Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11d – aansprakelijkheid schadevergoeding kwestie Hawija Irak

Schadeclaim

Een groep van elf Irakezen heeft de Nederlandse staat gedagvaard in verband met de schade die ze hebben geleden door de Nederlandse luchtaanval op een autobommenfabriek in Hawija, in 2015.

Dat vertelt advocaat Liesbeth Zegveld namens de families tegen NOS en NRC. Het gaat om elf Irakezen uit Hawija, Tigrit en Zoetermeer die familieleden, onder wie ook kinderen, verloren bij de luchtaanval. Liesbeth Zegveld, de advocaat van de families, claimt dat de aanval onrechtmatig was.

Het bombardement op Hawija

Vanaf oktober 2014 tot juli 2016 neemt Nederland voor het eerst deel aan een F-16-missie boven Irak en Syrië. Na publicaties van NRC en NOS blijkt dat Nederland verantwoordelijk is voor een bombardement op een bommenfabriek van IS in Hawija, Irak. Zeventig burgers komen om het leven.

De Irakezen verloren als gevolg van de aanval elf familieleden, onder wie negen kinderen. Verschillende huizen van hen werden verwoest en sommige slachtoffers liepen chronische lichamelijke schade op. Omdat de aanval door Nederlandse F16-piloten werd uitgevoerd, eisen ze een individuele schadevergoeding van de Nederlandse staat.

Bij de aanval op de autobommenfabriek van IS ging het volgens het ministerie van Defensie mis doordat er veel meer munitie lag opgeslagen dan gedacht. De munitie explodeerde en daardoor werden in de omliggende woonwijk honderden huizen beschadigd of verwoest. Zeker zeventig burgers kwamen om het leven.

Vijf kinderen

De Zoetermeerse postbode Alaa en zijn vrouw Wafaa, wier zoon bij de luchtaanval blind werd aan een oog, zijn twee van de eisers. Wafaa zelf heeft blijvend letsel door de glasscherven die ze in haar rug heeft gekregen.

Een andere eiser is de 40-jarige witgoedmonteur Abdallah. Hij verloor door de explosie zijn vrouw en vijf kinderen. Het gezin was op de vlucht en op doorreis, maar mochten van IS niet verder reizen. Hierdoor moesten ze naar eigen zeggen noodgedwongen een woning huren in Hawija. Ze woonden op ruim 200 meter van de bommenfabriek. Twee van zijn kinderen overleefden de aanval wel.

Ontploffing

Uit onderzoek van NOS en NRC bleek twee jaar geleden dat Amerikaanse militairen weliswaar precies hadden berekend wat de schade zou zijn van een bominslag, maar dat ze niet wisten wat er zou gebeuren als de bommenfabriek zou ontploffen. Er was namelijk geen methode voorhanden om de impact van die ontploffing te berekenen.

Sterker nog, de Amerikaanse militair die verantwoordelijk was voor de berekeningen verklaarde na afloop dat er geen enkele informatie was over “de hoeveelheid en soort munitie in de fabriek”. Het was daarom “niet redelijk om te veronderstellen dat er geen nevenschade zou zijn”, concludeerde hij. Toch was Nederland bereid de aanval op de fabriek in het woongebied uit te voeren.

Ank Bijleveld, minister van Defensie ten tijde van de publicaties, heeft in de Tweede Kamer meerdere keren gezegd dat er vooraf geen aanwijzingen waren dat er burgerdoden zouden vallen. Op basis van de ervaring die er was met vier eerdere luchtaanvallen op bommenfabrieken meende men dat er geen groot risico op schade in de omliggende woonwijk was.

Dat er een gigantische hoeveelheid munitie in de autobommenfabriek lag, was volgens Bijleveld niet te voorzien. Volgens Defensie was er met de procedure en de uitvoering van de aanval dan ook niets mis.

Beperkt militair voordeel

Advocaat Zegveld bestrijdt dat. Volgens haar heeft Nederland met de aanval een onaanvaardbaar risico genomen. “De staat wist of had behoren te weten dat de luchtaanval enorm veel burgerslachtoffers zou (kunnen) veroorzaken”, stelt ze in de dagvaarding. Ze verwijt Nederland dat er geen serieuze berekening is gemaakt om de impact van de explosie te berekenen.

Bovendien claimt ze dat het militaire voordeel van de aanval beperkt was, op basis van Amerikaanse militairen die in evaluaties spreken van een “gematigd negatief effect”. En omdat niet berekend kon worden wat de schade van een ontploffing zou zijn, kon dit beperkte militaire voordeel niet goed worden afgewogen tegen de mogelijke burgerdoden, aldus Zegveld. De Nederlandse red card holder, een hoge militair die basis van alle verzamelde informatie groen licht moet geven, had volgens haar daarom nooit mogen instemmen met het bombardement.

Verwijten

Het vorige kabinet heeft een paar miljoen euro uitgetrokken voor wederopbouwprojecten in Hawija en een commissie onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager doet momenteel onafhankelijk onderzoek naar het bombardement.

Het vorige kabinet zei echter al dat er geen compensatie komt voor individuele slachtoffers of nabestaanden.

Onafhankelijk onderzoek

Zegveld verwijt Nederland ook dat er “niet op tijd, niet adequaat en niet onafhankelijk” onderzoek is gedaan. Ze doelt onder meer op het onderzoek dat het ministerie van Defensie in 2015 instelde, maar waarvoor geen toegang tot cruciale Amerikaanse informatie werd verleend.

Volgens haar was Nederland, op basis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, hiertoe wel verplicht.

Na het incident in 2015 heeft Defensie in eerste instantie de zaak zelf uitgezocht. De onderzoekers van Defensie kregen echter geen toegang tot cruciale Amerikaanse informatie.

Ook het Openbaar Ministerie deed onderzoek. Uit onderzoek van NOS en NRC bleek dat het OM pas na negen maanden door het kabinet geïnformeerd werd over mogelijke burgerdoden. Het OM voerde naar eigen zeggen vervolgens een beperkt onderzoek uit naar de feiten en omstandigheden, maar keek niet naar de rechtmatigheid van de aanval.

Twee jaar geleden diende Zegveld al een claim in namens 52 Irakezen, waarin ze Nederland aansprakelijk stelde. Omdat het kabinet die aansprakelijkheid niet heeft erkend, maakt ze namens een aantal van hen nu de gang naar de rechter.

Het vorige kabinet heeft vier miljoen euro ter beschikking gesteld voor wederopbouwprojecten in Hawija. Ook doet een commissie, onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager, op verzoek van Defensie momenteel onderzoek naar de toedracht van de aanval. Dat rapport wordt komend jaar verwacht.

BEKIJK OOK;

Meer: hawija – Search (bing.com)

Meer: hawija – YouTube

Lees: Doel bereikt bij inzamelingsactie kind dat verminkt raakte na bombardement Hawija NOS 23.02.2022

Lees: ‘Nabestaanden bombardement Hawija klagen staat aan’ RTL 21.02.2022

Lees: ‘Nabestaanden bombardement Hawija klagen staat aan’ MSN 21.02.2022

Lees: Nabestaanden Hawija klagen Nederlandse staat aan NOS 20.02.2022

Zie ook: Terugblik – 10 jaar oorlog in Syrië

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11c – nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11b nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11a – nasleep onderzoek Hawija Irak

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Syrië, Irak en verder – deel 13 – VS verzweeg tientallen burgerdoden bij bombardement Syrië

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 12

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak, Iran en verder – deel 11

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 10

Zie ook; Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 9

Zie ook: Kabinet Rutte 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 8

Zie ook: Kabinet Rutte 2 en 3 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 7

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 6

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 5

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 4

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 3

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 2

zie ook: Kabinet Rutte 2 – Nederland ook in de strijd tegen IS – deel 1

februari 21, 2022 Posted by | bombardement, Hawija, Irak, is, isis, Uncategorized | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 4 – Nederland ook in de strijd tegen IS in Irak en verder – deel 11d – aansprakelijkheid schadevergoeding kwestie Hawija Irak

Kabinet Rutte 3 – versus troepenmacht Afghanistan – deel 11 – onderzoek misstanden Uruzgan – de nasleep

Telegraaf 17.03.2021

Gebombardeerde Afghanen eisen logboeken van Nederlandse F16’s in Uruzgan

Vier Afghanen eisen van het ministerie van Defensie de logboeken op van Nederlandse F16’s, Apache-gevechtshelikopters en een pantserhouwitser die tijdens een nacht in juni 2007 zijn ingezet in de Chora-vallei in de Afghaanse provincie Uruzgan.

De vier doen dit in een rechtszaak die ze hebben aangespannen tegen Defensie, waarin ze de Nederlandse staat aansprakelijk stellen voor een bombardement op hun huizen, waarbij tientallen doden vielen. De Afghanen hopen met de logboeken te kunnen bewijzen dat ze zijn bestookt door de Nederlanders.

,,Ik wil vooral dat duidelijk wordt wat er nou precies die nacht is gebeurd”, zegt advocaat Liesbeth Zegveld, die de Afghanen bijstaat. ,,Waarom zijn de huizen van mijn cliënten gebombardeerd?”

Telegraaf 17.03.2021

Het ministerie van Defensie wil nog niet zeggen of het inzage geeft in de logboeken. Volgens het ministerie zal dit ‘onderwerp van bespreking’ zijn als de zaak op 29 maart 2021 voor het eerst in Den Haag voor de rechter komt.

Het ministerie van Defensie buigt zich over een melding van een Uruzgan-veteraan over een geweldsincident in 2007. Deze veteraan, Servie Hölzkenvertelt in Trouw hoe hij en zijn pantsergenie-eenheid halverwege dat jaar huizen beschoten in de Afghaanse provincie. Mogelijk zijn daarbij burgerdoden gevallen.

AD 23.03.2021

Vertrek uit Afganistan

De vredesonderhandelingen over Afghanistan worden volgende maand voortgezet in Istanboel. President Biden hoopt nog steeds op 1 mei 2021 te kunnen beginnen met het terugtrekken van Amerikaanse soldaten.

Na het vredesoverleg in Moskou, vorige week, is onduidelijk hoe de vlag erbij hangt. Optimisten willen de uitkomst van dat overleg en de aanwezigheid van alle grote spelers rond het conflict (inclusief China en Pakistan) graag uitleggen als bemoedigend. Ze hopen op een ‘laatste en beslissende fase’ naar vrede. Pessimisten verwachten dat het onderlinge Afghaanse geruzie weer oplaait en leidt tot een mislukking van de gesprekken.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 88c9d-afganistan2bchora.jpg

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is f45a0-afganistan2bchora2b252822529.jpg

Daags na de conferentie in Moskou stuurde de Afghaanse president Ashraf Ghani alvast twee ministers de laan uit. Zijn grote politieke rivaal maar ook regeringspartner Abdullah Abdullah was ziedend. ,,Deze beslissing is tegen de belangen van het land in de huidige situatie en is onaanvaardbaar’’, zei hij in een zaterdag vrijgegeven verklaring. Volgende maand komen alle Afghaanse partijen, inclusief de taliban, weer aan tafel in Istanbul.

lees: Burgerdoden in Uruzgan kamervragen 24.12.2020

zie ook: Kabinet Rutte 3 – versus troepenmacht Afghanistan – deel 10 – onderzoek misstanden Uruzgan

VS zegt troepen voor 11 september uit Afghanistan te halen

NOS 13.04.2021 President Biden heeft besloten om voor 11 september van dit jaar de laatste Amerikaanse troepen uit Afghanistan te halen, melden functionarissen. Die dag is het twintig jaar geleden dat de aanslagen op het World Trade Center in New York werden gepleegd, wat de directe aanleiding was voor de invasie van Afghanistan onder leiding van de VS.

De terugtrekking is onvoorwaardelijk, aldus een hoge Amerikaanse regeringsfunctionaris. “De president heeft geoordeeld dat met een terugtrekking op basis van voorwaarden, wat de strategie is geweest in de afgelopen twee decennia, Amerika gedoemd is voor altijd in Afghanistan te blijven.”

Volgens de functionaris bestaat er voor het conflict in Afghanistan “geen militaire oplossing”. De Amerikanen zullen na 11 september overigens nog wel met “aanzienlijke middelen” in de regio aanwezig blijven om terrorisme tegen te gaan.

De Amerikaanse ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, Antony Blinken en Lloyd Austin, maken het besluit vermoedelijk morgen bekend aan de NAVO-bondgenoten in Brussel. Mogelijk legt Biden zelf ook nog een verklaring af.

Deadline wordt niet gehaald

In januari zei waarnemend defensieminister Miller nog dat het de bedoeling was dat de laatste troepen in mei van dit jaar weg zouden zijn. De vorige regering, die van Donald Trump, was dat overeengekomen met de Taliban, zonder de bondgenoten er vooraf van op de hoogte te stellen. Vorige maand dreigden de Taliban nog met geweld als de Amerikanen niet op 1 mei weg zouden zijn.

Op dit moment zijn nog zo’n 2500 Amerikaanse militairen gestationeerd in Afghanistan. De piek was in 2011, toen er zo’n 100.000 Amerikaanse militairen in het land waren. Ongeveer 2400 Amerikaanse militairen zijn sinds het begin van de oorlog gesneuveld en duizenden zijn gewond geraakt.

Nederland stuurt juist extra militairen

Aan de NAVO-missie in Afghanistan dragen ook Nederland en andere lidstaten troepen bij. Nederland stuurt juist nog eens tachtig militairen naar Afghanistan om deel te nemen aan de NAVO-missie Resolute Support, bevestigen de demissionaire ministers Blok (Buitenlandse Zaken) en Bijleveld (Defensie) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Het gaat om infanteristen van de landmacht die op verzoek van bondgenoot Duitsland worden gestuurd vanwege de toegenomen dreiging van de Taliban. De Tweede Kamer zal op korte termijn nader worden geïnformeerd over het besluit in een zogeheten artikel-100-brief, waarna een debat volgt.

BEKIJK OOK;

Militairen in de Afghaanse Choravellei in 2007 ANP

Rechtbank wil meer onderzoek naar Nederlands bombardement in Afghanistan

NOS 29.03.2021 Defensie moet opnieuw een reconstructie maken van de slag om Chora, de Afghaanse vallei waar Nederlandse militairen in 2007 strijd met de Taliban leverden. Dat heeft de rechtbank van Den Haag bepaald in de zaak die is aangespannen door Afghaanse slachtoffers en nabestaanden van de Nederlandse bombardementen.

Bij de beschietingen in de nacht van 16 op 17 juni in de Afghaanse provincie Uruzgan zouden vijftig tot tachtig burgerdoden zijn gevallen. Defensie heeft steeds beweerd dat het oorlogsrecht is nageleefd. Het ministerie ziet steun in tal van rapporten van de NAVO, de Afghaanse regering en een lokale humanitaire organisatie.

Advocaat Liesbeth Zegveld, die de slachtoffers en hun nabestaanden vertegenwoordigt, legde de rechtbank stukken voor waaruit volgens haar blijkt dat de Nederlandse Defensie in strijd met het oorlogsrecht willekeurig gebombardeerd heeft.

Disproportioneel

De rechters willen nu weten op basis van welke informatie Afghaanse huizen zijn aangemerkt als militair doelwit. De voorzitter van de rechtbank zei te begrijpen dat een reconstructie lastig is, ook omdat sommige informatie wellicht geheim moet blijven.

Slachtoffers en nabestaanden eisen een schadevergoeding van Defensie. Ze lagen te slapen toen de Nederlandse bommen vielen. Volgens advocaat Zegveld waren de bombardementen disproportioneel, ook omdat de burgers niet vooraf waren gewaarschuwd.

Defensie spreekt dat tegen en zegt dat de burgerbevolking wel is geïnformeerd via de lokale autoriteiten. De meeste bewoners waren ook uit het gebied vertrokken, zegt de landsadvocaat.

Het bombardement maakte deel uit van de slag om de Choravallei. Dat strategisch gelegen gebied dreigde in handen te vallen van Taliban. Daarop besloot de commandant van de Nederlandse eenheid om de zone waarvan werd aangenomen dat de Talibanstrijders zich er ophielden, ’s nachts onder vuur te nemen.

BEKIJK OOK;

Graven bij Chora, dat werd gebombardeerd. Ⓒ ANP/HH

’Nederlandse militairen stonden in hun recht bij aanval op woonhuis tijdens de Slag om Chora’

Telegraaf 29.03.2021 Nederlandse militairen stonden volledig in hun recht om een woonhuis aan te vallen tijdens de slag om Chora in Afghanistan. Dat zegt de landsadvocaat in verweer tegen advocate Liesbeth Zegveld. Die wil een schadevergoeding voor haar cliënten, slachtoffers van een Nederlands bombardement in 2007.

BEKIJK OOK:

Chora-zaak draait vooral om inlichtingenpositie Defensie

Bij de slag om Chora vielen in juni 2007 tientallen burgerdoden. Dat gebeurde als nevenschade toen Nederlandse militairen alles uit de kast trokken om te voorkomen dat talibanstrijders de Chora-vallei zouden heroveren. Nederland zag een grote invasie van drie kanten op zich af komen. Om de vijand terug te slaan, werd luchtsteun aangevraagd. Afghaanse burgers kregen de oproep om een veilig heenkomen te zoeken. Toen de rook was opgetrokken, bleek op de ochtend van 17 juni dat er toch nog veel burgers in dat deel van de vallei hadden gezeten.

Mensenrechtenadvocate Zegveld meent dat Nederland veel te hard van stapel is gelopen en wil een schadevergoeding voor haar cliënten, vier nabestaanden en een groep erfgenamen. Volgens haar deugde de inlichtingen van de Nederlanders niet op de vooravond van de aanval. Er was geen gigantische invasie op komst, de schattingen van het aantal talibanstrijders in de vallei waren sterk overdreven. Ook dreigde ook geen massaslachting onder de Afghaanse bevolking als Nederland zich zou terugtrekken.

Bovendien zou er toende aanval werd ingezet geen goed zicht zijn geweest op de doelen en of daar burger of strijders zaten. Niet duidelijk was volgens Zegveld waar de taliban zich verschanst hadden en of de vervolgens de door Nederland bestelde bommen op de juiste plek vielen.

’Aanval was in overeenstemming met het oorlogsrecht’

Het ministerie van Defensie kijkt er heel anders tegenaan. De zaak draait om één specifiek huizencomplex waar zeven F-16-bommen op vielen. Het aanvallen van dat doel was in overeenstemming met het oorlogsrecht, vindt de Staat. Het huis was door verschillende inlichtingenbronnen aangeduid als vuurpositie van de taliban. Die informatie was van de afgelopen dag, dus niet op basis van verouderde of ongeverifieerde gegevens, zoals Zegveld zegt. Er was bovendien permanent zicht op het doel vanuit de lucht en vanaf de grond. En de burgerbevolking was opgeroepen om het gebied te verlaten.

De situatie was wel degelijk nijpend, vindt de staat. ’De Afghaanse politieposten om het centrum heen vielen, Chora dreigde onder de voet te worden gelopen door de taliban. „De militairen werden teruggedreven tot vier vierkante kilometer rondom het districtscentrum de ’white compound’. Het vermoeden bestond dat de vijand na zonsondergang dichterbij zou kunnen komen om de compound in handen te krijgen.”

De landsadvocaat zegt dat er na de aanval al geld is uitgekeerd aan burgers die waren getroffen door de luchtaanval. Er bestaat enige twijfel over wie de cliënten van Zegveld zijn en hoe destijds hun verhouding tot de taliban was.

BEKIJK MEER VAN; misdaad conflicten, oorlog en vrede Den Haag Chora Chora-vallei Uruzgan

Nederlandse militairen patrouiilleren in de Choravallei (2009) ANP

Advocaat: Nederland schond oorlogsrecht met aanval op burgers in Afghaanse Choravallei

NOS 29.03.2021 Met de slag om Chora in 2007 heeft Nederland niet de Taliban aangevallen, maar in feite de burgerbevolking van dat Afghaanse gebied. Dat betoogde advocaat Liesbeth Zegveld vanochtend namens slachtoffers en nabestaanden van het Nederlandse offensief voor de rechtbank in Den Haag. Die eisen in een proces tegen de Staat een schadevergoeding, maar volgens Defensie is daarvoor geen enkele aanleiding.

Nederlandse militairen werden van 2006 tot 2010 ingezet in de Afghaanse provincie Uruzgan als onderdeel van de internationale ISAF-coalitie. In 2007 dreigden de Talibanstrijders de strategische Choravallei in handen te krijgen. Daarop besloot de commandant van de Nederlandse eenheid om de zone waarvan werd aangenomen dat de Talibanstrijders zich er ophielden, ’s nachts onder vuur te nemen. Daarbij zouden vijftig tot tachtig Afghaanse burgers zijn omgekomen.

‘Te weinig voorkennis’

Het ontbrak de Nederlandse militairen ter plekke aan actuele kennis over de hoeveelheid Talibanstrijders, hun wapens, hun locaties en hun doelen, zei Zegveld in de rechtszaal. Uit militaire documenten is gebleken dat er na middernacht op 17 juni geen vijandelijkheden meer waren tegen de ISAF-eenheden.

Toch werd besloten om met artillerie en vliegtuigbommen het gebied aan te vallen. Daarbij is volgens advocaat Zegveld het oorlogsrecht, waarin de bescherming van burgers is vastgelegd, geschonden.

De slachtoffers en nabestaanden vragen via de rechter ook inzage in documenten en logboeken om uit te kunnen zoeken waarom hun dorp Qual-e-Ragh als doelwit van de Nederlandse aanvallen werd uitgekozen.

“Nederland heeft altijd gezegd dat de aanvallen noodzakelijk waren uit zelfverdediging, omdat de Taliban de Nederlandse posities dreigde over te nemen. Dat kan niet waar zijn als er bericht wordt dat er geen vijandelijkheden na middernacht meer plaatsvinden.”

Meer onderzoek nodig

Defensie verwijst al jaren naar onderzoeken die hebben aangetoond dat Nederland heeft geopereerd binnen de regels van het oorlogsrecht. Ook het Openbaar Ministerie heeft het optreden in Chora rechtmatig genoemd. Maar die rapporten zitten “vol met gaten”, stelt advocate Zegveld. “Dat is begrijpelijk kort na dato, maar inmiddels is er voldoende tijd verstreken om wel onderzoek te doen.”

Ze verwijst naar Duitse en Australische onderzoeken naar oorlogsincidenten in Afghanistan waarbij wel diepgravend onderzoek is gedaan.

Legitiem militair doel

Defensie ziet geen enkele reden om de schadevergoeding te betalen. De bewuste huizen werden door de Taliban gebruikt als vuurposities en daarom aangemerkt als legitiem militair doel, zo stelt advocaat Erik Koppe namens de Nederlandse Staat.

De aanvallen met F-16-vliegtuigen en helikopers op de woningen waren volgens Defensie nodig als verdediging van Chora als geheel. Veel burgers hadden de plek al verlaten na een waarschuwing voor de komende militaire operatie. En aan de Nederlandse militairen was door lokale autoriteiten bevestigd dat de waarschuwing aan het dorp was overgebracht, zegt de advocaat. “Task Force Uruzgan mocht ervan uitgaan dat er nog maar een beperkt aantal burgers aanwezig was.” Volgens hem is daarmee voldaan aan de beperkende regels van het humanitaire oorlogsrecht.

Eerder gecompenseerd

De bewering dat de Nederlandse militairen geen zicht hadden op activiteiten van Talibanstrijders wordt door Defensie fel bestreden. De beelden vanuit de F-16’s en drones gaven voldoende inzicht in de posities en activiteiten van de Talibanstrijders, aldus advocaat Koppe.

Enkele Afghanen die nu schadevergoedingen eisen, zijn al in 2007 gecompenseerd, stelt Defensie. Na afloop van de gevechten heeft Task Force Uruzgan diverse missies opgetuigd om noodhulp in de Choravallei te verlenen en “onverplichte schadevergoedingen” uit te keren voor herstel van woningen, wegen en dieren. De eisers die nu in Den Haag de Staat aanklagen hebben volgens Defensie al 10.000 dollar gekregen.

BEKIJK OOK;

Nederlandse militairen nemen met de lokale bevolking de schade op na zware gevechten in de buurt van Chora.

‘Slachtoffers bombardement Chora kregen eerder al 10.000 dollar schadevergoeding’

AD 29.03.2021 Nabestaanden die bij de slag om Chora in Afghanistan familieleden verloren en van wie toen huizen zijn vernietigd, hebben volgens de Nederlandse staat al een schadevergoeding gehad. Kort na het gevecht is aan familieleden ter plaatse 10.000 dollar uitgekeerd.

De vier nabestaanden stapten maandag naar de rechter, omdat ze Nederlandse militairen ‘blind geweld’ verwijten. In de nacht van 16 juni 2007 werden op hun huis zeven bommen gegooid in een half uur tijd. Ze verklaarden dat ze lagen te slapen en werden verrast door het geweld omdat ze niet waren gewaarschuwd. Ze bestrijden dat er talibanstrijders In hun huizen waren en willen nu een schadevergoeding.

Lees ook;

Gebombardeerde Afghanen eisen logboeken van Nederlandse F16's in Uruzgan

Nederlandse commandant over Chora: 'Ik heb besluiten genomen die veel mensenlevens hebben gekost’

Volgens advocaat Liesbeth Zegveld, die de Afghanen bijstaat, schonden de Nederlandse militairen het oorlogsrecht en hadden ze hun inlichtingen niet op orde toen werd besloten om Chora te bombarderen. Daarbij vielen vijftig tot tachtig burgerdoden, waaronder familieleden van haar cliënten.

Advocaat Liesbeth Zegveld eist namens vier Afghanen een schadevergoeding nadat ze tijdens de slag om Chora in 2007 familieleden verloren en hun bezittingen werden verwoest.

Advocaat Liesbeth Zegveld eist namens vier Afghanen een schadevergoeding nadat ze tijdens de slag om Chora in 2007 familieleden verloren en hun bezittingen werden verwoest. © ANP

Volgens de advocaat hadden de Nederlanders onvoldoende informatie over de aanwezigheid van de taliban toen ze met het offensief begonnen. Onduidelijk was hoeveel strijders er precies waren, met welke bewapening en wat de dreiging voor burgers was. De meeste inlichtingen bestonden volgens haar uit onderschept walkietalkieverkeer en geruchten.

De locaties van talibanstrijders die wel bekend waren, gaven volgens haar geen goed beeld van de actuele situatie in de nacht dat er zeven uur lang werd gebombardeerd. ,,Strijders bewegen en blijven niet stil zitten totdat ze worden gebombardeerd.” Bovendien waren er volgens haar op de grond geen concrete gevechten tijdens de bombardementen. ,,Dus waar richt je je aanval dan op”, hield ze de rechters voor.

Volgens Zegveld is er maar één rechtvaardiging om huizen te bombarderen en dat is er als er kort daarvoor nog vanuit die huizen is geschoten. ,,Er moeten wapens van het doelwit zichtbaar zijn en de vijandelijke intentie moet aannemelijk zijn.” Het gooien van zeven bommen op deze huizen gaat daarom volgens haar veel te ver.

De staat geeft toe dat het huis van de nabestaanden is gebombardeerd. Dat blijkt uit de logboeken van de vliegtuigen en satellietbeelden, maar daaruit valt ook af te leiden dat deze huizen een militair doel waren, stelt advocaat Erik Koppe. Op basis van eigen eenheden, lokale bronnen en buitenlandse inlichtingen was duidelijk geworden dat deze qala (woning) een vuuropstelling van de vijand was.

Twintig uur voordat het huis werd vernietigd, gebruikte de taliban deze plek nog om de Nederlanders te bestoken. Dat bombardement gebeurde volgens de staat geheel volgens de regels. Een militair had het doelwit continu onder waarneming en begeleidde de vliegtuigen.

Dat er achteraf burgers op deze locatie verbleven is volgens de staat betreurenswaardig, maar dat geeft die locatie niet ineens een andere status dan militair doelwit. Er ging dreiging vanuit, het uitschakelen leverde een militair voordeel op en het gebruikte geweld was proportioneel.

Schadevergoeding

Volgens de staat is er dus ook geen verplichting om de schade te compenseren, maar dat is uit medemenselijkheid kort na het gevecht al wel gebeurd. De militairen zijn met 250.000 dollar het gebied ingetrokken om onschuldige slachtoffers te compenseren. Eind augustus was er 31.000 dollar uitgekeerd aan negen slachtoffers en waren er nog tien aanvragen in behandeling.

Commandant buiten dienst Hans van Griensven, die de Slag om Chora leidde.

Commandant buiten dienst Hans van Griensven, die de Slag om Chora leidde. © Koen Verheijden

Volgens de staat heeft een deel van de eisers, die nu bij de rechter staan, destijds ook al een schadevergoeding gehad. Ze kregen 10.000 dollar uitgekeerd voor de achttien doden die er waren te betreuren. Ook was het bedrag een compensatie voor de verwoeste moskee, omgebrachte dieren, beschadiging van de akkers en inkomstenderving.

De slag om Chora is het grootste offensief van de Nederlandse krijgsmacht sinds de Korea-oorlog. Zo’n zestig Nederlandse militairen zaten op een belangrijk knooppunt in de provincie Uruzgan en waren omsingeld door de taliban. Terugtrekken was voor de geloofwaardigheid van de missie geen optie, vertelde commandant Hans van Griensven zaterdag tegen deze site. Hij besloot te blijven. Omdat het uren zou duren voordat er op de grond versterkingen waren, gaf hij het bevel om te schieten met artillerie en voerden F-16’s bombardementen uit. In totaal werd er vier dagen gevochten en vielen er 250 slachtoffers, waaronder vijftig tot tachtig burgers. Ook kwamen in die dagen twee Nederlandse militairen om.

Nabestaanden bombardement Afghanistan eisen vergoeding van Defensie

RTL 29.03.2021 Vier Afghaanse burgers die in 2007 slachtoffers werden van een Nederlands bombardement eisen een schadevergoeding en willen inzage in de logboeken van Defensie. Ze vinden dat de aanval in de Chora-vallei, waarbij zeker 50 tot 80 burgerdoden vielen, niet rechtmatig was. Volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld is destijds buitenproportioneel gehandeld door Nederlandse militairen.

Het bombardement vond plaats in de nacht van 16 op 17 juni in 2007 tijdens de slag om Chora, in het Afghaanse Uruzgan. De aanval had als doel om de Taliban-strijders in het gebied uit te schakelen.

Het werd een bloedige aanval waarbij naast Taliban-strijders ook honderden burgers slachtoffer werden. Nederland heeft de aanval altijd zelfverdediging genoemd.

Bloedige aanval

Nu, bijna veertien jaar later, klagen vier nabestaanden de Nederlandse staat aan vanwege het gebruik van ‘niet proportioneel geweld’. Onder de eisers is een man die drie broers, zijn vrouw en zijn oom is kwijtgeraakt en zelf gewond is geraakt. Mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld voert het woord namens de vier nabestaanden.

Ze willen duidelijkheid over wat er die bewuste nacht is gebeurd en hopen dat te vinden in de logboeken van het ministerie van Defensie. De Nederlandse militairen zouden volgens Zegveld buitenproportioneel gehandeld hebben.

 Geert Gordijn

@geertgordijn

Advocaat Liesbeth Zegveld namens de nabestaanden van burgerdoden in #Chora: Het optreden van het NL-leger destijds “past in een beeld dat het leven van een Afghaan voor ons niet zoveel waard is.” 10:05 a.m. · 29 mrt. 2021 2

Huizen genummerd

De bemanning van de F16’s en Apache-gevechtshelikopters wisten volgens de advocaat heel precies waar gebombardeerd moest worden.

“De coördinaten en tijdstippen waren bekend. Omdat de woningen in de Chora-vallei geen huisnummers hebben, zijn de huizen door militairen van tevoren op kaarten genummerd”, zegt Zegveld.

Miniatuurvoorbeeld

Lees ook:

Onderzoek naar melding geweldsincident met mogelijke burgerdoden in Uruzgan

‘Niet van tevoren gewaarschuwd’

“De mensen lagen te slapen in hun huizen toen het bombardement begon. Het algemene advies om in onveilige situaties vooral binnen te blijven gold toen natuurlijk niet meer. Maar ze waren niet van tevoren gewaarschuwd en veel mensen bleven toch in hun huis”, zegt de advocaat van de nabestaanden. Juist omdat vooral huizen gebombardeerd werden, vielen er veel doden.

De landsadvocaat, die de Staat bijstaat in de zaak, betoogde vanmiddag dat de aanval van de Nederlandse militairen wél rechtmatig was. Volgens hem hadden de militairen aan de lokale autoriteiten gevraagd om de bevolking te waarschuwen. Dat achteraf bleek dat de situatie anders was, is ‘zeer betreurenswaardig, maar dat kan de militairen niet worden tegengeworpen’.

De VN, NAVO en het Afghaanse parlement hebben eerder al aangegeven dat de Nederlandse militairen zich hebben gehouden aan het humanitair oorlogsrecht. Het uiteindelijke oordeel over de zaak is aan de rechtbank.

Nederlandse militairen waren van 2006 tot 2010 in de Afghaanse provincie Uruzgan.

Nederlandse militairen waren van 2006 tot 2010 in de Afghaanse provincie Uruzgan. © ANP

RTL Nieuws; Ministerie van Defensie Nederlandse missie in Uruzgan Afghanistan

Nederlandse militairen op patrouille in Afghanistan, 2009.

Nabestaanden bombardement Afghanistan eisen vergoeding van Defensie

MSN 29.03.2021 Vier Afghaanse burgers die in 2007 slachtoffers werden van een Nederlands bombardement eisen een schadevergoeding en willen inzage in de logboeken van Defensie. Ze vinden dat de aanval in de Chora-vallei, waarbij zeker 50 tot 80 burgerdoden vielen, niet rechtmatig was. Volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld is destijds buitenproportioneel gehandeld door Nederlandse militairen.

Het bombardement vond plaats in de nacht van 16 op 17 juni in 2007 tijdens de slag om Chora, in het Afghaanse Uruzgan. De aanval had als doel om de Taliban-strijders in het gebied uit te schakelen.

Het werd een bloedige aanval waarbij naast Taliban-strijders ook honderden burgers slachtoffer werden. Nederland heeft de aanval altijd zelfverdediging genoemd.

Bloedige aanval

Nu, bijna veertien jaar later, klagen vier nabestaanden de Nederlandse staat aan vanwege het gebruik van ‘niet proportioneel geweld’. Onder de eisers is een man die drie broers, zijn vrouw en zijn oom is kwijtgeraakt en zelf gewond is geraakt. Mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld voert het woord namens de vier nabestaanden.

Ze willen duidelijkheid over wat er die bewuste nacht is gebeurd en hopen dat te vinden in de logboeken van het ministerie van Defensie. De Nederlandse militairen zouden volgens Zegveld buitenproportioneel gehandeld hebben.

Huizen genummerd

De bemanning van de F16’s en Apache-gevechtshelikopters wisten volgens de advocaat heel precies waar gebombardeerd moest worden.

“De coördinaten en tijdstippen waren bekend. Omdat de woningen in de Chora-vallei geen huisnummers hebben, zijn de huizen door militairen van tevoren op kaarten genummerd”, zegt Zegveld.

‘Niet van tevoren gewaarschuwd’

“De mensen lagen te slapen in hun huizen toen het bombardement begon. Het algemene advies om in onveilige situaties vooral binnen te blijven gold toen natuurlijk niet meer. Maar ze waren niet van tevoren gewaarschuwd en veel mensen bleven toch in hun huis”, zegt de advocaat van de nabestaanden. Juist omdat vooral huizen gebombardeerd werden, vielen er veel doden.

De landsadvocaat, die de Staat bijstaat in de zaak, betoogde vanmiddag dat de aanval van de Nederlandse militairen wél rechtmatig was. Volgens hem hadden de militairen aan de lokale autoriteiten gevraagd om de bevolking te waarschuwen. Dat achteraf bleek dat de situatie anders was, is ‘zeer betreurenswaardig, maar dat kan de militairen niet worden tegengeworpen’.

De VN, NAVO en het Afghaanse parlement hebben eerder al aangegeven dat de Nederlandse militairen zich hebben gehouden aan het humanitair oorlogsrecht. Het uiteindelijke oordeel over de zaak is aan de rechtbank.

© Aangeboden door RTL Nieuws

‘NAVO waarschuwde drie keer voor burgerdoden bij slag om Afghaanse Choravallei’

NOS 27.03.2021 De Nederlandse militairen in Afghanistan zijn in juni 2007 drie keer door de NAVO gewaarschuwd voor het risico dat er burgerdoden zouden vallen bij de slag om de Choravallei. Dat schrijft de Volkskrant op basis van staatsgeheime documenten die de krant met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur heeft ingezien.

Bij de aanval op Chora slaagden de Nederlandse militairen er met bombardementen en artilleriebeschietingen in om Talibanstrijders uit de vallei te verdrijven, maar vielen ook vijftig tot tachtig Afghaanse burgerdoden. Maandag staan vier nabestaanden voor de Nederlandse rechter om een schadevergoeding te vragen van de Nederlandse staat. Zij betogen dat hun familieleden het slachtoffer zijn geworden van ongericht geweld.

Uit zelfverdediging

Nederland heeft de aanval altijd zelfverdediging genoemd. In de vallei waren destijds zo’n zestig Nederlandse militairen gestationeerd vanwege de oplopende spanningen met de Taliban. Volgens Defensie werden zij op de dag van de bombardementen ingesloten door 800 tot 1000 gewapende Talibanstrijders. De commandant van de Nederlandse missie gaf vanuit Tarin Kowt het bevel tot mortierbeschietingen en luchtaanvallen.

Tijdens het offensief heeft het NAVO-commandocentrum in Uruzgan tot drie keer toe contact gehad met Defensie, schrijft de Volkskrant. Daarbij werd er steeds op gewezen dat er geen vijandelijke activiteit was gezien bij de doelen die onder vuur werden genomen. Nederland moet weten waar de vijand zich bevindt alvorens het vuur te openen, was de boodschap van de NAVO.

‘Achtergebleven burgers gewaarschuwd’

“Ons wordt verweten dat we willekeurig met bommen gooiden. Dat is gewoon niet waar en een belediging van onze professionaliteit”, zegt de toenmalige commandant van de Taskforce Uruzgan, Hans van Griensven in een vraaggesprek met het AD. Hij erkent dat er geschoten is op doelen die militairen niet direct konden waarnemen, maar waarvan ze wisten dat er Talibanstrijders zaten. Ook Van Griensven beroept zich op zelfverdediging: “We probeerden ons zoveel mogelijk aan de normale regels te houden. Maar als dat een keer niet lukte, moest ik toch kunnen vuren.”

Voor de aanval liet Van Griensven via zijn Afghaanse contacten de achtergebleven burgers in de vallei waarschuwen. “Ik had niet de luxe om uit te zoeken of ik iedereen heb bereikt. Onze mensen konden elk moment worden overlopen.” De oud-commandant is ervan overtuigd dat er veel meer burgerslachtoffers in Chora waren geweest als de Nederlanders het gebied in handen van de Taliban hadden laten vallen.

In verschillende internationale rapporten, van de VN en de Afghaanse Mensenrechtencommissie, is sindsdien geconcludeerd dat Nederland heeft geopereerd binnen de regels van het oorlogsrecht. Ook het Openbaar Ministerie noemt het optreden in Chora rechtmatig. Maar het NAVO-hoofdkwartier en de toenmalige Afghaanse president Karzai waren uiterst kritisch en vonden dat er regels waren geschonden.

“Ze hebben in Chora gewoon aangenomen dat alle burgers weg waren”, zegt advocaat Zegveld, die maandag optreedt namens de Afghaanse nabestaanden, in de Volkskrant. “Toen er tijdens het bombardement twijfels werden geuit, gingen ze gewoon door.” Defensie wacht met een reactie tot de rechtszaak heeft plaatsgevonden.

Nederlandse militairen waren van 2006 tot 2010 in de Afghaanse provincie Uruzgan, na een verzoek van de NAVO om bij te dragen aan de wederopbouw van het land. De thuisbasis voor de Task Force Uruzgan was Kamp Holland, niet ver van de hoofdstad Tarin Kowt. Tussen 15 en 19 juni 2007 vond de slag om Chora plaats, toen Talibanstrijders de strategisch belangrijke vallei in handen dreigden te krijgen. Daarbij vielen circa 250 doden, onder wie een Nederlandse en een Amerikaanse militair.

Defensie zou niks hebben gedaan met waarschuwing voor burgerdoden Chora

NU 27.03.2021 Nederlandse militairen in Uruzgan zijn zowel vóór als tijdens het bombardement op de Afghaanse stad en regio Chora in 2007 door bondgenoten gewaarschuwd voor het grote risico op burgerslachtoffers. Defensie sloeg die waarschuwingen echter in de wind, meldt de Volkskrant zaterdag op basis van staatsgeheime documenten. Uiteindelijk kwamen bij het bombardement zo’n vijftig tot tachtig Afghaanse burgers om. Defensie wil er niet inhoudelijk op reageren.

Wat deed Nederland ook alweer in Uruzgan?

  • Nederland was van 2006 tot 2010 in NAVO-verband op missie in de Afghaanse provincie Uruzgan.
  • De militairen moesten voor stabiliteit en veiligheid in het land zorgen, nadat de Taliban-beweging jarenlang (met veel geweld) de macht in handen had.
  • Tijdens de missie was de Taliban over z’n machtshoogtepunt heen, maar allerminst verdwenen uit het land. Er werd nog regelmatig gevochten tegen de Taliban.

Defensie heeft altijd gezegd dat het een gevecht tegen “achthonderd tot duizend” Taliban-strijders betrof, waarbij per ongeluk ook burgerslachtoffers vielen. De geheime documenten, die de Volkskrant kon inzien dankzij een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), laten echter zien dat Nederland bewust een risico nam.

Tot drie keer toe negeerden de militairen waarschuwingen uit het NAVO-hoofdkwartier in de stad Kandahar, aldus het logboek van die tijd. De Nederlanders konden namelijk niet goed zien of de bommen die ze gooiden op Taliban-strijders of juist op burgers zouden terechtkomen.

Volgens het oorlogsrecht mogen Nederlanders alleen vuren (of in dit geval: bommen afwerpen) als ze zelf bedreigd worden. Dat betwijfelde de NAVO dus. Eerder zou de Nederlandse juridisch adviseur ook al gewaarschuwd hebben voor mogelijke burgerslachtoffers.

Defensie: ‘Executies onder bevolking dreigden’

Maandag dient een zaak van vier Afghaanse nabestaanden tegen de Nederlandse Staat. Ze eisen een schadevergoeding omdat volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld buitensporig veel geweld is gebruikt en niet duidelijk was waarom hun huizen werden gebombardeerd.

Defensie wil vooralsnog weinig kwijt over de gang van zaken toentertijd, laat majoor Peter de Bock weten aan NU.nl. “Het feit dat de Volkskrant heeft geschreven dat Nederland drie keer was gewaarschuwd, wil niet zeggen dat Defensie dit onderschrijft. Vanwege de rechtsgang gaan we daar nu inhoudelijk niet op in.”

Wel verwijst hij naar een eerder bericht op Defensie.nl over de zaak, waarin staat dat executies onder de lokale bevolking dreigden.

Het Defensie-bericht gaat verder met: “Onafhankelijke onderzoeken van de VN, de NAVO en het Afghaanse parlement hebben eerder al aangegeven dat Nederlandse militairen zich hebben gehouden aan het humanitair oorlogsrecht. Ook Defensie kwam tot die conclusie. Het Openbaar Ministerie zag geen reden om de zaak verder te onderzoeken.”

Lees meer over: Defensie  uruzgan

Defensie deed niks met waarschuwingen voor burgerdoden in Afghaanse stad Chora

MSN 27.03.2021 Nederlandse militairen in Uruzgan zijn zowel vóór als tijdens het bombardement op de stad en regio Chora in 2007 door bondgenoten gewaarschuwd op het grote risico op burgerslachtoffers. Defensie sloeg die waarschuwingen echter in de wind, meldt De Volkskrant zaterdag op basis van staatsgeheime documenten. Uiteindelijk kwamen bij het bombardement zo’n vijftig tot tachtig Afghaanse burgers om.

Defensie heeft altijd gezegd dat er het een gevecht tegen “achthonderd tot duizend” Talibanstrijders betrof, waarbij per ongeluk ook burgerslachtoffers werden geraakt. De geheime documenten, die de Volkskrant kon inzien dankzij een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), laat echter zien dat Nederland bewust een risico nam.

Tot drie keer toe negeerden de militairen waarschuwingen uit het Navo-hoofdkwartier in de stad Kandahar, blijkt uit het logboek van die tijd. De Nederlanders konden namelijk niet goed zien of de bommen die ze gooiden, echt op Taliban-strijders of juist op burgers zouden terechtkomen.

Volgens het oorlogsrecht mogen Nederlanders alleen vuren (of in dit geval: bommen afwerpen) als ze zelf eerst bedreigd worden. Dat betwijfelde de NAVO dus. Eerder had de Nederlandse juridisch adviseur ook al gewaarschuwd voor mogelijke burgerslachtoffers.

‘Zo veel mogelijk burgers gewaarschuwd’

In een reactie laat Defensie weten dat het destijds zoveel mogelijk burgers heeft geprobeerd te waarschuwen voor het bombardement. De militairen vonden het echter belangrijk om de stad Chora “met alle mogelijke middelen” te beschermen, omdat “een slachting dreigde voor de lokale politie en bevolking”.

Bovendien was Chora van strategisch belang vanwege de belangrijke verbindingswegen in de regio, en zou “de geloofwaardigheid van Nederlandse militairen op het spel heben gezet” als Chora weer in handen zou komen van de Taliban.

Maandag dient een zaak van vier Afghaanse nabestaanden tegen de Nederlandse staat. Ze eisen een schadevergoeding omdat er volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld buitensporig veel geweld is gebruikt, en niet duidelijk was waarom hun huizen werden gebombardeerd, aldus de krant.

Defensie zou niks hebben gedaan met waarschuwing voor burgerdoden Chora

NU 27.03.2021 Nederlandse militairen in Uruzgan zijn zowel vóór als tijdens het bombardement op de Afghaanse stad en regio Chora in 2007 door bondgenoten gewaarschuwd voor het grote risico op burgerslachtoffers. Defensie sloeg die waarschuwingen echter in de wind, meldt de Volkskrant zaterdag op basis van staatsgeheime documenten. Uiteindelijk kwamen bij het bombardement zo’n vijftig tot tachtig Afghaanse burgers om. Defensie wil er niet inhoudelijk op reageren.

Wat deed Nederland ook alweer in Uruzgan?

  • Nederland was van 2006 tot 2010 in NAVO-verband op missie in de Afghaanse provincie Uruzgan.
  • De militairen moesten voor stabiliteit en veiligheid in het land zorgen, nadat de Taliban-beweging jarenlang (met veel geweld) de macht in handen had.
  • Tijdens de missie was de Taliban over z’n machtshoogtepunt heen, maar allerminst verdwenen uit het land. Er werd nog regelmatig gevochten tegen de Taliban.

Defensie heeft altijd gezegd dat het een gevecht tegen “achthonderd tot duizend” Taliban-strijders betrof, waarbij per ongeluk ook burgerslachtoffers vielen. De geheime documenten, die de Volkskrant kon inzien dankzij een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), laten echter zien dat Nederland bewust een risico nam.

Tot drie keer toe negeerden de militairen waarschuwingen uit het NAVO-hoofdkwartier in de stad Kandahar, aldus het logboek van die tijd. De Nederlanders konden namelijk niet goed zien of de bommen die ze gooiden op Taliban-strijders of juist op burgers zouden terechtkomen.

Volgens het oorlogsrecht mogen Nederlanders alleen vuren (of in dit geval: bommen afwerpen) als ze zelf bedreigd worden. Dat betwijfelde de NAVO dus. Eerder zou de Nederlandse juridisch adviseur ook al gewaarschuwd hebben voor mogelijke burgerslachtoffers.

Defensie: ‘Executies onder bevolking dreigden’

Maandag dient een zaak van vier Afghaanse nabestaanden tegen de Nederlandse Staat. Ze eisen een schadevergoeding omdat volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld buitensporig veel geweld is gebruikt en niet duidelijk was waarom hun huizen werden gebombardeerd.

Defensie wil vooralsnog weinig kwijt over de gang van zaken toentertijd, laat majoor Peter de Bock weten aan NU.nl. “Het feit dat de Volkskrant heeft geschreven dat Nederland drie keer was gewaarschuwd, wil niet zeggen dat Defensie dit onderschrijft. Vanwege de rechtsgang gaan we daar nu inhoudelijk niet op in.”

Wel verwijst hij naar een eerder bericht op Defensie.nl over de zaak, waarin staat dat executies onder de lokale bevolking dreigden.

Het Defensie-bericht gaat verder met: “Onafhankelijke onderzoeken van de VN, de NAVO en het Afghaanse parlement hebben eerder al aangegeven dat Nederlandse militairen zich hebben gehouden aan het humanitair oorlogsrecht. Ook Defensie kwam tot die conclusie. Het Openbaar Ministerie zag geen reden om de zaak verder te onderzoeken.”

Lees meer over: Defensie  uruzgan

Luitenant-generaal b.d. Hans van Griensven (60) leidde in 2007 de slag om Chora. ,,Wij worden steeds neergezet als moordenaars van vrouwen en kinderen. Maar wij hebben daar niets verkeerds gedaan.”

Nederlandse commandant over Chora: ‘Ik heb besluiten genomen die veel mensenlevens hebben gekost’

AD 27.03.2021 De slag om Chora in Afghanistan uit 2007 blijft Nederlandse militairen achtervolgen. Nabestaanden van burgerdoden verwijten hen ‘blind geweld’ en staan maandag bij de rechter. Voor het eerst reageert de verantwoordelijk commandant Hans van Griensven (60) zelf op de keuzes die hij maakte. ,,Wij worden steeds neergezet als moordenaars van vrouwen en kinderen. Maar wij hebben daar niets verkeerds gedaan.”

Als Hans van Griensven zaterdagavond 16 juni 2007 naar de sterrenhemel kijkt op zijn hoofdkwartier in Tarin Kowt ziet hij plotseling een fel licht door de donkere nacht flitsen. Het is de naverbranding van een van de granaten die deze nacht worden afgevuurd richting Chora. De commandant van de Taskforce Uruzgan heeft zojuist het bevel gegeven om de Pantserhouwitser in te zetten, het zwaarste wapen van de landmacht.

Hij probeert daarmee zijn manschappen te redden die zijn omsingeld door de taliban in Chora. Van Griensven is zeker van zijn zaak.  ,,Maar let op. Over drie jaar hebben we een parlementaire enquête. Er zijn heel veel mensen die deze situatie niet aankunnen”, zegt hij tegen een collega als ze samen kijken hoe het vuur langzaam uitdooft en de granaat even later met een doffe klap zo’n 30 kilometer verderop neerkomt.

Tot een parlementair onderzoek komt het niet. Maar 14 jaar later wordt er nog steeds veel gesproken over de omstreden slag om Chora, een gevecht van vier dagen bij een belangrijk knooppunt in Uruzgan dat in handen dreigde te vallen van de taliban. Sommige van de 1400 Nederlandse militairen die erbij waren, zijn trots en voelen het als revanche voor het drama van Srebrenica uit 1995. Nu werden ze niet overlopen. Ze hielden stand en vochten terug in de grootste slag van de Nederlandse krijgsmacht sinds de Korea-oorlog.

Maar in die strijd kwamen wel zo’n 250 mensen om het leven, onder wie 50 tot 80 burgers en twee Nederlandse militairen. Vier nabestaanden staan maandag voor het eerst bij een rechter omdat ze de Nederlanders ‘blind geweld’ verwijten. Ze eisen een schadevergoeding.

De toenmalige commandant en nu luitenant-generaal b. d. Hans van Griensven hield 14 jaar publiekelijk zijn mond over de keuzes die hij maakte, maar kan het niet langer aanzien hoe zijn mensen steeds door die nabestaanden en leken worden weggezet als moordenaars. ,,Ons wordt verweten dat we willekeurig met bommen hebben gegooid. Dat is gewoon niet waar en een belediging van onze professionaliteit.”

Lees ook;

Gebombardeerde Afghanen eisen logboeken van Nederlandse F16's in Uruzgan

Getraumatiseerde veteraan vecht voor erkenning en compensatie

Met een vergelijkbare pantserhouwitzer werden 32 granaten gevuurd tijdens de slag om Chora.

Met een vergelijkbare pantserhouwitzer werden 32 granaten gevuurd tijdens de slag om Chora. © Defensie

Commandant Hans van Griensven op de White Compound in 2007 in Afghanistan.

Commandant Hans van Griensven op de White Compound in 2007 in Afghanistan. © Privebeeld

Bang dat het fout gaat

Afghanistan, Chora.

Afghanistan, Chora. © AD

Terug naar het jaar 2007 waarin van Griensven sinds januari de scepter zwaait op het hoofdkwartier in Uruzgan. De Nederlanders zijn hier om de Afghanen te beschermen, te ondersteunen en het land te helpen opbouwen. Hij merkt vanaf april dat de spanning in het gebied oploopt. Er zijn troepenverplaatsingen met geregeld confrontaties. Van Griensven is bang dat het fout gaat, vooral rond Chora.

Nederlanders moesten al eens een controlepost heroveren. ,,Maar het probleem is; zodra je weg bent, gaat de taliban de mensen weer bedreigen. Wij stimuleerden daar meer lokale politie neer te zetten. Voerden druk uit op president Karzai om daar te investeren in veiligheid. Anders dreigden we een belangrijk knooppunt kwijt te raken.’’

Hulp blijft uit en dus regelt Van Griensven zelf een plek waar ze permanent kunnen zijn: de White Compound. Daar verblijven zo’n 60 Nederlanders per toerbeurt. Ze komen steeds vaker in vuurgevecht met opstandelingen die ze dan nog kunnen afslaan. Op 15 juni slaat dat om. De Nederlanders krijgen een zware klap te verwerken. Een zelfmoordterrorist blaast in Tarin Kowt een legervoertuig op waarbij militair Timo Smeehuijzen overlijdt. Het verdriet en de commotie op het kamp is groot.

Terwijl collega’s de volgende morgen zijn afscheidsceremonie voorbereiden, komen er uit Chora al vroeg meldingen van vuurgevechten. ,,Normaal gesproken hebben we dan al snel weer de overhand. Maar dit ging maar door”, zegt Van Griensven.

Cruciale vraag

Als de commandant iets voor 19.30 uur wil gaan eten krijgt hij een melding voor spoedoverleg. Kapitein Larry Hamers zit met zijn mensen op de White Compound in Chora en ziet de druk op zijn basis toenemen. Ze hebben de hele dag moeten vechten en twee posten buiten het dorp opgegeven. Inlichtingen wijzen op een serieuze aanval. Dat de grote leiders erbij zijn betrokken. Dat er zelfs buitenlandse strijders zijn gesignaleerd, Arabieren, Serviërs. Achthonderd tot duizend man zijn de aantallen die rondgaan. De Nederlanders zitten er met 60 man, een paar Afghaanse militairen en dorpelingen.

Hamers legt een cruciale vraag op tafel: wat is Chora ons waard?

Van Griensven heeft een half uur om erover na te denken, maar zoveel opties zijn er niet. Zijn manschappen zijn omsingeld tegen een overmacht. Als ze weggaan kunnen ze misschien nog op tijd terugkomen op het hoofdkwartier, maar dat is allerminst zeker. ,,Ze moesten een rivier oversteken. Als er mensen met raketwerpers zitten, ben je onmiddellijk de klos. Maar stel dat dit toch lukt, dan heeft de taliban gewonnen. Dan zullen ze wraak nemen op iedereen die ons heeft gesteund. En dan komt de taliban aan de poort van ons hoofdkwartier te staan.”

Ratten in de val

Als wij het gebied hadden verlaten, was het aantal slachtof­fers waarschijn­lijk nog veel groter geweest, aldus Hans van Griensven, Commandant van de slag om Chora.

Van Griensven besluit te blijven. ,,Als we dit laten lopen is dat het failliet van onze missie. Dan worden we nergens meer geloofwaardig ontvangen. We moeten blijven. Ook al zitten we als ratten in de val. Deze nacht kunnen de gevechten nog erger worden.”

Na overleg met zijn juridisch adviseur concludeert de commandant: dit is pure zelfverdediging. Hij neemt extra maatregelen, mobiliseert troepen die hij naar Chora stuurt. Die zijn er alleen niet voor daglicht. De Britse generaal Page en commandant over Zuid-Afghanistan, biedt F-16’s en Apaches aan ter ondersteuning.

Hij geeft hem ook toestemming om met artillerie te schieten op locaties die de militairen niet direct onder waarneming hebben, maar waarvan ze weten dat daar taliban zit. Dat is in strijd met de normale regels, maar mag volgens Van Griensven wel  bij zelfverdediging.

Een besluit waar tot op de dag van vandaag veel discussie over is. Hoe haalt Van Griensven het in zijn hoofd om de allerminst nauwkeurige granaten af te vuren op een gebied waar nog steeds burgers zijn. ,,Natuurlijk besefte ik dat dit gevoelig lag. Maar ik heb wel een hele moeilijke situatie te redden. We probeerden ons zoveel mogelijk aan de normale regels te houden. Maar als dat een keer niet lukte, moest ik toch kunnen vuren.”

Gok 

Nederlandse militairen in Chora, Afghanistan.

Nederlandse militairen in Chora, Afghanistan. © mediadesk.avdd@euronet.nl

Voordat de operatie begint laat Van Griensven de bewoners die er nog zijn waarschuwen via zijn Afghaanse contacten. ,,Heb ik iedereen bereikt? Dat weet ik niet. Ik had de luxe niet om het uit te zoeken. Onze mensen konden elk moment worden overlopen. Ik moest de gok nemen en erop vertrouwen dat de Afghanen elkaar wisten te vinden.”

Tijdens de nacht wordt er gebombardeerd met artillerie en vliegtuigbommen. De volgende ochtend krijgen de mannen op de White Compound versterking van andere Nederlandse troepen en het Afghaanse leger. Ze kunnen standhouden en zetten uiteindelijk op dinsdag de tegenaanval in. De taliban wordt met succes verdreven. Er worden in die dagen volgens Van Griensven minstens veertien leiders gedood.

Later blijkt dat er ook zo’n 50 tot 80 burgers zijn omgekomen. Militairen zien mensen met kruiwagens en overleden slachtoffers uit het gebied komen. ,,Natuurlijk was het niet de bedoeling om die mensen om te brengen”, reageert Van Griensven. Maar waar hij moeite mee heeft, is dat nu al jaren het beeld wordt geschetst dat deze burgerdoden door de inzet van de pantserhouwitser zijn veroorzaakt. Hij kent ook de getuigenissen over mensen die met een gaatje in hun hoofd in een kruiwagen lagen.

,,Dat kan dan niet door onze artillerie zijn gebeurd, maar die nuance hoor je nooit. En je kunt ook de vraag stellen: waarom zaten die mensen daar nog? Misschien waren ze een levend schild. Dat zou zeker kunnen. Maar er was een grote dreiging dat we onder de voet gelopen zouden worden. We hebben de situatie proberen te redden en zijn daar in geslaagd. Als wij het gebied hadden verlaten, was het aantal slachtoffers waarschijnlijk nog veel groter geweest.”

Onschuldige slachtoffers

Van Griensven kan het niet uitsluiten dat de 32 granaten van zijn artillerie onschuldige slachtoffers hebben gemaakt, maar hij schat die kans bijzonder klein in. Er zijn volgens hem geen salvo’s afgevuurd, maar enkele schoten. Storend vuur, in militair jargon. ,,De munitie was niet nauwkeurig, dat klopt. Maar we bestookten opmarsroutes. Geen gebouwen.

Zo’n granaat kan misschien een keer ongelukkig zijn gevallen, maar die vernietigt niet een hele Afghaanse qala. Daar heeft het de kracht niet voor. De vliegtuigbommen vielen zeker niet willekeurig. Die gooiden we op een legitiem doelwit. Wij gaan daar niet voor de lol zomaar de boel omploegen. Dat doet niemand en is onze beroepseer te na.”

Veertien jaar na de missie heeft Van Griensven geen nacht wakker gelegen van de keuzes die hij heeft gemaakt. ,,Je kan zeggen, wat voor monster ben ik dan? Ik heb besluiten genomen die veel mensenlevens hebben gekost. Waarom heb ik daar geen last van? Ik weet het niet. Ik weet wel waarom ik dit heb besloten. En dat het nodig was. Ik kan mezelf elke ochtend recht in de ogen aankijken.”

Amerikanen zetten in op snelle aftocht uit Afghanistan

AD 22.03.2021 De vredesonderhandelingen over Afghanistan worden volgende maand voortgezet in Istanboel. President Biden hoopt nog steeds op 1 mei te kunnen beginnen met het terugtrekken van Amerikaanse soldaten.

Na het vredesoverleg in Moskou, vorige week, is onduidelijk hoe de vlag erbij hangt. Optimisten willen de uitkomst van dat overleg en de aanwezigheid van alle grote spelers rond het conflict (inclusief China en Pakistan) graag uitleggen als bemoedigend. Ze hopen op een ‘laatste en beslissende fase’ naar vrede. Pessimisten verwachten dat het onderlinge Afghaanse geruzie weer oplaait en leidt tot een mislukking van de gesprekken.

Daags na de conferentie in Moskou stuurde de Afghaanse president Ashraf Ghani alvast twee ministers de laan uit. Zijn grote politieke rivaal maar ook regeringspartner Abdullah Abdullah was ziedend. ,,Deze beslissing is tegen de belangen van het land in de huidige situatie en is onaanvaardbaar’’, zei hij in een zaterdag vrijgegeven verklaring. Volgende maand komen alle Afghaanse partijen, inclusief de taliban, weer aan tafel in Istanbul.

Lees ook;

Niemand verwacht dat de hervatting van de onderhandelingen gaat leiden tot een blijvende oplossing voor het Afghaanse conflict. Wel zou een akkoord president Biden de kans bieden een door zijn voorganger, Donald Trump, bedongen aftocht van het Amerikaanse leger uit het Afghaanse wespennest ook daadwerkelijk uit te voeren. Na twintig jaar kunnen de Verenigde Staten dan uit een oorlog stappen die begon na de aanslagen van 11 september 2001.

© Getty Images

Garanties

Volgens Biden is een Amerikaanse aftocht vanaf 1 mei nog steeds mogelijk. De Amerikanen willen dan garanties hebben voor een interim-regering in juni hebben en verkiezingsbeloften voor 2022. Een akkoord daarover zou de Amerikanen gelegenheid geven met opgeheven hoofd en in relatieve rust hun spullen te pakken.

De taliban zouden zich ook rustig willen houden om de Amerikanen daadwerkelijk te zien vertrekken. De deal die Donald Trump sloot, was dat het Amerikaanse leger zou vertrekken als de taliban geen onderkomen en bescherming zouden bieden aan jihadistische organisaties als Al-Qaeda en Islamitische Staat.

In Turkije zal duidelijk moeten worden of de oprichting van een voorlopige Afghaanse regering haalbaar is. De zittende Afghaanse president Ashraf Ghani is daarvan geen voorstander. Hij wil zijn mandaat afmaken, ook al wordt zijn regime door waarnemers beschreven als een van de meest corrupte regimes uit de Afghaanse geschiedenis. ,,Hij zal er alles aan doen om zolang mogelijk aan de macht te blijven. Hij weet dat hij geen deel uitmaakt van de toekomstige oplossing’’, zei een in Moskou aanwezige diplomaat in de Franse media.

Mullah Abdul Ghani Baradar (midden), medeoprichter van de taliban, komt aan in Moskou voor een vredesbespreking. © AP

Terrorismebestrijding

De Amerikanen willen in ieder geval weg uit Afghanistan. De Amerikaanse publieke opinie is er klaar mee. Ook Joe Biden zegt – net als Donald Trump – al jaren dat het Amerikaanse leger er niets te zoeken heeft. Als vicepresident van Barack Obama was Biden het in 2010 oneens met het sturen van versterkingen. Biden wil de Amerikaanse interventie in Afghanistan beperken tot terrorismebestrijding. De laatste jaren hebben special forces er al diverse kopstukken van Al-Qaeda geëlimineerd.

Een definitieve oplossing blijft bij dat alles ver weg. De taliban zijn nooit erg enthousiast geweest over verkiezingen. Veel Afghanen uit het noorden zouden nooit op hen stemmen. De vraag is ook waarom de taliban ook politieke risico’s zouden willen lopen als ze militair min of meer hebben gewonnen.

Ondertussen gaan de bomaanslagen in Kabul door, evenals het vermoorden van activisten, journalisten en politieagenten. Het lokale filiaal van de terreurorganisatie Islamitische Staat heeft de verantwoordelijkheid opgeëist voor een deel van het geweld, maar veel aanvallen worden niet opgeëist, waarna de Afghaanse regering de schuld bij de taliban legt. De laatste heeft de verantwoordelijkheid voor de meeste aanslagen van zich afgeworpen.

Minister van defensie VS onaangekondigd in Afghanistan

Telegraaf  21.03.2021 De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin heeft een verrassingsbezoek aan Afghanistan gebracht. Het bezoek was uit veiligheidsoverwegingen niet aangekondigd.

Een Afghaanse regeringswoordvoerder zei dat Austin met president Ashraf Ghani in Kabul heeft gesproken over onder meer de vredesgesprekken met de Taliban, de strijd tegen het terrorisme en het vertrek van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan.

Austin was al in de regio. Hij bracht eerder bezoeken aan Japan, Zuid-Korea en India.

De Amerikaanse regering heeft onder voormalig president Donald Trump met de Taliban afgesproken dat alle 2500 Amerikaanse militairen, die nog in het land zijn gestationeerd, uiterlijk op 1 mei zijn teruggetrokken. Voor die tijd hoopt de huidige regering van president Joe Biden politieke afspraken te maken.

Al Qaeda

De Taliban hebben in ruil voor de Amerikaanse belofte toegezegd alle banden met terreurbeweging al-Qaeda te verbreken en vredesgesprekken te voeren met de Afghaanse regering, waar de radicaalislamitische beweging al jaren mee in oorlog is.

Austin zei vorige maand dat Washington de Amerikaanse strategie in Afghanistan op „doordachte en weloverwogen” wijze zou herzien. Biden beloofde vorige week dat hij met zijn bondgenoten zal overleggen over het tijdschema voor het terugtrekken van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan.

BEKIJK MEER VAN; defensie gewapend conflict Lloyd Austin Afghanistan

Geweldsgolf in Afghanistan: ‘Iedere vrouw die verandering kan brengen, is een doelwit’

NOS 19.03.2021 De vredesbesprekingen tussen de Taliban en de Afghaanse overheid zouden een einde moeten maken aan tientallen jaren oorlog in het land. Maar sinds de start van de gesprekken vorig jaar in de Qatarese hoofdstad Doha, is het aantal aanslagen op Afghaanse burgers flink toegenomen. Vooral vrouwenactivisten en journalisten zijn het doelwit.

Veel Afghaanse vrouwen zijn dan ook bang dat hun rechten waar ze zo hard voor hebben gevochten, worden afgepakt als de Taliban en de Afghaanse overheid een deal sluiten en samen gaan regeren. “De Taliban zijn niet veranderd, ze hebben nog steeds dezelfde ideologie”, vertelt vrouwenactivist Rada Akbar. “Ze zullen weer dezelfde beperkingen opleggen aan vrouwen als toen ze eerder aan de macht waren.”

Afghaanse vredesonderhandelingen

De VS viel in 2001 Afghanistan binnen en zette de Taliban af. De oorlog die volgde duurt nu al 20 jaar. Vorig jaar sloten de VS en de Taliban een historisch akkoord om een einde te maken aan de strijd.

De Taliban zouden Afghanistan niet meer gebruiken als uitvalbasis voor terreurgroepen. In ruil daarvoor zou de VS binnen 14 maanden al hun militaire troepen terugtrekken. Ook zouden de Taliban over vrede gaan praten met de Afghaanse regering.

Die onderhandelingen hadden vorig jaar in maart al moeten beginnen, maar gingen pas in september van start. Er is tot op heden geen vooruitgang geboekt.

Volgens activiste Freshta Karim is de positie van vrouwen in Afghanistan de laatste jaren sterk verbeterd. “Het belangrijkste is dat mannen en vrouwen nu volgens de grondwet gelijk zijn. Vrouwen mogen naar school en kunnen werken, in alle lagen van de samenleving zijn we nu zichtbaar.” Dit was ondenkbaar toen de streng-islamitische Taliban het voor zeggen had tussen 1996 en 2001.

Idealen afpakken

Maar sinds de start van de vredesbesprekingen is de positie van vrouwen verslechterd en zijn ze steeds vaker doelwit. Begin deze maand werden nog drie vrouwelijke journalisten vermoord. Ook mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch luidt de noodklok en zegt dat de gerichte moorden bedoeld zijn om vrouwen uit het publieke leven te verdrijven.

Karim ziet de situatie in haar land met lede ogen aan. “Onze vrijheden worden weer ingeperkt en het probleem is dat mensen zich steeds minder durven uit te spreken vanwege de toenemende aanslagen en gerichte moorden.”

“Iedere vrouw die opgeleid is en hoop en verandering kan brengen, is een potentieel doelwit”, aldus Freshta Karim, vrouwenactivist

De activiste kwam onlangs haar naam nog tegen op een dodenlijst van de Taliban die rondgaat op sociale media. Ze weet niet of de lijst echt is, maar schrikken is het wel. “Iedere vrouw die opgeleid is en hoop en verandering kan brengen, is een potentieel doelwit. Ze willen het ideaal dat wij hebben – een Afghanistan waarin iedereen gelijk is – van ons afpakken.”

Alhoewel de Taliban vaak ontkennen iets met de aanslagen te maken te hebben, geven de Afghaanse overheid en Amerika de groep wel de schuld van de recente geweldsgolf. Onderzoeken en berechting blijven vaak uit.

‘Talibanisering’ van het onderwijs

De Afghaanse overheid probeert zelf ook weer steeds vaker beperkingen aan vrouwen op te leggen, vertelt Akbar. “We zijn niet alleen in strijd met de Taliban, maar ook met onze eigen overheid.” Het Afghaanse ministerie van Onderwijs kwam vorige week nog met een zangverbod voor meisjes vanaf 12 jaar.

Volgens Ahmad Sarmast, oprichter van het Nationaal Muziekinstituut in Kabul, zou dit een poging kunnen zijn tot de ‘talibanisering’ van het onderwijssysteem. Sarmast wijst erop dat de Taliban muziek en meisjesonderwijs verboden toen zij aan de macht waren. Hij raakte zelf in 2014 gewond bij een aanslag van de Taliban. Een zelfmoordterrorist blies zichzelf vlak achter hem op tijdens een concert in Kabul.

“Het zangverbod laat duidelijk zien dat sommige politici binnen de Afghaanse overheid de weg proberen vrij te maken voor de Taliban”, vertelt Sarmast. “Sinds de vredesbesprekingen is er politiek veel veranderd. Sommigen zien de Taliban graag weer meeregeren en proberen een plek voor zichzelf veilig te stellen voor als er een deal komt. Dit verbod kan dan ook gezien worden als een test om te kijken of de Afghaanse samenleving bereid is om een stap terug te zetten.”

Maar dat zijn de Afghanen zeker niet. Vrouwenactivisten – en eigenlijk iedereen die tegen de streng-islamitische Taliban is – kwamen massaal in opstand via een online protestcampagne, op initiatief van Sarmast. Onder de hashtag #IamMSong plaatsten vrouwen en meisjes video’s op sociale media waarin ze hun favoriete nummers zongen.

 MyRedLine – خط سرخ من@myredline_afg

“I will sing songs, repeatedly freedom” #IAmMySong #MyRedLine @RADAAKBAR @daryafarhad

Het verbod werd teruggedraaid en de Afghaanse overheid spreekt inmiddels van een misverstand. Maar het is niet het enige voorbeeld. Enkele maanden geleden besloot het ministerie van Onderwijs nog om alle basisschoolleerlingen weer les te geven in de moskee. Ook dat besluit stuitte op grote weerstand en werd uiteindelijk ingetrokken.

Vredesbesprekingen

Toch gelooft activiste Karim wel in de vredesbesprekingen. “Praten is de enige manier om vrede te bereiken, maar het moet meer gaan over de kwetsbare groepen.” De activisten benadrukken dan ook allemaal dat het belangrijk is dat er meer vrouwen meedoen aan de vredesonderhandelingen.

De Afghaanse regering heeft vier vrouwen opgenomen in het onderhandelingsteam van 21 leden, de Taliban niet één. Karim: “We moeten een sterkere stem hebben bij de onderhandelingen om onze rechten te garanderen.” Zolang dat niet gebeurt, vrezen de Afghaanse vrouwen voor hun toekomst en zijn ze bang dat een nieuwe burgeroorlog niet uitgesloten is.

BEKIJK OOK;

Aanslag op bus en helikopter in Afghanistan, Taliban ontkennen betrokkenheid

NOS 18.03.2021 Bij een bomaanslag op een bus in Afghanistan zijn zeker drie doden gevallen en elf gewonden. De bus vervoerde in de hoofdstad Kabul overheidspersoneel toen een bermbom explodeerde. Het zou gaan om medewerkers van het ministerie van Communicatie.

De aanslag gebeurde tijdens de ochtendspits.

Crash

De aanslag komt een paar uur na een helikoptercrash waarbij negen militairen omkwamen. Op zo’n drie uur rijden van Kabul zou de helikopter zijn geraakt door een raket en crashte.

Wie er achter de aanslagen zit, is niet bekend. De Afghaanse regering houdt de Taliban verantwoordelijk voor recente aanslagen op onder anderen overheidspersoneel en journalisten.

De Taliban dreigden gisteren nog met gevolgen als de VS niet uit Afghanistan terugtrekt voor 1 mei 2021, zoals president Trump eerder had afgesproken. Reuters meldt dat de Taliban betrokkenheid bij de aanslagen hebben ontkend.

Biden

De deadline van 1 mei 2021 staat op losse schroeven, omdat Biden bedenkingen heeft over de haalbaarheid van die datum. Gisteren zei de Amerikaanse president tegen ABC News dat hij met bondgenoten overlegde over het tempo en de omvang van de terugtrekking van hun troepen. Hij voegde eraan toe dat als de deadline zou worden verlengd, het niet “veel langer verlengd” zou worden.

Amerikaanse media schrijven dat het vooral logistiek gezien onmogelijk is om de deadline van 1 mei te halen. Op dit moment zouden er zo’n 3500 Amerikanen in Afghanistan gestationeerd zijn.

BEKIJK OOK;

Doden door bermbom en neergeschoten helikopter in Afghanistan

Telegraaf 18.03.2021 Een bermbom in de Afghaanse hoofdstad Kabul heeft zeker vier inzittenden van een bus, medewerkers van een ministerie, het leven gekost. De aanslag kwam een dag na de dood van negen veiligheidsmensen die in een neergeschoten helikopter zaten. Het toestel zou door een raket zijn geraakt in de centrale provincie Maidan Wardak.

Zowel de bomaanslag als de raketaanval is niet opgeëist. De extremistische Taliban zeggen er niets mee te maken te hebben. De groepering zit donderdag in Moskou aan tafel met vertegenwoordigers van de Afghaanse regering en onder meer China, de VS en Rusland in een poging het geweld in het land terug te dringen.

De Afghaanse president Ashraf Ghani sprak van een „zware dag.” Hij verzekerde dat de daders zullen worden gepakt en bestraft.

BEKIJK MEER VAN; bomaanslagen terrorisme Kabul

Doden door bermbom en neergeschoten helikopter in Afghanistan

MSN 18.03.2021 Een bermbom in de Afghaanse hoofdstad Kabul heeft zeker vier inzittenden van een bus, medewerkers van een ministerie, het leven gekost. De aanslag kwam een dag na de dood van negen veiligheidsmensen die in een neergeschoten helikopter zaten. Het toestel zou door een raket zijn geraakt in de centrale provincie Maidan Wardak.

Zowel de bomaanslag als de raketaanval is niet opgeëist. De extremistische Taliban zeggen er niets mee te maken te hebben. De groepering zit donderdag in Moskou aan tafel met vertegenwoordigers van de Afghaanse regering en onder meer China, de VS en Rusland in een poging het geweld in het land terug te dringen.

De Afghaanse president Ashraf Ghani sprak van een „zware dag.” Hij verzekerde dat de daders zullen worden gepakt en bestraft.

Gebombardeerde Afghanen eisen logboeken van Nederlandse F16’s in Uruzgan

AD 16.03.2021 Vier Afghanen eisen van het ministerie van Defensie de logboeken op van Nederlandse F16’s, Apache-gevechtshelikopters en een pantserhouwitser die tijdens een nacht in juni 2007 zijn ingezet in de Chora-vallei in de Afghaanse provincie Uruzgan. Dat schrijft Trouw.

De vier doen dit in een rechtszaak die ze hebben aangespannen tegen Defensie, waarin ze de Nederlandse staat aansprakelijk stellen voor een bombardement op hun huizen, waarbij tientallen doden vielen. De Afghanen hopen met de logboeken te kunnen bewijzen dat ze zijn bestookt door de Nederlanders.

,,Ik wil vooral dat duidelijk wordt wat er nou precies die nacht is gebeurd”, zegt advocaat Liesbeth Zegveld, die de Afghanen bijstaat. ,,Waarom zijn de huizen van mijn cliënten gebombardeerd?”

Het ministerie van Defensie wil nog niet zeggen of het inzage geeft in de logboeken. Volgens het ministerie zal dit ‘onderwerp van bespreking’ zijn als de zaak op 29 maart voor het eerst in Den Haag voor de rechter komt.

Lees ook;

Verwoeste huizen na de zogenoemde Slag om Chora in juni 2007 in de Afghaanse provincie Uruzgan. De Nederlandse militair Oscar van der Ven maakte deze foto kort na de gevechten. Beeld Oscar van der Ven

Hoe gevechten in Uruzgan uitdraaien op een rechtszaak in Nederland

Trouw 16.03.2021 Eind deze maand dient in Den Haag een rechtszaak over omstreden gevechten in 2007 tussen Nederlandse militairen en de Taliban. Tientallen Afghaanse burgers kwamen daarbij om. Een reconstructie. “We hadden onze inlichtingenvergaring nog niet op orde.”

Het wordt in juni 2007 steeds duidelijker dat er gevaar op komst is in de Afghaanse provincie Uruzgan, waar in die tijd meer dan duizend Nederlandse militairen gelegerd zijn. Zo druppelen inlichtingen binnen over een dreigend offensief van de Taliban in de Chora-vallei, waar de Nederlanders een post hebben. Er worden ook pick-uptrucks met stuurs kijkende mannen gesignaleerd en eenheden raken af en toe verwikkeld in schotenwisselingen.

Op vrijdag 15 juni slaat het onheil toe in de vorm van een zelfmoordaanval op een Nederlands konvooi in de provinciehoofdstad Tarin Kowt. “Ik stond bovenluiks nadat ik bezig was geweest met de antennes van onze pantserwagen”, vertelt oud-militair Oscar van der Ven. “Door de klap werd ik naar binnen geslagen.

Toen ik mijn hoofd weer boven het luik uitstak, was het een en al stof en rook. Het duurde een tijd voordat ik doorhad wat er aan de hand was. Maar op een gegeven moment zag ik vlammen en ging de achterklep van het voorste voertuig open. Toen zag ik een collega gewond op zijn rug liggen, die even later werd gereanimeerd. Ook hoorde ik het radioverkeer. Langzaam drong het tot me door.”

Van der Ven, chauffeur-boordschutter van een Bushmaster-pantserwagen, ervaart de zelfmoordactie als een omslag. “Daarna was ik eigenlijk alleen nog maar bang. Ik reed met veel meer agressie door het gebied en ik was ook agressiever tegenover de mensen.”

Oscar van der Ven in 2007 in Afghanistan. “Het was heel moeilijk om onderscheid te maken tussen de Taliban en burgers.” Beeld

Voor de Task Force Uruzgan, zoals de Nederlandse troepenmacht heet, zal het de aanloop blijken naar een van de heftigste periodes tijdens de vier jaar durende missie, waarin de koelbloedigheid van de militairen behoorlijk op de proef wordt gesteld. Want de volgende ochtend vroeg vallen enkele honderden Talibanstrijders inderdaad, zoals gevreesd, politieposten in de Chora-vallei aan.

De Nederlanders hebben in die vallei twee infanteriepelotons van de Luchtmobiele Brigade gestationeerd in een wit, ommuurd districtskantoor, dat de White Compound wordt genoemd. Op het dak van het gebouw zijn met zandzakken verstevigde mitrailleurposities gemaakt.

Gelijkenis met Srebrenica

De commandant op de White Compound, kapitein Larry Hamers, diende eerder in Dutchbat 3, dat in 1995 de Bosnische enclave Srebrenica vrijwel zonder slag of stoot overgaf aan de Servische vijand – met gruwelijke gevolgen voor de bevolking. Hamers ziet in de Chora-vallei met zijn bergen en ongeregelde strijders gelijkenissen met de benarde Bosnische enclave destijds.

De kapitein krijgt vanuit Kamp Holland, het Nederlandse hoofdkwartier bij Tarin Kowt, versterking van een extra peloton, dat de route voor een eventuele terugtrekking veiligstelt, en hij dirigeert troepen de vallei in om de belaagde Afghaanse politiemensen bij te staan.

De militairen voeren die zaterdag onoverzichtelijke vuurgevechten, waarbij de Taliban zich verstoppen in en rond zogenoemde qala’s, typische Afghaanse ommuurde huizen. Een Nederlands Patria-pantservoertuig wordt getroffen door een mortiergranaat van de vijand. Maar de infanteristen kunnen de val van de politieposten niet voorkomen en trekken zich in de loop van de dag terug in het centrale dorpje Ali Shirzai, waar zich de White Compound bevindt.

Het is dan al duidelijk dat ook onschuldige bewoners worden getroffen. “Burger in Chora heeft een vlag op zijn qala geplaatst in de hoop dat wij niet meer op zijn qala zullen vuren”, noteert een militair om 18.38 uur in het operatielogboek. “Hij heeft gewonde familieleden en is er nu mee naar het medical centre.”

Rond die tijd nemen de gevechten af, maar de Taliban zijn inmiddels al wel behoorlijk dicht bij de compound. Kapitein Hamers vreest dat de strijders na het vallen van de nacht onder dekking van de duisternis verder zullen optrekken naar zijn post. Hij neemt rond 19.25 uur radiocontact op met kolonel Hans van Griensven, de commandant van de Task Force Uruzgan op Kamp Holland, met de vraag wat Chora hem waard is.

Van Griensven komt daarmee voor een lastig besluit te staan. Want de Nederlandse missie is in Den Haag ‘verkocht’ als een soort ontwikkelingsproject met zware militaire beveiliging, maar het is feite een counterinsurgency- of anti-guerrillamissie, waarbij de ongeüniformeerde vijand vaak onzichtbaar is en de sympathie geniet van een deel van de bevolking.

Het is veelal belangrijker om de hearts and minds van de burgers te winnen dan om grondgebied vast te houden. Mede daarom heeft de internationale troepenmacht ISAF, waarvan de Nederlanders deel uit maken, tamelijk strikte Rules of Engagement (de geweldsinstructie), om burgerslachtoffers te voorkomen.

Beeld Louman&Friso

Versterken en verdedigen

Maar als Van Griensven de Chora-vallei opgeeft, krijgen de Taliban nog meer greep op het oosten van Uruzgan en ligt de weg naar de provinciehoofdstad Tarin Kowt voor hen open. Ook bereiken hem op dat moment al gruwelijke berichten over represailles van de Taliban tegen Afghanen die samenwerken met de Nederlanders. De commandant vreest bovendien dat een aftocht een propagandazege voor de Taliban zou opleveren.

Hij laat kapitein Hamers rond 19.50 uur weten dat hij moet standhouden. “Ik besloot te blijven in Chora”, schrijft Van Griensven later in zijn zogenoemde After Action Report. “We gingen versterken en fel verdedigen met alle beschikbare middelen.”

De kolonel meldt zijn besluit aan de Britse generaal Jacko Page, die vanuit de stad Kandahar het bevel voert over alle ISAF-troepen in Zuid-Afghanistan, en aan de Nederlandse commandant der strijdkrachten, generaal Dick Berlijn, in Den Haag. Die belt op zijn beurt met defensieminister Eimert van Middelkoop. “Ik weet nog dat ik op een zaterdagavond zat te eten toen Berlijn belde”, vertelt Van Middelkoop. “Ik heb me niet bemoeid met het besluit, want het is niet de taak van de minister om te interveniëren in concrete militaire operaties.”

Een controversieel kanon

Hoe de strijd verloopt, valt in grote lijnen te reconstrueren aan de hand van onder meer foto’s, filmpjes, gesprekken met veteranen, en allerlei defensiestukken, waaronder After Action Reports en communicatielogboeken. Van Griensven besluit die avond om grootscheepse luchtaanvallen te laten uitvoeren.

Ook besluit hij tot inzet van een pantserhouwitser, het zwaarste kanon van het Nederlandse leger – iets waarover later veel discussie zal ontstaan. Want de pantserhouwitser staat in Kamp Holland, zo’n dertig kilometer van de vallei. Het kanon is met zijn ‘domme’ ongeleide granaten tamelijk onnauwkeurig. Bovendien is er die avond en nacht geen gekwalificeerde waarnemer beschikbaar die de artilleristen via de radio kan helpen om hun granaten op doel te krijgen.

Weliswaar zit er op het dak van de White Compound een zogenoemde Joint Terminal Attack Controller (JTAC), die contact onderhoudt met de gevechtspiloten, die hij naar hun doel leidt. Maar deze JTAC zit op te grote afstand en heeft te weinig zicht op het doelgebied om als waarnemer voor het kanon te fungeren.

Terwijl de Rules of Engagement juist nadrukkelijk bepalen dat de troepen alleen geweld mogen gebruiken tegen mensen die ze duidelijk als vijand hebben geïdentificeerd. Die inzet zonder behoorlijke waarneming maakt de inzet van het kanon controversieel.

Australische militairen in Uruzgan, waarmee de Nederlanders samenwerken, zijn betrokken bij de planning van de operatie. Maar zij besluiten zelf niet mee te doen, omdat ze kennelijk striktere instructies hebben omtrent de inzet van geweld en de bescherming van burgers.

En het commandocentrum voor Zuid-Afghanistan, waar de Britse generaal Page de scepter zwaait, zal er dat weekend bij de Nederlanders op aandringen om zich aan de Rules of Engagement te houden, zo blijkt uit een communicatielogboek: “Voor het uitbrengen van vuur gelden de normale regels. U moet positieve identificatie hebben voor u een doel aangrijpt.”

Intussen zet kolonel Van Griensven zijn plannen door. De Nederlander benadrukt dat hij het kanon alleen laat vuren op coördinaten waarop eerder Taliban zijn vastgesteld en op vermoede aanvalsroutes van de strijders. Hij spreekt van ‘storend vuur’, bedoeld om de Taliban in verwarring te brengen en een mogelijke verdere opmars van de strijders te bemoeilijken.

Om te voorkomen dat de Nederlandse F-16’s en andere vliegtuigen die nacht worden geraakt door de eigen artilleriegranaten, laat Van Griensven op de kaart ook twee grote aan elkaar grenzende vlakken aanwijzen: eentje waarop het kanon vuurt, en eentje waarop de vliegtuigen hun bommen gooien.

De militairen gebruiken voor het te beschieten gebied naast de eufemistische term ‘engagement area’ ook de kreten ‘killbox’ en ‘free fire zone’ – onheilspellende woorden waarvan later in de After Action Review, een evaluatierapport, zal worden gesteld dat ze bij vergissing werden gebruikt, zonder dat dit gevolgen zou hebben gehad.

Slag om Chora

Volgens de After Action Review laat Van Griensven die avond vanaf ongeveer 20.00 uur via onder andere een lokale politiecommandant en een tribale leider de bewoners van het te beschieten gebied waarschuwen dat ze moeten vluchten. Vijf kwartier later beginnen de Nederlanders met de houwitser te vuren. ‘Shot out’ meldt het logboek van de Operations Room om 21.14 uur. Van Griensven rapporteert later dat de Nederlanders dan nog bezig zijn om via de lokale machthebbers de burgers te alarmeren.

De gevechten zullen uiteindelijk vier dagen duren en zullen de annalen in gaan als de ‘Slag om Chora’, een roemrucht moment in de Nederlandse krijgsgeschiedenis. Een beetje als revanche ook voor de blamage dertien jaar eerder in Srebrenica. “Nu hadden we wél de middelen om keihard terug te slaan en die lui van de mat te vegen”, zegt Hamers, de kapitein op de White Compound, later tegenover een verslaggever van De Groene Amsterdammer.

Maar op het moment zelf beleven niet alle militairen die heroïek. Zo bevindt pantsergenist Servie Hölzken zich tijdens de beschietingen met infanteristen op een hoger gelegen gebied aan de overkant van de vallei, tegenover de White Compound. “Een echte slag, zoals je je dat misschien voorstelt, was het niet”, vertelt Hölzken. “Ik merkte zelf op die plek weinig van vijandelijk vuur. Het geweld kwam vooral van onze kant.”

Servie Hölzken in 2007 in Afghanistan. “Ik herinner me dat er een tractor aankwam met allemaal vluchtelingen op een grote aanhangwagen.“Beeld RV

“Sommige jongens stonden de luchtaanvallen ook te filmen. Waarnemers wezen met laserapparaten doelen aan, dus we wisten vaak wanneer er een bom aan zat te komen. Op een gegeven moment kregen twee jongens zelfs op hun donder omdat ze hun kistjes hadden uitgetrokken en blootvoets op het dak van hun pantserwagen waren gaan zitten. Als we echt in gevecht waren geweest, was zoiets niet gebeurd.”

Een militair zal ’s ochtends om 6.46 uur in het operatielogboek noteren dat de Taliban vanaf 0.00 uur niks meer tegen de Nederlanders hebben ondernomen. Maar de Nederlandse beschietingen gaan na middernacht nog urenlang door. En met grote gevolgen.

De Nederlandse militairen filmden sommige beschietingen tijdens de Slag om Chora. Dit zou een luchtaanval zijn in de eerste nacht.

Want niet alleen worden de Taliban die nacht in het defensief gedrongen. Als het ’s morgens licht wordt, blijken er veel meer burgers in het gebied te zijn geweest dan de Nederlanders ’s avonds aannamen. De After Action Review constateert dat de oproep om te vluchten veel bewoners waarschijnlijk niet heeft bereikt, of dat burgers besloten om toch te blijven.

Veegactie

Op Kamp Holland komen die ochtend dan ook meerdere meldingen binnen over vluchtelingen. En soldaten zien in de buurt van de White Compound een stoet mensen voorbij trekken. “Deze burgers vervoerden overleden mensen op kruiwagens en aanhangwagens van een trekker”, meldt de After Action Review. “Het waren lijken van mannen, vrouwen en kinderen. De stoet verplaatste zich naar een begraafplaats aan de rand van een berg. Daar werden de doden begraven. Volgens getuigen betrof het ongeveer 20 overleden mensen.”

Ook pantsergenist Hölzken, aan de overkant van de vallei, ziet vluchtelingen uit het gebied komen. “Ik herinner me dat er een tractor aankwam met allemaal vluchtelingen op een grote aanhangwagen. Wij moesten die mensen fouilleren en de wagens doorzoeken, omdat er een gevaar was dat Talibanstrijders stiekem zouden vluchten. Die mensen waren heel erg bang. Dat zag je aan hun ogen en er waren ook huilende kinderen bij.”

Ondertussen werkt kolonel Van Griensven met zijn staf een plan uit voor een tegenoffensief, Operatie Troy. Hij stuurt verse versterkingen naar de vallei en laat de taakgroep Viper, een speciale eenheid van commando’s en mariniers, een afleidingsmanoeuvre uitvoeren bij de nabijgelegen Baluchi-vallei, een notoir Taliban-bolwerk, om strijders uit de Chora-vallei weg te lokken. Tegelijk plant hij een actie om de Chora-vallei schoon te vegen.

Die veegactie, de grootste aanvallende operatie van Nederlanders sinds de Korea-oorlog, begint in de ochtend van dinsdag 19 juni 2007. Deze keer worden de burgers wel eerst door de troepen gewaarschuwd met een geluidswagen.

Een lokale militie herovert vervolgens het oosten van de Chora-vallei. En Afghaanse troepen vegen samen met Nederlandse militairen het westen van de vallei schoon. De Afghanen gaan daarbij midden door het bewoonde gebied, de Nederlandsers trekken vooral op langs de randen van de vallei en geven vuursteun.

Volgens een After Action Report van deze actie, die Operatie Fliegenfanger wordt genoemd, zien de troepen in huizen aanwijzingen dat Talibanstrijders kort ervoor ‘in paniek’ zijn vertrokken. Zo vinden ze grote hoeveelheden brood en nog lauwe thee. Ook slingeren her en der halflege dozen walkietalkiebatterijen en worden er raketgranaten, munitie en wat marihuana gevonden.

Als Afghaanse troepen bij de herovering van de politiepost Kala Kala, gelegen op een heuvel, op weerstand stuiten, roepen de Nederlanders hulp in van een straaljager. “Voltreffer”, bevestigt een militair over de radio.

Tegen het vallen van de avond wordt als laatste de politiepost Kala Kala, strategisch gelegen op een heuvel, heroverd. Wanneer de Afghaanse troepen daar op weerstand stuiten, roepen de Nederlanders hulp in van een straaljager. Terwijl de islamitische oproep tot gebed door de vallei schalt, valt de Nederlandse bom, die een grijze paddestoelvormige wolk veroorzaakt. “Voltreffer”, bevestigt een militair over de radio. “Dankjewel voor je assistentie.”

Vergoeding voor nabestaanden

De volgende dag keert de rust terug in de vallei. De bazaar gaat weer open, kinderen gaan naar school en boeren wagen zich weer op hun land. Vrijwel direct na de herovering gaat een zogenoemd Provinciaal Reconstructie Team (PRT) de vallei in om de schade op te nemen. Het PRT is verantwoordelijk voor hulpprojecten, zoals de bouw van een brug, een moskee en de aanleg van een weg. Na de gevechten keren de PRT’ers vergoedingen uit aan nabestaanden, gewonden en mensen met schade door Nederlandse beschietingen. Een klus die nog niet meevalt.

“Het was heel moeilijk om onderscheid te maken tussen de Taliban en burgers”, vertelt oud-militair Van der Ven, die als PRT’er kort na de strijd door het gebied rijdt. “Ze liepen daar allemaal met wapens. En het was zo corrupt. Zelfs vrouwen en kinderen kon je niet vertrouwen. De Taliban gebruikten kinderen om door te geven dat wij er aan kwamen.”

Al snel start ook een discussie over het Nederlandse optreden. Want hoe groot was het gevaar die zaterdagavond geweest in de Chora-vallei? Gaf Van Griensven terecht opdracht tot de zware beschietingen? Was er wel genoeg gedaan om onschuldige slachtoffers te voorkomen?

Aan Nederlandse zijde is na vier dagen geweld één dode te betreuren: een sergeant-majoor is omgekomen op de White Compound toen bij het vuren met een mortier een granaat voortijdig ontplofte. Maar er zijn naar schatting 250 Afghanen omgekomen.

Hoeveel burgers daaronder precies zijn, is onbekend. Defensie houdt het op 50 tot 80 dode burgers, maar hoeveel van hen zijn getroffen door Nederlands vuur blijft onduidelijk. Volgens Defensie heeft de pantserhouwitser in de eerste nacht gevuurd op coördinaten bij veertien woonhuizen, en hebben de vliegtuigen en helikopters tijdens de hele vier dagen durende operatie luchtaanvallen uitgevoerd op negentien huizen.

Conform de regels

Commandant der strijdkrachten Dick Berlijn geeft kort na de strijd een briefing aan Tweede Kamerleden, van wie vooral SP’ers en GroenLinksers kritische vragen stellen over de burgerslachtoffers. En de generaal brengt een bliksembezoek aan Uruzgan. “Ik ben trots op jullie”, zegt Berlijn tegen de troepen. Tegen meegereisde journalisten: “De jongens die in Chora hebben gevochten, willen dat Nederland begrijpt wat ze hebben meegemaakt.”

Defensie benadrukt dat de militairen conform de regels hebben geopereerd en krijgt bijval van onder meer het Navo-commandocentrum in Europa.

Ook leden van de Afghaanse Onafhankelijke Mensenrechtencommissie, die het gebied na de geweldsuitbarsting kort bezoeken, concluderen dat de meeste burgerslachtoffers waarschijnlijk wel zijn gevallen door de Nederlandse beschietingen, maar dat de Nederlanders weinig te verwijten valt omdat de Taliban tussen burgers opereerden.

Het jaar erop zal het Nederlandse Openbaar Ministerie eveneens concluderen dat de militairen rechtmatig optraden.

Maar de toenmalige Afghaanse president Hamid Karzai laat zich direct na de gevechten kritisch uit over de manier waarop het zware kanon is ingezet in bewoond gebied. “Je opent niet het vuur op dertig kilometer afstand van het doel”, foetert Karzai. “Daarmee maak je vrijwel zeker slachtoffers onder de burgerbevolking.”

En ook binnen ISAF wordt schande gesproken van de Nederlandse handelwijze. De Britse generaal Page, verantwoordelijk voor Zuid-Afghanistan, en de Amerikaanse generaal Dan McNeill, de hoogste ISAF-commandant, vrezen dat de Nederlanders met de pantserhouwitser het oorlogsrecht hebben geschonden. ISAF kondigt korte tijd later enkele extra maatregelen aan, waaronder het gebruik van lichtere vliegtuigbommen, om burgerslachtoffers te voorkomen.

Hoe ontstemd generaal Page is, merkt minister Van Middelkoop als hij enige tijd later een bezoek brengt aan Afghanistan. Tijdens een visite aan het commandocentrum in Kandahar krijgt hij de wind van voren. “Page was heel kritisch”, herinnert Van Middelkoop zich. “Toen hij een tijdje bezig was, dacht ik: als je nog even zo doorgaat, loop ik weg. Maar gelukkig hield hij op een gegeven moment op. Daarna hebben we het over andere dingen gehad.”

Rechtszaak

Van Middelkoop zegt dat hij er destijds van overtuigd was dat kolonel Van Griensven de juiste beslissing nam en dat hij er nog altijd achter staat. “Had het anders gekund? Misschien. Maar Van Griensven moest op dat moment op grond van gebrekkige informatie snel een beslissing nemen. Ga er maar aan staan. En je moet niet vergeten dat we in die tijd nog niet zo lang in Uruzgan zaten. We hadden onze inlichtingenvergaring nog niet op orde.”

De eerste Nederlandse journalist die, los van de militairen, het gebombardeerde gebied bezoekt, is oorlogsverslaggever Arnold Karskens. Anders dan veel andere journalisten gaat Karskens niet embedded met de militairen mee, waardoor hij volledig zijn eigen gang kan gaan. Hij trekt in oktober 2007, vier maanden na de gevechten, naar het dorpje Qal-e-Ragh, waar de meeste burgerslachtoffers lijken te zijn gevallen, en windt er geen doekjes om. Onder de kop ‘Nederlandse oorlogsmisdaden in Uruzgan’ schrijft hij in de Nieuwe Revu over een ‘lukrake’ beschieting met de houwitser en een ‘massaslachting’. De namen en andere gegevens van slachtoffers speelt hij door aan mensenrechtenadvocate Liesbeth Zegveld.

“De missie in Uruzgan werd ons voorgespiegeld als een succesverhaal”, zegt Karskens. “Maar dat was een farce, een kartonnen decor. Als je daar rondreisde, merkte je dat de invloed van de Taliban groot was. Er waren wel Afghanen die profiteerden van de Nederlanders, bijvoorbeeld omdat ze transporten deden of spullen leverden, maar de meesten waren geen fans van de Nederlanders. Ze noemden de troepen bezetters.” Het zal dan nog een decennium duren voordat de Slag om Chora uitmondt in een juridisch gevecht.

Namens vier Afghanen uit het dorpje Qal-e-Ragh stelt advocate Zegveld in 2018 de staat aansprakelijk. In de zaak, die op 29 maart in Den Haag voor het eerst voor de rechter komt, stelt Zegveld dat de militairen ‘niet proportioneel’ geweld hebben gebruikt en dat ze te weinig onderscheid hebben gemaakt tussen strijders en burgers.

Om haar betoog kracht bij te zetten, stuurt de advocate de rechtbank een getuigenis van boer Akhtar Mohmad. Die vertelt daarin hoe hij in de nacht van 16 op 17 juni in het dorp Qal-e-Ragh lag te slapen toen zijn huis werd bestookt.

Volgens Mohmad waren er geen Taliban in de buurt en was hij ook niet gewaarschuwd. Zijn woning werd aan puin geschoten en meerdere familieleden raakten bedolven onder de brokstukken, zegt hij. Zijn moeder en een zus kwamen om en een broer liep blijvende psychische schade op. “Waarom hebben jullie dit gedaan?”, vraagt de Afghaan. “Jullie kwamen om ons te helpen. In plaats daarvan hebben jullie ons verwoest.”

Open zenuw

De rechtszaak leidt tot ergernis onder Uruzgan-veteranen. Daarbij speelt een rol dat ‘Chora’ in de krijgsmacht is uitgegroeid tot een soort repliek op ‘Srebrenica’: het bewijs dat Nederlandse troepen wel degelijk lef hebben en kunnen vechten. Kritische vragen raken bij heel wat militairen en veteranen nog steeds een open zenuw.

Het ministerie van Defensie voert in zijn verweer in de eerste plaats aan dat de schadeclaims van de Afghanen zijn verjaard. Volgens het ministerie handelden de troepen bovendien uit gerechtvaardigde zelfverdediging tegen de acute dreiging van een grote Talibanmacht van 800 tot 1000 strijders. De militairen gebruikten volgens Defensie uitsluitend gepast geweld en deden onder moeilijke omstandigheden hun best om burgers te waarschuwen. Woonhuizen moesten daarbij helaas worden bestookt omdat de Taliban zich er schuilhielden en burgers als schild gebruikten.

Verder wijst het ministerie erop dat de vier cliënten van Zegveld niet hebben bewezen dat hun huizen zijn beschoten door de Nederlanders. De schade zou ook kunnen zijn aangericht door bijvoorbeeld mortiergranaten van de Taliban.

In reactie daarop heeft Zegveld de rechtbank afgelopen maand gevraagd om Defensie te verplichten om meer informatie te verstrekken over de Nederlandse beschietingen. Zo wil de advocate de logboeken inzien van de F-16’s, Apache-gevechtshelikopters en pantserhouwitser die werden ingezet.

“Het gaat in deze zaak al lang niet meer om winnen of verliezen”, zegt Zegveld. “Ik wil vooral dat duidelijk wordt wat er nou precies die nacht is gebeurd. Waarom zijn de huizen van mijn cliënten gebombardeerd? Te veel is nog in nevelen gehuld.”

Defensie

Defensie stelt niet te weten hoeveel burgerdoden er in totaal zijn gevallen door Nederlandse geweldsinzet tijdens de Uruzgan-missie, die liep van 2006 tot 2010.

Bij de evaluatie in de Tweede Kamer in 2012 verklaarden de toenmalige ministers Hans Hillen (Defensie) en Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) dat het tellen van burgerslachtoffers geen prioriteit had, vooral omdat militairen gevaar liepen als ze eraan begonnen. De ministers verzekerden dat de troepen hun best hadden gedaan om onschuldige slachtoffers te voorkomen. Alle gevechtshandelingen werden gemeld aan het Openbaar Ministerie, dat nooit aanleiding zag voor vervolging.

Volgens Rosenthal zat “bescherming van de burgerbevolking in de genen van de Nederlandse militairen”.

Lees ook:

Justitie onderzoekt of Nederlandse militairen burgers hebben gedood in Uruzgan

De marechaussee gaat uitzoeken of er bij de Nederlandse Uruzgan-missie strafbare feiten zijn gepleegd.

Militair Servie Hölzken ging volledig over de schreef in Uruzgan. ‘Het moet verteld worden’

De Nederlandse veteraan Servie Hölzken vertelt hoe hij op een avond in de Afghaanse provincie Uruzgan huizen beschoot en mogelijk burgers doodde. ‘Pas later drong het tot me door hoe fout het was.’

Nederlandse soldaten doodden mogelijk burgers in Uruzgan. Defensie wil onderzoek

Een Nederlandse veteraan vertelt hoe hij in de Afghaanse provincie Uruzgan huizen beschoot en mogelijk burgers doodde. Defensie gaat met de oud-militair praten en met justitie overleggen over een onderzoek.

MEER OVER; MISDAAD, RECHT EN JUSTITIE POLITIEK MISDAAD CONFLICTEN, OORLOG EN VREDE TERRORISME URUZGAN  TALIBAN DEFENSIE ARJEN VAN DER ZIEL

maart 18, 2021 Posted by | aanslag, afganistan, bombardement, Chora-vallei, missie, Servie Hölzken | , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Kabinet Rutte 3 – versus troepenmacht Afghanistan – deel 11 – onderzoek misstanden Uruzgan – de nasleep