Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

De voortgang van de Vogelaarwijk versus de Verhuurdersheffing

Investeringen in ‘Vogelaarwijken’ heeft nauwelijks effect gesorteerd

De leefbaarheid in achterstandswijken neemt steeds verder af. Hierdoor nemen de verschillen tussen goede en slechte wijken snel toe.

In deze achterstandswijken wonen ook meer kwetsbare mensen met bijvoorbeeld psychische of financiële problemen of een verstandelijke beperking. Dat blijkt uit een onderzoek van Aedes, de koepel van woningcorporaties.

In buurten met veel corporatiewoningen is de leefbaarheid gemiddeld lager dan in andere buurten. Er wonen zo’n anderhalf miljoen mensen in buurten met tenminste twee derde corporatiewoningen.

Van deze groep heeft 1,8 procent last van psychiatrische problemen, bijna drie keer zoveel als het landelijke gemiddelde. Ook heeft 24 procent van de inwoners van deze wijken een verstandelijke beperking, terwijl het landelijke gemiddelde op 9 procent ligt.

Groeieffect

De groei van het aandeel kwetsbare huurders draagt bij aan de leefbaarheidsproblemen, constateert Aedes.

Het gaat volgens de woningkoepel veelal om wijken die voormalig minister Ella Vogelaar al in 2007 definieerde als moeilijke wijken. Zij lanceerde een plan om de leefbaarheid in deze wijken te vergroten, maar dit initiatief lijkt dus geen effect te hebben gehad.

Een probleem is ook dat de instroom van kwetsbare huurders in deze wijken alleen maar toeneemt. Corporaties en gemeenten maken sinds 2015 prestatieafspraken over deze wijken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de betaalbaarheid van de woningen, de leefbaarheid in de buurten of investeringen in nieuwbouw of verduurzaming.

Problemen nemen ook toe in kwetsbare Haagse wijken

In de zwakste wijken van Nederland komen steeds meer kwetsbare groepen mensen wonen. Daardoor verdwijnt de sociale samenhang en neemt overlast en onveiligheid toe. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van de vereniging van woningbouwcorporaties. Herkenbaar, vinden ze ook in Den Haag. En daarom moet er iets gebeuren. Bouw meer sociale woningen in de betere wijken, is het idee.

Woningcorporaties krijgen geen toestemming om in grote steden sociale huurwoningen met een huur tussen 700 en 1000 euro te bouwen. Daarvoor zou de maximale huur van 720 Euro voor een sociaal huurhuis lokaal moeten worden verhoogd, maar dat wil minister Van Veldhoven niet.

Onder de gemeenten met relatief veel langdurige leegstand vallen opvallend genoeg ook de drie grootste gemeenten: Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Het CBS heeft niet onderzocht wat daar de oorzaken van zijn. ,,We zien wel dat het in veel gevallen om woningen gaat die niet door corporaties worden verhuurd.

Een mogelijkheid is dat ze te duur zijn, dat er behoefte is aan een ander type woning of dat er met woningen wordt gespeculeerd.’’ De leegstand onder huurhuizen is het grootst bij woningen met een WOZ-waarde boven de 250.000 euro.

Rapport

Het rapport Staat van de Corporatiesector 2019 van de Autoriteit woningcorporaties (Aw) en een aanbiedingsbrief van de Minister van Wonen verschenen op 31 januari 2020. De Aw brengt de Staat van de Corporatiesector voor het eerst uit als opvolger van het Sectorbeeld. Het rapport bevat de ontwikkelingen in de corporatiesector.

Aedes: ‘Verlaag belastingdruk’

Aedes en corporaties wijzen al langer op de desastreuze gevolgen van de verhuurderheffing en andere oplopende belastingen voor de investeringsruimte van corporaties. Ze zijn daarin al lang geen roepende in de woestijn meer en de rapportage van toezichthouder Aw spreekt voor zich.

Aedes: ‘Prima als de minister van alle partijen maximale inzet voor nieuwbouw vraagt, wij brachten eerder al eerder al verschillende belemmeringen in kaart. Maar het kabinet is zelf verantwoordelijk voor de grootste belemmering voor corporaties: de verhuurderheffing.’

Meer weten?

Lees meer in de Staat van de Corporatiesector 2019het onderzoeksrapport bij de Staat van de Corporatiesector 2019 en de aanbiedingsbrief van de minister.

PDF;

lees: aanbiedingbrief bij staat van de corporatiesector 31.01.2020

lees: onderzoeksrapport van de autoriteit woningcorporaties aw

lees: Staat van de corporatiesector 2019

lees: staat van de corporatiesector

1. Hoofdrapport Kwetsbare wijken in beeld

2. Bijlage Leefbaarheidsontwikkeling

3. Bijlage Wijkanalyses

En dan verder;

zie ook: Tijd voor een nieuwe impuls in de Vogelaarwijken

zie ook: Afschaffen van de Verhuurderheffing

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 10

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 9

zie ook: Het gedonder met Vestia gaat gewoon verder !!!! deel 14

zie ook: 2e kamerleden adopteren wijken

zie ook: Daniëlle de Winter PVV Den Haag – Vogelaarwijk is een bodemloze put

zie ook: Den Haag Zuid West op de schop

zie ook: Duindorp = Puindorp ???

zie ook: Schilderswijk Shariawijk ?? en meer …!

zie ook: Opkomst Gettowijken op Vinexlocaties

zie ook: ‘Zwakte als kracht’ Studiedag over kerkelijke presentie in Prachtwijken

zie ook: De Haagse Prachtwijken

zie ook: Haagsche Krachtwijken op Den Haag FM

zie ook: Slopen in Haagse wijken helpt niet altijd

zie ook: De Wijk van de remmende achterstand

zie ook: PVV Den Haag en de Rotterdamwet

zie ook: De Haagse Autochtonen-ASO-Tokkies-in-container-taal van de VVD

Zie ook: Ella Vogelaar laat de PvdA-koppen rollen

Zwakke wijken zijn niet wat ze lijken

AD 08.02.2020 Woningcorporatiekoepel Aedes bracht afgelopen week een rapport uit waaruit bleek dat zwakke wijken in Nederland steeds zwakker worden. Armoede neemt toe, de leefbaarheid holt achteruit en bewoners voelen zich onveiliger. De term achterstandswijken kwam weer terug en sommige media hebben het al over toekomstige getto’s.

Voor mensen die in de betreffende wijken wonen is dat een heel vervelend stigma. Daarbij, kan zo’n conclusie de opmaat zijn voor het slopen van panden om er duurdere nieuwbouw tussen te zetten zodat de wijk ‘up-grade’. Zo’n upgrade staat dan mooi op papier, maar de vaak al kwetsbare inwoners schieten er niets mee op. Ze worden genoodzaakt om te verhuizen en dat heeft weer een opdrijvend effect op koop en huurprijzen. En waarom eigenlijk? Gaat het beter met mensen als hun buren rijker en gezonder zijn?

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Er is geen hard bewijs dat het slechter gaat met de mensen in de wijk

Ik ben in het achterliggende rapport gedoken en werd bevestigd in wat ik al vermoedde: er is geen hard bewijs dat het slechter gaat met de mensen in de wijk. Wat er wel gebeurt is dat midden- en hoge inkomens vertrokken zijn.

Dat is grotendeels een gevolg van jarenlang beleid om ‘scheef wonen’ tegen te gaan. Dat midden- en hoge inkomens de door sociale huurwoningen gedomineerde wijken verlaten, is juist het gevolg van beleid. Hun verhuizing maakt woningen vrij voor mensen met weinig geld op de wachtlijsten. Goed nieuws dus.

Wat ook goed nieuws is, is dat veel mensen met flexibele contracten en een laag inkomen de laatste jaren van enorme arbeidsmarktkrapte eindelijk een vaste baan kregen, waardoor ze een woning konden kopen of een huurwoning in een duurdere wijk.

Als de mensen met wie het goed gaat de wijk verlaten, hoeft het niet slechter te gaan met de achterblijvers. Op papier lijkt dat zo omdat het gemiddelde inkomen daalt, maar dat is dus een statistische denkfout.

Onderzoek wijst uit dat het mengen van arm en rijk de armen niet per se voorruit helpt

Waar het om gaat is hoe het met de kwetsbare mensen zelf gaat, nu hun buren met een grotere kans ook kwetsbaar zijn. De onderzoekers vinden een toename van onveiligheidsgevoelens en interpreteren dit als  een feit: dat het daadwerkelijk slechter is geworden.

Maar ook dat hoeft niet waar te zijn. Als kwetsbare bewoners zich eerder onveilig voelen (en dat misschien ook wel zijn), dan vullen deze bewoners ook gemiddeld een lageren veiligheidsscore in. Dit soort dingen lijken misschien details maar ze zijn wezenlijk.

Want wat gebeurt er na zo’n rapport? Juist, de verantwoordelijke minister Van Veldhoven kondigde aan dat er ‘gemêleerde wijken’ moeten komen: sociale woningbouw wordt afgebroken en maakt plaats voor duurdere nieuwbouw. Onderzoek wijst uit dat het mengen van arm en rijk de armen niet per se voorruit helpt. Kwetsbare buurtbewoners hebben juist baat bij goede voorzieningen, sterke wijkteams en sociale netwerken van steun, veelal afkomstig van anderen in vergelijkbare situaties.

Gedwongen verhuizingen om de wijk statistisch op te krikken maken die verbanden juist stuk en de gedroomde sociale relaties tussen rijk en arm in een gemengde wijk zijn volgens mij zelden aangetroffen. Laten we hun problemen serieus nemen en investeren in de voorzieningen die deze groep nodig heeft in plaats van hen weg te moffelen in een opgepoetste statistiek.

ACTIE NODIG OM ACHTERSTANDSWIJKEN TE VOORKOMEN

BB 04.02.2020 De slechtste wijken worden steeds slechter, waarschuwt corporatiekoepel Aedes. Uit onderzoek blijkt dat de leefbaarheid van wijken met een hoog gehalte corporatiewoningen onder druk staat. In Rotterdam-Zuid wordt al jaren actief beleid gevoerd om de zwakke wijken er bovenop te helpen. Wat kunnen andere gemeenten daarvan leren?

Vogelaarwijken komen terug
Achterstandswijken in Nederland zijn ‘dichterbij dan ooit’, meldt branchevereniging voor woningcorporaties Aedes. De verschillen tussen goede en slechte wijken worden groter omdat de instroom van mensen met een laag inkomen in wijken met veel corporatiewoningen blijft groeien, terwijl de hogere inkomens die wijken verlaten.

‘Een groot aandeel van deze huurders heeft een beperkte zelfredzaamheid en daar waar zij geconcentreerd samenwonen, staat ook de samenredzaamheid onder druk’, concludeert het rapport. Als er niet wordt ingegrepen, komen de Vogelaarwijken terug, waarschuwt Aedes-bestuurslid Hester van Buren.

Diverse oorzaken
‘Dat is het gevolg van beleid’, aldus een van de onderzoekers. Onder druk van rijksbeleid is sociale huur steeds meer voorbehouden aan kwetsbare groepen. Woningcorporaties zijn zich ook meer gaan focussen op de ‘kerntaken’ – de beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningen – en hebben minder aandacht voor een integrale wijkaanpak.

Maar ook veranderingen in de zorg, meer specifiek de extramuralisering en ambulantisering van zorg, spelen een rol. Omdat mensen met een zorgvraag vaker thuis behandeld worden, blijven kwetsbare mensen langer in corporatiewijken wonen. Ten slotte heeft ook de decentralisatie gevolgen gehad: bezuinigingen in het sociaal domein troffen juist de kwetsbare bewoners van corporatiewijken.

Triest verhaal
Vogelaarwijken bestaan niet meer, maar met het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) wordt al sinds 2012 actief gewerkt aan het verbeteren van de meest kwetsbare wijken van Rotterdam-Zuid. ‘Waar in de rest van het land het wijkenbeleid is stopgezet, heeft Rotterdam-Zuid wel de gelegenheid gekregen om met nieuw beleid aan de slag te gaan’, vertelt Marco Pastors, directeur van het NPRZ. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen, meent Pastors: ‘Zo’n triest verhaal zoals in dat rapport, dat zul je hier vandaan niet zo snel horen’.

Publiek kapitaal
Socioloog Erik Snel, verbonden aan de Erasmus Universiteit en de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken, ziet de trend die het Aedes-rapport beschrijft ook terug in Rotterdam: ‘We zien dat het publieke kapitaal van wijken is afgenomen.’ Met publiek kapitaal doelt hij op voorzieningen als scholen, bibliotheken en verenigingen.

Maar niet alle zwakke wijken gaan achteruit, benadrukt Snel. Er zijn in het NPRZ-gebied zowel ‘opklimmende wijken’ (zoals de Afrikaanderwijk) als ‘vergeten wijken’ (zoals de Tarwewijk), bleek uit onderzoek van Platform 31.

Weg omhoog
Pastors spreekt dat niet tegen. Toch ziet hij op bepaalde maatstaven positieve resultaten: kinderen in Rotterdam-Zuid hebben de achterstand op het gebied van CITO-scores ten opzichte van de andere grote steden bijvoorbeeld gehalveerd. Ook is de uitstroom uit de bijstand in Rotterdam-Zuid hoger dan elders. ‘Ondanks de landelijke trend hebben wij in een aantal wijken toch wel de weg omhoog gevonden.’

Plantenbakken
Die focus op werk en onderwijs vindt Pastors belangrijk. ‘Als ik zelf in een probleemwijk woonde, zou ik ook meer hebben aan een ambtenaar die zegt “Hoe gaat het met de kinderen? Hoe gaat het met werk?”, dan iemand die zegt “We gaan iets leuks doen met de buren en we gaan het eens hebben over plantenbakken.”’

Meer lesuren
Gemeenten die zich zorgen maken om de achteruitgang van corporatiewijken, kunnen volgens Pastors het best beginnen bij onderwijs. ‘Eerst ga je zorgen dat je kinderen meer uren les aanbiedt. Dat is een hele goedkope interventie met veel effect.’ Daarna kan het pakket aangevuld worden met afspraken met werkgevers om de werkgelegenheid te stimuleren.

Op het gebied van wonen, kun je op de korte termijn vestigingseisen stellen voor nieuwkomers, zoals in de Rotterdamwet geregeld is, en op de lange termijn aan een betere woningvoorraad werken. ‘Als je iets met je zwakke wijken wil, zou je eens goed naar de aanpak van het NPRZ moeten kijken.’

GERELATEERDE ARTIKELEN;

Den Haag wil meer goedkope woningen bouwen in ‘betere wijken’

OmroepWest 03.02.2020 In de wijken waar het ‘beter gaat’ moeten in de toekomst meer betaalbare woningen worden gebouwd. Daardoor kan worden voorkomen dat er steeds meer kwetsbare groepen bij elkaar in kwetsbare wijken komen te wonen. Dat stelt de Haagse wethouder Martijn Balster (PvdA, wonen) in een reactie op een rapport van de koepel van woningbouwcorporaties Aedes. Daaruit blijkt dat de leefbaarheid in armere wijken onder druk staat.

Balster erkent dat de problemen ook in Den Haag spelen. ‘Het aantal kwetsbare wijken in Den Haag is groeiend. De problemen nemen daar ook toe. Dat heeft alles te maken met de enorme woningnood die er is. Het tekort aan betaalbare woningen is heel erg groot, waardoor meerdere groepen met problemen bij elkaar wonen. Daar zullen we wat aan moeten doen, vooral door veel beter te mengen en betaalbare woningen toe te voegen aan wijken waar het beter gaat’, stelt hij.

Volgens hem is er in het verleden veel werk gemaakt van het bouwen van duurdere woningen in armere wijken; komende jaren moet het ook andersom gebeuren. Het nieuwe college dat in december aantrad heeft daarvoor ook geld gereserveerd.

Onveiliger

Uit het rapport, in opdracht van de koepel van woningbouwcorporaties, blijkt dat mensen in kwetsbare wijken zich steeds onveiliger voelen en dat ze meer overlast ervaren. Sterker nog: veel buurten staan op het punt te veranderen in probleemgebieden, als nu niet wordt ingegrepen.

Dat komt omdat steeds meer mensen met uiteenlopende sociale problemen in dezelfde wijk komen te wonen. De grote Haagse woningbouwcorporaties herkennen de problemen die in het rapport worden geschetst.

Een van de oorzaken is volgens een woordvoerder van Haag Wonen onder meer dat dit een gevolg is van de zogeheten passendheidstoets, die ervoor moet zorgen dat mensen een woning krijgen met een huur die aansluit bij hun inkomen. Dat leidt er in de praktijk toe dat ‘steeds meer eenheid in de wijken’ ontstaat. Dit omdat er wordt gekeken naar onder meer de samenstelling van het gezin of de inkomsten. ‘Die is vaak hetzelfde.’

Problemen

Het rapport schetst dat er veel mensen met problemen in de kwetsbare wijken wonen. Daarbij gaat het onder meer om bewoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met een lichte verstandelijke beperking, met psychiatrische problemen of vluchtelingen. De corporaties proberen wel om te voorkomen dat er veel van die kwetsbare groepen dichtbij elkaar komen wonen.

Maar dat blijkt niet altijd makkelijk, zegt een woordvoerder van Haag Wonen. ‘Wij weten niet veel van de bagage die mensen meenemen’, zegt de woordvoerder. ‘Vanwege privacywetgeving mogen we dat ook niet weten.

Dus we kunnen er niet bij voorbaat rekening mee houden. Daarnaast heeft iedereen recht om te wonen. Dus als je zelf die keuzes gaat maken kom je in een ethische discussie terecht. Wat wij willen is dat ze goede begeleiding krijgen. Maar er zijn ook mensen die geen hulp willen. Je kunt ze niet verplichten.’

Jacqueline van der Boor, waarnemend directeur Woonservice bij Staedion, ziet in de praktijk wat er dan gebeurt. ‘Veel vervuiling, mensen hebben wat minder voor elkaar over, veel mensen met een zorgachtergrond: dus ja, het is wel wat moeilijker geworden in sommige wijken.’

Veel maatregelen

Staedion en Haag Wonen zeggen veel maatregelen te hebben getroffen om het toch leefbaar te houden in de kwetsbare wijken. Zo onderhouden ze veel contacten met andere instellingen en organisaties in de wijken. ‘Denk daarbij aan onderwijs, politie, zorginstanties of het Centrum Jeugd en Gezin’, zegt een woordvoerder van Staedion. ‘Met die organisaties proberen we problemen te voorkomen en op te lossen.’

Ook hebben de woningcorporaties huismeesters of wijkcoördinatoren in dienst. Daarnaast zeggen ze miljoenen uit te geven aan het schoonhouden van hun woningen en complexen en het extra ophalen van afval ophalen om de leefbaarheid te verbeteren.

Nieuwe woningen

Toch gaat het, volgens de koepel van woningbouwverenigingen, de laatste jaren weer minder goed in de kwetsbare wijken. Reden voor Van der Boor van Staedion en wethouder Balster om een pleidooi te houden voor het bouwen van veel nieuwe betaalbare woningen. Volgens de laatste moeten die woningen ‘overal in de stad’ komen.

Hij zegt dat daar in het nieuwe collegeakkoord ook geld voor is gereserveerd om dat mogelijk te maken. Verder wil hij blijven investeren in kwetsbare wijken. ‘Het verleden heeft laten zien dat die er dan weer bovenop komen. Je moet investeren in stenen, maar ook in bijvoorbeeld het bestrijden van armoede en gezondheidsverschillen.’

Meer over dit onderwerp: MARTIJN BALSTER HUURWONINGEN STAEDION HAAG WONEN

‘In Kanaleneiland wonen niet alleen arme, miezerige, zielige mensen’

NOS 03.02.2020 De kwetsbaarste wijken van Nederland worden alleen maar kwetsbaarder, bleek vandaag uit een onderzoek van de brancheorganisatie van woningcorporaties. Er komen steeds meer mensen met problemen wonen en inwoners van de buurten ervaren veel overlast of voelen zich onveilig. Het gaat om ongeveer 1 op de 10 Nederlandse wijken.

Kanaleneiland in Utrecht is een voorbeeld van zo’n ‘kwetsbare’ wijk. Amina Berkane woont er al dertien jaar en zegt de problemen wel te herkennen. “In de goedkoopste woningen zitten mensen die weinig controle hebben over hun leven. Ze komen bijvoorbeeld uit een psychiatrische inrichting of hebben schulden. Die mensen hebben nazorg nodig, je kunt hen hier niet zomaar dumpen. Daarmee verplaats je het probleem.”

Stinkende huisdieren

Berkane ziet en spreekt vanwege haar werk als coach veel andere inwoners van Kanaleneiland. “Ik hoor mensen weleens zeggen dat de koelkast van hun buurman of buurvrouw helemaal leeg is. Of dat de huisdieren stinken, doordat ze niet goed worden verzorgd. Ook zie ik regelmatig kratten bier voor de deur staan. Je merkt gewoon dat woningen worden verwaarloosd.”

Tegelijkertijd benadrukt Berkane dat ook de meest kwetsbare mensen welkom zijn in de wijk. “In buurten als deze heb je veel sociale controle. Er wonen niet alleen maar arme, miezerige, zielige mensen. De inwoners zijn gastvrij en denken aan elkaar.” Maar kwetsbare mensen hebben naast behulpzame buren ook professionele begeleiding nodig, zegt ze. “En dat is waar wij als maatschappij in tekortschieten.”

“Je hebt er weinig aan als je buurman om 07.00 uur de deur uitgaat en pas om 19.00 uur weer uit zijn werk komt”, aldus Amina Berkane, coach en inwoner Kanaleneiland.

Dat ziet ook El Bakey Aissaoui, ‘sociaal makelaar’ bij welzijnsorganisatie DOCK in Utrecht. Hij ondersteunt inwoners van Kanaleneiland en probeert hen te motiveren zelf initiatief te nemen. “In Kanaleneiland-Noord staan twee hoge flats waar veel kwetsbare mensen wonen, soms mét maar vaker zonder begeleiding. Het gaat bijvoorbeeld om ex-verslaafden of inwoners met een psychiatrische achtergrond. Die worden echt aan hun lot overgelaten.”

Gelukkig zijn er in Kanaleneiland mensen die hun nek uitsteken, zegt Aissaoui. “Buurtteams, kerkelijke organisaties, moskeeën, betrokken inwoners: zij zijn het kapitaal van de wijk.” En er is de laatste jaren ook fysiek in Kanaleneiland geïnvesteerd. Aissaoui noemt de Spaaklaan in Kanaleneiland-Noord als “prachtig voorbeeld”. Daar werden sociale huurwoningen omgebouwd tot koopappartementen, om de buurt aantrekkelijker te maken voor gezinnen en mensen met hogere inkomens. “We zijn er heel blij mee, ik heb voor iedereen een buurtfeest georganiseerd.”

Het is inderdaad heel mooi om te mixen, onderschrijft Amina Berkane. “Maar je moet wel goed kijken naar de waarde van zo’n mix. Je hebt er weinig aan als je buurman om 07.00 uur de deur uitgaat en pas om 19.00 uur weer uit zijn werk komt. Of als er gezinnen komen wonen die hun kinderen niet eens naar een basisschool in Kanaleneiland brengen.”

Andere basisschool

Met alleen ‘samen wonen’ los je de problemen in de wijk niet op, denkt ook sociaal makelaar Assaoui. Samen naar school gaan is volgens hem minstens zo belangrijk. “Er zijn hier drie scholen met vooral Turkse, Marokkaanse en Syrische kinderen. Mensen die hier in de vrije sector wonen of in een koopwoning zitten, brengen hun kinderen ergens anders naar school. Terwijl de basisschool letterlijk de basis is. Daar kom je in contact met kinderen en ouders.”

Zelf deed Assaoui overigens precies hetzelfde. Hij woonde twee jaar in Kanaleneiland, maar verhuisde “in het belang van de kinderen” naar het nabijgelegen Bilthoven. “Ik wilde mijn kinderen naar een gemengde school brengen.” Volgens hem moet de gemeente zich actief bemoeien met het aanmeldingsbeleid van scholen om dat patroon te doorbreken.

En dan is er nog de rol van buurtbewoners zelf. “Als je aan een volwassene vraagt of hij de volgende keer geen papiertjes meer wil achterlaten op de trap van een portiekwoning, dan botst het misschien even”, zegt Assaoui. “Maar de volgende keer ruimt hij wel zijn papiertjes op. Je moet niet bang zijn om de confrontatie aan te gaan. Als iedereen wegkijkt, verandert er niets.”

Bekijk ook;

Onderzoek Aedes: Problemen in achterstandswijken nemen verder toe

NU 03.02.2020 De leefbaarheid in achterstandswijken gaat achteruit. Hierdoor nemen de verschillen tussen goede en slechte wijken snel toe. In deze achterstandswijken wonen ook meer kwetsbare mensen met bijvoorbeeld psychische of financiële problemen of een verstandelijke beperking, blijkt maandag uit een onderzoek van Aedes, de koepel van woningcorporaties.

Wijken met veel corporatiewoningen zijn gemiddeld minder leefbaar dan andere wijken. Er wonen zo’n anderhalf miljoen mensen in wijken met ten minste twee derde corporatiewoningen.

Van deze groep heeft 1,8 procent last van psychiatrische problemen. Dat aandeel is bijna drie keer zo groot als het landelijke gemiddelde.

Ook heeft 24 procent van de inwoners van deze wijken een verstandelijke beperking, terwijl het landelijke gemiddelde op 9 procent ligt.

Investeringen in ‘Vogelaarwijken’ hadden niet het gewenste effect

De groei van het aandeel kwetsbare huurders leidt tot extra problemen, constateert Aedes. De instroom van kwetsbare huurders in deze wijken neemt volgens de koepelorganisatie alleen maar toe.

Het gaat volgens de woningkoepel veelal om wijken die voormalig minister Ella Vogelaar al in 2007 definieerde als moeilijke wijken. Zij introduceerde een plan om de leefbaarheid in deze wijken te vergroten, maar dit initiatief lijkt dus niet het gewenste effect te hebben gehad.

Corporaties en gemeenten maken sinds 2015 prestatieafspraken over de genoemde wijken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de betaalbaarheid van de woningen, de leefbaarheid en investeringen in nieuwbouw of verduurzaming.

Lees meer over: Woningbouw Binnenland

Minister wil betere mix van bewoners in achterstandwijken

NOS 03.02.2020 De leefbaarheid in de kwetsbaarste wijken van het land neemt verder af. De bewoners merken dat vooral aan meer overlast en aan groeiende onveiligheid. Minister Van Veldhoven wil daarom woningcorporaties de mogelijkheid bieden om meer mensen met een hoger inkomen toe te laten.

Mensen in kwetsbare wijken hebben drie keer zoveel last van hun directe buren als de gemiddelde Nederlander. En 20 procent van de bewoners is bang dat ze worden lastiggevallen of beroofd. Elders in het land is dat 6 procent.

Dat blijkt uit een vervolgonderzoek in opdracht van Aedes, de koepel van woningcorporaties. Eind 2018 kwam uit de eerste studie al naar voren dat de achterstandswijken aan het terugkeren zijn die toenmalig minister Vogelaar vanaf 2007 probeerde op te knappen.

Kwetsbare huurders

Sindsdien blijken de problemen alleen maar verder toegenomen. De instroom van kwetsbare huurders met een laag inkomen in wijken met veel corporatiewoningen wordt groter, terwijl mensen met een hoger inkomen deze buurten juist verlaten.

“Dat is geen ongeluk, dat is het gevolg van beleid”, zegt Jeroen Frissen, een van de onderzoekers. Hij verwijst onder meer naar het besluit om mensen met psychiatrische problemen of een licht verstandelijke beperking minder in instellingen te laten wonen. In hun huis krijgen ze niet altijd de begeleiding die ze nodig hebben. Ook vluchtelingen met een verblijfsstatus, die een laag inkomen hebben en de taal slecht spreken, komen in deze goedkopere woningen terecht.

Daarnaast hebben de gemeenten veel sociale taken toegeschoven gekregen door achtereenvolgende kabinetten, maar dat moest vaak met fors minder geld. Veel huismeesters en wijkbeheerders verdwijnen en woningcorporaties mogen alleen maar de laagste inkomens huisvesten.

Minister van Veldhoven van Milieu en Wonen wil de woningcorporaties meer mogelijkheden geven om mensen met een hoger inkomen in de achterstandswijken te plaatsen. Op dit momenten kunnen de corporaties 10 procent van de woningen toewijzen aan mensen met een hoger inkomen. Van Veldhoven wil dat percentage verhogen naar 15 procent.

Ze stuurt hierover nog voor de zomer een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. “We willen meer gemixte wijken, want dan krijg je een andere sfeer in zo’n buurt. Dat helpt om de leefbaarheid te verbeteren, maar er zijn nog meer dingen nodig”, zei Van Veldhoven in het NOS Radio 1 Journaal. Ze wil bijvoorbeeld dat er ook extra zorg geboden kan worden aan mensen die dat nodig hebben.

Achterstandswijken

Gevolg is dat het gat met de rest van Nederland groter wordt. In de meeste buurten neemt de welvaart toe, terwijl de achterstandswijken meer een verzamelpunt worden van mensen met allerlei sociale problemen. Onderzoeker Frissen schat dat het gaat om 10 procent van de wijken.

Een van de oplossingen in zijn ogen is dat er meer wordt ingezet op spreiding: ook middenhuur in de zwakste buurten en plaatsing van kwetsbaardere mensen in betere wijken. Op sommige plaatsen van het land zijn daar volgens Frissen het afgelopen jaar hooguit stappen in gezet. Maar dat zijn kleine stappen, ondanks alle aandacht voor het probleem.

Volgens bestuurder Hester van Buren van corporatiekoepel Aedes is het “één voor twaalf” en is het tijd voor een buurtaanpak waarin alle cruciale partijen nauw samenwerken: gemeenten, corporaties en zorg- en welzijnsorganisaties. “Wat daarbij helpt, is de mogelijkheid om gegevens in een vroeg stadium te delen. Dan kan er goed gekeken worden bij welke wijk iemand het beste past.”

Bekijk ook;

In de Utrechtse wijk Overvecht is van alles niet pluis

AD 03.02.2020 Woningcorporaties luiden de noodklok over de verloedering van arme wijken. Overvecht is een van die wijken met honderd-en-een problemen waar vooruitgang taai is. We maken een rondgang door de buurt met twee bewoners. ,,De situatie is nu slechter dan toen we een Vogelaarwijk werden.’’

Punt voor punt kun je de conclusies van het onderzoek van Aedes naar achterstandswijken nalopen, en Els Wegdam en Siddartha Karaya herkennen ze in Overvecht allemaal wel. Meer arme mensen, meer bewoners die extra zorg nodig hebben of kampen met hun gezondheid, toenemende ondermijning, een gevoel van onveiligheid. ,,Je ziet het hier allemaal”, weet Wegdam, die al 36 jaar in Overvecht in Utrecht woont en de wijk zag veranderen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

We wandelen door allerlei dreven – de Falklanddreef, de Ivoordreef, de Oranjerivierdreef en ga zo maar door – met links en rechts flatgebouwen. Wegdam en Karaya, bestuursleden van de wijkraad in Overvecht, laten graag zien wat er goed gaat in de wijk, maar ook waar het aan schort. ,,Kijk, wat een rommel’’, wijst Karaya naar het grasveld bij een flat aan de overkant van de weg.

Het ligt inderdaad bezaaid met afval. ,,Sommige mensen gooien het gewoon naar beneden.’’ Ook dichterbij is het niet fraai wat we zien. Winkelwagentjes die niet zijn teruggebracht naar de Dirk, afgedankte huisraad, plastic in een heg.

Een flatgebouw verderop is recent opgeknapt. Zo zien we dat de broken window theory geen fabeltje is. Want onder de gerenoveerde woningen is bijna geen rommel te zien, het ziet er eigenlijk prima uit. Wegdam somt alle pluspunten van Overvecht op. ,,De woningen zijn over het algemeen goed van kwaliteit, er is veel groen tussen de flats, er is genoeg winkelaanbod, er gaan veel bussen en we hebben een treinstation. Veel inwoners wonen hier graag, blijkt uit onderzoek.’’

Ik kom vaak laat thuis. Dan zie je op straat geregeld dingen gebeuren die niet helemaal in de haak lijken, aldus Siddartha Karaya, Bestuurslid wijkraad Overvecht.

Onveilig

Toch is er van alles niet pluis. Karaya, die sinds een jaar of vijf in Overvecht woont, wijst tijdens de rondgang op alle auto’s die volgens hem niet passen bij de woning waarvoor ze geparkeerd staan. Inderdaad: voor een wijk waar de ruime meerderheid van het woningbestand uit sociale huur bestaat, kom je in verhouding veel hagelnieuwe Mercedessen, BMW’s en Tesla’s tegen.

,,Je vraagt je af hoe deze mensen hun geld verdienen’’, zegt Karaya. Hij is een van de bewoners die zich op sommige momenten niet helemaal veilig voelen in de wijk. ,,Ik kom vaak laat thuis. Dan zie je op straat geregeld dingen gebeuren die niet helemaal in de haak lijken. Dat geeft me dan toch een minder fijn gevoel. Drugsdealers zijn niet allemaal lieverdjes, je weet nooit wat er kan gebeuren.’’

Nabil B., kroongetuige in het proces tegen Ridouan Taghi, kwam hier vandaan, in de wijk vonden meerdere liquidaties plaats. In september 2018 werd er een jongensbordeel opgerold. Er gebeurt dus van alles. Toch komen we op onze uitgebreide wandeling geen politieagent tegen.

© Erik van ’t Woud

Vogelaarwijk

Wegdam woonde dus al in Overvecht toen die in 2007 samen met 39 andere wijken in het land werd gebombardeerd tot Vogelaarwijk, genoemd naar de toenmalige minister Ella Vogelaar, die vorig jaar overleed. Er ging veel extra geld naar de geselecteerde achterstandswijken. ,,Maar in 2017 legden we een aantal cijfers naast de nulmeting uit 2007. De situatie was slechter geworden’’, zegt Wegdam.

Hoe komt dat toch? De in 2015 aangenomen Woningwet, die onder meer als doel had scheefwonen aan te pakken, heeft de zaak geen goed gedaan, denkt de gepensioneerde juriste. ,,Wie geld heeft, een carrière opbouwt, vertrekt mede daardoor snel uit de wijk.

In hun plaats komen voor een deel mensen uit kwetsbare groepen: statushouders, mensen die hun gevangenisstraf hebben uitgezeten, mensen met een psychischezorgvraag. Precies zoals in het rapport van Aedes beschreven staat. Dan kun je als gemeente wel investeren in het renoveren van gebouwen, maar daarmee los je de problematiek niet op.’’

Verbeterprogramma

De gemeente Utrecht doet in Overvecht haar best om er iets van te maken, zien de twee wijkraadsleden allebei. Sinds een paar jaar gaat er extra geld naar een verbeterprogramma voor de wijk. Al is het resultaat niet altijd zoals gehoopt. ,,Er is een wijkje gebouwd met koopwoningen, maar daar wonen alleen maar jonge, blanke hoogopgeleiden’’, weet Wegdam.

,,Ze doen hun kinderen buiten de wijk op school en mengen zich niet met de lokale bevolking. Ze nestelen zich hier niet. Daar heb je dus niets aan.’’ Karaya: ,,Dat is bijna moderne apartheid’’. Aan de Ivoordreef gaat een grote galerijflat binnenkort tegen de grond en wordt er een nieuwe voor teruggebouwd. Wegdam: ,,Maar daar krijg je naar mijn zin dan weer veel te veel sociale huurwoningen. Je moet een goede mix maken.’’

Wat zou er moeten gebeuren om rijk en arm in Utrecht meer door elkaar heen te laten wonen, leven en recreëren, hoe kun je dat bereiken? Karaya zou graag zien dat de corporaties een deel van hun sociale huurwoningen verkopen, bijvoorbeeld aan de huurders die er al in zitten. ,,Die kunnen dan wooncarrière maken in hun eigen buurt.’’

De situatie in de armste wijken van Nederland verslechtert in hoog tempo. Inwoners worden steeds armer en voelen zich ongezond en onveilig. Woningcorporaties willen daarom dat het kabinet ingrijpt.

Woningcorporaties: ‘Verloedering arme wijken neemt toe, politiek moet ingrijpen’

AD 03.02.2020 De situatie in de armste wijken van Nederland verslechtert in hoog tempo. Inwoners worden steeds armer en voelen zich ongezond en onveilig. Woningcorporaties willen dat het kabinet ingrijpt. ,,De problemen zijn niet enkel met geld op te lossen.”

De leefbaarheid in wijken met veel sociale huurhuizen holt achteruit, blijkt uit nieuw onderzoek in opdracht van Aedes, de branchevereniging van woningcorporaties. Doordat tegenwoordig vooral mensen met lage inkomens in aanmerking komen voor sociale huur, worden armere wijken steeds armer. Wie een hoger inkomen krijgt, gaat juist weg uit zo’n wijk.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

,,De Vogelaarwijken uit 2007 komen terug als wij niet direct de handen ineenslaan’’, zegt Aedes-bestuurslid Hester van Buren. Volgens haar spelen de problemen in het hele land. ,,In bepaalde buurten zien we alleen nog maar instroom van mensen met de laagste inkomens. Daardoor verzwakken deze buurten en neemt de kansenongelijkheid toe.’’

In 2018 behoorde 42 procent van de bewoners van sociale huurwoningen tot de laagste inkomens. Drie jaar eerder was dat nog 39 procent en in 1998 was het 28 procent. Door de groeiende armoede in wijken daalt de leefbaarheid: ruim de helft van de mensen met de laagste inkomens zegt gezondheidsproblemen te hebben.

Als iemand een wietkweke­rij op zolder begint, zegt niemand er meer wat van, aldus Hester van Buren, Bestuurslid Aedes.

Bang

In deze zwakke buurten zegt 20 procent van de inwoners bang te zijn om in de eigen omgeving te worden lastiggevallen of beroofd. Gemiddeld is dat in Nederland 6 procent. ,,Het gevoel van onveiligheid is groot’’, zegt Van Buren. ,,Er ontstaat een voedingsbodem voor ondermijnende criminaliteit. Als iemand een wietkwekerij op zolder begint, zegt niemand er meer wat van. Men vertrouwt de instanties, zoals gemeente en politie, niet langer.’’

Aedes liet de leefbaarheid in arme wijken anderhalf jaar geleden ook al onderzoeken. Toen bleek dat sociale huurhuizen in toenemende mate worden verhuurd aan mensen met psychiatrische problemen, statushouders, alleenstaande ouders en mensen met verstandelijke beperkingen.

© Hollandse Hoogte / Hans van Rhoon

Verergerd

,,De situatie is verergerd’’, zegt Van Buren over de nieuwe meting. ,,Door het kabinetsbeleid moeten wij als corporaties woningen verkopen en ons richten op de laagste inkomens. Het gevolg daarvan is dat wijken weer verloederen.’’

Als voorbeelden noemt zij de Bijlmer en Nieuw-West in Amsterdam, net als de wijk Poelenburg in Zaanstad. ,,Nadat het kabinet in 2007 probleemwijken aanwees, ging het met deze wijken over het algemeen een stuk beter’’, zegt Van Buren. ,,In de Bijlmer is veel gesloopt en herbouwd. Maar de laatste jaren gaat het opnieuw de verkeerde kant op.’’

Voor Amsterdam-Zuidoost, waar de Bijlmer onder valt, kondigde de Amsterdamse burgemeester Halsema vorige week een twintigjarige aanpak aan om het stadsdeel uit het slop te trekken. De Bijlmer wordt geplaagd door een flink aantal geweldsincidenten, zo was er vorig jaar een dodelijke steekpartij en een roofoverval op een cameraploeg. Halsema wil dat de Amsterdamse woningcorporaties, de gemeente, scholen en bedrijven meer gaan samenwerken om te voorkomen dat de wijk verder afglijdt.

We zien nu dat agenten en bakkers te veel verdienen en dus wegtrekken uit wijken met veel sociale huur. Terwijl die mensen juist het cement van de samenle­ving zijn, aldus Hester van Buren, Bestuurslid Aedes

Middeninkomens

Deze week wordt ook zo’n plan gepresenteerd voor de wijk Poelenburg in Zaanstad, bekend van ‘treitervlogger’ Ismail Ilgun. ,,Dat zijn positieve geluiden, maar het is niet genoeg’’, zegt Van Buren. Woningcorporaties willen dat het kabinet het weer mogelijk maakt om in probleemwijken huizen te creëren voor ‘middenhuur’, voor mensen met een middeninkomen. ,,We zien nu dat agenten en bakkers te veel verdienen en dus wegtrekken uit wijken met veel sociale huur. Terwijl die mensen juist het cement van de samenleving zijn.’’

Vorige week werd bekend dat woningcorporaties genoeg geld in kas hebben om nieuwe woningen te bouwen, maar dat er toch veel terughoudendheid is om te investeren. De problemen met de achterstandswijken zijn niet enkel met geld op te lossen, benadrukt Aedes. Daarvoor moeten ook regels worden veranderd en beter worden samengewerkt.

Ook doet de branchevereniging van corporaties een oproep om de zorg voor mensen met psychische problemen te verbeteren. Deze patiënten krijgen steeds vaker zorg aan huis. ,,Vroeger had je twee kwetsbare mensen op een galerijflat. Daar konden ook de buren nog een oogje in het zeil houden. Nu zien we dat de héle galerij in de schulden zit, geen werk heeft of in psychische nood zit. Dat is een slechte zaak.’’

De Utrechtse wijk Overvecht is een van de wijken waar vooruitgang taai is. Lees hier onze reportage

Woningcorporaties slaan alarm: ‘Kwetsbare wijken gaan hard achteruit’

RTL 03.02.2020 De leefbaarheid in buurten met veel corporatiewoningen gaat harder achteruit dan verwacht, blijkt uit onderzoek van woningcorporaties. Buurtbewoners voelen zich onveilig, de overlast is groter en de oplossingen daarmee ingewikkelder.

“Als we nu niet ingrijpen, staan veel buurten op het punt om achterstandswijken te worden”, zegt Aedes-bestuurslid Hester van Buren. Aedes, de vereniging van woningcorporaties, herhaalde het onderzoek dat ze in 2016 deden naar de leefbaarheid in wijken.

Woningcorporaties roepen op tot een verbeterde wijkaanpak.

Buurten zwakker geworden

Uit het onderzoek blijkt dat buurten die al zwak waren, de laatste jaren nog zwakker zijn geworden. “Het is nog erger geworden omdat meer kwetsbare mensen uit de maatschappelijke opvang een zelfstandige woning zoeken en mensen die iets meer verdienen zo snel mogelijk uit armere buurten vertrekken.”

Steeds meer mensen met uiteenlopende sociale problemen wonen samen in dezelfde wijk. Dit zijn bewoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met een licht verstandelijke beperking en met psychiatrische problemen.

Lees ook:

‘Leefbaarheid in gevaar in buurten met veel goedkope huurhuizen’

Die middeninkomens willen de woningcorporaties graag houden, maar dat is lastig. “Sinds de nieuwe woningwet mogen we alleen nog maar de laagste inkomens huisvesten, geen middeninkomens. Gemengde wijken zijn sterke buurten, maar omdat de mensen die een beetje meer geld gaan verdienen, meteen vertrekken, blijven de kwetsbare groepen over.”

Armoede en overlast

Uit het onderzoek blijkt dat veel huurders in de sociale huursector moeite hebben met zelfredzaamheid. Er is ook meer armoede, wat zijn weerslag heeft op het onderwijs. Scholen in wijken waar mensen beneden de armoedegrens leven, kennen relatief meer schoolverlaters. Ook is de overlast en gevoel van onveiligheid in deze buurten verder toegenomen.

Lees ook:

In 2004 dachten we dat er nu getto’s in Nederland zouden zijn

‘Handen ineenslaan’

Maar wat is de oplossing voor deze problemen? “De handen ineenslaan”, zegt Van Buren stellig. “De gemeenten moeten het voortouw nemen. Pleisters plakken heeft geen zin meer. Er moet een integrale aanpak komen. Zoals investeren in onderwijs en werk en middeninkomens moeten niet de buurt uitgejaagd worden.”

Corporaties roepen de overheid ook op de markttoets af te schaffen zodat ze ook woningen voor mensen met middeninkomens kunnen bouwen en wijken waar nu te veel sociale huurwoningen staan. Ook willen ze samen met de gemeenten meer sturen op spreiding van kwetsbare mensen in verschillende buurten. Daarnaast moeten kwetsbare mensen volgens Van Buren betere zorg en begeleiding krijgen. “Dat ontbreekt nu vaak.”

Amber ontvluchtte Rotterdamse probleemwijk: ‘Met gierende banden weg’

Bekijk deze video op RTL XL

Afval dumpen op straat, scheldpartijen en drugshandel voor de deur, voor Amber was het dagelijkse kost.

‘Gettowijken in Nederland? Dat slaat nergens op’

16 jaar geleden vroeg het Sociaal en Cultureel Planbureau aan Nederlanders voorspellingen te doen voor het jaar 2020. In 2004 voorspelden veel Nederlanders dat er gettowijken zouden zijn. Die voorspelling is niet uitgekomen. “Voor 0 procent”, zegt sociaal geograaf Gideon Bolt zelfs.

“Een getto is een gebied waar één groep domineert, dat hebben wij niet in Nederland. De gekleurde wijken die wij hebben zijn heel erg divers. En dat zijn geen no-goareas geworden waar mensen bang voor zijn.”

Lees ook:

Kind in arme wijk bij geboorte al ongezonder

RTL Nieuws; Woningcorporaties  Nederland

Problemen in kwetsbare wijken nemen toe

Telegraaf 03.02.2020 De problemen in kwetsbare wijken in Nederland nemen toe. Mensen voelen zich onveiliger en de overlast wordt groter. Veel buurten staan op het punt te veranderen in probleemgebieden als nu niet wordt ingegrepen.

Dat staat in het onderzoek Veerkracht in corporatiebezit, dat is uitgevoerd in opdracht van de koepelorganisatie voor woningcorporaties Aedes. Steeds meer mensen met uiteenlopende sociale problemen wonen in dezelfde wijk. Daarbij gaat het onder meer om bewoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met een lichte verstandelijke beperking of met psychiatrische problemen.

Volgens de studie blijft de instroom van mensen met een laag inkomen in wijken met corporatiewoningen groeien. Daar komt bij dat huurders met een hoger inkomen steeds vaker de wijken verlaten.

„Het is nu tijd voor gezamenlijke actie om een tweedeling in wijken te voorkomen”, aldus Aedes-bestuurslid Hester van Buren. De corporaties roepen de overheid onder meer op de markttoets af te schaffen, zodat woningbouwverenigingen ook huizen met een middenhuur kunnen bouwen in wijken waar nu te veel sociale huurwoningen staan. Ook pleiten de corporaties voor goede zorg en begeleiding van kwetsbare huurders.

BEKIJK MEER VAN; armoede sociale diensten huisvesting en stedenbouw mensheid Den Haag Nederland

Onderzoek Aedes: Problemen in achterstandswijken nemen verder toe

MSN 03.02.2020 De leefbaarheid in achterstandswijken neemt steeds verder af. Hierdoor nemen de verschillen tussen goede en slechte wijken snel toe. In deze achterstandswijken wonen ook meer kwetsbare mensen met bijvoorbeeld psychische of financiële problemen of een verstandelijke beperking.

Dat blijkt uit een onderzoek van Aedes, de koepel van woningcorporaties.

In buurten met veel corporatiewoningen is de leefbaarheid gemiddeld lager dan in andere buurten. Er wonen zo’n anderhalf miljoen mensen in buurten met tenminste twee derde corporatiewoningen.

Van deze groep heeft 1,8 procent last van psychiatrische problemen, bijna drie keer zoveel als het landelijke gemiddelde. Ook heeft 24 procent van de inwoners van deze wijken een verstandelijke beperking, terwijl het landelijke gemiddelde op 9 procent ligt.

Investeringen in ‘Vogelaarwijken’ heeft nauwelijks effect gesorteerd

De groei van het aandeel kwetsbare huurders draagt bij aan de leefbaarheidsproblemen, constateert Aedes. Het gaat volgens de woningkoepel veelal om wijken die voormalig minister Ella Vogelaar al in 2007 definieerde als moeilijke wijken. Zij lanceerde een plan om de leefbaarheid in deze wijken te vergroten, maar dit initiatief lijkt dus geen effect te hebben gehad.

Een probleem is ook dat de instroom van kwetsbare huurders in deze wijken alleen maar toeneemt. Corporaties en gemeenten maken sinds 2015 prestatieafspraken over deze wijken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de betaalbaarheid van de woningen, de leefbaarheid in de buurten of investeringen in nieuwbouw of verduurzaming.

februari 3, 2020 Posted by | Vogelaarswijken, Vogelaarwijk | | 2 reacties

Tijd voor een nieuwe impuls in de Vogelaarwijken

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

Aanpak kwetsbare wijken

”Veel wijken maakten sinds 2002 – conform de landelijke trend – een positieve ontwikkeling van de leefbaarheid door. Vanaf 2012 veranderde het beeld, omdat bij het merendeel van de onderzochte wijken de stijgende lijn stokte. Een derde van deze wijken vertoont tussen 2012 en 2014 zelfs een achteruitgang. Voor de bewoners van deze wijken was de verbetering in 2014 weer verleden tijd.”

De stagnatie en achteruitgang is onder meer te wijten aan de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid, aldus de G32. ”Nu de economie weer aantrekt, is het tijd om de kwetsbare wijken van een nieuwe impuls te voorzien”, vindt de belangenvereniging.

Kwetsbare wijken hebben nieuwe impuls nodig – Platform31 07.03.2017 Door de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid was er de afgelopen jaren steeds minder aandacht voor kwetsbare wijken. Platform31 onderzocht hoe het nu met deze wijken gaat. Vanaf 2012 zien we de ontwikkeling van de leefbaarheid in deze wijken haperen. Een nieuwe impuls is nodig van gemeenten, Rijk en andere maatschappelijke partners.

Met de Leefbaarometer – een instrument dat de leefbaarheid op wijk- en buurtniveau meet – onderzocht Platform31 de leefbaarheid in meer dan 130 wijken die de afgelopen decennia als aandachtswijk of prioriteitswijk zijn gelabeld. Bij een ongeveer een derde van de wijken stagneerde vanaf 2012 de stijgende lijn; bijna veertig procent van de wijken vertoont zelfs een daling.

Verdiepend onderzoek in 12 wijken, Meerzicht (Zoetermeer), Buitenhof (Delft), Schiedam-Oost, Meerwijk (Haarlem), Jol/Galjoen (Lelystad), de Gestelse Buurt (Den Bosch), Jagershoef (Eindhoven), Kerkrade-West en Mariaberg (Maastricht), Selwerd (Groningen), Angelslo (Emmen), naar oorzaken van de afnemende leefbaarheid, laat zien dat in deze wijken concentraties ontstaan van kwetsbare groepen, zoals mensen die in armoede of met schulden leven, vroegtijdige schoolverlaters en mensen uit de maatschappelijke opvang.

De crisis, maar ook de nieuwe Woningwet en de decentralisaties in het sociale domein komen hard aan in kwetsbare wijken. Woningcorporaties renoveren nog wel sociale huurwoningen, maar bedienen geen starters en middengroepen meer. Marktpartijen investeren nauwelijks in deze wijken. In veel wijken zijn buurtcentra gesloten en corporaties zijn minder actief op het terrein van leefbaarheid.

Het onderzoek laat zien dat opgaven als segregatie, veiligheid, duurzaamheid, schulden en eenzaamheid om continue aandacht vragen van gemeenten, het Rijk en andere maatschappelijke partners. De aantrekkende economie en de energietransitie bieden nieuwe mogelijkheden om de leefbaarheid in kwetsbare wijken te verbeteren.

Meer informatie;

Platform31 bundelt alle informatie over het kennisprogramma Nieuwe perspectieven voor stedelijke vernieuwing op een overzichtelijke projectpagina.

1. Hoofdrapport Kwetsbare wijken in beeld

2. Bijlage Leefbaarheidsontwikkeling

3. Bijlage Wijkanalyses

2013 Terugblik

Overheidsgeld kan bewoners van Vogelaarwijken niet vooruit helpen

De onthutsende conclusie van het SCP-rapport was dat de ‘Vogelaar-gelden’ geen enkel extra effect hebben gehad bij de verbetering van probleemwijken. Weer een maakbaarheidsillusie armer, en tegen een enorme prijs.

Nederland moet nog wel eens bitter lachen om ‘Brussel’ met z’n miljardensubsidies die in een bodemloze put verdwijnen, maar ‘Den Haag’ zelf kan er ook wat van.

‘ANP’

Alle critici van het ‘krachtwijkenbeleid’ van het vierde kabinet-Balkenende (CDA, PvdA, ChristenUnie) hebben gelijk gekregen: de ambitie van toenmalig minister Ella Vogelaar (PvdA) voor Wonen, Wijken en Integratie om veertig probleemwijken in de grote(re) steden in de vaart der volkeren op te stoten door er met veel extra geld ‘krachtwijken’ van te maken, moet als mislukt worden beschouwd.

Netjes

Dat concludeert althans het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in Werk aan de wijk. Een quasi-experimentele evaluatie van het krachtwijkenbeleid.

LEES OOK:

Vogelaarwijken niet beter dan andere achterstandswijken

Het leerzame rapport is zeker niet alleen negatief. Het stelt vast dat de leefbaarheid in veel van die probleemwijken de afgelopen tien jaar best is opgeknapt. Simpel gezegd: het helpt als je slechte huizen sloopt, nieuwe koopwoningen bouwt voor welstandige bewoners die anders waren weggegaan of zich er komen vestigen, de publieke ruimte een beetje netjes houdt en de criminaliteit bestrijdt.

Stigma

Maar de onthutsende conclusie is ook dat de Vogelaar-gelden – al met al een miljard euro – die tussen 2008 en 2012 in die veertig ‘uitverkoren’ wijken zijn gepompt, vooral door de Nederlandse corporaties, geen enkel extra effect hebben gehad.

De Vogelaarwijken staan er niet beter voor dan moeilijke wijken die het geld niet kregen. In sommige opzichten zelfs slechter: het predikaat ‘Vogelaarwijk’ blijkt ook als een stigma te hebben gewerkt, met een ontmoedigende werking op bewoners.

Wat is de les? Niet dat het geen zin heeft om geld te steken in de leefbaarheid van probleemwijken. Het is mogelijk zulke buurten te verbeteren door ze aantrekkelijker te maken voor kansrijkere burgers met geld. Het is een langzaam proces, maar het kan.

Zelf doen

Maar achter het Vogelaar-beleid school een veel grotere, radicalere maakbaarheidsillusie. De gedachte namelijk dat als je maar genoeg extra geld in een kansarme bevolking pompt, die als vanzelf – versneld – zal gaan klimmen op de sociale ladder.

Daar is het SCP niks van gebleken. Er is sociale stijging in de Vogelaarwijken, maar niet meer dan elders. Weer een maakbaarheidsillusie armer, en tegen een enorme prijs: de overheid kan buurten wel (helpen) opknappen, maar hun inwoners niet vooruit helpen in de samenleving. Dat zullen ze echt zelf moeten

Vogelaarwijken zijn niet beter dan andere achterstandswijken

Alle miljoenen euro’s ten spijt, de zogenoemde ‘Vogelaarwijken’ doen het qua veiligheid en leefbaarheid niet beter of slechter dan vergelijkbare wijken. Sinds 2008 gaat het met alle probleemwijken iets beter, de Vogelaarwijken zijn daarin niet te onderscheiden.

Dat blijkt dinsdag uit een onderzoeksrapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de Vogelaarwijken, ook wel ‘krachtwijken’ genoemd.

‘ANP’

Optimistisch

De veiligheid is afgenomen in de Vogelaarwijken en de andere probleemwijken. De criminaliteit nam er toe en bewoners maakten vaker melding van misdaad.

De tevredenheid van de bewoners nam gemiddeld in alle probleemwijken toe en de bewoners zijn optimistisch over verdere verbetering.

VOLGENS BLOGGERS;

Afshin Ellian in 2008: Vogelaarbeleid immoreel en totaal zinloos

Geld

In 2007 introduceerde toenmalig minister Ella Vogelaar (PvdA, Wijken) hetActieplan Krachtwijken. Volgens het plan moest er in tien jaar tijd markante verbetering zijn in veertig achterstandswijken op het gebied van wonen, werken, leren en opgroeien, integreren en veiligheid. Daarvoor werd extra gelduitgetrokken.

VOLGENS ELSEVIER;

Commentaar Gertjan van Schoonhoven: ‘Overheidsgeld kan bewoners van Vogelaarwijken niet vooruit helpen’

Volgens het onderzoek zette de positieve ontwikkeling in probleemwijken al in voor het er specifiek beleid werd opgesteld. In de Vogelaarwijken zijn bewoners wel optimistischer over de verbeteringen en de toekomst dan in vergelijkbare wijken.

Nieuwbouw

Er is niet alleen geld vrijgemaakt voor de Vogelaarwijken, ook in andere probleemwijken is geïnvesteerd in sloop en nieuwbouw van huizen. De crisis op de huizenmarkt verminderde het positieve effect van de herstructurering, schrijft het SCP.

Voor de wijken is 1 miljard euro uitgetrokken en het plan zou tien jaar duren, maar het beleid werd in 2011 al afgeschaft.

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

zie ook: 2e kamerleden adopteren wijken

zie ook: Daniëlle de Winter PVV Den Haag – Vogelaarwijk is een bodemloze put

zie ook: Opkomst Gettowijken op Vinexlocaties

zie ook: ‘Zwakte als kracht’ Studiedag over kerkelijke presentie in Prachtwijken

zie ook: De Haagse Prachtwijken

zie ook: Haagsche Krachtwijken op Den Haag FM

zie ook: Slopen in Haagse wijken helpt niet altijd

zie ook: De Wijk van de remmende achterstand

zie ook: PVV Den Haag en de Rotterdamwet

zie ook: De Haagse Autochtonen-ASO-Tokkies-in-container-taal van de VVD

Zie ook: Ella Vogelaar laat de PvdA-koppen rollen

Ella Vogelaar (1949-2019) was niet bestand tegen harde Haagse cultuur

Elsevier 09.10.2019 Het plotselinge overlijden van oud-minister Ella Vogelaar (PvdA) wordt in Den Haag ervaren als een schok. PvdA-leider Lodewijk Asscher zegt dat zij ‘een groot hart voor anderen had’. VVD-premier Mark Rutte roemde haar als ‘een echte sociaal-democrate met stevige principes’.

Vogelaar trad in 2006 aan in een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie als minister van Volkshuisvesting. Zij selecteerde veertig achterstandswijken waarin ongeveer een miljard euro geïnvesteerd zou worden om het lot van de bewoners te verbeteren. Om te voorkomen dat de buurten een stigma kregen, sprak Vogelaar zelf over ‘krachtwijken’ en ‘prachtwijken ‘. Al snel ging het over ‘Vogelaarwijken’.

Een paar jaar later concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau dat de aanpak was mislukt. De bewoners van de veertig wijken waren niet beter af dan bewoners van vergelijkbare buurten. Het overheidsgeld had niets geholpen. Het was verdwenen in een bodemloze put.

Lees terug: Vogelaarwijken niet beter dan andere achterstandswijken

Ze leek rijzende ster PvdA te worden, maar strandde al na anderhalf jaar

Vogelaar was toen al lang geen minister meer. Aanvankelijk leek ze de rijzende ster van de PvdA te worden, maar haar presentatie was ongelukkig. Na een knallende ruzie met haar vicepremier en politiek leider Wouter Bos, moest ze al na anderhalf jaar het veld ruimen. Zij was niet opgewassen tegen de harde Haagse cultuur.

Vogelaar zat klem tussen de belangen van de volkshuisvesting en de druk die er vanuit de PvdA-top op haar werd uitgeoefend. Ze werd de kwetsbare plek in het kabinet. Nadat ze in dagblad Trouw een politiek hypercorrecte uitspraak had gedaan – ‘op den duur zullen we spreken over onze christelijk-Joodse-islamitische cultuur’ – verklaarde PVV-leider Geert Wilders haar ‘knettergek’.

Ze werd ook het slachtoffer van de ‘treiterjournalistiek’. Een filmpje waarin ze werd achtervolgd door een reporter van Geen Stijl was tekenend voor haar ongemakkelijke positie.

Vogelaar schreef boek met knipoog naar Wilders

Na haar aftreden schreven zij en haar man een boek over haar belevenissen als minister. De titel was een knipoog naar Wilders: Twintig maanden knettergek. Het was een zeldzaam inkijkje in de entourage van het kabinet en het was op het randje van de ministeriële geheimhouding. Het boek werd een kaskraker.

Vogelaar kwam uit Zeeland, was op jonge leeftijd lid van de Communistische Partij Nederland. Zij klom op via de vakbond van onderwijspersoneel en werd vicevoorzitter van de FNV. Daarna werkte zij in het bedrijfsleven, onder meer als commissaris bij Unilever.

Na het ministerschap zette zij zich in voor een woningcorporatie en voor het vrijwilligerswerk. Volgens haar familie leed zij aan ernstige depressies en koos zij zelf voor de dood.

‘Niet sociaal bouwen in dure wijken’

AD 30.05.2017 Het plan om meer sociale huurhuizen te bouwen in wijken als de Vogelwijk en Benoordenhout kan rekenen op felle tegenstand binnen de coalitie: ,,Die spreiding is idioot, duur en het helpt niet.”

Coalitiepartij VVD maakt gehakt van de spreidingsfilosofie die wethouder Joris Wijsmuller (HSP) onlangs in deze krant toelichtte. ,,Die is idioot”, zegt VVD-fractieleider Frans de Graaf. ,,Het heeft geen enkel aantoonbaar voordeel voor de bewoners, zo is onlangs in een proefschrift nog vastgesteld. En de grond is duur: voor hetzelfde geld bouw je twee sociale huurhuizen in een andere wijk.”

Dus volgens De Graaf heeft het weinig zin om ‘koste wat kost’ hoge en lage inkomensgroepen te spreiden. Wijsmuller vindt het juist belangrijk dat er geen villa-enclaves of sociale huurzones ontstaan. Alle doelgroepen moeten in de hele stad wonen, vindt hij.

AD 30.05.2017AD 30.05.2017

Zo wordt bekeken of er straks in het Rode Kruisziekenhuis aan de Sportlaan (rand Vogelwijk) en in het oude Poortgebouw van de Bronovoflat sociale huurhuizen kunnen worden toegevoegd: ,,Volgens mij vinden mensen het helemaal niet erg als nieuwe woningen sociale huurhuizen zijn”, zei de wethouder in het interview. ,,Zolang het maar past in het karakter van de wijk en het veel kwaliteit heeft.”

Heet hangijzer

Je moet ook kijken waar je nog veel kunt bouwen, Anne Toeters.

De liberalen verwijzen in hun kritiek naar recent promotieonderzoek. Daaruit blijkt dat het mengen van arme en rijke bewoners niet tot verbetering leidt. De samenstelling van de buurt heeft nauwelijks effect op baankansen of inkomen, concludeert de onderzoeker na een analyse van duizenden buurten.

Donderdag praat de Haagse politiek over de woonplannen van Wijsmuller. D66, de grootste coalitiepartij, is niet zo stellig tegen spreiding. Maar raadslid Anne Toeters benadrukt wel dat in een stadsdeel als Zuidwest veel meer ruimte is voor sociale huurhuizen dan in pakweg Benoordenhout: ,,Je moet ook kijken waar je nog veel kunt bouwen.”

Het woningbouwdossier is een heet hangijzer in de politiek. De stad moet de komende twintig jaar zeker 50.000 huizen bijbouwen om de bevolkingsgroei (jaarlijks gemiddeld plus 4.000) bij te benen.

Achterstandsjongeren die verhuizen naar een rijkere buurt gaan eerder meer dan minder probleemgedrag vertonen. Dat is een van de belangrijkste conclusies uit onderzoek van de TU Delft.

JUIST EXTRA TROUBLES IN PARADISE

BB 10.04.2017 Achterstandsjongeren die verhuizen naar een rijkere buurt gaan eerder meer dan minder probleemgedrag vertonen. Dat is een van de belangrijkste conclusies uit onderzoek van de TU Delft.

Agressief gedrag

Problemen in achterstandswijken worden vaak aangepakt door de buurt sociaal-economisch te mengen. Het idee erachter is dat de buurtbewoners met lagere inkomens en opleidingen zich kunnen optrekken aan hun buren die het sociaal-economisch beter doen. Maar jongeren die naar een rijkere buurt verhuizen, vertonen daarna juist meer probleemgedrag. Dat ontdekte onderzoeker van Jaap Nieuwenhuis van de Faculteit Bouwkunde.

Uit zijn studie blijkt dat wanneer jongeren verhuizen van een arme buurt naar een relatief rijke buurt, zij meer last hebben van depressie, angststoornissen, agressief gedrag en conflicten met hun ouders. Die bevinding gaat in tegen het algemene geloof dat het juist goed is om jongeren uit achterstandsbuurten te verhuizen naar betere buurten en te mengen met jongeren uit rijkere gezinnen.

 Welvarende buren

Vijf jaar lang werden jongeren uit heel Nederland tussen de 12 en 16 jaar oud gevolgd en hielden de onderzoekers onder andere veranderingen bij in het inkomen van hun ouders, hun verhuisgeschiedenissen, en veranderingen in de mate van probleemgedrag. Daaruit blijkt dat wanneer jongeren verhuizen naar een rijkere buurt, zij daarna een grotere kans hebben op probleemgedrag. Jongeren uit armere wijken lijken weinig baat te hebben bij meer welvarende buren. Dat gaat lijnrecht in tegen het beleid dat nu vaak gehanteerd wordt bij het mengen van wijken.

Oneerlijk

Het grotere contrast tussen hun eigen sociaal-economische situatie en die van de rest van de buurt lijkt te leiden tot meer problemen. Een verklaring ervoor is dat jongeren hun eigen situatie vergelijken met die van hun meer welvarende buren, waardoor hun relatief benadeelde sociaal-economische positie wordt bevestigd. Wanneer zij dit als oneerlijk beschouwen, kan het zich uiten in probleemgedrag.

Het gemeentelijk beleid zou zich volgens de onderzoeker vooral moeten richten op het vergroten van kansen op opleiding en werk van jongeren door te investeren in onderwijs.

Reactie Jouwert van Geene (DroomDoener)

Deels lijkt dit onderzoek in lijn te zijn met het onderzoek van Chetty et al. in de VS (https://scholar.harvard.edu/hendren/publications …Het is wel belangrijk om een andere conclusie van dat onderzoek aan te halen, namelijk dat het verhuizen van aan “slechte buurt” naar een “goede buurt” wanneer kinderen jonger dan 13 jaar zijn, weldegelijk zeer positieve effecten heeft op het leven van deze kinderen.
Een aardige podcast over dit fenomeen is Freakonomics Radio in januari dit jaar (“Is the American Dream Really Dead?”)http://freakonomics.com/podcast/american-dream-r …

Van probleemwijk naar Vogelaarsucces in Leeuwarden

Trouw 22.03.2017 Precies tien jaar geleden wees toenmalig minister Ella Vogelaar veertig probleemwijken aan waarin het kabinet Balkenende-IV zou investeren. Een daarvan was Heechterp-Schieringen in Leeuwarden. Hoe is het er nu?

Fridus van den Berg, beheerder van het wijkcentrum, wijst tijdens de wandeling op de nette nieuwbouwwoningen, die doen alsof ze oude boerderijen zijn. Op de daken prijken zonnepanelen, in een voortuintje staat een stenen hond. Het Marokkaanse gezin op de hoek heeft een moestuintje aangelegd. Groene kopjes prikken aarzelend door de aarde. “Van de week was vader druk aan het spitten. Mooi vind ik dat, dat moet je stimuleren.”

Van den Berg, die al dertig jaar in de wijk woont, knikt naar de kinderfietsen en andere spullen die ook in de tuin staan opgeslagen. “Dat is dan weer jammer. Maar ja, de woningen hebben nauwelijks bergruimte. Je moet toch wat.”

Armoedelijstjes

De nieuwbouwhuizen zijn goedkoop en klein, en dat is precies de belangrijkste reden dat Heechterp-Schieringen maar niet van de armoedelijstjes af komt. Wie het beter krijgt, trekt weg, om weer plek te maken voor nieuwe armen. Volgens Van den Berg zou wel 60 procent van de verhuizende gezinnen in de wijk zijn gebleven als er geschikte doorstroomwoningen waren geweest. ”We kunnen mensen wel helpen, maar het lukt niet om ze hier te houden.”

Een andere reden voor de chronisch hoge armoedescore: Leeuwarden heeft kleine postcodegebieden. Vijf Leeuwarder postcodegebieden met arme mensen klinkt veel, maar in werkelijkheid hoeven het maar een paar straten te zijn – niet te vergelijken met de aantallen in bijvoorbeeld de Haagse Schilderswijk.

Het is lastig te meten wat de vogelaaraanpak precies heeft opgeleverd, zegt Van den Berg. In Heechterp-Schieringen zaten de grootste problemen achter de voordeur. Dáár werd dan ook geïnvesteerd: in mensen, niet in stenen. En dat is minder zichtbaar, zeker als de betreffende mensen uit de wijk verdwijnen.

Elan 2007

Er was elan, toen in 2007. Er kwamen moestuintjes, taallessen, een pluktuin en een wijkmusical. Maar de klad kwam in de taallessen en de tuintjes maakten plaats voor nieuwbouw – na de zomer komen ze terug, trouwens, en dan permanent. De balkons van portiekflats bleken verrot, relatief veel vogelaargeld ging naar de opknapbeurt ervan.

Het grootste Leeuwarder vogelaarsucces: de zogenoemde Frontlijnteams – teams die langs de deuren op maat problemen oplossen. De multidisciplinaire aanpak – omdat er vaak meerdere problemen spelen, bijvoorbeeld én armoede én eenzaamheid én verslaving, werd eerst ‘uitgerold’ over Leeuwarden. “En daarna hebben we zeker honderd gemeentes op bezoek gehad die het kopieerden”, vertelt Andries Ekhart, de wijkenwethouder in Leeuwarden. Hij voegt er aan toe dat het aantal huisuitzettingen is gedaald met veertig procent, het aantal kinderen onder toezicht met een kwart.

In aanvulling op de langsdedeuraanpak zitten de Frontlijners nu in een gebouw, waar hulpbehoevende bewoners kunnen langskomen. Sommige problemen worden groepsgewijs aangepakt. Zo is er elke donderdag een financieel spreekuur waar gemiddeld een man of tien op afkomt. Er is een Kindpakket: hulp in natura voor ouders die geen sportvereniging of schoolreisje kunnen betalen. En de nutsbedrijven schakelen het wijkteam in bij stelselmatige betalingsachterstanden – de teamleden gaan dan langs om te kijken wat er loos is, en om waar nodig hulp te bieden.

In 2013 oordeelde het Sociaal Cultureel Planbureau hard: de vogelaaraanpak was compleet mislukt. Met name in vogelaarwijken in de vier grote steden daalde de burgerparticipatie.Het etiket ‘achterstandswijk’ zou juist demotiveren.

Volgens Ekhart balen veel Heechterp-Schieringers inderdaad van het stigma. “Elk jaar als de armoedecijfers komen, staat RTL weer bij de Plataanschool.”

Toen Kinderombudsman Dullaert en staatssecretaris Klijnsma de kinderen in 2015 vroegen wat er beter kon, antwoordden die: Het is zo jammer dat we altijd zo negatief in het nieuws komen. “Er moet iets structureels komen. Niet lappen met een tientje, maar banen. En tegelijkertijd: mijn zoon solliciteerde zich suf na zijn afstuderen. Hij ging naar Amsterdam en had zo een baan.”

Toch laat niet iedereen het hoofd hangen, lacht de wethouder. “Twee jaar terug lieten bewoners grote billboards plaatsen met de tekst: ‘Maar we zijn hier wél heel gelukkig!”

Gemengde wijken helpen minder bedeelde bewoners niet vooruit

Sociologisch onderzoek wijst uit dat buurteffect uitblijft…

VK 21.03.2017 Het idee dat arm zich aan rijk zou kunnen optrekken, gaat in de stadspraktijk niet op. Het mengen van een wijk leidt wel tot een hoger gemiddeld inkomen in die wijk, maar het heeft geen invloed op de economische positie van individuele bewoners. Dat concludeert politiek socioloog Emily Miltenburg die vrijdag promoveert.

Zelfs bewoners die door het mengingsideaal hun sociale huurwoning moesten verlaten en naar een welvarender buurt zijn verhuisd, gaan er qua arbeidsperspectieven niet op vooruit. Toch geloven veel politici en beleidsmakers nog altijd in het zogenoemde buurteffect. Het is een overtuiging die ten grondslag ligt aan decennia van sociaal beleid op woongebied, waaronder de ‘Vogelaarwijken’ waar tussen 2008 en 2012 honderden miljoenen in zijn geïnvesteerd.

Het opmerkelijke is dat wetenschappers keer op keer laten zien dat het zo niet werkt. Socioloog Miltenburg, die in Amsterdam woont, zag het wijkenbeleid – de sloop van sociale huurwoningen in ruil voor duurdere huizen – in haar eigen omgeving en besloot een studie te doen die zich uitsluitend richtte op eventuele economische effecten van dit gemengde wijkenbeleid.

Minder bedeelde bewoners hebben economisch gezien niets aan buurman met goed inkomen

‘Omdat veel van het eerdere onderzoek geen rekening hield met de verhuisgeschiedenis van bewoners en de relatie van bewoners met hun buurt, heb ik naar duizenden buurten in Nederlandse steden en dorpen gekeken over meerdere jaren’, zegt Miltenburg. ‘Mogelijk zou het effect per buurtbewoner verschillen en is het daarom niet eerder gevonden.’

Maar nee. Het bureneffect bestaat niet: oorspronkelijke minder bedeelde, lager geschoolde bewoners van een wijk hebben economisch gezien niets aan een buurman of buurvrouw met een goede baan en een goed inkomen. ‘Eigenlijk is het ook logisch, waarom zou ik profiteren van het feit dat mijn buurman goed verdient?’, zegt de sociologe.

Waarom blijft het dan zo’n hardnekkige gedachte in ons collectieve geheugen? ‘Ik snap dat wel. Het klinkt mooi – meer hulpbronnen, meer rolmodellen’, zegt Miltenburg. ‘Bovendien wil je geen excessen, zoals gettovorming of totale veryupping. Maar dat is vooral een politiek standpunt. Economisch is de invloed van de buurt aanzienlijk kleiner dan vaak wordt beweerd.’

Maarten van Ham, hoogleraar stedelijke vernieuwing (TU Delft), noemt de studie van Miltenburg goed uitgevoerd en is het eens met haar bevindingen. Toch concludeert hij niet dat het mengen van wijken geen zinvol beleid is. ‘Het verdunnen van armoede is namelijk wel goed voor de stad als geheel. De reputatie van een wijk kan verbeteren, je haalt de hogere en middeninkomens terug naar de oude binnensteden, waar nieuwe winkels en bedrijven ontstaan.’

Gemengd en goed onderwijs doet veel meer voor emancipatie dan gemengd wonen, aldus Maarten van Ham, hoogleraar stedelijke vernieuwing TU Delft.

Voor de oorspronkelijk bewoners (die deels verhuizen naar andere wijken) moet je alleen tegelijkertijd inzetten op betere scholing en kansen op de arbeidsmarkt, zegt Van Ham. ‘Gemengd en goed onderwijs doet veel meer voor emancipatie dan gemengd wonen.’

Dat beleidsmakers Oost-Indisch doof lijken voor de wetenschappelijke bevindingen over buurteffecten, beziet Van Ham met milde verbazing. ‘Ik zei het vijf jaar geleden al: soort zoekt soort, ook in de wijk, en wijkcontacten moeten niet overschat worden, aangezien de meeste mensen een netwerk hebben via werk of vrijetijdsbesteding.’

Wil je de wijk opknappen of de bewoners helpen?, aldus Maarten van Ham.

Hij hoopt dat beleidsmakers in de toekomst beter nadenken over het doel van wijkenbeleid. ‘Wil je de wijk opknappen of de bewoners helpen? Sloop gevolgd door nieuwbouw knapt alleen de wijk op.’

Armere wijkbewoners die naar een rijkere wijk verhuizen kunnen er zelfs op achteruit gaan, zegt Van Ham. ‘Wij hebben onlangs ontdekt dat het voor kwetsbare kinderen en jongeren averechts kan werken om naar een betere wijk te verhuizen; ze hebben daar meer conflicten en problemen. Daarom moet zulk beleid altijd samengaan met een investering in scholing en opleidingen.’

Volg en lees meer over:  MENS & MAATSCHAPPIJ     ECONOMIE  NEDERLAND  WETENSCHAP

De keerzijde van de ‘buurt in opkomst’

Trouw 21.03.2017 Als je buurt erop vooruitgaat, word je daar als bewoner niet altijd beter van, blijkt uit een nieuwe studie. In de Amsterdamse Transvaalbuurt wordt die zorg gedeeld.

Ze weet nog hoe de versgekookte was in het washuis in de Fronemanstraat rook. Heeft de spookwoningen van de in de oorlog afgevoerde Joden op haar netvlies. Ze herinnert zich de eerste huizen met een eigen douche. Zag decennia later nieuwbouw verrijzen. En kan precies vertellen welke winkeliers in de Pretoriusstraat zaten. “Een porseleinwinkel, een chocolaterie, de kwaliteitsbakker, twee schoenmakers, een ijzerwinkel, een aardappelwinkel, een kapper, een juwelier. Het was een prachtstraat.”

Wil Erents-de Brave is met haar 72 woonjaren misschien wel de langst zittende bewoner van de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost. Maar de buurt voelt niet meer als haar buurt, zegt ze.

In de jaren tachtig maakte ze mee hoe de buurt ‘onrustig’ werd. Op straat hingen drugsdealers en alcoholisten rond. Herrieschoppende hangjongeren intimideerden voorbijgangers. Later keerde de rust terug en tegenwoordig is de Transvaalbuurt een wijk in opkomst. Waar vroeger café De Zon zat, gesloten na een schietpartij, huist nu pastabar Spaghetteria.

Op de plek van een videotheek voor Bollywoodfilms, zit het winkeltje Olives&More. Sociale huurwoningen waar ook vrienden en kennissen van Erents woonden, zijn verkocht aan nieuwkomers. Naast de Surinaamse, Turkse en Marokkaanse gezinnen die er al langer wonen, komen nu steeds vaker blanke Nederlanders te wonen, vaak jong en hoogopgeleid. “Maar met die nieuwe bewoners heb ik amper contact”, zegt Erents. “Allemaal tweeverdieners, ze werken overdag en voelen weinig binding met de wijk.”

Geen natuurverschijnsel

Cody Hochstenbach kent de Transvaalbuurt: hij is zo’n nieuwkomer. “Toen ik ernaartoe verhuisde, zei een buurman die hier al lang woont: voor het eerst weer Nederlanders in dit blok.”

De afgelopen jaren onderzocht Hochstenbach hoe het proces verloopt dat de Transvaalbuurt nu doormaakt en dat elders in Amsterdam al jaren gaande is. ‘Gentrificatie’ wordt dat proces genoemd, de ontwikkeling dat wijken waar aanvankelijk vooral mensen met een bescheiden inkomen wonen bevolkt raken door welgestelde stedelingen.

Dat gebeurt in een aantal grote steden (zoals Utrecht en Haarlem), maar het meest in Amsterdam. Donderdag promoveert Hochstenbach aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift dat hij hierover schreef.

Gentrificatie is geen natuurverschijnsel, betoogt Hochstenbach, maar het gevolg van doelbewust beleid dat tien jaar geleden expliciet op papier is gezet. De bedoeling was om de welgestelde middenklasse een plek te bieden. En als die gaat wonen in wijken die er niet goed voorstaan, was de gedachte, kan de hele stad daar beter van worden.

“Beleidsmakers begonnen bovendien te denken dat Amsterdam de internationale concurrentie met andere steden moest aangaan, en dat daarvoor een welgestelde creatieve middenklasse nodig was, als aanjager van de stedelijke economie.”

Aanvankelijk was het beleid er vooral op gericht om oude woningen te slopen en te vervangen door nieuwbouw voor een ander soort bewoners. Dat gebeurde vooral in de zwakkere buurten, met de bedoeling die erbovenop te helpen. Die insteek sloot aan bij wat de gemeente gedaan had op het gebied van stedelijke vernieuwing.

Maar er heeft zich een aantal verschuivingen in het beleid voorgedaan, vertelt Hochstenbach. “Onder meer vanwege de crisis was er geen geld meer voor sloop en nieuwbouw. Daarom werd vaker gekozen voor een ander instrument om plek te bieden aan de middenklasse: het verkopen van socialehuurwoningen door de woningcorporaties.”

Opkomende buurten

Daarmee is ook een ander soort wijk in beeld gekomen. “Want de corporaties verkopen hun woningen bij voorkeur niet in de zwakkere buurten, maar in delen van de stad die toch al populair aan het worden zijn, onder meer omdat ze daar hogere prijzen kunnen vragen. Maar het gevolg is dat de gentrificatie nog extra wordt aangezwengeld, juist waar dat proces toch al gaande is, en dus niet langer in de kwetsbare wijken verder weg van de binnenstad.”

In de Transvaalbuurt is te zien hoe dat uitpakt. Kees Huyser (63) woont er al jaren, eerst als huurder, later in een huis dat hij midden in de crisis kocht van een corporatie. Nu is het twee keer zoveel waard. “Als ik het na mijn pensioen niet verkoop, ben ik bijna een dief van mijn eigen portemonnee.”

Pas sinds een jaar of tien voelt Huyser zich prettig in de buurt. “In het eerste jaar dat ik hier woonde, is er drie keer bij me ingebroken. De Joodse bakker, mijn onderbuurman, is weggepest. Hij kreeg briefjes met hakenkruizen en ‘vuile Jood’ in de bus.”

Dat was begin jaren tachtig. Nog maar zeven jaar terug werd Huyser op het Krugerplein omsingeld door een groep jongens die wilde weten of hij zijn portemonnee bij zich had. “Ik herken de buurt niet meer terug en daar ben ik blij om.”

Hochstenbach herkent de verhalen. Zeker, gentrificatie helpt problemen op te lossen, zegt hij. “Arme buurten gaan erop vooruit als er ook rijkere mensen komen wonen. Minder criminaliteit, minder overlast, minder straatvuil. Die problemen verdwijnen niet, trouwens, maar worden verschoven naar andere buurten.”

De stad als geheel heeft er ook profijt van, vervolgt hij. “Het aantrekken en behouden van de middenklasse is inderdaad goed voor de economie. Het schept allerlei soorten bedrijvigheid. Amsterdam wint aan concurrentiekracht – al kun je je afvragen wie daar voordeel van heeft.”

Toch is Hochstenbachs onderzoek ook een waarschuwing voor de gevolgen van dit beleid. Want de keerzijde is dat de stad steeds minder plek biedt aan mensen met een lager inkomen. Overal waar gentrificatie gaande is, stijgen de huur- en koopprijzen. “Wie goedkoop in zo’n wijk woont, zit goed”, zegt Hochstenbach. “Maar zodra iemand moet verhuizen, bijvoorbeeld omdat z’n gezin uitbreidt, heeft hij een probleem. Dan kan hij niet in zijn eigen buurt terecht, want die is te duur geworden, en ook niet in al die andere buurten in opkomst.”

De Schalk Burgerstraat. © Werry Crone

Armoede de stad uit

Hochstenbach spreekt in dit verband van ‘suburbanisatie van armoede’. Steeds meer mensen met weinig geld vertrekken naar de buitenwijken of naar Purmerend en Almere, blijkt uit verhuiscijfers die hij onder de loep nam.

Ook bewoners van de Transvaalbuurt lopen ertegenaan. De vriendinnen Yvonne Hussainali, Agnes Najoan, Santucha Ommen en Merian Vedder zoeken elke ochtend, als ze de kinderen naar school hebben gebracht, een koffietentje op. “Iedereen in de buurt kent ons”, lachen ze. Allemaal wonen ze al jaren in een socialehuurwoning, allemaal willen ze verhuizen.

Hussainali woont met vier kinderen in een tweekamerappartement. Ommen plaatste in een van haar slaapkamers een muurtje zodat de oudste van drie een eigen kamer heeft. En Vedder en haar gezin moeten het doen met 43 vierkante meter. Kopen gaat niet. Omdat ze met een bescheiden inkomen geen hypotheek kunnen krijgen, omdat het lastig is als zzp’er of omdat ze geen vast contract hebben.

Wonen ze over tien jaar hier nog? Nee, zeggen ze in koor. Vedder kijkt naar woningen in Diemen. Hussainali staat al zeventien jaar ingeschreven voor een socialehuurwoning, maar verwacht niet dat er binnen haar budget iets in de wijk te vinden is. En het huis van Ommen wordt volgend jaar gesloopt. “Als ik wil terugkomen, wordt mijn huur tussen de 80 en 140 euro hoger. Maar ik zit al aan mijn max.”

Jammer, vinden ze. Want eindelijk durven ze hun kinderen alleen naar de Albert Heijn te sturen.

Intussen gaat de verandering in gentrificerende buurten door. Ooit woonden er vooral mensen met weinig geld, later werden ze gemengd, nu krijgen ze opnieuw een eenzijdige bevolkingssamenstelling: vooral mensen met geld.

Dat proces wordt aangejaagd door nog iets anders, ontdekte Hochstenbach: ouders die woningen kopen voor hun studerende kinderen. Dat doen ze, als ze er maar even het geld voor hebben, in buurten in opkomst. “Ze kopen een huis vanwege de gebruikswaarde, als plek om te wonen”, legt Hochstenbach uit, “maar ook vanwege de speculatiewaarde, in de verwachting dat zo’n huis meer waard wordt. Dat jaagt de huizenprijzen op en daardoor worden zulke buurten voor nog minder mensen toegankelijk.”

Tarik Yousif (40) en zijn vrouw hadden ervan kunnen profiteren – als ze gewild hadden. Toen ze hun huis aan de Christiaan de Wetstraat te koop zetten, kwam het hoogste bod van ouders die een woning voor hun dochter zochten. Die ging pas over drie jaar studeren. “Enkele duizenden euro’s meer dan het tweede bod, ze konden het zonder hypotheek betalen.”

Maar uiteindelijk kozen Yousif en zijn vrouw voor een jong stel. “We gunden het ze om, net als wij, hier hun gezin te kunnen beginnen.” Gek misschien, geeft hij toe. “Maar gentrificatie houden we zelf in stand. Door tegen elkaar op te bieden. Of door hebberig voor het hoogste bod te kiezen.”

Toch ook uit de mond van Yousif niets dan goeds over de veranderingen in Transvaal. Toen hij zo’n twintig jaar geleden in de aangrenzende Oosterparkbuurt ging wonen, had hij twee kettingsloten. “Een om mijn fiets op slot te zetten en een om me mee te verdedigen als het nodig was.”

Wil Erents-de Brave:  ‘Alles van vroeger komt nooit meer terug.’ © Werry Crone

In die veranderde buurt staan bewoners voor een nieuwe uitdaging, ziet Yousif: niet van elkaar vervreemden. “Een schooldirecteur in de buurt wilde laatst brugklassers bij elkaar laten logeren. Bij de ouders brak paniek uit. Moslims waren bang dat hun kind ergens varkensvlees kreeg. Minder rijke ouders vreesden dat hun kinderen in een kast van een huis terecht kwamen, terwijl ze thuis een kamer delen.”

Inmiddels is er een omslag gaande. Steeds meer mensen zien de gevaren waarvoor ook Hochstenbach waarschuwt. “Dat heeft te maken, vermoed ik, met het feit dat wonen in veel wijken tegenwoordig niet alleen voor mensen met een laag inkomen onbetaalbaar wordt, maar ook voor wie een middeninkomen heeft. Het raakt nu echt veel mensen.”

Dat proces is nauwelijks te stoppen, ook al omdat Amsterdam maar blijft groeien. Elke maand komen er ongeveer duizend inwoners bij en de enorme vraag op de woningmarkt die daarvan het gevolg is, zorgt ervoor dat de ene na de andere wijk aan de beurt komt als plek waar ook welgestelden zich wel willen vestigen.

“Zonder druk op de woningmarkt komt gentrificatie niet op gang, want waarom zouden welgestelden in een mindere buurt gaan wonen als ze ook iets kunnen krijgen in een goede buurt? Vandaar dat Rotterdam maar matig gentrificeert, hoe graag het stadsbestuur dat ook wil”, zegt Hochstenbach. “Maar mét zo’n druk op de woningmarkt is anti-gentrificatiebeleid lastig.”

Stoppen met pro-gentrificatiebeleid, dat kan wel, zegt hij. “Stop bijvoorbeeld met de verkoop van socialehuurwoningen.”

Aan de Transvaalkade, waar Wil Erents-de Brave woont, zijn in drie jaar zeven woningen verkocht. “Alles van vroeger komt nooit meer terug”, zegt ze geëmotioneerd. “Nou ja, in mindere mate dan.” Of ze van plan is de buurt dan maar te verlaten? “Nee, nooit. Dit is mijn buurt, ik ben hier opgegroeid en getrouwd, mijn kinderen zijn hier geboren. Hier wil ik ook sterven.”

Anti-gentrificatiebeleid is lastig. Maar stoppen met pro-gentrificatiebeleid, dat kan wel.

Lees ook: Help, de hipsters nemen mijn buurt over

 

De verbetering van kwetsbare wijken is de afgelopen jaren in het slop geraakt. De leefbaarheid in veel wijken staat onder druk. Dat constateert de G32, een netwerk van bestuurders van 38 grote steden in Nederland, na onderzoek door Platform31.

LEEFBAARHEID IN KWETSBARE WIJKEN DAALT

BB 07.03.2017 De verbetering van kwetsbare wijken is de afgelopen jaren in het slop geraakt. De leefbaarheid in veel wijken staat onder druk. Dat  constateert de G32, een netwerk van bestuurders van 38 grote steden in Nederland, na onderzoek door Platform31.

Kwetsbare groepen

In bijna veertig procent van de kwetsbare wijken is de leefbaarheid sinds 2012 gedaald. Bij ongeveer eenderde van de betreffende wijken stagneerde de stijgende lijn in de leefbaarheid. Belangrijke redenen van de afnemende leefbaarheid zijn de verminderde investeringen in de fysieke leefomgeving en  de concentratie van kwetsbare groepen in deze wijken.  De G32 constateert dat overheid en marktpartijen samen moeten ingrijpen om de leefbaarheid nieuwe impulsen te geven.

Regie
De stagnatie en achteruitgang is onder meer te wijten aan de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid. ‘Het is tijd om de kwetsbare wijken van een nieuwe impuls te voorzien’, aldus Jop Fackeldey, bestuurslid van de G32 en wethouder in Lelystad. ‘Een nieuw perspectief voor kwetsbare wijken impliceert zeker niet het afstoffen van het oude wijkenbeleid. De nieuwe focus kan ook prangende kwesties als aangrijpingspunt nemen, waarvan wijken de vindplaats zijn: van verduurzaming tot segregatie, van schuldenproblematiek tot eenzaamheid, van maatschappelijke spanningen tot ondermijnende criminaliteit’. Op dit punt kunnen steden de regie weer nemen, aldus Fackeldey.

GERELATEERDE ARTIKELEN+

Leefbaarheid in kwetsbare woonwijken onder druk

NU 07.03.2017 De verbetering van kwetsbare wijken is de afgelopen jaren stil komen te staan. De leefbaarheid in veel wijken staat onder druk, constateert belangenvereniging G32, een netwerk van bestuurders van 38 grote steden in Nederland, na onderzoek.

”Veel wijken maakten sinds 2002 – conform de landelijke trend – een positieve ontwikkeling van de leefbaarheid door. Vanaf 2012 veranderde het beeld, omdat bij het merendeel van de onderzochte wijken de stijgende lijn stokte. Een derde van deze wijken vertoont tussen 2012 en 2014 zelfs een achteruitgang. Voor de bewoners van deze wijken was de verbetering in 2014 weer verleden tijd.”

De stagnatie en achteruitgang is onder meer te wijten aan de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid, aldus de G32. ”Nu de economie weer aantrekt, is het tijd om de kwetsbare wijken van een nieuwe impuls te voorzien”, vindt de belangenvereniging.

Lees meer over:  Achterstandswijken

Kwetsbare wijk holt achteruit

Telegraaf 07.03.2017 De verbetering van kwetsbare wijken is de afgelopen jaren in het slop geraakt. De leefbaarheid in veel wijken staat onder druk, constateert belangenvereniging G32, een netwerk van bestuurders van 38 grote steden in Nederland, na onderzoek.

„Veel wijken maakten sinds 2002 – conform de landelijke trend – een positieve ontwikkeling van de leefbaarheid door. Vanaf 2012 verandert het beeld, omdat bij het merendeel van de onderzochte wijken de stijgende lijn stokt. Een derde van deze wijken vertoont tussen 2012 en 2014 zelfs een achteruitgang. Voor de bewoners van deze wijken was de verbetering in 2014 weer verleden tijd.”

De stagnatie en achteruitgang is onder meer te wijten aan de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid, aldus de G32. „Nu de economie weer aantrekt, is het tijd om de kwetsbare wijken van een nieuwe impuls te voorzien”, vindt de belangenvereniging.

LEES MEER OVER;  ACHTERSTANDWIJKEN VOGELAARWIJKEN G32 STEDEN

Wonen in een ach­ter­stands­wijk: Het is verschrikkelijk

AD 07.03.2017 De leefbaarheid in achterstandswijken is achteruit gehold, bleek vandaag uit een onderzoek van de G32. Bewoners uit de wijk Jol in Lelystad ondervinden aan den lijve hoe de problemen zich daar opstapelen.

,,Ik heb al ruzie met de buren en ik wil het niet nóg erger maken’’, verontschuldigt een oudere mevrouw zich. ,,Het is verschrikkelijk om hier te wonen. De verhuisdozen staan al klaar.’’

Ze staat niet alleen, zo blijkt uit onderzoek van de middelgrote steden verenigd in de G32. Daaruit blijkt dat voor inwoners van kansarme wijken de problemen zich ophopen. Voor bijna de helft van de inwoners is de leefbaarheid sinds 2012 verslechterd. Mensen voelen zich minder veilig en klagen over het gebrek aan voorzieningen.

Ook Alletta en John Verbon die even verderop wonen zijn ronduit negatief over hun wijk. ,,Wij komen van oorsprong uit Veenendaal, daar is alles anders. Buren zeggen elkaar hier niet eens gedag.’’

Plakbandjes

Op hun eigen deur hangt een briefje met vier vergeelde plakbandjes. ,,Ik wil niets kopen. Ik wil geen abonnementen. Ik wil niet van mijn geld af. Ik wil niet over god praten. Mijn hond bijt niet. Ik wel. Dus blijf van mijn bel af.’’

Het stel heeft naar eigen zeggen vaak te kampen met ‘trammelant’. Wat dat is?

Hij: ,,Vechtpartijen.’’

Zij: ,,Steekpartijen.’’

’s Avonds durft zij de hond niet uit te laten. Dat doet hij altijd. Ze vervolgt: ,,Ze beginnen heel fijn, een feestje met een barbecuetje.’’ Maar negen van de tien keer loopt het volgens haar uit de hand doordat er drank in het spel is. ,,In het weekend is het – vooral zomers – elk weekend bingo. Gemiddeld staan er vijf à zes politiewagens.’’

In het weekend is het – vooral zomers – elk weekend bingo. Gemiddeld staan er vijf à zes politiewagens, aldus Bewoonster van de wijk Jol in Lelystad.

Vechtcultuur

Verschillende buren spreken over de overlast van een gezin Romazigeuners. ,,Die Romazigeuners zijn jaren geleden uit Utrecht weggejaagd’’, weet John Verbon. ,,Zoonlief heeft vader neergestoken, ook omdat vaders moeders heeft geslagen. Aan de overkant woon ook zo’n soort gezin. Ook vechtcultuur. Niet in huis, ook buiten.’’

Het Roma-gezin was niet thuis. De uit Ecuador afkomstige buurvrouw Ariana Palacio wel. ,,Het is hier overal vies.’’ Ze noemt het ‘lastig’ dat haar kinderen in de buurt Jol opgroeien. ,, Mijn kinderen kunnen niet de voortuin buiten spelen en ook niet in de achtertuin, omdat het hier altijd vies is.’’

Tegenover haar huis ligt wat er over is gebleven van een grote, oude bank, in verschillende losse stukken verspreid over het gras. Daar tussen wat resten kunstgras en een loopstoeltje voor een dreumes. ,,Deze kant op’’, roept ze haar zoontjes zodra ze op hun loopfietsjes de verkeerde kant op gaan als ze de hond uitlaat.

© AD

Zwerfvuil

Een gemeentewerker staat in een feloranje jas met reflecterende strepen een paar lege koffiebekers uit de bosjes te vissen. ,,Het is een hele levendige, kleurrijke buurt hier. Er ligt hier altijd zwerfvuil en troep. Je blijft bezig. Altijd wat te doen.’’

De bosjes even verderop zijn pas gekortwiekt door buurtgenoten in samenwerking met de woningcorporatie en de gemeente Lelystad. ,,Bij het weghalen van de struiken kwamen allemaal naalden naar boven’’, vertelt Eleonora Bos. ,,Waarschijnlijk van drugs. Ze zaten in de grond en tussen de struiken. Gelukkig is het op tijd weggehaald en opgelost met nieuwe beplanting. Maar er spelen hier kinderen. Je wilt het niet weten.’’ De buurtbewoonster die vanwege een infarct niet meer kan werken hoopt dat de bosjes er zo netjes bij blijven staan als het nu is. ,,We moeten dit met mekaar doen. Maar het heeft wel tijd nodig.’’

Bij het weghalen van de struiken kwamen allemaal naalden naar boven. Waarschijnlijk van drugs, Eleonora Bos.

Opstapelen problemen

Volgens wethouder in Lelystad Jop Fackeldij is er echter geen tijd te verliezen. ,,Vroeger werd er heel veel geïnvesteerd in de openbare ruimte, de straten, de verlichting en de woningen. Dat gebeurde voor een deel met geld van het Rijk. Dat viel weg.’’ Tegelijkertijd legde het Rijk volgens de wethouder heel veel andere taken bij de gemeente neer, zoals de jeugdzorg, waardoor de gemeente zelf ook de aandacht ‘moest verleggen’.

Mede daardoor komen mensen met psychiatrische problemen, schulden, vroegtijdig schoolverlaters en asielzoekers steeds vaker bij elkaar in de buurt wonen. ,,Als iemand zware schulden heeft en bij wijze van spreken geen vloedbedekking heeft, dan kun je wel aanbellen om te vragen of hij of zij wil samenwerken om de buurt beter te maken. Maar die persoon heeft dan een veel groter probleem’’, licht de PvdA-wethouder de ernst toe. ,,Het probleem is dat problemen opstapelen en dat mensen niet meer in staat zijn om daar zelfstandig uit te komen.’’

Kwetsbare wijk holt achteruit

AD 07.03.2017 Na jaren van verbetering gaat de leefbaarheid in achterstandswijken weer achteruit. Mensen met schulden, psychiatrische problemen, vroegtijdig schoolverlaters en asielzoekers wonen weer vaker bij elkaar in de buurt.

Dat blijkt uit onderzoek naar ruim 130 achterstandsbuurten, die in 2007 deels bestempeld zijn als Vogelaarwijken. In veel probleemwijken werd de leefbaarheid steeds beter, maar uit nieuw onderzoek blijkt dat die stijgende lijn stokt.

Bijna de helft van de inwoners van achterstandsbuurten ging er sinds 2012 in leefbaarheid op achteruit. Zo staat in het onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de G32, het stedennetwerk van middelgrote steden in Nederland.

Kwetsbare groepen
In twaalf wijken is extra onderzoek gedaan naar de oorzaken van de afnemende leefbaarheid. Dat gaat om Meerzicht (Zoetermeer), Buitenhof (Delft), Schiedam-Oost, Meerwijk (Haarlem), Jol/Galjoen (Lelystad), de Gestelse Buurt (Den Bosch), Jagershoef (Eindhoven), Kerkrade-West en Mariaberg(Maastricht), Selwerd (Groningen), Angelslo (Emmen). Uit die analyse blijkt dat de belangrijkste reden voor het verval daar de concentratie van kwetsbare groepen is.

In die buurten woonden al relatief veel mensen met lage inkomens, lage opleiding, schulden en psychiatrische problemen. Door de bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg, komen daar relatief vaak psychiatrische patiënten bij. Daklozen stromen vaak door naar een woning in een achterstandswijk en asielzoekers met verblijfsstatus worden ook relatief vaak daar gehuisvest.

Dit onderzoek toont aan dat kwetsbare wijken als er niets gebeurt als eerst achteruit hollen, aldus Wethouder in Lelystad Jop Fackeldey.

Minder aandacht
,,Door de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid was er de afgelopen jaren steeds minder aandacht voor kwetsbare wijken”, betoogt wethouder in Lelystad Jop Fackeldey, die bij de G32 verantwoordelijk is voor stedenbeleid. ,,Dit onderzoek toont aan dat kwetsbare wijken als er niets gebeurt als eerst achteruit hollen.”

Volgens de gemeenten pakt het kabinetsbeleid verkeerd uit. Woningcorporaties mogen van het kabinet-Rutte alleen nog maar geld steken in huizen voor lagere inkomens. Het was de bedoeling dat marktpartijen zouden investeren in wat duurdere woningen, maar die blijken dat in achterstandswijken nauwelijks te doen.

Investeren
De gemeenten vinden dat overheden weer moeten investeren in achterstandswijken en dat met marktpartijen afspraken worden gemaakt om de buurten gemengd te houden. Dat betekent volgens Fackeldey niet ‘dat we het oude wijkenbeleid moeten afstoffen’.

,,Steden moeten de regie weer nemen. Nu de economie weer aantrekt, moet je opnieuw in kwetsbare buurten investeren.”

maart 8, 2017 Posted by | 2e kamer, bezuinigingen, huurverhoging, huurwet, politiek, PvdA, scheefhuur, scheefwonen, vluchtelingen, Vogelaarswijken | , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Tijd voor een nieuwe impuls in de Vogelaarwijken