Nederland behoort tot de EU-landen met relatief de hoogstezorguitgaven. Dat blijkt 09.05.2019 uit CBS-cijfers. Die komen uit op de Dag van Europa, waarmee de aanzet tot de oprichting van de voorloper van de Europese Unie in de jaren vijftig wordt gevierd.
In Nederland ging 10,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2016 naar de gezondheidszorg, terwijl het EU-gemiddelde op 9,9 procent lag. Alleen in Frankrijk, Duitsland, Zweden, Oostenrijk en Denemarken was dit aandeel hoger. „Die hoge uitgaven komen vooral door het grote stelsel aan langdurige zorg in Nederland”, legt hoogleraar gezondheidseconomie Wim Groot uit.
AD 17.05.2019
Verpleeghuizen
„Denk daarbij aan verpleeghuizen en aan ggz- of gehandicapteninstellingen. Ondanks de bezuinigingen zijn die instellingen nog altijd ruimer aanwezig dan in het buitenland. Tel daarbij het feit op dat arbeidskrachten in deze sector steeds schaarser en dus duurder worden. Daardoor betaalt de gewone Nederlander ook meer”, aldus Groot.
Behalve uitgebreide gezondheidsinstellingen kent ons land Europees gezien ook een hoge levensverwachting. In 2016 lag die op 81,7 jaar, terwijl het EU-gemiddelde precies 81 jaar was. Dat komt vooral door de Nederlandse mannen, van wie de levensverwachting met 80 bijna twee jaar boven het Europese gemiddelde lag.
AD 15.05.2019
Stijgende zorguitgaven
Het kabinet waarschuwt opnieuw voor de zorguitgaven. Volgens zorgminister De Jonge zijn extra stappen om de betaalbaarheid in de hand te houden ’niet uit te sluiten’.
Hij laat daarom in kaart brengen welke extra ingrepen er mogelijk zijn om betere grip te krijgen op de groei. Ook vraagt hij de Tweede Kamer om met eigen ideeën te komen.
Het huidige kabinet probeert de zorguitgaven, net als vorige kabinetten, te beperken. Dat gebeurt door afspraken te maken met bijvoorbeeld artsen en ziekenhuizen om de uitgavengroei te beperken. Ondanks dat zal er onder kabinet Rutte-III liefst 16,7 miljard euro extra vloeien naar de zorg.
AD 14.05.2019
Zorg grootste post kabinet
De netto zorguitgaven in Nederland zijn 71 miljard euro. Als eigen betalingen, jeugdzorg en wmo-zorg worden meegerekend, is dat zelfs 85 miljard euro. Daarmee is de zorg verreweg de grootste uitgavenpost van het kabinet. In de praktijk betekent het dat de gemiddelde volwassen Nederlander tegenwoordig via premie en belastingen jaarlijks zo’n 5490 euro aan de zorg betaalt.
Voorzien is dat deze uitgaven verder gaan groeien, meldt minister De Jonge (Volksgezondheid) aan de Tweede Kamer. Hij laat daarom in beeld brengen waar er in de toekomst op bezuinigd kan worden. Maar pijnlijke besluiten daarover zullen waarschijnlijk door een volgend kabinet genomen moeten worden. „Het kabinet zet stappen om maatregelen in kaart te brengen waarmee toekomstige uitdagingen voorzien kunnen worden van passende beleidsinzet”, laat de CDA-bewindsman weten.
Thuiswonende ouderen
Zo is er een commissie ingesteld die gaat kijken hoe de zorg voor thuiswonende ouderen in de toekomst op peil gehouden kan worden. Eind dit jaar zal die commissie verslag uitbrengen. De Sociaal Economische Raad(SER) is gevraagd om de gevolgen te verkennen van de stijgende zorgkosten voor de arbeidsmarkt en economie.
„Daarbij is de SER gevraagd zijn visie te geven op de grenzen waarbinnen de zorguitgaven zich kunnen ontwikkelen.” De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid moet in kaart brengen „welke inzichten ons op weg kunnen helpen naar beheersing van de zorguitgaven op lange termijn”, stelt De Jonge.
AD 14.05.2019
Noodkreet VNG Jeugdzorg
Het kabinet trekt honderden miljoenen extra uit voor jeugdzorg. Daarmee komt het tegemoet aan de klacht van gemeenten dat zij te weinig geld hebben voor hulp aan jongeren met psychische of gedragsproblemen. Dat staat in de Voorjaarsnota die later deze maand openbaar wordt, bevestigen bronnen in Den Haag.
Dit jaar nog gaat er 350 miljoen euro extra naar de gemeenten. In de drie jaar daarna telkens 190 miljoen euro, zo is er afgesproken in het kabinet. Met dat bedrag van 920 miljoen euro in totaal kunnen de gemeenten de tekorten wegwerken die zij hebben.
De gemeenten luidden vandaag 08.05.2019 de noodklok. Ze dreigden hun taken in de jeugdzorg aan het Rijk terug te geven, omdat het kabinet volgens hen te weinig geld beschikbaar stelt om de taken goed uit te voeren.
De extra kosten die ontstaan door de toenemende vraag naar jeugdhulp en psychische zorg voor kwetsbare burgers mogen niet meer verhaald worden op Nederlandse gemeenten, schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) woensdag in een paginagrote open brief in het Algemeen Dagblad (AD).
Gaat niet meer
In 2015 namen de gemeenten taken op het gebied van zorg en jeugd van het Rijk over, omdat zij meer maatwerk zouden kunnen leveren. Tegelijkertijd ging het budget voor deze taken met 450 miljoen euro omlaag.
We hebben de afgelopen jaren zo goed ons best gedaan, maar het water staat ons aan de lippen en er moet substantieel geld bij, aldus Hubert Bruls, vicevoorzitter VNG.
In de jaren daarna groeide de vraag naar jeugdzorg, zonder dat het kabinet extra geld beschikbaar stelde. Ze moesten op allerlei terreinen bezuinigen of de lasten verhogen om de toenemende uitgaven op te vangen.
AD 18.06.2019 De ziekenhuiszorg voor oudere mensen moet veel beter worden afgestemd op hun individuele behoeften, blijkt uit een nieuw rapport. Vaak hebben ouderen meerdere gezondheidsproblemen tegelijk en ook kan een reguliere ziekenhuisbehandeling ze een psychische of lichamelijk terugval bezorgen.
Volgens initiatiefnemer ZonMw, samen met ouderenorganisatie KBO-PCOB en medisch professionals, gaat het om een ‘niet te onderschatten probleem dat de zelfredzaamheid en de autonomie van ouderen in gevaar kan brengen’. Acht professionals uit de praktijk signaleren in de rapportage dat de soms ingrijpende behandelingen of het verblijf in het ziekenhuis het functioneren van zieke senioren zwaar nadelig kan beïnvloeden.
Ze kunnen daardoor onnodig lang in het ziekenhuis liggen of zelfs in een verzorgingstehuis belanden. Terwijl er vaak alternatieve, minder belastende behandelingen bestaan die de voorkeur verdienen. Of ingrepen – binnen of buiten het ziekenhuis – die een behandeling positief kunnen beïnvloeden.
Geen slechte zorg
Er is nu zeker geen sprake van slechte of onveilige zorg, wordt benadrukt. ,,We weten alleen onvoldoende wat de best passende zorg of behandeling is voor de zeer diverse groep oudere patiënten. Een deel van die groep is heel vitaal, terwijl anderen kampen met meerdere gezondheidsproblemen tegelijk.” Ook zijn er grote verschillen qua opleidingsniveau en de wijze waarop mensen met hun gezondheid omgaan.
Daarnaast werken zorgverleners in het ziekenhuis meestal op basis van onderzoek met veel jongere – en relatief gezonde – patiënten. Ook is de behandeling vaak gericht op de aanpak van één ziekte terwijl de complexere medische situatie en de persoonlijke omstandigheden en voorkeuren van oudere patiënten vragen om maatwerk.
Afstemmen
Simon Mooijaart, internist-ouderengeneeskunde in het LUMC concludeert: ,,Het ziekenhuis is een knooppunt waar veel ouderen komen in een belangrijke periode van hun leven. Juist daar moeten we de zorg goed op iemands specifieke situatie afstemmen, zodat alle ouderen in het ziekenhuis en daarbuiten optimaal profiteren van onze goede gezondheidszorg.”
De onderzoekers bevelen beleidsmakers aan een groot onderzoeksprogramma rond ziekenhuiszorg voor ouderen op te zetten, om te vernieuwen en meer kennis te vergaren.
AD 13.06.2019 Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is er in ieder geval 200 miljoen euro extra nodig om de sneller dan verwachte, toenemende vraag naar verpleeghuiszorg in Nederland op te vangen. Daar bovenop voorziet de NZa dat nog eens 270 miljoen euro nodig is om aan de vraag naar langdurige zorg te kunnen voldoen.
,,Voor de korte termijn is een verhoging van het budget onvermijdelijk om te voorkomen dat er te lange wachtlijsten ontstaan”, aldus de zorgautoriteit. In totaal gaat er in Nederland bijna 23 miljard euro om in de langdurige zorg. De NZa houdt de ontwikkelingen in de gaten en komt in augustus met een vervolgadvies voor minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid).
Voor 2019 is door de overheid 600 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de verpleeghuizen. Daarvan gaat 496 miljoen naar extra personeel en 87 miljoen naar andere investeringen, zoals technologische verbeteringen, zo blijkt uit de plannen die de verpleeghuizen onlangs bij de zorgverzekeraars hebben ingediend.
De investering in met name extra personeel was een voorwaarde van minister Hugo de Jonge. Een deel van het budget van 17 miljoen is nog niet toegekend. Dat wordt gereserveerd voor verpleeghuizen die nog groeien of er een goed plan voor hebben.
Het aantal werknemers in verpleeghuizen ten opzichte van 2016 is in twee jaar met 18.500 medewerkers toegenomen. In de plannen voor 2019 verwachten de aanbieders nog eens 19.000 mensen te kunnen aannemen. Het gaat dan vooral om verplegend en verzorgend personeel, welzijnsmedewerkers, gastvrouwen en huiskamermedewerkers.
Minister De Jonge is tevreden met de resultaten tot nu toe. ,,Wat we zien is dat er een brede beweging op gang is gekomen om meer liefdevolle en persoonsgerichte zorg te bieden in verpleeghuizen. Het is mijn overtuiging dat bewoners en medewerkers echt het verschil al merken”, liet hij recent weten.
Telegraaf 01.06.2019 De zorg voor ouderen en chronisch zieken zoals die nu is, zal de komende decennia verdwijnen. Het is nu te duur, te weinig efficiënt en te arbeidsintensief. Dat zegt Henk Kamp, voorzitter van de branchevereniging voor thuiszorg en verpleegzorg ActiZ, in een interview met Trouw.
Kamp wil dat de naderende veroudering van Nederland en alle zorg die daarbij hoort bij iedereen tussen de oren gaat zitten. „Dan ook zal het besef doordringen dat de zorg voor ouderen die Nederland nu heeft, onhoudbaar is en zal verdwijnen. De oplossing voor wat ons de komende twintig jaar staat te gebeuren, hebben we nog niet. Iedereen moet zich realiseren wat er gaande is en iedereen moet meedenken over oplossingen. We zullen bereid moeten zijn om meer voor elkaar te doen dan we nu al doen.”
Volgens de oud-minister is er een „fundamenteel maatschappelijk debat” nodig over ouder worden, een debat zoals dat eerder gevoerd is over het klimaat, waarbij allerlei belanghebbenden bij elkaar kwamen om plannen te ontwikkelen.
NOS 23.05.2019 De personeelstekorten in de gezondheidszorg lopen snel terug. Dat komt volgens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar voren uit CBS-cijfers over zij-instromers, herintreders en het zorgonderwijs.
In maart vorig jaar ging het kabinet ervan uit dat de zorgsector over drie jaar 100.000 tot 125.000 personeelsleden tekort zou komen. Volgens de meest recente prognose wordt dat 80.000 medewerkers.
Als de huidige stijging van het aantal zij-instromers en herintreders doorzet en de aantallen nieuwe zorgverleners in opleiding en extra stageplaatsen zo blijven groeien, zou het tekort mogelijk kunnen teruglopen tot 55.000 zorgverleners, zeggen de ministers De Jonge en Bruins en staatssecretaris Blokhuis.
De bewindspersonen op het ministerie zijn blij met deze trend. “Deze cijfers laten zien dat we op de goede weg zijn, maar de klus is nog lang niet geklaard. Het blijft dus alle hens aan dek.”
Uitstroom nog wel hoog
Vorig jaar sprak het kabinet het doel uit om de tekorten in de zorg richting 2022 helemaal weg te werken. Daarvoor werd toen 347 miljoen euro vrijgemaakt, waarvan een groot deel werd gereserveerd voor opleidingen, omscholing en stageplekken.
Wel zijn er volgens het ministerie zorgen over uitstroom van zorgpersoneel en het ziekteverzuim. Dat laatste percentage is gestegen van 4,9 naar 5,1 procent. Het aantal mensen dat de zorg in het derde kwartaal van 2018 verliet ten opzichte van een jaar eerder, nam toe met 6 procent. Mensen vertrekken onder meer omdat ze de werkdruk te hoog vinden en het salaris te laag.
Reactie uit de praktijk
Actiz, de organisatie van zorgondernemers, herkent de terugloop in personeelstekorten. “Wij zien ook dat het aantal vacatures daalt.” Volgens de organisatie heeft vooral de brede campagne ‘Ik zorg’ geholpen om het “moeilijke” imago van de zorgsector te verbeteren. Ook is er veel ingezet op verhoging van de salarissen.
Toch moet het volgens Actiz nog beter, als je kijkt naar de bevolkingsontwikkeling op de lange termijn. De verwachting is dat rond 2040 de piek van de vergrijzing ligt. Nu werkt 1 op de 7 mensen in de zorg, dat zou 1 op de 4 moeten zijn tegen die tijd. “Het kabinet is goed bezig, maar moet verder kijken naar de toekomst”, zegt een Actiz-woordvoerder.
De beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgden Nederland (V&VN) noemt het een stap in de goede richting, maar constateert dat er nog steeds veel problemen zijn. Vooral de uitstroom, die onder jongeren erg hoog is, zit de vereniging dwars. Ook wijst de V&VN erop dat het ziekteverzuim erg hoog is.
Telegraaf 23.05.2019Het personeelstekort in de zorg loopt sneller terug dan verwacht. Het kabinet pompt veel geld in deze sector om het personeelstekort terug te dringen. Het aantal mensen dat de zorg verlaat neemt echter ook toe.
„Deze cijfers laten zien dat we op de goede weg zijn”, aldus het ministerie van VWS. Dat verwacht in 2022 een tekort van 80.000 en mogelijk zelfs 55.000 medewerkers. Vorig jaar werd nog uitgegaan van een tekort van 100.000 tot 125.000.
Volgens het CBS neemt het aantal zijinstromers en herintreders toe. Ook komen er meer afgestudeerden uit het zorgonderwijs. Woensdag melde VWS al dat er de afgelopen twee jaar 18.500 medewerkers in de verpleeghuiszorg bij waren gekomen.
Extra aandacht komt er voor scholing en goed werkgeverschap om de stijgende uitstroom te keren. In het derde kwartaal van 2018 nam de uitstroom met 6 procent toe vergeleken met een jaar eerder. Dat was een stijging met ongeveer 7000 mensen. Ook nam in diezelfde periode het ziekteverzuim licht toe.
Telegraaf 22.05.2019 Het extra geld dat het kabinet beschikbaar heeft gemaakt om de kwaliteit van verpleeghuizen op te schroeven, levert dit jaar zo’n 19.000 extra zorgmedewerkers op. Zij vullen 9800 voltijdsbanen.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de zorgkantoren en het ministerie van Volksgezondheid.
In totaal was er voor dit jaar 600 miljoen euro extra beschikbaar. Daarvan vloeit 496 miljoen naar extra personeel, 87 miljoen naar andere zaken, zoals technische snufjes die het personeel kunnen ontlasten.
Om aanspraak te kunnen maken op het extra geld moesten verpleeghuizen plannen opstellen waarin ze exact aangaven waaraan ze het geld wilden besteden. Zorgkantoren beoordelen die plannen en kennen het al dan niet toe.
Tevredenheid
De zorgplannen waren volgens de zorgkantoren niet allemaal even goed, maar over het algemeen klinkt er tevredenheid. Een deel van het beschikbare budget is trouwens nog niet toegekend: 17 miljoen euro. Dat geld wordt op de plank gelegd voor verpleeghuizen die kans zien om het dit jaar alsnog goed te besteden.
Zo’n 85 procent van het beschikbare geld gaat naar extra personeel, blijkt uit de cijfers. Dat was ook een harde voorwaarde van minister De Jonge (Volksgezondheid), die eenvoudigweg meer handen aan het bed wil zien. Maar er gaat ook geld naar technische snufjes, zoals een chip in incontinentiemateriaal, zodat het personeel weet wanneer iemand verschoond moet worden.
Een andere zorginstelling stopt geld in dagbestedingsactiviteiten die speciaal gericht zijn op mannen, „omdat zij andere interesses hebben dan vrouwen.”
Ook is er een soort buddy-netwerk opgericht voor personeel dat nieuw is in de sector, om te voorkomen dat zij het gevoel krijgen in het diepe te worden gegooid.
Voor volgend jaar wil De Jonge iets meer ruimte geven aan verpleeghuizen die procentueel meer geld in technische snufjes willen stoppen. Nu is dat nog maximaal 15 procent. „Als zij kunnen aantonen dat dit de kwaliteit in hun instelling echt verbetert, mag dat”, zegt de CDA-bewindsman.
BB 15.05.2019 Ruim 250 wethouders van regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie pleiten bij het kabinet en de Tweede Kamer voor extra geld voor de jeugdzorg. ‘De rek is er uit.’ Zonder extra middelen kunnen gemeenten niet garanderen dat ze de juiste zorg aan jongeren kunnen blijven geven. Ze ondersteunen het pleidooi van de VNG om structureel 490 miljoen euro extra (rijks)geld vrij te maken voor de gemeentelijke jeugdzorgtaken.
Gemeenten naderen ‘de grens van het mogelijke’, schrijven de wethouders in een open brief die donderdag in NRC verschijnt. ‘Als het budget voor jeugdzorg niet voldoende en structureel wordt aangevuld vanuit het rijk, plaatst u ons voor het onmogelijke.’ Het zijn zowel wethouders van grote en kleine gemeenten die bij hun Haagse partijgenoten aan de bel trekken.
Onverantwoord
Gemeenten hebben zich de afgelopen jaren maximaal ingespannen om, ondanks de bezuiniging van 450 miljoen euro, de toegenomen vraag naar jeugdzorg op te vangen, stellen de wethouders. Die vraag steeg tussen 2015 en 2017 met 12,1 procent. Over 2018 was sprake van een stijging van 1,9 procent, zo bleek recent uit CBS-cijfers. ‘Maar we kregen er geen cent bij. Zo doorgaan is onverantwoord’, aldus de open brief.
Onbegrip
Gemeenten worden nu gedwongen om te bezuinigen, ‘ook op zaken die we juist hard nodig hebben om in de toekomst zorg te voorkomen’, aldus de open brief. ‘Armoedebestrijding, sportvoorzieningen, bibliotheken, onderwijsachterstandenbeleid, brandweer, veiligheidsbeleid en OZB verhoging, niets blijft ongemoeid.’ De bezuinigingen en lastenverhoging leiden tot onbegrip in de samenleving. ‘De brief van de VNG is ons dan ook uit het hart gegrepen.’ In die open brief van vorige week dreigt de VNG de jeugdzorgtaken terug te geven, als het kabinet er onvoldoende extra geld voor vrijmaakt. Later werd bekend dat de VNG 490 miljoen euro er bij wil hebben.
Bittere noodzaak
‘Een ongekend signaal vanuit bittere noodzaak’, stellen de wethouders in hun open brief. Maar er is meer nodig dan alleen geld, zo realiseren zij zich. ‘Het huidige stelsel van de jeugdzorg moet doorontwikkeld worden om beter en efficiënter te werken.’ Dat willen de wethouders samen met het rijk doen, maar dat vraagt tijd en ruimte, die er alleen bij voldoende middelen is. Naar verluidt wil het kabinet niet verder gaan dan eenmalig 350 miljoen en de drie daaropvolgende jaren jaarlijks 190 miljoen euro. VNG is nog steeds in onderhandeling met VWS.
Telegraaf 15.05.2019 Een opdoffer voor minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid): de Algemene Rekenkamer kraakt kritische noten over de vele miljarden euro’s extra die onder zijn toezicht naar verpleeghuizen stromen. Het effect daarvan kan op dit moment niet goed gemeten worden, concluderen de rekenmeesters.
De CDA-bewindsman heeft de zorgkantoren – die het extra geld verdelen over de verpleeghuizen- de taak gegeven om de kwaliteit in verpleeghuizen sterk te verbeteren. Daarvoor is ook een grote som geld vrijgemaakt, van 600 miljoen dit jaar oplopend naar 2,1 miljard structureel. De zorgkantoren krijgen volgens de Rekenkamer echter onvoldoende informatie van verpleeghuizen om pal te kunnen staan voor de broodnodige verbeterslag.
Als voorbeeld noemt de Rekenkamer dat een voorwaarde voor goede zorg in verpleeghuizen is dat er voldoende goed gekwalificeerd personeel in de instellingen aanwezig is. Zorgkantoren kunnen dat echter niet garanderen, stelt de Rekenkamer, omdat de zorginstellingen slechts een zeer algemeen beeld hoeven te geven, niet van de daadwerkelijke situatie per afzonderlijke locatie. De Rekenkamer betwijfelt dan ook of dit een goed beeld geeft van de daadwerkelijke aanwezigheid van personeel.
De rekenmeesters stellen dat er betere informatie nodig richting de Tweede Kamer en de samenleving om na te kunnen gaan of de miljardeninjectie wel in verhouding staat met de bereikte verbeteringen in verpleeghuizen.
NOS 15.05.2019 Wethouders van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie uit het hele land smeken het Rijk om meer geld voor de jeugdzorg. In een open brief richten ze zich tot hun partijgenoten in het kabinet en in de Tweede Kamer.
“De rek is eruit. Hoewel we ons tot het uiterste willen inzetten voor de ondersteuning van kwetsbare kinderen en jongeren in onze steden en dorpen naderen wij de grens van het mogelijke”, staat in de brief, die is ondertekend door ruim 250 wethouders.
Vier jaar geleden namen de gemeenten de taken van jeugdzorg van het Rijk over. Het beschikbare budget ging met 450 miljoen euro omlaag, terwijl de vraag naar zorg steeg. Vorige week beloofde het kabinet al honderden miljoenen extra, maar dat vinden de wethouders niet genoeg, omdat ook de vraag is gestegen.
Noodkreet VNG
Vorige week kwam de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) met dezelfde noodkreet. Zo gaat het niet langer, er moet geld bij, was de oproep.
De wethouders steunen die oproep van harte. Ze wijzen ook op andere bezuinigingen, bijvoorbeeld op armoedebestrijding en sportvoorzieningen, allemaal zaken die volgens hen zorgverlening in de toekomst moeten voorkomen. De VNG en de wethouders vragen 490 miljoen euro extra.
De wethouders vragen hun “Haagse” partijgenoten niet alleen om meer geld, maar pleiten ook voor een beter en efficiënter stelsel van jeugdzorg. Maar voor “flinke stappen” zijn “voldoende middelen” nodig, zeggen de wethouders.
BB 14.05.2019 Het extra geld dat het kabinet voor de uitvoering van de jeugdhulp wil vrijmaken, is niet bedoeld om alleen de tekorten bij gemeenten te dekken. Het is vooral bedoeld om de uitvoering van het jeugdhulpstelsel beter en efficiënter te maken en de transformatie te versnellen. Daarover wil de minister bestuurlijke afspraken met gemeenten maken.
Betere sturing
Dat stelt minister De Jonge (VWS) in reactie op het dreigement van de VNG om de jeugdhulp op het bordje van het rijk te leggen als het kabinet niet met voldoende extra geld over de brug komt. Meer (rijks)geld leidt niet automatisch tot betere en beter beheersbare jeugdhulp, stelt De Jonge in een brief aan de Kamer. Er is ook betere regievoering, betere sturing en betere regionale samenwerking nodig. Daar zullen de afspraken met de VNG zich op richten. Daarnaast is verdiepend onderzoek nodig naar de achtergronden van de gemeentelijke tekorten. ‘Om te leren wat er in de sturing beter moet’, aldus De Jonge.
Meer eenheid
Er is ook meer eenheid en voorspelbaarheid in het zorglandschap noodzakelijk, stelt de minister in zijn brief. Daarbij horen onder meer onderwerpen als vermindering van administratieve lasten, de toegang tot jeugdhulp en de reikwijdte van de jeugdhulpplicht van gemeenten. Welke vormen van jeugdhulp vallen onder de Jeugdwet en welke niet.
Onderhandelingen
In zijn brief noemt De Jonge geen bedragen die het rijk extra wil uittrekken. Vorige week lekte uit dat het om eenmalig 350 miljoen euro zou gaan, en de drie jaren daarna jaarlijks 190 miljoen euro. De VNG wil 490 miljoen euro van het kabinet. De onderhandelingen met de VNG zijn nog steeds gaande, zo blijkt uit de brief van De Jonge.
Telegraaf 15.05.2019Het Rijk moet snel meer geld uittrekken voor de financiering van de jeugdzorg. Met die dringende oproep aan het kabinet sluiten wethouders van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zich aan bij een recente brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
„De rek is eruit”, luidt de open brief van circa 250 wethouders aan hun partijgenoten in de coalitie in Den Haag. Als er niet snel geld bijkomt voor de jeugdzorg, die sinds 2015 de verantwoordelijkheid is van de gemeenten, „plaatst u ons voor het onmogelijke.”
Net als de VNG eerder deze maand benadrukken de wethouders dat er meer beroep wordt gedaan op de jeugdzorg – zo’n 12 procent – terwijl er sinds de decentralisatie in 2015 juist zo’n 450 miljoen euro werd bezuinigd. De redenering was dat de nieuwe aanpak tot lagere kosten zou leiden. „Zo doorgaan is onverantwoord”, concluderen de wethouders.
Haagse bronnen lieten vorige week weten dat er dit jaar ruim 300 miljoen euro extra beschikbaar komt, en daarna nog enkele jaren zo’n 200 miljoen euro. Of dat voor de VNG en de wethouders genoeg is, is nog maar de vraag. De wethouders roepen in hun brief op tot „voldoende en structureel” meer geld en stippen daarbij aan dat de 12 procent extra zorg neerkomt op 490 miljoen euro.
Telegraaf 14.05.2019 Het moet uit zijn met de versnippering in de wijkverpleging, vindt minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid. Hij wil dat iedere buurt een voor iedereen herkenbaar zorgteam krijgt en dat de schaarse verpleegkundigen zo goed mogelijk worden ingezet. Daarvoor moet ook de verdeling van het geld voor deze zorg op de schop.
De wijkverpleging kampt met grote personeelstekorten. De verpleegkundigen díe er zijn, worden ook niet altijd even efficiënt ingezet. Door de komst van talloze kleine zorgaanbieders en ’eenpitters’ versplintert de zorg en gaat tijd verloren, stelt De Jonge. Hij ziet dat als een schadelijk gevolg van de marktwerking in de zorg.
Nu loont het voor zorgaanbieders bovendien nog om zoveel mogelijk tijd te besteden aan een patiënt en om zwaardere gevallen zoveel mogelijk links te laten liggen. De Jonge wil voortaan belonen voor het verlenen van de zorg die het beste bij de patiënt past. Daarom gaat hij bijvoorbeeld duidelijker onderscheid maken tussen lichte en zware patiënten.
Ondertussen denkt De Jonge erover de zorg voortaan niet meer per ingreep, maar bijvoorbeeld per uur, per complete behandeling of zelfs per wijk of buurt te betalen. Dan wordt het voor zorgverzekeraars en -aanbieders aantrekkelijk om bijvoorbeeld te voorkomen in plaats van te genezen. Eind volgend jaar hoopt hij daarover de knoop door te hakken.
’Huidige werkwijze niet langer houdbaar’
De manier waarop de wijkverpleging nu werkt is „in de toekomst niet langer houdbaar”, vindt de minister. Hij wijst erop dat steeds oudere en langer thuiswonende patiënten bijvoorbeeld steeds zwaardere zorg nodig hebben, dat er steeds meer en steeds kleinere zorgaanbieders zijn, dat die langs elkaar heen werken en dat patiënten door de bomen het bos niet meer zien. Om wildgroei van zorgaanbieders te voorkomen, staan er al strengere toelatingseisen op stapel. Maar De Jonge gaat kijken of hij meer moet doen.
De oppositie reageert vooralsnog niet positief op het plan. „De Jonge heeft hoog van de toren geblazen over het aanpakken van marktwerking in de wijkverpleging. Maar de voorstellen die hij nu doet dringen die marktwerking helemaal niet terug. Een gemiste kans”, aldus Corinne Ellemeet van GroenLinks. Ook de PVV en PvdA hebben kritiek.
MSN 14.05.2019 Het moet uit zijn met de versnippering in de wijkverpleging, vindt minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid. Hij wil dat iedere buurt een voor iedereen herkenbaar zorgteam krijgt en dat de schaarse verpleegkundigen zo goed mogelijk worden ingezet. Daarvoor moet ook de verdeling van het geld voor deze zorg op de schop.
De wijkverpleging kampt met grote personeelstekorten. De verpleegkundigen díe er zijn, worden ook niet altijd even efficiënt ingezet. Door de komst van talloze kleine zorgaanbieders en ‘eenpitters’ versplintert de zorg en gaat tijd verloren, stelt De Jonge.
Nu loont het voor zorgaanbieders bovendien nog om zoveel mogelijk tijd te besteden aan een patiënt en om zwaardere gevallen zoveel mogelijk links te laten liggen. De Jonge wil voortaan belonen voor het verlenen van de zorg die het beste bij de patiënt past. Daarom gaat hij bijvoorbeeld duidelijker onderscheid maken tussen lichte en zware patiënten.
Telegraaf 14.05.2019 Het omgooien van de bekostiging van de wijkverpleging levert minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) hoofdbrekens op. De CDA-bewindsman wil af van het huidige systeem van ’uurtje-factuurtje’, maar een goed alternatief is vooralsnog niet gevonden.
De Jonge liet vlak voor de Statenverkiezingen weten dat hij de manier waarop de thuiszorg wordt bekostigd volledig op de schop wil nemen. Zorgaanbieders krijgen veelal betaald naar gedeclareerde uren. Ze worden dus geprikkeld om veel uren te draaien, niet om efficiënt te werken. De CDA-bewindsman stoort zich daaraan.
De zorgminister ziet liever dat mensen in de thuiszorg worden beloond voor het inzetten van slimme zorg, op basis van de behoeften van hun cliënten. De Nederlandse Zorgautoriteit deed al eerder onderzoek naar zulke bekostigingsvormen, maar ziet nog veel beren op de weg.
In een brief aan de Tweede Kamer laat de Jonge daarom weten dat nader onderzoek van de NZa moet uitwijzen of er wel betere vormen gevonden kunnen worden. Dat vergt tijd.
Hij denkt wel dat het huidige kabinet nog de knoop kan doorhakken. „Eind 2020, begin 2021 kan een besluit worden genomen”, belooft hij.
BB 14.05.2019 Bij de verdeling van de rijksgelden voor de jeugdhulp moet het kabinet meer rekening houden met de sociaaleconomische samenstelling van gemeenten. Daarvoor pleit het college van Zutphen, die met deze boodschap bij het rijk aan de bel trekt.
Brandbrief
Ook diverse andere gemeenten luiden, los van de VNG, de noodklok over de oplopende tekorten op het jeugdhulpbudget, waaronder Wageningen. Deze gemeente heeft een brandbrief naar minister De Jonge (VWS) gestuurd waarin ze om extra geld vraagt.
33 procent
De sociaaleconomische samenstelling van Zutphen is volgens wethouder Annelies de Jonge (jeugd, PvdA) de belangrijkste reden van het tekort op de jeugdhulp. Over 2018 bedroeg dat tekort voor Zutphen ruim 5 miljoen euro.
De gemeente ontving van het rijk een krappe 15 miljoen euro, maar gaf 20,4 miljoen euro uit. Het tekort ten opzichte van het rijksbudget bedraagt daarmee ruim 33 procent. Ruim 1.500 kinderen en jongeren kregen zorg in natura of een pgb.
Compensatie rijk
‘Ik durf de voorzichtige conclusie te trekken dat bij het ministerie parameters ontbreken voor steden als Zutphen als het gaat om de huidige verdeling van de rijksmiddelen voor jeugdhulp’, aldus De Jonge. Zutphen heeft een centrumfunctie en relatief veel sociale woningen en zorginstellingen. ‘Zutphen lijkt aantrekkingskracht te hebben op kwetsbare doelgroepen en aanbod voor deze doelgroepen.
Worden hier naar het lijkt met IUJeugd (Integratie Uitkering Jeugd, red) onvoldoende voor gecompenseerd’, zo werd ook in de benchmark uitgaven jeugdhulp, uitgevoerd onder 26 gemeenten in opdracht van het ministerie van VWS, geconcludeerd. Zutphen is niet de enige stad met dergelijke problematiek, stelt de wethouder. ‘Dit geldt ook voor verschillende andere middelgrote steden buiten de Randstad. Hiervoor moeten we worden gecompenseerd door het rijk.’
Motie
Wageningen heeft een brandbrief naar minister De Jonge gestuurd; daartoe had de gemeenteraad via een motie opgeroepen. De gemeente roept de minister hierin met klem op extra geld voor de jeugdhulp beschikbaar te stellen. Over 2018 noteerde Wageningen een tekort van zo’n 2,4 miljoen euro; 2,5 procent van de totale gemeentelijke begroting. Al jaren ontvangt Wageningen te weinig rijksbudget voor de uitvoering van de Jeugdwet.
AD 14.05.2019 Terwijl gemeenten in de regio Haaglanden jaarlijks miljoenen toeleggen op de jeugdzorg, potten veel grote instellingen die deze hulp bieden het geld op. Dat stelt de Haagse zorgwethouder Kavita Parbhudayal.
,,De afgelopen twee jaar hebben alle jeugdzorgaanbieders die wij voor dit werk inschakelen zwarte cijfers geschreven en hun reserves aangevuld. Dat geld moet nodig naar de kinderen”, vindt de wethouder.
Den HaagFM14.05.2019 Zorggeld dat blijft liggen op de plank van jeugdhulpaanbieders in de regio Haaglanden moet zo snel mogelijk naar de zorg voor kinderen en gezinnen. Dat zegt jeugdwethouder Kavita Parbhudayal. De gemeente heeft grote tekorten op de jeugdhulp, terwijl de reserves van jeugdhulpaanbieders stegen.
“Ik zeg het maar even zoals het is: het kan niet zo zijn dat gemeenten enorme rode cijfers moeten schrijven en aanbieders geld op de plank zetten. Dat geld moet daar niet tot sint juttemis blijven liggen en moet wel bestemd worden waar het voor bedoeld is, de zorg voor kinderen en gezinnen.” De wethouder benadrukt ook dat het belangrijk is dat het Rijk met geld over de brug komt nu blijkt dat sinds de zorg voor de jeugd is overgegaan naar gemeenten, de vraag enorm is toegenomen.
Nieuwe afspraken
Den Haag heeft nieuwe afspraken gemaakt voor de inkoop van jeugdhulp. Met deze afspraken wordt vanaf 2020 geïnvesteerd in een flinke verbetering van de jeugdhulp. Ook zijn er afspraken gemaakt om de jeugdhulp op lange termijn financieel houdbaar te houden.
Telegraaf 13.05.2019 Het kabinet waarschuwt opnieuw voor de stijgende zorguitgaven. Volgens zorgminister De Jonge zijn extra stappen om de betaalbaarheid in de hand te houden ’niet uit te sluiten’. Hij laat daarom in kaart brengen welke extra ingrepen er mogelijk zijn om betere grip te krijgen op de groei. Ook vraagt hij de Tweede Kamer om met eigen ideeën te komen.
Het huidige kabinet probeert de zorguitgaven, net als vorige kabinetten, te beperken. Dat gebeurt door afspraken te maken met bijvoorbeeld artsen en ziekenhuizen om de uitgavengroei te beperken. Ondanks dat zal er onder kabinet Rutte-III liefst 16,7 miljard euro extra vloeien naar de zorg.
Zorg grootste post kabinet
De netto zorguitgaven in Nederland zijn 71 miljard euro. Als eigen betalingen, jeugdzorg en wmo-zorg worden meegerekend, is dat zelfs 85 miljard euro. Daarmee is de zorg verreweg de grootste uitgavenpost van het kabinet. In de praktijk betekent het dat de gemiddelde volwassen Nederlander tegenwoordig via premie en belastingen jaarlijks zo’n 5490 euro aan de zorg betaalt.
Voorzien is dat deze uitgaven verder gaan groeien, meldt minister De Jonge (Volksgezondheid) aan de Tweede Kamer. Hij laat daarom in beeld brengen waar er in de toekomst op bezuinigd kan worden. Maar pijnlijke besluiten daarover zullen waarschijnlijk door een volgend kabinet genomen moeten worden. „Het kabinet zet stappen om maatregelen in kaart te brengen waarmee toekomstige uitdagingen voorzien kunnen worden van passende beleidsinzet”, laat de CDA-bewindsman weten.
Thuiswonende ouderen
Zo is er een commissie ingesteld die gaat kijken hoe de zorg voor thuiswonende ouderen in de toekomst op peil gehouden kan worden. Eind dit jaar zal die commissie verslag uitbrengen. De Sociaal Economische Raad (SER) is gevraagd om de gevolgen te verkennen van de stijgende zorgkosten voor de arbeidsmarkt en economie.
„Daarbij is de SER gevraagd zijn visie te geven op de grenzen waarbinnen de zorguitgaven zich kunnen ontwikkelen.” De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid moet in kaart brengen „welke inzichten ons op weg kunnen helpen naar beheersing van de zorguitgaven op lange termijn”, stelt De Jonge.
De zorgminister vraagt daarnaast politieke partijen om al hun ideeën voor het indammen van de zorgkosten op tafel te leggen en te laten doorrekenen door het Centraal Planbureau. „Het valt niet uit te sluiten dat er in de toekomst lastige keuzes gemaakt moeten worden. Lastige keuzes zijn echter makkelijker te nemen als we met meer zekerheid kunnen zeggen dat het ook verstandige keuzes zijn.”
De zorguitgaven zijn in Nederland, vergeleken met andere Europese landen, relatief hoog: 10,3 procent van het bruto binnenlands product ging in 2016 naar de gezondheidszorg; het EU-gemiddelde lag op 9,9 procent.Ⓒ ANP
Telegraaf 09.05.2019 Nederland behoort tot de EU-landen met relatief de hoogste zorguitgaven. Dat blijkt vandaag uit CBS-cijfers. Die komen uit op de Dag van Europa, waarmee de aanzet tot de oprichting van de voorloper van de Europese Unie in de jaren vijftig wordt gevierd.
In Nederland ging 10,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2016 naar de gezondheidszorg, terwijl het EU-gemiddelde op 9,9 procent lag. Alleen in Frankrijk, Duitsland, Zweden, Oostenrijk en Denemarken was dit aandeel hoger. „Die hoge uitgaven komen vooral door het grote stelsel aan langdurige zorg in Nederland”, legt hoogleraar gezondheidseconomie Wim Groot uit.
Verpleeghuizen
„Denk daarbij aan verpleeghuizen en aan ggz- of gehandicapteninstellingen. Ondanks de bezuinigingen zijn die instellingen nog altijd ruimer aanwezig dan in het buitenland. Tel daarbij het feit op dat arbeidskrachten in deze sector steeds schaarser en dus duurder worden. Daardoor betaalt de gewone Nederlander ook meer”, aldus Groot.
Behalve uitgebreide gezondheidsinstellingen kent ons land Europees gezien ook een hoge levensverwachting. In 2016 lag die op 81,7 jaar, terwijl het EU-gemiddelde precies 81 jaar was. Dat komt vooral door de Nederlandse mannen, van wie de levensverwachting met 80 bijna twee jaar boven het Europese gemiddelde lag.
De levensverwachting van vrouwen is met 83,2 vergelijkbaar met de EU. Nederlanders zijn dan ook tevredener. Ze geven hun leven een 7,7, tegenover gemiddeld een 7,1 in de EU.
Dat komt ook door de lage werkloosheid in 2017, die met 4,9 procent van de beroepsbevolking duidelijk onder het EU-gemiddelde van 7,6 lag. Op het gebied van jeugdwerkloosheid scoorden in 2017 alleen Duitsland en Tsjechië beter.
Wie wil internetten, moet ook in ons land zijn. Geen enkel EU-land is beter aangesloten. Maar liefst 98 procent van de Nederlandse huishoudens in 2018 was ermee verbonden, terwijl het EU-gemiddelde op 89 procent lag. Ook met het gebruik van mobiel internet scoorde Nederland samen met Zweden en Denemarken het hoogst.
Maar volgens het rapport doet Nederland het niet in elke sector even goed. Zo stootte ons land in 2017 gemiddeld 11,3 ton aan broeikasgassen uit per inwoner, ruim boven het EU-gemiddelde van 8,4 ton.
Dat is echter logisch te verklaren. In Nederland ligt het bbp per inwoner relatief hoog en juist die economie, met bedrijven, is verantwoordelijk voor een groot deel van de uitstoot. Van alle EU-landen wekt Nederland de minste duurzame energie op, met een aandeel van 6,6 procent. Zweden is koploper met 54,5 procent.
Toch bezitten Nederlanders relatief weinig auto’s per inwoner, vergeleken met andere EU-landen. Begin 2017 stonden er in ons land ruim acht miljoen personenauto’s geregistreerd, wat neerkomt op 481 per duizend inwoners. Gemiddeld ligt dat aantal in EU-landen op 505. Luxemburg is koploper met 662 auto’s per duizend inwoners.
Volgens Tom Huyskens van branchevereniging Bovag komt het bescheiden autobezit in Nederland vooral door de kleine afstanden. „Daardoor hebben we de auto minder nodig dan in Duitsland of Spanje. Ook zijn we een echt fietsland met zo’n twintig miljoen rijwielen. We pakken de fiets vaak net zo snel voor een boodschap als de auto.”
BB 08.05.2019 Het kabinet maakt dit jaar ruim 300 miljoen euro vrij voor de jeugdhulp. Daarna wordt er enkele jaren 200 miljoen euro opgeplust. Dat meldt het ANP op basis van bronnen in Den Haag. De woordvoerder van minister De Jonge (VWS) wil het bericht bevestigen noch ontkennen.
‘De gesprekken met de VNG zijn nog bezig’, laat de woordvoerder desgevraagd weten. Eerder liet minister De Jonge weten later deze maand bekend te maken of en hoeveel extra geld het kabinet vrijmaakt voor de tekorten op de jeugdhulp. ‘Daar moeten we op wachten’, aldus de woordvoerder.
Te weinig
Recent meldde ook De Telegraaf dat het kabinet dergelijke bedragen zou willen vrijmaken, eveneens op basis van Haagse bronnen. Als de berichten kloppen, is het op voorhand al duidelijk dat de 300 miljoen euro te weinig is. Woensdagochtend stelde VNG-vice-voorzitter Hubert Bruls dat er 490 miljoen euro nodig is om de financiële nood van gemeenten in de jeugdhulp te lenigen. Dat deed hij in het Radio 1 journaal.
Stijgende zorgvraag
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft woensdag in een open brief het kabinet gedreigd de jeugdhulptaken terug te geven, als het kabinet niet bereid is gemeenten ‘voldoende tegemoet te komen’. In die brief werd geen concreet bedrag genoemd. Die oproep wordt gesteund door de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ). Ook de bonden willen dat het rijk honderden miljoenen euro’s extra vrijmaakt.
Zij vinden echter dat dit geld niet alleen moet worden gebruikt om de tekorten bij gemeenten te dekken. Uit een inventarisatie van Binnenlands Bestuur onder 20 gemeenten blijkt dat gemeenten tussen de 5 en bijna 30 procent tekortkomen op hun jeugdhulpbudget ten opzichte van het rijksbudget. Stijging van het aantal jongeren in jeugdhulp en de toegenomen complexiteit van zorg zijn, naast de tekortschietende rijksbudgetten, onder meer oorzaken van de oplopende tekorten.
Lees meer over de oorzaken en tekorten in de jeugdhulp, en de manieren waarop gemeenten de tekorten dekken, in Binnenlands Bestuur nummer 9, dat vrijdag verschijnt. (inlog)
NOS 08.05.2019 De gemeenten krijgen er honderden miljoenen bij voor de jeugdzorg. Volgens Haagse bronnen trekt het kabinet daar dit jaar 350 miljoen euro voor uit en in de drie jaar daarna nog eens 190 miljoen per jaar.
De gemeenten luidden vandaag de noodklok. Ze dreigden hun taken in de jeugdzorg aan het Rijk terug te geven, omdat het kabinet volgens hen te weinig geld beschikbaar stelt om de taken goed uit te voeren.
Naar verluidt zijn over de extra middelen al eerder afspraken gemaakt, maar die zijn nog niet gepresenteerd.
De Jonge wilde er vandaag alleen over kwijt dat de financiële tekorten van de gemeenten voor het uitvoeren van de jeugdzorg de “nadrukkelijke aandacht van het kabinet hebben” en dat hij er met de gemeenten over praat. “Maar de opdracht om de zorg aan onze kwetsbare jongeren te verbeteren is breder dan geld alleen. Ook in de regie, sturing en samenwerking aan de kant van gemeenten is veel ruimte voor verbetering; het is én én”, voegde hij eraan toe.
AD 08.05.2019 Het kabinet trekt honderden miljoenen extra uit voor jeugdzorg. Daarmee komt het tegemoet aan de klacht van gemeenten dat zij te weinig geld hebben voor hulp aan jongeren met psychische of gedragsproblemen. Dat staat in de Voorjaarsnota die later deze maand openbaar wordt, bevestigen bronnen in Den Haag.
Dit jaar nog gaat er 350 miljoen euro extra naar de gemeenten. In de drie jaar daarna telkens 190 miljoen euro, zo is er afgesproken in het kabinet. Met dat bedrag van 920 miljoen euro in totaal kunnen de gemeenten de tekorten wegwerken die zij hebben. Vanochtend nog dreigden gemeenten deze taak terug te leggen op het bordje van het Rijk, omdat ze er te veel geld op toe moeten leggen waardoor ze moeten bezuinigen op allerlei lokale voorzieningen.
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor de jeugdzorg. Wel bezuinigde het toenmalige kabinet op het budget voor hulpverlening. Sinds gemeenten de taak op hun bordje kregen, is dat budget met 450 miljoen euro gekrompen. De problemen werden nog eens extra groot, doordat tegelijkertijd steeds meer jongeren een beroep doen op jeugdzorg. Van alle jongeren tot 23 jaar kregen er vorig jaar 428.000 hulp via de jeugdzorg. Dat is een stijging van 13 procent sinds de reorganisatie in 2015.
Meer geld
,,Op deze manier kunnen wij onze bewoners niet meer geven waar ze recht op hebben,’’ zei Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen vanochtend namens alle gemeenten in een open brief aan het kabinet. De roep om meer geld klinkt echter al langer. Achter de schermen is wekenlang gesteggeld tussen verantwoordelijk minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) en Wopke Hoekstra (Financiën).
Het bedrag dat nu is uitgetrokken moet volgens de ministers genoeg zijn om iedereen die nu jeugdzorg aanvraagt ook te kunnen helpen en de achterstanden weg te werken.
BB 08.05.2019 Het regent de afgelopen weken tekorten op de jeugdhulp. De ene na de andere gemeente meldt zich met (forse) rode cijfers. De tekorten variëren van vijf tot bijna dertig procent ten opzichte van het rijksbudget.
De oorzaken van de tekorten zijn divers, maar de tekortschietende rijksbudgetten worden als belangrijkste oorzaak genoemd. Iedereen hoopt op extra geld uit ‘Den Haag’. Of dat er komt, en hoeveel, wordt pas eind deze maand duidelijk, als de Voorjaarsnota van het kabinet verschijnt.
Oorzaken
Aan twaalf gemeenten – uit elke provincie een, groot en klein – vroeg Binnenlands Bestuur naar de tekorten over 2018, de oorzaken, oplossingsrichtingen en de verwachting voor dit jaar. Een grove berekening leert dat alleen al deze twintig gemeenten (Tilburg sprak namens Hart van Brabant, waarin negen gemeenten zijn vertegenwoordigd) samen vorig jaar een tekort op de jeugdhulp hadden van ruim 61 miljoen euro.
Bij extrapolatie van dat bedrag kom je uit op een landelijk tekort van ruim 1,2 miljard euro. Uit een eerdere analyse van de jaarrekeningen in opdracht van Divosa bleek al dat gemeenten over 2017 605 miljoen euro meer aan jeugdhulp hebben uitgegeven dan begroot. De gemeentelijke jaarrekeningen over 2018 zijn nog niet allemaal af, maar stuk voor stuk geven de door Binnenlands Bestuur benaderde gemeenten (veel) meer uit dan het rijksbudget voor de uitvoering van de Jeugdwet.
Toename complexiteit
De tekortschietende rijksmiddelen speelt alle gemeenten parten. Ook de toename van het aantal jongeren dat jeugdhulp krijgt, is mede debet aan de tekorten. Daarnaast is sprake van een toename van de intensiteit van hulptrajecten en toenemende complexiteit van zorgvragen, zo stellen gemeenten.
Enkele gemeenten stellen dat er steeds minder kinderen vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) worden gefinancierd ‘waardoor deze dure zorg ten laste van de gemeente komt’, zo laat Emmen weten. Het dichtbij organiseren van jeugdhulp en daarmee samenhangend de vroegsignalering worden eveneens als oorzaken van de tekorten genoemd.
De openeinderegeling met begrensde (rijks) budgetten is een andere oorzaak, stelt Delfzijl. Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht, dus nee zeggen is geen optie.
Afschalen zorg
Gemeenten vangen de tekorten met een keur aan maatregelen op, zo leert de inventarisatie. Het ophogen van het jeugdhulpbudget uit eigen middelen, bezuinigingen (zowel binnen als buiten het sociaal domein), bijpassen uit de reserves, verhoging van gemeentelijke tarieven (ozb en parkeertarieven) en hervormingen/aanscherpingen van jeugdhulp(beleid) zijn de belangrijkste ingrediënten.
Vaak wordt een combinatie van maatregelen doorgevoerd. Ook duiken diverse gemeenten dieper in het aanbod en de declaraties van zorgaanbieders. Daarbij wordt onder meer gekeken of er niet onnodig zware zorg wordt ingezet en wordt in de gaten gehouden of eenmaal ingezette zorg tijdig wordt afgeschaald of beëindigd.
Preventie
Veel van de benaderde gemeenten verwachten ook over 2019 een tekort op de jeugdhulp. Zij willen – en hopen – dat het rijk met fors extra, structureel, geld over de brug komt. Een aantal gemeenten vindt het lastig om een prognose te geven, een enkeling verwacht over 2019 geen tekort meer te hoeven noteren.
Gemeenten zelf zitten ook niet stil. Er worden analyses gemaakt naar de stijgende kosten, er worden plannen gemaakt om de jeugdhulp slimmer, beter en goedkoper te maken en er wordt nog meer op preventie ingezet. Maar ook wordt bezuinigd, de ozb verhoogd en investeringen in voorzieningen (zoals in sport en onderhoud van wegen) in de ijskast gezet.
Onhoudbaar
‘Het rijk moet inzien dat het rijksbudget omhoog moet’, benadrukt wethouder Berry van Rijswijk (Sittard-Geleen, jeugd). ‘We willen de taken graag houden, maar er moet boter bij de vis komen.’ Zijn gemeente verwacht komend jaar opnieuw fors in de rode cijfers te duiken: 6 miljoen euro ten opzichte van het rijksbudget.
Over 2018 noteerde de gemeente een tekort van 6,2 miljoen ten opzichte van het rijksbudget. Dronten verwacht over dit jaar een veel groter tekort dan over 2018: 3,6 miljoen euro; bijna 38 procent ten opzichte van het rijksbudget. ‘Omdat het tekort structureel is, verwachten wij dat het rijk ook aan de inkomstenkant maatregelen gaat treffen’, stelt Dronten. Dalfsen schat het tekort over 2019 minimaal even hoog in als over 2018 (7 ton, een ‘immens bedrag’, aldus wethouder Jan Uitslag, jeugd).
Het rijk moet structureel met honderden miljoenen over de brug komen, vindt hij. ‘De tekorten zijn onhoudbaar.’ Een eenmalige injectie zet geen zoden aan de dijk. ‘De oorzaken van de tekorten, zoals meer kinderen in jeugdhulp en de toenemende kosten per kind – laten zich niet makkelijk ombuigen.’
NU 08.05.2019 De extra kosten die ontstaan door de toenemende vraag naar jeugdhulp en psychische zorg voor kwetsbare burgers mogen niet meer verhaald worden op Nederlandse gemeenten, schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) woensdag in een paginagrote open brief in het Algemeen Dagblad (AD).
Als dat niet kan, dan wil de koepelorganisatie de gedecentraliseerde taken weer bij het Rijk leggen. Sinds 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij gemeenten. Volgens de VNG is het onzeker of gemeenten zonder extra geld nog volwaardige hulp kunnen bieden.
Volgens VNG zijn lokale overheden al jaren met het kabinet in gesprek over de tekorten in de jeugdzorg, maar leiden die gesprekken nergens toe. Volgens VNG-vicevoorzitter Hubert Bruls, tevens burgemeester van Nijmegen, moet er op korte termijn geld bij. “Het water staat ons aan de lippen”, aldus Bruls.
De VNG waarschuwt dat er bezuinigd moet worden als er niet op korte termijn extra geld beschikbaar is. “Denk aan meer overlast in de wijken, het sluiten van bibliotheken, sportcomplexen of andere voorzieningen, het uitstellen van onderhoud en langere wachtlijsten in de jeugdzorg.”
Een op de tien jongeren krijgt jeugdzorg
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bracht anderhalve week geleden cijfers naar buiten waaruit blijkt dat vorig jaar een op de tien jongeren met jeugdzorg te maken kreeg. Het gaat om zo’n 428.000 individuen. In 2015 waren dat er nog zo’n 380.000.
Volgens Bruls zijn de budgetten van de gemeenten niet meegegroeid met het aantal jongeren dat behoefte heeft aan jeugdzorg. In 2017 gaven gemeenten 605 miljoen euro uit aan hulp voor jongeren. In 2018 moest drie kwart van de gemeenten het budget opnieuw opschroeven.
Het kabinet reserveerde in de Voorjaarsnota al extra geld voor de jeugdhulp, maar volgens Bruls is het “substantieel minder” dan de gevraagde 490 miljoen euro. Daarnaast wil hij een structurele bijdrage, waar het nu om een eenmalig bedrag gaat.
Telegraaf 08.05.2019 Gemeenten weigeren nog langer op te draaien voor de extra kosten die zij maken voor de toenemende vraag naar de jeugdhulp en psychische zorg voor kwetsbare burgers. In een open brief in het AD overweegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afstand te doen van de taken die de gemeenten van het Rijk hebben overgenomen.
„Als het kabinet niet bereid is om gemeenten voldoende tegemoet te komen, is het de vraag of wij onze inwoners kunnen geven waar zij recht op hebben. In uw belang moeten wij dan serieus overwegen of wij de gedecentraliseerde taken weer bij het Rijk terugleggen”, staat in de brief.
De gemeenten benadrukken dat ze deze verregaande stap niet zomaar zullen nemen. „We willen onze jeugd niet in de steek laten. Als er geen compensatie komt, moeten gemeenten bezuinigen”, meldt de VNG in de open brief. „Dat heeft ongewenste gevolgen.”
FNV Zorg & Welzijn laat weten positief verrast te zijn door de „stevige woorden” van de VNG. De bond wijst erop dat als er geld bijkomt dit wel op de goede plek moet terechtkomen. „Geld voor jeugdzorg moet naar jeugdzorg”, zegt bestuurder Maaike van der Aar. „Het mag niet wegvloeien in de tekorten van de gemeenten.”
Ultimatum
Op 18 april hebben FNV Zorg & Welzijn en CNV Zorg & Welzijn een ultimatum gestuurd naar minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid). De bonden willen dat in de jeugdzorg verantwoord kan worden gewerkt met passende arbeidsvoorwaarden. De vakbonden eisen dat een bezuiniging van 450 miljoen euro op jeugdzorg wordt teruggedraaid en dat er 300 miljoen euro komt voor de toename van de vraag naar jeugdzorg.
AD 08.05.2019 Als het kabinet niet voldoende extra geld geeft om de lokale jeugdhulp en psychische zorg aan kwetsbare burgers van te betalen, kan het ervan komen dat gemeenten deze taken moeten afstoten. Dat stellen ze in een open brief.
Gemeentekoepel VNG schrijft in de brief aan alle inwoners, die vandaag in deze krant staat: ,,Als het kabinet niet bereid is om gemeenten voldoende tegemoet te komen, is het de vraag of wij onze inwoners kunnen geven waar zij recht op hebben. In uw belang moeten wij dan serieus overwegen of wij de gedecentraliseerde taken weer bij het Rijk terugleggen.”
De gemeenten benadrukken dat ze deze verregaande stap niet lichtvaardig zullen nemen. ,,We willen onze jeugd niet in de steek laten.” Maar de lokale overheden zijn al jaren tevergeefs in gesprek met het kabinet over de tekorten in de jeugdzorg en hulp aan psychisch kwetsbare inwoners.
We hebben de afgelopen jaren zo goed ons best gedaan, maar het water staat ons aan de lippen en er moet substantieel geld bij, aldus Hubert Bruls, vicevoorzitter VNG.
,,Ik had nooit gedacht dat we deze brief ooit zouden schrijven en de rillingen lopen nu weer over mijn rug”, zegt vicevoorzitter Hubert Bruls van de VNG in een toelichting. Hij is tevens burgemeester van Nijmegen. ,,We hebben de afgelopen jaren zo goed ons best gedaan, maar het water staat ons aan de lippen en er moet substantieel geld bij.”
De afgelopen weken bleek uit verschillende onderzoeken dat gemiddeld één op de tien jongeren momenteel jeugdzorg ontvangt. Sinds de gemeenten in 2015 die handschoen oppakten, is hun aantal met ruim 12 procent gestegen tot 428.000. De vraag is vooral toegenomen op plekken waar het aantal jongeren relatief sterk stijgt, veel jongeren wonen met een niet-westerse migratieachtergrond en de jeugd afkomstig is uit arme of eenoudergezinnen.
De budgetten zijn echter niet meegegroeid. Sterker nog: een aantal gemeenten zag hun inkomsten vanuit het Rijk voor de jeugd de laatste twee jaar teruglopen met meer dan 20 procent, doordat een nieuw model om het geld te verdelen in hun nadeel uitviel. Besparingen dichten dat gat bij lange na niet. Veel gemeenten halen nu geld elders weg of teren in op hun reserves, maar bestuurders geven aan dat deze situatie niet kan voortduren.
Ongewenste gevolgen
Het budget is nu niet altijd toereikend. We moeten kijken welke financiële maatregelen er nodig zijn, aldus Minister De Jonge, Volksgezondheid.
,,Als er geen compensatie komt, moeten gemeenten bezuinigen”, meldt de VNG verder in de open brief. ,,Dat heeft ongewenste gevolgen. Denk aan wachtlijsten in de jeugdzorg, overlast in wijken, uitstellen van onderhoud, verhoging van de OZB, bezuinigingen op cultuur en sluiting van bibliotheken, sportcomplexen of andere voorzieningen.”
Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota extra geld gereserveerd voor de jeugdhulp, nu is bewezen dat de tekorten waar gemeenten al jaren over klagen ook echt landelijk bestaan en steeds nijpender worden. Hoeveel de gemeenten erbij krijgen, wordt officieel met Prinsjesdag bekendgemaakt.
Maar volgens Bruls, die namens de VNG intensief met het ministerie onderhandelt, gaat het om ‘substantieel minder’ dan de gevraagde 490 miljoen euro en ook nog eens slechts om een eenmalig bedrag. ,,Terwijl we een structurele bijdrage nodig hebben. Die meerjarige oplossing moet er echt komen, anders kunnen we de klus niet klaren.”
Fikse financiële tekorten
Minister De Jonge (Volksgezondheid) zei recent ook nog met de gemeenten in gesprek te zijn over de fikse financiële tekorten. ,,Het budget is nu niet altijd toereikend. We moeten kijken welke financiële maatregelen er nodig zijn. Maar ook wat er breder nodig is om de jeugdzorg te verbeteren.”
De FNV reageert verheugd op de houding van de VNG. Maaike van der Aar, bestuurder FNV Zorg & Welzijn: ,,We zijn positief verrast door de stevige woorden die de VNG gebruikt. Het is nu 3-0 voor goede jeugdzorg. Onze jeugdzorgwerkers voeren al tijden actie en inmiddels hebben werkgevers zich openlijk aangesloten bij onze acties. Nu de VNG de druk nog verder opvoert, kan minister Hugo de Jonge er niet meer omheen. Er moet nú structureel geld bij.”
Eerder stelde de vakbeweging al een ultimatum aan minister De Jonge. De bonden eisen een structureel budget van 750 miljoen euro en een eenmalige investering van 200 miljoen euro voor een arbeidsmarktfonds. Dit geld moet direct gestort worden aan werkgevers en werknemers. Gaat de minister niet voor 1 juni akkoord, dan volgen er acties.
NOS 08.05.2019 De Nederlandse gemeenten dreigen hun taken in de jeugdzorg aan het Rijk terug te geven, omdat het kabinet volgens hen te weinig geld beschikbaar stelt om die taken goed uit te voeren. Volgens vicevoorzitter Bruls van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) willen ze 490 miljoen euro extra van de regering.
“Als het kabinet niet bereid is om gemeenten voldoende tegemoet te komen, is het de vraag of wij onze inwoners kunnen geven waar ze recht op hebben”, schrijft de VNG in een brief aan alle Nederlanders. “In uw belang moeten wij dan serieus overwegen of wij de gedecentraliseerde taken weer bij het Rijk terugleggen.”
Gaat niet meer
In 2015 namen de gemeenten taken op het gebied van zorg en jeugd van het Rijk over, omdat zij meer maatwerk zouden kunnen leveren. Tegelijkertijd ging het budget voor deze taken met 450 miljoen euro omlaag.
In de jaren daarna groeide de vraag naar jeugdzorg, zonder dat het kabinet extra geld beschikbaar stelde. Ze moesten op allerlei terreinen bezuinigen of de lasten verhogen om de toenemende uitgaven op te vangen.
Tot aan de lippen
“Dan komt er een moment dat je tegen het kabinet moet zeggen, zo gaat dat niet meer”, zei VNG-voorzitter Bruls in het NOS Radio 1 Journaal. Hij benadrukt dat het voor de gemeenten zeer ongebruikelijk is om met een open brief bij het kabinet aan te kloppen. “Dat geeft ook wel aan dat we echt vinden dat het water ons tot aan de lippen is gestegen.”
Minister De Jonge van Volksgezondheid erkent de problemen van de gemeenten en voert achter de schermen overleg met minister Hoekstra van Financiën, zei politiek verslaggever Wilco Boom. “De verwachting is dat er binnen enkele weken een besluit komt dat de gemeenten meer gaat opleveren. Of dat de gevraagde 490 miljoen wordt, is op dit moment echt nog niet te zeggen.”
Boom denkt niet dat de gemeenten echt van plan zijn om de jeugdzorg terug te geven aan het kabinet. “Gemeenten hebben de wettelijke taak om die taken uit te voeren, dus dat zij die taak zo maar over de schutting teruggooien naar het Rijk lijkt me onhaalbaar.”
Het kabinet trekt dit jaar eenmalig 400 miljoen extra uit om de klimaatdoelen te halen. Daarna wordt er jaarlijks 110 miljoen euro extra vrijgemaakt. Dat heeft de coalitie besloten in overleg over de Voorjaarsnota, melden bronnen aan de NOS. Het geld wordt gereserveerd voor de klimaatplannen, die volgende maand worden gepresenteerd.
Een deel van het bedrag gaat naar een warmtefonds. Dat is een fonds waar huizenbezitters aanspraak op kunnen maken als ze hun woning duurzamer willen maken. Daarnaast wordt het extra geld gebruikt om de aanschaf van tweedehands elektrische auto’s te stimuleren en woonwijken van het gas af te krijgen. Welke bedragen naar de afzonderlijke doelen gaan is nog niet duidelijk.
Eerder had het kabinet al bekendgemaakt eenmalig 500 miljoen euro vrij te maken om het vonnis in de Urgendazaak na te komen. Ook is in het regeerakkoord al afgesproken dat er jaarlijks 300 miljoen naar het klimaat gaat. Het geld uit de voorjaarsnota komt daar dus nog eens bovenop.
Eerste kamer kijkt 21.05.2019 naar de Klimaatwet
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer ging zichzelf feliciterend akkoord met de Klimaatwet, maar in de Eerste Kamer klinken twijfels. Vandaag 21.05.2019 gaat de senaat, zónder Forum voor Democratie, in debat over de initiatiefwet.
De Klimaatwet legt CO2-doelstellingen tot 2050 vast.
De Klimaatwet legt CO2-doelstellingen tot 2050 vast en maakt het thema klimaat daarmee de komende decennia een onderwerp waar kabinetten verplicht mee aan de bak moeten.
Fractievoorzitters en klimaatwoordvoerder van VVD, CDA, D66, CU, PvdA, GL, SP en 50Plus feliciteerden elkaar eind vorig jaar uitgebreid in de Tweede Kamer, maar een aantal van deze partijen heeft in de senaat bedenkingen bij de wet.
Gezichtsverlies
Zo heeft CDA-senator Atsma eerder aangegeven dat hij nog niet enthousiast is. De christendemocraat heeft vooral twijfels over de invloed die het parlement kan uitoefenen op de zogeheten ’klimaatplannen’ die kabinetten volgens de initiatiefwet moeten maken. De SP wil meer invloed voor het parlement.
VVD-senator Klip-Martin heeft in het debat laten weten dat „leden van de fractie sympathie hebben voor het voorstel.” De liberaal suggereerde verdeeldheid door te zeggen dat er „kritische geluiden” zijn in haar fractie.
Vanwege de grote hoeveelheid initiatiefnemers lijkt een meerderheid in de senaat gegarandeerd. Desondanks zou een tegenstem uit eigen gelederen gezichtsverlies betekenen.
Het debat in de Eerste Kamer wordt gevoerd zonder Forum voor Democratie. De partij boekte een grote overwinning bij de recente provinciale verkiezingen met de belofte dat ze er alles aan zouden doen om de Klimaatwet van tafel te krijgen.
Ondanks een verzoek van FvD vond de huidige senaat het niet noodzakelijk om van de planning af te wijken. De stemming is volgende week dinsdag, tijdens de laatste reguliere vergadering van de Eerste Kamer in oude samenstelling.
De VNG wil dat gemeenten meer tijdkrijgen om de eerste versie van hun regionale energiestrategieën op te stellen. Die hoeft dan pas anderhalf jaar (in plaats van een jaar) na inwerkingtreding van het Klimaatakkoord te zijn afgerond. Daarnaast moet er extra geld op tafel komen.
Warmtenetten
Dat schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) deze week in een brief aan de leden. Ook moet eerst beter worden geduid hoe gemeenten succesvol warmtenetten kunnen realiseren. Dat probleem speelt vooral in gebieden waar warmtenetten niet rendabel lijken. Het opslaan en distribueren van warmte moet eveneens verder worden onderzocht.
Woonlasten
Verder plaatst de VNG een voorbehoud bij de ambitie om anderhalf miljoen woningen te verduurzamen zonder extra kosten voor de bewoner/eigenaar. De VNG wil het daarvoor gehanteerde begrip ‘woonlastenneutraliteit’ eerst verder uitgewerkt zien.
Proeftuinen
Eerder al vroeg de VNG meer geld van het rijk voor de proeftuinen aardgasvrije wijken (nu 150 miljoen euro), waarin gemeenten experimenteren met het verduurzamen van buurten. Daarover lopen gesprekken. Ook moet er extra geld op tafel komen om de uitvoeringskosten van de energietransitie na 2021 te dekken. De Raad voor Openbaar Bestuur verricht daar op dit moment een eerste, verkennend onderzoek naar.
Gas afkoppelen
Op het verlanglijst van de VNG prijkt ook een uitdrukkelijker bevoegdheid voor gemeenten om wijken van het aardgas te mogen afkoppelen. De gemeentelijke gasaansluitplicht, waar halsstarrige huiseigenaren zich nog steeds op kunnen beroepen, zou op korte termijn moeten worden vervangen door het ruimer te interpreteren warmterecht. Nu is dat alleen voor nieuwbouw het geval. Daar is aansluiting op het gas sinds 1 juli 2018 verboden.
Aardgasvrije wijken
Het klimaatakkoord van Parijs, het Energieakkoord en de Klimaatwet in wording; ontwikkelingen waaruit blijkt dat ecologische, economische en sociale uitdagingen Nederland nu echt dwingen tot het maken van een transitie naar duurzame energie. Deze transitie is enorm: acht miljoen gebouwen in Nederland moeten van het aardgas af, worden geïsoleerd en voorzien van duurzame energie. En dat alles onder regie van de gemeenten.
Nieuwe vormen van energie worden vaker decentraal georganiseerd, burgerparticipatie neemt toe en oplossingen zijn sterk afhankelijk van de lokale situatie. Dit maakt het huidige speelveld complex en vaak gefragmenteerd, maar brengt ook kansen mee voor samenwerking tussen gemeenten en bewoners. Toch zijn de gemeente en bewoners vaak nog niet met elkaar in gesprek.
Inzicht in dit speelveld is van belang, om als gemeente effectief te kunnen acteren in dit proces. Hoe kan uw gemeente haar regierol in dit proces vervullen? En hoe maakt u, passend bij de lokale situatie, hierbij de juiste afwegingen? Denk daarbij aan procesmatige keuzes zoals het betrekken van bewoners en bottom-up initiatieven, gedragen planvorming en het benodigd immaterieel kapitaal.
KplusV heeft een afwegingsmodel ontwikkeld om deze route te bepalen. In dit artikel delen wij op welke manier de gemeente inzicht kan krijgen in het speelveld en op basis daarvan de juiste route kan bepalen. Vervolgens zoomen we in op het betrekken van bewoners en andere initiatieven in deze route. Wij gaan graag met u in gesprek om van gedachten te wisselen over hoe uw gemeente deze route concreet kan invullen.
Op veel plekken ontstaan ambitieuze plannen en deze plannen komen niet alleen van lokale overheden. Op wijkniveau ontstaan ook veel (bewoners) initiatieven. Veel gemeenten staan daardoor voor de uitdaging om deze initiatieven optimaal te ondersteunen en te verbinden met de transitie opgave. De manier waarop de gemeente dit kan aanpakken is afhankelijk van de lokale situatie. Het canvas helpt om stakeholders in de wijk maximaal te betrekken.
Plannen CO2-heffing GroenLinks en PvdA
Begin juni 2019 komt het kabinet met een uitwerking van de klimaatplannen, met daarin een “verstandige” CO2-heffing. Het is nog onduidelijk hoe die heffing er precies uit gaat zien. De PvdA en GroenLinks vrezen dat de regeling niet streng genoeg is, zeiden ze begin april. Maar volgens minister Wiebes was er nog geen uitgewerkt plan en waren er alleen nog “verkennende gesprekken” gevoerd.
AD 08.05.2019
Gele Hesjes
Premier Rutte heeft een delegatie van de Gele hesjes ontvangen op het Torentje. Ze kwamen met hem praten over problemen in de Nederlandse samenleving. Volgens de protestbeweging zijn er veel voorbeelden uit de praktijk waar het misgaat, door het regeringsbeleid.
Enkele tientallen mensen in gele hesjes hadden zich verzameld op het Plein bij de Tweede Kamer. Een delegatie van vijf mensen mocht uiteindelijk van de politie het Binnenhof op, en bij de premier naar binnen.
Kabinetsplannen
De doorrekeningen zijn belangrijk omdat het kabinet ze wil meenemen bij de overwegingen rond een CO2-taks. De ruim zeshonderd maatregelen uit het vorige maand gepresenteerde voorlopige Klimaatakkoord schieten volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) namelijk tekort om de kabinetsdoelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 te halen.
Daarop liet het kabinet weten dat er toch een ‘verstandige’ heffing op de uitstoot van het schadelijke CO2 bij grote bedrijven komt. ‘De rekening moet eerlijker verdeeld worden’, aldus premier Mark Rutte vorige maand. In eerste instantie voelde het kabinet niets voor een CO2-taks, maar lag er een regeling met subsidies en boetes voor de industrie op tafel. Die werkt echter onvoldoende, aldus het PBL.
Het doel van het kabinet om in 2030 de helft minder CO2 uit te stoten dan in 1990 wordt wel gehaald met de plannen van GroenLinks en PvdA om de uitstoot van broeikasgassen door de industrie extra te belasten, blijkt uit de woensdag gepubliceerde voorlopige berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Woensdag 24.04.2019 publiceerden zij hun alternatieve plannen
De PvdA denkt in de meest verregaande variant van de CO2-heffing (waarbij alle bedrijven een belasting moeten betalen over de uitstoot die ze veroorzaken) een vermindering van de uitstoot van 13 tot 22 megaton te kunnen bewerkstelligen. ,,Zo worden de klimaatdoelen wél gehaald en worden gewone huishoudens ontzien.’’
GroenLinks denkt zelfs nog meer CO2 te kunnen besparen met een heffing: van 16 tot 24 megaton te kunnen halen, maar dat vereist wel een enorme investering van 6,7 – 7,6 miljard euro tot 2030. Dat geld moet worden besteed om via loonkostensubsidie mensen aan het werk te helpen die hun baan verliezen door de energietransitie. Ook moet er subsidie komen voor innovatieve technologieën.
In het kort;
GroenLinks en PvdA werkten eigen variant CO2-heffing uit
Doel is 49 procent CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990
CO2-doelen lijken niet haalbaar met plannen van klimaattafels
Kabinet verwacht voor zomervakantie klimaatakkoord te hebben
GroenLinks en de PvdA hadden ieder een eigen variant van een CO2-heffing uitgewerkt en die laten doorrekenen, omdat de partijen de plannen van de zogenoemde klimaattafels voor de industrie te vrijblijvend vonden.
Er is een bonus-boetesysteem uitgewerkt, terwijl de partijen pleiten voor een generieke heffing waarbij de industrie sowieso een vorm van CO2-belasting betaalt.
Aan de klimaattafels zijn door verschillende partijen uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheden vele plannen bedacht die moeten leiden tot 49 procent CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990. Dit is het percentage dat het kabinet zich ten doel heeft gesteld om de opwarming van de aarde af te remmen. Uiteindelijk moeten alle plannen samen tot een klimaatakkoord leiden.
Maar uit de doorrekening bleek dat die CO2-doelen waarschijnlijk niet worden gehaald. Vooral de industriesector blijft achter. De ruim 14 megaton CO2 die deze sector moet besparen, van de in totaal 49 megaton, wordt niet gehaald.
Rutte belooft plannen PvdA en GroenLinks serieus te bekijken
Het kabinet moet nog een besluit nemen over welke klimaatmaatregelen uiteindelijk worden gebruikt en in het definitieve klimaatakkoord komen. Premier Mark Rutte heeft steeds gezegd serieus naar de plannen van de twee oppositiepartijen te kijken.
Rutte kondigde in maart aan ook te werken aan een CO2-heffing. Maar uit uitgelekte stukken zou blijken dat die heffing een stuk milder is dan de varianten van GroenLinks en PvdA.
Vanwege de CO2-heffing voor de industrie, in welke vorm dan ook, loopt de afronding van het klimaatakkoord vertraging op, zei Rutte. De premier verwacht wel voor de zomervakantie, die op 5 juli begint, klaar te zijn. Aanvankelijk was het de bedoeling dat er eind vorig jaar een akkoord zou liggen.
Het definitieve klimaatakkoord moet er in juni 2019 liggen
Het gaat Nederland niet lukken om het met Europa afgesproken doel van 14 procent duurzame energie in 2020 te halen. Daarom zal de overheid aanvullende maatregelen moeten nemen, stelt EU-commissaris Miguel Arias Cañete (Klimaatactie en Energie) in een interview met NRC.
Het kabinet verwacht pas begin junizijn pakket klimaatmaatregelen (klimaatakkoord) te presenteren. Aanvankelijk zouden deze maand de definitieve voorstellen komen om de uitstoot van broeikasgassen de komende decennia fors te verlagen.
Wiebes heeft beloofd in april een uitwerking te presenteren van het voorlopige klimaatakkoord dat in december na een jaar lang overleg tussen onder meer de overheid, bedrijven en milieuorganisaties werd gepresenteerd. Het definitieve akkoord moet in juni klaar zijn.
Een woordvoerder van Wiebes laat maandag weten dat het ministerie onderzoek doet naar de mogelijkheden om extra duurzame energie in het buitenland te verwerven. De minister zal de Kamer hier voor de zomer uitsluitsel over geven.
AD 06.04.2019
Onrust bij de VVD-achterban over Klimaatakkoord
De VVD worstelt met haar klimaatstandpunten. Kiezers stapten vanwege ‘te links’ beleid over naar andere partijen, maar ook achtergebleven leden roeren zich, blijkt uit een rondgang. ,,We missen een goed verhaal’’, klinkt het intern.
Uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel in samenwerking met deze krant, blijkt echter dat de zorgen (veel) groter zijn. Een groot deel van de kiezers die overstapten naar Forum voor Democratie deden dat omwille van het klimaatbeleid.
CO2-heffing
De VVD voegde zich met de klimaatwet in een regenboogcoalitie met CDA, D66, ChristenUnie en linkse partijen GroenLinks, PvdA en SP om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Waarschijnlijk eind mei komt het kabinet met maatregelen hoe dat te halen, zei premier Rutte gisteren. Het kabinet heeft er meer tijd voor nodig dan gedacht. Vlak voor de Statenverkiezingen kondigde premier Rutte alvast aan de industrie te willen belasten met een CO2-heffing.
Klimaatspijbelaars boos om vertraging
In een gesprek met minister-president Rutte hebben Klimaatspijbelaars vrijdagmiddag 05.04.2019 uitgehaald naar de premier en minister Wiebes van Klimaat. De scholieren zijn er boos over dat het Klimaatakkoord opnieuw is vertraagd. Op 24 mei gaan ze weer staken.
De Haagse scholieren van de actiebeweging Youth for Climate mochten vandaag voor de tweede keerin gesprek met Rutte en Wiebes, dit keer op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in Den Haag. In februari waren de klimaatspijbelaars al eens te gast in het Torentje van de minister-president.
Een paar uur vóór de bijeenkomst maakte Rutte bekend dat het definitieve Klimaatakkoord een paar weken vertraging oploopt. ,,Dit is wel een tendens’’, zegt scholier Pieter Lossie (17). ,,Direct bij het begin van het gesprek hebben we gezegd dat we hier boos over zijn. Het kabinet roept constant dat er draagvlak nodig is voor de klimaatmaatregelen. Maar op het moment dat je dingen uitstelt en politieke spelletjes gaat spelen, zorg je juist dat draagvlak verloren gaat.’’
Vertraging Klimaatakkoord
Premier Rutte begrijpt niet waarom GroenLinks-leider Klaver zich de afgelopen dagen verontwaardigd en woedend heeft uitgelaten over de CO2-heffing van het kabinet. “De man is helemaal in paniek over niets”, zei Rutte op zijn wekelijkse persconferentie.
De uitwerking van het klimaatakkoord laat waarschijnlijk langer op zich wachten. Het kabinet zou nog deze maand met definitieve voorstellen komen om de uitstoot van broeikasgassen de komende decennia fors te verlagen. Maar dat blijkt zo’n „enorme bak werk” dat die datum vrijwel zeker niet wordt gehaald, aldus minister-president Mark Rutte tijdens zijn wekelijkse persconferentie.
Vooral een CO2-belasting voor de zware industrie blijkt „technisch ongelofelijk complex.” Het kabinet heeft al besloten dat zo’n heffing er moet komen, omdat anders de industrie vrijwel zeker niet de gevraagde bijdrage zal leveren aan de vermindering van de uitstoot. Maar de belasting mag bedrijven niet de grens over jagen.
Het kabinet heeft nog geen uitgewerkt plan voor het belasten van Nederlandse bedrijven voor de uitstoot van CO2. Het kabinet is nog bezig met “verkennende gesprekken” met verschillende organisaties en wacht nog op bepaalde doorrekeningen.
Minister Wiebes liet gisteren in een brief aan de Tweede Kamer weten dat er nog geen besluiten zijn genomen. Minister Wiebes reageert in deze brief aan de Tweede Kamer op het bericht dat het kabinet bedrijven alleen belasting wil laten betalen over een deel van hun uitstoot.
Twee randvoorwaarden
In de brief benadrukt de minister de randvoorwaarden van het kabinet: de maatregel moet in 2030 zorgen voor 14,3 Mton CO2-reductie en bedrijven moeten door de maatregel niet naar het buitenland vertrekken. “Binnen deze twee randvoorwaarden liggen alle opties open”, schrijft de minister. “Het kabinet werkt aan een voorstel.”
Het kabinet maakte op 13 maart 2019 bekend toch bereid te zijn de door linkse partijen gewenste CO2-heffing in te voeren. Het moeten wel, zo benadrukte premier Rutte, “verstandige” heffingen zijn om te voorkomen dat door het vertrek van Nederlandse bedrijven banen verloren zouden gaan.
Problemen vanwege de CO-2 belasting
De klimaatplannen van het kabinet dreigen in duigen te vallen. De aangekondigde CO2-belasting voor bedrijven gaat niet ver genoeg voor GroenLinks en PvdA, terwijl het bedrijfsleven juist oproept af te zien van een nationale belasting.
Dat brengt premier Rutte en VVD-minister Wiebes van Klimaat in grote problemen. Het kabinet zit klem tussen de wensen van toekomstige gedoogpartners GroenLinks en PvdA – die straks nodig zijn voor een meerderheid in de Eerste Kamer – en de wensen van het bedrijfsleven.
FvD
Forum voor Democratie heeft in een brief aan de Eerste Kamer opgeroepen de Klimaatwet pas te behandelen als de nieuwe senaat is geïnstalleerd.
In een brief, gericht aan huidig voorzitter Ankie-Broekers Knol, schrijft FvD-lijsttrekker Henk Otten dat Forum anders een kans wordt ‘ontnomen’ om aan het debat mee te doen.
De Klimaatwet is al aangenomen in de Tweede Kamer, maar moet nog door de Eerste Kamer. De senaat bepaalde juist onlangs dat de Klimaatwet op 14 mei 2019 zal worden behandeld. De nieuwe Eerste Kamer komt pas voor het eerst bijeen op 11 juni 2019. Het is normaal dat de Eerste Kamer juist zoveel mogelijk lopende wetsontwerpen nog in de oude samenstelling behandelt.
50plus
En 50Plus is er nog niet uit of de seniorenpartij eind mei in de Eerste Kamer tegen de klimaatwet zal stemmen. Eerder steunde de partij de veelbesproken initiatiefwet wél met overtuiging in de Tweede Kamer.
Volgens Eerste Kamerlid Jan Nagel zullen de twee Senatoren van 50Plus pas na de behandeling van de klimaatwet beslissen of ze de initiatiefwet steunen, laat hij telefonisch aan deze krant weten.
Het besluit van de 50Plus-Senatoren heeft hoe dan ook geen grote gevolgen; het plan van de overgebleven zeven Kamerfracties zal in de Senaat een ruime meerderheid halen.
Tegen
Opmerkelijk genoeg suggereerde fractieleider Henk Krol vanmorgen in de Volkskrant nog dat 50Plus overweegt in de Eerste Kamer tégen de klimaatwet te stemmen. Hij sprak in de krant van een ‘heel duidelijk’ signaal door de kiezers, dat een tegenstem van de seniorenpartij zou rechtvaardigen.
Klimaatwet
De klimaatwet is oorspronkelijk ingediend door GroenLinks, PvdA, SP, D66, ChristenUnie, VVD en CDA. Later kwam 50Plus daarbij. In de wet wordt vastgelegd hoe het Nederlandse klimaatbeleid invulling geeft aan het akkoord van Parijs.
Telegraaf 28.03.2019
Vertraging definitief klimaatakkoord
Een definitief klimaatakkoord, ondertekend en goedgekeurd door het parlement en kabinet, zal volgens Ed Nijpels pas in juni 2019 van dit jaar klaar zijn. Aanvankelijk werd gerekend op december vorig jaar. De industrie moet nog veel werk verzetten.
Dat zei zei Nijpels, de voorzitter van het overlegorgaan dat de conceptklimaatplannen bedacht, woensdag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Uit doorrekeningen van de klimaatplannen door het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bleek dat het doel van 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 met alle conceptvoorstellen waarschijnlijk niet wordt gehaald.
Telegraaf 20.03.2019
Herberekening energierekening PBL
Na een storm van kritiek heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nieuwe berekeningen gemaakt over de hoogte van de energierekening. De rekenmeesters voorspellen voor 2020 nu opeens een veel hogere energierekening.
Het kabinet gebruikte eerder oude PBL-ramingen bij beweringen dat de energienota dit jaar wel zou meevallen. Het CBS corrigeerde dat later: de gemiddelde stijging is dit jaar zo’n 340 euro. Het planbureau rekent nu voor dat huishoudens volgend jaar 228 euro meer betalen ten opzichte van de oude voorspelling uit 2017.
Peiling 19.03.2019
Nederlanders zijn iets positiever geworden over de klimaatplannen van het kabinet, blijkt dinsdag uit onderzoek door I&O Research in opdracht van het AD.
33 procent van de respondenten oordeelt positief over het vorige week door premier Mark Rutte aangekondigde klimaatbeleid. 27 procent van de ondervraagden is negatief over de plannen.
Drie weken geleden was nog ruim een kwart van de Nederlanders positief en een derde negatief over het beleid.
Nederlanders zijn vooral tevreden over het besluit om een CO2-belasting voor bedrijven in te voeren. Ruim 76 procent is daar tevreden mee.
‘VVD-achterban waardeert leiderschap Rutte’
Ook de verlaging van de energierekening voor burgers scoort goed: 73 procent van de kiezers steunt die maatregel. GroenLinks wordt gezien als ‘winnaar’ van de nieuwe klimaatplannen, op de voet gevolgd door D66.
Peiling 17.03.2019
De nieuwe klimaatdeal waar het kabinet en de coalitiepartijen de afgelopen week mee kwamen wordt door Nederlanders gezien als verkiezingsstunt. Meer dan 70 procent van de bevolking denkt dat de ommezwaai gebeurde, omdat de Statenverkiezingen op stapel staan. Dat blijkt uit een peiling van Maurice de Hond.
AD 15.03.2019
In de deal kondigden premier Rutte en minister Wiebes (Economische Zaken) aan dat ze bedrijven een hogere CO2-belasting willen laten betalen en dat de overheidsbelasting op de energierekening omlaag gaat. Daarnaast moeten sommige autoplannen van tafel.
AD 19.03.2019
Het gaat om het extra verhogen van de motorrijtuigenbelasting en een nieuwe klimaattaks op autobezit. Een verhoging van accijns op diesel en benzine zit nog wel in het vat, evenals een andere klimaattaks van 350 euro die moet worden betaald bij het kopen van een nieuwe auto.
De groene plannen werden eerder geopperd in het concept-klimaatakkoord waar het kabinet en de coalitiepartijen al maanden op kauwen. Sommige van die plannen willen VVD, CDA, D66 en CU dus aanpassen. Maar hoe ze dat precies willen gaan doen, vertellen ze pas na de verkiezingen.
De Tweede Kamer debatteert toch nog over de uitkomsten van de doorrekeningen van het concept –klimaatmaatakkoord. Een voorstel daartoe van GroenLinks-voorman Jesse Klaver kan rekenen op steun van niet alleen de voltallige oppositie, maar ook de coalitiepartijen.
Strikt genomen debatteert de Kamer vanavond over de doorrekening van het concept-Klimaatakkoord. Uit de berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat de plannen in het concept-Klimaatakkoord waarschijnlijk onvoldoende zijn om de kabinetsdoelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 te halen. Daar kwam bovenop dat vooral Nederlanders met een laag inkomen of een middeninkomen de rekening betalen.
De oppositie reageerde woest, maar slechts een paar uur later kondigde premier Rutte aan dat de energienota alsnog naar beneden gaat, en dat er een CO2-heffing komt voor de industrie, een wens van van onder meer GroenLinks, SP en PvdA. Die draai verandert het speelveld aanzienlijk en maakt, met de verkiezingen voor de deur, van het debat vanavond ook meer een verkiezingsdebat.
Daarbij speelt mee dat het kabinet inmiddels heeft gereageerd op de doorrekening en de oorspronkelijke plannen heeft aangepast: premier Rutte kondigde gisteren onder meer aan dat de energiebelasting voor burgers omlaag gaat en dat er toch een CO2-heffing komt voor bedrijven. De coalitie zag daarom nu geen reden meer een Kamerdebat uit te stellen tot na de verkiezingen van volgende week.
Klimaatdraai Rutte 3
Wat gaat Nederland uiteindelijk doen om in 2030 bijna de helft minder CO2 uit te stoten dan in 1990? Gaan we dat doel halen? Wat gaat het kosten? En wie gaat dat betalen?
Die vragen stonden vandaag opnieuw centraal in politiek Den Haag. Daar presenteerden het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving de doorrekeningen van 128 maatregelen uit het Klimaatakkoord dat in december werd gesloten.
En de antwoorden op de drie laatste vragen? Haalbaarheid: waarschijnlijk niet. Kosten: 1,6-1,9 miljard euro per jaar. Verdeling: fifty-fifty tussen huishoudens en het bedrijfsleven.
Het CPB rekende bovendien uit dat door de klimaatplannen vooral de lagere- en middeninkomens, gepensioneerden en mensen met een uitkering erop achteruitgaan.
Kabinet maakt ommezwaai
Premier Rutte en Klimaatminister Wiebes kwamen in reactie op die berekeningen meteen met een aantal aanpassingen. Ze willen daarbij tegemoetkomen aan de veelgehoorde kritiek dat bedrijven te weinig bijdragen aan het verminderen van de CO2-uitstoot en huishoudens te veel.
De snelle ommezwaai van het kabinet kwam als een grote verrassing, zegt NOS-verslaggever Ron Fresen. “Het komt omdat de planbureaus het kabinet een behoorlijk draai om de oren hadden gegeven.”
De belangrijkste aanpassingen van het kabinet:
verlaging van de energiebelasting voor burgers vanaf 2020
“verstandige” CO2-heffing voor bedrijven
voorkomen “oversubsidiëring” van nieuwe elektrische auto’s
meer “ondersteuning” van de tweedehandsmarkt elektrische auto’s
geplande verhoging van vaste lasten voor benzine-/ dieselrijders gaat niet door
landbouw levert een “grotere bijdrage” in ruil voor extra geld
er komt minder CO2-opslag
Dit alles moet volgens Rutte leiden tot een “eerlijke verdeling”. Huishoudens nemen straks een derde van de lasten voor hun rekening, bedrijven twee derde.
Belangrijk daarbij is om te vermelden dat het CPB ook verwacht dat bedrijven 80 procent van de extra kosten die ze straks moeten maken, zullen afwentelen op de consument. Producten en diensten worden dus sowieso duurder.
Rutte: lasten burgers compenseren, lasten bedrijven omhoog
Toch zijn de reacties in de politiek en van milieuorganisaties en vakbond FNV over het algemeen positief. “We moeten het nu doen met de woorden van Rutte en Wiebes, maar wij zullen het kabinet aan deze woorden houden”, zeggen Milieudefensie, Greenpeace, Natuur en Milieu, de Natuur en Milieufederaties en FNV.
De kans op politieke steun is nu wel veel groter geworden, zegt NOS-verslaggever Ron Fresen. “Altijd met een slag om de arm, maar de kans op voldoende steun is vandaag echt toegenomen. De angels lijken er wel uit nu.”
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland vrezen dat de plannen de lasten voor het bedrijfsleven te veel doen stijgen. Ze zeggen verder benieuwd te zijn hoe de CO2-heffing er precies uit komt te zien.
Maar wat alle maatregelen uiteindelijk gaan kosten, zal pas eind april blijken. Het kabinet laat zijn nieuwe voorstellen nu opnieuw doorrekenen en komt dan over anderhalve maand met definitieve klimaatplannen.
Politiek verslaggevers Marleen de Rooy en Ron Fresen geven in onderstaande video antwoord op vragen over het klimaatakkoord:
Woensdagmiddag 13.03.2019 worden de Doorrekening van de klimaatplannen gepubliceerd. Worden de CO2-doelen gehaald? Wat gaat het kosten? Wie krijgt de rekening? Een stortvloed aan cijfers en tabellen moet duidelijkheid bieden aan de kiezers, want het klimaat is hot in aanloop naar de Provinciale Verkiezingen.
Het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) geven woensdagmiddag om 13.15 uur in twee lijvige rapporten antwoorden op de drie genoemde vragen.
Deze drie centrale vragen hebben allemaal betrekking op dat ene doel in 2030: 49 procent minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990.
Peiling vertrouwen
Het gesprek over klimaatmaatregelenmet de burger komt vanzelf. Dat stelt premier Mark Rutte in reactie op de peiling van Ipsos. Het onderzoeksbureau peilde dat een meerderheid van de Nederlanders meer betrokken wil worden bij het formuleren van maatregelen tegen klimaatverandering.
Metro 11.03.2019
Bovendien maakt de helft van de burgers zich zorgen over de financiële effecten van voorgenomen groene plannen. Slechts één op de acht burgers vindt dat er voldoende rekening wordt gehouden met de eventuele effecten op zijn portemonnee.
AD 09.03.2019
Peiling 10.03.2019
Regeringspartijen VVD, CDA en D66 verliezen volgens de jongste peiling van Maurice de Hond ruim 40 procent van hun kiezers. Omdat de meeste landelijke partijen hun eigen kiezers minder goed aan zich binden, tekent zich ook in de aanloop naar de Provinciale-Statenverkiezingen op 20 maart een verdere opkomst van de lokale en regionale partijen af, aldus De Hond.
Zij lijken daarin 3 procent van de stemmen te gaan halen. De Hond zag alleen in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in 2002 bij zoveel partijen zulke lage cijfers van kiezers die aangeven hun partij trouw te blijven.
De VVD blijft met 23 zetels de grootste partij, gevolgd door Forum voor Democratie (FVD) met negentien zetels. Samen met de PVV is FVD op dit moment goed 23 procent van de stemmen.
De lokale en regionale partijen organiseren zich ook landelijk (in de Onafhankelijke SenaatsFractie en de hervormingsbeweging Code Oranje) voor de Eerste Kamerverkiezingen. De verwachte 3 procent zou omgezet kunnen worden in twee zetels in de Eerste Kamer.
Peiling 28.02.2019
Bijna één op de drie kiezers wil het kabinet-Rutte III op 20 maart bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten straffen voor het gevoerde beleid. Dat blijkt uit de nieuwste peiling van onderzoeksbureau I&O.
Voornamelijk kiezers van de PVV (76 procent) en Forum voor Democratie (75 procent) willen de aankomende stembusgang gebruiken om af te rekenen met het huidige kabinet, blijkt uit de rondgang
Een kwart van de kiezers wil met zijn of haar stem het kabinet juist steunen. Dit zijn voornamelijk kiezers van de coalitiepartijen: VVD (82 procent), CDA (70 procent), D66 (52 procent) en ChristenUnie (50 procent). De helft van alle kiezers ‘laat helemaal niet meewegen of de coalitie wel of geen meerderheid houdt in de Eerste Kamer’.
AD 07.03.2019
Meer onvrede
De algehele onvrede over Rutte III is in de afgelopen maand verder toegenomen, blijkt ook uit de peiling. Het aandeel kiezers dat ontevreden is, is gegroeid van 59 procent in januari naar 63 procent nu. Aan de andere kant is het aandeel tevreden kiezers met vier procentpunt afgenomen tot 33 procent.
De onjuiste berekeningen over de energiekosten maken veel kiezers boos. Zowel door het geven van onjuiste informatie op zich, maar ook vanwege de extra kosten die een hogere energierekening met zich mee zal brengen.
Kiezers zijn sowieso van mening dat het kabinet te veel fouten maakt en daar te gemakkelijk mee wegkomt. Ook valt het verwijt te horen dat de lasten (bijvoorbeeld van het klimaatbeleid) te veel bij de gewone burger worden gelegd.
Peiling 27.2.2019
De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zouden gezamenlijk 29 zetels halen. Klik hier voor de peiling in detail. Nu bezetten deze partijen samen nog 38 zetels in de senaat. Het verlies komt vooral bij CDA (5 zetels minder vergeleken met het huidige zetelaantal in de Eerste Kamer) en D66 (-4) vandaan.
ChristenUnie en VVD blijven, zoals het er nu naar uitziet, stabiel en staan op respectievelijk een plus en een min van 1 zetel vergeleken met de zetel aantallen die beide partijen nu hebben in de Eerste Kamer.
In de Peilingwijzer van eerder deze maand stond Rutte 3 al onverminderd op een fors verlies. De VVD handhaaft zich vier weken voor de Provinciale Statenverkiezingen weliswaar als grootste, maar doet dat wel met omgerekend 7 zetels minder. In de Peilingwijzer, een gewogen gemiddelde van alle beschikbare peilingen voor de Tweede Kamer, staat de partij tussen de 24 en 28 zetels.
Ook het CDA (van 19 nu naar 11 tot 13) en D66 (van 19 naar 10 tot 12) leveren flink in. De enige regeringspartij die een plus boekt is de ChristenUnie, van 5 naar 6 tot 8. In totaal zou de coalitie daarmee tussen de 18 en 21 zetels verliezen.
Steun voor coalitie op dieptepunt
Als het aan de Nederlandse kiezer ligt, houdt de huidige coalitie op dit moment slechts 47 zetels over in de Tweede Kamer. Dat is het laagste aantal sinds het aantreden van de regering. Dat meldt opiniepeilerMaurice de Hond.
Het gegoochel met de energiekosten heeft de regeringspartijen geen goed gedaan. 60 procent van de ondervraagden denkt dat de stijging van de energiekosten opzettelijk te laag is ingeschat. Ruim 60 procent vindt dat de regering dit moet rechttrekken door de energiebelasting te verlagen.
Vorig jaar rond Oud en Nieuw waren de verwachtingen nog vrij hoog gespannen. Na maanden onderhandelen zat er eindelijk een nieuw kabinet, met daarin veel nieuwe gezichten. Het oogde fris en veelbelovend.
“Het wordt het jaar van de waarheid. Want de grote ‘verbouwingen’ die het kabinet nog op zijn lijstje heeft staan, moeten dan hun beslag krijgen.”
Het gaat dan vooral om verbouwingen die vorig jaar niet zijn gelukt en als hoofdpijndossiers op tafel zijn blijven liggen.
Welke onderwerpen zijn blijven liggen?
– Betere positie zzp’ers. Het kabinet slaagde er in 2018 niet in met een plan te komen om de lage tarieven en schijnzelfstandigheid van zelfstandigen aan te pakken. En om voor zzp’ers een betere arbeidsongeschiktheidsverzekering en een goede pensioenopbouw te regelen. Er werd een onderzoek ingesteld dat in 2019 uitkomst moet bieden.
– Besluit over de opening van Lelystad Airport om vakantievluchten van Schiphol over te nemen. De opening is al twee keer uitgesteld en nog steeds is het onzeker of het in 2020 wel gaat lukken. “Het wordt steeds ingewikkelder“, zei minister Van Nieuwenhuizen onlangs.
– Een nieuw pensioenstelsel. In november 2018 klapte het overleg tussen werkgevers, vakbonden en het kabinet over een pensioenstelsel voor de toekomst. De verwachting is dat minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zelf met een nieuw voorstel komt.
– Het ontwerp-klimaatakkoord, dat op 21 december 2018is gepresenteerd. Na doorrekening door het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau zal het kabinet bekijken welke voorstellen voor CO2-reductie het overneemt. Belangrijke vraag daarbij is of de maatregelen niet te veel op de koopkracht van de burger drukken.
Telegraaf 21.02.2019
Van Vertrouwen naar Wantrouwen
Inmiddels lijkt de stemming omgeslagen. Het wantrouwen in het kabinet groeit. En inmiddels gaan mensen in gele hesjes en met anti-Rutte-slogansde straat op. En op de sociale media regent het grieven over een regering die wel oog zou hebben voor multinationals, maar ondertussen de energierekening en de btw op de dagelijkse boodschappen verhoogt.
Telegraaf 20.02.2019
In september 2018 meldde Elsevier Weekblad al dat de energierekening dit jaar fors hogeruitvalt en burgers uiteindelijk opdraaien voor de verduurzamingsrekening. In plaats van de grootverbruikers industrie en landbouw krijgen burgers en kleine bedrijven de rekening gepresenteerd. Dit komt door vrijstellingen voor de industrie en doordat de belasting lager wordt naarmate het verbruik omhoog gaat.
Huishoudboekje
Het consumentenvertrouwen is voor het eerst sinds vier jaar onder nulgezakt. Inmiddels lijkt de stemming omgeslagen.
Telegraaf 20.02.2019
Het wantrouwen in het kabinet groeit. Voor in het eerst in vier jaar tijd zijn consumenten negatief over hun eigen huishoudboekje en het economisch klimaat. De fors hogere energierekening en de btw-verhoging hakken er hard in.
AD 20.02.2019
In Nederland betaal je veel meer voor stroom en gas dan in de meeste andere Europese landen. Dat concludeert www.Energievergelijk.nl. Het is olie op het vuur, nadat bekend werd dat Nederlanders dit jaar honderden euro’s meer kwijt zijn aan gas en elektra dan eerder.
Telegraaf 23.02.2019
Volgens de analyse die is gebaseerd op de Household Energy Price Index liggen de prijzen voor elektra in ons land 28 procenthoger dan gemiddeld in Europa, maar gas is relatief nog duurder. “Dat hebben Nederlandse huishoudens vooral te danken aan de hoge belastingen’’, aldus Koen Kuijper van http://www.Energievergelijk.nl.
AD 21.02.2019
“53 procent van onze totale gasrekening bestaat uit energiebelasting en btw. In geen enkel ander Europees land is dit aandeel zo groot.”
De afgelopen weken gaat het in veel huishouders over bijna niets anders meer: alles is duurder maar de inkomsten zijn niet of nauwelijks gestegen. Zo is de energierekening flink omhoog gegaan, zijn de dagelijkse boodschappen prijziger geworden en is bij velen het eerste loonstrookje van het nieuwe jaar ondanks de beloftes toch tegengevallen.
Mensen merken het al met al in de portemonnee en dáár heeft het consumentenvertrouwen direct onder te lijden, zo bewijst het nieuwste consumentencijfer van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS). Deze maand komt het vertrouwen uit op -2, het laagste peil sinds vier jaar. Een duidelijke omslag, erkent CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. Er zijn nu meer mensen negatief dan positief.
Uiteindelijk blijken Nederlanders dit jaar dus fors meer voor gas en licht te moeten gaan betalen dan het kabinet claimde, bleek dit weekend uit berekening van het CBS. Een gemiddeld huishouden is bijna 2100 euro kwijt: 334 euro meer dan vorig jaar. Het kabinet deed de stijging eerst af als onzin, maar gaf daarna aan deze krant toe dat er achterhaalde cijfers zijn gebruikt bij het voorspellen van de energieverhoging, waardoor die lager uitkwam.
Vragen over het Planbureau
Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) moest direct in de Kamer tekst en uitleg geven over de blunder. De Kamer heeft ook flinke twijfels over de vraag of het Planbureau wel in staat is om het Klimaatakkoord goed door te rekenen.
Het Planbureau doet daarom in een verklaring uitgebreid uit de doeken wat de verschillende overwegingen waren bij het gebruik van de oude cijfers. Zo was het in 2018 ‘onmogelijk en weinig zinvol’ om aan nieuwe cijfers te werken terwijl het Klimaatakkoord nog in de maak was.
‘Ten tweede was de beschikbare capaciteit geheel nodig om de analyses ten behoeve van het Klimaatakkoord te maken’, is te lezen. Alle betrokken partijen, inclusief de ministeries, stemden daarmee in, benadrukt het PBL.
CDA vertrouwt niet op berekeningen planbureau elektrische auto’s
Gisteren waren cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ook het middelpunt van discussie. De energierekening valt dit jaar veel hoger uit dan verwacht, en ook veel hoger dan het kabinet had voorgespiegeld.
De inschattingen van het PBL bleken oud te zijn. Ze kwamen uit de Nationale Energieverkenning(NEV) 2017. Het planbureau had door de drukte rond het concept-Klimaatakkoord geen tijd gehad in 2018nieuwe berekeningen te maken.
Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft het PBL gisteren alsnog opdracht gegeven om de Energieverkenning bij te werken, zodat het kabinet een betere inschatting kan maken van de gevolgen. Wiebes verklaarde eerder al dat het kabinet duidelijker had moeten zeggen dat de inschattingen voor de energienota van 2019 waren gebaseerd op cijfers van meer dan een jaar oud.
Het Centraal Planbureau (CPB) bekijkt op dit moment of de koopkrachtplaatjes die het kabinet met Prinsjesdag bekendmaakte bijgesteld moeten worden vanwege de enorme stijging van de energieprijzen. Samen met de bijgestelde koopkrachtplaatjes van het Centraal Planbureau zijn dit voor het kabinet belangrijke cijfers om dit jaar het beleid op te baseren.
Klimaatakkoord
Maar de vraag is of Wiebes die nieuwe cijfers gaat krijgen. Want de tientallen rekenmeesters van het PBL en het Centraal Planbureau werken nog steeds hard aan de doorrekeningen van het klimaatakkoord. Aan de NOS laat het PBL weten hierbij toch weer uit te gaan van de cijfers uit de NEV 2017.
Volgens een woordvoerder moet dat geen problemen opleveren. “Dat die cijfers oud zijn is maar relatief, want het klimaatakkoord gaat over de periode tot 2030. Schommelingen in de huidige energieprijzen hebben niet veel effect op het beleid in 2030.” De berekeningen zijn een week voor de verkiezingen klaar en gaan naar verwachting tot veel politieke discussie leiden.
Vragen vanuit de Tweede Kamer
De Tweede Kamer wilde namelijk weten hoe het kan dat het kabinet herhaaldelijk heeft verkondigd dat het met stijging van de energierekening niet zo’n vaart zou lopen. ,,Laten we mensen niet bang maken’’, zei staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat notabene nog afgelopen december 2018 in de Tweede Kamer.
,,Kwalijk’’, zegt PvdA-Kamerlid William Moorlag. ,,Het kabinet gebruikt totaal andere cijfers dan waar het CBS nu mee op de proppen komt. Dat kan gewoon niet. Dit ondermijnt het vertrouwen van burgers in de overheid. Het lijkt wel of de koopkrachtplaatjes zijn gebaseerd op modellen die door Hans Klok zijn ontworpen.’’
Ook regeringspartij VVD is kritisch. ,,Ik heb hier zelf ook vragen bij en wil graag weten waar dit verschil vandaan komt en hoe het te verklaren is’’, zegt VVD’er Dilan Yeşilgöz-Zegerius. Volgens GroenLinks verergert het kabinet de zorgen over klimaatbeleid. ,,Dit soort onvoorzichtige voorspellingen werkt contraproductief’’, stelt GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee.
NU 22.05.2019 Vooral het CDA in de Eerste Kamer is kritisch op de Klimaatwet van GroenLinks en PvdA, die de christendemocratische partij als een van de acht partijen in de Tweede Kamer heeft medeondertekend.
Dat bleek dinsdag tijdens de behandeling van de Klimaatwet, die in 2016 is ontworpen door GroenLinks en PvdA en later steun kreeg van VVD, CDA, D66, ChristenUnie, SP en 50PLUS.
Het voorstel wordt zo breed gesteund, dat de wet het bij de stemmingen volgende week toch wel zal halen, maar toch hadden de christendemocraten dinsdag kritiek.
CDA-senator Joop Atsma hamerde er in het debat met de acht initiatiefnemers en minister Eric Wiebes (Klimaat) op dat burgers en bedrijven behoefte hebben aan voorspelbaar en helder overheidsbeleid.
Die elementen mist Atsma. Zo regelt de Klimaatwet dat het kabinet elk jaar een klimaatbegroting opstelt. Daarbij wordt iedere vijf jaar, met een doorkijk naar tien jaar, een klimaatplan opgesteld. “Wat is de stip op de horizon? Welke garanties van voorspelbaarheid zijn er?”, vraagt Atsma zich af.
CDA twijfelt of er voldoendetoewijding is
Ook twijfelt Atsma aan de toewijding van de indieners, omdat er gaandeweg concessies zijn gedaan om zoveel mogelijk partijen mee te krijgen. Zo werd het doel voor CO2-reductie al in een vroeg stadium verlaagd van 55 naar 49 procent in 2030. Verder zijn de doelen juridisch niet afdwingbaar, waardoor er geen harde eisen in de wet komen te staan. De CDA’er vroeg zich daarom af of er wel “commitment” is na zoveel compromissen.
Jesse Klaver (GroenLinks), die de Klimaatwet als eerste indiener in de senaat verdedigde, gaf ruiterlijk toe dat hij niet helemaal zijn zin heeft gekregen. Maar hij verzekerde de CDA-senator dat de toewijding bij de partijen groot is. “Dit is de intentie die wij allemaal hebben en ik hoop dat we die heel lang vasthouden”, zei Klaver.
Hij benadrukte dat de wet een kader vormt. Een routekaart waarop de doelen staan, zoals 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030 en 95 procent minder in 2050. De inhoud moet komen uit het nog op te stellen klimaatakkoord.
Het CDA en VVD zijn binnen de coalitie met D66 en ChristenUnie duidelijk het meest kritisch als de klimaatplannen ter sprake komen. De partijen vrezen vooral voor hoge energierekeningen bij huishoudens en een ongelijk speelveld voor het bedrijfsleven. Toch zijn het CDA en VVD in de formatie akkoord gegaan met de klimaatambities van dit kabinet.
De partijen zullen volgende week naar alle waarschijnlijkheid dan ook instemmen met de Klimaatwet. Want hoewel Atsma zich dinsdag opwierp als een van de grootste criticasters, wekte hij niet de indruk dat het CDA de wet niet zou gaan steunen.
PVV, PvdD en SGP zullen tegenstemmen
De PVV, Partij voor de Dieren (PvdD) en SGP zullen dat in ieder geval niet doen, lieten de senatoren weten. De partijen steunden de wet in de Tweede Kamer al niet en zijn in de tussentijd niet van gedachten veranderd.
De PVV twijfelt aan de invloed van de mens op de klimaatverandering en aan de haalbaarheid en betaalbaarheid van de plannen. Voor de PvdD gaan de maatregelen juist niet ver genoeg. De SGP heeft vooral bezwaar tegen het gebrek aan juridische afdwingbaarheid.
50PLUS-leider Henk Krol zinspeelde er in april nog op dat de senaatsfractie tegen zou stemmen, ondanks de handtekening die de partij zelf onder de wet had gezet. De uitkomst van de Provinciale Statenverkiezingen met het klimaatsceptische FVD als grote winnaar zou dat rechtvaardigen, vond Krol. Maar 50PLUS-senator Jan Nagel was tijdens het debat een stuk minder stellig.
NOS 22.05.2019 Het kabinet trekt dit jaar eenmalig 400 miljoen euro extra uit om de klimaatdoelen te halen. Daarna wordt er jaarlijks 110 miljoen euro extra vrijgemaakt.
Dat heeft de coalitie besloten in overleg over de Voorjaarsnota, melden bronnen aan de NOS. Het geld wordt gereserveerd voor de klimaatplannen, die volgende maand worden gepresenteerd.
Tweedehands elektrische auto
Een deel van het bedrag gaat naar een warmtefonds. Dat is een fonds waar huizenbezitters aanspraak op kunnen maken als ze hun woning duurzamer willen maken. Daarnaast wordt het extra geld gebruikt om de aanschaf van tweedehands elektrische auto’s te stimuleren en woonwijken van het gas af te krijgen. Welke bedragen naar de afzonderlijke doelen gaan is nog niet duidelijk.
Eerder had het kabinet al bekendgemaakt eenmalig 500 miljoen euro vrij te maken om het vonnis in de Urgendazaak na te komen. Ook is in het regeerakkoord al afgesproken dat er jaarlijks 300 miljoen naar het klimaat gaat. Het geld uit de voorjaarsnota komt daar dus nog eens bovenop.
Geld vrijmaken voor klimaat ligt politiek erg gevoelig, ook binnen de coalitie. D66 en de CU willen de ambitie van ‘het groenste kabinet ooit’ waarmaken, terwijl VVD en CDA terughoudender zijn.
Is het veel?
Dit bedrag is nog niet voldoende om de plannen uit het concept-klimaatakkoord helemaal uit te voeren. Daar is meer voor nodig. Het Planbureau voor de Leefomgeving berekende begin dit jaar dat de kosten van het klimaatakkoord zullen oplopen tot 1,6 à 1,9 miljard euro per jaar in 2030. Dat geld komt deels van overheid en deels van de burgers.
De Voorjaarsnota wordt deze maand nog besproken in de ministerraad. Eerder lekte al uit dat het kabinet ook honderden miljoenen extra uittrekt voor de jeugdzorg en defensie. In veel gevallen komt dat extra geld vrij omdat het kabinet meevallers heeft op andere begrotingen.
Dit jaar gaat er nog eens eenmalig 400 miljoen euro van het kabinet naar groene plannen.Ⓒ ANP
Telegraaf 22.05.2019 Het kabinet trekt honderden miljoenen euro’s extra uit voor klimaatbeleid. Dit jaar gaat er eenmalig nog eens 400 miljoen van het kabinet naar groene plannen.
Dat staat in de Voorjaarsnota van het kabinet, zo bevestigen bronnen na berichtgeving van de NOS. Jaarlijks komt er circa 110 miljoen euro extra beschikbaar voor groen beleid.
Deze grote bedragen komen nog eens bovenop het half miljard dat het kabinet eind vorig jaar al extra reserveerde voor duurzame plannen. Dat is vooral bedoeld om de uitstoot versneld omlaag te brengen, wat het kabinet na juridische druk van actiegroep Urgenda moet doen.
Naar verluidt wordt het geld gestoken in een fonds waarmee huizenbezitters hun woning duurzamer kunnen maken. Ook wordt er geld gereserveerd om de aanschaf van tweedehands elektrische auto’s te bevorderen.
AD 22.05.2019 Het kabinet trekt dit jaar eenmalig 400 miljoen euro extra uit om de klimaatdoelen te halen. Daarna wordt er jaarlijks 110 miljoen euro extra vrijgemaakt. Dat heeft de coalitie besloten in overleg over de Voorjaarsnota, melden bronnen aan de NOS. Het geld wordt gereserveerd voor de klimaatplannen, die volgende maand worden gepresenteerd.
Een deel van het bedrag gaat naar een warmtefonds. Dat is een fonds waar huizenbezitters aanspraak op kunnen maken als ze hun woning duurzamer willen maken. Daarnaast wordt het extra geld gebruikt om de aanschaf van tweedehands elektrische auto’s te stimuleren en woonwijken van het gas af te krijgen. Welke bedragen naar de afzonderlijke doelen gaan is nog niet duidelijk.
Eerder had het kabinet al bekendgemaakt eenmalig 500 miljoen euro vrij te maken om het vonnis in de Urgendazaak na te komen. Ook is in het regeerakkoord al afgesproken dat er jaarlijks 300 miljoen naar het klimaat gaat. Het geld uit de voorjaarsnota komt daar dus nog eens bovenop.
De Klimaatwet legt CO2-doelstellingen tot 2050 vast.
Telegraaf 21.05.2019 Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer ging zichzelf feliciterend akkoord met de Klimaatwet, maar in de Eerste Kamer klinken twijfels. Vandaag gaat de senaat, zónder Forum voor Democratie, in debat over de initiatiefwet.
De Klimaatwet legt CO2-doelstellingen tot 2050 vast en maakt het thema klimaat daarmee de komende decennia een onderwerp waar kabinetten verplicht mee aan de bak moeten.
Fractievoorzitters en klimaatwoordvoerder van VVD, CDA, D66, CU, PvdA, GL, SP en 50Plus feliciteerden elkaar eind vorig jaar uitgebreid in de Tweede Kamer, maar een aantal van deze partijen heeft in de senaat bedenkingen bij de wet.
Gezichtsverlies
Zo heeft CDA-senator Atsma eerder aangegeven dat hij nog niet enthousiast is. De christendemocraat heeft vooral twijfels over de invloed die het parlement kan uitoefenen op de zogeheten ’klimaatplannen’ die kabinetten volgens de initiatiefwet moeten maken. De SP wil meer invloed voor het parlement.
VVD-senator Klip-Martin heeft in het debat laten weten dat „leden van de fractie sympathie hebben voor het voorstel.” De liberaal suggereerde verdeeldheid door te zeggen dat er „kritische geluiden” zijn in haar fractie.
Vanwege de grote hoeveelheid initiatiefnemers lijkt een meerderheid in de senaat gegarandeerd. Desondanks zou een tegenstem uit eigen gelederen gezichtsverlies betekenen.
Het debat in de Eerste Kamer wordt gevoerd zonder Forum voor Democratie. De partij boekte een grote overwinning bij de recente provinciale verkiezingen met de belofte dat ze er alles aan zouden doen om de Klimaatwet van tafel te krijgen. Ondanks een verzoek van FvD vond de huidige senaat het niet noodzakelijk om van de planning af te wijken. De stemming is volgende week dinsdag, tijdens de laatste reguliere vergadering van de Eerste Kamer in oude samenstelling.
Luchtfietserij
PVV-senator Van Strien kwam dinsdag als eerste aan het woord. „Luchtfietserij”, noemde hij de initiatiefwet „De gevolgen zijn niet te overzien. Wij willen dat u gewoon vlees kunt blijven eten, zo lang kunt douchen als u wilt en auto kunt blijven rijden. Deze klimaatwet moet zo snel mogelijk door de shredder.”
D66 en ChristenUnie zijn wel enthousiast. „Er is daadkracht nodig”, zei D66-senator Pijlman. „Ons land is een Deltaland, zestig procent van ons land is extreem gevoelig voor overstromingen. Klimaatverandering betekent voor ons land een extra uitdaging.” GroenLinks-senator Binnema jubelde zelfs over een „historisch moment.”
Schalk, Eerste Kamerlid voor de SGP, kwam met technische kritiek op de wet: „Er is niet eens een begin van een deugdelijke financiële dekking.” Ook stelde hij dat bij de burger ’doorgeschoten klimaatmaatregelen niet gewenst zijn’. Volgens hem is de verkiezingsoverwinning van Forum daar een bewijs van.
BB 10.05.2019 De VNG wil dat gemeenten meer tijd krijgen om de eerste versie van hun regionale energiestrategie op te stellen. Die hoeft dan pas anderhalf jaar (in plaats van een jaar) na inwerkingtreding van het Klimaatakkoord te zijn afgerond. Daarnaast moet er extra geld op tafel komen.
Warmtenetten
Dat schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) deze week in een brief aan de leden. Ook moet eerst beter worden geduid hoe gemeenten succesvol warmtenetten kunnen realiseren. Dat probleem speelt vooral in gebieden waar warmtenetten niet rendabel lijken. Het opslaan en distribueren van warmte moet eveneens verder worden onderzocht.
Woonlasten
Verder plaatst de VNG een voorbehoud bij de ambitie om anderhalf miljoen woningen te verduurzamen zonder extra kosten voor de bewoner/eigenaar. De VNG wil het daarvoor gehanteerde begrip ‘woonlastenneutraliteit’ eerst verder uitgewerkt zien.
Proeftuinen
Eerder al vroeg de VNG meer geld van het rijk voor de proeftuinen aardgasvrije wijken (nu 150 miljoen euro), waarin gemeenten experimenteren met het verduurzamen van buurten. Daarover lopen gesprekken. Ook moet er extra geld op tafel komen om de uitvoeringskosten van de energietransitie na 2021 te dekken. De Raad voor Openbaar Bestuur verricht daar op dit moment een eerste, verkennend onderzoek naar.
Gas afkoppelen
Op het verlanglijst van de VNG prijkt ook een uitdrukkelijker bevoegdheid voor gemeenten om wijken van het aardgas te mogen afkoppelen. De gemeentelijke gasaansluitplicht, waar halsstarrige huiseigenaren zich nog steeds op kunnen beroepen, zou op korte termijn moeten worden vervangen door het ruimer te interpreteren warmterecht. Nu is dat alleen voor nieuwbouw het geval. Daar is aansluiting op het gas sinds 1 juli 2018 verboden.
NU 07.05.2019 De zogenoemde ‘Gele Hesjes’ zijn dinsdag op bezoek geweest bij premier Mark Rutte. Na de zomer volgt er een tweede ontmoeting. De premier zal in de tussentijd het manifest en de wensen van de activisten bestuderen, laat de groep weten.
Rutte had de actievoerders begin maart uitgenodigd, toen hij ze tegenkwam op verkiezingscampagne in Roermond. Dinsdag kwamen vijf vertegenwoordigers van de Nederlandse tak van de beweging, onder wie Desirée van Deurse, naar het Binnenhof.
De ‘Gele Hesjes’-protestbeweging ontstond vorig jaar in Frankrijk uit onvrede over hoge brandstofprijzen en de kosten van levensonderhoud. Sindsdien is er ook een Nederlandse tak actief en werden er in de afgelopen maanden acties gevoerd in verschillende steden, geïnspireerd door de Fransen.
Afgelopen februari demonstreerden ongeveer honderd ‘Gele Hesjes’ in Hilversum bij het gebouw van de NOS, omdat ze vonden dat ze te weinig aandacht kregen van de media.
AD 07.05.2019 De tientallen gele hesjes in Nederland gaan door met hun demonstraties, ook na een gesprek met premier Rutte. ,,Het is heel moeilijk om afspraken met hem te maken’’, zegt Elbert Westerbeek (51) over het bezoek aan het Torentje.
Twee van de vijf gele hesjes die maandagavond bij premier Rutte op bezoek waren, weigerden hem voorafgaand aan het gesprek een hand te geven. Omdat ze ‘geen respect voor hem hebben’, zo verklaarden ze. De delegatie van demonstranten praatte met Rutte over problemen in de Nederlandse samenleving.
Ook vroegen ze hem om op te stappen als premier. Want volgens de gele hesjes is het kabinet onder leiding van Rutte de veroorzaker van veel problemen, zoals armoede, hoge belastingen en de vastgelopen woningmarkt. ,,Maar hij zei dat hij niet vertrekt’’, aldus Ingeborg Westerhoff (55) na afloop.
Heftige emotie bij Elbert (51) van de gele hesjes, die in gesprek ging met premier Rutte. “Het was een heel pittig gesprek, omdat je heel alert moet zijn.” @ADPolitiek35 6:58 PM – May 7, 2019
Of het gesprek wel zin heeft gehad, weet Westerhoff niet zo goed. ,,Ja, hij heeft naar ons geluisterd. Maar ik denk nog steeds dat zijn uitnodiging een verkiezingsstunt was, vanwege de Europese verkiezingen die eraan komen. Wel heeft hij beloofd dat er na de zomer een vervolggesprek komt.’’
Elbert Westerbeek (51) uit Emmen is positiever. Hevig geëmotioneerd verlaat hij het Torentje. ,,Het vreet aan je’’, zegt hij. ,,Het is heel moeilijk om afspraken met Rutte te maken. Ik moest heel erg aandringen. Wij willen concrete antwoorden en concrete afspraken. Wij willen de mensen in Nederland weer hoop geven.’’
De betogers hebben een manifest aan Rutte overhandigd. ,,Ik heb het idee dat Rutte serieus naar ons heeft geluisterd’’, zegt Westerbeek. ,,Of hij ons ook écht serieus neemt, weet ik niet zeker. Of hij neemt ons serieus, of hij kan het heel goed spelen.’’
Zelf liet Rutte na afloop van het gesprek weten dat het kabinet ‘begrijpt dat er zorgen en onzekerheid leven bij de mensen’. ,,Daarom zijn en blijven we met iedereen in gesprek, ook met mensen die het met ons oneens zijn.’’
Hoewel de premier volgens de gele hesjes heeft beloofd ‘punten van zorg uit te zoeken’ en ‘dingen te verbeteren’, gaan hun acties gewoon door. De demonstranten, waarvan er maandag tientallen naar het Binnenhof waren gekomen, gaan de komende weken de straat op in Nijmegen, Den Haag en Rotterdam.
NOS 07.05.2019 Premier Rutte heeft een delegatie van de gele hesjes ontvangen op het Torentje. Ze kwamen met hem praten over problemen in de Nederlandse samenleving. Volgens de protestbeweging zijn er veel voorbeelden uit de praktijk waar het misgaat, door het regeringsbeleid.
Enkele tientallen mensen in gele hesjes hadden zich verzameld op het Plein bij de Tweede Kamer. Een delegatie van vijf mensen mocht uiteindelijk van de politie het Binnenhof op, en bij de premier naar binnen.
Die stond met uitgestoken hand bij de deur van zijn werkkamer, maar twee leden van de delegatie negeerden dat. Ze liepen zonder een hand te geven naar binnen, een van hen met een telefoon aan het oor. Veel mensen uit de protestbeweging houden Rutte verantwoordelijk voor veel maatschappelijke problemen.
Rutte had de demonstranten uitgenodigd na een campagnebijeenkomst in Roermond begin maart. Hij sprak daar met Desirée van Deurse van de gele hesjes. Zij kwam vandaag met vier anderen naar Den Haag.
Na afloop sprak Van Deurse van een respectvol gesprek met Rutte. “We hebben het nu met woorden gedaan, nu moeten de daden nog volgen.” Volgens Van Deurse is het de bedoeling dat Rutte na de zomer opnieuw met de gele hesjes praat.
Dan heeft hij ook het manifest gelezen dat ze hem vanmiddag aanboden. Dat heeft als conclusie dat de regering moet opstappen omdat die incompetent is. Die conclusie blijft wat de gele hesjes betreft gewoon staan.
Na afloop wel een hand
Een van de vrouwen die bij binnenkomst Rutte niet de hand schudden, zei dat ze dat deed omdat ze geen respect voor hem had. “Maar na afloop heb ik hem wel een hand gegeven, omdat ik het gevoel heb dat we wel wat zijn opgeschoten. Ik heb weer een heel klein beetje hoop.”
Toch heeft ze nog steeds geen hoge pet op van de premier. “Hij leeft in een bubbel. Hij kan urenlang praten zonder iets te zeggen. Hij geeft nooit concreet antwoord.”
Verschillende beweegredenen
De gele hesjes demonstreerden de afgelopen maanden op verschillende plekken in het land, naar voorbeeld van de gele hesjes in Frankrijk. In Nederland hebben de demonstranten verschillende beweegredenen om de straat op te gaan. Een deel loopt vooral te hoop tegen immigratie, een ander deel is boos op de EU, multinationals of de globalisering.
Eind vorig jaar liep een demonstratie van de gele hesjes in Den Haag uit de hand. De politie greep in toen er vuurwerk werd afgestoken en vernielingen werden aangericht. De laatste tijd trekken de demonstraties van de gele hesjes nog maar weinig mensen.
Mark Rutte
@MinPres
Ik ontving een afvaardiging van de gele hesjesbeweging in het Torentje. Het kabinet begrijpt dat er zorgen en onzekerheid leven bij mensen. Daarom zijn en blijven we met iedereen in gesprek, ook met mensen die het met ons oneens zijn. https://t.co/3d702diHTd
BB 06.05.2019 Het klimaatakkoord van Parijs, het Energieakkoord en de Klimaatwet in wording; ontwikkelingen waaruit blijkt dat ecologische, economische en sociale uitdagingen Nederland nu echt dwingen tot het maken van een transitie naar duurzame energie. Deze transitie is enorm: acht miljoen gebouwen in Nederland moeten van het aardgas af, worden geïsoleerd en voorzien van duurzame energie. En dat alles onder regie van de gemeenten.
Nieuwe vormen van energie worden vaker decentraal georganiseerd, burgerparticipatie neemt toe en oplossingen zijn sterk afhankelijk van de lokale situatie. Dit maakt het huidige speelveld complex en vaak gefragmenteerd, maar brengt ook kansen mee voor samenwerking tussen gemeenten en bewoners. Toch zijn de gemeente en bewoners vaak nog niet met elkaar in gesprek.
Inzicht in dit speelveld is van belang, om als gemeente effectief te kunnen acteren in dit proces. Hoe kan uw gemeente haar regierol in dit proces vervullen? En hoe maakt u, passend bij de lokale situatie, hierbij de juiste afwegingen? Denk daarbij aan procesmatige keuzes zoals het betrekken van bewoners en bottom-up initiatieven, gedragen planvorming en het benodigd immaterieel kapitaal.
KplusV heeft een afwegingsmodel ontwikkeld om deze route te bepalen. In dit artikel delen wij op welke manier de gemeente inzicht kan krijgen in het speelveld en op basis daarvan de juiste route kan bepalen. Vervolgens zoomen we in op het betrekken van bewoners en andere initiatieven in deze route. Wij gaan graag met u in gesprek om van gedachten te wisselen over hoe uw gemeente deze route concreet kan invullen.
Op veel plekken ontstaan ambitieuze plannen en deze plannen komen niet alleen van lokale overheden. Op wijkniveau ontstaan ook veel (bewoners) initiatieven. Veel gemeenten staan daardoor voor de uitdaging om deze initiatieven optimaal te ondersteunen en te verbinden met de transitie opgave. De manier waarop de gemeente dit kan aanpakken is afhankelijk van de lokale situatie. Het canvas helpt om stakeholders in de wijk maximaal te betrekken.
Van fragmentatie naar coöperatie
Bewoners of ‘koplopers in de wijk’ krijgen al langer energie van energie in de wijk en hebben van daaruit initiatieven gestart. Veel gemeenten ondersteunen deze initiatieven, bijvoorbeeld door via organisaties een netwerk en expertise te bieden. Toch vinden deze activiteiten nu nog vaak op kleine schaal plaats:
De koplopers in de wijk (met vaak technische expertise) motiveren vooral de 10% geïnteresseerden in de wijk, maar de grote massa wordt nog niet geactiveerd;
Er is een grote afstand tussen bewoners en gemeenten, zij zijn vaak nog niet met elkaar in gesprek;
Er wordt nog onvoldoende samengewerkt met marktpartijen.
De overgang naar een aardgasvrije wijk is echter complex, en kan daarom niet vanuit één partij worden opgelost. Dus wat als de hele wijk van het aardgas af moet gaan? Het juiste samenspel tussen verschillende partijen in verschillende fasen is daarbij van groot belang.
Per fase weegt de gemeente af welke stakeholders initiatief kunnen en willen nemen en hoe de gemeente deze initiatieven het beste kan ondersteunen. Zo wordt de nodige flexibiliteit ingebracht om de lokale ideeën en potentie voor vernieuwing optimaal te ontsluiten. Door in de verschillende fasen de interactie op te zoeken tussen de gemeente en de stakeholders en initiatieven in de wijk, kan eigenaarschap steeds meer in de wijk belegd worden.
In een succesvolle aanpak werken verschillende stakeholders uiteindelijk samen in een samenwerkingsverband in de wijk. Deze ‘coöperatie’ kan verschillende vormen aannemen. In de coöperatie:
Worden vanuit de bewoners niet alleen technische- maar ook sociale en organisatorische vaardigheden belegd;
Vindt er nauwe interactie plaats tussen de gemeente en de coöperatie;
Worden marktpartijen betrokken;
Kunnen afhankelijk van de lokale situatie in eerdere of latere fasen verantwoordelijkheden en beslissingen worden belegd.
Door het in beeld brengen van de verschillende fasen en bouwstenen ontstaat inzicht en overzicht in het speelveld, de kansen in een wijk en de te nemen route. Op deze route kunnen steeds meer stakeholders worden verbonden en aangehaakt in het proces, waardoor niet alleen koplopers, maar uiteindelijk de hele wijk mee kan bewegen in een gedragen transitie in de wijk.
NU 24.04.2019 Het doel van het kabinet om in 2030 de helft minder CO2 uit te stoten dan in 1990 wordt wel gehaald met de plannen van GroenLinks en PvdA om de uitstoot van broeikasgassen door de industrie extra te belasten, blijkt uit de woensdag gepubliceerde voorlopige berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
In het kort;
GroenLinks en PvdA werkten eigen variant CO2-heffing uit
Doel is 49 procent CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990
CO2-doelen lijken niet haalbaar met plannen van klimaattafels
Kabinet verwacht voor zomervakantie klimaatakkoord te hebben
GroenLinks en de PvdA hadden ieder een eigen variant van een CO2-heffing uitgewerkt en die laten doorrekenen, omdat de partijen de plannen van de zogenoemde klimaattafels voor de industrie te vrijblijvend vonden.
Er is een bonus-boetesysteem uitgewerkt, terwijl de partijen pleiten voor een generieke heffing waarbij de industrie sowieso een vorm van CO2-belasting betaalt.
Aan de klimaattafels zijn door verschillende partijen uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheden vele plannen bedacht die moeten leiden tot 49 procent CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990. Dit is het percentage dat het kabinet zich ten doel heeft gesteld om de opwarming van de aarde af te remmen. Uiteindelijk moeten alle plannen samen tot een klimaatakkoord leiden.
Maar uit de doorrekening bleek dat die CO2-doelen waarschijnlijk niet worden gehaald. Vooral de industriesector blijft achter. De ruim 14 megaton CO2 die deze sector moet besparen, van de in totaal 49 megaton, wordt niet gehaald.
Het PBL werkt met bandbreedtes wanneer er wordt gekeken naar CO2-besparing, omdat er veel onzekerheden zijn. In de plannen van GroenLinks en de PvdA, die meerdere varianten lieten doorrekenen, vallen de doelen in bijna alle gevallen binnen die bandbreedtes, maar niet in alle gevallen.
Opbrengsten worden teruggegeven aan huishoudens
In algemene zin kan worden vastgesteld dat met de plannen van GroenLinks en PvdA de CO2-doelen worden gehaald, de kosten voor rekening van de industrie zijn en de opbrengsten worden teruggesluisd via een lagere energierekening voor huishoudens en het stimuleren van duurzame energie voor het bedrijfsleven.
Het PBL waarschuwt wel dat de extra kosten voor de industrie ertoe kunnen leiden dat bedrijven uit Nederland vertrekken, maar dan logischerwijs nog wel CO2 blijven uitstoten. “Een risico bestaat dat bedrijven op langere termijn hun productie in Nederland zullen verminderen, stoppen of minder laten toenemen dan wanneer er geen heffing zou zijn”, schrijft het PBL.
Rutte belooft plannen PvdA en GroenLinks serieus te bekijken
Het kabinet moet nog een besluit nemen over welke klimaatmaatregelen uiteindelijk worden gebruikt en in het definitieve klimaatakkoord komen. Premier Mark Rutte heeft steeds gezegd serieus naar de plannen van de twee oppositiepartijen te kijken.
Rutte kondigde in maart aan ook te werken aan een CO2-heffing. Maar uit uitgelekte stukken zou blijken dat die heffing een stuk milder is dan de varianten van GroenLinks en PvdA.
Vanwege de CO2-heffing voor de industrie, in welke vorm dan ook, loopt de afronding van het klimaatakkoord vertraging op, zei Rutte. De premier verwacht wel voor de zomervakantie, die op 5 juli begint, klaar te zijn. Aanvankelijk was het de bedoeling dat er eind vorig jaar een akkoord zou liggen.
CO2-heffing loopt op tot 200 euro per ton CO2
GroenLinks heeft twee varianten laten doorrekenen. In de eerste variant gaat het om een heffing van 25 euro per ton CO2 in 2020, die wordt verdubbeld tot 50 euro per ton CO2 in het jaar daarop. Daarna stijgt de heffing jaarlijks tot 100 euro per ton CO2 in 2030 en uiteindelijk 200 euro per ton CO2 in 2050.
De opbrengsten gaan vooral naar de verlaging van de energierekening voor huishoudens. Ook wordt een deel gebruikt voor een belastingkorting voor de laagste inkomens en voor compensatie voor de meest vervuilende bedrijven om te voorkomen dat die naar het buitenland vertrekken en daar alsnog CO2 uitstoten.
“Ik denk dat het belangrijk is om te komen tot een breed gedragen uitwerking van de CO2-belasting”, aldus Jesse Klaver.
In de tweede variant van GroenLinks start de heffing van 25 euro per ton CO2 in 2023 en loopt die dan op tot 100 euro in 2030. Uiteindelijk komt ook deze heffing uit op 200 euro per ton CO2 in 2050.
De opbrengst gaat in deze variant in de vorm van subsidie naar bedrijven die willen verduurzamen in plaats van naar compensatie. Verder is het uitgavenpatroon gelijk aan de eerste variant. Deze heffing komt boven op de al bestaande Europese CO2-heffing (ETS).
“Ik denk dat het belangrijk is om te komen tot een breed gedragen uitwerking van de CO2-belasting”, zegt GroenLinks-leider Jesse Klaver. “Onze bereidheid om hier aan te werken blijft staan. Ik vraag me wel af of VVD en CDA dat aandurven.”
‘Met verstandige heffing worden doelen wel gehaald’
De CO2-heffing van de PvdA begint op 45 euro per ton CO2 in 2021 en blijft met 2 procent per jaar stijgen. Bedrijven die al een Europese CO2-heffing betalen, krijgen korting. PvdA wil kwetsbare sectoren ontzien door deze bedrijven 20 of 40 procent minder te belasten.
PvdA-leider Lodewijk Asscher: “Met een verstandige heffing worden de klimaatdoelen wél gehaald en worden gewone huishoudens ontzien.”
Plannen van de linkse partijen voor een CO2-heffing leiden tot meer reductie van de uitstoot van CO2 dan het concept-klimaatakkoord, luidt de voorlopige conclusie van het PBL.
NOS 24.04.2019 Met de invoering van een CO2-heffing voor de industrie is het mogelijk om de klimaatdoelen te halen. Het gaat om een zogenoemde ‘platte’ heffing, die inhoudt dat bedrijven een vast bedrag betalen voor iedere ton CO2-uitstoot.
Dat blijkt uit voorlopige doorrekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) van plannen van GroenLinks en de PvdA om de CO2-uitstoot terug te brengen. Wel ontstaat bij het invoeren van een CO2-heffing het risico dat bedrijven naar het buitenland vertrekken, stelt het PBL.
De twee linkse partijen hebben het PBL gevraagd hun eigen voorstellen voor een CO2-belasting door te rekenen, omdat het bureau twijfelt aan de haalbaarheid van de plannen die in het concept-klimaatakkoord staan. De partijen denken dat hun plannen duidelijker en doeltreffender zijn. Het PBL zegt meer tijd nodig te hebben voor een definitieve doorrekening van de voorstellen.
Boete
In het concept-klimaatakkoord is een zogenoemd bonus/malus-systeem voorgesteld. Bedrijven krijgen een doelstelling opgelegd waarvoor ze subsidies kunnen krijgen, een bonus. Maar als ze de doelstellingen niet halen krijgen ze een boete, een malus dus.
GroenLinks en PvdA geloven dat hun eigen plannen voor een generieke heffing voor iedere ton CO2-uitstoot meer resultaat opleveren. Het Planbureau geeft hun dus gelijk: de doelstelling voor de industrie in het klimaatakkoord is een reductie van de uitstoot van 14,3 megaton. De plannen van de ‘industrietafel’ waar over het klimaatakkoord is onderhandeld, komen waarschijnlijk niet verder dan 6 tot maximaal 14 megaton.
Strengere heffing
Het plan van de PvdA voor een heffing leidt in de voorlopige doorrekening tot een afname van 11 tot 22 megaton van de CO2-uitstoot. GroenLinks stelt een wat strengere heffing voor en komt uit op een reductie tussen 12 en 24 megaton. Het kabinet heeft al toegezegd de uitkomsten van deze doorrekeningen mee te wegen in zijn afwegingen.
Begin juni komt het kabinet met een uitwerking van de klimaatplannen, met daarin een “verstandige” CO-heffing. Het is nog onduidelijk hoe die heffing er precies uit gaat zien. De PvdA en GroenLinks vrezen dat de regeling niet streng genoeg is, zeiden ze begin april. Maar volgens minister Wiebes was er nog geen uitgewerkt plan en waren er alleen nog “verkennende gesprekken” gevoerd.
AD 24.04.2019 PvdA en GroenLinks claimen dat de klimaatdoelstellingen alleen kunnen worden gehaald met een forse CO2-heffing voor bedrijven. Vandaag publiceerden zij hun alternatieve plannen.
De PvdA denkt in de meest verregaande variant van de CO2-heffing (waarbij alle bedrijven een belasting moeten betalen over de uitstoot die ze veroorzaken) een vermindering van de uitstoot van 13 tot 22 megaton te kunnen bewerkstelligen. ,,Zo worden de klimaatdoelen wél gehaald en worden gewone huishoudens ontzien.’’
GroenLinks denkt zelfs nog meer CO2 te kunnen besparen met een heffing: van 16 tot 24 megaton te kunnen halen, maar dat vereist wel een enorme investering van 6,7 – 7,6 miljard euro tot 2030. Dat geld moet worden besteed om via loonkostensubsidie mensen aan het werk te helpen die hun baan verliezen door de energietransitie. Ook moet er subsidie komen voor innovatieve technologieën.
Partijleider Jesse Klaver wil de CO2-belasting geregeld zien in het Belastingplan 2020. ,,Het lijkt er op dat het kabinet verlamd is. Maar wat het kabinet moet realiseren is dat dit de laatste kans is. Doet het kabinet niets, dan staat niet alleen de toekomst van het klimaat, maar ook dat van het kabinet op het spel.’’
Het PBL wijst erop dat de doorrekeningen van de twee linkse voorstellen slechts ‘een ruwe indicatie’ geven. Om ook de gevolgen voor bijvoorbeeld het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid te kunnen inschatten, hebben de rekenmeesters meer tijd nodig.
Kabinetsplannen
De doorrekeningen zijn belangrijk omdat het kabinet ze wil meenemen bij de overwegingen rond een CO2-taks. De ruim zeshonderd maatregelen uit het vorige maand gepresenteerde voorlopige Klimaatakkoord schieten volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) namelijk tekort om de kabinetsdoelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 te halen.
Daarop liet het kabinet weten dat er toch een ‘verstandige’ heffing op de uitstoot van het schadelijke CO2 bij grote bedrijven komt. ‘De rekening moet eerlijker verdeeld worden’, aldus premier Mark Rutte vorige maand. In eerste instantie voelde het kabinet niets voor een CO2-taks, maar lag er een regeling met subsidies en boetes voor de industrie op tafel. Die werkt echter onvoldoende, aldus het PBL.
Het kabinet wil echter niet zo ver gaan als PvdA en GroenLinks en met een algemene heffing komen voor alle bedrijven. Het kabinet wil ‘een verstandige heffing’ die bedrijven niet naar het buitenland jaagt. Ook moet de opbrengst worden gebruikt om bedrijven te helpen schoner te produceren.
Mark Rutte sprak in de Ochtend show to go over het klimaat. Een kijker vroeg zich af of het wel slim was om de Formule 1 naar Nederland te halen.
AD 19.04.2019 Het kabinet verwacht pas begin juni zijn pakket klimaatmaatregelen (klimaatakkoord) te presenteren. Aanvankelijk zouden deze maand de definitieve voorstellen komen om de uitstoot van broeikasgassen de komende decennia fors te verlagen.
Het kabinet stelt kwaliteit en zorgvuldigheid boven snelheid, meldt verantwoordelijk minister Eric Wiebes aan de Tweede Kamer. Premier Mark Rutte had begin april al laten doorschemeren dat het langer zou gaan duren. Hij sprak toen over een ,,enorme bak werk.’’
De regering buigt zich over de doorberekeningen van het ontwerp-klimaatakkoord. Bij de presentatie van het definitieve akkoord wil het kabinet de Kamer informeren over de manier en het moment waarop zal worden vastgesteld of de doelen worden gehaald. Het zal dan ook gaan om de veelbesproken CO2-heffing voor de industrie.
NU 08.04.2019 Het gaat Nederland niet lukken om het met Europa afgesproken doel van 14 procent duurzame energie in 2020 te halen. Daarom zal de overheid aanvullende maatregelen moeten nemen, stelt EU-commissaris Miguel Arias Cañete (Klimaatactie en Energie) in een interview met NRC.
Hij bevestigt de constatering die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in januari al deed. De overheidsinstantie die beleidsanalyses op het gebied van milieu maakt, constateerde in een rapport dat door de overheid gestelde klimaatdoelen niet worden gehaald.
Het percentage opgewekte duurzame energie bedraagt volgend jaar naar verwachting 12,2 procent, dat is minder dan het Europese doel van 14 procent.
Nederland behoort daarmee tot een minderheid. Elf EU-lidstaten hebben de doelen al gehaald, tien lidstaten liggen op schema om het doel binnen een jaar te halen. Slechts zeven landen bevinden zich in de gevarenzone.
Nederland kan duurzame energie in het buitenland kopen
EU-commissaris Cañete stelt in het interview met de krant dat Nederland duurzame energie in het buitenland moet gaan inkopen of produceren om toch de door de Europese wet voorgeschreven doelen te halen. Cañete heeft hier vorige week met minister Eric Wiebes (Klimaat) over gesproken.
Energie is duurzaam als deze wordt opgewekt met wind, zon of biomassa (verbranding). Dit zijn vormen van energie waarbij het verbruik geen gevolgen heeft voor het leefmilieu en de toekomstige generaties.
De Europese bewindsman wil niet zeggen wat de consequenties voor Nederland zullen zijn als de doelen in 2020 niet worden gehaald. “Wij zorgen met al onze wettelijke instrumenten dat landen hun verantwoordelijkheid nemen voor de bindende doelen”, stelt hij. Hij beklemtoont dat Nederland niet meer tijd zal krijgen om de doelen te halen.
EU prijst Nederland voor ambities op lange termijn
Cañete prijst in NRC Nederland overigens wel voor de ambities van Nederland op de lange termijn. Zo heeft het kabinet het voornemen uitgesproken om in 2030 al een CO2-reductie van 49 procent te realiseren, terwijl de Europese afspraken slechts 40 procent reductie voorschrijven.
Overigens bleek uit hetzelfde PBL-rapport dat de Nederlandse resultaten vooralsnog achterlopen op de voornemens. De uitstoot van CO2 is sinds 2017 zelfs weer toegenomen.
Het klimaatbeleid was een van de heikele thema’s bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in maart.
Het definitieve klimaatakkoord moet er in juni liggen
Wiebes heeft beloofd in april een uitwerking te presenteren van het voorlopige klimaatakkoord dat in december na een jaar lang overleg tussen onder meer de overheid, bedrijven en milieuorganisaties werd gepresenteerd. Het definitieve akkoord moet in juni klaar zijn.
Een woordvoerder van Wiebes laat maandag weten dat het ministerie onderzoek doet naar de mogelijkheden om extra duurzame energie in het buitenland te verwerven. De minister zal de Kamer hier voor de zomer uitsluitsel over geven.
NU 06.04.2019 De helft van de VVD-stemmers bij de Provinciale Statenverkiezingen wil liever dat de partij met Forum voor Democratie samenwerkt op het gebied van klimaat dan met GroenLinks. Dat blijkt uit een peiling van EenVandaag.
Vier op de tien VVD-kiezers gaan liever met GroenLinks in zee. De peiling van EenVandaag werd gehouden onder 29.000 mensen. Daarvan zeggen ruim tweeduizend op de VVD te hebben gestemd bij de laatste verkiezingen.
Bijna de helft (48 procent) van de VVD-kiezers vindt overigens dat de partij de juiste koers volgt op het gebied van klimaat, 38 procent is echter van mening dat de klimaatkoers te links is.
Het thema klimaat speelde ook een grote rol bij de mensen die in 2017 op de VVD hebben gestemd en bij de Provinciale Statenverkiezingen zijn overgestapt naar Forum voor Democratie. Van de overgestapte VVD-kiezers zegt 82 procent dat klimaatbeleid van invloed is geweest op hun stem.
AD 06.04.2019 Een groot deel van de achterban van de VVD vindt hun partij te links geworden over klimaat. De partij blijkt tot op het bot verdeeld: veel leden en kiezers zien de VVD liever met Forum voor Democratie samenwerken dan met GroenLinks.
Dat blijkt uit een peiling van het EenVandaag Opiniepanel in samenwerking met deze krant. Uit de uitkomsten is op te maken dat de partij van premier Mark Rutte een probleem heeft als het gaat om klimaatmaatregelen. Bij de afgelopen Statenverkiezingen verloor de partij veel kiezers aan Forum voor Democratie. Maar uit de peiling blijkt dat ook een groot deel van de leden en de VVD-stemmers vinden dat de partij te ‘groen’ is geworden.
Voor 82 procent van de VVD-kiezers die bij de afgelopen Statenverkiezingen hun partij de rug toekeerden en Forum voor Democratie stemden, was klimaat van invloed op de overstap. Van de kiezers die de VVD trouw bleven noemt 38 procent de klimaatkoers ook ‘te links’. Liefst 60 procent van de VVD-leden zegt daarom liever dat de partij gaat samenwerken met Forum voor Democratie, dat geen klimaatmaatregelen wil, dan met GroenLinks. Onder kiezers is dat de helft.
CO2-heffing
De VVD voegde zich met de klimaatwet in een regenboogcoalitie met CDA, D66, ChristenUnie en linkse partijen GroenLinks, PvdA en SP om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Waarschijnlijk eind mei komt het kabinet met maatregelen hoe dat te halen, zei premier Rutte gisteren. Het kabinet heeft er meer tijd voor nodig dan gedacht. Vlak voor de Statenverkiezingen kondigde premier Rutte alvast aan de industrie te willen belasten met een CO2-heffing.
Hoewel fractieleider Klaas Dijkhoff eerder zei weinig op te hebben met ‘klimaatdrammers’ en er voor te zullen waken dat de maatregelen burgers niet te veel geld gaan kosten, is een groot deel van de achterban ontevreden.
Bij de Provinciale Statenverkiezing werd de VVD voorbijgestreefd door Forum van Democratie als grootste partij. De VVD hield twaalf zetels over in de Eerste Kamer, een minder dan Forum er wist te bemachtigen.
Partijleider Rutte benadrukte gisteren nog dat het klimaatakkoord waar het kabinet voor de zomer mee komt ‘niet links of rechts is’. ,,Dit kabinet bestaat uit een brede coalitie van vier partijen, dus het resultaat is sowieso een breed door de samenleving gedragen compromis.’’
Maar daar denkt een groot deel van de achterban anders over. Prominenten in het land verwijten de partijtop dat het ‘geen goed verhaal’ had bij de klimaatmaatregelen die het wil gaan nemen, zo blijkt uit een rondgang van deze krant.
Prominente VVD’ers stellen dat hun partij ‘zoekende’ is naar een ‘goed verhaal’ om duidelijk te maken waarom klimaatbeleid nodig zou zijn. ,,We hebben vanuit de VVD niet uitgelegd waar we mee bezig zijn. Het kwam uit de lucht vallen’’, zegt Herbert Raat, VVD-wethouder in Amstelveen bijvoorbeeld.
MSN 06.04.2019 De helft van de VVD-stemmers bij de Provinciale Statenverkiezingen wil liever dat de partij met Forum voor Democratie samenwerkt op het gebied van klimaat dan met GroenLinks. Vier op de tien VVD-kiezers gaan liever met GroenLinks in zee, blijkt uit een peiling van EenVandaag onder 29.000 mensen. Daarvan zeggen ruim 2000 op de VVD te hebben gestemd bij de laatste verkiezingen.
Bijna de helft (48 procent) van de VVD-kiezers vindt overigens dat de partij de juiste koers op klimaat volgt. 38 procent is echter van mening dat de klimaatkoers te links is.
Het thema klimaat speelde ook een grote rol bij de mensen die in 2017 op de VVD hebben gestemd en bij de Statenverkiezingen zijn overgestapt naar Forum voor Democratie. 82 procent van de overgestapte VVD-kiezers zegt dat klimaatbeleid van invloed op hun stem is geweest, aldus het onderzoek.
Telegraaf 06.04.2019De helft van de VVD-stemmers bij de Provinciale Statenverkiezingen wil liever dat de partij met Forum voor Democratie samenwerkt op het gebied van klimaat dan met GroenLinks. Vier op de tien VVD-kiezers gaan liever met GroenLinks in zee, blijkt uit een peiling van EenVandaag onder 29.000 mensen. Daarvan zeggen ruim 2000 op de VVD te hebben gestemd bij de laatste verkiezingen.
Bijna de helft (48 procent) van de VVD-kiezers vindt overigens dat de partij de juiste koers op klimaat volgt. 38 procent is echter van mening dat de klimaatkoers te links is.
Het thema klimaat speelde ook een grote rol bij de mensen die in 2017 op de VVD hebben gestemd en bij de Statenverkiezingen zijn overgestapt naar Forum voor Democratie. 82 procent van de overgestapte VVD-kiezers zegt dat klimaatbeleid van invloed op hun stem is geweest, aldus het onderzoek.
AD 06.04.2019 De VVD worstelt met haar klimaatstandpunten. Kiezers stapten vanwege ‘te links’ beleid over naar andere partijen, maar ook achtergebleven leden roeren zich, blijkt uit een rondgang. ,,We missen een goed verhaal’’, klinkt het intern.
Niets aan de hand mensen, doorlopen! De VVD heeft dan wel ‘één zeteltje’ verloren in de Eerste Kamer, maar het is slechts ‘jammer’ dat de partij net niet de grootste bleef. Dat is ongeveer het verhaal binnen de grootste regeringspartij, dezer dagen.
Uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel in samenwerking met deze krant, blijkt echter dat de zorgen (veel) groter zijn. Een groot deel van de kiezers die overstapten naar Forum voor Democratie deden dat omwille van het klimaatbeleid. En ook de achtergebleven kiezer spreekt van een ‘te linkse’ koers. Zelfs de leden die op partijcongressen vaak braaf de koers ondersteunen, geven een waarschuwing af. Meer dan de helft vindt de koers ‘te links’, nog eens 58 procent ziet niets in samenwerking met GroenLinks op dit gebied.
AD 05.04.2019 In een gesprek met minister-president Rutte hebben klimaatspijbelaars vanmiddag uitgehaald naar de premier en minister Wiebes van Klimaat. De scholieren zijn er boos over dat het Klimaatakkoord opnieuw is vertraagd. Op 24 mei gaan ze weer staken.
De Haagse scholieren van de actiebeweging Youth for Climate mochten vandaag voor de tweede keer in gesprek met Rutte en Wiebes, dit keer op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in Den Haag. In februari waren de klimaatspijbelaars al eens te gast in het Torentje van de minister-president.
Een paar uur vóór de bijeenkomst maakte Rutte bekend dat het definitieve Klimaatakkoord een paar weken vertraging oploopt. ,,Dit is wel een tendens’’, zegt scholier Pieter Lossie (17). ,,Direct bij het begin van het gesprek hebben we gezegd dat we hier boos over zijn. Het kabinet roept constant dat er draagvlak nodig is voor de klimaatmaatregelen. Maar op het moment dat je dingen uitstelt en politieke spelletjes gaat spelen, zorg je juist dat draagvlak verloren gaat.’’
Volgens Lossie, die namens de Haagse klimaatspijbelaars het woord voert, begrepen Rutte en Wiebes hun zorgen wel. ,,De sfeer tijdens het gesprek was goed. Ze vinden het nog steeds belangrijk dat er draagvlak is, maar daarvoor willen ze eerst zekerheid bieden. Wij hebben gezegd dat ze nu écht haast moeten maken.’’
De scholieren staken op vrijdag 24 mei opnieuw voor het klimaat. Die dag gaan scholieren in de hele wereld de straat op om te demonstreren voor beter klimaatbeleid. Rutte en Wiebes hebben de scholieren tijdens het gesprek geprezen voor hun inzet, zo zegt Lossie. ,,Ze hebben niet gezegd dat we niet mogen spijbelen.’’
Premier Rutte op zijn persconferentie na de ministerraad ANP
NOS 05.04.2019 Premier Rutte begrijpt niet waarom GroenLinks-leider Klaver zich de afgelopen dagen verontwaardigd en woedend heeft uitgelaten over de CO2-heffing van het kabinet. “De man is helemaal in paniek over niets”, zei Rutte op zijn wekelijkse persconferentie.
Klaver was gisteravond te gast bij het tv-programma Jinek, waar hij bezwaar maakte tegen wat hij de CO2-heffing van het kabinet noemt. Rutte: “Maar er is nog helemaal niks besloten.” Hij houdt het voor mogelijk dat de boosheid toneelspel van Klaver is.
De coalitiepartijen zijn volgens Rutte nog lang niet klaar met het uitwerken van de CO2-heffing. “Het is een enorme bak werk met heel veel technische aspecten. Het is niet zozeer politiek, maar ook technisch ingewikkeld.”
De kans is groot dat het kabinet op 26 april geen definitief klimaatakkoord kan presenteren. “Ik acht het niet uitgesloten dat we een paar weken langer nodig hebben.”
Op 13 maart 2019 kondigde het kabinet een CO2-heffing aan:
“Het kabinet zal daarom komen tot een verstandige en objectieve CO2-heffing om te zorgen dat bedrijven hun CO2-uitstoot daadwerkelijk terugdringen op een zodanige wijze dat we voorkomen dat bedrijven naar het buitenland vertrekken. (…). De opbrengst van de CO2-heffing zal worden gebruikt om de industrie te vergroenen.”
Minister Wiebes liet gisteren in een brief aan de Tweede Kamer weten dat er nog geen besluiten zijn genomen, ondanks krantenberichten dat het kabinet bedrijven alleen belasting wil laten betalen over een deel van hun uitstoot.
Op de vraag of hij de komende weken koffie gaat drinken met Klaver en PvdA-leider Asscher antwoordt Rutte dat dat niet veel zin heeft. “We weten wat zij willen, en we wachten op de doorrekeningen van hun plannen. Dat kan voor ons ook nog belangrijke informatie zijn.”
Maar uiteindelijk moet de coalitie hier zelf “een ei over leggen” zegt Rutte. Dat dat meer tijd kost vindt hij niet erg, omdat het kabinet vindt dat kwaliteit boven snelheid moet gaan.
“Wat je wilt is dat er iets uitkomt dat 30 jaar meegaat”, zegt hij. “En als we het slim doen halen we er ook nog heel veel economische groei uit. Maar dan moet je geen fouten maken zodat er aan het begin meteen banen verdwijnen.”
Telegraaf 05.04.2019De uitwerking van het klimaatakkoord laat waarschijnlijk langer op zich wachten. Het kabinet zou nog deze maand met definitieve voorstellen komen om de uitstoot van broeikasgassen de komende decennia fors te verlagen. Maar dat blijkt zo’n „enorme bak werk” dat die datum vrijwel zeker niet wordt gehaald, aldus minister-president Mark Rutte tijdens zijn wekelijkse persconferentie.
Vooral een CO2-belasting voor de zware industrie blijkt „technisch ongelofelijk complex.” Het kabinet heeft al besloten dat zo’n heffing er moet komen, omdat anders de industrie vrijwel zeker niet de gevraagde bijdrage zal leveren aan de vermindering van de uitstoot. Maar de belasting mag bedrijven niet de grens over jagen.
Het kabinet verkiest „kwaliteit boven snelheid”, benadrukt Rutte. Ook wijst de premier erop dat nog niet alle informatie op tafel ligt. Zo wordt van voorstellen voor een CO2-heffing van de oppositiepartijen GroenLinks en PvdA nog in kaart gebracht wat de verwachte effecten zijn op zowel de CO2-uitstoot als op zaken als vestigingsklimaat en werkgelegenheid.
Berichten dat het kabinet zou aansturen op een vrij beperkte CO2-heffing, zetten afgelopen week veel kwaad bloed bij de oppositie. GroenLinks-leider Jesse Klaver sprak van kiezersbedrog. De ommezwaai van het kabinet, dat eerder nog weinig voelde voor een CO2-belasting, kwam immers kort voor de provinciale verkiezingen.
Rutte vindt de felle kritiek van Klaver erg voorbarig, omdat het kabinet nog helemaal geen besluit genomen heeft over de CO2-taks. „De man is helemaal in paniek om niks”, aldus de premier.
AD 05.04.2019 Het definitieve klimaatakkoord loopt vertraging op. Dat zei premier Mark Rutte vanmiddag tijdens zijn wekelijkse persconferentie. Het kabinet is nog niet klaar met de uitwerking van de plannen, waaronder een CO2-belasting voor bedrijven.
De premier herhaalde dat de klimaatmaatregelen, die moeten bijdragen aan een reductie van de CO2-uitstoot met 49 procent in 2030, haalbaar en betaalbaar moeten zijn, maar dat tegelijkertijd voorkomen moet worden dat bedrijven Nederland verlaten.
,,Kwaliteit moet gaan boven snelheid, daarom is het heel goed mogelijk dat het definitieve eindrapport later volgt dan 26 april’’, aldus Rutte, die benadrukt dat het ‘technisch ongelooflijk complex’ is.
Ook zijn de doorrekeningen van GroenLinks en PvdA over hun voorgestelde CO2-heffing voor bedrijven nog niet binnen, waaruit moet blijken wat de verwachte effecten zijn op zowel de CO2-uitstoot als op zaken als vestigingsklimaat en werkgelegenheid.
Rutte wil die doorrekeningen afwachten en meenemen in de besluitvorming. Hij denkt wel dat de betrokken partijen er goed uit gaan komen en hoopt het rapport een aantal weken later alsnog te kunnen presenteren. ,,Ik taxeer ergens tussen half mei en begin juni.’’
Beperkte taks
Berichten dat het kabinet zou aansturen op een vrij beperkte CO2-heffing, zetten afgelopen week veel kwaad bloed bij de oppositie. GroenLinks-leider Jesse Klaver sprak zelfs van kiezersbedrog. De ommezwaai van het kabinet, dat eerder nog niets voelde voor een CO2-belasting, kwam immers kort voor de provinciale verkiezingen.
Rutte vindt die kritiek voorbarig, omdat het kabinet nog helemaal geen besluit genomen heeft over de CO2-taks. ,,De man is helemaal in paniek om niks’’, aldus de premier.
Telegraaf 05.04.2019 Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) gaat de doorrekeningen die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft gemaakt van het klimaatakkoord opnieuw tegen het licht houden. Dat zegt directeur Taco van Hoek in een interview met De Telegraaf.
De econoom, zelf jarenlang werkzaam geweest in de top van het Centraal Planbureau, heeft stevige kritiek op het rekenwerk van het PBL. Hij stelt onder andere dat kosten te laag worden ingeschat en dat onderbouwing voor berekeningen ontbreekt.
„Wij gaan nu met onze eigen kennis kijken naar de onderbelichte onderwerpen en de doorrekening om een economische visie te geven op wat de energietransitie en het klimaatbeleid betekenen voor Nederland”, legt Van Hoek uit.
Volgens de rekenmeester helpt dat om keuzes te maken die écht haalbaar en betaalbaar zijn. De EIB-directeur vindt dat het planbureau duidelijkheid moet geven over wat er nu wel en niet is berekend.
NOS 04.04.2019 Het kabinet heeft nog geen uitgewerkt plan voor het belasten van Nederlandse bedrijven voor de uitstoot van CO2. Het kabinet is nog bezig met “verkennende gesprekken” met verschillende organisaties en wacht nog op bepaalde doorrekeningen.
Minister Wiebes reageert in een brief aan de Tweede Kamer op het bericht dat het kabinet bedrijven alleen belasting wil laten betalen over een deel van hun uitstoot.
Twee randvoorwaarden
In de brief benadrukt de minister de randvoorwaarden van het kabinet: de maatregel moet in 2030 zorgen voor 14,3 Mton CO2-reductie en bedrijven moeten door de maatregel niet naar het buitenland vertrekken. “Binnen deze twee randvoorwaarden liggen alle opties open”, schrijft de minister. “Het kabinet werkt aan een voorstel.”
Het kabinet maakte op 13 maart bekend toch bereid te zijn de door linkse partijen gewenste CO2-heffing in te voeren. Het moeten wel, zo benadrukte premier Rutte, “verstandige” heffingen zijn om te voorkomen dat door het vertrek van Nederlandse bedrijven banen verloren zouden gaan.
Oppositiepartijen PvdA en GroenLinks reageerden vandaag kritisch op de berichten dat het kabinet haar belofte toch niet wil nakomen. De partijen baseren hun argwaan op een uitgelekt concept, waarin staat dat bedrijven geen belastingen hoeven te betalen voor het eerste deel van hun CO2-uitstoot.
Platte heffing
PvdA-leider Asscher vindt dat het kabinet er een “bende” van maakt. De partij wil een eerlijke verdeling van de lasten voor de klimaatplannen en wil niet dat bedrijven ontzien worden ten koste van burgers.
GroenLinks-leider Klaver herhaalt dat er een zogenoemde platte heffing moet komen, dat wil zeggen een vaste heffing voor elke ton CO2 die wordt uitgestoten.
Voorbarig
Het is allemaal nog zeer voorbarig, zegt politieke verslaggever Ron Fresen. Bronnen in de coalitie benadrukken dat er nog geen enkel voorstel op tafel ligt. “Dat lijkt ook logisch, want er komen nog doorrekeningen van de plannen van GroenLinks en de PvdA. Daar wil de coalitie ook op wachten voordat ze een besluit nemen.”
Rechterkant
De CO2-heffing is zeker een onderwerp dat voor spanningen gaat zorgen, zegt Fresen. VVD en CDA zullen vrezen voor verlies van werkgelegenheid en het vertrek van bedrijven naar landen met minder stevige klimaatregels. “Deze partijen zullen aan de rechterkant hangen en zeggen dat het niet te gek moet worden.” Aan de andere kant staan D66 en ChristenUnie die willen dat de ambitieuze klimaatdoelen gehaald worden.
Fresen: “De CO2 heffing is typisch zo’n klimaatonderwerp waarmee het kabinet in de klem zit tussen linkse partijen die ze straks nodig hebben in de Eerste Kamer en de politieke situatie op rechts waar VVD en CDA de hete adem van Forum steeds meer voelen.”.
Het CO2-plan van het kabinet wordt eind april verwacht.
Elsevier 03.04.2019 Voor de VVD verloopt de onderhandelingsfase na de Provinciale Statenverkiezingen uiterst moeizaam. Door het verzet van Forum voor Democratie leek de partij steun te gaan zoeken op links, maar GroenLinks en PvdA dreigen de klimaatplannen van het kabinet te gaan blokkeren. Zo is het zeer de vraag of het kabinet wel steun kan vinden voor het klimaatbeleid.
GroenLinks en PvdA vinden beperkte CO2-heffing wassen neus
De klimaatplannen van het kabinet staan op losse schroeven, meldt het AD. Het kabinet-Rutte III, dat straks een minderheid heeft in de Eerste Kamer, leek steun te kunnen verwachten van GroenLinks en PvdA om wetten door de senaat te krijgen, maar die partijen liggen nu dwars. Een week voor de verkiezingen kondigden premier Mark Rutte en minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (beiden VVD) nog een nationale CO2-belasting voor bedrijven aan, maar een aanpassing van dat plan leidt tot onvrede op links.
Volgens het dagblad werkt minister Wiebes ‘achter de schermen’ aan een minder verstrekkende CO2-heffing, die alleen de meest vervuilende bedrijven zwaarder belast. Tweede Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks) spreekt tegenover de krant van ‘kiezersbedrog’, en stelt dat een heffing ‘voor het topje van de ijsberg’ nauwelijks geld oplevert. Daar sluit PvdA’er William Moorlag zich bij aan: ‘Rutte en Wiebes doen op deze manier een nieuw cadeaupapiertje om het boetesysteem voor bedrijven dat eerder is afgeserveerd.’ Hij wil net als GroenLinks dat huishoudens worden gecompenseerd voor de te verwachte doorberekening van bedrijven aan consumenten. Het kabinet is nu van plan om de opbrengst van de CO2-taks naar bedrijven terug te sluizen zodat die kolen en gas vaarwel kunnen zeggen.
Kabinetspartijen VVD en CDA vrezen dat een CO2-heffing bovenop de Europese ETS-taks – waarmee Nederland het eerste land in de EU zou zijn – bedrijven wegjaagt naar omliggende landen. Dat zou de CO2-uitstoot niet verminderen, maar de Nederlandse economie wel schaden. In eerste instantie wilde het kabinet daarom een systeem invoeren waarbij de grootste uitstoters worden beboet en de ‘groenste’ bedrijven subsidie krijgen, maar vorige maand berekende het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat het doel (49 procent minder uitstoot in 2030) daarmee niet wordt gehaald. Daarom kondigden Rutte en Wiebes tot vreugde van GroenLinks-leider Jesse Klaver alsnog de nationale CO2-heffing aan, maar daar komt het kabinet nu dus mogelijk weer op terug.
Werkgeversorganisaties bezorgd over plannen
Vermoedelijk wordt de draai mede ingegeven door zorgen vanuit het bedrijfsleven: dinsdag stuurden de voorzitters van werkgeversorganisaties VNO-NCW (Hans de Boer) en MKB-Nederland (Jacco Vonhof) een brandbrief aan minister Wiebes en de Tweede Kamer waarin ze hun zorgen uiten over de vele onbeantwoorde vragen over het klimaatbeleid.
‘Alle industriële bedrijven in de EU betalen al een CO2-heffing door het Europese emissiehandelssysteem,’ schrijven de ondernemingsorganisaties over de nationale taks. ‘Nieuw onderzoek (…) in opdracht van het kabinet laat zien dat het internationale level playing field geen ruimte laat voor een nationale heffing hier bovenop.’ Ook stellen De Boer en Vonhof dat ‘de huidige politieke koers rond het klimaatakkoord (…) nog te veel de echte prijs ervan voor burgers’ maskeert. Daarnaast trekken VNO-NCW en MKB-Nederland de betrouwbaarheid van de berekeningen van het PBL in twijfel.
Als voorbeeld worden in de brief de kosten genoemd voor het ‘energiezuinig’ maken van een huis. Dat kost volgens het PBL 15.000 euro per huis. ‘Dat is weinig,’ reageren de werkgevers. ‘Gemiddeld kost het bijna energieneutraal maken van een woning namelijk al gauw zo’n 30.000 euro en het gasvrij en CO2-neutraal maken van oude woningen komt op wel 60.000 euro of meer.’ Veel ondernemers maken volgens De Boer en Vonhof bovendien dubbele kosten, omdat ze naast hun huis ook nog hun bedrijfspand moeten ‘verduurzamen’.
De VNO-NCW-voorzitter liet zich al vaker kritisch uit over de klimaatplannen, vooral de CO2-heffing. Toen Jesse Klaver in januari zijn wetsvoorstel indiende om die taks in te voeren, betichtte De Boer de GroenLinks-leider zelfs van fake news: ‘Hij is levensgevaarlijk bezig,’ zei hij destijds tegen NPO Radio 1. De werkgeversvoorman zei dat Klaver ‘tegenstellingen die er niet zijn’ creëert door te stellen dat de industrie ‘niet alleen de allergrootste vervuiler is, maar ook nog eens niets betaalt en dat de burger de dupe is’.
VVD en FVD botsen over formatie Noord-Holland
Ook aan de rechterkant van het politieke spectrum is het klimaat een splijtzwam. In Noord-Holland, waar Forum voor Democratie (FVD) de grootste partij werd, concludeerde informateur Hans Smits dat een coalitie met die partij in het provinciebestuur ‘zeer gering, zo niet onmogelijk’ is vanwege het klimaatstandpunt. Volgens landelijk fractievoorzitter Thierry Baudet wordt FVD buitengesloten door de VVD: hij denkt dat die partij ‘zich stiekem meer thuis voelt bij GroenLinks’.
Een dag later weersprak de VVD de lezing van Baudet. ‘Wij willen juist heel graag het gesprek aangaan,’ zei VVD-fractieleider in Noord Holland Cees Loggen. Volgens hem heeft het overleg met Smits maar een kwartier geduurd, en is ‘het woord klimaat niet aan de orde gekomen’. Loggen denkt naar eigen zeggen dat zijn partij juist wat betreft klimaatbeleid beter zaken kan doen met FVD dan met GroenLinks. Hij vermoedt dat FVD probeert ‘onder regeerverantwoordelijkheid uit te komen’.
Nadat Smits – die door Forum was aangesteld – zijn opdracht als informateur beëindigde, stelde GroenLinks dinsdagavond Tweede Kamerlid Laura Bromet aan als informateur. Zo hoopt de partij – die net als FVD en VVD negen zetels kreeg – de regie te voeren in het formeren van het provinciebestuur.
In Zuid-Holland, waar FVD eveneens de grootste partij werd, stelde de door Baudet aangestelde informateur Hans Wiegel maandag een coalitie met in elk geval FVD en de tweede partij VVD voor. Volgende week onderzoekt hij er de verdere mogelijkheden voor de Gedeputeerde Staten.
FVD wil meepraten over Klimaatwet in Eerste Kamer
Forum voor Democratie herhaalde dinsdag ook de oproep om de Klimaatwet – niet te verwarren met het Klimaatakkoord – pas in de nieuwe samenstelling in de Eerste Kamer te behandelen. In principe stemt de senaat daar op 21 mei over, terwijl de nieuwe Eerste Kamer pas op 11 juni aantreedt.
In bovenstaande brief vraagt FVD-lijsttrekker in de Eerste Kamer Henk Otten aan senaatsvoorzitter Ankie Broekers-Knol (VVD) zich in te spannen om de behandeling van de wet op te schorten. Volgens Otten is het een ‘minachting van de Nederlandse kiezer’ als zijn partij niet de kans krijgt om mee te praten over Klimaatwet: ‘De afgelopen verkiezingen stonden immers vooral in het teken van het klimaatbeleid en kenden een aanzienlijk hogere opkomst dan gebruikelijk.’
Regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en de oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SP stemden in juni in met de Klimaatwet. Daarin hebben ze afspraken gemaakt over het fors terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen CO2 tot 2050. De doelstellingen gaan veel verder dan was afgesproken in het Regeerakkoord.
AD 03.04.2019 De klimaatplannen van het kabinet dreigen in duigen te vallen. De aangekondigde CO2-belasting voor bedrijven gaat niet ver genoeg voor GroenLinks en PvdA, terwijl het bedrijfsleven juist oproept af te zien van een nationale belasting.
Dat brengt premier Rutte en VVD-minister Wiebes van Klimaat in grote problemen. Het kabinet zit klem tussen de wensen van toekomstige gedoogpartners GroenLinks en PvdA – die straks nodig zijn voor een meerderheid in de Eerste Kamer – en de wensen van het bedrijfsleven.
Vorige maand maakte het kabinet een gebaar naar de linkse oppositie door onverwacht aan te kondigen dat er een nationale CO2-belasting voor bedrijven komt. Maar nu lijkt het erop dat het kabinet eind deze maand niet kiest voor een algemene belasting per uitgestoten ton CO2. Achter de schermen werkt Wiebes volgens bronnen aan een beperkte CO2-taks, waarbij alleen de meest vervuilende bedrijven een hogere belasting gaan betalen.
Kiezersbedrog
,,Dit ruikt naar kiezersbedrog’’, zegt GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee. ,,Het levert nauwelijks geld op als je alleen een heffing invoert voor het topje van de ijsberg. Dit is niet genoeg om bedrijven te verleiden om af te stappen van vervuilende energiebronnen.’’
Rutte en Wiebes doen op deze manier een nieuw cadeaupapiertje om het boetesysteem voor bedrijven dat eerder is afgeserveerd, aldus William Moorlag.
Ook PvdA-Kamerlid William Moorlag is verbijsterd over de koers die het kabinet lijkt te hebben ingezet. ,,Rutte en Wiebes doen op deze manier een nieuw cadeaupapiertje om het boetesysteem voor bedrijven dat eerder is afgeserveerd.’’ Het Planbureau voor de Leefomgeving rekende vorige maand uit dat zo’n boetesysteem – waarbij bedrijven een boete moeten betalen als ze te veel CO2 uitstoten – niet effectief is.
De steun van GroenLinks of PvdA, of beide partijen, is vanaf juni noodzakelijk om de klimaatplannen van het kabinet door de Eerste Kamer te loodsen. Van der Lee en Moorlag zeggen het klimaatbeleid niet te steunen als de CO2-taks onvoldoende uit de verf komt. Een derde mogelijke gedoogpartner, Forum voor Democratie, is hoe dan ook mordicus tegen klimaatmaatregelen.
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland hebben gisteren een brandbrief naar Wiebes gestuurd. In die brief keren zij zich tegen de CO2-taks. Zij waarschuwen dat grote bedrijven Nederland verlaten als de nationale heffing er komt, met banenverlies tot gevolg.
CO2-taks
De bedrijven vinden het niet eerlijk dat zij bovenop die Europese CO2-beprijzing – waarvoor zij nu al betalen – met een Nederlandse belasting te maken krijgen. Met zo’n extra CO2-taks zou Nederland het eerste land in de Europese Unie zijn.
GroenLinks en PvdA zijn óók niet te spreken over de koers van het kabinet om de opbrengst van de beperkte CO2-taks helemaal terug te sluizen naar de bedrijven. Van dat geld kunnen zij dan maatregelen betalen om van kolen en het gas af te gaan. ,,Wij willen dat een deel van de opbrengst ook naar huishoudens gaat’’, zegt PvdA’er Moorlag.
Volgens Moorlag gaan bedrijven de kosten van de CO2-belasting voor een groot deel sowieso doorberekenen aan consumenten. ,,Daarom is het niet meer dan normaal dat je huishoudens daar meteen voor compenseert.’’ Ook GroenLinks wil dat huishoudens een deel van de opbrengst van de CO2-taks in hun portemonnee terugzien.
Binnen de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie wordt afwachtend gereageerd. De VVD wil niet reageren op ‘geruchten’ over een beperkte CO2-belasting. D66 en ChristenUnie rekenen er nog altijd op dat het kabinet met een ‘verstandig’ belastingplan komt.
Half maart, toen Rutte de CO2-heffing aankondigde, benadrukte hij dat die wel ‘verstandig’ moet zijn. Hij bedoelde daarmee dat de belasting de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse industrie niet mag schaden. Zo noemde hij Tata Steel – een van de grootste vervuilers in ons land – van groot belang voor de werkgelegenheid en ‘een van de schoonste staalbedrijven ter wereld’. Tata Steel is fervent tegenstander van de CO2-taks.
Werkgeversclubs VNO-NCW en MKB-Nederland maken zich niet alleen zorgen over de CO2-taks. Zij vrezen ook dat huizenbezitters en ondernemers honderden miljarden euro’s moeten investeren in woningen en bedrijfspanden. Het Planbureau voor de Leefomgeving verwacht dat het 15.000 euro per huis kost om aardgasvrij te worden. Maar volgens de werkgevers kunnen de kosten voor het aardgasvrij en CO2-neutraal maken per huis oplopen tot 60.000 euro of meer.
AD 03.04.2019 Informateur Bram van Ojik (GroenLinks) gaat met zes politieke partijen verder om de tafel om te verkennen welke van deze partijen een nieuw dagelijks bestuur van de provincie Utrecht kunnen vormen. Forum voor Democratie, in Utrecht naast GroenLinks de grote winnaar van de verkiezingen voor de Provinciale Staten, is niet één van deze partijen.
Van Ojik heeft de afgelopen weken gesprekken gevoerd met alle dertien partijen die vertegenwoordigd zijn in de Utrechtse staten. Hij laat nu weten dat GroenLinks, VVD, CDA, D66, PvdA en ChristenUnie tijdens die gesprekken hebben aangegeven over deelname aan een coalitie te willen praten.
In deze eerste selectie is volgens Van Ojik geen plek voor FvD vanwege het klimaatstandpunt van deze partij. Forum is tegen de plaatsing van nieuwe windmolens en voelt er ook niet voor om zonneweides aan te leggen in de provincie. ,,Binnen de groep van de zes genoemde partijen is dat een excentrisch standpunt, en op grond daarvan doet Forum nu niet mee.
Overigens is het wel zo, dat op andere punten wél met Forum zaken kan worden gedaan. Geen van de partijen heeft dan ook op voorhand Forum uitgesloten als gesprekspartner.’’ Van Ojik wijst erop dat de zeven politieke partijen die nu niet zijn geselecteerd, wel betrokken blijven bij de totstandkoming van een toekomstig coalitieakkoord.
Spanning
Bram van Ojik is op initiatief van GroenLinks op 22 maart als informateur aan de slag gegaan. Hij is bezig met een zogenoemde ‘brede verkenning’ onder de politieke partijen. Dit gebeurt ‘op basis van zowel inhoud, onderlinge relaties als proces’. Hiermee willen Provinciale Staten in beeld krijgen wat partijen bindt en waar een gemeenschappelijke basis ligt, maar ook waar spanning zit.
Na afronding van deze verkenning zal de informateur met een openbare rapportage zijn bevindingen, conclusies en een advies voor het vervolg aan Provinciale Staten uitbrengen. Het streven is om dit proces uiterlijk 12 april met de openbare bespreking van zijn rapportage af te ronden. ,,Maandag ga ik verder praten met de zes partijen. Mijn doel is om aan het einde van die week te kunnen rapporteren welke van deze zes partijen het nieuwe college van Gedeputeerde Staten van Utrecht willen gaan vormen.’’
De afgelopen vier jaar werd de provincie bestuurd door D66, GroenLinks en VVD. Bij de Statenverkiezingen van 18 maart jongstleden kreeg D66 te maken met een fors verlies van 4 zetels (nu nog 5 over).
AD 02.04.2019 Forum voor Democratie heeft in een brief aan de Eerste Kamer opgeroepen de Klimaatwet pas te behandelen als de nieuwe senaat is geïnstalleerd.
In een brief, gericht aan huidig voorzitter Ankie-Broekers Knol, schrijft FvD-lijsttrekker Henk Otten dat Forum anders een kans wordt ‘ontnomen’ om aan het debat mee te doen.
De Klimaatwet is al aangenomen in de Tweede Kamer, maar moet nog door de Eerste Kamer. De senaat bepaalde juist onlangs dat de Klimaatwet op 14 mei zal worden behandeld. De nieuwe Eerste Kamer komt pas voor het eerst bijeen op 11 juni. Het is normaal dat de Eerste Kamer juist zoveel mogelijk lopende wetsontwerpen nog in de oude samenstelling behandelt.
Toch vindt Otten dat dit ‘een minachting van de kiezer’ zou betekenen. ,,De afgelopen verkiezingen stonden immers vooral in het teken van het klimaatbeleid en kenden een aanzienlijk hogere opkomst dan gebruikelijk.”
Otten schrijft dat hij alle huidige fractievoorzitters ook ‘met klem’ per brief zal verzoeken om de Klimaatwet later te behandelen. ,,Er is geen noemenswaardig bezwaar de behandeling (…) met enkele weken uit te stellen. Het gaat om beleid dat de komende decennia zijn beslag beoogt te krijgen. U staat bekend als zelfstandig denker en hoeder van instituties. Het zal het vertrouwen in de Haagse politiek (…) schaden als dit voorstel er in in de laatste weken van de zittingstermijn van de oude Eerste Kamer doorheen wordt geloodst.’’
Bij de Statenverkiezingen haalde Forum voor Democratie 13 zetels in de Eerste Kamer. Alleen PVV en Forum zijn tegen de Klimaatwet, waarmee er dus nog steeds een meerderheid voor het plan is.
De Klimaatwet is juist een initiatief van de Tweede Kamer dat de overheid verplicht om maatregelen te nemen om de uitstoot van CO2 terug te dringen.
AD 02.04.2019 50Plus is er nog niet uit of de seniorenpartij eind mei in de Eerste Kamer tegen de klimaatwet zal stemmen. Eerder steunde de partij de veelbesproken initiatiefwet wél met overtuiging in de Tweede Kamer.
Volgens Eerste Kamerlid Jan Nagel zullen de twee Senatoren van 50Plus pas na de behandeling van de klimaatwet beslissen of ze de initiatiefwet steunen, laat hij telefonisch aan deze krant weten.
Het besluit van de 50Plus-Senatoren heeft hoe dan ook geen grote gevolgen; het plan van de overgebleven zeven Kamerfracties zal in de Senaat een ruime meerderheid halen.
Volgens Nagel zijn er zowel argumenten die vóór als tegen de klimaat pleiten. De klimaatverandering vereist wel degelijk actie, aldus de partijvoorzitter. Aan de andere kant lopen de kiezers van zijn partij al genoeg tegen financiële tegenvallers aan, zoals de pensioenkortingen.
Tegen
Opmerkelijk genoeg suggereerde fractieleider Henk Krol vanmorgen in de Volkskrant nog dat 50Plus overweegt in de Eerste Kamer tégen de klimaatwet te stemmen. Hij sprak in de krant van een ‘heel duidelijk’ signaal door de kiezers, dat een tegenstem van de seniorenpartij zou rechtvaardigen.
Nagel wil de uitspraken van Krol echter niet herhalen, laat hij weten.
Klimaatwet
De klimaatwet is oorspronkelijk ingediend door GroenLinks, PvdA, SP, D66, ChristenUnie, VVD en CDA. Later kwam 50Plus daarbij. In de wet wordt vastgelegd hoe het Nederlandse klimaatbeleid invulling geeft aan het akkoord van Parijs.
De Senaat besloot vorige week om de klimaatwet op 14 mei te behandelen. Dat betekent volgens een woordvoerder dat er ‘in principe’ op 21 mei over het voorstel wordt gestemd. Op 11 juni wordt de nieuwe Eerste Kamer geïnstalleerd.
Overigens zou ook in de komende Senaat – waarin het klimaat-sceptische Forum voor Democratie straks de grootste partij wordt – een ruime meerderheid de initiatiefwet over het klimaat steunen, blijkt uit de voorlopige zetelverdeling.
NOS 02.04.2019 Ze waren nog maar een paar dagen aan het praten toen gisteren bekend werd dat het in Noord-Holland waarschijnlijk niet gaat lukken: een provinciebestuur met de partij Forum voor Democratie.
Volgens Hans Smits, die als informateur met alle politieke partijen sprak, was het klimaatbeleid het belangrijkste inhoudelijke breekpunt. Maar sommige betrokkenen vinden dat hij te snel de stekker uit de gesprekken heeft getrokken.
De partijen in de Provinciale Staten willen eigenlijk met Smits debatteren, maar het geplande debat woensdag zal toch nietdoorgaan. De informateur voelt er niets voor om mee te doen aan een “sterk gepolitiseerd debat”. “Waarbij niet het proces maar de inhoud van gevoerde vertrouwelijke gesprekken het belangrijkste onderwerp is”, schrijft Smits in een briefje.
Hoofdrolspelers
De partijen willen weten waar de gesprekken precies op zijn stukgelopen. Want nu geven ze daar allemaal nog een andere invulling aan, blijkt uit gesprekken met hoofdrolspelers van Forum voor Democratie en VVD.
Wat speelt er allemaal? Laten we eerst eens kijken naar de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen in Noord-Holland. Daar werd Forum voor Democratie de grootste partij, op de voet gevolgd door GroenLinks. De VVD komt op nummer drie. De drie partijen hebben allemaal negen zetels in de Provinciale Staten.
Klimaat
Dat de gesprekken niet verder kunnen gaan vanwege meningsverschillen over het klimaat, noemt GroenLinks-fractievoorzitter Pels een “logische conclusie”. GroenLinks stond in de campagne wat dat betreft tegenover Forum voor Democratie en de VVD.
Met zijn tweeën waren die partijen er nog wel uitgekomen, wordt vandaag duidelijk. Johan Dessing, fractievoorzitter van Forum voor Democratie in Noord-Holland, noemt zijn partij “behoorlijk gelijkwaardig” met de VVD als het gaat om bijvoorbeeld zonneweides en windmolens. Cees Loggen van de VVD zet het nog zwaarder aan: “Sommige opmerkingen van Forum voor Democratie lijken geknipt en geplakt uit ons verkiezingsprogramma.”
Indringers
Volgens Dessing (Forum voor Democratie) speelt er meer dan alleen het klimaat. Hij bespeurde “argwaan” bij andere partijen, “tegenwerking” en zelfs “uitsluiting”. Zo moest hij zich verantwoorden voor uitspraken van partijleider Baudet, zegt hij. “Dat gaf ons het idee dat we als indringers werden behandeld.”
VVD-fractievoorzitter Loggen zegt inderdaad vragen te hebben gesteld over opmerkingen van Baudet. “Het gaat om een uitspraak over de rol, positie en capaciteit van vrouwen in onze samenleving en om een opmerking die een verband legt tussen ras en intelligentie.” Die laatste uitspraak kwam overigens niet van Baudet zelf, maar van zijn partijgenoot Yernaz Ramautarsing, die vorig jaar zou meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam maar zich terugtrok.
De Noord-Hollandse fractievoorzitter van FvD vindt de uitspraken van Baudet niet ter zake doen. “Het gaat er niet om of provinciale fractieleden Baudet in de ogen kunnen kijken, het gaat erom dat wij elkaar onderling in de ogen kunnen kijken.” Wel heeft hij volgens de VVD afstand genomen van de genoemde uitspraken. “En daarmee waren twee belangrijke belemmeringen weggenomen om verdere gesprekken met Forum te voeren”, zegt VVD-fractievoorzitter Loggen.
Het is een raadsel dat er geen verdere gesprekken volgen, aldus Cees Loggen, fractievoorzitter VVD (Noord-Holland).
Maar die gesprekken kwamen er dus niet. “Een raadsel”, zegt Loggen. Volgens hem had de informateur zijn opdracht niet helemaal helder en wist hij niet precies wat hij moest doen.
“Wat ik wel nog aan hem heb voorgelegd, is dat ik graag van Forum voor Democratie wilde weten hoe stabiel die fractie is. Annabel Nanninga is bijvoorbeeld niet alleen Statenlid, maar ook fractievoorzitter in Amsterdam en ze komt straks in de Eerste Kamer. Ik wilde weten of zij straks in de provincie aanwezig is als er bijvoorbeeld moet worden gestemd.”
Teleurgesteld
De VVD staat nog steeds open voor gesprekken met FvD. Maar die partij noemt de conclusie van de informateur “glashelder”. “Wij waren en zijn bereid om verantwoordelijkheid te nemen”, zegt fractievoorzitter Dessing. “Maar met deze gegevens hebben verdere gesprekken geen zin, moet ik tot mijn teleurstelling zeggen.”
Dessing vindt dat de bal nu bij GroenLinks ligt. Informateur Smits schreef gisteren al in zijn brief dat een coalitie met GroenLinks en de VVD “een reële kans op succes” heeft. Volgens GroenLinks-fractievoorzitter Pels zijn daar overigens nog “flink wat gesprekken” voor nodig, “omdat wij in de campagne ook tegenover elkaar hebben gestaan, bijvoorbeeld over windmolens”.
Zuid-Holland
Dat Forum voor Democratie in Noord-Holland – waarschijnlijk – niet in het provinciebestuur komt, wil trouwens niet zeggen dat dat nergens zal lukken. De partij praat in veel meer provincies mee. En in bijvoorbeeld Zuid-Holland ziet informateur en VVD-coryfee Hans Wiegel juist wél kansen voor een bestuur met Forum voor Democratie.
Dinsdagavond werd bekend dat het GroenLinks-Kamerlid Bromet de nieuwe informateur wordt om een coalitie in Noord-Holland te vormen. Bromet was eerder wethouder van de gemeente Waterland. “Bromet heeft haar sporen in Noord-Holland verdiend”, zegt de partij in een persbericht.
AD 02.04.2019 Ze waren de grote winnaars van de verkiezingen, maar Forum voor Democratie dreigt buiten de provinciebesturen te vallen. Andere partijen zien er niets in te stoppen met klimaatbeleid. Partijleider Thierry Baudet houdt de moed erin. ,,We doen het maximale.’’
In Noord-Holland wist informateur Hans Smits, nota bene door Forum aangesteld, na vijf dagen al genoeg. ,,De kans op programmatische overeenstemming tussen FvD en andere partijen is zeer gering, zo niet onmogelijk. Het belangrijkste breekpunt betreft hierbij het klimaatbeleid.”
Gevolg is dat de partij van Baudet, vanuit het niets de grootste partij in de Haarlemse Statenzaal, na een week snuffelen al buitenspel staat. Smits adviseert nu een poging met VVD en GroenLinks, de tweede en derde partij. Het leidde tot geprikkelde reacties uit de Forum-hoek. ,,De VVD slaat gewoon linksaf”, zegt partijleider Thierry Baudet. ,,Ze luisteren niet naar heel veel mensen die dat niet willen.’’
Ook Henk Otten, lijsttrekker voor Forum in de Senaat, stelt dat de VVD ‘niet bereid was tot samenwerking met FvD, de grootste partij van Noord-Holland’.
Breekpunt
Klopt niks van, stelt Cees Loggen, fractieleider van de VVD in Noord-Holland. Hij zegt ‘afstand te nemen’ van de conclusie van informateur Hans Smits. ,,Zo ver zijn we helemaal niet gekomen. In het gesprek met Smits is het woord ‘klimaat’ niet eens gevallen’’, aldus Loggen.
Wel hebben andere partijen een breekpunt gemaakt van het thema, leert een kleine rondgang. D66 bijvoorbeeld wil niet in een coalitie met partijen ‘die de uitdagingen waarvoor Noord-Holland staat uit de weg gaan’. ,,Klimaat is er daar één van”, zegt partijleider Ilse Zaal. Zonder een partij als D66 wordt het voor Forum en VVD moeilijk om een meerderheid te vinden, ook met CDA en PVV erbij komen de partijen zetels te kort.
Baudet heeft de hoop nog niet helemaal opgegeven, maar hij is realistisch: ,,Achter de schermen zijn allerlei gesprekken gaande.’’ Hij zegt zelfs: ,,Wij doen onze uiterste best om weer een herstart te maken, maar het ziet er moeilijk uit.’’
Nieuwkomer
Groter lijkt de kans op regeringsdeelname in provincies waar een rechtse meerderheid wél tot de mogelijkheden behoort, Zuid-Holland bijvoorbeeld. Daar wil informateur Hans Wiegel onderzoeken of een coalitie met Forum voor Democratie en VVD mogelijk is. Met CDA en PVV erbij hebben ze 29 van de 55 zetels, met SGP en 50Plus erbij zelfs 33.
Ook in Overijssel wordt nadrukkelijk gekeken naar een poging over rechts, met in elk geval CDA, PVV en Forum. En ook in Brabant is Forum nog volop in de race. Bronnen rond het proces melden dat de nieuwkomer mogelijk onderdeel wordt van de eerste verkenningspoging. In Gelderland staat de VVD als grootste partij zeker open voor samenwerking met Baudets partij, zei voorman Jan Markink deze week op Radio 1. In Flevoland, waar Forum de grootste werd, moet het spel nog beginnen. Daar worden de stemmen momenteel herteld.
Forum toont zich nog steeds hoopvol. ,, We doen ons best om het maximale uit te halen”, zegt Baudet. Senaatslijsttrekker Henk Otten denkt niet dat het onderhandelingsresultaat in Noord-Holland maatgevend is voor andere provincies. ,,Ik denk juist dat het kan helpen. De VVD zal niet in alle provincies in zee willen gaan met GroenLinks, want hun kiezers gaan hen dat aanrekenen. In de reacties op internet zie ik dat VVD’ers heel kritisch zijn. Wellicht ligt er nu juist meer druk om in allianties met Forum te stappen.”
Ergernis
Toch zal er heel wat moeten gebeuren. Allereerst is daar de vertrouwenskwestie. Veel provinciale politici vinden het moeilijk om de Forum-kandidaten goed in te schatten. In Noord-Holland ging lijsttrekker Johan Dessing volgens andere partijen het inhoudelijke debat herhaaldelijk uit de weg. Dat zorgde voor ergernis. Ook in Gelderland lukte het VVD-leider Markink tot nu toe niet om hoogte te krijgen van zijn nieuwe collega’s. ,,Het blijft hangen in de algemeenheden die op hun site staan.”
Mocht er toch een inhoudelijk gesprek tot stand komen – ook enkele omstreden uitspraken van Forum-voorman Baudet staan dat voor veel partijen in de regio nog in de weg – blijft toch een inhoudelijk struikelblok: het klimaatbeleid. Forum wil geen windmolens en zonneparken erbij, terwijl een grote Kamermeerderheid van CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, SP, VVD en 50PLUS in december juist instemde met de Klimaatwet. Uitvloeisel van die wet is dat er veel meer groene energie opgewekt gaat worden – júíst in de provincies.
De vraag is of partijen als VVD en CDA op provinciaal niveau een compleet andere koers gaan varen dan landelijk, om Forum tegemoet te komen en een coalitie te kunnen vormen. Voor Forum lijkt er inhoudelijk weinig anders te rapen in de provincies. Op het gebied van immigratie – een ander kroonjuweel van de partij – hebben die niets te zeggen.
NU 27.03.2019 Een definitief klimaatakkoord, ondertekend en goedgekeurd door het parlement en kabinet, zal volgens Ed Nijpels pas in juni van dit jaar klaar zijn. Aanvankelijk werd gerekend op december vorig jaar. De industrie moet nog veel werk verzetten.
Dat zei zei Nijpels, de voorzitter van het overlegorgaan dat de conceptklimaatplannen bedacht, woensdag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Uit doorrekeningen van de klimaatplannen door het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bleek dat het doel van 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 met alle conceptvoorstellen waarschijnlijk niet wordt gehaald.
Met name de industrie bleef achter met de nodige vermindering van tonnen CO2. “Er zal een andere route moeten worden bewandeld”, aldus Nijpels.
De sector bedacht zelf een bonus- en boetesysteem waarmee bedrijven plannen hoe zij het klimaatdoel willen halen moeten indienen. Lukt dat niet of werken zij niet mee, dan krijgen ze een boete. Lukt het wel, dan maken ze aanspraak op subsidie.
De planbureaus vonden dit echter te vaag en rekenden het voorstel niet eens door. Het kabinet kondigde op dezelfde dag aan een CO2-heffing uit te werken, een veel strenger middel waar GroenLinks, PvdA, milieuclubs en vakbonden al veel langer om vroegen.
Er wordt door het kabinet ook gekeken welke aanvullende maatregelen de landbouwsector kan nemen om meer CO2 te besparen. Alle maatregelen bij elkaar vormen volgens Nijpels een grote stap. “Als de industrie levert wat zij moet leveren, dan is een deel van het gat al gedicht”, aldus Nijpels.
In april stuurt minister Eric Wiebes (Klimaat) meer informatie over hoe alle aanvullende plannen uitgewerkt zullen worden. Als van alle maatregelen bekend is wat ze kosten, wie ze gaat betalen en hoeveel CO2-besparing ze opleveren, is de politiek aan zet om er een definitief klimaatakkoord van te maken.
Telegraaf 20.03.2019 Na een storm van kritiek heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nieuwe berekeningen gemaakt over de hoogte van de energierekening. De rekenmeesters voorspellen voor 2020 nu opeens een veel hogere energierekening.
Het kabinet gebruikte eerder oude PBL-ramingen bij beweringen dat de energienota dit jaar wel zou meevallen. Het CBS corrigeerde dat later: de gemiddelde stijging is dit jaar zo’n 340 euro. Het planbureau rekent nu voor dat huishoudens volgend jaar 228 euro meer betalen ten opzichte van de oude voorspelling uit 2017.
Het PBL corrigeert ook haar eigen voorspelling uit dat jaar door met een hoger energieverbruik te rekenen. Desondanks blijft het planbureau rekenen met een lager energieverbruik dan bijvoorbeeld Vereniging Eigen Huis en particuliere vergelijkingswebsites doen.
Het kabinet heeft na de reuring besloten om de belasting op energie te verlagen. Met hoeveel en hoe, dat wordt pas eind april, na de Provinciale Statenverkiezingen, bekendgemaakt. Wel duidelijk is dat de taksverlaging niet meer voor dit jaar geldt. Pas vanaf 2020 kan het mes erin.
MSN 20.03.2019 Na een storm van kritiek heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nieuwe berekeningen gemaakt over de hoogte van de energierekening. De rekenmeesters voorspellen voor 2020 nu opeens een veel hogere energierekening.
Het kabinet gebruikte eerder oude PBL-ramingen bij beweringen dat de energienota dit jaar wel zou meevallen. Het CBS corrigeerde dat later: de gemiddelde stijging is dit jaar zo’n 340 euro. Het planbureau rekent nu voor dat huishoudens volgend jaar 228 euro meer betalen ten opzichte van de oude voorspelling uit 2017.
Het PBL corrigeert ook haar eigen voorspelling uit dat jaar door met een hoger energieverbruik te rekenen. Desondanks blijft het planbureau rekenen met een lager energieverbruik dan bijvoorbeeld Vereniging Eigen Huis en particuliere vergelijkingswebsites doen.
Het kabinet heeft na de reuring besloten om de belasting op energie te verlagen. Met hoeveel en hoe, dat wordt pas eind april, na de Provinciale Statenverkiezingen, bekendgemaakt. Wel duidelijk is dat de taksverlaging niet meer voor dit jaar geldt. Pas vanaf 2020 kan het mes erin.
NU 19.03.2019 Nederlanders zijn iets positiever geworden over de klimaatplannen van het kabinet, blijkt dinsdag uit onderzoek door I&O Research in opdracht van het AD.
33 procent van de respondenten oordeelt positief over het vorige week door premier Mark Rutte aangekondigde klimaatbeleid. 27 procent van de ondervraagden is negatief over de plannen.
Drie weken geleden was nog ruim een kwart van de Nederlanders positief en een derde negatief over het beleid.
Nederlanders zijn vooral tevreden over het besluit om een CO2-belasting voor bedrijven in te voeren. Ruim 76 procent is daar tevreden mee.
‘VVD-achterban waardeert leiderschap Rutte’
Ook de verlaging van de energierekening voor burgers scoort goed: 73 procent van de kiezers steunt die maatregel. GroenLinks wordt gezien als ‘winnaar’ van de nieuwe klimaatplannen, op de voet gevolgd door D66.
Volgens Peter Kanne van I&O Research werd verwacht dat de ommezwaai van Rutte tot electorale verschuivingen zou leiden, maar dat blijkt niet het geval te zijn.
“Een deel van de VVD-achterban vindt het vervelend dat Rutte een ruk naar links heeft gemaakt, maar de meeste kiezers waarderen dat de premier leiderschap toont”, aldus Kanne.
AD 19.03.2019 Nederland is iets positiever geworden over de klimaatplannen van het kabinet nadat premier Rutte vorige week een andere klimaatkoers aankondigde. Toch leiden de nieuwe maatregelen, waaronder een CO2-taks voor bedrijven, niet tot verschuivingen in de peilingen.
Was drie weken geleden nog een derde van de Nederlanders negatief en ruim een kwart positief over het klimaatbeleid, nu is dat precies andersom: 33 procent oordeelt positief en 27 procent negatief. Dat blijkt uit landelijk representatief onderzoek door I&O Research in opdracht van deze krant.
Sinds premier Rutte vorige week bekendmaakte dat de energierekening voor huishoudens omlaag gaat en bedrijven meer moeten gaan betalen, zijn Nederlanders positiever gestemd over alle plannen om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen. Het besluit om een CO2-belasting voor bedrijven in te voeren – iets waar de VVD van Rutte altijd tegen was – krijgt de goedkeuring van 76 procent van de kiezers. Van de VVD-stemmers is zelfs 77 procent voor.
Ook de verlaging van de energierekening voor burgers krijgt een warm onthaal: 73 procent van de kiezers steunt die maatregel. Dat de landbouwsector meer moet gaan bijdragen aan de CO2-reductie wordt gesteund door 59 procent van de kiezers. Vooral de achterban van SGP, PVV, CDA en ChristenUnie is hier negatief over.
GroenLinks ‘winnaar’
GroenLinks wordt door de meeste Nederlanders gezien als ‘winnaar’ van de nieuwe klimaatplannen. De verwachting is dat de regeringspartijen na de verkiezingen van morgen hun meerderheid in de Eerste Kamer kwijtraken, waardoor de steun van oppositiepartijen noodzakelijk kan worden om te kunnen doorregeren.
Van de GroenLinks-kiezers ziet maar liefst 57 procent de eigen partij als ‘winnaar’ van de nieuwe klimaatplannen. Dit beeld overheerst ook bij de kiezers van bijna alle andere partijen. Na GroenLinks wordt coalitiepartij D66 veel gezien als winnaar. Een op de drie VVD’ers (37 procent) vindt dat de VVD als winnaar uit de bus is gekomen.
Vergeleken met vorige week zijn er nauwelijks verschuivingen in de electorale krachtsverhoudingen. De ‘klimaatdraai’ van het kabinet heeft daarmee bijna geen impact op de peilingen. Volgens I&O Research zet de groei van Forum voor Democratie door. De partij van Thierry Baudet zou met tien zetels in de Eerste Kamer kunnen belanden. Daarmee nadert Forum voor Democratie de VVD, die op elf zetels zou uitkomen en de grootste partij zou blijven.
‘Kiezers waarderen leiderschap’
,,De verwachting was dat de ommezwaai van het kabinet voor electorale verschuivingen zou zorgen, maar dat is niet het geval’’, zegt Peter Kanne van I&O Research. ,,Een deel van de VVD-achterban vindt het vervelend dat Rutte een ruk naar links heeft gemaakt, maar de meeste kiezers waarderen dat de premier leiderschap toont.’’
Volgens Kanne heeft het kabinet met de nieuwe klimaatplannen voorgesorteerd op de uitkomsten van de verkiezingen. ,,Kiezers realiseren zich dat de coalitiepartijen moeten samenwerken met partijen als GroenLinks en de PvdA om een meerderheid in de Eerste Kamer te krijgen. Dat verklaart ook dat GroenLinks nu geen zetelwinst pakt, terwijl die partij wél als winnaar van de nieuwe klimaatplannen wordt gezien.’’
Ondanks het positieve oordeel van de meeste kiezers zijn veel Nederlanders argwanend. Ruim de helft (54 procent) vindt het nog steeds niet duidelijk wat het Klimaatakkoord precies inhoudt. Ook heeft 53 van de kiezers er geen vertrouwen in dat het kabinet de energierekening voor burgers daadwerkelijk gaat verlagen.
,,Het wantrouwen zit diep’’, zegt onderzoeker Kanne. ,,Afgelopen december zei staatssecretaris Mona Keijzer nog dat het wel zou meevallen met de stijging van de energienota dit jaar. Van die voorspelling bleek vorige maand niets te kloppen. Dat maakt dat de meeste Nederlanders nu zeggen: éérst zien, dan geloven.’’
AD 18.03.2019 Het klimaatakkoord kan zorgen voor wel 72.000 nieuwe banen in Nederland in 2030. Dat stelt de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) na onderzoek. Werkgeversorganisaties hadden eerder juist gewaarschuwd dat de klimaatplannen zoals de CO2-heffing voor het bedrijfsleven voor banenverlies kunnen zorgen.
Volgens het onderzoek van ECN, onderdeel van TNO, komen er voor elke verloren baan in de fossiele sector (kolen en olie) zeven klimaatbanen terug. In totaal komen er 42.000 tot 78.000 voltijdsbanen bij aan nieuwe werkgelegenheid door het klimaatakkoord. Daar staat een verlies van 6000 tot 11.000 voltijdsbanen in de fossiele sector tegenover.
De meeste klimaatbanen zitten in projectontwikkeling, bijvoorbeeld van duurzame energie en energie-infrastructuur, in de bouw en installatie, zoals voor een aardgasvrije gebouwde omgeving, aanvullende diensten rond de energietransitie en ook mobiliteit.
‘Extra inzet nodig’
,,Het klimaatakkoord is een grote kans voor de Nederlandse economie en de werkgelegenheid. Tegelijkertijd hebben veel bedrijven in onze sector nu al grote moeite om voldoende mensen te vinden: energiebedrijven, netbeheerders, projectontwikkelaars, isolatiebedrijven en installateurs van zonnepanelen en warmtepompen.
Extra inzet is nodig voor (technische) opleidingen, werving en bij- en omscholing. Zo kunnen we de transitie uitvoeren en de werkgelegenheidskansen grijpen. Het is ook belangrijk om werknemers in de fossiele sector een goede toekomst te bieden”, aldus NVDE-directeur Olof van der Gaag.
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland vrezen dat de CO2-heffing kan leiden tot het verlies van bedrijvigheid en arbeidsplaatsen, omdat bijvoorbeeld bedrijven Nederland verlaten. De precieze plannen voor een CO2-heffing wachten de werkgevers af.
Ze wezen er eerder op dat het doel van terugdringing van CO2-uitstoot ,,zonder onnodig verlies van banen in Nederland’’ niet uit het oog mag worden verloren.
Premier Mark Rutte en minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) geven een reactie na afloop van de presentatie van de planbureaus over de doorrekening van het ontwerp-klimaatakkoord. Ⓒ ANP
Telegraaf 17.03.2019 De nieuwe klimaatdeal waar het kabinet en de coalitiepartijen de afgelopen week mee kwamen wordt door Nederlanders gezien als verkiezingsstunt. Meer dan 70 procent van de bevolking denkt dat de ommezwaai gebeurde, omdat de Statenverkiezingen op stapel staan. Dat blijkt uit een peiling van Maurice de Hond.
In de deal kondigden premier Rutte en minister Wiebes (Economische Zaken) aan dat ze bedrijven een hogere CO2-belasting willen laten betalen en dat de overheidsbelasting op de energierekening omlaag gaat. Daarnaast moeten sommige autoplannen van tafel. Het gaat om het extra verhogen van de motorrijtuigenbelasting en een nieuwe klimaattaks op autobezit. Een verhoging van accijns op diesel en benzine zit nog wel in het vat, evenals een andere klimaattaks van 350 euro die moet worden betaald bij het kopen van een nieuwe auto.
De groene plannen werden eerder geopperd in het concept-klimaatakkoord waar het kabinet en de coalitiepartijen al maanden op kauwen. Sommige van die plannen willen VVD, CDA, D66 en CU dus aanpassen. Maar hoe ze dat precies willen gaan doen, vertellen ze pas na de verkiezingen.
In het ochtendprogramma WNL op Zondag bestreed premier Rutte dat het een verkiezingsstunt was. Wel wilde de coalitie voorkomen dat er voor de stembusgang zou ’worden geshopt’ in de doorrekening van de plannen uit het klimaatakkoord. „Het draagvlak had deze week kapot kunnen gaan.”
Uit de peiling van Maurice de Hond blijkt dat het gros van de kiezers wel denkt dat het een verkiezingsstunt betrof. De helft van de Nederlanders is blij met de aangepaste plannen, de andere helft niet. Van alle partijen staan D66’ers het hardst (91procent) te juichen, gevolgd door GL (81 procent). PVV’ers (13 procent), FvD’ers (14 procent) en 50Plussers (26 procent) pruimen het juist niet.
Het gros van de ondervraagden (59 procent) vindt het erg dat als ten behoeve van het klimaat de koopkracht daalt. En slechts 35 procent vindt dat Nederland voorop moet lopen bij het nemen van klimaatmaatregelen. Ruim 80 procent denkt dat het verleggen van de klimaatkosten naar het bedrijfsleven, alsnog door de burger betaald zal worden.
Opvallend is dat kiezers die bij de VVD en het CDA zijn weggelopen een stuk minder enthousiast zijn over de klimaatplannen, dan de kiezers die bij deze twee partijen zijn blijven plakken. Bijna 70 procent van de mensen die de VVD de rug heeft toegekeerd vindt dat de coalitie nu GroenLinks-beleid aan het uitvoeren is. Bij het CDA is dat bijna 60 procent.
NU 15.03.2019 Premier Mark Rutte staat ervoor open om met GroenLinks en PvdA samen te werken om een CO2-belasting in te voeren en de energierekening te verlagen. De coalitie dreigt de meerderheid in de senaat te verliezen en is daarna aangewezen op steun van één of meer oppositiepartijen.
“Wij regeren niet in isolatie”, zei de minister-president donderdag in het Kamerdebat over de doorrekeningen van de conceptklimaatplannen.
Op 20 maart zijn de Provinciale Statenverkiezingen die bepalend zijn voor de samenstelling van de Eerste Kamer. Trends in de peilingen laten al langere tijd zien dat VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de minimale meerderheid in de senaat dreigen te verliezen.
De oproep van GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver om na 20 maart met elkaar aan tafel te gaan zitten om over steun voor de klimaatplannen te praten, werd door de premier positief beantwoord.
GroenLinks en de PvdA pleiten al langer voor de invoering van een CO2-belasting. Hun varianten worden momenteel nog doorgerekend en zullen wat Rutte betreft ter overweging worden meegenomen voor het definitieve klimaatakkoord, dat eind april rond moet zijn.
‘Het denken over klimaatbeleid is veranderd’
PvdA-leider Lodewijk Asscher is blij met de opstelling van het kabinet en toonde zich bereid het gesprek aan te gaan. “Het denken over klimaatbeleid is veranderd. Het gebeurt niet elke dag dat een centrumrechts kabinet zegt dat het eerlijker moet.”
De sociaaldemocraat stelde wel alvast als eis dat de opbrengsten van de CO2-belasting deels naar de burger moeten. Nu stelt het kabinet voor de belasting aan de industrie terug te geven om te vergroenen.
CDA’er Sybrand Buma maakt het in principe niet uit wat er met de opbrengsten van de CO2-taks gebeurt, zolang de belasting ervoor zorgt dat de industrie vergroent en niet uit Nederland vertrekt.
Op 20 maart 2019 stemmen we ook voor iets anders dan op het biljet staat…
Rekeningrijden en verlaging energienota
Klaver nam alvast een voorschot op de constructieve houding van de coalitie en stelde voor om de verhoging van de energierekening al voor dit jaar terug te draaien, een wens die door de gehele coalitie gedeeld wordt. Hoewel minister Eric Wiebes (Klimaat) het een sympathiek idee vindt, is het onmogelijk omdat de Belastingdienst daartoe niet in staat is.
Ook rekeningrijden staat hoog op het lijstje van Klaver. D66 is daar eveneens voorstander van, maar het ligt volgens Wiebes niet in de lijn der verwachting dat de belasting op autogebruik het definitieve klimaatakkoord zal halen.
‘De stijging van de energierekening was te gortig’
Woensdag presenteerden het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de kosten en effecten van de conceptplannen van het klimaatbeleid.
Daaruit blijkt dat de gewenste CO2-reductie van 49 procent in 2030 waarschijnlijk niet gehaald zal worden, de lasten voor huishoudens zwaarder zijn dan voor bedrijven en dat de laagste inkomens er zonder koopkrachtreparatie het meest op achteruitgaan.
Met het oog op de verkiezingen nam het kabinet een voorschot op het definitieve klimaatakkoord: er komt een CO2-taks en de energienota voor huishoudens gaat per 2020 omlaag. “De stijging van de energierekening was te gortig”, zei D66-fractievoorzitter Rob Jetten.
Steun, scepsis en waarschuwingen
De aangekondigde maatregelen konden in de Kamer rekenen op steun, maar ook op scepsis en waarschuwingen voor de kiezer.
Voor SP-leider Lilian Marijnissen is het allemaal nog te vaag. “Hoeveel gaat de energierekening dan omlaag? Wat is het eerlijke deel dat het bedrijfsleven gaat betalen?”
Marijnissen waarschuwde voor een nieuwe VVD-verkiezingsstunt, een nieuwe verkiezingsbelofte van premier Rutte. “Eerder beloofde de premier het eigen risico niet te verhogen, dat er geen cent naar de Grieken zou gaan en dat iedereen 1.000 euro zou krijgen. Wat zijn de beloften van deze premier waard?”, zei de socialist.
Ze stelde vast dat het een feit is dat de energierekening volgende maand met geen cent daalt en dat ook niet duidelijk is hoe de rekening er per 2020 wel uit zal zien.
‘VVD laat zich gijzelen door GroenLinks’
Ook PVV-leider Geert Wilders waarschuwde de kiezer voor wat hij een list noemt. “Trap er niet in”, aldus Wilders. “Er is maar één manier om de energierekening echt te verlagen en dat is premier Rutte en deze coalitie naar huis sturen.”
Wat Wilders betreft is een stem op de VVD op 20 maart een stem op GroenLinks. “De VVD laat zich gijzelen door GroenLinks.”
VVD’er Klaas Dijkhoff reageerde daarop dat de VVD is aangewezen op partijen die ervoor openstaan om samen te werken. Hij ziet dat de PVV daar niet toe bereid is.
Thierry Baudet van Forum voor Democratie liet in het debat weten de cijfers van de onafhankelijke rekenmeesters van het CPB en het PBL niet serieus te nemen. Volgens de eigen berekeningen gaat de klimaattransitie “1.000 miljard” euro kosten.
Dat bedrag is al meerdere keren nagerekend, maar blijkt niet te kloppen. Ook het kabinet spreekt dit tegen. “Baudet telt investeringen, kosten, subsidies en belastingen bij elkaar op. Dan krijg je dubbeltellingen”, zei Wiebes al eerder.
Baudet maakte het einde van het debat overigens niet mee. Na zijn eigen inbreng verliet hij de Tweede Kamer voor een optreden in het tv-programma Pauw en Jinek.
Ook PvdA’er Asscher was uitgenodigd, maar zegde het tv-optreden af. “Mijn kiezers verwachten van mij dat ik het in het #klimaatdebat voor ze opneem”, twitterde hij.
De oppositiepartijen GroenLinks, SP en PVV vinden dat het kabinet snel moeten regelen dat de energiebelasting voor burgers omlaag gaat.
NOS 14.03.2019 De energiebelasting voor burgers moet nog dit jaar, en niet pas in 2020 omlaag. Oppositiepartijen zoals GroenLinks, SP en de PVV vinden dat het kabinet niet zes dagen voor de verkiezingen moeten aankondigen dat deze belasting omlaag gaat, zonder dit snel te regelen. Ook vinden de partijen dat het kabinet concrete bedragen moet noemen.
De coalitie heeft de afgelopen vier weken in het geheim gewerkt aan het aanpassen van de klimaatplannen. Gisteren toonde het kabinet zich, tot verrassing van de oppositie, bereid om bedrijven toch een CO2-belasting op te leggen en de klimaatlasten van burgers te verlagen.
De PvdA en SP willen een concreet bedrag horen, zodat burgers weten wat ze kunnen verwachten. “Mensen verdienen duidelijkheid. De energierekening moet omlaag”, aldus SP-leider Marijnissen.
Concrete cijfers
De PvdA wil weten wat de coalitie precies voor ogen heeft. “U heeft vier weken gepraat en er zijn geen concrete cijfers genoemd?”, vraagt PvdA-leider Asscher aan D66-fractievoorzitter Jetten. “Zijn er geen memo’s van?”
Klaver (GroenLinks): energiebelasting kan en moet nu al omlaag
Jetten weigert om concrete cijfers te noemen. “Ik wil geen vage beloften doen”, aldus Jetten. Ook VVD’er Dijkhoff wil niets zeggen over de verlaging van de energiebelasting.
Op de vraag van GroenLinks-leider Klaver om de belasting nu al te verlagen, zei Dijkhoff dat hij niet weet of het kan. GroenLinks heeft al gesprekken gevoerd met de energiebedrijven en gehoord dat er daar geen problemen zijn.
Eind april komt het kabinet met de uitwerking van hun voorstellen. PVV-leider Wilders wil dat de energierekening met terugwerkende kracht omlaag gaat.
NU 14.03.2019 Woensdag maakten de planbureaus bekend dat de klimaatdoelen van het kabinet waarschijnlijk niet worden gehaald met de plannen die zijn doorgerekend. Daaropvolgend kondigde premier Mark Rutte aan de energiebelasting te verlagen en een CO2-heffing voor bedrijven in te voeren. Volg het debat hierover tussen de Kamer en het kabinet.
Tweede Kamer debatteert over de doorrekening van de klimaatplannen
Kabinetsdoel van 49 procent minder CO2 wordt waarschijnlijk niet gehaald
Ook vragen over kabinetsvoorstellen om energierekening te verlagen en CO2-heffing
Kabinetsmaatregelen kunnen niet los worden gezien van de Provinciale Statenverkiezingen op 20 maart
AD 14.03.2019 De oppositie reageert tijdens het debat over de doorrekening van de klimaatplannen flink verdeeld over de onverwachte draai van het kabinet. Waar GroenLinks-leider Jesse Klaver spreekt van een ‘geschenk uit de hemel’ dat het kabinet de energienota verlaagt en een CO2-heffing oplegt aan de industrie, oordeelt Thierry Baudet (FvD) juist dat het ‘vernietigend is voor de koopkracht’ en dat niet alle kosten worden meegenomen.
Mis niks met ons liveblog. De linkerflank van de Kamer zal daarom vanavond naar verwachting vooral proberen het onderste uit de kan te halen en het kabinet zover te krijgen verdergaande maatregelen te treffen. Partijen als de PVV en Forum voor Democratie zullen Rutte juist verwijten nóg verder naar links op te schuiven. Ze waren al geen voorstander van het eerste pakket van maatregelen, laat staan deze aanscherping van de plannen, die mogelijk flinke impact zullen hebben op de industrie in Nederland.
AD 14.03.2019 De Tweede Kamer debatteert vanavond nog over de uitkomsten van de doorrekeningen van het conceptklimaatakkoord. Een voorstel daartoe van GroenLinks-voorman Jesse Klaver kan rekenen op steun van niet alleen de voltallige oppositie, maar ook de coalitiepartijen.
Strikt genomen debatteert de Kamer vanavond over de doorrekening van het concept-Klimaatakkoord. Uit de berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat de plannen in het concept-Klimaatakkoord waarschijnlijk onvoldoende zijn om de kabinetsdoelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 te halen. Daar kwam bovenop dat vooral Nederlanders met een laag inkomen of een middeninkomen de rekening betalen.
De oppositie reageerde woest, maar slechts een paar uur later kondigde premier Rutte aan dat de energienota alsnog naar beneden gaat, en dat er een CO2-heffing komt voor de industrie, een wens van van onder meer GroenLinks, SP en PvdA. Die draai verandert het speelveld aanzienlijk en maakt, met de verkiezingen voor de deur, van het debat vanavond ook meer een verkiezingsdebat.
AD 14.03.2019 Klaver vroeg gisteren, nadat bekend was geworden dat de beoogde klimaatmaatregelen waarschijnlijk onvoldoende zijn om de CO2-doelen van het kabinet te halen, ook al een debat aan. Toen hielden de VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de boot nog af. Later bleek dat zij al nieuwe maatregelen in petto hadden, waaronder een CO2-heffing voor de industrie.
Nu premier Mark Rutte die ingrepen wereldkundig heeft gemaakt, zien ook de regeringspartijen geen bezwaren meer tegen een snel debat. Ook omdat Klaver beloofde het ‘kort en op hoofdlijnen’ te willen houden.
Het debat start vanavond rond 19.30 uur en is live te volgen op deze site.
Premier Rutte en minister Wiebes reageren op de doorrekening van het klimaatakkoordANP
Gisteren voelde de meerderheid er weinig voor om nog deze week een debat te houden, maar er komt er vanavond alsnog toch een.
NOS 14.03.2019 De Tweede Kamer houdt vanavond toch nog een debat met het kabinet over de doorrekening van het klimaatakkoord. Tot ergernis van de oppositie hield de coalitie gisteren een debat op korte termijn nog tegen over de bevindingen van het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau. Maar toen GroenLinks-leider Klaver het vandaag nogmaals probeerde, kreeg hij alsnog steun van de hele Kamer.
Daarbij speelt mee dat het kabinet inmiddels heeft gereageerd op de doorrekening en de oorspronkelijke plannen heeft aangepast: premier Rutte kondigde gisteren onder meer aan dat de energiebelasting voor burgers omlaag gaat en dat er toch een CO2-heffing komt voor bedrijven. De coalitie zag daarom nu geen reden meer een Kamerdebat uit te stellen tot na de verkiezingen van volgende week.
Het is de bedoeling dat het een debat wordt over de hoofdlijnen. De fractievoorzitters zullen het woord voeren en het kabinet wordt vertegenwoordigd door Rutte en minister Wiebes van Economische Zaken.
NU 14.03.2019 De Tweede Kamer debatteert donderdagavond over de doorrekeningen van de plannen uit het conceptklimaatakkoord. Een ruime meerderheid stemde in met het verzoek daartoe van GroenLinks-leider Jesse Klaver.
Woensdag presenteerden het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de kosten en effecten van de conceptplannen van het klimaatbeleid.
Daaruit bleek dat de gewenste CO2-reductie van 49 procent in 2030 waarschijnlijk niet gehaald zal worden met het pakket aan maatregelen.
Daarnaast vallen de kosten voor de burger (3 miljard euro) hoger uit dan voor het bedrijfsleven (2 miljard euro), blijft het aandeel van de sector industrie achter en zullen de laagste inkomens, zonder uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden, er zonder koopkrachtreparatie het meest op achteruitgaan.
Nog niet bekend hoe kabinetsplannen eruit komen te zien
Hoewel het kabinet pas in april met een officiële kabinetsreactie zou komen, namen premier Mark Rutte en klimaatminister Eric Wiebes alvast een voorschot op de maatregelen: de verhoging van de energiebelasting voor huishoudens wordt teruggedraaid en er komt toch een CO2-heffing voor bedrijven.
“We willen de belasting voor huishoudens verlagen en die voor bedrijven verhogen”, zei de premier in een toelichting.
Hoe de plannen er exact uit komen te zien, is nog niet bekend. Zo is nog niet duidelijk met hoeveel de energienota zal dalen en is ook nog niet duidelijk wat de hoogte van de CO2-taks zal zijn.
Het kabinet zal dat na de verkiezingen bekendmaken.
Partijen als PvdA en GroenLinks zijn blij met de aangekondigde maatregelen. Zij opperden, net als D66 en ChristenUnie, bijvoorbeeld een belasting op CO2. “Ik zie dat onze politieke opponenten onze kant op komen, dat is winst”, aldus Klaver. Hij heeft de coalitie, die bij de verkiezingen naar alle waarschijnlijkheid de meerderheid in de senaat zal verliezen, opgeroepen tot een “klimaatformatie” waarbij GroenLinks bereid is de groene plannen in de Eerste Kamer aan een meerderheid te helpen.
Dat voorstel werd vrij snel afgewezen. “De vorige verkiezingen waren klimaatverkiezingen, de vorige formatie was een klimaatformatie”, zegt Rob Jetten (D66) tegen BNR. “GroenLinks is twee keer weggelopen.” CDA-leider Sybrand Buma past ervoor om met Klaver “in een achterkamer te gaan zitten”.
Het debat begint donderdag rond de klok van 19.20 uur.
AD 14.03.2019 De regeringscoalitie besloot al begin februari extra klimaatmaatregelen in de steigers te zetten. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hielden vol de doorrekening van het ontwerp-klimaatakkoord af te willen wachten, maar werkten in stilte aan flinke aanpassingen, zegt CU-leider Gert-Jan Segers.
Onmiddellijk nadat de planbureaus woensdag bekendmaakten wat de voorstellen uit het concept-klimaatakkoord kosten en hoeveel CO2 ze schelen, presenteerde het kabinet een stapel nieuwe plannen. Dat verraste vriend en vijand en oogstte zelfs lof van de linkse oppositie.
Segers’ collega Klaas Dijkhoff nam het voortouw voor extra maatregelen, vertelde Segers in talkshow Pauw & Jinek. De VVD-fractievoorzitter had een maand eerder zijn coalitiepartners juist op de kast gejaagd door te waarschuwen dat het klimaatbeleid niet te hard van stapel moest lopen en te zinspelen op een kabinetscrisis.
De regeringspartijen hadden net overeenstemming bereikt over de heikele kwestie van het kinderpardon, wat ,,eigenlijk in heel bijzondere harmonie was gegaan”. Daardoor meenden ze een even heet hangijzer als het klimaatbeleid ,,nuchter” te kunnen oplossen, aldus Segers.
De fractieleiders zagen volgens hem de bui al hangen dat de plannen die op tafel lagen niet voldeden en oneerlijk zwaar zouden uitpakken voor burgers.
NU 14.03.2019 De regeringscoalitie besloot al begin februari extra klimaatmaatregelen in de steigers te zetten. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hielden vol de doorrekening van het ontwerpklimaatakkoord af te willen wachten, maar werkten in stilte aan flinke aanpassingen, zegt CU-leider Gert-Jan Segers.
Onmiddellijk nadat de planbureaus woensdag bekendmaakten wat de voorstellen uit het conceptklimaatakkoord kosten en hoeveel CO2 ze schelen, presenteerde het kabinet een stapel nieuwe plannen. Dat verraste vriend en vijand en oogstte zelfs lof van de linkse oppositie.
Klaas Dijkhoff nam het voortouw voor extra maatregelen, vertelde Segers woensdag in de talkshow Pauw & Jinek. De VVD-fractievoorzitter had een maand eerder zijn coalitiepartners juist op de kast gejaagd door te waarschuwen dat het klimaatbeleid niet te hard van stapel moest lopen en te zinspelen op een kabinetscrisis.
De regeringspartijen hadden net overeenstemming bereikt over de heikele kwestie van het kinderpardon, wat “eigenlijk in heel bijzondere harmonie was gegaan”. Daardoor meenden ze een even heet hangijzer als het klimaatbeleid “nuchter” te kunnen oplossen, aldus Segers.
De fractieleiders zagen volgens hem de bui al hangen dat de plannen die op tafel lagen niet voldeden en oneerlijk zwaar zouden uitpakken voor burgers.
Gisteren werden de doorrekeningen van het klimaatakkoord pas bekend, maar in stilte is al ruim een maand gewerkt aan flinke aanpassingen.
NOS 14.03.2019 De vier regeringspartijen besloten begin februari al om extra klimaatmaatregelen in de steigers te zetten. Dat heeft ChristenUnie-leider Segers gezegd bij de talkshow Pauw & Jinek.
Gisteren werden de doorrekeningen van het klimaatakkoord pas bekend, maar in stilte is al ruim een maand gewerkt aan flinke aanpassingen. De regeringspartijen hadden begin februari net een akkoord bereikt over de kwestie van het kinderpardon. “En dat was eigenlijk in heel bijzondere harmonie gegaan”, zei Segers.
Hete hangijzers
Met diezelfde gedachte is geprobeerd de “hete hangijzers” van het klimaatakkoord aan te pakken. Segers: “Wij gingen anticiperen op de onderdelen waarvan we dachten: dit zou wel eens heel problematisch kunnen zijn.”
Als voorbeeld gaf hij de extra belasting op de energierekening die iedereen moet betalen; de zogenoemde Opslag Duurzame Energie. Volgens hem is die nu oneerlijk verdeeld tussen bedrijven en consumenten.
VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff nam het voortouw voor de extra klimaatmaatregelen, vertelde Segers. Dat is opmerkelijk, omdat Dijkhoff eerder zei dat het kabinet niet te hard van stapel moest lopen met het klimaatbeleid. Ook vond hij dat de discussie over klimaatmaatregelen wordt gedomineerd door “drammers” zoals D66-fractieleider Rob Jetten.
Gisteren brachten de planbureaus naar buiten wat de voorstellen in het klimaatakkoord kosten en hoeveel milieuwinst ze opleveren. De conclusie is onder meer dat de klimaatdoelen waarschijnlijk niet worden gehaald. Direct daarna kwam het kabinet met nieuwe plannen. Volgens Segers zagen de regeringspartijen de bui al hangen dat de voorstellen in het klimaatakkoord niet genoeg zouden zijn.
Telegraaf 14.03.2019 Na een dag van chaos in Den Haag weten burgers nog steeds niet waar ze aan toe zijn met aanstaande klimaatplannen.
De cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) geven geen compleet beeld van de inkomenseffecten van het klimaatakkoord. Slechts 128 van de 300 plannen konden worden doorgerekend.
Daarnaast blijkt dat bijna 400.000 huishoudens, met name alleenstaanden en alleenverdieners, veel slechter af zullen zijn dan cijfers laten zien. Het gaat om grote groepen mensen die de komende jaren door klimaat- en energiebeleid vaak meer dan drie procent aan koopkracht zouden moeten inleveren en die niet in de berekeningen te zien zijn.
Intussen maakt het kabinet de vlucht naar voren en komt met een koerswijziging rond klimaatbeleid. Premier Rutte zegt dat er ’meer balans’ nodig is bij de verdeling van de lasten van het klimaatakkoord. Zo komt er toch een CO2-heffing, worden automobilisten ontzien en gaat de belasting op de energierekening voor huishoudens minder hard stijgen.
Hierdoor zijn de doorrekeningen van het CPB deels weer achterhaald, ook omdat bedrijven waarschijnlijk de heffing weer aan de burger gaan doorberekenen. De koerswijziging komt een week voor de verkiezingen, waar de coalitie van VVD, CDA, D66 en CU zwaar op verlies staat.
NU 13.03.2019 De regeringscoalitie besloot al begin februari extra klimaatmaatregelen in de steigers te zetten. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hielden vol de doorrekening van het ontwerp-klimaatakkoord af te willen wachten, maar werkten in stilte aan flinke aanpassingen, zegt CU-leider Gert-Jan Segers.
Onmiddellijk nadat de planbureaus woensdag bekendmaakten wat de voorstellen uit het concept-klimaatakkoord kosten en hoeveel CO2 ze schelen, presenteerde het kabinet een stapel nieuwe plannen. Dat verraste vriend en vijand en oogstte zelfs lof van de linkse oppositie.
Segers’ collega Klaas Dijkhoff nam het voortouw voor extra maatregelen, vertelde Segers in talkshow Pauw & Jinek. De VVD-fractievoorzitter had een maand eerder zijn coalitiepartners juist op de kast gejaagd door te waarschuwen dat het klimaatbeleid niet te hard van stapel moest lopen en te zinspelen op een kabinetscrisis.
De regeringspartijen hadden net overeenstemming bereikt over de heikele kwestie van het kinderpardon, wat “eigenlijk in heel bijzondere harmonie was gegaan”. Daardoor meenden ze een even heet hangijzer als het klimaatbeleid “nuchter” te kunnen oplossen, aldus Segers.
De fractieleiders zagen volgens hem de bui al hangen dat de plannen die op tafel lagen niet voldeden en oneerlijk zwaar zouden uitpakken voor burgers.
NOS 13.03.2019 Wat gaat Nederland doen om in 2030 bijna de helft minder CO2 uit te stoten dan in 1990? Gaan we dat doel halen? Wat gaat het kosten? En wie gaat dat betalen?
Die vragen stonden vandaag opnieuw centraal in politiek Den Haag. Daar presenteerden het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving de doorrekeningen van 128 maatregelen uit het Klimaatakkoord dat in december werd gesloten.
En de antwoorden op de drie laatste vragen? Haalbaarheid: waarschijnlijk niet. Kosten: 1,6-1,9 miljard euro per jaar. Verdeling: fifty-fifty tussen huishoudens en het bedrijfsleven.
Het CPB rekende bovendien uit dat door de klimaatplannen vooral de lagere- en middeninkomens, gepensioneerden en mensen met een uitkering erop achteruitgaan.
Kabinet maakt ommezwaai
Premier Rutte en Klimaatminister Wiebes kwamen in reactie op die berekeningen meteen met een aantal aanpassingen. Ze willen daarbij tegemoetkomen aan de veelgehoorde kritiek dat bedrijven te weinig bijdragen aan het verminderen van de CO2-uitstoot en huishoudens te veel.
De snelle ommezwaai van het kabinet kwam als een grote verrassing, zegt NOS-verslaggever Ron Fresen. “Het komt omdat de planbureaus het kabinet een behoorlijk draai om de oren hadden gegeven.”
De belangrijkste aanpassingen van het kabinet:
verlaging van de energiebelasting voor burgers vanaf 2020
“verstandige” CO2-heffing voor bedrijven
voorkomen “oversubsidiëring” van nieuwe elektrische auto’s
meer “ondersteuning” van de tweedehandsmarkt elektrische auto’s
geplande verhoging van vaste lasten voor benzine-/ dieselrijders gaat niet door
landbouw levert een “grotere bijdrage” in ruil voor extra geld
er komt minder CO2-opslag
Dit alles moet volgens Rutte leiden tot een “eerlijke verdeling”. Huishoudens nemen straks een derde van de lasten voor hun rekening, bedrijven twee derde.
Belangrijk daarbij is om te vermelden dat het CPB ook verwacht dat bedrijven 80 procent van de extra kosten die ze straks moeten maken, zullen afwentelen op de consument. Producten en diensten worden dus sowieso duurder.
Rutte: lasten burgers compenseren, lasten bedrijven omhoog
Toch zijn de reacties in de politiek en van milieuorganisaties en vakbond FNV over het algemeen positief. “We moeten het nu doen met de woorden van Rutte en Wiebes, maar wij zullen het kabinet aan deze woorden houden”, zeggen Milieudefensie, Greenpeace, Natuur en Milieu, de Natuur en Milieufederaties en FNV.
De kans op politieke steun is nu wel veel groter geworden, zegt NOS-verslaggever Ron Fresen. “Altijd met een slag om de arm, maar de kans op voldoende steun is vandaag echt toegenomen. De angels lijken er wel uit nu.”
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland vrezen dat de plannen de lasten voor het bedrijfsleven te veel doen stijgen. Ze zeggen verder benieuwd te zijn hoe de CO2-heffing er precies uit komt te zien.
Maar wat alle maatregelen uiteindelijk gaan kosten, zal pas eind april blijken. Het kabinet laat zijn nieuwe voorstellen nu opnieuw doorrekenen en komt dan over anderhalve maand met definitieve klimaatplannen.
Politiek verslaggevers Marleen de Rooy en Ron Fresen geven in onderstaande video antwoord op vragen over het klimaatakkoord:
AD 13.03.2019 GroenLinks-leider Jesse Klaver wil na de verkiezingen van 20 maart met de coalitiepartijen om tafel over de precieze uitwerking van de klimaatplannen. Met zo’n ‘klimaatformatie’ hoopt GroenLinks druk op de ketel te houden als bijvoorbeeld de hoogte van de CO2-heffing straks wordt vastgesteld.
Klaver wil ook andere klimaatvraagstukken voor de langere termijn adresseren, zoals de luchtvaart en de bio-industrie. De gesprekken over klimaat zullen volgens Klaver niet betekenen dat GroenLinks ook andere plannen van het kabinet per se gaat steunen, als een soort gedoogpartner.
GroenLinks ziet in de aankondiging van de CO2-heffing voor de industrie ‘voor het eerst’ een uitgestoken hand van het kabinet, die ook gevuld is. Partijleider Jesse Klaver staat ‘letterlijk te springen’ met het besluit de rekening van de klimaatplannen meer bij de industrie te leggen, en minder bij de burger.
Premier Rutte maakte vanmiddag bekend dat de energienota van huishoudens naar beneden gaat en er alsnog een ‘verstandige’ heffing voor bedrijven komt op de uitstoot van het schadelijke CO2. ,,De rekening moet eerlijker verdeeld worden’’, aldus Rutte.
,,Als ik zie dat politieke opponenten zo onze kant opkomen, dan zie ik dat als winst’’, reageert Klaver. ,,Vorige week vond Rutte onze plannen nog levensgevaarlijk, nu steunt hij ze bijna.’’
De regering is na de provinciale verkiezingen volgende week waarschijnlijk aangewezen op steun van Klavers partij in de Eerste Kamer. Volgens de peilingen raakt het kabinet daar zijn krappe meerderheid kwijt.
Elsevier 13.03.2019 Minister Eric Wiebes (VVD) van Economische Zaken en Klimaat en Ed Nijpels (VVD) namen woensdagmiddag de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord in ontvangst. De belangrijkste conclusies: de gestelde doelen worden waarschijnlijk niet gehaald en de kosten zijn lager dan verwacht, maar lage inkomens worden het hardst getroffen. Het kabinet kondigt in een reactie aan dat er toch een CO2-heffing voor bedrijven komt.
Een kleine drie maanden lieten het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor Leefomgeving (PBL) berekeningen los op de circa 300 pagina’s met klimaatplannen die eind december werden gepresenteerd. Er is lang naar de conclusies uitgekeken. Niet alleen beheerst klimaat in toenemende mate de maatschappelijke en politieke discussies, ook de timing is brisant. De doorrekening verschijnt een week voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten waarbij de coalitie van Rutte III in de peilingen ruime verliezen lijdt.
Wat zijn de belangrijkste uitkomsten van de doorrekening?
Voornaamste vraag is of het ontwerp-Klimaatakkoord het doel haalt: in 2030 minstens 49 procent minder broeikasgassen uitstoten. Dat zal waarschijnlijk niet lukken, concludeert het PBL. Slechts wanneer alle onzekerheden meevallen en mensen en bedrijven precies zo reageren als gehoopt, dan kan het doel net worden gehaald. Dat acht het instituut onwaarschijnlijk. Dit betekent mogelijk dat er verder gaat worden onderhandeld over aanvullend beleid.
Ook belangrijk zijn de inkomenseffecten: hoeveel kost het beleid huishoudens en hoe is dat verdeeld over arm en rijk? Het CPB, dat alleen naar klimaat keek en dus geen compleet koopkrachtplaatje maakt, verwacht dat de impact op korte termijn beperkt zal zijn. In 2021 gaan groepen er niet meer dan 0,1 procent op achteruit ten opzichte van een wereld waarin er geen Klimaatakkoord is. Dat is veel beperkter dan het totale klimaatbeleid dat huishoudens gemiddeld 0,7 procent aan inkomen kost.
Peter Winterman@WintermanAD
Dit plaatje laat goed zien hoe vooral mensen met de laagste inkomens, uitkeringsgerechtigden én gepensioneerden moeten betalen voor het klimaatbeleid. #Klimaatakkoord
Op de lange termijn is het effect groter. Groepen hebben in 2030 zo’n 0,3 tot 0,5 procent inkomen minder in vergelijking met een wereld zonder Klimaatakkoord. Voor een gemiddeld huishouden is dat 0,4 procent minder, maar het zijn vooral de lagere middeninkomens die erop achteruit gaan. Wanneer je naar het totaal van het klimaatbeleid kijkt, kost het huishoudens gemiddeld 1,4 procent inkomen. De effecten zijn erg ongelijk verdeeld. Het CPB waarschuwt wel voor de vele onzekerheden.
Hoe zat het nou ook weer met het Klimaatakkoord?
In het Regeerakkoord beloofde het kabinet-Rutte III dat Nederland in 2030 bijna de helft minder broeikasgassen gaat uitstoten. Dat is ambitieuzer dan het huidige EU-klimaatdoel van 40 procent reductie, en dit wordt zelfs aangescherpt tot 55 procent als Nederland daar overeenstemming over bereikt in Europees verband of met een ‘kopgroep in Noordwest-Europa’.
Het kabinet bedacht niet zelf de plannen om dat doel te halen, maar zette ruim honderd bedrijven, belangengroepen en overheden aan het werk aan de vijf zogenoemde klimaattafels. In december kwamen zij na tien maanden onderhandelen met een ontwerp-Klimaatakkoord. Niet iedereen stond achter dit resultaat, de groene organisaties steunden het te elfder ure niet.
Uiteindelijk is het de politiek die besluit over het klimaatbeleid. In het najaar debatteerde de Tweede Kamer al één keer specifiek over het Klimaatakkoord. Ook het kabinet keek in de laatste fase van de onderhandelingen nadrukkelijk mee. Discussies over klimaat zullen zich steeds meer in die arena afspelen. Doel is dat er voor de zomer een concreet pakket maatregelen ligt.
Wat zijn de reacties op de doorrekening?
Het kabinet reageerde achteraf direct. Op een persconferentie maakten premier Mark Rutte en minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (beiden VVD) bekend het voorgenomen Klimaatakkoord direct op de schop te nemen. Zo krijgen burgers verlichting van hun energielasten, wordt oversubsidiëring van elektrische auto’s aangepakt en gaat de landbouw meer doen voor het klimaat. ‘We willen de belasting voor huishoudens verlagen en die voor bedrijven verhogen,’ zei Rutte.
Het belangrijkste plan is dat er alsnog een CO2-taks komt, die komende tijd wordt uitgewerkt. Het ontwerp-Klimaatakkoord voorzag in een bonus-malusregeling, waarbij bedrijven CO2-reductieplannen opstellen en uitvoeren. De ‘groene’ bedrijven krijgen een subsidie, de hardnekkige uitstoters een boete. Van linkse oppositiepartijen en natuur- en milieuorganisaties kwam harde kritiek. Het zou te ingewikkeld zijn en bedrijven te veel ontzien.
Zij pleitten daarom voor een CO2-taks. GroenLinks en de PvdA dienden zelfs al concrete ideeën in – die nog niet zijn doorgerekend. Tijdens een Kamerdebat eerder dit jaar kwamen de partijen al dichter bij elkaar. Het zou mogelijk gaan om een relatief lage CO2-taks waarvan de opbrengst wordt teruggesluisd naar de industrie voor verduurzaming. In het Kamerdebat werd ook al gesproken over ‘maatwerk’ voor kwetsbare industrieën als staal en kunstmest. De taks komt boven op het Europese handelssysteem ETS voor CO2-rechten. Sommige experts verwachten dat de uitwerking niet sterk zal verschillen van de voorgestelde bonus-malusregeling.
Er komt deze week geen debat in de Tweede Kamer over de doorrekeningen van het ontwerp-Klimaatakkoord. Een verzoek van Klaver om donderdag een debat te houden, kreeg van de vier coalitiepartijen geen steun.
De stemming verliep volgens partijlijnen, waarmee de coalitie met één stem verschil het verzoek kon wegstemmen. Volgens Kamerleden van de regeringspartijen zou een debat donderdag te snel komen, en zouden Kamerleden niet genoeg tijd hebben om de doorrekeningen goed te bestuderen. ‘Wie denkt dat Nederlanders zitten te wachten op politici die over elkaar heen gaan buitelen door met losse maatregelen te gaan strooien, heeft het volgens mij echt mis,’ zei VVD-Kamerlid Dilan Yesilgöz.
De linkse oppositie, die zoals verwacht kritisch reageerde op de doorrekening, toonde weinig begrip voor het argument van de coalitie. Klaver stipte aan dat hij samen met D66-voorman Rob Jetten woensdagavond bij Nieuwsuur aanschuift om over het Klimaatakkoord te praten. Laatstgenoemde is opgetogen over de doorrekening: ‘Minder kosten voor burgers. Industrie gaat meer betalen. Wij gaan Parijs halen!’ twittert Jetten.
Bij de linkse oppositie leidt vooral de verdeling van de lasten over de diverse inkomensgroepen tot veel onvrede. ‘Huishoudens betalen met dit kabinet het meest en de grote vervuilers het minst,’ aldus PvdA-fractievoorzitter Lodewijk Asscher, die pleit voor een CO2-heffing voor grote bedrijven. Ook SP-leider Lilian Marijnissen spreekt van onrecht: ‘Draagvlak organiseer je niet door de energierekening te verhogen en de laagste inkomens de rekening te laten betalen.’
De rechtse oppositie reageert minder uitgebreid. SGP-leider Kees van der Staaij vindt ‘nuchter aan de slag met energiebesparing en schone energie’ een ‘goede zaak’, maar zijn partij ‘hikt er tegenaan dat collectieve lasten opnieuw stijgen’. Hij hekelt vooral dat de rekening in zijn ogen te veel wordt neergelegd bij gezinnen met middeninkomens en eenverdieners. PVV-leider Geert Wilders houdt het korter: ‘Geloof ze niet. Vertrouw ze niet. Stem ze weg!’ schrijft hij op Twitter bij een foto van Rutte en Wiebes.
Welke impact heeft doorrekening op de verkiezingen?
Premier Mark Rutte (VVD) was vooraf niet gerust op de gevolgen van de doorrekening, zei hij maandag bij Dit is de dag op Radio 1. ‘Mijn angst is: iedereen kan in die cijfers gaan shoppen er een eigen verhaal mee zingen.’ Dat lijkt een terechte vrees. Klimaat is een verkiezingsthema dat tot een voor de coalitiepartijen funeste dynamiek kan leiden.
Vanaf rechts worden ze bestookt door Forum voor Democratie en PVV die vrijwel geen klimaatbeleid willen omdat ze denken dat klimaatverandering geen grote impact heeft. Vanaf links bestookt GroenLinks de coalitie met verwijten dat het klimaatbeleid niet streng genoeg is en dat de lasten eerlijker moeten worden verdeeld – al klinkt hier meer bereidheid tot gedoogsteun.
Het is de verwachting dat beide kampen naar hartenlust die zaken uit de doorrekening zullen uitlichten die hun punt onderstrepen. Ook in de coalitie loopt het enthousiasme voor klimaatbeleid sterk uiteen. D66 zei expliciet dat het niet uitvoeren van klimaatbeleid een breekpunt is. En ChristenUnie zei hetzelfde in bedekte termen. Het enthousiasme in kringen van VVD en CDA is een stuk geringer. Zij maken zich zorgen om de Nederlandse concurrentiepositie.
NOS 13.03.2019 De werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland vrezen dat het klimaatakkoord en de gewijzigde kabinetsplannen de lasten voor het bedrijfsleven te veel doen stijgen. “Bedrijven moeten dat wel kunnen dragen”, aldus de organisaties.
Het kabinet kondigde aan met een CO2-heffing te komen, omdat de klimaatplannen waarschijnlijk niet tot genoeg reductie van het broeikasgas leiden. “Een onvoorwaardelijke Nederlandse CO2-heffing bovenop het Europese systeem zal leiden tot verlies van bedrijvigheid en banen”, zeggen VNO-NCW en MKB Nederland.
De werkgeversorganisaties zeggen verder benieuwd te zijn hoe zo’n CO2-heffing er precies uit komt te zien. “CO2-heffingen zijn er in verschillende soorten en maten”, zegt Cees Oudshoorn, algemeen directeur van VNO-NCW.
“Er zijn er die bedrijven ertoe brengen om dit land te verlaten en er zijn versies die ervoor zorgen dat bedrijven in dit land gaan investeren. Wij zullen hierover verder in overleg gaan met de overheid.”
Doorpraten
Het kabinet zei vandaag ook de energiebelasting voor consumenten minder te willen laten stijgen en bedrijven juist meer te willen laten betalen voor energie dan in de oorspronkelijke plannen.
“Ook hiervoor geldt dat de vraag is hoe het uitwerkt voor de positie van bedrijven”, zegt Oudshoorn. “Hebben ze de neiging om dit land te verlaten of niet door een extra heffing. En als ze naar het buitenland gaan en daar doorgaan met CO2 uitstoten, dan bereik je de klimaatdoelen ook niet. We willen hierover doorpraten.”
Innovatievermogen versterken
Ook de FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, maakt zich zorgen over de aangekondigde lastenverzwaring. “Ik bepleit maatregelen die de internationale concurrentiepositie van bedrijven beschermen, verlies van groene investeringen en banen voorkomen, verplaatsing van CO2-uitstoot naar het buitenland tegengaan en het innovatievermogen van de industrie versterken”, zegt voorzitter Ineke Dezentjé.
Een groene toekomst kan volgens de FME ook worden bereikt met energiebesparing en technologische oplossingen. “Beide zijn onderbelicht in het ontwerp-klimaatakkoord, terwijl ze megatonnen aan CO2-reductie kunnen opleveren.”
Telegraaf 13.03.2019 Duizenden huishoudens worden nog forser geraakt door het klimaatakkoord dan de cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) op het eerste gezicht laten zien. Alleenstaanden en alleenverdieners gaan er in veel gevallen tot wel drie procent op achteruit. Vijf procent van hen zelfs nog meer, bevestigt het CPB.
De doorrekening van het klimaatakkoord schetst een somber beeld voor de portemonnee van burgers in 2030. Alle inkomensgroepen gaan er op achteruit als het akkoord wordt uitgevoerd. Achter de mediane koopkracht van -1,5 en -1,4 procent voor alleenstaanden, respectievelijk alleenverdieners schuilen cijfers voor specifieke groepen die veel harder aankomen. Ook uitkeringsgerechtigden worden hard geraakt, waar sommigen bijna vier procent moeten inleveren.
De cijfers doen denken aan het idee om de inkomensafhankelijke zorgpremie in te voeren aan het begin van Rutte II. Daarbij vielen de inkomenseffecten gemiddeld mee, maar werden ook grote groepen zeer hard geraakt.
Het kabinet neemt de vlucht naar voren en presenteerde woensdagmiddag gelijk maatregelen die veel koopkrachtcijfers weer op zijn kop zetten. Zo gaat de energiebelasting omlaag en wordt er een CO2-heffing ingevoerd voor bedrijven. Ook zinspeelde premier Rutte op een extra tegemoetkoming voor de laagste inkomens.
Uit de berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat het klimaatdoel zelf wordt waarschijnlijk niet gehaald. Of de cijfers werkelijkheid worden is nog maar de vraag: over de voorspellingen bestaat al langer twijfel.
Middeninkomens verliezen per 2030 het meest als de maatregelen uit het concept-klimaatakkoord een op een worden doorgevoerd. Het scheelt hen in de CPB-ramingen een half procent aan inkomen. Ook gepensioneerden gaan er door de klimaatplannen gemiddeld een half procent op achteruit.
Nog duurder
Het totale klimaat- en energiebeleid raakt Nederlanders nog harder. Als ook de maatregelen ter stimulering van duurzame energie worden meegerekend, gaan de laagste inkomens het meest achteruit. In 2030 zou het een verlaging van het inkomen met 1,8 procent betekenen. Voor middeninkomens is dat ongeveer anderhalf procent. De hoogste inkomens leveren 0,8 procent in.
Het CPB gaat in haar berekeningen uit van een scenario waarbij mensen niet de portemonnee trekken voor allerlei groene maatregelen. Lage inkomens, eenverdieners en uitkeringsgerechtigden dreigen het hardst geraakt te worden. Het kan voor deze groep een verlaging van het inkomen met 3 procent betekenen.
CPB-directeur Laura van Geest: „Middeninkomens worden door het klimaatakkoord harder geraakt dan lagere inkomens. Dit komt door maatregelen voor de auto.”
De rekenmeesters verwachten dat bedrijven hun klimaatkosten voor 80 procent afwentelen op de burger.
Niet genoeg
Ondanks de kosten, zijn de honderden maatregelen uit het klimaatakkoord van voorzitter Ed Nijpels waarschijnlijk niet genoeg om het klimaatdoel in 2030 te halen. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in haar doorrekening.
Het kabinet wil in 2030 de CO2-uitstoot hebben gehalveerd ten opzichte van 1990. Het PBL stelt dat er nog veel onzekerheden zijn in de plannen. Als het kabinet duidelijke politieke keuzes maakt kunnen die onzekerheden worden weggenomen, stellen de groene rekenmeesters.
Als Nederland de broeikasgassen wil halveren in 2030 dan moet er 48,7 megaton minder worden uitgestoten. Volgens het PBL komen de plannen uit tussen de 31 en 52 megaton.
„De bandbreedte is vrij groot”, geeft hoofd klimaat Pieter Boot toe. Het kan zijn dat het doel wel gehaald wordt. „Maar toch denken we dat het waarschijnlijk niet haalbaar is. Vergelijk het met het gooien van dobbelstenen: je kunt zes keer zes gooien, maar dat is niet heel waarschijnlijk.”
Industrie
Vooral bij de industrie zijn de onzekerheden groot, stelt Boot. Het groene planbureau heeft nog veel vragen over hoe bedrijven worden gehouden aan de afspraken om minder CO2 uit te stoten. Bij de elektriciteitssector zijn er juist veel zekerheden.
Het klimaatakkoord is volgens Boot een mix van verboden, normen en subsidies. „Beprijzing is een beetje ondergeschikt”, zei de klimaatchef kritisch. Juist hierover is een grote politieke discussie gaande.
Het PBL schat in dat alle investeringen die nodig zijn om het klimaatakkoord uit te voeren tussen de 56 en 75 miljard euro bedragen in de periode tot 2030. Vooral in de energiesector, mobiliteit (auto’s) en de gebouwde omgeving (huizen en kantoren) gaat het om astronomische bedragen.
Kritiek
Of de ramingen van de planbureaus een compleet beeld geven is nog maar zeer de vraag. Over enkele rekenmethodes van het Planbureau voor de Leefomgeving is de laatste tijd kritiek geuit.
Deskundigen van de Rabobank hebben eerder geoordeeld dat het klimaatakkoord een financiële gatenkaas is. De experts stellen dat het Centraal Planbureau niet alle maatregelen heeft kunnen doorrekenen, sommige plannen zijn simpelweg te vaag. CPB-directeur Laura van Geest gaf toe dat er slechts 128 maatregelen onder de loep zijn genomen: „Wij hebben geen zeshonderd maatregelen aangereikt gekregen.”
Van Geest stelt dat er ook maatregelen waren waar de overheid niets mee te maken heeft of waar een doorrekening niet mogelijk was.
PBL-directeur Hans Mommaas probeerde kritiek aan het begin van de persconferentie al direct in de kiem te smoren door te stellen dat de ’modellen geen kristallen bol’ zijn.
De autoindustrie heeft tijdens de persconferentie al kritiek geuit op de doorrekening van het PBL. Volgens RAI Vereniging is er onvoldoende rekening gehouden met de beschikbaarheid van elektrische auto’s.
Politiek aan zet
Het kabinet komt eind april met een definitief klimaatakkoord. Voor die tijd onderhandelen de coalitiepartijen over welke maatregelen de eindstreep halen. Naar verwachting is er in mei een groot debat in de Tweede Kamer over het klimaatbeleid.
Minister-president Rutte en minister Wiebes (Klimaat) geven woensdagmiddag wel al een eerste reactie op de doorrekening.
De planbureaus rekenen nog twee alternatieve plannen van PvdA en GL voor een CO2-belasting voor de industrie door. Halverwege april worden de resultaten verwacht.
Klimaatchef Ed Nijpels zei in een eerste reactie „buitengewoon opgelucht” te zijn over de doorrekeningen.
BB 13.03.2019 Om de klimaatdoelen te halen komt er een ‘verstandige’ heffing voor bedrijven op de uitstoot van het schadelijke CO2. Het kabinet wil burgers ontzien bij de energierekening
Tegemoetkoming
Dat maakte premier Mark Rutte bekend. Hij reageerde daarmee op de doorrekening van een reeks klimaatplannen, waaruit blijkt dat vooral de industrie er een forse schep bovenop moet doen om de uitstoot van CO2 terug te dringen.
De tegemoetkoming aan oppositiepartijen GroenLinks, SP en PvdA, die voor een CO2-heffing pleiten, komt een week voor de provinciale verkiezingen. Het kabinet lijkt daarbij zijn meerderheid in de Eerste Kamer te verliezen en is dan aangewezen op andere partijen.
Rommel niet doorschuiven
Het kabinet wil nu ‘meer balans’ bij de verdeling van de lasten van het geplande klimaatakkoord. Het moet eerlijker dan uit de doorrekeningen naar voren is gekomen, aldus de premier. Anders zijn lagere inkomens te veel de dupe. Hun koopkracht zal worden gerepareerd, beloofde hij. Ook is er te veel verschil tussen burgers en bedrijven.
De energierekening mag niet te veel bij de huishoudens terechtkomen. De industrie zal een grotere bijdrage moeten leveren om ervoor te zorgen dat in 2030 de uitstoot met 49 procent is teruggebracht ten opzichte van 1990, zoals eerder is afgesproken. ‘We willen de rommel die we hebben veroorzaakt niet doorschuiven naar de volgende generatie’, aldus Rutte.
Vergroening van industrie
Het kabinet overwoog oorspronkelijk een regeling met subsidies en boetes voor de industrie, maar die ‘blijkt onvoldoende te werken.’ Met name VVD en CDA voelden niets voor een CO2-heffing, omdat die bedrijven met hogere lasten zou opzadelen.
De bedoeling van de CO2-heffing is ervoor te zorgen dat de klimaatdoelen worden gehaald, maar wel zo dat bedrijven niet naar het buitenland vertrekken. ‘Je wil niet dat bedrijven weggaan’, aldus Rutte. De opbrengst van de belasting wordt straks gebruikt voor vergroening van de industrie. (ANP)
AD 13.03.2019 Het kabinet verlaagt de energienota van huishoudens en legt de rekening van de klimaatplannen meer bij de industrie. Er komt alsnog een ‘verstandige’ heffing voor bedrijven op de uitstoot van het schadelijke CO2 tegenover. ,,De rekening moet eerlijker verdeeld worden’’, aldus premier Mark Rutte vanmiddag.
Rutte reageerde daarmee op de doorrekening van een reeks klimaatplannen, waaruit blijkt dat vooral de industrie er een forse schep bij moet doen om de uitstoot van CO2 terug te dringen.
,,Het kabinet heeft steeds een aantal doelstellingen gehad: een noodzakelijke CO2-reductie van 49 procent in 2030 realiseren, zorgen dat het voor mensen in het land betaalbaar is, en zorgen voor een eerlijke verdeling tussen mensen in het land en bedrijven.’’ Volgens Rutte is met name dat laatste niet in balans. ,,Nu ligt het te veel bij de huishoudens, dat moet eerlijker. Daarom gaat de belasting op de energierekening omlaag, en de belasting voor bedrijven omhoog.’’
Het kabinet overwoog oorspronkelijk een regeling met subsidies en boetes voor de industrie, maar die ‘blijkt onvoldoende te werken’. Met name VVD en CDA voelden niets voor een CO2-heffing, omdat die bedrijven met hogere lasten zou opzadelen.
Geen fout
Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) noemt de maatregel ‘fair’. Hij benadrukt dat alles erop wijst dat de nieuwe belasting voor de industrie ‘hoger zal moeten zijn dan wat er nu lag’. Van fouten wil hij echter niet spreken; het gaat volgens hem van een ‘bijstelling’ van de ingeslagen weg. Rutte beaamt dat. ,,Het gaat om meerjarig beleid. Dat moet staan en op lange termijn overeind blijven. Anders stik je in je eigen gelijk.’’
De premier benadrukt wel dat bedrijven ‘concurrerend’ moeten blijven. ,,Daar gaan we rustig over nadenken nu.’’ Eind april komt het kabinet met een officiële beoordeling van de doorrekening.
Lage inkomens
Uit de doorberekening blijkt dat de rekening van de klimaatmaatregelen vooral komt te liggen bij de lagere inkomens. De (lagere) middeninkomens gaan er zo’n 0,5 procent op achteruit door de voorgestelde maatregelen van de klimaattafels, bij de hoogste en laagste inkomens is het een teruggang van 0,3 procent. Volgens Rutte zijn die lasten ‘reparabel’.
Verkiezingen
De tegemoetkoming aan oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SP, die voor een CO2-heffing pleiten, komt een week voor de Provinciale Statenverkiezingen. Naar verwachting verliest het kabinet daarbij de meerderheid in de Eerste Kamer. Rutte erkent dat verkiezingen ‘een rol spelen’ om nu al met maatregelen te komen, maar dan vooral ‘omdat anders wel erg geshopt wordt’ in de cijfers die er nu liggen.
GroenLinks ziet in de aankondiging van de CO2-heffing een uitgestoken hand van de coalitie, die voor het eerst ook gevuld is. Voorman Jesse Klaver zegt blij te zijn met deze handreiking van het kabinet-Rutte. ,,Een enorme winst voor GroenLinks.’’
Ook de PvdA stelt dat Rutte tot inkeer is gekomen na een glashard oordeel van de rekenmeesters. Volgens partijleider Lodewijk Asscher was het geplande klimaatakkoord van het kabinet niet eerlijk en niet groen. In dat pakket stond een regeling voor de industrie met subsidies en boetes in plaats van een heffing.
Premier Rutte (VVD) en GroenLinks-leider Klaver tijdens het klimaatdebat in februariANP
NOS 13.03.2019 In de Tweede Kamer is, ook bij enkele oppositiepartijen, waardering voor de snelle aanpassing van de klimaatplannen door het kabinet. Dat wil de energiebelasting voor burgers verlagen en bedrijven een heffing opleggen voor te veel uitstoot van het broeikasgas CO2.
Linkse partijen als PvdA, GroenLinks en de SP vragen al enige tijd om een CO2-heffing voor bedrijven, maar tot nu toe had het kabinet dit afgehouden. PvdA-leider Asscher is dan ook blij dat “het kabinet tot inkeer is gekomen”. “Wij willen een groener en een eerlijker klimaatbeleid”, aldus Asscher.
Gevulde hand
GroenLinks-leider Klaver ziet in deze toegezegde belasting voor de industrie een “uitgestoken hand” van het kabinet. “Dit is voor het eerst een gevulde hand”, zei Klaver in een aparte persconferentie. “Als ik Rutte de klimaatplannen van GroenLinks hoor voorlezen, ga ik toch niet zitten simmen.”
6/6 Rutte: lasten burgers compenseren, lasten bedrijven omhoog
De ommezwaai van het kabinet, zo snel na de minder rooskleurige berekeningen van de twee rekenmeesters, kwam als een grote verrassing, zegt NOS-verslaggever Ron Fresen. “Het komt omdat de planbureaus het kabinet een behoorlijk draai om de oren hadden gegeven”.
Steun
Rutte hoopt met de aanpassingen op meer begrip en steun voor de plannen en ook de coalitiepartijen zeggen dat nadrukkelijk. “Het is een belangrijke richting die het kabinet is ingeslagen”, zegt D66-fractievoorzitter Jetten. “We zijn er bijna. Ik hoop op brede steun.”
Segers van de ChristenUnie noemt de aanpassingen “rechtvaardiger” en hoopt dat partijen links en rechts aansluiten. VVD-fractievoorzitter Dijkhoff is blij dat het kabinet iets heeft gedaan met zijn zorg dat de klimaatplannen te veel pijn doen in de portemonnee van de burgers. Ook CDA-leider Buma noemt het “heel belangrijk dat het voor burgers betaalbaar wordt.”
De kans op politieke steun is nu wel veel groter geworden, zegt Fresen. “Altijd met een slag om de arm, maar de kans op voldoende steun is vandaag echt toegenomen. De angels lijken er wel uit nu.”
Vrij schieten
Fresen benadrukt dat de draai van het kabinet te maken heeft met de verkiezingen van volgende week voor de Provinciale Staten. “Als je niks had gedaan aan de oneerlijke verdeling van de kosten, had de oppositie vrij kunnen schieten op de regeringspartijen”, zegt Fresen. “Dat wapen zijn ze nu kwijt.”
PVV-leider Wilders heeft geen goed woord over voor de nieuwe klimaatvoorstellen. “Geloof ze niet. De energierekening wordt niet lager. Deze politici zijn gewoon in paniek.” De SP zegt: “Eerst zien, dan geloven.”
Ook Thierry Baudet van Forum voor Democratie vindt de maatregelen niets. Hij zegt dat de cijfers te optimistisch zijn als het gaat om de lasten voor de burger en spreekt van “koopkrachtkillers”.
ANP 13.03.2019 Er komt deze week geen debat in de Tweede Kamer over de doorrekeningen van het concept-Klimaatakkoord. Een verzoek van GroenLinks-voorman Jesse Klaver om donderdag een debat te houden, kreeg van de vier coalitiepartijen geen steun.
De stemming verliep volgens partijlijnen, waarmee de coalitie met één stem verschil het verzoek kon wegstemmen. Volgens D66-Kamerlid Matthijs Sienot zou een debat donderdag te snel komen, en zouden Kamerleden zo snel niet in staat zijn de doorrekeningen goed te bestuderen. CDA, VVD en de ChristenUnie sloten zich bij deze redenering aan.
De oppositie toonde weinig begrip voor het argument van de coalitie. Klaver stipte aan dat D66-voorman Rob Jetten samen met hem wel woensdagavond bij Nieuwsuur aanschuift om over het Klimaatakkoord te praten.
Het PBL en het CPB presenteren hun doorberekening van de klimaatplannen ANP
NOS 13.03.2019 De linkse oppositiepartijen in de Tweede Kamer reageren kritisch op de gevolgen van de plannen in het klimaatakkoord. Vanmiddag presenteerden het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) wat de kosten zijn van de 600 voorstellen om de opwarming van de aarde terug te dringen.
Het kabinet wil in 2030 49 procent minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990. Dat is ongeveer 48,7 megaton aan broeikassen. Het PBL denkt dat met de bestaande plannen een afname tussen de 31 en 52 megaton mogelijk is. De conclusie van dat bureau is dat de klimaatdoelen “waarschijnlijk” niet gehaald worden. Het Centraal Planbureau heeft uitgerekend hoeveel de verschillende huishoudens er door deze maatregelen op achteruit kunnen gaan.
Grote vervuilers
De PvdA concludeert op basis van het rapport dat de lage en middeninkomens, gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden er harder op achteruit gaan. “De plannen zijn niet groen en niet eerlijk”, zegt PvdA-leider Asscher. De partij wil dat de industrie en de grote vervuilers meer gaan betalen. “Nederland verdient een kabinet dat opwarming tegengaat en vervuilers laat betalen.”
De SP valt ook over de mogelijke gevolgen voor lagere inkomens. SP-leider Marijnissen benadrukt dat het draagvlak voor de klimaatplannen niet wordt vergroot door “de energierekening te verhogen en de laagste inkomens de rekening te laten betalen”. “Klimaatbeleid zal rechtvaardig zijn of niet zijn”, zegt Marijnissen in een tweet.
Lastenverzwaring
De Partij voor de Dieren schat in dat de lastenverzwaring ruwweg drie miljard euro voor gezinnen is en twee miljard euro voor bedrijven. “Benieuwd hoe coalitie dat uitlegt. Lijkt erop dat lastenverzwaring niet eerlijk is in absolute zin”, zegt Kamerlid Van Raan van de PvdD.
Ook de SGP heeft problemen met de stijging van de collectieve lasten. “De rekening wordt bovendien teveel neergelegd bij gezinnen met middeninkomens, vooral eenverdieners. Dat moet anders”, aldus SGP-leider Van der Staaij.
Rekening
GroenLinks zegt dat een andere klimaataanpak nodig is nu berekend is dat het klimaatdoel niet gehaald wordt , de lage inkomens “de rekening betalen en de “industrie wordt ontzien.” Partijleider Klaver geeft een persconferentie over plannen van GroenLinks.
Tot ergernis van de oppositie komt er morgen geen plenair debat, de coalitiepartijen zijn daar niet voor omdat het te kort dag zou zijn.
Aan het eind van de middag geven premier Rutte en minister Wiebes van Klimaat nog een reactie op de twee rapporten.
Trouw 13.03.2019 Het kabinet is alsnog bereid een CO2-belasting voor het bedrijfsleven in te voeren. Premier Rutte laat dat weten in reactie op de doorrekeningen van de klimaatplannen. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) maakte eerder vandaag bekend dat deze voorstellen onvoldoende zijn om de CO2-uitstoot te halveren.
Het kabinet beraadt zich de komende maanden op een inhoudelijk antwoord op de doorrekeningen van het PBL. Maar Rutte neemt daar, een week voor de Provinciale Statenverkiezingen, wel alvast een voorschot op. Hij zegt dat er een ‘verstandige’ heffing moet komen voor de industrie.
Voor de betreffende bedrijven is dat slecht nieuws. Zij wilden niet verder gaan dan een soort boete-systeem voor bedrijven die achterblijven met de reductie van broeikasgassen. Maar het PBL heeft grote twijfels bij dit plan. Het is te vrijblijvend. Het voorstel biedt bedrijven mogelijkheden om onder een boete uit te komen. De rekenmeesters voorzien juridische problemen bij het afdwingen van verplichtingen.
Onduidelijk
Hoe die CO2-belasting er exact uit komt te zien, is nog onduidelijk. Maar duidelijk is wel dat de industrie meer zal gaan betalen voor het klimaatbeleid.
Rutte maakte tegelijkertijd bekend dat hij de energierekening van burgers wil verlagen. Voor het bedrijfsleven gaat deze energiebelasting juist omhoog. De premier wil op deze manier voorkomen dat de rekening van de energietransitie teveel bij de huishoudens terecht komt.
Het kabinet kondigt maatregelen aan waar GroenLinks, SP en PvdA al lange tijd op aandringen. Op deze manier neemt de coalitie de linkse oppositiepartijen de wind uit de zeilen. Tegelijkertijd is het een handreiking aan deze partijen, in de wetenschap dat de coalitie na de verkiezingen de meerderheid in de senaat dreigt kwijt te raken en dan aanvullende steun nodig heeft voor haar plannen.
De rekenmeesters van het PBL hebben de afgelopen maanden de zeshonderd voorstellen van de ‘klimaattafels’ van Ed Nijpels geanalyseerd. Het Binnenhof keek reikhalzend uit naar de uitkomsten, die de basis leggen voor het klimaatbeleid voor de komende decennia. Grote vraag was: is 49 procent CO2-reductie ten opzichte van 1990 haalbaar? Het PBL acht dit onwaarschijnlijk. Met de voorstellen worden ‘grote stappen in de energietransitie’ gezet, maar het is nu tijd voor politieke keuzes.
Enorme opgave
De coalitie staat voor een enorme opgave. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zullen nu zelf met een plan moeten komen waardoor die 49 procent CO2-reductie alsnog wordt gehaald. Dit is immers een afspraak uit het regeerakkoord van Rutte III. Het is ook nodig om uiteindelijk, in 2050, te kunnen voldoen aan de afspraken uit het klimaatverdrag van Parijs.
Het goede nieuws voor het kabinet is dat de klimaatkosten volgens het PBL veel lager zullen zijn dan aanvankelijk gedacht. Medio 2018 werd nog uitgegaan van jaarlijkse nationale kosten van 3 tot 3,9 miljard euro. Inmiddels houdt het planbureau het op 1,6 tot 1,9 miljard. Voor de coalitie is dat een prettige meevaller, gezien de recente ophef over de onverwacht hogere energierekening. Er is de vier partijen veel aan gelegen dat de burgers niet al te veel op kosten worden gejaagd.
Wat die kosten betreft: het Centraal Planbureau (CPB) maakte dinsdag bekend dat het klimaatbeleid de lagere en middeninkomens meer raken dan de hogere. Dit komt voor een groot deel door al geplande maatregelen en voor een klein deel door de nieuwe voorstellen van de klimaattafels. Of de coalitie met dit verhaal naar de burgers toe wil, valt zeer te betwijfelen. Het kabinet heeft mogelijkheden genoeg om eventuele koopkrachttegenvallers voor bepaalde groepen weer te repareren. Zoals het verlagen van de energierekening.
De oppositie was graag al deze week, dus nog voor de Provinciale Statenverkiezingen, met het kabinet in debat gegaan over het klimaatakkoord, maar de coalitie voelt er niks voor.
Lees ook:
Een ontspannen klimaatdiscussie? Die kan premier Rutte vergeten
Twee planbureaus melden vandaag of het klimaatakkoord volstaat om de Nederlandse CO2-uitstoot te halveren. Een pikant moment. Met de verkiezingen in zicht, staat de oppositie op scherp.
NU 13.03.2019 De verhoging van de energiebelasting voor huishoudens die dit kabinet doorvoert, wordt vanaf 2020 weer teruggedraaid. Daarnaast wordt er een vorm van CO2-heffing voor bedrijven uitgewerkt. Die moet in april klaar zijn.
Dat hebben premier Mark Rutte en minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) woensdagmiddag laten weten in een reactie op de doorrekeningen van de klimaatplannen door het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Daaruit blijkt dat met het pakket aan maatregelen het doel van een CO2-reductie van 49 procent waarschijnlijk niet gehaald zal worden, het aandeel van de sector industrie achterblijft en huishoudens met een laag inkomen er het meest op achteruit gaan.
Daarom neemt het kabinet nu aanvullende maatregelen. Te beginnen met de energienota, die rust te veel op de schouders van de burgers, vindt Rutte. “We willen de belasting voor huishoudens verlagen en die voor bedrijven verhogen”, aldus de premier.
Opslag op energierekening wordt anders verdeeld
De opslag op de energierekening wordt anders verdeeld onder burgers en bedrijven. Uit die opslag worden subsidies betaald voor de opwekking van duurzame energie.
Nu is die belasting gelijk verdeeld, terwijl bedrijven veel meer energie verbruiken. De verhouding wordt daarom een derde voor huishoudens en twee derde voor bedrijven.
Rutte ontkent overigens niet dat de aangekondigde maatregelen te maken hebben met de Provinciale Statenverkiezingen op 20 maart. “De verkiezingen spelen een rol”, aldus de premier.
Eigen methode van industrie levert te weinig CO2-besparing op
Wiebes en Rutte moesten ook concluderen dat het boete-bonussysteem waarmee de industrie zelf op de proppen kwam, te weinig oplevert om het klimaatdoel te halen. “De CO2-tonnen worden niet gehaald”, aldus Wiebes.
Het PBL maakte eerder op woensdag gehakt van het boete-bonussysteem waarbij bedrijven zelf plannen mogen aandragen voor hoe zij CO2 willen besparen. Het is te vaag en te vrijblijvend, concludeerde het planbureau.
Wiebes herhaalde wat hij tot dusver altijd over een CO2-heffing heeft gezegd: bedrijven moeten het kunnen betalen en niet besluiten hun heil buiten Nederland te zoeken vanwege de lastenverzwaring.
De opbrengsten van die heffing worden gebruikt om de industrie te vergroenen.
Minder subsidie voor elektrische auto’s
Het kabinet kijkt verder naar de vergroening van het wagenpark. In de plannen van het ontwerpklimaatakkoord worden flinke subsidies uitgedeeld voor nieuwe elektrische auto’s. In het beste geval kon een autokoper 6.000 euro terugkrijgen van de overheid.
Deze “oversubsidiëring” wil het kabinet nu tegengaan, ook komt er meer aandacht voor tweedehands elektrische voertuigen. Deze maatregelen leveren geld op dat weer teruggesluisd kan worden naar bezitters van benzine- en dieselauto’s die hun belastingen juist zagen stijgen.
Tot slot wordt gekeken naar maatregelen om meer CO2 te besparen in de landbouwsector en worden de mogelijkheden van de opslag van broeikasgassen onder de grond (CCS in jargon) ingeperkt.
Klaver: ‘Onze politieke opponenten komen onze kant op’
Oppositiepartijen GroenLinks en PvdA pleitten al langer voor een verlaging van de energierekening en de invoering van een CO2-taks.
Jesse Klaver (GL) reageert opgetogen, omdat het kabinet en de coalitie zijn plannen nu wel lijken over te nemen. Dat zijn handtekening niet onder de plannen staat, maakt hem niet zo veel uit. “Ik zie dat onze politieke opponenten onze kant opkomen, dat is winst”, aldus Klaver.
D66-fractievoorzitter Rob Jetten, wiens partij wel regeert zegt in een reactie: “Politiek is de kunst van het mogelijke, niet van mooie praatjes. Niet lullen maar poetsen. Vandaag ziet de kiezer waar het om draait: daadkracht.”
GroenLinks-leider Klaver ziet de aangekondigde plannen als een uitgestoken hand van de coalitie. Hij verwacht dat de VVD, het CDA, D66 en de CU na de Provinciale Statenverkiezingen hun meerderheid in de senaat zullen verliezen.
Klaver werpt zich nadrukkelijk op als kandidaat om het klimaatbeleid in de senaat aan een meerderheid te helpen.
NOS 13.03.2019 Het kabinet wil de energielasten voor burgers verlagen en de industrie meer laten betalen voor de klimaatplannen. Dit heeft premier Rutte gezegd in een reactie op de klimaatrapporten van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) die vanmiddag werden gepresenteerd.
De twee bureaus hebben uitgerekend wat de gevolgen zijn van de 600 voorstellen over de Nederlandse bijdrage aan het terugdringen van de opwarming van de aarde. Uit die berekeningen bleek dat de maatregelen niet genoeg zijn om de klimaatdoelen te halen.
Vertrekken
Het kabinet kwam in de reactie op de rapporten direct met aanpassingen. Ze willen kijken naar een CO2-heffing, een belasting voor bedrijven die veel CO2 uitstoten. Rutte spreekt van een “verstandige” heffing. Voorkomen moet worden dat Nederlandse bedrijven naar het buitenland vertrekken.
De opbrengst van de CO2-heffing wordt gebruikt om de industrie te vergroenen, zo staat in een brief van het kabinet (.pdf). Overigens blijkt uit de doorrekeningen dat bedrijven 80 procent van hun extra kosten zullen doorberekenen aan de consument.
De belangrijkste punten van kabinet in het kort:
verlaging van de energiebelasting voor burgers vanaf 2020
“verstandige” CO2-heffing voor bedrijven
einde aan “oversubsidiëring” van nieuwe elektrische auto’s
meer “ondersteuning” van de tweedehandsmarkt elektrische auto’s
landbouw levert een “grotere bijdrage” voor extra geld
geplande verhoging van vaste lasten voor automobilisten gaat niet door
er komt minder CO2-opslag
Broeikasgassen
Het kabinet wil in 2030 49 procent minder CO2-uitstoot dan in 1990. Dat is ongeveer 48,7 megaton aan broeikasgassen. Het PBL berekende dat met de bestaande plannen een afname tussen de 31 en 52 megaton mogelijk is.
De conclusie van dat bureau is dat de klimaatdoelen “waarschijnlijk” niet gehaald worden. Het Centraal Planbureau heeft ook uitgerekend hoeveel de verschillende huishoudens er door deze maatregelen op achteruit kunnen gaan.
Vooral de lagere- en middeninkomens, gepensioneerden en mensen met een uitkering lijken er meer op achteruit te gaan. Ook moeten burgers meer betalen dan het bedrijfsleven. De oppositie in de Tweede Kamer reageerde daar meteen kritisch op.
Rutte: lasten burgers compenseren, lasten bedrijven omhoog
Huishoudens
Rutte erkent dat die verdeling niet goed is en het kabinet zegt dus nu al de plannen aan te passen. “We willen een eerlijke verdeling.” Concreet betekent dit dat huishoudens een derde van de kosten op zich nemen en de bedrijven twee derde van de kosten. Dat was fifty-fifty.
Het kabinet was aanvankelijk van plan om de industrie een boete op te leggen bij te vervuilende activiteiten, de zogenoemde bonus-malusregeling. Nu blijkt dat die maatregel te weinig CO2-reductie oplevert. Eind april komt het kabinet met een uitgewerkt plan.
Milieuorganisaties en vakbond FNV noemen de snelle aanpassingen van de klimaatplannen hoopgevend. In een gezamenlijke reactie zeggen Milieudefensie, Greenpeace, Natuur en Milieu, de Natuur en Milieufederaties en FNV: “Dit is wat het klimaat nodig heeft en waarom 40.000 mensen afgelopen zondag de straat op gingen. We moeten het nu doen met de woorden van Rutte en Wiebes, maar wij zullen het kabinet aan deze woorden houden. Wij staan klaar om afspraken te maken.”
ANP 13.03.2019 Om de klimaatdoelen te halen komt er een ,,verstandige” heffing voor bedrijven op de uitstoot van het schadelijke CO2. Het kabinet wil burgers ontzien bij de energierekening.
Dat maakte premier Mark Rutte bekend. Hij reageerde daarmee op de doorrekening van een reeks klimaatplannen, waaruit blijkt dat vooral de industrie er een forse schep bij moet doen om de uitstoot van CO2 terug te dringen.
De tegemoetkoming aan oppositiepartijen GroenLinks en PvdA, die voor een CO2-heffing pleiten, komt een week voor de provinciale verkiezingen. Daarbij lijkt het kabinet zijn meerderheid in de Eerste Kamer te verliezen en is dan aangewezen op andere partijen
Een afname van broeikasgassen zoals afgesproken in de klimaatdoelen is mogelijk, maar wordt niet gehaald, verwacht het Planbureau voor de Leefomgeving.
NOS 13.03.2019 De maatregelen in het klimaatakkoord zijn waarschijnlijk niet genoeg om de klimaatdoelen te halen. Met de 600 voorstellen lijkt het belangrijkste doel van het akkoord, 49 procent minder uitstoot van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990, niet haalbaar. Dat staat in de doorrekening van het klimaatakkoord door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB).
Het PBL stelt dat met de plannen een afname van tussen de 31 en 52 megaton aan broeikasgassen mogelijk is. Het doel, 48,7 megaton minder in 2030 (49 procent minder dan in 1990), valt daar weliswaar binnen, maar wordt waarschijnlijk niet gehaald. “Dat komt vooral door onzekerheden over verdere vormgeving van de afspraken, en over de manier waarop burgers en bedrijven zullen reageren op de voorgestelde beleidsprikkels.”
De belangrijkste punten uit de doorrekening
De maatregelen uit het klimaatakkoord zijn waarschijnlijk niet genoeg om de klimaatdoelen te realiseren
De geschatte kosten van het klimaatakkoord zullen de komende tijd oplopen tot 1,6 à 1,9 miljard euro per jaar in 2030 en vallen daarmee lager uit dan geraamd
Bedrijven moeten meer bijleggen dan huishoudens, die al veel moeten bijleggen onder de huidige plannen. Ondernemingen berekenen naar verwachting 80 procent van de kosten door aan de consument
Lage en middeninkomens zullen zonder compensatie naar verwachting meer meebetalen aan de maatregelen dan de laagste en hoogste inkomens
Er is nog veel onduidelijk over de vormgeving en uitvoerbaarheid van het bonus-malussysteem voor bedrijven
De grootste reductie wordt bereikt in de elektriciteitssector, waar een afname van broeikasgassen van tussen de 18,3 en 21,1 megaton mogelijk is. Het doel was 20,2 megaton. De sector die daarna de grootste reductie heeft is de industrie, maar daar wordt het doel naar verwachting niet gehaald.
Dat betekent dat het kabinet opnieuw zal moeten bekijken hoe de doelen wél kunnen worden bereikt. “Er moeten politieke keuzes gemaakt worden waarmee onzekerheden over het precieze effect van de voorgestelde maatregelen afnemen”, zegt het PBL. Later vanmiddag reageren minister Wiebes en premier Rutte op de doorrekening.
Kosten lager dan geraamd
De geschatte kosten van het klimaatakkoord zullen de komende tijd oplopen tot 1,6 à 1,9 miljard euro per jaar in 2030. Dat is fors lager dan geraamd op basis van het akkoord op hoofdlijnen in 2018. Toen werden de kosten op 3 tot 3,9 miljard euro berekend. Dat komt onder meer door de lagere kosten voor hernieuwbare elektriciteit en in de industrie.
Het CPB heeft ook een schatting gemaakt van een verdeling van de kosten van de doorgerekende maatregelen. Het lijkt erop dat lage en middeninkomens het iets meer zullen voelen in de portemonnee dan de laagste en hoogste inkomens. “Maar of dat daadwerkelijk gaat gebeuren is nog onduidelijk, want het kabinet moet er nog naar kijken en dat zal misschien daarvoor gaan compenseren”, zegt politiek verslaggever Albert Bos.
Effect klimaatplannen voor huishoudens;
Klimaatplannen en huishoudens
Alle klimaat- en energiemaatregelen samen (inclusief klimaatakkoord) *
Alleen klimaatakkoord *
Alle huishoudens
-1,3
-0,4
Laagste inkomens
-1,8
-0,3
Lage inkomens
-1,6
-0,5
Middeninkomens
-1,4
-0,5
Hoge inkomens
-1,1
-0,4
Hoogste inkomens
-0,8
-0,3
Werkenden
-1,1
-0,4
Uitkeringsgerechtigden
-1,7
-0,4
Gepensioneerden
-1,6
-0,5
Tweeverdieners
-1,1
-0,4
Alleenstaanden
-1,5
-0,3
Alleenverdieners
-1,4
-0,5
Met kinderen
-1
-0,3
Zonder kinderen
-1,3
-0,4
*Dit zijn percentages: ze geven het verschil aan in inkomen in 2030 ten opzichte van 2018
Daarnaast gaan bedrijven volgens Bos meer merken van het klimaatakkoord dan gedacht. Ze moeten meer bijleggen dan huishoudens. Dat komt ook omdat huishoudens straks al meer moeten gaan betalen voor alle klimaatplannen die al gepland zijn vóór het klimaatakkoord.
Wel verwacht het CPB dat bedrijven een groot deel van de eventuele extra kosten die ze straks maken zullen doorberekenen in hun prijzen. Naar verwachting zal 80 procent van de kosten worden doorberekend aan de consument.
Slechts 128 van de 600 maatregelen die in het klimaatakkoord staan zijn door het CPB doorgerekend. Bijvoorbeeld omdat veel plannen uiteindelijk weinig geld zullen kosten of opleveren, en dus niet meegenomen hoeven te worden in de berekeningen. En sommige maatregelen kan de overheid niet alleen afdwingen. Ook die heeft het CPB niet meegenomen.
Bonus-malusregeling
Verder is een deel van de voorstellen nog te vaag om door te rekenen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het veelbesproken bonus-malussysteem voor bedrijven. Dat systeem is in het klimaatakkoord terechtgekomen, nadat een eerder voorstel om een CO2-heffing in te voeren tijdens de onderhandelingen was gesneuveld.
Volgens het CPB is er nog te veel onduidelijk over de vormgeving en de uitvoerbaarheid van het bonus-malussysteem, en over de omstandigheden wanneer de heffing van kracht wordt, om er nu een berekening van te kunnen maken.
Het PBL deed dat wel. Volgens het planbureau is niet duidelijk hoe bedrijven zullen reageren op deze regeling, waarmee goed gedrag wordt beloond en slecht gedrag bestraft. “Zien zij het vooral als kans of als bedreiging?”, vraagt het PBL zich af. Ook bij de industrie zelf zijn er grote onzekerheden over de regeling.
Juist over de bijdrage van de industrie ontstond de afgelopen weken veel discussie. Volgens milieuorganisaties komen de kosten te veel op schouders van huishoudens te liggen en worden bedrijven te veel ontzien. Gisteren werd bekend dat het kabinet neigt naar een CO2-taks voor bedrijven.
Wat is het klimaatakkoord?
Nederland heeft zich als doel gesteld om in 2030 49 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990, om het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 te kunnen naleven. Daarin werd door 195 landen, waaronder Nederland, afgesproken dat de opwarming van de aarde ruim onder de 2 graden moet komen en dat er een einde moet komen aan de stijging van de uitstoot van broeikasgassen. Nu loopt Nederland nog achter ten opzichte van andere landen. Met dit voorstel wil Nederland die achterstand inhalen.
Om dat doel te bereiken, hebben overheden, bedrijven en maatschappelijke partijen de afgelopen tijd rond de tafel gezeten om afspraken te maken.
Die onderhandelingen waren opgedeeld in vijf verschillende sectoren (van mobiliteit tot industrie), de zogenoemde klimaattafels. In december presenteerden de partijen een akkoord met 600 voorstellen. Die zijn nu doorgerekend. Op basis van deze doorrekeningen kan de politiek beslissingen nemen.
Het akkoord is niet hetzelfde als de Klimaatwet, waarmee de Tweede Kamer vastlegde dat Nederland in 2050 nagenoeg klimaatneutraal moet zijn.
NU 13.03.2019 De voorstellen uit het ontwerpklimaatakkoord leveren een besparing van 31 tot 52 megaton CO2 in 2030 op. Dat valt nog binnen het gestelde kabinetsdoel van 48,7 megaton minder CO2, al wordt dat waarschijnlijk niet gehaald. Vooral de industrie levert te weinig besparingen.
“Er is nog veel werk aan de winkel”, concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de woensdag gepubliceerde doorrekeningen van de klimaatplannen.
De megatonnen moeten leiden tot 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 om de opwarming van de aarde tegen te gaan.
Het PBL vermoedt dat het doel niet wordt gehaald vanwege “onzekerheden over verdere vormgeving van de afspraken”. Ook speelt mee hoe burgers en bedrijven op de 128 voorgestelde maatregelen reageren.
Het doel wordt alleen gehaald als alle puzzelstukjes op de juiste wijze in elkaar vallen. Kortom: burgers en bedrijven moeten in alle gevallen positief reageren op de klimaatmaatregelen, aldus het PBL.
Een volledige kabinetsreactie op de doorrekeningen volgt eind april 2019.
In het kort:
Klimaatdoel van 49 procent minder CO2 in 2030 wordt waarschijnlijk niet gehaald
Vooral industrie blijft achter bij besparen megatonnen broeikasgassen
Kosten vallen in 2030 lager uit dan eerder geraamd
Laagste inkomens worden het hardst geraakt
Industrie levert te weinig besparing
Iedere overlegtafel kreeg een eigen opdracht mee om uiteindelijk een afgesproken aantal megaton CO2 te besparen in 2030. De tafels zijn opgedeeld in de sectoren industrie, woningen, mobiliteit, landbouw en elektriciteit en moeten gezamenlijk de 48,7 megaton CO2 besparen. Dat aantal staat gelijk aan de 49 procent reductie in 2030.
Het PBL concludeert nu dat de industrie (opgave: 14,3 megaton CO2) in het gunstigste geval uitkomt op een besparing van 13,9 megaton CO2. De huidige methode om bedrijven tot besparen te zetten is te onzeker, schrijft het PBL.
De industrie stelde zelf voor om met een bonus- en boetesysteem te werken. Bedrijven moeten plannen voor hoe zij het klimaatdoel willen halen indienen. Lukt dat niet of werken zij niet mee, dan krijgen ze een boete. Lukt het wel, dan maken ze aanspraak op subsidie.
Het PBL vraagt zich af of dat bedrijven zal aanzetten tot investeringen in minder uitstoot. Zo voorzien de rekenmeesters problemen met de juridische afdwingbaarheid en zijn er twijfels over de kosten en investeringen in projecten waarvan onduidelijk is hoeveel CO2-besparing ze opleveren.
Het CPB heeft de effecten van een boetesysteem niet doorgerekend omdat de uitwerking en uitvoering te onzeker zijn.
Milieuclubs en linkse partijen vragen om een CO2-heffing
Het bonus- en boetesysteem kreeg vanaf het begin al veel kritiek. Het was voor enkele milieuorganisaties en de FNV reden om uit het klimaatoverleg te stappen, zij willen een directe manier van CO2-beprijzing door middel van een heffing.
De organisaties noemen een CO2-heffing nu “onvermijdelijk”.
Ook partijen in de Tweede Kamer, zoals GroenLinks en de PvdA, vragen om zo’n CO2-heffing.
Op verzoek van deze partijen wordt zo’n maatregel door het PBL alsnog doorgerekend, maar de uitkomst kon niet meer worden meegenomen met de woensdag gepubliceerde cijfers.
Vlnr: Laura van Geest (Centraal Planbureau), Pieter Boot, Hans Mommaas (beiden Planbureau voor de Leefomgeving) en Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (ANP).
Maatregelen treffen laagste inkomens het hardst
Het Centraal Planbureau (CPB), dat keek naar de koopkrachteffecten van de klimaatmaatregelen, berekende dat alle huishoudens er in 2030 gemiddeld 1,3 procent op achteruitgaan. In dit geval is al het eerdere klimaat- en energiebeleid van het kabinet meegenomen.
De laagste inkomens gaan er in het totale plaatje het meest op achteruit (-1,8 procent), de hoogste inkomens met -0,8 procent het minst.
Ook met alleen de maatregelen uit het ontwerpklimaatakkoord gaan de lage- en middeninkomens er het meest op achteruit.
Hier moet worden benadrukt dat het gaat om koopkrachtcijfers in 2030 als het kabinet verder geen actie onderneemt. De politiek heeft jaarlijks de kans het beleid aan te passen om koopverschillen weg te werken.
Als er wordt gekeken naar het totale kostenplaatje van 5,2 miljard euro in 2030, blijkt dat gezinnen een groter deel moeten ophoesten (3 miljard) dan bedrijven (2 miljard). Het overige deel valt in het buitenland.
Kosten vallen lager uit dan eerder berekend
De kosten vallen lager uit dan waar eerder rekening mee werd gehouden. De zogenoemde nationale kosten bedragen in 2030 tussen de 1,6 en 1,9 miljard euro. In december raamde het PBL nog op 3 tot 4 miljard euro.
De nationale kosten zeggen iets over de kosten voor de Nederlandse samenleving als geheel, ongeacht wie de rekening krijgt. Belastingen en subsidies tellen hierin niet mee, omdat dit wordt gezien als waardeoverdracht tussen verschillende partijen binnen de samenleving.
Politiek is nu aan zet
Nu duidelijk is hoeveel CO2-besparing welke maatregel oplevert en wat de kosten daarvan zijn, is de politiek aan zet. De Tweede Kamer en het kabinet zullen moeten kiezen welke maatregelen zij willen invoeren om het doel van 49 procent minder broeikasgassen te halen.
In het proces is door politici steeds gezegd dat de energietransitie haalbaar en betaalbaar moet zijn en dat de grootste vervuiler moet betalen, maar dat tegelijkertijd de maatregelen de concurrentiepositie van bedrijven niet mogen schaden. Dat zijn bij uitstek politieke vragen waar verschillend over wordt gedacht in Den Haag.
BB 13.03.2019 De klimaatplannen die het kabinet heeft laten doorrekenen, zorgen in 2030 voor een vermindering van de uitstoot van CO2 tussen de 43 en 51 procent ten opzichte van 1990. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat de voorstellen heeft geanalyseerd, maakt daaruit op dat het doel van 49 procent waarschijnlijk niet wordt gehaald.
Grote stappen
Het PBL denkt dat met het concept-klimaatakkoord wel ‘grote stappen’ kunnen worden gezet. ‘Maar er is nog veel werk aan de winkel.’ Alleen in het gunstigste scenario wordt de doelstelling gehaald, maar als alles tegenzit bij lange na niet. Het planbureau wijst op onzekerheden over het precieze effect van de voorgestelde maatregelen.
Om die weg te nemen moeten politieke keuzes worden gemaakt. Daarnaast wijst het PBL erop dat nog moeilijk valt te voorspellen hoe burgers en bedrijven op de veranderingen zullen reageren. Bijvoorbeeld naar de snelheid waarmee mensen overstappen op elektrische auto’s blijft het toch gissen.
Industrie
Vooral in de industrie ziet het PBL een groot risico dat de doelstelling niet wordt gehaald. Het planbureau wijst op grote onzekerheden die kleven aan de regeling die bedrijven moet verleiden tot verduurzaming.
Ook het Centraal Planbureau, dat de klimaatmaatregelen eveneens heeft doorgerekend, vindt dat voorstel te onduidelijk en onvoldoende uitgewerkt. Of een alternatief plan van de linkse oppositie voor een CO2-heffing beter werkt, is nog onduidelijk. Een doorrekening daarvan volgt medio april.
Goedkoper
De kosten van de voorstellen tellen volgens het PBL op tot op 1,6 tot 1,9 miljard euro per jaar in 2030. Dat is aanzienlijk minder dan vorig jaar naar voren kwam uit een eerste analyse van de hoofdlijnen van het klimaatakkoord. De maatregelen in het akkoord zullen er volgens het CPB toe leiden dat lagere middeninkomens er meer op achteruit gaan dan hogere.
De maatregelen zorgen in doorsnee voor een achteruitgang van 0,4 procent in 2030. Lagere middeninkomens gaan er 0,5 procent op achteruit, de hoogste en allerlaagste inkomens 0,3 procent.
Inkomensachteruitgang
Het totale klimaat- en energiebeleid tot 2030 leidt volgens het planbureau tot 2030 tot een inkomensachteruitgang van gemiddeld 1,3 procent. Voor lagere inkomens is het negatieve effect 1,8 procent en voor hogere 0,8 procent.
Dat komt grotendeels door het al in gang gezette klimaat en energiebeleid, zegt het CPB. Ook in de periode tot 2021 leveren lagere inkomens meer in dan hogere, staat in de doorrekening.
Niet blij
Oppositiepartijen in de Tweede Kamer zijn niet blij met de verwachte gevolgen van het concept-Klimaatakkoord van de twee planbureaus CPB en PBL. Volgens de SP vergroten deze klimaatplannen de onrechtvaardigheid nog verder. Lage- en middeninkomens, gepensioneerden, uitkeringsgerechtigden gaan er nog harder op achteruit terwijl ze juist minder vervuilen dan anderen, stellen de socialisten.
CO2-heffing Niet groen, niet eerlijk, luidt de klacht van de PvdA. Volgens leider Lodewijk Asscher gaan huishoudens het meest betalen en de grote vervuilers het minst. ‘Een CO2-heffing is nodig zodat vervuilers meer gaan betalen en huishoudens minder. Nederland verdient een kabinet dat opwarming tegengaat en vervuilers laat betalen.’
Subsidies en boetes
GroenLinks benadrukt dat er door een planbureau vraagtekens zijn geplaatst bij de manier waarop het kabinet bedrijven hun CO2-uitstoot wil laten terugdringen. De regering denkt aan een systeem van subsidies en boetes, maar de vraag is of dat allemaal uitvoerbaar is. Bedrijven lijken relatief makkelijk onder eventuele straffen uit te kunnen komen.
Dikke onvoldoende
Een eerlijke CO2-heffing en een effectief boetesysteem om de uitstoot terug te brengen, zijn onvermijdelijk, zegt de milieubeweging, met daarin onder meer Milieudefensie, Greenpeace en Natuur & Milieu, in een reactie. ‘De doorrekening van het PBL geeft het ontwerp-klimaatakkoord een dikke onvoldoende’, stellen de organisaties, waar ook de FNV zich bij aansloot. ‘De boodschap aan het kabinet is duidelijk: met halve maatregelen halen we de klimaatdoelen niet.
Het is nu onvermijdelijk om met onze oplossingen aan de slag te gaan. De samenleving is klaar voor een goed klimaatbeleid, dat bovendien groene banen oplevert. Dat lieten de 40.000 mensen op de Klimaatmars wel zien. Genoeg getreuzeld, het klimaat wacht niet.
Klimaattafels
Het Klimaatakkoord is het resultaat van het overleg dat ondernemingen, milieuorganisaties, vakbonden, werkgeversorganisaties en overheidsinstanties in 2018 hielden aan de zogenaamde Klimaattafels. Aan deze tafels werd gediscussieerd over elektriciteit, industrie, mobiliteit, landbouw en gebouwde omgeving.
Dat resulteerde in zeshonderd voorstellen met wat er in Nederland mogelijk is om de uitstoot van het broeikasgas CO2 te verminderen tot bijna de helft (49 procent) in 2030 ten opzichte van 1990. Het kabinet komt eind april met een officiële reactie op de bevindingen van PBL en CPB. (Red./ANP)
AD 13.03.2019 De ruim zeshonderd maatregelen uit het voorlopige Klimaatakkoord schieten waarschijnlijk tekort om de kabinetsdoelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 te halen. Volgens het CPB Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is er ‘werk aan de winkel’ en moeten er ‘politieke keuzes’ worden gemaakt.
De plannen uit het voorlopige Klimaatakkoord zorgen er volgens het PBL voor dat de uitstoot van broeikasgassen met 31 tot 52 megaton CO2 wordt teruggebracht, terwijl 48,7 megaton nodig is. Het planbureau spreekt van ‘grote stappen in de energietransitie’, maar de opgave van 49 procent reductie wordt ‘waarschijnlijk niet gehaald’. ,,Als je zes keer met een dobbelsteen gooit, kan je zes keer zes gooien, maar die kans is niet zo groot’’, aldus PBL-directeur Hans Mommaas.
Het instituut stelt dat er ‘politieke keuzes’ nodig zijn om meer zekerheid te krijgen over de effectiviteit van de te nemen maatregelen. Dat kan betekenen dat er mogelijk meer of andere maatregelen genomen moeten worden, of dat de maatregelen zelf aangescherpt moeten worden.
Later vandaag reageren verantwoordelijk minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) en premier Mark Rutte op de doorrekening.
Industrie
Vooral de plannen voor de industrie zijn volgens het PBL onzeker. Deze bedrijven werden geacht de uitstoot met 14,3 megaton terug te dringen, maar de plannen die zijn gemaakt leiden tot een CO2-reductie van slechts 6,0 tot hooguit 13,9 megaton.
Het PBL zet vraagtekens bij de effectiviteit van de voorgestelde bonus-malusregeling voor grote uitstoters: die houdt in dat bedrijven zelf met plannen moeten komen om de CO2-reductie terug te brengen. Doen zij dat niet, dan volgt een boete. Volgens het PBL zorgt zo’n regeling voor veel onzekerheid en hangt erg veel af van de vormgeving van de plannen en de reactie daarop van bedrijven.
De afgelopen tijd bleek al dat ook de regeringspartijen weinig vertrouwen hadden in de effectiviteit van een boetesysteem. In plaats daarvan wordt gedacht te komen met een CO2-belasting voor bedrijven. De linkse oppositiepartijen dringen daar al langer op aan.
Lage inkomens geraakt
Nederlanders met een laag inkomen of een middeninkomen zijn relatief het duurst uit door de maatregelen uit het voorlopige Klimaatakkoord, zo rekent het CPB voor. De (lagere) middeninkomens gaan er zo’n 0,5 procent op achteruit door de voorgestelde maatregelen van de klimaattafels, bij de hoogste en laagste inkomens is het een teruggang van 0,3 procent.
De verhoging van de motorrijtuigenbelasting en de introductie van een ‘innovatietoeslag’ op het bezit van een auto slaat het hardst neer bij de (lagere) middeninkomens. Dat zijn mensen die een benzine- of dieselauto rijden en voorlopig geen geld hebben om een elektrische auto aan te schaffen.
Het totale klimaat- en energiebeleid – dat bestaat uit het al ingezette beleid én de maatregelen uit het voorlopige Klimaatakkoord – raakt vooral de laagste inkomens, stelt het CPB. De achteruitgang voor de laagste inkomensgroep bedraagt 1,8 procent, terwijl mensen met de hoogste inkomens er gemiddeld 0,8 procent op achteruit gaan tussen 2018 en 2030.
Gemiddeld gaan huishoudens er in 2030 zo’n 1,5 procent op achteruit door het totale klimaat- en energiebeleid. Daarin is meegenomen dat bedrijven zo’n 80 procent van hun lastenverzwaringen zullen doorberekenen aan de consument. Daarbij is ook meegeteld dat mensen minder geld kwijt zijn aan bijvoorbeeld benzine als ze in een elektrische auto gaan rijden.
Kritiek
De oppositie is niet te spreken over de verwachte gevolgen. Volgens de SP vergroten deze klimaatplannen de onrechtvaardigheid nog verder. Partijleider Lilian Marijnissen benadrukt dat dat draagvlak in de weg staat. ‘Klimaatbeleid zal rechtvaardig zijn of niet zijn.’
Ook PvdA-leider Lodewijk Asscher hekelt de verdeling van de kosten. ,,Huishoudens betalen met dit kabinet het meest en de grote vervuilers het minst. Dat is niet eerlijk en niet groen.’’
De voltallige oppositie wilde morgen een debat met verantwoordelijk minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), maar de coalitie voelt daar niets voor en blokkeerde het verzoek vanmiddag in de Kamer. Volgens D66-Kamerlid Matthijs Sienot zou een debat morgen te snel komen, en zouden Kamerleden zo snel niet in staat zijn de doorrekeningen goed te bestuderen. CDA, VVD en de ChristenUnie sloten zich bij deze redenering aan.
Laura van Geest (Centraal Planbureau), minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (VVD), Ed Nijpels (voorzitter van het Klimaatberaad) en Hans Hommaas (Planbureau voor de Leefomgeving) tijdens de presentatie van het ontwerp-Klimaatakkoord. Ⓒ Hollandse Hoogte
Telegraaf 13.03.2019 Politieke kopstukken buitelden over elkaar heen met reacties op de doorrekening van het klimaatakkoord, een uur later was het opnieuw raak door de plotselinge ommezwaai van het kabinet. Standpunten moesten soms 360 graden worden gedraaid, anderen blijven sceptisch.
„Trucjes van politici in paniek”, foetert PVV-leider Geert Wilders na de persconferentie van premier Rutte en minister Wiebes (Klimaat). „Ze zitten politiek in de problemen en opeens wil het kabinet een week voor de verkiezingen de energierekening wat compenseren en een CO2-heffing invoeren. Maar in april vertellen ze pas hoe ze het gaan doen. Ik geloof ze niet.”
PvdA-leider Lodewijk Asscher zei na de doorrekening dat een CO2-heffing voor bedrijven „onvermijdelijk” is geworden. Een half uur later, na de aankondiging van het kabinet over de komst van zo’n taks, zei hij: „Hèhè dit is wat wij al zeiden. Beter laat dan nooit.” SP-leider Lilian Marijnissen blijft sceptisch: „Mark Rutte. Een week voor de verkiezingen een belofte. Eerst zien, dan geloven.”
Wegpoetsen
VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff kan een week voor de verkiezingen juist opgelucht adem halen. Hij ziet dat het kabinet „op de belangrijkste punten een aantal zorgen heeft kunnen wegnemen.” Vooral de autoplannen en de energierekening waren een nachtmerrie voor zijn achterban. De liberaal zegt nog meer uit het klimaatakkoord ’weggepoetst’ te willen krijgen. Wat precies wil Dijkhoff niet zeggen.
Jesse Klaver van GroenLinks moest een nieuwe draai geven aan zijn geplande tirade. Als enige partijleider plande belegde hij een persconferentie. Het beschuldigende vingertje ging nu maar uit naar het door de rechter opgelegde klimaatdoel voor 2020, waar het klimaatakkoord nou weer net niet over gaat. Verder kraaide Klaver victorie en claimde de jonge voorman de aankondiging van een CO2-heffing voor de industrie als zijn succes: „Een enorme winst voor GroenLinks.”
Automobilist
Ook voor Thierry Baudet waren de druiven zuur. Hij plukte de vruchten van de onduidelijke klimaatkeuzes van VVD en CDA. De leider van Forum voor Democratie wilde gisteren alleen in Nieuwsuur reageren op de ommezwaai van het kabinet.
CDA-leider Buma zwaait nu met de buit: „De energierekening was voor ons onverantwoord hoog geworden en gaat nu omlaag. Ook voor automobilisten blijft het betaalbaar.”
AD 13.03.2019 Directeuren Laura van Geest en Hans Mommaas maken zich vandaag geen illusies: natúúrlijk zullen politici aan de haal gaan met hun doorrekening van de voorgestelde klimaatmaatregelen. En dat is helemaal niet erg, zolang de cijfers maar goed worden begrepen.
De gemiddelde Nederlander weet amper wat hem overkomt vandaag, zó groot is de bak cijfers die het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vandaag over ons uitstorten. De doorrekening van zeshonderd maatregelen uit het ontwerp-klimaatakkoord levert dikke pakken papier op.
Maar wie denkt daarin te kunnen ontwaren of het al tijd is geworden die gasketel de deur uit te doen, komt bedrogen uit, benadrukt PBL-directeur Hans Mommaas. ,,Onze doorrekening is in eerste instantie bedoeld voor beleidsmakers”, benadrukt hij.
Ook mensen die willen weten wat die hele energietransitie nou precies betekent voor hun portemonnee worden na vandaag nog niet veel wijzer. ,,We zullen wel laten zien hoe specifieke maatregelen bijvoorbeeld uitpakken voor hoge en lage inkomens, maar de gewone burger zal zich daar niet in herkennen”, stelt directeur Laura van Geest van het CPB. ,,Daarvoor zijn deze cijfers minder geschikt.”
Wat moeten we dan wel aan met deze rekenexercitie? Daarover zijn beiden het eens: feiten aanleveren voor het publieke en politieke debat over de klimaatmaatregelen. Van Geest: ,,Dat doen we naar beste eer en geweten.”
Het PBL heeft berekend hoeveel CO2-besparing een maatregel oplevert en hoe groot de investering is. Ook schetst het instituut de onzekerheden. Mommaas: ,,Er is nu eenmaal veel onzeker in de wereld, zoals bijvoorbeeld de olieprijs. Bovendien zijn niet alle maatregelen die aan de klimaattafels zijn bedacht even adequaat uitgewerkt.”
Het CPB heeft op zijn beurt uitgerekend hoe groot de kosten voor de overheid zijn, en welk deel van de lasten bij burgers en bedrijven neerkomt. Van Geest: ,,Sommige mensen zullen het totaal heel duur vinden, anderen juist niet.
Maar dat oordeel is niet aan ons. Politici moeten uiteindelijk beslissen, wij niet”, benadrukt de CPB-directeur. Plagerig: ,,Ik denk dat zij dat zelf ook heel goed weten.”
Juist politici nemen de planbureaus de laatste tijd regelmatig de maat. Hun modellen en werkwijze worden openlijk ter discussie gesteld. Volgens Van Geest is dergelijke kritiek van alle tijden en moeten planbureaus daar niet van schrikken, ‘ook al is het niet de leukste dag in ons leven’.
Foutje kabinet
Vooral het PBL kreeg er recentelijk van langs. CDA-leider Sybrand Buma haalde uit naar het planbureau toen bleek dat de energierekening hoger uitviel dan verwacht. ,,Met dit soort modellen kunnen wij niet werken.
De cijfers moeten beter op orde zijn”, zei hij. Achteraf bleek dat de fout bij het kabinet lag. Mommaas wil er niet te veel woorden aan vuil maken. ,,De minister-president is heel duidelijk geweest en heeft erkend dat ons niets te verwijten valt.”
Tegelijkertijd oordeelde GroenLinks-leider Jesse Klaver dat het PBL te ‘vaag’ is en meer richting moet geven, sturender moet zijn. Als wetenschapper verzet Mommaas zich tegen die oproep: ,,Wij leveren cijfers, feiten, analyse. Daarna is het aan de politiek. Díe moet richting geven.”
En ja, dan kan het ook gebeuren dat politici als Thierry Baudet (FvD) zelf aan het rekenen slaan en concluderen dat de kosten van de klimaataanpak 1000 miljard euro gaan bedragen. Of die optelsom klopt of niet, laten de planbureaus over aan Baudets politieke uitdagers. Mommaas: ,,Wij maken zo’n som in elk geval niet. Wij reiken de cijfers aan en het is verder aan politici wat zij daarmee doen.”
AD 13.03.2019 De oppositiepartijen in de Kamer zijn niet te spreken over de verwachte gevolgen van het concept-klimaatpakket. Vooral de lage- en middeninkomens betalen de rekening, terwijl de grote vervuilende bedrijven het minst bijdragen. Niet eerlijk en niet groen, oordelen de partijen.
Volgens de SP vergroten deze klimaatplannen de onrechtvaardigheid nog verder. Lage- en middeninkomens, gepensioneerden, uitkeringsgerechtigden gaan er nog harder op achteruit terwijl ze juist minder vervuilen dan anderen, stellen de socialisten. Partijleider Lilian Marijnissen benadrukt dat dat draagvlak in de weg staat. ‘Klimaatbeleid zal rechtvaardig zijn of niet zijn.’
Ook PvdA-leider Lodewijk Asscher hekelt de verdeling van de kosten. ,,Huishoudens betalen met dit kabinet het meest en de grote vervuilers het minst. Dat is niet eerlijk en niet groen. Een CO2-heffing is nodig zodat vervuilers meer gaan betalen en huishoudens minder. Nederland verdient een kabinet dat opwarming tegengaat en vervuilers laat betalen. Ga aan de slag of ga uit de weg.’’
GroenLinks benadrukt dat er door een planbureau vraagtekens zijn geplaatst bij de manier waarop het kabinet bedrijven hun CO2-uitstoot wil laten terugdringen. De regering denkt aan een systeem van subsidies en boetes, maar de vraag is of dat allemaal uitvoerbaar is. Bedrijven lijken relatief makkelijk onder eventuele straffen uit te kunnen komen.
De voltallige oppositie wilde morgen een debat met verantwoordelijk minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), maar de coalitie voelt daar niets voor en blokkeerde het verzoek vanmiddag in de Kamer.
Volgens D66-Kamerlid Matthijs Sienot zou een debat morgen te snel komen, en zouden Kamerleden zo snel niet in staat zijn de doorrekeningen goed te bestuderen. CDA, VVD en de ChristenUnie sloten zich bij deze redenering aan.
Ongelooflijk laf, aldus Reactie Geert Wilders op coalitie, die niet wil praten over klimaatdoorrekeningen
De oppositie toonde weinig begrip voor het argument van de coalitie. ‘Erg moedig is dat niet een week voor de verkiezingen..’, zegt GroenLinks-Kamerlid Bart Snels op Twitter. Klaver stipte aan dat D66-voorman Rob Jetten samen met hem wel vanavond bij Nieuwsuur aanschuift om over het Klimaatakkoord te praten. GroenLinks geeft om 16.00 uur tijdens een persconferentie een uitgebreide reactie op de doorrekeningen.
Geert Wilders vindt het ‘ongelooflijk laf’dat de coalitiepartijen een debat over de klimaatvoorstellen morgen blokkeren. ,,Minister Wiebes en premier Rutte staan de pers wel te woord en vanavond zijn meerdere fractievoorzitters van de coalitie op de televisie, maar ze willen niet met ons praten. Dat snapt helemaal niemand. De doorrekeningen zien er in ieder geval niet goed uit voor de burger, misschien willen ze daarom niet debatteren.”
Volgens SP-leider Marijnissen is het ‘een slechte zaak’ dat de coalitiepartijen en het kabinet geen tekst en uitleg willen geven over de doorrekeningen. ,,Het is onverantwoord dat de coalitiepartijen deze onrechtvaardige plannen boven de markt laten hangen. Maar dit thema, klimaat, komt zeker de komende dagen wel aan de orde bij de verkiezingsdebatten.”
PvdA-voorman Asscher begrijpt de houding van de regeringspartijen wel. ,,Ze hebben maandenlang gezegd te willen wachten op deze cijfers. Nu zijn ze er en ze zijn niet goed. Dus moet die CO2-heffing die wij voorstaan er nu komen. Anders gaan ze de klimaatdoelen niet halen en dan is het einde kabinet.”
NU 12.03.2019 Woensdagmiddag 13.03.2019 worden de doorrekeningen van de klimaatplannen gepubliceerd. Worden de CO2-doelen gehaald? Wat gaat het kosten? Wie krijgt de rekening? Een stortvloed aan cijfers en tabellen moet duidelijkheid bieden aan de kiezers, want het klimaat is hot in aanloop naar de Provinciale Verkiezingen.
Het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) geven woensdagmiddag om 13.15 uur in twee lijvige rapporten antwoorden op de drie genoemde vragen.
Deze drie centrale vragen hebben allemaal betrekking op dat ene doel in 2030: 49 procent minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990.
Een jaar lang mocht zo’n beetje elke belangengroep, van Shell tot Greenpeace, die iets met klimaat en verduurzaming te maken heeft, aanschuiven aan een van de vijf overlegtafels.
Klimaatscepsis kwam langzaam op gang
De gesprekken begonnen in betrekkelijke rust, maar toen het einde eenmaal in zicht kwam en er hardop over een klimaatakkoord werd gesproken, begonnen partijen zich te roeren. Waarom wordt de politiek niet betrokken? En waarom zitten de burgers niet aan tafel?
CDA-leider Sybrand Buma gaf in de zomer al een waarschuwingsschot, hij waarschuwde voor een “Pim Fortuyn-revolte”. VVD-lijsttrekker Klaas Dijkhoff trok een half jaar later aan de bel en noemde voorstanders van een stevig klimaatbeleid “drammers”.
Aan de andere kant vindt GroenLinks-leider Jesse Klaver dat Dijkhoff met zijn scepsis onnodig de angst voedt.
Kortom: de klimaatdiscussie was opeens in volle gang. Met de verkiezingen voor de leden van de Provinciale Staten op 20 maart, die twee maanden later de Eerste Kamer kiezen, moet er meer duidelijkheid komen. Vooral oppositiepartijen drongen erop aan.
Oppositie drong aan op publicatie klimaatcijfers voor verkiezingen
Het CPB en het PBL waren al een tijdje bezig met doorrekeningen van de honderden klimaatplannen om de haalbaarheid en betaalbaarheid vast te stellen. Maar de publicaties van de uitkomsten stonden oorspronkelijk na de verkiezingen gepland.
Dat is niet eerlijk, vindt de oppositie, want zo wordt klimaat als verkiezingsthema een stuk ingewikkelder. De planbureaus konden uiteindelijk melden dat de doorrekeningen een week voor de verkiezingen klaar zijn.
De meest klimaatkritische partijen PVV en Forum voor Democratie (FVD) zullen de berekeningen weer gebruiken om hun pleidooi te onderbouwen. Deze partijen vinden dat de maatregelen veel te veel geld gaan kosten. Vooral gezien het geringe effect van de Nederlandse CO2-besparing op de mondiale uitstoot.
“Als de mens al verantwoordelijk is voor de klimaatverandering, is het irrationeel om 1.000 miljard euro uit te geven aan de energietransitie”, zei FVD-leider Thierry Baudet tijdens het RTL-verkiezingsdebat. Baudet schermt al maanden met dat bedrag als het over de klimaatkosten gaat.
Volgens minister Eric Wiebes (Klimaat) kloppen de berekeningen van FVD niet. “Baudet telt investeringen, kosten, subsidies en belastingen bij elkaar op. Dan krijg je dubbeltellingen”, zei Wiebes eind vorig jaar tijdens een debat in de Kamer.
De Volkskrantrekende onlangs de bewering van Baudet na en concludeerde eveneens dat de FVD-leider de kosten te hoog inschat.
Zijn cijfers van PBL nog wel te vertrouwen?
Over cijfers gesproken; er was de afgelopen weken nogal wat te doen over de betrouwbaarheid van de cijfers van het PBL.
Volgens het kabinet zou de energierekening dit jaar ruim 100 euro hoger zou uitvallen, en zei zich te baseren op cijfers van het Planbureau, maar dat bleek niet te kloppen. Huishoudens moeten eerder rekening houden met 330 euro meer.
Wat ging hier fout? De simpele uitleg was dat de cijfers van het PBL kwamen uit de Nationale Energieverkenning (NEV) van 2017, een rapport dat jaarlijks wordt wordt gepubliceerd over de stand van zaken van de Nederlandse energiehuishouding.
Althans, bijna elk jaar, want voor 2018 verscheen er geen NEV. Het kabinet heeft vervolgens op eigen houtje de cijfers uit 2017 gebruikt om een inschatting te maken voor de energierekening van 2019.
Omdat de marktprijzen van gas en stroom in de tussentijd flink waren gestegen, kwam er een lager bedrag voor de energienota uit de koker op basis van de PBL-cijfers.
Het kabinet had naar eigen zeggen “minder stellig” moeten zijn, het PBL trof geen blaam. Maar het kwaad was al geschied, want het Planbureau heeft een cruciale taak in de doorrekeningen van de klimaatmaatregelen.
De Kamer van links tot rechts wilde weten of het PBL die taak wel aankan. Ook hier worden immers de cijfers uit 2017 gebruikt.
Het planbureau zag zich genoodzaakt met een reactie te komen. Voor de langere termijn, de effecten van het ontwerpklimaatakkoord in 2030, kan er volgens het PBL worden gewerkt met ‘oude cijfers’, in dit geval dus gegevens uit 2017. Om dit nu opeens te veranderen, zou “verwarring teweegbrengen en het proces verstoren”.
Het zal niet gaan over CO2-heffing voor bedrijven
Het zal woensdag in ieder geval niet gaan over een CO2-heffing voor bedrijven. Zo’n voorstel zat aanvankelijk niet in de voorstellen van de klimaattafels, maar werd op verzoek van GroenLinks en PvdA alsnog meegenomen.
Omdat dit verzoek pas later werd voorgelegd aan de planbureaus, zijn de berekeningen niet tegelijk klaar met de andere doorrekeningen.
Bovendien bepalen de Tweede Kamer en het kabinet uiteindelijk welke klimaatmaatregelen in het definitieve klimaatakkoord terechtkomen.
Er zullen dus veel vragen worden beantwoord, maar niet die van iedereen.
NOS 12.03.2019 Coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie overwegen serieus om toch een belasting in te voeren voor bedrijven die veel CO2 uitstoten.
Een stap in die richting wordt morgen waarschijnlijk al gezet, in reactie op de doorrekeningen van het voorlopig klimaatakkoord door de planbureaus die ook morgen gepresenteerd zullen worden. Dat bevestigen bronnen in Den Haag, die eraan toevoegen dat ze nog wachten op die doorrekeningen van alle klimaatplannen.
Subsidie elektrische auto
Er zou onder meer uit blijken dat de industrie nog te weinig bijdraagt aan het halen van de klimaatdoelstelling van 49% minder CO2-uitstoot dan in 1990. Tot nu toe vond de coalitie een heffing niet nodig, maar werd gekozen voor een minder vergaande variant.
De coalitie kijkt nog naar de verschillende varianten voor een CO2-taks. Nadat de doorrekeningen van de planbureaus morgen zijn gepresenteerd is er ook extra coalitieoverleg. Daar wordt dan ook gesproken over het aanpassen van de subsidieregeling voor elektrische auto’s in het concept-klimaatakkoord. Het subsidiebedrag voor de aanschaf van zo’n auto, 6000 euro, wordt mogelijk verlaagd.
Eerlijk verdelen
Oppositiepartijen als GroenLinks en PvdA dringen al langer aan op een heffing voor bedrijven met veel emissie, omdat de kosten van het klimaatbeleid daarmee eerlijker verdeeld worden tussen burgers en bedrijven.
Volgens politiek verslaggever Ron Fresen heeft een mogelijk snelle aanpassing van de klimaatplannen ook alles te maken met de Provinciale Statenverkiezingen van volgende week.
“Je slaat als regeringspartijen de oppositie een belangrijk wapen uit handen, namelijk het verwijt dat dit kabinet de bedrijven nu veel te veel zou ontzien en dat gezinnen ervoor opdraaien. GroenLinks en de PvdA willen in die laatste week de regeringspartijen juist daarop aanvallen en eisen dat de kosten van het klimaatbeleid eerlijker worden verdeeld. Het zou ook het draagvlak voor de maatregelen vergroten”, aldus Fresen.
AD 09.03.2019 Als het kabinet zich niet genoeg inzet om de in Parijs afgesproken klimaatdoelen te halen, stapt D66 uit het kabinet. Dat dreigement van de partijtop wordt zondag hoogstwaarschijnlijk overgenomen door de achterban van de sociaal-liberalen.
Alle regeringspartijen, ook al lijken CDA en VVD soms wat schoorvoetend, zeggen ‘Parijs’ te willen halen. Maar D66 zet met de harde woorden wel druk op haar coalitiepartners. Uitdrukkelijk dreigen met een kabinetscrisis is een zwaar middel en valt bij coalitiegenoten meestal niet in goede aarde.
VVD
VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff zinspeelde in januari ook al eens op het opblazen van het kabinet wegens het klimaatbeleid. Maar dan om haast de omgekeerde reden: hij stelde dat hij de klimaatplannen niet zou slikken als die de burger te veel zouden kosten. Dat werd hem niet in dank afgenomen. Dijkhoff bond, na een stevige aanvaring met zijn regeringspartners, later weer wat in.
Het partijcongres van D66 beslist zondag of het uitspreekt dat ‘Parijsbestendig’ klimaatbeleid ‘een uiterste voorwaarde moet zijn voor verdere deelname van D66 aan dit kabinet’. De partijtop steunt de stellingname.
Welke partijen willen nog windmolens op land? En mag landbouwgrond gebruikt worden voor zonneparken? De NOS analyseerde 161 verkiezingsprogramma’s op klimaatplannen.
NOS 09.03.2019 Ooit was klimaatverandering een thema waar vooral de groene partijen hun verkiezingsprogramma’s in sterke bewoordingen mee volschreven. Voor de Provinciale Statenverkiezingen is dat anders: zo zegt de SGP Gelderland dat Gelderland voorop moet lopen in de overgang naar duurzame energie en vindt het CDA Limburg dat er “harde en pijnlijke keuzes” gemaakt moeten worden. Bij de VVD Zuid-Holland is “duurzaam doorpakken” zelfs de titel van het verkiezingsprogramma.
De verkiezingsprogramma’s van de partijen die meedoen aan de verkiezingen van 20 maart staan bol van ambities om Nederland duurzamer te maken. Maar ondanks die enorme ambities, zijn maar weinig partijen enthousiast over nieuwe zonne- en windmolenparken op land.
De NOS analyseerde 161 verkiezingsprogramma’s van bijna alle landelijke en regionale partijen die meedoen aan de Provinciale Statenverkiezingen. Een derde van de partijen (55) is tegen nieuwe windparken op land. Een kwart (43) is tegen het aanleggen van zonneparken op landbouwgrond. Voor de meeste andere partijen is er één belangrijke voorwaarde: zonder steun van de omgeving wordt er geen windmolen of zonnepark meer gebouwd.
Ongebreidelde bouw
Het meest helder zijn de PVV en Forum voor Democratie. Zij zien de hele energietransitie niet zitten en ageren in elk programma tegen windmolens en zonneakkers. Denk wil nergens windparken op land, maar spreekt zich niet uit over zonneparken. 50Plus lijkt niet te weten of ze voor of tegen de energietransitie zijn: terwijl de energieparagraaf van 50Plus in Groningen net zo goed van GroenLinks had kunnen zijn, is 50Plus in Zeeland tegen de “ongebreidelde bouw van windmolens” en ziet de partij in Limburg windmolens vooral als een “zwaar gesubsidieerde” vorm van energie.
Daar tegenover staat de Partij voor de Dieren. De partij wil in alle provincies in 2030 klimaatneutraal zijn en schrijft in elk verkiezingsprogramma dat die provincie kampioen duurzame energie in Nederland moet worden. Zolang dieren en natuur er geen hinder van ondervinden, moeten er in alle provincies zonneparken en windmolens bijkomen, vindt de Partij voor de Dieren.
Spagaat
De rest van de partijen zitten bijna allemaal in dezelfde spagaat: ze willen hun provincie in enkele decennia energieneutraal maken (naast de Partij voor de Dieren nog eens in twaalf gevallen zelfs als “koploper” in Nederland), maar willen dat niet doen zonder de steun van de omwonenden van de te bouwen windmolens of zonneparken. Zonder “draagvlak van de omgeving” waarbij de “burger gaat meeprofiteren” gaat er geen windmolen of zonnepark meer gebouwd worden, zo lijkt het.
De partijen zijn daarom vooral voorstander van energiemaatregelen waar weinig mensen last van hebben. Ze zijn voor windparken op zee en benadrukken dat zonnepanelen als eerste geplaatst moeten worden op daken van gebouwen en bij industrieterreinen. En ze pleiten in groten getale voor aardwarmte, waterstof of getijdenenergie als energievorm waarin geïnvesteerd moet worden.
Windparken op land
Het bouwen van windmolens op land ligt veel gevoeliger. Zelfs GroenLinks wil in Gelderland geen windmolens dichtbij woonwijken en in Groningen is de partij alleen voor grote zonneparken als 50 procent toebehoort aan de omwonenden.
Behalve de verkiezingsprogramma’s van de PVV en Forum voor Democratie zijn er nog 31 verkiezingsprogramma’s van middenpartijen waarin nieuwe windparken op land helemaal worden uitgesloten. Bij de VVD is de helft van de provinciale afdelingen tegen. En ook in Friesland is de weerstand tegen windenergie groot. Een meerderheid van de partijen, waaronder D66 en CDA, wil geen nieuwe windparken op land.
NOS
In tientallen verkiezingsprogramma’s, van de SP tot het CDA, worden energiecoöperaties aangedragen als de ultieme oplossing voor het creëren van draagvlak.Energiecoöperaties zijn initiatieven van burgers die samen besluiten ergens windmolens of zonnepanelen te plaatsen, en vaak ook profiteren van de opbrengsten. Zelfs de PVV Limburg wil geen enkele windmolen in Limburg erbij “met uitzondering van buurtgedragen coöperatieve initiatieven”.
Zonnepanelen op landbouwgrond
Geen enkele partij is een groot voorstander van het gebruik van boerenland voor het plaatsen van zonnepanelen. Voor de partijen is het de laatste optie. In 19 verkiezingsprogramma’s, naast die van de PVV en Forum voor Democratie, wordt het gebruik van landbouwgrond zelfs helemaal uitgesloten.
Van alle middenpartijen is de weerstand tegen zonneparken bij 50Plus het grootst. Een meerderheid van de provinciale afdelingen van 50Plus sluit het gebruik van landbouwgrond uit. Als je kijkt naar de provincies valt Drenthe op: de helft van de partijen wil geen boerenland opofferen voor zonnepanelen.
NOS
Volgens Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging van Duurzame Energie moeten er in de meeste provincies in Nederland wel windparken op land komen, om de afgesproken klimaatdoelstellingen te halen. “Windparken op land zijn nog altijd relatief goedkoper dan windparken op zee of kleinere windmolens. Ook leveren windmolens over de dag verdeeld gelijkmatiger stroom op dan zonnepanelen.”
Voor zonneparken geldt hetzelfde: “Er kunnen nog heel wat daken van grote bedrijfsgebouwen gevuld worden, maar parken op land zijn goedkoper. Het gaat steeds om een goede balans tussen de kosten, een gelijkmatige verdeling van stroom, en draagvlak.”
Wel vindt hij dat vaak zwaar wordt overdreven hoeveel windmolens er nodig zijn om de doelstelling te halen. “Wij schatten dat er ongeveer 500 windmolens bij moeten komen, waarvan een deel ook nog vervanging van oude windmolens is”. Per provincie gaat dat dus ongeveer om 40 windmolens.
AD 07.03.2019 Het aantal Nederlanders dat zich zorgen maakt over klimaatverandering, is de laatste maanden opvallend gedaald. Sinds de klimaatplannen van het kabinet bekend zijn, groeit bovendien de groep die de aanpak van broeikasgassen te ver vindt gaan.
Vond eind 2015 nog twee derde van de Nederlanders dat het kabinet méér moest doen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, nu is dat nog maar 48 procent. De groep die vindt dat het kabinet juist minder moet doen, groeide in die periode van 7 naar 19 procent. ,,De scepsis omtrent het klimaat neemt toe’’, concludeert Peter Kanne van I&O Research, dat in opdracht van het blad Binnenlands Bestuur dit onderzoek deed.
Eind februari gaf 65 procent aan zich zorgen te maken over klimaatverandering. Een opvallende daling ten opzichte van eind december: toen maakte 78 procent zich nog zorgen. Die kentering hangt volgens Kanne samen met het concept-Klimaatakkoord dat vlak voor Kerstmis is gepresenteerd.
Hogere energierekening
,,In onze laatste opiniepeiling zien we dat mensen daar niet zo enthousiast over zijn. Ze zijn bang dat het ze veel geld gaat kosten. En het is natuurlijk ook niet prettig: er wordt een beroep op ons gedaan om prettige dingen zoals vlees eten, lang douchen en met het vliegtuig op vakantie gaan op te geven, en je krijgt daar niet meteen iets voor terug.’’
Mannen eten veel meer vlees en rijden meer auto dan vrouwen, aldus Peter Kanne, onderzoeker.
Dat leidt volgens de onderzoeker tot wat psychologen cognitieve dissonantie noemen: mensen stellen hun eigen overtuigingen bij en zoeken weerklank bij partijen die de noodzaak van CO2-vermindering in twijfel trekken. Kanne: ,,De uitgesproken sceptische reacties van Klaas Dijkhoff (VVD), Sybrand Buma (CDA) en Thierry Baudet (Forum voor Democratie) hebben begin dit jaar veel aandacht getrokken. Net als de berichten van De Telegraaf over de gehaktbal die op rantsoen zou moeten. Het nieuws over de energierekening die dit jaar gemiddeld ruim 300 euro hoger uitpakt, kwam daar nog bovenop.’’
Geen daden
Twee derde van de Nederlanders is ervan overtuigd dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. De groep die vindt dat het eigen gedrag daarin een verschil kan maken, is echter aanzienlijk kleiner. Zo lang grote bedrijven hun CO2-uitstoot niet terugdringen, maken hun eigen daden volgens zes op de tien Nederlanders niet uit.
Mannen, ouderen en lager opgeleiden zijn aanzienlijk sceptischer over klimaatverandering en hun eigen rol daarin dan vrouwen, jongeren en hoger opgeleiden. Die eerste groepen hebben bij strenger klimaatbeleid meer te verliezen, verklaart Kanne. ,,Mannen eten veel meer vlees en rijden meer auto dan vrouwen. Ouderen hebben meer verworvenheden dan jongeren, die bijvoorbeeld nog geen auto hebben. En onder lager opgeleiden is het wantrouwen in de politiek, pers en wetenschap groot.’’
Oudere mannen met een hoge opleiding en bovenmodaal inkomen die VVD stemmen, hebben de grootste CO2-voetafdruk. Lees hier meer.
Wil jij weten hoe klimaatbewust jij bent? Speel dan deze quiz van MilieuCentraal.
AD 05.03.2019 De Woonbond is een van de organisatoren van de klimaatmars aanstaande zondag in Amsterdam. Directeur Paul Jansen is strijdbaar. ,,We moeten nu druk op de ketel zetten om te voorkomen dat de rekening terechtkomt bij huurders, die het financieel al erg moeilijk hebben.’’
De klimaatmars is een initiatief van Milieudefensie en wordt georganiseerd met de FNV, Greenpeace, DeGoedeZaak en de Woonbond. Inmiddels zijn er vijftig organisaties bij de mars aangesloten, 15.000 mensen laten via Facebook weten zondag 10 maart om 13.00 uur naar de Dam te komen. Ex-wethouder van Utrecht Paulus Jansen (SP) is er als voorzitter van de Woonbond bij en hoopt dat het plein ‘uitpuilt van de mensen.’
,,We willen iets doen aan het klimaatprobleem en pleiten voor een betaalbare aanpak. Wij staan voor hurend Nederland, over het algemeen mensen met een bescheiden of zelfs minimaal inkomen. Mijn standpunt is: bij duurzame investeringen in huizen van huurders moeten ze erop vooruitgaan. Het gaat mij om eerlijke verduurzaming.’’
Wat moet er volgens u veranderen in het klimaatbeleid?
,,Nu wordt van woningcorporaties gevraagd een startmotor te zijn van een duurzame aanpak van woningbouw. Dat is deels logisch: ze bezitten samen 2,2 miljoen woningen en kunnen efficiënt zijn. We weten echter dat in het begin een hoop leergeld wordt betaald. Het kabinet moet dat compenseren, om te beginnen door de verhuurderheffing te halveren.
Die komt nu neer op 2 miljard euro per jaar. Ik vind het onbegrijpelijk: corporaties betalen belasting simpelweg om het feit dat ze goedkope woningen bouwen. Met het geld wordt alleen de portemonnee van de minister gespekt. Daardoor is het economisch onmogelijk voor woningcorporaties om de voortrekkersrol op te pakken.’’
Met de opbrengst van de verhuurderheffing wordt alleen de portemonnee van de minister gespekt, Aldus Paulus Jansen, Directeur Woonbond.
,,Daarnaast moet de puntentelling op de schop. Verhuurders mogen volgens de wet 250 euro meer huur vragen als een woning energieneutraal is, terwijl de gemiddelde energierekening 120 euro per maand is. Huurders moeten er juist op vooruitgaan als een woning energiezuiniger wordt.
We hebben met Aedes de vertegenwoordiger van woningcorporaties, afgesproken dat je bijvoorbeeld bij energielabel F naar E slechts een huurverhoging van 14 euro mag doorvoeren. We willen dat deze afspraken in de wet worden verankerd.’’
,,Een derde punt waar we actie van verwachten gaat over huurhuizen die het slechtst zijn geïsoleerd en energielabel G of F hebben. We willen dat huurprijzen van die woningen, vrijwel allemaal in bezit van particuliere huisbazen, worden bevroren. Verhuurders zullen dan sneller geneigd zijn te investeren, zodat de energieprijs voor huurders omlaag kan.’’
U zat aan die klimaattafels. Bent u er daar niet uitgekomen?
,,Nou, dit zijn vooral eisen waar het kabinet voor over de brug moet komen en het ziet er niet naar uit dat dat gebeurt. Als die verhuurderheffing niet omlaag gaat, is er ook geen financiële ruimte voor renovatie. Als die er niet is, kan ik mijn handtekening niet onder een akkoord zetten.’’
Vindt u niet dat huurders ook zelf iets moeten doen aan de verduurzaming van Nederland?
,,Jawel, dat doen ze ook zeker en we helpen ze daarbij. We hebben de afgelopen jaren al 700 energiecoaches opgeleid die als vrijwilliger andere mensen helpen om de energierekening te verlagen. Geloof me: dat willen ze graag.
Daarnaast rijdt er een energiebus rond, waarin je advies kunt inwinnen hoe je dat aanpakt. Het is natuurlijk wel zo dat woningeigenaren eerder de directe gevolgen zien van een investering. Daardoor zijn ze misschien sneller betrokken bij duurzaamheidsprojecten.
We merken dat er steeds vaker gemengde complexen zijn met huurders en woningeigenaren en dat belangen soms botsen. Samen met belangenbehartiger VVE Beheer ontwikkelen we daarom een gezamenlijke strategie. De neuzen moeten dezelfde kant op.’’
Wanneer bent u tevreden over de klimaatmars?
,,Als De Dam uitpuilt. Ik hoop op mooi weer en een hoge opkomst. Het is belangrijk dat we de druk er maximaal op zetten bij het kabinet. Dat we het signaal afgeven dat de lasten niet mogen terechtkomen bij de huishoudens, maar bij de grote vervuilers. Als de druk goed wordt opgevoerd, kan dat helpen bij de finaleonderhandelingen over het klimaatakkoord die over een paar maanden gaan plaatsvinden.’’
AD 04.03.2019 De VVD en het CDA proberen met een doelbewuste tactiek klimaatmaatregelen te ‘vertragen en frustreren’. Daarmee stellen zij zich volgens GroenLinks-leider Jesse Klaver onverantwoord op.
Klaver noemde VVD-leider Mark Rutte en CDA-voorman Sybrand Buma tijdens een meet-up in de Amsterdamse Melkweg ‘klimaattreuzelaars’. ,,Rutte en Buma hebben niet door dat, met hun verzet tegen noodzakelijk klimaatbeleid, zij zelf flankpartijen beginnen te worden’’, aldus Klaver. ,,Nederland wil vooruit maar VVD en CDA staan op de rem.’’ Eerder had VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff zijn D66-collega Rob Jetten weggezet als ‘klimaatdrammer’.
De GroenLinks-leider reageerde op uitspraken die Rutte en Buma politici dit weekend deden. Buma stelde dat GroenLinks aan het radicaliseren is. Volgens Rutte heeft Nederland nog tot 2050 de tijd om maatregelen te nemen tegen klimaatverandering. GroenLinks benadrukt dat het klimaatakkoord van Parijs doelen stelt voor de periode 2020-2050, maar dat de maatregelen daarvoor nu dienen te worden genomen.
Klaver bood een ‘uitgestoken hand’ om het kabinetsbeleid na de Eerste Kamerverkiezingen bij te sturen. Hij zei ‘absoluut bereid te zijn’ om samen te werken met de coalitiepartijen. ,,Om de klimaatdoelen te halen en de hogere energierekening van mensen te compenseren.’’ Daarvoor blijft voor Klaver de eerdere voorwaarde staan: een CO2-belasting voor grote bedrijven.
Telegraaf 02.03.2019 Het gesprek over klimaatmaatregelen met de burger komt vanzelf. Dat stelt premier Mark Rutte in reactie op de peiling van Ipsos. Het onderzoeksbureau peilde dat een meerderheid van de Nederlanders meer betrokken wil worden bij het formuleren van maatregelen tegen klimaatverandering.
Bovendien maakt de helft van de burgers zich zorgen over de financiële effecten van voorgenomen groene plannen. Slechts één op de acht burgers vindt dat er voldoende rekening wordt gehouden met de eventuele effecten op zijn portemonnee.
Premier Rutte benadrukt dat het kabinet nog geen definitieve besluiten heeft genomen over het klimaatakkoord. „Ik snap heel goed dat mensen bezorgd zijn over hoe gaan we dit nu doen. Maar we hebben de tijd. Dit hoeft niet volgend jaar of over twee jaar. Dit gaat over 2030 en dan de periode tot 2050.”
Stap voor stap
De minister president stelt dat het op een manier moet waardoor we het allemaal kunnen meemaken. „Het is daarom belangrijk dat we het stap voor stap doen. Dat betekent dat je het gesprek met elkaar gaat voeren”, zegt Rutte.
Uit de peiling blijkt juist dat burgers het gevoel hebben dat ze niets te zeggen hebben. Waar blijft dat gesprek? Rutte: „Dat gaat vanzelf. We krijgen dadelijk al de doorrekeningen terug en dan neemt de politiek een aantal besluiten. Dan komt een fase die elf jaar gaat duren om het allemaal waar te maken. Dat betekent intensieve gesprekken met heel veel mensen in deze samenleving om te kijken hoe we in detail gaan vormgeven.”
Telegraaf 02.03.2019 Het klimaatakkoord moet betaalbaar zijn voor de burger. Daarover is politiek Den Haag het eens, zo blijkt uit de reacties op het onderzoek in opdracht van De Telegraaf. Daaruit blijkt dat de bereidheid om te betalen voor de plannen om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen, over de hele linie laag is. Bovendien voelt de burger zich niet gehoord bij de plannenmakerij.
Bij de politieke partijen klinkt nu begrip. „Ik begrijp heel goed dat mensen ons land schoon door willen geven aan de generaties na ons, maar dat zij zich ook zorgen maken of dit betaalbaar en behapbaar kan”, zegt VVD-Kamerlid Yesilgöz. Daarom geldt voor de VVD: ’niet zomaar tekenen bij het kruisje’. „Alle Nederlanders moeten mee kunnen doen. Het is niet CO2-reductie koste wat kost.”
Toch is er ruime steun onder de bevolking voor meer windmolens, een CO2-heffing en meer kernenergie. Ook de VVD ziet daar wel wat in, net als een belangrijk deel van de GroenLinks-kiezers. Tom van der Lee, Kamerlid van die partij, corrigeert zijn kiezers. „Voor kernenergie geldt dat Nederlanders nog niet doorhebben dat het super duur is. Nu al twee keer duurder dan wind op zee.” Hij is overigens tevreden dat uit het Telegraaf-onderzoek blijkt dat er bereidheid is voor een CO2-heffing.
„Het CDA is niet van plan om onze inwoners onrealistische maatregelen op te leggen”, zegt CDA-Kamerlid Agnes Mulder. Haar mantra: een realistische energiemix en maatregelen die ’haalbaar, betaalbaar en draagbaar’ zijn. Zij ziet overigens wel degelijk invloed van de burgers op klimaatplannen, bijvoorbeeld via Kamerleden. „Veel inwoners nemen de moeite mij te mailen en te spreken bij bijeenkomsten in het land. Zo oefenen ze direct invloed uit. Dat lijkt mij een goede zaak.
Voor PVV-Kamerlid Alexander Kops is het onderzoek duidelijk: „Burgers voelen zich totaal niet gehoord. Ze vinden dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met hun portemonnee. Maar zij kunnen wél gaan betalen!” Daarom moet het Klimaatakkoord wat hem betreft ’door de shredder’.
SP-Kamerlid Sandra Beckerman vindt dat de burger beter betrokken moeten worden. Een eerste stap daartoe zou zijn als de Staat energiebedrijf Eneco opkoopt en publieke energiebedrijven opricht.
„Het klimaatakkoord moet voor iedereen betaalbaar zijn”, vindt Kamerlid Matthijs Sinot van D66. „Als uit de doorrekening van de klimaatplannen zou blijken dat er meer nodig is zodat iedereen mee kan doen, dan doen we dat.” Hij vindt dat de burgers wél vertegenwoordigd waren aan de zogeheten klimaattafels, waaraan de plannen zijn bedacht. Hij wijst op de ANWB die meedeed aan het overleg. De organisatie vertegenwoordigt vier miljoen leden . „Overigens loopt Nederland achter met schone energie.”
De SGP kijkt er juist anders tegenaan. „Er is in het land best bereidheid om iets te doen voor het klimaat, om de schepping goed te beheren. Mensen zijn best bereid om stappen te zetten, maar geen stappen die ze niet kunnen overzien”, zegt Kamerlid Chris Stoffer. „Den Haag is vooral met cijfers en doelstellingen bezig.”
NOS 23.02.2019 Het is onvoldoende transparant wat provincies de afgelopen jaren hebben gedaan op het gebied van klimaat en energie. Ook verschilt het sterk per provincie wat de ambities zijn, komt naar voren uit een gezamenlijk onderzoek van de vijf provinciale Rekenkamers.
Klimaat en energie spelen een hoofdrol in de verkiezingen voor de Provinciale Staten, die op 20 maart gehouden worden. Bij de uitvoering van klimaatbeleid krijgen provincies een steeds grotere taak.
Bovendien zal het steeds verdergaande klimaatbeleid een grote impact hebben op het landschap. In het rapport doen de Rekenkamers aanbevelingen voor de rol die Provinciale Staten spelen bij de overgang naar andere energiebronnen.
Ondoorzichtig
Volgens Nellie Verbugt van de Zuidelijke Rekenkamer toont het onderzoek aan dat de verschillen tussen provincies zo groot zijn dat moeilijk te bepalen is wat ze gezamenlijk bereiken. “Het is ondoorzichtig doordat elke provincie op dit moment zijn eigen terminologie gebruikt, zijn eigen definities hanteert en ook een andere wijze van verantwoording afleggen heeft.”
Daar komt bij dat provincies verschillende doelen en tussendoelen hebben gesteld. Dit maakt het moeilijk om te bepalen of de gestelde doelen wel bereikt zullen worden.
Het is belangrijk dat goed kan worden uitgelegd aan de burger hoe het geld voor klimaatbeleid besteed wordt, aldus Nellie Verbugt (Zuidelijke Rekenkamer).
Vanwege het gebrek aan transparantie is ook niet goed te beoordelen waaraan de provincies hun geld voor klimaatbeleid uitgeven. Gegevens over de ‘energietransitie’ zijn niet te vergelijken, stelt het rapport. “Er gaat in de energietransitie heel veel geld om. Geld dat we op een nuttige manier willen besteden aan de energieomslag. Dan is het belangrijk dat goed kan worden uitgelegd aan de burger hoe dat geld besteed wordt”, zegt Verbugt. Dit moet in de toekomst beter, vindt ze.
Doelen niet gehaald
De provincies erkennen dat er de afgelopen jaren het een en ander is misgegaan. Ook zijn er volgens de laatste cijfers naar verwachting maar twee provincies die de doelen voor windenergie halen: Noord-Holland en Groningen. Dit zijn cijfers van vorig voorjaar, die over een paar maanden geactualiseerd worden.
Het Interprovinciaal Overleg IPO wijst erop dat provincies wel aan de verplichting hebben voldaan om locaties voor windparken aan te wijzen. Daarna is het de bedoeling dat ze samenwerken met mensen of bedrijven voor het bouwen van molens op zo’n locatie. Want provincies doen dat niet zelf.
Maar in die fase lopen provincies tegen allerlei knelpunten aan, vertelt gedeputeerde Jop Fackeldey van Flevoland. Hij is voorzitter van de commissie waarin de gedeputeerden energie van alle provincies zitten. “Radarverstoringen, vogeltrek, hoogtes, beperkingen die met de luchtvaart samenhangen. Die moet je allemaal in kaart brengen. Dat zijn dingen waar we van tevoren nooit over nagedacht hadden. Want Nederland lijkt wel heel ruim, maar dan zie je dat Nederland redelijk vol is”, zegt Fackeldey.
Uit cijfers die vorig jaar verschenen blijkt dat de provincies heel verschillend presteren als het gaat om de doelstellingen voor windmolens. De provincie Flevoland heeft verreweg de meeste molens en heeft ook de hoogste doelstelling. Want provincies met veel ruimte en wind moeten relatief meer bijdragen.
Groningen en Noord-Holland zijn naar verwachting de enige provincies die hun doelstelling halen. Friesland heeft in absolute zin het grootste tekort. En de provincie Utrecht had de laagste doelstelling, maar is daar ook relatief het verst van verwijderd.
De kritiek van de rekenkamers vindt Fackeldey terecht, maar inmiddels wel achterhaald. “Want in het voorlopige Klimaatakkoord staat de Regionale Energie Strategie (zie kader hieronder) aangekondigd. Daar staat ook in dat we met één maat gaan meten, dat we ook moeten zorgen dat alles optelbaar is, en daarmee voldoen we aan wat de Rekenkamer aangeeft.”
De belangrijkste les die de provincies volgens Fackeldey de afgelopen jaren hebben geleerd, is dat nooit meer van bovenaf plannen erdoor gedrukt moeten worden. “Wat niet werkt, is als je dat van bovenaf uitstort en zegt: zoek het verder maar uit.”
Het is van het grootste belang om vanaf het prille begin de bevolking erbij te betrekken, zegt hij. “Van onderaf opbouwen, draagvlak creëren, dat is een belangrijke voorwaarde om windenergie te kunnen laten slagen. Het sleutelwoord is participatie.”
Bij Nijmegen is het uiteindelijk gelukt. Omwonenden procedeerden eerst tot aan de Raad van State, maar nu staan er windmolens van een corporatie. En daar is omwonende Dia Vennis uiteindelijk toch blij mee:
Dia wilde geen windmolen bij haar huis, maar nu is ze er blij mee
Om de uitdaging rond nieuwe energiebronnen beter aan te kunnen is Nederland sinds afgelopen maand een nieuwe indeling rijker. Het land is daarbij opgedeeld in dertig regio’s. Voor die gebieden worden op dit moment Regionale Energie Strategieën ontwikkeld. Op een nieuw gevormde kaart is te zien hoe de indeling met de nieuwe regio’s eruitziet.
Provincies, gemeenten en waterschappen werken samen in zo’n RES. Met bedrijven, maatschappelijke organisaties, burgers en netbeheerders wordt gezamenlijk gekeken welke mogelijkheden er zijn voor het duurzaam opwekken van energie.
ANP 22.02.2019 Minister-president Mark Rutte is diep door het stof gegaan omdat het kabinet de forse stijging van de energierekening niet had voorzien. ,,Een heel vervelende kwestie.”
Het kabinet gebruikte cijfers van 2017 voor de berekening van de energierekening voor dit jaar. Dat was fout en slecht voor het vertrouwen van de burger in de politiek, aldus Rutte. Toen de Tweede Kamer in december vroeg naar de hogere stijging van de energierekening dan het kabinet voorzag, zei staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken) dat er niet aan bangmakerij moest worden gedaan.
Volgens de premier heeft de stijging geen gevolgen voor de koopkracht. Nog steeds gaat 96 procent van de mensen er volgens hem op vooruit. In maart komt het Centraal Planbureau (CPB) met nieuwe cijfers hierover. Hij ziet dan ook geen reden voor een extra koopkrachtreparatie.
Ook voor de doorberekening van de klimaatplannen heeft het geen gevolgen. Het CPB berekent de budgettaire gevolgen van de plannen en dat baseert zich op zijn eigen gegevens, aldus Rutte.
Telegraaf 22.02.2019 Huishoudens hoeven niet te rekenen op compensatie voor de torenhoge energierekening. Premier Rutte blijft zich vasthouden aan koopkrachtplaatjes waaruit blijkt dat mensen dit jaar erop vooruitgaan.
Tijdens zijn wekelijkse persconferentie maakte de minister-president geen excuses voor de kapitale blunder van het kabinet over de hoogte van de energienota. „Ik baal enorm van de verwarring”, zei Rutte. „Maar ik geloof niet dat iemand in Nederland genoegen neemt met excuses, we moeten de verwarring wegnemen.”
Omstreden
Volgens de premier heeft de blunder met cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving geen gevolgen voor de koopkrachtplaatjes van het Centraal Planbureau (CPB). Deze rekenmeesters baseren zich namelijk op eigen cijfers én niet op de omstreden raming waar het kabinet zich in verslikte.
Uit de berekening van het CPB blijkt dat de lagere inkomstenbelasting de oplopende zorgkosten, hogere energierekening en duurdere boodschappen compenseert.
NOS 20.02.2019 In de Peilingwijzer van deze maand staan de coalitiepartijen onverminderd op fors verlies. De VVD handhaaft zich vier weken voor de Provinciale Statenverkiezingen weliswaar als grootste, maar doet dat wel met omgerekend 7 zetels minder. In de Peilingwijzer, een gewogen gemiddelde van alle beschikbare peilingen voor de Tweede Kamer, staat de partij tussen de 24 en 28 zetels.
Ook het CDA (van 19 nu naar 11 tot 13) en D66 (van 19 naar 10 tot 12) leveren flink in. De enige regeringspartij die een plus boekt is de ChristenUnie, van 5 naar 6 tot 8. In totaal zou de coalitie daarmee tussen de 18 en 21 zetels verliezen.
De grootste oppositiepartij is de PVV op 18 tot 22, met kort daarachter GroenLinks (17-19). Maar ook de betrekkelijke nieuwkomer Forum voor Democratie is groter dan haast alle coalitiepartijen, met 12 tot 16. De PvdA (11-13) en de SP (10-13) halen bijna exact dezelfde score.
Wat betekent dit voor de aanstaande Statenverkiezingen en de doorvertaling daarvan in de samenstelling van de Eerste Kamer? Maakt het kabinet enige kans om daar de volgende maand alsnog een meerderheid te halen?
Trouw
Politicoloog Tom Louwerse, de maker van de Peilingwijzer, benadrukt dat de Statenverkiezingen niet direct vergelijkbaar zijn met die voor de Tweede Kamer. Met name omdat de opkomst op 20 maart ongetwijfeld weer aanzienlijk lager zal zijn dan die bij de laatste landelijke verkiezingen.
Traditioneel profiteert het CDA daarvan, omdat die partij een trouwe achterban heeft. Voor GroenLinks gold dat de laatste twee keer ook, zij het in mindere mate, terwijl 25 tot 30 procent van de PVV-aanhangers bij dit soort verkiezingen juist thuisblijft. Ook de SP heeft daar enigszins last van.
“Maar”, voegt Louwerse daaraan toe, “ondanks alle verschillen is de grote trend van een fors verlies voor de coalitie op dit moment in alle peilingen zó stevig, dat het moeilijk voorstelbaar is dat de coalitiepartijen die meerderheid in de Eerste Kamer alsnog weten te halen. Er kunnen in Nederlandse campagnes wel degelijk nog dingen veranderen, maar dat gebeurt meestal niet, en zelden of nooit zo drastisch.”
Peilingwijzer
De grootste van de kleinere partijen in de Peilingwijzer zijn de ChristenUnie en de Partij voor de Dieren (5-7). 50Plus komt op 4 tot 6, Denk op 3 tot 5 en de SGP op 2 tot 4.
Louwerse wijst op grote verschillen tussen peilingbureaus voor sommige partijen. Forum voor Democratie bijvoorbeeld komt op 17 zetels bij Maurice de Hond en op 12 bij Ipsos/EenVandaag. De Hond ziet de PvdA 14 zetels halen, terwijl die partij bij Ipsos/EenVandaag blijft steken op 9. In mindere mate lopen ook de inschattingen voor CDA en D66 uiteen tussen de peilingbureaus.
MSN 20.02.2019 In Nederland betaal je veel meer voor stroom en gas dan in de meeste andere Europese landen. Dat concludeert Energievergelijk.nl. Het is olie op het vuur, nadat bekend werd dat Nederlanders dit jaar honderden euro’s meer kwijt zijn aan gas en elektra dan eerder.
Volgens de analyse die is gebaseerd op de Household Energy Price Index liggen de prijzen voor elektra in ons land 28 procent hoger dan gemiddeld in Europa, maar gas is relatief nog duurder. “Dat hebben Nederlandse huishoudens vooral te danken aan de hoge belastingen’’, stelt Koen Kuijper van Energievergelijk.nl. “53 procent van onze totale gasrekening bestaat uit energiebelasting en btw. In geen enkel ander Europees land is dit aandeel zo groot.”
In Nederland betalen we 0,76 cent voor een kubieke meter gas. Onze ooster- en zuiderburen betalen respectievelijk maar 0,56 en 0,55 cent. Alleen in Zweden, Zwitserland, Denemarken en Italië zijn ze meer kwijt aan gas. Een kilowattuur stroom kost in Nederland 0,23 cent. Daarmee staan we Europees gezien op een achtste plaats. Duitsers en Denen betalen 0,31 cent, maar Fransen en Zweden hoeven maar amper 0,20 cent neer te tellen.
Elsevier 19.02.2019 De energierekening gaat dit jaar gemiddeld met 334 euro omhoog. Verantwoordelijk staatssecretaris Mona Keijzer (CDA) claimde steeds dat het met die stijging wel mee zou vallen, maar dat blijkt nu niet te kloppen.
In december 2018 waarschuwden twee prijsvergelijkers al dat de energierekening ruim 300euro hoger zou uitvallen. ‘Laten we mensen niet bang maken,’ zei staatssecretaris Mona Keijzer (CDA) van Economische Zaken en Klimaat toen in de Tweede Kamer. Maar nu blijkt dat ze bij haar voorspellingen steeds verouderde gegevens van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft gebruikt.
Dat zit zo: het ministerie baseerde zich op cijfers uit de Nationale Energieverkenning 2017 van het PBL. De inschatting destijds was dat er dit jaar minder gas en elektriciteit zou worden afgenomen. Ook was de verwachting dat de prijzen voor gas en elektriciteit minder snel zouden stijgen.
Henk Otten@hendrikotten3
Kabinet #Rutte gaat nu door het stof voor de misleidende uitspraken van Staatsecretaris @MonaKeijzer over de hogere #energierekening nadat ik zondag EK-lijsttrekker Ben Knapen van het #CDA hiermee confronteerde tijdens het #WNLdebat. 957
Stijging gevolg van hogere belastingen
Met de nieuwe tarieven van januari 2019 komt de gemiddelde jaarlijkse energierekening uit op 2.074 euro, 334 euro meer dan een jaar geleden bij hetzelfde verbruik, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bijna de helft van deze stijging komt door de hogere energiebelasting. Dat is een direct gevolg van de hogere CO2-belasting en de afnemende gaswinning in Groningen. Daarnaast heeft het kabinet de energiebelasting en de btw op de energierekening met ruim 150 euro verhoogd.
Het Centraal Planbureau onderzoekt momenteel of de koopkrachtplaatjes die het kabinet met Prinsjesdag bekendmaakte, moeten worden bijgesteld wegens de enorme stijging van de energieprijzen.
Tweede Kamerleden zijn woedend en willen weten hoe het kan dat het kabinet herhaaldelijk heeft gezegd dat het met stijging van de energierekening wel mee zou vallen. FvD-lijsttrekker voor de Eerste Kamer Henk Otten noemde de uitspraken van Keijzer dit weekeinde al ‘misleidend’.
Partijgenoot Thierry Baudet vraagt zich af hoe het kabinet verantwoordelijkheid kan nemen voor het klimaatakkoord als het niet eens de energierekening van het komend jaar kan inschatten. ‘Ongelofelijk, dit geblunder,’ twittert hij.
Ook coalitie wil opheldering
Coalitiepartij VVD eist ook opheldering van Keijzer. ‘Ik heb hier zelf ook vragen bij en wil graag weten waar dit verschil vandaan komt en hoe het te verklaren is,’ zegt VVD-Kamerlid Dilan Yesilgöz in het AD.
‘Het kabinet gebruikt totaal andere cijfers dan het CBS. Dit ondermijnt het vertrouwen van burgers in de overheid,’ zegt PvdA’er William Moorlag in de krant. Op twitter haalt hij hard uit naar minister van Economische Zaken Eric Wiebes (VVD).
Volgens Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks) verergert het kabinet de zorgen over klimaatbeleid. ‘Dit soort onvoorzichtige voorspellingen werkt contraproductief.’
In september 2018 meldde Elsevier Weekblad al dat de energierekening dit jaar fors hoger uitvalt en burgers uiteindelijk opdraaien voor de verduurzamingsrekening. In plaats van de grootverbruikers industrie en landbouw krijgen burgers en kleine bedrijven de rekening gepresenteerd. Dit komt door vrijstellingen voor de industrie en doordat de belasting lager wordt naarmate het verbruik omhoog gaat.
Telegraaf 20.02.2019 Om het Klimaatakkoord door te rekenen, blijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uitgaan van cijfers over de energiemarkt uit 2017. Er is ’geen actueler basisscenario’, aldus het PBL. Bovendien zijn de onderhandelingen afgelopen jaar ook gevoerd op basis van die gegevens. Nieuwe cijfers zouden tot verwarring en onrust kunnen leiden.
Deze week bleek dat de energierekening dit jaar drie keer zo hard stijgt als waar het kabinet op Prinsjesdag van uitging. Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) erkende dat dit komt doordat bij de berekening van de koopkrachtplaatjes diezelfde oude cijfers zijn gebruikt over onder meer het verbruik en de prijzen van stroom en gas.
Doorgaans maakt het PBL elk jaar een analyse van de energiemarkt. Vorig jaar is dat evenwel niet gebeurd, omdat druk gewerkt werd aan het Klimaatakkoord. Daartoe is besloten in overleg met de betrokken ministeries en maatschappelijke organisaties, benadrukt het PBL.
De uitleg van Wiebes stuitte op felle kritiek van de Tweede Kamer. Daarbij moest niet alleen het kabinet het ontgelden maar ook het PBL. Sommige Kamerleden zetten daarbij ook vraagtekens bij de modellen die het planbureau gebruikt om de effecten van klimaat- en energiebeleid op de portemonnee van de burger inzichtelijk te maken.
Gestileerde weergave van de werkelijkheid
Het PBL laat weten zich steeds te baseren „op de meest recente wetenschappelijke inzichten.” Hoewel modellen volgens het planbureau onmisbaar zijn om de gevolgen van maatschappelijke veranderingen of nieuwe beleid vooraf in kaart te brengen, leveren ze wel „altijd een gestileerde weergave van de werkelijkheid.”
Op 13 maart komt het PBL met een doorrekening van het Klimaatakkoord. Daarin staan honderden mogelijke maatregelen opgesomd om Nederland op termijn CO2-neutraal te maken. Bij die analyse kan het planbureau naar eigen zeggen prima uit de voeten met de marktverkenning uit 2017. Fluctuaties van jaar tot jaar in bijvoorbeeld de olie- en gasprijzen zijn namelijk op de langere termijn „minder relevant.”
Het bureau reageert op de kritiek dat het verouderde cijfers gebruikt om de maatregelen uit het Klimaatakkoord door te rekenen.
NOS 20.02.2019 Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijft cijfers uit 2017 gebruiken om de maatregelen uit het ontwerp-Klimaatakkoord door te rekenen. Het PBL reageert daarmee op de kritiek die er in de politiek is op de werkwijze van het bureau.
Verschillende partijen in de Tweede Kamer zijn bang dat de doorrekening waardeloos is, omdat die gebaseerd is op verouderde cijfers. Die cijfers uit 2017 werden ook gebruikt bij het voorspellen van de stijging van de energierekening. Die komt uiteindelijk veel hoger uit dan verwacht en dat leidde dit weekend tot veel wrevel.
Maar volgens het PBL zijn de cijfers wel degelijk bruikbaar. Er zijn geen actuelere gegevens beschikbaar, schrijft het in een uitgebreide reactie, maar dat is geen probleem.
Bij de onderhandelingen voor het Klimaatakkoord is grotendeels uitgegaan van dezelfde cijfers. “Het zou verwarring teweegbrengen en het proces verstoren als we de cijfers nu niet als basis zouden nemen voor de doorrekening”, zegt het PBL. “Komen met ‘weer nieuwe cijfers’ kan leiden tot onrust.”
Buma: serieus probleem
Het Planbureau komt op 13 maart, vlak voor de verkiezingen voor Provinciale Staten, met de doorrekening van de klimaatplannen. “Als ze daarbij ook uitgaan van de cijfers uit 2017 ben ik bang dat ze de opgave die er ligt veel te rooskleurig zullen voorspiegelen”, zegt GroenLinks-leider Klaver.
Dat betekent volgens Klaver dat er in de toekomst nog meer maatregelen moeten worden genomen om de doelstelling, de helft minder uitstoot van CO2 in 2030, te halen.
Ook CDA-leider Buma is kritisch. Hij vindt dat het PBL zich moet afvragen of de modellen die gehanteerd worden wel volstaan. “Modellen moeten kloppen, anders kun je politiek in Nederland je werk niet doen”, zegt Buma. “Ik hoop dat het PBL beseft dat dit een serieus probleem is.”
Fractievoorzitter Dijkhoff van de VVD hamert ook op het gebruik van recente cijfers door het PBL. “We moeten niet gaan rekenen met de gasprijzen van een paar jaar geleden als we willen kijken wat de effecten zijn.”
Dat laatste gaat het Planbureau ook niet doen, valt op te maken uit de reactie. “Waar mogelijk en van belang neemt het PBL ook varianten mee met de meest actuele energie- en CO2-prijzen.”
AD 20.02.2019 Dat er bij de doorrekening van de klimaatplannen is uitgegaan van achterhaalde cijfers, is geen probleem. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een verklaring op de website. Volgens de rekenmeesters maken de foute gegevens op de lange termijn tot 2030 nauwelijks verschil. Er wordt dan ook vastgehouden aan de oude energiecijfers voor de ramingen, zodat er geen ‘verwarring en onrust’ ontstaat.
Nederlanders betalen dit jaar fors meer voor gas en licht dan het kabinet claimde, bleek dit weekend uit berekening van het CBS. Een gemiddeld huishouden is bijna 2100 euro kwijt: 334 euro meer dan vorig jaar. Het kabinet deed de stijging eerst af als onzin, maar gaf daarna aan deze krant toe dat er achterhaalde cijfers zijn gebruikt bij het voorspellen van de energieverhoging, waardoor die lager uitkwam.
Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) moest direct in de Kamer tekst en uitleg geven over de blunder. De Kamer heeft ook flinke twijfels over de vraag of het Planbureau wel in staat is om het Klimaatakkoord goed door te rekenen.
Het Planbureau doet daarom in een verklaring uitgebreid uit de doeken wat de verschillende overwegingen waren bij het gebruik van de oude cijfers. Zo was het in 2018 ‘onmogelijk en weinig zinvol’ om aan nieuwe cijfers te werken terwijl het Klimaatakkoord nog in de maak was. ‘Ten Tweede was de beschikbare capaciteit geheel nodig om de analyses ten behoeve van het Klimaatakkoord te maken’, is te lezen. Alle betrokken partijen, inclusief de ministeries, stemden daarmee in, benadrukt het PBL.
Komen met ‘weer nieuwe cijfers’ kan leiden tot onrust, vooral bij analyses voor de langere termijn
Verklaring PBL
Daarnaast is er bewust gekozen voor cijfers uit de Nationale Energieverkenning 2017 (NEV) omdat de onderhandelingen over het Klimaatakkoord daar ook op gebaseerd waren. Als er bij de doorrekening van de plannen plots gebruik zou worden gemaakt van recentere cijfers, zou dat ‘verwarring teweegbrengen’ en ‘het proces verstoren’, meent het PBL. ‘Komen met ‘weer nieuwe cijfers’ kan leiden tot onrust, vooral bij analyses voor de langere termijn.’
Bovendien, zo verdedigt de rekenmeester de keuze, maakt het voor de lange termijn niet uit als er ‘fluctuaties in de energieprijzen’ zijn. Omdat de plannen in het Klimaatakkoord tot 2030 lopen, zijn actuele cijfers ‘minder noodzakelijk’. Toch neemt het PBL in de komende doorrekening volgende maand ook varianten mee waarin de meest actuele energie- en CO2-prijzen zijn meegenomen.
Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft het PBL gisteren alsnog opdracht gegeven om de Energieverkenning bij te werken. Het Centraal Planbureau (CPB) bekijkt op dit moment of de koopkrachtplaatjes die het kabinet met Prinsjesdag bekendmaakte bijgesteld moeten worden vanwege de enorme stijging van de energieprijzen.
Verbetering
Een deel van de kritiek richt zich op de gebruikte modellen van het PBL, waardoor de ramingen verkeerd zouden uitkomen. Het Planbureau hamert er echter op dat modellen noodzakelijk zijn om de gevolgen van nieuw beleid in kaart te brengen. Wel zouden alle modellen transparant moeten zijn voor iedereen, geeft het PBL toe. Dat is nu niet het geval, omdat sommige modellen eigendom zijn van private partijen. Dat zou verbeterd kunnen worden, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een eigen alternatief.
Minister Wiebes gaf maandag ook een verklaring voor het hoger uitvallen van de energiekosten ten opzichte van de raming van het Planbureau voor de Leefomgeving.
AD 20.02.2019 Voor in het eerst in vier jaar tijd zijn consumenten negatief over hun eigen huishoudboekje en het economisch klimaat. De fors hogere energierekening en de btw-verhoging hakken er hard in.
De afgelopen weken gaat het in veel huishouders over bijna niets anders meer: alles is duurder maar de inkomsten zijn niet of nauwelijks gestegen. Zo is de energierekening flink omhoog gegaan, zijn de dagelijkse boodschappen prijziger geworden en is bij velen het eerste loonstrookje van het nieuwe jaar ondanks de beloftes toch tegengevallen.
Mensen merken het al met al in de portemonnee en dáár heeft het consumentenvertrouwen direct onder te lijden, zo bewijst het nieuwste consumentencijfer van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS). Deze maand komt het vertrouwen uit op -2, het laagste peil sinds vier jaar. Een duidelijke omslag, erkent CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. Er zijn nu meer mensen negatief dan positief.
Een jaar geleden leek er nog geen vuiltje aan de lucht; het consumentenvertrouwen noteerde 25. Vorige maand stond het vertrouwen nog op 1. Van de belofte van het kabinet dat het gros er in koopkracht vooruitgaat, zien de meeste consumenten vooralsnog weinig terug en dat vertaalt zich terug in groeiend wantrouwen, bevestigt Van Mulligen.
,,Het jaar is nog maar net begonnen en mensen hebben meteen fors hogere uitgaven voor hun kiezen gekregen’’, zegt hij. ,,Tegelijkertijd zien ze niet dat ze hogere inkomsten hebben of dat ze gecompenseerd worden via lagere belastingen.’’
Klimaat
Volgens de hoofdeconoom loopt het vertrouwen eigenlijk al sinds vorig jaar zomer terug: veel mensen hadden er schijnbaar al weinig fiducie in dat ze er, zoals het kabinet heeft toegezegd, financieel op vooruit zouden gaan. Dat er nu voor het eerst in tijden meer mensen negatief dan positief gestemd zijn, hangt overigens niet alleen samen met het eigen huishoudboekje maar ook met het oordeel over het economisch klimaat.
De berichten over een mogelijke brexit, de handelsoorlog tussen Amerika en China en de terugvallende Duitse economie doen het sentiment geen goed, stelt Van Mulligen. ,,Mensen zijn onzeker wat de gevolgen van een mogelijke brexit kunnen zijn voor de Nederlandse economie.’’
Toch benadrukt de CBS-man dat het dalende consumentenvertrouwen geen reden is voor onrust. ,,Er is geen reden om de noodklok te luiden.’’ Zo betwijfelt hij of consumenten nu opeens meer gaan letten op hun uitgaven of de aanschaf van bijvoorbeeld een auto of nieuw bankstel gaan uitstellen.
,,Het is natuurlijk afwachten hoe het consumentenvertrouwen zich de komende maanden ontwikkelt. Het kan zomaar zijn dat mensen weer een stuk optimistischer aankijken tegen hun financiële positie zodra er in de nieuwe cao’s afspraken worden gemaakt over loonsverhogingen.’’
Groei
Met -2 ligt het consumentenvertrouwen in februari nog altijd boven het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar (- 3). Bovendien liet de Nederlandse economie over 2018 nog een groei zien van 2,5 procent. Dat was weliswaar minder dan het jaar ervoor, maar nog altijd beter dan veel andere Europese landen. Van enige terughoudendheid onder consumenten was in december weinig te merken; die maand werd er 2,3 procent meer besteed ten opzichte van een jaar eerder. Onder andere voor voeding en auto’s trokken consumenten flink de portemonnee.
Het consumentenvertrouwen bereikte in januari 2000 de hoogste stand ooit (36). Het dieptepunt werd bereikt in maart 2013 (-41).
Het planbureau zat er bij ramingen van de verkoop van elektrische auto’s ver naast; over de gebruikte modellen van het PBL zijn twijfels.
NOS 20.02.2019 Het CDA en GroenLinks in de Tweede Kamer twijfelen aan de kwaliteiten van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Regeringspartij CDA wijst op het rekenmodel voor de verkoop van elektrische auto’s. Oppositiepartij GroenLinks heeft bredere kritiek.
CDA-Kamerlid Omtzigt zegt dat het rekenmodel voor elektrische auto niet controleerbaar is. In antwoorden op Kamervragen over de voorspelling van die verkoop zat het kabinet er volgens hem meer dan 100 procent naast. “Het gaat om een miljardenderving aan subsidies en belastingen voor de overheid”, zegt hij.
GroenLinks: Planbureau is onderbezet
Het CDA wil meer weten over het rekenmodel van het PBL. Maar dat is volgens staatssecretaris Snel van Financiën geheim. Een nadere wetenschappelijke validatie wil het kabinet ook niet geven.
Het PBL is op dit moment de plannen uit het concept-Klimaatakkoord aan het doorrekenen. Daarbij wordt hetzelfde rekenmodel gebruikt als bij de elektrische auto’s.
GroenLinks-Kamerlid Van der Lee is ook kritisch. Hij zegt dat het PBL nog maar elf jaar bestaat en modellen gebruikt die nog niet goed zijn uitgewerkt. “Hun ramingen lopen vaak achter op de marktontwikkelingen en ze zijn simpelweg onderbezet.”
Ook Van der Lee zegt dat het planbureau “helaas geen transparant en interactief model” heeft.
CDA vertrouwt niet op berekeningen planbureau elektrische auto’s
Gisteren waren cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ook het middelpunt van discussie. De energierekening valt dit jaar veel hoger uit dan verwacht, en ook veel hoger dan het kabinet had voorgespiegeld.
De inschattingen van het PBL bleken oud te zijn. Ze kwamen uit de Nationale Energieverkenning (NEV) 2017. Het planbureau had door de drukte rond het concept-Klimaatakkoord geen tijd gehad in 2018 nieuwe berekeningen te maken.
Minister Wiebes zei gisteren dat hij het PBL heeft gevraagd een update te maken van de energiekosten, zodat het kabinet een betere inschatting kan maken van de gevolgen. Samen met de bijgestelde koopkrachtplaatjes van het Centraal Planbureau zijn dit voor het kabinet belangrijke cijfers om dit jaar het beleid op te baseren.
Klimaatakkoord
Maar de vraag is of Wiebes die nieuwe cijfers gaat krijgen. Want de tientallen rekenmeesters van het PBL en het Centraal Planbureau werken nog steeds hard aan de doorrekeningen van het klimaatakkoord. Aan de NOS laat het PBL weten hierbij toch weer uit te gaan van de cijfers uit de NEV 2017.
Volgens een woordvoerder moet dat geen problemen opleveren. “Dat die cijfers oud zijn is maar relatief, want het klimaatakkoord gaat over de periode tot 2030. Schommelingen in de huidige energieprijzen hebben niet veel effect op het beleid in 2030.” De berekeningen zijn een week voor de verkiezingen klaar en gaan naar verwachting tot veel politieke discussie leiden.
AD 20.02.2019 Regeringspartijen VVD en CDA nemen geen genoegen met de uitleg van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat het allemaal wel meevalt met het gebruik van verouderde gegevens. De klimaatrekenaars van het kabinet stellen dat het gebruik van die cijfers geen kwaad kan bij het doorrekenen van het klimaatakkoord. VVD en CDA wijzen er echter op dat het PBL het de afgelopen jaren al meermaals naast zat.
In Kamervragen aan minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) sommen de partijen een trits voorbeelden op van voorspellingen die niet uitkwamen. Zo moest het PBL cijfers over de klimaatschade van vleesconsumptie aanpassen en bleek een voorspelling over de toename van het aantal elektrische auto’s meermaals niet te kloppen.
De partijen vragen zich af of het PBL niet te stellig is in zijn voorspellingen en zetten vragen achter de wetenschappelijke waarden van de modellen die het bureau gebruikt.
Deze week kwam het PBL onder vuur te liggen toen bleek dat de koopkrachtvoorspellingen van het kabinet voor dit jaar deels gebaseerd waren op achterhaalde getallen van het planbureau. De energierekening van huishoudens valt veel duurder uit dan gedacht, doordat het PBL in 2017 nog dacht dat de marktprijs voor gas en elektriciteit veel lager zou zijn.
Het kabinet heeft overigens pas nu om actuelere cijfers gevraagd. Diezelfde voorspellingen uit 2017 gebruikt het PBL nu ook bij het doorrekenen van het Klimaatakkoord. Op basis van die berekeningen besluit het kabinet straks wat het wel en niet gaat doen om de uitstoot van CO2 omlaag te brengen.
AD 20.02.2019 De Tweede Kamer twijfelt sterk of het Planbureau voor de Leefomgeving wel in staat is om het Klimaatakkoord goed door te rekenen. De rekenmeester van het kabinet gebruikt achterhaalde cijfers.
Op 13 maart presenteert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de doorrekening van het voorlopige Klimaatakkoord. In dat akkoord staan zeshonderd milieumaatregelen die ervoor moeten zorgen dat Nederland in 2030 bijna de helft minder CO2 uitstoot.
Het PBL, een belangrijke rekenmeester van het kabinet, bevestigt aan deze krant dat de maatregelen in de doorrekening worden afgezet tegen voorspellingen uit de Nationale Energieverkenning 2017. Die Energieverkenning – ook uitgebracht door het PBL – staat vol achterhaalde prognoses, zo blijkt nu.
Zo is verkeerd voorspeld hoeveel energie huishoudens verbruiken en hoe de gas- en stroomprijs zich ontwikkelen. Om die reden pakt de energierekening dit jaar fors hoger uit dan het kabinet eerder had aangekondigd. ,,Maar dat is niet het enige probleem”, zegt Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool Groningen. ,,Ook de CO2-prijs is heel anders dan het PBL in 2017 voorspelde.”
‘Rekenmodellen niet goed uitgewerkt’
In de Tweede Kamer heerst grote bezorgdheid over de betrouwbaarheid van de doorrekening . ,,Met dit soort modellen kunnen wij niet werken”, zegt CDA-leider Sybrand Buma. ,,De cijfers moeten beter op orde zijn. Dan moet zo’n instituut niet zeggen: we gebruiken altijd zulke cijfers. Zorg dan dat er nieuwe cijfers zijn.”
Ook GroenLinks is kritisch. ,,Het PBL bestaat nog maar elf jaar en gebruikt modellen die nog niet goed zijn uitgewerkt”, zegt Kamerlid Tom van der Lee. ,,Hun ramingen lopen vaak achter op de marktontwikkelingen. Daar komt bij dat het vorige kabinet te weinig geld heeft vrijgemaakt voor het PBL. Ze zijn simpelweg onderbezet.”
PBL: doorrekening is mogelijk
Volgens Visser is het ‘vreselijk jammer’ dat de Energieverkenning sinds 2017 niet meer is vernieuwd. ,,De cijfers zijn achterhaald en dat maakt het nóg moeilijker om vast te stellen wat de opbrengst is van alle voorgestelde klimaatmaatregelen.” Het PBL had vorig jaar geen tijd om een nieuwe Energieverkenning op te stellen.
Volgens het PBL is het – ondanks de verouderde cijfers – nog steeds mogelijk om de klimaatmaatregelen door te rekenen. ,,We kijken namelijk naar het jaar 2030. De schommelingen die nu plaatsvinden, zijn op die lange termijn minder van belang.”
Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft het PBL gisteren alsnog opdracht gegeven om de Energieverkenning bij te werken. ,,We kunnen nu nog niet zeggen of dat vóór 13 maart 2019 gaat lukken, want we zijn heel druk met de doorrekening van het Klimaatakkoord”, meldt een woordvoerder van het planbureau.
NU 19.02.2019 Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) wil nog niet zeggen of en hoe er gecompenseerd gaat worden voor de fors hogere energierekening voor dit jaar. De Tweede Kamer is verbolgen over de foutieve inschatting van het kabinet over de oplopende energiekosten voor dit jaar.
Wiebes zei dinsdagmiddag in de Tweede Kamer tijdens het Vragenuur dat het kabinet zich “minder stellig” had moeten uitlaten, maar wil nu nog niet vooruitlopen op wat de hogere kosten betekenen voor de koopkracht.
Volgende maand publiceert het Centraal Planbureau (CPB) nieuwe cijfers over de inflatie, een belangrijk onderdeel van de koopkracht. Pas dan wil Wiebes iets kwijt over de koopkracht. “Koopkracht is meer dan alleen energie”, waarschuwde de bewindsman alvast.
Het kabinet moest terugkomen op eerdere uitingen dat de energierekening dit jaar gemiddeld met 108 euro zou stijgen, dat bleek later een bedrag van 330 euro te zijn. Dat is een behoorlijke domper voor veel huishoudens Het kabinet hamerde er in aanloop naar de begroting voor dit jaar veelvuldig op dat mensen er financieel op vooruitgaan.
De energierekening zou via hogere belastingen stijgen, net als veel boodschappen door het hogere btw-tarief, maar die kosten zouden worden gecompenseerd met een lagere inkomstenbelasting en hogere arbeidskortingen. Het paste allemaal in het principe van dit kabinet om verbruik zwaarder te belasten en arbeid minder.
‘Laten we mensen niet bang maken’
Er werd door prijsvergelijkers wel gewaarschuwd voor prijsstijgingen die meer in de buurt van die 330 euro kwamen, maar dat bedrag werd destijds door staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) weggewuifd. “Laten we mensen niet bang maken”, zei Keijzer.
De antwoorden van Wiebes namen dinsdag de onvrede onder de Tweede Kamerleden niet weg. Bart Snels (GroenLinks) wil dat er nieuwe koopkrachtplaatjes worden gemaakt voor dit jaar. “Het kabinet houdt zich niet aan de eigen belofte dat alle groepen er dit jaar op vooruitgaan”, zei Snels. Hij wilde van Wiebes weten hoe hij de huishoudens gaat compenseren.
Foutieve berekening is ‘een grof schandaal’
SP-leider Lilian Marijnissen noemde de foutieve berekening “een grof schandaal”. Naast de energierekening stijgen namelijk ook de kosten voor de kinderopvang, de huur en de boodschappen. “Verlaag de energierekening”, aldus Marijnissen.
PVV’er Alexander Kops, die in december al aankaartte dat de energiekosten veel harder zouden stijgen dan het kabinet deed voorkomen, was ook ontevreden met de antwoorden van Wiebes. “Mensen hebben niets aan cijfers die nog moeten komen.”
Ook binnen de coalitie klonk kritiek, al was daar geen roep om compensatie.
Het kabinet baseerde zich op cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), maar die berekeningen dateerden uit 2017. De energiekosten van de marktpartijen zijn in de tussentijd flink toegenomen. Ook de belasting op de energienota stijgt dit jaar, maar dat had het kabinet al ingecalculeerd.
Wiebes: het kabinet had niet zo stellig moeten zijn
NOS 19.02.2019 De Tweede Kamer is woedend over de fout die het kabinet maakte bij de voorspelling van de energierekening voor 2019. “Dit is voor ons niet acceptabel”, zegt Kamerlid Mulder van regeringspartij CDA. Coalitiepartner VVD vindt de fout ook onvergeeflijk. “Er zijn sommen gemaakt op basis van oude gegevens, dat mag niet gebeuren.”
Dat energie dit jaar flink duurder zou worden, was al bekend. In december kwamen schattingen van onder meer PriceWise ook uit op meer dan 300 euro.
Deze week bleek al dat er een recordaantal van 1,4 miljoen Nederlanders is overgestapt naar een andere energieleverancier. Veel mensen wisselden van energieleverancier na Prinsjesdag, toen het kabinet aankondigde dat de meeste huishoudens meer geld kwijt zouden zijn aan gas en stroom.
Vanochtend werd bekend dat het kabinet achterhaalde gegevens heeft gebruikt bij de ramingen van de gemiddelde energienota van burgers. Op basis van die gegevens deed staatssecretaris Keijzer in december een forse stijging van de rekening nog af als bangmakerij, maar ze erkent nu dat ze het mis had.
Slecht voor het vertrouwen
Ook de oppositiepartijen zijn kwaad en voelen zich in hun hemd gezet omdat zij bijna allemaal hadden gewaarschuwd voor een hogere energierekening in 2019. SP-leider Marijnissen: “Dit is een grof schandaal, het kabinet liegt dat het barst. We werden weggehoond met onze waarschuwingen.” Ook de PVV spreekt van liegen en bedriegen.
Volgens regeringspartijen ChristenUnie en D66 is de fout slecht voor het vertrouwen van de burger in de overheid, en dan met name het klimaatbeleid van de overheid. “Wordt bij de doorrekening van het klimaatakkoord wel van de juiste cijfers uitgegaan?” vraagt D66-Kamerlid Sienot zich af.
“Wat een ongelofelijke stommiteit”, zegt ChristenUnie-Kamerlid Dik-Faber. “Dit zorgt voor onrust in de samenleving. Hoe gaan we ervoor zorgen dat burgers weer vertrouwen gaan krijgen?”
‘Dit gaat niet over enkele tientjes’
“Voor het kabinet is dit zeer ernstig”, zegt politiek verslaggever Ron Fresen. “Ze zeiden steeds ‘Nee hoor, het valt wel mee’. Maar het valt helemaal niet mee, weten we nu. En dit gaat niet over enkele tientjes.”
Ook is de geloofwaardigheid van toekomstige berekeningen in het geding, zegt Fresen. “Als straks de conclusie is dat de klimaatplannen betaalbaar zijn, is het op zijn zachtst gezegd maar de vraag of veel mensen dat nog geloven.”
Het kabinet zal ook iets moeten met de roep om compensatie. “Volgende maand zijn er verkiezingen”, zegt Fresen. “Als er compensatie moet komen, dan kunnen ze daar echt niet lang mee wachten, al weet nog niemand hoe dat dan zou moeten. Want de regeringspartijen zijn hier ook door overvallen.”
Update
De oppositiepartijen willen dat het kabinet nu al de toezegging doet dat de hogere energierekening wordt gecompenseerd als de koopkracht voor veel huishoudens daardoor lager blijkt uit te pakken dan voorgespiegeld.
Maar nu al een compensatie beloven gaat minister Wiebes te snel. Hij verwacht volgende maand nieuwe ramingen van de koopkrachtcijfers over 2019. Hij heeft ook het Planbureau voor de Leefomgeving “een update” gevraagd van de verwachte energiekosten. Als deze cijfers binnen zijn, wil de Kamer een debat met Wiebes en zijn collega’s Hoekstra van Financiën en Koolmees van Sociale Zaken.
Wiebes verklaarde eerder vandaag al dat het kabinet duidelijker had moeten zeggen dat de inschattingen voor de energienota van 2019 waren gebaseerd op cijfers van meer dan een jaar oud.
Terugblik: In december 2018 zei staatssecretaris Keijzer nog namens minister Wiebes dat de sombere voorspellingen niet klopten en dat mensen niet bang moesten worden gemaakt:
Onacceptabel, een ongelofelijke stommiteit en een grof schandaal. Het zijn voorbeelden van de boze reacties van Kamerleden op de te rooskleurige voorspelling van de energierekening.
De minister van Economische Zaken zegt dat het kabinet vorig jaar had moeten zeggen dat de ramingen waarmee het werkte niet ‘kakelvers’ waren.
NOS 19.02.2019 Minister Wiebes vindt dat het kabinet duidelijker had moeten zijn over zijn berekening van de energierekening voor dit jaar. Het had moeten zeggen dat er gebruik is gemaakt van ramingen uit 2017, die dus “niet meer kakelvers” waren. Dat zegt hij in reactie op het bericht dat de gemiddelde nota voor gas en elektriciteit veel meer stijgt dan verwacht.
Het CBS meldde afgelopen weekend dat Nederlanders dit jaar gemiddeld 334 euro meer gaan betalen dan vorig jaar. Staatssecretaris Keijzer deed een stijging van ruim 300 euro in december nog af als bangmakerij, maar nu blijkt dat zij zich op cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2017 baseerde. Dat bureau had geen recentere cijfers beschikbaar.
Koopkracht
Wiebes geeft toe dat de hogere stijging een negatief effect kan hebben op de koopkracht. “Want energie is een van de dingen die koopkracht bepalen.” Hij zegt daar in augustus, in aanloop naar Prinsjesdag nog eens goed naar te zullen kijken. “Want we passen altijd goed op de koopkracht.”
De minister baalt ervan dat het kabinet niet wat meer slagen om de arm heeft gehouden, “Zo van: jongens, denk eraan dat dit ramingen zijn en dat het zeker niet zeker is dat het bij deze getallen blijft”. Hij vindt het ook vervelend dat de energierekening zoveel hoger uitvalt, “want ik ben ervoor dat we gewoon koopkrachtverbetering gaan zien. Mensen hebben daar behoefte aan en dan helpt dit niet.”
Eind vorig jaar zette staatssecretaris Keijzer een verhoging van ruim 300 euro nog weg als bangmakerij, maar ze geeft nu toe dat ze met verouderde cijfers rekende.
NOS 19.02.2019 Het kabinet heeft bij de berekening van de gemiddelde energienota gebruikgemaakt van oude cijfers. Dat erkent een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken na berichtgeving in het AD.
Zaterdag meldde het CBS dat de energierekening dit jaar veel meer stijgt dan verwacht: gemiddeld 334 euro. Staatssecretaris Keijzer deed zo’n hoge stijging in december nog af als bangmakerij.
Maar ze erkent nu dat ze gebruik heeft gemaakt van voorspellingen van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2017. Toen was de verwachting nog dat prijzen van gas en elektra veel minder zouden stijgen.
Het bureau blijkt vorig jaar in verband met doorrekening van de plannen van het concept-klimaatakkoord geen tijd te hebben gehad voor de jaarlijkse voorspelling van de prijsontwikkeling.
‘Zeer pijnlijk’
De “fout is zeer pijnlijk” voor het kabinet, zegt politiek verslaggever Xander van der Wulp, omdat het in december nog stellig beweerde dat de rekening veel lager zou uitpakken.
Het dacht toen aan een gemiddeld verbruik van 2500 kWh stroom en 1100 kubieke meter gas per huishouden. Ook rekende het met een lagere marktprijs voor energie. Het CBS gaat nu van een jaarlijks verbruik van ruim 3000 kWh elektriciteit en een kleine 1500 kubieke meter aardgas per huishouden.
De woordvoerder van het ministerie wil niet spreken van een fout. Hij zegt dat het kabinet net als altijd is uitgegaan van de meest actuele cijfers en dat waren in dit geval de cijfers van 2017.
‘Heel ongelukkig’
In de Tweede Kamer willen zowel oppositie- als coalitiepartijen weten waarom het kabinet steeds heeft gezegd dat het niet klopt dat de jaarrekening gemiddeld ruim 300 euro hoger zou uitpakken.
GroenLinks-Kamerlid Van der Lee vindt het “erg kwalijk” en “contraproductief” dat het kabinet zo stellig beweerde dat de voorspellingen van prijsvergelijkers niet klopten, “terwijl de staatssecretaris al wist dat ze gebruik maakte van oude cijfers.” SP-fractieleider Marijnissen spreekt van “een dure blunder”.
Kamerlid Sienot van coalitiepartij D66 noemt de misrekening “heel ongelukkig”. “De berekeningen moeten wel kloppen en dat is hier niet het geval geweest. En wij willen weten hoe het zit en hoe we dit in de toekomst gaan voorkomen.”
AD 19.02.2019 Het kabinet heeft achterhaalde gegevens gebruikt om de stijging van de energierekening te voorspellen. Daardoor claimde het kabinet dat het met die stijging wel zou meevallen, maar dat blijkt nu niet te kloppen. De energienota gaat dit jaar gemiddeld met maar liefst 334 euro omhoog. Tweede Kamerleden zijn boos.
De Tweede Kamer wil weten hoe het kan dat het kabinet herhaaldelijk heeft verkondigd dat het met stijging van de energierekening niet zo’n vaart zou lopen. ,,Laten we mensen niet bang maken’’, zei staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat afgelopen december in de Tweede Kamer.
,,Kwalijk’’, zegt PvdA-Kamerlid William Moorlag. ,,Het kabinet gebruikt totaal andere cijfers dan waar het CBS nu mee op de proppen komt. Dat kan gewoon niet. Dit ondermijnt het vertrouwen van burgers in de overheid. Het lijkt wel of de koopkrachtplaatjes zijn gebaseerd op modellen die door Hans Klok zijn ontworpen.’’
Ook regeringspartij VVD is kritisch. ,,Ik heb hier zelf ook vragen bij en wil graag weten waar dit verschil vandaan komt en hoe het te verklaren is’’, zegt VVD’er Dilan Yeşilgöz-Zegerius. Volgens GroenLinks verergert het kabinet de zorgen over klimaatbeleid. ,,Dit soort onvoorzichtige voorspellingen werkt contraproductief’’, stelt GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee.
De jaarlijkse energienota stijgt naar 2074 euro, meldt het CBS: 334 euro meer dan vorig jaar. Daarbij gaat het CBS uit van een gemiddeld jaarlijks verbruik van ruim 3000 kWh elektriciteit en een kleine 1500 kubieke meter aardgas per huishouden. Het kabinet rekende eind vorig jaar op aanzienlijk lagere verbruikcijfers, namelijk 2500 kWh stroom en 1100 kubieke meter gas per huishouden.
,,Wij baseren ons op cijfers uit de Nationale Energieverkenning 2017 van het Planbureau voor de Leefomgeving”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. ,,De inschatting in 2017 was dat dit jaar minder gas en elektriciteit zou worden afgenomen. Anderzijds was de verwachting dat de marktprijzen van gas en elektra minder snel zouden stijgen.’’
Die voorspellingen zijn verouderd, erkent de woordvoerder. ,,Omdat het Planbureau voor de Leefomgeving zijn handen vol heeft aan het Klimaatakkoord, zijn zij afgelopen jaar niet met een aparte Energieverkenning gekomen.’’ Daar komt nog eens bij dat het Planbureau en het CBS verschillende definities van een huishouden gebruiken.
Onderschat
Het kabinet heeft de stijging van de marktprijzen van gas en elektra onderschat. Die kosten zijn met bijna 150 euro per huishouden gestegen, onder meer door hogere CO2-heffingen en de afnemende gaswinning in Groningen. Daarnaast heeft kabinet de energiebelasting en de btw op de energienota met ruim 150 euro verhoogd.
,,Stijgende kosten stapelen zich zo op’’, zegt GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee. Ook andere partijen waarschuwden vorig jaar voor verhoging van de energiebelasting. ,,Een voorstel van onze partij om de verlaging van de belastingkorting op de energienota terug te draaien, werd in de prullenbak gegooid’’, zegt Van der Lee. ,,Dat wreekt zich nu.’’
Het overgrote deel van de Nederlanders gaat er dit jaar écht op vooruit. Dat zegt het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) in reactie op het nieuws dat het kabinet achterhaalde cijfers heeft gebruikt voor de voorspelling van energiekostenstijging. ,,Wij hebben de juiste cijfers gebruikt’’, zegt een woordvoerder van het Nibud.
In tegenstelling tot wat het kabinet claimt, betalen Nederlanders dit jaar wel degelijk fors meer voor gas en licht, bleek dit weekend uit berekening van het CBS. Een gemiddeld huishouden is bijna 2100 euro kwijt: 334 euro meer dan vorig jaar.
Hoewel het kabinet de stijging eerste afdeed als onzin, gaf het ministerie gisteravond aan deze krant toe dat achterhaalde cijfers zijn gebruikt bij het voorspellen van de energieverhoging, waardoor die lager uitkwam.
De fout voedt opnieuw het breedgedragen idee dat we er financieel helemaal niet op vooruit gaan. Onterecht, blijkt uit navraag bij het Nibud, dat onafhankelijk van het kabinet de koopkracht berekent. ,,Wij hebben gewoon met de juiste, meest recente cijfers gerekend’’, aldus een woordvoerder. Dat betekent dat de eerdere koopkrachtvoorspelling ongewijzigd blijft: ,,96 procent van de Nederlanders gaat er dit jaar op vooruit.’’
Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) moest vandaag direct tekst en uitleg geven in de Kamer over de blunder en de gevolgen voor de koopkracht. De minister erkende dat het kabinet een verkeerd beeld heeft geschetst rond de nieuwe energierekening. ,,Heel veel huishoudens zijn onaangenaam verrast door energietarieven. We hadden ons minder stellig moeten uitlaten in de wetenschap dat de gebruikte cijfers meer dan een jaar oud waren. Die stelligheid was onterecht.’’
Reactie Wiebes
Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat gaat diep door het stof nu blijkt dat het kabinet de stijging van de energienota veel te laag heeft ingeschat. ,,Ik baal hier gewoon van”, zegt hij.
Ik baal ervan dat we niet duidelijk hebben gezegd dat het gaat om ramingen, en dat het dus niet zeker was dit het bij deze getallen zou blijven, aldus Minister Wiebes.
Het kabinet heeft achterhaalde gegevens gebruikt om de stijging van de energierekening te voorspellen, zo onthulde deze krant. Tweede Kamerleden zijn boos over een verkeerde voorstelling van zaken die staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat afgelopen december gaf in het parlement.
,,Ik baal ervan dat we niet duidelijk hebben gezegd dat het gaat om ramingen, en dat het dus niet zeker was dat het bij deze getallen zou blijven’’, zegt minister Wiebes tegen de NOS. ,,Ik vind het gewoon vervelend dat de energierekening omhoog gaat. Mensen hebben echt behoefte dat we koopkrachtverbetering gaan zien en dan helpt een hogere energierekening niet. En daar baal ik gewoon van.’’
De jaarlijkse energienota stijgt naar 2074 euro, meldt het CBS: 334 euro meer dan vorig jaar. Daarbij gaat het CBS uit van een gemiddeld jaarlijks verbruik van ruim 3000 kWh elektriciteit en een kleine 1500 kubieke meter aardgas per huishouden. Het kabinet rekende eind vorig jaar op aanzienlijk lagere verbruikcijfers, namelijk 2500 kWh stroom en 1100 kubieke meter gas per huishouden. Het ministerie erkent dat achterhaalde cijfers zijn gebruikt voor de berekeningen.
SP-leider Lilian Marijnissen spreekt van een ‘dure blunder’. ,,Niet voor de politici, wel voor de mensen met een gigantisch gestegen energierekening.’’ Ook andere partijen reageren zeer kritisch. Volgens de PvdA ondermijnt deze fout het vertrouwen van de burger in de politiek.
,,Een voorstel van onze partij om de verlaging van de belastingkorting op de energienota terug te draaien, werd in de prullenbak gegooid’’, zegt GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee. ,,Dat wreekt zich nu.’’ Hij vindt dat Wiebes ‘te nonchalant’ reageert op de ophef.
De SGP wil dat de verhoging van de energienota van tafel gaat, nu de onderliggende cijfers achterhaald blijken.
Debat
Regeringspartij VVD wil weten hoe het kan dat het ministerie van Wiebes er zó naast kon zitten. FvD-voorman Thierry Baudet laat via Twitter weten vanmiddag opnieuw een debat over de energienota aan te vragen. Tot nu toe was daar geen meerderheid voor.
Toch verwacht Wiebes dat de hogere energiekosten wegvallen tegenover andere kosten die lager dan verwacht uitpakken, waardoor de koopkrachtstijging intact blijft. ,,Het leven bestaat uit meer dan energie.’’ Het Nibud onderschrijft dat er naar het grote plaatje gekeken moet worden. ,,Het klopt dat energie maar een heel klein gedeelte is op de totale begroting, dus er speelt veel meer mee.’’
Het Centraal Planbureau (CPB) bekijkt op dit moment of de koopkrachtplaatjes die met Prinsjesdag bekendgemaakt zijn, bijgesteld moeten worden. Dat overzicht wordt volgende maand verwacht.
NU 19.02.2019 De hoogte van de energierekeningen is inderdaad te laag ingeschat, geeft de regering toe tegenover NU.nl, na berichtgeving van het AD. De schattingen waren wel gebaseerd op de laatste schattingen van het Planbureau Leefomgeving (PBL), maar die kwamen uit 2017.
Uit berekeningen van NU.nl, en later ook van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), blijkt dat de energierekening dit jaar met ruim 330 euro stijgt. Staatssecretaris Mona Keijzer (Energie & Klimaat) zei destijds in de Kamer dat het niet zo’n vaart zou lopen.
Minister Eric Wiebes (Klimaat) hield eind vorig jaar nog rekening met een stijging van 108 euro per jaar per huishouden, gebaseerd op cijfers van het PBL.
Een deel van dat bedrag werd volgens Wiebes weer teruggesluisd via de inkomstenbelasting die sinds dit jaar is verlaagd. “Het is de veel geuite wens om het verbruik zwaarder te belasten en arbeid minder te belasten”, zei de bewindsman destijds in een Kamerdebat.
Er zijn geen recentere cijfers
De schattingen van het kabinet vallen lager uit dan de werkelijke stijging omdat het ministerie zich baseerde op de meest actuele cijfers van het PBL, die uit het najaar van 2017 komen. Recentere cijfers zijn er niet. Het PBL is bovendien druk met het doorberekenen van het conceptklimaatakkoord.
Het PBL gaat er in de studie van 2017 nog van uit dat er minder gas en elektriciteit zou worden afgenomen en dat de marktprijzen voor gas en stroom minder hard zouden stijgen.
Die aannames zijn echter verouderd. De leveringsprijzen zijn juist hard gestegen; gas is 21 procent duurder en elektriciteit 31 procent. Een nieuwe studie van het PBL volgt in oktober dit jaar.
De protesten zijn geïnspireerd op de gelijknamige protestbeweging Les Gillets Jaunes in Frankrijk. Ook de Franse protestbeweging voert actie voor meer koopkracht en tegen de hervormingen van de Franse regering.
Vorig jaar rond Oud en Nieuw waren de verwachtingen nog vrij hoog gespannen. Na maanden onderhandelen zat er eindelijk een nieuw kabinet, met daarin veel nieuwe gezichten. Het oogde fris en veelbelovend.
AD 21.01.2019
Kibbelcoalitie
PvdA-leider Lodewijk Asscher vindt dat de regeringspartijen meer bezig zijn om hun onderlinge verschillen uit te venten dan met het land. Deze ‘kibbelcoalitie’staat volgens hem voor de keuze: ,,Ga aan de slag of ga uit de weg”, zei Asscher tijdens het PvdA-congres in Den Bosch.
Volgens Asscher is er in de laatste veertig jaar geen kabinet geweest dat onder betere economische omstandigheden begon. Desondanks weet de regering weinig tot stand te brengen, aldus de PvdA-leider. ,, Het enige dat dit kabinet heeft gepresteerd, is een enorme belastingverlaging voor multinationals”, sneerde hij.
Geld in de pot
Het is de regering in 2018 niet gelukt het geld, dat beschikbaar was om Nederland mooier en beter te maken, op te krijgen. Er bleef bijna 4 miljard euro in de pot zitten. Onderschrijding heet dat in de taal van Den Haag. De oorzaak zit volgens NRC voor een groot deel bij de arbeidsmarkt: ook de overheid kan moeilijk mensen krijgen.
Een aantal grote posten waar geld over bleef:
Basisonderwijs (OCW) | 280 miljoen
Wegen (I&W) | 500 miljoen
Armoedebestrijding kinderen (SZW) | 30 miljoen
Verpleegzorg (VWS) | 577 miljoen
Krijgsmacht (Defensie) | 775 miljoen
Politie (Justitie & Veiligheid) | 154 miljoen
AD 29.12.2018
Omslag
Echter, Inmiddels lijkt de stemming omgeslagen. Het wantrouwen in het kabinet groeit. Mensen gaan in gele hesjes en met anti-Rutte-slogans de straat op. En op de sociale media regent het grieven over een regering die wel oog zou hebben voor multinationals, maar ondertussen de energierekening en de btw op de dagelijkse boodschappen verhoogt.
De organisatie is in handen van een groep scholieren van de Daltonschool in Den Haag. Daar doet Stijn Warmenhoven uit 6 VWO de woordvoering. De scholier zegt teleurgesteld te zijn in het onlangs gepresenteerde klimaatakkoord. “Het zijn helaas vooral de burgers die moeten veranderen. Natuurlijk moeten die veranderen, maar de grote bedrijven die juist veel uitstoten moeten ook veranderen. Voor hun is het klimaatakkoord niet streng genoeg.”
3000 deelnemers
De organisatoren hopen op zeker 3000 deelnemers voor de mars. Zeker is al dat er gestart gaat worden op het Malieveld.
Van de belofte dat burgers er in 2019 toch inKoopkrachtop vooruitgaan, geloven de klagers niks, want er komen ook nog allerlei maatregelen aan, zoals de uitvoering van het klimaatakkoord. En die zullen ook wel voor rekening van de gewone man en vrouw komen, denken deze kiezers.
Een vliegtaks, een hogere benzineprijs, hogere parkeertarieven voor benzineauto’s, een mogelijk verbod op de verkoop van benzine- en dieselauto’s in 2030, dure warmtepompen.
Dat bevestigen ingewijden die betrokken waren bij de onderhandelingen over het klimaatakkoord. In het omstreden pakket aan groene maatregelen wordt geopperd om het bezit van een auto af te straffen met een maandelijkse ’innovatietoeslag’ van twee euro.
Om automobilisten een beetje te ontzien kwam Dijkhoff in een coalitieberaad met partijtoppers en ministers – het zogeheten cockpitoverleg – met een alternatief om geld op te halen voor het uitdelen van megasubsidies voor stekkerauto’s. Hij opperde tot verbazing van de coalitiepartners om dan maar de vliegtaks te verhogen van 7 naar 15 euro.
Volgens bronnen stelde het ChristenUnie-smaldeel daarop voor om de belasting op vliegtickets dan maar direct te verdrievoudigen.
AD 24.01.2019
VVD altijd openlijk pro-luchtvaart
Het is opmerkelijk dat uitgerekend de VVD met een hogere belasting(ofwel Vliegtaks) voor de luchtvaart op de proppen komt. De liberalen hebben een warm hart voor de luchtvaartsector en hielden afgelopen jaar als enige een pleidooi voor snellere groei van Schiphol.
Echter, Premier Mark Rutte is optimistisch dat de coalitiepartijen tot een definitief klimaatakkoord komen. „We kunnen hier uitkomen”, zei hij in het tv-programma Buitenhof.
Kortom, het uiteindelijke Nee van Dijkhoff levert weer nieuwe spanningen in de Coalitie !!! Ferme teksten van VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff, over het klimaatakkoord dat in december 2018 aan coalitie werd gepresenteerd. Toch is het vooral voor de bühne.
Klaas Dijkhoff heeft een duidelijk signaal voor zijn achterban. ,,Het is niet mijn akkoord.’’ Dat ‘even gewoon uitvoeren’, dat ‘gaat hij niet doen’. En coalitiepartner Rob Jetten (D66) die zo positief is over dat klimaatakkoord en ambitie van het kabinet verwacht ‘is nu aan het drammen, ja’
Wat een verschil met de Dijkhoff die de klimaatwet ondertekende. In een gelikt VVD-filmpje met milieuwoordvoerder Dilan Yeşilgöz was het nog ‘mooi’ dat die er kwam. Gaaf, noemde ze het zelfs. Dijkhoff: ,,Dat klinkt goed.’’
Op de keper beschouwd zegt Dijkhoff nu niets nieuws. Het werk van de klimaattafels is een pakket van liefst 600 voorgestelde maatregelen door (burger)organisaties om de uitstoot van broeikasgassen de komende jaren met bijna de helft gaat terugdringen.
Het hoofddoel: in 2030 49 procent minder broeikasgas de lucht in te laten gaan dan in 1990.
Stenen in de vijver
Want Dijkhoff vreest voor ‘de effecten op de portemonnee van gewone mensen’. Overigens iets waar CDA-leider Sybrand Buma zich al even veel zorgen over zegt te maken. Hij liet dus vanmorgen ook gretig weten dat het klimaatakkoord ‘niet heilig is’. En dat ‘het kabinet zelf keuzes moet maken om te zorgen dat de rekening voor gewone burgers betaalbaar blijft’.
Dat Buma en Dijkhoff stenen in de vijver gooien, is te verklaren. Juist de VVD, en ook het CDA, kregen de afgelopen weken delen van hun achterban over zich heen. Want de ‘klimaatgekte’ moest bij de VVD niet terugslaan op bedrijven, maar toch ook niet op de ‘hardwerkende Nederlander’. Die klimaathobby van D66 mag niet teveel pijn geven.
Nasleep
De coalitiepartijen hebben deze week verschillende malen moeten overleggen over de opmerkingen van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff over het klimaat. Dat zei minister-president Mark Rutte na de ministerraad vrijdag 18.01.2019. Hij sprak van een ,,pittige week“.
Volgens Rutte hoort het bij het politiek dat als de spanning oploopt dat er langer gesproken moet worden. Hij wilde niet zeggen of in de coalitie het vertrouwen beschadigd is. ,,Het heeft tijd nodig.” Hij voegde eraan toe dat de tijd wonden ook kan helen zonder dat er een litteken ontstaat.
Jammer van spierballentaal
Dat VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff afstand heeft genomen van het klimaatakkoord, heeft ervoor gezorgd dat het ‘knetterde’ tussen de coalitiepartijen. De irritatie tussen de regeringspartijen is bijna een week later nog niet weg.
Aanleiding was het gewraakte interview met Dijkhoff afgelopen zaterdag 12.01.2019, waarin hij zei dat hij niet was gebonden aan het klimaatakkoord.
Minister van Binnenlandse Zaken Ollongren (D66) zegt vanochtend dat het een illusie is dat er nooit discussie is binnen een coalitie van vier partijen. “Die zullen ook af en toe heftig zijn. Laat het dan ook maar een keer knetteren. Ik vind het jammer dat het moet met allemaal spierballentaal, maar inmiddels gaan wij weer gewoon vergaderen.”
Dijkhoff zal zijn achterban dus vooral nog eens onder ogen moeten komen, als de coalitie tot klimaatmaatregelen is gekomen. En misschien moeten uitleggen dat ‘de drammers’ hem aan zijn eerdere afspraken hebben gehouden !!
Telegraaf 19.01.2018
Gatenkaas
In politiek Den Haag woedt een hevige strijd over de kostenverdeling van het klimaatbeleid. Deze week zei premier Rutte dat uit de doorrekening van het CPB moet blijken dat ’het bedrijfsleven fair meedoet’. Maar die lastenverdeling is helemaal niet te maken, stelt de Rabo-analyse. „Veel kosten van het klimaatakkoord zullen ook over drie maanden niet duidelijk zijn”, zeggen de economen over de CPB-exercitie.
Het klimaatakkoord is een financiële gatenkaas. Veel kosten zijn ongedekt of verborgen en onduidelijk is wie ervoor opdraait. Daardoor zal het Centraal Planbureau (CPB) niet kunnen berekenen hoeveel lasten de burgers op hun nek gaan krijgen.
Die conclusie is te trekken uit de grondige kostenanalyse die het economisch bureau van de Rabobank heeft gemaakt op verzoek van De Telegraaf. De Rabo-economen voorzien dat de doorrekening van het CPB ’complex en incompleet’ zal zijn. Die doorrekening wordt na de Provinciale Statenverkiezingen (20 maart) voorzien.
Analyse Klimaatakkoord 13.03.2019 klaar
De planbureaus komen voor de provinciale verkiezingen met een analyse over de effecten en kosten van het klimaatakkoord.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) zijn gevraagd om een doorrekening van de ruim 600 groene plannen te maken. De voltallige oppositie in de Tweede Kamer heeft vorige week geëist dat de informatie over de kosten vóór de verkiezingen naar buiten komt.
Het PBL en CPB laten weten dat ze op woensdag 13 maart 2019 met hun analyses komen. Dat is een week voor de verkiezingen. „De planbureaus achten het van belang om hun bevindingen zo spoedig mogelijk te kunnen laten meewegen in de voortgaande discussie over het klimaatakkoord”, zo laten de planbureaus in een verklaring weten.
De coalitiefracties reageren vrij laconiek op het nieuws dat Nederland de milieudoelen niet haalt. Niemand wil de druk over het klimaat nog verder opvoeren.
De klimaatdoelen voor 2020 raken uit zicht. Moet het kabinet beter zijn best doen om in de buurt te komen van de gemaakte afspraken? Of moeten de doelen van tafel en moet er een nieuw, realistisch scenario komen – Klimaatplan B – om minder ambitieuze klimaatdoelen te halen?
Telegraaf 24.01.2019
Het huidige kabinetsbeleid volstaat niet om de voor volgend jaar gestelde klimaatdoelen te halen.
Urgenda sleepte de Nederlandse staat voor de rechter, omdat die doelen met het huidige beleid niet gehaald zouden worden. De rechter gaf de duurzaamheidsorganisatie meermaals gelijk. Het Hof beoordeelde eind vorig jaar dat de staat maatregelen moest nemen.
In de door actiegroep Urgenda aangespannen rechtszaak kreeg de overheid tot twee keer toe opdracht de uitstoot van CO2 met minstens een kwart terug te dringen ten opzichte van 1990. Maar de teller blijft volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) steken op iets meer dan een vijfde, bevestigen Haagse bronnen.
CO2 uitstoot
Nederland heeft bij de klimaatakkoorden van Parijs afgesproken dat het de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met een kwart moet hebben verminderd ten opzichte van 1990. Daarvoor zijn ingrijpende maatregelen nodig, bijvoorbeeld het vervroegd sluiten van meerdere kolencentrales.
Het doel van het klimaatakkoord is helder: in 2030 moet Nederland dus minimaal 49 procent minder broeikasgassen uitstoten ten opzichte van 1990. Maar dan moet de politiek wel keuzes maken, zegt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
De doelstelling voor 2030 staat in het regeerakkoord van het kabinet. Rutte III wil ook binnen de EU het voortouw nemen.
Duurzaamheidsorganisatie Urgenda heeft zelf berekeningen gemaakt hoe het doel uit de zogenoemde Urgenda-rechtszaak gehaald kan worden. In deze, door de actiegroep tegen de staat aangespannen zaak, heeft de rechter beslist dat in 2020 de uitstoot van broeikasgassen met 25 procent moet zijn gedaald ten opzichte van 1990.
Maar dat doel wordt bij lange na niet gehaald, blijkt uit berekeningen die vrijdag officieel bekend worden, maar sinds maandag al rondzingen in Den Haag. Volgens bronnen in Den Haag zal de daling van de uitstoot waarschijnlijk blijven steken rond de 20 procent.
Het kabinet moet de uitstoot van CO2 naar aanleiding van de zogenoemde Urgenda-zaak mogelijk met 9 megaton meer terugbrengen. De kans is hierdoor groot dat het kabinet op korte termijn nog eens extra ingrijpende maatregelen moet nemen om het klimaatprobleem aan te pakken, zo bevestigen Haagse bronnen tegen de NOS.
De rechter heeft in oktober 2018 in een door Urgenda aangespannen rechtszaak bepaald dat Nederland de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25 procent moet hebben teruggebracht ten opzichte van 1990. Dat percentage lijkt bij lange na niet gehaald te worden. De Nederlandse Staat heeft een zorgplicht en moet burgers beschermen, vindt de rechter.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PLB) keek afgelopen weken naar de gerechtelijke uitspraak en komt komende vrijdag met de definitieve doorrekening.
Deze maatregelen staan los van het klimaatakkoord, waar het kabinet nu mee bezig is. In dat akkoord wordt gezocht naar besparingen voor een langere termijn tot 2030. De berekening van het Planbureau voor de Leefomgeving kan nog enigszins veranderen, pas vrijdag stellen ze het definitieve getal vast.
CO2 belasting
Jesse Klaver is ‘levensgevaarlijk bezig’ met zijn wetsvoorstel voor een nationale CO2-belasting. Dat heeft voorzitter Hans de Boer van werkgeversorganisatie VNO-NCW vanmorgen gezegd bij het NPO Radio 1-programma 1op1. Volgens De Boer verspreidt de GroenLinks-voorman ‘fake news’ en is hij ‘straks verantwoordelijk voor 50.000 klimaatwerklozen’.
Het kabinet-Rutte III toont nauwelijks ambitie om de zorgkosten in de toekomst binnen de perken te houden. Die scherpe kritiek uit Ruben Wenselaar, topman van de grote zorgverzekeraar Menzis, morgen in een interview met deze krant.
De zorgkosten rijzen momenteel de pan uit. Maar we willen allemaal het beste van het beste en daar zit nu eenmaal een behoorlijk prijskaartje aan. Dat moeten we accepteren, stelt Wenselaar.
Asielbeleid
Was het eerst de beurt aan de VVD, nu zoeken CDA en D66 de randen van de coalitieafspraken op. Want amper bekomen van de wrevel over VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff en zijn uitspraken over het klimaat, gooien nu coalitiepartners CDA en D66 een steen in de vijver.
Zo werd het ook in het regeerakkoord vastgelegd. Naar de letter van die afspraak verandert er niets, maar naar de geest ervan wel degelijk. De facto zouden meer kinderen in aanmerking kunnen gaan komen voor asiel.
Vraag is wat de nieuwe verstandhouding op asiel doet met de sfeer binnen de coalitie, die de afgelopen week al ijzig is geworden. Zo waren coalitiepartners Sybrand Buma (CDA), Rob Jetten (D66) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) niet te spreken over de ronkende teksten van VVD-leiders Mark Rutte en Dijkhoff. De premier wilde raddraaiers die met oud en nieuw hulpverleners aanvallen ‘het liefst allemaal persoonlijk in elkaar slaan’. Zulke teksten van een premier ‘kunnen niet’, aldus Buma.
Drammer
Maar de hele coalitie verslikte zich een week geleden vooral door de spierballentaal van Dijkhoff, die in De Telegraaf zei het klimaatakkoord niet zomaar ‘even te gaan uitvoeren’. ,,Het is niet mijn akkoord,’’ aldus Dijkhoff. Ook dat was naar de letter juist: het parlement (en Dijkhoff) dus, hebben alleen nog maar klimaatvóórstellen gekregen. Een akkoord is er nog lang niet. Maar omdat Dijkhoff zijn collega Rob Jetten ook nog als ‘klimaatdrammer’ typeerde en zei dat het klimaatakkoord een kabinetscrisis waard was, vielen er achter de schermen de hele week harde woorden.
Burgerinitiatief
Presentator Tim Hofman, die een burgerinitiatief voor een beter kinderpardon was begonnen, is verheugd met het standpunt van het CDA. Eerder – toen hij met 250.000 handtekeningen naar de Tweede Kamer ging – gaf hij al aan dat die partij de sleutel tot een verbeterd kinderpardon in handen had. Op Twitter reageert hij vandaag: ,,CDA is wakker. Goddomme, wat een goed nieuws. Ongelooflijk.”
Regeringspartijen CDA en D66 willen het kinderpardon verruimen. Daarmee lijkt er een Kamermeerderheid te zijn, maar of er de komende tijd daadwerkelijk iets verandert, is vooralsnog onduidelijk. Tot die tijd leidt alleen al de suggestie van een versoepeling van het kinderpardon tot nieuwe hoop bij een groep van honderden afgewezen asielkinderen en hun ouders.
“Deze groep grijpt iedere strohalm aan, of dat nu nieuwe verkiezingen, een verkiezingscampagne of een petitie is. Ook dit plan van CDA en D66 zal ongetwijfeld nieuwe hoop zijn voor ze”, zegt onderzoeker Jelmer Brouwer.
Brouwer deed voor VN-organisatie IOM onderzoek naar redenen waarom afgewezen gezinnen niet vertrekken uit Nederland. Daaruit bleek dat hoop op een verblijfsvergunning, naast de lange tijd die gezinnen met kinderen al in Nederland waren en de veiligheidssituatie in het land van herkomst, een belangrijke reden is om niet terug te keren.
De groep met veelal schrijnende gevallen bestaat uit 740 minderjarigen die al zeker vijf jaar in Nederland zijn en moeten vertrekken omdat ze zijn afgewezen voor het kinderpardon. Zij vertrekken amper, bleek onlangs uit cijfers die de NOS opvroeg bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Het lijkt er vooralsnog niet op dat een aanpassing van de huidige kinderpardonregeling er ook snel komt. CDA en D66 willen eerst het rapport van de commissie Van Zwol afwachten. Die doet onderzoek naar de redenen voor het langdurige verblijf van vreemdelingen en komt naar verwachting in juni met zijn conclusies. Ook staatssecretaris Harbers wil eerst de uitkomsten van het onderzoek afwachten.
Kinderpardon
Het zogenoemde kinderpardon was een regeling uit 2012, waardoor kinderen van asielzoekers die langer dan vijf jaar in Nederland woonden en eigenlijk het land uit moesten, toch konden blijven. Er kwam een jaar later een tijdelijke overgangsregeling, maar nog steeds kunnen kinderen ervoor in aanmerking komen. Wel moeten ze dan aan specifieke voorwaarden voldoen.
De supermarktprijzen moeten worden aangepast vanwege een belastingverhoging. Vanaf 1 januari 2019moet er 3 procentpunt meer btw betaald worden over voedingsmiddelen. Dat betekent dat veel producten iets duurder zijn geworden.
AD 04.01.2019
Bovendien vragen velen zich af: wat heeft dit kabinet in het eerste jaar eigenlijk voor elkaar gekregen? Voor grote onderwerpen zoals de snelle stijging van de AOW-leeftijden de pensioenendie niet meestijgen, is geen oplossing gevonden.
Lonen
De eerste cijfers van de loostrookjes vallen toch echt wel wat tegen !!!!
Hoofdpijndossier
Het komende jaar is cruciaal voor het kabinet-Rutte III, zegt politiek verslaggever Ron Fresen. “Het wordt het jaar van de waarheid. Want de grote ‘verbouwingen’ die het kabinet nog op zijn lijstje heeft staan, moeten dan hun beslag krijgen.” Het gaat dan vooral om verbouwingen die vorig jaar niet zijn gelukt en als hoofdpijndossiers op tafel zijn blijven liggen.
Welke onderwerpen zijn blijven liggen?
– Betere positie zzp’ers. Het kabinet slaagde er in 2018 niet in met een plan te komen om de lage tarieven en schijnzelfstandigheid van zelfstandigen aan te pakken. En om voor zzp’ers een betere arbeidsongeschiktheidsverzekering en een goede pensioenopbouw te regelen. Er werd een onderzoek ingesteld dat in 2019 uitkomst moet bieden.
– Besluit over de opening van Lelystad Airport om vakantievluchten van Schiphol over te nemen. De opening is al twee keer uitgesteld en nog steeds is het onzeker of het in 2020 wel gaat lukken. “Het wordt steeds ingewikkelder“, zei minister Van Nieuwenhuizen onlangs.
– Een nieuw pensioenstelsel. In november klapte het overleg tussen werkgevers, vakbonden en het kabinet over een pensioenstelsel voor de toekomst. De verwachting is dat minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zelf met een nieuw voorstel komt. Is dit alles reden tot paniek
Door de tegenvallende resultaten op de beurs en de lage rente zijn de dekkingsgraden afgelopen jaar flink gedaald. Daardoor klapte In november pensioenoverleg. Als dit jaar de beurs weer tegenvalt moet er volgend jaar waarschijnlijk gekort gaan worden op pensioenen. Moeten we ons zorgen maken? Zeven vragen aan hoogleraar economie Lans Bovenberg van Tilburg University over het pensioenstelsel in 2019.
De beurzen storten in, vorig jaar verloor de AEX tien procent. Moeten we ons zorgen gaan maken over onze pensioenen?
,,Het valt allemaal wel mee. Dit was te verwachten, 2018 was een slecht beursjaar. De rente is ook gezakt, dat doet de dekkingsgraden niet goed. Er zijn regels rondom de pensioenen. Een aantal fondsen kunnen in 2020 gaan korten als de beurs dit jaar weer tegenvalt.’’
Bovendien heeft Nederland het beste pensioenstelsel ter wereld, blijkt uit een groot internationaal onderzoek. In de Global Pension Index, een studie van pensioenadviesbureau Mercer waarbij de stelsels van 34 landen worden vergeleken, komt het Nederlands model als beste uit de bus.
– Het ontwerp-klimaatakkoord, dat op 21 december is gepresenteerd. Na doorrekening door het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau zal het kabinet bekijken welke voorstellen voor CO2-reductie het overneemt. Belangrijke vraag daarbij is of de maatregelen niet te veel op de koopkracht van de burger drukken. En uiteindelijk het Nee van Dijkhoff levert weer nieuwe spanningen in de Coalitie !!!
En dan zijn er nog verkiezingen. “Die zullen meer dan ooit ook over het succes van dit kabinet gaan”, zegt Fresen. “Want als de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie haar meerderheid in de Eerste Kamer kwijtraakt, moeten ze bij andere partijen aankloppen. Terwijl het nu, met vier partijen, al enorm lastig is om het steeds eens te worden en iedereen zijn punten te gunnen.”
Volgens Fresen hoopt Rutte III dat het verlies zal meevallen en dat de steun van de SGP voldoende is om dingen voor elkaar te krijgen. “Dat hangt erg af van de vraag of de oppositiepartijen hun kiezers weten te motiveren te gaan stemmen.”
Coalitiepartij CDA doet het altijd redelijk goed bij Provinciale Staten-verkiezingen, zegt Fresen. En de ChristenUnie staat op winst in de Peilingwijzer. De VVD deed het bij de vorige Statenverkiezingen heel slecht en heeft dus niet veel te verliezen ten opzichte van 2015. Bijna alles hangt af van D66. Die partij hoopt met een goed klimaatakkoord de concurrentie aan te kunnen met bijvoorbeeld GroenLinks.”
Verkiezingen in 2019
– 20 maart 2019: Provinciale Staten
– 23 mei 2019: Europees Parlement
– 27 mei 2019: Eerste Kamer
Kortom, het kabinet presenteert voor 2019 mooie koopkrachtcijfers, maar zadelt de burger ook op met een btw-verhoging en stijgende energiekosten.
Ruim een jaar geleden deed premier Rutte een belofte aan de bevolking. Bij de presentatie van het regeerakkoord zei hij dat het goed gaat met Nederland, maar dat ‘te veel mensen dat nog niet voelen in hun persoonlijk leven’.
“Dat moet beter. Dit kabinet gaat er voor zorgen dat de gewone, normale Nederlander er echt op vooruit gaat.” Wie dat precies is, die ‘gewone, normale Nederlander’, liet de premier overigens in het midden.
Over die belofte: met enige trots presenteerde het kabinet vlak voor het kerstreces de nieuwe koopkrachtcijfers. En het moet gezegd, vrijwel alle Nederlanders krijgen het komende jaar meer te besteden.
Een belangrijke oorzaak is het verlagen van de inkomstenbelasting. Het credo van dit derde kabinet-Rutte luidt niet voor niets: werken moet lonen. Arbeid wordt minder belast. Ook voor gezinnen zijn er prettige extraatjes, zoals een hogere kinderbijslag en meer kinderopvangtoeslag.
De koopkracht stijgt volgens dit kabinet met gemiddeld 1,6 procent; uiteindelijk moet 96 procent van alle huishoudens er in 2019 op vooruit gaan.
Er is ook minder goed nieuws, dat logischerwijs ook minder hard van de daken wordt geschreeuwd. Een hogere zorgpremie, een verhoging van het lage btw-tarief (van 6 naar 9 procent) en een (forse) stijging van de energierekening. Het kabinet hoopt dat de burgers vooral het zoet zullen onthouden, niet het zuur.
Belastingen
– Dit kabinet wil in 2021 een belastingstelsel invoeren bestaande uit nog maar twee schijven. Vooralsnog zijn het er vier. In 2019 veranderen de tarieven van alle schijven. In het nieuwe jaar wordt over de eerste 20.000 euro (eerste schijf) 36,65 procent belasting betaald. Dat is een lichte verhoging; het was 36,55 procent. Over de tweede schijf (tussen 20.000 en 34.000 euro) daalt het tarief van 40,85 naar 38,10 procent. Dat geldt ook voor de derde schijf (tussen 34.000 en 68.500 euro). Inkomen boven de 68.500 (vierde schijf) wordt voortaan voor 51,75 procent belast. Dat was 51,95.
– De algemene heffingskorting stijgt. Hoe lager het inkomen, hoe hoger het belastingvoordeel. De maximale korting stijgt met 212 euro.
– De arbeidskorting, een ander voordeel voor werkenden, neemt ook toe. De maximale korting stijgt in 2019 met 150 euro. Hier profiteren mensen van met een inkomen tot 41.000 euro.
– Ook de ouderenkorting, een belastingvoordeel voor gepensioneerden, stijgt. De maximale korting groeit met 178, naar in totaal 1596 euro.
– Vrijwilligers kunnen jaarlijks tot 200 euro meer belastingvrij vergoed krijgen, tot een bedrag van 1700 per jaar.
Consumenten
– Het lage btw-tarief gaat omhoog, van 6 naar 9 procent. Dat betekent in de eerste plaats dat boodschappen duurder worden. Volgens het kabinet is het gevolg dat een volle kar boodschappen van 100 euro voortaan 102,83 kost. Dat lijkt te overzien. Maar de btw-verhoging geldt ook voor bloemen, boeken, een bezoek aan de kapper, museum of pretpark en het laten verbouwen van je huis.
– De energierekening stijgt aanzienlijk. Energiebedrijven verhogen hun tarieven voor gas en elektriciteit, het kabinet verhoogt de belasting op aardgas en verlaagt de belastingkorting op de energienota (met 51 euro). Bovendien stijgt de toeslag die iedereen betaalt voor duurzame energieprojecten. Het kabinet zegt dat huishoudens met een gemiddeld energieverbruik 130 euro meer kwijt zijn. Dat kan dus ook (veel) meer zijn.
– Roken wordt duurder; de accijnzen gaan verder omhoog. Voor een pakje met twintig sigaretten bent u 6 cent meer kwijt. De prijs van een pakje shag van 40 gram gaat met 11 cent omhoog.
– De kosten van een nieuw paspoort stijgen. Een gemeente mag maximaal 6,07 euro meer vragen. Een paspoort kost in 2019 maximaal 71,37 voor volwassenen en 53,97 euro voor kinderen. Een identiteitskaart kan 5,78 euro duurder worden. Maximaal 56,83 voor volwassenen en 29,95 voor kinderen.
– Een postzegel kost voortaan 87 cent. Dat was 83 cent.
– Door de stijgende huizenprijzen komen woningen met een maximaal aankoopbedrag van 290.000 euro in aanmerking voor Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Vorig jaar lag de grens op 265.000 euro. Deelnemers aan het waarborgfonds hoeven ook nog maar 0,9 procent van de aankoopprijs te storten, in plaats van 1 procent nu.
– Chronisch zieken die thuis ondersteuning nodig hebben, via de Wmo, betalen daar vanaf dit jaar een lagere eigen bijdrage voor. Er komt een vast tarief van 17,50 euro per vier weken. Vooral voor mensen die nu een groot deel van de maatschappelijke ondersteuning zelf betalen, is dat een grote verandering. Zo wil het kabinet de stapeling van zorgkosten voorkomen. Gemeenten hebben de vrijheid om zelf eventueel een nog lager tarief dan 17,50 euro te vragen. Bijvoorbeeld bij mantelzorg of voor huishoudens met een minimuminkomen.
– Er komt een maximum aan de eigen bijdrage voor medicijnen. Deze eigen bijdrage wordt nu gevraagd als iemand duurdere merkmedicijnen wil hebben in plaats van de goedkopere variant die de apotheker meegeeft. De eigen bijdrage voor duurdere varianten medicijnen wordt 250 euro maximaal.
– De maximale zorgtoeslag voor alleenstaanden stijgt met 50 euro tot 1.189. De maximale zorgtoeslag voor partners groeit met 193 euro naar 2.314.
Gezin
– De maximale toeslag voor kinderdagopvang stijgt van 7,45 naar 8,02 euro per uur. Voor buitenschoolse opvang daalt de vergoeding van 6,95 naar 6,89 euro. Voor gastouders verandert het terug van 5,91 in 6,15 euro.
– De kosten van dagopvang stijgen waarschijnlijk. Dit jaar moet er één verzorger per drie baby’s zijn. Nu is de verhouding één op vier. De buitenschoolse opvang wordt vermoedelijk goedkoper, omdat één medewerker vanaf nu toezicht mag houden op twaalf kinderen in plaats van de huidige tien.
– Vanaf 1 april stijgt de kinderbijslag voor kinderen tot en met 5 jaar van 201,05 euro per kwartaal naar 216,55. Voor kinderen tussen de 6 en 12 jaar stijgt het bedrag van 244,13 euro naar 263,88 en voor kinderen tot 18 jaar van 287,21 naar 309,46.
– Het betaald geboorteverlof voor partners stijgt van twee dagen naar één werkweek.
– Partners, kinderen en ouders van slachtoffers kunnen smartengeld claimen voor de schade die zij zelf ondervinden. Hun naaste moet dan wel zijn overleden of ernstig en blijvend letsel hebben. De hoogte van de vergoeding die de aansprakelijke persoon moet betalen ligt tussen 12.500 en 20.000 euro.
– Vreemdelingen met een betaalde baan krijgen een vrijstelling voor het deel van het inburgeringsexamen dat over de Nederlandse arbeidsmarkt gaat. Voorwaarde is wel dat een kandidaat in de afgelopen twaalf maanden minimaal zes maanden lang 48 uur per maand heeft gewerkt.
Ouderen
– Voor mensen die regelmatig van baan wisselen wordt het makkelijker om een klein pensioen mee te nemen naar een nieuw fonds. Uitvoerders moeten de inbreng van potjes met een uitbetaling van 2 tot 466 euro per jaar straks accepteren. Voorheen kregen mensen deze potjes in één keer uitbetaald als ze van baan wisselden.
– De AOW-leeftijd stijgt van 66 jaar naar 66 jaar en vier maanden.
Lees ook:
Aan de grens zijn ze niet bang voor de BTW-verhoging
Vooral ondernemers aan de grens zullen lijden onder de verhoging van het lage btw-tarief. Maar in het grensplaatsje Glanerbrug maakt niemand zich echt zorgen.
Een groene toekomst is er alleen voor de rijken: de eco-elite
Het nieuwe jaar staat voor de deur en daarom blikt Elsevier Weekblad vooruit. Wat worden de grootste uitdagingen voor Rutte III voor Rutte III in 2019? Wat zijn de belangrijkste dossiers en wat worden de grootste struikelblokken?
1. Het klimaatakkoord ten uitvoer brengen
Hoewel voorzitter van de ‘klimaattafels’ Ed Nijpels en minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD) op 21 december een ontwerp-klimaatakkoord presenteerden, overheerst de onzekerheid over dit hoofdpijndossier.
Want wat de 600 voorgenomen maatregelen gaan kosten, moet nog door het Centraal Plan Bureau (CPB) worden getoetst. Ook berekent het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) of de plannen wel voldoende zijn om het klimaatdoel – in 2030 de helft minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 – daadwerkelijk te halen.
VVD en CDA zijn weliswaar blij met de gepresenteerde maatregelen, maar het kostenplaatje baart beide coalitiepartijen al tijden zorgen. CDA-fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma waarschuwde afgelopen zomer in een interview met Elsevier Weekblad al voor een ‘Fortuyn-revolte’ als burgers financieel te zwaar worden belast door de klimaatmaatregelen. De voorbije maanden herhaalde Buma die waarschuwing meerdere malen.
Ook vreest hij voor ‘verkeerd beleid’ dat zorgt voor een uittocht van grote bedrijven uit Nederland, waarna die in het buitenland hun CO2-uitstoot niet zullen verminderen.
VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff vindt dat Nederland ‘het moet fiksen, maar wel op een faire en eerlijke manier, zodat het betaalbaar blijft’. Minister Wiebes herhaalde in het Haagse café Nieuwspoort diverse keren dat ‘breed maatschappelijk draagvlak’ belangrijk is.
D66
✔@D66
Dit #klimaatakkoord gaat over de toekomst. Nederland laat eindelijk leiderschap zien!
We gaan huizen isoleren
Elektrische auto’s worden betaalbaar
Vervuilende industrie betaalt klimaatboete
Iedereen kan meedoen
De linkerkant van de coalitie is op klimaatgebied ambitieuzer en legt vooral de nadruk op het belang van verregaande verduurzaming. ‘We zijn het aan de komende generaties verplicht om nu in beweging te komen. En dat doen we,’ aldus ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers. Vergelijkbare taal sprak Rob Jetten. ‘Dit concept-klimaatakkoord bestaat uit ruim 600 afspraken voor de toekomst. Zo is de politiek op z’n best. Als het leiderschap toont.
Niet stilzitten, maar in actie komen. Met één duidelijk doel: een schone toekomst voor deze en volgende generaties,’ schreef hij op Twitter. Ook bracht de D66-fractievoorzitter bovenstaande video uit waarin het akkoord werd gevierd als een overwinning van ’klimaataanpakkers’ op ‘klimaatontkenners’ als Donald Trump en Thierry Baudet. ‘Dit klimaatakkoord is voor jouw toekomst. We maken Nederland klimaatleider in de wereld.’
In de oppositie zijn de tegenstellingen nog veel groter. Jesse Klaver (GroenLinks) hekelde de plannen omdat die volgens hem niet ver genoeg gaan. ‘De lat voor een eerlijk en effectief klimaatbeleid ligt hoog en dit ontwerpakkoord haalt die lat niet.’
Hij is van mening dat grote bedrijven te veel inspraak hebben, en riep premier Rutte op hen weg te sturen bij de onderhandelingen. Lammert van Raan, Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, is ook voorstander van het wegsturen van multinationals als Shell.
Aan de andere kant van het politieke spectrum overheerst juist de kritiek dat de plannen ‘onhaalbaar’ en ‘onbetaalbaar’ zijn voor burgers, die niet zijn geraadpleegd bij het opstellen ervan. Zo spreekt PVV-leider Geert Wilders van ‘klimaatwaanzin van dit kabinet’, waarvan mensen wakker zouden liggen. ‘De burger mag bloeden van de VVD en het CDA.’ Thierry Baudet (Forum voor Democratie) verwijt die partijen ‘dictatoriale maatregelen’, en stelt dat er ‘een soort heimelijke GroenLinkser aan het roer’ staat van het kabinet.
2. Verkiezingen Provinciale Staten en Europees Parlement
Met zowel een verdeelde coalitie als oppositie lijken de onderhandelingen over de uitwerking van het klimaatakkoord in de Tweede Kamer lang en moeizaam te gaan verlopen, zeker met de Provinciale Statenverkiezingen (20 maart) in aantocht. Naar verwachting zullen de partijen zich de komende tweeënhalve maand stevig gaan profileren, niet in de laatste plaats op het thema klimaat. Eén vraag staat centraal: wie gaat de energietransitie betalen?
Thierry Baudet
✔@thierrybaudet
De waanzin gaat door. Dictatoriale maatregelen door een volkomen losgeslagen VVD/CDA-kabinet met een soort heimelijke GroenLinkser aan het roer. Dit moet echt stoppen. Word NU lid van #FVD en help ons op 20 maart via de Eerste Kamer dit beleid te cancelen. http://Fvd.nl
De Telegraaf✔@telegraaf
Wie niet meegaat, wordt keihard beboet. Dat blijkt uit de honderden voorstellen in het klimaatakkoord. https://www.telegraaf.nl/nieuws/2951008/klimaatkassa-vvd-en-cda-losgeslagen-van-achterban … 850
De nieuw verkozen leden van de Provinciale Staten en de kiescolleges – voor Nederlandse ingezetenen van Caribisch Nederland – kiezen op 27 mei de nieuwe leden van de Eerste Kamer. Mocht de coalitie daar zijn meerderheid kwijtraken, is de kans groot dat de concrete uitvoering van nieuw klimaatbeleid alleen maar moeilijker zal worden.
Een kleine week eerder, op 23 mei, gaat Nederland ook al naar de stembus voor de Europese verkiezingen, waarbij de leden van het Europees Parlement worden gekozen. De afgelopen 25 jaar was de animo voor deze vijfjaarlijkse verkiezingen laag: het opkomstpercentage lag telkens tussen de 30 en 40 procent.
Desalniettemin zijn diverse Nederlandse politieke partijen al enkele maanden druk met de voorbereidingen, onder meer omdat naast een zetel in het parlement in Straatsburg ook de opvolging van Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, op het spel staat. Namens Nederland hebben Frans Timmermans (PvdA/Sociaal-democraten) en Bas Eickhout (GroenLinks/Groenen) zich kandidaat gesteld om de machtigste man van de Europese Unie te worden.
Met het oog op de verkiezingen in de eerste helft van het komend jaar, is de verwachting dat de meeste partijen zich vooral zullen richten op het verleiden van kiezers met stevige plannen en zogenoemde proefballonnetjes. Dat lijkt de kans dat het in oktober 2017 gesloten Regeerakkoord het komend jaar verder wordt uitgevoerd aanzienlijk te verkleinen, zeker met de alles overschaduwende splijtzwam, het klimaatakkoord, in het achterhoofd.
3. Schiphol overvol
Op het gebied van luchtvaart staat verantwoordelijk minister Cora van Nieuwenhuizen voor de loodzware taak om de opening van vliegveld Lelystad Airport in goede banen te leiden. Dat dat niet makkelijk verloopt, is duidelijk: de opening van de luchthaven is met minimaal een jaar uitgesteld tot 2020.
Begin december kreeg Van Nieuwenhuizen een nieuwe tegenslag te verwerken. De Europese Commissie ging niet akkoord met het de regeling die ervoor moet zorgen dat vluchten van Schiphol naar Lelystad worden verplaatst. Van Nieuwenhuizen is met de Europese Commissie in gesprek om de regeling aan te passen.
Alsof dat nog niet genoeg was, besloot een ruime Kamermeerderheid 20 december een motie aan te nemen die autonome groei op Lelystad Airport verbiedt. Diezelfde motie verbiedt overigens ook vrachtverkeer vanaf het nieuwe vakantievliegveld.
Lelystad moet een deel van de vakantievluchten van Schiphol overnemen. Tot 2023 zou het om maximaal 10.000 starts en landingen per jaar gaan, daarna maximaal 45.000. Op Lelystad mogen volgens de plannen alleen maatschappijen gaan vliegen die vluchten op Schiphol opgeven.
Vooral in Gelderland en Overijssel is er veel weerstand ontstaan tegen de lage aanvliegroutes. Een eerder onderzoek met meetgegevens over de geluidsoverlast bleek fouten te bevatten.
Lelystad
Met een nieuw plan hoopt minister Cora van Nieuwehuizen (Infrastructuur en Waterstaat) luchtvaartmaatschappijen te verleiden de overstap te maken van Schiphol naar Lelystad Airport, de luchthaven die in 2020 open moet gaan voor commerciële vluchten.
De minister wil vakantieverkeer prikkelen om van Schiphol weg te gaan door die vluchten voorrang te verlenen bij de verdeling van de slots (vliegrechten) voor Lelystad Airport, staat in een brief die de minister donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Er hangt een ‘no deal’ – geen akkoord – in de lucht. Op 29 maart 2019 moet de Britse uittreding geregeld zijn. Op 15 januari komt het Lagerhuis bij elkaar om te stemmen over de deal die nu op tafel ligt. Stemt een meerderheid het plan weg, dan is er vrijwel geen tijd meer om de deal aan te passen en is een ‘harde Brexit’ een feit.
Bij een harde Brexit krijgen bedrijven die handeldrijven met het Verenigd Koninkrijk veel meer papierwerk voor hun kiezen. Voor sommige producten komen importtarieven van 17 procent. Grenscontroles komen terug en dat betekent lange wachttijden bij havens en vliegvelden.
De export naar het Verenigd Koninkrijk van de Land- en tuinbouw is nu nog 8 miljard, wat daarmee gaat gebeuren, is onzeker. Voor Nederlandse vissers is het onduidelijk of ze in Britse wateren mogen blijven vissen.
Ook bestaan er vragen over het uitwisselen van informatie tussen politie en justitie. De levering van medicijnen kan onder druk komen te staan doordat Europese wet- en regelgeving vervalt. Ten slotte heeft de Brexit gevolgen voor militaire EU-missies waar het Verenigd Koninkrijk niet langer aan deel hoeft te nemen.
Om de Brexit het hoofd te bieden, worden duizenden nieuwe krachten gezocht, voor bij de douane, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), maar ook de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). Aan Rutte de taak dit in goede banen te leiden en te zorgen dat Nederland zo min mogelijk schade aan de mogelijke chaos ondervindt.
5. Het Kinderpardon
Een andere kwestie die de coalitie het komend jaar dreigt te splijten, is het kinderpardon. Na de slepende zaak met de Armeense kinderen Lili en Howick, die in september te elfder ure toch mochten blijven omdat staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mark Harbers (VVD) zijn discretionaire bevoegdheid gebruikte, kwamen tal van oproepen voor een ruimer kinderpardon.
Zo verzamelde televisiepresentator Tim Hofman met een petitie ruim 250.000 handtekeningen voor een ruimer kinderpardon, die hij aanbood in de Tweede Kamer. Daarmee wilde hij vooral de christelijke regeringspartij CDA overtuigen, die er net als de VVD niets in ziet om 400 uitgeprocedeerde ‘gewortelde’ kinderen en hun gezinnen alsnog toe te laten in Nederland.
De twee partijen staan lijnrecht tegenover de ChristenUnie, voorstander van een nieuw kinderpardon. Op het partijcongres in november stemde een ruime meerderheid nog vóór een motie voor een uitzetstop van ‘gewortelde’ asielkinderen.
Die motie was ondertekend door 140 ChristenUnie-leden, onder wie de Armeense Hayarpi Tamrazyan, die al sinds eind oktober ‘kerkasiel’ krijgt, eerst in Katwijk, daarna in de Bethelkerk in Den Haag. Omdat de overheid geen kerkdienst mag onderbreken, wordt al ruim twee maanden een dienst gehouden in het buurt- en kerkhuis.
Fractieleider Gert-Jan Segers noemde de aangenomen motie op zijn partijcongres een ‘duidelijk signaal’, maar blijft naar eigen zeggen trouw aan het regeerakkoord. Kamerlid Joël Voordewind greep de motie aan om de discussie met de andere regeringspartijen VVD, CDA en D66 te heropenen. Aangezien ook laatstgenoemde partij volgens het eigen verkiezingsprogramma een ruimer kinderpardon wil, ligt onenigheid in de coalitie op de loer.
Maar dat hoort erbij als je met vier heel verschillende partijen bij elkaar zit, zegt de premier. Politiek verslaggever Arjan Noorlander denkt dat het chagrijn nog niet is verdwenen.
NOS 18.01.2019 “Wij maken er geen geheim van dat dit een pittige week was”, zegt premier Rutte op de vraag hoe de sfeer in de coalitie is. Verschillende kabinetsleden lieten vanmorgen weten dat er stevig is gesproken tussen de vier regeringspartijen na het interview van VVD-fractieleider Dijkhoff in De Telegraaf van vorig weekend.
Coalitieleider Rutte vindt dat dit erbij hoort. “Het zijn vier heel verschillende partijen. En dan kunnen zich altijd dingen voordoen, waardoor de gezonde spanning die er altijd is, oploopt. En dat was deze week het geval.” Hij spreekt van “een stevig interview” van Dijkhoff “dat nog even na-echoot”.
Of de kwestie nu is opgelost, weet de VVD-premier naar eigen zeggen niet. “Ik kan toch niet besluiten dat iedereen weer 100 procent van elkaar houdt?” Volgens hem is daar na een goed gesprek nu tijd voor nodig.
‘Flinke deuk’
Volgens politiek verslaggever Arjan Noorlander is de lucht achter de schermen nog niet geklaard. “Het vertrouwen in Dijkhoff en de VVD heeft een flinke deuk opgelopen. De drie andere coalitiepartijen – CDA, D66 en ChristenUnie – vragen zich af of het de VVD nog wel menens is met het klimaat.”
Hij zegt dat het chagrijn nog niet weg is. Dijkhoff leek in zijn interview afstand te nemen van het ontwerp-klimaatakkoord waarover maanden is onderhandeld. Hij noemde D66-fractievoorzitter Jetten een drammer en stelde dat hij liever het kabinet laat vallen, dan dat hij gewone mensen voor de kosten laat opdraaien.
Die dingen nemen de coalitiegenoten hem nog steeds kwalijk. “Vooral ook omdat Dijkhoff zelf in het zogenoemde cockpit-overleg met alle klimaat-betrokkenen van de coalitie, actief een rol heeft gespeeld. Hij kwam volgens betrokkenen zelfs met het voorstel om de vliegtaks, die nu 7 euro wordt, te verdubbelen”, zegt Noorlander.
‘Het knettert weleens’
Voor aanvang van de wekelijkse ministerraad gaven de vicepremiers De Jonge (CDA) en Ollongren (D66) toe dat het er hard aan toeging in het coalitieoverleg van afgelopen maandag. Maar volgens hen is de kou inmiddels uit de lucht. “In ieder huwelijk knettert het weleens”, zegt De Jonge: “Maar we gaan nu weer aan de slag met de afspraken over het klimaat. We hebben als kabinet een opdracht en die is niet veranderd.”
Ollongren zei dat iedereen deze week heeft kunnen zien dat er af en toe discussie is. “Maar ik denk ook dat we dat weer netjes hebben afgerond. We zijn allemaal volwassen mensen.”
D66-staatssecretaris Van Veldhoven concludeerde: “U snapt allemaal dat het fijner is als je unaniem staat voor een klimaatakkoord dat je naar buiten brengt. En de heer Dijkhoff heeft daar in De Telegraaf een andere opmerking over gemaakt.”
De voorstellen uit het klimaatakkoord worden nu doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau. Daarna zal het kabinet een keuze maken en die voorleggen aan de Tweede Kamer. Dat is na de Provinciale Statenverkiezingen in maart.
Politiek verslaggever Arjan Noorlander vroeg premier Rutte naar de spanningen in de coalitie in Het gesprek met de minister-president.
Telegraaf 18.01.2019 De coalitiepartijen hebben deze week verschillende malen moeten overleggen over de opmerkingen van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff over het klimaat. Dat zei minister-president Mark Rutte na de ministerraad vrijdag. Hij sprak van een „pittige week.”
Dijkhoff haalde in een groot interview in De Telegraaf uit naar het concept-Klimaatakkoord, noemde D66-leider Rob Jetten een „drammer” en sloot een kabinetscrisis over de zaak niet uit. Zijn woorden vielen slecht bij de leiders van coalitiepartners CDA, D66 en ChristenUnie. Maandag in het coalitieoverleg werd de zaak uren besproken.
Volgens Rutte hoort het bij het politiek dat als de spanning oploopt dat er langer gesproken moet worden. Hij wilde niet zeggen of in de coalitie het vertrouwen beschadigd is. „Het heeft tijd nodig.” Hij voegde eraan toe dat de tijd wonden ook kan helen zonder dat er een litteken ontstaat.
AD 18.01.2019 ,,Het was een pittige week’’, zei minister-president Mark Rutte over de klimaatruzie in de coalitie. ,,Het knetterde en dat hoort bij dit vak.’’
Rutte leek op de coalitiepsycholoog toen hij zei: ,,Ik heb niet de zekerheid dat iedereen honderd procent van elkaar houdt. Dat kan ik niet beslissen voor anderen. Daar is ook tijd voor nodig.’’ Hij schetste dat tussen ,,elkaar mogen en van elkaar houden’’ verschillende tinten denkbaar zijn. Rutte gaf aan dat hij niet kon vertellen wat hij achter de schermen had gedaan om de ergernissen weg te werken. Behalve dat het een ‘mis is van concrete interventies en tijd’.
Kwaad bloed
VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff zette de afgelopen week kwaad bloed bij zijn regeringspartners CDA, D66 en ChristenUnie door te zeggen dat hij het klimaatakkoord niet zomaar ‘even te gaan uitvoeren’. Op zich is dat ook nooit de bedoeling geweest: in december zijn er door allerlei maatschappelijke organisaties alleen klimaatvóórstellen gedaan. Een akkoord is er nog lang niet.
Maar de vier regeringspartijen – ook Dijkhoff zelf – waren wel bij het opstellen van die voorstellen betrokken. Doordat Dijkhoff zijn collega Rob Jetten een ‘klimaatdrammer’ noemde en suggereerde dat het klimaatakkoord hem een kabinetscrisis waard was, kregen de andere drie regeringspartijen de indruk dat de VVD zich niet meer aan de afspraken wilde houden.
Achter de schermen vielen er harde woorden deze week. ,,Het knetterde’’, aldus vicepremier Hugo de Jonge (CDA) vanochtend. De fractievoorzitters van de coalitiegenoten dwongen Rutte dinsdag tijdens het vragenuur te herhalen dat Dijkhoff zich nog steeds gebonden voelt aan de afspraken uit het regeerakkoord.
Rutte denkt nog steeds dat het allemaal goed komt. ,,Ik ben er van overtuigd dat we eruit komen. We onderschrijven allemaal de noodzaak om te komen tot een reductie van de CO2-uitstoot.’’
NU 18.01.2019 Alle oppositiepartijen willen nog voor de verkiezingen van de Provinciale Staten, die uiteindelijk de Eerste Kamer kiezen, de doorgerekende klimaatplannen van het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in handen krijgen.
Dat laten de fractievoorzitters van GroenLinks, PVV, SP, PvdA, PvdD, 50PLUS, SGP, DENK en FvD (samen goed voor 74 zetels) in een gezamenlijke brief weten aan de directeuren van de planbureaus, Klimaatakkoord-voorzitter Ed Nijpels en minister Eric Wiebes van Klimaat.
“We moeten een situatie voorkomen waarin partijen voor de verkiezingen onduidelijk kunnen zijn over hun plannen om vervolgens, een paar weken na de stembusgang, kiezers te verrassen met ingrijpende besluiten”, schrijven de politici.
In december werd een concept-Klimaatakkoord gepresenteerd. Na de doorrekeningen van het CPB en PBL gaat het kabinet met een “finale versie” met de Tweede Kamer in debat. Er wordt in Den Haag van uitgegaan dat die doorrekeningen pas na de Statenverkiezingen van 20 maart binnen zullen zijn.
“Daarom verzoeken wij u om de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord, zodra deze gereed is, niet enkel naar het kabinet, maar op hetzelfde moment ook naar de Tweede Kamer te sturen”, schrijven de oppositieleden aan het kabinet en de planbureaus.
Kiezer heeft bij stembus geen invloed op plannen
De partijen stellen dat de kiezer bij de stembus zo geen invloed heeft op de klimaatplannen. Vanuit “democratisch oogpunt” mogen de cijfers niet over de verkiezingen heen worden getild.
Dinsdag deed GroenLinks-leider Jesse Klaver een vergelijkbare oproep aan premier Mark Rutte. Maar de minister-president verwees Klaver naar verantwoordelijk minister Wiebes. De planbureaus opereren onafhankelijk onder de vleugels van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Ook vrijdag tijdens de wekelijkse persconferentie van de premier wilde Rutte niet direct ingaan op het verzoek de cijfers eerder te delen met de oppositie. “Er is geen klimaatakkoord, er is een concept-klimaatakkoord”, zei Rutte. Bovendien vindt hij dat de Provinciale Statenverkiezingen over de provincies gaan en niet het klimaat.
Er moeten veel klimaatmaatregelen worden ingevoerd om in 2030 aan de doelstelling van 49 procent minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 te voldoen. Daar is een breed maatschappelijk draagvlak voor nodig, zeggen de coalitie en het kabinet bij herhaling.
Dit draagvlak staat onder druk als kiezers niet kunnen stemmen zonder de gevolgen van de klimaatplannen te kennen, schrijft de oppositie. “Draagvlak voor politieke keuzes wordt ondermijnd als kiezers zich hierover niet hebben kunnen uitspreken. Dat schaadt het vertrouwen in de democratie”, aldus de opstellers van de brief.
Wiebes zei geen bezwaar te hebben tegen het verzoek, maar benadrukte wel dat hij er niet over gaat.
Voorzitter Ed Nijpels presenteert de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord aan Minister Wiebes. Het kabinet wil de uitstoot van CO2 door Nederland beperken met 49 procent in 2030 ten opzichte van 1990 – ANP
Alle oppositiepartijen willen voorkomen dat discussie over de klimaatmaatregelen over de verkiezingen van 20 maart heen wordt getild.
NOS 18.01.2019 De oppositie in de Tweede Kamer wil dat de doorrekening van het klimaatakkoord besproken wordt vóór de Provinciale Statenverkiezingen op 20 maart. De fractievoorzitters van alle oppositiepartijen hebben daarover een brief gestuurd aan minister Wiebes, voorzitter Nijpels van het Klimaatberaad, het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau.
De fractievoorzitters schrijven: “We moeten een situatie voorkomen waarin partijen voor de verkiezingen onduidelijk zijn over hun plannen om vervolgens, een paar weken na de stembusgang, kiezers te verrassen met ingrijpende besluiten.” Ze willen de rapporten ook tegelijk met het kabinet krijgen, en niet pas twee weken later, wanneer het kabinet ze al heeft beoordeeld.
Minister Wiebes reageerde na de ministerraad laconiek op de brief: “Ik vind ‘m zo wel op mijn bureau. We zullen het in het kabinet bespreken.” Hij wees er wel op dat het gebruikelijk is dat het kabinet als opdrachtgever de rapporten eerst zelf mag lezen. Op de suggestie van de fractievoorzitters dat hij de klimaatdiscussie over de verkiezingen heen wil tillen reageerde hij met gefronste wenkbrauwen.
Bespreekbaar
Ook premier Rutte vindt het verzoek in principe bespreekbaar. “Ik snap dat de oppositiepartijen dit interessant vinden”, zei Rutte. “Maar het blijft een doorrekening van een concept van het klimaatakkoord. De hele politieke besluitvorming en de keuze voor de verschillende maatregelen moet daarna nog gaan plaatsvinden.”
Rutte bevestigde nog eens dat het kabinet niet over de tijdsplanning van de planbureaus gaat, die bepalen zij zelf. “Het is niet de verwachting dat die doorrekeningen al in februari klaar zijn, zodat we in maart met de besluitvorming kunnen beginnen”, zei Rutte. Het definitieve klimaatakkoord is er dus sowieso niet voor de verkiezingen, verwacht hij.
Irritatie
Het Planbureau voor de Leefomgeving zegt over het verzoek van de oppositie na te denken en later met een reactie te komen. Het bureau wil in ieder geval voorkomen dat er een datum wordt genoemd die daarna toch niet haalbaar blijkt te zijn. Zeker zo vlak voor de verkiezingen zou dat erg onhandig uitkomen.
Vorige maand werden na maandenlange onderhandelingen de partijen van het Klimaatberaad het eens over maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Wat de precieze kosten voor iedereen zijn, is een politiek gevoelig punt. Deze week ontstond in de coalitie irritatie over uitlatingen van VVD-fractievoorzitter Dijkhoff over de uitvoering van het akkoord.
Telegraaf 18.01.2019 De voltallige oppositie in de Tweede Kamer eist voor de Provinciale Statenverkiezingen openheid over de kosten van het omstreden Klimaatakkoord.
Op dit moment zijn de planbureaus de ruim zeshonderd groene maatregelen aan het doorrekenen. Wanneer de resultaten naar buiten komen is onduidelijk.
Alle oppositiepartijen hebben in een gezamenlijke brief aan VVD-minister Wiebes (Klimaat) en de planbureau-directeuren geëist dat de doorrekeningen voor de verkiezingen in maart openbaar worden gemaakt.
„Wij maken ons zorgen dat de coalitie zal proberen om hun oordeel over de cijfers en de richting van het klimaatbeleid over de aanstaande verkiezingen heen te tillen”, schrijven de fractievoorzitters van alle negen oppositiepartijen. „Draagvlak voor politieke keuzes wordt ondermijnd als kiezers zich hierover niet hebben kunnen uitspreken. Dat schaadt het vertrouwen in de democratie.”
Wiebes: heb ik niks mee te maken
De partijleiders willen vanuit ’democratisch oogpunt’ inzicht in de klimaatcijfers. „We moeten een situatie voorkomen waarin partijen voor de verkiezingen onduidelijk kunnen zijn over hun plannen om vervolgens, een paar weken na de stembusgang, kiezers te verrassen met ingrijpende besluiten.”
Minister Wiebes (Klimaat) laat weten dat de planbureaus onafhankelijk zijn en over hun planning gaan. Hij wil de oproep wel bespreken met de instituten en het kabinet.
AD 18.01.2019 De volledige oppositie in de Tweede Kamer wil nog voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart duidelijkheid over de kosten van de klimaatplannen van het kabinet. Ze roepen het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving in een brief op na het doorrekenen de cijfers zowel naar de Kamer als het kabinet te sturen.
De negen fractievoorzitters die de brief ondertekend hebben, vrezen dat het kabinet de hele discussie rond het Klimaatakkoord over de stembusgang heen wil tillen. ‘We moeten een situatie voorkomen waarin partijen voor de verkiezingen onduidelijk kunnen zijn over hun plannen om vervolgens, een paar weken na de stembusgang, kiezers te verrassen met ingrijpende besluiten’, schrijven ze in de brief.
‘Daarom verzoeken wij u om de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord, zodra deze gereed is, niet enkel naar het kabinet maar op hetzelfde moment ook naar de Tweede Kamer te sturen, zodat er zo snel mogelijk, op basis van alle feiten en cijfers, een openbaar debat kan plaatsvinden over nut en noodzaak van de voorgestelde klimaatmaatregelen.’
Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) zei na de ministerraad vanmiddag dat hij er niet over gaat. ,,De planbureaus bepalen zelf hun timing.’’ Hij benadrukt het niet erg te vinden als de cijfers voor de verkiezingen komen. ,,Ik ben er niet zenuwachtig over. Als blijkt dat we te weinig tonnen CO2 besparen, dan plussen we die bij. Als de koopkracht ons niet bevalt, repareren we die.’’
Geen taboes
Premier Mark Rutte zei eerder deze week dat er ‘geen taboes’ bestaan rond het verminderen van de CO2-uitstoot, ook niet richting het bedrijfsleven. Hij sloot, na vragen van GroenLinks-leider Jesse Klaver, een CO2-belasting niet langer uit, ook al ligt de heffing zeer gevoelig binnen de coalitie. Zelf vindt hij het ‘spannender’ om bedrijven te prikkelen met nieuwe technieken de uitstoot terug te dringen, waarbij forse boetes dreigen als ze dat onvoldoende doen.
De coalitie wacht nu de uitkomst af van de berekeningen over de mogelijke gevolgen van de plannen uit het concept-Klimaatakkoord. Wanneer uit de doorberekeningen blijkt dat het plan met de prikkels en boetes niet werkt, ‘staan we open voor alternatieven’, aldus Rutte, die meermaals benadrukte dat het om een concept-akkoord gaat.
NU 17.01.2019 D66, ChristenUnie en CDA zijn niet overtuigd van het nieuwe plan van het kabinet voor de luchthaven Lelystad Airport. Volgens de regeringspartijen zet het nieuwe plan de deur open voor vliegmaatschappijen van buiten Schiphol.
“Dit is niet genoeg”, zegt Jan Paternotte van regeringspartij D66 over het nieuwe plan. Ook Eppo Bruins van de coalitiepartner CU en Mustafa Amhaouch van CDA laten weten niet overtuigd te zijn.
Lelystad moet vakantievluchten van Schiphol overnemen. Een eerder voorstel hiertoe kreeg geen groen licht van de Europese Commissie, omdat de herverdeling niet in overeenstemming is met de Europese richtlijnen. Dat een luchtvaartmaatschappij voorheen niet op Schiphol vloog, mag voor Lelystad Airport geen reden zijn om dat bedrijf te weigeren.
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) heeft nu een nieuw plan naar Brussel gestuurd. Daarin staat dat maatschappijen die verhuizen van Schiphol naar Lelystad voorrang krijgen bij de verdeling van de eerste 25.000 starts en landingen op Lelystad.
Paternotte: ‘Voor ons verandert er niets’
Bruins vraagt zich af hoe de minister met het nieuwe plan wil voldoen aan de wens van de Kamer. “Ik zie het muizengaatje nog niet.” Lelystad is alleen bedoeld om vakantievluchten van Schiphol over te nemen en mag niet zelfstandig groeien. Het nieuwe plan zet de deur open voor vliegmaatschappijen van buiten Schiphol.
D66 en ChristenUnie willen dat Lelystad alleen mag worden gebruikt voor vakantieverkeer afkomstig van Schiphol. “Voor ons verandert er niets”, aldus Paternotte. Zolang er geen antwoord uit Brussel is gekomen, wil hij dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet en er geen besluit wordt genomen over de openstelling van Lelystad.
Het zal enkele maanden duren voordat Brussel reageert op het nieuwe voorstel.
Bedrijven mogen volgens plan naar alle bestemmingen vliegen
Volgens het nieuwe plan mogen maatschappijen vanaf Lelystad naar alle bestemmingen vliegen, mits het past “binnen de luchthaveninfrastructuur”. De bestemmingenlijst wordt geschrapt. In een eerder plan was het zo dat ze alleen mochten vliegen naar vakantiebestemmingen.
Ook staat er in het nieuwe plan dat de vrijgekomen ruimte op Schiphol alleen gebruikt mag worden voor vluchten met meer dan 10 procent overstappers.
De opening van Lelystad is al twee keer uitgesteld en is nu gepland voor 2020. In de omliggende provincies is veel weerstand tegen de uitbreiding. Er wordt gevreesd voor geluidsoverlast.
De vorige plannen werden afgekeurd door de Europese Commissie, omdat nieuwe aanbieders geen plaats zouden krijgen op de luchthaven.
NOS 17.01.2019 Minister Van Nieuwenhuizen heeft een nieuw plan gemaakt voor de verdeling van vluchten tussen Schiphol en Lelystad Airport. Ze hoopt daarmee de Europese Commissie te overtuigen, die tot nu toe opening van de luchthaven in Flevoland tegenhoudt.
Het kabinet wil dat Lelystad een overloopluchthaven van Schiphol wordt. Vakantievluchten moeten naar Lelystad, zodat er op Schiphol ruimte komt voor intercontinentale vluchten en vrachtvluchten.
Zelfstandige groei van Lelystad, door nieuwe aanbieders, was in de oorspronkelijke plannen niet de bedoeling. De Europese Commissie keurde die plannen af, omdat ze in strijd zouden zijn met concurrentieregels.
Prioriteit
Van Nieuwenhuizen schrijft aan de Tweede Kamer dat ze haar plannen daarom heeft aangepast. Er komt meer ruimte voor nieuwe aanbieders die willen vliegen vanaf Lelystad. Bij de verdeling van de eerste 25.000 slots wordt wel prioriteit gegeven aan vluchten die overgeheveld zijn vanaf Schiphol.
De ruimte die daardoor vrijkomt op Schiphol mag alleen gebruikt worden voor vluchten met veel overstappers, zogeheten transfervluchten. Er komt een lijst met toegestane bestemmingen. Op vluchten daarnaartoe is nu minimaal 10 procent van de passagiers een overstapper.
Ook voor Lelystad stond er in de oorspronkelijke plannen een lijst, met vooral vakantiebestemmingen. Die wordt nu geschrapt. “Dit houdt in dat maatschappijen vrij mogen kiezen waarheen ze vliegen, passend binnen de luchthaveninfrastructuur”, schrijft Van Nieuwenhuizen.
De opening van Lelystad is al twee keer uitgesteld. Van Nieuwenhuizen zei eerder dat ze gaat proberen de luchthaven per 2020 in bedrijf te hebben, maar dat het wel moeilijk zal worden.
NU 17.01.2019 Met een nieuw plan hoopt minister Cora van Nieuwehuizen (Infrastructuur en Waterstaat) luchtvaartmaatschappijen te verleiden de overstap te maken van Schiphol naar Lelystad Airport, de luchthaven die in 2020 open moet gaan voor commerciële vluchten.
De minister wil vakantieverkeer prikkelen om van Schiphol weg te gaan door die vluchten voorrang te verlenen bij de verdeling van de slots (vliegrechten) voor Lelystad Airport, staat in een brief die de minister donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Voor de ruimte die op Schiphol ontstaat komen alleen vluchten waarvan op dit moment minstens 10 procent van de passagiers overstapper (transferpassagier) is in aanmerking.
De minister wilde in eerste instantie vluchten die nu vliegrechten op Schiphol hebben naar Lelystad Airport verplaatsen. Op Schiphol zou door het verplicht naar Lelystad verplaatsen van die vluchten ruimte ontstaan voor nieuwe vluchten die van economisch belang voor Nederland zouden zijn. De luchthaven in Flevoland zou daarnaast niet autonoom mogen groeien.
De Europese Commissie stelde dat het op die manier verdelen van vluchten niet in overeenstemming is met de Europese richtlijnen. Lelystad Airport mag luchtvaartmaatschappijen niet weigeren omdat ze voorheen niet op Schiphol vlogen. Eerder hadden luchtvaartmaatschappijen al hun beklag gedaan over die regel.
Het besluit van de Europese Commissie dat het eerdere voorstel van de minister niet in lijn is met de Europese richtlijnen dwong minister Van Nieuwenhuizen ertoe met een nieuw plan te komen. Daarin staat dus dat maatschappijen die voor Lelystad Airport kiezen zelf mogen weten naar welke bestemmingen ze vliegen. De lijst met bestemmingen voor de luchthaven wordt geschrapt.
Minister onderzoekt belangstelling voor Lelystad Airport
De komende maanden laat de minister onderzoeken hoe groot de belangstelling bij luchtvaartmaatschappijen is om vluchten van Schiphol naar Lelystad Airport te verplaatsen.
De Europese Commissie moet het nieuwe plan dat maatschappijen moet verleiden voor Lelystad te kiezen nog beoordelen en bekijken of het voldoet aan de Europese regels. Die Europese regels schrijven onder meer voor dat de minister de ruimte op Lelystad Airport niet exclusief aan maatschappijen die al op Schiphol vliegen mag geven.
Lelystad Airport moet in 2020 open
In de brief die minister Van Nieuwenhuizen vrijdag heeft gestuurd staat geen datum over wanneer Lelystad Airport open kan gaan voor commerciële vluchten. Ze streeft ernaar om de luchthaven in 2020 in gebruik te nemen, maar vorige maand stelde ze dat het wel “steeds ingewikkelder” is geworden.
De opening van Lelystad Airport is al twee keer eerder uitgesteld. Bewoners van de provincies rondom Flevoland zijn fel tegen de komst van commerciële vluchten vanaf Lelystad Airport. Ze vrezen geluidsoverlast doordat de vliegtuigen tientallen kilometers lang lager moeten blijven vliegen, omdat ze anders het vliegverkeer dat Schiphol nadert in het luchtruim in de weg zitten.
Pas na een herindeling van het luchtruim, in 2023, kunnen de vliegtuigen vanaf Lelystad Airport direct naar grote hoogte stijgen.
NU 14.01.2019 De stevige uitlatingen van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff gaan uiteindelijk weinig effect hebben, is de conclusie die werd getrokken na overleg tussen de coalitiepartijen.
Volgens ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers is tijdens het overleg tussen de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie afgesproken dat koers wordt gehouden en dat de partijen het wel degelijk eens zijn over de klimaatdoelen.
Premier Mark Rutte weigert verder in te gaan op de uitlatingen van fractievoorzitter Dijkhoff, die zaterdag uithaalde naar voorman Rob Jetten van D66. Hij suste vooraf al wel dat zijn coalitiepartners “toch niet van marsepein” zijn en wel een stootje kunnen hebben. Segers tilt ook niet zwaar aan “de toon” die Dijkhoff aansloeg, zei hij na afloop van het coalitieoverleg voor de microfoon van BNR Nieuwsradio.
Jetten en Segers hadden voor aanvang een “stevig gesprek” met de coalitiepartners aangekondigd. Beide fractievoorzitters belden in het weekend ook al met hun VVD-collega Dijkhoff, nadat die de verhoudingen in de broze regeringscoalitie onder druk had gezet.
Dijkhoff zei in De Telegraaf het conceptklimaatakkoord dat vorige maand werd gepresenteerd niet zomaar over te willen nemen en verbond het lot van de coalitie aan de kwestie. D66 en CU deden daarop prompt hetzelfde.
‘Zonder klimaatakkoord geen kabinet’
Segers benadrukte zaterdag dat het klimaatakkoord deel uitmaakt van het regeerakkoord. “Het is een heel nuchtere constatering. Als we geen klimaatakkoord hebben, hebben we geen kabinet.”
Ook Jetten, die door Dijkhoff dit weekend een “drammer” werd genoemd, wees op het regeerakkoord. “Ik heb zelf de voorpagina van De Telegraaf vooral gezien als de aftrap van de VVD-campagne met stoere taal”, aldus de D66-leider.
Jettens partijgenoot Kajsa Ollongren wilde over Dijkhoffs uithaal wel kwijt dat ze “niet van dat soort woorden houdt”. De vicepremier zelf zou ze niet gebruiken, maar Jetten had “er niet heel lang wakker van gelegen”.
CDA-leider Sybrand Buma was dit weekend de enige die niet direct dreigende taal uitsloeg in reactie op Dijkhoffs uitspraken. Inhoudelijk is hij het op een aantal punten wel eens met zijn VVD-collega. Hij loste afgelopen zomer al een soortgelijk schot voor de boeg.
Telegraaf 14.01.2019 Er is maandag ’een pittig maar goed’ gesprek gevoerd over het klimaatakkoord, waar coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie verschillend over denken. Premier Rutte zegt na afloop van het urenlange overleg dat het normaal is dat er verschillende opvattingen bestaan over het klimaatakkoord. Hij vreest niet voor onoverbrugbare verschillen.
VVD-fractieleider Dijkhoff nam in De Telegraaf afstand van wat ’niet zijn akkoord is’ en dat kwam hem op forse kritiek te staan van D66 en ChristenUnie. Die partijen vinden dat Dijkhoff klimaatafspraken gewoon uit te voeren heeft. Ook noemde Dijkhoff D66-leider Jetten een ’drammer’.
Rutte zegt dat hij verwacht dat de coalitiepartijen er wel uitkomen met elkaar. „Het was een goede discussie, al was het soms best pittig.” Ook de premier zegt niet klakkeloos alle afspraken van de klimaattafels te omarmen. „Niemand wil al die voorstellen zomaar uitvoeren.”
Verschillende interpretaties van coalitiepartijen zijn volgens de premier niet erg. „Het is geen coalitie van één partij, iedere partij heeft zijn eigen opvatting. We staan allemaal voor de doelstelling en de randvoorwaarden.” De doelstelling is dat de CO2-uitstoot met 49 procent moet afnemen.
Rutte wilde niet reageren op uitspraken van VVD-fractieleider Dijkhoff, zaterdag in De Telegraaf. „Ik ga niet elk interview hier interpreteren.” Het coalitieoverleg duurde deze maandag aanmerkelijk langer dan gewoonlijk.
Coalitiepartijen hadden een stevig gesprek over het klimaatbeleid maar zijn ervan overtuigd dat de in december gemaakte afspraken staan.
NOS 14.01.2019 De vier coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben vanmorgen een “stevig gesprek” over het klimaatbeleid gevoerd, en zijn er alle vier van overtuigd dat ze er uiteindelijk uitkomen. Dat zeiden de partijen vanmiddag na het overleg. Daarmee lijkt de kou over de uitvoering van het in december getekende klimaatakkoord voorlopig uit de lucht.
Of het akkoord inderdaad geen splijtzwam zal zijn, moet de komende maanden blijken, als de voorstellen van de klimaattafels verder worden doorgerekend en er dit voorjaar een definitief uitgewerkt akkoord ondertekend moet worden.
VVD fractievoorzitter Dijkhoff noemde D66-leider Jetten dit weekend een “drammer”. De VVD maakt zich zorgen over de portemonnee van mensen. Volgens Dijkhoff moeten de klimaatplannen wel betaalbaar blijven voor burgers. D66 en ChristenUnie maken zich zorgen over de toekomst van de planeet, volgens hen mag er niet getornd worden aan de afspraak dat de CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent gedaald moet zijn.
Dat laatste gaat ook niet gebeuren, aldus premier Rutte vandaag, Maar hij voegt eraan toe dat het ook niet het doel is om alle voorstellen van de klimaattafels over te nemen. “We staan voor de doelstellingen en we staan voor de randvoorwaarden. Doel is dat die 49 procent reductie oplevert, maar wel op een manier dat we het ook kunnen meemaken.”
Spanning in coalitie over klimaat voorlopig gesust
Ik ga niet voortdurend alles recenseren, daar begin ik niet aan, aldus Rutte.
Premier Rutte wil niet ingaan op de woorden tussen Dijkhoff en Jetten
Volgens premier Rutte moet in ogenschouw worden genomen dat burgers niet te veel gaan betalen, en bedrijven niet oneerlijk bevoordeeld worden.
“Het was inderdaad een stevig gesprek, maar iedereen schaart zich achter de afspraken”, liet ook D66-leider Jetten na afloop weten.
Dijkhoff, die vanmorgen al erkende dat Jetten als een drammer bestempelen niet hoffelijk was, zegt nu verder te willen met “het werk dat voor ons ligt”.
Ook de ChristenUnie benadrukt dat de afspraken nog steeds staan. “We gaan gewoon verder. Er zijn politieke verschillen, maar we gaan hier uit komen”, aldus partijleider Segers. “Dat was zo in december en dat is het vandaag nog steeds”.
Campagne
Wordt het voor de coalitie dan niet heel lastig als er in verkiezingstijd dit soort uitspraken worden gedaan en stukken in kranten verschijnen? De VVD-fractievoorzitter die de D66 leider een drammer noemt, dat zal niet echt helpen?
Premier Rutte wil er niet op ingaan. “Ik ga niet voortdurend alles recenseren, daar begin ik niet aan.”
NU 14.01.2019 D66-voorman Rob Jetten en ChristenUnie-collega Gert-Jan Segers verwachten een “stevig gesprek” bij het overleg met hun coalitiepartners van VVD en CDA. De verhoudingen in de broze coalitie staan onder druk na uitlatingen van VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff die weigert het klimaatakkoord uit te voeren.
Dijkhoff zei in De Telegraaf het concept-klimaatakkoord dat vorige maand werd gepresenteerd niet zomaar over te willen nemen. Hij verbond aan de kwestie het lot van de coalitie, waarop D66 en CU prompt hetzelfde deden.
Segers benadrukte dat het klimaatakkoord deel uitmaakt van het regeerakkoord. “Het is een hele nuchtere constatering. Als we geen klimaatakkoord hebben, hebben we geen kabinet.”
Ook D66-leider Rob Jetten, die door Dijkhoff dit weekend een ‘drammer’ werd genoemd, wijst naar het regeerakkoord. “Ik heb zelf de voorpagina van De Telegraaf vooral gezien als de aftrap van de VVD-campagne met stoere taal’’, aldus Jetten. “Ik heb er niet heel lang wakker van gelegen.”
Oppositie verwijt VVD ‘hypocrisie in tiende versnelling’
VVD-fractieleider Dijkhoff vindt dat “gewone mensen” op kosten worden gejaagd met het klimaatakkoord. “Dit is niet mijn akkoord”, zei hij in De Telegraaf. Hij noemde de kans dat zijn partij het akkoord gaat uitvoeren “nihil”.
De oppositie reageerde boos op de uitlatingen van Dijkhoff. GroenLinks-leider Klaver noemde het interview van de VVD’er “hypocrisie in de tiende versnelling”. “Het akkoord dat gesloten is door Nijpels (VVD), Wiebes (VVD), Rutte (VVD) en waar hij zelf nauw betrokken bij was.”
Ook oppositiepartijen PVV, SP, PvdA en Partij voor de Dieren zetten vraagtekens bij de uitlatingen en vermoeden een verkiezingsstunt.
Minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) benadrukte vrijdag dat het belangrijk is dat “iedereen meedoet” en daarom wordt ook het milieuvriendelijker maken van woningen in het plan betrokken.
VVD ondertekende zeer recent nog klimaatwet
Er moet overigens nog worden uitgerekend of het beoogde doel van de helft minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 met de plannen wordt gehaald en wat voor een impact het heeft op de portemonnee van burgers en bedrijven.
De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en oppositiepartijen SP, GroenLinks, PvdA en 50PLUS werden het onlangs wel eens over de Klimaatwet. Daarin is opgenomen dat de CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent ten opzichte van 1990 moet zijn teruggedrongen en met 95 procent in 2050. Bovendien moet alle opgewekte elektriciteit in dat jaar duurzaam zijn.
Coalitie moet dit jaar een constructief klimaatplan maken
Het kabinet moet een klimaatplan presenteren met daarin uitleg over hoe de doelen op hoofdlijnen de komende tien jaar gehaald moeten worden. Het eerste klimaatplan staat al voor dit jaar op de agenda.
In de Klimaatwet staan enkel de kaders beschreven. Het kabinet moet laten weten hoe die zullen worden ingevuld. Dat blijkt een lastige klus, gezien de onenigheid binnen de coalitie.
Na de uitspraken van VVD-fractievoorzitter Dijkhoff dat D66 niet moet drammen over het klimaat, gaan de coalitiepartijen vandaag opnieuw aan tafel voor overleg.
NOS 14.01.2019 De meningsverschillen in de coalitie over de uitwerking van het klimaatakkoord leiden nog steeds tot spanning, maar de partijen hebben er wel vertrouwen in dat “het uiteindelijk gaat lukken”. Dat valt op te maken uit de reacties van de fractievoorzitters van CDA, VVD, D66 en ChristenUnie voorafgaand aan het coalitieoverleg.
Tegelijkertijd beseffen de partijen “dat het niet gemakkelijk wordt”.
CDA-leider Buma hoorde premier Rutte gisteren in het televisieprogramma Buitenhof zeggen dat “de verschillen eigenlijk niet groot zijn”. Buma: “Als het inderdaad zo makkelijk is, dan hoor ik dat zo graag van de premier.”
Ook zei hij dat coalitiegenoot Jetten (D66) aan het drammen is over het klimaat en dat hij te weinig rekening houdt met de kosten voor gewone mensen. D66 en ChristenUnie lieten onmiddellijk weten dat ze de VVD aan de gemaakte afspraken in het klimaatakkoord zullen houden. Daarin staat onder meer dat de CO2 uitstoot met 49 procent moet afnemen.
Niet hoffelijk
“Het was niet meteen mijn meest hoffelijke moment om het woord drammer te gebruiken,” zei Dijkhoff vanmorgen. Hij is verder niet van plan “om het woord de rest van het jaar nog een keer te gebruiken”. Na het interview van Dijkhoff belde zowel Jetten als ChristenUnie-leider Segers met de VVD-fractievoorzitter.
“Ja, we hebben het er gewoon even over gehad”, zei Dijkhoff. Jetten:”Het lijkt mij verder niet nodig om elkaar te blijven aanvallen. Ik heb het interview maar opgevat als de aftrap van de VVD-verkiezingscampagne met wat stoere taal”. Maar Jetten herhaalde dat hij de VVD aan de gemaakte afspraken in het akkoord wil houden.
Grote opgave
ChristenUnie fractievoorzitter Segers leek vandaag nog het meest ontstemd. “Dit is wel de plek en het moment om elkaar in de ogen te kijken. We staan voor een grote opgave, niet voor onszelf maar voor onze kinderen en kleinkinderen”, zegt Segers. Hij wees nog een keer op de vier handtekeningen die onder het akkoord staan. “Ook die van Dijkhoff, dus dat moet gewoon gebeuren”.
Dat de burger daarbij niet een te hoge rekening gepresenteerd krijgt, staat voor VVD en CDA nu centraal.
“Volgens mij kunnen we er heel goed uitkomen en tot een echt akkoord komen dat wel de doelstellingen haalt, maar meer rekening houdt met de portemonnee van de gewone mensen”, zegt Dijkhoff.
Betaalbaarheid burgers
Volgens Buma is sfeer in de coalitie nooit het probleem, en de inhoud is niet even iets voor één ochtend. “Als je een coalitie bent heb je de verantwoordelijkheid om er uit te komen, maar we hebben ook de verantwoordelijkheid voor de betaalbaarheid van de burgers”, zegt Buma.
Premier Rutte hield het vanmorgen kort. Hoe keek hij terug op de uitspraken van zijn partijgenoot over drammers? “Ach, ik ga al die woorden niet herhalen.”
NOS 12.01.2019 D66-fractieleider Jetten gaat ervan uit dat de VVD zich houdt aan de afspraken over het klimaatakkoord. “De aanpak van de klimaatcrisis gaat over de toekomst van onze kinderen. Daarom heb ik afspraken met de heer Dijkhoff. Daar houd ik hem aan. Een man een man, een woord een woord.”
Jetten reageert op uitspraken van VVD-fractievoorzitter Dijkhoff in De Telegraaf. Hij zei dat de kans nihil is dat het klimaatakkoord letterlijk wordt uitgevoerd. Ook zei hij dat coalitiegenoot Jetten aan het drammen is over het klimaat en dat hij te weinig rekening houdt met de kosten voor gewone mensen.
ChristenUnie-leider Segers sluit zich bij Jetten aan: “Ik gun collega Dijkhoff zijn oneliner in De Telegraaf, maar we kunnen een gemaakte afspraak niet breken.”
Pittige discussie
Dijkhoff verwacht dat de discussie in de coalitie over het klimaatakkoord pittig wordt, omdat de standpunten “behoorlijk uit elkaar liggen”. Er lijkt een verdeling te zijn tussen VVD en CDA aan de ene kant (die vooral vrezen voor hoge kosten van de burgers) en D66 en de ChristenUnie aan de andere kant (die vooral vrezen voor de toekomst van de kinderen).
CDA-voorman Buma vindt het “belangrijk dat de VVD nu ook ziet dat het klimaatakkoord niet heilig is en dat het kabinet zelf keuzes moet maken om te zorgen dat de rekening voor gewone burgers betaalbaar blijft”.
Eerste stap
De honderden voorstellen uit het klimaatakkoord worden nu doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau. Daarna zal het kabinet besluiten welke het overneemt. Minister Wiebes noemde het akkoord op de dag van de presentatie “een eerste, belangrijke stap op weg naar 2030”. In dat jaar moet de uitstoot van broeikasgassen met 49 procent zijn gedaald ten opzichte van 1990.
Jetten en Segers hameren erop dat “ook Klaas Dijkhoff zich daaraan heeft te houden”. “We willen de wereld beter achterlaten voor de kinderen”, aldus Segers. Beide fractieleiders zeggen erbij dat zij ook willen letten op “een eerlijke verdeling van de lasten”.
Zenuwachtig
Behalve zijn coalitiegenoten van D66 en ChristenUnie schaart Dijkhoff in De Telegraaf ook GroenLinks-leider Klaver onder de “drammers” over het klimaat. Klaver denkt dat “ze bij de VVD zenuwachtig worden”. Er komen Provinciale Staten-verkiezingen aan, die direct gevolgen hebben voor de samenstelling van de Eerste Kamer. “En die staan voor ons in het teken van het klimaat.”
Klaver noemt de woorden van Dijkhoff “hypocrisie in de tiende versnelling”: “Het akkoord dat is gesloten door Nijpels (VVD), Wiebes (VVD) en Rutte (VVD) en waar hij zelf nauw bij betrokken was.”
VVD’er aan tafel
Ook andere linkse oppositiepartijen reageren honend. SP-fractievoorzitter Marijnissen zegt dat Dijkhoff neptranen huilt. Het klimaatakkoord is volgens haar een VVD-akkoord “VVD’ers aan tafel en een VVD’er had de leiding.” Ze vindt de zorg voor de kosten voor de burgers ook vreemd, want “door VVD-beleid is de energierekening torenhoog”.
Asscher van de PvdA vindt het een aanfluiting dat VVD’er Dijkhoff afstand neemt van een akkoord waaraan hij en zijn partij volop hebben meegewerkt. “Ga aan de slag of ga uit de weg.”
PVV-leider Wilders denkt dat niemand de VVD en Dijkhoff nog gelooft.
De VVD-fractieleider zegt dat standpunten in de coalitie over het klimaatakkoord behoorlijk ver uit elkaar liggen.
NOS 12.01.2019 VVD-fractievoorzitter Dijkhoff zegt dat de kans dat het klimaatakkoord letterlijk wordt uitgevoerd nihil is. Volgens hem is het niet zo “dat de politiek bij het kruisje tekent”, zoals sommige partijen in de Tweede Kamer volgens hem lijken te willen.
In een interview in De Telegraaf is Dijkhoff kritisch over de opstelling van coalitiepartners D66 en ChristenUnie rond het akkoord. “D66 heeft al voordat het akkoord er was gezegd: het kabinet moet het gewoon uitvoeren. Nou dat ga ik niet doen.”
Het Kamerlid vindt dat de discussie over klimaatmaatregelen wordt gedomineerd door “drammers” die in zijn ogen “een lichtend voorbeeld” van Nederland willen maken: “Als Jesse Klaver van GroenLinks op tv praat over het klimaat dan daalt het draagvlak met één procent. Rob Jetten (D66) is dat nu ook aan het doen. Hij is nu aan het drammen, ja.”
Pittige onderhandelingen
Dijkhoff denkt dat de coalitieonderhandelingen over het akkoord nog pittig kunnen worden. “De coalitie kan hier zakelijk goed over praten onderling, maar ligt qua standpunten wel behoorlijk uit elkaar.” Hij wil koste wat het kost voorkomen dat de rekening op het bordje van gewone mensen belandt.
Uiteindelijk zou de samenwerking in het kabinet daar wat hem betreft zelfs op stuk kunnen lopen. Dijkhoff in de Telegraaf: “Als het alternatief wordt dat ik óf het kabinet óf de burger moet laten vallen: de burger zal ik nooit laten vallen.”
Politiek verslaggever Lars Geerts zegt dat het voor het eerst is dat iemand zegt dat het klimaatakkoord hem een kabinetscrisis waard is. Hij wijst erop dat 2019 in Den Haag een spannend jaar wordt voor het kabinet. Er zijn onder meer Provinciale Statenverkiezingen, die invloed hebben op de samenstelling van de Eerste Kamer.
Het klimaat speelt in de campagne een belangrijke rol. “En je ziet dat de VVD worstelt met de achterban die wil dat er niet te ver wordt gegaan en dat D66 worstelt met zijn achterban die juist veel verder wil gaan. Dat kan het komende jaar tot een flinke clash leiden.”
Eerste stap
Het klimaatakkoord, dat 200 pagina’s dik is, bevat zo’n zeshonderd maatregelen, variërend van het duurzamer maken van woningen tot het stimuleren van auto’s die geen CO2 uitstoten en energiebesparing door de industrie.
Met het akkoord moet in 2030 de CO2-uitstoot in Nederland met 49 procent zijn gedaald ten opzichte van 1990. Het kwam tot stand na langdurige onderhandelingen, waarbij tientallen belanghebbende partijen betrokken waren.
Op de dag van de presentatie zei minister Wiebes al dat het akkoord nog maar een eerste stap is. Nadat het is doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau besluit het kabinet welke voorstellen het overneemt. Dat besluit wordt vervolgens voorgelegd aan de Tweede Kamer.
Jetten reageert op Twitter op de woorden van Dijkhoff in De Telegraaf:
Rob Jetten
@RobJetten
De aanpak van de klimaatcrisis gaat over de toekomst van onze kinderen. Daarom heb ik afspraken met de heer Dijkhoff. Halvering van de uitstoot in 2030 en een eerlijke verdeling van de lasten. Daar houd ik hem aan. Een man een man, een woord een woord. https://t.co/8UDyAboho8
NU 12.01.2019 De VVD zet een rem op de klimaatmaatregelen uit het klimaatakkoord. Fractieleider Klaas Dijkhoff wil niet dat ‘gewone mensen’ op kosten worden gejaagd. Coalitiegenoten D66 en ChristenUnie reageren kritisch op de VVD-uitlatingen.
“Het is niet mijn akkoord”, zegt Dijkhoff in een zaterdag gepubliceerd interview met De Telegraaf over het in december gepresenteerde akkoord. Dijkhoff heeft het over een “polderpoging”.
Er moet nog worden uitgerekend of het beoogde doel van de helft minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 met de plannen wordt gehaald en wat voor een impact het heeft op de portemonnee van burgers en bedrijven. Daarna heeft de politiek nog het laatste woord, maar Dijkhoff neemt al duidelijk stelling.
“Als we gruwelijke mazzel hadden gehad, was er een prachtig plan van de klimaattafels gekomen waardoor de effecten voor huishoudens draagbaar zouden zijn en netjes verdeeld. Nou dat is niet zo. Bedankt voor het advies en het harde werk, maar de kans dat ik het akkoord letterlijk ga uitvoeren, is nihil.”
D66-leider Rob Jetten had al laten weten dat wat hem betreft de gepresenteerde plannen ook worden uitgevoerd. “Ik ga dat niet doen”, reageert Dijkhoff nu. Hij noemt Jetten en GroenLinks-leider Jesse Klaver “drammers” als het om de klimaatdiscussie gaat.
Dijkhoff is zelfs bereid het voortbestaan van het kabinet op het spel te zetten. “Niemand in Nederland wordt er beter van als er een kabinet valt. Maar dat betekent niet dat je er alles aan doet om het te laten zitten.”
Jetten ziet profileringsdrang in campagnetijd
Coalitiegenoten D66 en ChristenUnie reageerden later op de dag op het interview. Jetten ziet in de uitspraken van Dijkhoff “politieke profileringsdrang in campagnetijd” die hij “niet zo serieus” kan nemen. In maart zijn namelijk al de verkiezingen voor de Provinciale Staten die vervolgens de Eerste Kamer kiezen.
Jetten: “De aanpak van de klimaatcrisis gaat over de toekomst van onze kinderen. Daarom heb ik afspraken met de heer Dijkhoff. Halvering van de uitstoot in 2030 en een eerlijke verdeling van de lasten. Daar hou ik hem aan. Een man een man, een woord een woord.”
Ook ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers houdt Dijkhoff aan zijn beloften de CO2 te verminderen om zo de opwarming van de aarde tegen te gaan. “Ik gun collega Dijkhoff zijn oneliner in De Telegraaf, maar we kunnen een gemaakte afspraak niet breken”, zegt Segers.
“We hebben afgesproken dat we schone, zelf opgewekte energie willen, dat we de wereld beter willen achterlaten voor onze kinderen, dat we mensen willen helpen bij het maken van de overstap naar duurzaamheid. Dat het klimaatakkoord dus ook rechtvaardig moet zijn. Dat zijn de afspraken, dat is waar het om draait, dat is wat we dus ook gewoon gaan doen. Ook Klaas Dijkhoff heeft zich daar aan te houden”, aldus de ChristenUnie-leider.
Het CDA heeft zich in het verleden juist wel kritisch over de klimaatmaatregelen uitgelaten en is dan ook niet kritisch op de uitlatingen van Dijkhoff. “Het is belangrijk dat de VVD nu ook ziet dat het klimaatakkoord niet heilig is en dat het kabinet zelf keuzes moet maken om ervoor te zorgen dat de rekening voor gewone burgers betaalbaar blijft”, zegt CDA-leider Sybrand Buma.
Buma hamert er, net als zijn VVD-collega, op dat het klimaatbeleid “haalbaar en betaalbaar” voor iedereen moet zijn.
GroenLinks-leider Klaver noemt de uitspraken van de VVD’er “hypocrisie in de tiende versnelling”. “Het akkoord dat gesloten is door Nijpels (VVD), Wiebes (VVD), Rutte (VVD) en waar hij zelf nauw betrokken bij was.”
Ook oppositiepartijen PVV, SP, PvdA en Partij voor de Dieren zetten vraagtekens bij de uitlatingen en vermoeden een verkiezingsstunt.
Partijen zijn het wel eens over Klimaatwet
De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en oppositiepartijen SP, GroenLinks, PvdA en 50PLUS werden het onlangs wel eens over de Klimaatwet. Daarin is opgenomen dat de CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent ten opzichte van 1990 moet zijn teruggedrongen en met 95 procent in 2050. Bovendien moet alle opgewekte elektriciteit in dat jaar duurzaam zijn.
Het kabinet moet een klimaatplan presenteren met daarin uitleg over hoe de doelen op hoofdlijnen de komende tien jaar gehaald moeten worden. Het eerste klimaatplan staat al voor dit jaar op de agenda.
In de Klimaatwet staan enkel de kaders beschreven. Het kabinet moet laten weten hoe die zullen worden ingevuld. Dat blijkt een lastige klus, gezien de onenigheid binnen de coalitie.
Elsevier 11.01.2019 Klimaat, pensioenen, er komt volgens premier Mark Rutte (VVD) een ‘enorme berg werk op het kabinet af,’ zei hij na de ministerraad op zijn eerste persconferentie van het jaar.
Verwijzend naar de verkiezingen voor Provinciale Staten, Waterschappen en Eerste Kamer, zei Rutte: ‘U weet dat ik daar persoonlijk campagne voor voer.’ Daarmee doelde hij op de brief die hij eind 2018 aan alle Nederlanders in het AD liet publiceren.
Rutte staat eigenlijk altijd in de campagnestand, maar tot de verkiezingen van Provinciale Staten op 20 maart helemaal. Soms met bijbehorende stevige taal. Soms met een pragmatisme waar de gemiddelde D66’er – van oorsprong de partij van de praktische politiek – jaloers op zal zijn.
Zo zei Rutte na de ministerraad dat hij de raddraaiers die ‘doorgesnoven en dronken’ bij de jaarwisseling hulpverleners belaagden ‘het liefst allemaal persoonlijk in elkaar zou willen slaan.’ Maar over het voorkomen van overlast en vuurwerkschade had de premier nog niets te melden. Daarover wordt in maart of april overlegd met ‘betrokkenen.’ Hij wees ook op de rol van burgers zelf en ouders die blijkbaar niet hun kinderen weten te corrigeren.
Ingrijpend wordt dit jaar volgens Rutte de Brexit. Hij waakte ervoor om zich ook maar enigszins te bemoeien met het proces in het Verenigd Koninkrijk. ‘Het is echt aan de Britten.’
Moraliteit van de Oranjes
Al even voorzichtig reageerde hij op vragen over de moraliteit van de Oranjes die belangrijk cultureel erfgoed in het buitenland te koop aanbieden. Rutte had er geen ‘persoonlijke opvatting’ over. De Oranjes voldoen aan ‘de wettelijke vereisten’ en het is, zei Rutte, een privékwestie.’ Musea met belangstelling zouden zelf contact moeten opnemen.
Dialoog met Iran blijven voeren
Pragmatisch gaat de premier ook om met Iran nadat deze week was gebleken dat het land vermoedelijk de hand heeft in de moord op twee Iraniërs in Nederland.
Hij wilde er geen diplomatieke gevolgen aan verbinden. ‘Ik vind dat je terughoudend moet zijn met het volledig stoppen van de relatie met zo’n land. We moeten druk uitoefenen en dialoog blijven voeren.’
Lees hetcommentaar van Gertjan van Schoonhoven over de Nashville-verklaring
Rillingen over de rug
De ‘rillingen’ waren Rutte over de rug gelopen toen hij de Nashville-verklaring had gelezen. ‘Ik ben zelf gelovig en ook gewoon inwoner van dit land. Dit is nieuws waarbij ik me niet thuisvoel. Samenwerken met de SGP, de partij waarvan leider Kees van der Staaij de Nashville-verklaring ondertekende, is voor Rutte geen probleem.
‘Ik werk met allerlei partijen samen waarmee ik het over heel veel dingen oneens ben. Ik vind het ook geen Haags probleem. Volgens mij is het meer een kwestie om er als samenleving iets van te vinden.’
Het is echt verschrikkelijk
Gevraagd of het niet raar is dat minister van Emancipatie Ingrid van Engelshoven (D66) zich erover uitliet, zei Rutte: ‘We mogen als politici toch wel een mening over hebben. En ik ben het helemaal eens met wat Ingrid van Engelshoven erover heeft gezegd. En wat ik net zeg, mij lopen ook de rillingen over de rug als ik die tekst lees. Het is echt verschrikkelijk.’
Telegraaf 03.01.2019 De eerste cijfers van de loonstrookjes vallen toch wat tegen. Verslaggever Martin Visser over de vele onzekere factoren die onze portemonnee de komende tijd zullen beïnvloeden.
AD 03.01.2019 Voor pensioenfondsen wacht een belangrijk jaar. Door de tegenvallende resultaten op de beurs en de lage rente zijn de dekkingsgraden afgelopen jaar flink gedaald. In november klapte het pensioenoverleg. Als dit jaar de beurs weer tegenvalt moet er volgend jaar waarschijnlijk gekort gaan worden op pensioenen. Moeten we ons zorgen maken? Zeven vragen aan hoogleraar economie Lans Bovenberg van Tilburg University over het pensioenstelsel in 2019.
De beurzen storten in, vorig jaar verloor de AEX tien procent. Moeten we ons zorgen gaan maken over onze pensioenen?
,,Het valt allemaal wel mee. Dit was te verwachten, 2018 was een slecht beursjaar. De rente is ook gezakt, dat doet de dekkingsgraden niet goed. Er zijn regels rondom de pensioenen. Een aantal fondsen kunnen in 2020 gaan korten als de beurs dit jaar weer tegenvalt.’’
Volgens de pensioenthermometer van onderzoeksbureau Aon daalde de gemiddelde dekkingsgraad van pensioenfondsen over heel 2018 van 108 procent naar 104 procent. De gemiddelde dekkingsgraad laat zien in hoeverre fondsen aan hun verplichtingen kunnen voldoen en is belangrijk bij beslissingen over eventuele kortingen.
Staat mijn pensioenfonds er slecht voor?
,,De metaalfondsen staan er op dit moment het slechtst voor. In het ergste geval zouden die fondsen in 2020 dan de pensioenen moeten korten met één procent. Ook de dekkingsgraden van pensioenfonds ABP (waar alle ambtenaren bij aangesloten zijn) en PFZW (pensioenfonds van de zorgsector) komen in het gevaar, maar die houden het nog wel een jaar vol zonder te korten.’’
Ik ga nog lang niet met pensioen, over korten op pensioenen maak ik me dus geen zorgen.
,,Het korten op pensioenen geldt niet alleen voor mensen die nu pensioen ontvangen. Ook werkenden die nu sparen worden gekort, dat is alleen een stuk minder erg. Want als je nog lang moet doorwerken komt er vast weer een moment dat de beurzen omhoog gaan. Eigenlijk zou je als jongere blij moeten zijn met een verlaging van pensioen, dan blijft er meer over in de pot voor als je zelf aan de beurt bent.’’
Wat gaat er nu gebeuren na het geklapte pensioenoverleg?
,,Iedereen wacht op de Provinciale Staten verkiezingen. De verwachting is dat er daarna wel weer gepraat gaat worden.’’
Nederland heeft het beste pensioenstelsel ter wereld, blijkt uit een groot internationaal onderzoek. In de Global Pension Index, een studie van pensioenadviesbureau Mercer waarbij de stelsels van 34 landen worden vergeleken, komt het Nederlands model als beste uit de bus.
En als dat overleg op niets uitloopt?
,,Dan moet er dus in sommige gevallen in 2020 gekort worden. Sinds de crisis zijn pensioenen overigens al niet meer meegestegen met de hogere prijzen. Dus eigenlijk worden pensioenen nu ook al een soort van gekort. Er kunnen drie dingen gebeuren mocht zo’n overleg weer klappen. De beurzen kunnen dit jaar natuurlijk herstellen, de politiek kan toch een nieuw pensioenakkoord afsluiten of het kabinet past de regels rondom de dekkingsgraden aan. Dat zou het korten nog kunnen tegenhouden.’’
Wat kan je nu zelf doen om het risico te verkleinen?
,,Langer doorwerken. Door de lagere rente en de slechte beurs is een pensioen nu heel duur. Elk jaar dat je langer doorwerkt levert zes procent pensioen op. Daarnaast kan je gaan sparen, zeker als je jonger bent. Of je neemt met minder pensioen genoegen. Het risico zal toch steeds meer bij de pensioenspaarders gaan liggen, dat komt door de vergrijzing.’’
Moet iemand die net begint met zijn of haar carrière zich nu zorgen maken?
,,Het komt goed als je zorgt dat je een baan hebt die je leuk vindt. Investeren in jezelf is het belangrijkste, zo zorg je voor het hoogste inkomen. Met een hoog inkomen is het makkelijker om te sparen. Bovendien wil je met een baan die je heel leuk vindt minder snel eerder met pensioen.’’
OmroepWest 02.01.2019De supermarktprijzen stijgen dit jaar met 3 procent. De btw op producten gaat van 6 naar 9 procent. Dat betekent dat de prijzen van producten in de supermarkten aangepast moeten worden. In supermarkten van keten Coop moeten wel tienduizend prijskaarten worden omgewisseld voor nieuwe. ‘Het is een hele hoop werk. Maar ik denk niet dat de klant er veel van gaat merken’, zegt supermarkteigenaar Joanne Galling.
De btw-verhoginhg is weliswaar beperkt, maar het maakt wel degelijk verschil. Op een boodschappenkar van 100 euro komt er 2,38 euro bij. Galling: ‘Je moet heel goed opletten dat de producten en de kaartjes bij elkaar horen, want anders krijgen klanten het probleem dat straks bij de kassa de prijs niet klopt.’
Naast de boodschappen uit de supermarkt kunnen consumenten ook een prijsstijging verwachten bij onder meer de aankoop van bloemen, boeken, water, een kapbeurt en een museumbezoek.
Ouderwets omwisselen
Een digitale oplossing voor het veranderen van de prijzen is er niet voor Galling. In de supermarkt worden alle prijswijzigen ouderwets met de hand doorgevoerd. ‘Er bestaan wel elektronische systemen, maar die hebben wij niet. Ik krijg gewoon van een bestand opgestuurd met een hele grote stapel aan kaartjes. Die moeten wij uitprinten, scheuren en dan moeten we ze op hun plaats hangen.’
‘In totaal heb we tienduizend prijzenwijzigen die we moeten doorvoeren en ga je dat natuurlijk nooit in een dag redden. Het personeel gaat volop aan de slag. Ik hoop het binnen een week op orde te hebben. Gelukkig draait het alleen om 3 procent, een klein bedrag op de meeste prijzen.’
Klant schrikt niet
De klanten zijn vooralsnog niet erg geschrokken. ‘Ik merk het niet zo als ik afreken. Bij sommige producten wel, maar ik let niet echt op wat het per cent kost. Kijk, als de prijs een euro omhoog was gegaan had ik het wel gemerkt. Dit is nog te overbruggen. Maar als je steeds meer moet betalen loopt het wel de spuigaten uit. Ik hoop het dat hierbij blijft’, aldus een nuchtere klant.
Hij snapt de prijsverhogingen wel, maar vraagt zich af of levensmiddelen duurder moeten worden. ‘Je zou bij luxeproducten verwachten dat de btw omhoog gaat. maar niet bij dit soort producten. Sommige mensen kunnen er niet voor kiezen om dit niet te kopen. Zij hebben levensmiddelen simpelweg nodig. Als de prijs dan omhoog gaat, wordt het voor sommige mensen wel moeilijker.’
Niet iedereen voert een verhoging door
Niet alle supermarkten rekenen de btw-verhoging op alle producten door. Supermarktketen Marqt is het bijvoorbeeld niet eens met de keuze om de gezonde producten in prijs te verhogen. ‘Door deze maatregel worden ongezonde, goedkope producten, die vaak sterk bewerkt zijn, nog aantrekkelijker ten opzichte van gezonde producten. Daar zijn we het niet mee eens, dus stimuleren we de gezonde keuze. We vinden het belangrijk om daarin te investeren’, zegt Joost Leeflang, directievoorzitter bij Marqt.
NOS 02.01.2018 Veel supermarkten openden vandaag voor het eerst na de jaarwisseling weer hun deuren. Klanten moesten hun hoofd er even bijhouden, want nog niet overal zijn de prijskaartjes vervangen.
De prijzen moeten worden aangepast vanwege een belastingverhoging. Vanaf 1 januari moet er 3 procentpunt meer btw betaald worden over voedingsmiddelen. Dat betekent dat veel producten iets duurder zijn geworden.
Monsterklus
Op sommige plekken zal er verwarring zijn geweest over de prijs van een zakje chips of flesje cola. Bij Albert Heijn gelden bijvoorbeeld al de nieuwe prijzen, maar stonden er aan het begin van de dag de oude prijzen nog op de etiketten.
Klanten werden er overigens met borden bij de ingang wel op gewezen wanneer een winkel de etiketten met prijzen nog moest vervangen.
Het bedrijf hoopt dat de prijzen inmiddels allemaal zijn aangepast. “Wij streven ernaar vandaag alle schapkaartjes vervangen te hebben”, zegt een woordvoerder. Een “monsterklus” noemt ze de omprijsactie.
Mensen die voor januari online boodschappen hebben besteld die nog geleverd moeten worden, betalen bij het afrekenen waarschijnlijk iets meer dan ze dachten. Klanten werden daar al wel op gewezen tijdens het online bestellen.
Product gratis
Jumbo is – anders dan marktleider Albert Heijn – de laatste weken van het oude jaar al begonnen met het aanpassen van de prijzen. De komende weken moeten er nog veel prijskaartjes verwisseld worden.
“We hebben ongeveer 32.000 artikelen. En die moeten we in 620 winkels aanpassen qua prijs”, zegt Ton van Veen, financieel topman bij Jumbo. “Daar heb je gewoon wat tijd voor nodig.”
Het uitgangspunt bij Jumbo is dat het prijskaartje overeenkomt met wat er aan de kassa betaald wordt. “Wijkt de kassaprijs van een product af van de schapprijs? Dan krijgt de klant het product gratis mee”, zegt een persvoorlichter.
Alles al om
Aldi-supermarkten hebben net als Albert Heijn alle prijzen in één keer omgezet. “De kaartjes en de prijzen aan de kassa, alles is op 1 januari omgegaan”, zegt een woordvoerder.
Trouw 01.01.2019 Het kabinet presenteert voor 2019 mooie koopkrachtcijfers, maar zadelt de burger ook op met een btw-verhoging en stijgende energiekosten.
Ruim een jaar geleden deed premier Rutte een belofte aan de bevolking. Bij de presentatie van het regeerakkoord zei hij dat het goed gaat met Nederland, maar dat ‘te veel mensen dat nog niet voelen in hun persoonlijk leven’. “Dat moet beter. Dit kabinet gaat er voor zorgen dat de gewone, normale Nederlander er echt op vooruit gaat.” Wie dat precies is, die ‘gewone, normale Nederlander’, liet de premier overigens in het midden.
Over die belofte: met enige trots presenteerde het kabinet vlak voor het kerstreces de nieuwe koopkrachtcijfers. En het moet gezegd, vrijwel alle Nederlanders krijgen het komende jaar meer te besteden. Een belangrijke oorzaak is het verlagen van de inkomstenbelasting. Het credo van dit derde kabinet-Rutte luidt niet voor niets: werken moet lonen. Arbeid wordt minder belast. Ook voor gezinnen zijn er prettige extraatjes, zoals een hogere kinderbijslag en meer kinderopvangtoeslag.
De koopkracht stijgt volgens dit kabinet met gemiddeld 1,6 procent; uiteindelijk moet 96 procent van alle huishoudens er in 2019 op vooruit gaan.
Er is ook minder goed nieuws, dat logischerwijs ook minder hard van de daken wordt geschreeuwd. Een hogere zorgpremie, een verhoging van het lage btw-tarief (van 6 naar 9 procent) en een (forse) stijging van de energierekening. Het kabinet hoopt dat de burgers vooral het zoet zullen onthouden, niet het zuur.
Belastingen
– Dit kabinet wil in 2021 een belastingstelsel invoeren bestaande uit nog maar twee schijven. Vooralsnog zijn het er vier. In 2019 veranderen de tarieven van alle schijven. In het nieuwe jaar wordt over de eerste 20.000 euro (eerste schijf) 36,65 procent belasting betaald. Dat is een lichte verhoging; het was 36,55 procent. Over de tweede schijf (tussen 20.000 en 34.000 euro) daalt het tarief van 40,85 naar 38,10 procent. Dat geldt ook voor de derde schijf (tussen 34.000 en 68.500 euro). Inkomen boven de 68.500 (vierde schijf) wordt voortaan voor 51,75 procent belast. Dat was 51,95.
– De algemene heffingskorting stijgt. Hoe lager het inkomen, hoe hoger het belastingvoordeel. De maximale korting stijgt met 212 euro.
– De arbeidskorting, een ander voordeel voor werkenden, neemt ook toe. De maximale korting stijgt in 2019 met 150 euro. Hier profiteren mensen van met een inkomen tot 41.000 euro.
– Ook de ouderenkorting, een belastingvoordeel voor gepensioneerden, stijgt. De maximale korting groeit met 178, naar in totaal 1596 euro.
– Vrijwilligers kunnen jaarlijks tot 200 euro meer belastingvrij vergoed krijgen, tot een bedrag van 1700 per jaar.
Consumenten
– Het lage btw-tarief gaat omhoog, van 6 naar 9 procent. Dat betekent in de eerste plaats dat boodschappen duurder worden. Volgens het kabinet is het gevolg dat een volle kar boodschappen van 100 euro voortaan 102,83 kost. Dat lijkt te overzien. Maar de btw-verhoging geldt ook voor bloemen, boeken, een bezoek aan de kapper, museum of pretpark en het laten verbouwen van je huis.
– De energierekening stijgt aanzienlijk. Energiebedrijven verhogen hun tarieven voor gas en elektriciteit, het kabinet verhoogt de belasting op aardgas en verlaagt de belastingkorting op de energienota (met 51 euro). Bovendien stijgt de toeslag die iedereen betaalt voor duurzame energieprojecten. Het kabinet zegt dat huishoudens met een gemiddeld energieverbruik 130 euro meer kwijt zijn. Dat kan dus ook (veel) meer zijn.
– Roken wordt duurder; de accijnzen gaan verder omhoog. Voor een pakje met twintig sigaretten bent u 6 cent meer kwijt. De prijs van een pakje shag van 40 gram gaat met 11 cent omhoog.
– De kosten van een nieuw paspoort stijgen. Een gemeente mag maximaal 6,07 euro meer vragen. Een paspoort kost in 2019 maximaal 71,37 voor volwassenen en 53,97 euro voor kinderen. Een identiteitskaart kan 5,78 euro duurder worden. Maximaal 56,83 voor volwassenen en 29,95 voor kinderen.
– Een postzegel kost voortaan 87 cent. Dat was 83 cent.
– Door de stijgende huizenprijzen komen woningen met een maximaal aankoopbedrag van 290.000 euro in aanmerking voor Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Vorig jaar lag de grens op 265.000 euro. Deelnemers aan het waarborgfonds hoeven ook nog maar 0,9 procent van de aankoopprijs te storten, in plaats van 1 procent nu.
– Chronisch zieken die thuis ondersteuning nodig hebben, via de Wmo, betalen daar vanaf dit jaar een lagere eigen bijdrage voor. Er komt een vast tarief van 17,50 euro per vier weken. Vooral voor mensen die nu een groot deel van de maatschappelijke ondersteuning zelf betalen, is dat een grote verandering. Zo wil het kabinet de stapeling van zorgkosten voorkomen. Gemeenten hebben de vrijheid om zelf eventueel een nog lager tarief dan 17,50 euro te vragen. Bijvoorbeeld bij mantelzorg of voor huishoudens met een minimuminkomen.
– Er komt een maximum aan de eigen bijdrage voor medicijnen. Deze eigen bijdrage wordt nu gevraagd als iemand duurdere merkmedicijnen wil hebben in plaats van de goedkopere variant die de apotheker meegeeft. De eigen bijdrage voor duurdere varianten medicijnen wordt 250 euro maximaal.
– De maximale zorgtoeslag voor alleenstaanden stijgt met 50 euro tot 1.189. De maximale zorgtoeslag voor partners groeit met 193 euro naar 2.314.
Gezin
– De maximale toeslag voor kinderdagopvang stijgt van 7,45 naar 8,02 euro per uur. Voor buitenschoolse opvang daalt de vergoeding van 6,95 naar 6,89 euro. Voor gastouders verandert het terug van 5,91 in 6,15 euro.
– De kosten van dagopvang stijgen waarschijnlijk. Dit jaar moet er één verzorger per drie baby’s zijn. Nu is de verhouding één op vier. De buitenschoolse opvang wordt vermoedelijk goedkoper, omdat één medewerker vanaf nu toezicht mag houden op twaalf kinderen in plaats van de huidige tien.
– Vanaf 1 april stijgt de kinderbijslag voor kinderen tot en met 5 jaar van 201,05 euro per kwartaal naar 216,55. Voor kinderen tussen de 6 en 12 jaar stijgt het bedrag van 244,13 euro naar 263,88 en voor kinderen tot 18 jaar van 287,21 naar 309,46.
– Het betaald geboorteverlof voor partners stijgt van twee dagen naar één werkweek.
– Partners, kinderen en ouders van slachtoffers kunnen smartengeld claimen voor de schade die zij zelf ondervinden. Hun naaste moet dan wel zijn overleden of ernstig en blijvend letsel hebben. De hoogte van de vergoeding die de aansprakelijke persoon moet betalen ligt tussen 12.500 en 20.000 euro.
– Vreemdelingen met een betaalde baan krijgen een vrijstelling voor het deel van het inburgeringsexamen dat over de Nederlandse arbeidsmarkt gaat. Voorwaarde is wel dat een kandidaat in de afgelopen twaalf maanden minimaal zes maanden lang 48 uur per maand heeft gewerkt.
Ouderen
– Voor mensen die regelmatig van baan wisselen wordt het makkelijker om een klein pensioen mee te nemen naar een nieuw fonds. Uitvoerders moeten de inbreng van potjes met een uitbetaling van 2 tot 466 euro per jaar straks accepteren. Voorheen kregen mensen deze potjes in één keer uitbetaald als ze van baan wisselden.
– De AOW-leeftijd stijgt van 66 jaar naar 66 jaar en vier maanden.
Lees ook:
Aan de grens zijn ze niet bang voor de BTW-verhoging
Vooral ondernemers aan de grens zullen lijden onder de verhoging van het lage btw-tarief. Maar in het grensplaatsje Glanerbrug maakt niemand zich echt zorgen.
Een groene toekomst is er alleen voor de rijken: de eco-elite
Elsevier 31.12.2018 Het nieuwe jaar staat voor de deur en daarom blikt Elsevier Weekblad vooruit. Wat worden de grootste uitdagingen voor Rutte III voor Rutte III in 2019? Wat zijn de belangrijkste dossiers en wat worden de grootste struikelblokken?
1. Het klimaatakkoord ten uitvoer brengen
Hoewel voorzitter van de ‘klimaattafels’ Ed Nijpels en minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD) op 21 december een ontwerp-klimaatakkoord presenteerden, overheerst de onzekerheid over dit hoofdpijndossier. Want wat de 600 voorgenomen maatregelen gaan kosten, moet nog door het Centraal Plan Bureau (CPB) worden getoetst. Ook berekent het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) of de plannen wel voldoende zijn om het klimaatdoel – in 2030 de helft minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 – daadwerkelijk te halen.
VVD en CDA zijn weliswaar blij met de gepresenteerde maatregelen, maar het kostenplaatje baart beide coalitiepartijen al tijden zorgen. CDA-fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma waarschuwde afgelopen zomer in een interview met Elsevier Weekblad al voor een ‘Fortuyn-revolte’ als burgers financieel te zwaar worden belast door de klimaatmaatregelen. De voorbije maanden herhaalde Buma die waarschuwing meerdere malen. Ook vreest hij voor ‘verkeerd beleid’ dat zorgt voor een uittocht van grote bedrijven uit Nederland, waarna die in het buitenland hun CO2-uitstoot niet zullen verminderen. VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff vindt dat Nederland ‘het moet fiksen, maar wel op een faire en eerlijke manier, zodat het betaalbaar blijft’. Minister Wiebes herhaalde in het Haagse café Nieuwspoort diverse keren dat ‘breed maatschappelijk draagvlak’ belangrijk is.
D66
✔@D66
Dit #klimaatakkoord gaat over de toekomst. Nederland laat eindelijk leiderschap zien!
We gaan huizen isoleren
Elektrische auto’s worden betaalbaar
Vervuilende industrie betaalt klimaatboete
Iedereen kan meedoen
De linkerkant van de coalitie is op klimaatgebied ambitieuzer en legt vooral de nadruk op het belang van verregaande verduurzaming. ‘We zijn het aan de komende generaties verplicht om nu in beweging te komen. En dat doen we,’ aldus ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers. Vergelijkbare taal sprak Rob Jetten. ‘Dit concept-klimaatakkoord bestaat uit ruim 600 afspraken voor de toekomst. Zo is de politiek op z’n best. Als het leiderschap toont. Niet stilzitten, maar in actie komen. Met één duidelijk doel: een schone toekomst voor deze en volgende generaties,’ schreef hij op Twitter. Ook bracht de D66-fractievoorzitter bovenstaande video uit waarin het akkoord werd gevierd als een overwinning van ’klimaataanpakkers’ op ‘klimaatontkenners’ als Donald Trump en Thierry Baudet. ‘Dit klimaatakkoord is voor jouw toekomst. We maken Nederland klimaatleider in de wereld.’
In de oppositie zijn de tegenstellingen nog veel groter. Jesse Klaver (GroenLinks) hekelde de plannen omdat die volgens hem niet ver genoeg gaan. ‘De lat voor een eerlijk en effectief klimaatbeleid ligt hoog en dit ontwerpakkoord haalt die lat niet.’ Hij is van mening dat grote bedrijven te veel inspraak hebben, en riep premier Rutte op hen weg te sturen bij de onderhandelingen. Lammert van Raan, Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, is ook voorstander van het wegsturen van multinationals als Shell.
Aan de andere kant van het politieke spectrum overheerst juist de kritiek dat de plannen ‘onhaalbaar’ en ‘onbetaalbaar’ zijn voor burgers, die niet zijn geraadpleegd bij het opstellen ervan. Zo spreekt PVV-leider Geert Wilders van ‘klimaatwaanzin van dit kabinet’, waarvan mensen wakker zouden liggen. ‘De burger mag bloeden van de VVD en het CDA.’ Thierry Baudet (Forum voor Democratie) verwijt die partijen ‘dictatoriale maatregelen’, en stelt dat er ‘een soort heimelijke GroenLinkser aan het roer’ staat van het kabinet.
2. Verkiezingen Provinciale Staten en Europees Parlement
Met zowel een verdeelde coalitie als oppositie lijken de onderhandelingen over de uitwerking van het klimaatakkoord in de Tweede Kamer lang en moeizaam te gaan verlopen, zeker met de Provinciale Statenverkiezingen (20 maart) in aantocht. Naar verwachting zullen de partijen zich de komende tweeënhalve maand stevig gaan profileren, niet in de laatste plaats op het thema klimaat. Eén vraag staat centraal: wie gaat de energietransitie betalen?
Thierry Baudet
✔@thierrybaudet
De waanzin gaat door. Dictatoriale maatregelen door een volkomen losgeslagen VVD/CDA-kabinet met een soort heimelijke GroenLinkser aan het roer. Dit moet echt stoppen. Word NU lid van #FVD en help ons op 20 maart via de Eerste Kamer dit beleid te cancelen. http://Fvd.nl
De Telegraaf
✔@telegraaf
Wie niet meegaat, wordt keihard beboet. Dat blijkt uit de honderden voorstellen in het klimaatakkoord. https://www.telegraaf.nl/nieuws/2951008/klimaatkassa-vvd-en-cda-losgeslagen-van-achterban … 850
De nieuw verkozen leden van de Provinciale Staten en de kiescolleges – voor Nederlandse ingezetenen van Caribisch Nederland – kiezen op 27 mei de nieuwe leden van de Eerste Kamer. Mocht de coalitie daar zijn meerderheid kwijtraken, is de kans groot dat de concrete uitvoering van nieuw klimaatbeleid alleen maar moeilijker zal worden.
Een kleine week eerder, op 23 mei, gaat Nederland ook al naar de stembus voor de Europese verkiezingen, waarbij de leden van het Europees Parlement worden gekozen. De afgelopen 25 jaar was de animo voor deze vijfjaarlijkse verkiezingen laag: het opkomstpercentage lag telkens tussen de 30 en 40 procent. Desalniettemin zijn diverse Nederlandse politieke partijen al enkele maanden druk met de voorbereidingen, onder meer omdat naast een zetel in het parlement in Straatsburg ook de opvolging van Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, op het spel staat. Namens Nederland hebben Frans Timmermans (PvdA/Sociaal-democraten) en Bas Eickhout (GroenLinks/Groenen) zich kandidaat gesteld om de machtigste man van de Europese Unie te worden.
Met het oog op de verkiezingen in de eerste helft van het komend jaar, is de verwachting dat de meeste partijen zich vooral zullen richten op het verleiden van kiezers met stevige plannen en zogenoemde proefballonnetjes. Dat lijkt de kans dat het in oktober 2017 gesloten Regeerakkoord het komend jaar verder wordt uitgevoerd aanzienlijk te verkleinen, zeker met de alles overschaduwende splijtzwam, het klimaatakkoord, in het achterhoofd.
3. Schiphol overvol
Op het gebied van luchtvaart staat verantwoordelijk minister Cora van Nieuwenhuizen voor de loodzware taak om de opening van vliegveld Lelystad Airport in goede banen te leiden. Dat dat niet makkelijk verloopt, is duidelijk: de opening van de luchthaven is met minimaal een jaar uitgesteld tot 2020.
Begin december kreeg Van Nieuwenhuizen een nieuwe tegenslag te verwerken. De Europese Commissie ging niet akkoord met het de regeling die ervoor moet zorgen dat vluchten van Schiphol naar Lelystad worden verplaatst. Van Nieuwenhuizen is met de Europese Commissie in gesprek om de regeling aan te passen.
Alsof dat nog niet genoeg was, besloot een ruime Kamermeerderheid 20 december een motie aan te nemen die autonome groei op Lelystad Airport verbiedt. Diezelfde motie verbiedt overigens ook vrachtverkeer vanaf het nieuwe vakantievliegveld.
Lelystad moet een deel van de vakantievluchten van Schiphol overnemen. Tot 2023 zou het om maximaal 10.000 starts en landingen per jaar gaan, daarna maximaal 45.000. Op Lelystad mogen volgens de plannen alleen maatschappijen gaan vliegen die vluchten op Schiphol opgeven.
Vooral in Gelderland en Overijssel is er veel weerstand ontstaan tegen de lage aanvliegroutes. Een eerder onderzoek met meetgegevens over de geluidsoverlast bleek fouten te bevatten.
4. Brexit
Er hangt een ‘no deal’ – geen akkoord – in de lucht. Op 29 maart 2019 moet de Britse uittreding geregeld zijn. Op 15 januari komt het Lagerhuis bij elkaar om te stemmen over de deal die nu op tafel ligt. Stemt een meerderheid het plan weg, dan is er vrijwel geen tijd meer om de deal aan te passen en is een ‘harde Brexit’ een feit.
Bij een harde Brexit krijgen bedrijven die handeldrijven met het Verenigd Koninkrijk veel meer papierwerk voor hun kiezen. Voor sommige producten komen importtarieven van 17 procent. Grenscontroles komen terug en dat betekent lange wachttijden bij havens en vliegvelden.
De export naar het Verenigd Koninkrijk van de Land- en tuinbouw is nu nog 8 miljard, wat daarmee gaat gebeuren, is onzeker. Voor Nederlandse vissers is het onduidelijk of ze in Britse wateren mogen blijven vissen. Ook bestaan er vragen over het uitwisselen van informatie tussen politie en justitie. De levering van medicijnen kan onder druk komen te staan doordat Europese wet- en regelgeving vervalt. Ten slotte heeft de Brexit gevolgen voor militaire EU-missies waar het Verenigd Koninkrijk niet langer aan deel hoeft te nemen.
Om de Brexit het hoofd te bieden, worden duizenden nieuwe krachten gezocht, voor bij de douane, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), maar ook de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). Aan Rutte de taak dit in goede banen te leiden en te zorgen dat Nederland zo min mogelijk schade aan de mogelijke chaos ondervindt.
5. Het Kinderpardon
Een andere kwestie die de coalitie het komend jaar dreigt te splijten, is het kinderpardon. Na de slepende zaak met de Armeense kinderen Lili en Howick, die in september te elfder ure toch mochten blijven omdat staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mark Harbers (VVD) zijn discretionaire bevoegdheid gebruikte, kwamen tal van oproepen voor een ruimer kinderpardon. Zo verzamelde televisiepresentator Tim Hofman met een petitie ruim 250.000 handtekeningen voor een ruimer kinderpardon, die hij aanbood in de Tweede Kamer. Daarmee wilde hij vooral de christelijke regeringspartij CDA overtuigen, die er net als de VVD niets in ziet om 400 uitgeprocedeerde ‘gewortelde’ kinderen en hun gezinnen alsnog toe te laten in Nederland.
De twee partijen staan lijnrecht tegenover de ChristenUnie, voorstander van een nieuw kinderpardon. Op het partijcongres in november stemde een ruime meerderheid nog vóór een motie voor een uitzetstop van ‘gewortelde’ asielkinderen. Die motie was ondertekend door 140 ChristenUnie-leden, onder wie de Armeense Hayarpi Tamrazyan, die al sinds eind oktober ‘kerkasiel’ krijgt, eerst in Katwijk, daarna in de Bethelkerk in Den Haag. Omdat de overheid geen kerkdienst mag onderbreken, wordt al ruim twee maanden een dienst gehouden in het buurt- en kerkhuis.
Fractieleider Gert-Jan Segers noemde de aangenomen motie op zijn partijcongres een ‘duidelijk signaal’, maar blijft naar eigen zeggen trouw aan het regeerakkoord. Kamerlid Joël Voordewind greep de motie aan om de discussie met de andere regeringspartijen VVD, CDA en D66 te heropenen. Aangezien ook laatstgenoemde partij volgens het eigen verkiezingsprogramma een ruimer kinderpardon wil, ligt onenigheid in de coalitie op de loer.
Donderdag lekte de koopkrachtcijfers al uit. Daaruit bleek dat Nederlanders er volgend jaar naar verwachting gemiddeld 1,5 procent op vooruit gaan. Eerder werd de groei van de koopkracht nog geschat op 1,3 procent. Dat komt met name door een aanpassing van het belastingstelsel. Door een verlaging van de belastingschijven betalen de meeste Nederlanders straks minder inkomstenbelasting.
AD 02.10.2018
Het optimisme is opvallend, omdat minister Wopke Hoekstra van Financiën in het voorwoord van de Miljoenennota ook waarschuwt dat de economie weleens een klap kan krijgen door de aanstaande Brexit en dreigende handelsoorlogen.
Telegraaf 19.09.2018
“De rijksbegroting is van ons allemaal, en is voor ons allemaal. Dat moet ook gelden voor de economische groei”. Minister Hoekstra van Financiën schrijft dat in het voorwoord van de Miljoenennota, de samenvatting van de kabinetsplannen voor Prinsjesdag die in het bezit is van RTL Nieuws.
Telegraaf 15.09.2018
“De fundamenten onder onze welvaart zijn sterk, maar ze zijn geen garantie voor toekomstige voorspoed. In de mondiale economie, waarvan Nederland zo afhankelijk is, bedreigen de Brexit en de kans op handelsconflicten de economische groei”, schrijft Hoekstra.
De bewindsman vervolgt dat het kabinet Nederland voorbereidt om eventuele financiële schokken op te vangen door de overheidsfinanciën verder op orde te brengen.
Telegraaf 19.09.2018
Het economische plaatje voor volgend jaar ziet er rooskleurig uit, meldde het Centraal Planbureau (CPB) al in augustus. Die cijfers zijn nu geactualiseerd waardoor die er iets anders uitzien.
De economie groeit volgend jaar met 2,6 procent, is de verwachting. Hoekstra schrijft dat het kabinet wil dat mensen kunnen voelen dat het beter gaat. “Daarom gaat meer dan 95 procent van de Nederlandse huishoudens er volgend jaar op vooruit.”
Telegraaf 19.09.2018
De brexit en de kans op handelsconflicten bedreigen de op zich sterke welvaart, meldt Hoekstra. “Het kabinet bereidt Nederland voor op zulke economische tegenwind door de overheidsfinanciën in 2019 verder op orde te brengen. Maar we zijn er nog niet.” Hoekstra waarschuwt ook voor een hoge overheidsschuld, waar nog wel wat aan moet gebeuren.
AD 15.09.2018
Koopkracht
Uit een ander uitgelekt Prinsjesdagstuk, de Macro-Economische Verkenningen, bleek gisteren via de NOS dat de koopkracht volgens de berekeningen volgend jaar gemiddeld met 1,5 procent stijgt.
Het AD kon daar later aan toevoegen dat huishoudens met middeninkomens en alleenverdieners er volgend jaar het meest op vooruit gaan, en mensen met lagere inkomens het minst.
AD 20.12.2018
Ophef
De Tweede Kamerleden kregen vanavond rond 18.00 uur een stick met de Prinsjesdagstukken uitgereikt. Dat was een paar uur later dan gepland, omdat het ministerie van Financiën er in eerste instantie de verkeerde versie op had gezet. De Kamerleden moeten de stukken tot de officiële presentatie op Prinsjesdag geheimhouden en daar ook voor tekenen.
Gisteren ontstond er ophef onder Kamerleden omdat journalisten eerder over belangrijke cijfers beschikten dan zij. De oppositie wilde onmiddellijke openbaarmaking, maar daar gingen de coalitiepartijen en het kabinet niet mee akkoord.
Een overzicht van wat we tot nu toe zeker weten.
Koopkracht
Dat de koopkrachtplaatjes er voor volgend jaar zonnig uitzien, wisten we al toen het Centraal Planbureau (CPB) in augustus de eerste berekeningen publiceerde. Vervolgens ging het kabinet aan de slag om die cijfers nog een beetje bij te stellen.
Blijven de uitkeringsgerechtigden er in koopkracht niet teveel achter vergeleken met de werkenden? Hoe zit het met de ouderen die al jaren last hebben van gelijkblijvende of zelfs dalende pensioenen?
Met die vragen gingen het kabinet aan de slag en had gehoopt het eindresultaat volgende week dinsdag te presenteren. Totdat de cijfers donderdagavond uitlekten via het AD.
Een overzicht:
Per inkomensgroep
Tot 23.690 1,1 procent (was 0,7)
23.690 tot 37.904 1,7 procent (was 1,4)
37.904 tot 55.208 1,6 procent (was 1,4)
55.208 tot 80.340 1,7 procent (was 1,5)
Vanaf 80.340 1,6 procent (was 1,5)
Met kinderen 1,6 procent (was 1,4)
Zonder kinderen 1,6 procent (was 1,3)
Kanttekening
Bij deze cijfers past een kanttekening, want het klopt alleen als er volgend jaar verder niets veranderd en dat gebeurt vrijwel nooit. Politici en economen waarschuwen hier dan ook voor.
“Zelfs in deze tijden met een goed lopende arbeidsmarkt, zijn er mensen die hun baan verliezen”, zei minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken vrijdag over de koopkrachtontwikkeling in het algemeen.
Daarmee bedoelt hij dat bijvoorbeeld ontslag een gigantisch negatieve impact op je koopkracht heeft, ook al zien die cijfers er verder mooi uit. Het tegenovergestelde, een promotie of hoge bonus, geldt natuurlijk ook.
Deze plaatjes zeggen dan ook meer iets over hoe de politiek denkt. Krijgen uitkeringsgerechtigden er bijvoorbeeld minder bij dan werkenden, zoals nu het geval, dan hoopt dit kabinet dat het daarmee werken stimuleert.
Zorgpremie
Het kabinet maakt ieder jaar een inschatting van wat de zorgverzekering per jaar gaat kosten. Voor 2019 komt die berekening uit op 1.432 euro per jaar, dat is 124 euro meer dan wat Nederlanders dit jaar kwijt zijn.
Die stijging van ruim een tientje per maand is het gevolg van hogere lonen voor zorgpersoneel, stijgende medicijnprijzen en het besluit om het eigen risico deze kabinetsperiode te bevriezen.
Zorgverzekeraars kunnen hier overigens van afwijken. Zij maken de premies voor 2019 later dit jaar bekend.
Telegraaf 19.09.2018
Dividendbelasting
Een maatregel die geen effect op je inkomen heeft, is de veelbesproken afschaffing van de dividendbelasting per 2020. De gederfde inkomsten werden aanvankelijk op 1,4 miljard euro per jaar geraamd, maar die komt zoals we nu weten dankzij een groeiende economie uit op 1,9 miljard euro. Met dat bedrag wordt dan ook gerekend voor de begroting voor 2019.
AD 11.10.2018
Hoe dat gat van een half miljard euro wordt gedicht, is min of meer ook al bekend. De voorgenomen verlaging van de winstbelasting voor bedrijven wordt iets soberder. In het regeerakkoord staat dat de belasting op winsten van 200.000 euro en hoger stapsgewijs wordt verlaagd van 25 naar 21 procent. Dat lage percentage komt nu iets hoger te liggen.
AD 17.10.2018
Telegraaf 16.10.2018
De voorgenomen belastingverlaging voor bedrijven met winsten tot 200.000 van 20 naar 16 procent blijft onaangetast. Daarmee blijft het midden- en kleinbedrijf zoals gewenst buiten schot. Het zijn immers de multinationals die het meest zouden profiteren van het schrappen van de dividendtaks.
De groeiprognoses voor de Nederlandse economie voor 2019 zijn nog altijd heel redelijk. En als je kijkt naar zaken die je portemonnee raken, is de start van 2019 helemaal niet zo slecht.
Business Insider houdt, in samenwerking met nieuwsapp Upday, elke maand zeven prijzen bij die van belang zijn voor de waarde van je bezittingen en die je maandelijkse uitgaven beïnvloeden.
De huizenprijs: €2.319 per maand erbij in een jaar tijd
Ook in het slotkwartaal van 2018 ging de gemiddelde huizenprijs razend hard omhoog: een plus van 10,3 procent vergeleken met het laatste kwartaal van 2017, zo bleek deze maand uit cijfers van makelaarsclub NVM.
Hypotheekrentes staan voorlopig nog op extreem lage niveaus.
Sparen: gat met inflatie wordt nog groter door hogere btw
Terwijl de inflatie al maanden rond de 2 procent schommelt, zien spaarders rentes niet meebewegen. Variabele spaarrentes dalen gestaag en ook in januari kreeg je maximaal 0,35 procent rente op een vrij opneembare spaarrekening, volgens gegevens van de site Spaarinformatie.nl.
De economische nieuwsberichten van 2019 benadrukken vooral de gevaren voor beleggers: de ontwrichtende gevolgen van een eventuele no deal-Brexit en de groeivertraging in China.
Voor olie geldt iets vergelijkbaars als voor aandelen. Menig analist wijst op risico’s van groeivertraging in China en het gevaar van een groeidip in West-Europa, met als gevolg een lager energieverbruik, minder vraag naar olie en dus mogelijk prijsdalingen.
Tegelijk laat de start van 2019 een lichte stijging van de olieprijs zien tot een niveau van 60 dollar voor een vat Noordzee-olie.
“Het variabele tarief voor stroom is 17 procent gestegen sinds vorige maand en maar liefst 36 procent sinds januari 2018”, aldus online consumentenadviseur Pricewise.nl.
Een compleet overzicht van alles wat we weten over de Prinsjesdagstukken vind je hier.
NOS 19.12.2018 Op het loonstrookje dat werknemers in januari krijgen, staat 1 tot 2,5 procent meer netto loon dan op het loonstrookje van december. De loonstijging is lager dan verwacht werd op Prinsjesdag, maar volgens minister Koolmees gaan veruit de meeste Nederlanders er toch op vooruit.
Werkenden gaan minder inkomstenbelasting betalen, terwijl de algemene heffingskorting en de arbeidskorting omhoog gaan. Vooral mensen met een middeninkomen (tussen de 35.000 en 70.000 euro per jaar) profiteren daarvan.
Volgens Koolmees gaan ook gepensioneerden en mensen met een bijstandsuitkering erop vooruit.
Effecten loonstrookje (bron: Ministerie SZW)
Inkomen
2019
Werkenden:
Minimumloon (20.600)
+1,2%
Modaal (35.000)
+2,5%
2 x modaal (70.000)
+1,7%
3 x modaal (105.000)
+0,7%
Uitkeringen:
Bijstand
+2,9%
Bijstand alleenstaande ouder
+2,9%
Uitkering bruto 30.000 euro
+3,1%
Maximale sociale uitkering (41.000)
+3,7%
Gepensioneerden:
AOW
+2,9%
Aanvullend pensioen (10.000)
-0,2%
Aanvullend pensioen (30.000)
+1,1%
In 2019 gaan veel prijzen stijgen, vooral door de verhoging van het lage BTW-tarief en de energiebelasting. Koolmees stelt dat de meeste huishoudens door het hogere netto loon gecompenseerd worden voor die prijsstijgingen. “Naar schatting gaat 96 procent van de huishoudens erop vooruit.”
De koopkrachtstijging is in doorsnee 1,6 procent ten opzichte van 2018, blijkt uit de berekeningen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Koolmees houdt wel een slag om de arm: “Niemand kan natuurlijk precies voorspellen wat een nieuw jaar brengt. Niet alleen kabinetsbeleid, maar ook de ontwikkeling van de economie heeft impact op deze koopkrachtberekeningen.”
AD 19.12.2018 De meeste Nederlanders zullen op hun eerste loonstrookje in januari 1 tot 2,5 procent meer netto overhouden, ook als zij van hun baas geen salarisverhoging hebben gekregen.
Wie rond 40.000 euro bruto verdient, profiteert relatief het meest van tariefswijzigingen in de inkomstenbelasting en verhoging van de algemene heffings- en arbeidskorting.
Ook bijstandsgerechtigden en AOW’ers krijgen 3 procent meer op hun rekening gestort, doordat hun uitkering meestijgt met de prijzen (inflatie), blijkt uit de jaarlijkse brief over loonstrookjes van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Negatieve uitschieters zijn ouderen met een klein aanvullend pensioen (tot circa 10.000 euro bovenop de AOW). Zij krijgen van hun pensioenfonds 0,2 procent minder overgemaakt dan in december, wat neerkomt op 1 tot 3 euro per maand.
Toch gaan zij er niet op achteruit, omdat hun AOW met 30 euro per maand stijgt. Ook profiteren zij van een hogere ouderenkorting van circa maximaal 178 euro op jaarbasis, die bij de jaarlijkse aangifte wordt uitgekeerd.
Dat mensen meer op hun rekening gestort krijgen, betekent niet per se dat zij netto meer te besteden krijgen. Zo stijgt komend jaar het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent, wat leidt tot hogere uitgaven. Ook stijgt de zorgpremie en de energiebelasting. Toch is dat voor 96 procent van de Nederlanders het geval, aldus Sociale Zaken.
Een doorsnee huishouden gaat er in 2019 1,6 procent op vooruit, dat is iets meer dan de toename van 1,5 procent die nog op Prinsjesdag werd verwacht. Dit komt vooral doordat de zorgpremies minder hard stijgen dan verwacht, zo blijkt uit bijgestelde cijfers van het Centraal Planbureau.
Concreet krijgt een gezin waarvan de ene partner 35.000 euro en de andere partner 17.500 euro verdient in januari 65 euro netto meer gestort op de bankrekening. Door hogere BTW, energiebelasting en zorgpremie blijft daar 15 euro van over. Wie kinderen heeft, ziet dat bedrag nog stijgen doordat kinderbijslag en kinderopvangtoeslag komend jaar toenemen.
De grootste koopkrachtstijging is komend jaar weggelegd voor ouderen met een flink aanvullend pensioen van circa 30.000 euro bovenop hun AOW. Zij mogen zich verheugen op een koopkrachtplus van 2,9 procent. Zij profiteren van de verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting plus verhoging van de ouderenkorting.
Kinderbijslag
Alleenstaande ouders met een minimumloon komen er als groep juist bekaaid af. Zij krijgen 0,3 procent meer te besteden. Dit komt vooral doordat zij niet profiteren van tariefsverlaging in de inkomstenbelasting omdat zijn niet of nauwelijks belasting betalen. Dat ze er toch iets op vooruitgaan komt vooral door de hogere kinderbijslag.
Het ministerie van Sociale Zaken wijst erop dat de berekeningen die het heeft gemaakt niet voor iedereen herkenbaar zullen zijn. Wie gaat samenwonen, zijn baan verliest of juist een promotie maakt, ziet veel grotere koopkrachtverschillen terug dan mensen voor wie de persoonlijke situatie niet of nauwelijks verandert.
AD 19.12.2018 De economische groei in alle provincies zakt terug. Alleen in de Randstad is sprake van bovengemiddelde groei, zo melden economen van ING.
Nadat het Centraal Planbureau (CPB) vanochtend naar buitenkwam met ramingen voor de Nederlandse economie, heeft ING wat preciezer uitgezocht hoe het zit met de groeiverwachtingen op regionaal niveau. Een van de uitkomsten: de regio’s Flevoland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht hebben misschien wel het minst te klagen.
De ING-economen schatten dat de groei daar volgend jaar uitkomt op zo’n 2,5 procent. Dat is lager dan voorgaande jaren, maar nog altijd hoger dan de groei in heel Nederland, die uitkomt op 2,2 procent.
Vooral Zuid-Holland heeft een paar snelgroeiende lokale regio’s in huis. Deze steden profiteren meer dan gemiddeld van de groei van bedrijvigheid, vooral in de zakelijke dienstverlening.
Een andere factor waarom juist die regio’s het bovengemiddeld goed doen: de bevolking groeit er sneller. Die bevolkingstoename – onder andere in Den Haag, Delft en Alphen aan den Rijn/Gouda – is goed nieuws voor lokale ondernemers, vooral in de detailhandel en de horeca.
,,De Randstad is goed voor ruim de helft van de Nederlandse economie en groeit per saldo harder dan de andere regio’s”, aldus Thijs Geijer, ING regio-econoom.
De econoom maakt wel een kanttekening: ,,Ondanks dat het groeitempo in 2019 iets afneemt, blijven de spanningen op de arbeidsmarkt en de druk op de woningmarkt en infrastructuur er groot.” Het gevolg is kortom dat het bedrijfsleven over de gehele linie volgend jaar een stap terugdoet.
In de regio’s Drenthe en Groningen zal die stap vermoedelijk het grootst zijn. Groningen is de enige provincie die de economie de afgelopen tijd sowieso al zag krimpen.
De beperkingen aan de gaswinning zet een flinke rem op de groei en dat zal volgend jaar niet anders zijn. Exclusief de gaswinning groeit de Groningse economie volgens schatting van de ING-economen met 1,5 procent.
Waar alle provincies last van hebben: de krapte op de arbeidsmarkt. Zo merkt Geijer op: ,,In sommige regio’s is de arbeidsmarkt zo krap dat werkgevers een dringend beroep doen op iedereen die kan en wil werken.”
Naar verwachting kent Groningen volgend jaar nog het hoogste werkloosheidscijfer. In de meeste regio’s komt het werkloosheidspercentage uit rond het lage niveau van voor de crisis. Zeeland is de enige provincie met een werkloosheid onder de 3 procent. Landelijk is de werkloosheid naar verwachting 3,6 procent.
,,In sommige regio’s liggen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt verder uit elkaar. Die onbalans uit zich in het tragere herstel van de arbeidsdeelname onder lager en middelbaar opgeleiden. Het legt daarmee een zwakte van de arbeidsmarkt bloot”, besluit Geijer.
Telegraaf 19.12.2018 De economie zal iets minder hard groeien dan verwacht. Het Centraal Planbureau (CPB) voorspelt voor dit jaar een groei van 2,6 procent en voor volgend jaar 2,2 procent.
Dat is minder dan eerder werd voorspeld. Met Prinsjesdag verwachtte het CPB nog een groei van 2,6 procent in 2019 en 2,8 procent voor het huidige jaar. De economie draait goed, maar het hoogtepunt is voorbij, concludeert het CPB.
Met de koopkracht gaat het volgend jaar iets beter dan verwacht. De voorspelling is dat die volgend jaar met 1,6 procent groeit, terwijl eerder nog aan 1,5 werd gedacht. Dit jaar zal dat cijfer naar verwachting echter ’slechts’ met 0,3 procent stijgen, terwijl 0,4 eerder werd voorspeld.
De koopkracht is volgens het CPB volgend jaar iets groter dan verwacht omdat de prijzen minder hard stijgen dan verwacht. Zo wordt de zorgpremie 61 euro lager dan eerder gedacht. Tegelijkertijd wordt de stijging van de koopkracht gedempt omdat de lonen minder hard omhoog gaan dan aanvankelijk voorspeld.
Het CPB vindt de groei van de economie met 2,2 nog stevig, al vlakt die dus wel iets af. Nederland doet het wederom beter dan het Europees gemiddelde, is de voorspelling.
Volgend jaar zullen de Europese economieën met zo’n 1,7 procent groeien, denkt het CPB. Het planbureau is met deze voorspellingen overigens wel iets optimistischer dan bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank.
Brexit
Maar het CPB maakt daar ook een kanttekening bij: „De onzekerheden die de economie negatief kunnen beïnvloeden, blijven groot.
In het buitenland gaat het om de ontwikkelingen rondom het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China, de Brexit, de Italiaanse begroting en de demonstraties in Frankrijk. In Nederland kan de groei lager uitvallen als geplande overheidsuitgaven niet doorgaan.”
Dit jaar houdt het kabinet bijvoorbeeld 3,7 miljard euro over, mede omdat de overheid niet zo veel geld uitgaf als het kabinet eerder zei te gaan doen.
Laura van Geest, de directeur van het CPB, zegt: „De cijfers zijn nog steeds mooi. De arbeidsdeelname en de werkloosheid zijn weer terug naar de niveaus van voor de grote recessie. Maar de vooruitzichten worden wel minder rooskleurig.”
AD 19.12.2018 De economie groeit nog steeds, maar minder hard dan de afgelopen jaren. Dat blijkt uit nieuwe ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Wel doet de Nederlandse economie het beter dan gemiddeld in de eurozone.
De onzekerheden die de economie kunnen beïnvloeden zoals de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China en de brexit zijn onveranderd groot. Ook de protesten van de ‘gele hesjes’ in Frankrijk en de Italiaanse begroting noemt het CPB als risico’s.
Het CPB verwacht dat de economische groei dit jaar uitkomt op 2,6 procent van bruto binnenlands product (bbp). Voor komend jaar wordt gerekend op een groei van 2,2 procent.
Daarmee is het CPB iets positiever dan De Nederlandsche Bank (DNB), die recent groeipercentages van 2,5 procent dit jaar en 1,7 procent voor de jaren 2019 en 2020 voorspelde. Het Internationaal Monetair Fonds voorziet voor komend jaar een groei van 2,25 procent.
Werkloosheid
Het CPB voorziet verder dat de werkloosheid volgend jaar daalt naar 3,6 procent, van 3,9 procent dit jaar. De groei van de werkgelegenheid is daarmee flink lager dan die van dit jaar. De inflatie wordt wel flink hoger met 2,4 procent volgend jaar tegen 1,6 procent dit jaar. Dat komt onder meer door de stijging van het lage btw-tarief van 6 procent naar 9 procent.
De lonen gaan echter ook omhoog en de koopkracht verbetert volgend jaar met 1,6 procent.
De overheidsfinanciën zien er ook goed uit. De overheidsschuld daalt volgend jaar naar 48,9 procent van het bbp. Verder heeft de overheid voor het derde rij op jaar een begrotingsoverschot van minimaal 1 procent.
Volgens minister Hoekstra van Financiën ziet het ernaar uit dat de cijfers van Prinsjesdag naar beneden moeten worden bijgesteld.
Minister Hoekstra voor aanvang van de ministerraad ANP
NOS 14.12.2018 Minister Hoekstra erkent dat de economische groei volgend jaar waarschijnlijk lager uitpakt dan het kabinet op Prinsjesdag voorspelde. “We gingen uit van een groei van 2,6 procent, maar de cijfers van onder meer de Rabobank laten een wat lager percentage zien.”
Economen van de Rabobank voorspellen dat de groei in 2019 en 2020 terugzakt naar respectievelijk 1,9 en 1,7 procent. Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde onlangs dat de economische groei terugloopt.
Krimp in Duitsland
De tegenvallende cijfers hebben volgens Hoekstra te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. Er is bijvoorbeeld te weinig mankracht in de bouw en de techniek. Maar het gaat ook slechter met de economie in andere Europese landen. In Duitsland was het afgelopen kwartaal zelfs een krimp van 0,2 procent te zien.
“Als het slechter gaat met de economie in Europa en de rest van de wereld, betekent dat automatisch dat het ook slechter gaat met de economische groei in Nederland”, zegt Hoekstra. Hij wacht nog even op de economische prognose van het Centraal Planbureau, die woensdag verschijnt, voor hij het groeicijfer van september definitief bijstelt.
De minister vindt dat er nog altijd sprake is van “een significante en stevige groei, maar wel iets lager dan verwacht in de Miljoenennota”. Het goede nieuws is volgens hem dat “het een hele tijd geleden is dat er zoveel mensen aan het werk waren. En je ziet ook dat de lonen stap voor stap aan het stijgen zijn.”
Telegraaf 29.11.2018 Het kabinet laat nog meer geld op de plank liggen dan gedacht. Dit jaar blijft er 3,7 miljard euro over. Dat staat in de Najaarsnota die minister Hoekstra (Financiën) donderdagavond naar de Kamer heeft gestuurd. Daarmee wordt de rekening van het huidige jaar opgemaakt.
Het geld dat overblijft wordt voor het grootste gedeelte (2,2 miljard) ’meegenomen’ naar volgende jaren. Het kan dan bijvoorbeeld uitgegeven worden aan Defensie en Infrastructuur.
Uitstoot gassen
De rest van het geld wordt gestoken in het aflossen van de staatsschuld. Ook wordt er een half miljard gereserveerd voor eventuele extra maatregelen tegen de uitstoot van broeikasgassen, zoals deze krant eerder onthulde.
Er blijft onder meer zo veel geld over omdat er een gigantische schikking werd getroffen met ING dat meewerkte aan witwasfraude. Departementen als Infrastructuur hielden geld over omdat zij grote investeringen moeilijk zouden kunnen verspreiden over meerdere jaren. Daarnaast blijkt de zorg honderden miljoenen minder te kosten dan eerder werd voorspeld en brengt de dividendbelasting 350 miljoen meer op dan met Prinsjesdag werd gedacht.
In de Najaarsnota worden financiële mee- en tegenvallers uiteengezet. Zo staat er in dat bij de post ’kleine afpakopbrengsten’, waarmee het geld dat van criminelen wordt afgepakt wordt bedoeld, een tegenvaller is van circa 50 miljoen. Rijke criminelen hadden dus minder van de overheid te vrezen dan gedacht.
Aan de EU is het kabinet iets minder (41 miljoen) kwijt dan gedacht en de bedrijven waar de staat een aandeel in heeft, brachten meer op: ongeveer 40 miljoen extra.
Het begrotingsoverschot komt uit op 0.9 procent van de totale binnenlandse productie. De staatsschuld daalt naar 52,7 procent van wat we als land in een jaar verdienen.
In vergelijking met wat de ambtenaren op Prinsjesdag dachten, komt er dit jaar 0,4 miljard meer binnen aan belastingen en premies. Maar de problemen bij de Belastingdienst zorgen ook voor lagere opbrengsten op sommige posten. De ontvangsten bij de erf- en schenkbelasting zijn 237 miljoen minder dan geraamd.
NU 29.11.2018 Het overschot op de begroting is iets groter dan minister Wopke Hoekstra van Financiën in de Miljoenennota voorspelde, staat in de Najaarsnota die donderdag naar de Tweede Kamer is gestuurd.
In de Najaarsnota geeft het kabinet de laatste stand van zaken over de inkomsten en de uitgaven.
Het begrotingsoverschot is 0,1 procentpunt groter dan op Prinsjesdag werd gemeld en komt uit op 0,9 procent. De overheidsschuld is aan het eind van het jaar gedaald naar 52,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
Dit jaar is er verder 3,7 miljard euro minder uitgegeven dan verwacht. Dat komt vooral doordat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Defensie 2,2 miljard euro niet hebben uitgegeven. Deze ministeries mogen dat geld overhevelen naar hun begroting van volgend jaar.
De rest van het overschot wordt gebruikt om de staatsschuld verder af te lossen.
Een dag eerder kwam al naar buiten dat het kabinet 0,5 miljard euro apart zet voor het terugdringen van de CO2-uitstoot op de korte termijn.
AD 14.11.2018 De economische groei in Nederland is in het derde kwartaal uitgekomen op het laagste niveau in ruim twee jaar. Het bruto binnenlands product (bbp) dikte met 0,2 procent aan ten opzichte van een kwartaal eerder, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van een eerste berekening.
Dat er nog wel sprake was van groei was onder meer te danken aan een toename van de bestedingen door consumenten. Die gaven 2 procent meer uit dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Vooral aan auto’s en elektrische apparaten werd meer geld besteed. Ook de buitenlandse handel droeg bij aan de groei.
Dat de groei is afgezwakt, komt volgens hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS vooral omdat de investeringen minder hard toenamen dan voorheen. Daarbij wijst hij op ontwikkelingen in de bouw. Waar de bouw na de crisis in rap tempo groeide, schakelt de sector nu een tandje terug.
Op jaarbasis groeide de Nederlandse economie met 2,4 procent. Naast de gestegen consumptie kwam dat onder meer door hogere investeringen in vaste activa zoals machines en bedrijfsgebouwen en door de export, al was dat wel minder het geval dan in voorgaande kwartalen.
In Europese context stond Nederland het afgelopen kwartaal in de middenmoot, waar ons land eerder een van de grootste groeiers was. Duitsland, de belangrijkste handelspartner voor Nederland, kende evenwel een kwartaal van krimp. Volgens Van Mulligen leidt die ontwikkeling bij de oosterburen nog niet tot al te grote zorgen. ,,Dat is moeilijk te zeggen op basis van één kwartaal’’. Mocht de Duitse economie ook in het volgende kwartaal krimpen, dan kan dat volgens hem wel reden tot zorg zijn.
NU 06.11.2018 De uitgaven in de publieke sector zijn sinds 1998 met jaarlijks 3 procent toegenomen. Onder deze sector vallen alle overheids- en semioverheidsorganisaties. De groei is vooral veroorzaakt door toegenomen dienstverlening in bijvoorbeeld het onderwijs en de zorg.
De uitgaven in de markt- of commerciële sector zijn met 1,3 procent op jaarbasis minder snel toegenomen, terwijl de dienstverlening evenveel groeide.
Dat meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau in het rapport Publiek voorzien, waarin een overzicht staat van de ontwikkelingen in de uitgaven van 27 publieke voorzieningen tussen 1998 en 2015.
In 1998 bedroegen de overheidsuitgaven aan publieke voorzieningen 74 miljard euro. In 2015 was dat bedrag toegenomen tot 123 miljard. Het SCP benadrukt dat het hier niet gaat om uitgekeerde bedragen in bijvoorbeeld de sociale zekerheid.
Uitgaven curatieve en langdurige zorg stegen het meest
De verschillen tussen onderdelen van de publieke sector zijn groot. Bij de zogeheten curatieve zorg (gericht op genezing en behandeling) namen de uitgaven met 32 procent toe, bij de langdurige zorg was de groei 27 procent. Dat heeft met onder meer de vergrijzing te maken. Veiligheid en justitie (9 procent), sociale zekerheid (2 procent) en de overige sectoren (7 procent) nemen een veel kleiner deel van de uitgaven voor hun rekening.
In 2015 werd 60 procent van de totale uitgaven aan publieke voorzieningen door de overheid gefinancierd. Burgers leverden 7 procent aan eigen betalingen en de resterende 33 procent viel grotendeels onder collectieve regelingen als de Zorgverzekeringswet.
Volgens het SCP zijn stijgende personeelskosten een belangrijke oorzaak van de groei van de uitgaven bij de publieke voorzieningen. Ze nemen ongeveer twee derde van de totale uitgaven in beslag.
NOS 17.10.2018 De koopkrachtcijfers die het kabinet op Prinsjesdag presenteerde voor ‘voorbeeldgezinnen’ in 2018 kloppen niet. Dat heeft minister Koolmees van Sociale Zaken bekendgemaakt.
Alleenverdieners met kinderen blijken er dit jaar op achteruit te gaan. De meeste andere werkenden, met of zonder kinderen, gaan er minder op vooruit dan was voorgespiegeld.
Ouderen met alleen AOW of AOW met een klein pensioen gaan er dit jaar juist op vooruit, in plaats van achteruit. Dat geldt ook voor sociale minima.
Koolmees zegt dat er iets is misgegaan bij het verrekenen van het eigen risico voor de zorg. GroenLinks spreekt van een “pijnlijke rekenfout”. SP-Kamerlid Leijten spreekt van een “foute polonaisepolitiek” omdat koopkrachtcijfers achteraf al vaak niet uitkomen, “zeker als er ook nog eens verkeerde cijfers gepresenteerd worden. De PVV heeft er ook geen goed woord voor over:
Léon de Jong
@leondejong
Koopkrachtcijfers voor hardwerkende Nederlanders waren al een ongekende schoffering maar het is nog erger dan gedacht. Werkenden moeten het doen met nog minder koopkracht en alleenverdiener met kinderen komt zelfs in de min! Opvallend dat @wkoolmees dit nu pas naar buiten brengt https://t.co/WV0p6q07HL
“Net als vorig jaar werd de eenverdiener een plusje beloofd, maar krijgt hij een min. Onverteerbaar”, zegt SGP-Kamerlid Stoffer.
Gisteren merkte partijleider Van der Staaij al op dat hij de belastingplannen van het kabinet voor bedrijven een stap op de goede weg vindt, maar dat de eenverdienersgezinnen nog te veel belasting betalen. Voor de SGP is dit een belangrijk onderwerp als in de Eerste Kamer het Belastingplan moet worden goedgekeurd.
Maar volgens partijleider Segers van regeringspartij ChristenUnie komt het volgend jaar goed met de gezinnen die leven van één inkomen
Gert-Jan Segers
@gertjansegers
@mennodebruyne Dat is niet fair. Koopkracht van dit jaar is het uitvloeisel van de door Rutte-2 voorbereide begroting. De voor een eenverdieners gunstige maatregelen van Rutte-3 zijn pas komend jaar merkbaar.
De minister benadrukt dat de rekenfout maar één keer is gemaakt. “Het betreft dus een eenmalige omissie die geen invloed heeft op het koopkrachtbeeld 2019”, schrijft hij aan de Tweede Kamer. Volgens de minister is met de nieuwe cijfers – een selectie staat in de tabel hieronder – de fout volledig hersteld.
Koopkrachtcijfers 2018, bron ministerie van SZW
Voorbeeldgezinnen
Fout %
Juist %
Alleenverdiener met kinderen, modaal (37.000 euro)
NOS 16.10.2018 Premier Rutte vindt dat hij geschonden uit de strijd over de afschaffing van de dividendbelasting is gekomen. Dat zei hij tijdens een laatste debat daarover met de Tweede Kamer.
“Is dat een kras? Dat is een kras. Ik heb ook gezegd: dat is mijn baan. Als mijn baan zou zijn het voorkomen van krassen, doe ik mijn werk niet. Mijn baan is zoveel mogelijk krassen verzamelen en hopelijk gaan er af en toe ook wat dingen goed.”
Gisteren maakte hij bekend dat het kabinet afziet van de maatregel om de dividendbelasting voor bedrijven af te schaffen.
Biezen pakken
Voor de oppositie in de Tweede Kamer was er niet veel meer te halen in het debat. PvdA-leider Asscher zei dat hij niet tevreden is over de antwoorden van Rutte en eiste excuses van hem. Hij vindt het onaanvaardbaar dat de premier de maatregel verdedigde door te zeggen dat Nederland een onverantwoord risico zou nemen als de afschaffing niet door zou gaan.
Rutte verontschuldigde zich niet. “Ik denk dat er ook vaak wat dingen goed gaan, maar er gaan ook dingen fout. Dat hoort bij besturen, verantwoordelijkheid nemen.”
PVV-leider Wilders diende een motie van wantrouwen in. “Hij zou het landsbelang pas dienen als hij zijn biezen zou pakken”, beet Wilders Rutte toe.
De motie werd gesteund door PvdA, FvD, SP en DENK, en haalde het niet.
NOS 16.10.2018 De regeringspartijen bestrijden de kritiek van de oppositiepartijen op nieuwe belastingverlagingen voor het bedrijfsleven. Die komen in plaats van de afschaffing van de dividendbelasting, zo werd gisteren bekend. In het Kamerdebat hierover staan de twee kampen nog steeds tegenover elkaar.
“Driekwart van de Nederlanders verdient zijn boterham in het bedrijfsleven”, zegt CDA-leider Buma. “Er zijn zesduizend mkb-bedrijven die direct of indirect afhankelijk zijn van deze grote bedrijven. Zijn die ziek, dan wordt het mkb ook ziek.”
Buma vindt dat deze belangen onderbelicht zijn gebleven in de discussie over de dividendbelasting. Maar vanwege deze belangen hebben de regeringspartijen hun besluit genomen. Hij verwijt de oppositie dat die bedrijven wil wegjagen uit Nederland, met als gevolg dat mensen hun baan verliezen.
Wij vinden het terecht dat in plaats van die lelijke meloen een frisse fruitmand voorligt, aldus SGP-leider Van der Staaij.
De SGP spreekt als enige oppositiepartij waardering uit voor het belastingpakket van het kabinet. SGP-leider Van der Staaij noemt het een stap in de goede richting. “Wij vinden het terecht dat in plaats van die lelijke meloen een frisse fruitmand voorligt”, zei hij. “Dit is niet alleen goed voor de grote, maar ook voor de kleinere bedrijven.”
De andere oppositiepartijen vinden het alternatieve plan net zo slecht als het afschaffen van de dividendbelasting. Zijn vinden dat premier Rutte in een jaar van discussie over de dividendbelasting zijn geloofwaardigheid is verloren. “Hij is zijn politieke kompas allang kwijt”, zegt PVV-leider Wilders. “Deze premier moet weg.”
Het Torentje is een pinautomaat voor de grote bedrijven geworden, aldus PvdA-leider Asscher.
SP-leider Marijnissen en PvdA-leider Asscher zijn wantrouwend over de contacten van Rutte met de top van het Nederlandse bedrijfsleven. “Wat heeft hij precies besproken met die hoge heren?” zei Marijnissen. “Het is tijd om ons niet langer te laten dicteren door multinationals.” Asscher: “Het Torentje is een pinautomaat voor de grote bedrijven geworden.”
Wat GroenLinks-leider Klaver betreft “gaat de strijd door”. Hij wil proberen de belastingplannen door te schuiven naar 2020. Dan zijn er nieuwe verkiezingen geweest voor de Eerste Kamer en hebben de regeringspartijen daar misschien geen meerderheid meer. Maar daar voelen de regeringspartijen niets voor.
NU 15.10.2018 De 1,9 miljard euro die vrijkomt nu het kabinet de dividendbelasting toch niet afschaft, gaat onder meer naar de verlaging van de winstbelasting.
Voor alle bedrijven, van klein tot groot, gaat de vennootschapsbelasting de komende jaren verder omlaag dan het kabinet eerder al had aangekondigd, schrijft staatssecretaris Menno Snel (Financiën) in een Kamerbrief.
De brief ging maandagavond naar de Kamer, nadat premier Mark Rutte eerder op de dag bekendmaakte dat het kabinet de afschaffing van de dividendbelasting definitief van tafel heeft geveegd.
Snel sprak de verwachting uit dat het vervangend pakket met maatregelen op meer draagvlak kan rekenen. Zo heeft de verlaging van de vennootschapsbelasting volgens hem een aantoonbaar positief effect op de economische groei. Bij de afschaffing van de dividendbelasting ontbrak die wetenschappelijke onderbouwing.
Winstbelasting verder omlaag
Het kabinet was al van plan de vennootschapsbelasting voor grote ondernemingen stapsgewijs te verlagen van 25 naar 22,25 procent. Het tarief voor het midden- en kleinbedrijf zou van 20 naar 16 procent verlaagd worden. In de nieuwe plannen die Snel heeft ontvouwd, komen de tarieven in 2021 uit op respectievelijk 20,5 en 15 procent.
Grote bedrijven moeten wel wat langer wachten op verlaging van de winstbelasting. De eerste stap die voor volgend jaar gepland stond, gaat niet door. In de twee jaar daarna daalt de belasting op bedrijfswinsten boven de 200.000 euro echter wel een stuk sneller dan voorzien.
Ook werkgeverslasten verder omlaag
De inperking van een gunstige belastingregeling voor buitenlandse werknemers gaat wel door, maar er komt een overgangsregeling voor expats die daar al in 2019 of 2020 door zouden worden getroffen. Om het ondernemersklimaat verder te verbeteren, wordt vanaf 2021 structureel 200 miljoen euro uitgetrokken om de werkgeverslasten op arbeid te verlagen.
Het kabinet verzacht daarnaast de pijn voor directeuren-grootaandeelhouders, die voortaan belasting moeten gaan betalen op hoge leningen die zij afsluiten bij hun eigen onderneming. Ook wordt het innovatieve bedrijven met een extra belastingkorting makkelijker gemaakt om te investeren in onderzoek en ontwikkeling.
Alle maatregelen bij elkaar zijn goed voor een bedrag van circa 1,9 miljard euro structureel vanaf 2020. Dat is ook het bedrag dat gemoeid was met de afschaffing van de dividendbelasting.
Snel wil niet zeggen of hij de nieuwe voorstellen beter te verdedigen vindt. “Dit is een ander pakket, met een andere weging.” Naar verwachting debatteert het kabinet dinsdag met de Tweede Kamer over de nieuwe voorstellen. De oppositie vindt dat het kabinet het vrijgekomen geld moet besteden aan verdere lastenverlichting voor burgers en investeringen in de publieke sector.
‘Vrijkomen geld is niet meer dan terecht’
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zijn blij dat het geld dat vrijkomt ten goede komt aan het bedrijfsleven. ”Dat is niet meer dan terecht, omdat per saldo de lasten voor ondernemers nog steeds stijgen. Terwijl zij juist ruimte nodig hebben om te investeren”, zegt voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland.
Volgens VNO-NCW is de verlaging van het hoge tarief van de winstbelasting hard nodig ”gezien de internationale concurrentieslag om bedrijven en in het licht van de brexit”. De organisatie houdt echter zorgen over het vestigingsklimaat in Nederland. ”Hoofdkantoren zijn van essentieel belang voor de totale Nederlandse economie. Nederland zal hard moeten blijven knokken om deze bedrijven aan te trekken en te behouden.”
NOS 15.10.2018 Het kabinet wil de lasten voor het bedrijfsleven verder verlagen. De plannen komen in de plaats van de omstreden afschaffing van de dividendbelasting. Die maatregel is definitief van tafel, liet premier Rutte vandaag weten.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft staatssecretaris Snel van Financiën dat de vennootschapsbelasting die grote bedrijven betalen over hun winst extra wordt verlaagd. Die zou al naar 22,25 procent gaan, maar dat wordt nu 20,5 procent in 2021. Voor het midden- en kleinbedrijf gaat het tarief ook verder omlaag, van 16 naar 15 procent in 2021.
Expatregeling
Het kabinet zet in op lagere personeelslasten voor werkgevers. Daarvoor wordt vanaf 2021 een bedrag van 200 miljoen euro gereserveerd. Ook de zogeheten expatregeling blijft langer in zijn huidige vorm bestaan. Bedrijven kunnen daarmee buitenlandse werknemers tot 30 procent van hun salaris belastingvrij uitkeren.
Aanvankelijk zou de duur van die gunstige regeling volgend jaar worden teruggebracht van acht jaar naar vijf jaar. Die versobering wordt nu twee jaar uitgesteld.
“Het kabinet wil dat Nederland voor ondernemers een aantrekkelijk vestigingsland is”, schrijft Snel in zijn brief. “Dat is voor Nederland van groot belang, omdat bedrijven – klein en groot – zorgen voor werkgelegenheid en welvaart.”
Daarnaast worden bedrijven gestimuleerd om meer aan innovatie te doen, met een hogere korting op de loonbelasting. In totaal behelst het alternatieve pakket een lastenverlichting van 1,9 miljard euro. Dat was ook het bedrag dat gemoeid was met de afschaffing van de dividendbelasting.
NOS 15.10.2018 Premier Rutte stelde dat zijn positie niet is aangetast nu het kabinet de afschaffing van de dividendbelasting heeft afgeblazen, maar volgens politiek redacteur Xander van der Wulp is het wel “zijn pijnlijkste politieke nederlaag tot nu toe”.
“Maar Rutte is flexibel, hij verdedigt al weer even vrolijk het alternatieve pakket met lastenverlichting dat er nu ligt”, zegt Van der Wulp. En dat terwijl hij de afgelopen maanden, ondanks groeiende kritiek, de afschaffing door dik en dun bleef verdedigen.
Vandaag nam de coalitie de bocht. In het wekelijkse overleg tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie werd overeenstemming bereikt: de dividendbelasting blijft, maar het geld dat nu vrijkomt gaat wel in zijn geheel naar het bedrijfsleven.
Die oppositie legt zich daar niet bij neer. De afgelopen maanden was de dividendmaatregel het favoriete wapen van de oppositie om het kabinet te raken en dat geven de partijen niet zomaar op. Ze willen dat het geld, 1,9 miljard euro, ten goede komt aan de hele samenleving, en niet alleen aan het bedrijfsleven.
Maar volgens Van der Wulp gaat dat niet gebeuren. “In het regeerakkoord is na lang onderhandelen afgesproken dat dit geld naar de bedrijven zou gaan. Als je dat gaat veranderen dreigt het hele kaartenhuis in elkaar te storten en dat wil geen enkele regeringspartij.”
Stabiliteit
Alle partijen in Rutte III kunnen leven met de nu gekozen oplossing. De afschaffing van de dividendbelasting was vooral een wens van Ruttes VVD. Met het alternatieve pakket krijgen de liberalen nu toch iets wat ze willen: lastenverlichting voor het bedrijfsleven.
De coalitiepartners zouden de 1,9 miljard euro misschien best aan andere dingen willen besteden, maar volgens Van der Wulp begrijpen ze dat ze daarmee de stabiliteit van het kabinet in gevaar zouden brengen.
AD 15.10.2018 De afschaffing van de dividendbelasting is definitief van de baan. Regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie bereikten vanmiddag een akkoord over hoe de 1,9 miljard die daardoor overblijft dan kan worden besteed.
Mijn baan is een verzameling van krassen, aldus Premier Rutte .
Het kabinet heeft de afgelopen anderhalve week nagedacht over een nieuw belastingpakket waarin de dividendtaks toch gehandhaafd blijft. Dat pakket is gericht op het groot- en kleinbedrijf en ondersteunt zowel het investerings- als het vestigingsklimaat, lichtte premier Rutte vanmiddag toe.
Het bedrag van de dividendbelasting gaat dus volledig naar het bedrijfsleven en niet naar de publieke sector. Rutte wil nog niet ingaan op de inhoud van het pakket, omdat eerst de Kamer moet worden ingelicht.
Anderhalve week geleden besloot het kabinet de omstreden dividendmaatregel te ‘heroverwegen‘. Aanleiding was het besluit van Unilever om het hoofdkantoor vanuit Londen toch niet naar Rotterdam te verhuizen. Premier Mark Rutte kondigde toen aan dat het regeerakkoord zou worden opengebroken om te kijken of er andere maatregelen te vinden waren om Nederland aantrekkelijker te maken voor bedrijven. Het besluit van Unilever was een aanleiding dat de dure afschaffing van de dividendbelasting blijkbaar niet goed genoeg werkte.
Rutte herhaalde vanmiddag dat hij de keuze van Unilever ‘teleurstellend’ vindt. ,,Ik vind en vond de maatregel verdedigbaar, maar maatschappelijk draagvlak is niet gekomen. Dat moet ik gewoon toegeven.” Rutte erkent dat de eerste testcase (Unilever) is mislukt, waardoor er een ander besluit genomen moest worden. Op de vraag of het zijn positie heeft beschadigd, reageert hij laconiek: ,,Een kras? Mijn baan is een verzameling van krassen.”
Vorige week kwamen de vier coalitiepartijen voor het eerst bij elkaar. Direct was duidelijk dat geen van de vier partijen het geld voor iets anders wilde besteden. De oppositiepartijen vonden dat de 1,9 miljard euro moest gaan naar bijvoorbeeld onderwijs en de zorg. De regeringspartijen houden zich echter aan de afspraak uit de formatie dat er met het geld iets moet worden gedaan om het vestigingsklimaat in Nederland te verbeteren. Dat is volgens hen nodig om te voorkomen dat bijvoorbeeld door de brexit bedrijven ervoor kiezen naar het Verenigd Koninkrijk te verhuizen, dat multinationals probeert te lokken met lage belastingtarieven.
,,De afschaffing van de dividendbelasting is onderdeel van een breder belastingplan. Dat heeft als doel om banen te behouden en aan te trekken. Het is belangrijk voor zowel grote als kleine bedrijven”, aldus Rutte toen. Hij voegde daar ietwat cryptisch aan toe dat de maatregel niet alleen voor Unilever was, maar dat de keuze van het bedrijf wel relevant is voor de heroverweging.
Overwinning en kritiek
GroenLinks-leider Jesse Klaver spreekt van een ‘grote overwinning’ dat de maatregel van tafel is. ,,Een jaar lang strijden en oppositie voeren werkt.” Ook Lilian Marijnissen (SP) toont zich tevreden. ,,Door sommigen werd gezegd dat het niet zou lukken, maar als je samen opstaat is alles mogelijk.”
De dividendbelasting blijkt een VVD-cadeaubon: het bedrijfsleven mag zelf uitkiezen waar ze het aan uitgeeft. Dit is precies waarom Nederland snakt naar verandering, aldus Jesse Klaver, GroenLinks .
Toch klinkt er ook veel kritiek van zowel de linkse als rechtse oppositie. De partijen zijn er niet over te spreken dat de 1,9 miljard alsnog naar het bedrijfsleven gaat. ,,De dividendbelasting blijkt een VVD-cadeaubon: het bedrijfsleven mag zelf uitkiezen waar ze het aan uitgeeft. Dit is precies waarom Nederland snakt naar verandering”, zegt Klaver. ,,Dit geld moet naar de samenleving en niet in een ander cadeaupapier alsnóg naar grote bedrijven”, meent Marijnissen.
Volgens Lodewijk Asscher (PvdA) blijft het kabinet-Rutte III een ‘pinautomaat’ voor het bedrijfsleven. ,,Dit geld moet naar de Nederlanders: politie, militairen, zorg en onderwijs!” PVV-leider Geert Wilders vindt het ‘ongelooflijk’ dat het geld alsnog naar het bedrijfsleven gaat. ,,Rutte moet opstappen. Wegwezen!”
Ook Forum voor Democratie heeft flinke kritiek. ,,We hebben als tweede Kamer maandenlang druk uitgeoefend op de premier en hij wilde niet luisteren. Nu Unilever even met de vingers knipt, is de premier door de bocht. Wie is eigenlijk de baas in dit land?”, vraagt voorman Thierry Baudet zich af. Hij vindt dat het geld niet aan buitenlandse internationals, maar aan de Nederlandse belastingbetaler moet worden gegeven.
NU 15.10.2018 De afschaffing van de dividendbelasting gaat definitief niet door, maakte premier Mark Rutte maandag bekend na het coalitieoverleg. Het kabinet en de coalitiepartijen hebben de maatregel heroverwogen en besloten de meest omstreden afspraak uit het regeerakkoord nu definitief terug te draaien.
“Feit is dat het draagvlak voor deze maatregel beperkt was”, aldus Rutte.
De premier zei dat de door dit besluit vrijgekomen 2 miljard euro zal worden geïnvesteerd in het bedrijfsleven en het verbeteren van het vestigingsklimaat. Zowel de hoge als de lage vennootschapsbelasting gaat verder omlaag dan eerder is aangekondigd in het regeerakkoord. Ook de werkgeverslasten op arbeid gaan verder omlaag. Daar trekt het kabinet jaarlijks 200 miljoen euro voor uit, staat in de Kamerbrief die het kabinet maandagavond verstuurde.
De afschaffing stond sinds begin deze maand op de tocht, toen Unilever bekendmaakte de voorgenomen verhuizing van het hoofdkantoor van Londen naar Rotterdam toch niet door te zetten. Het besluit van Unilever was volgens premier Rutte “relevant” voor het opnieuw wegen van de omstreden maatregel.
De premier heeft de omstreden maatregel altijd ferm verdedigd met het argument dat het goed zou zijn voor het vestigingsklimaat en voor werkgelegenheid zou zorgen.
Juist een bedrijf als Unilever zou volgens Rutte daarom kiezen voor Nederland als thuisbasis. Nu opereert het bedrijf ook nog vanuit het Verenigd Koninkrijk. De maatregel zou ook andere bedrijven hiernaartoe moeten trekken. Door de dividendbelasting niet af te schaffen, neem je “een onaanvaardbaar risico”, zei Rutte.
De afschaffing – die de staatskas jaarlijks 2 miljard euro zou kosten – stond in geen enkel verkiezingsprogramma, maar belandde op voorspraak van de VVD toch in het regeerakkoord. Alleen het CDA steunde de premier openlijk. D66 en CU benadrukten geen voorstander te zijn van het plan, maar zeiden zich wel aan het regeerakkoord te willen houden. De gehele oppositie was fel tegen het plan.
Argumenten om de dividendbelasting af te schaffen, misten wetenschappelijke onderbouwing, erkenden ook kabinets- en coalitieleden. VVD-leider Klaas Dijkhoff had het over “een gok”. Staatssecretaris Menno Snel van Financiën zei dat er academisch gezien geen overtuigend argument bestaat. “Dat is er gewoon niet”, aldus Snel. De oppositie verweet de premier “cadeautjes voor multinationals” uit te delen.
Desalniettemin gooide Rutte de afgelopen maanden al zijn politiek kapitaal in de strijd om ervoor te zorgen dat de afschaffing toch doorging. Dat de aandeelhouders van Unilever er toch niet voor hebben gekozen om het hoofdkantoor te verhuizen, kwam bij de minister-president dan ook hard aan.
Rutte maakte zich niet druk om de vraag of hij nu een kras op zijn reputatie heeft. “Mijn baan is het verzamelen van krassen, maar ook om de noodzakelijke dingen te doen voor Nederland”, aldus Rutte.
Oppositiepartijen in de Tweede Kamer reageerden positief op het besluit, maar zijn nog niet tevreden. Hoewel GroenLinks-leider Jesse Klaver spreekt van “een overwinning”, laat hij het er niet bij zitten. “Dit geld gaat niet naar het klimaat. Niet naar de publieke sector. Maar naar het grote bedrijfsleven”, twittert hij.
Ook de PVV, SP en PvdA vinden dat het geld “naar de burger” moet door bijvoorbeeld de verhoging van het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent terug te draaien.
Het kabinet lijkt geen gehoor te geven aan de wensen van de oppositie. Rutte benadrukte maandag dat het kabinet al 6 miljard euro extra in de publieke sector investeert. Daarnaast voert het kabinet een lastenverlichting voor burgers door. Ook is er recent een cao afgesloten voor personeel in het primair onderwijs en ligt er een onderhandelaarsakkoord voor de politie.
NOS 15.10.2018 Het kabinet ziet definitief af van het afschaffen van de dividendbelasting. Dat heeft premier Rutte gezegd na coalitieoverleg. Het geld dat daardoor vrijkomt, zo’n 1,9 miljard euro, gaat wel in zijn geheel naar het bedrijfsleven.
Het kabinet besloot vorige week tot een heroverweging van de zeer omstreden maatregel, nadat Unilever had besloten zijn hoofdkantoor niet naar Rotterdam te halen. Die heroverweging heeft opgeleverd dat het hele plan niet doorgaat.
Rutte zei dat hij de afschaffing nog steeds goed verdedigbaar vindt, maar dat het draagvlak wel erg klein was. “De maatregel heeft de eerste testcase niet overleefd”, zei hij, duidend op het besluit van Unilever. “Het geld gaan we nu toch uitgeven aan het vestigingsklimaat.”
Niet naar zorg of onderwijs
Volgens de premier is het niet mogelijk om de 1,9 miljard te besteden aan andere zaken, zoals de zorg, de veiligheid of het onderwijs. Dat wil de oppositie graag, maar Rutte wijst erop dat de begrotingsregels dat in de weg staan. Het geld was bedoeld voor het bedrijfsleven, en kan niet overgeheveld worden naar andere posten.
Een kras? Mijn baan is een verzameling van krassen, aldus Premier Rutte.
Hoe het geld precies verdeeld wordt over het bedrijfsleven, wordt later vandaag duidelijk als staatssecretaris Snel van Financiën een brief naar de Tweede Kamer stuurt. Rutte zei al wel dat alle bedrijven ervan gaan profiteren, niet alleen de grote multinationals.
Het niet doorgaan van de maatregel is een nederlaag voor de premier, die de afschaffing van de belasting voor buitenlandse investeerders te vuur en te zwaard verdedigde. Toch vindt Rutte niet dat zijn positie is beschadigd. “Een kras? Mijn baan is een verzameling van krassen.”
De oppositie in de Tweede Kamer is blij met het niet doorgaan van de maatregel, maar blijft vinden dat het vrijgekomen geld ook andere groepen in de samenleving ten goede moet komen.
GroenLinks-leider Klaver zegt dat hij ervoor zal blijven strijden dat het geld ook naar het klimaat en de publieke sector gaat.
Jesse Klaver
@jesseklaver
Dit geld gaat niet naar het klimaat. Niet naar de publieke sector. Maar naar het grote bedrijfsleven. Dividendbelasting blijkt een VVD-cadeaubon: het bedrijfsleven mag zelf uitkiezen waar ze het aan uitgeeft Dit is precies waarom Nederland snakt naar verandering.
“Rutte III blijft de pinautomaat voor het bedrijfsleven”, zegt PvdA-leider Asscher. PVV-voorman Wilders noemt het ongelooflijk dat de 1,9 miljard naar het bedrijfsleven gaat en niet naar de burger.
NOS 12.10.2018 De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben nog geen besluit genomen over nieuwe plannen om het vestigingsklimaat in Nederland te verbeteren. De partijen kwamen vanavond op het ministerie van Financiën bij elkaar om te praten over de alternatieven voor de afschaffing van de dividendbelasting.
De verwachting is dat de partijen volgende week een definitief akkoord bereiken. Maandag praten ze verder. “Ik denk niet dat het nog lang zal duren”, zei CDA-leider Buma na afloop. “We hebben goede voortgang gemaakt en mooie stappen gezet”, zei de nieuwe D66-fractievoorzitter Jetten, die voor het eerst bij een coalitieoverleg zat. “Het was een constructief gesprek.”
Premier Rutte kondigde dit vorige week vrijdag aan naar aanleiding van de bekendmaking van Unilever om de verhuizing van het hoofdkantoor van Londen naar Rotterdam te blazen.
Andere maatregelen
Het kabinet wilde met de afschaffing van de dividendbelasting zorgen dat internationale bedrijven zich in Nederland zouden gaan vestigen. De maatregel kost ruim 1,9 miljard euro. Nu het kabinet wil afzien van het omstreden plan is er geld over om andere maatregelen te nemen.
De coalitie heeft nog geen concrete voorstellen klaar, maar zeker is wel dat er geld gaat naar het bedrijfsleven en het stimuleren van het vestigingsklimaat. Het gaat niet alleen naar grote bedrijven, zegt NOS-verslaggever Ron Fresen. Er is ook de sterke wens om een deel ten goede te laten komen aan de positie van het midden en kleinbedrijf.”
NU 11.10.2018 De regeringspartijen hebben vooruitgang geboekt bij het zoeken naar alternatieven voor de afschaffing van dividendbelasting. De vraag is hoe de coalitie op een andere manier de lasten van bedrijven wil verlichten.
“We hebben goede voortgang geboekt, we hebben mooie stappen gezet en we gaan maandag weer verder”, zei de kersverse D66-fractieleider Rob Jetten na overleg donderdagavond.
Coalitiepartners beaamden dat. “We hebben nog even nodig om het af te ronden”, aldus CDA-voorman Sybrand Buma. Eind volgende week zou een en ander bezegeld moeten worden.
Minister Wopke Hoekstra (Financiën) vindt dat er “goed en constructief” is gesproken. “We gaan als Financiën nog wat huiswerk doen. We praten maandag verder en ik heb vertrouwen in een goede uitkomst.”
Er liggen meerdere opties op tafel voor het geval de dividenbelasting blijft bestaan. Sinds vrijdag zijn coalitie en kabinet de afschaffing van de dividendtaks aan het “heroverwegen“. Met die heroverweging is het plan van tafel, zeggen bronnen.
De belasting voor aandeelhouders zou aanvankelijk per 2020 worden geschrapt, dat kost de schatkist ieder jaar ongeveer 2 miljard euro. Vanwege de hoge kosten en het gebrek aan bewezen effect, is de maatregel zeer omstreden.
Discussie over waar geld naartoe moet
Er woedt momenteel een discussie over waar de 2 miljard ook besteed kan worden. Bronnen bevestigen dat het voor de hand ligt dat er geld naar bedrijven gaat in de vorm van lagere belastingen.
Op Prinsjesdag werd nog gezegd dat bedrijfswinsten van boven de 200.000 euro niet verlaagd zouden worden van 25 naar 21 procent, maar blijft steken op 22,25 procent.
Dat was nodig omdat de afschaffing van de dividendbelasting duurder was dan eerder werd ingeschat. Dat wordt nu dus waarschijnlijk weer rechtgezet.
Ook liggen er opties op tafel om de belasting voor kleine bedrijven, met een winst tot 200.000, juist verder te verlagen dan de 16 procent in 2021 die in het regeerakkoord is afgesproken.
Ook kan de versobering van de belastingkorting voor buitenlandse werknemers in Nederland, de expats, deels of helemaal worden teruggedraaid.
Oppositie wil meer geld voor leraren
Het heroverwegen is begonnen nadat Unilever bekendmaakte de voorgenomen verhuizing van het hoofdkantoor van Londen naar Rotterdam te staken. De maatregel diende volgens het kabinet juist om dit soort multinationals naar Nederland te halen of hier te houden.
Het ligt voor de hand dat VVD, CDA, D66 en ChristenUnie kijken naar maatregelen die het vestigingsklimaat ten goede komen.
Oppositiepartijen zien liever dat er meer geld naar de publieke sector gaat, zodat onder anderen leraren, agenten en zorgmedewerkers hogere lonen en een lagere werkdruk kunnen krijgen. De voorgenomen verhoging van het lage BTW-tarief, waar de meeste boodschappen onder vallen, wordt als het aan de oppositie ligt ook teruggedraaid.
Coalitie wijst op begrotingsregels
Maar de coalitie wijst achter de schermen op de begrotingsregels met een strikte scheiding tussen inkomsten en uitgaven. Als er ergens geld vrijkomt, kun je dat niet lukraak elders uitgeven.
Ook moeten de partijen zich volgens de regels houden aan het eerder opgestelde lastenkader. Dit kabinet heeft voor burgers en bedrijven 6,5 miljard aan lastenverlichting ingeboekt ten opzichte van de vorige regering. Dat bedrag mag je niet zomaar aanpassen, omdat anders de stabiliteit in het geding komt.
Maandagochtend staat het wekelijkse coalitieoverleg gepland. Het is goed mogelijk dat de partijen dan bekendmaken wat er met de dividendbelasting gaat gebeuren.
AD 04.10.2018 Minister van Financiën Wopke Hoekstra wil de komende jaren de staatsschuld veel verder omlaag brengen dan het niveau van 49,1 procent in 2019. Hij kijkt met jaloerse blikken naar Scandinavische en Baltische lidstaten waarvan een aantal net boven de 30 tot slechts 4 procent schuld heeft. ,,Er is dus nog een heleboel te winnen”, zei Hoekstra tijdens de tweede dag van de Financiële Beschouwingen.
Volgens Hoekstra moet Nederland doorgaan met het aanleggen van buffers om eventuele economische tegenwind op te kunnen vangen. Met een begrotingsoverschot van 1 procent, goed voor 8 miljard euro, is het kabinet daarmee volgens hem op de juiste weg.
Koekoeksjong
Toch staan niet alle seinen op groen. Het zogeheten structurele saldo, dat geschoond is van de stand van de economie, vertoont een tekort. Mocht dat verder oplopen, dan moet het kabinet ‘herkalibreren’, ofwel de begroting tegen het licht houden, stelt de CDA-minister. ,,Maar volgens mij zijn we daar nog niet”, zei hij erbij.
Hoekstra deelt de zorg van de Tweede Kamer over de doorgaande groei van de zorguitgaven, ondanks maatregelen die zijn genomen om die groei te beperken. ,,We zien dat de zorg in sommige opzichten binnen het nest van de rijksoverheid een koekoeksjong is, dat het vermogen heeft om de anderen eruit te duwen”, zei hij.
Beter en goedkoper
Daarnaast leggen de uitgaven aan de AOW een steeds groter beslag op de sociale zekerheid, die komend jaar met 81,8 miljard euro de grootste post is op de begroting. ,,Het kabinet kan niet alleen maar wachten maar zal ook moeten handelen”, zei Hoekstra, die het woord bezuinigingen zorgvuldig meed. Wel moet er worden nagedacht hoe het ‘beter en goedkoper’ kan, stelde hij.
Hoekstra verdedigde het besluit om 2,9 miljard euro aan niet gedane uitgaven in de staatsschuld te stoppen. ,,Het is niet zo dat ik dat geld niet wil uitgeven, maar het moet wel doelmatig. Het is niet zo dat het geld op moet”, aldus de minister.
AD 03.10.2018 Regeringspartijen in de Tweede Kamer maken de geesten rijp voor bezuinigingen op zorg en sociale zekerheid. De kosten daarvan lopen zo hard op dat andere overheidsuitgaven onbetaalbaar dreigen te worden.
De financieel woordvoerders van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie spraken tijdens de eerste dag van de Financiële Beschouwingen één voor één hun bezorgdheid uit. ,,Als we ook in de toekomst willen investeren in veiligheid, defensie, infrastructuur en onderwijs, kunnen de uitgaven aan zorg en sociale zekerheid niet onbeperkt groeien”, waarschuwde VVD-Kamerlid Aukje de Vries.
De cijfers spreken boekdelen. De uitgaven aan de zorg groeien alleen tijdens deze kabinetsperiode met 16 miljard euro, ondanks besparingen. De uitgaven aan de sociale zekerheid overstijgen komend jaar de grens van 80 miljard euro. ,,Met zo’n laag werkloosheidscijfer is dat opmerkelijk”, stelt CDA’er Evert-Jan Slootweg.
Volgens D66-Kamerlid Joost Sneller draait de ‘herverdelingsmotor’ in Nederland overuren. Dat is volgens hem op zichzelf een goede zaak, maar de rek raakt er zo langzamerhand uit. ,,Daar moeten we nu over nadenken en niet als het water ons straks aan de lippen staat”, meent hij. De economie zit momenteel in de lift en het begrotingssaldo kent een overschot doordat de belastingen binnenstromen.
Maar op langere termijn loopt de houdbaarheid van de overheidsfinanciën gevaar, waarschuwden de Raad van State en het Centraal Planbureau al op Prinsjesdag.
Wat eigenlijk niemand wil is, zodra de economie begint te haperen en het overschot verdwijnt, de botte bijl te hanteren. Zelfs de oppositie is daarom kritisch op het feit dat minister van Financiën Wopke Hoekstra de uitgaven flink laat oplopen, zonder alvast na te denken over mindere tijden.
,,Als de minister streng wil zijn, moet hij vooral kijken naar de houdbaarheid van de overheidsfinanciën”, aldus Groenlinkser Bart Snels. Van Hoekstra’s gehamer op het overschot en de dalende schuld is hij ‘minder onder de indruk’.
Donderdag dient de CDA-minister de Tweede Kamer van repliek.
AD 03.10.2018 Het kabinet laat dit jaar 2,9 miljard euro aan geplande uitgaven op de plank liggen. Ministeries slagen er niet in om dit geld dat onder meer bedoeld was voor defensie en zorg uit te geven. Minister van Financiën Hoekstra gebruikt de miljarden daarom maar om de staatsschuld extra mee af te lossen.
Dat blijkt uit antwoorden op Kamervragen die Hoekstra onlangs naar de Kamer heeft gestuurd. PvdA-Kamerlid Henk Nijboer is verbolgen over het gemak waarmee bepaalde investeringen geen doorgang vinden, terwijl de nood in de publieke sector juist zo hoog is. ,,Terwijl we militairen zonder jas naar Noorwegen sturen blijven er miljarden liggen”, stelt hij.
Nijboer vindt het besluit het begrotingsoverschot dit jaar nog verder te laten oplopen onbegrijpelijk en vraagt Hoekstra woensdag om opheldering tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen, die woensdag en donderdag plaatsvinden.
De PvdA’er verwijst naar de manifestatie dinsdagavond in Den Haag waarbij duizenden ambtenaren, onderwijzers, agenten en andere werknemers in dienst van de publieke zaak vragen om meer waardering, ook in financiële zin. ,,Er worden door dit kabinet grote beloftes gedaan die niet worden waargemaakt. Terwijl er voor de leraren niks extra’s af kan. Ik vind dat onbegrijpelijk.”
Den HaagFM 02.10.2018 Op het Lange Voorhout is dinsdagavond een grote protestactie van medewerkers uit de publieke sector. Onder anderen leraren, zorgmedewerkers, agenten, brandweerlieden en defensiepersoneel protesteren tegen de afschaffing van de dividendbelasting. Volgens scheelt die belastingmaatregel de staat twee miljard euro terwijl er op de publieke sector flink bezuinigd wordt.
“Het wordt een sober protest gevolgd door een stille tocht langs de vier verantwoordelijke ministeries”, zegt John van Mullem, campagneleider van organisator FNV. “We verwachten tussen de duizend en 2.500 deelnemers.” FNV organiseert het festival samen met actiegroep ‘Publieke Sector in Actie’. Naast de protestactie is FNV ook een petitie gestart tegen de afschaffing van de dividendbelasting.
De protestactie wordt om een ironische reden op het Lange Voorhout gehouden in plaats van, zoals gebruikelijk, op het Malieveld. “Het Malieveld wordt bezet door Shell, die houden daar binnenkort een duurzaamheidsfestival.” De protestactie van FNV en Publieke Sector in Actie begint dinsdagavond om 18.00 uur op het Lange Voorhout. Na een kort podiumprogramma begint de stille tocht langs de verantwoordelijke ministeries. De actie duurt ongeveer tot 20.30 uur. Kijk hier voor meer informatie.
AD 02.10.2018 Leraren, zorgmedewerkers, defensiepersoneel en agenten zijn boos. Vanavond demonstreerden ze in Den Haag tegen de afschaffing van de dividendbelasting. Die twee miljard euro moet gebruikt worden voor verlaging van de werkdruk, het tegengaan van het personeelstekorten en betere salarissen.
Vanaf het Lange Voorhout in Den Haag liepen meer dan drieduizend zorgmedewerkers, defensiepersoneel en agenten in een stoet langs de vier betrokken ministeries om hun onvrede te uiten. Jos Felen uit Friesland: ,,,Ik moet straks een jaar langer doorwerken terwijl multinationals dat geld krijgen.” Juffen Karin en Jessica: ,,We zijn met zoveel. We moeten ons laten horen, anders gebeurt er niets.” Rond half acht was de demonstratie voorbij.
De sectoren bundelden de krachten, omdat ze met soortgelijke problemen kampen. Na jarenlange bezuinigingen gaat het personeel gebukt onder een groeiende werkdruk. Steeds meer mensen zeggen hun baan op, omdat ze in de private sector meer kunnen verdienen voor soortgelijk werk. Daardoor neemt de werkdruk voor de achterblijvers toe.
Met de protestmars hopen de leraren, zorgmedewerkers, defensiepersoneel en agenten de regering wakker te schudden en een streep te krijgen door de afschaffing van de dividendbelasting (goed voor twee miljard euro). Ook online is de onvrede zichtbaar: op sociale media veranderen medewerkers hun profielfoto.
AD 02.10.2018 Lagere inkomens worden extra getroffen door de verhoging van de energiebelasting. De koopkrachtontwikkeling die het kabinet op Prinsjesdag presenteerde geeft een vertekend beeld. Dat blijkt uit een toelichting van het Centraal Planbureau (CPB).
De laagste inkomens waren in de koopkrachtsommen met een stijging van 1,0 procent toch al het slechtst af ten opzichte van hogere inkomensgroepen, die er volgens het CPB volgend jaar 1,6 procent in doorsnee op vooruit gaan. De praktijk blijkt echter nog weerbarstiger.
Oorzaak is de verhoging van de energiebelasting, die er bij lagere inkomens verhoudingsgewijs zwaarder inhakt. Dat komt doordat zij een groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan energie, ook al verbruiken zij gemiddeld minder gas en elektriciteit dan beter gefortuneerden.
De koopkrachtwinst voor de laagste inkomens komt hierdoor niet op 1,0 maar op 0,8 procent uit, bevestigt het CPB. Andersom geldt dat de hoogste inkomens er in doorsnee juist méér (1,8 procent) op vooruit gaan.
Dat dit verschil niet in de koopkrachttabellen op Prinsjesdag terugkwam, heeft te maken met de wijze van berekening. Het CPB telt de stijgende energiebelasting mee als onderdeel van de algemene prijsstijging (inflatie), waarbij wordt aangenomen dat iedere Nederlander daar in gelijke mate last van heeft. Maar in de praktijk is dat dus niet het geval.
Energiebelasting
Het kabinet verhoogt komend jaar het belastingtarief op aardgas met 3 cent per kubieke meter, terwijl de heffing op elektriciteit met 0,72 cent per kilowattuur omlaag gaat. Tegelijkertijd gaat de energiebelasting voor iedereen omhoog met een vast bedrag van 51 euro.
GroenLinks probeerde tijdens de Algemene Beschouwingen deze verhoging van tafel te krijgen omdat die de lage inkomens ‘onevenredig’ zou raken, maar minister-president Mark Rutte bestreed dat en sprak van een ‘keurig beeld’. De meerderheid van de Tweede Kamer stemde vervolgens tegen de motie van Klaver.
Het CPB becijferde eerder dit jaar al dat klimaatbeleid via lastenverzwaringen ervoor zorgt dat de inkomensverschillen tussen lagere en hogere inkomens toenemen. Als de al geplande verhoging van de energiebelasting de komende jaren doorzet, kost dat de 20 procent minst verdienenden 1,2 tot 2,0 procent inkomen, terwijl de rijkste twintig procent 0,4 tot 0,5 procent inlevert.
Als het huidige kabinet erin slaagt hier bovenop een klimaatakkoord te sluiten, dreigen de verschillen – mocht compensatie uitblijven – nog groter te worden.
AD 02.10.2018 De vaste lasten voor Nederlanders gaan volgend jaar flink omhoog. Huishoudens met drie personen zijn per jaar gemiddeld bijna 700 euro meer kwijt aan zaken als gas en licht, huur en verzekeringen, berekende vergelijkingssite Pricewise. Alleenstaanden moeten rekening houden met een stijging van 450 euro.
De prijsvergelijker baseert zich onder meer op aangekondigde veranderingen in de Miljoenennota rond zorgpremies en de belasting op energie. Daarnaast werd gekeken naar trends rond schadeverzekeringen en kosten voor tv en internet, waarvoor verhogingen worden verwacht.
De verwachte kostenstijging van dik tien procent komt onder meer door de hogere zorgpremies die op Prinsjesdag werden aangekondigd. Daarnaast wil het kabinet de belasting op energieverbruik door huishoudens verhogen. In combinatie met hogere tarieven voor gas en elektra kan de maandelijkse energierekening 30 euro hoger uitvallen, zo voorspelt Pricewise.
Verder zullen volgens de vergelijker ook de tarieven voor auto- en woonverzekeringen het komend jaar fors stijgen.
Gedempt
Hans de Kok, directeur van Pricewise, zegt bezorgd te zijn over de totale stijging van de vaste lasten. ,,Het gaat om substantiële bedragen van honderden euro’s per jaar. Het kabinet zegt rekening te hebben gehouden met alle prijsstijgingen in de verlaging van de inkomstenbelastingen én de koopkrachtstijging. Wij vragen ons af of deze enorme stijging van de vaste lasten wel is meegenomen en gedempt kan worden, naast de andere lastenstijging.”
Volgens het kabinet gaan bijna alle Nederlanders er door veranderingen in belastingen op vooruit. De gemiddelde stijging van de koopkracht komt uit op 1,5 procent. Ondanks de stijging van de zorgpremie, de btw-verhoging en de algemene prijsstijgingen hebben de meeste huishoudens volgend jaar gemiddeld 35 euro meer per maand te besteden, becijferde bugetvoorlichter Nibud onlangs.
Een Nibud-woordvoerster benadrukt dat in de berekeningen van Pricewise geen rekening is gehouden met bijvoorbeeld de algemene heffingskorting, arbeidskorting, verhoging van de kinderbijslag en bijstand. ,,We hebben gekeken naar meer dan alleen de uitgaven.”
RTL 02.10.2018 Je vaste lasten gaan volgend jaar flink omhoog. Gemiddeld zijn gezinnen en alleenstaanden enkele honderden euro’s meer kwijt aan verzekeringen, energie en internet en bellen. Aan de andere kant daalt de inkomstenbelasting voor de meeste mensen met een baan.
Vergelijkingssite Pricewise publiceert vandaag een doorrekening van de vaste lasten. De site verwacht dat, naast de zorgpremie en energiebelasting, ook de tarieven voor auto- en woonverzekeringen flink stijgen.
Voor de auto- en woonverzekering zijn nog geen concrete cijfers bekendgemaakt, maar directeur Hans de Kok van Pricewise verwacht dat de premies omhoog zullen gaan.
Meer schade door extreem weer
Dat komt omdat het aantal schadeclaims stijgt, auto-onderdelen duurder worden en de kosten bij letselschade de laatste jaren omhoog gaan, analyseert De Kok.
Ook hebben we de laatste jaren vaker te maken met extreem weer, met schade aan woonhuizen tot gevolg. Dat zorgt ervoor dat de premies voor inboedel-, opstal- en aansprakelijkheidsverzekeringen toenemen, verwacht Pricewise.
Volgens de site is een gezin met een kind gemiddeld bijna 700 euro duurder uit dan vorig jaar. Een alleenstaande iets meer dan 450 euro.
Volgens budgetvoorlichter Nibud gaan de meeste mensen er volgend jaar op vooruit. Gemiddeld stijgt de koopkracht met zo’n 1,5 procent. Dat komt onder meer door veranderingen in de inkomstenbelasting, waardoor de meeste werkenden een kleiner deel van hun salaris afdragen aan de fiscus.
Doorrekening Nibud
Een alleenstaande met een modaal (35.000 euro per jaar) salaris heeft volgend jaar 504 euro meer te besteden. Een werkend echtpaar (+/- 2 x modaal, huishoudinkomen 75.000 euro) met een kind 900 euro.
In de doorrekening van het Nibud zijn de veranderingen in de zorgpremie meegenomen en alle andere kosten die aan inflatie onderhevig zijn, legt een woordvoerder uit.
Pricewise is toch verbaasd over de stijging van de vaste lasten. “Dit is veel meer dan ik verwacht had. Ik dacht aan een stijging van 100 à 200 euro”, aldus De Kok.
NU 26.09.2018 De bestemming van de extra miljarden die dit kabinet uittrekt, is volgens de Algemene Rekenkamer in sommige gevallen onvoldoende onderbouwd. Daardoor is het voor de Tweede Kamer niet te controleren waar dat geld naartoe gaat en of het op de juiste wijze wordt besteed.
Dit kabinet heeft in het regeerakkoord uit 2017 afgesproken om voor komend jaar in totaal 8,8 miljard euro meer uit te geven.
Daarvan heeft inmiddels 4,1 miljard euro een bestemming gekregen in de plannen voor volgend jaar. Zo’n 3,3 miljard is al wel toegekend, maar het is nog niet duidelijk waar het bedrag precies naartoe gaat.
Dit betekent dat er een bedrag van 1,4 miljard euro overblijft dat wel in de kabinetsplannen voor 2019 is vermeld, maar nog niet is toegekend.
Dat is op te maken uit een door de Algemene Rekenkamer gepubliceerd overzicht van negentien maatregelen, goed voor ongeveer de helft van extra beschikbare geld. Dat woensdag verschenen overzicht moet het voor Kamerleden eenvoudiger maken om de extra uitgaven te volgen en te beoordelen.
“Van het toegekende geld is soms onduidelijk wat de plannen met dit extra geld zijn en hoe achteraf kan worden vastgesteld of de beoogde resultaten hiermee zijn bereikt”, concludeert de Algemene Rekenkamer. “Deze informatie ontbreekt in een aantal gevallen niet alleen in de begrotingsstukken, maar staat evenmin in brieven of beleidsnota’s aan de Kamer.”
Ministers moeten met concrete plannen komen
Binnen het kabinet is afgesproken dat een minister eerst met concrete, uitgewerkte plannen moet komen, voordat er geld naartoe gaat. Zo kan beleid vooraf beter worden onderbouwd en de effectiviteit achteraf nauwkeuriger worden beoordeeld.
Met die aanpak is duidelijk hoeveel extra geld een minister wanneer kan uitgeven. Maar de bedragen zijn lastig te traceren in de uitgewerkte begrotingsstukken, schrijft de Algemene Rekenkamer. Het parlement kan juist met het goedkeuren, aanpassen of afkeuren van de begroting invloed uitoefenen op het kabinetsbeleid.
De begroting voor komend jaar die vorige week op Prinsjesdag werd gepubliceerd, wordt de komende maanden per ministerie in de Tweede en Eerste Kamer behandeld.
RO 18.09.2018 De Nederlandse economie groeit in 2019 met 2,6% en het begrotingsoverschot loopt op naar 1% van het bruto binnenlands product (bbp). De overheidsschuld daalt volgend jaar met € 6 miljard en komt uit op 49,6% van het bbp. De werkloosheid daalt tot 3,5% in 2019 en komt daarmee op het laagste niveau sinds 2001. Dit staat in de Miljoenennota 2019, die minister Hoekstra vandaag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
Nederlanders moeten het meer in hun portemonnee gaan merken dat het goed gaat met Nederland. Daarom neemt het kabinet maatregelen om de koopkracht te versterken, met name voor lage- en middeninkomens. De koopkracht groeit in 2019 zowel dankzij de aantrekkende lonen als door de lagere lasten op arbeid. Ondanks de hogere inflatie stijgt de koopkracht volgend jaar naar verwachting met 1,5%, waarbij vrijwel alle groepen erop vooruit gaan.
Gaswinning Groningen
Het kabinet investeert in een veiliger Groningen. Zo wil het kabinet minimaal € 1 miljard investeren in het toekomstfonds Groningen. De kosten voor het terugschroeven van de gaswinningen zijn € 300 miljoen in 2019 en lopen op tot 1,5 miljard structureel in 2023.
Voor de kosten van schade en versterking is er eind 2017 minimaal € 1,4 miljard gereserveerd door de NAM en Energie Beheer Nederland (EBN), een zelfstandige onderneming met de Nederlandse Staat als enige aandeelhouder. De kosten voor schade en versterking leiden tot lagere gasinkomsten voor het Rijk.
Brexit
Om Nederland zo goed mogelijk voor te bereiden op de Brexit wordt ruim € 90 miljoen uitgetrokken voor onder meer extra capaciteit bij de Douane en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). De heroprichting van het nieuwe ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en EZK vergt voor 2019 eenmalig ruim € 60 miljoen voor extra personeel, ICT en materiële kosten. De structurele kosten zijn geraamd op 37 miljoen. Dit is eerder bij de voorjaarsnota vastgelegd.
Meevallers in onder andere de zorg, de sociale zekerheid en de lagere rente-uitgaven zorgen voor de dekking van deze extra uitgaven.
Inkomsten
Uit de nieuwste raming van de belastingmaatregelen blijkt dat er een sterkere lastenverlichting aan bedrijven zou worden gegeven dan in het regeerakkoord was beoogd, onder andere doordat het afschaffen van de dividendbelasting duurder uitvalt dan eerder gedacht. Om de lastenverlichting weer in lijn te brengen met de afspraken in het regeerakkoord, heeft het kabinet daarom aanvullende maatregelen genomen.
Het hoge vennootschapsbelasting (vpb) tarief wordt de komende jaren iets minder verlaagd dan in het regeerakkoord is afgesproken: van 25% naar 22,25%, in plaats van 21%. Het MKB wordt daarbij ontzien, doordat het lage vpb-tarief zal dalen zoals in het regeerakkoord is afgesproken. Daarnaast verlicht het kabinet de lasten op arbeid bij het MKB met structureel 100 miljoen. Het box 2-tarief wordt verlaagd ten opzichte van wat is afgesproken in het regeerakkoord. En het kabinet verlaagt de verhuurderheffing voor woningcorporaties met structureel 100 miljoen.
Ontwikkelingen lange termijn
Het kabinet ziet ook risico’s voor de economische groei. Onder meer de Brexit, een dreigend handelsconflict en (geo)politieke spanningen in andere werelddelen kunnen de economische groei plotseling laten omslaan, en ook de overheidsfinanciën verslechteren. Het is daarom noodzakelijk om in goede tijden reserves op te bouwen voor slechtere tijden.
De beheersing van de zorguitgaven blijft ook voor de toekomst een uitdaging. Het kabinet heeft daarom diverse maatregelen getroffen, zoals bijvoorbeeld de hoofdlijnakkoorden die het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft afgesloten met de zorgsector. De zorgkosten stijgen met ongeveer € 2 miljard minder hard. Dit neemt niet weg dat de zorg ook in 2019 de grootste en snelst groeiende uitgavenpost van het Rijk blijft.
RO 18.09.2018 Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven gaan omlaag en de heffingskortingen (de belastingkortingen) omhoog. Door de maatregelen die het kabinet neemt gaat 96% van de mensen er volgend jaar in koopkracht op vooruit.
Het kabinet neemt daarnaast maatregelen om belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan en die goed zijn voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Per saldo gaan vrijwel alle ondernemers en bedrijven erop vooruit tijdens deze kabinetsperiode.
Dit staat in het pakket Belastingplan 2019, dat staatssecretaris Snel van Financiën vandaag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Gemiddeld hebben huishoudens € 500 meer te besteden, waarbij werkenden het meest van de kabinetsmaatregelen profiteren. Via Prinsjesdagtool.nl kan iedereen omstreeks 16.00 uur een inschatting maken hoe de belangrijkste plannen voor hem of haar uitpakken.
Een overzicht van de belangrijkste veranderingen:
Invoering tweeschijvenstelsel
Door de geleidelijke invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief en een toptarief nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf € 20.000 per jaar. Ook wordt het hierdoor minder van belang of een inkomen in een huishouden met 1 of 2 personen wordt verdiend. Het basistarief wordt in 2021 37,05% en het toptarief 49,50%. In 2019 wordt het tarief van de huidige eerste schijf 36,65% en de tweede en derde schijf 38,10%.
Verhoging arbeidskorting
Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen voor mensen met een inkomen tussen de € 20.000 en € 60.000 per jaar.
Verhoging algemene heffingskorting
Door een verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen toe van mensen met een inkomen tot € 50.000 per jaar. In de aanloop naar Prinsjesdag heeft het kabinet de heffingskorting in 2019 met € 44 extra verhoogd om de koopkracht te verbeteren voor met name lage inkomens en uitkeringsgerechtigden. Dit komt bovenop de verhoging van € 140 uit het regeerakkoord.
Boodschappen
Het kabinet betaalt de verlaging van de lasten op arbeid gedeeltelijk door economisch minder verstorende belastingen te verhogen. Zo worden boodschappen iets duurder door een verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9%. Dit betekent in de praktijk dat boodschappen van € 100 in 2019 € 2,83 duurder worden. Maar ook met de duurdere boodschappen gaan de meeste mensen erop vooruit in 2019.
Daarnaast verlaagt het kabinet voor de hogere inkomens het tarief van een aantal aftrekposten. Dit geldt bijvoorbeeld voor de hypotheekrenteaftrek en de ondernemersaftrek.
Voor wie met de (elektrische) fiets naar het werk wil, wordt het een stuk aantrekkelijker gemaakt een fiets van de zaak te gebruiken door een versimpeling van de fiscale fietsregeling. Bij een inkomen van € 35.000 en een elektrische fiets van € 2000 kost dit een werknemer vanaf 2020 minder dan € 5 per maand.
Bedrijfsleven
Nederland wil aantrekkelijk zijn als vestigingsplaats voor bedrijven die een echte bijdrage leveren aan de economie. Het kabinet presenteert daarom een ambitieus pakket aan maatregelen voor het bedrijfsleven.
Het pakket bevat naast de verlaging van de vennootschapsbelasting en de afschaffing van de dividendbelasting ook de invoering van een bronbelasting op dividenden naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties. Zo wordt voorkomen dat Nederland wordt gebruikt voor doorstroomactiviteiten naar belastingparadijzen. Voor het MKB wordt bovendien per 2020 structureel € 100 miljoen beschikbaar gesteld.
Daarnaast verlaagt het kabinet de verhuurderheffing met structureel € 100 miljoen.
Het tarief in de vennootschapsbelasting wordt voor winsten tot € 200.000 in stappen verlaagd van 20% naar 16% in 2021. Ook voor winsten boven € 200.000 wordt het tarief verlaagd, maar wel minder groot dan in het Regeerakkoord beoogd: het tarief wordt in 2021 22,25% in plaats van 21%. Ook het tarief in box 2 wordt verhoogd, maar 1,6% minder dan voorgesteld in het regeerakkoord: namelijk naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021.
NU 14.09.2018 Met Prinsjesdag in aantocht liggen zoals gebruikelijk enkele kabinetsplannen voor volgend jaar al op straat. Niet alles is bekend, maar er is een beeld van het koopkrachtplaatje voor 2019. Een overzicht van wat we tot nu toe zeker weten.
Koopkracht
Dat de koopkrachtplaatjes er voor volgend jaar zonnig uitzien, wisten we al toen het Centraal Planbureau (CPB) in augustus de eerste berekeningen publiceerde. Vervolgens ging het kabinet aan de slag om die cijfers nog een beetje bij te stellen.
Blijven de uitkeringsgerechtigden er in koopkracht niet teveel achter vergeleken met de werkenden? Hoe zit het met de ouderen die al jaren last hebben van gelijkblijvende of zelfs dalende pensioenen?
Met die vragen gingen het kabinet aan de slag en had gehoopt het eindresultaat volgende week dinsdag te presenteren. Totdat de cijfers donderdagavond uitlekten via het AD.
Een overzicht:
Per inkomensgroep
Tot 23.690 1,1 procent (was 0,7)
23.690 tot 37.904 1,7 procent (was 1,4)
37.904 tot 55.208 1,6 procent (was 1,4)
55.208 tot 80.340 1,7 procent (was 1,5)
Vanaf 80.340 1,6 procent (was 1,5)
Met kinderen 1,6 procent (was 1,4)
Zonder kinderen 1,6 procent (was 1,3)
Kanttekening
Bij deze cijfers past een kanttekening, want het klopt alleen als er volgend jaar verder niets veranderd en dat gebeurt vrijwel nooit. Politici en economen waarschuwen hier dan ook voor.
“Zelfs in deze tijden met een goed lopende arbeidsmarkt, zijn er mensen die hun baan verliezen”, zei minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken vrijdag over de koopkrachtontwikkeling in het algemeen.
Daarmee bedoelt hij dat bijvoorbeeld ontslag een gigantisch negatieve impact op je koopkracht heeft, ook al zien die cijfers er verder mooi uit. Het tegenovergestelde, een promotie of hoge bonus, geldt natuurlijk ook.
Deze plaatjes zeggen dan ook meer iets over hoe de politiek denkt. Krijgen uitkeringsgerechtigden er bijvoorbeeld minder bij dan werkenden, zoals nu het geval, dan hoopt dit kabinet dat het daarmee werken stimuleert.
Zorgpremie
Het kabinet maakt ieder jaar een inschatting van wat de zorgverzekering per jaar gaat kosten. Voor 2019 komt die berekening uit op 1.432 euro per jaar, dat is 124 euro meer dan wat Nederlanders dit jaar kwijt zijn.
Die stijging van ruim een tientje per maand is het gevolg van hogere lonen voor zorgpersoneel, stijgende medicijnprijzen en het besluit om het eigen risico deze kabinetsperiode te bevriezen.
Zorgverzekeraars kunnen hier overigens van afwijken. Zij maken de premies voor 2019 later dit jaar bekend.
Dividendbelasting
Een maatregel die geen effect op je inkomen heeft, is de veelbesproken afschaffing van de dividendbelasting per 2020. De gederfde inkomsten werden aanvankelijk op 1,4 miljard euro per jaar geraamd, maar die komt zoals we nu weten dankzij een groeiende economie uit op 1,9 miljard euro. Met dat bedrag wordt dan ook gerekend voor de begroting voor 2019.
Hoe dat gat van een half miljard euro wordt gedicht, is min of meer ook al bekend. De voorgenomen verlaging van de winstbelasting voor bedrijven wordt iets soberder. In het regeerakkoord staat dat de belasting op winsten van 200.000 euro en hoger stapsgewijs wordt verlaagd van 25 naar 21 procent. Dat lage percentage komt nu iets hoger te liggen.
De voorgenomen belastingverlaging voor bedrijven met winsten tot 200.000 van 20 naar 16 procent blijft onaangetast. Daarmee blijft het midden- en kleinbedrijf zoals gewenst buiten schot. Het zijn immers de multinationals die het meest zouden profiteren van het schrappen van de dividendtaks.
NOS 14.09.2018 “De rijksbegroting is van ons allemaal, en is voor ons allemaal. Dat moet ook gelden voor de economische groei”. Minister Hoekstra van Financiën schrijft dat in het voorwoord van de Miljoenennota, de samenvatting van de kabinetsplannen voor Prinsjesdag die in het bezit is van RTL Nieuws.
De economie groeit volgend jaar met 2,6 procent, is de verwachting. Hoekstra schrijft dat het kabinet wil dat mensen kunnen voelen dat het beter gaat. “Daarom gaat meer dan 95 procent van de Nederlandse huishoudens er volgend jaar op vooruit.”
De brexit en de kans op handelsconflicten bedreigen de op zich sterke welvaart, meldt Hoekstra. “Het kabinet bereidt Nederland voor op zulke economische tegenwind door de overheidsfinanciën in 2019 verder op orde te brengen. Maar we zijn er nog niet.” Hoekstra waarschuwt ook voor een hoge overheidsschuld, waar nog wel wat aan moet gebeuren.
Koopkracht
Uit een ander uitgelekt Prinsjesdagstuk, de Macro-Economische Verkenningen, bleek gisteren via de NOS dat de koopkracht volgens de berekeningen volgend jaar gemiddeld met 1,5 procent stijgt.
Het AD kon daar later aan toevoegen dat huishoudens met middeninkomens en alleenverdieners er volgend jaar het meest op vooruit gaan, en mensen met lagere inkomens het minst.
Ophef
De Tweede Kamerleden kregen vanavond rond 18.00 uur een stick met de Prinsjesdagstukken uitgereikt. Dat was een paar uur later dan gepland, omdat het ministerie van Financiën er in eerste instantie de verkeerde versie op had gezet. De Kamerleden moeten de stukken tot de officiële presentatie op Prinsjesdag geheimhouden en daar ook voor tekenen.
Gisteren ontstond er ophef onder Kamerleden omdat journalisten eerder over belangrijke cijfers beschikten dan zij. De oppositie wilde onmiddellijke openbaarmaking, maar daar gingen de coalitiepartijen en het kabinet niet mee akkoord.
NU 14.09.2018 Het kabinet waarschuwt dat we te maken kunnen krijgen met tijden waarin het economisch minder goed gaat. Brexit en de kans op handelsconflicten kunnen de economische groei remmen.
Dat staat in het voorwoord van de Miljoenennota van minister Wopke Hoekstra van Financiën, bevestigen bronnen in Den Haag na berichtgeving van verschillende media vrijdag.
“De fundamenten onder onze welvaart zijn sterk, maar ze zijn geen garantie voor toekomstige voorspoed. In de mondiale economie, waarvan Nederland zo afhankelijk is, bedreigen de Brexit en de kans op handelsconflicten de economische groei”, schrijft Hoekstra.
De bewindsman vervolgt dat het kabinet Nederland voorbereidt om eventuele financiële schokken op te vangen door de overheidsfinanciën verder op orde te brengen.
Het economische plaatje voor volgend jaar ziet er rooskleurig uit, meldde het Centraal Planbureau (CPB) al in augustus. Die cijfers zijn nu geactualiseerd waardoor die er iets anders uitzien.
Zo blijkt nu uit de gelekte cijfers dat de economie in 2019 met 2,6 procent groeit, de staatsschuld voor het eerst in jaren tot onder de 50 procent van het bbp zakt en er een overschot van 1 procent van het bbp wordt verwacht. Hoekstra: “Het kabinet bereidt Nederland voor op zulke economische tegenwind door de overheidsfinanciën in 2019 verder op orde te brengen. Maar we zijn er nog niet.”
Kabinet kreeg eerder waarschuwing voor uitgavebeleid
Dat schrijft Hoekstra niet voor niets. De bewindsman brengt in herinnering dat de overheidsschuld nog aanzienlijk hoger is dan voor de crisis. Daarbij blijft het zogenoemde houdbaarheidstekort “een aandachtspunt”.
Het houdbaarheidstekort zegt iets over de houdbaarheid van de begroting op de lange termijn. Er wordt dan gekeken naar bijvoorbeeld de kosten voor de AOW en de zorg.
Vorig jaar waarschuwde de Raad van State (RvS) na de publicatie van het regeerakkoord al dat dit kabinet wel voldoet aan de Europese regels, maar eigenlijk teveel geld uitgeeft.
De RvS vroeg zich in een advies af of het kabinet wel voldoende rekening hield om mogelijke economische tegenwind op te vangen.
Dat er door de overheid meer wordt uitgegeven klopt ook. Zo trekt het kabinet de portemonnee na jaren van bezuinigen voor onder andere onderwijs, infrastructuur en defensie. De Raad van State toetst ieder jaar of de rijksbegroting aan alle regels voldoet.
‘De rijksbegroting is van ons allemaal’
Donderdag lekte de koopkrachtcijfers al uit. Daaruit bleek dat Nederlanders er volgend jaar naar verwachting gemiddeld 1,5 procent op vooruit gaan. Eerder werd de groei van de koopkracht nog geschat op 1,3 procent.
Eerder die dag maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) overigens bekend dat bijna de helft van alle Nederlanders vorig jaar hun besteedbaar inkomen zag dalen. Dat had vooral te maken met de magere loonontwikkeling, de groei kwam nauwelijks uit boven de stijging van de consumentenprijzen (inflatie).
Minister Hoekstra hoopt dat het volgend jaar een beter plaatje kan laten zien: “De rijksbegroting is van ons allemaal, en is voor ons allemaal. Dat moet ook gelden voor de economische groei. Het kabinet wil dat alle groepen volgend jaar in hun portemonnee merken dat het goed gaat met de economie.”
Telegraaf 14.09.2018 De btw-inning levert volgend jaar maar liefst 59,6 miljard op. Dat is fors meer dan de 52,8 miljard van dit jaar. Er wordt meer gekocht en het btw-tarief wordt door dit kabinet verhoogd en dat levert de schatkist dus flink wat op. Dat blijkt uit de Miljoenennota die in handen is van De Telegraaf.
Tegelijkertijd worden de inkomsten vanuit de inkomstenbelasting drastisch verlaagd. Dat komt voor uit een aanpassing van de belastingschijven.
Volgend jaar zijn er 320.000 werklozen in ons land. Dat betekent dat 3,5 procent van de beroepsbevolking zonder baan zit en dat is lager dan in jaren.
De economie groeit volgend jaar naar verwachting met 2,6 procent en meer dan 95 procent van de Nederlanders gaat er volgens de berekeningen op vooruit. Het kabinet geeft minder uit dan er binnenkomt, er is een begrotingsoverschot van 1 procent.
Aan zorg wordt 79,7 miljard uitgegeven volgend jaar en aan de sociale zekerheid 81,8 miljard. Dat is opmerkelijk want zorg was de grootste kostenpost en leek dat voorlopig ook te blijven. Nu krimpen juist de uitgaven voor de zorg.
Alle huishoudens gaan er in doorsnee 1,5 procent op vooruit. Werkenden relatief meer met 1,6 procent en uitkeringsgerechtigden (0,8) en gepensioneerden (1,4) blijven daar onder.
Gaskraan dicht kost 300 miljoen
Voor het dichtdraaien van de gaskraan wordt 300 miljoen euro uitgetrokken en voor het ondersteunen van Groningen 100 miljoen.
Minister Hoekstra (Financiën) schrijft in de nota:„De fundamenten onder onze welvaart zijn sterk, maar ze zijn geen garantie voor toekomstige voorspoed. Door zorgvuldig om te gaan met belastinggeld, gericht te investeren en de staatsschuld af te lossen verstevigt het kabinet de basis onder onze welvaart voor nu, en voor in de toekomst.”
Bij de oppositie is veel argwaan over de zonnige vooruitzichten, nu gisteren ook bleek dat de positieve voorspellingen over vorig jaar in werkelijkheid lang niet werden waargemaakt.
De stukken moeten geheim blijven tot Prinsjesdag, maar lekken altijd eerder uit.
In het regeerakkoord spraken VVD, CDA, D66 en CU vorig jaar al af dat er in 2019 veel extra geld wordt uitgegeven.
Zo zijn er honderden miljoenen extra gereserveerd voor onderwijs, dat onder meer wordt gestoken in voor- en vroegschoolse educatie en in het aanpakken van de werkdruk op basisscholen.
Ook worden er honderden miljoenen extra geïnvesteerd in bereikbaarheid, milieubeleid, defensie en het openbaar bestuur.
De grootste klapper wordt komend jaar gemaakt in de inkomstenbelasting. Door een aanpassing van de belastingschijven krijgen de meeste Nederlanders te maken met een belastingverlaging. De gelijktijdige verhoging van het laagste btw-tarief pakt volgens het Centraal Planbureau netto voordelig uit voor de koopkracht.
NU 14.09.2018 De koopkracht zal volgend jaar voor gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden door aangepast kabinetsbeleid meer stijgen dan bleek uit de laatste prognose van het Centraal Planbureau (CPB).
De gemiddelde koopkrachtstijging bedraagt 1,5 procent in plaats van de eerder geraamde 1,3 procent, bevestigen ingewijden aan NU.nl na berichtgeving van het AD.
In de Macro Economische Verkenningen (MEV), die op Prinsjesdag door het CPB wordt gepubliceerd maar donderdag al door de krant is ingezien, staat dat de koopkrachtstijging voor gepensioneerden met 1,5 procent aansluit bij het gemiddelde. Eerder kwam de koopkrachtontwikkeling voor die groep nog uit op 1,1 procent.
Voor uitkeringsgerechtigden blijft de stijging onder het landelijk gemiddelde, maar is die met 0,9 procent wel hoger dan de eerder geraamde 0,5 procent. 7 procent van deze groep levert zelfs geld in, al was dat in de eerste berekeningen nog 14 procent.
Kritiek op koopkrachtplaatje voor uitkeringsgerechtigden
Dat ruim een op de tien mensen met een uitkering in de oude situatie volgend jaar minder geld overhouden, kwam het kabinet op kritiek te staan. In eerste instantie bagatelliseerde premier Mark Rutte die kritiek. “Om nou de nadruk te leggen op die een van de tien, ik zou de nadruk leggen op die negen op de tien”, zei Rutte drie weken geleden. Nu blijkt dat hij alsnog iets aan die situatie wil veranderen.
Dit kabinet plust er ook iets bij voor gezinnen met kinderen. Aanvankelijk kon deze groep een koopkrachtstijging van 1,4 procent tegemoetzien, dat wordt nu 1,6 procent. In totaal gaat nu naar verwachting 93 procent er volgend jaar op vooruit.
In doorsnee ziet 96 procent zijn inkomen in 2019 stijgen.
Koopkracht voor helft van mensen vorig jaar gedaald
In 2017 steeg de koopkracht slechts gemiddeld met een half procent, bleek eerder op de dag uit berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Een jaar daarvoor steeg die nog met 3 procent. In de tussentijd bleef de economie groeien.
Onderling waren er grote verschillen. Zo kregen werkenden er geld bij, maar leverden gepensioneerden juist in. Dat kwam voornamelijk omdat de pensioenen niet meestegen met de economie (dat wordt indexeren genoemd), schrijft het statistiekbureau.
Opmerkelijk genoeg zag bijna de helft van alle mensen vorig jaar hun besteedbaar inkomen dalen. Dat had vooral te maken met de magere loonontwikkeling, de groei kwam nauwelijks uit boven de stijging van de consumentenprijzen (inflatie).
Telegraaf 14.09.2018 Het gaat goed met de Nederlandse economie: die groeit volgend jaar met 2,6 procent. Maar er zijn ook risico’s zoals de Brexit en de tariefmaatregelen van Trump. Opmerkelijk genoeg krimpen de zorgkosten in Nederland. Dat staat in de Miljoenennota die in handen is van De Telegraaf.
Volgend jaar zijn er 320.000 werklozen in ons land. Dat betekent dat 3,5 procent van de beroepsbevolking zonder baan zit en dat is lager dan in jaren.
De btw-inning levert volgend jaar maar liefst 59,6 miljard op. Dat is fors meer dan de 52,8 miljard van dit jaar. Er wordt meer gekocht en het btw-tarief wordt door dit kabinet verhoogd en dat levert de schatkist dus flink wat op. Tegelijkertijd worden de inkomstenbelasting wel drastisch verlaagd door een aanpassing in de belastingschijven.
Meer dan 95 procent van de Nederlanders gaat er volgens de berekeningen op vooruit. Het kabinet geeft minder uit dan er binnenkomt, er is een begrotingsoverschot van 1 procent.
Aan zorg wordt 79,7 miljard uitgegeven volgend jaar en aan de sociale zekerheid 81,8 miljard. Dat is opmerkelijk want zorg is nu nog de grootste kostenpost en leek dat voorlopig ook te blijven. Maar volgend jaar krimpen juist de uitgaven voor de zorg.
Alle huishoudens gaan er in doorsnee 1,5 procent op vooruit, blijkt uit de doorrekening van het CPB. Werkenden relatief meer met 1,6 procent en uitkeringsgerechtigden (0,8) en gepensioneerden (1,4) blijven daar onder.
Voor het dichtdraaien van de gaskraan wordt 300 miljoen euro uitgetrokken en voor het ondersteunen van Groningen 100 miljoen.
Minister Hoekstra (Financiën) schrijft in de nota:„De fundamenten onder onze welvaart zijn sterk, maar ze zijn geen garantie voor toekomstige voorspoed. Door zorgvuldig om te gaan met belastinggeld, gericht te investeren en de staatsschuld af te lossen verstevigt het kabinet de basis onder onze welvaart voor nu, en voor in de toekomst.”
Hij wijst er op dat het goed gaat met de economie maar dat er ook risico’s zijn. Zo maakt het Centraal Planbureau (CPB) zich zorgen over de Brexit, de tariefmaatregelen van de VS en de onzekerheid over het beleid van de Italiaanse regering.
Bij de oppositie is veel argwaan over de zonnige vooruitzichten, nu gisteren ook bleek dat de positieve voorspellingen over vorig jaar in werkelijkheid lang niet werden waargemaakt.
De stukken moeten geheim blijven tot Prinsjesdag, maar lekken altijd eerder uit.
In het regeerakkoord spraken VVD, CDA, D66 en CU vorig jaar al af dat er in 2019 veel extra geld wordt uitgegeven.
Zo zijn er honderden miljoenen extra gereserveerd voor onderwijs, dat onder meer wordt gestoken in voor- en vroegschoolse educatie en in het aanpakken van de werkdruk op basisscholen.
Ook worden er honderden miljoenen extra geïnvesteerd in bereikbaarheid, milieubeleid, defensie en het openbaar bestuur.
De grootste klapper wordt komend jaar gemaakt in de inkomstenbelasting. Door een aanpassing van de belastingschijven krijgen de meeste Nederlanders te maken met een belastingverlaging. De gelijktijdige verhoging van het laagste btw-tarief pakt volgens het Centraal Planbureau netto voordelig uit voor de koopkracht.
AD 14.09.2018 Het kabinet rekent op een forse economische groei volgend jaar: 2,6 procent. Dat staat in de Miljoenennota die dinsdag wordt gepresenteerd tijdens Prinsjesdag, bevestigen bronnen rond het kabinet. Dat is meer groei dan waar afgelopen zomer nog rekening mee werd gehouden.
De fundamenten onder onze welvaart zijn sterk, maar ze zijn geen garantie voor toekomstige voorspoed, aldus Minister Hoekstra.
Het optimisme is opvallend, omdat minister Wopke Hoekstra van Financiën in het voorwoord van de Miljoenennota ook waarschuwt dat de economie weleens een klap kan krijgen door de aanstaande Brexit en dreigende handelsoorlogen.
Het kabinet houdt in de plannen voor 2019 meer geld over: het begrotingsoverschot komt uit op 1,0 procent. Met dat geld wordt onder meer de staatschuld afgelost. Die daalt in percentage tot net onder de 50 procent ten opzichte van wat we met zijn allen verdienen. Dat betekent dat we ruim voldoen aan de Europese begrotingsregels. Ook is de rijksoverheid volgend jaar minder geld kwijt aan rentelasten: dat scheelt zo’n half miljard euro met dit jaar. Premier Mark Rutte vertelde vanmiddag dat het nodig is om een buffer op te bouwen nu het economisch goed gaat. ,,We moeten het dak repareren als de zon schijnt.”
De werkloosheid daalt volgend jaar verder naar 320 duizend personen.
De afgelopen dagen lekte er al het nodige uit van de Prinsjesdagstukken. De koopkrachtstijging wordt 1,5 procent. Dat komt met name door een aanpassing van het belastingstelsel. Door een verlaging van de belastingschijven betalen de meeste Nederlanders straks minder inkomstenbelasting.
Daar staat tegenover dat het lage btw-tarief stijgt van 6 naar 9 procent waardoor de boodschappen duurder worden. Ook stijgt ieders energierekening en gaat de premie voor de zorgverzekering omhoog. Desondanks houdt 96 procent van de mensen volgend jaar meer geld over dan dit jaar, belooft het kabinet.
Uitgaven
Hoewel de economie fors groeit, stijgen de uitgaven van het kabinet ook flink. Er gaat fors meer geld naar onderwijs, defensie, veiligheid en infrastructuur. In het voorwoord van de Miljoenennota waarschuwt Hoekstra dan ook dat het kabinet ‘er nog niet is’. ,,De overheidsschuld is nog aanzienlijk hoger dan voor de crisis. Ook het houdbaarheidstekort blijft een aandachtspunt voor het kabinet.’’
Voor Groningen trekt het kabinet volgend jaar 100 miljoen euro extra uit. De inkomsten van het gas lopen uiteraard terug door het dichtdraaien van de kraan. Volgend jaar gaat dat al om 100 miljoen euro, dat loopt in 2023 op tot 1,5 miljard euro.
Een compleet overzicht van alles wat we weten over de Prinsjesdagstukken vind je hier.
AD 14.09.2018 Zeven politieke jongerenorganisaties keren zich tegen de afschaffing van de dividendbelasting. Ook de jongerentakken van regeringspartijen D66 en ChristenUnie doen mee met de oproep. Ze hopen de druk op het kabinet verder op te drijven om de omstreden maatregel niet door te voeren.
Het is veel beter om Europees afspraken te maken om te voorkomen dat je Nederlands belastinggeld wordt weggegooid, aldus Dennis van Driel, Jonge Democraten (D66).
De jongerenorganisaties uiten vooral kritiek op het feit dat de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting in geen enkel verkiezingsprogramma stond en dat de kosten, die kunnen oplopen tot 1,9 miljard, beter kunnen worden besteed.
,,De regering beargumenteert dat deze maatregel het vestigingsklimaat aanzienlijk verbetert. Hiervoor kan echter geen enkele vorm van bewijs worden geleverd, en veel economen vinden deze argumentatie zwak”, schrijven de politieke jongerenorganisaties vandaag in een statement. ,,Ook binnen de gelederen van de coalitiepartijen heerst er kritiek op de maatregel. Voor ons als politieke jongerenorganisaties is het dus onbegrijpelijk dat de dividendbelasting wordt afgeschaft.”
Geld weggooien
Volgens voorzitter Dennis van Driel van de Jonge Democraten (D66) noemt afschaffing van de dividendbelasting ‘absurd’. ,,Het is veel beter om hier in Europees verband afspraken over te maken. Zo voorkom je dat Nederlands belastinggeld wordt weggegooid.”
Het statement is ondertekend door de Jonge Democraten (D66), DWARS (GroenLinks), ROOD (SP), Jonge Socialisten (PvdA), PerspectieF (ChristenUnie), Pink! (PvdD) en Oppositie (Denk). De jongerenclubs van de VVD, de JOVD, en het CDA, het CDJA, hebben niet meegetekend.
Ook de SGP-jongeren tekenen niet mee. De SGP steunt doorgaans het kabinetsbeleid. ,,Wij vonden het statement wel erg drammerig opgesteld”, stelt voorzitter Willem Pos. ,,We moeten straks het hele Belastingplan-pakket als geheel beoordelen.”
Telegraaf 14.09.2018 Premier Mark Rutte merkt dat hij went aan het haast traditionele uitlekken van de Prinsjesdagstukken. „Dat is niet goed” en daarom maakt hij zich er „iedere keer toch weer heel boos over.” De minister-president is geneigd de dader niet onder ambtenaren, maar onder politici te zoeken.
Het uitlekken van de begrotingscijfers, die vrijdag naar de Kamerleden gaan en pas Prinsjesdag openbaar worden, wekte de woede van de oppositie in de Tweede Kamer. SP’er Ronald van Raak wees naar het ambtenarenkorps en stelde dat de daders achter de tralies horen.
Rutte nam het op voor de ambtenaren en „vond dat Van Raak gisteren een beetje uit de bocht vloog. Als er gelekt wordt, zijn dat doorgaans politici.” Rutte „heeft geen aanwijzingen waar het lek zit”, maar „het schip van staat lekt meestal van de bovenkant.”
AD 14.09.2018 Minister Wopke Hoekstra (Financiën) heeft op het laatste moment het uitdelen van de miljoenennota aan de Tweede Kamer uitgesteld. Op de usb-sticks die zouden worden uitgedeeld om 15.00 uur, bleek de verkeerde versie te staan.
Hoekstra stelde de Kamer daarover vanmiddag op de hoogte via een brief. Hij biedt daarin zijn ‘welgemeende’ excuses aan. ,,Wij stellen alles in het werk om de levering vandaag aan het begin van de avond te laten plaatsvinden. Mijn welgemeende excuses.”
Iedere partij in de Kamer krijgt op de vrijdag voor Prinsjesdag een aantal usb-sticks met daarop de stukken. Het is voor het eerst dat er een fout mee wordt gemaakt.
De bewindsman probeert aan het begin van de avond alle Kamerleden alsnog te voorzien van de stukken.
De voorbereidingen voor Prinsjesdag zijn in volle gang. Ook de paarden worden klaargestoomd:
NU 14.09.2018 Het ministerie van Financiën is de mist in gegaan met het versturen van de vertrouwelijke stukken van Prinsjesdag. Op de USB-sticks die naar de fracties moesten gaan stond niet de juiste versie, liet minister Wopke Hoekstra (Financiën) vrijdag weten aan de Tweede Kamer. Inmiddels is de juiste versie overhandigd aan de Kamerleden.
Afgesproken was om de stukken om 15.00 uur bij de Kamer te hebben, maar dat was niet gelukt.
“Op de gereedgemaakte USB-sticks blijkt niet de juiste versie van de Miljoenennota te staan”, schreef Hoekstra in een brief aan de Kamer. “Wij stellen alles in het werk om de levering vandaag aan het begin van de avond te laten plaatsvinden. Mijn welgemeende excuses.”
Kamerleden krijgen de Miljoenennota van tevoren opgestuurd, maar mogen er nog niet over praten. De plannen worden pas op Prinsjesdag bekendgemaakt. Op die manier kunnen de Kamerfracties zich wel alvast voorbereiden. Kort na overhandiging aan de Kamerleden liggen de plannen ook dit jaar weer op straat.
NRC Handelsbladmeldde donderdag nog dat het kabinet een standje heeft gekregen van de Raad van State. Het kabinet legde de begrotingsstukken, waaronder ook het nieuwe belastingplan, pas laat voor aan de Raad.
De raad vreesde dat er te weinig tijd overbleef om de plannen goed door te lichten, waarna staatssecretaris Menno Snel op het matje werd geroepen. Hij moest het adviesorgaan opheldering bieden over zijn plannen met de belastingen voor volgend jaar.
Na de toelichting van de staatssecretaris heeft de Raad van State alsnog een advies kunnen uitbrengen.
Het belastingplan, met onder meer de omstreden afschaffing van de dividendbelasting, is een heet hangijzer in de regeringscoalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.
SP furieus over lekken
Hoe het belastingplan en de plannen er precies uit komen te zien wordt volgende week dinsdag officieel bekend. Donderdag lekte al wel uit dat de verwachting is dat de koopkracht iets beter zal uitvallen dan is voorspeld. Eerder op de dag werd juist bekend dat de koopkracht van de helft van de Nederlanders was afgenomen.
SP-Kamerlid Ronald van Raak was donderdag woest over het zoveelste lek. Hij verdenkt het kabinet, voorlichters en ambtenaren op ministeries ervan “doelbewust” te lekken.
Hij stoort zich al langer aan lekpraktijken. Kamerleden kunnen namelijk niet reageren, omdat zij niet de beschikking hebben over de stukken. Wanneer zij de stukken krijgen, mogen zij pas op Prinsjesdag officieel reageren.
Rutte is gewend geraakt aan lekken
Premier Mark Rutte zei vrijdag na afloop van de ministerraad dat hij inmiddels gewend is geraakt aan het lekken van de Prinsjesdagstukken, maar keurt het wel af.
De lekker moet volgens de premier niet onder ambtenaren gezocht worden, maar onder politici. Rutte “heeft geen aanwijzingen waar het lek zit”, maar “het schip van staat lekt meestal van de bovenkant”.
Telegraaf 14.09.2018 Het ministerie van Financiën heeft een blunder begaan bij het vertrouwelijk verspreiden van Miljoenennota. Er is per ongeluk een verkeerde versie op usb-sticks gezet.
Kamerleden zouden vanmiddag eigenlijk een usb-stick krijgen met daarop alvast de Miljoenennota 2019. Die wordt eigenlijk pas op Prinsjesdag gepresenteerd maar Kamerleden mogen de stukken altijd vooraf onder embargo lezen zodat ze zich goed kunnen voorbereiden.
Die voorbereidingstijd is flink ingekort. Op de usb-sticks die om 15:00 uur geleverd zouden worden aan de parlementariërs staat ’niet de juiste versie’, meldt minister Hoekstra (Financiën) met spijt aan de Kamer. Dus de juiste gegevens komen nu later. „Wij stellen alles in het werk om de levering vandaag aan het begin van de avond te laten plaatsvinden. Mijn welgemeende excuses.”
AD 14.09.2018 De eerste maatregelen die bekend moeten worden op Prinsjesdag zijn de afgelopen dagen al uitgelekt. Dit weten we al:
Groei
Het kabinet verwacht dat de Nederlandse economie volgend jaar groeit met 2,6 procent.
Werkloosheid
De werkloosheid daalt volgend jaar verder naar 320 duizend personen.
Schuld
De schuld van de overheid komt voor het eerst in jaren onder de 50 procent uit.
Knip
Het kabinet trekt de knip voor onderwijs, defensie, veiligheid en infrastructuur. In die sectoren wordt flink geïnvesteerd.
Rechtspraak
Het kabinet steekt 40 miljoen in de rechtspraak. Daar was een gat ontstaan van 40 miljoen. Het kabinet hintte er eerst op dat hier extra bezuinigd moest worden, maar nu komt er alsnog geld beschikbaar.
Groningen
Voor Groningen trekt het kabinet volgend jaar 100 miljoen euro extra uit. De inkomsten van het gas lopen uiteraard terug door het dichtdraaien van de kraan. Volgend jaar gaat dat al om 100 miljoen euro, dat loopt in 2023 op tot 1,5 miljard euro.
Brexit
Om voorbereidingen te treffen voor de Brexit, trekt het kabinet 92 miljoen euro uit. Het extra geld gaat naar de douane en de Nederlandse Voedsel – en Warenautoriteit. Hiermee moet worden gezorgd dat de toekomstige grenscontroles en voedselinspecties zo min mogelijk tijd kosten en daarmee de handel niet schaden.
Koopkracht
Het kabinet maakt op Prinsjesdag bekend dat de gemiddelde koopkrachtstijging 1,5 procent wordt. Bijna alle huishoudens (96 procent) gaan er op vooruit. Dat zijn meer Nederlanders dan de 93 procent waar het Centraal Planbureau eerder op rekende. Het kabinet heeft door wat te sleutelen aan de begroting de groep vergroot.
Middeninkomens
Uit de gedetailleerde koopkrachtcijfers blijkt dat lagere inkomens er komend jaar het minst op vooruit gaan. Middeninkomens en alleenverdieners houden het meeste over in hun portemonnee.
Werkenden Werkenden gaan er in de plannen 1,6 procent op vooruit. Uitkeringsgerechtigden komen er in de berekeningen het bekaaidst af. Zij moeten het doen met een doorsnee koopkrachtwinst van 0,9 procent. Dat is wel hoger dan de 0,5 procent waarop ze in augustus nog op leken uit te komen. Overigens krijgen niet alle uitkeringsgerechtigden er iets bij; 7 procent levert zelfs in. Ter vergelijking: van de gepensioneerden gaat 97 procent er komend jaar op vooruit, het grootste aandeel van alle groepen.
Begrotingsoverschot
De begroting vertoont komend jaar een overschot. Door de schikking van 775 miljoen euro door ING komt dat zelfs nog iets hoger uit dan het eerder geraamde overschot van 0,9 procent.
Structureel tekort
De gunstige cijfers betekenen overigens niet dat de begroting op langere termijn een even zonnige aanblik vertoont: als er nu geen periode van hoogconjunctuur zou zijn, waardoor de belastinginkomsten momenteel bovengemiddeld hoog zijn, zou de overheid volgend jaar voor het eerst in jaren zelfs geld tekort komen. Dit zogeheten structurele begrotingstekort neemt volgens het CPB komend jaar toe tot 0,4 procent, dat is vlakbij het Europese maximum van -0,5 procent.
Dividendbelasting
Het kabinet rekent er nu op dat de afschaffing van de dividendbelasting grofweg een half miljard meer gaat kosten dan de 1,4 miljard waar eerder op werd gerekend. Het kabinet dicht dat gat door de winstbelasting minder te verlagen dan aanvankelijk de bedoeling was: het tarief daalt van 25 naar 22,25 procent in plaats van naar 21 procent. Het verlaagde tarief voor winsten tot 200.000 euro gaat wel ‘gewoon’ naar beneden van 20 naar 16 procent. Het midden- en kleinbedrijf wordt op die manier ontzien.
Cybercrime
Het kabinet trekt extra geld uit voor de politie en het bestrijden van cybercrime. Volgend jaar komt er eenmalig 30 miljoen euro beschikbaar voor het aanpakken van digitale dreigingen.
Politie
De politie kan rekenen op nog eens 58 miljoen euro. Dat geld komt bovenop de ongeveer 260 miljoen die al wordt geïnvesteerd in de politie, melden Haagse bronnen.
Publieke omroep
Het staat niet in de Prinsjesdag-stukken, maar het is wel iets waar het kabinet rekening mee houdt: de publieke omroep wordt te hulp geschoten, nu het bestel kampt met tegenvallende reclame-inkomsten. Eenmalig komt er 40 miljoen euro beschikbaar. Met het geld moet de NPO zich beter kunnen voorbereiden op de toekomst.
Fietsenplan
Een fiets van de zaak moet fiscaal net zo interessant worden als een leaseauto. Het kabinet wil daarom de regels versimpelen. Een werknemer kan dan op een e-bike van 2.000 euro rijden voor een paar tientjes per jaar.
Zorgpremie
De zorgpremie gaat in 2019 omhoog met gemiddeld ruim een tientje per maand, verwacht het kabinet. Het kabinet gaat voor 2019 uit van een jaarlijkse basispremie van 1432 euro, zeggen ingewijden. Dat is 124 euro meer in vergelijking met dit jaar. Op maandbasis gaat het om 10,33 euro extra. Dit is een richtlijn voor de zorgverzekeraars, die in het najaar hun tarieven bepalen.
Telegraaf 14.09.2018 Eerst zien, dan geloven. Dat is het gevoel bij de oppositiepartijen nu er weer zonnige verwachtingen zijn uitgelekt over de koopkracht.
Volgend jaar gaat 96 procent van de Nederlanders erop vooruit. Een doorsnee Nederlander wint 1,5 procent aan koopkracht. „De liegende Hollander Rutte heeft wel meer beloofd”, reageert PVV-voorman Wilders. „Als een dief die je portemonnee met 1000 euro erin heeft gestolen en nu een tientje komt terugbrengen.”
Ook PvdA-leider Asscher is niet onder de indruk. „Het kabinet probeert snel een vlag te planten, maar het is en blijft een modderschuit. Schraalhans is keukenmeester voor onze politiemensen, leraren en mensen in de zorg.”
De koopkrachtcijfers moesten tot Prinsjesdag geheim blijven, maar zagen ineens het licht na het nieuws dat een voorspelde koopkrachtplus voor 2017 voor de helft verdampte. Half Nederland ging er toen zelfs op achteruit, meldde het CBS. In de coalitie gelooft men echter dat de lonen nu écht omhoog gaan.
BB 14.09.2018 Sinds juli zit de Nederlandse inflatie weer aardig in de lift, met een gemiddelde prijsstijging van 2,1 procent: de grootste sprong in vijf jaar. Na jaren van lage inflatie keert het tij. Maar hoe zit dat op de langere termijn?
Business Insider bekeek de gegevens van de Nederlandse consumentenprijsindex, die wordt bijgehouden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Wat blijkt? Sinds het jaar 2000 stegen prijzen in totaal met zo’n 35 procent. Per jaar komt dat neer op een gemiddelde prijsstijging van circa 1,8 procent.
Maar waar zit hem dat in? Maak je een uitsplitsing van grote stijgers en dalers, dan ziet het beeld er als volgt uit.
Bij de top 10 van grootste stijgers staat het huisdier bovenaan: dat blijkt een steeds duurdere hobby, vooral vanwege de kosten van de bijbehorende dienstverlening van de dierenarts, trainers en pensions.
Bij de producten is vooral aardgas flink duurder geworden: een verdubbeling van de prijs in zeventien jaar tijd. Vliegtickets en kaartjes voor musea en bioscopen behoren ook tot de grote klimmers.
Veel product- en dienstencategorieën zijn een stuk duurder geworden, maar er zijn uitzonderingen. Goedkoper sinds 2000 zijn vrijwel alle producten met flink wat elektronica.
Met stip de grootste dalers zijn de prijzen van pc’s, laptops en dergelijke. Ook kleding is voordeliger geworden, net als wasmachines en koelkasten.
Zo duur is Nederland vergeleken met andere Europese landen
Bij de berekening van de indexcijfers gaan onderzoeksbureaus uit van de kosten van levensonderhoud van ‘gemiddelde gezinnen’. De definities van wat er wel en niet in de berekening meegaat, hebben uiteraard invloed op de gemeten prijsontwikkeling.
Wat hoort er wel en wat niet in ‘het winkelwagentje’ en in welke verhouding, daar kun je hele discussies over voeren. Zo hanteert het Europese statistiekbureau Eurostat een geharmoniseerde prijsindex, die enigszins afwijkt van de consumentenprijsindex van het CBS.
Dat is goed om in het achterhoofd te houden, als je kijkt naar onderstaande grafiek, samengesteld door databureau Statista. Hierin is het prijsniveau in verschillende Europese landen vergeleken.
Foto: Analyse levensonderhoudskosten in Europa. Bron: Statista en Business Insider
In deze grafiek gaat het om het verschil van het prijsniveau in individuele landen ten opzichte van het Europese gemiddelde. Daarbij is gekeken hoe dat in het jaar 2000 en in het jaar 2017 zat.
Nederland bevond zich zeventien jaar geleden net iets onder het gemiddelde Europese prijsniveau. Maar anno 2017 is Nederland is ongeveer 15 procent duurder dan een land met het gemiddelde Europese prijsniveau. Wij staan op nummer tien in de top 10 van duurste Europese landen.
Bulgarije is verreweg het goedkoopste land. Het leven kost er nog niet de helft van het gemiddelde prijsniveau in Europa. Ook andere Oost-Europese landen zoals Hongarije, Polen en Roemenië zijn relatief goedkoop.
Het leven in IJsland en Zwitserland is het duurst. Consumenten betalen daar ongeveer 70 procent meer voor hun boodschappen, uitgaan en dergelijke vergeleken met het Europese gemiddelde. Ook Denemarken en Noorwegen zijn relatief duur. Hoe kouder het klimaat, hoe duurder het leven.
Het Verenigd Koninkrijk is het enige land dat fors voordeliger werd ten opzichte van andere landen in de periode tussen 2000 en 2017. Het VK is net iets duurder dan Nederland, maar het scheelt niet veel meer.
RO 18.09.2018 De Nederlandse economie groeit in 2019 met 2,6% en het begrotingsoverschot loopt op naar 1% van het bruto binnenlands product (bbp). De overheidsschuld daalt volgend jaar met € 6 miljard en komt uit op 49,6% van het bbp. De werkloosheid daalt tot 3,5% in 2019 en komt daarmee op het laagste niveau sinds 2001. Dit staat in de Miljoenennota 2019, die minister Hoekstra vandaag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
Nederlanders moeten het meer in hun portemonnee gaan merken dat het goed gaat met Nederland. Daarom neemt het kabinet maatregelen om de koopkracht te versterken, met name voor lage- en middeninkomens. De koopkracht groeit in 2019 zowel dankzij de aantrekkende lonen als door de lagere lasten op arbeid. Ondanks de hogere inflatie stijgt de koopkracht volgend jaar naar verwachting met 1,5%, waarbij vrijwel alle groepen erop vooruit gaan.
Gaswinning Groningen
Het kabinet investeert in een veiliger Groningen. Zo wil het kabinet minimaal € 1 miljard investeren in het toekomstfonds Groningen. De kosten voor het terugschroeven van de gaswinningen zijn € 300 miljoen in 2019 en lopen op tot 1,5 miljard structureel in 2023.
Voor de kosten van schade en versterking is er eind 2017 minimaal € 1,4 miljard gereserveerd door de NAM en Energie Beheer Nederland (EBN), een zelfstandige onderneming met de Nederlandse Staat als enige aandeelhouder. De kosten voor schade en versterking leiden tot lagere gasinkomsten voor het Rijk.
Brexit
Om Nederland zo goed mogelijk voor te bereiden op de Brexit wordt ruim € 90 miljoen uitgetrokken voor onder meer extra capaciteit bij de Douane en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). De heroprichting van het nieuwe ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en EZK vergt voor 2019 eenmalig ruim € 60 miljoen voor extra personeel, ICT en materiële kosten. De structurele kosten zijn geraamd op 37 miljoen. Dit is eerder bij de voorjaarsnota vastgelegd.
Meevallers in onder andere de zorg, de sociale zekerheid en de lagere rente-uitgaven zorgen voor de dekking van deze extra uitgaven.
Inkomsten
Uit de nieuwste raming van de belastingmaatregelen blijkt dat er een sterkere lastenverlichting aan bedrijven zou worden gegeven dan in het regeerakkoord was beoogd, onder andere doordat het afschaffen van de dividendbelasting duurder uitvalt dan eerder gedacht. Om de lastenverlichting weer in lijn te brengen met de afspraken in het regeerakkoord, heeft het kabinet daarom aanvullende maatregelen genomen.
Het hoge vennootschapsbelasting (vpb) tarief wordt de komende jaren iets minder verlaagd dan in het regeerakkoord is afgesproken: van 25% naar 22,25%, in plaats van 21%. Het MKB wordt daarbij ontzien, doordat het lage vpb-tarief zal dalen zoals in het regeerakkoord is afgesproken. Daarnaast verlicht het kabinet de lasten op arbeid bij het MKB met structureel 100 miljoen. Het box 2-tarief wordt verlaagd ten opzichte van wat is afgesproken in het regeerakkoord. En het kabinet verlaagt de verhuurderheffing voor woningcorporaties met structureel 100 miljoen.
Ontwikkelingen lange termijn
Het kabinet ziet ook risico’s voor de economische groei. Onder meer de Brexit, een dreigend handelsconflict en (geo)politieke spanningen in andere werelddelen kunnen de economische groei plotseling laten omslaan, en ook de overheidsfinanciën verslechteren. Het is daarom noodzakelijk om in goede tijden reserves op te bouwen voor slechtere tijden.
De beheersing van de zorguitgaven blijft ook voor de toekomst een uitdaging. Het kabinet heeft daarom diverse maatregelen getroffen, zoals bijvoorbeeld de hoofdlijnakkoorden die het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft afgesloten met de zorgsector. De zorgkosten stijgen met ongeveer € 2 miljard minder hard. Dit neemt niet weg dat de zorg ook in 2019 de grootste en snelst groeiende uitgavenpost van het Rijk blijft.
RO 18.09.2018 Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven gaan omlaag en de heffingskortingen (de belastingkortingen) omhoog. Door de maatregelen die het kabinet neemt gaat 96% van de mensen er volgend jaar in koopkracht op vooruit.
Het kabinet neemt daarnaast maatregelen om belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan en die goed zijn voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Per saldo gaan vrijwel alle ondernemers en bedrijven erop vooruit tijdens deze kabinetsperiode.
Dit staat in het pakket Belastingplan 2019, dat staatssecretaris Snel van Financiën vandaag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Gemiddeld hebben huishoudens € 500 meer te besteden, waarbij werkenden het meest van de kabinetsmaatregelen profiteren. Via Prinsjesdagtool.nl kan iedereen omstreeks 16.00 uur een inschatting maken hoe de belangrijkste plannen voor hem of haar uitpakken.
Een overzicht van de belangrijkste veranderingen:
Invoering tweeschijvenstelsel
Door de geleidelijke invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief en een toptarief nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf € 20.000 per jaar. Ook wordt het hierdoor minder van belang of een inkomen in een huishouden met 1 of 2 personen wordt verdiend. Het basistarief wordt in 2021 37,05% en het toptarief 49,50%. In 2019 wordt het tarief van de huidige eerste schijf 36,65% en de tweede en derde schijf 38,10%.
Verhoging arbeidskorting
Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen voor mensen met een inkomen tussen de € 20.000 en € 60.000 per jaar.
Verhoging algemene heffingskorting
Door een verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen toe van mensen met een inkomen tot € 50.000 per jaar. In de aanloop naar Prinsjesdag heeft het kabinet de heffingskorting in 2019 met € 44 extra verhoogd om de koopkracht te verbeteren voor met name lage inkomens en uitkeringsgerechtigden. Dit komt bovenop de verhoging van € 140 uit het regeerakkoord.
Boodschappen
Het kabinet betaalt de verlaging van de lasten op arbeid gedeeltelijk door economisch minder verstorende belastingen te verhogen. Zo worden boodschappen iets duurder door een verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9%. Dit betekent in de praktijk dat boodschappen van € 100 in 2019 € 2,83 duurder worden. Maar ook met de duurdere boodschappen gaan de meeste mensen erop vooruit in 2019.
Daarnaast verlaagt het kabinet voor de hogere inkomens het tarief van een aantal aftrekposten. Dit geldt bijvoorbeeld voor de hypotheekrenteaftrek en de ondernemersaftrek.
Voor wie met de (elektrische) fiets naar het werk wil, wordt het een stuk aantrekkelijker gemaakt een fiets van de zaak te gebruiken door een versimpeling van de fiscale fietsregeling. Bij een inkomen van € 35.000 en een elektrische fiets van € 2000 kost dit een werknemer vanaf 2020 minder dan € 5 per maand.
Bedrijfsleven
Nederland wil aantrekkelijk zijn als vestigingsplaats voor bedrijven die een echte bijdrage leveren aan de economie. Het kabinet presenteert daarom een ambitieus pakket aan maatregelen voor het bedrijfsleven.
Het pakket bevat naast de verlaging van de vennootschapsbelasting en de afschaffing van de dividendbelasting ook de invoering van een bronbelasting op dividenden naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties. Zo wordt voorkomen dat Nederland wordt gebruikt voor doorstroomactiviteiten naar belastingparadijzen. Voor het MKB wordt bovendien per 2020 structureel € 100 miljoen beschikbaar gesteld.
Daarnaast verlaagt het kabinet de verhuurderheffing met structureel € 100 miljoen.
Het tarief in de vennootschapsbelasting wordt voor winsten tot € 200.000 in stappen verlaagd van 20% naar 16% in 2021. Ook voor winsten boven € 200.000 wordt het tarief verlaagd, maar wel minder groot dan in het Regeerakkoord beoogd: het tarief wordt in 2021 22,25% in plaats van 21%. Ook het tarief in box 2 wordt verhoogd, maar 1,6% minder dan voorgesteld in het regeerakkoord: namelijk naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021.
Het kabinet maakt tijdens Prinsjesdag (18 september) de begroting voor volgend jaar bekend. De besprekingen over de plannen zijn vorige week begonnen in het Catshuis in Den Haag.
Na acht wekenzomerreces begon de Tweede Kamer deze week aan het nieuwe politieke seizoen. Dit zijn de belangrijkstedossiers voor Rutte III.
Begroting voor 2019
Minister Wopke Hoekstra (CDA) van Financiën presenteert over twee weken de eerste begroting van Rutte III. Naar verluidt gaan alle inkomensgroepen erop vooruit, vooral door de inkomstenbelasting die omlaaggaat. Daarnaast gaat er extra geld naar Defensie, Onderwijs en Zorg.
De laatste kostenpost blijft veruit de grootste: De Telegraaf meldde maandag dat er deze kabinetsperiode zelfs meer geld extra naartoe gaat – dus bovenop wat er al wordt uitgegeven – dan naar de hele begroting van het ministerie van Defensie.
Premier Mark Rutte zei vorige week dat iedereen in de portemonnee moet gaan voelen dat het beter gaat met Nederland. Hij verwees daarbij naar recente ramingen van het Centraal Planbureau, waaruit blijkt dat de meeste mensen er volgend jaar op vooruit gaan. Gemiddeld gaan alle huishoudens er volgend jaar met 1,3 procent op vooruit. Maar voor bepaalde groepen – gepensioneerden (stijging 1,1 procent) en vooral uitkeringsgerechtigden (0,5 procent) – is dat percentage lager. 7 procent van alle huishoudens gaat er zelfs op achteruit, terwijl de economie opnieuw groeit.
,,We zijn aan het kijken hoe we die cijfers nog wat verder kunnen verbeteren”, zei Rutte. ,,We proberen het beleid op basis van deze ramingen zo vorm te geven dat het zo gunstig mogelijk uitpakt.”
AD 14.09.2018
Startpunt
“Het startpunt is niet slecht”, zei Rutte dinsdag in de tuin van het Catshuis tegen NU.nl. De premier is samen met zijn kabinetsploeg bijeengekomen om over de begroting van volgend jaar te praten.
Rutte verwees naar de recente ramingen van het Centraal Planbureau, waaruit blijkt dat de meeste mensen er volgend jaar op vooruit gaan. Gemiddeld gaan alle huishoudens er volgend jaar met 1,3 procent op vooruit. Maar voor bepaalde groepen – gepensioneerden (stijging 1,1 procent) en vooral uitkeringsgerechtigden (0,5 procent) – is dat percentage lager. 7 procent van alle huishoudens gaat er zelfs op achteruit, terwijl de economie opnieuw groeit.
De verontwaardiging over afschaffing – die ruim een half miljard duurder uitvalt dan gedacht – is begrijpelijk, maar dat verandert de noodzaak niet, houden premier Mark Rutte (VVD) en de coalitiepartijen vol. Op Prinsjesdag (dinsdag 18 september) presenteert de regering een nadere verantwoording van het plan.
Telegraaf 04.09.2018
Telegraaf 04.09.2018
Telegraaf 03.08.2018
Nieuwe voorman MKB-Nederland trekt meteen van leer tegen afschaffing dividendtaks
Maandag 03.09.2018 koos belangenclub MKB-Nederland ondernemer Jacco Vonhof tot nieuwe voorzitter. Die gaf tegen De Telegraaf onmiddellijk aan dat middelgrote en kleine bedrijven niets op hebben met de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting door het kabinet-Rutte 3. Dit terwijl zusterorganisatie VNO-NCW, die opkomt voor de belangen van het grootbedrijf, juist vóór is.
Vonhof pleit ervoor om de dividendbelasting niet af te schaffen, maar in plaats daarvan de loonkosten voor bedrijven en werknemers fors te verlagen. Daar profiteren zowel ondernemers als werkenden van, via lagere loonkosten en een hoger nettoloon.
Publieke sector
Jesse Klaver GL legt aan de vooravond van Prinsjesdag een harde eis neer bij het kabinet: investeer volgend jaar 2 miljard om de crisis in de publieke sector te bestrijden. Volgens hem is het geld nodig om ‘de crisis in de publieke sector’ op te lossen, die is ontstaan na jaren van bezuinigingen. Dat zei Klaver zondagmiddag in de Afas Live in Amsterdam.
Klaver zet met deze eis de politieke verhoudingen met het kabinet op scherp. Deze 2 miljard wordt het politieke strijdpunt in aanloop naar Prinsjesdag, de Eerste Kamerverkiezingen en het vaststellen van de voorjaarsnota, voorspelt Klaver.
Kabinet wil hogere rente voor studieschuld om €226 miljoen op te halen
Het plan stond al in het Regeerakkoord en moet het rijk 226 miljoen euro opleveren en is bedoeld om het leenstelsel betaalbaar te houden.. Studentenvakbond LSVb noemt het ‘onacceptabel en rekent voor dat bij een gemiddelde studieschuld van 21.000 euro, het maandbedrag aan aflossing en rente stijgt van 70 naar 82 euro.
De zorgpremie wordt volgend jaar gemiddeld ruim een tientje per maand duurder. Die schatting van het kabinet wordt met Prinsjesdag bekendgemaakt, melden Haagse bronnen tegen persbureau ANP. Mensen met een kleine beurs gaan er niet op achteruit, omdat de zorgtoeslag ook stijgt. Het eigen risico blijft 385 euro.
Btw-verhoging
Alle plannen en lastenverlagingen moeten natuurlijk ergens van worden betaald en dat komt deels uit de verhoging van de btw. Het lage btw-tarief wordt 1 januari 2019 verhoogd van 6 naar 9 procent en dat gaat Nederlandse huishoudens volgend jaar gemiddeld zo’n 300 euro kosten, berekenden economen van ING vorige maand. Kortom: dat gaat de consument merken als hij in de supermarkt de aardappelen in het mandje legt. Of bijvoorbeeld een boek of theaterkaartjes koopt.
Aan minister Hoekstra de lastige taak deze plannen door de Tweede Kamer te loodsen.
Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (VVD) moet voor het eind van het jaar met concrete maatregelen komen om de gestelde klimaatdoelen te halen. Hiervoor moet hij de resultaten van de vijf ‘klimaattafels’ beoordelen en bespreken met de Kamer, inclusief een doorrekening door het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau (effecten op lastenverdeling).
De voorstellen gaan ongetwijfeld grote invloed hebben op de portemonnee en het leven van alle Nederlanders. Zo moeten huishoudens van het aardgas af en gaat de belasting op vliegen omhoog.
Wetsvoorstellen die nog in de pijplijn zitten:
Het Belastingplan 2019: een pakket fiscale maatregelen met grote gevolgen. Het lage btw-tarief gaat van 6 naar 9 procent. Er komt een ‘sociale vlaktaks’ met twee tarieven inkomstenbelasting: 36 procent voor het inkomen tot zo’n 70.000 euro en 49 procent daarboven. De algemene heffingskorting en de arbeidskorting stijgen; vooral lagere en middeninkomens profiteren daarvan. Ook daalt de winstbelasting voor bedrijven. Het plan bevat ook het schrappen van de dividendbelasting, al bestaat de kans dat het kabinet dit omstreden voorstel schielijk intrekt.
Van de nieuwe Inburgeringswet zijn de contouren bekend, maar de tekst moet nog komen.
Wet op een minimumprijs voor CO2 bij energieopwekking. Vanwege het milieu en het klimaat moeten de kosten van stroomproductie omhoog. Voor de consument gaat de belasting op gas fors omhoog en die op stroom juist omlaag.
Verbod op het gebruik van steenkool voor energieopwekking. Hierbij geldt een overgangstermijn voor de energiecentrales.
Belasting op vliegtickets. Per jaar wil de fiscus 200 miljoen euro binnenhalen.
Oprichting van een Instituut Mijnbouwschade Groningen, dat objectief moet vaststellen welk bedrag aan vergoeding de bewoners van het bevingsgebied krijgen.
Uitbreiding slachtofferrechten in het strafproces, opdat het voor slachtoffers van verkeersongelukken en misdrijven minder lastig wordt schade te claimen bij verzekeraars en daders.
Verhoging van de kinderbijslag.
Premiedifferentiatie vast-flex. De werkloosheidspremie werd altijd per bedrijfstak vastgesteld. Straks geldt een premie voor alle sectoren, maar wordt verschil gemaakt tussen vaste en flexibele medewerkers.
Afschaffing dividendbelasting gaat door, maar bedrijven betalen ervoor
De coalitie bereikte een akkoord over de begroting van 2019 en de financiering van de afschaffing van de dividendbelasting. Die omstreden maatregel kost ruim een half miljard euro meer dan gepland. Nederlandse banken en energie-intensieve bedrijven draaien waarschijnlijk grotendeels op voor de opgelopen kosten voor de afschaffing ervan.
Mark Rutte houdt z’n poot stijf: in het begrotingsakkoord voor 2019 blijft de omstreden afschaffing van de dividendbelasting overeind, zo meldt onder meer de NOS. Maar de geschatte extra kosten van ongeveer een half miljard euro per jaar worden naar verluidt door het bedrijfsleven zelf opgehoest. Dit gebeurt onder meer door de vennootschapsbelasting minder te verlagen dan eerder gepland. Het tarief zou nu zakken naar 22 procent in plaats van 21 procent.
Rutte krijgt indirect steuntje in de rug van Unilever-baas Paul Polman
Unilever is belangrijk voor de Nederlandse economie, zei topman Polman donderdag in Wageningen. Het bedrijf pompt jaarlijks zo’n 1 miljard euro in de economie, en daar profiteren ook heel veel kleinere bedrijven van. Polman noemde de afschaffing van de dividendbelasting ook een goede zaak, omdat multinationals bij hun vestigingsbeleid volgens hem wel degelijk kijken naar dit soort fiscale randvoorwaarden.
De coalitie besprak vanaf maandag 20.08.2018 de begroting voor komend jaar, met de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting als een van de meest opvallende maatregelen. Volgens regeringspartijen VVD, CDA en D66 gaan burgers, van wie het merendeel tegen het schrappen van de taks is, niet opdraaien voor de kosten. De rekening zou bij aandeelhouders van bedrijven moeten komen te liggen.
AD 22.08.2018
Nadat de afgelopen week bleek dat het afschaffen van de dividendbelasting – die in geen enkel verkiezingsprogramma was opgenomen – aanzienlijk meer kost dan in eerste instantie werd verwacht, reageerden linkse oppositiepartijen als SP en GroenLinks verontwaardigd. Toen het kabinet in oktober aantrad, werd verwacht dat de overheid ongeveer 1,4 miljard euro zou mislopen door de maatregel. Maar vanwege de economische groei en toegenomen winsten door bedrijven, zouden de kosten uitkomen op 2 miljard of nog meer. Dat meldde het AD donderdag op basis van bronnen in Den Haag.
Telegraaf 20.08.2018
‘Kabinet: niet burgers, maar aandeelhouders bedrijven krijgen rekening’
Maandag meldt De Telegraaf dat het kabinet de rekening van de belastingverlaging voor buitenlandse aandeelhouders van grote bedrijven als Unilever en Shell niet bij de burger wil neerleggen. De aandeelhouders zelf moeten betalen, zeggen anonieme bewindspersonen tegen de ochtendkrant.
AD 22.08.2018
De VVD, pleitbezorger van het schrappen van de dividendbelasting, erkent dat het aankondigen van de maatregel ‘dramatisch’ is geweest. Zo kwamen premier Mark Rutte en minister van Economische Zaken Eric Wiebes (beiden VVD) in april onder vuur te liggen toen ze in een ellenlang debat het bestaan van memo’s over de afschaffing – de premier ontkende eerder nog dat die er waren – moesten verdedigen. Ondanks een motie van afkeuring overleefde het kabinet het debat.
Telegraaf 20.08.2018
Rutte ontweek vrijdag al vragen over dividendbelasting
Maar toch blijft het kabinet, en dan vooral de VVD en D66-minister Menno Snel (Financiën), achter het voornemen staan omdat het goed zou zijn voor het vestigingsklimaat van grote bedrijven. Als er geen dividendbelasting is voor buitenlandse aandeelhouders, zouden bedrijven sneller naar Nederland komen. Vrijdag, tijdens Rutte’s eerste persconferentie sinds het zomerreces, wilde de premier niet antwoorden op vragen over de toegenomen kosten van de afschaffing: ‘Ik vind het netjes dat we op Prinsjesdag (dinsdag 18 september 2018, red.) met het hele beeld komen.’
Telegraaf 23.08.2018
Peiling
Hoewel afgelopen weekeinde uit een peiling van Maurice de Hond bleek dat maar 16 procent van de Nederlanders de afschaffing steunt, denkt de VVD niet dat er veel ophef over het besluit zal ontstaan. ‘Volgend jaar heeft niemand het er meer over,’ citeert De Telegraaf een (opnieuw anonieme) minister van de partij. Die zou bovendien teleurgesteld zijn dat er in media ‘een Oranjegevoel’ zou ontbreken, terwijl de maatregel de internationale concurrentiepositie van Nederland juist ten goede zou komen.
Nog maar 16% voor afschaffing dividendbelasting. VVD kiezers gedaald van 58% in november jl naar 35% nu. CDA en D66 lijden de grootste electorale schade over dit onderwerp. http://bit.ly/2N0J6yK 09:45 – 19 aug. 2018
Dijkhoff: kritiek op afschaffing bedoeld om Rutte te beschadigen
Ruim een maand geleden, in een interview in het zomernummer van Elsevier Weekblad, zei VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff dat kritiek op het afschaffen van de taks louter is bedoeld om premier Rutte te beschadigen. ‘Stampij. Stampij. Actie Beschadiging Lijsttrekker VVD.’
Telegraaf 21.08.2018
Koopkracht
In 2019 moet iedereen daadwerkelijk in de portemonnee voelen dat het beter gaat met Nederland. Dat zei premier Mark Rutte na afloop van het kabinetsoverleg in het Catshuis in Den Haag. Daar wordt de komende dagen de begroting voor volgend jaar besproken.
Al met al doet onze economie het duidelijk beter dan het gemiddelde van de landen van de eurozone. Volgens een nieuwe schatting van Europees statistiekbureau Eurostatging de economie van het eurogebied met 0,4 procent vooruit op kwartaalbasis, net als in het eerste kwartaal.
CPBraming: de Nederlandse economie ontwikkelt zich gunstig, dit jaar een groei van 2,8% en volgend jaar 2,5%. Verhoging lage BTW tarief duwt inflatie in 2019 omhoog naar 2,4%. Meer informatie: http://bit.ly/2MPOjJo 7:01 AM – Aug 16, 2018
cMEV raming: de economie groeit in 2018 en 2019 door in een bovengemiddeld tempo. De werkloosheid daalt in 2019 verder naar een historisch laag niveau van 3,5%, de overheidsschuld daalt naar 49%. Meer informatie: http://bit.ly/2MtFS9U 7:02 AM – Aug 16, 2018
CPB koopkrachtraming: bijna alle huishoudens kennen in 2019 een positieve koopkrachtontwikkeling, met uitschieters tot boven de 4%. De presentatie van de koopkrachtontwikkeling is gewijzigd; de spreiding van koopkrachteffecten krijgt meer aandacht http://bit.ly/2MNknxG 7:03 AM – Aug 16, 2018
Premier Mark Rutte lijkt vrede te hebben met de koopkrachtplaatjeszoals die er nu liggen. Wel kijkt hij nog naar “finetuning” van de cijfers, maar concrete stappen worden pas op Prinsjesdagbekendgemaakt.
Reactie economen
De koopkracht van werkende Nederlanders valt mogelijk minder hoog uit dan het kabinet verwacht. Daarvoor waarschuwen Economen van de Rabobank in een vandaag verschenen rapport. Als er niet wordt ingegrepen, hoeven Nederlanders ‘niet op fraaie koopkrachtplaatjes te rekenen’ bij Prinsjesdag.
Een domper voor werkend Nederland, maar ook voor kabinet Rutte-III, aldus Economen Rabobank.
De Nederlandse economie groeide het afgelopen jaar met 2,9 procent, maar de lonen slechts met 1,4 procent. Daarmee weten de cao-lonen maar net boven de inflatie van 1,3 procent te blijven. Dat is opmerkelijk, aangezien er meer werk is en de werkloosheid daalt. Problemen met het vinden van personeel zou de salarissen juist een flinke zet omhoog moeten geven.
‘Een domper voor werkend Nederland, maar ook voor kabinet Rutte-III: zonder loongroei is het nog maar de vraag hoe gunstig de koopkrachtplaatjes zullen zijn die het ‘de gewone, normale Nederlander’ met Prinsjesdag voorschotelt’, aldus het economisch bureau van de bank in het rapport, dat zich naar eigen zeggen daarom genoodzaakt voelt de discussie over de loonstijging aan te gaan.
AD 28.08.2018
Meer doen
Werkende Nederlanders komende jaren laten meedelen in de economische groei vergt een stap verder van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, aldus Economen Rabobank.
Het kabinet zou dan ook maatregelen moeten treffen om de nettolonen te laten stijgen, stellen de economen. Een verlaging van de belasting op arbeid zou daarbij voor de hand liggen, omdat het daarmee voor werkgevers goedkoper wordt om loonsverhogingen door te voeren. Werknemers houden daarnaast per extra euro meer over.
‘Opvallend genoeg heeft het kabinet juist die route grotendeels voor zichzelf versperd’, schrijven de economen, die onafhankelijk van de bankbelangen opereren. Van de lastenverlichting van zes miljard euro door de vereenvoudiging van het belastingstelsel, blijft volgens de Rabobank na 2021 structureel slechts 600 miljoen euro over. ‘Werkende Nederlanders komende jaren laten meedelen in de economische groei vergt dus een stap verder van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.’
Die stap verder kan bestaan uit het inzetten op vaste banen, menen de economen. Werknemers met een vast contract hebben een sterkere onderhandelingspositie. Ze kunnen daardoor makkelijker loonsverhogingen afdwingen. Nu kiezen ondernemers nog vaak voor zzp’ers, omdat die bij een gelijk nettosalaris vaak goedkoper zijn.
Verbeteren
Het kabinet maakt tijdens Prinsjesdag (18 september) de begroting voor volgend jaar bekend. De besprekingen over de plannen zijn vorige week begonnen in het Catshuis in Den Haag.
Premier Mark Rutte zei vorige week dat iedereen in de portemonnee moet gaan voelen dat het beter gaat met Nederland. Hij verwees daarbij naar recente ramingen van het Centraal Planbureau, waaruit blijkt dat de meeste mensen er volgend jaar op vooruit gaan. Gemiddeld gaan alle huishoudens er volgend jaar met 1,3 procent op vooruit. Maar voor bepaalde groepen – gepensioneerden (stijging 1,1 procent) en vooral uitkeringsgerechtigden (0,5 procent) – is dat percentage lager. 7 procent van alle huishoudens gaat er zelfs op achteruit, terwijl de economie opnieuw groeit.
,,We zijn aan het kijken hoe we die cijfers nog wat verder kunnen verbeteren”, zei Rutte. ,,We proberen het beleid op basis van deze ramingen zo vorm te geven dat het zo gunstig mogelijk uitpakt.”
Startpunt
“Het startpunt is niet slecht”, zei Rutte dinsdag in de tuin van het Catshuis tegen NU.nl. De premier is samen met zijn kabinetsploeg bijeengekomen om over de begroting van volgend jaar te praten.
Rutte verwees naar de recente ramingen van het Centraal Planbureau, waaruit blijkt dat de meeste mensen er volgend jaar op vooruit gaan. Gemiddeld gaan alle huishoudens er volgend jaar met 1,3 procent op vooruit. Maar voor bepaalde groepen – gepensioneerden (stijging 1,1 procent) en vooral uitkeringsgerechtigden (0,5 procent) – is dat percentage lager. 7 procent van alle huishoudens gaat er zelfs op achteruit, terwijl de economie opnieuw groeit.
,,We zijn aan het kijken hoe we die cijfers nog wat verder kunnen verbeteren”, zei Rutte. ,,We proberen het beleid op basis van deze ramingen zo vorm te geven dat het zo gunstig mogelijk uitpakt.”
Het kabinet zet voor 2019 in op onder meer lastenverlichting en extra investeringen in Defensie, de ouderenzorg en infrastructuur. ,,Er ligt de komende periode ook een belangrijke taak op het terrein van de energietransitie – het terugdringen van de opwarming van de aarde”, aldus Rutte.
AD 22.08.2018
Het overleg vandaag was informeel van aard. Vanaf morgen behandelen de bewindslieden de begroting voor volgend jaar. Die moet tijdens Prinsjesdag, de derde dinsdag van september, worden gepresenteerd.
Ondertussen maken de banken zich ook zorgen: ze vrezen te moeten opdraaien voor het kabinetsbesluit over de dividendbelasting, schrijft hetFinancieele Dagblad (FD) maandag. Dit omdat banken vanaf 2019 belasting moeten betalen over zogeheten converteerbare obligaties, die tot nu toe aftrekbaar was. Dit kost ze jaarlijks 150 miljoen euro, waarvoor de banken vermoedelijk geen compensatie krijgen.
AD 01.09.2018
Oppositie was woedend over ‘geheime’ deal Belastingdienst en Shell
Eind juni was de oppositie ook al verontwaardigd over een oude deal tussen de Belastingdienst en Shell, dat via een speciale constructie via het Britse kanaaleiland Jersey de dividendbelasting voor zijn aandeelhouders had ontweken. Door de afspraak met het olie- en gasbedrijf zou de Nederlandse staat miljarden euro’s aan belasting hebben misgelopen, onthulde Trouw.
Later die week zei Rutte dat hij, in tegenstelling tot wat hij eerder die week had beweerd, toch op de hoogte was van de deal. Onder anderen partijleiders Lodewijk Asscher (PvdA) en Lilian Marijnissen (SP) hekelden de premier. Laatstgenoemde sprak van een ‘stinkende deal’ en een ‘gênante vertoning’.
Telegraaf 08.09.2018
Telegraaf 08.09.2018
Telegraaf 08.09.2018
Bedrijfsleven is verdeeld over afschaffen dividendtaks
Mark Rutte heeft een probleem: hij krijgt nauwelijks steun uit het Nederlandse bedrijfsleven voor de afschaffing van de dividendbelasting. Uit een rondgang van het FD blijkt dat chipmachinemaker ASML, mediabedrijf Wolters Kluwer en tankopslagbedrijf Vopak geen rekening houden met de maatregel bij hun plannen. Philips staat er neutraal in.
Shell, Unilever en AkzoNobel steunen de maatregel, maar dat is volgens de krant logisch: zij hebben jarenlang gelobbyd voor de afschaffing.
Telegraaf 29.08.2018
Bezuinigingen NPO
Drie regeringspartijen willen de Bezuinigingen op NPO mogelijk eenmalig ‘verzacht’ op de publieke omroep voor het komende jaar verzachten. CDA, D66 en ChristenUnie zouden daarvoor eenmalig 30 miljoen euro willen uittrekken.
Daarmee zou de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) voor 2019 de helft minder hoeven te bezuinigen dan de 62 miljoen euro die nu nodig is voor een sluitende begroting. Betrokkenen benadrukken dat een definitief besluit nog niet is genomen. Het is een onderdeel van de begrotingsonderhandelingen die nu worden gevoerd. Op Prinsjesdag wordt duidelijk of de NPO minder hoeft te snijden dan zij gisteren aankondigde.
Eerder al wilde CDA, CU en D66 de bezuinigingen voor de publieke omroep eenmalig verzachten. Bronnen melden aan de NOS dat de drie coalitiepartijen daarvoor eenmalig rond 30 miljoen euro willen uittrekken. Daarmee zou ongeveer de helft van het tekort bij de publieke omroep worden gecompenseerd.
Als de politiek niets doet, moet de NPO volgend jaar door tegenvallende reclame-inkomsten 62 miljoen euro bezuinigen. Vandaag maakte de NPO bekend hoe ze dat wil opvangen.
Telegraaf 13.09.2018 Neêrlands favoriete volksvermaak, na praten over het weer, is koopkrachtplaatjes kijken. We staren ons blind op de puntenwolken van het Centraal Planbureau, we hopen dat het kabinet maatregelen neemt om onze koopkracht te repareren, en politici slaan elkaar om de oren met tienden van procenten erbij of eraf. In het jaar dat Jan Modaal, stamvader van de koopkracht, zijn vijftigste verjaardag viert, rijst de vraag: is al die aandacht wel terecht?
Prinsjesdag? Koopkrachtdag! Tussen alle hoedjes en koetsen door heeft de gemiddelde Nederlander komende dinsdag maar één vraag: wat zit er voor mij in het koffertje van minister Wopke Hoekstra van Financiën?
De plannen van het kabinet – zaken als een hogere btw, een vereenvoudiging van de inkomstenbelasting, een lager eigenwoningforfait – hebben stuk voor stuk invloed op wat we te besteden hebben. De afgelopen weken is het Centraal Planbureau druk bezig geweest met berekenen hoe groot die invloed precies is, en hoe de gevolgen van losse maatregelen op elkaar ingrijpen.
Het resultaat van die berekeningen, vermengd met nog wat getallen waar het kabinet geen invloed op heeft – prijsstijging, zorgpremie – levert de koopkrachtontwikkeling voor 2019 op. Veren om mee te pronken voor het kabinet, of een stok om mee te slaan voor de oppositie – en niet zelden allebei. Een typisch Hollands vermaak, bovendien. De meeste regeringen worden afgerekend op het aantal banen dat ze creëren, of op economische groei of lage werkloosheid. „Maar hier zijn we toevallig ooit met koopkracht begonnen, en dat sloeg aan”, zegt Jasja Bos van financieel voorlichtingsbureau Nibud.
Jan Modaal
Dat ’ooit’ is dit jaar precies vijftig jaar geleden. Op 22 november 1968 werd Jan Modaal geboren, in Den Haag, op het kantoor van de Sociaal-Economische Raad, het overlegorgaan van werkgevers en werknemers. Modaal is een bijzondere man: bij zijn geboorte had hij al direct twee kinderen (6 en 11 jaar), een echtgenote die fulltime voor die kinderen zorgde, en een inkomen net onder de ziekenfondsgrens. Het gezin woonde in een huurhuis. Zoals de familie Modaal waren er, anno 1968, heel veel gezinnen in Nederland. En de SER had uitgerekend hoeveel deze groep ’modalen’ in de jaren tot 1971, onder de katholieke premier Piet de Jong, te besteden zou hebben.
Het eerste koopkrachtplaatje, met opnieuw het gezin Modaal als ijkpunt, dateert van een klein halfjaar later, van maart 1969. Auteur: het Centraal Planbureau, ook toen al. Het kabinet-De Jong is bezig de verzorgingsstaat op te bouwen, en moet daarvoor flink wat belasting inhouden op het loon van werkenden.
Het CPB moet ervoor waken dat Jan Modaal niet ’aan zijn taks komt’: de belastingdruk moet niet zo hoog worden, dat gezinnen geen geld meer overhouden om uit te geven, met alle economische rampspoed van dien. De koopkracht van Jan Modaal moet op peil blijven, en liefst verbeteren.
Fictieve levens
Inmiddels komt het CBP met de koopkrachtvooruitzichten van vele Jannen Modaal: eentje met een hoog inkomen, eentje zonder kinderen, een gepensioneerde Jan Modaal… Het Nibud voorspelt op Prinsjesdag zelfs voor honderd Jannen Modaal wat hun koopkracht het komende jaar gaat doen.
En zo lijken we te zijn vergeten dat het om fictieve Jannen gaat, met fictieve levens. Levens waarin nooit iets veranderd – er komen geen kinderen bij, Modaal raakt zijn baan niet kwijt, maakt ook geen promotie, en hij gaat ook niet in een ander huis wonen. Bovendien doen de inflatie, de lonen en de zorgpremie precies wat het CPB voorspelt.
Gezinnen die aan ál die criteria voldoen, bestaan niet, zegt zélfs CPB-directeur Laura van Geest. „De koopkrachtplaatjes die wij schetsen zijn een stilleven”, mijmerde ze in maart van dit jaar. „Ze bieden beleidsmakers inzicht op hoofdlijnen, maar zijn minder geschikt voor de vertaling naar de privé-portemonnee.” De koopkracht van een los gezin kan veel hoger of lager uitvallen dat wat het CPB ons dinsdag voorspiegelt, en als de lonen of prijzen iets anders doen dan verwacht, kantelt het beeld voor hele groepen tegelijk.
Verdelen
Niet dat politici zich daar iets van aantrekken. Henk Krol, de onvermoeibare leider van 50Plus, laat geen gelegenheid onbenut om te benadrukken dat zijn achterban bij het verdelen van de koopkracht wordt overgeslagen. En hij is niet de enige: christelijke politici strijden voor de koopkracht van gezinnen met maar één inkomen, D66 traditiegetrouw voor die van alleenstaanden. Wat meer naar links zal niemand verbaasd zijn als Asscher (PvdA) en Marijnissen (SP) zich de komende week druk maken over de koopkracht van lagere inkomens.
En zelfs ministers vergalopperen zich aan de vooruitzichten. Lees wat Ad Melkert, minister van Sociale Zaken in het eerste paarse kabinet, toenmalig koningin Beatrix in de mond legde bij de Troonrede van 1997. „Mede door een aanzienlijke lastenverlichting gaan vrijwel alle groepen van de bevolking er in koopkracht op vooruit.” Toen die woorden in 1998 totaal niet bleken te kloppen, onder meer door te veel optimisme rond de pensioenen, brak in de Tweede Kamer een koopkrachtoproer uit. PvdA, VVD en D66 moesten in allerijl reparaties uitvoeren.
Of kijk naar ’Marx Rutte’, de premier die bijna de controle over zijn eigen partij verloor toen VVD’ers zagen wat een meer inkomensafhankelijke zorgpremie met hun koopkracht deed. Het deerde niet dat het om ’stillevens’ van het CPB ging, de liberale beer was los en PvdA-leider Samsom moest Rutte komen redden.
Fenomeen
En zo zitten we dus opgescheept met een fenomeen dat ’per ongeluk’ een succes is geworden. De voorspellingen van het CPB worden steeds gedetailleerder, maar dat lost de grote onzekerheden bij de berekeningen niet op. En onthoud, zegt Van Geest: „Losse gebeurtenissen, zoals trouwen en kinderen krijgen, zijn veel bepalender voor de beurs van Jan Modaal dan de uitkomsten van onze koopkrachtplaatjes.”
Hoe dat allemaal uitvalt weten we pas twee jaar ná Prinsjesdag. De koopkrachtcijfers over 2017 die het Centraal Bureau voor de Statistiek deze week naar buiten bracht, zijn voor dat jaar de eerste die geen stilleven meer zijn. Maar ja, dan is het te laat om de koopkracht te repareren.
„Mensen kijken nou eenmaal naar de koopkrachtplaatjes, omdat ze een concreet beeld geven van de korte termijn”, zegt Nibud-econoom Bos. Hij vindt het wel goed dat beleidsmakers, ondanks alle tekortkomingen, naar koopkrachtplaatjes kijken. „Huishoudens identificeren zich er toch mee. En voor de lage inkomens geven ze wel degelijk een goed beeld. Natuurlijk gaat het om tienden van procenten erbij of eraf. Maar als je op of net boven het minimum leeft, maakt dat echt een groot verschil.”
AD 13.09.2018 Lagere inkomens gaan er komend jaar het minst op vooruit in de portemonnee. Middeninkomens en alleenverdieners boeken juist de grootste koopkrachtwinst.
Dat blijkt uit de gedetailleerde koopkrachttabel uit de Macro Economische Verkenningen, onderdeel van de Prinsjesdagstukken, die in handen is van het AD.
Daaruit blijkt dat het kabinet afgelopen augustus tijdens de begrotingsonderhandelingen erin is geslaagd om de koopkracht van gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden op te krikken. Mochten gepensioneerden aanvankelijk nog rekenen op een mager plusje van 1,1 procent extra koopkracht, op Prinsjesdag zal bekend worden dat zijn er in doorsnee 1,5 procent op vooruitgaan, evenveel als de gemiddelde koopkrachtstijging.
Werkenden gaan er in de plannen 1,6 procent op vooruit. Uitkeringsgerechtigden komen er in de berekeningen het meest bekaaid af. Zij moeten het doen met een doorsnee koopkrachtwinst van 0,9 procent. Dat is wel hoger dan de 0,5 procent waar ze in augustus nog leken uit te komen. Overigens krijgen niet alle uitkeringsgerechtigden er iets bij; 7 procent levert zelfs in. Ter vergelijking: van de gepensioneerden gaat 97 procent er komend jaar op vooruit, het grootste aandeel van alle groepen.
Hoewel de meeste gezinnen met kinderen zich mogen verheugen op koopkrachtstijging gaat 7 procent er komend jaar op achteruit.
Telegraaf 13.09.2018 96 procent van de Nederlanders gaat er volgend jaar op vooruit. Dat cijfer wordt op Prinsjesdag officieel bekend gemaakt, maar Haagse bronnen kunnen dit nu al melden aan deze krant. De oppositie is echter steeds sceptischer over zulke zonnige, economische voorspellingen.
Het kabinet heeft de afgelopen weken aan de begroting voor volgend jaar gesleuteld. Na doorrekening van die plannen blijkt dat een doorsnee huishouden er naar verwachting 1,5 procent koopkracht bij krijgt volgend jaar.
De cijfers over de koopkracht zijn nadrukkelijk verwachtingen. Gisteren werd duidelijk dat die niet altijd uitkomen. Uit de cijfers van vorig jaar bleek dat de doorsnee Nederlander er 0,5 procent op vooruit is gegaan, terwijl de economie met 3,2 procent groeide en er een procent koopkrachtgroei was verwacht. De helft van de Nederlanders ging er vorig jaar zelfs op achteruit, zoals de gepensioneerden.
’Vooral bedrijven gematst’
Het zorgt ervoor dat leden van de oppositie sceptisch worden over zonnige voorspellingen. In de berekeningen wordt er immers rekening gehouden met allerlei factoren. Maar als bijvoorbeeld de lonen weer niet zo stijgen als verwacht, zakt die voorspelling in. Meerdere oppositieleden denken dat het opnieuw achteraf zal tegenvallen. „Dit kabinet kiest er namelijk voor om de bedrijven lastenverlichting te geven in plaats van de burgers, waardoor zij vooral van de groei profiteren”, legt PvdA-Kamerlid Nijboer uit.
„Net als de oppositie balen wij dat de cijfers van vorig jaar tegenvallen”, zegt CDA-Kamerlid Slootweg. De christendemocraat heeft er echter vertrouwen in dat komend jaar, de eerste echte eigen begroting van dit kabinet, er serieuze verandering zal zijn. „Volgend jaar komen de echte belastingverlagingen voor de mensen.” VVD en D66 zien bovendien dat bedrijven nu écht loonsverhogingen afspreken in cao’s. GroenLinks wil dat de overheid niet alleen afwacht of bedrijven echt meer salaris gaan uitbetalen, maar zelf ook het goede voorbeeld gaat geven met hogere lonen in de publieke sector.
Begrotingsoverschot
De NOS meldde vandaag ook andere cijfers. Zo zou er een begrotingsoverschot zijn van 1 procent. Het kabinet geeft dus komend jaar minder uit dan er binnenkomt. Op de lange termijn ligt dit anders. Dan is er een negatief structureel EMU-saldo. Dat staat op -0,4 procent.
De lastendruk zou volgens de NOS verder toenemen. Die staat dit jaar op 38,7 procent en zou volgend jaar uitkomen op 39,1 procent. Vooral bedrijven worden hier naar verluidt door geraakt.
Het gaat hierbij nadrukkelijk om voorspellingen. Zo werd vandaag nog bekend dat de koopkracht van vorig jaar tegenviel, ondanks de economische groei.
NOS 13.09.2018 Huishoudens met middeninkomens en alleenverdieners gaan er volgend jaar het meest op vooruit en mensen met lagere inkomens het minst. Dat schrijft het AD op basis van de stukken voor Prinsjesdag, komende dinsdag. Haagse bronnen bevestigen de berichtgeving. Eerder vandaag werd via de NOS bekend dat de koopkracht per huishouden volgend jaar gemiddeld met 1,5 procent stijgt.
Gepensioneerden kunnen rekenen op een stijging van 1,5 procent. De meeste uitkeringsgerechtigden zien een koopkrachttoename van 0,9 procent tegemoet. Volgens het AD hebben de coalitiepartijen afgelopen zomer vooral voor deze twee groepen compenserende maatregelen bedacht, omdat de cijfers anders veel lager waren geweest.
Werkenden gaan er in de plannen 1,6 procent op vooruit, dus iets meer dan het gemiddelde. Sommige gezinnen met kinderen hebben pech: 7 procent gaat er volgend jaar op achteruit. Welke kenmerken of inkomens deze gezinnen hebben is niet bekend.
96 procent van de huishoudens
Voor 96 procent van alle huishoudens geldt dat de koopkracht stijgt. Voor de andere 4 procent is er sprake van een daling of een gelijkblijvende koopkracht.
Het kabinet geeft geld uit aan koopkrachtreparatie maar investeert ook miljarden in defensie, onderwijs en infrastructuur, zoals in het regeerakkoord is aangekondigd. Deze extra uitgaven hebben wel tot gevolg dat het structurele EMU-saldo verslechtert en uitkomt op -0,4 procent. De Europese ondergrens is -0,5 procent.
De overheidsbegroting komt overigens wel in de plus uit, namelijk op een begrotingsoverschot van 1 procent, door onder meer de schikking van 775 miljoen euro met ING.
NU 13.09.2018 De koopkracht zal volgend jaar voor gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden meer stijgen dan bleek uit de laatste prognose van het Centraal Planbureau (CPB). De gemiddelde koopkrachtstijging bedraagt 1,5 procent, bevestigen ingewijden aan NU.nl na berichtgeving van het AD.
In de Macro Economische Verkenningen (MEV) die donderdag door de krant zijn ingezien, staat dat de koopkrachtstijging voor gepensioneerden met 1,5 procent aansluit bij het gemiddelde.
Eerder werd op basis van een raming van het Centraal Planbureau (CPB) in augustus een gemiddelde koopkrachtstijging van 1,3 procent verwacht.
Voor uitkeringsgerechtigden blijft de stijging onder het landelijk gemiddelde, maar is die met 0,9 procent wel hoger dan de eerder geraamde 0,5 procent. 7 procent van de uitkeringsgerechtigden krijgt er niets bij, maar levert in.
Vorig jaar groeide de koopkracht met 0,5 procent. Uit de MEV blijkt dat 96 procent van de huishoudens er in 2019 op vooruitgaat. Dat geldt ook voor gezinnen met kinderen, hoewel 7 procent van hen erop achteruitgaat.
Het kabinet liet na die cijfers van het CPB al weten nog eens te gaan kijken naar de koopkracht. “We zijn aan het kijken hoe we de cijfers verder kunnen verbeteren”, verklaarde premier Mark Rutte daarna.
AD 13.09.2018 Het kabinet maakt op Prinsjesdag bekend dat de gemiddelde koopkrachtstijging 1,5 procent wordt. Bijna alle huishoudens (96 procent) gaan er op vooruit. Dat bevestigen bronnen in Den Haag, na berichtgeving door de NOS.
Het kabinet beloofde al dat Nederlanders in de portemonnee zouden gaan voelen dat ‘we uit de crisis zijn’. In augustus werd al bekend dat er extra geld werd uitgetrokken om de koopkrachtcijfers er nog wat beter uit te laten zien. Vooral voor de laagste inkomens zou er wat extra’s worden gedaan. naar verluidt door wat te sleutelen aan het belastingtarief voor die groep. Dat lijkt te zijn gelukt. Ging men voor de Prinsjesdag-onderhandelingen er nog vanuit dat de doorsnee Nederlander er 1,3 procent op vooruit zou gaan, nu komt dat percentage uit op 1,5 procent.
Het geldt bovendien voor meer mensen dan eerder werd becijferd door het CPB. Niet 93, maar 96 procent van de Nederlanders moet gaan profiteren. Dat betekent dat het kabinet die groep nog heeft laten groeien door de begroting aan te passen.
Overigens moeten de koopkrachtcijfers die op Prinsjesdag worden gepresenteerd met een korreltje zout genomen worden. Het gaat om een gemiddelde, dat bij elk individueel huishouden anders uitpakt. Bovendien gaat het om een voorspelling die in de praktijk de ene keer lager en een andere keer hoger uit valt. Zo voorspelde het kabinet twee jaar geleden dat in 2017 de gemiddelde koopkracht van burgers met 1 procent zou stijgen. Achteraf is dat 0,5 procent geworden, maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdagochtend bekend.
ING-schikking
De begroting vertoont komend jaar een overschot. Door de schikking van 775 miljoen euro door ING komt dat zelfs nog iets hoger uit dan het eerder geraamde overschot van 0,9 procent. Dit betekent overigens niet dat de begroting op langere termijn een even zonnige aanblik vertoont: als er nu geen periode van hoogconjunctuur zou zijn, waardoor de belastinginkomsten momenteel bovengemiddeld hoog zijn, zou de overheid volgend jaar voor het eerst in jaren zelfs geld tekort komen. Dit zogeheten structurele begrotingstekort neemt volgens het CPB komend jaar toe tot 0,4 procent, dat is vlakbij het Europese maximum van -0,5 procent.
Dividendbelasting
Het kabinet rekent er nu op dat de afschaffing van de dividendbelasting grofweg een half miljard meer gaat kosten dan de 1,4 miljard waar eerder op werd gerekend. Het kabinet dicht dat gat door de winstbelasting minder te verlagen dan aanvankelijk de bedoeling was: het tarief daalt van 25 naar 22,25 procent in plaats van naar 21 procent. Het verlaagde tarief voor winsten tot 200.000 euro gaat wel ‘gewoon’ naar beneden van 20 naar 16 procent. Het midden- en kleinbedrijf wordt op die manier ontzien.
Het kabinet geeft morgen alle fracties in de Tweede Kamer onder embargo alle Prinsjesdagstukken, maar het koopkrachtcijfer -altijd een belangrijk getal- is nu dus al uitgelekt.
Wat we al weten van de plannen van Prinsjesdag 2019?
– Het kabinet trekt extra geld uit voor de politie en het bestrijden van cybercrime. Volgend jaar komt er eenmalig 30 miljoen euro beschikbaar voor het aanpakken van digitale dreigingen. De politie kan rekenen op nog eens 58 miljoen euro. Dat geld komt bovenop de ongeveer 260 miljoen die al wordt geïnvesteerd in de politie, melden Haagse bronnen.
– Om de hogere kosten van 600 miljoen voor de afschaffing van de dividendbelasting te dekken, wordt het hoogste tarief van de vennootschapsbelasting verlaagd naar 22 procent.
– Het staat niet in de Prinsjesdag-stukken, maar het is wel iets waar het kabinet rekening mee houdt: de publieke omroep wordt te hulp geschoten, nu het bestel kampt met tegenvallende reclame-inkomsten. Eenmalig komt er 40 miljoen euro beschikbaar. Met het geld moet de NPO zich beter kunnen voorbereiden op de toekomst.
– Een fiets van de zaak moet fiscaal net zo interessant worden als een leaseauto. Het kabinet wil daarom de regels versimpelen. Een werknemer kan dan op een e-bike van 2.000 euro rijden voor een paar tientjes per jaar.
– De zorgpremie gaat in 2019 omhoog met gemiddeld ruim een tientje per maand, verwacht het kabinet. Het kabinet gaat voor 2019 uit van een jaarlijkse basispremie van 1432 euro, zeggen ingewijden. Dat is 124 euro meer in vergelijking met dit jaar. Op maandbasis gaat het om 10,33 euro extra. Dit is een richtlijn voor de zorgverzekeraars, die in het najaar hun tarieven bepalen.
NOS 13.09.2018 Oppositiepartijen reageren kritisch op de koopkrachtcijfers van Prinsjesdag die via de NOS al bekend zijn geworden. Volgend jaar gaat het overgrote deel van de Nederlanders er gemiddeld 1,5 procent op vooruit.
PVV-leider Wilders vindt dat te weinig. “Wat heb je eraan als je energierekening met honderden euro’s stijgt, als je ziektekostenverzekering duurder wordt, als je boodschappen duurder worden. Wat heb je dan aan een paar tientjes?”
Overigens heeft het Centraal Planbureau bij de geraamde koopkrachttoename van 1,5 procent al rekening gehouden met allerlei kostenstijgingen, zoals de hogere btw en een hogere zorgverzekeringspremie.
50Plus wil het eerst zien en dan geloven. “In de afgelopen jaren werd steeds beloofd dat ouderen erop vooruitgaan en dan bleek het achteraf niet zo te zijn”, zegt fractievoorzitter Krol.
Kamertje met tralies
Dat er weer Prinsjesdagcijfers eerder bij journalisten bekend zijn dan bij de 150 Kamerleden leidt daar tot ophef. De fracties in de Tweede Kamer krijgen de stukken pas morgen in de loop van de dag. Ze moeten ze geheimhouden tot Prinsjesdag. Net als voorgaande jaren pleit de SP ervoor dat het kabinet de Prinsjesdagstukken nu meteen openbaar maakt.
“Er zitten mensen op die ministeries die niet deugen”, zegt SP-Kamerlid Van Raak. “Die horen in een ander kamertje met tralies ervoor.”
D66-leider Pechtold protesteert tegen die kwalificatie door Van Raak. “Of je noemt man en paard, anders moet je je mond houden. Een hele beroepsgroep wegzetten kan niet.” Kamervoorzitter Arib is het daarmee eens: “Ambtenaren kunnen zich niet verdedigen.”
“Het is zeer kwalijk maar we weten niet wie het zijn”, zegt PvdA-Kamerlid Nijboer. “Het kan ook de drukker zijn.” De meeste oppositiepartijen steunen het verzoek van de SP om onmiddellijke openbaarmaking. Maar een meerderheid in de Kamer van in ieder geval de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie houdt vast aan morgen.
De coalitiepartijen zijn ondertussen zeer tevreden over de cijfers die het kabinet op Prinsjesdag zal presenteren, zegt politiek verslaggever Ron Fresen:
NU 13.09.2018 Er bestaan grote verschillen in de koopkrachtontwikkeling tussen individuele personen. Zo groeide de gemiddelde koopkracht in Nederland vorig jaar met een half procent, maar nam de koopkracht bij 46 procent van de bevolking juist af. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekend. In 2016 nam de koopkracht nog met 3 procent toe.
Het gaat daarbij om de zogenoemde doorsnee-ontwikkeling, tussen individuele personen verschilt de koopkrachtontwikkeling. Zo gingen werknemers er het meest op vooruit, terwijl gepensioneerden hun koopkracht zagen afnemen.
Volgens het statistiekbureau bleef de stijging van de koopkracht achter bij de groei van de economie. Dat komt onder meer doordat de reële lonen niet stegen; de cao-lonen en de consumentenprijzen dikten gemiddeld evenveel aan.
Werknemers zagen grootste koopkrachtstijging
Werknemers hadden volgens het CBS de sterkste koopkrachtstijging met in doorsnee 1,4 procent. Zij profiteerden van maatregelen als de verruiming van de arbeidskorting en profiteerden ook van een verbetering van de arbeidsmarkt. Toch daalde de koopkracht bij 42 procent van de werknemers, omdat ze bijvoorbeeld minder uren gingen werken.
Gepensioneerden hadden ook vorig jaar weer last van het niet of beperkt indexeren van aanvullende pensioenen. Samen met de relatief grote stijging van de consumentenprijzen leidde dit voor hen tot een koopkrachtdaling van in doorsnee 0,3 procent.
NOS 13.09.2018 Het kabinet zal op Prinsjesdag een gemiddelde koopkrachtstijging van 1,5 procent presenteren. Volgend jaar gaat 96 procent van de Nederlandse huishoudens erop vooruit. De cijfers staan in de Macro-Economische Verkenningen, een belangrijk financieel stuk voor Prinsjesdag waarin de NOS inzage heeft gehad.
Er was het kabinet veel aan gelegen om met gunstige cijfers te komen omdat iedereen moet voelen dat de economische crisis echt voorbij is. Vergeleken met eerdere officiële berekeningen is de stijging 0,2 procentpunt hoger dan gedacht.
De koopkracht had nog een stuk hoger kunnen uitvallen, en daar had het kabinet ook op gehoopt. Maar door de economische groei gaan mensen meer kopen en daardoor betalen ze automatisch meer btw. Dat heeft een negatief effect op de koopkracht. Dat de btw-percentages per 1 januari worden verhoogd, is in deze berekeningen meegenomen.
Rekening doorgeschoven
Het kabinet geeft geld uit aan koopkrachtreparatie maar investeert ook miljarden in defensie, onderwijs en infrastructuur, zoals in het regeerakkoord is aangekondigd. Deze extra uitgaven hebben wel tot gevolg dat het structureel EMU-saldo verslechtert en uitkomt op -0,4 procent. De Europese ondergrens is -0,5 procent.
Het EMU-saldo is een financiële meetlat voor Europese landen waarmee de gezondheid van de overheidsfinanciën wordt uitgedrukt. Eigenlijk zou dat percentage nul of hoger moeten zijn. Economen en rekenmeesters zijn in de regel kritisch over een negatief EMU-saldo omdat de rekening dan deels wordt doorgeschoven naar de toekomst.
Maar het kabinet vindt een negatief saldo nu acceptabel omdat het goed gaat met de economie en mensen de afgelopen jaren veel hebben ingeleverd. Dit jaar komt de overheidsbegroting overigens wel in de plus uit, op een begrotingsoverschot van 1 procent, door onder meer de schikking van 775 miljoen euro met ING.
Politiek verslaggever Ron Fresen over de ‘trukendoos’ die het kabinet opentrekt:
UvA-hoogleraar overheidsfinanciën Roel Beetsma noemt de neiging van politici om meer uit te geven bij economische voorspoed een bekend patroon. “Dat zie je niet alleen in Nederland, maar ook elders”, zegt hij. “Ik denk wel dat de druk in Nederland groter is, omdat we nu bijvoorbeeld een regering hebben met vier partijen. Die moeten allemaal iets doen voor hun achterban.”
Beetsma vindt de extra uitgaven geen goed idee. “Op enig moment komen we weer in een laagconjunctuur terecht en dan hebben die maatregelen een negatief effect op de overheidsfinanciën. Dan word je extra hard geraakt door belastingmaatregelen of uitgaven die in het verleden, in betere tijden, besloten zijn.”
Bedrijfsleven
De collectieve lasten blijven in de kabinetsplannen stijgen. Dit is de lastendruk, zoals belastingen en premies, voor burgers en bedrijven. Dit jaar was die 38,7 procent, voor 2019 is dat 39,1 procent. Vooral bij bedrijven neemt de lastendruk toe.
De dividendbelasting voor aandeelhouders van grote ondernemingen wordt afgeschaft en dat kost aan gederfde belastinginkomsten 1,9 miljard euro. Het kabinet legt een deel van de rekening neer bij het bedrijfsleven, maar niet bij het midden- en kleinbedrijf. Bedrijven gaan eerder belasting betalen over leningen via een zogenoemde bovengrens op hun rekening courant.
NOS 13.09.2018 De koopkracht van een gemiddeld huishouden is vorig jaar een stuk lager uitgevallen dan eerder voorspeld, bleek vanochtend. En dat is niet zo gek, want in de afgelopen tien jaar is de Prinsjesdag-voorspelling van het Centraal Planbureau voor het jaar daarna geen enkele keer precies uitgekomen.
Het is zeker niet zo dat de koopkracht in de praktijk altijd lager uitvalt dan voorspeld. De uiteindelijke koopkracht was namelijk vijf keer hoger dan voorspeld en vijf keer lager. Gemiddeld zat het CPB er in die tien jaar 0,76 procentpunt naast.
De grootste meevaller was in 2014 toen de koopkracht met 1,2 procent steeg, terwijl er een daling van 0,5 procent verwacht was. De grootste tegenvaller was tijdens de crisis, in 2011. Toen daalde de koopkracht met maar liefst 1,2 procent, terwijl een daling van maar 0,25 procent was verwacht.
NOS
“Als je kijkt naar het gemiddelde over een langere periode dan komen onze voorspellingen goed overeen met de realiteit”, zegt koopkrachtspecialist Patrick Koot van het Centraal Planbureau. “Maar als je kijkt van jaar op jaar dan zie je dat we het ongeveer net zo vaak overschatten als onderschatten.”
Dat de uiteindelijke koopkracht anders uitvalt dan de voorspelling heeft in het algemeen drie oorzaken, zegt Koot. “De belangrijkste is hoe de inflatie zich ontwikkelt. We ramen dat, maar als de prijsstijgingen toch anders uitpakken dan gaat het hard, dat werkt meteen door in de koopkracht.”
De tweede onzekerheidsfactor is de ontwikkeling van de lonen. “We voorspellen die op basis van modellen en cijfers uit het verleden, maar uiteindelijk weet je niet wat er uit de onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden komt.”
De derde oorzaak zijn beleidsveranderingen die na Prinsjesdag bekend worden. “Bijvoorbeeld als er extra bezuinigd moet worden. Vooral in de crisis was dat soms het geval”, zegt Koot.
Koopkracht in 2019 omhoog?
Voor volgend jaar verwachtte het CPB in augustus een fikse koopkrachtstijging van 1,3 procent. “Maar dit is dus nog onzeker, het kan nog beide kanten op na Prinsjesdag”, zegt Koot. De koopkrachtstijging zou dus uiteindelijk ook nog richting de 0 of richting de 2 procent kunnen gaan, afhankelijk van nieuwe maatregelen en de ontwikkeling van de lonen en inflatie.
Deze week kwam naar buiten dat we volgend jaar meer gaan betalen voor onze zorgverzekering en voor gas en elektra. Dat betekent waarschijnlijk dus wat meer inflatie en dat zou slecht zijn voor onze koopkracht. Maar daar staan mogelijk weer kabinetsmaatregelen tegenover die goed zijn voor de koopkracht. Volgende week, op Prinsjesdag, komt het CPB weer met een nieuwe koopkrachtvoorspelling. Daarin zijn dan alle maatregelen en de nieuwste ramingen meegenomen.
2018: +0,4 procent
Voor 2018, het jaar waar we nog middenin zitten, verwachtte het CPB in augustus een gemiddelde koopkrachtstijging van 0,4 procent. Tijdens Prinsjesdag 2017 was die voorspelling nog +0,6%. Maar het cijfer zal nu niet erg meer veranderen. “Het beeld voor 2018 staat inmiddels wel aardig vast. De helft van het jaar zit er al op en we hebben al allerlei cijfers van het CBS, bijvoorbeeld over de inflatie. Dat geeft al een redelijke zekerheid.”
AD 13.09.2018 Voor het eerst is meer dan de helft kiezers ontevreden over Rutte III, blijkt uit de Prinsjesdag-peiling van I&O Research. Als reden noemen ontevreden kiezers spontaan massaal de afschaffing van de dividendbelasting.
Op dit moment is 56 procent van alle kiezers ontevreden over het kabinet Rutte III, 40 procent is tevreden. De discussie over de dividendbelasting is de grote aanjager van de ontevredenheid. Bijna twee derde is hier tegen.
Dit zijn met name kiezers van SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren en Forum voor Democratie. Maar ook kiezers van D66, CDA en ChristenUnie zijn in meerderheid geen fan van de maatregel.
VVD blijft de grootste
Als er nu verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden worden gehouden, zou de VVD nog steeds de grootste partij van Nederland zijn, met 26 zetels. Maar ten opzichte van de Tweede Kamerverkiezingen leveren VVD (-7), CDA (-4) en D66 (-6) zetels in.
De ChristenUnie is de enige regeringspartij die op (lichte) winst staat (7 zetels, +2). Samen zouden de coalitiepartijen nu 61 zetels halen.
Aan de linkerkant van het spectrum groeit GroenLinks volgens de peiling gestaag door, nu naar 19 zetels. Daarmee zou het de tweede partij van Nederland zijn. De linkse partijen samen zouden nu 44 zetels halen.
Minister Schouten populair
Carola Schouten, minister van Landbouw, krijgt een 6,8 van de kiezers, waarmee ze de meest populaire minister is. Opvallend zijn de relatief lage scores voor de VVD-ministers.
Cora van Nieuwenhuizen is de best gewaardeerde minister van VVD-huize op een zesde plaats van alle bewindslieden. Premier Mark Rutte eindigt net boven Eric Wiebes, Sander Dekker en hekkensluiter Stef Blok.
AD 13.09.2018 Leden van regeringspartij D66 komen in het geweer om de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting tegen te houden. Tijdens het komende partijcongres op 6 oktober in Den Bosch kan fractieleider Alexander Pechtold zijn borst natmaken: er liggen ten minste drie voorstellen waarin de D66-fractie wordt verzocht zich tegen de omstreden maatregel te keren.
Het regeerakkoord is een totaalpakket waaruit je niet kunt cherrypicken, maar nu er een ander bedrag voor komt te staan, klopt dat totaalpakket niet meer, aldus Marcel Steeman, motieschrijver.
Partijgenoten zijn de afgelopen tijd samengekomen om via zogeheten moties de fractie op andere gedachten te brengen. De afdelingen Castricum en Heiloo hebben de handen ineengeslagen en roepen bewindspersonen en Kamerleden van D66 op om ‘het standpunt met betrekking tot de afschaffing van de dividendbelasting zoals verwoord in het regeerakkoord te heroverwegen’. Daarnaast zouden de D66-politici zich tot het uiterste moeten inspannen de belasting in zijn huidige vorm te behouden, zo luidt de strekking van de motie.
Motieschrijver Marcel Steeman bespeurt in de partij grote ontevredenheid over de maatregel. ,,Normaal is het nog weleens sappelen om voldoende handtekeningen onder een motie te krijgen, maar nu waren ze heel vlot binnen. Dit onderwerp leeft duidelijk.”
Geen draagvlak
Steeman en zijn medestanders stellen vast dat er in de samenleving heel weinig draagvlak is om de dividendbelasting af te schaffen. Daarnaast kost de maatregel meer dan in het regeerakkoord is opgeschreven. ,,Het regeerakkoord is een totaalpakket waaruit je niet kunt cherrypicken, maar nu er een ander bedrag voor komt te staan, klopt dat totaalpakket niet meer. Ik ben benieuwd hoe het congres daar tegenaan kijkt”, stelt de voormalig wethouder.
De andere moties waarin de dividendmaatregel wordt betwist, zijn nog niet openbaar. Mogelijk worden deze nog in elkaar geschoven voor ze aan het partijcongres worden voorgelegd. Het overleg daarover is nog gaande, stelt een woordvoerder van de partij.
Tweede Kamerlid Steven van Weyenberg, die namens D66 het woord voert over belastingzaken, zegt uit te zien naar de discussie met partijgenoten. Volgens hem is het bekend dat D66 inhoudelijk geen voorstander is van de maatregel. ,,Tegelijkertijd betekent afspraak ook afspraak. En we hebben ook veel moois binnengehaald waar we de andere coalitiepartijen aan zullen houden.”
AD 11.09.2018 De premie voor een zorgverzekering gaat volgend jaar gemiddeld omhoog met ruim een tientje per maand. Dat wordt met Prinsjesdag bekendgemaakt, melden bronnen rond het kabinet. Het grootste deel van de stijging komt door hogere lonen en prijzen in de zorg.
Het kabinet gaat voor 2019 uit van een jaarlijkse basispremie van 1432 euro, 124 euro meer in vergelijking met vorig jaar. Op maandbasis gaat het om 10,33 euro extra, zeggen ingewijden. Dit is een richtlijn voor zorgverzekeraars, die in het najaar zelf hun tarieven bepalen.
In 2018 steeg de zorgpremie slechts 1,50 euro per maand, maar in maart voorspelde zorgverzekeraar CZ al dat de premie volgend jaar harder zal oplopen. Deze verzekeraar rekende toen op minimaal 7 euro per maand extra. Het kabinet is nu dus nog pessimistischer.
Vijf redenen
De zorgpremie stijgt om vijf redenen: ten eerste lopen, door de goede economie, de lonen en prijzen in de zorg op. Verder is de premie vorig jaar te hoog geraamd en dus ook de bijdrage door gepensioneerden, ondernemers en werkgevers. Dat moet rechtgetrokken worden door de zorgpremie voor komend jaar te verhogen.
Ten derde groeien de zorgkosten (zonder lonen en prijzen) ook. Hieronder vallen extra zorg die geleverd wordt door de vergrijzing, nieuwe of betere behandelingen en medische hulpmiddelen of medicijnen die het pakket in zijn gestroomd. Daarnaast wordt de financiering van de wijkverpleging sinds 2015 langzamerhand overgeheveld naar de zorgverzekering. Dat zal komend jaar nog voelbaar zijn in de premie.
Bevroren
Tot slot stijgt de premie een beetje extra voor iedereen doordat er volgend jaar niets verandert aan het eigen risico. In het regeerakkoord is afgesproken dat het maximale verplichte eigen risico deze kabinetsperiode wordt bevroren op 385 euro per jaar.
Tegenover de hogere premie staat voor mensen met een minimuminkomen een hogere zorgtoeslag. Voor eenpersoonshuishoudens stijgt de maximale zorgtoeslag met 92 euro. Dat is minder dan de stijging van de premie, doordat ook de lonen oplopen en er dus meer zelf bijgedragen moet worden.
Voor meerpersoonshuishoudens stijgt de maximale zorgtoeslag met 277 euro, zij gaan er dus op vooruit.
Het ministerie van Volksgezondheid wil de cijfers tot Prinsjesdag niet bevestigen.
NOS 11.09.2018 Premier Rutte kwam vandaag opnieuw tegenover de oppositie te staan om het afschaffen van de dividendbelasting. Dit keer werd de aanleiding gevormd door interne stukken die het kabinet heeft vrijgegeven na verzoeken van journalisten van onder andere de NOS en RTL Nieuws, met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur.
SP-leider Marijnissen: “De premier heeft altijd beweerd dat er geen stukken waren, en nu blijken er ineens archiefkasten vol te zijn.” Volgens Rutte haalt Marijnissen twee zaken door elkaar. De stukken die op de formatietafel van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie lagen. “Dat bleek er achteraf één te zijn”, zegt hij. En deze stukken van de verschillende ministeries. “Deze horen bij het gewone werk van kabinetten”, zegt Rutte.
Al in 2005 afgeschaft
Uit de stukken blijkt onder meer dat al zeker sinds 2005 Unilever, andere grote Nederlandse bedrijven en de Amerikaanse Kamer van Koophandel lobbyen bij de overheid voor het afschaffen van de dividendbelasting.
Het kabinet Balkenende-III, van CDA en VVD, beloofde het bedrijfsleven in 2005 ook al dat de dividendbelasting op termijn zou worden afgeschaft. Maar zover kwam het nooit, mede doordat andere Nederlandse bedrijven bang waren dat de rekening voor de kostenpost bij hen terecht zou komen.
Het kabinet Balkenende-IV, van CDA, PvdA en ChristenUnie, liet ook weten geen bezwaar te hebben tegen het afschaffen van de dividendbelasting, als het Nederlandse bedrijfsleven zelf maar de rekening zou betalen. Die bedroeg destijds zo’n 500 miljoen euro.
Bekijk hier voorbeelden uit de honderden pagina’s die het kabinet na de WOB-verzoeken heeft vrijgegeven:
WOB-verzoeken
Door verschillende journalisten zijn verschillende WOB-verzoeken over het afschaffen van de dividendbelasting ingediend. Bijvoorbeeld voor het vrijgeven van alle documenten over de interne en externe contacten van het ministerie van Financiën over de periode van 9 oktober 2017 tot 15 april 2018.
Ook is gevraagd om de openbaarmaking van interne stukken als gesprekken en overleggen met bij naam genoemde (markt)partijen, over de periode van 1 januari 2004 tot 11 januari 2018. De verzoeken werden grotendeels ingewilligd, maar veel pagina’s zijn wit gemaakt en blijven geheim.
De volledige pakketten documenten zijn te vinden bij Documenten op www.rijksoverheid.nl
Vestigingsklimaat
Ook het kabinet Rutte-III kreeg, net als de voorgaande vier kabinetten, te maken met de lobby uit het bedrijfsleven. En net als bij de vorige vier kabinetten kwamen er verzoeken binnen van onder andere Unilever om een gesprek te voeren met de staatssecretaris en de minister van Financiën.
Dat het afschaffen van de dividendbelasting gunstig was voor het vestigingsklimaat werd de afgelopen tien jaar door vrijwel geen van de direct betrokkenen betwijfeld.
Volgens SP-leider Marijnissen tonen de stukken aan “dat Rutte vanaf 2010 bezig is met zijn persoonlijke project: de dividendbelasting.” Rutte bestrijdt dat het een persoonlijk project is. “We wilden gewoon niet dat deze grote bedrijven, die overnamegevoelig zijn, zouden vertrekken. Je kunt maar één keer zo’n bedrijf verliezen.”
Onaanvaardbaar risico
Rutte zegt dat vorig jaar de noodzaak ontstond om na al die jaren de knoop door te hakken. Door gevolgen van de brexit, de concurrentie met Groot-Brittannië – dat geen dividendbelasting kent – en de toenemende overnamegevoeligheid van bepaalde bedrijven.
“Als die grote bedrijven zouden vertrekken valt er werkgelegenheid weg, ook bij toeleverende bedrijven in het mkb”, zegt Rutte. “Dat is een onaanvaardbaar risico voor de structuur van onze economie.”
Volgens PvdA-leider Asscher zijn dat hele grote woorden. Hij wil voor Prinsjesdag een onderbouwing van deze stelling. Volgens Klaver van GroenLinks staat Rutte helemaal alleen. “De dividendbelasting gaat helemaal niet worden afgeschaft en dat weet de minister-president ook.”
Op Prinsjesdag, dinsdag 18 september, maakt het kabinet meer details bekend over zijn plannen met de dividendbelasting.
AD 11.09.2018 De omstreden afschaffing van de dividendbelasting lag niet al veel eerder op tafel bij kabinetsonderhandelingen, zoals afgelopen vrijdag in een uitzending van RTL Z werd beweerd. Dat zegt premier Rutte vandaag in de Kamer in reactie op Kamervragen van Lilian Marijnissen (SP).
Dit gaat over de normale stukken die elke minister en staatssecretaris ontvangt ter voorbereiding van gesprekken met bedrijven, aldus Premier Rutte.
Uit interne documenten van het ministerie van financiën zou volgens RTL Z blijken dat een interne belastingcommissie van de VVD al in 2011 bij toenmalig staatssecretaris van Financiën en partijgenoot Frans Weekers pleitte voor afschaffing van de dividendbelasting. In 2015 herhaalde de VVD het pleidooi bij toenmalig staatssecretaris en tevens partijgenoot Eric Wiebes.
Dat Rutte nooit sprak over de stukken rond het dossier – terwijl hij daar meermaals naar is gevraagd in Kamerdebatten over de formatie van Rutte III – komt volgens hem omdat het om twee verschillende dingen gaat. ,,Dit gaat over de normale stukken die elke minister en staatssecretaris ontvangt ter voorbereiding van gesprekken met bedrijven. Het is bekend dat er veel bedrijven zijn die pleiten voor afschaffing van de dividendbelasting.”
,,Noch in het regeerakkoord van Rutte I of II staat iets over de afschaffing van de dividendbelasting. Dat hebben we pas bij dit regeerakkoord afgesproken”, gaat Rutte verder. ,,Want wat was nieuw in 2017? Het risico dat bedrijven als Akzo en Unilever het risico liepen overgenomen te worden. Deze maatregel – als onderdeel van een groter pakket – moet ervoor zorgen dat de bedrijven in Nederland blijven en dat de werkgelegenheid intact blijft.”
‘Ongeloofwaardig’
Marijnissen, bijgestaan door onder meer Klaver (GroenLinks) en Azarkan (Denk), neemt Rutte kwalijk dat hij blijft volhouden dat hij geen herinneringen heeft aan stukken over de dividendbelasting tijdens de formatie, terwijl hij al jaren met bedrijven praat over het onderwerp. ,,Hij heeft er de geloofwaardigheid van zijn partij voor over. Ook van het kabinet en zelfs van de democratie”, zei ze.
,,Eerst waren erg geen stukken, daarna wel. Eerst had Rutte geen herinneringen, daarna wel. Eerst waren er geen onderzoeken, daarna wel. Eerst zou het 1,6 miljard euro kosten, nu twee miljard. En nu blijkt dat Rutte al sinds 2010 bezig is met zijn persoonlijke project: het afschaffen van de dividendbelasting.”
Dividendbelasting
Dividendbelasting is een belasting op winst die bedrijven uitkeren aan de aandeelhouders. Die uitkering heet dividend. Beleggers betalen 15 procent belasting over die uitkering.
De oppositie hekelde de maatregel ook omdat het schrappen van de dividendbelasting niet in de verkiezingsprogramma’s van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie stond, maar wel in het regeerakkoord landde. Het plan scheelt twee miljard euro aan belastinginkomsten per jaar.
AD 10.09.2018 De VVD dringt achter de schermen al jarenlang aan op het afschaffen van de dividendbelasting. Dat blijkt uit interne documenten van het ministerie van financiën. Dagblad Trouw had om die stukken verzocht met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Al in 2011 pleitte een interne belastingcommissie van de VVD daarvoor bij toenmalig staatssecretaris van Financiën en partijgenoot Frans Weekers. In 2015 herhaalde de VVD het pleidooi bij toenmalig staatssecretaris en tevens partijgenoot Eric Wiebes.
Met de stukken zijn ook memo’s geopenbaard van de VVD waarin gepleit wordt voor het afschaffen van de dividendbelasting. Dat is opvallend, vindt Trouw, aangezien premier Mark Rutte en minister Eric Wiebes eerder hebben gezegd zich dergelijke stukken niet te kunnen herinneren. Bovendien wordt in verkiezingsprogramma’s van de VVD geen melding gemaakt van de wens om de dividendbelasting af te schaffen.
AD 09.09.2018 GroenLinks-leider Jesse Klaver eist nog voor 2019 2 miljard euro extra voor beroepen in het onderwijs, de zorg, de politie. Volgens hem is het geld nodig om ‘de crisis in de publieke sector’ op te lossen, die is ontstaan na jaren van bezuinigingen. Dat zei Klaver vanmiddag in de Afas Live in Amsterdam.
Klaver sluit zich met zijn eis aan bij die van de deze week opgerichte groep Publieke Sector in Actie. Zij zetten op 2 oktober in Den Haag een landelijke actiedag op poten en eisen eveneens 2 miljard euro. Dat bedrag is niet toevallig gekozen. Ongeveer hetzelfde bedrag loopt de schatkist mis als de dividendbelasting wordt afgeschaft, zoals het kabinet-Rutte III wil. Een groot deel van de Tweede Kamer keert zich tegen dat plan. Als de dividendbelasting intact blijft, zo redeneert GroenLinks, dan is er 2 miljard euro ‘over’ om uit te geven.
Kantines
Jullie strijd is onze strijd, aldus Jesse Klaver.
Klaver bezocht het afgelopen jaar kantines in het hele land om met gewone mensen te praten. Hij hoorde er verhalen over hoge werkdruk, te weinig collega’s, te veel administratie, te weinig waardering en te weinig salaris. Voor de afsluitende kantinesessie werd poptempel Afas Live, waar Klaver tijdens de verkiezingscampagne van 2017 ook stond, omgebouwd tot kantine. ,,We wilden de poptempel en de kantines samenbrengen”, aldus Klaver.
In de gelegenheidskantine, met lange rode banken en tafels en gefrituurde vegetarische snacks, vertelden mensen die in de publieke sector werken over wat er mis is. Het ging over hoge werkdruk, waardoor een kraamverzorgde 17 dagen achter elkaar geen vrij had en uiteindelijk omviel, de ziektewet in. Over regels waardoor iemand uit de kinderopvang iedere ochtend eerst de temperatuur in de koelkast en in de slaapkamer moet noteren. Over leraren die opgeleid zijn om Frans te geven, maar in een klas van 25 scholieren 23 leerlingen hebben die extra zorg nodig hebben. Zorg waarvoor de leraren niet zijn opgeleid en geen tijd hebben. En over verzorgenden die na een nachtdienst nog uren langer blijven werken omdat het werk niet gedaan is.
Strijd
,,Jullie strijd is onze strijd”, zei Klaver tegen de verpleegkundigen, leraren, kraamverzorgers, buschauffeurs en fysiotherapeuten die naar de Afas Live waren gekomen. De GroenLinks-leider noemde PO in Actie, het lerarencollectief dat meer geld voor salarissen en tegen werkdruk wist los te krijgen, als lichtend voorbeeld. ,,Als je de moed hebt om op te staan, kan er een keerpunt ontstaan.”
Volgens Klaver wordt de publieke sector het strijdpunt rond Prinsjesdag en richting de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen van volgend jaar. ,,Ze kunnen ons negeren met Prinsjesdag, ze kunnen ons negeren op de actiedag, ze kunnen ons negeren bij de verkiezingscampagne in maart. Maar ik beloof jullie, dit kabinet gaat dan de meerderheid verliezen en dan moeten ze wel luisteren.”
Volgens GroenLinks waren de 1500 mensen die vandaag naar Amsterdam waren gekomen voor de helft GroenLinks-lid en voor de helft kantinetourbezoeker. Die laatste groep was wel speciaal uitgenodigd om erbij te zijn. De gemiddelde leeftijd in deze laatste kantinebijeenkomst was 45 jaar, stelde de organisatie. Bij de meetups in de poptempels lag de gemiddelde leeftijd fors lager. Met de kantinetour wilde GroenLinks ook nadrukkelijk een andere doelgroep aanboren. Klaver heeft zich tot doel gesteld om van GroenLinks een brede volkspartij te maken.
Telegraaf 09.09.2018 GroenLinks wil dat het kabinet volgend jaar 2 miljard euro investeert in de publieke sector. Politiek leider Jesse Klaver spreekt van „een harde eis.” Het geld is volgens hem hard nodig om de crisis op te lossen die jaren van bezuinigingen hebben veroorzaakt.
Klaver sprak de afgelopen maanden in het hele land uitvoerig met onder meer zorgmedewerkers, leraren, gevangenispersoneel, politieagenten en anderen uit de publieke sector. Hij presenteerde zondag de bevindingen van die ’kantinetour’ in AFAS Live in Amsterdam.
Onder meer politieagenten en leerkrachten in het basisonderwijs voeren al maanden actie voor meer salaris en een lagere werkdruk. Maar ook elders in de publieke sector wordt veel geklaagd. De actiegroep van basisschoolleraren PO in Actie riep daarom afgelopen week al op tot bredere acties begin oktober.
Klaver wil die beweging wel aanvoeren. „Jullie eis is onze eis”, zei hij. Hij benadrukte dat actie vanuit de publieke sector zelf zal moeten komen. „Den Haag is het politieke hoofdtoneel, maar het script van verandering wordt in de samenleving geschreven.”
De genoemde 2 miljard euro komt – niet toevallig – overeen met de som die ongeveer gemoeid is met het omstreden besluit van het kabinet om de dividendbelasting af te schaffen. Klaver denkt dat de komende jaren „een veelvoud van dat bedrag” nodig zal zijn om de crisis in de publieke sector echt op te lossen.
GroenLinks denkt erover het kabinet te hulp te schieten als dat komend voorjaar zijn meerderheid in de Eerste Kamer verliest. Maar daarvoor stelde Klaver eerder wel drie voorwaarden. De btw-verhoging moet van tafel, de dividendbelasting moet blijven en het plan om arbeidsgehandicapten onder het minimumloon te betalen moet de vuilnisbak in. Nu dat laatste al is gebeurd, lijkt Klaver zijn prijs te verhogen.
BB 09.09.2018 GroenLinks wil dat het kabinet volgend jaar 2 miljard euro investeert in de publieke sector. Politiek leider Jesse Klaver spreekt van ‘een harde eis’. Het geld is volgens hem hard nodig om de crisis op te lossen die jaren van bezuinigingen hebben veroorzaakt.
Kantinetour
Klaver sprak de afgelopen maanden in het hele land uitvoerig met onder meer zorgmedewerkers, leraren, gevangenispersoneel, politieagenten en anderen uit de publieke sector. Hij presenteerde zondag de bevindingen van die ‘kantinetour’ in AFAS Live in Amsterdam.
Meer salaris en lagere werkdruk
Onder meer politieagenten en leerkrachten in het basisonderwijs voeren al maanden actie voor meer salaris en een lagere werkdruk. Maar ook elders in de publieke sector wordt veel geklaagd. De actiegroep van basisschoolleraren PO in Actie riep daarom afgelopen week al op tot bredere acties begin oktober.Klaver wil die beweging wel aanvoeren. ,´Jullie eis is onze eis’, zei hij. Hij benadrukte dat actie vanuit de publieke sector zelf zal moeten komen. ´Den Haag is het politieke hoofdtoneel, maar het script van verandering wordt in de samenleving geschreven.´
Crisis in publieke sector oplossen
De genoemde 2 miljard euro komt – niet toevallig – overeen met de som die ongeveer gemoeid is met het omstreden besluit van het kabinet om de dividendbelasting af te schaffen. Klaver denkt dat de komende jaren ´een veelvoud van dat bedrag’ nodig zal zijn om de crisis in de publieke sector echt op te lossen.GroenLinks denkt erover het kabinet te hulp te schieten als dat komend voorjaar zijn meerderheid in de Eerste Kamer verliest. Maar daarvoor stelde Klaver eerder wel drie voorwaarden. De btw-verhoging moet van tafel, de dividendbelasting moet blijven en het plan om arbeidsgehandicapten onder het minimumloon te betalen moet de vuilnisbak in. Nu dat laatste al is gebeurd, lijkt Klaver zijn prijs te verhogen. (ANP)
NOS 08.09.2018 Al sinds tenminste 2005 lobbyen grote Nederlandse bedrijven bij de overheid tegen de dividendbelasting. Dat blijkt uit interne stukken die het kabinet heeft vrijgegeven na zogeheten WOB-verzoeken.
Zo sprak Unilever in april 2005 al met het toenmalige kabinet over de dividendbelasting en opnieuw in 2007. “Ons bedrijf heeft de laatste jaren intensief gepleit voor afschaffing van de dividendbelasting en er is een aantal goede stappen gemaakt in die richting”, schreef het bedrijf destijds in een mail aan staatssecretaris van Financiën De Jager. Unilever zegt nog veel meer over de dividendbelasting in de mail, maar dat is allemaal onleesbaar gemaakt (pag. 69).
Ook Philips kaartte de dividendbelasting aan in 2007 en ook nog eens samen met AkzoNobel, Shell en Unilever. “Deze partijen gaven aan graag een afschaffing van de dividendbelasting per juli 2008 geëffectueerd te zien”, staat in een verslag.
Rutte en Shell
In oktober 2010 werd Rutte voor het eerst premier en twee maanden later overlegde hij met Shell over “het Nederlandse vestigingsklimaat en de dividendbelasting.”
Uiteindelijk kondigde het kabinet Rutte-3 in het regeerakkoord van oktober 2017 de afschaffing van de dividendbelasting aan. Het leidde meteen tot veel kritiek van oppositiepartijen.
De maatregel kost 1,4 miljard en buitenlandse aandeelhouders profiteren ervan. Het argument voor afschaffing is dat dat goed is voor het Nederlandse vestigingsklimaat, maar dat effect is moeilijk hard te maken met concrete cijfers.
“We zoeken onderbouwing”
Uit de nu vrijgegeven stukken blijkt ook dat ambtenaren hiermee worstelen. “We zoeken onderbouwing voor het argument waarom afschaffen dividendbelasting helpt bij het voorkomen van vijandige overnames en het aantrekken van kapitaal uit het buitenland (dat wordt in het regeerakkoord genoemd)”, mailt een ambtenaar van het ministerie van Financiën.
“Empirisch onderzoek over verstoringen dividendbelasting is niet beschikbaar. Dat bleek deze zomer ook wel. Dat maakte de discussie ook zo lastig op dat vlak”, zegt een collega bij het ministerie van Economische Zaken.
Ambtenaren halen ook studies aan die zeggen dat er een duidelijk effect is: “Uit de studiecommissie Belastingstelsel kan worden afgeleid dat de dividendbelasting een negatief element vormt voor de vestigingslocatie van ondernemingen. Buitenlandse partijen zullen zonder dividendbelasting eerder geneigd zijn te beleggen in Nederlandse aandelen.”
Deze zomer bleek dat de afschaffing niet 1,4 miljard euro, maar zo’n 2 miljardper jaar gaat kosten. Het kabinet is nog steeds van plan om per 1 januari 2020 een einde te maken aan de dividendbelasting.
NOS 07.09.2018 De Kamer van Koophandel van Amerikaanse bedrijven in Nederland AmCham is tegen het kabinetsvoorstel voor het afschaffen van de dividendbelasting. In een verklaring zegt AmCham dat de financiële dekking van de maatregel niet deugt.
Eerder had AmCham nog begrip voor het kabinetsvoorstel, maar dat is veranderd nu het plan een half miljard euro duurder dreigt uit te vallen. De organisatie is er niet blij mee dat het kabinet dit gat gaat dichten door de vennootschapsbelasting minder sterk te verlagen, naar 22 in plaats van 21 procent.
Tegelijkertijd wordt de succesvolle 30%-regeling, die voorziet in een specifiek belastingregime voor expats en van groot belang is voor de Nederlandse kenniseconomie, zonder fatsoenlijk overgangsregime ingekort van acht naar vijf jaar, staat in de verklaring.
Afschaffing had nauwelijks voordelen voor Amerikaanse multinationals, want die zijn al vrijgesteld op basis van het belastingverdrag tussen Nederland en de VS.
Negatieve beeldvorming
Volgens AmCham kan het gereserveerde bedrag van circa 1,9 miljard euro beter worden gebruikt om het vestigingsklimaat op andere manieren te versterken. Dat kan door een verdere verlaging van de vennootschapsbelasting, in ieder geval tot 21%, en door de 30%-regeling voor expats ongemoeid te laten.
AmCham betreurt dat ten gunste van een beperkt aantal Nederlandse multinationals de lasten voor andere bedrijven worden verzwaard. Het middel is in de huidige voorstellen erger dan de kwaal.
Verder zegt AmCham bezorgd te zijn over het ontbreken van maatschappelijk draagvlak voor de maatregel. Dat leidt volgens de Kamer tot negatieve beeldvorming over multinationals. De organisatie benadrukt echte bedrijven te vertegenwoordigen, geen brievenbusfirma’s, en wijst erop dat Amerikaanse bedrijven in Nederland zo’n 450.000 banen genereren.
NOS 07.09.2018 De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) reageert verontwaardigd op plannen van het kabinet voor de studielening. Een lening wordt fors duurder als gevolg van een wetsvoorstel van minister Van Engelshoven van Onderwijs.
In het wetsvoorstel dat dinsdag naar de Tweede Kamer is gestuurd, staat dat de rente op leningen die per 2020 worden afgesloten voortaan voor 10 jaar wordt vastgezet. Nu is dat nog 5 jaar. Een rente die langer vaststaat is hoger. Dat bij het studievoorschot in de toekomst wordt aangesloten bij de 10-jaarsrente was vorig jaar al aangekondigd in het regeerakkoord.
De minister schat in dat studenten per 2020 18 procent per maand meer moeten gaan terugbetalen. Wie van de volledige 35 jaar gebruik maakt om terug te betalen, kan duizenden euro’s duurder uit zijn. Als de gemiddelde rentes in de afgelopen tien jaar zouden gelden, zou het maandelijks terug te betalen bedrag voor een afgestudeerde met een schuld van 21.000 euro van 70 naar 82 euro gaan.
Dieper in de schulden
De LSVb wijst erop dat met de wet studenten dieper in de schulden worden gewerkt. “Wij roepen de regering een halt toe en eisen dat zij deze maatregel schrappen”, zegt voorzitter Geertje Hulzebos.
Ook het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is niet te spreken over het wetsvoorstel. De organisatie noemt het een klap in het gezicht van studenten. “Weer worden studenten onevenredig hard in hun portemonnee getroffen. Het siert de regering niet om de staatskas te spekken met het kostbare geld van een schuldengeneratie”, zegt ISO-voorzitter Tom van den Brink.
De wet levert de Nederlandse schatkist 226 miljoen euro op. Dat geld is nodig om het leenstelsel op de langere termijn betaalbaar te houden, zegt de minister. Van Engelshoven benadrukt dat de gewijzigde rentemaatstaf geen gevolgen heeft voor het te betalen maandbedrag als er sprake is van onvoldoende draagkracht vanwege een laag inkomen. De maatregel geldt alleen voor studenten die na 2019 aan hun opleiding beginnen.
AD 07.09.2018 De rente op studieleningen gaat in 2020 omhoog voor alle studenten die dan aan een studie beginnen. Het maandbedrag dat zij na afloop van hun studie moeten terugbetalen, wordt 18 procent hoger. Ex-studenten zijn daardoor in de toekomst duizenden euro’s duurder uit.
Dit is weer een klap in het gezicht van de student en niet conform de afspraken, aldus Tom van den Brink, Voorzitter Interstedelijk Studentenoverleg.
Dat staat in een wetsvoorstel dat Onderwijsminister Ingrid Van Engelshoven deze week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Volgens haar is de renteverhoging nodig voor de financiële houdbaarheid van het leenstelsel op langere termijn, schrijft ze in de toelichting op de wetswijziging. De bewindsvrouw heeft zich hiermee de woede van studenten op de hals gehaald.
Studentenorganisaties zien dit als de zoveelste teleurstelling. Eerst werd de basisbeurs afgeschaft. Vervolgens werd er door de invoering van het leenstelsel beter onderwijs beloofd, omdat er meer geld zou worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs.
De afspraken blijken toe nu toe niet te zijn nagekomen. En nu moeten de studenten als klap op de vuurpijl de knip trekken om het leenstelsel betaalbaar te houden, stelt voorzitter Tom van den Brink van het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO). ,,Dat is weer een klap in het gezicht van de student en niet conform de afspraken. Wij worden gepakt voor de financiële tegenvallers van het ministerie van Onderwijs.”
De rente stijgt omdat de minister de rente op leningen niet meer voor vijf jaar vast gaat zetten, maar voor tien jaar. Rente die langer vaststaat is hoger. De maatregel was al aangekondigd in het regeerakkoord. Met het wetsvoorstel wordt duidelijk wat dit voor studenten betekent.
Een gemiddelde studielening is nu 21.000 euro. Onder de sociale voorwaarden van het leenstelsel mag een student 35 jaar doen om dat bedrag af te lossen. Wie van die maximale termijn gebruik maakt, is straks duizenden euro’s duurder uit. Bij de gemiddelde schuld is het maandbedrag nu ongeveer 70 euro (bij een 5-jaarsrente) en straks, als de rente 10 jaar vaststaat, ongeveer 82 euro.
,,Op deze manier verliezen studenten het vertrouwen in de politiek”, stelt Geertje Hulzebos, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). ,,Zij bouwen meer schulden op door het afschaffen van de basisbeurs en nu ook nog eens door het verhogen van de rente op die schuld.”
Van den Brink hoopt dat de Tweede Kamer een stokje steekt voor het wetsvoorstel. ,,Ik verwacht vooral van het CDA en de ChristenUnie – partijen die altijd mordicus tegen het leenstelsel waren – dat zij hier kritisch op zijn.”
Minister Van Engelshoven zit momenteel in Argentinië en laat via haar woordvoerder weten dat ‘deze een maatregel in het regeerakkoord staat’ ,,Die is nodig om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te borgen.”
NU 07.09.2018 In een wetsvoorstel dat deze week naar de Tweede Kamer is gestuurd, staat dat studenten vanaf 2020 meer geld aan studieschulden kwijt zijn doordat de rente verhoogd wordt. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) vindt de maatregel onacceptabel en wil die van tafel.
Het plan moet het Rijk 226 miljoen euro opleveren en is bedoeld om het leenstelsel betaalbaar te houden.
De maatregel zou gaan gelden voor studenten die vanaf 2020 aan een studie in het hoger onderwijs beginnen.
Vanaf dan wordt de rente van studieleningen gekoppeld aan de rente die de overheid betaalt op staatsleningen met een looptijd van tien jaar.
Nu is dat nog de rente op staatsschuld met een looptijd van vijf jaar. De zogeheten tienjaarsrente is door de langere looptijd hoger dan de vijfjaarsrente.
In de afgelopen tien jaar was de tienjaarsrente 0,78 procentpunt hoger dan de vijfjaarsrente. Dit betekent een 18 procent hoger maandbedrag voor studenten. met een volledige draagkracht.
Gemiddeld maandbedrag stijgt met 12 euro
Bij een gemiddelde studieschuld van 21.000 euro is het maandbedrag dat oud-studenten momenteel aan rente en aflossing terugbetalen 70 euro. Dat stijgt tot zo’n 82 euro.
Volgens de LSVb “loopt dit op tot duizenden euro’s, terwijl bij het afschaffen van de basisbeurs sociale leenvoorwaarden waren beloofd”.
“Op deze manier verliezen studenten het vertrouwen in de politiek. Zij bouwen meer schulden op door het afschaffen van de basisbeurs en nu ook nog eens door het verhogen van de rente op die schuld”, zegt voorzitter Geertje Hulzebos.
RO 07.09.2018 Het kabinet stopt met het uitwerken van het plan voor loondispensatie in de Participatiewet en start een breed offensief om mensen met een arbeidsbeperking die langs de kant staan aan het werk te helpen.
Kern van het offensief is dat het kabinet gaat inzetten op het vereenvoudigen van regels voor werkgevers, het lonend maken van (meer) werken voor mensen met een beperking, ook als zij in deeltijd werken en ervoor zorgen dat werkgevers en mensen die op zoek zijn naar een baan elkaar beter gaan vinden. Staatssecretaris Tamara van Ark houdt onverminderd vast aan het doel om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Zij stuurt vandaag een nieuw voorstel aan de Tweede Kamer.
Uit de verkenning in de afgelopen maanden is gebleken dat het niet mogelijk is om het oorspronkelijk voorstel voor loondispensatie in de Participatiewet zo in te richten dat het voor iedereen simpeler en beter wordt. Voor werkgevers en voor mensen die niet zelfstandig het minimumloon per uur kunnen verdienen. Ook zou de invoering een erg lange aanlooptijd vragen waardoor mensen lang in onzekerheid zouden zijn.
Staatssecretaris Van Ark: ‘’Het is nu duidelijk dat het oorspronkelijke voorstel niet op eenvoudige manier uitgevoerd kan worden. Het zou te complex worden. Eenvoud is een harde voorwaarde. Dan verzet ik liever nu de bakens om datzelfde doel alsnog te bereiken: mensen die nu aan de kant staan aan werk te helpen.”
Meer dan de helft van de mensen met een arbeidsbeperking zit momenteel thuis. Dat heeft verschillende oorzaken. Werkgevers hebben te maken met complexe regels. Dat belemmert hen om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Voor mensen met een beperking die in deeltijd werken loont werken niet altijd omdat het loon verrekend wordt met een uitkering. Bovendien werken gemeenten vaak met heel veel verschillende regels.
In de discussie over het aan werk helpen van mensen met een arbeidsbeperking is duidelijk geworden wat er moet verbeteren:
Werken met loonkostensubsidie moet lonen, ook voor mensen die in deeltijd werken
De matching tussen werkgevers en werknemers krijgt een extra impuls
De regels rond banenafspraak en quotum moeten eenvoudiger worden
De Wajongregels worden logischer en mensen die gaan studeren of meer werken stimuleren
Beschut werk krijgt een extra impuls
In de brief die ze vandaag naar de Kamer stuurt staat een eerste uitwerking. De komende periode gaat ze daar met betrokken partijen verder mee. “Werken, een baan hebben, is heel belangrijk, zeker als dat niet vanzelf gaat. Dit binnen bereik brengen voor mensen met een beperking is onze ambitie, zodat iedereen volwaardig mee kan doen,” zegt Van Ark.
NU 07.09.2018 Het kabinet zet een streep door het plan om arbeidsgehandicapten minder te betalen dan het minimumloon. De regeringspartijen hebben geconcludeerd dat het plan niet uitvoerbaar is.
Haagse bronnen bevestigen donderdag berichtgeving hierover door de NOS. De maatregel stond in het regeerakkoord en moest ertoe leiden dat ondernemers meer arbeidsgehandicapten in dienst kon nemen. Een deel van de werknemers ging er in de plannen op achteruit.
Staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) ontvouwde het plan in maart. Bij nieuwe contracten zouden werkgevers alleen moeten betalen voor wat iemand kan produceren.
Ze betalen minder als de werknemer vanwege een beperking minder snel werkt of minder taken kan vervullen dan collega’s. Daarmee zou de zogenoemde loondispensatie in de nieuwe situatie ook voor mensen met een bijstandsuitkering gelden.
Het zou een besparing van 500 miljoen euro en meer werkplekken voor arbeidsgehandicapten moeten opleveren.
De plannen leidden tot veel protest. Zo noemde het College voor de Rechten van de Mens het plan discriminatie, omdat er andere regels zouden gaan gelden voor arbeidsgehandicapten ten opzichte van hun collega’s. Ook regeringspartijen D66 en ChristenUnie hadden grote moeite met het plan.
Huidige regels blijven gehandhaafd
Volgens de NOS heeft Van Ark de afgelopen maanden met betrokken partijen gesproken en geconcludeerd dat het plan niet uitvoerbaar en ongewenst was. De huidige regels rond loonkostensubsidies aan arbeidsgehandicapten blijven gehandhaafd.
“Fatsoen heeft gewonnen. Heel goed nieuws”, zegt CNV-voorzitter Maurice van Limmen in een reactie. Ook mensen met een arbeidsbeperking moeten als volwaardig werknemer aan de slag kunnen, aldus de vakbondsman.
Telegraaf 06.09.2018 De coalitie is alsnog akkoord met extra geld voor de publieke omroep. Bronnen melden aan De Telegraaf dat er een zak geld klaarligt met daarin eenmalig 40 miljoen euro aan gemeenschapsgeld.
De NPO kan dat geld krijgen, maar dan moet er wel eerst een doorwrocht verbeterplan op tafel komen.
Over geld voor de publieke omroep wordt nu al bijna een jaar gesteggeld. In november vorig jaar werd duidelijk dat bij de publieke omroep de reclame-inkomsten dalen en dat dit een blijvend probleem lijkt. Een gat van 62 miljoen euro gaapte.
Mediaminister Slob (CU) eiste aanvankelijk dat de met publiek geld gespekte NPO zelf voor dit probleem zou opdraaien. Commerciële media hebben immers met soortgelijke problemen te kampen, maar houden zonder overheidssteun de broek op. Hij oogstte alom lof.
AD 06.09.2018 Het kabinet maakt toch extra geld vrij voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), die noodgedwongen moet bezuinigen. Er wordt eenmalig 40 miljoen euro vrijgemaakt voor de NPO. Verantwoordelijk minister Arie Slob gaat samen met de omroepen een plan maken voor de toekomst, waarbij ook het structurele gat in de begroting wordt meegenomen.
Dat bevestigen ingewijden aan deze site. Door onder meer dalende reclame-inkomsten kampt de NPO met een begrotingsgat van 62 miljoen euro. Het kabinet hield lang vol dat de publieke omroep dit zelf moest oplossen, maar nu is er toch eenmalig geld beschikbaar om de ergste en meest acute financiële problemen het hoofd te bieden.
Eind augustus was al duidelijk dat drie regeringspartijen de bezuinigingen op de publieke omroep voor het komende jaar willen verzachten. CDA, D66 en ChristenUnie zouden daarvoor eenmalig 30 miljoen euro willen uittrekken. Nu zou ook de VVD akkoord zijn gegaan met een geldinjectie en wordt gesproken over een investering van tien miljoen extra. Doel van het extra geld is de NPO meer tijd te geven om toe te werken naar een toekomstbestendige publieke omroep die het hoe dan ook de komende jaren met minder overheidsgeld zal moeten doen.
Met de financiële injectie zou de NPO voor 2019 circa de helft minder hoeven te bezuinigen dan de 62 miljoen euro die nu nodig is voor een sluitende begroting. Het kabinet voert momenteel begrotingsonderhandelingen. Op Prinsjesdag wordt duidelijk of de NPO daadwerkelijk minder hoeft te snijden dan was gedacht.
Eenmalig
Het initiatief voor een eenmalige bijdrage kwam van het CDA en kreeg later steun van D66 en ChristenUnie. De tientallen miljoenen extra worden worden door minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) niet zomaar aan de NPO gegeven. Hij zal met de omroepen gaan praten over de besteding ervan en hoe de publieke omroepen zich in financiële zin op de beste manier klaar kunnen stomen voor de toekomst.
De NPO wil vooral met bezuinigingen op programma’s uit de geldzorgen komen, meldde minister Slob eerder, nadat de omroepen hun bezuinigingsvoorstellen aan hem hadden voorgelegd. Ook kon, aldus de NPO, worden bespaard op de eigen organisatie en extra geld worden gevonden met de verkoop van online reclame.
Slob meent dat, voordat de omroepen het mes zetten in programma’s, ze eerst maar eens hun reserves moeten aanspreken. Dat is verplicht. Hij denkt dat de NPO daaruit volgend jaar minstens 24 miljoen euro zou kunnen putten. Vandaag wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over de toekomst van media. Verwacht wordt dat vertegenwoordigers uit Hilversum naar Den Haag zullen komen om nog meer geld te vragen van de regering.
NU 06.09.2018 Het kabinet maakt toch extra geld vrij voor de publieke omroep. Er wordt eenmalig 40 miljoen euro vrijgemaakt voor de NPO.
De verantwoordelijke minister Arie Slob (Media) gaat samen met de NPO een plan maken voor de toekomst, waarbij ook het structurele gat in de begroting wordt meegenomen. Dat bevestigen ingewijden, na berichtgeving van De Telegraaf.
Door onder meer dalende reclame-inkomsten kampt de NPO met een gat in de begroting van 62 miljoen euro. Het kabinet hield lang vol dat de publieke omroep dat zelf moest oplossen, maar nu wordt er toch eenmalig geld vrijgemaakt.
Het geld wordt niet zomaar aan de omroepen overhandigd, benadrukt een bron. Slob heeft het geld ter beschikking en zal met de omroepen gaan praten over de besteding van het geld en hoe de omroepen voorbereid kunnen worden op de toekomst.
“We hebben de afgelopen periode meermaals duidelijk gemaakt dat een eventuele miljoenenkorting op ons budget omroepen en programmamakers hard zal treffen en dus ten koste zal gaan van de kwaliteitsprogrammering van de NPO”, laat de NPO in een reactie weten.
“Achter de schermen werken we al maanden keihard om deze dreigende bezuinigingen te voorkomen. Maar als de berichten in de krant kloppen, zijn we blij dat de politiek het belang van een sterke publieke omroep erkent en ook ondersteunt.”
Niet gesneden in journalistieke programma’s
Bij de najaarspresentatie van de NPO liet directeur video Frans Klein aan NU.nl weten dat de bezuinigingen niet tot gevolg hebben dat er in journalistieke programma’s gesneden wordt, al erkende hij wel dat de journalistieke programmering een andere invulling krijgt.
“Brandpunt+ verdwijnt na december inderdaad van televisie, maar daar gaan we online mee verder. Op die manier kunnen we op de lineaire televisie weer werken aan nieuwe journalistieke programma’s”, aldus Klein, die met deze nieuwe koers vooral meer jongere kijkers hoopt te trekken.
Hij noemde verder de zomerprogrammering als optie om op te kunnen bezuinigen, zoals het programma M. van Margriet van der Linden.
NOS 06.09.2018 De regeringspartijen maken incidenteel 40 miljoen euro vrij voor de publieke omroep. Dat bedrag moet de teruglopende STER-inkomsten voor een deel compenseren. Door die tegenvallende reclame-inkomsten kampt de omroep met een gat van naar schatting 62 miljoen euro in 2019.
Bronnen bevestigen het bedrag van 40 miljoen zoals dat vanmorgen in De Telegraaf stond. Vorige week meldde de NOS al dat coalitiepartijen 30 miljoen wilden vrijmaken.
Lange tijd hield minister Slob van Mediazaken vol dat de omroep de teruglopende inkomsten zelf moest oplossen met bezuinigingen, maar nu komt er toch geld.
Toekomstplan
Voorwaarde voor de steun is wel dat er een goed plan voor de toekomst van de NPO komt. Als dat plan aan de verwachtingen voldoet, sluiten de coalitiepartijen niet uit dat de 40 miljoen euro ook in de jaren na 2019 beschikbaar komt voor de omroep.
Een woordvoerder van de NPO zegt de politieke besluitvorming af te wachten. “Maar als de berichten kloppen zijn we blij dat de politiek het belang van een sterke publieke omroep erkent en ook ondersteunt.”
Vandaag houdt de Tweede Kamer een overleg over Mediazaken. Dat is te volgen via NPO Politiek. Minister Slob zei bij het begin meteen dat hij niet zal ingaan op mogelijke Prinsjesdagplannen die via media naar buiten komen.
“Ik houd me aan de regels waar de Kamer zelf heel streng op is.” Die regels houden in dat er niet mag worden gelekt uit de Prinsjesdagstukken, die het kabinet op de derde dinsdag van september presenteert.
Petitie
Op het Plein voor de Tweede Kamer hebben tientallen programmakers van de Publieke Omroep een manifest aangeboden aan Kamerleden. Onder hen waren Hans Goedkoop (Andere Tijden) en Aart Zeeman (Brandpunt).
In hun petitie vragen zij om het tekort van 62 miljoen aan te vullen en het budget van de NPO mee te laten groeien met de inflatie “en ons niet afhankelijk te maken van de reclame-inkomsten”.
AD 06.09.2018 Het kabinet maakt toch extra geld vrij voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), die noodgedwongen moet bezuinigen. Er wordt eenmalig 40 miljoen euro vrijgemaakt voor de NPO. Verantwoordelijk minister Arie Slob gaat samen met de omroepen een plan maken voor de toekomst, waarbij ook het structurele gat in de begroting wordt meegenomen.
Dat bevestigen ingewijden aan deze site. Door onder meer dalende reclame-inkomsten kampt de NPO met een begrotingsgat van 62 miljoen euro. Het kabinet hield lang vol dat de publieke omroep dit zelf moest oplossen, maar nu is er toch eenmalig geld beschikbaar om de ergste en meest acute financiële problemen het hoofd te bieden.
Eind augustus was al duidelijk dat drie regeringspartijen de bezuinigingen op de publieke omroep voor het komende jaar willen verzachten. CDA, D66 en ChristenUnie zouden daarvoor eenmalig 30 miljoen euro willen uittrekken. Nu zou ook de VVD akkoord zijn gegaan met een geldinjectie en wordt gesproken over een investering van tien miljoen extra. Doel van het extra geld is de NPO meer tijd te geven om toe te werken naar een toekomstbestendige publieke omroep die het hoe dan ook de komende jaren met minder overheidsgeld zal moeten doen.
Met de financiële injectie zou de NPO voor 2019 circa de helft minder hoeven te bezuinigen dan de 62 miljoen euro die nu nodig is voor een sluitende begroting. Het kabinet voert momenteel begrotingsonderhandelingen. Op Prinsjesdag wordt duidelijk of de NPO daadwerkelijk minder hoeft te snijden dan was gedacht.
Eenmalig
Het initiatief voor een eenmalige bijdrage kwam van het CDA en kreeg later steun van D66 en ChristenUnie. De tientallen miljoenen extra worden worden door minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) niet zomaar aan de NPO gegeven. Hij zal met de omroepen gaan praten over de besteding ervan en hoe de publieke omroepen zich in financiële zin op de beste manier klaar kunnen stomen voor de toekomst.
De NPO wil vooral met bezuinigingen op programma’s uit de geldzorgen komen, meldde minister Slob eerder, nadat de omroepen hun bezuinigingsvoorstellen aan hem hadden voorgelegd. Ook kon, aldus de NPO, worden bespaard op de eigen organisatie en extra geld worden gevonden met de verkoop van online reclame.
Slob meent dat, voordat de omroepen het mes zetten in programma’s, ze eerst maar eens hun reserves moeten aanspreken. Dat is verplicht. Hij denkt dat de NPO daaruit volgend jaar minstens 24 miljoen euro zou kunnen putten. Vandaag wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over de toekomst van media. Verwacht wordt dat vertegenwoordigers uit Hilversum naar Den Haag zullen komen om nog meer geld te vragen van de regering.
Telegraaf 06.09.2018 De coalitie is alsnog bereid de NPO-broekzakken eenmalig met belastinggeld te vullen, maar dan wel onder voorwaarden. Eerst moet er een serieus toekomstplan worden overlegd, is het idee.
Telegraaf 06.09.2018 Met recht kan gezegd worden dat de NPO met belastinggeld wordt gefinancierd. Voor elke euro reclame-inkomsten krijgt het er van de Staat drie euro bij. Over deze systematiek heeft Hilversum nooit geklaagd, totdat de advertentiemarkt begon te krimpen. Waar de hele mediawereld hard moest ingrijpen om het hoofd boven water te houden, deed de NPO alsof zijn neus bloedde. Alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn meer gelijk dan anderen, schreef George Orwell al.
Telegraaf 04.09.2018 De Tweede Kamer komt dinsdag na acht weken reces voor het eerst weer bijeen. Zoals gebruikelijk is het wachten vooral op de begroting voor 2019, die over twee weken wordt gepresenteerd. Het is de eerste Miljoenennota van dit kabinet. Maar ook voor de vergaderdagen tot Prinsjesdag ontbreekt het de parlementariërs niet aan gespreksstof.
Zo zal minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken zich nog in de Kamer moeten verantwoorden over omstreden uitlatingen die hij afgelopen zomer deed op een besloten bijeenkomst. Hij zei onder meer dat hij geen land kent waar verschillende culturen vreedzaam samenleven. Bovendien haalde de VVD’er zich de woede van Suriname op de hals door dat land een „failed state” (mislukte staat) te noemen.
Niet alleen de oppositie viel over Bloks uitlatingen, ook vanuit de coalitie klonk scherpe kritiek, al vonden de regeringspartijen zijn misstap niet zwaar genoeg om de Kamer terug te roepen van reces. Minister-president Mark Rutte noemde de woordkeuze van zijn partijgenoot „ongelukkig en onzorgvuldig.” Maar Blok kan wat hem betreft wel door als minister, ook omdat hij zijn woorden heeft teruggenomen.
Verder zal de dividendbelasting vast weer ter sprake komen. Het kabinet bevestigde vorige week dat het een streep zet door die heffing op de winstuitkering van bedrijven aan hun aandeelhouders, zoals in het regeerakkoord is afgesproken. De maatregel, een vurige wens van de VVD die bij geen enkele andere partij op applaus kan rekenen, pakt wel een stuk duurder uit dan destijds was becijferd.
De publieke tribune van de Tweede Kamer zal bij de eerste debatten na de vakantie leeg zijn. Kamervoorzitter Arib heeft besloten dat bezoekers niet welkom zijn vanwege de aangekondigde staking van politieagenten.
NOS 04.09.2018 Na acht weken zomerstop, of reces zoals het in politiek Den Haag heet, komt de Tweede Kamer vandaag voor het eerst weer bij elkaar. De komende tijd staat vooral in het teken van Prinsjesdag.
De derde dinsdag in september valt dit jaar vroeg, al op de 18de. Dat betekent dat de Kamer twee weken kan praten over lopende zaken, voordat de jaarlijkse cyclus van begrotingsbehandelingen begint.
Debat Blok nog deze week
De belangrijkste nog lopende zaak is de uitglijder van minister Blok van Buitenlandse Zaken. Vrijwel zeker deze week nog zal de Kamer hem aan de tand voelen over zijn uitspraken over de multiculturele samenleving en Suriname.
Blok bood tijdens het reces al verschillende malen excuses aan voor die uitspraken, en er gingen zelfs brieven met verontschuldigingen naar het buitenland. Toch wil de oppositie dat hij nogmaals uitleg komt geven.
Als Blok daar niet opnieuw een uitglijder maakt, is de verwachting dat hij dat debat zonder extra schade zal overleven. Hij zal vooral het vertrouwen bij diplomaten, in binnen- en buitenland, moeten herstellen.
Mensenrechtentulp
Gisteren kreeg Blok daar nog een probleem bij. De coalitiepartijen CDA, D66 en ChristenUnie zijn boos dat de minister de Mensenrechtentulp uitreikte aan Zeid Ra’ad Al Hussein, de scheidend Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN.
Blok ging daarbij volgens de coalitiepartners voorbij aan de omstreden rol van Zeid bij de zaak van seksueel misbruik door VN-personeel in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Hij zou klokkenluiders niet serieus hebben genomen en de zaak in de doofpot hebben willen stoppen.
VVD onder vuur
Bloks partij, de VVD, heeft sowieso geen geweldig reces achter de rug. Kamerlid Han ten Broeke schrijft dezer dagen zijn afscheidsbrief aan Kamervoorzitter Arib. Hij besloot vorige week op te stappen nadat bekend was geworden dat hij in 2013 door een medewerkster van de fractie is beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Ook een ander prominent fractielid van de liberalen, oud-minister Jeanine Hennis-Plasschaert, heeft haar vertrek aangekondigd. Ze wordt VN-gezant in Irak. Daarmee blijven er maar weinig ervaren VVD’ers over in het parlement.
De VVD ligt verder onder vuur omdat die partij de vurigste pleitbezorger is van de omstreden afschaffing van de dividendbelasting. Binnen de coalitie zijn afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat het voorstel de eindstreep haalt, maar van harte ging het niet. De oppositie is fel tegen.
Minder goed nieuws in het koffertje
Als minister Hoekstra van Financiën op Prinsjesdag naar de Kamer komt, zit er in zijn koffertje minder goed nieuws dan het kabinet had gehoopt. Vooral de kosten van het dichtdraaien van de Groningse gaskraan beperken de financiële ruimte.
Waarschijnlijk vertoont de Miljoenennota veel overeenkomsten met het regeerakkoord van vorig jaar. De afspraken die toen gemaakt werden tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie worden nu omgezet in beleid.
Veel mensen zullen er iets op vooruitgaan, maar het kabinet had in zijn eerste eigen begroting graag meer willen uitdelen. Zeker nu het met de economie zo goed gaat.
NU 03.09.2018 Na een reces van twee maanden begint dinsdag het nieuwe politieke jaar. Wat zijn de thema’s die dit jaar het Binnenhof zullen domineren? NU.nl zet op een rij wat u in het reces heeft gemist en waar u de komende tijd op moet letten.
De uitspraken van minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken), de dividendbelasting en opnieuw gedoe bij VVD. Het reces is dit jaar niet onopgemerkt voorbij gegaan.
Blijft Blok minister van Buitenlandse Zaken?
De VVD-minister van Buitenlandse Zaken deed in juli de nodige stof opwaaien met zijn omstreden uitspraken over de multiculturele samenleving, Suriname en oost-Europa. Hij zei geen “vreedzame multiculturele samenlevingen” te kennen, noemde Suriname een failed state en zei er niet in te geloven dat oost-Europese landen zich aan de vluchtelingenafspraken zullen houden.
Blok heeft het reces gebruikt om op verschillende manieren excuses aan te bieden voor de ophef die is ontstaan na zijn uitspraken. Voor de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en CU was dat voldoende; de Kamer hoefde niet terug te komen van reces.
De verwachting is dat de Kamer aanstaande woensdag of donderdag met Blok in debat zal gaan. Voor een deel van de oppositie is immers nog steeds niet duidelijk hoe Blok echt denkt over de uitspraken die hij heeft gedaan.
Wat premier Rutte betreft kan zijn partijgenoot gewoon aanblijven. Na het vertrek van Zijlstra, die had verzonnen dat hij bij een gesprek met Poetin aanwezig was, lijkt de VVD niet opnieuw een minister te willen verliezen. Ook CDA-vicepremier Hugo de Jonge vindt dat Blok op zijn post kan blijven.
Of Blok blijft zitten of niet, de schade na zijn uitspraken is hoe dan fors.
Blok is niet de enige VVD’er die dit reces in opspraak is gekomen. Kamerlid Wybren van Haga en zijn bedrijf Sjopperdepop haalden opnieuw het nieuws.
Van Haga kwam in opspraak toen bekend werd dat hij verhuurregels in Amsterdam had overtreden. De VVD-integriteitscommissie concludeerde dat Van Haga niet tegelijkertijd ondernemer en Kamerlid kon zijn, waarna de vastgoedbaas zijn werkzaamheden op afstand zette.
In het reces bleek echter dat Van Haga zijn bedrijf toch niet op afstand heeft gezet. VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff wilde niet ingaan op de betrokkenheid van het Kamerlid bij de vastgoedonderneming.
Het is alweer de zoveelste integriteitskwestie binnen de VVD, maar de partij kan Van Haga niet dwingen op te stappen. De coalitie leunt op 76 zetels en met een afsplitsing van Van Haga verliezen VVD, CDA, D66 en CU hun meerderheid.
VVD’ers Ten Broeke, Hennis-Plasschaert en Azmani vertrekken
Terwijl Van Haga bleef zitten, vertrok deze zomer de ervaren VVD-buitenlandwoordvoerder Han ten Broeke. Twee weken geleden kwam hij in opspraak vanwege verzwegen pr-activiteiten die in de registers van de Tweede Kamer gemeld hadden moeten worden.
Na excuses kon Ten Broeke aanblijven. Toen vorige week bekend werd dat hij vijf jaar geleden een “ongelijkwaardige relatie” had met een fractiemedewerker, stapte hij op. Volgens de medewerkster zou er sprake zijn van grensoverschrijdend seksueel gedrag. De twee spraken in een juridisch document af dat zij het niet met elkaar eens zijn over wat er precies is voorgevallen, maar de zaak wel te laten rusten.
Toen het bestaan van de juridische overeenkomst bekend werd, besloot het VVD-Kamerlid op te stappen.
Met het vertrek verliest de VVD-fractie opnieuw een bak aan ervaring. Met bijna 4300 dagen in de Kamer behoort Ten Broeke tot een van de meest ervaren Kamerleden.
Maar daar blijft het niet bij. Ook oud-defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert verlaat de VVD-fractie. Zij wordt hoofd van de VN-missie in Irak. Daarmee neemt opnieuw een gekozen volksvertegenwoordig voortijdig afscheid. Ook het ervaren VVD-Kamerlid Malik Azmani kondigde zijn vertrekaan. Hij wil de komende Europese Parlementsverkiezingen in mei volgend jaar de lijsttrekker voor de VVD worden.
Ondanks kritiek bijt coalitie zich vast in afschaffing dividendbelasting
Een kwestie die tijdens het reces maar niet wilde verdwijnen en de komende periode ook niet zal verdwijnen is de afschaffing van de dividendbelasting.
Vorige week werd bekend dat buitenlandse bedrijven en beleggers amper voordelen zien in de afschaffing van de belasting die de staatskas elk jaar 2 miljard euro oplevert. Alleen Shell, AkzoNobel, Unilever, het kabinet en de coalitie lijken nog achter de maatregel te staan, nu ook de SGP de steun intrekt.
Ondanks de aanhoudende kritiek blijft de VVD vasthouden aan de maatregel die door premier Rutte inmiddels zelf als “bizar” wordt omschreven. Ook het CDA heeft zich in de afschaffing vastgebeten en lijkt niet te willen loslaten. Van D66 en CU is bekend dat het besluit niet hun idee is geweest, maar zij zullen het plan niet torpederen. Als de afschaffing niet doorgaat, zal het kabinet vallen, vreest CU-leider Gert-Jan Segers.
Het is dan ook onwaarschijnlijk dat het besluit in de Tweede Kamer zal sneuvelen. Vorige week zijn de begrotingsafspraken voor 2019 gemaakt die op Prinsjesdag zullen worden gepresenteerd. De afschaffing van de dividendbelasting zal gewoon onderdeel uitmaken van de plannen.
Verliest de coalitie de meerderheid in de Eerste Kamer?
Maar ook al komt de afschaffing van de taks er, het geeft de oppositie een flinke stok om het kabinet en de coalitiepartijen mee te slaan. Het belastingvoordeel van 2 miljard euro voor buitenlandse beleggers is campagnemateriaal waar de oppositie gretig gebruik van zal maken. Campagnemateriaal dat verzameld wordt voor de komende Provinciale Statenverkiezingen in maart volgend jaar. Deze verkiezingen zijn bepalend voor de samenstelling van de Eerste Kamer.
De verkiezing zal een cruciaal tussenrapport voor het kabinet-Rutte III worden: verliest de coalitie daar de meerderheid, dan gaat doorregeren heel lastig worden. De vraag is wie er dan in aanmerking kan komen voor een gedoogconstructie in de Eerste Kamer: een linkse partij zal voor de VVD en CDA moeilijk te verkroppen zijn, terwijl steun van PVV uitgesloten lijkt.
Voor de coalitie is het dan ook zaak om de komende maanden een aantal belangrijke overwinningen binnen te halen, met als speerpunt de beloofde lastenverlichting. Vanaf volgend jaar treedt een aantal maatregelen in werking met als doel dat bijna iedereen meer geld overhoudt.
Tegelijkertijd werkt het kabinet ook aan een nieuw klimaatbeleid. In de Tweede Kamer is er brede steun voor de Klimaatwet. Naast bedenkers GroenLinks en PvdA zijn dat ook SP, ChristenUnie, D66, VVD en CDA. Waarschijnlijk wordt de wet nog voor de kerstvakantie in de Tweede Kamer behandeld.
Maar het nieuwe beleid gaat geld kosten en de grote vraag het komend jaar is bij wie de rekening zal komen te liggen. Dragen de meest vervuilende bedrijven genoeg bij? Betaalt de omslag zichzelf deels terug door middel van innovatie? Of gaan de belastingen voor burgers omhoog?
Elsevier 03.09.2018 Na acht weken zomerreces begint de Tweede Kamer deze week aan het nieuwe politieke seizoen. Dit zijn de vijf belangrijkste dossiers voor Rutte III.
1. De onhandige uitspraken van Stef Blok
‘Noem mij een voorbeeld, van een multi-etnische of multiculturele samenleving, waar de oorspronkelijke bevolking nog woont. (…) En waar een vreedzaam samenlevingsverband is. Ik ken hem niet,’ zei minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) op een besloten bijeenkomst in juli. Beelden daarvan lekten daarna uit naar tv-programma Zembla. ‘Suriname is een failed state,’ ging de minister verder. ‘En dat heeft ernstig te maken met de etnische opdeling.’
De uitspraken kwamen Blok op een storm van kritiek te staan. Hij maakte daarvoor meerdere malen excuses, maar de oppositie ruikt bloed: woensdag 5 september volgt een moeilijk Kamerdebat over zijn positie waar oppositiepartijen PvdA, SP en DENK in juli al om vroegen. Zelfs als hij dat debat overleeft, blijft de vraag wat dat betekent voor zijn positie voor de rest van de kabinetsperiode.
De verontwaardiging over afschaffing – die ruim een half miljard duurder uitvalt dan gedacht – is begrijpelijk, maar dat verandert de noodzaak niet, houden premier Mark Rutte (VVD) en de coalitiepartijen vol. Op Prinsjesdag (dinsdag 18 september) presenteert de regering een nadere verantwoording van het plan.
3. Begroting voor 2019
Minister Wopke Hoekstra (CDA) van Financiën presenteert over twee weken de eerste begroting van Rutte III. Naar verluidt gaan alle inkomensgroepen erop vooruit, vooral door de inkomstenbelasting die omlaaggaat. Daarnaast gaat er extra geld naar Defensie, Onderwijs en Zorg.
De laatste kostenpost blijft veruit de grootste: De Telegraaf meldde maandag dat er deze kabinetsperiode zelfs meer geld extra naartoe gaat – dus bovenop wat er al wordt uitgegeven – dan naar de hele begroting van het ministerie van Defensie.
Alle plannen en lastenverlagingen moeten natuurlijk ergens van worden betaald en dat komt deels uit de verhoging van de btw. Het lage btw-tarief wordt 1 januari 2019 verhoogd van 6 naar 9 procent en dat gaat Nederlandse huishoudens volgend jaar gemiddeld zo’n 300 euro kosten, berekenden economen van ING vorige maand. Kortom: dat gaat de consument merken als hij in de supermarkt de aardappelen in het mandje legt. Of bijvoorbeeld een boek of theaterkaartjes koopt.
Aan minister Hoekstra de lastige taak deze plannen door de Tweede Kamer te loodsen.
Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (VVD) moet voor het eind van het jaar met concrete maatregelen komen om de gestelde klimaatdoelen te halen. Hiervoor moet hij de resultaten van de vijf ‘klimaattafels’ beoordelen en bespreken met de Kamer, inclusief een doorrekening door het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau (effecten op lastenverdeling).
De voorstellen gaan ongetwijfeld grote invloed hebben op de portemonnee en het leven van alle Nederlanders. Zo moeten huishoudens van het aardgas af en gaat de belasting op vliegen omhoog.
Wetsvoorstellen die nog in de pijplijn zitten:
Het Belastingplan 2019: een pakket fiscale maatregelen met grote gevolgen. Het lage btw-tarief gaat van 6 naar 9 procent. Er komt een ‘sociale vlaktaks’ met twee tarieven inkomstenbelasting: 36 procent voor het inkomen tot zo’n 70.000 euro en 49 procent daarboven. De algemene heffingskorting en de arbeidskorting stijgen; vooral lagere en middeninkomens profiteren daarvan. Ook daalt de winstbelasting voor bedrijven. Het plan bevat ook het schrappen van de dividendbelasting, al bestaat de kans dat het kabinet dit omstreden voorstel schielijk intrekt.
Van de nieuwe Inburgeringswet zijn de contouren bekend, maar de tekst moet nog komen.
Wet op een minimumprijs voor CO2 bij energieopwekking. Vanwege het milieu en het klimaat moeten de kosten van stroomproductie omhoog. Voor de consument gaat de belasting op gas fors omhoog en die op stroom juist omlaag.
Verbod op het gebruik van steenkool voor energieopwekking. Hierbij geldt een overgangstermijn voor de energiecentrales.
Belasting op vliegtickets. Per jaar wil de fiscus 200 miljoen euro binnenhalen.
Oprichting van een Instituut Mijnbouwschade Groningen, dat objectief moet vaststellen welk bedrag aan vergoeding de bewoners van het bevingsgebied krijgen.
Uitbreiding slachtofferrechten in het strafproces, opdat het voor slachtoffers van verkeersongelukken en misdrijven minder lastig wordt schade te claimen bij verzekeraars en daders.
Verhoging van de kinderbijslag.
Premiedifferentiatie vast-flex. De werkloosheidspremie werd altijd per bedrijfstak vastgesteld. Straks geldt een premie voor alle sectoren, maar wordt verschil gemaakt tussen vaste en flexibele medewerkers.
Fleur Verbeek (1991) werkt sinds oktober 2017 op de webredactie. Ze studeerde Journalistiek aan de Hogeschool van Utrecht.
AD 31.08.2018 De afschaffing van de dividendbelasting moet alsnog van tafel, vindt voormalig D66-leider Jan Terlouw. De coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie heeft gisteren juist afgesproken de omstreden maatregel door te zetten.
Terlouw wijst er in de podcast Betrouwbare Bronnen op dat de overgrote meerderheid van de Nederlanders en de Tweede Kamer de heffing op de winstuitkering aan aandeelhouders wil behouden. ,,En dan gaat het toch gebeuren! Wat heeft dat nog met democratie te maken?”
De D66-coryfee begrijpt dat zijn partij gebonden is aan het regeerakkoord, maar ,,waarom kan het kabinet niet zeggen: het gaat niet door want jullie willen het niet?” Terlouw hoopt dat zo nodig zijn partijgenoten in de Eerste Kamer, die de coalitieafspraken niet hebben ondertekend, een stokje voor het besluit steken.
Als dat betekent dat Unilever uit Nederland vertrekt, ,,dan zij dat zo”, vindt Terlouw. ,,Als de macht gaat berusten bij het kapitaal, dan is de democratie wezenlijk in gevaar.”
Akkoord
De coalitie bereikte gisteravond een akkoord over de begroting van 2019 en de financiering van de afschaffing van de dividendbelasting. Die omstreden maatregel kost ruim een half miljard euro meer dan gepland. Nederlandse banken en energie-intensieve bedrijven draaien waarschijnlijk grotendeels op voor de opgelopen kosten voor de afschaffing ervan.
De maatregel is van meet af aan zeer omstreden. Geen van de vier regeringspartijen had afschaffing van de dividendbelasting in het verkiezingsprogramma opgenomen. Desondanks besloot het kwartet tot afschaffing van de belasting op de winstuitkering van ondernemingen aan hun aandeelhouders.
Terlouw noemt de maatregel in een reactie op Radio 1 ,,een raadselachtig besluit, op het laatste moment genomen”. Ook blijkt nu dat veel mensen tegen zijn en dat het duurder wordt dan aangenomen, aldus de voormalig D66-leider. ,,Het wordt zo evident niet gedragen door de bevolking.”
Vestigingsklimaat
Minister-president Mark Rutte heeft de maatregel altijd fanatiek verdedigd omdat die zou leiden tot een beter Nederlands vestigingsklimaat. Handhaving van de dividendbelasting zou voor grote bedrijven een reden kunnen zijn om hun hoofdkantoor niet in Nederland te vestigen of te verplaatsen naar het buitenland.
Volgens het Centraal Planbureau is er echter geen hard bewijs dat de maatregel effect heeft en komt de opbrengst ten goede aan buitenlandse overheden. Ook ambtenaren van Financiën uitten in memo’s aan de formerende partijen grote twijfels over het nut van de maatregel. Ook vele grote beursgenoteerde bedrijven en buitenlandse beleggers zien nauwelijks voordelen in de afschaffing van de dividendbelasting, bleek deze week uit een rondgang van het FD.
Terlouw stelt op Radio 1 ,,geen deining” te willen veroorzaken. Hij weet ook niet of zijn oproep navolging krijgt van D66-leden in de Eerste Kamer. Terlouw dacht dat de podcast pas over twee maanden zou worden uitgezonden. ,,En nu worden deze uitspraken van mij er al uit gepikt.”
Telegraaf 31.08.2018 De afschaffing van de dividendbelasting moet alsnog van tafel, vindt voormalig D66-leider Jan Terlouw. De coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie heeft donderdag juist afgesproken de omstreden maatregel door te zetten.
Terlouw wijst er in de podcast Betrouwbare Bronnen op dat de overgrote meerderheid van de Nederlanders en de Tweede Kamer de heffing op de winstuitkering aan aandeelhouders wil behouden. „En dan gaat het toch gebeuren! Wat heeft dat nog met democratie te maken?”
De D66-coryfee begrijpt dat zijn partij gebonden is aan het regeerakkoord. Maar ’waarom kan het kabinet niet zeggen: het gaat niet door want jullie willen het niet?’, vraagt hij zich af.
Terlouw hoopt dat zo nodig zijn partijgenoten in de Eerste Kamer, die de coalitieafspraken niet hebben ondertekend, een stokje voor het besluit steken.
Als dat betekent dat Unilever uit Nederland vertrekt, ’dan zij dat zo’, vindt Terlouw. „Als de macht gaat berusten bij het kapitaal, dan is de democratie wezenlijk in gevaar.”
NOS 31.08.2018 D66-coryfee Jan Terlouw hoopt dat de afschaffing van de dividendbelasting alsnog sneuvelt in de Eerste Kamer, nu duidelijk is hoeveel weerstand de maatregel oproept. “Als de macht gaat berusten bij het kapitaal, dan is de democratie wezenlijk in gevaar”, zegt hij in de podcast Betrouwbare Bronnen.
De oud-fractieleider en -vicepremier zegt dat een zeer ruime meerderheid van de Nederlanders de heffing op de winstuitkering aan de aandeelhouders wil behouden. En volgens hem gaat het plan het in de Tweede Kamer alleen maar halen omdat D66 en de ChristenUnie nu eenmaal hun handtekening onder het regeerakkoord hebben gezet. Hij wijst erop dat de leiders van die twee regeringspartijen herhaaldelijk hebben laten weten dat ze er eigenlijk niets in zien.
Democratie
Terlouw kan er niet bij dat de maatregel desondanks doorgaat. “Wat heeft dat nog met democratie te maken?”, vraagt hij zich af. Hij vindt dat het kabinet zou moeten zeggen: “Het gaat niet door, want jullie willen het niet”.
Terlouw hoopt dat het plan in de senaat sneuvelt. Er gaan geluiden dat een meerderheid daar nog niet zeker is. Dat betekent wel dat de senatoren in meerderheid tegen het hele Belastingplan moeten stemmen, dat minister Hoekstra op Prinsjesdag presenteert. In het Belastingplan zijn alle maatregelen met elkaar verknoopt en er staan ook lastenverlichtingen in.
NU 30.08.2018 De kabinetsbegroting voor 2019 is rond, heeft VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff donderdagavond bekendgemaakt na overleg tussen het kabinet en de leiders van de vier coalitiepartijen. ”We hoeven niet langer te vergaderen.”
Over de inhoud van het akkoord wilden de fractieleiders niets kwijt. ”Het CDA is heel blij met het resultaat”, zei fractieleider Sybrand Buma. Vrijdag moet de ministerraad een hamerslag op het akkoord geven.
Minister van Financiën Wopke Hoekstra Financiën zei tevreden te zijn. “Het is een heel mooi verhaal geworden. Het was een goed en constructief overleg.”
VVD, CDA, D66 en ChristenUnie moesten het eens worden over de financiering van de afschaffing van de dividendbelasting. Verder moesten ze het nog eens worden over de koopkrachtplaatjes.
”Mensen gaan er volgend jaar in koopkracht op vooruit en dat plaatje ziet er denk ik goed uit”, zei D66-leider Alexander Pechtold.
De afschaffing van de dividendbelasting is het lastigste onderwerp voor de coalitie. D66 en ChristenUnie zijn er niet blij mee. Ook in de samenleving is er weinig steun, blijkt uit peilingen.
De afschaffing van de dividendbelasting kost een half miljard meer dan gepland door de sterke economische groei. Een voorstel dat op tafel lag, was dat banken en bedrijven die veel energie gebruiken hiervan 200 miljoen euro moeten betalen. Verder zou de bankenbelasting verhoogd worden met 40 miljoen euro en 100 miljoen worden gebruikt van de opbrengst van de afschaffing van de renteaftrek op converteerbare obligaties.
Kabinet akkoord over begroting 2019
Winstbelasting grote bedrijven minder verlaagd dan gepland
Een ander voorstel dat werd besproken ging over de winstbelasting voor grote bedrijven. Die zou minder worden verlaagd dan gepland. Het zou nu 22 procent worden in plaats van 21 procent.
Het laatste coalitieoverleg tussen de vier fractieleiders en de top van het kabinet vond plaats op het ministerie van Financiën. Het kabinet sloot hiermee twee weken van coalitieonderhandelingen af over de begroting, die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
Voor de zomer werd de coalitie het al eens over de hoofdlijnen voor de begroting van 2019. Daardoor is er in totaal 1,2 miljard euro extra voor Defensie, politie, justitie, zorg en onderwijs. Een geplande bezuiniging op verpleeghuizen en instellingen voor gehandicapten is geschrapt.
NOS 30.08.2018 De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben een akkoord bereikt over de begroting van 2019. De coalitiepartijen maakten dat bekend na afloop van een laatste overleg, vanavond op het ministerie van Financiën.
Er zijn in ieder geval afspraken gemaakt over hoe de dividendbelasting kan worden afgeschaft. De partijen willen nog geen details bekendmaken over de plannen voor volgend jaar. Die worden op Prinsjesdag gepresenteerd, de derde dinsdag van september.
VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff vertelde in Nieuwsuur dat de begroting rond is:
“Wij zijn tevreden, het is zeer goed voor het CDA”, zei CDA-leider Buma na afloop.
De partijen moeten nog verder praten over de koopkrachtplaatjes, maar het is al wel duidelijk dat de mensen er volgend jaar op vooruitgaan. “Dat plaatje ziet er denk ik goed uit”, zei D66-leider Pechtold.
Het kabinet gaat nu de puntjes op de i zetten, zei minister Hoekstra van Financiën na afloop. Hij is tevreden met het resultaat en de constructieve gesprekken die de coalitiepartijen hebben gevoerd. “Ik ben tevreden. Het is een heel mooi verhaal aan het worden.”
Gat in de begroting
De afgelopen twee weken hebben de coalitiepartijen intensief vergaderd over de begroting. Het grootste probleem was het gat van zo’n 600 miljoen extra vanwege de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting. Dit bedrag komt boven op de 1,4 miljard euro die de afschaffing al kost. Het kabinet wil deze maatregel om te zorgen dat Nederland aantrekkelijk is voor grote internationale bedrijven.
De coalitie moest extra geld zoeken op de begroting, en gedacht wordt aan het minder verlagen van het hoogste tarief van de vennootschapsbelasting. In het regeerakkoord is afgesproken om het tarief van 25 naar 21 procent te verlagen. Dat wordt waarschijnlijk 22 procent.
AD 30.08.2018 De begroting voor 2019 is rond. Dat maakte VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff vanavond bekend na overleg tussen het kabinet en de leiders van de vier coalitiepartijen.
Ze zijn het eens geworden over de financiering van de afschaffing van de dividendbelasting. Die omstreden maatregel kost ruim een half miljard euro meer dan gepland.
Nederlandse banken en energie-intensieve bedrijven draaien waarschijnlijk grotendeels op voor de opgelopen kosten voor de afschaffing van de dividendbelasting. Het gat van 500 miljoen euro wordt onder meer gedekt door verhoging van de bankenbelasting, afschaffing van de renteaftrek op converteerbare obligaties (zogeheten coco’s) en een verhoging van de energiebelasting voor grootindustriëlen.
Banken zouden daarnaast 40 miljoen extra bankenbelasting betalen. Met de afschaffing van de renteaftrek op coco’s, die banken gebruiken om hun buffers op te hogen, is in totaal een bedrag van 150 miljoen gemoeid: zeker 100 miljoen daarvan zou worden gebruikt om de dividendstrop te dempen. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) zegt in een eerste reactie: ,,We kunnen ons niet voorstellen dat de inzet van het kabinet voor het vestigingsklimaat niet zou gelden voor de financiële instellingen.”
Daarnaast ligt nog altijd het plan voor om de winstbelasting (vpb) voor grotere bedrijven minder te verlagen dan gepland. In het regeerakkoord staat dat het vpb-tarief voor winsten boven 200.000 euro omlaag gaat van 25 naar 21 procent. Het aangepaste percentage zou volgens een ingewijde nu ‘rond de 22 procent’ gaan liggen. Voor winsten onder 200.000 gaat het (verlaagde) tarief wel zoals eerder afgesproken van 21 naar 16 procent.
Druk
De omstreden afschaffing van de dividendbelasting zette veel druk op het overleg, zeker nadat deze krant twee weken geleden wist te melden dat de afschaffing van de dividendbelasting zeker een half miljard euro meer kost dan de 1,4 miljard euro waarop was gerekend in het regeerakkoord. Nadat regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie besloten om de rekening niet neer te leggen bij gezinnen zagen het midden- en kleinbedrijf (MKB) en boeren en tuinders verenigd in LTO de bui hangen. Zij zetten de hakken in het zand. ,,Draai dan die hele afschaffing maar terug’’ foeterde Marc Calon van het LTO. ,,Dat zullen we niet accepteren,’’ waarschuwde Leendert-Jan Visser van het MKB.
Ze vinden het onredelijk dat kleinere Nederlandse ondernemers moeten opdraaien voor de financiering van een belastingmaatregel die ten goede komt aan het grote buitenlandse bedrijfsleven. Het kabinet lijkt hen nu tegemoet te willen komen door banken en de grootindustrie de rekening te presenteren.
Lastig
Tot de afschaffing van de fiscale aftrekbaarheid van rente op coco’s besloot het kabinet overigens voor de zomer al. Wat er met de opbrengst van 150 miljoen per jaar zou gebeuren moest in augustus besloten worden. Het kabinet kiest er nu dus mogelijk voor twee derde te gebruiken om de dividendstrop te dekken.
De coalitiepartners ChristenUnie en D66 hebben grote moeite met de afschaffing van de dividendbelasting, in het CDA zijn politiek leider Sybrand Buma en senator Marnix van Rij de enigen die het voornemen hartstochtelijk verdedigen. Buiten VVD-premier Mark Rutte zijn er bovendien weinig liberalen die een lans breken voor de maatregel. Volgens Rutte is die echter noodzakelijk om ervoor te zorgen dat Nederland aantrekkelijk blijft als vestigingsland voor multinationals. Critici betwijfelen daarentegen of afschaffing effectief zal zijn.
Koopkracht
Het kabinet en de leiders van de vier coalitiepartijen moesten het ook nog eens worden over de koopkrachtplaatjes. ,,Mensen gaan er volgend jaar in koopkracht op vooruit en dat plaatje ziet er denk ik goed uit”, zei D66-leider Alexander Pechtold na afloop van het overleg.
Het laatste coalitieoverleg vond plaats op het ministerie van Financiën. Het kabinet sloot hiermee twee weken van onderhandelingen af over de begroting, die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
NOS 30.08.2018 Het afschaffen van de dividendbelasting wordt breed gedragen, maar voorstanders komen nauwelijks aan het woord in de media, stelt Unilever-topman Paul Polman. Hij reageert daarmee voor het eerst op de toenemende kritiek op het kabinetsbesluit.
Unilever besloot onlangs het hoofdkantoor te vestigen in Rotterdam. Het afschaffen van de dividendbelasting speelde daarbij een rol. Aandeelhouders bepalen eind oktober of de verhuizing doorgaat.
“Het is niet interessant voor de kranten, maar mondiaal is de tendens dat de dividendbelasting naar beneden gaat. In de krant is het leuker als een vliegtuig neerstort, dan wanneer het blijft vliegen. Mensen aanspreken die het een goede maatregel vinden is geen nieuws.”
Volgens Polman past het afschaffen van de dividendbelasting bij een goed investeringsklimaat:
Volgens Polman is het goed dat Nederland de maatregel doorvoert. “Het is een dubbele belasting, andere landen hebben het niet. Daardoor hebben sommige bedrijven ervoor gekozen naar die landen te gaan. Voor aandeelhouders die nu ergens geen belasting betalen en dat in de toekomst wel zouden moeten doen, is een land minder interessant.”
Polman deed zijn uitlatingen bij de aanbouw van een nieuw voedselresearchcentrum van Unilever bij Wageningen University. De bouw van het Foods Innovation Centre moet mei volgend jaar klaar zijn en kost 100 miljoen euro.
Het centrum onderstreept volgens Polman het belang van multinationals voor Nederland. “We werken samen met zo’n 4200 kleinere bedrijven in Nederland en jaarlijks investeert Unilever ongeveer 1 miljard euro in Nederland. Dat is natuurlijk veel meer dan je normaal zou doen als je een gewoon bedrijf zou zijn geweest”, aldus de Unilever-topman.
Rotterdam
Premier Rutte verdedigde de afschaffing door te zeggen dat Nederlandse multinationals nu aantrekkelijker zijn voor buitenlandse beleggers. Shell en Unilever lobbyden al jaren voor het afschaffen van de dividendbelasting. De maatregel was ook van invloed bij het besluit van Unilever om het hoofdkantoor te vestigen in Rotterdam en niet in Londen.
Vorige week werd echter bekend dat de afschaffing onder Britse beleggers helemaal geen issue is, zo verzekerde Rients Abma, directeur van de Nederlandse vereniging voor institutionele beleggers. Een week daarvoor werd duidelijk dat het afschaffen van de dividendbelasting mogelijk 600 miljoen euromeer kost dan eerder werd gedacht.
Het kabinet heeft overigens nog geen akkoord bereikt over de begroting voor volgend jaar. Het voornaamste punt van discussie is afschaffen van de dividendbelasting en het dekken daarvan.
NOS 30.08.2018 Het is zo goed als zeker dat het hoogste tarief van de vennootschapsbelasting minder wordt verlaagd dan was afgesproken. Volgens het regeerakkoord gaat het tarief van 25 naar 21 procent. Het ziet ernaar uit dat de coalitie daar 22 procent van wil maken.
De maatregel is bedoeld om de extra kosten op te vangen die gepaard gaan met het afschaffen van de dividendbelasting.
Het overleg tussen de regeringspartijen is nog niet klaar, ook omdat de partijen nog meer maatregelen willen nemen. Daarover zijn ze het nog niet eens zijn.
Problemen
Vanochtend was er overleg over de begroting tussen de fractievoorzitters van de regeringspartijen en de top van het kabinet. Voor vanavond staat er weer zo’n bijeenkomst op het programma. Tussendoor was ook een ‘gewone’ begrotingsvergadering van het kabinet.
De hoofdrolspelers willen er weinig over kwijt. Op de vraag waarom de besprekingen zo lang duren antwoordde D66-leider Pechtold wel dat er “nogal wat wensen, vragen en ook problemen liggen”.
Minister Hoekstra van Financiën zei dat hij “realistisch en optimistisch” is over het verloop van de begrotingsgesprekken. “We lopen het proces netjes af.”
Begrotingsregels
Bij de begrotingsonderhandelingen blijft het schrappen van de dividendbelasting en dan vooral de dekking van die maatregel het belangrijkste discussiepunt.
Er is van veel kanten kritiek op het verdwijnen van deze belasting, een voorstel dat is afgesproken in het regeerakkoord. Twee weken geleden werd duidelijk dat de maatregel mogelijk 600 miljoen euro meer kost dan eerder werd gedacht.
Dat heeft te maken met de Haagse begrotingsregels: omdat de economie goed draait, wordt er meer dividendbelasting betaald, een ‘meevaller’. Maar de meevaller verdwijnt door het afschaffen van de dividendbelasting en de begrotingsregels schrijven voor dat dit moet worden gecompenseerd via een hogere belasting ergens anders.
De discussie spitst zich nu dus toe op wie voor de kosten moet opdraaien. Behalve over een minder grote verlaging van de vennootschapsbelasting wordt ook gepraat over afschaffing van de renteaftrek op ‘coco’s’ (bufferobligaties).
NU 30.08.2018 Er ligt bij het kabinet een oplossing op tafel om de tegenvaller rond de afschaffing van de dividendbelasting op te lossen. Vooral banken en bedrijven die veel energie gebruiken gaan ervoor opdraaien.
Dat bevestigen bronnen na berichtgeving van het AD. De fractievoorzitters van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie praten donderdagavond verder over de begroting van volgend jaar.
Naast de tegenvaller van de dividendbelasting is het koopkrachtplaatje het andere onderwerp waarover nog overeenstemming bereikt moet worden.
Door de sterke economie kost de afschaffing van de dividendbelasting een half miljard extra. Volgens het plan van de coalitie moeten bedrijven die veel energie gebruiken, zoals die in de chemische industrie, hiervan 200 miljoen euro opbrengen.
Hogere banken- en winstbelasting
Verder zou de bankenbelasting met 40 miljoen euro verhoogd worden en wordt 100 miljoen gebruikt van de opbrengst van de afschaffing van de renteaftrek op converteerbare obligaties.
Volgens het AD ligt er ook nog een plan op tafel om de winstbelasting voor grote bedrijven minder dan gepland te verlagen. In de huidige plannen zou de vennootschapsbelasting van 25 naar 21 procent verlaagd worden, maar dit zou nu ook rond de 22 procent worden.
Unilever nog steeds voor afschaffen dividendbelasting
Unilever-topman Paul Polman benadrukte donderdag opnieuw voor het afschaffen van de dividendbelasting te zijn. Het voedingsmiddelenconcern is een van de grote ondernemingen die hier al langere tijd voor gelobbyd heeft.
Polman zei tijdens een toespraak in Wageningen dat Unilever belangrijk voor de Nederlandse economie is en dat ook veel kleinere bedrijven hiervan profiteren. “Veel van die bedrijven zijn hier vertegenwoordigd. Het is de ruggengraat van de Nederlandse economie”, aldus de bestuurder.
Elsevier 29.08.2018 De verontwaardiging over de nadere afschaffing van de dividendbelasting is begrijpelijk en terecht, zeggen diverse vooraanstaande politici van de coalitiepartijen. Maar dat verandert de noodzaak niet, houden premier Mark Rutte (VVD) en andere coalitiepartijen vol. Opmerkelijk, nu ook bekend wordt dat veel grote bedrijven de voordelen van het plan niet zien.
‘De opwinding over de dividendbelasting is niet onterecht,’ zei minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier Kajsa Ollongren (D66) dinsdag bij Dit is de dag van NPO Radio 1. Onder meer omdat de maatregel duurder uitpakt dan verwacht – 2 miljard euro in plaats van 1,4 miljard dankzij de aantrekkende economie – zijn oppositiepartijen en veel burgers niet te spreken over de afschaffing. ‘Ik begrijp het sentiment,’ aldus Ollongren.
Volgens de D66-minister lijkt het afschaffen van de taks op een ‘cadeautje voor grote bedrijven die het niet per se moeilijk hebben,’ maar zal het besluit bedrijven in Nederland houden, waardoor het land ‘concurrerend’ blijft. Dat zou gunstig zijn voor de financiële positie van veel Nederlanders, meent het kabinet.
Veel beursgenoteerde bedrijven en beleggers betwijfelen nut afschaffing
Maar veel grote beursgenoteerde bedrijven en buitenlandse beleggers zien nauwelijks de voordelen van het plan, blijkt uit een rondgang van het Financieele Dagblad (FD) langs vooraanstaande AEX-bedrijven. Zo zeggen chipmachinefabrikant ASML, mediabedrijf Wolters Kluwer en tankopslagbedrijf Vopak dat de dividendtaks ‘geen rol speelt bij de afweging van hun plannen,’ terwijl ING Bank er geen mening over heeft en weinig met beleggers spreekt over het belastingplan. Ook Philips zegt er neutraal in te staan.
Deze week in Elsevier Weekblad
Wanneer gaat kabinet-Rutte III eens leveren?
Uit de reactie van grote beleggers blijkt eenzelfde beeld. Het Amerikaanse BlackRock, ’s werelds grootste vermogensbeheerder en tevens de grootste aandeelhouder van Shell Unilever, noemt het al dan niet afschaffen van de dividendbelasting tegenover het FD ‘geen belangrijke overweging’ bij beleggingsbeslissingen. Volgens de krant steunen alleen Shell, Unilever en AkzoNobel – die bij het kabinet- Rutte III lobbyden om de taks afgeschaft te krijgen – het plan.
Coalitie verdedigt plan tegen wil en dank: ‘Bizarre maatregel op zichzelf’
Toch piekeren de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie er niet over om alsnog af te zien van het plan. Afgaande op de publieke verantwoording van de politici lijkt dat soms tegen wil en dank. ‘De afschaffing van de dividendbelasting is natuurlijk een bizarre maatregel op zichzelf. Belastingvoordeel geven aan buitenlandse aandeelhouders doet niemand voor zijn lol,’ zei Rutte vorige week al. Maar, benadrukte de premier, ‘ons land zou echt armer worden, echt banenverlies hebben als we dit soort maatregelen niet nemen’.
Ook de verdediging van D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold was weinig overtuigend: ‘Het blijkt dat de maatregel moeilijk uitlegbaar is, maar hij past in een groter plaatje.’ Vicepremier Hugo de Jonge (CDA) zei dat het lastig is om deze maatregel uit te leggen, ‘maar lastiger zou het zijn om te moeten uitleggen: deze bedrijven zijn verdwenen, on ourwatch, en we hebben niet gedaan wat we eraan konden doen’.
ChristenUnie is tegen, maar steunt plan omdat kabinet anders zou vallen
ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers reageerde vrijdag in een openhartig relaas op Facebook dat hij veel boze en verontwaardigde berichten heeft gekregen over de afschaffing van de dividendbelasting. Zijn partij is tegen, schrijft Segers onomwonden. Maar het staat nu eenmaal in het Regeerakkoord, benadrukt hij: ‘Van dat akkoord moesten wij de nadelen enerzijds en de winst anderzijds óók wegen. Een akkoord waarbij wij de afschaffing van de dividendbelasting moesten slikken, terwijl de andere partijen soms weer moesten slikken bij de winstpunten van de ChristenUnie.’
Ik heb jullie mails van de afgelopen dagen over de afschaffing van de dividendbelasting goed gelezen. Ik heb jullie tweets met bezwaren langs zien komen. De artikelen met het advies om deze belasting niet af te schaffen zijn me zeker niet ontgaan. En nu besluitvorming over het nieuwe belastingplan gaande is, wil ik jullie een paar van mijn overwegingen meegeven.
Ik wil me ook verantwoorden. Ik ben namelijk niet een soort politieke CEO, maar een volksvertegenwoor…
Volgens Segers, die in zijn Facebook-bericht alle ‘winstpunten’ opnoemt die hij in het Regeerakkoord heeft weten te bereiken, zou het kabinet vallen als hij een halszaak maakt van het terugdraaien van de afschaffing van de dividendtaks. ‘En dan geldt dat mijn “ja”, ja” is, toen en nu. Een “ja” tegen een per saldo mooi Regeerakkoord, maar wel inclusief die beruchte meloen. Wat ik daarom niet wil doen, is mijn woord breken en deze coalitie – vanwege een vorig jaar voorgenomen besluit – beëindigen.’
Meeste Nederlanders tegen, ‘teleurgestelde VVD mist Oranjegevoel’
Anderhalve week geleden bleek uit een peiling van Maurice de Hond dat maar 16 procent van de Nederlanders de afschaffing steunt, maar toch denkt de VVD niet dat er veel ophef over het besluit zal ontstaan. ‘Volgend jaar heeft niemand het er meer over,’ citeerde De Telegraaf een (anonieme) minister van de partij. Die zou bovendien teleurgesteld zijn dat er in media ‘een Oranjegevoel’ zou ontbreken.
Ruim een maand geleden, in een interview in het zomernummer van Elsevier Weekblad, zei VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff dat kritiek op het afschaffen van de taks louter is bedoeld om premier Rutte te beschadigen. ‘Stampij. Stampij. Actie Beschadiging Lijsttrekker VVD.’
Het kabinet bezweert dat het de rekening voor de belastingverlaging voor buitenlandse aandeelhouders van grote bedrijven als Unilever en Shell niet bij de burger wil neerleggen. Op Prinsjesdag (dinsdag 18 september) presenteert de regering een nadere verantwoording van het plan.
Matthijs van Schie (1992) is sinds 1 februari 2018 webredacteur bij Elsevier Weekblad. Hij studeerde geschiedenis en internationale betrekkingen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
NU 29.08.2018 Gezaghebbende buitenlandse bedrijven en beleggers zien amper voordelen aan het afschaffen van de dividendbelasting. Naast de bedrijven die eerder steun uitspraken, zoals Shell, Unilever en AkzoNobel, is er weinig animo voor het kabinetsvoorstel te vinden.
Dat blijkt woensdag uit een rondgang van het Financieele Dagblad (FD) onder de begunstigden van de omstreden maatregel.
Het voornemen van het kabinet stuit de laatste weken op steeds meer verzet. In eerste instantie zou het voorstel van het kabinet 1,4 miljard euro per jaar gaan kosten. Maar door de gunstige economie is het prijskaartje inmiddels gestegen naar 2 miljard euro.
Het FD sprak woordvoerders van buitenlandse beleggers en grote bedrijven als chipmachinemaker ASML, mediabedrijf Wolters Kluwer en tankopslagbedrijf Vopak. De bedrijven zeggen dat het wel of niet afschaffen van de dividendbelasting in Nederland geen invloed heeft op hun toekomstplannen.
Keuze tot beleggen hangt af van prestaties bedrijven
De keuze om te beleggen in Nederlandse bedrijven hangt vooral af van de prestaties en de vooruitzichten van de ondernemingen. Ook het Amerikaanse BlackRock, de grootste aandeelhouder van Shell en Unilever, zegt dat de dividendbelasting “geen belangrijke overweging is” bij grote beslissingen.
Voor Unilever heeft de voorgenomen afschaffing wel invloed. Dit bedrijf besloot eerder dit jaar zijn hoofdkantoor naar Nederland te verhuizen vanwege het kabinetsvoornemen om de dividendbelasting af te schaffen. Overigens moeten de aandeelhouders dit plan nog wel goedkeuren.
Rutte ‘voelt in zijn vezels’ dat zijn ‘bizarre plan’ goed is
Premier Mark Rutte wijst met de verdediging van zijn maatregel steeds naar buitenlandse bedrijven en beleggers die vanwege de dividendbelasting Nederland minder aantrekkelijk zouden vinden om zich te vestigen. Rutte heeft erkend dat het “een bizar plan is”, maar hij voelt “tot in zijn diepste vezels” dat het goed is voor de werkgelegenheid.
De oppositie mist de feitelijke onderbouwing van deze stelling en keert zich fel tegen de plannen. Ook de Rabobank stelt dat de werkgelegenheid niet gebaat is bij de afschaffing en de mkb-bedrijven vrezen dat zij de rekening mogen gaan betalen voor het plan.
ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers waarschuwt dat het kabinet valt als de dividendbelasting niet wordt afgeschaft. Hij zei dit in een reactie op de toenemende kritiek van zijn achterban op het plan.
AD 29.08.20218 Grote beursgenoteerde bedrijven en buitenlandse beleggers zien nauwelijks voordelen in de afschaffing van de dividendbelasting. Uit een rondgang langs vooraanstaande AEX-bedrijven en grote, vooral Britse beleggers blijkt dat er onder deze begunstigden van de maatregel geen uitgesproken steun te vinden is voor het plan, meldt het FD.
Dat Shell, Unilever en AkzoNobel het voorstel steunen is volgens de krant bekend; zij hebben gelobbyd om de belasting afgeschaft te krijgen. Andere bedrijven en beleggers zien de noodzaak niet. Chipmachinemaker ASML, mediabedrijf Wolters Kluwer en tankopslagbedrijf Vopak zeggen dat de dividendtaks geen rol speelt bij de afweging van hun plannen. Philips zegt er neutraal in te staan.
Voor het Amerikaanse BlackRock, met een belegd vermogen van $ 6.317 miljard ’s werelds grootste vermogensbeheerder en tevens grootste aandeelhouder van Shell en Unilever, is dividendbelasting ,,geen belangrijke overweging” bij het nemen van beleggingsbeslissingen.
NU 29.08.2018 De SGP overweegt het kabinetsbesluit om de dividendbelasting af te schaffen niet te steunen. Daarmee zou de regering volkomen alleen komen te staan bij de verdediging van de maatregel, omdat de rest van de oppositie ook tegen is. Dat melden bronnen binnen de SGP aan NU.nl.
VVD, CDA, D66 en ChristenUnie konden tijdens de Kamerdebatten over het onderwerp op steun van de SGP rekenen, maar de oppositiepartij wacht inmiddels tevergeefs op een gegronde onderbouwing.
“Het is een moeras geworden waar de partijen steeds dieper in zakken”, zegt een betrokkene over de politieke discussie.
Het enthousiasme binnen de SGP voor de maatregel was al niet groot en dat is er de laatste maanden alleen maar minder op geworden, zo klinkt de onvrede binnen de partij.
Het officiële partijstandpunt luidt dat er pas een besluit wordt genomen op Prinsjesdag als alle stukken voor het afschaffen van de dividendbelasting openbaar zijn.
“Wij schorten ons oordeel op tot we de daadwerkelijke beraadslagingen over dit onderwerp aan de orde hebben, later dit jaar”, zei SGP-leider Kees van der Staaij in een recent debat over de dividendtaks.
Maar binnen de partij vraagt men zich inmiddels af welke argumenten er nog boven kunnen komen drijven die verdere steun rechtvaardigt.
Kabinet heeft kleinst mogelijke meerderheid
De coalitie heeft de kleinst mogelijke meerderheid in de Tweede Kamer van 76 zetels. Maar een oproep van GroenLinks tijdens het debat over de regeringsverklaring van begin november vorig jaar om af te zien van het plan, werd toch verworpen door 79 Kamerleden. De driemansfractie van de SGP stemde met de regering mee.
Ook in de debatten die volgden, hoefde de coalitie niet te vrezen dat moties die de dividendmaatregel van tafel veegden, zouden stranden op slechts één zetel verschil omdat ze op de SGP’ers konden rekenen.
Met name premier Mark Rutte verdedigt de maatregel. Het is inmiddels geen geheim meer dat zijn partij, de VVD, met het voorstel op de proppen kwam tijdens de kabinetsformatie. De kosten werden aanvankelijk geraamd op 1,4 miljard euro per jaar, maar omdat de economie groeit, en dus ook de belastinginkomsten stijgen, loopt dat bedrag vermoedelijk op tot 2 miljard euro.
‘Laatste ontwikkelingen maken discussie alleen maar ingewikkelder’
Buitenlandse beleggers in Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, de groep die hiervan zou profiteren, laten inmiddels doorschemeren dat de maatregel voor hen niet genomen had hoeven worden.
“De laatste ontwikkelingen maken de discussie alleen maar ingewikkelder”, aldus een anonieme SGP’er. “De coalitie moet met een oplossing komen.”
De regering beweert dat afschaffing van de dividendbelasting nodig is voor een beter vestigingsklimaat (en daarmee goed is voor de werkgelegenheid) en om Nederlandse bedrijven beter te beschermen tegen buitenlandse overnames. Maar feitelijke onderbouwing hiervoor ontbreekt.
Rutte heeft het inmiddels over ‘irritante maatregel’
Rutte heeft het inmiddels over een “irritante maatregel” en geeft toe niet in “absolute zekerheden te verkeren” of het plan inderdaad het gewenste effect zal hebben.
Het afschaffen van de dividendbelasting gaat pas in per 2020, maar wordt al opgenomen in de begroting voor volgend jaar. Het kabinet onderhandelt momenteel over die begroting en publiceert de stukken op Prinsjesdag (18 september).
NOS 29.08.2018 De kans bestaat dat de SGP het kabinetsplan voor afschaffing van de dividendbelasting niet gaat steunen. De partij vindt de maatregel zeer kostbaar en vraagt zich af of het doel – het behouden en aantrekken van internationale bedrijven – wel wordt gehaald. “We zullen duidelijk tot tien tellen voor we er ja tegen zeggen”, zegt een woordvoerder van de SGP.
Hij bevestigt berichtgeving op NU.nl dat de oppositiepartij overweegt tegen het omstreden plan te stemmen. De SGP helpt met enige regelmaat het kabinet aan een bredere steun en het kabinet-Rutte III kan dat wel gebruiken: de coalitie heeft met 76 zetels de kleinst mogelijke meerderheid in de Tweede Kamer. De andere oppositiepartijen hebben al gezegd dat ze het voorstel niet zullen steunen. Het afschaffen van de belasting kost mogelijk 2 miljard euro, 600 miljoen euro meer dan eerder werd gedacht.
Aarzelingen
De SGP was tot nu toe al niet enthousiast, maar zegt nu dat er “gaandeweg de tijd” steeds meer kritische vragen zijn gekomen. “We hebben echt aarzelingen”, zegt de woordvoerder van partijleider Van der Staaij. “Het gaat om enorme bedragen en de opbrengst is allerminst zeker.” De twijfel is ook gegroeid omdat sommige bedrijven zich ook openlijk afvragen of de maatregel wel werkt.
Een definitief standpunt neemt de SGP pas in na het politieke debat over het plan, dat op Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
Het kabinet wil de maatregel, ondanks de groeiende kritiek, wel doorvoeren, zo hebben diverse bewindslieden en coalitiepartijen de afgelopen dagen gezegd.
We zullen duidelijk tot tien tellen tot we er ja tegen zeggen, aldus Woordvoerder van SGP-leider Van der Staaij.
De andere oppositiepartijen verzetten zich al maanden tegen de afschaffing van de dividendbelasting. Ze vinden dat het kabinet te veel doet voor de grote Nederlandse multinationals, zoals Shell en Unilever. Er is volgens hen ook geen wetenschappelijk bewijs dat de maatregel daadwerkelijk goed is voor het Nederlandse vestigingsbeleid.
AD 29.08.2018 Drie regeringspartijen willen de bezuinigingen op de publieke omroep voor het komende jaar verzachten. CDA, D66 en ChristenUnie zouden daarvoor eenmalig 30 miljoen euro willen uittrekken.
Daarmee zou de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) voor 2019 de helft minder hoeven te bezuinigen dan de 62 miljoen euro die nu nodig is voor een sluitende begroting. Betrokkenen benadrukken dat een definitief besluit nog niet is genomen. Het is een onderdeel van de begrotingsonderhandelingen die nu worden gevoerd. Op Prinsjesdag wordt duidelijk of de NPO minder hoeft te snijden dan zij gisteren aankondigde.
Het initiatief voor een eenmalige bijdrage komt van het CDA, melden bronnen, en krijgt steun van D66 en ChristenUnie. De drie zouden de NPO daarmee meer tijd willen geven om werk te maken van een toekomstbestendige publieke omroep.
Te laat
Daarvoor is het volgens de VVD, die ‘echt niet met een zak geld wil klaarstaan’, te laat. ,,We hebben al zo vaak gevraagd: wees transparant over de uitgaven, leg nou eens een toekomstplan neer, focus op de kerntaken en kijk welk materiaal je al op de plank hebt liggen”, zegt Kamerlid Dilan Yesilgöz.
Met steun van oppositiepartijen in de Tweede Kamer zou het voorstel toch een meerderheid kunnen krijgen.
NU 28.08.2018 Rabobank-econoom Nic Vrieselaar ziet het nut er niet van in dat de dividendbelasting per 2020 wordt afgeschaft. De werkgelegenheid is er volgens Vrieselaar in ieder geval niet bij gebaat. “Ik zou het niet doen”, zegt Vieselaar dinsdag tegenNPO Radio 1.
Vanuit het kabinet en de coalitiepartijen wordt de omstreden maatregel steeds verdedigd met het argument dat het goed is voor het internationale vestigingsklimaat en Nederlandse multinationals minder kwetsbaar worden voor buitenlandse overnames.
Maar de Rabobank-econoom denkt dat er betere manieren zijn om dat te bevorderen. Daarbij denkt Vieselaar aan lagere werkgeverslasten op arbeid.
“Goede Nederlandse werknemers worden dan ook voor buitenlandse bedrijven goedkoper. Daar hebben we de afschaffing van de dividendbelasting niet voor nodig.”
Rekening voor kabinet loopt steeds verder op
De rekening voor het kabinet loopt ook steeds verder op naarmate de economie verder aantrekt. Hogere groei betekent immers ook hogere belastinginkomsten.
Aanvankelijk werd er rekening mee gehouden dat de schatkist ieder jaar 1,4 miljard euro misloopt door de afschaffing van de dividendbelasting. Die rekening loopt waarschijnlijk op naar 2 miljard euro. Vrieselaar: “Daar hadden we andere leuke dingen van kunnen doen.”
Het is bekend dat met name buitenlandse overheden en buitenlandse beleggers in Nederlandse bedrijven profiteren van de maatregel.
Geen relatie dividendtaks en koopkracht
De Rabobank denkt overigens niet dat de koopkracht toeneemt als de 2 miljard euro aan gederfde inkomsten aan loonsverhoging wordt besteed.
Terwijl de Nederlandse economie afgelopen jaar met 2,9 procent groeide, stegen de cao-lonen met 1,4 procent. Net genoeg om boven de inflatie van 1,3 procent uit te komen, concludeerde de Rabobank maandag in een eigen studie.
De overheid volgt doorgaans de loonontwikkeling van de markt. Een relatie tussen het afschaffen van de dividendbelasting en de koopkracht is daarom niet aan te tonen, aldus Vrieselaar.
Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht voor volgend jaar een koopkrachtstijging voor bijna alle inkomensgroepen. Er zijn uiteraard veel verschillen als de cijfers beter worden bestudeerd. Het kabinet overlegt momenteel over de begroting voor volgend jaar en kijkt of zij wat aan het CPB-beeld willen veranderen.
Op Prinsjesdag worden de stukken voor 2019 bekendgemaakt.
NOS 28.08.2018 CDA, ChristenUnie en D66 willen de bezuinigingen voor de publieke omroep eenmalig verzachten. Bronnen melden aan de NOS dat de drie coalitiepartijen daarvoor eenmalig rond 30 miljoen euro willen uittrekken. Daarmee zou ongeveer de helft van het tekort bij de publieke omroep worden gecompenseerd.
Als de politiek niets doet, moet de NPO volgend jaar door tegenvallende reclame-inkomsten 62 miljoen euro bezuinigen. Vandaag maakte de NPO bekend hoe ze dat wil opvangen.
Frans Klein, directeur Video bij de NPO, geeft uitleg over de plannen:
Het extra bedrag van rond 30 miljoen zou eenmalig zijn zodat de omroep langer de tijd heeft om zichzelf “toekomstbestendig” te maken. De coalitiepartijen onderhandelen deze week nog over de begroting voor komend jaar, die ze op Prinsjesdag bekend maken.
Het extra geld is volgens betrokkenen nog geen gelopen race: de VVD voelt er weinig voor.
NOS 28.08.2018 Als Den Haag de aangekondigde bezuiniging van 62 miljoen euro doorzet, zal de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) niet bezuinigen op de journalistiek. Het NOS Journaal en Nieuwsuur worden bijvoorbeeld ontzien. Dat zei directeur Video Frans Klein bij de presentatie van de programmering voor het komend seizoen.
Toch komen er ingrijpende veranderingen bij een paar gezichtsbepalende journalistieke programma’s. Zo verdwijnt Brandpunt van de televisie en wordt het actualiteitenprogramma online voortgezet. Zembla, Andere Tijden en Tegenlicht verliezen een aanzienlijk deel van hun zendtijd.
De NPO hoopt nog steeds dat de bezuinigingen kunnen worden afgewend, maar heeft zich samen met de omroepen wel voorbereid op slecht nieuws op Prinsjesdag. Klein: “Welke keuzes we ook maken, ze zullen pijnlijk zijn en op ingrijpende wijze de programmering raken. Sommige tv-titels krijgen de vraag of ze voor minder kunnen worden gemaakt. Dat gaat dus ten koste van de kwaliteit.”
De vier pijlers van de publieke omroep – journalistiek, kinderprogrammering, drama en documentaires – zullen worden ontzien, maar het geld moet volgens Klein wel ergens vandaan komen.
“Dan komt de zomerprogrammering ter discussie. Met nieuwe zomerprogramma’s zoals M en het boekenprogramma Moby Dick van Matthijs van Nieuwkerk stoppen we. Ook verdwijnen er in de dag-tv programma’s voor ouderen. En we zullen over de hele linie kijken of de vooravond wat soberder kan en we kunnen op NPO 3 minder dagen volwaardig programmeren. Meer herhalingen en meer aankoop. De kwaliteit van de hele programmering komt dus verder onder druk, maar we gaan moedig voorwaarts.”
Lastig
Shula Rijxman, voorzitter van de raad van bestuur van de NPO, legt de nadruk op het vernieuwingsbeleid van de NPO. “Dat zijn soms lastige beslissingen, want mooie programma’s verdwijnen of zijn iets minder vaak te zien. Op die manier maken we plaats voor nieuwe journalistieke formats, ideeën en talent, om alle geledingen in de maatschappij een plek te geven.”
De NPO is op televisie marktleider met een bereik van 85 procent. Maar dat is volgens Rijxman geen reden om achterover te leunen. “Mooi niet. We blijven vernieuwen, ook om die overige 15 procent van Nederland beter te bereiken. Daarom komen we later in het seizoen met een pitch voor iedereen met een goed programma-idee.”
De positie van marktleider is geen reden om achterover te leunen. Mooi niet, aldus Shula Rijxman, NPO
Komend seizoen profileert NPO 1 zich nog meer als nationale zender met aandacht voor het Rembrandtjaar, de provinciale en Europese verkiezingen en de herdenking van D-Day.
NPO 2 ziet volgens Frans Klein zijn kijkers vergrijzen en de kijkcijfers dalen. “Dat vraagt om nieuwe vertelvormen en nieuwe generaties aanspreken.” De zender wordt nog meer de plek voor verdiepende journalistiek en verhalende documentaires.
Peuter- en kleuterkanalen Zapp en Zappelin blijven op NPO 3, samen met komedie, drama, satire en absurde humor. De zender blijft gelden als kweekvijver voor vernieuwende programma’s.
Dagboeken
De NPO presenteerde verder een selectie van de programma’s die komend seizoen te zien zijn, zoals het EO-programma Een klas vol ouders. Zestien volwassenen volgen daarin twee maanden lang de lessen van groep acht, en onderzoeken of er niet te veel van de kinderen wordt gevraagd.
Ook How To Be Gay, een serie waarin Margriet van der Linden onderzoekt hoe in andere landen wordt gedacht over homoseksualiteit, is vanaf dit najaar te zien. De NTR brengt Lief dagboek, waarin mensen voorlezen uit dagboeken die ze in hun puberteit schreven. En Omroep MAX kijkt in Door andere ogen naar de levens en carrières van spraakmakende personen uit de wereld van sport, politiek, cultuur en amusement.
In de Week tegen Pesten, half september, is de transmediale dramaserie Kappen nou te zien bij de KRO-NCRV. De serie volgt Jesse in zijn eerste week op een nieuwe school. Op Instagram is Jesse ook de hele dag te volgen en confronteert hij zijn volgers met zijn dilemma’s.
Klem en Loïs
Vanaf 13 september is het langverwachte tweede seizoen van Klem(BNN/VARA) te zien en in oktober begint de driedelige thrillerserie Loïs, gebaseerd op de boeken van Simone van der Vlugt. Hoofdpersoon is een rechercheur van de Alkmaarse politie.
Een compleet overzicht van de programmering voor komend seizoen staat op npo.nl/tvseizoen1819.
NOS 28.08.2018 De verwachte bezuinigingen op de Nederlandse Publieke Omroep zullen de journalistiek niet gaan raken, zegt Frans Klein, directeur Video bij de NPO. Maar toch zullen programma’s als Zembla, Tegenlicht en Andere Tijden minder afleveringen krijgen en verdwijnt onderzoeksprogramma Brandpunt van de televisie naar online.
“Het is een dubbele boodschap naar de programmamakers”, zegt Thomas Bruning van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). “Er moeten wel degelijk journalistieke programma’s zich proberen te redden met minder budget. Het is leuk om te zeggen dat er niet bezuinigd wordt op de journalistiek, maar uiteindelijk gaan de programmamakers dit wel voelen.”
Hans Laroes, hoofdredacteur Journalistiek bij KRO-NCRV, is blij met de uitspraken van Klein, mits ze waar zijn. “Ik zou nu zeggen: show me the money! Ik hoor graag dat hij dit zegt, maar ik wil wel zien dat het ook wordt waargemaakt. Laten we het dan samen doen.”
Online koers
Volgens de NPO zijn de veranderingen, bijvoorbeeld in bovengenoemde programma’s, geen gevolg van bezuinigingen maar een verschuiving naar online. Televisie is niet meer alles, de focus verlegt zich langzaam. “De verdeling wordt ongeveer 80/20, we blijven wel fors aan de kant van de lineaire netten”, vertelt Klein, eerst directeur Televisie, nu directeur NPO Video, tijdens de presentatie.
In deze video vertelt Klein over de plannen van de NPO:
Maar de verschuiving betekent wel dat sommige televisieprogramma’s verloren gaan of op een andere manier gemaakt gaan worden. “We gaan naar andere platforms. Onze oudere kijkersgroep is de belangrijkste, daar nemen we geen afstand van. Maar onze nieuwe doelgroepen zitten op online, dus moeten we op nieuwe manieren verhalen gaan maken”, zegt Gijs van Beuzekom, netmanager van NPO 2. Laroes is blij met de nieuwe online koers. “We zijn er helemaal klaar voor. KRO-NCRV is een experimentele omroep. Het is doodzonde dat Brandpunt+ verdwijnt, maar we willen graag een partner in innovatie zijn.”
Ook Stan van Engelen, hoofdredacteur Media VPRO, is teleurgesteld. “We staan als VPRO achter het streven van de NPO om ruimte te maken voor journalistieke vernieuwing en om nieuwe doelgroepen te bereiken. Daar werken we ook graag aan mee. Maar we vinden het uitermate jammer dat die ruimte moet komen uit een bezuiniging op VPRO Tegenlicht, een programma dat vernieuwing aan alle kanten omarmt.”
Daarom hoopt de VPRO nog altijd dat als de bezuinigingen minder hoog uitvallen er niet te hard ingegrepen wordt in het programma.
We staan tegenover elkaar in plaats van dat we samenwerken, aldus Hans Laroes.
In NPO Start, het voormalige Uitzending Gemist, wordt geïnvesteerd. Onder leiding van vier zogenoemde hoofdredacteuren, onder wie openwaterzwemmer Maarten van der Weijden, presentatoren Margriet van der Linden, Dionne Stax en Matthijs van Nieuwkerk, wordt ingezet op films, drama en series. Zij tippen hun favoriete programma’s aan kijkers van NPO Start.
De online koers is dan ook niet het probleem, zeggen Laroes en Bruning. Wel zijn de twee het met elkaar eens dat de samenwerking tussen omroep en publieke omroep beter moet worden. “We staan tegenover elkaar in plaats van dat we samenwerken”, zegt Laroes. “We proberen er niet samen uit te komen. We hebben de formele vergaderingen wel, maar het is niet het ideale systeem.” Volgens Bruning voelt de NPO zich niet verantwoordelijk voor de redacties. “De programmamakers zijn de dupe, want de publieke omroep wijst naar de omroep en andersom.”
Daarom is Bruning bang dat de ervaring en continuïteit van de journalistieke redacties door bezuinigingen toch verloren gaat, wat Klein ook zegt. “Dat er wordt geïnvesteerd in een nieuw platform wil niet zeggen dat de ‘oude’ redactie niet goed genoeg is. Waarom zou je de bestaande redacties niet gebruiken voor vernieuwing? Ik ben bang dat dit niet gaat gebeuren en dat er veel ontslagen gaan vallen.” Volgens Klein wordt bij de nieuwe verschuiving juist de onderzoeksjournalistiek versterkt. “Alleen gebeurt dit niet alleen op televisie. We versterken het juist integraal.”
Minder amusement?
Ook de amusementsprogramma’s op de zenders van de publieke omroep worden niet gekort, zegt Klein. “Dat wordt me steeds gevraagd: waarom niet bezuinigen op amusement? Maar amusement is 5 procent van ons budget. Daar is het budget al enorm op teruggegaan.” Daarnaast worden de kinderprogrammering, drama en documentaires gespaard.
De bezuinigingen, of de “dreigende bezuinigingen” zoals de NPO ze noemt, zullen wel te merken zijn in de zomerprogrammering en de programmering overdag. De kijker kan dan rekenen op meer herhalingen, minder dagtelevisie voor ouderen en meer aangekochte producties in het buitenland.
AD 27.08.2018 De koopkracht van werkende Nederlanders valt mogelijk minder hoog uit dan het kabinet verwacht. Daarvoor waarschuwen economen van de Rabobank in een vandaag verschenen rapport. Als er niet wordt ingegrepen, hoeven Nederlanders ‘niet op fraaie koopkrachtplaatjes te rekenen’ bij Prinsjesdag.
Een domper voor werkend Nederland, maar ook voor kabinet Rutte-III, aldus Economen Rabobank.
De Nederlandse economie groeide het afgelopen jaar met 2,9 procent, maar de lonen slechts met 1,4 procent. Daarmee weten de cao-lonen maar net boven de inflatie van 1,3 procent te blijven. Dat is opmerkelijk, aangezien er meer werk is en de werkloosheid daalt. Problemen met het vinden van personeel zou de salarissen juist een flinke zet omhoog moeten geven.
‘Een domper voor werkend Nederland, maar ook voor kabinet Rutte-III: zonder loongroei is het nog maar de vraag hoe gunstig de koopkrachtplaatjes zullen zijn die het ‘de gewone, normale Nederlander’ met Prinsjesdag voorschotelt’, aldus het economisch bureau van de bank in het rapport, dat zich naar eigen zeggen daarom genoodzaakt voelt de discussie over de loonstijging aan te gaan.
Volgens de economen is onder meer de toegenomen automatisering en digitalisering verantwoordelijk voor het achterblijven van de lonen. Lonen voor bijvoorbeeld productie- en administratief werk staan door die technische ontwikkelingen onder druk.
Daarnaast is er weliswaar werk genoeg op dit moment, maar wordt dat in toenemende mate ingevuld door de buitenlandse beroepsbevolking. Zo kunnen bedrijven bepaalde productieprocessen verplaatsen naar lagelonenlanden. Ook verhuizen meer mensen binnen de Europese Unie, zoals Spanjaarden en Grieken, naar Nederland voor werk. Daardoor hebben ondernemers meer keuze bij het aannemen van personeel.
Werkende Nederlanders komende jaren laten meedelen in de economische groei vergt een stap verder van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, aldus Economen Rabobank.
Het kabinet zou dan ook maatregelen moeten treffen om de nettolonen te laten stijgen, stellen de economen. Een verlaging van de belasting op arbeid zou daarbij voor de hand liggen, omdat het daarmee voor werkgevers goedkoper wordt om loonsverhogingen door te voeren. Werknemers houden daarnaast per extra euro meer over.
‘Opvallend genoeg heeft het kabinet juist die route grotendeels voor zichzelf versperd’, schrijven de economen, die onafhankelijk van de bankbelangen opereren. Van de lastenverlichting van zes miljard euro door de vereenvoudiging van het belastingstelsel, blijft volgens de Rabobank na 2021 structureel slechts 600 miljoen euro over. ‘Werkende Nederlanders komende jaren laten meedelen in de economische groei vergt dus een stap verder van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.’
Die stap verder kan bestaan uit het inzetten op vaste banen, menen de economen. Werknemers met een vast contract hebben een sterkere onderhandelingspositie. Ze kunnen daardoor makkelijker loonsverhogingen afdwingen. Nu kiezen ondernemers nog vaak voor zzp’ers, omdat die bij een gelijk nettosalaris vaak goedkoper zijn.
Verbeteren
Het kabinet maakt tijdens Prinsjesdag (18 september) de begroting voor volgend jaar bekend. De besprekingen over de plannen zijn vorige week begonnen in het Catshuis in Den Haag.
Premier Mark Rutte zei vorige week dat iedereen in de portemonnee moet gaan voelen dat het beter gaat met Nederland. Hij verwees daarbij naar recente ramingen van het Centraal Planbureau, waaruit blijkt dat de meeste mensen er volgend jaar op vooruit gaan. Gemiddeld gaan alle huishoudens er volgend jaar met 1,3 procent op vooruit. Maar voor bepaalde groepen – gepensioneerden (stijging 1,1 procent) en vooral uitkeringsgerechtigden (0,5 procent) – is dat percentage lager. 7 procent van alle huishoudens gaat er zelfs op achteruit, terwijl de economie opnieuw groeit.
,,We zijn aan het kijken hoe we die cijfers nog wat verder kunnen verbeteren”, zei Rutte. ,,We proberen het beleid op basis van deze ramingen zo vorm te geven dat het zo gunstig mogelijk uitpakt.”
AD 27.08.2018 Om te voorkomen dat het kabinet de afschaffing van de dividendbelasting even doordrukt haalt de oppositie alles uit de kast. Het politieke verleden van minister van Financiën Wopke Hoekstra komt daarbij handig van pas.
In zijn tijd als Eerste Kamerlid van het CDA diende Wopke Hoekstra slechts drie moties in en uitgerekend één daarvan brengt hem nu in verlegenheid. In 2015 gaf hij het kabinet een standje: of het in het vervolg niet meer wetsvoorstellen gebundeld naar het parlement wilde sturen die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben. De Eerste Kamer kan immers alleen maar voor of tegen zo’n pakket stemmen en vooral in het geval van het jaarlijkse Belastingplan heeft een tegenstem vergaande gevolgen. En toch is dat nu precies wat er met de afschaffing van de dividendbelasting opnieuw dreigt te gebeuren. ,,De Eerste Kamer wordt klemgezet op een manier waar Hoekstra zich als senator nog fel tegen verzette”, hoont 50Plus-Kamerlid Martin van Rooijen.
Gefrustreerd
Dat zat zo: Hoekstra was destijds gefrustreerd omdat hij zich als financieel woordvoerder in het pak genaaid voelde: het kabinet-Rutte 2 had het gewaagd een omstreden voorstel tot aanpassing van box 3 in de inkomstenbelasting (die betrekking heeft op het vermogen) tot onderdeel van het jaarlijkse Belastingplan te maken. De Eerste Kamer werd daarmee de mogelijkheid onthouden om tegen dit specifieke plan te stemmen – dat bovendien pas een jaar later in zou gaan – zonder tegelijkertijd het hele Belastingplan te verwerpen en daarmee hardwerkend Nederland 5 miljard euro aan lastenverlichting door de neus te boren. De CDA-fractie stemde morrend in.
Uitgerekend nu Hoekstra zelf op Financiën de scepter zwaait dreigt herhaling van deze truc. PvdA-leider Lodewijk Asscher riep het kabinet voor de zomer nog vergeefs op om de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting in een apart wetsvoorstel te gieten en niet in het Belastingplan te stoppen. Daarnaast zou het kabinet het effect van de maatregel vooraf moeten onderzoeken. De vier regeringspartijen stemden echter tegen deze suggestie.
Kabaal maken
50PLUS-Kamerlid Martin van Rooijen geeft echter niet op. Dinsdag 4 september, de eerste Kamerdag na het zomerreces, zal hij het kabinet opnieuw vragen de afschaffing van de dividendbelasting apart te behandelen. ,,Ik ga daar enorm kabaal over maken”, waarschuwt hij.
Dat is Van Rooijen wel toevertrouwd. Vorig jaar zorgde hij er met de nodige herrie voor dat de omstreden afschaffing van de wet-Hillen – door 50PLUS behendig tot ‘aflosboete’ omgedoopt – uiteindelijk in een apart wetsvoorstel werd gegoten. Door tijdens het debat urenlang te spreken probeerde Van Rooijen de wetsbehandeling vervolgens te traineren. Zonder resultaat overigens: de wet-Hillen is gewoon afgeschaft.
De kans lijkt klein dat het kabinet naar de oppositie zal luisteren: de regering heeft steeds benadrukt dat de afschaffing van de dividendbelasting als onderdeel gezien moet worden van samenhangend pakket aan maatregelen waar niet zomaar een onderdeel uit gehaald kan worden. Het zou nog wel kunnen dat de oppositie iets tegemoetgekomen wordt door aparte belastingplannen voor burgers en bedrijven te maken. Maar daar neemt Van Rooijen in ieder geval geen genoegen mee. ,,Dan wordt de afschaffing van de dividendbelasting alsnog gekoppeld aan de verlaging van de vennootschapsbelasting. Er is geen VVD’er of CDA’er in de Eerste Kamer die tegen belastingverlaging voor bedrijven zal durven stemmen.”
NOS 24.08.2018 Als de ChristenUnie zich nu tegen het besluit keert om de dividendbelasting af te schaffen valt het kabinet. Dat zegt partijleider Segers in een uitgebreide toelichting op Facebook. Hij benadrukt dat de partij in het regeerakkoord veel zaken binnengesleept heeft maar dat er ook concessies gedaan moesten worden.
Een deel van de achterban van de ChristenUnie wil dat de regeringspartij alsnog een stokje steekt voor de voorgenomen afschaffing van de heffing. Segers begrijpt de bezwaren maar schrijft dat er vorig jaar al een afweging is gemaakt.
Het geheel wegen
Veel ChristenUnie-leden wijzen er nu ook op dat de schatkist honderden miljoenen meer blijkt mis te lopen dan verwacht. Bovendien blijken zelfs de buitenlandse investeerders die het kabinet hoopte te charmeren, niet erg onder de indruk van de maatregel, ontdekte de NOS.
Maar Segers heeft “het geheel van het regeerakkoord moeten wegen”, schrijft hij op Facebook. Hij begrijpt de kritiek, maar “andersom hoop ik ook dat jullie begrijpen dat we rond de dividendbelasting nu voor dezelfde keus staan als vorig jaar: wel of geen kabinet”.
NU 24.08.2018 Als de dividendbelasting toch blijft, dan betekent dat het einde van het kabinet. Dat stelt ChristenUnie-partijleider Gert-Jan Segers vrijdag.
Daarom kan de ChristenUnie niet tegemoetkomen aan morrende leden, die willen dat de regeringspartij alsnog een stokje steekt voor de voorgenomen afschaffing van de heffing. Ook al is hij eigenlijk op de maatregel tegen.
Veel ChristenUnie-leden voelden al niets voor de afschaffing van de belasting, maar wijzen er nu ook op dat de schatkist honderden miljoenen meer blijkt mis te lopen dan verwacht. Bovendien blijken zelfs de buitenlandse investeerders die het kabinet hoopte te charmeren, niet erg onder de indruk van de maatregel.
Maar Segers heeft “het geheel van het regeerakkoord moeten wegen”, schrijft hij aan zijn achterban. Hij “begrijpt” de kritiek, maar “andersom hoop ik ook dat jullie begrijpen dat we rond de dividendbelasting nu voor dezelfde keus staan als vorig jaar: wel of geen kabinet”.
De ChristenUnie-voorman wil de regeringscoalitie niet op het spel zetten, omdat hij dan ook “de winst die we behaald hebben” opgeeft.
VVD houdt vast aan maatregel
De afschaffing van de belasting op de winstuitkering aan aandeelhouders is de meest omstreden maatregel van het kabinet. De VVD houdt er echter aan vast, en de grootste regeringspartij krijgt bijval van het CDA. Coalitiegenoten D66 en CU maakten van meet af aan geen geheim van hun tegenzin.
Tegenstanders van de afschaffing hebben daarom hun hoop op hen gevestigd om het besluit van tafel te krijgen. Ze wijzen erop dat de maatregel kostbaarder uitpakt en minder enthousiasme losmaakt dan gedacht, waardoor de partijen onder hun handtekening uit zouden kunnen.
Rutte noemt afschaffing ‘bizarre maatregel’
Premier Mark Rutte noemde het afschaffen van de dividendbelasting eerder deze week een “bizarre maatregel”. In de meerdere debatten die inmiddels over de maatregel zijn gevoerd, stond Rutte altijd achter het besluit.
Hij benadrukte keer op keer dat het een onderdeel is van een breder pakket aan maatregelen om het vestigingsklimaat te verbeteren. Hij voelde “tot in zijn diepste vezels” dat het goed zou zijn voor de werkgelegenheid, maar vooral de oppositiepartijen missen de feitelijke onderbouwing voor die bewering.
AD 24.08.2018 Als de dividendbelasting toch blijft, dan betekent dat het einde van het kabinet. Dat zegt ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers.
De ChristenUnie kan daarom niet tegemoetkomen aan morrende leden, die willen dat de regeringspartij alsnog een stokje steekt voor de voorgenomen afschaffing van de heffing, stelt Segers. De ChristenUnie-voorman wil de regeringscoalitie niet op het spel zetten, omdat hij dan ook ‘de winst die we behaald hebben’ opgeeft.
Segers is eigenlijk op de maatregel tegen, maar heeft ‘het geheel van het regeerakkoord moeten wegen’, schrijft hij aan zijn achterban. Hij ‘begrijpt’ de kritiek, maar ,,andersom hoop ik ook dat jullie begrijpen dat we rond de dividendbelasting nu voor dezelfde keus staan als vorig jaar: wel of geen kabinet”.
Niet onder indruk
Veel ChristenUnie-leden voelden al niets voor de afschaffing van de belasting, maar wijzen er nu ook op dat de schatkist honderden miljoenen meer blijkt mis te lopen dan verwacht. Bovendien blijken zelfs de buitenlandse investeerders die het kabinet hoopte te charmeren, niet erg onder de indruk van de maatregel.
De afschaffing van de belasting op de winstuitkering aan aandeelhouders is de meest omstreden maatregel van het kabinet. De VVD houdt er echter aan vast, en de grootste regeringspartij krijgt wat bijval van het CDA. Coalitiegenoten D66 en CU maakten van meet af aan geen geheim van hun tegenzin.
Tegenstanders van de afschaffing hebben daarom hun hoop op hen gevestigd om het besluit van tafel te krijgen. Ze wijzen erop dat de maatregel kostbaarder uitpakt en minder enthousiasme losmaakt dan gedacht, waardoor de partijen onder hun handtekening uit zouden kunnen.
AD 24.08.2018 Speciaalzaken in groente en fruit, bloemen en planten, vis en etenswaren en drank worden de dupe van de geplande afschaffing van de dividendbelasting, stellen vier belangenverenigingen. Zij betalen naar eigen zeggen de rekening van circa 2 miljard.
,,Door deze maatregel gaat in ieder geval de btw op primaire levensbehoeften van zes naar negen procent”. Veel van de spullen die die winkels verkopen vallen onder dat lage btw-tarief.
Duurdere boodschappen
De Centrale Vereniging voor Ambulante Handel (CVAH), AGF Detailhandel Nederland (ADN), Vereniging Bloemist Winkeliers (VBW) en de Vereniging van Nederlandse Visspecialisten (VNV) verwachten dat consumenten minder uitgeven bij kleine winkeliers. De klanten moeten immers meer gaan betalen voor hun boodschappen.
De organisaties wijzen erop dat slechts enkele grote bedrijven met buitenlandse investeerders profiteren.
Gezonde producten
Bovendien staat de maatregel haaks op het stimuleren van gezonde voeding. Gezonde producten worden namelijk extra belast.
De belangenverenigingen sloegen de handen ineen na een onderzoek van de Vereniging Bloemist Winkeliers. Daaruit bleek dat de omzet van bloemisten met ruim 6 procent daalt als gevolg van de btw-verhoging. Ook zouden er 415 banen op de tocht staan en komt 15 procent van de bloemisten in de problemen.
In landen als Spanje en Frankrijk waren btw-verhogingen ook slecht voor de verkoop van bloemen en planten.
Landbouw en MKB
Werkgevers in de landbouw en het MKB waarschuwden het kabinet eergisteren al dat zij niet willen opdraaien voor de extra 600 miljoen die het afschaffen van de dividendbelasting kost. ,,Dat zullen we niet accepteren’’, zegt directeur Leendert Visser van MKB-Nederland. ,,Draai die hele afschaffing maar terug!’’ stelt Marc Calon, voorman van Land en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland.
Het kabinet begon woensdag met de besprekingen over de Miljoenennota voor volgend jaar. Gevoelig politiek onderwerp in de coalitie is het afschaffen van de dividendbelasting. Die zou aanvankelijk 1,4 miljard euro kosten, maar vorige week berichtte deze krant dat door stijgende winstuitkeringen aan aandeelhouders het prijskaartje is opgelopen tot 2 miljard euro.
AD 24.08.2018 Nederlandse bedrijven moeten de portemonnee trekken om de hogere kosten van de afschaffing van de dividendbelasting te betalen. Het kabinet is het daarover eens geworden, melden bronnen rond het Binnenhof.
Over de manier waarop het gat van mogelijk 500 miljoen euro of meer gedekt moet worden, wordt waarschijnlijk dinsdag of woensdag besloten.
Eerder gingen de regeringspartijen ervan uit dat afschaffing van de dividendbelasting 1,4 miljard euro zou kosten. Inmiddels is het prijskaartje opgelopen tot ten minste 1,9 miljard. Een van de maatregelen die volgens ingewijden nadrukkelijk op tafel ligt om het gat te dekken is de winstbelasting (vpb) minder te verlagen dan in het regeerakkoord is afgesproken. Kleine ondernemers zouden gespaard kunnen worden door alleen te sleutelen aan het toptarief voor winsten boven de 200.000 euro, dat volgens het regeerakkoord zou dalen van 25 naar 21 procent. Het lagere tarief daalt dan wel gewoon van 20 naar 16 procent. Daarnaast is verhoging van zogeheten groene belastingen ook een optie die verder wordt uitgewerkt.
Vestigingsklimaat
Definitief afgevallen is het invoeren van een belasting voor bedrijven die zowel in Nederland als in een ander land zijn gevestigd. Dit zijn de bedrijven waarvan de aandeelhouders het meest gebrand zijn op afschaffing van de dividendbelasting en die, als de belasting in stand zou blijven, bedrijven ertoe zouden kunnen bewegen om Nederland als vestigingsland de rug toe te keren. Zo’n specifieke belasting zal waarschijnlijk echter geen standhouden bij de rechter, is de inschatting van het kabinet.
De afschaffing van de dividendbelasting is vooral een wens van de VVD, ook al stond de maatregel niet in het liberale verkiezingsprogramma. Het CDA is verdeeld, D66 en ChristenUnie zijn ronduit tegen, maar zullen de maatregel steunen, omdat die nou eenmaal is afgesproken. Wel eisten de coalitiepartners dat de dekking van de dividendstrop niet door gewone Nederlanders opgehoest zou moeten worden. Daarin hebben zij hun zin gekregen.
NOS 23.08.2018 Voor grote Britse beleggers in Nederlandse fondsen is de dividendbelasting helemaal geen issue. Dat zegt de directeur van de Nederlandse vereniging voor institutionele beleggers Eumedion, Rients Abma.
Premier Rutte verdedigt de afschaffing van de dividendbelasting door te zeggen dat de maatregel Nederlandse multinationals aantrekkelijker maakt voor buitenlandse beleggers. Dat zou cruciaal zijn voor het Nederlandse vestigingsklimaat.
“Ik heb geen enkele grote buitenlandse belegger gehoord over de dividendbelasting”, zegt Abma. “Niet in de aanloop naar het besluit, maar ook niet daarna. Het speelt gewoon niet.” Volgens Abma vinden buitenlandse investeerders het kabinetsvoorstel om de Nederlandse bedrijven extra bescherming te geven tegen vijandige overnames veel vervelender dan de dividendbelasting.
Britten kunnen dividendbelasting niet verrekenen
Bedrijven betalen 15 procent belasting over het dividend dat zij uitkeren aan hun aandeelhouders. Nederlandse beleggers kunnen het bedrag dat ze zo mislopen, verrekenen met hun aanslag en sommige buitenlandse beleggers kunnen dat in eigen land ook. Maar dat geldt niet voor Britse aandeelhouders. Als de dividendbelasting niet wordt afgeschaft, zullen beleggers in het huidige Britse deel van Unilever (Unilever PLC) na verhuizing van Unilever naar Rotterdam geconfronteerd worden met de Nederlandse dividendbelasting.
Adriaan de Mol van Otterloo, partner van de Britse vermogensbeheerder Intrinsic Value Investors, bevestigt dat Britse beleggers geen problemen hebben met de Nederlandse dividendbelasting. Hij was een van de activistische aandeelhouders bij de overnamestrijd bij Akzo Nobel.
Peanuts
“Een aantal maanden terug deed ik een rondje langs de velden en geen van mijn internationale collega’s noemde ooit de dividendbelasting als overweging bij beleggen in Nederland. Natuurlijk vindt niemand het leuk belasting te betalen, maar de bedragen waarover wij praten zijn peanuts in de portefeuillecontext en zijn irrelevant voor een beleggingsbeslissing”, schrijft hij in een ingezonden stuk in het FD.
De Mol van Otterloo vindt het vervelend dat buitenlandse beleggers in de discussie in Nederland de zwartepiet krijgen toegeschoven. “We betalen hier belasting bij de aan- en verkoop van aandelen. Dat is meer dan we in Nederland kwijt zijn aan dividendbelasting. Die belasting is voor ons dus geen enkel probleem.”
Hoe zit het ook alweer met de dividendbelasting en de kabinetsplannen? We leggen het uit in 37 seconden:
Uit de notities over de dividendbelasting die minister Wiebes dit voorjaar naar buiten bracht, blijkt dat Shell en Unilever hebben gelobbyd voor het afschaffen van de dividendbelasting. In die documenten werd afschaffing doorslaggevend genoemd bij het besluit van Unilever om het hoofdkantoor niet in Londen maar in Rotterdam te vestigen.
Eind oktober stemmen de aandeelhouders van Unilever, in twee buitengewone aandeelhoudersvergaderingen in Rotterdam én Londen, over de verplaatsing van het hoofdkantoor. Om goedkeuring te krijgen voor de verhuizing is een meerderheid van 75 procent van de stemmen nodig in de Londense aandeelhoudersvergadering.
Pijnlijk
Het zou voor premier Rutte pijnlijk zijn als de verhuizing naar Rotterdam niet doorgaat. Afschaffen van de belasting scheelt de schatkist volgens de laatste berichten een kleine 2 miljard euro per jaar.
Het gevoel onder Britse beleggers is dat hun rechten in Nederland minder zijn gewaarborgd dan in het Verenigd Koninkrijk, zeker nu het kabinet extra bescherming voor Nederlandse beursondernemingen in het vooruitzicht heeft gesteld, zegt Abma.
Het is dus geen gelopen race. Bij de stemming afgelopen mei over het omstreden beloningsbeleid voor de top van Unilever, stemde maar 69,8 procent van de Britse aandeelhouders voor.
Een woordvoerder van Unilever zegt in een reactie dat het bedrijf continu in gesprek is met zijn aandeelhouders. “Zij zien ook dat dit voorstel de beste manier is om op de lange termijn waarde toe te voegen voor Unilever. We wachten de uitkomst van de bijzondere aandeelhoudersvergaderingen op 25 en 26 oktober met vertrouwen af.”
NOS 23.08.2018 De Tweede Kamerfracties van D66 en ChristenUnie zullen het schrappen van de dividendbelasting in het debat na Prinsjesdag steunen. De maatregel staat nu eenmaal in het regeerakkoord en afspraak is afspraak, vinden ze.
“Ik heb mijn handtekening onder het coalitieakkoord gezet en ik houd mijn woord”, zegt ChristenUnie-leider Segers. “Het is een groot compromis dat je hebt gesloten.”
Pechtold van D66 laat zich in soortgelijke bewoordingen uit. “Het staat nu eenmaal in het regeerakkoord” en dus zal hij het bij de Algemene Politieke Beschouwingen zijn steun uitspreken. Hij voegt er wel aan toe dat het kabinet veel beter moet uitleggen waarom het afschaffen van de heffing een goed idee is. “We moeten mensen laten zien dat iedereen hierdoor meer koopkracht krijgt.”
Duurder
Vanmorgen praat het kabinet met de vier fractievoorzitters van de regeringspartijen over de begroting die het kabinet op Prinsjesdag wil presenteren.
Het afschaffen van de dividendbelasting is omstreden. Vorige week bleek dat dit zeker 500 miljoen duurder uitpakt dan eerder werd gedacht.
Het kabinet zei eerder al dat de hogere kosten geen aanleiding zijn om de maatregel, die tegen het zere been van de oppositie is, te laten varen.
AD 22.08.2018 Werkgevers in de landbouw en het MKB waarschuwen het kabinet dat zij niet willen opdraaien voor de extra 600 miljoen die het afschaffen van de dividendbelasting kost. ,,Dat zullen we niet accepteren’’, zegt directeur Leendert Visser van MKB-Nederland. ,,Draai die hele afschaffing maar terug!’’ stelt Marc Calon, voorman van Land en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland.
Vandaag begint het kabinet aan besprekingen over de Miljoenennota voor volgend jaar. Gevoelig politiek onderwerp in de coalitie is het afschaffen van de dividendbelasting. Die zou aanvankelijk 1,4 miljard euro kosten, maar vorige week berichtte deze krant dat door stijgende winstuitkeringen aan aandeelhouders het prijskaartje is opgelopen tot 2 miljard euro.
Haagse ingewijden melden dat het midden- en kleinbedrijf zal moeten meebetalen om het verschil van 600 miljoen euro te kunnen overbruggen. Maar Leendert Visser van MKB-Nederland gaat er vanuit dat de financiering van de afschaffing wordt gezocht bij de grote concerns. ,,Daar houden we aan vast. Als het anders is, zullen we dat niet accepteren.’’ Visser wil verder dat de ondernemersbelasting omlaag gaat.
Multinationals
De kleine ondernemers brengen veel meer geld in het laatje dan die grote bedrijven, aldus Marc Calon.
Calon (LTO) windt zich op: ,,Het kabinet is vooral gefocust op de multinationals. Maar kijk nou eens macro-economisch! Het MKB, de boeren, de kleine ondernemers, dat zijn er honderdduizenden. Die brengen veel meer geld in het laatje dan die grote bedrijven. De kleine middenstanders worden zwaar onderschat.’’
Volgens Calon is de afschaffing van de dividendbelasting een prestige-object van minister-president Rutte. ,,Het is goed voor het imago van Nederland. Maar wat levert een hoofdkantoor op aan werkgelegenheid? Een paar honderd man!’’
Om zoveel geld voor ‘een draak van een maatregel’ weg te leggen, is ‘belachelijk’, meent Calon. ,,Enkele miljarden gaan naar buitenlandse aandeelhouders, dat is een bom duiten zeg!’’ Hij weigert mee te denken over de financiering van de dekking van de 600 miljoen extra die afschaffing kost. ,,Draai het maar terug’’, vindt Calon. ,,Dat levert twee miljard op. Dan hoeft de btw niet met 3 procent omhoog en kan er meer lastenverlichting voor bedrijven komen.’’
Onderkant
Vorig jaar steunde LTO nog de gezamenlijke verklaring van VNO/NCW die de afschaffing van de dividendbelasting omarmde. Calon: ,,We hebben ons toen gedeisd gehouden. We komen nu in de fase van: hoe vertel ik het mijn moeder.’’
Volgens de LTO’er is dat niet alleen maar goed voor de ondernemers, maar ook voor de mensen aan de onderkant van de samenleving. ,,Die kunnen straks weer niet rondkomen door de btw-verhoging.’’
Mocht de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie bij het afschaffen van de dividendbelasting blijven, dan hoopt Calon nog op een laatste reddingsboei. ,,Ik moet het nog door de Eerste Kamer zien komen.’’ De animo bij de Nederlandse bevolking voor afschaffing is gezakt naar 15 procent, zo bleek afgelopen weekeinde uit een peiling.
NU 22.08.2018 Mkb-bedrijven en land- en tuinbouworganisaties vrezen op te draaien voor het bedrag dat de Staat zal mislopen door de afschaffing van de dividendbelasting. De werkgevers in die branches bijten alvast van zich af.
“Dat zullen we niet accepteren”, zegt Leendert Visser van MKB-Nederland woensdag in een interview met het AD. “Draai die maatregel maar terug”, laat voorzitter Marc Calon van LTO Nederland in dezelfde krant weten.
Deze en komende week stelt het kabinet de begroting voor volgend jaar op. Een al maanden in het oog springende maatregel is de afschaffing van de dividendbelasting per 2020.
Toen het plan vorig jaar oktober in het regeerakkoord werd opgenomen, werd er nog van uitgegaan dat de gemiste inkomsten oplopen op 1,4 miljard euro per jaar. Maar omdat de economie aantrekt, stijgen ook de belastinginkomsten. Zodoende kan de belasting op dividend, de winst die gemaakt wordt op aandelen, uitkomen op 2 miljard euro per jaar. In dat geval loopt de schatkist jaarlijks niet 1,4 miljard, maar 2 miljard euro mis.
‘Kabinet is vooral gefocust op de multinationals’
In de zoektocht naar de dekking van de ongeveer 600 miljoen euro komt het kabinet waarschijnlijk uit bij het bedrijfsleven. Het lijkt ondenkbaar dat consumenten opdraaien voor de maatregel die vooral ten goede komt aan multinationals en buitenlandse aandeelhouders.
Een mogelijkheid is de verlaging voor bedrijfswinsten die het kabinet voor ogen heeft te versoberen. Dat voelen met name de kleine ondernemers. Zij zien de bui al hangen. “Het kabinet is vooral gefocust op de multinationals. Maar kijk nou eens macro-economisch. Het mkb, de boeren, de kleine ondernemers; dat zijn er honderdduizenden. Die brengen veel meer geld in het laatje”, zegt Calon.
Visser laat weten dat de financiering wat hem betreft bij de grote bedrijven gezocht moet worden.
VVD moet met oplossing komen
Premier Mark Rutte heeft de afschaffing van de dividendtaks altijd ferm verdedigd. De belasting moet worden afgeschaft, omdat dat goed zou zijn voor de werkgelegenheid. Die lezing wordt echter door andere partijen betwist.
De maatregel, die in geen enkel verkiezingsprogramma stond, wordt gezien als een VVD-voorstel. Achter de schermen wordt dan ook gezegd dat die partij met een oplossing moet komen die de overige coalitiegenoten CDA, D66 en ChristenUnie geen pijn zal doen.
Een deel van de gemiste inkomsten kan worden betaald met het terugdraaien van een belastingvoordeel voor banken. Dat levert de schatkist vanaf volgend jaar 150 miljoen euro op.
Er komt mogelijk ook meer geld vrij bij de voorgenomen versobering van de expatregeling. Met die maatregel krijgen buitenlandse werknemers maximaal 30 procent van hun loon belastingvrij als vergoeding voor kosten die zij hier maken.
Daar wordt meer gebruik van gemaakt dan voorzien, waardoor een bezuiniging op die maatregel ook meer oplevert, liet staatssecretaris Menno Snel (Financiën) dinsdag weten. Dat bedrag wordt, net zoals alle andere maatregelen die betrekking hebben op de begroting voor 2019, op Prinsjesdag (18 september) bekendgemaakt.
NU 21.08.2018 Premier Mark Rutte lijkt vrede te hebben met de koopkrachtplaatjes zoals die er nu liggen. Wel kijkt hij nog naar “finetuning” van de cijfers, maar concrete stappen worden pas op Prinsjesdag bekendgemaakt.
“Het startpunt is niet slecht”, zei Rutte dinsdag in de tuin van het Catshuis tegen NU.nl. De premier is samen met zijn kabinetsploeg bijeengekomen om over de begroting van volgend jaar te praten.
Traditiegetrouw dient de jongste raming van het Centraal Planbureau (CPB) als basis voor het koopkrachtbeleid voor komend jaar. Hoewel gemiddeld genomen iedereen erop vooruitgaat, zijn er inzoomend op de getallen duidelijke verschillen.
Zo houdt circa een op de tien mensen in de laagste inkomenscategorie volgend jaar minder geld over. Dat is twee keer zoveel vergeleken met de andere inkomensgroepen. Vanuit de oppositie klonk al kritiek, maar Rutte belicht liever de kant waarmee het wel beter gaat.
Lang geleden dat koopkrachtplaatje er zo zonnig bij lag
“Om nou de nadruk te leggen op die een van de tien, ik zou de nadruk leggen op die negen op de tien”, aldus Rutte. Volgens de premier is het lang geleden dat het koopkrachtplaatje er in Nederland zo zonnig bij lag. “Dat zijn echt mooie cijfers.”
Ook staatssecretaris van Financiën Menno Snel liet doorschemeren dat men niet hoeft te rekenen op grote veranderingen ten opzichte van de CPB-cijfers. “We hebben geen reden om daar nog heel lang aan te sleutelen.”
Gemiddeld gezien gaan alle inkomensgroepen en alle huishoudens er volgend jaar op vooruit. Ook gepensioneerden en mensen met een uitkering houden meer geld over. De grootste plus is te danken aan de herziening van het belastingstelsel van volgend jaar. Er komen twee belastingschijven in plaats van de huidige vier waarvan iedereen profiteert.
Ook trekt dit kabinet meer geld uit voor hogere toeslagen voor onder meer ouderen en gezinnen met kinderen waardoor de koopkracht stijgt. Daartegenover worden veel boodschappen en diensten volgend jaar duurder vanwege de verhoging van het lage btw-tarief.
NOS 21.08.2018 De top van het kabinet blijft de afschaffing van de dividendbelasting verdedigen. De ministers en staatssecretarissen hielden vandaag hun jaarlijkse informele sessie aan het begin van het politieke seizoen. Die was dit jaar in het Catshuis in Den Haag. In een pauze benadrukten veel bewindslieden het belang van het vasthouden aan de maatregel.
Premier Rutte zei dat het kabinet het regeerakkoord wil uitvoeren en daar staat het verdwijnen van de dividendbelasting in. “Als je het niet zou doen, loop je het risico dat een paar van de grootste bedrijven van de wereld die in Nederland gevestigd zijn weggaan”, benadrukte de premier.
Duurder dan gedacht
Vorige week werd duidelijk dat de afschaffing mogelijk 600 miljoen euro meergaat kosten dan gedacht. Volgens Haagse bronnen wil het kabinet dat dekken met maatregelen waar burgers en de kleinste bedrijven weinig last van ondervinden.
Ook andere ministers wezen erop dat het kabinet het regeerakkoord wil uitvoeren. Vicepremier De Jonge noemde het schrappen van de dividendbelasting een verstandig besluit. “Het zou lastig zijn om uit te leggen als grote bedrijven vertrekken uit Nederland.”
Eerste begroting van het kabinet
De komende weken bereidt het kabinet de begroting voor. Die wordt op Prinsjesdag gepresenteerd, dat is over vier weken. De meeste bewindslieden wilden er weinig over kwijt. Ze benadrukten wel dat het de eerste begroting van dit kabinet is en dat de mensen nu mogen gaan voelen dat het beter gaat met de economie. Zo komt er een lastenverlichting. “Er zit heel veel goed nieuws in”, zei Rutte.
Bij de begrotingsbesprekingen gaat het ook over de koopkracht. Volgens ramingen van het Centraal Planbureau gaat een deel van de mensen met de laagste inkomens er in koopkracht op achteruit. Naar verluidt wil het kabinet proberen zoveel mogelijk mensen erop vooruit te laten gaan.
Een van de punten van overleg is ook de vraag hoe het stoppen met de aardgaswinning in Groningen moet worden betaald.
AD 21.08.2018 In 2019 moet iedereen daadwerkelijk in de portemonnee voelen dat het beter gaat met Nederland. Dat zei premier Mark Rutte na afloop van het kabinetsoverleg in het Catshuis in Den Haag. Daar wordt de komende dagen de begroting voor volgend jaar besproken.
Rutte verwees naar de recente ramingen van het Centraal Planbureau, waaruit blijkt dat de meeste mensen er volgend jaar op vooruit gaan. Gemiddeld gaan alle huishoudens er volgend jaar met 1,3 procent op vooruit. Maar voor bepaalde groepen – gepensioneerden (stijging 1,1 procent) en vooral uitkeringsgerechtigden (0,5 procent) – is dat percentage lager. 7 procent van alle huishoudens gaat er zelfs op achteruit, terwijl de economie opnieuw groeit.
,,We zijn aan het kijken hoe we die cijfers nog wat verder kunnen verbeteren”, zei Rutte. ,,We proberen het beleid op basis van deze ramingen zo vorm te geven dat het zo gunstig mogelijk uitpakt.”
Het kabinet zet voor 2019 in op onder meer lastenverlichting en extra investeringen in Defensie, de ouderenzorg en infrastructuur. ,,Er ligt de komende periode ook een belangrijke taak op het terrein van de energietransitie – het terugdringen van de opwarming van de aarde”, aldus Rutte.
Het overleg vandaag was informeel van aard. Vanaf morgen behandelen de bewindslieden de begroting voor volgend jaar. Die moet tijdens Prinsjesdag, de derde dinsdag van september, worden gepresenteerd.
Op tafel ligt de komende dagen ongetwijfeld ook de afschaffing van de dividendbelasting. Het omstreden plan ligt al sinds de bekendmaking onder vuur, bovenal omdat geen van de regeringspartijen de maatregel in het verkiezingsprogramma had staan.
Het nieuws dat de kosten ervan mogelijk 600 miljoen euro hoger zullen liggen dan gedacht, voert de druk op het kabinet extra op om er vanaf te zien. Uit een recente peiling van Maurice de Hond blijkt dat het draagvlak voor de maatregel afbrokkelt. Nog maar 16 procent van de Nederlanders is voor de afschaffing van de belasting op de winstuitkering van ondernemingen. In april was dat nog ruim een kwart (28 procent).
Premier Rutte heeft de maatregel van het begin af aan verdedigd, maar noemde het gisteren wel een ‘vreselijk vervelende maatregel‘. De maatregel is volgens hem toch nodig omdat we anders ‘het levensgrote risico’ lopen dat grote bedrijven en multinationals uit Nederland weggaan, op zoek naar een beter belastingklimaat. ,,Dat zou een verarming van het land zijn”, aldus Rutte. ,,Soms moet je maatregelen nemen die niet leuk zijn.”
Het wetsvoorstel voor de afschaffing zou volgende maand al ingediend moeten worden. In 2020 verdwijnt de dividendbelasting dan echt.
AD 21.08.2018 De afschaffing van de dividendbelasting is een prestigeproject geworden van premier Rutte, betoogt chef parlement Hans van Soest. Daardoor is afzien van het omstreden plan geen optie meer, terwijl dat misschien wel verstandiger is.
Het wordt wel heel lastig voor het kabinet om er nog op terug te komen
Het kabinet sluit vandaag de zomervakantie af met een informele sessie op het Catshuis. Vanaf morgen gaan de bewindslieden met elkaar in de clinch over de begroting voor 2019 die met Prinsjesdag wordt gepresenteerd. Tijdens de Catshuissessie zal premier Rutte investeren in de teamgeest van zijn ploeg. Dat is nodig na het nieuws dat de bij de coalitiepartners toch al zo weinig populaire afschaffing van de dividendbelasting veel meer geld gaat kosten dan gedacht.
De dividendbelasting is een prestigeproject geworden voor vooral Mark Rutte zelf.De ambtenaren van het ministerie van Financiën zagen niets in het afschaffen van de belasting die alleen buitenlandse aandeelhouders van hier gevestigde multinationals ten goede komt (of anders buitenlandse overheden waar ze dat niet meer kunnen aftrekken).
Maar het was Rutte die tijdens de formatie bij de onderhandelaars van de andere partijen langs ging om hen ervan te overtuigen dat het toch echt hard nodig was om Nederland aantrekkelijk te houden als vestigingsland. Bij het opstellen van het regeerakkoord gingen de partijen er nog vanuit dat die lastenverlichting 1,4 miljard euro per jaar gaat kosten. Inmiddels heeft Unilever mede na die aankondiging besloten het hoofdkantoor in Rotterdam en niet in Londen te vestigen. Het wordt wel heel lastig voor het kabinet om er nog op terug te komen, ook al blijkt nu dat de kosten oplopen tot 2 miljard euro per jaar.
Dat de dividendbelasting een prestigeproject is geworden, staat een fatsoenlijke inhoudelijke discussie in de weg. Terwijl die wel zou moeten plaatsvinden. Vorige week waarschuwde het Centraal Planbureau dat de economische groei weliswaar aanhoudt, maar de risico’s op een nieuwe recessie toenemen door onder meer de Brexit en de dreigende handelsoorlog. Juist nu zou het kabinet klinisch moeten afwegen hoe Nederland het best kan worden gewapend tegen een nieuwe economische dip. Misschien is het een verstandige maatregel, maar is er nog ruimte om te kijken of we ons belastinggeld slimmer kunnen besteden? Nee, die lijkt er niet meer te zijn. En dat is onverstandig.
NOS 21.08.2018 Het kabinet houdt vandaag zijn jaarlijkse informele sessie aan het begin van het politieke seizoen. De bewindslieden zijn deze keer bij elkaar op het Catshuis in Den Haag. Ze bespreken in een ongedwongen sfeer de actuele politieke kwesties.
Voor de korte termijn is de begroting voor volgend jaar het belangrijkste agendapunt. Die wordt op Prinsjesdag gepresenteerd, maar wordt de komende weken voorbereid.
De meeste aandacht gaat uit naar de dividendbelasting. Het plan is om die in 2020 af te schaffen, maar het is de bedoeling het wetsvoorstel dat dat moet regelen volgende maand al in te dienen. Ondanks veel kritiek houdt het kabinet vooralsnog vast aan het schrappen van de dividendbelasting.
Gaswinning
Vorige week werd duidelijk dat de afschaffing mogelijk 2 miljard euro gaat kosten, veel meer dan gedacht. Premier Rutte noemde het schrappen van de dividendbelasting gisteren een vreselijk vervelende maatregel, die wel hard nodig is om te voorkomen dat Nederlandse bedrijven weggaan.
Een andere belangrijke kwestie voor de komende tijd is onder meer ook de financiële dekking van het besluit om op termijn te stoppen met de gaswinning in Groningen.
Elsevier 20.08.2018 De coalitie bespreekt vanaf maandag de begroting voor komend jaar, met de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting als een van de meest opvallende maatregelen. Volgens regeringspartijen VVD, CDA en D66 gaan burgers, van wie het merendeel tegen het schrappen van de taks is, niet opdraaien voor de kosten. De rekening zou bij aandeelhouders van bedrijven moeten komen te liggen.
Nadat de afgelopen week bleek dat het afschaffen van de dividendbelasting – die in geen enkel verkiezingsprogramma was opgenomen – aanzienlijk meer kost dan in eerste instantie werd verwacht, reageerden linkse oppositiepartijen als SP en GroenLinks verontwaardigd. Toen het kabinet in oktober aantrad, werd verwacht dat de overheid ongeveer 1,4 miljard euro zou mislopen door de maatregel. Maar vanwege de economische groei en toegenomen winsten door bedrijven, zouden de kosten uitkomen op 2 miljard of nog meer. Dat meldde het AD donderdag op basis van bronnen in Den Haag.
‘Kabinet: niet burgers, maar aandeelhouders bedrijven krijgen rekening’
Maandag meldt De Telegraaf dat het kabinet de rekening van de belastingverlaging voor buitenlandse aandeelhouders van grote bedrijven als Unilever en Shell niet bij de burger wil neerleggen. De aandeelhouders zelf moeten betalen, zeggen anonieme bewindspersonen tegen de ochtendkrant.
De VVD, pleitbezorger van het schrappen van de dividendbelasting, erkent dat het aankondigen van de maatregel ‘dramatisch’ is geweest. Zo kwamen premier Mark Rutte en minister van Economische Zaken Eric Wiebes (beiden VVD) in april onder vuur te liggen toen ze in een ellenlang debat het bestaan van memo’s over de afschaffing – de premier ontkende eerder nog dat die er waren – moesten verdedigen. Ondanks een motie van afkeuring overleefde het kabinet het debat.
Rutte ontweek vrijdag al vragen over dividendbelasting
Maar toch blijft het kabinet, en dan vooral de VVD en D66-minister Menno Snel (Financiën), achter het voornemen staan omdat het goed zou zijn voor het vestigingsklimaat van grote bedrijven. Als er geen dividendbelasting is voor buitenlandse aandeelhouders, zouden bedrijven sneller naar Nederland komen. Vrijdag, tijdens Rutte’s eerste persconferentie sinds het zomerreces, wilde de premier niet antwoorden op vragen over de toegenomen kosten van de afschaffing: ‘Ik vind het netjes dat we op Prinsjesdag (dinsdag 18 september, red.) met het hele beeld komen.’
Hoewel afgelopen weekeinde uit een peiling van Maurice de Hond bleek dat maar 16 procent van de Nederlanders de afschaffing steunt, denkt de VVD niet dat er veel ophef over het besluit zal ontstaan. ‘Volgend jaar heeft niemand het er meer over,’ citeert De Telegraaf een (opnieuw anonieme) minister van de partij. Die zou bovendien teleurgesteld zijn dat er in media ‘een Oranjegevoel’ zou ontbreken, terwijl de maatregel de internationale concurrentiepositie van Nederland juist ten goede zou komen.
Nog maar 16% voor afschaffing dividendbelasting. VVD kiezers gedaald van 58% in november jl naar 35% nu. CDA en D66 lijden de grootste electorale schade over dit onderwerp. http://bit.ly/2N0J6yK 09:45 – 19 aug. 2018
Dijkhoff: kritiek op afschaffing bedoeld om Rutte te beschadigen
Ruim een maand geleden, in een interview in het zomernummer van Elsevier Weekblad, zei VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff dat kritiek op het afschaffen van de taks louter is bedoeld om premier Rutte te beschadigen. ‘Stampij. Stampij. Actie Beschadiging Lijsttrekker VVD.’
Intussen maken de banken zich ook zorgen: ze vrezen te moeten opdraaien voor het kabinetsbesluit over de dividendbelasting, schrijft hetFinancieele Dagblad (FD) maandag. Dit omdat banken vanaf 2019 belasting moeten betalen over zogeheten converteerbare obligaties, die tot nu toe aftrekbaar was. Dit kost ze jaarlijks 150 miljoen euro, waarvoor de banken vermoedelijk geen compensatie krijgen.
Oppositie was woedend over ‘geheime’ deal Belastingdienst en Shell
Eind juni was de oppositie ook al verontwaardigd over een oude deal tussen de Belastingdienst en Shell, dat via een speciale constructie via het Britse kanaaleiland Jersey de dividendbelasting voor zijn aandeelhouders had ontweken. Door de afspraak met het olie- en gasbedrijf zou de Nederlandse staat miljarden euro’s aan belasting hebben misgelopen, onthulde Trouw.
Later die week zei Rutte dat hij, in tegenstelling tot wat hij eerder die week had beweerd, toch op de hoogtewas van de deal. Onder anderen partijleiders Lodewijk Asscher (PvdA) en Lilian Marijnissen (SP) hekelden de premier. Laatstgenoemde sprak van een ‘stinkende deal’ en een ‘gênante vertoning’.
Matthijs van Schie (1992) is sinds 1 februari 2018 webredacteur bij Elsevier Weekblad. Hij studeerde geschiedenis en internationale betrekkingen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
NOS 20.08.2018 Premier Rutte noemt de afschaffing van de dividendbelasting een “vreselijk vervelende maatregel”, maar zegt dat die wel hard nodig is om te voorkomen dat Nederlandse bedrijven weggaan. Rutte reageerde op groeiende kritiek op het kabinetsbesluit dat mogelijk 2 miljard euro gaat kosten; 600 miljoen euro meer dan eerder werd gedacht.
“Je gaat toch niet voor de lol een belastingvoordeel geven aan buitenlandse aandeelhouders”, zei Rutte na afloop van het eerste coalitieoverleg na de vakantie.
Niet leuk
Maar Rutte zei er onmiddellijk met klem bij dat Nederland anders het “levensgrote risico” loopt dat Nederlandse bedrijven weggaan. “Dat is een verarming van het land.”
Grote bedrijven zijn door de lage rentestand gevoelig voor overnames, denkt Rutte en die bedrijven moeten beschermd worden. “Soms moet je maatregelen nemen die niet leuk zijn.”
De oppositiepartijen verzetten zich al maanden tegen de afschaffing van de dividendbelasting. Ze vinden dat het kabinet te veel doet voor de grote Nederlandse multinationals, zoals Shell en Unilever. Er is volgens hen ook geen wetenschappelijk bewijs dat de maatregel daadwerkelijk goed is voor het Nederlandse vestigingsbeleid.
“Het is in de eerste plaats een vreselijk vervelende maatregel”, aldus Rutte, “Niemand zit erop te wachten, maar er is een goede reden om het te doen. “
AD 20.08.2018 Premier Mark Rutte blijft achter de afschaffing van de dividendbelasting staan. Hij noemde het vanmorgen een ‘vreselijk vervelende maatregel’, die ‘toch genomen moet worden’.
Soms moet je maatregelen nemen die niet leuk zijn, aldus Premier Rutte.
Tegen de afschaffing van de dividendbelasting is groeiende kritiek. Zeker nu er aanwijzingen zijn dat de kosten ervan mogelijk tot 2 miljard gaan reiken, 600 miljoen euro meer dan eerder werd gedacht. ,,Je gaat toch niet voor de lol een belastingvoordeel geven aan buitenlandse aandeelhouders,’’ zei Rutte vanochtend na het eerste coalitieoverleg van de kabinetspartijen na de vakantie.
Volgens de premier is de maatregel toch erg nodig, omdat ons land anders ‘het levensgrote risico’ zou lopen dat grote bedrijven en multinationals uit Nederland weggaan op zoek naar een beter belastingklimaat. ,,Dat zou een verarming van het land zijn,’’ aldus Rutte. ,,Soms moet je maatregelen nemen die niet leuk zijn.’’
Overtuigd
De afschaffing van de dividendbelasting is allerminst een gelopen koers. De Eerste Kamer moet nog instemmen met dat plan van het kabinet en een aantal senatoren van de coalitiepartijen zou nog niet overtuigd zijn van de noodzaak.
In de Tweede Kamer beuken de oppositiepartijen ook onverminderd op de maatregel. Zij vinden dat het kabinet is gebogen voor de jarenlange lobby van grote bedrijven als Shell en Unilever, terwijl er geen aantoonbaar bewijs zou zijn dat die multinationals hierdoor ook echt hun werkgelegenheid in ons land houden.
Rutte erkent dat de maatregel te hekelen valt, maar handhaaft toch zijn plan. ,,Het is in de eerste plaats een vreselijk vervelende maatregel. Niemand zit erop te wachten, maar er is een goede reden om het te doen.’’
NU 20.08.2018 Nu de kritiek op de afschaffing van de dividendbelasting steeds verder aanzwelt, laat ook premier Mark Rutte zich er kritischer over uit. De minister-president heeft de maatregel, die in geen enkel verkiezingsprogramma stond, altijd ferm verdedigd.
“De afschaffing van de dividendbelasting is een bizarre maatregel in zichzelf. Belastingvoordeel geven aan buitenlandse aandeelhouders doet niemand voor zijn lol”, zei Rutte maandag na coalitie-overleg, onder andere opgetekend door het Financieele Dagblad (FD).
In de meerdere debatten die inmiddels over de dividendmaatregel zijn gevoerd, stond Rutte altijd onomwonden achter het kabinetsbesluit.
Hij benadrukte keer op keer dat het een onderdeel is van een breder pakket aan maatregelen om het vestigingsklimaat te verbeteren. Hij voelde “tot in zijn diepste vezels” dat het goed zou zijn voor de werkgelegenheid, maar vooral de oppositiepartijen missen de feitelijke onderbouwing voor die bewering.
Ook nu staat Rutte nog wel achter het besluit. Schaf je de belasting niet af, dan loop je het “levensgrote risico” dat bedrijven weggaan en zich elders vestigen waar het fiscale klimaat gunstiger is. “Dat is echt een verarming van dit land”, citeert het FD de premier.
Kosten lopen waarschijnlijk op tot 2 miljard euro
Toen de maatregel in oktober vorig jaar in het regeerakkoord werd opgeschreven, gingen de onderhandelaars er nog vanuit dat de kosten 1,4 miljard euro per jaar zouden zijn. Maar omdat de economie aantrekt, stijgen ook de belastinginkomsten.
Het bedrag, waar vooral buitenlandse aandeelhouders in Nederlandse bedrijven en buitenlandse overheden van profiteren, valt om die reden al 200 miljoen euro hoger uit. Er wordt zelfs al gesproken dat de misgelopen inkomsten oplopen tot 2 miljard euro per jaar, al wordt dat bedrag niet bevestigd door het kabinet.
Het afschaffen van de dividendtaks staat gepland voor 2020, maar de wet die dat moet regelen wordt al opgenomen in het Belastingplan voor volgend jaar. Op Prinsjesdag (18 september) wordt definitief duidelijk wat het de overheid gaat kosten.
Deze week beginnen begrotingsgesprekken
Deze week beginnen de onderhandelingen voor de begroting voor 2019 die op Prinsjesdag wordt gepubliceerd. Er moet worden gezocht naar een oplossing voor de alsmaar stijgende misgelopen inkomsten.
Staatssecretaris van Financiën Menno Snel hield zich afgelopen vrijdag nog op de vlakte over hoe eventuele tegenvallers op de begroting worden opgevuld. Wel erkende hij dat als het economisch goed gaat de opbrengsten van de dividendbelasting ook stijgen. “Als er afwijkingen zijn, moeten we die gladstrijken”, zei Snel.
Daarbij houdt de bewindsman zich strikt aan de begrotingsregels waarbij tegenvallende inkomsten niet gecompenseerd mogen worden met eventuele financiële meevallers. Die regels zorgen er ook voor dat tegenvallers, zoals die van de dividendbelasting, niet gelijk leiden tot bezuinigingen.
Kabinet kan in ieder geval rekenen op 150 miljoen euro
Het kabinet kan volgend jaar in ieder geval rekenen op 150 miljoen euro aan extra inkomsten omdat het belastingvoordeel voor banken op speciale leningen verdwijnt.
Deze leningen, die voluit contingent convertibles (coco’s) heten, verliezen hun waarde zodra het eigen vermogen van een bank onder een bepaald minimum komt. Banken kunnen zo hun buffers aanpassen om schokken in financiële markten op te vangen.
De rente op die leningen zijn voor banken aftrekbaar, maar daar zette de Europese Commissie vraagtekens bij vanwege mogelijke staatssteun aan de financiële sector.
Maar daarmee is het gat nog niet gedicht. Er wordt gesuggereerd dat het kabinet zich daarvoor wendt tot het bedrijfsleven.
AD 19.08.2018 Nog maar 16 procent van de Nederlanders is voor afschaffing van de dividendbelasting. In april was nog ruim een kwart (26 procent) voor afschaffing. Dit blijkt uit een peiling van Maurice de Hond.
Het plan voor afschaffing gaat vooral ten koste van de regeringspartijen D66 en CDA. De meeste kiezers die vorig jaar nog op deze partijen hebben gestemd, geven aan dat de kans klein is dat ze dat weer gaan doen als de afschaffing doorgaat. Ongeveer een derde zegt dan vermoedelijk wel weer op deze partijen te gaan stemmen. Bij de VVD-kiezers is dat 75 procent.
Volgens De Hond in de kans niet groot dat de regeringscoalitie een meerderheid in de Eerste Kamer zal krijgen in 2019 als het voorstel voor de afschaffing van de dividendbelasting niet van tafel gaat.
Miljoenen
Van de week maakte deze krant bekend dat de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting honderden miljoenen duurder uitvalt dan gepland. Volgens bronnen in Den Haag loopt de rekening op in de richting van de 2 miljard euro.
De maatregel is van meet af aan zeer omstreden. Geen van de vier regeringspartijen had afschaffing van de dividendbelasting in het verkiezingsprogramma opgenomen. Desondanks besloot het kwartet tot afschaffing van de belasting op de winstuitkering van ondernemingen aan hun aandeelhouders.
Bij het aantreden van het kabinet gingen de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie er nog vanuit dat het schrappen van de dividendbelasting 1,4 miljard euro aan inkomsten zou schelen. In mei bleek echter al dat dit bedrag te laag was ingeschat, omdat de opbrengsten in 2017 200 miljoen hoger waren.
Economische groei
Aangejaagd door de economische groei en toegenomen winsten neemt het bedrag intussen alleen maar verder toe, stellen ingewijden. Voor de zomer werd de opbrengst in kabinetskringen over 2018 al op 1,9 miljard euro geschat, aldus een betrokkene: ,,Het kan zomaar zijn dat het meer dan 2 miljard wordt.”
Het kabinet wil de dividendbelasting per 1 januari 2020 schrappen. Het wetsvoorstel dat de afschaffing regelt, komt echter komende Prinsjesdag al naar de Tweede Kamer, als onderdeel van een omvangrijk Belastingplan. In dat wetsvoorstel staat ook hoe groot de inkomstenderving is.
NOS 17.08.2018 Het kabinet houdt voorlopig vast aan het afschaffen van de dividendbelasting. Gisteren bleek dat de maatregel meer kost dan tot nu toe werd gedacht, waardoor er opeens een gat van 600 miljoen op de begroting is.
Staatssecretaris Snel van Financiën, die over belastingen gaat, zei na de eerste ministerraad na de vakantie dat hij ervan uitgaat dat de afschaffing van de dividendbelasting doorgaat. “Het is een maatregel die geld kost, maar dat hebben wij ervoor over.”
Hij is ervan overtuigd dat het schrappen van de heffing die bedrijven betalen over de winst die zij aan hun aandeelhouders uitkeren, goed is voor het Nederlandse vestigingsbeleid. “En ik ga ervan uit dat we deze maatregel uit het regeerakkoord gewoon gaan uitvoeren.”
Financiële dekking
Het kabinet-Rutte III ging er aanvankelijk vanuit dat de omstreden maatregel 1,4 miljard euro per jaar aan inkomsten zou schelen. Maar nu zeggen ingewijden dat het kan oplopen tot 2 miljard, waardoor minister Hoekstra van Financiën nog voor Prinsjesdag een oplossing moet zoeken voor het verschil van 600 miljoen euro.
Het kabinet wil de dividendbelasting op 1 januari 2020 afschaffen, maar dat staat aanstaande Prinsjesdag al in het Belastingplan van staatssecretaris Snel. Hij moet voor elke euro die de afschaffing van de dividendbelasting kost, financiële dekking vinden.
Prinsjesdag
Premier Rutte wilde niet op de berichtgeving ingaan, omdat hij niet vooruit wil lopen op de plannen die op Prinsjesdag worden gepresenteerd. Hij zei wel dat het kabinet op dit moment bezig is om de afspraken uit het regeerakkoord uit te voeren.
Het afschaffen van de dividendbelasting is omstreden omdat de maatregel vooral ten goede komt aan grote bedrijven en er geen bewijs is dat hierdoor meer bedrijven naar Nederland komen. De oppositie spreekt van een ‘cadeautje voor multinationals’.
VK 16.08.2018 De Nederlandse economie blijft groeien, zo blijkt uit de nieuwste cijfers. Wat betekenen deze voor de plannen van het kabinet, en voor de portemonnee van de burger?
Begroten is voor dit kabinet een feest…
Miljoenennota’s maken is voor dit kabinet een feest. Gedwongen door de economische crisis stortte Rutte-II noodgedwongen de ene lastenverzwaring na de andere bezuiniging over het volk uit, maar Rutte-III geniet van een hoogconjunctuur. Minister Wopke Hoekstra van Financiën krijgt bij het opstellen van de rijksbegroting rugwind van de prachtige economische cijfers die het Centraal Planbureau (CPB) donderdag publiceerde.
Helaas voor het kabinet zijn die cijfers wel een tikje minder prachtig dan een paar maanden geleden. In maart dacht het planbureau nog dat de Nederlandse economie dit jaar met 3,2 procent zou groeien en volgend jaar met 2,7 procent. Die groeiverwachting heeft het CPB nu verlaagd naar respectievelijk 2,8 en 2,5 procent. Ook de ontwikkeling van de werkloosheid en de koopkracht ziet er sinds donderdag net iets minder rooskleurig uit dan daarvoor.
Het kabinet let bij het maken van de rijksbegroting altijd scherp op de koopkrachtontwikkeling die het CPB voorspelt. Is die wel evenwichtig? Welke kiezersgroepen blijven achter bij het gemiddelde? Moeten we voor die mensen iets extra’s doen, dus compenserende maatregelen nemen? De noodzaak daarvoor lijkt dit jaar gering. Volgens het CPB gaan alle huishoudens er in 2019 grosso modo op vooruit. Die doorsnee koopkrachtverbetering (1,3 procent) is ook substantieel groter dan dit jaar (0,4 procent).
Toch valt die voorspelling een beetje tegen. In juni ging het CPB nog uit van een koopkrachtstijging van 0,6 procent in 2018 en 1,6 procent volgend jaar. CPB-directeur Laura van Geest geeft twee redenen voor het neerwaarts bijstellen van de raming: de inflatie stijgt sneller dan eerder geraamd en de cao-lonen juist langzamer.
Het mysterie van de achterblijvende lonen is nog niet opgehelderd. Het CPB speculeert dat de onderhandelingspositie van arbeidskrachten is verzwakt ten opzichte van hun werkgevers. Dat zou onder andere liggen aan de digitalisering en robotisering van taken die vroeger door mensen werden gedaan en aan de internationalisering van de arbeidsmarkt (concurrentie uit lagelonenlanden). De economische wetenschap is er nog niet over uit. De ramingen van het CPB waren tot nu toe in elk geval telkens te optimistisch. In maart dacht het CPB nog dat de lonen met 3,2 procent zouden stijgen, in juni stelde het instituut dat bij naar 3,1 procent en in de voorspelling van donderdag is dat 2,9 procent.
Van alle huishoudens gaan de laagste inkomens (minder dan 23.700 bruto per jaar) er in 2019 het minst op vooruit (0,5 à 0,7 procent). Dit zijn hoofdzakelijk uitkeringsgerechtigden. Dit komt onder andere doordat de uitkeringen in mindere mate stijgen dan de lonen van werkenden. Een deel van deze groep (13 tot 14 procent) krijgt volgend jaar zelfs minder te besteden (tenzij het kabinet dat met nieuwe maatregelen voorkomt). Het CDA en de ChristenUnie kunnen ondertussen tevreden zijn over de koopkracht van alleenverdieners: die stijgt volgend jaar bovengemiddeld, net als die van huishoudens die meer dan 55.000 euro bruto per jaar verdienen. Het regeerakkoord pakt dus denivellerend uit.
Vergeleken met andere huishoudens komen gepensioneerden er dit jaar bekaaid vanaf, maar 2019 wordt ook voor hen een goed jaar. Maar liefst 96 procent van de AOW’ers gaat er dan in koopkracht op vooruit, voorspelt het CPB. Dat hebben de ouderen onder meer te danken aan een verhoging van de ouderenkorting, maar ook aan de verdere verlaging van de vermogensrendementsheffing en een (geraamde) rentestijging.
Gepensioneerden hebben gemiddeld meer spaargeld en beleggingen dan andere leeftijdsgroepen en profiteren daarom relatief meer van deze ontwikkelingen, voorspellen de rekenmeesters van het CPB. Ouderenpartij 50Plus eiste woensdag nog ‘compensatie voor AOW’ers’, omdat die ‘niet of nauwelijks’ zouden meedelen in de lastenverlichtingen van dit kabinet.
…totdat de dividendbelasting de sfeer bederft
Ondanks het financiële zomerweer moet het kabinet in de Miljoenennota (die het op Prinsjesdag publiceert) minimaal twee flinke tegenvallers wegwerken: de lagere aardgasbaten en – paradoxaal genoeg – een hoger dan geraamde opbrengst van de dividendbelasting. Het Rijk verliest tot en met 2022 1,9 miljard euro aan gasopbrengsten als gevolg van het besluit de gaskraan in Groningen sneller dicht te draaien dan gepland. Hoekstra zei in mei dat hij voor die tegenvaller al dekking heeft gevonden, maar niet welke. Waarschijnlijk vangt het kabinet de gastegenvaller pijnloos op met verwachte meevallers aan de uitgavenkant (besparingen op gezondheidszorg en sociale zekerheid). Een bron in Den Haag bevestigt dat.
De geplande afschaffing van de dividendbelasting, die toch al uiterst gevoelig ligt, stelt het kabinet nu ook nog voor een akelig begrotingsprobleem. Dankzij de florerende economie en de meegroeiende bedrijfswinsten brengt deze bedrijfstaks steeds meer geld in het laatje. Het AD berichtte donderdag dat de dividendbelasting de schatkist dit jaar minstens 1,9 miljard euro oplevert.
Dat is 500 miljoen euro meer dan begroot. Voor dit jaar is dat een mooie meevaller, maar de keerzijde is dat het schrappen van de dividendbelasting steeds duurder wordt. In het regeerakkoord hield het kabinet rekening met een inkomstenderving van 1,4 miljard euro vanaf 2020 (het jaar dat de belasting verdwijnt). Nu dat inkomstenverlies groter blijkt dan geraamd, moet Rutte-III volgens de begrotingsregels het verschil van 500 miljoen euro al in de aanstaande Miljoenennota compenseren. Volgens diezelfde begrotingsregels kan dat alleen met extra lastenverzwaringen, niet met budgettaire meevallers.
Het kabinet moet dus andere belastingen verhogen (of minder verlagen dan beloofd) om een impopulair douceurtje voor multinationals te kunnen bekostigen. En dat een half jaar voor de Provinciale Statenverkiezingen. Op het Binnenhof wordt druk gespeculeerd dat coalitiepartijen D66 en ChristenUnie, die eigenlijk tegen het afschaffen van de dividendbelasting zijn, de oplopende kosten zullen aangrijpen om dit onderdeel van het regeerakkoord opnieuw ter discussie te stellen tijdens de komende begrotingsonderhandelingen.
Zelfs bij initiatiefnemer VVD is het enthousiasme voor de maatregel maar matig. VVD-prominent Frank de Grave heeft publiekelijk zijn scepsis laten blijken en fractievoorzitter Klaas Dijkhoff onderkende vorig jaar in een Kamerdebat dat er geen bewijs is voor de veronderstelde heilzame uitwerking op het vestigingsklimaat. Volgens Dijkhoff is de afschaffing van de dividendbelasting ‘een gok’. Een dure gok bovendien, blijkt nu.
AD 16.08.2018 De Nederlandse economie groeit dit jaar en volgend jaar iets minder hard dan eerder werd voorzien, blijkt uit een nieuwe raming van het het Centraal Planbureau (CPB).
Het CPB voorziet nu voor 2018 een groei van 2,8 procent en van 2,5 procent in 2019. In juni ging het planbureau nog uit van een groei van respectievelijk 2,9 en 2,7 procent. ,,Ook in economisch opzicht is het een mooie zomer, met aanhoudende groei en verder dalende werkloosheid. Maar het is niet alleen maar zonneschijn. Onzekerheden rond brexit, het handelsbeleid van de VS en het economisch beleid in Italië kunnen het beeld doen kantelen”, zegt CPB-directeur Laura van Geest.
Volgens haar zijn de ‘neerwaartse risico’s’ voor de economie toegenomen. ,,De handelsconflicten die kunnen uitmonden in een handelsoorlog zijn verder verscherpt. Het risico op een harde brexit wordt met de dag groter. Het economische beleid in Italië en de groeivertraging in een aantal opkomende economieën, zoals Turkije, brengen onzekerheid met zich mee voor het eurogebied”, aldus Van Geest.
Historisch laag niveau
Het CPB wijst er wel op dat de economie blijft groeien in een bovengemiddeld tempo. Dat komt onder meer door gunstige consumptiecijfers van huishoudens, de overheidsbestedingen en investeringen in woningen. Daarbij daalt de werkloosheid naar verwachting in 2019 verder naar een ‘historisch laag niveau’ van 3,5 procent.
Het CPB voorziet in zijn nieuwe raming ook dat de inflatie iets sterker toeneemt. Dit jaar wordt het leven naar verwachting 1,6 procent duurder en volgend jaar komt de inflatie vermoedelijk uit op 2,4 procent. Volgens het planbureau wordt de inflatie vooral gestuwd door een hoger btw-tarief.
Machines
Gisteren meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nog dat de economie het goed blijft doen. De groei hebben we te danken aan de binnenlandse bestedingen, export en bedrijfsinvesteringen. Vooral de bouw maakte het afgelopen kwartaal het verschil, aldus het CBS.
Zo is in het tweede kwartaal fors meer geïnvesteerd in woningen, bedrijfsgebouwen en infrastructuur. Verder schaften bedrijven opnieuw meer auto’s aan. Ook werd meer geld uitgetrokken voor machines.
Ook consumenten laten het geld rollen en jagen daarmee de groei aan. Al zeventien kwartalen op rij geven huishoudens meer uit dan een jaar eerder. Vooral voor auto’s en elektrische apparaten wordt flink de knip getrokken. Daarnaast geven mensen meer geld uit aan diensten, met name op het gebied van horeca, vervoer en communicatie.
Eurozone
Al met al doet onze economie het duidelijk beter dan het gemiddelde van de landen van de eurozone. Volgens een nieuwe schatting van Europees statistiekbureau Eurostat ging de economie van het eurogebied met 0,4 procent vooruit op kwartaalbasis, net als in het eerste kwartaal.
CPB raming: de Nederlandse economie ontwikkelt zich gunstig, dit jaar een groei van 2,8% en volgend jaar 2,5%. Verhoging lage BTW tarief duwt inflatie in 2019 omhoog naar 2,4%. Meer informatie: http://bit.ly/2MPOjJo 7:01 AM – Aug 16, 2018
cMEV raming: de economie groeit in 2018 en 2019 door in een bovengemiddeld tempo. De werkloosheid daalt in 2019 verder naar een historisch laag niveau van 3,5%, de overheidsschuld daalt naar 49%. Meer informatie: http://bit.ly/2MtFS9U 7:02 AM – Aug 16, 2018
CPB koopkrachtraming: bijna alle huishoudens kennen in 2019 een positieve koopkrachtontwikkeling, met uitschieters tot boven de 4%. De presentatie van de koopkrachtontwikkeling is gewijzigd; de spreiding van koopkrachteffecten krijgt meer aandacht http://bit.ly/2MNknxG 7:03 AM – Aug 16, 2018
NOS 16.08.2018 De Nederlandse economie groeit volgend jaar bovengemiddeld, maar het tempo van de groei neemt wel af.
Dat stelt het Centraal Planbureau (CPB) in de conceptversie van de MEV 2019, de Macro Economische Verkenning. De MEV-cijfers en ramingen voor de economie, de koopkracht en de arbeidsmarkt vormen voor het kabinet het vertrekpunt voor de rijksbegrotingen en de koopkrachtplaatjes voor volgend jaar. Op Prinsjesdag (18 september) komt de definitieve MEV.
De economische groei komt volgend jaar uit op 2,5 procent. Dit jaar wordt er een groei van 2,8 procent verwacht. De werkloosheid blijft dit jaar en volgend jaar dalen en komt uit op het laagste niveau sinds 2001.
Turkije
Het Centraal Planbureau waarschuwt dat er steeds meer risico’s zijn voor de Nederlandse economie. Handelsconflicten kunnen uitlopen op een handelsoorlog en als er geen deal komt rond de brexit raakt dat ook de Nederlandse economie. Daarnaast wijzen de economen op de problemen in Turkije, die tot onzekerheid in het eurogebied leiden.
Vaak wordt er ook met extra belangstelling gekeken naar de cijfers over de koopkracht die het Centraal Planbureau presenteert. De mediane koopkracht stijgt in 2019 met 1,3 procent. Ook dat cijfer is naar beneden bijgesteld. De laagste inkomens gaan er het minst op vooruit. Ruim 1 op de 10 lage inkomens gaat er zelfs op achteruit.
Is het nou mediaan of gemiddelde?
Mediane koopkracht is niet hetzelfde als gemiddelde koopkracht. Een gemiddelde is de optelsom van de koopkracht van alle huishoudens gedeeld door het totale aantal huishoudens. Die koopkracht wordt voor verschillende soorten huishoudens berekend: alleen of meerpersoons, met of zonder kinderen, een- of tweeverdiener, werkend of uitkering of gepensioneerd. Zo’n gemiddelde levert een vertekend beeld op. Een kleine groep mensen met grote koopkracht vertekent het cijfer voor de mensen uit diezelfde groep die minder koopkracht hebben.
Een mediaan koopkrachtcijfer geeft daarom een beter beeld. We spreken van de mediane koopkracht als er in dezelfde groep evenveel huishoudens zijn die meer koopkracht hebben als huishoudens die minder koopkracht hebben.
Een positief koopkrachtcijfer betekent niet dat iedereen erop vooruit gaat. Het koopkrachtcijfer zegt dat de meesten erop vooruitgaan maar niet per se alle huishoudens. Koopkrachtplaatjes zijn ook statisch en houden geen rekening met de gevolgen van loonsverhoging, werk vinden of ontslagen worden, een kind krijgen, scheiden en ouder worden. Dat soort zaken hebben veel meer effect op de koopkracht.
Eerder deze week maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek groeicijfers over het afgelopen halfjaar bekend. Daaruit blijkt dat de Nederlandse economie harder is gegroeid dan veel andere Europese economieën.
AD 16.08.2018 De voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting valt honderden miljoenen duurder uit dan gepland. Volgens bronnen in Den Haag loopt de rekening op in de richting van de 2 miljard euro.
De maatregel is van meet af aan zeer omstreden. Geen van de vier regeringspartijen had afschaffing van de dividendbelasting in het verkiezingsprogramma opgenomen. Desondanks besloot het kwartet tot afschaffing van de belasting op de winstuitkering van ondernemingen aan hun aandeelhouders.
Bij het aantreden van het kabinet gingen de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie er nog vanuit dat het schrappen van de dividendbelasting 1,4 miljard euro aan inkomsten zou schelen. In mei bleek echter al dat dit bedrag te laag was ingeschat, omdat de opbrengsten in 2017 200 miljoen hoger waren.
Economische groei
Aangejaagd door de economische groei en toegenomen winsten neemt het bedrag intussen alleen maar verder toe, stellen ingewijden. Voor de zomer werd de opbrengst in kabinetskringen over 2018 al op 1,9 miljard euro geschat, aldus een betrokkene: ,,Het kan zomaar zijn dat het meer dan 2 miljard wordt.”
Het kabinet wil de dividendbelasting per 1 januari 2020 schrappen. Het wetsvoorstel dat de afschaffing regelt, komt echter komende Prinsjesdag al naar de Tweede Kamer, als onderdeel van een omvangrijk Belastingplan. In dat wetsvoorstel staat ook hoe groot de inkomstenderving is.
Daarvoor heeft het ministerie van Financiën zich te baseren op de meest actuele cijfers. Voor elke euro bovenop de 1,4 miljard uit het regeerakkoord zal extra dekking moeten worden gevonden. ,,Hier staat veel druk op”, bevestigt een ingewijde.
Vestigingsklimaat
Minister-president Mark Rutte heeft de maatregel altijd fanatiek verdedigd omdat die zou leiden tot een beter Nederlands vestigingsklimaat. Handhaving van de dividendbelasting zou voor grote bedrijven een reden kunnen zijn om hun hoofdkantoor niet in Nederland te vestigen of te verplaatsen naar het buitenland.
Volgens het Centraal Planbureau is er echter geen hard bewijs dat de maatregel effect heeft en komt de opbrengst ten goede aan buitenlandse overheden. Ook ambtenaren van Financiën uitten in memo’s aan de formerende partijen grote twijfels over het nut van de maatregel.
Nieuwe raming
Vandaag bleek uit een nieuwe raming van het Centraal Planbureau dat de Nederlandse economie dit jaar en volgend jaar iets minder hard groeit dan eerder werd voorzien. Het CPB voorziet nu voor 2018 een groei van 2,8 procent en van 2,5 procent in 2019. In juni ging het planbureau nog uit van een groei van respectievelijk 2,9 en 2,7 procent.
,,Ook in economisch opzicht is het een mooie zomer, met aanhoudende groei en verder dalende werkloosheid. Maar het is niet alleen maar zonneschijn. Onzekerheden rond brexit, het handelsbeleid van de VS en het economisch beleid in Italië kunnen het beeld doen kantelen”, zegt CPB-directeur Laura van Geest.
Morgen komt het kabinet voor het eerst sinds de vakantie weer bijeen voor de ministerraad.
NU 16.08.2018 De afschaffing van de dividendbelasting gaat jaarlijks mogelijk 2 miljard euro of meer kosten, in plaats van de 1,4 miljard euro die in het regeerakkoord wordt genoemd, bevestigen bronnen in Den Haag na berichtgeving door het AD.
Het plan is om de dividendbelasting in 2020 af te schaffen, maar het wetsvoorstel dat dat moet regelen wordt volgende maand al ingediend.
AD schrijft dat het bedrag volgens ingewijden verder toeneemt door de economische groei en toegenomen winsten. Omdat de economie goed draait, wordt er meer belasting betaald – ook over dividend, de winstuitkering van bedrijven aan hun aandeelhouders.
De maatregel is een van de meest omstreden uit het regeerakkoord. Geen van de vier coalitiepartijen had afschaffing in het verkiezingsprogramma staan. Alleen de VVD van premier Mark Rutte is en blijft een uitgesproken voorstander.
Het afschaffen van deze belasting moet het vestigingsklimaat ten goede komen, maar feitelijke onderbouwing daarvoor ontbreekt.
Definitieve cijfers komen op Prinsjesdag
In eerste instantie meldde het kabinet dat de maatregel per 2020 de schatkist jaarlijks 1,4 miljard euro zou kosten, maar dat werd later verhoogd naar 1,6 miljard. Tijdens Prinsjesdag op 18 september worden de definitieve cijfers gepubliceerd.
Nederlandse aandeelhouders kunnen de afgedragen belasting over dividend via de Belastingdienst terugkrijgen. Dit maakt de afschaffing van de dividendbelasting vooral voordelig voor buitenlandse aandeelhouders in Nederlandse beursgenoteerde bedrijven.
Bedrijven zouden zo makkelijker aan buitenlands kapitaal moeten kunnen komen. Ze profiteren in ieder geval van minder administratieve lasten.
Motie van afkeuring voor Rutte
Het afschaffen van de dividendbelasting is uitgegroeid tot een hoofdpijndossier voor het kabinet en leverde Rutte in april een breed gedragen motie van afkeuring op vanwege zijn rol in de zoektocht naar de omstreden memo’s die tijdens de formatie gebruikt zijn om de belasting af te schaffen.
Rutte en de coalitiepartijen beweerden eerder dat er voor zover zij zich konden herinneren geen memo’s waren, maar die memo’s bleken er toch te zijn.
NOS 16.08.2018 Het afschaffen van de dividendbelasting kost veel meer dan gedacht. Minister Hoekstra van Financiën moet nog voor Prinsjesdag op zoek naar 600 miljoen euro op de Rijksbegroting, zeggen bronnen in Den Haag na berichtgeving in het AD.
Het kabinet-Rutte III ging er aanvankelijk van uit dat de omstreden maatregel 1,4 miljard euro aan inkomsten zou schelen. Dat bedrag zal de komende jaren alleen maar toenemen, omdat het goed gaat met de economie. Dividendbelasting wordt namelijk betaald over de winst die bedrijven uitkeren aan hun aandeelhouders. Hoe hoger de winst, hoe hoger de opbrengst voor de staatskas.
Ingewijden zeggen dat het zou kunnen oplopen tot 2 miljard per jaar. Dat betekent dat Hoekstra vanaf 2020 jaarlijks met een gat van 600 miljoen zit. Om dat te dichten zou hij bijvoorbeeld andere belastingen kunnen verhogen.
Financiële dekking
Het kabinet wil de dividendbelasting op 1 januari 2020 afschaffen, maar het voornemen staat aanstaande Prinsjesdag al in het Belastingplan van minister Hoekstra. Hij moet zich baseren op de meest actuele cijfers en voor elke extra euro die het kost financiële dekking zoeken.
Premier Rutte is een groot voorstander van de afschaffing van de dividendbelasting voor buitenlandse bedrijven. Hij denkt dat de maatregel ertoe leidt dat grote bedrijven hun hoofdkantoor eerder in Nederland houden of vestigen. De oppositie verwijt het kabinet dat het zijn oren te veel naar grote bedrijven laat hangen, die van de heffing af willen. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat het afschaffen van dividendbelasting goed is voor het Nederlandse vestigingsbeleid.
Kortom, er is hier altijd wel iets om over te zeiken. Ze zeggen in Den Haag daarom:Een dag nie gezeik, is een dag nie geleef.
Disclaimer: Dit is een non-profit site. Waar mogelijk is gebruik gemaakt van rechtenvrij materiaal via o.a. de Wikimedia Commons-licenties. Mocht u bezwaar hebben tegen de plaatsing van enig beeldmateriaal op deze site, omdat u bijvoorbeeld rechthebbende bent, laat u dan zo snel mogelijk een bericht achter opdat er zo spoedig mogelijk actie ondernomen kan worden.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.