‘We roepen snel het “Islamitische Emiraat Afghanistan” uit’
De Taliban hebben de macht in Afghanistan overgenomen, nadat ze ook de hoofdstad Kaboel voor een groot deel onder controle hadden gekregen. In het presidentiële paleis in Kaboel riepen vertegenwoordigers van de islamitische fundamentalisten de overwinning uit. De Afghaanse president Ashraf Ghani, zijn vrouw, staatshoofd en nationale veiligheidsadviseur zijn gevlucht naar Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan.
Talibanstrijders hebben inmiddels zelfs al het presidentieel paleis in Kabul ingenomen, claimen twee commandanten van de extremistische beweging. De regering heeft het nog niet bevestigd of ontkend. Woordvoerders waren niet direct beschikbaar voor commentaar, meldt Reuters.
Een Taliban-woordvoerder heeft gezegd dat nu spoedig het “Islamitische Emiraat Afghanistan” wordt uitgeroepen vanuit het presidentiële paleis. De status hiervan is evenwel onduidelijk.
Stad na stad viel in handen van de Taliban. De opmars in Afghanistan duurde een week. “Vooraf wisten analisten wel dat het Afghanistan van na de internationale interventie een kaartenhuis was. Maar deze opmars is ongekend, haast ongelooflijk”, zegt Martijn Kitzen, oud-militair en hoogleraar irreguliere oorlogvoering aan de telefoon tegen NRC.
De Taliban is efficiënter, slimmer en sneller dan van tevoren werd gedacht. “Deze campagne had niet zo snel kunnen plaatsvinden zonder een centrale aansturing, een uitgedacht plan. Voor de uitvoer is steun nodig, aanwas van manschappen en materieel. Het lijkt me aannemelijk dat dit is opgezet en aangestuurd vanuit de uitvalsbasis in Pakistan.”
“De Taliban hebben gedaan wat je kunt verwachten van zo’n niet-statelijke beweging: afwachten, voorbereiden,” legt Kitzen uit. “Het cliché is: wij, de interventiemacht, hebben horloges, maar zij hebben de tijd. En zo was het ook. Zelfs toen de NAVO een gezamenlijke strategie opstelde, werd een einddatum afgesproken. De Taliban wisten precies hoe lang ze moesten wachten, en op het moment van vertrek was er geen fundament voor de echte stabiliteit die we wilden creëren.”
Het volk zelf reageert gelaten. “De Afghanen hebben zo ongeveer veertig jaar oorlog gekend. Ik kan mij voorstellen dat, ook bij de door de coalitietroepen getrainde militairen, een notie is van: De Taliban zijn nu de sterke partij, laat dat maar even’.”
De Taliban zijn zondagochtend 15.08.2021 Kabul binnengetrokken. De president trad volgens ingewijden af en de Afghaanse minister van Binnenlandse Zaken heeft al laten weten dat er een vreedzame machtsoverdracht gaat plaatsvinden.
Terugblik
De Taliban bleken de afgelopen weken efficiënter, slimmer en sneller dan van tevoren werd gedacht, stelt Martijn Kitzen, oud-militair en hoogleraar irreguliere oorlogvoering. „Vooraf wisten analisten wel dat het Afghanistan van na de internationale interventie een kaartenhuis was. Maar deze opmars is ongekend, haast ongelooflijk”, zegt hij aan de telefoon.
De militaire ontwikkelingen in Afghanistan gaan zo snel dat het lastig is al zekerheden te formuleren, aldus de onderzoeker. Maar duidelijk is voor hem wel: „Deze campagne had niet zo snel kunnen plaatsvinden zonder een centrale aansturing, een uitgedacht plan. Voor de uitvoer is steun nodig, aanwas van manschappen en materieel. Het lijkt me aannemelijk dat dit is opgezet en aangestuurd vanuit de uitvalsbasis in Pakistan.”
Daar komt de steun van enkele lokale leiders en kleinere organisaties bij, die de Taliban juist binnenhaalden en de controle opgaven zonder enig verzet.
In andere gebieden is wel strijd geleverd door plaatselijke autoriteiten. In juli circuleerden videobeelden van de executie van zeker twintig Afghaanse commando’s in de noordelijke provincie Faryab, door Talibanstrijders. De grote lokale verschillen maken de verwarring in het land nog groter, ziet Kitzen. De Taliban kunnen vooralsnog profiteren van hun successen, en in kracht groeien door de overname van gebieden, materieel en wapens. Deze razende opmars heeft ook zijn weerslag op het moreel van lokale troepen, die het inmiddels vrijwel zonder buitenlandse hulp moeten stellen.
Langere adem dan de vijand
Van het moreel was volgens Kitzen al niet veel over nadat president Joe Biden de volledige terugtrekking van de Amerikanen had afgekondigd. Dat dit besluit deze zomer al in praktijk werd gebracht, bijvoorbeeld met het verlaten van de vliegbasis Bagram, was voor president Ashraf Ghani een nare verrassing. Hij noemde het „te abrupt” voor zijn regering en het Afghaanse veiligheidsapparaat.
Voor de Taliban was het juist het moment waarop was gewacht, stelt Kitzen, die zich verdiept in de organisatie en tactieken van guerrillabewegingen. De Taliban troffen de laatste jaren voorbereidingen voor dit offensief, zoals het uitvoeren van kleinere aanvallen tegen de coalitie- en regeringstroepen, in onder meer Uruzgan. Die werden toen nog afgeslagen. „Op die manier kon de beweging zien hoe ver zij konden komen, we noemen dat probing attacks. Zo hebben de Taliban geleerd”, is de analyse van Kitzen.
In die jaren legden de buitenlandse troepen zich toe op het trainen van lokale eenheden en die wederkerende opstand maar werd steeds minder gekeken naar de maatschappelijke wortels van de Taliban.
Zo heeft volgens Kitzen de twintig jaar aanwezigheid uiteindelijk weinig duurzame impact gehad. „Er zijn theorieën over het bestrijden van guerrillabewegingen: het vergt een brede aanpak, aangepast aan de lokale situatie, en langdurig ingezet. Je moet kijken wat werkt en dat lang volhouden. Maar in het Westen is het draagvlak afgenomen, sinds ongeveer 2010. Er is daardoor niet gewerkt aan echte stabiliteit.”
„De Taliban hebben gedaan wat je kunt verwachten van zo’n niet-statelijke beweging: afwachten, voorbereiden. Het cliché is: wij, de interventiemacht, hebben horloges, maar zij hebben de tijd. En zo was het ook. Zelfs toen de NAVO een gezamenlijke strategie opstelde, werd een einddatum afgesproken. De Taliban wisten precies hoe lang ze moesten wachten, en op het moment van vertrek was er geen fundament voor de echte stabiliteit die we wilden creëren.”
Het gevolg bij de lokale bevolking is volgens Kitzen een zekere gelatenheid, ingegeven door overlevingsdrang. „De Afghanen hebben zo ongeveer veertig jaar oorlog gekend. Ik kan mij voorstellen dat, ook bij de door de coalitietroepen getrainde militairen, een notie is van: De Taliban zijn nu de sterke partij, laat dat maar even’.”
Doel is macht
Zaterdag viel Mazar-i-Sharif en rukten de strijders op tot vijftig kilometer van Kabul. Maar of de combinatie van een voedingsbodem en gelatenheid de Taliban tot in de hoofdstad brengt, is Kitzen niet zeker. Hij denkt dat Kabul nog verdedigd kan worden en dan een belegerde stad wordt.
Bovendien is het voor de Taliban wellicht een te groot risico om zich direct na buitenlands vertrek op die ‘hoofdprijs’ te storten: vergeldingsacties van de Amerikanen zijn dan niet uitgesloten. Voor Joe Biden zou luchtsteun aan de Afghaanse regering nog een optie zijn, en daartegen zijn de strijders misschien niet bestand – iets dat in komende dagen of weken moet blijken.
Doel van de beweging is macht op het Afghaanse grondgebied, en daarvoor zijn wellicht ook geen gevechten in de hoofdstad nodig. De daar gezetelde centrale regering staat al onder druk, president Ghani wendde zich zaterdag in een televisietoespraak tot de overgebleven troepen en zoekt nog naar een politieke oplossing.
Kitzen: „De steden die nu gevallen zijn, hebben grote symbolische waarde. Het is denkbaar dat de Taliban nu van hun positie gebruik maken en een deal forceren. Dan zouden de militaire successen verworden tot formele machtsverhoudingen.” Dat is ook wat de Taliban met de Verenigde Staten afspraken: een overeenkomst sluiten met de regering.
Stel dat de organisatie zich op die manier weet te vestigen, dan kan Afghanistan opnieuw een black hole worden, een toevluchtsoord voor andere extremistische groeperingen. Juist die situatie wilden de Amerikanen en de NAVO in de jaren na 11 september 2001 bestrijden en voorkomen, roept Kitzen in herinnering.
Een afgang voor de westerse mogendheden?
De analist wil voorlopig niet aan die conclusie, want het stof is nog niet neergedaald. „Ik vrees dat de politieke teneur nu gaat zijn: we moeten nooit meer zo’n interventie doen. Terwijl de les zou moeten zijn: als er een legitieme aanleiding is, een dreiging, moeten we onze strategieën met meer geduld implementeren voor een duurzaam resultaat.”
Burgeroorlog
Sinds het vertrek van de NAVO-troepenmachten was de Taliban al aan een opmars bezig. De terreurbeweging had al meerdere grote Afghaanse steden ingenomen en lijkt daar nog niet mee klaar. Dit weekend zei een woordvoerder tegen Al Jazeera dat er voorlopig geen staakt-het-vuren zal worden gesloten.
President Ashraf Ghani denkt dat een burgeroorlog in Afghanistan onvermijdelijk is. Hij wil in zee met milities en krijgsheren om de Taliban te stoppen. Ghani denkt niet dat er nog iets uit de vredesonderhandelingen tussen beide partijen komt, al blijft hij openstaan voor het gesprek, zegt zijn woordvoerder. Hij bereid zich voor op een burgeroorlog, vergelijkbaar met de situatie in de jaren negentig. De president wil ook burgers gaan bewapenen, zodat zij zich ook kunnen weren tegen de jihadisten van de Taliban.
De Amerikaanse gezant Zalmay Khalilzad probeert ondertussen in Qatar onderhandelaars van de Taliban ertoe te bewegen de wapens neer te leggen. Ook de NAVO roept de Taliban op om het geweld te stoppen. ,,Het is een moeilijke en uitdagende situatie. De Taliban moeten begrijpen dat ze nooit worden erkend door de internationale gemeenschap als ze de macht pakken door middel van geweld en het politieke proces negeren.’’ De NAVO roept landen in de regio op bij te dragen aan het vredesproces.
11 september 2001 WTC
De fundamentalistische Taliban-beweging beheerste in de jaren negentig al een groot deel van het land. Dat regime kwam ten val toen de VS binnenvielen na de terreuraanslagen op Amerikaans grondgebied WTC Ground Zero NY van 11 september 2001.
De Taliban voerden de afgelopen twintig jaar een ware guerrillastrijd tegen troepen van de regering in Kabul en de internationale strijdkrachten die nu vertrekken uit Afghanistan. En denk hierbij ook terug aan het maatschappelijk debatdat daardoor steeds meer onder druk kwam te staan door de verhoogde dreiging van aanslagen door extremisten !!!
Gebombardeerde Afghanen eisen logboeken van Nederlandse F16’s in Uruzgan
Vier Afghanen eisen van het ministerie van Defensie de logboeken op van Nederlandse F16’s, Apache-gevechtshelikopters en een pantserhouwitser die tijdens een nacht in juni 2007 zijn ingezet in de Chora-vallei in de Afghaanse provincie Uruzgan.
De vier doen dit in een rechtszaak die ze hebben aangespannen tegen Defensie, waarin ze de Nederlandse staat aansprakelijk stellen voor een bombardement op hun huizen, waarbij tientallen doden vielen. De Afghanen hopen met de logboeken te kunnen bewijzen dat ze zijn bestookt door de Nederlanders.
,,Ik wil vooral dat duidelijk wordt wat er nou precies die nacht is gebeurd”, zegt advocaat Liesbeth Zegveld, die de Afghanen bijstaat. ,,Waarom zijn de huizen van mijn cliënten gebombardeerd?”
Telegraaf 17.03.2021
Het ministerie van Defensie wil nog niet zeggen of het inzage geeft in de logboeken. Volgens het ministerie zal dit ‘onderwerp van bespreking’ zijn als de zaak op 29 maart 2021 voor het eerst in Den Haag voor de rechter komt.
Het ministerie van Defensie buigt zich over een melding van een Uruzgan-veteraan over een geweldsincident in 2007. Deze veteraan, Servie Hölzken, vertelt in Trouw hoe hij en zijn pantsergenie-eenheid halverwege dat jaar huizen beschoten in de Afghaanse provincie. Mogelijk zijn daarbij burgerdoden gevallen.
AD 23.03.2021
Vertrek uit Afganistan
De vredesonderhandelingen over Afghanistan worden volgende maand voortgezet in Istanboel. President Biden hoopt nog steeds op 1 mei 2021 te kunnen beginnen met het terugtrekken van Amerikaanse soldaten.
Na het vredesoverleg in Moskou, vorige week, is onduidelijk hoe de vlag erbij hangt. Optimisten willen de uitkomst van dat overleg en de aanwezigheid van alle grote spelers rond het conflict (inclusief China en Pakistan) graag uitleggen als bemoedigend. Ze hopen op een ‘laatste en beslissende fase’ naar vrede. Pessimisten verwachten dat het onderlinge Afghaanse geruzie weer oplaait en leidt tot een mislukking van de gesprekken.
Daags na de conferentie in Moskou stuurde de Afghaanse president Ashraf Ghani alvast twee ministers de laan uit. Zijn grote politieke rivaal maar ook regeringspartner Abdullah Abdullah was ziedend. ,,Deze beslissing is tegen de belangen van het land in de huidige situatie en is onaanvaardbaar’’, zei hij in een zaterdag vrijgegeven verklaring. Volgende maand komen alle Afghaanse partijen, inclusief de taliban, weer aan tafel in Istanbul.
NOS 13.04.2021 President Biden heeft besloten om voor 11 september van dit jaar de laatste Amerikaanse troepen uit Afghanistan te halen, melden functionarissen. Die dag is het twintig jaar geleden dat de aanslagen op het World Trade Center in New York werden gepleegd, wat de directe aanleiding was voor de invasie van Afghanistan onder leiding van de VS.
De terugtrekking is onvoorwaardelijk, aldus een hoge Amerikaanse regeringsfunctionaris. “De president heeft geoordeeld dat met een terugtrekking op basis van voorwaarden, wat de strategie is geweest in de afgelopen twee decennia, Amerika gedoemd is voor altijd in Afghanistan te blijven.”
Volgens de functionaris bestaat er voor het conflict in Afghanistan “geen militaire oplossing”. De Amerikanen zullen na 11 september overigens nog wel met “aanzienlijke middelen” in de regio aanwezig blijven om terrorisme tegen te gaan.
De Amerikaanse ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, Antony Blinken en Lloyd Austin, maken het besluit vermoedelijk morgen bekend aan de NAVO-bondgenoten in Brussel. Mogelijk legt Biden zelf ook nog een verklaring af.
Deadline wordt niet gehaald
In januari zei waarnemend defensieminister Miller nog dat het de bedoeling was dat de laatste troepen in mei van dit jaar weg zouden zijn. De vorige regering, die van Donald Trump, was dat overeengekomen met de Taliban, zonder de bondgenoten er vooraf van op de hoogte te stellen. Vorige maand dreigden de Taliban nog met geweld als de Amerikanen niet op 1 mei weg zouden zijn.
Op dit moment zijn nog zo’n 2500 Amerikaanse militairen gestationeerd in Afghanistan. De piek was in 2011, toen er zo’n 100.000 Amerikaanse militairen in het land waren. Ongeveer 2400 Amerikaanse militairen zijn sinds het begin van de oorlog gesneuveld en duizenden zijn gewond geraakt.
Nederland stuurt juist extra militairen
Aan de NAVO-missie in Afghanistan dragen ook Nederland en andere lidstaten troepen bij. Nederland stuurt juist nog eens tachtig militairen naar Afghanistan om deel te nemen aan de NAVO-missie Resolute Support, bevestigen de demissionaire ministers Blok (Buitenlandse Zaken) en Bijleveld (Defensie) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Het gaat om infanteristen van de landmacht die op verzoek van bondgenoot Duitsland worden gestuurd vanwege de toegenomen dreiging van de Taliban. De Tweede Kamer zal op korte termijn nader worden geïnformeerd over het besluit in een zogeheten artikel-100-brief, waarna een debat volgt.
NOS 29.03.2021 Defensie moet opnieuw een reconstructie maken van de slag om Chora, de Afghaanse vallei waar Nederlandse militairen in 2007 strijd met de Taliban leverden. Dat heeft de rechtbank van Den Haag bepaald in de zaak die is aangespannen door Afghaanse slachtoffers en nabestaanden van de Nederlandse bombardementen.
Bij de beschietingen in de nacht van 16 op 17 juni in de Afghaanse provincie Uruzgan zouden vijftig tot tachtig burgerdoden zijn gevallen. Defensie heeft steeds beweerd dat het oorlogsrecht is nageleefd. Het ministerie ziet steun in tal van rapporten van de NAVO, de Afghaanse regering en een lokale humanitaire organisatie.
Advocaat Liesbeth Zegveld, die de slachtoffers en hun nabestaanden vertegenwoordigt, legde de rechtbank stukken voor waaruit volgens haar blijkt dat de Nederlandse Defensie in strijd met het oorlogsrecht willekeurig gebombardeerd heeft.
Disproportioneel
De rechters willen nu weten op basis van welke informatie Afghaanse huizen zijn aangemerkt als militair doelwit. De voorzitter van de rechtbank zei te begrijpen dat een reconstructie lastig is, ook omdat sommige informatie wellicht geheim moet blijven.
Slachtoffers en nabestaanden eisen een schadevergoeding van Defensie. Ze lagen te slapen toen de Nederlandse bommen vielen. Volgens advocaat Zegveld waren de bombardementen disproportioneel, ook omdat de burgers niet vooraf waren gewaarschuwd.
Defensie spreekt dat tegen en zegt dat de burgerbevolking wel is geïnformeerd via de lokale autoriteiten. De meeste bewoners waren ook uit het gebied vertrokken, zegt de landsadvocaat.
Het bombardement maakte deel uit van de slag om de Choravallei. Dat strategisch gelegen gebied dreigde in handen te vallen van Taliban. Daarop besloot de commandant van de Nederlandse eenheid om de zone waarvan werd aangenomen dat de Talibanstrijders zich er ophielden, ’s nachts onder vuur te nemen.
Telegraaf 29.03.2021 Nederlandse militairen stonden volledig in hun recht om een woonhuis aan te vallen tijdens de slag om Chora in Afghanistan. Dat zegt de landsadvocaat in verweer tegen advocate Liesbeth Zegveld. Die wil een schadevergoeding voor haar cliënten, slachtoffers van een Nederlands bombardement in 2007.
Bij de slag om Chora vielen in juni 2007 tientallen burgerdoden. Dat gebeurde als nevenschade toen Nederlandse militairen alles uit de kast trokken om te voorkomen dat talibanstrijders de Chora-vallei zouden heroveren. Nederland zag een grote invasie van drie kanten op zich af komen. Om de vijand terug te slaan, werd luchtsteun aangevraagd. Afghaanse burgers kregen de oproep om een veilig heenkomen te zoeken. Toen de rook was opgetrokken, bleek op de ochtend van 17 juni dat er toch nog veel burgers in dat deel van de vallei hadden gezeten.
Mensenrechtenadvocate Zegveld meent dat Nederland veel te hard van stapel is gelopen en wil een schadevergoeding voor haar cliënten, vier nabestaanden en een groep erfgenamen. Volgens haar deugde de inlichtingen van de Nederlanders niet op de vooravond van de aanval. Er was geen gigantische invasie op komst, de schattingen van het aantal talibanstrijders in de vallei waren sterk overdreven. Ook dreigde ook geen massaslachting onder de Afghaanse bevolking als Nederland zich zou terugtrekken.
Bovendien zou er toende aanval werd ingezet geen goed zicht zijn geweest op de doelen en of daar burger of strijders zaten. Niet duidelijk was volgens Zegveld waar de taliban zich verschanst hadden en of de vervolgens de door Nederland bestelde bommen op de juiste plek vielen.
’Aanval was in overeenstemming met het oorlogsrecht’
Het ministerie van Defensie kijkt er heel anders tegenaan. De zaak draait om één specifiek huizencomplex waar zeven F-16-bommen op vielen. Het aanvallen van dat doel was in overeenstemming met het oorlogsrecht, vindt de Staat. Het huis was door verschillende inlichtingenbronnen aangeduid als vuurpositie van de taliban. Die informatie was van de afgelopen dag, dus niet op basis van verouderde of ongeverifieerde gegevens, zoals Zegveld zegt. Er was bovendien permanent zicht op het doel vanuit de lucht en vanaf de grond. En de burgerbevolking was opgeroepen om het gebied te verlaten.
De situatie was wel degelijk nijpend, vindt de staat. ’De Afghaanse politieposten om het centrum heen vielen, Chora dreigde onder de voet te worden gelopen door de taliban. „De militairen werden teruggedreven tot vier vierkante kilometer rondom het districtscentrum de ’white compound’. Het vermoeden bestond dat de vijand na zonsondergang dichterbij zou kunnen komen om de compound in handen te krijgen.”
De landsadvocaat zegt dat er na de aanval al geld is uitgekeerd aan burgers die waren getroffen door de luchtaanval. Er bestaat enige twijfel over wie de cliënten van Zegveld zijn en hoe destijds hun verhouding tot de taliban was.
NOS 29.03.2021 Met de slag om Chora in 2007 heeft Nederland niet de Taliban aangevallen, maar in feite de burgerbevolking van dat Afghaanse gebied. Dat betoogde advocaat Liesbeth Zegveld vanochtend namens slachtoffers en nabestaanden van het Nederlandse offensief voor de rechtbank in Den Haag. Die eisen in een proces tegen de Staat een schadevergoeding, maar volgens Defensie is daarvoor geen enkele aanleiding.
Nederlandse militairen werden van 2006 tot 2010 ingezet in de Afghaanse provincie Uruzgan als onderdeel van de internationale ISAF-coalitie. In 2007 dreigden de Talibanstrijders de strategische Choravallei in handen te krijgen. Daarop besloot de commandant van de Nederlandse eenheid om de zone waarvan werd aangenomen dat de Talibanstrijders zich er ophielden, ’s nachts onder vuur te nemen. Daarbij zouden vijftig tot tachtig Afghaanse burgers zijn omgekomen.
‘Te weinig voorkennis’
Het ontbrak de Nederlandse militairen ter plekke aan actuele kennis over de hoeveelheid Talibanstrijders, hun wapens, hun locaties en hun doelen, zei Zegveld in de rechtszaal. Uit militaire documenten is gebleken dat er na middernacht op 17 juni geen vijandelijkheden meer waren tegen de ISAF-eenheden.
Toch werd besloten om met artillerie en vliegtuigbommen het gebied aan te vallen. Daarbij is volgens advocaat Zegveld het oorlogsrecht, waarin de bescherming van burgers is vastgelegd, geschonden.
De slachtoffers en nabestaanden vragen via de rechter ook inzage in documenten en logboeken om uit te kunnen zoeken waarom hun dorp Qual-e-Ragh als doelwit van de Nederlandse aanvallen werd uitgekozen.
“Nederland heeft altijd gezegd dat de aanvallen noodzakelijk waren uit zelfverdediging, omdat de Taliban de Nederlandse posities dreigde over te nemen. Dat kan niet waar zijn als er bericht wordt dat er geen vijandelijkheden na middernacht meer plaatsvinden.”
Meer onderzoek nodig
Defensie verwijst al jaren naar onderzoeken die hebben aangetoond dat Nederland heeft geopereerd binnen de regels van het oorlogsrecht. Ook het Openbaar Ministerie heeft het optreden in Chora rechtmatig genoemd. Maar die rapporten zitten “vol met gaten”, stelt advocate Zegveld. “Dat is begrijpelijk kort na dato, maar inmiddels is er voldoende tijd verstreken om wel onderzoek te doen.”
Ze verwijst naar Duitse en Australische onderzoeken naar oorlogsincidenten in Afghanistan waarbij wel diepgravend onderzoek is gedaan.
Legitiem militair doel
Defensie ziet geen enkele reden om de schadevergoeding te betalen. De bewuste huizen werden door de Taliban gebruikt als vuurposities en daarom aangemerkt als legitiem militair doel, zo stelt advocaat Erik Koppe namens de Nederlandse Staat.
De aanvallen met F-16-vliegtuigen en helikopers op de woningen waren volgens Defensie nodig als verdediging van Chora als geheel. Veel burgers hadden de plek al verlaten na een waarschuwing voor de komende militaire operatie. En aan de Nederlandse militairen was door lokale autoriteiten bevestigd dat de waarschuwing aan het dorp was overgebracht, zegt de advocaat. “Task Force Uruzgan mocht ervan uitgaan dat er nog maar een beperkt aantal burgers aanwezig was.” Volgens hem is daarmee voldaan aan de beperkende regels van het humanitaire oorlogsrecht.
Eerder gecompenseerd
De bewering dat de Nederlandse militairen geen zicht hadden op activiteiten van Talibanstrijders wordt door Defensie fel bestreden. De beelden vanuit de F-16’s en drones gaven voldoende inzicht in de posities en activiteiten van de Talibanstrijders, aldus advocaat Koppe.
Enkele Afghanen die nu schadevergoedingen eisen, zijn al in 2007 gecompenseerd, stelt Defensie. Na afloop van de gevechten heeft Task Force Uruzgan diverse missies opgetuigd om noodhulp in de Choravallei te verlenen en “onverplichte schadevergoedingen” uit te keren voor herstel van woningen, wegen en dieren. De eisers die nu in Den Haag de Staat aanklagen hebben volgens Defensie al 10.000 dollar gekregen.
AD 29.03.2021 Nabestaanden die bij de slag om Chora in Afghanistan familieleden verloren en van wie toen huizen zijn vernietigd, hebben volgens de Nederlandse staat al een schadevergoeding gehad. Kort na het gevecht is aan familieleden ter plaatse 10.000 dollar uitgekeerd.
De vier nabestaanden stapten maandag naar de rechter, omdat ze Nederlandse militairen ‘blind geweld’ verwijten. In de nacht van 16 juni 2007 werden op hun huis zeven bommen gegooid in een half uur tijd. Ze verklaarden dat ze lagen te slapen en werden verrast door het geweld omdat ze niet waren gewaarschuwd. Ze bestrijden dat er talibanstrijders In hun huizen waren en willen nu een schadevergoeding.
Volgens advocaat Liesbeth Zegveld, die de Afghanen bijstaat, schonden de Nederlandse militairen het oorlogsrecht en hadden ze hun inlichtingen niet op orde toen werd besloten om Chora te bombarderen. Daarbij vielen vijftig tot tachtig burgerdoden, waaronder familieleden van haar cliënten.
Volgens de advocaat hadden de Nederlanders onvoldoende informatie over de aanwezigheid van de taliban toen ze met het offensief begonnen. Onduidelijk was hoeveel strijders er precies waren, met welke bewapening en wat de dreiging voor burgers was. De meeste inlichtingen bestonden volgens haar uit onderschept walkietalkieverkeer en geruchten.
De locaties van talibanstrijders die wel bekend waren, gaven volgens haar geen goed beeld van de actuele situatie in de nacht dat er zeven uur lang werd gebombardeerd. ,,Strijders bewegen en blijven niet stil zitten totdat ze worden gebombardeerd.” Bovendien waren er volgens haar op de grond geen concrete gevechten tijdens de bombardementen. ,,Dus waar richt je je aanval dan op”, hield ze de rechters voor.
Volgens Zegveld is er maar één rechtvaardiging om huizen te bombarderen en dat is er als er kort daarvoor nog vanuit die huizen is geschoten. ,,Er moeten wapens van het doelwit zichtbaar zijn en de vijandelijke intentie moet aannemelijk zijn.” Het gooien van zeven bommen op deze huizen gaat daarom volgens haar veel te ver.
De staat geeft toe dat het huis van de nabestaanden is gebombardeerd. Dat blijkt uit de logboeken van de vliegtuigen en satellietbeelden, maar daaruit valt ook af te leiden dat deze huizen een militair doel waren, stelt advocaat Erik Koppe. Op basis van eigen eenheden, lokale bronnen en buitenlandse inlichtingen was duidelijk geworden dat deze qala (woning) een vuuropstelling van de vijand was.
Twintig uur voordat het huis werd vernietigd, gebruikte de taliban deze plek nog om de Nederlanders te bestoken. Dat bombardement gebeurde volgens de staat geheel volgens de regels. Een militair had het doelwit continu onder waarneming en begeleidde de vliegtuigen.
Dat er achteraf burgers op deze locatie verbleven is volgens de staat betreurenswaardig, maar dat geeft die locatie niet ineens een andere status dan militair doelwit. Er ging dreiging vanuit, het uitschakelen leverde een militair voordeel op en het gebruikte geweld was proportioneel.
Schadevergoeding
Volgens de staat is er dus ook geen verplichting om de schade te compenseren, maar dat is uit medemenselijkheid kort na het gevecht al wel gebeurd. De militairen zijn met 250.000 dollar het gebied ingetrokken om onschuldige slachtoffers te compenseren. Eind augustus was er 31.000 dollar uitgekeerd aan negen slachtoffers en waren er nog tien aanvragen in behandeling.
Volgens de staat heeft een deel van de eisers, die nu bij de rechter staan, destijds ook al een schadevergoeding gehad. Ze kregen 10.000 dollar uitgekeerd voor de achttien doden die er waren te betreuren. Ook was het bedrag een compensatie voor de verwoeste moskee, omgebrachte dieren, beschadiging van de akkers en inkomstenderving.
De slag om Chora is het grootste offensief van de Nederlandse krijgsmacht sinds de Korea-oorlog. Zo’n zestig Nederlandse militairen zaten op een belangrijk knooppunt in de provincie Uruzgan en waren omsingeld door de taliban. Terugtrekken was voor de geloofwaardigheid van de missie geen optie, vertelde commandant Hans van Griensven zaterdag tegen deze site. Hij besloot te blijven. Omdat het uren zou duren voordat er op de grond versterkingen waren, gaf hij het bevel om te schieten met artillerie en voerden F-16’s bombardementen uit. In totaal werd er vier dagen gevochten en vielen er 250 slachtoffers, waaronder vijftig tot tachtig burgers. Ook kwamen in die dagen twee Nederlandse militairen om.
RTL 29.03.2021 Vier Afghaanse burgers die in 2007 slachtoffers werden van een Nederlands bombardement eisen een schadevergoeding en willen inzage in de logboeken van Defensie. Ze vinden dat de aanval in de Chora-vallei, waarbij zeker 50 tot 80 burgerdoden vielen, niet rechtmatig was. Volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld is destijds buitenproportioneel gehandeld door Nederlandse militairen.
Het bombardement vond plaats in de nacht van 16 op 17 juni in 2007 tijdens de slag om Chora, in het Afghaanse Uruzgan. De aanval had als doel om de Taliban-strijders in het gebied uit te schakelen.
Het werd een bloedige aanval waarbij naast Taliban-strijders ook honderden burgers slachtoffer werden. Nederland heeft de aanval altijd zelfverdediging genoemd.
Bloedige aanval
Nu, bijna veertien jaar later, klagen vier nabestaanden de Nederlandse staat aan vanwege het gebruik van ‘niet proportioneel geweld’. Onder de eisers is een man die drie broers, zijn vrouw en zijn oom is kwijtgeraakt en zelf gewond is geraakt. Mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld voert het woord namens de vier nabestaanden.
Ze willen duidelijkheid over wat er die bewuste nacht is gebeurd en hopen dat te vinden in de logboeken van het ministerie van Defensie. De Nederlandse militairen zouden volgens Zegveld buitenproportioneel gehandeld hebben.
Advocaat Liesbeth Zegveld namens de nabestaanden van burgerdoden in #Chora: Het optreden van het NL-leger destijds “past in een beeld dat het leven van een Afghaan voor ons niet zoveel waard is.” 10:05 a.m. · 29 mrt. 20212
Huizen genummerd
De bemanning van de F16’s en Apache-gevechtshelikopters wisten volgens de advocaat heel precies waar gebombardeerd moest worden.
“De coördinaten en tijdstippen waren bekend. Omdat de woningen in de Chora-vallei geen huisnummers hebben, zijn de huizen door militairen van tevoren op kaarten genummerd”, zegt Zegveld.
“De mensen lagen te slapen in hun huizen toen het bombardement begon. Het algemene advies om in onveilige situaties vooral binnen te blijven gold toen natuurlijk niet meer. Maar ze waren niet van tevoren gewaarschuwd en veel mensen bleven toch in hun huis”, zegt de advocaat van de nabestaanden. Juist omdat vooral huizen gebombardeerd werden, vielen er veel doden.
De landsadvocaat, die de Staat bijstaat in de zaak, betoogde vanmiddag dat de aanval van de Nederlandse militairen wél rechtmatig was. Volgens hem hadden de militairen aan de lokale autoriteiten gevraagd om de bevolking te waarschuwen. Dat achteraf bleek dat de situatie anders was, is ‘zeer betreurenswaardig, maar dat kan de militairen niet worden tegengeworpen’.
De VN, NAVO en het Afghaanse parlement hebben eerder al aangegeven dat de Nederlandse militairen zich hebben gehouden aan het humanitair oorlogsrecht. Het uiteindelijke oordeel over de zaak is aan de rechtbank.
MSN 29.03.2021 Vier Afghaanse burgers die in 2007 slachtoffers werden van een Nederlands bombardement eisen een schadevergoeding en willen inzage in de logboeken van Defensie. Ze vinden dat de aanval in de Chora-vallei, waarbij zeker 50 tot 80 burgerdoden vielen, niet rechtmatig was. Volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld is destijds buitenproportioneel gehandeld door Nederlandse militairen.
Het bombardement vond plaats in de nacht van 16 op 17 juni in 2007 tijdens de slag om Chora, in het Afghaanse Uruzgan. De aanval had als doel om de Taliban-strijders in het gebied uit te schakelen.
Het werd een bloedige aanval waarbij naast Taliban-strijders ook honderden burgers slachtoffer werden. Nederland heeft de aanval altijd zelfverdediging genoemd.
Bloedige aanval
Nu, bijna veertien jaar later, klagen vier nabestaanden de Nederlandse staat aan vanwege het gebruik van ‘niet proportioneel geweld’. Onder de eisers is een man die drie broers, zijn vrouw en zijn oom is kwijtgeraakt en zelf gewond is geraakt. Mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld voert het woord namens de vier nabestaanden.
Ze willen duidelijkheid over wat er die bewuste nacht is gebeurd en hopen dat te vinden in de logboeken van het ministerie van Defensie. De Nederlandse militairen zouden volgens Zegveld buitenproportioneel gehandeld hebben.
Huizen genummerd
De bemanning van de F16’s en Apache-gevechtshelikopters wisten volgens de advocaat heel precies waar gebombardeerd moest worden.
“De coördinaten en tijdstippen waren bekend. Omdat de woningen in de Chora-vallei geen huisnummers hebben, zijn de huizen door militairen van tevoren op kaarten genummerd”, zegt Zegveld.
‘Niet van tevoren gewaarschuwd’
“De mensen lagen te slapen in hun huizen toen het bombardement begon. Het algemene advies om in onveilige situaties vooral binnen te blijven gold toen natuurlijk niet meer. Maar ze waren niet van tevoren gewaarschuwd en veel mensen bleven toch in hun huis”, zegt de advocaat van de nabestaanden. Juist omdat vooral huizen gebombardeerd werden, vielen er veel doden.
De landsadvocaat, die de Staat bijstaat in de zaak, betoogde vanmiddag dat de aanval van de Nederlandse militairen wél rechtmatig was. Volgens hem hadden de militairen aan de lokale autoriteiten gevraagd om de bevolking te waarschuwen. Dat achteraf bleek dat de situatie anders was, is ‘zeer betreurenswaardig, maar dat kan de militairen niet worden tegengeworpen’.
De VN, NAVO en het Afghaanse parlement hebben eerder al aangegeven dat de Nederlandse militairen zich hebben gehouden aan het humanitair oorlogsrecht. Het uiteindelijke oordeel over de zaak is aan de rechtbank.
NOS 27.03.2021 De Nederlandse militairen in Afghanistan zijn in juni 2007 drie keer door de NAVO gewaarschuwd voor het risico dat er burgerdoden zouden vallen bij de slag om de Choravallei. Dat schrijft de Volkskrant op basis van staatsgeheime documenten die de krant met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur heeft ingezien.
Bij de aanval op Chora slaagden de Nederlandse militairen er met bombardementen en artilleriebeschietingen in om Talibanstrijders uit de vallei te verdrijven, maar vielen ook vijftig tot tachtig Afghaanse burgerdoden. Maandag staan vier nabestaanden voor de Nederlandse rechter om een schadevergoeding te vragen van de Nederlandse staat. Zij betogen dat hun familieleden het slachtoffer zijn geworden van ongericht geweld.
Uit zelfverdediging
Nederland heeft de aanval altijd zelfverdediging genoemd. In de vallei waren destijds zo’n zestig Nederlandse militairen gestationeerd vanwege de oplopende spanningen met de Taliban. Volgens Defensie werden zij op de dag van de bombardementen ingesloten door 800 tot 1000 gewapende Talibanstrijders. De commandant van de Nederlandse missie gaf vanuit Tarin Kowt het bevel tot mortierbeschietingen en luchtaanvallen.
Tijdens het offensief heeft het NAVO-commandocentrum in Uruzgan tot drie keer toe contact gehad met Defensie, schrijft de Volkskrant. Daarbij werd er steeds op gewezen dat er geen vijandelijke activiteit was gezien bij de doelen die onder vuur werden genomen. Nederland moet weten waar de vijand zich bevindt alvorens het vuur te openen, was de boodschap van de NAVO.
‘Achtergebleven burgers gewaarschuwd’
“Ons wordt verweten dat we willekeurig met bommen gooiden. Dat is gewoon niet waar en een belediging van onze professionaliteit”, zegt de toenmalige commandant van de Taskforce Uruzgan, Hans van Griensven in een vraaggesprek met het AD. Hij erkent dat er geschoten is op doelen die militairen niet direct konden waarnemen, maar waarvan ze wisten dat er Talibanstrijders zaten. Ook Van Griensven beroept zich op zelfverdediging: “We probeerden ons zoveel mogelijk aan de normale regels te houden. Maar als dat een keer niet lukte, moest ik toch kunnen vuren.”
Voor de aanval liet Van Griensven via zijn Afghaanse contacten de achtergebleven burgers in de vallei waarschuwen. “Ik had niet de luxe om uit te zoeken of ik iedereen heb bereikt. Onze mensen konden elk moment worden overlopen.” De oud-commandant is ervan overtuigd dat er veel meer burgerslachtoffers in Chora waren geweest als de Nederlanders het gebied in handen van de Taliban hadden laten vallen.
In verschillende internationale rapporten, van de VN en de Afghaanse Mensenrechtencommissie, is sindsdien geconcludeerd dat Nederland heeft geopereerd binnen de regels van het oorlogsrecht. Ook het Openbaar Ministerie noemt het optreden in Chora rechtmatig. Maar het NAVO-hoofdkwartier en de toenmalige Afghaanse president Karzai waren uiterst kritisch en vonden dat er regels waren geschonden.
“Ze hebben in Chora gewoon aangenomen dat alle burgers weg waren”, zegt advocaat Zegveld, die maandag optreedt namens de Afghaanse nabestaanden, in de Volkskrant. “Toen er tijdens het bombardement twijfels werden geuit, gingen ze gewoon door.” Defensie wacht met een reactie tot de rechtszaak heeft plaatsgevonden.
Nederlandse militairen waren van 2006 tot 2010 in de Afghaanse provincie Uruzgan, na een verzoek van de NAVO om bij te dragen aan de wederopbouw van het land. De thuisbasis voor de Task Force Uruzganwas Kamp Holland, niet ver van de hoofdstad Tarin Kowt. Tussen 15 en 19 juni 2007 vond de slag om Chora plaats, toen Talibanstrijders de strategisch belangrijke vallei in handen dreigden te krijgen. Daarbij vielen circa 250 doden, onder wie een Nederlandse en een Amerikaanse militair.
NU 27.03.2021 Nederlandse militairen in Uruzgan zijn zowel vóór als tijdens het bombardement op de Afghaanse stad en regio Chora in 2007 door bondgenoten gewaarschuwd voor het grote risico op burgerslachtoffers. Defensie sloeg die waarschuwingen echter in de wind, meldt de Volkskrant zaterdag op basis van staatsgeheime documenten. Uiteindelijk kwamen bij het bombardement zo’n vijftig tot tachtig Afghaanse burgers om. Defensie wil er niet inhoudelijk op reageren.
Wat deed Nederland ook alweer in Uruzgan?
Nederland was van 2006 tot 2010 in NAVO-verband op missie in de Afghaanse provincie Uruzgan.
De militairen moesten voor stabiliteit en veiligheid in het land zorgen, nadat de Taliban-beweging jarenlang (met veel geweld) de macht in handen had.
Tijdens de missie was de Taliban over z’n machtshoogtepunt heen, maar allerminst verdwenen uit het land. Er werd nog regelmatig gevochten tegen de Taliban.
Defensie heeft altijd gezegd dat het een gevecht tegen “achthonderd tot duizend” Taliban-strijders betrof, waarbij per ongeluk ook burgerslachtoffers vielen. De geheime documenten, die de Volkskrant kon inzien dankzij een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), laten echter zien dat Nederland bewust een risico nam.
Tot drie keer toe negeerden de militairen waarschuwingen uit het NAVO-hoofdkwartier in de stad Kandahar, aldus het logboek van die tijd. De Nederlanders konden namelijk niet goed zien of de bommen die ze gooiden op Taliban-strijders of juist op burgers zouden terechtkomen.
Volgens het oorlogsrecht mogen Nederlanders alleen vuren (of in dit geval: bommen afwerpen) als ze zelf bedreigd worden. Dat betwijfelde de NAVO dus. Eerder zou de Nederlandse juridisch adviseur ook al gewaarschuwd hebben voor mogelijke burgerslachtoffers.
Defensie: ‘Executies onder bevolking dreigden’
Maandag dient een zaak van vier Afghaanse nabestaanden tegen de Nederlandse Staat. Ze eisen een schadevergoeding omdat volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld buitensporig veel geweld is gebruikt en niet duidelijk was waarom hun huizen werden gebombardeerd.
Defensie wil vooralsnog weinig kwijt over de gang van zaken toentertijd, laat majoor Peter de Bock weten aan NU.nl. “Het feit dat de Volkskrant heeft geschreven dat Nederland drie keer was gewaarschuwd, wil niet zeggen dat Defensie dit onderschrijft. Vanwege de rechtsgang gaan we daar nu inhoudelijk niet op in.”
Wel verwijst hij naar een eerder bericht op Defensie.nl over de zaak, waarin staat dat executies onder de lokale bevolking dreigden.
Het Defensie-bericht gaat verder met: “Onafhankelijke onderzoeken van de VN, de NAVO en het Afghaanse parlement hebben eerder al aangegeven dat Nederlandse militairen zich hebben gehouden aan het humanitair oorlogsrecht. Ook Defensie kwam tot die conclusie. Het Openbaar Ministerie zag geen reden om de zaak verder te onderzoeken.”
MSN 27.03.2021 Nederlandse militairen in Uruzgan zijn zowel vóór als tijdens het bombardement op de stad en regio Chora in 2007 door bondgenoten gewaarschuwd op het grote risico op burgerslachtoffers. Defensie sloeg die waarschuwingen echter in de wind, meldt De Volkskrant zaterdag op basis van staatsgeheime documenten. Uiteindelijk kwamen bij het bombardement zo’n vijftig tot tachtig Afghaanse burgers om.
Defensie heeft altijd gezegd dat er het een gevecht tegen “achthonderd tot duizend” Talibanstrijders betrof, waarbij per ongeluk ook burgerslachtoffers werden geraakt. De geheime documenten, die de Volkskrant kon inzien dankzij een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), laat echter zien dat Nederland bewust een risico nam.
Tot drie keer toe negeerden de militairen waarschuwingen uit het Navo-hoofdkwartier in de stad Kandahar, blijkt uit het logboek van die tijd. De Nederlanders konden namelijk niet goed zien of de bommen die ze gooiden, echt op Taliban-strijders of juist op burgers zouden terechtkomen.
Volgens het oorlogsrecht mogen Nederlanders alleen vuren (of in dit geval: bommen afwerpen) als ze zelf eerst bedreigd worden. Dat betwijfelde de NAVO dus. Eerder had de Nederlandse juridisch adviseur ook al gewaarschuwd voor mogelijke burgerslachtoffers.
‘Zo veel mogelijk burgers gewaarschuwd’
In een reactie laat Defensie weten dat het destijds zoveel mogelijk burgers heeft geprobeerd te waarschuwen voor het bombardement. De militairen vonden het echter belangrijk om de stad Chora “met alle mogelijke middelen” te beschermen, omdat “een slachting dreigde voor de lokale politie en bevolking”.
Bovendien was Chora van strategisch belang vanwege de belangrijke verbindingswegen in de regio, en zou “de geloofwaardigheid van Nederlandse militairen op het spel heben gezet” als Chora weer in handen zou komen van de Taliban.
Maandag dient een zaak van vier Afghaanse nabestaanden tegen de Nederlandse staat. Ze eisen een schadevergoeding omdat er volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld buitensporig veel geweld is gebruikt, en niet duidelijk was waarom hun huizen werden gebombardeerd, aldus de krant.
NU 27.03.2021 Nederlandse militairen in Uruzgan zijn zowel vóór als tijdens het bombardement op de Afghaanse stad en regio Chora in 2007 door bondgenoten gewaarschuwd voor het grote risico op burgerslachtoffers. Defensie sloeg die waarschuwingen echter in de wind, meldt de Volkskrant zaterdag op basis van staatsgeheime documenten. Uiteindelijk kwamen bij het bombardement zo’n vijftig tot tachtig Afghaanse burgers om. Defensie wil er niet inhoudelijk op reageren.
Wat deed Nederland ook alweer in Uruzgan?
Nederland was van 2006 tot 2010 in NAVO-verband op missie in de Afghaanse provincie Uruzgan.
De militairen moesten voor stabiliteit en veiligheid in het land zorgen, nadat de Taliban-beweging jarenlang (met veel geweld) de macht in handen had.
Tijdens de missie was de Taliban over z’n machtshoogtepunt heen, maar allerminst verdwenen uit het land. Er werd nog regelmatig gevochten tegen de Taliban.
Defensie heeft altijd gezegd dat het een gevecht tegen “achthonderd tot duizend” Taliban-strijders betrof, waarbij per ongeluk ook burgerslachtoffers vielen. De geheime documenten, die de Volkskrant kon inzien dankzij een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), laten echter zien dat Nederland bewust een risico nam.
Tot drie keer toe negeerden de militairen waarschuwingen uit het NAVO-hoofdkwartier in de stad Kandahar, aldus het logboek van die tijd. De Nederlanders konden namelijk niet goed zien of de bommen die ze gooiden op Taliban-strijders of juist op burgers zouden terechtkomen.
Volgens het oorlogsrecht mogen Nederlanders alleen vuren (of in dit geval: bommen afwerpen) als ze zelf bedreigd worden. Dat betwijfelde de NAVO dus. Eerder zou de Nederlandse juridisch adviseur ook al gewaarschuwd hebben voor mogelijke burgerslachtoffers.
Defensie: ‘Executies onder bevolking dreigden’
Maandag dient een zaak van vier Afghaanse nabestaanden tegen de Nederlandse Staat. Ze eisen een schadevergoeding omdat volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld buitensporig veel geweld is gebruikt en niet duidelijk was waarom hun huizen werden gebombardeerd.
Defensie wil vooralsnog weinig kwijt over de gang van zaken toentertijd, laat majoor Peter de Bock weten aan NU.nl. “Het feit dat de Volkskrant heeft geschreven dat Nederland drie keer was gewaarschuwd, wil niet zeggen dat Defensie dit onderschrijft. Vanwege de rechtsgang gaan we daar nu inhoudelijk niet op in.”
Wel verwijst hij naar een eerder bericht op Defensie.nl over de zaak, waarin staat dat executies onder de lokale bevolking dreigden.
Het Defensie-bericht gaat verder met: “Onafhankelijke onderzoeken van de VN, de NAVO en het Afghaanse parlement hebben eerder al aangegeven dat Nederlandse militairen zich hebben gehouden aan het humanitair oorlogsrecht. Ook Defensie kwam tot die conclusie. Het Openbaar Ministerie zag geen reden om de zaak verder te onderzoeken.”
AD 27.03.2021 De slag om Chora in Afghanistan uit 2007 blijft Nederlandse militairen achtervolgen. Nabestaanden van burgerdoden verwijten hen ‘blind geweld’ en staan maandag bij de rechter. Voor het eerst reageert de verantwoordelijk commandant Hans van Griensven (60) zelf op de keuzes die hij maakte. ,,Wij worden steeds neergezet als moordenaars van vrouwen en kinderen. Maar wij hebben daar niets verkeerds gedaan.”
Als Hans van Griensven zaterdagavond 16 juni 2007 naar de sterrenhemel kijkt op zijn hoofdkwartier in Tarin Kowt ziet hij plotseling een fel licht door de donkere nacht flitsen. Het is de naverbranding van een van de granaten die deze nacht worden afgevuurd richting Chora. De commandant van de Taskforce Uruzgan heeft zojuist het bevel gegeven om de Pantserhouwitser in te zetten, het zwaarste wapen van de landmacht.
Hij probeert daarmee zijn manschappen te redden die zijn omsingeld door de taliban in Chora. Van Griensven is zeker van zijn zaak. ,,Maar let op. Over drie jaar hebben we een parlementaire enquête. Er zijn heel veel mensen die deze situatie niet aankunnen”, zegt hij tegen een collega als ze samen kijken hoe het vuur langzaam uitdooft en de granaat even later met een doffe klap zo’n 30 kilometer verderop neerkomt.
Tot een parlementair onderzoek komt het niet. Maar 14 jaar later wordt er nog steeds veel gesproken over de omstreden slag om Chora, een gevecht van vier dagen bij een belangrijk knooppunt in Uruzgan dat in handen dreigde te vallen van de taliban. Sommige van de 1400 Nederlandse militairen die erbij waren, zijn trots en voelen het als revanche voor het drama van Srebrenica uit 1995. Nu werden ze niet overlopen. Ze hielden stand en vochten terug in de grootste slag van de Nederlandse krijgsmacht sinds de Korea-oorlog.
Maar in die strijd kwamen wel zo’n 250 mensen om het leven, onder wie 50 tot 80 burgers en twee Nederlandse militairen. Vier nabestaanden staan maandag voor het eerst bij een rechter omdat ze de Nederlanders ‘blind geweld’ verwijten. Ze eisen een schadevergoeding.
De toenmalige commandant en nu luitenant-generaal b. d. Hans van Griensven hield 14 jaar publiekelijk zijn mond over de keuzes die hij maakte, maar kan het niet langer aanzien hoe zijn mensen steeds door die nabestaanden en leken worden weggezet als moordenaars. ,,Ons wordt verweten dat we willekeurig met bommen hebben gegooid. Dat is gewoon niet waar en een belediging van onze professionaliteit.”
Terug naar het jaar 2007 waarin van Griensven sinds januari de scepter zwaait op het hoofdkwartier in Uruzgan. De Nederlanders zijn hier om de Afghanen te beschermen, te ondersteunen en het land te helpen opbouwen. Hij merkt vanaf april dat de spanning in het gebied oploopt. Er zijn troepenverplaatsingen met geregeld confrontaties. Van Griensven is bang dat het fout gaat, vooral rond Chora.
Nederlanders moesten al eens een controlepost heroveren. ,,Maar het probleem is; zodra je weg bent, gaat de taliban de mensen weer bedreigen. Wij stimuleerden daar meer lokale politie neer te zetten. Voerden druk uit op president Karzai om daar te investeren in veiligheid. Anders dreigden we een belangrijk knooppunt kwijt te raken.’’
Hulp blijft uit en dus regelt Van Griensven zelf een plek waar ze permanent kunnen zijn: de White Compound. Daar verblijven zo’n 60 Nederlanders per toerbeurt. Ze komen steeds vaker in vuurgevecht met opstandelingen die ze dan nog kunnen afslaan. Op 15 juni slaat dat om. De Nederlanders krijgen een zware klap te verwerken. Een zelfmoordterrorist blaast in Tarin Kowt een legervoertuig op waarbij militair Timo Smeehuijzen overlijdt. Het verdriet en de commotie op het kamp is groot.
Terwijl collega’s de volgende morgen zijn afscheidsceremonie voorbereiden, komen er uit Chora al vroeg meldingen van vuurgevechten. ,,Normaal gesproken hebben we dan al snel weer de overhand. Maar dit ging maar door”, zegt Van Griensven.
Cruciale vraag
Als de commandant iets voor 19.30 uur wil gaan eten krijgt hij een melding voor spoedoverleg. Kapitein Larry Hamers zit met zijn mensen op de White Compound in Chora en ziet de druk op zijn basis toenemen. Ze hebben de hele dag moeten vechten en twee posten buiten het dorp opgegeven. Inlichtingen wijzen op een serieuze aanval. Dat de grote leiders erbij zijn betrokken. Dat er zelfs buitenlandse strijders zijn gesignaleerd, Arabieren, Serviërs. Achthonderd tot duizend man zijn de aantallen die rondgaan. De Nederlanders zitten er met 60 man, een paar Afghaanse militairen en dorpelingen.
Hamers legt een cruciale vraag op tafel: wat is Chora ons waard?
Van Griensven heeft een half uur om erover na te denken, maar zoveel opties zijn er niet. Zijn manschappen zijn omsingeld tegen een overmacht. Als ze weggaan kunnen ze misschien nog op tijd terugkomen op het hoofdkwartier, maar dat is allerminst zeker. ,,Ze moesten een rivier oversteken. Als er mensen met raketwerpers zitten, ben je onmiddellijk de klos. Maar stel dat dit toch lukt, dan heeft de taliban gewonnen. Dan zullen ze wraak nemen op iedereen die ons heeft gesteund. En dan komt de taliban aan de poort van ons hoofdkwartier te staan.”
Ratten in de val
Als wij het gebied hadden verlaten, was het aantal slachtoffers waarschijnlijk nog veel groter geweest, aldus Hans van Griensven, Commandant van de slag om Chora.
Van Griensven besluit te blijven. ,,Als we dit laten lopen is dat het failliet van onze missie. Dan worden we nergens meer geloofwaardig ontvangen. We moeten blijven. Ook al zitten we als ratten in de val. Deze nacht kunnen de gevechten nog erger worden.”
Na overleg met zijn juridisch adviseur concludeert de commandant: dit is pure zelfverdediging. Hij neemt extra maatregelen, mobiliseert troepen die hij naar Chora stuurt. Die zijn er alleen niet voor daglicht. De Britse generaal Page en commandant over Zuid-Afghanistan, biedt F-16’s en Apaches aan ter ondersteuning.
Hij geeft hem ook toestemming om met artillerie te schieten op locaties die de militairen niet direct onder waarneming hebben, maar waarvan ze weten dat daar taliban zit. Dat is in strijd met de normale regels, maar mag volgens Van Griensven wel bij zelfverdediging.
Een besluit waar tot op de dag van vandaag veel discussie over is. Hoe haalt Van Griensven het in zijn hoofd om de allerminst nauwkeurige granaten af te vuren op een gebied waar nog steeds burgers zijn. ,,Natuurlijk besefte ik dat dit gevoelig lag. Maar ik heb wel een hele moeilijke situatie te redden. We probeerden ons zoveel mogelijk aan de normale regels te houden. Maar als dat een keer niet lukte, moest ik toch kunnen vuren.”
Voordat de operatie begint laat Van Griensven de bewoners die er nog zijn waarschuwen via zijn Afghaanse contacten. ,,Heb ik iedereen bereikt? Dat weet ik niet. Ik had de luxe niet om het uit te zoeken. Onze mensen konden elk moment worden overlopen. Ik moest de gok nemen en erop vertrouwen dat de Afghanen elkaar wisten te vinden.”
Tijdens de nacht wordt er gebombardeerd met artillerie en vliegtuigbommen. De volgende ochtend krijgen de mannen op de White Compound versterking van andere Nederlandse troepen en het Afghaanse leger. Ze kunnen standhouden en zetten uiteindelijk op dinsdag de tegenaanval in. De taliban wordt met succes verdreven. Er worden in die dagen volgens Van Griensven minstens veertien leiders gedood.
Later blijkt dat er ook zo’n 50 tot 80 burgers zijn omgekomen. Militairen zien mensen met kruiwagens en overleden slachtoffers uit het gebied komen. ,,Natuurlijk was het niet de bedoeling om die mensen om te brengen”, reageert Van Griensven. Maar waar hij moeite mee heeft, is dat nu al jaren het beeld wordt geschetst dat deze burgerdoden door de inzet van de pantserhouwitser zijn veroorzaakt. Hij kent ook de getuigenissen over mensen die met een gaatje in hun hoofd in een kruiwagen lagen.
,,Dat kan dan niet door onze artillerie zijn gebeurd, maar die nuance hoor je nooit. En je kunt ook de vraag stellen: waarom zaten die mensen daar nog? Misschien waren ze een levend schild. Dat zou zeker kunnen. Maar er was een grote dreiging dat we onder de voet gelopen zouden worden. We hebben de situatie proberen te redden en zijn daar in geslaagd. Als wij het gebied hadden verlaten, was het aantal slachtoffers waarschijnlijk nog veel groter geweest.”
Onschuldige slachtoffers
Van Griensven kan het niet uitsluiten dat de 32 granaten van zijn artillerie onschuldige slachtoffers hebben gemaakt, maar hij schat die kans bijzonder klein in. Er zijn volgens hem geen salvo’s afgevuurd, maar enkele schoten. Storend vuur, in militair jargon. ,,De munitie was niet nauwkeurig, dat klopt. Maar we bestookten opmarsroutes. Geen gebouwen.
Zo’n granaat kan misschien een keer ongelukkig zijn gevallen, maar die vernietigt niet een hele Afghaanse qala. Daar heeft het de kracht niet voor. De vliegtuigbommen vielen zeker niet willekeurig. Die gooiden we op een legitiem doelwit. Wij gaan daar niet voor de lol zomaar de boel omploegen. Dat doet niemand en is onze beroepseer te na.”
Veertien jaar na de missie heeft Van Griensven geen nacht wakker gelegen van de keuzes die hij heeft gemaakt. ,,Je kan zeggen, wat voor monster ben ik dan? Ik heb besluiten genomen die veel mensenlevens hebben gekost. Waarom heb ik daar geen last van? Ik weet het niet. Ik weet wel waarom ik dit heb besloten. En dat het nodig was. Ik kan mezelf elke ochtend recht in de ogen aankijken.”
AD 22.03.2021 De vredesonderhandelingen over Afghanistan worden volgende maand voortgezet in Istanboel. President Biden hoopt nog steeds op 1 mei te kunnen beginnen met het terugtrekken van Amerikaanse soldaten.
Na het vredesoverleg in Moskou, vorige week, is onduidelijk hoe de vlag erbij hangt. Optimisten willen de uitkomst van dat overleg en de aanwezigheid van alle grote spelers rond het conflict (inclusief China en Pakistan) graag uitleggen als bemoedigend. Ze hopen op een ‘laatste en beslissende fase’ naar vrede. Pessimisten verwachten dat het onderlinge Afghaanse geruzie weer oplaait en leidt tot een mislukking van de gesprekken.
Daags na de conferentie in Moskou stuurde de Afghaanse president Ashraf Ghani alvast twee ministers de laan uit. Zijn grote politieke rivaal maar ook regeringspartner Abdullah Abdullah was ziedend. ,,Deze beslissing is tegen de belangen van het land in de huidige situatie en is onaanvaardbaar’’, zei hij in een zaterdag vrijgegeven verklaring. Volgende maand komen alle Afghaanse partijen, inclusief de taliban, weer aan tafel in Istanbul.
Niemand verwacht dat de hervatting van de onderhandelingen gaat leiden tot een blijvende oplossing voor het Afghaanse conflict. Wel zou een akkoord president Biden de kans bieden een door zijn voorganger, Donald Trump, bedongen aftocht van het Amerikaanse leger uit het Afghaanse wespennest ook daadwerkelijk uit te voeren. Na twintig jaar kunnen de Verenigde Staten dan uit een oorlog stappen die begon na de aanslagen van 11 september 2001.
Volgens Biden is een Amerikaanse aftocht vanaf 1 mei nog steeds mogelijk. De Amerikanen willen dan garanties hebben voor een interim-regering in juni hebben en verkiezingsbeloften voor 2022. Een akkoord daarover zou de Amerikanen gelegenheid geven met opgeheven hoofd en in relatieve rust hun spullen te pakken.
De taliban zouden zich ook rustig willen houden om de Amerikanen daadwerkelijk te zien vertrekken. De deal die Donald Trump sloot, was dat het Amerikaanse leger zou vertrekken als de taliban geen onderkomen en bescherming zouden bieden aan jihadistische organisaties als Al-Qaeda en Islamitische Staat.
In Turkije zal duidelijk moeten worden of de oprichting van een voorlopige Afghaanse regering haalbaar is. De zittende Afghaanse president Ashraf Ghani is daarvan geen voorstander. Hij wil zijn mandaat afmaken, ook al wordt zijn regime door waarnemers beschreven als een van de meest corrupte regimes uit de Afghaanse geschiedenis. ,,Hij zal er alles aan doen om zolang mogelijk aan de macht te blijven. Hij weet dat hij geen deel uitmaakt van de toekomstige oplossing’’, zei een in Moskou aanwezige diplomaat in de Franse media.
De Amerikanen willen in ieder geval weg uit Afghanistan. De Amerikaanse publieke opinie is er klaar mee. Ook Joe Biden zegt – net als Donald Trump – al jaren dat het Amerikaanse leger er niets te zoeken heeft. Als vicepresident van Barack Obama was Biden het in 2010 oneens met het sturen van versterkingen. Biden wil de Amerikaanse interventie in Afghanistan beperken tot terrorismebestrijding. De laatste jaren hebben special forces er al diverse kopstukken van Al-Qaeda geëlimineerd.
Een definitieve oplossing blijft bij dat alles ver weg. De taliban zijn nooit erg enthousiast geweest over verkiezingen. Veel Afghanen uit het noorden zouden nooit op hen stemmen. De vraag is ook waarom de taliban ook politieke risico’s zouden willen lopen als ze militair min of meer hebben gewonnen.
Ondertussen gaan de bomaanslagen in Kabul door, evenals het vermoorden van activisten, journalisten en politieagenten. Het lokale filiaal van de terreurorganisatie Islamitische Staat heeft de verantwoordelijkheid opgeëist voor een deel van het geweld, maar veel aanvallen worden niet opgeëist, waarna de Afghaanse regering de schuld bij de taliban legt. De laatste heeft de verantwoordelijkheid voor de meeste aanslagen van zich afgeworpen.
Telegraaf 21.03.2021 De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin heeft een verrassingsbezoek aan Afghanistan gebracht. Het bezoek was uit veiligheidsoverwegingen niet aangekondigd.
Een Afghaanse regeringswoordvoerder zei dat Austin met president Ashraf Ghani in Kabul heeft gesproken over onder meer de vredesgesprekken met de Taliban, de strijd tegen het terrorisme en het vertrek van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan.
Austin was al in de regio. Hij bracht eerder bezoeken aan Japan, Zuid-Korea en India.
De Amerikaanse regering heeft onder voormalig president Donald Trump met de Taliban afgesproken dat alle 2500 Amerikaanse militairen, die nog in het land zijn gestationeerd, uiterlijk op 1 mei zijn teruggetrokken. Voor die tijd hoopt de huidige regering van president Joe Biden politieke afspraken te maken.
Al Qaeda
De Taliban hebben in ruil voor de Amerikaanse belofte toegezegd alle banden met terreurbeweging al-Qaeda te verbreken en vredesgesprekken te voeren met de Afghaanse regering, waar de radicaalislamitische beweging al jaren mee in oorlog is.
Austin zei vorige maand dat Washington de Amerikaanse strategie in Afghanistan op „doordachte en weloverwogen” wijze zou herzien. Biden beloofde vorige week dat hij met zijn bondgenoten zal overleggen over het tijdschema voor het terugtrekken van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan.
NOS 19.03.2021 De vredesbesprekingen tussen de Taliban en de Afghaanse overheid zouden een einde moeten maken aan tientallen jaren oorlog in het land. Maar sinds de start van de gesprekken vorig jaar in de Qatarese hoofdstad Doha, is het aantal aanslagen op Afghaanse burgers flink toegenomen. Vooral vrouwenactivisten en journalisten zijn het doelwit.
Veel Afghaanse vrouwen zijn dan ook bang dat hun rechten waar ze zo hard voor hebben gevochten, worden afgepakt als de Taliban en de Afghaanse overheid een deal sluiten en samen gaan regeren. “De Taliban zijn niet veranderd, ze hebben nog steeds dezelfde ideologie”, vertelt vrouwenactivist Rada Akbar. “Ze zullen weer dezelfde beperkingen opleggen aan vrouwen als toen ze eerder aan de macht waren.”
Afghaanse vredesonderhandelingen
De VS viel in 2001 Afghanistan binnen en zette de Taliban af. De oorlog die volgde duurt nu al 20 jaar. Vorig jaar sloten de VS en de Taliban een historisch akkoord om een einde te maken aan de strijd.
De Taliban zouden Afghanistan niet meer gebruiken als uitvalbasis voor terreurgroepen. In ruil daarvoor zou de VS binnen 14 maanden al hun militaire troepen terugtrekken. Ook zouden de Taliban over vrede gaan praten met de Afghaanse regering.
Die onderhandelingen hadden vorig jaar in maart al moeten beginnen, maar gingen pas in september van start. Er is tot op heden geen vooruitgang geboekt.
Volgens activiste Freshta Karim is de positie van vrouwen in Afghanistan de laatste jaren sterk verbeterd. “Het belangrijkste is dat mannen en vrouwen nu volgens de grondwet gelijk zijn. Vrouwen mogen naar school en kunnen werken, in alle lagen van de samenleving zijn we nu zichtbaar.” Dit was ondenkbaar toen de streng-islamitische Taliban het voor zeggen had tussen 1996 en 2001.
Idealen afpakken
Maar sinds de start van de vredesbesprekingen is de positie van vrouwen verslechterd en zijn ze steeds vaker doelwit. Begin deze maand werden nog drie vrouwelijke journalisten vermoord. Ook mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch luidt de noodklok en zegt dat de gerichte moorden bedoeld zijn om vrouwen uit het publieke leven te verdrijven.
Karim ziet de situatie in haar land met lede ogen aan. “Onze vrijheden worden weer ingeperkt en het probleem is dat mensen zich steeds minder durven uit te spreken vanwege de toenemende aanslagen en gerichte moorden.”
“Iedere vrouw die opgeleid is en hoop en verandering kan brengen, is een potentieel doelwit”, aldus Freshta Karim, vrouwenactivist
De activiste kwam onlangs haar naam nog tegen op een dodenlijst van de Taliban die rondgaat op sociale media. Ze weet niet of de lijst echt is, maar schrikken is het wel. “Iedere vrouw die opgeleid is en hoop en verandering kan brengen, is een potentieel doelwit. Ze willen het ideaal dat wij hebben – een Afghanistan waarin iedereen gelijk is – van ons afpakken.”
Alhoewel de Taliban vaak ontkennen iets met de aanslagen te maken te hebben, geven de Afghaanse overheid en Amerika de groep wel de schuld van de recente geweldsgolf. Onderzoeken en berechting blijven vaak uit.
‘Talibanisering’ van het onderwijs
De Afghaanse overheid probeert zelf ook weer steeds vaker beperkingen aan vrouwen op te leggen, vertelt Akbar. “We zijn niet alleen in strijd met de Taliban, maar ook met onze eigen overheid.” Het Afghaanse ministerie van Onderwijs kwam vorige week nog met een zangverbod voor meisjes vanaf 12 jaar.
Volgens Ahmad Sarmast, oprichter van het Nationaal Muziekinstituut in Kabul, zou dit een poging kunnen zijn tot de ‘talibanisering’ van het onderwijssysteem. Sarmast wijst erop dat de Taliban muziek en meisjesonderwijs verboden toen zij aan de macht waren. Hij raakte zelf in 2014 gewond bij een aanslag van de Taliban. Een zelfmoordterrorist blies zichzelf vlak achter hem op tijdens een concert in Kabul.
“Het zangverbod laat duidelijk zien dat sommige politici binnen de Afghaanse overheid de weg proberen vrij te maken voor de Taliban”, vertelt Sarmast. “Sinds de vredesbesprekingen is er politiek veel veranderd. Sommigen zien de Taliban graag weer meeregeren en proberen een plek voor zichzelf veilig te stellen voor als er een deal komt. Dit verbod kan dan ook gezien worden als een test om te kijken of de Afghaanse samenleving bereid is om een stap terug te zetten.”
Maar dat zijn de Afghanen zeker niet. Vrouwenactivisten – en eigenlijk iedereen die tegen de streng-islamitische Taliban is – kwamen massaal in opstand via een online protestcampagne, op initiatief van Sarmast. Onder de hashtag #IamMSong plaatsten vrouwen en meisjes video’s op sociale media waarin ze hun favoriete nummers zongen.
Het verbod werd teruggedraaid en de Afghaanse overheid spreekt inmiddels van een misverstand. Maar het is niet het enige voorbeeld. Enkele maanden geleden besloot het ministerie van Onderwijs nog om alle basisschoolleerlingen weer les te geven in de moskee. Ook dat besluit stuitte op grote weerstand en werd uiteindelijk ingetrokken.
Vredesbesprekingen
Toch gelooft activiste Karim wel in de vredesbesprekingen. “Praten is de enige manier om vrede te bereiken, maar het moet meer gaan over de kwetsbare groepen.” De activisten benadrukken dan ook allemaal dat het belangrijk is dat er meer vrouwen meedoen aan de vredesonderhandelingen.
De Afghaanse regering heeft vier vrouwen opgenomen in het onderhandelingsteam van 21 leden, de Taliban niet één. Karim: “We moeten een sterkere stem hebben bij de onderhandelingen om onze rechten te garanderen.” Zolang dat niet gebeurt, vrezen de Afghaanse vrouwen voor hun toekomst en zijn ze bang dat een nieuwe burgeroorlog niet uitgesloten is.
NOS 18.03.2021 Bij een bomaanslag op een bus in Afghanistan zijn zeker drie doden gevallen en elf gewonden. De bus vervoerde in de hoofdstad Kabul overheidspersoneel toen een bermbom explodeerde. Het zou gaan om medewerkers van het ministerie van Communicatie.
De aanslag gebeurde tijdens de ochtendspits.
Crash
De aanslag komt een paar uur na een helikoptercrash waarbij negen militairen omkwamen. Op zo’n drie uur rijden van Kabul zou de helikopter zijn geraakt door een raket en crashte.
Wie er achter de aanslagen zit, is niet bekend. De Afghaanse regering houdt de Taliban verantwoordelijk voor recente aanslagen op onder anderen overheidspersoneel en journalisten.
De Taliban dreigden gisteren nog met gevolgen als de VS niet uit Afghanistan terugtrekt voor 1 mei 2021, zoals president Trump eerder had afgesproken. Reuters meldt dat de Taliban betrokkenheid bij de aanslagen hebben ontkend.
Biden
De deadline van 1 mei 2021 staat op losse schroeven, omdat Biden bedenkingen heeft over de haalbaarheid van die datum. Gisteren zei de Amerikaanse president tegen ABC News dat hij met bondgenoten overlegde over het tempo en de omvang van de terugtrekking van hun troepen. Hij voegde eraan toe dat als de deadline zou worden verlengd, het niet “veel langer verlengd” zou worden.
Amerikaanse media schrijven dat het vooral logistiek gezien onmogelijk is om de deadline van 1 mei te halen. Op dit moment zouden er zo’n 3500 Amerikanen in Afghanistan gestationeerd zijn.
Telegraaf 18.03.2021 Een bermbom in de Afghaanse hoofdstad Kabul heeft zeker vier inzittenden van een bus, medewerkers van een ministerie, het leven gekost. De aanslag kwam een dag na de dood van negen veiligheidsmensen die in een neergeschoten helikopter zaten. Het toestel zou door een raket zijn geraakt in de centrale provincie Maidan Wardak.
Zowel de bomaanslag als de raketaanval is niet opgeëist. De extremistische Taliban zeggen er niets mee te maken te hebben. De groepering zit donderdag in Moskou aan tafel met vertegenwoordigers van de Afghaanse regering en onder meer China, de VS en Rusland in een poging het geweld in het land terug te dringen.
De Afghaanse president Ashraf Ghani sprak van een „zware dag.” Hij verzekerde dat de daders zullen worden gepakt en bestraft.
MSN 18.03.2021 Een bermbom in de Afghaanse hoofdstad Kabul heeft zeker vier inzittenden van een bus, medewerkers van een ministerie, het leven gekost. De aanslag kwam een dag na de dood van negen veiligheidsmensen die in een neergeschoten helikopter zaten. Het toestel zou door een raket zijn geraakt in de centrale provincie Maidan Wardak.
Zowel de bomaanslag als de raketaanval is niet opgeëist. De extremistische Taliban zeggen er niets mee te maken te hebben. De groepering zit donderdag in Moskou aan tafel met vertegenwoordigers van de Afghaanse regering en onder meer China, de VS en Rusland in een poging het geweld in het land terug te dringen.
De Afghaanse president Ashraf Ghani sprak van een „zware dag.” Hij verzekerde dat de daders zullen worden gepakt en bestraft.
AD 16.03.2021 Vier Afghanen eisen van het ministerie van Defensie de logboeken op van Nederlandse F16’s, Apache-gevechtshelikopters en een pantserhouwitser die tijdens een nacht in juni 2007 zijn ingezet in de Chora-vallei in de Afghaanse provincie Uruzgan. Dat schrijft Trouw.
De vier doen dit in een rechtszaak die ze hebben aangespannen tegen Defensie, waarin ze de Nederlandse staat aansprakelijk stellen voor een bombardement op hun huizen, waarbij tientallen doden vielen. De Afghanen hopen met de logboeken te kunnen bewijzen dat ze zijn bestookt door de Nederlanders.
,,Ik wil vooral dat duidelijk wordt wat er nou precies die nacht is gebeurd”, zegt advocaat Liesbeth Zegveld, die de Afghanen bijstaat. ,,Waarom zijn de huizen van mijn cliënten gebombardeerd?”
Het ministerie van Defensie wil nog niet zeggen of het inzage geeft in de logboeken. Volgens het ministerie zal dit ‘onderwerp van bespreking’ zijn als de zaak op 29 maart voor het eerst in Den Haag voor de rechter komt.
Verwoeste huizen na de zogenoemde Slag om Chora in juni 2007 in de Afghaanse provincie Uruzgan. De Nederlandse militair Oscar van der Ven maakte deze foto kort na de gevechten. Beeld Oscar van der Ven
Trouw 16.03.2021 Eind deze maand dient in Den Haag een rechtszaak over omstreden gevechten in 2007 tussen Nederlandse militairen en de Taliban. Tientallen Afghaanse burgers kwamen daarbij om. Een reconstructie. “We hadden onze inlichtingenvergaring nog niet op orde.”
Het wordt in juni 2007 steeds duidelijker dat er gevaar op komst is in de Afghaanse provincie Uruzgan, waar in die tijd meer dan duizend Nederlandse militairen gelegerd zijn. Zo druppelen inlichtingen binnen over een dreigend offensief van de Taliban in de Chora-vallei, waar de Nederlanders een post hebben. Er worden ook pick-uptrucks met stuurs kijkende mannen gesignaleerd en eenheden raken af en toe verwikkeld in schotenwisselingen.
Op vrijdag 15 juni slaat het onheil toe in de vorm van een zelfmoordaanval op een Nederlands konvooi in de provinciehoofdstad Tarin Kowt. “Ik stond bovenluiks nadat ik bezig was geweest met de antennes van onze pantserwagen”, vertelt oud-militair Oscar van der Ven. “Door de klap werd ik naar binnen geslagen.
Toen ik mijn hoofd weer boven het luik uitstak, was het een en al stof en rook. Het duurde een tijd voordat ik doorhad wat er aan de hand was. Maar op een gegeven moment zag ik vlammen en ging de achterklep van het voorste voertuig open. Toen zag ik een collega gewond op zijn rug liggen, die even later werd gereanimeerd. Ook hoorde ik het radioverkeer. Langzaam drong het tot me door.”
Van der Ven, chauffeur-boordschutter van een Bushmaster-pantserwagen, ervaart de zelfmoordactie als een omslag. “Daarna was ik eigenlijk alleen nog maar bang. Ik reed met veel meer agressie door het gebied en ik was ook agressiever tegenover de mensen.”
Oscar van der Ven in 2007 in Afghanistan. “Het was heel moeilijk om onderscheid te maken tussen de Taliban en burgers.” Beeld
Voor de Task Force Uruzgan, zoals de Nederlandse troepenmacht heet, zal het de aanloop blijken naar een van de heftigste periodes tijdens de vier jaar durende missie, waarin de koelbloedigheid van de militairen behoorlijk op de proef wordt gesteld. Want de volgende ochtend vroeg vallen enkele honderden Talibanstrijders inderdaad, zoals gevreesd, politieposten in de Chora-vallei aan.
De Nederlanders hebben in die vallei twee infanteriepelotons van de Luchtmobiele Brigade gestationeerd in een wit, ommuurd districtskantoor, dat de White Compound wordt genoemd. Op het dak van het gebouw zijn met zandzakken verstevigde mitrailleurposities gemaakt.
Gelijkenis met Srebrenica
De commandant op de White Compound, kapitein Larry Hamers, diende eerder in Dutchbat 3, dat in 1995 de Bosnische enclave Srebrenica vrijwel zonder slag of stoot overgaf aan de Servische vijand – met gruwelijke gevolgen voor de bevolking. Hamers ziet in de Chora-vallei met zijn bergen en ongeregelde strijders gelijkenissen met de benarde Bosnische enclave destijds.
De kapitein krijgt vanuit Kamp Holland, het Nederlandse hoofdkwartier bij Tarin Kowt, versterking van een extra peloton, dat de route voor een eventuele terugtrekking veiligstelt, en hij dirigeert troepen de vallei in om de belaagde Afghaanse politiemensen bij te staan.
De militairen voeren die zaterdag onoverzichtelijke vuurgevechten, waarbij de Taliban zich verstoppen in en rond zogenoemde qala’s, typische Afghaanse ommuurde huizen. Een Nederlands Patria-pantservoertuig wordt getroffen door een mortiergranaat van de vijand. Maar de infanteristen kunnen de val van de politieposten niet voorkomen en trekken zich in de loop van de dag terug in het centrale dorpje Ali Shirzai, waar zich de White Compound bevindt.
Het is dan al duidelijk dat ook onschuldige bewoners worden getroffen. “Burger in Chora heeft een vlag op zijn qala geplaatst in de hoop dat wij niet meer op zijn qala zullen vuren”, noteert een militair om 18.38 uur in het operatielogboek. “Hij heeft gewonde familieleden en is er nu mee naar het medical centre.”
Rond die tijd nemen de gevechten af, maar de Taliban zijn inmiddels al wel behoorlijk dicht bij de compound. Kapitein Hamers vreest dat de strijders na het vallen van de nacht onder dekking van de duisternis verder zullen optrekken naar zijn post. Hij neemt rond 19.25 uur radiocontact op met kolonel Hans van Griensven, de commandant van de Task Force Uruzgan op Kamp Holland, met de vraag wat Chora hem waard is.
Van Griensven komt daarmee voor een lastig besluit te staan. Want de Nederlandse missie is in Den Haag ‘verkocht’ als een soort ontwikkelingsproject met zware militaire beveiliging, maar het is feite een counterinsurgency- of anti-guerrillamissie, waarbij de ongeüniformeerde vijand vaak onzichtbaar is en de sympathie geniet van een deel van de bevolking.
Het is veelal belangrijker om de hearts and minds van de burgers te winnen dan om grondgebied vast te houden. Mede daarom heeft de internationale troepenmacht ISAF, waarvan de Nederlanders deel uit maken, tamelijk strikte Rules of Engagement (de geweldsinstructie), om burgerslachtoffers te voorkomen.
Beeld Louman&Friso
Versterken en verdedigen
Maar als Van Griensven de Chora-vallei opgeeft, krijgen de Taliban nog meer greep op het oosten van Uruzgan en ligt de weg naar de provinciehoofdstad Tarin Kowt voor hen open. Ook bereiken hem op dat moment al gruwelijke berichten over represailles van de Taliban tegen Afghanen die samenwerken met de Nederlanders. De commandant vreest bovendien dat een aftocht een propagandazege voor de Taliban zou opleveren.
Hij laat kapitein Hamers rond 19.50 uur weten dat hij moet standhouden. “Ik besloot te blijven in Chora”, schrijft Van Griensven later in zijn zogenoemde After Action Report. “We gingen versterken en fel verdedigen met alle beschikbare middelen.”
De kolonel meldt zijn besluit aan de Britse generaal Jacko Page, die vanuit de stad Kandahar het bevel voert over alle ISAF-troepen in Zuid-Afghanistan, en aan de Nederlandse commandant der strijdkrachten, generaal Dick Berlijn, in Den Haag. Die belt op zijn beurt met defensieminister Eimert van Middelkoop. “Ik weet nog dat ik op een zaterdagavond zat te eten toen Berlijn belde”, vertelt Van Middelkoop. “Ik heb me niet bemoeid met het besluit, want het is niet de taak van de minister om te interveniëren in concrete militaire operaties.”
Een controversieel kanon
Hoe de strijd verloopt, valt in grote lijnen te reconstrueren aan de hand van onder meer foto’s, filmpjes, gesprekken met veteranen, en allerlei defensiestukken, waaronder After Action Reports en communicatielogboeken. Van Griensven besluit die avond om grootscheepse luchtaanvallen te laten uitvoeren.
Ook besluit hij tot inzet van een pantserhouwitser, het zwaarste kanon van het Nederlandse leger – iets waarover later veel discussie zal ontstaan. Want de pantserhouwitser staat in Kamp Holland, zo’n dertig kilometer van de vallei. Het kanon is met zijn ‘domme’ ongeleide granaten tamelijk onnauwkeurig. Bovendien is er die avond en nacht geen gekwalificeerde waarnemer beschikbaar die de artilleristen via de radio kan helpen om hun granaten op doel te krijgen.
Weliswaar zit er op het dak van de White Compound een zogenoemde Joint Terminal Attack Controller (JTAC), die contact onderhoudt met de gevechtspiloten, die hij naar hun doel leidt. Maar deze JTAC zit op te grote afstand en heeft te weinig zicht op het doelgebied om als waarnemer voor het kanon te fungeren.
Terwijl de Rules of Engagement juist nadrukkelijk bepalen dat de troepen alleen geweld mogen gebruiken tegen mensen die ze duidelijk als vijand hebben geïdentificeerd. Die inzet zonder behoorlijke waarneming maakt de inzet van het kanon controversieel.
Australische militairen in Uruzgan, waarmee de Nederlanders samenwerken, zijn betrokken bij de planning van de operatie. Maar zij besluiten zelf niet mee te doen, omdat ze kennelijk striktere instructies hebben omtrent de inzet van geweld en de bescherming van burgers.
En het commandocentrum voor Zuid-Afghanistan, waar de Britse generaal Page de scepter zwaait, zal er dat weekend bij de Nederlanders op aandringen om zich aan de Rules of Engagement te houden, zo blijkt uit een communicatielogboek: “Voor het uitbrengen van vuur gelden de normale regels. U moet positieve identificatie hebben voor u een doel aangrijpt.”
Intussen zet kolonel Van Griensven zijn plannen door. De Nederlander benadrukt dat hij het kanon alleen laat vuren op coördinaten waarop eerder Taliban zijn vastgesteld en op vermoede aanvalsroutes van de strijders. Hij spreekt van ‘storend vuur’, bedoeld om de Taliban in verwarring te brengen en een mogelijke verdere opmars van de strijders te bemoeilijken.
Om te voorkomen dat de Nederlandse F-16’s en andere vliegtuigen die nacht worden geraakt door de eigen artilleriegranaten, laat Van Griensven op de kaart ook twee grote aan elkaar grenzende vlakken aanwijzen: eentje waarop het kanon vuurt, en eentje waarop de vliegtuigen hun bommen gooien.
De militairen gebruiken voor het te beschieten gebied naast de eufemistische term ‘engagement area’ ook de kreten ‘killbox’ en ‘free fire zone’ – onheilspellende woorden waarvan later in de After Action Review, een evaluatierapport, zal worden gesteld dat ze bij vergissing werden gebruikt, zonder dat dit gevolgen zou hebben gehad.
Slag om Chora
Volgens de After Action Review laat Van Griensven die avond vanaf ongeveer 20.00 uur via onder andere een lokale politiecommandant en een tribale leider de bewoners van het te beschieten gebied waarschuwen dat ze moeten vluchten. Vijf kwartier later beginnen de Nederlanders met de houwitser te vuren. ‘Shot out’ meldt het logboek van de Operations Room om 21.14 uur. Van Griensven rapporteert later dat de Nederlanders dan nog bezig zijn om via de lokale machthebbers de burgers te alarmeren.
De gevechten zullen uiteindelijk vier dagen duren en zullen de annalen in gaan als de ‘Slag om Chora’, een roemrucht moment in de Nederlandse krijgsgeschiedenis. Een beetje als revanche ook voor de blamage dertien jaar eerder in Srebrenica. “Nu hadden we wél de middelen om keihard terug te slaan en die lui van de mat te vegen”, zegt Hamers, de kapitein op de White Compound, later tegenover een verslaggever van De Groene Amsterdammer.
Maar op het moment zelf beleven niet alle militairen die heroïek. Zo bevindt pantsergenist Servie Hölzken zich tijdens de beschietingen met infanteristen op een hoger gelegen gebied aan de overkant van de vallei, tegenover de White Compound. “Een echte slag, zoals je je dat misschien voorstelt, was het niet”, vertelt Hölzken. “Ik merkte zelf op die plek weinig van vijandelijk vuur. Het geweld kwam vooral van onze kant.”
Servie Hölzken in 2007 in Afghanistan. “Ik herinner me dat er een tractor aankwam met allemaal vluchtelingen op een grote aanhangwagen.“Beeld RV
“Sommige jongens stonden de luchtaanvallen ook te filmen. Waarnemers wezen met laserapparaten doelen aan, dus we wisten vaak wanneer er een bom aan zat te komen. Op een gegeven moment kregen twee jongens zelfs op hun donder omdat ze hun kistjes hadden uitgetrokken en blootvoets op het dak van hun pantserwagen waren gaan zitten. Als we echt in gevecht waren geweest, was zoiets niet gebeurd.”
Een militair zal ’s ochtends om 6.46 uur in het operatielogboek noteren dat de Taliban vanaf 0.00 uur niks meer tegen de Nederlanders hebben ondernomen. Maar de Nederlandse beschietingen gaan na middernacht nog urenlang door. En met grote gevolgen.
De Nederlandse militairen filmden sommige beschietingen tijdens de Slag om Chora. Dit zou een luchtaanval zijn in de eerste nacht.
Want niet alleen worden de Taliban die nacht in het defensief gedrongen. Als het ’s morgens licht wordt, blijken er veel meer burgers in het gebied te zijn geweest dan de Nederlanders ’s avonds aannamen. De After Action Review constateert dat de oproep om te vluchten veel bewoners waarschijnlijk niet heeft bereikt, of dat burgers besloten om toch te blijven.
Veegactie
Op Kamp Holland komen die ochtend dan ook meerdere meldingen binnen over vluchtelingen. En soldaten zien in de buurt van de White Compound een stoet mensen voorbij trekken. “Deze burgers vervoerden overleden mensen op kruiwagens en aanhangwagens van een trekker”, meldt de After Action Review. “Het waren lijken van mannen, vrouwen en kinderen. De stoet verplaatste zich naar een begraafplaats aan de rand van een berg. Daar werden de doden begraven. Volgens getuigen betrof het ongeveer 20 overleden mensen.”
Ook pantsergenist Hölzken, aan de overkant van de vallei, ziet vluchtelingen uit het gebied komen. “Ik herinner me dat er een tractor aankwam met allemaal vluchtelingen op een grote aanhangwagen. Wij moesten die mensen fouilleren en de wagens doorzoeken, omdat er een gevaar was dat Talibanstrijders stiekem zouden vluchten. Die mensen waren heel erg bang. Dat zag je aan hun ogen en er waren ook huilende kinderen bij.”
Ondertussen werkt kolonel Van Griensven met zijn staf een plan uit voor een tegenoffensief, Operatie Troy. Hij stuurt verse versterkingen naar de vallei en laat de taakgroep Viper, een speciale eenheid van commando’s en mariniers, een afleidingsmanoeuvre uitvoeren bij de nabijgelegen Baluchi-vallei, een notoir Taliban-bolwerk, om strijders uit de Chora-vallei weg te lokken. Tegelijk plant hij een actie om de Chora-vallei schoon te vegen.
Die veegactie, de grootste aanvallende operatie van Nederlanders sinds de Korea-oorlog, begint in de ochtend van dinsdag 19 juni 2007. Deze keer worden de burgers wel eerst door de troepen gewaarschuwd met een geluidswagen.
Een lokale militie herovert vervolgens het oosten van de Chora-vallei. En Afghaanse troepen vegen samen met Nederlandse militairen het westen van de vallei schoon. De Afghanen gaan daarbij midden door het bewoonde gebied, de Nederlandsers trekken vooral op langs de randen van de vallei en geven vuursteun.
Volgens een After Action Report van deze actie, die Operatie Fliegenfanger wordt genoemd, zien de troepen in huizen aanwijzingen dat Talibanstrijders kort ervoor ‘in paniek’ zijn vertrokken. Zo vinden ze grote hoeveelheden brood en nog lauwe thee. Ook slingeren her en der halflege dozen walkietalkiebatterijen en worden er raketgranaten, munitie en wat marihuana gevonden.
Als Afghaanse troepen bij de herovering van de politiepost Kala Kala, gelegen op een heuvel, op weerstand stuiten, roepen de Nederlanders hulp in van een straaljager. “Voltreffer”, bevestigt een militair over de radio.
Tegen het vallen van de avond wordt als laatste de politiepost Kala Kala, strategisch gelegen op een heuvel, heroverd. Wanneer de Afghaanse troepen daar op weerstand stuiten, roepen de Nederlanders hulp in van een straaljager. Terwijl de islamitische oproep tot gebed door de vallei schalt, valt de Nederlandse bom, die een grijze paddestoelvormige wolk veroorzaakt. “Voltreffer”, bevestigt een militair over de radio. “Dankjewel voor je assistentie.”
Vergoeding voor nabestaanden
De volgende dag keert de rust terug in de vallei. De bazaar gaat weer open, kinderen gaan naar school en boeren wagen zich weer op hun land. Vrijwel direct na de herovering gaat een zogenoemd Provinciaal Reconstructie Team (PRT) de vallei in om de schade op te nemen. Het PRT is verantwoordelijk voor hulpprojecten, zoals de bouw van een brug, een moskee en de aanleg van een weg. Na de gevechten keren de PRT’ers vergoedingen uit aan nabestaanden, gewonden en mensen met schade door Nederlandse beschietingen. Een klus die nog niet meevalt.
“Het was heel moeilijk om onderscheid te maken tussen de Taliban en burgers”, vertelt oud-militair Van der Ven, die als PRT’er kort na de strijd door het gebied rijdt. “Ze liepen daar allemaal met wapens. En het was zo corrupt. Zelfs vrouwen en kinderen kon je niet vertrouwen. De Taliban gebruikten kinderen om door te geven dat wij er aan kwamen.”
Al snel start ook een discussie over het Nederlandse optreden. Want hoe groot was het gevaar die zaterdagavond geweest in de Chora-vallei? Gaf Van Griensven terecht opdracht tot de zware beschietingen? Was er wel genoeg gedaan om onschuldige slachtoffers te voorkomen?
Aan Nederlandse zijde is na vier dagen geweld één dode te betreuren: een sergeant-majoor is omgekomen op de White Compound toen bij het vuren met een mortier een granaat voortijdig ontplofte. Maar er zijn naar schatting 250 Afghanen omgekomen.
Hoeveel burgers daaronder precies zijn, is onbekend. Defensie houdt het op 50 tot 80 dode burgers, maar hoeveel van hen zijn getroffen door Nederlands vuur blijft onduidelijk. Volgens Defensie heeft de pantserhouwitser in de eerste nacht gevuurd op coördinaten bij veertien woonhuizen, en hebben de vliegtuigen en helikopters tijdens de hele vier dagen durende operatie luchtaanvallen uitgevoerd op negentien huizen.
Conform de regels
Commandant der strijdkrachten Dick Berlijn geeft kort na de strijd een briefing aan Tweede Kamerleden, van wie vooral SP’ers en GroenLinksers kritische vragen stellen over de burgerslachtoffers. En de generaal brengt een bliksembezoek aan Uruzgan. “Ik ben trots op jullie”, zegt Berlijn tegen de troepen. Tegen meegereisde journalisten: “De jongens die in Chora hebben gevochten, willen dat Nederland begrijpt wat ze hebben meegemaakt.”
Defensie benadrukt dat de militairen conform de regels hebben geopereerd en krijgt bijval van onder meer het Navo-commandocentrum in Europa.
Ook leden van de Afghaanse Onafhankelijke Mensenrechtencommissie, die het gebied na de geweldsuitbarsting kort bezoeken, concluderen dat de meeste burgerslachtoffers waarschijnlijk wel zijn gevallen door de Nederlandse beschietingen, maar dat de Nederlanders weinig te verwijten valt omdat de Taliban tussen burgers opereerden.
Het jaar erop zal het Nederlandse Openbaar Ministerie eveneens concluderen dat de militairen rechtmatig optraden.
Maar de toenmalige Afghaanse president Hamid Karzai laat zich direct na de gevechten kritisch uit over de manier waarop het zware kanon is ingezet in bewoond gebied. “Je opent niet het vuur op dertig kilometer afstand van het doel”, foetert Karzai. “Daarmee maak je vrijwel zeker slachtoffers onder de burgerbevolking.”
En ook binnen ISAF wordt schande gesproken van de Nederlandse handelwijze. De Britse generaal Page, verantwoordelijk voor Zuid-Afghanistan, en de Amerikaanse generaal Dan McNeill, de hoogste ISAF-commandant, vrezen dat de Nederlanders met de pantserhouwitser het oorlogsrecht hebben geschonden. ISAF kondigt korte tijd later enkele extra maatregelen aan, waaronder het gebruik van lichtere vliegtuigbommen, om burgerslachtoffers te voorkomen.
Hoe ontstemd generaal Page is, merkt minister Van Middelkoop als hij enige tijd later een bezoek brengt aan Afghanistan. Tijdens een visite aan het commandocentrum in Kandahar krijgt hij de wind van voren. “Page was heel kritisch”, herinnert Van Middelkoop zich. “Toen hij een tijdje bezig was, dacht ik: als je nog even zo doorgaat, loop ik weg. Maar gelukkig hield hij op een gegeven moment op. Daarna hebben we het over andere dingen gehad.”
Rechtszaak
Van Middelkoop zegt dat hij er destijds van overtuigd was dat kolonel Van Griensven de juiste beslissing nam en dat hij er nog altijd achter staat. “Had het anders gekund? Misschien. Maar Van Griensven moest op dat moment op grond van gebrekkige informatie snel een beslissing nemen. Ga er maar aan staan. En je moet niet vergeten dat we in die tijd nog niet zo lang in Uruzgan zaten. We hadden onze inlichtingenvergaring nog niet op orde.”
De eerste Nederlandse journalist die, los van de militairen, het gebombardeerde gebied bezoekt, is oorlogsverslaggever Arnold Karskens. Anders dan veel andere journalisten gaat Karskens niet embedded met de militairen mee, waardoor hij volledig zijn eigen gang kan gaan. Hij trekt in oktober 2007, vier maanden na de gevechten, naar het dorpje Qal-e-Ragh, waar de meeste burgerslachtoffers lijken te zijn gevallen, en windt er geen doekjes om. Onder de kop ‘Nederlandse oorlogsmisdaden in Uruzgan’ schrijft hij in de Nieuwe Revu over een ‘lukrake’ beschieting met de houwitser en een ‘massaslachting’. De namen en andere gegevens van slachtoffers speelt hij door aan mensenrechtenadvocate Liesbeth Zegveld.
“De missie in Uruzgan werd ons voorgespiegeld als een succesverhaal”, zegt Karskens. “Maar dat was een farce, een kartonnen decor. Als je daar rondreisde, merkte je dat de invloed van de Taliban groot was. Er waren wel Afghanen die profiteerden van de Nederlanders, bijvoorbeeld omdat ze transporten deden of spullen leverden, maar de meesten waren geen fans van de Nederlanders. Ze noemden de troepen bezetters.” Het zal dan nog een decennium duren voordat de Slag om Chora uitmondt in een juridisch gevecht.
Namens vier Afghanen uit het dorpje Qal-e-Ragh stelt advocate Zegveld in 2018 de staat aansprakelijk. In de zaak, die op 29 maart in Den Haag voor het eerst voor de rechter komt, stelt Zegveld dat de militairen ‘niet proportioneel’ geweld hebben gebruikt en dat ze te weinig onderscheid hebben gemaakt tussen strijders en burgers.
Om haar betoog kracht bij te zetten, stuurt de advocate de rechtbank een getuigenis van boer Akhtar Mohmad. Die vertelt daarin hoe hij in de nacht van 16 op 17 juni in het dorp Qal-e-Ragh lag te slapen toen zijn huis werd bestookt.
Volgens Mohmad waren er geen Taliban in de buurt en was hij ook niet gewaarschuwd. Zijn woning werd aan puin geschoten en meerdere familieleden raakten bedolven onder de brokstukken, zegt hij. Zijn moeder en een zus kwamen om en een broer liep blijvende psychische schade op. “Waarom hebben jullie dit gedaan?”, vraagt de Afghaan. “Jullie kwamen om ons te helpen. In plaats daarvan hebben jullie ons verwoest.”
Open zenuw
De rechtszaak leidt tot ergernis onder Uruzgan-veteranen. Daarbij speelt een rol dat ‘Chora’ in de krijgsmacht is uitgegroeid tot een soort repliek op ‘Srebrenica’: het bewijs dat Nederlandse troepen wel degelijk lef hebben en kunnen vechten. Kritische vragen raken bij heel wat militairen en veteranen nog steeds een open zenuw.
Het ministerie van Defensie voert in zijn verweer in de eerste plaats aan dat de schadeclaims van de Afghanen zijn verjaard. Volgens het ministerie handelden de troepen bovendien uit gerechtvaardigde zelfverdediging tegen de acute dreiging van een grote Talibanmacht van 800 tot 1000 strijders. De militairen gebruikten volgens Defensie uitsluitend gepast geweld en deden onder moeilijke omstandigheden hun best om burgers te waarschuwen. Woonhuizen moesten daarbij helaas worden bestookt omdat de Taliban zich er schuilhielden en burgers als schild gebruikten.
Verder wijst het ministerie erop dat de vier cliënten van Zegveld niet hebben bewezen dat hun huizen zijn beschoten door de Nederlanders. De schade zou ook kunnen zijn aangericht door bijvoorbeeld mortiergranaten van de Taliban.
In reactie daarop heeft Zegveld de rechtbank afgelopen maand gevraagd om Defensie te verplichten om meer informatie te verstrekken over de Nederlandse beschietingen. Zo wil de advocate de logboeken inzien van de F-16’s, Apache-gevechtshelikopters en pantserhouwitser die werden ingezet.
“Het gaat in deze zaak al lang niet meer om winnen of verliezen”, zegt Zegveld. “Ik wil vooral dat duidelijk wordt wat er nou precies die nacht is gebeurd. Waarom zijn de huizen van mijn cliënten gebombardeerd? Te veel is nog in nevelen gehuld.”
Defensie
Defensie stelt niet te weten hoeveel burgerdoden er in totaal zijn gevallen door Nederlandse geweldsinzet tijdens de Uruzgan-missie, die liep van 2006 tot 2010.
Bij de evaluatie in de Tweede Kamer in 2012 verklaarden de toenmalige ministers Hans Hillen (Defensie) en Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) dat het tellen van burgerslachtoffers geen prioriteit had, vooral omdat militairen gevaar liepen als ze eraan begonnen. De ministers verzekerden dat de troepen hun best hadden gedaan om onschuldige slachtoffers te voorkomen. Alle gevechtshandelingen werden gemeld aan het Openbaar Ministerie, dat nooit aanleiding zag voor vervolging.
Volgens Rosenthal zat “bescherming van de burgerbevolking in de genen van de Nederlandse militairen”.
Lees ook:
Justitie onderzoekt of Nederlandse militairen burgers hebben gedood in Uruzgan
Militair Servie Hölzken ging volledig over de schreef in Uruzgan. ‘Het moet verteld worden’
De Nederlandse veteraan Servie Hölzken vertelt hoe hij op een avond in de Afghaanse provincie Uruzgan huizen beschoot en mogelijk burgers doodde. ‘Pas later drong het tot me door hoe fout het was.’
Nederlandse soldaten doodden mogelijk burgers in Uruzgan. Defensie wil onderzoek
Een Nederlandse veteraan vertelt hoe hij in de Afghaanse provincie Uruzgan huizen beschoot en mogelijk burgers doodde. Defensie gaat met de oud-militair praten en met justitie overleggen over een onderzoek.
Het verhaal van een oud-militair over een mogelijk onrechtmatige beschieting in 2007 in de Afghaanse provincie Uruzgan, waarover Trouw bericht, roept veel vragen en gevoeligheden op, ook bij Uruzgan-veteranen en militaire vakbonden. “Dit blijft natuurlijk altijd een lastig en gevoelig onderwerp”, zegt voorzitter Jan Kropf van de Bond van Defensiepersoneel (ACOM).
De ex-militair zegt tegen de krant dat bij een beschieting van huizen mogelijk burgerdoden zijn gevallen. Defensie noemt het verhaal “zeer ernstig” en gaat met de oud-militair in gesprek. Daarnaast heeft het departement het Openbaar Ministerie gevraagd te bekijken of er strafbare feiten zijn gepleegd.
Het ministerie wijst er in Trouw op dat de veteraan getraumatiseerd terugkwam uit Afghanistan en dat de ex-militair zich het incident mogelijk helemaal of voor een deel heeft ingebeeld.
Onderzoek
Het Openbaar Ministerie start een onderzoek naar het beschieten van Afghaanse huizen door Nederlandse militairen tijdens een missie in 2007. Mogelijk zijn daarbij burgerslachtoffers gevallen.
Het OM heeft dit besloten nadat Uruzgan-veteraan Servie Hölzken in Trouw vertelde hoe hij en zijn pantsergenie-eenheid huizen beschoten in de Afghaanse provincie. Hij vuurde naar eigen zeggen op wegrennende mensen die onbewapend waren. Ook nam hij een Afghaanse qala (huis) lange tijd onder vuur omdat mensen zich daar schuilhielden. Hij kreeg opdracht net zo lang door te gaan tot er geen beweging meer was. ,,Het was niet te rechtvaardigen wat wij die avond deden’’, vertelt Hölzken nu.
Defensie zegt geschrokken te zijn van het verhaal. Een woordvoerder benadrukt dat het departement in de archieven niets is tegengekomen van een incident dat lijkt op dat wat Hölzken beschrijft. “Misschien is het wel gebeurd, maar wij kunnen het niet vinden.”
Het ministerie overweegt om een meldpunt en een onafhankelijke commissie in te stellen. Bij die commissie zouden voormalig militairen mogelijk onrechtmatig gedrag uit het verleden in vertrouwen kunnen melden.
“Veteranen kunnen altijd melding doen van misstanden, maar we willen de drempel zo laag mogelijk maken. Er was al een meldpunt in verband met de inventarisatie van Australische misstanden”, aldus Mike Bos, kolonel en defensiewoordvoerder, in het NOS Radio 1 Journaal.
Veel gelijkenissen
Mike Bos verwijst naar leden van speciale eenheden van het Australische leger die tijdens hun dienst in Afghanistan 39 burgers en gevangenen hebben omgebracht. De misstanden kwamen naar voren uit het Brereton-onderzoek onderzoek dat in november werd gepubliceerd. In dat rapport zijn 23 incidenten onderzocht die voornamelijk in Uruzgan hebben plaatsgevonden. Enkele incidenten vonden plaats in 2009 en 2010, maar het merendeel gebeurde tussen 2012 en 2013.
Het verhaal van een oud-militair over een mogelijk onrechtmatige beschieting in 2007 in de Afghaanse provincie Uruzgan, waarover Trouw bericht, roept veel vragen en gevoeligheden op, ook bij Uruzgan-veteranen en militaire vakbonden. “Dit blijft natuurlijk altijd een lastig en gevoelig onderwerp”, zegt voorzitter Jan Kropf van de Bond van Defensiepersoneel (ACOM).
De ex-militair zegt tegen de krant dat bij een beschieting van huizen mogelijk burgerdoden zijn gevallen. Defensie noemt het verhaal “zeer ernstig” en gaat met de oud-militair in gesprek. Daarnaast heeft het departement het Openbaar Ministerie gevraagd te bekijken of er strafbare feiten zijn gepleegd.
Het ministerie wijst er in Trouw op dat de veteraan getraumatiseerd terugkwam uit Afghanistan en dat de ex-militair zich het incident mogelijk helemaal of voor een deel heeft ingebeeld.
De ex-militair claimt dat de rules of engagement zijnovertreden. Kropf: “Verder onderzoek moet dat nu uitwijzen. Het is heel belangrijk dat er nu gedegen onderzoek komt. Defensie doet dit altijd met volledige transparantie richting het Openbaar Ministerie.”
‘Niet 100 procent geloofwaardig’
Advocaat Michael Ruperti staat regelmatig militairen en veteranen bij in zaken. “Ik vind dat dit soort verhalen niet in de media moet worden gemeld. Daarmee beschuldig je indirect je collega-militairen van oorlogsmisdaden. Als ik zijn advocaat zou zijn geweest, dan had ik hem nooit naar Trouw gestuurd.”
Ook zegt Ruperti nergens te lezen dat de oud-militair zijn verhaal niet kwijt kon bij Defensie. “Ik ga niet zeggen dat ik dit verhaal 100 procent geloofwaardig vind. Ik heb in al die 21 jaar nog nooit zoiets gehoord zoals in Australië is gebeurd.”
Ruperti verwijst naar leden van speciale eenheden van het Australische leger die tijdens hun dienst in Afghanistan 39 burgers en gevangenen hebben omgebracht.
Defensie onderzoekt melding over Australisch exces in Uruzgan
Het ministerie van Defensie onderzoekt een melding van een Nederlandse militair over misstanden van het Australische leger in Afghanistan. De militair was destijds uitgezonden naar Uruzgan. Daar hebben Nederlandse en Australische militairen tussen 2006 en 2010 samengewerkt.
Volgens minister Ank Bijleveld (Defensie) meldde de militair zich een dag na het verschijnen van het onderzoek over excessen gepleegd door Australische troepen in Afghanistan. Special forces hebben daar 39 mensen standrechtelijk geëxecuteerd tussen 2005 en 2016. De meeste incidenten vonden plaats in Uruzgan.
Defensie onderzoekt momenteel of er geen aanwijzingen waren dat Nederland op de hoogte was van de Australische misdaden. “Deze inventarisatie richt zich op operaties van Australische speciale eenheden waarbij met Nederlandse troepen is samengewerkt, of die door Nederlandse militairen zijn ondersteund”, aldus Bijleveld in antwoord op Kamervragen van D66 en SP.
De Australische onderzoekers hebben geen aanwijzingen gevonden dat Nederlandse militairen op de hoogte waren van de misstanden of erbij betrokken waren.
Vragen Kabinet over ernstige misdaden die Australische special forces hebben gepleegd
Het kabinet onderzoekt toch nog een keer of er geen aanwijzingen waren dat Nederland op de hoogte was van ernstige misdaden die Australische special forces in Afghanistan hebben gepleegd. Dat zei minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) donderdag in de Tweede Kamer.
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat Australische elitetroepen tussen 2005 tot 2016 in Afghanistan 39 mensen illegitiem hebben gedood. Er werden onder anderen gevangen Afghanen doodgeschoten als vorm van ontgroening. Dat was mogelijk door een verziekte cultuur, aldus de hoogste militair van Australië.
Nasleep inzet Australische elitetroepen in Afganistan
Afghanistan eist gerechtigheid na de berichten over Australische gruweldaden tegen Afghaanse burgers. De premier van Australië heeft de Afghaanse president Ashraf Ghani verzekerd dat de militairen die verantwoordelijk zijn voor de moorden voor de rechter worden gebracht, zei de president vrijdag 20.11.2020 in Kaboel.
Het nieuws komt een dag na het vrijgeven van een rapport met duidelijk bewijs dat een groep Australische elitetroepen tussen 2009 en 2013 minstens 39 Afghaanse burgers heeft gedood. Dat gebeurde bij 23 verschillende incidenten.
Volgens het onderzoek zijn 25 daders geïdentificeerd, van wie sommigen nog deel uitmaken van de strijdkrachten. Dit blijkt uit een eigen onderzoek (pdf) van de krijgsmacht. Dat is tevens de conclusie van het Brereton-onderzoek (.pdf), waarvan een samenvatting vandaag openbaar is gemaakt.
Het Nederlandse ministerie van Defensie weet zeker dat er geen Nederlanders betrokken waren bij de oorlogsmisdaden van Australische elitetroepen in Afghanistan. Dat vertelt majoor Peter de Bock donderdag in gesprek met NU.nl, na berichtgeving van de NOS.
Telegraaf 18.02.2021
Defensie werd er vorige week al door Australië van op de hoogte gebracht dat er geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid. De andere uitkomsten van het onderzoek ontving Defensie in de nacht van woensdag op donderdag pas en worden door de woordvoerder als “zeer ernstig” bestempeld.
Uit een Australisch rapport kwam naar voren dat speciale eenheden van het Australische leger tijdens hun dienst in Afghanistan in strijd met internationale regels 39 burgers en gevangenen hebben gedood. Een onderzoeksrechter spreekt van oorlogsmisdaden.
MSN 11.03.2021 Afghaanse meisjes mogen straks alleen nog maar voor publiek zingen als dat louter uit vrouwen bestaat, zo heeft het ministerie van Onderwijs besloten. Het ministerie besloot ook dat mannelijke leraren schoolmeisjes geen zangles meer mogen geven.
Op Afghaanse sociale media is woedend gereageerd op het besluit, dat volgens velen erg doet denken aan de het beleid van de Taliban.
Meisjes boven de twaalf jaar mogen alleen nog optreden voor een publiek als dat „voor 100 procent uit vrouwen bestaat” zo maakte het ministerie bekend. Volgens een woordvoerder van het ministerie is het besluit genomen op aandrang van studenten en ouders. Schoolhoofden worden verantwoordelijk gesteld voor het doorvoeren van de maatregel.
Verontwaardiging
Op sociale media wordt met woede en verontwaardiging gereageerd op de beslissing. „Het ziet er niet best uit voor de republiek als ze dezelfde waarden als de Taliban aan gaan hangen” stelt journalist Ruchi Kumar op Twitter. Andere twitteraars vechten het verbod aan met filmpjes van dansende en zingende meisjes.
Rangina Hamidi, de Afghaanse minister van Onderwijs, staat er nu slecht op bij veel twitteraars. „Ik heb eens gelezen dat u een van de ’leidende stemmen’ bent voor Afghaanse vrouwen. Maar ik wist niet dat u uw stem zou gebruiken om die van Afghaanse meisjes af te kappen. Wat is de bedoeling?”, tweette een boze twitteraar.
Beschermd
De minister kreeg ook bijval van mensen die meenden dat de meisjes zo beschermd worden tegen opdringerige mannen, maar haar critici stellen dat dat probleem echt niet weggaat door meisjes te verbieden te zingen.
Sinds de Taliban begin deze eeuw door de Amerikanen uit Kaboel verdreven werden hebben vrouwen in Afghanistan er meer rechten gekregen op het gebied van onderwijs en werk. Veel vrouwen zijn bang die rechten weer kwijt te raken, nu er onderhandeld wordt met de Taliban over een terugkeer in de Afghaanse politiek.
NU 08.03.2021 De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken heeft een dwingend voorstel gedaan tot een vredesoverleg tussen de Afghaanse regering en de Taliban. Het beraad zou onder leiding van de Verenigde Naties moeten worden gehouden in Turkije. Dat blijkt uit berichtgeving door het Afghaanse TOLOnews en The New York Times.
Het doel van het vredesoverleg zou het verminderen van gewelddadigheden voor de duur van drie maanden zijn. Uiteindelijk moet dat leiden tot een staakt-het-vuren.
In een felle brief aan de Afghaanse president Ashraf Ghani roept Blinken hem op leiderschap te tonen. Hij stelt dat de regering-Biden het vertrouwen is kwijtgeraakt door de haperende vredesbesprekingen tussen de machthebbers in Kaboel en de Taliban-opstandelingen.
Blinken vraagt Ghani de harde toon die de Amerikaanse minister aanslaat tot zich door te laten dringen omdat die de Amerikaanse frustratie over de gang van zaken reflecteert. Washington vindt dat Ghani zich onbuigzaam opstelt en daarmee het vredesproces verstoort. Het bestaan van de brief is tegenover The New York Times bevestigd door functionarissen in de VS en Afghanistan.
Blinken schreef ook dat de VS nog niet heeft besloten of het land de resterende 2.500 Amerikaanse militairen voor 1 mei 2021 terughaalt uit Afghanistan, zoals ruim een jaar geleden met de Taliban is afgesproken.
Dat akkoord maakte de weg vrij voor vredesbesprekingen tussen de rebellen en de Afghaanse regering, maar sinds het begin in september is er geen vooruitgang geboekt. De gesprekken lopen steeds vast op onderwerpen als de uitwisseling van gevangenen en terugdringing van het geweld.
MSN 07.03.2021 De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken heeft een dwingend voorstel gedaan tot een vredesoverleg tussen de Afghaanse regering en de Taliban. Het beraad zou onder leiding van de Verenigde Naties moeten worden gehouden in Turkije. Dat blijkt uit berichtgeving door het Afghaanse TOLOnews en The New York Times.
Het doel van het vredesoverleg zou het verminderen van gewelddadigheden voor de duur van drie maanden zijn. Uiteindelijk moet dat leiden tot een staakt-het-vuren.
In een felle brief aan de Afghaanse president Ashraf Ghani roept Blinken hem op leiderschap te tonen. Hij stelt dat de regering-Biden het vertrouwen is kwijtgeraakt door de haperende vredesbesprekingen tussen de machthebbers in Kaboel en de Taliban-opstandelingen.
Blinken vraagt Ghani de harde toon die de Amerikaanse minister aanslaat tot zich door te laten dringen omdat die de Amerikaanse frustratie over de gang van zaken reflecteert. Washington vindt dat Ghani zich onbuigzaam opstelt en daarmee het vredesproces verstoort. Het bestaan van de brief is tegenover The New York Times bevestigd door functionarissen in de VS en Afghanistan.
Blinken schreef ook dat de VS nog niet heeft besloten of het land de resterende 2.500 Amerikaanse militairen voor 1 mei terughaalt uit Afghanistan, zoals ruim een jaar geleden met de Taliban is afgesproken.
Dat akkoord maakte de weg vrij voor vredesbesprekingen tussen de rebellen en de Afghaanse regering, maar sinds het begin in september is er geen vooruitgang geboekt. De gesprekken lopen steeds vast op onderwerpen als de uitwisseling van gevangenen en terugdringing van het geweld.
MSN 13.02.2021 De Duitse regering wil dat haar militairen langer in Afghanistan blijven, maakte minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas zaterdag bekend. Na de Verenigde Staten levert Berlijn het grootste contingent militairen in het Zuid-Aziatische land.
De vredesonderhandelingen tussen de Afghaanse overheid en de Taliban “zullen niet voor eind maart zijn afgesloten” als het mandaat van de Duitse troepen afloopt, zei Maas tegen Duitse media. “Daarom moet we ons voorbereiden op verschillende scenario’s, waaronder een nieuw mandaat van de Bondsdag.”
De Duitse troepen maken deel uit van de 10.000 man sterke troepenmacht van de NAVO in Afghanistan. Defensieministers van het bondgenootschap spreken later deze maand over de toekomst van de missie. Aan de NAVO-missie Resolute Support nemen momenteel zo’n 150 Nederlandse militairen deel, aldus het ministerie van Defensie in Den Haag. De hoofdtaak bestaat uit het trainen en adviseren van Afghaanse veiligheidsdiensten.
De Taliban en de Verenigde Staten zijn overeengekomen dat in mei dit jaar alle Amerikaanse troepen uit het land zijn teruggetrokken. Er zitten nu nog zo’n 2500 Amerikaanse militairen in Afghanistan, het kleinste aantal sinds het begin van de oorlog in 2001.
NU 19.01.2021 De Nederlandse militair van de Koninklijke Landmacht die zaterdag tijdens een schietoefening in Afghanistan aan zijn arm gewond raakte, is terug in Nederland. Hij kwam in de nacht van maandag op dinsdag aan op Vliegbasis Eindhoven, bevestigt een woordvoerder van Defensie dinsdag in gesprek met NU.nl.
De militair is in Afghanistan geopereerd aan zijn arm en zijn toestand is stabiel. Hij is teruggebracht naar Nederland, omdat volgens de zegsman in Afghanistan de specialistische zorg ontbreekt die de militair nodig heeft. Het ging hierbij om een medische vlucht. De militair heeft inmiddels met zijn familie kunnen spreken.
De man raakte gewond tijdens een schietoefening op Kamp Marmal in Noord-Afghanistan. Wat er precies is gebeurd, is nog niet helemaal duidelijk. Volgens het AD werd hij geraakt door een kogel van een collega. De Defensie-woordvoerder kan dit desgevraagd tegenover NU.nl “bevestigen noch ontkrachten”. De marechaussee op het kamp doet onderzoek naar het incident.
De landmachtmilitair maakte deel uit van de NAVO-missie Resolute Support. Voor die missie zijn circa 150 Nederlandse militairen gelegerd in Mazar-i-Sharif, een stad in het noorden van Afghanistan nabij de grens met Oezbekistan.
MSN 19.01.2021 De Nederlandse militair van de Koninklijke Landmacht die zaterdag tijdens een schietoefening in Afghanistan aan zijn arm gewond raakte, is terug in Nederland. Hij kwam in de nacht van maandag op dinsdag aan op Vliegbasis Eindhoven, bevestigt een woordvoerder van Defensie dinsdag in gesprek met NU.nl.
De militair is in Afghanistan geopereerd aan zijn arm en zijn toestand is stabiel. Hij is teruggebracht naar Nederland, omdat volgens de zegsman in Afghanistan de specialistische zorg ontbreekt die de militair nodig heeft. Het ging hierbij om een medische vlucht. De militair heeft inmiddels met zijn familie kunnen spreken.
De man raakte gewond tijdens een schietoefening op Kamp Marmal in Noord-Afghanistan. Wat er precies is gebeurd, is nog niet helemaal duidelijk. Volgens het AD werd hij geraakt door een kogel van een collega. De Defensie-woordvoerder kan dit desgevraagd tegenover NU.nl “bevestigen noch ontkrachten”. De marechaussee op het kamp doet onderzoek naar het incident.
De landmachtmilitair maakte deel uit van de NAVO-missie Resolute Support. Voor die missie zijn circa 150 Nederlandse militairen gelegerd in Mazar-i-Sharif, een stad in het noorden van Afghanistan nabij de grens met Oezbekistan.
NOS 17.01.2021 De Nederlandse militair die gewond raakte bij een schietoefening op Kamp Marmal, is door een collega-militair in zijn arm geschoten. Diens advocaat Michael Ruperti bevestigt dat na berichtgeving van het AD.
Het incident op het kamp in het noorden van Afghanistan gebeurde gisteren. De militair is geopereerd in het veldhospitaal van het kamp. Volgens het ministerie van Defensie wordt hij voor verdere zorg naar Nederland overgebracht. Zijn toestand is stabiel.
Ruperti zegt dat zijn cliënt wordt ondervraagd, maar hij kan daar verder niets over zeggen omdat het onderzoek door de marechaussee nog in volle gang is.
Resolute Support
In Afghanistan zijn sinds 2015 zo’n 150 Nederlandse militairen actief die meewerken aan de NAVO-missie Resolute Support. Doel van de missie is het ondersteunen van het veiligheidsapparaat, leger en politie in Afghanistan.
De Nederlanders blijven tot eind 2021 actief in het gebied.
AD 17.01.2021 De militair die op kamp Marmal in Afghanistan tijdens een training gewond raakte, blijkt door een Nederlandse collega in zijn arm te zijn geschoten. Het slachtoffer is direct na het incident geopereerd in het veldhospitaal op het kamp. Zijn toestand is stabiel.
Het ongeluk gebeurde tijdens een schietoefening. Wat er precies misging, is nog niet duidelijk. De schutter wordt verhoord door de marechaussee. Advocaat Michael Ruperti die de militair bijstaat, bevestigt dat zijn cliënt wordt ondervraagd, maar kan verder geen toelichting geven omdat het onderzoek nog loopt. Ook de marechaussee wil niet op de zaak ingaan.
Het is niet voor het eerst dat militairen gewond raken tijdens schietoefeningen op missie. In 2017 schoot een Nederlandse militair op hetzelfde kamp in Afghanistan ook per ongeluk op een collega. In 2015 had een peshmerga-strijder alle geluk van de wereld toen hij door een Nederlandse sergeant per ongeluk in zijn borst werd geschoten. Hij overleefde het ongeval.
Het gebeurde toen ze oefenden hoe ze een huis moesten bestormen. De sergeant wilde met zijn eigen dienstwapen zijn pupillen schrik aanjagen als ze fouten maakten, omdat maar niet tot hen wilde doordringen dat elke misstap fatale gevolgen kan hebben. Hij deed dat al eerder met een leeg pistool, maar nu bleek er toch nog een kogel in zijn wapen te zitten. De militair werd veroordeeld tot een taakstraf van zestig uur.
RTL 17.01.2021 In de Afghaanse hoofdstad Kabul zijn twee vrouwelijke rechters van het Hooggerechtshof doodgeschoten. Dat meldt een woordvoerder van het Hooggerechtshof.
De laatste maanden wordt Kabul regelmatig opgeschrikt door gerichte aanslagen. “Twee gewapende mannen hebben hun voertuig aangevallen, terwijl ze op weg waren naar het werk”, zegt de woordvoerder over de aanslag op de rechters. Voor het Hooggerechtshof werken zo’n tweehonderd vrouwelijke rechters.
De aanslag komt amper twee dagen nadat het Amerikaanse ministerie van Defensie had aangekondigd dat het aantal Amerikaanse troepen in Afghanistan wordt teruggebracht tot 2500, het laagste aantal in de oorlog die al bijna 20 jaar woedt.
Meer mensen omgebracht
De afgelopen weken zijn al verschillende bekende Afghanen, zoals journalisten, politici en mensenrechtenactivisten, omgebracht in Afghanistan. De autoriteiten in Kabul wijzen voor dat geweld naar de taliban, hoewel terreurorganisatie Islamitische Staat regelmatig dergelijke aanslagen heeft opgeëist.
Geweld houdt Afghanistan in zijn greep terwijl onderhandelaars van de regering en de radicale taliban in Qatar proberen een vredesakkoord te sluiten.
NOS 17.01.2021 In de Afghaanse hoofdstad Kabul zijn twee vrouwelijke rechters van het Hooggerechtshof doodgeschoten, meldt een woordvoerder van het hof. De twee waren in een auto van het Hooggerechtshof op weg naar hun werk toen ze in een hinderlaag werden gelokt en om het leven werden gebracht. De chauffeur overleefde de aanslag.
De hoofdstad wordt de laatste maanden geregeld opgeschrikt door aanslagen op klaarlichte dag op politici, aanklagers, journalisten en activisten. Niemand heeft de aanslag tot dusver opgeëist, de Taliban ontkennen iedere betrokkenheid.
De aanslagen vinden plaats tegen de achtergrond van de vredesonderhandelingen tussen de Afghaanse regering en de Taliban die in Qatar plaatsvinden. De Afghaanse regering beschuldigt de Taliban ervan achter de recente aanslagen te zitten; de Taliban zeggen juist dat de regering opdracht heeft gegeven tot de moorden om het vredesproces te ontwrichten. Islamitische Staat heeft een aantal recente aanslagen in Afghanistan opgeëist.
Afghanistan, waar vrouwen tijdens het schrikbewind van de Taliban (1996-2001) van scholen en universiteiten werden geweerd, telde vorig jaar 250 vrouwelijke rechters.
NU 17.01.2021 Een militair van de Koninklijke Landmacht is zaterdag tijdens een schietoefening op Kamp Marmal in Noord-Afghanistan gewond geraakt aan zijn arm. Zijn toestand is stabiel. Het is nog onduidelijk wat er precies is gebeurd, meldt Defensie.
De Nederlandse militair werd na het incident overgebracht naar een veldhospitaal, waar hij werd geopereerd door Nederlandse medici. Hij zal naar Nederland worden gebracht voor verdere zorg.
Defensie schrijft dat de landmachtmilitair deel uitmaakt van de NAVO-missie Resolute Support. Voor die missie zijn zo’n 150 Nederlandse militairen in Mazar-i-Sharif, een stad in het noorden van Afghanistan nabij de grens met Oezbekistan.
Ze trainen en adviseren daar de Afghaanse veiligheidsdiensten en begeleiden hen bij de logistiek, verbindingen en bedrijfsvoering
De familie van de militair is geïnformeerd. De marechaussee op het kamp doet onderzoek naar het incident.
NOS 16.01.2021 In Afghanistan is verspreid over het land een reeks dodelijke aanslagen gepleegd. Daarbij kwamen vooral militairen en politiemensen om het leven.
In de westelijke provincie Herat was gisteravond de bloedigste aanslag. Die werd gepleegd door twee Talibanstrijders die waren doorgedrongen tot een militaire basis. Veiligheidstroepen zaten op dat moment te eten. De Taliban heeft de verantwoordelijkheid voor de aanval opgeëist en zegt dat beide strijders zijn ontkomen. Zeker twaalf militieleden zijn gedood.
Kabul en Jalalabad
In de hoofdstad Kabul ontplofte langs de kant van de weg een bom toen een auto met politieagenten voorbijreed. Twee agenten zijn daarbij omgekomen. Een derde raakte gewond.
In de Oost-Afghaanse stad Jalalabad werden twee agenten gedood bij een schietpartij. In de noordelijke provincie Baghlan kwam een politieman om het leven door een bermbom en in het zuiden, in Helmand, werd een agent bij een politiepost gedood door Talibanstrijders.
In de provincie Kandahar, ook in het zuiden van het land, ging een autobom af bij een gebouw van de inlichtingendiensten. Daarna werd er volgens de provinciegouverneur geschoten, waarbij vier aanvallers werden gedood. Of er ook slachtoffers zijn gevallen aan de kant van de veiligheidstroepen is niet bekendgemaakt.
Vredesoverleg
De reeks aanslagen komt op het moment dat de Taliban en de Afghaanse regering vredesoverleg voeren. In de Qatarese hoofdstad Doha stellen ze vast waarover ze moeten praten om tot een oplossing te komen voor de bloedige strijd in het land, die al bijna twintig jaar duurt. De gesprekken begonnen in september en aan beide kanten groeit de frustratie over het aanhoudende geweld.
Telegraaf 16.01.2021 Door een bomaanslag in de Afghaanse hoofdstad Kabul en een aanval door Talibanstrijders in de westelijke provincie Herat zijn in totaal veertien mensen omgekomen, hebben de autoriteiten zaterdag bekendgemaakt. Ook elders in het land waren er aanslagen waarbij doden en gewonden vielen.
In Herat openden drie Talibanstrijders vrijdag het vuur op veiligheidstroepen die aan het eten waren en schoten twaalf van hen dood. De aanvallers wisten te ontkomen. In Kabul kwamen twee politieagenten om en een derde raakte gewond toen een bom ontplofte die onder hun auto met een magneet was bevestigd. Niemand heeft die aanslag opgeëist.
In Jalalabad, de hoofdstad van de oostelijke provincie Nangarhar, werden twee agenten doodgeschoten. Wie verantwoordelijk is voor de aanslag is volgens lokale autoriteiten onduidelijk. In de noordelijke provincie Baghlan kwam een politieman om door een bermbom, een tweede agent raakte gewond. In de zuidelijke provincie Helmand vielen Talibanstrijders een controlepost van de politie aan. Een agent werd gedood, twee anderen liepen verwondingen op.
Bij een gebouw van de inlichtingendienst in het district Daman in de zuidelijke provincie Kandahar ontplofte een autobom. Volgens provinciegouverneur Ruhullah Khanzada was er vervolgens een schietpartij waarbij vier aanvallers werden gedood. Het is nog onduidelijk of er ook aan de kant van de veiligheidstroepen slachtoffers zijn gevallen.
In Doha zijn sinds half september vorig jaar vredesbesprekingen gaande tussen de Afghaanse regering en de Taliban. De Taliban blijven zich verzetten tegen een staakt-het-vuren. De Verenigde Staten hebben onlangs hun troepenmacht in het land teruggebracht van 4500 naar 2500 soldaten.
Eind februari 2020 ondertekenden de VS een overeenkomst met de Taliban die voorziet in een geleidelijke terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Afghanistan in ruil voor veiligheidsgaranties die zijn afgegeven door de Taliban.
De Taliban willen de macht heroveren. Ze regeerden over Afghanistan tussen 1996 en 2001. Een door de VS geleide militaire interventie na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS maakte een einde aan hun bewind.
Telegraaf 16.01.2021 Een militair van de landmacht is zaterdag in Afghanistan gewond geraakt aan zijn arm. Het gebeurde tijdens een schietoefening op Kamp Marmal bij de stad Mazar-e-Sharif in het noorden van het land, meldt het ministerie van Defensie.
De militair is naar een veldhospitaal op het kamp gebracht en is inmiddels geopereerd. Zijn toestand is stabiel. Hij zal voor verdere zorg naar Nederland worden gevlogen.
Het is nog onbekend wat er precies is gebeurd. De marechaussee op het kamp doet hier onderzoek naar.
De gewonde militair maakt deel uit van de NAVO-missie Resolute Support waar ongeveer 150 Nederlandse militairen deel van uitmaken De Nederlanders adviseren en trainen de Afghaanse veiligheidsdiensten en begeleiden hen bij hun logistiek, verbindingen en bedrijfsvoering.
NOS 16.01.2021 In Afghanistan is een Nederlandse militair gewond geraakt. Dat gebeurde bij een schietoefening op Kamp Marmal, het kamp in het noorden van het land waar de Nederlanders gestationeerd zijn.
De marechaussee onderzoekt wat er precies is gebeurd. De militair raakte gewond aan zijn arm. Hij is geopereerd in het veldhospitaal in het kamp.
De toestand van de gewonde militair is stabiel, meldt het ministerie van Defensie. Voor verdere zorg wordt hij naar Nederland overgevlogen.
De gewonde militair is een van de ongeveer 150 Nederlanders die deel uitmaken van de NAVO-missie Resolute Support. Een van hun taken is het adviseren en trainen van de Afghaanse veiligheidsdiensten.
AD 16.01.2021 Een militair van de landmacht is zaterdag in Afghanistan gewond geraakt aan zijn arm. Dat gebeurde tijdens een schietoefening op Kamp Marmal bij de stad Mazar-e-Sharif in het noorden van het land, meldt het ministerie van Defensie.
De militair is naar een veldhospitaal op het kamp gebracht en is inmiddels geopereerd. Zijn toestand is stabiel. Hij zal voor verdere zorg naar Nederland worden gevlogen.
Het is nog onbekend wat er precies is gebeurd. De marechaussee op het kamp doet hier onderzoek naar.
De gewonde militair maakt deel uit van de NAVO-missie Resolute Support waar ongeveer 150 Nederlandse militairen deel van uitmaken De Nederlanders adviseren en trainen de Afghaanse veiligheidsdiensten en begeleiden hen bij hun logistiek, verbindingen en bedrijfsvoering.
NU 15.01.2021 De Verenigde Staten hebben hun voorgenomen gedeeltelijke terugtrekking van hun troepen uit Afghanistan en Irak voltooid, meldt het Pentagon vrijdag. Het aantal militairen in Afghanistan is verminderd van 4.500 naar 2.500.
Uit Irak zijn vijfhonderd van de drieduizend Amerikaanse militairen vertrokken, zoals president Donald Trump in november had aangekondigd. Het troepenniveau van de VS is nu op het laagste peil in bijna twintig jaar.
“Ons vermogen om het aantal troepen te reduceren is een bewijs van echte vooruitgang”, zegt waarnemend defensieminister Christopher Miller in een verklaring. Volgens hem gaat de terugtrekking niet ten koste van de veiligheid voor de VS. Het is de planning dat alle Amerikaanse troepen in mei weg zijn, aldus Miller.
Trump beloofde tijdens zijn verkiezingscampagne in 2016 de troepen naar huis te halen, tot onvrede van de NAVO. In Afghanistan strijden de Amerikanen tegen de extremistische Taliban sinds de aanslagen in de VS van 11 september 2001. In februari vorig jaar spraken de partijen af elkaar voortaan zo veel mogelijk met rust te laten.
De Amerikanen vielen Irak in 2003 binnen. Daar zijn Amerikaanse troepen nu gestationeerd om de dreiging van de terroristische groepering Islamitische Staat (IS) terug te dringen.
NOS 23.12.2020 Het verhaal van een oud-militair over een mogelijk onrechtmatige beschieting in 2007 in de Afghaanse provincie Uruzgan, waarover Trouw bericht, roept veel vragen en gevoeligheden op, ook bij Uruzgan-veteranen en militaire vakbonden. “Dit blijft natuurlijk altijd een lastig en gevoelig onderwerp”, zegt voorzitter Jan Kropf van de Bond van Defensiepersoneel (ACOM).
De ex-militair zegt tegen de krant dat bij een beschieting van huizen mogelijk burgerdoden zijn gevallen. Defensie noemt het verhaal “zeer ernstig” en gaat met de oud-militair in gesprek. Daarnaast heeft het departement het Openbaar Ministerie gevraagd te bekijken of er strafbare feiten zijn gepleegd.
Het ministerie wijst er in Trouw op dat de veteraan getraumatiseerd terugkwam uit Afghanistan en dat de ex-militair zich het incident mogelijk helemaal of voor een deel heeft ingebeeld.
De ex-militair claimt dat de rules of engagement zijnovertreden. Kropf: “Verder onderzoek moet dat nu uitwijzen. Het is heel belangrijk dat er nu gedegen onderzoek komt. Defensie doet dit altijd met volledige transparantie richting het Openbaar Ministerie.”
‘Rillingen over mijn rug’
Jean Debie, voorzitter van de Vakbond voor Burger en Militair defensiepersoneel (VBM), zegt niet te kunnen beoordelen wat het verhaal doet met andere Uruzgan-veteranen. “Dat kan ik niet beoordelen. Dat is sterk afhankelijk van persoon tot persoon. Het maakt uit in welke situatie je bent geweest: of je ooit zelf in een hinderlaag bent gelopen of dat je op de militaire compound verbleef.”
Wie wel weet hoe het voelt, is Rocky Letteboer. Hij werd als jonge militair, destijds 22, naar Uruzgan uitgezonden. Letteboer is na zijn tijd in Uruzgan arbeidsongeschikt geraakt door wat hij heeft meegemaakt op uitzending. “Als ik vanmorgen de kop lees, dan lopen de rillingen al over mijn rug. Het gaat te ver om over de rug van een van onze maten met psychische problemen over zogenaamde misstanden in Uruzgan te berichten. Alle Uruzgangangers worden onterecht in een kwaad daglicht gezet. Ik vind het mijn plicht om op te komen voor de rest. Ik ben er vandaag ook emotioneel van, en op sociale media heeft iedereen het erover.”
Letteboer kende de oud-militair via via. “Over hem wil ik persoonlijk niets zeggen. Mijn oprechte hoop is dat hij de juiste hulp vindt.” De oud-militair is groot voorstander van een onderzoek. “Alles wordt al gerapporteerd. Ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken: er zijn daar geen misstanden gepleegd.”
‘Niet 100 procent geloofwaardig’
Advocaat Michael Ruperti staat regelmatig militairen en veteranen bij in zaken. “Ik vind dat dit soort verhalen niet in de media moet worden gemeld. Daarmee beschuldig je indirect je collega-militairen van oorlogsmisdaden. Als ik zijn advocaat zou zijn geweest, dan had ik hem nooit naar Trouw gestuurd.”
Ook zegt Ruperti nergens te lezen dat de oud-militair zijn verhaal niet kwijt kon bij Defensie. “Ik ga niet zeggen dat ik dit verhaal 100 procent geloofwaardig vind. Ik heb in al die 21 jaar nog nooit zoiets gehoord zoals in Australië is gebeurd.”
Ruperti verwijst naar leden van speciale eenheden van het Australische leger die tijdens hun dienst in Afghanistan 39 burgers en gevangenen hebben omgebracht.
‘Het hangt af van de context’
Advocaat en bijzonder hoogleraar internationaal recht Geert-Jan Knoops zegt dat het dertien jaar later niet eenvoudig zal zijn om de feiten van destijds te reconstrueren. “En met name ook het verweer te kunnen controleren van de militair dat hij expliciet opdracht had gekregen van zijn superieuren om het vuur te openen. Het feit dat de geweldsinstructies zouden zijn overtreden door de militair betekent op zichzelf nog niet dat hij strafbaar is. Het zal met name afhangen van de context waarin de opdracht werd gegeven maar ook hoe deze in redelijkheid kon worden geïnterpreteerd door de militair.”
Hij vindt het geen verkeerd idee “om een commissie in te stellen, zoals Defensie nu overweegt, waarin oorlogsveteranen mogelijk onrechtmatig gedrag of handelen uit het verleden vertrouwelijk kunnen doorgeven”. Knoops stelde eerder al voor om zulke zaken niet meteen aan het OM te melden maar die eerst door experts binnen Defensie te laten behandelen.
AD 23.12.2020 Het Openbaar Ministerie start een onderzoek naar het beschieten van Afghaanse huizen door Nederlandse militairen tijdens een missie in 2007. Mogelijk zijn daarbij burgerslachtoffers gevallen.
Het OM heeft dit besloten nadat Uruzgan-veteraan Servie Hölzken in Trouw vertelde hoe hij en zijn pantsergenie-eenheid huizen beschoten in de Afghaanse provincie. Hij vuurde naar eigen zeggen op wegrennende mensen die onbewapend waren. Ook nam hij een Afghaanse qala (huis) lange tijd onder vuur omdat mensen zich daar schuilhielden. Hij kreeg opdracht net zo lang door te gaan tot er geen beweging meer was. ,,Het was niet te rechtvaardigen wat wij die avond deden’’, vertelt Hölzken nu.
Defensie beschouwt het verhaal van de veteraan in het artikel als ernstig en gaat morgen met hem in gesprek. ,,Het feit dat een Uruzgan-veteraan een dergelijke melding dertien jaar na dato doet, verdient zorgvuldige aandacht, zeker gezien de aard van de melding”, aldus een verklaring van het departement.
Het was niet te rechtvaardigen wat wij die avond deden, aldus Servie Hölzken, Uruzgan-veteraan.
Volgens een woordvoerder van defensie heeft Hölzken niet eerder zelf contact opgenomen met defensie om het incident te melden. Het ministerie heeft op basis van zijn verhaal ook nog niet helder om welke operatie het precies gaat. Geweldsincidenten tijdens een missie, zoals vuurgevechten, moeten worden gerapporteerd in een zogeheten after action report. In de archieven vond defensie wel een missie die doet denken aan wat Hölzken verklaart, maar er zijn volgens de woordvoerder significante verschillen. ,,Daarom gaan we met hem in gesprek om scherp te krijgen wat hier nu is gebeurd.”
Een destijds naaste collega van Hölzken bevestigt in Trouw dat het schietincident is voorgevallen zoals Hölzken dat beschrijft. Het ministerie overweegt een meldpunt in te stellen voor veteranen die ook zaken willen melden. Tot dat er is, kunnen veteranen terecht bij het Veteranenloket of bij de commandant van hun (toenmalige) eenheid.
Het Openbaar Ministerie besluit nu zelf een onderzoek te starten naar wat daar precies is gebeurd, of er burgerslachtoffers zijn gevallen en of er strafbare feiten zijn gepleegd. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Marechaussee.
NU 23.12.2020 Het Openbaar Ministerie (OM) opent een feitenonderzoek naar de melding van een Uruzganveteraan over een incident in 2007. De man beschreef woensdag in Trouw dat hij met zijn eenheid huizen heeft beschoten in de Afghaanse provincie.
Het onderzoek richt zich op het vaststellen van de feiten en de omstandigheden waarin mogelijk burgerslachtoffers zijn gevallen.
De Koninklijke Marechaussee leidt het onderzoek. De Koninklijke Marechaussee is onderdeel van de Defensieorganisatie, maar het gezag over de uitvoering van de militaire politietaak (waar dit onderzoek onder valt), ligt weer bij de officier van justitie.
Defensie heeft het OM laten weten binnenkort in gesprek te gaan met Servie Hölzken, de veteraan die de melding deed. Na de afronding van het onderzoek wordt bepaald of er sprake is van een strafbaar feit.
Hölzken heeft aan Trouw verteld dat hij de opdracht kreeg te schieten op een gebied met Afghaanse huizen om te kijken of er een reactie zou komen via de walkietalkie. “Maar dat ging mis doordat de mitrailleur een afwijking had. Ik vuurde per ongeluk op een raam en schoot dwars door die qala” (een Afghaans huis, red.)”, aldus de veteraan.
Hölzken zegt dat hij opnieuw de opdracht kreeg te vuren, maar dan op een andere, grotere qala een heel eind verderop. Hij meldde vijf of zes personen zonder wapens te hebben gezien. Tegen de krant zegt Hölzken dat pas later tot hem doordrong hoe verkeerd dit was.
MSN 23.12.2020 Het Openbaar Ministerie (OM) opent een feitenonderzoek naar de melding van een Uruzganveteraan over een incident in 2007. De man beschreef woensdag in Trouw dat hij met zijn eenheid huizen heeft beschoten in de Afghaanse provincie.
Het onderzoek richt zich op het vaststellen van de feiten en de omstandigheden waarin mogelijk burgerslachtoffers zijn gevallen.
De Koninklijke Marechaussee leidt het onderzoek. De Koninklijke Marechaussee is onderdeel van de Defensieorganisatie, maar het gezag over de uitvoering van de militaire politietaak (waar dit onderzoek onder valt), ligt weer bij de officier van justitie.
Defensie heeft het OM laten weten binnenkort in gesprek te gaan met Servie Hölzken, de veteraan die de melding deed. Na de afronding van het onderzoek wordt bepaald of er sprake is van een strafbaar feit.
Hölzken heeft aan Trouw verteld dat hij de opdracht kreeg te schieten op een gebied met Afghaanse huizen om te kijken of er een reactie zou komen via de walkietalkie. “Maar dat ging mis doordat de mitrailleur een afwijking had. Ik vuurde per ongeluk op een raam en schoot dwars door die qala” (een Afghaans huis, red.)”, aldus de veteraan.
Hölzken zegt dat hij opnieuw de opdracht kreeg te vuren, maar dan op een andere, grotere qala een heel eind verderop. Hij meldde vijf of zes personen zonder wapens te hebben gezien. Tegen de krant zegt Hölzken dat pas later tot hem doordrong hoe verkeerd dit was.
NOS 23.12.2020 Het Openbaar Ministerie start een feitenonderzoek naar mogelijke strafbare feiten, begaan door Nederlandse militairen in de Afghaanse provincie Uruzgan in 2007.
De aanleiding is een publicatie in Trouw. Een voormalige Nederlandse militair zegt daarin dat hij opdracht kreeg ongewapende mensen onder vuur te nemen en dat daar mogelijk doden bij zijn gevallen. Zijn commandant zou in de veronderstelling zijn geweest dat het om Talibanstrijders ging.
Defensie heeft om het onderzoek gevraagd. Het ministerie noemt het verhaal “zeer ernstig” en gaat zelf ook in gesprek met de veteraan. Het wijst er wel op dat de veteraan getraumatiseerd terugkwam uit Afghanistan en dat de ex-militair zich het incident mogelijk helemaal of voor een deel heeft ingebeeld.
Chora-vallei
De beschieting zou zich medio 2007 hebben afgespeeld in de Chora-vallei, waar oud-militair Servie Hölzken diende als pantsergenist. Hij en zijn kompanen gingen mee met patrouilles om geïmproviseerde bermbommen op te sporen.
Volgens de veteraan reed zijn eenheid op een avond langs bewoond gebied, toen zijn commandant met een scanner mogelijk walkietalkieverkeer van de Taliban onderschepte. Hölzken kreeg naar eigen zeggen opdracht om met een zware mitrailleur op twee huizen te schieten, om te zien of er werd gereageerd.
Nadat de officier via de portofoons de vermeende Talibanstrijders over het mitrailleurvuur had horen praten en er uit het tweede huis mensen kwamen rennen, kreeg Hölzken de opdracht om op hen te schieten. “Ik ben ervan overtuigd dat we burgers hebben doodgeschoten”, zegt hij in Trouw.
Nederlandse militair in Uruzgan in 2009 ANP
Tijdens het incident kwam er volgens de ex-militair geen geweervuur van de andere kant. Ook zou hij hebben gemeld dat hij geen wapens had gezien.
“Ik denk dat we er wel vijf, zes kistjes munitie doorheen hebben gejaagd”, zegt Hölzken in Trouw. “We vuurden totdat we geen beweging meer zagen.” Hij noemt de beschieting “niet te rechtvaardigen”. “We hadden alleen dat walkietalkieverkeer.”
Een toenmalige kameraad van Hölzken, die niet met naam in Trouw wordt genoemd, bevestigt een groot deel van zijn relaas.
Nederlandse militairen waren van 2006 tot 2010 in Uruzgan, na een verzoek van de NAVO om bij te dragen aan de wederopbouw van het land. Een overgrote meerderheid van de Kamer stemde in met de missie. De thuisbasis voor de Task Force Uruzganwas Kamp Holland, niet ver van de hoofdstad Tarin Kowt.
In de zomer van 2007 was de spanning in het gebied rond de plaats Chora flink opgelopen. In juni stonden Nederlanders en hun bondgenoten tegenover honderden Talibanstrijders in de Slag bij Chora. Daarbij vielen tientallen burgerdoden. Toenmalig defensieminister Van Middelkoop sprak van “het grootste militaire treffen in de Nederlandse krijgsgeschiedenis sinds de Korea-oorlog”.
In totaal kwamen bij de missie in Afghanistan 24 Nederlandse militairen om het leven. De besluitvorming over de verlenging van de missie leidde in 2010 tot de val van het vierde kabinet-Balkenende.
Defensie zegt geschrokken te zijn van het verhaal. Een woordvoerder benadrukt dat het departement in de archieven niets is tegengekomen van een incident dat lijkt op dat wat Hölzken beschrijft. “Misschien is het wel gebeurd, maar wij kunnen het niet vinden.”
Het ministerie overweegt om een meldpunt en een onafhankelijke commissie in te stellen. Bij die commissie zouden voormalig militairen mogelijk onrechtmatig gedrag uit het verleden in vertrouwen kunnen melden.
“Veteranen kunnen altijd melding doen van misstanden, maar we willen de drempel zo laag mogelijk maken. Er was al een meldpunt in verband met de inventarisatie van Australische misstanden”, aldus Mike Bos, kolonel en defensiewoordvoerder, in het NOS Radio 1 Journaal.
Veel gelijkenissen
Bos verwijst naar leden van speciale eenheden van het Australische leger die tijdens hun dienst in Afghanistan 39 burgers en gevangenen hebben omgebracht. De misstanden kwamen naar voren uit het Brereton-onderzoek onderzoek dat in november werd gepubliceerd. In dat rapport zijn 23 incidenten onderzocht die voornamelijk in Uruzgan hebben plaatsgevonden. Enkele incidenten vonden plaats in 2009 en 2010, maar het merendeel gebeurde tussen 2012 en 2013.
Het Nederlandse ministerie van Defensie liet in reactie op dit rapport weten dat er geen Nederlanders betrokken waren bij het ombrengen van burgers en gevangenen door Australiërs in Afghanistan.
Defensie gaat dus praten met de veteraan. Mike Bos: “We hebben het OM vrij snel ingeschakeld. Zij hebben ook geadviseerd: ga in gesprek met de veteraan. Dat gaan we nu eerst doen en we zullen het OM van de uitkomst van dat gesprek op de hoogte brengen.”
“Wat het moeilijk maakt voor ons, is dat we geen rapport kunnen vinden dat zijn verhaal een-op-een beschrijft”, aldus Bos. “Ook al wordt zijn verhaal bevestigd door een collega, er wordt altijd rapport opgemaakt. We hebben wel een ander rapport gevonden met veel gelijkenissen met zijn verhaal. Daarom gaan we in gesprek met de veteraan, om dit gerichter te kunnen onderzoeken.”
MSN 23.12.2020 Defensie gaat in gesprek met een veteraan over een schietincident in de Afghaanse provincie Uruzgan waarbij mogelijk burgerslachtoffers vielen. Dat meldt Trouw woensdag en bevestigt een woordvoerder. In een interview met de krant vertelt veteraan Servie Hölzken dat hij twee huizen in Uruzgan in 2007 onrechtmatig zou hebben beschoten.
Defensie noemt het verhaal „zeer ernstig” en gaat donderdag met Hölzken in gesprek om uit te zoeken wat er precies heeft plaatsgevonden. Het incident kan in de archieven niet gevonden worden. Ook heeft Defensie contact gehad met het OM en overweegt het een meldpunt in te stellen, waar veteranen onrechtmatig gedrag uit het verleden vertrouwelijk kunnen melden.
Hölzken vertelt in Trouw dat hij in 2007 in de Chora-vallei de opdracht kreeg twee huizen te beschieten met een zware mitrailleur op basis van mogelijk walkietalkieverkeer van de Taliban. Nadat mensen uit het huis renden, kreeg Hölzken het bevel om op hen te schieten, ook al meldde hij dat hij geen wapens zag. „Het was niet te rechtvaardigen wat wij die avond deden.”
Vorige maand werd bekend dat Australische militairen in Uruzgan 39 Afghanen hebben geëxecuteerd. De Australiërs werkten nauw samen met de Nederlandse krijgsmacht maar voor Nederlandse betrokkenheid bij de oorlogsmisdaden zijn geen aanwijzingen.
NU 23.12.2020 Defensie onderzoekt een melding van een Uruzganveteraan over een incident in 2007. De veteraan Servie Hölzken vertelt woensdag in een interview met Trouw hoe hij en zijn eenheid halverwege dat jaar huizen beschoten in de Afghaanse provincie. Volgens hem zijn daar mogelijk burgerdoden bij gevallen.
Defensie beschouwt het verhaal van de veteraan als ernstig en heeft contact opgenomen met het Openbaar Ministerie (OM). “Het feit dat een Uruzganveteraan een dergelijke melding dertien jaar na dato doet, verdient zorgvuldige aandacht, zeker gezien de aard van de melding”, aldus een verklaring van het departement.
De krant schrijft dat de pantserwagen waarin Hölzken destijds zat door de leider van het konvooi werd gestuurd naar een heuvel die uitzicht bood over een gebied met typisch Afghaanse huizen (qala’s). Hölzken was de boordschutter van dienst en bediende een zware mitrailleur.
“Ik kreeg opdracht vuur uit te brengen op de zijkant van de dichtstbijzijnde qala, om te kijken of er via de walkietalkie een reactie kwam. Maar dat ging mis doordat de mitrailleur een afwijking had. Ik vuurde per ongeluk op een raam en schoot dwars door die qala”, aldus Hölzken in Trouw.
Hölzken zegt dat hij opnieuw de opdracht kreeg te vuren, maar dan op een andere, grotere qala een heel eind verderop. Hij meldde dat hij vijf of zes personen zonder wapens had gezien. “De volgende opdracht was: ‘Vuren vrij!’ Uitschakelen dus, die mensen”, aldus Hölzken. “Telkens als ik een hoofdje omhoog zag komen of iets zag bewegen, heb ik gevuurd. Pas later drong het tot me door hoe fout het was.”
De melding in Trouw heeft Defensie nog niet kunnen herleiden en verifiëren. Het ministerie overweegt een meldpunt in te stellen voor veteranen die ook zaken willen melden. Tot die tijd kunnen veteranen terecht bij het Veteranenloket of bij de commandant van hun (toenmalige) eenheid.
MSN 23.12.2020 De Nederlandse veteraan Servie Hölzken vertelt aan Trouw hoe hij op een avond in de Afghaanse provincie Uruzgan huizen beschoot en mogelijk burgers doodde. ‘Pas later drong tot me door hoe fout het was.’
Servie Hölzken diende als pantsergenist in de Afghaanse provincie Uruzgan. Hölzken en zijn maten gingen mee met patrouilles en konvooien om geïmproviseerde bermbommen op te sporen.
Op een middag medio 2007 reden ze in het district Chora terug naar hun uitvalsbasis. De officier die het konvooi leidde, de ‘Romeo’ in jargon, ving via een scanner walkietalkie-verkeer op dat mogelijk afkomstig was van de Taliban.
De Romeo dirigeerde de Patria-pantserwagen waarin Hölzken zat naar een heuvel die uitzicht bood op qala’s, enigszins fortachtige, typisch Afghaanse huizen. “Ik kreeg opdracht vuur uit te brengen op de zijkant van de dichtstbijzijnde qala, om te kijken of er via de walkietalkie een reactie kwam. ‘Verkeerde huis! Verkeerde huis!’, werd er geroepen. Gelukkig gebeurde er verder niks.”
De schutter kreeg opdracht opnieuw een salvo af te vuren, nu op een andere, grotere qala een heel eind verder. Enige tijd na het salvo zag hij mensen uit de poort rennen. “Vijf, zes pax, geen wapens zichtbaar, meldde ik.” De term ‘pax’ stond voor ‘personen’. “De volgende opdracht was: ‘Vuren vrij!’ Uitschakelen dus, die mensen.”
Hölzken schoot met zijn volgende salvo de eerste persoon neer, waarna de anderen naar de grond gingen. “We zijn daar toen een hele tijd gebleven. Telkens als ik een hoofdje omhoog zag komen of iets zag bewegen, heb ik gevuurd. Ik denk dat we er wel vijf, zes kistjes munitie doorheen hebben gejaagd. We vuurden totdat we geen beweging meer zagen.”
Hij legt uit dat hij en zijn maten die avond in Uruzgan de zogenoemde Rules of Engagement, die er onder meer waren om onschuldige burgerslachtoffers te voorkomen, op grove wijze overtraden.
“Als dit zo is gebeurd”, reageert oud-generaal Mart de Kruif, “zijn de Rules of Engagement overtreden, daar wil ik heel duidelijk over zijn”. Hij was een jaar lang commandant van alle Navo-troepen in Zuid-Afghanistan. “Dit is niet zoals het hoort.”
RTL 23.12.2020 Het ministerie van Defensie doet onderzoek naar een melding van een Uruzgan-veteraan over een geweldsincident in 2007. Deze veteraan, Servie Hölzken, vertelt in Trouw hoe hij en zijn pantsergenie-eenheid halverwege dat jaar huizen beschoten in de Afghaanse provincie. Mogelijk zijn daarbij burgerdoden gevallen.
De krant schrijft dat de pantserwagen waarin Hölzken zat, door de leider van het konvooi werd gestuurd naar een heuvel die uitzicht bood over een groen gebied met boomgaarden, akkers en zogenoemde qala’s (typisch Afghaanse huizen).
Per ongeluk
Hölzken was de boordschutter van dienst en bediende de zware mitrailleur.
“Ik kreeg opdracht vuur uit te brengen op de zijkant van de dichtstbijzijnde qala, om te kijken of er via de walkietalkie een reactie kwam. Maar dat ging mis doordat de mitrailleur een afwijking had en ik niet degene was die het wapen had ingeschoten. Ik vuurde per ongeluk op een raam en schoot dwars door die qala. Vervolgens bleken ze me ook nog naar het verkeerde doel te hebben geluld. ‘Verkeerde huis! Verkeerde huis!’, werd er geroepen. Gelukkig gebeurde er verder niks.”
Hölzken kreeg opdracht opnieuw te vuren, nu op een andere, grotere qala een heel eind verder. Hij meldde dat hij vijf of zes personen had gezien, maar geen wapens. “De volgende opdracht was: ‘Vuren vrij!’ Uitschakelen dus, die mensen”, aldus Hölzken. “We zijn daar toen een hele tijd gebleven. Telkens als ik een hoofdje omhoog zag komen of iets zag bewegen, heb ik gevuurd. Ik denk dat we er wel vijf, zes kistjes munitie doorheen hebben gejaagd. We vuurden totdat we geen beweging meer zagen.”
Defensie beschouwt het verhaal van de veteraan in het artikel als ernstig en heeft contact opgenomen met het Openbaar Ministerie. “Het feit dat een Uruzgan-veteraan een dergelijke melding 13 jaar na dato doet, verdient zorgvuldige aandacht, zeker gezien de aard van de melding”, aldus een verklaring van het departement.
De melding in Trouw heeft Defensie nog niet kunnen herleiden en verifiëren. Het ministerie overweegt een meldpunt in te stellen voor veteranen die ook zaken willen melden. Tot dat er is, kunnen veteranen terecht bij het Veteranenloket of bij de commandant van hun (toenmalige) eenheid.
MSN 23.12.2020 Het ministerie van Defensie en het Openbaar Ministerie doen onderzoek naar een melding van een Uruzgan-veteraan over een geweldsincident in 2007. Deze veteraan, Servie Hölzken, vertelt woensdag in Trouw hoe hij en zijn pantsergenie-eenheid halverwege dat jaar huizen beschoten in de Afghaanse provincie. Mogelijk zijn daarbij burgerdoden gevallen.
De krant schrijft dat de pantserwagen waarin Hölzken zat, door de leider van het konvooi werd gestuurd naar een heuvel die uitzicht bood over een groen gebied met boomgaarden, akkers en zogenoemde qala’s (typisch Afghaanse huizen). Hölzken was de boordschutter van dienst en bediende de zware mitrailleur. “Ik kreeg opdracht vuur uit te brengen op de zijkant van de dichtstbijzijnde qala, om te kijken of er via de walkietalkie een reactie kwam. Maar dat ging mis doordat de mitrailleur een afwijking had en ik niet degene was die het wapen had ingeschoten. Ik vuurde per ongeluk op een raam en schoot dwars door die qala. Vervolgens bleken ze me ook nog naar het verkeerde doel te hebben geluld. ‘Verkeerde huis! Verkeerde huis!’, werd er geroepen. Gelukkig gebeurde er verder niks.”
Hölzken kreeg opdracht opnieuw te vuren, nu op een andere, grotere qala een heel eind verder. Hij meldde dat hij vijf of zes personen had gezien, maar geen wapens. “De volgende opdracht was: ‘Vuren vrij!’ Uitschakelen dus, die mensen”, aldus Hölzken. “We zijn daar toen een hele tijd gebleven. Telkens als ik een hoofdje omhoog zag komen of iets zag bewegen, heb ik gevuurd. Ik denk dat we er wel vijf, zes kistjes munitie doorheen hebben gejaagd. We vuurden totdat we geen beweging meer zagen.”
Ernstig
Defensie beschouwt het verhaal van de veteraan in het artikel als ernstig en heeft contact opgenomen met het OM. “Het feit dat een Uruzgan-veteraan een dergelijke melding 13 jaar na dato doet, verdient zorgvuldige aandacht, zeker gezien de aard van de melding”, aldus een verklaring van het departement. De melding in Trouw heeft Defensie nog niet kunnen herleiden en verifiëren.
Het OM laat weten een onderzoek te beginnen naar de melding. Dat feitenonderzoek, uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee, richt zich op het “zoveel als mogelijk vaststellen van de feiten en omstandigheden waaronder mogelijk burgerslachtoffers zijn gevallen, alsmede op de vraag of sprake is van een verdenking van enig strafbaar feit”.
AD 23.12.2020 Het ministerie van Defensie buigt zich over een melding van een Uruzgan-veteraan over een geweldsincident in 2007. Deze veteraan, Servie Hölzken, vertelt in Trouw hoe hij en zijn pantsergenie-eenheid halverwege dat jaar huizen beschoten in de Afghaanse provincie. Mogelijk zijn daarbij burgerdoden gevallen.
De krant schrijft dat de pantserwagen waarin Hölzken zat door de leider van het konvooi naar een heuvel werd gestuurd. Die bood uitzicht over een groen gebied met boomgaarden, akkers en zogenoemde qala’s (typisch Afghaanse huizen).
Hölzken was de boordschutter van dienst en bediende de zware mitrailleur. ,,Ik kreeg opdracht vuur uit te brengen op de zijkant van de dichtstbijzijnde qala, om te kijken of er via de walkietalkie een reactie kwam. Maar dat ging mis doordat de mitrailleur een afwijking had en ik niet degene was die het wapen had ingeschoten. Ik vuurde per ongeluk op een raam en schoot dwars door die qala. Vervolgens bleken ze me ook nog naar het verkeerde doel te hebben geluld. ‘Verkeerde huis! Verkeerde huis!’, werd er geroepen. Gelukkig gebeurde er verder niks.”
Telkens als ik een hoofdje omhoog zag komen of iets zag bewegen, heb ik gevuurd, aldus Servie Hölzken, Uruzgan-veteraan.
Schieten op hoofdjes
Hölzken kreeg opdracht opnieuw te vuren, nu op een andere, grotere qala een heel eind verder. Daarna zag hij vijf of zes personen wegrennen, maar geen wapens. ,,De volgende opdracht was: ‘Vuren vrij!’ Uitschakelen dus, die mensen”, aldus Hölzken.
Het was niet te rechtvaardigen wat wij die avond deden, aldus Servie Hölzken, Uruzgan-veteraan..
,,We zijn daar toen een hele tijd gebleven. Telkens als ik een hoofdje omhoog zag komen of iets zag bewegen, heb ik gevuurd. Ik denk dat we er wel vijf, zes kistjes munitie doorheen hebben gejaagd. We vuurden totdat we geen beweging meer zagen.” Volgens Hölzken is er die hele tijd niet teruggeschoten. ,,Het was niet te rechtvaardigen wat wij die avond deden.”
Ernstig
Defensie beschouwt het verhaal van de veteraan in het artikel als ernstig en heeft contact opgenomen met het Openbaar Ministerie. ,,Het feit dat een Uruzgan-veteraan een dergelijke melding dertien jaar na dato doet, verdient zorgvuldige aandacht, zeker gezien de aard van de melding”, aldus een verklaring van het departement.
Geweldsincidenten tijdens een missie, zoals vuurgevechten, moeten worden gerapporteerd in een zogeheten after action report. Het verhaal van de veteraan heeft Defensie in die rapporten nog niet gevonden. Wel bevestigt een destijds naaste collega van Hölzken in Trouw dat het schietincident is voorgevallen zoals Hölzken dat beschrijft.
Het ministerie overweegt een meldpunt in te stellen voor veteranen die ook zaken willen melden. Tot dat er is, kunnen veteranen terecht bij het Veteranenloket of bij de commandant van hun (toenmalige) eenheid.
MSN 15.12.2020 Het ministerie van Defensie onderzoekt een melding van een Nederlandse militair over misstanden van het Australische leger in Afghanistan. De militair was destijds uitgezonden naar Uruzgan. Daar hebben Nederlandse en Australische militairen tussen 2006 en 2010 samengewerkt.
Volgens minister Ank Bijleveld (Defensie) meldde de militair zich een dag na het verschijnen van het onderzoek over excessen gepleegd door Australische troepen in Afghanistan. Special forces hebben daar 39 mensen standrechtelijk geëxecuteerd tussen 2005 en 2016. De meeste incidenten vonden plaats in Uruzgan.
Defensie onderzoekt momenteel of er geen aanwijzingen waren dat Nederland op de hoogte was van de Australische misdaden. “Deze inventarisatie richt zich op operaties van Australische speciale eenheden waarbij met Nederlandse troepen is samengewerkt, of die door Nederlandse militairen zijn ondersteund”, aldus Bijleveld in antwoord op Kamervragen van D66 en SP.
De Australische onderzoekers hebben geen aanwijzingen gevonden dat Nederlandse militairen op de hoogte waren van de misstanden of erbij betrokken waren.
NOS 01.12.2020 Australische speciale eenheden hebben bier gedronken uit het prothesebeen van een overleden talibanstrijder, meldt Guardian Australia. De krant heeft een foto waarop te zien is hoe een van de militairen het onderbeen aan zijn mond zet.
Op een andere foto poseren twee commando’s met het been. Het speelde zich af in de bar The Fat Lady’s Arms op de basis van de Australische troepen in Tarin Kowt, de hoofdstad van de provincie Uruzgan, in 2009.
Dave Earley @earleyedition
#EXCLUSIVE: for the first time, @GuardianAus can reveal a picture of Australian soldiers drinking from the prosthetic leg of a dead Taliban fighter, confirming the practice took place in the Tarin Kowt special forces base in 2009 https://t.co/tX98rSyTSR Story by @rory_callinan
Het been zou van een vermoedelijke Talibanstrijder zijn geweest die in 2009 was gedood en van het slagveld zijn meegenomen naar de bar. Het is verboden om bezittingen mee te nemen en te houden.
Een voormalige militair zegt tegen Guardian Australia dat commandanten de bar af en toe bezochten en het been hebben gezien, en mogelijk ook dat eruit gedronken werd.
Fout van de legerleiding
Vorige maand werd bekend dat speciale eenheden van het Australische leger tijdens hun missie in Afghanistan tussen 2009 en 2013 39 burgers en gevangenen hebben omgebracht. Er bestond een “giftige, haatzaaiende cultuur” , zei defensiechef Angus Campbell op de persconferentie over het rapport.
“De gevolgen waren fataal voor vertrouwen, cohesie en de missie. Het is een fout van de legerleiding dat hiertegen niet is opgetreden.”
AD 01.12.2020 Vermeende oorlogsmisdaden van Australische elitesoldaten in Afghanistan brachten de strijdkrachten en politiek van het land vorige maand het schaamrood op de kaken. Premier Scott Morrisson gelaste een onderzoek naar 39 moorden op burgers en gevangenen. Nu opgedoken beelden, waarbij soldaten bier drinken uit het kunstbeen van een gedode talibanstrijder, brengen het Australische leger opnieuw in verlegenheid.
Generaal John Angus Campbell presenteerde op 19 november de bevindingen van het onderzoek naar de misdragingen van de militairen in Afghanistan. Het rapport levert het bewijs voor de moord op 39 Afghanen door 25 militairen, voornamelijk van het Special Air Service-regiment. ,,Aan het volk van Afghanistan bied ik namens het Australische leger oprecht en zonder terughoudendheid excuses aan voor misdaden door Australische soldaten”, sprak de generaal.
Campbell noemde de bevindingen ‘beschamend’ en sprak van een ‘egocentrische krijgerscultuur’ onder het eliteregiment. Onervaren soldaten zouden van hun commandanten het bevel hebben gekregen gevangenen dood te schieten, zodat zij ritueel ‘hun eerste dodelijke slachtoffer’ zouden maken. ‘Blooding’, werd dat genoemd. Na de moorden zouden de verantwoordelijken een gevechtssituatie in scène hebben gezet, waardoor deze verdoezeld werden. ‘Een cultuur van geheimhouding’, aldus Campbell.
Hoe diepgeworteld het gebrek aan respect bij de Australiërs was, blijkt ook uit foto’s die vandaag werden afgedrukt door de krant The Guardian Australia. Op een van de beelden is te zien hoe militairen, in een bar op de basis Tarin Kowt in Uruzgan, bier drinken uit de prothese van een omgekomen talibanstrijder. Een van de betrokken militairen heft het been op en zet het aan zijn mond. De man zou nog in actieve dienst zijn, weet de krant. Twee elitesoldaten poseren op een andere foto met het kunstbeen en maken een dansje.
Volgens The Guardian, die met soldaten uit die periode sprak, zouden de gedragingen worden getolereerd door hogere officieren in het kamp. Die waren al jaren op de hoogte en naar verluidt waren sommigen van hen zelfs betrokken bij de praktijken in de bar. De foto’s vormen het eerste bewijs van verhalen die de ronde deden over het gebruik van het been in de The Fat Lady’s Arms. Het been in kwestie zou als een oorlogstrofee zijn meegenomen van het slagveld, iets wat de soldaten niet is toegestaan.
Later zou het been op een houten plaat zijn bevestigd met het opschrift ‘Das Boot’, verwijzend naar de oorlogsfilm over een Duitse onderzeeër. Ook werd een IJzeren Kruis – een militaire onderscheiding die door de nazi’s werd gebruikt – bij het been gemonteerd. Het been zou overal met de eenheid zijn meegereisd, vertelt een voormalig militair aan de krant. ,,Overal waar de Fat Lady’s Arms werd opgezet, daar was ook het been en werd het af en toe gebruikt om uit te drinken’’, aldus de man.
Telegraaf 01.12.2020 Guardian Australia heeft schokkende foto’s gepubliceerd waarop te zien is hoe een Australische militair bier drinkt uit een prothesebeen. Volgens de krant is de foto gemaakt in de bar Fat Lady’s Arms op de Australische basis in Tarin Kowt in Afganistan. Het been zou afkomstig zijn van een Talibanstrijder die in april 2009 overleed. De militair die op de foto te zien is zou nog steeds in het leger actief zijn.
Op andere foto’s is te zien hoe twee andere commando’s vrolijk met het been poseren. Enkele militairen hebben verklaard dat officieren op de hoogte waren van de acties en zelfs meededen. Mogelijk zouden zij ook uit het been gedronken hebben. Het is ten strengste verboden om oorlogssouvenirs mee te nemen en te houden.
Het been werd overal mee naartoe genomen, zo verklaart een militair. „Waar de Fat Lady’s Arms werd opgezet, ging het been naartoe en het werd geregeld gebruikt om uit te drinken.”
Onlangs werd bekendgemaakt dat Austrliasche elitetroepen in Afghanistan 39 moorden zouden hebben gepleegd. In een rapport werd gesproken over een „giftig competitieve” cultuur die geleid zou hebben tot „half werk en het negeren en verdraaien van de regels.”
NOS 01.12.2020 Nieuw-Zeeland heeft scherp uitgehaald naar een actie van een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken. Die plaatste gisteren een nepfoto op Twitter van een Australische militair die schijnbaar de keel van een Afghaans kind dreigt door te snijden.
De in scène gezette foto is een reactie op het bericht dat een groep Australische militairen in Afghanistan 39 burgers en gevangenen hebben omgebracht. Dertien militairen moeten nu aantonen dat ze onschuldig zijn, anders worden ze ontslagen.
Australië reageerde gisteren al woedend op de tweet van de Chinese woordvoerder. “Het is een belediging van iedereen die in het Australisch uniform heeft gediend”, zei premier Morrison. “De Chinese overheid moet zich schamen voor het bericht.” Maar China heeft al laten weten dat het geen excuses zal aanbieden.
Nieuw-Zeeland in spagaat
De relatie tussen Australië en China is verslechterd sinds de Australiërs hebben opgeroepen tot een onderzoek naar de oorsprong van de coronapandemie. Het virus verspreidde zich vanuit China over de wereld. “Maar dit is niet de manier hoe we nu met elkaar moeten omgaan”, zei premier Morrison.
Premier Ardern van Nieuw-Zeeland heeft haar zorgen geuit bij de Chinese autoriteiten, maar ze reageert milder op de nepfoto dan haar Australische ambtgenoot. Ardern zit in een spagaat: Australië is een belangrijke bondgenoot en China is de grootste handelspartner van Nieuw-Zeeland.
De woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, Zhao Lijian, kwam al eerder onder vuur te liggen vanwege een tweet. In maart deelde hij een complottheorie dat Amerikaanse militairen het coronavirus naar China hebben gebracht.
NOS 27.11.2020 In het onderzoek naar oorlogsmisdaden van Australische militairen in Afghanistan is dertien militairen de wacht aangezegd. De Australische legerleider Rick Burr heeft dat bekendgemaakt op een persconferentie. De dertien worden ontslagen tenzij ze binnen twee weken aantonen dat hun niets te verwijten valt.
Vorige week verscheen een rapport waaruit bleek dat Australische commando’s in Afghanistan gedurende enkele jaren 39 ongewapende Afghaanse gevangenen hebben geëxecuteerd. De betreffende onderzoeksrechter sprak van oorlogsmisdaden en de Australische regering ging diep door het stof.
In het rapport werd aanbevolen om negentien betrokkenen strafrechtelijk te vervolgen, zowel huidige als voormalige militairen.
Legerleider Burr wilde op de persconferentie niet zeggen of onder hen ook de dertien mensen zijn voor wie nu ontslag dreigt, maar volgens de BBC en ABC gaat het om een andere groep. De dertien zouden bijvoorbeeld getuige zijn geweest van executies die werden uitgevoerd door andere militairen.
NU 26.11.2020 Het kabinet onderzoekt toch nog een keer of er geen aanwijzingen waren dat Nederland op de hoogte was van ernstige misdaden die Australische special forces in Afghanistan hebben gepleegd. Dat zei minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) donderdag in de Tweede Kamer.
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat Australische elitetroepen tussen 2005 tot 2016 in Afghanistan 39 mensen illegitiem hebben gedood. Er werden onder anderen gevangen Afghanen doodgeschoten als vorm van ontgroening. Dat was mogelijk door een verziekte cultuur, aldus de hoogste militair van Australië.
Nederlandse militairen hebben samengewerkt met de Australiërs in Uruzgan. Daar zouden de meeste incidenten hebben plaatsgevonden Volgens Blok wordt er nog eens “met de stofkam door dossiers” gegaan. Ook wordt er opnieuw met mensen gepraat die destijds bij de uitzending waren betrokken, zei hij.
Omdat er ook Kamervragen over de kwestie zijn gesteld, wilde de bewindsman er niet verder op ingaan. Voor het Australische onderzoek is ook gesproken met diverse Nederlandse militairen. In het Australische onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden voor Nederlandse betrokkenheid bij de misstanden.
Telegraaf 26.11.2020 Het kabinet onderzoekt toch nog een keer of er geen aanwijzingen waren dat Nederland op de hoogte was van ernstige misdaden die Australische special forces in Afghanistan hebben gepleegd. Dat zei minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) donderdag in de Tweede Kamer.
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat Australische elitetroepen tussen 2005 tot 2016 in Afghanistan 39 moorden hebben gepleegd. Er werden onder anderen gevangen Afghanen doodgeschoten als vorm van ontgroening. Dat was mogelijk door een verziekte cultuur, aldus de hoogste militair van Australië.
Samenwerking
Nederlandse militairen hebben samengewerkt met de Australiërs in Uruzgan. Daar zouden de meeste incidenten hebben plaatsgevonden Volgens Blok wordt er nog eens „met de stofkam door dossiers” gegaan. Ook wordt er opnieuw met mensen gepraat die destijds bij de uitzending waren betrokken, zei hij.
Omdat er ook Kamervragen over de kwestie zijn gesteld, wilde de bewindsman er niet verder op ingaan. Voor het Australische onderzoek is ook gesproken met diverse Nederlandse militairen. In het Australische onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden voor Nederlandse betrokkenheid bij de misstanden.
MSN 20.11.2020 Afghanistan eist gerechtigheid na de berichten over Australische gruweldaden tegen Afghaanse burgers. De premier van Australië heeft de Afghaanse president Ashraf Ghani verzekerd dat de militairen die verantwoordelijk zijn voor de moorden voor de rechter worden gebracht, zei de president vrijdag in Kaboel.
Het nieuws komt een dag na het vrijgeven van een rapport met duidelijk bewijs dat een groep Australische elitetroepen tussen 2009 en 2013 minstens 39 Afghaanse burgers heeft gedood. Dat gebeurde bij 23 verschillende incidenten. Volgens het onderzoek zijn 25 daders geïdentificeerd, van wie sommigen nog deel uitmaken van de strijdkrachten.
De Afghaanse regering zei dat het rapport een belangrijke stap was in het waarborgen van transparantie en dat ze het volste vertrouwen heeft in het Australische rechtssysteem. Tussen 2001 en 2014 dienden minstens 26.000 Australische militairen in Afghanistan. Volgens rapporten kwamen in die periode 41 Australische militairen om en raakten er meer dan 260 militairen gewond.
NU 19.11.2020 Het Nederlandse ministerie van Defensie weet zeker dat er geen Nederlanders betrokken waren bij de oorlogsmisdaden van Australische elitetroepen in Afghanistan. Dat vertelt majoor Peter de Bock donderdag in gesprek met NU.nl, na berichtgeving van de NOS.
Defensie werd er vorige week al door Australië van op de hoogte gebracht dat er geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid. De andere uitkomsten van het onderzoek ontving Defensie in de nacht van woensdag op donderdag pas en worden door de woordvoerder als “zeer ernstig” bestempeld.
“Australische autoriteiten hebben ons formeel verteld dat er geen misdaden hebben plaatsgevonden onder de ogen van Nederlandse militairen”, aldus De Bock. Defensie ziet dan ook geen aanleiding om eigen onderzoeken op te starten, maar houdt eventuele vervolgonderzoeken rond Australische militairen in de gaten.
Een deel van de misdaden vond plaats in Uruzgan, waar toentertijd zo’n 1.500 Nederlandse militairen waren gestationeerd, aldus De Bock. Militair historicus Christ Klep zegt in gesprek met de NOS dat er nooit beschuldigen zijn geuit over Nederlandse militairen in Uruzgan.
Australische speciale eenheden zouden tussen 2005 en 2016 zeker 39 mensen illegitiem gedood hebben, bij 23 incidenten.
Zeker 25 militairen worden verdacht van betrokkenheid. Het merendeel van hen behoorde tot het Special Air Service Regiment, een speciale Australische militaire eenheid. Een deel van hen zou nog steeds in de krijgsmacht dienen. Australië wil een speciaal aanklager aanstellen om te onderzoeken of alle militairen vervolgd kunnen worden.
De incidenten vonden niet plaats tijdens vuurgevechten. In sommige gevallen zou er sprake zijn geweest van een “ontgroeningsritueel” voor nieuwe militairen. Zij zouden van hun leidinggevenden gevangenen hebben moeten doden.
Het onderzoek naar oorlogsmisdaden werd vier jaar geleden opgestart na beschuldigingen in verschillende media. Militairen werden beschuldigd van het doden van kinderen en ongewapende mannen. De Australische generaal John Angus Campbell bood de Afghaanse bevolking in de nacht van woensdag op donderdag zijn “oprechte excuses” aan voor “misdaden door Australische soldaten”, die hij beschamend noemde.
NOS 19.11.2020 Het Nederlandse ministerie van Defensie zegt dat er geen Nederlanders betrokken waren bij het ombrengen van burgers en gevangenen door Australiërs in Afghanistan.
Vannacht kwam uit een Australisch rapport naar voren dat speciale eenheden van het Australische leger tijdens hun dienst in Afghanistan in strijd met internationale regels 39 burgers en gevangenen hebben gedood. Een onderzoeksrechter spreekt van oorlogsmisdaden.
Een deel van de incidenten gebeurde in Uruzgan in een tijd dat daar ook Nederlandse militairen waren. Een woordvoerder van Defensie bevestigt dat voor het onderzoek ook Nederlanders zijn geïnterviewd.
Defensie in Den Haag noemt de uitkomsten van het onderzoek zeer ernstig. Het ministerie zegt al vorige week van de Australische minister van Defensie te hebben gehoord dat uit het onderzoek geen Nederlandse betrokkenheid naar voren is gekomen. Minister Bijleveld heeft haar Australische collega bedankt dat zij haar dat al voor de publicatie van het rapport heeft laten weten.
‘Ruwere’ krijgscultuur
Ook militair historicus Christ Klep benadrukt dat er nooit concrete beschuldigingen zijn geuit over Nederlandse militairen in Uruzgan. Hij ziet eerder een parallel met landen als de Verenigde Staten en Rusland.
“Dat zijn typisch landen met een ‘ruwere’ krijgshaftige cultuur. Ook in de VS spelen vergelijkbare zaken, onder meer bij de elitetroepen van de Navy SEALs. Maar vergelijkbare gevallen rond Nederlanders in Uruzgan ken ik niet.”
Cultureel-antropoloog Tine Molendijk, die vijftig Uruzgan-veteranen interviewde, erkent dat norm-overschrijdend gedrag op de loer ligt op het slagveld, maar hoorde ook niets over Nederlandse misstanden. “Op basis van mijn gesprekken met militairen van verschillende rangen, die in verschillende jaren in Uruzgan zaten, heb ik geen reden om aan te nemen dat er sprake is van oorlogsmisdaden.”
“Twee derde van de veteranen die ik sprak, kampte met stress. Ook hadden sommigen schuldgevoelens, maar de oorzaak daarvan lag met name in lomp verbaal gedrag en had niets te maken met oorlogsmisdaden”, vertelt Molendijk.
AD 19.11.2020 Ook Nederlandse militairen blijken te zijn ondervraagd in het omvangrijke onderzoek naar 39 moorden op Afghanen door met name Australische elitetroepen. Een van hen is generaal buiten dienst Mart de Kruif. Hij had zelf een jaar lang de militaire leiding in het zuiden van Afghanistan. ,,Ik heb er nooit iets van vernomen, maar dit is verschrikkelijk voor de hele missie.”
Het schandaal maakt in Australië veel los. Nadat Australische media al eerder berichtten over misstanden is er nu bewijs gevonden dat 25 militairen tussen 2005 en 2016 in totaal 39 Afghanen hebben vermoord. De Australische generaal John Angus Campbell die het rapport donderdag presenteerde noemde de bevindingen ‘beschamend’, en sprak van een ‘egocentrische krijgerscultuur’ onder het eliteregiment SAS.
In het rapport wordt ook Nederland meermalen genoemd. De Australiërs werkten in Afghanistan nauw samen met de Nederlanders. Zo meldden onderzoekers dat ze Nederlandse getuigen hebben gehoord. Dat impliceert dat Nederlanders ook op de hoogte waren van wat er is gebeurd, maar daarvan is volgens het ministerie van Defensie geen sprake. De Australische defensieminister en de hoogste generaal hebben inmiddels ook officieel bevestigd dat er geen Nederlandse link is.
Verschrikkelijk
Generaal b.d Mart de Kruif is een van de mensen die is ondervraagd. Hij was vanaf 1 november 2008 één jaar lang de regionale commandant in het zuiden van Afghanistan. Ook uit die periode is nu een enkele misstand blootgelegd, maar de Kruif zegt er nooit iets van te hebben gemerkt. ,,Ik lees in het rapport dat het vooral door onderofficieren gebeurde die daar verder niet over spraken en het onder elkaar hielden. Dat is misschien een van de redenen waarom ik er nooit van op de hoogte ben gesteld.”
De Kruif noemt het verschrikkelijk dat dit nu zo naar boven komt. ,,Dit is niet de reden dat ik in dienst ben gegaan. Oorlog is geen schaakspelletje. Deze berichten zijn killing voor die missie.”
Van enige Nederlandse betrokkenheid is geen sprake. Toch rijst de vraag of dit ook denkbaar is onder Nederlandse militairen? De Kruif kan het nooit helemaal uitsluiten, maar acht die kans wel een stuk kleiner. ,,Geen enkele oorlog is schoon, want je plaatst mensen in extreme omstandigheden. Maar wij hebben juridisch een robuust systeem met een Openbaar Ministerie dat onafhankelijk wapeninzet toetst.
Tijdens de opleiding van onze commando’s is er heel veel aandacht voor normen en waarden. Dat speelt een essentiële rol, ook als er geen toezicht is. We proberen garanties in te bouwen door troepen te laten leiden door officieren en te mixen met onderofficieren. Is dat een garantie? Nee. Er is een groot verschil tussen praktisch en theoretisch handelen. Maar de ethiek is bij ons wel diep verankerd.”
In het rapport wordt ook de zaak van Marco Kroon aangehaald als een internationaal voorbeeld van oorlogsmisdaden. Kroon verklaarde in 2017 dat hij tien jaar eerder op een geheime missie een Afghaan had gedood nadat deze man hem gevangen had genomen en verkracht.
Het is het ministerie van Defensie onduidelijk waarom deze zaak wordt aangehaald omdat hierin geen directe link is met de Australische oorlogsmisdaden. Bovendien is nooit komen vast te staan wat er precies is gebeurd omdat er onvoldoende aanknopingspunten waren om de verklaring van Kroon verder te onderzoeken.
NU 19.11.2020 Australische elitetroepen hebben 39 mensen illegitiem gedood in Afghanistan, blijkt uit een eigen onderzoek (pdf) van de krijgsmacht van het land naar vermeende oorlogsmisdaden. De Australische generaal John Angus Campbell presenteerde de bevindingen donderdag.
25 militairen zouden betrokken zijn geweest bij in totaal 23 incidenten. Het merendeel van hen behoorde tot het Special Air Service Regiment, een speciale Australische militaire eenheid. De incidenten vonden plaats tussen 2005 en 2016. Een aantal van de verdachte militairen zou nog steeds in de krijgsmacht dienen.
Het onderzoek werd in 2016 ingesteld na beschuldigingen in verschillende media, die schreven dat militairen kinderen en ongewapende mannen hadden gedood. Uit het onderzoek blijkt dat de 25 slachtoffers gevangenen, boeren of andere burgers waren.
De incidenten vonden niet plaats tijdens vuurgevechten, maar zouden volgens het onderzoek in enkele gevallen “ontgroeningsrituelen” voor nieuwe militairen zijn geweest. Zij zouden van hun leidinggevenden gevangenen hebben moeten doden. Vervolgens zouden de betrokkenen een gevecht met vijanden hebben nagebootst om de moord te “rechtvaardigen”.
Generaal biedt excuses aan: ‘Beschamend’
“Ik bied het volk van Afghanistan namens het Australische leger mijn oprechte excuses aan voor misdaden door Australische soldaten”, aldus generaal Campbell.
Campbell noemde de bevindingen “beschamend” en sprak van een “egocentrische krijgerscultuur” binnen het eliteregiment SASR. In het rapport van de inspecteur-generaal wordt gesteld dat in dat regiment een “schadelijk competitieve” cultuur heerste. Volgens generaal Campbell leidde die tot “half werk en het negeren en het verdraaien van de regels”.
Binnenkort zal een speciaal aanklager aangesteld worden om te bepalen of er genoeg bewijs is om militairen te vervolgen.
MSN 19.11.2020 Australië is in rep en roer over een rapport waarin wandaden van Australische elitetroepen in Afghanistan uitgebreid beschreven worden. Uit onderzoek blijkt dat 25 militairen, voornamelijk van het Special Air Service Regiment (SAS), 39 personen ‘op onwettige wijze’ hebben gedood.
Het zou gaan om het ombrengen van ongewapende mannen en kinderen. “Er zijn geloofwaardige aanwijzingen dat onervaren soldaten van hun patrouillebevelhebbers een gevangene moesten doodschieten, zodat zij hun eerste dodelijke slachtoffer hadden gemaakt, in een ritueel dat als ‘blooding’ bekendstond”, staat in het rapport.
Cultuur van geheimhouding
Nadat een burger was vermoord zouden de verantwoordelijken het hebben laten lijken op een gevechtssituatie door wapens of ander materiaal bij de slachtoffers neer te leggen, is ook te lezen.
De gruweldaden kwamen aanvankelijk niet aan het licht door een ‘cultuur van geheimhouding en compartimentering’, waarbij informatie geheim werd gehouden binnen patrouillegroepen.
Excuses aan Afghaanse volk
Australië begon vier jaar geleden een onderzoek naar het handelen van zijn militairen in de periode tussen 2005 tot 2016. Toen generaal John Angus Campbell de bevindingen vandaag presenteerde, meldde hij dat uit het rapport blijkt dat er bewijs is voor de moorden.
“Aan het volk van Afghanistan, namens het Australische leger, bied ik oprecht en zonder terughoudendheid excuses aan voor misdaden door Australische soldaten”, zei de generaal.
Premier Morrison had de Australiërs al gewaarschuwd dat het rapport ‘lastig en moeilijk nieuws’ zou brengen, maar dat de onthullingen zo schokkend waren, werd door weinigen verwacht.
Hoewel het rapport uitvoerig geredigeerd is, bevat het beschuldigingen aan het adres van hoge officieren bij de SAS, die het doodschieten van ongewapende Afghanen zouden hebben bevolen.
Defensie: geen Nederlandse betrokkenheid
Australische en Nederlandse troepen hebben tussen 2005 en 2016 samengewerkt in Uruzgan. Maar de Australische troepen stonden niet onder Nederlands bevel, meldt het ministerie van Defensie aan RTL Nieuws naar aanleiding van het onthutsende rapport over de wandaden van de Australische SAS-militairen.
In 2014-2015 kwamen de eerste geluiden naar buiten over misdragingen van Australische speciale troepen. Daarnaar is onderzoek gedaan, waarbij ook vier Nederlanders werden gehoord. Maar volgens Defensie ging dat niet over het wangedrag, maar over zaken als bevelstructuur en dergelijke.
Over het nu naar buiten gekomen onderzoek is Nederland vorige week geïnformeerd via twee brieven, één van de Australische minister van Defensie aan zijn Nederlandse collega, en één van de Australische Chef Defensiestaf aan de Chef Defensiestaf van de Nederlandse krijgsmacht.
Daarin staat dit citaat: “It is important to note that there are no Dutch service personnel who are persons of interest or affected persons as a result of this Inquiry. The Inquiry makes no recommendations with regard to Australia’s foreign military relationships, foreign military organisations or service personnel from The Netherlands.”
Uit de brieven blijkt dat er geen Nederlandse betrokkenheid is bij het wangedrag van de Australische militairen. Volgens Defensie is er dan ook geen enkele aanleiding om in Nederland onderzoek te doen.
Telegraaf 19.11.2020 Australische elitetroepen in Afghanistan hebben daar 39 moorden gepleegd, heeft het hoofd van de Australische strijdkrachten donderdag bekendgemaakt. Een week geleden benoemde premier Scott Morrison al een speciaal aanklager om onderzoek te doen naar vermeende oorlogsmisdaden door Australische militairen in Afghanistan.
Australië stelde in 2016 een onderzoek in naar het handelen van zijn militairen van 2005 tot 2016 na beschuldigingen door de media van het doden van ongewapende mannen en kinderen. Toen generaal John Angus Campbell de bevindingen donderdag presenteerde, zei hij dat uit het rapport blijkt dat er bewijs is dat 25 militairen gevangenen, boeren of andere burgers hebben gedood.
„De inspecteur-generaal heeft bevonden dat er geloofwaardige informatie is die bewijs geeft voor 23 incidenten, waarin 39 personen op onwettige wijze zijn gedood door 25 militairen, voornamelijk van het Special Air Service Regiment”, aldus Campbell.
„Aan het volk van Afghanistan, namens het Australische leger, bied ik oprecht en zonder terughoudendheid excuses aan voor misdaden door Australische soldaten”, sprak de generaal.
’Egocentrische krijgers-cultuur’
Campbell noemde de bevindingen „beschamend”, en sprak van een „egocentrische krijgers-cultuur” onder het eliteregiment SAS. In het rapport van de inspecteur-generaal wordt gesteld dat in dat regiment een „giftig competitieve” cultuur heerste. Volgens generaal Campbell leidde die tot „half werk en het negeren en het verdraaien van de regels.”
Premier Morrison had de Australiërs al gewaarschuwd dat het rapport „lastig en moeilijk nieuws” met zich mee zou brengen, maar de meest schokkende onthullingen werden door weinigen verwacht. Hoewel het rapport uitvoerig geredigeerd is, bevat het beschuldigingen aan het adres van hoge officieren bij de SAS, die zouden hebben bevolen dat ongewapende Afghanen werden gedood.
„Er zijn geloofwaardige aanwijzingen dat onervaren soldaten van hun patrouillebevelhebbers een gevangene moesten doodschieten, zodat zij hun eerste dodelijke slachtoffer hadden gemaakt, in een ritueel dat als ’blooding’ bekendstond”, staat in het rapport. Nadat een burger was vermoord zouden de verantwoordelijken het hebben laten lijken op een gevechtssituatie door wapens of ander materiaal bij de slachtoffers neer te leggen, was ook te lezen.
De gruweldaden kwamen aanvankelijk niet aan het licht door een „cultuur van geheimhouding en compartimentering” waarbij informatie geheim werd gehouden binnen patrouillegroepen.
NOS 19.11.2020 Leden van de speciale eenheden van het Australische leger hebben tijdens hun dienst in Afghanistan 39 burgers en gevangenen omgebracht. Dat is de conclusie van het Brereton-onderzoek (.pdf), waarvan een samenvatting vandaag openbaar is gemaakt. “Deze executies zouden door een jury worden bestempeld als oorlogsmisdaden, als ze voor de rechter komen”, schrijft onderzoeksrechter Paul Brereton.
In het rapport staat expliciet benoemd dat de 39 Afghaanse slachtoffers niet stierven in het heetst van de strijd. “In geen van de gevallen was de intentie van de tegenstander onduidelijk of verwarrend. Het grootste deel van hen was al gevangengenomen, de situatie was onder controle. Daarmee staan krijgsgevangenen onder bescherming van internationale wetgeving.”
Defensiechef Angus Campbell presenteerde de conclusies van het onderzoek.
Australische troepen executeerden 39 Afghanen in Uruzgan
In het rapport zijn 23 incidenten onderzocht die voornamelijk in Uruzgan hebben plaatsgevonden. Enkele incidenten vonden plaats in 2009 en 2010, maar het merendeel gebeurde tussen 2012 en 2013.
Voor het rapport zijn ook Nederlandse getuigen gehoord. Nederland werkte samen met Australië in de provincie Uruzgan tussen 2006 en 2010.
Ontgroeningsritueel
In sommige gevallen zijn krijgsgevangenen geëxecuteerd door jonge militairen als ontgroeningsritueel, staat in het rapport. De militairen bedachten een alibi en plaatsten achteraf wapens op de lichamen van de slachtoffers om hun handelingen te rechtvaardigen.
De aanbeveling is om negentien leden van de speciale eenheden strafrechtelijk te vervolgen omdat zij de executies op hun geweten zouden hebben. Een deel van hen is nog steeds in dienst van het Australische leger (ADF).
Giftige rivaliserende cultuur
De oorzaak van de vermoedelijke oorlogsmisdaden begint bij de cultuur waarin dit kon plaatsvinden, benoemde defensiechef Angus Campbell tijdens de persconferentie over het rapport. Volgens hem was er sprake van “een misplaatste nadruk op prestige, status en macht”. “Een houding die niet past bij de militaire excellentie van de speciale eenheden. In het rapport wordt gesproken over een egocentrische krijgscultuur.”
Deze verstoorde cultuur werd toegestaan en zelfs versterkt door ervaren, invloedrijke en charismatische onderofficieren en hun beschermelingen, beschrijft het rapport. Daardoor viel het gedisciplineerde militaire leven weg en werden het overtreden van regels genormaliseerd.
“Binnen de speciale eenheden was een giftige rivaliserende cultuur ontstaan. De gevolgen waren destructief voor vertrouwen, cohesie en de missie”, citeerde Campbell uit het rapport. “Het is een fout van de hogere militairen dat hiertegen niet is opgetreden.”
Tussen 2005 en 2016 dienden meer dan 26.000 Australische militairen in Afghanistan. 3000 daarvan behoorden tot de speciale eenheden. Naar aanleiding van vermeende misstanden in die periode werd het Brereton-onderzoek begonnen.
Het onderzoek duurde ruim vier jaar en baseert zich op gesprekken met 423 getuigen, meer dan 25.000 foto’s en 20.000 documenten die lange tijd geheim waren. Het onderzoek is uitgevoerd namens de Inspecteur-generaal der Krijgsmacht, een orgaan van defensie dat buiten de militaire commandostructuur valt.
Het onderzoek is niet strafrechtelijk van aard, maar doet wel aanbevelingen over strafrechtelijke vervolging.
Degenen binnen de speciale eenheden die zich tegen de heersende cultuur probeerden te verzetten, werden ontmoedigd, geïntimideerd en in diskrediet gebracht, beschrijft de onderzoeksrechter. Zo kon de cultuur standhouden.
Premier Morrison kondigde vorige week een strafrechtelijk onderzoek aan naar de vermoedelijke oorlogsmisdaden door een nieuw team bij de nationale politie. Dat team onderzoekt de beschuldigingen, verzamelt bewijs en stelt justitie op de hoogte van de bevindingen.
Excuses
Defensiechef Campbell heeft excuses gemaakt aan nabestaanden van de slachtoffers, de Afghaanse gemeenschap, coalitiepartners in Afghanistan en Australische burgers. Premier Morrison en de minister van Buitenlands Zaken boden eerder vandaag hun excuses aan aan de premier van Afghanistan.
Zowel de premier als de defensiechef erkent de ernst van de situatie, maar spraken ook hun waardering uit voor de militairen die zich tijdens hun missies wél aan ethische gedragsregels hebben gehouden.
AD 19.11.2020 Australische elitetroepen in Afghanistan hebben daar 39 moorden gepleegd. Dat heeft het hoofd van de Australische strijdkrachten donderdag bekendgemaakt. Een week geleden benoemde premier Scott Morrison al een speciaal aanklager om onderzoek te doen naar vermeende oorlogsmisdaden door Australische militairen in Afghanistan.
Australië stelde in 2016 een onderzoek in naar het handelen van zijn militairen van 2005 tot 2016 na beschuldigingen door de media van het doden van ongewapende mannen en kinderen. Toen generaal John Angus Campbell de bevindingen donderdag presenteerde, zei hij dat uit het rapport blijkt dat er bewijs is dat 25 militairen gevangenen, boeren of andere burgers hebben gedood.
,,De inspecteur-generaal heeft bevonden dat er geloofwaardige informatie is die bewijs geeft voor 23 incidenten, waarin 39 personen op onwettige wijze zijn gedood door 25 militairen, voornamelijk van het Special Air Service Regiment”, aldus Campbell. ,,Aan het volk van Afghanistan bied ik namens het Australische leger oprecht en zonder terughoudendheid excuses aan voor misdaden door Australische soldaten”, sprak de generaal.
Egocentrische krijgers-cultuur
Campbell noemde de bevindingen “beschamend”, en sprak van een “egocentrische krijgers-cultuur” onder het eliteregiment SAS. In het rapport van de inspecteur-generaal wordt gesteld dat in dat regiment een “giftig competitieve” cultuur heerste. Volgens generaal Campbell leidde die tot “half werk en het negeren en het verdraaien van de regels”.
Premier Morrison had de Australiërs al gewaarschuwd dat het rapport “lastig en moeilijk nieuws” met zich mee zou brengen, maar de meest schokkende onthullingen werden door weinigen verwacht. Hoewel het rapport uitvoerig geredigeerd is, bevat het beschuldigingen aan het adres van hoge officieren bij de SAS, die zouden hebben bevolen dat ongewapende Afghanen werden gedood.
Blooding-ritueel
,,Er zijn geloofwaardige aanwijzingen dat onervaren soldaten van hun patrouillebevelhebbers een gevangene moesten doodschieten, zodat zij hun eerste dodelijke slachtoffer hadden gemaakt, in een ritueel dat als ‘blooding’ bekendstond”, staat in het rapport. Nadat een burger was vermoord zouden de verantwoordelijken het hebben laten lijken op een gevechtssituatie door wapens of ander materiaal bij de slachtoffers neer te leggen, was ook te lezen.
De gruweldaden kwamen aanvankelijk niet aan het licht door een “cultuur van geheimhouding en compartimentering” waarbij informatie geheim werd gehouden binnen patrouillegroepen.
NOS 19.11.2020 “Dit is misschien wel het meest beschamende hoofdstuk uit de militaire geschiedenis van Australië.” Onderzoeksrechter Brereton velt een snoeihard oordeel over Australische commando’s in Afghanistan, die tientallen oorlogsmisdaden zouden hebben gepleegd.
Details blijven in het rapport gecensureerd, deels uit privacyoverwegingen en staatsveiligheid, maar ook omdat veel zaken nog een strafrechtelijk vervolg zullen krijgen. Toch rijst er ook uit de stukken die niet zijn weggelakt een schokkend beeld.
Defensiechef Angus Campbell presenteerde de conclusies van het onderzoek.
Australische troepen executeerden 39 Afghanen in Uruzgan
Zo komt keer op keer dezelfde zinsnede terug: “… doodde moedwillig en onrechtmatig een Afghaanse man die niet gewapend was en geen dreiging vormde”. Niet alleen waren de slachtoffers altijd ongewapend, soms waren ze zelfs gewond of geboeid.
Het meest gedetailleerde verhaal dat in het rapport (.pdf) is opgenomen komt uit 2012. “… nam een ongewapende Afghaan die buiten gevecht was gesteld en geen dreiging vormde naar een afgelegen deel van de basis. Daar dwong hij hem op de grond en, aangemoedigd door …, schoot hem in zijn hoofd, met de dood tot gevolg.”
Australische commando’s in Afghanistan EPA
In totaal is er in 23 van de 57 onderzochte gevallen geloofwaardig bewijs dat er oorlogsmisdaden zijn gepleegd. Daarbij kwamen 39 Afghanen om het leven. Er zijn 25 verdachten.
Geregeld werden er voorwerpen bij lichamen neergelegd om te bewijzen dat een Afghaan een vijand was. Throwdown is de term die het rapport gebruikt voor wapens of communicatieapparatuur die zo werden achtergelaten. Commando’s namen ze zelfs in hun ransel mee op patrouille.
Verder wisten militairen belastende foto’s en stelden ze valse gevechtsverklaringen op. Bij verschillende incidenten claimden militairen bijvoorbeeld dat ze uit noodweer hadden gehandeld, bijvoorbeeld omdat een Afghaan naar een wapen had gegrepen, in een hinderlaag had gelegen of tegen de Australiërs optrok. “Leugens om te voorkomen dat de waarheid bekend werd”, concludeert het rapport.
Verziekte cultuur
Leidinggevenden deden vaak niks om geweld te voorkomen. Soms moedigden ze het zelfs aan, staat in het rapport.
“Er waren momenten waarop nieuwe leden van een patrouille gedwongen werden een gevangene neer te schieten, zodat die militair zijn eerste slachtoffer had gemaakt”, zei defensiechef Angus Campbell bij de presentatie van het rapport. “Dit walgelijke gebruik stond bekend als blooding.”
Campbell spreekt van een verziekte cultuur, waarin “militaire uitmuntendheid gemengd werd met ego, elitarisme en arrogantie”. Hij heeft excuses aangeboden aan zijn Afghaanse collega’s en bereidt negentien strafzaken voor. Het squadron dat zich schuldig maakte aan de misdaden, is ontbonden.
Het kamp op Lesbos werd dinsdagnacht 08.09.2020 grotendeels verwoest door branden, waardoor zo’n 13.000 migranten zijn gedupeerd.
Zo’n 1500 demonstranten hebben zaterdagmiddag 12.09.2020 in Amsterdam op het Museumplein gedemonstreerd voor een humaner asielbeleid. Het protest werd georganiseerd door verschillende organisaties onder de noemer ‘Evacueer Moria’.
En op 11.09.2020 protesteerden vijfhonderd mensen tegen het Moria-akkoord van het kabinet in Utrecht.
Het protest is op touw gezet door vier Amsterdamse studenten die elkaar nog kenden van het Barlaeus Gymnasium. Zij winden zich al jaren op over het Nederlandse vluchtelingenbeleid, maar na de branden deze week konden ze écht niet langer toekijken. ,,Nu is het moment om te protesteren,” aldus initiatiefnemer Paco Kuit (21).
#SOSMoria
Meer dan honderd mensen zijn gisteravond 13.09.2020 bijeen gekomen op het Koekamp in Den Haag om te Demonstreren voor een humaner vluchtelingenbeleid. De directe aanleiding is het bijna geheel afgebrande kamp Moria op het Griekse Lesbos, bijna een week geleden.
Volgens de actievoerders doet Nederland te weinig om deze mensen te helpen. Zo valt op hun borden te lezen: ‘Rutte, kom uit je ivoren Toren(tje)’ en ‘Grenzen zijn dodelijk’. Er waren enkele sprekers, waaronder vluchtelingen en de oprichter van Millennial Refugee. Er waren zo’n honderd tot honderdvijftig mensen aanwezig. Ook op het Museumplein in Amsterdam werd gedemonstreerd.
Waarom ?
“De brand was de druppel. Niet alleen op Lesbos is de situatie onhoudbaar, ook op andere Griekse eilanden, zoals Samos en Chios, en op het Griekse vasteland staat de situatie op springen. Wachten kan niet langer en daarom pleiten wij voor een humaner asielbeleid“, schrijven de initiatiefnemers op Facebook.
Meer dan driehonderd mensen lieten weten te zullen gaan, ruim duizend anderen gaven aan geïnteresseerd te zijn in het evenement.
Om 16.00 uur begon het programma van de demonstratie. Sprekers wisselden elkaar af op een podium. Onder andere GroenLinks-leider Jesse Klaver sprak de menigte toe: ,,Ik schaam me dat wij hier vandaag moeten staan. Het zou niet nodig moeten zijn.” Cabaretier Erik van Muiswinkel praatte de sprekers aan elkaar. Halverwege hielden de betogers een minuut stilte voor de vluchtelingen uit kamp Moria.
Het voornaamste standpunt van de betogers is dat de dakloos geraakte vluchtelingen zo snel mogelijk moeten worden geëvacueerd. “Wij pleiten voor de onmiddellijke opvang van minstens 500 kinderen in Nederland en daarnaast voor het evenredig opvangen in Europa van de andere vluchtelingen die vastzitten in Griekenland.”
Het kabinet zei donderdag 10.09.2020 bereid te zijn honderd vluchtelingen op te vangen die dakloos zijn geraakt.
De uiteindelijke deal over de opvang van honderd mensen uit het afgebrande kamp Moria is donderdag 10.09.2020 in de Tweede Kamer met gemengde reacties ontvangen. Volgens de linkse oppositiepartijen gaat de deal niet ver genoeg, terwijl de PVV juist vindt dat het kabinet is gezwicht. Van de coalitiepartijen is met name de VVD erg content, terwijl D66 en ChristenUnie niet enthousiast zijn. “We staan niet te juichen”, aldus Joël Voordewind (CU).
Het Kamerdebat over de branden in het vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos is donderdag op het allerlaatste moment onverwachts uitgesteld. Terwijl Tweede Kamerleden in de commissiezaal wachtten op staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) en minister Sigrid Kaag (Ontwikkelingssamenwerking), werd bekend dat de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie achter de schermen onderhandelen over de eventuele opvang van migranten uit de Griekse kampen.
AD 21.09.2020
Minikamp (Hashtag) #thisisnotahome
Demonstranten hadden hun plek ingenomen op het Plein voor de Tweede Kamer. Ze verblijven daar 24 uur, om aandacht te vragen voor de situatie in vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos.
Er mochten vannacht vijf tenten staan, vandaag worden er meer mensen verwacht. Om 12.00 uur start er een programma, waarbij verschillende sprekers naar het Plein komen.
De studenten hebben karton en lekke tentjes en ze slapen in de buitenlucht. Er worden ongeveer twintig demonstranten verwacht, vertelt Roos Ykema, een van de studenten. “We zijn met maximaal twintig studenten. Dat is het voorschrift vanwege het coronavirus.”
Met de actie vraagt de groep aandacht voor de verschrikkingen die heersten in het verwoeste kamp. Ze willen een menswaardige oplossing voor alle vluchtelingen die nog op het Griekse eiland zijn.
Ykema is zelf op Lesbos in Moria geweest. Behalve mooie herinneringen over vriendschap en solidariteit, heeft ze vooral ook nare beelden in haar hoofd. “Het was vooral veel ellende.”
De studenten bouwen het kamp zondag om 18.00 uur op en blijven in Den Haag tot maandag 18.00 uur. De 1,5 meter afstand vanwege het coronavirus wordt gerespecteerd volgen Ykema.
Mensen worden uitgenodigd te komen kijken. Ook is door de studenten online een actie op touw gezet. “Waarbij we mensen oproepen om zelf ook in hun straat, tuin of op hun balkon Moria na te bootsen en hier een foto van te plaatsen op sociale media onder de hashtag #thisisnotahome.”
Opvanghuis voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Griekenland klaar voor gebruik
Het kabinet maakte afgelopen voorjaar bekend dat het de opvang mogelijk maakt van 48 kinderen op drie locaties op het Griekse vasteland.
Inmiddels is het eerste Grieks-Nederlandseopvanghuis voor minderjarige, alleenstaande vreemdelingen op het Griekse vaste land is sinds eind september 2020klaar voor gebruik. De Griekse autoriteiten hebben 16 minderjarige meisjes en tienermoeders geselecteerd voor opvang in het pand.
Na de standaard gezondheidscontroles, verwachten de Grieken dat de meisjes uiterlijk 9 oktober hun intrek zullen nemen in het opvanghuis. Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel en Migratie) kreeg donderdag een digitale rondleiding door het pand, dat gereed is voor de opvang.
De opvanglocatie, onderdeel van een driejarig Grieks-Nederlands programma om de opvang en voogdij van minderjarige alleenstaande vreemdelingen op het Griekse vasteland te verbeteren, is het eerste van drie opvanghuizen. Het is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen de Griekse en Nederlandse autoriteiten, en de organisaties Movement on The Ground en the HOME Project. Broekers-Knol heeft het project bekostigd.
Beste lezer,
Ik zie dat Europa steeds vaker schimmige deals sluit met landen als Libië, Turkije en Afghanistan om vluchtelingen buiten te houden. Projecten die door Europa worden gefinancierd leiden tot situaties waarin vluchtelingen slecht worden behandeld en soms zelfs in slechte omstandigheden worden vastgehouden.
Gisteren presenteerde ik in de Mensenrechtencommissie van het Europees Parlement mijn voorstellen om te voorkomen dat de EU migratiedeals kan afsluiten als ze tot mensenrechtenschendingen leiden. We maakten er deze video over. 👇
Ik sta voor de rechten van vluchtelingen. Daarom moeten we de Europese beleidsmakers verantwoordelijk houden voor hun besluiten, zowel politiek, financieel als juridisch. We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om vluchtelingen een positief perspectief te bieden.
Migratiepact EU
17.05.2021
Erdogan wil EU onder druk zetten door migratiekraan open te draaien
Het Italiaanse eiland Lampedusa wordt plotseling weer overspoeld met migranten uit Noord-Afrika. En dat is volgens de Italianen geen toeval.
De toevoer van migranten op Lampedusa is nooit helemaal gestopt – om de zoveel tijd voer er wel een bootje de haven van het eiland in. De afgelopen jaren vertrokken ze meestal vanuit Tunesië, nu is de Libië-route ineens weer populair. Velen zien daarin de hand van de Turkse president Erdogan. Volgens de Italiaanse pers doet hij nu hetzelfde in het centrale Middellandse Zeegebied als wat hij jaren eerder in de Egeïsche Zee deed: migranten inzetten als drukmiddel.
Leverde het tegenhouden van Syrische vluchtelingen de Turkse president een enorme zak Europees geld op, nu zou Erdogan opnieuw aansturen op een deal met de Europese Unie, maar dan met Libië als lijdend voorwerp. Sinds het Turkse leger de rust in het Noord-Afrikaanse land heeft teruggebracht, krijgen de Turken ook steeds meer politieke invloed. Het is allemaal een onderdeel van Erdogans strategie om zijn invloed in de Middellandse Zee te vergroten en toegang te krijgen tot de grote olie- en gasvoorraden in de Libische bodem.
Khadaffi
De strategie om met immigratie Europa onder druk te zetten, is niet nieuw. Eind vorige eeuw gebruikte de voormalige dictator Khadaffi dezelfde tactiek om Europa en Italië geld uit de zak te kloppen, en nu wordt die onder invloed van de Turkse president Erdogan nieuw leven ingeblazen. De afgelopen jaren vertrokken migranten met rubberboten clandestien vanaf Libische stranden of met snelle speedboten vanuit Tunesië, de golf die afgelopen weekend op Lampedusa landde bestond voor een belangrijk deel uit grote vissersboten. Schuiten met soms wel vierhonderd migranten aan boord kunnen niet ongezien uit Libische havens vertrekken. De kustwacht lijkt een oogje dicht te knijpen, terwijl ze de afgelopen jaren juist regelmatig met geweld optraden tegen migrantenbootjes.
Behalve politieke en economische invloed, is Erdogan ook bezig zijn militaire invloed te vergroten in Noord-Afrika. Honderden Libische militairen zijn door het Turkse leger getraind en de Turken zijn begonnen met de verbouwing van een groot militair vliegveld in Al Watyiha, niet ver van de Tunesische grens.
Kraan
Een andere belangrijke militaire zet is de Turkse training van de Libische kustwacht. De hypermoderne schepen van de Libiërs zijn van Italiaanse makelij, door de regeringen Gentiloni en Conte gedoneerd om de migratie richting Italië te reguleren, maar inmiddels staan de Turken aan het roer. „Met de Libische kustwacht heeft Erdogan dus nu, indirect, de beschikking over een vloot in het centrale Middellandse Zeegebied waarmee de kraan van migratie naar Europa open en dicht kan worden gezet”, zegt een Italiaanse admiraal die het dossier volgt. Het doel van die kraan is de Europese Unie tot een nieuwe immigratiedeal dwingen, als Europa betaalt blijven de migranten in Libië, zo niet dan zetten we ze op de boot naar Lampedusa.
Nadat dit weekend ruim tweeduizend migranten op het piepkleine Italiaanse eiland aankwamen, sprak de Italiaanse premier Draghi al over het aangaan van bilaterale akkoorden met zowel Tunesië als Libië. In de praktijk betekent dat vaak dat de knip getrokken wordt, ook omdat een gezamenlijke Europese actie tot nu uitblijft. De Europese Unie geeft niet thuis bij het opnieuw bespreken van de Malta-akkoorden, waarbij in het najaar van 2019 werd afgesproken dat andere Europese landen, op vrijwillige basis, migranten zouden overnemen.
De Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Luciana Lamorgese wil dat er een automatische en verplichte verdeelsleutel komt, maar krijgt daarvoor in Brussel de handen niet op elkaar. Volgende week vliegt de minister samen met haar EU collega Ylva Johansson naar Tunis om het probleem van de toegenomen immigratie te bespreken.
VK 26.09.2020
AD 24.09.2020
De Europese Commissie gaat de EU-staten niet verplichten om bepaalde hoeveelheden asielzoekers op te nemen, blijkt uit het woensdag gepresenteerde Migratie en Asiel Pact. Als het voorstel wordt goedgekeurd, moeten landen bij nieuwe crisissen straks een verplichte mate van solidariteit tonen, afhankelijk van de grootte en welvaartssituatie van het land.
AD 24.09.2020
Landen kunnen bijvoorbeeld verplicht verantwoordelijk worden voor de terugkeer van vluchtelingen. Dat houdt in dat zij de afhandeling van procedures overnemen en verantwoordelijk worden voor het re-integratie van asielzoekers in het land van oorsprong.
Telegraaf 24.09.2020
Brussel wil verder ook meer gaan samenwerken met landen waar migranten vandaan komen. Daarbij wordt vooral gekeken naar Afrikaanse landen.
Voordat de plannen in werking worden gesteld, moeten EU-lidstaten en het Europees Parlement akkoord gaan met het voorstel. Daardoor strandde een eerder wetsvoorstel uit 2016.
Volgens Europese Commissie-voorzitter Urusula von der Leyen voldoen de huidige migratieplannen niet meer voor Europa en zijn ze gedateerd. De recente branden in vluchtelingenkampen op Griekenland zouden dat hebben aangetoond, redeneert Von der Leyen.
AD 16.02.2021
Deel Syrische vluchtelingen overweegt terugkeer: ‘Kunnen in Nederland niet ademen’
De oorlog in Syrië is nog niet voorbij, toch komen er bij terugkeerorganisaties dagelijks telefoontjes binnen van asielzoekers die overwegen terug te gaan. ,,Dat zijn de mensen die hier niet kunnen wennen, niet kunnen ademen.”
Als Nader met zijn taxi door de straten van de hoofdstad Damascus rijdt, denkt hij eigenlijk nooit meer aan Nederland. ,,Hier kan ik weer genieten van het leven, dat lukte me in Nederland niet. Daar bleef iedereen me zien als vluchteling, hier voel ik me weer de leider van mijn gezin.”
Nader en zijn vrouw en drie kinderen vluchtten in 2016 voor de burgeroorlog vanuit Syrië naar Nederland en kregen hier een verblijfsvergunning. Maar hoewel de oorlog in Syrië nog niet voorbij is, keerde het gezin een jaar geleden weer terug naar Damascus. Ze hadden heimwee en voelden zich in Nederland eenzaam en onbegrepen. ,,Ik ben gevlucht vanwege de onveiligheid in Syrië, maar dat wil niet zeggen dat ik geen verstand heb. Dat begreep niet iedereen in Nederland.”
Meerderheid wil blijven
De terugkeer van asielzoekers naar Syrië is een beladen onderwerp. Sinds 2014 kregen meer dan 70.000 Syriërs een verblijfsvergunning in Nederland. In recent onderzoek gaf een grote meerderheid van hen aan hier te willen blijven. Ook nu melden zich nog elke maand enkele honderden Syriërs in Nederland voor asiel.
Ondertussen bepleiten enkele politieke partijen in Nederland juist de terugkeer van de Syriërs. De PVV zette het vorige maand nog in het verkiezingsprogramma, ook Forum voor Democratie wil dat de Syriërs teruggaan.
Vooralsnog stuurt Nederland niemand gedwongen terug naar Syrië, het land heeft ‘onveilig’ als beoordeling gekregen. Het alomvattende oorlogsgeweld van de afgelopen jaren mag dan geluwd zijn, er woedt nog steeds een burgeroorlog in het noordwesten van het land. Ook terreurorganisatie IS pleegt nog aanslagen. Daarnaast maakt Nederland zich zorgen over het schenden van de mensenrechten door zowel de Syrische staat als andere groeperingen. Wel kunnen Syriërs op vrijwillige basis terugkeren, daarbij kunnen ze om (financiële) hulp van Nederland vragen.
We krijgen dagelijks telefoontjes van Syriërs die nadenken over terugkeer. Het zijn mensen die heimwee hebben of die niet in Nederland kunnen aarden, aldus Hiran Ali, Solid Road.
,,We krijgen dagelijks telefoontjes van Syriërs die nadenken over terugkeer. Het zijn mensen die heimwee hebben of die niet in Nederland kunnen aarden. Mensen die het gevoel hebben dat ze hier niet kunnen ademen”, zegt Hiran Ali, van de terugkeerorganisatie Solid Road. ,,Sommige mensen komen hier niet toe aan inburgeren, omdat ze in Syrië eigenlijk nog niet zijn uitgeburgerd. Ze zijn vanuit een oorlogssituatie hierheen gekomen, kampen soms nog met trauma’s en worden daar nauwelijks mee geholpen.” Wat ook vaak meespeelt: problemen bij het vinden van werk in Nederland. ,,En veel mensen die wel werk vinden, krijgen een baan die ver onder hun niveau is.”
Solid Road is een van de twee gesubsidieerde, particuliere organisaties die Syriërs helpt bij terugkeer. Via de organisatie zijn in 2019 acht mensen teruggegaan. In een groot deel van 2020 lag terugkeer stil door de reisbeperkingen vanwege de coronapandemie. Inmiddels komen de aanvragen weer binnen, stelt Ali. ,,Er staan nu tien mensen op de wachtlijst.”
Hoeveel Syriërs er in totaal zijn teruggegaan, is lastig vast te stellen. De Dienst Terugkeer & Vertrek, onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie, meldt in 2019 en 2020 steeds zo’n tien Syriërs te hebben geholpen bij hun reis door vliegtickets te boeken. Het zijn (deels) dezelfde mensen die Solid Road heeft begeleid.
Verblijfsvergunning kwijt
Maar het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) becijferde vorig jaar dat ‘van alle Syriërs die tussen 2014 en 2016 in Nederland een verblijfsvergunning ontvingen, halverwege 2018 ongeveer 2,3 procent uit Nederland was vertrokken.” Waar die 1355 mensen naar toe zijn gegaan, Syrië of een ander (Europees) land, is niet onderzocht. Mogelijk meldt niet iedereen zijn terugreis direct: wie aantoonbaar terugkeert naar Syrië raakt zijn Nederlandse verblijfsvergunning in principe kwijt.
Solid Road hielp ook Nader en zijn gezin bij hun terugkeer naar Damascus. ,,Via onze partnerorganisatie in Syrië hebben we ervoor kunnen zorgen dat Nader een taxi heeft kunnen aanschaffen. Overdag is hij nu taxichauffeur, ‘s avonds privéchauffeur voor mensen van hulporganisaties. Hij heeft zijn leven weer kunnen oppakken.”
Opgepakt en verhoord
Toch is terugkeer naar Syrië ingewikkeld. Want de oorlog in Syrië mag dan geluwd zijn, het Assad-regime is nog steeds aan de macht. Syriërs zijn bang na terugkeer door een van de vele beruchte veiligheidsdiensten te worden opgehaald voor ‘verhoor’. Of alsnog in militaire dienst te moeten en naar een van de overgebleven fronten te worden gestuurd.
Het Syrian Network for Human Rights becijferde dat zeker tweeduizend Syriërs na terugkeer uit buurlanden als Libanon of Jordanië werden gearresteerd en dagenlang werden verhoord. ,,Er zijn best mensen die terug willen, maar niemand weet zeker of hij wel of niet op een lijst van een geheime dienst daar staat en of dat problemen kan opleveren”, zegt een bron bij een hulporganisatie.
Solid Road stelt altijd expliciet na te vragen of er bij hun klanten iets speelt vanuit het verleden. ,,Wij willen niet dat mensen worden opgepakt na terugkeer. Dat is niet goed voor hen en niet goed voor het Nederlandse beleid”, zegt Hiran Ali. ,,Niemand die via ons is teruggegaan heeft problemen gekregen.” Solid Road houdt nog zeker twaalf maanden na aankomst contact.
Onderhandelen met Assad
Nederlands grootste partnerorganisatie bij vrijwillige terugkeer, de IOM (Internationale Organisatie voor Migratie), assisteert vooralsnog niet bij terugkeer naar Syrië. Officiële reden is dat Syrië nog te gevaarlijk is. Officieus lijkt mee te spelen dat bij terugkeer via de IOM Nederland de verbroken banden met het regime van Assad, die beschuldigd wordt van vele oorlogsmisdaden, weer zou moeten aanhalen.
Ik kan mijn gezin hier in leven houden en dat voelt beter dan toen ik in Nederland was, aldus Nader.
,,Ik was niet bang om terug te gaan en heb hier geen problemen gehad”, laat taxichauffeur Nader vanuit Damascus weten. Wel een probleem: na acht jaar oorlog kampt Syrië met een grote economische crisis. ,,Het is een reden waarom veel mensen toch niet terugkomen. Maar ik kan mijn gezin hier in leven houden en dat voelt beter dan toen ik in Nederland was.”
*De naam Nader is om veiligheidsredenen gefingeerd. De vragen die we hem hebben voorgelegd, zijn via Solid Road gegaan.
Binnen vijf dagen duidelijk of asielzoeker mag blijven
Ook bij het nieuwe beleid zouden landen waarin vluchtelingen aankomen in principe de verantwoordelijkheid houden over hun asielprocedure, een beleid dat in het verleden leidde tot kritiek vanuit Italië, Griekenland en Spanje.
Nu zijn extra criteria toegevoegd aan de wijze waarop besloten wordt welk land de asielprocedure in handen krijgt. De EC kijkt ook naar in welk land de asielzoeker al familie heeft, welk visum hij op zak heeft en in welke omstandigheden een (jonge) asielzoeker het beste kan worden opgevangen.
Asielzoekers moeten daarnaast sneller duidelijkheid krijgen. Brussel wil verbeterde opvangcentra aan de grenzen, waar vluchtelingen snel geïdentificeerd, gescreend en geregistreerd kunnen worden. Binnen vijf dagen moet duidelijk zijn of een asielzoeker in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning, of dat de persoon een langer traject in gaat om in aanmerking te komen.
AD 25.11.2020
Mini-Schengen-zone
Nederland moet werken aan een ‘VVD pleit voor ‘mini-Schengen’, waarin samen met “andere sterken landen” bij noodsituaties door grote toestroom van migranten de buitengrenzen gesloten kunnen worden, maar de handel onderling overeind blijft. Dat stelt Kamerlid Bente Becker van regeringspartij VVD in een opiniestuk in het AD. Nederland moet “desnoods” ook in staat zijn de eigen grenzen te sluiten en grenscontroles in te stellen, vindt Becker.
Volgens Becker beleeft Nederland economisch veel voordeel aan de open grenzen, maar “betalen we de prijs via illegale migratie”. “Griekenland en Italië worden overspoeld door bootmigranten”, aldus de politica. “Zij vragen ons om hulp. Maar veel migranten lopen door naar Nederland, terwijl twee derde geen recht heeft op asiel.”
Bente Becker, Tweede Kamerlid voor de VVD
Zoek bondgenoten voor het sluiten van grenzen
Het Europese asielstelsel is failliet. Onze open grenzen zijn economisch een voordeel. Maar de prijs betalen we via illegale migratie. Griekenland en Italië worden overspoeld door bootmigranten. Zij vragen ons om hulp.
Nederland moet in ‘noodgevallen’ de eigen grenzen sluiten en bewaken als er weer grote aantallen migranten naar ons land zouden komen. ‘Liever nog’ wil de partij dat er een mini-Schengenzone komt, waarin een groepje van omliggende landen gezamenlijk de grenzen bewaken.
Dat schrijft regeringspartij VVD woensdag 25.11.2020 in een opiniestuk. Tweede Kamerlid Bente Becker stelt dat ‘het risico groot is’voor ons land dat in tijden van crisis veel migranten hierheen komen ‘vanwege onze welvaart’. Omdat een nieuw Europees asielstelsel nog in de maak is, moet ons land zelf klaar zijn ‘om grip te houden’.
Eerder al kondigde de Franse president Macron aan dat hij nadenkt over een mini-Schengenzone, als blijkt dat de migrantenstroom ‘oncontroleerbaar’ is geworden. Hij zei dat in reactie op de aanslag in Nice, die werd gepleegd door een 21-jarige Tunesiër die via Italië naar Frankrijk reisde.
‘Verplichte solidariteit’ moet landen als Polen en Hongarije overtuigen
Mochten landen als Griekenland, Spanje en Italië alsnog in de problemen komen door grote aantallen vluchtelingen in korte tijd, wordt een beroep gedaan op de zogeheten ‘verplichte solidariteit’ van andere landen. Zij moeten dan asielzoekers overnemen of helpen bij het organiseren van de terugkeer van asielzoekers die geen kans maken op een verblijfsvergunning.
De Zweedse commissaris Ylva Johansson hoopt dat de laatstgenoemde optie landen als Polen en Hongarije overtuigt. Beide landen hebben de laatste jaren meermaals geweigerd om vluchtelingen op te nemen en hoeven dat in het huidige voorstel voorlopig ook niet te doen.
Oxfam Novib reageert teleurgesteld op de gepresenteerde migratieplannen. “Europa had al jaren eerder zijn asielstelsel moeten hervormen. Het is positief dat de EC probeert EU-landen samen te brengen om zinvolle veranderingen door te voeren, maar de Commissie lijkt alsnog te zijn gezwicht voor druk vanuit EU-regeringen die het aantal mensen dat in Europa bescherming en asiel zoekt, juist willen verminderen.”
Nasleep Moria eiland Lesbos Griekenland
AD 20.03.2021
Telegraaf 15.03.2021
Telegraaf 13.03.2021
Telegraaf 11.03.2021
Telegraaf 06.03.2021
AD 26.01.2021
AD 20.01.2021
Telegraaf 20.01.2021
AD 09.01.2021
Telegraaf 17.12.2020
Telegraaf 22.10.2020
Telegraaf 13.10.2020
AD 07.10.2020
AD 06.10.2020
Telegraaf 06.10.2020
Telegraaf 05.10.2020
Telegraaf 05.10.2020
Telegraaf AD 23.09.2020
Telegraaf 22.09.2020
Telegraaf 22.09.2020
VK 22.09.2020
VK 22.09.2020
Trouw 19.09.2020
AD Telegraaf 19.09.2020
AD 18.09.2020
15.09.2020
12.09.2020
11.09.2020
‘Chaos aan de Griekse grens alleen te bestrijden met een nieuwe Turkijedeal !!!
Kamp Moria
Vluchtelingenkamp Moria op Lesbos was ooit bedoeld voor de opvang van zo’n 2.000 vluchtelingen.
Maar omdat Europa de deur dichtdeed, konden velen niet verder. Moria groeide met 13.000 migranten uit zijn voegen.
Dat zorgt al lange tijd voor overlast en spanning onder de migranten én eilandbewoners.
Afgelopen week werd ook nog eens corona geconstateerd en ging het kamp tot woede van de bewoners op slot.
Of dat met de brand te maken heeft? Vaststaat dat het vuur op een aantal plekken kort na elkaar begon.
4 jaar geleden ondertekenden de EU en Turkije de deal die een eind moest maken aan de eindeloze stroom vluchtelingenbootjes tussen Turkije en Griekenland. Maar de architect van die deal is ontevreden. ,,De crisis kan weer oplaaien. De situatie is niet stabiel geworden”, zegt Gerald Knaus.
In vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos braken indertijd gevechten uit tussen de kampbewoners en de politie. De vlam sloeg in de pan in het overvolle kamp tijdens een protest tegen de uitzichtloze situatie waarin de asielzoekers zich bevinden. Aan het eind van de dag moesten elf mensen worden behandeld ‘vanwege traangas en paniekaanvallen’, meldde Artsen zonder Grenzen. Zij, en talloze andere hulporganisaties, wanhopen al maanden over de erbarmelijke toestanden op de eilanden.
,,Ik sta nog steeds achter De Deal”, zei Knaus, later telefonisch vanuit zijn woonplaat Berlijn. ,,Er was op dat moment geen alternatief. Al die bootjes… Dat moest stoppen. Alleen is de uitvoering niet zo geweest als had gemoeten.”
De oorzaak: het falende Griekse asielsysteem. Of beter: het falende Europese asielsysteem. ,,We slagen er nauwelijks in om mensen die volgens de deal terug moeten naar Turkije ook echt terug te sturen. Mensen op de eilanden wachten maanden op beslissingen. Je zou zeggen dat we er in twee jaar tijd een functionerend systeem voor hadden moeten kunnen optuigen.
Maar er is een gebrek aan focus nu het grootste probleem, de ongecontroleerde stroom vluchtelingen die door Europa trok, is opgelost.” Maar ook nu komen er nog wekelijks meer mensen in bootjes aan op eilanden dan dat er worden teruggestuurd naar Turkije: zo kwamen er in januari 1600 mensen met bootjes aan op de eilanden, 47 gingen er gedwongen terug.
De chaos aan de grens tussen Turkije en Griekenland wordt namelijk veroorzaakt door ‘de angst de controle te verliezen’. De oplossing is een Turkijedeal 2.0 stelt, Gerald Knaus, de bedenker van de eerste versie van dat vluchtelingenakkoord.
Gerald Knaus, directeur van de Europese denktank ESI, werd bekend als de architect van de deal die Turkije en de EU in maart 2016 sloten om de toenmalige vluchtelingencrisis in te perken. Nu die deal bij de grensplaats Erdine lijkt op te lossen in wolken van traangas, pleit Knaus juist voor een nieuwe overeenkomst: een Turkijedeal 2.0. ,,Hoe sneller iedereen hier een stap terugdoet, hoe beter het voor iedereen is: voor de EU, voor Turkije én voor de vluchtelingen zelf.”
,,Wat we nu aan de Turks-Griekse grens zien? Twee overheden die angst hebben de controle te verliezen. Turkije ziet een stijgend aantal vluchtelingen uit Syrië naar hun grens komen. En Griekenland kampt nog met hun trauma uit 2015. Allebei de landen zijn nu aan het overreageren.
Turkije heeft daar wel een punt, stelt Knaus. ,,De Turken vinden Europa hypocriet: zij moeten Syrische vluchtelingen opvangen, maar Europa houdt zelf de grens wel dicht. Turkije vangt nu al meer Syriërs op dan de hele EU bij elkaar: zo’n 3,6 miljoen. Dat is echt een grote uitdaging voor ze. Het geld van de EU helpt ze daarbij, de opvang is er zelfs beter dan in sommige EU-landen.”
Waarmee de Oostenrijker doelt op Griekenland. Want hoewel daar sinds 2016 veel minder boten aankwamen op de eilanden, werd de chaos er niet minder op. De opvangkampen zijn er overvol, de omstandigheden slecht en de wachttijden voor alleen al zoiets als een afspraak met een asielbeambte soms al meer dan een jaar. De één op één-uitwisselingsregeling met Turkije bracht ook nauwelijks verlichting: dat ging tot maart vorig jaar maar om zo’n 20.000 Syriërs.
Vier vragen over het Griekse vluchtelingenkamp;
Wat is Moria en hoe is het ontstaan?
Moria is een voormalig militaire basis en ligt op het Griekse eiland Lesbos. Het is het grootste vluchtelingenkamp van Europa, aldus de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties.
Het vluchtelingenkamp is ontstaan toen duizenden mensen in 2013 op de vlucht sloegen voor de burgeroorlog in Syrië en de strijd in Afghanistan tussen de Taliban en de Amerikanen. Vluchtelingen maakten vanuit Noord-Afrika en Turkije de oversteek naar Europa en veel van hen belandden zo op de Griekse eilanden.
Moria werd aangewezen als een zogenoemde hotspot, waar vluchtelingen een asielzoekersprocedure kunnen starten voordat ze eventueel door mogen reizen naar het Europese vasteland. Andere hotspots zijn te vinden op Samos, Chios, Leros en Kos.
Het kamp heeft capaciteit voor drieduizend inwoners, maar eind augustus waren er zeker dertienduizend vluchtelingen in het kamp aanwezig. Vanwege de overbevolking werd de situatie op het kamp zo erbarmelijk dat het in 2018 door Artsen zonder Grenzen is benoemd tot het ‘slechtste vluchtelingenkamp op aarde’.
Wie zijn de vluchtelingen en waar komen ze vandaan?
In 2015, op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis, kwam het merendeel van de vluchtelingen op de Griekse kampen uit Syrië. Tegenwoordig komen de meeste vluchtelingen op Lesbos uit Afghanistan (76 procent), Syrië (7 procent) en Congo (7 procent), aldus de laatste cijfers van de VN.
Kinderen, met en zonder ouders, komen het meest voor op het kamp (39 procent), gevolgd door volwassen mannen (38 procent) en volwassen vrouwen (23 procent).
Waarom zijn deze vluchtelingen in Griekenland terechtgekomen en niet in eigen regio opgevangen?
Vluchtelingen uit Syrië worden voor een groot deel al in de regio opgevangen. Er zijn 750.000 Syrische vluchtelingen in Jordanië en ook buurland Libanon heeft al 1,5 miljoen Syriërs opgevangen. De meeste Syrische vluchtelingen (3,6 miljoen) worden echter opgenomen door Turkije.
Dat komt onder andere door de deal die de Europese Unie in 2016 heeft gesloten met Turkije. In ruil voor financiële steun vangt Turkije de vluchtelingen op en voorkomt het daarmee dat ze naar Europa gaan. Slechts een klein deel van alle Syrische vluchtelingen besluit toch de oversteek te maken naar Griekenland.
Het merendeel van de vluchtelingen op Moria is echter niet Syrisch maar komt uit Afghanistan, waar al jaren gevochten wordt tussen de Taliban en de overheid. Wereldwijd zijn er 2,5 miljoen Afghanen op de vlucht.
De meeste Afghaanse vluchtelingen trekken naar buurlanden Iran en Pakistan, maar zij worden steeds vaker teruggestuurd naar land van herkomst, aldus Amnesty International. In 2016 verplaatste Pakistan ongeveer 365.000 vluchtelingen met geweld terug naar Afghanistan en in 2017 keerden 462.000 Afghaanse vluchtelingen terug vanuit Iran.
Wat is de rol van de EU?
Om lidstaten Griekenland en Italië te ontlasten, kwam de Europese Commissie (EC) in 2017 met een voorstel om 160.000 van de 171.000 vluchtelingen te herverdelen onder alle lidstaten van de EU. Dat plan strandde echter in 2017, omdat onder meer Hongarije geen islamitische vluchtelingen wilde opnemen.
Sindsdien ondersteunt de EU de vluchtelingenkampen in Griekenland voornamelijk financieel. De EC trok afgelopen jaar 700 miljoen euro extra uit om Griekenland te ondersteunen met grensverdediging, opvang en asielprocedures.
Om de druk op de kampen weg te nemen bood de EU in maart dit jaar vijfduizend migranten een vergoeding van 2.000 euro aan als zij zouden terugkeren naar het land van herkomst.
Sinds de brand hebben tien Europese lidstaten besloten samen 406 vluchtelingenkinderen van Moria op te nemen.
Het onderzoek naar het functioneren van het Europese grensagentschap Frontex is klaar.
Vrijdagochtend 16.07.2021 presenteerde ik de bevindingen, gebundeld in een rapport, in de LIBE commissie van het Europarlement. Dit onderzoek deed ik met collega-Europarlementariërs nadat door onderzoeksjournalisten naar buiten werd gebracht dat Frontex betrokken zou zijn bij pushbacks aan de buitengrenzen van de EU.
Een belangrijk rapport, met veel analyses en aanbevelingen.
De belangrijkste boodschap uit het rapport is dat Frontex bewust wegkeek bij meldingen van ‘pushbacks’ aan Europa’s buitengrenzen. Hierbij worden migranten zonder toegang tot een asielprocedure, en vaak met geweld, teruggestuurd. Dat is in onaanvaardbaar, levensgevaarlijk en bovendien in strijd met de Europese regels.
Ieder mens heeft recht op een eerlijke asielprocedure wanneer ze aankomen bij de Europese grens. Vernedering of mishandeling van vluchtelingen mag nooit worden geaccepteerd. Frontex heeft bovendien de expliciete taak de mensenrechten van deze mensen te garanderen.
Ons onderzoek toont aan dat Frontex tal van rapporten over pushbacks heeft genegeerd. Het rapport stelt dus ernstige tekortkomingen vast over het functioneren van Frontex. Hoewel het rapport niet direct spreekt over het aftreden van de Frontex directeur, is dat wat GroenLinks betreft de enige logische conclusie die het Europees Parlement en de EU-landen kunnen trekken, en de enige manier om fundamentele verbeteringen binnen Frontex te waarborgen.
Hoe nu verder?
In het rapport doen we aanbevelingen om Frontex te verbeteren. Na de zomer besluit ik samen met mijn collega-Europarlementariërs over de vervolgstappen. Maar het mag duidelijk zijn: hierover is het laatste woord niet gezegd en we blijven streng toezicht houden op Frontex.
Telegraaf 06.10.2020 Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie) laat onderzoeken of er maatregelen kunnen worden getroffen tegen liegende asielzoekers.
De bewindsvrouw zegt het een ’vreselijke zaak’ te vinden dat er leugens worden verteld om meer kans te maken op een verblijfsvergunning. „We gaan het goed onderzoeken. We verlangen eerlijkheid van asielzoekers. Dit ondermijnt het draagvlak voor opvang.” Aanleiding is dat er steeds vaker twijfel is over de door asielzoekers opgegeven leeftijd.
De Telegraaf onthulde dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in 2019 werd geconfronteerd met honderden asielaanvragen waarbij er ernstige twijfel was of de leeftijd die de asielzoekers zelf hadden opgegeven wel klopte. Leeftijd is bij een aanvraag van groot belang, omdat een alleenstaande minderjarige vreemdeling in principe niet wordt uitgezet.
Afrikaanse ’homo’s’
Ook wordt er met hetzelfde doel gelogen over de seksuele geaardheid. Honderden asielzoekers uit Uganda hebben onterecht een verblijfsvergunning gekregen na leugens over hun geaardheid. „Liegen is echt zeer onwenselijk”, zegt Broekers-Knol. „Het belast de IND onnodig zwaar. Ik zie reden om te onderzoeken of liegen kan meewegen bij de geloofwaardigheid van de asielzoeker.”
Vanuit de IND klinkt dat er op dit moment geen sancties staan op liegen. De staatssecretaris zegt dat ze weinig ziet in strafrechtelijk optreden. „Dat vertraagt de procedure en fraude is vreselijk moeilijk te bewijzen.” Toch wil ze onderzoeken wat wél kan. „Welke mogelijkheden er zijn zullen we zeker onder de loep nemen. Het is ongelooflijk belangrijk dat dit soort gevallen niet voor kunnen komen.” De bewindsvrouw kon niet zeggen wanneer het onderzoek klaar is.
AD 06.10.2020 Activisten van de groep We Gaan Ze Halen voelen zich onbegrepen door de Griekse autoriteiten. Manos Logothetis, secretaris-generaal op het ministerie van migratie, reageerde gisteren op deze site dat het kamp ‘geen bazaar was om mensen op te halen’, wat tot grote frustratie leidt bij de Nederlandse actiegroep. ,,Dit slaat natuurlijk nergens op”, reageert Johannes van den Akker, secretaris van Stichting We Gaan Ze Halen.
Logothetis stelde dat Nederland de opvang net zoals onder meer Duitsland en Frankrijk via de regering zou moeten regelen en het initiatief daar ook vandaan zou moeten komen. ,,Zo zit onze actie helemaal niet in elkaar”, aldus Van den Akker. ,,Wij snappen ook wel dat Griekenland graag zou willen dat Nederland mensen op een nette manier ophaalt. Daar hebben wij nu juist dit drukmiddel voor bedacht.”
Terwijl het vliegtuig van de actievoerders gisteren onderweg was naar Lesbos werd bekend dat ze daar niet meer welkom waren. Op het laatste moment moesten ze hun koers wijzigen en landen in Athene. De Griekse autoriteiten bestempelden de komst van de Nederlanders namelijk als een gevaar voor de veiligheid op Lesbos.
Volgens Logothetis is er geen druk uitgeoefend vanuit Nederland, maar de actiegroep hier zo hun twijfels bij. ,,Logothetis heeft op basis van halve informatie zijn conclusies getrokken, die ook nog eens zijn ingeseind door de Nederlandse ambassade hier”, vervolgt Van den Akker. ,,Dat maakt het allemaal nog wel extra lelijk vind ik.”
We willen niemand in gevaar brengen, dus we moeten het voorzichtig aanpakken, aldus Johannes van den Akker, Secretaris We Gaan Ze Halen.
De actiegroep wil dat de Nederlandse regering terugkomt op het besluit om maar honderd vluchtelingen uit Lesbos op te vangen. Ook pleiten de activisten ervoor dat deze vluchtelingen niet gerekend worden tot de 500 asielzoekers die Nederland jaarlijks verwelkomt. ,,Onze missie om de deal van 100 tegen 100 van tafel te krijgen blijft natuurlijk gewoon staan”, aldus Van den Akker.
Lokale bevolking
De actiegroep vertrok gisteren naar Lesbos en is daar vanochtend aangekomen. Momenteel zijn de leden daar in gesprek met vluchtelingen over de huidige situatie en omstandigheden. Van den Akker vertelt dat het een grote uitdaging is om de actie voort te zetten.
,,We zijn hier nu erg beperkt, omdat we constant door de politie gevolgd worden”, licht hij toe. ,,Het is hectisch en we willen geen mensen in gevaar brengen door met hen te praten. We moeten dit dus voorzichtig aanpakken.”
‘You can take our plane, but not our mission. Tweede Kamer, het is nu aan jullie.’ Help jij mee om dit bericht te verspreiden? Deel en kom morgen 18.00u naar de manifestatie in Den Haag. Meld je aan op het event en deel deze link: https://fb.me/e/35jeUnKZt#WeGaanZeHalen
Woensdag wordt om 18:00 uur een manifestatie gehouden in Den Haag, om lawaai te maken voor het evacueren van de vluchtelingen. Of de actiegroep dan alweer terug is in Nederland is nog niet bekend. ,,Het kan ook zijn dat we vanaf hier live gaan’’, besluit de secretaris.
Kamp Moria
Het gecharterde toestel waarmee de groep We Gaan Ze Halen 189 vluchtelingen uit voormalig kamp Moria wilden ophalen van Lesbos heeft Griekenland verlaten. Dat kamp werd enkele weken geleden verwoest door een brand.
Nederland besloot vijftig alleenstaande kinderen en vijftig kwetsbare migranten op te vangen, maar de actiegroep vindt dat te weinig. Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) keurde het plan vrijdag af, liet ze in een brief aan de actiegroep weten.
Een vrijwel leeg vliegtuig is maandagochtend uit Rotterdam vertrokken op weg naar het Griekse Lesbos met als doel zoveel mogelijk vluchtelingen naar Nederland te halen.
AD 06.10.2010 De Griekse autoriteiten zijn niet te spreken over de Nederlandse actiegroep We Gaan Ze Halen, die vanochtend met een vliegtuig vertrok naar Lesbos om 189 vluchtelingen op te halen en mee naar Nederland te nemen. ,,Het kamp op Lesbos is geen bazaar waar iedereen naar believen mensen kan komen ophalen”, stelt Manos Logothetis, secretaris-generaal op het ministerie van migratie, in gesprek met deze site.
Griekenland besloot het vliegtuig van de actiegroep op het laatste moment geen toestemming te geven om te landen op het eiland, omdat het als een gevaar voor de veiligheid op Lesbos werd gezien. De actievoerders wilden vluchtelingen mee naar ons land nemen zodat zij hier asiel konden aanvragen. Logothetis: ,,De migranten staan onder bescherming van de Griekse staat. Wij zijn verantwoordelijk voor hun veiligheid. We kunnen ze daarom niet zomaar overdragen aan een private partij die we niet kennen, als we dat al zouden willen.”
RTL 06.10.2020 De Nederlandse actievoerders van We Gaan Ze Halen zijn vandaag met een veerboot aangekomen op Lesbos. Gisteren vlogen ze vanuit Nederland met een gecharterd vliegtuig richting het Griekse eiland om 189 vluchtelingen op te halen.
Het vliegtuig mocht daar niet landen en moest uitwijken naar Athene. De groep van negen is vervolgens met lokaal vervoer naar Lesbos gereisd.
Ze zijn boos over de gang van zaken. “Tot onze grote frustratie werd het vliegtuig ons afgenomen. Zonder enige vorm van overleg en op basis van gebrekkige informatie heeft de Griekse overheid ons tot stoppen gedwongen.”
Verwoestende brand
De groep is nu op Lesbos om in gesprek te gaan met vluchtelingen in een nieuw vluchtelingenkamp dat is gebouwd na de verwoestende brand in kamp Moria. Met hun actie willen ze naar eigen zeggen laten zien hoe slecht het gesteld is in met de vluchtelingenopvang op Lesbos. En ze willen het gesprek over relocatie van de vluchtelingen vanaf Lesbos weer op gang brengen.
Actiegroep met leeg vliegtuig naar Moria
Het plan is om 189 mensen naar Nederland te brengen.
“Het is veel over slaapzakken en noodhulp gegaan in de afgelopen weken, dat verstomde de roep om evacuatie. De enige vraag die klonk vanuit de mensen van het voormalige kamp Moria was evacuatie”, zegt We Gaan Ze Halen.
Internationale afspraken
Nederland besloot vijftig alleenstaande kinderen en vijftig kwetsbare migranten op te vangen. De actiegroep vindt dat te weinig. Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid keurde het plan van de actievoerders vrijdag af, liet ze hen in een brief weten.
Volgens politiek verslaggever Floor Bremer is het niet heel verrassend dat deze actie niet is gelukt. ‘Je kunt niet zomaar een vliegtuig vol laden met vluchtelingen en die meenemen uit het land van aankomst, in dit geval Griekenland. Dat druist in tegen internationale afspraken. Zonder medewerking van de regeringen van beide landen was dit plan dus bij voorbaat kansloos. Wat ze er wèl mee hebben bereikt is aandacht voor de situatie van de vluchtelingen op de Lesbos.’
Morgen houdt We Gaan Ze Halen bij terugkomst een manifestatie in Den Haag. Mensen die willen komen wordt gevraagd om een mondkapje te dragen.
Elsevier 05.10.2020 Asielzoekers liegen vaak over hun leeftijd en hun seksuele geaardheid. Zo hebben de afgelopen jaren honderden asielzoekers uit Uganda onterecht een Nederlandse verblijfsvergunning gekregen, omdat zij beweerden dat zij homoseksueel zijn. Dat en nog twee andere misstanden in de asielprocedure op een rij.
NRC meldt maandag 5 oktober op basis van stukken van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dat zeker honderden Ugandezen logen over hun seksuele geaardheid en op grond daarvan een verblijfsvergunning kregen. De afgelopen twee jaar was Nederland binnen Europa favoriet onder Ugandese asielzoekers. Ruim vierhonderd Ugandezen vroegen asiel aan.
De IND onderzocht ruim tweehonderd asielaanvragen van mannen en vrouwen die wegens hun vermeende homoseksualiteit tussen 2014 en 2017 een verblijfsvergunning kregen. De vluchtverhalen vertoonden vaak veel overeenkomsten, zowel de gebeurtenissen als de verhaallijnen. De fraude is vermoedelijk groter, omdat aanvragen voor 2014 en na 2017 niet zijn bekeken.
Achter de fraude zit volgens de IND waarschijnlijk een netwerk van mensenhandelaren die voor een vergoeding van een paar duizend euro per persoon de asielzoekers hielpen met hun reis naar Nederland en de asielaanvraag.
Het Openbaar Ministerie (OM) zou hier op dit moment onderzoek naar doen. Dat begon in 2018 na tips over een cursus in Amsterdam waarbij Ugandese asielzoekers zouden worden getraind om zich als homoseksueel voor te doen.
De IND onderzocht de mogelijkheid om de verstrekte verblijfsvergunningen in te trekken. Dat blijkt bij het merendeel vrijwel onmogelijk. Volgens een asieladvocaat in de krant moet bij de beoordeling van vluchtverhalen Europese regelgeving worden nageleefd waarin staat dat asielzoekers het voordeel van de twijfel moet worden gegund.
2. Gebeurt dit vaker?
Ja, ook over leeftijd wordt gelogen. Zo was er bij honderden ‘minderjarige’ asielzoekers het afgelopen jaar ernstige twijfel of ze hierover wel de waarheid spraken. Uit gegevens die het ministerie van Justitie en Veiligheid verstrekte aan De Telegraaf blijkt dat de twijfel in veel gevallen zo groot was, dat in totaal 264 keer medisch onderzoek nodig was, terwijl de instroom nagenoeg gelijk bleef. Dat is ruim drie keer vaker dan het jaar daarvoor.
Het kan voor migranten aantrekkelijk zijn om zich te presenteren als alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv), omdat die volgens de regels niet kan worden uitgezet. Ook krijgen ze een voogd toegewezen die de asielzoekers ondersteunt.
Het medisch onderzoek is uiteindelijk 56 keer uitgevoerd, zes asielzoekers bleken aantoonbaar meerderjarig te zijn. De overige onderzoeken zijn niet uitgevoerd, onder meer omdat asielzoekers niet kwamen opdagen. Vermoed wordt dat het aantal asielzoekers dat liegt over hun leeftijd veel hoger ligt dan het aantal mensen over wie zo veel twijfel bestaat dat er onderzoek moet worden gedaan.
3. Speelt dit ook in andere landen?
In 2019 waren er 40.000 minderjarige migranten in Frankrijk, een vertienvoudiging in vijf jaar. Dit jaar komen daar naar schatting nog eens 40.000 bij. Het gaat in bijna alle gevallen om jongens. Tweederde is afkomstig uit Noord-Afrika, anderen uit het Midden-Oosten. De helft zou liegen over hun leeftijd.
Volgens gedeputeerde Jean-Louis Thiérot, ex-voorzitter van de provincieraad van Seine-et-Marne, wordt er veel gefraudeerd. ‘Bij ons klopte het verhaal in 80 procent van de gevallen niet. Soms beweerden veertigers dat ze minderjarig waren,’ zei hij vorige week dinsdag tegen Le Figaro. ‘Als ze achttien zijn, krijgen deze migranten bijna automatisch een verblijfsvergunning. Dan kunnen ze aanspraak maken op familiehereniging. Dit is dus een belangrijke tak van illegale immigratie.’
Uit cijfers van Parijs blijkt dat minderjarige migranten verantwoordelijk zijn voor 60 procent van de geweldsmisdrijven daar.
4. ‘We gaan ze halen’ strandt in Athene
Een poging om juist meer migranten naar Nederland te halen, strandde maandag 5 oktober in Athene. Nederlandse actievoerders van ‘We gaan ze halen’ waren met een leeg toestel onderweg naar Lesbos. Maar de toestemming die was verleend om te landen op Mitilini Airport werd midden in de lucht ingetrokken. De piloot zou een half uur voor de landing strikte orders hebben gekregen van de verkeerstoren in Athene om vanwege veiligheidsredenen op dat vliegveld te landen, meldt de organisatie op Facebook.
Het team van ‘We gaan ze halen’ heeft verklaard het vliegtuig niet te verlaten voordat ze op Mitilini Airport zijn aangekomen.
De bedoeling was dat de Boeing 737 twee dagen op het vliegveld van Lesbos zou staan, op een steenworp afstand van Moria, het grootste vluchtelingenkamp van Europa. Daar woedde vorige maand een aantal branden. Na lang aandringen van oppositie in de Tweede Kamer besloot de Nederlandse regering honderd vluchtelingen uit het kamp op te nemen, maar het aantal wel af te trekken van het aantal vluchtelingen dat Nederland komend jaar had beloofd op te nemen.
Dat ging de actievoerders niet ver genoeg en zij zetten een crowdfundingsactie op om een vliegtuig te charteren om de migranten dan maar zelf op te halen. In anderhalve week hadden ze de benodigde 50.000 euro binnen die de vlucht kost.
Deze actiegroep wil migranten ophalen die hier geen recht hebben op asiel. Dat is mensensmokkel. Het is niet sociaal maar wakkert ongecontroleerde migratie juist aan. Met risico’s voor mensenlevens en onze samenleving. Stop met deze waanzin!
VVD-Kamerlid Bente Becker noemt de actie op Twitter ‘mensensmokkel’. ‘Het is niet sociaal maar wakkert ongecontroleerde migratie juist aan. (…) Stop met deze waanzin!’
Telegraaf 05.10.2020 De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) werd in 2019 geconfronteerd met honderden asielaanvragen waarbij er ernstige twijfel was of de leeftijd die de asielzoekers zelf hadden opgegeven wel klopte.
Leeftijd is bij een aanvraag van groot belang, omdat een alleenstaande minderjarige vreemdeling in principe niet wordt uitgezet.
De twijfels kosten in toenemende mate capaciteit van de toch al overbelaste IND. Leeftijdsfraude is lastig aan te tonen, sancties zijn er niet. De Telegraaf sprak met zeven (oud-)medewerkers die betrokken zijn bij de opvang en procedure van minderjarige asielzoekers in Nederland.
Zij onderschrijven onafhankelijk van elkaar het beeld dat een deel van de asielzoekers zich tegen beter weten in voordoet als minderjarig. Een voogd van Stichting Nidos: „Er zit bijvoorbeeld iemand in mijn groep bij wie ik door fysieke kenmerken en gedrag het vermoeden heb dat hij bijna dertig jaar oud is.”
Telegraaf 05.10.2020 De Nederlandse activisten van de groep We Gaan Ze Halen, die eerder op maandag met hun vliegtuig in Athene strandden, zijn zonder vliegtuig op weg naar Lesbos. Het gecharterde vliegtuig waarmee zij 189 vluchtelingen wilden ophalen van Lesbos heeft Griekenland verlaten.
Nadat iedereen van We Gaan Ze Halen op het vliegveld van Athene verhoord was en een coronatest onderging, kregen de negen activisten hun paspoort terug. Nu willen zij vanuit Athene een nachtelijke veerpont naar Lesbos nemen. „We gaan daar alsnog naartoe, ondanks dat ons vliegtuig is afgenomen”, zegt een woordvoerder. Op Lesbos wil de organisatie met vluchtelingen spreken, grotendeels om aan Nederland te laten zien hoe slecht het gesteld is in het nieuwe vluchtelingenkamp.
De actie is van symbolische aard, want zonder vliegtuig kunnen zij geen vluchtelingen meenemen naar Nederland. „We willen als punt maken dat een luchtbrug echt nodig is, of het nu met ons vliegtuig is of een ander. We willen laten zien wat daar plaatsvindt en dat Nederland hier verantwoordelijkheid voor moet nemen.” Inmiddels heeft de groep contact gehad met de Nederlandse ambassade in Griekenland. Die zegt hen niet verder te kunnen helpen. De Griekse autoriteiten hebben nog niet laten weten waarom het vliegtuig van de organisatie op het laatste moment werd geweigerd.
Het door de actiegroep We Gaan Ze Halen gecharterde vliegtuig vertrok maandagochtend uit Nederland. Hun doel was om 189 vluchtelingen op te halen uit voormalig kamp Moria. Dat kamp werd enkele weken geleden verwoest door een brand. Nederland besloot vijftig alleenstaande kinderen en vijftig kwetsbare migranten op te vangen. De actiegroep vindt dat te weinig. Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) keurde het plan vrijdag af, liet ze in een brief aan de actiegroep weten.
AD 15.10.2020 De Nederlandse activisten van de groep We Gaan Ze Halen, die eerder vandaag met hun vliegtuig in Athene strandden, zijn zonder vliegtuig op weg naar Lesbos. Het gecharterde toestel waarmee zij 189 vluchtelingen wilden ophalen van Lesbos heeft Griekenland verlaten.
Nadat iedereen van We Gaan Ze Halen op het vliegveld van Athene verhoord was en een coronatest onderging, kregen de negen activisten hun paspoort terug. Nu willen zij vanuit Athene een nachtelijke veerpont naar Lesbos nemen. ,,We gaan daar alsnog naartoe, ondanks dat ons vliegtuig is afgenomen”, zegt een woordvoerder. Op Lesbos wil de organisatie met vluchtelingen spreken, grotendeels om aan Nederland te laten zien hoe slecht de omstandigheden zijn in het nieuwe vluchtelingenkamp.
Ambassade
De actie is van symbolische aard, want zonder vliegtuig kunnen zij geen vluchtelingen meenemen naar Nederland. ,,We willen als punt maken dat een luchtbrug echt nodig is, of het nu met ons vliegtuig is of een ander. We willen laten zien wat daar plaatsvindt en dat Nederland hier verantwoordelijkheid voor moet nemen.”
Inmiddels heeft de groep contact gehad met de Nederlandse ambassade in Griekenland. Die zegt hen niet verder te kunnen helpen. De Griekse autoriteiten hebben nog niet laten weten waarom het vliegtuig van de organisatie op het laatste moment werd geweigerd.
Vluchtelingen
Het door de actiegroep We Gaan Ze Halen gecharterde vliegtuig vertrok maandagochtend uit Nederland. Hun doel was om 189 vluchtelingen op te halen uit voormalig kamp Moria. Dat kamp werd enkele weken geleden verwoest door een brand. Nederland besloot vijftig alleenstaande kinderen en vijftig kwetsbare migranten op te vangen.
De actiegroep vindt dat te weinig. Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) keurde het plan vrijdag af, liet ze in een brief aan de actiegroep weten.
RTL 02.10.2020 Dat de Nederlandse regering een oproep doet aan de mensen van de actiegroep ‘We gaan ze halen’ om niet naar Lesbos te vliegen. verandert ‘helemaal niets’ aan het plan om daar 189 vluchtelingen op te halen. Dat zegt initiatiefnemer Rikko Voorberg.
“De staatsecretaris zegt dat het onderhandelingen in de wielen rijdt, maar de onderhandelingen leiden tot een Moria 2”, zegt Voorberg over de woorden van Anky Broekers-Knol. “Dat kan niet de bedoeling zijn. Er moet iets gebeuren. Iets disruptiefs.”
Steenworp afstand
De Boeing 737 die maandag naar Lesbos vliegt, blijft om die reden dan ook twee dagen op het vliegveld staan, op een steenworp afstand van het vluchtelingenkamp. Op die manier hoopt de actiegroep de druk op de Griekse politiek te vergroten. Ze hebben de steun van de oud-premier van Griekenland George Papandreou en enkele Griekse oppositiepartijen.
Voorberg hoopt de zaken in het Grieks parlement op scherp te zetten. Bang voor juridisch getouwtrek is hij niet. Het vliegtuig mag gewoon landen op Lesbos, zegt hij. “Dat is geregeld. Daar is niets politieks aan.”
Grijs gebied
Wat er gebeurt als Griekenland de vluchtelingen wel laat instappen, maar Nederland ze niet wil laten uitstappen, weet hij ook niet. “Dat is een grijs gebied.”
Drie weken geleden brandde het grootste vluchtelingenkamp van Europa bij Moria op het Griekse eiland Lesbos helemaal af. De gevolgen voor de toch al beroerde leefomstandigheden van de vluchtelingen waren dramatisch.
Na lang aandringen van oppositie in de Tweede Kamer besloot de Nederlandse regering honderd vluchtelingen uit het kamp op te nemen, maar het aantal van honderd wel af te trekken van het aantal vluchtelingen dat Nederland komend jaar had beloofd op te nemen.
Crowdfundingsactie
Voor veel mensen was dat een erg karige toezegging, waarna de actiegroep ‘We gaan ze halen’ een crowdfundingsactie startte om een vliegtuig te charteren om de vluchtelingen dan maar zelf op te halen.
In anderhalve week hadden ze de benodigde 50.000 euro binnen die de vlucht kost. “Dat laat wel zien hoeveel draagvlak er is voor onze actie. Nu is er momentum.”
Telegraaf 02.10.2020 Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel) begrijpt best dat actiegroep We gaan ze halen vluchtelingen in Griekenland wil helpen. Maar om dat met een gehuurde Boeing 737 te doen, lijkt haar op zijn zachtst gezegd geen goed plan. Met het initiatief doorkruist de club volgens Broekers-Knol juist „reeds in gang gezette inspanningen van de Griekse autoriteiten, de Europese Commissie, Nederland en andere lidstaten.”
We gaan ze halen had de bewindsvrouw een brief gestuurd over de plannen om 189 vluchtelingen uit het voormalige kamp Moria op Lesbos op te halen. Dat kamp werd verwoest door een brand, waarna de coalitie besloot vijftig alleenstaande kinderen en vijftig kwetsbare migranten op te vangen.
Dat plan benadrukt Broekers-Knol in reactie op de brief van onder anderen voorzitter Rikko Voorberg. Nederland heeft bovendien 1 miljoen euro aan noodhulp gegeven.
Volgens Voorberg moet Nederland zeker 1000 mensen opnemen van het eiland. In een brief heeft hij Broekers-Knol toestemming gevraagd om de eerste tientallen via het gehuurde vliegtuig op te halen. Van Broekers werd verder gevraagd of zij haar contacten met het Griekse kabinet wil inzetten, zodat de verantwoordelijke ministers goedkeuring geven en „zo snel mogelijk 189 vluchtelingen selecteren zodat zij naar Nederland kunnen worden overgevlogen.”
Het is de bedoeling dat het vliegtuig maandagochtend vliegt vanaf Rotterdam The Hague Airport en twee dagen op de luchthaven van Mytilini op Lesbos „blijft wachten”, kondigt Wij gaan ze halen aan.
Broekers-Knol raadt de actiegroep aan te kijken of ze niet op een andere manier kunnen helpen. „Ik ben er zeker van dat er ook voor uw stichting wegen zijn om de samenwerking met de Griekse autoriteiten en andere betrokkenen op te zoeken, zodat de middelen die uw stichting ter beschikking heeft maximaal ten goede komt aan de juiste opvang van migranten”, schrijft de staatssecretaris.
NOS 02.10.2020 De actiegroep ‘We gaan ze halen’ gaat een nieuwe poging doen om vluchtelingen uit Griekenland te halen, dit keer met een vliegtuig. De groep wil 189 migranten uit het nieuwe kamp Moria aan boord nemen en naar Nederland brengen.
De Boeing 737 moet maandagochtend vertrekken van Rotterdam The Hague Airport voor een vlucht naar Mytilini, de hoofdstad van het eiland Lesbos.
Aan staatssecretaris Broekers-Knol is gevraagd om contact te leggen met de Griekse autoriteiten om te regelen dat de migranten mogen vertrekken. Het is de bedoeling dat het vliegtuig twee dagen op de geselecteerde vluchtelingen blijft wachten, zegt de actiegroep.
‘We gaan ze halen’ zegt dat de levensomstandigheden ook in het nieuwe kamp Moria beroerd zijn. Daarom zou Nederland in totaal 1000 migranten van Lesbos moeten opnemen. De roep uit de samenleving om meer migranten op te vangen is volgens de organisatie “inmiddels oorverdovend”.
‘U doorkruist andere inspanningen’
Maar de kans is groot dat het vliegtuig leeg terugkeert naar Nederland. De staatssecretaris zegt de goede bedoelingen te waarderen, maar wijst het initiatief toch van de hand. “U doorkruist daarmee reeds in gang gezette inspanningen van de Griekse autoriteiten, de Europese Commissie, Nederland en andere lidstaten”, schrijft Broekers-Knol in een reactie.
Ze wijst onder meer op de vijftig minderjarigen en vijftig kwetsbare migranten die naar Nederland worden gehaald naar aanleiding van de verwoestende brand in kamp Moria, begin vorige maand. Ook heeft Nederland 1 miljoen euro aan noodhulp gegeven. “Ik kan uw verzoek om personen van Lesbos naar Nederland te herplaatsen dan ook niet inwilligen,” aldus de staatssecretaris.
Ook schrijft ze dat het herplaatsen van migranten goed moet worden voorbereid, bijvoorbeeld door veiligheids- en gezondheidscontroles. Dat is volgens Broekers-Knol niet in een paar dagen te realiseren.
Mislukte actie in 2018
Eind 2018 liep een vergelijkbare actie van ‘We gaan ze halen’ op niets uit. De groep vertrok met tientallen auto’s en een bus richting Athene met als doel om 150 vluchtelingen mee terug te nemen naar Nederland.
De bus hield er bij Duisburg al mee op. Eenmaal in Griekenland konden de actievoerders onverrichterzake weer huiswaarts gaan, omdat de Griekse overheid volgens de organisatie niet reageerde op hun verzoek om een gesprek.
Telegraaf 02.10.2020 Lokale partijen uit Den Haag, Rotterdam en Amsterdam maken zich zorgen over de leefbaarheid en het dichtslibben van de grote steden door de opvang van extra vluchtelingen. Het absorptievermogen van de steden is bereikt, stellen Hart voor Den Haag, Leefbaar Rotterdam en Partij van de Ouderen Amsterdam.
Donderdag meldden ingewijden aan RTL Nieuws dat gemeenten komend jaar tussen de 10.000 en 13.500 extra plekken moeten realiseren voor vluchtelingen. „De landelijke overheid gaat helemaal voorbij aan het feit dat er in onze steden tal van wijken overbelast zijn.
De bevolkingssamenstelling is in onbalans”, zeggen Richard de Mos (Hart voor Den Haag), Tanya Hoogwerf (Leefbaar Rotterdam) en Wil van Soest (Partij van de Ouderen Amsterdam). „Bovendien drukt overbevolking op de leefbaarheid en zorgt onder meer voor criminaliteit, radicalisering en vervuiling op straat.
Het absorbtievermogen van onze steden is al lange tijd bereikt. Tel daarbij het tekort aan politie- en handhavingscapaciteit op en je weet dat niets doen geen optie is”, stelt het drietal.
’Schrap wettelijke taakstelling’
Leefbaar Rotterdam, Hart voor Den Haag en Partij van de Ouderen Amsterdam willen dat de stadsbesturen bij het Rijk aandringen om de wettelijke taakstelling voor de grote steden te schrappen.
„Wij kunnen de sociale cohesie in onze zwakste wijken alleen laten terugkeren, als de toestroom van nieuwkomers wordt geblokkeerd”, zegt De Mos, fractievoorzitter van Hart voor Den Haag. Er zijn meer plekken nodig voor vluchtelingen omdat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) druk bezig is met het wegwerken van achterstanden in asielzaken.
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om mensen die een verblijfsvergunning krijgen op te vangen en te voorzien van een woning. Gezien de druk op de woningmarkt is een grens bereikt in de grote steden, vinden de drie partijen. Zij wijzen naar het eerdere onderzoek van Kantar in opdracht van De Telegraaf waarin 65 procent van de ondervraagden meldde dat immigratie moet worden beperkt.
Aanleiding voor het onderzoek was de bevolkingsprognose, waaruit blijkt dat Nederland in 2039 mogelijk 19 miljoen inwoners telt. De voorziene groei wordt vooral veroorzaakt door immigratie. Een zeer groot deel van de ondervraagden (91%) stelde dat er nauwelijks ruimte is voor meer inwoners.
„Er zit gewoon een limiet op het aantal mensen dat je per vierkante meter kwijt kunt. Zeker als je ook een leefbaar en veilig woonmilieu wilt creëren”, aldus de vertegenwoordigers van de drie partijen, die ook wijzen op de huidige druk op de woningmarkt.
De partijen stellen gezamenlijk schriftelijke vragen aan het gemeentebestuur van hun stad.
RTL 02.10.2020 De actiegroep ‘We gaan ze halen’ wil maandag met een chartervlucht vanuit Rotterdam naar Lesbos vliegen om daar bijna 200 vluchtelingen op te halen. Staatssecretaris Broekers-Knol zegt dat Nederland de vluchtelingen niet zal toelaten.
De vlucht is al geregeld. Volgens initiatiefnemer Rikko Voorberg vertrekt de vlucht met 189 stoelen sowieso. Als de Griekse autoriteiten wél akkoord gaan, sluit hij niet uit dat ze toch gewoon met 189 vluchtelingen aan boord naar Nederland vliegen.
Eerder al bussen
De actiegroep stuurde in 2018 ook al bussen naar Athene met hetzelfde doel. Deze kwamen toen leeg terug.
We gaan ze halen: actiegroep wil vluchtelingen naar Nederland halen
Volgens de organisatie is er genoeg maatschappelijk draagvlak. Na de brand in vluchtelingenkamp Moria op Lesbos beloofde het kabinet honderd vluchtelingen op te vangen. Die belofte viel bij oppositiepartijen en mensenrechtenorganisaties niet in goede aarde. Dit aantal wordt namelijk afgetrokken van de vluchtelingen die Nederland in 2021 toch al zou opnemen.
Voorberg liet eerder weten zich zorgen te maken om de situatie op Lesbos, waar naast het nieuwe vervangende kamp voor Moria ook twee andere kampen zijn. “De hel is herbouwd.”
Elsevier 25.09.2020 Op 5 oktober staat een vliegtuig van actiegroep We Gaan Ze Halen klaar in Griekenland. Aan boord is plaats voor 189 voormalige bewoners van het vluchtelingenkamp Moria die asiel willen aanvragen in Nederland. Of het vliegtuig daadwerkelijk kan opstijgen met hen aan boord is de vraag. De Nederlandse regering moet dat dan wel toestaan. In 2018 probeerde de actiegroep al 150 migranten per bus uit Griekenland te halen. Die actie mislukte.
Het geld voor de vlucht hebben de activisten de afgelopen twee weken ingezameld. Sympathisanten konden een vliegtuigstoel ‘sponsoren’ voor 250 euro. Dagblad ADberichtte donderdagmiddag dat de actie op 5 oktober wordt uitgevoerd. Dat hebben de activisten de Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid laten weten.
We Gaan Ze Halen is in 2016 opgericht en pleit voor een ruimhartiger asielbeleid van het Nederlandse kabinet. De activisten noemen zichzelf ‘een groep burgers die vinden dat Nederland het niet langer kan maken om de verantwoordelijkheid voor de opvang van vluchtelingen volledig bij Griekenland te leggen’.
In 2017 spanden de activisten onder leiding van de Amsterdamse dominee Rikko Voorberg al een rechtszaak aan tegen de Staat. Nederland zou zich niet houden aan Europese afspraken over de verdeling van asielzoekers en zou duizenden extra asielzoekers moeten opnemen. Ze verloren zowel het kort geding als de zaak in hoger beroep.
Volgens het hof hoefde Nederland zich niet te houden aan het absolute aantal te verdelen asielzoekers dat in 2015 is afgesproken. Die schatting was gebaseerd op de destijds verwachte instroom in Griekenland en Italië, maar die bleek twee jaar later flink kleiner te zijn.
Actiegroep was gestopt
Na de verloren rechtszaken reden activisten van de groep rond Kerst 2018 met een bus en auto’s naar Griekenland om 150 vluchtelingen naar Nederland te halen. Onderweg kreeg de bus pech en bovendien wilde de Griekse overheid niet met de activisten in gesprek. Zonder vluchtelingen keerde de groep terug naar Nederland.
Na hun mislukte actie besloot de groep begin dit jaar te stoppen: ‘Er is geen enkele politieke wil meer voor een constructieve oplossing voor de opvangcrisis. We schamen ons kapot over Europa,’ aldus het bestuur.
Recente gebeurtenissen in het Griekse vluchtelingenkamp Moria wakkerde het vuur weer aan bij de organisatie. Begin september veroorzaakten enkele migranten er brand omdat zij ontevreden waren met de coronamaatregelen in het kamp. Na twee aangestoken branden was vrijwel het gehele kamp onbewoonbaar. Meer dan de helft van de bewoners raakte dakloos.
Lege terugvlucht dreigt
Volgens hulporganisaties was de situatie in Moria al langer onhoudbaar. Er was in het kamp slechts ruimte voor zo’n 3.000 migranten, maar het aantal bewoners vlak voor de branden uitbraken was vier keer zoveel.
Na maatschappelijke druk besloot de Nederlandse overheid honderd asielzoekers uit het kamp over te nemen. Het zou gaan om vijftig kinderen jonger dan 14 jaar en vijftig kwetsbare inwoners. De actiegroep wil aanzienlijk meer vluchtelingen naar Nederland halen.
De vraag is of hun nieuwe actie, in tegenstelling tot vorige acties, wel slaagt. Het vliegtuig landt in elk geval op 5 oktober op het Griekse eiland Lesbos. Het blijft daar twee dagen staan, zodat het Nederlandse kabinet alsnog kan besluiten om 189 migranten te evacueren. Als het kabinet geen besluit neemt, of het aanbod afwijst, vliegt het toestel leeg terug naar Nederland.
NOS 24.09.2020 PVV-Kamerlid Emiel van Dijk is hard met de Tweede Kamer in aanvaring gekomen over het gebruik van het woord “omvolking”. Kamerlid Voordewind van de ChristenUnie wees hem erop dat dit “echt een term uit de nazi-tijd” is, waarop er een heftige woordenwisseling ontstond.
“Ik laat me hier niet voor nazi uitmaken”, riep de PVV’er.
‘Ik word door de ChristenUnie in hetzelfde rijtje geduwd als iemand in het nazitijdperk’
Van Dijk sprak over het nieuwe Europese migratiepact, dat de Europese Commissie gisteren presenteerde. Daarin staat dat de asielprocedure sneller moet, dat er meer solidariteit tussen EU-landen moet komen en dat kansloze asielzoekers sneller dienen te worden teruggestuurd.
Volgens de PVV’er komt het erop neer dat de EU de grenzen wagenwijd wil openzetten en is dat levensgevaarlijk. Hij noemde het plan een “omvolkingspact”. Veel fracties in een debat over Vluchtelingen- en Asielbeleid namen daar aanstoot aan. CDA-Kamerlid Van Toorenburg vroeg of ze het wel goed had verstaan.
‘Levensgevaarlijk’
Emiel van Dijk vreest dat er proactief boten met mensen uit Afrika naar Europa worden gehaald en dat de Nederlandse bevolking straks een minderheid vormt. Hij zei dat dit levensgevaarlijk is voor onze nationale cultuur en identiteit. “Ze komen hun cultuur aan ons opdringen.”
Kamerlid Voordewind zei dat hij afstand neemt van die uitspraken. “Omvolking is echt een term uit de nazi-tijd.” Het PVV-Kamerlid zei daarop dat hij zich niet voor nazi laat uitmaken. “Dit is te gortig voor woorden.”
Voordewind stelde dat hij hem niet voor nazi uitmaakte. “Maar de heer Van Dijk gebruikt een paar keer het woord ‘omvolking’ en dan moet hij ook weten dat die term uit de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door de nazi’s om het Arische ras te zuiveren. Ik waarschuw hem: pas alsjeblieft op uw woorden.”
De voorzitter van het debat snoerde Van Dijk uiteindelijk de mond, toen hij zich niet wilde neerleggen bij de verklaring van Voordewind.
Telegraaf 24.09.2020 Nederland houdt vast aan het aanbod om honderd kwetsbare vluchtelingen op te nemen van Lesbos, ook als blijkt dat er weinig kinderen jonger dan 14 jaar nog te vinden zijn op het Griekse eiland. Dat heeft staatssecretaris Ankie Broekers-Knol donderdag bevestigd in een debat met de Tweede Kamer.
De coalitiepartijen sloten enkele weken geleden een compromis, na de verwoestende brand in opvangkamp Moria. Nederland is bereid honderd kwetsbare mensen op te vangen uit Moria. Het ging in de deal om vijftig alleenstaande minderjarige kinderen, jonger dan 14, en vijftig mensen uit gezinnen met minderjarige kinderen. Daarbij moeten de vluchtelingen minimaal 75 procent kans maken op asiel.
SP-Kamerlid Jasper van Dijk wil van het kabinet weten wat er gebeurt als er niet genoeg kinderen aan die voorwaarden voldoen. „Mag ik de staatssecretaris eraan houden dat de criteria niet zo strak worden gehandhaafd? Dat ze tenminste vasthoudt aan dat getal van honderd?”
Broekers-Knol zei Van Dijk „gerust te kunnen stellen. Honderd is honderd. Dat is het.” Ze tekende daarbij wel aan, dat het eerst aan de Grieken is om het aanbod van hulp te accepteren en de mensen te selecteren die in aanmerking komen voor opvang in Nederland.
Niels van den Berge vindt dat de bewindsvrouw door „af te wachten” zich nogal „passief” opstelt, maar Broekers-Knol zegt dat er meerdere keren per week contact is met de Grieken om ze tot een spoedig antwoorden te bewegen. „We drukken er heel hard op om zo snel mogelijk antwoord te krijgen. ”
AD 24.09.2020 EU-landen hoeven niet meer verplicht vluchtelingen op te nemen. Ze mogen er ook voor kiezen om uitzettingen voor hun rekening te nemen. Het is het belangrijkste voorstel in het nieuwe Migratie- en Asielpact van de Europese Commissie.
Het meest gebruikte woord in Brussel was gisteren ‘solidariteit’. Zonder solidariteit gaat het de Europese Unie niet lukken om ‘een van onze grootste problemen’, dat van de vluchtelingen, aan te pakken. Het is juist dat gebrek aan solidariteit dat heeft geleid tot het mislukken van het huidige asielsysteem, of ‘non-systeem’, zoals Eurocommissaris Margaritis Schinas het noemde. Ook Commissievoorzitter Ursula von der Leyen deed een duit in het zakje bij de presentatie van de voorstellen: ,,De vraag is niet of je meedoet, maar hoe.”
Lees ook;
Ronja reisde naar Moria en probeerde een neppaspoort te kopen: ‘Dat is nog bijna gelukt’
Het is de bedoeling dat het nieuwe Migratie- en Asielpact leidt tot een totaal andere aanpak van het vluchtelingenprobleem. De twee belangrijkste doelen: een strenger beleid aan de grens en minder illegalen in de Unie. Die moeten bereikt worden op drie manieren.
Allereerst moet de EU ervoor zorgen dat de situatie in het land van herkomst verbetert, en wel zodanig dat beide ‘partijen’ er baat bij hebben. ,,We moeten die landen helpen hun economische situatie te verbeteren”, zei Schinas. ,,Dan hoeven met name de jongeren niet meer te vertrekken. Ook moeten we samen het businessmodel van de mensensmokkelaars zien te breken.”
Strenger en sneller
De migranten die in Europa aankloppen (dat waren er vorig jaar 140.000) moeten vervolgens geconfronteerd worden met een ‘streng grensbeleid’. Dat geldt voor alle buitengrenzen, dus ook voor vliegvelden en havens. Van asielzoekers wordt bij binnenkomst niet meer alleen de vingerafdruk gecontroleerd, maar ook de gezondheid en het veiligheidsrisico.
Het moet ook allemaal veel sneller gaan dan nu, om ‘verschrikkelijke toestanden’ zoals in het Griekse vluchtelingenkamp Moria te voorkomen. Binnen vijf dagen moet een eerste selectie zijn gemaakt.
Wie aanspraak kan maken op asiel gaat de procedure in in het land van aankomst, waarna de eindbestemming wordt bepaald. De rest volgt een traject dat binnen twaalf weken kan leiden tot uitzetting. Ook nieuw: er komt een ‘ontvangstcentrum’ op het eiland Lesbos.
Wel of niet
Opvallendste voorstel betreft een keuzemogelijkheid voor de EU-lidstaten. De verplichte herverdelingsquota zijn van de baan. Landen mogen nu zelf beslissen of ze migranten opnemen, andere landen helpen met geld of douaniers, en/of dat ze voor de grenslanden mensen gaan terugsturen naar het land van herkomst. Een grensland als Griekenland of Italié hoeft daar dan niet meer naar om te kijken, als bijvoorbeeld Polen dit op zich neemt.
Dit is vooral bedoeld om Hongarije, Polen, Tsjechië en Slowakije aan boord te houden. Die hebben tot nu toe pertinent geweigerd migranten op te nemen, en kunnen nu op een andere manier hun solidariteit tonen. In Commissie-taal heet dit: het sponsoren van terugkeer. Als een grensland echt onder druk staat, gaat de Commissie andere lidstaten wel vragen om mensen op te nemen.
Deze ‘constante solidariteit’ moet er voor zorgen dat de Europese Unie haar asielbeleid op orde krijgt. Want, zei commissaris Ylva Johansson (Binnenlandse Zaken): ,,Asiel aanvragen blijft natuurlijk mogelijk. We hebben migratie ook gewoon nodig. Onze maatschappij is aan het vergrijzen. Het probleem is ongereguleerde migratie.”
‘Voorzichtig positief’
In Brussel wordt gemengd gereageerd op het pact. Malik Azmani (VVD) is enthousiast: ,,Migratie is nu een prioriteit en dat werd hoog tijd. Tot we controle krijgen op migratiestromen richting Europa moeten we onze buitengrenzen op orde krijgen.”
GroenLinks denkt dat de druk nog steeds op grenslanden als Griekenland en Italië blijft liggen. De partij wil dat de EU meer gaat doen om die met kennis en capaciteit te ondersteunen. Het CDA constateert dat de Commissie ‘eindelijk heeft geleverd’. ,,Het werd ook tijd, want het is dit keer echt erop of eronder”, zegt Jeroen Lenaers. ,,Jarenlang gesteggel en polarisatie heeft Europa geen goed gedaan. Ik ben voorzichtig positief.”
De komende tijd gaan het Europees parlement en de lidstaten zich over de voorstellen buigen. Volgens insiders kan het nog wel een jaar duren voordat iedereen zijn definitieve standpunt heeft bepaald. Daarna beginnen de onderhandelingen.
AD 24.09.2020 Voor 189 vluchtelingen op Lesbos staat op 5 oktober een vliegtuig klaar om hen naar Nederland te brengen. Dat heeft de actiegroep We Gaan Ze Halen geregeld. De groep zamelt sinds de brand in vluchtelingenkamp Moria, waar ruim 12.000 mensen dakloos werden, geld in om een vliegtuig naar Lesbos te sturen.
We Gaan Ze Halen stuurde in 2018 bussen naar Athene met hetzelfde doel. Deze kwamen toen leeg terug. Het vliegtuig zal twee nachten op Lesbos blijven, zodat het kabinet twee dagen heeft om een beslissing te nemen.
Volgens de organisatie is er genoeg maatschappelijk draagvlak. ,,Vandaag is in het AD, de Volkskrant en Trouw een brief gepubliceerd waarin FNV de politiek oproept om nu te handelen”, zegt Rikko Voorberg van We Gaan Ze Halen. In deze brief, ondertekend door 127 organisaties, gemeenten en personen, wordt aan het kabinet gevraagd om hulp te bieden en actief bij te dragen aan een solide Europees migratiepact.
Brand
Na de brand in kamp Moria beloofde het kabinet honderd vluchtelingen op te vangen: vijftig alleenstaande minderjarige kinderen, jonger dan 14, en vijftig mensen uit gezinnen met minderjarige kinderen.
Daarbij moeten de vluchtelingen minimaal 75 procent kans maken op asiel. De belofte viel bij oppositiepartijen en mensenrechtenorganisaties niet in goede aarde. Dit aantal wordt namelijk afgetrokken van de vluchtelingen die Nederland in 2021 opneemt.
We Gaan Ze Halen wil het heft in eigen hand nemen door 5 oktober een vliegtuig te sturen. Hierover informeerden zij vandaag de Kamercomissie Justitie en Veiligheid. ,,Wij vragen hen om toestemming om deze mensen mee te nemen en hun komst niet ten koste te laten gaan van de quota.”
Voorberg maakt zich zorgen om de situatie op Lesbos, waar naast het nieuwe vervangende kamp voor Moria ook twee andere kampen zijn. ,,Het nieuwe kamp heeft nauwelijks voorzieningen. De hel is herbouwd. Het gaat de mensen daar niet om onderdak en eten, maar om herplaatsing.”
Staatssecretaris: aanbod opvang 100 vluchtelingen staat hoe dan ook Nederland houdt vast aan het aanbod om honderd kwetsbare vluchtelingen op te nemen van Lesbos, ook als blijkt dat er weinig kinderen jonger dan 14 jaar nog te vinden zijn op het Griekse eiland. Dat heeft staatssecretaris Ankie Broekers-Knol vandaag bevestigd in een debat met de Tweede Kamer.
SP-Kamerlid Jasper van Dijk wil van het kabinet weten wat er gebeurt als er niet genoeg kinderen aan die voorwaarden voldoen. ,,Mag ik de staatssecretaris eraan houden dat de criteria niet zo strak worden gehandhaafd?
Dat ze tenminste vasthoudt aan dat getal van honderd?” Broekers-Knol zei Van Dijk ,,gerust te kunnen stellen. Honderd is honderd. Dat is het.” Ze tekende daarbij wel aan, dat het eerst aan de Grieken is om het aanbod van hulp te accepteren en de mensen te selecteren die in aanmerking komen voor opvang in Nederland.
AD 24.09.2020 Met een paginagrote advertentie in verschillende landelijke ochtendkranten, waaronder het AD, roepen vakbonden, advocaten, oud-politici en bekende Nederlanders het kabinet op om een eerlijk aandeel te nemen in de opname van migranten die in het grotendeels afgebrande kamp Moria op Lesbos, Griekenland, verbleven.
Daarnaast moet Nederland met de overige EU-lidstaten humanitaire hulp geven die verder gaat dan het bouwen van een tentenkamp en bijdragen aan een solide Europees migratiepact om te voorkomen dat dit soort rampen zich in de toekomst blijven voordoen, zo luidt de boodschap.
Lees ook;
Ronja reisde naar Moria en probeerde een neppaspoort te kopen: ‘Dat is nog bijna gelukt’
De honderden ondertekenaars spreken van een ‘wake-upcall’. ‘Een gevolg van falend beleid, nationaal en Europees. Wij kunnen en mogen niet langer wegkijken. Nederland heeft een lange staat van dienst als voorvechter van mensenrechten, met bijzondere aandacht voor vrouwen- en kinderrechten. Maar deze status schept verplichtingen.’
De oproep vervolgt: ‘Wij zijn beschaamd door de zogenaamde ‘Moria-deal’ van de regeringscoalitie. Alle 13.000 mensen van Moria vallen onder de universele mensenrechten van recht op leven en menselijke waardigheid. Van de 13.000 kwetsbare mensen in Moria, wil Nederland er maar 100 opnemen. Die gaan dan nog af van het aantal dat Nederland toch al zou opnemen. Resultaat: nul extra!’
De oproep is bedoeld voor het kabinet, met de boodschap nú te handelen. Ook wordt Nederlanders gevraagd hun steun te betuigen op social media met de hashtag #wegkijkenisgeenoptie.
Vandaag spreekt de Tweede Kamer over de zogenaamde ‘Moria-deal’ tijdens het algemeen overleg van Justitie en Veiligheid.
AD 24.09.2020 Actievoerders van burgerbeweging DeGoedeZaak staan vandaag weer op het Plein in Den Haag. Ze vinden dat Nederland haar verantwoordelijkheid moet nemen en zo snel mogelijk een deel van de 13.000 ontheemde vluchtelingen uit kamp Moria op Lesbos zouden moeten opvangen.
,,Wij merken dat landen als Duitsland veel meer doen dan wij. Nederland neemt per saldo nul extra vluchtelingen op”, legt Jurjen van den Bergh van DeGoedeZaak uit. ,,Eergisteren sloten we in Europees verband een deal om samen te werken, het Migratiepact. Voor het kabinet is dit een kans om echt iets te doen aan de acute nood op Moria.”
De beweging krijgt bijval van vertegenwoordigers van de ruim 1500 prominente en kritische leden van D66, ChristenUnie, CDA en VVD. ,,Velen van ons schamen zich dat we als partij niet meer hebben kunnen doen voor mensen in nood. Nu er een opening ligt om samen met andere landen te helpen, rekenen wij op onze fractievoorzitters.”
De burgerbeweging heeft bijna 66.000 handtekeningen ingezameld. Deze bieden zij vandaag aan. En benadrukken dat de ‘huidige Moriadeal niet goed genoeg is.’
Telegraaf 23.09.2020 De aanvragen van asielzoekers moeten straks veel sneller worden afgehandeld. De Europese Commissie heeft een nieuw ’Migratiepact’ bedacht waarin staat dat mensen die aankomen binnen vijf dagen al moeten horen of ze in de procedure mogen. Dat schrijft De Volkskrant.
Daarna moet binnen twaalf weken worden vastgesteld of de aanvraag terecht is. Zo nee dan moeten ze binnen nog eens twaalf weken daadwerkelijk worden uitgezet. Om de landen van herkomst te stiumuleren deze mensen terug te namen, worden allerlei handelsvoordelen in het leven geroepen. Nu vertrekt maar een derde weer naar het land van herkomst.
De Commissie hoopt met het nieuwe Migratiepact de onderlinge ruzies tussen Europese landen op te lossen.
De regeringsleiders gaan het nieuwe plan eerst nog bespreken.
NOS 23.09.2020 De reacties van de Nederlandse Europarlementariërs op het nieuwe migratieplan van de Europese Commissie laten zien dat ook het nieuwe plan niet op instemming van iedereen kan rekenen. Al jaren probeert de Europese politiek om een oplossing te vinden voor de migranten die zich melden aan de grenzen van de Europese Unie.
De kern van het vandaag gepresenteerde plan is dat de procedure sneller moet als mensen zich melden, dat er meer solidariteit tussen de verschillende EU-lidstaten moet komen en dat kansloze asielzoekers sneller dienen te worden teruggestuurd. Ook benadrukt iedereen dat er nooit meer een tweede Moria mag komen, het overvolle vluchtelingenkamp op het Griekse eiland Lesbos, dat enkele weken geleden door brand werd verwoest.
De Europese Commissie wil meer opvang- en identificatiecentra, ook wel hotspots genoemd. Correspondenten Sander van Hoorn en Mustafa Marghadi zijn in zo’n kamp op Lampedusa. In deze vlog laten zien hoe het daar is.
In de eerste Europese hotspot voor migranten: ‘het barst uit z’n voegen’
In een interview met de NOS zegt Eurocommissaris Johansson van Migratie dat het plan een verfrissende nieuwe kijk biedt. “Alles aan het plan is nieuw. Natuurlijk zal geen enkele lidstaat helemaal tevreden zijn, maar dit is een heel acceptabel voorstel.”
Volgens de Zweedse Eurocommissaris moeten de burgers van de Europese Unie beseffen dat het geen 2015 meer is, toen asielzoekers door de verschillende landen liepen op weg naar landen als Duitsland en Nederland. “We hebben vorig jaar maar 140.000 vluchtelingen gehad”, zegt ze. “En nu gaan we de procedures verbeteren en zorgen we voor een snellere en efficiëntere terugkeer.”
Afkopen
PvdA-parlementslid Kati Piri verwacht niet dat er veel zal veranderen. De basisprincipes zijn goed, zegt ze. “Landen mogen zelf bepalen hoe ze de solidariteit vormgeven. Ze mogen het afkopen met tenten, dekens, ze kunnen een vliegtuig sturen om uitgeprocedeerde asielzoekers uit te zetten of ze kunnen vluchtelingen opnemen.” Wanneer landen niks doen, kunnen ze door de Europese Commissie gedwongen worden om alsnog een bijdrage te leveren.
Jeroen Lenaers van het CDA is, wat hij zelf noemt, voorzichtig positief. Ook hij twijfelt over de invulling, maar hoopt dat met een stok achter de deur landen gedwongen kunnen worden om solidair te zijn.
Over de versnelde registratie is Lenaers tevreden. “Binnen vijf dagen een onderscheid maken tussen echte vluchtelingen en economische migranten is winst.” Hij denkt dat het zo voor mensensmokkelaars minder aantrekkelijk wordt om vluchtelingen in niet zeewaardige boten te laten vertrekken. “Een oversteek moet niet meer automatisch een toegangsticket voor de EU zijn.”
Bij de VVD is er vooral opluchting dat er nu eindelijk plannen van de Europese Commissie zijn. Het was de bedoeling dat het migratiepact, zoals de plannen heten, al begin dit jaar zou worden gepresenteerd. Fractievoorzitter Malik Azmani hamert op controle. “We moeten de migratiestromen onder controle krijgen en dus is het goed dat we meteen zien wie er recht heeft op asiel en wie niet.”
Lost niks op
Kritiek komt er van zowel GroenLinks als van Forum voor Democratie. Tineke Strik van GroenLinks vreest dat opvangkampen zoals Moria ook met de nieuwe plannen overvol blijven. “Het is ad-hocsolidariteit zonder verplichte overname van asielzoekers en bovendien blijven ze voor lange tijd in gevangenschap zitten.”
Rob Rooken van Forum voor Democratie vindt dat het migratiepact niets oplost. Hij denkt dat de plannen om migranten terug te sturen naar het land van herkomst niet zullen slagen en pleit voor het sluiten van de buitengrenzen van de EU. “Boten met immigranten mogen onder geen enkele voorwaarde aan wal komen.”
NU 23.09.2020 De Europese Commissie gaat EU-lidstaten niet verplichten om bepaalde hoeveelheden asielzoekers op te nemen, blijkt uit het woensdag gepresenteerde Migratie en Asiel Pact. Als het voorstel wordt goedgekeurd, moeten landen bij nieuwe crisissen straks een verplichte mate van solidariteit tonen, afhankelijk van de grootte en welvaartssituatie van het land.
Landen kunnen bijvoorbeeld verplicht verantwoordelijk worden voor de terugkeer van vluchtelingen. Dat houdt in dat zij de afhandeling van procedures overnemen en verantwoordelijk worden voor het re-integratie van asielzoekers in het land van oorsprong.
Brussel wil verder ook meer gaan samenwerken met landen waar migranten vandaan komen. Daarbij wordt vooral gekeken naar Afrikaanse landen.
Voordat de plannen in werking worden gesteld, moeten EU-lidstaten en het Europees Parlement akkoord gaan met het voorstel. Daardoor strandde een eerder wetsvoorstel uit 2016.
Volgens Europese Commissie-voorzitter Urusula von der Leyen voldoen de huidige migratieplannen niet meer voor Europa en zijn ze gedateerd. De recente branden in vluchtelingenkampen op Griekenland zouden dat hebben aangetoond, redeneert Von der Leyen.
Binnen vijf dagen duidelijk of asielzoeker mag blijven
Ook bij het nieuwe beleid zouden landen waarin vluchtelingen aankomen in principe de verantwoordelijkheid houden over hun asielprocedure, een beleid dat in het verleden leidde tot kritiek vanuit Italië, Griekenland en Spanje.
Nu zijn extra criteria toegevoegd aan de wijze waarop besloten wordt welk land de asielprocedure in handen krijgt. De EC kijkt ook naar in welk land de asielzoeker al familie heeft, welk visum hij op zak heeft en in welke omstandigheden een (jonge) asielzoeker het beste kan worden opgevangen.
Asielzoekers moeten daarnaast sneller duidelijkheid krijgen. Brussel wil verbeterde opvangcentra aan de grenzen, waar vluchtelingen snel geïdentificeerd, gescreend en geregistreerd kunnen worden. Binnen vijf dagen moet duidelijk zijn of een asielzoeker in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning, of dat de persoon een langer traject in gaat om in aanmerking te komen.
‘Verplichte solidariteit’ moet landen als Polen en Hongarije overtuigen
Mochten landen als Griekenland, Spanje en Italië alsnog in de problemen komen door grote aantallen vluchtelingen in korte tijd, wordt een beroep gedaan op de zogeheten ‘verplichte solidariteit’ van andere landen. Zij moeten dan asielzoekers overnemen of helpen bij het organiseren van de terugkeer van asielzoekers die geen kans maken op een verblijfsvergunning.
De Zweedse commissaris Ylva Johansson hoopt dat de laatstgenoemde optie landen als Polen en Hongarije overtuigt. Beide landen hebben de laatste jaren meermaals geweigerd om vluchtelingen op te nemen en hoeven dat in het huidige voorstel voorlopig ook niet te doen.
Oxfam Novib reageert teleurgesteld op de gepresenteerde migratieplannen. “Europa had al jaren eerder zijn asielstelsel moeten hervormen. Het is positief dat de EC probeert EU-landen samen te brengen om zinvolle veranderingen door te voeren, maar de Commissie lijkt alsnog te zijn gezwicht voor druk vanuit EU-regeringen die het aantal mensen dat in Europa bescherming en asiel zoekt, juist willen verminderen.”
NOS 23.09.2020 De Europese Commissie gaat een prognose maken van het jaarlijkse aantal asielzoekers. De EU-lidstaten kunnen op basis daarvan aangeven hoeveel vluchtelingen ze willen opnemen of – als ze dat niet willen – op welke manier ze dan bijdragen, bijvoorbeeld door het sturen van extra grenswachten. Dat staat in het migratieplan dat vandaag wordt gepresenteerd.
Er komt een permanente reservepot. Landen geven aan wat ze willen bijdragen als er nieuwe asielzoekers komen. Wanneer dan een land als Griekenland of Italië om hulp vraagt wordt eerst gekeken wat er in de pot zit.
“Als je gierig bent in de eerste fase dan kan je uiteindelijk verplicht worden”, aldus Ingevoerde betrokkene Europese Commissie.
Als blijkt dat het onvoldoende is, dan gaat de Europese Commissie aan de lidstaten vragen of ze nog meer kunnen bijdragen. Als de opbrengst van die rondgang ook onvoldoende is, dan kunnen landen gedwongen worden om asielzoekers op te nemen of een hogere financiële bijdrage te geven. Dat kan alleen worden tegengehouden door een gekwalificeerde meerderheid van landen, zodat een minderheid het niet kan blokkeren.
De commissarissen Johansson en Schinas willen een positieve benadering. In vorige voorstellen wilde de Europese Commissie meteen met boetes komen, nu staat de vrijwilligheid voorop. Maar de kruik gaat zo lang te water tot hij breekt. “Als je gierig bent in de eerste fase dan kan je uiteindelijk verplicht worden”, aldus een ingevoerde betrokkene.
Asielzoekers moeten binnen vijf dagen na aankomst bij de grenzen van de Europese Unie te horen krijgen of ze in aanmerking komen voor asiel of geen kans maken. Ze worden gescreend zodat hun identiteit kan worden vastgesteld. Ook wordt gekeken of ze een gezondheidsrisico vormen.
Berekening
Daarna wordt er een berekening op de mensen losgelaten. Komen ze uit een land waarvan in het verleden relatief veel mensen al asiel hebben gekregen, dan mogen ze verder naar een opvangplek in de EU. De Europese Commissie legt de grens bij twintig procent.
Wanneer ze uit een land komen waarvan in het verleden weinig tot geen mensen asiel hebben gekregen (dus minder dan twintig procent) dan moeten ze buiten de Europese Unie blijven, bij de grens. De asielzoekers moeten daar de procedure afwachten. Daar zullen volgens deskundigen tijdelijke kampen ontstaan, die wellicht permanent kunnen worden.
Met name Nederland is vrij kritisch over de grens van twintig procent, omdat in het verleden ook over dit idee is gesproken en toen werd nog gezegd dat alleen mensen uit landen waarvan 75 procent een kans op asiel maakten door mochten gaan.
Gevraagd naar een reactie zegt CDA-Europarlementariër Jeroen Lenaers dat dit veel te laag is en het veel strenger moet.
Terugsturen
Er komen ook nieuwe afspraken over het terugsturen van uitgeprocedeerde asielzoekers. De Europese Commissie wil gaan profiteren van de bijzondere relaties die sommige lidstaten hebben met de landen van oorsprong. Zo heeft Spanje een goede band met Marokko en kunnen uitgeprocedeerde asielzoekers uit dat land die in Nederland verblijven via Spanje worden uitgezet naar Marokko.
Frontex moet terugvluchten gaan organiseren waarbij het vliegtuig vol zit met in de EU uitgeprocedeerde mensen. Niet langer zal elk land afzonderlijk proberen mensen uit te zetten, zoals nu gebeurt.
Legale migratie
Opvallend is dat er geen voorstel komt over legale migratie, waar met name door enkele politieke partijen in het Europees Parlement op was aangedrongen. Wel wordt er een consultatieronde opgestart, inspraak van burgers en belangenorganisaties waarbij iedereen z’n zegje mag doen.
Het voorstel van de Europese Commissie moet nog door de lidstaten worden besproken en ook het Europees Parlement moet er nog over debatteren.