Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

Demissionair Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11f – rechtszaak afwikkeling burgerslachtoffers kwestie Hawija Irak

Iraakse nabestaanden tegenover Nederlandse overheid in eerste Hawija-rechtszaak

Acht jaar na de Nederlandse luchtaanval op een IS-bommenfabriek in Hawija, eist een groep Irakezen vandaag een schadevergoeding van de Nederlandse staat. Bij de aanval in 2015 kwamen zeker 70 burgers om het leven. Het was een van de bloedigste aanvallen in de strijd van de internationale coalitie in de strijd tegen Islamitische Staat. Wereldwijd is het de eerste rechtszaak van burgerslachtoffers van de luchtoorlog tegen terreurorganisatie IS.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is hawija%20(4).jpg

De groep nabestaanden bestaat uit elf Irakezen. Zij verloren als gevolg van de aanval elf familieleden, onder wie negen kinderen. Omdat de aanval door Nederlandse F-16-piloten werd uitgevoerd en vooraf door Nederland werd goedgekeurd, eisen ze een individuele schadevergoeding van Nederland. Enkelen van hen zullen vandaag het woord voeren op de zitting in Den Haag. Via een livestream in Hawija kunnen andere nabestaanden de rechtszaak ook volgen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is hawija.jpg

De zaak draait om de procedure die is gevolgd voorafgaand aan het bombardement, zo valt op te maken uit stukken die door beide partijen naar de rechtbank zijn gestuurd. Omdat Nederland alleen luchtaanvallen wilde uitvoeren waarbij geen burgerdoden werden verwacht, werd vooraf door een Amerikaans team heel precies uitgerekend wat de impact zou zijn van zes kleine precisiebommen. De conclusie: als de aanval ’s nachts wordt uitgevoerd, vallen er zeer waarschijnlijk geen burgerdoden.

Twee Iraakse nabestaanden, die speciaal voor de rechtszaak in Nederland zijn.

Zij verloren hun dierbaren bij bombardement Hawija: ‘Wij willen gerechtigheid’

Maar wat er zou gebeuren als de geïmproviseerde autobommenfabriek van IS zelf zou ontploffen, dat werd niet berekend. Volgens het ministerie van Defensie was er al veel ervaring opgedaan met het uitschakelen van bommenfabrieken. De militairen gingen er daarom van uit dat alleen de gebouwen in de directe omgeving zouden worden beschadigd.

Dat bleek een misvatting. De explosie die volgde was tot op 60 kilometer te horen, beschadigde zo’n 400 gebouwen en kostte burgers in de wijde omgeving het leven.

‘Twee fouten’

Volgens Liesbeth Zegveld, de advocaat van de nabestaanden, is Nederland te verwijten dat er twee fouten zijn gemaakt. Nederlandse militairen hadden moeten uitzoeken hoeveel explosieven er lagen om uit te rekenen wat er zou gebeuren als de fabriek zou ontploffen. Ook hadden ze volgens haar moeten weten dat er vluchtelingen sliepen in de bedrijfsgebouwen rondom de fabriek. Omdat die kennis ontbrak, had de aanval volgens haar niet mogen doorgaan.

De impact van het bombardement te zien binnen de circels. De cirkels zijn gebaseerd op informatie van het ministerie van Defensie. Alle nabestaanden in de zaak woonden ver buiten dat gebied.

https://app.nos.nl/data/datavisualisatie/foto-vergelijk/448/index.html

Volgens de landsadvocaat is de fabriek vooraf lange tijd geobserveerd en klopt het niet dat er in de directe omgeving van de fabriek ’s nachts vluchtelingen sliepen. En dat er zo veel explosieven lagen, had men vooraf niet kunnen weten, beargumenteert de advocaat namens de staat. Bovendien, als men alleen nog aanvallen zou mogen uitvoeren waarbij de hoeveelheid explosieven bekend is, zou er geen bommenfabriek meer worden aangevallen, aldus de landsadvocaat.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is hawija%20(2).jpg

Kamer verkeerd geïnformeerd

Uit het verweer van de landsadvocaat blijkt ook dat de procedure die is gevolgd anders is dan Defensie tot dusver heeft beweerd. Aan de Tweede Kamer is steevast verteld dat de Nederlandse Red Card Holder, de senior militair die elke aanval vooraf moet goedkeuren, vanuit Qatar nauw betrokken was bij de voorbereiding van de aanval.

Nu blijkt dat de Red Card Holder in werkelijkheid de detachementscommandant van de F-16-piloten was, die 1500 kilometer verderop in Jordanië zat. Naar aanleiding van vragen van de NOS en NRC heeft minister Ollongren van Defensie gisteravond een brief naar de Kamer gestuurd waarin ze erkent dat de verkeerde informatie met de Kamer is gedeeld.

Ook is er veel onduidelijkheid over de cruciale berekening die vooraf is gemaakt om de impact van de explosie van de bommenfabriek vast te stellen. Door Defensie is eerder aan de Kamer verteld dat er modellen zijn gebruikt op basis van vier eerdere aanvallen op bommenfabrieken.

De landsadvocaat spreekt in het verweer over aanvallen op “tientallen vergelijkbare” bommenfabrieken, uitgevoerd door de gehele internationale coalitie. Ook spreekt de landsadvocaat niet over ‘modellen’, maar slechts over ervaringen die hebben geleid tot de conclusie dat de nevenschade beperkt zou zijn.

Of dat een gefundeerde conclusie was, of dat Defensie willens en wetens een groot risico nam, zal op de zitting duidelijk moeten worden.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is hawija%20(3).jpg

Nieuw licht op aanval Hawija: commandant controleerde zichzelf

De voorbereidingen van de bloedige Nederlandse aanval op een bommenfabriek in de Iraakse stad Hawija in juni 2015, waarbij zeker 85 burgers omkwamen, verliepen op een cruciaal onderdeel anders dan Defensie de Tweede Kamer heeft verteld. Dat meldt NRC.

Toenmalig minister Ank Bijleveld (CDA) en de huidige commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim meldden in 2019 en 2020 herhaaldelijk dat toezicht en uitvoering van de bombardementen door twee verschillende militaire officieren gebeurde. In werkelijkheid combineerde de commandant van het detachement dat IS-doelen bombardeerde zijn werk met toezichthouden. De commandant controleerde zichzelf dus, daarin bijgestaan door adviseurs en mede-officieren.

Dat blijkt uit stukken van de landsadvocaat die zijn ingediend bij de Haagse rechtbank. Deze dinsdag heeft daar een zitting plaats in een civiele procedure van elf eisers uit Hawija en omstreken tegen de Staat der Nederlanden

Meer:

Zie ook: Terugblik – 10 jaar oorlog in Syrië

Zie ook: Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 14 – burgerdoden bij bombardement Nederlandse F-16’s op Mosoel

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Syrië, Irak en verder – deel 13 – VS verzweeg tientallen burgerdoden bij bombardement Syrië

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 12

Zie ook: Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11e – verdere afwikkeling schade kwestie Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11d – aansprakelijkheid schadevergoeding kwestie Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11c – nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11b nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11a – nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak, Iran en verder – deel 11

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 10

Zie ook; Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

Veel meer:

Lees: Rechtbank wil meer informatie over bombardement op Hawija (msn.com) 17.01.2024

Lees: Defensie moet van rechtbank bewijs aanleveren in Hawija-zaak (nos.nl) 17.01.2024

Lees: Iraakse nabestaanden tegenover Nederlandse overheid in eerste Hawija-rechtszaak NOS 24.10.2023

Lees: Nabestaanden van slachtoffers bombardement Hawija bij proces tegen Staat  NU 24.10.2023

Lees: Betrokkenen bombardement Hawija bij proces tegen Staat Telegraaf 24.10.2023

Lees: Zeven familieleden van Saleh kwamen om bij de Nederlandse aanval in Hawija: ‘Papa, ik red het niet’ (trouw.nl) 24.10.2023

Lees: Acht jaar na de ‘hel van Hawija’ eisen slachtoffers van het Nederlandse bombardement bij de rechter compensatie (trouw.nl) 24.10.2023

Lees: In tranen vertellen Irakezen hoe hun families stierven na Nederlands bombardement: ‘Zat onder het bloed van mijn gezin’ AD 24.10.2023

Lees: Nabestaanden Nederlands bombardement in Irak eisen schadevergoeding: ’Ik zat onder het bloed van mijn eigen gezin’ Telegraaf 24.10.2023

Lees: Nieuw licht op aanval Hawija: commandant controleerde zichzelf – Wel.nl (welingelichtekringen.nl) 24.10.2023

oktober 25, 2023 Posted by | Hawija, Irak, is, isis | Reacties uitgeschakeld voor Demissionair Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11f – rechtszaak afwikkeling burgerslachtoffers kwestie Hawija Irak

Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11d – aansprakelijkheid schadevergoeding kwestie Hawija Irak

Schadeclaim

Een groep van elf Irakezen heeft de Nederlandse staat gedagvaard in verband met de schade die ze hebben geleden door de Nederlandse luchtaanval op een autobommenfabriek in Hawija, in 2015.

Dat vertelt advocaat Liesbeth Zegveld namens de families tegen NOS en NRC. Het gaat om elf Irakezen uit Hawija, Tigrit en Zoetermeer die familieleden, onder wie ook kinderen, verloren bij de luchtaanval. Liesbeth Zegveld, de advocaat van de families, claimt dat de aanval onrechtmatig was.

Het bombardement op Hawija

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 neemt Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS blijkt dat Nederland verantwoordelijk is voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. Zeventig burgers komen om het leven.

De Irakezen verloren als gevolg van de aanval elf familieleden, onder wie negen kinderen. Verschillende huizen van hen werden verwoest en sommige slachtoffers liepen chronische lichamelijke schade op. Omdat de aanval door Nederlandse F16-piloten werd uitgevoerd, eisen ze een individuele schadevergoeding van de Nederlandse staat.

Bij de aanval op de autobommenfabriek van IS ging het volgens het ministerie van Defensie mis doordat er veel meer munitie lag opgeslagen dan gedacht. De munitie explodeerde en daardoor werden in de omliggende woonwijk honderden huizen beschadigd of verwoest. Zeker zeventig burgers kwamen om het leven.

Vijf kinderen

De Zoetermeerse postbode Alaa en zijn vrouw Wafaa, wier zoon bij de luchtaanval blind werd aan een oog, zijn twee van de eisers. Wafaa zelf heeft blijvend letsel door de glasscherven die ze in haar rug heeft gekregen.

Een andere eiser is de 40-jarige witgoedmonteur Abdallah. Hij verloor door de explosie zijn vrouw en vijf kinderen. Het gezin was op de vlucht en op doorreis, maar mochten van IS niet verder reizen. Hierdoor moesten ze naar eigen zeggen noodgedwongen een woning huren in Hawija. Ze woonden op ruim 200 meter van de bommenfabriek. Twee van zijn kinderen overleefden de aanval wel.

Ontploffing

Uit onderzoek van NOS en NRC bleek twee jaar geleden dat Amerikaanse militairen weliswaar precies hadden berekend wat de schade zou zijn van een bominslag, maar dat ze niet wisten wat er zou gebeuren als de bommenfabriek zou ontploffen. Er was namelijk geen methode voorhanden om de impact van die ontploffing te berekenen.

Sterker nog, de Amerikaanse militair die verantwoordelijk was voor de berekeningen verklaarde na afloop dat er geen enkele informatie was over “de hoeveelheid en soort munitie in de fabriek”. Het was daarom “niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn”, concludeerde hij. Toch was Nederland bereid de aanval op de fabriek in het woongebied uit te voeren.

Ank Bijleveld, minister van Defensie ten tijde van de publicaties, heeft in de Tweede Kamer meerdere keren gezegd dat er vooraf geen aanwijzingen waren dat er burgerdoden zouden vallen. Op basis van de ervaring die er was met vier eerdere luchtaanvallen op bommenfabrieken meende men dat er geen groot risico op schade in de omliggende woonwijk was.

Dat er een gigantische hoeveelheid munitie in de autobommenfabriek lag, was volgens Bijleveld niet te voorzien. Volgens Defensie was er met de procedure en de uitvoering van de aanval dan ook niets mis.

Beperkt militair voordeel

Advocaat Zegveld bestrijdt dat. Volgens haar heeft Nederland met de aanval een onaanvaardbaar risico genomen. “De staat wist of had behoren te weten dat de luchtaanval enorm veel burgerslachtoffers zou (kunnen) veroorzaken”, stelt ze in de dagvaarding. Ze verwijt Nederland dat er geen serieuze berekening is gemaakt om de impact van de explosie te berekenen.

Bovendien claimt ze dat het militaire voordeel van de aanval beperkt was, op basis van Amerikaanse militairen die in evaluaties spreken van een “gematigd negatief effect”. En omdat niet berekend kon worden wat de schade van een ontploffing zou zijn, kon dit beperkte militaire voordeel niet goed worden afgewogen tegen de mogelijke burgerdoden, aldus Zegveld. De Nederlandse red card holder, een hoge militair die basis van alle verzamelde informatie groen licht moet geven, had volgens haar daarom nooit mogen instemmen met het bombardement.

Verwijten

Het vorige kabinet heeft een paar miljoen euro uitgetrokken voor wederopbouwprojecten in Hawija en een commissie onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager doet momenteel onafhankelijk onderzoek naar het bombardement.

Het vorige kabinet zei echter al dat er geen compensatie komt voor individuele slachtoffers of nabestaanden.

Onafhankelijk onderzoek

Zegveld verwijt Nederland ook dat er “niet op tijd, niet adequaat en niet onafhankelijk” onderzoek is gedaan. Ze doelt onder meer op het onderzoek dat het ministerie van Defensie in 2015 instelde, maar waarvoor geen toegang tot cruciale Amerikaanse informatie werd verleend.

Volgens haar was Nederland, op basis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, hiertoe wel verplicht.

Na het incident in 2015 heeft Defensie in eerste instantie de zaak zelf uitgezocht. De onderzoekers van Defensie kregen echter geen toegang tot cruciale Amerikaanse informatie.

Ook het Openbaar Ministerie deed onderzoek. Uit onderzoek van NOS en NRC bleek dat het OM pas na negen maanden door het kabinet geïnformeerd werd over mogelijke burgerdoden. Het OM voerde naar eigen zeggen vervolgens een beperkt onderzoek uit naar de feiten en omstandigheden, maar keek niet naar de rechtmatigheid van de aanval.

Twee jaar geleden diende Zegveld al een claim in namens 52 Irakezen, waarin ze Nederland aansprakelijk stelde. Omdat het kabinet die aansprakelijkheid niet heeft erkend, maakt ze namens een aantal van hen nu de gang naar de rechter.

Het vorige kabinet heeft vier miljoen euro ter beschikking gesteld voor wederopbouwprojecten in Hawija. Ook doet een commissie, onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager, op verzoek van Defensie momenteel onderzoek naar de toedracht van de aanval. Dat rapport wordt komend jaar verwacht.

BEKIJK OOK;

Meer: hawija – Search (bing.com)

Meer: hawija – YouTube

Lees: Doel bereikt bij inzamelingsactie kind dat verminkt raakte na bombardement Hawija NOS 23.02.2022

Lees: ‘Nabestaanden bombardement Hawija klagen staat aan’ RTL 21.02.2022

Lees: ‘Nabestaanden bombardement Hawija klagen staat aan’ MSN 21.02.2022

Lees: Nabestaanden Hawija klagen Nederlandse staat aan NOS 20.02.2022

Zie ook: Terugblik – 10 jaar oorlog in Syrië

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11c – nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11b nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11a – nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Syrië, Irak en verder – deel 13 – VS verzweeg tientallen burgerdoden bij bombardement Syrië

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 12

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak, Iran en verder – deel 11

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 10

Zie ook; Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

februari 21, 2022 Posted by | bombardement, Hawija, Irak, is, isis, Uncategorized | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11d – aansprakelijkheid schadevergoeding kwestie Hawija Irak

Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11b nasleep onderzoek Hawija Irak

Commissie Sorgdrager

Een onafhankelijke commissie, onder leiding van (oud-minister) Winnie Sorgdrager, gaat onderzoek doen naar de luchtaanval op Hawija. De commissie moet onderzoeken hoe als gevolg van een Nederlands bombardement burgerslachtoffers konden vallen.

Het kabinet wil de getroffen gemeenschap op vrijwillige basis compenseren. Maar er komt geen vergoeding voor individuele slachtoffers of nabestaanden.

AD 03.10.2020

Bij een Nederlandse luchtaanval op een IS-bommenfabriek in de Iraakse stad kwamen in 2015 zeker 70 burgers om het leven. Daar zijn veel Kamerdebatten over geweest en minister Bijleveld kreeg kritiek over de manier waarop de Kamer over allerlei aspecten van de bombardementen is geinformeerd.

Debatten

Sinds het nieuws over het bombardement bekend werd heeft de Tweede Kamer meerdere keren over de kwestie gedebatteerd. Daarbij ging het over de vraag of er doelbewust informatie is achtergehouden na het Nederlandse bombardement.

Premier Rutte zei in een debat eind november dat er geen sprake is van een doofpot. Wel erkende hij dat er in een brief van toenmalig minister Hennis over de luchtaanval een fout stond. Er werd gesuggereerd dat er geen burgerdoden waren, terwijl er zo’n 70 slachtoffers bleken te zijn.

Persbureau Reuters schreef namelijk daags na het bombardement dat er volgens getuigen zo’n 70 doden waren gevallen. “In openbare bronnen werd al snel de beroemde 70 genoemd”

Ook een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija in Irak had zo zijn bedenkingen bij die aanval, en hield er vooraf al rekening mee dat er burgers zouden omkomen. Hij kreeg de opdracht een aanvalsplan op te stellen waarbij de bommenfabriek vernietigd zou worden en het aantal burgerdoden op papier nul zou zijn. Op zijn advies is de procedure daarna aangepast.

Dat staat in een onderzoek dat het Amerikaanse ministerie van Defensie in 2015 naar de Nederlandse luchtaanval heeft gedaan. Het is één van de documenten (.pdf) die het Amerikaanse ministerie, met tussenkomst van een Amerikaanse rechter, heeft verstrekt aan de NOS en NRC.

Conclusie, nederlandse F16-piloten gooiden in 2015 meerdere bommen op een IS-bommenfabriek in Hawija, waarbij zeker 70 burgers om het leven kwamen en ruim 400 gebouwen werden beschadigd of verwoest.

Moties van wantrouwen

Kamerleden vonden derhalve dat de minister veel meer moeite had moeten doen om Amerikaanse documenten boven water te krijgen, waarin werd gewaarschuwd voor burgerdoden.

Bijleveld overleefde een paar keer ternauwernood een motie van wantrouwen. Een groot deel van de oppositie stemde ervoor. De Kamer vroeg in mei 2020 om een onderzoek door de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Maar dat instituut heeft dat verzoek van de hand gewezen, omdat dat juridisch niet mogelijk zou zijn.

Daarop heeft Bijleveld een andere manier gezocht voor een onderzoek: er komt dus een speciale commissie. Of die ook inzage krijgt in informatie van Amerikaanse diensten, is volgens Bijleveld niet duidelijk, “Dat moet nog bekeken worden en dat laten we aan de commissie”, zegt de minister.

Telegraaf 03.10.2020

Onderzoek burgerslachtoffers Hawija

Advocaat Liesbeth Zegveld, die enkele tientallen nabestaanden bijstaat, is blij verrast dat een onafhankelijke onderzoekscommissie het handelen van militairen gaan onderzoek. “Dit is wel bijzonder. Naast het onderzoek naar Srebrenica ken ik daar geen voorbeelden van.”

Tijdens de vergadering van de VN-Veiligheidsraad, het belangrijkste orgaan van de Verenigde Naties, besprak minister Blok het conflict in Syrië.

Ook onderzoek Syrië naar Nederlandse aansprakelijkstelling mensenrechtenschendingen

10 jaar na het begin van het conflict in Syrië heeft het regime laten weten met Nederland in gesprek te willen gaan over de Nederlandse aansprakelijkstelling voor grove mensenrechtenschendingen. Daarnaast heeft Canada aangekondigd ook Syrië aansprakelijk te stellen. Nu willen beide landen samen optrekken om gerechtigheid te krijgen voor slachtoffers van de Syrische burgeroorlog.

Minister Blok vindt het belangrijk dat een dergelijke stap wordt gezet. ‘Dit is een lichtpuntje in een donkere en lange tunnel. De Syriërs die al bijna 10 jaar in oorlog leven verdienen nog steeds gerechtigheid.’

Telegraaf 16.12.2020

Gebombardeerde Iraakse stad Hawija weer opgebouwd op kosten van Nederland

Namens Nederland gaan twee ontwikkelingsorganisaties anderhalf jaar lang herstelwerkzaamheden uitvoeren in Hawija, de Iraakse stad die door Nederlands F-16’s in 2015 werd gebombardeerd. Dat heeft minister Bijleveld van Defensie bekendgemaakt.

Vier miljoen euro is er gereserveerd voor het herstellen van het elektriciteitsnetwerk en andere essentiële infrastructuur, het ruimen van puin en voor een werkgelegenheidsproject. De wederopbouw zal gecoördineerd worden door de VN en de Internationale Organisatie voor Migratie.

Nadat Nederlandse F16’s vijf jaar geleden een bommenfabriek van IS in Hawija hadden gebombardeerd, ontplofte de fabriek en werd de omliggende wijk vernietigd. Daarbij kwamen zeker zeventig burgers om het leven en stortten 400 woningen deels of volledig in. Nog altijd ligt de wijk in puin.

Schadeclaim

Nadat ruim een jaar geleden bekend was geworden dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval, zegde de minister toe om te kijken naar een manier om de schade te vergoeden. Tot dan toe was dat niet mogelijk volgens de minister, omdat het kabinet daarmee zou onthullen dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval. Ze spreekt nu van “een vrijwillige compensatie voor de gevolgen van de Nederlandse wapeninzet”.

In opdracht van Defensie doet een onafhankelijk commissie onderzoek naar de toedracht van de aanval. Namens een groep nabestaanden heeft advocaat Liesbeth Zegveld een schadeclaim ingediend bij Defensie. Minister Bijleveld heeft deze schadeclaim voorlopig van de hand gewezen.

Nederland wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk

Over een vergoeding meldt Bijleveld dat ze de getroffen gemeenschap in Hawija tegemoet wil komen met projecten die zich richten op herstel van de directe en indirecte schade, Volgens Bijleveld blijkt uit een analyse dat de behoeften van de gemeenschap liggen op het gebied van elektriciteitsvoorziening, economie, werkgelegenheid, waterinfrastructuur en herstel van woningen.

Individuele vergoedingen wijst Bijleveld ‘in beginsel’ van de hand. “Bij de aanval was sprake van een ISIS-bommenfabriek, een duidelijk legitiem doel in termen van humanitair oorlogsrecht. Nederland is daarom wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk voor de gevolgen van de aanval, en daarmee niet verplicht tot het uitkeren van schadevergoedingen”.

Ze verwijst Iraakse burgers voor compensatie in eerste instantie naar de Iraakse autoriteiten. De minister houdt over tegemoetkomingen door Nederland aan individuen nog wel een kleine slag om de arm: om veiligheidsredenen en vanwege de coronacrisis is het volgens haar riskant om Nederlandse ambtenaren naar het gebied te sturen. “Als hierin verandering komt, is er sprake van een nieuw afwegingsmoment”, schrijft ze aan de Kamer.

Dat er wel collectieve maar geen individuele vergoedingen is komen vindt Zegveld onvoldoende. “Alles is beter dan niets. Maar het is laat. En de schade die mensen geleden hebben moet gewoon vergoed worden. Veel nabestaanden wonen daar ook niet meer, die hebben niets aan een watervoorziening in Hawija.” Ze zegt haar claim door te zetten voor alle nabestaanden die niet kunnen profiteren van een collectieve regeling.

Andere situatie dan Mosul

Begin vorige maand werd bekend dat Defensie een schadevergoeding van tonnen uitkeert aan een Iraakse man, die in 2015 een groot deel van zijn familie verloor bij een Nederlands bombardement op zijn huis in Mosul.

Bijleveld vindt dat die kwestie “wezenlijk verschilt” van de aanval op Hawija: “In Mosul was sprake van de zeer uitzonderlijke situatie dat achteraf bleek dat een niet-legitiem doel, namelijk een woonhuis, was aangevallen.”

Er loopt ook nog een schadeclaim van tientallen Irakezen die gedupeerd zijn door het Nederlandse bombardement op Hawija. Het bombardement op een autobommenfabriek van IS zette een reeks explosies in gang waardoor een hele wijk werd verwoest. Zeker zeventig burgers kwamen om.

En ook;

Een controlepost in Irak, bewaakt door een Iraakse agent AFP

Nederlandse staat aansprakelijk dood Irakees Azhar Jaloud

Nederland moet 40.000 euro betalen aan de nabestaanden van de Irakees Azhar Jaloud, die in 2004 bij een checkpoint vlak bij een Nederlandse basis in het zuiden van Irak werd doodgeschoten. De rechter is van mening dat de Nederlandse staat aansprakelijk  is voor het “onrechtmatig handelen” van Iraakse militairen.

In het holst van de nacht reed Jaloud als bijrijder met een vriend in een zwarte Mercedes. Mogelijk zagen ze het checkpoint niet. Ze reden door een wegversperring.

Vervolgens werd er geschoten. Volgens de rechtbank door zeker één lid van het Iraqi Civil Defense Corps (ICDC) en ook door een Nederlandse luitenant. De luitenant vuurde 28 kogels af op de Mercedes. Jaloud, een onschuldige 29-jarige man, werd geraakt. Het is niet duidelijk welke kogel hem fataal werd.

De Nederlandse luitenant verklaarde later dat hij dacht er vanuit de auto werd geschoten. Hij werd eind vorig jaar in een tussenvonnis vrijgesproken. Volgens de rechter had hij het vuur van de Iraakse soldaten kunnen aanzien voor schoten vanuit de auto en had hij daarom het recht te schieten. Maar voor de Iraakse militairen, die onder Nederlands gezag handelden en volgens de rechter als eerste schoten, geldt dat niet.

Slepende zaak

Met het vonnis van vandaag 07.10.2020 komt een voorlopig einde aan een slepende zaak. In eerste instantie weigerde het OM de luitenant strafrechtelijk te vervolgen en daarin kreeg het gelijk van het gerechtshof in Arnhem. In 2014 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens alleen dat het OM grote fouten had gemaakt.

Zo waren getuigenverklaringen achtergehouden, was de voorbereiding van het verhoor van de luitenant niet goed en waren er kogels uit het lichaam van Jaloud kwijtgeraakt. Na de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is de zaak naar de civiele rechter gebracht.

‘Heel erg tevreden’

Advocaat Liesbeth Zegveld staat vanaf het begin de vader van Jaloud bij. Hoewel ze nog altijd haar twijfels heeft bij vrijspraak van de luitenant, is ze “heel erg tevreden” met de uitspraak van vandaag.

Wat haar betreft staat er een punt achter de zaak. Of de nabestaanden van Jaloud dezelfde mening hebben, weet ze nog niet. “Ik heb het vonnis gemaild naar de vader en wacht nog op een reactie”, zegt ze. Ook kan de Nederlandse staat nog in hoger beroep.

“Het is in ieder geval een enorm lange weg geweest, die veel heeft blootgelegd en veranderd bij Defensie als het gaat om dit soort kwesties”, zegt Zegveld.

Lees: Veel weerstand in onderzoek naar het bloedige bombardement door Nederland in Hawija NRC 01.12.2021

lees: Hawija_(Kamerstuk_27925-714)_en_stand_van_zaken_vrijwillige_vergoedingen_wapeninzet_Hawija 02.10.2020

lees: 210420_hawija feitenonderzoek

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11a – nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8 Hawija Mosul

Tijdens de vergadering van de VN-Veiligheidsraad, het belangrijkste orgaan van de Verenigde Naties, besprak minister Blok het conflict in Syrië.

Nederland zet samen met Canada volgende stap voor gerechtigheid in Syrië

RO 12.03.2021 10 jaar na het begin van het conflict in Syrië heeft het regime laten weten met Nederland in gesprek te willen gaan over de Nederlandse aansprakelijkstelling voor grove mensenrechtenschendingen. Daarnaast heeft Canada aangekondigd ook Syrië aansprakelijk te stellen. Nu willen beide landen samen optrekken om gerechtigheid te krijgen voor slachtoffers van de Syrische burgeroorlog.

Minister Blok vindt het belangrijk dat een dergelijke stap wordt gezet. ‘Dit is een lichtpuntje in een donkere en lange tunnel. De Syriërs die al bijna 10 jaar in oorlog leven verdienen nog steeds gerechtigheid.’

Op 15 maart 2011 begonnen tijdens de Arabische lente vreedzame protesten in Syrië tegen het Assad-regime. Al snel werden deze protesten op brute wijze neergeslagen door de autoriteiten. 10 jaar later zijn grove mensenrechtenschendingen in Syrië nog altijd aan de orde van de dag. Het Assad-regime maakt zich op grote schaal schuldig aan onder meer marteling, moord en aanvallen met gifgas. Meer dan 11 miljoen Syriërs zijn op de vlucht geslagen en vaak alles kwijtgeraakt.

Gesprekken starten

Nederland verwelkomt de beslissing van de Canadese minister van Buitenlandse Zaken, Marc Garneau om Syrië ook aansprakelijk te stellen. Minister Blok van Buitenlandse Zaken: ‘Door onze krachten te bundelen, staan we sterker. Dit zijn hoopvolle en belangrijke stappen in onze weg naar rechtvaardigheid en het stoppen van straffeloosheid.’

Nu Syrië heeft aangekondigd in gesprek te willen gaan over de aansprakelijkstelling, kunnen de details over het hoe, waar en wanneer van de gesprekken worden uitgewerkt. Dit wil Nederland samen met Canada oppakken. De inzet van beide landen zal zijn om een einde te brengen aan de nog dagelijks plaatsvindende misdrijven, gerechtigheid te krijgen voor de Syrische slachtoffers van de meest ernstige mensenrechtenschendingen en de daders ter verantwoording te roepen. Mochten de gesprekken niet leiden tot gerechtigheid voor de slachtoffers, dan zullen Nederland en Canada niet aarzelen de stap naar een internationale rechter te zetten.

Strijd tegen straffeloosheid

Nederland heeft zich de afgelopen jaren onverminderd hard ingezet voor internationale gerechtigheid en het bestrijden van straffeloosheid. Zo is Nederland een drijvende kracht bij het verzamelen van bewijs voor mensenrechtenschendingen in Syrië. Dit gebeurt onder meer via de VN-bewijzenbank IIIM (International, Impartial and Independent Mechanism), een organisatie die Nederland actief steunt.

Minister Blok: ‘De getuigenverklaringen van de meest verschrikkelijke misdaden zijn inmiddels in ons collectieve geheugen gegrift. Zij geven ons de kans om een volgende stap te zetten op weg naar rechtvaardigheid en het Syrische regime aansprakelijk te stellen voor de misdaden die het heeft begaan.’

Toespraak VN-mensenrechtenraad

Minister Blok spreekt op maandag 15 maart 2021 de Mensenrechtenraad digitaal toe tijdens een speciale sessie over het conflict in Syrië.

Lees de diplomatieke verklaring van Canada en Nederland (Engels).

Zie ook; Internationale vrede en veiligheid Tweede Wereldoorlog

Kabinet trekt 4 miljoen euro uit voor herstel in Hawija na luchtaanval

NU 15.12.2020 Het ministerie van Defensie trekt ruim 4 miljoen euro uit voor herstelwerkzaamheden in Hawija, de Iraakse stad die in juni 2015 zware schade opliep door een aanval van Nederlandse gevechtsvliegtuigen op een bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat (IS). Daarbij kwamen tientallen burgers om het leven.

Het geld wordt gebruikt om puin te ruimen, het lokale elektriciteitsnetwerk te herstellen en de essentiële infrastructuur op te knappen. In overleg met de gemeenschap wordt tevens gekeken hoe de werkgelegenheid bevorderd kan worden. De werkzaamheden zullen ongeveer anderhalf jaar in beslag nemen.

Twee organisaties gaan de projecten uitvoeren. Begin volgend jaar moeten die aan de slag gaan. “De exacte aanvangsdatum van de projecten is afhankelijk van de contractafspraken die nu moeten worden gemaakt. Zorgvuldigheid staat hierbij voorop”, schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer.

De vrijwillige compensatie kwam er op aandringen van de Kamer.

Nederlandse F-16’s voerden in juni 2015 een luchtaanval uit op een bommenfabriek van IS, waarbij ook een woonwijk werd geraakt. In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen. Er vielen tientallen doden en ongeveer honderd gewonden.

Begin oktober stelde het kabinet een onafhankelijk onderzoek in naar de aanval in Hawija.

Lees meer over: Defensie  Politiek  Missie Irak  Buitenland

Gebombardeerde Iraakse stad Hawija weer opgebouwd op kosten van Nederland

NOS 15.12.2020 Namens Nederland gaan twee ontwikkelingsorganisaties anderhalf jaar lang herstelwerkzaamheden uitvoeren in Hawija, de Iraakse stad die door Nederlands F-16’s in 2015 werd gebombardeerd. Dat heeft minister Bijleveld van Defensie bekendgemaakt.

Vier miljoen euro is er gereserveerd voor het herstellen van het elektriciteitsnetwerk en andere essentiële infrastructuur, het ruimen van puin en voor een werkgelegenheidsproject. De wederopbouw zal gecoördineerd worden door de VN en de Internationale Organisatie voor Migratie.

Nadat Nederlandse F16’s vijf jaar geleden een bommenfabriek van IS in Hawija hadden gebombardeerd, ontplofte de fabriek en werd de omliggende wijk vernietigd. Daarbij kwamen zeker zeventig burgers om het leven en stortten 400 woningen deels of volledig in. Nog altijd ligt de wijk in puin.

Schadeclaim

Nadat ruim een jaar geleden bekend was geworden dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval, zegde de minister toe om te kijken naar een manier om de schade te vergoeden. Tot dan toe was dat niet mogelijk volgens de minister, omdat het kabinet daarmee zou onthullen dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval. Ze spreekt nu van “een vrijwillige compensatie voor de gevolgen van de Nederlandse wapeninzet”.

In opdracht van Defensie doet een onafhankelijk commissie onderzoek naar de toedracht van de aanval. Namens een groep nabestaanden heeft advocaat Liesbeth Zegveld een schadeclaim ingediend bij Defensie. Minister Bijleveld heeft deze schadeclaim voorlopig van de hand gewezen.

BEKIJK OOK;

Ruim 4 miljoen euro voor puinruimen Hawija

Telegraaf 15.12.2020 De Nederlandse regering steunt twee ontwikkelingsorganisaties die puin gaan ruimen in het Iraakse Hawija. Minister Bijleveld (Defensie) maakt ruim 4 miljoen euro vrij voor het project, dat onderdeel uitmaakt van de vrijwillige Nederlandse compensatie voor de gemeenschap in Hawija na het Nederlandse bombardement op een bommenfabriek van terreurbeweging Islamitische Staat (IS) in 2015.

Dat schrijft Bijleveld dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.

De grootste behoeften van de lokale bevolking liggen op het gebied van elektriciteitsvoorziening, economische activiteiten, werkgelegenheid, waterinfrastructuur en woningherstel, aldus Bijleveld. Drie organisaties hebben concrete projectvoorstellen ingediend, en daar zijn er twee uit geselecteerd. Het gaat om projecten van de VN-organisatie voor migratie IOM en de UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de VN. De projecten zullen een periode van 1,5 jaar in beslag nemen. Wanneer ze precies van start gaan, is nog niet bekend.

BEKIJK OOK:

Emotionele Irakees Razzo ’zeer tevreden’ met hoge schadevergoeding na vergisbom

Bij het bombardement van Nederlandse F-16’s vijf jaar geleden op de IS-bommenfabriek in Hawija vielen 70 burgerdoden. De wijk ligt nog altijd in puin. Toen bekend werd dat dat een gevolg was van de Nederlandse aanval, beloofde de minister een vorm van een vrijwillige schadevergoeding. Eerder dit jaar stelde het ministerie bovendien een onafhankelijke onderzoekscommissie in die onderzoek verricht naar de toedracht van de aanval.

Ank Bijleveld, Minister van Defensie. Ⓒ HOLLANDSE HOOGTE / PETER HILZ

BEKIJK MEER VAN; defensie gewapend conflict internationale betrekkingen Bijleveld Hawija

© Hollandse Hoogte / AFP Bij het bombardement van Nederlandse F-16’s vijf jaar geleden op de IS-bommenfabriek in Hawija vielen 70 burgerdoden. De wijk ligt nog altijd in puin.

Ruim 4 miljoen euro voor puinruimen Hawija

MSN 15.12.2020 De Nederlandse regering steunt twee ontwikkelingsorganisaties die puin gaan ruimen in het Iraakse Hawija. Minister Bijleveld (Defensie) maakt ruim 4 miljoen euro vrij voor het project, dat onderdeel uitmaakt van de vrijwillige Nederlandse compensatie voor de gemeenschap in Hawija na het Nederlandse bombardement op een bommenfabriek van terreurbeweging Islamitische Staat (IS) in 2015.

Dat schrijft Bijleveld dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.

De grootste behoeften van de lokale bevolking liggen op het gebied van elektriciteitsvoorziening, economische activiteiten, werkgelegenheid, waterinfrastructuur en woningherstel, aldus Bijleveld. Drie organisaties hebben concrete projectvoorstellen ingediend, en daar zijn er twee uit geselecteerd. Het gaat om projecten van de VN-organisatie voor migratie IOM en de UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de VN. De projecten zullen een periode van 1,5 jaar in beslag nemen. Wanneer ze precies van start gaan, is nog niet bekend.

© Hollandse Hoogte / Peter Hilz Ank Bijleveld, Minister van Defensie.

Bij het bombardement van Nederlandse F-16’s vijf jaar geleden op de IS-bommenfabriek in Hawija vielen 70 burgerdoden. De wijk ligt nog altijd in puin. Toen bekend werd dat dat een gevolg was van de Nederlandse aanval, beloofde de minister een vorm van een vrijwillige schadevergoeding. Eerder dit jaar stelde het ministerie bovendien een onafhankelijke onderzoekscommissie in die onderzoek verricht naar de toedracht van de aanval.

Commissie-Sorgdrager start: vierde Hawija-onderzoek moet duidelijkheid bieden

NOS 26.11.2020 Een driekoppige commissie die onderzoek moet gaan doen naar de luchtaanval in Hawija in 2015, is vandaag officieel ingesteld en begint op 1 januari 2021. Dat laat minister Ank Bijleveld van Defensie in een brief aan de Kamer weten.

Eerder was al bekendgemaakt dat minister van Staat Winnie Sorgdrager die commissie zou gaan leiden. De andere leden zijn hoogleraar militair recht Terry Gill en de gepensioneerde luchtmachtcommandant Ralph Reefman, schrijft de minister. Een extern onderzoeksteam zal de commissie ondersteunen.

De belangrijkste taak van de commissie is uitzoeken hoe het kon dat er bij de luchtaanval op de bommenfabriek in Irak zeker 70 doden vielen, terwijl vooraf was gecalculeerd dat er geen burgerslachtoffers zouden vallen. Ook gaat de commissie kijken “welke lessen er voor de toekomst zijn te trekken”.

Eerder waren er al onderzoeken van Defensie, het OM en het Amerikaanse ministerie van Defensie.

Naïef

Uit vertrouwelijke Amerikaanse documenten is gebleken dat de Amerikaanse commandant die verantwoordelijk was voor het berekenen van de aanval vond dat het naïef was om te denken dat er geen doden zouden vallen. De berekeningen hadden namelijk alleen betrekking op de explosie van de Nederlandse precisiebommen. Wat er zou gebeuren als de bommen in de bommenfabriek zouden ontploffen, heeft hij niet berekend.

Defensie houdt vol dat die inschatting vooraf wel degelijk is gemaakt. Of dat klopt en of het om een serieuze berekening gaat, zal uit onderzoek van de commissie moeten blijken.

Red card holder

Een andere vraag is of de Nederlandse militair die groen licht gaf voor de operatie, de ‘red card holder‘, volledig op de hoogte was van het risico van de aanval. Had hij genoeg informatie om te beoordelen dat de aanval proportioneel was en dat er – zoals door de minister was toegezegd aan de Tweede Kamer – naar verwachting geen burgerdoden bij zouden vallen? Met andere woorden: kreeg Nederland voldoende informatie van de Amerikaanse coalitiegenoten om tot een zorgvuldig oordeel te komen?

Tot slot zal duidelijk moeten worden of er vooraf überhaupt voldoende informatie door de coalitie is verzameld om burgerdoden te voorkomen. Uit onderzoek naar een ander incident waar Nederland bij betrokken was, het vergisbombardement op twee woonhuizen in Mosul, bleek dat er veel te kort drones waren ingezet om het gebied te verkennen. Onzorgvuldig, zo oordeelden de Amerikanen achteraf.

Wanneer de onderzoekers klaar zullen zijn is niet bekend. “De commissie blijft bestaan zolang als nodig is om het onderzoek af te ronden”, aldus de minister.

BEKIJK OOK;

Onderzoekscommissie wapeninzet Hawija ingesteld

RO 26.11.2020 De commissie die de Nederlandse wapeninzet op de ISIS-bommenfabriek in het Iraakse Hawija onderzoekt, is vandaag officieel ingesteld. Minister van Staat Winnie Sorgdrager leidt de onafhankelijke commissie. Die onderzoekt hoe het kon dat er bij de wapeninzet burgerslachtoffers zijn gevallen en welke lessen er voor de toekomst zijn te trekken.

Per 1 januari 2021 start de commissie met haar onderzoek. Voorzitter van de commissie is Winnie Sorgdrager. De voorzitter heeft op basis van specifieke expertise en internationale operationele ervaring de leden prof. Dr. Terry Gill (hoogleraar militair recht) en Ralph Reefman (commodore-vlieger b.d.) aangezocht. De commissie wordt ondersteund door een extern onderzoeksteam.

Minister Ank Bijleveld-Schouten geeft aan dat de commissie ook op volledige medewerking van Defensie kan rekenen: “Mevrouw Sorgdrager kan ervan op aan dat ik alles binnen mijn mogelijkheden zal doen om de commissie zo goed mogelijk te ondersteunen.”

Wanneer de commissie precies met haar eindrapport komt, is nu nog niet duidelijk. De commissie blijft bestaan zo lang als nodig is om het onderzoek af te ronden.

De commissie is ontstaan uit een aangenomen motie in de Tweede Kamer om de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) onderzoek te laten doen naar de wapeninzet. Omdat de OVV aangaf geen onderzoek te kunnen doen naar operaties van de krijgsmacht, besloot minister Bijleveld in de geest van de motie om een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen.

Verantwoordelijk;

Minister Ank Bijleveld van Defensie. © ANP/Remko de Waal

Commissie-Sorgdrager begint ‘hopelijk’ voor eind dit jaar aan onderzoek Hawija

AD 08.10.2020 Het is nog niet bekend wanneer de commissie onder leiding van Winnie Sorgdrager begint aan het onderzoek naar de burgerslachtoffers die in 2015 vielen bij een Nederlandse F-16-aanval in het Iraakse Hawija. Sorgdrager is nog bezig met het samenstellen van de rest van de commissie, zei minister Ank Bijleveld van Defensie vandaag in de Tweede Kamer. Ze hoopt dat Sorgdrager voor het eind van het jaar met haar onderzoek kan starten.

Dit jaar moet al wel duidelijk worden hoe het kabinet de inwoners van Hawija gaat helpen. Vrijdag werd bekend dat Bijleveld de stad wil helpen door geld te steken in projecten die de elektriciteits- en watervoorziening verbeteren. Het is een vrijwillige vergoeding – de hoogte van het bedrag is onbekend – en individuele inwoners krijgen geen geld.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Een deel van de Tweede Kamer vindt dat ook individuele schadevergoedingen mogelijk moeten worden, zoals Basim Razzo geld uitgekeerd kreeg. Hij verloor zijn hele gezin bij een Nederlandse aanval in Mosul. In Mosul bleek het verkeerde doel te zijn geraakt, namelijk een woonhuis.

Individuele schadevergoedingen

In Hawija werd wel een ‘legitiem doel’ aangevallen, stelt Bijleveld, een bommenfabriek. Nederland is daarom wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk. Daarom zijn individuele schadevergoedingen volgens haar niet aan de orde. ,,Ik wil niet nu een verwachting wekken die ik in de toekomst niet kan waarmaken.”

De PVV keerde zich tegen de vrijwillige vergoeding die het kabinet aan de stad wil geven. Volgens Kamerlid Sietse Fritsma valt niet uit te sluiten dat het geld ook bij IS-strijders terechtkomt. Ook wil Fritsma weten hoeveel geld Razzo van de Nederlandse staat heeft gekregen. Volgens Bijleveld is afgesproken dat bedrag geheim te houden, vanwege ‘de persoonlijke veiligheid van de heer Razzo’.

Datum, tijd en plaats

Bijleveld belooft in de toekomst sneller openheid van zaken te geven als door toedoen van Nederlands militair optreden burgerslachtoffers vallen. Maar dat gaat de linkse oppositie in de Tweede Kamer niet ver genoeg.

Zo tast de PvdA nog altijd in het duister over wanneer de Kamer wel en niet wordt geïnformeerd. GroenLinks wil dat ook schattingen van nevenschade en slachtoffers aan het parlement worden gemeld en de SP vindt dat de Kamer ‘binnen een week’ na een incident in de openbaarheid moet worden geïnformeerd over ‘datum, tijdstip en plaats’.

Kabinet stelt onderzoek in naar Nederlandse luchtaanval Hawija

Telegraaf  02.10.2020 Het ministerie van Defensie komt tegemoet aan de wensen van de Kamer en laat alsnog een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de Nederlandse luchtaanval in het Iraakse Hawija in 2015, waarbij burgerdoden vielen. Ook moet de lokale gemeenschap een vorm van compensatie krijgen, vindt minister Bijleveld (Defensie).

Ex-minister van Justitie Winnie Sorgdrager (D66) gaat het onderzoek naar de gebeurtenissen in Hawija leiden. Bijleveld kwam eerder onder vuur te liggen, omdat de Kamer in 2015 verkeerd was geïnformeerd over de Nederlandse aanval op terreurbeweging Islamitische Staat in juni van dat jaar. Bij de aanval vielen ook zo’n 70 burgerdoden.

Daarop drong D66 aan op een onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Omdat het om een gebeurtenis in het buitenland en in de context van oorlog gaat, kan de OVV het onderzoek echter niet uitvoeren. Vandaar dat er een onafhankelijke onderzoekscommissie komt, die Sorgdrager naar eigen inzicht mag samenstellen

Daarnaast gaat het ministerie kijken naar lokale projecten die het kan vergoeden ter compensatie voor de lokale bevolking in Hawija. Het ministerie heeft onderzocht of individuele vergoedingen uitkeren een optie is. Dat is het niet, omdat de aanval gericht was op een bommenfabriek van IS, en dus een legitiem doel had.

De Tweede Kamer reageert positief op het besluit van het kabinet om onderzoek te laten doen naar de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse plaats Hawija, waarbij vele tientallen doden vielen. Wel klinkt er teleurstelling over het feit dat individuele slachtoffers en nabestaanden geen compensatie krijgen.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Bijleveld Hawija Kamer

Hawija na het bombardement NOS | LEX RUNDERKAMP

Commissie onderzoekt luchtaanval Hawija, geen individuele compensatie

NOS 02.10.2020 Een onafhankelijke commissie gaat onderzoek doen naar het bombardement op Hawija. De commissie wordt geleid door oud-minister Sorgdrager en moet onderzoeken hoe als gevolg van een Nederlands bombardement burgerslachtoffers konden vallen. Het kabinet wil de getroffen gemeenschap op vrijwillige basis compenseren. Maar er komt geen vergoeding voor individuele slachtoffers of nabestaanden.

Bij een Nederlandse luchtaanval op een IS-bommenfabriek in de Iraakse stad kwamen in 2015 zeker 70 burgers om het leven. Daar zijn veel Kamerdebatten over geweest en minister Bijleveld kreeg kritiek over de manier waarop de Kamer over allerlei aspecten van de bombardementen is geïnformeerd.

Moties van wantrouwen

Kamerleden vonden bijvoorbeeld dat de minister veel meer moeite had moeten doen om Amerikaanse documenten boven water te krijgen, waarin werd gewaarschuwd voor burgerdoden. Die informatie kwam naar buiten via NOS en NRC.

Bijleveld overleefde een paar keer ternauwernood een motie van wantrouwen. Een groot deel van de oppositie stemde ervoor. De Kamer vroeg in mei om een onderzoek door de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Maar dat instituut heeft dat verzoek van de hand gewezen, omdat dat juridisch niet mogelijk zou zijn.

Daarop heeft Bijleveld een andere manier gezocht voor een onderzoek: er komt dus een speciale commissie. Of die ook inzage krijgt in informatie van Amerikaanse diensten, is volgens Bijleveld niet duidelijk, “Dat moet nog bekeken worden en dat laten we aan de commissie”, zegt de minister.

Sorgdrager onderzoekt burgerslachtoffers Hawija

Advocaat Liesbeth Zegveld, die enkele tientallen nabestaanden bijstaat, is blij verrast dat een onafhankelijke onderzoekscommissie het handelen van militairen gaan onderzoek. “Dit is wel bijzonder. Naast het onderzoek naar Srebrenica ken ik daar geen voorbeelden van.”

Nederland wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk

Over een vergoeding meldt Bijleveld dat ze de getroffen gemeenschap in Hawija tegemoet wil komen met projecten die zich richten op herstel van de directe en indirecte schade, Volgens Bijleveld blijkt uit een analyse dat de behoeften van de gemeenschap liggen op het gebied van elektriciteitsvoorziening, economie, werkgelegenheid, waterinfrastructuur en herstel van woningen.

Individuele vergoedingen wijst Bijleveld ‘in beginsel’ van de hand. “Bij de aanval was sprake van een ISIS-bommenfabriek, een duidelijk legitiem doel in termen van humanitair oorlogsrecht. Nederland is daarom wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk voor de gevolgen van de aanval, en daarmee niet verplicht tot het uitkeren van schadevergoedingen”.

Ze verwijst Iraakse burgers voor compensatie in eerste instantie naar de Iraakse autoriteiten. De minister houdt over tegemoetkomingen door Nederland aan individuen nog wel een kleine slag om de arm: om veiligheidsredenen en vanwege de coronacrisis is het volgens haar riskant om Nederlandse ambtenaren naar het gebied te sturen. “Als hierin verandering komt, is er sprake van een nieuw afwegingsmoment”, schrijft ze aan de Kamer.

Dat er wel collectieve maar geen individuele vergoedingen is komen vindt Zegveld onvoldoende. “Alles is beter dan niets. Maar het is laat. En de schade die mensen geleden hebben moet gewoon vergoed worden. Veel nabestaanden wonen daar ook niet meer, die hebben niets aan een watervoorziening in Hawija.” Ze zegt haar claim door te zetten voor alle nabestaanden die niet kunnen profiteren van een collectieve regeling.

Andere situatie dan Mosul

Begin vorige maand werd bekend dat Defensie een schadevergoeding van tonnen uitkeert aan een Iraakse man, die in 2015 een groot deel van zijn familie verloor bij een Nederlands bombardement op zijn huis in Mosul.

Bijleveld vindt dat die kwestie “wezenlijk verschilt” van de aanval op Hawija: “In Mosul was sprake van de zeer uitzonderlijke situatie dat achteraf bleek dat een niet-legitiem doel, namelijk een woonhuis, was aangevallen.”

BEKIJK OOK;

Onafhankelijk onderzoek naar Nederlands bombardement met tientallen burgerdoden

RTL 02.10.2020 Er komt een onafhankelijk onderzoek naar de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija. Daarbij vielen vijf jaar geleden vele tientallen burgerdoden.

Er komt compensatie voor de gemeenschap, maar niet voor individuele slachtoffers of nabestaanden.

Lees ook:

Burgerdoden na Nederlandse aanval op Hawija wél opgenomen in rapporten VS

De onafhankelijke onderzoekscommissie staat onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager en zal zich richten op de vraag ‘hoe burgerslachtoffers hebben kunnen vallen en welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst’.

Sorgdrager mag de commissie zelf samenstellen, aldus minister Ank Bijleveld van Defensie.

Winnie Sorgdrager © ANP

RTL Nieuws; Bombardementen Irak

Defensie kondigt onafhankelijk onderzoek naar aanval op Hawija aan

NU 02.10.2020 Er komt een onafhankelijk onderzoek naar de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija, meldt defensieminister Ank Bijleveld vrijdag. Er komt daarnaast ook compensatie voor de gemeenschap, maar niet voor individuele slachtoffers of nabestaanden.

De onderzoekscommissie zal zich richten op de vraag “hoe bij deze wapeninzet burgerslachtoffers hebben kunnen vallen, evenals welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst”, zegt Bijleveld. Oud-minister Winnie Sorgdrager zal de commissie leiden en samenstellen.

De Tweede Kamer nam in mei een motie aan waarin de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) werd opgeroepen tot het instellen van een onafhankelijk onderzoek naar de aanval. Omdat de OVV dit onderzoek niet kan uitvoeren, kiest de minister voor een tijdelijke onderzoekscommissie.

De aanval op Hawija vond in juni 2015 plaats. Nederlandse F-16’s voerden een luchtaanval uit op een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS), waarbij ook een woonwijk werd geraakt. In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen. Er vielen tientallen doden en ongeveer honderd gewonden.

Oud-minister Winnie Sorgdrager wordt de voorzitter van de onafhankelijke onderzoekscommissie. (Foto: ANP)

‘Compensatie alleen op vrijwillige basis’

Bijleveld meldt dat er is gekeken naar de mogelijkheden om de getroffen gemeenschap op vrijwillige basis tegemoet te komen. Er zullen drie projectvoorstellen volgen die gericht zijn op het herstellen van schade die veroorzaakt is door de Nederlandse aanval, bijvoorbeeld op het gebied van elektriciteitsvoorziening en werkgelegenheid.

Een speciale werkgroep heeft ook gekeken naar eventuele individuele vergoedingen. Volgens de minister is Nederland wel verantwoordelijk voor de aanval, maar niet aansprakelijk voor de gevolgen. “Bij de aanval in Hawija was er sprake van een IS-bommenfabriek, een duidelijk legitiem doel in termen van het humanitair oorlogsrecht.”

Het geven van vrijwillige compensatie zou gevolgen kunnen hebben voor wapeninzet bij toekomstige missies die volgens het oorlogsrecht correct zijn uitgevoerd. Ook zouden er praktische bezwaren zijn. Bijleveld zegt zich te realiseren dat deze boodschap “moeilijk” is voor de betrokkenen, maar Nederland wel zijn verantwoordelijkheid zal nemen door de gemeenschap op een andere manier te compenseren.

Lees meer over: Irak  Defensie  Politiek

Kabinet stelt onderzoek in naar misgelopen bombardement Hawija

AD 02.10.2020 Het kabinet stelt een onafhankelijk onderzoek in naar de misgelopen Nederlandse aanval op het Iraakse Hawija, waarbij in juni 2015 zo’n zeventig burgerdoden vielen. Ook gaat het de bevolking van de stad compenseren door geld te steken in het herstel van woningen, de elektriciteitsvoorziening, werkgelegenheid en watervoorziening.

Minister Ank Bijleveld van Defensie wil bijvoorbeeld een elektriciteitscentrale en een gemeenschapshuis realiseren. Die compensatie gebeurt op vrijwillige basis, benadrukt ze.

Hoeveel geld Nederland in Hawija steekt, wil de CDA-bewindsvrouw niet zeggen. Dat hangt volgens haar af van de voorstellen die drie organisaties nu kunnen voorstellen indienen bij het ministerie om de gemeenschap van de stad te ondersteunen. Zodra die voorstellen zijn ingediend en goedgekeurd, wil ze ‘zo snel mogelijk’ met de projecten beginnen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Individuele schadevergoedingen worden niet uitgekeerd, stelt Bijleveld, omdat in Hawija een Iraakse bommenfabriek werd aangevallen dat volgens het humanitair oorlogsrecht een ‘duidelijk legitiem doel’ is. ,,Het was in hardcore IS-gebied.” In de fabriek lagen echter veel meer explosieven, waardoor de ‘nevenschade’ veel groter was dan vooraf ingeschat.

Niet aansprakelijk

,,Nederland is wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk voor de gevolgen van de aanval”, schrijft Bijleveld aan de Tweede Kamer. Er is daarom ‘geen aanleiding’ tot het uitkeren van schadevergoedingen ‘op individueel niveau’. ,,Ik realiseer mij terdege dat dit een moeilijke boodschap is voor de betrokkenen”, aldus Bijleveld.

Daarom kiest ze voor het ‘ondersteunen van de getroffen gemeenschap’. ,,Ik ben blij dat we zo kunnen laten zien dat we ook richting de nabestaanden en slachtoffers onze verantwoordelijkheid zullen nemen.”

In Mosul, waar in juni 2015 door een Nederlands bombardement ook burgerslachtoffers vielen, werden recent wel schadevergoedingen gegeven. In dat geval, stelt Bijleveld, bleek dat er ‘een niet-legitiem doel’ was aangevallen. De bom viel op een woonhuis.

Onderzoekscommissie

Ook gaat – vijf jaar ná het bombardement – een onafhankelijke onderzoekscommissie onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager (D66) kijken hoe er door een Nederlandse F-16-aanval in juni 2015 in het Iraakse Hawija burgerslachtoffers konden vallen. Daaruit moeten lessen worden getrokken ‘voor de toekomst’.

De Tweede Kamer drong – op initiatief van regeringspartij D66 – op zo’n onderzoek aan, uitgevoerd door de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Maar die zei het onderzoek niet uit te kunnen voeren, omdat het niet tot de taken behoort. Daarom stelt Bijleveld een commissie in omdat ze ‘wel begrijpt dat de Kamer in dit uitzonderlijke geval heeft gevraagd om een extra onafhankelijk onderzoek naar deze aanval’.

Sorgdrager zal ‘naar eigen inzicht de overige leden van deze onderzoekcommissie aanwijzen’. Volgens Bijleveld is minister van Staat Sorgdrager bij uitstek geschikt voor deze commissie omdat ‘zij zich veel op dit soort terrein heeft bewogen’. ,,Ze kan de juridische aspecten overzien en is ook procureur-generaal geweest aan het militaire hof.”

Kamer reageert positief
De Tweede Kamer reageert positief op het besluit van het kabinet om het onderzoek te laten doen. Wel klinkt er teleurstelling over het feit dat individuele slachtoffers en nabestaanden geen compensatie krijgen.

Salima Belhaj van D66 is tevreden dat er een onafhankelijke commissie wordt ingesteld. ,,De slachtoffers en nabestaanden verdienen het om te weten wat er precies is gebeurd naar aanloop en tijdens het bombardement. Transparantie over militaire missies is nodig, in verleden, heden en de toekomst.”

Ook Joël Voordewind van coalitiepartner ChristenUnie vindt het goed dat er nu eindelijk onderzoek komt. “Onderzoek moet nu ook uitwijzen welke lessen Nederland trekt voor de toekomst uit de verkeerde inschatting die is gemaakt.” Hij hoopt dat er “ruimhartig” gecompenseerd zal worden en dat als eerste huizen van direct getroffenen zullen worden hersteld.

,,Het is winst dat er een onafhankelijk onderzoek komt”, zegt Sadet Karabulut (SP). Maar het is wel belangrijk dat de commissie onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager overal toegang tot krijgt, ook vertrouwelijke informatie. Ze vindt het ,,teleurstellend” dat er geen compensatieregeling voor individuele slachtoffers komt.

Volgens John Kerstens van de PvdA is het ,,verstandig” dat het kabinet aan de wens van de Kamer voor onderzoek tegemoet komt. Hij vindt het logisch dat er wordt gekeken naar compensatie voor de gemeenschap, ,,maar dat mag niet per definitie ten koste gaan van compensatie van direct getroffenen. Ook daar zal zorgvuldig naar gekeken moeten worden.”

De Tweede Kamer bleef in mei minister Ank Bijleveld van Defensie verwijten dat informatie over de fatale Nederlandse aanval op het Iraakse Hawija niet, verkeerd of onvolledig naar het parlement werd gestuurd.

Winnie Sorgdrager gaat onderzoek naar wapeninzet Hawija leiden

RO 02.10.2020 Er komt een onafhankelijke onderzoekscommissie die bekijkt hoe er als gevolg van de Nederlandse wapeninzet in de nacht van 2 op 3 juni 2015 in Hawija, Irak, burgerslachtoffers konden vallen en welke lessen daar voor de toekomst zijn te trekken.

Mr. Winnie Sorgdrager wordt de voorzitter van deze onderzoekscommissie. Ook maakt minister Bijleveld-Schouten vandaag bekend dat het kabinet de getroffen gemeenschap in Hawija op vrijwillige basis gaat compenseren voor het leed en de materiële schade die is ontstaan als gevolg van de wapeninzet.

Het besluit tot instellen van de onderzoekscommissie volgt op een motie die op 14 mei 2020 in de Tweede Kamer is aangenomen. Daarin is gevraagd om de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) onderzoek te laten doen. De OVV gaf echter aan dit onderzoek niet uit kunnen voeren. Dit behoort niet tot het takenpakket van de OVV, waardoor de motie strikt genomen niet uitvoerbaar is.

Bijleveld: “Ik begrijp echter wel dat de Kamer in dit uitzonderlijke geval heeft gevraagd om een extra, onafhankelijk onderzoek naar deze aanval. Daarom heb ik besloten om recht te doen aan de geest van de motie, door een tijdelijke onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen.

Ik heb mr. Winnie Sorgdrager, minister van Staat, bereid gevonden om deze commissie voor te zitten. De voorzitter zal naar eigen inzicht de overige leden van deze onderzoekcommissie aanwijzen.”

Vrijwillige vergoeding Hawija

In de afgelopen maanden bracht een interdepartementale werkgroep onder leiding van Defensie de opties in kaart om de getroffen gemeenschap in Hawija op vrijwillige basis tegemoet te komen.

De vergoeding richt zich op de schade die ontstond als gevolg van de Nederlandse wapeninzet. Hiervoor is er een analyse gemaakt van de behoeften van de gemeenschap. Die liggen op het gebied van elektriciteitsvoorziening, economische activiteiten, werkgelegenheid, waterinfrastructuur en het herstel van woningen.

Drie organisaties zullen op basis van de genoemde behoeften een projectvoorstel doen om de gemeenschap in dit kader te ondersteunen. De projecten zullen zo veel mogelijk gericht zijn op herstel van de directe- en indirecte schade die als gevolg van de aanval is aangericht in Hawija.

Individuele vergoedingen

Ook is onderzocht of individueel vergoeden een optie is. Bij de aanval in Hawija was er sprake van een ISIS-bommenfabriek, een duidelijk legitiem doel in termen van het humanitair oorlogsrecht.

Nederland is daarom wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk voor de gevolgen van de aanval, en daarmee niet verplicht tot het uitkeren van schadevergoedingen. Iraakse burgers kunnen voor compensatie in eerste instantie terecht bij de Iraakse autoriteiten.

Daarom is Nederland ook altijd zeer terughoudend om in dit soort gevallen op vrijwillige basis op individueel niveau vergoedingen uit te keren. Daarmee zou ook een precedent worden gecreëerd voor toekomstige wapeninzet die correct en binnen de kaders van het humanitaire oorlogsrecht wordt uitgevoerd.

Daarnaast zijn er verschillende praktische bezwaren die individueel vergoeden zeer complex zouden maken.

Bijleveld: “Ik realiseer mij terdege dat dit een moeilijke boodschap is voor de betrokkenen. Wat ik in dit geval wel graag wil doen is het ondersteunen van de getroffen gemeenschap.

Dat besluit breng ik vandaag naar buiten. Ik ben blij dat we zo kunnen laten zien dat we ook richting de nabestaanden en slachtoffers onze verantwoordelijkheid zullen nemen.”

Verschil compensatie Mosul

Minister Bijleveld licht toe waarom de zaak Hawija wezenlijk verschilt met die van Mosul (nacht van 20 op 21 september 2015). Daar is recent wel op individueel niveau een vrijwillige vergoeding aangeboden. Bij deze wapeninzet is er sprake van de zeer uitzonderlijke situatie dat achteraf bleek dat er een niet-legitiem doel, namelijk een woonhuis, was aangevallen.

Zie ook;

oktober 2, 2020 Posted by | 2e kamer, bedreiging, commissie Sorgdrager, debat, dreiging, Hawija, Irak, is, isis, Minister Bijleveld, Mosul, onderzoek, politiek, veiligheid, Winnie Sorgdrager | , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11b nasleep onderzoek Hawija Irak

Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 12

Telegraaf 24.09.2020

Nederlandse inzet Irak etc. verder afschalen

Op verzoek van de internationale coalitie tegen Islamitische Staat (IS) in Irak gaat Nederland de inzet van militairen in het land verder afschalen. Het doel van de Nederlandse missie in Irak verschuift van het trainen van militairen naar advisering van de Iraakse veiligheidssector, meldt Defensie woensdag 23.09.2020.

AD 24.02.2021

Nieuwe missie Nederlands leger in Irak ligt meteen onder vuur

De nieuwe Nederlandse missie naar Irak was amper aangekomen op het vliegveld dat ze moeten beveiligen of ze moesten de schuilkelders al in rennen voor een raketaanval. ,,Het lijkt hier vreedzaam, maar er zijn nog allerlei conflicten.”

Bij de raketaanval op de militaire luchtmachtbasis in de Iraaks-Koerdische stad Erbil vielen vorige week twee doden: een Filipijnse aannemer, die werkte voor de coalitietroepen en een Iraakse burger. Een Amerikaanse militair raakte gewond. De 120 nieuwe Nederlandse militairen die sinds half januari bij het vliegveld zijn gelegerd, bleven ongedeerd. Maar het laat wel zien dat de nieuwe missie van de Nederlanders weliswaar niet in oorlogsgebied is, maar ook niet zonder gevaar.

Lees ook;

© Thijs Unger

,,Je weet dat je naar een regio gaat waar van alles staat te gebeuren”, zegt kolonel Huub Klein Schaesberg, de leider van de Nederlandse manschappen op het vliegveld in de Koerdische regio in Noord-Irak. Voor het eerst spreekt de Nederlandse delegatie met de pers. ,,Erbil ziet er heel vreedzaam uit. Maar in de regio zijn nog allerlei conflicten. In de Koerdische regio is het wel relatief rustiger vergeleken met de rest van Irak.”

Nederlandse inzet in missies Noord-Irak

De ministerraad heeft ingestemd met uitzending van een compagnie van 100 tot 150 extra militairen naar Noord-Irak om de internationale luchthaven van Erbil te gaan beveiligen.

Noord-Irak

De anti-ISIS coalitie schakelt over op advisering van de regionale militaire autoriteiten nu de trainingen op de grond aan de Koerdische strijdkrachten zijn beëindigd. Met deze nieuwe adviestaak, waaraan Nederland vanaf volgend jaar leiding gaat geven, helpen we Irak om de eigen organisaties nog verder te professionaliseren zodat ze ISIS op termijn volledig zelf kunnen bestrijden. De anti-ISIS coalitie voert een belangrijk deel van haar activiteiten in het noorden van Irak uit vanaf deze luchthaven.

AD 19.11.2020

Terugtrekking US uit Irak

De onaangekondigde terugtrekking van amerikaanse  troepen in in Irak en Afghanistan heeft minister van Defensie Ank Bijleveldonaangenaam verrast’.

Voor medio januari 2021 willen de Verenigde Staten zo’n 3.000 militairen uit die landen naar huis halen, en dat heeft mogelijk ’zeer verstrekkende gevolgen’ voor de Nederlandse militairen aldaar, aldus de minister.

Dinsdagavond 17.11.2020 besloot de regering van de Amerikaanse president Donald Trump om de troepenmacht in Afghanistan te halveren en 500 van de 3000 militairen in Irak terug te halen. Het ministerie van Bijleveld is volgens haar ’kort van tevoren’ op de hoogte gebracht.

Nederland is tot zeker eind 2021 in Afghanistan aanwezig in het kader van de NAVO-missie Resolute Support en werkt daar nauw samen met Duitsland. Ook in Irak is ons land aanwezig met zo’n 100 man, die afhankelijk zijn van ondersteuning door de Amerikanen. De gevolgen van de Amerikaanse terugtrekking worden volgens Bijleveld nu in kaart gebracht.

De Verenigde Staten halen nog voor het einde van Trumps presidentschap een groot aantal troepen terug uit Afghanistan en Irak. In Afghanistan wordt het aantal militairen teruggebracht van 4500 naar  2.500, in Irak van 3000 naar 2500. De NAVO, bondgenoten en ook Republikeinse leiders vrezen dat het de Afghaanse regering verder verzwakt en de Taliban in de kaart speelt.

Minister van Defensie Christopher Miller, die er pas een week zit na het ontslag van minister Esper, maakte het nieuws gisteravond bekend. Miller zei dat de VS altijd klaarstaat om in te grijpen als de situatie daarom vraagt. Nationaal veiligheidsadviseur Robert O’Brien benadrukte kort daarna dat Trump altijd heeft beloofd de troepen terug te halen en dat het besluit niet als een verrassing kan komen.

De Amerikaanse president Trump komt binnenkort met zijn bevel om Amerikaanse troepen uit Afghanistan terug te trekken. Het aantal militairen moet voor midden januari 2021 zijn teruggebracht van ongeveer 4500 naar 2500, melden Amerikaanse Media. Volgens hen treffen de strijdkrachten al voorbereidingen.

Het kabinet heeft het parlement ingelicht over de nieuwe fase van de Nederlandse inzet in de strijd tegen ISIS in Irak: een verschuiving van training naar advisering van de Iraakse veiligheidssector. Daarnaast heeft de Belgische regering Nederland verzocht om bij te dragen aan de force protection van de Belgische F-16’s die vanuit Jordanië de strijd tegen ISIS voeren.

De anti-ISIS coalitie heeft ook een breed verzoek gedaan aan de leden van de coalitie, waaronder Nederland, voor force protection van Erbil International Airport. Tevens onderzoekt het kabinet een mogelijke bijdrage aan de VN-missie MINUSMA in Mali. In Afghanistan wijzigt de taakstelling van het Nederlands-Duitse Special Operations Team (SOAT).

Lees: Iraakse premier ongedeerd na droneaanval met explosieven op huis NU 07.11.2021

Lees: Huis Iraakse premier aangevallen met drone, ‘mislukte liquidatiepoging’ NOS 07.11.2021

VS veranderen focus van militaire missie in Irak

De Verenigde Staten veranderen de focus van hun militaire missie in Irak. Het Amerikaanse leger zal niet meer vechten, maar zich richten op onder meer het trainen, assisteren en helpen van het Iraakse leger in de strijd tegen de terroristische beweging Islamitische Staat (IS).

Het besluit werd bekendgemaakt tijdens een overleg van de Amerikaanse president Joe Biden en de Iraakse premier Mustafa al-Kadhemi in het Witte Huis in Washington. Het was de eerste ontmoeting tussen de leiders. De relatie tussen de twee landen gaat volgens Biden “een nieuwe fase in”.

VS veranderen focus van militaire missie in Irak

De Amerikaanse troepen focussen zich vanaf eind dit jaar op het ondersteunen van de Iraakse regeringstroepen. In de praktijk verandert er niet veel, omdat de Amerikanen nu al vooral bezig zijn met het trainen van Irakezen zodat zij zichzelf kunnen beschermen.

De VS hebben momenteel 2500 militairen in Irak. Of er veranderingen worden aangebracht in de omvang van de troepenmacht, is niet duidelijk. De Amerikanen trokken zich in 2011 terug uit Irak, nadat ze er in 2003 arriveerden om het regime van Saddam Hussein ten val te brengen, maar keerden in 2014 terug vanwege de strijd tegen IS.

Telegraaf 30.09.2020

Midden-Oosten

De anti-ISIS coalitie heeft de volgende fase in de strijd tegen ISIS aangekondigd, omdat de Iraakse veiligheidssector in toenemende mate in staat is om de dreiging van ISIS het hoofd te bieden. In deze fase wordt in plaats van training van militairen de focus gelegd op institutionele advisering van de Iraakse veiligheidssector.

Dit betekent een verminderde actieve deelname aan operaties, een reductie in troepenaantallen en een grotere nadruk op force protection van de resterende eenheden van de coalitie.

Door middel van regionale adviesteams, bestaande uit elk ongeveer 10 stafofficieren, worden de Iraakse, waaronder ook de Koerdische, veiligheidsinstituties geadviseerd. Ook komt er een adviesteam voor het Iraakse ministerie van Defensie.

Deze advisering is gericht op bijvoorbeeld het plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties. Het kabinet wil hieraan een bijdrage leveren met circa 5 tot 10 stafofficieren. Op deze manier helpt de coalitie de Iraakse strijdkrachten verder op eigen benen staan en kan de jarenlange trainingsinzet van onder andere Nederland op een duurzame manier worden geborgd.

In verband met COVID-19 was de Nederlandse trainingsmissie gericht op de Koerdische strijdkrachten in Irak sinds april reeds stilgelegd. Deze trainingen verzorgde Nederland samen met partnerlanden van de coalitie in Erbil. De circa 20 Nederlandse trainers die werkzaam waren in Erbil zijn in april 2020 teruggekeerd naar Nederland.

In het licht van de verschuiving naar institutionele advisering, heeft de anti-ISIS coalitie besloten om alle trainingen stop te zetten. Daarmee komt ook deze Nederlandse trainingsbijdrage tot een einde. Enkele Nederlandse stafofficieren die op dit moment nog wel in Erbil verblijven geven invulling aan de transitie van training naar de nieuwe adviserende taken.

Tegelijkertijd onderzoekt het kabinet de wenselijkheid en mogelijkheid om aan twee verzoeken tegemoet te komen die zijn gedaan in het kader van de strijd tegen ISIS. De Belgische regering heeft Nederland verzocht om een bijdrage te leveren aan de force protection van het Belgische F-16-detachement dat vanaf  oktober 2020 vanuit Jordanië wordt ingezet in de strijd tegen ISIS in Irak en Noordoost-Syrië.

Dit verzoek bouwt voort op de eerdere samenwerking met België tijdens de inzet van Nederlandse en Belgische F-16s in de strijd tegen ISIS. België en Nederland voorzagen elkaar toen afwisselend van force protection.

Het militaire hoofdkwartier van de anti-ISIS coalitie heeft daarnaast een breed verzoek gedaan aan de leden van de coalitie, waaronder Nederland, voor force protection van Erbil International Airport in de Koerdistan Autonome Regio in Irak, voor de periode vanaf najaar 2020 tot in ieder geval 1 mei 2021. De anti-ISIS coalitie ontplooit een deel van de activiteiten in het noorden van Irak vanaf deze luchthaven.

Sahel

Nederland voert overleg met de VN-missie MINUSMA in Mali en de betreffende landen over de levering van een militair transportvliegtuig aan de missie. VN-vredesmissies hebben een doorlopende behoefte aan luchttransport om hun mandaat effectief uit te kunnen voeren.

Sinds 2016 werken Denemarken, Portugal, België en Zweden samen in een rotatieschema om deze capaciteit aan MINUSMA te leveren. Het kabinet richt zich op deelname aan dit rotatieschema. De eerstvolgende beschikbare periode voor het leveren van een mogelijke bijdrage is vanaf november 2021, voor 6 maanden. Het kabinet onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid van deze bijdrage.

Een Bushmaster.

Afghanistan

Het begeleiden, trainen en adviseren van de Afghaanse partnereenheid ATF-888 door het Nederlands-Duitse Special Operations Team (SOAT) heeft haar vruchten afgeworpen. Eerder dit jaar werd ATF-888 fully operational capable verklaard. Dit betekent dat deze eenheid nu ervaren genoeg is om operaties zonder de  begeleiding van het SOAT uit te voeren.

Daarom richt de inzet van het SOAT, onder de vlag van Resolute Support, zich nu op het stafniveau en het verbeteren van de bedrijfsvoering. Door deze veranderde taakstelling is minder infrastructuur benodigd en kunnen voertuigen zoals de gepantserde Bushmaster terug naar Nederland.

Iraakse politie arresteert IS-kopstuk en rechterhand voormalig terroristenleider

De politie in Irak heeft IS-kopstuk Sami Jasim gearresteerd, melden autoriteiten in het land maandag. Jasim zou verantwoordelijk zijn voor de financiën van de terreurorganisatie. Hij was bovendien een naaste medewerker van voormalig IS-leider Abu Bakr Al Baghdadi, die in 2019 werd vermoord.

De Iraakse premier Mustafa Al Kadhimi maakte de arrestatie van het prominente IS-lid bekend via Twitter. Hij zei dat er een “complexe operatie” is uitgevoerd om de extremist in handen te krijgen, maar trad daar verder niet over in detail.

meer:

Lees: Twee raketten afgevuurd op zwaarbewaakte diplomatenwijk Bagdad AD 19.12.2021

Lees: Kabinet wil missies in Irak en Litouwen verlengen NOS 05.11.2021

Lees: Nederland verlengt missie in Irak tot eind 2022 Telegraaf 05.11.2021

Lees:  Nederland verlengt missie in Irak tot eind 2022 MSN 05.11.2021

Lees: Nederlandse bijdrage Irak verlengd RO 05.11.2021

Lees: Iraakse politie arresteert IS-kopstuk en rechterhand voormalig terroristenleider NU 11.10.2021

Lees: Irak is bijna permanent in crisis, veranderen de verkiezingen daar iets aan?  NOS 08.10.2021

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11 nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 10

Zie ook; Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

VS veranderen focus van militaire missie in Irak

VS veranderen focus van militaire missie in Irak

MSN 27.07.2021 De Verenigde Staten veranderen de focus van hun militaire missie in Irak. Het Amerikaanse leger zal niet meer vechten, maar zich richten op onder meer het trainen, assisteren en helpen van het Iraakse leger in de strijd tegen de terroristische beweging Islamitische Staat (IS).

Het besluit werd bekendgemaakt tijdens een overleg van de Amerikaanse president Joe Biden en de Iraakse premier Mustafa al-Kadhemi in het Witte Huis in Washington. Het was de eerste ontmoeting tussen de leiders. De relatie tussen de twee landen gaat volgens Biden “een nieuwe fase in”.

De Amerikaanse troepen focussen zich vanaf eind dit jaar op het ondersteunen van de Iraakse regeringstroepen. In de praktijk verandert er niet veel, omdat de Amerikanen nu al vooral bezig zijn met het trainen van Irakezen zodat zij zichzelf kunnen beschermen.

De VS hebben momenteel 2500 militairen in Irak. Of er veranderingen worden aangebracht in de omvang van de troepenmacht, is niet duidelijk. De Amerikanen trokken zich in 2011 terug uit Irak, nadat ze er in 2003 arriveerden om het regime van Saddam Hussein ten val te brengen, maar keerden in 2014 terug vanwege de strijd tegen IS.

Kapitein Wouter. Sinds begin deze maand zitten 150 Nederlandse militairen in Erbil in Koerdisch Irak. Ze bewaken er het vliegveld. © Wladimir van Wilgenburg

Nieuwe missie Nederlands leger in Irak ligt meteen onder vuur

AD 24.02.2021 De nieuwe Nederlandse missie naar Irak was amper aangekomen op het vliegveld dat ze moeten beveiligen of ze moesten de schuilkelders al in rennen voor een raketaanval. ,,Het lijkt hier vreedzaam, maar er zijn nog allerlei conflicten.”

Bij de raketaanval op de militaire luchtmachtbasis in de Iraaks-Koerdische stad Erbil vielen vorige week twee doden: een Filipijnse aannemer, die werkte voor de coalitietroepen en een Iraakse burger. Een Amerikaanse militair raakte gewond. De 120 nieuwe Nederlandse militairen die sinds half januari bij het vliegveld zijn gelegerd, bleven ongedeerd. Maar het laat wel zien dat de nieuwe missie van de Nederlanders weliswaar niet in oorlogsgebied is, maar ook niet zonder gevaar.

Lees ook;

© Thijs Unger

,,Je weet dat je naar een regio gaat waar van alles staat te gebeuren”, zegt kolonel Huub Klein Schaesberg, de leider van de Nederlandse manschappen op het vliegveld in de Koerdische regio in Noord-Irak. Voor het eerst spreekt de Nederlandse delegatie met de pers. ,,Erbil ziet er heel vreedzaam uit. Maar in de regio zijn nog allerlei conflicten. In de Koerdische regio is het wel relatief rustiger vergeleken met de rest van Irak.”

Het is dan ook niet de eerste keer dat Iran of door Iran gesteunde milities raketten afvuren op Erbil. De derde stad van Irak was in januari en september 2020 ook al doelwit van raketaanvallen. In september werden ze vanuit Irak afgevuurd door pro-Iraanse milities en in januari 2020 vanuit Iran zelf. Die laatste aanval was een Iraanse vergelding na een actie van de Verenigde Staten. De VS had eerder die maand de Iraanse top-generaal Qassem Soleimani geliquideerd. In Erbil zijn ook Amerikaanse troepen gestationeerd.

Binnenring

Nederlandse militairen zijn al jaren in de regio. In eerste instantie trainden ze Koerdische strijders, de peshmerga, voor hun strijd tegen Islamitische Staat (IS). Ook deden Nederlandse F16’s mee aan de strijd tegen die terreurgroep. Nu zijn de Nederlanders medeverantwoordelijk voor de beveiliging van het militaire deel van het vliegveld in Erbil.

Klein Schaesberg: ,,Koerdische eenheden bewaken de buitenring van het vliegveld, wij vullen hen aan door de binnenring te beveiligen in samenwerking met andere coalitiepartners. Ook in geval van raketten, ongeacht de afzender. De beveiliging is er voor iedereen. Een dreiging maakt geen onderscheid in ontvanger.” De Nederlanders komen nauwelijks van de basis af, omdat hun werk dáár is en vanwege de ook in Irak geldende coronamaatregelen.

De dreiging komt hoofdzakelijk van Iran en haar goedgezinde milities. Maar ook ondergrondse cellen van terreurgroep IS kunnen nog in de regio aanwezig zijn. Volgens de Nederlandse regering beschikt de basis ‘over (een) adequate bescherming tegen mogelijke raketaanvallen’. Ondanks die bescherming kwam er vorige week toch een buitenlandse aannemer om bij de aanval.

Volgens Kapitein Wouter (29), verantwoordelijk voor de logistieke steun, zijn de soldaten voorbereid op de aanvallen. ,,We hebben een week voor de aanval een training gehad die precies over dit soort situaties ging, dus we konden snel reageren toen het echt gebeurde. Natuurlijk is dat spannend. Maar de alarmsignalen en de opsporingsradar die de inkomende raket detecteert, werkten prima. Dan kun je dus ook reageren op de manier waarop je getraind bent.”

Sinds begin deze maand zitten 150 Nederlandse militairen in Erbil in Koerdisch Irak. © Wladimir van Wilgenburg

Fusilier Rik (22), soldaat eerste klasse, rende tijdens de aanval direct de bunker in. ,,Ik ben blij dat de jongens om me heen ook gewoon zelfverzekerd zijn en dat ze weten wat ze moeten doen. Het was wel een bijzonder moment, zeker weten, maar dat is het risico van het vak.” De Nederlandse mannen en vrouwen in Erbil hadden na de aanval direct contact met familie via internet. ,,Ik kon direct zeggen dat het goed met ons ging, dat pikten ze thuis goed op.”

Rustiger

Ondanks de raketten is de Koerdische regio een stuk veiliger dan gebieden waar andere Nederlandse militaire missies zijn. Kapitein Wouter: ,,Ik denk dat het voor de mindset van de militairen niet heel veel uitmaakt, maar dat het voor het thuisfront wel zo fijn is om te weten dat het hier een iets rustiger gebied is dan bijvoorbeeld Zuid-Afghanistan.” Hij vindt zijn uitzending ‘een mooie kans’.  ,,Ik geniet elk moment van de dag dat ik hier ben.”

Volgens de Nederlandse ambassadeur in Irak Michel Rentenaar, die de troepen in Erbil bezoekt, bewijst de aanval dat de Nederlandse militairen nodig zijn. ,,Gelukkig zijn er geen Nederlanders gewond geraakt of gesneuveld. Maar de aanval onderstreept hoe fragiel de situatie in dit land nog is en waarom het dus ook zo belangrijk is dat we hier zijn.” Ook omdat terreurgroep  IS wel zijn grondgebied kwijt is, maar nog niet al haar steun. ,,IS is nog niet helemaal weg. Dat weet iedereen. Er blijft dreiging vanuit IS, dus Nederland blijft meedoen en dat is super belangrijk.”

Het mandaat van de Nederlandse missie in Erbil loopt tot 31 december 2021.

Kamer steunt het sturen tot 150 militairen naar noorden van Irak

MSN 17.12.2020 De Tweede Kamer steunt het sturen van 100 tot 150 militairen naar het noorden van Irak om daar de internationale luchthaven van Erbil te beveiligen. Dat bleek donderdag tijdens een debat over de uitzending, die tot eind volgend jaar zal duren.

De inzet maakt deel uit van de strijd tegen terreurgroep IS. Die campagne is een nieuwe fase ingegaan. De internationale coalitie zal zich gaan richten op het adviseren van de Koerdische en Iraakse strijdkrachten, hiervoor ging het om het trainen van de troepen.

“IS kan zo weer toeslaan”, aldus Joël Voordewind van de ChristenUnie. Volgens Salima Belhaj (D66) kan de “sfeer van extremisme” zo weer om zich heen slaan. Onder meer oppositiepartijen SP, PVV en DENK steunen de missie niet. Het geld kan beter naar humanitaire hulp en de wederopbouw gaan, vindt Sadet Karabulut (SP).

Rol Iraakse regering

Wel zijn er vragen over de rol van de Iraakse regering. De banden van de leiders in Bagdad met Iran en het neerslaan van demonstraties tegen corruptie baren veel partijen zorgen. Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) beloofde bij de Iraakse regering te blijven aandringen op “verdere stappen richting democratie en rechtsstaat”.

Volgens ministers Ank Bijleveld (Defensie) en Blok zijn de risico’s van de missie niet groot. De Nederlanders beveiligen het vliegveld samen met Amerikaanse eenheden. De Nederlandse militairen vertrekken volgende maand naar Erbil.

Nederlandse inzet in missies Noord-Irak en Mali

RO 20.11.2020 De ministerraad heeft ingestemd met uitzending van een compagnie van 100 tot 150 extra militairen naar Noord-Irak om de internationale luchthaven van Erbil te gaan beveiligen. Daarnaast heeft het kabinet besloten de VN-missie MINUSMA in Mali te ondersteunen met een C-130 transportvliegtuig, inclusief bemanning en ondersteunend personeel.

Noord-Irak

De anti-ISIS coalitie schakelt over op advisering van de regionale militaire autoriteiten nu de trainingen op de grond aan de Koerdische strijdkrachten zijn beëindigd. Met deze nieuwe adviestaak, waaraan Nederland vanaf volgend jaar leiding gaat geven, helpen we Irak om de eigen organisaties nog verder te professionaliseren zodat ze ISIS op termijn volledig zelf kunnen bestrijden. De anti-ISIS coalitie voert een belangrijk deel van haar activiteiten in het noorden van Irak uit vanaf deze luchthaven.

De Nederlandse force protection-eenheid gaat samen met de Verenigde Staten het personeel en materieel van de anti-ISIS coalitie op het vliegveld beveiligen. De eerste militairen worden waarschijnlijk begin januari 2021 uitgezonden. De exacte einddatum is afhankelijk van de ontwikkelingen in de bredere campagne van de anti-ISIS coalitie.

De bijdrage in het noorden past bij het Nederlandse uitgangspunt dat zowel de Koerdische als de centrale Iraakse strijdkrachten een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van ISIS. De terreurorganisatie vormt nog altijd een bron van instabiliteit aan de randen van Europa. Na het verlies van haar kalifaat in maart 2019 is ISIS in Irak en Syrië overgegaan tot een ondergrondse guerrillastrijd. ISIS pleegt maandelijks tientallen aanslagen tegen de Iraakse overheid, veiligheidstroepen en de lokale bevolking.

Mali

De nieuwe bijdrage van luchttransportcapaciteit aan de VN-missie MINUSMA in Mali sluit aan op de bestaande Nederlandse inzet in Mali en de Sahel, waar de veiligheids- en humanitaire situatie verslechtert. Met de bijdrage van deze kritieke en schaarse transportcapaciteit beoogt het kabinet MINUSMA logistiek te ondersteunen zodat de missie haar taken ten behoeve van veiligheid en stabiliteit in Mali beter kan uitvoeren.

De inzet vindt plaats in een rotatieverband, waarbij Nederland in samenwerking en afwisseling met Noorwegen, Denemarken en Portugal de missie voorziet van transportcapaciteit. Naar verwachting zal Nederland deze bijdrage vanaf november 2021 leveren voor een periode van zes maanden. De bemanning en ondersteund personeel zal naar schatting bestaan uit 70 tot 130 militairen. Het kabinet is in gesprek met de deelnemende landen en de VN over de nadere uitwerking van de bijdrage.

Zie ook;

Nederland stuurt volgend jaar extra militairen naar Irak en Mali

NU 20.11.2020 Nederland stuurt volgend jaar extra militairen naar Irak en Mali, zo heeft premier Mark Rutte vrijdag na de wekelijkse ministerraad bekendgemaakt. Het gaat in totaal om een paar honderd militairen.

Nederland is in Irak al langer onderdeel van de coalitie tegen Islamitische Staat (IS). De Nederlandse trainingsmissies zijn recent stilgelegd omdat de coalitie een adviserende rol krijgt. Nederland heeft hier vanaf volgend jaar de leiding over.

Volgens Rutte bevindt de strijd tegen IS zich in een nieuwe fase, waarin de nadruk ligt op bescherming. Het doel is om de lokale organisaties te helpen professionaliseren, zodat zij op een later moment zelfstandig de strijd tegen de terroristische groepering kunnen voeren.

Er gaan 100 tot 150 militairen naar Erbil voor de beveiliging van de internationale luchthaven, vanaf waar de coalitie een belangrijk deel van de activiteiten uitvoert. De militairen gaan samen met de Verenigde Staten personeel en materieel beveiligen. De eerste Nederlanders vertrekken waarschijnlijk begin januari naar Erbil.

Nederland stuurt transportvliegtuig naar Mali

Daarnaast levert Nederland met een C-130 transportvliegtuig een logistieke bijdrage aan MINUSMA, de missie waarmee de Verenigde Naties (VN) de veiligheid en stabiliteit in Mali proberen te herstellen. De bemanning en het ondersteunend personeel bestaat naar schatting uit 70 tot 130 militairen.

Rutte wijst erop dat de situatie in het Afrikaanse land niet verbetert, maar juist verslechtert. Twee maanden geleden werd al bekendgemaakt dat het kabinet keek naar de mogelijkheden om deel uit te maken van het rotatieverband met Noorwegen, Denemarken en Portugal.

De drie landen wisselen elkaar al jarenlang elke zes maanden af bij de levering van een logistieke bijdrage aan de VN-missie. Nederland gaat naar verwachting vanaf november 2021 deel uitmaken van het rotatieverband. Deze bijdrage is in eerste instantie eenmalig.

Lees meer over: Irak  Defensie  Mali  Politiek  Buitenland

Een agent op het vliegveld van Erbil in Noord-Irak, november 2015 AFP

Nederlandse militairen naar Iraakse stad Erbil voor beveiligingstaken

NOS 20.11.2020 Tussen de 100 en 150 Nederlandse militairen gaan assisteren bij de beveiliging van het vliegveld in Erbil, in het Koerdische deel van Irak. Het militaire hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie had daar om gevraagd en het kabinet heeft vandaag besloten op dat verzoek in te gaan. “De dreiging van aanslagen in Europa is nog steeds niet weg, dus het blijft van belang ervoor te zorgen dat IS niet opnieuw kan opkomen in Irak”, zegt minister Blok. De eerste militairen vertrekken waarschijnlijk in januari.

Eerder heeft Nederland in Irak Koerdische Peshmerga-strijders getraind, maar die missie is afgelopen. Wel zijn er nog Nederlandse officieren die het ministerie van Defensie in Irak adviseren.

Nederland helpt sinds kort ook weer mee met de bescherming van Belgische F-16’s die vanuit Jordanië anti-IS-operaties in Irak uitvoeren. Daarbij zijn zo’n 35 Nederlandse militairen betrokken.

Ook naar Mali

Het kabinet heeft ook een besluit genomen over een nieuwe bijdrage aan de VN-vredesmissie in Mali. Die missie is bedoeld om de situatie in het land te stabiliseren. Eind volgend jaar wordt een Hercules-transportvliegtuig naar Mali gestuurd, met bijbehorende militairen. Naar schatting doen er tussen de 70 en 130 Nederlanders aan mee.

Die bijdrage geldt voor een half jaar. Minister Blok noemt de stabiliteit in Mali van groot belang voor de veiligheid van Europa.

NOS

NOS

BEKIJK OOK;

Groen licht voor twee nieuwe militaire missies

Telegraaf 20.11.2020 Het kabinet geeft vrijdag groen licht voor twee militaire missies. Er gaan 100 tot 150 extra militairen naar Noord-Irak om de internationale luchthaven in Erbil te beveiligen. Ook wordt er extra ondersteuning gegeven aan de VN-missie in Mali met een transportvliegtuig met bemanning.

De internationale coalitie tegen Islamitische Staat (IS) besloot onlangs om de trainingsmissie in Noord-Irak om te zetten in een adviesrol voor regionale militairen. Nederland geeft vanaf volgend jaar leiding aan de adviestaak. De luchthaven van Erbil in Iraaks-Koerdistan functioneert als een belangrijke uitvalsbasis voor de activiteiten van de anti-IS-coalitie.

De Nederlandse trainingsmissie voor de Koerden in Irak was vanwege de coronacrisis in april al stilgegeld. De 20 Nederlandse militairen die daar werkzaam waren zijn in april dan ook teruggekeerd naar huis.

De Nederlandse beschermingseenheid trekt samen met de Verenigde Staten op om het personeel en materieel van de coalitie op de luchthaven te beschermen. Begin januari vertrekken waarschijnlijk de eerste militairen.

IS vormt nog altijd een bron van instabiliteit aan de randen van Europa, aldus het ministerie van Defensie. Na de ondergang van het kalifaat in 2019 is de terreurbeweging in Irak en Syrië overgegaan tot een ondergrondse guerillastrijd. Maandelijks pleegt IS tientallen aanslagen tegen de Iraakse overheid, veiligheidstroepen en burgers.

Met de nieuwe bijdrage in Mali vanaf november volgend jaar wil het kabinet de VN-missie logistiek steunen. Nederland wisselt de inzet van haar transportcapaciteit daar af met Noorwegen, Denemarken en Portugal. Naar verwachting worden er 70 tot 130 militairen heen gestuurd.

BEKIJK MEER VAN; krijgsmacht internationale militaire interventie Mali Den Haag Islamitische Staat Defensie

Ruim honderd Nederlandse militairen beveiligen luchthaven Erbil

MSN 20.11.2020 Tot 150 Nederlandse militairen gaan samen met Amerikanen de internationale luchthaven van Erbil in Noord-Irak beveiligen. Het kabinet heeft hier vrijdag het groene licht voor gegeven, zei minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken na de ministerraad.

Vanaf het vliegveld gaat de internationale coalitie tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS) de Koerdische strijdkrachten adviseren. Nederland gaat daar vanaf volgend jaar leiding aan geven. De Nederlandse militairen beginnen op z’n vroegst volgende maand en de verwachting is dat de inzet tot eind volgend jaar duurt.

De afgelopen jaren trainden Nederlandse militairen Koerdische strijders. Omdat IS bijna al haar grondgebied heeft verloren, gaat de internationale coalitie over op het adviseren van de Koerdische militaire autoriteiten. De veiligheidssituatie is in het noorden beter dan in de rest van het land.

Mali

De regering in Washington verraste deze week de bondgenoten met de aankondiging de komende twee maanden troepen terug te trekken uit Afghanistan en Irak. Wat de gevolgen hiervan zijn voor de Nederlandse inzet in Irak is nog niet bekend.

Ook wordt Nederland weer actief in Mali. Het kabinet besloot aan de VN-missie daar een C-130 transportvliegtuig ter beschikking te stellen. Tussen de 70 en 130 Nederlandse militairen gaan mee. Het gaat om bemanning en ondersteunend personeel. De uitzending begint volgend jaar november en duurt een half jaar.

Minusma

In het uitgestrekte Mali kampt de VN-missie Minusma met een groot tekort aan transportcapaciteit door de lucht. Nederland sluit zich aan bij Noorwegen, Denemarken en Portugal, die al afwisselend transportvliegtuigen aan de missie leveren. De C-130 wordt gestationeerd op een Noors kamp in de hoofdstad Bamako.

Nederland was tussen 2014 en 2019 al actief in Mali. Toen ging het om grondtroepen die informatie in het noorden verzamelden voor Minusma.

Groen licht voor twee nieuwe militaire missies

MSN 20.11.2020 Het kabinet geeft vrijdag groen licht voor twee militaire missies. Er gaan 100 tot 150 extra militairen naar Noord-Irak om de internationale luchthaven in Erbil te beveiligen. Ook wordt er extra ondersteuning gegeven aan de VN-missie in Mali met een transportvliegtuig met bemanning.

De internationale coalitie tegen Islamitische Staat (IS) besloot onlangs om de trainingsmissie in Noord-Irak om te zetten in een adviesrol voor regionale militairen. Nederland geeft vanaf volgend jaar leiding aan de adviestaak. De luchthaven van Erbil in Iraaks-Koerdistan functioneert als een belangrijke uitvalsbasis voor de activiteiten van de anti-IS-coalitie.

De Nederlandse trainingsmissie voor de Koerden in Irak was vanwege de coronacrisis in april al stilgegeld. De 20 Nederlandse militairen die daar werkzaam waren zijn in april dan ook teruggekeerd naar huis.

De Nederlandse beschermingseenheid trekt samen met de Verenigde Staten op om het personeel en materieel van de coalitie op de luchthaven te beschermen. Begin januari vertrekken waarschijnlijk de eerste militairen.

IS vormt nog altijd een bron van instabiliteit aan de randen van Europa, aldus het ministerie van Defensie. Na de ondergang van het kalifaat in 2019 is de terreurbeweging in Irak en Syrië overgegaan tot een ondergrondse guerillastrijd. Maandelijks pleegt IS tientallen aanslagen tegen de Iraakse overheid, veiligheidstroepen en burgers.

Met de nieuwe bijdrage in Mali vanaf november volgend jaar wil het kabinet de VN-missie logistiek steunen. Nederland wisselt de inzet van haar transportcapaciteit daar af met Noorwegen, Denemarken en Portugal. Naar verwachting worden er 70 tot 130 militairen heen gestuurd.

Nederland stuurt volgend jaar extra militairen naar Irak en Mali

MSN 20.11.2020 Nederland stuurt volgend jaar extra militairen naar Irak en Mali, zo heeft premier Mark Rutte vrijdag na de wekelijkse ministerraad bekendgemaakt. Het gaat in totaal om een paar honderd militairen.

Nederland is in Irak al langer onderdeel van de coalitie tegen Islamitische Staat (IS). De Nederlandse trainingsmissies zijn recent stilgelegd omdat de coalitie een adviserende rol krijgt. Nederland heeft hier vanaf volgend jaar de leiding over.

Volgens Rutte bevindt de strijd tegen IS zich in een nieuwe fase, waarin de nadruk ligt op bescherming. Het doel is om de lokale organisaties te helpen professionaliseren, zodat zij op een later moment zelfstandig de strijd tegen de terroristische groepering kunnen voeren.

Er gaan 100 tot 150 militairen naar Erbil voor de beveiliging van de internationale luchthaven, vanaf waar de coalitie een belangrijk deel van de activiteiten uitvoert. De militairen gaan samen met de Verenigde Staten personeel en materieel beveiligen. De eerste Nederlanders vertrekken waarschijnlijk begin januari naar Erbil.

Nederland stuurt transportvliegtuig naar Mali

Daarnaast levert Nederland met een C-130 transportvliegtuig een logistieke bijdrage aan MINUSMA, de missie waarmee de Verenigde Naties (VN) de veiligheid en stabiliteit in Mali proberen te herstellen. De bemanning en het ondersteunend personeel bestaat naar schatting uit 70 tot 130 militairen.

Rutte wijst erop dat de situatie in het Afrikaanse land niet verbetert, maar juist verslechtert. Twee maanden geleden werd al bekendgemaakt dat het kabinet keek naar de mogelijkheden om deel uit te maken van het rotatieverband met Noorwegen, Denemarken en Portugal.

De drie landen wisselen elkaar al jarenlang elke zes maanden af bij de levering van een logistieke bijdrage aan de VN-missie. Nederland gaat naar verwachting vanaf november 2021 deel uitmaken van het rotatieverband. Deze bijdrage is aanvankelijk eenmalig.

35 Nederlandse militairen naar Jordanië voor strijd tegen IS

NOS 28.09.2020 Het kabinet stuurt deze herfst 35 Nederlandse militairen naar Jordanië om daar de Belgische luchtmacht te beveiligen. De Belgen beginnen in oktober met een nieuwe missie in de strijd tegen IS in het Midden-Oosten. Vanaf de basis in Jordanië zetten ze F-16’s in naar Irak en Noordoost-Syrië.

Het is de bedoeling dat de Nederlandse militairen ongeveer een jaar in Jordanië blijven. Het is niet voor het eerst dat Nederland en België samenwerken in de strijd tegen IS: de landen hebben elkaar al regelmatig voorzien van force protection. Twee jaar geleden waren de rollen bijvoorbeeld omgedraaid: toen zorgden Belgische militairen voor de veiligheid van hun Nederlandse collega’s op de basis in Jordanië.

Volgens Defensie vormt IS nog steeds een bedreiging en een bron van instabiliteit aan de randen van Europa. Daarom is de Nederlandse bijdrage nu nodig, zegt minister Bijleveld. “ISIS pleegt maandelijks nog altijd tientallen aanslagen tegen de Iraakse overheid, veiligheidstroepen en andere bevolkingsgroepen. Ze worden hiervoor deels vanuit Syrië voorzien van wapens, munitie en grondstoffen voor geïmproviseerde explosieven.”

Kalifaat

In maart 2019 viel het kalifaat van IS in Syrië en Irak, maar toen werd al benadrukt dat de terreurgroep ook ondergronds een gevaar zou vormen. Volgens Defensie is nu sprake van een ondergrondse “guerrillastrijd” in Irak en Syrië.

De huidige leider van IS is Ibrahim al-Quraishi. Hij is de opvolger van Abu Bakr al-Baghdadi, die vorig jaar werd gedood bij een Amerikaanse militaire operatie.

“Mede dankzij Nederland bestaat het kalifaat niet meer”, zegt minister Blok van Buitenlandse Zaken. “Maar we moeten waakzaam blijven, om een terugkeer te voorkomen. Daarom blijft Nederland een bijdrage doen.”

Op eigen benen

Vorige week maakte het kabinet nog bekend te stoppen met de trainingsmissie in Irak, waarbij Nederlandse militairen Iraakse commando’s opleidden.

In plaats daarvan wil Nederland vijf tot tien stafofficieren naar Bagdad sturen, die veiligheidsorganisaties en het Iraakse ministerie van Defensie gaan adviseren over bijvoorbeeld het plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties. Daarmee moeten de Iraakse en Koerdische strijdkrachten verder op eigen benen komen te staan, is de inzet van de internationale anti-IS-coalitie.

BEKIJK OOK;

De Nederlandse trainingsmissie voor de Koerden in Irak was vanwege de coronacrisis in april al stilgelegd. Ⓒ EPA

Nederland zet stap terug bij anti-IS-missie in Irak

Telegraaf  23.09.2020 Het kabinet schaalt de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen Islamitische Staat (IS) in Irak af. In plaats van het trainen van militairen, neemt de internationale coalitie tegen IS een adviserende rol aan.

De Iraakse veiligheidssector is volgens de anti-IS-coalitie zelf steeds bekwamer in het bestrijden van terreurbeweging IS.

Ook Nederland gaat adviesteams leveren, die zich richten zich op de Iraakse en Koerdische veiligheidsinstituties. De teams opereren op regionaal niveau, maar ook het Iraakse ministerie van Defensie krijgt een eigen adviesteam.

De advisering richt zich op het „plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties,” aldus het ministerie van Defensie. Het kabinet levert een bijdrage met zo’n 5 tot 10 stafofficieren aan de adviseringsmissie.

De internationale coalitie tegen IS heeft besloten alle trainingen in het gebied stop te zetten. De Nederlandse trainingsmissie voor de Koerden in Irak was vanwege de coronacrisis in april al stilgegeld. De 20 Nederlandse militairen die daar werkzaam waren zijn in april dan ook teruggekomen naar Nederland.

Ook liggen er twee nieuwe verzoeken bij Nederland voor verdere medewerking aan de strijd tegen IS. De Belgische regering vraagt hulp bij het beveiligen van Belgische F-16’s in Jordanië. Die strijden vanaf oktober tegen IS-terroristen in Irak en het noordoosten van Syrië.

Daarnaast heeft de coalitie tegen IS al haar leden verzocht om te helpen bij het beschermen van de internationale luchthaven van Erbil, in Iraaks-Koerdistan. De coalitie gebruikt de luchthaven voor activiteiten in het noorden van Irak. Het kabinet heeft nog beslissing genomen over deze verzoeken.

BEKIJK MEER VAN; Islamitische Staat Irak

Defensie bouwt rol in Irak verder af, overweegt nieuwe bijdrage missie Mali

NU 23.09.2020 Op verzoek van de internationale coalitie tegen Islamitische Staat (IS) in Irak gaat Nederland de inzet van militairen in het land verder afschalen. Het doel van de Nederlandse missie in Irak verschuift van het trainen van militairen naar advisering van de Iraakse veiligheidssector, meldt Defensie woensdag.

Volgens de internationale coalitie kunnen de Iraakse veiligheidstroepen de dreiging van IS inmiddels voldoende aan. Nederlandse inzet bij operaties is daarom niet langer nodig.

In Irak waren in het begin van het jaar zo’n vijftig Nederlandse militairen actief. Twintig van hen werden in april al teruggeroepen vanwege het coronavirus. De militairen waren daar om strijders van Iraaks-Koerdische milities, de peshmerga’s, op te leiden. Deze milities speelden de afgelopen jaren een belangrijke rol bij de strijd tegen IS.

De nu nog aanwezige Nederlandse militairen zullen zich volgens Defensie gaan richten op het adviseren van de Iraakse troepen, bijvoorbeeld op het gebied van plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties.

De internationale coalitie heeft Nederland verder gevraagd om te helpen bij de beveiliging van Erbil International Airport in het Koerdische deel van Irak. Het kabinet onderzoekt nog of dit wenselijk en mogelijk is.

Hervatting deelname missie in Mali onderzocht

Defensie meldt daarnaast een eventuele hervatting van de Nederlandse deelname aan de VN-missie Minusma in Mali te onderzoeken.

De deelname zou bestaan uit het leveren van een militair transportvliegtuig om luchttransport te kunnen bieden voor de missie. Daarmee wil Nederland zich mengen in het rotatieschema met Denemarken, Portugal, België en Zweden, die dit sinds 2016 leveren.

De eerstvolgende mogelijkheid om deel te nemen aan het rotatieschema zal vanaf november 2021 zijn. Het kabinet zal daar voor die tijd een beslissing over nemen.

Lees meer over: Irak Defensie Minusma Missie Irak Buitenland

Archieffoto van een Nederlandse trainer in Irak. De taak verschuift nu van training naar advisering van de Iraakse veiligheidssector.

Nederlandse inzet in Minusma, Afghanistan en in de strijd tegen ISIS

RO 23.09.2020 Het kabinet heeft vandaag het parlement ingelicht over de nieuwe fase van de Nederlandse inzet in de strijd tegen ISIS in Irak: een verschuiving van training naar advisering van de Iraakse veiligheidssector. Daarnaast heeft de Belgische regering Nederland verzocht om bij te dragen aan de force protection van de Belgische F-16’s die vanuit Jordanië de strijd tegen ISIS voeren.

De anti-ISIS coalitie heeft ook een breed verzoek gedaan aan de leden van de coalitie, waaronder Nederland, voor force protection van Erbil International Airport. Tevens onderzoekt het kabinet een mogelijke bijdrage aan de VN-missie MINUSMA in Mali. In Afghanistan wijzigt de taakstelling van het Nederlands-Duitse Special Operations Team (SOAT).

Midden-Oosten

De anti-ISIS coalitie heeft de volgende fase in de strijd tegen ISIS aangekondigd, omdat de Iraakse veiligheidssector in toenemende mate in staat is om de dreiging van ISIS het hoofd te bieden. In deze fase wordt in plaats van training van militairen de focus gelegd op institutionele advisering van de Iraakse veiligheidssector.

Dit betekent een verminderde actieve deelname aan operaties, een reductie in troepenaantallen en een grotere nadruk op force protection van de resterende eenheden van de coalitie.

Door middel van regionale adviesteams, bestaande uit elk ongeveer 10 stafofficieren, worden de Iraakse, waaronder ook de Koerdische, veiligheidsinstituties geadviseerd. Ook komt er een adviesteam voor het Iraakse ministerie van Defensie.

Deze advisering is gericht op bijvoorbeeld het plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties. Het kabinet wil hieraan een bijdrage leveren met circa 5 tot 10 stafofficieren. Op deze manier helpt de coalitie de Iraakse strijdkrachten verder op eigen benen staan en kan de jarenlange trainingsinzet van onder andere Nederland op een duurzame manier worden geborgd.

In verband met COVID-19 was de Nederlandse trainingsmissie gericht op de Koerdische strijdkrachten in Irak sinds april reeds stilgelegd. Deze trainingen verzorgde Nederland samen met partnerlanden van de coalitie in Erbil. De circa 20 Nederlandse trainers die werkzaam waren in Erbil zijn in april 2020 teruggekeerd naar Nederland.

In het licht van de verschuiving naar institutionele advisering, heeft de anti-ISIS coalitie besloten om alle trainingen stop te zetten. Daarmee komt ook deze Nederlandse trainingsbijdrage tot een einde. Enkele Nederlandse stafofficieren die op dit moment nog wel in Erbil verblijven geven invulling aan de transitie van training naar de nieuwe adviserende taken.

Tegelijkertijd onderzoekt het kabinet de wenselijkheid en mogelijkheid om aan twee verzoeken tegemoet te komen die zijn gedaan in het kader van de strijd tegen ISIS. De Belgische regering heeft Nederland verzocht om een bijdrage te leveren aan de force protection van het Belgische F-16-detachement dat vanaf  oktober 2020 vanuit Jordanië wordt ingezet in de strijd tegen ISIS in Irak en Noordoost-Syrië.

Dit verzoek bouwt voort op de eerdere samenwerking met België tijdens de inzet van Nederlandse en Belgische F-16s in de strijd tegen ISIS. België en Nederland voorzagen elkaar toen afwisselend van force protection.

Het militaire hoofdkwartier van de anti-ISIS coalitie heeft daarnaast een breed verzoek gedaan aan de leden van de coalitie, waaronder Nederland, voor force protection van Erbil International Airport in de Koerdistan Autonome Regio in Irak, voor de periode vanaf najaar 2020 tot in ieder geval 1 mei 2021. De anti-ISIS coalitie ontplooit een deel van de activiteiten in het noorden van Irak vanaf deze luchthaven.

Sahel

Nederland voert overleg met de VN-missie MINUSMA in Mali en de betreffende landen over de levering van een militair transportvliegtuig aan de missie. VN-vredesmissies hebben een doorlopende behoefte aan luchttransport om hun mandaat effectief uit te kunnen voeren.

Sinds 2016 werken Denemarken, Portugal, België en Zweden samen in een rotatieschema om deze capaciteit aan MINUSMA te leveren. Het kabinet richt zich op deelname aan dit rotatieschema. De eerstvolgende beschikbare periode voor het leveren van een mogelijke bijdrage is vanaf november 2021, voor 6 maanden. Het kabinet onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid van deze bijdrage.

Een Bushmaster.

Afghanistan

Het begeleiden, trainen en adviseren van de Afghaanse partnereenheid ATF-888 door het Nederlands-Duitse Special Operations Team (SOAT) heeft haar vruchten afgeworpen. Eerder dit jaar werd ATF-888 fully operational capable verklaard. Dit betekent dat deze eenheid nu ervaren genoeg is om operaties zonder de  begeleiding van het SOAT uit te voeren.

Daarom richt de inzet van het SOAT, onder de vlag van Resolute Support, zich nu op het stafniveau en het verbeteren van de bedrijfsvoering. Door deze veranderde taakstelling is minder infrastructuur benodigd en kunnen voertuigen zoals de gepantserde Bushmaster terug naar Nederland.

Zie ook;

Nederland stopt trainingsmissie Irak in strijd tegen IS

AD 23.09.2020 Nederland stopt met de training van Iraakse strijdkrachten in de strijd tegen Islamitische Staat. In plaats daarvan krijgt ons land een adviserende rol. Dat heeft het kabinet vandaag bekendgemaakt. Verder heeft België de Nederlandse regering verzocht bij te dragen aan de bescherming van de Belgische F-16’s die vanuit Jordanië strijdvoeren tegen de terreurgroep.

Het besluit betekent dat Nederland minder actief deel zal nemen aan militaire operaties, dat er minder militairen gestationeerd zullen zijn en dat er een grote nadruk komt te liggen op ‘force protection’ van de resterende leden van de gezamenlijke coalitie tegen IS.

Die ‘volgende fase’ is volgens het kabinet mogelijk omdat de Iraakse veiligheidsdiensten steeds beter in staat zijn om IS het hoofd te bieden. De circa twintig Nederlandse trainers die Koerdische strijdkrachten in Irak trainden, werden in april al teruggehaald vanwege de uitbraak van het coronavirus.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Via allerlei regionale adviesteams worden de Iraakse, waaronder ook de Koerdische, veiligheidsdiensten geadviseerd. Ook komt er een adviesteam voor het Iraakse ministerie van Defensie, gericht op het voorbereiden en uitvoeren van militaire operaties.

‘Op deze manier helpt de Coalitie de Iraakse strijdkrachten verder op eigen benen staan en kan de jarenlange trainingsinzet van onder andere Nederland op een duurzame manier worden geborgd’, laat Defensie weten.

Tegelijkertijd kijkt het kabinet naar twee andere verzoeken van de anti-IS-coalitie, waaronder een van België voor hulp bij de zogeheten ‘force protection’ van Belgische F-16’s die vanaf komende maand strijden tegen IS in Irak en Noordoost-Syrië.

Dat is in de afgelopen jaren ook al gebeurd. Toen Nederlandse F-16’s vanuit dat land IS-doelen aanvielen, beschermden Belgische militairen de basis. De Nederlandse inzet zou al volgende maand beginnen. Het gaat om dertig tot veertig militairen.

De coalitie heeft daarnaast alle leden, waaronder Nederland, verzocht te helpen bij de bescherming van Erbil International Airport. Daarbij zouden in totaal 100 tot 150 troepen nodig zijn.

Mali

Nederland overlegt ook over de levering van een militair transportvliegtuig aan de VN-missie Minusma in Mali. Sinds 2016 werken Denemarken, Portugal, België en Zweden al samen in een rotatieschema om luchttransport mogelijk te maken. Het transportvliegtuig zou, als het kabinet instemt, vanaf november volgend jaar voor zes maanden worden ingezet.

Nederland kondigde vorig jaar al aan weer een bijdrage te willen leveren aan een VN-missie. Tussen 2014 en 2019 waren Nederlandse special forces en eenheden van de luchtmobiele brigade actief in het noorden van Mali, om informatie te verzamelen voor de VN.

Nederland overlegt over missie Mali, trainingsmissie Irak gestopt

NOS 23.09.2020 Nederland overlegt met de VN of het opnieuw een bijdrage kan leveren aan de missie in Mali. Het gaat om de levering van een militair transportvliegtuig voor een half jaar, vanaf november 2021. Er zal ook een aantal militairen worden meegestuurd.

Minister Bijleveld schrijft in brief aan de Tweede Kamer dat er in het Afrikaanse land een voortdurende behoefte is aan luchttransport. Sinds 2016 voorzien Denemarken, Portugal, België en Zweden hier om beurten in. Het kabinet onderzoekt of Nederland ook mee kan draaien in dit rotatieschema.

Eerdere missie Mali

Nederland deed tussen 2014 en 2018 met ongeveer 250 militairen mee aan de VN-missie in Mali. Daar zijn vier Nederlanders bij omgekomen. Twee bij een helikopterongeluk en twee door een ongeluk met een ondeugdelijke mortier. Als Nederland eind volgend jaar weer een bijdrage levert, zal die veel kleiner zijn: een vliegtuig met militairen voor de bemanning, onderhoud en beveiliging.

Bijleveld meldt in haar brief ook dat Nederland is gestopt met de trainingsmissie in Irak. Begin dit jaar waren er nog ongeveer twintig trainers in het land. Zij zijn in verband met corona in april teruggekeerd naar Nederland. Sindsdien heeft het kabinet geconstateerd dat er in deze fase van de strijd tegen IS meer behoefte is adviseurs dan aan trainers.

Daarom wil Nederland nu vijf tot tien stafofficieren sturen, die veiligheidsinstituties en het Iraakse ministerie van Defensie gaan adviseren, bijvoorbeeld over het plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties. “Op deze manier helpt de internationale anti-IS-coalitie de Iraakse strijdkrachten verder op eigen benen te staan en kan de jarenlange trainingsinzet van onder andere Nederland op een duurzame manier worden geborgd.”

Luchthaven Erbil

Er ligt nóg een aantal verzoeken, schrijft de minister. Zo heeft het militaire hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie verzocht om een bijdrage aan de militaire beveiliging van het vliegveld in Erbil vanaf dit najaar tot en met in elk geval 1 mei 2021. Verder wil België dat Nederland nog een keer meedoet aan de bescherming van het Belgische F-16-detachement dat vanuit Jordanië operaties in Irak uitvoert.

september 24, 2020 Posted by | 2e kamer, Erbil, Hawija, Irak, is, isis, islam, MINUSMA, politiek, Sahel | , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 12

Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11 nasleep onderzoek Hawija Irak

AD 08.05.2020

Debat 14.05.2020

De Tweede Kamer vergadert donderdag 14.05.2020 plenair over het Nederlandse bombardement op de Iraakse plaats Hawija in 2015.

Het is voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis dat er in de plenaire zaal over iets anders wordt gepraat dan de coronacrisis. Voor de vierde keer moet minister Bijleveld van Defensie zich verantwoorden over de kwestie.

Telegraaf 15.05.2020

AD 15.05.2020

Het debat werd in maart al aangevraagd naar aanleiding van publicaties van de NOS en NRC. Daarin stond dat voorafgaand aan het bombardement op de bommenfabriek van IS al rekening werd gehouden met “nevenschade”, ook al bleek uit de berekeningen dat er nul burgerdoden bij zouden vallen.

In werkelijkheid kwamen 70 mensen om en werden 400 gebouwen verwoest of beschadigd. In de fabriek bleken veel meer bommen opgeslagen te liggen dan waar bij het opstellen van de berekeningen vanuit was gegaan.

Daar kwam in maart nog bij dat minister Bijleveld moest toegeven dat de Amerikanen al sinds 2017 de 70 burgerdoden meerekenden in hun statistieken. In december had Bijleveld nog het tegendeel beweerd. Voordat de minister in de Kamer verantwoording kon afleggen, brak de coronacrisis uit en werd het onderwerp vooruitgeschoven.

Telegraaf 09.09.2020

Schadevergoeding

Een Iraakse man krijgt van de Nederlandse Staat een schadevergoeding vanwege een vergissingsaanval in 2015 in de stad Mosoel. De Irakees Basim Razzo, verloor zijn hele gezin verloor toen een Nederlandse bom op zijn woning in Mosul viel. Dat schrijft minister Ank Bijleveld (Defensie) dinsdag in een Kamerbrief.

De Staat betaalt een hoge schadevergoeding aan Irakees Basim Razzo die in 2015 vrijwel zijn gehele familie verloor toen een Nederlandse vergisbom zijn huis trof. Die werd door een F-16 van de Koninklijke Luchtmacht gedropt in de overtuiging dat het een IS-hoofdkwartier was.

Over de exacte hoogte van de compensatie willen Razzo, zijn advocaat Liesbeth Zegveld en de Staat geen mededelingen doen. Maar hij vroeg ruim twee miljoen euro en zegt met het geaccepteerde tegenbod zeer tevreden te zijn. Het zou naar verluidt gaan om ruim een miljoen.

BEKIJK OOK:

Emotionele Irakees Razzo ’zeer tevreden’ met hoge schadevergoeding na vergisbom

’Vrijwillige vergoeding’

Minister Bijleveld (Defensie) stelt dat er vanwege het ’enorme menselijke leed’ dat de familie Razzo is aangedaan is besloten een ’vrijwillige vergoeding’ uit te keren. „Het is goed dat er overeenstemming is bereikt. Hopelijk helpt dit hem ook verder, al zal dit nooit het verlies van dierbaren kunnen vergoeden.”

Razzo verloor zijn vrouw, dochter, broer en neef tijdens de luchtoorlog tegen IS. Op aanwijzingen van de Amerikaanse bondgenoot bombardeerde een Nederlandse F-16 in september 2015 een huis in het Iraakse Mosul. Achteraf bleken Amerikaanse inlichtingenofficieren te snel tot de conclusie te zijn gekomen dat het een IS-hoofdkwartier was, zo erkenden ze volgens Basim Razzo tegenover hem.

AD 13.05.2020

Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden

Twee weken geleden kwam er opnieuw informatie vrij. De NOS en NRC meldden op 21 april dat de CIA vooraf had gewaarschuwd dat er burgerdoden zouden kunnen vallen. Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija had bovendien bedenkingen bij die aanval, en hield rekening met burgerdoden.

AD 18.06.2020

AD 18.06.2020

Geheim

De informatie die ten grondslag lag aan de aanval kwam vorige maand naar buiten nadat NOS en NRC met succes een beroep deden op de Freedom of Information Act, de Amerikaanse versie van de Wet openbaarheid van bestuur. Bijleveld had de Kamer altijd voorgehouden dat de stukken geheim waren en niet met het parlement konden worden gedeeld.

Nederland was niet betrokken bij het deel van het proces waarmee de Amerikanen bepaalden welke doelen er in de strijd tegen IS werden gebombardeerd. De Amerikaanse aarzelingen bij de aanval, mede op basis van informatie die de Amerikaanse geheime dienst CIA van informanten kreeg, bleef tot ruim na de Nederlandse luchtaanval enkel in Amerikaanse handen. De risico’s die de VS zag, werden overigens ingeperkt in het uiteindelijke, aangepaste aanvalsplan waarmee de Nederlandse commandant akkoord ging.

Dossier luchtaanval Hawija

Live AD

Teruglezen: Het Tweede Kamerdebat over burgerdoden Irak NRC

Verslaggever Inge Lengton live bij het debat;

  Tweets by ‎@IngeLengton

Dossier Luchtaanval Hawija NRC

lees: Stand van zaken over de uitvoering van verschillende moties en toezeggingen 24.03.2020

lees: Brief van de minister van Defensie aan dhr. M. Esper, minister van Defensie van de Verenigde Staten bijlage 1 13.01.2020

lees: Vertaling van de antwoordbrief van de ondersecretaris van defensie van de Verenigde Staten bijlage 2 28.02.2020

lees: Besluit en bijlage Def op Wob-verzoek defensie onderzoek Hawija Redacted 17.02.2020

lees: Brief MIN DEF Antwoorden Kamervragen burgerslachtoffers Karabulut 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF SV Karabulut over passage uit boek missie F16 25.11.2019

lees: Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija brief 25.11.2019

lees: regeling Werkzaamheden over antwoorden op vragen over de 70 burgerdoden in Irak Brief 20.11.2019

lees: Feitenrelaas inzake de transparantie over burgerslachtoffers bij luchtaanvallen brief 05.11.2019

lees: Transparantie burgerslachtoffers bij luchtaanvallen in de strijd tegen ISIS brief 04.11.2019

lees: kamerbrief over het iob onderzoek naar stabilisatieprogrammas in syrie  7 september 2018

lees: rapport review of the monitoring systems of three projects in syria  7 september 2018

lees: Civilian Casualty Review Report Redacted 17.04.2018

lees: kamerbrief met voortgangsrapportage nederlandse bijdrage in strijd tegen isis 13.04.2018

lees: kamerbrief aanvullende artikel 100 brief nederlandse bijdrage aan de strijd tegen isis 29.01.2016

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 10

Zie ook; Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

Advocate Zegveld (inzet links) noemt de schadevergoeding na de vergisbom ’een absoluut unicum’. Minister Bijleveld (inzet rechts) wees aansprakelijkheid in eerste instantie van de hand, maar Defensie legt nu toch een aanzienlijk deel van de geclaimde som op tafel. Ⓒ ANP/HH

Irakees die familie verloor bij vergisbom krijgt tonnen van Defensie

Telegraaf 08.09.2020  De Staat betaalt een hoge schadevergoeding aan Irakees Basim Razzo die in 2015 vrijwel zijn gehele familie verloor toen een Nederlandse bom zijn huis trof. Die werd door een F-16 van de Koninklijke Luchtmacht gedropt in de overtuiging dat het een IS-hoofdkwartier was.

Over de exacte hoogte van de compensatie willen Razzo, zijn advocaat Liesbeth Zegveld en de Staat geen mededelingen doen. Maar hij vroeg ruim twee miljoen euro en zegt met het geaccepteerde tegenbod zeer tevreden te zijn. Het zou naar verluidt gaan om ruim een miljoen.

BEKIJK OOK:

Emotionele Irakees Razzo ’zeer tevreden’ met hoge schadevergoeding na vergisbom

’Vrijwillige vergoeding’

Minister Bijleveld (Defensie) stelt dat er vanwege het ’enorme menselijke leed’ dat de familie Razzo is aangedaan is besloten een ’vrijwillige vergoeding’ uit te keren. „Het is goed dat er overeenstemming is bereikt. Hopelijk helpt dit hem ook verder, al zal dit nooit het verlies van dierbaren kunnen vergoeden.”

Razzo verloor zijn vrouw, dochter, broer en neef tijdens de luchtoorlog tegen IS. Op aanwijzingen van de Amerikaanse bondgenoot bombardeerde een Nederlandse F-16 in september 2015 een huis in het Iraakse Mosul. Achteraf bleken Amerikaanse inlichtingenofficieren te snel tot de conclusie te zijn gekomen dat het een IS-hoofdkwartier was, zo erkenden ze volgens Basim Razzo tegenover hem.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Basim Razzo Bijleveld Liesbeth Zegveld Mosoel Staat Defensie Koninklijke Luchtmacht

Staat betaalt vergoeding aan man die familie verloor bij bombardement Irak

NU 08.09.2020 Een Iraakse man krijgt van de Nederlandse Staat een schadevergoeding vanwege een vergissingsaanval in 2015 in de stad Mosoel. Dat schrijft minister Ank Bijleveld (Defensie) dinsdag in een Kamerbrief.

In de nacht van 20 op 21 september 2015 gooiden Nederlandse F-16’s bommen op het huis van Basim Razzo. De internationale coalitie dacht ten onrechte dat zijn huis een hoofdkwartier was van terreurorganisatie Islamitische Staat (IS).

Razzo verloor bij het bombardement een groot deel van zijn familie en zelf raakte hij gewond. De Nederlandse Staat ontkende lange tijd dat Nederlandse bommen zijn huis hadden geraakt. Toen media vorig jaar over het incident gingen schrijven, gaf het kabinet de bombardementen alsnog toe.

Over de hoogte van de schadevergoeding willen het ministerie van Defensie, Razzo en zijn advocaat Liesbeth Zegveld, geen uitspraken doen. Tegen De Telegraaf zegt de man dat hij zeer tevreden is met de hoogte van het bedrag. Eerder eiste hij 2 miljoen euro voor de geleden materiële en immateriële schade.

Schadevergoeding geen erkenning van aansprakelijkheid

De minister hoopt met de schadevergoeding de man tegemoet te komen vanwege het “enorme menselijke leed” dat hem is overkomen. Wel voegt ze toe dat er geen sprake is geweest van onrechtmatig geweldsgebruik en dat de schadevergoeding uit “humanitaire overwegingen” tot stand is gekomen. Defensie benadrukt met de schadevergoeding geen aansprakelijkheid te erkennen.

Gesprekken met nabestaanden van een ander Iraaks bombardement op de stad Hawija, lopen nog. Bij dat bombardement met F-16’s in juni 2015 op een bommenfabriek van IS vielen zeker zeventig doden, onder wie veel burgerslachtoffers. Achteraf bleken er in de fabriek veel meer explosieven te liggen dan van tevoren was ingeschat.

Lees meer over: Irak   Ministerie van Defensie   Binnenland 

Het huis van Razzo na het bombardement BASIM RAZZO

Defensie betaalt tonnen aan nabestaande vergissingsaanval Irak

NOS 08.09.2020 Defensie gaat een schadevergoeding van tonnen uitkeren aan een Iraakse man, die in 2015 een groot deel van zijn familie verloor bij een bombardement door Nederlandse F16’s op zijn huis in Mosul. De internationale coalitie ging er ten onrechte van uit dat de bewoners banden hadden met terreurorganisatie IS.

Bij het bombardement kwamen de vrouw, dochter, een broer en een neef van Basim Razzo om het leven. Hijzelf overleefde de aanval.

In maart vertelde Basim Razzo aan de NOS hoe het bombardement verliep.

Het verhaal van Basim Razzo

In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Bijleveld dat de vergoeding vrijwillig, uit humanitaire overwegingen wordt uitgekeerd en dat de Nederlandse Staat geen aansprakelijkheid erkent. Over de hoogte van de vergoeding doen beide partijen geen mededelingen, maar naar verluidt gaat het om iets minder dan een miljoen euro.

Onrechtmatige daad

Aanvankelijk eiste Razzo, die voor een telecombedrijf werkte, twee miljoen dollar als vergoeding voor de schade. Zijn advocaat, Liesbeth Zegveld, noemde het bombardement een “internationale onrechtmatige daad”, omdat de inlichtingen over het doel beperkt en tegenstrijdig waren.

In haar brief schrijft de minister nogmaals dat ze het daar niet mee eens is. “Er is geen sprake van onrechtmatig geweldsgebruik”. Met de vergoeding wil ze “namens het kabinet de heer Razzo tegemoetkomen vanwege het enorme menselijke leed dat hem is overkomen en de materiële schade die hij heeft geleden.” Razzo kreeg bij de aanval een granaatscherf in zijn rug en kan naar eigen zeggen niet meer werken.

Tranen van geluk

Advocaat Zegveld laat weten dat haar cliënt heel blij is met de schadevergoeding. “Hij heeft met tranen van geluk gereageerd nu hij weer enigszins de mogelijkheid heeft om aan de wederopbouw van zijn leven te beginnen”. Volgens Zegveld is de zaak uniek. “Meestal is Nederland niet zo bereid om uit te keren en komt zo’n zaak voor de rechter”.

Er loopt ook nog een schadeclaim van tientallen Irakezen die gedupeerd zijn door het Nederlandse bombardement op Hawija. Het bombardement op een autobommenfabriek van IS zette een reeks explosies in gang waardoor een hele wijk werd verwoest. Zeker zeventig burgers kwamen om.

Voordeel

Of de schadeclaims van Hawijaslachtoffers nu meer kans maken, is volgens advocaat Zegveld moeilijk te zeggen. “Geen enkele zaak is dezelfde. Tegelijkertijd toont de vergoeding van nu wel aan dat Nederland oorlogsschade vergoedt, dus dat kan een voordeel hebben”.

BEKIJK OOK;

Staat betaalt hoge schadevergoeding aan Irakees die gezin verloor door Nederlandse bom

AD 08.09.2020 De Irakees Basim Razzo, die in 2015 zijn hele gezin verloor toen een Nederlandse bom op zijn woning in Mosul viel, krijgt een hoge schadevergoeding van de Nederlandse Staat. Dat bevestigen zijn advocaat Liesbeth Zegveld en het ministerie van Defensie. Het bombardement was een vergissing.

Het bombardement, in september 2015, werd uitgevoerd tijdens de strijd van coalitietroepen tegen IS in Irak. Op basis van Amerikaanse inlichtingen was vastgesteld dat de huizen van Razzo en zijn broer, die naast elkaar staan, een hoofdkwartier zouden zijn van de terreurgroep. Na het bombardement bleken die inlichtingen onjuist, de familie had niets met IS te maken. De bommen vernielden de woningen van Razzo en zijn broer en doodde de vrouw en de dochter van Razzo. Ook zijn broer en diens zoon kwamen om. Razzo zelf raakte zwaargewond.

Lees ook;

Lees meer

Schadevergoeding

Defensie verzweeg lang dat het een Nederlandse bom was die op het huis viel. Pas nadat verschillende media, waaronder deze site, erover schreven, gaf het ministerie het uiteindelijk toe. Eind vorig jaar stelde Razzo, samen met de Nederlandse advocate Liesbeth Zegveld, Nederland alsnog aansprakelijk voor de materiële schade (zijn woning, zijn auto en de medische kosten) en de immateriële schade (het overlijden van vier familieleden).

De totale schade werd op zo’n twee miljoen euro berekend. Vanmiddag werd bekend dat Nederland inderdaad een schadevergoeding betaalt. Het precieze bedrag willen Defensie en Zegveld niet bekend maken. Het gaat waarschijnlijk om vele tonnen. Zegveld noemt het een ‘unieke schadevergoeding’.

Razzo zelf zei eerder tegen deze krant: ,,Ik heb vertrouwen in de menselijkheid van het Nederlandse systeem en ik vertrouw erop dat ik gerechtigheid zal krijgen.’’ Een eerdere ‘genoegdoening’ van het Amerikaanse leger van 15.000 dollar weigerde hij vanwege het lage bedrag en omdat de VS niet de verantwoordelijkheid voor de aanval op zich wilde nemen.

We spraken Basim een half jaar geleden over het bombardement waarbij hij zijn gezin verloor.

Het ministerie benadrukt dat het met de vergoeding geen aansprakelijkheid erkent. “Het ministerie is van Defensie van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig geweldgebruik”, schrijft minister van Defensie Bijleveld aan de Tweede Kamer. Met de vergoeding wil het kabinet Razzo tegemoetkomen vanwege “het enorme menselijke leed dat hem is overkomen en de materiële schade”.

Het bombardement in Mosul is een van de twee Nederlandse ‘vergisbombardementen’. Bij een ander incident in de Iraakse stad Hawija, vielen mogelijk zelfs 70 burgerdoden na een Nederlands bombardement. Coalitie-straaljagers vielen daar een bommenfabriek van IS aan, maar daar bleek veel meer explosief materiaal in te liggen dan gedacht. Door de enorme explosie werd ook een nabijgelegen woonwijk getroffen. Gesprekken met nabestaanden en slachtoffers uit die stad lopen nog.

De dochter van Razzo op de avond voor de aanval. © privé

Sinds een jaar bestiert Jeroen Dijsselbloem, oud-minister van Financiën, de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV). Hij kampt met geldzorgen. © Guus Schoonewille

Onderzoeksraad: Geen geld voor onderzoek naar ‘Nederlands’ bombardement Hawija

AD 18.06.2020 De Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) weigert het bombardement in Hawija te onderzoeken. Opvallend is een van de redenen daarvoor: volgens de raad heeft het daarvoor te weinig geld. Dat zegt OVV-voorzitter Jeroen Dijsselbloem in een interview met deze krant.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) had de OVV gevraagd om een onderzoek naar het bombardement, waarbij in 2015 vermoedelijk zeventig burgerdoden vielen. Het voorstel voor dat onderzoek werd gezien als een bezweringsformule om steun van D66 te houden voor haar positie als minister.

Dijsselbloem heeft haar echter laten weten dat het onmogelijk is dat de OVV ‘gevechtshandelingen’ onderzoekt. Dit is zo vastgelegd in de Rijkswet. Bijleveld drong er toch op aan een uitzondering te maken, maar dijsselbloem weigert dat. ,,We hadden een juridisch buitenommetje moeten maken.’’ En dat wil hij niet.

Opvallend genoeg stelt Dijsselbloem bovendien dat de OVV te weinig geld heeft voor het onderzoek. Het budget van de OVV, zo’n 13 miljoen, zou niet toereikend zijn. ,,We stonden kort geleden nog zwaar rood, om het maar huiselijk te zeggen.”

Dijsselbloem: ,,We hebben gewoon niet de financiële middelen nu voor een onderzoek naar Hawija en we willen niet aan ministers hoeven vragen om extra geld. Dat moet zeer uitzonderlijk zijn. Je loopt namelijk het risico om het verwijt te krijgen dat daarmee ook invloed op het onderzoek kan worden uitgeoefend. Wie betaalt, bepaalt. Dat willen we niet.”

Dat de OVV al een paar jaar met financiële tekorten kampt, steekt hem. ,,Ik wil daar niet cynisch over zijn, maar een cynicus zou kunnen zeggen dat we expres klein worden gehouden om dingen niet te onderzoeken. Daartegen pleit dat we steeds meer verzoeken krijgen, ook van ministers.”

Dijsselbloem is in gesprek met minister Ferd Grapperhaus (Justitie) over het budget en wil het liefst 1,5 miljoen euro per jaar meer.

De OVV kreeg voor het grote onderzoek naar de MH17-ramp wel apart budget. Volgens Dijsselbloem zou dat bij een onderzoek naar Hawija lastiger liggen omdat het kabinet dan zowel onderwerp van het onderzoek zou zijn, als de financier daarvan.

Een bezorgd mens is hij niet geworden van zijn baan als voorzitter van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV). Toch heeft Jeroen Dijsselbloem (‘ik ben een optimist’) wel zorgen dat hij niet alles kan onderzoeken wat hij zou willen.

Lees ook;

Defensie houdt vol: genoeg informatie om te besluiten tot aanval Hawija

Lees meer

Defensie wist ten tijde van aanval op Hawija niet van Amerikaanse aarzelingen

Lees meer

Bijleveld doorstaat weer motie van wantrouwen na begrip voor ‘ergernis’ over Hawija

Lees meer

Bombardement op Hawija blijft Bijleveld achtervolgen

Lees meer

De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) deed ook onderzoek naar de onderzoek van de ramp met vlucht MH17.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) deed ook onderzoek naar de onderzoek van de ramp met vlucht MH17. © ANP

Halverwege het gesprek zegt Dijsselbloem, op gedempte toon nog wel, dat hij onlangs verrast werd over ‘hoeveel gebouwen er spontaan instorten in ons land’. De OVV wierp daar de blik op sinds het stadion van voetbalclub AZ instortte. ,,Het aantal ingestorte gebouwen blijkt een verontrustend rijtje dat je associeert met een ontwikkelingsland.” En dan zuinigjes: ,,Dat is niet bepaald acceptabel.”

Het maakt tegelijk de ‘ingenieur’ in hem ‘wakker’. ,,Heerlijk, ik houd van details.”

De oud-minister van Financiën kan zich op dat vlak uitleven, sinds hij een jaar geleden voorzitter werd van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV). Een studie naar het ongeval met de Stint, het onderzoek naar de vliegramp in Faro, controleren wie ervoor zorgt dat we sinds de aanslag op MH17 niet over oorlogsgebied vliegen: het belandt allemaal op zijn bureau.

Optimist

Begrijp hem goed, Dijsselbloem is er geen ‘bezorgd mens’ door geworden. ,,Ik ben een optimist.” Maar: ,,Er is wel ruimte voor verbetering als het gaat om ons niveau van veiligheid.”

Als OVV-voorzitter landde hij alsnog in het hart van de politiek, maar dan in een onderzoekende taak. Gevraagd naar de miljarden die door zijn opvolger Wopke Hoekstra (Financiën) aan de corona-crisis worden besteed, antwoordt hij ontwijkend. ,,Van politiek ben ik niet meer. Ik probeer commentaar op mijn opvolger sowieso te vermijden.”

Tegelijk gaat de OVV de aanpak van de coronacrisis onderzoeken. Dat ligt politiek heel gevoelig, vooral als uw rapport voor de Tweede Kamerverkiezingen van volgend jaar verschijnt.

,,Dat zal wel, maar daar houden wij natuurlijk geen rekening mee. Bovendien doen wij al snel een jaar over een onderzoek, dus dat valt dan meen ik niet voor de verkiezingen te verwachten.”

We stonden kort geleden nog zwaar rood, om het maar huiselijk te zeggen, aldus Jeroen Dijsselbloem, Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Als voorzitter van de OVV trof hij een organisatie ‘met enorm gezag’, zegt hij. Wat niet wil zeggen dat Dijsselbloem geen ruimte voor verbetering ziet. Ging hij als minister over de besteding van honderden miljarden, nu bedraagt zijn budget bij de OVV zo’n 13 miljoen. En dat is te krap, oordeelt Dijsselbloem in het jaarverslag dat vandaag verschijnt. ,,We stonden kort geleden nog zwaar rood, om het maar huiselijk te zeggen. Terwijl we steeds meer vragen krijgen om onderzoeken te doen.”

Wat zijn daarvan de gevolgen?
,,Het dwingt ons om onderzoeken niet te doen.’’

Zoals?
,,Hoewel de Tweede Kamer en de minister het ons hebben gevraagd, gaan we geen onderzoek doen naar het bombardement in Hawija. Dat kunnen we niet doen.”

Volgens Dijsselbloem is de reden daarvoor tweeledig. De wet geeft de OVV namelijk alle ruimte om onderzoek te doen, behalve naar gevechtshandelingen van Defensie. Het ongeluk met mortiergranaten in Mali was in 2017 wel reden voor een studie van de OVV, maar dat was geen gevechtshandeling maar een ‘intern’ ongeval.

,,We hadden een juridisch buitenommetje moeten maken als we het bombardement hadden willen onderzoeken, maar dat raakt aan onze onafhankelijkheid omdat de ministerraad ons dan eenmalig, ad hoc, toestemming had moeten geven. Wij willen graag onderzoeken op basis van onze eigen OVV-wet, omdat die onze onafhankelijkheid garandeert.”

Het tweede punt is financiering, stelt Dijsselbloem. Hij zou er ‘structureel’ 1,5 miljoen bij willen hebben. ,,We hebben gewoon niet de financiële middelen nu voor een onderzoek naar Hawija en we willen niet aan ministers hoeven vragen om extra geld. Dat moet zeer uitzonderlijk zijn. Je loopt namelijk het risico om het verwijt te krijgen dat daarmee ook invloed op het onderzoek kan worden uitgeoefend. Wie betaalt, bepaalt. Dat willen we niet.”

Ank Bijleveld, minister van Defensie, en premier Mark Rutte tijdens het debat in de Tweede Kamer over het bericht dat de premier geïnformeerd zou zijn over de zeventig burgerdoden in Irak.

Ank Bijleveld, minister van Defensie, en premier Mark Rutte tijdens het debat in de Tweede Kamer over het bericht dat de premier geïnformeerd zou zijn over de zeventig burgerdoden in Irak. © ANP/Koen van Weel

Wat nu?
,,De wet aanpassen dat we dit wel kunnen onderzoeken. En de begroting.”

Het is toch armoedig dat er geen geld is voor belangrijk onderzoek?
,,Ik wil daar niet cynisch over zijn, maar een cynicus zou kunnen zeggen dat we expres klein worden gehouden om dingen niet te onderzoeken. Daartegen pleit dat we steeds meer verzoeken, ook van ministers, krijgen.”

De onderzoeken die hij het afgelopen voorbij zag komen, sterken hem dat het ‘best goed geregeld is’ in ons land, op het gebied van veiligheid. Tegelijk zegt hij: ,,Zelfs in een land als Nederland, dat zo goed georganiseerd is, blijkt er veel te verbeteren. Soms is het gewoon labbekakkerigheid. Er was wel over nagedacht, er was verantwoordelijkheidsverdeling, maar dan zijn afspraken of waarschuwingen genegeerd.’’

Er hoeven geen koppen te rollen. Als wij onderzoek doen is het ook niet van: ‘Je hebt het verknoeid, hier heb je een rapport’, aldus Jeroen Dijsselbloem, Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Daarbij gaat het niet ‘om afstraffen’. ,,Er hoeven geen koppen te rollen. Als wij onderzoek doen is het ook niet van: ‘Je hebt het verknoeid, hier heb je een rapport’. Een bestuurder die heeft gefaald, is meestal de meest gemotiveerde om te verbeteren.”

Bovendien gaat het steeds vaker mis in de ‘interactie tussen mens en machine’. Dat kan op het gebied van cybersecurity zijn. ,,Maar ook een auto met elektrische hulpmiddelen. Je hebt auto’s die via sensors zien of er iemand voor je rijdt, maar toen bleek dat die sensor bij een hoge vrachtwagen er onderdoor scande. Die zag hij dus helemaal niet. Terwijl de bestuurder kan denken: het is veilig.”

En dat brengt ‘de ingenieur’ in Dijsselbloem dan weer boven. ,,Dan wil ik weten hoe iets werkt. Heerlijk.”

Vorig jaar werd bekend dat Dijsselbloem de nieuwe voorzitter van de OVV werd.

Onderzoeksraad: wij mogen geen onderzoek doen naar Hawija

NOS 17.06.2020 De Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat geen onderzoek doen naar het bombardement op de Iraakse stad Hawija. In mei nam de Tweede Kamer een motie aan waarin de regering werd opgedragen de OVV te vragen om een onderzoek naar het bombardement in 2015 waarbij zeker zeventig burgers om het leven kwamen.

De raad wees er kort daarna al op wettelijk geen onderzoek te mogen doen naar optreden van de krijgsmacht. In een brief aan de Kamer schrijft minister Bijleveld van Defensie nu dat ze desondanks in gesprek is gegaan om te kijken of er niet een rol zou kunnen zijn voor OVV.

“Vandaag heeft de voorzitter mij per brief geïnformeerd dat de Onderzoeksraad (…) heeft besloten dit onderzoek niet ter hand te nemen.” De voorzitter wijst de minister op wettelijke beperkingen en op beperkte financiële ruimte bij de raad.

Brede steun

Aan het eind van het Hawija-debat op 14 mei, het vierde over deze kwestie, diende D66-Kamerlid Belhaj de motie in. “Conclusies kan ik pas trekken als ik alles weet”, zei ze destijds. De voorstel kreeg brede steun in de Kamer.

“Voor D66 was dit onderzoek heel belangrijk”, zegt politiek verslaggever Wilco Boom. “Die partij overwoog om een motie van wantrouwen te steunen, maar zag daarvan af omdat ze veel verwachtten van dit onderzoek.”

Het Openbaar Ministerie heeft eerder al onderzoek gedaan naar het bombardement op Hawija, maar dat was beperkt en kwam pas laat op gang.

Hawija

Nederlandse F-16-piloten gooiden in 2015 meerdere bommen op een bommenfabriek van Islamitische Staat in Hawija, waarbij zeker zeventig burgers omkwamen en ruim 400 gebouwen werden beschadigd of verwoest. De piloten handelden op basis van informatie van de VS.

De CIA meldde al een week voor het bombardement dat er nevenschade zou kunnen ontstaan “omdat er een woonwijk vlakbij ligt”. Het aantal burgerslachtoffers werd vlak van tevoren toch ingeschat op 0, waarna groen licht voor de aanval werd gegeven.

BEKIJK OOK;

Bijleveld snapt irritatie over Hawija en belooft opnieuw beterschap

NU 14.05.2020 Dat de Tweede Kamer opnieuw geconfronteerd wordt met nieuwe informatie over het Nederlands bombardement op de Iraakse stad Hawija is ook minister Ank Bijleveld (Defensie) een doorn in het oog, maar aan haar ligt het niet. Dat er steeds nieuwe feiten via media boven tafel komen ligt volgens de minister aan de Amerikanen. “Ik baal hier ook van.”

“We zitten in hetzelfde schuitje”, hield zij de Kamer voor. Dat ziet een deel van de Kamer anders. “Ik denk niet dat de minister begrijpt waar het om gaat”, zei Sadet Karabulut (SP). “De Kamer vraagt om transparantie, de minister weigert dat.” Bram Van Ojik (GroenLinks): “U bent de minister, u gaat over dit beleid.”

De Tweede Kamer debatteerde donderdag voor alweer de vierde keer met minister Bijleveld over het Nederlands bombardement op de Iraakse stad Hawija waarbij zeventig burgerslachtoffers vielen.

In het vorige debat doorstond de minister ternauwernood een motie van wantrouwen en beloofde beterschap. Haar departement zou transparanter te werk gaan, maar een deel van de kamer ziet geen verbetering. Van Ojik (GroenLinks). “Het is te weinig, te laat en het gaat met overduidelijke tegenzin.” Een nieuwe motie van wantrouwen haalde donderdag wederom geen meerderheid.

Kamer opnieuw geïrriteerd over nieuwe onthullingen via media

Dit keer is de directe aanleiding voor het debat de erkenning van de defensieminister dat zij de Kamer onvolledig heeft geïnformeerd. Waar niet alleen zij, maar ook premier Mark Rutte, herhaaldelijk volhielden dat er niet over zeventig burgerdoden gesproken kon worden, schreef Bijleveld in maart aan de Kamer dat de Amerikanen in de statistieken wel degelijk zijn uitgegaan van dat aantal slachtoffers als gevolg van de Nederlandse luchtaanval.

Een maand na publicatie van de Kamerbrief kwamen NOS en NRC met opnieuw onthullingen over Hawija. De twee media wisten eerder aan het licht te brengen dat er, anders dan het kabinet de Kamer had voorgehouden, wel degelijk bekend was dat er mogelijk burgerslachtoffers waren gevallen. Dit keer meldden zij dat dat de Amerikanen op voorhand al wisten dat een bombardement op de IS-bommenfabriek grote risico’s met zich meebracht.

Het gaat hier om informatie die de Kamer graag had willen ontvangen, maar – tot de verbazing van alle fracties – via de media heeft moeten verkrijgen. “De Kamer lijkt afhankelijk te zijn van onthullingen via de media”, ziet Salima Belhaj (D66). Dat is in strijd met het grondwettelijk recht van de Kamer op informatie.”

Thierry Baudet (FVD): “De Kamer wordt al vijf jaar voorgelogen. Hoe kunnen wij ons werk goed doen als we niet kunnen vertrouwen dat we goed geïnformeerd worden?” Ondanks de harde woorden steunde hij de motie van wantrouwen niet, net als VVD, CDA, D66, CU, SGP en Groep Van Haga.

Amerikanen wilden informatie niet openbaar maken

Volgens minister Bijleveld kon zij de informatie niet met de Kamer delen, omdat de Amerikanen daar geen toestemming voor gaven. NOS en NRC hebben er wel de hand op weten te leggen door gebruik te maken van een Amerikaanse wob-procedure. “Ik vind het ook waardeloos dat journalisten meer informatie krijgen van wij”, zei Bijleveld. Ook na verschillende verzoeken bleven de Amerikanen erbij dat de informatie geclassificeerd moest blijven.

Ongemak over de manier waarop de Verenigde Staten als bondgenoot op deze wijze omgaat met verzoeken van het Nederlands parlement wordt Kamerbreed gevoeld. Ook VVD, CDA, D66 en CU zijn hier geïrriteerd over. De belofte dat dit in de toekomst beter moet, is voor de coalitie voldoende om het vertrouwen te behouden.

Kamer blijft zoeken naar antwoorden

Maar of dit ook het laatste Hawijadebat zal zijn, is de vraag. Zo zijn er nog vragen de of Nederlandse red card holder, de hoogste militair die groen licht moet geven voor een bombardement, wist van de waarschuwingen van de Amerikanen.

Ook zijn er berichten dat een andere bondgenoot een aanval op Hawija heeft geweigerd. SP en PvdA willen weten welk land dat is en willen weten wat de redenen zijn geweest voor dat land om af te zien van een luchtaanval, maar daar is Bijleveld niet toe bereid.

Voor SP’er Karabulut is het laatste woord over Hawija nog niet gezegd. Zij wil ook openheid over de 2.098 overige Nederlandse luchtaanvallen. “Hoeveel burgerslachtoffers zijn daar gevallen?”

Lees meer overPolitiek 

Minister Bijleveld slaat zich ook door vierde debat over Hawija

NOS 14.05.2020 Minister Bijleveld begrijpt dat de Tweede Kamer “gevoelens van ergernis en onbegrip” heeft over de communicatie over het bombardement op Hawija. “U en ik zitten in hetzelfde schuitje”, zei de Defensie-minister in het vierde debat over de kwestie-Hawija.

Bijleveld stelde dat zij het ook “moet doen” met de gegevens die er zijn. “Ik heb steeds de informatie gegeven, ook als die later gecorrigeerd werd. Ik geef u antwoorden, ook als het mij niet uitkomt.”

In de Iraakse stad Hawija kwamen in 2015 naar schatting zeventig burgers om bij een Nederlandse luchtaanval op een bommenfabriek van IS. Dat kwam vorig jaar aan het licht na onderzoek van NOS en NRC.

‘Nevenschade’

De Tweede Kamer vindt dat Bijleveld de afgelopen maanden onvoldoende haar best heeft gedaan om informatie boven tafel te krijgen als de Kamer daarom vroeg. Ze had meer moeten aandringen bij de VS, dat de leiding had in Irak, vindt een aantal partijen. De minister reageerde dat ze het ook “een vreemde gang van zaken” vindt dat zij informatie niet heeft gekregen van de Amerikanen en journalisten wel.

Die nieuwe informatie, onder meer over de inlichtingen die hebben geleid tot uiteindelijk goedkeuring van het bombardement, kwam recent naar boven nadat NOS en NRC documenten in de VS hadden opgevraagd. Daarin staat onder meer dat er al rekening werd gehouden met “nevenschade”, ook al bleek uit berekeningen dat er geen burgerdoden zouden vallen.

Motie van wantrouwen

Aan het eind van het debat diende Karabulut van de SP een motie van wantrouwen in tegen de minister, omdat ze “niet open en eerlijk” is geweest. Die motie werd gesteund door de oppositiepartijen PVV, PvdA, 50Plus, GroenLinks, Denk, Partij voor de Dieren en de groep Krol/Van Kooten-Arissen, maar haalde het niet.

Coalitiepartij D66 was bij monde van Kamerlid Belhaj in het debat ook kritisch op de CDA-minister, maar ondertekende de motie niet. Belhaj vroeg wel om een onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar het bombardement. “Conclusies kan ik pas trekken als ik alles weet.” Overigens mag de OVV geen onderzoek doen naar een optreden van de krijgsmacht.

Bijleveld benadrukte dat Nederland niet de afzonderlijke inlichtingen van Amerikanen inziet, “maar alleen de uitkomst van die inlichtingen”. Die uitkomst was dat er geen risico was op burgerdoden bij het bombardement op Hawija, zei de minister. “Er zouden, met maatregelen zoals specifieke munitie en ’s nachts vliegen, geen burgerslachtoffers vallen.”

Hawija

Nederlandse F-16-piloten gooiden in 2015 meerdere bommen op een IS-bommenfabriek in Hawija, waarbij zeker zeventig burgers om het leven kwamen en ruim 400 gebouwen werden beschadigd of verwoest. Zij handelden op basis van informatie van de VS.

De CIA meldde al een week voor het bombardement dat er nevenschade zou kunnen ontstaan “omdat er een woonwijk vlakbij ligt”. Het aantal burgerslachtoffers werd vlak van tevoren toch ingeschat op 0, waarna groen licht werd gegeven.

“Tragischerwijs” lag er meer explosief materiaal in het IS-bommenfabriek, zei Bijleveld. Met de kennis van nu was het doel afgekeurd, maar op dat moment is het goedkeuren goed gegaan, benadrukte ze.

Tegen het eind van het debat kwam Kamerlid Van Kooten-Arissen, die sinds kort met Krol een groep vormt, nog terug op de informatievoorziening. Ze wees erop dat een Nederlands defensierapport eerder naar de Kamer had kunnen worden gestuurd. “Maar het werd pas na een Wob-verzoek vrijgegeven.” Na wat geharrewar gaf Bijleveld uiteindelijk toe dat het eerder openbaar had kunnen worden gemaakt.

Tijdens de missie in Irak van 2014 tot en met 2018 is Defensie “terughoudend” geweest met de informatie aan de Kamer. “In de toekomst gaan we dat anders doen”, beloofde Bijleveld. Ze wil ook afspraken met bondgenoten maken over het delen van informatie bij toekomstige missies.

BEKIJK OOK;

Bijleveld met hakken over de sloot in Irak-debat

Telegraaf 14.05.2020 Opnieuw ontsnapt minister Bijleveld (Defensie) met de hakken over de sloot aan een motie van wantrouwen om de informatievoorziening over de luchtaanval in de Iraakse stad Hawija. Daarbij vielen zo’n zeventig slachtoffers, waaronder tientallen burgers.

Een motie van wantrouwen van de SP krijgt steun van de oppositie, afgezien van de SGP, Forum voor Democratie en voormalig VVD’er Van Haga.

Tijdens de missie in Irak die duurde van 2014 tot en met 2018 is Bijlevelds ministerie ’terughoudend’ geweest met de informatie aan de Kamer. „In de toekomst gaan we dat anders doen”, beloofde ze. De CDA-bewindsvrouw wil ook afspraken met bondgenoten maken over het delen van informatie bij toekomstige missies. „Wij willen hetzelfde”, zei ze tot de Kamer: „Meer transparantie.”

De Kamer werd door het ministerie verkeerd geïnformeerd over de aanval van juni 2015, zo gaf Bijleveld vorig jaar toe. Haar voorganger Hennis had jarenlang tegenover de Kamer volgehouden dat door Nederlands toedoen geen burgerslachtoffers waren gevallen in Irak.

Bijleveld is als zittend minister politiek verantwoordelijk voor de desinformatie, reden waarom bijna de voltallige oppositie in de Kamer tijdens een eerder debat het vertrouwen in Bijleveld had opgezegd. De weinig deemoedige houding die de bewindsvrouw daarbij aanvankelijk aannam, speelde daarbij ook een rol.

Die houding is inmiddels veranderd. „Ik begrijp heel goed dat het frustrerend is als journalisten eerder informatie naar boven krijgt dan Defensie”, zo bleef ze maar benadrukken. „Dat komt gek over. Dat vind ik zelf ook.” Alleen, zo hield GL-Kamerlid Van Ojik haar voor: „U bent de minister, u gaat hierover.”

Opmerkelijk

Het irriteert Kamerleden dat de minister ondanks een verzoek bij haar Amerikaanse collega onderzoeksrapporten over de aanval niet mocht delen met de Kamer, terwijl NOS en NRC die wel los kregen na een Amerikaanse Wob-procedure. „Dat moet anders”, zei de minister in inmiddels het vierde debat over de kwestie. Bijleveld leek desondanks de stof nog altijd niet helemaal in de vingers te hebben, getuige de vele haperingen als ze eens niet van papier las.

Ze vond het zelf ook ’opmerkelijk’ dat ze de informatie niet mocht delen. Tegelijkertijd was dat heel normaal, zo redeneerde ze, want de informatie was immers ’Amerikaanse geclassificeerd’, dus geheim. „Wij zouden het ook niet leuk vinden als Trump geclassificeerde informatie van Nederland zou openbaren.”

Boezem

D66-Kamerlid Belhaj, aanvankelijk zeer kritisch, is blij dat de minister ’de hand in eigen boezem steekt’. Ze zou wel willen dat Bijleveld erkent dat er in 2015 onverantwoorde aannames werden gedaan over burgerslachtoffers, omdat niet bekend was hoeveel explosieven in de fabriek lagen. „Dat zouden we nooit meer op die manier moeten doen.”

Ook stoort het Belhaj dat Bijleveld zegt dat alle procedures zorgvuldig zijn doorlopen omdat zij geen inzage heeft in de inlichtingen waar de Amerikanen zich op baseerden. Volgens die Amerikaanse inlichtingen waren er gerede twijfels over het voorkomen van burgerslachtoffers op het bommenfabriekje van Islamitische Staat, aangezien die middenin een woonwijk stond. De Nederlandse kolonel die als red card holder groen licht gaf voor het bombardement, had die informatie echter niet tot zijn beschikking.

Bij de aanval in de nacht van 2 op 3 juni 2015 op de bommenloods van IS bleken er veel meer explosieven opgeslagen dan verwacht. De ’secondaire explosies’ beschadigde tientallen gebouwen eromheen en zorgde voor tientallen burgerslachtoffers.

’Niet geloofwaardig’

De felste kritiek aan het adres van Bijleveld, kwam van de SP. Kamerlid Karabulut vindt Bijleveld niet langer geloofwaardig als minister en dient een motie van wantrouwen in. Die krijgt steun van PVV, GroenLinks, 50Plus en afscheiders, Denk en Dierenpartij.

BEKIJK OOK:

Bijleveld opnieuw in de problemen

BEKIJK OOK:

’Amerikanen waarschuwden voor burgerslachtoffers bij aanval Hawija’

BEKIJK OOK:

Woede om kwalificatie ’moordenaars’ voor militairen

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Tweede Kamer der Staten-Generaal

Minister Bijleveld overleeft vierde debat over bombardement Irak

RTL 14.05.2020 Ondanks felle kritiek en weer een motie van wantrouwen, kan Ank Bijleveld aanblijven als minister van Defensie. Voor de vierde keer overleeft ze een pittig debat over het gevoelige Hawija-dossier. “Deze minister is niet open een eerlijk”, klonk de kritiek. Bijleveld moest erkennen: “Er heerst onbegrip en ergernis in de Kamer. Ik begrijp die gevoelens.”

En weer moest Ank Bijleveld zich in een urenlang debat verantwoorden over de bomaanval door Nederlandse straaljagers op de Iraakse stad Hawija. Het was het eerste debat sinds weken dat niet over de coronacrisis ging.

Vijf jaar geleden bombardeerde Nederland een bommenfabriek van IS in de stad Hwaija. Er vielen veel slachtoffers, ook burgerdoden. Het blijkt uiteindelijk door onderzoek van verschillende media om zo’n 70 burgerdoden te gaan.

Onvoldoende haar best gedaan

Uit informatie die de VS vrijgaf aan journalisten, bleek de Amerikanen vooraf waarschuwden voor de burgerdoden. De Tweede Kamer had al een aantal keren gevraagd voor die informatie en vindt dat Bijleveld onvoldoende haar best heeft gedaan om de informatie boven tafel te krijgen.

Dat leverde de minister opnieuw een motie van wantrouwen op, maar een krappe meerderheid houdt voldoende vertrouwen in de minister.

Volgens indiener Sadet Karabulut (SP)  is de minister ‘niet open en eerlijk’. Bijleveld overleefde ook nu net weer die motie van wantrouwen, maar ze moest wel diep door het stof. “In de toekomst gaan we dat anders doen”, beloofde ze.

Lees ook:

Het mysterie van de 70 burgerslachtoffers in Irak: wat wist premier Rutte?

Verbaasd 

Kamerleden zijn onder meer verbaasd dat de minister onderzoeksrapporten over de aanval niet mocht delen van de Amerikanen, terwijl NOS en NRC die wel kregen na een Amerikaanse Wob-procedure. Bijleveld heeft naar eigen zeggen haar Amerikaanse collega gevraagd de rapporten aan de Kamer te mogen geven, maar kreeg nul op het rekest.

Kamerleden vonden dat ze harder met haar vuist op de tafel moet slaan. “Dat moet anders”, gaf de minister in het vierde debat over de kwestie toe. Ze benadrukte dat ze niet het beleid ‘waardeloos vindt’, maar de communicatie. Bijleveld beloofde dan ook beterschap.

Een Nederlandse F16 boven Afghanistan. © ANP

‘Bombardement niet goedkeuren’

Bijleveld moest regelmatig het antwoord op vragen schuldig blijven. Ze vaart tijdens het debat, dat een dag lang duurde, veel op geschreven tekst. Bij sommige improvisaties haperde ze.

Salima Belhaj van coalitiepartner D66 is blij dat de minister ‘de hand in eigen boezem steekt’. Ze zou wel willen dat Bijleveld erkent dat er in 2015 onverantwoorde aannames werden gedaan over burgerslachtoffers, omdat niet bekend was hoeveel explosieven in de fabriek lagen.  “Dat zouden we nooit meer op die manier moeten doen.”

Kamerlid Bram van Ojik (GroenLinks) wil weten of het bombardement achteraf toch niet goedgekeurd had mogen worden. De minister erkende dat met de informatie achteraf er nooit gebombardeerd had moeten worden. “Als we hadden geweten dat er zoveel bommen lagen, dan hadden we dit doel niet geaccepteerd.”

Felste kritiek 

De felste kritiek aan het adres van Bijleveld, kwam uit de hoek van de SP die ook de motie van wantrouwen indiende. “Deze minister, het kabinet, het ministerie van Defensie, is niet open en eerlijk en al helemaal niet transparant”, stelde Karabulut.

Minister Bijleveld zegt verder dat er een cultuurverandering bij Defensie in gang is gezet. “Er is wel degelijk in de afgelopen maanden veel door mij gedaan.” Naar een vergoeding voor nabestaanden wordt door een speciale werkgroep naar gekeken. Bijleveld hoopt dat het snel geregeld wordt voor de slachtoffers van Hawija.

Gezien de vele vragen van Kamerleden om nog nader onderzoek te doen, mogelijk door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, zal dit waarschijnlijk nog  niet het laatste debat rondom dit gevoelige dossier zijn.

Hoe zat het rond het bombardement op Hawija?

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 neemt Nederland voor het eerst deel aan een F16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS blijkt dat Nederland verantwoordelijk is voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. Zeventig burgers zouden om het leven zijn gekomen.

Zowel Defensie als het Openbaar Ministerie hebben het bombardement onderzocht. Volgens Defensie zijn alle procedures gevolgd. Het OM vindt geen strafbare feiten.

De toenmalige minister van Defensie, Jeanine Hennis, weet al in 2015 over de burgerdoden, maar geeft foute informatie aan de Tweede Kamer. Op 23 juni 2015 zegt ze dat er geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.

Lees ook:

Minister Bijleveld maakt excuses voor fout informeren dodelijke aanval Irak

RTL Nieuws; Ank Bijleveld

Bijleveld doorstaat weer motie van wantrouwen na begrip voor ‘ergernis’ over Hawija

AD 14.05.2020 Ook na een vierde, moeizaam Kamerdebat over de Nederlandse aanval in Hawija, waarbij ongeveer zeventig burgerdoden vielen, kan minister Ank Bijleveld van Defensie aanblijven. Een motie van wantrouwen die de SP tegen haar indiende, kon niet op een meerderheid rekenen.

Bijleveld wist steun te houden van de regeringspartijen (inclusief kritische coalitiegenoot D66) en oppositiepartijen SGP, Forum voor Democratie en eenmansfractie Wybren van Haga. Dat deed ze door begrip te tonen voor het ‘onbegrip’ en de ‘ergernis’ van de Tweede Kamer over de rammelende informatie-voorziening aan het parlement.

,,Ik begrijp heel goed dat het frustrerend is als journalisten eerder informatie naar boven krijgen dan Defensie. Dat ben ik helemaal eens met uw Kamer. Eigenlijk willen we allemaal hetzelfde, meer transparantie.” Dat Bijleveld de hand in eigen boezem stak, wilde D66-Kamerlid Salima Belhaj markeren als ‘een belangrijk moment’. Daarmee werd ook duidelijk dat D66 Bijleveld niet het vuur na aan de schenen zou leggen.

Ook beloofde de CDA-bewindsvrouw beterschap rond het delen van informatie over mogelijke burgerslachtoffers. ,,De Kamer zal nooit meer zo lang hoeven wachten op informatie.” Ze erkende dat haar ministerie in de periode dat Nederlandse F-16’s meevochten in de strijd tegen terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) in Irak (van 2014 tot 2018) ‘heel terughoudend’ was geweest met het delen van informatie. Dat gaat in de toekomst anders. Wel zei ze een balans te moeten vinden. ,,Transparantie moet er niet toe leiden dat we de vijand wijzer maken.”

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Balen van communicatie

Bijleveld zei ‘te balen’ van de manier van communiceren en hoe zij regelmatig informatie die aan de Kamer was gestuurd moest corrigeren. Bijvoorbeeld omdat de burgerdoden die tijdens een Nederlands bombardement in het Iraakse Hawija waren gevallen wél door de Amerikanen bleken te worden meegeteld.

Of nadat de Amerikanen een geheim rapport toch openbaar hadden gemaakt nadat journalisten van NOS en NRC een beroep hadden gedaan op de Amerikaanse variant van de Wet openbaarheid van bestuur.

Maar het verwijt van SP-Kamerlid Sadet Karabulut dat de minister ‘wederom de indruk wekt’ dat zij de waarheid niet wil vertellen, schoot Bijleveld in het verkeerde keelgat. ,,Ik geef alle informatie die ik kan delen, ook als het me niet goed uitkomt.” Die informatie stuurde ze altijd ‘onverwijld’, benadrukte ze. Die indruk deelden niet alle partijen in de Kamer.

Openheid

Het parlement blijft het minister Bijleveld verwijten dat informatie over de fatale Nederlandse aanval op het Iraakse Hawija niet, verkeerd of onvolledig naar de Kamer werd gestuurd. Eerder in het debat had D66’er Belhaj nog gezegd dat de minister ‘heel hard haar best moet doen om volstrekte openheid te geven’. Volgens haar is ‘dit het moment om alles te vertellen’. ,,Hoe lelijk het misschien ook is. We moeten het nú weten.”

De Kamer werd het afgelopen halfjaar keer op keer verrast met nieuwe informatie over het bombardement op een bommenfabriek, waarbij in juni 2015 waarschijnlijk zeventig burgerdoden vielen. Sindsdien voelt Belhaj zich ‘een detective’ die zelf de puzzel moet leggen, op basis van een door elkaar gehusselde doos met puzzelstukjes waarbij ook nog een deel van een andere puzzel is gestopt. ,,De boodschap aan de Kamer is: los het maar op.”

De boodschap aan de Kamer is: los het maar op, aldus Salima Belhaj (D66).

Transparantie

Ook de oppositie nam het Bijleveld kwalijk dat zij de Kamer ‘niet proactief informeert’ en dat Kamerleden belangrijke informatie uit de media moeten vernemen in plaats van uit Kamerbrieven. Onder andere SP, GroenLinks en PvdA willen weten wat de Defensieminister precies heeft gedaan om te zorgen dat er in de toekomst meer transparantie komt over eventuele burgerslachtoffers.

In eerdere debatten – vandaag moet Bijleveld zich voor de vierde keer in de Kamer verantwoorden over de aanval op Hawija – doorstond de CDA-bewindsvrouw al moties van wantrouwen over de kwestie, de laatste keer werd die motie gesteund door de gehele oppositie, met uitzondering van de SGP en eenmansfractie Wybren van Haga.

Die partijen toonden zich nu ook mild. SGP-Kamerlid Chris Stoffer stelde ‘niet de indruk te hebben dat de minister ons heeft gedesinformeerd’. Wel zette hij vragen bij de informatie-uitwisseling tussen de VS, die de strijd tegen IS in Irak leidde, en Nederland.

Onderzoeksrapport

De Amerikanen wilden niet dat Bijleveld het onderzoeksrapport dat na de aanval werd opgemaakt zou delen met de Kamer. Het was geheim, liet Bijlevelds ambtgenoot haar weten. Na een beroep op de Amerikaanse versie van de Wet openbaarheid van bestuur lukten het NOS en NRC wél om dat rapport openbaar te krijgen.

‘Onbestaanbaar’, oordeelde de Kamer, die zich afvraagt of Bijleveld wel ‘met haar vuist op tafel heeft geslagen’ om het Amerikaanse stuk alsnog te krijgen.

Dat had ze wel degelijk gedaan, bezweerde Bijleveld. ,,Een deel van de Kamer verkeert blijkbaar in de veronderstelling dat ik niet zelf met de Amerikaanse minister van defensie heb gesproken”, zei Bijleveld over het geheime VS-rapport. ,,Dat is wel zo. Op twee momenten. In persoon. Ik heb dus zeker met mijn vuist op tafel geslagen.”

Volgens CDA-Kamerlid Martijn van Helvert heeft zijn partijgenoot ‘genoeg gedaan’ om het stuk boven tafel te krijgen. ,,Het is niet aan de minister om eenzijdig een vertrouwelijk Amerikaans rapport openbaar te maken.” Wel wil hij dat afspraken met de VS ‘in een volgend conflict’ beter worden vastgelegd.

Uit het stuk bleek dat de Amerikanen aanvankelijk grote risico’s voorzagen bij de aanval en dat er mogelijk burgerdoden zouden vallen. Daarop werd het aanvalsplan aangepast: er werd precisiemunitie gebruikt en de aanval vond ’s nachts plaats.

Maar de eerdere aarzelingen van de Amerikanen waren niet bekend bij de Nederlandse militair die het groene licht voor de aanval moest geven. Ook wist deze zogenoemde red card holder niets van CIA-inlichtingen die wezen op mogelijke burgerslachtoffers.

Zorgvuldig

Volgens VVD-Kamerlid André Bosman is de procedure echter wel zorgvuldig geweest, zoals ook topmilitairen gisteren tijdens een technische briefing volhielden, ook al werd de gevolgde procedure een aantal maanden na de aanval aangepast om herhaling te voorkomen. ,,Dat men niet exact wist hoeveel springstof er in een fabriek lag, is niemand aan te rekenen.”

Volgens ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind is het proces juist onzorgvuldig verlopen omdat er zoveel slachtoffers zijn gevallen. ,,Er is iets vreselijk misgegaan.”

Minister Ank Bijleveld van Defensie (CDA) tijdens het Tweede Kamerdebat over de burgerslachtoffers die vielen in Hawija. © ANP/Bart Maat

Bombardement op Hawija blijft Bijleveld achtervolgen

AD 14.05.2020 Voor de vierde keer moet minister Ank Bijleveld van Defensie zich vandaag in de Kamer verantwoorden over de misgelopen Nederlandse aanval op Hawija. En weer moet ze vechten voor haar politieke hachje.

Wat gebeurde er in Hawija?
In de nacht van 2 op 3 juni 2015 voerde een Nederlandse F-16 een missie uit in de strijd tegen IS in Irak en Syrië. Nederland was één van de landen die in een coalitie geleid door de Amerikanen luchtaanvallen uitvoerde in Irak.

Doelwit was een bommenfabriek in het Iraakse Hawija. Daar bleken echter veel meer explosieven opgeslagen te liggen dan werd verwacht, waardoor de explosie veel groter was. Naar schatting zijn daarbij zeventig burgerslachtoffers gevallen. Dat Nederland bij de misgelopen aanval was betrokken, erkende het ministerie van Defensie pas ruim vier jaar later, in november 2019.

Lees ook

Spanning in coalitie: iedereen wijst naar iedereen in Irakdossier

Lees meer

Iraaks slachtoffer Nederlandse bommen wacht nog steeds op ‘sorry’ van de minister

Lees meer

Minister Ank Bijleveld (Defensie ) tijdens een eerder debat over het bombardement op Hawija. Ze overleefde al twee moties van wantrouwen.

Minister Ank Bijleveld (Defensie ) tijdens een eerder debat over het bombardement op Hawija. Ze overleefde al twee moties van wantrouwen. © ANP

Wanneer wist het kabinet hiervan en waarom werd de Tweede Kamer niet ingelicht?
De Kamer kon zich niet voorstellen dat bij Defensie pas in het najaar van 2019 het besef was doorgedrongen dat er zoveel doden waren gevallen. De F-16-vlieger moest de ravage toch hebben gezien?

Toch bleef Bijlevelds voorganger, VVD’er Jeanine Hennis, in de jaren na de aanval tegen de Kamer zeggen dat er ‘voor zover bekend’ geen burgerslachtoffers waren gevallen. Daarmee, stelde Bijleveld, had zij de Kamer verkeerd geïnformeerd. Die erkenning leverde Bijleveld in november een zwaar debat op waarin zij, politiek verantwoordelijk voor de fout van haar voorganger, stuntelend een motie van wantrouwen overleefde.

Later bleek Hennis destijds wel geïnformeerd te zijn over de grote schade bij de aanval, maar dat ‘nader onderzoek’ moest vaststellen óf er doden waren gevallen. Ook zou zij premier Mark Rutte hebben geïnformeerd. Die zei daar ‘geen herinnering’ aan te hebben. Er volgde een tweede debat en een tweede (verworpen) motie van wantrouwen. Maar daarmee was de kous nog niet af.

Het Amerikaanse eindrapport leek eerst kwijt en bleek vervolgens nooit te zijn opgemaakt. Maar Amerikaanse defensiewoordvoerders meldden aan Nederlandse media dat er wel degelijk een eindrapport was. In een derde Kamerdebat zei Bijleveld dat Defensie alleen een voorlopig rapport en een aanvullend rapport kreeg. Waarom er geen derde rapport kwam met het stempel ‘closure’, is nog altijd onbekend.

Jeanine Hennis hield vol dat er ‘voor zover bekend’ geen burgerslachtoffers waren gevallen.

Jeanine Hennis hield vol dat er ‘voor zover bekend’ geen burgerslachtoffers waren gevallen. © ANP

Wisten de Amerikanen van de zeventig doden?
Dat is één van de punten waar de Kamer opheldering over wil. Bijleveld blijft zeggen dat het ‘tot op de dag van vandaag nog altijd niet zeker is hoeveel burgerslachtoffers er precies te betreuren zijn in Hawija’. Ook ontkende ze keer op keer dat de Amerikanen de zeventig slachtoffers meetelden in hun statistieken. Maar in maart moest Bijleveld daarvan terugkomen.

De doden werden wel degelijk meegeteld in de Amerikaanse rapportages over burgerslachtoffers die vielen in de strijd tegen IS, lieten de Amerikanen haar weten, alleen gebeurde dat door een administratieve fout pas sinds december 2019. Pijnlijk genoeg werd het nieuwe staatje – met een opmerkelijke piek tussen juni en juni 2015 – nog tijdens het derde Kamerdebat openbaar. Tegen Bijleveld hadden de Amerikanen gezegd ‘alleen bevestigde doden’ mee te tellen.

Is dat het enige waardoor Bijleveld in verlegenheid werd gebracht?
Nee. Zo vroeg de Kamer meermaals om het rapport dat de Amerikanen hadden opgemaakt van de Nederlandse aanval. Bijleveld weigerde dat te geven. Het was geheim, stelde haar Amerikaanse ambtsgenoot, dus ze kon het niet met het parlement delen – ook niet vertrouwelijk.

Maar wat Bijleveld niet lukte, lukte de NOS en NRC in de Amerikaanse rechtszaal wel. Met een beroep op de Amerikaanse versie van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) werd dat onderzoek alsnog openbaar. Daarop stuurde Bijleveld het rapport schielijk alsnog naar de Kamer.

Videostill van het persbureau van IS.

Wat bleek uit dat geheime rapport?
Dat de Amerikanen aanvankelijk grote risico’s zagen bij de aanval. Er zouden burgerslachtoffers kunnen vallen omdat er woongebieden in de buurt lagen van de fabriek, zo lieten ook informanten van de Amerikaanse geheime dienst CIA weten.

Daarop pasten de Amerikanen hun aanvalsplan aan: het bombardement moest ’s nachts plaatsvinden en met meerdere kleine precisiebommen. Op basis van die informatie keurde de Nederlandse commandant de aanval goed. Hij wist niets van de aanvankelijke risico’s. Nederland werd, net als de andere bombarderende landen, niet betrokken bij het deel van het proces waarmee de Amerikanen bepaalden welke doelen er in de strijd tegen IS werden bestookt.

Hoe spannend wordt dit debat?
De Tweede Kamer heeft de messen geslepen. De Tweede Kamer is het zat dat er telkens nieuwe informatie opduikt. ,,Ik ben er klaar mee dat ik steeds door de media geïnformeerd word en niet door de minister’’, zegt Kamerlid Salima Belhaj van regeringspartij D66.

,,Het is irritant. De vraag moet beantwoord worden of wel het maximale is gedaan om slachtoffers te voorkomen.’’ VVD’er André Bosman zegt niet te snappen dat informatie die al bekend leek op het departement, toch niet aan de Kamer werd gegeven.

De oppositie ruikt bloed. ,,Dit is het eerste debat sinds twee maanden dat niet over corona gaat. Dan is er dus wat aan de hand,’’ zegt PvdA-Kamerlid John Kerstens. ,,Dit gaat over de geloofwaardigheid van de minister. Opnieuw. Gek dat de minister zegt dat de VS geen informatie geeft die journalisten wel boven tafel krijgen. Het is lastig vast te stellen of sprake is van welbewuste strategie of van een aaneenschakeling van blunders. Allebei is even erg.’’

Tweede Kamer opnieuw kritisch over optreden minister in Hawija-dossier

NOS 14.05.2020 De Tweede Kamer is opnieuw kritisch over het optreden van minister Bijleveld in het dossier over Hawija, de Iraakse stad waar naar schatting zeventig burgerdoden vielen bij een Nederlandse luchtaanval op een bommenfabriek van IS.

De Kamer vindt dat Bijleveld onvoldoende haar best heeft gedaan om de informatie, waar verschillende Kamerleden om hadden gevraagd, boven tafel te krijgen. Zij wilden onder meer weten hoe tot het bombardement is besloten en of meteen duidelijk was dat er burgerslachtoffers waren gevallen.

Het debat is hier te volgen via NPO Politiek.

Bijleveld heeft informatieverzoeken gedaan, maar mocht van de Amerikanen geen rapporten en documenten aan het parlement geven. Een deel van de Kamerleden vindt dat de minister toen harder met haar vuist op tafel had moeten slaan.

Detective

De informatie kwam namelijk wel naar boven toen NOS en NRC de documenten in de VS hadden opgevraagd. D66-Kamerlid Belhaj: “De Kamer moet steeds als een soort detective optreden om feiten boven tafel te krijgen. Om vervolgens weer allemaal nieuwe feiten in de krant te lezen.”

Die nieuwe feiten waren dat de CIA vooraf had gewaarschuwd dat er burgerdoden zouden kunnen vallen. Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija had bovendien bedenkingen bij die aanval, en hield rekening met burgerdoden.

Hawija

Nederlandse F16-piloten gooiden in 2015 meerdere bommen op een IS-bommenfabriek in Hawija, waarbij zeker 70 burgers om het leven kwamen en ruim 400 gebouwen werden beschadigd of verwoest. Zij handelden op basis van informatie van de VS.

De CIA meldde al een week voor het bombardement dat er nevenschade zou kunnen ontstaan “omdat er een woonwijk vlakbij ligt”. Het aantal burgerslachtoffers werd vlak van tevoren toch ingeschat op 0, waarna groen licht werd gegeven.

GroenLinks vindt dat de minister zich heeft laten afschepen door een politiek gezien lagere Amerikaanse functionaris. Zij kreeg een afwijzing op haar vragen van een plaatsvervangend onderminister. Kamerlid Van Ojik: “Dat is een diplomatieke oorvijg. De minister heeft niet eens antwoord geëist van haar ambtgenoot.”

Regeringspartijen VVD en CDA vinden dat er geleerd moet worden van wat er fout is gegaan. Bijvoorbeeld door betere afspraken te maken met de Amerikaanse defensie-organisatie in gevallen dat Nederland daar weer mee gaat samenwerken.

Wantrouwen

Ook dit keer kan de minister een motie van wantrouwen verwachten. Dat gebeurde bij een eerder debat vorig jaar ook. Toen stemden de oppositiepartijen, behalve SGP en het Kamerlid Van Haga, voor. De motie haalde geen meerderheid.

Het is nog niet duidelijk hoe dat vandaag zal gaan. Dat hangt voor doorslaggevende partijen zoals D66 en ChristenUnie af van de antwoorden die de minister later vandaag gaat geven.

BEKIJK OOK;

Ank Bijleveld, minister van Defensie tijdens een eerder debat in de Tweede Kamer over de 70 burgerdoden in Irak. Bij een aanval van Nederlandse F-16’s op Hawija in juni 2015 vielen tientallen doden. © ANP

Defensie houdt vol: genoeg informatie om te besluiten tot aanval Hawija

AD 13.05.2020 De Nederlandse militair die goedkeuring moest geven aan de Nederlandse F-16-aanval op de Iraakse stad Hawija had ‘genoeg informatie om de afweging te maken’. Ook functioneerde het proces dat voorafgaand aan het bombardement werd doorlopen ‘voor een groot deel goed’.

Er wás geen andere informatie over wat er in Hawija was opgeslagen, aldus Onno Eichelsheim, plaatsvervangend commandant der strijdkrachten.

Dat zei plaatsvervangend commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim vanmiddag tijdens een briefing in de Tweede Kamer. Bij het Nederlandse bombardement kwamen in de nacht van 2 op 3 juni 2015 waarschijnlijk zeventig burgers om te leven.

De bommenfabriek die werd aangevallen, bevatte meer explosieven dan vooraf werd gedacht. Daarom bleef de schade niet beperkt tot de gebouwen op het industrieterrein, zoals vooraf werd ingeschat, maar werd ook een nabijgelegen woonwijk in puin gelegd.

Dat kwam als een verrassing, stelde luitenant-generaal Eichelsheim. ,,Er wás geen andere informatie over wat er in Hawija was opgeslagen.”

Lees ook;

Lees meer

CIA

De Amerikanen hadden in een eerdere inschatting van het doelwit burgerslachtoffers wél voorzien, onder andere op basis van inlichtingen van geheime dienst CIA. Om het risico daarop in te perken werd andere munitie gebruikt en vond de aanval ’s nachts plaats.

De Nederlandse militair die het groene licht voor de aanval moest geven, wist niets van die Amerikaanse informatie. ,,Nederland was niet betrokken bij het eerste deel van het doelontwikkelingsproces”, aldus Eichelsheim.

Dat kan volgens hem ook niet altijd, omdat niet alle landen dezelfde positie hebben als het om lichtingen gaat en dus ook niet altijd inzage hebben in dezelfde inlichtingen. Toch kon deze zogeheten red card holder een goede afweging maken op basis van de informatie die hij had, stelt de topmilitair.

‘Geen exacte wetenschap’

Kolonel-vlieger Peter Tankink benadrukte dat het doelproces ‘geen exacte wetenschap’ is. ,,Het houdt geen rekening met wapenfouten, verplaatsingen en secundaire explosies.” Juist die secundaire explosie zorgde in Hawija voor een groot aantal slachtoffers. Volgens Tankink vielen de secundaire explosies ‘op basis van eerdere aanvallen’ op dertien soortgelijke explosievenfabrieken juist mee.

Volgens Eichelsheim verloopt het proces ‘heel secuur en minutieus en kan het ‘weken, soms wel maanden duren’, maar is dat geen garantie dat ‘het altijd goed gaat’. ,,Het is een nachtmerrie als je achteraf moet constateren dat er burgerslachtoffers zijn gevallen.”

De Amerikanen pasten in september 2015 het proces waarbij doelen bepaald worden aan. Volgens Eichelsheim was dat de belangrijkste les van Hawija. Bij een aanval op zo’n fabriek ‘in bewoond gebied moet je nog nauwkeuriger beoordelen wat je kunt verwachten’.

Bijleveld weer naar Hawijadebat: ‘Heeft minister met vuist op tafel geslagen?’

NU 13.05.2020 Voor de vierde keer moet minister Ank Bijleveld (Defensie) zich voor de Tweede Kamer verantwoorden voor de gebrekkige informatievoorziening over het Nederlands bombardement op de Iraakse stad Hawija. Donderdag in het debat moet Bijleveld uitleggen waarom de Kamer opnieuw geconfronteerd is met nieuwe informatie over de luchtaanval waarbij zeventig mensen om het leven kwamen.

“We debatteren niet alleen over wat Nederland had moeten weten voorafgaand aan het bombardement, maar ook over de informatiepositie van de Tweede Kamer”, zegt SP-Kamerlid Sadet Karabulut. “Ik heb het gevoel dat de Kamer telkens gepiepeld wordt.”

Aanleiding voor het debat is de Kamerbrief van eind maart waarin Bijleveld erkent de Kamer verkeerd te hebben geïnformeerd over het bombardement. Anders dan dat zij de Kamer eerder meldde, zijn de Amerikanen er wel degelijk van uitgegaan dat bij de Nederlandse aanval zeventig burgerdoden zijn gevallen.

‘Hoe krijgt media informatie wel, maar minister niet?’

In het Kamerdebat van december vorig jaar, waar de defensieminister ternauwernood een motie van wantrouwen doorstond, verzekerde Bijleveld de Kamer nog dat de burgerslachtoffers van Hawija niet zijn meegeteld in de statistieken van de Amerikanen. Navraag achteraf leerde dat de zeventig burgerslachtoffers wel degelijk zijn meegeteld.

Daar komt bij dat uit onderzoek van NRC Handelsblad en NOS is gebleken dat de Amerikanen op voorhand al wisten dat een bombardement op de IS-bommenfabriek grote risico’s met zich meebracht.

Uit informatie, die de twee media op grond van de Amerikaanse Freedom of Information Act (FOIA) boven tafel wisten te krijgen, blijkt dat een aanval op de fabriek tot de hoogste risicocategorie behoorde.

Deze informatie had de Kamer graag willen hebben. “Hoe kan het dat media dit wel boven tafel krijgen, maar het de minister niet lukt?” vraagt Karabulut zich af. Zij wil weten wat Bijleveld heeft gedaan om deze informatie los te krijgen bij de Amerikanen.

ChristenUnie vindt Amerikaans optreden ‘gênant’

Ook coalitiepartijen VVD, D66 en CU zijn geïrriteerd. André Bosman (VVD): “Welke druk heeft de minister gezet op het Pentagon?” D66’er Salima Belhaj: “Heeft de minister met haar vuist op tafel geslagen? Ze heeft beterschap beloofd, dus ik wil weten wat zij heeft gedaan om informatie waar de Kamer om vraagt te krijgen”. Bosman: “De Kamer moet wel goed geïnformeerd worden.”

ChristenUnie-Kamerlid Joel Voordewind noemt de manier waarop de Amerikanen die informatie wel aan media openbaren maar niet delen met het Nederlands parlement zelfs “gênant”.

In een technische briefing woensdag zei plaatsvervangend commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim dat de procedures en processen in aanloop naar het bombardement goed zijn verlopen. Eichelsheim lichtte toe dat de zogenoemde red card holder, de hoogste militair die namens Nederland groen licht geeft voor aanvallen, zich onder meer baseert op inlichtingen van het Amerikaanse CENTCOM en de coalitie vanuit Qatar.

Wat Voordewind betreft had de informatie over de risico’s gedeeld moeten worden. “Generaal Eichelsheim zei dat Nederland waarschijnlijk een ander besluit had genomen als duidelijk was wat de gevaren waren.” Ook met het oog op toekomstige missies waar Nederland aan deel kan nemen is het voor hem van belang dat Nederland als bondgenoot “beter en sneller” geïnformeerd wordt door de Amerikanen.

‘Als alles goed is gegaan, wat is er dan mis gegaan?’

Voor D66 is het van belang dat er meer duidelijkheid komt over wat er exact op welk moment fout is gegaan. “Om te kunnen leren”, zegt Behlaj. “Nu horen we dat alles netjes via de procedures is verlopen. Maar als alles goed is gegaan, wat is er dan misgegaan?”

Dat vindt ook Karabulut. “Dat het kabinet zegt dat ze niets wisten van burgerslachtoffers en het ook niet hadden kunnen weten, leg ik mij niet bij neer.”

Ze verwijst naar berichten dat een ander land uit de internationale coalitie had geweigerd om de aanval op Hawija uit te voeren. “Heeft de minister geprobeerd erachter te komen welk land dit is geweest en op basis van welke informatie heeft dat land besloten af te zien van een luchtaanval?”

‘Nieuwe motie van wantrouwen niet uitgesloten’

De SP’er sluit een nieuwe motie van wantrouwen niet uit. Aan haar oordeel over Bijleveld is sinds het debat van december niet veel veranderd. “Haar optreden deugt niet. De Kamer is herhaaldelijk verkeerd geïnformeerd. Ik vind haar niet meer geloofwaardig.”

Maar hoewel coalitiepartijen VVD, D66 en CU zich hardop afvragen of de CDA-minister wel hard genoeg achter de informatie is aangegaan, zal Bijleveld een nieuwe motie van wantrouwen waarschijnlijk wel overleven.

Voordewind: “De Kamer is verkeerd geïnformeerd met de informatie die zij op dat moment had. Na navraag is dat rechtgezet. Het probleem zit bij de informatievoorziening vanuit de Amerikanen.”

D66’er Belhaj: “Dit is moment waar ze alles moet vertellen dat relevant is. Dit is haar kans om ons volledig te informeren.”

Lees meer over: Politiek 

Bijleveld opnieuw in de problemen

Telegraaf 12.05.2020  Voor de vierde keer moet minister Bijleveld (Defensie) naar de Tweede Kamer komen om verantwoording af te leggen over de burgerdoden die vielen bij een bombardement van Nederlandse F-16’s in het Iraakse Hawija, in juni 2015. De CDA-bewindsvrouw kan er zeker niet gerust op zijn dat ze het debat doorstaat. Het wordt nu wel ’heel ingewikkeld’, zegt coalitiepartner D66.

Aanleiding voor het debat van donderdag zijn documenten die de Amerikaanse overheid heeft vrijgegeven na een beroep op de Amerikaanse versie van de Wet openbaarheid van bestuur door NOS en NRC. Daaruit blijkt dat bij de Amerikaanse geheime dienst CIA twijfels waren over de aanval.

De inschattingen van het risico op burgerslachtoffers was doorgegeven aan de militaire planning van de coalitie tegen Islamitische Staat. De Kamer vroeg meermaals om deze informatie, en Bijleveld heeft er ook om gevraagd bij haar Amerikaanse ambtsgenoot Esper, maar kreeg de informatie niet omdat die vertrouwelijk was.

„Gênant”, vindt CU-Kamerlid Voordewind. „De pers krijgt informatie boven tafel die Defensie niet boven tafel krijgt.” D66-Kamerlid Belhaj vraag zich af: „Heeft Defensie er dan op aangedrongen?” Belhaj vindt het ’irritant’ dat Defensie in het Hawija-dossier ’telkens brokjes informatie’ naar buiten brengt. „We willen gewoon weten hoe het zit. Het wordt zo wel heel ingewikkeld om onze controlerende taak uit te voeren.”

’Militair wist nergens van’

Volgens Defensie was de Nederlandse militair die er in juni 2015 mee instemde bombardement uit te voeren niet op de hoogte van de aarzelingen van de militaire planner. Deze zogeheten red card holder voor Nederlandse deelname kon die informatie dan ook niet betrekken bij zijn beslissing om de aanval al dan niet door te laten gaan, zo meldde Bijleveld de Kamer vorige week.

Wel werd het aanvalsplan aangepast met ’mitigerende maatregelen’, die overigens grotendeels ’operationeel vertrouwelijk’ zijn. Zo werd er ’s nachts gevlogen en werd de munitie aangepast.

Op basis van de inschatting van de nevenschade en de mogelijke impact van secundaire explosies ’was de verwachting’ dat er bij het Nederlandse F-16-bombardement ’geen burgerslachtoffers zouden vallen’. Op basis daarvan besliste de Nederlandse militair die belast was met het eindoordeel, de zogeheten red card holder, na overleg met een Nederlandse juridisch adviseur dat de aanval kon worden uitgevoerd.

„Hoe kan het dat de Amerikanen hebben gewaarschuwd voor burgerslachtoffers terwijl wij er niks van wisten?”, vraagt Voordewind zich af. „Terwijl wij nu wel alle claims krijgen.” Nabestaanden bereiden een schadeclaim voor tegen de Nederlandse staat.

Geloofwaardigheid minister

SP-Kamerlid Karabulut vindt dat de positie van Bijleveld, die bij eerdere debatten ternauwernood een motie van wantrouwen en van afkeuring overleefde, onhoudbaar is geworden. „Alle toezeggingen in eerdere debatten zijn niet waargemaakt. De belofte transparanter te zijn blijkt boterzacht nu de pers informatie openbaart die Defensie had moeten openbaren. Voor burgerslachtoffers is nog niks gedaan. Ziet Defensie het probleem? Nee.”

Het debat van donderdag gaat over ’de geloofwaardigheid van de minister’, zegt PvdA-Kamerlid Kerstens. „Opnieuw. Soms is lastig vast te stellen of er sprake is van welbewuste strategie om de Kamer het bos in te sturen of een aaneenschakeling van blunders. Het is allebei even erg.” Ook de SGP, belangrijk voor steun voor het aanblijven van de minister, is kritisch. „De communicatie tussen de VS en Nederland blijkt in elk geval rommelig.”

Bij de aanval in de nacht van 2 op 3 juni 2015 op een IS-fabriekje van autobommen bleek er veel meer munitie opgeslagen dan vooraf was voorzien. Door ’secundaire explosies’ werden ook honderden gebouwen in de aangrenzende woonwijk getroffen. Er vielen naar schatting zo’n zeventig slachtoffers, waaronder tientallen burgers.

Het optreden van de Nederlandse militairen en het doelwit van de aanslag in de Kamer niet betwist. IS had destijds grote delen van Irak en Syrië onder controle, moordde yezidi’s, christenen en niet-soennitische moslims uit en pleegden veelvuldig aanslagen met autobommen.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Hawija

Bijleveld donderdag voor de vierde keer naar Kamer over Hawija

NOS 08.05.2020 De Tweede Kamer vergadert volgende week plenair over het Nederlandse bombardement op de Iraakse plaats Hawija in 2015. Het is voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis dat er in de plenaire zaal over iets anders wordt gepraat dan de coronacrisis. Voor de vierde keer moet minister Bijleveld van Defensie zich verantwoorden over de kwestie.

Het debat werd in maart al aangevraagd naar aanleiding van publicaties van de NOS en NRC. Daarin stond dat voorafgaand aan het bombardement op de bommenfabriek van IS al rekening werd gehouden met “nevenschade”, ook al bleek uit de berekeningen dat er nul burgerdoden bij zouden vallen. In werkelijkheid kwamen 70 mensen om en werden 400 gebouwen verwoest of beschadigd. In de fabriek bleken veel meer bommen opgeslagen te liggen dan waar bij het opstellen van de berekeningen vanuit was gegaan.

Daar kwam in maart nog bij dat minister Bijleveld moest toegeven dat de Amerikanen al sinds 2017 de 70 burgerdoden meerekenden in hun statistieken. In december had Bijleveld nog het tegendeel beweerd. Voordat de minister in de Kamer verantwoording kon afleggen, brak de coronacrisis uit en werd het onderwerp vooruitgeschoven.

Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden

Twee weken geleden kwam er opnieuw informatie vrij. De NOS en NRC meldden op 21 april dat de CIA vooraf had gewaarschuwd dat er burgerdoden zouden kunnen vallen. Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija had bovendien bedenkingen bij die aanval, en hield rekening met burgerdoden.

Voor alle coalitielanden in de strijd tegen IS gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook de Tweede Kamer is voorgehouden dat het aantal ingecalculeerde burgerdoden nul moest zijn.

De Tweede Kamer heeft het afgelopen halfjaar meermaals gevraagd om het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval. Maar volgens minister Bijleveld kon dat niet met de Kamer gedeeld worden, omdat het een vertrouwelijk document is.

BEKIJK OOK;

Defensie wist ten tijde van aanval op Hawija niet van Amerikaanse aarzelingen

AD 07.05.2020 De Nederlandse militair die in juni 2015 het groene licht gaf voor het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija wist niet dat de Amerikaanse geheime dienst CIA had gewaarschuwd dat er bij de aanval burgerslachtoffers konden vallen. Hij kon die informatie niet meewegen bij zijn beslissing om de aanval goed te keuren. Uiteindelijk vielen er bij de aanval vermoedelijk zeventig burgerdoden.

Dat schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer. Nederland was niet betrokken bij het deel van het proces waarmee de Amerikanen bepaalden welke doelen er in de strijd tegen IS werden gebombardeerd.

De Amerikaanse aarzelingen bij de aanval, mede op basis van informatie die de Amerikaanse geheime dienst CIA van informanten kreeg, bleef tot ruim na de Nederlandse luchtaanval enkel in Amerikaanse handen. De risico’s die de VS zag, werden overigens ingeperkt in het uiteindelijke, aangepaste aanvalsplan waarmee de Nederlandse commandant akkoord ging.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Geheim

De informatie die ten grondslag lag aan de aanval kwam vorige maand naar buiten nadat NOS en NRC met succes een beroep deden op de Freedom of Information Act, de Amerikaanse versie van de Wet openbaarheid van bestuur. Bijleveld had de Kamer altijd voorgehouden dat de stukken geheim waren en niet met het parlement konden worden gedeeld.

Bijleveld zegt niet te weten waarom de documenten nu toch openbaar zijn gemaakt terwijl haar Amerikaanse ambtsgenoot Mark Esper in maart van dit jaar nog per brief benadrukte dat dat niet kon. Zelf kreeg Defensie het Amerikaanse onderzoek op 22 januari 2016.

Zorgvuldig proces

Toch houdt Bijleveld vol dat het proces uitgebreid was en zorgvuldig is verlopen. Omdat de Amerikanen in eerste instantie aarzelingen hadden, werden er ‘mitigerende maatregelen’ (die negatieve effecten verminderen of wegnemen) genomen die het risico op burgerslachtoffers tot nul moesten terugbrengen.

Zo werden er precisiebommen afgeworpen en vond de aanval ’s nachts plaats. Bij de berekening van de nevenschade zou die beperkt blijven tot het industriële gebied. ,,Daarnaast”, schrijft Bijleveld, ,,werd ingeschat dat bij een nachtaanval er enkel sprake zou zijn van materiële nevenschade.”

Op basis van de inschatting van de nevenschade en de mogelijke impact van secundaire explosies ‘was de verwachting’ dat er bij het Nederlandse F-16-bombardement ‘geen burgerslachtoffers zouden vallen’.

Op basis daarvan besliste de Nederlandse militair die belast was met het eindoordeel, de zogeheten red card holder, na overleg met een Nederlandse juridisch adviseur dat de aanval kon worden uitgevoerd.

Meer explosieven

Het liep anders. De luchtaanval op het doelwit, een fabriek waar bermbommen werden gemaakt, leverde veel meer schade op dan op basis van de Amerikaanse informatie werd verwacht en er kwamen vermoedelijk zeventig burgers om het leven. In de fabriek lagen veel meer explosieven ‘dan bekend was of kon worden ingeschat door de anti-IS-coalitie’.

De aanval op Hawija was anders dan aanvallen op andere bommenfabrieken, stelt Bijleveld. Toen het daar zo mis ging, pasten de Amerikanen hun procedures voor dergelijke aanvallen op ‘gelijksoortige bommenfabrieken’ aan.

Dat de werkwijze op basis van nieuwe informatie zou worden aangepast, was volgens de minister eveneens standaard gebruik. Ook zou het doelwit niet in de hoogste risicocategorie vallen, zoals uit de Amerikaanse stukken zou blijken.

Volgens Bijleveld wordt er in die categorie onderscheid gemaakt tussen ‘high’ en ‘low’ en viel de bommenfabriek in Hawija onder de lagere rubriek omdat ‘burgerslachtoffers kunnen worden voorkomen als daartoe geplande mitigerende maatregelen worden toegepast’.

Geen juridische verplichting

Zonder die maatregelen, stelt Bijleveld, ‘was deze aanval voor de coalitie überhaupt niet uitvoerbaar geweest, gezien uit de stukken blijkt dat er bij dit doel geen burgerslachtoffers mochten worden verwacht’. Dat er bij aanvallen geen burgerslachtoffers te betreuren mochten zijn, was volgens Bijleveld het ‘uitgangspunt’ van alle bombardementen tegen IS.

Dat was echter geen formele bindende afspraak en ook geen juridische verplichting. ,,Ieder land is immers zelf verantwoordelijk voor de eigen wapeninzet en de proportionaliteitsafweging die daar aan vooraf gaat.

mei 8, 2020 Posted by | 2e kamer, dreiging, Hawija, Irak, is, isis, islam, nederlandse missie, politiek, salafisten, terreur, terrorisme, tweede kamer, veiligheid | , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11 nasleep onderzoek Hawija Irak

Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte tijdens het debat gisteravond

Verlenging Missie Irak tot 2021

De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd 19.12.2019 gedebatteerd.

AD 08.05.2020

AD 20.12.2019

Motie van wantrouwen

Informatie over burgerdoden heeft geen rol gespeeld in de beslissing over de verlenging van de missie in Syrië en Irak.

Dat zei premier Mark Rutte 27.11.2019 in een urenlang debat. Het kabinet overleefde een motie van wantrouwen van de SP.

Telegraaf 05.03.2020

AD 04.03.2020

De Tweede Kamer debatteerde met premier Rutte en minister Bijleveld over het bombardement. De vraag was vooral wie daar op welk moment vanaf wist. Een motie van wantrouwen van de SP tegen Rutte en Bijleveld kreeg geen Kamermeerderheid.

Met terugwerkende kracht is het lastig te begrijpen hoe er in juni 2015 door het toenmalige kabinet is gereageerd op het bericht dat bij een aanval van een Nederlandse F-16 op een IS-bommenfabriek in het Iraakse Hawija waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Internationale media spraken direct al van zo’n zeventig slachtoffers.

Hoewel het kabinet twee weken later over een verlenging van de missie van de militairen moest beslissen, is de informatie niet gedeeld in de ministerraad. Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis vermoedt dat ze premier Rutte destijds wel heeft geïnformeerd en ze weet het zeker over toenmalige collega Koenders van Buitenlandse Zaken. Die twee zeggen daar geen herinnering aan te hebben.

Daar moet allemaal niets achter worden gezocht, hield Rutte gisteren 27.11.2019 vol tegenover een kritische Tweede Kamer. Alles is destijds ‘volgens de regels verlopen’. De informatie over de burgerdoden ‘is niet bewust achtergehouden uit angst dat de verlenging in gevaar zou komen’, zoals de oppositie vermoedt.

Telegraaf 11.02.2020

Mogelijke burgerslachtoffers waren “niet relevant” voor het besluit om te verlengen, zo verdedigde Rutte het Kabinetsoptreden. “Er is altijd een risico op burgerslachtoffers.”

Alle procedures zijn correct gevolgd na de melding van burgerslachtoffers door een Nederlandse aanval in Irak in 2015, benadrukte premier Mark Rutte woensdagavond. Maar hij snapt ook het “ongemak” dat er bij de Kamer hierover heerst.

Rutte kon zich informatie van Hennis niet herinneren

Waarom gingen de alarmbellen niet af toen media een dag na de aanval meldden dat er zeker zeventig burgerdoden waren gevallen, vroegen partijen herhaald. “Omdat het werd onderzocht”,zo verklaarde Rutte keer op keer. En de internationale coalitie kon op basis van die openbare bronnen niks vaststellen.

Daarna sleepte het dossier zich weer verder…….!!!!!!

Het industriegebied in Hawija Irak is volledig verwoest  foto NOS

Schadecompensatie

Dertig slachtoffers en nabestaanden van Nederlandse bombardementen in Irak willen daarvoor gecompenseerd worden door de Nederlandse staat. Dat bevestigt hun advocaat Liesbeth Zegveld.

Bij een aanval door een Nederlandse F-16 op de plaats Hawija kwamen in juni 2015 zeker zeventig onschuldige burgers om het leven, onthulden de NOS en NRC vorige maand. Het bombardement was gericht op een autobommenfabriek van IS, maar doordat daar veel meer munitie lag dan gedacht, werd ook de wijk eromheen verwoest.

Telegraaf 07.03.2020

Zegveld vertegenwoordigt 28 nabestaanden van het bombardement op Hawija en twee mensen die slachtoffer zijn geworden van een Nederlandse aanval op een woonhuis in de stad Mosul, een paar maanden later. Daarbij vielen vier doden.

“Waar het om gaat is de vraag: wat heeft Nederland gedaan om te voorkomen dat er zo veel burgerslachtoffers zouden vallen”, zegt Zegveld. “Het is natuurlijk een IS-gebied, maar bewoners hadden bijvoorbeeld gewaarschuwd kunnen worden met pamfletten met de tekst: mensen, het is niet zeker dat het hier vannacht veilig is.”

Geen rechtszaak

De slachtoffers hebben aangegeven hulp te willen en zijn via een journalist en een lokale organisatie in contact gekomen met Zegveld. De zaak is nog in een pril stadium; de groep nabestaanden breidt zich nog steeds uit. De advocaat heeft nu twee vertaalde verklaringen.

Ze zegt een rechtszaak te willen voorkomen. “Het is een schande als het tot een vordering zou moeten leiden.” Ze wil met de lijst met namen naar Defensie in de verwachting dat die de nabestaanden gaat compenseren.

Defensieminister Bijleveld liet tijdens een debat woensdagavond 27.11.2019 nogmaals weten inderdaad met een regeling voor nabestaanden bezig te zijn. Hoe die eruit moet komen te zien is onduidelijk. Eerder zei ze dat het geen erkenning is van schuld, maar een blijk van goede wil.

‘Nederland had plicht om te helpen’

Advocaat Zegveld vindt dat Nederland de slachtoffers eerder had moeten helpen. “Het is idioot als je mensen vijf jaar laat zitten. Er is geen proactieve houding. Ze hadden heel veel schade kunnen beperken door mensen tegemoet te komen, dat is ook hun plicht.” De advocaat zegt ook dat Nederland de plicht had om na de aanval hulp te bieden.

Instanties die de NOS heeft gesproken, denken dat er in totaal honderden mensen zijn die een naaste zijn verloren of materiële schade hebben.

Een Nederlands bombardement in Irak vier jaar geleden is gruwelijk misgegaan, zo blijkt uit onderzoek van NOS en NRC. Tientallen burgers kwamen bij een luchtaanval op een bommenfabriek in Hawija om het leven. Hoe dat precies heeft kunnen gebeuren, is onduidelijk. Inwoners van het stadje vinden de schuldvraag niet zo interessant.

Zij vragen zich vooral af wanneer ze eindelijk een schadevergoeding krijgen.

De enorme ravage die het bombardement op 3 juni 2015 aanricht blijft bij de internationale media niet onopgemerkt. Op beelden van die nacht is te zien hoe het ziekenhuis in Hawija overspoeld wordt met gewonden. Inwoners spreken van “een atoombom die insloeg” en die vijftig kilometer verderop, in Kirkuk, nog te horen was. “Een complete woonwijk is verwoest”, schrijft persbureau Reuters.

De wijk werd door de Amerikaanse generaal John Hesterman op een persconferentie na de luchtaanval omschreven als een “industriegebied”. Dat is wat overdreven als je oude foto’s van de wijk bekijkt. Er stonden inderdaad grote gebouwen: een elektriciteitscentrale, een brandweerkazerne en een ijsfabriek. Maar er was vooral laagbouw: kleine panden waar winkeltjes, een naaiatelier en een theehuis voor een levendige sfeer zorgden.

Bekijk ook;

Dossier luchtaanval Hawija

Live AD

Teruglezen: Het Tweede Kamerdebat over burgerdoden Irak NRC

Verslaggever Inge Lengton live bij het debat;

  Tweets by ‎@IngeLengton

Dossier Luchtaanval Hawija NRC

lees: Stand van zaken over de uitvoering van verschillende moties en toezeggingen 24.03.2020

lees: Brief van de minister van Defensie aan dhr. M. Esper, minister van Defensie van de Verenigde Staten bijlage 1 13.01.2020

lees: Vertaling van de antwoordbrief van de ondersecretaris van defensie van de Verenigde Staten bijlage 2 28.02.2020

lees: Besluit en bijlage Def op Wob-verzoek defensie onderzoek Hawija Redacted 17.02.2020

lees: Brief MIN DEF Antwoorden Kamervragen burgerslachtoffers Karabulut 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF SV Karabulut over passage uit boek missie F16 25.11.2019

lees: Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija brief 25.11.2019

lees: regeling Werkzaamheden over antwoorden op vragen over de 70 burgerdoden in Irak Brief 20.11.2019

lees: Feitenrelaas inzake de transparantie over burgerslachtoffers bij luchtaanvallen brief 05.11.2019

lees: Transparantie burgerslachtoffers bij luchtaanvallen in de strijd tegen ISIS brief 04.11.2019

lees: kamerbrief over het iob onderzoek naar stabilisatieprogrammas in syrie  7 september 2018

lees: rapport review of the monitoring systems of three projects in syria  7 september 2018

lees: Civilian Casualty Review Report Redacted 17.04.2018

lees: kamerbrief met voortgangsrapportage nederlandse bijdrage in strijd tegen isis 13.04.2018

lees: kamerbrief aanvullende artikel 100 brief nederlandse bijdrage aan de strijd tegen isis 29.01.2016

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

Bijleveld donderdag voor de vierde keer naar Kamer over Hawija

NOS 08.05.2020 De Tweede Kamer vergadert volgende week plenair over het Nederlandse bombardement op de Iraakse plaats Hawija in 2015. Het is voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis dat er in de plenaire zaal over iets anders wordt gepraat dan de coronacrisis. Voor de vierde keer moet minister Bijleveld van Defensie zich verantwoorden over de kwestie.

Het debat werd in maart al aangevraagd naar aanleiding van publicaties van de NOS en NRC. Daarin stond dat voorafgaand aan het bombardement op de bommenfabriek van IS al rekening werd gehouden met “nevenschade”, ook al bleek uit de berekeningen dat er nul burgerdoden bij zouden vallen. In werkelijkheid kwamen 70 mensen om en werden 400 gebouwen verwoest of beschadigd. In de fabriek bleken veel meer bommen opgeslagen te liggen dan waar bij het opstellen van de berekeningen vanuit was gegaan.

Daar kwam in maart nog bij dat minister Bijleveld moest toegeven dat de Amerikanen al sinds 2017 de 70 burgerdoden meerekenden in hun statistieken. In december had Bijleveld nog het tegendeel beweerd. Voordat de minister in de Kamer verantwoording kon afleggen, brak de coronacrisis uit en werd het onderwerp vooruitgeschoven.

Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden

Twee weken geleden kwam er opnieuw informatie vrij. De NOS en NRC meldden op 21 april dat de CIA vooraf had gewaarschuwd dat er burgerdoden zouden kunnen vallen. Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija had bovendien bedenkingen bij die aanval, en hield rekening met burgerdoden.

Voor alle coalitielanden in de strijd tegen IS gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook de Tweede Kamer is voorgehouden dat het aantal ingecalculeerde burgerdoden nul moest zijn.

De Tweede Kamer heeft het afgelopen halfjaar meermaals gevraagd om het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval. Maar volgens minister Bijleveld kon dat niet met de Kamer gedeeld worden, omdat het een vertrouwelijk document is.

BEKIJK OOK;

Defensie wist ten tijde van aanval op Hawija niet van Amerikaanse aarzelingen

AD 07.05.2020 De Nederlandse militair die in juni 2015 het groene licht gaf voor het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija wist niet dat de Amerikaanse geheime dienst CIA had gewaarschuwd dat er bij de aanval burgerslachtoffers konden vallen. Hij kon die informatie niet meewegen bij zijn beslissing om de aanval goed te keuren. Uiteindelijk vielen er bij de aanval vermoedelijk zeventig burgerdoden.

Dat schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer. Nederland was niet betrokken bij het deel van het proces waarmee de Amerikanen bepaalden welke doelen er in de strijd tegen IS werden gebombardeerd.

De Amerikaanse aarzelingen bij de aanval, mede op basis van informatie die de Amerikaanse geheime dienst CIA van informanten kreeg, bleef tot ruim na de Nederlandse luchtaanval enkel in Amerikaanse handen. De risico’s die de VS zag, werden overigens ingeperkt in het uiteindelijke, aangepaste aanvalsplan waarmee de Nederlandse commandant akkoord ging.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Geheim

De informatie die ten grondslag lag aan de aanval kwam vorige maand naar buiten nadat NOS en NRC met succes een beroep deden op de Freedom of Information Act, de Amerikaanse versie van de Wet openbaarheid van bestuur. Bijleveld had de Kamer altijd voorgehouden dat de stukken geheim waren en niet met het parlement konden worden gedeeld.

Bijleveld zegt niet te weten waarom de documenten nu toch openbaar zijn gemaakt terwijl haar Amerikaanse ambtsgenoot Mark Esper in maart van dit jaar nog per brief benadrukte dat dat niet kon. Zelf kreeg Defensie het Amerikaanse onderzoek op 22 januari 2016.

Zorgvuldig proces

Toch houdt Bijleveld vol dat het proces uitgebreid was en zorgvuldig is verlopen. Omdat de Amerikanen in eerste instantie aarzelingen hadden, werden er ‘mitigerende maatregelen’ (die negatieve effecten verminderen of wegnemen) genomen die het risico op burgerslachtoffers tot nul moesten terugbrengen.

Zo werden er precisiebommen afgeworpen en vond de aanval ’s nachts plaats. Bij de berekening van de nevenschade zou die beperkt blijven tot het industriële gebied. ,,Daarnaast”, schrijft Bijleveld, ,,werd ingeschat dat bij een nachtaanval er enkel sprake zou zijn van materiële nevenschade.”

Op basis van de inschatting van de nevenschade en de mogelijke impact van secundaire explosies ‘was de verwachting’ dat er bij het Nederlandse F-16-bombardement ‘geen burgerslachtoffers zouden vallen’.

Op basis daarvan besliste de Nederlandse militair die belast was met het eindoordeel, de zogeheten red card holder, na overleg met een Nederlandse juridisch adviseur dat de aanval kon worden uitgevoerd.

Meer explosieven

Het liep anders. De luchtaanval op het doelwit, een fabriek waar bermbommen werden gemaakt, leverde veel meer schade op dan op basis van de Amerikaanse informatie werd verwacht en er kwamen vermoedelijk zeventig burgers om het leven. In de fabriek lagen veel meer explosieven ‘dan bekend was of kon worden ingeschat door de anti-IS-coalitie’.

De aanval op Hawija was anders dan aanvallen op andere bommenfabrieken, stelt Bijleveld. Toen het daar zo mis ging, pasten de Amerikanen hun procedures voor dergelijke aanvallen op ‘gelijksoortige bommenfabrieken’ aan.

Dat de werkwijze op basis van nieuwe informatie zou worden aangepast, was volgens de minister eveneens standaard gebruik. Ook zou het doelwit niet in de hoogste risicocategorie vallen, zoals uit de Amerikaanse stukken zou blijken.

Volgens Bijleveld wordt er in die categorie onderscheid gemaakt tussen ‘high’ en ‘low’ en viel de bommenfabriek in Hawija onder de lagere rubriek omdat ‘burgerslachtoffers kunnen worden voorkomen als daartoe geplande mitigerende maatregelen worden toegepast’.

Geen juridische verplichting

Zonder die maatregelen, stelt Bijleveld, ‘was deze aanval voor de coalitie überhaupt niet uitvoerbaar geweest, gezien uit de stukken blijkt dat er bij dit doel geen burgerslachtoffers mochten worden verwacht’. Dat er bij aanvallen geen burgerslachtoffers te betreuren mochten zijn, was volgens Bijleveld het ‘uitgangspunt’ van alle bombardementen tegen IS.

Dat was echter geen formele bindende afspraak en ook geen juridische verplichting. ,,Ieder land is immers zelf verantwoordelijk voor de eigen wapeninzet en de proportionaliteitsafweging die daar aan vooraf gaat.

Nabestaanden en gewonden luchtaanval Hawija dienen claim in bij Defensie

NOS 29.04.2020 Een groep van 52 Irakezen heeft deze week een schadeclaim ingediend bij het ministerie van Defensie. Ze stellen dat ze het slachtoffer zijn van de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija in 2015. Een aantal van hen verloor een of meerdere familieleden, anderen zeggen dat ze zwaar lichamelijk letsel hebben overgehouden aan het bombardement op de autobommenfabriek van terreurgroep IS.

In de fabriek lag veel meer munitie opgeslagen dan gedacht, waardoor de fabriek explodeerde. Honderden omliggende huizen raakten beschadigd of werden verwoest. Bij de aanval kwamen zeker 70 burgers om het leven. De slachtoffers die nu een schadeclaim hebben ingediend, verloren samen 21 naasten.

Volgens Liesbeth Zegveld, de advocaat van de Irakezen, was de aanval “niet proportioneel in het licht van het verwachte concrete en directe militaire voordeel”. Zegveld vindt dat er meer voorzorgsmaatregelen hadden moeten worden getroffen om te voorkomen dat er bij de aanval zoveel mensen zouden omkomen.

Minister beloofde schadevergoeding

Minister Bijleveld van Defensie heeft in de Tweede Kamer meerdere keren gezegd dat geen enkele dode was ingecalculeerd, maar dat de hoeveelheid munitie die in de fabriek lag niet was te voorzien. Volgens Zegveld erkent het kabinet daarmee dat er sprake was van een ongeluk, wat Nederland in haar ogen aansprakelijk maakt voor het aangedane leed.

Nadat in oktober bekend was geworden dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval, zegde minister Bijleveld de Kamer al toe te gaan kijken naar de mogelijkheid om een schadevergoeding uit te keren. Hoe ze dat wil gaan doen, is nog niet bekend. Zegveld zegt daar niet langer op te willen wachten en heeft daarom de claim ingediend.

Vijf kinderen

Een van de Irakezen is de 39-jarige witgoedmonteur Abdallah. Hij verloor bij de aanval zijn vrouw en vijf kinderen. Twee andere kinderen overleefden de aanval. Het gezin was op de vlucht en op doorreis, maar mochten van IS niet verder reizen. Hierdoor moesten ze naar eigen zeggen noodgedwongen een woning huren in Hawija.

Het gezin woonden op ruim 200 meter van de bommenfabriek. Hun huis stortte door de explosie na de bomaanval in. Sommige van zijn kinderen waren op slag dood. Anderen overleden op weg naar het ziekenhuis. Volgens Zegveld heeft de Iraakse overheid vastgesteld dat het gezin geen banden had met IS.

Ook de 63-jarige Shuja’a verloor een zoon. Hij werkte als nachtwaker in een autoshowroom op het terrein waar ook de bommenfabriek stond. De man raakte ernstig gewond bij de aanval en overleed enkele dagen later aan zijn verwondingen.

Nabestaanden van het bombardement op Hawija dienen schadeclaim in bij Defensie

De Zoetermeerse postbode Alaa en zijn vrouw Wafaa, wier zoon een oog verloor, behoren ook tot de indieners. Wafaa heeft blijvend letsel door de glasscherven die ze in haar rug heeft gekregen. Ze willen onder andere dat hun medische kosten worden vergoed.

Volgens Zegveld zijn er behalve de 52 Irakezen nog meer slachtoffers uit Hawija die zich achter de claim gaan scharen, maar worden hun gegevens momenteel verzameld.

Twee miljoen dollar

Eerder diende Zegveld al een schadeclaim in namens Basim Razzo. Hij verloor in hetzelfde jaar zijn familie bij een Nederlandse aanval op Mosul, omdat er werd gedacht dat zijn huis een IS-hoofdkwartier was. Dat bleek niet niet zo te zijn.

Razzo wil 2 miljoen dollar van de Nederlandse overheid. Volgens Zegveld is er binnenkort een gesprek tussen het ministerie van Defensie en Razzo over de schadeclaim.

Bekijk ook;

’Amerikanen waarschuwden voor burgerslachtoffers bij aanval Hawija’

Telegraaf 21.04.2020 De Amerikaanse inlichtingendienst CIA waarschuwde een week voor de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija al voor mogelijke burgerslachtoffers omdat een woonwijk vlakbij lag. Na de operatie is de procedure voor aanvallen op dergelijke doelen aangescherpt.

Dat blijkt uit documenten die NRC en NOS na tussenkomst van de rechter hebben gekregen van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Minister Ank Bijleveld van Defensie heeft de informatie niet gedeeld met de Tweede Kamer.

BEKIJK OOK:

Bijleveld lichtte kamer verkeerd in over burgerdoden aanval Hawija

Bij de aanval op de stad nabij Kirkuk kwamen naar schatting zeker zeventig burgers om het leven. Het doelwit was een bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat (IS). De aanval werd vooraf in de categorie geplaatst met de hoogste kans op burgerslachtoffers.

BEKIJK OOK:

Woede om kwalificatie ’moordenaars’ voor militairen

BEKIJK OOK:

Defensie moet nabestaanden burgerslachtoffers compenseren

De CIA had op basis van vier informanten de internationale coalitie tegen IS getipt over de bommenfabriek en tegelijk gewezen op de nabije woonwijk en de mogelijkheid van burgerslachtoffers. „Daardoor had men redelijkerwijs kunnen concluderen dat er burgerslachtoffers hadden kunnen vallen als gevolg van de aanval”, aldus een Amerikaanse commandant in augustus 2015.

Bomfabriek

Uit de stukken blijkt dat de procedures in september 2015 zijn aangepast. Er werd bepaald dat er meer onderzoek moest komen naar doelen met kans op secundaire explosies in dichtbevolkte gebieden. In Hawija was vooraf niet ingeschat hoeveel explosieven er lagen opgeslagen in de bomfabriek.

Bijleveld liet de Kamer weten dat de operatie volgens de regels is verlopen. Dat er burgerslachtoffers vielen kwam volgens haar omdat er veel meer explosieven in de fabriek lagen dan vooraf ingeschat. Maar dat vooraf ook al werd gewaarschuwd voor mogelijke burgerslachtoffers heeft ze niet gemeld.

Het is een precaire kwestie voor de minister. Eerder moest zij de Kamer al vertellen dat die over de aanval verkeerd is geïnformeerd. Bijleveld kreeg vorig jaar al een motie van wantrouwen van bijna de hele oppositie aan haar broek over de zaak.

De Kamer heeft eerder gezegd alle informatie te willen hebben. Bijleveld heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie meermaals gevraagd geheime documenten over de zaak met de Kamer te mogen delen, maar kreeg hiervoor geen toestemming.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Tweede Kamer der Staten-Generaal Islamitische Staat

‘Amerikanen waarschuwden vooraf voor burgerdoden Hawija’

NU 21.04.2020 De Amerikaanse krijgsmacht waarschuwde op voorhand voor burgerdoden bij het voorgenomen Nederlandse bombardement op een bommenfabriek van IS in de Iraakse stad Hawija. Dat blijkt dinsdag uit stukken van de Amerikaanse krijgsmacht, die zijn opgevraagd door NRC en NOS.

Bij het bombardement door Nederlandse F-16’s in de nacht van 2 op 3 juni 2015 kwamen naar schatting zeventig burgers om het leven.

NOS en NRC deden een beroep op de Amerikaanse Freedom of Information Act om de stukken in handen te krijgen. Ze bevatten onder meer een Amerikaans defensieonderzoek naar het bombardement in Hawija.

Uit de documenten blijkt dat de inlichtingendienst CIA op voorhand had gewaarschuwd voor potentiële burgerslachtoffers, omdat de fabriek in een woongebied stond. Het doelwit werd wat dat betreft gerekend tot de hoogste risicocategorie.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) schreef aan de Tweede Kamer dat de grote gevolgen van het bombardement niet waren te voorzien. De enorme explosies in Hawija werden veroorzaakt door een grote hoeveelheid munitie in de fabriek. Die was groter dan “bekend was of kon worden ingeschat”, aldus Bijleveld. Ze stelde dat het bombardement volgens de geldende procedures is verlopen.

In de nasleep van het bombardement scherpte de internationale coalitie in september 2015 de procedure voor aanvallen op IS-bommenfabrieken aan. Dat heeft het kabinet niet aan de Kamer verteld, hoewel het parlement meerdere keren om die informatie heeft gevraagd.

Geen analyse van risico op secundaire explosies

De Amerikaanse documenten wekken ook de indruk dat inlichtingen van CIA-informanten in het gebied niet zijn benut. De mogelijkheid van secundaire explosies door opgeslagen explosieven en munitie in de fabriek is nooit serieus verkend.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, schreef een Amerikaanse luchtmachtcommandant in een analyse.

Het kabinet had met de Tweede Kamer afgesproken dat bombardementen niet mochten worden uitgevoerd als op voorhand werd ingeschat dat er burgerdoden konden vallen.

Volgens minister Bijleveld was het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval vertrouwelijk en kon het daarom niet aan de Kamer worden verstrekt.

Lees meer over: Irak Politiek

Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden bij Nederlands bombardement Hawija

NOS 21.04.2020 Een Amerikaanse luchtmachtcommandant die betrokken was bij het Nederlandse bombardement op Hawija in Irak had bedenkingen bij die aanval, en hield er vooraf al rekening mee dat er burgers zouden omkomen. Hij kreeg de opdracht een aanvalsplan op te stellen waarbij de bommenfabriek vernietigd zou worden en het aantal burgerdoden op papier nul zou zijn. Op zijn advies is de procedure daarna aangepast.

Dat staat in een onderzoek dat het Amerikaanse ministerie van Defensie in 2015 naar de Nederlandse luchtaanval heeft gedaan. Het is één van de documenten (.pdf) die het Amerikaanse ministerie, met tussenkomst van een Amerikaanse rechter, heeft verstrekt aan de NOS en NRC.

Nederlandse F16-piloten gooiden in 2015 meerdere bommen op een IS-bommenfabriek in Hawija, waarbij zeker 70 burgers om het leven kwamen en ruim 400 gebouwen werden beschadigd of verwoest. De CIA meldde al een week voor het bombardement dat er nevenschade zou kunnen ontstaan “omdat er een woonwijk vlakbij ligt”. Door het bombardement werden 136 gebouwen vernietigd, waarvan er 25 in de woonwijk stonden. Nog eens 127 gebouwen raakten zwaar beschadigd.

De Tweede Kamer heeft het afgelopen halfjaar meermaals gevraagd om het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval. Maar volgens minister Bijleveld van Defensie kon dat niet met de Kamer gedeeld worden, omdat het een vertrouwelijk document is.

Het gaat om het grootste onderzoek naar de zaak. De minister heeft in de Tweede Kamer altijd volgehouden dat Defensie en het Openbaar Ministerie de zaak hebben onderzocht en dat de luchtaanval volgens de geldende procedures is verlopen. Dat er aan Amerikaanse zijde na afloop kanttekeningen zijn geplaatst bij die procedure, en dat de procedure daarop is aangepast, is de Kamer echter nooit verteld.

Volledig irrelevant

Voor alle coalitielanden in de strijd tegen IS gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook met de Tweede Kamer was afgesproken dat het aantal vooraf ingecalculeerde doden burgerdoden nul zou zijn.

Daarom werd gewerkt met Collateral Damage Estimation (CDE): een Amerikaanse methode waarmee wordt uitgerekend hoe burgerdoden kunnen worden voorkomen. Uit deze CDE-berekening bleek dat het aantal doden alleen nul zou zijn als de aanval op Hawija ’s nachts zou worden uitgevoerd, met zes kleine precisiegeleide bommen waarvan sommige met een vertraging zouden ontploffen. Behalve de bommenfabriek zou dan alleen een “schuur” worden geraakt.

Maar dit bleek een papieren werkelijkheid. “Al deze details waren volledig irrelevant in het licht van wat er daadwerkelijk gebeurde na afloop”, schrijft de Amerikaanse luchtmachtcommandant, wiens mannen de berekening voor Hawija maakten.

Tweede explosie

Een CDE kan namelijk niet berekenen wat het effect is van “secundaire explosies”. En dat was precies het probleem bij de aanval op Hawija: nadat de bommen waren ingeslagen ontplofte de enorme hoeveelheid munitie in de fabriek, waardoor het omliggende gebied werd verwoest.

Minister Bijleveld schreef in november aan de Kamer dat dat kwam doordat er veel meer munitie in de fabriek lag dan “bekend was of kon worden ingeschat”. Volgens de Amerikanen daarentegen is er nooit een serieuze analyse gemaakt van het mogelijke effect van een tweede explosie, omdat ze geen enkele informatie hadden over “de hoeveelheid en soort munitie in de fabriek”. Toch stemde de Nederlandse ‘red card holder’ in met de aanval, dat is de militair die formeel toestemming geeft voor dergelijke acties.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, aldus Luchtmachtcommandant VS.

De luchtmachtcommandant beschrijft in zijn analyse hoe hij voor een ingewikkelde opdracht stond, omdat hij moest toewerken naar een situatie waarin het aantal geschatte burgerdoden op papier nul zou zijn. “Mijn mannen hebben uren aan het doel gewerkt, alleen maar om deze CDE ‘uitvoerbaar’ te maken”. Het probleem is volgens hem dat “de klant” enerzijds het doelwit volledig wil vernietigen, maar anderzijds geen burgerdoden wil. “Dit kan ertoe leiden dat er een buitensporige hoeveelheid kleine bommen wordt gebruikt om aan beide tegenstrijdige eisen te voldoen.”

Volgens de luchtmachtcommandant was de omvang van de explosie weliswaar een verrassing, maar niet dat er burgers bij de aanval zouden omkomen. “Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied.”

Meer onderzoek

Dat de aanval riskant was blijkt ook uit de waarschuwing die de CIA vooraf gaf. Op basis van vier informanten had de CIA de internationale coalitie getipt over de aanwezigheid van de bommenfabriek, waarbij meteen gewezen werd op de mogelijkheid van burgerdoden in de aangrenzende woonwijk. Niet voor niets kreeg de aanval vooraf de kwalificatie ‘CDE 5’; de gradatie met het hoogste risico op burgerdoden.

De luchtmachtcommandant adviseert daarom dat sommige aanvallen voortaan wellicht niet uitgevoerd moeten worden als het belang niet groot genoeg is. Zover wil de opsteller van het rapport niet gaan. Het leidt tot de aanbeveling dat er in de toekomst “meer onderzoek moet worden gedaan naar doelen in dichtbevolkte gebieden met mogelijke secundaire explosies.” Die is overgenomen door de toenmalige opperbevelhebber van de internationale strijd tegen IS.

Er staat ook nog een tweede aanbeveling in het rapport, maar de inhoud daarvan is weggelakt.

Bekijk hieronder een aantal belangrijke passages uit de documenten:

 

1/3 Al in juni 2015 wordt het aantal van 70 burgerdoden door de Amerikanen genoemd als hard cijfer NOS

2/3 De luchtmachtcommandant vond het niet redelijk om te denken dat er geen burgerdoden zouden vallen NOS

 

3/3 De Amerikaanse opperbevelhebber Sean MacFarland neemt de aanbeveling over NOS

Anderhalf jaar procederen

In oktober 2018 deden de NOS en NRC, met een beroep op de Freedom of Information Act (FOIA), een verzoek om alle Hawija-onderzoeken bij Centcom, het hoofdkwartier van het Amerikaanse leger. Nadat antwoord uitbleef is met behulp van een Amerikaanse advocaat, een procedure gestart bij de Amerikaanse rechter.

Die bepaalde in januari dat beide partijen afspraken moesten maken over het verloop van de procedure en de rechtbank daarvan op de hoogte moesten houden. De uitkomst was dat voor 1 april alle documenten verstrekt zouden worden. Dat is afgelopen vrijdag gebeurd.

‘Amerikanen kenden risico’s bombardement Hawija’

AD 21.04.2020 De Amerikanen wisten voorafgaand aan het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija dat er mogelijk veel burgerslachtoffers zouden vallen. Toen er ook daadwerkelijk zo’n zeventig burgers omkwamen bij de luchtaanval, paste de anti-IS-coalitie de procedure voor bombardementen aan om herhaling te voorkomen.

Dat melden NOS en NRC op basis van Amerikaanse stukken die zij kregen na een beroep op de Freedom of Information Act, de Amerikaanse versie van de Wob. Het kabinet heeft het Amerikaanse onderzoek naar de misgelopen luchtaanval nooit met de Kamer gedeeld, terwijl de Kamer daar meermaals om heeft gevraagd.

Volgens Defensie konden zij het stuk niet geven, omdat het Amerikaanse rapport geheim was. Nu het door de Amerikanen is vrijgegeven, gaat het alsnog naar de Kamer. Het is niet duidelijk of de Amerikaanse aarzelingen bij het bombardement ook vooraf werden gedeeld met Nederland of de andere landen die in de coalitie doelen van IS bestookten.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Hoogste risicocategorie

Uit de Amerikaanse documenten blijkt dat de bommenfabriek in Hawija in de hoogste risicocategorie viel. Bij de Nederlandse luchtaanval vielen in de nacht van 4 op 5 juni 2015 naar schatting zeventig burgerdoden. De Amerikaanse geheime dienst CIA had in de regio vier informanten die waarschuwden voor een groot aantal burgerslachtoffers, omdat er woongebieden in de buurt waren.

Een hoge Amerikaanse legerofficier stelt in augustus 2015 dat er veel maatregelen zijn genomen om de kans op burgerslachtoffers naar nul terug te brengen. Zo werden door de F-16 meerdere kleine precisiebommen afgeworpen en vond de aanval ’s nachts plaats. De inschatting was dat alleen een schuur in de buurt van de explosievenfabriek zou worden geraakt.

Er bleek echter, schreef Bijleveld in november 2019 aan de Kamer, veel meer munitie in de fabriek aanwezig dan vooraf werd ingeschat. De Amerikanen stellen volgens de NOS echter dat er nooit een serieuze analyse was gemaakt van het mogelijke effect van een tweede explosie, omdat ze geen enkele informatie hadden over ‘de hoeveelheid en soort munitie in de fabriek’.

Procedure aangescherpt

Toen er na afloop van de luchtaanval toch veel meer ‘nevenschade’ te betreuren was, werd geconstateerd dat de regels wel waren nageleefd, maar dat de regels onvolkomenheden verwoonden. In september 2015 werd de procedure voor luchtaanvallen daardoor aangescherpt.

Er moest in het vervolg ‘meer onderzoek worden gedaan naar doelen die zich in dichtbevolkte gebieden bevinden en die het risico van secundaire explosies kennen’.  Volgens het ministerie van Defensie worden die procedures ‘continu geëvalueerd’ en aangepast.

Regeringspartij D66 wil ‘zo snel als verantwoord’ in deze coronacrisis een debat met minister Ank Bijleveld van Defensie. ,,Ik zou er moedeloos van kunnen worden, maar ben juist strijdbaar om de waarheid boven tafel te krijgen”, stelt Kamerlid Salima Belhaj.

Ook SP-Kamerlid Sadet Karabulut wil dat de Kamer ondanks de coronamaatregelen ‘zo snel mogelijk’ een debat inplant. ,,Dit is onacceptabel.” Volgens Karabulut is de positie van Bijleveld ‘onhoudbaar.’ De CDA-bewindsvrouw moest zich al drie keer eerder in debatten verantwoorden over Hawija.

Kamervragen

Uiterlijk volgende week moet zij een lijst met 90 Kamervragen over Hawija beantwoorden. Die werden gesteld nadat Bijleveld in maart aan het parlement meldde dat de burgerdoden die in juni 2015 bij een Nederlandse aanval in Irak vielen, wel degelijk werden meegeteld in de Amerikaanse statistieken.

Eerder ontkende de CDA-bewindsvrouw tegenover de Kamer keer op keer dat de Amerikanen deze doden meetelden. Door een Amerikaanse administratieve fout werden de burgerslachtoffers pas in december 2019 in de statistieken opgenomen.

‘Amerikanen waarschuwden vooraf voor burgerdoden bij bombardement Hawija’

MSN 21.04.2020 De Amerikaanse krijgsmacht waarschuwde op voorhand voor burgerdoden bij het Nederlandse bombardement op een bommenfabriek van IS in de Iraakse stad Hawija. Dat blijkt uit stukken van de Amerikaanse krijgsmacht, die zijn opgevraagd door NRC en NOS.

Bij het bombardement door Nederlandse F16’s in de nacht van 2 op 3 juni 2015 vielen naar schatting zeventig dodelijke burgerslachtoffers.

NOS en NRC deden een beroep op de Amerikaanse Freedom of Information Act om de stukken in handen te krijgen. Ze bevatten onder meer een Amerikaanse defensieonderzoek naar het bombardement in Hawija.

Uit de documenten blijkt dat de inlichtingendienst CIA op voorhand waarschuwde voor burgerslachtoffers, omdat de fabriek in een woongebied stond. Het doelwit werd wat dat betreft gerekend tot de hoogste risicocategorie.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) schreef aan de Tweede Kamer dat de enorme effecten van het bombardement niet konden worden voorzien. De enorme explosies in Hawija werden veroorzaakt door een grote hoeveelheid munitie in de fabriek. Die was groter dan “bekend was of kon worden ingeschat”, aldus Bijleveld. Ze stelde dat het bombardement volgens de geldende procedures verliep.

In de nasleep van het bombardement scherpte de internationale coalitie in september 2015 de procedure voor aanvallen op IS-bomfabrieken aan. Dat werd door het kabinet niet aan de Kamer verteld, hoewel het parlement meerdere keren om die informatie heeft gevraagd.

Geen analyse van risico op secundaire explosies

De Amerikaanse documenten wekken ook het beeld dat inlichtingen van CIA-informanten in het gebied. Er werd nooit een serieuze verkenning gedaan van mogelijke secundaire explosies door opgeslagen explosieven en munitie in de fabriek.

“Het was niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn, aangezien het doel een bommenfabriek was met civiele gebouwen dicht bij het gebied”, schreef een Amerikaanse luchtmachtcommandant in een analyse.

Het kabinet had met de Tweede Kamer afgesproken dat bombardementen niet mochten worden uitgevoerd, als op voorhand werd ingeschat dat er burgerdoden konden vallen.

Volgens minister Bijleveld was het Amerikaanse defensieonderzoek naar de aanval vertrouwelijk en kon het daarom niet aan de Kamer worden verstrekt.

Bijleveld moet 90 Kamervragen beantwoorden na gegoochel met cijfers over burgerdoden Hawija

AD 07.04.2020 De Tweede Kamer is het gegoochel met cijfers over burgerdoden bij een Nederlandse aanval in Irak  beu en wil een tijdlijn zien. Zo hoopt zij precies na te gaan wanneer minister Ank Bijleveld van Defensie wat wist en in hoeverre zij de Kamer – al dan niet bewust – verkeerd heeft geïnformeerd.

Bijleveld meldde vorige maand aan het parlement dat de burgerdoden die in juni 2015 bij een Nederlandse aanval in Irak vielen, wel degelijk werden meegeteld in de Amerikaanse statistieken. Eerder ontkende de CDA-bewindsvrouw tegenover de Kamer keer op keer dat de Amerikanen deze doden ook meetelden in hun rapportages over burgerslachtoffers die in de strijd tegen IS vielen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De Kamer wil daarom nu een overzicht van alle ‘mondelinge en schriftelijke’ contacten zien die het ministerie van Defensie had met Centcom, het Amerikaanse hoofdkwartier van waaruit de militaire missie tegen IS wordt aangestuurd. Ook wordt gevraagd of het kabinet nog wel vertrouwen heeft in de informatie die Centcom verstrekt.

Explosievenfabriek

Het zijn een paar van de in totaal 90 kritische Kamervragen over het omstreden Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija, die Bijleveld vóór 28 april moet beantwoorden. Bij die F-16-aanval vielen bijna vijf jaar geleden ongewild ongeveer zeventig burgerslachtoffers omdat in het doelwit, een explosievenfabriek, meer springstof bleek opgeslagen dan gedacht.

Bijleveld hield in de drie Kamerdebatten over de kwestie vol dat de Amerikanen de doden ‘nooit bevestigd’ hadden en dat zij dus ook niet kon bevestigen dat die doden werkelijk te betreuren waren. Dat bleek te wijten aan een administratieve fout, die op 5 december 2019 werd rechtgezet. Toen werden de zeventig burgerslachtoffers alsnog in de statistieken opgenomen.

Een Nederlandse F-16 vertrekt naar het Midden-Oosten. © ANP

Correctie

De correctie van de Amerikanen kwam pas op 28 februari per brief bij Bijleveld terecht. Toch wachtte zij tot 24 maart voordat zij de Kamer informeerde. De Kamer wil daarom weten ‘om welke reden het toezenden aan de Kamer zolang op zich heeft laten wachten’.

De organisatie Airwars, die al jaren onderzoek doet naar burgerslachtoffers die vallen bij bombardementen, stelde al eerder dat er in grafieken een opmerkelijke piek te zien was tussen mei en juli 2015. De verklaring daarvoor, stelde de organisatie, kon alleen de Nederlandse aanval op Hawija zijn.

Dat de Amerikanen op 5 december hun statistieken aanpasten, is extra pijnlijk voor Bijleveld omdat zij op 19 december in het laatste debat over de kwestie nog volhield dat de zeventig burgerdoden ‘geen onderdeel’ uitmaakten van de grafieken.

Bijleveld lichtte Kamer verkeerd in: VS telde zeventig burgerdoden Hawija wel mee

NOS 24.03.2020 De Amerikanen gaan er wel degelijk al jaren van uit dat er bij de luchtaanval op Hawija zeventig burgerdoden zijn gevallen. Dat schrijft minister Bijleveld vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Dat is anders dan de minister eerder aan de Tweede Kamer meldde.

De kwestie draait om de vraag of de Amerikanen de zeventig burgerdoden wel of niet meerekenen in hun statistieken. In december liet Bijleveld de Kamer weten het te hebben nagevraagd bij Centcom (het hoofdkwartier van de militaire missies) en dat de burgerslachtoffers in Hawija die “zeer waarschijnlijk bij deze wapeninzet zijn gevallen, geen deel uitmaken van het totale aantal van 1347”. Bijleveld doelde daarmee op het totale aantal door de Amerikanen gerapporteerde burgerdoden in Syrië en Irak.

Daar komt Bijleveld nu dus van terug. Ze heeft het nagevraagd bij haar Amerikaanse collega van Defensie, en die heeft via zijn onderminister laten weten dat de Amerikanen al sinds 2017 de doden in Hawija meetellen in de statistieken. Volgens Bijleveld ligt de schuld van het verkeerd inlichten bij de Amerikanen. “Ik betreur dat deze informatie afwijkt van de informatie die eerder van Centcom is ontvangen en is gemeld in het interpellatiedebat”, schrijft ze aan de Kamer.

Rutte

Dat de Amerikanen geen duidelijkheid zouden geven over het aantal doden vormde een cruciaal element in de verdedigingslinie van premier Rutte en minister Bijleveld in het debat in november. Omdat de Amerikanen het officiële dodental nooit hadden vastgesteld, was de ernst van de situatie op het ministerie van Defensie nooit helemaal duidelijk. Het is daarom niet vreemd dat zowel de Tweede Kamer als collega-ministers nooit zijn gewezen op de ernst van het incident, zo was de redenatie van het kabinet.

“Centcom zegt zelf dat er op geen enkele manier is vast te stellen hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen,” zei Rutte in het debat. Na afloop noemde hij het aantal “een gerucht” en “geen relevant getal”.

Debat

Eerder al lieten Amerikaanse defensiewoordvoerders aan NRC en NOS weten dat het aantal van zeventig doden wel degelijk deel uitmaakte van de statistieken. Dat het aantal nooit “bevestigd was”, zoals het kabinet meermalen schreef, is volgens hen logisch. Centcom baseert zich doorgaans op berichtgeving van media en ngo’s, omdat onderzoek op de grond nagenoeg onmogelijk is. De conclusie dat het “waarschijnlijk” is dat er zeventig burgerdoden zijn gevallen, is dan ook de hardste conclusie die Centcom kan geven.

Bij het Nederlandse bombardement op Hawija vielen in 2015 dus zeventig burgerslachtoffers.

Door de Tweede Kamer was al een debat aangevraagd om het voor de vierde maal te hebben over de luchtaanval op Hawija, naar aanleiding van documenten die waren vrijgegeven. Het is vanwege de coronacrisis onduidelijk wanneer het debat zal plaatsvinden.

Te gek voor woorden

GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks vindt het “te gek voor woorden” dat Bijleveld nu met deze nieuwe informatie komt. Toch heeft de bestrijding van corona wat haar betreft vanzelfsprekend voorrang.

SP’er Sadet Karabulut wil voor nu een zogeheten schriftelijk overleg, zodat er toch gedebatteerd kan worden over de kwestie zonder dat de Kamerleden en de minister bij elkaar hoeven te komen. “Maar we komen hier over te spreken”, laat ze weten. “De minister heeft veel vragen te beantwoorden.”

Bekijk ook;

Bijleveld lichtte kamer verkeerd in over burgerdoden aanval Hawija

Telegraaf 24.03.2020 De burgerdoden van de Nederlandse luchtaanval op Hawija in Irak zijn wel degelijk opgenomen in de Amerikaanse maandelijkse rapporten over burgerslachtoffers van de internationale strijd tegen terreurgroep IS. Minister Ank Bijleveld van Defensie zei eerder in de Tweede Kamer dat dit niet zo was. De bewindsvrouw schrijft aan de Kamer dat te betreuren.

Bijleveld had eind vorig jaar, toen ze de Kamer inlichtte, andere informatie van de Amerikanen gekregen. „Ik ben uitgegaan van de informatie die ik via officiële kanalen van CENTCOM ontving”, schrijft ze aan de Kamer. CENTCOM is het Amerikaanse militaire hoofdkwartier belast met de strijd tegen IS. Eind vorige maand heeft het Pentagon Bijleveld laten weten dat Hawija toch is meegenomen in de statistieken.

Luchtaanval op IS

De Tweede Kamer wil precies weten hoe de Nederlandse luchtaanval op de IS-bommenfabriek in Hawija in juni 2015 is verlopen. Al direct na de aanval repten internationale media over zeventig burgerslachtoffers, maar een officieel dodental is nooit vastgesteld. De Kamer is in de maanden na de aanval onjuist over de burgerdoden geïnformeerd door toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie. Pas afgelopen najaar werd de Kamer op de hoogte gebracht.

Bijleveld overleefde begin november ternauwernood een „heel heftig debat” over de kwestie. Ondanks „oprechte excuses” steunde bijna de hele oppositie een motie van wantrouwen tegen haar. Later die maand moest premier Mark Rutte zich ook in de Kamer in een urenlang debat voor de kwestie verantwoorden. Vooral dat de alarmbellen binnen het kabinet niet afgingen nadat media zoveel burgerdoden hadden gemeld, riep veel vragen op.

Een definitief eindrapport van de Amerikanen naar de aanval van Nederlandse F-16’s is er ook nooit gekomen. Bijleveld heeft nu van het Pentagon te horen gekregen dat zo’n ’closure report’ destijds „geen vereiste” was voor onderzoek naar meldingen over burgerslachtoffers. De Amerikanen blijven er verder bij dat de rapporten over de aanval op Hawija niet gedeeld kunnen worden met de Tweede Kamer, ook niet vertrouwelijk. Bijleveld had daarom verzocht.

BEKIJK MEER VAN; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Hawija Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal Islamitische Staat Defensie

Nabestaande luchtaanval Mosul wil twee miljoen dollar van Nederlandse staat

NOS 06.03.2020 Basim Razzo, een Irakees die zijn familie verloor bij een Nederlandse luchtaanval in Mosul in 2015, wil ruim twee miljoen dollar van de Nederlandse overheid. De man stelt de staat aansprakelijk voor de dood van zijn vrouw, dochter, broer, en neef en voor het verlies van zijn huis en inkomen.

Volgens zijn advocaat Liesbeth Zegveld was de luchtaanval een “internationale onrechtmatige daad” omdat het woonhuis geen militair doelwit was. “Gezien de zeer beperkte en tegenstrijdige inlichtingen had Nederland moeten afzien van de aanval”, schrijft ze aan Defensie.

Het verhaal van Basim Razzo

Razzo werkt in 2015 bij een telecombedrijf en woont met zijn vrouw en 21-jarige dochter in een villawijk in Mosul. Zijn broer en schoonzus wonen met hun twee kinderen in de villa ernaast. Zijn zoon verblijft in Erbil. Op videobeelden die de VS heeft vrijgegeven is te zien hoe op 21 september 2015 twee bommen beide huizen in enkele seconden verwoesten. Alleen Basim en zijn schoonzus overleven de aanval.

Vergissing

In november erkende minister Bijleveld van Defensie dat de aanval was uitgevoerd door Nederlandse F-16-piloten, en dat het een vergissing was. De inlichtingen “die hebben geleid tot het identificeren van het doel waren onjuist”, liet ze de Kamer weten.

Een van de Nederlandse piloten die de aanval uitvoerden, zei tegen De Telegraaf dat hij nachtenlang niet kon slapen toe hij ontdekte dat bij de aanval een onschuldige familie om het leven was gekomen. Dat was “een klap in mijn gezicht”, vertelde hij.

Het Amerikaanse ministerie van Defensie deed uitgebreid onderzoek naar de aanval. The New York Times kreeg het rapport in 2017 in handen. Daarin staat dat de internationale coalitie dacht dat de twee villa’s van IS’ers waren.

Met een drone hadden ze de huizen ongeveer anderhalf uur geobserveerd. Ze zagen geen wapens, maar het viel op dat er geen vrouwen en kinderen bij de huizen te zien waren, alleen mannen. Ook werd de poort opengedaan als er een auto aankwam, wat de indrukt wekte dat er een toegangscontrole was. Achteraf kwamen ze tot de conclusie dat er niets was dat de familie linkte aan IS.

Vijftienduizend dollar

Als blijk van goede wil boden de Amerikanen na de aanval Razzo 15.000 dollar aan. Dat heet hij geweigerd, omdat het volgens hem in geen verhouding staat tot alle schade die hij heeft geleden.

Sinds de aanval is Razzo naar eigen zeggen niet meer in staat om te werken. Hij kreeg granaatscherven in zijn rug en kan maar een paar honderd meter lopen. Een vervolgoperatie zou uitkomst kunnen bieden, maar daar heeft hij het geld niet voor.

Het huis van Basim Razzo voor de aanval Basim Razzo

Omdat de aanval is uitgevoerd door Nederlandse piloten, en Nederland de inlichtingen heeft beoordeeld en de aanval heeft goedgekeurd, wordt de staat nu aansprakelijk gesteld.

Bijleveld

Nadat minister Bijleveld in november had erkend dat Nederland betrokken was bij de luchtaanvallen in Hawija en Mosul, kondigde ze zelf al aan dat ze gaat onderzoeken hoe ze de slachtoffers van beide aanvallen financieel kan compenseren. Op de uitkomst van dat onderzoek wil Razzo dus niet wachten.

Uit eerdere betalingen die Nederland heeft gedaan aan nabestaanden in Afghanistan, blijkt dat de kans klein is dat Nederland een bedrag voorstelt dat in de buurt komt van de eis van Razzo. Tot dusver ging het om nooit meer dan enkele tienduizenden euro’s.

Advocaat Zegveld heeft het kabinet drie weken gegeven om te reageren.

Slachtoffer Nederlandse vergisbom claimt miljoenen smartengeld

Telegraaf 06.03.2020  De Irakees die vier familieleden verloor door een Nederlands vergisbombardement op Mosoel, vraagt de Nederlandse staat smartengeld. De claim kan oplopen tot twee miljoen dollar.

Basim Razzo verloor zijn dochter, vrouw, broer en neef bij het bombardement in de nacht van 21 september 2015. Hij raakte niet alleen zijn dierbaren kwijt maar ook zijn huis, grond, baan en reputatie. Ook raakte hij blijvend gehandicapt. En dat allemaal omdat de Amerikaanse inlichtingendienst had gemeld dat Razzo’s huis eigenlijk een IS-hoofdkwartier was. Razzo had niets met IS te maken.

De Telegraaf onthulde in november dat een Nederlandse F-16-vlieger de aanval op het woonhuis had gepland en uitgevoerd, op basis van die foute informatie. De vlieger deed zijn verhaal in deze krant en in het boek Missie F-16: „Ik werd misselijk toen ik het hoorde. Ik kon twee nachten niet slapen.”

’Bombardement onrechtmatig’

Minister Bijleveld van Defensie stelde na de onthullingen over Nederlandse vergisbombardementen dat Nederland ’wel verantwoordelijk maar niet aansprakelijk is’ in geval van burgerslachtoffers in de strijd tegen IS. Advocate Liesbeth Zegveld stelt de staat toch aansprakelijk. „Het bombardement is onrechtmatig.

Het gebruik van geweld tegen personen die niet rechtstreeks aan vijandelijkheden deelnemen is verboden op grond van geschreven en ongeschreven humanitair recht. Zeker gezien de beperkte en tegenstrijdige inlichtingen had Nederland dienen af te zien van de luchtaanval.” Volgens Zegveld is Nederland medeverantwoordelijk, omdat het samen optrekt met de Amerikanen, van wie de inlichtingen kwamen.

Razzo heeft goede hoop: „Ik ben natuurlijk nerveus voor de uitkomst van de zaak. Dit is de laatste kans.” Bij een poging om de schade te verhalen in de VS kreeg hij een aanbod van slechts 15.000 dollar. „Dat heb ik natuurlijk van de hand gewezen. Ik zei: dat is belachelijk, een belediging.” Zijn Amerikaanse advocaat had de schade becijferd op tussen de 1 en 2 miljoen dollar.

De aanval werd uitgevoerd op basis van slechts anderhalf uur videomateriaal van een Amerikaanse drone. Op die beelden waren geen wapens of verdachte activiteiten te zien, alleen iemand die het hek open deed voor een naderende BMW. Dat werd uitgelegd als signaal dat er een hooggeplaatst figuur aan kwam rijden.

Basim Razzo

’Vrouw bedekt onder puin’

„Ik keek nog wat YouTube-filmpjes die nacht”, vertelt Razzo. „Ik riep mijn dochter Tuka dat ze moest gaan slapen. Rond middernacht ging ik naast mijn vrouw in bed liggen. Ik werd wakker van een ongelofelijke explosie, een geluid dat ik nog nooit had gehoord.

Het rook branderig. Ik zag de sterrenhemel, dus het dak van de slaapkamer was ingestort. Ik keek opzij en zag dat mijn vrouw met puin was bedekt. Ik wist meteen dat ze weg was. Ik riep naar mijn dochter Tuka. Geen antwoord.”

De Nederlandse vlieger had ook de planning gedaan voor de aanval. „Het was een officiële missie waarvan we al dagen van tevoren wisten dat we hem gingen doen. Ik was de mission commander. Alles tot aan de debriefing was succesvol. Pas weken later hoorde ik dat er iets aan de hand was met deze missie.”

BEKIJK OOK:

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening

BEKIJK OOK:

F-16-vlieger ziek van vergisbom

© Foto Evert-Jan Daniels Een Nederlandse F-16 in Jordanië, van waaruit de aanvallen op Irak werden uitgevoerd.

Slachtoffer Nederlandse luchtaanval eist 2,3 miljoen dollar

MSN 06.03.2020 Een burgerslachtoffer van een Nederlandse luchtaanval in Irak eist 2,3 miljoen dollar (ruim twee miljoen euro) aan smartengeld en andere vergoedingen van Nederland. De 61-jarige Basim Razzo, hoofd van een Irakese familie waarvan vier leden omkwamen bij een Nederlandse luchtaanval in september 2015, heeft vrijdag minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) aansprakelijk gesteld.

Het is de eerste schadeclaim van een burgerslachtoffer als gevolg van een Nederlandse militaire actie in de strijd tegen Islamitische Staat (2014-2018). Het kabinet schreef begin november vorig jaar dat bij twee Nederlandse luchtaanvallen burgerdoden waren gevallen, vier in Mosul en een onbekend aantal in Hawija, in het noorden van Irak.

Bij het bombardement op Mosul was er volgens Amerikaanse inlichtingen een hoofdkwartier van IS gevestigd in de twee villa’s. In werkelijkheid woonden er twee families die geen banden hadden met IS. Razzo, opgeleid in de VS en in Mosul actief als accountmanager voor het Chinese telecombedrijf Huawei, brak tijdens het bombardement zijn heup, linkervoet en schaambeen. Door granaatscherven in zijn rug kan hij niet meer lopen en werken. Zijn vrouw, dochter, broer en neefje kwamen om. Beide villa’s werden verwoest.

Volgens Razzo’s advocaat Zegveld was de aanval onrechtmatig. „Het oorlogsrecht verbiedt het bombarderen van burgerdoelen, en er was geen legitieme reden waarom dat hier toch gebeurde”, aldus de advocaat.

Het inlichtingenproces dat voorafging aan het bombardement toont volgens Zegveld grote tekortkomingen. Uit Amerikaanse documenten blijkt volgens haar dat analisten verregaande conclusies trokken op basis van relatief kortdurende beelden van drones boven de villa’s. Verdeeld over drie dagen was er een uur en 35 minuten gefilmd. Dat is „uitzonderlijk kort en afwijkend van de militaire norm”, zegt Zegveld.

Volgens Nederland moet een doel „uren en zelfs dagen achter elkaar” worden gefilmd om een goed beeld te krijgen, aldus de advocaat. De beelden van de Amerikaanse drones toonden slechts de villa’s en een man die een hek opende voor een naderende auto. Strijders, wapens, zwarte vlaggen of andere signalen van de aanwezigheid van IS werden niet waargenomen. Wel dook er later informatie op dat er in de buurt van de villa’s een IS-hoofdkwartier was geweest. Het Amerikaanse leger heeft beelden van de aanval op YouTube gezet.

Eerder, in 2017, hadden de VS al hun fout toegegeven aan Razzo en hem een bedrag van 15.000 dollar geboden. Dat heeft hij geweigerd omdat het bedrag veel te laag was om alle schade te compenseren en bijvoorbeeld een rugoperatie te kunnen betalen. Omdat Nederland toegaf de bom te hebben gegooid, heeft Razzo nu minister Bijleveld aansprakelijk gesteld.

Overigens lijkt de kans klein dat Razzo de gevraagde twee miljoen dollar krijgt. Bij eerdere schadevergoedingen, bijvoorbeeld in Afghanistan, heeft Defensie nooit zulke hoge bedragen uitgekeerd.

Luchtmacht wil opheldering van OM dat bombardement Irak ‘moord’ noemt

AD 04.03.2020 De hoogste generaal van de luchtmacht, Dennis Luyt, wil opheldering van het Openbare Ministerie waarom ze een bombardement in Irak bestempelen als ‘moord’. Denk-kamerleden noemden dat ook zo in een debat vorig jaar november en worden daarvoor nu niet vervolgd nadat 3500 militairen aangifte deden.

 LtGen Dennis Luyt @dennisluyt

We zoeken uit bij ⁦<a href=”https://twitter.com/Het_OM?ref_src=twsrc%5Etfw”>@Het_OM</a>⁩ wat ze nu precies gezegd hebben. Want ik kan me niet voorstellen dat het OM het binnen de regels van het oorlogsrecht en met mandaat toepassen van geweld door onze militairen als ‘moord’ bestempelt. To be continued! <a href=”https://t.co/xplLPu8zY7″>https://t.co/xplLPu8zY7</a>

De uitleg van het OM om de Kamerleden niet te vervolgen maakt veel los onder militairen. Generaal Luyt kan zich niet voorstellen dat het geweld dat militairen mét toestemming van de politiek mogen gebruiken, wordt bestempeld als ‘moord’, zo laat hij in een reactie op Twitter weten. Zeker niet als dat binnen de regels van het oorlogsrecht wordt gedaan. Ook Kamerleden zijn ontstemd. VVD-er André Bosman heeft een debat aangevraagd met minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid.

Inmiddels is er overleg tussen ministers Ank Bijleveld van Defensie en Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid over de passage in een brief die het OM stuurde aan advocaat Michael Ruperti. Hij deed namens de 3500 mensen aangifte tegen de Denk-Kamerleden Özturk en Azarkan omdat ze militairen beschuldigden van moord. Dat gebeurde in een debat over een bombardement waarbij 74 doden vielen, zeer waarschijnlijk ook burgers.

Het OM vindt de uitlating niet strafbaar. In beginsel is het beledigend, maar in dit geval niet onnodig grievend omdat moord juridisch immers ‘doden met voorbedachten rade’ is, zo staat in de brief. Bij dit bombardement – net als bij zo veel militaire acties – is daarvan sprake, aldus het OM. Al heeft die voorbedachten rade geen betrekking op de eventuele burgerdoden.

Lees ook;

Lees meer

Tientallen reacties

Vooral die uitleg schokt veel militairen die aangifte deden. Bij advocaat Michael Ruperti kwamen vanmorgen tientallen reacties binnen van militairen. Ruperti heeft aangekondigd een procedure te starten om af te dwingen dat het OM de Denk-Kamerleden alsnog moet vervolgen.

Volgens hem klopt de redenering van het OM niet. Sinds de strafzaak tegen militair Eric O. die bij een schietincident betrokken was in Irak in 2003 ligt er een afspraak dat militairen die handelen volgens het oorlogsrecht en het geweldsmandaat dat de politiek hen opdraagt, niet vervolgd kunnen worden voor moord. Als er iets misgaat en er onbedoeld dodelijke slachtoffers vallen, kunnen ze wel worden vervolgd omdat ze het dienstvoorschrift niet hebben nageleefd.

Denk-Kamerleden niet vervolgd voor moordbeschuldiging tegen militairen

NOS 04.03.2020 Het Openbaar Ministerie gaat twee Kamerleden van Denk niet vervolgen voor het gebruik van het woord ‘moord’ in verband met een bombardement door de Nederlandse luchtmacht in 2015 in Irak. Bij dat bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in de stad Hawija kwamen meer dan zeventig burgers om.

De uitspraken zijn gedaan in de Tweede kamer en vallen daarom onder de parlementaire onschendbaarheid, concludeert het OM. Daarbij is de term ‘moord’ dagelijks taalgebruik wanneer iemand een ander doodt. Dodelijk geweld door militairen binnen hun bevoegdheden valt niet onder deze term, maar het OM vindt de uitlatingen niet onnodig beledigend.

Denk-Kamerleden Öztürk en Azarkan zouden daarom niets strafbaars hebben gedaan. Tijdens een Kamerdebat in november nam Denk-Kamerlid Öztürk het woord ‘moord’ in de mond. “Deze minister ziet niet de ernst van deze moord in”, zei hij. Zijn partijgenoot Azarkan verdedigde dat ’s avonds in het tv-programma Pauw.

Azarkan niet verrast

Azarkan zei vanochtend in het NOS Radio 1 Journaal dat het OM hem nog niet op de hoogte had gebracht van het besluit, maar dat het nieuws hem niet verbaast. “Vrijwel elke rechtsgeleerde was van mening dat wat de heer Öztürk in de Kamer zei onder het recht valt van een Kamerlid.”

Ook zou Öztürk nooit de militairen zelf hebben willen aanvallen. “Het was een debat met de minister van Defensie. Daar richtte hij zich toe. Dat advocaat Ruperti daar een heel circus van maakt en aangifte doet, terwijl hij weet dat dat kansloos is, dat is buitengewoon jammer.”

Advocaat Ruperti deed samen met 1200 militairen en veteranen aangifte tegen de beide Kamerleden. Zij zouden zich schuldig hebben gemaakt aan het zaaien van haat, belediging en laster. Ook eisten ze dat de Kamerleden openlijk hun excuses zouden aanbieden.

Ruperti zei tegen het AD dat hij naar het gerechtshof stapt om het OM te dwingen de zaak voor de rechter te brengen.

Vakbond mogelijk naar rechter

De militaire vakbond ACOM laat het er niet bij zitten. “We vinden dit weer een trap na, niet van de Kamerleden maar van het Openbaar Ministerie”, zei voorzitter Jan Kropf in het NOS Radio 1 Journaal. “Dit betekent dat iedereen, militairen maar ook politieagenten, die in de lijn van hun werk een slachtoffer maakt een moordenaar is.”

Kropf stelt dat je met de redenering van het OM militairen die op missie gaan van poging tot moord kunt beschuldigen. “Ik vind dat een hele rare kwalificatie.”

Vakbond ACOM overweegt naar de rechter te stappen om het OM tot vervolging van de Kamerleden te dwingen. “Wat natuurlijk de discussie is, is of het vrij mogen spreken in een Kamerdebat betekent dat je dit moet toelaten. Want waar ligt dan de grens?”

 Andre Bosman @andrebosman

Bizarre uitspraak van @Het_OM . Snappen ze daar iets van oorlogsrecht? Deze uitspraak zet de militair in een volstrekt fout daglicht en doet onrecht aan de inzet van de militair. Hier moet @ferdgrapperhaus zeer snel uitleg over geven!

15 uur geleden

VVD-Kamerlid Bosman noemt het besluit van het OM bizar. “Deze uitspraak zet de militair in een volstrekt fout daglicht en doet onrecht aan de inzet van de militair”, schrijft hij op Twitter. Hij wil uitleg van minister Grapperhaus van Justitie.

Bekijk ook;

OM betreurt ophef over term moord na bombardement

AD 04.03.2020 Het Openbaar Ministerie betreurt de ophef die is ontstaan over de uitleg om twee DENK-kamerleden niet te vervolgen nadat ze militairen beschuldigden van moord na een bombardement in Irak.

De officier van justitie schreef in een brief aan de 3500 militairen die aangifte deden dat de DENK-kamerleden Özturk en Azarkan niets strafbaars hebben gedaan omdat er in juridische zin sprake is van moord, zoals bij heel veel militaire operaties. Die uitleg leidde bij militairen van hoog tot laag geschokte reacties. Luchtmachtgeneraal Dennis Luyt wilde opheldering van het OM en ook minister van Defensie Ank Bijleveld reageerde ontstemd. ,,Ik sta voor mijn mensen. De kwalificatie moord of moordenaars in verband met het werk dat zij moeten doen, werp ik verre van mij.’’

Het OM vindt nu dat het beter had moeten uitleggen dat militairen niet beticht kunnen worden van een strafbaar feit zolang zij binnen hun geweldsinstructie handelen. In het dagelijks taalgebruik wordt moord echter wel vaak gebruikt voor het doden van een ander, en zo hebben ook de twee DENK-kamerleden dat volgens het OM ook gedaan. Voor het OM valt dat binnen de vrijheid van het politieke debat en is dat niet strafbaar.

Advocaat Michael Ruperti, die aangifte deed namens de 3500 militairen, neemt geen genoegen met die uitleg. ,,In brief staat duidelijk dat militaire operaties gekwalificeerd worden als moord. Dat hadden ze niet moeten doen.”

DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk niet vervolgd om ‘moord-opmerking’

MSN 04.03.2020 DENK-Kamerlid Selçuk Öztürk wordt niet vervolgd om zijn ‘moord-opmerking’, waarmee hij eind vorig jaar in opspraak kwam. Het Openbaar Ministerie oordeelt dat hij niets strafbaars heeft gedaan. Dat schrijft het AD.

Aangifte militairen

Ruim zeshonderd militairen en veteranen deden vorig jaar aangifte tegen Tweede Kamerlid Selcuk Öztürk (DENK). Zij vonden dat die over de schreef ging toen hij de Nederlandse luchtaanval die Iraakse burgers in 2015 het leven kostte ‘moord’ noemde. Öztürk maakte zich volgens de militairen daarmee schuldig aan het zaaien van haat, belediging en laster.

Kamerdebat

De gewraakte term viel eind vorig jaar in het Kamerdebat over de luchtaanval. Het kwam Öztürk meteen op een schrobbering te staan van voorzitter Khadija Arib en vrijwel alle andere aanwezige Kamerleden. Ze vroegen hem zijn woorden terug te nemen, maar hij weigerde. De nabestaanden spreken ook van moord, stelde hij.

Parlementaire onschendbaarheid

Volgens het AD schrijft het Openbaar Ministerie (OM) nu in een brief aan de advocaat van Öztürkdat hij niet vervolgd kan worden. Omdat hij zijn uitspraak deed tijdens een debat in de Tweede Kamer, geniet hij parlementaire onschendbaarheid.

Uitspraak op tv

Later die avond herhaalde mede-partijgenoot Farid Azarkan de uitspraak op tv. Maar ook Azarkan wordt volgens het OM niet veroordeeld. De uitspraak was weliswaar ‘beledigend’, maar volgens de brief niet ‘onnodig grievend’ en daarom niet strafbaar.

OM: Denk mag ons leger ‘moordenaars’ noemen

Telegraaf 04.03.2020 De Denk-Kamerleden die Nederlandse militairen beschuldigden van moord na een bombardement in Irak, worden niet vervolgd. Bij de aanval vielen vermoedelijk ook burgerdoden.

De Kamerleden hebben volgens het Openbaar Ministerie niets strafbaars gedaan. Bij de militaire actie was er sprake van „doden met voorbedachten rade” en dat is in juridische zin „moord”, aldus het OM. Vooral die uitleg schokt militairen die aangifte deden. Dat meldt het AD

Denk-Kamerlid Selçuk Özturk raakte in november in opspraak tijdens een debat over een Nederlands bombardement bij het Iraakse Hawija, waarbij 74 slachtoffers vielen, vermoedelijk ook veel burgers. Dat kon gebeuren omdat de informatie niet deugde. De vliegers viel niets te verwijten.

Toch zei Özturk dat de militairen „willens en wetens” onschuldige burgers hebben vermoord. Zijn partijgenoot Farid Azarkan herhaalde dat diezelfde avond op tv.

BEKIJK MEER VAN; defensie misdaad Selçuk Öztürk Amsterdam Denk-Kamerleden

Defensie wist dat bombardement Hawija gevaarlijker kon zijn dan berekend

NU 18.02.2020 Het ministerie van Defensie wist dat het bombardement op de Iraakse stad Hawija in 2015 gevaarlijker kon uitpakken dan was gebleken uit de risicoanalyse, blijkt uit documenten die de rijksoverheid maandag heeft vrijgegeven. Door het bombardement vielen minstens zeventig doden.

In de documenten is te lezen dat er voorafgaand aan het bombardement een Collateral Damage Estimate (CDE) is uitgevoerd. Hierbij wordt berekend hoe groot de risico’s van een aanval zijn.

Defensie keek ook naar aanvallen die in het verleden zijn uitgevoerd en wat voor schade bijkomende explosies als gevolg van de bommen zouden veroorzaken. Hieruit bleek dat de extra schade van het bombardement groter kon zijn dan in de CDE was berekend.

Wel zou deze schade naar verwachting binnen het complex blijven dat Defensie wilde aanvallen. Ook had de missie alleen tot materiële schade moeten leiden, doordat deze ’s nachts werd uitgevoerd. De officier die moest bepalen of de aanval zou doorgaan, besloot dat het militaire voordeel belangrijker was dan de mogelijke extra schade.

De vliegers die de missie hebben uitgevoerd, hebben dit volgens het ministerie van Defensie “zorgvuldig en zonder fouten” gedaan. Ook zou het juiste doel zijn geraakt. De bijkomende schade van de missie kwam neer op de verwoesting van vierhonderd gebouwen.

Kabinet verzweeg burgerdoden lange tijd

In juni 2015 voerden Nederlandse F-16’s een luchtaanval uit op een bommenfabriek van IS. Bij de aanval werd ook een woonwijk verwoest.

In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen. Naast de tientallen dodelijke slachtoffers raakten ongeveer honderd mensen gewond.

Een aantal dagen na de aanval zei de toenmalige defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert in een antwoord op Kamervragen dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen.

De Luchtmacht wist echter direct dat er zogenoemde nevenschade was. Ook bleek later uit een Amerikaans rapport dat de kans groot was dat er bij de aanval wel degelijk burgerslachtoffers waren gevallen. De Kamer bleek dus verkeerd geïnformeerd.

Huidig minister van Defensie Ank Bijleveld verklaarde in november vorig jaar – een aantal weken nadat NRC en de NOS eigen onderzoek naar de luchtaanval publiceerden – dat het ministerie van Algemene Zaken en premier Mark Rutte op de hoogte waren van de burgerdoden. Een dag later zei Rutte dat hij zich dit niet kon herinneren.

Zie ook: Waarom kan Rutte zich de burgerdoden in Hawija niet herinneren?

Lees meer over: Irak Politiek

OM-onderzoek naar burgerdoden Hawija was laat en beperkt

NOS 18.02.2020 Het onderzoek van het Openbaar Ministerie naar het bombardement in Hawija was beperkt en kwam pas na een jaar op gang. Dat blijkt uit interne documenten en antwoorden van het OM die in bezit zijn van NOS en NRC.

Bij de aanval van een Nederlandse F-16 op de bommenfabriek van IS in 2015 kwamen zeker zeventig Iraakse burgers om het leven, bleek in oktober vorig jaar. Een complete wijk werd verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS.

Het onderzoek van het OM kende meerdere beperkingen. Pas na vijftien maanden werden de piloten voor het eerst gehoord. Betrokken militairen uit andere coalitielanden kregen bovendien niet het verzoek om mee te werken en er is geen onderzoek gedaan in Irak. Bovendien had het Openbaar Ministerie alleen de beschikking over informatie die in het bezit was van Nederland.

Minister Bijleveld van Defensie werd in november naar de Kamer geroepen om zich te verantwoorden voor het incident. Het kabinet beschouwde de zaak als afgehandeld omdat het Openbaar Ministerie de gebeurtenis heeft onderzocht. “Die hebben ernaar gekeken en die hebben vastgesteld dat hier rechtmatig is gehandeld”, zei Bijleveld.

Geen onderzoek rechtmatigheid

De rechtmatigheid van de aanval is echter nooit specifiek onderzocht. Dat gebeurt alleen als Defensie aangifte doet tegen een militair. Het uitgangspunt was volgens het OM om “effectief onderzoek te doen naar de feiten en omstandigheden waaronder de burgerslachtoffers zijn gevallen.” Het onderzoek was niet gericht op de vraag “of de geweldsaanwending rechtmatig is”. Die vraag zou pas opkomen als er nieuwe aanwijzingen waren dat militairen het oorlogsrecht hadden geschonden.

Wel is er geprobeerd om meer duidelijkheid te krijgen over het aantal burgerdoden, al waren de onderzoeksmethoden “zeer beperkt” omdat onderzoekers Irak niet in konden en men “in grote mate afhankelijk was van informatie van derden”.

Het OM wilde naar buiten toe voorkomen dat het beeld zou ontstaan “alsof het OM ‘goedkeuring’ heeft gegeven aan de inzet”, schrijft een medewerker in een mail aan zijn collega’s. “Dit is wat het OM betreft een ongewenst effect.”

Jaloud-zaak

Het doel van het onderzoek was vooral om problemen in de toekomst te voorkomen, zo blijkt uit antwoorden van het OM. “Gezien de mogelijkheid van een klacht (…) dient Nederland effectief onderzoek te doen”.

Aanleiding voor deze werkwijze was de Jaloud-zaak. In 2014 had het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat het Openbaar Ministerie ernstig tekort was geschoten in het onderzoek naar de dood van de Irakees Azhar Jaloud. Die was in 2004 doodgeschoten bij een checkpoint in Irak. Het OM oordeelde dat de Nederlandse luitenant die hierbij betrokken was geen blaam trof. De familie van Jaloud startte een zogeheten artikel 12-procedure, om het OM alsnog tot vervolging te dwingen.

Vanwege het stevige oordeel van het Europees Hof in de Jaloud-zaak, en de mogelijkheid dat ook nabestaanden van toekomstige slachtoffers een procedure beginnen, besloot het Openbaar Ministerie voortaan elk incident te onderzoeken waarbij melding wordt gedaan van burgerdoden.

Jaar later

Dat het vijftien maanden duurde voordat de twee piloten van het Hawija-bombardement werden gehoord is opvallend, omdat in de Jaloud-zaak het Europees Hof het OM juist had verweten dat de betrokken militair “met een vertraging van zes uur” werd geïnterviewd. Die militair had daardoor volgens het Europees Hof de kans gekregen zijn eigen versie van de werkelijkheid te construeren.

Dat het onderzoek zo lang op zich liet wachten lag in eerste instantie aan Defensie. Hoewel er op de video van de piloten een ongekende explosie te zien is, en de fabriek dicht bij een woonwijk lag, spreekt de luchtmachtcommandant in zijn verslag van het bombardement met geen woord over de mogelijkheid van burgerdoden. Hij benoemt alleen de aanzienlijke schade aan diverse gebouwen. Was dat wel gebeurd, dan was er volgens het OM direct een onderzoek gestart.

Verslaggever Lex Runderkamp bezocht de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel. Hij zag vier jaar na dato nog veel schade:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

Maar ook als Den Haag een paar dagen later bericht krijgt van het Pentagon, dat er waarschijnlijk burgerdoden zijn gevallen bij de aanval, wordt het OM niet ingelicht. Defensie besluit in plaats daarvan zelf onderzoek te gaan doen.

Ook het ministerie van Justitie en Veiligheid, waar ze weet hebben van de mogelijke burgerdoden, informeert het OM niet. Mogelijk gaan ze ervan uit dat het OM al is ingelicht door Defensie. “Er wordt nu, zoals gebruikelijk, onderzoek uitgevoerd (…) Ook het OM en de Koninklijke Marechaussee zijn hierbij betrokken”, schrijft een ambtenaar twee dagen na de aanval aan de minister van Justitie. Dat klopt dus niet.

Telefonisch interview

Pas als Defensie een tweede rapport uit de Verenigde Staten ontvangt, wordt in maart 2016 – negen maanden na de aanval – het OM op de hoogte gebracht. Die starten nog dezelfde dag een onderzoek.

Maar ook het OM wacht dan nog een half jaar met horen van de piloten. Het onderzoek loopt vertraging op doordat het specialistisch onderzoeksteam van de marechaussee dat belast is met de zaak, onderzoek moet doen naar een mortierongeluk in Mali. Pas in september 2016 vindt het eerste interview plaats. Een van de twee piloten is op dat moment met verlof in Nederland, en moet telefonisch worden geïnterviewd door de marechaussee vanuit Jordanië.

Het OM werkt inmiddels aan een nieuwe procedure waarin onder andere geregeld moet worden dat Defensie eerder melding maakt van mogelijke burgerdoden als men daar weet van heeft. Hoe dat geregeld moet worden, is nog onduidelijk, laat het OM weten. “We kunnen Defensie hier niet zonder meer toe verplichten.”

De vlucht werd uitgevoerd vanaf de luchtmachtbasis in Jordanië Defensie

Hoe Nederland groen licht gaf voor een bomaanval waarbij 70 doden vielen

NOS 18.02.2020 Bij een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015 zijn zeker zeventig mannen, vrouwen en kinderen om het leven gekomen, bleek eind oktober. Driemaal werd er over gedebatteerd in de Tweede Kamer, maar een belangrijke vraag bleef onbeantwoord: hoe heeft het mis kunnen gaan? Nu, vier maanden later, is een deel van die vraag te beantwoorden.

Een reconstructie op basis van interne documenten die op verzoek van NOS en NRC zijn verstrekt met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur en gesprekken met diverse betrokkenen.

In het voorjaar van 2015 weet bijna niemand in Hawija dat aan de rand van hun stad de grootste bommenfabriek van terreurgroep IS ooit staat. Voor de bezetting door IS was het een druk gebied met garages en kleine autobedrijfjes. Nu worden er autobommen gefabriceerd, die mogelijk worden ingezet in een groot deel van Irak. Het fabrieksterrein is afgesloten voor burgers, om te voorkomen dat het bestaan van de fabriek uitkomt.

Trucks, humvees en bommenauto’s

Toch krijgt de internationale coalitie eind mei lucht van de bommenfabriek. Meerdere bronnen uit Hawija – mogelijk infiltranten bij IS – bevestigen dat er tientallen trucks, humvees en bommenauto’s in het gebouw staan. Het is een geweldige opsteker voor de coalitie, die samen met de Koerdische Peshmerga probeert de frontlinie bij het nabijgelegen Kirkuk te verdedigen en regelmatig te maken heeft met IS-autobommen.

Beelden van een drone, die permanent boven Hawija hangt, worden bestudeerd. Hoeveel auto’s rijden de fabriek binnen? Hoe groot is de fabriek en hoeveel munitie zou er kunnen liggen? Hoe ziet het dagelijks leven op straat eruit? De coalitie krijgt foto’s van dicht bij de fabriek, waarop te zien is dat er nog meer auto’s en explosieven naar binnen worden gebracht.

Nul doden

Voor alle coalitielanden geldt in 2015: als vooraf duidelijk is dat er ook maar één burgerdode zal vallen, mag een aanval niet uitgevoerd worden. Om dat te berekenen, wordt gebruikgemaakt van Amerikaanse software die de zogenaamde Non-combatant Casualty Cut-off Value (NCV) berekent: het aantal burgers dat mogelijk om zal komen bij de aanval. De procedure begint met het trekken van een cirkel rondom het doel waar de schade naar verwachting zal optreden.

Op onderstaande satellietbeelden is goed te zien hoe het het complete industrieterrein in Hawija is weggevaagd door de aanval. Beweeg naar links of rechts om het verschil te zien.

voor en na

De berekening wordt gemaakt door Amerikaanse militairen in Qatar, maar omdat Nederland de aanval op Hawija heeft toegewezen gekregen, kijkt een Nederlandse militair – de zogeheten Red Card Holder – over de schouder van zijn Amerikaanse collega’s mee. De bommenfabriek ligt op tweehonderd meter van een woonwijk. Zonder voorzorgsmaatregelen lijken burgerdoden niet te voorkomen, dus worden er maatregelen in het systeem ingevoerd.

Ondanks het gebruik van een precisiegeleide glijbom volgt uit de berekening dat er mogelijk een klein aantal burgers zal omkomen. Pas als wordt ingevoerd dat de aanval ’s nachts zal plaatsvinden – als niemand meer op straat is – komt de uitkomst op NCV = 0. De aanval mag in principe doorgaan.

Maar in de Amerikaanse procedure, de Collateral Damage Estimation (CDE), kan één ding niet: het is niet in staat om uit te rekenen hoe groot de impact is van de tweede ontploffing, die zal ontstaan door het exploderen van de munitie in de fabriek. Een losse inschatting moet worden gemaakt, op basis van eerdere aanvallen op bommenfabrieken.

Daaruit komt naar voren dat de nevenschade groter zou kunnen zijn dan de CDE aangeeft. Maar omdat de impact naar verwachting beperkt zal blijven tot het industriegebied, gaat men ervan uit dat er alleen materiële schade zal zijn. De aanval krijgt groen licht van de Nederlandse Red Card Holder.

Volledig fout

Op 2 juni scheert rond middernacht de eerste Nederlandse F-16 vlak over de stad. De bewoners van Hawija weten dan hoe laat het is: ze rennen in het donker naar buiten, in afwachting van de bom die zal vallen. Een paar minuten later volgt een tweede F-16, een korte knal en een gigantische tweede explosie die 400 huizen tot op een kilometer verderop gedeeltelijk doet instorten en op 60 kilometer nog te horen is. Meer dan 70 burgers verliezen het leven.

IS is een geweldige slag toegebracht. De Koerdische militairen in Kirkuk zijn opgelucht. Maar de schade in Hawija is gigantisch. De uitkomst van de berekeningen blijkt volledig fout te zijn. Er ligt 18.000 kilo springstof in de fabriek, veel meer dan ze verwacht en berekend hadden. Niet alleen het industriegebied, maar ook de nabijgelegen wijken worden daardoor getroffen. Of de informatie van een informant uit Hawija – die NOS en NRC vertelde dat hij gemeld heeft dat vier vrachtwagens de fabriek daags voor de aanval waren binnengereden – de internationale coalitie heeft bereikt is niet duidelijk.

De F-16’s vliegen nog een extra rondje boven Hawija om een Battle Damage Assessment te doen, maar door de enorme hitte en rook blijkt dat onmogelijk. Onbemande vliegtuigjes moeten worden ingezet om de schade op te nemen. Later die week worden nog meerdere vluchten uitgevoerd, en blijkt hoe groot de schade op de grond is.

Ook vier jaar later was die nog goed te zien, zag onze verslaggever in oktober !!

Op het ministerie van Defensie in Den Haag kijkt men na afloop puur naar de rechtmatigheid van de aanval. Hoe men zo verrast kon zijn door de hoeveelheid explosieven, en of de procedures wel voldoen, wordt niet onderzocht. Alleen de Amerikanen hebben daarnaar gekeken. In een rapport dat ook naar Nederland is gestuurd, komen ze met twee aanbevelingen, waarvan één door het Amerikaanse Centcom wordt overgenomen, zo staat in het rapport.

Wat die aanbevelingen zijn wil Defensie niet kwijt, omdat de informatie door de Amerikanen is geclassificeerd. Wel is duidelijk dat Nederland sinds Hawija geen enkele aanval meer heeft uitgevoerd op bommenfabrieken in de buurt van woonwijken.

Bekijk ook;

In de wijk waar de bom is gevallen staat niets meer overeind NOS

Bombardement in Hawija was riskanter dan berekend, maar werd toch doorgezet

NOS 18.02.2020 Voor het Nederlandse bombardement in het Iraakse Hawija, waarbij zeker zeventig burgers om het leven kwamen, was bekend dat “de verwachte nevenschade groter zou kunnen zijn” dan uit berekeningen naar voren kwam. Dat blijkt uit interne documenten van Defensie, die met een beroep van NOS en NRC op de Wet openbaarheid van bestuur zijn vrijgegeven.

De berekeningen werden gemaakt in de zogenoemde CDE, de Collateral Damage Estimation. Daarmee werd ingeschat hoeveel burgerdoden er te verwachten waren. Voor alle landen in de internationale coalitie gold in 2015: als vooraf duidelijk was dat er ook maar één burgerdode zou vallen, mocht een aanval niet worden uitgevoerd. Ook bij de aanval op Hawija was dat berekende aantal nul.

Maar de Amerikaanse software was niet in staat om uit te rekenen hoe groot de impact zou zijn van een tweede ontploffing, die kan ontstaan bij het bombarderen van een bommenfabriek, zoals in Hawija. Dus werd een inschatting gemaakt op basis van eerdere aanvallen op bommenfabrieken. Men concludeerde daaruit dat de verwachte nevenschade groter zou kunnen zijn dan de berekeningen lieten zien, maar dat de schade “niet buiten het industriële complex zou reiken en er bij nacht dus alleen materiële schade zou zijn”.

Met de kennis van nu blijkt dat een misvatting te zijn geweest. Meer dan 400 gebouwen raakten beschadigd, en meer dan zeventig burgers kwamen om het leven. Defensie wijt dat aan de aanwezigheid van meer munitie in de fabriek dan men van tevoren wist. De procedure deugde wel, concludeert het ministerie.

“De mogelijke schade werd door de Nederlandse Red Card Holder (RCH) beoordeeld als niet buitensporig in verhouding tot het verwachte militaire voordeel”. Zo staat beschreven in het onderzoek dat Defensie zelf naar het incident deed.

Verslaggever Lex Runderkamp was vorig najaar in Hawija; vier jaar na de bomaanval was daar nog veel schade te zien.

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

Driemaal moest het kabinet zich dit najaar voor de kwestie verantwoorden in de Tweede Kamer. Volgens premier Rutte kon de Kamer al die jaren niet worden bijgepraat over het incident omdat het “protocol” het op dat moment niet toeliet vanwege de veiligheid van de vliegers.

“Het is niet zo dat kennis over wel of geen burgerslachtoffers gedeeld had kunnen worden met de Kamer, want vanwege de veiligheid van vliegers was het protocol op dat moment dat dit niet met de Kamer werd gedeeld”,Premier Rutte op 27 november in de Tweede Kamer

NRC en NOS vroegen ook alle documenten op die betrekking hebben op het transparantiebeleid van het kabinet, maar nergens blijkt dat er een protocol was dat niet toestond dat de Kamer werd geïnformeerd. Het enige protocol dat is gedeeld is “de procedure minimaliseren/melden burgerslachtoffers”, waarin de afspraken staan die de betrokken ministeries maakten bij de aanvang van de missie tegen IS in 2014.

Uit dat protocol blijkt juist het tegendeel: “Per casus (…) wordt bezien of de Tweede Kamer op de hoogte moet worden gesteld”, zo is de afspraak bij incidenten met burgerdoden. In geen enkel document wordt verwezen naar de veiligheid van de vliegers of afspraken die met vliegers zouden zijn gemaakt.

Pas als minister van Defensie Bijleveld in 2019 gehoor wil geven aan de wens van Kamer om transparanter te zijn, wordt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) gevraagd om een analyse te maken van de “mogelijke risico’s voor de veiligheid” wanneer het beleid zou worden aangepast. Wat de uitkomst van die analyse is, wordt niet vermeld.

Bekijk ook;

 

Nederland hoort nabestaanden van burgerslachtoffers te compenseren

NU 10.02.2020 Als Nederland deelneemt aan een militaire ingreep in het buitenland en burgerslachtoffers veroorzaakt, dan kan de Staat volgens de wet verplicht worden om schadeclaims van bijvoorbeeld nabestaanden te honoreren, blijkt uit een in 2014 opgesteld document dat maandag door het ministerie van Defensie is vrijgegeven.

In de nota worden geen procedures genoemd die slachtoffers moeten doorlopen. Ook eventuele geldbedragen worden niet verder uitgelicht.

De richtlijnen van het departement staan haaks op de lijn die Defensieminister Ank Bijleveld volhield rondom de doden bij luchtaanvallen in 2015 in de Iraakse stad Hawija. Tenminste zeventig mensen kwamen daarbij om het leven. Bijleveld stelde dat nabestaanden voor compensatie in eerste instantie bij Irakese autoriteiten moesten aankloppen, omdat Irak onder andere Nederland had gevraagd om hulp in de strijd tegen Islamitische Staat (IS).

Een woordvoerder van Defensie laat in gesprek met het NRC weten dat het departement nog steeds achter dat standpunt staat. Echter blijkt uit het document dat er geen verdrag is met Irak waarin mogelijke schadeclaims zijn opgenomen. “Noch is er de verwachting dat dit verdrag er gaat komen.”

‘Document gaat rol spelen in mogelijke zaak Irakezen tegen de Staat’

Het dagblad berichtte al eerder dat tientallen Irakezen een schadeclaim voorbereiden tegen de Nederlandse Staat, omdat zij vinden dat ze slachtoffer zijn geworden van de luchtaanval in Hawija. Hun advocaat Liesbeth Zegveld voorspelt dat het document “een rol gaat spelen bij de komende procedure”.

Nederland nam van oktober 2014 tot en met juni 2016 deel aan de missie om IS te bestrijden in Irak. In 2018 werd de missie weer hervat en uitgebreid naar Syrië. Nederlandse F-16’s hebben ongeveer drieduizend missies voltooid en in zeven van de tien missies hun wapens ingezet.

Lees meer over: Politiek  Ministerie van Defensie

De omgeving van de explosievenfabriek in Hawija werd volledig verwoest NOS

Defensie had in 2014 al richtlijn voor compensatie burgerslachtoffers Irak

NOS 10.02.2020 Defensie heeft in 2014 intern al afgesproken dat Nederland een schadevergoeding zou betalen aan nabestaanden van eventuele slachtoffers van Nederlands militair ingrijpen in Irak.

Dat blijkt uit stukken uit dat jaar die het ministerie van Defensie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Toch heeft het kabinet geen enkele poging gedaan om nabestaanden van Nederlandse bombardementen in Hawija en Mosul te compenseren.

Bij een bombardement door een Nederlandse F-16 kwamen in 2015 in Hawija zeker zeventig burgers om het leven. Het doelwit was een bommenfabriek van Islamitische Staat, maar daar lag zo’n grote hoeveelheid explosieven dat een nabijgelegen wijk volledig werd verwoest.

Nadat de NOS en NRC Handelsblad daar in oktober over hadden bericht, zei minister Bijleveld dat zij ervan uitging dat Irak voor de schadevergoeding voor de nabestaanden zou opdraaien. “Het is de internationale afspraak dat het in het land zelf wordt afgewikkeld”, zei Bijleveld, al moest ze wel erkennen dat dit “niet allemaal zo makkelijk en soepel” zou gaan.

Compensatieregelingen

Uit de interne stukken die nu naar de Kamer zijn gestuurd, blijkt dat Defensie in 2014 ervan uitging dat Nederland een verantwoordelijkheid zou hebben voor eventuele burgerslachtoffers.

“Indien er sprake is van burgerslachtoffers door Nederland, worden er compensatieregelingen opgesteld”, meldt een bijlage bij de nota ‘Procedure minimaliseren/melden burgerslachtoffers’ van het ministerie van Defensie.

“Er is geen verdrag met Irak waarin eventuele schadeclaims zijn opgenomen, noch is er de verwachting dat er een verdrag gaat komen. De Nederlandse staat kan op basis van wettelijke aansprakelijkheid worden aangesproken. Deze aansprakelijkheid is niet uit te sluiten. We kennen hiervoor geen standaardprocedures of geldbedragen.”

Verslaggever Lex Runderkamp bezocht de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel. Zo zag het er in oktober uit:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

“Dit document gaat zeker een rol spelen bij de komende procedure van de slachtoffers van Hawija en Mosul”, zegt advocaat Liesbeth Zegveld die zestig nabestaanden bijstaat. “Er blijkt namelijk duidelijk uit dat Nederland verantwoordelijkheid neemt voor burgerslachtoffers, inclusief de civiele procedures die hieruit voortvloeien. En zo hoort het ook.”

Volgens minister Bijleveld is nooit met zekerheid vastgesteld dat er bij de Nederlandse luchtaanval op de bommenfabriek in Hawija burgers zijn omgekomen. Bij een aanval op Mosul in 2015, waarbij het doel geen IS-hoofdkwartier maar een woonhuis bleek te zijn, staat volgens de minister wel vast dat er twee burgers zijn overleden. Toch heeft defensie ook in die zaak nooit contact gezocht met de nabestaanden.

Pas na de publicatie van NOS en NRC over Hawija heeft de minister aan de Kamer toegezegd om te gaan kijken naar de mogelijkheid om een schadevergoeding uit te keren.

Niet eerder mogelijk

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie zegt dat het tot nu toe niet mogelijk was om over te gaan tot het aanbieden van een vrijwillige vergoeding, want dat zou hebben “geleid tot het openbaar worden van de exacte locatie, datum en het vermoedelijke aantal burgerslachtoffers van deze aanvallen. Naar het oordeel van het kabinet was dit gedurende de hele inzetperiode omwille van veiligheidsredenen niet mogelijk.”

Met andere woorden: zolang de aanvallen niet publiekelijk door het kabinet waren erkend, hoefde er niet te worden overgaan tot het uitkeren van vergoedingen.

De volledige reactie van Defensie

Zoals de minister in de brief van 4 november 2019 heeft aangegeven, geldt op grond van het algemene internationaalrechtelijke beginsel van soevereiniteit van een staat, dat het aan Irak zelf is hoe wordt omgegaan met schade die als gevolg van het verzoek tot militaire steun wordt veroorzaakt.

Hieruit vloeit voort dat Iraakse burgers in eerste instantie terecht kunnen bij de Iraakse autoriteiten. Voor staatsaansprakelijkheid en de verdeling daarvan is geen specifiek verdrag tussen Nederland en Irak vereist. De uitspraken over de verantwoordelijkheid van Irak zijn gebaseerd op de algemeen geldende rechtsregels daaromtrent in het internationaal recht.

Zowel voor Hawija als Mosul is Defensie van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig geweldgebruik. Daarmee is er geen sprake van civielrechtelijke aansprakelijkheid en vormen deze gevallen geen aanleiding om over te gaan tot het uitkeren van een schadevergoeding. Wel kan Defensie besluiten over te gaan tot een vrijwillige vergoeding.

Het aanbieden van een vrijwillige vergoeding voordat Defensie betrokkenheid bij de Hawija- en Mosul-casus had vrijgegeven, had echter geleid tot het openbaar worden van de exacte locatie, datum en het vermoedelijke aantal burgerslachtoffers van deze aanvallen. Naar het oordeel van het kabinet was dit gedurende de hele inzetperiode omwille van veiligheidsredenen niet mogelijk. De Kamer is hierover geïnformeerd in de brief van 4 november jl.

Momenteel onderzoekt Defensie de mogelijkheden om de getroffen gemeenschappen n.a.v. de wapeninzet te compenseren door middel van een vrijwillige vergoeding.

Bekijk ook;

Iraaks slachtoffer Nederlandse bommen wacht nog steeds op ‘sorry’ van de minister

AD 24.01.2020 In november erkende het ministerie van Defensie dat het Nederlandse bommen waren die het huis én het gezin van Basim Razzo vernietigde. Nu bijna drie maanden later heeft weduwnaar Razzo nog niets gehoord van de Nederlandse autoriteiten. ,,Ik vind dat ik recht heb op een verontschuldiging.’’

Jarenlang zweeg het Nederlandse ministerie van Defensie. Maar afgelopen november gaf minister Ank Bijleveld (CDA) toe dat de bommen die op 20 september 2015 de woningen van Basim Razzo en zijn broer in de Iraakse stad Mosul vernietigde, waren afgeworpen door een Nederlandse piloot.

Bij de aanval kwamen Basims vrouw Mayada, zijn dochter Tuqa (21), zijn broer Mohannad en zijn neef Najib (18) om. Het Nederlandse bombardement bleek gebaseerd op onjuiste informatie van de Amerikanen. Die dachten dat de twee woonhuizen een hoofdkwartier van terreurgroep IS waren. Maar de bewoners bleken niets met IS te maken te hebben, gaf de VS later toe.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Uit fatsoen en als een morele daad van erkenning verwacht ik dat Nederland contact opneemt, aldus Basim Razzo.

Razzo, die zelf zwaargewond raakte bij de aanval: ,,Ik kan geen reden bedenken waarom ik nog niets van de Nederlandse overheid heb gehoord. Uit fatsoen en als een morele daad van erkenning van verantwoordelijkheid verwacht ik dat ze contact opnemen en het juiste doen. Ik vind dat ik recht heb op een officiële verontschuldiging en daarna een echte compensatie voor het verlies van vier levens en twee huizen.’’

De Irakees wordt inmiddels bijgestaan door de Nederlandse advocate Liesbeth Zegveld. Zij gaat de Nederlandse staat aansprakelijk stellen voor de materiële (zijn woning, zijn auto en de medische kosten) en de immateriële schade (het overlijden van vier familieleden). ,,Maar het is eigenlijk schandelijk dat we daarvoor een juridische procedure moeten volgen’’, stelt Zegveld. ,,Er is zeker een schikking mogelijk.’’

Ik heb vertrouwen in de menselijk­heid van het Nederland­se systeem en vertrouw erop dat ik gerechtig­heid krijg, aldus Basim Razzo.

Razzo zelf: ,,Ik heb vertrouwen in de menselijkheid van het Nederlandse systeem en ik vertrouw erop dat ik gerechtigheid zal krijgen.’’ Een eerdere ‘genoegdoening’ van het Amerikaanse leger van 15.000 dollar weigerde hij vanwege het lage bedrag en omdat de VS niet de verantwoordelijkheid voor de aanval op zich wilde nemen.

Basim Razzo verloor zijn gezin en zijn woning in Irak door een Nederlandse bom. De bom werd afgeworpen na foutieve inlichtingen van de Amerikanen. © privé

De woningen van Basim Razzo en zijn broer Mohannad vier weken voor de aanval. © TerraServer, DigitalGlobe

De twee woningen na de aanval © TerraServer, DigitalGlobe

Nederland, dat onderdeel uitmaakt van de door de Amerikanen aangevoerde anti-IS coalitie, wilde jarenlang geen openheid van zaken geven, maar in november erkende Bijleveld de Nederlandse betrokkenheid bij twee incidenten: de aanval op de woning van Razzo en een bombardement in de Iraakse stad Hawija. Bij die aanval op een bommenfrabriek van IS vielen in de directe omgeving meer dan zestig burgerslachtoffers omdat er in het complex veel meer explosieven aanwezig dan de Coalitie dacht.

Hawija

Bij het bombardement in Hawija is veel lastiger te reconstrueren wie precies slachtoffers zijn van de aanval, bij de aanval in Mosul is dat duidelijk: Basim en de enige andere overlevende, zijn schoonzus. Razzo is niet lastig te traceren. ,,Mijn gegevens zijn doorgegeven aan het ministerie.’’ Hij spreekt ook vloeiend Engels; Razzo woonde jarenlang in de VS voor hij terugverhuisde naar Irak.

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie zegt niet te weten waarom er nog geen contact met Razzo is opgenomen. Wel zegt hij dat er over enkele weken een brief naar de Tweede Kamer gaat waarin de minister verder ingaat op de afhandeling van de bombardementen. ,,Nederland is wel verantwoordelijk, maar niet aansprakelijk. Desondanks willen we kijken wat we op vrijwillige basis voor de gemeenschappen kunnen doen.’’

Bij het bombardement kwamen Basims vrouw Mayada (links), zijn broer Mohannad (midden), zijn neef Najib (rechts) en zijn dochter Tuqa (onder) om. © privé

© privé

‘Slachtoffers van Nederlandse bom in Hawija melden zich voor compensatie’

NU 17.01.2020 Tientallen mensen eisen een schadevergoeding van de Nederlandse staat voor het vernietigen van een woonwijk in de Iraakse stad Hawija in 2015, meldt Trouw. De slachtoffers worden bijgestaan door advocaat Liesbeth Zegveld.

Zegveld bereidt een zaak tegen de Nederlandse staat voor. Inmiddels hebben zich zestig mensen bij haar gemeld, omdat ze een compensatie van de staat willen voor de veroorzaakte schade.

Dit aantal kan nog oplopen. De hoogleraar, gespecialiseerd in oorlogsrecht, werkt samen met de hulporganisatie Al Gad in de Iraakse stad Kirkuk. Bij deze organisatie hebben zich al duizenden mensen gemeld.

Al Gad werkt sinds oktober aan de Hawija-zaak. Tofan Awad, die de organisatie leidt, identificeert de slachtoffers en controleert of de meldingen kloppen. Hij verzamelt ooggetuigenverklaringen en ondersteunend bewijs.

‘Bewijsmateriaal verzamelen is niet makkelijk’

Bewijsmateriaal verzamelen is “bepaald niet makkelijk”, stelt Awad in Trouw. Hawija was in 2015 bezet door Islamitische Staat (IS). Doordat er geen overheidsziekenhuizen en plaatselijke overheid waren, was er geen goede burgerregistratie. Sterfgevallen moeten nu door getuigen bevestigd zijn en ook gewonden moeten met bewijs komen.

Volgens de organisatie zijn waarschijnlijk niet alle meldingen van slachtoffers van de Nederlandse bom.

Zegveld vraagt zich in Trouw af of de staat zal vasthouden aan de opstelling dat er rechtmatig gehandeld is, maar dat er onjuiste inlichtingen waren over de hoeveelheid explosieven in de fabriek en over de nabijheid van burgers. “Ik hoop dat Nederland voor slachtoffers van Hawija alsnog zijn verantwoordelijkheid neemt”, zegt ze.

Burgerdoden werden lang verzwegen

In juni 2015 voerden Nederlandse F-16’s een luchtaanval uit op een bommenfabriek van IS. Bij de aanval werd ook een woonwijk verwoest. In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen.

Er vielen minstens zeventig doden. Ook raakten ongeveer honderd mensen gewond. Het Nederlandse kabinet gaf dit in oktober toe, nadat de burgerdoden eerder werden verzwegen.

Zegveld zegt in Trouw dat er “extra leed is toegevoegd door te zwijgen”.

Lees meer over: Irak Politiek

Het industriegebied in Hawija is volledig verwoest NOS

60 mensen willen vergoeding van Staat om aanval Hawija

NOS 17.01.2020 Zestig mensen hebben zich gemeld bij advocaat Liesbeth Zegveld omdat ze een schadevergoeding willen van de Nederlandse Staat wegens het bombardement op Hawija in Irak. Volgens de advocaat kan dat aantal nog oplopen. Zegveld bereidt namens de slachtoffers een schadeclaim voor.

In oktober onthulden NOS en NRC dat in 2015 bij een aanval van een Nederlandse F-16 in Irak zeker zeventig burgers zijn gedood. Door het bombardement op een autobommenfabriek van IS en de daarop volgende explosies werd een wijk in Hawija verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS.

Rol van Nederland

Slachtoffers en nabestaanden hebben de hulp gevraagd van Zegveld. “Waar het om gaat is de vraag: wat heeft Nederland gedaan om te voorkomen dat er zo veel burgerslachtoffers zouden vallen”, zei ze eerder. Ze vindt dat bewoners gewaarschuwd hadden kunnen worden met pamfletten dat er een bombardement zou komen.

Sinds het nieuws over het bombardement bekend werd heeft de Tweede Kamer meerdere keren over de kwestie gedebatteerd. Daarbij ging het over de vraag of er doelbewust informatie is achtergehouden na het Nederlandse bombardement. Premier Rutte zei in een debat eind november dat er geen sprake is van een doofpot.

Wel erkende hij dat er in een brief van toenmalig minister Hennis over de luchtaanval een fout stond. Er werd gesuggereerd dat er geen burgerdoden waren, terwijl er zo’n 70 slachtoffers bleken te zijn.

Bekijk ook;

VS en bondgenoten staken trainingsmissie in Irak, militairen extra beveiligd

NU 04.01.2020 De Verenigde Staten en hun bondgenoten staken vanwege de verhoogde dreiging van een aanval uit Iran per direct en voor onbepaalde tijd trainingen van Iraakse militairen in opleiding, laat een woordvoerder van de NAVO zaterdag weten. De bescherming van alle troepen die meedoen aan de militaire operatie Inherent Resolve (OIR) wordt opgeschaald.

Dat besluit zou ook Nederlandse militairen en experts onder verscherpt toezicht stellen. Nederland nam samen met veertien andere bondgenoten van de VS deel aan OIR.

“De veiligheid van ons personeel in Irak gaat boven alles”, zegt woordvoerder Dylan White van de NAVO. “Wij blijven alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen. De NAVO-missie wordt voortgezet, maar de trainingsactiviteiten worden tijdelijk opgeschort.”

Uit een Kamerbrief (meer) van medio oktober blijkt dat in Noord-Irak en Bagdad ten minste zestig Nederlandse militairen actief zijn, mogelijk gesteund door twintig experts. De Nederlandse militairen geven onder meer trainingen aan Koerdische en Iraakse militairen in het gebied.

Uitgerekend in Bagdad vond in de nacht van vrijdag op zaterdag een nieuwe luchtaanval plaats. Een konvooi van de door Iran gesteunde militiegroepering Popular Mobilisation Forces (PMF) werd onder vuur genomen. Ten minste zes mensen kwamen daarbij om het leven, aldus Iraakse staatsmedia.

Het land vermoedt dat de Amerikanen achter de aanval zitten. In de drie uitgebrande auto’s zouden medici en geen hooggeplaatste militairen hebben gezeten.

Een woordvoerder van de OIR ontkent zaterdagochtend dat de internationale coalitie de laatste dagen luchtaanvallen heeft uitgevoerd ten noorden van Bagdad.

Trump: ‘VS wil oorlog met Iran voorkomen, niet starten’

Conflict tussen Iran en VS escaleert na dood Iraanse generaal

De spanningen tussen de VS en Iran zijn opgelaaid nadat de Amerikanen vrijdag de Iraanse generaal Qassem Soleimani doodden bij een luchtaanval op een vliegveld in Irak. Soleimani gold als de belangrijkste militair en op grootayatollah Ali Khamenei na machtigste man in Iran. Hij wordt zaterdag begraven in Bagdad.

Iran zint op wraak en dreigt hard terug te slaan naar de Amerikanen. President Donald Trump nam daarom de beslissing om drieduizend extra militairen naar het gebied te sturen om de veiligheid in de regio te waarborgen. Eerder deze week ging een bataljon van 750 militairen hen al voor.

Sinds mei hebben de Amerikanen al ongeveer veertienduizend extra militairen naar het Midden-Oosten gestuurd naar aanleiding van de groeiende onrust.

Democraat Sanders wil met wet macht Trump aan banden leggen

De lijn van Trump kwam hem op kritiek van de Democraten te staan. Chuck Schumer, de Democratische fractievoorzitter in de Senaat, vindt dat Trump “niet het recht heeft om een oorlog met Iran te beginnen”. Volgens hem moet het Amerikaanse Congres, waarin de Democraten de scepter zwaaien, daar toestemming voor geven.

Presidentskandidaat Bernie Sanders wil verdere “militaire plannen” van Trump met een wetsvoorstel dwarsbomen. In de nacht van vrijdag op zaterdag introduceerde hij een maatregel waarmee het Congres straks vrijwel iedere uitgave van Trump in het Midden-Oosten moet goedkeuren.

Zie ook: Aanval op Iraanse generaal is kantelpunt: alles wat je erover moet weten

Lees meer over: Iran  Verenigde Staten  Donald Trump  Buitenland  Spanningen Iran

Onder dit soort erbarmelijke omstandigheden moesten de Nederlandse commando’s in Irak hun ’medische wonderen’ verrichten. Ⓒ Ministerie van Defensie

Nederlandse gewondenverzorgers onderscheiden voor werk in Irak

Telegraaf 19.12.2019 Nederlandse militaire gewondenverzorgers hebben eind 2016 in Irak honderden levens gered tijdens de slag om Mosul. Aan de inzet van deze special forces medics werd geen ruchtbaarheid gegeven, maar deze komt naar buiten nu veertien militairen van het Korps Commandotroepen en MARSOF-mariniers ervoor worden onderscheiden.

Elitemilitairen geven altijd hoog op van hun training. Daarop zijn kapitein Matthijs en de korporaals Nick, Henk en Joris geen uitzondering. Maar wat zij tussen oktober en december 2016 te verstouwen kregen, daar kon geen training hen op voorbereiden. De commando’s waren in Noord-Irak voor het opleiden van lokale speciale eenheden, toen de strijd tegen IS naar een climax ging met de aanval op Mosul, het laatste bolwerk van het kalifaat.

In het veld krijgen teamleider Matthijs en gewondenverzorger Nick door dat er grote behoefte is aan militairen die een opvangpost kunnen bemannen buiten Mosul. De plek waar de eerste medische handelingen zullen worden verricht om gewonden te stabiliseren voor vervoer naar een ziekenhuis, een uur verderop in Erbil. Met niet meer dan wat ze in hun rugzakken hebben, vertrekt een groepje commando’s en mariniers richting het aanstaande front.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„’s Ochtends stond ik nog op de schietbaan instructie te geven, ’s avonds waren we bezig de tenten op te zetten die we van de Irakezen hadden gekregen; en toen kwamen al de eerste gewonden”, vertelt geneeskundige Henk. Zijn leidinggevende Matthijs knikt. „We hebben spullen en medicijnen bij elkaar gezocht en zijn aan de slag gegaan. Ons werk doen op een geïsoleerde plek, met weinig middelen, zonder hulp van buitenaf; dat is waarvoor special forces zijn opgezet.”

Van ’s ochtends vroeg tot het invallen van de duisternis krijgen de Nederlanders een stroom van ernstig gewonden in hun tenten. Eerst veel burgers, dan vooral militairen. De mensen worden neergelegd op veldbedjes en daar moeten Nick, Henk en Joris werk doen dat in Nederland het domein is van traumateams: schotwonden ontsmetten en hechten, tourniquets waarmee ernstige bloedingen worden gestopt aanleggen en door explosieven afgeblazen ledematen verbinden. Tijd om erover na te denken is er nauwelijks. De ambulances blijven komen.

Levensreddend werk in een tentje in Irak.

Levensreddend werk in een tentje in Irak.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„Je komt in een soort van rush. Je doet je ding en blijft doorgaan. De positieve feedback van de Irakezen helpt en wanneer je ziet dat je mensen kunt redden, krijg je daar ook een boost van”, vertelt korporaal Henk. „Er waren ook wel minder leuke dingen”, zegt Nick met gevoel voor understatement. „Mensen die onder je ogen dood gaan en kinderlijkjes die worden binnengebracht; maar je kunt het er wel met de man naast je over hebben. Als je dan denkt: we hebben er alles aan gedaan, dan is het goed.”

Collega Joris knikt. „Als we ’s avonds het bloed van de vloer dweilden, hadden we het er ook wel over. Natuurlijk maak je krankzinnige situaties mee. Dat je aan het lunchen bent in een ruimte waar in de hoek drie bodybags liggen. Je kunt die stoffelijke overschotten meegeven aan een ambulance, maar wat als er dan nieuwe gewonden worden binnengebracht die naar het ziekenhuis moeten? Dan kun je die ambulance beter laten wachten en de lege plekken voor die patiënten gebruiken. Dat soort ethische dilemma’s waren er vrijwel permanent en er is niemand die deze voor je oplost.”

Bewijs

Maar liefst 798 gewonden passeren de Nederlandse post, die mee verhuist met het opschuivende front. De Nederlanders ’verliezen’ maar tien tot twintig patiënten. Het team concludeert dat de meeste gewonden het zonder de eerste hulp niet hadden gehaald. Het belang dat de Irakezen aan het werk hechten, is volgens Matthijs het ultieme bewijs van het Nederlandse succes. Toen de commando’s en mariniers vanwege het wachten op politieke toestemming voor een verplaatsing niet actief waren, werd een deel van de operatie in Mosul stilgelegd.

Ⓒ Ministerie van Defensie

„Zonder de zekerheid dat iemand voor ze zou zorgen wanneer ze gewond raakten, was de wil van de Irakezen om te vechten niet groot”, legt de officier uit. „Dat is logisch. Als militair wil je die zekerheid hebben. Ik weet na Mosul dat als je gewond raakt, je niet in betere handen kunt zijn dan bij deze jongens.”

’Zonder hen was ik dood in Iraakse greppel geëindigd’

De Nederlandse cameraman Sebastiaan Knoops werkte zich bij CNN op naar de eredivisie van de tv-journalistiek: filmen in oorlogs- en crisisgebieden. Alles ging crescendo, tot een oktoberdag in 2016, die hij alleen dankzij onwaarschijnlijk veel geluk en Nederlandse gewondenverzorgers wist te overleven.

Knoops is die dag vanuit het Iraakse Erbil onderweg naar Mosul. De CNN-ploeg rijdt in een gepantserde suv en heeft een Britse oud-militair van de elite-eenheid SAS bij zich als veiligheidsadviseur. De dreiging blijkt alleen niet van het slagveld te komen, maar vanuit het brein van de lokale chauffeur.

„Hij kreeg een epileptische aanval”, vertelt Knoops. „De chauffeur duwde het gaspedaal daardoor helemaal in en de auto ging steeds harder rijden. Onze veiligheidsman probeerde zijn voet van het pedaal te krijgen, maar dat lukte niet. We schijnen tegen de 200 km/u te hebben gereden en toen flipte de auto. Ik ben eruit geslingerd en met mijn hoofd tegen een rots geklapt.”

Cameraman Sebastiaan Knoops dankt zijn leven aan de hulp van de Nederlandse commando’s in Irak.

Cameraman Sebastiaan Knoops dankt zijn leven aan de hulp van de Nederlandse commando’s in Irak.

Midden in de woestijn eindigen met zwaar inwendig letsel, ernstig hoofd- en hersenletsel en veel bloedverlies. De kans dit te overleven zou normaal heel erg klein zijn, constateert Knoops nu. Maar na het ongeluk keren zijn kansen. Een ambulancebemanning ziet de crash gebeuren. Nog voor de wielen van de over de kop geslagen suv zijn gestopt met draaien, beginnen de broeders met de hulpverlening. Het tweede geluk is dat de Nederlandse commando’s zich twee dagen eerder hebben gemeld bij de lokale autoriteiten. Daardoor weten de ambulancemedewerkers waar ze Knoops heen kunnen brengen.

„Een van de risico’s die je loopt met hersenschade, is stikken”, vertelt de Nederlander. „De commando’s hadden twee uur voor mijn ongeluk zuurstofflessen gekregen, Daarmee konden ze me redden. Ze brachten me daarna naar Erbil. Ik was de hele tijd bij bewustzijn, maar ik kan me er niets meer van herinneren. De hele maand na het ongeluk ben ik kwijt. Ik heb alles wat er is gebeurd van anderen gehoord.”

“De hele maand na het ongeluk ben ik kwijt”

In Erbil kiezen de elitemilitairen er op advies van een Nederlandse arts voor Knoops naar een privéziekenhuis te brengen. Die keuze blijkt essentieel. De zorg in het hospitaal is uitstekend. De artsen doen hun werk zo goed, dat de cameraman in Nederland niet opnieuw onder het mes hoeft. Hij kan er beginnen met revalidatie. Terwijl Knoops werkt aan wat een volledig herstel zal worden, staan de commando’s aan zijn bed.

„Ze hadden nog wat voor me meegenomen: mijn laarzen. Ik dacht dat ik die kwijt was geraakt, maar zij bleken die voor me te hebben bewaard. Ik kreeg ze terug met het stof en de modder er nog op. Het is heel simpel, zonder de Nederlanders was ik dood in een Iraakse greppel geëindigd. Daarom ben ik ze enorm dankbaar.”

Bekijk meer van; gewapend conflict krijgsmacht Sebastiaan Knoops Mosoel Irak

Missie in Irak tot 2021, Kamer wil druk op Bagdad

Telegraaf 19.12.2019 De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd donderdag gedebatteerd.

In het midden en zuiden van Irak wordt al vele weken betoogd tegen de slechte economische toestand, de corruptie en de invloed van Iran. De politie treedt hard op. Er vielen al meer dan vijfhonderd doden.

Demonstraties Irak

De Kamer is zeer bezorgd over het neerslaan van de demonstraties. Er moet een „stevig signaal” naar de regering in Bagdad worden gestuurd dat een regering die zo optreedt niet op steun hoeft te rekenen, zei Joël Voordewind (ChristenUnie). Volgens Bram van Ojik (GroenLinks) moet gekeken worden of de missie kan worden aangepast.

Het kabinet deelt de zorgen van de Kamer. We gaan niet zonder voorwaarden door met de missie, aldus minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken). Als de Iraakse regering grenzen overschrijdt, zal dat volgens hem helder worden aangegeven. Door Nederland getrainde troepen zouden niet betrokken zijn bij het onderdrukken van de protesten.

Meerderheid

Een ruime meerderheid van de Kamer steunt de verlenging. Sadet Karabulut (SP) vindt dat de bijdrage moet worden opgeschort vanwege het harde optreden tegen de betogers. SP, PVV en DENK stemmen tegen verlenging.

Bekijk meer van; burgerlijke onrust Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kamer steunt missie in Irak, maar wil druk op regering om geweld tegen betogers

AD 19.12.2019 De Tweede Kamer is akkoord met een verlenging van de missie in Irak tot eind 2021. Maar partijen dringen er wel op aan om druk te zetten op de Iraakse regering om het harde optreden tegen betogers te stoppen.

De missie maakt deel uit van de strijd van een internationale coalitie tegen terreurgroep IS. Ongeveer zestig Nederlandse militairen trainen Iraakse en Koerdische militairen. Ook zijn er kleine bijdrages aan missies van de NAVO en EU.

De dreiging van IS is nog steeds niet verdwenen en daarom moet Nederland volgens een ruime meerderheid van de Kamer actief blijven in het Arabische land. Over de verlenging werd vanmiddag gedebatteerd.

In het midden en zuiden van Irak wordt al vele weken betoogd tegen de slechte economische toestand, de corruptie en de invloed van Iran. De politie treedt hard op. Er vielen al meer dan vijfhonderd doden.

Demonstraties

De Kamer is zeer bezorgd over het neerslaan van de demonstraties. Er moet een ‘stevig signaal’ naar de regering in Bagdad worden gestuurd dat een regering die zo optreedt niet op steun hoeft te rekenen, zei Joël Voordewind (ChristenUnie). Volgens Bram van Ojik (GroenLinks) moet gekeken worden of de missie kan worden aangepast.

Het kabinet deelt de zorgen van de Kamer. We gaan niet zonder voorwaarden door met de missie, aldus minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken). Als de Iraakse regering grenzen overschrijdt, zal dat volgens hem helder worden aangegeven. Door Nederland getrainde troepen zouden niet betrokken zijn bij het onderdrukken van de protesten.

Een ruime meerderheid van de Kamer steunt de verlenging. Sadet Karabulut (SP) vindt dat de bijdrage moet worden opgeschort vanwege het harde optreden tegen de betogers. SP, PVV en Denk stemmen tegen verlenging.

Bijleveld gaat Amerikanen nog een keer vragen naar burgerdoden Hawija

NOS 19.12.2019 Minister Bijleveld van Defensie gaat nog een keer bij de Amerikaanse legerleiding navragen op welk moment duidelijk was dat er bij het bombardement van Nederlandse F16’s op het Iraakse Hawija zeker 70 burgers zijn gedood.

Dat zegde ze toe in het interpellatiedebat over de kwestie in de Tweede Kamer. Het kabinet heeft tot nu toe gezegd dat nooit officieel is vastgesteld hoeveel burgerdoden er zijn gevallen, en dat daarom de ernst van de situatie nooit echt is doorgedrongen in Den Haag. Pas vorige maand drong dat besef door, zegt het kabinet.

Maar een Amerikaanse kolonel meldt vandaag aan de NOS en NRC Handelsblad dat de 70 doden van de luchtaanval in 2015 al sinds 1,5 jaar worden meegerekend in het totale aantal burgerdoden dat bij de missie in Irak is gevallen. Tijdens het debat eisten Kamerleden van onder meer SP en D66 daar opheldering over. Vooral oppositiepartijen vermoeden dat de Kamer onjuist is geïnformeerd over de burgerslachtoffers door Nederlands vuur.

Officiële lijn

Bijleveld verwees naar de officiële informatie die ze van de Amerikanen krijgt. “Daar moet ik het mee doen, de informatie uit de officiële lijn.” Ze heeft op verzoek van de Kamer specifiek gevraagd of de mogelijke burgerdoden van Hawija zijn meegeteld bij het totaal. Ze las het officiële antwoord van het Amerikaanse hoofdkwartier Centcom in de Kamer voor.

Daarin staat dat alleen de daadwerkelijk vastgestelde burgerdoden zijn meegeteld. Bij Hawija is het wel aannemelijk dat er onschuldige slachtoffers zijn gevallen, maar het precieze aantal is volgens Centcom niet vast te stellen.

“Ik vind het waardeloos wat er nu gebeurt”, zei Bijleveld tijdens het debat. De kolonel die de NOS en NRC gesproken hebben is volgens haar niet een woordvoerder van Centcom.

“Maar ik ben uiteraard bereid om nog een keer navraag te doen. En als ik nieuwe informatie krijg, zal ik dat delen met de Kamer. Ik wil geen enkele burgerdode verzwijgen. Het kabinet vindt het al akelig genoeg dat dit gebeurd is in Hawija.”

Woordvoerder Centcom

In het debat meldde minister Bijleveld dat kolonel Myles Caggins geen officiële woordvoerder van Centcom is. Hij is dat wel, maar niet voor het hoofdkwartier van Centcom in Florida. Caggins werkt namens Centcom in Bagdad als woordvoerder van de internationale coalitie Operatie Inherent Resolve, waar Nederland deel van uitmaakt.

Sinds 2016 worden de burgerdoden-rapportages niet meer gemaakt door het Centcom-hoofdkwartier in Florida, maar door een team dat werkzaam is voor de internationale coalitie. Namens hen voert Caggins het woord. Het Nederlandse ministerie van Defensie onderhoudt contacten met Centcom via een Nederlandse liaison die werkzaam is namens Nederland in Florida.

Bekijk ook;

© Foto Bart Maat/ANP Minster Ank Bijleveld van Defensie (CDA) moest donderdag opnieuw naar de Kamer over het bombardement van Nederlandse F-16’s op Hawija.

Opnieuw irritatie in Kamer om Hawija-bombardement

MSN 19.12.2019 Het lag nog op de loer, op de laatste dag voor het Kerstreces: een nieuw politiek ongeluk. Na het aftreden van staatssecretaris Menno Snel (Financiën, D66), woensdag vanwege de toeslagenaffaire, waren donderdag alle ogen gericht op CDA’er Ank Bijleveld. De minister van Defensie wachtte een lastig debat rondom ‘Hawija’, het Nederlandse bombardement in Irak in juni 2015. Het was alweer het derde debat over dit onderwerp in twee maanden tijd, de SP had het aangevraagd.

De centrale vraag in het debat: vielen er nu wel of niet zeventig doden als gevolg van die bomaanval, ruim vier jaar geleden? Een Nederlandse F-16 mikte op een bommenfabriek van terreurgroep IS en veroorzaakte onbedoeld een kettingreactie aan explosies. Volgens Bijleveld is het precieze aantal burgerdoden nooit vastgesteld door ‘Centcom’, het Amerikaanse opperbevel.

De minister bezwoer de Tweede Kamer donderdag dat dit deze week nog „op zeer hoog niveau” door de Amerikanen is bevestigd. Hierover waren twijfels ontstaan door berichtgeving in radioprogramma De Nieuws BV. Volgens Bijleveld zijn de Hawija-slachtoffers nooit meegeteld in de officiële lijst met burgerdoden in de strijd tegen IS.

Maar klopt dit wel? Donderdag concludeerde Airwars, een collectief dat onderzoek doet naar burgerslachtoffers, dat ‘Hawija’ wel degelijk in tabellen is verwerkt. Een opvallende piek in het aantal burgerdoden rond juni 2015 zou alleen te verklaren zijn door het Nederlandse bombardement.

Vlak voor het debat kwamen NRC en NOS met nog een bevestiging. Volgens kolonel Myles Caggins, woordvoerder bij Centcom in Bagdad, telt de internationale anti-IS-coalitie „de ongeveer zeventig doden uit de luchtaanval op Hawija in 2015 al zeker achttien maanden mee in het totale aantal burgerdoden”. Het zette het debat op scherp. Houdt het kabinet iets achter?

Begin november leek er nog niet veel aan de hand. Toen bevestigde Defensie de zeventig doden nog. Eind van de maand trokken zowel Bijleveld als premier Mark Rutte (VVD) dat getal echter plotseling in twijfel. In een Kamerdebat, op 27 november, zeiden ze dat helemaal niet vaststond dat er zoveel doden waren gevallen – navraag bij Centcom had dat uitgewezen. Na het debat betitelde de premier tegenover BNR de getallen over zeventig doden zelfs als „geruchten” en „irrelevant”.

Deze donderdag was Bijleveld in het debat duidelijk verrast door de verklaring van Caggins dat de zeventig doden wat de VS betreft onbetwist zijn. Ze noemde de kolonel „een meneer die ik niet ken” en de almaar groeiende verwarring „vervelend en waardeloos”. Ze voelde zich zelfs genoodzaakt om te citeren uit een officieel antwoord van Centcom waarin het opperbevel zwart op wit verklaart dat de burgerdoden in Hawija „waarschijnlijk” zijn maar „onmogelijk te bevestigen” – en dus ook niet in de tabellen staan.

„Ik zal nooit enigerlei slachtoffer ontkennen”, zei de minister, „maar ik moet het doen met de officiële lijn”. Die was „altijd consistent” geweest, aldus Bijleveld. „Maar wat het ingewikkeld maakt is dat die kolonel nu weer wat anders zegt.”

Het leidde tot irritatie in de Kamer. Hoe kan het opperbevel steeds iets anders zeggen? Nemen de Amerikanen Nederland soms „niet serieus genoeg”, wilde Isabelle Diks (GroenLinks) weten. En is die onduidelijke informatievoorziening niet problematisch bij missies waarin ook Nederlandse militairen hun leven riskeren? CDA-Kamerlid Martijn van Helvert eiste op hoge toon dat Kamervoorzitter Khadija Arib een brief stuurt aan Centcom waarin de Kamer „zeer nauwkeurige communicatie” eist van het Amerikaanse leger.

De ergernis over de onduidelijke communicatie van de Amerikanen kwam Bijleveld niet slecht uit. Wat een debat had moeten worden over de vraag of de minister de Kamer onjuist heeft geïnformeerd, werd uiteindelijk een debat over de enorme ruis die er kennelijk op de transatlantische lijn zit.

Met medewerking van Jannie Schipper en Kees Versteegh.

Correctie (19 december 2019): In een eerdere versie werd er verwezen naar een piek in data over burgerslachtoffers in maart 2017, dat moet juni 2015 zijn. Hierboven is de tekst aangepast.

Ook derde debat Hawija doet mist rond Nederlands bombardement niet verdwijnen

AD 19.12.2019 De mist rond het Nederlandse bombardement in het Iraakse Hawija is na drie Kamerdebatten nog altijd niet opgetrokken. Er blijft onduidelijkheid bestaan over informatie die minister Ank Bijleveld van Defensie daarover aan de Kamer heeft gegeven. ,,Ik vind het eerlijk gezegd ook waardeloos dat dit gebeurt.”

Bijleveld moest zich gisteren weer verantwoorden voor de luchtaanval die een Nederlandse F-16 uitvoerde in de nacht van 2 op 3 juni 2015 in Irak. Daarbij was een bommenfabriek het doelwit, maar omdat daar meer springstof lag dan gedacht, vielen er burgerdoden. Mogelijk wel zeventig.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lijnrecht

Dit keer wordt Bijleveld in de problemen gebracht door woordvoerders van het Amerikaanse commandocentrum Centcom. Na vragen door verschillende media geven die woordvoerders antwoorden die lijnrecht ingaan tegen de informatie die Bijlevelds ministerie van Defensie ontving.

Zo zei een woordvoerder tegen radioprogramma De Nieuws BV dat er door Centcom wel degelijk een eindrapport van de Nederlandse aanval was opgemaakt. Bijleveld had dit altijd ontkend. Daar blijft ze ook bij: ,,Centcom heeft keer op keer bevestigd dat er geen closure report is.” Defensie kreeg een voorlopig rapport en een aanvullend rapport en daarmee beschouwde Centcom de zaak gesloten. Waarom er geen derde rapport kwam met ‘closure’ erop, is niet bekend.

Piek

Het komt behoorlijk onzorgvul­dig en chaotisch over, aldus GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks.

Maar toen het debat al in volle gang was, kwamen NOS en NRC met nieuws over de officiële tabel van het aantal bevestigde burgerslachtoffers, die tussen mei en juli 2015 opeens een opmerkelijke piek laat zien in het aantal doden. Bijleveld schreef de Kamer dat dit níet door Hawija veroorzaakt is, maar een woordvoerder van de missie tegen IS zegt dat de zeventig burgerdoden die daar vielen wél worden meegeteld in de statistieken – al anderhalf jaar.

,,U zegt: het heeft niets met Hawija te maken”, zei SP-Kamerlid Sadet Karabulut, die het debat aanvroeg. ,,Maar dat blijkt wél zo te zijn.” GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks vroeg zich af ‘wat is er in vredesnaam aan de hand met de informatie-uitwisseling tussen Centcom en het ministerie’. ,,Het komt behoorlijk onzorgvuldig en chaotisch over.” Ook Bijleveld was zichtbaar getergd door de nieuwe informatie van ‘een kolonel in Bagdad’.

Officieel antwoord

Volgens de CDA-bewindsvrouw had ze deze week nog officieel de vraag aan Centcom gesteld of Hawija onderdeel is van het totaal aantal bevestigde slachtoffers. ,,Ik lees u het officiële antwoord even voor, in het Engels: ‘No, Centcom only reports confirmed numbers’.” Alleen bevestigde doden. En ze herhaalde: ,,Ik moet handelen op basis van officiële informatie en documenten, niet op mediaberichten.”

De Kamer wil wel dat Bijleveld nogmaals bij Centcom informeert hoe het nou écht zit. Bijleveld kan het boek Hawija daarmee nog niet dichtdoen. Vorige maand voerde Bijleveld al twee keer eerder een moeizaam debat met de Kamer over de kwestie, waarbij ze een motie van wantrouwen doorstond omdat de coalitiepartijen haar bleven steunen.

VS spreekt Bijleveld tegen: burgerdoden Hawija al 1,5 jaar meegeteld

NOS 19.12.2019 “Een gerucht” en “geen relevant getal”. Dat zei premier Rutte na afloop van het debat eind november over de zeventig burgerdoden van het Nederlandse bombardement in Hawija. Toch stelt een woordvoerder van het Amerikaanse Centcom, het hoofdkwartier van de Amerikaanse militaire missies, dat de 70 burgerdoden al zeker 1,5 jaar worden meegeteld in de statistieken.

Vanmiddag wordt minister Bijleveld van Defensie daarom opnieuw over de kwestie bevraagd in de Tweede Kamer.

Het was een cruciaal element in de verdedigingslinie van premier Rutte en minister Bijleveld tijdens het debat. Omdat de Amerikanen het officiële dodental nooit hadden vastgesteld, was de ernst van de situatie op het ministerie van Defensie nooit helemaal duidelijk.

“Centcom zegt zelf dat er op geen enkele manier is vast te stellen hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen,” aldus Rutte. Het is daarom niet vreemd dat zowel de Tweede Kamer als collega-ministers nooit zijn gewezen op de ernst van het incident, zo is de redenatie van het kabinet. Sterker nog, zo stelde Rutte na afloop, het is nog altijd niet duidelijk hoeveel mensen zijn omgekomen.

Doden tellen al anderhalf jaar mee

Dat ligt toch anders, blijkt uit antwoorden die NRC en NOS vandaag ontvingen van de Amerikaanse woordvoerder van de missie in Bagdad, kolonel Myles Caggins. “De internationale coalitie telt de ongeveer zeventig doden uit de 2015 Hawija luchtaanval al zeker achttien maanden mee in het totale aantal burgerdoden”, mailt hij op vragen van NOS en NRC. In totaal zouden er 1347 doden zijn gevallen bij aanvallen van de internationale coalitie, waaronder dus de 70 uit Hawija.

Gisteren nog liet Bijleveld weten het zelf ook te hebben nagevraagd bij Centcom, en dat de burgerslachtoffers die “zeer waarschijnlijk bij deze wapeninzet zijn gevallen, geen onderdeel uitmaken van het totale aantal van 1347”.

‘Misverstand’

Los van de antwoorden van kolonel Caggins zijn er nog meer aanwijzingen dat de Amerikanen al veel langer uitgaan van 70 doden.

Zo staat dat dodental in een e-mail die NOS en NRC in december 2018 ontvingen van Centcom. Kolonel Sean Ryan, op dat moment woordvoerder van de operatie tegen IS, liet weten dat bij de aanval op Hawija “helaas 70 burgers zijn gedood.”

Als minister Bijleveld in het tweede debat geconfronteerd wordt met de e-mail zegt ze dat dit is nagevraagd bij Centcom en dat dit op een misverstand berust. “Het is ook voor Centcom onduidelijk waarom de betrokken woordvoerder tegenover NRC en NOS is afgeweken van de officiële conclusies”, zegt ze. Ook Centcom komt met een nieuwe verklaring: “Het aantal burgerdoden kunnen we niet bevestigen.”

Na het debat hebben NOS en NRC opnieuw contact gezocht met kolonel Ryan, die inmiddels een andere baan heeft bij het Amerikaanse leger. Hij neemt het aantal van zeventig niet terug en laat weten dat zijn informatie in 2018 afkomstig was van de strike cell, een team uit Qatar dat alle informatie voor en na een luchtaanval bijhoudt. Volgens Ryan wordt deze informatie “constant geëvalueerd en geüpdatet”. Als er nieuw bewijs is over burgerdoden, dan past het team de informatie aan.

Op de vraag van NOS en NRC aan Centcom hoe het kan dat volgens Ryan het aantal doden in 2018 wél is vast te stellen, en op dit moment niet meer, komt geen antwoord.

Een enorme piek in 2015

Een tweede aanwijzing is een rapport (.pdf) uit 2018 van de National Defense University, een Amerikaanse militaire opleiding. In een grafiek met het aantal door Centcom officieel gerapporteerde burgerslachtoffers, is een enorme piek te zien in juni 2015, het moment van de aanval op Hawija. Volgens de grafiek zijn er tussen de vijftig en honderd officieel gemelde doden en gewonden in die maand.

Minister Bijleveld liet gisteren weten, na vragen van SP-Kamerlid Sadet Karabulut, dat in de grafiek inderdaad het aantal officieel bevestigde burgerslachtoffers te zien is. Maar het gaat hier volgens Bijleveld niet om de aanval op Hawija. In deze periode voerde de internationale coalitie namelijk “alleen al in de omgeving Kirkuk ruim veertig luchtaanvallen uit”.

De ontkenning van Bijleveld is opvallend, omdat er in deze periode nauwelijks bevestigde burgerslachtoffers zijn gevallen. Airwars – dat fulltime onderzoek doet naar burgerslachtoffers – analyseerde alle rapportages over burgerslachtoffers van Centcom. De conclusie: Centcom heeft over deze periode (mei-juli 2015), los van Hawija, slechts zes burgerdoden en vier gewonden bij luchtaanvallen in Irak gemeld.

Chris Woods, de directeur van Airwars, vindt het antwoord van de minister dan ook onbegrijpelijk. “Iedereen die even de tijd neemt om de cijfers te analyseren, ziet dat het wel om Hawija moet gaan.”

De tachtig mysterieuze doden

De derde aanwijzing is een maandrapportage die Centcom in april 2017 publiceerde. Daarin schrijft Centcom onderaan het verslag dat er nog tachtig doden zijn gevallen die “tot nu toe niet zijn gerapporteerd”.

Drie Amerikaanse hoge militairen lieten na deze publicatie aan Airwars en het Amerikaanse Foreign Policy weten dat het om doden gaat die gevallen zijn bij bombardementen van niet-Amerikaanse landen. “Maar de bondgenoten hebben de Verenigde Staten en de internationale coalitie onder druk gezet om details over deze aanvallen niet naar buiten te brengen”, aldus Foreign Policy.

Chris Woods van Airwars is, na het analyseren van alle aanvallen, ervan overtuigd dat zeventig van de tachtig doden betrekking hebben op Hawija. Volgens hem hebben de Amerikanen de cijfers in 2017 naar buiten gebracht uit frustratie over het gebrek aan transparantie bij de andere coalitielanden, waaronder Nederland.

Bekijk ook;

Bijleveld opnieuw op het matje om onduidelijkheid burgerdoden Hawija

NU 19.12.2019 Opnieuw is er onduidelijkheid over het aantal doden als gevolg van het Nederlandse bombardement op de Iraakse stad Hawija. Minister Ank Bijleveld (Defensie) moest zich donderdag opnieuw tegenover de Tweede Kamer verantwoorden naar aanleiding van nieuwe berichten dat er wel degelijk bevestigd wordt dat er zeventig doden zijn gevallen, terwijl het kabinet blijft volhouden dat er geen specifieke aantallen zijn vastgesteld.

“De aantallen zijn niet bevestigd”, hield Bijleveld de Kamer voor in een speciaal ingelast interpellatiedebat.

Eerder deze week meldde het radioprogramma De Nieuws BV dat uit navraag is gebleken dat Centcom, het Amerikaanse commandocentrum dat het aantal slachtoffers bij de luchtaanvallen in kaart brengt, wel een afsluitend rapport heeft opgemaakt over de bombardementen op Hawija. En daar zijn zeventig doden bij gevallen, wist de woordvoerder tegenover De Nieuws BV te melden.

Minister Bijleveld en premier Mark Rutte stelden onlangs in een debat juist dat dit zogenoemde closure report over de aanval op Hawija, nooit is opgemaakt.

SP wil opheldering en erkenning

Rutte en Bijleveld moesten in het debat eind november opheldering bieden of het kabinet voor de Kamer bewust heeft verzwegen dat bij het bombardement burgerslachtoffers zijn gevallen. Dat was volgens Rutte niet het geval, omdat er dus geen definitief oordeel was geveld over het specifieke aantal doden. Het aantal van zeventig doden deed hij tegenover BNR Nieuwsradio af als “geen relevant getal” en een “een gerucht”.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut wil opheldering over de tegenstrijdige berichten. Ook eist zij erkenning van het kabinet dat er wel degelijk burgerdoden zijn gevallen en duidelijkheid of er toch een eindrapport is en of de Kamer door het kabinet verkeerd is geïnformeerd. Zij roept het kabinet op om de rapporten van Centcom openbaar te maken.

Bijleveld: woordvoerder heeft zich vergist

Om de zaak voor het kabinet nog gecompliceerder te maken, meldden NRC Handelsblad en NOS nog tijdens het debat dat kolonel Myles Caggings, woordvoerder bij Centcom in Bagdad, dat de zeventig doden in Hawija al zeker achttien maanden meetellen in de overzichten van het aantal burgerdoden. Ook de Amerikaanse kolonel Sean Ryan bevestigt de zeventig burgerdoden

Bijleveld benadrukte donderdag nogmaals dat het kabinet de Kamer juist heeft geïnformeerd. Volgens de CDA-bewindsvrouw heeft de woordvoerder van Centcom zich tegenover De Nieuws BV vergist. De woordvoerder heeft verwezen naar een rapport uit juni 2015, maar dat rapport heeft nooit de stempel closure report gekregen. Bijleveld: “Navraag leert dat de woordvoerder doelde op het rapport waar de kamer over is gerapporteerd. Deze week heeft Centcom nogmaals bevestigd dat er geen closure report is.”

De kolonels in de berichtgeving van NRC en NOS zijn volgens Bijleveld niet de officiële woordvoerders van Centcom. Dat er opnieuw onduidelijk is ontstaan noemt de minister “waardeloos”.

D66 eist actie van kabinet: zorg voor eindrapport

Maar daar neemt onder meer coalitiepartij D66 geen genoegen mee. Kamerlid Salima Belhaj wil dat de minister gaat uitzoeken waarom er nooit een eindrapportage is opgemaakt en wat Nederland heeft gedaan om duidelijkheid hierover te krijgen.

Zij wil dat het kabinet bij Centcom alsnog het verzoek doet om een eindrapportage op te maken en om volledige medewerking te verlenen. “Transparantie over burgerdoden hoort bij een volwaardige democratie.”

Lees meer over: Politiek

Bijleveld: Kamer niet verkeerd geïnformeerd over Nederlandse luchtaanval in Irak

AD 18.12.2019 De Tweede Kamer is niet verkeerd geïnformeerd over een eindrapport van de Amerikanen over het  Nederlandse bombardement op het Iraakse Hawija. Daarbij vielen in 2015 mogelijk 70 burgerdoden. Dat schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie vanavond aan de Tweede Kamer. Morgen wacht haar op de valreep van het kerstreces wederom een zwaar debat over de kwestie.

Deze week meldde radioprogramma De Nieuws B.V. dat het Amerikaanse commandocentrum Centcom op vragen van het programma antwoordde dat er wel degelijk een zogeheten closure report was opgemaakt. Bijleveld ontkende vorige maand in een Kamerdebat dat de Amerikanen ooit zo’n definitief eindrapport hadden opgemaakt. Bij de luchtaanval van een Nederlandse F-16 op een bommenfabriek in Irak waren waarschijnlijk zeventig burgerslachtoffers te betreuren.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

‘Verwarring’

Dat leidde tot vragen uit de Tweede Kamer. Had de minister de Kamer nou weer verkeerd geïnformeerd? SP-Kamerlid Sadet Karabulut slaagde er met hulp van regeringspartij D66 in een debat aan te vragen. In aanloop naar dat – voor Bijleveld derde – debat over de kwestie schrijft de CDA-bewindsvrouw dat er sprake is van ‘verwarring’.

Een persvoorlichter van Centcom gaf aan De Nieuws B.V. weliswaar mondeling aan dat er een closure report is gemaakt, maar bij navraag door het ministerie van Defensie op ‘zeer hoog militair niveau’ wordt ‘nogmaals bevestigd dat er nooit een closure report is opgevraagd’. De persvoorlichter heeft volgens Bijleveld voor ‘verwarring’ gezorgd.

Persvoorlichter

Bijleveld heeft twee Centcom-rapporten: het voorlopige rapport van 15 juni  2015 over de Nederlandse aanval en het aanvullende onderzoek van 20 augustus 2015. Uit navraag blijkt dat de persvoorlichter op dat rapport heeft gedoeld, aldus Bijleveld. Daarop zijn niet de woorden ‘closure report’ te lezen, melden ingewijden, wat wél op het afgeronde Amerikaanse onderzoek naar twee burgerdoden door een Nederlandse bom in de Iraakse stad Mosul staat.

Ondanks Bijlevelds ontkenning kan het debat  morgen nog wel eens spannend worden voor de minister. Coalitiepartijen zijn bang dat D66 uit is op de scalp van de CDA-minister nu D66-staatssecretaris Snel vandaag het veld ruimde over de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Begin november haalde een motie van wantrouwen tegen Bijleveld het net niet, omdat de voltallige coalitie achter haar bleef staan.

Het is overigens niet de eerste keer dat Centcom-woordvoerders tegen de media andere dingen zeggen dan hoge militairen aan het ministerie laten weten. Eerder was er al verwarring over het schriftelijke antwoord van Centcom op vragen van NRC dat er in Hawija zeventig burgerdoden waren gevallen. Volgens Bijleveld houdt Centcom echter tegen haar ministerie vol dat het exacte aantal niet met zekerheid is te zeggen.

Op pad met VN-gezant Hennis: ’70 burgerdoden had ik heus wel onthouden’

Elsevier 04.12.2019 Oud-minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) voelt zich in de rug aangevallen door de Haagse rel over de burgerdoden bij een bombardement in Irak in juni 2015. Zij kreeg het verwijt dat zij de Kamer zou hebben voorgelogen, maar kon zich hiertegen niet verdedigen. In Elsevier Weekblad spreekt zij zich voor het eerst uit over deze kwestie.

Minister Ank Bijleveld (CDA) meldde op 4 november in een Kamerbrief dat er bij het bombardement 70 burgerdoden vielen en dat Hennis destijds de Kamer verkeerd had ingelicht. Hennis kreeg de avond tevoren te horen wat Bijleveld van plan was. Uit de reportage in Elsevier Weekblad blijkt dat zij hierdoor compleet werd overvallen. Zij was onderweg, had geen toegang tot de documenten van destijds en kon zich niet verweren.

Lees het hele interview met Jeanine Hennis: ‘Het aantal van 70 doden zou ik echt wel hebben onthouden’

Kwestie werd in Irak opgepikt en uitvergroot op sociale media

Hennis bezweert dat ze de Kamer niet heeft voorgelogen. De kwestie werd ook in Irak opgepikt en op sociale media uitvergroot. ‘Als het aantal van 70 burgerdoden toen bekend was geweest, dan had ik dat heus wel onthouden,’ zegt ze in het interview.

november 28, 2019 Posted by | 2e kamer, Centcom, debat, dreiging, Hawija, Irak, is, isis, islam, Liesbeth Zegveld, Mark rutte, politiek, terreur, terreurdreiging, tweede kamer | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

AD 07.11.2019

Telegraaf 07.11.2019

Spoeddebat 2e Kamer

De Tweede Kamer heeft tijdens een spoeddebat op dinsdag 05.11.2019 harde kritiek op minister Ank Bijleveld van Defensie geuit. De CDA-bewindsvrouw had eerder openheid van zaken moeten geven over burgerslachtoffers bij een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015. De Kamer werd daarover onjuist geïnformeerd.

AD 28.11.2019


Telegraaf 28.11.2019

AD 28.11.2019

AD 21.11.2019

Onjuiste informatie aan de 2e Kamer inzake de “kwestie Irak” !!

Minister Ank Bijleveld heeft uiteindelijk op dinsdag 05.11.2019 excuses gemaakt omdat de Tweede Kamer door haar voorganger verkeerd is geïnformeerd over een dodelijke aanval in Irak door Nederlandse F-16’s. Bijlevelds voorganger, Jeanine Hennis, had in 2015 gemeld dat er geen burgerdoden waren gevallen, maar dat was foute informatie. “Ik bied daarvoor oprechte excuses aan”, zegt Bijleveld nu

© Foto Lex van Lieshout Minister Ank Bijleveld (Defensie) en kolonel-vlieger Peter Tankink (directie Operaties) tijdens een persconferentie over een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in het Iraakse Hawija in 2015.

Op maandag 04.11.2019 maakte minister Bijleveld reeds bekend dat bij de aanval van Nederlandse F-16’s op een IS-doelwit in Irak in 2015 circa zeventig doden waren gevallen, onder wie burgers. Het is de eerste keer dat het kabinet zo open over een aanval is. 

AD 26.11.2019

Zeker zeventig burgers zijn in 2015 om het leven gekomen door een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in het Iraakse Hawija. Dat melden NOS en NRC op basis van bronnen.

Volgens NOS en NRC heeft het Amerikaanse Pentagon bevestigd dat bij de aanval in de nacht van 3 juni zeventig burgers omkwamen. De NOS schrijft echter dat ooggetuigen spreken van veel meer doden, onder wie zeker 23 kinderen.

Ook waren er honderden gewonden. Deze site schreef al eerder dat er aanwijzingen waren dat het een Nederlands vliegtuig was dat de bom afwierp. Dat geldt ook voor een bombardement in 2015 bij Mosul waar eveneens burgerslachtoffers bij vielen. Zowel de Nederlandse als de Amerikaans overheid weigerde toen meer informatie vrij te geven over die aanvallen.

Hoeveel doden er zijn gevallen bij beide incidenten, en om welke aanvallen het gaat kreeg de Kamer voor het eerst van het kabinet te horen, ruim vier jaar nadat beide incidenten plaatsvonden, en ruim twee weken nadat de NOS en NRC Handelsblad daarover berichtten.

Rechter

Eerder besloot de rechter juist nog dat Nederland niet meer openheid hoeft te geven over de luchtaanvallen. Advocate Liesbeth Zegveld had namens twee Irakezen om meer informatie gevraagd over een bombardement op een konvooi voertuigen vanuit Mosul in 2015.

Het bleek om een stoet taxi’s te gaan waarmee burgers uit de stad vluchten. Twee passagiers, die familieleden verloren bij de aanval, hebben een procedure tegen de Nederlandse staat lopen. Zij willen weten of het een Nederlandse bom was die hun geliefden doodde.

Pas na vier jaar en vijf maanden erkent de Nederlandse staat verantwoordelijkheid voor het bombardement op een bommenfabriek in de Iraakse stad Hawija, in de nacht van 2 op 3 juni 2015. De Nederlandse regering wist al binnen twee weken dat daarbij tientallen burgers om het leven kwamen – het bleken zeventig doden, onder wie 22 vrouwen en 26 kinderen. Maar het duurde tot deze maandag voordat minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) bereid was meer details prijs te geven.

Die late openheid komt nadat NRC en NOS op 18 oktober na onderzoek hadden geconcludeerd dat de bom die bewuste nacht werd afgeworpen door een Nederlandse F-16. Als onderdeel van de strijd tegen Islamitische Staat, waaraan Nederland in coalitieverband deelneemt.

Bijleveld heeft met dit dossier een politiek probleem geërfd van haar voorganger Jeanine Hennis (VVD). Naar nu blijkt is niet alleen de kennis verzwegen dát er burgerslachtoffers zijn gevallen in Hawija. Ook werd de Tweede Kamer er verkeerd over geïnformeerd.

Telegraaf 09.11.2019

Op 24 juni 2015 antwoordde toenmalig minister van Defensie Hennis schriftelijk op vragen van de Kamer dat voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen. Toch beschikte het ministerie toen al over een Amerikaans verslag waarin die slachtoffers wel staan vermeld. Bijleveld zegt nu: „We hadden er niets over kunnen zeggen, dat had de lijn moeten zijn. Maar dit zeggen, was verkeerd.”

Een week na die aanval meldde toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie aan de Kamer dat Nederland niet betrokken was bij luchtaanvallen in Irak waarbij burgerslachtoffers zouden zijn gevallen. Dat was niet correct, aldus Bijleveld nu.

Die ontkenning was fout, stelt minister Bijleveld vandaag. Of minister Hennis niet wist van de Amerikaanse conclusies, of dat ze bewust niet de waarheid sprak, schrijft ze niet. Maar het is niet de enige keer dat Hennis de Nederlandse betrokkenheid bij de dood van burgerdoden stellig ontkent.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer;

Een tweede keer dat er burgerslachtoffers vielen was in de nacht van 20 op 21 september 2015. Toen werd een aanval uitgevoerd op een vermeend hoofdkwartier van IS in de Iraakse stad Mosul. Dat bleek achteraf een complex met twee woonhuizen te zijn. Bij die aanval kwamen vier mensen uit één familie om. Deze site schreef begin dit jaar al dat Nederland waarschijnlijk verantwoordelijk was voor die aanval, op het huis van Basim Razzo en zijn gezin . Defensie wilde dat toen niet bevestigen.

De Tweede Kamer wil nu opheldering van Bijleveld, die politieke verantwoordelijkheid draagt voor de uitspraken van haar voorganger. Er werden al eerder vragen gesteld over de effecten van Nederlandse bombardementen boven Syrië en Irak, over deze specifieke aanval, maar tot maandag gaf de minister geen reactie.

GroenLinks noemt de zaak „heel ernstig” en Tweede Kamerlid Sadet Karabulut (SP) schrijft dat „Bijleveld zich niet moet verschuilen achter haar voorganger.” Joël Voordewind (ChristenUnie) noemt de kwestie „zeer kwalijk en verontrustend”. Tweede Kamerlid Salima Belhaj (D66) zegt precies te willen weten wie wat wanneer wist. Alle fracties, inclusief de gehele coalitie, willen spoedig in debat met de minister.

Want het parlement moedwillig onjuist informeren geldt als politieke doodzonde. Wat ook niet helpt: minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken, VVD) zei in december tegen EenVandaag dat „we geen precieze aantallen kennen”, als het gaat over burgerslachtoffers. „We hebben niet altijd gedetailleerde informatie wat er op de grond gebeurt.” Blok richtte zich hier weliswaar niet rechtstreeks tot de Kamer, maar dat het niet klopt wat hij zei, is nu duidelijk.

Telegraaf 08.11.2019

AD 08.11.2019

Spontane openheid of afgedwongen?

Het is voor het eerst dat Nederland openheid geeft over de toedracht van een luchtaanval waarbij zoveel burgerslachtoffers vielen. In de brief die minister Bijleveld maandag naar de Kamer stuurde, erkent de staat ook de verantwoordelijkheid voor een tweede geval waarbij burgers om het leven kwamen: bij een aanval in september 2015 op een vermeend hoofdkwartier van IS in Mosul. Het doelwit klopte niet, het bleek een woonhuis, en was gebaseerd op verkeerde inlichtingen. Er kwamen „zeer waarschijnlijk” vier burgers om het leven.

Bijleveld moet de Kamer ook op een andere vraag antwoord geven: is de huidige openheid van de Nederlandse regering over de burgerslachtoffers een eigen beleidskeuze, of kón ze niet anders door de publiciteit? De minister zegt nu dat ze „sowieso van plan was” de Kamer te informeren. En dat het niets te maken had met de publicaties in de media.

Het is een opvallende verklaring voor een bewindspersoon van een ministerie dat bekend staat om een doorgaans juist behoudende koers. Ze „moest”, zegt Bijleveld in een interview met NRC, „de vliegers en anderen nog spreken” voordat ze de Tweede Kamer kon informeren. Die piloten sprak de minister afgelopen donderdag, bijna twee weken na publicatie van het onderzoek. Een gebeuren na de aankomst van de eerste F-35 in Leeuwarden waarbij die vliegers elkaar sowieso al zouden treffen.

Is afgedwongen openheid – ook over het onjuist informeren van de Kamer – voldoende voor een geloofwaardig verhaal van de minister van Defensie? Deze vragen zijn mogelijk deze week al actueel. Op dinsdag debatteert de Tweede Kamer over de begroting voor Defensie. De kunst voor Bijleveld wordt nu om dat debat niet alleen over Hawija en over het vertrouwen in haar eigen positie te laten gaan.

Telegraaf 14.11.2019

Meer tijd nodig voor onderzoek

Pas eind volgende week hoopt het kabinet duidelijkheid te kunnen geven op de vraag wanneer welke minister wist over de burgerdoden door een luchtaanval van Nederlandse F-16’s in Irak ruim vier jaar geleden. Dat heeft minister Ank Bijleveld (Defensie) de Tweede Kamer donderdag 14.11.2019 laten weten.

Vorige week werd duidelijk dat de Kamer door Defensie over de kwestie onjuist is geïnformeerd. Het leidde tot een motie van wantrouwen van bijna de hele oppositie tegen Bijleveld. Zij hoorde pas enkele dagen voor het debat dat de Kamer was voorgelogen. De volksvertegenwoordiging wil nu volledige openheid van zaken, want het is volgens Bijleveld „aannemelijk” dat de meest betrokken ministeries kort na de aanval al op de hoogte zijn gebracht.

Het kabinet slaagde er niet in om nog voor woensdag 13.11.2019 informatie naar de Tweede Kamer te sturen over wie precies wat wist over het bombardement in 2015 op de Iraakse plaats Hawija. Bij een Nederlandse luchtaanval vielen destijds zeker zeventig burgerslachtoffers.

Toenmalig Defensie-minister Hennis meldde de Kamer, onjuist, dat er geen burgerslachtoffers waren en haar opvolger Bijleveld bood vorige week excuses aan voor die verkeerde informatie. Bijleveld noemde het aannemelijk dat ook andere ministeries op de hoogte waren gebracht van het incident, waaronder het departement van de premier. Met name eventuele betrokkenheid van premier Rutte ligt politiek gevoelig.

Zo volledig mogelijk

De Tweede Kamer wil nu precies weten wie wanneer op de hoogte is gesteld en welke kabinetsleden van de burgerdoden hebben geweten. Kamerleden wilden die informatie nog voor morgen ontvangen. Dan begint de behandeling in de Kamer van de begroting voor Buitenlandse Zaken.

Maar Bijleveld schrijft nu aan de Kamer, mede namens Rutte en de ministers Blok, Kaag en Grapperhaus, dat zij niet in staat is de antwoorden voor morgen af te hebben. Ze benadrukt dat het kabinet “zo volledig mogelijk wil zijn in de beantwoording van de vragen”.

Rapport hoofdkwartier Centcom zoek

Het kabinet kan een belangrijk rapport rond het Nederlandse bombardement in Irak in 2015, waarbij zeventig burgerdoden zijn gevallen, niet vinden. Dat meldt Elsevier Weekblad. Daardoor heeft het kabinet grote moeite een feitenrelaas over de kwestie op te stellen, iets wat minister van Defensie Ank Bijleveld vorige week heeft toegezegd tijdens het debat daarover.

Tijdens het debat vorige week baseerde zowel de minister als de Kamerleden zich op een ‘voorlopig rapport’ van het Amerikaanse militaire hoofdkwartier Centcom van 15 juni 2015 over de ‘nevenschade’ bij het bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in het Iraakse Hawija. Daarbij zijn zeventig doden gevallen, waaronder onschuldige burgers.  De voorlopig versie van het rapport zou echter nogal beknopt geweest zijn, zonder details.

In het kort

Dit gebeurde er in de zomer van 2015:

De nacht van 2 op 3 juni 2015

In de nacht van 2 op 3 juni 2015 bombardeert Nederland een bommenfabriek van IS bij de Iraakse stad Hawija. Door foute inlichtingen zijn meer bommen in de fabriek dan gedacht en zijn de ontploffingen groter.

4 juni 2015

Persbureau Reuters spreekt in een artikel voor het eerst over ‘ongeveer 70 doden, inclusief burgers’ bij een luchtaanval op een fabriek in Hawija.

9 juni 2015

Hennis wordt voor het eerst gebriefd over onderzoek naar de luchtaanval, waaruit naar voren komt dat het ‘geloofwaardig’ is dat er bij de luchtaanval ook burgerslachtoffers zijn gevallen.

15 juni 2015

Hennis ontvangt het definitieve onderzoek van CENTCOM, het Amerikaanse hoofdkwartier voor alle militaire missies in het Midden-Oosten. Nederland werkt hiermee samen tijdens de oorlog tegen IS. Ook in het definitieve onderzoek wordt het ‘geloofwaardig’ geacht dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het aantal van 70 wordt niet genoemd.

23 juni 2015

Minister Hennis informeert vervolgens de Kamer verkeerd. In antwoorden op Kamervragen schrijft ze: “Voor zover op dit moment bekend, is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.”

En dit is wat er nu 27.11.2019 bekend is over de informatievoorziening rond de aanval in Hawija;

Oktober 2014: Nederland begint bijdrage aan luchtcampagne van anti-IS-coalitie boven Irak.

Nacht van 2 op 3 juni 2015: Nederlandse F-16’s voeren een aanval uit op IS-faciliteit waar autobommen worden geproduceerd. Uit de eigen Battle Damage Assessment blijkt direct dat er sprake is van ‘onbedoelde nevenschade’, kortom: schade aan gebouwen.

4 juni 2015: Reuters meldt dat bij het bombardement op Hawija ‘een hele wijk’ is weggevaagd. Betrokkenen ter plaatse schatten het aantal doden op zeventig, zowel IS-terroristen als burgers. In de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO) wordt de aanval besproken, inclusief de ‘secundaire explosies’, het ‘zorgvuldige targeting proces’ en de ‘mogelijkheid van eventuele burgerslachtoffers’. De ministers van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie worden schriftelijk geïnformeerd. Algemene Zaken, het departement van premier Rutte, was afwezig in de SMO van 4 juni.

Juni 2015-mei 2016: tijdens deze hele periode is in de SMO met geen woord gerept over de aanval op Hawija.

9 juni 2015: minister van Defensie Hennis wordt gebriefd over de aanval. Voorlopig onderzoek door Centcom, het Amerikaanse hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie, wijst uit dat het ‘geloofwaardig’ is dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het ‘voorlopige onderzoek’ ontvangt Defensie op 15 juni.

23 juni 2015: In antwoord op Kamervragen, schrijft Hennis dat voor zover op dat moment bekend in de luchtcampagne tegen IS geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers.

Augustus 2015: Het Internationale Rode Kruis overhandigt aan Nederlandse ambassade in Bagdad een vertrouwelijke lijst van onbevestigde gevallen met burgerslachtoffers, waarin een aanval op Hawija op 4 november genoemd wordt waarbij naar verluidt 170 burgers waren gedood. De niet-gouvernementele organisatie Airwars spreekt in een openbaar rapport over tussen de 70 en 150 burgerdoden in Hawija.

Jan/feb 2016: Het initiële onderzoek van Centcom (d.d. 15 juni 2015) wordt door Defensie naar het OM gestuurd. De Yweede Kamer wordt erover ingelicht dat er twee gevallen van mogelijke burgerslachtoffers worden onderzocht.

1 juni 2017: De Tweede Kamer wordt vertrouwelijk ingelicht over gevallen waarbij mogelijk sprake was van burgerslachtoffers door Nederlandse wapeninzet.

13 april 2018: Minister Bijleveld licht de Kamer in over uitkomsten van onderzoeken van het Openbaar Ministerie naar aanvallen waarbij mogelijk sprake was van burgerslachtoffers. Locatie, datum en vermoedelijk aantal slachtoffers worden niet genoemd omdat ‘de inzet nog gaande was’.

1 januari 2019: De F-16-missie is afgelopen, het argument dat in april 2018 werd gehanteerd om informatie achter te houden, vervalt. Defensie ‘gaat aan de slag met een nieuwe toets van mogelijkheden van meer transparantie’.

Mei 2019: Minister Bijleveld zegt toe na het zomerreces te komen met een reactie op voorstellen van Kamerleden omtrent meer transparantie inzake mogelijke burgerslachtoffers.

30 september 2019: Minister Bijleveld vraagt de Kamer om meer tijd voor deze inhoudelijke reactie, ‘in het kader van zorgvuldigheid’.

18 oktober 2019: NRC en NOS melden dat Nederlandse F-16’s de luchtaanval op Hawija uitvoerden. Het Pentagon heeft desgevraagd gezegd dat er daarbij zeventig burgerdoden vielen. Bijleveld belooft dat de Kamer ‘op korte termijn’ wordt geïnformeerd over de haalbaarheid van meer transparantie.

4 november 2019: minister Bijleveld meldt de Kamer dat ‘op basis van de door Centcom aangehaalde open bronnen’ bij een Nederlandse aanval op Hawija in juni 2015 ‘ongeveer 70 slachtoffers’ zijn gevallen, ‘zowel IS-strijders als burgers’.

Dossier luchtaanval Hawija

Live AD

Teruglezen: Het Tweede Kamerdebat over burgerdoden Irak NRC

Verslaggever Inge Lengton live bij het debat;

  Tweets by ‎@IngeLengton

Dossier Luchtaanval Hawija NRC

lees: Brief MIN DEF Antwoorden Kamervragen burgerslachtoffers Karabulut 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija 25.11.2019

lees: Brief MIN DEF SV Karabulut over passage uit boek missie F16 25.11.2019

lees: Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija brief 25.11.2019

lees: regeling Werkzaamheden over antwoorden op vragen over de 70 burgerdoden in Irak Brief 20.11.2019

lees: Feitenrelaas inzake de transparantie over burgerslachtoffers bij luchtaanvallen brief 05.11.2019

lees: Transparantie burgerslachtoffers bij luchtaanvallen in de strijd tegen ISIS brief 04.11.2019

lees: kamerbrief over het iob onderzoek naar stabilisatieprogrammas in syrie  7 september 2018

lees: rapport review of the monitoring systems of three projects in syria  7 september 2018

lees: kamerbrief met voortgangsrapportage nederlandse bijdrage in strijd tegen isis 13.04.2018

lees: kamerbrief aanvullende artikel 100 brief nederlandse bijdrage aan de strijd tegen isis 29.01.2016

Bekijk ook;

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook:  Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

Kamer: nieuw onderzoek kabinet naar burgerslachtoffers Irak

NOS 03.12.2019 De Tweede Kamer wil dat het kabinet in Irak een nieuw onderzoek gaat doen naar de burgerslachtoffers die daar vier jaar geleden zijn gevallen bij een Nederlandse luchtaanval. Een motie daarover die vorige week werd ingediend door onder meer de regeringspartijen D66, CDA en ChristenUnie kreeg vandaag steun van een Kamermeerderheid. Coalitiegenoot VVD stemde tegen.

Vorige week verantwoordde het kabinet zich voor de gang van zaken rond de aanval op de Iraakse plaats Hawija en voor de onduidelijkheid over welke minister nu precies van wat op de hoogte was. Na een urenlang debat hield het kabinet de steun van de meerderheid: een motie van wantrouwen werd verworpen.

Nader onderzoek ter plaatse

Maar een meerderheid onder leiding van D66-Kamerlid Belhaj blijft er niet tevreden over dat nog steeds niet vaststaat hoeveel burgerslachtoffers er precies door Nederlandse toedoen zijn gevallen. Daarom moet het kabinet “ter plaatse nader onderzoek doen, waar mogelijk in samenwerking met niet-gouvernementele organisaties, de VN en lokale autoriteiten”.

Minister Bijleveld is niet erg enthousiast over dat verzoek. Ze wil de Kamer geen valse hoop bieden dat het aantal burgerslachtoffers uiteindelijk toch komt vast te staan. Ze gaat wel kijken hoe ze de motie gaat uitvoeren: “Ik zal mijn uiterste best doen.” Bijleveld benadrukte dat de situatie in Irak nog steeds onveilig is en dat dat het onderzoek bemoeilijkt.

Een idee van een deel van de oppositie om een zogenoemde parlementaire ondervraging te houden en zo meer duidelijkheid te krijgen over de Nederlandse betrokkenheid bij het bombardement haalde het niet. Ook de wens van een aantal oppositiepartijen om ex-minister Hennis geen gezant in Irak meer te laten zijn, kreeg geen meerderheid.

Bekijk ook;

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte tijdens het debat gisteravond © ANP

Kamer blijft na debat achter met een kater: ‘Wie gelooft deze premier nog?’

AD 28.11.2019 Tijdens het debat over de burgerdoden in Irak werd het op een gegeven moment zelfs regeringspartner ChristenUnie te veel. Hoe kon premier Mark Rutte zo ijzerenheinig blijven volhouden dat er niet over de kwestie gelogen is?

Met terugwerkende kracht is het lastig te begrijpen hoe er in juni 2015 door het toenmalige kabinet is gereageerd op het bericht dat bij een aanval van een Nederlandse F-16 op een IS-bommenfabriek in het Iraakse Hawija waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Internationale media spraken direct al van zo’n zeventig slachtoffers.

Hoewel het kabinet twee weken later over een verlenging van de missie van onze militairen moest beslissen, is de informatie niet gedeeld in de ministerraad. Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis vermoedt dat ze premier Rutte destijds wel heeft geïnformeerd en ze weet het zeker over toenmalige collega Koenders van Buitenlandse Zaken. Die twee zeggen daar geen herinnering aan te hebben.

Lees ook;

Kabinet doorstaat motie van wantrouwen rond burgerdoden Irak

Lees meer

© ANP

Regels

Er is geen doofpot, aldus Premier Rutte.

Maar daar moet allemaal niets achter worden gezocht, hield Rutte gisteren vol tegenover een kritische Tweede Kamer. Alles is destijds ‘volgens de regels verlopen’. De informatie over de burgerdoden ‘is niet bewust achtergehouden uit angst dat de verlenging in gevaar zou komen’, zoals de oppositie vermoedt.

En dat Hennis de Tweede Kamer destijds meldde dat er bij de acties van Nederlandse F-16’s ‘voor zover op dit moment bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen’ (terwijl ze toen al wél wist van Hawija) was geen bewuste leugen, volgens Rutte. Het was ‘een fout zinnetje’. Punt. De premier benadrukte tot twee keer toe: ,,Er is geen doofpot.”

Vooraf hadden de oppositiepartijen besloten de aanval te openen op Ruttes achilleshiel: zijn geloofwaardigheid. Zijn imago heeft de afgelopen negen jaar tijdens zijn premierschap al de nodige krassen opgelopen door verbroken beloftes en plotseling geheugenverlies in lastige dossiers. Daar kwam zijn ‘niet actieve herinnering’ aan de burgerdoden in Irak nog eens bovenop. ,,Ik kan geen herinnering faken”, stelde Rutte.

Geen geloof

Nu iedereen in Den Haag verwacht dat Rutte bij de komende Kamerverkiezingen nog één keer de kar gaat trekken als lijsttrekker van zijn VVD, is dit de tactiek waarmee zijn tegenstanders hem willen verslaan. ,,Wie gelooft deze premier nog?,’’ verzuchtte zowel PVV-leider Wilders, als SP-leider Marijnissen, als FvD-voorman Baudet. ,,Het wordt wel heel moeilijk deze premier nog te geloven’’, beklaagden GroenLinks-leider Klaver en 50Plus-baas Krol zich.

Rutte wierp zelf óók de vertrouwensvraag op. ,,Als u mij niet gelooft, ga ik wat anders doen.” Een motie van wantrouwen tegen zijn kabinet werd verworpen; voor GroenLinks en PvdA ging het opzeggen van het vertrouwen in het héle kabinet een stap te ver. Toch moest Rutte toezien hoe er wederom een stukje van zijn geloofwaardigheid werd afgeknabbeld.

Tegelijkertijd kreeg de unaniem verontwaardigde oppositie geen vat op de premier. Niet dat ze het niet probeerden. Maar Rutte bleef herhalen wat hij wilde zeggen. Er was niet zo veel aan de hand. Het ‘oogde ongemakkelijk’, dat wel.

De oppositiepartijen waren verbaal zo murw geslagen dat ze voor Defensieminister Ank Bijleveld – die begin deze maand nog stuntelde in een debat over dezelfde kwestie – amper kritische vragen over hadden. De minister waarvan aan het begin werd gedacht dat zij in de grootste politieke problemen zou komen, kwam zo geen moment in gevaar.

Onderzoek

Na twee debatten en meerdere Kamerbrieven is in elk geval één ding duidelijk: niemand sloeg alarm bij het bericht dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen door een Nederlandse bom. Betrokken bewindslieden vroegen niet door. Voor het besluit om de missie te verlengen was het volgens Rutte niet van belang, en de Amerikanen kwamen nooit met een eindrapport. Daardoor is ‘tot op de dag van vandaag’ niet duidelijk hoeveel doden er precies zijn gevallen.

Defensie moet daarom ter plekke onderzoek gaan doen in Hawija, wil de Kamer. Maar fact-finding wordt vier jaar na dato wel lastig, stelde Bijleveld, die waarschuwde voor valse hoop. ,,We gaan alle feiten niet boven tafel krijgen.” Maar de Kamer vindt dat het in elk geval geprobeerd moet worden. Dat is, stelde initiatiefnemer D66-Kamerlid Salima Belhaj, een ‘morele plicht’.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte tijdens het debat in de Tweede Kamer. Foto: ANP/ Koen van Weel

Kabinet overleeft affaire rond burgerdoden in Irak – Rutte herinnert zich niet ‘vermoedelijk’ te zijn geïnformeerd door Hennis

BIN 28.11.2019 Informatie over burgerdoden heeft geen rol gespeeld in de beslissing over de verlenging van de missie in Syrië en Irak. Dat zei premier Mark Rutte gisteravond in een urenlang debat. Het kabinet overleefde een motie van wantrouwen van de SP.

Jesse Klaver vroeg zich in het debat af of er mogelijk niet over burgerslachtoffers werd gerept omdat er drie weken na de aanval beslist moest worden over verlenging. “Dat is echt onzin”, reageerde Rutte. “Er is geen doofpot.”

Ook Thierry Baudet vermoedde dat er niks is gezegd over burgerdoden om de verlenging van de missie niet in gevaar te brengen. “Dit gaat om de integriteit van de democratie.”

Mogelijke burgerslachtoffers waren “niet relevant” voor het besluit om te verlengen, zo verdedigde Rutte het Kabinetsoptreden. “Er is altijd een risico op burgerslachtoffers.”

Alle procedures zijn correct gevolgd na de melding van burgerslachtoffers door een Nederlandse aanval in Irak in 2015, benadrukte premier Mark Rutte woensdagavond. Maar hij snapt ook het “ongemak” dat er bij de Kamer hierover heerst.

Rutte kan zich informatie van Hennis niet herinneren

Waarom gingen de alarmbellen niet af toen media een dag na de aanval meldden dat er zeker zeventig burgerdoden waren gevallen, vroegen partijen herhaald. Omdat het werd onderzocht, verklaarde Rutte keer op keer. En de internationale coalitie kon op basis van die openbare bronnen niks vaststellen. Daarna sleepte het dossier zich voort.

Ook het idee dat daardoor de Kamer verkeerd is geïnformeerd over de verlenging, klopte volgens de premier niet. Het protocol was destijds dat de Kamer nooit zou zijn geïnformeerd over burgerslachtoffers. PVV-voorman Geert Wilders zei dat de Kamer is “gepiepeld en dat is onvergeeflijk”.

De procedure is inmiddels veranderd. De Kamer wordt nu zo snel mogelijk op de hoogte gesteld als er burgerdoden vallen door een Nederlandse inzet.

Rutte herhaalde zich niet te kunnen herinneren dat toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie hem “vermoedelijk” op de hoogte heeft gesteld van mogelijke burgerdoden. Hennis weet ook niet meer waarom zij de Kamer enkele weken na de actie onjuist heeft geïnformeerd.

Kabinet overleeft motie van wantrouwen

Rutte hield strak aan zijn verdedigingslinie vast. Het lukte de oppositie niet om die te doorbreken. “Het kabinet doet hier te gemakkelijk over”, oordeelde Klaver. De coalitiepartijen waren mild. Zij willen vooral dat Defensie transparanter wordt. Een voorstel van D66 en ChristenUnie om ter plekke in Hawija onderzoek te doen naar burgerslachtoffers kreeg steun van een meerderheid.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) stond door het optreden van Rutte in de luwte. Slechts een half uur was ze aan het woord. Ze kreeg begin deze maand na een slecht optreden een motie van wantrouwen aan haar broek, die door vrijwel de hele oppositie werd gesteund. Een tweede motie van wantrouwen van de SP, die ook tegen de rest van het kabinet was gericht, haalde het woensdag bij lange na niet.

Kabinet doorstaat motie van wantrouwen rond burgerdoden Irak

AD 28.11.2019 Het kabinet heeft in de kwestie over de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden in Irak opnieuw een motie van wantrouwen doorstaan. Die kreeg alleen steun van de SP, PVV, Partij voor de Dieren, Denk, 50Plus, Forum voor Democratie en eenpitter Femke Merel van Kooten-Arissen.

Het is een kwestie van vertrouwen. Het is de vraag of u mij gelooft. Zo niet, dan ga ik iets anders doen. Zo ja, dan blijf ik, aldus Premier Rutte

Minister-president Mark Rutte stelde tijdens het debat zelf de vertrouwensvraag toen hij – tot ongenoegen van de Kamer – bleef volhouden dat hij zich niet herinnert dat Hennis hem destijds heeft ingelicht over het bombardement.

,,Dat wil niet zeggen dat het niet gebeurd is. Maar ik moet hier de waarheid spreken. Ik kan geen herinnering faken”, stelde Rutte. ,,Het is een kwestie van vertrouwen. Het is de vraag of u mij gelooft. Zo niet, dan ga ik iets anders doen. Zo ja, dan blijf ik.”

Rutte kan aanblijven, nu de motie die het vertrouwen in hem, Defensieminister Ank Bijleveld en ‘het hele kabinet’ werd verworpen.

Bijleveld wachtte voor de tweede keer deze maand een zwaar debat over de burgerdoden die door toedoen van een Nederlandse bom vielen in Hawija en hoe de Kamer daarover vervolgens verkeerd werd geïnformeerd. Zij kreeg echter nauwelijks kritische vragen, omdat de oppositie nu vooral Rutte bestookte met vragen.

Geen herinnering

Geert Wilders (PVV), Thierry Baudet (FvD), Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte © ANP

,,Het einde van dit kabinet is nabij en de burger zal zeggen: premier Rutte? Ik heb geen actieve herinneringen aan die man’’, zei PVV-leider Geert Wilders met een verwijzing naar Ruttes eigen verweer. Zelfs de doorgaans voorzichtige oppositiepartij SGP zei ‘kristalheldere’ antwoorden van de premier te verlangen en niet dat hij ‘ergens geen actieve herinnering aan heeft’.

Een groot deel van de oppositie verdenkt het vorige kabinet onder leiding van Rutte ervan dat bewust is gelogen over de burgerdoden. De Tweede Kamer moest in de weken na het misgelopen bombardement in 2015 instemmen met een verlenging van de missie van de Nederlandse F-16’s in het gebied.

Vrijwel alle oppositiepartijen vinden het al te toevallig dat uitgerekend in de dagen na het bombardement in zowel een brief aan de Tweede Kamer als in een Kamerdebat door toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis is gezegd dat er ‘voor zover op dit moment bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen’.

Inmiddels is bekend dat al direct na het bombardement begin juni 2015 bekend was dat de explosie veel groter was dan gedacht en dat er waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. In allerlei – buitenlandse – media werd toen al gesproken over zeventig slachtoffers. Dat was dus vóór Hennis de Tweede Kamer verkeerd informeerde.

Verlengen van missie

Dit debat gaat niet over burgerdo­den, maar over betrouw­baar­heid van de premier, aldus Thierry Baudet, FvD.

,,Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?’’, sneerde GroenLinks-leider Jesse Klaver gisteravond. Ook andere oppositiepartijen vonden de samenloop van omstandigheden te toevallig. ,,Dit debat gaat niet over burgerdoden, maar over betrouwbaarheid van de premier”, vond Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet. ,,De totale militaire misser moest uit het nieuws gehouden worden, want de missie moest koste wat kost verlengd worden.’’

Hennis heeft laten weten dat ze Rutte ‘vermoedelijk’ wel gebeld heeft, maar dat ze hem ‘niet alarmerend’ heeft verteld over de mogelijkheid van burgerdoden. ,,Hoe kun je niet alarmerend worden geïnformeerd over burgerdoden?’’, vroeg SP-leider Lilian Marijnissen zich af. ,,Waarom heeft de premier niet doorgevraagd? Had dat iets te maken met het verlengen van de missie die niet in gevaar mocht komen?’’

Dat ontkent Rutte. Volgens hem zijn de burgerdoden niet besproken in de ministerraad destijds. ,,Dat is ook logisch. Voor het nemen van het besluit om de missie te verlengen was dat ook niet relevant. We wisten altijd dat bij deze missie risico was op burgerslachtoffers. Het ging om levensgevaarlijk gebied.’’

Niet bewust

Volgens Rutte is er destijds een fout gemaakt, maar mag niet de conclusie worden getrokken dat de Kamer bewust is voorgelogen. ,,Het was beleid de Kamer niet te informeren over burgerdoden om de veiligheid van onze vliegers niet in gevaar te brengen.

Er had destijds in die brief moeten staan: u krijgt die informatie niet.’’ In plaats daarvan kwam er ‘een verkeerd zinnetje’ in een Kamerbrief. Achteraf, zegt hij, is niet meer ‘te reconstrueren’ hoe die fout gemaakt is. Maar, benadrukte de premier tot twee keer toe: ,,Er is geen doofpot.”

Dit kwam Rutte op harde kritiek te staan. Klaver: ,,Hoe kunt u dit iets anders noemen dan een leugen als Defensie wist dat die burgerdoden er waren?’’ Ook regeringspartij ChristenUnie had moeite met Ruttes uitleg. ,,Deze fout moet bewust zijn gemaakt”, vermoedde Kamerlid Joël Voordewind.

De SGP wilde vervolgens weten of Hennis nog is gevraagd hoe het ‘foute zinnetje’ in de brief kwam die onder haar verantwoordelijkheid naar de Kamer werd gestuurd. Dat moest Rutte eerst even navragen, maar het antwoord was ‘ja’. Volgens Rutte zegt Hennis niet te weten waarom maar ‘volgens haar is het niet bewust verkeerd in de Kamerbrief terechtgekomen’.

Hoe kunt u dit iets anders noemen dan een leugen als Defensie wist dat die burgerdo­den er waren?, aldus Jesse Klaver, GroenLinks.

Onderzoek

De regeringspartijen namen het op voor Rutte en huidige Defensieminister Bijleveld. Sloeg D66-Kamerlid Salima Belhaj tijdens het vorige debat nog een harde toon aan, nu was haar boodschap milder.

Ze kwam met een motie die Defensie oproept onderzoek te doen in Hawija. In 2015 was dat door het gevaar in de door IS gedomineerde regio niet mogelijk, maar nu wel, stellen de democraten. Het voorstel, dat mede wordt ingediend door het CDA, krijgt steun van een Kamermeerderheid.

Maandag bleek dat er door de Amerikanen nooit een eindrapport werd opgemaakt van het misgelopen bombardement. Daardoor is ‘tot op de dag van vandaag’ niet duidelijk hoeveel burgers de dood vonden.

Volgens D66 en CDA heeft Nederland ‘de morele plicht’ om dat alsnog in kaart te brengen én te onderzoeken hoe het kon gebeuren dat er in de bommenfabriek – het doelwit van de Nederlandse bom – veel meer springstof lag dan gedacht.

Volgens Bijleveld gaat zo’n ‘fact-finding mission na vier jaar heel erg lastig worden’. Ze zei de Kamer geen valse hoop te willen geven. ,,We gaan alle feiten niet boven tafel krijgen.”

Rutte ontkent doofpot rond Hawija-bombardement

Trouw 28.11.2019 De oppositie probeerde woensdagavond in het debat over het bombardement op het Iraakse Hawija met vermoedens premier Rutte klem te zetten. Die gaf geen krimp.

Een nieuw debat over burgerdoden in Haijwa, een nieuwe motie van wantrouwen voor Ank Bijleveld. Opnieuw kwam de minister van defensie niet ongeschonden uit een confrontatie met de Tweede Kamer over een Nederlands bombardement boven Irak, juni 2015. Daarbij vielen naar alle waarschijnlijkheid tientallen burgerdoden.

Drie weken geleden moest alleen Bijleveld de klappen van de oppositie opvangen, dit keer waren de pijlen vooral gericht op premier Mark Rutte. Ook hij moest een motie van wantrouwen incasseren van SP, PVV, Denk, 50Plus, Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie en het lid Van Kooten. Beide bewindslieden hielden aan het begin van de nacht steun van een ruime Kamermeerderheid.

Toch werd het een bij vlagen vervelend debat voor Bijleveld en zeker voor Rutte. Meerdere fracties geloven niet dat Rutte ‘geen herinneringen’ heeft aan burgerdoden bij het bombardement op Hawija, zoals hij zelf verklaart.

Onder meer Jesse Klaver (GroenLinks) en Geert Wilders (PVV) vermoeden dat de zaak destijds bewust is weggemoffeld, omdat het kabinet nog diezelfde maand moest beslissen over verlenging van de Nederlandse missie. Nieuws over burgerslachtoffers zou dit besluit in de weg kunnen staan.

Klaver noemde het ‘moeilijk voor te stellen dat er in het kabinet wel is gesproken over verlenging van de missie, en dat de burgerdoden daarbij niet zijn genoemd.’ Gezien de belangstelling die de premier doorgaans heeft voor internationale politiek en veiligheid, is het volgens de fractieleider van GroenLinks ook ongeloofwaardig dat hij zegt zich niets te herinneren van het bombardement.

Rutte ontkent stellig dat er motief was om te liegen. “Er is geen sprake van een doofpot”, zei hij tijdens het debat. Het was kabinetsbeleid om tijdens een missie niets te zeggen over burgerdoden. “Er had dus nooit iets aan de Kamer gemeld kunnen worden over Hawija.”

Er is volgens Rutte alleen een fout gemaakt door toenmalig defensieminister Hennis, kort na het bombardement, door de Kamer te vertellen dat daar geen burgerslachtoffers waren gevallen. Ze had moeten zwijgen, aldus de premier.

Rutte ziet ook geen enkele reden om destijds nieuws over burgerdoden te verdoezelen. Het had, zegt hij, sowieso geen rol gespeeld bij het besluit om de militaire missie boven Irak te verlengen. “We wisten altijd dat het risico op burgerdoden bestond.”

Veel meer dan verwijzen naar een mogelijk motief konden Kamerleden uiteindelijk niet. Daarmee werd de zaak het woord van Rutte tegen vermoedens van oppositieleden. De premier: “Het is aan de Kamer of u mij gelooft of niet. Zo niet, dan ga ik wat anders doen.”

Geheugenverlies

Naast de mogelijkheid van toedekken probeerden oppositiepartijen Rutte te pakken op zijn geheugenverlies, dat volgens hen geveinsd is. De premier houdt vol dat hij zich niet herinnerd dat hij destijds is geïnformeerd over mogelijke burgerslachtoffers, terwijl Hennis vermoedt dat zij hem dit wel verteld heeft.

Wilders trok een vergelijking met ontbrekende herinneringen bij de memo’s over de dividendbelasting, de door Zijlstra verzonnen ontmoeting met Poetin, en de bonnetjesaffaire van Teeven en Opstelten. Telkens had Rutte geen ‘actieve herinnneringen’.

De Tweede Kamer wil dat defensieminister Ank Bijleveld een nieuw onderzoek naar het precieze aantal slachtoffers in Hawija instelt. Dat zegde ze toe, tegelijkertijd temperde de minister de verwachtingen over wat er vier jaar later nog boven tafel komt. “Ik zal mijn uiterste best doen. Maar ik wil geen valse hoop bieden.”

Lees ook:

De Nederlandse bom op de bomfabriek in Hawija trof IS hard

Het kabinet moet de Kamer overtuigen dat Rutte echt niets wist, en dat er om goede redenen verschillen zijn tussen wat Bijleveld in een brief en in een eerder debat meldde. 

Meer over; Mark Rutte politiek Hawija Ank Bijleveld Marno de Boer

Rutte over Hawija: suggestie oppositie ’echt onzin’

Telegraaf 28.11.2019 Premier Rutte en minister Bijleveld (Defensie) hebben bij het debat over burgerdoden in Irak voldoende vertrouwen gehouden van de Tweede Kamer.

Een motie van wantrouwen, ingediend door de SP, kreeg steun van de PVV, 50Plus, FvD, de Dierenpartij, Denk en Van Kooten. GroenLinks, dat steevast over ’leugens’ sprak, steunde de motie niet. Toch suggereerde voorman Klaver dat de informatie over mogelijke burgerdoden bij de luchtaanval in 2015 bewust onder de pet was gehouden om de verlenging van de missie niet in gevaar te brengen.

De minister-president stelt dat het altijd zo is geweest dat er risico’s zijn op burgerdoden bij dit soort operaties. „Het vermoeden dat het is toegedekt vanwege het verlengingsbesluit is gewoon niet waar”, zegt Rutte. „Echt onzin.” Hij stelt verder dat de Tweede Kamer in die tijd nooit geïnformeerd werd over slachtoffers om militairen in het veld niet in gevaar te brengen. Ook niet vertrouwelijk.

Desondanks zei toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis enkele weken na de aanval in een brief aan de Kamer dat er geen burgerdoden waren gevallen. Volgens Rutte was dat een ’fout’. Hennis, zo stelt de premier, had moeten zeggen dat er geen informatie over burgerdoden werd gedeeld.

PVV-voorman Geert Wilders vindt dat de Kamer is „gepiepeld en dat is onvergeeflijk”. GroenLinks-leider Jesse Klaver is van mening dat er geen sprake is van een fout: „het is een leugen.”

De Kamer voert vanavond een kritisch debat over de informatie die is gedeeld over een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015. Daarbij vielen mogelijk 70 burgerslachtoffers.

Uit een brief van defensieminister Bijleveld blijkt dat behalve toenmalig minister Hennis ook ministers Van der Steur (Justitie) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren ingelicht over mogelijke burgerslachtoffers bij een bombardement van 3 juni 2015 op een autobommenfabriekje in Hawija.

De informatie was met Ruttes ministerie Algemene Zaken gedeeld. Hennis had volgens haar eigen herinnering ’vermoedelijk’ ook de premier mondeling op de hoogte gesteld van de bevindingen – grotere explosie dan verwacht, nader onderzoek nodig naar burgerslachtoffers. Rutte sluit niet uit dat het gesprek heeft plaatsgevonden, maar kan zich het niet herinneren.

SP: heeft Rutte dan niet doorgevraagd?

„Dat hebben we eerder gehoord”, hoont SP-fractieleider Marijnissen, die het spannende debat over de F-16 luchtaanval aftrapte. Ze wees erop dat de premier wel vaker op cruciale momenten zijn geheugen kwijt lijkt te zijn. Het verbaast haar dan ook niet dat dit bij de luchtaanval mogelijk opnieuw is gebeurd. „Kwam het hem goed uit, of drong het echt niet door en hebben we een ander probleem te pakken?”, wil zij van Rutte weten. „Heeft hij dan niet doorgevraagd?”

GL-leider Klaver denkt dat het het kabinet wel goed uitkwam om gegevens over de burgerdoden niet naar boven te laten komen. Toen de berichten over mogelijke slachtoffers naar buiten kwamen via diverse media en de Amerikanen die er onderzoek naar deden, moest Nederland beslissen over het verlengen van de Nederlandse militaire missie in Irak.

„Was het verlengen van de missie belangrijker dan de waarheid?”, wil Klaver weten. „Het heeft er alle schijn van dat cruciale info werd achtergehouden.” Hij wil een tijdlijn over de besluitvorming van de missie.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte buigen zich over de burgerdoden in Irak. Op de voorgrond enkele prominente Kamerleden.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte buigen zich over de burgerdoden in Irak. Op de voorgrond enkele prominente Kamerleden. Ⓒ ANP

Oppositieleider Wilders (PVV) vindt dat de Hawija-kwestie „aan alle kanten stinkt”. Hij heeft er moeite mee om de herinneringen van voormalig minister Hennis over het voorval te geloven.

Hij vraagt zich af hoe het kan dat zij niet geheel zeker weet dat zij premier Rutte ervan op de hoogte heeft gebracht, maar dat zij wel zeker lijkt te weten dat dit op een manier gebeurde die niet alarmerend was. „Hoe kan dat?”, wil Wilders weten. „Volgens mij kan alleen een geboren leugenaar dat.”

Leugenmachine

Ook hij wijst erop dat de VVD en de premier wel vaker aan geheugenverlies lijken te lijden, zoals bij de memo’s over de dividendtaks en het uit de duim gezogen bezoekje van Halbe Zijlstra aan het buitenhuis van Poetin. „De VVD is één grote leugenmachine”, concludeert de PVV’er. Hij weet het zeker. „Het einde van het kabinet is nabij en de burger zal zeggen: premier Rutte? Ik heb geen actieve herinnering aan die man.”

Ⓒ ANP

Wilders richt zijn pijlen ook op de PvdA. Niet alleen de premier zou namelijk over de mogelijke burgerdoden zijn geïnformeerd, maar ook toenmalig PvdA-ministers Koenders (Buitenlandse Zaken) en Ploumen (Buitenlandse Handel). Volgens Wilders waren de PvdA-bewindslieden betrokken bij de brief die waarin Bijlevelds voorganger de Tweede Kamer verkeerd informeerde. „De handtekeningen van Koenders en Ploumen stonden eronder”, schampert hij. Hij noemt de PvdA ’medeschuldig’.

De coalitie is beduidend milder. D66-Kamerlid Belhaj wil 4,5 jaar na de luchtaanval dat er alsnog een nieuw onderzoek wordt gedaan naar de hoeveelheid burgerdoden in Hawija. Een Kamermeerderheid lijkt dat te gaan steunen.

Maar minister Bijleveld en premier Rutte lijken van D66 verder weinig te hoeven vrezen. Belhaj vindt dat Bijleveld haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Wel wil ze weten waarom de CDA-bewindsvrouw de afwikkeling zo ’onhandig’ heeft gedaan.

CDA-Kamerlid Van Helvert roemt precisiebombardementen van onze F-16-vliegers. „Maar juist als het fout gaat, moet Defensie zorgvuldig informeren”, erkent hij. Hij wil dat het kabinet kritisch terugblikt en lessen trekt.

Verslaggever Inge Lengton is live bij het debat aanwezig; Tweets by ‎@IngeLengton

Rutte bestrijdt kwade opzet bij achterhouden burgerdoden Hawija

NU 27.11.2019 Premier Mark Rutte bestrijdt de suggestie dat het ministerie van Defensie in 2015 bewust heeft verzwegen dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen bij de aanval op Hawija om op die manier de verlenging van de IS-missie in Irak niet te dwarsbomen. “Er is geen sprake van doofpot”, zei de minister-president woensdagavond tijdens een debat in de Tweede Kamer.

Volgens Rutte was het voor de besluitvorming om de missie te verlengen “niet relevant” dat er burgerslachtoffers waren gevallen, omdat er rekening werd gehouden met het risico op burgerslachtoffers. Bovendien, zo stelt Rutte, is het nooit duidelijk geworden hoeveel doden er officieel zijn gevallen.

GroenLinks en Forum voor Democratie (FVD) vermoeden dat er moedwillig informatie is achtergehouden om ervoor te zorgen dat een verlenging van de IS-missie zou doorgaan. “Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?” vroeg Jesse Klaver (GroenLinks). Thierry Baudet (FVD): “Dit debat gaat niet meer alleen over de burgerdoden, maar over de betrouwbaarheid van deze premier en deze regering.”

De twee partijleiders wezen op de informatie over mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse bombardementen die het ministerie van Defensie begin juni 2015 al had, maar verzweeg voor de Kamer.

Niet lang daarna kondigde het kabinet aan de IS-missie te verlengen en schreef het in een brief aan de Kamer dat Nederland, voor zover bekend, niet betrokken is geweest bij luchtaanvallen waar burgerslachtoffers zijn gevallen.

In een debat op 30 juni van dat jaar sprak de Kamer vervolgens over de verlenging van de missie, maar zonder alle informatie.

Baudet ziet motief voor verzwijgen

Volgens Baudet doet het kabinet alsof het om “een slordigheid gaat”, maar hij vermoedt kwade opzet. De FVD-leider ziet “een motief” om de informatie achter te houden en dat is dat het voor het kabinet heel moeilijk zou worden om instemming van de Kamer te krijgen voor de verlenging van de missie als bekend zou worden dat Nederlandse bommen “een hele woonwijk hebben weggevaagd”.

Klaver denkt er, in andere bewoordingen, hetzelfde over. “Het heeft er alle schijn van dat doorgaan missie zo belangrijk was, dat cruciale informatie is achtergehouden.”

Hij wil alle documenten inzien die geleid hebben tot het kabinetsbesluit om de missie te verlengen. Dat moet ook duidelijk maken wat premier Rutte precies wist en wanneer hij precies op de hoogte is gesteld van het aantal burgerdoden.

Rutte: ‘Kans op burgerslachtoffers altijd aanwezig’

Volgens Rutte gaat het om niet meer dan een fout in de Kamerbrief van 23 juni 2015. In de brief wordt gemeld dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers zijn gevallen, maar het beleid was dat het kabinet geen mededelingen zou doen over de missies.

Voor de besluitvorming in de ministerraad is het volgens de premier niet relevant geweest om te weten of er burgerslachtoffers zijn gevallen, omdat het risico daarop bekend was. Maar wat Klaver betreft is dát niet relevant. “Het gaat erom dat de ministerraad een besluit heeft genomen zonder alle relevante informatie.”

Ook coalitiepartij ChristenUnie is kritisch. Joël Voordewind wil weten hoe de fout in de Kamerbrief terecht is gekomen. “Hoe en waarom is de Kamer destijds verkeerd geïnformeerd?” Volgens de premier is het echter onmogelijk om te reconstrueren hoe de fout in de brief is beland.

Baudet vraagt zich af of Rutte weg mag komen met ‘sorry’

Bijleveld overleefde eerder motie van wantrouwen

De Kamer debatteerde voor de tweede keer in korte tijd over burgerdoden in Hawija. Twee weken geleden overleefde defensieminister Bijleveld ternauwernood een motie van wantrouwen nadat zij moest toegeven dat de Tweede Kamer in 2015 verkeerd is geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden in Irak.

Bijleveld voegde daaraan toe dat dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte, in 2015 op de hoogte zijn gesteld. Maar daar staat de premier helemaal niets van bij.

Uit de Kamerbrief van afgelopen maandag blijkt dat toenmalig minister van Defensie Jeanine Hennis in 2015 de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, mondeling heeft geïnformeerd over Hawija en dat ze de premier “vermoedelijk” over dit onderwerp heeft gesproken. De toon van haar boodschap zou “niet alarmerend” zijn geweest. Premier Rutte zegt zich dat gesprek niet te kunnen herinneren, maar sluit ook niet uit dat het wel heeft plaatsgevonden.

Ondanks dat meerdere partijen in de Kamer het moeilijk konden geloven dat de premier zich daar niets over kon herinneren, bleef Rutte volhouden dat hij er geen herinnering aan heeft. Of de premier daarover de waarheid vertelt, is volgens Rutte “een kwestie van vertrouwen”.

Een klein deel van de oppositie heeft dat vertrouwen niet meer. De SP diende met de steun van PVV, PvdD, 5PLUS, DENK, FVD en Lid Van Kooten-Arissen een motie van wantrouwen in tegen Bijleveld, Rutte en het hele kabinet, maar haalde geen meerderheid. Ook het voorstel om een parlementaire ondervraging lijkt te stranden. Over die motie, waar PVV, GroenLinks, SP, PvdD, 50PLUS, DENK, FVD en Lid Van Kooten-Arissen achter staan, wordt op een later moment gestemd.

Lees meer over: Politiek

Rutte ontkent doofpot burgerdoden Irak

RTL 27.11.2019 Er was volgens premier Rutte geen doofpot over de mogelijke burgerdoden tijdens een Nederlandse bomaanval op Hawija in Irak in 2015. Dat zei hij vanavond tijdens een pittig debat in de Tweede Kamer. Oppositiepartijen houden grote moeite met zijn verhaal.

Premier Rutte moest samen met minister Ank Bijleveld tekst en uitleg geven over de communicatie rond de burgerdoden die vielen tijdens een Nederlands bombardement in Irak, in 2015.

‘Geen herinnering’

De Kamer wilde weten wat Rutte wist over het Nederlandse bombardement op een IS-bommenfabriek in Irak. De premier herhaalde tijdens het debat meerdere keren dat hij ‘geen herinnering heeft aan informatie in de maand juni in 2015’.

Rutte zei: “Ik kan u niet dwingen om mij te geloven. Het is een vertrouwensvraag. Ik kan een herinnering die ik niet heb, niet faken.”

Grote moeite houden met het geheugen

De oppositie blijft grote moeite houden met het haperende geheugen van Rutte. PVV-voorman Geert Wilders vindt dat de Kamer is ‘gepiepeld en dat is onvergeeflijk’.

Ook Jesse Klaver heeft veel moeite met Ruttes verhaal. “Het heeft er alle schijn van dat voor het doorgaan van de missie cruciale informatie is achtergehouden.”

De SP stelde dat de waarheid nog altijd niet boven tafel is, daarom diende de partij een motie van wantrouwen in tegen Rutte, minister Bijleveld en het hele kabinet. De SP kreeg daarbij de steun van oppositiepartijen PVV, Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie, Denk en het onafhankelijk Kamerlid Van Kooten-Arissen.

 floor bremer @floorbremer

Een pittig #debat voor Premier Rutte en minister Bijleveld van Defensie, op dit moment in de Tweede Kamer. Over een Nederlands bombardement in Irak, vier jaar geleden. Wie wist wat wanneer? En waarom is de Kamer boos? Hier een samenvatting in anderhalve minuut:

4  7:37 PM – Nov 27, 2019 See floor bremer’s other Tweets

Wanneer wist hij dat wel?

Wanneer de premier wel wist dat er burgerdoden waren gevallen? De topambtenaren van Rutte zijn in mei 2016 over definitieve rapporten geïnformeerd.

Maar hoeveel burgerdoden er bij de aanval zijn gevallen, blijft tot de dag van vandaag onduidelijk. Rutte zei: dat er bij de aanval ‘zeer waarschijnlijk burgerslachtoffers zijn gevallen,’ maar er zijn volgens hem geen aantallen genoemd.

Fout

Dat toenmalig minister van Defensie-Jeanine Hennis- enkele weken na de aanval in een brief aan de Kamer zei dat er geen burgerdoden waren gevallen. was volgens Rutte een fout, maar geen doelbewuste misleiding.

De oppositie vond dat weinig geloofwaardig, maar van opzet is volgens Rutte ‘0,0 bewijs’.

‘Niet relevant voor de verlenging van de missie’

De oppositie verdenkt Rutte ervan, dat hij de burgerdoden geheim willen om te voorkomen dat de Kamer bezwaar zou willen maken tegen de verlenging van de missie in Irak. Dat besluit volgde korte tijd na de aanval. Volgens de premier is dat verwijt ‘grote onzin.’

Dat er burgerdoden zijn gevallen was volgens hem ‘niet relevant’ voor het besluit tot verlenging van de missie. “Er is altijd een risico op burgerslachtoffers”, zei hij.

Meer transparantie

Wel beloven Rutte en minister Bijleveld de Tweede Kamer voortaan meer transparantie te geven over missies. Er zijn daarvoor nieuwe beleidsregels opgesteld.

Lees ook:

Harde kritiek tijdens debat burgerdoden Irak: ‘Kan ik Rutte nog geloven?’

Het bombardement op Hawija

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 nam Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS dit najaar blijkt dat Nederland verantwoordelijk is geweest voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. Zeker 70 burgers zouden daarbij om het leven. Zowel Defensie als het Openbaar Ministerie onderzocht het bombardement. Volgens Defensie zijn alle procedures gevolgd. Het OM vindt geen strafbare feiten.

De toenmalige minister van Defensie, Jeanine Hennis, wist al in 2015 over de burgerdoden, maar gaf foute informatie aan de Tweede Kamer. Op 23 juni 2015 zei ze dat geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak. Daarvoor bood huidig minister Ank Bijleveld tijdens een debat begin november haar excuses aan.

RTL Nieuws; Mark Rutte  Ank Bijleveld

De Tweede Kamer eiste van premier Rutte en minister van Defensie Ank Bijleveld opheldering over de burgerslachtoffers in Hawija.

De Tweede Kamer eiste van premier Rutte en minister van Defensie Ank Bijleveld opheldering over de burgerslachtoffers in Hawija. Foto David van Dam

Wie wist wat en op welk moment?

NRC 27.11.2019 In de Tweede Kamer kwam de vraag op of de verlenging van de Irak-missie een rol speelde bij de verhulling van informatie. Een motie van wantrouwen werd verworpen.

Hoe kan het dat niemand – premier Mark Rutte voorop – in 2015 gealarmeerd raakte van het Nederlandse bombardement op het Irakese Hawija, waarvan van meet af aan duidelijk was dat er meer schade, en „waarschijnlijk” burgerslachtoffers bij waren gevallen?

Die vraag werd, in vele gedaantes, op woensdagavond gesteld door alle partijen én regeringspartijen D66 en ChristenUnie aan premier Mark Rutte (VVD) en minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA).

Lees ook de reconstructie van NRC: Nederlandse bom doodde 70 mensen

In het eerste deel van het debat over de burgerslachtoffers die vielen in Hawija en over de vraag wie daarover wat en op welk moment wist, richtte de Tweede Kamer zich vooral op Rutte.

Maar ook de „zwijgcultuur” bij het ministerie van Defensie kwam aan bod (PvdA), de „selectieve dementie” van premier Rutte (Denk) en de vraag of „dit kabinet de waarheid wel wíl weten” (SP). D66 vroeg de minister alsnog een onderzoek in te stellen naar het exacte aantal burgerdoden dat in 2015 viel.

GroenLinks kwam met nieuwe feiten: want op 19 juni 2015, tien dagen nadat de toenmalige Defensieminister Jeanine Hennis (VVD) was gebrieft over de schade die het Nederlandse bombardement had aangericht, verstuurde het toenmalige kabinet-Rutte II een brief aan de Tweede Kamer, waarin ze aankondigde de Nederlandse bijdrage aan de anti-IS-coalitie in Irak te verlengen. „Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?”, vroeg Jesse Klaver.

Want die kennis, die niet werd vermeld in het overzicht dat Bijleveld al eerder naar de Tweede Kamer stuurde, schijnt nieuw licht op de context van die tijd: uit die verlengingsbrief blijkt dat in de ministerraad in juni 2015 met zekerheid is gesproken over de Nederlandse bijdrage in Irak. Zijn de burgerdoden daar ter sprake gekomen?

Nee, zei Rutte stelllig, toen hij begon de Kamer te antwoorden. De premier ontkende dat er bewust informatie voor de Kamer is achtergehouden, met als doel de missie in Irak te verlengen. Ook nadat Joël Voordewind van coalitiepartij ChristenUnie dat nadrukkelijk had gezegd. „Er is geen doofpot”, zei Rutte. En ook: „Ik kan geen herinneringen faken die ik niet heb.”

Afgeweken van de officiële lijn

Echt spannend werd het niet voor Rutte en Bijleveld. Dat het Amerikaanse opperbevel Centcom aan NRC en NOS had laten weten dat het om zeventig burgerdoden ging, weersprak Bijleveld, die het bij de Amerikanen had nagevraagd.

„Ook voor Centcom is het onduidelijk waarom die woordvoerder is afgeweken van officiële lijn”, zei ze. Rutte bleef volhouden dat hij geen herinneringen had aan dat hij geïnformeerd zou zijn in juni 2015. Maar ook als dat wel zo was, zei hij, had hij dat niet kunnen delen. Want het beleid was om over lopende operaties niets te zeggen.

Voor een deel van de oppositie was die uitleg onvoldoende: een motie van wantrouwen werd gesteund door de SP, de PVV, de Partij voor de Dieren, 50Plus, Denk en de eenmansfractie Van Kooten-Arissen – en werd verworpen.

Er stond duidelijk meer op het spel, in dit debat. De plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer was voller: er waren meer Kamerleden aanwezig, meer fotografen, meer publiek. Ank Bijleveld had goed nagedacht: droeg ze drie weken geleden tijdens het eerste debat over Hawija nog een fleurige blouse, op woensdagavond zat ze in het zwart in ‘vak K’.

Ook de PvdA kreeg kritiek. Want ook ministers van die partij (Bert Koenders, toen minister van Buitenlandse Zaken en Lilianne Ploumen, toen minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) ondertekenden samen met Hennis op 23 juni 2015 de brief met daarin onjuiste informatie aan de Kamer. „U heeft honderd kilo boter op uw hoofd”, verweet Geert Wilders (PVV) de PvdA.

Het was diezelfde Wilders die de meeste oppositie bedreef, de eerste uren. Als enige fractievoorzitter onderbrak hij de regeringspartijen tijdens hun bijdrage met vragen over de stabiliteit van de coalitie en wees hij fijntjes op de onderlinge onmin tussen regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.

Zoals op ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers, die tegen NU.nl zei over het vergeten van informatie over burgerslachtoffers door Rutte: „Ik denk wel dat ik het zou hebben onthouden.” Bijleveld zou volgens Wilders „met twinkelende oogjes” Rutte bij het onderwerp betrokken hebben.

D66-Kamerlid Salima Belhaj beet hij toe dat haar partij „broodroof” pleegde. „U maakt ons als oppositie overbodig.” „Dit gaat over oorlog”, reageerde Belhaj. „Ik probeer hier serieus mee om te gaan, ik wil ontdekken wat er is gebeurd.” Dit debat zal daarvan slechts het begin zijn.

GroenLinks en FVD: Kwade opzet bij achterhouden burgerdoden Hawija

MSN 27.11.2019 GroenLinks en Forum Voor Democratie (FVD) vermoeden dat het ministerie van Defensie in 2015 bewust heeft verzwegen dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen bij de aanval op Hawija om op die manier de verlenging van de IS-missie in Irak niet te dwarsbomen.

“Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?” vroeg Jesse Klaver (GroenLinks) aan het kabinet tijdens het Kamerdebat woensdagavond.

Thierry Baudet (FVD): “Dit debat gaat niet meer alleen over de burgerdoden, maar over de betrouwbaarheid van deze premier en deze regering.”

De twee partijleiders wezen in het debat op de informatie over mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse bombardementen.

Deze informatie had het ministerie van Defensie begin juni 2015 al, maar verzweeg dat voor de Kamer. Niet lang daarna kondigde het kabinet aan de IS-missie te verlengen en schreef het in een brief aan de Kamer dat Nederland voor zover bekend niet betrokken is geweest bij luchtaanvallen waar burgerslachtoffers zijn gevallen.

In een debat op 30 juni van dat jaar sprak de Kamer over de verlenging van de missie, maar zonder alle informatie.

Baudet ziet motief voor verzwijgen

Volgens Baudet doet het kabinet alsof het om “een slordigheid gaat”, maar hij vermoedt kwade opzet. De FVD-leider ziet “een motief” om de informatie achter te houden en dat is dat het voor het kabinet heel moeilijk zou worden om instemming van de Kamer te krijgen voor de verlenging van de missie als bekend werd dat Nederlandse bommen “een hele woonwijk hebben weggevaagd”.

Klaver denkt er, in andere bewoordingen, hetzelfde over. “Het heeft er alle schijn van dat doorgaan missie zo belangrijk was, dat cruciale informatie is achtergehouden”, aldus de GroenLinks-leider.

Hij wil alle documenten inzien die geleid hebben tot het kabinetsbesluit om de missie te verlengen. Dat moet ook duidelijk maken wat premier Rutte precies wist en wanneer hij precies op de hoogte is gesteld van het aantal burgerdoden.

Baudet sluit zich bij die oproep aan. “De Kamer moet staan voor eigen relevantie in de rechtsstaat. Wij moeten afdwingen dat we serieus worden genomen.”

Volgens Rutte gaat het om een fout in een Kamerbrief. In de brief wordt gemeld dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers zijn gevallen, maar het beleid was dat het kabinet geen mededelingen zou doen over de missies. “Er is geen sprake van een doofpot”, aldus Rutte.

Bijleveld overleefde eerder motie van wantrouwen

De Kamer debatteert voor de tweede keer in korte tijd met minister Ank Bijleveld (Defensie) over de burgerdoden bij de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija. Twee weken geleden overleefde Bijleveld ternauwernood een motie van wantrouwen nadat zij moest toegeven dat de Tweede Kamer in 2015 verkeerd is geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden in Irak.

Bijleveld voegde daaraan toe dat dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte, in 2015 op de hoogte zijn gesteld. Maar daar staat de premier helemaal niets van bij.

Uit de Kamerbrief van afgelopen maandag blijkt dat Hennis in 2015 de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, mondeling heeft geïnformeerd over Hawija en dat ze de premier “vermoedelijk” over dit onderwerp heeft gesproken. De toon van haar boodschap zou “niet alarmerend” zijn geweest. Premier Rutte zegt zich dat gesprek niet te kunnen herinneren, maar sluit ook niet uit dat het wel heeft plaatsgevonden.

Meerdere partijen geloven niet de premier niets meer kan herinneren. PVV-leider Geert Wilders: “Wij moeten geloven dat zijn geheugen haperde? Denkt premier Rutte dat we gek zijn?”

Harde kritiek tijdens debat burgerdoden Irak: ‘Kan ik Rutte nog geloven?’

RTL 27.11.2019 “Het kabinet liegt en bedriegt de boel bij elkaar.” “Kan ik de premier nog geloven met zijn haperende geheugen?” De oppositie komt met harde kritiek tijdens het debat waarin premier Rutte en minister Bijleveld tekst en uitleg moeten geven over de communicatie rond de burgerdoden die vielen tijdens een bombardement in Irak, vier jaar geleden.

Wie wist wat, op welk moment? Om hoeveel slachtoffers ging het nu precies, én: hoe is vervolgens de Kamer geïnformeerd?

Dat zijn de vragen die centraal staan in het pittige debat waarin premier Rutte en Defensie-minister Bijleveld tekst en uitleg moeten geven over de communicatie rond de burgerdoden die vielen tijdens een Nederlands bombardement in Irak, vier jaar geleden.

‘Deze kwestie stinkt’

De oppositiepartijen hebben allemaal moeite met het verhaal van de premier. Ze eisen dat de waarheid boven tafel komt. Rutte zegt zich niet te kunnen herinneren dat hij is geïnformeerd over het bombardement. Eerder zei minister Bijleveld nog ‘dat het aannemelijk is dat de meest betrokken ministeries wel zijn geïnformeerd’.

“Deze hele kwestie stinkt”, concludeert PVV-leider Wilders. Voor hem is het duidelijk: de premier liegt. Ook de SP twijfelt aan zijn geloofwaardigheid. “Rutte wil ons doen geloven dat hij er herinneringen aan heeft. Dat hebben we eerder gehoord”, zegt SP-leider Lilian Marijnissen.

Ook Jesse Klaver heeft veel moeite met Ruttes verhaal. “Het heeft er alle schijn van dat voor het doorgaan van de missie cruciale informatie is achtergehouden.”

 floor bremer @floorbremer

Een pittig #debat voor Premier Rutte en minister Bijleveld van Defensie, op dit moment in de Tweede Kamer. Over een Nederlands bombardement in Irak, vier jaar geleden. Wie wist wat wanneer? En waarom is de Kamer boos? Hier een samenvatting in anderhalve minuut:

4  7:37 PM – Nov 27, 2019 See floor bremer’s other Tweets

Harde klappen

Niet alleen de premier, maar ook Defensie-minister Ank Bijleveld krijgt harde kritiek, van zowel de oppositie- als de regeringspartijen.

Bijleveld gaf in een eerder debat, drie weken geleden, toe dat haar voorganger Hennis de Kamer verkeerd had geïnformeerd. Die wist destijds over de burgerdoden, maar loog daarover tegen de Tweede Kamer. Minister Bijleveld bood daarvoor excuses aan.

Motie van wantrouwen

Bijlevelds optreden was tijdens dat debat zwak, wat leidde tot een motie van wantrouwen. Die werd gesteund door bijna alle oppositiepartijen.

Het is er volgens Marijnissen sinds het vorige debat niet veel beter op geworden. Volgens de SP schoffeert de minister de Kamer en alle Nederlanders. “Want wij hebben recht op de waarheid”, stelt Marijnissen.

 floor bremer @floorbremer

Het #debat over de burgerdoden in Irak is begonnen. Meteen op tafel: de geloofwaardigheid van premier Rutte en zijn haperende geheugen:

27  7:24 PM – Nov 27, 2019 30 people are talking about this

Cruciale informatie achtergehouden

GroenLinks-leider Klaver wil van het kabinet weten of, tijdens het praten over verlenging van de missie in Irak, gesproken is over de burgerslachtoffers bij de aanval in juni 2015. “Het heeft er alle schijn van dat verlenging zo belangrijk was, dat het ministerie van Defensie cruciale informatie heeft achtergehouden.”

Joël Voordewind van regeringspartij ChristenUnie concludeert dat Defensie doelbewust informatie verzwijgt. “Is die verkeerde reflex om informatie achter te houden inmiddels onderdeel van de cultuur geworden?”, vraagt hij zich af.

Het bombardement op Hawija

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 nam Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS dit najaar blijkt dat Nederland verantwoordelijk is geweest voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. 70 burgers kwamen daarbij om het leven. Zowel Defensie als het Openbaar Ministerie onderzocht het bombardement. Volgens Defensie zijn alle procedures gevolgd. Het OM vindt geen strafbare feiten.

De toenmalige minister van Defensie, Jeanine Hennis, wist al in 2015 over de burgerdoden, maar gaf foute informatie aan de Tweede Kamer. Op 23 juni 2015 zei ze dat geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak. Daarvoor bood huidig minister Ank Bijleveld tijdens een debat begin november haar excuses aan.

Lees ook:

‘Rutte geïnformeerd over bombardement, maar niet over 70 slachtoffers’

RTL Nieuws; Mark Rutte  Ank Bijleveld  Tweede Kamer  Ministerie van Defensie  Defensie

Debat burgerdoden Irak: oppositie ziet gegoochel met waarheid, Rutte niet

NOS 27.11.2019 Mogelijke burgerdoden hebben geen rol gespeeld bij het besluit om de missie in Syrië en Irak te verlengen. Dat zei premier Rutte in het tweede debat in korte tijd over de slachtoffers die in 2015 in Irak vielen door een Nederlandse luchtaanval.

“Bij de strijd tegen IS was er altijd een risico op burgerslachtoffers”, zei de premier. Het gegeven dat er een onderzoek liep naar eventuele burgerslachtoffers was volgens Rutte “niet relevant” voor de besluitvorming over de missieverlenging.

GroenLinks, SP en Forum voor Democratie vroegen zich eerder vanavond hardop af of er een verband was. “Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?”, zei Klaver van GroenLinks. Fractieleider Baudet van FvD sloot zich daarbij aan. “Ze wilden de missie in Irak verlengen, dus moesten ze uit het nieuws houden dat daar burgerslachtoffers waren gevallen.”

Gepiepeld

Het verlengen gebeurde eind juni 2015, het Nederlandse bombardement was begin die maand. Toenmalig minister Hennis zei in juni in de Kamer tot twee keer toe dat Nederland niet betrokken was bij bombardementen waarbij burgerdoden waren gevallen, terwijl ze toen al wist dat dat vermoedelijk wel was gebeurd.

“We zijn gepiepeld”, zei PVV-leider Wilders hierover. “De Kamer stemt in zonder het te weten.”

Rutte erkende wel dat er een fout zat in een brief van het kabinet aan de Kamer uit juni 2015. Daarin stond: “Voor zover op dit moment bekend is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.”

Volgens de premier had daar moeten staan: “Die informatie geven we u niet.” Het beleid was toen om dit type informatie bij lopende missies niet met de Tweede Kamer te delen, aldus Rutte. “We wilden onze vliegers namelijk niet in gevaar brengen.”

Rutte: brief aan de Kamer bevatte een fout, niet een leugen

Klaver accepteerde dat niet. “De informatie was beschikbaar, en de Kamer is willens en wetens verkeerd geïnformeerd.” Hij kreeg bijval van ChristenUnie-Kamerlid Voordewind: “De fout, zoals de premier dit noemt, is wel heel opmerkelijk. Wie zegt mij dat er de volgende keer niet weer een fout in een brief staat?”

De aanval waar het om gaat, was op 3 juni 2015. Een Nederlandse F-16 bombardeerde toen de Iraakse stad Hawija. Daarbij kwamen zeker 70 burgers om. Of de Kamer daarover is geïnformeerd is één vraag die voorligt, maar het debat gaat ook over de vraag of Rutte er destijds over wist.”

Hoe goed is de politieke antenne van onze minister-president eigenlijk afgesteld?”, aldus PvdD-fractieleider Ouwehand.

Defensieminister Bijleveld schreef maandag in een Kamerbrief dat haar voorganger Hennis premier Rutte vermoedelijk mondeling had geïnformeerd op een “niet alarmerende” toon. De premier heeft de afgelopen weken meermaals gezegd (vanavond ook) zich het gesprek met Hennis niet te kunnen herinneren, hoewel hij ook niet uitsluit dat het heeft plaatsgevonden.

“Hoe goed is de politieke antenne van onze minister-president eigenlijk afgesteld?”, zei PvdD-fractieleider Ouwehand daar vanavond over. Partijleider Marijnissen van de SP vroeg zich af hoe het kan dat berichten over mogelijke burgerslachtoffers de kwalificatie “niet alarmerend” hebben meegekregen.

Een opvallend moment in het debat was toen Rutte zei dat het Amerikaanse leger, dat de leiding had over de missie, nooit heeft kunnen vaststellen dat er 70 burgerslachtoffers zijn gevallen. Terwijl een woordvoerder van de legerleiding van de VS (Centcom) dat in 2018 heeft laten weten aan NRC.

 Ben Meindertsma @ben_meindertsma

Voor de goede orde: dit is wat Kolonel Sean Ryan van Centcom in december 2018 aan NOS/NRC (via @JournaJannie) laat weten. Gaat Bijleveld zo uitleg over geven.

Minister Bijleveld stelde even later dat Centcom desgevraagd aan haar heeft laten weten dat de woordvoerder is afgeweken van de officiële conclusies. “In hun onderzoek concluderen ze dat er zeer waarschijnlijk burgerslachtoffers zijn gevallen, en dat het onderzoek niet in staat was om het specifieke aantal vast te stellen.”

Persbureau Reuters schreef daags na het bombardement dat er volgens getuigen zo’n 70 doden waren gevallen. “In openbare bronnen werd al snel de beroemde 70 genoemd”, zei Rutte vanavond. “In de toekomst zou het goed zijn als dat soort informatie meteen naast de wél bevestigde informatie wordt gelegd. Dat is hier niet gebeurd.”

D66-Kamerlid Belhaj pleitte in het debat voor een nieuw onderzoek naar de burgerslachtoffers. “Hoe kan het dat vier jaar later nog niet vaststaat hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen? Nederland heeft de morele plicht om dit zo goed mogelijk in kaart te brengen.” Coalitiegenoot ChristenUnie sloot aan bij de roep om een onderzoek.

Begin deze maand debatteerde de Tweede Kamer ook al over deze kwestie met minister Bijleveld. Toen ging het debat vooral over het onjuist informeren van de Kamer. Bijleveld bood hiervoor “oprechte excuses” aan en overleefde een motie van wantrouwen.

Bekijk ook

GroenLinks en FVD: Kwade opzet bij achterhouden burgerdoden Hawija

MSN 27.11.2019 GroenLinks en Forum Voor Democratie (FVD) vermoeden dat het ministerie van Defensie in 2015 bewust heeft verzwegen dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen bij de aanval op Hawija om op die manier de verlenging van de IS-missie in Irak niet te dwarsbomen.

“Was het verlengen van de missie belangrijker dan het delen van de waarheid?” vroeg Jesse Klaver (GroenLinks) aan het kabinet tijdens het Kamerdebat woensdagavond.

Thierry Baudet (FVD): “Dit debat gaat niet meer alleen over de burgerdoden, maar over de betrouwbaarheid van deze premier en deze regering.”

De twee partijleiders wezen in het debat op de informatie over mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse bombardementen.

Deze informatie had het ministerie van Defensie begin juni 2015 al, maar verzweeg dat voor de Kamer. Niet lang daarna kondigde het kabinet aan de IS-missie te verlengen en schreef het in een brief aan de Kamer dat Nederland voor zover bekend niet betrokken is geweest bij luchtaanvallen waar burgerslachtoffers zijn gevallen.

In een debat op 30 juni van dat jaar sprak de Kamer over de verlenging van de missie, maar zonder alle informatie.

Baudet ziet motief voor verzwijgen

Volgens Baudet doet het kabinet alsof het om “een slordigheid gaat”, maar hij vermoedt kwade opzet. De FVD-leider ziet “een motief” om de informatie achter te houden en dat is dat het voor het kabinet heel moeilijk zou worden om instemming van de Kamer te krijgen voor de verlenging van de missie als bekend werd dat Nederlandse bommen “een hele woonwijk hebben weggevaagd”.

Klaver denkt er, in andere bewoordingen, hetzelfde over. “Het heeft er alle schijn van dat doorgaan missie zo belangrijk was, dat cruciale informatie is achtergehouden”, aldus de GroenLinks-leider.

Hij wil alle documenten inzien die geleid hebben tot het kabinetsbesluit om de missie te verlengen. Dat moet ook duidelijk maken wat premier Rutte precies wist en wanneer hij precies op de hoogte is gesteld van het aantal burgerdoden.

Baudet sluit zich bij die oproep aan. “De Kamer moet staan voor eigen relevantie in de rechtsstaat. Wij moeten afdwingen dat we serieus worden genomen.”

Volgens Rutte gaat het om een fout in een Kamerbrief. In de brief wordt gemeld dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers zijn gevallen, maar het beleid was dat het kabinet geen mededelingen zou doen over de missies. “Er is geen sprake van een doofpot”, aldus Rutte.

Bijleveld overleefde eerder motie van wantrouwen

De Kamer debatteert voor de tweede keer in korte tijd met minister Ank Bijleveld (Defensie) over de burgerdoden bij de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija. Twee weken geleden overleefde Bijleveld ternauwernood een motie van wantrouwen nadat zij moest toegeven dat de Tweede Kamer in 2015 verkeerd is geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden in Irak.

Bijleveld voegde daaraan toe dat dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte, in 2015 op de hoogte zijn gesteld. Maar daar staat de premier helemaal niets van bij.

Uit de Kamerbrief van afgelopen maandag blijkt dat Hennis in 2015 de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, mondeling heeft geïnformeerd over Hawija en dat ze de premier “vermoedelijk” over dit onderwerp heeft gesproken. De toon van haar boodschap zou “niet alarmerend” zijn geweest. Premier Rutte zegt zich dat gesprek niet te kunnen herinneren, maar sluit ook niet uit dat het wel heeft plaatsgevonden.

Meerdere partijen geloven niet de premier niets meer kan herinneren. PVV-leider Geert Wilders: “Wij moeten geloven dat zijn geheugen haperde? Denkt premier Rutte dat we gek zijn?”

LIVE | Wilders: Burger zal straks zeggen: Rutte? Ik heb geen actieve herinnering aan die man

AD 27.11.2019 Wat heeft het ministerie van Defensie begin juni 2015 nou precies aan het kabinet gedeeld over de burgerdoden bij een Nederlands bombardement in Irak? En is premier Rutte nou wel of niet op de hoogte gesteld? De Kamer eist vanavond tijdens het debat over de kwestie duidelijke antwoorden van de premier en minister Ank Bijleveld (Defensie). Mis niks van het debat met ons liveblog.

Bij een Nederlands bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in Hawija kwamen waarschijnlijk zo’n zeventig burgers om het leven. Minister Bijleveld legde begin deze maand tijdens een zwaar debat al verantwoording af over de kwestie, nadat bleek dat haar voorgangster Jeanine Hennis wist dat het ‘geloofwaardig’ was dat er bij de aanval burgerslachtoffers waren gevallen, maar aan de Kamer schreef dat er ‘voor zover op dit moment bekend’ geen burgerdoden waren gevallen.

Bijleveld maakte excuses, en beloofde een feitenrelaas met daarin duidelijk over de vraag wie wat op welk moment wist. Dat liet echter lang op zich wachten en gaf uiteindelijk ook niet alle antwoorden. Zo schreef Bijleveld in een brief dat Hennis ‘vermoedelijk’ premier Rutte ingelicht heeft nadat zij begin juni 2015 hoorde over een Nederlands bombardement in Irak. Ze informeerde in elk geval Bert Koenders, destijds minister van Buitenlandse Zaken.

De gesprekken zouden niet op alarmerende toon zijn gevoerd, maar Hennis zou ‘feitelijk melding’ hebben gemaakt van een tweede explosie na het bombardement van een Nederlandse F-16. ‘Nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden zouden zijn gevallen’, schrijft Bijleveld. De Kamer wil vanavond exact horen wat het ministerie nu precies gedeeld heeft over het bombardement, en zal het Bijleveld opnieuw lastig maken.

De Kamer wil vanavond exact horen wat het ministerie nu precies gedeeld heeft over het bombardement, en zal het Bijleveld opnieuw lastig maken. 

Rutte zegt zich ondertussen niet te kunnen herinneren dat hij direct werd ingelicht na de luchtaanval. Totaal ongeloofwaardig, stellen oppositiepartijen, die eisen dat het kabinet alle feiten op tafel legt.

Opnieuw debat over burgerdoden in Irak, oppositie is kritisch

NOS 27.11.2019 De Tweede Kamer debatteert met premier Rutte en Defensieminister Bijleveld over het bombardement op het Iraakse Hawija in 2015.Bij dat bombardement vielen zeker 70 burgerslachtoffers; het debat vanavond gaat vooral om de vraag: wie wist daar op welk moment van?

SP en GroenLinks richten pijlen op Rutte

MSN 27.11.2019 SP en GroenLinks richten hun pijlen tijdens het debat over burgerdoden in Irak op premier Mark Rutte. Zij vragen zich af of de verlenging van de missie in Irak, enkele weken na de aanval van Nederlandse F-16’s waarbij tientallen doden vielen, een rol heeft gespeeld bij het stilhouden van de burgerslachtoffers.

Lilian Marijnissen (SP) begrijpt niet waarom de alarmbellen in het kabinet niet afgingen na mediaberichten over veel burgerdoden. “Kwam het gewoon niet goed uit?”, vraagt ze zich af.

In het licht van de verlenging moet er in het kabinet gesproken zijn over burgerslachtoffers, denkt Jesse Klaver van GroenLinks. Dat besluit werd drie weken na de aanval genomen. “Het heeft er alle schijn van dat voor het doorgaan van de missie cruciale informatie is achtergehouden.”

De PvdA had bijna uitsluitend vragen aan minister Ank Bijleveld van Defensie. Er moet een einde komen aan de “beruchte Defensiecultuur” van geslotenheid, zei John Kerstens. Hij werd aangevallen door onder anderen Geert Wilders (PVV) omdat destijds ook PvdA-ministers op de hoogte werden gesteld van de gevolgen van de aanval. “U hebt boter op uw hoofd”, zei Tunahan Kuzu (Denk).

Wilders over Hawija: deze kwestie stinkt van alle kanten

Telegraaf 27.11.2019 Het kabinet krijgt van de oppositie de wind van voren over de manier waarop informatie is gedeeld over een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015. Daarbij vielen mogelijk 70 burgerslachtoffers. „Deze kwestie stinkt van alle kanten”, stelt PVV-leider Wilders.

Uit een brief van defensieminister Bijleveld blijkt dat behalve toenmalig minister Hennis ook ministers Van der Steur (Justitie) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren ingelicht over mogelijke burgerslachtoffers bij een bombardement van 3 juni 2015 op een autobommenfabriekje in Hawija. De informatie was met Ruttes ministerie Algemene Zaken gedeeld.

Hennis had volgens haar eigen herinnering ’vermoedelijk’ ook de premier mondeling op de hoogte gesteld van de bevindingen – grotere explosie dan verwacht, nader onderzoek nodig naar burgerslachtoffers. Rutte sluit niet uit dat het gesprek heeft plaatsgevonden, maar kan zich het niet herinneren.

SP: heeft Rutte dan niet doorgevraagd?

„Dat hebben we eerder gehoord”, hoont SP-fractieleider Marijnissen, die het spannende debat over de F-16 luchtaanval aftrapte. Ze wees erop dat de premier wel vaker op cruciale momenten zijn geheugen kwijt lijkt te zijn. Het verbaast haar dan ook niet dat dit bij de luchtaanval mogelijk opnieuw is gebeurd. „Kwam het hem goed uit, of drong het echt niet door en hebben we een ander probleem te pakken?”, wil zij van Rutte weten. „Heeft hij dan niet doorgevraagd?”

GL-leider Klaver denkt dat het het kabinet wel goed uitkwam om gegevens over de burgerdoden niet naar boven te laten komen. Toen de berichten over mogelijke slachtoffers naar buiten kwamen via diverse media en de Amerikanen die er onderzoek naar deden, moest Nederland beslissen over het verlengen van de Nederlandse militaire missie in Irak.

„Was het verlengen van de missie belangrijker dan de waarheid?”, wil Klaver weten. „Het heeft er alle schijn van dat cruciale info werd achtergehouden.” Hij wil een tijdlijn over de besluitvorming van de missie.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte buigen zich over de burgerdoden in Irak. Op de voorgrond enkele prominente Kamerleden.

Ank Bijleveld, minister van Defensie en premier Mark Rutte buigen zich over de burgerdoden in Irak. Op de voorgrond enkele prominente Kamerleden. Ⓒ ANP

Oppositieleider Wilders (PVV) vindt dat de Hawija-kwestie „aan alle kanten stinkt”. Hij heeft er moeite mee om de herinneringen van voormalig minister Hennis over het voorval te geloven.

Hij vraagt zich af hoe het kan dat zij niet geheel zeker weet dat zij premier Rutte ervan op de hoogte heeft gebracht, maar dat zij wel zeker lijkt te weten dat dit op een manier gebeurde die niet alarmerend was. „Hoe kan dat?”, wil Wilders weten. „Volgens mij kan alleen een geboren leugenaar dat.”

Leugenmachine

Ook hij wijst erop dat de VVD en de premier wel vaker aan geheugenverlies lijken te lijden, zoals bij de memo’s over de dividendtaks en het uit de duim gezogen bezoekje van Halbe Zijlstra aan het buitenhuis van Poetin. „De VVD is één grote leugenmachine”, concludeert de PVV’er. Hij weet het zeker. „Het einde van het kabinet is nabij en de burger zal zeggen: premier Rutte? Ik heb geen actieve herinnering aan die man.”

Ⓒ ANP

Wilders richt zijn pijlen ook op de PvdA. Niet alleen de premier zou namelijk over de mogelijke burgerdoden zijn geïnformeerd, maar ook toenmalig PvdA-ministers Koenders (Buitenlandse Zaken) en Ploumen (Buitenlandse Handel).

Volgens Wilders waren de PvdA-bewindslieden betrokken bij de brief die waarin Bijlevelds voorganger de Tweede Kamer verkeerd informeerde. „De handtekeningen van Koenders en Ploumen stonden eronder”, schampert hij. Hij noemt de PvdA ’medeschuldig’.

De coalitie is beduidend milder. D66-Kamerlid Belhaj wil 4,5 jaar na de luchtaanval dat er alsnog een nieuw onderzoek wordt gedaan naar de hoeveelheid burgerdoden in Hawija. Een Kamermeerderheid lijkt dat te gaan steunen.

Maar minister Bijleveld en premier Rutte lijken van D66 verder weinig te hoeven vrezen. Belhaj vindt dat Bijleveld haar verantwoordelijkheid heeft genomen. Wel wil ze weten waarom de CDA-bewindsvrouw de afwikkeling zo ’onhandig’ heeft gedaan.

CDA-Kamerlid Van Helvert roemt precisiebombardementen van onze F-16-vliegers. „Maar juist als het fout gaat, moet Defensie zorgvuldig informeren”, erkent hij. Hij wil dat het kabinet kritisch terugblikt en lessen trekt.

Verslaggever Inge Lengton is live bij het debat aanwezig;

  Tweets by ‎@IngeLengton

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens het eerste debat in de Tweede Kamer over het Nederlands bombardement in Irak, begin november. © ANP/Bart Maat

Spanning in coalitie: iedereen wijst naar iedereen in Irakdossier

AD 27.11.2019 De spanning binnen de coalitie van Rutte III loopt op nu er meer bekend is over welke minister wanneer-wat-wist over de burgerdoden die in 2015 vielen bij een bombardement in Irak. En de oppositie beticht de premier van liegen.

Bijna drie weken wachtte politiek Den Haag op de brief waarin duidelijk zou worden wie wanneer op de hoogte werd gesteld van een misgelopen bombardement op 3 juni 2015 in de Iraakse stad Hawija. Maar nu de brief er ligt, is de onduidelijkheid eigenlijk alleen maar groter geworden.

Lees ook;

Bijleveld: toenmalig Defensieminister Hennis ‘vermoedt’ Rutte ingelicht te hebben

Lees meer

Hoe kun je zoveel burgerdoden vergeten? ‘Een rampzalig gegeven’

Hoe kun je zoveel burgerdoden vergeten? ‘Een rampzalig gegeven’

Lees meer

GroenLinks-leider Jesse Klaver blaast het hoogst van de toren. Volgens hem zijn de drie weken gebruikt om een relaas te componeren waarin premier Mark Rutte wordt vrijgepleit.

‘Vermoedelijk’

Ga maar na: toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis zegt dat ze de premier ‘vermoedelijk’ heeft ingelicht dat er onderzoek werd gedaan naar een tweede explosie nadat een Nederlandse F-16 zijn bom afgooide. Dat er gekeken moest worden of er burgerdoden waren gevallen. Rutte zegt zich dat niet te herinneren maar ‘sluit’ óók ‘niet uit’ dat het gesprek ‘heeft plaatsgevonden’.

Waterdichte verdediging.

Minister-president Mark Rutte (rechts), Defensieminister Jeanine Hennis en minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken woonden in juli 2016 de Navo-top in Warschau bij.

Minister-president Mark Rutte (rechts), Defensieminister Jeanine Hennis en minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken woonden in juli 2016 de Navo-top in Warschau bij. © EPA

Al wekt het haperende geheugen van Rutte schamper gelach. Zo ging het met de dividendbelasting en de bonnetjesaffaire ook al. En nu is het beeld dat hij zeventig burgerdoden in zijn oor gefluisterd kreeg, maar dat ‘vergat’.

Daarbij komt dat minister Ank Bijleveld van Defensie eerst leek te beamen dat er bij het bombardement zeventig burgers omkwamen. In het doelwit, een bommenfabriek, lagen namelijk veel meer explosieven lagen dan werd gedacht.

Maar nu schrijft ze dat het ‘tot op de dag van vandaag’ niet duidelijk is hoeveel burgers de dood vonden. Het Amerikaanse eindrapport werd namelijk nooit opgemaakt. Andere bronnen – de VN, het Rode Kruis, Airwars en persbureau Reuters – spreken over tussen 70 en 170 dodelijke slachtoffers.

Ongeloofwaardig

Dat dit grote aantal ‘niet bij de politieke top terechtkwam’ vindt Klaver ‘ontluisterend en volstrekt ongeloofwaardig’. ,,Of het systeem werkt niet, of het is niet waar.”

Maar toen Hennis premier Rutte informeerde, noemde zij überhaupt geen aantallen, liet Hennis weten. Ze sprak ‘slechts’, benadrukt men in VVD-kringen, van een ‘onderzoek’ dat moest uitwijzen óf er doden waren gevallen. Ze sloeg daarbij bovendien geen ‘alarmerende toon’ aan. Zo werd het toenmalig minister Bert Koenders (PvdA) van Buitenlandse Zaken ook verteld.

Bliksemafleider van Rutte

De kwestie zorgt ondertussen wel voor tweespalt bínnen de coalitie. Áls het debat misloopt, mag het niet zo zijn dat alleen Bijleveld moet aftreden in het debat vandaag, benadrukken CDA’ers. Ze wordt niet de bliksemafleider van Rutte, waarschuwt een ingewijde.

De liberalen hebben op hun beurt juist een appeltje te schillen met CDA’er Bijleveld. In een poging haar straatje schoon te vegen in het eerste debat over Hawija noemde ze haar voorganger Hennis bij naam. ,,Wel vier keer.” Dat vonden VVD’ers weinig chique. Bovendien werd zij daardoor ook in haar nieuwe baan, VN-gezant in Irak, mikpunt van protesten.

Anderen betrokkenen uit 2015 wijzen erop dat Hennis dat niet deed toen zij in 2017 moest aftreden. Zij noemde de naam van Hans Hillen niet, terwijl onder zijn verantwoordelijkheid een partij mortiergranaten werd gekocht die een fataal ongeluk in Mali veroorzaakte.

Bij het CDA en Bijleveld is bovendien ergernis over de manier waarop D66-Tweede Kamerlid Salima Belhaj, een coalitiegenoot, haar tijdens het debat wel erg scherp bevroeg.

Ik geloof de premier als hij zegt dat hij zich niets kan herinneren, ja, aldus ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers.

Al lijken D66 en ChristenUnie de rangen nu wel te sluiten. Jetten wil wel weten waarom Rutte niet op onderzoek uitging toen er van burgerdoden werd gesproken. Maar om dat ‘nalatig’ te noemen? ,,Nee, dat gaat weer te ver.”

Ook ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers wil vooral ‘vooruitkijken’ over hoe ministers in de toekomst over incidenten worden geïnformeerd. ,,Ik geloof de premier als hij zegt dat hij zich niets kan herinneren, ja. Het zal op zo’n manier zijn gedaan dat het geen indruk heeft achtergelaten.”

In de oppositie is men er niet zo klaar mee. Naast GroenLinks staan nog tien fracties klaar met kritiek.

Lastig parket

Alleen de PvdA zit in een lastig parket. De partij steunde begin november een motie van wantrouwen tegen Bijleveld, omdat haar voorganger Hennis de Kamer verkeerd had geïnformeerd. Zij stelde tot twee keer toe dat er ‘voor zover op dit moment bekend’ geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers, terwijl zij toen al meer wist.

Maar nu blijkt dat juist toenmalig PvdA-minister Koenders vanaf juni 2015 vijf keer werd verteld dat er onderzoek liep naar Hawija. Al houdt Koenders (eveneens) vol daar geen herinnering aan te hebben.

Het is nog al een verschil of iemand heeft gezegd: joh, ga even zitten, want ik moet je vertellen dat er misschien iets heel ergs is gebeurd, aldus PvdA-leider Lodewijk Asscher

PvdA-leider Lodewijk Asscher vergoelijkt dat. ,,Het is nog al een verschil of iemand heeft gezegd: we doen onderzoek naar iets, of er is gezegd: joh, ga even zitten, want ik moet je vertellen dat er misschien iets heel ergs is gebeurd.” Maar daarmee verexcuseert hij ook Rutte.

Of daarom een eensgezinde aanval van de oppositie op het kabinet echt van de grond komt, valt te betwijfelen. Maar het haperende geheugen van Rutte en de wispelturig informerende Bijleveld zijn sowieso een duidelijk doelwit.

Drie weken geleden overleefde Bijleveld een loodzwaar debat over burgerdoden in Irak. Woensdag moet zij er opnieuw voor naar de Kamer, dit keer samen met premier Rutte. Beeld ANP

Welke partijen geloven de feiten van Rutte en Bijleveld?

Trouw 27.11.2019 Het kabinet moet de Kamer overtuigen dat Rutte echt niets wist, en dat er om goede redenen verschillen zijn tussen wat Bijleveld in een brief en in een eerder debat meldde.

Oppositiepartijen hebben de messen geslepen als premier Mark Rutte en minister van defensie Ank Bijleveld vanavond hun opwachting maken in de Kamer. De twee moeten tekst en uitleg geven over wie in juni 2015 weet had van mogelijk grote aantallen burgerdoden bij een Nederlands bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in de Irakese plaats Hawija.

Een fors deel van de discussie zal zich op de premier toespitsen. Volgens de brief die het kabinet maandagavond naar de Kamer stuurde, is Rutte destijds door defensieminister Jeanine Hennis waarschijnlijk slechts ‘op niet-alarmerende toon’ verteld over ‘mogelijke burgerdoden’. Dat zou het verklaarbaar maken dat hij zich later niets herinnerde van het gesprek.

Jesse Klaver (GroenLinks) plaatst vraagtekens bij deze brief. “Het heeft er alle schijn van dat men drie weken bezig is geweest de premier uit de wind te houden.” Klaver ‘krijgt de stellige indruk’ dat het feitenrelaas dat de Kamer deze week kreeg zo is opgebouwd dat het een plausibel klinkend verhaal creëert rond Rutte’s bewering dat hij zich niets herinnert.

‘Ik zou zoiets wel onthouden’

Ook Sadet Karabulut (SP) is kritisch over de uitleg van het kabinet. Toen Hennis met Rutte sprak waren er op het ministerie van defensie al verschillende aanwijzingen dat het aantal burgerdoden bij Hawija uitzonderlijk hoog lag. “Dat haar toon niet alarmerend was, klinkt dan ongeloofwaardig.

Ik heb niet het gevoel dat de Kamer met deze brief alle feiten en achterliggende beweegredenen krijgt.” De oppositiepartijen vermoeden dat het nieuws over burgerdoden destijds is weggemoffeld om de gewenste verlenging van de missie niet in gevaar te brengen.

Zelfs coalitiepartner ChristenUnie heeft moeite de verdediging van het kabinet van harte te steunen. Fractieleider Gert-Jan Segers zegt dat de brief van Bijleveld ‘voor mij wel maximale helderheid schept’ over wat er is gebeurd, maar aarzelt om te zeggen dat hij het geloofwaardig vindt dat Rutte zich een eventuele melding van burgerdoden niet herinnert. “Ik zou zoiets wel onthouden.”

De geloofwaardigheid van de premier en het functioneren van zijn geheugen zal nadrukkelijk onderwerp zijn van debat. Bij andere lastige onderwerpen liet zijn geheugen hem ook in de steek. Zo had hij ‘geen actieve herinneringen’ dat hij met anderen sprak over de bekentenis van Halbe Zijlstra dat die loog over een ontmoeting met Poetin. Ook had hij ‘geen herinneringen’ aan memo’s over de dividendbelasting.

Reconstructie van Bijleveld 

Ook CDA-minister Ank Bijleveld heeft een probleem. In het Kamerdebat van 5 november zei ze dat het voor Hennis op 9 juni 2019 duidelijk was dat er ‘waarschijnlijk veel burgerslachtoffers’ waren gevallen. Maandagavond schreef ze dat Defensie destijds alleen wist van ‘mogelijke burgerslachtoffers’.

Sommige partijen zien deze herziening als een truc om Rutte uit de wind te houden. ‘Ik ben geneigd de Bijleveld uit het debat te geloven’, concludeert Klaver bijvoorbeeld.

CDA-Kamerlid Martijn van Helvert vindt deze discrepantie wel verklaarbaar. “De minister maakt een reconstructie. Daar had ze voorafgaand aan het eerste debat maar twee uur de tijd voor. Nu had ze er drie weken voor.” Coalitiepartijen lijken dan ook hun best te doen om Bijleveld overeind te houden. Segers prijst haar voor het scheppen van helderheid, ‘ook als ze eerder wat te stellig was.’

De minister wacht een zware uitdaging. Zij moet de Kamer overtuigen dat haar tweede versie van de feiten de juiste is, om zo Rutte uit de wind te houden. Ondertussen moet zij de Kamer begrip vragen voor de manier waarop zij drie weken geleden een heel ander beeld schetste.

Veel hangt waarschijnlijk ook af van de manier waarop Bijleveld het debat aangaat. Drie weken geleden vonden geërgerde Kamerleden dat zij een verkeerde toon aansloeg. Ze had beter door het stof kunnen gaan, in plaats van waardering te claimen voor een nieuw beleid van openheid over bombardementen waar ze naar eigen zeggen voor gekozen had.

Lees ook: Bijleveld komt terug op eerdere beweringen over ‘Hawija’

Het was nooit duidelijk hoeveel doden er precies zijn gevallen, zegt Defensie nu over het bombardement in Irak. 

Waarom de gehavende minister Bijleveld toch mag blijven

Met een ware Houdini-act ontsnapte minister Ank Bijleveld van defensie drie weken geleden aan aftreden. Ze overleefde op het nippertje een motie van wantrouwen, ingediend door GroenLinks. 

Meer over; Ank Bijleveld politiek Mark Rutte Kamer Marno de Boer

Bij een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in Irak zijn in 2015 zeker zeventig burgers gedood. Door het bombardement werd een complete wijk in Hawija verwoest. Beeld Defensie

Waarom herinnert Rutte zich de tientallen burgerdoden uit Hawija niet?

VK 26.11.2019 Woensdagavond moet premier Rutte tijdens een Tweede Kamerdebat uitleg geven wat hij wist van de circa 70 burgerdoden die in 2015 vielen door een Nederlands bombardement in Hawija. De nieuwe brief van Defensieminister Bijleveld verschaft de oppositie – die uit is op het hoofd van premier Rutte – weinig munitie.

‘Ik rende met mijn zoon en vrouw en zocht bescherming onder de trap’, zegt Hassan Mahmoud al-Jubbouri. ‘Na de eerste explosie volgden er nog drie of vier, en ik voelde hoe het dak leek te gaan instorten.’ Buiten waren ‘gewapende strijders aan het schreeuwen’, zij ‘oogden heel verward. Ik hielp een familie onder het puin vandaan trekken. Hun lichamen waren verminkt. We brachten een deken en verzamelden al hun lichaamsdelen en brachten ze naar de begraafplaats.’

Aldus het relaas van een 67-jarige overlevende van de luchtaanval op Hawija dat een dag na die derde juni 2015 te lezen viel in een bericht van persbureau Reuters. Zoals minister van Defensie Ank Bijleveld fijntjes optekent in haar brief aan de Kamer, lieten Nederlandse media het collectief passeren. Touché.

Maar de grotere vraag die ze woensdagavond tijdens het Kamerdebat mag beantwoorden, is: hoe kan het dat, terwijl direct duidelijk was dat er tientallen doden waren gevallen, ‘IS-terroristen en burgers’, Defensie deze feiten vier jaar lang niet openbaar maakte?

In het vorige Kamerdebat deed Bijleveld opzichtig de suggestie om vooral ook naar de rol van anderen te kijken – premier Mark Rutte en haar voorganger Jeanine Hennis voorop, gevolgd door andere ministeries en haar eigen ambtelijk apparaat.

Hoewel deze suggestie in de Kamer en in sommige media enthousiast werd begroet – Mark Rutte is immers al negen jaar aan de macht – biedt Bijleveld de Torentje-bestormers weinig munitie in haar jongste brief.

Ruttes vertegenwoordiger was niet aanwezig tijdens de vergadering van de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO) van 4 juni, waar de basisfeiten passeerden zonder aantallen burgerslachtoffers te noemen ‘aangezien deze niet konden worden vastgesteld’. Het verslag dat hij wel kreeg, was summier.

Op dezelfde wijze werd minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders op de hoogte gesteld. Hennis heeft ‘vermoedelijk’ ook nog met Rutte gesproken hierover, op een ‘niet alarmerende toon’, maar Rutte herinnert zich dat niet. De oppositie, die bloed ruikt, zal zich hierop richten, maar echt onthullend is het beeld dat oprijst over Defensie – en de minister zelf.

Wijsheid achteraf

Bijleveld waarschuwt impliciet voor ‘hindsight bias’, wijsheid achteraf die voorbijgaat aan de context waarin de gebeurtenis zich ontvouwde. Inderdaad, er woedde in 2015 een bloedig conflict met IS, een terreurgroep die burgers graag als dekking gebruikte en uitblonk in extreem en buitensporig geweld.

Tegen bevolkingsgroepen als de Jezidi’s, maar ook tegen een gevangen genomen Jordaanse piloot, die in brand werd gestoken. En een organisatie die aanslagen pleegde in Europa. Militairen mochten hier in het openbaar niet meer in uniform reizen, vanwege die dreiging.

Daartegenover stond een internationale luchtcoalitie die bekendstond (en in de VS en Groot-Brittannië bekritiseerd werd) om haar voorzichtige en zorgvuldige procedures bij het kiezen van doelen en bij de aanvallen zelf. Zie ook de Nederlandse ervaring: bij meer dan 2.100 keer wapeninzet hoefden slechts vier gevallen door het Openbaar Ministerie te worden onderzocht.

Maar Bijleveld verweert zich tegen een beschuldiging die (bijna) niemand uit. Zelden trok Nederland ten strijde met zoveel publieke steun. De Nederlandse vliegers wordt niets verweten – en natuurlijk was hun veiligheid een prioriteit.

Je kunt je zelfs voorstellen dat bij Defensie de angst leefde dat er toch met een beschuldigende vinger naar het eigen personeel zou worden gewezen, dat een vuil klusje opknapte terwijl de rest van het land vrolijk door winkelde. Het was oorlog en het uitschakelen van een bommenfabriek van IS heeft ongetwijfeld veel slachtoffers voorkomen, onder burgers en onder de plaatselijke bestrijders van IS.

De vraag die nu leeft in de Kamer is juist: waarom heeft niemand bij Defensie beseft dat je een onbedoeld effect van een op zich juiste luchtaanval niet zomaar onder de pet kunt houden, jaren en jaren lang? En waarom heeft niemand gezien dat juist dat zwijgen het publieke vertrouwen in Defensie ondermijnt?

Overdreven formalisme

Voor het antwoord kom je onherroepelijk terecht bij de cultuur bij Defensie, waar de politieke en de militaire top elkaar al jaren lijken te verlammen in hun wederzijdse pogingen de neuzen één kant op te krijgen.

En alle onenigheid in eigen huis te houden. Overdreven formalisme, het soms op surrealistische wijze vasthouden aan een ambtelijke realiteit, terwijl de harde feiten – hoewel ‘incompleet’ – je in de ogen aanstaren. Het was tenslotte oorlog.

Nederland zweeg samen met andere Europese landen, dat wel. Die hadden de VS zelfs gemaand minder transparant te worden over burgerslachtoffers. De maand voor ‘Hawija’ erkenden de VS voor het eerst dat ze burgerslachtoffers hadden gemaakt.

In de periode tot mei 2017 gaven ze toe tot dan toe verantwoordelijk te zijn voor 377 burgerslachtoffers, inclusief 105 burgerdoden bij één incident in Mosul. Het toont dat over de balans tussen ‘operationele veiligheid’ en ‘transparantie’ ook door militairen verschillend gedacht kan worden.

Het politieke probleem voor Bijleveld bestaat eruit dat er vooral in de directe periode na de luchtaanval veel voor te zeggen viel om eerst de zaken goed uit te zoeken: wat was de rol van de vlieger? Waren de coördinaten juist?

Van wie kwam de informatie over het doel? Behalve de zoektocht naar deze en andere antwoorden gold, zeker toen de vliegers nog ter plaatse waren, dat hun operationele veiligheid – en inzetbaarheid – niet in gevaar gebracht mocht worden. Na hun rotatie lag dat al anders en na afloop van de missie, op 31 december 2018, helemaal.

Hadden op dat moment het morele imperatief en de politieke noodzaak tot transparantie niet de doorslag moeten geven, zal de Kamer vragen. Oud-commandant der strijdkrachten Dick Berlijn beantwoordde die vraag in de Volkskrant positief.

Aangezien opeenvolgende ministers van Defensie dit probleem blijkbaar nooit openlijk op tafel hebben gelegd in de ministerraad, moeten zij voor het vinden van antwoorden op deze politieke vragen vooral goed in de spiegel kijken. Met in de hand dat Reuters-bericht van 4 juni 2015, dat Bijleveld, zich beroepend op het Amerikaanse hoofdkwartier Centcom, in de brief van deze week alsnog citeert.

Dit is nu bekend over de informatievoorziening rond de aanval in Hawija;

Oktober 2014: Nederland begint bijdrage aan luchtcampagne van anti-IS-coalitie boven Irak.

Nacht van 2 op 3 juni 2015: Nederlandse F-16’s voeren een aanval uit op IS-faciliteit waar autobommen worden geproduceerd. Uit de eigen Battle Damage Assessment blijkt direct dat er sprake is van ‘onbedoelde nevenschade’, kortom: schade aan gebouwen.

4 juni 2015: Reuters meldt dat bij het bombardement op Hawija ‘een hele wijk’ is weggevaagd. Betrokkenen ter plaatse schatten het aantal doden op zeventig, zowel IS-terroristen als burgers. In de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO) wordt de aanval besproken, inclusief de ‘secundaire explosies’, het ‘zorgvuldige targeting proces’ en de ‘mogelijkheid van eventuele burgerslachtoffers’. De ministers van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie worden schriftelijk geïnformeerd. Algemene Zaken, het departement van premier Rutte, was afwezig in de SMO van 4 juni.

Juni 2015-mei 2016: tijdens deze hele periode is in de SMO met geen woord gerept over de aanval op Hawija.

9 juni 2015: minister van Defensie Hennis wordt gebriefd over de aanval. Voorlopig onderzoek door Centcom, het Amerikaanse hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie, wijst uit dat het ‘geloofwaardig’ is dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het ‘voorlopige onderzoek’ ontvangt Defensie op 15 juni.

23 juni 2015: In antwoord op Kamervragen, schrijft Hennis dat voor zover op dat moment bekend in de luchtcampagne tegen IS geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers.

Augustus 2015: Het Internationale Rode Kruis overhandigt aan Nederlandse ambassade in Bagdad een vertrouwelijke lijst van onbevestigde gevallen met burgerslachtoffers, waarin een aanval op Hawija op 4 november genoemd wordt waarbij naar verluidt 170 burgers waren gedood. De niet-gouvernementele organisatie Airwars spreekt in een openbaar rapport over tussen de 70 en 150 burgerdoden in Hawija.

Jan/feb 2016: Het initiële onderzoek van Centcom (d.d. 15 juni 2015) wordt door Defensie naar het OM gestuurd. De Yweede Kamer wordt erover ingelicht dat er twee gevallen van mogelijke burgerslachtoffers worden onderzocht.

1 juni 2017: De Tweede Kamer wordt vertrouwelijk ingelicht over gevallen waarbij mogelijk sprake was van burgerslachtoffers door Nederlandse wapeninzet.

13 april 2018: Minister Bijleveld licht de Kamer in over uitkomsten van onderzoeken van het Openbaar Ministerie naar aanvallen waarbij mogelijk sprake was van burgerslachtoffers. Locatie, datum en vermoedelijk aantal slachtoffers worden niet genoemd omdat ‘de inzet nog gaande was’.

1 januari 2019: De F-16-missie is afgelopen, het argument dat in april 2018 werd gehanteerd om informatie achter te houden, vervalt. Defensie ‘gaat aan de slag met een nieuwe toets van mogelijkheden van meer transparantie’.

Mei 2019: Minister Bijleveld zegt toe na het zomerreces te komen met een reactie op voorstellen van Kamerleden omtrent meer transparantie inzake mogelijke burgerslachtoffers.

30 september 2019: Minister Bijleveld vraagt de Kamer om meer tijd voor deze inhoudelijke reactie, ‘in het kader van zorgvuldigheid’.

18 oktober 2019: NRC en NOS melden dat Nederlandse F-16’s de luchtaanval op Hawija uitvoerden. Het Pentagon heeft desgevraagd gezegd dat er daarbij zeventig burgerdoden vielen. Bijleveld belooft dat de Kamer ‘op korte termijn’ wordt geïnformeerd over de haalbaarheid van meer transparantie.

4 november 2019: minister Bijleveld meldt de Kamer dat ‘op basis van de door Centcom aangehaalde open bronnen’ bij een Nederlandse aanval op Hawija in juni 2015 ‘ongeveer 70 slachtoffers’ zijn gevallen, ‘zowel IS-strijders als burgers’.

Meer over; Ank Bijleveld politiek Hawija misdaad, recht en justitie Defensie Kamer conflicten, oorlog en vrede misdaad Arnout Brouwers

Waarom kan Rutte zich de burgerdoden in Hawija niet herinneren?

NU 26.11.2019 Ook na twee weken grondig onderzoek zijn de herinneringen van premier Mark Rutte over de Nederlandse bombardementen op Hawija waar tientallen burgerslachtoffers bij vielen niet gevonden. Uit de Kamerbrief van maandag bleek dat de premier “vermoedelijk” is geïnformeerd, maar Rutte kan het zich niet herinneren.

Woensdag 27.11.2019 debatteert de Tweede Kamer opnieuw met defensieminister Ank Bijleveld en ook met premier Rutte. Een deel van de Kamer vraagt zich af: hoe vergeet je zoiets?

“Ik kan niet in het hoofd van iemand kijken. Wat de premier zegt, neem ik voor waar aan. Ik denk wel dat ik het zou hebben onthouden”, zegt ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers.

Ook Rob Jetten (D66) wil opheldering. “Mijn gevoel zegt dat het zoveel indruk op je zou maken dat je daar meer van wil weten.” PvdA’er Lodewijk Asscher, in het vorige kabinet nog vicepremier en minister zegt destijds niet geïnformeerd te zijn, maar denkt het anders wel onthouden te hebben. “Zoiets vergeet je niet snel.”

GroenLinks-leider Jesse Klaver noemt het zelfs “ongeloofwaardig” dat de premier zich niets herinnert van het gesprek met toenmalig defensieminister Jeanine Hennis over de luchtaanval op de Iraakse stad Hawija waar tientallen doden zijn gevallen.

NOS en NRC brachten begin november aan het licht dat bij Nederlandse bombardementen in Irak 74 burgerslachtoffers zijn gevallen. Vier burgerdoden bij een aanval op een woning in Mosoel en zeker zeventig burgerdoden bij het bombardement op een IS-bommenfabriek in Hawija.

Bijleveld wijst naar voorganger Hennis

Minister Ank Bijleveld moest twee weken geleden toegeven dat Nederland inderdaad verantwoordelijk was voor de aanval in Hawija. Zij voegde daaraan toe dat haar voorganger, Hennis, dat in 2015 al wist en dat voor de Tweede Kamer verzwegen had.

In een bijgaand feitenrelaas merkte Bijleveld terloops ook op dat het “aannemelijk” was dat het ministerie van Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken, het ministerie van premier Rutte, in 2015 op de hoogte zijn gesteld. Maar daar staat de premier helemaal niets van bij.

Het optreden van Bijleveld twee weken geleden riep bij de Kamer meer vragen dan antwoorden op: er moest zo snel mogelijk opheldering komen over wie wat wanneer wist.

Uit de Kamerbrief van afgelopen maandag blijkt dat Hennis in 2015 de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, mondeling heeft geïnformeerd over Hawija en dat ze de premier “vermoedelijk” over dit onderwerp heeft gesproken. De toon van haar boodschap zou “niet alarmerend” zijn geweest. Premier Rutte zegt zich dat gesprek niet te kunnen herinneren, maar sluit ook niet uit dat het wel heeft plaatsgevonden.

Zie ook: Oud-minister Hennis informeerde Rutte ‘vermoedelijk’ over luchtaanval Irak

Vragen over ‘vaagheid’ Kamerbrief

Wat D66’er Jetten betreft, is dit nog te vaag. “Wat wordt er bedoeld met ‘een alarmerende toon’?” Als alle info die nu bekend is, gedeeld zou zijn met de premier, dan lijkt hem dat iets wat hijzelf niet snel zal vergeten. Het is voor Jetten van belang hoe en welke info er gedeeld is.

Dat vindt ook Asscher. “Ik heb nog veel vragen. Iedereen die te horen krijgt dat er zeventig doden zijn gevallen bij een bombardement, die vergeet dat niet. Maar ik heb niet de indruk dat premier Rutte op die manier is geïnformeerd. Dat roept de vraag op wat Defensie verstaat onder informeren. Dat is belangrijk, omdat we moeten kunnen vertrouwen dat Defensie het hele verhaal vertelt.”

SP’er Sadet Karabulut kan moeilijk geloven dat na het zien van de beelden van de bombardementen en de berichten die destijds binnenkwamen er niet op een alarmerende toon met de premier is gesproken. “Was het misschien de bedoeling van Defensie om überhaupt niet te informeren?”, vraagt de SP’er zich af. Zij wijst erop dat Defensie de militaire missie tegen IS presenteerde als een effectieve oorlog met precisiebommen waar weinig burgerslachtoffers bij vielen.

Klaver denkt dat er meer speelt. “Je ziet dat minister Bijleveld twee weken geleden de berichtgeving waar gesproken wordt over zeventig doden bevestigt, maar dat verhaal is gaan veranderen nadat premier Rutte zei dat hij zich niet kan herinneren dat hierover is geïnformeerd.” aldus Klaver. “Ik heb de stellige indruk dat de nieuwe lijn van het kabinet gebouwd is om de uitspraak van Rutte dat hij zich niets meer kan herinneren. Hij is onhandig geweest en hij probeert zich er nu uit te redden.”

Minister Bijleveld overleefde een motie van wantrouwen. (Foto: Pro Shots)

Oppositie zal geloofwaardigheid Rutte betwisten

De oppositie zal van het debat gebruikmaken om de geloofwaardigheid van Rutte in twijfel te trekken. De premier kon zich eerder ook al de dividendmemo’s niet herinneren en ook tijdens de politieke nasleep van de Teevendeal had zijn ministerie moeite bepaalde zaken terug te halen.

De premier worstelt met de stikstofproblematiek en verkondigde dat de verlaging van de maximumsnelheid van 130 kilometer per uur naar 100 de “grootste crisis” van zijn negenjarig premierschap was. Toch lijkt het erop dat zowel Rutte als Bijleveld, die twee weken geleden nog ternauwernood een motie van wantrouwen overleefde, door kunnen. VVD en CDA steunen hun bewindspersonen en coalitiepartners D66 en CU zijn niet van plan een eigen koers te varen.

Hoewel het kabinet twee weken geleden nog sprak over zeventig doden en nu schrijft dat een precies aantal niet is vast te stellen, vindt Segers (CU) dat de Kamerbrief van maandag “maximale helderheid” biedt. “Er is helderheid gekomen over wanneer de info is binnengekomen en wanneer dat met de minister-president is gedeeld.”

D66’er Jetten is kritisch en wil dat Defensie leert van de fouten door onder andere actiever te onderzoeken hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen na een Nederlandse aanval, maar vindt niet dat de positie van Rutte of van Bijleveld ter discussie staat. “Het is duidelijk dat Nederland destijds onvoldoende heeft gedaan om de onderste steen boven te krijgen. Dit is een hele harde les voor Defensie.”

Lees meer over: Politiek  Mark Rutte

Hoewel aanvankelijk werd gesproken van 70 doden bij Nederlandse luchtaanvallen in Irak, valt de exacte hoeveelheid burgerslachtoffers nog altijd niet vast te stellen. De Tweede Kamer debatteert woensdag over de kwestie. Ⓒ ANP

Coalitie houdt Rutte en Bijleveld uit de wind

Telegraaf 26.11.2019 De Tweede Kamer debatteert woensdag met premier Rutte en minister Bijleveld (Defensie) over burgerslachtoffers die in de strijd tegen IS vielen bij een luchtaanval van Nederlandse F-16’s in Irak. De coalitie lijkt vastbesloten de bewindslieden uit de wind te houden.

Voor partijleider Jetten van D66 hoeft de vertrouwensvraag niet meer op tafel te komen. „Die is bij het vorige debat al gesteld.” In dat debat was D66 van de coalitiepartijen nog het meest kritisch op het optreden van defensieminister Bijleveld. Nu lijkt de bewindsvrouw zich van bescherming verzekerd. De brief die Bijleveld maandagavond naar de Kamer stuurde is ook ’beter dan de vorige’.

Harde les

Wel blijft het een ’harde les’ dat er bij Defensie en de andere ministeries geen alarmbellen zijn gaan rinkelen toen het er op leek dat bij de Nederlandse luchtaanval van 2 op 3 juni 2015 op een bommenfabriek in het Iraakse Hawija burgerslachtoffers waren gevallen. Premier Rutte moet ’meer context’ schetsen, vindt Jetten.

Uit de nieuwe informatie blijkt dat behalve toenmalig minister Hennis ook ministers Van der Steur (Justitie) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren ingelicht over mogelijke burgerslachtoffers bij het bewuste bombardement. De informatie – grotere explosie dan verwacht, nader onderzoek nodig naar burgerslachtoffers – was met Ruttes ministerie Algemene Zaken gedeeld. Hennis had volgens haar eigen herinnering waarschijnlijk ook de premier mondeling van de bevindingen op de hoogte gesteld. Rutte sluit dat niet uit, maar kan zich het niet herinneren. Koenders herinnert het zich evenmin.

Hoewel aanvankelijk werd gesproken van zeventig doden, valt het exacte aantal burgerslachtoffers nog altijd niet vast te stellen. Evenmin is duidelijk geworden hoe het kon dat Hennis destijds de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd over Iraakse burgerslachtoffers bij Nederlandse luchtaanvallen.

“Ik kan niet in iemands hoofd kijken”

„Dit schept voor mij maximale helderheid”, zegt CU-leider Segers. Zelf denkt hij dat hij het wel zou onthouden als hem was verteld van mogelijke slachtoffers. ,,Maar ik kan niet in iemands hoofd kijken.” Nu is het zaak ’lessen te trekken’.

Dat vindt CDA-Kamerlid Van Helvert ook. „Er is onder de vorige minister een grote fout gemaakt door de Kamer niet te informeren. Dat is onder deze minister ontdekt. Nu moeten we ervan leren en zorgen voor meer transparantie over militaire operaties.” Het uitgangspunt voor Bijleveld is nu anders dan bij het debat van twee weken geleden dat de bewindsvrouw met de hakken over de sloot overleefde. „Toen had ze twee uur de tijd om de feiten op een rij te zetten. Nu twee weken.”

De oppositie neemt geen genoegen met de uitleg van Bijleveld. GL-voorman Klaver gelooft er niks van dat premier Rutte van niks wist. „Zelfs ik krijg informatie mee uit buitenlandse kranten. Rutte heeft een heel leger ambtenaren om die informatie voor hem te verzamelen.” PVV-leider Wilders noemt de uitleg ’ongeloofwaardig’. Volgens SP-Kamerlid Karabulut heeft de minister alleen nog maar meer mist gecreëerd.

Verwarrend

PvdA-leider Asscher vindt de brief van Bijleveld een ’onbevredigend en verwarrend verhaal’. „We hebben tijdens het vorige debat het vertrouwen opgezegd in de minister. Dat is met deze brief niet hersteld. Aan de andere kant moet je je er ook bij neerleggen als zo’n motie van wantrouwen het niet haalt.” Volgens de vice-premier uit het vorige kabinet speelt bij de positie van de PvdA ’op geen enkele manier’ mee dat partijgenoot Koenders was ingelicht over mogelijke burgerdoden. Asscher gelooft Koenders dat hij er niks van wist.

Bekijk meer van; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld Mark Rutte Bert Koenders Hennis Segers Lodewijk Asscher Hawija Islamitische Staat

Hoe kun je zoveel burgerdoden vergeten? ‘Een rampzalig gegeven’

AD 26.11.2019 Hoe kun je een melding over burgerdoden nou vergeten, zoals premier Rutte en oud-minister Koenders claimen? (Ervarings)deskundigen aan het woord over ‘oorlogsmist’, verhullende formuleringen en de feilbaarheid van ons geheugen. ‘Hòe je iets zegt, maakt veel uit’.

Voor oppositiepartijen is het compleet ongeloofwaardig: zowel premier Mark Rutte heeft – net als toenmalig minister Bert Koenders – ‘geen herinnering’ aan het gesprek waarin Defensieminister Jeanine Hennis aangaf dat een Nederlands bombardement in Hawija (Irak) op 4 juni 2015 veel meer schade veroorzaakte dan gepland.

,,De toon van de boodschap was niet alarmerend”, schreef haar opvolger Ank Bijleveld (CDA) maandagavond aan de Tweede Kamer. ,,Ze maakte feitelijk melding van een explosie (…) en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden gevallen waren.”

Rampzalig

Terwijl bij termen als bombardement, Irak en mogelijke burgerdoden toch alle alarmbellen af moeten gaan, zegt ook voormalig SP-Kamerlid Harry van Bommel, die jaren geleden al Kamervragen stelde over de kwestie: ,,De mogelijkheid van burgerslachtoffers is een rampzalig gegeven voor het kabinet: het is ondermijnend voor je draagvlak om een missie voort te zetten.”

Generaal-majoor buiten dienst Frank Van Kappen: ,,Als je iets op tafel krijgt met burgerslachtoffers is dat geen klein bier, volgens de procedures wordt dat gedeeld met de bazen van alle betrokken ministeries”, zegt de VVD-senator die in het verleden de VN-secretaris generaal adviseerde over vredesoperaties. Oud-Defensieminister Hans Hillen (CDA), op de vraag of hij een melding over burgerdoden zou onthouden: ,,Tuurlijk, je leeft heel erg mee.”

Minister Ank Bijleveld van Defensie (CDA) meldde eerder deze week dat haar voorganger Hennis melding over mogelijke burgerdoden maakte bij Rutte en Koenders.

Minister Ank Bijleveld van Defensie (CDA) meldde eerder deze week dat haar voorganger Hennis melding over mogelijke burgerdoden maakte bij Rutte en Koenders. © ANP

Hoe kan het dan dat Koenders en Rutte zich niks meer herinneren van zo’n letterlijk en figuurlijk explosieve mededeling? Is dat nu jaren later dan een gewiekste Haagse formulering om een kabinetscrisis te bezweren, of kan het zijn dat ze het daadwerkelijk niet meer weten?

Rechtspsycholoog Sophie van der Zee (Erasmus Universiteit Rotterdam) waarschuwt vooral dat we de vergeetachtigheid niet te makkelijk af moeten doen als functionele ‘Haagse amnesie’: ,,Je kijkt met kennis van nu terug. We weten nu van die waarschijnlijk 70 burgerdoden en zeggen dan: hoe kun je zoiets nou vergeten?

Maar in de wetenschap kennen we de term ‘hindsight bias’, de wijsheid achteraf. Op het moment dat je informatie hebt en de afloop nog niet kent, waardeer en taxeer je die anders. Zo verwijten we de kapitein van de Titanic dat hij ondanks de ijsbergen harder ging varen. Maar dat doen we omdat we weten dat het schip daardoor ten onder ging.”

Nog een voorbeeld: ,,Er is beroemd onderzoek naar de dood van een zwerver die overleed na een arrestatie op de stoep bij een Amsterdams politiebureau. Later is getuigen gevraagd of er sprake was van excessief geweld door de agenten.

De grote meerderheid zei: ja. Maar twee mensen waren milder, zij stelden dat er geen buitensporig geweld was toegepast. Wat bleek? Deze twee waren toeristen, zij wisten niet dat de zwerver uiteindelijk overleden was na de arrestatie. Zij redeneerden dus niet naar de uitkomst toe.”

Voormalig minister van Defensie Hans Hillen (CDA).

Voormalig minister van Defensie Hans Hillen (CDA). © ANP

Daarbij maakt het een enorm verschil wat er precies gemeld is, op welke toon, binnen welke context, zeggen Van der Zee, Hillen en Van Kappen: ,,Was het terloops”, zegt Van Kappen. ,,Of een uitgebreid schriftelijk verslag?” Hillen: ,,Vergeet niet dat het ministerschap een rollercoaster is, met de hele dag door zoveel informatie. En informatie over zulke zaken komt vaak druppelsgewijs binnen, uit verschillende bronnen, die elkaar soms ook tegenspreken.”

Van der Zee: ,,Stel dat toen tegen Rutte gezegd is: het bombardement is volgens plan uitgevoerd, het doel is uitgeschakeld, maar er is nog onduidelijkheid over mogelijke burgerdoden. Dan kan de boodschapper denken: ik heb het verteld, maar Rutte kan even goed denken: ik heb nooit meegekregen dat er zoveel burgerdoden gevallen zijn. In zekere zin hebben ze dan beiden gelijk.”

Daarom komt het er – ook in het debat vandaag –op aan hoe Hennis haar collega’s informeerde, welke woorden ze gebruikte, hoe uitgebreid het was. Iets dat oppositiepartijen exact zullen uitbenen. Daar moet ook duidelijkheid over komen, al is het maar om te voorkomen dat ambtenaren, adviseurs en ministers voortaan liever in vaagtaal communiceren, juist om latere politieke problemen te voorkomen onder het motto ‘wat niet weet, wat niet deert’. Van Bommel: ,,Je weet ook: hoe preciezer je het opschrijft, hoe pijnlijker het wordt.”

De ministers Jeanine Hennis van Defensie (VVD) en Bert Koenders van Buitenlandse Zaken (PvdA) zaken praten met de Tweede Kamer over de Artikel 100 brief inzake de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie in Afghanistan (in 2014).

De ministers Jeanine Hennis van Defensie (VVD) en Bert Koenders van Buitenlandse Zaken (PvdA) zaken praten met de Tweede Kamer over de Artikel 100 brief inzake de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie in Afghanistan (in 2014). © ANP

Premier Rutte en toenmalig minister Hennis tijdens een persconferentie in 2017. Ⓒ ANP

Hennis: ’Rutte vermoedelijk geïnformeerd over burgerdoden Irak’

Telegraaf 26.11.2019 Niet alleen toenmalig defensieminister Hennis, maar ook haar collega’s van destijds, Koenders (Buitenlandse Zaken) en Van der Steur (Justitie), waren ervan op de hoogte dat er bij een Nederlandse luchtaanval in Irak mogelijk burgerdoden waren gevallen. Ook premier Rutte wist er vermoedelijk van.

Rutte en Koenders zijn zelfs door Hennis, zo herinnert zij zich, ook mondeling geïnformeerd over de luchtaanval van 3 op 4 juni 2015, waarbij een Nederlandse F-16 een fabriekje onder vuur nam waar IS autobommen produceerde. Hoewel de toon van Hennis ’niet alarmerend’ zou zijn geweest, vertelde ze hen wel van ’secundaire explosies’ in het fabriekje en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden waren gevallen. Zowel Koenders als Rutte zegt zich daar niks van te kunnen herinneren.

Een en ander blijkt uit nieuwe informatie die minister Bijleveld (Defensie) maandag in een uitgebreide brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met het noemen van de premier en de andere ministers als ’medeweters’ bracht de CDA-bewindsvrouw zichzelf tijdens het debat van twee weken geleden in het nauw. Deze week moet zij andermaal verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer, nu waarschijnlijk samen met de premier.

Herexamen Bijleveld

Tot op de dag van vandaag is nog steeds niet duidelijk hoeveel burgerslachtoffers er in 2015 in Irak door Nederlandse bommen zijn gevallen. En waarom tegenover de Kamer is ontkend dat er überhaupt burgers waren gedood door Nederlands toedoen, blijft nog even vaag.

Minister Ank Bijleveld bracht zichzelf in het nauw

Minister Ank Bijleveld (Defensie) moet het deze week allemaal toelichten als ze voor een herexamen naar de Tweede Kamer moet. Al komt ze beter beslagen ten ijs dan twee weken geleden, toen ze een motie van wantrouwen ternauwernood overleefde. Dat kwam onder meer doordat ze onduidelijk was over wat de andere ministers wisten die betrokken waren bij de militaire operatie tegen Islamitische Staat.

Bekijk ook: 

’Toon Bijleveld was niet goed’ 

Ambtelijke stuurgroep

Nu blijkt dat behalve de toenmalige minister van Defensie ook de minister van Veiligheid en Justitie (Van der Steur) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren geïnformeerd. Ook premier Rutte had ’kennis kunnen nemen’ van het verslag van een ambtelijke stuurgroep die een dag na de aanslag bijeenkwam.

De club hoge ambtenaren stelde vast dat bij een door Nederland uitgevoerde aanval van de coalitie op een IS-autobommenfabriek in de buurt van Kirkuk ’secundaire ontploffingen’ waren geweest en dat er daardoor mogelijk burgerslachtoffers waren gevallen.

Een verslag van de bijeenkomst is naar de betrokken ministeries gestuurd, waaronder dat van premier Rutte. Toenmalig defensieminister Hennis herinnert zich dat ze de bevindingen ook persoonlijk heeft meegedeeld aan Koenders en Rutte, al zou de toon bij dat gesprek ’niet alarmerend’ zijn geweest. De twee heren herinneren zich er niets van.

Nog altijd is onduidelijk hoeveel burgerdoden er zijn gevallen bij de luchtaanval die Nederlandse F-16’s in de nacht van 2 op 3 juni uitvoerden in Hawija. „De uren en dagen na deze wapeninzet waren met veel onzekerheden omgeven.”

Geen verkeerde afwegingen

Ondanks de duisternis was het de jachtvliegers al duidelijk dat de explosies groter waren dan verwacht. Even later konden onderzoekers van het Amerikaanse legeronderdeel Centcom dat ook vaststellen, net als dat het aannemelijk was dat er burgers om het leven waren gekomen.

Van fouten in het uitkiezen van het doel was geen sprake, van verkeerde operationele afwegingen evenmin, concludeerden de Amerikanen, een conclusie die Defensie een jaar later ook trok. Maar waar in ambtelijk overleg werd verwezen naar een finaal oordeel, bleef dat van de Amerikanen uit, aangezien het finale rapport over de aanval nooit is verschenen.

’Ongeloofwaardig’

„De antwoorden van het kabinet zijn onthutsend en ongeloofwaardig”, reageert GroenLinks-leider Jesse Klaver. „Het is moeilijk te geloven dat de premier zich niets herinnert van een gesprek over burgerdoden door toedoen van het Nederlandse leger.” Het was GroenLinks dat bij het vorige debat de motie van wantrouwen tegen Bijleveld indiende.

Bekijk ook: 

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen 

Bekijk ook: 

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

Bekijk meer van; defensie Hennis de Kamer Bert Koenders Ank Bijleveld Mark Rutte Ard van der Steur Tweede Kamer der Staten-Generaal

Oud-minister Hennis informeerde Rutte ‘vermoedelijk’ over luchtaanval Irak

NU 26.11.2019 Voormalig minister van Defensie Jeanine Hennis herinnert zich dat ze in 2015 “vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling heeft geïnformeerd over het bombardement in Hawija. Ook toenmalig minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken zou volgens haar zijn ingelicht.

Dat staat in een Kamerbrief van minister Ank Bijleveld van Defensie. Rutte en Koenders kunnen zich het gesprek niet herinneren, staat ook in de brief.

De minister-president heeft “geen herinnering aan een dergelijk gesprek’, maar “sluit ook niet uit dat dit gesprek heeft plaatsgevonden”.

Volgens Hennis heeft ze geen aantallen genoemd toen ze over het aantal burgerslachtoffers sprak. Ook zou “de toon van de boodschap niet alarmerend” zijn geweest.

Ze zou feitelijk hebben verteld dat er bij de aanval van Nederlandse F-16’s sprake was van secundaire explosies en dat onderzocht moest worden of er ook burgerdoden waren gevallen.

In de nacht van 2 op 3 juni 2015 werd in het Iraakse Hawija een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS) geraakt door een bom die kort daarvoor was afgeworpen door een Nederlandse F-16. Er vielen zeker zeventig doden, onder wie een groot aantal burgerslachtoffers.

Premier Rutte zei begin november ook al dat hij zich niet kan herinneren of hij in 2015 is geïnformeerd over de Nederlandse luchtaanval waarbij burgers om het leven kwamen.

Woensdag debatteert de Tweede Kamer met minister Bijleveld over de luchtaanval. Mogelijk is Rutte daar ook bij aanwezig.

Lees meer over: Politiek

 

Rutte en Koenders blijven ontkennen dat ze wisten van burgerdoden Irak

Elsevier 26.11.2019 Premier Mark Rutte (VVD) is ‘vermoedelijk’ geïnformeerd over mogelijke burgerdoden bij het bombardement op een IS-bommenfabriek in de Iraakse stad Hawija in 2015. Dat blijkt uit een brief die minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) maandagavond naar de Tweede Kamer stuurde. Ex-minister Bert Koenders (PvdA, Buitenlandse Zaken) wist er volgens de brief zeker van, maar zegt net als Rutte dat hij van niets wist.

‘Vermoedelijk’ heeft toenmalig minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) in juni 2015 Rutte mondeling op de hoogte gesteld van het Nederlandse bombardement op Hawija, schrijft Bijleveld. In het gesprek zou de voormalige bewindsvrouw, die nu de hoogste vertegenwoordiger is van de Verenigde Naties in Irak, de premier hebben laten weten dat meer onderzoek nodig was om vast te stellen of er burgerslachtoffers waren gevallen.

Lees ook dit commentaar van Eric Vrijsen: Weinig verheffende politieke spelletjes na  burgerdoden Irak

‘De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden,’ schrijft minister Bijleveld in de brief. ‘Er staat mij niets van bij,’ zei Rutte begin deze maand al, nadat de CDA-minister het ‘aannemelijk’ had genoemd dat andere ministers van de burgerdoden op de hoogte waren. Toch sloot de premier niet bij voorbaat uit dat het hem of zijn ambtenaren destijds wel ter ore is gekomen.

De toon van Hennis was echter ‘niet alarmerend’ en er zijn geen aantallen burgerslachtoffers genoemd, zei de toenmalige VVD-minister, die alleen ‘feitelijk melding maakte van een secundaire explosie na inzet van Nederlandse F-16’s, de oorzaak van de explosies, en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden zouden zijn gevallen’. Dat is te lezen in de brief van Bijleveld, die bevestigt dat Rutte niet uitsluit dat het gesprek heeft plaatsgevonden, en dat Koenders volhoudt dat hij er niet over is geïnformeerd.

Vaststaat dat ambtenaren van betrokken ministeries (de zogeheten Stuurgroep Missies en Operaties) een dag na de aanval, op 4 juni, hebben gesproken over de gebeurtenis. In het overleg werd de mogelijkheid genoemd van eventuele burgerdoden, maar een concreet aantal werd niet genoemd. Daarna is bijna een jaar niet over de luchtaanval gesproken in de stuurgroep of bij ander overleg tussen ministeries, schrijft Bijleveld.

De minister geeft er in haar brief geen duidelijkheid over waarom haar voorganger Hennis in 2015, enkele weken na de aanval, de Tweede Kamer niet juist heeft geïnformeerd. De VVD-bewindsvrouw zei destijds dat er geen burgerdoden waren gevallen. Kort na de aanval verschenen al berichten, waaronder van persbureau Reuters, waarin sprake was van ongeveer zeventig burgerdoden.

Defensie kan rapport over burgerdoden niet vinden, onthulde Eric Vrijsen eerder deze maand

‘In de Nederlandse media is destijds niet bericht over de aanval,’ schrijft Bijleveld in haar brief. ‘Tegelijkertijd was er in deze periode sprake van ISIS-propaganda die volledig gericht was op het in diskrediet brengen van de acties van de anti-ISIS coalitie, zoals de wapeninzet in Hawija.’ Pas vorige maand maakten Nederlandse media (Nieuwsuur en NRC) voor het eerst melding van burgerslachtoffers bij de aanval op de bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat.

Op dinsdag 6 november debatteerde Bijleveld met de Tweede Kamer over de kwestie. Bijna de voltallige oppositie zegde het vertrouwen in de minister toen op, maar SGP en onafhankelijk Kamerlid Wybren van Haga stemden net als de coalitiepartijen tegen een motie van wantrouwen. Die overleefde Bijleveld, die haar ‘oprechte excuses’ aanbood voor het verkeerd informeren van de Kamer. De minister is ook politiek verantwoordelijk voor het handelen van haar voorganger.

‘Woordje “vermoedelijk” duidt erop dat Hennis aan het gissen is’

‘Het woordje “vermoedelijk” duidt er al op dat ze zelf eigenlijk min of meer aan het gissen is hoe het is gegaan,’ zei Elsevier Weekblad-redacteur Carla Joosten in Den Haag dinsdagochtend in redioprogramma Goedemorgen Nederland van WNL over de verklaringen van oud-minister Hennis. Volgens Joosten ‘dekt hij [premier Rutte] zichzelf al helemaal in’ door te zeggen dat hij geen herinnering heeft aan een gesprek over burgerdoden, maar tegelijk niet uit te sluiten dat het hem wel is verteld. ‘Dit kennen we van hem natuurlijk heel goed. “Ik heb daar geen actieve herinnering aan.” Dat is toch een beetje een ijkzin van hem.’

Volgens Joosten gaat minister Bijleveld woensdag, wanneer de kwestie in de Tweede Kamer opnieuw wordt besproken, wederom een moeilijk debat tegemoet. ‘Ze zal weer excuses moeten maken, van “misschien heb ik dingen te hard gezegd, het blijkt toch allemaal wat vager te zijn gegaan”, want dat is eigenlijk de kern van deze brief.’ Ook vindt de EW-redacteur het opmerkelijk dat Koenders – van wie Hennis zeker wist dat ze hem over mogelijke burgerdoden had gesproken – blijft volhouden dat hij niet op de hoogte is gebracht. ‘Dat werkt dan ook weer een beetje ten positieve van Rutte, want hij is niet de enige die het zich niet herinnert.’

Lees ook deze column van Philip van Tijn Bombardement in Hawija: bijzaken worden politieke hoofdzaken

Tweede Kamerlid Jan Paternotte van coalitiepartij D66 zegt dat ‘dit allemaal voorkomen had kunnen worden’ als het ministerie van Defensie duidelijker en transparanter had gecommuniceerd: ‘Als we met elkaar de afspraak hadden van, zodra het kan, zodra het veilig is, breng je gewoon alle informatie naar buiten over zo’n militaire missie waar je gebombardeerd hebt en ook als er eventuele slachtoffers zijn.’ De minister van Defensie heeft in haar brief al beloofd in de toekomst de Tweede Kamer sneller te informeren over burgerslachtoffers die vallen door Nederlandse militaire acties. Dat zal ‘standaard en zo snel mogelijk vertrouwelijk’ gebeuren.

Oppositie niet overtuigd: ‘Wie gelooft Rutte nog?’

Gezien de reacties op Twitter zijn de oppositiepartijen van links tot rechts niet overtuigd door de brief. Velen trekken de verklaringen van Bijleveld, Hennis en Rutte in twijfel. Een selectie van de tweets:

GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver vindt het ‘ongeloofwaardig’ dat Rutte zich niets herinnert, en vraagt zich af of er ‘dan niemand is die de premier daarover informeert’:

 Jesse Klaver

RTL Nieuws

@RTLnieuws

In de Kamerbrief staat verder dat de minister-president ‘geen herinnering heeft aan een dergelijk gesprek’. https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/4933821/hawijapremier-rutte-vermoedelijk-mondeling-geinformeerd-over 197  
Volgens SP-Kamerlid Sadet Karabulut is het ‘niet te geloven’ dat Rutte en Koenders ‘hun herinneringen “kwijt” zijn’, en ‘is gelogen tegen de Tweede Kamer’. Tevens denkt ze dat het ‘nooit de bedoeling’ was om het parlement de waarheid te vertellen:

Sadet Karabulut

@SadetKarabulut

Het is niet te geloven dat de minister-president en minister van Buitenlandse Zaken hun herinneringen ‘kwijt’ zijn. Het is onacceptabel dat niemand heeft gevraagd en laten onderzoeken burgerslachtoffers. Ook niet na een heftige explosie. Wel is gelogen tegen de Tweede Kamer.

Sadet Karabulut

@SadetKarabulut    

En voor alle duidelijkheid en tegen alle spin in. Ze hadden het kunnen en moeten weten. Alleen al de SP fractie heeft bijna twintig keer vragen gesteld over burgerslachtoffers. Maar het was nooit de bedoeling ons de waarheid te vertellen. Tot op de dag van vandaag. Dat kan niet. 28  

Henk Krol

@HenkKrol

De – in mijn ogen – belangrijkste passage uit de zojuist verzonden brief aan de Kamer van minister Bijleveld over het haperende geheugen van de minister-president.

Afbeelding weergeven op Twitter
‘Wie gelooft Rutte nog?’ PVV-leider Geert Wilders in elk geval niet:

Geert Wilders

@geertwilderspvv

Wie gelooft Rutte nog? https://twitter.com/fonslambie/status/1199047710554435590 

Fons Lambie

@fonslambie

Brief kabinet over #burgerslachtoffers in #Irak: zowel premier Rutte als toenmalig minister Koenders hebben “geen herinneringen” aan gesprek met minister Hennis over bombardement in #Hawija.

Afbeelding weergeven op Twitter

Forum voor Democratie-lijsttrekker Thierry Baudet is sceptisch over het ‘vermoedelijk’ informeren van premier Rutte door ex-minister Hennis:

Thierry Baudet

@thierrybaudet

ThePostOnline

@TPOnl

Jeanine Hennis: Ik heb vermoedelijk Mark Rutte geïnformeerd over mogelijke burgerdoden Irak https://ift.tt/37BUvje 988  

Gerelateerde artikelen;

Hawija in oktober 2017, nadat de stad was bevrijd van IS. 

Hawija in oktober 2017, nadat de stad was bevrijd van IS. Foto Ali Mukarrem Garip/Getty

Niemand vroeg door na de bom op Hawija

NRC 26.11.2019 Na het bombardement op de Irakese stad Hawija in 2015 waren er aanwijzingen dat er veel burgerdoden te betreuren waren. Bewindslieden toonden weinig belangstelling.

Kon men het weten? En zo ja, wilde men het weten? Deze twee vragen rijzen bij lezing van het nieuwste feitenrelaas van minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) over de bloedige gevolgen van de Nederlandse luchtaanval op Hawija, op 3 juni 2015.

Bij de aanval vonden 70 burgers de dood, zo bevestigde het Amerikaans opperbevel Centcom in december 2018 aan NRC en NOS, die de aanval samen onderzochten. Onder hen waren 22 vrouwen en 26 kinderen, berichtte NGO Airwars al eerder op basis van ooggetuigeverslagen.

Ja, men kon snel na de aanval al het nodige weten, blijkt uit het relaas van Bijleveld maandagavond. Immers, er waren vanuit de lucht wel veel verwoeste woonhuizen na het bombardement te zien. Op 7 juni 2015 ging een officier naar het hoofdkwartier van de internationale coalitie in Qatar, en hoorde daar meer details over de schade.

Lees ook: Hoe een Nederlandse bom 70 burgers doodde

Op 4 november 2019, onlangs dus, was Bijleveld nog stelliger en concreter. Uit haar brief aan de Tweede Kamer van toen bleek dat in militaire kring al snel bekend was dat de cirkel van vernietiging in Hawija veel wijder was dan waarmee de coalitie bij de planning rekening had gehouden.

„Uit ons eigen Battle Damage Assesment (BDA) bleek direct dat er sprake was van onbedoelde nevenschade”. Een eerste rapport van de Amerikanen dat Defensie op 15 juni 2015 ontving, noemde burgerslachtoffers „geloofwaardig”.

Haar voorganger, Jeanine Hennis (VVD), had daarom de Kamer verkeerd ingelicht, aldus Bijleveld. Hennis schreef op 24 juni 2015 dat „voor zover bekend” er geen burgerslachtoffers waren gevallen bij Nederlandse bombardementen. „Dat was fout”, zei Bijleveld daarover toen.

NRC en NOS stuitten bij hun eigen onderzoek ook op veel aanwijzingen dat al vroeg duidelijk was dat er veel burgerslachtoffers waren. Op 4 juni meldde Reuters al de mogelijkheid van burgerslachtoffers, mede op basis van uitlatingen van ‘veiligheidsfunctionarissen’.

„Een luchtaanval van de door de VS geleide coalitie heeft een hele wijk platgelegd in een Noord-Irakese stad die wordt gecontroleerd door militanten van IS. Tientallen mensen werden gedood, inclusief burgers, zeiden getuigen en veiligheidsfunctionarissen.”

Er werd vooral veel afgewacht

Commandant John Hesterman van de luchtoperaties tegen IS kondigde op 5 juni een onderzoek aan, zoals gebruikelijk bij aanwijzingen van burgerslachtoffers. Een paar weken later, op 24 juni, zei Pentagon-woordvoerder Steve Warren dat een onderzoek was begonnen, nadat eerdere aanwijzingen „geloofwaardig”, waren gebleken.

Als men in de junidagen van 2015 stevige aanwijzingen had dat het beleid van Nederland – geen burgerslachtoffers, in elk geval zo min mogelijk – in Hawija op een fiasco was uitgelopen, wilde men dat dan wel weten? Voor wie de brief van Bijleveld leest, lijkt het antwoord nee.

In de maanden en jaren na die junimaand 2015, werd vooral veel afgewacht in Den Haag: op nadere rapporten van het Amerikaans opperbevel, op eigen onderzoeken, eerst van Defensie, later van het Openbaar Ministerie. Niemand uit het kabinet toonde indringende belangstelling. Hennis niet als eerst verantwoordelijke minister. Premier Mark Rutte niet als coördinator van het regeringsbeleid; hij werd slechts summier geïnformeerd.

En Bert Koenders als minister van Buitenlandse Zaken (PvdA) en eerste ondertekenaar van brieven over de voortgang van de F-16-missie tegen IS, evenmin. Informatie van het Rode Kruis aan de Nederlandse ambassade in Bagdad over burgerdoden in onder meer Hawija, is geen aanleiding voor een actievere houding van ‘BuZa’.

De patronen die minister Bijleveld maandagavond schetst, herinneren enigszins aan een ander drama met honderd keer zoveel burgerdoden, de val van Srebrenica in 1995. De parlementaire enquête-commissie die het Srebrenica-drama met 7.000 slachtoffers onderzocht, sprak in 2002 over „onwil” van ambtenaren en militairen om actief op zoek te gaan naar onwelkome informatie die haaks stond op heersende veronderstellingen. Toenmalig NIOD-directeur Hans Blom had het over „het gebrek aan goede wil om uit eigen initiatief te zorgen dat de minister zo goed mogelijk werd geïnformeerd”.

Zeventien jaar later zijn er opnieuw aanwijzingen voor zo’n gebrek aan wil – nu ook van politici – om onwelkome informatie op de agenda te krijgen. Als mogelijke verklaring spelen ten minste drie fenomenen een rol: de onvolledigheid en dubbelzinnigheid van de informatie die juni 2015 voorhanden was, de manier waarop informatiestromen functioneren, en de fase van de oorlog tegen IS in 2015.

Daags na de aanval op Hawija zei de Amerikaanse commandant John Hesterman tijdens een persconferentie dat er „geen bewijzen” waren van burgerslachtoffers, wel aanwijzingen. Zijn staf beschikte wel over (lucht-)beelden van ingestorte en weggevaagde huizen en gebouwen. Het bergen van lichamen in de puinhopen, het identificeren van slachtoffers, het onderscheiden van IS-strijders (vrijwel altijd in burger) en ‘non-combattanten’, het was allemaal onmogelijk.

Lees ook: het interview met minister Bijleveld: ‘burgerslachtoffers calculeren we niet in, zo opereren we niet’

Verder was in die in juni-dagen vooral tevredenheid over het uitschakelen van de bommenfabriek van IS. Een belangrijk militair doelwit, vlak bij de frontlijn richting de stad Kirkuk, was ermee uitgeschakeld. De berichten in Irak daarover waren „positief”, schrijft Bijleveld in haar brief.

Slecht nieuws is onwelkom

Voor ambtenaren zijn voorlopigheden en dubbelzinnigheden aanleiding om ‘nader onderzoek’ af te wachten. „Onrijpheid” van informatie, noemt oud-minister Ed van Thijn dat in zijn boek De Informatie-paradox (2004). Hij somt daarin maar liefst dertig „dwingende, legitieme redenen” voor ambtenaren om „de minister (nog) niet te informeren”.

Behalve onrijp geachte informatie gaat het om zaken als ‘gedoebeperking’, ‘onwelkome boodschap’, ‘slecht nieuws schaadt de eigen organisatie’, ‘collegialiteit’ (geen ‘matennaaien”) , ‘informatie is te vertrouwelijk voor derden’, en ‘strijdigheid met het belang van de staat’.

Veel van dit alles kan een rol hebben gespeeld in de Hawija-casus. De eerste drie hebben te maken met het slechte nieuws over de vele burgerslachtoffers waarop niemand zat te wachten.

De collegialiteit speelt vooral in situaties waarbij meerdere departementen zijn betrokken en men elkaar tegenkomt in interdepartementale werkgroepen, zoals de Stuurgroep Missies en Operaties. De laatste twee factoren hebben te maken met de geclassificeerde informatie. Verspreiding van die informatie kan uitlekken en de vijand in de kaart spelen.

De fase van de oorlog tegen IS, anno 2015, stimuleerde evenmin het actief informeren naar een mogelijk bloedbad door een Nederlandse bom. Die oorlog kwam dichtbij door een reeks terreuraanslagen. Bijleveld refereert eraan in haar nieuwste brief. In zo’ n situatie worden burgerdoden anders gewogen dan nu.

Het oersterke geloof in hightech-bommen, speelde daarbij ook een rol. In een Kamerdebat, eind juni 2015, zei toenmalig minister Hennis: „Het is zo precies. Het is niet zo dat je gelijk een complete wijk of regio platlegt. Dat komt door die smart weapons waarover ik net sprak.” In augustus 2015 had de coalitie na 5.000 bombardementen twee burgerdoden toegegeven.

Ook bij de media, steeds bepalender voor de ambtelijk-politieke agenda in Den Haag, was er geen grote aandacht voor het onderwerp burgerdoden. De aanval op Hawija werd in Nederlandse media niet gemeld, stelt Bijleveld vast. Burgerdoden werden voor journalisten pas later in de oorlog tegen IS een groot issue.

Later deze week buigt de Tweede Kamer zich opnieuw over ‘Hawija’. Hoeveel begrip Kamerleden willen opbrengen voor de historische context en ambtelijke gedragingen van destijds, zal dan blijken.

Tijdens een eerder debat over Hawija wees de minister naar andere ministeries, die waarschijnlijk ook van de zaak geweten hadden. Beeld ANP

Bijleveld komt terug op eerdere beweringen over ‘Hawija’

Trouw 25.11.2019 Het was nooit duidelijk hoeveel doden er precies zijn gevallen, zegt Defensie nu over het bombardement in Irak.

Defensieminister Ank Bijleveld moet de klappen opvangen rond de vraag welke bewindspersonen in juni 2015 wisten van burgerdoden bij een bombardement in het Irakese Hawija. Het Kamerdebat hierover vindt vermoedelijk woensdag plaats.

De minister stuurde maandagavond een uitgebreide brief naar de Kamer. Daarin probeert ze een antwoord te geven op vragen rond haar bewering van drie weken geleden dat het ‘aannemelijk’ was dat andere betrokken ministeries destijds door Defensie op de hoogte waren gesteld.

Die maand loog toenmalig defensieminister Jeanine Hennis tot tweemaal toe tegen de Kamer over een Nederlandse rol bij burgerdoden, door iedere betrokkenheid te ontkennen. Door de formulering van Bijleveld rees de vraag wat premier Mark Rutte al die tijd wist.

Bijleveld schrijft nu dat het nooit duidelijk is geweest hoeveel burgerdoden er precies in Hawija zijn gevallen. In de bewuste nacht van 2 op 3 juni konden de Nederlandse gevechtspiloten niet vaststellen wat de precieze gevolgen waren toen hun aanval op een bommenfabriek in het gebied van Islamitische Staat tot een veel grotere ontploffing leidde dan verwacht. Ook een eerste Nederlands onderzoek bracht op 9 juni geen helderheid, evenmin als een eerste Amerikaans onderzoek van 15 juni.

Omdat het allemaal niet precies duidelijk was, is er op 4 juni in een overleg tussen hoge ambtenaren van verschillende ministeries niet gesproken over aantallen burgerdoden. Wel meldde Defensie dat er meer schade was dan verwacht en dat de mogelijkheid van burgerdoden onderzocht werd.

Vergaloppeerd

Na het overleg bracht een ambtenaar van buitenlandse zaken minister Bert Koenders schriftelijk op de hoogte. Premier Mark Rutte kreeg nog niets te horen, want zijn vertegenwoordiger was die dag niet bij het overleg.

Hennis heeft ergens in juni wel aan Koenders, en naar zij zich herinnert vermoedelijk ook aan Rutte, over mogelijke burgerdoden verteld. Haar toon was ‘niet alarmistisch’, en Koenders en Rutte herinneren zich de gesprekken niet meer.

Als de nieuwe uitleg klopt, heeft Bijleveld zich in het vorige debat over Hawija vergaloppeerd. Toen zei ze dat aan Hennis op 9 juni is verteld dat er ‘veel meer nevenschade’ was dan verwacht, en ‘dat er waarschijnlijk ook veel burgerslachtoffers bij waren gevallen’.

In de brief van maandag betoogt Bijleveld juist dat nooit duidelijk is geworden hoeveel burgerslachtoffers er zijn gevallen, omdat Nederland en de VS dit niet ter plaatse konden controleren.

Een ander open einde is de boodschap van Defensie tijdens het overleg met andere departementen op 4 juni. Daarin werd volgens de brief van maandag summier verteld dat na het bombardement springstof in de fabriek tot ontploffing kwam, en dat in Irakese media ‘de mogelijkheid van eventuele burgerslachtoffers werd genoemd’.

Defensie had destijds echter ook informatie uit eigen hand, zo valt op een andere pagina te lezen. Al tijdens de aanval ‘was het voor de vliegers duidelijk dat de secundaire explosies veel groter waren dan verwacht en dat sprake was van aanzienlijke schade aan diverse gebouwen’.

De nieuwe lezing maakt het verklaarbaar dat Rutte zich niets meer kan herinneren van mogelijke burgerdoden, maar brengt Bijleveld juist in de problemen. Als zij drie weken geleden in de Kamer een ander beeld schetste dan nu uit haar brief naar voren komt, is de vraag wanneer de Kamer haar nog moet geloven.

Loodzwaar debat

De minister wacht dan ook een loodzwaar debat. Drie weken geleden raakte ze tijdens het eerste debat over Hawija al politiek beschadigd. Vrijwel de gehele oppositie steunde toen een motie van wantrouwen tegen de minister.

Ook is Bijleveld politiek verantwoordelijk voor het feit dat de informatie die Defensie op 4 juni met andere ministeries deelde, een veel vager beeld geeft van de gebeurtenissen rond Hawija dan dat men blijkens de meldingen van de eigen piloten vermoedde. Bijleveld zal de Kamer nu moeten overtuigen dat zij de juiste persoon is om deze informatievoorziening in de toekomst te verbeteren.

Daarbij zal vermoedelijk ook een nieuw onderzoek naar Hawija discussiepunt worden. Want naar nu blijkt is er tot en met 2016 wel onderzoek gedaan door de Amerikaanse krijgsmacht, maar heeft dat alleen voorlopige bevindingen opgeleverd. “Recente navraag leert dat er inderdaad nooit een finaal rapport, oftewel Closure Report, is opgemaakt.”

Lees ook: De feiten over Hawija zijn nog steeds niet boven water

De minister van defensie en verschillende ministeries zijn druk op zoek naar documenten over het bombardement in Hawija, Irak. De Tweede Kamer raakt geïrriteerd. ‘Bizar hoeveel tijd ze hiervoor nodig hebben, deze zaak stinkt.’

Waarom de gehavende minister Bijleveld toch mag blijven

Met een ware Houdini-act ontsnapte minister Ank Bijleveld van defensie aan aftreden. Ze overleefde op het nippertje een motie van wantrouwen, ingediend door GroenLinks. 

Meer over; Ank Bijleveld Hawija politiek Defensie Mark Rutte Kamer Marno de Boer

Minister Ank Bijleveld (Defensie) en kolonel-vlieger Peter Tankink (directie Operaties) tijdens een persconferentie over een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in het Iraakse Hawija in 2015. Beeld ANP

Defensie sloeg nooit groot alarm over luchtaanval op Hawija

VK 25.11.2019 Het ministerie van Defensie sloeg nooit groot alarm, ook niet intern, over de gevolgen van de luchtaanval op Hawija in juni 2015. Het informeerde andere betrokken ministeries langs de gebruikelijke ambtelijke kanalen, maar in algemene bewoordingen.

Toenmalig minister Jeanine Hennis herinnert zich dat ze ‘vermoedelijk’ premier Mark Rutte mondeling heeft ingelicht in juni 2015, ook op een ‘niet alarmerende toon’.

Rutte ‘heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden’. Dat blijkt uit een brief die minister van Defensie Ank Bijleveld maandagavond naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, mede namens de premier en de ministers van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Justitie.

Naar de brief werd met spanning uitgekeken, vooral toen premier Rutte en de twee PvdA-ministers van Buitenlandse Zaken van destijds, Bert Koenders en Lilianne Ploumen, verklaarden zich niet te herinneren over het voorval ingelicht te zijn.

De brief bevat tussen de regels door wel een verklaring voor het formeel delen van informatie met andere ministeries, wat keurig gebeurd is (al was Algemene Zaken niet aanwezig bij de eerste briefing hierover op 4 juni 2015) en het feit dat er niemand op aansloeg.

Daarbij helpt een cruciaal zinnetje in Bijlevelds brief, dat verschillende keren terugkeert: ‘Aantallen mogelijke burgerslachtoffers zijn daarbij niet genoemd, aangezien deze niet konden worden vastgesteld.’

De verklaring zit dus in het verschil tussen enerzijds de alarmerende open rapportages in buitenlandse media (Nederlandse media schreven niet over Hawija) en door ngo’s over grote, maar sterk wisselende en onbevestigde aantallen doden; en anderzijds ‘ambtelijk aanvaarde, want bevestigde doden’.

Vertrouwelijke lijst

Wat betreft de eerste categorie waren er direct nieuwsberichten van Reuters, Al Jazeera en uit de Iraakse pers. In augustus 2015 gaf het Internationale Rode Kruis aan Buitenlandse Zaken een vertrouwelijke lijst van onbevestigde gevallen van burgerslachtoffers, waaronder een aanval op Hawija op 4 juni, waarbij naar verluidt 170 burgers waren gedood en honderden anderen verwond.

‘Het was niet duidelijk of dezelfde aanval werd bedoeld als Nederlandse wapeninzet in Hawija in de nacht van 2 op 3 juni’, meldt de brief. Een rapport van de ngo Airwars uit die tijd gaf aan dat dat naar verluidt 70 burgers waren gedood, ‘maar maakt ook melding van berichtgeving die sprak over 150 burgerslachtoffers’.

Officieel echter was er geen duidelijkheid over aantallen doden – en die zou ook, tot de dag van vandaag, nooit komen. Er was het bericht van 15 juni 2015 van het Amerikaanse hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie, Centcom, dat het ‘geloofwaardig’ achtte dat er burgerslachtoffers waren gevallen, maar dat niet kon verifiëren of falsifiëren. In een later rapport noemde Centcom het ‘waarschijnlijk’ dat er burgerdoden waren gevallen. Een uiteindelijk rapport is er nooit gekomen.

Doordat in de officiële communicatie van Defensie – klaarblijkelijk ook tussen de departementen – de voorzichtige lijn werd gehandhaafd dat er ‘mogelijk’ of ‘waarschijnlijk’ burgerdoden waren gevallen, zonder context te geven over de onbevestigde berichten dat het ging om tientallen burgerdoden, konden de gevolgen van de luchtaanval op Hawija jarenlang onder de radar blijven.

Onderwijl werden alle betrokken partijen formeel wel op de hoogte gesteld en kon het OM ook onderzoek doen en concluderen dat er geen aanleiding was tot vervolgonderzoek. Ambtelijk klopte alles dus wellicht, maar deze week zal de Tweede Kamer zich in een debat uitspreken over de vraag of ze vindt dat politiek ook alles klopt.

Meer over; Hawija politiek Mark Rutte Tweede Kamer Arnout Brouwers

De Speld: Bijleveld neemt verantwoordelijkheid maar ‘het was wel al een rotzooitje’

Minister informeert Tweede Kamer over gang van zaken rond Hawija

RO 25.11.2019 Minister Ank Bijleveld heeft de Tweede Kamer vandaag geïnformeerd over hoe de informatie over de wapeninzet in Hawija met de verschillende ministeries is gedeeld. De minister schrijft verder namens de minister-president en de betrokken ministers hoe Defensie in de toekomst transparanter kan zijn over de gevolgen van de Nederlandse inzet en wat kan worden gedaan met de afhandeling van eventuele schade.

Daarnaast heeft de minister van Defensie antwoorden op Kamervragen van de Tweede Kamerleden Diks (GroenLinks) en Karabulut (SP) naar de Kamer gestuurd.

De Tweede kamer heeft aangegeven snel na het ontvangen van de brief een debat te willen met de minister-president en minister van Defensie Bijleveld.

Kamerstukken;

Kamerbrief met antwoorden op nadere vragen over de wapeninzet in Hawija

Kamerstuk: Kamerbrief | 25-11-2019

Beantwoording Kamervragen over een passage uit het boek Missie F-16 over mogelijke burgerslachtoffers in Irak

Kamerstuk: Kamervragen | 25-11-2019

Beantwoording Kamervragen over een luchtaanval op Mosul in Irak

Kamerstuk: Kamervragen | 25-11-2019

Zie ook;

Oud-minister Hennis informeerde Rutte ‘vermoedelijk’ over luchtaanval Irak

NU 25.11.2019 Voormalig minister van Defensie Jeanine Hennis herinnert zich dat ze in 2015 “vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling heeft geïnformeerd over het bombardement in Hawija. Ook toenmalig minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken zou volgens haar zijn ingelicht.

Dat staat in een Kamerbrief van minister Ank Bijleveld van Defensie. Rutte en Koenders kunnen zich het gesprek niet herinneren, staat ook in de brief.

De minister-president heeft “geen herinnering heeft aan een dergelijk gesprek’, maar “sluit ook niet uit dat dit gesprek heeft plaatsgevonden”.

Volgens Hennis heeft ze geen aantallen genoemd toen ze over het aantal burgerslachtoffers sprak. Ook zou “de toon van de boodschap niet alarmerend” zijn geweest.

Ze zou feitelijk hebben verteld dat er bij de aanval van Nederlandse F-16’s sprake was van secundaire explosies en dat onderzocht moest worden of er ook burgerdoden waren gevallen.

In de nacht van 2 op 3 juni 2015 werd in het Iraakse Hawija een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS) geraakt door een bom die kort daarvoor was afgeworpen door een Nederlandse F-16. Er vielen zeker zeventig doden, onder wie een groot aantal burgerslachtoffers.

Premier Rutte zei begin november ook al dat hij zich niet kan herinneren of hij in 2015 is geïnformeerd over de Nederlandse luchtaanval waarbij burgers om het leven kwamen.

Woensdag debatteert de Tweede Kamer met minister Bijleveld over de luchtaanval. Mogelijk is Rutte daar ook bij aanwezig.

Lees meer over: Politiek

Hawija na het bombardement NOS

Hennis informeerde Rutte ‘vermoedelijk’ over burgerdoden, geen aantallen genoemd

NOS 25.11.2019 Oud-minister Hennis van Defensie zegt dat ze in 2015 haar collega Koenders van Buitenlandse Zaken mondeling heeft geïnformeerd over mogelijke burgerdoden in Irak, en vermoedelijk ook premier Rutte. Ze heeft daarbij geen aantallen slachtoffers genoemd, staat in een brief van minister Bijleveld van Defensie aan de Tweede Kamer.

Zowel Koenders als Rutte zegt zich niets te kunnen herinneren van dat gesprek. Maar Rutte sluit niet uit dat het toch heeft plaatsgevonden. Volgens Hennis was haar boodschap “niet alarmerend van toon”. Ze heeft feitelijk verteld dat er bij de aanval van Nederlandse F16’s op een bommenfabriek in Hawija sprake was van secundaire explosies, en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden waren gevallen.

Bij de aanval, op 3 juni 2015, hebben zo’n 70 onschuldige burgers het leven verloren. Die getallen gingen al snel na het bombardement rond, maar volgens Bijleveld was er in die eerste tijd nog heel veel onduidelijk en moest nader onderzoek duidelijkheid brengen.

Wie wist wat, op welk moment

Deze week, vermoedelijk woensdag, debatteert de Tweede Kamer opnieuw over de gang van zaken rond het bombardement en de burgerdoden. De Kamer wil precies weten wie er op welk moment op de hoogte was dat er mogelijk burgerdoden waren gevallen. De Kamer werd daarover officieel pas vorige maand, ruim vier jaar na dato, op de hoogte gebracht. Dat gebeurde na publicaties van de NOS en NRC Handelsblad.

In de brief die Bijleveld vanavond naar de Kamer stuurde staat dat een groep ambtenaren van verschillende ministeries al op 4 juni, een dag na de aanval, over de actie heeft gesproken. Daarbij is ook gemeld dat er in de Iraakse pers de mogelijkheid van burgerdoden werd gemeld. Het ministerie van Algemene Zaken was bij die bespreking niet aanwezig, maar heeft er achteraf wel kennis van kunnen nemen via de besluitenlijst.

Toch zei toenmalig minister Hennis eind juni 2015 tot twee keer toe tegen de Kamer dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen. Omdat de Kamer dus onjuist geïnformeerd was, kreeg huidig minister Bijleveld begin deze maand een motie van wantrouwen gepresenteerd door GroenLinks. Die motie werd gesteund door bijna de hele oppositie.

Eerder vertrouwelijk informeren

Bijleveld zal met terugwerkende kracht een overzicht geven van alle Nederlandse acties in Irak tussen 2014 en 2018. Dan gaat het om het aantal missies, de locaties, wat voor doel er was en welke wapens zijn gebruikt.

Om in de toekomst onduidelijkheid te voorkomen, wil de minister voortaan de Kamer zo snel mogelijk vertrouwelijk informeren over mogelijke burgerslachtoffers die door Nederlandse wapens zijn veroorzaakt.

Bekijk ook;

Rutte ‘vermoedelijk’ geïnformeerd over Irak

Telegraaf 25.11.2019 Minister Jeanine Hennis van Defensie heeft in juni 2015 “vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling op de hoogte gesteld van de Nederlandse luchtaanval op Hawija in Irak en daarbij gezegd dat nader onderzoek nodig was om vast te stellen of er burgerslachtoffers waren gevallen.

“De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden”, schrijft minister Ank Bijleveld (Defensie) aan de Tweede Kamer.

Hennis is wel zeker toenmalig minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) op de hoogte te hebben gesteld. Volgens Hennis was “de toon van de boodschap niet alarmerend” en zijn er geen aantallen burgerdoden genoemd. Koenders heeft ook geen herinnering aan een dergelijk gesprek.

Onjuist geïnformeerd

Bij de luchtaanval vielen veel doden maar het exacte aantal is niet vast te stellen, aldus Bijleveld. Het zou om vele tientallen doden gaan waaronder burgers. Een dag de aanval repten internationale media over zeventig doden.

Hennis informeerde enkele weken later de Kamer onjuist over de kwestie door te melden dat er geen doden waren door Nederlandse acties in Irak. Daarmee was de Kamer onjuist geïnformeerd. Bijleveld hoorde dat pas begin deze maand.

In debat

Ze liet de Kamer weten dat het “aannemelijk” was dat meer bewindslieden in 2015 op de hoogte waren gesteld onder wie de premier. Daar wilde de Kamer toen het naadje van de kous van weten. Tijdens een debat over de kwestie zegde bijna de hele oppositie het vertrouwen in Bijleveld op.

De Kamer gaat zoals het zich nu laat aanzien woensdag 27.11.2019 in debat met Rutte en Bijleveld over de zaak.

Premier Rutte en toenmalig minister Hennis tijdens een persconferentie in 2017. Ⓒ ANP

’Rutte, Koenders en Van der Steur wisten van mogelijke burgerdoden’

Telegraaf 25.11.2019 Niet alleen toenmalig defensieminister Hennis, maar ook haar collega’s van destijds, Koenders (Buitenlandse Zaken) en Van der Steur (Justitie), waren ervan op de hoogte dat er bij een Nederlandse luchtaanval in Irak mogelijk burgerdoden waren gevallen. Ook premier Rutte wist ervan.

Rutte en Koenders zijn zelfs door Hennis, zo herinnert zij zich, ook mondeling geïnformeerd over de luchtaanval van 3 op 4 juni 2015, waarbij een Nederlandse F-16 een fabriekje onder vuur nam waar IS autobommen produceerde.

Hoewel de toon van Hennis ’niet alarmerend’ zou zijn geweest, vertelde ze hen wel van ’secundaire explosies’ in het fabriekje en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden waren gevallen. Zowel Koenders als Rutte zegt zich daar niks van te kunnen herinneren.

Een en ander blijkt uit nieuwe informatie die minister Bijleveld (Defensie) maandag in een uitgebreide brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met het noemen van de premier en de andere ministers als ’medeweters’ bracht de CDA-bewindsvrouw zichzelf tijdens het debat van twee weken geleden in het nauw. Deze week moet zij andermaal verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer, nu waarschijnlijk samen met de premier.

Herexamen Bijleveld

Tot op de dag van vandaag is nog steeds niet duidelijk hoeveel burgerslachtoffers er in 2015 in Irak door Nederlandse bommen zijn gevallen. En waarom tegenover de Kamer is ontkend dat er überhaupt burgers waren gedood door Nederlands toedoen, blijft nog even vaag.

Minister Ank Bijleveld bracht zichzelf in het nauw

Minister Ank Bijleveld (Defensie) moet het deze week allemaal toelichten als ze voor een herexamen naar de Tweede Kamer moet. Al komt ze beter beslagen ten ijs dan twee weken geleden, toen ze een motie van wantrouwen ternauwernood overleefde. Dat kwam onder meer doordat ze onduidelijk was over wat de andere ministers wisten die betrokken waren bij de militaire operatie tegen Islamitische Staat.

Bekijk ook:

’Toon Bijleveld was niet goed’ 

Ambtelijke stuurgroep

Nu blijkt dat behalve de toenmalige minister van Defensie ook de minister van Veiligheid en Justitie (Van der Steur) en Koenders (Buitenlandse Zaken) waren geïnformeerd. Ook premier Rutte had ’kennis kunnen nemen’ van het verslag van een ambtelijke stuurgroep die een dag na de aanslag bijeenkwam.

De club hoge ambtenaren stelde vast dat bij een door Nederland uitgevoerde aanval van de coalitie op een IS-autobommenfabriek in de buurt van Kirkuk ’secundaire ontploffingen’ waren geweest en dat er daardoor mogelijk burgerslachtoffers waren gevallen. Toenmalig defensieminister Hennis herinnert zich dat ze dit ook persoonlijk heeft meegedeeld aan Koenders en premier Rutte. De twee heren herinneren zich er niets van.

Nog altijd is onduidelijk hoeveel burgerdoden er zijn gevallen bij de luchtaanval die Nederlandse F-16’s in de nacht van 2 op 3 juni 2015 uitvoerden in Hawija. „De uren en dagen na deze wapeninzet waren met veel onzekerheden omgeven.”

Geen verkeerde afwegingen

Ondanks de duisternis was het de jachtvliegers al duidelijk dat de explosies groter waren dan verwacht. Even later konden onderzoekers van het Amerikaanse legeronderdeel Centcom dat ook vaststellen, net als dat het aannemelijk was dat er burgers om het leven waren gekomen.

Van fouten in het uitkiezen van het doel was geen sprake, van verkeerde operationele afwegingen evenmin, concludeerden de Amerikanen, een conclusie die Defensie een jaar later ook trok. Maar waar in ambtelijk overleg werd verwezen naar een finaal oordeel, bleef dat van de Amerikanen uit, aangezien het finale rapport over de aanval nooit is verschenen.

’Ongeloofwaardig’

„De antwoorden van het kabinet zijn onthutsend en ongeloofwaardig”, reageert GroenLinks-leider Jesse Klaver. „Het is moeilijk te geloven dat de premier zich niets herinnert van een gesprek over burgerdoden door toedoen van het Nederlandse leger.” Het was GroenLinks dat bij het vorige debat de motie van wantrouwen tegen Bijleveld indiende.

Bekijk ook:

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen 

Bekijk ook:

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

Bekijk meer van; defensie Hennis de Kamer Bert Koenders Ank Bijleveld Mark Rutte Ard van der Steur Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijleveld: toenmalig Defensieminister Hennis ‘vermoedt’ Rutte ingelicht te hebben

AD 25.11.2019 Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis heeft minister-president Mark Rutte in juni 2015 ‘vermoedelijk’ mondeling ingelicht nadat zij had gehoord over een Nederlands bombardement in Irak waarbij waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Dat deed ze in elk geval bij Bert Koenders, destijds minister van Buitenlandse Zaken. Ze noemde geen dodental. In Hawija kwamen waarschijnlijk zo’n zeventig burgers om het leven.

Minister Ank Bijleveld van Defensie schrijft vanavond in een langverwachte brief aan de Tweede Kamer dat Hennis zich deze gang van zaken zo herinnert. De gesprekken zouden niet op alarmerende toon zijn gevoerd, maar ze zou ‘feitelijk melding’ hebben gemaakt van een tweede explosie na het bombardement van een Nederlandse F-16. ‘Nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden zouden zijn gevallen’, schrijft Bijleveld.

Lees ook;

 

Lees meer

Lees meer

Geen herinnering

Rutte zei eerder deze maand al geen herinnering te hebben dat hij snel na de luchtaanval in 2015 werd ingelicht. Dat herhaalt Bijleveld ook: ,,De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken stelt bij navraag geen herinnering te hebben aan een dergelijk gesprek.”

Koenders werd op 1 juli 2015 door één van zijn topambtenaren nogmaals geïnformeerd over de ‘collatoral damage’ door een Nederlandse F-16 in Irak. Ook begin juni 2015 en mei 2016 zou de PvdA-bewindsman tot drie keer toe zijn geïnformeerd over de kwestie. Zijn partij, de PvdA, steunde begin november een motie van wantrouwen tegen minister Bijleveld.

Ambtelijk overleg

Ook de ambtenaren van de meest betrokken ministeries (Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Defensie, Justitie en Veiligheid en Algemene Zaken) werden op 4 juni 2015 tijdens een regulier overleg ingelicht. Daarin werd ook melding gemaakt van mogelijke burgerslachtoffers. Maar, schrijft Bijleveld, bij dat overleg was het ministerie van Rutte, Algemene Zaken, niet aanwezig.

Zijn ambtenaren konden wel in de besluitenlijst lezen wat er was besproken, aldus Bijleveld, maar daarin stond enkel: Daarin stond enkel dat het ministerie van Defensie meldde dat met een aanval van Nederlandse F-16’s bommenfabriek was vernietigd – niets over burgerdoden.

Bijleveld stelt dat het ‘tot de dag van vandaag’ niet duidelijk is hoeveel slachtoffers er vielen.

Geloofwaardig

Uit het eerste Amerikaanse onderzoek naar het misgelopen bombardement bleek dat het credible (geloofwaardig) was dat er burgerslachtoffers zouden zijn gevallen in de nacht van 2 op 3 juni 2015, maar niet hoeveel doden er waren gevallen.

Het aanvullende onderzoek kreeg defensie op 22 januari 2016 binnen. Daaruit bleek dat het bombardement volgens de regels was verlopen, maar dat het wel probable (aannemelijk) was dat bij de door Nederland uitgevoerde aanval burgerdoden te betreuren vielen.

Daarmee beschouwden de Amerikanen het onderzoek ‘gesloten’. Een zogeheten closure report, waarvan Elsevier schreef dat het ministerie het niet kon vinden, werd door de Amerikanen nooit opgemaakt, zo ‘leert recente navraag’, aldus Bijleveld.

Rutte ‘vermoedelijk’ geïnformeerd over Irak

MSN 25.11.2019 Minister Jeanine Hennis van Defensie heeft in juni 2015 “vermoedelijk” premier Mark Rutte mondeling op de hoogte gesteld van de Nederlandse luchtaanval op Hawija in Irak en daarbij gezegd dat nader onderzoek nodig was om vast te stellen of er burgerslachtoffers waren gevallen.

“De minister-president heeft geen herinnering aan een dergelijk gesprek, maar sluit ook niet uit dat dit heeft plaatsgevonden”, schrijft minister Ank Bijleveld (Defensie) aan de Tweede Kamer.

Hennis is wel zeker toenmalig minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) op de hoogte te hebben gesteld. Volgens Hennis was “de toon van de boodschap niet alarmerend” en zijn er geen aantallen burgerdoden genoemd. Koenders heeft ook geen herinnering aan een dergelijk gesprek.

Onjuist geïnformeerd

Bij de luchtaanval vielen veel doden maar het exacte aantal is niet vast te stellen, aldus Bijleveld. Het zou om vele tientallen doden gaan waaronder burgers. Een dag de aanval repten internationale media over zeventig doden.

Hennis informeerde enkele weken later de Kamer onjuist over de kwestie door te melden dat er geen doden waren door Nederlandse acties in Irak. Daarmee was de Kamer onjuist geïnformeerd. Bijleveld hoorde dat pas begin deze maand.

In debat

Ze liet de Kamer weten dat het “aannemelijk” was dat meer bewindslieden in 2015 op de hoogte waren gesteld onder wie de premier. Daar wilde de Kamer toen het naadje van de kous van weten. Tijdens een debat over de kwestie zegde bijna de hele oppositie het vertrouwen in Bijleveld op.

De Kamer gaat zoals het zich nu laat aanzien woensdag 27.11.2019 in debat met Rutte en Bijleveld over de zaak.

 

Alaa met zijn zoontje Abdulmalek NOS

Alaas zoontje werd blind door Nederlandse aanval, maar hij koestert geen wrok

NOS 24.11.2019 Ze waren in Hawija wel gewend aan bombardementen. Maar die van 3 juni 2015 veranderde het leven van de Iraakse Alaa Qader en zijn gezin volledig. Zijn zoontje raakte halfblind, zijn vrouw gewond, hun huis en winkel werden verwoest.

Na een vluchtroute via Turkije en Griekenland kwamen Alaa en zijn vijf kinderen in Nederland terecht. Hier hoorde hij vorige maand wie er achter het bombardement in zijn voormalige woonplaats Hawija zat: een Nederlandse F-16. Die viel op de bewuste junidag in 2015 een autobommenfabriek van IS aan, waarbij zeker zeventig doden vielen.

“Dat was een grote verrassing voor mij”, zegt Alaa over de Nederlandse betrokkenheid. Bij de luchtaanval in Hawija raakte zijn vrouw gewond aan haar rug door een granaatscherf. Zijn destijds 5-jarige zoontje, dat door de knal onder een omgevallen deur terecht was gekomen, raakte blind aan zijn rechteroog. “Zijn oog bloedde. Volgens de dokter is zijn pupil verdwenen door een stuk metaal dat erin was gekomen.”

Het bombardement voelde als een soort aardbeving, vertelt Alaa:

‘Dieven zullen het geld voor wederopbouw in hun eigen zak steken’

Ondanks dat Alaa en zijn gezin nog altijd kampen met de gevolgen van het bombardement nemen ze de Nederlandse overheid weinig kwalijk. “Het probleem ligt niet bij Nederland, de Nederlandse regering of de Nederlandse vliegtuigen”, zegt hij. “De schuld ligt bij IS. Zij hebben ons gebied bezet.”

Wel vindt Alaa het lastig te verkroppen dat de Nederlandse aanval zo veel impact heeft gehad op het leven van hem en zijn familie. “Door het bombardement is onze toekomst verpest. We zijn ons land verloren, ons huis, onze winkel.” Voor de luchtaanval had Alaa een zaak voor vrouwen- en kinderkleding. “Ik had veel werk. De situatie was goed.”

Alaa en zijn gezin woonden op zo’n 1 tot 1,5 kilometer afstand van de gebombardeerde IS-fabriek. Toch stortte ook hun huis in:

1/3 NOS

2/3 NOS

3/3 NOS

Inmiddels heeft Alaa ook hier een baan gevonden, als postbode in zijn woonplaats Zoetermeer. “Daar ben ik heel blij mee”, zegt hij. Ook zijn zoon Abdulmalek, inmiddels 9 jaar, heeft het naar zijn zin in Nederland. “Ik voel me hier veiliger dan daar. En het gaat goed op school.”

Wie wist wat?

Bij het bombardement op de IS-bommenfabriek in Hawija, uitgevoerd door een Nederlandse F-16, vielen zeker zeventig burgerdoden. Wat het kabinet daar toen van wist, blijft onduidelijk. Die vraag ligt op tafel sinds de NOS en NRC het nieuws over de luchtaanval vorige maand naar buiten brachten.

Volgens minister Bijleveld van Defensie heeft haar voorganger Hennis de Tweede Kamer tot twee keer toe verkeerd geïnformeerd over de zaak. Hennis zei dat Nederland niet betrokken was bij bombardementen waarbij burgerdoden zijn gevallen, terwijl ze op dat moment al zou weten dat dat niet waar was. Premier Rutte kan zich naar eigen zeggen niet herinneren of hij al in 2015 van die slachtoffers wist.

Bijleveld is de kwestie nu aan het uitzoeken. Eigenlijk zou ze afgelopen week met meer informatie komen, maar woensdag werd duidelijk dat het kabinet daar meer tijd voor nodig heeft. Waarschijnlijk wordt er begin deze week meer bekend.

Bekijk ook;

Bijleveld is nog lang niet uit de problemen

RTL 23.11.2019 Het was deze week betrekkelijk rustig rond CDA-minister Ank Bijleveld van Defensie, een uitstelbriefje over wie wat wist van het bombardement in Syrië daargelaten. Maar het is stilte voor de storm; volgende week zal de CDA-minister toch echt duidelijk moeten maken wie allemaal wist van de 74 doden, onder wie heel veel onschuldige burgers, en daarover heeft gezwegen.

Het is zo’n levensgevaarlijk dossier dat een bewindspersoon opeens in grote problemen kan brengen. Drie weken geleden was er nog weinig aan de hand. Bijleveld was weliswaar politiek verantwoordelijk voor de bombardementen met de tragische afloop.

Maar het was gebeurd onder haar voorgangster Jeanine Hennis, die – dat stond inmiddels vast – de Tweede Kamer had voorgelogen. De algemene verwachting was dat Bijleveld het debat wel zou overleven, ook al dreigden sommige fracties met een motie van wantrouwen.

“Gedurende het debat ontstond er steeds meer ergernis toen Bijleveld al te nadrukkelijk haar voorgangster begon zwart te maken.”

Bijleveld is een vakvrouw met een grote dosis kennis en ervaring. Haar indrukwekkende cv (12 jaar Kamerlidmaatschap, bijna 7 jaar burgemeester, 3 jaar staatssecretaris, 6 jaar Commissaris van de Koning en sinds 2017 minister) staat bol van politieke en bestuurlijke vaardigheden.

Ze staat erom bekend lastige dossiers aan te kunnen. Zo was zij als staatssecretaris verantwoordelijk voor de staatkundige hervorming van de Nederlandse Antillen. Bijleveld is veruit de meest ervaren bewindspersoon van het CDA. Ook het Iraakse drama zou zij, zo was de verwachting, in rustiger vaarwater kunnen brengen.

Dat ging haar aanvankelijk goed af. Bijleveld erkende haar politieke verantwoordelijkheid, bood haar excuses aan en de Kamer aanvaardde dat welwillend. Maar gedurende het debat ontstond er steeds meer ergernis toen Bijleveld al te nadrukkelijk haar voorgangster, die zich niet kon verweren, begon zwart te maken. Het was Hennis die de Kamer onjuist had geïnformeerd, niet zij. Bijleveld verloor zichtbaar de controle over het debat; spanning en nervositeit waren van haar gezicht te lezen.

De Kamer trok de touwtjes steeds strakker aan: wanneer wist Bijleveld van het bombardement?

Bij haar aantreden, twee jaar geleden? Waarom had ze zolang gezwegen, waarom kwam ze pas naar buiten na publicaties van NOS en NRC? En waarom zei ze, volkomen onverwacht, dat in 2015 de ministeries van Algemene Zaken (Rutte), Buitenlandse Zaken (Koenders), Ontwikkelingssamenwerking (Ploumen), en Veiligheid en Justitie (Van der Steur) ook op de hoogte waren? De betrokken bewindspersonen kunnen zich er niets van herinneren.

“Nu is Bijleveld aangeschoten wild, wordt zij niet meer klakkeloos op haar woord geloofd.”

Er zijn maar weinig bewindslieden die met zo’n klein verschil in stemmen de dans weten te ontspringen. Acht (!) partijen dienden die bewuste dinsdagavond de motie van wantrouwen in; de vier regeringspartijen, SGP en de eenmansfractie Van Haga hielden Bijleveld met 79 tegen 71 stemmen in het zadel. Maar voor hoelang?

Bijleveld heeft zichzelf onnodig in problemen gebracht. Was zij gebleven bij het benadrukken van haar politieke verantwoordelijkheid en haar verontschuldigingen en zou ze niet hebben geprobeerd anderen mede aansprakelijk te maken, dan was zij nog steeds een gerespecteerd bewindspersoon geweest.

Nu is Bijleveld aangeschoten wild, wordt zij niet meer klakkeloos op haar woord geloofd en wacht haar nog een heel zwaar debat, waarvan de uitkomst ongewis is.

Met haar schat aan ervaring had dat nooit mogen gebeuren.

Kabinet: Meer tijd nodig voor feiten rond burgerdoden Hawija

NU 20.11.2019 Het kabinet heeft meer tijd nodig om uit te zoeken hoe en wanneer premier Mark Rutte op de hoogte is gesteld van de Nederlandse luchtaanvallen op de Iraakse stad Hawija waarbij zeventig doden zijn gevallen.

Het kabinet zou uiterlijk deze week met een uitleg komen, maar schrijft woensdag in een brief aan de Kamer dat het “helaas niet gelukt” is.

De vertraging is volgens defensieminister Ank Bijleveld te wijten aan “een gecompliceerde ICT-structuur”.

Volgens de minister zijn er vorderingen gemaakt, maar gaat het om veel documenten die onderzocht moeten worden. Het kabinet hoopt begin volgende week de feiten op een rij te hebben

Twee weken geleden overleefde minister Bijleveld ternauwernood een motie van wantrouwen in het debat over de burgerdoden in Hawija. Het ministerie van Defensie had de Tweede Kamer onjuist geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid bij de luchtaanvallen in Irak.

Minister Bijleveld verwees nadrukkelijk naar haar voorganger, oud-defensieminister Jeanine Hennis, die in 2015 op de hoogte was dat er burgerslachtoffers waren gevallen hij de aanval om een IS-bommenfabriek in Hawija.

De defensieminister voegde daaraan toe dat het “aannemelijk” was dat ook premier Rutte op de hoogte was gesteld. Premier Rutte zei daags na het Kamerdebat zich niet te kunnen herinneren dat hij geïnformeerd is over de zeventig burgerdoden. “Er staat mij niets van bij”, zei de minister-president toen.

‘Feiten zijn zoek, geheugen is kwijt’

De Tweede Kamer eist nu een nieuw feitenrelaas waar duidelijk wordt gemaakt wie wanneer wat wist.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut vindt het tekenend dat het kabinet opnieuw uitstel aankondigt. “Het is zorgelijk dat de premier zijn herinneringen zo lang kwijt is”, aldus Karabulut.

De SP’er wijst erop dat de Kamer twee weken geleden al om openheid vroeg en verwijt het minister Bijleveld dat zij niet volledig is geweest. “De feiten zijn zoek en het geheugen is kwijt”, aldus de politica. “Er zijn kennelijk nog zo veel documenten die wij niet hebben gekregen, dit is alles behalve transparant.”

Kabinet heeft nog meer tijd nodig voor informatie burgerdoden Irak

NOS 20.11.2019 Het kabinet heeft opnieuw meer tijd nodig om uit te zoeken hoe het precies zit met de informatie over het Nederlandse bombardement in Irak, waarbij zeventig burgerdoden vielen. De Tweede Kamer wil van het kabinet weten wie wanneer op de hoogte was.

Het gaat daarbij vooral over de rol van premier Rutte. Die zei twee weken geleden zich niet te kunnen herinneren of hij al in 2015 op de hoogte is gesteld van burgerslachtoffers. Minister Bijleveld zei tegen de Kamer dat Defensie ten onrechte heeft gemeld dat er geen burgerslachtoffers zijn gevallen. Zij noemde het aannemelijk dat ook andere ministeries op de hoogte waren van het incident, waaronder het departement van de premier.

Gecompliceerde ICT

Bijleveld heeft de Kamer al twee keer eerder geschreven dat er meer tijd nodig is om de kwestie goed uit te zoeken. In haar vorige brief sprak ze de verwachting uit dat het eind deze week zou worden. Mede namens de premier en de ministers Blok, Kaag en Grapperhaus schrijft zij nu dat het omwille van de zorgvuldigheid “begin volgende week” wordt.

Bijleveld benadrukt dat het ministerie van Buitenlandse Zaken een “decentraal postennet” heeft met een gecompliceerde ICT-structuur. Ze wijst verder op de vele personeelsveranderingen op dat departement, “zeker op hard-ship posten zoals Bagdad”. Volgens haar moeten ook veel bestanden worden doorzocht.

Haagse bronnen melden dat zeven ministers al twee keer over de “informatiebrief” hebben vergaderd, maar dat ze het nog niet eens zijn.

Bekijk ook;

Debat burgerdoden Irak uitgesteld

Telegraaf 20.11.2019 Defensie heeft meer tijd nodig om antwoord te geven op Kamervragen over welke ministers wisten van de burgerdoden door een Nederlandse luchtaanval in Irak. Defensieminister Bijleveld had de Tweede Kamer beloofd eind deze week helderheid te geven.

Reden is volgens de minister dat veel informatie van Buitenlandse Zaken moet komen, en dan niet alleen van het ministerie, maar ook van de ambassade in Bagdad, dat veel verloop kende van personeel, zeker op zogeheten ’ontberingsposten’ in Irak. „Gezien het grote volume van de te doorzoeken centrale en decentrale bestanden en omwille van de eerder genoemde zorgvuldigheid is enige extra tijd benodigd.”

Kamerleden willen onder meer weten of premier Rutte en de toenmalige ministers van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en Justitie en op de hoogte waren gebracht van de burgerdoden die waren gevallen bij de luchtaanval van 3 juni 2015 op een bommenfabriekje van IS in Hawija. Defensie gaf in een feitenrelaas aan dat het ’aannemelijk’ was dat de ’meest betrokken ministeries’ waren geïnformeerd.

Bij de aanval in Hawija vielen op 3 juni 2015 zeventig doden, zowel IS-strijders als burgers. Toenmalig minister Hennis (Defensie) werd al een paar dagen later door het Amerikaanse commando op de hoogte gesteld dat er vermoedelijk burgerslachtoffers waren gevallen. Desondanks meldde zij twee weken later aan de Kamer dat er geen burgerdoden in Irak waren gevallen door Nederlandse luchtacties. Daarmee was de Kamer onjuist geïnformeerd.

Al was Bijleveld de eerste die tegenover de Kamer erkende dat Nederland verantwoordelijk was voor de burgerdoden en daarmee tegemoet kwam aan de verlangde openheid, kreeg zij het twee weken geleden in het debat over het onderwerp knap lastig. Haar werd verweten dat ze niet eerder aan de bel had getrokken.

Bovendien vond de Kamer het ongeloofwaardig dat ze pas de vrijdag voorafgaand aan het debat had ontdekt dat de Kamer verkeerd was geïnformeerd. Bovendien was ze onduidelijk over wat premier Rutte precies wist. De CDA-bewindsvrouw overleefde ternauwernood een motie van wantrouwen.

Bekijk ook: 

Bijleveld opnieuw naar Kamer om leugen over burgerdoden 

Na de brief van volgende week zal de Kamer opnieuw een debat houden over de kwestie.

Bekijk meer van; defensie Ank Bijleveld Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal

Pas volgende week duidelijkheid wie wat wist rond burgerdoden Irak

AD 20.11.2019 De brief waarin minister Ank Bijleveld van Defensie duidelijkheid moet geven wie wat wanneer wist rond de Nederlandse aanval in Irak waarbij burgerdoden vielen, wordt wederom uitgesteld. De brief gaat nu pas begin volgende week naar de Tweede Kamer.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

In een uitstelbrief stelt Bijleveld dat de ‘gecompliceerde ICT- structuur’ van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor vertraging zorgt. ,,Gezien het grote volume van de te doorzoeken centrale en decentrale bestanden en omwille van de eerder benoemde zorgvuldigheid is enige extra tijd benodigd”, schrijft Bijleveld aan de Kamer.

Ook stelt ze dat er al ‘goede vorderingen’ zijn gemaakt. Eerder schreef Elsevier nog dat de definitieve versie van een Amerikaans rapport na het fatale bombardement zoek was.

Feitenrelaas

Vorige week kregen Kamerleden ook twee brieven over het uitgebreide feitenrelaas, waar in politiek Den Haag reikhalzend wordt uitgekeken. In de eerste brief stond dat de Kamer daar deze week over zou worden geïnformeerd, in de tweede brief werd dat al uitgesteld naar eind van de week.

Begin deze maand erkende Defensie voor het eerst dat er bij aanvallen van Nederlandse F-16’s tijdens de missie tegen IS op twee plekken in Irak – Hawija en Mosul – burgerslachtoffers zijn gevallen. Bij het bombardement in Hawija vielen op 3 juni 2015 ruim 70 slachtoffers.

Toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis wist daarvan, maar zei tegen de Kamer dat er ‘voor zover op dit moment bekend’ geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden. Daarmee heeft zij de Kamer verkeerd geïnformeerd.

Aannemelijk

Tijdens een spoeddebat over de kwestie stelde Bijleveld dat ook de ministeries van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op de hoogte waren van het misgelopen bombardement op een bommenfabriek, waar meer explosieven lagen dan verwacht. In een eerste feitenrelaas schreef zij dat het ‘aannemelijk’ was dat de meest betrokken departementen op de hoogte waren.

Dat leverde in het debat vragen op. Wist premier Mark Rutte van de kwestie? En de PvdA-bewindspersonen die toen op Buitenlandse Zaken zaten, Bert Koenders en Lilianne Ploumen? De drie hebben inmiddels ontkend ervan op de hoogte te zijn geweest of er herinneringen aan te hebben.

Bijleveld opnieuw naar Kamer om leugen over burgerdoden

Telegraaf 20.11.2019 Voor de tweede keer in korte tijd moet minister Ank Bijleveld (Defensie) deze week spitsroeden lopen in de Tweede Kamer. Niet de burgerdoden in Irak door Nederlandse bommen worden haar verweten, wel de leugen daarover richting de Tweede Kamer. Of ze bij het openbaren van alle blunders premier Mark Rutte uit de wind kan houden, is de vraag.

Oud-Kamerlid Harry van Bommel weet het nog goed. Op 30 juni 2015 debatteerde hij met toenmalig defensieminister Jeanine Hennis over de strijd tegen IS. Of daarbij door Nederlands toedoen burgerslachtoffers waren gevallen, wilde de oud-SP’er weten.

Voor zover we weten niet, zei Hennis. Het SP-Kamerlid geloofde het niet. „Hoe kan de minister de Kamer met zo’n grote stelligheid voorhouden dat er nul burgerslachtoffers zijn, als ze tegelijkertijd moet erkennen dat er no boots on the ground zijn en dat we een en ander niet kunnen controleren?”

’Een zeer terechte opmerking’, vond Hennis na een schorsing van het debat. „Je kunt het inderdaad niet met zo veel stelligheid vaststellen. De heer Van Bommel heeft gelijk. Ik kan natuurlijk nooit ’nul’ zeggen en dat had ik ook niet moeten zeggen.”

Briefing

Punt voor Van Bommel. Maar wat hij toen nog niet wist, was dat Hennis al drie weken daarvoor persoonlijk was gebriefd door het Amerikaanse commando (Centcom) van de internationale coalitie tegen IS over de luchtaanval die een Nederlandse F-16 in de nacht van 2 op 3 juni had uitgevoerd op een bommenfabriekje in het Iraakse Hawija.

Aangezien de aanval in de nacht had plaatsgevonden en de coalitie geen grondtroepen had in het gebied dat toen nog volledig onder controle stond van IS, had de piloot de schade niet zelf kunnen vaststellen.

In die briefing was Hennis meegedeeld dat er bij die aanval waarschijnlijk burgerslachtoffers waren gevallen. Er lagen meer explosieven opgeslagen dan verwacht, waardoor het bombardement indirecte explosies had veroorzaakt die niet alleen de bommenfabriek, maar ook de woonhuizen eromheen hadden getroffen.

Het aantal van zeventig slachtoffers werd toen al door meerdere media gemeld. Een week later kwam het ’initiële onderzoek’ Centcom schriftelijk naar Defensie. En definitief onderzoek is nog altijd niet gevonden.

Weer een week later, op 23 juni, verstuurde Hennis’ ministerie schriftelijke antwoorden op Kamervragen waarin Nederlandse betrokkenheid bij de burgerslachtoffers in Irak werd ontkend.

Hoe dat kan, is nog altijd een raadsel voor naaste medewerkers van Hennis, alom bekend als pietje-precies, zeker als het op het informeren van de Kamer aankwam. Had ze geheel volgens de beleidslijn geschreven dat Defensie er met het oog op de veiligheid van de operatie geen mededelingen over kon doen, dan was er ’geen vuiltje aan de lucht geweest’, zegt een bron bij Defensie.

Het lijkt erop dat de antwoorden al waren samengesteld voordat Hennis werd gebriefd. „Vervolgens heeft niemand het meer rechtgezet”, zegt een betrokkene. „De vragen vormden de basis voor haar verdere communicatie over de kwestie.”

Overleg

Wat is er vervolgens met de informatie gebeurd? Ook dat zijn ze bij Defensie nog altijd aan het uitzoeken. Vaststaat dat de informatie van Centcom is gedeeld in de Stuurgroep Missies en Operaties (SMO), een wekelijks overleg waarin ambtenaren van Defensie, Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Justitie en Veiligheid en Algemene Zaken de lopende missies bespreken.

Het is een mondeling overleg, waarvan niet alles op schrift komt. Bovendien is nog onduidelijk welke ministeries aanwezig waren toen de ’nevenschade’ van de aanval in Hawija ter tafel kwam. Volgens betrokkenen was het de eerste keer dat de mogelijke burgerslachtoffers ter sprake werden gebracht. Algemene Zaken, Ruttes ministerie, zou niet aanwezig zijn geweest. Wat Rutte persoonlijk van Hennis heeft vernomen over de burgerdoden, is onduidelijk.

De onzekerheid bracht Bijleveld in het recente feitenrelaas aan de Kamer tot de formulering: „Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd.”

„Bij zaken die niet zeker zijn, wordt in dat overleg al snel besloten ze even weg te leggen tot ze wél zeker zijn”, zegt een hoge militair die destijds betrokken was bij de operatie. De mogelijke burgerslachtoffers bij de aanval in Hawija kwamen meermaals terug in het ambtelijk overleg. Defensie zou de kwestie telkens afdoen met de mededeling dat nader onderzoek nog uitsluitsel zou moeten geven.

En inderdaad. Het Openbaar Ministerie pakte de zaak op, maar pas in april 2018 komt de mededeling dat het OM geen onrechtmatigheden of procedurele fouten heeft kunnen vaststellen. In de tussentijd vraagt niemand naar ’Hawija’.

Vreemd

Dat is vreemd. „Als tijdens de Uruzganmissie zo’n rapport was gekomen, waren alle alarmbellen afgegaan”, zegt de militair. Tijdens die missie was er elke ochtend overleg over de operaties tussen de minister, de Commandant der Strijdkrachten of diens plaatsvervanger, de directeur operaties en de directeur voorlichting.

Bij het aantreden van Hennis is de frequentie teruggeschroefd naar eenmaal per week of minder, zodat de minister, die het toen zonder staatssecretaris moest doen, zich meer kon concentreren op de hoofdlijnen.

Vraag blijft waarom het tot begin deze maand duurde voordat iemand in het ministerie zijn hand opstak en opmerkte dat de Tweede Kamer al die tijd verkeerd was geïnformeerd. Het gebeurde toen Bijleveld zich met haar team voorbereidde op het Kamerdebat dat na berichtgeving door NRC en NOS was aangevraagd.

Een mogelijke verklaring is dat iemand bij Defensie, onduidelijk is nog altijd wie, had bedacht dat de briefing van Centcom in mei 2016 had plaatsgevonden, dus nadat Hennis tegenover de Kamer Nederlandse betrokkenheid had ontkend bij het vallen van burgerslachtoffers in Irak. Die datum is, zoals dat heet, ’een eigen leven gaan leiden’.

Voor Bijleveld, als opvolger van Hennis verantwoordelijk voor de desinformatie aan de Kamer, zit er niks anders op dan alle stommiteiten op tafel te gooien. Ze zal daarbij een veel deemoediger houding moeten aannemen dan tijdens het vorige debat, dat ze maar met de hakken over de sloot doorstond. Of ze daarbij premier Rutte uit de wind kan houden, is nog de vraag.

Wat hij wist van de mogelijke burgerslachtoffers is nog altijd onduidelijk. Met de vraag of de premier de Kamer informatie heeft onthouden komt niet alleen de positie van de minister in het schootsveld, maar ook die van de premier. Daarmee komt ook diens kabinet in de gevarenzone.

Bekijk meer van; defensie Jeanine Hennis-Plasschaert Ank Bijleveld Mark Rutte Irak Islamitische Staat Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rutte zwijgt: dit keer over verdwenen rapport

Elsevier 15.11.2019 Hoe zit het toch met het verdwenen document over de bombardementen in Irak? Premier Mark Rutte (VVD) weigerde na de ministerraad elk inhoudelijk commentaar en wacht nader onderzoek af.

Elsevier Weekblad onthulde deze week dat het definitieve rapport van het Amerikaanse militaire hoofdkwartier Centcom over de ‘nevenschade’ bij een bombardement op 3 juni 2015 in Irak spoorloos is.

Vorige week overleefde minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) een motie van wantrouwen die werd ingediend in het Kamerdebat dat in crisissfeer verliep. In het debat werd uitgegaan van een ‘voorlopig rapport’ dat Centcom op 15 juni 2015 uitbracht. Daarin zou staan dat er zeventig doden waren gevallen, onder wie IS-strijders en onschuldige burgers. In zijn persconferentie vorige week was Rutte ook al zwijgzaam.

Lees wat Eric Vrijsen schreef over het verdwenen document

Intussen is het wachten op het beloofde definitieve feitenrelaas.

Het uitblijven ervan zorgt voor crisissfeer op het Binnenhof. Dat komt mede door de boosheid in de VVD over de wijze waarop CDA-minister Bijleveld voorgangster op Defensie Jeanine Hennis van de VVD met naam en toenaam aanwees als schuldige van verkeerde informatie aan de Tweede Kamer. Ze had immers verteld dat er geen burgerdoden waren gevallen. Het feitenrelaas moet ophelderen hoe de kwestie in zijn werk is gegaan.

Aha, de cliffhanger

Gevraagd of hij het document al had gevonden, zei Rutte: ‘Aha, de cliffhanger. We zijn bezig alles in kaart te brengen en zodra dat rond is volgt er een brief aan de Kamer.’

Wanneer dat dan wel zou zijn? ‘Zo snel mogelijk’ volgens de premier.

En zo ging het nog een tijdje toen BNR Nieuwsradio en Elsevier Weekblad de premier bevroegen.

Hij wilde niet beloven dat het document er volgende week is opdat de Kamer er dan over kan debatteren. ‘Wij werken zo hard mogelijk door. We kijken hoe ver we komen.’

Er is een zoekoperatie

Rutte zei niet te weten of de zoekoperatie die bij Defensie gaande is, de grootste ooit is op een ministerie. ‘Dat is mij niet bekend. Er is een zoekoperatie, maar hoe groot die is weet ik niet, in verhouding met eerder.’

Hoeveel ambtenaren erbij zijn betrokken? Rutte: ‘Geen idee.’ En op de vraag wat hij vindt van de paniek die zou zijn uitgebroken op de ministeries, zei hij dat dit niet zijn waarneming is.

De vraag of er ministers in gevaar zijn, weerde hij af door te zeggen dat er volgende week een brief komt.  ‘En verder zeg ik er niks over.’

We brengen alles in kaart

Hoe het mogelijk is dat in dit digitale tijdperk een document kwijtraakt? Rutte:  ‘U refereert aan specifieke berichten in uw eigen blad. En ik kan er verder niet op ingaan, we brengen alles in kaart en als dat gereed is dan zullen wij volledig openheid van zaken geven.’

Gerelateerde artikelen;

Kabinet zoekt nog naar antwoorden burgerdoden

Telegraaf 13.11.2019 Pas eind volgende week hoopt het kabinet duidelijkheid te kunnen geven op de vraag wanneer welke minister wist over de burgerdoden door een luchtaanval van Nederlandse F-16’s in Irak ruim vier jaar geleden. Dat heeft minister Ank Bijleveld (Defensie) de Tweede Kamer laten weten.

Vorige week werd duidelijk dat de Kamer door Defensie over de kwestie onjuist is geïnformeerd. Het leidde tot een motie van wantrouwen van bijna de hele oppositie tegen Bijleveld. Zij hoorde pas enkele dagen voor het debat dat de Kamer was voorgelogen. De volksvertegenwoordiging wil nu volledige openheid van zaken, want het is volgens Bijleveld „aannemelijk” dat de meest betrokken ministeries kort na de aanval al op de hoogte zijn gebracht.

Premier Mark Rutte zegt zich niet te kunnen herinneren dat hij op de hoogte is gesteld in juni 2015 over de burgerdoden bij de aanval op een loods in Hawija van terreurgroep IS. Daarbij kwamen zeker zeventig mensen om. Lilianne Ploumen en Bert Koenders, destijds respectievelijk minister voor Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken, kunnen zich ook niet herinneren persoonlijk te zijn geïnformeerd over de aanval.

Bekijk meer van; gewapend conflict defensie Ank Bijleveld

Kabinet: meer tijd nodig voor onderzoek informatie burgerdoden Irak

NOS 12.11.2019 Het kabinet slaagt er niet in om nog voor morgen informatie naar de Tweede Kamer te sturen over wie precies wat wist over het bombardement in 2015 op de Iraakse plaats Hawija. Bij een Nederlandse luchtaanval vielen destijds zeker zeventig burgerslachtoffers.

Toenmalig Defensie-minister Hennis meldde de Kamer, onjuist, dat er geen burgerslachtoffers waren en haar opvolger Bijleveld bood vorige week excuses aan voor die verkeerde informatie. Bijleveld noemde het aannemelijk dat ook andere ministeries op de hoogte waren gebracht van het incident, waaronder het departement van de premier. Met name eventuele betrokkenheid van premier Rutte ligt politiek gevoelig.

Zo volledig mogelijk

De Tweede Kamer wil nu precies weten wie wanneer op de hoogte is gesteld en welke kabinetsleden van de burgerdoden hebben geweten. Kamerleden wilden die informatie nog voor morgen ontvangen. Dan begint de behandeling in de Kamer van de begroting voor Buitenlandse Zaken.

Maar Bijleveld schrijft nu aan de Kamer, mede namens Rutte en de ministers Blok, Kaag en Grapperhaus, dat zij niet in staat is de antwoorden voor morgen af te hebben. Ze benadrukt dat het kabinet “zo volledig mogelijk wil zijn in de beantwoording van de vragen”.

Rutte zei vorige week woensdag dat hij zich niet kan herinneren dat hij in 2015 al op de hoogte is gesteld van burgerslachtoffers door de aanval van de Nederlandse F-16. “Er staat mij niets van bij.” En vrijdag wilde hij er op zijn wekelijkse persconferentie niet verder op ingaan. Hij zei dat nu eerst de feiten op een rijtje moeten worden gezet.

Bekijk ook;

‘Defensie kan rapport over burgerdoden niet vinden’

AD 12.11.2019 Het kabinet kan een belangrijk rapport rond het Nederlandse bombardement in Irak in 2015, waarbij zeventig burgerdoden zijn gevallen, niet vinden. Dat meldt Elsevier Weekblad. Daardoor heeft het kabinet grote moeite een feitenrelaas over de kwestie op te stellen, iets wat minister van Defensie Ank Bijleveld vorige week heeft toegezegd tijdens het debat daarover.

Tijdens het debat vorige week baseerde zowel de minister als de Kamerleden zich op een ‘voorlopig rapport’ van het Amerikaanse militaire hoofdkwartier Centcom van 15 juni 2015 over de ‘nevenschade’ bij het bombardement op een bommenfabriek van Islamitische Staat in het Iraakse Hawija. Daarbij zijn zeventig doden gevallen, waaronder onschuldige burgers.  De voorlopig versie van het rapport zou echter nogal beknopt geweest zijn, zonder details.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De minister legde vorige week tijdens een zwaar debat in de Tweede Kamer verantwoording af over de kwestie, nadat bleek dat haar voorgangster Jeanine Hennis wist dat het ‘geloofwaardig’ was dat er bij de aanval burgerslachtoffers waren gevallen, maar aan de Kamer schreef dat er ‘voor zover op dit moment bekend’ geen burgerdoden waren gevallen.

Feitenrelaas

Bijleveld maakt excuses voor het verkeerd informeren van de Kamer en overleefde maar net een motie van wantrouwen die door vrijwel gehele oppositie werd gesteund. Ze beloofde – samen met premier Rutte – de Kamer te voorzien van een nieuw feitenrelaas om de zaak op te helderen en duidelijk te maken wie er op welk moment op de hoogte was van welke informatie.

Het ‘definitieve’ rapport – vereist voor dat feitenrelaas – ontbreekt echter, weet Elsevier Weekblad op basis van bronnen binnen Defensie. ,,Dat zijn we nu aan het uitzoeken’’, aldus een woordvoerder gisteravond. Op de vraag of Defensie het cruciale stuk gewoon kwijt is, wilde hij niet antwoorden: ,,Dat zeg ik niet.’’Het ministerie zou vervolgens daarvan op de hoogte zijn gesteld.

Het ministerie van Defensie weigert tegen deze site te reageren op de berichtgeving.

Defensie kan rapport over burgerdoden niet vinden

Elsevier 12.11.2019 Het kabinet heeft grote moeite een nieuw feitenrelaas op te stellen rond de kwestie van de zeventig burgerdoden bij een bombardement in Irak op 3 juni 2015. Volgens bronnen van Elsevier Weekblad ontbreekt het definitieve rapport van het Amerikaanse militaire hoofdkwartier Centcom over de ‘nevenschade’.

In het crisisachtige Kamerdebat van vorige week gingen minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) en de Kamerleden uit van een ‘voorlopig rapport’ dat Centcom op 15 juni 2015 uitbracht. Daarin zou staan dat er zeventig doden waren gevallen, onder wie IS-strijders en onschuldige burgers.

Tweede Kamer verkeerd geïnformeerd

Bijleveld zei dat haar voorganger Jeanine Hennis de Tweede Kamer in 2015 verkeerd had geïnformeerd, want eind juni 2015 had Hennis ontkend dat er burgerdoden waren gevallen door Nederlandse betrokkenheid. Defensie was er toen reeds door Centcom over ingelicht dat er wel degelijk doden waren, en ook Hennis zou daar over zijn gebriefd. Vrijwel de hele oppositie concludeerde vorige week dat de Kamer was voorgelogen.

Lees ook: Premier Rutte wil vragen over burgerdoden Irak niet beantwoorden

Een motie van wantrouwen tegen Bijleveld – die formeel verantwoordelijk is, ook voor de handelingen van haar voorgangers – haalde het vorige week niet. Bijleveld mocht blijven. De minister van Defensie en premier Mark Rutte (VVD) beloofden de Kamer klaarheid te scheppen met een nieuw ‘feitenrelaas’.

Als er een ‘voorlopig’ Centcom-rapport ligt, dan moet er ook een ‘definitief’ Centcom-rapport zijn. Volgens een bron kan Defensie dat laatste stuk niet vinden. ‘Dat zijn we nu aan het uitzoeken,’ zei een woordvoerder maandagavond. Op de vraag of Defensie het cruciale stuk gewoon kwijt is, wilde hij niet antwoorden: ‘Dat zeg ik niet.’

Centcom is het Amerikaanse militaire commandocentrum in de stad Tampa (Florida), van waaruit de geallieerde operaties in onder andere het Midden-Oosten worden geleid en geëvalueerd. Militairen beschouwden de aanval door een Nederlandse F-16 op 3 juni 2015 als ‘een voltreffer’. Een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS) in de Noord-Iraakse stad Hawija werd vernietigd. Dit kwam ook doordat IS er veel meer explosieven had opgeslagen dan de westerse coalitie had verwacht. Er volgde een reeks ontploffingen waarbij ook tientallen burgers het leven lieten.

Nieuwe verontwaardiging voor Bijleveld

Dit laatste was uitdrukkelijk niet de bedoeling. In een initial report (voorlopig rapport) stelde Centcom het ministerie van Defensie in Den Haag op de hoogte. Volgens een bron was dit voorlopige rapport nogal beknopt en eigenlijk nauwelijks meer dan een herhaling van een nieuwsberichtje van persagentschap Reuters: ‘Zeventig doden.’

De vraag is nu waar het final report (definitieve rapport) van Centcom is gebleven. Daarin moet staan wat de anti-IS coalitie zelf heeft vastgesteld over het aantal burgerdoden. Heeft Den Haag eigenlijk wel een definitief rapport ontvangen over deze kwestie? Is er wel zo’n rapport? Zo niet, dan heeft de anti-IS-coalitie kennelijk geen eigen onderzoek gedaan naar de burgerdoden in Hawija. Minister Bijleveld kan dan rekenen op nieuwe verontwaardiging in de Tweede Kamer.

Gerelateerde artikelen;

Bombardement Hawija: bijzaken worden politieke hoofdzaken

Elsevier 10.11.2019 Na een week waarin het politieke debat werd gedomineerd door de vraag wie wat wist over de burgerdoden die vielen bij de aanval op een IS-bommenfabriek in Hawija, blikt Philip van Tijn terug. Hij verbaast zich over hoe makkelijk bijzaken tot hoofdzaken worden gebombardeerd.

Zonder Lord Carrington zou de afgelopen parlementaire week er anders uit hebben gezien. Peter Carrington trad in 1982 af als minister van Buitenlandse Zaken van het Verenigd Koninkrijk (in de regering-Thatcher) omdat op zijn ministerie niemand de Falklandoorlog had zien aankomen.

Sindsdien is deze ‘Carringtondoctrine’ leidend beginsel in Nederland en andere westerse democratieën. Ook als minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA) en/of premier Mark Rutte (VVD) tot vorige week echt van niets hebben geweten over de waarheid van het bombardement op Hawija in 2015 maar (sommige van) hun ambtenaren wel, dan ziet het er somber voor ze uit.

Het is maar één van de aspecten van de treurige gebeurtenis van vierenhalf jaar geleden. Maar geleidelijk heeft dit aspect de meeste aandacht gekregen. Niet vanwege Ank Bijleveld, het soort minister dat niet zo moeilijk vervangbaar is.

Maar het gaat uiteindelijk om premier Rutte, die als een ware Houdini politiek alles heeft overleefd, sinds hij in 2006 politiek leider van de VVD werd en in 2010 premier. ‘Daar heb ik geen actieve herinnering aan,’ zei ‘Teflon Mark’ ook deze keer desgevraagd. Iets voor neerlandici en filosofen: bestaat passieve herinnering?

Vervelend maar waar: je moet je voorganger in bescherming nemen

Een tweede interessant aspect betreft een ander soort ministeriële verantwoordelijkheid. De minister is niet alleen verantwoordelijk voor uitspraken en handelingen van de onschendbare Koning, maar ook is hij (zie de Carringtondoctrine) formeel verantwoordelijk voor alles wat onder zijn bewind en dat van zijn voorgangers op het departement plaatsheeft.

Lees ook het commentaar van Eric Vrijsen: Bizar om Hennis tot zondebok te verklaren om burgerdoden in Irak

Het maakt het bestaan van een minister al fragiel dat de Kamer hem naar huis kan sturen, omdat iemand ergens in de krochten van zijn departement iets heel stoms heeft gedaan, met verregaande consequenties. Maar dat geldt te meer wanneer het gaat om een verantwoordelijkheid (en dus de mogelijkheid tot aftreden gedwongen te worden) van een (verre) voorganger.

Je kunt dit raar vinden, maar het is nu eenmaal (staats)recht en daarom is de positie van minister Bijleveld nog wankeler. In het Kamerdebat verdedigde zij niet tot de laatste snik haar voorganger Jeanine Hennis, maar zij nam, integendeel, duidelijk enkele malen afstand. Het verkeerd voorlichten van de Tweede Kamer mag een doodzonde zijn, dit doet er weinig voor onder.

De partij DENK is ook afwijkend in zijn taalgebruik

En dan hadden we nog Selcuk Öztürk, Kamerlid van DENK, een van de lange armen van de Turkse president Erdogan in Nederland. Hij had het in de Tweede Kamer over ‘moordenaars’ waar hij de piloten van de F-16’s bedoelde die met een internationaal mandaat in een internationale coalitie erin zijn geslaagd IS te verslaan. Het is niet eens grappig meer dat hij de volgende dag ontkende deze uitspraak – die door camera’s en microfoons is geregistreerd! – te hebben gedaan.

Sterker: het is tijd om deze ondemocratische pathologische leugenaar als een serieus gevaar te zien. Maar ook hier is de wet in het geding: een Kamerlid kan nooit worden vervolgd voor uitspraken die hij in de Tweede Kamer heeft gedaan. Toch zien advocaten in dit geval mogelijkheden vanwege het verregaande karakter van deze uitspraak. In zijn land van herkomst wordt met schuldigen aan dergelijke uitspraken heel wat minder omzichtig omgegaan.

Fijn dat Nederland zo weinig van oorlog begrijpt, maar toch

Het is natuurlijk nogal curieus dat, zoals zo vaak, eigenlijk bijzaken de discussie beheersen. De hoofdzaak is dat Nederland heeft meegedaan met een coalitie die een einde moest maken aan het schrikbewind van Islamitische Staat (IS). Daarbij zijn slachtoffers gevallen, maar als die coalitie er niet was geweest, zou IS met vrij spel ontelbaren hebben vermoord.

Meer over dit onderwerp: Premier Rutte wil vragen over burgerdoden Irak niet beantwoorden

Onze luchtmacht heeft meer dan duizend vluchten (en bombardementen) uitgevoerd. Daarbij is het dus misgegaan in Hawija: de informatie op de grond klopte niet helemaal en vooral is onderschat hoe een ‘slimme bom’ op een opslagplaats van munitie tot onvoorstelbare kettingreacties kan leiden.

En ook heeft men zich onvoldoende gerealiseerd dat terreurboeven, of ze nu IS, Hamas, Al-Qa’ida of Hezbollah heten, er een handje van hebben om burgers te dwingen te wonen vlak bij militaire doelen, als een menselijk schild. De uiterste consequentie is dat je dus geen enkel militair doel meer bombardeert, uit angst voor collateral damage (nevenschade), maar het wordt dan niet eenvoudig om de boeven te verslaan.

Doordat Nederland in de afgelopen twee eeuwen hoogstens een paar weken aan een echte oorlog heeft deelgenomen (bij Waterloo en op de Grebbeberg en enkele dappere individuen aan de kant van de geallieerden) en we al driekwart eeuw een ongekende vredestoestand beleven, bestaat in ons land een volslagen onwetendheid over wat oorlog is.

Gelukkig, kun je zeggen, maar het betekent ook een uitvergroting van oorlogshandelingen, newspeak die oorlogshandelingen ‘vredesoperaties’ noemt en een onbegrip over zaken die iemand als oud-commandant der strijdkrachten Dick Berlijn in luttele minuten kan uitleggen.

  NRC

@nrc

Leg Rutte het vuur aan de schenen en hij antwoordt nooit met een duidelijk ‘ja’ of ‘nee’. Zo overleeft hij alles. Ben je geen politieke spelmeester, dan wordt het lastig. Vraag dat maar aan Ank Bijleveld, schrijft @ZihniOzdil https://www.nrc.nl/nieuws/2019/11/09/waarom-rutte-alles-overleeft-en-bijleveld-niet-a3979705?utm_source=social&utm_medium=twitter&utm_campaign=twitter&utm_term=20191109 …

Waarom Rutte alles overleeft, en Bijleveld niet

Het stond in geen enkel verkiezingsprogramma, maar kwam toch in het regeerakkoord. „Hoe kan dat?”, vroeg de oppositie. Omdat, antwoordde premier Rutte hij ‘tot in het diepst van zijn vezels’ voelde…

nrc.nl  22:14 – 9 nov. 2019 Andere Tweets van NRC bekijken

En zo kan in dit land ex-Kamerlid voor GroenLinks Zihni Özdil in zijn wekelijkse column in de zelfbenoemde kwaliteitskrant NRC schrijven: ‘Ik weet wie perfect geschikt is om dat uit te leggen aan die nabestaanden: Jeanine Hennis. Zij is nu toch in Irak, als hoogste vertegenwoordiger van de VN. Want haar politieke beloning was deze mooie baan in het land dat ze als minister heeft gebombardeerd.’

Tot goed begrip: Özdil zei dit dus niet in de Tweede Kamer!

Meer;

Premier Rutte wil vragen over burgerdoden Irak niet beantwoorden

Elsevier 08.10.2019 ‘Minister Bijleveld heeft het debat netjes gevoerd,’ zei premier Mark Rutte (VVD) op zijn wekelijkse persconferentie. Het was een poging de kritiek in VVD-kring op de minister van Defensie te bezweren.

Tandenknarsend constateren prominenten in de wandelgangen dat Ank Bijleveld (CDA) deze week ‘haar eigen hachje redde’ door haar voorganger Jeanine Hennis ‘onder de bus te duwen’.

Het ging niet om een kleinigheid: een bom uit een Nederlandse F-16 op een explosievenwerkplaats van IS in Noord-Irak leidde 3 juni 2015 tot zulke zware ontploffingen dat niet alleen IS- strijders, maar ook tientallen onschuldige burgers omkwamen.

Volgens Bijleveld heeft ‘mijn ambtsvoorganger’ de Tweede Kamer daarover niet correct geïnformeerd. Later in het debat sprak ze over ‘minister Hennis’ die de Kamer foutief inlichtte.

Lees ook: Bizar om Hennis tot zondebok te verklaren om burgerdoden Irak

Het is zeer ongebruikelijk dat ministers de schuld van iets bij hun voorganger leggen. Staatsrechtelijk hoort dat niet: wie aantreedt neemt de politieke verantwoordelijkheid op zich, ook voor fouten van zijn of haar voorgangers. Vandaar de woede in de VVD, want zoals een van de kabinetsleden fluisterde: ‘Wij houden allemaal van Jeanine.’

Nog meer beschuldigende vingers

Bijleveld maakte het in het debat nog erger toen ze erop hintte dat ook ‘andere ministers’ in het vorige kabinet van de tientallen burgerdoden op de hoogte waren. Oeps! Ze doelde natuurlijk op VVD-premier Rutte en op de toenmalige PvdA-ministers Bert Koenders en Lilian Ploumen.

Feit is wel dat er een week na het bombardement een briefing was op het ministerie van Defensie, waar over de ‘nevenschade’ werd gesproken en waar ook de raadsadviseurs van Rutte bij aanwezig waren. Hebben die dan niks tegen hun baas gezegd? Heeft Rutte toen niet goed geluisterd?

Feiten op een rijtje zetten

De premier werd op zijn persconferentie uitgebreid doorgezaagd over de hete kwestie, maar weerde alle vragen af, want de Tweede Kamer heeft inmiddels aanvullende vragen gesteld. ‘We gaan nu alle feiten op een rijtje zetten,’ zei Rutte. Totdat hijzelf een compleet overzicht heeft, meldt hij niks.

Het onderwerp is te serieus, anders kon je van een slapstick spreken. ‘Ik ga niet hapsnap vragen beantwoorden,’ zei Rutte op de eerste vraag. ‘Het is verstandiger eerst alles in kaart te brengen,’ was het antwoord op de tweede vraag. ‘We gaan nu alles netjes uitsorteren.’ En: ‘we moeten eerst het feitencomplex beschikbaar hebben en dan ziet u het vanzelf.’ Zo ging het maar door.

Rutte wekte de indruk dat hij het zelf ook vervelend vond om niks te zeggen. Want op deze manier blijft hij maar in de inktvlek wrijven. Het idee dat zijn kabinetten de gevolgen van de oorlogvoering verdoezelen en informatie achterhouden , wordt op deze manier alleen maar sterker.

Schade aan het imago

De kranten beginnen te speculeren over de schade aan het imago van de premier en alles wat hij ooit over de strijd in Irak en Syrië zei, wordt omgekeerd.

Opvallend is bijvoorbeeld dat Rutte in 2018 op een vraag van RTL4 de indruk wekte dat hij weet had van burgerdoden. Het ging toen om een onderzoek van Justitie naar de wapeninzet door F-16 vliegers. Het OM oordeelde dat zij niks verkeerd hadden gedaan. Bijleveld meldde de Kamer toen dat er ‘zeer waarschijnlijk ‘ burgerdoden waren gevallen. Rutte zei tegen RTL4 dat er ‘een fout in de intelligence’ was geweest: onjuiste aanwijzingen van de spionnen.

Vragen hierover zei Rutte niet te kunnen beantwoorden. Gezien de gevolgen van het bombardement is dat vreemd. Maar aan de andere kant ook weer niet: het OM kijkt eigenlijk niet naar de fouten van buitenlandse inlichtingendiensten in het bondgenootschap.

Het beoordeelt alleen of de F-16 vlieger op basis van de gegevens die hij had binnen zijn geweldsmandaat (rules of engagement) bleef. Het zou zo maar kunnen dat die juridische toetsing beeldvernauwend heeft gewerkt voor het huidige en het vorige kabinet Rutte. Er leek niks aan de hand, want er was correct gehandeld en de realiteit van tientallen doden drong niet door.

Premier Rutte volhardt: geen antwoord op vragen over burgerdoden Irak

NOS 08.11.2019 “Ik laat het bij mijn eerste reactie”, “Het is van belang om de feiten op een rijtje te zetten”, “Eerst in kaart brengen hoe het zit”, “Ik beantwoord die vragen niet”, “Het is niet verstandig om op allerlei vermoedens in te gaan”, “U doet allerlei aannames”, “Deze vraag past in de reeks vragen in deze persconferentie en die respecteer ik allemaal, maar ook deze vraag ga ik niet beantwoorden.”

In zijn wekelijkse persconferentie wilde premier Rutte op geen enkele manier ingaan op de kwestie-Hawija. Zo’n twintig minuten lang legden journalisten hem het vuur na aan de schenen, maar Rutte gaf geen krimp. De vraag die voorligt is of Rutte wist van de zeventig burgerslachtoffers die in 2015 zijn gevallen bij een bombardement door een Nederlandse F-16 in Irak.

Zo zagen de eerste minuten van het vragengedeelte van de persconferentie eruit:

‘Snapt u dat de Kamer grote twijfels heeft over de informatievoorziening?’

Dinsdag werd tegen minister Bijleveld van Defensie een motie van wantrouwen ingediend, omdat haar voorganger Hennis-Plasschaert tot twee keer toe de Kamer onjuist informeerde. Hennis hield destijds vol dat Nederland niet betrokken was bij de dood van burgers in Irak, terwijl ze kort na het bombardement op de hoogte was gesteld door de VS dat er burgerslachtoffers waren gevallen.

Lees hier hoe de Kamer jarenlang in het duister tastte over burgerdoden in Irak

In het debat zei Bijleveld dat ook andere ministeries kennis hadden van de burgerdoden. Ze werden kort na de aanval op de hoogte gebracht dat het zeer aannemelijk was dat er een groot aantal onschuldige slachtoffers was gevallen.

Bijleveld noemde daarbij de ministeries van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie. Rutte, die toen ook al premier was, zei de volgende dag dat hij zich niet herinnert dat hij op de hoogte is gesteld. Het is volgens hem wel mogelijk dat ambtenaren van hem zijn bijgepraat over de kwestie.

Vandaag wilde de premier daar dus niets aan toevoegen. “Hij moet natuurlijk op eieren lopen, want dit is een uiterst gevoelige kwestie”, zegt politiek verslaggever Ron Fresen. “Dit debat is ook nog lang niet klaar. En alles wat hij hier nu over zegt, kan hij als een boemerang terugkrijgen. En dan kan het ook over zijn eigen positie gaan.”

De schade in Hawija was goed zichtbaar op satellietbeelden Azmat Khan/The New York Times

Bert Koenders, destijds minister van Buitenlandse Zaken, reageerde deze week stelliger dan Rutte: “Ik kan me er niets van herinneren. Ik ben er absoluut niet over ingelicht. Als je het over dit soort aantallen slachtoffers hebt, vergeet je dat niet. Dat zou alle alarmbellen af doen gaan.” Ook de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Ploumen, reageerde verbaasd: “Ik ben niet persoonlijk geïnformeerd over de gebeurtenissen.”

GroenLinks-Kamerlid Diks, die de motie tegen minister Bijleveld had ingediend, noemt het idee dat de minister-president niet zou zijn ingelicht over 70 burgerdoden “ongelooflijk en ook heel ongeloofwaardig”. Ook hekelt ze het feit dat de Tweede Kamer destijds niet werd ingelicht. “Blijkbaar is dat bij niemand opgekomen. Dat is haast onbegrijpelijk.”

SP-Kamerlid Karabulut is net zo kritisch. “We kunnen concluderen dat er is gelogen, dat er informatie is achtergehouden, dat de leugen voor een deel in stand wordt gehouden en dat de beloofde transparantie er nog altijd niet is.”

Minister Bijleveld heeft gezegd dat ze gaat uitzoeken wie er precies van wist op welk moment.

Nederlandse vluchten

Nederlandse F-16’s werden tussen 2014 en 2016 en in 2018 ingezet in Irak en Syrië als onderdeel van een grote internationale coalitie onder leiding van de VS. Daarbij werden vanuit Jordanië ruim 2100 luchtaanvallen uitgevoerd. Doel van de missie was om IS te bestrijden.

Uit onderzoek van de NOS en NRC bleek drie weken geleden dat in de nacht van 3 juni 2015 bij een Nederlandse aanval op een bommenfabriek van IS in de Iraakse plaats Hawija een wijk volledig werd verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS. Hierbij kwamen zeker zeventig mensen om het leven, onder wie volgens ooggetuigen kinderen.

Bekijk ook;

Geprikkelde Rutte wil geen vragen beantwoorden over burgerdoden in Irak

NU 08.11.2019 Premier Mark Rutte wilde vrijdag niet ingaan op vragen over wanneer hij op de hoogte was van het feit dat er burgerdoden waren gevallen bij Nederlandse luchtaanvallen in Irak in 2015.

“We gaan eerst alle feiten op een rijtje zetten en daarna de Kamer informeren”, aldus de premier.

Rutte maakte op zijn wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad een geïrriteerde indruk en verwees herhaaldelijk naar zijn opmerkingen van eerder deze week.

Rutte zei woensdag zich niet te kunnen herinneren dat hij is geïnformeerd over de aanvallen op de Iraakse steden Hawija en Mosoel waarbij 74 mensen om het leven kwamen.

“Er staat mij niets van bij”, zei de minister-president toen. Hij wilde er vrijdag op de persconferentie verder niets over kwijt. “Ik heb er al een eerste reactie op gegeven.” De vraag of hij vindt dat zijn positie in gevaar is, beantwoorde hij met een “nee”.

Journalisten nemen Rutte onder vuur over burgerdoden in Irak

Rutte zit in een lastig parket

Rutte bevindt zich in een lastig positie. Dinsdagavond debatteerde de Tweede Kamer met minister Ank Bijleveld (Defensie) over de bombardementen. De bewindsvrouw overleefde dinsdag ternauwernood een motie van wantrouwen.

Zij moest zich verantwoorden voor het feit dat haar voorganger, voormalig minister Jeanine Hennis-Plasschaert, de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd.

Hennis-Plasschaert meldde de Kamer in 2015 dat er bij aanvallen geen burgerslachtoffers waren gevallen, terwijl later bleek dat het ministerie beschikte over een intern verslag en een Amerikaanse rapportage waarin staat dat het “geloofwaardig was” dat er bij de aanval in Hawija burgers om het leven waren gekomen.

Minister Bijleveld voegde daar dinsdag aan toe dat niet alleen Hennis-Plasschaert van de burgerdoden wist, maar ook het ministerie van Algemene Zaken van premier Rutte.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut benadrukte in een eerdere reactie dat het van belang is om te weten wanneer de premier hiervan op de hoogte is gesteld. “Ik wil dat weten, omdat als hij kennis heeft genomen van de inhoud, hij de leugen dat er geen burgerslachtoffers zijn gevallen de afgelopen jaren in stand heeft gehouden”, zei ze deze week.

Zie ook: Dit weten we over de luchtaanval met burgerdoden in Irak

Lees meer over: Politiek  Mark Rutte

Rutte zwijgt over bombardement Irak

Telegraaf 08.11.2019 Premier Rutte weigert voorlopig vragen te beantwoorden over wat hij wist of niet wist over de burgerdoden bij een Nederlands bombardement in Irak in 2015. Na de ministerraad wrong de minister-president zichzelf in allerlei bochten om vooral geen antwoord te geven op talrijke vragen van journalisten.

De oppositie wil het naadje van de kous weten nu minister Bijleveld (Defensie) deze week suggereerde dat het ministerie van Rutte al eerder op de hoogte is gesteld van de slachtoffers. „Er staat mij helemaal niets van bij”, zei hij eerder deze week. Mogelijk wisten zijn ambtenaren er wel van, vermeldde Rutte.

De oppositie wil het naadje van de kous weten nu minister Bijleveld (Defensie) deze week suggereerde dat het ministerie van Rutte al eerder op de hoogte is gesteld van de slachtoffers. „Er staat mij helemaal niets van bij”, zei hij eerder deze week. Mogelijk wisten zijn ambtenaren er wel van, vermeldde Rutte.

Bekijk ook:

Irakezen zijn Jeanine Hennis zat 

De minister-president stelde vrijdag na de ministerraad niet ’hap-snap’ te willen antwoorden. Achter de schermen probeert zijn ministerie in kaart te brengen wat er waar is van de suggestie van Bijleveld en als dat het geval is, wat er daarna met de informatie is gedaan op zijn departement.

Gevoelige kwestie

De kwestie ligt gevoelig, omdat Bijleveld om de kwestie al door het oog van de naald kroop toen vrijwel de hele oppositie een motie van wantrouwen tegen haar steunde. Als blijkt dat Rutte er van wist of er niet de waarheid over heeft verteld kan ook zijn positie onder vuur komen te liggen. Zelf zei de premier vrijdag dat hij zich daar geen zorgen over maakt.

Bekijk ook:

Wat wisten Rutte en Asscher over burgerslachtoffers in Irak? 

Bekijk ook:

Bijleveld overleeft motie van wantrouwen voor burgerdoden Irak 

Bekijk meer van; gewapend conflict defensie Mark Rutte Bijleveld Den Haag Irak

Rutte wil niet ‘hapsnap’ zeggen wat hij wist van bombardementen Irak

AD 08.11.2019 Een zichtbaar ongemakkelijke premier Mark Rutte wilde gisteren niet zeggen wanneer hij is ingelicht over de burgerdoden die zijn gevallen bij Nederlandse bombardementen in Irak. Hij weet: nu de Tweede Kamer zich voorgelogen voelt, gaan ze achter hem aan.

Op zijn wekelijkse persconferentie ging de premier, anders dan normaal, bij herhaling vragen uit de weg over wat hij nu eigenlijk wanneer wist.

Bij een debat in de Tweede Kamer erkende defensieminister Ank Bijleveld deze week dat het parlement in juni 2015 verkeerd is geïnformeerd. Toenmalig minister van Defensie Jeanine Hennis zei toen dat er geen ‘Nederlandse betrokkenheid’ was bij burgerslachtoffers, terwijl ze al was ingelicht dat dit waarschijnlijk wél zo was.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Pijlen

Waar de Tweede Kamer de pijlen eerst richtte op Bijleveld, die een motie van wantrouwen tegen zich ingediend zag worden, verschuift die aandacht nu naar de premier. In een reeks schriftelijke vragen is ook Rutte gevraagd wanneer hij nu precies meer wist.

Deze week wilde de premier alleen nog zeggen dat hij zich niet kan herinneren in 2015 te zijn ingelicht over de burgerslachtoffers. ,,Er staat mij helemaal niets van bij,’’ zei de premier. Het ‘zou wel kunnen’ dat zijn ambtenaren op de hoogte waren.

Dat haperende geheugen wekte meteen ergernis in de Kamer. Dat excuus kennen we wel van hem, klonk het. Rutte zei dat immers ook toen het ging over memo’s rond de afschaffing van de dividendbelasting. Toen heette het dat hij zich die niet ‘kon herinneren’. En toen Halbe Zijlstra aan hem opbiechtte dat hij nooit op bezoek was geweest bij Poetin had Rutte ‘geen actieve herinnering’ aan met wie hij met die bekentenis deelde.

Rutte realiseert zich dat hij de Kamer nu klinisch zal moeten voorlichten wat hij en andere kabinetsleden wisten. Hij wimpelde daarom vragen van journalisten maar af. ,,Ik respecteer uw vragen, ik zou ze misschien ook stellen, maar we moeten nu echt eerst de Kamer informeren.’’

Rutte wil namelijk niet ‘hapsnap’ vertellen wanneer hij wat wist, besloot de premier. Liever moet alles er komende week liggen, zo is de hoop, in een gedetailleerde brief.

Briefing

Cruciaal daarbij zijn de dagen na 9 juni 2015. Toen hoorde Hennis tijdens een briefing van mogelijke burgerdoden bij de militaire actie bij het Irakese Hawija. Die kennis werd vervolgens gedeeld met andere departementen, waaronder dat van Rutte.

Dat gebeurde tijdens een zogenoemde interdepartementale werkgroep, waarin ook zijn raadadviseurs zitten. Vraag is nu vooral: bereikte die kennis de premier en wanneer? Want anderhalve week later loog Hennis immers de Tweede Kamer voor dat haar van ‘Nederlandse betrokkenheid’ niets bekend was.

Overigens ligt Hennis, tegenwoordig VN-gezant in Irak, daar ook onder vuur. Op sociale media wordt zij opgeroepen het land te verlaten. Daarbij wordt ook gewezen op de burgerslachtoffers die vielen in het land in de tijd dat zij als minister verantwoordelijk was voor de inzet van F-16’s tegen terreurorganisatie Islamitische Staat (IS).

Kritiek in Irak op tweet Hennis: ‘Ze geeft meer om olie dan om mensen’

NOS 08.11.2019 Irakezen zijn boos op oud-minister Jeanine Hennis. Zij is nu VN-gezant in Irak en tweette twee dagen geleden over de economische gevolgen van de protesten in het land. Al meer dan een maand lang gaan Irakezen de straat op om hervormingen te eisen. Daarbij blokkeren ze wegen, olievelden en havens.

In haar bericht schrijft ze dat de “ontregeling van cruciale infrastructuur een grote zorg is” en dat het “schadelijk is voor de Irakese economie”. Volgens correspondent Marcel van der Steen valt haar opmerking helemaal verkeerd bij demonstranten. In reacties op sociale media verwijten Irakezen het haar dat ze meer om olie zou geven dan om mensen, vertelt hij in het NOS Radio 1 Journaal. Zij maken haar uit voor ‘leugenaar’ en eisen haar vertrek.

 Jeanine Hennis @JeanineHennis

Disruption of critical infrastructure also of grave concern. Responsibility of all to protect public facilities. Threats/closures of roads to oil installations, ports causing billions in losses. Detrimental to #Iraq’s economy, undermines fulfilling protesters’ legitimate demands.

Ze verbinden haar tweet ook aan het nieuws over de zeker 70 burgerslachtoffers die vielen bij een Nederlandse F16-aanval in Irak in 2015, vertelt Van der Steen. Het nieuws over die burgerslachtoffers kwam vorige maand na onthullingen van de NOS en NRC naar buiten.

Hennis was toen minister van Defensie, en ze verzweeg de burgerdoden. Tot twee keer toe vertelde ze de Kamer dat er geen burgerdoden te melden waren. Uiteindelijke erkende het kabinet afgelopen maandag de Nederlandse verantwoordelijkheid voor wat wordt gezien als een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie.

Afgelopen dinsdag bleek ook dat Hennis kort na de luchtaanval op de hoogte is gesteld over het bombardement waarbij 70 doden zijn gevallen. De huidige minister van Defensie, Ank Bijleveld, bood haar “oprechte excuses” voor het onjuist informeren van de Kamer.

Het nieuws over Hennis leeft in Irak, zegt Van der Steen: “Irakezen verwijten het haar nu dat ze dat nieuws toen stil heeft gehouden.”

“Dat het allemaal om olie zou gaan, wordt voor veel Irakezen nu weer bevestigd door de tweet van Hennis” , aldus Laila al-Zwaini, arabist.

“De jongeren die nu in opstand komen vinden dat Hennis vooral de kant van de corrupte regering kiest”, zegt de Nederlands-Iraakse arabist Laila al-Zwaini. “Ze hebben het idee dat ze daar alleen maar is voor de oliebelangen en niet voor de Irakezen die sterven.”

Al-Zwaini verwijst ook naar de Amerikaanse invasie in 2003. “Toen leefde hetzelfde sentiment. Veel Irakezen hadden het idee dat het Amerika vooral om de olie ging”, legt ze uit. “Dat het allemaal om olie zou gaan, wordt voor veel Irakezen nu weer bevestigd door de tweet van Hennis.”

Hennis reageerde later in een tweet dat “de Verenigde Naties een partner is voor iedere Irakees die het land beter wil maken”. Uit de reacties op Twitter valt op te maken dat veel Irakezen geen boodschap hebben aan excuses.

 Ahmed Albasheer -احمد البشير @ahmedalbasheer1

We call for the immediate resignation of @UNIraq head & SRSG @antonioguterres, @JeanineHennis for her negligence in defending the #HumanRights of Iraqis in #IraqProtests. We have no trust in her capabilities https://t.co/lKY06RkZhh

Correspondent Van der Steen vertelt in dat het leven steeds meer stil komt te liggen in het land. “Een grote haven in het zuiden is geblokkeerd en ook bedrijven hebben het moeilijk en blijven vaak dicht.”

Dat heeft onder meer te maken met het afsluiten van het internet door de overheid. “Het grootste deel van de tijd is er geen internet, waardoor bijvoorbeeld banken, toerisme-organisaties en telefoonbedrijven hun werk niet kunnen doen.”

De economie van het land zou volgens een bron bij de Centrale Bank in Irak sinds het uitbreken van de protesten zo’n 40 miljoen dollar per dag aan schade lijden, in totaal zou het in ruim een maand gaan om zo’n 1,5 miljard dollar, meldt persbureau Reuters.

Geweld houdt aan

Het gewelddadige optreden van de autoriteiten tegen de demonstranten gaat ondertussen door. “Er wordt nog altijd met scherp geschoten”, vertelt Van der Steen. “Gisteren vielen er in Bagdad zes doden bij een poging een brug over te komen die leidt naar de groene zone, de plek waar de regeringsgebouwen zitten.” Ook in de zuidoostelijke stad Basra was het gisteren raak, daar vielen vier doden.

Het totale dodenaantal is sinds de protesten op 1 oktober begonnen, gestegen tot boven de 260.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft het geweld gisteren veroordeeld en roept de regering op ermee te stoppen. Maar Van der Steen ziet dat niet direct gebeuren. “De regering heeft hervormingen en nieuwe verkiezingen aangekondigd. Maar demonstranten hebben er geen vertrouwen in dat de beloften worden nagekomen. Ze gaan dus door met protesteren.”

Bekijk ook;

Irakezen zijn Jeanine Hennis zat

Telegraaf 08.11.2019 Irakezen eisen massaal het ontslag van Jeanine Hennis, de hoogste VN-gezant in het land dat al weken in de greep is van bloedige protesten. Hennis ligt onder vuur na uitlatingen op Twitter, waarin zij volgens de demonstranten het belang van olie laat prevaleren boven dat van de gewone bevolking. In de bewuste tweet schrijft Hennis: „Bedreigingen/sluitingen van wegen naar olie-installaties en havens veroorzaken miljardenverliezen. Dat is schadelijk voor de economie van Irak en ondermijnt de inwilliging van de legitieme eisen van de demonstranten.”

De Irakezen zijn nu online een petitie gestart waarin zij het vertrek eisen van Hennis, wier beeltenis op het platform is doorgehaald met een groot rood kruis. Zij wordt weggezet als een lakei van de Iraakse autoriteiten, westerse olieproducenten en zelfs van het Iraanse regime, dat via lokale milities verantwoordelijk is voor een groot deel van de dodelijke slachtoffers.

Ook wijzen Irakezen via sociale media op haar verleden als minister van Defensie. In die rol ontkende zij in 2015 dat er bij een Nederlandse aanval op Irak burgerdoden waren gevallen, al was zij daar eerder al wel over geïnformeerd.

Onmogelijke positie

Hennis verkeert nu in een onmogelijke positie: zij roept in Irak op tot een nationale dialoog tussen de regering en de demonstranten, maar kan daarin zelf als ’onpartijdige bemiddelaar’ moeilijk meer een rol spelen. Zij wordt niet langer geaccepteerd door de woedende betogers, die dagelijks met gevaar voor eigen leven de straat op gaan om onder meer het vertrek van de regering te eisen. Tot dusver zijn er meer dan 250 doden gevallen.

Bekijk ook: 

VN-gezant Jeanine Hennis: stop geweld in Irak 

Daarmee toont Hennis volgens de woedende Irakezen het ware gezicht van de ’corrupte’ Verenigde Naties: het gaat de organisatie volgens hen niet om de mensen, maar het geld. De timing is ook ongelukkig: de Verenigde Staten verklaarden de afgelopen weken alleen nog in buurland Syrië te blijven om de oliebronnen daar veilig te stellen. Zo wordt het beeld verscherpt dat het Westen alleen maar uit is op het zwarte goud en geen zier geeft om de creperende bevolking.

Winsten verdwijnen

Hennis heeft het over miljardenverliezen als gevolg van blokkades (volgens de regering gaat het om 6 miljard dollar), maar de betogers wijzen erop dat die winsten doorgaans verdwijnen in de zakken van corrupte politici. De bevolking van een van de belangrijkste olieproducten ter wereld – murw geslagen door een opeenvolging van oorlogen – profiteert er nauwelijks van.

Hennis probeerde later nog de schade te beperken met een nieuwe tweet, waarin zij zich verdedigde tegen de ’beschuldigingen van vooringenomenheid’. Volgens haar zijn de Verenigde Naties de ’partner van iedere Irakees die naar verandering streeft’.

Maar het kwaad was al geschied. Irakezen omschrijven haar als een ’verrader’ die zich ’moet schamen’ omdat zij de ’slaaf is van olie, geld en bloed’. Ook wordt ze weggezet als een ’blondje in designerkleding’ dat wel even komt vertellen hoe het allemaal moet. Een dame bezweert dat zij wanneer zij Hennis ziet een schoen naar haar hoofd zal gooien, de ultieme belediging in de islamitische wereld. Naar George W. Bush gooide ooit een Iraakse journalist beide schoenen tijdens een persconferentie.

Te close met Iran

Hennis wordt ook verweten te close te zijn met Iran, dat een kwalijke rol speelt in het neerslaan van de protesten. De betogers eisen een totale verandering van het politieke systeem, waardoor Iran zijn invloed in gevaar ziet komen.

Hennis is sinds vorig jaar de hoogste VN-gezant in Irak. Een lastige functie in een verdeeld land dat nog altijd probeert te herstellen van de oorlog tegen Islamitische Staat. Zij bezocht vorige week nog de demonstranten op het Tahrirplein in Bagdad, waar zij hun ’legitieme eisen’ erkende.

Bekijk ook: 

Wat wisten Rutte en Asscher over burgerslachtoffers in Irak? 

Ook veroordeelde Hennis het geweld, al zou zij zich volgens velen in het land veel harder moeten uitspreken over de verschillende bloedbaden. Door de aanhoudende chaos in het land zou premier Mahdi inmiddels bereid zijn op te stappen, maar zijn vertrek wordt door Iran tegengehouden.

Bekijk meer van; internationale betrekkingen burgerlijke onrust overheid gewapend conflict Jeanine Hennis-Plasschaert Irak Iran Verenigde Naties

Oud-minister Jeanine Hennis wordt als VN-gezant in Irak beveiligd. Deze foto is van eerder dit jaar.

Oud-minister Jeanine Hennis wordt als VN-gezant in Irak beveiligd. Deze foto is van eerder dit jaar. © AFP

Oud-minister Hennis ook onder vuur in Irak

AD 08.11.2019 Oud-minister Jeanine Hennis ligt nu ook in Irak onder vuur, waar ze werkt als gezant van de Verenigde Naties. Er is op sociale media een campagne tegen haar gestart waarin ze wordt opgeroepen te verdwijnen uit het land.

Hennis wordt als VN-gezant zwaar beveiligd. In Irak is het al weken onrustig. Er wordt massaal geprotesteerd tegen de werkloosheid en de corruptie. Daarbij zijn naar schatting al 250 doden gevallen. Hennis riep op Twitter op tot kalmte, maar dat schoot bij sommigen in het verkeerde keelgat. Volgens demonstranten is ze ‘meer begaan met de westerse oliebelangen dan met de Irakese bevolking’.

Lees ook;

Hennis wist van mogelijke burgerslachtoffers, zei dat er ‘voor zover bekend’ geen waren

Lees meer

Irak staat in brand: grootste opstand sinds val Saddam Hoessein

Irak staat in brand: grootste opstand sinds val Saddam Hoessein

Lees meer

In de bewuste tweet schreef Hennis: ,,We zijn allemaal verantwoordelijk voor het beschermen van openbare voorzieningen. Bedreigingen/sluitingen van wegen naar olie-installaties en havens veroorzaken miljardenverliezen. Dat is schadelijk voor de economie van Irak en ondermijnt de legitieme eisen van de demonstranten.’’

@JeanineHennis

Disruption of critical infrastructure also of grave concern. Responsibility of all to protect public facilities. Threats/closures of roads to oil installations, ports causing billions in losses. Detrimental to #Iraq’s economy, undermines fulfilling protesters’ legitimate demands.

355  12:07 PM – Nov 6, 2019 6,581 people are talking about this

Die uitspraak veroorzaakte een storm van protest. ,,Stelt u zich eens voor dat deze mensen in uw land waren omgekomen. Wat zou dan u tegen de wereld hebben gezegd?” reageert Irakees Jaweed Kadeem woedend onder de tweet. Sommigen plaatsten een foto van Hennis met een groot rood kruis erdoor.

Hennis na de ruim 6000 reacties een nieuwe tweet waarin ze probeerde de gemoederen te bedaren: ,,In reactie op beschuldigingen dat ik vooringenomen zou zijn: de VN staat zij aan zij met elke Irakees die verandering wil. Samen kunnen Irakezen van hun land een betere plek maken. En wij zijn hier om dat te ondersteunen.’’

Bombardement

In de protesten tegen de aanwezigheid van Hennis wordt ook gewezen naar haar vorige functie als minister van Defensie. In die periode kwamen zo’n 70 burgers om bij een bombardement door een Nederlandse F-16 op een bommenfabriek van IS in het Irakese Hawija.

Deze week kwam dat niet alleen in Nederland, maar ook in Irak in het nieuws. Net als het nieuws dat Hennis vlak na het bombardement nog aan de Tweede Kamer meldde dat er ‘voor zover bekend’ geen burgerslachtoffers waren gevallen door Nederlandse wapeninzet.

Op dat moment was zij echter al anderhalve week op de hoogte van het feit dat dat waarschijnlijk wél het geval was. De Irakezen die zich al tegen Hennis keerden, schrijven op social media dat ze ‘toen ook al een leugenaar was’. Ook staat op Facebook te lezen dat ‘Irakese doden haar niet kunnen schelen’.

Hennis is sinds vorig jaar hoofd van UNAMI, een speciale missie van de VN in Irak. Ze adviseert zowel de Irakese regering als verschillende bevolkingsgroepen.

© Foto Evert-Jan Daniels/ANP Jeanine Hennis-Plasschaert is Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN voor Irak en als Hoofd van de VN-Missie UNAMI.

Iraakse demonstranten willen af van ‘leugenaar’ Jeanine Hennis

MSN 08.11.2019 Irakezen zijn op sociale media een actie gestart tegen VN-gezant Jeanine Hennis-Plasschaert. Met hashtags als „Jeanine Hennis is corrupt schaam je” en „Jeanine Hennis leugenaar ga Irak uit” proberen ze de Nederlandse te bewegen om op te stappen. Door Hennis’ foto is door de Twitteraars een groot rood kruis gezet.

De Irakezen zijn gepikeerd over een tweet van Hennis waarin ze demonstranten lijkt op te roepen belangrijke (olie)infrastructuur met rust te laten. Iraakse jongeren protesteren al weken tegen de corrupte overheid, de ongelijkheid en de invloed van buurland Iran. Door het harde optreden van de ordediensten zijn tot nu toe meer dan 260 doden en honderden gewonden gevallen. Deze donderdag zijn nog zeker zes demonstranten doodgeschoten door de Iraakse veiligheidsdiensten, meldt persbureau Reuters.

Hennis’ tweet leidde al tot ruim 5.500 – merendeels verontwaardigde – commentaren. „Olie is belangrijker dan het Iraakse volk?” vraagt iemand. Anderen wijzen erop dat het volk nooit van de genoemde olie en havens heeft geprofiteerd.

Sommige deelnemers aan de campagne op sociale media leggen een verband tussen Hennis’ huidige positie en haar vorige baan. „Iraakse doden kunnen haar niet schelen” en „Het is niet de eerste keer dat ze liegt”, schrijven zij op Twitter en Facebook. Daarmee verwijzen ze naar 2015, toen Hennis nog minister van Defensie was in Nederland en de Tweede Kamer verkeerd informeerde over Iraakse burgerdoden.

Het nieuws over de Nederlandse erkenning van de meer dan zeventig burgerdoden die vielen bij een bombardement op de Iraakse stad Hawija was deze week te zien op de Iraakse televisie. Het nieuws werd ook in andere Arabische media gedeeld.

Het mysterie van de 70 burgerslachtoffers in Irak: wat wist premier Rutte?

MSN 08.11.2019 De Nederlandse aanval in 2015 in Irak waarbij zeker 70 burgerdoden zijn gevallen, roept veel vragen op. Ook over de rol van premier Rutte. Toenmalig minister Hennis wist al een paar dagen na de aanval dat er burgerslachtoffers waren gevallen, maar Rutte zegt dat hij toen van niets wist. Hoe kan dat?

Het bombardement op Hawija

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 neemt Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS blijkt dat Nederland verantwoordelijk is voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. 70 burgerslachtoffers komen om het leven. Zowel Defensie als het Openbaar Ministerie hebben het bombardement onderzocht. Volgens Defensie zijn alle procedures gevolgd.

Het OM vindt geen strafbare feiten. De toenmalige minister van Defensie, Hennis, weet al in 2015 over de burgerdoden, maar geeft foute informatie aan de Tweede Kamer. Op 23 juni 2015 zegt ze dat er geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.

‘Alle betrokken ministeries op de hoogte’

Terug naar afgelopen dinsdag. Ank Bijleveld heeft een zware avond. De Kamer legt de ervaren politica op de gril: waarom deed Defensie jarenlang geheimzinnig over burgerslachtoffers? Waarom heeft de vorige minister de Kamer verkeerd geïnformeerd? Waarom wist Bijleveld pas afgelopen weekend over het verkeerd informeren?

De ervaren Bijleveld heeft niet overal een duidelijk antwoord op. Ze overleeft met steun van een nipte meerderheid. Haar excuses worden geaccepteerd, maar bijna alle oppositiepartijen stemmen voor een motie van wantrouwen. Pijnlijk voor de ervaren politica.

Aan het einde van een zeer lastige avond voor Bijleveld gebeurt er nog iets opvallends. Meerdere fracties hebben expliciet gevraagd of premier Rutte in 2015 ook is geïnformeerd over het Hawija-bombardement. Ja, zegt Bijleveld.

De betrokken ministeries – Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en Justitie & Veiligheid – waren op de hoogte. “Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd”, zo leest Bijleveld voor.

© Aangeboden door RTL Nederland

Ministers van toen ontkennen

Nee hoor, zeggen ministers van toen. “Ik ben niet geïnformeerd over de Nederlandse betrokkenheid, dus het antwoord is nee”, zegt Lilianne Ploumen, destijds minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ook de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders, ontkent.

Ook premier Rutte is zeer verbaasd. “Er staat mij helemaal niets van bij”, zegt de premier. Het ‘zou wel kunnen’ dat zijn ambtenaren op de hoogte waren. Niet vreemd, vindt Rutte. “Jongens, dat is vier jaar geleden”, verzucht hij tegen RTL Nieuws.

 Fons Lambie

✔ @fonslambie

Premier #Rutte is in 2015 niet geïnformeerd dat bij Nederlands bombardement in #Irak 70 burgerdoden zijn gevallen. “Staat mij helemaal niets van bij. Kan dat ambtelijk is bijgepraat”, zegt Rutte tegen @RoelSchrein. Premier hoorde zondag dat Kamer onjuiste info heeft gehad.

54  5:46 PM – Nov 6, 2019 152 people are talking about this

‘Totaal ongeloofwaardig’

“Ik val in de ene verbazing in de andere. Je kunt je toch niet voorstellen dat hem wel gemeld is en dat hij het vergeten is”, zegt Kamerlid Isabelle Diks van GroenLinks. “Het zou kunnen dat het Rutte niet is verteld is en dat is eigenlijk nog erger.”

“Totaal ongeloofwaardig. Dit kan niet kloppen”, zegt SP-Kamerlid Sadet Karabulut. “Dit roept alleen maar meer vragen op. Hoe is het in godsnaam mogelijk? Zo’n trieste gebeurtenis waar piloten diep van onder de indruk zijn. Een groot drama. En dan zou de minister-president hierover niet geïnformeerd zijn? Nou, dan hebben we echt als land een groot probleem.”

Beide Kamerleden hebben opnieuw schriftelijke vragen ingediend. Dat Hennis foute informatie aan de Kamer heeft gegeven, is bekend. Maar wist Rutte dat ook?

“Nu willen wij weten: welke minister, welke ministerie was op de hoogte. Dat moet op tafel komen, want de verwarring wordt alleen maar groter”, zegt Diks. “Dit is heel erg belangrijk, omdat het uitmaakt voor de keuzes van ons parlement voor onze militairen. Wij moeten weten welke gevolgen de inzet van Nederlandse militairen heeft gehad.”

Wat is er aan hand?

Minister Bijleveld blijft bij haar eerdere antwoorden, zegt ze tegen verslaggevers. Ze gaat nu eerst de Kamervragen beantwoorden en laat uitzoeken wat op welk ministerie bekend was. “Ik laat de feiten spreken en daar moet u nog even op wachten.”

“Hoe het precies zit, weten we niet”, zegt politiek verslaggever Fons Lambie. “Maar kijk nog eens wat Rutte precies zegt: het kan dat er ambtelijk is geïnformeerd… Zouden topambtenaren het dan wel hebben geweten?”

© Aangeboden door RTL Nederland

Wat wisten topambtenaren?

In politiek Den Haag vergaderen topambtenaren van betrokken ministeries regelmatig over militaire missies. Interessant is de ‘Stuurgroep Missies en Operaties’. Daar bespreken de hoogste militairen en belangrijkste topambtenaren alle ontwikkelingen rond militaire missies. Is daar over de burgerslachtoffers gesproken?

“Kijk eens wie in die stuurgroep zit”, zegt Fons Lambie. “De Commandant der Strijdkrachten, de hoogste militair van Nederland. De directeur-generaal Politieke Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, een van allerbelangrijkste topambtenaren op Buitenlandse Zaken. De Raadsadviseur van Algemene Zaken, de ogen en oren van de premier op dit beleidsterrein.

Dit zijn niet de minsten”, zegt Lambie. “Als in dat overleg wordt besproken dat er 70 burgerslachtoffers zijn gevallen, dan moeten de Haagse topambtenaren meteen hun minister informeren. Direct. Zonder twijfel.”

Dat is blijkbaar niet gebeurd, want de ontkenningen van Rutte, Koenders en Ploumen zijn glashelder.

Of hield Defensie het geheim?

Een ander scenario is dat Defensie nooit duidelijk gecommuniceerd heeft met andere ministeries. Zonder concrete aantallen of locaties is het lastig om vast te stellen wat een begrip als ‘nevenschade’ of een omschrijving als ‘mogelijke burgerslachtoffers’ precies inhoudt.

Tijdens een militaire missie wordt heel beperkt geïnformeerd. Vanwege de geheimhouding en de veiligheid van onze militairen wordt informatie over een bombardement niet met half Den Haag gedeeld, zo zeggen insiders.

Ministerraad sprak er één keer over

Voor zover bekend heeft de ministerraad één keer over burgerslachtoffers tijdens militaire missies gesproken. Op 13 april 2018. Door het kabinet Rutte III. Ank Bijleveld is dan al een aantal maanden minister van Defensie.

Op dat moment heeft het Openbaar Ministerie onderzoek gedaan naar 4 missies, waar mogelijk burgerslachtoffers zijn gevallen. Die dag stuurt Bijleveld een brief naar de Kamer: er worden geen Nederlandse militairen vervolgd voor bombardementen in IS-gebied waarbij burgerslachtoffers om het leven zijn gekomen, zo concludeert het Openbaar Ministerie.

Er wordt geen informatie over locaties of aantallen slachtoffers bekend gemaakt. Politiek commentator Frits Wester stelt een paar vragen aan premier Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad.

“Daar hebben wij het over gehad, inderdaad”, zegt Rutte. De premier bevestigt dat er tijdens de ministerraad is gesproken over het onderzoek, en over de missies.

In zijn antwoorden lijkt Rutte specifiek in te gaan op de bewuste aanval in Hawija, zonder daarbij overigens die naam te noemen. Hij spreekt over missies waarbij ‘fouten’ worden gemaakt, bijvoorbeeld omdat de ‘onderliggende inlichtingen’ niet zouden kloppen. Dat lijkt op het bombardement van Hawija.

Als de ministerraad destijds heeft gesproken over burgerslachtoffers en als Rutte inderdaad de fouten rond het bombardement van Hawija beschrijft, dan is wederom is de vraag: is dan niet óók gesproken over de 70 burgerslachtoffers?

Vervolgens duurt het nog ruim anderhalf jaar voordat de Nederlandse betrokkenheid bij het bombardement in Hawija naar buiten komt.

  pieter klein

✔ @pieterkleinrtl

Als-ie het in 2015 niet wist, wist-ie het in ieder geval exact in voorjaar 2018. #rutte #bijleveld #burgerslachtoffers #defensie #ministerraad https://www.rijksoverheid.nl/documenten/mediateksten/2018/04/13/letterlijke-tekst-persconferentie-na-ministerraad-13-april-2018 …

https://twitter.com/pieterkleinrtl/status/1192351563228090369/photo/1?ref_src=twsrc%5Etfw%7Ctwcamp%5Etweetembed%7Ctwterm%5E1192351563228090369&ref_url=https%3A%2F%2Fwww.rtlnieuws.nl%2Fnieuws%2Fartikel%2F4913266%2F70-burgerslachtoffers-rutte-bijleveld-hennis-hawija-bombardement

207  9:02 AM – Nov 7, 2019

Mysterie blijft

Vraagtekens genoeg, maar antwoorden ontbreken. Insiders verwachten deze week nog geen nieuwe brief naar de Tweede Kamer. Voorlopig blijft het een mysterie waarom 70 burgerdoden jarenlang geheim bleven.

Dit gebeurde er in de zomer van 2015:

De nacht van 2 op 3 juni 2015

In de nacht van 2 op 3 juni bombardeert Nederland een bommenfabriek van IS bij de Iraakse stad Hawija. Door foute inlichtingen zijn meer bommen in de fabriek dan gedacht en zijn de ontploffingen groter.

4 juni 2015

Persbureau Reuters spreekt in een artikel voor het eerst over ‘ongeveer 70 doden, inclusief burgers’ bij een luchtaanval op een fabriek in Hawija.

9 juni 2015

Hennis wordt voor het eerst gebriefd over onderzoek naar de luchtaanval, waaruit naar voren komt dat het ‘geloofwaardig’ is dat er bij de luchtaanval ook burgerslachtoffers zijn gevallen.

15 juni 2015

Hennis ontvangt het definitieve onderzoek van CENTCOM, het Amerikaanse hoofdkwartier voor alle militaire missies in het Midden-Oosten. Nederland werkt hiermee samen tijdens de oorlog tegen IS. Ook in het definitieve onderzoek wordt het ‘geloofwaardig’ geacht dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. Het aantal van 70 wordt niet genoemd.

23 juni 2015

Minister Hennis informeert vervolgens de Kamer verkeerd. In antwoorden op Kamervragen schrijft ze: “Voor zover op dit moment bekend is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak.”

Lees ook:

Premier Rutte wist in 2015 niet van burgerslachtoffers: ‘Staat mij helemaal niets van bij’

RTL Nieuws; Mark Rutte  Lilianne Ploumen  Jeanine Hennis-Plasschaert  Ank Bijleveld  Ministerie van Defensie  Ministerie van Buitenlandse Zaken  Burgeroorlog Irak

Minister Bijleveld van Defensie overleefde deze week een motie van wantrouwen tijdens het debat over burgerdoden in Irak. Ⓒ ANP

’Nog een vijfde incident met F-16’

Telegraaf 07.11.2019 In de oorlog tegen IS zijn meer gevallen onderzocht waarbij mogelijk door Nederlandse F-16-vliegers burgers zijn geraakt. Het kabinet rapporteerde aan de Tweede Kamer vier incidenten, maar volgens vliegers is er nog minstens één vijfde casus – vermoedelijk zonder slachtoffers. Dat vertellen ze in het boek Missie F-16, dat deze week verschijnt.

Deze week moest minister Bijleveld (Defensie) zich in de Kamer verantwoorden voor een gebrek aan transparantie over burgerslachtoffers door Nederlands optreden in de oorlog tegen IS. In januari had het kabinet vier Nederlandse aanvallen tegen IS-doelen benoemd.

Zeker twee daarvan hadden tot burgerdoden geleid. Bij een aanval op een bommenfabriek in Hawija bleken er meer explosieven aanwezig dan gedacht. Daardoor vielen mogelijk zeventig doden, zowel IS-strijders als een onbekend aantal burgers. In Mosul vielen F-16’s een woonhuis aan, waarvan werd gedacht dat het een IS-hoofdkwartier was. Vier onschuldige bewoners stierven en een van de nabestaanden deed deze week in De Telegraaf zijn verhaal, net als de betrokken vlieger.

Bekijk ook: 

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

Bij een derde geval reed onverwachts een auto langs toen een pand werd getroffen door een Nederlandse bom. ,,We hadden een klein bommetje gekozen om te zorgen dat er geen nevenschade zou ontstaan’’, vertelt de betrokken vlieger. ,,Want er stond een moskee vlakbij. Toch klapte de hele voorpui eruit, over die auto heen. De vliegtijd van de bom is een minuut, je kunt nou eenmaal niet een minuut van tevoren uitsluiten of er iemand aankomt.’’

Bekijk ook: 

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening 

Seconden later trof een tweede bom doel. Dezelfde auto werd opnieuw getroffen door puin. ,,Het was donker dus we konden niet duidelijk zien of hij uitstapte of wegrende’’, herinnert de vlieger zich. ,,De kans dat hij zelf gewond is geraakt lijkt me niet groot, maar ik kan het ook niet uitsluiten. Dit was overigens een dorp dat helemaal in handen was van IS.’’ Hij denkt daarom dat de kans groot was dat iedereen die laat op straat was, in dienst was van het kalifaat.

Bekijk ook: 

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen 

Het OM onderzocht de zaak en kwam tot de conclusie dat er geen sprake was van strafbare feiten. Dat geldt ook voor het vierde geval, waarbij een laserrichter verkeerd stond afgesteld waardoor de bom een verkeerd doel trof – zonder slachtoffers.

Een vijfde incident belandde echter niet op de lijst van het kabinet. Hierbij reden twee brommers langs op het moment een Nederlandse F-16 een auto onder vuur nam met het boordkanon. ,,Later hebben ze met drones de hele weg afgezocht’’, zegt de betrokken vlieger. ,,Maar er lagen geen slachtoffers en je zag ook geen olie of bloed op de weg. Er werd ook geen slachtoffer gerapporteerd en er is nooit een claim geweest van nabestaanden.’’

Bekijk meer van; terreurdaad defensie misdaad Islamitische Staat

Waarom premier Rutte zegt zich niks te herinneren van burgerdoden in Irak

AD 07.11.2019 De tientallen burgerdoden door Nederlandse bombardementen in Irak blijven het kabinet achtervolgen. De Tweede Kamer wil precies weten wie wat op welk moment wist. Opvallend veel betrokkenen zeggen zich dat niet te herinneren. Vier vragen over hoe dat precies zit.

Ambtenaren op de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid en Algemene Zaken zijn druk om allerlei archieven door te pluizen. Wat is er in de eerste dagen na 15 juni 2015 onderling aan informatie uitgewisseld?

Op die dag kreeg het ministerie van Defensie zwart op wit van de Amerikanen dat het ‘geloofwaardig was dat er bij een bombardement op een bommenfabriek van IS in het Iraakse Hawija burgerslachtoffers waren gevallen. Een bombardement dat in de nacht van 2 op 3 juni van dat jaar door een Nederlandse F-16 was uitgevoerd.

Lees ook;

Militaire vakbond steunt aangifte tegen Denk: ‘Hier is een grens overschreden’

Lees meer

Bijleveld doorstaat ‘ingewikkeld debat’ over burgerdoden Irak

Bijleveld doorstaat ‘ingewikkeld debat’ over burgerdoden Irak

Lees meer

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens het debat over het Nederlands bombardement in Irak.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens het debat over het Nederlands bombardement in Irak. © ANP

Waar is de Tweede Kamer precies boos over?
Op 24 juni 2015 (dus anderhalve week nadat de Amerikanen hadden gezegd dat er iets was misgegaan) werd nog aan de Tweede Kamer gemeld dat ‘voor zover op dat moment bekend er geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak’. De Kamer voelt zich voorgelogen en in een debat met huidig Defensieminister Ank Bijleveld steunde vrijwel de voltallige oppositie een motie van wantrouwen tegen de bewindsvrouw.

Maar daarmee is de kous niet af. Bijleveld meldde dinsdag immers ‘dat het aannemelijk was’ dat Defensie na de mededeling van de Amerikanen ook andere betrokken ministeries gewaarschuwd heeft dat er een onderzoek werd ingesteld naar het bombardement. Dat waren Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie.

Zijn de burgerslachtoffers al die tijd onder de pet gehouden?

Zeker Rutte heeft bij de Tweede Kamer al de reputatie dat hij soms last heeft van zijn geheugen als hij in politieke moeilijkhe­den komt

Het kabinet heeft de Tweede Kamer de afgelopen jaren op meerdere momenten ingelicht over mogelijke burgerslachtoffers door Nederlandse wapeninzet. Eerst vertrouwelijk op 1 juni 2017. En in een brief van april 2018 werd gemeld dat er ‘zeer waarschijnlijk’ burgers waren gedood in Hawija.

Om de vliegeniers en hun thuisfront te beschermen tegen mogelijk wraakacties, was het beleid er nooit hardop over te praten. Deze week deed Defensie dat voor het eerst wel. Bij het bombardement in Hawija kwamen zeker zeventig onschuldige burgers om. En later zijn bij een bombardement op Mosul ook nog eens vier burgers omgekomen doordat een woonhuis werd aangezien voor een IS-hoofdkwartier.

Toch is een groot deel van de Tweede Kamer boos dat het kabinet dat niet veel eerder open over was. En door de brief van 24 juni 2015 voelt de Kamer zich ook nog eens voorgelogen. En verkeerde informatie geven aan de Tweede Kamer geldt als een doodzonde. Als bijvoorbeeld premier Mark Rutte ook al voor die datum wist van de mededeling van de Amerikanen, kan hem worden aangewreven dat hij medeverantwoordelijk was voor het fout informeren van de Kamer.

Wat heeft Rutte gezegd?
Rutte heeft gezegd dat ‘hem er helemaal niets van bijstaat’ dat hij op dat moment al geïnformeerd was. Wel kan hij zich voorstellen dat de informatie al bekend was bij ambtenaren. Dat zint de oppositie niet. Is het mogelijk dat er gewaarschuwd is dat er tientallen doden zijn gevallen bij een actie van een Nederlandse F-16 en dat ambtenaren dat niet meldden aan hun politieke baas?

Maar er zijn meer bewindslieden uit die periode die zeggen er geen herinnering aan te hebben. De bewuste brief van 24 juni 2015 is niet alleen ondertekend door voormalig minister Hennis, maar ook door haar toenmalige PvdA-collega’s Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) en Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking). Beiden zeggen zich ook niet te herinneren op dat moment al geweten te hebben van de burgerdoden. En Ploumen zegt ook dat ze het wel had móeten weten.

Saillant is dat de PvdA de motie van wantrouwen tegen Bijleveld steunde, inclusief Ploumen die tegenwoordig Kamerlid is. Terwijl haar naam evenzeer stond onder de brief met de leugen erin.

Lilianne Ploumen (PvdA) steunde de motie van wantrouwen tegen Bijleveld, maar ondertekende in 2015 als minister zelf ook de brief met de leugen erin

Lilianne Ploumen (PvdA) steunde de motie van wantrouwen tegen Bijleveld, maar ondertekende in 2015 als minister zelf ook de brief met de leugen erin © ANP

Hoe loopt dit af?
Bijleveld zegt niet te weten hoe de foute formulering in de brief terecht is gekomen. Volgens betrokkenen is het denkbaar dat het een domme fout was. De brief gaf antwoord op 71 Kamervragen waar weken aan is gewerkt door verschillende ministeries. Het kan zijn dat de formulering ‘voor zover wij weten is er geen sprake van burgerslachtoffers’ er al in de tekst is gezet vóór de informatie van de Amerikanen bekend was. En dat daarna verzuimd is de tekst aan te passen.

Maar mogelijk is er ook bewust geprobeerd de boel onder de pet te houden. Een oud-ambtenaar van Defensie beschrijft de cultuur op het ministerie als ‘uiterst formeel’. Als Defensie aan andere ministeries slechts laat weten dat ‘er onderzoek wordt gedaan naar een bombardement’, gaan er niet direct alarmbellen af bij andere ambtenaren.

Dergelijke onderzoeken worden immers vaker gedaan. ,,Dat is toch wat anders dan de mededeling: Let op, er is een hele woonwijk de lucht in gevlogen. Dan loop je meteen naar je politieke baas.’’

Maar het kan ook zijn dat meerdere oud-bewindspersonen boter op hun hoofd hebben. En zeker Rutte heeft bij de Tweede Kamer al de reputatie dat hij soms last heeft van zijn geheugen als hij in politieke moeilijkheden komt.

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Nederlands bombardement in Irak, dat ze volgens een VVD’er ’laconiek, lachend en in clownskostuum’ deed. Ⓒ ANP

’Toon Bijleveld was niet goed’

Telegraaf 07.11.2019 Ank Bijleveld heeft het Kamerdebat over burgerdoden door Nederlandse bommen in Irak verkeerd ingeschat, zeggen partijen terugblikkend. De bewindsvrouw dacht het debat schadevrij te doorstaan, maar ze eindigde gehavend met de hakken over de sloot. Coalitiepartij VVD is boos. „Ze heeft haar voorganger Hennis drie keer voor de bus gegooid.”

Open zijn, de fout toegeven en excuses aanbieden. Met dat strijdplan dacht team-Bijleveld het debat waarin de positie van de minister op het spel stond snel te kunnen afronden. Want dat die positie op het spel stond, had de CDA-bewindsvrouw kunnen weten.

“Ze gooide Hennis drie keer voor de bus”

GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks had immers al de middag voorafgaand aan het debat een motie van wantrouwen klaarliggen en de overige Kamerleden en de minister daarover ingelicht. Toch deed dat de alarmbellen nog niet afgaan. De partijen die aan het debat meededen, hadden vooraf niet eens een telefoontje gekregen van Bijlevelds politiek assistent met de vraag hoe ze erin stonden.

Excuses

De verdediging leek ook solide. Bijleveld wist weliswaar al bij haar aantreden in 2017 dat er bij Nederlandse luchtaanvallen in Irak burgerslachtoffers waren gevallen. Maar ze wist naar eigen zeggen pas afgelopen vrijdag dat de Tweede Kamer daarover niet was geïnformeerd. Ze zou dat toegeven en, hoewel het een fout van haar voorganger was, excuses aanbieden. Het debat over de Defensiebegroting, kon makkelijk nog later die avond plaatsvinden, zo was de verwachting.

Voormalig defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert zou een week na het bombardement in Irak al te horen hebben gekregen dat er burgerslachtoffers waren gevallen.

Voormalig defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert zou een week na het bombardement in Irak al te horen hebben gekregen dat er burgerslachtoffers waren gevallen. Ⓒ Foto Marcel Antonisse

Maar het liep anders. Toen de bewindsvrouw met haar staf ver na middernacht bijeenkwam om uit te blazen van het debat, viel iedereen aan op de bitterballen. Niemand had eraan gedacht tijdens het marathondebat eten te bestellen.

Kernpunt was de luchtaanval van 3 juni 2015 op een bommenfabriekje van IS in het Iraakse Hawija. Onder de zeventig doden zaten behalve IS-strijders ook tientallen burgers. Bijlevelds voorganger Hennis kreeg al een week na het bombardement van het Amerikaanse commando van de IS-missie te horen dat er bij die aanval burgerdoden waren gevallen. Diezelfde maand nog ontkende zij dat tegenover de Kamer.

De defensietop leefde in de veronderstelling dat die briefing op een veel later moment had plaatsgevonden, in mei 2016. Hoe dat kon? „Iemand heeft dat ooit gezegd, en toen is dat een eigen leven gaan leiden”, zegt een betrokkene. In het debat meldde Bijleveld deze knulligheid niet. Het zou alleen maar meer verwarring scheppen.

Wel vertelde ze wat ze pas afgelopen vrijdag ontdekte: verdraaid, die briefing heeft plaatsgevonden vóórdat Hennis de Nederlandse betrokkenheid tegenover de Kamer had ontkend. „Mijn voorganger heeft de Kamer verkeerd geïnformeerd”, zei Bijleveld herhaaldelijk in het debat. „Toen ik erachter kwam, heb ik meteen de informatie aan de Kamer aangepast.”

Ongeloofwaardig verhaal, vond een groot deel van de Kamer, waarin ook de irritatie bij coalitiepartijen begon toe te nemen. „En haar toon was niet goed”, zegt een coalitie-Kamerlid. In plaats van telkens naar haar voorganger te verwijzen, had ze zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen, zo luidt het oordeel. „Haar houding was: we wassen dit varkentje wel even”, blikt Diks terug.

Des duivels

Vooral de liberalen zijn des duivels dat Bijleveld haar voorganger ’drie keer voor de bus heeft gegooid’, zegt een VVD’er. „Laconiek, lachend en in clownskostuum”, is het oordeel van een andere liberaal over Bijleveld. „Als ze alleen maar de steun van de coalitie en de SGP overhoudt, zou ze zelf weg moeten gaan.

Ze heeft het zelf verknald. Fractievoorzitter Pieter Heerma had moeten ingrijpen.” Inmiddels zijn er nieuwe Kamervragen gesteld over wat premier Rutte wanneer wist van de burgerdoden. Volgens Bijleveld wist hij het waarschijnlijk. Rutte kan zich niet herinneren erover te zijn bijgepraat.

Bekijk meer van; defensie gewapend conflict Ank Bijleveld Hennis Irak Tweede Kamer der Staten-Generaal Islamitische Staat

Kamer wil opheldering over Irak-doden: Wie wist wat wanneer?

AD 07.11.2019 De Tweede Kamer houdt vragen over de kwestie rond de burgerdoden door Nederlandse bombardementen in Irak. Vooral op de vraag wie op welk moment wist van de waarschijnlijke burgerslachtoffers waarover de Kamer in juni 2015 verkeerd werd geïnformeerd, willen Kamerleden antwoord zien. Dat bleek bij het debat over de defensiebegroting.

Volgens een feitenrelaas, dat minister Ank Bijleveld van Defensie dinsdag naar de Kamer stuurde, is het ‘aannemelijk’ dat verschillende betrokken ministeries op de hoogte waren van de misgelopen aanval. In het debat van dinsdagavond zei ze dat ook het ministerie van minister-president Mark Rutte, Algemene Zaken, daarbij hoorde.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Herinneren

Gisteren stelde Rutte tegen RTL Nieuws dat hem ‘er helemaal niets van bij staat’ dat hij kort na die bloedige aanval in 2015 werd ingelicht. Ook de toenmalige PvdA-ministers Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) en Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) zeiden zich ook niet te kunnen herinneren er persoonlijk over geïnformeerd te zijn.

SP-Kamerlid Sadet Karabulut zette er vraagtekens bij dat ‘de minister-president en andere betrokkenen zich allemaal in ene niks kunnen herinneren’. Ook GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks wil in een reeks vragen opheldering. Bijleveld wil proberen die vragen ‘zo snel mogelijk’ te beantwoorden. Ze vroeg daarop om ‘vertrouwen’ aan Karabulut. ,,Als er één ding niet is, dan is het vertrouwen”, reageerde het SP-Kamerlid.

Vertrouwen

Bijleveld zei dat Defensie hard moet werken om het vertrouwen weer terug te winnen. De CDA-bewindsvrouw was haar inbreng in het begrotingsdebat begonnen met een terugblik op het voor haar moeilijke debat van dinsdagavond, waarin vrijwel de hele oppositie het vertrouwen in haar opzegde. ,,Het is niet zomaar teruggaan naar de orde van de dag. Zo’n debat komt binnen. Ik ben én voel me verantwoordelijk.”

Denk-Kamerleden Öztürk, Azarkan en Kuzu (van links naar rechts) ANP

Aangifte tegen Denk-Kamerleden na uitspraken over luchtaanval Irak

NOS 07.11.2019 Advocaat en veteraan Michael Ruperti gaat samen met 1200 militairen en andere veteranen aangifte doen tegen Denk-Kamerleden Selcuk Öztürk en Farid Azarkan.

Volgens Ruperti heeft Öztürk zich schuldig gemaakt aan het zaaien van haat, belediging en laster toen hij dinsdag tijdens het Kamerdebat over de Nederlandse luchtaanval in Irak sprak. “Deze minister ziet niet de ernst van deze moord”, zei hij, toen hij het woord had.

Het Kamerdebat was dinsdagavond:

Uitspraken Öztürk over luchtaanval Irak

Dinsdagavond verdedigde partijgenoot Azarkan in Pauw de woorden van Öztürk, die daarbij zei dat het “in ieder geval heeft geleid tot mooie televisie”.

Met hun uitspraken bestempelden de twee volgens Ruperti de piloten indirect tot moordenaars.

Bij de luchtaanval in 2015 op een bommenfabriek van IS in de stad Hawija kwamen zeventig burgers om het leven. Maandag gaf het kabinet voor het eerst opening van zaken over de kwestie. Daarbij erkende minister van Defensie Bijleveld dat de Kamer verkeerd was geïnformeerd.

Verslaggever Lex Runderkamp bezocht de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel. Zo ziet het er daar uit:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

Öztürk zegt in een reactie verkeerd te zijn begrepen en wil graag in gesprek met de betrokken vliegers. In het debat werd hij al aangesproken op zijn woordkeuze door meerdere collega-parlementariërs en Kamervoorzitter Arib.

Volgens Ruperti is dat niet voldoende om eventueel de aangifte in te trekken. “Hij moet expliciet zijn woorden terugnemen en openlijk excuses aanbieden. Dan krijgen we misschien een andere situatie.”

Parlementaire immuniteit

Het is de vraag hoe kansrijk de aangifte van Ruperti is. Kamerleden beschikken op basis van de grondwet over parlementaire immuniteit. Daardoor kunnen ze niet strafrechtelijk vervolgd worden voor wat ze zeggen tijdens een debat.

“Maar het recht is altijd in ontwikkeling en die wet stamt uit de negentiende eeuw”, zegt Ruperti desgevraagd. “Tegenwoordig zijn bijvoorbeeld alle debatten live te volgen. En dat je onschendbaar bent, betekent niet dat je niet strafbaar bent. Maar daar mag de rechter over oordelen.”

Militaire vakbond ACOM steunt de aangifte, net als voormalig landmachtcommandant Mart de Kruif. “Het is een belediging voor al die 60.000 mensen bij Defensie die dagelijks ons veilig proberen houden”, zei De Kruif vanochtend in het programma Goedemorgen Nederland.

 Voorzitter ACOM @Jan_Kropf

Militaire vakbond steunt aangifte tegen Denk: ‘Hier is een grens overschreden’ https://t.co/YInOE1rJNp

Bekijk ook;

Militaire vakbond steunt aangifte tegen Denk: ‘Hier is een grens overschreden’

AD 07.11.2019 Militaire vakbond ACOM staat vierkant achter de aangifte die wordt gedaan tegen Denk-kamerlid Selcuk Öztürk. Hij beschuldigde Nederlandse militairen in een debat over burgerslachtoffers van moord. Volgens voorzitter Jan Kropf is hier echt een grens overschreden. ,,Voor heel veel militairen is dit een mes in de rug.’’

Kropf heeft zich zojuist gemeld bij initiatiefnemer en advocaat Michael Ruperti, die de aangifte had gedaan. Volgende week gaat hij als het even kan mee naar het politiebureau. ,, Het zijn nota bene de politici in de Tweede Kamer die de opdracht geven om militairen op missie te sturen. Dan kun je ze achteraf niet beschuldigen van moord. En al helemaal niet als het Openbaar Ministerie concludeert dat deze mensen niets verkeerds hebben gedaan.’’

Lees ook;

Lees meer

Denk-Kamerlid Selcuk Öztürk kwam afgelopen dinsdag in opspraak tijdens het debat over de burgerslachtoffers die bij twee Nederlandse bombardementen in Irak zijn gevallen. Dat kon gebeuren omdat de inlichtingen niet deugden.

De vliegers hebben naar eer en geweten gehandeld en valt niets te verwijten, concludeerde het OM al eerder. Toch zei Öztürk dat Nederlandse militairen ‘willens en wetens’ onschuldige burgers in Irak hebben vermoord. Een uitspraak waar hij later op terugkwam; hij was ‘verkeerd begrepen’.

Schofferen

ACOM-voorzitter Kropf hecht geen waarde aan die uitleg. Volgens hem was dit een een bewuste actie om militairen te schofferen. ,,Ik heb de beelden gezien en daar zat voor mij geen woord Chinees bij. Ik vind dat daar een rechter maar een oordeel over moet vellen.’’

De uitspraak is volgens Kropf niet alleen zeer ongepast, maar kan ook grote consequenties hebben voor de veiligheid van militairen op straat. ,,Er is een tijd geweest dat militairen niet in uniform over straat mochten. Dat is gelukkig achter de rug, maar dit soort uitspraken zouden voor sommige mensen genoeg kunnen zijn om militairen iets aan te doen.’’

De aangifte blijft volgens initiatiefnemer en advocaat Michael Ruperti niet beperkt tot Selcuk Öztürk. Ook tegen zijn collega Farid Azarkan wordt aangifte gedaan. Volgens de advocaat maakte hij de uitspraken van Öztürk extra krenkend door bij het tv-programma Pauw te zeggen ‘dat dit in elk geval mooie tv oplevert’.

Inmiddels zijn er meer dan duizend mensen die de aangifte steunen. Militairen noemen de uitspraken ‘onzinnig en misdadig’ en voelen zich geschoffeerd. Volgens Ruperti kan Öztürk zich met zijn uitspraken niet verschuilen achter het feit dat hij dit deed tijdens een debat in de Tweede Kamer. ,,Als een uitspraak strafbaar is, dan is die strafbaar.

Ik hoor graag van een rechter of iemand zich dan kan blijven verschuilen achter zijn kamerzetel. Bovendien is er ook buiten de kamer ingegaan op die uitspraak in een tv-uitzending en is daar geen afstand van genomen.’’

Selcuk Ozturk (Denk) beschuldigde in een kamerdebat Nederlandse militairen van moord nadat er burgerslachtoffers waren gevallen bij twee bombardementen in Irak. © ANP

Denk-Kamerlid over moorduitspraak: ‘Is toch mooie tv’

Telegraaf 06.11.2019 Selçuk Öztürk van Denk ligt onder vuur omdat hij tijdens een debat in de Tweede Kamer de bombardementen in Irak ‘moorden’ noemde. Bij Pauw wordt hij verdedigd door collega Farid Azarkan.

Aangifte tegen Oztürk om ’moorden’ in strijd tegen IS

Telegraaf 06.11.2019 Namens een groep van ruim 250 mensen gaat advocaat Michael Ruperti aangifte doen tegen Kamerlid Oztürk (Denk) vanwege haat zaaien, belediging en laster. De parlementariër sprak in het debat over burgerdoden door luchtaanvallen van Nederlandse jachtvliegers over ’moorden’.

De bekendste militair die het initiatief ondersteunt, is oud-Commandant Landstrijdkrachten Mart de Kruif. „Ik ben al eens voor moordenaar uitgemaakt in de tijd van de kruisraketten. In vond dat schokkend en schandalig en vind dat nog. Militairen riskeren hun leven voor de vrede en vrijheid van Nederland en anderen. Met soms een hoge prijs. Altijd in opdracht van de regering en instemming van het parlement”, motiveert De Kruif zijn steun.

“Kwalificatie ’moordenaars’ diep beledigend”

„De kwalificatie ’moordenaars’ is daarom volstrekt onjuist, maar vooral diep beledigend voor alle militairen en burgers binnen defensie die iedere dag hun stinkende best doen om de belangen van Nederland te dienen waar ieder ander middel faalt.”

De voltallige Tweede Kamer viel dinsdagavond over Selcuk Oztürk (Denk) tijdens het debat over burgerdoden die vielen bij Nederlandse bombardementen tijdens de luchtoorlog tegen IS. Oud-minister Hennis (Defensie) noemde hij een ’lijkenverstopper’. Ook stelde hij dat Nederlandse vliegers ’verantwoordelijk voor moorden’ waren.

Onschendbaar

Hoewel Oztürk de uitspraken deed in het parlement en daarmee een beroep zou kunnen doen op parlementaire onschendbaarheid, is hij in Ruperti zijn ogen wel degelijk strafbaar. Vooral omdat hij met zijn woorden aanzet tot haat richting de vliegers.

Wraak

„Mensen die met extremistische ideeën rondlopen, kunnen dit opvatten als een oproep om wraak te nemen. Dat is volstrekt onacceptabel”, vindt de advocaat die bij het Openbaar Ministerie in Den Haag aangifte gaat doen. Hij doet dat komende week zodat zoveel mogelijk mensen zich achter het initiatief kunnen scharen.

De advocaat ziet in de uitspraak die de Haagse rechtbank deed in het proces Wilders relevante jurisprudentie. De PVV-voorman werd in 2016 veroordeeld voor aanzetten tot discriminatie en groepsbelediging. In het vonnis stelde de rechter vast dat: „Ook een democratisch verkozen volksvertegenwoordiger zoals verdachte niet boven de wet staat. Ook op hem is het recht van toepassing. En ook voor hem is de vrijheid van meningsuiting begrensd.”

Grens

Wilders deed zijn minder Marokkanen-uitspraak niet in de Tweede Kamer, maar op een partijbijeenkomst. Ruperti erkent dat dit voor de rechter een verschil kan maken. „Tegelijkertijd moet je gewoon vaststellen dat Oztürk een grens heeft overschreden.” De advocaat wil weten wat de Hoge Raad hiervan vindt.

Ruperti lanceerde zijn idee voor een groepsaangifte op LinkedIn. De posting kreeg veel likes vanuit de defensiehoek. Ook hebben bij de raadsman zich veel mensen via de mail gemeld waaronder veel luchtmachtofficieren.

“Dat is niet wat ik heb gezegd en is ook niet wat ik heb bedoeld”

Selçuk Öztürk, Tweede Kamerlid voor DENK.

Selçuk Öztürk, Tweede Kamerlid voor DENK. Ⓒ DIJKSTRA BV

Oztürk weerspreekt dat zijn woord ’moorden’ in het debat juridisch waren bedoeld. „Alsof ik bedoeld zou hebben dat de ex-minister of onze militairen met voorbedachten rade onschuldige mensen van het leven zouden hebben beroofd. Dat is niet wat ik heb gezegd en is ook niet wat ik heb bedoeld.”

Verzwegen

Volgens het Kamerlid van Denk blijft het feit overeind dat er onschuldige mensen door militair geweld om het leven zijn gekomen. „Feit is dat deze slachtoffers zijn verzwegen door de regering.” Niet de militairen, maar de minister is daarvoor verantwoordelijk, en haar heeft hij dan ook aangesproken in het debat.

„Het is betreurenswaardig dat mijn woorden vals worden geïnterpreteerd, dat deze advocaat met deze publiciteitsactie mij in een kwaad daglicht wil stellen en een mediamomentje krijgt over de rug van Denk. De advocaat weet als geen andere dat deze aangifte kansloos is.”

Bekijk meer van; proces overheid misdaad Michael Ruperti Kamerlid Oztürk Mart de Kruif Geert Wilders DENK

Premier Rutte wist in 2015 niet van burgerslachtoffers: ‘Staat mij helemaal niets van bij’

RTL 06.11.2019 Premier Rutte zegt in 2015 niet te zijn geïnformeerd dat bij een Nederlands bombardement in Irak 70 burgerdoden zijn gevallen. “Er staat mij helemaal niets van bij”, zegt de premier. Het ‘zou wel kunnen’ dat zijn ambtenaren op de hoogte waren.

Rutte vindt het niet vreemd dat zijn ambtenaren mogelijk wel zijn geïnformeerd, maar hij niet. “Jongens, dat is vier jaar geleden”, verzucht de premier tegen RTL Nieuws.

Op de hoogte?

Gisteren zei minister Bijleveld van Defensie dat het logisch is dat ook andere ministeries op de hoogte waren van het grote aantal burgerslachtoffers. Het is ‘aannemelijk’ dat de premier en drie andere departementen destijds zijn bijgepraat, aldus Bijleveld. De minister heeft beloofd uit te zoeken wie er precies van wist.

Lastig debat voor Bijleveld:

Minister Bijleveld mag blijven, dankzij nipte steun regeringspartijen

Lastig debat

Bijleveld had gisteravond een lastig debat in de Tweede Kamer. Bijlevelds voorganger, minister Hennis, had de Kamer laten weten dat Nederland niet betrokken was bij aanvallen met burgerslachtoffers, terwijl Hennis al was geïnformeerd over burgerslachtoffers bij een bombardement in juni 2015. Bijleveld ontdekte de fout pas vrijdag, zo was haar verweer.

Het wekte veel verbazing bij de Kamerleden dat Bijleveld pas vrijdag hoorde dat de Kamer verkeerd is ingelicht. Een goede verklaring had de bewindsvrouw hiervoor niet. “Ik kan het niet mooier maken dan het is”, zei Bijleveld na afloop. Een nipte meerderheid steunt haar, maar bijna alle oppositiepartijen hebben geen vertrouwen in de minister.

Opnieuw opheldering

Kamerleden van GroenLinks en SP hebben inmiddels opnieuw Kamervragen gesteld. Opvallend is dat ook andere betrokken ministers zeggen dat ze niets over de burgerslachtoffers in 2015 hebben gehoord. Lilianne Ploumen, destijds minister van Ontwikkelingssamenwerking, kan zich ook niet herinneren persoonlijk te zijn geïnformeerd over de aanval in Irak en de vele burgerslachtoffers

Lees meer:

‘Bombardement Nederlandse F-16 zorgde voor 70 burgerdoden in Irak’

RTL Nieuws / ANP; Mark Rutte  Jeanine Hennis-Plasschaert  Ank Bijleveld  Lilianne Ploumen  Tweede Kamer  Burgeroorlog Irak  Irak

Rutte over burgerdoden: ’Er staat mij niets van bij’

Telegraaf 06.11.2019 Premier Rutte sluit niet uit dat hij in 2015 op de hoogte is gesteld van tientallen burgerdoden die door Nederlandse bommen zijn gevallen in Irak. Hij kan het zich alleen niet meer herinneren. „Er staat mij niets van bij”, zegt Rutte. Wel kan het volgens hem zijn dat hij ambtelijk is bijgepraat. „Het is vier jaar geleden. Ik zou het echt niet weten.”

Dinsdagavond kwam defensieminister Ank Bijleveld in een Kamerdebat in de problemen. De Kamer is tot afgelopen maandag onwetend gehouden van Nederlandse betrokkenheid bij het bombardement van 3 juni 2015 op een bommenfabriekje van IS in het Iraakse Hawija.

Daar lagen meer explosieven dan vooraf gedacht, waardoor de ’secundaire explosies’ meer ’nevenschade’ veroorzaakten dan voorzien. Bovendien bevonden zich meer burgers in de nabijheid dan vooraf in kaart was gebracht. Onder de doden zaten behalve IS-strijders ook tientallen burgers.

Bijlevelds voorganger Hennis werd al een week na het bombardement door het Amerikaanse commando van de IS-missie verteld dat er waarschijnlijk door Nederlands toedoen burgerdoden waren gevallen. Diezelfde maand nog ontkende zij dat tegenover de Kamer.

Volgens Bijleveld was ze weliswaar bij haar aantreden eind 2017 op de hoogte gebracht van de burgerdoden door Nederlands toedoen, maar kwam zij er pas afgelopen vrijdag achter dat de Kamer daarover verkeerd was geïnformeerd. Ze overleefde ternauwernood een motie van wantrouwen. Alleen de coalitiepartijen, de SGP en Van Haga hielden haar in het zadel.

Het irriteerde de Kamer nogal dat de CDA-bewindsvrouw de schuld niet alleen afschoof op haar voorganger Hennis, maar dat ze ook herhaaldelijk zei dat de toenmalige PvdA-ministers Ploumen en Koenders de Kamerbrief met verkeerde informatie hadden ondertekend. In het feitenrelaas schreef ze daarover: „Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd.”

Bekijk ook: 

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen 

Hennis onder de bus gegooid

VVD-Kamerlid André Bosman vroeg zich af waarom er over aannames werd gesproken, terwijl de Kamer had gevraagd om een overzicht van feiten. Bij navraag ontkennen Koenders en Ploumen dat ze over de burgerdoden zijn geïnformeerd. Ook toenmalig vice-premier Asscher ontkent stellig dat hij op de hoogte is gebracht van burgerdoden die door Nederlands toedoen waren gevallen.

Ook zei Bijleveld tijdens het dat premier Rutte op de hoogte was van het Nederlandse aandeel bij de burgerslachtoffers bij de oorlog tegen IS. Oppositiepartijen hebben daar nieuwe vragen over gesteld. „Deze minister gooit haar voorganger onder de bus en sleept daarna andere bewindslieden mee”, zegt GroenLinks-Kamerlid Diks.

„Er is een fout gemaakt”, zegt Rutte. „Die is goed benoemd en meteen aan de Kamer gemeld.” Volgens hem is het geen probleem dat toenmalig minister Hennis nu VN-gezant is in Irak.

Bekijk ook: 

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

Bekijk ook: 

Woede om moorduitspraak DENK 

Werd Rutte geïnformeerd over burgerdoden Irak? ‘Staat me niets van bij’

NOS 06.11.2019 Premier Rutte kan zich niet herinneren dat hij in 2015 al op de hoogte is gesteld van het feit dat er burgerslachtoffers waren gevallen bij een aanval met Nederlandse F-16’s in Irak. “Er staat mij niets van bij”, zei Rutte.

Gisteravond werd tegen minister Bijleveld van Defensie een motie van wantrouwen ingediend, omdat haar voorganger Hennis-Plasschaert tot twee keer toe de Kamer onjuist informeerde. Hennis hield vol dat Nederland niet betrokken was bij de dood van burgers in Irak, terwijl toen al duidelijk was dat dat niet klopte.

In het debat beklemtoonde Bijleveld meerdere keren dat ook andere ministeries kennis hadden van de burgerdoden. Ze werden kort na de aanval op de hoogte gebracht dat het zeer aannemelijk was dat er een groot aantal onschuldige slachtoffers was gevallen bij het bombardement op een bommenfabriek van IS.

Bijleveld noemde daarbij de ministeries van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie. Maar Rutte zegt nu dus dat hij zich niet herinnert dat hij persoonlijk op de hoogte is gesteld. Het is volgens hem wel mogelijk dat ambtenaren van hem zijn bijgepraat over de kwestie.

Koenders: absoluut niet ingelicht

Bert Koenders, destijds minister van Buitenlandse Zaken, reageert stelliger: “Ik kan me er niets van herinneren. Ik ben er absoluut niet over ingelicht. Als je het over dit soort aantallen slachtoffers hebt, vergeet je dat niet. Dat zou alle alarmbellen af doen gaan.”

Ook de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen, is verbaasd: “Ik ben niet persoonlijk geïnformeerd over de gebeurtenissen, over de Nederlandse betrokkenheid bij de aanval.” Net als Koenders weet ze niet of er ambtelijk wél informatie is uitgewisseld.

Premier Rutte zegt zelf pas afgelopen weekend van Bijleveld te hebben gehoord dat Hennis destijds de Kamer onjuist heeft geïnformeerd. Rutte vindt dat Hennis desondanks speciaal gezant van de VN in Irak kan blijven.

Bijleveld zegt dat ze ook pas afgelopen vrijdag wist dat de Kamer in 2015 onjuiste informatie had gekregen. Veel partijen vonden dat moeilijk te geloven, maar de motie van wantrouwen haalde het uiteindelijk niet.

Bekijk ook;

‘Rutte zegt niets te hebben geweten over burgerdoden Hawija’

MSN 06.11.2019 Premier Mark Rutte kan zich niet herinneren dat hij in 2015 op de hoogte is gesteld over de burgerdoden die dat jaar vielen bij een Nederlands bombardement in Irak. Dat heeft de minister-president woensdag gezegd, meldt de NOS. Volgens Rutte zijn ambtenaren van het ministerie van Algemene Zaken mogelijk wel op de hoogte gesteld over de gevolgen van het bombardement.

Rutte heeft verder gezegd dat hij pas afgelopen weekend van minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) heeft gehoord dat haar voorganger de Tweede Kamer in 2015 verkeerd heeft geïnformeerd over de luchtaanval. Bij het bombardement, gericht op een bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat (IS), kwamen zeventig mensen om het leven. Volgens het Amerikaanse Pentagon waren alle slachtoffers burgers.

De toenmalige minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) meldde destijds dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen bij het bombardement, terwijl zij wist dat dit wel het geval was. Dit heeft het kabinet eerder deze week erkend, na onthullingen van NRC en de NOS.

Dinsdag moest minister Bijleveld zich in de Kamer verantwoorden over het Nederlandse bombardement. Zij bood tijdens een spoeddebat haar excuses aan omdat haar voorganger de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd. GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks diende een motie van wantrouwen tegen de minister in, die zij ternauwernood overleefde. In het debat werd meermaals gevraagd of premier Rutte wist over de burgerdoden, maar op deze vraag kon Bijleveld geen antwoord geven.

Dit weten we over de luchtaanval met burgerdoden in Irak

NU 05.11.2019 In de nacht van 2 op 3 juni 2015 werd in het Iraakse Hawija een bommenfabriek van Islamitische Staat (IS) geraakt door een bom die kort daarvoor was afgeworpen door een Nederlandse F-16. Er vielen zeker zeventig doden, waaronder een groot aantal burgerslachtoffers. Maandag verstuurde minister van Defensie Ank Bijleveld een brief aan de Tweede Kamer over de aanval en dinsdag wordt hierover gedebatteerd. Wat weten we precies over deze kwestie?

Was de fabriek een legitiem doel?

Militair gezien wel. Het gedeelte van Irak waarin Hawija ligt was op dat moment in handen van IS, dat de fabriek onder meer gebruikte om bijvoorbeeld autobommen of bermbommen te maken die elders in Irak of in Syrië veel slachtoffers maakten.

Hoe wist de coalitie die tegen IS vocht dat dit een bommenfabriek van IS was?

Volgens militair expert Peter Wijninga wordt dat inlichtingenproces langzaam opgebouwd. De meeste informatie komt van informanten op de grond of bijvoorbeeld door een drone in de lucht die de fabriek in de gaten houdt en ziet wat er allemaal het gebouw in gaat en ook weer verlaat.

“Op een gegeven moment is duidelijk dat het gaat om een bommenfabriek die uitgeschakeld moet worden”, aldus Wijninga. “Het is het normale proces dat de bronnen op de grond in contact staan met het Iraakse leger. Ik ga ervan uit dat dat nu ook weer plaats heeft gevonden, omdat het Iraakse leger er een stem in heeft welke doelen er worden gekozen. De coalitie is daar op uitnodiging van Irak, dus het gaat ook niet zonder hun medewerking.”

Er zijn dus geen Nederlanders bij het voortraject betrokken geweest?

“Het verschilt per operatie of er Nederlanders bij het voortraject betrokken zijn. Soms hebben we mensen in het planningsproces zitten, maar niet altijd. Ik weet niet of dat hier het geval is geweest”, stelt Wijninga.

“Het kan soms wel dat er ook Nederlandse elitetroepen betrokken zijn bij het bepalen van het doel en de observatie van het doel, maar dit was midden in een stad die in handen was van IS. Daar kun je niet zomaar als Westerse troepen laten rondlopen, dat valt meteen op. Dus in dit geval is er waarschijnlijk voor gekozen om te vertrouwen op de Iraakse inlichtingen.”

Ank Bijleveld, de huidige minister van Defensie (Foto: Pro Shots)

Hoe komen de militairen die het doel bepalen dan bij Nederland uit om de aanval uit te voeren?

Niet elke partner in de coalitie is in staat om zo’n doel te treffen. Nederland is daar zeer bedreven in. “En principe volstaat één bom. Het is een bommenfabriek, dus er liggen explosieven. Door de schokgolf gaan de andere explosieven ook af”, legt Wijninga uit. “Hiervoor heb je een kleine geleide bom nodig van 250 pond.”

“Vandaar dat men ook bij de Luchtmacht is uitgekomen, omdat Nederland op dat moment buiten de Amerikanen het enige land was ter plaatse dat zo’n type bom had.”

En dan vliegt de Nederlandse F-16 uit en wordt de bom gegooid.

“Eerst wordt er gekeken naar de Nederlandse jurist die in het hoofdkwartier aanwezig is of de voorgestelde missie binnen het Nederlandse mandaat valt”, zegt Wijninga. “Wat is de kans op nevenschade of burgerslachtoffers? Als dat allemaal acceptabel is wordt er akkoord gegaan met de doeltoewijzing en wordt de missie gepland en uiteindelijk uitgevoerd.”

Hoe komt het dat er dan toch zo veel burgerslachtoffers zijn gevallen?

Er lagen veel meer explosieven in de fabriek dan was ingeschat bij het verzamelen van de inlichtingen. Dus de Nederlandse bom had een kleine kettingreactie van explosies moeten veroorzaken, maar dit werden meerdere grote explosies. Volgens minister Ank Bijleveld ging het hierbij misschien wel om honderd vrachtwagens vol explosieven die ongezien de fabriek waren binnengegaan, zo zei ze maandag in gesprek met NRC. Bovendien was er mogelijk sprake van een grote hoeveelheid vluchtelingen die rondom de fabriek gevestigd waren, al is dat laatste niet bevestigd.

Dus de Nederlandse vliegers hebben niets fout gedaan?

Nee, die moeten kunnen vertrouwen op de inlichtingen waarop hun missie is gestoeld. De fout zit in het proces om alle informatie te vergaren. “En dat is het grote punt”, stelt Wijninga. “De informatie over die vrachtwagens zou wel zijn gemeld aan het Iraakse leger, maar niet terecht zijn gekomen op het centrale hoofdkwartier.

Maar nu is de minister van Defensie in de problemen geraakt door deze kwestie

Dat komt vooral omdat haar voorganger minister Jeanine Hennis-Plasschaert op 23 juni 2015 in een antwoord op kamervragen zei dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen als gevolg van Nederlandse bombardementen in Irak.

Terwijl het voor de Luchtmacht direct bekend was dat er zogenoemde ‘nevenschade’ was. Vervolgens bleek op 15 juni 2015 uit een Amerikaans rapport dat de kans heel groot was dat er bij de aanval op de bommenfabriek in de nacht van 2 op 3 juni wel degelijk burgerslachtoffers waren gevallen. Bovendien bleek dinsdag dat het volgens het ministerie “aannemelijk is dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd”.

De kamer is toen dus verkeerd geïnformeerd. En Bijleveld is politiek verantwoordelijk voor de uitspraken van haar voorganger.

Pas nadat NRC en de NOS op 18 oktober hun onderzoek naar de luchtaanval publiceerden kwam er maandag uiteindelijk een kamerbrief van minister Bijleveld, ook omdat ze naar eigen zeggen eerst met de betrokken piloten over de kwestie wilde praten.

Zie ook: Kabinet erkent Nederlandse luchtaanval boven Irak met 70 doden

Lees meer over: Irak Defensie Politiek

Bijna hele oppositie wil Bijleveld weg

MSN 05.11.2019 Bijna de gehele oppositie in de Tweede Kamer heeft geen vertrouwen meer in defensieminister Ank Bijleveld. Ze rekenen haar aan dat haar voorganger de Kamer verkeerd heeft ingelicht over een luchtaanval die veel Iraakse burgers het leven kostte, en dat Bijleveld dat pas maandag meldde.

Een motie van wantrouwen van GroenLinks kreeg de steun van PVV, SP, Partij voor de Dieren, 50PLUS, DENK, FVD en het lid Van Kooten.

Bijleveld biedt ‘oprechte excuses’ aan voor verkeerd informeren Kamer

NU 05.11.2019 Minister Ank Bijleveld (Defensie) heeft dinsdag in een debat aan de Tweede Kamer haar “oprechte excuses” aangeboden voor het verkeerd informeren van de Kamer over de Nederlandse betrokkenheid bij de luchtaanvallen in de Iraakse steden Hawija en Mosoel waarbij 74 mensen om het leven kwamen, waaronder burgerdoden.

“Als minister ben ik verantwoordelijk, ook voor het handelen van mijn voorganger. Dit is niet juist. Dit had anders gemoeten”, aldus Bijleveld.

De minister wist naar eigen zeggen pas afgelopen vrijdag dat haar voorganger oud-minister Jeanine Hennis, de Kamer in 2015 verkeerd heeft geïnformeerd.

Bijleveld stelt dat zij bij haar aantreden “op hoofdlijnen” is geïnformeerd over burgerslachtoffers, maar verder niet op de hoogte is geweest van details.

‘Hennis was op de hoogte’

Hennis, die tegenwoordig de VN-chef in Irak is, meldde in de zomer van 2015 aan de Kamer dat voor zover haar bekend was er geen burgerslachtoffers waren gevallen bij de inzet van Nederlandse F-16’s in de strijd tegen Islamitische Staat.

Uit een Kamerbrief van minister Bijleveld van afgelopen maandag blijkt dat het ministerie destijds al beschikte over een intern verslag en een Amerikaanse rapportage waaruit bleek dat het “geloofwaardig was” dat er bij de aanval in Hawija burgers om het leven waren gekomen.

“Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd”, schrijft minister Bijleveld dinsdag voorafgaand aan het debat in een aanvullende brief.

Oppositie eist opheldering

Hoewel de Tweede Kamer de excuses van de minister waardeert, blijft er harde kritiek klinken. Zo is er verbazing in Kamer over het feit dat de bewindsvrouw pas afgelopen vrijdag is bijgepraat. Dit terwijl uit onderzoek van NOS en NRC twee weken geleden al bleek dat Nederland verantwoordelijk was voor het bombardement op Hawija en Mosoel.

SGP’er Chris Stoffer wil weten waarom er niemand op het ministerie van Defensie de minister niet eerder op hoogte heeft gesteld de onjuiste informatieverstrekking aan de Kamer recht te zetten.

SP’er Sadet Karabulut vindt dat Bijleveld zich niet achter Hennis mag verschuilen. Ook zij vraagt zich af waarom de minister door haar departement pas vrijdag op de hoogte is gesteld. “Als dit de staat van het departement is, dan is het veel erger dan gedacht”, aldus Karabulut. “Er is keer op keer moedwillig informatie achtergehouden. Is dit de manier waarop Defensie met de Kamer en de Nederlandse bevolking omgaat?”

Ook coalitiepartijen D66 en VVD zijn kritisch. VVD’er André Bosman zegt zich grote zorgen te maken over het ontbreken van een politieke antenne op het departement. Ook hij vindt dat de minister veel eerder had moeten worden bijgepraat.

Kabinet erkent betrokkenheid bij aanval Hawija

Maandag erkende het kabinet de Tweede Kamer verkeerd te hebben geïnformeerd over twee aanvallen van de Nederlandse luchtmacht in Irak in de strijd tegen IS.

Het gaat om de luchtaanval in 2015 op een bommenfabriek in de Iraakse stad Hawija waar zeventig mensen, onder wie een onbekend aantal burgerslachtoffers, zijn omgekomen.

De minister schrijft in de brief dat er geen indicaties waren dat bij de aanval burgerslachtoffers zouden vallen. Omdat er in de fabriek meer bommen lagen opgeslagen dan gedacht, viel het schadegebied groter uit van voorzien.

Zie ook: Dit weten we over de luchtaanval met burgerdoden in Irak

Onjuiste inlichtingen in Mosoel

Ook was Nederland betrokken bij een aanval die was gericht op een vermoedelijk hoofdkwartier van IS in de stad Mosoel. Achteraf bleek het om een woning te gaan. Vier mensen kwamen daarbij om het leven. De aanval was het gevolg van onjuiste inlichtingen.

Het Openbaar Ministerie heeft beide incidenten onderzocht en kwam tot de conclusie dat de luchtaanvallen rechtmatig waren.

Lees meer over: Defensie

Bijleveld biedt excuses aan voor verzwijgen burgerdoden Irak

NOS 05.11.2019 Minister Bijleveld van Defensie heeft in de Tweede Kamer “oprechte excuses” aangeboden voor het onjuist informeren van de Kamer over de burgerslachtoffers die vielen bij een Nederlandse F16-aanval in Irak in 2015.

Bijlevelds voorganger, minister Hennis, informeerde de Kamer tot twee keer toe onjuist over de zaak. Ze zei dat er geen burgerdoden waren gevallen, terwijl ze toen al wist dat dat wel degelijk was gebeurd. Bij de aanval, op een IS-fabriek van autobommen, kwamen zeker 70 onschuldige burgers om het leven.

“Het had zo niet gemoeten”, erkende Bijleveld aan de Tweede Kamer. “Ik ben verantwoordelijk, ook voor het handelen van mijn voorgangers.”

Geen antwoord

Kamerlid Isabelle Diks van GroenLinks had eerder in het debat geconstateerd dat Bijleveld de leugens van haar voorganger niet meteen heeft rechtgezet. “Ze heeft de leugen overgenomen. Ze kwam pas met de waarheid toen de NOS en NRC Handelsblad erover berichtten.” Diks sprak van “een diepe kras in de geloofwaardigheid” van de minister.

Sadet Karabulut (SP) noemt het “onacceptabel” dat de Kamer is voorgelogen. “En deze minister probeerde zich ongegeneerd te verschuilen achter de leugens van haar voorganger.”

Maar de minister verwerpt die kritiek. Het is haar, naar eigen zeggen, pas afgelopen vrijdag duidelijk geworden dat Hennis de Kamer daadwerkelijk bewust onjuist had geïnformeerd. Pas toen stond voor Bijleveld vast dat haar voorganger al wist dat er burgerdoden waren gevallen.

De Kamer reageerde verbaasd op die uitleg. Hoe kan het dat vorige week pas duidelijk werd dat Hennis in 2015 onjuiste informatie had verstrekt?

Minister Bijleveld had daar geen antwoord op: “Ik vind het heel vervelend”.

F16’s al maanden weg uit Irak

Bijleveld zelf werd bij haar aantreden, in november 2017, op hoofdlijnen op de hoogte gesteld van de feiten en wist dus van de burgerdoden. Veel partijen vroegen zich af waarom ze er nu pas mee naar buiten kwam. Op zich is het gebruikelijk om tijdens een militaire missie niet te veel details te delen, om zo de veiligheid van de militairen niet in gevaar te brengen. Maar de Nederlandse F16’s zijn nu al elf maanden weg uit Irak.

De minister wees erop dat de missie in Irak nog steeds loopt, ook al is Nederland er niet bij betrokken. Ze wilde het zorgvuldig doen en eerst met de andere landen van de coalitie overleggen. “Ik had misschien graag sneller openheid willen geven, maar ik kon het niet.”

Bekijk ook;

Minister Ank Bijleveld (Defensie) tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Nederlands bombardement in Irak. Ⓒ ANP

Minister Bijleveld biedt Kamer excuses aan om Irak

Telegraaf 05.11.2019 Minister Ank Bijleveld (Defensie) heeft tijdens het debat over burgerslachtoffers in Irak een motie van wantrouwen gekregen. Behalve GroenLinks willen ook de PVV, SP, PvdD, 50Plus, Denk, FvD en Van Kooten de minister weg hebben. De coalitiepartijen houden haar met steun van PvdA, SGP en Van Haga overeind.

Bijleveld wist al bij haar aantreden in 2017 al dat er bij Nederlandse luchtaanvallen in Irak burgerslachtoffers waren gevallen. Ze wist naar eigen zeggen pas afgelopen vrijdag dat de Tweede Kamer daarover niet was geïnformeerd.

Met die verdediging probeerde de CDA-bewindsvrouw de verantwoordelijkheid voor het niet informeren van de Tweede Kamer bij haar voorganger Jeanine Hennis te leggen. Evengoed bood Bijleveld als ministerieel verantwoordelijke tijdens het Kamerdebat haar excuses aan voor het onthouden van informatie over de Nederlandse luchtaanvallen in Hawija en Mosul in 2015, waarbij tientallen burgerslachtoffers waren gevallen.

Hennis werd over de aanval van 3 juni 2015 op een munitiefabriek in Hawija al een week later door het Amerikaanse commando verteld dat er waarschijnlijk door Nederlands toedoen burgerslachtoffers waren gevallen. Omdat er meer explosieven lagen opgeslagen dan verwacht, was de ’nevenschade’ groter. Er vielen 70 slachtoffers, zowel burgers als IS-strijders.

Excuses

Nog diezelfde maand antwoordde Hennis op vragen van de Kamer dat er geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers in Irak. „Dat klopt dus niet”, zei Bijleveld. „Dat is feitelijk onjuist.” Achter dit feit kwam Bijleveld naar eigen zeggen pas afgelopen vrijdag, ’bij een laatste check’. „Ik heb toen meteen de informatie aan de Kamer erop aangepast.”

De Kamer vond die uitleg twijfelachtig en wilde van de minister weten waarom ze pas 11 maanden na het terugkeren van de Nederlandse F-16’s pas openheid van zaken heeft gegeven. „Was er niemand op het ministerie die u wist dat de Kamer verkeerd geïnformeerd was?”, zo vroeg SGP-Kamerlid Stoffer zich af. Bijlveld antwoordde dat ’informatiehuishouding en departementen’ nu eenmaal ingewikkeld is.

Onacceptabel

VVD-Kamerlid André Bosman vroeg zich af waarom Bijleveld heeft gebroken met het beleid om geen gedetailleerde informatie te openbaren over militaire operaties. En waarom nu pas? „Waarom zijn de feiten niet eerder gemeld?”

Bijleveld wees op ’operationele veiligheid’. Volgens de minister moest ze niet alleen rekening houden de veiligheid van eigen militairen, maar ook die van bondgenoten. „Dat Nederland er niet meer vloog, wil niet zeggen dat er niet meer gevlogen werd.”

Volgens Isabelle Diks (GroenLinks) heeft Bijleveld de leugens van haar voorganger over deze zaak overgenomen in plaats van het recht te zetten. „Daarmee volhardde ze in de onjuiste informatievoorziening aan de Tweede Kamer.” Dat zorgt voor een ’diepe kras in haar geloofwaardigheid’. ’Met pijn in het hart’ zegde ze het vertrouwen in de minister op. Sadet Karabulut (SP) bnoemde het ’onacceptabel’ dat de Kamer is ’voorgelogen’. „Deze minister mag zich niet verschuilen achter haar voorganger.”

CU-Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie) zag ’een tendens’ bij de minister om de Kamer beter te informeren over burgerslachtoffers. Toch hield de coalitie, evenals PvdA, SGP en Van Haga de minister in het zadel, al vond D66-Kamerlid Salima Belhaj dat Bijleveld het de Kamer daarbij ’niet makkelijk’ had gemaakt. Zij wil dat Defensie werk maakt van schadevergoeding voor de nabestaanden en daarbij niet verwijst naar de Iraakse regering.

Bekijk ook:

Woede om moorduitspraak DENK 

DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk kreeg eerder op de avond de rest van de Kamer over zich heen omdat hij bij de luchtaanval sprak over ’moord’. Jeanine Hennis noemde hij een ’lijkenverstopper’. Kamervoorzitter Arib riep Öztürk tot de orde.

Tweets by ‎@Nielsrigter

Bijleveld biedt excuus aan om verkeerd informeren Kamer rond bombardement Irak

AD 05.11.2019 De Tweede Kamer heeft tijdens een spoeddebat harde kritiek op minister Ank Bijleveld van Defensie geuit. De CDA-bewindsvrouw had eerder openheid van zaken moeten geven over burgerslachtoffers bij een Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015. De Kamer werd daarover onjuist geïnformeerd. Bijleveld bood daar haar ‘oprechte excuses’ voor aan.

Ik ben daar verantwoordelijk voor, ook voor het handelen van mijn ambtsvoorgangers. Ik kan niet anders doen dan dat erkennen en excuses maken.’’ Ook sprak ze ‘namens het kabinet’  haar medeleven uit met de nabestaanden

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Uit een feitenrelaas dat Bijleveld vanmiddag naar de Kamer stuurde, blijkt dat toenmalig Defensieminister Jeanine Hennis persoonlijk op de hoogte was dat het ‘geloofwaardig’ was dat er bij een Nederlands bombardement in het Iraakse Hawija, in de nacht van 2 op 3 juni 2015 burgerdoden waren gevallen. Toch schreef ze een paar weken later aan de Kamer dat dat ‘voor zover op dit moment bekend’ niet het geval was. Gisteren erkende Bijleveld dat er bij het bombardement zeker zeventig doden vielen.

Feitelijke onjuistheid

Bijleveld zegt dat ze pas ‘afgelopen vrijdag’ heeft vastgesteld dat de Kamer destijds onjuist werd geïnformeerd. De brief waarin de Kamer zou worden geïnformeerd over de burgerslachtoffers lag toen al klaar en werd in het weekend nog aangepast, ‘met deze informatie erin’. De Defensieminister bestrijdt ‘het frame’ dat de Kamer ‘werd voorgelogen’. ,,Het is een feitelijke onjuistheid.’’

Volgens Isabelle Diks (GroenLinks) heeft Bijleveld de leugens van haar voorganger Jeanine Hennis over deze zaak overgenomen in plaats van het recht te zetten. Dat zorgt voor een ‘diepe kras in haar geloofwaardigheid’. Sadet Karabulut (SP) vindt het ‘onacceptabel’ dat de Kamer is voorgelogen.

Bijleveld mag zich volgens haar ‘niet verschuilen’ achter haar voorganger. ,,Dit is de politieke verantwoordelijkheid van minister en van haar alleen.’’ De Kamer is ‘bewust fout geïnformeerd’, meent PvdA’er John Kersten.

Harde noten

Ook regeringspartijen kraakten harde noten. Het was immers beleid om niets te zeggen over lopende operaties, stelt VVD-Kamerlid André Bosman. De informatie van Hennis was daardoor ‘inhoudelijk onjuist en procedureel onjuist’. D66-Kamerlid Salima Belhaj wilde weten waarom Bijleveld de verkeerde info van haar voorganger niet eerder heeft rechtgezet.

Dat had volgens haar moeten gebeuren bij haar aantreden in oktober 2017, toen Bijleveld over de kwestie werd geïnformeerd, of na het beëindigen van de missie tegen IS, in december 2018.

D66 eiste meer details over de gang van zaken. Het feitenrelaas vindt Belhaj ‘te algemeen’. Ze wil weten hoe Hennis werd geïnformeerd, of daar een memo van is en wat er in het overdrachtsdossier stond toen Bijleveld aantrad. Volgens Bijleveld is de memo geheim, maar ze wil bekijken of die nu toch openbaar gemaakt kan worden. Wat er in haar overdrachtsdossier stond weet ze ‘niet precies’.  Daarover zegt ze: ,,Ik was me er toen bewust van het feit dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. De details komen later.’’

Denk-Kamerlid Selcuk Öztürk haalde zich de woede van de rest van de Kamer op de hals omdat hij sprak over ‘moord’ op onschuldige burgers door de Nederlandse F-16-vliegers. ‘Niet respectvol’ en ‘zeer betreurenswaardig’, aldus zijn collega-Kamerleden.

Burgerdoden

Het Openbaar Ministerie deed onderzoek naar vier aanvallen waarbij mogelijk burgerdoden vielen en zag geen reden voor vervolging. De Kamer meent dat de piloten niets valt te verwijten, zij voerden hun missie uit op basis van inlichtingen die achteraf niet bleken te kloppen. ,,We staan hier niet om de betrokken militairen de maat te nemen’’, aldus GroenLinks-Kamerlid Isabelle Diks.

Kamervoorzitter Khadija Arib greep meermaals in om Öztürk te vragen zijn woorden zorgvuldiger te kiezen. Daarop vroeg het Denk-Kamerlid zich eerst af of minister Bijleveld ‘wel een hart’ heeft om vervolgens oud-minister Jeanine Hennis vanwege haar onjuist informatie aan de Kamer ‘een lijkenverstopper’ te noemen die werd ‘beloond’ met een ‘baantje in Irak’. Hennis is inmiddels VN-gezant in het land.

Minister Bijleveld maakt excuses voor fout informeren dodelijke aanval Irak

MSN 05.11.2019 Minister Ank Bijleveld heeft excuses gemaakt omdat de Tweede Kamer door haar voorganger verkeerd is geïnformeerd over een dodelijke aanval in Irak door Nederlandse F-16’s. Bijlevelds voorganger, Jeanine Hennis, had in 2015 gemeld dat er geen burgerdoden waren gevallen, maar dat was foute informatie. “Ik bied daarvoor oprechte excuses aan”, zegt Bijleveld nu.

Gisteren maakte minister Bijleveld bekend dat bij de aanval van Nederlandse F-16’s op een IS-doelwit in Irak in 2015 circa zeventig doden waren gevallen, onder wie burgers. Het is de eerste keer dat het kabinet zo open over een aanval is. 

Nu pas openheid

De oppositiepartijen verwijten minister Bijleveld dat er nu pas openheid komt over de burgerslachtoffers bij het bombardement. Pijnlijk is dat toenmalig minister Hennis dus een paar weken na het bombardement aan de Kamer meldde dat er geen burgerslachtoffers te betreuren waren.

Dat onjuiste informeren zit de partijen hoog.  Minister Bijleveld biedt daarvoor vandaag haar excuses aan in de Tweede Kamer. Sadet Karabulut (SP) vindt het ‘onacceptabel’ dat de Kamer is voorgelogen. Bijleveld mag zich volgens haar ‘niet verschuilen’ achter haar voorganger. De Kamer is ‘bewust fout geïnformeerd’, meent PvdA’er John Kersten.

Jeanine Hennis, die nu VN-gezant is in Irak, wil niet reageren en laat de communicatie over aan minister Bijleveld.

© Aangeboden door RTL Nederland

Piloten valt niets te verwijten

De Kamer meent verder dat de piloten die de aanval uitvoerden, niets valt te verwijten. Zij voerden de missie uit op basis van inlichtingen die achteraf niet klopten.

De aanval van de F-16’s was gericht tegen een autobommenfabriek in Hawija.

Woede om DENK

Denk-Kamerlid Selcuk Öztürk haalde zich de woede van de rest van de Kamer op de hals omdat hij sprak over ‘moord’ op onschuldige burgers door de Nederlandse F-16-vliegers.

Volgens de rest van de Kamerleden zijn zijn opmerkingen ‘zeer betreurenswaardig.’

Lees ook:

Kamerleden boos om verkeerde informatie over aanval in Irak: ‘Dit is heel ernstig’

RTL Nieuws; Ank Bijleveld Koninklijke Luchtmacht Ministerie van Defensie Burgeroorlog Irak

Oud-minister Hennis wist persoonlijk van mogelijke burgerdoden Irak

NOS 05.11.2019 Toenmalig minister Hennis van Defensie is kort na de luchtaanval in Irak persoonlijk op de hoogte gesteld over het bombardement waarbij 70 doden zijn gevallen. Zij kende dus het voorval toen zij later die maand de Tweede Kamer liet weten dat er “geen sprake is geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers”.

Dat blijkt uit het feitenrelaas dat door minister Bijleveld naar de Tweede Kamer is gestuurd. Op dit moment debatteert de Kamer over de luchtaanval en het verkeerd informeren door VVD-minister Hennis in 2015.

Minister Bijleveld erkende gisteren voor het eerst dat Nederland verantwoordelijk was voor de aanval. Daaruit bleek dat de minister de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd, hoewel niet duidelijk was of zij wist dat ze de Kamer verkeerd voorlichtte.

Ook andere ministers en Rutte in beeld

Volgens het feitenrelaas is het “aannemelijk” dat ook andere “betrokken ministeries” na de briefing aan Hennis op de hoogte zijn gebracht van het incident. Dat zou betekenen dat de PvdA-ministers Koenders en Ploumen van Buitenlandse Zaken, en mogelijk ook premier Rutte, wisten van het incident toen Hennis de Kamer verkeerd voorlichtte.

Uit de tijdlijn is ook op te maken dat de huidige minister Bijleveld vlak na haar aantreden in november 2017 is bijgepraat over het incident. Uiteindelijk duurde het tot april 2018 voordat zij de Kamer op de hoogste stelde dat er mogelijk burgerslachtoffers waren gevallen bij de Nederlandse aanval.

Zij deed dat naar aanleiding van het afgeronde onderzoek van het Openbaar Ministerie, waarvan de uitkomsten in februari 2018 met het ministerie werden gedeeld. Hoewel haar voorganger had beloofd de uitkomsten van dat onderzoek direct te delen met de Tweede Kamer, duurde het dus nog maanden voordat minister Bijleveld dit naar buiten bracht.

Bekijk ook;

Selcuk Öztürk tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Nederlands bombardement in Irak. Ⓒ ANP

Woede om moorduitspraak DENK

Telegraaf 05.11.2019 DENK mag de Nederlandse luchtaanval die Iraakse burgers in 2015 het levens kostte geen moord noemen, vindt de Tweede Kamer. DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk moet dat woord terugnemen, vinden bijna alle andere partijen. Maar hij weigert dat.

Öztürk stelde in het debat over de luchtaanval dat het kabinet „niet de ernst inziet van deze moorden.” Hij noemde Jeanine Hennis, ten tijde van de aanval minister van Defensie, bovendien een „lijkenverstopper” omdat ze de burgerdoden verzweeg. Ook die opmerking kwam hem op een uitbrander te staan van onder andere GroenLinks.

Ook Kamervoorzitter Khadija Arib deed een dringend beroep op Öztürk om andere woorden te kiezen. „Nu gaat de aandacht naar u en niet naar de slachtoffers”, zei ze.

Öztürk werpt tegen dat de nabestaanden ook van moord zouden spreken.

Bekijk meer van; gewapend conflict defensie Selçuk Öztürk Jeanine Hennis-Plasschaert

DENK noemt luchtaanval moord en wekt woede

MSN 05.11.2019 DENK mag de Nederlandse luchtaanval die Iraakse burgers in 2015 het levens kostte geen moord noemen, vindt de Tweede Kamer. DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk moet dat woord terugnemen, vinden bijna alle andere partijen. Maar hij weigert dat.

Öztürk stelde in het debat over de luchtaanval dat het kabinet “niet de ernst inziet van deze moorden”. Hij noemde Jeanine Hennis, ten tijde van de aanval minister van Defensie, bovendien een “lijkenverstopper” omdat ze de burgerdoden verzweeg. Ook die opmerking kwam hem op een uitbrander te staan van onder andere GroenLinks.

Ook Kamervoorzitter Khadija Arib deed een dringend beroep op Öztürk om andere woorden te kiezen. “Nu gaat de aandacht naar u en niet naar de slachtoffers”, zei ze.

Öztürk werpt tegen dat de nabestaanden ook van moord zouden spreken.

Een F16-vlieger moet soms wel drie kwartier in de lucht wachten voordat hij hoort dat hij een bom op een doel mag gooien. Ⓒ HOLLANDSE HOOGTE

Dit gebeurt er voordat F-16 bom laat vallen

Telegraaf 05.11.2019 Maanden duurde het soms voor er in de strijd tegen IS voldoende informatie was om een F-16 een aanval te laten uitvoeren. Op het laatste moment werden missies afgeblazen. En ondanks de volgens jachtvliegers ’chirurgische precisie’ waarmee bombardementen werden uitgevoerd, konden er toch burgerdoden vallen.

Jachtvlieger Jeffrey (een schuilnaam) hangt boven het kalifaat en wacht op toestemming om aan te vallen. Op een beeldschermpje ziet hij een vrachtwagen, bekleed met stalen platen. Hij weet dat de truck vol explosieven zit en bedoeld is om door de zelfmoordenaar achter het stuur tussen Koerdische strijders tot ontploffing te worden gebracht.

Een paar minuten heeft hij om het gevaar weg te nemen, maar Jeffrey krijgt geen groen licht vanuit het Combined Air Operations Centre (CAOC), het hoofdkwartier van de luchtoorlog in Qatar. Zijn ongeduld groeit. Waar wachten ze op?

Uitsluitsel

De officier die in de enorme verduisterde zaal vol muurhoge beeldschermen toestemming moet geven, zit in zijn maag met de afstand tussen de bomauto en een groepje huizen. De controllers twijfelen of die wel buiten de ontploffingsradius blijven. Pas na drie kwartier komt er uitsluitsel: Jeffrey mag aanvallen.

Bekijk ook: 

F-16-vlieger ziek van vergisbom 

„Er ontstond een gigantische vuurbal. Blijkbaar zat dat ding vol olie en benzine, alle bomen vlogen in brand. Tot dat moment vond ik het getwijfel overdreven, maar de ontploffing reikte tot twintig of dertig meter van die huizen. Het luisterde dus inderdaad nauw. Als daar een kind had gelopen, was dat in gevaar geweest. De drones hingen al uren om te zien of er echt niets bewoog rond die huizen”, zegt Jeffrey.

Het verhaal dat hij vertelt in het vandaag verschenen boek Missie F-16 is een goed voorbeeld van hoe de coalitietroepen de luchtoorlog tegen IS voerden. Vliegers spreken van het meest chirurgische conflict ooit. Overste Joost Luysterburg weet dat uit eigen ervaring; de veteraan en zeer ervaren F-16-vlieger werkte vier maanden in het CAOC als red card holder.

De vertegenwoordiger van Nederland die met elke aanval moest instemmen en deze kon vetoën. Desnoods terwijl het vliegtuig al boven het doel hing. Iets wat volgens Luysterburg ook gebeurde.

Meekijken

„De hoeveelheid informatie die wij zien, is onkenbaar. Ik kan live meekijken met de hele wereld. Dronebeelden, satellietbeelden, ik kan precies zien welk vliegtuig waar vliegt en welke bommen hij bij zich heeft. Ik zie terroristen lopen en er wordt live vertaald wat ze zeggen”, vertelt de overste over het CAOC.

Bekijk ook: 

‘Ik heb een heel gezin gedood’ 

„Computers laten op driedimensionale modellen van gebouwen een berekening los van de verwachte nevenschade van bommen. Heel Irak en Syrië zijn digitaal nagebouwd. Je kunt simuleren hoeveel schade welk wapen veroorzaakt in de omgeving. We hebben inlichtingen waar een school is gevestigd, een ziekenhuis, een ambassade. Al die data bekijk je voor je beslist.”

Aan het moment waarop de red card holder de finale beslissing neemt, is een uitgebreide voorbereidingsfase vooraf gegaan. Eentje die volgens kolonel Peter Tankink maanden kan duren. Die tijd wordt gebruikt om voldoende inlichtingen te verzamelen over het doel. Is de conclusie dat het toch geen militair object is, dan vielen Nederlandse F-16’s volgens hem niet aan.

Was dit wel het geval, dan werd het doelwit besproken in het zogeheten Joint Targeting Board. Een comité waarin militairen van de aan de missie deelnemende landen zitten. Na goedkeuring van deze board moesten de Iraakse autoriteiten instemmen. Pas daarna was het aan de red card holder. In totaal beslissen tien mensen over één bom.

Bekijk ook: 

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening 

Hersencapaciteit

Hoe kan het dat met zoveel hersencapaciteit en hulpmiddelen er toch burgerdoden vallen? In het Irakese Hawija zorgde een aanval op een bomtruckfabriek voor een veel zwaardere explosie dan gedacht. Zeventig mensen stierven. Het is onduidelijk hoeveel van hen burgers waren. In Mosul gooide een Nederlandse vlieger een bom op een gebouw dat volgens de inlichtingen een IS-hoofdkwartier was. Het bleek om een villa te gaan waarin een gezin woonde. Vier mensen verloren het leven.

“Fout in vroegste schakel van het proces zorgt voor burgerdoden”

In beide casussen, waarvan minister Bijleveld (Defensie) maandag officieel bevestigde dat Nederlandse vliegtuigen erbij betrokken waren, zat volgens haar de fout in de vroegste schakel van de keten. Die van het inlichtingen inwinnen.

Technische hoogstandjes en goede planning beperken volgens overste Luysterburg het aantal burgerdoden, maar zelfs de slimste bommen en meest hoogwaardige spionagedrones kunnen zoals zijn baas Commandant Luchtstrijdkrachten Dennis Luyt eerder deze maand al zei geen 100 procent garantie bieden op het voorkomen van onbedoelde slachtoffers.

Bekijk meer van; conflicten, oorlog en vrede Joost Luysterburg Peter Tankink Ank Bijleveld Dennis Luyt Combined Air Operations Centre Missie F-16

Oud-Defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert is nu Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN voor Irak. © ANP/Evert-Jan Daniels

Hennis wist van mogelijke burgerslachtoffers, zei dat er ‘voor zover bekend’ geen waren

AD 05.11.2019 Toenmalig minister Jeanine Hennis van Defensie was al persoonlijk gebriefd over de aanval in de Iraakse stad Hawija toen zij in een Kamerbrief schreef dat er ‘voor zover bekend’ geen sprake was geweest van burgerslachtoffers bij de Nederlandse bombardementen op Irak. Dat blijkt uit een feitenrelaas dat haar opvolger, Ank Bijleveld, zojuist naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Daarin schrijft Bijleveld dat haar ‘ambtsvoorganger’ Hennis op 9 juni 2015 werd geïnformeerd over de aanval in de nacht van 2 op 3 juni en het onderzoek daarna. In die briefing hoorde zij ook dat het volgens het Amerikaanse commandocentrum ‘geloofwaardig was’ dat er burgerslachtoffers te betreuren waren bij de Nederlandse aanval. Op 15 juni krijgt het ministerie van Defensie dat onderzoek op papier binnen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Toch ontkende Hennis op 23 juni dat er sprake was van mogelijke Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers in de strijd tegen IS: ‘Daar is, voor zover op dit moment bekend, geen sprake van geweest’. Ook werd haar gevraagd of er een onderzoek zou komen naar burgerslachtoffers. Daarop stelde Hennis dat het ‘niet mogelijk is volledig en betrouwbaar onderzoek te doen naar omgekomen burgerslachtoffers in ISIS-gebied’. In werkelijkheid was dat onderzoek al wel gedaan.

De Tweede Kamer gaat vanavond nog in debat met minister Bijleveld over de kwestie.

‘Ik heb een heel gezin gedood’- Video

Telegraaf 05.11.2019 Vliegen in een F-16: een jongensdroom die een nachtmerrie kan worden als je onschuldige burgers raakt. Olof van Joolen en Silvan Schoonhoven belichten het afzwaaiende paradepaardje van de Luchtmacht met een boek: Missie F-16.

„Ik heb levens beëindigd van mensen die er niks mee te maken hadden. Het is een klap in je gezicht. Het druist in tegen alles waarvoor je daar bent.” Ⓒ Matty van Wijnbergen

F-16-vlieger ziek van vergisbom

Telegraaf 05.11.2019 F-16-vlieger Stefan (niet zijn echte naam) werd uitgezonden om IS te verslaan, maar gooide in een septembernacht een bom op een Iraaks woonhuis. Vier mensen kwamen daardoor om. De jachtvlieger kon er niks aan doen. Het vergisbombardement viel terug te voeren op rammelende Amerikaanse inlichtingen, zo meldde minister Bijleveld (Defensie) gisteren. Maar het is Stefan die ermee in het reine moet zien te komen en dat valt hem zwaar.

Toen aan maanden van twijfel een einde werd gemaakt en Stefan hoorde wie hij had getroffen, werd hij fysiek niet goed. Dit ging tegen alles in waarvoor hij stond, vertelt de jachtvlieger in het boek Missie F-16 van Telegraaf-journalisten Olof van Joolen en Silvan Schoonhoven, dat vandaag verschijnt.

Het is voor het eerst dat een piloot die betrokken was bij aanvallen waarbij burgerdoden vielen, zijn verhaal buiten het jachtvliegerswereldje doet. Stefan kon alleen met collega’s, zijn vrouw en vader praten over de verschrikkelijke gebeurtenis van 20 en 21 september 2015. Het zwijgen drukte zwaar op hem.

Planning

„Het was een officiële missie waarvan we al dagen van tevoren wisten dat we hem gingen doen”, begint hij thuis in een buitenwijk aan de keukentafel zijn verhaal. „Ik was de mission commander, had de hele planning gedaan. Alles tot aan de debriefing was succesvol.”

Bekijk ook: 

Nabestaande Nederlandse vergisbom wil genoegdoening 

Pas drie weken later kwam er een telefoontje uit Nederland naar Jordanië waar de Nederlandse F-16’s gestationeerd waren. „Ze zeiden van: ’Hé, die inzet van die en die datum… Er loopt een onderzoek in de VS. Het zou kunnen zijn dat we daar nog naar moeten kijken. Vanwege een vermoeden dat er een fout is gemaakt’. Op dat moment is er nog geen zekerheid.”

“Het is een klap in je gezicht”

Het onderzoek vorderde volgens Stefan gestaag. „Na een paar maanden bleek dat het inderdaad een verkeerd doel was. Ergens zat een fout in het inlichtingenproces. Het bleek toch geen IS-doel, maar gewoon een huis.

Een mix-up in targets.

Je denkt: het zal toch niet? Ik werd misselijk toen ik het hoorde. Verschrikkelijk, ja. Ik voel me medeverantwoordelijk. Ik heb die bom gegooid en heb op de knop gedrukt. Ik heb levens beëindigd van mensen die er niks mee te maken hadden. Het is een klap in je gezicht. Het druist in tegen alles waarvoor je daar bent. We zijn er juist om de Iraakse bevolking te helpen.”

Op dat moment zag Stefan er nog geen gezichten bij. Hij had wel de dronebeelden gekeken op YouTube. Van boven zie je het huis van de familie Razzo oplichten in de nacht. Dan is er opeens een zwarte vlek. Lang bleef het voor Stefan ook drama in zwart-witbeelden, coördinaten en een rapport van het Openbaar Ministerie.

„Maar op een avond zat ik door te klikken op internet. Ik zag de foto en dacht: dat is mijn target. Op zo’n moment wordt het een soort zelfmarteling als je verder gaat kijken. Maar ik dacht: als ik nu wegkijk, is dat laf. Ik heb een halve familie uitgeroeid, om het maar cru te zeggen. Er was één vent die het wel had overleefd.

Toen zag ik een naam en gezicht en een foto van de kinderen, genomen een dag voordat het was gebeurd. Even later heb ik daar dus een eind aan gemaakt. Ik heb twee nachten niet geslapen. Daarna gaat het leven verder.

’Heel frustrerend’

Stefan blijft erbij dat de oorlog tegen IS de meest chirurgische strijd is die Nederland ooit voerde. Hij weet hoe grondig het hoofdkwartier de beschikbare informatie weegt alvorens groen licht voor een aanval te geven.

Hij merkte dat het sein ook vaak op rood bleef, zelfs met het doelwit helder in beeld. „Dat kan heel frustrerend zijn. Je volgt heel lang iemand die je wil uitschakelen, maar dan rijdt hij tussen bebouwing door en gaat het weer niet door. We kunnen heel kleine wapens inzetten, dan zijn de marges wat ruimer.

Maar als iemand tussen de burgerbevolking zit, kun je iemand niet uitnemen, dan moet je gewoon wachten. Soms uren. Als we burgers zien, gooien we sowieso niet. Kanttekening is dat je nooit volledig kan uitsluiten of er burgers, vrouwen of kinderen in de buurt zijn. Als je dagen- of wekenlang niemand ziet, heb je dan 100 of 99 procent zekerheid?”

“Oorlog is smerig maar rationeel”

Oorlog is niet alleen een smerig, maar ook een rationeel spel, beaamt Stefan. Strategen maken altijd een afweging tussen snelheid en zorgvuldigheid. ’Als bijvoorbeeld onze special forces onder vuur liggen, gooi je wat sneller. Met wat meer kans om burgers te raken. Juist omdat we zo chirurgisch werken, duurde het zo lang om IS op te rollen.

Het had sneller gekund, maar dan waren er ook meer slachtoffers gevallen. In de expansiefase van IS werd dus wat meer risico genomen. Je wilt echt niet dat Bagdad was gevallen. Dan waren er meer mensen omgekomen. Ook burgers. Niks doen is nog erger. Oorlog is een spelletje dat we spelen omdat al het voorgaande heeft gefaald.”

Stefan zegt dat hij eraan gedacht heeft om iets te doen voor de nabestaanden. „Maar dat zal niet gaan. Defensie wil geen vlieger koppelen aan die inzet. Het mag niet. Ik weet niet of ze er behoefte aan hebben, maar ik heb weleens een brief willen schrijven. Misschien denken ze dat ik een soort cowboy ben omdat ik een halve familie heb uitgemoord. Misschien helpt het als ze weten dat ik er ook heel erg mee zit.”

Bekijk meer van; defensie gewapend conflict human interest Islamitische Staat

Een Nederlandse F-16 stijgt op vanuit de luchtmachtbasis in Jordanië Defensie

F-16 piloot over bombardement met burgerdoden: ‘Misselijkmakende gedachte’

NOS 05.11.2019   Een Nederlandse F-16 piloot die een bombardement uitvoerde op een verkeerd doelwit in Irak, vindt het moeilijk om te leven met het idee dat hij burgerslachtoffers heeft gemaakt. Dat vertelt hij aan EenVandaag en De Telegraaf.

In de nacht van 20 op 21 september 2015 ging hij op missie om een IS-hoofdkwartier in Mosul te raken. Later bleek dat een Iraaks woonhuis. Vier burgers kwamen om bij de ontploffing. De piloot vindt dat een “misselijkmakende gedachte”.

Foute informatie

In eerste instantie had de piloot, die vanwege veiligheidsoverwegingen niet bij naam genoemd wil worden, geen enkel idee dat er iets fout was gegaan. Maar een paar weken na de actie kreeg hij een telefoontje vanuit Nederland: de Amerikanen waren een onderzoek gestart naar het bombardement. Op dat moment wist de piloot nog niet wat de reden daarachter was. Pas na maanden werd voor hem duidelijk dat er een fout was gemaakt ‘in het selectieproces van het doel’.

Dat was “een klap in mijn gezicht”, vertelt hij aan De Telegraaf. Toen de piloot later over het gezin las, in een interview met de enige overlevende van het bombardement, kon hij nachtenlang niet slapen. Aan EenVandaag vertelt de jachtvlieger hoe confronterend hij het vond om de schade en de omgekomen familieleden te zien. “Je bent daar met het idee mensen te bevrijden, maar dit gaat geheel tegen dat principe in.”

Niet aansprakelijk

De acties waren volgens de jachtvlieger zorgvuldig voorbereid. Hij verzekert: “we doen er alles aan om burgerslachtoffers te voorkomen”.

De fout is te wijten aan verkeerde Amerikaanse inlichtingen, bevestigde minister van Defensie Bijleveld gisteren. Volgens haar voelt Nederland zich wel verantwoordelijk, maar is het volgens het oorlogsrecht niet aansprakelijk. Dat betekent ook dat de enige overlever van het bombardement, Basim Razzo, geen aanspraak kan maken op een financiële compensatie van de Nederlandse overheid.

Bekijk ook;

Toenmalig minister Hennis en Commandant der Strijdkrachten Middendorp bezochten in 2017 een centrum in Mosul waar gewonde Iraakse militairen werden opgevangen ANP

Hoe de Kamer jarenlang in het duister tastte over burgerdoden in Irak

NOS 04.11.2019 Op het ministerie van Defensie was al snel duidelijk dat er iets ernstig mis moest zijn gegaan bij een bombardement op de Iraakse stad Hawija. Er vielen op 3 juni 2015 zeker 70 doden. Maar de Tweede Kamer moest bijna drie jaar wachten voordat het iets te horen kreeg over de gevolgen van de aanval, en nog een jaar voordat het ministerie openheid gaf over het aantal doden.

Hieronder een reconstructie op basis van Kamerbrieven en -verslagen;

De controlevlucht die de F-16-piloot direct na de aanval in Hawija uitvoert levert een somber beeld op. Een complete wijk is vernietigd, doordat er gigantisch veel munitie in de bommenfabriek lag opgeslagen die het doel was van de aanval.

“Onbedoelde nevenschade”, concludeert het ministerie. De bevindingen gaan naar het Pentagon. Daar wordt de zaak onderzocht. Het Amerikaanse ministerie van Defensie laat Nederland op 15 juni weten dat er volgens hen 70 mensen zijn omgekomen, zowel IS-strijders als burgers.

Toch is dat niet wat toenmalig minister Hennis van Defensie de Tweede Kamer op 23 juni meldt. “Voor zover op dit moment bekend, is er geen sprake geweest van Nederlandse betrokkenheid bij burgerslachtoffers door luchtaanvallen in Irak”, antwoordt ze schriftelijk na een vraag van de vaste Kamercommissie van Buitenlandse Zaken.

Die ontkenning was fout, stelt minister Bijleveld vandaag. Of minister Hennis niet wist van de Amerikaanse conclusies, of dat ze bewust niet de waarheid sprak, schrijft ze niet. Maar het is niet de enige keer dat Hennis de Nederlandse betrokkenheid bij de dood van burgerdoden stellig ontkent.

Smart weapons

Een week later, op 30 juni, debatteert minister Hennis met de Kamer over de voortgang van de missie in Irak. Verschillende Kamerleden willen het zeker weten; in internationale media verschijnen verhalen over burgerdoden. Is Nederland daar echt niet bij betrokken?

Opnieuw is minister Hennis stellig in haar antwoord. Alle meldingen over burgerslachtoffers worden volgens haar “onmiddellijk door de coalitie onderzocht”, maar dat is “tot nu toe niet het geval geweest”.

De schade in Hawija was goed zichtbaar op satellietbeelden AZMAT KHAN, NEW YORK TIMES

Dat er geen burgerdoden te betreuren zijn is volgens haar niet zo gek. “Het is zo precies. Het is niet zo dat je gelijk een complete wijk of regio platlegt. Dat komt door die smart weapons waarover ik net sprak”, aldus de minister drie weken nadat door Nederlands toedoen een wijk volledig was weggevaagd.

Hennis belooft: Kamer wordt meegenomen

Twee dagen later doet ze in de Kamer bij de stemmingen ook nog een harde toezegging. “Als er sprake is van burgerslachtoffers door Nederlands optreden, wordt de Kamer daarover geïnformeerd, uiteraard na onderzoek.”

Om daaraan toe te voegen: “Het antwoord op de vragen of alle berichten worden onderzocht, of er sprake is van een compensatieregeling en of de Kamer wordt meegenomen als wordt vastgesteld dat er burgerslachtoffers zijn gevallen na het uitvoeren van een bombardement door Nederlandse F-16’s, is “ja”.”

Maar in de maanden die volgen wordt de Kamer niet ‘meegenomen’ door de minister. Op 21 september is er opnieuw een incident bij een Nederlandse luchtaanval, waarbij, zo blijkt vandaag, vier burgers om het leven zijn gekomen. Ook daar hoort de Kamer op dat moment niets over.

Op 5 juni 2015, twee dagen na de aanval op Hawija, brengt de Kamer een bezoek aan de Nederlandse F-16-piloten Defensie

In de winter van 2017 doet de minister een korte mededeling in een lange brief. De eerste missie is dan inmiddels beëindigd. “Van de inmiddels ruim 1300 wapeninzetten van Nederland worden twee gevallen van mogelijke burgerslachtoffers onderzocht”, meldt de minister op 6 februari als antwoord op Kamervragen.

De onderzoeken worden gedaan door het Openbaar Ministerie, en over de uitkomsten zal de Kamer worden geïnformeerd.

Een half jaar later blijkt dat er inmiddels vier onderzoeken lopen. “Ik zeg de Kamer graag toe dat zodra het OM Defensie informeert over onderzoeken die lopen of over uitkomsten, Defensie vervolgens de Kamer informeert”, zegt ze op 13 juli 2017.

Eerste erkenning

Daarna blijft het lang stil. Hennis’ opvolger Ank Bijleveld verwijst steevast naar de lopende onderzoeken. In april 2018, bijna drie jaar na de aanval op Hawija, wordt de Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden voor het eerst erkend als de uitkomsten van de onderzoeken van het OM naar de Kamer gaan. Een nieuwe missie is dan net weer van start gegaan.

Bij één aanval (die later de aanval op Hawija blijkt te zijn) zijn “zeer waarschijnlijk” burgerdoden gevallen. Bij een andere incident (die op Mosul) is het zeker, meldt de nieuwe minister. Omdat er niets onrechtmatigs is gebeurd, doet het OM geen verder onderzoek. Over het tijdstip en de locatie van de aanval worden geen mededelingen gedaan, vanwege de nationale veiligheid.

Hoeveel doden er zijn gevallen bij beide incidenten, en om welke aanvallen het gaat krijgt de Kamer vandaag voor het eerst van het kabinet te horen, ruim vier jaar nadat beide incidenten plaatsvonden, en ruim twee weken nadat de NOS en NRC Handelsblad daarover berichtten.

Met de kennis van nu is het opvallend dat minister Bijleveld in april voor de bewoording “zeer waarschijnlijk” koos bij het Hawija-incident. De minister stelt vandaag dat het zeker is dat er burgers bij omkwamen, zoals het Pentagon in 2015 ook al meldde.

Bekijk ook;

Een F16 vertrekt vanuit Volkel richting Midden-Oosten anp

Tweede Kamer wil opheldering over burgerdoden Irak

NOS 04.11.2019 Tweede Kamerleden willen snel uitleg van het kabinet over de luchtaanval in 2015 in Irak waarbij zeker zeventig doden vielen, onder wie veel burgers. Ook willen ze weten waarom de Kamer hierover niet goed geïnformeerd is.

Het kabinet erkende vandaag dat Nederland verantwoordelijk is voor de luchtaanval. Uit onderzoek van de NOS en NRC bleek twee weken geleden dat bij de aanval op een munitiefabriek van IS in Hawija een wijk volledig werd verwoest. Nederland was ook betrokken bij een aanval op een woonhuis in de Iraakse stad Mosul, waarbij vier burgerdoden vielen.

Het ministerie van Defensie wist dat er in beide gevallen burgerslachtoffers waren, maar verzweeg dit aanvankelijk voor de Kamer, erkent het kabinet in een brief. Het argument om geen concrete mededelingen te doen over de Nederlandse betrokkenheid was dat de veiligheid van de militairen niet in gevaar mocht worden gebracht.

Heel ernstig

GroenLinks-Kamerlid Diks noemt de kwestie heel ernstig. Volgens haar heeft de Kamer meerdere malen om de informatie gevraagd. “Dat schaadt het vertrouwen van de Tweede Kamer. GroenLinks wil morgen uitleg van de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken.”

D66-Kamerlid Belhaij spreekt van een slechte zaak, waarover ze op de kortst mogelijke termijn in debat met de minister wil.

SP-Kamerlid Karabulut schrijft dat ze “de waarheid” eist. “Iets anders past een democratie niet”. “Duidelijk is wederom dat zonder onderzoeksjournalisten en andere critici deze waarheid waarschijnlijk nooit aan het licht was gekomen”.

Complex

PvdA-Kamerlid Kerstens benadrukt dat de situatie ter plekke complex was en dat de veiligheid van militairen ter plaatse altijd moet worden gewaarborgd. Toch vindt de PvdA ook dat openheid had moeten worden gegeven, zeker na herhaaldelijk aandringen van de Kamer.

“Defensie blinkt nu niet uit zichzelf uit in openheid, zo hebben we vaker moeten ervaren”.

Ook VVD-Kamerlid Bosman wil snel een debat. “Het is goed dat de minister, met respect voor de veiligheid van onze militairen, nu maximale transparantie geeft over de missie in Irak. Daarbij roept ze wel veel vragen op over twee specifieke missies, over de burgerslachtoffers die daar vielen en de communicatie daarover achteraf. Ik wil daar snel met de minister over in debat.”

Ook CDA en ChristenUnie willen snel een debat.

Onvolledige informatie

Minister Bijleveld erkent dat de Kamer verkeerd is geïnformeerd. Volgens haar had destijds beter niets gezegd kunnen worden. “Je zit in een operationele tijd, dan moet je niet communiceren. In verband met de operationele veiligheid, de persoonlijke veiligheid en de nationale veiligheid”. Volgens Bijleveld kan er nu de missie voorbij is wel openheid gegeven worden.

Ze schrijft in haar brief dat het in de toekomst anders moet. Kamerleden willen graag van haar horen hoe het kabinet dat ziet.

Bijleveld schrijft ook in de brief aan de Kamer dat de informatie waar de aanval op gebaseerd was niet volledig bleek.

“Men ging ervan uit dat er geen mensen verbleven in het gebied rondom de bommenfabriek. Maar vooral was men verrast door de grote hoeveelheid munitie in de fabriek, die voor een enorme tweede explosie zorgde”.

De minister zegt de dood van de burgerslachtoffers “ten zeerste te betreuren”.

“Dit is extra wrang wanneer ons handelen erop gericht was om zo veel mogelijk nevenschade, en bij uitstek burgerslachtoffers, te voorkomen”, schrijft ze. “Het betrof hier echter een oorlogssituatie waarbij deze risico’s nooit volledig kunnen worden uitgesloten.”

Eerdere verklaringen over de aanval

Na de aanval op Hawija op 3 juni 2015 wist Defensie vrij snel dat er iets mis was gegaan en dat er onbedoelde nevenschade was.

Amerikanen zouden al kort na de aanval gemeld hebben dat er zowel burgerslachtoffers als IS-strijders waren omgekomen.

In antwoord op schriftelijke vragen schreef toenmalig minister Hennis op 22 juni 2015 dat er door Nederlands handelen geen burgers waren omgekomen.

Op 30 juni zegt zij in een Kamerdebat dat alle meldingen over burgerslachtoffers zijn onderzocht en dat het “tot nu toe niet het geval is geweest”.

In 2018 zegt André Steur -hoofd Operaties bij Defensie- tegen RTLnieuws dat de slachtoffers allemaal IS-strijders waren.

In juni 2018 zegt minister Bijleveld in antwoord op vragen van de SP dat het om het belang van de veiligheid van de individuele vlieger en de eenheid, maar ook om de veiligheid van hun thuisfront en van de Nederlandse samenleving gaat. “Het kabinet is daarom ook niet bereid om in te gaan op verzoeken om meer informatie over deze gevallen.”

Bekijk ook;

Kabinet erkent Nederlandse luchtaanval boven Irak met 70 doden

NU 04.11.2019 Het kabinet erkent verantwoordelijkheid voor de luchtaanval in 2015 op een bommenfabriek in Irak waarbij zeventig slachtoffers vielen waaronder een onbekend aantal burgerslachtoffers, schrijft minister Ank Bijleveld van Defensie in een brief aan de Tweede Kamer. Ook was het ministerie in 2015 al op de hoogte van het aantal burgerdoden, maar is de Kamer hier destijds niet juist over ingelicht.

In de brief schrijft Bijleveld dat er bij de bommenfabriek veel meer explosief materiaal lag opgeslagen dan Nederland kon weten, waardoor er een onvoorzien aantal doden zijn gevallen. Ook was niet duidelijk dat er burgers rondom de fabriek verbleven. De informatie waarop de aanval was gebaseerd was dus onvolledig, aldus Bijleveld.

De minister betreurt de burgerslachtoffers. “Dit is extra wrang wanneer ons handelen erop gericht was om zoveel mogelijk nevenschade, en bij uitstek burgerslachtoffers, te voorkomen. Het betrof hier echter een oorlogssituatie waarbij deze risico’s nooit volledig kunnen worden uitgesloten.”

Uit onderzoek van de NOS en NRC bleek twee weken geleden dat bij de luchtaanval gericht op de Iraakse stad Hawija een wijk volledig werd verwoest. Het zou een van de bloedigste aanvallen zijn geweest van de internationale coalitie tegen Islamitische Staat (IS).

Oud-minister van Defensie Hennis lichtte Kamer onjuist in

Oud-minister van Defensie Jeanine Hennis meldde daarnaast volgens Bijleveld ten onrechte in de zomer van 2015 aan de Tweede Kamer dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen bij de aanval.

Uit de brief van Bijleveld blijkt dat haar voorganger destijds al beschikte over een intern verslag en een Amerikaanse rapportage van de aanval. Uit beide documenten bleek al dat er waarschijnlijk burgers om het leven waren gekomen.

Nederland ook betrokken bij aanval op woning in Mosoel

Bijleveld schrijft verder in haar brief dat Nederland ook betrokken was bij een tweede aanval in Irak, waarbij vier mensen om het leven kwamen. De aanval was gericht op een vermoedelijk hoofdkwartier van IS in de stad Mosoel. Achteraf bleek het om een woning te gaan.

NOS en NRC schrijven dat het voor het eerst is dat Nederland openheid van zaken geeft over door Nederland uitgevoerde luchtaanvallen. Volgens Bijleveld is dit nu mogelijk omdat Nederland tegenwoordig niet meer deelneemt aan dergelijke luchtmissies. Hierdoor brengt het melden van deze gegevens “niet langer risico’s met zich mee voor de operationele en personele veiligheid”.

Minister: Geen schadevergoeding mogelijk voor nabestaanden

De minister stelt daarnaast dat nabestaanden van de aanvallen geen aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding van de Nederlandse Staat.

Het Openbaar Ministerie (OM) onderzocht de aanvallen en concludeerde in april 2018 al dat de aanvallen rechtmatig waren. Volgens Bijleveld is Irak verantwoordelijkheid voor de afhandeling van individuele schadevergoedingen.

Wel wil het kabinet “een gebaar van goede wil” maken, zegt Bijleveld in gesprek met NRC. De minister gaat onderzoeken of het mogelijk is om een fonds beschikbaar te stellen voor bijvoorbeeld de wederopbouw van Hawija.

Lees meer over: Irak  Politiek

Een Nederlandse F-16 stijgt op vanaf de basis in Jordanië, van waaruit IS-doelen in Irak en Syrië werden bestookt Defensie

Kabinet erkent burgerdoden bij luchtaanval Irak, Tweede Kamer verkeerd ingelicht

NOS 04.11.2019 Het kabinet erkent dat Nederland verantwoordelijk is voor de luchtaanval in 2015 op een bommenfabriek in Irak, en dat daarbij zeventig mensen omkwamen. Het ministerie van Defensie was op de hoogte van burgerslachtoffers, maar verzweeg dit aanvankelijk voor de Kamer, blijkt uit een brief van minister Bijleveld aan de Tweede Kamer.

Nederland was ook betrokken bij een aanval op een woonhuis in de Iraakse stad Mosul, waarbij vier mensen om het leven kwamen, schrijft de minister. Het is voor het eerst dat Nederland opening van zaken geeft over door Nederland uitgevoerde luchtaanvallen, in de strijd tegen de islamitische terroristische organisatie IS.

Uit onderzoek van de NOS en NRC bleek twee weken geleden dat in 2015 bij een Nederlandse aanval op een bommenfabriek van IS in Hawija een wijk volledig werd verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS. Hierbij kwamen zeker zeventig mensen om het leven, onder wie volgens ooggetuigen ook kinderen.

Lex Runderkamp bezocht eerder de plek waar de Nederlandse bom viel:

Dit is de plek waar de Nederlandse F-16-bom viel

De informatie waar de aanval op was gebaseerd was onvolledig, schrijft de minister. Men ging ervan uit dat er geen mensen verbleven in het gebied rondom de bommenfabriek. Maar vooral was men verrast door de grote hoeveelheid munitie in de fabriek, die voor een enorme tweede explosie zorgde.

De minister zegt de dood van de burgerslachtoffers “ten zeerste te betreuren”. “Dit is extra wrang wanneer ons handelen erop gericht was om zo veel mogelijk nevenschade, en bij uitstek burgerslachtoffers, te voorkomen”, schrijft ze. “Het betrof hier echter een oorlogssituatie waarbij deze risico’s nooit volledig kunnen worden uitgesloten.”

In haar reactie gaat Bijleveld ook in op het verkeerd informeren van de Kamer:

‘Achteraf moet we vaststellen dat de informatie onvolledig was’

Na de aanval op Hawija op 3 juni wist het ministerie van Defensie vrij snel dat er iets mis was gegaan, doordat de Nederlandse F-16-piloot direct een Battle Damage Assessment uitvoerde. Hieruit bleek dat er sprake was van “onbedoelde nevenschade”, schrijft de minister. Ook de Amerikanen onderzochten de zaak en lieten op 15 juni weten aan het ministerie van Defensie weten dat er zeventig mensen zijn omgekomen bij het bombardement.

Volgens het ministerie hebben de Amerikanen aan Nederland hierbij gemeld dat er zowel burgerslachtoffers als IS-strijders zijn omgekomen, maar dat het achteraf niet mogelijk was om vast te stellen wie een IS-strijder was en wie burger. Eerder meldde het Amerikaanse Pentagon aan NOS en NRC dat het om 70 burgers gaat.

De Tweede Kamer kreeg in op 22 juni, een week nadat de Amerikanen Den Haag hadden geïnformeerd, iets anders te horen. In antwoord op schriftelijke vragen schreef toenmalig minister Hennis dat er door Nederlands handelen geen burgers zouden zijn omgekomen. “Op zich is dat fout, dat klopt niet”, zegt Bijleveld nu in een toelichting. Op dat moment was op het ministerie namelijk al bekend dat de Amerikanen wel degelijk uitgingen van burgerdoden.

Hennis, nu VN-gezant voor Irak, wil niet reageren. Ze zegt dat dit aan de huidige minister is.

Hennis is nu VN-gezant voor Irak ANP

Ook over een tweede aanval geeft het kabinet nu opening van zaken. Een vermoedelijk IS-hoofdkwartier in Mosul bleek achteraf een woonhuis te zijn, waardoor op 21 september 2015 vier leden van een familie om het leven kwamen. Het incident kreeg internationaal veel aandacht, nadat The New York Times er uitvoerig over had bericht.

Het is voor het eerst dat Nederland data en locaties doorgeeft van door Nederland uitgevoerde luchtaanvallen. Volgens minister Bijleveld is dat nu mogelijk doordat Nederland niet langer deelneemt aan de luchtmissie en het melden van deze gegevens daardoor “niet langer directe risico’s met zich meebrengt voor de operationele en personele veiligheid”.

Schadevergoeding

Nabestaanden kunnen geen aanspraak maken op een schadevergoeding van Nederland, stelt de minister. Het Openbaar Ministerie heeft beide zaken onderzocht en geconcludeerd dat er niets onrechtmatig is gebeurd. Bovendien is Irak volgens Bijleveld verantwoordelijk voor de afhandeling van individuele schademeldingen.

Toch onderzoekt het kabinet de mogelijkheid om een fonds beschikbaar te stellen voor “de gemeenschappen in kwestie”. Bijleveld benadrukt dat dit geen erkenning van schuld is, maar een blijk van goede wil in de richting van de getroffen gebieden.

Kon de Nederlandse Luchtmacht de aanval afblazen?

Nederlandse F-16’s werden tussen 2014 en 2016 en in 2018 ingezet in Irak en Syrië als onderdeel van een grote internationale coalitie. Daarbij werden vanuit Jordanië ruim 2100 luchtaanvallen uitgevoerd. Doel van de missie was om IS te bestrijden.

Van twee aanvallen maakt het ministerie nu de exacte gegevens bekend, omdat het volgens het ministerie de enige twee bombardementen zijn waarbij door Nederland zelf is vastgesteld dat er “zeker dan wel zeer waarschijnlijk burgerslachtoffers” bij zijn omgekomen.

Waar gebombardeerd zou worden, werd bepaald in het internationale hoofdkwartier van de operatie in Koeweit. Op een tweede hoofdkwartier in Qatar werd alle beschikbare informatie nogmaals bestudeerd en uiteindelijk groen licht gegeven voor een aanval. Een Nederlandse militair, de Red Card Holder, bijgestaan door een jurist van Defensie, controleerde de beschikbare informatie en had nee mogen zeggen.

“Wanneer Nederland wel een doel kreeg toebedeeld was door de Red Card Holder dus vooraf zeker gesteld dat het risico op nevenschade zo klein mogelijk was, zoals vereist door het humanitair oorlogsrecht”, schrijft de minister.

Bekijk ook;

november 6, 2019 Posted by | 2e kamer, aanslag, Combined Air Operations Centre, dreiging, Hawija, Irak, is, isis, islam, politiek, Rutte 3, syrie, terreur, terreurdreiging, terrorisme | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 1 reactie