. In beginsel is het beledigend, maar in dit geval niet onnodig grievend omdat moord juridisch immers ‘doden met voorbedachten rade’ is, zo staat in de brief. Bij dit bombardement – net als bij zo veel militaire acties – is daarvan sprake, aldus het OM. Al heeft die voorbedachten rade geen betrekking op de eventuele burgerdoden.

Lees ook;

Lees meer

Tientallen reacties

Vooral die uitleg schokt veel militairen die aangifte deden. Bij advocaat Michael Ruperti kwamen vanmorgen tientallen reacties binnen van militairen. Ruperti heeft aangekondigd een procedure te starten om af te dwingen dat het OM de Denk-Kamerleden alsnog moet vervolgen.

Volgens hem klopt de redenering van het OM niet. Sinds de strafzaak tegen militair Eric O. die bij een schietincident betrokken was in Irak in 2003 ligt er een afspraak dat militairen die handelen volgens het oorlogsrecht en het geweldsmandaat dat de politiek hen opdraagt, niet vervolgd kunnen worden voor moord. Als er iets misgaat en er onbedoeld dodelijke slachtoffers vallen, kunnen ze wel worden vervolgd omdat ze het dienstvoorschrift niet hebben nageleefd.

Denk-Kamerleden niet vervolgd voor moordbeschuldiging tegen militairen

NOS 04.03.2020 Het Openbaar Ministerie gaat twee Kamerleden van Denk niet vervolgen voor het gebruik van het woord ‘moord’ in verband met een bombardement door de Nederlandse luchtmacht in 2015 in Irak. Bij dat bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in de stad Hawija kwamen meer dan zeventig burgers om.

De uitspraken zijn gedaan in de Tweede kamer en vallen daarom onder de parlementaire onschendbaarheid, concludeert het OM. Daarbij is de term ‘moord’ dagelijks taalgebruik wanneer iemand een ander doodt. Dodelijk geweld door militairen binnen hun bevoegdheden valt niet onder deze term, maar het OM vindt de uitlatingen niet onnodig beledigend.

Denk-Kamerleden Öztürk en Azarkan zouden daarom niets strafbaars hebben gedaan. Tijdens een Kamerdebat in november nam Denk-Kamerlid Öztürk het woord ‘moord’ in de mond. “Deze minister ziet niet de ernst van deze moord in”, zei hij. Zijn partijgenoot Azarkan verdedigde dat ’s avonds in het tv-programma Pauw.

Azarkan niet verrast

Azarkan zei vanochtend in het NOS Radio 1 Journaal dat het OM hem nog niet op de hoogte had gebracht van het besluit, maar dat het nieuws hem niet verbaast. “Vrijwel elke rechtsgeleerde was van mening dat wat de heer Öztürk in de Kamer zei onder het recht valt van een Kamerlid.”

Ook zou Öztürk nooit de militairen zelf hebben willen aanvallen. “Het was een debat met de minister van Defensie. Daar richtte hij zich toe. Dat advocaat Ruperti daar een heel circus van maakt en aangifte doet, terwijl hij weet dat dat kansloos is, dat is buitengewoon jammer.”

Advocaat Ruperti deed samen met 1200 militairen en veteranen aangifte tegen de beide Kamerleden. Zij zouden zich schuldig hebben gemaakt aan het zaaien van haat, belediging en laster. Ook eisten ze dat de Kamerleden openlijk hun excuses zouden aanbieden.

Ruperti zei tegen het AD dat hij naar het gerechtshof stapt om het OM te dwingen de zaak voor de rechter te brengen.

Vakbond mogelijk naar rechter

De militaire vakbond ACOM laat het er niet bij zitten. “We vinden dit weer een trap na, niet van de Kamerleden maar van het Openbaar Ministerie”, zei voorzitter Jan Kropf in het NOS Radio 1 Journaal. “Dit betekent dat iedereen, militairen maar ook politieagenten, die in de lijn van hun werk een slachtoffer maakt een moordenaar is.”

Kropf stelt dat je met de redenering van het OM militairen die op missie gaan van poging tot moord kunt beschuldigen. “Ik vind dat een hele rare kwalificatie.”

Vakbond ACOM overweegt naar de rechter te stappen om het OM tot vervolging van de Kamerleden te dwingen. “Wat natuurlijk de discussie is, is of het vrij mogen spreken in een Kamerdebat betekent dat je dit moet toelaten. Want waar ligt dan de grens?”

 Andre Bosman @andrebosman

Bizarre uitspraak van @Het_OM . Snappen ze daar iets van oorlogsrecht? Deze uitspraak zet de militair in een volstrekt fout daglicht en doet onrecht aan de inzet van de militair. Hier moet @ferdgrapperhaus zeer snel uitleg over geven!

15 uur geleden

VVD-Kamerlid Bosman noemt het besluit van het OM bizar. “Deze uitspraak zet de militair in een volstrekt fout daglicht en doet onrecht aan de inzet van de militair”, schrijft hij op Twitter. Hij wil uitleg van minister Grapperhaus van Justitie.

Bekijk ook;

OM betreurt ophef over term moord na bombardement

AD 04.03.2020 Het Openbaar Ministerie betreurt de ophef die is ontstaan over de uitleg om twee DENK-kamerleden niet te vervolgen nadat ze militairen beschuldigden van moord na een bombardement in Irak.

De officier van justitie schreef in een brief aan de 3500 militairen die aangifte deden dat de DENK-kamerleden Özturk en Azarkan niets strafbaars hebben gedaan omdat er in juridische zin sprake is van moord, zoals bij heel veel militaire operaties. Die uitleg leidde bij militairen van hoog tot laag geschokte reacties. Luchtmachtgeneraal Dennis Luyt wilde opheldering van het OM en ook minister van Defensie Ank Bijleveld reageerde ontstemd. ,,Ik sta voor mijn mensen. De kwalificatie moord of moordenaars in verband met het werk dat zij moeten doen, werp ik verre van mij.’’

Het OM vindt nu dat het beter had moeten uitleggen dat militairen niet beticht kunnen worden van een strafbaar feit zolang zij binnen hun geweldsinstructie handelen. In het dagelijks taalgebruik wordt moord echter wel vaak gebruikt voor het doden van een ander, en zo hebben ook de twee DENK-kamerleden dat volgens het OM ook gedaan. Voor het OM valt dat binnen de vrijheid van het politieke debat en is dat niet strafbaar.

Advocaat Michael Ruperti, die aangifte deed namens de 3500 militairen, neemt geen genoegen met die uitleg. ,,In brief staat duidelijk dat militaire operaties gekwalificeerd worden als moord. Dat hadden ze niet moeten doen.”

DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk niet vervolgd om ‘moord-opmerking’

MSN 04.03.2020 DENK-Kamerlid Selçuk Öztürk wordt niet vervolgd om zijn ‘moord-opmerking’, waarmee hij eind vorig jaar in opspraak kwam. Het Openbaar Ministerie oordeelt dat hij niets strafbaars heeft gedaan. Dat schrijft het AD.

Aangifte militairen

Ruim zeshonderd militairen en veteranen deden vorig jaar aangifte tegen Tweede Kamerlid Selcuk Öztürk (DENK). Zij vonden dat die over de schreef ging toen hij de Nederlandse luchtaanval die Iraakse burgers in 2015 het leven kostte ‘moord’ noemde. Öztürk maakte zich volgens de militairen daarmee schuldig aan het zaaien van haat, belediging en laster.

Kamerdebat

De gewraakte term viel eind vorig jaar in het Kamerdebat over de luchtaanval. Het kwam Öztürk meteen op een schrobbering te staan van voorzitter Khadija Arib en vrijwel alle andere aanwezige Kamerleden. Ze vroegen hem zijn woorden terug te nemen, maar hij weigerde. De nabestaanden spreken ook van moord, stelde hij.

Parlementaire onschendbaarheid

Volgens het AD schrijft het Openbaar Ministerie (OM) nu in een brief aan de advocaat van Öztürkdat hij niet vervolgd kan worden. Omdat hij zijn uitspraak deed tijdens een debat in de Tweede Kamer, geniet hij parlementaire onschendbaarheid.

Uitspraak op tv

Later die avond herhaalde mede-partijgenoot Farid Azarkan de uitspraak op tv. Maar ook Azarkan wordt volgens het OM niet veroordeeld. De uitspraak was weliswaar ‘beledigend’, maar volgens de brief niet ‘onnodig grievend’ en daarom niet strafbaar.

OM: Denk mag ons leger ‘moordenaars’ noemen

Telegraaf 04.03.2020 De Denk-Kamerleden die Nederlandse militairen beschuldigden van moord na een bombardement in Irak, worden niet vervolgd. Bij de aanval vielen vermoedelijk ook burgerdoden.

De Kamerleden hebben volgens het Openbaar Ministerie niets strafbaars gedaan. Bij de militaire actie was er sprake van „doden met voorbedachten rade” en dat is in juridische zin „moord”, aldus het OM. Vooral die uitleg schokt militairen die aangifte deden. Dat meldt het AD

Denk-Kamerlid Selçuk Özturk raakte in november in opspraak tijdens een debat over een Nederlands bombardement bij het Iraakse Hawija, waarbij 74 slachtoffers vielen, vermoedelijk ook veel burgers. Dat kon gebeuren omdat de informatie niet deugde. De vliegers viel niets te verwijten.

Toch zei Özturk dat de militairen „willens en wetens” onschuldige burgers hebben vermoord. Zijn partijgenoot Farid Azarkan herhaalde dat diezelfde avond op tv.

BEKIJK MEER VAN; defensie misdaad Selçuk Öztürk Amsterdam Denk-Kamerleden

Defensie wist dat bombardement Hawija gevaarlijker kon zijn dan berekend

NU 18.02.2020 Het ministerie van Defensie wist dat het bombardement op de Iraakse stad Hawija in 2015 gevaarlijker kon uitpakken dan was gebleken uit de risicoanalyse, blijkt uit documenten die de rijksoverheid maandag heeft vrijgegeven. Door het bombardement vielen minstens zeventig doden.

In de documenten is te lezen dat er voorafgaand aan het bombardement een Collateral Damage Estimate (CDE) is uitgevoerd. Hierbij wordt berekend hoe groot de risico’s van een aanval zijn.

Defensie keek ook naar aanvallen die in het verleden zijn uitgevoerd en wat voor schade bijkomende explosies als gevolg van de bommen zouden veroorzaken. Hieruit bleek dat de extra schade van het bombardement groter kon zijn dan in de CDE was berekend.

Wel zou deze schade naar verwachting binnen het complex blijven dat Defensie wilde aanvallen. Ook had de missie alleen tot materiële schade moeten leiden, doordat deze ’s nachts werd uitgevoerd. De officier die moest bepalen of de aanval zou doorgaan, besloot dat het militaire voordeel belangrijker was dan de mogelijke extra schade.

De vliegers die de missie hebben uitgevoerd, hebben dit volgens het ministerie van Defensie “zorgvuldig en zonder fouten” gedaan. Ook zou het juiste doel zijn geraakt. De bijkomende schade van de missie kwam neer op de verwoesting van vierhonderd gebouwen.

Kabinet verzweeg burgerdoden lange tijd

In juni 2015 voerden Nederlandse F-16’s een luchtaanval uit op een bommenfabriek van IS. Bij de aanval werd ook een woonwijk verwoest.

In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen. Naast de tientallen dodelijke slachtoffers raakten ongeveer honderd mensen gewond.

Een aantal dagen na de aanval zei de toenmalige defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert in een antwoord op Kamervragen dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen.

De Luchtmacht wist echter direct dat er zogenoemde nevenschade was. Ook bleek later uit een Amerikaans rapport dat de kans groot was dat er bij de aanval wel degelijk burgerslachtoffers waren gevallen. De Kamer bleek dus verkeerd geïnformeerd.

Huidig minister van Defensie Ank Bijleveld verklaarde in november vorig jaar – een aantal weken nadat NRC en de NOS eigen onderzoek naar de luchtaanval publiceerden – dat het ministerie van Algemene Zaken en premier Mark Rutte op de hoogte waren van de burgerdoden. Een dag later zei Rutte dat hij zich dit niet kon herinneren.

Zie ook: Waarom kan Rutte zich de burgerdoden in Hawija niet herinneren?

Lees meer over: Irak Politiek

OM-onderzoek naar burgerdoden Hawija was laat en beperkt

NOS 18.02.2020 Het onderzoek van het Openbaar Ministerie naar het bombardement in Hawija was beperkt en kwam pas na een jaar op gang. Dat blijkt uit interne documenten en antwoorden van het OM die in bezit zijn van NOS en NRC.

Bij de aanval van een Nederlandse F-16 op de bommenfabriek van IS in 2015 kwamen zeker zeventig Iraakse burgers om het leven, bleek in oktober vorig jaar. Een complete wijk werd verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS.

Het onderzoek van het OM kende meerdere beperkingen. Pas na vijftien maanden werden de piloten voor het eerst gehoord. Betrokken militairen uit andere coalitielanden kregen bovendien niet het verzoek om mee te werken en er is geen onderzoek gedaan in Irak. Bovendien had het Openbaar Ministerie alleen de beschikking over informatie die in het bezit was van Nederland.

Minister Bijleveld van Defensie werd in november naar de Kamer geroepen om zich te verantwoorden voor het incident. Het kabinet beschouwde de zaak als afgehandeld omdat het Openbaar Ministerie de gebeurtenis heeft onderzocht. “Die hebben ernaar gekeken en die hebben vastgesteld dat hier rechtmatig is gehandeld”, zei Bijleveld.

Geen onderzoek rechtmatigheid

De rechtmatigheid van de aanval is echter nooit specifiek onderzocht. Dat gebeurt alleen als Defensie aangifte doet tegen een militair. Het uitgangspunt was volgens het OM om “effectief onderzoek te doen naar de feiten en omstandigheden waaronder de burgerslachtoffers zijn gevallen.” Het onderzoek was niet gericht op de vraag “of de geweldsaanwending rechtmatig is”. Die vraag zou pas opkomen als er nieuwe aanwijzingen waren dat militairen het oorlogsrecht hadden geschonden.

Wel is er geprobeerd om meer duidelijkheid te krijgen over het aantal burgerdoden, al waren de onderzoeksmethoden “zeer beperkt” omdat onderzoekers Irak niet in konden en men “in grote mate afhankelijk was van informatie van derden”.

Het OM wilde naar buiten toe voorkomen dat het beeld zou ontstaan “alsof het OM ‘goedkeuring’ heeft gegeven aan de inzet”, schrijft een medewerker in een mail aan zijn collega’s. “Dit is wat het OM betreft een ongewenst effect.”

Jaloud-zaak

Het doel van het onderzoek was vooral om problemen in de toekomst te voorkomen, zo blijkt uit antwoorden van het OM. “Gezien de mogelijkheid van een klacht (…) dient Nederland effectief onderzoek te doen”.

Aanleiding voor deze werkwijze was de Jaloud-zaak. In 2014 had het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat het Openbaar Ministerie ernstig tekort was geschoten in het onderzoek naar de dood van de Irakees Azhar Jaloud. Die was in 2004 doodgeschoten bij een checkpoint in Irak. Het OM oordeelde dat de Nederlandse luitenant die hierbij betrokken was geen blaam trof. De familie van Jaloud startte een zogeheten artikel 12-procedure, om het OM alsnog tot vervolging te dwingen.

Vanwege het stevige oordeel van het Europees Hof in de Jaloud-zaak, en de mogelijkheid dat ook nabestaanden van toekomstige slachtoffers een procedure beginnen, besloot het Openbaar Ministerie voortaan elk incident te onderzoeken waarbij melding wordt gedaan van burgerdoden.

Jaar later

Dat het vijftien maanden duurde voordat de twee piloten van het Hawija-bombardement werden gehoord is opvallend, omdat in de Jaloud-zaak het Europees Hof het OM juist had verweten dat de betrokken militair “met een vertraging van zes uur” werd geïnterviewd. Die militair had daardoor volgens het Europees Hof de kans gekregen zijn eigen versie van de werkelijkheid te construeren.

Dat het onderzoek zo lang op zich liet wachten lag in eerste instantie aan Defensie. Hoewel er op de video van de piloten een ongekende explosie te zien is, en de fabriek dicht bij een woonwijk lag, spreekt de luchtmachtcommandant in zijn verslag van het bombardement met geen woord over de mogelijkheid van burgerdoden. Hij benoemt alleen de aanzienlijke schade aan diverse gebouwen. Was dat wel gebeurd, dan was er volgens het OM direct een onderzoek gestart.

Verslaggever Lex Runderkamp bezocht de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel. Hij zag vier jaar na dato nog veel schade:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

Maar ook als Den Haag een paar dagen later bericht krijgt van het Pentagon, dat er waarschijnlijk burgerdoden zijn gevallen bij de aanval, wordt het OM niet ingelicht. Defensie besluit in plaats daarvan zelf onderzoek te gaan doen.

Ook het ministerie van Justitie en Veiligheid, waar ze weet hebben van de mogelijke burgerdoden, informeert het OM niet. Mogelijk gaan ze ervan uit dat het OM al is ingelicht door Defensie. “Er wordt nu, zoals gebruikelijk, onderzoek uitgevoerd (…) Ook het OM en de Koninklijke Marechaussee zijn hierbij betrokken”, schrijft een ambtenaar twee dagen na de aanval aan de minister van Justitie. Dat klopt dus niet.

Telefonisch interview

Pas als Defensie een tweede rapport uit de Verenigde Staten ontvangt, wordt in maart 2016 – negen maanden na de aanval – het OM op de hoogte gebracht. Die starten nog dezelfde dag een onderzoek.

Maar ook het OM wacht dan nog een half jaar met horen van de piloten. Het onderzoek loopt vertraging op doordat het specialistisch onderzoeksteam van de marechaussee dat belast is met de zaak, onderzoek moet doen naar een mortierongeluk in Mali. Pas in september 2016 vindt het eerste interview plaats. Een van de twee piloten is op dat moment met verlof in Nederland, en moet telefonisch worden geïnterviewd door de marechaussee vanuit Jordanië.

Het OM werkt inmiddels aan een nieuwe procedure waarin onder andere geregeld moet worden dat Defensie eerder melding maakt van mogelijke burgerdoden als men daar weet van heeft. Hoe dat geregeld moet worden, is nog onduidelijk, laat het OM weten. “We kunnen Defensie hier niet zonder meer toe verplichten.”

De vlucht werd uitgevoerd vanaf de luchtmachtbasis in Jordanië Defensie

Hoe Nederland groen licht gaf voor een bomaanval waarbij 70 doden vielen

NOS 18.02.2020 Bij een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015 zijn zeker zeventig mannen, vrouwen en kinderen om het leven gekomen, bleek eind oktober. Driemaal werd er over gedebatteerd in de Tweede Kamer, maar een belangrijke vraag bleef onbeantwoord: hoe heeft het mis kunnen gaan? Nu, vier maanden later, is een deel van die vraag te beantwoorden.

Een reconstructie op basis van interne documenten die op verzoek van NOS en NRC zijn verstrekt met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur en gesprekken met diverse betrokkenen.

In het voorjaar van 2015 weet bijna niemand in Hawija dat aan de rand van hun stad de grootste bommenfabriek van terreurgroep IS ooit staat. Voor de bezetting door IS was het een druk gebied met garages en kleine autobedrijfjes. Nu worden er autobommen gefabriceerd, die mogelijk worden ingezet in een groot deel van Irak. Het fabrieksterrein is afgesloten voor burgers, om te voorkomen dat het bestaan van de fabriek uitkomt.

Trucks, humvees en bommenauto’s

Toch krijgt de internationale coalitie eind mei lucht van de bommenfabriek. Meerdere bronnen uit Hawija – mogelijk infiltranten bij IS – bevestigen dat er tientallen trucks, humvees en bommenauto’s in het gebouw staan. Het is een geweldige opsteker voor de coalitie, die samen met de Koerdische Peshmerga probeert de frontlinie bij het nabijgelegen Kirkuk te verdedigen en regelmatig te maken heeft met IS-autobommen.

Beelden van een drone, die permanent boven Hawija hangt, worden bestudeerd. Hoeveel auto’s rijden de fabriek binnen? Hoe groot is de fabriek en hoeveel munitie zou er kunnen liggen? Hoe ziet het dagelijks leven op straat eruit? De coalitie krijgt foto’s van dicht bij de fabriek, waarop te zien is dat er nog meer auto’s en explosieven naar binnen worden gebracht.

Nul doden

Voor alle coalitielanden geldt in 2015: als vooraf duidelijk is dat er ook maar één burgerdode zal vallen, mag een aanval niet uitgevoerd worden. Om dat te berekenen, wordt gebruikgemaakt van Amerikaanse software die de zogenaamde Non-combatant Casualty Cut-off Value (NCV) berekent: het aantal burgers dat mogelijk om zal komen bij de aanval. De procedure begint met het trekken van een cirkel rondom het doel waar de schade naar verwachting zal optreden.

Op onderstaande satellietbeelden is goed te zien hoe het het complete industrieterrein in Hawija is weggevaagd door de aanval. Beweeg naar links of rechts om het verschil te zien.

voor en na

De berekening wordt gemaakt door Amerikaanse militairen in Qatar, maar omdat Nederland de aanval op Hawija heeft toegewezen gekregen, kijkt een Nederlandse militair – de zogeheten Red Card Holder – over de schouder van zijn Amerikaanse collega’s mee. De bommenfabriek ligt op tweehonderd meter van een woonwijk. Zonder voorzorgsmaatregelen lijken burgerdoden niet te voorkomen, dus worden er maatregelen in het systeem ingevoerd.

Ondanks het gebruik van een precisiegeleide glijbom volgt uit de berekening dat er mogelijk een klein aantal burgers zal omkomen. Pas als wordt ingevoerd dat de aanval ’s nachts zal plaatsvinden – als niemand meer op straat is – komt de uitkomst op NCV = 0. De aanval mag in principe doorgaan.

Maar in de Amerikaanse procedure, de Collateral Damage Estimation (CDE), kan één ding niet: het is niet in staat om uit te rekenen hoe groot de impact is van de tweede ontploffing, die zal ontstaan door het exploderen van de munitie in de fabriek. Een losse inschatting moet worden gemaakt, op basis van eerdere aanvallen op bommenfabrieken.

Daaruit komt naar voren dat de nevenschade groter zou kunnen zijn dan de CDE aangeeft. Maar omdat de impact naar verwachting beperkt zal blijven tot het industriegebied, gaat men ervan uit dat er alleen materiële schade zal zijn. De aanval krijgt groen licht van de Nederlandse Red Card Holder.

Volledig fout

Op 2 juni scheert rond middernacht de eerste Nederlandse F-16 vlak over de stad. De bewoners van Hawija weten dan hoe laat het is: ze rennen in het donker naar buiten, in afwachting van de bom die zal vallen. Een paar minuten later volgt een tweede F-16, een korte knal en een gigantische tweede explosie die 400 huizen tot op een kilometer verderop gedeeltelijk doet instorten en op 60 kilometer nog te horen is. Meer dan 70 burgers verliezen het leven.

IS is een geweldige slag toegebracht. De Koerdische militairen in Kirkuk zijn opgelucht. Maar de schade in Hawija is gigantisch. De uitkomst van de berekeningen blijkt volledig fout te zijn. Er ligt 18.000 kilo springstof in de fabriek, veel meer dan ze verwacht en berekend hadden. Niet alleen het industriegebied, maar ook de nabijgelegen wijken worden daardoor getroffen. Of de informatie van een informant uit Hawija – die NOS en NRC vertelde dat hij gemeld heeft dat vier vrachtwagens de fabriek daags voor de aanval waren binnengereden – de internationale coalitie heeft bereikt is niet duidelijk.

De F-16’s vliegen nog een extra rondje boven Hawija om een Battle Damage Assessment te doen, maar door de enorme hitte en rook blijkt dat onmogelijk. Onbemande vliegtuigjes moeten worden ingezet om de schade op te nemen. Later die week worden nog meerdere vluchten uitgevoerd, en blijkt hoe groot de schade op de grond is.

Ook vier jaar later was die nog goed te zien, zag onze verslaggever in oktober !!

Op het ministerie van Defensie in Den Haag kijkt men na afloop puur naar de rechtmatigheid van de aanval. Hoe men zo verrast kon zijn door de hoeveelheid explosieven, en of de procedures wel voldoen, wordt niet onderzocht. Alleen de Amerikanen hebben daarnaar gekeken. In een rapport dat ook naar Nederland is gestuurd, komen ze met twee aanbevelingen, waarvan één door het Amerikaanse Centcom wordt overgenomen, zo staat in het rapport.

Wat die aanbevelingen zijn wil Defensie niet kwijt, omdat de informatie door de Amerikanen is geclassificeerd. Wel is duidelijk dat Nederland sinds Hawija geen enkele aanval meer heeft uitgevoerd op bommenfabrieken in de buurt van woonwijken.

Bekijk ook;

In de wijk waar de bom is gevallen staat niets meer overeind NOS

Bombardement in Hawija was riskanter dan berekend, maar werd toch doorgezet

NOS 18.02.2020 Voor het Nederlandse bombardement in het Iraakse Hawija, waarbij zeker zeventig burgers om het leven kwamen, was bekend dat “de verwachte nevenschade groter zou kunnen zijn” dan uit berekeningen naar voren kwam. Dat blijkt uit interne documenten van Defensie, die met een beroep van NOS en NRC op de Wet openbaarheid van bestuur zijn vrijgegeven.

De berekeningen werden gemaakt in de zogenoemde CDE, de Collateral Damage Estimation. Daarmee werd ingeschat hoeveel burgerdoden er te verwachten waren. Voor alle landen in de internationale coalitie gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook bij de aanval op Hawija was dat berekende aantal nul.

Maar de Amerikaanse software was niet in staat om uit te rekenen hoe groot de impact zou zijn van een tweede ontploffing, die kan ontstaan bij het bombarderen van een bommenfabriek, zoals in Hawija. Dus werd een inschatting gemaakt op basis van eerdere aanvallen op bommenfabrieken. Men concludeerde daaruit dat de verwachte nevenschade groter zou kunnen zijn dan de berekeningen lieten zien, maar dat de schade “niet buiten het industriële complex zou reiken en er bij nacht dus alleen materiële schade zou zijn”.

Met de kennis van nu blijkt dat een misvatting te zijn geweest. Meer dan 400 gebouwen raakten beschadigd, en meer dan zeventig burgers kwamen om het leven. Defensie wijt dat aan de aanwezigheid van meer munitie in de fabriek dan men van tevoren wist. De procedure deugde wel, concludeert het ministerie.

“De mogelijke schade werd door de Nederlandse Red Card Holder (RCH) beoordeeld als niet buitensporig in verhouding tot het verwachte militaire voordeel”. Zo staat beschreven in het onderzoek dat Defensie zelf naar het incident deed.

Verslaggever Lex Runderkamp was vorig najaar in Hawija; vier jaar na de bomaanval was daar nog veel schade te zien.

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

Driemaal moest het kabinet zich dit najaar voor de kwestie verantwoorden in de Tweede Kamer. Volgens premier Rutte kon de Kamer al die jaren niet worden bijgepraat over het incident omdat het “protocol” het op dat moment niet toeliet vanwege de veiligheid van de vliegers.

“Het is niet zo dat kennis over wel of geen burgerslachtoffers gedeeld had kunnen worden met de Kamer, want vanwege de veiligheid van vliegers was het protocol op dat moment dat dit niet met de Kamer werd gedeeld”,Premier Rutte op 27 november in de Tweede Kamer

NRC en NOS vroegen ook alle documenten op die betrekking hebben op het transparantiebeleid van het kabinet, maar nergens blijkt dat er een protocol was dat niet toestond dat de Kamer werd geïnformeerd. Het enige protocol dat is gedeeld is “de procedure minimaliseren/melden burgerslachtoffers”, waarin de afspraken staan die de betrokken ministeries maakten bij de aanvang van de missie tegen IS in 2014.

Uit dat protocol blijkt juist het tegendeel: “Per casus (…) wordt bezien of de Tweede Kamer op de hoogte moet worden gesteld”, zo is de afspraak bij incidenten met burgerdoden. In geen enkel document wordt verwezen naar de veiligheid van de vliegers of afspraken die met vliegers zouden zijn gemaakt.

Pas als minister van Defensie Bijleveld in 2019 gehoor wil geven aan de wens van Kamer om transparanter te zijn, wordt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) gevraagd om een analyse te maken van de “mogelijke risico’s voor de veiligheid” wanneer het beleid zou worden aangepast. Wat de uitkomst van die analyse is, wordt niet vermeld.

Bekijk ook;

 

Nederland hoort nabestaanden van burgerslachtoffers te compenseren

NU 10.02.2020 Als Nederland deelneemt aan een militaire ingreep in het buitenland en burgerslachtoffers veroorzaakt, dan kan de Staat volgens de wet verplicht worden om schadeclaims van bijvoorbeeld nabestaanden te honoreren, blijkt uit een in 2014 opgesteld document dat maandag door het ministerie van Defensie is vrijgegeven.

In de nota worden geen procedures genoemd die slachtoffers moeten doorlopen. Ook eventuele geldbedragen worden niet verder uitgelicht.

De richtlijnen van het departement staan haaks op de lijn die Defensieminister Ank Bijleveld volhield rondom de doden bij luchtaanvallen in 2015 in de Iraakse stad Hawija. Tenminste zeventig mensen kwamen daarbij om het leven. Bijleveld stelde dat nabestaanden voor compensatie in eerste instantie bij Irakese autoriteiten moesten aankloppen, omdat Irak onder andere Nederland had gevraagd om hulp in de strijd tegen Islamitische Staat (IS).

Een woordvoerder van Defensie laat in gesprek met het NRC weten dat het departement nog steeds achter dat standpunt staat. Echter blijkt uit het document dat er geen verdrag is met Irak waarin mogelijke schadeclaims zijn opgenomen. “Noch is er de verwachting dat dit verdrag er gaat komen.”

‘Document gaat rol spelen in mogelijke zaak Irakezen tegen de Staat’

Het dagblad berichtte al eerder dat tientallen Irakezen een schadeclaim voorbereiden tegen de Nederlandse Staat, omdat zij vinden dat ze slachtoffer zijn geworden van de luchtaanval in Hawija. Hun advocaat Liesbeth Zegveld voorspelt dat het document “een rol gaat spelen bij de komende procedure”.

Nederland nam van oktober 2014 tot en met juni 2016 deel aan de missie om IS te bestrijden in Irak. In 2018 werd de missie weer hervat en uitgebreid naar Syrië. Nederlandse F-16’s hebben ongeveer drieduizend missies voltooid en in zeven van de tien missies hun wapens ingezet.

Lees meer over: Politiek  Ministerie van Defensie

De omgeving van de explosievenfabriek in Hawija werd volledig verwoest NOS

Defensie had in 2014 al richtlijn voor compensatie burgerslachtoffers Irak

NOS 10.02.2020 Defensie heeft in 2014 intern al afgesproken dat Nederland een schadevergoeding zou betalen aan nabestaanden van eventuele slachtoffers van Nederlands militair ingrijpen in Irak.

Dat blijkt uit stukken uit dat jaar die het ministerie van Defensie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Toch heeft het kabinet geen enkele poging gedaan om nabestaanden van Nederlandse bombardementen in Hawija en Mosul te compenseren.

Bij een bombardement door een Nederlandse F-16 kwamen in 2015 in Hawija zeker zeventig burgers om het leven. Het doelwit was een bommenfabriek van Islamitische Staat, maar daar lag zo’n grote hoeveelheid explosieven dat een nabijgelegen wijk volledig werd verwoest.

Nadat de NOS en NRC Handelsblad daar in oktober over hadden bericht, zei minister Bijleveld dat zij ervan uitging dat Irak voor de schadevergoeding voor de nabestaanden zou opdraaien. “Het is de internationale afspraak dat het in het land zelf wordt afgewikkeld”, zei Bijleveld, al moest ze wel erkennen dat dit “niet allemaal zo makkelijk en soepel” zou gaan.

Compensatieregelingen

Uit de interne stukken die nu naar de Kamer zijn gestuurd, blijkt dat Defensie in 2014 ervan uitging dat Nederland een verantwoordelijkheid zou hebben voor eventuele burgerslachtoffers.

“Indien er sprake is van burgerslachtoffers door Nederland, worden er compensatieregelingen opgesteld”, meldt een bijlage bij de nota ‘Procedure minimaliseren/melden burgerslachtoffers’ van het ministerie van Defensie.

“Er is geen verdrag met Irak waarin eventuele schadeclaims zijn opgenomen, noch is er de verwachting dat er een verdrag gaat komen. De Nederlandse staat kan op basis van wettelijke aansprakelijkheid worden aangesproken. Deze aansprakelijkheid is niet uit te sluiten. We kennen hiervoor geen standaardprocedures of geldbedragen.”

Verslaggever Lex Runderkamp bezocht de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel. Zo zag het er in oktober uit:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

“Dit document gaat zeker een rol spelen bij de komende procedure van de slachtoffers van Hawija en Mosul”, zegt advocaat Liesbeth Zegveld die zestig nabestaanden bijstaat. “Er blijkt namelijk duidelijk uit dat Nederland verantwoordelijkheid neemt voor burgerslachtoffers, inclusief de civiele procedures die hieruit voortvloeien. En zo hoort het ook.”

Volgens minister Bijleveld is nooit met zekerheid vastgesteld dat er bij de Nederlandse luchtaanval op de bommenfabriek in Hawija burgers zijn omgekomen. Bij een aanval op Mosul in 2015, waarbij het doel geen IS-hoofdkwartier maar een woonhuis bleek te zijn, staat volgens de minister wel vast dat er twee burgers zijn overleden. Toch heeft defensie ook in die zaak nooit contact gezocht met de nabestaanden.

Pas na de publicatie van NOS en NRC over Hawija heeft de minister aan de Kamer toegezegd om te gaan kijken naar de mogelijkheid om een schadevergoeding uit te keren.

Niet eerder mogelijk

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie zegt dat het tot nu toe niet mogelijk was om over te gaan tot het aanbieden van een vrijwillige vergoeding, want dat zou hebben “geleid tot het openbaar worden van de exacte locatie, datum en het vermoedelijke aantal burgerslachtoffers van deze aanvallen. Naar het oordeel van het kabinet was dit gedurende de hele inzetperiode omwille van veiligheidsredenen niet mogelijk.”

Met andere woorden: zolang de aanvallen niet publiekelijk door het kabinet waren erkend, hoefde er niet te worden overgaan tot het uitkeren van vergoedingen.

De volledige reactie van Defensie

Zoals de minister in de brief van 4 november 2019 heeft aangegeven, geldt op grond van het algemene internationaalrechtelijke beginsel van soevereiniteit van een staat, dat het aan Irak zelf is hoe wordt omgegaan met schade die als gevolg van het verzoek tot militaire steun wordt veroorzaakt.

Hieruit vloeit voort dat Iraakse burgers in eerste instantie terecht kunnen bij de Iraakse autoriteiten. Voor staatsaansprakelijkheid en de verdeling daarvan is geen specifiek verdrag tussen Nederland en Irak vereist. De uitspraken over de verantwoordelijkheid van Irak zijn gebaseerd op de algemeen geldende rechtsregels daaromtrent in het internationaal recht.

Zowel voor Hawija als Mosul is Defensie van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig geweldgebruik. Daarmee is er geen sprake van civielrechtelijke aansprakelijkheid en vormen deze gevallen geen aanleiding om over te gaan tot het uitkeren van een schadevergoeding. Wel kan Defensie besluiten over te gaan tot een vrijwillige vergoeding.

Het aanbieden van een vrijwillige vergoeding voordat Defensie betrokkenheid bij de Hawija- en Mosul-casus had vrijgegeven, had echter geleid tot het openbaar worden van de exacte locatie, datum en het vermoedelijke aantal burgerslachtoffers van deze aanvallen. Naar het oordeel van het kabinet was dit gedurende de hele inzetperiode omwille van veiligheidsredenen niet mogelijk. De Kamer is hierover geïnformeerd in de brief van 4 november jl.

Momenteel onderzoekt Defensie de mogelijkheden om de getroffen gemeenschappen n.a.v. de wapeninzet te compenseren door middel van een vrijwillige vergoeding.

Bekijk ook;

Iraaks slachtoffer Nederlandse bommen wacht nog steeds op ‘sorry’ van de minister

AD 24.01.2020 In november erkende het ministerie van Defensie dat het Nederlandse bommen waren die het huis én het gezin van Basim Razzo vernietigde. Nu bijna drie maanden later heeft weduwnaar Razzo nog niets gehoord van de Nederlandse autoriteiten. ,,Ik vind dat ik recht heb op een verontschuldiging.’’

Jarenlang zweeg het Nederlandse ministerie van Defensie. Maar afgelopen november gaf minister Ank Bijleveld (CDA) toe dat de bommen die op 20 september 2015 de woningen van Basim Razzo en zijn broer in de Iraakse stad Mosul vernietigde, waren afgeworpen door een Nederlandse piloot.

Bij de aanval kwamen Basims vrouw Mayada, zijn dochter Tuqa (21), zijn broer Mohannad en zijn neef Najib (18) om. Het Nederlandse bombardement bleek gebaseerd op onjuiste informatie van de Amerikanen. Die dachten dat de twee woonhuizen een hoofdkwartier van terreurgroep IS waren. Maar de bewoners bleken niets met IS te maken te hebben, gaf de VS later toe.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Uit fatsoen en als een morele daad van erkenning verwacht ik dat Nederland contact opneemt, aldus Basim Razzo.

Razzo, die zelf zwaargewond raakte bij de aanval: ,,Ik kan geen reden bedenken waarom ik nog niets van de Nederlandse overheid heb gehoord. Uit fatsoen en als een morele daad van erkenning van verantwoordelijkheid verwacht ik dat ze contact opnemen en het juiste doen. Ik vind dat ik recht heb op een officiële verontschuldiging en daarna een echte compensatie voor het verlies van vier levens en twee huizen.’’

De Irakees wordt inmiddels bijgestaan door de Nederlandse advocate Liesbeth Zegveld. Zij gaat de Nederlandse staat aansprakelijk stellen voor de materiële (zijn woning, zijn auto en de medische kosten) en de immateriële schade (het overlijden van vier familieleden). ,,Maar het is eigenlijk schandelijk dat we daarvoor een juridische procedure moeten volgen’’, stelt Zegveld. ,,Er is zeker een schikking mogelijk.’’

Ik heb vertrouwen in de menselijk­heid van het Nederland­se systeem en vertrouw erop dat ik gerechtig­heid krijg, aldus Basim Razzo.

Razzo zelf: ,,Ik heb vertrouwen in de menselijkheid van het Nederlandse systeem en ik vertrouw erop dat ik gerechtigheid zal krijgen.’’ Een eerdere ‘genoegdoening’ van het Amerikaanse leger van 15.000 dollar weigerde hij vanwege het lage bedrag en omdat de VS niet de verantwoordelijkheid voor de aanval op zich wilde nemen.

Basim Razzo verloor zijn gezin en zijn woning in Irak door een Nederlandse bom. De bom werd afgeworpen na foutieve inlichtingen van de Amerikanen. © privé

De woningen van Basim Razzo en zijn broer Mohannad vier weken voor de aanval. © TerraServer, DigitalGlobe

De twee woningen na de aanval © TerraServer, DigitalGlobe

Nederland, dat onderdeel uitmaakt van de door de Amerikanen aangevoerde anti-IS coalitie, wilde jarenlang geen openheid van zaken geven, maar in november erkende Bijleveld de Nederlandse betrokkenheid bij twee incidenten: de aanval op de woning van Razzo en een bombardement in de Iraakse stad Hawija. Bij die aanval op een bommenfrabriek van IS vielen in de directe omgeving meer dan zestig burgerslachtoffers omdat er in het complex veel meer explosieven aanwezig dan de Coalitie dacht.

Hawija

Bij het bombardement in Hawija is veel lastiger te reconstrueren wie precies slachtoffers zijn van de aanval, bij de aanval in Mosul is dat duidelijk: Basim en de enige andere overlevende, zijn schoonzus. Razzo is niet lastig te traceren. ,,Mijn gegevens zijn doorgegeven aan het ministerie.’’ Hij spreekt ook vloeiend Engels; Razzo woonde jarenlang in de VS voor hij terugverhuisde naar Irak.

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie zegt niet te weten waarom er nog geen contact met Razzo is opgenomen. Wel zegt hij dat er over enkele weken een brief naar de Tweede Kamer gaat waarin de minister verder ingaat op de afhandeling van de bombardementen. ,,Nederland is wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk. Desondanks willen we kijken wat we op vrijwillige basis voor de gemeenschappen kunnen doen.’’

Bij het bombardement kwamen Basims vrouw Mayada (links), zijn broer Mohannad (midden), zijn neef Najib (rechts) en zijn dochter Tuqa (onder) om. © privé

© privé

‘Slachtoffers van Nederlandse bom in Hawija melden zich voor compensatie’

NU 17.01.2020 Tientallen mensen eisen een schadevergoeding van de Nederlandse staat voor het vernietigen van een woonwijk in de Iraakse stad Hawija in 2015, meldt Trouw. De slachtoffers worden bijgestaan door advocaat Liesbeth Zegveld.

Zegveld bereidt een zaak tegen de Nederlandse staat voor. Inmiddels hebben zich zestig mensen bij haar gemeld, omdat ze een compensatie van de staat willen voor de veroorzaakte schade.

Dit aantal kan nog oplopen. De hoogleraar, gespecialiseerd in oorlogsrecht, werkt samen met de hulporganisatie Al Gad in de Iraakse stad Kirkuk. Bij deze organisatie hebben zich al duizenden mensen gemeld.

Al Gad werkt sinds oktober aan de Hawija-zaak. Tofan Awad, die de organisatie leidt, identificeert de slachtoffers en controleert of de meldingen kloppen. Hij verzamelt ooggetuigenverklaringen en ondersteunend bewijs.

‘Bewijsmateriaal verzamelen is niet makkelijk’

Bewijsmateriaal verzamelen is “bepaald niet makkelijk”, stelt Awad in Trouw. Hawija was in 2015 bezet door Islamitische Staat (IS). Doordat er geen overheidsziekenhuizen en plaatselijke overheid waren, was er geen goede burgerregistratie. Sterfgevallen moeten nu door getuigen bevestigd zijn en ook gewonden moeten met bewijs komen.

Volgens de organisatie zijn waarschijnlijk niet alle meldingen van slachtoffers van de Nederlandse bom.

Zegveld vraagt zich in Trouw af of de staat zal vasthouden aan de opstelling dat er rechtmatig gehandeld is, maar dat er onjuiste inlichtingen waren over de hoeveelheid explosieven in de fabriek en over de nabijheid van burgers. “Ik hoop dat Nederland voor slachtoffers van Hawija alsnog zijn verantwoordelijkheid neemt”, zegt ze.

Burgerdoden werden lang verzwegen

In juni 2015 voerden Nederlandse F-16’s een luchtaanval uit op een bommenfabriek van IS. Bij de aanval werd ook een woonwijk verwoest. In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen.

Er vielen minstens zeventig doden. Ook raakten ongeveer honderd mensen gewond. Het Nederlandse kabinet gaf dit in oktober toe, nadat de burgerdoden eerder werden verzwegen.

Zegveld zegt in Trouw dat er “extra leed is toegevoegd door te zwijgen”.

Lees meer over: Irak Politiek

Het industriegebied in Hawija is volledig verwoest NOS

60 mensen willen vergoeding van Staat om aanval Hawija

NOS 17.01.2020 Zestig mensen hebben zich gemeld bij advocaat Liesbeth Zegveld omdat ze een schadevergoeding willen van de Nederlandse Staat wegens het bombardement op Hawija in Irak. Volgens de advocaat kan dat aantal nog oplopen. Zegveld bereidt namens de slachtoffers een schadeclaim voor.

In oktober onthulden NOS en NRC dat in 2015 bij een aanval van een Nederlandse F-16 in Irak zeker zeventig burgers zijn gedood. Door het bombardement op een autobommenfabriek van IS en de daarop volgende explosies werd een wijk in Hawija verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS.

Rol van Nederland

Slachtoffers en nabestaanden hebben de hulp gevraagd van Zegveld. “Waar het om gaat is de vraag: wat heeft Nederland gedaan om te voorkomen dat er zo veel burgerslachtoffers zouden vallen”, zei ze eerder. Ze vindt dat bewoners gewaarschuwd hadden kunnen worden met pamfletten dat er een bombardement zou komen.

Sinds het nieuws over het bombardement bekend werd heeft de Tweede Kamer meerdere keren over de kwestie gedebatteerd. Daarbij ging het over de vraag of er doelbewust informatie is achtergehouden na het Nederlandse bombardement. Premier Rutte zei in een debat eind november dat er geen sprake is van een doofpot.

Wel erkende hij dat er in een brief van toenmalig minister Hennis over de luchtaanval een fout stond. Er werd gesuggereerd dat er geen burgerdoden waren, terwijl er zo’n 70 slachtoffers bleken te zijn.

Bekijk ook;

VS en bondgenoten staken trainingsmissie in Irak, militairen extra beveiligd

NU 04.01.2020 De Verenigde Staten en hun bondgenoten staken vanwege de verhoogde dreiging van een aanval uit Iran per direct en voor onbepaalde tijd trainingen van Iraakse militairen in opleiding, laat een woordvoerder van de NAVO zaterdag weten. De bescherming van alle troepen die meedoen aan de militaire operatie Inherent Resolve (OIR) wordt opgeschaald.

Dat besluit zou ook Nederlandse militairen en experts onder verscherpt toezicht stellen. Nederland nam samen met veertien andere bondgenoten van de VS deel aan OIR.

“De veiligheid van ons personeel in Irak gaat boven alles”, zegt woordvoerder Dylan White van de NAVO. “Wij blijven alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen. De NAVO-missie wordt voortgezet, maar de trainingsactiviteiten worden tijdelijk opgeschort.”

Uit een Kamerbrief (meer) van medio oktober blijkt dat in Noord-Irak en Bagdad ten minste zestig Nederlandse militairen actief zijn, mogelijk gesteund door twintig experts. De Nederlandse militairen geven onder meer trainingen aan Koerdische en Iraakse militairen in het gebied.

Uitgerekend in Bagdad vond in de nacht van vrijdag op zaterdag een nieuwe luchtaanval plaats. Een konvooi van de door Iran gesteunde militiegroepering Popular Mobilisation Forces (PMF) werd onder vuur genomen. Ten minste zes mensen kwamen daarbij om het leven, aldus Iraakse staatsmedia.

Het land vermoedt dat de Amerikanen achter de aanval zitten. In de drie uitgebrande auto’s zouden medici en geen hooggeplaatste militairen hebben gezeten.

Een woordvoerder van de OIR ontkent zaterdagochtend dat de internationale coalitie de laatste dagen luchtaanvallen heeft uitgevoerd ten noorden van Bagdad.

Trump: ‘VS wil oorlog met Iran voorkomen, niet starten’

Conflict tussen Iran en VS escaleert na dood Iraanse generaal

De spanningen tussen de VS en Iran zijn opgelaaid nadat de Amerikanen vrijdag de Iraanse generaal Qassem Soleimani doodden bij een luchtaanval op een vliegveld in Irak. Soleimani gold als de belangrijkste militair en op grootayatollah Ali Khamenei na machtigste man in Iran. Hij wordt zaterdag begraven in Bagdad.

Iran zint op wraak en dreigt hard terug te slaan naar de Amerikanen. President Donald Trump nam daarom de beslissing om drieduizend extra militairen naar het gebied te sturen om de veiligheid in de regio te waarborgen. Eerder deze week ging een bataljon van 750 militairen hen al voor.

Sinds mei hebben de Amerikanen al ongeveer veertienduizend extra militairen naar het Midden-Oosten gestuurd naar aanleiding van de groeiende onrust.

Democraat Sanders wil met wet macht Trump aan banden leggen

De lijn van Trump kwam hem op kritiek van de Democraten te staan. Chuck Schumer, de Democratische fractievoorzitter in de Senaat, vindt dat Trump “niet het recht heeft om een oorlog met Iran te beginnen”. Volgens hem moet het Amerikaanse Congres, waarin de Democraten de scepter zwaaien, daar toestemming voor geven.

Presidentskandidaat Bernie Sanders wil verdere “militaire plannen” van Trump met een wetsvoorstel dwarsbomen. In de nacht van vrijdag op zaterdag introduceerde hij een maatregel waarmee het Congres straks vrijwel iedere uitgave van Trump in het Midden-Oosten moet goedkeuren.

Zie ook: Aanval op Iraanse generaal is kantelpunt: alles wat je erover moet weten

Lees meer over: Iran  Verenigde Staten  Donald Trump  Buitenland  Spanningen Iran

Onder dit soort erbarmelijke omstandigheden moesten de Nederlandse commando’s in Irak hun ’medische wonderen’ verrichten. Ⓒ Ministerie van Defensie

Nederlandse gewondenverzorgers onderscheiden voor werk in Irak

Telegraaf 19.12.2019 Nederlandse militaire gewondenverzorgers hebben eind 2016 in Irak honderden levens gered tijdens de slag om Mosul. Aan de inzet van deze special forces medics werd geen ruchtbaarheid gegeven, maar deze komt naar buiten nu veertien militairen van het Korps Commandotroepen en MARSOF-mariniers ervoor worden onderscheiden.

Elitemilitairen geven altijd hoog op van hun training. Daarop zijn kapitein Matthijs en de korporaals Nick, Henk en Joris geen uitzondering. Maar wat zij tussen oktober en december 2016 te verstouwen kregen, daar kon geen training hen op voorbereiden. De commando’s waren in Noord-Irak voor het opleiden van lokale speciale eenheden, toen de strijd tegen IS naar een climax ging met de aanval op Mosul, het laatste bolwerk van het kalifaat.

In het veld krijgen teamleider Matthijs en gewondenverzorger Nick door dat er grote behoefte is aan militairen die een opvangpost kunnen bemannen buiten Mosul. De plek waar de eerste medische handelingen zullen worden verricht om gewonden te stabiliseren voor vervoer naar een ziekenhuis, een uur verderop in Erbil. Met niet meer dan wat ze in hun rugzakken hebben, vertrekt een groepje commando’s en mariniers richting het aanstaande front.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„’s Ochtends stond ik nog op de schietbaan instructie te geven, ’s avonds waren we bezig de tenten op te zetten die we van de Irakezen hadden gekregen; en toen kwamen al de eerste gewonden”, vertelt geneeskundige Henk. Zijn leidinggevende Matthijs knikt. „We hebben spullen en medicijnen bij elkaar gezocht en zijn aan de slag gegaan. Ons werk doen op een geïsoleerde plek, met weinig middelen, zonder hulp van buitenaf; dat is waarvoor special forces zijn opgezet.”

Van ’s ochtends vroeg tot het invallen van de duisternis krijgen de Nederlanders een stroom van ernstig gewonden in hun tenten. Eerst veel burgers, dan vooral militairen. De mensen worden neergelegd op veldbedjes en daar moeten Nick, Henk en Joris werk doen dat in Nederland het domein is van traumateams: schotwonden ontsmetten en hechten, tourniquets waarmee ernstige bloedingen worden gestopt aanleggen en door explosieven afgeblazen ledematen verbinden. Tijd om erover na te denken is er nauwelijks. De ambulances blijven komen.

Levensreddend werk in een tentje in Irak.

Levensreddend werk in een tentje in Irak.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„Je komt in een soort van rush. Je doet je ding en blijft doorgaan. De positieve feedback van de Irakezen helpt en wanneer je ziet dat je mensen kunt redden, krijg je daar ook een boost van”, vertelt korporaal Henk. „Er waren ook wel minder leuke dingen”, zegt Nick met gevoel voor understatement. „Mensen die onder je ogen dood gaan en kinderlijkjes die worden binnengebracht; maar je kunt het er wel met de man naast je over hebben. Als je dan denkt: we hebben er alles aan gedaan, dan is het goed.”

Collega Joris knikt. „Als we ’s avonds het bloed van de vloer dweilden, hadden we het er ook wel over. Natuurlijk maak je krankzinnige situaties mee. Dat je aan het lunchen bent in een ruimte waar in de hoek drie bodybags liggen. Je kunt die stoffelijke overschotten meegeven aan een ambulance, maar wat als er dan nieuwe gewonden worden binnengebracht die naar het ziekenhuis moeten? Dan kun je die ambulance beter laten wachten en de lege plekken voor die patiënten gebruiken. Dat soort ethische dilemma’s waren er vrijwel permanent en er is niemand die deze voor je oplost.”

Bewijs

Maar liefst 798 gewonden passeren de Nederlandse post, die mee verhuist met het opschuivende front. De Nederlanders ’verliezen’ maar tien tot twintig patiënten. Het team concludeert dat de meeste gewonden het zonder de eerste hulp niet hadden gehaald. Het belang dat de Irakezen aan het werk hechten, is volgens Matthijs het ultieme bewijs van het Nederlandse succes. Toen de commando’s en mariniers vanwege het wachten op politieke toestemming voor een verplaatsing niet actief waren, werd een deel van de operatie in Mosul stilgelegd.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„Zonder de zekerheid dat iemand voor ze zou zorgen wanneer ze gewond raakten, was de wil van de Irakezen om te vechten niet groot”, legt de officier uit. „Dat is logisch. Als militair wil je die zekerheid hebben. Ik weet na Mosul dat als je gewond raakt, je niet in betere handen kunt zijn dan bij deze jongens.”

’Zonder hen was ik dood in Iraakse greppel geëindigd’

De Nederlandse cameraman Sebastiaan Knoops werkte zich bij CNN op naar de eredivisie van de tv-journalistiek: filmen in oorlogs- en crisisgebieden. Alles ging crescendo, tot een oktoberdag in 2016, die hij alleen dankzij onwaarschijnlijk veel geluk en Nederlandse gewondenverzorgers wist te overleven.

Knoops is die dag vanuit het Iraakse Erbil onderweg naar Mosul. De CNN-ploeg rijdt in een gepantserde suv en heeft een Britse oud-militair van de elite-eenheid SAS bij zich als veiligheidsadviseur. De dreiging blijkt alleen niet van het slagveld te komen, maar vanuit het brein van de lokale chauffeur.

„Hij kreeg een epileptische aanval”, vertelt Knoops. „De chauffeur duwde het gaspedaal daardoor helemaal in en de auto ging steeds harder rijden. Onze veiligheidsman probeerde zijn voet van het pedaal te krijgen, maar dat lukte niet. We schijnen tegen de 200 km/u te hebben gereden en toen flipte de auto. Ik ben eruit geslingerd en met mijn hoofd tegen een rots geklapt.”

Cameraman Sebastiaan Knoops dankt zijn leven aan de hulp van de Nederlandse commando’s in Irak.

Cameraman Sebastiaan Knoops dankt zijn leven aan de hulp van de Nederlandse commando’s in Irak.

Midden in de woestijn eindigen met zwaar inwendig letsel, ernstig hoofd- en hersenletsel en veel bloedverlies. De kans dit te overleven zou normaal heel erg klein zijn, constateert Knoops nu. Maar na het ongeluk keren zijn kansen. Een ambulancebemanning ziet de crash gebeuren. Nog voor de wielen van de over de kop geslagen suv zijn gestopt met draaien, beginnen de broeders met de hulpverlening. Het tweede geluk is dat de Nederlandse commando’s zich twee dagen eerder hebben gemeld bij de lokale autoriteiten. Daardoor weten de ambulancemedewerkers waar ze Knoops heen kunnen brengen.

„Een van de risico’s die je loopt met hersenschade, is stikken”, vertelt de Nederlander. „De commando’s hadden twee uur voor mijn ongeluk zuurstofflessen gekregen, Daarmee konden ze me redden. Ze brachten me daarna naar Erbil. Ik was de hele tijd bij bewustzijn, maar ik kan me er niets meer van herinneren. De hele maand na het ongeluk ben ik kwijt. Ik heb alles wat er is gebeurd van anderen gehoord.”

“De hele maand na het ongeluk ben ik kwijt”

In Erbil kiezen de elitemilitairen er op advies van een Nederlandse arts voor Knoops naar een privéziekenhuis te brengen. Die keuze blijkt essentieel. De zorg in het hospitaal is uitstekend. De artsen doen hun werk zo goed, dat de cameraman in Nederland niet opnieuw onder het mes hoeft. Hij kan er beginnen met revalidatie. Terwijl Knoops werkt aan wat een volledig herstel zal worden, staan de commando’s aan zijn bed.

„Ze hadden nog wat voor me meegenomen: mijn laarzen. Ik dacht dat ik die kwijt was geraakt, maar zij bleken die voor me te hebben bewaard. Ik kreeg ze terug met het stof en de modder er nog op. Het is heel simpel, zonder de Nederlanders was ik dood in een Iraakse greppel geëindigd. Daarom ben ik ze enorm dankbaar.”

Bekijk meer van; gewapend conflict krijgsmacht Sebastiaan Knoops Mosoel Irak

Missie in Irak tot 2021, Kamer wil druk op Bagdad

Telegraaf 19.12.2019 De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd donderdag gedebatteerd.

In het midden en zuiden van Irak wordt al vele weken betoogd tegen de slechte economische toestand, de corruptie en de invloed van Iran. De politie treedt hard op. Er vielen al meer dan vijfhonderd doden.

Demonstraties Irak

De Kamer is zeer bezorgd over het neerslaan van de demonstraties. Er moet een „stevig signaal” naar de regering in Bagdad worden gestuurd dat een regering die zo optreedt niet op steun hoeft te rekenen, zei Joël Voordewind (ChristenUnie). Volgens Bram van Ojik (GroenLinks) moet gekeken worden of de missie kan worden aangepast.

Het kabinet deelt de zorgen van de Kamer. We gaan niet zonder voorwaarden door met de missie, aldus minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken). Als de Iraakse regering grenzen overschrijdt, zal dat volgens hem helder worden aangegeven. Door Nederland getrainde troepen zouden niet betrokken zijn bij het onderdrukken van de protesten.

Meerderheid

Een ruime meerderheid van de Kamer steunt de verlenging. Sadet Karabulut (SP) vindt dat de bijdrage moet worden opgeschort vanwege het harde optreden tegen de betogers. SP, PVV en DENK stemmen tegen verlenging.

Bekijk meer van; burgerlijke onrust Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kamer steunt missie in Irak, maar wil druk op regering om geweld tegen betogers

AD 19.12.2019 De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd vanmiddag gedebatteerd.

In het midden en zuiden van Irak wordt al vele weken betoogd tegen de slechte economische toestand, de corruptie en de invloed van Iran. De politie treedt hard op. Er vielen al meer dan vijfhonderd doden.

Demonstraties

De Kamer is zeer bezorgd over het neerslaan van de demonstraties. Er moet een ‘stevig signaal’ naar de regering in Bagdad worden gestuurd dat een regering die zo optreedt niet op steun hoeft te rekenen, zei Joël Voordewind (ChristenUnie). Volgens Bram van Ojik (GroenLinks) moet gekeken worden of de missie kan worden aangepast.

Het kabinet deelt de zorgen van de Kamer. We gaan niet zonder voorwaarden door met de missie, aldus minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken). Als de Iraakse regering grenzen overschrijdt, zal dat volgens hem helder worden aangegeven. Door Nederland getrainde troepen zouden niet betrokken zijn bij het onderdrukken van de protesten.

Een ruime meerderheid van de Kamer steunt de verlenging. Sadet Karabulut (SP) vindt dat de bijdrage moet worden opgeschort vanwege het harde optreden tegen de betogers. SP, PVV en Denk stemmen tegen verlenging.

Bijleveld gaat Amerikanen nog een keer vragen naar burgerdoden Hawija

NOS 19.12.2019 Minister Bijleveld van Defensie gaat nog een keer bij de Amerikaanse legerleiding navragen op welk moment duidelijk was dat er bij het bombardement van Nederlandse F16’s op het Iraakse Hawija zeker 70 burgers zijn gedood.

Dat zegde ze toe in het interpellatiedebat over de kwestie in de Tweede Kamer. Het kabinet heeft tot nu toe gezegd dat nooit officieel is vastgesteld hoeveel burgerdoden er zijn gevallen, en dat daarom de ernst van de situatie nooit echt is doorgedrongen in Den Haag. Pas vorige maand drong dat besef door, zegt het kabinet.

Maar een Amerikaanse kolonel meldt vandaag aan de NOS en NRC Handelsblad dat de 70 doden van de luchtaanval in 2015 al sinds 1,5 jaar worden meegerekend in het totale aantal burgerdoden dat bij de missie in Irak is gevallen. Tijdens het debat eisten Kamerleden van onder meer SP en D66 daar opheldering over. Vooral oppositiepartijen vermoeden dat de Kamer onjuist is geïnformeerd over de burgerslachtoffers door Nederlands vuur.

Officiële lijn

Bijleveld verwees naar de officiële informatie die ze van de Amerikanen krijgt. “Daar moet ik het mee doen, de informatie uit de officiële lijn.” Ze heeft op verzoek van de Kamer specifiek gevraagd of de mogelijke burgerdoden van Hawija zijn meegeteld bij het totaal. Ze las het officiële antwoord van het Amerikaanse hoofdkwartier Centcom in de Kamer voor.

Daarin staat dat alleen de daadwerkelijk vastgestelde burgerdoden zijn meegeteld. Bij Hawija is het wel aannemelijk dat er onschuldige slachtoffers zijn gevallen, maar het precieze aantal is volgens Centcom niet vast te stellen.

“Ik vind het waardeloos wat er nu gebeurt”, zei Bijleveld tijdens het debat. De kolonel die de NOS en NRC gesproken hebben is volgens haar niet een woordvoerder van Centcom.

“Maar ik ben uiteraard bereid om nog een keer navraag te doen. En als ik nieuwe informatie krijg, zal ik dat delen met de Kamer. Ik wil geen enkele burgerdode verzwijgen. Het kabinet vindt het al akelig genoeg dat dit gebeurd is in Hawija.”

Woordvoerder Centcom

In het debat meldde minister Bijleveld dat kolonel Myles Caggins geen officiële woordvoerder van Centcom is. Hij is dat wel, maar niet voor het hoofdkwartier van Centcom in Florida. Caggins werkt namens Centcom in Bagdad als woordvoerder van de internationale coalitie Operatie Inherent Resolve, waar Nederland deel van uitmaakt.

Sinds 2016 worden de burgerdoden-rapportages niet meer gemaakt door het Centcom-hoofdkwartier in Florida, maar door een team dat werkzaam is voor de internationale coalitie. Namens hen voert Caggins het woord. Het Nederlandse ministerie van Defensie onderhoudt contacten met Centcom via een Nederlandse liaison die werkzaam is namens Nederland in Florida.

Bekijk ook;

© Foto Bart Maat/ANP Minster Ank Bijleveld van Defensie (CDA) moest donderdag opnieuw naar de Kamer over het bombardement van Nederlandse F-16’s op Hawija.

Opnieuw irritatie in Kamer om Hawija-bombardement

MSN 19.12.2019 Het lag nog op de loer, op de laatste dag voor het Kerstreces: een nieuw politiek ongeluk. Na het aftreden van staatssecretaris Menno Snel (Financiën, D66), woensdag vanwege de toeslagenaffaire, waren donderdag alle ogen gericht op CDA’er Ank Bijleveld. De minister van Defensie wachtte een lastig debat rondom ‘Hawija’, het Nederlandse bombardement in Irak in juni 2015. Het was alweer het derde debat over dit onderwerp in twee maanden tijd, de SP had het aangevraagd.

De centrale vraag in het debat: vielen er nu wel of niet zeventig doden als gevolg van die bomaanval, ruim vier jaar geleden? Een Nederlandse F-16 mikte op een bommenfabriek van terreurgroep IS en veroorzaakte onbedoeld een kettingreactie aan explosies. Volgens Bijleveld is het precieze aantal burgerdoden nooit vastgesteld door ‘Centcom’, het Amerikaanse opperbevel.

De minister bezwoer de Tweede Kamer donderdag dat dit deze week nog „op zeer hoog niveau” door de Amerikanen is bevestigd. Hierover waren twijfels ontstaan door berichtgeving in radioprogramma De Nieuws BV. Volgens Bijleveld zijn de Hawija-slachtoffers nooit meegeteld in de officiële lijst met burgerdoden in de strijd tegen IS.

Maar klopt dit wel? Donderdag concludeerde Airwars, een collectief dat onderzoek doet naar burgerslachtoffers, dat ‘Hawija’ wel degelijk in tabellen is verwerkt. Een opvallende piek in het aantal burgerdoden rond juni 2015 zou alleen te verklaren zijn door het Nederlandse bombardement.

Vlak voor het debat kwamen NRC en NOS met nog een bevestiging. Volgens kolonel Myles Caggins, woordvoerder bij Centcom in Bagdad, telt de internationale anti-IS-coalitie „de ongeveer zeventig doden uit de luchtaanval op Hawija in 2015 al zeker achttien maanden mee in het totale aantal burgerdoden”. Het zette het debat op scherp. Houdt het kabinet iets achter?

Begin november leek er nog niet veel aan de hand. Toen bevestigde Defensie de zeventig doden nog. Eind van de maand trokken zowel Bijleveld als premier Mark Rutte (VVD) dat getal echter plotseling in twijfel. In een Kamerdebat, op 27 november, zeiden ze dat helemaal niet vaststond dat er zoveel doden waren gevallen – navraag bij Centcom had dat uitgewezen. Na het debat betitelde de premier tegenover BNR de getallen over zeventig doden zelfs als „geruchten” en „irrelevant”.

Deze donderdag was Bijleveld in het debat duidelijk verrast door de verklaring van Caggins dat de zeventig doden wat de VS betreft onbetwist zijn. Ze noemde de kolonel „een meneer die ik niet ken” en de almaar groeiende verwarring „vervelend en waardeloos”. Ze voelde zich zelfs genoodzaakt om te citeren uit een officieel antwoord van Centcom waarin het opperbevel zwart op wit verklaart dat de burgerdoden in Hawija „waarschijnlijk” zijn maar „onmogelijk te bevestigen” – en dus ook niet in de tabellen staan.

„Ik zal nooit enigerlei slachtoffer ontkennen”, zei de minister, „maar ik moet het doen met de officiële lijn”. Die was „altijd consistent” geweest, aldus Bijleveld. „Maar wat het ingewikkeld maakt is dat die kolonel nu weer wat anders zegt.”

Het leidde tot irritatie in de Kamer. Hoe kan het opperbevel steeds iets anders zeggen? Nemen de Amerikanen Nederland soms „niet serieus genoeg”, wilde Isabelle Diks (GroenLinks) weten. En is die onduidelijke informatievoorziening niet problematisch bij missies waarin ook Nederlandse militairen hun leven riskeren? CDA-Kamerlid Martijn van Helvert eiste op hoge toon dat Kamervoorzitter Khadija Arib een brief stuurt aan Centcom waarin de Kamer „zeer nauwkeurige communicatie” eist van het Amerikaanse leger.

De ergernis over de onduidelijke communicatie van de Amerikanen kwam Bijleveld niet slecht uit. Wat een debat had moeten worden over de vraag of de minister de Kamer onjuist heeft geïnformeerd, werd uiteindelijk een debat over de enorme ruis die er kennelijk op de transatlantische lijn zit.

Met medewerking van Jannie Schipper en Kees Versteegh.

Correctie (19 december 2019): In een eerdere versie werd er verwezen naar een piek in data over burgerslachtoffers in maart 2017, dat moet juni 2015 zijn. Hierboven is de tekst aangepast.

Ook derde debat Hawija doet mist rond Nederlands bombardement niet verdwijnen

AD 19.12.2019 De mist rond het Nederlandse bombardement in het Iraakse Hawija is na drie Kamerdebatten nog altijd niet opgetrokken. Er blijft onduidelijkheid bestaan over informatie die minister Ank Bijleveld van Defensie daarover aan de Kamer heeft gegeven. ,,Ik vind het eerlijk gezegd ook waardeloos dat dit gebeurt.”

Bijleveld moest zich gisteren weer verantwoorden voor de luchtaanval die een Nederlandse F-16 uitvoerde in de nacht van 2 op 3 juni 2015 in Irak. Daarbij was een bommenfabriek het doelwit, maar omdat daar meer springstof lag dan gedacht, vielen er burgerdoden. Mogelijk wel zeventig.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lijnrecht

Dit keer wordt Bijleveld in de problemen gebracht door woordvoerders van het Amerikaanse commandocentrum Centcom. Na vragen door verschillende media geven die woordvoerders antwoorden die lijnrecht ingaan tegen de informatie die Bijlevelds ministerie van Defensie ontving.

Zo zei een woordvoerder tegen radioprogramma De Nieuws BV dat er door Centcom wel degelijk een eindrapport van de Nederlandse aanval was opgemaakt. Bijleveld had dit altijd ontkend. Daar blijft ze ook bij: ,,Centcom heeft keer op keer bevestigd dat er geen closure report is.” Defensie kreeg een voorlopig rapport en een aanvullend rapport en daarmee beschouwde Centcom de zaak gesloten. Waarom er geen derde rapport kwam met ‘closure’ erop, is niet bekend.

Piek

Het komt behoorlijk onzorgvul­dig en chaotisch over, aldus GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks.

Maar toen het debat al in volle gang was, kwamen NOS en NRC met nieuws over de officiële tabel van het aantal bevestigde burgerslachtoffers, die tussen mei en juli 2015 opeens een opmerkelijke piek laat zien in het aantal doden. Bijleveld schreef de Kamer dat dit níet door Hawija veroorzaakt is, maar een woordvoerder van de missie tegen IS zegt dat de zeventig burgerdoden die daar vielen wél worden meegeteld in de statistieken – al anderhalf jaar.

,,U zegt: het heeft niets met Hawija te maken”, zei SP-Kamerlid Sadet Karabulut, die het debat aanvroeg. ,,Maar dat blijkt wél zo te zijn.” GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks vroeg zich af ‘wat is er in vredesnaam aan de hand met de informatie-uitwisseling tussen Centcom en het ministerie’. ,,Het komt behoorlijk onzorgvuldig en chaotisch over.” Ook Bijleveld was zichtbaar getergd door de nieuwe informatie van ‘een kolonel in Bagdad’.

Officieel antwoord

Volgens de CDA-bewindsvrouw had ze deze week nog officieel de vraag aan Centcom gesteld of Hawija onderdeel is van het totaal aantal bevestigde slachtoffers. ,,Ik lees u het officiële antwoord even voor, in het Engels: ‘No, Centcom only reports confirmed numbers’.” Alleen bevestigde doden. En ze herhaalde: ,,Ik moet handelen op basis van officiële informatie en documenten, niet op mediaberichten.”

De Kamer wil wel dat Bijleveld nogmaals bij Centcom informeert hoe het nou écht zit. Bijleveld kan het boek Hawija daarmee nog niet dichtdoen. Vorige maand voerde Bijleveld al twee keer eerder een moeizaam debat met de Kamer over de kwestie, waarbij ze een motie van wantrouwen doorstond omdat de coalitiepartijen haar bleven steunen.

VS spreekt Bijleveld tegen: burgerdoden Hawija al 1,5 jaar meegeteld

NOS 19.12.2019 “Een gerucht” en “geen relevant getal”. Dat zei premier Rutte na afloop van het debat eind november over de zeventig burgerdoden van het Nederlandse bombardement in Hawija. Toch stelt een woordvoerder van het Amerikaanse Centcom, het hoofdkwartier van de Amerikaanse militaire missies, dat de 70 burgerdoden al zeker 1,5 jaar worden meegeteld in de statistieken.

Vanmiddag wordt minister Bijleveld van Defensie daarom opnieuw over de kwestie bevraagd in de Tweede Kamer.

Het was een cruciaal element in de verdedigingslinie van premier Rutte en minister Bijleveld tijdens het debat. Omdat de Amerikanen het officiële dodental nooit hadden vastgesteld, was de ernst van de situatie op het ministerie van Defensie nooit helemaal duidelijk.

“Centcom zegt zelf dat er op geen enkele manier is vast te stellen hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen,” aldus Rutte. Het is daarom niet vreemd dat zowel de Tweede Kamer als collega-ministers nooit zijn gewezen op de ernst van het incident, zo is de redenatie van het kabinet. Sterker nog, zo stelde Rutte na afloop, het is nog altijd niet duidelijk hoeveel mensen zijn omgekomen.

Doden tellen al anderhalf jaar mee

Dat ligt toch anders, blijkt uit antwoorden die NRC en NOS vandaag ontvingen van de Amerikaanse woordvoerder van de missie in Bagdad, kolonel Myles Caggins. “De internationale coalitie telt de ongeveer zeventig doden uit de 2015 Hawija luchtaanval al zeker achttien maanden mee in het totale aantal burgerdoden”, mailt hij op vragen van NOS en NRC. In totaal zouden er 1347 doden zijn gevallen bij aanvallen van de internationale coalitie, waaronder dus de 70 uit Hawija.

Gisteren nog liet Bijleveld weten het zelf ook te hebben nagevraagd bij Centcom, en dat de burgerslachtoffers die “zeer waarschijnlijk bij deze wapeninzet zijn gevallen, geen onderdeel uitmaken van het totale aantal van 1347”.

‘Misverstand’

Los van de antwoorden van kolonel Caggins zijn er nog meer aanwijzingen dat de Amerikanen al veel langer uitgaan van 70 doden.

Zo staat dat dodental in een e-mail die NOS en NRC in december 2018 ontvingen van Centcom. Kolonel Sean Ryan, op dat moment woordvoerder van de operatie tegen IS, liet weten dat bij de aanval op Hawija “helaas 70 burgers zijn gedood.”

Als minister Bijleveld in het tweede debat geconfronteerd wordt met de e-mail zegt ze dat dit is nagevraagd bij Centcom en dat dit op een misverstand berust. “Het is ook voor Centcom onduidelijk waarom de betrokken woordvoerder tegenover NRC en NOS is afgeweken van de officiële conclusies”, zegt ze. Ook Centcom komt met een nieuwe verklaring: “Het aantal burgerdoden kunnen we niet bevestigen.”

Na het debat hebben NOS en NRC opnieuw contact gezocht met kolonel Ryan, die inmiddels een andere baan heeft bij het Amerikaanse leger. Hij neemt het aantal van zeventig niet terug en laat weten dat zijn informatie in 2018 afkomstig was van de strike cell, een team uit Qatar dat alle informatie voor en na een luchtaanval bijhoudt. Volgens Ryan wordt deze informatie “constant geëvalueerd en geüpdatet”. Als er nieuw bewijs is over burgerdoden, dan past het team de informatie aan.

Op de vraag van NOS en NRC aan Centcom hoe het kan dat volgens Ryan het aantal doden in 2018 wél is vast te stellen, en op dit moment niet meer, komt geen antwoord.

Een enorme piek in 2015

Een tweede aanwijzing is een rapport (.pdf) uit 2018 van de National Defense University, een Amerikaanse militaire opleiding. In een grafiek met het aantal door Centcom officieel gerapporteerde burgerslachtoffers, is een enorme piek te zien in juni 2015, het moment van de aanval op Hawija. Volgens de grafiek zijn er tussen de vijftig en honderd officieel gemelde doden en gewonden in die maand.

Minister Bijleveld liet gisteren weten, na vragen van SP-Kamerlid Sadet Karabulut, dat in de grafiek inderdaad het aantal officieel bevestigde burgerslachtoffers te zien is. Maar het gaat hier volgens Bijleveld niet om de aanval op Hawija. In deze periode voerde de internationale coalitie namelijk “alleen al in de omgeving Kirkuk ruim veertig luchtaanvallen uit”.

De ontkenning van Bijleveld is opvallend, omdat er in deze periode nauwelijks bevestigde burgerslachtoffers zijn gevallen. Airwars – dat fulltime onderzoek doet naar burgerslachtoffers – analyseerde alle rapportages over burgerslachtoffers van Centcom. De conclusie: Centcom heeft over deze periode (mei-juli 2015), los van Hawija, slechts zes burgerdoden en vier gewonden bij luchtaanvallen in Irak gemeld.

Chris Woods, de directeur van Airwars, vindt het antwoord van de minister dan ook onbegrijpelijk. “Iedereen die even de tijd neemt om de cijfers te analyseren, ziet dat het wel om Hawija moet gaan.”

De tachtig mysterieuze doden

De derde aanwijzing is een maandrapportage die Centcom in april 2017 publiceerde. Daarin schrijft Centcom onderaan het verslag dat er nog tachtig doden zijn gevallen die “tot nu toe niet zijn gerapporteerd”.

Drie Amerikaanse hoge militairen lieten na deze publicatie aan Airwars en het Amerikaanse Foreign Policy weten dat het om doden gaat die gevallen zijn bij bombardementen van niet-Amerikaanse landen. “Maar de bondgenoten hebben de Verenigde Staten en de internationale coalitie onder druk gezet om details over deze aanvallen niet naar buiten te brengen”, aldus Foreign Policy.

Chris Woods van Airwars is, na het analyseren van alle aanvallen, ervan overtuigd dat zeventig van de tachtig doden betrekking hebben op Hawija. Volgens hem hebben de Amerikanen de cijfers in 2017 naar buiten gebracht uit frustratie over het gebrek aan transparantie bij de andere coalitielanden, waaronder Nederland.

Bekijk ook;

Bijleveld opnieuw op het matje om onduidelijkheid burgerdoden Hawija

NU 19.12.2019 Opnieuw is er onduidelijkheid over het aantal doden als gevolg van het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija. Minister Ank Bijleveld (Defensie) moest zich donderdag opnieuw tegenover de Tweede Kamer verantwoorden naar aanleiding van nieuwe berichten dat er wel degelijk bevestigd wordt dat er zeventig doden zijn gevallen, terwijl het kabinet blijft volhouden dat er geen specifieke aantallen zijn vastgesteld.

“De aantallen zijn niet bevestigd”, hield Bijleveld de Kamer voor in een speciaal ingelast interpellatiedebat.

Eerder deze week meldde het radioprogramma De Nieuws BV dat uit navraag is gebleken dat Centcom, het Amerikaanse commandocentrum dat het aantal slachtoffers bij de luchtaanvallen in kaart brengt, wel een afsluitend rapport heeft opgemaakt over de bombardementen op Hawija. En daar zijn zeventig doden bij gevallen, wist de woordvoerder tegenover De Nieuws BV te melden.

Minister Bijleveld en premier Mark Rutte stelden onlangs in een debat juist dat dit zogenoemde closure report over de aanval op Hawija, nooit is opgemaakt.

SP wil opheldering en erkenning

Rutte en Bijleveld moesten in het debat eind november opheldering bieden of het kabinet voor de Kamer bewust heeft verzwegen dat bij het bombardement burgerslachtoffers zijn gevallen. Dat was volgens Rutte niet het geval, omdat er dus geen definitief oordeel was geveld over het specifieke aantal doden. Het aantal van zeventig doden deed hij tegenover BNR Nieuwsradio af als “geen relevant getal” en een “een gerucht”.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut wil opheldering over de tegenstrijdige berichten. Ook eist zij erkenning van het kabinet dat er wel degelijk burgerdoden zijn gevallen en duidelijkheid of er toch een eindrapport is en of de Kamer door het kabinet verkeerd is geïnformeerd. Zij roept het kabinet op om de rapporten van Centcom openbaar te maken.

Bijleveld: woordvoerder heeft zich vergist

Om de zaak voor het kabinet nog gecompliceerder te maken, meldden NRC Handelsblad en NOS nog tijdens het debat dat kolonel Myles Caggings, woordvoerder bij Centcom in Bagdad, dat de zeventig doden in Hawija al zeker achttien maanden meetellen in de overzichten van het aantal burgerdoden. Ook de Amerikaanse kolonel Sean Ryan bevestigt de zeventig burgerdoden

Bijleveld benadrukte donderdag nogmaals dat het kabinet de Kamer juist heeft geïnformeerd. Volgens de CDA-bewindsvrouw heeft de woordvoerder van Centcom zich tegenover De Nieuws BV vergist. De woordvoerder heeft verwezen naar een rapport uit juni 2015, maar dat rapport heeft nooit de stempel closure report gekregen. Bijleveld: “Navraag leert dat de woordvoerder doelde op het rapport waar de kamer over is gerapporteerd. Deze week heeft Centcom nogmaals bevestigd dat er geen closure report is.”

De kolonels in de berichtgeving van NRC en NOS zijn volgens Bijleveld niet de officiële woordvoerders van Centcom. Dat er opnieuw onduidelijk is ontstaan noemt de minister “waardeloos”.

D66 eist actie van kabinet: zorg voor eindrapport

Maar daar neemt onder meer coalitiepartij D66 geen genoegen mee. Kamerlid Salima Belhaj wil dat de minister gaat uitzoeken waarom er nooit een eindrapportage is opgemaakt en wat Nederland heeft gedaan om duidelijkheid hierover te krijgen.

Zij wil dat het kabinet bij Centcom alsnog het verzoek doet om een eindrapportage op te maken en om volledige medewerking te verlenen. “Transparantie over burgerdoden hoort bij een volwaardige democratie.”

Lees meer over: Politiek

Bijleveld: Kamer niet verkeerd geïnformeerd over Nederlandse luchtaanval in Irak

AD 18.12.2019 De Tweede Kamer is niet verkeerd geïnformeerd over een eindrapport van de Amerikanen over het  Nederlandse bombardement op het Iraakse Hawija. Daarbij vielen in 2015 mogelijk 70 burgerdoden. Dat schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie vanavond aan de Tweede Kamer. Morgen wacht haar op de valreep van het kerstreces wederom een zwaar debat over de kwestie.

Deze week meldde radioprogramma De Nieuws B.V. dat het Amerikaanse commandocentrum Centcom op vragen van het programma antwoordde dat er wel degelijk een zogeheten closure report was opgemaakt. Bijleveld ontkende vorige maand in een Kamerdebat dat de Amerikanen ooit zo’n definitief eindrapport hadden opgemaakt. Bij de luchtaanval van een Nederlandse F-16 op een bommenfabriek in Irak waren waarschijnlijk zeventig burgerslachtoffers te betreuren.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

‘Verwarring’

Dat leidde tot vragen uit de Tweede Kamer. Had de minister de Kamer nou weer verkeerd geïnformeerd? SP-Kamerlid Sadet Karabulut slaagde er met hulp van regeringspartij D66 in een debat aan te vragen. In aanloop naar dat – voor Bijleveld derde – debat over de kwestie schrijft de CDA-bewindsvrouw dat er sprake is van ‘verwarring’.

Een persvoorlichter van Centcom gaf aan De Nieuws B.V. weliswaar mondeling aan dat er een closure report is gemaakt, maar bij navraag door het ministerie van Defensie op ‘zeer hoog militair niveau’ wordt ‘nogmaals bevestigd dat er nooit een closure report is opgevraagd’. De persvoorlichter heeft volgens Bijleveld voor ‘verwarring’ gezorgd.

Persvoorlichter

Bijleveld heeft twee Centcom-rapporten: het voorlopige rapport van 15 juni  2015 over de Nederlandse aanval en het aanvullende onderzoek van 20 augustus 2015. Uit navraag blijkt dat de persvoorlichter op dat rapport heeft gedoeld, aldus Bijleveld. Daarop zijn niet de woorden ‘closure report’ te lezen, melden ingewijden, wat wél op het afgeronde Amerikaanse onderzoek naar twee burgerdoden door een Nederlandse bom in de Iraakse stad Mosul staat.

Ondanks Bijlevelds ontkenning kan het debat  morgen nog wel eens spannend worden voor de minister. Coalitiepartijen zijn bang dat D66 uit is op de scalp van de CDA-minister nu D66-staatssecretaris Snel vandaag het veld ruimde over de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Begin november haalde een motie van wantrouwen tegen Bijleveld het net niet, omdat de voltallige coalitie achter haar bleef staan.

Het is overigens niet de eerste keer dat Centcom-woordvoerders tegen de media andere dingen zeggen dan hoge militairen aan het ministerie laten weten. Eerder was er al verwarring over het schriftelijke antwoord van Centcom op vragen van NRC dat er in Hawija zeventig burgerdoden waren gevallen. Volgens Bijleveld houdt Centcom echter tegen haar ministerie vol dat het exacte aantal niet met zekerheid is te zeggen.

Op pad met VN-gezant Hennis: ’70 burgerdoden had ik heus wel onthouden’

Elsevier 04.12.2019 Oud-minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) voelt zich in de rug aangevallen door de Haagse rel over de burgerdoden bij een bombardement in Irak in juni 2015. Zij kreeg het verwijt dat zij de Kamer zou hebben voorgelogen, maar kon zich hiertegen niet verdedigen. In Elsevier Weekblad spreekt zij zich voor het eerst uit over deze kwestie.

Minister Ank Bijleveld (CDA) meldde op 4 november in een Kamerbrief dat er bij het bombardement 70 burgerdoden vielen en dat Hennis destijds de Kamer verkeerd had ingelicht. Hennis kreeg de avond tevoren te horen wat Bijleveld van plan was. Uit de reportage in Elsevier Weekblad blijkt dat zij hierdoor compleet werd overvallen. Zij was onderweg, had geen toegang tot de documenten van destijds en kon zich niet verweren.

Lees het hele interview met Jeanine Hennis: ‘Het aantal van 70 doden zou ik echt wel hebben onthouden’

Kwestie werd in Irak opgepikt en uitvergroot op sociale media

Hennis bezweert dat ze de Kamer niet heeft voorgelogen. De kwestie werd ook in Irak opgepikt en op sociale media uitvergroot. ‘Als het aantal van 70 burgerdoden toen bekend was geweest, dan had ik dat heus wel onthouden,’ zegt ze in het interview.

november 28, 2019 Posted by | 2e kamer, Centcom, debat, dreiging, Hawija, Irak, is, isis, islam, Liesbeth Zegveld, Mark rutte, politiek, terreur, terreurdreiging, tweede kamer | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9