Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 9

Het rijtjeshuis staat in de populaire buurt Amsterdam-Zuid.

Nieuwe maatregelen moeten de crisis op de woningmarkt verlichten

Het kabinet kwam dinsdag 17.09.2019 , op Prinsjesdag, met een maatregel die de stijging van de huren moet beperken. Het aandeel van de WOZ-waarde bij de bepaling van de huur wordt beperkt tot 33 procent.

Scheefwonen wordt aangepakt, en de positie van kopers wordt versterkt. Dat bevestigen bronnen rond het kabinet aan de politieke redactie van RTL Nieuws.

De aanpak komt bovenop het geld dat het kabinet uittrekt voor de poging om de woningmarkt vlot te trekken. Eerder lekte uit dat er een miljard euro wordt gestopt in een nieuwbouwfonds voor gemeenten.

Ook krijgen de woningcorporaties een korting op de verhuurdersheffing, om hen aan te zetten tot nieuwbouw. In Nederland worden nu nog veel te weinig nieuwe woningen gebouwd. De Woonbond reageerde net als de koepel van woningcorporaties Aedes al kritisch op die maatregelen. Het liefst zien ze de belastingen op sociale woningbouw verdwijnen.

Noodkreet Aedes Nieuwbouw

Het extra geld dat het kabinet op Prinsjesdag uittrekt voor de woningmarkt, zet woningcorporaties niet aan tot nieuwbouw en verduurzaming. De corporaties betalen de komende jaren juist honderden miljoenen euro méér belasting, zegt koepel Aedes.

We halen de klimaat­doel­stel­lin­gen niet, waardoor mensen langer in een slecht huis met een hoge gasreke­ning zitten, aldus Marnix Norder, Aedes-voorzitter.

Uit nieuwe cijfers blijkt dat woningcorporaties de komende jaren veel meer kwijt zijn aan belastingen dan eerder was geraamd door het ministerie van Financiën. De extra meevaller voor corporaties die het kabinet op Prinsjesdag aankondigt – een korting van 1 miljard euro op de verhuurdersheffing, uitgesmeerd over tien jaar – valt daarbij in het niet, zegt Aedes-voorzitter Marnix Norder.

WOZ

Bij het berekenen van de maximale huurprijs gaat de WOZ-waarde nog maar voor 33 procent meetellen. Nu is de WOZ-waarde, die vooral in de grote steden snel is gestegen, vaak de aanjager van forse huurstijgingen.

Lees: Aantal scheefgroeiers neemt na afname weer toe in regio Den Haag AD 11.07.2022

Meer huur

Scheefwoners gaan daarom meer huur  betalen. Die maatregelen neemt het kabinet om de vastgelopen woningmarkt vlot te trekken, bevestigen Haagse bronnen na berichtgeving van RTL Nieuws.

De aanpak van scheefwoners is niet onomstreden. Vorig jaar bleek al dat de coalitie iets wil doen aan scheefwoners, maar dat leidde tot veel woedende reacties. Zo stelt een deel van de scheefwoners dat zij geen mogelijkheden hebben om te verhuizen naar een koopwoning of duurder huurhuis.

Eerder kondigde Ollongren al aan dat starters mogelijk worden vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Woningcorporaties hoeven ook niet langer belasting te betalen over de bouw van tijdelijke huurhuizen.

Telegraaf 03.12.2020

Huren 2019

Het gemiddelde aan huurstijgingen bij woningcorporaties mag volgend jaar niet hoger zijn dan maximaal 2,6 procent (1,6% inflatie + 1 procentpunt). Het optrekken van de huur na een verhuizing (huurharmonisatie) telt daarin mee.

Op huishoudniveau mogen in het zogeheten gereguleerde segment de huren met maximaal 4,1 procent stijgen. Voor scheefwoners is dat maximaal 5,6 procent. Het kabinet wil zo de doorstroming van hogere inkomens blijven stimuleren.

De beperkte huursomstijging van 2,6 procent zorgt gemiddeld gezien voor een demping van de huurverhogingen. Huurverhogingen boven dit percentage moeten dan worden gecompenseerd met lagere of geen huurverhogingen.

De maximale huursomstijging geldt niet voor particuliere verhuurders.

De cijfers zijn vandaag door minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) in de Staatscourant gepubliceerd. De maximale huurverhoging is gebaseerd op het vastgestelde inflatiecijfer van 1,6 procent en een opslag van 2,5 procentpunt. Voor scheefwoners is de opslag 4 procentpunt.

Sociaal Huurakkoord 2018

Als de leden van Aedes en de Woonbond het concept Sociaal Huurakkoord 2018 bekrachtigen, dan stellen deze partijen voor om de maximale huursomstijging voor corporaties gelijk te stellen aan inflatie, maar dan exclusief huurharmonisatie, liberalisatie en huurverhogingen wegens verduurzaming.

Voor wijziging van wat in de berekening van de maximale huursomstijging per corporatie per kalenderjaar meetelt en wat niet, moet eerst de wet worden aangepast en dat lukt niet vóór 1 januari 2019.

Daarom kan die afspraak uit het concept Sociaal Huurakkoord nog niet voor 2019 in de wetgeving geregeld worden. Maar corporaties mogen uiteraard in de lijn van het Sociaal Huurakkoord hun huursomstijging in 2019 zoals die nu geldt (inclusief huurharmonisatie) op vrijwillige basis beperken tot minder dan 2,6 procent.

Maximale huurverhoging per woning:

  • 4,1 procent voor huishoudens met een inkomen tot en met 42.436 euro;
  • 5,6 procent voor huishoudens met een inkomen boven 42.436 euro.

Huishoudens van 4 of meer personen en huishoudens waarbij iemand de AOW-leeftijd heeft bereikt, zijn uitgezonderd van de hogere huurverhoging. Dat geldt ook voor bepaalde groepen chronisch zieken en gehandicapten. Voor al deze categorieën geldt een maximale huurverhoging van 4,1 procent.
Voor onzelfstandige woningen (kamers), woonwagens en standplaatsen mag de huur vanaf 1 juli 2019 met maximaal 3,1 procent worden verhoogd.

Woningvoorraad

Bij ruim de helft van alle sociale huisvesters is de voorraad betaalbare woningen in 2017 gekrompen. Dat blijkt uit de Aedes Benchmark 2018.

Bij 149 corporaties is het bezit aan betaalbare woningen gekrompen. Groei was er bij 122 corporaties. Per saldo zijn 17.000 betaalbare woningen verdwenen, een daling van 0,9 procent.

Ook deden corporaties massaal afstand van duurdere sociale huurwoningen (tussen hoge aftoppingsgrens van 635 euro en liberalisatiegrens van 711 euro): 206 corporaties zagen dit deel van het woningbezit afnemen. Slechts 61 corporaties hadden eind 2017 meer van woningen met een huur tussen 635 en 711 euro in bezit in vergelijking met begin 2017. Per saldo tellen de sociale huisvesters 55.000 minder van deze woningen, een daling van 2,6 procent.

Woningstichting Den Helder zag de betaalbare woningvoorraad het snelst krimpen: -18 procent. De corporatie Wierden en Borgen uit Groningen breidde van alle corporaties het snelst uit: +34 procent. Een deel van de nieuwbouw komt daar voor rekening van de versterkingsoperatie in verband met de aardbevingen.

Op lange termijn verdwijnen de corporatiewoningen

Aedes verklaart de daling van de beschikbaarheid deels door de eenmalige overheveling van woningen naar de commerciële tak van corporaties. Een gevolg van de nieuwe Woningwet. In totaal zijn er 51.000 woningen tot de liberalisatiegrens uit de zogeheten DAEB-tak (sociale huurwoningen) ondergebracht in de niet-DAEB-tak (commerciële tak).

Na deze administratieve verhuizing zijn de woningen nog steeds in bezit van de corporatie en dus niet direct onttrokken aan de sociale woningvoorraad, benadrukt Aedes. Echter, op lange termijn verdwijnen de meeste woningen wel.

“Als deze overheveling naar niet-DAEB buiten beschouwing wordt gelaten, zou de voorraad tot de hoge aftoppingsgrens met 0,7 procent zijn gegroeid. Bij de totale voorraad tot de liberalisatiegrens zou dat een afname van 0,2 procent zijn geweest”, verantwoordt Aedes de verandering van de sociale huurvoorraad.

De 291 geënquêteerde corporaties (90 procent van alle corporaties) bouwden in 2017 11.900 sociale huurwoningen. Ze kochten 5.000 woningen aan en sloopten er 8.100. Daarnaast werden 8.400 woningen verkocht. Per saldo werden 500 sociale huurwoningen door de corporaties toegevoegd.

Bedrijfslasten per woning 35 euro gestegen

De corporaties moeten zich sinds de in 2015 herziene Woningwet richten op betaalbare woningen. Door oplopende lasten , zoals de verhuurderheffing, is de druk om efficiënter te werken gegroeid. De afgelopen vijf jaar zijn de beïnvloedbare bedrijfslasten totaal met 25 procent gedaald. De niet-beïnvloedbare bedrijfslasten (onder andere verhuurdersheffing) zijn in dezelfde periode met ruim 75 procent gestegen.

De totale bedrijfslasten per verhuureenheid (meestal woning) zijn in 2017 met 35 euro gestegen. De daling van de beïnvloedbare bedrijfslasten komt vrijwel volledig voor rekening van de daling van de personeelskosten met 24 euro.

Onderhoudskosten 16 procent gestegen

In 2017 zijn de kosten voor onderhoud en woningverbetering met 16 procent gestegen (349 euro) naar 2.495 euro per woning. Deze stijging is inclusief prijsindexatie. Oorzaak is een toename van de investeringen in woningverbetering van 210 euro woning (516 miljoen euro) en planmatig onderhoud van 127 euro per woning (312 miljoen euro).

Van de investeringen in woningverbetering wordt een groter aandeel in energetische maatregelen geïnvesteerd. Zo’n 40 procent van de investeringen in woningverbetering (zo’n 268 miljoen euro) is gericht op energetische maatregelen.

Duurzaamheid versus Klimaatakkoord

In 2015 volgde uit de internationale klimaattop in Parijs het ‘Akkoord van Parijs’ dat door 195 landen is ondertekend. Ook Nederland ondertekende dat akkoord en stemde daarmee in de opwarming van de aarde beperken tot ruim onder 2 graden Celsius, met een duidelijk zicht op 1,5 graden Celsius.

Als we de gebouwde omgeving niet sneller duurzamer maken halen we de doelen van het klimaatakkoord niet. Ook de Nederlandse energie zal met het huidige tempo in 2050 niet voor 80 tot 95 procent duurzaam kunnen zijn. De gebouwde omgeving zorgt voor maar liefst 40 procent van de CO2-uitstoot.

Voor kantoren en sociale huurwoningen zijn daarover afspraken gemaakt. Voor koopwoningen gelden die echter nog niet. In de huursector is bovendien een forse inhaalslag nodig, omdat jaarlijks het energielabel van slechts 60.000 huurwoningen – nog geen 3 procent van de woningvoorraad –  verbeterd wordt. Dat concludeert ABN AMRO in ‘Op duurzaamheid kun je bouwen‘.

lees: kamerbrief over maatregelen woningmarkt voor betaalbaarheid huurders en investeren in leefbaarheid 06.11.2020

lees: kamerbrief over voortgang-versnelling-woningbouw 06.11.2020

lees: contouren doorbouwgarantie

zie ook: Krapte op de woningmarkt in Nederland

zie ook: Met ook het Haags betaalbare wonen op weg naar 21.03.2018

zie ook: Scheefhuurders en Knelhuurders – de Nasleep

zie ook: De nieuwe Woningwet treedt per 1 juli 2015 in werking

zie ook: Huurdersheffing versus De Nacht van Adri Duivesteijn ??

Zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 8

Zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 7

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 6

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 5 – Huurder weer in de knel

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 4 – advies commissie Rob van Gijzel

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 3

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 2

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 1

Het rapport;  Op duurzaamheid kun je bouwen juni 2017 ABN-AMRO

Meer; duurzaamheid woningcorporaties

Meer; plan van aanpak duurzaamheid woningcorporaties

Meer; verduurzaming woningcorporaties

Zie ook; Huurverhoging

Lees: “Te ruime” sociale woning? Daar betaal je vanaf volgend jaar meer voor | VRT 25.10.2022

Lees: Een op veertien bewoners sociale huurwoning heeft te hoog inkomen NU 01.07.2022

Lees: Een op veertien bewoners sociale huurwoning verdient te veel RTL 01.07.2022

Lees: Onderzoek: vooral stellen wonen ’scheef’ in sociale huurwoning  Telegraaf 01.07.2022

Een huur die past bij je inkomen: mogelijk huurverlaging in 2021 als je duur huurt

RO 13.11.2020 Veel mensen in een sociale huurwoning betalen een huurprijs die past bij hun inkomen. De Woningcorporatie wijst je een woning toe die betaalbaar is. Maar soms verandert er iets in je situatie: je inkomen daalt bijvoorbeeld. De woning kan dan ineens toch te duur voor je worden. Het kabinet wil deze huurders helpen met een eenmalige huurverlaging in 2021.

Woningcorporaties nemen contact op

Woningcorporaties gaan actief huurders opzoeken van wie ze vermoeden dat de huur niet meer past bij de hoogte van het inkomen. Of huurders de huurverlaging krijgen, hangt af de hoogte van hun huur en van hun inkomen en medebewoners. Belangrijk hierbij is dat woningcorporaties het inkomen van 2019 gebruiken; dit is vastgesteld door de Belastingdienst.

Je kunt ook zelf om huurverlaging vragen

Huurders die recent  te maken hebben gehad met een inkomensdaling, kunnen zelf de huurverlaging aanvragen in 2021. Dit doen ze bij hun woningcorporatie. De inkomensdaling moet tenminste zes maanden duren op het moment van het verzoek tot huurverlaging. Het kabinet wil hiermee huurders tegemoet komen die in moeilijkheden zijn geraakt sinds het begin van de coronacrisis.

Betaalbaar wonen

Deze aanpak vormt onderdeel van de maatregelen die het kabinet neemt om de betaalbaarheid van wonen te vergroten, zeker voor kwetsbare groepen. De Tweede Kamer heeft op 12 november ingestemd met het wetsvoorstel wat de eenmalige huurverlaging mogelijk maakt. De Eerste Kamer behandelt het voorstel in december.

Zie ook

Woningcorporaties in actie tegen belasting: ‘Alsjeblieft minister, 12,4 miljoen euro’

AD 27.09.2019 Al enkele jaren strijden woningcorporaties tegen de ‘crisisbelastingen’ die ze moeten afdragen. Nu zetten ze een nieuw middel in: via social media delen ze het bedrag dat ze moeten ‘overmaken’ aan de overheid. ‘Daarmee hadden we ook tweehonderd mensen aan een nieuwe betaalbare huurwoning kunnen helpen.’

Het vuurtje is opgestookt door de woningcorporaties Wooncompagnie uit Hoorn en Rochdale in Amsterdam. Ze namen contact op met de Woonbond en bedachten samen de hashtag #ikwileenhuis.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

De corporaties moeten jaarlijks vóór 1 oktober de ingevoerde verhuurdersheffing overmaken aan het rijk. Die is ingevoerd in crisistijd (2013), bedoeld om de staatsfinanciën gezond te maken. Nu het kabinet miljarden overhoudt, snappen de corporaties niet dat ze nog steeds zoveel bij moeten dragen. ,,De crisismaatregel is verworden tot een manier om corporaties en dus huurders af te romen’’, zegt Stefan van Schaik, directeur van Wooncompagnie. ,,Het is tijd dat we de wooncrisis een gezicht geven. Wij maken inzichtelijk wat we over moeten maken. Mensen die een woning zoeken, kunnen via de hashtag laten weten hoe hen dit raakt.’’

Verantwoordelijk minister Kajsa Ollongren heeft ook al gereageerd op de actie via Twitter. ‘Het kabinet stelt 1 miljard euro extra beschikbaar voor woningbouwcorporaties. Er kan dus flink gebouwd worden de komende jaren.’ Die reactie kan op veel hoon rekenen van de corporaties. ,,Dat is een frame. Per saldo gaan we elk jaar juist meer betalen’’, aldus Van Schaik.

Meevaller

Marnix Norder van koepelorganisatie Aedes legde onlangs op deze nieuwssite uit dat woningcorporaties de komende jaren veel meer kwijt zijn aan belastingen dan eerder was geraamd door het ministerie van Financiën. De extra meevaller voor corporaties die het kabinet op Prinsjesdag aankondigde – een korting van 1 miljard euro op de verhuurdersheffing, uitgesmeerd over tien jaar – valt daarbij in het niet.

Dat heeft verregaande consequenties, waarschuwde Norder. ,,We halen de klimaatdoelstellingen niet, waardoor mensen langer in een slecht huis met een hoge gasrekening zitten, zonder dat ze daar iets aan kunnen doen. En we kunnen elk jaar minder woningen bouwen. Als corporaties zouden we graag elk jaar 30.000 nieuwe woningen bouwen om de crisis op de Nederlandse woningmarkt op te lossen. Maar in 2018 kwamen we niet verder dan 13.000. En dat zal alleen maar minder worden.’’

De pijn zit in de invoering van ATAD, een Europese belastingrichtlijn. Die zorgt ervoor dat woningcorporaties vanaf dit jaar veel minder rente mogen aftrekken en daardoor meer vennootschapsbelasting betalen. Dat komt dus bovenop de verhuurdersheffing, die in de loop der jaren is opgelopen tot zo’n 1,7 miljard euro voor alle corporaties bij elkaar. De heffing is gekoppeld aan de WOZ-waarde. Omdat koophuizen duurder zijn geworden, is de heffing ook omhoog gegaan.

Vele woningcorporaties doen mee met de actie om inzicht te geven in de hoogte van de heffing. Eigen Haard in Amsterdam maakte er zelfs een filmpje over, waarin een moedeloze bestuurder met veel tegenzin ‘afrekent’.

ANP REMKO DE WAAL

Kabinet grijpt in op huurmarkt: WOZ-waarde telt minder zwaar mee, scheefwoners gaan meer betalen

MSN 17.09.2019 De huurprijzen worden minder afhankelijk van de op veel plaatsen rap opgelopen WOZ-waarde, en scheefwoners gaan meer huur betalen. Die maatregelen neemt het kabinet om de vastgelopen woningmarkt vlot te trekken, bevestigen Haagse bronnen na berichtgeving van RTL Nieuws.

De regeringspartijen zijn de maatregelen op de valreep van Prinsjesdag overeengekomen. De problemen op de woningmarkt lijken uit te groeien tot een van de belangrijkste vraagstukken van deze opening van het politieke jaar.

Bij het berekenen van de maximale huurprijs gaat de WOZ-waarde nog maar voor 33 procent meetellen. Nu is de WOZ-waarde, die vooral in de grote steden snel is gestegen, vaak de aanjager van forse huurstijgingen.

Scheefwoners, mensen die een duurder huis zouden kunnen betalen maar toch in een sociale huurwoning blijven, gaan in een paar jaar tijd flink meer huur neertellen. Jaarlijks gaat hun maandhuur met 50 tot 100 euro omhoog tot het maximum van 720 euro is bereikt. Die huurverhoging moet de doorstroming bevorderen en woningcorporaties de ruimte geven om de huur voor mensen met een kleine beurs juist te verlagen.

Minister Kajsa Ollongren (Wonen) zou verder gaan onderzoeken of gemeenten kopers moeten kunnen verplichten om het gekochte huis ook te betrekken. Dat zou particulieren, die het nu vaak afleggen tegen verhuurders die huis na huis opkopen, meer kans geven.

Eerder kondigde Ollongren al aan dat starters mogelijk worden vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Woningcorporaties hoeven ook niet langer belasting te betalen over de bouw van tijdelijke huurhuizen.

Kabinet pakt huurstijging en scheefwonen aan

MSN 17.09.2019 De huurprijzen worden minder afhankelijk van de op veel plaatsen rap opgelopen WOZ-waarde. Scheefwoners gaan meer huur betalen. Die maatregelen neemt het kabinet om de vastgelopen woningmarkt vlot te trekken, bevestigen Haagse bronnen na berichtgeving van RTL Nieuws.

De regeringspartijen zijn de maatregelen op de valreep van Prinsjesdag overeengekomen. De problemen op de woningmarkt lijken uit te groeien tot een van de belangrijkste vraagstukken van deze opening van het politieke jaar.

Bij het berekenen van de maximale huurprijs telt de WOZ-waarde nog maar voor 33 procent mee. Nu is de WOZ-waarde, die vooral in de grote steden snel is gestegen, vaak de aanjager van forse huurstijgingen.

Kabinet komt met aanpak huurstijging en scheefwonen

RTL 17.09.2019 Het kabinet komt vandaag, op Prinsjesdag, met een maatregel die de stijging van de huren moet beperken. Het aandeel van de WOZ-waarde bij de bepaling van de huur wordt beperkt tot 33 procent. Scheefwonen wordt aangepakt, en de positie van kopers wordt versterkt. Dat bevestigen bronnen rond het kabinet aan de politieke redactie van RTL Nieuws.

De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben, na twee weken praten, gisteren een doorbraak bereikt over het huurbeleid. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken komt vandaag met een pakket aan maatregelen om problemen op de woningmarkt op te lossen.

Lees ook:

Koophuis voor modale inkomens haast onbetaalbaar

Rap tempo

Beperking van de huurstijgingen is er een van. De huren stijgen nu snel omdat de waarde van woningen in Nederland in rap tempo omhoog gaat. Dat geldt zeker voor woningen in de grote steden. Het kabinet wil die stijging afremmen door slechts een derde deel van de WOZ-waarde te laten meetellen bij het vaststellen van de huurprijs.

Minister Ollongren gaat op verzoek van de coalitiepartijen nu ook het scheefwonen aanpakken. Mensen met een relatief hoog inkomen, die in een sociale huurwoning wonen, gaan in een paar jaar tijd fors meer betalen. Hun maandhuur gaat jaarlijks met 50 tot 100 euro omhoog tot de maximale huur van 720 euro is bereikt.

Twee keer modaal

Mensen die twee keer modaal of meer verdienen gaan zelfs meer betalen dan die maximale huurprijs. Woningcorporaties krijgen daardoor extra middelen die ze kunnen besteden aan de huisvesting van de armsten. Zo kunnen ze straks mensen met een laag inkomen, die te duur wonen, huurverlaging geven.

Lees ook:

Huren in grote steden onbetaalbaar, corporaties willen verandering

Beleggers aanpakken

De coalitie heeft ook afspraken gemaakt die de positie van kopers op de woningmarkt moeten versterken. In steden als Amsterdam en Utrecht komen die nu vaak niet aan bod omdat beleggers bestaande huizen opkopen om ze voor veel geld te verhuren.

Het kabinet gaat onderzoeken of hier een einde aan kan worden gemaakt, door gemeenten de mogelijkheid te geven kopers te verplichten zelf in de woning te gaan wonen. Onderzocht wordt wat juridisch mogelijk is op dit gebied. ”Maar met de bedoeling dit in te voeren”, zegt een ingewijde.

Flexwoningen

Minister Ollongren kondigt vandaag ook aan dat ze werk gaat maken van de bouw van grote aantallen tijdelijke huurhuizen. Woningcorporaties die deze woningen laten bouwen hoeven hierover geen belasting (verhuurderheffing) te betalen. Jaarlijks moeten er zo’n 15.000 zogenoemde flexwoningen verrijzen. Het kabinet hoopt zo gemakkelijker het bouwtempo van 75.000 huizen per jaar te kunnen halen.

Lees ook:

Huis kopen? Kabinet wil starters vrijstellen van overdrachtsbelasting

Vrijstellen van overdrachtsbelasting

Eerder meldden wij al dat het kabinet onderzoekt of het starters op de koopwoningmarkt kan vrijstellen van overdrachtsbelasting. Beleggers zouden dan juist een hogere belasting van 6 procent moeten gaan betalen.

Ook die maatregel is bedoeld om te voorkomen dat beleggers in steden waar de woningmarkt is verhit, alle woningen wegkapen voor de neuzen van starters. Voorwaarde is wel dat de belastingdienst de maatregel kan uitvoeren.

Lees meer

Kwart van huurders zit financieel klem: te weinig geld om normaal van te leven

RTL Nieuws; Kajsa Ollongren   Huurwoning   Woningmarkt  Woningcorporaties  Wonen   Scheefwonen

Kabinet: huurprijzen minder hard omhoog, scheefwoners wél de pineut

AD 17.09.2019 Het kabinet maakt vandaag, op Prinsjesdag, bekend dat het hoge huurstijgingen aan banden wil leggen. Ook worden scheefwoners hard aangepakt en komt er in de grote steden mogelijk een woonplicht voor huizenkopers.

Op het nippertje heeft de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie gisteren een deal bereikt over extra maatregelen op de woningmarkt, zo bevestigen Haagse bronnen aan deze krant. De woningmarkt wordt geteisterd door hoge huurstijgingen. Ook is het voor veel Nederlanders, vooral in de grote steden, extreem lastig om aan een betaalbaar koophuis te komen.

Lees ook;

Kabinet gaat 'stille ramp op de woningmarkt’ aanpakken

Lees meer

Scheefhuurders: 'We worden weggezet als een stel misdadigers'

Scheefhuurders: ‘We worden weggezet als een stel misdadigers’

Lees meer

De huren stijgen nu hard omdat de waarde van woningen ook fors stijgt. De huurstijging is namelijk gekoppeld aan de WOZ-waarde. Het kabinet heeft besloten dat de WOZ-waarde voor een kleiner deel gaat meetellen bij de berekening van de huurprijs: voor maximaal een derde. Dat moet de stijging van de huurprijzen afremmen.

Scheefwonen

Ook komen er maatregelen tegen scheefwoners. Dat zijn mensen die eigenlijk te veel verdienen voor hun sociale huurwoning. De maandhuur van scheefwoners gaat jaarlijks met 50 tot 100 euro omhoog tot de maximale huur van 720 euro is bereikt. Wie twee keer modaal of meer verdient, gaat ook meer dan 720 euro betalen. De opbrengsten moeten corporaties uitgeven aan een huurverlaging voor mensen die juist weinig verdienen.

De aanpak van scheefwoners is niet onomstreden. Vorig jaar bleek al dat de coalitie iets wil doen aan scheefwoners, maar dat leidde tot veel woedende reacties. Zo stelt een deel van de scheefwoners dat zij geen mogelijkheden hebben om te verhuizen naar een koopwoning of duurder huurhuis.

Het kabinet had voor 25 procent moeten kiezen, dan was op meer plekken de huurverho­ging afgevlakt, aldus Paulus Jansen, Directeur Woonbond

Ook de Woonbond reageert kritisch op beide voorstellen, al spreekt directeur Paulus Jansen van ‘stappen in de goede richting’. ,,Dat de WOZ-waarde in het puntensysteem nog maar voor een derde gaat meetellen, heeft vooral effect in bepaalde gewilde wijken in Amsterdam en Utrecht. In andere steden zoals Nijmegen of Groningen telt de WOZ nu al voor minder dan 33 procent mee – dat heeft met het puntensysteem te maken. Het kabinet had voor 25 procent moeten kiezen, dan was op meer plekken de huurverhoging afgevlakt.”

Met behulp van het puntensysteem wordt bepaald of een woning sociale huurbescherming krijgt (maximale huur van 720 euro per maand) of niet (prijs mag dan door verhuurder worden bepaald, zonder maximum). Jansen kan er mee leven dat scheefhuurders die twee keer modaal verdienen (72.000 euro bruto per jaar) meer moet betalen. ,,We zijn alleen bang voor mensen die op bijvoorbeeld 55.000 euro zitten en drie kinderen hebben. Dan is de huurverhoging met stapjes van 50 euro per jaar fors. Er zijn mensen die dan pijn gaan lijden.”

Woonplicht

Op de koopmarkt wil het kabinet ook ingrijpen: gemeenten krijgen misschien de mogelijkheid om kopers te verplichten zelf in de woning te gaan wonen. Daarmee kunnen beleggers worden buitengesloten. Die kopen vaak bestaande huizen op om ze vervolgens voor veel geld te verhuren. Eerst wordt onderzocht of deze maatregel wel kan worden ingevoerd. Paulus Jansen, oud-wethouder in Utrecht, vraagt zich dat ook af. ,,Het is ook heel moeilijk te handhaven. Daar heeft een stad als Utrecht wel tien nieuwe ambtenaren voor nodig, want ik kan je voorspellen dat dan veel huizen illegaal worden verhuurd.”

De aanpak komt bovenop het geld dat het kabinet uittrekt voor de poging om de woningmarkt vlot te trekken. Eerder lekte uit dat er een miljard euro wordt gestopt in een nieuwbouwfonds voor gemeenten. Ook krijgen de woningcorporaties een korting op de verhuurdersheffing, om hen aan te zetten tot nieuwbouw. In Nederland worden nu nog veel te weinig nieuwe woningen gebouwd. De Woonbond reageerde net als de koepel van woningcorporaties Aedes al kritisch op die maatregelen. Het liefst zien ze de belastingen op sociale woningbouw verdwijnen.

Huurverlaging voor scheefwoners in de knel

Telegraaf 15.09.2020  Het kabinet doet opnieuw een poging om de vastgelopen woningmarkt uit het slop te trekken. Sommige huurders bij wie het water aan de lippen staat krijgen een huurverlaging en er wordt sneller geld ingezet om te kunnen bouwen.

Huren van zogenoemde ’scheefwoners’ die in de knel zitten worden verlaagd. Het gaat dan om huurders van een sociale huurwoning waarbij de huur te hoog is in verhouding tot het inkomen. Scheefgroei komt voor als het inkomen terugvalt of omdat huurders in het verleden een huis toegewezen hebben gekregen dat niet bij hun inkomen past. Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat het naar schatting om 260.000 huurders die in aanmerking komen voor eenmalige huurverlaging. „Gemiddeld komt de huurverlaging neer op 40 euro per maand per huishouden.”

Verduursheffing

Voor woningcorporaties wordt de verhuurdersheffing blijvend met 200 miljoen euro verlaagd. Het geld wordt deels ingezet om de scheefhuurders te compenseren. De rest is bedoeld om de bouw te stimuleren. Voor starters op de woningmarkt geldt dat zij bij het kopen van hun eerste huis geen overdrachtsbelasting te betalen. Dat lag op twee procent. Voor beleggers gaat die overdrachtsbelasting juist omhoog naar acht procent.

Maar niet alleen voor huurders is het steeds moeilijker om een woning te krijgen. Het kabinet heeft grote moeite om aan de eigen bouwdoelstelling te voldoen. Het streven is namelijk om jaarlijks 75.000 nieuwe woningen te bouwen. Er komt 20 miljoen extra euro beschikbaar voor de transformatie van winkels en kantoren tot woningen. Voorgenomen investeringen komen eerder. In 2021 is 450 miljoen euro voor de woningbouw beschikbaar. Vorig jaar werd er door het kabinet al twee miljard euro uitgetrokken, tot op heden is de woningnood daar zeker niet mee opgelost.

BEKIJK MEER VAN; huisvesting en stedenbouw vastgoed Den Haag Binnenlandse Zaken

Paar tientjes huurverlaging voor 260.000 huurders met dure woning

NOS 15.09.2020 Mensen die in een verhoudingsgewijs te dure sociale huurwoning zitten, kunnen toch een huurverlaging verwachten van het kabinet. Vorig jaar was daar al op aangedrongen door belangenorganisaties, maar toen wilde het kabinet daar nog niet van weten. Nu zal het kabinet huurders die hun inkomen deels hebben zien wegvallen éénmalig tegemoet komen.

Zo’n 260.000 huurders gaan daardoor gemiddeld 40 euro huur per maand minder betalen. Het gaat om huurders van een sociale huurwoning van woningcorporaties waarbij de huur te hoog is in verhouding tot het inkomen. De huurverlaging geldt niet voor mensen die in de vrije sector huren.

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken: “Deze huurverlaging is echt gericht op die mensen die te hoge woonlasten hebben en daardoor kwetsbaar zijn voor betaalrisico’s en schulden. Die mensen wil ik hiermee meer financiële ruimte geven, zodat er aan het einde van de maand ook geld overblijft voor andere dingen.”

De maatregel kost zo’n 160 miljoen euro. De verhuurdersheffing die woningcorporaties moeten betalen wordt verlaagd, zodat zij de huurverlaging kunnen doorvoeren. Per saldo blijft de investeringscapaciteit van de sector volgens Ollongren op peil zodat corporaties kunnen blijven doen wat ze moeten doen, zoals het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen en het verduurzamen van huizen.

Vrije sector

De Woonbond reageert positief op de huurverlaging voor mensen in de sociale woningbouw. De belangenorganisatie heeft wel kritiek op het onderscheid dat wordt gemaakt tussen huren in de sociale huursector en in de duurdere vrije sector. Die huurders komen niet in aanmerking voor huurverlaging, terwijl zij juist vaak in veel te dure huizen zitten. “Het zou goed zijn geweest als was besloten om de huurtoeslag ook te verruimen naar mensen in de vrije sector”, zegt Trip.

Hij wijst erop dat door het kabinetsbeleid de particuliere verhuur een opmars heeft gemaakt. Bovendien zijn veel huurders noodgedwongen aangewezen op de vrije sector omdat er te weinig sociale huurwoningen beschikbaar zijn.

BEKIJK OOK;

Vestia wentelt schulden af op huurders

BNN-VARA 12.09.2020 De financiële problemen van woningcorporatie Vestia zijn zo groot dat huurders niet de huurverlaging krijgen waarop ze recht hebben. De corporatie is niet in staat in om de afspraken hierover uit het Sociaal Huurakkoord na te leven. Vestia stelt dat ze de huren niet kan verlagen, omdat die nodig zijn om financieel weer gezond te worden. Dit blijkt uit onderzoek van Kassa dat hier vanavond aandacht aan besteedt.

Het Sociaal Huurakkoord werd vorig jaar gesloten door de Woonbond en Aedes, de vereniging van woningcorporaties, waarvan Vestia lid is. Vestia heeft naar eigen zeggen nog altijd te lijden onder de gevolgen van het derivatenschandaal – een beleggingsaffaire die de corporatie aan de rand van de financiële afgrond bracht – waardoor het de afspraken over het verlagen en bevriezen van de huur niet kan nakomen. Daardoor hebben veel huurders die hierop aanspraak maakten deze zomer in plaats van bevriezing of verlaging juist een huurverhoging gekregen.

Waarborgfonds

Deze situatie is extra saillant omdat Vestia in 2012 nog beloofde dat de financiële problemen op geen enkele manier gevolgen voor de huurders zouden hebben.

De corporatie stelt nu op haar website dat zij zich moet houden aan de strenge regels van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en noemt het een taak van de overheid om lagere inkomens te ondersteunen. Volgens het WSW maakt Vestia echter zelf keuzes in de maatregelen om de financiële problemen op te lossen. Lees de volledige reactie van WSW hier.

De Woonbond die opkomt voor de belangen van huurders vindt het onverteerbaar dat de malaise bij Vestia wordt afgewenteld op de huurder. “Een woningcorporatie hoort zorg te hebben voor haar huurders. Als je een branche brede afspraak maakt om huurders te helpen, moet je die ook nakomen. Er wordt kil gesaneerd over de rug van huurders die hulp nodig hebben”, aldus directeur Zeno Winkels.

Uitzonderlijke situatie

Volgens Aedes is de situatie van Vestia uitzonderlijk. “We vinden het pijnlijk dat de huurders van Vestia nog steeds worden geconfronteerd met het verleden van hun corporatie. Tegelijkertijd hebben we er begrip voor dat het financieel herstel veel voeten in de aarde heeft. Wij raden Vestia aan om in goed overleg met haar huurdersraad te kijken naar de mogelijkheden voor maatwerk.” De volledige reactie van Aedes lees je hier.

De Woonbond daarentegen begrijpt niet waarom Vestia nog lid is van Aedes. Winkels: “Wat doet Vestia nog bij Aedes als ze de gemaakte afspraken niet wil nakomen?” Aedes zet hier tegenover dat het overgrote merendeel van de corporaties de afspraken uit het Sociaal Huurakkoord wel nakomt. 85 procent van de corporaties helpt huurders door de huren te verlagen of bevriezen.

Vestia stelt in haar jaarverslag over 2019 dat ze minimaal 180 miljoen euro nodig heeft om haar werk te kunnen doen. In 2012 werd de noodlijdende corporatie al voor 675 miljoen euro plus rente uit het slop getrokken door andere corporaties. Er zou nu wellicht opnieuw een beroep op de branchegenoten kunnen worden gedaan.

Zaterdagavond schuift de directeur wonen van Vestia, Robert Straver, aan bij Kassa om verder te praten over de problemen van de corporatie.

Kom jij ook in aanmerking voor een lagere huur?

Wil je ook weten of je voor huurverlaging of huurbevriezing in aanmerking komt, zoals afgesproken in het Sociaal Huurakkoord? Vul dan je gegevens in op de website van de Woonbond om daarachter te komen.

Coronacrisis

Vanwege de coronacrisis hebben verhuurders naast de verplichtingen die voortvloeien uit het Sociaal Huurakkoord opdracht gekregen om maatwerk te leveren aan huurders die financiële problemen hebben. Zij zouden bijvoorbeeld kunnen besluiten om tijdelijk de huur te verlagen.

Laat ons vooral weten hoe jouw woningcorporatie reageert op een verzoek om de huur te verlagen of bevriezen, of om maatwerk te leveren vanwege de coronacrisis. We houden graag vinger aan de pols!

Meer over: sociaal huurakkoordvestia

Corporaties: hoge belasting nekt nieuwbouw

AD 11.09.2019 Het extra geld dat het kabinet op Prinsjesdag uittrekt voor de woningmarkt, zet woningcorporaties niet aan tot nieuwbouw en verduurzaming. De corporaties betalen de komende jaren juist honderden miljoenen euro méér belasting, zegt koepel Aedes.

We halen de klimaat­doel­stel­lin­gen niet, waardoor mensen langer in een slecht huis met een hoge gasreke­ning zitten, aldus Marnix Norder, Aedes-voorzitter.

Uit nieuwe cijfers blijkt dat woningcorporaties de komende jaren veel meer kwijt zijn aan belastingen dan eerder was geraamd door het ministerie van Financiën. De extra meevaller voor corporaties die het kabinet op Prinsjesdag aankondigt – een korting van 1 miljard euro op de verhuurdersheffing, uitgesmeerd over tien jaar – valt daarbij in het niet, zegt Aedes-voorzitter Marnix Norder.

Dat heeft verregaande consequenties, waarschuwt Norder. ,,We halen de klimaatdoelstellingen niet, waardoor mensen langer in een slecht huis met een hoge gasrekening zitten, zonder dat ze daar iets aan kunnen doen. En we kunnen elk jaar minder woningen bouwen. Als corporaties zouden we graag elk jaar 30.000 nieuwe woningen bouwen om de crisis op de Nederlandse woningmarkt op te lossen. Maar in 2018 kwamen we niet verder dan 13.000. En dat zal alleen maar minder worden.’’

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Achterhaalde cijfers

De pijn zit in de invoering van ATAD, een Europese belastingrichtlijn. Die zorgt ervoor dat woningcorporaties vanaf dit jaar veel minder rente mogen aftrekken en daardoor meer vennootschapsbelasting betalen.

Het kabinet heeft de Tweede Kamer op basis van oude, achterhaalde cijfers geïnformeerd over de gevolgen die ATAD heeft voor de sociale huursector, zegt Norder. ,,Die cijfers zijn tot wel drie keer lager dan de werkelijkheid van nu. Dat scheelt honderden miljoenen.”

700 miljoen 

Het kabinet schatte in november 2018 dat corporaties dit jaar 244 miljoen euro kwijt zouden zijn aan de nieuwe belasting. Maar uit berekeningen van Aedes – getoetst door accountantsbureau PwC – blijkt dat de corporaties dit jaar een kleine 700 miljoen euro aan vennootschapsbelasting betalen. Dat bedrag loopt volgend jaar verder op door het besluit van het kabinet om de winstbelasting minder sterk te verlagen.

Aedes-voorzitter Norder wil dat er meer geld wordt uitgetrokken om de belastingverhoging te compenseren, zodat corporaties de komende jaren meer kunnen bouwen.

september 17, 2019 Posted by | derde dinsdag september, huur, Huurdersheffing, huurverhoging, miljoenennota 2019, miljoenennota 2020, politiek, prinsjesdag, scheefhuur, scheefhuurder, scheefhuurders, scheefwonen, verhuurdersheffing, woningwet | , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 9

Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 8

AD 18.12.2018

De huurdersorganisatie Woonbond en koepel van woningcorporaties Aedes hebben afspraken gemaakt over de huurverhogingen in de komende drie jaar.

De onderhandelaars hebben in het sociaal huurakkoord afgesproken dat huren van sociale huurwoningen vanaf juli volgend jaar gemiddeld gelijke tred moeten houden met de stijging van de prijzen. De afgelopen jaren mocht de huurstijging daar maximaal 1 procent boven zitten. Vorig jaar bedroeg de inflatie 1,4 procent.

Scheefwonen versus Knelhuren

Verder zijn de partijen het erover eens dat de huren worden bevroren als bewoners een huursom betalen die te hoog is in relatie tot hun inkomen. In sommige gevallen kunnen bewoners ook huurverlaging krijgen als hun inkomen flink gedaald is.

AD 18.12.2018

Woningen zijn niet voor iedereen betaalbaar

Directeur Paulus Jansen van de Woonbond stelt dat er nog steeds te veel huurders zijn die maandelijks moeite hebben de huur te betalen. “De trend dat de huren harder stijgen dan de inflatie en de inkomensontwikkeling van het grootste deel van de huurders moet worden gekeerd.”

Dat wordt namens de woningcorporaties beaamd door Marnix Norder. “Daarom nemen we onze verantwoordelijkheid en matigen we de huurprijzen nog verder.”

Hij voegt eraan toe dat er wel geld nodig is om huizen bij te bouwen of bestaande woningen sneller energiezuinig te maken. Daarom doet Aedes een beroep op het kabinet om die investeringen mogelijk te maken.

Beide partijen stellen dat dit Sociaal Huurakkoord niet eenvoudig tot stand is gekomen. Zo is er veel vraag naar betaalbare huurwoningen, moet er worden geïnvesteerd in duurzaamheid en hebben corporaties last van een toenemende belastingdruk.

Desondanks hebben betaalbare huren de eerste prioriteit, zeggen Aedes en de Woonbond. Hun akkoord moet nog wel worden bevestigd door de aangesloten leden.

Huren 2019

Het gemiddelde aan huurstijgingen bij woningcorporaties mag volgend jaar niet hoger zijn dan maximaal 2,6 procent (1,6% inflatie + 1 procentpunt). Het optrekken van de huur na een verhuizing (huurharmonisatie) telt daarin mee.

Op huishoudniveau mogen in het zogeheten gereguleerde segment de huren met maximaal 4,1 procent stijgen. Voor scheefwoners is dat maximaal 5,6 procent. Het kabinet wil zo de doorstroming van hogere inkomens blijven stimuleren.

De beperkte huursomstijging van 2,6 procent zorgt gemiddeld gezien voor een demping van de huurverhogingen. Huurverhogingen boven dit percentage moeten dan worden gecompenseerd met lagere of geen huurverhogingen.

De maximale huursomstijging geldt niet voor particuliere verhuurders.

De cijfers zijn vandaag door minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) in de Staatscourant gepubliceerd. De maximale huurverhoging is gebaseerd op het vastgestelde inflatiecijfer van 1,6 procent en een opslag van 2,5 procentpunt. Voor scheefwoners is de opslag 4 procentpunt.

Sociaal Huurakkoord 2018

Als de leden van Aedes en de Woonbond het concept Sociaal Huurakkoord 2018 bekrachtigen, dan stellen deze partijen voor om de maximale huursomstijging voor corporaties gelijk te stellen aan inflatie, maar dan exclusief huurharmonisatie, liberalisatie en huurverhogingen wegens verduurzaming.

Voor wijziging van wat in de berekening van de maximale huursomstijging per corporatie per kalenderjaar meetelt en wat niet, moet eerst de wet worden aangepast en dat lukt niet vóór 1 januari 2019.

Daarom kan die afspraak uit het concept Sociaal Huurakkoord nog niet voor 2019 in de wetgeving geregeld worden. Maar corporaties mogen uiteraard in de lijn van het Sociaal Huurakkoord hun huursomstijging in 2019 zoals die nu geldt (inclusief huurharmonisatie) op vrijwillige basis beperken tot minder dan 2,6 procent.

Maximale huurverhoging per woning:

  • 4,1 procent voor huishoudens met een inkomen tot en met 42.436 euro;
  • 5,6 procent voor huishoudens met een inkomen boven 42.436 euro.

Huishoudens van 4 of meer personen en huishoudens waarbij iemand de AOW-leeftijd heeft bereikt, zijn uitgezonderd van de hogere huurverhoging. Dat geldt ook voor bepaalde groepen chronisch zieken en gehandicapten. Voor al deze categorieën geldt een maximale huurverhoging van 4,1 procent.
Voor onzelfstandige woningen (kamers), woonwagens en standplaatsen mag de huur vanaf 1 juli 2019 met maximaal 3,1 procent worden verhoogd.

Woningvoorraad

Bij ruim de helft van alle sociale huisvesters is de voorraad betaalbare woningen in 2017 gekrompen. Dat blijkt uit de Aedes Benchmark 2018.

Bij 149 corporaties is het bezit aan betaalbare woningen gekrompen. Groei was er bij 122 corporaties. Per saldo zijn 17.000 betaalbare woningen verdwenen, een daling van 0,9 procent.

Ook deden corporaties massaal afstand van duurdere sociale huurwoningen (tussen hoge aftoppingsgrens van 635 euro en liberalisatiegrens van 711 euro): 206 corporaties zagen dit deel van het woningbezit afnemen. Slechts 61 corporaties hadden eind 2017 meer van woningen met een huur tussen 635 en 711 euro in bezit in vergelijking met begin 2017. Per saldo tellen de sociale huisvesters 55.000 minder van deze woningen, een daling van 2,6 procent.

Woningstichting Den Helder zag de betaalbare woningvoorraad het snelst krimpen: -18 procent. De corporatie Wierden en Borgen uit Groningen breidde van alle corporaties het snelst uit: +34 procent. Een deel van de nieuwbouw komt daar voor rekening van de versterkingsoperatie in verband met de aardbevingen.Op lange termijn verdwijnen de corporatiewoningen

Aedes verklaart de daling van de beschikbaarheid deels door de eenmalige overheveling van woningen naar de commerciële tak van corporaties. Een gevolg van de nieuwe Woningwet. In totaal zijn er 51.000 woningen tot de liberalisatiegrens uit de zogeheten DAEB-tak (sociale huurwoningen) ondergebracht in de niet-DAEB-tak (commerciële tak).

Na deze administratieve verhuizing zijn de woningen nog steeds in bezit van de corporatie en dus niet direct onttrokken aan de sociale woningvoorraad, benadrukt Aedes. Echter, op lange termijn verdwijnen de meeste woningen wel.

“Als deze overheveling naar niet-DAEB buiten beschouwing wordt gelaten, zou de voorraad tot de hoge aftoppingsgrens met 0,7 procent zijn gegroeid. Bij de totale voorraad tot de liberalisatiegrens zou dat een afname van 0,2 procent zijn geweest”, verantwoordt Aedes de verandering van de sociale huurvoorraad.

De 291 geënquêteerde corporaties (90 procent van alle corporaties) bouwden in 2017 11.900 sociale huurwoningen. Ze kochten 5.000 woningen aan en sloopten er 8.100. Daarnaast werden 8.400 woningen verkocht. Per saldo werden 500 sociale huurwoningen door de corporaties toegevoegd.

Bedrijfslasten per woning 35 euro gestegen

De corporaties moeten zich sinds de in 2015 herziene Woningwet richten op betaalbare woningen. Door oplopende lasten , zoals de verhuurderheffing, is de druk om efficiënter te werken gegroeid. De afgelopen vijf jaar zijn de beïnvloedbare bedrijfslasten totaal met 25 procent gedaald. De niet-beïnvloedbare bedrijfslasten (onder andere verhuurdersheffing) zijn in dezelfde periode met ruim 75 procent gestegen.

De totale bedrijfslasten per verhuureenheid (meestal woning) zijn in 2017 met 35 euro gestegen. De daling van de beïnvloedbare bedrijfslasten komt vrijwel volledig voor rekening van de daling van de personeelskosten met 24 euro.

Onderhoudskosten 16 procent gestegen

In 2017 zijn de kosten voor onderhoud en woningverbetering met 16 procent gestegen (349 euro) naar 2.495 euro per woning. Deze stijging is inclusief prijsindexatie. Oorzaak is een toename van de investeringen in woningverbetering van 210 euro woning (516 miljoen euro) en planmatig onderhoud van 127 euro per woning (312 miljoen euro).

Van de investeringen in woningverbetering wordt een groter aandeel in energetische maatregelen geïnvesteerd. Zo’n 40 procent van de investeringen in woningverbetering (zo’n 268 miljoen euro) is gericht op energetische maatregelen.

Duurzaamheid versus Klimaatakkoord

In 2015 volgde uit de internationale klimaattop in Parijs het ‘Akkoord van Parijs’ dat door 195 landen is ondertekend. Ook Nederland ondertekende dat akkoord en stemde daarmee in de opwarming van de aarde beperken tot ruim onder 2 graden Celsius, met een duidelijk zicht op 1,5 graden Celsius.

Als we de gebouwde omgeving niet sneller duurzamer maken halen we de doelen van het klimaatakkoord niet. Ook de Nederlandse energie zal met het huidige tempo in 2050 niet voor 80 tot 95 procent duurzaam kunnen zijn. De gebouwde omgeving zorgt voor maar liefst 40 procent van de CO2-uitstoot.

Voor kantoren en sociale huurwoningen zijn daarover afspraken gemaakt. Voor koopwoningen gelden die echter nog niet. In de huursector is bovendien een forse inhaalslag nodig, omdat jaarlijks het energielabel van slechts 60.000 huurwoningen – nog geen 3 procent van de woningvoorraad –  verbeterd wordt. Dat concludeert ABN AMRO in ‘Op duurzaamheid kun je bouwen‘.

Het rapport;  Op duurzaamheid kun je bouwen juni 2017 ABN-AMRO

Meer; duurzaamheid woningcorporaties

Meer; plan van aanpak duurzaamheid woningcorporaties

Meer; verduurzaming woningcorporaties

Zie ook; Huurverhoging

Zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 7

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 6

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 5 – Huurder weer in de knel

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 4 – advies commissie Rob van Gijzel

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 3

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 2

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 1

Steeds meer sociale nieuwbouwprojecten financieel onhaalbaar

Aannemers vragen veel geld en een woningcorporatie kan dat niet vertalen in betaalbare huren. De oplossing is kleinere woningen bouwen of slim besparen op de bouwkosten.

NOS 14.02.2019 Woningcorporaties kunnen minder nieuwe woningen bouwen dan ze willen. Dat komt door oplopende bouwkosten en gebrek aan locaties. Nieuwbouwprojecten blijken ook geregeld financieel onhaalbaar door die hogere bouwkosten. Dat zeggen woningcorporaties in antwoord op een enquête van belangenvereniging Aedes.

De woningcorporaties hebben de ambitie om tegen het eind van deze kabinetsperiode jaarlijks 34.000 nieuwe sociale huurwoningen te bouwen, maar daar komen ze nu niet aan toe. Vorig jaar werd met 17.000 nieuwbouwwoningen net de helft gerealiseerd.

Op de plank

Aedes-voorzitter Marnix Norder zegt dat nieuwbouwplannen regelmatig op de plank blijven liggen. Daarom wil hij dat de overheid maatregelen neemt: “Veel mensen zijn naarstig op zoek naar een betaalbare huurwoning; jaren wachten op een huis is geen uitzondering meer. Dus gemeenten, pak de woningnood aan en zorg voor bouwlocaties. En kabinet, neem de regie en maak harde afspraken met gemeenten over het aantal huizen dat er moet komen.”

Een gevolg van stijgende bouwkosten is steeds vaker dat projecten financieel niet rond komen, meldt 29 procent van de woningbouwcorporaties. De stichtingskosten van een woning (wat kost het om een sociale huurwoning te bouwen?) zijn niet meer te vertalen in een aanvaardbare maandhuur waarmee de exploitatie gedekt kan worden.

Goedkoper

Woningcorporatie RWS in Goes vroeg vijf aannemers in te schrijven op de bouw van 130 sociale huurwoningen. De offertes vielen allemaal zo hoog uit dat het onbetaalbaar was voor RWS. Directeur Maarten Sas dreigde zelfs met een bouwstop.

Uit gesprekken met de aannemers bleek dat het systeem van aanbesteden niet meer werkt: aannemers hebben te weinig tijd om een doorwrochte offerte op te stellen en geven risicomijdend een heel hoge prijs op.

Na lang praten heeft directeur Sas kort voor Kerstmis alsnog een akkoord bereikt met twee bouwers, die het project nu een stuk goedkoper kunnen bouwen. “Dat kan doordat we samen meer tijd hebben genomen om te kijken waar je kunt besparen, bijvoorbeeld door beter in te kopen, aan te sluiten bij een bestaand project en andere materialen te kiezen”, aldus Sas.

Kleinere woningen bouwen

De Utrechtse corporatie Portaal loste het anders op. Portaal wilde 130 woningen laten bouwen in Leidsche Rijn en kreeg ook te maken met sterk stijgende prijzen. Reijnder Jan Spits, manager volkshuisvesting: “We zien de kosten van zowel materiaal als personeel erg stijgen.

Een appartement dat hier moet worden gebouwd, kostte een aantal jaar geleden nog 150.000 euro. Inmiddels is dat opgelopen tot 190.000 euro per woning. Een flinke stijging, die maar in beperkte mate door ons kan worden opgevangen”.

Portaal koos ervoor de aanvankelijk geplande drie- en vierkamerwoningen te vervangen door tweekamerwoningen, waardoor het financieel weer haalbaar werd. De bouw start in april. Volgend jaar moeten ze klaar zijn voor verhuur.

Ambities

De Autoriteit Woningcorporaties, de onafhankelijk toezichthouder op de sector, onderschrijft de problemen van de woningcorporaties. Directeur Kees van Nieuwamerongen ziet dat er van woningcorporaties veel tegelijk wordt gevraagd: beschikbaarheid van sociale huurwoningen, betaalbare huren, woningen voor midden-huren en het duurzamer maken van het woningbestand.

“Je kunt maar een paar ambities kiezen, niet allemaal. Die keuze moet door het kabinet en de corporaties gemaakt worden. En ik denk dat die keuze ook gemaakt kán worden”, zegt Van Nieuwamerongen.

De meest genoemde knelpunten bij nieuwbouw van sociale huurwoningen:

46 procent: stijgende bouwkosten

40 procent: tekort aan bouwlocaties

36 procent: gebrek aan inzet vanuit de gemeenten

29 procent: financiële haalbaarheid

20 procent: gebrek aan personeel of grondstoffen

Aan de enquête van Aedes hebben 170 woningcorporaties meegedaan.

Nieuwbouw huurhuizen staat stil

AD 14.02.2019 Uit een enquête onder 171 woningcorporaties blijkt dat zij steeds meer problemen ondervinden bij de nieuwbouw van huurhuizen. ,,Woningcorporaties willen 34.000 huizen per jaar bouwen”, zegt voorzitter Marnix Norder van Aedes, de koepel van corporaties. ,,Maar we komen nu nog maar tot de helft. Ik vind dat onacceptabel, want de woningnood is hoog. Iedereen kent wel een jongere of een gezin in een uitzichtloze situatie doordat ze geen huis kunnen vinden.”

Bijna de helft van de ondervraagde corporaties noemt stijgende bouwkosten als belangrijke belemmering bij de nieuwbouw van huizen. Door een tekort aan personeel in de bouw stijgen de kosten, ook worden bouwmaterialen steeds duurder. Daardoor kan er minder worden gebouwd. 40 procent van de corporaties wijst daarnaast op een tekort aan bouwlocaties.

Bijna net zoveel corporaties vinden dat ze onvoldoende worden gesteund door gemeenten, die bijvoorbeeld te lage percentages sociale huur vastleggen bij nieuwbouwprojecten. ,,Veel mensen zijn naarstig op zoek naar een betaalbare huurwoning”, zegt Norder. ,,Dus gemeenten, pak de woningnood aan en zorg voor bouwlocaties.”

,,Woningcorporaties willen 34.000 huizen per jaar bouwen”, zegt voorzitter Marnix Norder van Aedes, de koepel van corporaties. ,,Maar we komen nu nog maar tot de helft.” © Jacques Zorgman

Ollongren: 75.000 nieuwe woningen

Ook grijpt Norder de uitkomst van de enquête aan voor een oproep aan het kabinet om harde afspraken met gemeenten te maken over het aantal huizen dat erbij moet komen. Minister Kajsa Ollongren van Wonen wil dat tot 2025 jaarlijks 75.000 nieuwe woningen worden gebouwd in Nederland. Dat aantal wordt volgens deskundigen dit jaar bij lange na niet gehaald.

Ongeveer de helft van alle nieuw te bouwen huizen moet door corporaties worden neergezet. Vorig jaar bouwden de corporaties ruim 17.000 woningen, de helft minder dan gewenst.

Volgens Aedes stagneert de bouw van nieuwe huizen ook door de verhuurderheffing, een belasting voor corporaties. Sinds de invoering van deze belasting in 2013 is de nieuwbouw gehalveerd. Naast de gewraakte verhuurderheffing leiden andere extra belastingen tot minder ruimte om te investeren, klaagt Aedes.

Vorig jaar bleek dat mensen gemiddeld bijna negen jaar op een wachtlijst staan voordat ze in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. In sommige gemeenten loopt de wachttijd op tot dertig jaar.

Klimaatakkoord: woningcorporaties motor achter verduurzaming huizen

De eerste afspraken tussen de onderhandelaars zijn nu bekend. Milieuorganisaties zeiden eerder deze maand dat onduidelijk is waar de rekening komt te liggen.

NOS 20.12.2018 Deze kabinetsperiode gaan woningcorporaties al beginnen met het verduurzamen en aardgasvrij maken van woningen. Dat is afgesproken in het klimaatakkoord met gemeenten, bouw- en energiebedrijven. Jaarlijks gaat het om 30.000 tot 50.000 huizen.

“Deze partijen hebben tot uiterlijk 1 april 2019 om zo concreet mogelijk te maken om welke woningen het gaat”, staat in de afspraken die zijn gemaakt aan de klimaattafel. Het is een van de uitkomsten van de onderhandelingen rond het klimaatakkoord, dat morgen officieel wordt gepresenteerd.

Tot nu toe was het probleem dat corporaties meer geld zeiden nodig te hebben dan het kabinet beschikbaar wilde stellen. Dat is nu opgelost: de woningcorporaties krijgen extra middelen naast de eerder toegezegde korting op de verhuurdersheffing van 100 miljoen euro. Via de investeringssubsidie duurzame energie (ISDE), de energie-investeringsaftrek en extra geld voor een wijkgerichte aanpak is er alles bij elkaar bijna een half miljard euro extra beschikbaar.

Als de woningcorporaties op grote schaal beginnen, wordt de techniek om huizen te verduurzamen snel goedkoper, is het idee. De corporaties fungeren dan als startmotor voor de verduurzaming van alle woningen in Nederland.

Gasbelasting

Een andere omstreden maatregel waarover werd gesproken, is de belasting op gas. De lagere inkomens zouden het slachtoffer worden van de energietransitie. Om dat te voorkomen wordt de jaarlijkse teruggave van de energiebelasting de komende vier jaar verhoogd, oplopend tot 65 euro. Een idee dat vorige week nog werd geopperd in de Volkskrant door Gert-Jan Segers, de politiek leider van de ChristenUnie. Later gaat de elektriciteitsbelasting langzaam omlaag.

Ook bestond de vrees dat mensen met een eigen huis veel zouden moeten betalen om hun huis te verduurzamen. In 2021 moeten alle gemeenten hun inwoners vertellen wanneer en hoe ze van het gas af gaan. Dat kan particuliere woningbezitters veel geld kosten. Er komen de komende jaren allerlei regelingen en subsidies om mensen hierbij te ondersteunen. Een belangrijke ontwikkeling is de introductie per 2021 van de gebouwgebonden financiering.

Bij een gebouwgebonden financiering wordt door banken een lening aangeboden die aan het huis hangt in plaats van aan de eigenaar. Net als bijvoorbeeld erfpacht of servicekosten gaat deze lening bij de verkoop van een huis over naar de volgende eigenaar. Om ervoor te zorgen dat deze regeling de kredietwaardigheid van de eigenaar van het huis niet aantast, moet de wet veranderd worden.

Wijken van het gas af

In 2021 moeten alle gemeenten duidelijk hebben gemaakt welke wijken wanneer van het gas af gehaald worden. Afhankelijk hiervan blijft de situatie voor mensen thuis bij het oude of moeten ze ergens in de komende jaren over op elektriciteit of een warmtenet. Dit is bepalend voor de manier waarop mensen hun huis moeten gaan verduurzamen.

De voorzitter van de klimaattafel gebouwde omgeving, Diederik Samsom, zei hier eerder over; “Hol niet allemaal naar de bouwmarkt, trek niet onmiddellijk je cv-ketel van de muur, maar wacht af wat je gemeente gaat doen.” Zo zijn bijvoorbeeld warmtepompen alleen maar geschikt als huizen extreem goed geïsoleerd zijn. Het isoleren van je huis en de aanschaf van zonnepanelen is altijd goed, volgens Samsom.

Bekijk ook;

Milieuorganisaties dreigen Klimaatakkoord niet te tekenen

Minder CO2-uitstoot prima, maar niet ten koste van werk en inkomen

Klimaatplannen te vaag voor doorrekening

Beperkte huurstijging in sociale sector

OmroepWest 18.12.2018 Huurders en woningcorporaties zijn het eens geworden over een gematigde huurstijging in de komende drie jaar. De woonlasten voor huurders mogen in die periode niet boven het inflatiepercentage worden verhoogd.

Aedes en de Woonbond zien betaalbare huren als hun eerste prioriteit. Het akkoord moet nog wel worden bevestigd door de aangesloten leden.

Verder zijn de partijen het erover eens dat de huren worden bevroren als bewoners een huur betalen die te hoog is in relatie tot hun inkomen. In sommige gevallen kunnen bewoners ook huurverlaging krijgen als hun inkomen flink gedaald is.

Moeite met betalen huur

Directeur Paulus Jansen van de Woonbond stelt dat er nog steeds te veel huurders zijn die maandelijks moeite hebben de huur te betalen.

‘De trend dat de huren harder stijgen dan de inflatie en de inkomensontwikkeling van het grootste deel van de huurders, moet worden gekeerd.’

Kabinet moet bijspringen

Dat wordt namens de woningcorporaties beaamd door Marnix Norder. ‘Daarom nemen we onze verantwoordelijkheid en matigen we de huurprijzen nog verder.’

Hij voegt eraan toe dat er wel geld nodig is om huizen bij te bouwen of bestaande woningen sneller energiezuinig te maken. Daarom doet Aedes een beroep op het kabinet om die investeringen mogelijk te maken.

Meer over dit onderwerp: WOONBOND AEDES HUREN SOCIALE WONINGBOUW PAULUS JANSEN MARNIX NORDER

Huurprijs sociale huurwoningen stijgt komende jaren niet harder dan inflatie

NU 18.12.2018 Huurders en woningcorporaties zijn het eens geworden over een gematigde huurstijging in de komende drie jaar. De woonlasten voor huurders mogen in die periode niet boven het inflatiepercentage worden verhoogd.

De belangenvereniging van huurders, de Woonbond, en de koepelorganisatie van woningcorporaties Aedes willen daarmee zekerheid bieden over de betaalbaarheid van woningen in de sociale sector.

Beide partijen stellen dat dit Sociaal Huurakkoord niet eenvoudig tot stand is gekomen. Zo is er veel vraag naar betaalbare huurwoningen, moet er worden geïnvesteerd in duurzaamheid en hebben corporaties last van een toenemende belastingdruk.

Desondanks hebben betaalbare huren de eerste prioriteit, zeggen Aedes en de Woonbond. Hun akkoord moet nog wel worden bevestigd door de aangesloten leden.

Woningen zijn niet voor iedereen betaalbaar

Directeur Paulus Jansen van de Woonbond stelt dat er nog steeds te veel huurders zijn die maandelijks moeite hebben de huur te betalen. “De trend dat de huren harder stijgen dan de inflatie en de inkomensontwikkeling van het grootste deel van de huurders moet worden gekeerd.”

Dat wordt namens de woningcorporaties beaamd door Marnix Norder. “Daarom nemen we onze verantwoordelijkheid en matigen we de huurprijzen nog verder.”

Hij voegt eraan toe dat er wel geld nodig is om huizen bij te bouwen of bestaande woningen sneller energiezuinig te maken. Daarom doet Aedes een beroep op het kabinet om die investeringen mogelijk te maken.

Verder zijn de partijen het erover eens dat de huren worden bevroren als bewoners een huursom betalen die te hoog is in relatie tot hun inkomen. In sommige gevallen kunnen bewoners ook huurverlaging krijgen als hun inkomen flink gedaald is.

Oproep

  • Heb jij maandelijks moeite om de huur te betalen? Deel hieronder in de NUjij-reacties jouw ervaringen.

Lees meer over: Geld economie

Sociale huur volgend jaar minder omhoog

NOS 18.12.2018 De huurdersorganisatie Woonbond en koepel van woningcorporaties Aedes hebben afspraken gemaakt over de huurverhogingen in de komende drie jaar.

De onderhandelaars hebben in het sociaal huurakkoord afgesproken dat huren van sociale huurwoningen vanaf juli volgend jaar gemiddeld gelijke tred moeten houden met de stijging van de prijzen. De afgelopen jaren mocht de huurstijging daar maximaal 1 procent boven zitten. Vorig jaar bedroeg de inflatie 1,4 procent.

Binnen de gemaakte afspraak kunnen corporaties variëren; de huren van kwalitatief goede huizen met een relatief lage huur mogen iets meer stijgen. Die stijging kan maximaal 4,5 procent zijn. De Woonbond verwacht dat dit maar weinig zal voorkomen.

De huren van minder goede huizen met een relatief hoge huur mogen met minder dan de inflatie stijgen.

Maatwerk

In het akkoord krijgen corporaties ook de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Huren van huurders die in relatie tot hun inkomen veel huur betalen, kunnen worden bevroren.

Huurders die meer betalen dan de sociale huurgrens van 710,68 euro per maand en minder gaan verdienen, bijvoorbeeld door ontslag of na pensionering, krijgen een huurverlaging.

“Dat kan tot 250 euro per maand schelen. Dat komt doordat ze ook in aanmerking komen voor huurtoeslag”, zei directeur Paulus Jansen van de Woonbond in het NOS Radio 1 Journaal.

Nederland telt meer dan 2 miljoen sociale huurwoningen. De leden van de Woonbond en Aedes moeten het akkoord nog goedkeuren.

Huurstijging in sociale sector aan banden

AD 18.12.2018 De komende drie jaar mogen de huren in de sociale huursector gemiddeld met niet meer dan de inflatie worden verhoogd. Dat betekent voor veel huurders dat hun huurstijging lager zal zijn dan de laatste jaren. Sommige huren worden zelfs bevroren of verlaagd.

Dat is de uitkomst van maandenlange onderhandelingen tussen de woningcorporaties – vertegenwoordigd in koepel Aedes – en de Woonbond. Die partijen maken vandaag bekend dat zij het eens zijn geworden over een sociaal huurakkoord. De leden van Aedes en de Woonbond moeten binnenkort nog stemmen over dit akkoord.

Als het aan de corporaties en de Woonbond ligt, mogen de huren vanaf juli volgend jaar met niet meer dan de inflatie stijgen. Inflatie is de gemiddelde stijging van consumentenprijzen en lag vorig jaar op 1,4 procent. De afgelopen jaren mocht de huurstijging nog 1 procent bóven inflatie liggen. Dat procent gaat er nu af, wat huurders zo’n 80 euro per jaar kan schelen.

,,Veel huurders hebben het al moeilijk genoeg om de eindjes aan elkaar te knopen”, zegt Aedes-voorzitter Marnix Norder. ,,Daarom nemen we onze verantwoordelijkheid en matigen we de huurprijzen nog verder.”

Huurverlaging

In het akkoord wordt ook opgenomen dat de huur niet wordt verhoogd bij huurders die veel betalen in vergelijking met hun inkomen. Verder kunnen mensen die met hun huur boven de sociale huurgrens van 710 euro zitten en minder zijn gaan verdienen, rekenen op huurverlaging.

,,Er zijn nog steeds te veel huurders die maandelijks moeite hebben de huur te betalen”, zegt Woonbond-directeur Paulus Jansen. ,,De trend moet worden gekeerd dat de huren harder stijgen dan de inflatie. Dat doen we door de huurstijgingen te beperken en in te zetten op het verlagen van woonlasten bij verduurzaming van huurwoningen én door de huurprijzen voor sommige huurders met een laag inkomen te bevriezen of te verlagen.”

Energierekening

Als het aan het kabinet ligt, worden de komende jaren miljoenen huurwoningen in Nederland verduurzaamd. Bij die grootschalige renovaties moet de gemiddelde reële besparing op de energierekening hoger zijn dan de stijging in huur of servicekosten na renovatie. Die afspraak hebben Aedes en de Woonbond ook gemaakt.

De verwachting is dat huurders er bij verduurzaming op die manier op vooruit gaan, doordat de woonlasten dalen. ,,Maar er is natuurlijk ook geld nodig om huizen bij te bouwen en sneller te verduurzamen”, zegt Aedes-voorzitter Norder. ,,We doen een beroep op het kabinet om die investeringen mogelijk te maken.”

De woningcorporaties klagen al langere tijd dat zij vanwege toenemende belastingen weinig financiële ruimte hebben. Daarom is het des te opmerkelijker dat er nu een sociaal huurakkoord ligt. In september liepen de onderhandelingen tussen Aedes en de Woonbond nog vast. Na ingrijpen van minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken gingen de partijen weer om tafel.

Lokaal maatwerk

Ook is afgesproken dat er ‘enige ruimte blijft om lokaal te variëren’. Zo mogen corporaties, huurdersorganisaties en een gemeente straks afspreken om de huur met maximaal 1 procent extra te verhogen, als dat nodig is om in de regio nieuwe huizen te bouwen en de corporatie te weinig geld heeft om dat te kunnen betalen.

Wanneer een nieuwe huurder in een huis komt, kunnen corporaties de huur opnieuw vaststellen. Eerder dit jaar was de Woonbond daar nog tegen, maar vanwege de andere afspraken gaat de bond hier nu toch in mee.

Minister Ollongren is blij met de afspraken. Nadat de leden van Aedes en de Woonbond ermee instemmen, is het huurakkoord officieel. ,,Het is voor huurders goed nieuws dat er nu afspraken komen die aandacht hebben voor de betaalbaarheid”, zegt een woordvoerder van de minister. ,,Ook is het goed dat huurders profiteren van de lagere energierekening die het gevolg is van het energiezuinig maken van huurwoningen.”

Huren 2019: gemiddelde huurverhoging bij woningcorporaties maximaal 2,6 procent

RO 18.12.2018 Het gemiddelde aan huurstijgingen bij woningcorporaties mag volgend jaar niet hoger zijn dan 2,6 procent (1,6% inflatie + 1 procentpunt). Het optrekken van de huur na een verhuizing (huurharmonisatie) telt daarin mee. Op huishoudniveau mogen in het zogeheten gereguleerde segment de huren met maximaal 4,1 procent stijgen. Voor scheefwoners is dat maximaal 5,6 procent. Het kabinet wil zo de doorstroming van hogere inkomens blijven stimuleren.

De beperkte huursomstijging van 2,6 procent zorgt gemiddeld gezien voor een demping van de huurverhogingen. Huurverhogingen boven dit percentage moeten dan worden gecompenseerd met lagere of geen huurverhogingen. De maximale huursomstijging geldt niet voor particuliere verhuurders.

De cijfers zijn vandaag door minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) in de Staatscourant gepubliceerd. De maximale huurverhoging is gebaseerd op het vastgestelde inflatiecijfer van 1,6 procent en een opslag van 2,5 procentpunt. Voor scheefwoners is de opslag 4 procentpunt.

Sociaal Huurakkoord 2018

Als de leden van Aedes en de Woonbond het concept Sociaal Huurakkoord 2018 bekrachtigen, dan stellen deze partijen voor om de maximale huursomstijging voor corporaties gelijk te stellen aan inflatie, maar dan exclusief huurharmonisatie, liberalisatie en huurverhogingen wegens verduurzaming.

Voor wijziging van wat in de berekening van de maximale huursomstijging per corporatie per kalenderjaar meetelt en wat niet, moet eerst de wet worden aangepast en dat lukt niet vóór 1 januari 2019. Daarom kan die afspraak uit het concept Sociaal Huurakkoord nog niet voor 2019 in de wetgeving geregeld worden. Maar corporaties mogen uiteraard in de lijn van het Sociaal Huurakkoord hun huursomstijging in 2019 zoals die nu geldt (inclusief huurharmonisatie) op vrijwillige basis beperken tot minder dan 2,6 procent.

Maximale huurverhoging per woning:

  • 4,1 procent voor huishoudens met een inkomen tot en met 42.436 euro;
  • 5,6 procent voor huishoudens met een inkomen boven 42.436 euro.

Huishoudens van 4 of meer personen en huishoudens waarbij iemand de AOW-leeftijd heeft bereikt, zijn uitgezonderd van de hogere huurverhoging. Dat geldt ook voor bepaalde groepen chronisch zieken en gehandicapten. Voor al deze categorieën geldt een maximale huurverhoging van 4,1 procent.
Voor onzelfstandige woningen (kamers), woonwagens en standplaatsen mag de huur vanaf 1 juli 2019 met maximaal 3,1 procent worden verhoogd.

Zie ook; Huurverhoging

december 18, 2018 Posted by | 2e kamer, huur, Huurdersheffing, huurverhoging, huurwet, politiek, scheefhuur, scheefhuurder, scheefhuurders, scheefwonen, woningwet | , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 8

Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 7

Hoofdpijndossier

De aanpak van scheefwonen is al jaren een hoofdpijndossier. Mensen die te veel verdienen voor een sociale huurwoning kunnen niet uit hun huis worden gezet. Wel worden de laatste jaren steeds meer maatregelen genomen om scheefwoners strenger aan te pakken.

Zo gaf voormalig minister Stef Blok voor Wonen woningcorporaties in 2013 de ruimte om de huren voor hogere inkomens extra te verhogen. In 2018 mogen huurders die onder de inkomensgrens van 41.000 euro zitten niet meer dan 3,9 procent huurverhoging krijgen. Voor scheefwoners – boven de 41.000 euro – is dat 5,4 procent.

Vorig jaar bleek uit onderzoek in opdracht van ING dat deze huurverhoging geen of nauwelijks effect heeft bij het tegengaan van scheefwonen. Zelfs met de maximale huurverhoging is het voor veel huurders goedkoper om te blijven zitten dan door te stromen naar een duurdere huur- of koopwoning.

Huur nog verder omhoog

Het is de vier coalitiepartijen een doorn in het oog: mensen die in een sociale huurwoning blijven terwijl zij daar eigenlijk te veel voor verdienen. Vanmorgen kwamen ze met een plan om het scheefwonen met een flinke huurverhoging aan te pakken.

Voor mensen die tot dan toe 500 euro per maand betalen zou dat dus een huurverhoging van ruim 200 euro per maand (ruim 40 procent) betekenen, meldde het AD vanmorgen.

Telegraaf 29.09.2018

Met die huurverhoging willen ze bereiken dat de scheefhuurders eerder naar de vrije sector of een koopwoning doorschuiven zodat de sociale huurwoningen vrij komen voor mensen voor wie ze bedoeld zijn.

De Woonbond kwam meteen met kritiek, en noemde het een slecht en ondoordacht plan dat huurders te hard treft. In een debat vanmiddag in de Kamer bleken ook oppositiepartijen kritisch, vooral omdat het volgens hen aan woonalternatieven ontbreekt.

Vrije sector

De coalitiepartijen hopen dat zogenoemde scheefwoners – huurders van een sociale huurwoning die meer dan 41.000 euro per jaar verdienen – door de maatregel eerder verkassen naar een huurwoning in de vrije sector of koopwoning. Landelijk wonen in 12 procent van de sociale huurwoningen scheefwoners.

Huur in één keer fiks omhoog

Kortom, in de praktijk betekent dat voor een stel dat nu 500 euro per maand betaalt, en gezamenlijk bijvoorbeeld 100.000 euro verdient, de huur in één jaar met ruim 40 procent omhoog zou kunnen naar 710 euro. ,,Nu wordt de huur met hele kleine stapjes verhoogd. Wij zeggen: die stap moet je in één keer maken”, zegt Ronnes.

Echter, het plan van de coalitiepartijen werkt dus ook de andere kant op: de huur moet versneld omláág kunnen als het gezinsinkomen daalt, bijvoorbeeld wanneer de kostwinner werkloos wordt. De coalitiepartijen vragen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken om met de woningcorporaties en huurdersorganisaties afspraken te maken.

AD 28.09.2018

AD 28.09.2018

Oneerlijk

PvdA-Kamerlid Nijboer noemt het plan “een harde klap, midden in het gezicht van de middeninkomens”. Hij vindt het onbegrijpelijk en onfatsoenlijk om “niets te doen aan het woningtekort”, maar wel de huren in een aantal gevallen met 40 procent te verhogen.

Ook directeur Jansen van de Woonbond spreekt van een ondoordacht en slecht plan. Volgens hem is er sprake van de zoveelste greep in de achterzak van huurders in korte tijd.

Doorverhuur

De particuliere huursector is na een jarenlange krimp de afgelopen jaren sterk  gegroeid. In toenemende mate worden woningen gekocht om ze vervolgens weer te gebruiken voor doorverhuur. Die praktijk, aangeduid met de Engelse term “buy-to-let“, is tussen 2006 en 2016 met 75 procent toegenomen.

Waarom blijven scheefwoners zitten in sociale huurwoning, ondanks huurverhogingen ????

Eén van de grote problemen op de Nederlandse woningmarkt is het gebrek aan betaalbare woningen op de vrije huurmarkt. Overheidsprikkels om ‘scheefwoners’ op de sociale huurmarkt richting de vrije markt te sturen, blijken niet te werken.

AD 06.12.2018

AD 06.12.2018

Telegraaf 06.12.2018

Dat concluderen economen van ING in een recent gepubliceerde analyse van de Nederlandse huurmarkt.

De Nederlandse overheid beïnvloedt de woningmarkt met twee grote subsidiestromen: huizenkopers profiteren van de hypotheekrenteaftrek; en mensen met lage inkomens profiteren van huursubsidie en de ruime beschikbaarheid van sociale huurwoningen, waar maximale huren begrensd zijn.

Gevolg van dit beleid is dat middeninkomens die geen overheidssteun krijgen, klem komen te zitten op de vrije huurmarkt. Daar is het aanbod beperkt en zijn huurprijzen relatief hoog.

Eén van de dingen die de overheid probeert, is doorstroming op de huurmarkt te stimuleren door scheefwoners – mensen met een sociale huurwoning die in de loop van de tijd meer zijn gaan verdienen – te belasten met inkomensafhankelijke huurverhogingen.

Hogere huren helpen niet tegen scheefwonen

ING heeft onderzoek gedaan naar het effect van die huurverhogingen, en het blijkt dat die nauwelijks invloed hebben op het verhuisgedrag van scheefwoners.

De economen van ING noemen vier redenen waarom scheefwoners zo weinig animo tonen om uit sociale huurwoningen te vertrekken, als ze meer gaan verdienen.

  • Verandering van inkomen heeft een veel kleinere invloed op verhuisgedrag dan zogenoemde ‘life events’, zoals het krijgen van kinderen of een baan in een andere stad.
  • Oudere scheefwoners verhuizen niet. In tegenstelling tot jonge scheefwoners die bijvoorbeeld door de komst van kinderen geprikkeld worden om een andere, grotere woning te zoeken, voelen scheefwonende 35-plussers veel minder prikkels om te verkassen.
  • Alternatieven zijn onaantrekkelijk: scheefwoners hebben in principe twee opties, een huis kopen of gaan huren op de vrije markt. Maar zeker in de Randstad waar de huizenmarkt erg krap is, zijn beide alternatieven problematisch. In het rapport concluderen de economen van ING over scheefwoners:“Ook de vrijehuursector is in deze gespannen markten vaak onbereikbaar. Huren beginnen daar meestal pas bij 1000 euro. Een corporatiehuurder die nu 700 euro aan huur betaalt, is pas na tien jaar (!) van maximale huurverhogingen (4% + inflatie) goedkoper uit wanneer hij verhuist naar zo’n woning”
  • “Voor een koopwoning komen zij vaak niet in aanmerking, omdat hun inkomen te laag is of omdat ze een flexibel arbeidscontract hebben”
  • Huurders sparen relatief weinig. Jonge huurders willen vaak graag een koopwoning hebben, maar deze groep heeft vaak weinig spaargeld. En dat is nodig om de aankoopkosten van een woningen mede te kunnen financieren.

Te weinig aanbod van huurwoningen op de vrije markt

Het lijkt er dus op of er aan andere knoppen gedraaid moet gaan worden, om echt verandering te brengen op de Nederlandse woningmarkt.

Eén van de belangrijkste opties daarbij is vergroting van het aanbod van woningen op de vrije huurmarkt. Want dat aandeel is relatief laag in Nederland, zo blijkt uit onderstaande grafiek.

BEKIJK OOK;

Woningcorporaties: belastingmaatregel van tafel, anders huren omhoog NOS 03.10.2018

Meer nieuwbouw, maar tekort aan betaalbare huurwoningen blijft NOS 07.02.2018

Zie ook:

Krapte op de woningmarkt in Nederland

4 redenen waarom scheefwoners blijven zitten in sociale huurwoning …

Steeds meer ‘dure scheefwoners’ op huurmarkt

Woonbond: minder ‘scheefwoners’ dan gedacht

Bent u scheefwoner? Doe vandaag nog een briefje de deur uit

Meer voor scheefwoners

 

Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volgende

 

Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volgende

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 6

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 5 – Huurder weer in de knel

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 4 – advies commissie Rob van Gijzel

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 3

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 2

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 1

zie ook: Scheefhuurders en Knelhuurders – de Nasleep

zie ook:Het lot van de Scheefhuurders – deel 3

zie ook: Het lot van de Scheefhuurders – deel 2

zie ook: Het lot van de Scheefhuurders – deel 1

zie dan ook: Het scheefwonen van Henk en Ingrid – deel 3

en zie verder ook: Met ook het Haags betaalbare wonen op weg naar 21.03.2018

zie dan ook nog: Geert Wilders PVV – Het scheefwonen van Henk en Ingrid – deel 2

en zie verder dan ook: Geert Wilders PVV – Het scheefwonen van Henk en Ingrid – deel 1

lees: Ollongren: ‘We moeten niet te voorzichtig zijn’ BB 02.10.2018

Kabinet kijkt naar fors hogere huur voor scheefwoner

AD 09.11.2018 Het kabinet gaat onderzoeken of mensen die te veel verdienen voor hun sociale huurhuis – met een inkomen vanaf twee keer modaal – een forse huurverhoging moeten krijgen. Daarmee wil de coalitie scheefwoners aanpakken.

Minister Kajsa Ollongren (D66, Binnenlandse Zaken) is ‘graag bereid’ een motie uit te voeren van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. In die motie vragen de partijen om te bezien of de huur van extreme scheefwoners snel omhoog kan, om hen zo te dwingen op zoek te gaan naar een koophuis of particulier huurhuis.

Nu is het nog zo dat scheefwoners – huurders die meer dan 41.000 euro per jaar verdienen – jaarlijks niet meer dan 5,4 procent huurverhoging mogen krijgen. Als het aan de regeringspartijen ligt, gaat de huur van mensen die 75.000 euro bruto per jaar of meer verdienen in één klap omhoog naar de maximale maandhuur die bij de woning past, oplopend tot de huurliberalisatiegrens van 710 euro per maand.

‘Goedkope huurwoning bezet’

,,Het kan niet zo zijn dat woningzoekenden die lang op de wachtlijst staan en recht hebben op een sociale huurwoning, worden opgehouden door mensen die met een te hoog inkomen een goedkope huurwoning bezet houden’’, zei CDA-Kamerlid Erik Ronnes eind september bij de introductie van het plan.

,,Woningcorporaties moeten zich kunnen beperken tot hun kerntaak: het huisvesten van mensen met een kleine portemonnee’’, vindt VVD’er Daniël Koerhuis. ,,Als een bewoner van zo’n woning ineens meer gaat verdienen is dat prachtig. Daar moet alleen wel tegenover staan dat je dan op zoek gaat naar een meer passende woning in het middensegment.’’

Minister Ollongren zegt toe om met de corporatiesector en de huurdersorganisaties om tafel te gaan om het voorstel verder uit te werken. De introductie van het plan leidde eind september tot ophef. Volgens de Woonbond hebben veel scheefwoners nu geen mogelijkheid om door te stromen naar een koophuis of particuliere huurwoning.

PvdA: “Misstanden door verhuren van gekochte woningen moet stoppen”

Den HaagFM 30.09.2018 De PvdA in de gemeenteraad wil actie tegen “een groeiend probleem in Den Haag”; woningen die niet worden gekocht om in te wonen, maar om direct verder te verhuren. “Soms voor familie of kinderen, vaker om er geld aan te verdienen. Veel geld aan te verdienen.”

Deze constructie, genaamd ‘buy-to-let’, zorgt er volgens fractievoorzitter Martijn Balster voor dat huurprijzen de pan uit rijzen, waardoor beleggers profiteren van de krapte op de woningmarkt ten koste van alle woningzoekenden die het nakijken hebben. “De enorm hoge huurprijzen zijn ons een doorn in het oog, maar het zorgt ook nog eens voor verloedering van de wijk, illegale situaties als overbewoning waar we geen zicht op hebben en verslechtering van de sociale cohesie.”

Balster zegt veel meldingen te hebben ontvangen van bewoners en betrokken organisaties uit de stad over koopwoningen die door beleggers worden opgekocht. “Deze huisjesmelkers profiteren ten koste van woningzoekenden in de stad. Deze woningzoekenden zijn machteloos doordat de beleggers hun gang kunnen gaan. Dit moet stoppen.”

Gerelateerd;

PvdA wil meer zelfstandige woningen voor vluchtelingen 10 november 2016

VERKIEZINGEN 2010: Verschillen PvdA en VVD in debat (met audio) 2 februari 2010

PvdA wil opheldering over verdwenen huurwoningen 12 september 2008

Archiefbeeld ter illustratie © ANP

Gemeenteraad buigt zich over prijsopdrijving huurwoning

AD 27.09.2018 Gemeenteraadsleden van Den Haag praten vanavond in het stadhuis over het fenomeen ‘buy to let’. Die trend loopt volgens de PvdA, initiator van de avond, de spuigaten uit in de stad.

Vastgoedeigenaren kopen steeds meer panden op om de woningen vervolgens voor torenhoge prijzen in de verhuur te doen.,,Deze constructie zorgt ervoor dat huurprijzen de pand uit rijzen. Beleggers profiteren van de krapte op de woningmarkt ten koste van alle woningzoekenden die het nakijken hebben’’, aldus Martijn Balster, fractievoorzitter van de PvdA.

,,De hoge huurprijzen zijn ons een doorn in het oog en het zorgt ook nog eens voor verloedering van de wijk, illegale situaties als overbewoning waar we geen zicht op hebben en verslechtering van de sociale cohesie.’’

Hoofdprijs

De partij zegt dat het veel meldingen kreeg van bewoners en betrokken organisaties uit de stad over koopwoningen die door beleggers worden opgekocht met als enige doel om van de woningen appartementen te maken en deze voor de hoofdprijs te verhuren.

Volgens de PvdA kopen niet alleen vastgoedbedrijven, maar ook steeds meer particulieren een tweede of derde woning als beleggingsobject.

Huizen als beleggingsobject

Voor de zomer werd bekend dat 20 procent van de verkochte woningen in de stad naar beleggers gaan. Te veel en  heel verontrustend. Gisteren liet de raad zich op mijn initiatief bijpraten over het fenomeen ‘buy to let’: kopen om te verhuren. De problemen lijken nog groter dan gedacht, en dit is slecht voor de prijsontwikkeling en voor de leefbaarheid van wijken en buurten. Het stadsbestuur moet dus aan de slag, want er zijn duidelijk maatregelen te verzinnen, zeker tegen malafide huiseigenaren. Wil je meer weten? Kijk hier de werkbespreking terug.

Vanavond zijn er sprekers van onder andere het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag en Vastgoedbelang.

Scheefhuurders: ‘We worden weggezet als een stel misdadigers’

AD 26.09.2018 Het plan om scheefhuurders, mensen die volgens hun inkomen niet thuishoren in een sociale huurwoning, harder aan te pakken, stuit op felle weerstand.

Vandaag had een feestdag moeten zijn voor Bea en Hans de Bruin uit Breukelen. Hans is  66 geworden en dus officieel met AOW. ,,De tranen biggelen nog net niet over mijn wangen, en nee dat is niet van blijdschap”, zegt de 63-jarige Bea.

Lees ook

Scheefwoner gaat veel meer betalen voor zijn huurwoningLees meer

Het feestje in huize De Bruin wordt overschaduwd door de aankondiging dat scheefwoners straks een fikse huurverhoging kunnen verwachten. ,,Dit nieuws komt echt hard binnen”, aldus Bea, een van die vele honderdduizenden scheefhuurders in ons land.

Zij en haar man wonen al veertien jaar in een sociale huurwoning. Haar partner is de laatste jaren beter gaan verdienen als beveiliger bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarmee zijn ze (met een inkomen van ruim boven de 41.000 euro) te rijk voor een sociale huurwoning. Om die reden is de huur de afgelopen jaren al aardig opgetrokken: naar 750 euro per maand.

0Wat ik zo erg vind, is dat wij worden neergezet als een stel misdadigers. Van die schofterige mensen die huurwoningen voor andere mensen bezet houden omdat wij zo nodig goedkoop willen wonen. Maar we zijn gewoon keurige burgers. We betalen alle rekeningen op tijd en gedragen ons fatsoenlijk”, reageert ze geëmotioneerd.

Slaatje slaan 

Het verhaal van veel scheefwoners ligt een stuk genuanceerder dan de ‘rijke huurder die bewust een slaatje slaat uit sociale huurwoningen’, wil ze maar zeggen. Bea en haar man bijvoorbeeld hebben vaak een poging gedaan om een ander huur- dan wel koophuis te vinden: ,,Er is geen onwil. Wij willen juist graag weg uit dit huis, weg uit deze buurt. En wij zijn echt niet de enige hier in de wijk. Het probleem is: we kunnen geen kant op.”

,,Kijk maar om je heen, er zijn nauwelijks beschikbare en betaalbare woningen. Mijn man zei vanochtend ‘nou, dan moeten we misschien maar naar Almelo verhuizen’. Naar Almelo?! Daar heb je nog betaalbare huizen. Maar ja, ons hele leven ligt hier. Onze kinderen en vrienden wonen in de omgeving. Wat als we straks iets gaan mankeren, dan zijn onze kinderen ook niet meteen in Almelo.”

Waarom ze in die afgelopen jaren nooit iets hebben gekocht? Ook dat bleek nog niet eenvoudig, hebben ze ervaren. ,,Ik heb darmkanker gehad en door allerlei gezondheidsklachten werd een levensverzekering bijna onbetaalbaar. Bovendien hadden we vier studerende kinderen en mijn man werkte als enige. Dan maak je bepaalde financiële afwegingen.”

Die voorzichtigheid keert zich nu tegen hen, vindt Bea. ,,Hadden we dan drie jaar geleden moeten gaan huren boven de 900 euro, wetende dat mijn man binnenkort met pensioen zou gaan en ons inkomen zou teruglopen? Moet je je eens voorstellen hoe ons financieel plaatje er dan uit zou zien? 750 euro is nu al een heel fors bedrag voor ons.”

Bea de Bruin is niet de enige die zich door de politiek aangevallen voelt. Angele Bakkers (58 jaar) uit Hilversum maakt hetzelfde punt: ,,We worden als scheefhuurders bijna gecriminaliseerd terwijl wij gewoon hardwerkende mensen zijn met een gewoon inkomen.”

Haar man is 63 en werkt in een tapijtfabriek, zij in de ggz. Tezamen verdienen ze zo’n 48.000 euro bruto. ,,Als we straks allebei zijn uitgewerkt, hebben we een heel ander financieel plaatje. Moeten we dan de laatste jaren opeens gaan verhuizen. En: vertel ons dan eens waarheen? Er is hier in de buurt geen betaalbare huurwoning te vinden. En een koopwoning? Denk je dat we op onze leeftijd nog een hypotheek krijgen?!”

Karikatuur 

De Woonbond is al even onthutst over de plannen van de coalitie om de scheefhuurders harder aan te pakken. ,,Er wordt een karikatuur gemaakt van mensen in de sociale huursector. Alsof in al die huizen mensen zitten die 90.000 euro verdienen. We weten al jaren dat er een grote groep huishoudens vastzit in zijn sociale huurwoning. Kopen is te duur voor ze, huren in de vrije sector ook. Door alle huurverhogingen van de afgelopen jaren zijn ze nu al vaak een fors bedrag van hun inkomen kwijt aan huur”, luidt de reactie van de vereniging van huurders.

Aedes, belangenbehartiger van de woningcorporaties, is vooral kritisch op het voorstel om ‘in één klap de huur voor scheefhuurders op te trekken naar 710 euro’. ,,De vraag is hoe verantwoord zo’n maatregel is?” reageert een zegsman. Daarnaast zet de vereniging vraagtekens of dit plan de doorstroming daadwerkelijk op de woningmarkt op gang helpt. ,,Mensen willen wel naar het middensegment, maar het aanbod is gering en hypotheek voor een koopwoning kunnen ze niet betalen.”

Voor de familie De Bruin wordt deze dag er niet beter op: met het bereiken van de AOW-leeftijd van Hans daalt straks het inkomen, maar de hoogte van de huur gaat zeker niet omlaag. Bea: ,,We zouden bij wijze van spreken moeten verhuizen naar een ander huis om een huur te krijgen die dan passend is bij ons inkomen. Dit maakt je toch verdrietig: zoveel onkunde en onwetendheid in Den Haag.”

Scheefwonersplan stuit op grote weerstand en blijkt nog weinig concreet

NOS 26.09.2018 Het is de vier coalitiepartijen een doorn in het oog: mensen die in een sociale huurwoning blijven terwijl zij daar eigenlijk te veel voor verdienen. Vanmorgen kwamen ze met een plan om het scheefwonen met een flinke huurverhoging aan te pakken.

Met die huurverhoging willen ze bereiken dat de scheefhuurders eerder naar de vrije sector of een koopwoning doorschuiven zodat de sociale huurwoningen vrij komen voor mensen voor wie ze bedoeld zijn.

De Woonbond kwam meteen met kritiek, en noemde het een slecht en ondoordacht plan dat huurders te hard treft. In een debat vanmiddag in de Kamer bleken ook oppositiepartijen kritisch, vooral omdat het volgens hen aan woonalternatieven ontbreekt.

“Onvoorstelbaar dat u dit wilt doen” zei PvdA-Kamerlid Nijboer. Volgens Nijboer gaat het uiteindelijk maar om een kleine groep veelverdieners. De rest van de mensen die te veel verdienen voor een huurwoning hebben volgens Nijboer meer een “middeninkomen”. Zij zitten door woningtekorten en doorstroomproblemen “vast” en kunnen “geen kant op”, aldus het Kamerlid. Er zijn volgens hem veel te weinig woningen voor deze groep, en daarom zijn de plannen wat hem betreft “asociaal”.

Vaagheid

Op vragen aan de coalitie over de details van het plan, is kwamen weinig concrete antwoorden. Wanneer is iemand een veelverdiener? Hoeveel meer huur moet hij of zij dan gaan betalen? Coalitiepartijen legden het verschillend uit of hadden geen antwoord.

Volgens CDA-Kamerlid Ronnes gaat het om “extreme gevallen van inkomens boven een ton”. D66-Kamerlid Van Eijs sprak van een stapsgewijze verhoging voor mensen van “flink boven de 41.000”. De Christen Unie wilde geen cijfers noemen, de VVD weer wel: Kamerlid Koerhuis vindt dat het voor iedereen vanaf 41.000 moet gelden.

PVV-Kamerlid Kops sprak van een plan dat van “vaagheid aan elkaar” hangt. Denk-Kamerlid Azarkan noemde het een “proefballonnetje”.

Voorzitter ik voel een beetje een Dijkhoffje aankomen. Er wordt groots en meeslepend in een krant een voorstel gedaan. Er komt kritiek op. Het blijkt dan misschien alleen te gaan om mensen die veel meer dan een ton verdienen. Ja als dat voorpaginanieuws is. Zo lust ik er nog wel een paar, aldus Henk Nijboer (PvdA) .

De PvdA verweet de coalitie de plannen te hebben opgeklopt door het ’s ochtends groots aan te kondigen terwijl er in het debat weinig van overbleef, weinig duidelijk werd en het uiteindelijk waarschijnlijk maar om een kleine groep gaat.

Toen de oppositie vroeg het plan te mogen zien bleek er niets op papier te staan. Daarop vroeg VVD-Kamerlid Koerhuis een schorsing aan., waarna de coalitie met lege handen bleek te staan.

41.000 euro of 100.000 euro. Daar zit nogal wat tussen, aldus Farid Azarkan, Denk.

Wel is er dus overeenstemming binnen de coalitie dat er echt iets aan het scheefhuren moet gebeuren. Minister Ollongren beloofde- nu er nog geen akkoord is tussen corporaties en woonbond over sociale huur- met de partijen in gesprek te gaan. Ze zal de geluiden uit de Kamer in die gesprekken meenemen.

Video afspelen

Scheefwoners aanpakken, maar hoe?

Het plan van de vier coalitiepartijen om scheefwonen fors aan te pakken kan op veel kritiek van oppositiepartijen rekenen, het plan blijkt ook nog weinig concreet.

Coalitie wil scheefwoners harder aanpakken

NOS 26.09.2018 Mensen die in een sociale huurwoning blijven terwijl zij daar eigenlijk te veel voor verdienen, moeten een flinke huurverhoging krijgen, vinden de vier coalitiepartijen in de Tweede Kamer.

De huur voor een sociale huurwoning mag nu met maximaal 5,4 procent per jaar stijgen. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie willen dat dit sneller kan.

In “extreme gevallen”, waarin mensen in een sociale huurwoning een inkomen van 80.000 tot 100.000 euro hebben, moet het zelfs mogelijk worden om de huur in één keer op te schroeven naar de maximale huurprijs van 710 euro per maand.

Voor mensen die tot dan toe 500 euro per maand betalen zou dat dus een huurverhoging van ruim 200 euro per maand (ruim 40 procent) betekenen, meldde het AD vanmorgen.

Vrije sector

De coalitiepartijen hopen dat zogenoemde scheefwoners – huurders van een sociale huurwoning die meer dan 41.000 euro per jaar verdienen – door de maatregel eerder verkassen naar een huurwoning in de vrije sector of koopwoning. Landelijk wonen in 12 procent van de sociale huurwoningen scheefwoners.

PvdA-Kamerlid Nijboer noemt het plan “een harde klap, midden in het gezicht van de middeninkomens”. Hij vindt het onbegrijpelijk en onfatsoenlijk om “niets te doen aan het woningtekort”, maar wel de huren in een aantal gevallen met 40 procent te verhogen.

Ook voorzitter Jansen van de Woonbond spreekt van een ondoordacht en slecht plan. Volgens hem is er sprake van de zoveelste greep in de achterzak van huurders in korte tijd.

Aedes, de koepel van woningcorporaties, zegt dat het voor scheefhuurders vaak moeilijk is om door te stromen. “Het aanbod in de vrije sector is beperkt. Woningen met een huur onder de 1000 euro zijn moeilijk te vinden”, zegt een woordvoerder. “Geschikte koopwoningen zijn vaak niet betaalbaar en het is moeilijk voor deze mensen om een hypotheek te krijgen.”

De Tweede Kamer spreekt vanmiddag over huuraangelegenheden.

Bekijk ook

Woonbond krijgt deksel op neus: ‘gluurverhoging’ mag

Woningzoekenden zonder urgentieverklaring vissen steeds vaker achter het net

Steeds meer huurders in te dure woningen, steeds minder in te goedkope

Huurwoningen in vrije sector duurder en duurder, ook buiten grote steden

Scheefwo­ner gaat veel meer betalen voor zijn huurwoning

AD 26.09.2018 Mensen die te veel verdienen voor hun sociale huurhuis moeten fors meer huur gaan betalen. De huurstijging kan oplopen tot enkele honderden euro’s per maand. Op die manier willen de regeringspartijen hen dwingen te verhuizen.

Nederland telt honderdduizenden scheefwoners: mensen die eigenlijk te veel verdienen voor het sociale huurhuis waar ze in wonen. Regeringspartijen CDA, VVD, D66 en ChristenUnie stellen vandaag voor om die huurders een fikse huurverhoging te geven, waardoor ze sneller op zoek gaan naar een koophuis of een particulier huurhuis.

,,Het kan niet zo zijn dat woningzoekenden die lang op de wachtlijst staan en recht hebben op een sociale huurwoning, worden opgehouden door mensen die met een te hoog inkomen een goedkope huurwoning bezet houden”, zegt CDA-Kamerlid Erik Ronnes. ,,Dat frustreert de doorstroming en zorgt ervoor dat de woningmarkt niet goed functioneert.”

Nu is het nog zo dat scheefwoners – die meer dan 41.000 euro per jaar verdienen – jaarlijks niet meer dan 5,4 procent huurverhoging mogen krijgen. De coalitiepartijen willen de huurprijs voor scheefwoners in één klap verhogen naar de maximale maandhuur die bij de woning past, oplopend tot de huurliberalisatiegrens van 710 euro per maand.

Huur in één keer fiks omhoog

In de praktijk betekent dat voor een stel dat nu 500 euro per maand betaalt, en gezamenlijk bijvoorbeeld 100.000 euro verdient, de huur in één jaar met ruim 40 procent omhoog zou kunnen naar 710 euro. ,,Nu wordt de huur met hele kleine stapjes verhoogd. Wij zeggen: die stap moet je in één keer maken”, zegt Ronnes.

Het plan van de coalitiepartijen werkt ook de andere kant op: de huur moet versneld omláág kunnen als het gezinsinkomen daalt, bijvoorbeeld wanneer de kostwinner werkloos wordt. De coalitiepartijen vragen minister Ollongren van Binnenlandse Zaken om met de woningcorporaties en huurdersorganisaties afspraken te maken.

,,Woningcorporaties moeten zich kunnen beperken tot hun kerntaak: het huisvesten van mensen met een kleine portemonnee”, zegt VVD’er Daniël Koerhuis. ,,Als een bewoner van zo’n woning ineens meer gaat verdienen is dat prachtig. Daar moet alleen wel tegenover staan dat je dan op zoek gaat naar een meer passende woning in het middensegment.”

,,Als de buurvrouw opeens een ton per jaar verdient, dan mag zij ook meer huur betalen voor de sociale huurwoning”, vindt D66-Kamerlid Jessica van Eijs. ,,Daarmee kunnen andere huren laag blijven.”

Hoofdpijndossier

De aanpak van scheefwonen is al jaren een hoofdpijndossier. Mensen die te veel verdienen voor een sociale huurwoning kunnen niet uit hun huis worden gezet. Wel worden de laatste jaren steeds meer maatregelen genomen om scheefwoners strenger aan te pakken.

Zo gaf voormalig minister Stef Blok voor Wonen woningcorporaties in 2013 de ruimte om de huren voor hogere inkomens extra te verhogen. In 2018 mogen huurders die onder de inkomensgrens van 41.000 euro zitten niet meer dan 3,9 procent huurverhoging krijgen. Voor scheefwoners – boven de 41.000 euro – is dat 5,4 procent.

Vorig jaar bleek uit onderzoek in opdracht van ING dat deze huurverhoging geen of nauwelijks effect heeft bij het tegengaan van scheefwonen. Zelfs met de maximale huurverhoging is het voor veel huurders goedkoper om te blijven zitten dan door te stromen naar een duurdere huur- of koopwoning.

Vrije sector onbereikbaar

In de grote steden is een schreeuwend te kort aan huurwoningen in de vrije sector. Daardoor ligt de huur al gauw hoger dan 1000 euro per maand. Dat is fors meer dan de maximale huurprijs van 710 euro per maand in de sociale huursector. Scheefwoners komen bovendien lang niet altijd in aanmerking voor een koophuis, bijvoorbeeld omdat ze zzp’er zijn of omdat ze te weinig verdienen om een hypotheek te kunnen krijgen.

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken moet van de coalitiepartijen in gesprek met corporatiekoepel Aedes en huurdersorganisatie Woonbond om afspraken te maken over de strengere aanpak van scheefwonen. Onderhandelingen over een nieuw sociaal huurakkoord tussen Aedes en de Woonbond zijn vorige week geklapt. ,,Bij definitief uitblijven van een akkoord verandert de situatie pas als de wetten en regels worden gewijzigd”, schrijft Ollongren aan de Tweede Kamer.

Volgens de regeringspartijen blijft ‘lokaal maatwerk’ bij de aanpak van scheefwonen belangrijk. ,,De situatie in Amsterdam is wezenlijk anders dan in een krimpregio”, zegt CDA’er Ronnes.

Is de stad straks alleen nog voor de rijken?

Coalitie wil dat scheefwoners meer gaan betalen voor huurwoning

NU 26.09.2018 Mensen die in een sociale huurwoning blijven wonen terwijl zij daar eigenlijk te veel voor verdienen, krijgen mogelijk een flinke huurverhoging voor de kiezen. Dat staat in een voorstel van de vier coalitiepartijen in de Tweede Kamer, zo bevestigt D66 na een bericht in het AD.

De huur voor een sociale huurwoning, bedoeld voor mensen die tot 41.000 euro per jaar verdienen, mag nu nog met maximaal 5,4 procent per jaar stijgen. Het kan daardoor jaren duren voordat een scheefhuurder de maximale huur betaalt die bij zijn woning past.

De regeringspartijen willen dat dit sneller gaat. Het moet in extreme gevallen, bijvoorbeeld als iemand 100.000 euro of meer per jaar verdient, zelfs mogelijk worden de huur in één keer op te schroeven naar dat maximum. De huurverhoging kan dan oplopen tot enkele honderden euro’s per maand.

Het idee valt niet goed bij de directeur van de Woonbond. Volgens hem kunnen veel middeninkomens geen huur boven de sociale huurgrens betalen. “Het is absurd deze mensen hun betaalbare huurwoning uit te jagen”, stelt Paulus Jansen.

“Vanuit politiek Den Haag is er van alles gedaan om de sociale huursector te verkleinen. Het slaat nergens op om dan huurders met een bescheiden middeninkomen de schuld te geven van lange wachtlijsten. Den Haag zou zich moeten buigen over de dure scheefheid, het aantal huurders dat in een te dure sociale huurwoning woont.”

Nederland telt enkele honderdduizenden scheefwoners

Er zijn enkele honderdduizenden scheefwoners in Nederland. Doordat zij een gesubsidieerde huurwoning bezet houden waar zij eigenlijk geen recht op hebben, zijn er te weinig huizen voor mensen die wel van de sociale huur afhankelijk zijn. Woningcorporaties kunnen ze echter niet uit huis zetten.

Een flink hogere huur moet voor die groep een aansporing zijn om te verkassen naar een huurhuis in de vrije sector of om een eigen woning te kopen. De huur kan met deze maatregel meteen verhoogd worden naar 710 euro per maand, de maximale huurprijs.

Als het inkomen boven de 41.000 euro is gestegen, dan mag de huur wel boven de huurgrens stijgen. De maximale huur wordt dan bepaald via het zogeheten ‘puntensysteem’, een systeem waarmee de kwaliteit van een huurwoning, kamer of woonwagen wordt uitgedrukt in een puntenaantal. Aan de hoeveelheid punten van een woning is een maximale toegestane huurprijs gekoppeld.

Zie ook: Als starter een huurwoning vinden, blijkt een hele uitdaging

Lees meer over: Wonen

 

september 27, 2018 Posted by | politiek, scheefhuur, scheefhuurder, scheefhuurders, scheefwonen | , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Van Scheefhuurders en Knelhuurders – deel 7

Krapte op de woningmarkt in Nederland

O.a. Vestia liet weer eens van zich horen

De gemeente Rijswijk verzet zich met verschillende gemeenten in de regio tegen het terugschroeven van het aantal woningen met sociale huur door Vestia. Den Haag blijft gespaard.

AD 08.03.2018

Door sociale huurwoningen om te zetten naar huren in de vrije sector raakt een gemeente als Rijswijk huizen met de laagste huren kwijt. En van dat soort huizen zijn er juist meer nodig in Rijswijk. Ook in gemeenten als Westland en Pijnacker-Nootdorp wordt de noodklok geluid over deze plannen van woningcorporatie Vestia.

Gezamenlijk protesteren de gemeenten bij minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken die de Autoriteit Woningcorporaties onder haar hoede heeft.

Den Haag

In Den Haag speelt het probleem niet. Volgens de Haagse wethouder Joris Wijsmuller zijn er met alle corporaties scherpe afspraken gemaakt over hun voorraad sociale huurhuizen en de betaalbaarheid van woningen. ,,Om te zorgen dat de betaalbaarheid van woningen in de omliggende gemeenten ook op orde blijft, is gezamenlijk het convenant gesloten dat corporaties zorgen voor meer dan 12.000 sociale huurwoningen door nieuwbouw en overname van bezit van Vestia’’, zegt een woordvoerder van Wijsmuller.

Verbod op verkoop sociale woning

De drie linkse partijen dienen zaterdag 17.03.2018 een initiatiefwetsvoorstel in dat gemeenten en woningcorporaties dwingt om het aantal sociale huurwoningen met een huur van hoogstens 710 euro ‘ten minste op peil te houden’. Zonder zo’n ‘remwet’ vreest links dat er de komende jaren honderdduizenden sociale huurwoningen verdwijnen, mede doordat gemeenten liever voor lucratievere, duurdere huisvesting zouden kiezen.

GroenLinks, SP en PvdA willen een verbod op het verder inkrimpen van de socialehuurwoningvoorraad. De steden in Nederland moeten zo toegankelijk blijven voor mensen met lagere inkomens.

In vele tientallen gemeenten in Nederland wordt vooralsnog te weinig gebouwd om ook maar een beetje aan de vraag van koopwoningzoekers te voldoen. Met name in gemeenten rondom Utrecht en Amsterdam is de schaarste bovengemiddeld groot, maar zijn er relatief weinig nieuwbouwplannen.

In veel gemeenten is de woningmarkt, in tegenstelling tot vier jaar geleden, het belangrijkste thema bij de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart 2018. In vier jaar is er dan ook veel gebeurd.

Eind 2013 stonden er nog 217.000 huizen te koop in Nederland. Eind 2017 zijn dat er nog maar 89.000, blijkt uit cijfers van de Rabobank.

Vooral in de Randstad zijn de verschillen enorm. In steden als Delft en Utrecht had je als huizenzoeker vier jaar geleden nog vijf keer zo veel keus. Maar ook buiten de Randstad zijn er gemeenten, zoals Zuidhorn, Hattem en Doesburg, waar je nauwelijks nog tekoopborden in de tuin ziet staan.

AD 15.03.2018

AD 15.03.2018

Doorverhuur

De particuliere huursector is na een jarenlange krimp de afgelopen jaren sterk gegroeid. In toenemende mate worden woningen gekocht om ze vervolgens weer te gebruiken voor doorverhuur. Die praktijk, aangeduid met de Engelse term buy-to-let, is tussen 2006 en 2016 met 75 procent toegenomen.

Volgens onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven bedroeg de groei in de huursector tussen 2012 en 2017 23,4 procent. In grote steden als Den Haag en Utrecht en studentensteden als Groningen, Tilburg, Eindhoven en Wageningen was de toename nog hoger: boven de 30 procent.

Een van de oorzaken is dat het aantal huishoudens harder groeit dan het aantal nieuwe woningen. Woningbeleggingsadviesbureau Capital Value berekende dat er pas na 2020 meer huizen worden gebouwd dan er huishoudens bijkomen. Volgens het bureau zal de spanning op de woningmarkt met name in de Randstad en delen van Gelderland en Noord-Brabant voorlopig alleen maar toenemen.

zie ook: Met ook het Haags betaalbare wonen op weg naar 21.03.2018

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders deel 5 – Huurder weer in de knel

zie ook: Scheefhuurders en Knelhuurders – de Nasleep

Meer sociale huurwoningen nodig, maar of een landelijk quotum gaat helpen?

NOS 17.03.2018 GroenLinks, de PvdA en de SP maken zich grote zorgen over de sociale woningvoorraad in Nederland. De partijen vrezen dat er de komende jaren 65.000 tot zelfs 300.000 sociale huurwoningen verdwijnen, als gevolg van sloop of verkoop.

Om dat te voorkomen, moet wat de drie partijen betreft vastgelegd worden dat een sociale huurwoning pas tegen de vlakte mag of verkocht mag worden, als er gegarandeerd een nieuwe woning voor terugkomt.

Voorzitter Marnix Norder van de vereniging van woningcorporaties Aedes noemt het een “interessant voorstel” en zegt de zorgen van de partijen te begrijpen. “We willen de sociale voorraad uitbreiden in die gebieden waar schaarste is.”

Landelijk of lokaal?

Hij vraagt zich wel af of dit landelijk geregeld moet worden. Woningcorporaties maken nu afspraken met gemeenten over het aantal sociale huurwoningen. “Dit voorstel past niet in de geest van de woningwet, waarin gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties prestatieafspraken moeten maken”, zegt Norder. “Dat overleg is nu de geëigende plek voor afspraken over sociale huurwoningen.”

Hij vindt het ook logisch om het thema wonen bij de gemeente te houden. “In krimpgebieden is deze vraag naar meer huurwoningen er niet, en daar worden dus ook andere afspraken gemaakt. Om de minister dan een uitzondering te laten maken is extra werk. Dat kunnen de lokale partijen prima zelf.”

Er wordt al jaren geklaagd over de lange wachtlijsten voor een sociale huurwoningen, vooral in en rond de grote steden. Uit het onderzoek ‘Wachten, zoeken en vinden’ in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken bleek twee jaar geleden dat je in de regio Amsterdam ruim acht jaar geduld moet hebben, in de regio Utrecht bijna 7,5 jaar en in Maastricht ruim zes jaar. In de regio’s Rotterdam en Haaglanden was de gemiddelde wachttijd dan weer fors korter, respectievelijk 3,3 en 2,8 jaar.

Directeur Ronald Paping van de Woonbond is enthousiast. “Als je ziet hoe het aanbod aan sociale huurwoningen de afgelopen jaren is verminderd en de vraag is toegenomen, dan is het goed om de teugels aan te halen door het wettelijk vast te leggen.”

Toch ziet ook hij problemen. “Het staat diametraal tegenover het regeringsbeleid”, zegt Paping. De vier partijen uit het kabinet-Rutte III hebben juist afgesproken dat gemeenten sociale huurwoningen moeten verkopen als dat kan, zodat er meer huizen beschikbaar komen voor middengroepen. “Maar dit voorstel is wel goed voor de discussie. Misschien gaat het beleid dan een keer kantelen.”

Puntensysteem

Volgens de directeur van Aedes zou het beter zijn om eens te kijken naar het ‘woningwaarderingsstelsel’, het puntensysteem waarmee de huurprijs van een woning wordt bepaald. Huizen boven de 145 punten vallen in de vrije sector, daaronder is sprake van een sociale huurwoning.

“Met de huidige systematiek en de steeds strengere bouw- en energieregelgeving krijgen nieuwe woningen steeds meer punten”, zegt Norder. “Een klein, eenvoudig nieuwbouwappartement van 45 vierkante meter in Amsterdam heeft al meer dan 145 punten, en dat zou dan geen sociale huur mogen zijn? Onzin.”

Belangrijkste kwestie

Nederlanders vinden het woningaanbod de belangrijkste kwestie die door hun gemeente moet worden aangepakt, blijkt uit het publieksonderzoek dat de NOS en regionale omroepen in januari hebben gehouden met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen. Bijna 30.000 mensen namen de moeite een vragenformulier in te vullen en gaven aan welke gemeentelijke kwesties ze het meest urgent vinden.

Ook in plaatsen waar je het misschien niet verwacht zijn veel kapers op de kust voor het vinden van een sociale huurwoning. Op Terschelling bijvoorbeeld. Daar moet je gemiddeld zo’n zes jaar wachten op een woning. Raoul (22) is een van die wachtenden en hoopt dat de gemeenteraadsverkiezingen het verschil zullen gaan maken.

Video afspelen

Thuisloos op Terschelling

BEKIJK OOK;

Meer nieuwbouw, maar tekort aan betaalbare huurwoningen blijft

Woningen, bureaucratie en duurzaamheid belangrijk voor de kiezer

Lage middeninkomens op de huurmarkt tussen wal en schip

Linkse partijen: aantal sociale huurwoningen wettelijk regelen

AD 17.03.2018 PvdA, GroenLinks en SP willen in een wet vastleggen dat het aantal sociale huurwoningen in Nederland op peil blijft. Wanneer zo’n woning verdwijnt door verkoop of sloop, moet er op zijn minst één voor terugkomen.

Zo’n verplichting voor gemeenten is nodig om te zorgen voor voldoende betaalbare huurwoningen voor mensen met een kleine beurs, vinden de drie linkse oppositiepartijen. De komende jaren dreigen tienduizenden sociale huurwoningen te worden gesloopt of verkocht, terwijl het aantal mensen dat in aanmerking komt voor een sociale huurwoning juist toeneemt, aldus de initiatiefnemers voor de wet. Zij noemen het onverantwoord de sociale sector nog verder te laten krimpen.

Voor veel Nederlanders is het vinden van een fijn huis een hopeloze zoektocht, stelt PvdA-Kamerlid Henk Nijboer. ,,Wachtlijsten van vele jaren zijn onacceptabel maar wel vaak de praktijk. In veel gemeenten is echt sprake van woningnood, daarom moeten we de sociale woningbouw beschermen en juist meer gaan bijbouwen.”

Linkse partijen willen aantal sociale huurwoningen wettelijk regelen 

NU 17.03.2018 PvdA, GroenLinks en SP willen in een wet vastleggen dat het aantal sociale huurwoningen in Nederland op peil blijft. Wanneer zo’n woning verdwijnt door verkoop of sloop, moet er op zijn minst één voor terugkomen.

Zo’n verplichting voor gemeenten is nodig om te zorgen voor voldoende betaalbare huurwoningen voor mensen met een kleine beurs, vinden de drie linkse oppositiepartijen.

De komende jaren dreigen tienduizenden sociale huurwoningen te worden gesloopt of verkocht, terwijl het aantal mensen dat in aanmerking komt voor een sociale huurwoning juist toeneemt, aldus de initiatiefnemers voor de wet. Zij noemen het onverantwoord de sociale sector nog verder te laten krimpen.

Voor veel Nederlanders is het vinden van een fijn huis een hopeloze zoektocht, stelt PvdA-Kamerlid Henk Nijboer. ”Wachtlijsten van vele jaren zijn onacceptabel maar wel vaak de praktijk. In veel gemeenten is echt sprake van woningnood, daarom moeten we de sociale woningbouw beschermen en juist meer gaan bijbouwen.”

Zaterdag wordt het initiatiefwetsvoorstel ingediend.

Lees meer over: Sociale huurwoningen

Video afspelen

Asscher: het is heel nijpend aan het worden

Linkse partijen: aantal sociale woningen in wet regelen

NOS 17.03.2018 De PvdA, GroenLinks en de SP willen in een wetsvoorstel regelen dat het aantal sociale huurwoningen niet afneemt.

Volgens de drie oppositiepartijen dreigen er de komende jaren 65.000 tot 300.000 sociale huurwoningen te verdwijnen doordat ze verkocht of gesloopt worden.

De drie partijen willen wettelijk vastleggen dat gemeenten en woningcorporaties een sociale huurwoning pas mogen verkopen of afbreken als er gegarandeerd een nieuwe sociale huurwoning voor terugkomt.

Video afspelen

Marijnissen: kabinet doet niets aan beleggers die opkopen

Video afspelen

Klaver: meer sociale huurwoningen, maar ook meer doorstroming

Gemeenteraadsverkiezingen

Het onderwerp ‘voldoende betaalbare woningen’ is een belangrijk thema voor de gemeenteraadsverkiezingen van komende woensdag, waarbij de lokale en de landelijke politieke partijen bij betrokken zijn.

Video afspelen

Segers: thema wonen belangrijk bij deze verkiezingen

VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben in het regeerakkoord afgesproken dat gemeenten sociale huurwoningen moeten verkopen als dat kan, om zo juist voor de middengroepen meer woningen beschikbaar te krijgen.

De drie linkse partijen zijn bang dat de bouw van nieuwe sociale woningen, met een huur tot 711 euro per maand, het tempo van de verkoop niet kan bijhouden.

Video afspelen

Pechtold: betaalbare ‘middenhuur’ nu belangrijker dan sociale woningbouw

BEKIJK OOK

Woningcorporaties beloven twee keer zoveel sociale huurwoningen

Meer sociale huurwoningen dankzij komst vluchtelingen

 

Links wil verbod op verkoop sociale woning, steden moeten toegankelijk blijven voor mensen met lagere inkomens

De drie linkse partijen dienen zaterdag 17.03.2018 initiatiefwetsvoorstel in

VK 16.03.2018 GroenLinks, SP en PvdA willen een verbod op het verder inkrimpen van de socialehuurwoningvoorraad. De steden in Nederland moeten zo toegankelijk blijven voor mensen met lagere inkomens.

De drie linkse partijen dienen zaterdag een initiatiefwetsvoorstel in dat gemeenten en woningcorporaties dwingt om het aantal sociale huurwoningen met een huur van hoogstens 710 euro ‘ten minste op peil te houden’. Zonder zo’n ‘remwet’ vreest links dat er de komende jaren honderdduizenden sociale huurwoningen verdwijnen, mede doordat gemeenten liever voor lucratievere, duurdere huisvesting zouden kiezen.

De spanning op de woningmarkt is een van de belangrijkste thema’s bij de huidige campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen. Terwijl links meer sociale huurwoningen wil, leggen partijen als VVD, D66 en CDA in steden waar de ruimte schaars is vaker de prioriteit bij het bouwen van extra woningen met huren boven de 710 euro. Daarmee willen ze mensen met middeninkomens tegemoetkomen die te veel verdienen voor een sociale huurwoning en te weinig om op de particuliere markt succesvol te zijn. Dat soort woningen moeten worden gebouwd door marktpartijen en niet door woningcorporaties.

De linkse partijen menen dat de fixatie op middeninkomens ten koste zal gaan van de lagere inkomens. ‘Als je de lokale programma’s van de VVD, maar ook die van D66 bij elkaar optelt, zie je dat ze op grote schaal sociale woningbouw gaan afstoten’, zegt PvdA-leider Lodewijk Asscher. ‘De rechtse partijen zetten groepen tegen elkaar op: alsof middengroepen er baat bij hebben dat sociale huurwoningen verdwijnen. Het huidige kabinetsbeleid leidt tot scenario’s waarin er tussen de 60- en 300 duizend sociale huurwoningen zullen verdwijnen. Dat is een onherstelbare verandering van Nederland. Het betekent dat je als onderwijzer of agent geen woning meer in je eigen stad kunt vinden.’

Asscher komt deels terug op de woningwet van Rutte II uit 2015

De initiatiefwet komt neer op een aanpassing van de woningwet die in 2015 door het kabinet Rutte II is ingevoerd. Toen werd besloten bevoegdheden over te hevelen naar gemeenten. Die moeten nu jaarlijks ‘prestatieafspraken’ maken met de woningcorporaties. De landelijke overheid heeft daarover weinig meer te zeggen.

Asscher komt daar nu deels op terug, omdat lokale overheden volgens hem niet altijd hun verantwoordelijkheid nemen. ‘Dan wordt gezegd dat de naburige gemeente het maar moet opknappen. Zo neemt het aanbod af.’ SP-Kamerlid Sandra Beckerman meent dat het kabinet al eerder had moeten ingrijpen: ‘Wanneer er één sociaal huurhuis verdwijnt door verkoop of sloop, moet er op z’n minst één voor terugkomen. Het kabinet stelt die norm niet eens. Dus doen wij het.’

Als je de lokale programma’s van de VVD, maar ook die van D66 bij elkaar optelt, zie je dat ze op grote schaal sociale woningbouw gaan afstoten, aldus PvdA-leider Lodewijk Asscher.

De initiatiefwet maakt een uitzondering voor gebieden waar de bevolking krimpt. Die gemeenten kunnen van de minister van Volkshuisvesting toestemming krijgen om te snijden in het aantal sociale huurwoningen.

Aedes, de vereniging van woningcorporaties, staat sympathiek tegenover het wetsvoorstel, maar heeft vragen over de uitvoerbaarheid. ‘In de woonwet uit 2015 is nu juist geregeld dat dit soort besluiten op lokaal niveau worden genomen’, zegt voorzitter Marnix Norder. ‘Het is wel goed dat de nationale politiek zich meer zorgen gaat maken over het beperkte aanbod. De socialewoningbouwmarkt zit voor een groot gedeelte op slot.’

De vraag naar sociale woningen is de afgelopen jaren toegenomen door de bevolkingsgroei en de trek naar de steden. Het aanbod is teruggelopen. Volgens de corporaties komt dat mede door de verhuurdersheffing van 1,7 miljard euro die ze sinds enkele jaren moeten afdragen aan de overheid. Een ander probleem is volgens Norder, zelf ex-PvdA-wethouder, dat gemeenten onvoldoende locaties vrijmaken voor sociale woningbouw. Ze zouden liever kiezen voor de bouw van duurdere woningen, omdat die meer opleveren voor de eigen begroting.

Linkse samenwerking De eerder zo vaak met de mond beleden linkse samenwerking komt in de oppositiebankjes op stoom. De afgelopen maanden maakten GroenLinks, SP en PvdA al drie initiatiefwetten, onder meer over de arbeidspositie van ‘payrollers’.

Volg en lees meer over:  ECONOMIE   POLITIEK   NEDERLAND

Steeds meer koopwoningen worden doorverhuurd

Telegraaf 15.03.2018 De particuliere huursector is na een jarenlange krimp de afgelopen jaren sterk gegroeid. In toenemende mate worden woningen gekocht om ze vervolgens te verhuren. Die praktijk, aangeduid met de Engelse term buy-to-let, is tussen 2006 en 2016 met 75 procent toegenomen.

Volgens onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven bedroeg de groei in de huursector tussen 2012 en 2017 23,4 procent. In grote steden als Den Haag en Utrecht en studentensteden als Groningen, Tilburg, Eindhoven en Wageningen was de toename nog hoger: boven de 30 procent.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de SP, die naar aanleiding van de cijfers pleit voor een ’woonplicht’: „Als je een woning koopt moet jij of een familielid daar ook in gaan wonen.”

De onderzoekers komen ook met aanbevelingen: ze stellen onder meer voor de inkomensgrens voor een sociale huurwoning te verhogen, vooral in regio’s waar het moeilijk is om met een inkomen van rond de 50.000 euro per jaar een koopwoning te vinden.

Koophuis in grote stad wordt vaak opgekocht en direct duur verhuurd

AD 15.03.2018 Huizen in grote steden worden in groten getale opgekocht door beleggers en particulieren die de woningen meteen in de – dure – verhuur gooien. Voor starters en mensen met een middeninkomen wordt een huis in de stad daardoor onbetaalbaar, waarschuwen wetenschappers.

Tussen 2012 en vorig jaar is de particuliere huursector in Nederland met 23,4 procent gegroeid, blijkt uit onderzoek door de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven. Niet alleen in de Randstad, ook in steden als Wageningen, Eindhoven en Groningen is het aantal particuliere huurwoningen explosief gestegen.

Steeds meer kleine investeerders kopen woningen om die vervolgens te verhuren. In 2006 gold dat nog voor 3,3 procent van alle woningaankopen, inmiddels is het landelijk gemiddelde gestegen tot 5,8 procent. In Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Groningen en Maastricht liggen de percentages inmiddels ruim boven 10 procent.

,,Zorgwekkend”, zegt onderzoeker Cody Hochstenbach van de Universiteit van Amsterdam. ,,Grote én kleine investeerders drijven de huizenprijzen op. Daardoor is het steeds lastiger om een woning te bemachtigen als je niet veel eigen vermogen hebt en te veel verdient voor een sociale huurwoning.”

Wonen mag geen luxe worden. Wonen is een recht, aldus Lilian Marijnissen, SP.

Lage spaarrente

Lilian Marijnissen. © ANP

Appartementjes en studio’s van minder dan 50 vierkante meter zijn het populairst bij investeerders. Bijna 30 procent van de aankopen in deze categorie wordt gedaan door beleggers die hun woning meteen voor veel geld verhuren, bijvoorbeeld aan studenten. Door de lage spaarrente worden woningen als interessante investering gezien.

Het onderzoek van de UvA en de KU Leuven is uitgevoerd in opdracht van de SP. Die partij pleit voor een woonplicht voor huizenkopers in gemeenten waar de nood het hoogst is. ,,Als je een woning koopt, moet jij of een familielid daar ook in gaan wonen”, zegt SP-leider Lilian Marijnissen. ,,Het is onverteerbaar dat beleggers huizen opkopen om goud geld mee te verdienen. Wonen mag geen luxe worden. Wonen is een recht.”

De SP staat niet alleen. Zo wil D66 in Amsterdam maatregelen om het opkopen van huizen voor verhuur aan banden te leggen. D66 denkt aan het instellen van extra belasting voor investeerders, zoals nu ook al in het buitenland gebeurt. De Amsterdamse VVD-fractie wil – net als GroenLinks en PvdA in de hoofdstad – dat nieuwgebouwde koopwoningen een koopwoning blijven, en niet in de verhuur gaan.

Starters achter het net

Door het massaal opkopen van woningen vissen vooral jonge starters en mensen met een middeninkomen achter het net. Zij kunnen niet opboksen tegen torenhoge biedingen die worden gedaan door investeerders, vaak zonder voorbehoud van financiering. Ook de prijzen voor particuliere huur nemen toe, vanwege de enorme vraag naar woningen in de stad.

,,Sociale huurwoningen zijn alleen nog weggelegd voor mensen met de laagste inkomens”, zegt UvA-onderzoeker Hochstenbach. ,,Door de maximale inkomensgrens voor sociale huur te verhogen, kunnen meer Nederlanders een passende huurwoning vinden.”

Om te voorkomen dat huurprijzen in de particuliere sector de pan uitrijzen, kan volgens Hochstenbach een maximale huurverhoging worden ingevoerd voor geliberaliseerde huurwoningen. ,,Nu kunnen huiseigenaren onbeperkte huurverhogingen opleggen. Dat maakt het voor investeerders extra interessant om woningen te kopen en te verhuren.”

Als je het voor investeerders minder aantrekkelijk maakt in Amsterdam koophuizen te verhuren, verplaatsen ze hun werkgebied mogelijk naar Rotterdam of Utrecht, aldus Cody Hochstenbach.

Saamhorigheid neemt af

De verhuur van koophuizen geeft veel overlast, weet Herman van den Bergh (61) uit Amsterdam. Hij kocht in 2015 een appartement in een nieuwbouwcomplex van 35 woningen in stadsdeel Zeeburg. ,,De laatste jaren zijn zeven van die appartement opgekocht door beleggers. Appartementen die twee ton kostten, worden nu verhuurd voor 1.250 tot 1.750 euro per maand.”

De saamhorigheid in het complex neemt daardoor af, zegt Van den Bergh. ,,Want die huurders zijn niet betrokken bij de Vereniging van Eigenaren. En er is veel verloop: jonge mensen kunnen na een flinke huurverhoging de huur meestal niet meer opbrengen. Die zijn dan zo weer weg. Dat maakt het er niet gezelliger op.”

Een woonplicht voor huizenkopers kan volgens de onderzoekers een oplossing zijn. ,,Bij lokale maatregelen moet je wel rekening houden met een waterbedeffect”, waarschuwt Hochstenbach. ,,Als je het voor investeerders bijvoorbeeld minder aantrekkelijk maakt in Amsterdam koophuizen te verhuren, verplaatsen ze hun werkgebied mogelijk naar Rotterdam of Utrecht.”

SP-leider Marijnissen wil dat het kabinet zo snel mogelijk ingrijpt. ,,Dit onderzoek laat zien dat steden de problemen niet alléén kunnen oplossen. Zij hebben hulp nodig van Den Haag.”

maart 15, 2018 Posted by | gemeenteraadsverkiezingen 2018, Huurdersheffing, huurverhoging, huurwet, politiek, privatisering, regeerakkoord, scheefhuur, scheefhuurders, scheefwonen | , , , | Reacties uitgeschakeld voor Krapte op de woningmarkt in Nederland

SP – De afdrachtregeling versus het scheefwonen en de partijbeloning

Tja, ik kan dat wel effe uitleggen !!!!

Tja, ik kan dat wel effe uitleggen !!!!

Scheefwonen

Kersvers Kamerlid Sandra Beckerman van de Socialistische Partij blijkt een ‘scheefwoner’ te zijn. Tijdens een debat over ‘klimaatpaupers’ zei de socialist dat ze in een sociale huurwoning woont.

In Groningen woont Beckerman in een sociale huurwoning, naar eigen zeggen tussen de ‘klimaatpaupers’: minder welgestelde Nederlanders die de rekening zouden betalen van de energietransitie.

Bovengrens

Dat is opvallend. Over het algemeen worden sociale huurwoningen alleen toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot 35.739 per jaar. Woningcorporaties mogen 10 procent van hun sociale huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tussen de 35.739 en 39.874 per jaar.

Meer: ‘Werkende moet sneller aan sociale huurwoning komen’

Schrijnend wegens afdrachtregeling

Kamerleden verdienen over het algemeen bijna 92.460 euro per jaar. Merkwaardig is dat Beckerman zelf de omstreden afdrachtregeling van de SP aanhaalt ter verdediging van haar woonsituatie.

Werknemers van de SP en politici die voor de partij werken, dragen een groot deel van hun salaris af aan de partij.

Door de afdrachten is de SP verreweg de rijkste partij van Nederland en kan ze de duurste campagnes voeren. Omdat politici hun salaris – dat ze van de staat krijgen – afdragen aan een politieke partij, wordt dat als gift aan de organisatie gezien. De giften worden afgetrokken van het belastbaar inkomen. Die meevaller pikt de SP direct in, terwijl SP’ers worden verplicht te doneren.

  Volgen  Andre Bosman @andrebosman @SandraBeckerman woont met het salaris van een kamerlid in sociale huurwoning! “Is goed voor de diversiteit in de wijk” #scheefwoner

14:59 – 15 Jun 2017

‘Flexibele en korte banen’

Het is dan ook schrijnend dat Beckerman naar die regeling van de SP wijst. ‘Ik verdien net zo veel als een gemiddelde leraar,’ aldus Beckerman tegen De Telegraaf. De krant berekende dat de politicus bij haar vorige banen ook al flink verdiende. Voor de verkiezingen werkte ze als gepromoveerd universitair docent archeologie en was ze fractievoorzitter in Provinciale Staten.

Beloningsbeleid

Maar ook is de Socialistische Partij is niet transparant over het beloningsbeleid van het partijbestuur. Op de website van de SP vermeldt de partij dat voor bestuurders geen beloningsregeling is. Dit staat haaks op de werkelijkheid: SP-bestuurders krijgen wel degelijk een vergoeding voor hun werk.

De SP vermeldt op haar site dat voor partijbestuurders geen beloningsbeleid geldt. Bestuurders van de Socialistische Partij kunnen wel aanspraak maken op het declareren van gemaakte kosten. De Socialistische Partij heeft nog niet gereageerd.

Loonsverhoging

Het bestuur van de SP heeft zichzelf vorig jaar een riante loonsverhoging van 400 euro per maand gegeven. Zo ontvangt partijvoorzitter Ron Meyer een beloning van bijna 3.973 euro bruto per maand, voorheen 3.572 euro.

Dat meldt het AD. De partijtop heeft voor zichzelf een nieuwe loonschaal bedacht, omdat andere inkomsten door regelgeving wegvielen. Binnen de partij bestonden tot april 2016 vier verschillende loonschalen, maar het bestuur heeft vorig jaar een vijfde schaal geïntroduceerd, die voor de bestuurders zelf is bedoeld.

Volgens leden van de SP is dat echter minder vanzelfsprekend. Volgens het AD woedt er een interne discussie over de afdrachtregeling: zo moeten gemeenteraadsleden 75 procent van hun tegemoetkoming afstaan. Punt van kritiek is dat dit niet in verhouding staat tot de hoge werkdruk.

AD 07.07.2017

AD 07.07.2017

Afdrachtregeling

De belastingvoordelen die de SP geniet, leiden ook tot wrijving met politieke tegenstanders. Iedereen mag giften aan kerken, ideële instellingen en politieke partijen aftrekken van zijn belastbaar inkomen, mits de gift meer is dan 1 procent van het inkomen, met een maximum van 10 procent.

SP-Kamerleden staan rond 70 mille per jaar af. Ze mogen dus 7.000 euro fiscaal aftrekken. Die meevaller pikt de SP ook weer in. Omdat SP’ers door de partij worden verplicht te doneren, zou het in de praktijk gaan om niet-aftrekbare beroepskosten en niet om giften aan de partij.

Partijraad

De partijraad van de SP nam dit weekend twee besluiten: de afdrachtregeling wordt coulanter en alle leden mogen volgend jaar meestemmen over het nieuwe bestuur. Het kunnen gerust kleine revoluties genoemd worden.

De groep bestuurders die zich verzet tegen het afdragen van het belastingvoordeel, is de afgelopen jaren flink gegroeid. Door die weigeringen loopt de SP veel geld mis.

SP moet ’hot’ worden – Partijvoorzitter Ron Meyer refereerde tijdens de bijeenkomst op het hoofdkantoor in Amersfoort aan het bericht dat de top van de SP zichzelf extra loonruimte cadeau heeft gedaan.  Hij noemde die berichtgeving ‘tendentieus’. ,, Je mag het met ons oneens zijn, maar deze suggestie is lariekoek.” Een afdelingsvoorzitter die vanuit het publiek sprak over ‘kapitalistische media’ kon op applaus van de andere toehoorders rekenen.

Afgevaardigden van de bijna 160 afdelingen van de SP door het hele land namen tijdens de partijraad ook een belangrijk voorstel aan om de afdrachtregeling op de schop te nemen.

Zo krijgen raadsleden van middelgrote steden meer compensatie voor hun diensten en mogen Kamerleden en bestuurders voortaan zelf het belastingvoordeel houden dat ze halen uit hun afdracht aan de partijkas. Ook krijgen raadsleden die geld tekort komen door hun werkzaamheden voor de partij sneller extra geld en worden deze ‘maatwerk’- bedragen hoger.

Lees verder: waarom de afdrachtregeling van SP schuurt

zie ook: Van Scheefhuurders en Knelhuurders

zie verder ook: Afdracht 1  Afdracht 2  Afdracht 3

zie dan ook: Emile Roemer SP – Afdrachtregeling ook voor Ministers

zie ook nog: SP – Afdrachtregeling ten einde ? – deel 3

en zie ook:  SP – Afdrachtregeling ten einde ? – deel 2

zie dan ook nog:  SP – Afdrachtregeling ten einde ?  – deel 1

zie verder dan ook nog: Raadsverkiezingen 2010 – SP doet niet mee in Haarlemmermeer vanwege afdracht

‘Een op drie gemeenten maakt loon raadsleden niet naar SP over’ 

NU 30.10.2017 Zeker een derde van alle Nederlandse gemeenten en provincies maakt de vergoeding voor raadsleden en statenleden van de SP niet meer naar de partij over, maar naar de leden zelf.

Dat meldt dagblad Trouw op basis van een eigen inventarisatie. Zij geven gehoor aan de oproep die toenmalig minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken een maand geleden deed.

Plasterk stelde bang te zijn dat de onpartijdigheid van de raadsleden en statenleden in gevaar zou kunnen komen door deze traditionele SP-constructie.

Hij deed de oproep nadat de gemeente Noordoostpolder naar de rechter stapte om een einde aan deze constructie te maken. De rechter gaf de gemeente en de minister gelijk.

Basisvergoeding

De SP wil dat haar vertegenwoordigers in raden en staten hun vergoeding rechtstreeks naar de partij laten overmaken. De partij maakt vervolgens een basisvergoeding over naar de leden en houdt een deel van de inkomsten zelf.

Zij krijgen maar tussen de 25 en 50 procent van de afdracht teruggestort. De rest blijft in bezit van de partij.

Doordat gemeenten en provincies deze methode niet meer hanteren, kan de SP heel veel geld gaan mislopen, stelt Trouw. De partij zou aan hun constructie jaarlijks zeker 5 miljoen euro overhouden.

Lees meer over: Socialistische Partij SP

‘Een derde gemeenten werkt niet meer mee aan afdrachtregeling SP’

NOS 30.10.2017 Een derde van de gemeenten en provincies geeft gehoor aan de oproep van toenmalig minister Plasterk om vergoedingen voor SP’ers direct naar de politici over te maken, blijkt uit een rondgang van Trouw. Dertig instanties denken er nog over na.

Door het besluit loopt de SP-partijkas mogelijk veel geld mis. SP’ers moeten een deel van hun vergoeding afstaan aan de partij. In de praktijk maakten overheden de hele vergoeding vaak over aan het landelijke partijbureau, dat vervolgens een deel hield en de rest overmaakte naar de SP’ers zelf. De SP’ers kregen daardoor maar 25 tot 50 procent van hun salaris op hun rekening, schrijft Trouw.

Rechter

De gemeente Noordoostpolder besloot niet meer aan de afdrachtregeling mee te werken en stapte naar de rechter. Die bepaalde dat de regeling “de onafhankelijkheid en het vrije woord” van raadsleden in gevaar brengt.

Minister Plasterk schreef daarom vorige maand een brief aan gemeenten en provincies, waarin hij opriep om de vergoedingen niet meer in de partijkas te storten.

Maatregelen

Volgens Trouw hebben zeker 31 gemeenten en provincies direct na de rechterlijke uitspraak, of korte tijd later, maatregelen genomen. Elf gemeenten en een provincie hadden dat eerder al gedaan op eigen initiatief.

Vorig jaar hield de SP volgens de krant ruim 5 miljoen euro over aan de afdracht van SP-leden. Daarmee werden onder meer campagnes en opleidingen betaald. Nu de partij dat geld niet meer automatisch krijgt, moet de SP afwachten of de leden het uit eigen beweging overmaken naar de partijkas.

BEKIJK OOK

Salarissen SP’ers niet meer naar partijkas

‘SP-top geeft zichzelf extra salaris’

Salaris overmaken aan de SP? Veel gemeenten willen het niet meer

Trouw 30.10.2017 De afdrachtregeling van de SP staat onder druk nu gemeenten raadsleden alleen nog rechtstreeks willen betalen.

SP-partijkas onder druk: gemeenten werken niet meer mee aan afdrachtregeling

Elsevier 30.10.2017 De belangrijkste inkomstenbron van de SP staat onder de druk, nu steeds meer gemeenten ervoor kiezen om raadsleden rechtstreeks te betalen. Voormalig minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken opende eerder het vuur op de controversiële afdrachtregeling – een kroonjuweel van de Socialistische Partij.

Ongeveer een derde van de gemeenten en provincies met SP-politici kiest ervoor om de vergoedingen niet meer naar de partij over te maken, maar rechtstreeks naar de politici zelf, meldt dagblad Trouw maandag. Ruim 30 andere overheden denken hier ook over na.

Rijkste partij van Nederland

De gemeenten en provincies geven hiermee gehoor aan de oproep van de vertrokken minister Plasterk, die vorige maand adviseerde om vergoedingen rechtstreeks aan raads- en Statenleden over te maken, en niet meer naar het rekeningnummer van de SP.

Hiermee komt de partijkas van de SP flink onder druk te staan: honderden SP-politici droegen eerder hun vergoeding rechtstreeks af aan de SP, waarmee zij met afstand de rijkste partij van Nederland is. Vorig jaar sleepte de partij er 5,1 miljoen euro mee binnen, wat neerkomt op de helft van alle partij-inkomsten.

Lees ook
Dit is waarom de afdrachtregeling van SP schuurt

In zijn brief verwees Plasterk naar een onherroepelijke uitspraak van de  rechtbank Midden-Nederland uit februari, waarin staat dat de gemeente Noordoostpolder niet hoeft mee te werken aan de eis van een plaatselijke SP-politicus om haar vergoeding voor haar raadswerk op de rekening van de landelijke SP te storten.

‘Solidariteitsregeling’

Het is een klap voor de afdrachtregeling van de SP. Al jaren tekenen politici van de SP een zogenaamde akte van cessie, waarin ze gemeenten en provincies toestemming geven om hun vergoeding over te maken aan ‘een derde’ (in dit geval hun eigen partij). De SP maakt de raads- en Statenleden vervolgens 25 tot 50 procent van hun salaris over.

De SP heeft namelijk het principe dat volksvertegenwoordigers niet financieel mogen profiteren van hun functie. De partij zelf spreekt dan ook van een ‘solidariteitsregeling’. Hoewel de partij naar buiten toe doet voorkomen alsof de afdrachtregeling onbetwist is, berichtte Elsevier Weekblad in november vorig jaar dat de partij intern beraad voert over een nieuwe afdrachtregeling. In een document gaf de partij aan dat in een hypothetisch scenario dat de SP in de regering zou komen, ook ministers en staatssecretarissen hun loon moeten afdragen aan de partij.

Hoewel dat natuurlijk niet aan de orde is, zou in het scenario dat SP-leider Emile Roemer premier zou worden, hij zo’n 32.400 euro per jaar als salaris op z’n rekening zou krijgen. Daarmee zou de SP er jaarlijks bijna 125.000 euro op vooruitgaan door alleen al het loon van Roemer als premier. de minister-president verdient zonder afdrachtregeling – net als de ministers – 157.287 euro bruto per jaar. Het salaris van een staatssecretaris bedraagt 146.834 euro.

31 overheden

De rechter zette in februari een streep door de cessies  voor raads- en Statenleden, omdat ‘de onafhankelijkheid en het vrije mandaat van het raadslid in gevaar kan komen’ door de overeenkomsten. Inmiddels blijkt dus dat een derde van de gemeenten en provincies waar de SP actief is, de stortingen in de partijkas stopt. Het gaat om zeker 31 overheden die na de rechterlijke uitspraak hebben besloten dat SP’ers hun vergoeding niet meer direct naar de partijkas kunnen laten overmaken.

Eerder dit jaar
SP-top geeft zichzelf riante loonsverhoging

Uiteraard staat het raads- en Statenleden vrij om hun geld zelf naar de SP over te maken, maar het is voor de partij nog maar afwachten of politici dat ook gaan doen. Overigens is er ook vanuit de partij zelf verzet geweest tegen de afdrachtregeling. Er zou sprake zijn van willekeur bij de penningmeester. Die zou de afdracht, rekening houdend met individuele omstandigheden, per partijgenoot nog wel eens laten verschillen.

Schadeloosstelling

De SP is furieus over de bemoeienis met de afdrachtregeling, en spreekt van ‘politieke pesterij’. ‘De aanval van Plasterk op de solidariteitsregeling van de SP is een aanval op de SP. Al komt Plasterk met tien wetten, solidariteit kun je niet verbieden,’ reageerde SP-penningmeester Thijs Coppus vorige maand toen bleek dat Plasterk het gemunt had op de afdrachtregeling. ‘Onze solidariteitsregeling blijft overeind.’

Niet dus, en Plasterk zou eerder ook in gesprek gaan met de Eerste en Tweede Kamer om te bepleiten dat ook daar de schadeloosstelling van Kamerleden niet direct meer naar de partij mag. Een SP-Kamerlid krijgt nu een modaal maandsalaris van 2.750 euro netto. Kamerleden van de meeste andere partijen krijgen zo’n 4.500 euro per maand.

De belastingvoordelen die de SP geniet, leiden ook tot wrijving met politieke tegenstanders. Iedereen mag giften aan kerken, ideële instellingen en politieke partijen aftrekken van zijn belastbaar inkomen, mits de gift meer is dan 1 procent van het inkomen, met een maximum van 10 procent.

SP-Kamerleden staan rond 70.000 euro per jaar af. Ze mogen dus 7.000 euro fiscaal aftrekken. Die meevaller pikt de SP ook weer in. Omdat SP’ers door de partij worden verplicht te doneren, zou het in de praktijk gaan om niet-aftrekbare beroepskosten en niet om giften aan de partij.

    Elif Isitman (1987) is sinds oktober 2014 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

GERELATEERDE ARTIKELEN;

De SP ontwijkt zelf miljoenen aan belasting

De SP is een tirannieke partij. Tijd voor hervorming

Uitbetaling Noord-Hollandse Statenleden van SP niet meer via partijkas NU 29.09.2017

SP baalt: Plasterk maakt einde aan lucratieve afdrachtregeling RTL 27.09.2017

Plasterk richt pijlen op controversiële afdrachtregeling van SP Elsevier 27.09.2017

Plasterk wil dat lokale SP-politici hun salaris rechtstreeks krijgen VK 27.09.2017

SP weigert te stoppen met afdrachtregeling NU 27.09.2017

Ex-SP-politicus hekelt afdrachtregeling: ‘Je moet werk kunnen doen …  Omroep Brabant 27.09.2017

Er komt een eind aan de unieke afdrachtregeling van de SP WEL 27.09.2017

SP: ‘Gangster-partij’ VVD moet afblijven van afdrachtregeling

Elsevier 14.08.2017 De VVD mag niets zeggen over de omstreden afdrachtregeling van de Socialistische Partij (SP). Volgens SP-voorzitter Ron Meyer staat de VVD bekend als  de partij van de ‘graai- en gangsterpolitiek’, dus is kritiek uit liberale hoek onterecht.

‘Het is geen toeval dat mensen die zelfverrijking geen probleem vinden de solidariteitsregeling van de SP niet moeten,’ schrijft Ron Meyer in partijblad Tribune. Het AD merkte het opvallende opiniestuk op. ‘Het is niet vreemd dat de partij die de persoonlijking is van pakken-wat-je-pakken-kan voorop loopt in de bestrijding van onze solidariteit-in-de-praktijk.’

Uit het weekblad: dit is waarom de afdrachtregeling van SP schuurt

Belastingvoordeel

De kritiek van de VVD geeft Meyer naar eigen zeggen nog meer reden om trots te zijn op de regeling. Hij verwijst naar VVD’ers als Hermans, Duthler en Keizer die de afgelopen jaren onder vuur lagen vanwege omstreden zakendeals of ‘graaigedrag’, volgens Meyer.

De column is opmerkelijk, omdat de afdrachtregeling vooral kritiek krijgt vanwege de belastingvoordelen die de SP meepikt. Een deel van het salaris van SP’ers wordt ingehouden en gaat direct naar de partij. Het deel dat naar de SP gaat, wordt als gift gezien. Omdat een politieke partij anbi-status heeft, mogen de SP’ers de giften aftrekken van hun belastbaar inkomen.

‘Zonder last’

SP-Kamerleden staan rond 70 mille per jaar af. Ze mogen dus 7 mille fiscaal aftrekken. Maar die meevaller pikt de SP ook weer in, terwijl Kamerleden verplicht zijn de rest van het salaris te ‘doneren.. Door de afdrachtregeling is de SP veruit de rijkste politieke partij van Nederland.

Daarnaast vrezen critici dat de afdrachtregeling onafhankelijkheid van de Kamerleden en lokale politici in het geding brengt.

De Grondwet bepaalt in artikel 67 dat Kamerleden ‘zonder last’ stemmen en het is twijfelachtig of SP’ers dat werkelijk kunnen. Hun inkomen en onkostentoelages (circa een ton per jaar) stromen direct naar het SP-kantoor, dat vervolgens jaarsalarissen uitbetaalt van 32.400 euro netto.

SP-Kamerlid Beckerman woont in sociale huurwoning en geeft afdrachtregeling de schuld

Demissionair

Begin juli kondigde het demissionaire kabinet aan dat het een einde wil maken aan de afdrachtregeling. Het kabinet dringt er bij provincies, gemeenten en het parlement op aan om géén salarissen en vergoedingen meer te betalen aan het SP-partijkantoor.

Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij de afdrachtregeling principieel verwerpelijk vindt, maar hij kwam nooit met een wetsvoorstel. Nu hij demissionair is, kan dat ook niet meer. Of het volgende kabinet aan de haal gaat met de afdrachtregeling, moet nog blijken.

  Bauke Schram (1993) is sinds april 2016 online redacteur bij Elsevier Weekblad.


SP-voorzitter: VVD is partij van de gang­ster­po­li­tiek

AD 14.08.2017 De VVD is de partij van ‘graai- en gangsterpolitiek’. Daarom kunnen politici van liberale huize hun kritiek op de afdrachtregeling van de Socialistische Partij beter voor zich houden, meent SP-voorzitter Ron Meyer.

De VVD? Waar kennen we die partij ook alweer van? Van indrukwekkende voorbeelden van graai- en gang­ster­po­li­tiek, aldus SP-voorzitter Meyer in partijblad Tribune.

Met grote regelmaat staat de afdrachtregeling van de socialisten ter discussie: SP-Kamerleden en bestuurders laten hun salaris storten in de partijkas in ruil voor een bescheiden beloning. Het kabinet wil van deze constructie af, maar ook binnen de partij gaan stemmen op om de afdrachtregeling aan te passen.

SP-voorzitter Meyer constateert in de nieuwste aflevering van het partijblad Tribune dat er de afgelopen tijd diverse aanvallen hebben plaatsgevonden ‘op onze unieke solidariteitsregeling’.

,,Opvallend vaak door politici van VVD-huize”, aldus Meyer. ,,Zij spreken er schande van en roepen de overheid zelfs op er een stokje voor te steken. (…) De VVD? Waar kennen we die partij ook alweer van? Van indrukwekkende voorbeelden van graai- en gangsterpolitiek.”

Als ‘pareltje van zelfverrijking’ bij de liberalen noemt Meyer vervolgens de transacties rond een crematiebedrijf waar voormalig VVD-voorzitter Henry Keizer bij betrokken was en recent over struikelde. Hij noemt ook enkele andere VVD’ers die bij deze zaak een rol speelden.

Meyer: ,,Het is niet vreemd dat de partij die de verpersoonlijking is van pakken-wat-je-pakken-kan voorop loopt in de bestrijding van onze solidariteit-in-de-praktijk”, aldus de SP-voorzitter.

De VVD wil niet reageren op de aantijgingen van Meyer.

‘Aanpak afdrachtsregeling zot’

Telegraaf 08.07.2017  SP-leider Emile Roemer noemt het „van de zotte” dat het kabinet de afdrachtsregeling van de SP wil aanpakken. Hij snapt naar eigen zeggen niet waar minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) zich mee bemoeit.

In het radioprogramma Kamerbreed sprak Roemer zaterdag van anti-SP-wetten „om onze solidariteitsregeling af te schaffen.” Volgens hem kan het kabinet zich beter druk maken „over de graaiers die er overal zijn en niet over degenen die uit solidariteit een deel van hun salaris willen inleveren.”

Roemer denkt niet dat de aanpak leidt tot afschaffing van de regeling. SP-politici dragen hiermee hun vergoeding af aan de partij om daarna een deel teruggestort te krijgen. Volgens Roemer gaat de SP gewoon door met de afdrachtsregeling en wordt het hoogstens nodig om een ander rekeningnummer op te geven. „Het is alleen maar een pestwet.”

De vergoeding die SP-politici ontvangen voor hun werk in parlement, Provinciale Staten en gemeenteraden mag binnenkort niet meer rechtstreeks in de partijkas worden gestort, als het aan het kabinet ligt.

Minister Plasterk wees er vrijdag op dat een rechter in februari heeft bepaald dat de gemeente Noordoostpolder niet hoefde mee te werken aan de eis van een SP-politica om haar vergoeding op de partijrekening te storten. Volgens de rechter is dat in strijd met de grondwet. Daarin staat dat volksvertegenwoordigers ’zonder last’ moeten opereren.

LEES MEER OVER; TWEEDE KAMER SP EMILE ROEMER AFDRACHTSREGELINGSALARIS GRAAIERS RONALD PLASTERK

SP’ers woedend over beslissing van Plasterk over afdrachtregeling … Trouw 07.07.2017

Kabinet wil af van verplichte afdrachtregeling SP

NU 07.07.2017 De vergoeding die SP-politici ontvangen voor hun werk in parlement, Provinciale Staten en gemeenteraden mag binnenkort niet meer rechtstreeks in de partijkas worden gestort.

Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken gaat met Tweede en Eerste Kamer en met de lagere overheden in gesprek om deze afdrachtsregeling van de partij te stoppen.

Plasterk heeft dat vrijdag gezegd na de ministerraad. De SP kent deze methode al sinds jaar en dag. Honderden SP-politici dragen hun vergoeding rechtstreeks af aan de partij en krijgen een deel daarvan weer teruggestort. Plasterk had in december al aangegeven dat hij deze regeling ”onwenselijk” vindt.

De bewindsman wees er vrijdag op dat een rechter in februari heeft bepaald dat de gemeente Noordoostpolder niet hoefde mee te werken aan de eis van een SP-politica om haar vergoeding op de partijrekening te storten. Volgens de rechter is dat in strijd met de grondwet. Daarin staat dat volksvertegenwoordigers ‘zonder last’ moeten opereren.

Plasterk onderstreepte dat hij volksvertegenwoordigers die geld willen afdragen aan hun partij in principe niets in de weg wil leggen.

Maar dat kan niet via de afdrachtsregeling van de SP, omdat die op een rechterlijke uitspraak is gestuit. Als Kamerleden zelf een deel van hun vergoeding in de partijkas willen storten is er echter geen probleem, zei hij. De PvdA-minister ontkende ook dat hij erop uit zou zijn de SP de voet dwars te zetten.

SP-Kamerlid Ronald van Raak reageert tegenover NU.nl kwaad op het voorstel. “Dit is onbegrijpelijk en onfatsoenlijk. Een politieke pesterij van een minister in zijn nadagen”, aldus de SP’er.

“Vier jaar lang heeft Plasterk dit laten liggen en nu komt hij ermee op de eerste dag van het reces. Ik heb hem gisteren nog gesproken en toen hield hij zijn kaken op elkaar. Nu moet ik dit in de krant lezen. Zo gaan we niet met elkaar om.”

Van Raak spreekt tegen dat de afdrachtregeling belemmerend werkt voor Kamerleden. “Het is een vrijwillige afspraak die we als partij hebben gemaakt net als dat we afspraken maken over het verkiezingsprogramma. Wij zijn ook niet de enige partij met een afdrachtregeling. Als wij in strijd met de grondwet handelen dan geldt dat voor de andere partijen ook.”

Lees meer over: SP Afdrachtregeling

Einde afdrachtregeling? Plasterk wil SP financieel uitkleden

Elsevier 07.07.2017 De omstreden afdrachtregeling van de SP gaat op de helling. Het demissionaire kabinet besloot vanochtend dat overheden de salarissen van SP-politici niet meer mogen overmaken aan het SP-partijkantoor in Amersfoort.

De commissarissen van de Koning spraken vorige maand al af dat de provincies de medewerking aan de SP-regeling staken.

SP-Kamerlid Beckerman woont in sociale huurwoning en geeft afdrachtregeling de schuld

Steenrijke SP

Vergeleken met andere partijen zit de SP er warmpjes bij. De partij heeft miljoenen op de bank staan en kan zich de duurste verkiezingscampagnes veroorloven. SP-kandidaten moeten voordat ze worden gekozen een verklaring tekenen dat hun salaris en alle onkostenvergoedingen als Kamerlid, Gedeputeerde, Statenlid, wethouder of gemeenteraadslid rechtstreeks naar de partijkas gaan. De SP houdt een groot deel in en geeft de politici slechts een kwart van het bedrag (raadsleden) of iets meer dan de helft (Kamerleden) als salaris terug.

SP-politici zijn daarmee in dienst van de partij. Dit staat op gespannen voet met het principe dat volksvertegenwoordigers ‘zonder last’ hun werk moeten kunnen doen en dat bestuurders niet zozeer specifieke partijbelangen moeten nastreven, maar het algemeen belang. De SP redeneert echter dat SP-politici genoegen moeten nemen met een schamel salaris, omdat vrijwilligers in de partij ook geen riante beloning krijgen. SP-leider Emile Roemer noemt de afdrachtregeling ‘ons kroonjuweel’.

Andere partijen vragen hun politici een deel van hun salaris over te maken aan de partij, maar dat is nooit zoveel als de SP standaard afroomt. In beginsel blijft het ook een vrijwillige bijdrage, terwijl bij de SP sprake is van dwang.

Dwarsliggende raadsleden

Na de raadsverkiezingen van 2014 weigerde de gemeente Noordoostpolder om de betalingen aan SP-raadsleden over te maken naar de partij. De SP begon een juridische procedure, maar kreeg ongelijk van de rechter in Lelystad. De SP probeerde nog tijd te rekken en suggereerde in hoger beroep te gaan. Maar dat gebeurde niet.

Vorige maand spraken de commissarissen van de Koning in hun gezamenlijke vergadering af dat de provincies één lijn moeten trekken en binnenkort moeten stoppen met het overmaken van salarissen en onkostenvergoedingen aan het SP-partijkantoor. Gedeputeerden en Statenleden van de SP krijgen hun geld straks op hun privérekening en kunnen dan zelf bepalen hoeveel zij overmaken aan hun partij. Formeel is dit overigens geen bevoegdheid van de commissaris van de Koning, maar van Gedeputeerde Staten.

Uit het weekblad – SP-afdrachten zijn nietig: ‘In strijd met openbare orde’

Op voorstel van PvdA-minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken besloot het kabinet vandaag om hierop in te spelen. Het kabinet dringt er bij provincies, gemeenten en het parlement op aan om géén salarissen en vergoedingen meer te betalen aan het SP-partijkantoor.

Oneerlijk voordeel voor SP

Plasterk heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij de afdrachtregeling principieel verwerpelijk vindt, maar hij kwam nooit met een wetsvoorstel. Nu hij demissionair is, kan dat ook niet meer. ‘Dat is aan een volgend kabinet,’ zegt een bron op het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Over de afdrachtregeling van de SP wordt al zeker tien jaar gebakkeleid. Pogingen van vooral PvdA-ministers om er iets tegen te doen, werden door de SP uitgelegd als jaloezie en rancune. De PvdA zou het niet kunnen verkroppen dat de SP dichter bij de gewone man staat.

De weerzin van andere partijen tegen de SP-afdrachtregeling nam vorig jaar toe toen bleek dat de SP de verplichte bijdragen ook nog eens mocht beschouwen als fiscaal aftrekbare gift. Hierdoor ontstaat een groot fiscaal voordeel, dat ook meteen weer in de partijkas vloeit. SP-penningmeester Thijs Coppus zei in Elsevierer rekening mee te houden dat de afdrachtregeling zijn langste tijd had gehad.

Vorig jaar groeide het verzet 

tegen de afdrachtregeling al

‘Duurste politicus ooit’

Onlangs trok SP-Kamerlid Sandra Beckerman de aandacht, toen zij tijdens een Kamerdebat vertelde dat zij vanwege haar lage partijinkomen onderdak moet vinden in een sociale huurwoning. Hierdoor bleek dat SP-Kamerleden met een officieel inkomen van bijna 100.000 euro plus duizenden euro’s aan onkosten, zoveel afdragen aan hun partij dat ze een fors gesubsidieerde huurwoning kunnen claimen.

In de Haagse wandelgangen werd hierover schande gesproken. ‘Dikke kans dat ze ook nog huurtoeslag ontvangt,’ zei een CDA’er. ‘Mevrouw Beckerman is – als je alles optelt – de duurste politica uit de parlementaire geschiedenis.’

Eric Vrijsen  Politiek verslaggever Redacteur Eric Vrijsen  (1957) volgt voor Elsevier Weekblad sinds 1994 de Nederlandse politiek.

Vergoeding SP aangepakt

Telegraaf 07.07.2017 De vergoeding die SP-politici ontvangen voor hun werk in parlement, Provinciale Staten en gemeenteraden mag binnenkort niet meer rechtstreeks in de partijkas worden gestort. Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken gaat met Tweede en Eerste Kamer en met de lagere overheden in gesprek om deze afdrachtsregeling van de partij te stoppen.

Plasterk heeft dat vrijdag gezegd na de ministerraad. De SP kent deze methode al sinds jaar en dag. Honderden SP-politici dragen hun vergoeding rechtstreeks af aan de partij en krijgen een deel daarvan weer teruggestort. Plasterk had in december al aangegeven dat hij deze regeling „onwenselijk” vindt.

’Zonder last opereren’

De bewindsman wees er vrijdag op dat een rechter in februari heeft bepaald dat de gemeente Noordoostpolder niet hoefde mee te werken aan de eis van een SP-politica om haar vergoeding op de partijrekening te storten. Volgens de rechter is dat in strijd met de grondwet. Daarin staat dat volksvertegenwoordigers ’zonder last’ moeten opereren.

Plasterk onderstreepte dat hij volksvertegenwoordigers die geld willen afdragen aan hun partij in principe niets in de weg wil leggen. Maar dat kan niet via de afdrachtsregeling van de SP, omdat die op een rechterlijke uitspraak is gestuit. Als Kamerleden zelf een deel van hun vergoeding in de partijkas willen storten is er echter geen probleem, zei hij. De PvdA-minister ontkende ook dat hij erop uit zou zijn de SP de voet dwars te zetten.

’Politieke pesterij’

SP-Tweede Kamerlid Ronald van Raak spreekt van een „politieke pesterij”. Vier jaar hield de minister zijn mond hierover, aldus Van Raak. Hij vindt het „onfatsoenlijk” dat dan op de eerste dag van het reces „een oud voorstel wordt afgestoft wat eerder in de prullenbak is gegooid”. Zijn partij gaat door met de afdracht, al het zal volgens Van Raak wel een stuk bureaucratischer worden.

LEES MEER OVER; RONALD PLASTERK SP AFDRACHTSREGELINGPROVINCIALE STATEN EERSTE KAMER TWEEDE KAMER

Minister Plasterk blokkeert goudmijn SP

AD 07.07.2017 De beloning die raadsleden, Kamerleden en bestuurders van de SP ontvangen, mag straks niet meer direct op de rekening van de Socialistische Partij worden gestort. Dat staat in een vertrouwelijk voorstel van minister Ronald Plasterk dat vandaag wordt besproken in de ministerraad.

   Thijs Coppus @coppus

Leve de solidariteitsregeling van de SP! (en Plasterk kan de boom in) – https://m.facebook.com/story.php?story_fbid=1912178342368230&id=100007282475279 …

7:55 AM – 7 Jul 2017

Vele honderden SP-politici dragen hun vergoeding nu rechtstreeks af aan de partij, omdat ze uit principe vinden dat volksvertegenwoordigers financieel niet wijzer hoeven te worden van hun functie. Deze verplichte regeling wordt het ‘kroonjuweel’ van de socialisten genoemd.

De afdrachtregeling is een goudmijn voor de SP. De partij haalde vorig jaar 5,1 miljoen euro binnen via deze regeling, de helft van alle inkomsten. De andere helft komt uit subsidies, contributies en donaties. De socialisten hebben sowieso een goed gevulde kas: op de bank staat 5,8 miljoen euro.

Concreet moeten Kamerleden en bestuurders hun salaris laten storten op de SP-rekening en dan krijgen ze maandelijks 2.750 euro van de partij terug. Raadsleden ontvangen een onkostenvergoeding die een kwart van hun salaris behelst, alleen in de grootste steden houden ze de helft over.

Minister Ronald Plasterk © ANP

Plasterk heeft afgelopen december al aangegeven dat hij die regeling ‘onwenselijk’ vindt, omdat een politicus dan financieel afhankelijk kan worden van diens partij. De minister kon echter vooralsnog niets doen tegen de constructie, omdat daarover nog een lokale zaak liep bij de rechter.

Op 22 februari kwam de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland en die is glashelder. De gemeente Noordoostpolder hoeft niet mee te werken aan de eis van een plaatselijke SP-politica om haar vergoeding voor raadswerk op de bankrekening van de landelijke SP te storten.

Er is geen beroep aangetekend tegen dit vonnis, dus grijpt Plasterk nu zijn kans. Volgens het plan, dat deze krant heeft ingezien, wil het kabinet ‘op korte termijn’ afspraken maken met gemeenten, provincies en de landelijke overheid om te zorgen dat ze niet langer meewerken aan de SP-regeling.

Controle kwijt

Fiscalisten menen dat er belastingtechnisch niets verandert als politici hun vergoeding zelf houden en een deel afdragen aan de partij. Probleem is echter wel dat de landelijke SP-top de controle kwijtraakt; ze moeten maar hopen dat politici straks nog steeds netjes loon afdragen aan de partij.

De minister van Binnenlandse Zaken gaat er in ieder geval vanuit dat tussenkomst van de landelijke SP ‘op afzienbare termijn’ tot het verleden behoort. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn dan zal het nieuwe kabinet daarvoor zorgen via wetgeving, kondigt Plasterk alvast aan.

Pesterijen

SP-Tweede Kamerlid Ronald van Raak spreekt van een ‘politieke pesterij’. Vier jaar hield de minister zijn mond hierover, aldus Van Raak. Hij vindt het onfatsoenlijk dat dan op de eerste dag van het reces ‘een oud voorstel wordt afgestoft wat eerder in de prullenbak is gegooid’. Zijn partij gaat door met de afdracht, al het zal volgens Van Raak wel een stuk bureaucratischer worden.

Ron Meyer kreeg als nieuwbakken leider van de SP twee duidelijke boodschappen mee. © ANP

Leden forceren twee revoluties bij de SP

Trouw 25.06.2017 Onder druk van haar leden heeft de SP afgelopen weekend twee baanbrekende besluiten genomen: de afdrachtregeling wordt coulanter en alle leden mogen volgend jaar meestemmen over het nieuwe bestuur.

Het kunnen gerust kleine revoluties genoemd worden, de twee besluiten die de partijraad van de SP dit weekend nam. Allereerst zal de partij in de toekomst soepeler omgaan met het salaris dat volksvertegenwoordigers en bestuurders afdragen aan de partij. Daarnaast mogen alle leden volgend jaar bij de verkiezing van een nieuw partijbestuur hun stem uitbrengen. Tot nu toe had slechts een op de vijftig leden stemrecht.

Met beide stappen komt de partij tegemoet aan de toenemende onvrede onder haar leden. Die kwam anderhalf jaar geleden tot volle wasdom op het partijcongres waar Ron Meyer de voorzittersverkiezing won van Kamerlid Sharon Gesthuizen. De leden gaven hun nieuwbakken leider Meyer in Maarssen twee duidelijke boodschappen mee: kijk alsjeblieft eens goed naar onze afdrachtregeling en onderzoek eens of het mogelijk is alle leden te laten stemmen.

Kroonjuweel

Over die afdrachtregeling, in 1974 in het leven geroepen, woedt al jaren discussie binnen de SP. Velen beschouwen het principe dat politici hun salaris goeddeels afstaan aan de partij als kroonjuweel van de SP. Een volksvertegenwoordiger hoort met zijn politieke werk niet meer te verdienen dan de vrijwilliger die de partijbladen door de bus gooit. Gelijke monniken, gelijke kappen. Tegelijkertijd klinkt er kritiek op de rigide rekenmethodes: raadsleden met een uitkering raken in de problemen doordat zij door de partijvergoeding andere, hogere toeslagen mislopen.

Daarnaast jaagt de salarisafdracht mensen weg bij de partij. Tussen 2010 en 2014 stapten 34 SP-raadsleden op; 18 zeiden te vertrekken vanwege de afdrachtregeling. Dat aantal is sindsdien gedaald, maar inmiddels doet zich een ander probleem voor: tegen de afspraken in weigeren steeds meer wethouders en gedeputeerden hun belastingvoordeel af te staan aan de partijkas. In 2012 ging het om 19 procent van de SP-bestuurders, in belastingjaar 2015 zat dit percentage al tussen de 30 en 40, aldus penningmeester Thijs Coppus.

Compromis

Na een enquête onder de afdelingen, fracties en bestuurders presenteerde het partijbestuur zaterdag haar compromis. Dat bestaat eruit dat de partij raadsleden met een uitkering eerder gaat compenseren als zij toeslagen mislopen. Verder krijgen raadsleden in middelgrote steden, die daar steeds vaker overdag moeten vergaderen, vanaf volgend jaar een hogere vergoeding: 35 in plaats van 25 procent van de standaard raadsvergoeding. Tot slot hoeven SP-politici hun belastingvoordeel niet meer in de partijkas te storten. Daar staat tegenover dat zij hun onkosten niet meer kunnen declareren. De partij verwacht dat de plannen haar jaarlijks 650.000 euro gaat kosten.

“Deze discussie is niet uit luxe geboren, maar uit realiteit”, zegt voorzitter Meyer zaterdag tegen een verdeelde zaal op het partijkantoor in Amersfoort. Daar melden zich enthousiaste leden bij de microfoon, maar evenzoveel critici. Die laatste groep zet vraagtekens bij de verhoging van de vergoedingen en de verschillen tussen gemeenten. “Wij vinden het ongepast om als raadslid 130 euro meer te krijgen dan andere SP-raadsleden voor binnen koffie drinken terwijl onze leden buiten in de regen staan te folderen”, aldus de Groningse afdelingsvoorzitter Daan Brandenbarg.

Ondanks de kritiek stemt de zaal in grote meerderheid voor de nieuwe afdrachtregels, net als bij dat andere gevoelige dossier dat die dag op de agenda staat: de stemprocedure. Die gaat bij wijze van proef op de schop. Begin volgend jaar mogen alle SP-leden eenmalig stemmen over het nieuwe bestuur tijdens een vergadering van hun lokale afdeling. Voorheen waren het de afgevaardigden die elk namens vijftig leden een stem uitbrachten op het congres. In de nieuwe opzet wijst het partijbestuur nog wel steeds haar voorkeurskandidaten aan.

Invloed

Dat er animo was voor een andere manier van stemmen, bleek anderhalf jaar geleden tijdens de strijd tussen Meyer en Gesthuizen om de voorzittershamer. Veel leden klaagden dat zij na ruim 25 jaar onder de scepter van Jan Marijnissen geen directe invloed hadden op de keuze van een nieuwe voorzitter. Gesthuizen pleitte in haar campagne voor individueel stemrecht onder leden (‘one man, one woman, one vote’) en behaalde 41 procent van de stemmen. Een commissie ging begin vorig jaar met dat idee aan de slag.

Moderner dan stemmen op een lokale vergadering wordt het voorlopig niet, benadrukte Meyer na vragen uit de zaal over internetstemmen en meevergaderen via Skype. Afdelingen die een groot gebied beslaan, zien wel voordelen in de korte lijnen via internet, maar Meyer is wars van digitale democratie. “Ik vind dat je elkaar moet kunnen zien en ruiken om de discussie met elkaar te kunnen voeren. Het is niet de bedoeling om thuis vanuit de luie stoel te stemmen.”

De afdrachtregeling van de SP

Alle politici die voor de SP actief zijn, laten hun salaris in de regel rechtstreeks in de partijkas storten. Dat leverde de SP vorig jaar ruim vijf miljoen euro aan inkomsten op. Afhankelijk van hun functie krijgen de politici uit diezelfde kas een bedrag teruggestort. Voor voltijdspolitici zoals Tweede Kamerleden gaat het netto om zo’n 2750 euro per maand. Bij raadsleden bepaalt de omvang van de gemeente de hoogte van hun toelage; het percentage schommelt tussen de 25 en 50 procent van de standaardvergoeding voor raadsleden. Dat komt neer op een paar honderd euro per maand. Omdat de Belastingdienst het naar de partij overgemaakte salaris beschouwt als een gift, kunnen SP’ers hun afdracht aftrekken van de inkomstenbelasting. Dat belastingvoordeel horen SP-bestuurders ook naar de partijkas over te maken, maar het overleggen van persoonlijke belastingstukken stuit intern op veel bezwaren. Die plicht schrapt de partij nu.

Lees ook: SP-bestuurders weigeren inzage in belastingaangifte.

Lees ook: Tegen de term ‘scheefwoner’ kan SP’er Sandra Beckerman zich moeilijk verdedigen.

Van belastingjaar 2015 ontving penningmeester Thijs Coppus in dertig tot veertig procent van de gevallen niet de benodigde documenten © ANP

SP-bestuurders weigeren inzage in belastingaangifte

Trouw 25.06.2017  Dertig tot veertig procent van de SP-bestuurders heeft zijn belastingvoordeel afgelopen jaar niet in de partijkas gestort. Wethouders en gedeputeerden zijn verplicht dit geld naar de rekening van de socialisten over te maken, maar zij weigeren het partijbestuur inzage te verschaffen in hun belastingaangifte. Dat meldde landelijk penningmeester Thijs Coppus zaterdag aan de SP-partijraad.

De groep bestuurders die zich verzet tegen het afdragen van het belastingvoordeel, is de afgelopen jaren flink gegroeid. Over belastingjaar 2012 leverde 19 procent van de wethouders en gedeputeerden geen belastingstukken aan waardoor de SP het belastingvoordeel niet kon innen. Van belastingjaar 2015 ontving Coppus in dertig tot veertig procent van de gevallen niet de benodigde documenten. Coppus spreekt van een ‘spagaat’. “We hebben ook te maken met de privacy van mensen.”

Door die weigeringen loopt de SP veel geld mis. In de regel laten de bestuurders hun inkomen rechtstreeks overmaken naar de rekening van de SP. De Belastingdienst ziet dat als een gift. Daardoor kan de bestuurder zijn afdracht aftrekken van de inkomstenbelasting. Bij een wethoudersinkomen, dat in de grote steden tot boven de ton reikt, zijn hier forse bedragen mee gemoeid. De SP had begin dit jaar 46 wethouders en acht gedeputeerden.

Uit de partij gezet

In Rijswijk liep de situatie eind vorig jaar zo hoog op dat de SP besloot om wethouder Björn Lugthart uit de partij te zetten. Lugthart weigerde zijn belastingaangifte aan de partijtop te overleggen. “Mijn opgave inkomstenbelasting stuur ik naar de overheid, als het nodig is naar de politie, maar de partij krijgt geen inzage”, zei de wethouder in december in het AD. Vorige maand lanceerde hij zijn eigen partij, WIJ, waarmee hij volgend jaar aan de raadsverkiezingen wil meedoen.

De SP is inmiddels zo klaar met bestuurders achter de vodden zitten, dat ze zaterdag besloot de regels op dit punt aan te passen. SP’ers mogen hun belastingvoordeel voortaan houden. De partij verwacht daardoor jaarlijks 410.000 euro aan inkomsten mis te lopen. Om dit verlies te compenseren, mogen de bestuurders en volksvertegenwoordigers hun onkosten niet langer declareren.

Lees ook: Leden forceren twee revoluties bij de SP

Sandra Beckerman (SP) tijdens het debat in de Tweede Kamer over het voornemen van de Amerikaanse president Donald Trump om het klimaatakkoord op te zeggen. © ANP

Tegen de term ‘scheefwoner’ kan SP’er Sandra Beckerman zich moeilijk verdedigen

Trouw 25.06.2017 SP-Kamerlid Sandra Beckerman verdient 7700 euro per maand en woont toch in een sociale huurwoning – ze is een ‘scheefwoner’.

Ze verdedigt zich. De SP heeft een afdrachtregeling, zegt ze. SP-Kamerleden dragen een groot deel van hun salaris af aan de partij en houden een bescheiden inkomen van 2750 euro netto per maand over. Wat is er onhandig aan deze verdediging?

Over de afdrachtregeling bestaan twee frames. Het eerste frame is positief. SP-Kamerleden hebben door de afdracht een veel lager inkomen dan hun collega’s. Ze wonen in gewone buurten, tussen gewone mensen. Ze leven hun waarden: als je als Kamerlid opkomt voor de lage inkomens, dan past het niet dat je zelf een hoog inkomen hebt, en een kast van een huis.

Belastingvoordeel

Het tweede frame is negatief. Eerst betalen wij Kamerleden hun salaris, dat ze doorsluizen naar de SP – en daarmee subsidiëren we de SP. Een deel van de afdracht kunnen de SP-Kamerleden aftrekken bij de belastingdienst – en daarmee betalen wij hun ook nog een belastingvoordeel. SP-Kamerleden zijn de duurste Kamerleden, schamperde een CDA’er ooit.

De SP heeft er natuurlijk alle belang bij dat het positieve frame veel aandacht krijgt. Maar doordat Beckerman iets negatiefs (‘scheefwonen’) verbindt aan de afdrachtregeling, activeert ze dat negatieve frame. We betalen dus ook nog voor haar woning, kun je zo maar denken. Daarmee is ze een nog duurder Kamerlid en subsidiëren we de SP nog meer dan we al dachten.

Hans de Bruijn is bestuurskundige en debatspecialist. Wekelijks analyseert hij de sturende taal van politici.

Lees ook: Leden forceren twee revoluties bij de SP.

SP-leden krijgen meer inspraak bij kiezen bestuur

VK 24.06.2017 SP-leden kunnen in het vervolg in de lokale afdelingen stemmen op kandidaten voor het partijbestuur. De partijraad stemde vandaag in met een wijziging van de partijdemocratie.

Voorheen werden de partijvoorzitter en andere partijbestuurders gekozen door afgevaardigden die ieder vijftig leden vertegenwoordigden. Dit getrapte systeem stond ter discussie sinds de voorzittersstrijd tussen Ron Meyer (de huidige voorzitter) en toenmalig Kamerlid Sharon Gesthuizen in 2015.

Gesthuizen voerde campagne met de slogan ‘one man, one vote’

Voorheen werden de partijvoorzitter en andere partijbestuurders gekozen door afgevaardigden die ieder vijftig leden vertegenwoordigden. Dit getrapte systeem stond ter discussie sinds de voorzittersstrijd tussen Ron Meyer (de huidige voorzitter) en toenmalig Kamerlid Sharon Gesthuizen in 2015.

Gesthuizen voerde campagne met de slogan ‘one man, one vote’, ze pleitte voor een directe stem voor elk lid in grote partijbesluiten zoals het verkiezen van de leiding. Meyer won de strijd om de opvolging van Jan Marijnissen, maar de discussie leefde voort.

Nu komt er alsnog een variant van ‘one man, one vote’, maar wie wil stemmen zal wel enige moeite moeten doen. Lokale afdelingen moeten vooraf aan het congres een eigen vergadering en stemming organiseren. Alleen de leden die fysiek komen opdagen kunnen stemmen.

Een nog laagdrempeliger vorm, stemmen via internet, komt er voorlopig niet. Alleen de afdeling Rotterdam pleitte hiervoor tijdens de partijraad in Amersfoort. Andere afdelingsvoorzitters waren juist fel tegen. Wie wil stemmen, moet betrokkemheid tonen. Stemmen ‘vanaf de bank’ is te passief in hun ogen.

Lees verder;

Het gesloten SP-bolwerk vertoont plots barstjes
Zonder Jan Marijnissen is het onrustiger geworden in de SP. Vandaag op de partijraad hoopt voorzitter Meyer weer eenheid uit te stralen. (+)

Volg en lees meer over:  NEDERLAND   SP   POLITIEKE PARTIJEN   POLITIEK

SP-partijvoorzitter Ron Meyer

SP-top geeft zichzelf extra loonruimte cadeau

AD 23.06.2017 Het dagelijks bestuur van de Socialistische Partij vangt sinds vorig jaar april maximaal 400 euro méér loon per maand. Dat komt doordat de SP-top zichzelf in een splinternieuwe topschaal heeft geplaatst, om het wegvallen van andere inkomsten te compenseren.

De ingreep blijkt uit interne stukken over de arbeidsvoorwaarden bij de SP die in handen zijn van deze krant. Tot 1 april 2016 werkten de socialisten met vier functiegroepen en bijbehorende loonschalen. In de hoogste schaal, die gold voor een functie met ‘grote verantwoordelijkheid, inzetbaarheid en flexibiliteit’, bedroeg het maximale brutoloon 3.572 euro per maand.

Eind november 2015 werd Ron Meyer verkozen als partijvoorzitter van de Socialistische Partij. Onder zijn leiding werd enkele maanden later – na overleg met de ondernemingsraad – een extra vijfde schaal geïntroduceerd, met 3.973 euro als hoogst mogelijke brutoloon. Als omschrijving bij deze topschaal staat alleen ‘leden dagelijks bestuur’. Bij de SP zijn dat zeven bestuurders.

Transparant

Zo’n topschaal is opmerkelijk voor de SP, een partij met socialistische wortels waar momenteel veel discussie is tussen de leden over het verplicht delen van inkomsten met de partijkas. De stap zou volgens ingewijden daarom bij meerdere SP’ers slecht zijn gevallen. Partijvoorzitter Meyer vindt de verhoging echter goed uit te leggen. Die komt in plaats van een aparte toelageregeling die de leiding van de socialisten in het verleden ontving. Deze regeling is inmiddels afgeschaft.

,,Met deze wijziging is de totale vergoeding van onze leiding niet verhoogd”, zegt Meyer. ,,Wel is het systeem eerlijk en transparant. En bovendien in overleg met het personeel tot stand gekomen. Zo zie ik het graag.” Personeelsleden en leidinggevenden van de SP verdienen (en verdienden) nooit meer dan het bedrag dat Kamerleden ontvangen, benadrukt de voorzitter.

Afdrachtregeling

De Socialistische Partij kent een afdrachtregeling voor onder meer Kamerleden, het kroonjuweel van de partij. Zij dragen hun salaris af en krijgen daarvoor het loon van een docent op een middelbare school. Eerder meldde deze krant al dat die afdrachtregeling op de schop gaat. Raadsleden van de SP moeten, behalve in de allergrootste steden, nu 75 procent van hun beloning afstaan aan de partij. Het regende de afgelopen jaren echter klachten over de werkdruk in grotere gemeenten (150.000+ inwoners). Dus gaat daar de afdracht terug naar 65 procent, is het plan.

De belangrijkste aanpassing komt echter van het dagelijks bestuur zelf: vele tientallen bestuurders in het land en de 14 Kamerleden dragen momenteel een fors deel van hun salaris af, maar de fiscus ziet die afdracht als een gift die aftrekbaar is. Dat levert mensen een fiks belastingvoordeel op, maar ook die inkomsten stromen de partijkas in. Dat heeft intern tot verhitte discussies geleid en dus wordt die constructie – die veel papierwerk oplevert voor leden en de partij – aangepakt.

Morgen houdt de SP een partijraad, waar ook de afdrachtregeling aan de orde komt.

SP verdraait waarheid over beloning partijbestuur

Elsevier 23.06.2017 De Socialistische Partij is niet transparant over het beloningsbeleid van het partijbestuur. Op de website van de SP vermeldt de partij dat voor bestuurders geen beloningsregeling is. Dit staat haaks op de werkelijkheid: SP-bestuurders krijgen wel degelijk een vergoeding voor hun werk.

De SP vermeldt op haar site dat voor partijbestuurders geen beloningsbeleid geldt. Bestuurders van de Socialistische Partij kunnen wel aanspraak maken op het declareren van gemaakte kosten. De Socialistische Partij heeft nog niet gereageerd.

Loonsverhoging

Het bestuur van de SP heeft zichzelf vorig jaar een riante loonsverhoging van 400 euro per maand gegeven. Zo ontvangt partijvoorzitter Ron Meyer een beloning van bijna 3.973 euro bruto per maand, voorheen 3.572 euro.

Dat meldt het AD. De partijtop heeft voor zichzelf een nieuwe loonschaal bedacht, omdat andere inkomsten door regelgeving wegvielen. Binnen de partij bestonden tot april 2016 vier verschillende loonschalen, maar het bestuur heeft vorig jaar een vijfde schaal geïntroduceerd, die voor de bestuurders zelf is bedoeld.

 Volgen

Ron Meyer @MeyerRon

Tendentieus! Ik verdien niet meer, maar juist minder na techn wijziging. Rare aanval op partij waar Kamerleden en leiding max 2700 krijgen. 10:50 – 23 Jun 2017 · Heerlen, Nederland

Volgens partijvoorzitter Ron Meyer is de verhoging bedoeld als vervanging van een eerdere regeling, waarbij het bestuur een aparte toelage kreeg. Daarom is de verhoging volgens hem goed te verantwoorden. Hij spreekt tegen dat hij meer verdient. ‘Rare aanval,’ aldus Meyer, die in 2015 Jan Marijnissen opvolgde als voorzitter van de SP.

 

 

SP-top geeft zichzelf riante loonsverhoging 

Volgens leden van de SP is dat echter minder vanzelfsprekend. Volgens het AD woedt er een interne discussie over de afdrachtregeling: zo moeten gemeenteraadsleden 75 procent van hun tegemoetkoming afstaan. Punt van kritiek is dat dit niet in verhouding staat tot de hoge werkdruk.

Afdrachtregeling

De belastingvoordelen die de SP geniet, leiden ook tot wrijving met politieke tegenstanders. Iedereen mag giften aan kerken, ideële instellingen en politieke partijen aftrekken van zijn belastbaar inkomen, mits de gift meer is dan 1 procent van het inkomen, met een maximum van 10 procent.

SP-Kamerleden staan rond 70 mille per jaar af. Ze mogen dus 7.000 euro fiscaal aftrekken. Die meevaller pikt de SP ook weer in. Omdat SP’ers door de partij worden verplicht te doneren, zou het in de praktijk gaan om niet-aftrekbare beroepskosten en niet om giften aan de partij.      Lees meer

Berend Sommer (1990) is online redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zijn debuut Duchamp verscheen in juni 2017 bij Uitgeverij Prometheus.

SP-top geeft zichzelf riante loonsverhoging

Elsevier 23.06.2017 Het bestuur van de SP heeft zichzelf vorig jaar een riante loonsverhoging van 400 euro per maand gegeven. Zo ontvangt partijvoorzitter Ron Meyer een beloning van bijna 3.973 euro bruto per maand, voorheen 3.572 euro.

Dat meldt het AD. De partijtop heeft voor zichzelf een nieuwe loonschaal bedacht, omdat andere inkomsten door regelgeving wegvielen. Binnen de partij bestonden tot april 2016 vier verschillende loonschalen, maar het bestuur heeft vorig jaar een vijfde schaal geïntroduceerd, die voor de bestuurders zelf is bedoeld.

Volgens partijvoorzitter Ron Meyer is de verhoging bedoeld ter vervanging van een eerdere regeling, waarbij het bestuur een aparte toelage kreeg. Daarom is de verhoging volgens hem goed te verantwoorden. Ron Meyer volgde in 2015 Jan Marijnissen op als voorzitter van de Socialistische Partij.

SP-Kamerlid Beckerman woont in sociale huurwoning

Volgens leden van de SP is dat echter minder vanzelfsprekend. Volgens het AD woedt er een interne discussie over die afdrachtregeling: zo moeten gemeenteraadsleden 75 procent van hun tegemoetkoming afstaan. Punt van kritiek is dat dit niet in verhouding staat met de hoge werkdruk.

Afdrachtregeling

De belastingvoordelen die de SP geniet, leiden ook tot wrijving met politieke tegenstanders. Iedereen mag giften aan kerken, ideële instellingen en politieke partijen aftrekken van zijn belastbaar inkomen, mits de gift meer is dan 1 procent van het inkomen, met een maximum van 10 procent.

SP-Kamerleden staan rond 70.000 euro per jaar af. Ze mogen daarvan 7.000 euro fiscaal aftrekken. Dat fiscale douceurtje moet overigens ook naar de rekening van de SP worden gestuurd. Omdat SP’ers door de partij worden verplicht te doneren, zou het in de praktijk gaan om niet-aftrekbare beroepskosten en niet om giften aan de partij.

  Berend Sommer (1990) is online redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zijn debuut Duchamp verscheen in juni 2017 bij Uitgeverij Prometheus.

 Sandra Beckerman, al ’tig jaar’ in de Oosterparkwijk.

Voorzitter SP trots op scheefwoner

Telegraaf 17.06.2017  Het is geen enkel probleem dat SP-Kamerlid Sandra Beckerman met haar royale salaris een sociale huurwoning bezet houdt. Partijvoorzitter Ron Meyer zegt er zelfs ’trots’ op te zijn dat „onze Kamerleden in volksbuurten wonen en niet in Wassenaar of binnen de ring in Amsterdam”.

Meyer toont zich gepikeerd over de berichtgeving in deze krant over Beckermans woonsituatie. Al jaren is er in de Tweede Kamer discussie over mensen die met een goed inkomen een gesubsidieerde huurwoning van de markt houden, de zogenoemde scheefwoners. Maar de voorzitter van de partij die juist voor de minder bedeelden zegt op te komen, ziet dat heel anders.

Per tekstbericht, want de telefoon neemt hij niet op, reageert Meyer op de scheefwonende gepromoveerd archeologe: „Mag de thuiszorger of timmerman die in de Oosterparkwijk woont geen Kamerlid worden?”

Beckerman voert als excuus aan dat ze een flink deel van haar salaris aan de partij afdraagt en daarom lang niet zo veel te makken heeft als het lijkt. Het netto salaris dat een SP-Kamerlid overhoudt, is 2750 euro.

LEES OOK: SP-Kamerlid blijkt ’scheefwoner’

Meyer is op dit punt ook vol begrip: „SP’ers verdienen het loon van een leraar. Daardoor weten wij wel hoe gewone mensen leven.”

Meyer wijst er tevens op dat Beckerman „al tig jaar” in de Oosterparkwijk woont. „Dit is haar gemeenschap.” Op de constatering dat de buurt ook een vrije sector kent, gaat hij niet in.

Liever wijst de partijvoorzitter een andere boosdoener aan. „Het ware probleem is dat er door VVD-politiek veel te weinig betaalbare woningen gebouwd zijn.”

LEES MEER OVER; SP SCHEEFWONEN SANDRA BECKERMAN

RON MEYER

GERELATEERDE ARTIKELEN;

SP-Kamerlid blijkt ’scheefwoner’

Telegraaf 16.06.2017 Het nieuwe SP-Kamerlid Sandra Beckerman woont ondanks haar royale salaris van 7705,27 euro bruto per maand in een sociale huurwoning. Dat onthulde de socialist zelf in een debat over hoge energierekeningen.

„In mijn wijk in Groningen zie je geen Tesla’s, maar mensen die hun energierekening niet kunnen betalen”, foeterde de parlementariër. Later in het debat werd duidelijk dat ze letterlijk woont tussen wat zij zelf ’klimaatpaupers’ noemt. „Ik heb een sociale huurwoning.”

Pikant detail is dat ze met haar vorige baan, gepromoveerd universitair docent archeologie in combinatie met het betaalde fractievoorzitterschap in de Provinciale Staten, ook al niet behoorde tot de allerarmsten van de noordelijke studentenstad.

Is zo’n verzamelinkomen niet te hoog voor een sociale huurwoning? „Nee helaas. Zoals heel veel jongeren heb ik altijd te maken gehad met flexibele en korte banen. Daardoor heb ik nooit zo’n hoog inkomen gehad en heel belangrijk: het lukte niet om een hypotheek te krijgen”, verdedigt de socialist haar gesubsidieerde residentie. „Als Kamerlid verdien ik meer, maar de SP heeft natuurlijk een afdrachtregeling. Ik verdien net zo veel als een gemiddelde leraar.”

In de Tweede Kamer wordt al jaren gediscussieerd over ’scheefwoners’. Dit zijn mensen met een hoog inkomen wonend in een spotgoedkope sociale huurwoning. Beckerman ziet dat allemaal anders: „Er moet gewoon heel veel gebouwd worden. De discussie over scheefwoners is een valse, want dan leg je de schuld neer bij de huurder. Bovendien kosten koopwoningen door de hypotheekrenteaftrek veel meer voor de overheid.”

Een aantal Kamerleden hoorde met klapperende oren aan hoe de SP’er zonder blikken of blozen haar onthulling deed. „Ik ben stomverbaasd”, zegt VVD-Kamerlid André Bosman.

Beckerman heeft nog geen verhuisplannen.

SP-Kamerlid Beckerman woont in sociale huurwoning

Elsevier 16.06.2017 Kersvers Kamerlid Sandra Beckerman van de Socialistische Partij blijkt een ‘scheefwoner’ te zijn. Tijdens een debat over ‘klimaatpaupers’ zei de socialist dat ze in een sociale huurwoning woont.

In Groningen woont Beckerman in een sociale huurwoning, naar eigen zeggen tussen de ‘klimaatpaupers’: minder welgestelde Nederlanders die de rekening zouden betalen van de energietransitie.

Dat is opvallend. Over het algemeen worden sociale huurwoningen alleen toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot 35.739 per jaar. Woningcorporaties mogen 10 procent van hun sociale huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tussen de 35.739 en 39.874 per jaar.

Meer:

‘Werkende moet sneller aan sociale huurwoning komen’

Schrijnend wegens afdrachtregeling

Kamerleden verdienen over het algemeen bijna 92.460 euro per jaar. Merkwaardig is dat Beckerman zelf de omstreden afdrachtregeling van de SP aanhaalt ter verdediging van haar woonsituatie. Werknemers van de SP en politici die voor de partij werken, dragen een groot deel van hun salaris af aan de partij.

Door de afdrachten is de SP verreweg de rijkste partij van Nederland en kan ze de duurste campagnes voeren. Omdat politici hun salaris – dat ze van de staat krijgen – afdragen aan een politieke partij, wordt dat als gift aan de organisatie gezien. De giften worden afgetrokken van het belastbaar inkomen. Die meevaller pikt de SP direct in, terwijl SP’ers worden verplicht te doneren.

  Volgen  Andre Bosman @andrebosman @SandraBeckerman woont met het salaris van een kamerlid in sociale huurwoning! “Is goed voor de diversiteit in de wijk” #scheefwoner

14:59 – 15 Jun 2017

‘Flexibele en korte banen’

Het is dan ook schrijnend dat Beckerman naar die regeling van de SP wijst. ‘Ik verdien net zo veel als een gemiddelde leraar,’ aldus Beckerman tegen De Telegraaf. De krant berekende dat de politicus bij haar vorige banen ook al flink verdiende. Voor de verkiezingen werkte ze als gepromoveerd universitair docent archeologie en was ze fractievoorzitter in Provinciale Staten.

Lees verder: waarom de afdrachtregeling van SP schuurt

Beckerman (34) heeft naar eigen zeggen ‘zoals veel jongeren altijd te maken gehad met flexibele en korte banen’. ‘Daardoor heb ik  nooit zo’n hoog inkomen gehad, en heel belangrijk: het lukte niet om een hypotheek te krijgen.’

Bauke Schram  Bauke Schram (1993) is sinds april 2016 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

SP-Kamerlid blijkt ’scheefwoner’

Telegraaf 16.06.2017 Het nieuwe SP-Kamerlid Sandra Beckerman woont ondanks haar royale salaris van 7705,27 euro bruto per maand in een sociale huurwoning. Dat onthulde de socialist zelf in een debat over hoge energierekeningen.

„In mijn wijk in Groningen zie je geen Tesla’s, maar mensen die hun energierekening niet kunnen betalen”, foeterde de parlementariër. Later in het debat werd duidelijk dat ze letterlijk woont tussen wat zij zelf ’klimaatpaupers’ noemt. „Ik heb een sociale huurwoning.”

Pikant detail is dat ze met haar vorige baan, gepromoveerd universitair docent archeologie in combinatie met het betaalde fractievoorzitterschap in de Provinciale Staten, ook al niet behoorde tot de allerarmsten van de noordelijke studentenstad.

Is zo’n verzamelinkomen niet te hoog voor een sociale huurwoning? „Nee helaas. Zoals heel veel jongeren heb ik altijd te maken gehad met flexibele en korte banen. Daardoor heb ik nooit zo’n hoog inkomen gehad en heel belangrijk: het lukte niet om een hypotheek te krijgen”, verdedigt de socialist haar gesubsidieerde residentie. „Als Kamerlid verdien ik meer, maar de SP heeft natuurlijk een afdrachtregeling. Ik verdien net zo veel als een gemiddelde leraar.”

In de Tweede Kamer wordt al jaren gediscussieerd over ’scheefwoners’. Dit zijn mensen met een hoog inkomen wonend in een spotgoedkope sociale huurwoning. Beckerman ziet dat allemaal anders: „Er moet gewoon heel veel gebouwd worden. De discussie over scheefwoners is een valse, want dan leg je de schuld neer bij de huurder. Bovendien kosten koopwoningen door de hypotheekrenteaftrek veel meer voor de overheid.”

Een aantal Kamerleden hoorde met klapperende oren aan hoe de SP’er zonder blikken of blozen haar onthulling deed. „Ik ben stomverbaasd”, zegt VVD-Kamerlid André Bosman.

Beckerman heeft nog geen verhuisplannen.

juni 16, 2017 Posted by | 2e kamer, afdrachtregeling, Huurdersheffing, huurverhoging, huurwet, politiek, scheefhuur, scheefwonen, sp, woningwet | , , , , , , , , | 5 reacties

Tijd voor een nieuwe impuls in de Vogelaarwijken

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

Aanpak kwetsbare wijken

”Veel wijken maakten sinds 2002 – conform de landelijke trend – een positieve ontwikkeling van de leefbaarheid door. Vanaf 2012 veranderde het beeld, omdat bij het merendeel van de onderzochte wijken de stijgende lijn stokte. Een derde van deze wijken vertoont tussen 2012 en 2014 zelfs een achteruitgang. Voor de bewoners van deze wijken was de verbetering in 2014 weer verleden tijd.”

De stagnatie en achteruitgang is onder meer te wijten aan de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid, aldus de G32. ”Nu de economie weer aantrekt, is het tijd om de kwetsbare wijken van een nieuwe impuls te voorzien”, vindt de belangenvereniging.

Kwetsbare wijken hebben nieuwe impuls nodig – Platform31 07.03.2017 Door de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid was er de afgelopen jaren steeds minder aandacht voor kwetsbare wijken. Platform31 onderzocht hoe het nu met deze wijken gaat. Vanaf 2012 zien we de ontwikkeling van de leefbaarheid in deze wijken haperen. Een nieuwe impuls is nodig van gemeenten, Rijk en andere maatschappelijke partners.

Met de Leefbaarometer – een instrument dat de leefbaarheid op wijk- en buurtniveau meet – onderzocht Platform31 de leefbaarheid in meer dan 130 wijken die de afgelopen decennia als aandachtswijk of prioriteitswijk zijn gelabeld. Bij een ongeveer een derde van de wijken stagneerde vanaf 2012 de stijgende lijn; bijna veertig procent van de wijken vertoont zelfs een daling.

Verdiepend onderzoek in 12 wijken, Meerzicht (Zoetermeer), Buitenhof (Delft), Schiedam-Oost, Meerwijk (Haarlem), Jol/Galjoen (Lelystad), de Gestelse Buurt (Den Bosch), Jagershoef (Eindhoven), Kerkrade-West en Mariaberg (Maastricht), Selwerd (Groningen), Angelslo (Emmen), naar oorzaken van de afnemende leefbaarheid, laat zien dat in deze wijken concentraties ontstaan van kwetsbare groepen, zoals mensen die in armoede of met schulden leven, vroegtijdige schoolverlaters en mensen uit de maatschappelijke opvang.

De crisis, maar ook de nieuwe Woningwet en de decentralisaties in het sociale domein komen hard aan in kwetsbare wijken. Woningcorporaties renoveren nog wel sociale huurwoningen, maar bedienen geen starters en middengroepen meer. Marktpartijen investeren nauwelijks in deze wijken. In veel wijken zijn buurtcentra gesloten en corporaties zijn minder actief op het terrein van leefbaarheid.

Het onderzoek laat zien dat opgaven als segregatie, veiligheid, duurzaamheid, schulden en eenzaamheid om continue aandacht vragen van gemeenten, het Rijk en andere maatschappelijke partners. De aantrekkende economie en de energietransitie bieden nieuwe mogelijkheden om de leefbaarheid in kwetsbare wijken te verbeteren.

Meer informatie;

Platform31 bundelt alle informatie over het kennisprogramma Nieuwe perspectieven voor stedelijke vernieuwing op een overzichtelijke projectpagina.

1. Hoofdrapport Kwetsbare wijken in beeld

2. Bijlage Leefbaarheidsontwikkeling

3. Bijlage Wijkanalyses

2013 Terugblik

Overheidsgeld kan bewoners van Vogelaarwijken niet vooruit helpen

De onthutsende conclusie van het SCP-rapport was dat de ‘Vogelaar-gelden’ geen enkel extra effect hebben gehad bij de verbetering van probleemwijken. Weer een maakbaarheidsillusie armer, en tegen een enorme prijs.

Nederland moet nog wel eens bitter lachen om ‘Brussel’ met z’n miljardensubsidies die in een bodemloze put verdwijnen, maar ‘Den Haag’ zelf kan er ook wat van.

‘ANP’

Alle critici van het ‘krachtwijkenbeleid’ van het vierde kabinet-Balkenende (CDA, PvdA, ChristenUnie) hebben gelijk gekregen: de ambitie van toenmalig minister Ella Vogelaar (PvdA) voor Wonen, Wijken en Integratie om veertig probleemwijken in de grote(re) steden in de vaart der volkeren op te stoten door er met veel extra geld ‘krachtwijken’ van te maken, moet als mislukt worden beschouwd.

Netjes

Dat concludeert althans het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in Werk aan de wijk. Een quasi-experimentele evaluatie van het krachtwijkenbeleid.

LEES OOK:

Vogelaarwijken niet beter dan andere achterstandswijken

Het leerzame rapport is zeker niet alleen negatief. Het stelt vast dat de leefbaarheid in veel van die probleemwijken de afgelopen tien jaar best is opgeknapt. Simpel gezegd: het helpt als je slechte huizen sloopt, nieuwe koopwoningen bouwt voor welstandige bewoners die anders waren weggegaan of zich er komen vestigen, de publieke ruimte een beetje netjes houdt en de criminaliteit bestrijdt.

Stigma

Maar de onthutsende conclusie is ook dat de Vogelaar-gelden – al met al een miljard euro – die tussen 2008 en 2012 in die veertig ‘uitverkoren’ wijken zijn gepompt, vooral door de Nederlandse corporaties, geen enkel extra effect hebben gehad.

De Vogelaarwijken staan er niet beter voor dan moeilijke wijken die het geld niet kregen. In sommige opzichten zelfs slechter: het predikaat ‘Vogelaarwijk’ blijkt ook als een stigma te hebben gewerkt, met een ontmoedigende werking op bewoners.

Wat is de les? Niet dat het geen zin heeft om geld te steken in de leefbaarheid van probleemwijken. Het is mogelijk zulke buurten te verbeteren door ze aantrekkelijker te maken voor kansrijkere burgers met geld. Het is een langzaam proces, maar het kan.

Zelf doen

Maar achter het Vogelaar-beleid school een veel grotere, radicalere maakbaarheidsillusie. De gedachte namelijk dat als je maar genoeg extra geld in een kansarme bevolking pompt, die als vanzelf – versneld – zal gaan klimmen op de sociale ladder.

Daar is het SCP niks van gebleken. Er is sociale stijging in de Vogelaarwijken, maar niet meer dan elders. Weer een maakbaarheidsillusie armer, en tegen een enorme prijs: de overheid kan buurten wel (helpen) opknappen, maar hun inwoners niet vooruit helpen in de samenleving. Dat zullen ze echt zelf moeten

Vogelaarwijken zijn niet beter dan andere achterstandswijken

Alle miljoenen euro’s ten spijt, de zogenoemde ‘Vogelaarwijken’ doen het qua veiligheid en leefbaarheid niet beter of slechter dan vergelijkbare wijken. Sinds 2008 gaat het met alle probleemwijken iets beter, de Vogelaarwijken zijn daarin niet te onderscheiden.

Dat blijkt dinsdag uit een onderzoeksrapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de Vogelaarwijken, ook wel ‘krachtwijken’ genoemd.

‘ANP’

Optimistisch

De veiligheid is afgenomen in de Vogelaarwijken en de andere probleemwijken. De criminaliteit nam er toe en bewoners maakten vaker melding van misdaad.

De tevredenheid van de bewoners nam gemiddeld in alle probleemwijken toe en de bewoners zijn optimistisch over verdere verbetering.

VOLGENS BLOGGERS;

Afshin Ellian in 2008: Vogelaarbeleid immoreel en totaal zinloos

Geld

In 2007 introduceerde toenmalig minister Ella Vogelaar (PvdA, Wijken) hetActieplan Krachtwijken. Volgens het plan moest er in tien jaar tijd markante verbetering zijn in veertig achterstandswijken op het gebied van wonen, werken, leren en opgroeien, integreren en veiligheid. Daarvoor werd extra gelduitgetrokken.

VOLGENS ELSEVIER;

Commentaar Gertjan van Schoonhoven: ‘Overheidsgeld kan bewoners van Vogelaarwijken niet vooruit helpen’

Volgens het onderzoek zette de positieve ontwikkeling in probleemwijken al in voor het er specifiek beleid werd opgesteld. In de Vogelaarwijken zijn bewoners wel optimistischer over de verbeteringen en de toekomst dan in vergelijkbare wijken.

Nieuwbouw

Er is niet alleen geld vrijgemaakt voor de Vogelaarwijken, ook in andere probleemwijken is geïnvesteerd in sloop en nieuwbouw van huizen. De crisis op de huizenmarkt verminderde het positieve effect van de herstructurering, schrijft het SCP.

Voor de wijken is 1 miljard euro uitgetrokken en het plan zou tien jaar duren, maar het beleid werd in 2011 al afgeschaft.

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

AD 07.03.2017

zie ook: 2e kamerleden adopteren wijken

zie ook: Daniëlle de Winter PVV Den Haag – Vogelaarwijk is een bodemloze put

zie ook: Opkomst Gettowijken op Vinexlocaties

zie ook: ‘Zwakte als kracht’ Studiedag over kerkelijke presentie in Prachtwijken

zie ook: De Haagse Prachtwijken

zie ook: Haagsche Krachtwijken op Den Haag FM

zie ook: Slopen in Haagse wijken helpt niet altijd

zie ook: De Wijk van de remmende achterstand

zie ook: PVV Den Haag en de Rotterdamwet

zie ook: De Haagse Autochtonen-ASO-Tokkies-in-container-taal van de VVD

Zie ook: Ella Vogelaar laat de PvdA-koppen rollen

Ella Vogelaar (1949-2019) was niet bestand tegen harde Haagse cultuur

Elsevier 09.10.2019 Het plotselinge overlijden van oud-minister Ella Vogelaar (PvdA) wordt in Den Haag ervaren als een schok. PvdA-leider Lodewijk Asscher zegt dat zij ‘een groot hart voor anderen had’. VVD-premier Mark Rutte roemde haar als ‘een echte sociaal-democrate met stevige principes’.

Vogelaar trad in 2006 aan in een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie als minister van Volkshuisvesting. Zij selecteerde veertig achterstandswijken waarin ongeveer een miljard euro geïnvesteerd zou worden om het lot van de bewoners te verbeteren. Om te voorkomen dat de buurten een stigma kregen, sprak Vogelaar zelf over ‘krachtwijken’ en ‘prachtwijken ‘. Al snel ging het over ‘Vogelaarwijken’.

Een paar jaar later concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau dat de aanpak was mislukt. De bewoners van de veertig wijken waren niet beter af dan bewoners van vergelijkbare buurten. Het overheidsgeld had niets geholpen. Het was verdwenen in een bodemloze put.

Lees terug: Vogelaarwijken niet beter dan andere achterstandswijken

Ze leek rijzende ster PvdA te worden, maar strandde al na anderhalf jaar

Vogelaar was toen al lang geen minister meer. Aanvankelijk leek ze de rijzende ster van de PvdA te worden, maar haar presentatie was ongelukkig. Na een knallende ruzie met haar vicepremier en politiek leider Wouter Bos, moest ze al na anderhalf jaar het veld ruimen. Zij was niet opgewassen tegen de harde Haagse cultuur.

Vogelaar zat klem tussen de belangen van de volkshuisvesting en de druk die er vanuit de PvdA-top op haar werd uitgeoefend. Ze werd de kwetsbare plek in het kabinet. Nadat ze in dagblad Trouw een politiek hypercorrecte uitspraak had gedaan – ‘op den duur zullen we spreken over onze christelijk-Joodse-islamitische cultuur’ – verklaarde PVV-leider Geert Wilders haar ‘knettergek’.

Ze werd ook het slachtoffer van de ‘treiterjournalistiek’. Een filmpje waarin ze werd achtervolgd door een reporter van Geen Stijl was tekenend voor haar ongemakkelijke positie.

Vogelaar schreef boek met knipoog naar Wilders

Na haar aftreden schreven zij en haar man een boek over haar belevenissen als minister. De titel was een knipoog naar Wilders: Twintig maanden knettergek. Het was een zeldzaam inkijkje in de entourage van het kabinet en het was op het randje van de ministeriële geheimhouding. Het boek werd een kaskraker.

Vogelaar kwam uit Zeeland, was op jonge leeftijd lid van de Communistische Partij Nederland. Zij klom op via de vakbond van onderwijspersoneel en werd vicevoorzitter van de FNV. Daarna werkte zij in het bedrijfsleven, onder meer als commissaris bij Unilever.

Na het ministerschap zette zij zich in voor een woningcorporatie en voor het vrijwilligerswerk. Volgens haar familie leed zij aan ernstige depressies en koos zij zelf voor de dood.

‘Niet sociaal bouwen in dure wijken’

AD 30.05.2017 Het plan om meer sociale huurhuizen te bouwen in wijken als de Vogelwijk en Benoordenhout kan rekenen op felle tegenstand binnen de coalitie: ,,Die spreiding is idioot, duur en het helpt niet.”

Coalitiepartij VVD maakt gehakt van de spreidingsfilosofie die wethouder Joris Wijsmuller (HSP) onlangs in deze krant toelichtte. ,,Die is idioot”, zegt VVD-fractieleider Frans de Graaf. ,,Het heeft geen enkel aantoonbaar voordeel voor de bewoners, zo is onlangs in een proefschrift nog vastgesteld. En de grond is duur: voor hetzelfde geld bouw je twee sociale huurhuizen in een andere wijk.”

Dus volgens De Graaf heeft het weinig zin om ‘koste wat kost’ hoge en lage inkomensgroepen te spreiden. Wijsmuller vindt het juist belangrijk dat er geen villa-enclaves of sociale huurzones ontstaan. Alle doelgroepen moeten in de hele stad wonen, vindt hij.

AD 30.05.2017AD 30.05.2017

Zo wordt bekeken of er straks in het Rode Kruisziekenhuis aan de Sportlaan (rand Vogelwijk) en in het oude Poortgebouw van de Bronovoflat sociale huurhuizen kunnen worden toegevoegd: ,,Volgens mij vinden mensen het helemaal niet erg als nieuwe woningen sociale huurhuizen zijn”, zei de wethouder in het interview. ,,Zolang het maar past in het karakter van de wijk en het veel kwaliteit heeft.”

Heet hangijzer

Je moet ook kijken waar je nog veel kunt bouwen, Anne Toeters.

De liberalen verwijzen in hun kritiek naar recent promotieonderzoek. Daaruit blijkt dat het mengen van arme en rijke bewoners niet tot verbetering leidt. De samenstelling van de buurt heeft nauwelijks effect op baankansen of inkomen, concludeert de onderzoeker na een analyse van duizenden buurten.

Donderdag praat de Haagse politiek over de woonplannen van Wijsmuller. D66, de grootste coalitiepartij, is niet zo stellig tegen spreiding. Maar raadslid Anne Toeters benadrukt wel dat in een stadsdeel als Zuidwest veel meer ruimte is voor sociale huurhuizen dan in pakweg Benoordenhout: ,,Je moet ook kijken waar je nog veel kunt bouwen.”

Het woningbouwdossier is een heet hangijzer in de politiek. De stad moet de komende twintig jaar zeker 50.000 huizen bijbouwen om de bevolkingsgroei (jaarlijks gemiddeld plus 4.000) bij te benen.

Achterstandsjongeren die verhuizen naar een rijkere buurt gaan eerder meer dan minder probleemgedrag vertonen. Dat is een van de belangrijkste conclusies uit onderzoek van de TU Delft.

JUIST EXTRA TROUBLES IN PARADISE

BB 10.04.2017 Achterstandsjongeren die verhuizen naar een rijkere buurt gaan eerder meer dan minder probleemgedrag vertonen. Dat is een van de belangrijkste conclusies uit onderzoek van de TU Delft.

Agressief gedrag

Problemen in achterstandswijken worden vaak aangepakt door de buurt sociaal-economisch te mengen. Het idee erachter is dat de buurtbewoners met lagere inkomens en opleidingen zich kunnen optrekken aan hun buren die het sociaal-economisch beter doen. Maar jongeren die naar een rijkere buurt verhuizen, vertonen daarna juist meer probleemgedrag. Dat ontdekte onderzoeker van Jaap Nieuwenhuis van de Faculteit Bouwkunde.

Uit zijn studie blijkt dat wanneer jongeren verhuizen van een arme buurt naar een relatief rijke buurt, zij meer last hebben van depressie, angststoornissen, agressief gedrag en conflicten met hun ouders. Die bevinding gaat in tegen het algemene geloof dat het juist goed is om jongeren uit achterstandsbuurten te verhuizen naar betere buurten en te mengen met jongeren uit rijkere gezinnen.

 Welvarende buren

Vijf jaar lang werden jongeren uit heel Nederland tussen de 12 en 16 jaar oud gevolgd en hielden de onderzoekers onder andere veranderingen bij in het inkomen van hun ouders, hun verhuisgeschiedenissen, en veranderingen in de mate van probleemgedrag. Daaruit blijkt dat wanneer jongeren verhuizen naar een rijkere buurt, zij daarna een grotere kans hebben op probleemgedrag. Jongeren uit armere wijken lijken weinig baat te hebben bij meer welvarende buren. Dat gaat lijnrecht in tegen het beleid dat nu vaak gehanteerd wordt bij het mengen van wijken.

Oneerlijk

Het grotere contrast tussen hun eigen sociaal-economische situatie en die van de rest van de buurt lijkt te leiden tot meer problemen. Een verklaring ervoor is dat jongeren hun eigen situatie vergelijken met die van hun meer welvarende buren, waardoor hun relatief benadeelde sociaal-economische positie wordt bevestigd. Wanneer zij dit als oneerlijk beschouwen, kan het zich uiten in probleemgedrag.

Het gemeentelijk beleid zou zich volgens de onderzoeker vooral moeten richten op het vergroten van kansen op opleiding en werk van jongeren door te investeren in onderwijs.

Reactie Jouwert van Geene (DroomDoener)

Deels lijkt dit onderzoek in lijn te zijn met het onderzoek van Chetty et al. in de VS (https://scholar.harvard.edu/hendren/publications …Het is wel belangrijk om een andere conclusie van dat onderzoek aan te halen, namelijk dat het verhuizen van aan “slechte buurt” naar een “goede buurt” wanneer kinderen jonger dan 13 jaar zijn, weldegelijk zeer positieve effecten heeft op het leven van deze kinderen.
Een aardige podcast over dit fenomeen is Freakonomics Radio in januari dit jaar (“Is the American Dream Really Dead?”)http://freakonomics.com/podcast/american-dream-r …

Van probleemwijk naar Vogelaarsucces in Leeuwarden

Trouw 22.03.2017 Precies tien jaar geleden wees toenmalig minister Ella Vogelaar veertig probleemwijken aan waarin het kabinet Balkenende-IV zou investeren. Een daarvan was Heechterp-Schieringen in Leeuwarden. Hoe is het er nu?

Fridus van den Berg, beheerder van het wijkcentrum, wijst tijdens de wandeling op de nette nieuwbouwwoningen, die doen alsof ze oude boerderijen zijn. Op de daken prijken zonnepanelen, in een voortuintje staat een stenen hond. Het Marokkaanse gezin op de hoek heeft een moestuintje aangelegd. Groene kopjes prikken aarzelend door de aarde. “Van de week was vader druk aan het spitten. Mooi vind ik dat, dat moet je stimuleren.”

Van den Berg, die al dertig jaar in de wijk woont, knikt naar de kinderfietsen en andere spullen die ook in de tuin staan opgeslagen. “Dat is dan weer jammer. Maar ja, de woningen hebben nauwelijks bergruimte. Je moet toch wat.”

Armoedelijstjes

De nieuwbouwhuizen zijn goedkoop en klein, en dat is precies de belangrijkste reden dat Heechterp-Schieringen maar niet van de armoedelijstjes af komt. Wie het beter krijgt, trekt weg, om weer plek te maken voor nieuwe armen. Volgens Van den Berg zou wel 60 procent van de verhuizende gezinnen in de wijk zijn gebleven als er geschikte doorstroomwoningen waren geweest. ”We kunnen mensen wel helpen, maar het lukt niet om ze hier te houden.”

Een andere reden voor de chronisch hoge armoedescore: Leeuwarden heeft kleine postcodegebieden. Vijf Leeuwarder postcodegebieden met arme mensen klinkt veel, maar in werkelijkheid hoeven het maar een paar straten te zijn – niet te vergelijken met de aantallen in bijvoorbeeld de Haagse Schilderswijk.

Het is lastig te meten wat de vogelaaraanpak precies heeft opgeleverd, zegt Van den Berg. In Heechterp-Schieringen zaten de grootste problemen achter de voordeur. Dáár werd dan ook geïnvesteerd: in mensen, niet in stenen. En dat is minder zichtbaar, zeker als de betreffende mensen uit de wijk verdwijnen.

Elan 2007

Er was elan, toen in 2007. Er kwamen moestuintjes, taallessen, een pluktuin en een wijkmusical. Maar de klad kwam in de taallessen en de tuintjes maakten plaats voor nieuwbouw – na de zomer komen ze terug, trouwens, en dan permanent. De balkons van portiekflats bleken verrot, relatief veel vogelaargeld ging naar de opknapbeurt ervan.

Het grootste Leeuwarder vogelaarsucces: de zogenoemde Frontlijnteams – teams die langs de deuren op maat problemen oplossen. De multidisciplinaire aanpak – omdat er vaak meerdere problemen spelen, bijvoorbeeld én armoede én eenzaamheid én verslaving, werd eerst ‘uitgerold’ over Leeuwarden. “En daarna hebben we zeker honderd gemeentes op bezoek gehad die het kopieerden”, vertelt Andries Ekhart, de wijkenwethouder in Leeuwarden. Hij voegt er aan toe dat het aantal huisuitzettingen is gedaald met veertig procent, het aantal kinderen onder toezicht met een kwart.

In aanvulling op de langsdedeuraanpak zitten de Frontlijners nu in een gebouw, waar hulpbehoevende bewoners kunnen langskomen. Sommige problemen worden groepsgewijs aangepakt. Zo is er elke donderdag een financieel spreekuur waar gemiddeld een man of tien op afkomt. Er is een Kindpakket: hulp in natura voor ouders die geen sportvereniging of schoolreisje kunnen betalen. En de nutsbedrijven schakelen het wijkteam in bij stelselmatige betalingsachterstanden – de teamleden gaan dan langs om te kijken wat er loos is, en om waar nodig hulp te bieden.

In 2013 oordeelde het Sociaal Cultureel Planbureau hard: de vogelaaraanpak was compleet mislukt. Met name in vogelaarwijken in de vier grote steden daalde de burgerparticipatie.Het etiket ‘achterstandswijk’ zou juist demotiveren.

Volgens Ekhart balen veel Heechterp-Schieringers inderdaad van het stigma. “Elk jaar als de armoedecijfers komen, staat RTL weer bij de Plataanschool.”

Toen Kinderombudsman Dullaert en staatssecretaris Klijnsma de kinderen in 2015 vroegen wat er beter kon, antwoordden die: Het is zo jammer dat we altijd zo negatief in het nieuws komen. “Er moet iets structureels komen. Niet lappen met een tientje, maar banen. En tegelijkertijd: mijn zoon solliciteerde zich suf na zijn afstuderen. Hij ging naar Amsterdam en had zo een baan.”

Toch laat niet iedereen het hoofd hangen, lacht de wethouder. “Twee jaar terug lieten bewoners grote billboards plaatsen met de tekst: ‘Maar we zijn hier wél heel gelukkig!”

Gemengde wijken helpen minder bedeelde bewoners niet vooruit

Sociologisch onderzoek wijst uit dat buurteffect uitblijft…

VK 21.03.2017 Het idee dat arm zich aan rijk zou kunnen optrekken, gaat in de stadspraktijk niet op. Het mengen van een wijk leidt wel tot een hoger gemiddeld inkomen in die wijk, maar het heeft geen invloed op de economische positie van individuele bewoners. Dat concludeert politiek socioloog Emily Miltenburg die vrijdag promoveert.

Zelfs bewoners die door het mengingsideaal hun sociale huurwoning moesten verlaten en naar een welvarender buurt zijn verhuisd, gaan er qua arbeidsperspectieven niet op vooruit. Toch geloven veel politici en beleidsmakers nog altijd in het zogenoemde buurteffect. Het is een overtuiging die ten grondslag ligt aan decennia van sociaal beleid op woongebied, waaronder de ‘Vogelaarwijken’ waar tussen 2008 en 2012 honderden miljoenen in zijn geïnvesteerd.

Het opmerkelijke is dat wetenschappers keer op keer laten zien dat het zo niet werkt. Socioloog Miltenburg, die in Amsterdam woont, zag het wijkenbeleid – de sloop van sociale huurwoningen in ruil voor duurdere huizen – in haar eigen omgeving en besloot een studie te doen die zich uitsluitend richtte op eventuele economische effecten van dit gemengde wijkenbeleid.

Minder bedeelde bewoners hebben economisch gezien niets aan buurman met goed inkomen

‘Omdat veel van het eerdere onderzoek geen rekening hield met de verhuisgeschiedenis van bewoners en de relatie van bewoners met hun buurt, heb ik naar duizenden buurten in Nederlandse steden en dorpen gekeken over meerdere jaren’, zegt Miltenburg. ‘Mogelijk zou het effect per buurtbewoner verschillen en is het daarom niet eerder gevonden.’

Maar nee. Het bureneffect bestaat niet: oorspronkelijke minder bedeelde, lager geschoolde bewoners van een wijk hebben economisch gezien niets aan een buurman of buurvrouw met een goede baan en een goed inkomen. ‘Eigenlijk is het ook logisch, waarom zou ik profiteren van het feit dat mijn buurman goed verdient?’, zegt de sociologe.

Waarom blijft het dan zo’n hardnekkige gedachte in ons collectieve geheugen? ‘Ik snap dat wel. Het klinkt mooi – meer hulpbronnen, meer rolmodellen’, zegt Miltenburg. ‘Bovendien wil je geen excessen, zoals gettovorming of totale veryupping. Maar dat is vooral een politiek standpunt. Economisch is de invloed van de buurt aanzienlijk kleiner dan vaak wordt beweerd.’

Maarten van Ham, hoogleraar stedelijke vernieuwing (TU Delft), noemt de studie van Miltenburg goed uitgevoerd en is het eens met haar bevindingen. Toch concludeert hij niet dat het mengen van wijken geen zinvol beleid is. ‘Het verdunnen van armoede is namelijk wel goed voor de stad als geheel. De reputatie van een wijk kan verbeteren, je haalt de hogere en middeninkomens terug naar de oude binnensteden, waar nieuwe winkels en bedrijven ontstaan.’

Gemengd en goed onderwijs doet veel meer voor emancipatie dan gemengd wonen, aldus Maarten van Ham, hoogleraar stedelijke vernieuwing TU Delft.

Voor de oorspronkelijk bewoners (die deels verhuizen naar andere wijken) moet je alleen tegelijkertijd inzetten op betere scholing en kansen op de arbeidsmarkt, zegt Van Ham. ‘Gemengd en goed onderwijs doet veel meer voor emancipatie dan gemengd wonen.’

Dat beleidsmakers Oost-Indisch doof lijken voor de wetenschappelijke bevindingen over buurteffecten, beziet Van Ham met milde verbazing. ‘Ik zei het vijf jaar geleden al: soort zoekt soort, ook in de wijk, en wijkcontacten moeten niet overschat worden, aangezien de meeste mensen een netwerk hebben via werk of vrijetijdsbesteding.’

Wil je de wijk opknappen of de bewoners helpen?, aldus Maarten van Ham.

Hij hoopt dat beleidsmakers in de toekomst beter nadenken over het doel van wijkenbeleid. ‘Wil je de wijk opknappen of de bewoners helpen? Sloop gevolgd door nieuwbouw knapt alleen de wijk op.’

Armere wijkbewoners die naar een rijkere wijk verhuizen kunnen er zelfs op achteruit gaan, zegt Van Ham. ‘Wij hebben onlangs ontdekt dat het voor kwetsbare kinderen en jongeren averechts kan werken om naar een betere wijk te verhuizen; ze hebben daar meer conflicten en problemen. Daarom moet zulk beleid altijd samengaan met een investering in scholing en opleidingen.’

Volg en lees meer over:  MENS & MAATSCHAPPIJ     ECONOMIE  NEDERLAND  WETENSCHAP

De keerzijde van de ‘buurt in opkomst’

Trouw 21.03.2017 Als je buurt erop vooruitgaat, word je daar als bewoner niet altijd beter van, blijkt uit een nieuwe studie. In de Amsterdamse Transvaalbuurt wordt die zorg gedeeld.

Ze weet nog hoe de versgekookte was in het washuis in de Fronemanstraat rook. Heeft de spookwoningen van de in de oorlog afgevoerde Joden op haar netvlies. Ze herinnert zich de eerste huizen met een eigen douche. Zag decennia later nieuwbouw verrijzen. En kan precies vertellen welke winkeliers in de Pretoriusstraat zaten. “Een porseleinwinkel, een chocolaterie, de kwaliteitsbakker, twee schoenmakers, een ijzerwinkel, een aardappelwinkel, een kapper, een juwelier. Het was een prachtstraat.”

Wil Erents-de Brave is met haar 72 woonjaren misschien wel de langst zittende bewoner van de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost. Maar de buurt voelt niet meer als haar buurt, zegt ze.

In de jaren tachtig maakte ze mee hoe de buurt ‘onrustig’ werd. Op straat hingen drugsdealers en alcoholisten rond. Herrieschoppende hangjongeren intimideerden voorbijgangers. Later keerde de rust terug en tegenwoordig is de Transvaalbuurt een wijk in opkomst. Waar vroeger café De Zon zat, gesloten na een schietpartij, huist nu pastabar Spaghetteria.

Op de plek van een videotheek voor Bollywoodfilms, zit het winkeltje Olives&More. Sociale huurwoningen waar ook vrienden en kennissen van Erents woonden, zijn verkocht aan nieuwkomers. Naast de Surinaamse, Turkse en Marokkaanse gezinnen die er al langer wonen, komen nu steeds vaker blanke Nederlanders te wonen, vaak jong en hoogopgeleid. “Maar met die nieuwe bewoners heb ik amper contact”, zegt Erents. “Allemaal tweeverdieners, ze werken overdag en voelen weinig binding met de wijk.”

Geen natuurverschijnsel

Cody Hochstenbach kent de Transvaalbuurt: hij is zo’n nieuwkomer. “Toen ik ernaartoe verhuisde, zei een buurman die hier al lang woont: voor het eerst weer Nederlanders in dit blok.”

De afgelopen jaren onderzocht Hochstenbach hoe het proces verloopt dat de Transvaalbuurt nu doormaakt en dat elders in Amsterdam al jaren gaande is. ‘Gentrificatie’ wordt dat proces genoemd, de ontwikkeling dat wijken waar aanvankelijk vooral mensen met een bescheiden inkomen wonen bevolkt raken door welgestelde stedelingen.

Dat gebeurt in een aantal grote steden (zoals Utrecht en Haarlem), maar het meest in Amsterdam. Donderdag promoveert Hochstenbach aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift dat hij hierover schreef.

Gentrificatie is geen natuurverschijnsel, betoogt Hochstenbach, maar het gevolg van doelbewust beleid dat tien jaar geleden expliciet op papier is gezet. De bedoeling was om de welgestelde middenklasse een plek te bieden. En als die gaat wonen in wijken die er niet goed voorstaan, was de gedachte, kan de hele stad daar beter van worden.

“Beleidsmakers begonnen bovendien te denken dat Amsterdam de internationale concurrentie met andere steden moest aangaan, en dat daarvoor een welgestelde creatieve middenklasse nodig was, als aanjager van de stedelijke economie.”

Aanvankelijk was het beleid er vooral op gericht om oude woningen te slopen en te vervangen door nieuwbouw voor een ander soort bewoners. Dat gebeurde vooral in de zwakkere buurten, met de bedoeling die erbovenop te helpen. Die insteek sloot aan bij wat de gemeente gedaan had op het gebied van stedelijke vernieuwing.

Maar er heeft zich een aantal verschuivingen in het beleid voorgedaan, vertelt Hochstenbach. “Onder meer vanwege de crisis was er geen geld meer voor sloop en nieuwbouw. Daarom werd vaker gekozen voor een ander instrument om plek te bieden aan de middenklasse: het verkopen van socialehuurwoningen door de woningcorporaties.”

Opkomende buurten

Daarmee is ook een ander soort wijk in beeld gekomen. “Want de corporaties verkopen hun woningen bij voorkeur niet in de zwakkere buurten, maar in delen van de stad die toch al populair aan het worden zijn, onder meer omdat ze daar hogere prijzen kunnen vragen. Maar het gevolg is dat de gentrificatie nog extra wordt aangezwengeld, juist waar dat proces toch al gaande is, en dus niet langer in de kwetsbare wijken verder weg van de binnenstad.”

In de Transvaalbuurt is te zien hoe dat uitpakt. Kees Huyser (63) woont er al jaren, eerst als huurder, later in een huis dat hij midden in de crisis kocht van een corporatie. Nu is het twee keer zoveel waard. “Als ik het na mijn pensioen niet verkoop, ben ik bijna een dief van mijn eigen portemonnee.”

Pas sinds een jaar of tien voelt Huyser zich prettig in de buurt. “In het eerste jaar dat ik hier woonde, is er drie keer bij me ingebroken. De Joodse bakker, mijn onderbuurman, is weggepest. Hij kreeg briefjes met hakenkruizen en ‘vuile Jood’ in de bus.”

Dat was begin jaren tachtig. Nog maar zeven jaar terug werd Huyser op het Krugerplein omsingeld door een groep jongens die wilde weten of hij zijn portemonnee bij zich had. “Ik herken de buurt niet meer terug en daar ben ik blij om.”

Hochstenbach herkent de verhalen. Zeker, gentrificatie helpt problemen op te lossen, zegt hij. “Arme buurten gaan erop vooruit als er ook rijkere mensen komen wonen. Minder criminaliteit, minder overlast, minder straatvuil. Die problemen verdwijnen niet, trouwens, maar worden verschoven naar andere buurten.”

De stad als geheel heeft er ook profijt van, vervolgt hij. “Het aantrekken en behouden van de middenklasse is inderdaad goed voor de economie. Het schept allerlei soorten bedrijvigheid. Amsterdam wint aan concurrentiekracht – al kun je je afvragen wie daar voordeel van heeft.”

Toch is Hochstenbachs onderzoek ook een waarschuwing voor de gevolgen van dit beleid. Want de keerzijde is dat de stad steeds minder plek biedt aan mensen met een lager inkomen. Overal waar gentrificatie gaande is, stijgen de huur- en koopprijzen. “Wie goedkoop in zo’n wijk woont, zit goed”, zegt Hochstenbach. “Maar zodra iemand moet verhuizen, bijvoorbeeld omdat z’n gezin uitbreidt, heeft hij een probleem. Dan kan hij niet in zijn eigen buurt terecht, want die is te duur geworden, en ook niet in al die andere buurten in opkomst.”

De Schalk Burgerstraat. © Werry Crone

Armoede de stad uit

Hochstenbach spreekt in dit verband van ‘suburbanisatie van armoede’. Steeds meer mensen met weinig geld vertrekken naar de buitenwijken of naar Purmerend en Almere, blijkt uit verhuiscijfers die hij onder de loep nam.

Ook bewoners van de Transvaalbuurt lopen ertegenaan. De vriendinnen Yvonne Hussainali, Agnes Najoan, Santucha Ommen en Merian Vedder zoeken elke ochtend, als ze de kinderen naar school hebben gebracht, een koffietentje op. “Iedereen in de buurt kent ons”, lachen ze. Allemaal wonen ze al jaren in een socialehuurwoning, allemaal willen ze verhuizen.

Hussainali woont met vier kinderen in een tweekamerappartement. Ommen plaatste in een van haar slaapkamers een muurtje zodat de oudste van drie een eigen kamer heeft. En Vedder en haar gezin moeten het doen met 43 vierkante meter. Kopen gaat niet. Omdat ze met een bescheiden inkomen geen hypotheek kunnen krijgen, omdat het lastig is als zzp’er of omdat ze geen vast contract hebben.

Wonen ze over tien jaar hier nog? Nee, zeggen ze in koor. Vedder kijkt naar woningen in Diemen. Hussainali staat al zeventien jaar ingeschreven voor een socialehuurwoning, maar verwacht niet dat er binnen haar budget iets in de wijk te vinden is. En het huis van Ommen wordt volgend jaar gesloopt. “Als ik wil terugkomen, wordt mijn huur tussen de 80 en 140 euro hoger. Maar ik zit al aan mijn max.”

Jammer, vinden ze. Want eindelijk durven ze hun kinderen alleen naar de Albert Heijn te sturen.

Intussen gaat de verandering in gentrificerende buurten door. Ooit woonden er vooral mensen met weinig geld, later werden ze gemengd, nu krijgen ze opnieuw een eenzijdige bevolkingssamenstelling: vooral mensen met geld.

Dat proces wordt aangejaagd door nog iets anders, ontdekte Hochstenbach: ouders die woningen kopen voor hun studerende kinderen. Dat doen ze, als ze er maar even het geld voor hebben, in buurten in opkomst. “Ze kopen een huis vanwege de gebruikswaarde, als plek om te wonen”, legt Hochstenbach uit, “maar ook vanwege de speculatiewaarde, in de verwachting dat zo’n huis meer waard wordt. Dat jaagt de huizenprijzen op en daardoor worden zulke buurten voor nog minder mensen toegankelijk.”

Tarik Yousif (40) en zijn vrouw hadden ervan kunnen profiteren – als ze gewild hadden. Toen ze hun huis aan de Christiaan de Wetstraat te koop zetten, kwam het hoogste bod van ouders die een woning voor hun dochter zochten. Die ging pas over drie jaar studeren. “Enkele duizenden euro’s meer dan het tweede bod, ze konden het zonder hypotheek betalen.”

Maar uiteindelijk kozen Yousif en zijn vrouw voor een jong stel. “We gunden het ze om, net als wij, hier hun gezin te kunnen beginnen.” Gek misschien, geeft hij toe. “Maar gentrificatie houden we zelf in stand. Door tegen elkaar op te bieden. Of door hebberig voor het hoogste bod te kiezen.”

Toch ook uit de mond van Yousif niets dan goeds over de veranderingen in Transvaal. Toen hij zo’n twintig jaar geleden in de aangrenzende Oosterparkbuurt ging wonen, had hij twee kettingsloten. “Een om mijn fiets op slot te zetten en een om me mee te verdedigen als het nodig was.”

Wil Erents-de Brave:  ‘Alles van vroeger komt nooit meer terug.’ © Werry Crone

In die veranderde buurt staan bewoners voor een nieuwe uitdaging, ziet Yousif: niet van elkaar vervreemden. “Een schooldirecteur in de buurt wilde laatst brugklassers bij elkaar laten logeren. Bij de ouders brak paniek uit. Moslims waren bang dat hun kind ergens varkensvlees kreeg. Minder rijke ouders vreesden dat hun kinderen in een kast van een huis terecht kwamen, terwijl ze thuis een kamer delen.”

Inmiddels is er een omslag gaande. Steeds meer mensen zien de gevaren waarvoor ook Hochstenbach waarschuwt. “Dat heeft te maken, vermoed ik, met het feit dat wonen in veel wijken tegenwoordig niet alleen voor mensen met een laag inkomen onbetaalbaar wordt, maar ook voor wie een middeninkomen heeft. Het raakt nu echt veel mensen.”

Dat proces is nauwelijks te stoppen, ook al omdat Amsterdam maar blijft groeien. Elke maand komen er ongeveer duizend inwoners bij en de enorme vraag op de woningmarkt die daarvan het gevolg is, zorgt ervoor dat de ene na de andere wijk aan de beurt komt als plek waar ook welgestelden zich wel willen vestigen.

“Zonder druk op de woningmarkt komt gentrificatie niet op gang, want waarom zouden welgestelden in een mindere buurt gaan wonen als ze ook iets kunnen krijgen in een goede buurt? Vandaar dat Rotterdam maar matig gentrificeert, hoe graag het stadsbestuur dat ook wil”, zegt Hochstenbach. “Maar mét zo’n druk op de woningmarkt is anti-gentrificatiebeleid lastig.”

Stoppen met pro-gentrificatiebeleid, dat kan wel, zegt hij. “Stop bijvoorbeeld met de verkoop van socialehuurwoningen.”

Aan de Transvaalkade, waar Wil Erents-de Brave woont, zijn in drie jaar zeven woningen verkocht. “Alles van vroeger komt nooit meer terug”, zegt ze geëmotioneerd. “Nou ja, in mindere mate dan.” Of ze van plan is de buurt dan maar te verlaten? “Nee, nooit. Dit is mijn buurt, ik ben hier opgegroeid en getrouwd, mijn kinderen zijn hier geboren. Hier wil ik ook sterven.”

Anti-gentrificatiebeleid is lastig. Maar stoppen met pro-gentrificatiebeleid, dat kan wel.

Lees ook: Help, de hipsters nemen mijn buurt over

 

De verbetering van kwetsbare wijken is de afgelopen jaren in het slop geraakt. De leefbaarheid in veel wijken staat onder druk. Dat constateert de G32, een netwerk van bestuurders van 38 grote steden in Nederland, na onderzoek door Platform31.

LEEFBAARHEID IN KWETSBARE WIJKEN DAALT

BB 07.03.2017 De verbetering van kwetsbare wijken is de afgelopen jaren in het slop geraakt. De leefbaarheid in veel wijken staat onder druk. Dat  constateert de G32, een netwerk van bestuurders van 38 grote steden in Nederland, na onderzoek door Platform31.

Kwetsbare groepen

In bijna veertig procent van de kwetsbare wijken is de leefbaarheid sinds 2012 gedaald. Bij ongeveer eenderde van de betreffende wijken stagneerde de stijgende lijn in de leefbaarheid. Belangrijke redenen van de afnemende leefbaarheid zijn de verminderde investeringen in de fysieke leefomgeving en  de concentratie van kwetsbare groepen in deze wijken.  De G32 constateert dat overheid en marktpartijen samen moeten ingrijpen om de leefbaarheid nieuwe impulsen te geven.

Regie
De stagnatie en achteruitgang is onder meer te wijten aan de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid. ‘Het is tijd om de kwetsbare wijken van een nieuwe impuls te voorzien’, aldus Jop Fackeldey, bestuurslid van de G32 en wethouder in Lelystad. ‘Een nieuw perspectief voor kwetsbare wijken impliceert zeker niet het afstoffen van het oude wijkenbeleid. De nieuwe focus kan ook prangende kwesties als aangrijpingspunt nemen, waarvan wijken de vindplaats zijn: van verduurzaming tot segregatie, van schuldenproblematiek tot eenzaamheid, van maatschappelijke spanningen tot ondermijnende criminaliteit’. Op dit punt kunnen steden de regie weer nemen, aldus Fackeldey.

GERELATEERDE ARTIKELEN+

Leefbaarheid in kwetsbare woonwijken onder druk

NU 07.03.2017 De verbetering van kwetsbare wijken is de afgelopen jaren stil komen te staan. De leefbaarheid in veel wijken staat onder druk, constateert belangenvereniging G32, een netwerk van bestuurders van 38 grote steden in Nederland, na onderzoek.

”Veel wijken maakten sinds 2002 – conform de landelijke trend – een positieve ontwikkeling van de leefbaarheid door. Vanaf 2012 veranderde het beeld, omdat bij het merendeel van de onderzochte wijken de stijgende lijn stokte. Een derde van deze wijken vertoont tussen 2012 en 2014 zelfs een achteruitgang. Voor de bewoners van deze wijken was de verbetering in 2014 weer verleden tijd.”

De stagnatie en achteruitgang is onder meer te wijten aan de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid, aldus de G32. ”Nu de economie weer aantrekt, is het tijd om de kwetsbare wijken van een nieuwe impuls te voorzien”, vindt de belangenvereniging.

Lees meer over:  Achterstandswijken

Kwetsbare wijk holt achteruit

Telegraaf 07.03.2017 De verbetering van kwetsbare wijken is de afgelopen jaren in het slop geraakt. De leefbaarheid in veel wijken staat onder druk, constateert belangenvereniging G32, een netwerk van bestuurders van 38 grote steden in Nederland, na onderzoek.

„Veel wijken maakten sinds 2002 – conform de landelijke trend – een positieve ontwikkeling van de leefbaarheid door. Vanaf 2012 verandert het beeld, omdat bij het merendeel van de onderzochte wijken de stijgende lijn stokt. Een derde van deze wijken vertoont tussen 2012 en 2014 zelfs een achteruitgang. Voor de bewoners van deze wijken was de verbetering in 2014 weer verleden tijd.”

De stagnatie en achteruitgang is onder meer te wijten aan de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid, aldus de G32. „Nu de economie weer aantrekt, is het tijd om de kwetsbare wijken van een nieuwe impuls te voorzien”, vindt de belangenvereniging.

LEES MEER OVER;  ACHTERSTANDWIJKEN VOGELAARWIJKEN G32 STEDEN

Wonen in een ach­ter­stands­wijk: Het is verschrikkelijk

AD 07.03.2017 De leefbaarheid in achterstandswijken is achteruit gehold, bleek vandaag uit een onderzoek van de G32. Bewoners uit de wijk Jol in Lelystad ondervinden aan den lijve hoe de problemen zich daar opstapelen.

,,Ik heb al ruzie met de buren en ik wil het niet nóg erger maken’’, verontschuldigt een oudere mevrouw zich. ,,Het is verschrikkelijk om hier te wonen. De verhuisdozen staan al klaar.’’

Ze staat niet alleen, zo blijkt uit onderzoek van de middelgrote steden verenigd in de G32. Daaruit blijkt dat voor inwoners van kansarme wijken de problemen zich ophopen. Voor bijna de helft van de inwoners is de leefbaarheid sinds 2012 verslechterd. Mensen voelen zich minder veilig en klagen over het gebrek aan voorzieningen.

Ook Alletta en John Verbon die even verderop wonen zijn ronduit negatief over hun wijk. ,,Wij komen van oorsprong uit Veenendaal, daar is alles anders. Buren zeggen elkaar hier niet eens gedag.’’

Plakbandjes

Op hun eigen deur hangt een briefje met vier vergeelde plakbandjes. ,,Ik wil niets kopen. Ik wil geen abonnementen. Ik wil niet van mijn geld af. Ik wil niet over god praten. Mijn hond bijt niet. Ik wel. Dus blijf van mijn bel af.’’

Het stel heeft naar eigen zeggen vaak te kampen met ‘trammelant’. Wat dat is?

Hij: ,,Vechtpartijen.’’

Zij: ,,Steekpartijen.’’

’s Avonds durft zij de hond niet uit te laten. Dat doet hij altijd. Ze vervolgt: ,,Ze beginnen heel fijn, een feestje met een barbecuetje.’’ Maar negen van de tien keer loopt het volgens haar uit de hand doordat er drank in het spel is. ,,In het weekend is het – vooral zomers – elk weekend bingo. Gemiddeld staan er vijf à zes politiewagens.’’

In het weekend is het – vooral zomers – elk weekend bingo. Gemiddeld staan er vijf à zes politiewagens, aldus Bewoonster van de wijk Jol in Lelystad.

Vechtcultuur

Verschillende buren spreken over de overlast van een gezin Romazigeuners. ,,Die Romazigeuners zijn jaren geleden uit Utrecht weggejaagd’’, weet John Verbon. ,,Zoonlief heeft vader neergestoken, ook omdat vaders moeders heeft geslagen. Aan de overkant woon ook zo’n soort gezin. Ook vechtcultuur. Niet in huis, ook buiten.’’

Het Roma-gezin was niet thuis. De uit Ecuador afkomstige buurvrouw Ariana Palacio wel. ,,Het is hier overal vies.’’ Ze noemt het ‘lastig’ dat haar kinderen in de buurt Jol opgroeien. ,, Mijn kinderen kunnen niet de voortuin buiten spelen en ook niet in de achtertuin, omdat het hier altijd vies is.’’

Tegenover haar huis ligt wat er over is gebleven van een grote, oude bank, in verschillende losse stukken verspreid over het gras. Daar tussen wat resten kunstgras en een loopstoeltje voor een dreumes. ,,Deze kant op’’, roept ze haar zoontjes zodra ze op hun loopfietsjes de verkeerde kant op gaan als ze de hond uitlaat.

© AD

Zwerfvuil

Een gemeentewerker staat in een feloranje jas met reflecterende strepen een paar lege koffiebekers uit de bosjes te vissen. ,,Het is een hele levendige, kleurrijke buurt hier. Er ligt hier altijd zwerfvuil en troep. Je blijft bezig. Altijd wat te doen.’’

De bosjes even verderop zijn pas gekortwiekt door buurtgenoten in samenwerking met de woningcorporatie en de gemeente Lelystad. ,,Bij het weghalen van de struiken kwamen allemaal naalden naar boven’’, vertelt Eleonora Bos. ,,Waarschijnlijk van drugs. Ze zaten in de grond en tussen de struiken. Gelukkig is het op tijd weggehaald en opgelost met nieuwe beplanting. Maar er spelen hier kinderen. Je wilt het niet weten.’’ De buurtbewoonster die vanwege een infarct niet meer kan werken hoopt dat de bosjes er zo netjes bij blijven staan als het nu is. ,,We moeten dit met mekaar doen. Maar het heeft wel tijd nodig.’’

Bij het weghalen van de struiken kwamen allemaal naalden naar boven. Waarschijnlijk van drugs, Eleonora Bos.

Opstapelen problemen

Volgens wethouder in Lelystad Jop Fackeldij is er echter geen tijd te verliezen. ,,Vroeger werd er heel veel geïnvesteerd in de openbare ruimte, de straten, de verlichting en de woningen. Dat gebeurde voor een deel met geld van het Rijk. Dat viel weg.’’ Tegelijkertijd legde het Rijk volgens de wethouder heel veel andere taken bij de gemeente neer, zoals de jeugdzorg, waardoor de gemeente zelf ook de aandacht ‘moest verleggen’.

Mede daardoor komen mensen met psychiatrische problemen, schulden, vroegtijdig schoolverlaters en asielzoekers steeds vaker bij elkaar in de buurt wonen. ,,Als iemand zware schulden heeft en bij wijze van spreken geen vloedbedekking heeft, dan kun je wel aanbellen om te vragen of hij of zij wil samenwerken om de buurt beter te maken. Maar die persoon heeft dan een veel groter probleem’’, licht de PvdA-wethouder de ernst toe. ,,Het probleem is dat problemen opstapelen en dat mensen niet meer in staat zijn om daar zelfstandig uit te komen.’’

Kwetsbare wijk holt achteruit

AD 07.03.2017 Na jaren van verbetering gaat de leefbaarheid in achterstandswijken weer achteruit. Mensen met schulden, psychiatrische problemen, vroegtijdig schoolverlaters en asielzoekers wonen weer vaker bij elkaar in de buurt.

Dat blijkt uit onderzoek naar ruim 130 achterstandsbuurten, die in 2007 deels bestempeld zijn als Vogelaarwijken. In veel probleemwijken werd de leefbaarheid steeds beter, maar uit nieuw onderzoek blijkt dat die stijgende lijn stokt.

Bijna de helft van de inwoners van achterstandsbuurten ging er sinds 2012 in leefbaarheid op achteruit. Zo staat in het onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de G32, het stedennetwerk van middelgrote steden in Nederland.

Kwetsbare groepen
In twaalf wijken is extra onderzoek gedaan naar de oorzaken van de afnemende leefbaarheid. Dat gaat om Meerzicht (Zoetermeer), Buitenhof (Delft), Schiedam-Oost, Meerwijk (Haarlem), Jol/Galjoen (Lelystad), de Gestelse Buurt (Den Bosch), Jagershoef (Eindhoven), Kerkrade-West en Mariaberg(Maastricht), Selwerd (Groningen), Angelslo (Emmen). Uit die analyse blijkt dat de belangrijkste reden voor het verval daar de concentratie van kwetsbare groepen is.

In die buurten woonden al relatief veel mensen met lage inkomens, lage opleiding, schulden en psychiatrische problemen. Door de bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg, komen daar relatief vaak psychiatrische patiënten bij. Daklozen stromen vaak door naar een woning in een achterstandswijk en asielzoekers met verblijfsstatus worden ook relatief vaak daar gehuisvest.

Dit onderzoek toont aan dat kwetsbare wijken als er niets gebeurt als eerst achteruit hollen, aldus Wethouder in Lelystad Jop Fackeldey.

Minder aandacht
,,Door de economische crisis, de ingezakte woningmarkt en gewijzigd overheidsbeleid was er de afgelopen jaren steeds minder aandacht voor kwetsbare wijken”, betoogt wethouder in Lelystad Jop Fackeldey, die bij de G32 verantwoordelijk is voor stedenbeleid. ,,Dit onderzoek toont aan dat kwetsbare wijken als er niets gebeurt als eerst achteruit hollen.”

Volgens de gemeenten pakt het kabinetsbeleid verkeerd uit. Woningcorporaties mogen van het kabinet-Rutte alleen nog maar geld steken in huizen voor lagere inkomens. Het was de bedoeling dat marktpartijen zouden investeren in wat duurdere woningen, maar die blijken dat in achterstandswijken nauwelijks te doen.

Investeren
De gemeenten vinden dat overheden weer moeten investeren in achterstandswijken en dat met marktpartijen afspraken worden gemaakt om de buurten gemengd te houden. Dat betekent volgens Fackeldey niet ‘dat we het oude wijkenbeleid moeten afstoffen’.

,,Steden moeten de regie weer nemen. Nu de economie weer aantrekt, moet je opnieuw in kwetsbare buurten investeren.”

maart 8, 2017 Posted by | 2e kamer, bezuinigingen, huurverhoging, huurwet, politiek, PvdA, scheefhuur, scheefwonen, vluchtelingen, Vogelaarswijken | , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Tijd voor een nieuwe impuls in de Vogelaarwijken

Het scheefwonen van Henk en Ingrid – deel 3

De opluchting bij huurders van sociale huurwoningen met hogere inkomens was maar van korte duur.

Notabene de Raad van State liet vorige week nog weten dat de fiscus verhuurders geen informatie had mogen geven over de hoogte van het inkomen van zogeheten scheefwoners.

Inkomenstoets

De  jaarlijkse inkomenstoets voor het vaststellen van de inkomensafhankelijke huurverhoging blijft bestaan. Vorige week oordeelde de Raad van State dat in de huidige wet niet expliciet staat dat de Belastingdienst inkomensgegevens over huurders moet delen met verhuurders.

De verantwoordelijke minister, VVD’er Stef Blok van Wonen, liet per kerende post weten het gat in de wet snel te zullen repareren. Daartoe liggen twee wetsvoorstellen in de Kamer. Er lijkt geen ontsnappen aan voor de rijke huurders. Als Tweede en Eerste Kamer voldoende vaart zetten achter de behandeling van de voorstellen, kan de beoogde extra huurverhoging per juli 2016 gewoon doorgaan.

Scheefwoners zijn het kabinet al langer een doorn in het oog. Nederland telt zo’n 3 miljoen huurhuizen. Daarvan zijn het leeuwendeel relatief goedkope sociale huurwoningen, bedoeld voor mensen met lagere inkomens. Deze huizen zijn voornamelijk in handen van naar schatting 360 woningcorporaties.

Enkele honderdduizenden bewoners van deze huizen verdienen te veel om in een sociaal huurhuis te wonen. Het kabinet wil de huren van deze scheefwoners daarom extra verhogen, in de hoop dat de bewoners verkassen naar een geliberaliseerde huurwoning of een eigen huis kopen.

Bij een brutohuishoudinkomen van meer dan 43.786 euro per jaar mocht de huur per 1 juli 2015 volgens het kabinet met maximaal 5 procent stijgen. Bij inkomens tussen 34.229 en 43.786 euro mocht de huur 3 procent omhoog, bij lagere inkomens niet meer dan 2,5 procent.

Huurwoningen

Probleem: verhuurders hebben geen actuele informatie over het inkomen van de huurders, die vaak al jaren in de sociale huurwoningen wonen. Ze zijn daardoor zelf niet in staat om te bepalen wie voor de extra huurverhoging in aanmerking komt.

Het kabinet loste dat op door de Belastingdienst sinds 2013 verhuurders informatie te laten geven over het inkomen van huurders.

De fiscus gaf echter geen concrete bedragen door, maar lettercodes. De letter N staat voor lagere inkomens die geen extra huurverhoging krijgen, de letter J voor inkomens die de maximale huurverhoging kunnen krijgen. Huurders met de letter M zaten er wat betreft inkomen tussenin.

Verhuurders hebben massaal gebruikgemaakt van de mogelijkheid om inkomensgegevens op te vragen: in 2014 vroegen zij 1,9 miljoen inkomensverklaringen op. Honderdduizenden huurders kregen vervolgens te maken met ­extra huurverhogingen. Verleden jaar waren het er naar verluidt 328.000 huurders, een jaar eerder 417.000 en in 2014 355.000.

Misbruik van de mogelijkheid om gegevens op te vragen, is er relatief weinig gemaakt. Uit een vorig jaar naar de Tweede Kamer gestuurde evaluatie blijkt dat in 2014 in totaal 66 verhuurders ten onrechte inkomensverklaringen hebben opgevraagd.

Bij elkaar ging het om 9.100 verklaringen. Het leeuwendeel kwam overigens voor rekening van één commer­ciële verhuurder met 7.000 huizen. Zij kregen een tik op de vingers van de Belastingdienst.

Bij de Huurcommissie, die zich buigt over conflicten tussen verhuurders en huurders, werden in 2015 circa 3.600 geschillen aanhangig gemaakt over de inkomensafhankelijke huurverhoging. Net als een jaar eerder zouden verhuurders in de meeste gevallen (circa 95 procent) aan het langste eind hebben getrokken.

Schade

De schade door de uitspraak van de Raad van State leek aanvankelijk groot. Het bestuursrechtelijke college zei dat de fiscus inkomensgegevens niet zomaar aan derden mag geven, tenzij ‘uitdrukkelijk en duidelijk’ in de wet staat dat dit mag. Bij de inkomens van huurders is dat niet het geval. VVD-staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën had er daarom een eind aan moeten maken.

Blok heeft nu twee wetten ingediend, waarin de verstrekking van informatie over het inkomen van scheefwoners alsnog expliciet is geregeld. Of Blok er zonder kleerscheuren vanaf komt, staat nog niet vast. Het zwartepieten is in volle gang.

De Woonbond staat op het standpunt dat honderdduizenden huurders drie jaar lang te veel huur hebben betaald en onderzoekt of zij dat geld kunnen terugvragen. Dat zou een strop zijn voor de verhuurders. Aedes, de koepel van corporaties, wijst elke verantwoordelijkheid af. De verhuurders zeggen gewoon de wet te hebben uitgevoerd.

Blok geeft vooralsnog geen krimp. ‘Er is gewoon een huurverhoging doorgevoerd, waar een parlementaire meerderheid voor was. Geldelijke schade is niet aan de orde,’ zei hij in de Kamer. Over dat laatste zullen veel huurders heel anders denken.

Het is duidelijk dat we voor een grote uitdaging staan, aldus Wethouder Piet Melzer.

Het grote probleem waar de gemeente Pijnacker-Nootdorp mee kampt, is dat er vrijwel geen betaalbare sociale huurwoningen meer worden gebouwd. De productie van de corporaties is nagenoeg stilgevallen en projectontwikkelaars zijn zelden geïnteresseerd in de sociale huursector.

Dus, zo stelt wethouder Piet Melzer, is het essentieel dat mensen die nu goedkoop wonen, maar meer kunnen betalen – die dus scheefwonen – doorstromen naar duurdere huizen.

Nieuwe regels

– Vanaf volgend jaar moet er geleidelijk een einde komen aan de verschillende prijzen voor gelijke sociale huizen. Die ontstaan doordat nieuwe huurders meer moeten betalen: daardoor groeien de verschillen met zittende huurders te sterk. Huurders die in een huis zitten dat wel erg mooi is voor wat ze nu betalen, kunnen te maken krijgen met een huurverhoging tot 2,5 procent boven inflatie. De huurprijzen voor nieuwe huurders bij corporaties stijgen ook minder minder snel.

– In de tussentijd, vanaf 1 juli dit jaar, is de huurverhoging bij corporaties net als de voorgaande jaren 1,5 procent plus inflatie tot 4 procent plus inflatie.

– Huurders van een huis dat te goedkoop voor ze is, scheefwoners met meer dan 39.000 euro aan gezamenlijk inkomen, kunnen vanaf volgend jaar nog steeds een huurverhoging krijgen van 4 procent plus inflatie. Dit is bedoeld als stimulans om het sociale huis achter te laten voor iemand die het minder heeft getroffen.

– Scheefwonende gepensioneerden worden van bovenstaande maatregel uitgezonderd. Ook scheefwonende gezinnen vanaf vier leden hoeven niet bang te zijn voor deze verhoging.

– De jaarlijkse inkomenstoets blijft. Vorige week stelde de Raad van State dat niet duidelijk in de wet staat dat de Belastingdienst moet zeggen of iemand boven de inkomensgrens voor een sociaal huis zit of niet. Blok heeft dit in de nieuwe wet explicieter opgenomen.

– De mogelijkheden voor tijdelijke contracten worden onder voorwaarden verruimd, omdat mensen die ruimte beschikbaar hebben vaak bang zijn dat ze niet van huurders af kunnen komen. Contracten tot twee jaar worden mogelijk. Tijdelijke huurcontracten voor vijf jaar in onzelfstandige woningen voor jongeren tot en met 27 jaar, een idee van de ChristenUnie, werden ook door de Kamer aanvaard.

– Nederland heeft 2,6 miljoen sociale huurhuizen. Die mogen bij tekening van het huurcontract maximaal 710 euro aan kale huur kosten. De corporaties moeten jaarlijks minstens 80 procent van hun vrijkomende huizen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot 35.739 euro, 10 procent mag naar huishoudens met een inkomen van maximaal 38.950 euro.

Zie ook: Overzicht: wat er in de nieuwe huurwet staat

lees ook: Kamerbrief over varianten verhuurderheffing

zie ook: Huurdersheffing versus De Nacht van Adri Duivesteijn ??

zie ook: Huurverhoging leidt tot armoede

zie ook: Het lot van de Scheefhuurders – deel 2

zie ook: Het lot van de Scheefhuurders – deel 1

en zie ook: De aanpak van het Scheefwonen ook in Den Haag !?!?

zie ook: Geert Wilders PVV – Het scheefwonen van Henk en Ingrid – deel 2

Zie verder ook: Geert Wilders PVV – Het scheefwonen van Henk en Ingrid – deel 1

Dit kost de nieuwe huurwet jou

Niet iedereen is blij met de nieuwe huurwet die door de Tweede Kamer is. Wat merken huurders en wanneer? Manno van den Berg en Maarten Steendam bespreken het in DFT TV.

BLOK WIL GEEN DISCUSSIE OVER VERHUURDERHEFFING

BB 09.06.2016 Minister Stef Blok (Wonen) ziet geen reden om de zogeheten verhuurderheffing ter discussie te stellen. Hij laat dat donderdag weten in reactie op de oproep van Aedes (de vereniging van woningcorporaties), de Woonbond en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Volgens Blok kunnen de corporaties de heffing prima betalen.

Beschikbaarheid sociale huurwoningen
De belangenorganisaties deden de oproep naar aanleiding van een onderzoek naar de nieuwe belasting door de Rijksuniversiteit Groningen. Hieruit blijkt dat de heffing negatieve gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van sociale huurwoningen en voor huishoudens met lagere inkomens.

Nieuwe woningen
Sinds 2013 betalen eigenaren van sociale huurwoningen (vooral corporaties) de verhuurderheffing. Aedes, Woonbond en VNG zeggen dat het geld nodig is voor meer sociale huurwoningen. Ook moeten huren betaalbaar blijven. Het aantal goedkope corporatiewoningen is sinds 2010 met een derde gedaald. Iedere euro die corporaties afdragen, gaat volgens hen ten koste van het bouwen van nieuwe woningen.

Compensatie
Minister Blok stelt daar tegenover: ‘Dat corporaties huren verhogen is voorzien en dat is ook bewust mogelijk gemaakt voor hogere inkomens om het scheefwonen aan te pakken. Lagere inkomens krijgen de extra verhoging gecompenseerd via de huurtoeslag. Corporaties kunnen de heffing betalen uit de extra huurverhogingen, de verkoop van bezit dat niets met sociale huur te maken heeft en door te besparen op de bedrijfslasten.’

1,7 miljard

De heffing bracht volgens het onderzoek in 2014 1,2 miljard op en dat wordt 1,7 miljard in 2017. Dit geld verdwijnt vooral in de staatskas. (ANP)

‘Schaf de verhuurderheffing af’

Trouw 09.06.2016 De verhuurderheffing moet worden afgeschaft. Dit stellen de vereniging van woningcorporaties Aedes, de Woonbond en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar aanleiding van een onderzoek naar de nieuwe belasting van de Rijksuniversiteit Groningen.

Uit het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat de heffing negatieve gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van sociale huurwoningen en voor huishoudens met lagere inkomens.

Sinds 2013 betalen eigenaren van sociale huurwoningen (vooral corporaties) de verhuurderheffing. Aedes, Woonbond en VNG zeggen dat het geld juist nodig is voor meer sociale huurwoningen voor verschillende groepen woningzoekenden. Ook moeten huren betaalbaar blijven.

Het aantal goedkope corporatiewoningen is sinds 2010 met een derde gedaald. Corporaties willen hier graag mee aan de slag. Maar iedere euro die corporaties afdragen, gaat volgens hen ten koste van het bouwen van nieuwe woningen.

Heffing naar staatskas
De heffing bracht volgens het onderzoek in 2014 1,2 miljard op en dat wordt 1,7 miljard in 2017. Dit geld verdwijnt vooral in de staatskas.

De verhuurderheffing ontmoedigt verhuurders om nieuwe sociale huurwoningen te bouwen of om bestaande woningen te renoveren omdat dan hun belastingaanslag stijgt. Het is voordeliger om huren zo te verhogen dat woningen niet meer onder de heffing vallen, om sociale huurwoningen te verkopen aan bewoners en om vrijesectorwoningen te bouwen. Die worden immers niet belast.

De onderzoekers concluderen dat het beter is de heffing te verbreden tot alle woningen, dus ook niet-sociale huurwoningen en koopwoningen.

‘Schaf heffing verhuurder af

Telegraaf 09.06.2016 De verhuurderheffing moet worden afgeschaft. Dit stellen Aedes (de vereniging van woningcorporaties), de Woonbond en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar aanleiding van een onderzoek naar de nieuwe belasting van de Rijksuniversiteit Groningen. Hieruit blijkt dat de heffing negatieve gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van sociale huurwoningen en voor huishoudens met lagere inkomens.

Sinds 2013 betalen eigenaren van sociale huurwoningen (vooral corporaties) de verhuurderheffing. Aedes, Woonbond en VNG zeggen dat het geld juist nodig is voor meer sociale huurwoningen voor verschillende groepen woningzoekenden. Ook moeten huren betaalbaar blijven. Het aantal goedkope corporatiewoningen is sinds 2010 met een derde gedaald. Corporaties willen hiermee graag aan de slag. Maar iedere euro die corporaties afdragen, gaat volgens hen ten koste van het bouwen van nieuwe woningen.

De heffing bracht volgens het onderzoek in 2014 1,2 miljard op en dat wordt 1,7 miljard in 2017. Dit geld verdwijnt vooral in de staatskas. De verhuurderheffing ontmoedigt verhuurders om nieuwe sociale huurwoningen te bouwen of om bestaande woningen te renoveren omdat dan hun belastingaanslag stijgt. Het is voordeliger om huren zo te verhogen dat woningen niet meer onder de heffing vallen, om sociale huurwoningen te verkopen aan bewoners en om vrijesectorwoningen te bouwen. Die worden immers niet belast.

De onderzoekers concluderen dat het beter is de heffing te verbreden tot alle woningen, dus ook niet-sociale huurwoningen en koopwoningen.

Wetenschappers: verhuurdersheffing is ‘onding’

VK 09.06.2016 Is de verhuurderheffing een gedrocht? Woningcorporaties roepen dit al jaren. Zij voelen nu zich gesterkt door een wetenschappelijke onderbouwing van hun klacht over de in 2013 ingevoerde belasting voor bezitters van sociale huurwoningen. Drie Groningse wetenschappers, onder wie twee hoogleraren, concluderen in een rapport dat vandaag verschijnt dat de heffing inderdaad een onding is.

De verhuurderheffing, waarmee de Staat jaarlijks 1,7 miljard euro (op termijn 2,1 miljard) ophaalt bij vooral corporaties, leidt tot economische verstoringen, constateert het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO), gelieerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. De heffing kent perverse prikkels en valt uit rechtvaardigheidsoogpunt moeilijk te verdedigen, vinden de onderzoekers.

Woningcorporaties vangen de extra kosten van de heffing grotendeels op met huurverhogingen. Die lokken nieuwe aanspraken op huurtoeslag uit. ‘Om dit te compenseren zal de verhuurderheffing extra moeten stijgen, waardoor de huren en daarmee de huurtoeslag weer verder omhoog gaan, enzovoort’, schrijven de onderzoekers. Zij achten het rechtvaardiger en effectiever om alle woningbezitters, ook particuliere verhuurders en eigenaren van koopwoningen, extra aan te slaan via de onroerendezaakbelasting.

COELO-onderzoek

Onderzoekers ‘niet afhankelijk van één partij’

Zou dit rapport ook het licht hebben gezien als het lovend was geweest over de verhuurderheffing? De opdrachtgevers zijn immers mordicus tegen die heffing. ‘Ik zeg vooraf altijd tegen opdrachtgevers: wat er uit het onderzoek komt, komt er uit’, antwoordt de Groningse hoogleraar economie van decentrale overheden Maarten Allers, directeur van het COELO en een van de auteurs van rapport over de verhuurderheffing. ‘Je kunt jezelf als onderzoekscentrum één keer verkopen en dan is je naam weg.

Wij zijn wetenschappers, als wij ons zouden richten naar de wensen van onze opdrachtgevers, hadden we in de consultancy moeten gaan.’ Zeker, het COELO heeft financiers nodig, maar het zoekt die bewust in brede kring, zegt Allers. ‘Wij zijn niet afhankelijk van één partij. Ook het ministerie van Binnenlandse Zaken betaalt ons, in dit dossier feitelijk de tegenstander van onze opdrachtgevers. Nee, er is over dit onderzoek geen contact geweest met Binnenlandse Zaken en we hebben met Aedes, Woonbond en VNG geen gedoe gehad, ook niet over formuleringen in het rapport.’

Onder het motto ‘Stop de belasting op sociale huur’ presenteren Aedes, Woonbond en VNG vandaag de conclusies van het 91 pagina’s tellende COELO-onderzoek, dat in hun opdracht is uitgevoerd (zie inzet). De koepelorganisaties van respectievelijk corporaties, huurders en gemeenten zien de evaluatie als een bevestiging van hun gelijk: ‘De verhuurderheffing valt niet te rechtvaardigen.’

De timing van de presentatie is niet toevallig: naar verwachting volgende week vrijdag komt minister Blok (Wonen) met zijn eigen evaluatie van de verhuurderheffing. De VVD-minister houdt vast aan zijn nog maar drie jaar oude instrument, heeft hij bij herhaling in de Kamer verklaard. Wel lijkt hij bereid de vrijstellingsvoorwaarden te verruimen – denk aan heffingsaftrek voor corporaties die investeren in krimpgebieden en de achterstandswijken van Rotterdam-Zuid, en denk aan het stimuleren van de ombouw van kantoren tot sociale huurwoningen.

Vernietigend oordeel

Intussen is het oordeel van het COELO vernietigend: de verhuurderheffing voldoet niet aan het draagkrachtbeginsel (sterkste schouders, zwaarste lasten). Ook het principe dat gelijke gevallen gelijk belast worden, gaat hier niet op. Het is een omslachtig en bot instrument om de staatskas te vullen en scheefwonen tegen te gaan, vinden de Groningse onderzoekers. Hoe hebben beleidsmakers deze maatregel ooit kunnen verzinnen?, vraagt COELO-directeur Maarten Allers zich af. ‘Je kunt op je klompen aanvoelen dat deze heffing niet goed uitpakt.’

Elke euro die een corporatie kwijt is aan de verhuurderheffing, betekent een extra huurverhoging van 0,26 euro per woongelegenheid, stelt het COELO. Het zijn de laagste inkomens die de prijs betalen, betogen Aedes, Woonbond en VNG. ‘Zij betalen zo extra voor het gezond maken van de overheidsfinanciën, terwijl hogere inkomens hypotheekrenteaftrek ontvangen.’

© de Volkskrant

Volg en lees meer over: WONINGMARKT  ECONOMIE

‘Verhuurdersheffing heeft negatieve gevolgen voor sociale huurwoning’

‘Verhuurdersheffing niet afschaffen, maar wel snel bijbouwen’

Wetenschappers zeggen het nu ook: verhuurdersheffing is onding

Meer nieuws over verhuurdersheffing

scheefhuur2

scheefhuur

Miljoenenclaim verhuurders in de lucht

Telegraaf 21.03.2016 De Woonbond sleept de Belastingdienst en verhuurdersorganisaties voor de rechter, om een schikking af te dwingen en een einde te maken aan het verwerken van inkomensgegevens bij het bepalen van de hoogte van de huur. Bovendien wordt een zaak voorbereid om te veel betaalde huur terug te vorderen, in totaal zo’n 300 miljoen euro.

De Woonbond wil schikken met de Belastingdienst en verhuurders zodat huurders die ten onrechte te veel huur hebben betaald hun geld terug kunnen krijgen en de huren omlaag gaan. De extra hoge huurverhogingen die middeninkomens de afgelopen drie jaar hebben gekregen, zijn onrechtmatig, omdat het verstrekken van inkomensgegevens in strijd was met privacy wetgeving. Dat bleek recentelijk uit een uitspraak van de Raad van State.

Op een eerste uitnodiging om over een schikking te komen praten werd door verhuurdersorganisaties en de Belastingdienst afwijzend gereageerd. „Wij zijn daarom genoodzaakt juridische stappen te ondernemen,” aldus Woonbonddirecteur Ronald Paping. De huurdersvereniging laat weten nog steeds open te staan voor een schikking, om juridisch getouwtrek te voorkomen.

Donderdag dient een kort geding om een einde te maken aan het verwerken van inkomensgegevens. Dat gebeurt op dit moment nog wel, terwijl de Woonbond vindt dat dat niet mag. Minister Blok wil dit met een wetswijziging mogelijk maken, maar de Eerste Kamer heeft deze wet nog niet aangenomen. Daarnaast bereidt de Woonbond een collectieve zaak voor, om namens de huurders die te veel huur hebben betaald, geld terug te eisen.

Individuele claims

Daarnaast kunnen verhuurders en de Belastingdienst ook individuele claims verwachten wanneer ze niet bereid zijn een collectieve regeling te treffen. Het gaat om honderdduizenden hurende huishoudens. Huishoudens met een bruto inkomen boven de 34.000 euro konden de afgelopen drie jaar al een extra hoge huurverhoging krijgen. Het gaat hierbij niet alleen om het terugvorderen van de te veel betaalde huur, maar ook om het verlagen van de huidige huurprijs. Het huidige huurniveau is immers op onrechtmatige gronden bereikt. Veel mensen betalen nu een maandhuur die meer dan 100 euro hoger ligt dan drie jaar geleden.

Veel middeninkomens hebben enorme huurstijgingen gehad. „Dit zijn middeninkomens die vaak niet terecht kunnen in de vrije sector, en de huurprijs voor hun huidige huurwoning jaar op jaar fors zien stijgen waardoor de huur voor velen onbetaalbaar wordt”, aldus Woonbonddirecteur Ronald Paping. „Nu blijkt dat deze extra huurverhoging onrechtmatig is moet dit worden gecorrigeerd. Desnoods door de rechter.”

Tweede Kamer stemt in met wetsvoorstel doorstroming huurmarkt

RO 10.02.2016 Een grote meerderheid in de Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Doorstroming huurmarkt 2015. Ook is een aantal amendementen aangenomen. Met het wetsvoorstel wil minister Blok (Wonen) bijdragen aan een beter passend aanbod van huurwoningen in zowel de sociale- als vrije huursector. Het wetsvoorstel sluit aan bij de eveneens aangenomen initiatiefwet-Schouten die voorziet in speciale jongerencontracten.

Het wetsvoorstel van minister Blok rust op twee pijlers. Een ‘huursombenadering’ maximeert de som van alle huurstijgingen van woningcorporaties – inclusief die bij vrijkomende woningen – op inflatie plus 1 procent. De soms grote verschillen tussen de huurprijzen in bestaande en nieuwe huurcontracten worden daardoor kleiner. Verder worden in het huurrecht de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten uitgebreid. Dit vergroot naar verwachting het aanbod en helpt specifieke doelgroepen eerder aan woonruimte.

Huursom

De wettelijke maximering van de som van alle huurstijgingen van woningcorporaties sluit aan bij het sociaal huurakkoord dat Aedes en de Woonbond vorig jaar sloten. Daarin is afgesproken dat de huursomstijging per corporatie niet meer mag zijn dan inflatie plus 1 procent.

Binnen deze limiet zijn op individueel niveau jaarlijkse huurverhogingen tot maximaal inflatie plus 2,5 procent mogelijk. Deze maxima gelden ook voor particuliere verhuurders van gereguleerde huurwoningen, maar zij zijn niet gebonden aan het plafond van een maximale huursomstijging.

De huurharmonisatie – de verhoging van de huurprijs na een verhuizing – telt voor corporaties mee in de berekening van de maximale huursomstijging. De verwachting is dat daardoor de soms grote verschillen tussen bestaande en nieuwe huurcontracten afnemen. Dit draagt bij aan een betere doorstroming.

De huursombenadering maakt het mogelijk om op lokaal niveau afspraken te maken over een staffeling in de huurverhoging. De kwaliteit van de woning komt dan beter tot uitdrukking in de huurprijs. De huur kan met alleen de inflatie worden verhoogd als de feitelijke huur al dichtbij de prijs ligt die maximaal gevraagd mag worden volgens het puntensysteem. In situaties waarin de huurprijs relatief ver van de maximaal toegestane huurprijs ligt, zou dan een huurverhoging van inflatie plus 2,5 procent kunnen gelden.

Inkomenstoets

Het kabinet blijft scheefwoners stimuleren om door te stromen. Voor inkomens boven de toewijzingsgrens voor de sociale huur geldt een huurverhoging van inflatie plus 4 procent. Het inkomen wordt net zoals nu het geval is jaarlijks getoetst. Inkomensafhankelijke huurverhogingen gelden niet langer voor gepensioneerden met hoge inkomens en huishoudens van ministens 4 personen. Ook tellen woningen met een inkomensafhankelijke huurverhoging niet mee bij de berekening van de huursomstijging mits de extra opbrengsten worden gebruikt voor investeringen.

De wijzigingen gaan volgend jaar in. Dit jaar geldt bij de jaarlijkse aanpassing van de huurprijzen nog een maximale verhoging van inflatie plus 1,5 procent voor de laagste inkomensgroep. Voor hogere inkomens geldt naargelang de inkomenscategorie een maximale verhoging van inflatie plus 2 procent of inflatie plus 4 procent. De huidige maximale huursomstijging voor woningcorporaties wordt beperkt op inflatie plus 0,4 procent. Voor zittende huurders zal de huurverhoging dan gemiddeld lager uitkomen. De huurharmonisatie telt dit jaar nog niet mee evenals de uitzonderingen van gepensioneerden en huishoudens van 4 of meer personen voor de inkomensafhankelijke huurverhoging.

Tijdelijke huurcontracten

Het wetsvoorstel doorstroming huurmarkt breidt via een wijziging van het Burgerlijk Wetboek de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten uit. Een deel van de woningvoorraad kan zo makkelijker gereserveerd worden voor doelgroepen die nu lastig aan passende huisvesting kunnen komen. En speciaal geschikte woningen blijven zo beschikbaar voor de betreffende doelgroep. Dat draagt bij aan een efficiënter gebruik van de woningvoorraad.

Het huurrecht kent nu nog alleen nog bepalingen voor de doelgroepen ouderen, gehandicapten en studenten. Het wetsvoorstel breidt dit uit met contracten voor promovendi, grote gezinnen en jongeren. In dat laatste geval sluit het wetsvoorstel aan bij de initiatiefwet van de ChristenUnie dat een 5-jaarscontract voor jongeren tussen de 18 en 27 regelt.

Het kabinet introduceert verder een huurcontract van maximaal 2 jaar en een huurcontract van maximaal 5 jaar voor onzelfstandige woningen. Deze contracten eindigen na de afgesproken termijn van rechtswege. Wel moet de verhuurder voor afloop van het contract de huurder nog schriftelijk informeren dat het huurcontract op de afgesproken datum eindigt. De verwachting is dat deze nieuwe contractsvorm het aanbod vergroot omdat aspirant-verhuurders dan makkelijker overgaan tot verhuur van woonruimte.

In de wet is expliciet vastgelegd dat verhuurders van sociale huurwoningen, behoudens een aantal uitzonderingen, geen contracten van maximaal 2 jaar voor zelfstandige woningen mogen aanbieden.

Het kabinet streeft ernaar deze wijzigingen in juli 2016 in te laten gaan. Het wetsvoorstel Doorstroming huurmarkt is voor behandeling doorgestuurd naar de Eerste Kamer.

Zie ook;

Blok loodst huurwet door de Kamer

Trouw 09.02.2016 De Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met de plannen voor meer doorstroming op de (sociale) huurmarkt. Er werd door de Tweede Kamer veel gemorreld en verbouwd aan de plannen van woonminister Stef Blok. Maar uiteindelijk kreeg hij een dikke meerderheid.

Blok werkte een andere manier uit voor de berekening van de huurprijzen. Ook krijgen meer tijdelijke contracten een wettelijke basis, zodat er duidelijkheid over de beëindiging ontstaat.

Blok hoopt te bereiken dat mensen niet zo vaak meer in een huurhuis blijven hangen dat te groot of te goedkoop voor ze is. Hij wil eigenaren ook minder beducht maken om woonruimte te verhuren. Vaak zijn mensen bang dat ze niet meer van huurders afkomen. Met tijdelijke contracten hebben ze duidelijkheid. Ze moeten wel op tijd aangegeven dat er inderdaad een eind gaat komen aan het contract.

Minister Blok loodst huurwet door de Tweede Kamer

NU 09.02.2016 De Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met de plannen voor meer doorstroming op de huurmarkt.

De Tweede Kamer heeft om veel aanpassingen van het wetsvoorstel gevraagd. Maar uiteindelijk kreeg minister Stef Blok (Wonen) een ruime meerderheid.

Blok werkte een andere manier uit voor de berekening van de huurprijzen. Zo kunnen huurders die meer verdienen dan de zogenoemde toewijzingsgrens, volgend jaar een huurverhoging krijgen van 4 procent plus inflatie. De toewijzingsgrens is in 2016 een jaarinkomen van boven de 39.874 euro.

Scheefwonende gepensioneerden worden van bovenstaande maatregel uitgezonderd. Ook scheefwonende gezinnen vanaf vier leden hoeven niet bang te zijn voor deze verhoging.

De minister hoopt te bereiken dat mensen niet zo vaak meer in een sociale huurwoning blijven wonen die te groot of te goedkoop voor ze is.

Daarnaast krijgen meer tijdelijke contracten een wettelijke basis, zodat er duidelijkheid over de beëindiging ontstaat. Blok wil huiseigenaren stimuleren om hun woonruimte te verhuren. Vaak zijn mensen bang dat ze niet meer van huurders afkomen. Met tijdelijke contracten hebben ze duidelijkheid. Verhuurders moeten wel op tijd aangegeven dat er inderdaad een eind gaat komen aan het contract.

Inkomenstoets

Ook blijft de jaarlijkse inkomenstoets voor het vaststellen van de inkomensafhankelijke huurverhoging bestaan. Vorige week oordeelde de Raad van State dat in de huidige wet niet expliciet staat dat de Belastingdienst inkomensgegevens over huurders moet delen met verhuurders.

De fiscus heeft volgens de Raad van State een expliciet in de wet genoemde verplichting nodig om te mogen zeggen of een huurder onder of boven de inkomensgrens voor sociale huurwoning zit. Blok heeft dit in de nieuwe wet explicieter opgenomen.

Gemengde gevoelens

De Woonbond heeft gemengde gevoelens bij de Wet doorstroming huurmarkt. Zo is de belangenorganisatie blij dat beginnende huurders tegemoet worden gekomen en dat de prijsstijgingen worden geremd.

Maar dat huurders bij commerciële aanbieders een verhoging van 2,5 procent kunnen krijgen voor kwalitatief mindere woningen, bevalt de bond helemaal niet.

De bond is evenmin blij met de invoer van tijdelijke huurcontracten van twee tot vijf jaar. “De positie van huurders ten opzichte van verhuurders wordt ondermijnd”, aldus de Woonbond.

Ook vindt de organisatie de inkomenstoets nog altijd een aantasting van de privacy.

Zie ook: Overzicht: wat er in de nieuwe huurwet staat

Lees meer over: Huurwoningen Woningmarkt

Huurwet door de Kamer

Telegraaf 09.02.2016 De Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met de plannen voor meer doorstroming op de (sociale) huurmarkt. Er werd door de Tweede Kamer veel gemorreld en verbouwd aan de plannen van woonminister Stef Blok. Maar uiteindelijk kreeg hij een dikke meerderheid.

Blok werkte een andere manier uit voor de berekening van de huurprijzen. Ook krijgen meer tijdelijke contracten een wettelijke basis, zodat er duidelijkheid over de beëindiging ontstaat.

Blok hoopt te bereiken dat mensen niet zo vaak meer in een huurhuis blijven hangen dat te groot of te goedkoop voor ze is. Hij wil eigenaren ook minder beducht maken om woonruimte te verhuren. Vaak zijn mensen bang dat ze niet meer van huurders afkomen. Met tijdelijke contracten hebben ze duidelijkheid. Ze moeten wel op tijd aangegeven dat er inderdaad een eind gaat komen aan het contract.

De Woonbond heeft gemengde gevoelens bij de Wet doorstroming huurmarkt. Zo is de belangenorganisatie blij dat beginnende huurders tegemoet worden gekomen en dat de prijsstijgingen worden geremd. Maar dat huurders bij commerciële aanbieders een verhoging van 2,5 procent kunnen krijgen voor kwalitatief mindere woningen, bevalt de bond helemaal niet.

Ook niet blij is de bond met de invoer van tijdelijke huurcontracten (contracten tot twee of tot vijf jaar). ,, De positie van huurders ten opzichte van verhuurders wordt ondermijnd.”

Vorige week stelde de Raad van State dat niet duidelijk in de wet staat dat de Belastingdienst moet zeggen of iemand boven de inkomensgrens voor een sociaal huis zit of niet. Blok heeft dit in de nieuwe wet beter opgenomen, maar de bond spreekt nog steeds van aantasting van de privacy.

Kabinet wil af van huurders met te hoog inkomen voor huurhuis

Elsevier 09.02.2016 Verhuurders hadden geen informatie over het inkomen van huurders mogen krijgen van de fiscus. Het kabinet moet dat in allerijl repareren.

De opluchting bij huurders van sociale huurwoningen met hogere inkomens was van korte duur. De Raad van State liet vorige week weten dat de fiscus verhuurders geen informatie had mogen geven over de hoogte van het inkomen van zogeheten scheefwoners.

Maar de verantwoordelijke minister, VVD’er Stef Blok van Wonen, liet per kerende post weten het gat in de wet snel te zullen repareren. Daartoe liggen twee wetsvoorstellen in de Kamer. Er lijkt geen ontsnappen aan voor de rijke huurders. Als Tweede en Eerste Kamer voldoende vaart zetten achter de behandeling van de voorstellen, kan de beoogde extra huurverhoging per juli 2016 gewoon doorgaan.

Scheefwoners zijn het kabinet al langer een doorn in het oog. Nederland telt zo’n 3 miljoen huurhuizen. Daarvan zijn het leeuwendeel relatief goedkope sociale huurwoningen, bedoeld voor mensen met lagere inkomens. Deze huizen zijn voornamelijk in handen van naar schatting 360 woningcorporaties.

Enkele honderdduizenden bewoners van deze huizen verdienen te veel om in een sociaal huurhuis te wonen. Het kabinet wil de huren van deze scheefwoners daarom extra verhogen, in de hoop dat de bewoners verkassen naar een geliberaliseerde huurwoning of een eigen huis kopen.

Bij een bruto huishoudinkomen van meer dan 43.786 euro per jaar mocht de huur per 1 juli 2015 volgens het kabinet met maximaal 5 procent stijgen. Bij inkomens tussen 34.229 en 43.786 euro mocht de huur 3 procent omhoog, bij lagere inkomens niet meer dan 2,5 procent.

Huurwoningen

Probleem: verhuurders hebben geen actuele informatie over het inkomen van de huurders, die vaak al jaren in de sociale huurwoningen wonen. Ze zijn daardoor zelf niet in staat om te bepalen wie voor de extra huurverhoging in aanmerking komt.

Het kabinet loste dat op door de Belastingdienst sinds 2013 verhuurders informatie te laten geven over het inkomen van huurders.

De fiscus gaf echter geen concrete bedragen door, maar lettercodes. De letter N staat voor lagere inkomens die geen extra huurverhoging krijgen, de letter J voor inkomens die de maximale huurverhoging kunnen krijgen. Huurders met de letter M zaten er wat betreft inkomen tussenin.

Verhuurders hebben massaal gebruikgemaakt van de mogelijkheid om inkomensgegevens op te vragen: in 2014 vroegen zij 1,9 miljoen inkomensverklaringen op. Honderdduizenden huurders kregen vervolgens te maken met ­extra huurverhogingen. Verleden jaar waren het er naar verluidt 328.000 huurders, een jaar eerder 417.000 en in 2014 355.000.

Misbruik van de mogelijkheid om gegevens op te vragen, is er relatief weinig gemaakt. Uit een vorig jaar naar de Tweede Kamer gestuurde evaluatie blijkt dat in 2014 in totaal 66 verhuurders ten onrechte inkomensverklaringen hebben opgevraagd.

Bij elkaar ging het om 9.100 verklaringen. Het leeuwendeel kwam overigens voor rekening van één commer­ciële verhuurder met 7.000 huizen. Zij kregen een tik op de vingers van de Belastingdienst.

Bij de Huurcommissie, die zich buigt over conflicten tussen verhuurders en huurders, werden in 2015 circa 3.600 geschillen aanhangig gemaakt over de inkomensafhankelijke huurverhoging. Net als een jaar eerder zouden verhuurders in de meeste gevallen (circa 95 procent) aan het langste eind hebben getrokken.

Schade

De schade door de uitspraak van de Raad van State leek aanvankelijk groot. Het bestuursrechtelijke college zei dat de fiscus inkomensgegevens niet zomaar aan derden mag geven, tenzij ‘uitdrukkelijk en duidelijk’ in de wet staat dat dit mag. Bij de inkomens van huurders is dat niet het geval. VVD-staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën had er daarom een eind aan moeten maken.

Blok heeft nu twee wetten ingediend, waarin de verstrekking van informatie over het inkomen van scheefwoners alsnog expliciet is geregeld. Of Blok er zonder kleerscheuren vanaf komt, staat nog niet vast. Het zwartepieten is in volle gang.

De Woonbond staat op het standpunt dat honderdduizenden huurders drie jaar lang te veel huur hebben betaald en onderzoekt of zij dat geld kunnen terugvragen. Dat zou een strop zijn voor de verhuurders. Aedes, de koepel van corporaties, wijst elke verantwoordelijkheid af. De verhuurders zeggen gewoon de wet te hebben uitgevoerd.

Blok geeft vooralsnog geen krimp. ‘Er is gewoon een huurverhoging doorgevoerd, waar een parlementaire meerderheid voor was. Geldelijke schade is niet aan de orde,’ zei hij in de Kamer. Over dat laatste zullen veel huurders heel anders denken.

Jean Dohmen (1969) is chef van de redactie Economie.

Tags; huren verhuren scheefwoner kabinet huizenmarkt

zie ook;

20-8-2015 ‘Miljoenen extra naar verpleeghuis en kinderopvang’

29-6-2015 Pechtold laat belastingoverleg kabinet en oppositie klappen

28-5-2015 Adviesraad wil lagere maximale hypotheek voor huizenkopers

Blok loodst huurwet door de Kamer

Telegraaf 09.02.2016 De Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met de plannen voor meer doorstroming op de (sociale) huurmarkt. Er werd door de Tweede Kamer veel gemorreld en verbouwd aan de plannen van woonminister Stef Blok. Maar uiteindelijk kreeg hij een dikke meerderheid.

Blok werkte een andere manier uit voor de berekening van de huurprijzen. Ook krijgen meer tijdelijke contracten een wettelijke basis, zodat er duidelijkheid over de beëindiging ontstaat.

Blok hoopt te bereiken dat mensen niet zo vaak meer in een huurhuis blijven hangen dat te groot of te goedkoop voor ze is. Hij wil eigenaren ook minder beducht maken om woonruimte te verhuren. Vaak zijn mensen bang dat ze niet meer van huurders afkomen. Met tijdelijke contracten hebben ze duidelijkheid. Ze moeten wel op tijd aangegeven dat er inderdaad een eind gaat komen aan het contract.

De Woonbond heeft gemengde gevoelens bij de Wet doorstroming huurmarkt. Zo is de belangenorganisatie blij dat beginnende huurders tegemoet worden gekomen en dat de prijsstijgingen worden geremd. Maar dat huurders bij commerciële aanbieders een verhoging van 2,5 procent kunnen krijgen voor kwalitatief mindere woningen, bevalt de bond helemaal niet.

Ook niet blij is de bond met de invoer van tijdelijke huurcontracten (contracten tot twee of tot vijf jaar). ,, De positie van huurders ten opzichte van verhuurders wordt ondermijnd.”

Vorige week stelde de Raad van State dat niet duidelijk in de wet staat dat de Belastingdienst moet zeggen of iemand boven de inkomensgrens voor een sociaal huis zit of niet. Blok heeft dit in de nieuwe wet beter opgenomen, maar de bond spreekt nog steeds van aantasting van de privacy.

Kamer stemt in met huurwet: dit verandert er voor jou

AD 09.02.2016 De Tweede Kamer heeft dinsdag ingestemd met de plannen voor meer doorstroming op de (sociale) huurmarkt. Er werd door de Tweede Kamer veel gemorreld en verbouwd aan de plannen van woonminister Stef Blok, maar uiteindelijk kreeg hij een dikke meerderheid voor zijn plannen.

De positie van huurders ten opzichte van verhuurders wordt ondermijnd, aldus de Woonbond.

Blok werkte een andere manier uit voor de berekening van de huurprijzen. Ook krijgen meer tijdelijke contracten een wettelijke basis, zodat er duidelijkheid over de beëindiging ontstaat.

Blok hoopt te bereiken dat mensen niet zo vaak meer in een huurhuis blijven hangen dat te groot of te goedkoop voor ze is. Hij wil eigenaren ook minder beducht maken om woonruimte te verhuren. Vaak zijn mensen bang dat ze niet meer van huurders afkomen. Met tijdelijke contracten hebben ze duidelijkheid. Ze moeten wel op tijd aangegeven dat er inderdaad een eind gaat komen aan het contract.

Gemengde gevoelens
De Woonbond heeft gemengde gevoelens bij de Wet doorstroming huurmarkt. Zo is de belangenorganisatie blij dat beginnende huurders tegemoet worden gekomen en dat de prijsstijgingen worden geremd. Maar dat huurders bij commerciële aanbieders een verhoging van 2,5 procent kunnen krijgen voor kwalitatief mindere woningen, bevalt de bond helemaal niet.

Ook niet blij is de bond met de invoer van tijdelijke huurcontracten (contracten tot twee of tot vijf jaar). ,, De positie van huurders ten opzichte van verhuurders wordt ondermijnd.”

Nieuwe regels

– Vanaf volgend jaar moet er geleidelijk een einde komen aan de verschillende prijzen voor gelijke sociale huizen. Die ontstaan doordat nieuwe huurders meer moeten betalen: daardoor groeien de verschillen met zittende huurders te sterk. Huurders die in een huis zitten dat wel erg mooi is voor wat ze nu betalen, kunnen te maken krijgen met een huurverhoging tot 2,5 procent boven inflatie. De huurprijzen voor nieuwe huurders bij corporaties stijgen ook minder minder snel.

– In de tussentijd, vanaf 1 juli dit jaar, is de huurverhoging bij corporaties net als de voorgaande jaren 1,5 procent plus inflatie tot 4 procent plus inflatie.

– Huurders van een huis dat te goedkoop voor ze is, scheefwoners met meer dan 39.000 euro aan gezamenlijk inkomen, kunnen vanaf volgend jaar nog steeds een huurverhoging krijgen van 4 procent plus inflatie. Dit is bedoeld als stimulans om het sociale huis achter te laten voor iemand die het minder heeft getroffen.

– Scheefwonende gepensioneerden worden van bovenstaande maatregel uitgezonderd. Ook scheefwonende gezinnen vanaf vier leden hoeven niet bang te zijn voor deze verhoging.

– De jaarlijkse inkomenstoets blijft. Vorige week stelde de Raad van State dat niet duidelijk in de wet staat dat de Belastingdienst moet zeggen of iemand boven de inkomensgrens voor een sociaal huis zit of niet. Blok heeft dit in de nieuwe wet explicieter opgenomen.

– De mogelijkheden voor tijdelijke contracten worden onder voorwaarden verruimd, omdat mensen die ruimte beschikbaar hebben vaak bang zijn dat ze niet van huurders af kunnen komen. Contracten tot twee jaar worden mogelijk. Tijdelijke huurcontracten voor vijf jaar in onzelfstandige woningen voor jongeren tot en met 27 jaar, een idee van de ChristenUnie, werden ook door de Kamer aanvaard.

– Nederland heeft 2,6 miljoen sociale huurhuizen. Die mogen bij tekening van het huurcontract maximaal 710 euro aan kale huur kosten. De corporaties moeten jaarlijks minstens 80 procent van hun vrijkomende huizen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot 35.739 euro, 10 procent mag naar huishoudens met een inkomen van maximaal 38.950 euro.

Lees ook;

Veel vraag naar huurhuis maar weinig aanbod: ‘verontrustende trend’

VK 09.02.2016 De vraag naar huurwoningen neemt toe, terwijl het aanbod krimpt. Er komen vooral koopwoningen bij. Een verontrustende trend, zeggen experts, en bovendien onnodig: corporaties hebben het geld er iets aan te doen.

Door sloop en verkoop worden veel woningen aan de huurmarkt onttrokken, terwijl er juist veel huurwoningen nodig zijn, door de toename van het aantal eengezinshuishoudens en de groeiende migratie…

Vastgoedadviseur Capital Value noemt deze trend in het rapport De Woningbeleggingsmarkt 2016 verontrustend. Daarnaast is het onnodig, omdat corporaties wel degelijk de middelen hebben daaraan iets te doen. ‘Maar de focus bij partijen – gemeenten, corporaties en projectontwikkelaars – ligt te veel op koopwoningen,’ vindt de vastgoedadviseur.

De bouwproductie stijgt weer. In 2015 zijn vergunningen afgegeven voor de bouw van 58 duizend woningen. Dat aantal stijgt naar 70 duizend dit jaar en mogelijk naar 80 duizend in 2018. In totaal zullen er 316 duizend woningen bijkomen. Maar die groei versterkt alleen het koopwoningenbestand. Het aantal huurwoningen blijft gelijk of krimpt zelfs.

Per jaar worden 30 duizend huurwoningen gebouwd. Maar dat is minder dan er worden gesloopt en uitgepond (verkocht als eigen woning).

70 duizend nieuwe woningen nodig

Gemeenten, bouwbedrijven en projectontwikkelaars bieden te weinig huurwoningen aan, terwijl er juist nu kansen zijn tekorten op te heffen, aldus Kees van Harten, directeur Capital Value.

Capital Value gaat ervan uit dat jaarlijks 70 duizend nieuwe woningen nodig zijn als gevolg van de toename van huishoudens. Dat groeit van 7,7 miljoen nu naar 8,2 miljoen in 2025 en zelfs 8,5 miljoen in 2040. Reden is dat steeds meer mensen alleen zullen wonen. Het aantal eenpersoonshuishoudens neemt toe van 2,9 miljoen nu naar 3,3 miljoen in 2025. Maar ook de toenemende migratie verhoogt de druk op de woningmarkt, stelt Capital Value.

Voorlopig blijft er daardoor een woningtekort. In 2020 zal er een landelijk tekort zijn van 3,7 procent van het totale aantal woningen: de hoogste tekorten worden verwacht in de regio’s Utrecht (7,3 procent) en Amsterdam (8,4 procent). Het aantal huishoudens dat geen woning kan kopen noch een betaalbare huurwoning kan vinden, loopt op van 318 duizend nu naar 326 duizend in 2018.

Volgens Capital Value heeft het lage aanbod aan huurwoningen niet te maken met gebrek aan geld. Beleggers hebben 5,5 miljard euro beschikbaar voor investeringen in de bouw van huurwoningen.

Ook de banken willen daarvoor veel meer geld beschikbaar stellen. Vorig jaar is geïnvesteerd in de bouw van 6.500 nieuwe huurwoningen. Kees van Harten, directeur Capital Value: ‘Pensioenfondsen geven aan dat het geïnvesteerde bedrag op jaarbasis eenvoudig kan worden verdubbeld mits het aanbod toereikend is. Gemeenten, bouwbedrijven en projectontwikkelaars bieden te weinig huurwoningen aan, terwijl er juist nu kansen zijn tekorten op te heffen.’

Pijnacker komt in actie tegen scheefwonen

AD 08.02.2016 Pijnacker-Nootdorp kampt met een ernstig tekort aan sociale huurwoningen en door de verplichte opvang van vluchtelingen wordt dat nog nijpender. Wethouder Melzer wil daarom het ‘scheefwonen’ gaan aanpakken, kondigde hij onlangs aan.

Het is duidelijk dat we voor een grote uitdaging staan, aldus Wethouder Piet Melzer.

Het grote probleem waar de gemeente Pijnacker-Nootdorp mee kampt, is dat er vrijwel geen betaalbare sociale huurwoningen meer worden gebouwd. De productie van de corporaties is nagenoeg stilgevallen en projectontwikkelaars zijn zelden geïnteresseerd in de sociale huursector.

Dus, zo stelt wethouder Piet Melzer, is het essentieel dat mensen die nu goedkoop wonen, maar meer kunnen betalen – die dus scheefwonen – doorstromen naar duurdere huizen.

Doorstroom-coaches
,,Ik ben in gesprek met de drie corporaties die hier actief zijn. Staedion heeft aangegeven een beperkt aantal woningen te kunnen bouwen. Verder moeten de corporaties doorgaan met inkomensafhankelijke huurverhogingen. En er moeten ‘doorstroom-coaches’ worden ingezet om scheefwoners aan te moedigen te verhuizen.”

Tegelijk zucht Pijnacker-Nootdorp onder de opgave van de landelijke overheid om in totaal 150 statushouders te huisvesten. De taakstelling was 131 personen, maar er komen er 19 bij van vorig jaar. De gemeente moest toen 87 statushouders huisvesten, maar dat aantal is niet gehaald.

Het zijn forse aantallen, maar Melzer wil niet zeggen dat de gemeente het niet aankan. ,,Het is duidelijk dat we voor een grote uitdaging staan. Elk jaar komen er maar rond de honderd betaalbare huurwoningen vrij. We zullen daarom ook moeten kijken naar semipermanente huisvesting. Er wordt momenteel hard gewerkt aan alternatieven die een bijdrage moeten leveren aan het halen van onze taakstelling.”

Lees ook

februari 10, 2016 Posted by | 2e kamer, huurverhoging, huurwet, politiek, scheefhuur, scheefwonen | , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Het scheefwonen van Henk en Ingrid – deel 3