Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

PvdA in de steigers – fase 4 rouwverwerkingsproces

De neergang van de PvdA

Patiënt gered, arts overleden

Ex-informateur Wouter Bos is ervan overtuigd dat Rutte II de geschiedenis ingaat als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’. Ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vindt dat er ‘heel veel dingen goed zijn gedaan’ en volgens ex-partijleider Diederik Samsom is de PvdA als een onzelfzuchtige arts: ‘De patiënt, Nederland, ligt er prima bij. Maar de chirurg is dood. Hij heeft zichzelf door de pols gesneden.’

Interviewbundel ‘De neergang van de PvdA’ 

Deze en vele andere PvdA-kopstukken komen aan het woord in de recent verschenen interviewbundel ‘De neergang van de PvdA’ van NOS-journalist Wilco Boom. En dat levert een verrassend inkijkje op in de psyche van de partij. Verslaggever Frank Hendrickx: ‘Van 38 zetels terugvallen naar 9 zetels: het hoeft een politicus niet noodzakelijkerwijs nederig te stemmen.’ De moeder aller nederlagen krijgt zo soms zelfs heroïsche trekjes.

In een nieuwe interviewbundel kijken negentien PvdA’ers terug op de epische verkiezingsnederlaag van hun partij. Wrok en zelfkritiek strijden om voorrang. ‘Elke stap voorwaarts is uitgevent als een totale nederlaag.’

Van 38 zetels terugvallen naar 9 zetels: het hoeft een politicus niet noodzakelijkerwijs nederig te stemmen. In de vandaag verschijnende interviewbundel De neergang van de PvdA van NOS-journalist Wilco Boom krijgt de moeder aller politieke nederlagen soms heroïsche trekjes. De PvdA heeft zich in de ogen van enkele hoofdrolspelers onverschrokken opgeofferd voor het landsbelang. Dan maar de lucht in, anno 2017.

Volgens Wouter Bos gaat Rutte II de geschiedenis in als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’

Zo is ex-informateur Wouter Bos ervan overtuigd dat Rutte II de geschiedenis ingaat als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’. Ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vindt dat er ‘heel veel dingen goed zijn gedaan’ en volgens ex-minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans is het overeind houden van de PvdA van secundair belang. ‘Uiteindelijk is er maar één maatstaf: laat je het land beter achter dan je het hebt aangetroffen.’

Ex-partijleider en hoofdarchitect van Rutte II, Diederik Samsom, zit ook op die lijn. In zijn gesprek met Boom omschrijft hij de PvdA als een onzelfzuchtige arts. Samsom: ‘De patiënt, Nederland, ligt er prima bij, die doet het geweldig. Maar de chirurg is dood, hij heeft zichzelf door de pols gesneden. Als ik dan toch moet kiezen met mijn diepcalvinistische inborst: de operatie moet slagen, de patiënt moet beter worden, dus dan de chirurg maar.’

Dankbaarheid

René Cuperus meent dat Samsom ‘totaal geen gevoel had voor de kwetsbaarheid van de sociaal-democratie’

Blijft de vraag waarom de opgeknapte patiënt geen greintje dankbaarheid toonde. De antwoorden die in het boek worden gegeven, lopen nogal uiteen, maar de negentien geïnterviewde PvdA’ers – van kopstukken tot kritische buitenstaanders – constateren wel dat de ideologische bleekheid (‘waar staan we voor in drie heldere zinnen?’) al eerder is opgetreden. Het bezuinigingskabinet-Rutte II zette een turbo op de neergang.

René Cuperus, ex-medewerker van het wetenschappelijk bureau van PvdA en Volkskrant-columnist, prijst ‘op zich’ de moed van Samsom, maar verwijt de ex-partijleider technocratische ‘ingenieurspolitiek’ en meent dat hij ‘totaal geen gevoel had voor de kwetsbaarheid van de sociaal-democratie’. De loodzware hervormingsagenda van Rutte II bleef overeind; de PvdA kreeg ‘een zenuwinzinking’.

Geen geloof meer

Die laatste diagnose is overigens weer van Samsom, die zijn eigen partij in meerdere varianten hekelt als ‘de grootste tegenstander van wat we aan het doen waren’. ‘Wij als club zijn er vier jaar lang in geslaagd werkelijk elke overwinning, elke stap voorwaarts te beleven én uit te venten als een totale nederlaag.’ En: ‘De club die vlak voor de finish z’n leider van de wagen gooit, geeft één duidelijke boodschap aan de kiezer: wij geloven er niet meer in.’

Ook Frans Timmermans klaagt dat kritische PvdA’ers voordurend deden alsof de partij door de coalitie met de VVD was ‘uitgeleverd aan de baarlijke duivel’. ‘Dan moet je niet verbaasd zijn dat de kiezers bij je weglopen.’

Omgekeerd uiten andere PvdA’ers weer harde kritiek op de losgezongen partijtop. Ex-directeur van het wetenschappelijk bureau Monika Sie Dhian Ho: ‘Samsom, Dijsselbloem en Bos zijn met alle respect carrièrepolitici die niet veel hebben met de partij, met de vereniging die de PvdA is.’

Asscher wil nooit meer zonder een andere linkse partij in ‘een rechts kabinet’ zitten

Oude rekeningen

Zo worden en passant enkele oude rekeningen vereffend in het boek van Boom. Aan Lodewijk Asscher, de nieuwe partijleider die vandaag het eerste exemplaar in ontvangst neemt, de taak om het allemaal goed te maken. Hij toont in het boek zelfkritiek over zijn rol in het kabinet-Rutte II (‘dat het anders had gemoeten is volstrekt evident’) en hij wil nooit meer zonder een andere linkse partij in ‘een rechts kabinet’ zitten.

Een terugkeer naar oude glorie zit er volgens Asscher niet snel in – ‘de tijd van de grote partijen is voorbij’ – maar er blijft volgens hem een rol weggelegd voor de PvdA. ‘Het is mijn taak om de PvdA een nieuwe plek te geven. Wat die plek ook is.’

Betrokkenen over de nederlaag en Rutte II

Kabinetsformatiegesprek met informateurs Kamp en Bos, Rutte en Blok (VVD) en Samsom en Dijsselbloem (PvdA). © Maarten Hartman / Hollandse Hoogte

Ik mag graag zeggen dat dit het kabinet-Bos was. Omdat hij de founding father is van dit regeerakkoord, omdat het regeerakkoord zo’n dwangbuis is geweest voor de bewindslieden, omdat hij zo dicht bij Samsom en Dijsselbloem staat en omdat ook Asscher zich blijft oriënteren op Bos.

Monika Sie Dhian Ho, ex-directeur van het wetenschappelijk bureau, over informateur Bos

Op de ledenraad na de Kamerverkiezingen concludeerden jullie, journalisten, zogenaamd grootmoedig maar gniffelend dat het zo goed was dat de PvdA die bijeenkomst hield. Neeeeee! Het was One Flew Over the Cuckoo’s Nest wat daar gebeurde.

Diederik Samsom over de PvdA-ledenraad na de verkiezingsnederlaag

Zijn hoge denk- en werktempo, zijn drive, maken het voor Samsom heel lastig mensen mee te nemen, om met zijn rug tegen een stoel te gaan zitten en gewoon eens te luisteren naar anderen.

Angelien Eijsink, ex-PvdA-Kamerlid

Het coördinatieoverleg van de vier heren was gericht op alles wegduwen wat vraagtekens zette bij wat er gebeurde.

Agnes Jongerius, PvdA-europarlementariër over het vierkoppige leiderschap van Samsom, Dijsselbloem, Asscher en Spekman.

We hebben afspraken gemaakt die voor linkse kiezers buitengewoon moeilijk te verteren waren. En ook dingen gedaan die we achteraf misschien niet hadden moeten doen.

Lodewijk Asscher over het regeerakkoord van Rutte II.

Terugblikken en ‘hergroeperen’

Zo gaan de ministers van Rutte II de geschiedenis in
Het langstzittende naoorlogse kabinet stevent op het einde af. Rutte II ging stoïcijns de crisis te lijf, maar wist zichzelf niet geliefd te maken. Hoe gaan de ministers de politieke geschiedenis in? (+)

‘Achteraf gezien had ik keihard op tafel moeten slaan’
In oktober zwaaide Hans Spekman af als voorzitter van de PvdA. Hoe heeft zijn partij het vertrouwen van zo veel kiezers kunnen verspelen? (+)

Hoopvol gestemd PvdA met meer linksere accenten
In een woonwinkelcentrum te Nieuwegein was de PvdA in oktober bijeen om zichzelf te ‘hergroeperen’. ‘Politiek gaat niet over statistieken maar over mensen en geluk.’ De partij hoopt dat de ‘linkse lente’ is begonnen.

Deze politieke memoires zijn wél de moeite waard

Deze politieke memoires zijn de moeite waard

Politieke memoires: Nederland heeft er geen rijke traditie in. De oud-premiers Drees en Den Uyl? Géén memoires. Wim Kok bleef stil na acht jaar premierschap, evenals Jan Peter Balkenende. Recordpremier Ruud Lubbers zegt dat hij al zijn herinneringen twintig jaar geleden als eens heeft opgeschreven maar niet overging tot publicatie. Ergens ligt dus nog een goudmijn te wachten. Deze zijn de moeite waard volgens politieke commentator Raoul du Pré.

Neergang PvdA

De ontwikkeling van de Partij van de Arbeid is tekenend voor de politieke ontwikkeling van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Vanuit een historisch perspectief blijkt dat de neergang van de Partij van de Arbeid al begon rondom 1966.

De eerste tien jaar na de Tweede Wereldoorlog was het land sterk gericht op herstel. Het land was inwaarts gericht en er was vooralsnog weinig aanleiding tot globalisering van het bedrijfsleven. Door de geleide loonpolitiek hadden veel Nederlandse gezinnen in de jaren veertig en vijftig weinig geld te besteden.

De nadruk lag op zuinig doen met het gezinsloon. In de jaren zestig veranderde dit beeld. Door het loslaten van loonmatiging stegen de inkomens fors en ging men meer consumeren.

Tussen 1955 en 1965 stegen de consumptieve uitgaven van de Nederlandse huishoudens met 42 procent. Een minder groot deel van de uitgaven werd besteed aan de eerste levensbehoeften, zoals voedsel en huisvesting en steeds meer aan kleding, comfort en inrichting van het huis. In de jaren vijftig ging 43 procent van de Nederlanders niet op vakantie, daarna werd vakantie naar het buitenland vrij algemeen.

Verzorgingsstaat

De economie groeide zo hard dat capaciteitstekort optrad. Begin jaren zestig werden de eerste laaggeschoolde en goedkope ‘gastarbeiders’ uitgenodigd om de economie verder uit te bouwen. Aanvankelijk kwamen ze uit Europese landen als Italie, Portugal, Griekenland en Spanje.

Later uit niet-Europese landen als Marokko en Turkije. Nederland werd steeds meer outward looking’: minder nationalistisch, meer kosmopolitisch, meer globalisering.

Deze trend  kreeg logischerwijze ook een politieke vertaling. Indicatief hiervoor is hoe het de PvdA is vergaan. De tweede helft van de jaren zestig was in politiek opzicht een roerige tijd. Nieuwe politieke partijen werden opgericht, in de gevestigde partijen heerste onrust.

D66, opgericht en geleid door Hans van Mierlo, kwam voor het eerst in de Kamer met zeven zetels. Progressieve KVP-ers en ARP-ers richtten een eigen partij op: de Politieke Partij Radikalen (PPR).

Door de verzorgingsstaat konden sociale problemen en dreigende armoede worden opgevangen. Iedereen in Nederland kreeg recht op financiële bijstand in geval van nood. In de jaren zestig van de vorige eeuw raakte de verzorgingsstaat goeddeels gereed. De gedachte was dat het werk vrijwel af was. Het imago van de arbeidersklasse als zielige underdog was verdwenen.

De arbeiders hadden zich verheven, vooral ook in de dienstensector. Er ontstond een bloeiende middenklasse van ondernemers. En met hen had ook het partijkader van de Partij van de Arbeid zich verheven, gestudeerd en mogelijk zelfs een leerstoel aan de universiteit verworven. De PvdA ontwikkelde zich tot een elite, een regentenklasse, maar wilde dit zelf niet weten.

Eén voorbeeld is algemeen bekend: PvdA-coryfee Arie van der Zwan, wiens vader visboer was. Arie was opgeklommen tot hoogleraar commerciële economie en bedrijfsstatistiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De PvdA ontwikkelde een zeker dedain in het partijkader en afkeer van de patatetende en sportkleding dragende voormalige arbeidersklasse, ook wel ‘klootjesvolk’ genoemd.

De lotsverbetering van het proletariaat was voltooid.

Die verbetering vond mede plaats dankzij de economische groei. Het Kapitalisme en de Globalisering floreerde vooral in de tweede helft jaren tachtig en jaren negentig. De socialisten gingen op zoek naar een andere achtergestelde doelgroep danwel onderdrukte klasse. PvdA-leden vonden nieuwe onderdrukten in ontwikkelingslanden, landen die volgens hen onderontwikkeld waren gebleven door het kolonialisme. De marxistische filosofie gaf de nodige theoretische onderbouwing aan dergelijk gedachtegoed.

Nieuw Links

De CPN was binnen het Nederlandse politieke bestel een vaste waarde. Zoals PvdA-prominent en oud-communist dr. Paul Scheffer. Onder de naam Nieuw Links smeedde een groepje PvdA’ers binnen de partij een vernieuwingsbeweging die van 1966 tot 1971 opgeld deed. Initiatiefnemers waren de journalist Han Lammers en de econoom Hans van den Doel. In september 1966 werd het manifest 10 over Rood (meer en meer en nog veel meer) gepubliceerd. De tekst werd geschreven door Hans van den Doel, Arie van der HekReinier Krooshof, Han Lammers, André van der LouwTom PaukaRob de Rooi en Arie van der Zwan.

Een belangrijk programmapunt was de ‘onvoorwaardelijke erkenning van de DDR’. Toen dat ideaal in duigen viel kwam de onvoorwaardelijke steun aan Europese integratie daarvoor in de plaats. De nationale grenzen konden volgens Nieuw Links worden opgeheven, Europese grenzen zouden daarvoor in de plaats komen.

Een ander programmapunt was: ‘De PvdA neemt niet deel aan een regering, tenzij vaststaat dat de ontwikkelingshulp twee procent van het nationale inkomen bedraagt.’ Er moest geld naar de arme mensen daar, vooral ook omdat wij medeschuldig zijn aan hun achterstelling vanwege ons koloniale verleden. De hongerende kindertjes in Biafra verschenen dan ook veelvuldig op de beeldbuis.

Globalisering

Globalisering werd stevig omarmd. De PvdA kwam steeds verder af te staan van de eigen achterban en keerde zich hier in feite tegen, ook wel ‘het verraad van de arbeidersklasse’ genoemd. In feite werd in 1966 met Nieuw Links de kiem gelegd voor de afstraffing die de partij in 2017 zou ondergaan.

Nieuw Links sloeg aan: de optiek van de PvdA verschoof van ‘benauwde en kortzichtige’ binnenlandse belangen naar belangen van onze medemens in het buitenland: “Wij hebben het immers hier zo goed en zij zo slecht”, was het motto. Voortaan was de rode kleur van de PvdA gekoppeld aan de ontwikkelingsproblematiek, de onvoorwaardelijke steun aan de armen aldaar en steun voor de Europese integratie.

Ontwikkelingslanden

Opvallend is dat veel prominente (ex)-PvdA’ers zich tegen de nieuwe ideologie keerden. Willem Drees, premier van vier kabinetten, was de eerste. Hij zag tot zijn afgrijzen dat de PvdA een volgens hem volslagen verkeerde richting insloeg. Hij brak met de partij en stierf miskend.

Er volgde een lange rij politici die eveneens miskend werden, zoals de verguisde en ‘door de kogel die van links kwam’ vermoordde Pim Fortuyn en Jan Nagel. PvdA-icoon Joop den Uyl was een uitgesproken nationalist en kon in feite niets met Nieuw Links. Hij werd gedoogd op basis van zijn statuur.

De nieuwe lijn van links was gericht op ontwikkelingslanden en Europa. De signatuur was kosmopolitisch, weg van nationalisme (hetgeen soms zelfs op één lijn werd gesteld met fascisme). Deze internationale oriëntatie viel samen met de (neo)liberale lijn van rechts om ruim baan te verlenen aan multinationals.

Bedrijven als bijvoorbeeld Shell, Unilever, Philips, Akzo, Ahold, DSM, Heineken en diverse grootbanken profiteerden volop hiervan. Het in dit opzicht samenvallen van liberalen en socialisten leidde tot het faciliteren van internationale bedrijfsleven door fiscalisten (belastingontwijking via taxhavens), accountants, advocaten, consultants, wetenschap en de ondersteunende bureaucratie in den brede.

Rechts met de veren van links

Wat ooit elite was en rechts, ging zich met de veren van links tooien. Dit ging, en gaat, met de nodige arrogantie gepaard.  De term ‘onderbuikgevoelens’ is een geliefkoosde uitdrukking, dit afgewisseld met ‘racist’ of zelfs ‘fascist’ voor de wat steviger gevallen. De vroeger gangbare politieke termen ‘rechts’ en ‘links’ hadden hun inhoud verloren, in feite waren de termen van plaats gewisseld.

Degenen die achterbleven waren de laagopgeleiden en middenklassers, wier inkomens relatief steeds verder achterbleven. De stagnatie van lagere inkomensgroepen deed zich voor terwijl de reële inkomens van de top 1 procent hoogste inkomens in de wereld met 60 procent zijn gestegen sinds het midden van de jaren ’70.

In die tijd kwam ook de kreet ‘links lullen, rechts vullen’ in zwang, naar aanleiding van de lange rij mensen die zich ‘links’ noemden maar zichzelf ‘rechts’ wisten te verrijken. Voor de extremere inkomens had oud-premier Wim Kok het over “exhibitionistische zelfverrijking”, terwijl deze oud vakbondsman, PvdAer en socialistisch spreker later zelf maar al te graag lid werd van Raad van Commissarisen bij multinationals.

Meedoen in onzekerheid

De kabinetten Kok I (1994-1998) en Kok II (1998-2002), beiden gevormd door PvdA, VVD en D66 werden ‘paars’ genoemd, een bijzonderheid omdat voor het eerst sinds 1918 geen confessionele partijen zitting in een kabinet hadden. De omhelzing  van de sociaal democraten met de liberalen was als die van een wurgslang. Dit met welgemeende deelneming van de liberalen.

De globalisering van bedrijven heeft veel meer geholpen hun winsten te verbeteren dan het de lonen deed toenemen. Geen wonder dat Nederlanders niet meer geloven dat de ‘gewone man’ een eerlijk aandeel in de welvaart krijgt.

Dat de reële lonen voor de werkende en middenklasse gedurende vele decennia stagneren wordt ondermeer bevestigd in de inaugurele rede getiteld Meedoen in onzekerheid (juni 2016) van het hoofd van de onderzoekssector Arbeid en Participatie van het Sociaal Cultureel Planbureau, prof. dr. J.C. Vrooman.

De publieke ontevredenheid hing, en hangt, vooral samen met het stagneren van lonen. Een schrale troost voor de PvdA is dat een vergelijkbaar patroon zich voordoet in andere westerse landen, uiteraard ieder met een eigen accent. Zo beschouwde de Franse econoom Thomas Piketty het thema economische ongelijkheid vanuit een historisch en statistisch oogpunt. Hij kreeg internationale bekendheid na de publicatie van Le Capital au XXIe siècle in 2013 .

Populistische revolte

Zolang de levensstandaard verbetert, zoals tot aan 2008, kunnen werknemers leven met een toename van de inkomensongelijkheid. Dit impliceert dat als de stagnatie van de lonen voortduurt de populistische revolte zal aanhouden. De problematiek betreft met name een verdelingsvraagstuk. Trump is gekozen om dat probleem op te lossen: The forgotten people will be forgotten no longer.

Interessant in dit verband is de stellingname van ex-communist Paul Scheffer. Hij verwijt Nederlanders in zijn boek De vrijheid van de grens (2016) dat ze ‘nationalistisch, behoudzuchtig, hoogmoedig, populistisch en geborneerd’ zijn. Hij adviseert zijn medeburgers een “waarachtig kosmopolitische levenshouding aan te nemen” en dat we “enthousiast dienen te zijn over open grenzen”.

Gelet op het mondiaal opkomend populisme lijken steeds minder burgers te voelen voor kosmopolitisme. Ze bewegen zich juist in tegenovergestelde richting. Daar waar de nationale staat wordt uitgehold neemt vertrouwen in solidariteit af en neemt de hunkering naar lokale verbondenheid toe. De overheid wil een participatiemaatschappij, maar wordt door de ontwikkelingen ingehaald. De overheid mag blij zijn als zij mág participeren in burgerinitiatieven en burgercoöperaties.

Nationalisme

Steden en lokale politieke partijen worden belangrijker binnen het politieke spectrum. Het is de trend dat mensen nauwer betrokken willen zijn bij wat er gebeurt in hun leefomgeving. De macht, de inspraak en het denken gaat terug naar de basis, als reactie op het afstandelijker geraken van het bestuur. Nederland is een koploper qua internationale oriëntatie, terwijl de burger betrokken en geïnspireerd is, nu meer zijn eigen wereld creërend om heer en meester te zijn over het dagelijkse leven, na een periode van sterke globalisering: kosmopolitisch qua wereldoriëntatie en een sterkere nadruk op nationale en locale belangen bestaan thans naast elkaar.

De stellingname van Scheffer is indicatief hoe ver de PvdA verwijderd is van wat er in de maatschappij leeft. Maar niet alleen dat, men zit contrair aan de richting waarin deze beweegt en de partij schijnt het zich niet te realiseren. Geen wonder dat PvdA’er Rob Oudkerk adviseert de PvdA dan maar op te heffen.

Toekomst van Nederland en Europa

Hoe gaan we de toekomst tegemoet voor Nederland en Europa? Er lijkt helaas weinig reden voor overmatige vrolijkheid. Aan de economie zal het niet liggen. We werken hard en het consumentenvertrouwen is goed.

Met het vertrouwen in de sociaal-culturele ontwikkeling is het veel minder goed gesteld. Globalisering is dé drijvende kracht achter economie en maatschappelijke ontwikkelingen.

Merkwaardigerwijs blijft het onbenoemd tijdens iedere verkiezingscampagne. We hebben gezien dat de ontwikkeling van globalisering een sterke invloed heeft gehad op het financieel-economische profiel van landen. Dat heeft z’n politieke vertaling gekregen, maar veel minder zichtbaar.

We gaan een periode van deglobalisering tegemoet en de verwachting is dat dit wederom diepe sporen zal nalaten. Dat betekent dat we weer richting nationalisme gaan. CDA’er Sybrant Buma wenst het volkslied staande te laten zingen in klaslokalen. Premier en opperzwabberaar Mark Rutte roept op ‘normaal te doen’ en allen die dat niet doen kunnen ‘oppleuren’.

Te voorzien is dat niet alleen muren gebouwd zullen worden tussen de VS en Mexico en muren om huizen in de gegoede buurten in de grote steden van Zuid-Amerika, maar ook in Europa. Dat schrikbeeld moet helaas niet uitgesloten worden. Met alle varianten, erger en minder erg, van dien.

Een start werd reeds gemaakte middels de populaire Gated Communities in de verschillende steden. Het tegenovergestelde dus van een Woonwagenkamp of de inmiddels welbekende ASO containers en de ASO-wijken.

Terugblik

Makkers, ten laatste male?

Herman Tjeenk Willink vraagt zich af hoe de PvdA van een gedepolitiseerde bestuurderspartij weer een politieke partij kan worden die zich niet bij het bestaande maatschappelijke bestel neerlegt: > lees verder

Hoe wordt de PvdA van een gedepolitiseerde bestuurderspartij waarvan de vertegenwoordigers hun positie aan het bestaande politieke bestel ontlenen, weer een politieke partij die zich niet bij het bestaande maatschappelijke bestel neerlegt?

Meer dan 40 jaar ben ik lid van de PvdA; nooit stemde ik iets anders, al scheelde dat soms buitengewoon weinig en steeds minder.1 Dat heeft niets te maken met de wijze waarop het laatste kabinet van VVD en PvdA heeft geopereerd. Het kabinet heeft in moeilijke omstandigheden heel behoorlijk en fatsoenlijk bestuurd en stabiliteit gebracht. Mijn onvrede betreft de volstrekt onhelder geworden eigen visie van de PvdA op de maatschappij waarin we leven en de rol van de overheid daarin.

Bij mijn aarzeling spelen verschillende soorten vragen. Wat houdt een eigen visie nog in als in de praktijk de Partij van de Arbeid het verschaffen van werk overlaat aan de markt, die markt uiterst onzeker is en groepen uitsluit? Bevordering van voldoende werkgelegenheid was toch, ingevolge de Grondwet, ‘een voorwerp van zorg der overheid’ (artikel 19-1 Grondwet). Maar wat moet in de toekomst onder arbeid worden verstaan, gelet ook op de fundamentele veranderingen als gevolg van digitalisering en automatisering? Wat betekenen die veranderingen voor dat andere element dat de sociaal-democratie traditioneel dierbaar was: persoonlijke ontplooiing en verheffing?

En wat is het antwoord op de behoefte aan basiszekerheid (meer dan geld) in een wereld waarin de grenzen voor kapitaal en arbeid vervagen? Zou door die grensvervaging geen extra nadruk moeten liggen op de internationale oriëntatie die ook een kenmerk van het socialisme was? Maar waarom is dan de PvdA-visie op Europa zo bleek, juist nu de traditionele ‘trans-Atlantische route’ nauwelijks meer perspectief biedt, de rest van de wereld niet meer op de VS zit te wachten en bondgenoot Groot-Brittannië een eigen koers probeert te varen?

Of weet ook de PvdA niet wat ze met Europa aan moet omdat ze niet weet wat ze met Nederland aan moet? En wat heeft, ten slotte, de partij de afgelopen decennia gedaan aan het onderhoud en de versterking van de democratische rechtsorde en de instituties die die orde schra- gen? Toch is de democratische rechtsorde ook, en misschien wel in de eerste plaats bedoeld voor diegenen die geen financiële of andere machtsmiddelen hebben. Waarom voelen juist zij zich vaak niet meer vertegenwoordigd? Waarom krijgen juist zij vaak moeilijk toegang tot ‘het recht’? Allemaal vragen die de Partij van de Arbeid zich als eerste zou moeten stellen.

Zoals bekend is de grens vaag tussen het ‘zondig ras der reformisten’ (den Uyl) dat met kleine stapjes, zonder revolutie, fundamentele wijzigingen in de bestaande maatschappelijke verhoudingen wil aanbrengen en diegenen die de scherpste kantjes van de bestaande verhoudingen willen afvijlen zonder uit te zijn op een drastische wijziging van het bestel. Maar is de PvdA die vage grens al niet lang gepasseerd?

De structurele neergang van de partij begon immers al in de jaren tachtig, de periode van depolitisering waarin de overheid in financiële problemen verkeerde, politiek vooral meebesturen werd en het bestuur in de ban van het new public management raakte. De neergang – met zo nu en dan een incidentele opleving – zette door toen de sociaal-democratische Derde Weg bleek dood te lopen. Bedoeling van die derde weg was, in de woorden van Anthony Giddens, om ‘(neo-)liberale ideeën te gebruiken om socialistische doelstellingen te bereiken’. Het resultaat was het tegenovergestelde. De PvdA veinsde het ook na 2002 niet te zien en bleek niet bij machte de koers te verleggen.

Maar hoe houdbaar is een maatschappelij- ke bestel als zich volgens het SCP bij 28% van de Nederlandse bevolking problemen opstapelen op het terrein van arbeid, inkomen, opleiding en dergelijke en dat aantal groeiende is? En als het aantal mensen met psychische stoornissen en het aantal jongeren in de problemen stijgt? Zijn dat tijdelijke verschijnselen? Is het individueel onvermogen, eigen schuld? Of heeft Paul Verhaeghe gelijk wanneer hij, in zijn in 2012 verschenen boek Identiteit schrijft: ‘de dwang tot (economisch) succes en (individueel) geluk blijkt een keerzijde te hebben: het leidt tot verlies van zelfbesef, tot desoriëntatie en vertwijfeling’? Ik denk het wel.

De rol van de overheid

De vraag naar de eigen politieke visie van de PvdA is een dubbele: een visie op waar het met de maatschappij heen moet en een visie op de rol van de overheid. Voor het eerste bevat het Van Waarde-project van de WBS de nodige aanzetten. Ik beperk me hier tot het tweede, al was het maar omdat de democratische rechtsstaat zo centraal stond in mijn werk als regeringscommissaris als voorzitter van de Eerste Kamer en als vicepresident van de Raad van State.

Om hun doeleinden te verwezenlijken heb- ben sociaal-democraten altijd veel belang gehecht aan de overheid. In een notitie uit 1978 voor de WBS-werkgroep Partij Politieke Processen staat het zo: ‘In een discussie over ‘het Staatsbeeld van de Sociaal Democratie’ moeten tenminste drie aspecten worden onderscheiden:

  • de staat als instrument in het streven naar een socialistische samenleving (hetgeen een visie op die samenleving impliceert);
  • de staat als deel van de bestaande machts- verhoudingen (hetgeen inzicht in de poli- tieke, bestuurlijke en maatschappelijke verhoudingen vereist);
  • de staat als kader voor democratische machtsuitoefening (hetgeen kennis van de waarden – ruimte en grenzen – van een democratische rechtsorde veronderstelt).’

Het derde aspect is een brug tussen de eerste twee aspecten. Socialisten raakten als sociaal-democraten overtuigd van de smalle marges van de democratische politiek, maar ook van de noodzaak én de mogelijkheid die smalle marges te benutten. Waar de overheid zo be- langrijk is voor het stap voor stap realiseren van de sociaal-democratische doelstellingen, burgers in een zwakke positie ook zo van die overheid afhankelijk zijn, zou het dus voor de hand liggen dat de PvdA:

  • zorgvuldig omspringt met de democratische rechtsstaat en zijn instituties;
  • behalve van de kracht ook doordrongen is van de kwetsbaarheid van democratie en rechtsorde;
  • weet hoe de overheid functioneert en de ‘eigen rationaliteit’ van politiek, bestuur en bureaucratie onderkent;
  • de structurele problemen doorziet waarmee de overheid worstelt (denk bijvoorbeeld aan de vele bestuurlijke ontsporingen) en waarvan in de praktijk burgers in een zwakke positie en de professionele uitvoerders van het beleid de eerste slachtof- fers zijn;
  • beseft dat de overheid mede door eigen toedoen van positie is veranderd en dat dit ook direct het burgerschap als publiek ambt raakt.

De belangstelling voor deze vijf punten is binnen de PvdA echter bepaald gering. Maar als de eigen visie vaag is, de betekenis van de democratische rechtsorde wordt ondergewaardeerd, de structurele problemen in het functi- oneren van overheid (en markt) niet worden doorzien en burgers toch vooral als cliënten, klanten of kiezers worden benaderd, kom je als sociaal-democratische partij die fundamentele veranderingen zegt na te streven niet ver. Tegen die achtergrond noem ik in dit verband een paar punten die van belang zijn voor de positiebepaling van de PvdA in de oppositie.

Wat is politiek?

Als politiek wezenlijk iets anders is en in ieder geval méér dan meebesturen, is het zeker voor een oppositiepartij essentieel te definiëren wat de eigen politieke functie inhoudt: het steeds opnieuw bepalen wat het algemeen belang ver- eist. Daarvoor is allereerst nodig een visie op de rol van de overheid. Met bijvoorbeeld een antwoord op de vraag hoe de PvdA invulling wil geven aan de sociale grondrechten. Kennen ook volksvertegenwoordigers nog hun betekenis? De sociale grondrechten bevatten, met de klassieke grondrechten, de kernverantwoordelijkheden van de overheid.

Daarnaast is open parlementair debat nodig, met inhoudelijke argumenten en tegenargumenten, over grote maatschappelijke vraagstukken. Dat legitimeert beslissingen meer en beter dan incidenteel een referendum. Tenslotte is de politieke functie alleen goed uit te oefenen met kennis van de eisen die een democratie stelt, van de grenzen die het recht trekt, van het functioneren van de overheid in de praktijk en van de wijze waarop economische en maatschappelijke krachten op dat functioneren inwerken.

Wanneer in elk parlementair onderzoek naar bestuurlijke ontsporingen de Tweede Kamer zichzelf tegen komt, aan die ontsporing steeds zelf blijkt te hebben bijgedragen, dan is het van belang, zeker als oppositiepartij, opnieuw te definiëren wat de functies van de volksvertegenwoordiging zijn. Het is merkwaardig te constateren dat de Kamer zo nu en dan wel over het eigen functioneren praat (commis- sies Dolman, Deetman, Verbeet), maar nooit een discussie over de eigen functies voert. Wat heeft de PvdA-fractie geleerd van bijvoorbeeld de uitkomsten van het parlementaire onderzoek onderwijsvernieuwingen uit 2008 (commissie-Dijsselbloem)?

Waarom heeft de PvdA nooit gepleit voor een secundaire analyse op de uitkomsten van de verschillende parlementaire enquêtes en onderzoeken? In de gesignaleerde problemen zit immers een gemeenschappelijk patroon.

Bij de functies en het functioneren van het parlement wordt de controle op de uitvoering en de effecten van het beleid voor de burgers stelselmatig verwaarloosd; ondergeschikt gemaakt aan de vorming van nieuw beleid, nieuwe regels, nieuwe controlemechanismen. Maar waar tevoren niet alles te voorzien en te plannen valt, waar de samenleving veelkleurig is en niet in protocollen of modellen te vangen, hangt de geloofwaardigheid van de overheid vooral af van de kwaliteit van de uitvoering.

Vanaf 1985, toen ik regeringscommissaris voor de reorganisatie van de rijksdienst was, tot op de dag van vandaag (zie mijn bijlage bij het eindverslag van de informateur), heb ik ‘Den Haag’ proberen te overtuigen van de noodzaak structureel meer aandacht te besteden aan de uitvoerbaarheid van het beleid, de ruimte voor de professionele uitvoerders en de effecten van het beleid voor individuele burgers. De respons was en is mager, zo niet afwezig , ook nu nog; ook van de zijde van de PvdA-fractie.

Dat is het gevolg van de ontwikkelingen in de politiek-bestuurlijke praktijk sinds de jaren tachtig. De uitvoering van het beleid werd op afstand van de departementen gezet, verzelfstandigd of geprivatiseerd. Op de departementen werd via de kaasschaaf bezuinigd. Door beide ontwikkelingen liep de inhoudelijke- en uitvoeringsdeskundigheid op die departementen dramatisch terug, ook op departementen onder leiding van PvdA-ministers.2 Het aantal managers nam toe. Ministers omringden zich met adviseurs en voorlichters met de taak hen zoveel mogelijk uit de wind te houden.

Alle – vaak ambtelijk geïnitieerde – veranderingen in organisatie en functioneren van de centrale overheid waren vooral intern gericht. Kostenbeheersing en bedrijfsmatig werken waren de voornaamste drijfveren. Vele consultants verleenden daaraan hun hartelijke medewerking, met Hay Consultants voor de marktconforme beloning. De politiek oefende op die reorganisaties nauwelijks controle uit.

De resultaten waren ronduit pover. De mantra in de afgelopen dertig jaar – een periode waarin de PvdA twintig jaar regeringsverantwoordelijkheid droeg – van een kleinere overheid die goedkoper en kwalitatief beter zou zijn, meer ‘klantgericht’ zou werken en ‘maatwerk’ zou leveren, resulteerde per saldo in een aanzienlijke groei van het aantal regels, formulieren en controleurs waarmee professionele uit- voerders te maken krijgen en waarvan juist burgers in de zwakste positie als eerste het slachtoffer worden. Dat wordt – terecht – vooral ook de PvdA zwaar aangerekend.

Tegen deze achtergrond zou de PvdA strijd moeten leveren. Het gaat immers om het door- breken van bestaande machtsverhoudingen binnen de publieke dienst.

Die strijd gaat ten minste over de volgende punten;

  • Vergroting van de ruimte voor de professionals op de werkvloer. Alleen zo kan daadwerke- lijk maatwerk worden geleverd en is een ketenaanpak van complexe problemen mogelijk. Voor die ruimte moet zowel de regelzucht, ook van semipublieke en private instellingen, worden teruggedrongen als de professionaliteit op de werkvloer worden vergroot. Tot die professionaliteit behoren: vakdeskundigheid, beroepsethiek, gerichtheid op de individuele burger (patiënt, leerling) en publieke verantwoording. De PvdA als oppositiepartij zou ten behoeve van haar inbreng in de Tweede Kamer daadwerkelijke belangstelling moeten hebben voor de kennis en praktijkervaring van de professionals op de werkvloer, moeten nagaan waardoor hun ruimte steeds meer is beperkt en voorstellen moeten doen om de oorzaken van die beperkingen weg te nemen.
  • Deze vergroting van de ruimte voor professionals vergt drastische inperking van de tussenlaag tussen de professionals op de werkvloer en de minister die voor het beleid uiteindelijk politiek verantwoordelijk is. Een tussenlaag die nog altijd groeit. Daarvoor is allereerst inzicht nodig in de kosten van die tussenlaag. Het is wonderlijk dat niemand deze schijnt te kennen noch ernaar vraagt, ook de PvdA niet. Daardoor blijft verborgen dat de verhouding tussen de werkvloer en de indirecte tussenlaag volstrekt scheef is, evenals de beloningen respectievelijk op de werkvloer en in die tussenlaag.
  • De inperking van die tussenlaag vergt vergroting van de eigen deskundigheid binnen de publieke dienst, te beginnen op de departementen. Waarom wel de schoonmakers weer in overheidsdienst en niet de vakjurist, de ingenieur, de onderwijsdeskundige en anderen? Een goed functionerende democratische rechtsstaat heeft een bureaucratie die inhoudelijk deskundig is, kritisch en loyaal. Die deskundigheid is teruggelopen. Het zou goed zijn als, bij wijze van voorbeeld, bij enkele departementale directies eens een onderzoekje zou worden gedaan naar de achtergrond (opleiding / ervaring) van medewerkers dertig jaar geleden en nu. Kritische tegenspraak wordt al gauw als partijpolitieke tegenstand gezien. Loyaliteit wordt soms verengd tot: ‘de minister uit de wind’ houden. Ook de PvdA heeft deze sluipende aantasting van de bureaucratie laten gebeuren. Die sloop moet worden gestopt.
  • Deskundigheid in de publieke dienst houdt ook in: helder zicht op het begrip burgerschap als publiek ambt. Voorwaarde voor het individueel staatsburgerschap is erkenning door de overheid, want ‘geen staat zonder burgers, geen burgers zonder staat’. Die erkenning is onmogelijk als de overheid en dus de politieke partijen burgers vooral als patiënten, klanten of kiezers beschouwt of beschouwen. Zicht op het burgerschap betekent: politieke erkenning van de maatschappelijke pluriformiteit en kansen bieden aan burgerinitiatieven. Het houdt in het besef dat elk protocol, elk model, elk formulier een versimpeling van de pluriforme werkelijkheid betekent. Altijd dreigt het gevaar dat het uitgangspunt dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden, verkeert in zijn spiegelbeeld: gelijke behandeling vereist gelijke gevallen. In de praktijk is de publieke ruimte, de ruimte voor burgerinitiatieven, dan ook niet groter maar kleiner geworden. Bovendien vraagt dit zicht op burgerschap als publiek ambt het verwijderen van belemmeringen die aan die burgerinitiatieven in de weg staan, en het actief steun verlenen aan initiatieven voor de oplossing van gemeenschappelijke problemen, empowerment.

Bescherming door en van de rechter

Ten slotte moet het de PvdA gaan om de verdediging van de rechtsstaat waarvoor niet alleen de rechter maar juist ook wetgever en bestuur verantwoordelijkheid dragen. Een burger-samenleving kan immers alleen tot ontwikkeling komen als de rechtsstaat is gegarandeerd. Burgers moeten worden beschermd tegenover de staat, tegenover de markt en tegenover andere burgers.

Anders geldt het recht van de sterkste. Die bescherming moet uiteindelijk de rechter bieden zeker als politiek en bestuur het laten afweten. Als politici hun eigen functie ondergeschikt maken aan de eisen van het bestuur en in het bestuur de nadruk ligt op financieel beheer en daadkracht, neemt de betekenis van het tegenwicht van de rechter – de onafhankelijke derde macht – toe. Vandaar dat de druk op de rechter groeit.

Door reorganisaties en bestuurlijke maatregelen is de laatste decennia geprobeerd die druk te beperken. Geen van die reorganisaties was echter gebaseerd op een visie op de in- houd van rechterlijke functie noch op de ver- anderde rol van het recht in de samenleving. Toch hebben beide Kamers steeds aan die reorganisaties meegewerkt.

De verbestuurlijking nam toe. De Raad voor de rechtspraak speelde daarin een belangrijke rol. De door de Raad geïnitieerde – en door de Kamers goed- gekeurde – schaalvergroting droeg aan die verbestuurlijking belangrijk bij. De toegang tot de rechter werd daardoor beperkt. Eenvoud en nabijheid zijn – vaak meer nog dan financiële draagkracht – essentiële voorwaar- den voor toegang tot de rechter.

Is het niet vreemd dat, met de nodige moeite en veel energie, hier en daar met ‘vrederechters’ wordt geëxperimenteerd en dat in het regeerakkoord ‘buurtrechters’ worden aangekondigd, terwijl Nederland, nog in een nabij verleden, beschikte over een goed werkend en fijnmazig systeem van kantonrechters?

Het zou de PvdA-fractie daarom sieren als zij zich weer wat meer zou verdiepen in de betekenis van het recht en de eigen functie van de rechter. Misschien zou dan ook duidelijk worden dat door het gebrek aan juridische en constitutionele kennis bij politici, bestuurders, ambtenaren en journalisten en door het nog steeds ontbreken van een Constitutioneel Hof – in tegenstelling tot de meeste landen in continentaal Europa – niet alleen de democratie maar ook de Nederlandse rechtsstaat kwetsbaarder is dan nodig.

  • Dit is een bewerking van een inleiding voor de Tweede Kamerfractie van de PvdA, eind augustus 2017.
  • Illustratief in dit verband is de verklaring die Dijksma onlangs na haar aftreden als staatssecretaris gaf, dat gebrek aan deskundigheid op haar vroegere ministerie voor fouten zorgde in het Lelystad Airport-dossier.

Terug naar de middenklasse

De steun van de middenklasse is voor de PvdA noodzakelijk om weer een betekenisvolle factor te worden in het parlement, meent Wimar Bolhuis.

‘De afgelopen decennia was de middenklasse altijd prominent aanwezig in de electorale achterban. Dat was zeer belangrijk omdat het aantal traditionele arbeidersbanen steeds verder afnam. In maart 2017 bleek dat de steun voor de PvdA echter onder alle bevolkingsgroepen afgebrokkeld was behalve onder ouderen. 

Erkenning dat de electorale steun van de middenklasse essentieel is om in het politieke landschap weer een verschil te kunnen maken, is de enige kansrijke basis voor politieke wederopbouw van de PvdA.’ > Lees verder

VIJF JAAR VAN WAARDE Wiarda 01.02.2018

TUSSEN VREES EN HOOP Wiarda 01.02.2018

Meer voor De neergang van de PvdA

Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volgende

zie dan ook: PvdA in de steigers – fase 3 rouwverwerkingsproces

zie ook: PvdA in de steigers – fase 2 rouwverwerkingsproces

zie ook: PvdA in de steigers – fase 1 rouwverwerkingsproces

Rapport: Op-de-toekomst-Paul-Depla

zie ook: Fusie PvdA, GroenLinks, SP ??

zie ook: Populisme versus de opkomst van onvrede en onrust

zie ook: Tot ziens wethouder Rabin Baldewsingh PvdA !!!

zie ook: PvdA – aftrap Haagse gemeenteraadsverkiezingen 21.03.2018

zie ook: PvdA 70 jaar partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – en meer

zie ook: PvdA over de Rooie vanwege het Schaliegas – deel 4

zie ook: PvdA versus Code Rood

zie ook: De PVDA is te onzichtbaar geworden

zie verder ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 5

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 4

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 3

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 2

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel1

zie ook: Wethouder Rabin Baldewsingh PvdA luidt de noodklok

zie ook: Het Rode Bolwerk in Amsterdam is gebarsten – deel 2

zie ook: Het einde van de PvdA ??

zie ook: Is de ‘Elitaire’ samenstelling van de 2e kamer een afspiegeling van de samenleving ??

zie ook: PvdA, Partij van de Academici in 2010?

2017: het jaar van de neergang van de PvdA

Elsevier 31.12.2017 Voor de PvdA gaat het jaar 2017 de boeken in als annus horribilis. Op een verrassende verkiezingsoverwinning in Leeuwarden na, viel er weinig te vieren. Zelfs na de Kerstdagen blijft de partij intern verscheurd, en hangt de toekomst van het negende Kamerlid William Moorlag aan een zijden draadje. Maar het belangrijkste was natuurlijk de nederlaag op 15 maart. Daarover schreef NOS-verslaggever Wilco Boom een boek met interviews.

Op 15 maart leed de PvdA het grootste zetelverlies in de naoorlogse parlementaire geschiedenis. Ideale gelegenheid om prominente sociaal-democraten aan een grondig zelfonderzoek te onderwerpen. Gewezen ministers, backbenchers en partij-ideologen blikken terug op de zeperd, die binnen de gelederen van de sociaal-democraten kennelijk ‘Zwarte Woensdag’ wordt genoemd.

Waaraan die nederlaag te wijten is? Met die vraag gaat Boom langs een groot aantal prominenten, die stuk voor stuk een rol speelden bij de PvdA in de afgelopen jaren. Verklaringen voor het verlies zijn er te over, blijkt uit de rondgang: De Derde Weg, de opkomst van het populisme, verregaande bezuinigingen passeren de revue. Opvallend veel vingers wijzen in de richting van Wouter Bos, als architect van Rutte-II. Volgens Adri Duivesteijn, voormalig Eerste Kamerlid, een ‘strategische fout’ bij de formatie. Samsom had juist iemand moeten meenemen die linkser was, ‘als contragewicht’.

De neergang van de PvdA verscheen in december bij uitgeverij Nieuw Amsterdam, en is verkrijgbaar voor €19,99. 

Weinig lof voor verkiezingen Spekman

Ook gewezen partijvoorzitter Hans Spekman oogst weinig lof met zijn ongemakkelijke lijsttrekkersverkiezingen. Oud-partijvoorzitter Ruud Koole, ooit architect van de leiderschapsverkiezingen van de PvdA zegt tegen Boom: ‘Het verwijt dat ik Samsom en Spekman maak,  is dat zij de ledenraadpleging te veel hebben gezien als instrument om de partij weer een gezicht te geven bij de kiezers en om de positie van Samsom te versterken, in plaats van invloed aan de leden te geven.’ Dat Spekman niet direct na de desastreuze nederlaag is opgestapt vindt Koole ‘heel onverstandig’.

Het boek geeft een heldere inzage in de interne politieke strijd binnen de PvdA. Met een veelheid aan analyses wordt nog eens teruggeblikt op de afgelopen kabinetsperiode. Dat levert boeiende en openhartige interviews op. Toch blijft door de grote hoeveelheid Haagse politici de internationale trend een beetje onderbelicht, terwijl die nu juist interessant is voor een langere prognose. Daar staat dan wel weer een mooi interview met René Cuperus tegenover met het memorabele citaat: ‘Heb jij weleens een bankier zien demonstreren op het Malieveld?’

Door vast te houden aan dezelfde vraagstructuur, worden de interviews in een wat beknellend korsetje geperst. En Felix Rottenberg ontbrak, terwijl juist hij de afgelopen jaren een van de vaste criticasters was!

  Berend Sommer  (1990) is online redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zijn debuut Duchamp verscheen in juni 2017 bij Uitgeverij Prometheus.

GERELATEERDE ARTIKELEN;

Leden PvdA eisen aftreden eigen Kamerlid Moorlag

Nadert einde voor PvdA-Kamerlid Moorlag?

Moorlag niet van plan zomaar op te stappen

Makkers, ten laatste male?

Herman Tjeenk Willink vraagt zich af hoe de PvdA van een gedepolitiseerde bestuurderspartij weer een politieke partij kan worden die zich niet bij het bestaande maatschappelijke bestel neerlegt: > lees verder

Hoe wordt de PvdA van een gedepolitiseerde bestuurderspartij waarvan de vertegenwoordigers hun positie aan het bestaande politieke bestel ontlenen, weer een politieke partij die zich niet bij het bestaande maatschappelijke bestel neerlegt?

Meer dan 40 jaar ben ik lid van de PvdA; nooit stemde ik iets anders, al scheelde dat soms buitengewoon weinig en steeds minder.1 Dat heeft niets te maken met de wijze waarop het laatste kabinet van VVD en PvdA heeft geopereerd. Het kabinet heeft in moeilijke omstandigheden heel behoorlijk en fatsoenlijk bestuurd en stabiliteit gebracht. Mijn onvrede betreft de volstrekt onhelder geworden eigen visie van de PvdA op de maatschappij waarin we leven en de rol van de overheid daarin.

Bij mijn aarzeling spelen verschillende soorten vragen. Wat houdt een eigen visie nog in als in de praktijk de Partij van de Arbeid het verschaffen van werk overlaat aan de markt, die markt uiterst onzeker is en groepen uitsluit? Bevordering van voldoende werkgelegenheid was toch, ingevolge de Grondwet, ‘een voorwerp van zorg der overheid’ (artikel 19-1 Grondwet). Maar wat moet in de toekomst onder arbeid worden verstaan, gelet ook op de fundamentele veranderingen als gevolg van digitalisering en automatisering? Wat betekenen die veranderingen voor dat andere element dat de sociaal-democratie traditioneel dierbaar was: persoonlijke ontplooiing en verheffing?

En wat is het antwoord op de behoefte aan basiszekerheid (meer dan geld) in een wereld waarin de grenzen voor kapitaal en arbeid vervagen? Zou door die grensvervaging geen extra nadruk moeten liggen op de internationale oriëntatie die ook een kenmerk van het socialisme was? Maar waarom is dan de PvdA-visie op Europa zo bleek, juist nu de traditionele ‘trans-Atlantische route’ nauwelijks meer perspectief biedt, de rest van de wereld niet meer op de VS zit te wachten en bondgenoot Groot-Brittannië een eigen koers probeert te varen?

Of weet ook de PvdA niet wat ze met Europa aan moet omdat ze niet weet wat ze met Nederland aan moet? En wat heeft, ten slotte, de partij de afgelopen decennia gedaan aan het onderhoud en de versterking van de democratische rechtsorde en de instituties die die orde schra- gen? Toch is de democratische rechtsorde ook, en misschien wel in de eerste plaats bedoeld voor diegenen die geen financiële of andere machtsmiddelen hebben. Waarom voelen juist zij zich vaak niet meer vertegenwoordigd? Waarom krijgen juist zij vaak moeilijk toegang tot ‘het recht’? Allemaal vragen die de Partij van de Arbeid zich als eerste zou moeten stellen.

Zoals bekend is de grens vaag tussen het ‘zondig ras der reformisten’ (den Uyl) dat met kleine stapjes, zonder revolutie, fundamentele wijzigingen in de bestaande maatschappelijke verhoudingen wil aanbrengen en diegenen die de scherpste kantjes van de bestaande verhoudingen willen afvijlen zonder uit te zijn op een drastische wijziging van het bestel. Maar is de PvdA die vage grens al niet lang gepasseerd?

De structurele neergang van de partij begon immers al in de jaren tachtig, de periode van depolitisering waarin de overheid in financiële problemen verkeerde, politiek vooral meebesturen werd en het bestuur in de ban van het new public management raakte. De neergang – met zo nu en dan een incidentele opleving – zette door toen de sociaal-democratische Derde Weg bleek dood te lopen. Bedoeling van die derde weg was, in de woorden van Anthony Giddens, om ‘(neo-)liberale ideeën te gebruiken om socialistische doelstellingen te bereiken’. Het resultaat was het tegenovergestelde. De PvdA veinsde het ook na 2002 niet te zien en bleek niet bij machte de koers te verleggen.

Maar hoe houdbaar is een maatschappelij- ke bestel als zich volgens het SCP bij 28% van de Nederlandse bevolking problemen opstapelen op het terrein van arbeid, inkomen, opleiding en dergelijke en dat aantal groeiende is? En als het aantal mensen met psychische stoornissen en het aantal jongeren in de problemen stijgt? Zijn dat tijdelijke verschijnselen? Is het individueel onvermogen, eigen schuld? Of heeft Paul Verhaeghe gelijk wanneer hij, in zijn in 2012 verschenen boek Identiteit schrijft: ‘de dwang tot (economisch) succes en (individueel) geluk blijkt een keerzijde te hebben: het leidt tot verlies van zelfbesef, tot desoriëntatie en vertwijfeling’? Ik denk het wel.

De rol van de overheid

De vraag naar de eigen politieke visie van de PvdA is een dubbele: een visie op waar het met de maatschappij heen moet en een visie op de rol van de overheid. Voor het eerste bevat het Van Waarde-project van de WBS de nodige aanzetten. Ik beperk me hier tot het tweede, al was het maar omdat de democratische rechtsstaat zo centraal stond in mijn werk als regeringscommissaris als voorzitter van de Eerste Kamer en als vicepresident van de Raad van State.

Om hun doeleinden te verwezenlijken heb- ben sociaal-democraten altijd veel belang gehecht aan de overheid. In een notitie uit 1978 voor de WBS-werkgroep Partij Politieke Processen staat het zo: ‘In een discussie over ‘het Staatsbeeld van de Sociaal Democratie’ moeten tenminste drie aspecten worden onderscheiden:

  • de staat als instrument in het streven naar een socialistische samenleving (hetgeen een visie op die samenleving impliceert);
  • de staat als deel van de bestaande machts- verhoudingen (hetgeen inzicht in de poli- tieke, bestuurlijke en maatschappelijke verhoudingen vereist);
  • de staat als kader voor democratische machtsuitoefening (hetgeen kennis van de waarden – ruimte en grenzen – van een democratische rechtsorde veronderstelt).’

Het derde aspect is een brug tussen de eerste twee aspecten. Socialisten raakten als sociaal-democraten overtuigd van de smalle marges van de democratische politiek, maar ook van de noodzaak én de mogelijkheid die smalle marges te benutten. Waar de overheid zo be- langrijk is voor het stap voor stap realiseren van de sociaal-democratische doelstellingen, burgers in een zwakke positie ook zo van die overheid afhankelijk zijn, zou het dus voor de hand liggen dat de PvdA:

  • zorgvuldig omspringt met de democratische rechtsstaat en zijn instituties;
  • behalve van de kracht ook doordrongen is van de kwetsbaarheid van democratie en rechtsorde;
  • weet hoe de overheid functioneert en de ‘eigen rationaliteit’ van politiek, bestuur en bureaucratie onderkent;
  • de structurele problemen doorziet waarmee de overheid worstelt (denk bijvoorbeeld aan de vele bestuurlijke ontsporingen) en waarvan in de praktijk burgers in een zwakke positie en de professionele uitvoerders van het beleid de eerste slachtof- fers zijn;
  • beseft dat de overheid mede door eigen toedoen van positie is veranderd en dat dit ook direct het burgerschap als publiek ambt raakt.

De belangstelling voor deze vijf punten is binnen de PvdA echter bepaald gering. Maar als de eigen visie vaag is, de betekenis van de democratische rechtsorde wordt ondergewaardeerd, de structurele problemen in het functi- oneren van overheid (en markt) niet worden doorzien en burgers toch vooral als cliënten, klanten of kiezers worden benaderd, kom je als sociaal-democratische partij die fundamentele veranderingen zegt na te streven niet ver. Tegen die achtergrond noem ik in dit verband een paar punten die van belang zijn voor de positiebepaling van de PvdA in de oppositie.

Wat is politiek?

Als politiek wezenlijk iets anders is en in ieder geval méér dan meebesturen, is het zeker voor een oppositiepartij essentieel te definiëren wat de eigen politieke functie inhoudt: het steeds opnieuw bepalen wat het algemeen belang ver- eist. Daarvoor is allereerst nodig een visie op de rol van de overheid. Met bijvoorbeeld een antwoord op de vraag hoe de PvdA invulling wil geven aan de sociale grondrechten. Kennen ook volksvertegenwoordigers nog hun betekenis? De sociale grondrechten bevatten, met de klassieke grondrechten, de kernverantwoordelijkheden van de overheid.

Daarnaast is open parlementair debat nodig, met inhoudelijke argumenten en tegenargumenten, over grote maatschappelijke vraagstukken. Dat legitimeert beslissingen meer en beter dan incidenteel een referendum. Tenslotte is de politieke functie alleen goed uit te oefenen met kennis van de eisen die een democratie stelt, van de grenzen die het recht trekt, van het functioneren van de overheid in de praktijk en van de wijze waarop economische en maatschappelijke krachten op dat functioneren inwerken.

Wanneer in elk parlementair onderzoek naar bestuurlijke ontsporingen de Tweede Kamer zichzelf tegen komt, aan die ontsporing steeds zelf blijkt te hebben bijgedragen, dan is het van belang, zeker als oppositiepartij, opnieuw te definiëren wat de functies van de volksvertegenwoordiging zijn. Het is merkwaardig te constateren dat de Kamer zo nu en dan wel over het eigen functioneren praat (commis- sies Dolman, Deetman, Verbeet), maar nooit een discussie over de eigen functies voert. Wat heeft de PvdA-fractie geleerd van bijvoorbeeld de uitkomsten van het parlementaire onderzoek onderwijsvernieuwingen uit 2008 (commissie-Dijsselbloem)?

Waarom heeft de PvdA nooit gepleit voor een secundaire analyse op de uitkomsten van de verschillende parlementaire enquêtes en onderzoeken? In de gesignaleerde problemen zit immers een gemeenschappelijk patroon.

Bij de functies en het functioneren van het parlement wordt de controle op de uitvoering en de effecten van het beleid voor de burgers stelselmatig verwaarloosd; ondergeschikt gemaakt aan de vorming van nieuw beleid, nieuwe regels, nieuwe controlemechanismen. Maar waar tevoren niet alles te voorzien en te plannen valt, waar de samenleving veelkleurig is en niet in protocollen of modellen te vangen, hangt de geloofwaardigheid van de overheid vooral af van de kwaliteit van de uitvoering.

Vanaf 1985, toen ik regeringscommissaris voor de reorganisatie van de rijksdienst was, tot op de dag van vandaag (zie mijn bijlage bij het eindverslag van de informateur), heb ik ‘Den Haag’ proberen te overtuigen van de noodzaak structureel meer aandacht te besteden aan de uitvoerbaarheid van het beleid, de ruimte voor de professionele uitvoerders en de effecten van het beleid voor individuele burgers. De respons was en is mager, zo niet afwezig , ook nu nog; ook van de zijde van de PvdA-fractie.

Dat is het gevolg van de ontwikkelingen in de politiek-bestuurlijke praktijk sinds de jaren tachtig. De uitvoering van het beleid werd op afstand van de departementen gezet, verzelfstandigd of geprivatiseerd. Op de departementen werd via de kaasschaaf bezuinigd. Door beide ontwikkelingen liep de inhoudelijke- en uitvoeringsdeskundigheid op die departementen dramatisch terug, ook op departementen onder leiding van PvdA-ministers.2 Het aantal managers nam toe. Ministers omringden zich met adviseurs en voorlichters met de taak hen zoveel mogelijk uit de wind te houden.

Alle – vaak ambtelijk geïnitieerde – veranderingen in organisatie en functioneren van de centrale overheid waren vooral intern gericht. Kostenbeheersing en bedrijfsmatig werken waren de voornaamste drijfveren. Vele consultants verleenden daaraan hun hartelijke medewerking, met Hay Consultants voor de marktconforme beloning. De politiek oefende op die reorganisaties nauwelijks controle uit.

De resultaten waren ronduit pover. De mantra in de afgelopen dertig jaar – een periode waarin de PvdA twintig jaar regeringsverantwoordelijkheid droeg – van een kleinere overheid die goedkoper en kwalitatief beter zou zijn, meer ‘klantgericht’ zou werken en ‘maatwerk’ zou leveren, resulteerde per saldo in een aanzienlijke groei van het aantal regels, formulieren en controleurs waarmee professionele uit- voerders te maken krijgen en waarvan juist burgers in de zwakste positie als eerste het slachtoffer worden. Dat wordt – terecht – vooral ook de PvdA zwaar aangerekend.

Tegen deze achtergrond zou de PvdA strijd moeten leveren. Het gaat immers om het door- breken van bestaande machtsverhoudingen binnen de publieke dienst.

Die strijd gaat ten minste over de volgende punten;

  • Vergroting van de ruimte voor de professionals op de werkvloer. Alleen zo kan daadwerke- lijk maatwerk worden geleverd en is een ketenaanpak van complexe problemen mogelijk. Voor die ruimte moet zowel de regelzucht, ook van semipublieke en private instellingen, worden teruggedrongen als de professionaliteit op de werkvloer worden vergroot. Tot die professionaliteit behoren: vakdeskundigheid, beroepsethiek, gerichtheid op de individuele burger (patiënt, leerling) en publieke verantwoording. De PvdA als oppositiepartij zou ten behoeve van haar inbreng in de Tweede Kamer daadwerkelijke belangstelling moeten hebben voor de kennis en praktijkervaring van de professionals op de werkvloer, moeten nagaan waardoor hun ruimte steeds meer is beperkt en voorstellen moeten doen om de oorzaken van die beperkingen weg te nemen.
  • Deze vergroting van de ruimte voor professionals vergt drastische inperking van de tussenlaag tussen de professionals op de werkvloer en de minister die voor het beleid uiteindelijk politiek verantwoordelijk is. Een tussenlaag die nog altijd groeit. Daarvoor is allereerst inzicht nodig in de kosten van die tussenlaag. Het is wonderlijk dat niemand deze schijnt te kennen noch ernaar vraagt, ook de PvdA niet. Daardoor blijft verborgen dat de verhouding tussen de werkvloer en de indirecte tussenlaag volstrekt scheef is, evenals de beloningen respectievelijk op de werkvloer en in die tussenlaag.
  • De inperking van die tussenlaag vergt vergroting van de eigen deskundigheid binnen de publieke dienst, te beginnen op de departementen. Waarom wel de schoonmakers weer in overheidsdienst en niet de vakjurist, de ingenieur, de onderwijsdeskundige en anderen? Een goed functionerende democratische rechtsstaat heeft een bureaucratie die inhoudelijk deskundig is, kritisch en loyaal. Die deskundigheid is teruggelopen. Het zou goed zijn als, bij wijze van voorbeeld, bij enkele departementale directies eens een onderzoekje zou worden gedaan naar de achtergrond (opleiding / ervaring) van medewerkers dertig jaar geleden en nu. Kritische tegenspraak wordt al gauw als partijpolitieke tegenstand gezien. Loyaliteit wordt soms verengd tot: ‘de minister uit de wind’ houden. Ook de PvdA heeft deze sluipende aantasting van de bureaucratie laten gebeuren. Die sloop moet worden gestopt.
  • Deskundigheid in de publieke dienst houdt ook in: helder zicht op het begrip burgerschap als publiek ambt. Voorwaarde voor het individueel staatsburgerschap is erkenning door de overheid, want ‘geen staat zonder burgers, geen burgers zonder staat’. Die erkenning is onmogelijk als de overheid en dus de politieke partijen burgers vooral als patiënten, klanten of kiezers beschouwt of beschouwen. Zicht op het burgerschap betekent: politieke erkenning van de maatschappelijke pluriformiteit en kansen bieden aan burgerinitiatieven. Het houdt in het besef dat elk protocol, elk model, elk formulier een versimpeling van de pluriforme werkelijkheid betekent. Altijd dreigt het gevaar dat het uitgangspunt dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden, verkeert in zijn spiegelbeeld: gelijke behandeling vereist gelijke gevallen. In de praktijk is de publieke ruimte, de ruimte voor burgerinitiatieven, dan ook niet groter maar kleiner geworden. Bovendien vraagt dit zicht op burgerschap als publiek ambt het verwijderen van belemmeringen die aan die burgerinitiatieven in de weg staan, en het actief steun verlenen aan initiatieven voor de oplossing van gemeenschappelijke problemen, empowerment.

Bescherming door en van de rechter

Ten slotte moet het de PvdA gaan om de verdediging van de rechtsstaat waarvoor niet alleen de rechter maar juist ook wetgever en bestuur verantwoordelijkheid dragen. Een burger-samenleving kan immers alleen tot ontwikkeling komen als de rechtsstaat is gegarandeerd. Burgers moeten worden beschermd tegenover de staat, tegenover de markt en tegenover andere burgers.

Anders geldt het recht van de sterkste. Die bescherming moet uiteindelijk de rechter bieden zeker als politiek en bestuur het laten afweten. Als politici hun eigen functie ondergeschikt maken aan de eisen van het bestuur en in het bestuur de nadruk ligt op financieel beheer en daadkracht, neemt de betekenis van het tegenwicht van de rechter – de onafhankelijke derde macht – toe. Vandaar dat de druk op de rechter groeit.

Door reorganisaties en bestuurlijke maatregelen is de laatste decennia geprobeerd die druk te beperken. Geen van die reorganisaties was echter gebaseerd op een visie op de in- houd van rechterlijke functie noch op de ver- anderde rol van het recht in de samenleving. Toch hebben beide Kamers steeds aan die reorganisaties meegewerkt.

De verbestuurlijking nam toe. De Raad voor de rechtspraak speelde daarin een belangrijke rol. De door de Raad geïnitieerde – en door de Kamers goed- gekeurde – schaalvergroting droeg aan die verbestuurlijking belangrijk bij. De toegang tot de rechter werd daardoor beperkt. Eenvoud en nabijheid zijn – vaak meer nog dan financiële draagkracht – essentiële voorwaar- den voor toegang tot de rechter.

Is het niet vreemd dat, met de nodige moeite en veel energie, hier en daar met ‘vrederechters’ wordt geëxperimenteerd en dat in het regeerakkoord ‘buurtrechters’ worden aangekondigd, terwijl Nederland, nog in een nabij verleden, beschikte over een goed werkend en fijnmazig systeem van kantonrechters?

Het zou de PvdA-fractie daarom sieren als zij zich weer wat meer zou verdiepen in de betekenis van het recht en de eigen functie van de rechter. Misschien zou dan ook duidelijk worden dat door het gebrek aan juridische en constitutionele kennis bij politici, bestuurders, ambtenaren en journalisten en door het nog steeds ontbreken van een Constitutioneel Hof – in tegenstelling tot de meeste landen in continentaal Europa – niet alleen de democratie maar ook de Nederlandse rechtsstaat kwetsbaarder is dan nodig.

  • Dit is een bewerking van een inleiding voor de Tweede Kamerfractie van de PvdA, eind augustus 2017.
  • Illustratief in dit verband is de verklaring die Dijksma onlangs na haar aftreden als staatssecretaris gaf, dat gebrek aan deskundigheid op haar vroegere ministerie voor fouten zorgde in het Lelystad Airport-dossier.

Terug naar de middenklasse

De steun van de middenklasse is voor de PvdA noodzakelijk om weer een betekenisvolle factor te worden in het parlement, meent Wimar Bolhuis.

‘De afgelopen decennia was de middenklasse altijd prominent aanwezig in de electorale achterban. Dat was zeer belangrijk omdat het aantal traditionele arbeidersbanen steeds verder afnam. In maart 2017 bleek dat de steun voor de PvdA echter onder alle bevolkingsgroepen afgebrokkeld was behalve onder ouderen. 

Erkenning dat de electorale steun van de middenklasse essentieel is om in het politieke landschap weer een verschil te kunnen maken, is de enige kansrijke basis voor politieke wederopbouw van de PvdA.’ > Lees verder

Juist de bestuurder Tjeenk Willink vraagt zich af hoe de PvdA weer bestuurderspartij-af moet worden

VK 20.12.2017 ‘Hoe wordt de PvdA van een gedepolitiseerde bestuurderspartij (…) weer een politieke partij die zich niet bij het bestaande maatschappelijke bestel neerlegt?’ Het is niet een oprisping van een nieuwe beweging in de PvdA, geen Nieuw Nieuw Links die deze vraag opwerpt. Het is Herman Tjeenk Willink, zowat de meest bestuurlijke van alle PvdA-zwaargewichten.

Op de site van de Wiardi Beckman Stichting haalt Tjeenk Willink ongebruikelijk fel uit naar de partij waarvan hij al meer dan 40 jaar vooraanstaand lid is. Hij was voorzitter van de Eerste Kamer, vice-voorzitter van de Raad van State, oftewel ‘onderkoning van Nederland’, hij was regeringscommissaris voor de reorganisatie van de rijksdiensten, en hij trad driemaal op als informateur bij kabinetsformaties, de laatste keer in de aanloop naar het huidige kabinet Rutte III. Hij was een vertrouweling van Beatrix toen zij koningin was, maar hij bleef altijd zijn partij trouw.

Hij wijst zijn partij op de tradities van ‘persoonlijke ontplooiing en verheffing’: wat is daarvan overgebleven?

Dat, schrijft hij nu, is helemaal niet meer vanzelfsprekend. En dat komt doordat de visie van de PvdA op de maatschappij en op de rol van de overheid daarin ‘volstrekt onhelder’ is geworden. In zijn betoog onder de titel ‘Makkers, ten laatsten male?’, een citaat uit het in de PvdA al bijna vergeten socialistenlied

De Internationale, vraagt hij zich af wat aan te vangen met een PvdA die ‘het verschaffen van werk overlaat aan de markt’. Hij wijst zijn partij op de tradities van ‘persoonlijke ontplooiing en verheffing’: wat is daarvan overgebleven? En waarom is de visie van de PvdA op Europa zo bleek, net nu die zo hard nodig is?

Tjeenk verwijt zijn partij al sinds de jaren tachtig te zijn gedepolitiseerd. De partij ‘gebruikte neoliberale ideeën om socialistische doelen te bereiken’, een omschrijving van de zogenaamde Derde Weg die hij ontleent aan Tony Blairs adviseur Anthony Giddens.

De partij heeft de afgelopen 30 jaar, waarvan 20 jaar in de regering, bezuinigd en overheidsdiensten gerationaliseerd, bedrijfsmatig werken bevorderd en dus ook het aantal managers en adviseurs. De overheid moest vooral ‘klantgericht’ worden, en ‘maatwerk’ leveren. Hetgeen resulteerde in een vloed van regels ‘waarvan juist de burgers in de zwakste positie als eerste het slachtoffer worden’.

Tjeenk Willink vindt dat overheidsdiensten de deskundigen niet meer moeten inhuren maar in dienst nemen. ‘Een goed functionerende democratische rechtsstaat heeft een bureaucratie die inhoudelijk deskundig is, kritisch en loyaal.’ En als rechtgeaard jurist pleit hij voor een versterking van de rechterlijke macht, volgens hem essentieel om te voorkomen dat ‘het recht van de sterkste’ zal prevaleren. Daarom, schrijft hij, moet er een Constitutioneel Hof komen, zoals in bijna alle Europese landen.

Volg en lees meer over:  POLITIEK   POLITIEKE PARTIJEN   NEDERLAND   PVDA

PvdA’ers blikken terug op de moeder aller nederlagen: ‘De patiënt ligt er prima bij, de chirurg is dood’

Partijleider Asscher: terugkeer naar oude glorie zit er niet snel in

VK 07.12.2017 In een nieuwe interviewbundel kijken negentien PvdA’ers terug op de epische verkiezingsnederlaag van hun partij. Wrok en zelfkritiek strijden om voorrang. ‘Elke stap voorwaarts is uitgevent als een totale nederlaag.’

Van 38 zetels terugvallen naar 9 zetels: het hoeft een politicus niet noodzakelijkerwijs nederig te stemmen. In de vandaag verschijnende interviewbundel De neergang van de PvdA van NOS-journalist Wilco Boom krijgt de moeder aller politieke nederlagen soms heroïsche trekjes. De PvdA heeft zich in de ogen van enkele hoofdrolspelers onverschrokken opgeofferd voor het landsbelang. Dan maar de lucht in, anno 2017.

Volgens Wouter Bos gaat Rutte II de geschiedenis in als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’

Zo is ex-informateur Wouter Bos ervan overtuigd dat Rutte II de geschiedenis ingaat als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’. Ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vindt dat er ‘heel veel dingen goed zijn gedaan’ en volgens ex-minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans is het overeind houden van de PvdA van secundair belang. ‘Uiteindelijk is er maar één maatstaf: laat je het land beter achter dan je het hebt aangetroffen.’

Ex-partijleider en hoofdarchitect van Rutte II, Diederik Samsom, zit ook op die lijn. In zijn gesprek met Boom omschrijft hij de PvdA als een onzelfzuchtige arts. Samsom: ‘De patiënt, Nederland, ligt er prima bij, die doet het geweldig. Maar de chirurg is dood, hij heeft zichzelf door de pols gesneden. Als ik dan toch moet kiezen met mijn diepcalvinistische inborst: de operatie moet slagen, de patiënt moet beter worden, dus dan de chirurg maar.’

Dankbaarheid

René Cuperus meent dat Samsom ‘totaal geen gevoel had voor de kwetsbaarheid van de sociaal-democratie’

Blijft de vraag waarom de opgeknapte patiënt geen greintje dankbaarheid toonde. De antwoorden die in het boek worden gegeven, lopen nogal uiteen, maar de negentien geïnterviewde PvdA’ers – van kopstukken tot kritische buitenstaanders – constateren wel dat de ideologische bleekheid (‘waar staan we voor in drie heldere zinnen?’) al eerder is opgetreden. Het bezuinigingskabinet-Rutte II zette een turbo op de neergang.

René Cuperus, ex-medewerker van het wetenschappelijk bureau van PvdA en Volkskrant-columnist, prijst ‘op zich’ de moed van Samsom, maar verwijt de ex-partijleider technocratische ‘ingenieurspolitiek’ en meent dat hij ‘totaal geen gevoel had voor de kwetsbaarheid van de sociaal-democratie’. De loodzware hervormingsagenda van Rutte II bleef overeind; de PvdA kreeg ‘een zenuwinzinking’.

Geen geloof meer

Die laatste diagnose is overigens weer van Samsom, die zijn eigen partij in meerdere varianten hekelt als ‘de grootste tegenstander van wat we aan het doen waren’. ‘Wij als club zijn er vier jaar lang in geslaagd werkelijk elke overwinning, elke stap voorwaarts te beleven én uit te venten als een totale nederlaag.’ En: ‘De club die vlak voor de finish z’n leider van de wagen gooit, geeft één duidelijke boodschap aan de kiezer: wij geloven er niet meer in.’

Ook Frans Timmermans klaagt dat kritische PvdA’ers voordurend deden alsof de partij door de coalitie met de VVD was ‘uitgeleverd aan de baarlijke duivel’. ‘Dan moet je niet verbaasd zijn dat de kiezers bij je weglopen.’

Omgekeerd uiten andere PvdA’ers weer harde kritiek op de losgezongen partijtop. Ex-directeur van het wetenschappelijk bureau Monika Sie Dhian Ho: ‘Samsom, Dijsselbloem en Bos zijn met alle respect carrièrepolitici die niet veel hebben met de partij, met de vereniging die de PvdA is.’

Asscher wil nooit meer zonder een andere linkse partij in ‘een rechts kabinet’ zitten

Oude rekeningen

Zo worden en passant enkele oude rekeningen vereffend in het boek van Boom. Aan Lodewijk Asscher, de nieuwe partijleider die vandaag het eerste exemplaar in ontvangst neemt, de taak om het allemaal goed te maken. Hij toont in het boek zelfkritiek over zijn rol in het kabinet-Rutte II (‘dat het anders had gemoeten is volstrekt evident’) en hij wil nooit meer zonder een andere linkse partij in ‘een rechts kabinet’ zitten.

Een terugkeer naar oude glorie zit er volgens Asscher niet snel in – ‘de tijd van de grote partijen is voorbij’ – maar er blijft volgens hem een rol weggelegd voor de PvdA. ‘Het is mijn taak om de PvdA een nieuwe plek te geven. Wat die plek ook is.’

Betrokkenen over de nederlaag en Rutte II

Kabinetsformatiegesprek met informateurs Kamp en Bos, Rutte en Blok (VVD) en Samsom en Dijsselbloem (PvdA). © Maarten Hartman / Hollandse Hoogte

Ik mag graag zeggen dat dit het kabinet-Bos was. Omdat hij de founding father is van dit regeerakkoord, omdat het regeerakkoord zo’n dwangbuis is geweest voor de bewindslieden, omdat hij zo dicht bij Samsom en Dijsselbloem staat en omdat ook Asscher zich blijft oriënteren op Bos.

Monika Sie Dhian Ho, ex-directeur van het wetenschappelijk bureau, over informateur Bos

Op de ledenraad na de Kamerverkiezingen concludeerden jullie, journalisten, zogenaamd grootmoedig maar gniffelend dat het zo goed was dat de PvdA die bijeenkomst hield. Neeeeee! Het was One Flew Over the Cuckoo’s Nest wat daar gebeurde.

Diederik Samsom over de PvdA-ledenraad na de verkiezingsnederlaag

Zijn hoge denk- en werktempo, zijn drive, maken het voor Samsom heel lastig mensen mee te nemen, om met zijn rug tegen een stoel te gaan zitten en gewoon eens te luisteren naar anderen.

Angelien Eijsink, ex-PvdA-Kamerlid

Het coördinatieoverleg van de vier heren was gericht op alles wegduwen wat vraagtekens zette bij wat er gebeurde.

Agnes Jongerius, PvdA-europarlementariër over het vierkoppige leiderschap van Samsom, Dijsselbloem, Asscher en Spekman.

We hebben afspraken gemaakt die voor linkse kiezers buitengewoon moeilijk te verteren waren. En ook dingen gedaan die we achteraf misschien niet hadden moeten doen.

Lodewijk Asscher over het regeerakkoord van Rutte II.

Terugblikken en ‘hergroeperen’

Zo gaan de ministers van Rutte II de geschiedenis in
Het langstzittende naoorlogse kabinet stevent op het einde af. Rutte II ging stoïcijns de crisis te lijf, maar wist zichzelf niet geliefd te maken. Hoe gaan de ministers de politieke geschiedenis in? (+)

‘Achteraf gezien had ik keihard op tafel moeten slaan’
In oktober zwaaide Hans Spekman af als voorzitter van de PvdA. Hoe heeft zijn partij het vertrouwen van zo veel kiezers kunnen verspelen? (+)

Hoopvol gestemd PvdA met meer linksere accenten
In een woonwinkelcentrum te Nieuwegein was de PvdA in oktober bijeen om zichzelf te ‘hergroeperen’. ‘Politiek gaat niet over statistieken maar over mensen en geluk.’ De partij hoopt dat de ‘linkse lente’ is begonnen.

Deze politieke memoires zijn de moeite waard

Politieke memoires: Nederland heeft er geen rijke traditie in. De oud-premiers Drees en Den Uyl? Géén memoires. Wim Kok bleef stil na acht jaar premierschap, evenals Jan Peter Balkenende. Recordpremier Ruud Lubbers zegt dat hij al zijn herinneringen twintig jaar geleden als eens heeft opgeschreven maar niet overging tot publicatie. Ergens ligt dus nog een goudmijn te wachten. Deze zijn de moeite waard volgens politieke commentator Raoul du Pré.

©

Volg en lees meer over:  BOEKEN   POLITIEK   PVDA   NEDERLAND

PvdA’ers blikken terug op de moeder aller nederlagen: ‘De patiënt ligt er prima bij, de chirurg is dood’

Partijleider Asscher: terugkeer naar oude glorie zit er niet snel in

VK 07.12.2017 In een nieuwe interviewbundel kijken negentien PvdA’ers terug op de epische verkiezingsnederlaag van hun partij. Wrok en zelfkritiek strijden om voorrang. ‘Elke stap voorwaarts is uitgevent als een totale nederlaag.’

Van 38 zetels terugvallen naar 9 zetels: het hoeft een politicus niet noodzakelijkerwijs nederig te stemmen. In de vandaag verschijnende interviewbundel De neergang van de PvdA van NOS-journalist Wilco Boom krijgt de moeder aller politieke nederlagen soms heroïsche trekjes. De PvdA heeft zich in de ogen van enkele hoofdrolspelers onverschrokken opgeofferd voor het landsbelang. Dan maar de lucht in, anno 2017.

Volgens Wouter Bos gaat Rutte II de geschiedenis in als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’

Zo is ex-informateur Wouter Bos ervan overtuigd dat Rutte II de geschiedenis ingaat als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’. Ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vindt dat er ‘heel veel dingen goed zijn gedaan’ en volgens ex-minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans is het overeind houden van de PvdA van secundair belang. ‘Uiteindelijk is er maar één maatstaf: laat je het land beter achter dan je het hebt aangetroffen.’

Ex-partijleider en hoofdarchitect van Rutte II, Diederik Samsom, zit ook op die lijn. In zijn gesprek met Boom omschrijft hij de PvdA als een onzelfzuchtige arts. Samsom: ‘De patiënt, Nederland, ligt er prima bij, die doet het geweldig. Maar de chirurg is dood, hij heeft zichzelf door de pols gesneden. Als ik dan toch moet kiezen met mijn diepcalvinistische inborst: de operatie moet slagen, de patiënt moet beter worden, dus dan de chirurg maar.’

Dankbaarheid

René Cuperus meent dat Samsom ‘totaal geen gevoel had voor de kwetsbaarheid van de sociaal-democratie’

Blijft de vraag waarom de opgeknapte patiënt geen greintje dankbaarheid toonde. De antwoorden die in het boek worden gegeven, lopen nogal uiteen, maar de negentien geïnterviewde PvdA’ers – van kopstukken tot kritische buitenstaanders – constateren wel dat de ideologische bleekheid (‘waar staan we voor in drie heldere zinnen?’) al eerder is opgetreden. Het bezuinigingskabinet-Rutte II zette een turbo op de neergang.

René Cuperus, ex-medewerker van het wetenschappelijk bureau van PvdA en Volkskrant-columnist, prijst ‘op zich’ de moed van Samsom, maar verwijt de ex-partijleider technocratische ‘ingenieurspolitiek’ en meent dat hij ‘totaal geen gevoel had voor de kwetsbaarheid van de sociaal-democratie’. De loodzware hervormingsagenda van Rutte II bleef overeind; de PvdA kreeg ‘een zenuwinzinking’.

Geen geloof meer

Die laatste diagnose is overigens weer van Samsom, die zijn eigen partij in meerdere varianten hekelt als ‘de grootste tegenstander van wat we aan het doen waren’. ‘Wij als club zijn er vier jaar lang in geslaagd werkelijk elke overwinning, elke stap voorwaarts te beleven én uit te venten als een totale nederlaag.’ En: ‘De club die vlak voor de finish z’n leider van de wagen gooit, geeft één duidelijke boodschap aan de kiezer: wij geloven er niet meer in.’

Ook Frans Timmermans klaagt dat kritische PvdA’ers voordurend deden alsof de partij door de coalitie met de VVD was ‘uitgeleverd aan de baarlijke duivel’. ‘Dan moet je niet verbaasd zijn dat de kiezers bij je weglopen.’

Omgekeerd uiten andere PvdA’ers weer harde kritiek op de losgezongen partijtop. Ex-directeur van het wetenschappelijk bureau Monika Sie Dhian Ho: ‘Samsom, Dijsselbloem en Bos zijn met alle respect carrièrepolitici die niet veel hebben met de partij, met de vereniging die de PvdA is.’

Asscher wil nooit meer zonder een andere linkse partij in ‘een rechts kabinet’ zitten

Oude rekeningen

Zo worden en passant enkele oude rekeningen vereffend in het boek van Boom. Aan Lodewijk Asscher, de nieuwe partijleider die vandaag het eerste exemplaar in ontvangst neemt, de taak om het allemaal goed te maken. Hij toont in het boek zelfkritiek over zijn rol in het kabinet-Rutte II (‘dat het anders had gemoeten is volstrekt evident’) en hij wil nooit meer zonder een andere linkse partij in ‘een rechts kabinet’ zitten.

Een terugkeer naar oude glorie zit er volgens Asscher niet snel in – ‘de tijd van de grote partijen is voorbij’ – maar er blijft volgens hem een rol weggelegd voor de PvdA. ‘Het is mijn taak om de PvdA een nieuwe plek te geven. Wat die plek ook is.’

Betrokkenen over de nederlaag en Rutte II

Kabinetsformatiegesprek met informateurs Kamp en Bos, Rutte en Blok (VVD) en Samsom en Dijsselbloem (PvdA). © Maarten Hartman / Hollandse Hoogte

Ik mag graag zeggen dat dit het kabinet-Bos was. Omdat hij de founding father is van dit regeerakkoord, omdat het regeerakkoord zo’n dwangbuis is geweest voor de bewindslieden, omdat hij zo dicht bij Samsom en Dijsselbloem staat en omdat ook Asscher zich blijft oriënteren op Bos.

Monika Sie Dhian Ho, ex-directeur van het wetenschappelijk bureau, over informateur Bos

Op de ledenraad na de Kamerverkiezingen concludeerden jullie, journalisten, zogenaamd grootmoedig maar gniffelend dat het zo goed was dat de PvdA die bijeenkomst hield. Neeeeee! Het was One Flew Over the Cuckoo’s Nest wat daar gebeurde.

Diederik Samsom over de PvdA-ledenraad na de verkiezingsnederlaag

Zijn hoge denk- en werktempo, zijn drive, maken het voor Samsom heel lastig mensen mee te nemen, om met zijn rug tegen een stoel te gaan zitten en gewoon eens te luisteren naar anderen.

Angelien Eijsink, ex-PvdA-Kamerlid

Het coördinatieoverleg van de vier heren was gericht op alles wegduwen wat vraagtekens zette bij wat er gebeurde.

Agnes Jongerius, PvdA-europarlementariër over het vierkoppige leiderschap van Samsom, Dijsselbloem, Asscher en Spekman.

We hebben afspraken gemaakt die voor linkse kiezers buitengewoon moeilijk te verteren waren. En ook dingen gedaan die we achteraf misschien niet hadden moeten doen.

Lodewijk Asscher over het regeerakkoord van Rutte II.

Terugblikken en ‘hergroeperen’

Zo gaan de ministers van Rutte II de geschiedenis in
Het langstzittende naoorlogse kabinet stevent op het einde af. Rutte II ging stoïcijns de crisis te lijf, maar wist zichzelf niet geliefd te maken. Hoe gaan de ministers de politieke geschiedenis in? (+)

‘Achteraf gezien had ik keihard op tafel moeten slaan’
In oktober zwaaide Hans Spekman af als voorzitter van de PvdA. Hoe heeft zijn partij het vertrouwen van zo veel kiezers kunnen verspelen? (+)

Hoopvol gestemd PvdA met meer linksere accenten
In een woonwinkelcentrum te Nieuwegein was de PvdA in oktober bijeen om zichzelf te ‘hergroeperen’. ‘Politiek gaat niet over statistieken maar over mensen en geluk.’ De partij hoopt dat de ‘linkse lente’ is begonnen.

Deze politieke memoires zijn de moeite waard

Politieke memoires: Nederland heeft er geen rijke traditie in. De oud-premiers Drees en Den Uyl? Géén memoires. Wim Kok bleef stil na acht jaar premierschap, evenals Jan Peter Balkenende. Recordpremier Ruud Lubbers zegt dat hij al zijn herinneringen twintig jaar geleden als eens heeft opgeschreven maar niet overging tot publicatie. Ergens ligt dus nog een goudmijn te wachten. Deze zijn de moeite waard volgens politieke commentator Raoul du Pré.

©

Volg en lees meer over:  BOEKEN   POLITIEK   PVDA   NEDERLAND

december 9, 2017 Posted by | 2e kamer, 2e kamerverkiezingen 2017, bezuinigingen, formatie, gemeenteraadsverkiezingen 2018, Paul Depla PvdA, peiling, politiek, PvdA, Rutte 2, verkiezingen, verkiezingen 2017, VVD-PvdA, Zorg | , , , , , , , | 1 reactie

PvdA in de steigers – fase 3 rouwverwerkingsproces

Weer paniek in de tent

Alweer schreef een voormalig Tweede Kamerlid een boek waarin hij uit de school klapt. Ditmaal is het Roelof van Laar, backbencher van de PvdA. Teleurgesteld blikt hij terug op het leven in de coalitie die het tweede kabinet-Rutte vijf jaar lang overeind hield. Van Laar spaart zijn partijleider Diederik Samsom niet en ook dat is inmiddels een traditie.

Ook de PvdA heeft nu dus zijn eigen Ybeltje Berckmoes – de vrouw die een boekje opendeed over haar tijd bij de VVD-fractie. Oud-Kamerlid Ybeltje Berckmoes trekt namelijk fel van leer tegen haar oude partij, de VVD.  Zij  publiceerde haar boek ‘Voorlichting loopt met u mee tot aan het ravijn’ over haar tijd op het Binnenhof, waarin ze onthullingen doet over de kadaverdiscipline in de liberale fractie.

En ook oud-Kamerlid Sharon Gesthuizen deed onlangs nog een boekje open over een van de meest gesloten partijen van Nederland, de SP. In haar boek ‘Schoonheid, macht, liefde in het leven en de politiek’ maakt ze de kachel aan met Jan Marijnissen, die in de partij als een dictator regeerde.

Roelof van Laar

Roelof van Laar, voormalig PvdA-Kamerlid, schrijft in een boek dat maandag wordt gepubliceerd, dat Diederik Samsom boos was op Lodewijk Asscher, toen laatstgenoemde zich mengde in de strijd om PvdA-leiderschap, én won.

Dat schrijft voormalig PvdA-Kamerlid Roelof van Laar in zijn boek Eerlijk duurde niet zo lang, dat maandag verschijnt. Samsom legde het in de strijd om het lijsttrekkersschap uiteindelijk af tegen Asscher, die nu de PvdA leidt.

Samsom, de verliezend partijleider, zei dat hij zich verraden voelde toen Van Laar vertelde dat hij Asscher zou steunen, blijkt uit het boek Eerlijk duurde niet zo lang.

Tussen u en Samsom is het nooit meer goed gekomen. U steunde Lodewijk Asscher bij de strijd om het lijsttrekkerschap.
,,Toen ik dat Diederik vertelde, hoorde ik dat hij wel een verkiezing wilde, maar niet tegen Lodewijk. Die had hij immers naar Den Haag gehaald. Hij noemde dat verraad. Ik was daar heel erg verrast over. Ik dacht tot dat gesprek dat het allemaal in harmonie was afgestemd.”

Samsom sprak over verraad van Asscher

Het verbaasde Van Laar, zegt hij in een interview met het AD. ‘Ik dacht tot dat gesprek [met Samsom. red.] dat het allemaal in harmonie was afgestemd.’ Samsom zou op zich wel voor een verkiezingsstrijd zijn geweest, maar niet tegen Asscher. Die had hij immers naar Den Haag gehaald. Tussen Samsom en Van Laar boterde het al enige tijd niet meer. Het Kamerlid was door de toenmalige fractieleider in 2016 onder druk gezet om in te stemmen met de militaire campagne tegen Islamitische Staat in Syrië.

Volgens Van Laar dreigde Samsom 150 miljoen euro aan hulpgeld voor vluchtelingen in te trekken als Van Laar zijn verzet niet zou opgeven. ‘Ik heb toen toch vóór gestemd. Maar het was niet nodig om me met geweld door de pomp te krijgen, de missie zou sowieso doorgaan. Dat bleef me maanden dwarszitten,’ aldus Van Laar, die daarop besloot Asscher te steunen.

Lees ook; Lodewijk Asscher, kijk naar Edith Schippers, zo kan het ook!

Onder Asscher werd de PvdA gedecimeerd

Samsom zegt in een reactie in het AD dat ‘ieder Kamerlid het recht heeft op zijn of haar eigen herinneringen. Ik heb begrepen dat het een heel mooi boek is over Roelofs tijd als Kamerlid, ik ga het heus ooit een keer lezen.’ Hij verliet na zijn verlies in december vorig jaar de politiek. In mei werd bekend dat Samsom aan de slag zou gaan in de afval- en recyclingbranche.

Hij is als adviseur verbonden aan een van de grootste Nederlandse afvalverwerkers, HVC in Alkmaar. Asscher nam het PvdA-roer van hem over, maar kreeg een geweldige dreun te verwerken tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in maart dit jaar. De PvdA hield maar negen zetels over en is nu kleiner dan de SP en GroenLinks.

Ook deze Kamerleden klapten uit de school na het verlaten van de fractie;

Het boek van Roelof van Laar PvdA past dus in wat inmiddels een bescheiden trend mag heten: Kamerlid klapt uit de school na verlaten fractie. Sharon Gesthuisen doet in Schoonheid macht liefde een boekje open over de partijcultuur bij de SPYbeltje Berckmoes beschrijft in Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn de rol van de afdeling voorlichting bij de VVD. Een constante: de partijleiding moet het ontgelden; bij Gesthuizen is dat Jan Marijnissen, bij Berckmoes komt Halbe Zijlstra er slecht vanaf.

‘Mislukt Kamerlid’ Ybeltje Berckmoes schrijft meedogenloos boek over VVD
Als Kamerlid heeft Ybeltje Berckmoes bijna zes jaar lang gezwegen. Maar nadat de wegen van Kamerfractie en Berckmoes – ongetwijfeld tot beider grote opluchting – zich hebben gescheiden, lucht ze haar hart.

Voormalig SP-Kamerlid Gesthuizen bekritiseert Marijnissen in boek: ‘Ik voelde me nooit veilig’
Onder leiding van Jan Marijnissen voelde Kamerlid Sharon Gesthuizen zich nooit veilig bij de SP, zo schrijft ze in een openhartig boek dat volgende week verschijnt. Een klein half jaar na haar vertrek uit de Kamer blikt Gesthuizen in Schoonheid macht liefde terug op ruim tien jaar Kamerlidmaatschap, van eind 2006 tot begin 2017. Het is vooral een verhaal van heel hard werken en weinig waardering. Meermaals beschrijft ze dat Marijnissens wil wet was.

Ybeltje Berckmoes © Hollandse Hoogte

PvdA terug naar het Volkskoffiehuis???

In de regel wordt verondersteld dat het om een verlate erfenis van de Fortuyn-revolte van 2002 gaat. Dat is een misverstand. In werkelijkheid raakten de traditionele volkspartijen al tien jaar voor de opkomst van de Goddelijke Kale in paniek omdat ze het gevoel hadden het contact met de gewone man te zijn kwijtgeraakt.

AD 23.11.2017

Tot de PvdA drong de kloof met de burger vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1990 door. Peilingen wezen uit dat de achterban de coalitie tussen Wim Kok en Ruud Lubbers niet pruimde. De arbeidersklasse (zo noemde je die toen nog) dreigde niet te gaan stemmen, net als de jongeren.

Wat ook uitkwam: bij de verkiezingen verloor de PvdA in de grote steden in één klap een derde van haar aanhang. Het partijbestuur wilde weten wat de oorzaak van de ontevredenheid was en verspreidde op braderieën en marktpleinen twee miljoen exemplaren van het Oor (‘ons belangrijkste partijorgaan’), een briefkaart waarop mensen hun klachten kwijt konden en die kon worden geretourneerd aan de PvdA. Wat kwam er een agressie los!

Ouderen misten de strijdlust van vroeger, jongeren vonden de PvdA juist niet modern genoeg. Werknemers verweten de partij nog alleen oog te hebben voor de noden van de uitkeringsgerechtigden en andersom. Tweeverdieners uit Almere en Nieuwegein klaagden over de hoge autokosten. En natuurlijk waren er de bewoners van multiculturele wijken als Lombok die meldden dat ze hun straat niet meer herkenden.

INTROSPECTIE VAN DE DAG – Patiënt gered, arts overleden

Ex-informateur Wouter Bos is ervan overtuigd dat Rutte II de geschiedenis ingaat als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’. Ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vindt dat er ‘heel veel dingen goed zijn gedaan’ en volgens ex-partijleider Diederik Samsom is de PvdA als een onzelfzuchtige arts: ‘De patiënt, Nederland, ligt er prima bij. Maar de chirurg is dood. Hij heeft zichzelf door de pols gesneden.’

Deze en vele andere PvdA-kopstukken komen aan het woord in de vandaag verschenen interviewbundel ‘De neergang van de PvdA’ van NOS-journalist Wilco Boom. En dat levert een verrassend inkijkje op in de psyche van de partij. Verslaggever Frank Hendrickx: ‘Van 38 zetels terugvallen naar 9 zetels: het hoeft een politicus niet noodzakelijkerwijs nederig te stemmen.’ De moeder aller nederlagen krijgt zo soms zelfs heroïsche trekjes.

Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volgende

zie ook: PvdA in de steigers – fase 2 rouwverwerkingsproces

zie ook: PvdA in de steigers – fase 1 rouwverwerkingsproces

Rapport: Op-de-toekomst-Paul-Depla

zie ook: Fusie PvdA, GroenLinks, SP ??

zie ook: Populisme versus de opkomst van onvrede en onrust

zie ook: Tot ziens wethouder Rabin Baldewsingh PvdA !!!

zie ook: PvdA – aftrap Haagse gemeenteraadsverkiezingen 21.03.2018

zie ook: PvdA 70 jaar partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – en meer

zie ook: PvdA over de Rooie vanwege het Schaliegas – deel 4

zie ook: PvdA versus Code Rood

zie ook: De PVDA is te onzichtbaar geworden

zie verder ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 5

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 4

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 3

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 2

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel1

zie ook: Wethouder Rabin Baldewsingh PvdA luidt de noodklok

zie ook: Het Rode Bolwerk in Amsterdam is gebarsten – deel 2

zie ook: Het einde van de PvdA ??

zie ook: Is de ‘Elitaire’ samenstelling van de 2e kamer een afspiegeling van de samenleving ??

zie ook: PvdA, Partij van de Academici in 2010?

Samsom en Asscher na de lijsttrekkersverkiezing eind vorig jaar. © anp

INTROSPECTIE VAN DE DAG – Patiënt gered, arts overleden

Ex-informateur Wouter Bos is ervan overtuigd dat Rutte II de geschiedenis ingaat als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’. Ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vindt dat er ‘heel veel dingen goed zijn gedaan’ en volgens ex-partijleider Diederik Samsom is de PvdA als een onzelfzuchtige arts: ‘De patiënt, Nederland, ligt er prima bij. Maar de chirurg is dood. Hij heeft zichzelf door de pols gesneden.’

Deze en vele andere PvdA-kopstukken komen aan het woord in de vandaag verschenen interviewbundel ‘De neergang van de PvdA’ van NOS-journalist Wilco Boom. En dat levert een verrassend inkijkje op in de psyche van de partij. Verslaggever Frank Hendrickx: ‘Van 38 zetels terugvallen naar 9 zetels: het hoeft een politicus niet noodzakelijkerwijs nederig te stemmen.’ De moeder aller nederlagen krijgt zo soms zelfs heroïsche trekjes.

PvdA’ers blikken terug op de moeder aller nederlagen: ‘De patiënt ligt er prima bij, de chirurg is dood’

Partijleider Asscher: terugkeer naar oude glorie zit er niet snel in

VK 07.12.2017 In een nieuwe interviewbundel kijken negentien PvdA’ers terug op de epische verkiezingsnederlaag van hun partij. Wrok en zelfkritiek strijden om voorrang. ‘Elke stap voorwaarts is uitgevent als een totale nederlaag.’

Van 38 zetels terugvallen naar 9 zetels: het hoeft een politicus niet noodzakelijkerwijs nederig te stemmen. In de vandaag verschijnende interviewbundel De neergang van de PvdA van NOS-journalist Wilco Boom krijgt de moeder aller politieke nederlagen soms heroïsche trekjes. De PvdA heeft zich in de ogen van enkele hoofdrolspelers onverschrokken opgeofferd voor het landsbelang. Dan maar de lucht in, anno 2017.

Volgens Wouter Bos gaat Rutte II de geschiedenis in als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’

Zo is ex-informateur Wouter Bos ervan overtuigd dat Rutte II de geschiedenis ingaat als ‘een van de beste kabinetten die we gehad hebben in Nederland’. Ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vindt dat er ‘heel veel dingen goed zijn gedaan’ en volgens ex-minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans is het overeind houden van de PvdA van secundair belang. ‘Uiteindelijk is er maar één maatstaf: laat je het land beter achter dan je het hebt aangetroffen.’

Ex-partijleider en hoofdarchitect van Rutte II, Diederik Samsom, zit ook op die lijn. In zijn gesprek met Boom omschrijft hij de PvdA als een onzelfzuchtige arts. Samsom: ‘De patiënt, Nederland, ligt er prima bij, die doet het geweldig. Maar de chirurg is dood, hij heeft zichzelf door de pols gesneden. Als ik dan toch moet kiezen met mijn diepcalvinistische inborst: de operatie moet slagen, de patiënt moet beter worden, dus dan de chirurg maar.’

Dankbaarheid

René Cuperus meent dat Samsom ‘totaal geen gevoel had voor de kwetsbaarheid van de sociaal-democratie’

Blijft de vraag waarom de opgeknapte patiënt geen greintje dankbaarheid toonde. De antwoorden die in het boek worden gegeven, lopen nogal uiteen, maar de negentien geïnterviewde PvdA’ers – van kopstukken tot kritische buitenstaanders – constateren wel dat de ideologische bleekheid (‘waar staan we voor in drie heldere zinnen?’) al eerder is opgetreden. Het bezuinigingskabinet-Rutte II zette een turbo op de neergang.

René Cuperus, ex-medewerker van het wetenschappelijk bureau van PvdA en Volkskrant-columnist, prijst ‘op zich’ de moed van Samsom, maar verwijt de ex-partijleider technocratische ‘ingenieurspolitiek’ en meent dat hij ‘totaal geen gevoel had voor de kwetsbaarheid van de sociaal-democratie’. De loodzware hervormingsagenda van Rutte II bleef overeind; de PvdA kreeg ‘een zenuwinzinking’.

Geen geloof meer

Die laatste diagnose is overigens weer van Samsom, die zijn eigen partij in meerdere varianten hekelt als ‘de grootste tegenstander van wat we aan het doen waren’. ‘Wij als club zijn er vier jaar lang in geslaagd werkelijk elke overwinning, elke stap voorwaarts te beleven én uit te venten als een totale nederlaag.’ En: ‘De club die vlak voor de finish z’n leider van de wagen gooit, geeft één duidelijke boodschap aan de kiezer: wij geloven er niet meer in.’

Ook Frans Timmermans klaagt dat kritische PvdA’ers voordurend deden alsof de partij door de coalitie met de VVD was ‘uitgeleverd aan de baarlijke duivel’. ‘Dan moet je niet verbaasd zijn dat de kiezers bij je weglopen.’

Omgekeerd uiten andere PvdA’ers weer harde kritiek op de losgezongen partijtop. Ex-directeur van het wetenschappelijk bureau Monika Sie Dhian Ho: ‘Samsom, Dijsselbloem en Bos zijn met alle respect carrièrepolitici die niet veel hebben met de partij, met de vereniging die de PvdA is.’

Asscher wil nooit meer zonder een andere linkse partij in ‘een rechts kabinet’ zitten

Oude rekeningen

Zo worden en passant enkele oude rekeningen vereffend in het boek van Boom. Aan Lodewijk Asscher, de nieuwe partijleider die vandaag het eerste exemplaar in ontvangst neemt, de taak om het allemaal goed te maken. Hij toont in het boek zelfkritiek over zijn rol in het kabinet-Rutte II (‘dat het anders had gemoeten is volstrekt evident’) en hij wil nooit meer zonder een andere linkse partij in ‘een rechts kabinet’ zitten.

Een terugkeer naar oude glorie zit er volgens Asscher niet snel in – ‘de tijd van de grote partijen is voorbij’ – maar er blijft volgens hem een rol weggelegd voor de PvdA. ‘Het is mijn taak om de PvdA een nieuwe plek te geven. Wat die plek ook is.’

Betrokkenen over de nederlaag en Rutte II

Kabinetsformatiegesprek met informateurs Kamp en Bos, Rutte en Blok (VVD) en Samsom en Dijsselbloem (PvdA). © Maarten Hartman / Hollandse Hoogte

Ik mag graag zeggen dat dit het kabinet-Bos was. Omdat hij de founding father is van dit regeerakkoord, omdat het regeerakkoord zo’n dwangbuis is geweest voor de bewindslieden, omdat hij zo dicht bij Samsom en Dijsselbloem staat en omdat ook Asscher zich blijft oriënteren op Bos.

Monika Sie Dhian Ho, ex-directeur van het wetenschappelijk bureau, over informateur Bos

Op de ledenraad na de Kamerverkiezingen concludeerden jullie, journalisten, zogenaamd grootmoedig maar gniffelend dat het zo goed was dat de PvdA die bijeenkomst hield. Neeeeee! Het was One Flew Over the Cuckoo’s Nest wat daar gebeurde.

Diederik Samsom over de PvdA-ledenraad na de verkiezingsnederlaag

Zijn hoge denk- en werktempo, zijn drive, maken het voor Samsom heel lastig mensen mee te nemen, om met zijn rug tegen een stoel te gaan zitten en gewoon eens te luisteren naar anderen.

Angelien Eijsink, ex-PvdA-Kamerlid

Het coördinatieoverleg van de vier heren was gericht op alles wegduwen wat vraagtekens zette bij wat er gebeurde.

Agnes Jongerius, PvdA-europarlementariër over het vierkoppige leiderschap van Samsom, Dijsselbloem, Asscher en Spekman.

We hebben afspraken gemaakt die voor linkse kiezers buitengewoon moeilijk te verteren waren. En ook dingen gedaan die we achteraf misschien niet hadden moeten doen.

Lodewijk Asscher over het regeerakkoord van Rutte II.

Terugblikken en ‘hergroeperen’

Zo gaan de ministers van Rutte II de geschiedenis in
Het langstzittende naoorlogse kabinet stevent op het einde af. Rutte II ging stoïcijns de crisis te lijf, maar wist zichzelf niet geliefd te maken. Hoe gaan de ministers de politieke geschiedenis in? (+)

‘Achteraf gezien had ik keihard op tafel moeten slaan’
In oktober zwaaide Hans Spekman af als voorzitter van de PvdA. Hoe heeft zijn partij het vertrouwen van zo veel kiezers kunnen verspelen? (+)

Hoopvol gestemd PvdA met meer linksere accenten
In een woonwinkelcentrum te Nieuwegein was de PvdA in oktober bijeen om zichzelf te ‘hergroeperen’. ‘Politiek gaat niet over statistieken maar over mensen en geluk.’ De partij hoopt dat de ‘linkse lente’ is begonnen.

Deze politieke memoires zijn de moeite waard

Politieke memoires: Nederland heeft er geen rijke traditie in. De oud-premiers Drees en Den Uyl? Géén memoires. Wim Kok bleef stil na acht jaar premierschap, evenals Jan Peter Balkenende. Recordpremier Ruud Lubbers zegt dat hij al zijn herinneringen twintig jaar geleden als eens heeft opgeschreven maar niet overging tot publicatie. Ergens ligt dus nog een goudmijn te wachten. Deze zijn de moeite waard volgens politieke commentator Raoul du Pré.

©

Volg en lees meer over:  BOEKEN   POLITIEK   PVDA   NEDERLAND

PvdA bleef grootste partij

Elsevier 28.11.2017 Wie de laatste tijd in Leeuwarden is geweest, heeft kunnen zien wat een mooi opgeknapte stad het is. De PvdA heeft tijdens haar decennialange heerschappij blijkbaar goed voor Leeuwarden gezorgd.

Woensdag 22 november 2017 waren er herindelingsverkiezingen. De kiezers die de moeite namen om te stemmen – 40 procent – waren blijkbaar minder teleurgesteld in de lokale PvdA dan in de landelijke. Op 15 maart scoorde de PvdA bar slecht. Dit keer verloor de partij slechts één van de twaalf zetels en volgden GroenLinks en CDA op grote afstand op een gedeelde tweede plaats, met elk vijf zetels.

Lutz kon niet over het hoofd worden gezien

Dat de PvdA glorieerde, is waarschijnlijk voor een deel op het conto te schrijven van Lutz Jacobi. Zij had met haar partner eigenhandig 170 ‘Stem Lutz’-borden geplaatst, waardoor ze niet over het hoofd kon worden gezien. Simpel, maar effectief.

Lutz was Tweede Kamerlid en viel in Den Haag op doordat ze altijd wel een groep bezoekers achter zich aan had lopen. Een herkenbare volksvertegenwoordiger. Kom daar nog maar eens om in een parlement waar niet alleen de teksten, maar soms ook de leden voorgeprogrammeerd lijken.

Is de uitslag in het hoge Noorden een teken dat de PvdA aan het herstellen is? Dit waren lokale verkiezingen, zeggen de Friezen.

  Carla Joosten

Is politiek redacteur en analyseert de lokale verkiezingen in de Friese hoofdstad, waar de PvdA de grootste partij bleef.

Het ‘Lutz-effect’

Ook PvdA-leider Lodewijk Asscher rekende zich niet rijk en sprak over het ‘Lutz-effect’. Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart 2018 zal blijken of de PvdA ook elders in het land beter scoort dan bij de desastreus verlopen landelijke verkiezingen. Dat hangt af van de vraag of de partij ook elders over lijsttrekkers als Jacobi beschikt. Maar dan nog, Haagse kopstukken bepalen meestal de strijd. Zij zien lokale verkiezingen als een tussentijdse landelijke peiling. Het zou een verademing zijn als ze dit keer thuisblijven.

  Carla Joosten (1960) werkt sinds 2000 voor redactie Nederland bij Elsevier Weekblad. Ze is politiek redacteur in Den Haag en covert het koningshuis. Voor de Leven & Dood-pagina’s van Elsevier Weekblad verzorgt zij de nieuwtjes over mensen.

GERELATEERDE ARTIKELEN;

PvdA met Jacobi de grootste in Leeuwarden

Lutz Jacobi: ‘PvdA wordt hier gewoon weer de grootste’

Laat duizend Jacobi’s in den lande bloeien

Laat duizend Jacobi’s in den lande bloeien

Elsevier 24.11.2017 in Leeuwarden is geweest, heeft kunnen zien wat een mooi opgeknapte stad het is. De PvdA heeft tijdens haar decennialange heerschappij blijkbaar goed voor Leeuwarden gezorgd.

De burgemeester, oud-Kamerlid Ferd Crone – ook een PvdA’er – sjouwt zich een ongeluk voor de stad.

De kiezers die de moeite namen om te stemmen bij de herindelingsverkiezingen – 40 procent – waren blijkbaar minder teleurgesteld in de lokale PvdA dan in de landelijke, want ook in Leeuwarden scoorde de landelijke PvdA afgelopen maart bar slecht.

Meer politieke opinie van Carla Joosten lezen?

> Marathondebat over aflosboete was een grote poppenkast

170 ‘Stem Lutz’-borden geplaatst

Dit keer verloor de partij slechts één van de twaalf zetels en volgen GroenLinks en CDA op grote afstand op een gedeelde tweede plaats, met elk vijf zetels.

Dat de PvdA glorieerde is waarschijnlijk voor een deel op het conto te schrijven van Lutz Jacobi. Zij en haar partner hadden zelf 170 ‘Stem Lutz’-borden geplaatst waardoor ze niet over het hoofd kon worden gezien. Simpel maar effectief.

Altijd gevolgd door een groep

Lutz was Tweede Kamerlid en viel in Den Haag op door haar spontaniteit en ongecompliceerde optreden. Ze had altijd wel een groep bezoekers achter zich aan. Een herkenbare volksvertegenwoordiger. Een echt mens. Kom daar nog maar eens om in een parlement waar niet alleen de teksten maar soms ook de leden voorgeprogrammeerd lijken.

Is de uitslag in het hoge Noorden een teken dat de PvdA aan het herstellen is? Dit waren lokale verkiezingen, zeggen de Friezen.

Het ‘Lutz-effect’

Ook PvdA-leider Lodewijk Asscher rekende zich terecht niet rijk en sprak over het ‘Lutz-effect’. Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart zal blijken of de PvdA ook elders in het land beter scoort dan bij de landelijke verkiezingen.

Dat hangt af van de vraag of de partij ook elders over lijsttrekkers als Jacobi beschikt. Maar dan nog. Die verkiezingen zijn overal in het land en niet slechts in enkele gemeenten.

Haagse kopstukken mogen thuisblijven

De ervaring leert dat landelijke politici de gemeenteraadsverkiezingen gebruiken als een tussentijdse landelijke peiling en van die campagne een landelijke strijd maken.

Wat zou het een verademing zijn als dit op 21 maart niet het geval is. Laat de Haagse kopstukken thuisblijven en laat duizend Jacobi’s in den lande bloeien.

    Carla Joosten (1960) werkt sinds 2000 voor redactie Nederland bij Elsevier Weekblad. Ze is politiek redacteur in Den Haag en covert het koningshuis. Voor de Leven & Dood-pagina’s van Elsevier Weekblad verzorgt zij de nieuwtjes over mensen.

Wederopstanding van de PvdA in Leeuwarden door het ‘Lutz-effect’

VK 23.11.2017 Een zeteltje verlies, maar veruit de grootste. Onder aanvoering van lijsttrekker Lutz Jacobi beleefde de Partij van de Arbeid woensdag in Leeuwarden een ogenschijnlijke wederopstanding. Met elf zetels als resultaat van de herindelingsverkiezing liet de partij GroenLinks en CDA (beide vijf zetels) ruim achter zich.

De kater van de voor de PvdA dramatisch verlopen Tweede Kamerverkiezingen van maart lijkt ineens weggespoeld. ‘De Troelstra-geest waait weer rond Leeuwarden’, jubelde Jacobi. ‘Waanzinnig’, reageerde partijleider Lodewijk Asscher, die de geboren Katlijkse (‘no Lutz, no glory’) meermaals in Friesland bijstond bij het uitdelen van rozen. ‘Dit geeft ontzettend veel energie.’

De voorman wist zeker: we waren getuige van het ‘Lutz-effect’. Zelf kon de boerendochter er ook niet helemaal omheen: ‘Ik denk het’, tekende de Leeuwarder Courant uit haar mond op.

Haar hoofd was in elk geval niet te missen op de borden langs de provinciale wegen rond Leeuwarden. Met elf Haagse dienstjaren (2006-2017) is de politica bovendien veel bekender dan andere lijsttrekkers in Leeuwarden.

Authentiek, benaderbaar, volks: Jacobi is veel wat de PvdA volgens teleurgestelde kiezers ontbeert

Authentiek, benaderbaar, volks: Jacobi is daarbij veel wat de PvdA volgens teleurgestelde kiezers ontbeert. Die gunfactor lijkt ideologische grenzen te overstijgen. Zelfs VVD-coryfee Hans Wiegel zei in een videoboodschap misschien wel op haar te stemmen – als hij in Leeuwarden had gewoond.

Toch: Leeuwarden is altijd donkerrood gekleurd geweest. De PvdA was sinds haar oprichting de grootste in de stad van verzekeringskantoren en de meelfabriek van Koopmans.

De numerieke overmacht in de gemeenteraad nam in de loop der jaren wel af. Maar daar waar andere traditionele rode bolwerken in 2014 overgenomen werden door D66 of GroenLinks, bleef de Friese hoofdstad bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen een sociaal-democratisch bastion.

Anders dan bijvoorbeeld Groningen, Nijmegen en Amsterdam heeft Leeuwarden geen universiteit en is het aantal bakfietsen te overzien. Het maakt de kosmopolitische concurrentie van D66 en GroenLinks minder groot. Daarbij komt dat de SP nooit echt voet aan de grond heeft gekregen. Na intern geruzie mocht de lokale afdeling er woensdag van de partijtop niet eens meedoen.

Het zijn factoren die het Lutz-effect en de mogelijke sociaal-democratische herrijzenis in perspectief plaatsen. Toch mag de PvdA hoop putten uit de uitslag in Leeuwarden. Tijdens de Kamerverkiezingen in maart legde de partij het er nog af tegen bijna alle concurrenten: VVD, D66, GroenLinks, SP, CDA en PVV. En ook bij de andere herindelingsverkiezingen woensdag in Friesland, Groningen en Gelderland deed de PvdA het boven verwachting goed.

Volg en lees meer over:  POLITIEK   LEEUWARDEN   FRIESLAND   NEDERLAND  PVDA   POLITIEKE PARTIJEN

PvdA grote winnaar verkiezingen gemeente Leeuwarden 

NU 23.11.2017 De PvdA is de grote winnaar van de herindelingsverkiezingen in de gemeente Leeuwarden. De partij kreeg, ondanks het verlies van een zetel, twee keer zoveel stemmen als de nummer twee GroenLinks. Het opkomstpercentage in Leeuwarden ligt op 40,5 procent.

Volgens de voorlopige uitslagen krijgt de PvdA elf zetels, gevolgd door GroenLinks en het CDA met ieder vijf zetels, D66 en VVD volgen met vier zetels.

Het CDA is de grootste in de gemeente Súdwest-Fryslân. De partij kreeg tien zetels, gevolgd door de PvdA met zes zetels en de Fryske Nasjonale Partij (FNP) met vijf zetels. de opkomst was 45 procent.

Ook in de nieuwe Friese gemeente Waadhoeke komt het CDA als winnaar uit de bus met acht zetels. De lokale partij SAM Waadhoeke en gemeentebelangen kregen ieder zes zetels. De FNP volgt met vijf zetels. De opkomst ligt op 44,1 procent.

Gelderland 

In Gelderland waar de Rijnwaarden en Zevenaar samen verder zijn gegaan als gemeente Zevenaar behaalde volgens de voorlopige uitslagen Lokaal Belang tien zetels, gevolgd door het CDA (7), PvdA (3). de SP en VVD kregen ieder twee zetels. De opkomst lag op bijna 39 procent.

In Groningen werd de lokale partij Gemeentebelangen Westerwolde de grootste in de gelijknamige gemeente die een samenvoeging is van Bellingwedde en Vlagtwedde. De partij haalde zes zetels, de PvdA kreeg vijf zetels, de VVD en GroenLinks elk twee zetels en de Partij voor de Dieren een zetel. De opkomst lag op ruim 44 procent.

Ook in Midden-Groningen deed lokale partij het erg goed, GemeenteBelangen Midden-Groningen haalde vijf zetels, net zo veel als de SP en de PvdA. De VVD, CDA en de ChristenUnie kregen elk vier zetels. GroenLinks kreeg drie zetels, D66 twee en Leefbaar Midden-Groningen een. Midden-Groningen is een samenvoeging van Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde.

Herindelingsverkiezingen 

Woensdag mochten 309.121 stemgerechtigden een nieuwe gemeenteraad kiezen.

Veertien gemeenten gaan op in zes gemeenten. De herindeling gaat op 1 januari in. Inwoners van de fusiegemeenten hoeven volgend jaar maart niet opnieuw naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Dit geldt ook voor de gemeenten Edam-Volendam en het Brabantse Meierijstad, die respectievelijk in 2016 en 2017 heringedeeld zijn.

Herindelingsverkiezingen in Friesland, Groningen en Gelderland

Minder gemeenten 

Door de herindeling neemt het aantal gemeenten in Nederland opnieuw af. Begin dit jaar telde Nederland 388 gemeenten. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek gaan er nu acht vanaf en telt het land op 1 januari 380 gemeenten.

In Friesland wordt de gemeente Littenseradiel opgesplitst. Franekeradeel, het Bildt en Menaldumadeel en de dorpen Baaium, Spannum, Winsum en Wjelsryp van de gemeente Littenseradiel gaan op in de nieuwe gemeente Waadhoeke.

Leeuwarderadeel en de dorpen Baard, Bears, Easterlittens, Hilaard, Húns, Jellum, Jorwert, Leons, Mantgum en Weidum van Littenseradiel, zullen worden toegevoegd aa Leeuwarden.

En de eveneens onder Littenseradiel vallende dorpen Boazum, Britswert, Easterein, Easterwierrum, Hidaard, Hinnaard, Iens, Itens, Kûbaard, Lytsewierrum, Reahûs, Rien, Waaksens, Wiuwert en Wommels worden toegevoegd aan de gemeente Súdwest-Fryslân.

Groningen

In Groningen ontstaan twee nieuwe gemeenten. Vlagtwedde en Bellingwedde zullen opgaan in de nieuwe gemeente Westerwolde. Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren gaan op in de nieuwe gemeente Midden-Groningen.

En in Gelderland gaan gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar samen verder als Zevenaar.

Lees meer over: Herindelingsverkiezingen FrieslandGroningen Gelderland Gemeenten

PvdA met één zetel verlies toch winnaar verkiezingen Leeuwarden

VK 23.11.2017 De PvdA is woensdag de grote winnaar geworden van de herindelingsverkiezingen in de gemeente Leeuwarden. De partij, met als lijsttrekker oud-Kamerlid Lutz Jacobi, kreeg twee keer zoveel stemmen als de nummer twee, GroenLinks. Volgens de voorlopige uitslagen krijgt de PvdA elf zetels, eentje minder dan nu.

Wat zijn de thema’s?

Het zijn lokale verkiezingen met lokale thema’s, schrijft correspondent Jurre van den Berg. Zoals meer sociale huurwoningen (Midden-Groningen) en Duitse les op school (Westerwolde). Al is het ene lokaal het andere niet. In Leeuwarden dreigen tekorten op de gemeentebegroting door rijkskortingen op de zorg. In Britsum en Stiens maakt men zich druk om behoud van kleine scholen en andere voorzieningen.

Niettemin noemde PvdA-leider Lodewijk Asscher, die zijn partij gedecimeerd zag bij de landelijke verkiezingen, de uitslag woensdagavond een ‘prachtig resultaat’. GroenLinks en het CDA volgen in Leeuwarden met ieder vijf zetels. D66 en VVD behaalden vier zetels. Het opkomstpercentage in de hoofdstad van Friesland lag op 40,5 procent.

In de gemeente Súdwest-Fryslân, waar 45 procent van de kiesgerechtigden stemde, werd het CDA de grootste. De partij kreeg tien zetels (eentje meer dan nu), gevolgd door de PvdA, die met zes zetels even groot blijft. De Fryske Nasjonale Partij (FNP) handhaafde haar vijf zetels.

Ook in de nieuwe Friese gemeente Waadhoeke komt het CDA als winnaar uit de bus, met acht zetels. De lokale partijen SAM Waadhoeke en Gemeentebelangen kregen er ieder zes, de FNP vijf. Doordat het om een nieuwe gemeente gaat waarin drie oude gemeenten opgaan, kan een vergelijking met de vorige raadsverkiezing moeilijk worden gemaakt. De opkomst lag op 44,1 procent.

Gelderland en Groningen

In Gelderland, waar de Rijnwaarden en Zevenaar samen verder zijn gegaan als gemeente Zevenaar, behaalde Lokaal Belang tien zetels, gevolgd door het CDA (7 ) en PvdA (3). De SP en VVD kregen ieder twee zetels. De opkomst in Zevenaar lag op bijna 39 procent.

In Groningen werd de lokale partij Gemeentebelangen Westerwolde de grootste in de gemeente Westerwolde die een samenvoeging is van Bellingwedde en Vlagtwedde. De partij haalde zes zetels, de PvdA kreeg vijf zetels, de VVD en GroenLinks elk twee zetels en de Partij voor de Dieren een zetel. De opkomst lag op ruim 44 procent.

Ook in Midden-Groningen deed de lokale partij het erg goed. GemeenteBelangen Midden-Groningen haalde vijf zetels, net zo veel als de SP en de PvdA. De VVD, CDA en de ChristenUnie kregen elk vier zetels. GroenLinks kreeg drie zetels, D66 twee en Leefbaar Midden-Groningen een. Midden-Groningen is een samenvoeging van Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde.

Lokaal of landelijk?

Inwoners van zes Friese gemeenten konden woensdag naar de stembus voor herindelingsverkiezingen. Bij uitstek lokale verkiezingen dus. Maar wat deden dan de kopstukken van landelijke partijen in Leeuwarden?

Volg en lees meer over:  NEDERLAND   POLITIEK

PvdA de grote winnaar bij verkiezingen in Leeuwarden

AD 22.11.2017 De PvdA is de grote winnaar van de herindelingsverkiezingen in de gemeente Leeuwarden. De partij kreeg twee keer zoveel stemmen als de nummer twee GroenLinks.

Volgens de voorlopige uitslagen krijgt de PvdA in de Friese hoofdstad elf zetels, gevolgd door GroenLinks en het CDA met ieder vijf zetels, D66 en VVD volgen met vier zetels. Het opkomstpercentage in Leeuwarden ligt op 40,5 procent.

CDA

Het CDA is de grootste in de gemeente Súdwest-Fryslân. De partij kreeg tien zetels, gevolgd door de PvdA met zes zetels en de Fryske Nasjonale Partij (FNP) met vijf zetels. de opkomst was 45 procent.

Ook in de nieuwe Friese gemeente Waadhoeke komt het CDA als winnaar uit de bus met acht zetels. De lokale partij SAM Waadhoeke en gemeentebelangen kregen ieder zes zetels. De FNP volgt met vijf zetels. De opkomst ligt op 44,1 procent.

Groningen en Gelderland

In Gelderland waar de Rijnwaarden en Zevenaar samen verder zijn gegaan als gemeente Zevenaar behaalde volgens de voorlopige uitslagen Lokaal Belang tien zetels, gevolgd door het CDA (7), PvdA (3). de SP en VVD kregen ieder twee zetels. De opkomst lag op bijna 39 procent.

In Groningen werd de lokale partij Gemeentebelangen Westerwolde de grootste in de gelijknamige gemeente die een samenvoeging is van Bellingwedde en Vlagtwedde. De partij haalde zes zetels, de PvdA kreeg vijf zetels, de VVD en GroenLinks elk twee zetels en de Partij voor de Dieren een zetel. De opkomst lag op ruim 44 procent.

Ook in Midden-Groningen deed de lokale partij het erg goed, GemeenteBelangen Midden-Groningen haalde vijf zetels, net zo veel als de SP en de PvdA. De VVD, CDA en de ChristenUnie kregen elk vier zetels. GroenLinks kreeg drie zetels, D66 twee en Leefbaar Midden-Groningen een. Midden-Groningen is een samenvoeging van Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde.

S&D 2017/1

Vergeet de linkse fusie vooral en zeur ook niet te veel over gezelligheid, stelt Frans Verhagen. Het is tijd om de sociaal-democratie van de PvdA te redden. 

Democratie moet de PvdA achter zich laten
S&D 20.11.2017 PvdA  Frans Verhagen – Er zijn PvdA’ers die geloven dat de kiezer hun partij te hard heeft gestraft. Dat die kiezer zich dat realiseert en de partij volgende keer weer gewoon meer dan twintig zetels zal geven. Het overkwam eerder het CDA en D66, waarom niet ook de PvdA? Het zijn niet de minsten die zo denken.

Ik wens ze sterkte met een lang verblijf in de wildernis en ik hoop dat de nieuwe voorzitter meer ambitie heeft. Nee, de PvdA moet zichzelf niet opheffen en evenmin moet ze samengaan met andere linkse partijen. Dat zou onrecht doen aan de lange traditie die de PvdA vertegenwoordigt, een traditie van sociaal-democratie die medeverantwoordelijk is voor de manier waarop Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog is ingericht.

Ook miskent een fusieverhaal hoe anders die partijen zijn. Wel is het tijd voor een dramatische verandering van de manier waarop de sociaal-democratie in Nederland de laatste jaren opereert. > Lees verder…

De PvdA is een kleurloze, ideologieloze partij geworden, onherkenbaar en niet-omarmbaar, een partij van oudere mensen die onder jonge kiezers niets losmaakt, een partij van kundige bestuurders die in de praktijk vooral pragmatisch zijn. In het spectrum van partijen van belangenbehartigers die nu de Nederlandse politiek domineren heeft de PvdA niets te zoeken en kan zij geen rol spelen.

Met een nieuw geformuleerd, helder programma moeten we daarom de oude ballast van de partij rigoureus dumpen. Weg met de naam, weg met de oude symbolen, weg met de ingesleten werkwijze.

Laten we de PvdA omdopen in de Sociaal Democratische Partij (SDP) en daarmee recht doen aan een door zowat iedereen binnen de PvdA gehanteerde praktijk: na het noemen van de naam gaat het over ‘wij, sociaal-democraten’ of over ‘de sociaal-democratie’.

Niet voor niets citeerde Lodewijk Asscher in zijn in memoriam van Eberhard van der Laan diens uitspraak dat er ‘met de sociaal-democratie niks mis [is], met de PvdA wel’. Scherp geformuleerd: de PvdA is een zwak merk, sociaal-democratie is een sterk product. Sociaal-democratie vertegenwoordigt iets wat de PvdA is kwijtgeraakt.

De PvdA is een zwak merk, sociaal-democratie is een sterk product

Het is tijd dat de sociaal-democratie de PvdA kwijtraakt. Met de naam kunnen we ook de vermoeide oude beeldretoriek opruimen zoals het zingen van de Internationale, rode dit, rode dat, de rozen en andere restanten uit een verzuild verleden, zodat jongere Nederlanders niet hoofdschuddend naar deze oude meuk hoeven te staren.

Het als een feniks laten herrijzen van de PvdA als de SDP zou een van de meest zichtbare en meest effectieve veranderingen zijn om te laten zien dat dertig jaar kwakkelen over ideologische veren nu radicaal wordt achter gelaten.

Vervolgens is het zaak een zero-based analysis te maken. Gewoon, de eenvoudige vraag stellen: hoe zou je de sociaal-democratie in Nederland inrichten als je blanco begint, als je een organisatie helemaal vanaf de bodem zou mogen oprichten? Ik claim geen grote voorspellende vaardigheid als ik verwacht dat een dergelijke organisatie in weinig opzichten op de PvdA zou lijken. Wat de sociaal-democratie nodig heeft is een verhaal. Dat is geen marketinginstrument of ondernemersnieuwpraat, maar een vereiste om mensen mee te kunnen nemen.

Je hoeft geen fan te zijn van Bernie Sanders om zijn verhaal te zien: we worden genaaid door de mensen die macht hebben. De onderdelen pasten daar feilloos in, zowel de kwaaie pieren (bankiers, gevestigde politici, lobbyisten, grootkapitalisten met buitengewone invloed) als de beleidsvoorstellen (ziektekostenverzekering voor iedereen, gratis onderwijs, hogere belastingen voor de rijken). Trump had ook een verhaal. Het punt is het verhaal, niet per se hoe het klinkt.

Ik hechtte altijd zeer aan Joop den Uyls riedel: spreiding van inkomen, kennis en macht. Maar ook hier moeten we zero base gaan: spreiding is niet meer het juiste woord, nezo min als solidariteit dat nog is. Het moet een verhaal zijn dat niet zeurt over inkomensongelijkheid, bankiers en andere favoriete huilpalen maar juist een beeld geeft van wat wel gewenst is.

Een verhaal dat vragen meeneemt over de verhouding tussen verzorgingsstaat en openheid van de samenleving; dat zich afvraagt hoe het kan dat hoogopgeleide, hoge-inkomenskiezers stemmen voor een verzorgingsstaat, maar dat minder kansrijke burgers zich daar juist van afkeren. Maar ook een verhaal dat onderkent wat er goed is aan onze samenleving.

PvdA’ers hebben de onbedwingbare neiging om te willen veranderen. Ze denken dat dat progressief is. Maar behoud van wat de sociaal-democratie bereikt heeft, is een minstens zo belangrijk ideaal in een wereld waarin dat resultaat onder druk staat. Dat verhaal vertelt de PvdA nooit. Een zekere mate van conservatisme over wat bereikt is zou de sociaal-democratie sieren.

Ik vond het jammer dat Paul Depla in zijn rapport-dat-officieel-geen-rapport was zich liet verleiden tot te concrete doelstellingen voor de sociaal-democratie. De vier onderwerpen die hij benoemde waren naar mijn gevoel maar een klein onderdeel van waar een samenleving op draait. Ik miste bijvoorbeeld onderwijs, de cruciale factor in ontplooiing van kansen.

Bestaanszekerheid vond ik een wat magere samenvatting van idealen. En voor de zoveelste keer verbaasde ik me over de kramp die de PvdA steeds vertoont als het over integratie gaat. In plaats van het emancipatiesucces van veel tweede- en derdegeneratie-Nederlanders te vieren en er trots op te zijn als een mooi resultaat van de sociaal-democratische verzorgingsstaat, werd integratie weer geproblematiseerd.

Opnieuw eindeloos gezeur over geloof terwijl het toch zo simpel is: geloof doe je privé, de samenleving richten we met z’n allen in. Je hoeft homoseksualiteit niet moreel aanvaardbaar te vinden om te accepteren dat in Nederland discriminatie niet is toegestaan. Je hoeft niet gelovig te zijn om te aanvaarden dat gelovigen recht hebben op hun eigen waarden en overtuigingen, maar dat de wet voor iedereen hetzelfde is. Wat is het probleem?

Opnieuw is er eindeloos gezeur over geloof terwijl het toch zo simpel is: geloof doe je privé, de samenleving richten we met z’n allen in

De opdracht van de sociaal-democratie is in potentie alle burgers te binden die een visie delen. De grootste uitdaging is de Nederlanders te bereiken aan de randen van de samenleving – soms letterlijk – met een verhaal dat hun een rol geeft. Een eerlijk verhaal, geen valse beloftes. Een verhaal dat onderkent dat sommige regio’s in Nederland weinig economische toekomst hebben en zich afvraagt hoe we daar als samenleving mee omgaan.

Daarom is bestaanszekerheid, het woord waar Depla op terugviel, zo eng als thema, zo smal. Een burger zoekt naar meer. Sociaal-democratie zou mensen een rol moeten geven, laten deelnemen. Niet alleen je bestaan moet verzekerd zijn maar ook je gevoel van eigenwaarde, het gevoel dat je meedoet.

Zijn we in staat om zowel PVV-stemmers in de randgebieden van Nederland aan te spreken als weldenkende intellectuelen, zonder patroniserend te worden? Kunnen we formuleren wat we gemeen hebben? Kunnen we een programma bieden, een denkwijze, een samenlevingsvoorstel dat bewijst dat we een gemeenschappelijk belang hebben?

Kan iedereen zich thuis voelen bij de sociaal-democratie als hij of zij de principes deelt? Als de sociaal-democraten deze vragen niet positief kunnen beantwoorden, dan kunnen ze er beter mee ophouden. Actieve burgers, sociaal bewogen mensen die het goed voor elkaar hebben kunnen prima door andere partijen bediend worden. Sociaal-democratie moet meer zijn.

Depla’s voorstel om van de Sociaal Democratische Partij, nu nog PvdA genaamd, een beweging te maken, lijkt me een vlucht vooruit. Of achteruit, nu ik erover nadenk. Er moet toch ergens een vorm van organisatie zijn? Iemand moet al die activiteiten toch aan elkaar knopen om er iets mee te doen? Anders verzandt het allemaal in goede bedoelingen en wegsijpelende energie. De Sociaal Democratische Partij moet een volkspartij zijn die de hele breedte van de Nederlandse samenleving vertegenwoordigt.

Ik heb niet de illusie dat mensen in de rij staan om lid te worden, al denk ik dat we een groot deel van onze bijna vijftigduizend leden kunnen behouden. Maar partijlidmaatschap is geen vanzelfsprekendheid meer, als het dat ooit al was. Dat is al heel lang niet meer zo en zal ook niet beter worden. Dat is niet erg. Volksvertegenwoordiging impliceert dat je delegeert.

De nieuwe voorzitter mag nadenken over een ideale organisatie. Ik kan niet claimen het model daarvoor in mijn hoofd te hebben, maar op basis van mijn ervaringen begin jaren negentig vergeleken met die van afgelopen jaar kan ik wel zeggen dat het voor leden al een stuk verbeterd is. De zuurgraad waarover Depla en anderen klagen is weleens veel erger geweest. En het is wel degelijk van enorm belang dat alle leden kunnen meestemmen en meedoen en niet alleen apparatsjiks.

Bij overleg over de crisis van 2008 gaf toenmalig president-elect Barack Obama zijn staf opdracht met creatieve en verreikende plannen te komen. ‘Je moet een goede crisis niet verloren laten gaan,’ zei Obama. Het valt te hopen dat de PvdA deze crisis aan zal grijpen om zichzelf te hervormen, niet voor dit jaar, niet voor de volgende verkiezingen maar voor de volgende decennia. Het is de enige manier waarop sociaal-democratie relevant kan blijven.

Lutz Jacobi: ‘De PvdA wordt in Leeuwarden weer de grootste’

Elsevier 19.11.2017 Leeuwarden kiest woensdag een nieuwe gemeenteraad. Door bestuurlijke herindeling worden vervroegde verkiezingen gehouden. Voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart een belangrijk meetpunt. Lijsttrekker van lijst 1 is flamboyant oud-Kamerlid: Lutz Jacobi. ‘We gaan de PvdA hier weer gewoon de grootste partij maken.’

‘Zo! Elsevier Weekblad heeft de weg naar het noorden weten te vinden,’ constateert Lutz Jacobi triomfantelijk. Jacobi zat tussen 2006 en 2017 in de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid. Nu is ze lijsttrekker voor diezelfde sociaal-democraten bij de gemeenteraadsverkiezingen in Leeuwarden. ‘Ik heb natuurlijk wel veel contacten, dat is mooi meegenomen. En ik wil de sociaal-democratie er weer bovenop helpen.’

Jacobi haalde landelijk het nieuws toen ze zich kandideerde voor het lijsttrekkerschap van de PvdA, in 2012. Ook stemde ze als enige PvdA’er tegen de partijlijn in over de aankoop van de Joint Strike Fighter. Nu is ze terug in Friesland. ‘Na elf jaar in Den Haag ging ik me ook afvragen wat ik daar verder nog aan toe te voegen had. Ik had het wel naar mijn zin hoor, maar dichtbij huis werken heeft ook zijn voordelen.’

Vervroegde verkiezingen

De gemeente Leeuwarden wordt bestuurlijk opnieuw ingericht, waardoor de gemeente flink groter wordt. ‘Dat zal je natuurlijk worst zijn,’ zegt Jacobi, ‘maar hier gaat er wel iets veranderen. De politiek wordt minder stads.’

Voor de gemeenteraadsverkiezingen zijn een aantal politiek leiders naar het noorden getrokken. CDA-leider Sybrand Buma ging zaterdag langs de deuren om campagne te voeren. ‘Lodewijk (Asscher, red.) was hier ook een paar keer. En ik heb Henk Krol (50Plus) ook gezien,’ zegt Jacobi, ‘en als het goed is komt Mark Rutte vanmiddag ook. Of het helpt… dat weet ik niet. Volgens mij is het vooral belangrijk dat je in de gemeente makkelijk benaderbaar bent, en kan worden aangesproken.’

In deze gemeenten is het goed wonen 

‘We gaan het beter doen dan in maart’

‘In maart hebben we een enorme klap gehad,’ memoreert Jacobi de verkiezingsnederlaag bij de Tweede Kamer, waarbij de PvdA van 38 naar 9 zetels terugviel. Een historische nederlaag. ‘We gaan het nu wel iets beter doen dan in maart,’ verwacht ze.

‘Het is natuurlijk heel anders dan een landelijke verkiezing,’ zegt Jacobi. ‘Er zijn hier bijvoorbeeld geen peilingen, dat vind ik wel relaxt. Die Maurice de Hond heb ik hier ook nog niet gezien. En wat ook mooi is: een bekende lijsttrekker kan hier het verschil maken.’ Op dit moment heeft de PvdA twaalf zetels in Leeuwarden. De grootste partij. ‘Als je het landelijk bekijkt, zouden we omgerekend ongeveer kans maken op vier zetels. Maar ik ga er vanuit dat we weer gewoon de grootste worden. Ik ga voor winst.’

Steun uit onverwachte hoek

Opmerkelijk is dat ook VVD-coryfee Hans Wiegel campagne voert voor Jacobi. Via een filmpje liet hij weten op Jacobi te willen stemmen, als hij in Leeuwarden had gewoond. Maar dat is niet het geval. ‘Leuke knipoog van Wiegel, Friese humor,’ zegt Jacobi die aanvankelijk niet op de hoogte was van deze campagnestunt. ‘Ik was er wel verbaasd over, maar ik zal zo eens bij hem langs gaan om hem een tút te geven.’

Berend Sommer (1990) is online redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zijn debuut Duchamp verscheen in juni 2017 bij Uitgeverij Prometheus.

Ex-Kamerlid PvdA komt met boek waarin hij Samsom wegzet als onbetrouwbare opportunist

Backbencher blikt teleurgesteld terug op zijn dagen in de regeringscoalitie van VVD en PvdA

VK 17.11.2017 Alweer schreef een voormalig Tweede Kamerlid een boek waarin hij uit de school klapt. Ditmaal is het Roelof van Laar, backbencher van de PvdA. Teleurgesteld blikt hij terug op het leven in de coalitie die het tweede kabinet-Rutte vijf jaar lang overeind hield. Van Laar spaart zijn partijleider Diederik Samsom niet en ook dat is inmiddels een traditie.

Samsom heeft de tweestrijd met Lodewijk Asscher om het lijsttrekkerschap van de PvdA als verraad ervaren. Hij was het immers die Asscher naar Den Haag had gehaald. ‘Diederik wilde wel een verkiezing, maar niet tegen Lodewijk’, schrijft de 36-jarige Van Laar in zijn boek Eerlijk duurde niet zo lang (LM Publishers).

Hij beschrijft nog een ander pijnlijk moment: Samsom draaide hem als fractieleider de duimschroeven aan om steun te geven aan het bombarderen van IS in Syrië. Zou Van Laar tegenstemmen, dan kon het weleens heel moeilijk worden 150 miljoen euro uit te trekken voor hulp aan vluchtelingen. Van Laar verloor op slag zijn vertrouwen in Samsom. ‘Als je geld voor vluchtelingen zomaar inzet om steun voor een missie af te dwingen, ben je het zicht op voor wie we in de politiek zitten echt verloren.’

Uit de school klappen

Misschien is dat wel mijn grootste makke, dat ik er niet in slaag persoonlijke relaties op te bouwen met mensen die politiek ver van me af staan, aldus Roelof van Laar.

Het boek van Van Laar past in wat inmiddels een bescheiden trend mag heten: Kamerlid klapt uit de school na verlaten fractie. Sharon Gesthuisen doet in Schoonheid macht liefde een boekje open over de partijcultuur bij de SP, Ybeltje Berckmoes beschrijft in Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn de rol van de afdeling voorlichting bij de VVD. Een constante: de partijleiding moet het ontgelden; bij Gesthuizen is dat Jan Marijnissen, bij Berckmoes komt Halbe Zijlstra er slecht vanaf.

Over voorlichting of partijcultuur schrijft Van Laar amper. Des te explicieter is hij over personen. VVD’er Joost Taverne, net als hij woordvoerder ontwikkelingssamenwerking, krijgt er flink van langs. Die zegt zich weinig te kunnen voorstellen bij geweld tegen vrouwen: ‘Ik moest alleen aan Fifty Shades of Grey denken.’ Van Laar vindt zoiets schandalig: Joost speelt politieke spelletjes. Als een notitie over verkeerd besteed ontwikkelingsgeld naar de Volkskrant wordt gelekt, weet Van Laar wel wie dat gedaan heeft.

Fair Politics Award

Ik heb in de Kamer nooit naar Netflix gekeken, aldus Roelof van Laar.

Sociale vaardigheden lijken zijn zwakke stee. Op reisjes met de vaste Kamercommissie vindt hij niet echt aansluiting. ‘Misschien is dat wel mijn grootste makke, dat ik er niet in slaag persoonlijke relaties op te bouwen met mensen die politiek ver van me af staan.’

Dat had een mooi thema voor het boek kunnen opleveren. Zonder relaties met andersdenkenden bereik je immers weinig in de Nederlandse politiek. Van Laar heeft zelfs met medestanders moeite. ‘Ook van Jan Vos, mijn partijgenoot, krijg ik geen steun’, staat er dan. Of: ‘Marith (Volp, red.) en ik verschillen vaak van inzicht.’ Hij werkt dat niet verder uit.

Fred Teeven, toch niet de meest plooibare VVD’er, krijgt hij wel mee in regelgeving voor conflictmineralen. Het zijn dergelijke voorstellen, en ook de initiatiefnota tegen kinderarbeid, die hem begin 2017 de Fair Politics Award bezorgen. Het boek ontleent er zijn titel aan.

Voedselallergieën

Net als Berckmoes is Van Laar een backbencher die min of meer bij toeval in de Kamer belandt. Wanneer Samsom hem tot fractiediscipline komt dwingen, is dat meteen de eerste keer dat hij zijn kamer van binnen ziet. Wel heeft hij bestuurlijke ervaring: als raadslid in Leiden en als directeur en oprichter van Stichting Stop Kindermisbruik. Inhoudelijk heeft hij met Berckmoes niets gemeen, verzekert hij. Bovendien: ‘Ik heb in de Kamer nooit naar Netflix gekeken.’

Het boek is ook wat pijnlijk. Je steekt van alles op dat je nooit had willen weten: hoe Van Laar studenten met Likeur 43 wil verleiden op hem te stemmen. Dat hij slaap-apneu heeft waardoor zijn amandelen en huig verwijderd moesten worden. Dat hij na zijn scheiding op een flat in Oegstgeest belandt en allerlei voedselallergieën heeft. Anders dan Gesthuizen zoekt hij niet naar een verband tussen het persoonlijke en het politieke.

Er zijn oud-Kamerleden naar wier memoires je met recht en reden nieuwsgierig kunt zijn. Denk aan Van der Steur, Teeven, Samsom, Van Bommel. Van Laar heeft te weinig dienstjaren en materiaal om meer van de politieke binnenwereld zichtbaar te kunnen maken dan humeur en toevalligheden. Dertig pagina’s met foto’s zorgen dat de gewenste dikte alsnog wordt gehaald.

Ook deze Kamerleden klapten uit de school na het verlaten van de fractie;

‘Mislukt Kamerlid’ Ybeltje Berckmoes schrijft meedogenloos boek over VVD
Als Kamerlid heeft Ybeltje Berckmoes bijna zes jaar lang gezwegen. Maar nadat de wegen van Kamerfractie en Berckmoes – ongetwijfeld tot beider grote opluchting – zich hebben gescheiden, lucht ze haar hart.

Voormalig SP-Kamerlid Gesthuizen bekritiseert Marijnissen in boek: ‘Ik voelde me nooit veilig’
Onder leiding van Jan Marijnissen voelde Kamerlid Sharon Gesthuizen zich nooit veilig bij de SP, zo schrijft ze in een openhartig boek dat volgende week verschijnt. Een klein half jaar na haar vertrek uit de Kamer blikt Gesthuizen in Schoonheid macht liefde terug op ruim tien jaar Kamerlidmaatschap, van eind 2006 tot begin 2017. Het is vooral een verhaal van heel hard werken en weinig waardering. Meermaals beschrijft ze dat Marijnissens wil wet was.

Ybeltje Berckmoes © Hollandse Hoogte

Volg en lees meer over:  POLITIEKE PARTIJEN   DIEDERIK SAMSOM   POLITIEK   NEDERLAND   PVDA

Ex-Kamerlid klapt uit de school over Samsom vs Asscher

Elsevier 17.11.2017 Ook de PvdA heeft nu zijn eigen Ybeltje Berckmoes – de vrouw die een boekje opendeed over haar tijd bij de VVD-fractie. Roelof van Laar, voormalig PvdA-Kamerlid, schrijft in een boek dat maandag wordt gepubliceerd, dat Diederik Samsom boos was op Lodewijk Asscher, toen laatstgenoemde zich mengde in de strijd om PvdA-leiderschap, én won.

Samsom, de verliezend partijleider, zei dat hij zich verraden voelde toen Van Laar vertelde dat hij Asscher zou steunen, blijkt uit het boek Eerlijk duurde niet zo lang.

Samsom sprak over verraad van Asscher

Het verbaasde Van Laar, zegt hij in een interview met het AD. ‘Ik dacht tot dat gesprek [met Samsom. red.] dat het allemaal in harmonie was afgestemd.’ Samsom zou op zich wel voor een verkiezingsstrijd zijn geweest, maar niet tegen Asscher. Die had hij immers naar Den Haag gehaald. Tussen Samsom en Van Laar boterde het al enige tijd niet meer. Het Kamerlid was door de toenmalige fractieleider in 2016 onder druk gezet om in te stemmen met de militaire campagne tegen Islamitische Staat in Syrië.

Volgens Van Laar dreigde Samsom 150 miljoen euro aan hulpgeld voor vluchtelingen in te trekken als Van Laar zijn verzet niet zou opgeven. ‘Ik heb toen toch vóór gestemd. Maar het was niet nodig om me met geweld door de pomp te krijgen, de missie zou sowieso doorgaan. Dat bleef me maanden dwarszitten,’ aldus Van Laar, die daarop besloot Asscher te steunen.

Lees ook; Lodewijk Asscher, kijk naar Edith Schippers, zo kan het ook!

Onder Asscher werd de PvdA gedecimeerd

Samsom zegt in een reactie in het AD dat ‘ieder Kamerlid het recht heeft op zijn of haar eigen herinneringen. Ik heb begrepen dat het een heel mooi boek is over Roelofs tijd als Kamerlid, ik ga het heus ooit een keer lezen.’ Hij verliet na zijn verlies in december vorig jaar de politiek. In mei werd bekend dat Samsom aan de slag zou gaan in de afval- en recyclingbranche.

Hij is als adviseur verbonden aan een van de grootste Nederlandse afvalverwerkers, HVC in Alkmaar. Asscher nam het PvdA-roer van hem over, maar kreeg een geweldige dreun te verwerken tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in maart dit jaar. De PvdA hield maar negen zetels over en is nu kleiner dan de SP en GroenLinks.

Meer politiek: staatssecretaris is veel machtiger dan we denken

   Tom Reijner (1986) werkt sinds augustus 2013 op de webredactie. Hij studeerde Politicologie en Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

GERELATEERDE ARTIKELEN

Asscher, kijk naar Edith Schippers, zo kan het ook!

Dit is de nieuwe baan van Ronald Plasterk

‘Samsom jaagde me met geweld door de pomp’

AD 17.11.2017 Na het boek waarin het onbekende Kamerlid Ybeltje Berckmoes de vuile was van de VVD buitenhing, komt nu ook een PvdA’er met een boek. Oud-Kamerlid Roelof van Laar schrijft dat Diederik Samsom hem chanteerde om in te stemmen met de militaire missie boven Syrië.

Vraag oud-PvdA-Kamerlid Roelof van Laar (36) waar hij het meest trots op is en hij noemt zijn initiatiefwet die moet voorkomen dat er in ons land spullen worden verkocht die door kinderen zijn gemaakt. Hij wist die op het nippertje door de Tweede Kamer te loodsen. En toen was hij Kamerlid-af. Zijn boek Eerlijk duurde niet zo lang, waarin hij terugblikt op zijn vier jaar als Kamerlid, komt uit in de maand vóór zijn wet in de Eerste Kamer wordt behandeld. Zonder hem aan de teugels, PvdA-Kamerlid Attje Kuiken neemt die over.

,,Ik ben wel blij dat ik dingen heb kunnen bereiken. Ik heb die misschien weinig gevierd. Als je niet de credits vraagt, kun je meer bereiken. Ik ben te laat begonnen die successen wél te laten zien. Maar ik wil met dit boek niet mijn eigen gelijk halen.”

Er zijn parallellen te trekken met Ybeltje Berckmoes. U zegt dat u per ongeluk Kamerlid bent geworden, zij ook. Zij was onbekend, u zat ook niet in de voorste kamerbankjes.
,,Ik zie die overeenkomsten niet. Ik was zeker niet het meest onzichtbare Kamerlid van de PvdA. Ik heb veel initiatieven geschreven. Ybeltje beschrijft wat ze om zich heen zag gebeuren en keert zich tegen de fractiediscipline. Ik ben daar juist een groot voorstander van. Je moet kunnen vertrouwen op de steun van de fractie.”

Tegelijkertijd bent u boos op de manier waarop fractievoorzitter Diederik Samsom u dwong in te stemmen met de militaire missie tegen IS in Syrië.

,,Je moet ook kunnen afwijken op een principieel punt. De situatie in Syrië was anders dan in Irak, waar de regering zelf om buitenlands ingrijpen vroeg. Bovendien kwam het kabinet eerdere toezeggingen – over het niet bombarderen in stedelijk gebied bijvoorbeeld – in de Kamerbrief niet na.

Ik was niet de enige die niet wilde instemmen, maar de PvdA-top vond dat het niet kon, zo veel dissidenten. Diederik heeft toen gedreigd 150 miljoen euro aan hulpgeld voor vluchtelingen niet beschikbaar te stellen als ik de missie niet zou steunen. Ik heb dat toen toch gedaan. Maar het was niet nodig om me met geweld door de pomp te krijgen – de missie zou sowieso doorgaan. Dat bleef me maanden dwarszitten.”

Tussen u en Samsom is het nooit meer goed gekomen. U steunde Lodewijk Asscher bij de strijd om het lijsttrekkerschap.
,,Toen ik dat Diederik vertelde, hoorde ik dat hij wel een verkiezing wilde, maar niet tegen Lodewijk. Die had hij immers naar Den Haag gehaald. Hij noemde dat verraad. Ik was daar heel erg verrast over. Ik dacht tot dat gesprek dat het allemaal in harmonie was afgestemd.”

Omdat u Asscher steunde, vermoedde u een hoge notering op de kandidatenlijst. Het werd plek 45 – onverkiesbaar. Dat was een teleurstelling.

,,Ik verwachtte een hoge plek vanwege alles wat ik bereikt heb, maar dat anderen dat zouden associëren met mijn steun voor Lodewijk. Ik had een aantal initiatieven die het nieuws hadden gehaald en dacht dat ik nét op het juiste moment had gepiekt voor een mooie plek op de kandidatenlijst. De kandidatencommissie zei juist dat ik te weinig zichtbaar was. Voor jezelf is zichtbaarheid altijd anders. Ik heb thuis een mapje van wel anderhalve centimeter dik met alle krantenknipsels waar mijn naam in staat. Ik dacht echt dat ik het goed deed.

Het was heel rauw, ik had er verdriet van. Het was net voor kerst en ik wilde cadeautjes kopen voor mijn medewerkers toen ik ineens midden in de boekwinkel stond te huilen. Ik heb nog campagne gevoerd voor een hogere plek, met een filmpje waarin ook Nobelprijswinnaar Kailash Satyarthi het voor me opnam. Ik denk dat mensen toen pas voor het eerst doorhadden dat ik écht wat had gedaan.”

Bijna alles was co­a­li­tie­af­spraak. Binnen de PvdA bepaalden vier mensen alles

Een prijs voor eerlijke Kamerleden ging tot twee keer toe aan uw neus voorbij, terwijl u dacht dat u daar kans op zou maken. De derde keer won u, maar klaagde u dat er geen media-aandacht voor was. Wat zegt dat over u?

,,Dat ik veel dingen doe en dat het lastig is dat daar geen aandacht voor is. Ik klaag niet. Ik constateer dat de landelijke media niet geïnteresseerd zijn. Helaas. ”

De ruimte voor Kamerleden was beperkt als het om coalitieafspraken ging, schrijft u. Had u anders verwacht?

,,Bijna alles was op een gegeven moment coalitieafspraak. Op maandagochtend tijdens het coalitieoverleg en op donderdagavond als de bewindspersonen samenkwamen, werd alles afgesproken. Binnen de PvdA bepaalden vier mensen alles: partijvoorzitter Hans Spekman, fractievoorzitter Diederik Samsom, vicepremier Lodewijk Asscher en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem. Daarna was er nog een club met de tien meest prominente PvdA-Kamerleden. Nou, als die het al eens waren, kreeg je als woordvoerder soms zonder overleg een opdracht mee.”

U sluit af met de woorden dat u invloed heeft ingeruild voor geluk. U bent tijdens uw Kamerlidmaatschap gescheiden van uw vrouw toen zij zwanger was van jullie tweede kind. Dat is nogal een offer.

,,Dat offer is niet gebracht voor Den Haag; mijn huwelijk had het ook zonder Den Haag niet overleefd. Misschien ben ik te optimistisch, maar ik kijk naar wat er wél is gelukt. Elk miljoen waar wij over beslisten, maakt het verschil. En ik hou écht van de partij en hoop dat de kiezers ons weer weten te vinden. Ik ga ook weer solliciteren. Voor een plek op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer of voor de Eerste Kamer.”

‘Samsom voelde zich verraden door Asscher’

AD 16.11.2017 Diederik Samsom voelde zich als PvdA-leider verraden door Lodewijk Asscher toen hij zich kandidaat stelde in de lijsttrekkersverkiezing van hun partij. Samsom wilde weliswaar zélf een lijsttrekkersstrijd, maar niet tegen uitgerekend de man die hij in 2012 van Amsterdam naar Den Haag had gehaald om vicepremier te worden in het kabinet-Rutte II.

AD 17.11.2017

Dat schrijft voormalig PvdA-Kamerlid Roelof van Laar in zijn boek Eerlijk duurde niet zo lang, dat maandag verschijnt. Samsom legde het in de strijd om het lijsttrekkersschap uiteindelijk af tegen Asscher, die nu de PvdA leidt.

Voorkant boek.

Volgens Van Laar zei Samsom dat hij zich verraden voelde toen het Kamerlid aan Samsom vertelde dat hij Asscher zou gaan steunen. Van Laar was verrast dat Samsom zich gepiepeld voelde door Asscher. ,,Ik dacht tot dat gesprek dat het allemaal in harmonie was afgestemd”, zegt Van Laar in een interview met deze krant.

Verbruid

Samsom had het bij Van Laar verbruid nadat hij begin 2016 door de toenmalig fractievoorzitter onder druk was gezet om in te stemmen met de militaire missie tegen IS in Syrië. Volgens Van Laar dreigde Samsom 150 miljoen euro aan hulpgeld voor vluchtelingen in te trekken als Van Laar dwars bleef liggen. ,,Ik heb toen toch vóór gestemd. Maar het was niet nodig om me met geweld door de pomp te krijgen, de missie zou sowieso doorgaan. Dat bleef me maanden dwarszitten”, stelt Van Laar, die daarop besloot steun te betuigen aan Asscher.

AD 17.11.2017

Herinneringen

Diederik Samsom wil niet reageren. ,,Ieder Kamerlid heeft recht op zijn of haar eigen herinneringen. Ik heb begrepen dat het een heel mooi boek is over Roelofs tijd als Kamerlid, ik ga het heus ooit een keer lezen.” Samsom benadrukt ‘met veel plezier’ buiten de politiek te werken. ,,Ik vind het nu vooral belangrijk dat iedereen elkaar heel houdt.”

november 17, 2017 Posted by | 2e kamer, Paul Depla PvdA, PvdA, Roelof van Laar, Sharon Gesthuisen, Sharon Gesthuizen, verkiezingen 2017, Vertrouwen in de toekomst, Ybeltje Berckmoes | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 3 reacties

PvdA in de steigers – fase 1 rouwverwerkingsproces

We durven jullie effe niet in de ogen te kijken !!!!

We durven jullie effe niet in de ogen te kijken !!!!

Onderzoek zetelverlies

Vandaag presenteert de burgemeester van Breda, Paul Depla PvdA, zijn analyse over de historische verkiezingsnederlaag van de Partij van de Arbeid. Na het recordverlies van 15 maart 2017 onderwierp Depla zijn partij aan een grondig onderzoek.

AD 22.06.2017

AD 22.06.2017

Rapporteur Paul Depla

Paul, burgemeester van Breda, is de auteur van een rapport over de dramatische verkiezingsnederlaag die zijn partij op 15 maart leed (van 38 naar 9 zetels). Een van zijn aanbevelingen: de PvdA moet gezelliger worden en minder betweterig. Op afdelingsvergaderingen mag voortaan best worden gelachen.

AD 21.06.2017

AD 21.06.2017

Tenslotte gaat het om een partij waarvan oud-minister Hedy d’Ancona ooit zei: de gemiddelde begrafenis is gezelliger dan onze congressen.De twee kleinzoons van oud-KVP-minister Frans Teulings hoorden bij de vertrouwelingen van Wouter Bos en Diederik Samsom en zijn nu close met Lodewijk Asscher. Ook die hoorde ik tijdens een politiek café in het Badhuistheater in Amsterdam zeggen dat de humor terug moest komen in de PvdA. Het lijkt me zoiets als zoeken naar water in de woestijn, was mijn eerste reactie.

Tenslotte gaat het om een partij waarvan oud-minister Hedy d’Ancona ooit zei: de gemiddelde begrafenis is gezelliger dan onze congressen

AD 21.06.2017

AD 21.06.2017

In dagblad Trouw geeft Depla alvast inzage in zijn rapport. De partij moet zich volgens zijn onderzoek ‘volledig focussen op de thema’s werk en inkomen, zorg, milieu en de multiculturele samenleving om het geloof in de sociaaldemocratie terug te winnen.’

AD 21.06.2017

AD 21.06.2017

Depla deed onderzoek naar het historische zetelverlies tijdens de Tweede Kamerverkiezingen op 15 maart  2017. De PvdA ging van 38 naar 9 zetels in de Tweede Kamer. De PvdA verloor 29 zetels en zit nu dus nog maar met negen leden in de Kamer.

De PvdA in anderhalve minuut NOS – Sinds hun start, kort na de Tweede Wereldoorlog, is de partij niet zo klein geweest.

Lees: kalma paul Ontwaak sociaal-democraat

Lees: Op de toekomst Paul Depla

Ook  NU.nl deed afgelopen tijd onderzoek naar de achtergronden van het verlies van de PvdA. Onder andere de manier van regeren met de VVD, de ouderwetse partijstructuur en de lijsttrekkersverkiezing speelden een rol.

Financiële problemen

Ook werd bekend dat de PvdA naast een ideologisch probleem ook een financieel probleem heeft. Door de historische verkiezingsnederlaag gaat namelijk de rijksbijdrage vanaf 1 juli 2017 al fors omlaag. Dat scheelt de partij bijna 1,5 miljoen euro.

Dat betekent niet alleen dat de rijksbijdrage vanaf begin volgende maand wordt verlaagd, maar ook dat er veel minder Kamerleden een deel van hun salaris afdragen aan de partij.

Sinds 2009 dragen verkozen volksvertegenwoordigers zo’n 5,5 procent van hun salaris af aan de partij. Hoewel de afdrachtregeling een stuk minder lucratief is dan die van de SP, waar politici niet meer verdienen dan een modaal inkomen, draagt elk Kamerlid toch zo’n 5.000 euro per jaar bij aan de partijkas.

Daarnaast kampt de partij met problemen met een nieuw administratiesysteem. De invoering van het systeem verloopt verre van vlekkeloos. Door een fout in het boekhoudsysteem zijn honderden openstaande rekeningen niet geïnd.

Het contributiegeld van veel leden staat nog niet op de PvdA-rekening en ook de afdracht van een aantal politici is nog niet geïnd. Om welke bedragen het gaat wil de partij niet zeggen.

Nou dag hoor !!!

Mes in personeelsbestand

Na de verkiezingen is er een ware crisis uitgebroken bij de PvdA. Ook voorzitter Hans Spekman moest uiteindelijk het veld ruimen, en zal in oktober aftreden. Om te zorgen dat dit netjes gebeurt, had de afzwaaiend partijvoorzitter Spekman gevraagd langer te mogen blijven. “Ik wil geen bende achterlaten,” zei hij op een ledenraad in maart dit jaar. Na de zomer kiezen de PvdA-leden zijn opvolger.

Door de bezuinigingen zal hij niet de enige PvdA’er zijn die de deur wordt gewezen. Inmiddels zijn reeds tientallen medewerkers in de Tweede Kamer en op het partijbureau hun baan kwijt geraakt. Dat meldt RTL Nieuws maandag.

AD 25.08.2017

AD 25.08.2017

Terugblik

Wij gaan de tent hier overnemen !!

Wij gaan de tent hier overnemen !!

Einde Rode Bolwerk het Noorden

De uitslag van de 2e kamerverkiezingen 15.03.2017  betekent het (voorlopig) einde van het noorden als sociaal-democratisch bolwerk. De PvdA leidt ook in Friesland, Groningen en Drenthe verpletterende verliezen. Toch weet de SP in het hart van het aardbevingsgebied – Loppersum – maar mondjesmaat te profiteren.

Wel domineren in Oost-Groningen de socialisten samen met de PVV die daar in bijna elke gemeente haar beste resultaat ooit neerzette.

Stemmen tellen op het stembureau Foto: Rob Ramaker/Elsevier

Aardbevingen als belangrijk campagnethema

‘Het is toch niet te geloven dat je in de rij moet staan?’ Hardop verbaasden bewoners van Loppersum zich woensdagavond over de rij stemmers die zich vanuit de raadskamer naar buiten slingerde. De opkomst was ook hier met ruim 82 procent flink hoger dan in 2012. In dat jaar had in het naburige Huizinge een aardbeving plaats met een kracht van 3,6. De start, zo bleek achteraf, van het protest tegen de door de gaswinning veroorzaakte bevingen en schade.

De aardbevingen waren een belangrijk campagnethema, zeker in Loppersum. Burgemeester Albert Rodenboog (CDA) ziet de impact hiervan zeker in de uitslag. Tegen de landelijke trend in groeit de SP hier met 4 procentpunten. ‘De SP heeft zich hier altijd sterk geprofileerd op het aardbevingsdossier.’ Toch is de invloed beperkt. De meeste kiezersbewegingen passen beter in het landelijke beeld. GroenLinks won fors, net als het CDA dat hier de grootste is geworden.

Veel kiezers in Loppersum bevestigden dat de bevingen meewogen in hun keuze. ‘Zeker weten,’ zegt Sander Eisinga (30), die de VVD verruilde voor D66. Hij hoorde hoe premier Mark Rutte bij Pauw & Jinek de schadeafhandeling ‘netjes’ noemde. ‘Daar denken wij anders over,’ zegt hij. Hij voelt het in ‘kopzorgen, tijd en in de portemonnee’. Eisinga verkocht zijn huis met 20 tot 25 procent verlies en kreeg slechts een deel gecompenseerd. Na de uitzending stuurde hij een mail naar de VVD, maar kreeg geen reactie. ‘Dat is prima, maar dan ben je deze stem kwijt.’

‘De kraan moet dicht’

Net als Eisinga ondervinden veel mensen die in de rij staan voor het gemeentehuis persoonlijk gevolgen van de bevingen. Ze hebben schade, hun huis moet bevingsbestendig worden gemaakt en in één geval zelfs nieuw worden gebouwd. ‘Dat kost erg veel tijd,’ zegt Anita Weistra (51). Om de scheuren in haar huis te laten repareren, kreeg ze te maken met bureaucratie, keuringen en contra-expertises. ‘Dat zijn we wel erg zat.’

Kiezers die de bevingen laten meewegen, doen dat elk op hun eigen manier. Meer mensen sloten net als Eisinga de VVD uit. Anderen stemmen voor een partij met ‘aandacht voor alternatieve energie’; dat wil zeggen: GroenLinks. Sommigen zien in de onrust een directe aanleiding PVV of SP te stemmen. Joyce Alders (27) verhuisde een jaar geleden vanuit Groningen naar Loppersum. Afgelopen zaterdag voelde ze voor het eerst een aardbeving. Het heeft haar letterlijk geschokt, en ze stemt PVV. ‘Er moet echt iets veranderen.’ Greetje Groen (58) stemt dit maal SP. Ze voelt mee met de mensen die psychologisch lijden onder de bevingen. ‘De kraan moet dicht.’

Lees ook: PvdA wil eenderde van aardgasopbrengst investeren in Groningen

De uitslag markeert het (voorlopig) einde van de provincie Groningen als rood bolwerk. De PvdA die hier traditioneel domineert, lijdt een onthutsend verlies.

In Loppersum hebben PVV en SP slechts licht geprofiteerd van de afstraffing van de PvdA. Maar in Oost-Groningen, een regio die kampt met bevolkingskrimp en hoge werkloosheid, beleven deze partijen een verdere opmars. In bijna alle gemeentes benaderden (SP) of verbeterden (PVV) ze hun beste score ooit. En in heel Oost-Groningen, behalve Stadskanaal, is één van beide de grootste.

PvdA 70 b

Onvrede

Bij de PvdA zijn al vele gesprekken gevoerd met de leden en de achterban en zijn er onderzoeken gedaan zoals wat van Waarde is – en meer.  Het ging al wat langer niet zo best met de partij !!!

De voormalige PvdA-aanvoerder Wouter Bos en andere pleitte al eens  voor samenwerking tussen zijn PvdA en GroenLinks (eventueel met de SP) om in de formatie sterker te staan. Zo’n blok met zo’n 23 zetels had nu meer voor elkaar kunnen krijgen dan elk van de partijen afzonderlijk.

Het uitblijven van linkse samenwerking is kort te verklaren: de partij waarmee het goed gaat wil niet. En, voeg ik eraan toe, is geneigd tot zelfoverschatting, zoals de PvdA van Den Uyl met haar meerderheidsstrategie liet zien en GroenLinks van Klaver met het concept van ‘een beweging’ nu. zie:> hier

Kortom, Heeft de PvdA nog bestaansrecht? Het is een harde vraag, maar je moet hem stellen.”

De website Linksom! wordt door zo’n 100 leden binnen de partij gesteund, zeggen de initiatiefnemers. Prominente leden worden opgeroepen om zich bij hen aan te sluiten.

De beweging werd al weer een tijdje geleden in het leven geroepen om de koers van de partij aan de kaak te stellen, maar de initiatiefnemers vinden dat er ‘nog steeds niks is veranderd’.

Dat komt volgens Monasch omdat de PvdA niet meer de brede volkspartij voor de gewone man is.

Hij stelt dat de meesten hun lidmaatschap ‘zo kunnen inruilen voor Groen Links’. ,,We zijn te veel een bestuurderspartij geworden. Wij zijn een partij geworden voor de hoogopgeleide politiek correcte medemens. Dit zegt hij tegen de Leeuwarder Courant.

Overigens gaan al enige jaren dergelijke geluiden op !! 

Het NWO-rapport Diploma Democracy  (download) laat namelijk  zien dat het kabinet en de Tweede Kamer vrijwel uitsluitend bestaat uit hooggeleerden en academisch afgestudeerden. Binnen de raadsfractie is zelfs de aanbeveling gedaan dat nieuwe kandidaten voor de raadsfractie ten minste hbo-niveau moeten hebben.

Crisis

Is er sprake van een crisis in de sociaal-democratie? Na de zeperd van de Partij van de Arbeid op 15 maart 2017 in Nederland, een gedecimeerde Parti Socialiste in Frankrijk en het verlies waarop de Britse Labourpartij op 8 juni lijkt af te stevenen, lijkt het einde van grote sociaal-democratische partijen nabij. Elsevier.nl deed een rondvraag naar de oorzaken.

Klara Boonstra (Directeur Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA):

‘Een crisis in de sociaal-democratie? Dat zijn grote woorden. Het hangt erg van de analyse af. Bekijk je het vanaf 1990, of in de laatste tien jaar? Dan krijg je al volkomen verschillende conclusies. Het woord crisis, daar geloof ik niet zo in.

‘Een oorzaak van de nederlaag bij de afgelopen verkiezingen is de opkomst van partijen die een deelbelang vertegenwoordigen. Er is nu een Partij voor dieren, een partij die opkomt voor etnische minderheden en een partij voor ouderen. Naarmate de samenleving heterogener wordt, worden deze partijen aantrekkelijker. Daarmee neemt de vraag naar een traditionele volkspartij af.

‘Een ander interessant fenomeen is dat partijen die niet dominant zijn in een coalitie daarvan schade ondervinden: D66 na Paars II, het CDA na Rutte I, en nu de PvdA in Rutte II. De afgelopen kabinetsperiode heeft de PvdA, in de ogen van de kiezer, te weinig de belangen van de verzorgingsstaat verdedigd. Sterker, het belang van de economie stond voorop ten koste van het belang van de werkenden.

Verandering arbeidsmarkt

‘De arbeidsmarkt is natuurlijk ingrijpend veranderd en die verandering zet door. Voornamelijk voor mensen die niet hoogopgeleid zijn, kan dat in de nabije toekomst problematisch worden. Het cynische is dat Lodewijk Asscher (minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, red.) wel een poging heeft gedaan om de arbeidsmarkt te hervormen, maar dat is naar de smaak van de kiezer te weinig gelukt.

Zijn voorgangers Henk Kamp (VVD, red.) en Piet Hein Donner (CDA, red.) hebben daar veel minder aandacht aan besteed. Die worden vervolgens niet bestraft, omdat ze buiten beeld blijven. Hetzelfde kan GroenLinks nu overkomen.

‘De kerk, de PvdA en vakbond FNV zijn de enige instituties in Nederland die het oogmerk hebben alle klassen te vertegenwoordigen. Dit geldt voor iedereen, laag- en hoogopgeleiden. Uiteindelijk is de PvdA er om te verbinden, en dat gaat het beste door werk. Of, om Ernst Hirsch Ballin te citeren: ‘Arbeid is de sleutel tot het  plein van de samenleving.’

René Cuperus (onderzoeker van de Wiardi Beckman Stichting):

‘Er zijn mensen die zeggen dat de sociaal-democratie klaar is, zijn klus heeft gedaan, omdat de samenleving af is, en iedereen geëmancipeerd. Maar dat is een dubieuze voorstelling van zaken.

‘Volgens mij is er sprake van een bredere politieke systeemcrisis. Een crisis van vertrouwen en vertegenwoordiging. De sociaal-democratie is daarvan het zwaarste slachtoffer, maar dit raakt ook christen-democraten en andere gevestigde partijen. In de twintigste eeuw had het kapitalisme twee remmen, enerzijds de sociaal-democratie, anderzijds het christendom.

Secularisering en individualisering hebben dat veranderd. Solidariteit, wat vroeger de lijm van de sociaal-democratie was, werkt niet in een samenleving waarin niemand meer een vaste baan krijgt, of waar niemand meer “in control” lijkt over de grenzen.

Establishment geworden

‘Vroeger stonden de sociaal-democraten met één been in de gevestigde orde, en met één been erbuiten. De PvdA onder Joop den Uyl zou je toch nooit elite of establishment noemen? De afgelopen twintig jaar is dat veranderd: de PvdA is gaan samenvallen met het establishment. Door neoliberaal mee te bezuinigen op de verzorgingsstaat, door het steeds meer wegvallen van de links/rechts-tegenstelling in de politiek.

Iets soortgelijks zie je in Frankrijk en Groot-Brittannië. Ook de zogenoemde Derde Weg, waarvoor Frankrijk nu met Emmanuel Macron gaat kiezen, draagt bij aan het ontstaan van een ‘marktsamenleving’. Dit heeft de sociaal-democratie onherkenbaar gemaakt.

‘De lijnen die door de samenleving lopen zijn veranderd: de PvdA was altijd een overbruggingspartij: tussen hogere en lagere middengroepen, tussen het rode noorden en de grote steden, tussen man en vrouw, migrant en niet-migrant. De sociaal-democratie wist die voorheen te verenigen.

De PvdA van Willem Drees bestond uit drie stromingen: de SDAP, de christelijk geëngageerden en de vrijzinnigen. Die zijn respectievelijk terechtgekomen bij SP, GroenLinks en D66.

Geen monopolie

‘De klassieke middenpartijen hebben niet het monopolie op de democratie. De samenleving is in hoog tempo veranderd: dan is het ook niet gek dat nieuwe partijen en bewegingen zich roeren. De vraag is wel even wat het alternatief voor het klassieke partijenkartel is. Daar ben ik niet helemaal gerust op. Neem de nationaal-populistische opstand tegen het establishment.

Een belangrijk alarmsignaal, maar ook met risico’s voor de rechtsstaat en de multiculturele verhoudingen. Met daartegenover de technocratie in Europa. Of de platte identiteitspolitieke zwart-witkeuzen: honderd procent voor Europa of honderd procent nationalist. Zie de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen.

‘Zal Europa erin slagen ook in een mondialiserende wereld een werkende democratie en een verzorgingsstaat overeind te houden? Dat is de kernvraag. Mensen beginnen het vertrouwen in het antwoord daarop te verliezen, ook en vooral van sociaal-democraten.

Adriaan van Veldhuizen (promoveerde aan de Universiteit Leiden op de geschiedenis van de SDAP, de voorloper van de PvdA):

‘Afgelopen twintig jaar hinkt de sociaal-democratie op twee gedachten: enerzijds de Derde Weg van Tony Blair en Wim Kok, anderzijds zeer gepolitiseerd activisme, zoals Jeremy Corbyn nu in Engeland, of Benoît Hamon in Frankrijk. Deze twee stromingen botsen met elkaar.

Politiek zijn het twee uitersten die moeilijk in één programma zijn te verenigen. In een Europese denktank over de sociaal-democratie zag ik dat dit vraagstuk in bijna elk land terugkeert: allemaal weten ze dat dit het probleem is, maar toch ging niemand met de oplossing naar huis. Dat is één kant van het probleem.

‘De andere kant is het achterhaalde instituut van de politieke partij. Je ziet bij de verkiezingen in Frankrijk dat het voordeel van een politiek instituut is weggevallen; Macron kan vanuit het niets de grootste partij worden, maar ook Jean-Luc Mélenchon gooide in korte tijd hoge ogen.

Traditioneel was een stevig gevestigde partij erg in het voordeel, maar als je je achterban kunt bedienen met behulp van Twitter of Facebook, wordt dat voordeel kleiner. In Nederland zie je dat aan de opkomst van Thierry Baudet, die in zeer korte tijd twee zetels veroverde.

Links gedachtegoed

‘Wel merk je dat er nog steeds behoefte is aan links gedachtegoed. GroenLinks en Mélenchon scoorden prima. In Duitsland komt ook Martin Schulz nu met een overwegend links programma. Volgens mij moeten de sociaal-democraten leren van de negentiende eeuw: gewoon twee of drie thema’s uitkiezen waar men waarde aan hecht, en voor die thema’s op de bres staan.

In de negentiende eeuw waren dat bijvoorbeeld het algemeen kiesrecht en de achturige werkdag. Zo zou je nu kunnen kiezen voor een basisinkomen en een klimaatneutrale overheid. Plannen mogen best lastig zijn om te bereiken, maar dit biedt kiezers meer perspectief dan een procentje erbij aan het eind van de maand.’

Lees hier meer over de PvdA, de verkiezingen en de formatie

De conclusies van de officiële interne evaluatie van de PvdA sluiten aan bij het verhaal dat verslaggevers Frank Hendrickx en Ariejan Korteweg al maakten over de crisis in de PvdA én de vraag of de partij ondanks de grootste verkiezingsnederlaag uit de politieke geschiedenis toch zou kunnen gaan regeren. Paul Depla, die het onderzoek leidde, komt daarin ook aan het woord. Dat verhaal leest u hier.

‘Afgelopen zaterdag zei Asscher het voor de zevenentwintigste keer, ditmaal in onder andere Het Parool, een regiokrant uit Amsterdam: Hij. Doet. Het Niet. Waarom zou hij ook? Hij lijkt het prima naar zijn zin te hebben, als demissionair minister.’ Lees hier de column van Sheila Sitalsing.

Enkele tientallen burgemeesters en wethouders van de PvdA willen dat de partij gaat meeregeren. Burgemeester Jan Nieuwenburg van Hoorn: ‘In de oppositie gaan we een beetje lopen dolen. Eindelijk marcheert de economie. Dan moet je niet rechts er met de buit vandoor laten gaan.’

Na de zware verkiezingsnederlaag heeft Lodewijk Asscher overwogen te stoppen. Dat vertelt hij eerder in een interview met de Telegraaf. ‘Als je 29 zetels verliest, dan gaat dat door je hoofd.’

Natrappen ???

Kabinetscrisis? PvdA is juist positief gestemd

De onenigheid tussen VVD en PvdA over de lerarensalarissen leek tot een ‘kabinetscrisis’ te leiden in het demissionaire kabinet. Volgens de sociaal-democraten valt het allemaal reuze mee.

Coalitiepartner VVD zou bereid zijn concessies te doen en meer geld in het basisonderwijs te willen steken, zo meent de PvdA. Donderdagochtend publiceerde De Telegraaf een bericht waarin fractievoorzitter Halbe Zijlstra het gedrag van PvdA-leider Lodewijk Asscher hekelt.

Nieuw kabinet moet kans grijpen om de belasting te verlagen, vindt Syp Wynia: 

‘Laat regeringspartijen eindelijk eens wat lef tonen’

1,8 miljard euro

Zijlstra gaf aan dat de PvdA kan fluiten naar de hogere salarissen voor leraren die de partij in de begroting voor 2018 eist. ‘Hij had het misschien best kunnen regelen, maar dan had hij zijn mond moeten houden,’ zegt Zijlstra.

Omdat de formatiepartijen voorlopig niet met een regeerakkoord zullen komen, zal de begroting voor 2018 worden opgesteld door het demissionaire kabinet. Die begroting zorgt, met als aanleiding een (korte) nationale staking van leraren eind juni, voor geruzie tussen de partijen.

Asscher dreigt de begroting niet te ondertekenen, tenzij een salarisverhoging voor de leraren wordt meegenomen. De loonsverhoging kan het kabinet zo’n 1,8 miljard euro kosten.

Hoop gevestigd op formatiepartijen

Maar de situatie is niet zo ernstig, meent PvdA-Kamerlid Henk Nijboer. Omdat de VVD niet uitsluit aan de formatietafel alsnog te zullen meegaan in een salarisverhoging voor leraren in het basisonderwijs, is er geen reden tot zorg.

Zijlstra zegt dat de VVD best bereid is om ‘in afstemming met de formerende partijen hierover overeenstemming te bereiken’. ‘Maar dan moet je niet meteen gaan claimen, waarbij je eigenlijk zegt: dat gaat gebeuren dankzij mij. Wat Asscher probeert te doen, is de bloemen van anderen wegjatten. Daarmee heeft hij het op scherp gezet,’ aldus Zijlstra.

‘Dan moet het volgens mij snel geregeld kunnen worden,’ reageert Nijboer donderdag.

Mogelijk komt een wijzigingspakket voor de begroting voor 2018, samengesteld door de formatiepartijen, alsnog bij het demissionaire kabinet terecht, en worden aangepaste maatregelen nog in de Miljoenennota verwerkt.

‘Moet om inhoud gaan’

De bonje tussen PvdA en VVD zorgt overigens voor woede onder leraren. Lerarencollectief PO in Actie verwijt de partijen een ‘politiek spel’ te spelen over de rug van de leraren heen. De organisatie kondigde donderdag voor het najaar een nieuwe stakingsactie aan.

Gerry van der List: Het nut van kibbelen en vliegen afvangen in de politiek

PO in Actie was betrokken bij de protestactie in juni. Duizenden basisscholen bleven het eerste uur van de dag dicht als protest tegen het uitblijven van een loonsverhoging. De actie in het najaar zal ‘intensiever’ zijn, aldus de organisatie.

‘Dit moet niet om partijpolitiek gaan, maar om de inhoud: de kwaliteit van het onderwijs,’ zegt Thijs Roovers van PO in Actie tegen RTL Nieuws. ‘De opmerkingen van Zijlstra bewijzen maar weer eens dat het belangrijk is om onze stem te laten horen.’

‘Idioot als de PvdA opstapt’ AD 11.08.2017

PvdA: VVD neigt in onze richting Telegraaf 10.08.2017

PvdA: VVD neigt juist in onze richting AD 10.08.2017

Vechtscheiding dreigt na geruzie tussen PvdA en VVD over extra geld leraren VK 10.08.2017

Kabinetscrisis dreigt: ‘Asscher schoot zichzelf in de voet met leraren’   Elsevier 10.08.2017

Kabinetscrisis? PvdA is juist positief gestemd  Elsevier 10.08.2017

Nu de formatie weer is gestart zoemt opeens het scenario ‘kabinetscrisis’ rond VK 10.08.2017

Rapport: Op-de-toekomst-Paul-Depla

zie ook: Fusie PvdA, GroenLinks, SP ??

zie ook: Populisme versus de opkomst van onvrede en onrust

zie ook: Tot ziens wethouder Rabin Baldewsingh PvdA !!!

zie ook: PvdA – aftrap Haagse gemeenteraadsverkiezingen 21.03.2018

zie ook: PvdA 70 jaar partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – en meer

zie ook: PvdA over de Rooie vanwege het Schaliegas – deel 4

zie ook: PvdA versus Code Rood

zie ook: De PVDA is te onzichtbaar geworden

zie verder ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 5

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 4

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 3

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel 2

zie ook: PvdA partijvernieuwing – Over wat van Waarde is – deel1

zie ook: Wethouder Rabin Baldewsingh PvdA luidt de noodklok

zie ook: Het Rode Bolwerk in Amsterdam is gebarsten – deel 2

zie ook: Het einde van de PvdA ??

zie ook: Is de ‘Elitaire’ samenstelling van de 2e kamer een afspiegeling van de samenleving ??

zie ook: PvdA, Partij van de Academici in 2010?

Deprimerend, de PvdA moet (al)weer een partij met humor worden

VN 29.07.2017 De PvdA moet een beweging worden die haar voelsprieten uitsteekt in de samenleving, stelt een rapport. Dat hebben we vaker gehoord. Gaat het deze keer wel lukken, nu alle bestuurlijke ballast overboord is gezet?

De broers Depla zijn sociaal-democraten met een prettig relativerende inslag. Van Staf, oud-Tweede Kamerlid en nu wethouder van Eindhoven, is de uitspraak: ‘Voor een bijeenkomst van twee of meer PvdA’ers heb je een milieuvergunning nodig vanwege de zuurgraad.’

Paul, burgemeester van Breda, is de auteur van een rapport over de dramatische verkiezingsnederlaag die zijn partij op 15 maart leed (van 38 naar 9 zetels). Een van zijn aanbevelingen: de PvdA moet gezelliger worden en minder betweterig. Op afdelingsvergaderingen mag voortaan best worden gelachen.

Tenslotte gaat het om een partij waarvan oud-minister Hedy d’Ancona ooit zei: de gemiddelde begrafenis is gezelliger dan onze congressen.De twee kleinzoons van oud-KVP-minister Frans Teulings hoorden bij de vertrouwelingen van Wouter Bos en Diederik Samsom en zijn nu close met Lodewijk Asscher. Ook die hoorde ik tijdens een politiek café in het Badhuistheater in Amsterdam zeggen dat de humor terug moest komen in de PvdA. Het lijkt me zoiets als zoeken naar water in de woestijn, was mijn eerste reactie.

Tenslotte gaat het om een partij waarvan oud-minister Hedy d’Ancona ooit zei: de gemiddelde begrafenis is gezelliger dan onze congressen. Maar Asscher droomt van partijbijeenkomsten waar je met een gerust hart ook je familie en vrienden mee naartoe kunt nemen en de burgemeester van Breda moest hem daarvoor de ingrediënten aanleveren.

Op de toekomst heet het werkstuk van Paul Depla. Het gaat hem om een partij die niet in zichzelf is gekeerd maar openstaat voor samenwerking met ngo’s, actiegroepen en jongerenclubs. Geen technocratische bestuurderspartij maar een beweging die haar voelsprieten uitsteekt in de samenleving.

Het deprimerende is dat de meeste aanbevelingen van Depla al jaren geleden zijn gedaan. De commissie-Van Kemenade schreef in 1991 dat de PvdA minder introvert moest worden en aansluiting moest zoeken bij nieuwe maatschappelijke bewegingen.

De commissie-De Boer constateerde in 2002 dat de PvdA onder de paarse kabinetten van Wim Kok in zichzelf gekeerd was geraakt. PvdA-voorzitter Lilianne Ploumen riep de bestuurders binnen de partij op hun gezicht vaker buiten het stadhuis te laten zien. PvdA-voorzitter Hans Spekman vond dat Kamerleden, wethouders en gedeputeerden moesten worden verplicht om minstens 25 procent van hun tijd op straat door te brengen. Het was allemaal aan dovemansoren gericht.

Hoe groot is de kans dat de sociaal-democratie nu wél te veranderen is in ‘een beweging van themanetwerken die door middel van festivals, acties, plannen en safari’s het maatschappelijk debat weer naar zich toetrekt’, zoals Depla aanbeveelt? Waarom zou de PvdA nu niet meer immuun voor verandering zijn?

Misschien ben ik te somber, want de afgelopen jaren is de bestuurlijke context waarbinnen de PvdA opereert (o jee, ik bezondig me nu ook al aan technocratisch jargon) grondig veranderd. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 verloor de partij haar plek in het college van B en W in steden als Amsterdam, Utrecht en Maastricht. Bij de Provinciale Statenverkiezingen vielen de rode bolwerken Friesland en Groningen. Om nog maar te zwijgen van de 29 zetels verlies bij de Tweede Kamerverkiezingen.

Niet leuk voor de PvdA, maar voor de partijvernieuwing is het niet slecht dat zoveel bestuurlijke ballast overboord is gezet. Lodewijk Asscher, die sinds hij aan de VVD is ontsnapt een bevrijd man lijkt, heeft laten zien hoe ver je het in Kamerdebatten met een gezonde dosis humor kunt brengen. Al is het wel vaak galgenhumor.

‘Bezwaar tegen topbaan PvdA’er bij Financiën’

Elsevier 24.07.2017 De rechterhand van demissionair minister Jeroen Dijsselbloem (PvdA) en campagnevoerder van ‘Team Samsom’ komt op een invloedrijke positie op het ministerie van Financiën. Rens Nissen wordt directeur Algemene Financiële en Economische Politiek.

Dat betekent dat Nissen, die bij het afscheid van Diederik Samsom zelfs werd genoemd als actief campagnevoerder binnen de PvdA, veel invloed zal hebben op de Miljoenennota. Oud-partijleider Samsom leunde sterk op Nissen, die deel uitmaakte van een team van ‘high potentials’.

Eric Vrijsen: ‘Martijn van Dam had echt geen kartel of carrousel nodig’

Oppositiepartij kan meegluren

Zijn carrièreswitch wekt verbazing, zo meldt De Telegraaf, omdat een PvdA’er verantwoordelijk zal zijn voor de Miljoenennota. De sociaal-democratische partij kreeg een behoorlijke klap tijdens de verkiezingen, en verloor een historisch aantal zetels.

Met nog maar negen zetels is de PvdA veroordeeld tot de oppositiebanken. Die oppositiepartij zou toch achter de schermen kunnen meekijken op een van de belangrijkste ministeries, luidt de kritiek.

Banencarrousel

Het beleid in 2018 wordt al door Dijsselbloem uitgezet, zo bleek recent. Omdat de kabinetsformatie maar voortduurt, zal het demissionaire kabinet verantwoordelijk zijn voor de Miljoenennota en het beleid van het komende jaar. Voorlopig heeft de PvdA dus nog veel in de melk te brokkelen.

PvdA’ers die snel aan een nieuwe baan komen, vaak in bestuursfuncties of bij organen van de overheid, zorgen voor kritiek. Er zou sprake zijn van een banencarrousel, waardoor sociaa-ldemocraten door andere sociaal-democraten op belangrijke posities worden gezet.

  Bauke Schram (1993) is sinds april 2016 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

GERELATEERDE ARTIKELEN

Dijsselbloem speculeert niet over aftreden

Diederik Samsom krijgt leiding over fosfor-onderzoek

Marcouch (PvdA) wordt de nieuwe burgemeester

lees ook Schimmige (PvdA-)praktijken rond deradicalisering Amsterdam

Topbaan PvdA’er wekt verbazing

Telegraaf 24.07.2017 Aan het Binnenhof worden de wenkbrauwen gefronst over de nieuwe baan van Rens Nissen, de rechterhand van minister Dijsselbloem (Financiën). De PvdA’er was tot voor kort de persoonlijk assistent van Dijsselbloem. Hij zwaait nu de scepter over de afdeling ’AFEP’ van het ministerie van Financiën, kort voor Algemeen Financiële Economische Politiek.

Het is een invloedrijke baan. Grote delen van de Miljoenennota worden door dit deel van het departement geschreven.

Oppositie

De PvdA – door de kiezer gemillimeterd bij de verkiezingen – gaat zoals het er nu naar uitziet de oppositie in en heeft daardoor minder in de melk te brokkelen. Maar door Rens Nissen de topbaan te geven zouden de sociaaldemocraten een kijkje in de keuken behouden als het gaat om de portemonnee van een nieuw kabinet. „De schijn van belangenverstrengeling wordt gewekt”, zo wordt gefluisterd.

Recent ontstond er ook ophef over de nieuwe job van staatssecretaris van Dam (Economische Zaken). Hij gaat in september aan de slag bij de raad van bestuur van de publieke omroep. Tot die tijd blijft de PvdA’er aan als bewindsman. Oud-Kamerleden Vermeij en Marcouch hebben invloedrijke stekken gevonden als leider van een pensioenfonds en burgemeester van Arnhem.

Keklik Yücel: ‘Te vaak heeft PvdA emancipatie verward met iedereen maar toelaten’

VK 15.07.2017 Keklik Yücel is sinds 15 maart Kamerlid af. Ze blikt terug op een explosieve periode: met de afsplitsing van partijgenoten Kuzu en Öztürk, de arrestatie van Ebru Umar en met Erdogan die zijn invloed doet gelden.

‘Een keer, ik vergeet het nooit, stond Tunahan Kuzu trillend van woede voor me in het Tweede Kamergebouw. Ik had geen schriftelijke vragen gesteld over een school die een stagiaire met een hoofddoekje had geweigerd. Razend was hij. Ik wilde de kwestie eerst uitzoeken. Hij schoot meteen in de pavlovreactie: ze komen aan moslima’s dus het zal per definitie discriminatie zijn. Ik ben weggelopen.’

In september 2012 wordt Keklik Yücel (49) Tweede Kamerlid voor de PvdA. Ze weet dan nog niet dat ze aan het begin staat van een twee jaar durende strijd in haar eigen fractie. Yücel – dochter van een Turkse gastarbeider, kind uit een alevitisch en seculier gezin – ziet de Marokkaans- en Turks-Nederlandse gemeenschappen afdrijven van de Nederlandse samenleving.

Zij beschouwt het als haar missie dit tij te keren. Haar progressieve agenda stuit op hevig bezwaar van onder anderen haar fractiegenoten Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk, de Turks-Nederlandse Kamerleden die zich eind 2014 afsplitsen van de PvdA.

Wat zich die eerste twee jaar in het klein afspeelt in haar fractie, voltrekt zich in de laatste twee jaar van het kabinet-Rutte II op grote schaal landelijk en op het internationale toneel. De Turkse president Erdogan doet zijn invloed gelden tot in Nederland. In de Turks-Nederlandse gemeenschap borrelt en gist het. Yücel spreekt zich kritisch uit over Turkije en krijgt de volle laag van Nederlandse AKP-aanhangers.

Ze is sinds 15 maart Kamerlid af. Zelfs plek 16 op de lijst was te laag bij een PvdA in vrije val. In een café in de schaduw van de Deventer Waag blikt ze terug. ‘Veel conservatief-Turkse geluiden binnen de PvdA hebben geprobeerd mij tegen te werken. Er was een actieve lobby tegen mij: Keklik moet niet op de lijst. Het is ze niet gelukt.’

‘Veel conservatief-Turkse geluiden binnen de PvdA hebben geprobeerd mij tegen te werken. Er was een actieve lobby tegen mij: Keklik moet niet op de lijst. Het is ze niet gelukt.’ © Aurélie Geurts / de Volkskrant

Als kersvers Kamerlid krijgt Yücel in 2012 de gevoelige portefeuille integratie. Het eerste wat ze doet, is een gesprek voeren met PvdA-leider Diederik Samsom en PvdA-minister van Integratie Lodewijk Asscher. ‘Te lang heeft de nadruk bij integratiebeleid gelegen op sociaal-economische problemen en zijn de sociaal-culturele problemen genegeerd.

De fundamentele waardenontwikkeling van groepen mensen loopt uiteen. Ik heb hun gezegd dat we binnen tien jaar de rekening krijgen gepresenteerd.’ Samsom en Asscher steunden haar, maar waarschuwden ook: ‘Je gaat het niet makkelijk krijgen in de fractie.’

‘Toen waren die Denk-jongens nog bij ons. Van hen ondervond ik continu intimidatie. Ze probeerden me voortdurend tegen te houden. Als ik een debat had, zaten zij in het publiek. Beoordelend keken ze toe vanaf de tribune. Of ze regelden dat er een Turkse cameraploeg bij was. Dat is niet normaal. Maar ik boog geen millimeter voor ze.’

Wat was hun kritiek op u?

In Kamerdebatten werd ik nooit uitgedaagd, de uitdaging zat in de fractie

‘De problemen die ik schetste, bestonden niet. Er was geen probleem met de democratische waardenvorming onder minderheden, met de positie van vrouwen binnen conservatief-islamitische kringen, geen probleem met vrijheid van homo’s. Daar moest ik het niet over hebben. De rector van de zogenaamde Islamitische Universiteit, een man die demonstranten wegzet als honden, mocht je niet bekritiseren. Met moskee-internaten was ook niks mis, daar werd alleen huiswerkbegeleiding gegeven.

‘De echte integratiedebatten vonden niet plaats in de plenaire zaal, maar in onze fractie. Na zo’n vergadering kon niemand me wat maken, ik had op elke scherpe vraag mijn antwoord klaar. In Kamerdebatten werd ik nooit uitgedaagd, de uitdaging zat in de fractie.’

Welke fractiegenoten waren tegen u, naast Kuzu en Öztürk?

‘Zij zorgden altijd wel dat ze wat collega’s meekregen die ook belobbyd werden uit de conservatief-Turkse hoek. Collega’s met een migratieachtergrond, ik noem geen namen. De fractietop steunde mijn lijn en de meerderheid van de fractie ook. Maar het stoorde me dat ze de ruimte kregen voor hun intimidaties.

‘Diederik is één keer op zijn strepen gaan staan, een jaar voordat Kuzu en Öztürk vertrokken, maar ze bleven dwarsliggen. Ik denk dat ze bewust op een clash hebben aangestuurd. Als dat niet zo is, is dat eigenlijk nog erger. Een soort waanzinpolitiek, puur politiekislamitisch fanatisme.

De PvdA heeft in het verleden emancipatie te vaak verward met iedereen maar toelaten

‘De PvdA had in het begin veel duidelijker moeten zijn naar die jongens. Toen zij op de lijst kwamen, hebben veel progressieve mensen zich afgekeerd van de PvdA. Daardoor heeft de PvdA meer kiezers verloren dan die drie zetels van Denk. Het is alsof je een mengelmoes van Kees van der Staaij en Geert Wilders op de lijst zet, maar dan islamistisch.

De PvdA heeft in het verleden emancipatie te vaak verward met iedereen maar toelaten. Ja, ze brachten achterban met zich mee, maar je moet afstand houden van stromingen die orthodoxie en conservatisme propageren. Die mensen moet je niet jouw partij laten vertegenwoordigen.

‘De sociaal-democratie moet vooruitgang voor iedereen mogelijk maken, eerlijk loon, werk, onderwijs, zorg, opkomen voor vrouwen- en lhbt-rechten. De meeste mensen in Nederland willen dat. Als je niet zichtbaar voor die meest essentiële verworvenheden opkomt, keren kiezers zich van je af.’

Een jaar later liepen de Turks-Nederlandse spanningen snel op. 2016 begon met een EU-Turkijedeal over migratie. De PvdA speelde een grote rol bij de totstandkoming. Wat vond u van die deal?

‘We hadden geen beter plan. Het mooiste zou een eigen humaan Europees grensbeleid zijn, maar ongecontroleerd iedereen binnenlaten, dat kan Europa niet aan. We hadden geen keus. Met buikpijn sluit je zo’n deal. Je geeft Erdogan positie, je stut een dictator. Ik zei toen in de fractie: wat deze man in Turkije doet, gaat hij ook in Europa doen. Hij gaat ons om zijn vinger proberen te winden.’

‘We hadden geen keus in de Turkijedeal. Met buikpijn sluit je zo’n deal.’ © Aurélie Geurts / de Volkskrant

Kort daarop werd columniste Ebru Umar gearresteerd in Turkije. ‘Schande’, twitterde u en u haalde uit naar juichende Turkse Nederlanders die haar arrestatie vierden.

   > Keklik Yucel @keklikyucel

Vast vanwege haar column! Bizar dit schandelijk & onacceptabel’Columniste Ebru Umar door Turkse politie meegenomen’ http://nu.nl/algemeen/4251810/columniste-ebru-umar-turkse-politie-meegenomen.html …

12:06 AM – 24 Apr 2016

Columniste Ebru Umar opgepakt vanwege tweets over Erdogan

Ebru Umar, een kritische Nederlandse columniste van Turkse afkomst, is in Turkije door de politie meegenomen vanwege haar tweets over de Turkse president Recep Tayyip Erdogan.

nu.nl

  > Keklik Yucel @keklikyucel

Blije tweets Erdogan aanhang in NL Schaam je! Hier opgroeien en je als anti-democraat ontwikkelen Mislukte integratie #parallellesamenleving

10:41 AM – 24 Apr 2016

‘Toen Ebru werd opgepakt heb ik autonoom gehandeld. Het was op een zaterdagavond, de partij had nog niet getweet. Ik vreesde dat de PvdA met mitsen en maren zou reageren. Ik vond dat een statement nodig was. Mijn tweets kwamen recht uit het hart. Zonder afstemmen, zonder communicatieregeltjes toe te passen. In het verleden ergerde ik me aan PvdA’ers die zich niet uitspraken. Nu probeerde ik het te doen zoals ik denk dat het moet.

‘Ik ben het niet altijd eens met wat Umar schrijft, maar ze moet de vrijheid hebben om het te kunnen schrijven. Daarom heb ik haar tijdens haar landarrest opgezocht in Turkije. Zij twitterde een foto van ons en de poppen waren aan het dansen.

Ik was de vijand, ik mocht opgehangen worden. Toen ik op Facebook een kritisch stuk schreef, werd mijn pagina uit de lucht gehaald. Dat werd opgepikt door Nederlandse media. In de Turkse gemeenschap was ik al eerder gebombardeerd tot Turkenhater. Nu was er een breder publiek. Mijn doel was niet: hier ga ik me op profileren. Ik deed wat nodig was in mijn ogen.’

In juli volgde de couppoging en gingen Turkse Nederlanders met Turkse vlaggen de Erasmusbrug op.

Die mensen die in Rotterdam journalisten aanvielen gaven Wilders gelijk. Heel zorgelijk

‘Zo’n couppoging is vreselijk. Bovendien heeft Turkije een traumatisch verleden met militaire coups. Onze woordvoerder heeft daar wel degelijk stevig op gereageerd. Maar de volgende dag werd meteen duidelijk dat de Turkse regering de couppoging gebruikte om meer autocratie door te voeren. De echte coup is nu al een jaar gaande. Daar kwam terecht kritiek op vanuit de EU.

‘Die mensen die in Rotterdam journalisten aanvielen, zeiden eigenlijk: wij willen niet integreren, Nederland is niet ons land. Ze gaven Wilders gelijk. Heel zorgelijk. Moet je nagaan hoe een werkgever reageert de volgende keer dat een Turkse Nederlander komt solliciteren.’

Begreep u het ‘pleur op’ van Rutte?

‘Ik zou andere woorden gebruiken, maar wanneer Rutte zegt ‘als jij onze waarden niet wil delen en respecteren, zoek dan een ander land’, snap ik dat heel goed. Die mensen zeggen: ‘Jullie rechtsstaat respecteer ik niet, Erdogan is mijn president’. Inderdaad, ga dan lekker daar wonen.’

Afgelopen maart weigerde Nederland een Turkse minister de toegang tot haar ambassade in Rotterdam.

Wat vond u daarvan?

‘Ik snap dat het kabinet zei: tot hier en niet verder. Ik was daar ontzettend blij mee. Je moet niet met je laten sollen.’ © Aurélie Geurts

‘Het was spierballenvertoon van Erdogan. Kijk, wij durven een andere staat te tarten. Dat was voor hem win-win. Als het lukt: kijk waar wij mogen demonstreren. Lukt het niet: ze zijn tegen ons. Ja, ik snap dat het kabinet zei: tot hier en niet verder. Ik was daar ontzettend blij mee. Je moet niet met je laten sollen.’

Uw eigen PvdA koerste op dat moment richting de electorale afgrond. Wat ging er mis?

‘We hebben de afgelopen jaren de sociaal-democratie op papier bedreven, maar niet de harten van de mensen bereikt. Lage inkomens ontzien, de verzorgingsstaat houdbaar maken, de overheidsfinanciën op orde, op papier klopte het.

Maar we zijn vergeten om herkenbaar en waardenvast de PvdA neer te zetten. We hebben de strijd die wij achter de schermen voerden niet kunnen laten zien. Het regeerakkoord heette ‘Bruggen slaan’. Die sloegen we naar de coalitiepartner, naar de sociale partners, naar de Eerste Kamer, naar iedereen, behalve naar de mensen.

‘Asscher kon als lijsttrekker het tij niet keren. De leiderschapsverkiezing kwam ook veel te laat. Vier jaar lang schreef de pers Diederik kapot. Tot hij weg was, toen was hij geweldig. Maar toen moest Lodewijk het doen, met nog een paar maanden te gaan tot de verkiezingen. Ga er maar aan staan.

‘Ik heb vertrouwen in hem als oppositieleider. Ik weet wat hij kan in debatten. Nu kan hij wel zichtbaar de PvdA-strijd voeren. Ik hoop dat we de weg omhoog terugvinden. Je zou zeggen: erger dan dit kan niet. Weet je, ik heb heel erg het gevoel dat het onbedoeld is afgebroken op 15 maart. Dus als je het me nu vraagt zeg ik: ja, de volgende keer sta ik weer op de lijst en heel hoog. Want ik heb nog een progressieve strijd te voeren.’

Waarom deze plek voor mij belangrijk is

‘Tachtig procent van de kinderen op mijn basisschool was Turks. Pal ernaast stond de Julianaschool met enkel witte kinderen. Ik groeide op in een buurt waar veel meiden thuisbleven. Die meisjes werden in de zesde klas uitgehuwelijkt en trouwden op hun 14de.

Mijn vader moest zich tegenover buren vaak verantwoorden waarom mijn zus en ik wel naar school gingen. Soms gingen klasgenootjes naar een internaat, dat was heel schimmig, dan waren ze plots een hele zomer weg.

Van mijn ouders leerden wij: je bent te gast, je past je aan, je gaat naar school. En wees onafhankelijk. Toen dachten mijn ouders nog dat ze in Nederland geld zouden sparen en daarna terug naar Turkije zouden gaan. Nu voelen ze zich geen gasten meer. Ze wonen nog steeds in dezelfde wijk, vlak bij mijn oude basisschool.’

Keklik Yücel: ‘Mijn ouders voelen zich nu geen gasten meer. Ze wonen nog steeds in dezelfde wijk, vlak bij mijn oude basisschool.’ © Aurélie Geurts / de Volkskrant

Volg en lees meer over: NEDERLAND   POLITIEK   POLITIEKE PARTIJEN   PVDA

PvdA’ers: liever baantjes dan intellectueel debat

Elsevier 11.07.2017 De PvdA overtreft zichzelf. Hoewel er geen einde lijkt te komen aan de afgrond waarin zij tuimelt, werkt het old boys network van de partij nog uitstekend. Hoe minder kiezers, hoe meer dit netwerk nodig blijkt om banen te regelen en invloed uit te oefenen. Het Uitzendbureau van de Arbeid draait overuren, er moeten heel wat leden opnieuw worden gedetacheerd.

Afgelopen week ontstond ophef over drie PvdA-transfers. Niet alleen werd bekend dat twee voormalige PvdA-Kamerleden prestigieuze nieuwe banen kregen – Roos Vermeij als bestuurder bij Pensioenfonds PME en Ahmed Marcouch als burgemeester van Arnhem –, maar ook bleek de nog zittend staatssecretaris Martijn van Dam over te stappen naar de publieke omroep. Daar komt hij vanaf september in de raad van bestuur, zelfs als er nog geen nieuw kabinet is. Van emissierechten naar uitzendrechten – het maakt de gretige bestuurder blijkbaar niets uit.

lees ook: Arnhem wil Ahmed Marcouch (PvdA) als nieuwe burgemeester

lees ook: Waarom Ahmed Marcouch ongeschikt is als burgemeesterPvdA maakt geen pas op de plaats

Politiek verslaggever Carla Joosten van Elsevier Weekblad merkte terecht op dat dit soort transfers bij burgers het beeld van een geoliede baantjescarrousel alleen maar versterken: ‘Baudet hoeft eigenlijk niets te doen om virtueel te groeien’. Juist als het verwijt van ‘partijkartel’ zo luid klinkt, zou een partij als de PvdA een pas op de plaats moeten maken.

Martijn van Dam bij NPO versterkt idee partijkartel, schrijft Carla Joosten >

lees ook: Martijn van Dam had echt geen kartel of carrousel nodig

Niet alleen gezien de genadeloze afstraffingen van de kiezer, maar ook omdat partijbenoemingen geheel ingaan tegen de ambitie van de PvdA om weer een ‘volksbeweging’ te worden. Maar nee, de PvdA maakt geen pas op de plaats. Zij loopt extra hard om iedereen nog snel een stoeltje te geven voordat de muziek stopt.

Van een wolkenkrabber een bungalow maken

Hoewel de PvdA-praktijk dus wordt gedomineerd door carrièristische beroepsbestuurders, is de sociaaldemocratie in theorie veel interessanter. Zij herbergt een lange traditie van intellectuele predikers en grote woorden, die geregeld doordringen tot achter de katheders van onze universiteiten.

Een proefschrift dat vorige maand verscheen, herinnert ons hieraanDe promovendus die aan de Universiteit van Amsterdam zijn doctorstitel verkreeg was Menno Hurenkamp (1971). Zijn dissertatie behandelt het burgerschap in de eenentwintigste eeuw – een belangwekkend thema. (Het boek is hier gratis te downloaden.) Dat Hurenkamp intussen verbonden is aan het wetenschappelijk bureau van de PvdA, alwaar hij hoofdredacteur is van het maandblad, maakt hem geen minder interessante analyticus.

Zijn boek is zelfs soms, en dat is zeldzaam voor een proefschrift en voor de PvdA, om te lachen. Zo bekritiseert Hurenkamp de beroemde Britse socioloog Thomas Marshall, die meende dat het ‘sociale burgerschap’ niet de bodem in het bestaan van een paar mensen verhoogt, maar juist van een wolkenkrabber een bungalow maakt. ‘Dat had hij misschien beter niet kunnen zeggen, want waar is dan nog de verleiding om hogerop te komen?’

lees: Hurenkamp_Proefschrift_compleet

lees: Summary_Verantwoording

De sociaaldemocratie is niet gediend met de PvdA

Het is bizar hoe de PvdA in staat is om deze bloeiende sociaaldemocratische intellectuele traditie, waar Hurenkamp in staat, volledig links te laten liggen. Zij heeft het onderwerp laten kapen door opportunistische premiers van andere partijen, met hun ‘normen en waarden’ (Jan Peter Balkenende) en hun ‘participatiesamenleving’ (Mark Rutte).

Als Hurenkamp stelt dat burgers tot op grote hoogte asociaal zijn geworden, afwachtend en berekenend, dan geldt zijn analyse ook voor zijn eigen partij.  ‘De wil om voor elkaar en voor de gemeenschap te zorgen, is gesmoord in voorzieningen en misplaatste geldingsdrang van bestuurders en politici.’

De goede verstaander leest hier drie namen – die van Vermeij, Van Dam, Marcouch.

   Geerten Waling is historicus en schrijver van o.a. de boeken Zetelroof (2017) en 1848 – Clubkoorts en revolutie (2016).

Ook zonder PvdA blijft Amsterdam socialistisch

Elsevier 29.06.2017 In 2014 werd de Amsterdamse PvdA dan eindelijk afgestraft voor haar arrogantie. Maar daarmee is het socialisme nog niet uit de hoofdstad verdwenen, schrijft Syp Wynia.

Geen gemeente in Nederland wordt zozeer getekend door het socialisme als de hoofdstad Amsterdam. Dat heeft zo zijn redenen. Vanaf 1914 was de SDAP de grootste partij en vanaf 1946 was dat de PvdA. Samen met kleinere linkse partijen zetten de sociaal-democraten de toon. En wie lang aan de macht is, krijgt nog meer macht, want coalitiepartijen, het ambtenarenkorps en maatschappelijke organisaties richten zich naar de macht en mengen zich met de macht.

Het heeft lang geduurd, maar in 2014 werd de Amsterdamse PvdA dan toch afgerekend op haar arrogantie. De Amsterdamse afdeling van D66 leidde met steun van partijleider Alexander Pechtold het verzet tegen de eeuwige machtspartij PvdA en won overtuigend de gemeenteraadsverkiezingen.

De PvdA werd ondanks verwoede pogingen van Lodewijk Asscher (ex-wethouder, toen vicepremier en nu ook PvdA-leider) om het tegendeel te bereiken, naar de oppositie verwezen. Er kwam een coalitie van D66, VVD en SP (waarvan toen nog werd gedacht dat die wel eens een opmaat zou kunnen zijn tot landelijke samenwerking).

Kroonjuwelen van de PvdA

D66 en VVD was er, zo zou je mogen verwachten, veel aan gelegen om de kroonjuwelen van de opzij gezette PvdA aan te pakken, nu ze daartoe in de gelegenheid waren. Die kroonjuwelen van de PvdA zitten vooral in grond en gebouwen en de mogelijkheid die dat biedt om geld te verdienen en een gemeentelijke bevolkingspolitiek te voeren.

Dat zit zo. Ten eerste is vrijwel alle bebouwde grond in Amsterdam eigendom van de gemeente en die gebruikt dat om er socialistisch grond- en woonbeleid mee te voeren. De erfpacht die eigenaren van koopwoningen en bedrijven wordt opgelegd, wordt gebruikt voor allerlei collectieve voorzieningen en vooral voor het subsidiëren van sociale huurwoningen.

Gesubsidieerde huurwoningen

Dat is meteen kroonjuweel twee, de gesubsidieerde huurwoning. Geen land ter wereld heeft er zo veel als Nederland (30 procent) en geen gemeente er zo veel als Amsterdam (60 procent, waarvan het overgrote deel in handen van woningbouwverenigingen). Nergens is het ook zo profijtelijk om zo’n sociale huurwoning te hebben als in Amsterdam, waar volgens het Centraal Planbureau de gemiddelde gesubsidieerde huurder 6.500 euro per jaar minder voor zijn woning betaalt dan zijn ongesubsidieerde, hurende buurman. De cijfers zijn al weer wat verouderd – waarschijnlijk is het inmiddels meer.

Ooit werden sociale huurwoningen gebouwd om arme arbeiders uit vochtige kelders te halen. Zo veel arme arbeiders en vochtige woonkelders zijn er niet meer. Waarschijnlijk zouden Nederland in het algemeen en Amsterdam in het bijzonder prima af kunnen met iets van 10 procent sociale huurwoningen: eenvoudige woningen op niet al te dure plekken voor mensen die als te kwetsbaar worden beschouwd om geheel op eigen benen te kunnen staan.

In Amsterdam was zowel de grond als het woningbestand de kern van de machtsmachine van de PvdA. Daarom is de erfpacht nooit afgeschaft of gedimd, en het gesubsidieerde woningbestand kunstmatig groot gehouden. En daartoe werd door de PvdA en de bondgenoten van de PvdA een kwart eeuw geleden een derde kroonjuweel ontwikkeld: De Ongedeelde Stad.

Lees ook dit: waarom toch die verbijstering over het verlies van de PvdA ?

De Ongedeelde Stad

Volgens het ideaal van De Ongedeelde Stad moet er zodanig woonbeleid worden gevoerd dat arme mensen gesubsidieerd in rijke buurten (grachtengordel, Zuid) kunnen wonen en rijkere mensen gesubsidieerd in arme buurten. Lodewijk Asscher heeft als lokaal PvdA-leider het scheefwonen (mensen met behoorlijke inkomens in een gesubsidieerde huurwoning) openlijk verdedigd als een probaat middel om het hogere doel – De Ongedeelde Stad – te bereiken.

In de praktijk werkt die Ongedeelde Stad trouwens niet of nauwelijks. In de praktijk zitten er vooral handige, maar allerminst arme heren en dames voor weinig geld gesubsidieerd in de grachtengordel (of in Oud-West) en woont Amsterdam heel wat meer gesegregeerd dan De Ongedeelde Stad pretendeert. Dat komt overigens ook doordat Surinamers liever niet tussen de Marokkanen in West wonen en de Marokkanen liever niet tussen de Surinamers in Zuid-Oost.

Enfin, zo lag Amsterdam er bij toen de Amsterdamse PvdA in 2014 naar de oppositie werd verwezen. Wat hebben de nieuwe machthebbers van D66, VVD en SP met de erfenis van de PvdA gedaan, met de erfpacht, met de overmacht aan sociale huurwoningen en met het ideaal van de Ongedeelde Stad?

Welnu. De erfpacht wordt anders. Dat besloot de gemeenteraad van Amsterdam op 28 juni 2017. De gemeente Amsterdam houdt echter gewoon de gemeentegrond onder huizen en bedrijven – in die zin verandert er niets. Vanaf eind dit jaar krijgen eigenaren van huizen en andere panden wel wat meer keuzevrijheid. Zo kunnen ze kiezen voor een vast bedrag aan erfpacht, waar de gemeente die tot dusver nog periodiek kon verhogen. Is dit kroonjuweel van de PvdA daarmee verdwenen? Allerminst.

Cliëntelisme

Dan het woonbeleid. De Amsterdamse PvdA gebruikte het woonbeleid om de bevolking van Amsterdam naar de eigen hand te zetten. Je zou het ook grootscheeps cliëntelisme kunnen noemen. En inderdaad stemden huurders van gesubsidieerde huurwoningen, scheefwonend of niet, in voor de PvdA betere tijden massaal op de PvdA. Dat het kabinet Rutte-II met actieve medewerking van de PvdA de huren (vooral voor scheefwoners) liet stijgen en de woningcorporaties een verhuurdersheffing oplegde, legde al een bom onder de loyaliteit van de gesubsidieerde huurder met de PvdA.

En wat doen de nieuwe machthebbers in de Stopera, D66, VVD en SP? Die leggen niet de bijl aan de wortel van het PvdA-kroonjuweel van de gesubsidieerde huur, maar breiden dat kroonjuweel uit! Op 19 juli 2017 gaat de Amsterdamse gemeenteraad naar verwachting op voorstel van B en W een woningplan voor de periode tot 2025 goedkeuren. Volgens dat plan worden er van de nieuw te bouwen woningen in Amsterdam 40 procent sociale huur, 40 procent gesubsidieerd voor middeninkomens en (slechts) 20 procent voor hogere inkomens.

Geen inperking, maar uitbreiding

In feite wordt het gesubsidieerde huurbeleid in Amsterdam (kosten: circa 1,5 miljard euro per jaar) dat officieel alleen is voor inkomens tot modaal (37.000 euro bruto) uitgebreid tot inkomens tot ongeveer 52.000 euro. Ook dat kost geld, omdat de gemeente in ruil voor eisen aan verhuurders een lagere erfpacht gaat rekenen en daar naar verwachting 1 miljard euro bij inschiet. Het PvdA-woonbeleid wordt dus niet ingeperkt, maar uitgebreid.

De verandering (een beetje, dan) van de erfpacht komt uit de koker van de plaatselijke VVD-leider, wethouder Eric van der Burg – ook wel bekend als de meest linkse VVD-bestuurder die er in Nederland te vinden is. Nog maar kort geleden riep Van der Burg tot verbijstering van VVD’ers in de rest van het land: ‘Hoe meer asielzoekers hoe beter’ – en nog wel speciaal in Amsterdam, waar de woningkrapte nota bene het grootst is en de koophuizenprijzen het hoogst zijn.

De uitbreiding van het PvdA-woonbeleid komt uit de koker van de plaatselijke SP-leider, wethouder Laurens Ivens, die van zijn collega’s van D66 en VVD voluit mag gaan, onder het motto dat zonder stevig extra gebouwde sociale huurwoningen en het betrekken van de middeninkomens bij het gemeentelijke woonbeleid, gewone mensen niet meer in Amsterdam kunnen wonen. Daarbij wil het gemeentebestuur politieagenten, verpleegkundigen en leraren overigens speciaal voortrekken. Waarom werknemers uit de collectieve sector worden voorgetrokken boven werknemers van gewone bedrijven, is een raadsel.

Problemen met wonen

Als er een probleem met wonen in Amsterdam is, dan is dat tweeledig. Aan de ene kant is Amsterdam al weer enkele decennia terug als favoriete woonstad. Aan de andere kant heeft Amsterdam zijn dirigistische woon- en grondbeleid steeds belangrijker gevonden dan in te spelen op werkelijke vraag.

Dat er in Amsterdam te weinig woningen voor de middenklasse zijn, is geen natuurverschijnsel, maar het product van verkeerd beleid. De middenklasse moest in ogen van de vorige machthebbers immers maar verhuizen naar Purmerend en Almere. D66, VVD en SP in Amsterdam maken geen eind aan dat schadelijke collectivistische beleid, maar breiden het uit – nu voor de middenklasse.

Dat is het paard achter de wagen spannen.

Het Amsterdamse grond- en woonbeleid blijft uitgaan van een maakbare wereld, waar grote bedragen worden besteed aan het van gemeentewege sturen van een gewenste bevolkingssamenstelling. Dat maakbaarheidsideaal produceert wachtlijsten en hoge prijzen, die worden bestreden met nog meer geld en nog meer overheidsdirigisme, zonder dat enig ideaal wordt gerealiseerd.

   Syp Wynia (1953) is sinds 1997 redacteur van Elsevier Weekblad. Hij schrijft columns, commentaren en analyses in weekblad Elsevier Weekblad en essays in maandblad Elsevier Juist over politiek, economie en samenleving, dikwijls met een grensoverschrijdende blik.

‘Opwindende’ meet-ups zijn niet van deze tijd, Klaver en Asscher!

Elsevier 27.06.2017 De PvdA is binnenkort geen partij meer, maar een ‘beweging’. Tenminste, als zij de adviezen volgt uit het nieuwe rapport van Paul Depla (nummer 784 in de reeks ‘verbeterstukken’ van de vermolmde sociaaldemocratie).

De ‘Beweging van de Arbeid’ moet nu ook met niet-leden in gesprek over ‘inhoudelijke vraagstukken’. Een verstandig advies, want bijeenkomsten met PvdA-leden dreigen inmiddels wel erg intieme onderonsjes te worden.

Nog naast de vraag of beroepsbestuurder Lodewijk Asscher wel genoeg charisma heeft voor opwindende meet-ups, dringt zich de vraag op: waar komen die meet-ups toch vandaan? Vorige week schreef ik al over de sociale en zelfs erotische aantrekkingskracht van meet-ups. Emmanuel Macron, Beppe Grillo, Jesse Klaver en Thierry Baudet – ze leiden allemaal succesvolle ‘bewegingen’. Die benaming wekt de suggestie dat het hier om heel iets anders gaat dan die ouwe, stoffige partijen.

René van Rijckevorsel: 

partij in de versukkeling? Maak er een ‘beweging’ van

Al in 1848 gloedvolle betogen in volle zaaltjes

Maar het hele idee van meet-ups is uiteraard niet nieuw. Gloedvolle betogen in volle zaaltjes met verhitte jonge idealisten vormen de kern van politieke bewegingen die verandering beloven. Dat is nu zo, dat was een generatie geleden zo – en het was zelfs in 1848 het geval.

Terwijl in tientallen Europese steden de barricades werden beklommen in de meest democratische en omvangrijke revolutie uit de geschiedenis van ons continent, raakten ook de meet-ups in zwang. De revolutionairen van 1848 noemden het uiteraard niet zo, zij verzamelden hun achterban in ‘clubs’ en ‘volksvergaderingen’.

Het idee was echter hetzelfde. Avond aan avond kwamen de inwoners van Parijs, Berlijn, Wenen, Boedapest, Praag, en andere steden bij elkaar in rokerige cafés, theaterzalen, scholen en welke ruimten ook maar voorhanden waren. Ze bespraken er de toekomst, in de hoop dat ze die zelf konden vormgeven. De revolutionaire euforie vertroebelde de zintuigen en wekte de suggestie dat de samenleving maakbaar was en dat dít het moment was om haar te hervormen.

Democratische experimenten drijven op euforie

In mijn boek 1848 – Clubkoorts en revolutie (2016) volg ik de voetsporen van enkele revolutionairen en hun gewillige achterban, die zich vol overgave stortten op democratische experimenten. Net als bij de tegenwoordige meet-ups draaide het vaak om aansprekende leiders, die scherpe toespraken de zaal in slingerden, vol vuur, zekerheid en belofte. Door het rumoer waren ze lang niet altijd goed te verstaan, maar daar ging het niet om: je was erbij, je maakte het mee, je was onderdeel van iets groots. Je laafde je aan de vlammende retoriek van de Messias of popster op het podium.

Lees deze blog van Geerten Waling:
Bij ‘meet-ups’ draait het meer om seks dan om idealisme >

Ook buiten de vergaderingen om bleven de aanhangers betrokken, middels pamfletten, kranten en affiches die de clubs overal in de stad aanplakten. De bewegingen van tegenwoordig gaan volgens de regels van deze tijd te werk: zij versterken hun meet-ups met slim gebruik van social media, waarop de aanhangers en hun vatbare omgeving gericht worden aangeschreven om petities te tekenen, om lid te worden van online- en offline-groepen, om hun steentje bij te dragen aan de beloofde verandering.

Hoe lang kan een beweging doen alsof zij geen partij is?

De empowerment van de idealistische kiezer in bewegingen lijkt nieuwe vormen aan te nemen, maar eigenlijk is het een oude traditie. Die is krachtig, maar leert ons ook dat alle euforie ooit een keer wegvloeit. In 1848 gebeurde dit al na een paar maanden, toen de revolutie toch niet zo baanbrekend en universeel bleek als gedacht.

Nu we in minder revolutionaire tijden leven kunnen bewegingen het iets langer volhouden en hun basis langzamer uitbouwen. Toch moeten ze beducht zijn voor de teleurstelling, de leegloop, de korte spanningsboog van hun jonge volgelingen. Hoe lang lukt het bewegingen de schijn op te houden dat zij geen partijorganisatie nodig hebben?

   Geerten Waling is historicus en schrijver van o.a. de boeken Zetelroof (2017) en 1848 – Clubkoorts en revolutie (2016).

Dit PvdA-rapport hoeft niet direct de la in

Trouw 21.06.2017 Het heeft inmiddels veel van een rituele dans en niet alleen voor de PvdA. Zodra er een (zware) verkiezingsnederlaag is geweest wordt een partijcommissie aan het werk gezet, die na lang nadenken tot de conclusie komt dat de partij te zeer een bestuurderspartij geworden is. Conclusie getrokken, en het rapport kan in een lade die verder niet meer opengaat.

De PvdA pakte het dit keer anders aan. De burgemeester van Breda, Paul Depla, werd gevraagd te reflecteren op de situatie waarin de partij zich bevindt en zijn bevindingen te rapporteren. Zijn werkstuk (‘Op de toekomst’) is verfrissend. Geen opsmuk, geen grote woorden, wel een interessante analyse van het huidige maatschappelijke en politieke klimaat en de consequenties voor de PvdA.

Depla trekt in ieder geval de juiste conclusie dat de PvdA niet als antwoord op de steeds verder fragmenterende samenleving in arren moede maar de eigen specifieke achterban op moet zoeken. De PvdA kan zijn eigen zuiltje zoeken, maar daar wint de partij niets mee, stelt hij.

De PvdA is een volkspartij. Terecht staat dat uitgangspunt centraal in de analyse; een zo groot mogelijke partij is niet het hoogste doel. De sociaal-democratische ideologie is leidend, niet de vraag hoe de partij weer zo snel mogelijk een centrale rol kan spelen in de politiek.

Depla gaat tegelijkertijd op dit punt de fout in. Hij constateert dat (regerings-)verantwoordelijkheid dragen niet altijd de meest effectieve weg is. Macht hebben en invloed uitoefenen zijn idealiter in balans, aldus Depla, maar tegelijkertijd is hij bijna jaloers op de PVV van Geert Wilders. Die partij heeft maximale invloed op de maatschappelijke discussie en daarmee op het beleid door langs de kant luid de stem te verheffen.

Traditie

De burgemeester van Breda lijkt daarmee te zeggen dat het beter is invloed te hebben zonder de last van verantwoordelijkheid te dragen. Als echter iets in de sociaal-democratische traditie staat dan is het het nemen van verantwoordelijkheid en de bereidheid situaties onder ogen te zien. De sterke bestuurstraditie van de partij, waar in het rapport aan wordt gerefereerd, begon met sociaal-democratische wethouders in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Zij droegen verantwoordelijkheid maar voerden beleid vanuit hun idealen.

Juist die houding is bij uitstek een sociaal-democratische. De specifieke conclusie van Depla lijkt al te zeer ingegeven door de onoverzichtelijke maatschappelijke verhoudingen van het moment en zou er op kunnen duiden dat ook hij nog geen concreet antwoord heeft op de vraag wat het typisch sociaal-democratische antwoord zou moeten zijn op de huidige gepolariseerde maatschappelijke verhoudingen.

De mening van de krant, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.

‘Net­flixi­se­ring’ past in een taaltrend

Trouw 21.06.2017 De ‘netflixisering’ van de maatschappij: volgens Paul Depla is daar de ‘ineenstorting’ van de PvdA aan te wijten, stond gisteren in Trouw.

Netflix is een streamingdienst waarmee ieder voor zich zijn ideale tv-serie of film kan kijken, maar Depla gebruikt het hiervan afgeleide woord netflixisering als metafoor voor ‘het ontstaan van groepjes die in hun eigen informatiebubbel leven’, voor ‘het uiteenvallen van de samenleving’ en voor ‘een versplinterde verzuiling’.

Zo’n metafoor oogt hip en eigentijds, maar werkt hij ook? Kan de traditionele PvdA-achterban de vertaalslag maken van een metafoor waarmee ze niet vertrouwd is, naar wat daarmee wordt bedoeld? Ik betwijfel het.

Wel past zo’n metafoor in een taaltrend. We hebben al eerder gezien dat merknamen werden omgevormd tot metaforen. Zo hebben we weet van de ‘googlificatie’ van informatie en de ‘vertwittering’ van het politieke debat. En ‘facebookisering’, een metafoor die verwijst naar het ontstaan van groepjes mensen in hun eigen informatiebubbel, was een paar jaar geleden wat nu netflixisering heet.

Opvallend is dat deze metaforen zijn afgeleid van merknamen uit de wereld van informatie en entertainment. Blijkbaar spreken zulke nieuwe industrieën meer tot de verbeelding dan oude, want ‘unileverisering’ en ‘vershelling’ hebben we nog niet aangetroffen. Overigens raken van merknamen afgeleide metaforen slechts zelden echt ingeburgerd. Zal netflixisering wel beklijven? Of wijt de PvdA haar problemen binnenkort weer, wat minder catchy geformuleerd, aan de ‘versplintering van de maatschappij’?  tdb@taalbank.nl

De PvdA geeft zichzelf een peptalk tijdens hippe talkshow

Trouw 20.06.2017 Geen statig spreekgestoelte van waarachter burgemeester Paul Depla van Breda zijn adviezen over het herstel van de partij over de zaal uitstrooide, maar pizza bij binnenkomst, een talkshow op het podium, afgewisseld met live muziek van een brassband en bier van de tap. De PvdA introduceerde dinsdagavond een sessie politieke rouwverwerking nieuwe stijl.

Een paar honderd PvdA-leden kwamen dinsdag bijeen in een concertzaal in Hilversum om te praten over hoe het verder moet met de partij na het historische verlies van 29 zetels bij de verkiezingen. Of eigenlijk: luisteren. Partijleider Lodewijk Asscher, ­Depla en andere genodigden werden op het podium bevraagd door de presentator van de avond. Leden konden alleen via WhatsApp vragen insturen.

Met Depla, die vier tot acht jaar rekent voor de wederopbouw van de PvdA, ziet Asscher dat het herstel van de partij wel even kan gaan duren. “Er zijn leden die bij een eerste blik op een zandkorrel denken: ‘Ik heb wel genoeg van deze tocht door de woestijn.’ Maar het komt niet vanzelf weer goed. We krijgen niet vanzelf weer dertig of veertig zetels.” Ook een ander kritiekpunt deelt Asscher met Depla: “Ik wil dat we weer trots op onszelf kunnen zijn”.

Anders dan na vorige verkiezingsnederlagen kiest de PvdA dit keer voor een veel minder officiële eva­luatie van het verleden. Dit keer geen persconferentie in het Haagse perscentrum waar partijcoryfeeën na maanden intern gesoebat in vuistdikke rapporten hun kritiek uiteenzetten, maar een ‘talkshow met live muziek’ op een doordeweekse avond ver van het Binnenhof. Voor de ­concertzaal is geen banner of vlag van de PvdA te bekennen.

Ook het werk van Depla past in dat minder bestuurlijke beeld. Hij wil met zijn advies over hoe de PvdA weer uit het dal kan klimmen enkel ‘de hoekstukjes van de puzzel’ leggen.

Zijn hulptroepen en hijzelf mogen geen commissie heten, zijn advieswerk – een document van 33 kantjes – mag niet als rapport worden gezien. Alles om het beeld te vermijden van een wondenlikkende partij die met papieren werkelijkheden de strijd met de toekomst aan denkt te kunnen gaan. Dat terwijl er de afgelopen maanden heel wat materiaal is verzameld om een behoorlijk boekwerk mee te vullen.

Inspraakavonden

Zo zijn er vier inspraakavonden georganiseerd voor leden, die daar met een tablet op schoot hun commentaar op de campagne, de partij en de koers konden doorgeven. Dat leverde alleen tijdens de sessie in Rotterdam al een urenlang aanhoudende stroom aan opmerkingen en suggesties op.

Verder is er achter de schermen een grootscheepse enquête uitgevoerd. Honderd PvdA’ers dienden elk vijf mensen met kennis van zaken te bevragen over de oorzaken van de crisis in de sociaaldemocratische partij en hun aanbevelingen voor de toekomst. Dat konden mensen ­binnen de partij zijn, maar ook ­prominenten uit andere partijen werkten mee. Al die gegevens ­verdwenen eveneens in een online database om de rode draden te kunnen ontdekken.

Al die bergen aan data hebben Depla’s rapport niet gehaald, de PvdA-leden kregen de bevindingen gisteren evenmin over zich uitgestort.

In plaats daarvan kwamen voorbeelden van Asscher op het podium aan het woord. Van Roda JC-aanvoerder en rasoptimist Nathan Rutjes (“Wacht niet tot de storm voorbij is, maar dans in de regen”) tot de gelauwerde Amsterdamse vmbo-lerares Trudy Coenen. “Deze ­mensen brengen verandering in de praktijk”, zei Asscher bij wijze van peptalk tegen het publiek. “Ik vind dat inspirerend.”

Lees ook: Leden op congres: Dat Asscher weigert te regeren, is prima

Leden op congres: Dat Asscher weigert te regeren, is prima

Trouw 20.06.2017 Liesbeth Tijhaar is al 36 jaar lid van de Partij van de Arbeid. Ze was wethouder namens de partij, in Huizen. Maar de bestuursjaren zijn wat haar betreft nu even voorbij. Dat partijleider Lodewijk Asscher dit keer blijft volharden in zijn weigering om te regeren, vindt ze ‘alleen maar prima’.

Tijhaar kwam dinsdagavond nieuwsgierig af op ‘Club Rood’, de talkshow waarmee de PvdA zichzelf opnieuw probeert uit te vinden. “Ik maakte me wel zorgen”, zegt ze. “Ik hoorde op de radio dat Asscher ‘nee’ gezegd had tegen Rutte. In de auto hiernaartoe zei ik nog tegen mijn man: als ze nu maar hun poot stijfhouden.”

“Hij staat wel onder druk”, weet Tijhaar. “Ik las een oproep van burgemeesters: dat hij nu toch moest gaan onderhandelen. Maar nu ik hem hoorde zeggen ‘alleen als de pleuris uitbreekt’, ben ik wel wat gerustgesteld.”

De zaal van Club Rood is voller dan kennelijk verwacht werd: de stoelen zijn allemaal bezet, ook in de gangpaden staan mensen die luisteren. Huub van Schaijik uit Amsterdam staat in zo’n doorloop. Ooit was hij lid van de partij, maar hij zegde ook weer op. Waarom precies weet hij eigenlijk niet zo goed meer – dat het uit onvrede was, dat weet hij nog. Nu overweegt Van Schaijik sterk om zich opnieuw aan te melden.

Dat Asscher blijft weigeren om bij de coalitiebesprekingen aan te sluiten, is een belangrijke reden voor zijn hernieuwde geloof in de partij. “Het kan echt niet, anderen hebben gewonnen.”

Van Schaijik is gecharmeerd van het idee van een brede volkspartij. “Deze partij is toch het meest verbonden met iedereen, waar andere partijen meer een verzameling individuen lijken voor te staan”, zegt hij.

Naast hem staat Cisca van Rijn uit Almere – geen familie van de staatssecretaris, zegt ze. Van Rijn is raadslid in haar stad, die ‘behoorlijk rechts’ is. Ze weet dat je ook in zo’n omgeving dingen voor elkaar kan krijgen. Toch: “Ik vind het op dit moment wel heel erg goed, dat Asscher niet meedoet. We moeten de partij eerst opnieuw opbouwen”, zegt ze. Bovendien: “Er zijn nog genoeg andere mogelijkheden om een coalitie te vormen, er is geen reden voor de PvdA om rechts aan een meerderheid te helpen.”

Vijf jaar geleden vond Van Rijn dat trouwens ook al, toen Diederik Sam­som op het congres het regeerakkoord met de VVD presenteerde. “Ik heb toen tegengestemd. Ik wil niet gelijkhebberig doen, maar zie waar het ons heeft gebracht.”

 Lees ook: ‘PvdA mist aansluiting met de samenleving’

Macht moet geen doel zijn binnen de nieuwe ‘brede volksbeweging’ PvdA

VK 20.06.2017 Terug naar de basis. Dat is de kern van het advies dat rapporteur Paul Depla zijn verwarde partij geeft. De PvdA moet van en voor het volk zijn, opgebouwd van onderaf. En dat met politici in wie de kiezer zich kan herkennen.

De toekomstvisie die Paul Depla, burgemeester van Breda en prominent PvdA’er, dinsdagavond presenteerde, is ook te lezen als een correctie op de koers van de ploeg die de afgelopen jaren samen met de VVD het land bestuurde. Bezuinigingen op de zorg, flexwerk, strafbaarstelling van illegaliteit – het lijkt allemaal haaks te staan op de koers die Depla voorstelt om zelfvertrouwen te herwinnen. Die van een partij die mensen bindt, dwars door bevolkingsgroepen heen.

‘Een brede progressieve volkspartij’, dat moet de PvdA weer worden

‘De PvdA is sterk bezig geweest met besturen’, vertelt Depla vlak voordat de presentatie begint. ‘Dat moest ook, Nederland moest uit de crisis komen. Maar we hebben intussen ons verhaal niet kunnen vertellen.’  Een brede progressieve volkspartij, dat moet de PvdA weer worden. Dwars op wat Depla de ‘netflixisering’ van de samenleving noemt: ‘Kleine groepjes die in hun eigen informatiebubbel leven, met elk hun eigen politieke partij.’

Zaal de Vorstin in Hilversum is voor de gelegenheid omgedoopt in Cafe Rood. Er is inbreng uit allerlei richtingen geregeld. Voormalig hoofdpiet Erik van Muiswinkel, politicoloog Sarah de Lange, Volkskrantcolumnist Harriet Duurvoort, Kamerlid Gijs van Dijk, onderwijzers, vakbondsmensen – allemaal komen ze vertellen hoe ze de toekomst van de PvdA voor zich zien.

Ook Nathan Rutjes, cultheld van het veelgeplaagde Roda JC, schuift aan. Om uit te leggen hoe je positieve energie uit  nederlagen haalt. Zijn advies: ‘Wacht niet tot de storm voorbij is; leer dansen in de regen.’ En wat hij ervaart als hij Asscher hoort praten: ‘Dat is alsof ik het heel koud had, en iemand gooit een warme deken over me heen.’

Maar hoofdact is Depla. Zijn opvattingen zijn tot in de enscenering terug te vinden. Geen zaalmicrofoons voor ellenlange interrupties, maar bier en pizzapunten na afloop en het Broken Brass Ensemble om de zaal op te warmen. ‘Het moet gezellig zijn om naar de PvdA te gaan’ – Depla zal het vaak herhalen.

Een toekomstgerichte analyse moest het worden. Vooral geen evaluatie van wat er zoal mis ging, zoals bij vorige nederlagen gebeurde. Geen terugblik dus op de ongelukkig verlopen tweestrijd tussen Lodewijk Asscher en Diederik Samsom, waardoor de campagne te laat op gang kwam. Geen nabeschouwing over de samenwerking met de VVD, of over de fletse aanwezigheid  in de Tweede Kamer.

Telkens na een regeerperiode stelde de PvdA vast dat ‘ideologische veren’ waren afgeschud. Dan klonk de roep om terugkeer naar de bronnen van de sociaaldemocratie. Die roep is er ook bij Depla. De PvdA moet zich volgens hem de komende vier tot acht jaar richten op het beschermen van bestaanszekerheid. Hij deelt dat op in vier thema’s: werk en inkomen, zorg, milieu en de multiculturele samenleving.

Die nadruk op bestaanszekerheid is een constante in de partijgeschiedenis. Depla citeert Joop den Uyl die in ‘De weg naar vrijheid’ het socialisme een beweging noemt ‘die de ganse maatschappij (…) wil hervormen tot een gemeenschap van vrije mensen.’ Voor die vrije mensen is bestaanszekerheid een voorwaarde.

In het rapport ‘Bewogen beweging’, waarmee de PvdA zich in 1989 op de verkiezingen voorbereidde, werd ‘bestaanszekerheid’ als prioriteit genoemd. Ook Hans Spekman, tot oktober partijvoorzitter, noemt bestaanszekerheid vaak als kern van de sociaaldemocratie.

De PvdA moet ‘een organisatie van netwerken’ worden. Met minder nadruk op besluitvorming, en meer ideeënvorming

De PvdA moet ‘een organisatie van netwerken’ worden, vindt Depla. Met minder nadruk op besluitvorming, en meer ideeënvorming. Nieuwe maatschappelijke bewegingen moet worden omarmd en versterkt.

Welke bewegingen dat zijn, staat er niet bij. Depla wil ook minder nadruk op de ledendemocratie, die bij de PvdA gepaard kan gaan met interne verkiezingen die voor wrijving zorgen. ‘Het lidmaatschap krijgt waarde als men als lid dingen kan doen. En het gezellig is binnen de partij.’

Kritisch is hij over de stoet aan capabele bestuurders waar de partij graag mee pronkt. ‘Te lang heeft de partij op twee gedachten gehinkt. Aan de ene kant de sociaaldemocratische idealen. Aan de andere kant de PvdA als partij van sterke bestuurders.

De klassieke bestuurderspartij moet omgevormd naar een volksbeweging.’ Macht is geen doel op zich; het moet gaan om het uitoefenen van invloed op de maatschappelijke en politieke agenda. Geert Wilders noemt hij als voorbeeld van iemand die dat effectief doet.

De hamvraag: moet de PvdA de komende jaren in de oppositie zichzelf opnieuw uitvinden, als derde partij op de linkerflank?

Waarmee de hamvraag is aangesneden die de hele avond boven Cafe Rood hangt. Moet de PvdA de komende jaren zichzelf in de oppositie opnieuw uitvinden, als derde partij op de linkerflank? Of kan de partij loon naar werken krijgen door na Rutte II opnieuw aan te schuiven? Depla sluit dat laatste niet uit.

Fractieleider Asscher, dinsdagmiddag andermaal door informateur Herman Tjeenk Willink ontboden, gaf toen al aan dat overtuigend anders te zien. ‘Over regeringsdeelname kan ik in drie letters antwoorden: nee.’

Een ontspannen Asscher geeft in Cafe Rood nog eens zijn voorwaarden aan. ‘Als de pleuris uitbreekt en we nodig zijn, doen we mee. Maar een ruzie tussen Pechtold en Segers, dat kan het land wel aan. Willen ze dat uitpraten, dan gaan ze maar een weekeinde kamperen op Terschelling.’ Intussen heeft Asscher een andere prioriteit. Hij vindt het ‘heerlijk om van die nederlaag een kracht te maken’..’

Volg en lees meer over:  NEDERLAND  POLITIEK   POLITIEKE PARTIJEN   PVDA   LODEWIJK ASSCHER

Is de PvdA klaar om te regeren na de grote verkiezingsnederlaag?

De PvdA na de nederlaag

VK 20.06.2017 De PvdA boekte de grootste verkiezingsnederlaag uit de politieke geschiedenis. Toch is de partij van Lodewijk Asscher nu de formatie stokt weer in beeld om te regeren. Is de PvdA daar klaar voor? ‘Er zijn enkele malloten in onze partij die dat roepen.’

Op de ochtend van 16 maart riep een suizebollende Lodewijk Asscher zijn suizebollende acht fractieleden bij elkaar voor overleg. Op de gangen van de ineens veel te grote PvdA-burelen in het Kamergebouw zaten en hingen intussen de medewerkers, zeventig mensen in totaal. Ook zij waren verbijsterd en wanhopig. Door de nederlaag moesten er zo’n vijftig van hen weg. Maar wie?

‘Ik ben naar Asscher toegestapt’, vertelt Ellen Grigoleit, fractiemedewerker sinds de nadagen van Joop den Uyl. ‘Ik heb ‘m gezegd: jij moet de medewerkers nu wat vertellen. Hij bedankte me en is bij iedereen langs geweest. Een mooi gebaar. Eigenlijk had hij dat moeten doen vóór de fractievergadering.’

Volgende week neemt de PvdA afscheid van die medewerkers, onzichtbare slachtoffers van de dramatische verkiezingsuitslag: een ongekende val van 38 naar 9 zetels. Dat betekent minder beleidsmedewerkers, minder perswoordvoerders, minder ondersteunend personeel. Zowel in de Kamer als op het partijbureau. De riante fractiezaal waar Diederik Samsom de afgelopen jaren bleef hopen op de genade van de kiezer is definitief ontruimd. De nieuwe fractie kreeg de bescheiden derde verdieping toegewezen.

De politieke pikorde is onverbiddelijk, ook voor een partij die na de oorlog zo lang haar stempel op de politiek drukte. Asscher zit in de plenaire zaal niet op de voorste rij, zoals de leiders van grotere fracties. ‘Ik kan hem nauwelijks nog zien’, sarde Geert Wilders vanaf het spreekgestoelte. ‘Daar zit-ie, negen zetels, ergens naar achteren verbannen.’

Meteen na De Klap voorspelde Asscher een ‘tocht door de woestijn’. De gedachte dat de partij nog in aanmerking kwam voor regeringsdeelname was een idee-fixe. Asscher: ‘Regeren? Get real!’ Minister Plasterk stelde voor met GroenLinks te fuseren. Jesse Klaver kon dan de nieuwe leider worden. ‘We moeten een toontje lager zingen.’

Dit duo wil Hans Spekman opvolgen als voorzitter van de PvdA

Nog voor de inschrijving is geopend, melden zich de eerste twee kandidaten voor het voorzitterschap van de PvdA. Voormalig Kamerlid Astrid Oosenbrug (48) en Gerard Oosterwijk (32), beleidsmedewerker van de fractie in Brussel, willen er een duobaan van maken. Lees hier het hele artikel.

Het is negentig dagen later en het is alsof de historische afstraffing nooit plaatsvond. Regeren? Waarom niet? De opties voor een meerderheidskabinet zijn bijna uitgeput nu GroenLinks naar de oppositiebankjes is verbannen. Alleen ChristenUnie of PvdA zijn nog in de race.

Er hangt een nieuwe emotie op het Binnenhof: PvdA-heimwee. Zelfs Alexander Pechtold, die een privé-oorlogje leek uit te vechten met de arrogante regentenpartij die hem als juniorwethouder in Leiden al dwarszat, zou zijn halve verkiezingsprogramma inleveren om Asscher aan tafel te krijgen. VVD en CDA verlangen na de ‘surrealistische ervaring’ met Jesse Klaver naar de kille onderhandelaar Asscher.

Niet meer tobben

Asscher vertrekt na de wekelijkse ministerraad. © ANP

De negenkoppige fractie wil een goede indruk op het Binnenhof maken. PvdA-Kamerleden melden graag dat ze er met ‘opgeruimd gemoed’ tegenaan gaan, alsof is afgesproken dat het tobben is afgezworen. In de debatten over de formatie trekt Asscher fris van leer.

Een deel van de achterban vindt inmiddels dat de tocht door de woestijn lang genoeg heeft geduurd. De PvdA-kiezers zijn in meerderheid voor regeren, blijkt uit peilingen. Oud-minister Willem Vermeend, ex-campagnestrateeg Dig Istha, voormalig partijvoorzitter Michel van Hulten: allemaal vinden ze dat Asscher zijn bezwaren opzij moet zetten. Ook bij de bestuurlijke flank van de partij is dat gevoel aanwezig. ‘Er is maar één oplossing voor de PvdA: in een kabinet gaan zitten’, aldus Vermeend.

Is dat wel zo? Een rondgang in de coulissen roept de vraag op of de PvdA stabiel genoeg is om een kabinet te dragen. Organisatorisch verkeert de partij in niemandsland. Er klinkt veel kritiek op het tot oktober aanblijven van voorzitter Hans Spekman. Daardoor komt de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart te laat op gang, is de vrees. De PvdA tuimelt dan in dezelfde valkuil als bij de landelijke verkiezingen, toen de campagne pas echt begon nadat de lijsttrekkersstrijd tussen Samsom en Asscher was beslecht.

Eigen plan

We kunnen niet wachten tot oktober. Omdat we ons afvragen of de partijtop met de oplossingen komt die nodig zijn.

Den Haag en Amsterdam trekken zich niets van het partijproces aan, daar worden de lokale lijsttrekkers al gekozen. Ook de eerste kandidaten om Spekman op te volgen, Astrid Oosenbrug en Gerard Oosterwijk, negeren de partijkalender. Ze meldden zich voordat de profielschets naar buiten kwam. ‘We kunnen niet wachten tot oktober. Omdat we ons afvragen of de partijtop met de oplossingen komt die nodig zijn.’ Zo trekken PvdA’ers hun eigen plan.

Lodewijk Asscher houdt zich op de vlakte. De partijleider wil volgens zijn woordvoerder niet meewerken aan een artikel waarin hij moet ‘reageren op wat andere mensen zeggen’.

Onomstreden is zijn leiderschap niet, blijkt bijvoorbeeld op de zevende verdieping van het Haagse stadhuis. Daar zetelt Rabin Baldewsingh, laatste PvdA-wethouder in een van de vier grote steden. Baldewsingh is in alles een rode bestuurder. Robuuste man met luide stem, die zichzelf tijdens het gesprek vragen stelt en daar uitgebreid antwoord op geeft. ‘Follow the leader: dat bestaat de komende jaren niet meer bij de PvdA’, zegt hij. ‘De partijtop zal juist de basis moeten volgen.’

Baldewsingh is ‘een klassieke sociaaldemocraat’. Hij is voorstander van gesubsidieerd werk, wil dat de overheid de schulden overneemt van mensen in de schuldsanering en stelt voor dat gemeenten zelf goedkope woningen bouwen, omdat corporaties ‘de weg kwijt zijn’. De Rotterdamse burgemeester Aboulaleb noemt hij ‘knettergek’ omdat die het Vluchtelingenverdrag wil aanpassen. ‘Dan worden onze beginselen gewoon aan de kant gezet. Een populair orakel mag dat blijkbaar zeggen.’

Baldewsingh wil dat de PvdA zich bevrijdt van ‘de sociaal-liberale wurggreep’, zoals Corbyn deed met Labour. ‘Ik behoor tot de stoottroepen die de partij weer naar links willen krijgen. De partij moet weer activistisch worden. Het technocratische afschudden.’ Asscher kan de Nederlandse Corbyn worden, vindt de wethouder. ‘Ik zie hem veranderen en krachtiger worden. Maar hij mag grotere stappen nemen.’

De laatste PvdA-wethouder in de grote steden heeft zo zijn eigen zorgen. Baldewsingh is 54 jaar, loopt al heel lang mee in de PvdA en wordt gezien als ‘een machtspoliticus’. Zeker na de opkomst van Jesse Klaver is dat een probleem: de PvdA voelt zich oud en onzeker. Baldewsingh was erbij toen Sharon Dijksma het bij de laatste ledenraad bijna wanhopig uitriep: ‘Hoe worden we weer een beetje sexy?’

Linksom

We gaan met z’n allen door op de weg die Rabin inzet: linksom

In de strijd om het PvdA-lijsttrekkerschap in Den Haag doet de wethouder er alles aan om energiek en vitaal over te komen. In het debat ‘veegt’ de stuiterende Baldewsingh zijn jonge tegenstander, Martijn Balster, bijna van het podium. Tijdens een optreden bij Omroep West begint hij tot verbazing van de stamelende presentator opeens aan een zelfgeschreven rap. Hij wil een beweging met ‘de razende woede van een afgewezen minnaar’. ‘Ja, ja, ja. Onweerstaanbaar. Ja. Onweerstaanbaar’, rapt Baldewsingh. ‘Een vloed van tederheid.’

Sexy? De leden vinden van niet. Baldewsinghs jongere rivaal komt woensdag als winnaar uit de bus. Balster belooft wel de koers van de wethouder voort te zetten. ‘We gaan met z’n allen door op de weg die Rabin inzet: linksom.’

Maar lang niet iedereen gelooft dat de PvdA de kant op moet van Corbyns Labour. Zo’n 150 kilometer zuidelijker klinken heel andere geluiden. In Eindhoven, een van de weinige steden waar de PvdA nog de grootste is, gelooft wethouder Staf Depla in een tussenweg.

‘We hoeven niet te kiezen tussen markt óf overheid. Dat is meer iets voor andere partijen. Hier in het zuiden werken overheden, bedrijven en kennisinstellingen juist heel goed samen.’

Eerst moeten ze het over rechts proberen, met de ChristenUnie. Als dat niet lukt, zijn wij aan de beurt en moeten we ons interne en externe verhaal op orde hebben

Depla, voormalig Kamerlid, vindt het spijtig dat de term participatiesamenleving – een woord waar Baldewsingh van gruwelt – besmet raakte. ‘Net als marktwerking in de jaren tachtig werd het een dekmantel voor een bezuinigingsoperatie. Toch is het een ontwikkeling die in de samenleving plaatsvindt. Een gezonde maatschappij heeft ruimte voor burgerinitiatieven. Dat willen mensen ook.’

Anders dan Baldewsingh staat Depla achter Aboutaleb als die waarschuwt voor slinkende maatschappelijke spankracht voor vluchtelingenopvang. ‘We moeten het probleem onder ogen zien. We staan voor bestaanszekerheid: een fatsoenlijke arbeidsmarkt, toegankelijk onderwijs, betaalbare zorg en huisvesting. Minstens zo belangrijk is de immateriële bestaanszekerheid. Mensen willen zich thuis voelen in hun buurt, terwijl daar soms niet meer hun eigen taal wordt gesproken. Tegelijkertijd mogen Nederlanders met een allochtone achtergrond niet als tweederangsburgers worden behandeld.’

Kraken

De PvdA scoorde al vanaf 2013 laag in de peilingen. Dat staat dus los van het oordeel over de bewindspersonen

In september 2017 moet er volgens Depla een verhaal van Asscher liggen waarmee de PvdA de gemeenteraadsverkiezingen in kan. Meeregeren sluit de Eindhovense wethouder niet uit. ‘Eerst moeten ze het over rechts proberen, met de ChristenUnie. Als dat niet lukt, zijn wij aan de beurt en moeten we ons interne en externe verhaal op orde hebben.’

Als het zover komt, zal de PvdA ongetwijfeld kraken. De leden spraken zich op de laatste ledenraad uit tegen kabinetsdeelname en mensen als Baldewsingh zullen niet van mening veranderen. ‘De PvdA gaat dan weer pleisters plakken in een rechtse coalitie’, zegt hij. ‘Er zijn malloten in onze partij die roepen dat we het moeten doen. Never nooit! De PvdA gaat niet besturen. Met negen zeteltjes! We zijn in de war. Het dak is van ons huis geblazen. Met de gemeenten als proeftuinen moeten we de partij weer opbouwen, de beweging op gang krijgen.’

PvdA-leden tijdens de ledenraad in het Beatrix gebouw. © ANP

Mocht de PvdA toch in de regering gaan? Baldewsingh: ‘Dan moet de beweging kijken of er een plek voor ons verhaal is binnen de PvdA.’

René Cuperus, wetenschappelijk medewerker bij de Wiardi Beckman Stichting, de denktank van de PvdA – en columnist van de Volkskrant -, ziet een partij die nog niet lijkt te beseffen wat er is gebeurd. Zoals het huis dat verbazend genoeg niet in elkaar stort nadat het een dreun heeft gekregen van Jerommeke, de sterke man uit de strip Suske en Wiske. ‘Huis snapt nog niet wat gebeurd is, heeft even tijd nodig’, legt Jerommeke uit. Een plaatje verder verandert het huis alsnog in een bouwval.

‘Iedereen die zegt dat we zulke goede ministers hadden en dat de nederlaag onterecht is, vergeet één ding’, zegt Cuperus. ‘De PvdA scoorde al vanaf 2013 laag in de peilingen. Dat staat dus los van het oordeel over de bewindspersonen. 50 procent van onze aanhang heeft de partij niet meer nodig om te emanciperen. De andere helft voelt zich verraden.

Rode burchten als Amsterdam, Zaanstad en Rotterdam zijn weg, het rode noorden is verloren. De kweekvijver van wethouders die kunnen doorstromen naar het Binnenhof droogt op. Maar negen zetels is blijkbaar nog te veel om de partij wakker te schudden uit haar posttraumatische stresssyndroom.’

Cuperus plaatst het verlies van de PvdA in een ruimer verband: het hele traditionele politieke centrum verkeert in een systeemcrisis. Daarom is hij sceptisch over de kansen van de PvdA zich ‘als een baron van Münchhausen aan de eigen haren uit het moeras te trekken.’

De buitenwacht ziet partijen als organisaties die net zo degelijk zijn als Shell of de ANWB. In werkelijkheid zijn het reuzen op lemen voeten, die tijd noch menskracht hebben om structureel na te denken over waar het met Nederland heen moet, zegt Cuperus. ‘De PvdA heeft die wankele situatie lang gemaskeerd door telkens een nieuwe leider de arena in te sturen. Maar veel is improvisatie. Kamerleden hebben technocratische kennis op deelterreinen. Als die tien minuten over de partijkoers moeten praten, worden ze al ongemakkelijk.’

De PvdA heeft die wankele situatie lang gemaskeerd door telkens een nieuwe leider de arena in te sturen. Maar veel is improvisatie.

De vraag of Nederland een fatsoenlijke middenklassesamenleving blijft, is voor hem belangrijker dan de toekomst van de PvdA. ‘De samenleving spat uit elkaar. De middenklasse kan zich geen woning in Amsterdam meer permitteren, nieuwe emigranten leven in 19de-eeuwse omstandigheden. En dan is er een rijke bovenklasse. Dat bij elkaar brengen is de opdracht van het politieke midden. In een partij die dat wil, zal het altijd schuren. ‘Omdat je verschillende stemmen in je gelederen hebt. Heel anders dan partijen voor louter geestverwanten zoals GL, D66 of Denk.’

In eerste instantie was de Wiardi Beckman Stichting gevraagd een analyse te maken van de verkiezingsnederlaag. Later ging de opdracht naar Paul Depla, burgemeester van Breda, die dinsdag een juist op de toekomst gericht rapport zal presenteren. Cuperus is er niet rouwig om. ‘Ik heb die gifbeker al meerdere malen leeggedronken.’

Hoe het verder moet? ‘Laat iedere PvdA’er zichzelf opnieuw uitvinden en zijn eigen rommel opruimen, door eigen stad of regio op orde te brengen. We moeten nederig en relevant zijn.’

‘Blom fan ús partij’

Op een stralende zondagmiddag verzamelen zich in het voormalige kerkje van Wergea, onder de rook van Leeuwarden, tientallen wethouders, raadsleden en andere PvdA’ers uit voorheen ‘het rode noorden’ om afscheid te nemen van Lutz Jacobi, die elf jaar Kamerlid was. PvdA’ers als Roelof Offringa, fractievoorzitter in Heerenveen, waar de partij met acht raadsleden dubbel zo groot is als de nummer twee.

Hoe zal dat straks zijn, vraagt Offringa zich bezorgd af. Veel Friezen hoor je hier pleiten voor een terugkeer naar de basis: een PvdA die voorkomt dat mensen 40 procent van hun inkomsten aan huisvesting moeten besteden en die de decentrale zorg op orde brengt.

Er wordt gezongen, een lied op de wijs van Het Dorp. ‘Hé Lutz, wu wolle dy wat sizze/ Do bist de blom fan ús partij.’ Twee landelijke partijgenoten, voormalig Kamerlid Agnes Wolbert en staatssecretaris Jetta Klijnsma, namen de moeite naar Wergea te komen. Waar Jacobi nog eens uitlegt hoe je de PvdA nieuw leven inblaast. ‘Alle lagen van de samenleving moeten elkaar met liefde vasthouden. Als je elkaar vaak treft, gaat het goed komen. En’ – grote grijns – ‘het moet gezellig zijn.’

Zij gaat doen waar Cuperus op aandringt: in de eigen stad ‘de rommel opruimen’. Ze stelt zich, met een kus, kandidaat voor de gemeenteraad van Leeuwarden. ‘Dikke tút voor allemaal.’

Dat is de PvdA waar ook het Binnenhof mee te maken krijgt. ‘Follow the leader’ bestaat niet meer, het ontzag voor de partijtop is verdampt, de lokale afdelingen zoeken hun eigen weg en ‘het interne en externe verhaal’ is niet op orde.

Het is ook de partij waar VVD, CDA en D66 een deel van hun hoop op hebben gevestigd om na deze lange, lange formatie toch nog een meerderheidskabinet te vormen.

Luide roep – De PvdA moet weer een beweging worden

De PvdA moet weer een beweging worden – die roep klinkt luid. Bewegingen doen het goed. Macron werd president van Frankrijk dank zij zijn beweging En Marche. Klaver ziet GroenLinks als een beweging, Denk doet hetzelfde, Trump had het over zijn movement. We zijn een instituut dat weer een beweging van onderop moet worden, zegt wethouder Baldewsingh. ‘De PvdA is altijd een beweging geweest’, vinden kandidaat-partijvoorzitters Astrid Oosenbrug en Gerard Oosterwijk.

En in een videoboodschap voor Lutz Jacobi noemt Asscher haar ‘een sieraad van onze beweging’. Voormalig wethouder Pieter Hilhorst schreef in zijn boek De belofte: ‘Door van de partij een beweging te maken, is ze voor haar succes ook veel minder afhankelijk van de lijsttrekker.’ Alleen partij-ideoloog Cuperus is sceptisch. ‘De PvdA is nu niet eens een partij, laat staan een beweging.’ Zijn analyse: partijen hebben baat bij sterke wortels in maatschappelijke bewegingen.

‘In de jaren zeventig was de PvdA van Den Uyl zo sterk omdat de sociale protestbewegingen politiek werden vertolkt. Zo surft Klaver met GroenLinks nu op de groene golf van zorgen om het klimaat. Partijen zonder stuwende maatschappelijke beweging zijn lege hulzen.’

Volg en lees meer over:  NEDERLAND   POLITIEK   POLITIEKE PARTIJEN   PVDA

Intern advies: PvdA moet zich omvormen tot brede volksbeweging

VK 20.06.2017 De PvdA moet zich de komende vier tot acht jaar volledig richten op het beschermen van bestaanszekerheid op het gebied van werk en inkomen, zorg, milieu en de multiculturele samenleving. Dat zegt de Bredase burgemeester Paul Depla vandaag in Trouw. De klassieke bestuurderspartij moet daarbij worden omgevormd naar een brede volksbeweging.

Depla was door het bestuur van de PvdA gevraagd een advies te schrijven over hoe om te gaan met de grote verkiezingsnederlaag. Dat advies wordt vanavond in Hilversum gepresenteerd. De opdracht aan Depla was zich niet te concentreren op het grote zetelverlies, maar vooral te kijken naar hoe de partij weer een rol van betekenis kan krijgen.

Paul Depla, de burgemeester van Breda. © ANP

‘Een brede progressieve volkspartij.’ Dat is voor Depla nog steeds het ideaal dat de PvdA moet nastreven. Het moet een partij zijn die de verbinding legt tussen verschillende bevolkingsgroepen. Iedereen, binnen en buiten de PvdA, zegt volgens Depla ‘dat we dat ideaal van een brede progressieve volkspartij niet moeten verlaten.’

Invloed boven macht

Het beeld is ontstaan dat de PvdA een scholingsinstituut is voor bestuurders, zegt Depla. Dat moet veranderen. Invloed moet volgens hem boven macht worden gesteld. ‘In een kabinet ben je juist heel beperkt, want je zit vastgeketend aan een regeerakkoord. We hadden te weinig invloed op de maatschappelijke en publieke agenda.’

Toch sluit Depla opnieuw regeren niet uit. Wel vindt hij dat eerst moet worden onderzocht of een kabinet over rechts echt niet mogelijk is.

Demissionair minister Asscher verlaat de wekelijkse ministerraad. © ANP

De nadruk op bestaanszekerheid is een constante in de geschiedenis van de PvdA. In het rapport Bewogen beweging, waarmee de partij zich in 1989 op de verkiezingen voorbereidde, werd ‘bestaanszekerheid’ als eerste prioriteit genoemd. Het leidde tot Lubbers III, met Wim Kok als vicepremier. Ook Hans Spekman, tot oktober nog partijvoorzitter, noemt bestaanszekerheid vaak als kern van de sociaal-democratie.

Lees hier meer over de PvdA, de verkiezingen en de formatie

De conclusies van de officiële interne evaluatie van de PvdA sluiten aan bij het verhaal dat verslaggevers Frank Hendrickx en Ariejan Korteweg al maakten over de crisis in de PvdA én de vraag of de partij ondanks de grootste verkiezingsnederlaag uit de politieke geschiedenis toch zou kunnen gaan regeren. Paul Depla, die het onderzoek leidde, komt daarin ook aan het woord. Dat verhaal leest u hier.

‘Afgelopen zaterdag zei Asscher het voor de zevenentwintigste keer, ditmaal in onder andere Het Parool, een regiokrant uit Amsterdam: Hij. Doet. Het Niet. Waarom zou hij ook? Hij lijkt het prima naar zijn zin te hebben, als demissionair minister.’ Lees hier de column van Sheila Sitalsing.

Enkele tientallen burgemeesters en wethouders van de PvdA willen dat de partij gaat meeregeren. Burgemeester Jan Nieuwenburg van Hoorn: ‘In de oppositie gaan we een beetje lopen dolen. Eindelijk marcheert de economie. Dan moet je niet rechts er met de buit vandoor laten gaan.’

Na de zware verkiezingsnederlaag heeft Lodewijk Asscher overwogen te stoppen. Dat vertelt hij eerder in een interview met de Telegraaf. ‘Als je 29 zetels verliest, dan gaat dat door je hoofd.’

Volg en lees meer over:  NEDERLAND  POLITIEKE PARTIJEN   POLITIEK   PVDA

Demissionair minister van sociale zaken en werkgelegenheid en vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) wordt na het verlaten van de ministerraad op het Binnenhof aangeklampt door een fan. © ANP

‘PvdA mist aansluiting met de samenleving’

Trouw 20.06.2017 De partij moet niet capituleren voor maatschappelijke ontwikkelingen en laten zien dat ze nodig is, zegt verkenner Depla.

De PvdA moet de komende jaren veranderen van een klassieke bestuurderspartij in een brede volksbeweging die naast en met de mensen opkomt voor ieders bestaanszekerheid. De partij moet zich ‘volledig focussen’ op de thema’s werk en inkomen, zorg, milieu en de multiculturele samenleving om het geloof in de sociaaldemocratie terug te winnen. Dat is in hoofdlijnen het advies dat PvdA-prominent Paul Depla vanavond presenteert in Hilversum. Hij blikt er in deze krant alvast op vooruit.

De bijeenkomst vormt het sluitstuk van de werkzaamheden van Depla. De burgemeester van Breda was na de verkiezingen van maart door de partij gevraagd om te onderzoeken hoe de PvdA het verlies van 29 Kamerzetels te boven kan komen. Depla maakte een verkennende ronde langs de velden, won binnen en buiten de partij advies in bij honderden mensen om zo tot ‘toekomstgerichte aanbevelingen’ te komen. “Ik leg alleen de hoeksteentjes van de puzzel.”

Netflixisering

Depla ziet de ‘netflixisering’ van de maatschappij als een van de oorzaken van de ineenstorting van de partij. “De samenleving valt uiteen in kleine groepjes die in hun eigen informatiebubbels leven, met elk hun eigen politieke partij. Er is sprake van een versplinterde verzuiling, terwijl de PvdA juist altijd heeft gestaan voor verbinding tussen de verschillende bevolkingsgroepen om zo maatschappelijke ontwikkelingen aan te pakken die voor al die groepen van belang zijn.”

In die nieuwe verzuiling moet de PvdA niet meegaan, stelt Depla. “Als de PvdA een eigen zuiltje wordt, kunnen we beter ophouden te bestaan. Dan doe je geen recht aan waar de partij ooit voor is opgericht en wat nog steeds van betekenis is, namelijk dwars door de bevolkingsgroepen heen mensen binden. Iedereen, binnen en buiten de PvdA, zegt dat we dat ideaal van een brede progressieve volkspartij niet moeten verlaten.”

Lodewijk Asscher. © ANP

Om dat ideaal toekomstbestendig te maken, moet de partij zichzelf weer een duidelijk smoelwerk geven. De komende vier tot acht jaar zou ze zich daarom volledig op het thema bestaanszekerheid moeten concentreren, vindt Depla. Daaronder schaart hij vier hoofdthema’s: werk en inkomen, zorg, milieu en de multiculturele samenleving. “Op die punten voelen mensen zich niet altijd zeker over hun bestaan en verwachten ze van de PvdA een agenda die verdergaat dan capituleren voor maatschappelijke ontwikkelingen.”

Besturen met buikpijn

Daarnaast zou de partij zichzelf moeten bevrijden van het beeld van een klassieke bestuurderspartij, meent Depla. “Er is het beeld dat het land in goede handen is bij ons en we het land uit de crisis hebben geholpen. Daarmee presenteren we ons als een soort ENA-partij, naar die Franse eliteopleiding die bestuurders klaarstoomt. Alsof de PvdA een scholingsinstituut is voor bestuurders. Dat willen we niet. Dat vinden we te weinig.”

Uit de analyse van Depla komt een beeld naar voren van een partij die grote moeite heeft zichzelf een beetje leuk in de etalage te zetten. De top weet haar compromissen met moeite uit te leggen aan de achterban, leden staren zich blind op de weg in plaats van de horizon en ledenraden hebben de sfeer van een zitting bij de rechtbank.

“In wezen zijn we meer een oppositiepartij die bestuurt met buikpijn”, aldus Depla. Hij vergelijkt de sfeer in de partij met het kind dat voor een moeilijk proefwerk een zeven haalt. “Dan kun je als vader zeggen: ‘Nou, drie punten te weinig voor een tien’. Of je zegt: ‘Dat heb je goed gedaan’. Dat beeld dat we maar geen tienen haalden, leidde tot chagrijn en dat werd vervolgens het beeld naar buiten toe. Het kinderpardon is daar wel het grootste voorbeeld van. We hadden als partij ook kunnen zeggen: ‘Dat hebben we goed geregeld.'”

Het hielp daarbij niet dat de PvdA-kopstukken zich de afgelopen jaren afschermden, concludeert Depla. “Alles was erop gericht om uit de crisis te komen. Daar werd de top blind van. Ze zagen niet dat leden het gevoel hadden dat hun inspraak er niet meer toe deed. We zijn sowieso te weinig naast de mensen gaan staan. Neem de Q-koorts in Brabant. We leken meer op een verzekeringsbedrijf dan een partij die voor burgers opkomt.”

Trots

Dat de PvdA ook best trots op zichzelf mag zijn, kreeg Depla tijdens zijn rondgang alleen van buitenstaanders horen. “Binnen de partij gaat het niet over de mooie reis die we willen afleggen, maar over de moeren en bouten die nodig zijn om het schip voor die reis te laten varen. We verliezen onszelf in de details. In plaats daarvan zouden we best wat minder bescheiden kunnen zijn, én: we mogen het ook gezellig hebben met elkaar hebben.”

De ledenraad meteen na de verpletterende verkiezingsuitslag van maart was voor hem precies het toonbeeld van hoe het níet meer moet. Een Jaarbeurshal vol rijen stoelen en de ene na de andere ‘ome Harry van de PvdA’ die zijn gal spuwde in de microfoon. “Het leek wel een rechtszaal; mensen haken daardoor af. Als we die niet weten te veranderen, wordt de drempel voor nieuwkomers om actief te worden wel heel hoog.” Hoe Depla het had aangepakt? “We hadden na verloop van tijd gewoon de bierpomp open moeten zetten om samen het verdriet te verwerken.”

Geen agenda

Volgens Depla moet de PvdA het verkrijgen van invloed boven het vergaren van macht plaatsen. “Het misverstand is dat je alleen invloed hebt als je macht hebt. Terwijl je in een kabinet juist heel beperkt bent, want je zit vastgeketend aan een regeerakkoord. Kijk naar de afgelopen jaren. We hebben te weinig invloed uitgeoefend op de maatschappelijke en publieke agenda. Er lag geen agenda van de sociaaldemocratie waar mensen warm voor liepen.”

Tijdens de verbouwing van de partij kan de PvdA in theorie best meeregeren, vindt de burgemeester. Mits zij zaken kan regelen die passen bij het scherpgestelde kompas. “Macht is niet heilig en zaligmakend, maar het is ook geen verboden woord. Maar gelet op de geloofwaardigheid van de politiek zou ik eerst verkennen of een kabinet over rechts echt niet mogelijk is. Als dat niet lukt, is het logisch dat je als PvdA ook gaat kijken, maar we moeten onze geloofwaardigheid niet weer op het spel zetten omdat andere partijen dat niet durven.”

De rol van Samsom

Een opvallend detail in Depla’s studie is de rol van partijleider Diederik Samsom. Of beter gezegd: zijn functie. Volgens Depla was het ‘gezien Diederiks rol in de kabinetsformatie en zijn karakter veel logischer geweest om hem vicepremier te laten worden’ in Rutte-II. Hij werd fractievoorzitter. Samsom had in aanloop naar de verkiezingen van 2012 gezegd in de Kamer te blijven als hij van de PvdA niet de grootste partij wist te maken. Depla: “Dat was een reactie op het falen van de samenwerking tussen Bos en Balkenende in een vorig kabinet.

Maar daarmee vecht je een vorige oorlog uit. Achteraf had je op basis van het karakter van Diederik een andere conclusie moeten trekken.” Iemand als Frans Timmermans, die in 2012 minister van buitenlandse zaken werd, was geschikter geweest als fractieleider, denkt Depla. “Hij had als buitenboordmotor beschouwend kunnen zijn.” Huidig partijleider Lodewijk Asscher was in dat scenario wethouder in Amsterdam gebleven.

Lees ook: Hoe de volkspartijen kopje-onder gingen.

‘PvdA moet brede volksbeweging worden die opkomt voor mensen’

NU 20.06.2017 De PvdA moet de komende jaren veranderen van een klassieke bestuurderspartij in een brede volksbeweging die naast en met de mensen opkomt voor ieders bestaanszekerheid. Dat is de belangrijkste aanbeveling die coryfee Paul Depla dinsdag zal geven aan zijn partij.

In dagblad Trouw geeft hij dinsdag alvast inzage in zijn rapport.

Het prominente partijlid en burgemeester van Breda, deed in opdracht van de PvdA onderzoek naar hoe de partij het verlies van 29 zetels bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen te boven kan komen.

De partij moet zich volgens het onderzoek “volledig focussen op de thema’s werk en inkomen, zorg, milieu en de multiculturele samenleving om het geloof in de sociaaldemocratie terug te winnen”.

Depla sprak voor het rapport met honderden mensen binnen en buiten de partij om te komen tot wat hij noemt “toekomstgerichte aanbevelingen”.

Netflixisering

Een van de belangrijkste oorzaken van de ineenstorting van de partij noemt Depla de ‘Netflixisering van de maatschappij’.

“De samenleving valt uiteen in kleine groepjes die in hun eigen informatiebubbels leven, met elk hun eigen politieke partij. Er is sprake van een versplinterde verzuiling waarin de partij niet mee moet gaan. Als de PvdA een eigen zuiltje wordt kunnen we beter ophouden te bestaan”, stelt hij.

Het rapport zegt verder dat “de partij zal zichzelf snel weer een duidelijk smoelwerk zal moeten geven. De komende twee kabinetsperiodes zou de PvdA zich volledig op het thema bestaanszekerheid moeten richten. Kiezers verwachten van de PvdA dat we verder gaan dan capituleren voor maatschappelijke ontwikkelingen”.

Onderzoek

NU.nl deed afgelopen tijd ook onderzoek naar de achtergronden van het verlies van de PvdA. Onder andere de manier van regeren met de VVD, de ouderwetse partijstructuur en de lijsttrekkersverkiezing speelden een rol.

Op basis van de vele gesprekken komt bovendien een beeld naar voren van een inhoudelijk diep verdeelde partij, waarvan vele twijfelen aan het voortbestaan. Zo stellen drie onlangs vertrokken Kamerleden dat de partij zichzelf de vraag moet stellen of de sociaaldemocratie nog wel nodig is.

“De vraag bij de PvdA zou moeten zijn: Moet er nog wel een sociaaldemocratie zijn? En misschien is de conclusie wel: Misschien kan de sociaaldemocratie er beter niet zijn”, aldus een betrokken PvdA’er.

Lees het hele onderzoek hier:

Zie ook: NU.nl onderzoekt: Waar ging het mis bij de PvdA?

Lees meer over: PvdA

PvdA gaat strijd ‘populisten’ aan

Telegraaf 20.06.2017  ’Populisten’ zijn in het gat gesprongen dat de sociaaldemocratie heeft laten ontstaan. Dat concludeert de Bredase PvdA-burgemeester Paul Depla na een ’verkenning’ van de problemen binnen zijn partij. Hij adviseert daarom onder meer een kritischere houding ten aanzien van de rol van de islam in Nederland.

Na zijn licht op te hebben gestoken zowel binnen als buiten de partij over het waarom van de enorme verkiezingsnederlaag in maart, concludeert Depla dat de PvdA niet voldoende heeft gestaan voor ’bestaanszekerheid’. „Door die onzekerheid te negeren (of erger nog, te bagatelliseren) worden de mensen die zich onzeker voelen onbewust en onbedoeld in de armen van de xenofoben en racisten gedreven.”

In zijn verkenning pleit hij er dan ook voor dat de PvdA ’pal’ gaat staan „voor de waarden van de economische en culturele emancipatie gericht op het versterken van de autonomie van de mensen.” Volgens hem betekent dit dat er ’afstand’ genomen moet worden „van politieke stromingen in de islam en religieus-conservatieve groepen onder migranten.”

Ook op het gebied van zorg ziet Depla dat het mis is gegaan. „Voordat je het weet, ben je de sloper van de verzorgingstehuizen in plaats van de opbouwer van aanspreekbare zorg in de wijken”, aldus de Bredase burgervader.

Hij vindt dat de PvdA nu een ’brede volksbeweging’ moet worden, in plaats van een ’bestuurderspartij’. De hoofdthema’s waarop gericht zou moeten worden, zijn ’werk en inkomen’, ’milieu’, ’zorg’ en ’wonen en samenleven’.

PvdA’ers staat een potje navelstaren te wachten

Telegraaf 20.06.2017 Terwijl er door de beoogde coalitiepartijen steeds wanhopiger naar de PvdA gekeken wordt voor steun voor een meerderheidskabinet, richt de partij het vizier op zichzelf. Vandaag wordt het nieuwste rapport gelanceerd, bedoeld om het tij te keren.

PvdA’ers staat weer een ouderwets potje navelstaren te wachten. Met bier, pizza en live muziek worden leden naar Hilversum gelokt om de ’toekomstverkenning’ te bespreken die de Bredase PvdA-burgemeester Paul Depla heeft opgesteld na gesprekken met mensen ’binnen en buiten de partij’.

Uitdagingen

Zo zullen de sociaaldemocraten volgens ingewijden kleur op de wangen moeten krijgen door zich meer een oppositiestijl aan te meten met een herkenbaar verhaal dat aansluit op de ’uitdagingen’ van deze tijd, zoals migratie en de arbeidsmarkt. Ook moet de PvdA weer een ’partij worden die aanspreekt’ door zich bijvoorbeeld te profileren op thema’s als de positie van basisschoolleraren en het eigen risico in de zorg. Daarbij moet er meer oor zijn voor de geluiden die vanuit de samenleving zelf komen om zo van de PvdA weer een brede volkspartij te maken.

Dat dit een proces is dat enkele jaren in beslag neemt, wordt voor lief genomen. Volgens de verkenning liggen de problemen immers dieper dan één dramatische verkiezingsuitslag. Hierin zit ’m ook de reden dat PvdA-leider Asscher in steeds hardere bewoordingen ’nee’ zegt tegen deelname aan een kabinet met VVD, CDA en D66.

Bij het CDA zegt men inmiddels overtuigd te zijn van Asschers ’nee’. Maar VVD en D66 zien nog altijd mogelijkheden. Vandaag komt het ’motorblok’ bijeen met Tjeenk Willink om zich te buigen over de volgende stap in het formatieproces.

Intussen wacht de andere gegadigde, de ChristenUnie, rustig af tot men zich weer tot haar wendt.

Analyse Depla: ‘PvdA moet volksbeweging worden’

Elsevier 20.06.2017 Vandaag presenteert de burgemeester van Breda, Paul Depla, zijn analyse over de verkiezingsnederlaag van de Partij van de Arbeid. Na het recordverlies van 15 maart onderwierp Depla zijn partij aan een grondig onderzoek.

De Partij van de Arbeid leed bij de Tweede Kamerverkiezingen een verlies van 29 zetels – een niet eerder geëvenaard record in de naoorlogse parlementaire geschiedenis.

Depla werd gevraagd met een analyse te komen. Die levert hij vanavond op een partijbijeenkomst in Hilversum. In gesprek met dagblad Trouw blikt hij vooruit op zijn conclusie: ‘De Partij van de Arbeid is slachtoffer geworden van de “netflixisering” van de maatschappij.’

Depla ontwaart een nieuwe verzuiling: ‘De samenleving valt uiteen in kleine groepjes die in hun eigen informatiebubbels leven, met elk hun eigen politieke partij. Er is sprake van versplinterde verzuiling, terwijl de PvdA juist altijd heeft gestaan voor verbinding.’ Mogelijk doelt Depla op partijen die een deelbelang vertegenwoordigen, zoals DENK, 50Plus of Partij voor de Dieren. ‘Als de PvdA een eigen zuiltje wordt, kunnen we beter ophouden te bestaan.’

‘De Partij van de Arbeid moet weer een brede volksbeweging worden,’ filosofeert Depla tegen Trouw. Hij benadrukt dat er voor de sociaal-democraten vier thema’s van belang zijn: werk en inkomen, zorg, milieu en de multiculturele samenleving. Volgens de burgemeester van Breda moet de noodlijdende partij zich de komende vier tot acht jaar richten op eigen bestaanszekerheid.

Financiële problemen

Maandag werd bekend dat de PvdA naast een ideologisch probleem ook een financieel probleem heeft. De bijdrage van het Rijk gaat door het zetelverlies bij de verkiezingen fors omlaag, en door een fout in het boekhoudsysteem zijn honderden openstaande rekeningen niet geïnd.

De PvdA ging van 38 naar 9 zetels in de Tweede Kamer. Dat betekent niet alleen dat de rijksbijdrage vanaf begin volgende maand wordt verlaagd, maar ook dat er veel minder Kamerleden een deel van hun salaris afdragen aan de partij. Sinds 2009 dragen verkozen volksvertegenwoordigers zo’n 5,5 procent van hun salaris af aan de partij. Hoewel deze afdrachtregeling een stuk minder lucratief is dan die van de SP, waar politici niet meer verdienen dan een modaal inkomen, draagt ieder Kamerlid toch zo’n 5.000 euro per jaar bij aan de partijkas.

Lees verder: Sinds verkiezingsverlies kampt PvdA met groeiende geldproblemen 

Daarnaast kampt de partij met problemen met een nieuw administratiesysteem. De invoering van het systeem verloopt verre van vlekkeloos. Daarom zijn veel betalingen nog niet geïnd. Het contributiegeld van veel leden staat nog niet op de PvdA-rekening en ook de afdracht van een aantal politici is nog niet geïnd. Om welke bedragen het gaat wil de partij niet zeggen.

   Berend Sommer (1990) is online redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zijn debuut Duchamp verscheen in juni 2017 bij Uitgeverij Prometheus.

Paul Depla

PvdA moet weer een duidelijk smoelwerk krijgen

AD 20.06.2017 De Partij van de Arbeid moet de komende jaren van een klassieke bestuurderspartij veranderen in een brede volksbeweging, die naast en met de mensen opkomt voor ieders bestaanszekerheid. Daarnaast moet de PvdA weer een duidelijk smoelwerk krijgen. Dat is de belangrijkste aanbeveling die de Bredase burgemeester Paul Depla, prominent lid van de partij, vanavond zal geven aan zijn partij tijdens een ledenavond in Hilversum.

Depla deed onderzoek naar het historische zetelverlies tijdens de Tweede Kamerverkiezingen op 15 maart van dit jaar. De PvdA verloor 29 zetels en zit nu nog maar met negen leden in de Kamer.

Focussen

Er lag geen agenda van de so­ci­aal­de­mo­cra­tie waar mensen warm voor liepen

In dagblad Trouw geeft Depla alvast inzage in zijn rapport. De partij moet zich volgens zijn onderzoek ‘volledig focussen op de thema’s werk en inkomen, zorg, milieu en de multiculturele samenleving om het geloof in de sociaaldemocratie terug te winnen.’

Depla sprak voor het rapport met honderden mensen binnen en buiten de partij om zo tot ‘toekomstgerichte aanbevelingen’ te komen. ,,Ik leg alleen de hoeksteentjes van de puzzel.”

Verzuiling

 

Partijleider Lodewijk Asscher © ANP

Als de PvdA een eigen zuiltje wordt, kunnen we beter ophouden te bestaan

Een van de belangrijkste oorzaken van de ineenstorting van de partij is volgens de PvdA-prominent de ‘Netflixisering van de maatschappij’. ,,De samenleving valt uiteen in kleine groepjes die in hun eigen informatiebubbels leven, met elk hun eigen politieke partij. Er is sprake van een versplinterde verzuiling, terwijl de PvdA juist altijd heeft gestaan voor verbinding tussen de verschillende bevolkingsgroepen om zo maatschappelijke ontwikkelingen aan te pakken die voor al die groepen van belang zijn.”

Het is volgens Depla van groot belang dat de PvdA niet meegaat in die verzuiling. ,,Als de PvdA een eigen zuiltje wordt, kunnen we beter ophouden te bestaan. Dan doe je geen recht aan waar de partij ooit voor is opgericht en wat nog steeds van betekenis is, namelijk dwars door de bevolkingsgroepen heen mensen binden. Iedereen, binnen en buiten de PvdA, zegt dat we dat ideaal van een brede progressieve volkspartij niet moeten verlaten.”

Bestuurdersclub

In het rapport staat verder dat de partij zal zichzelf snel weer een ‘duidelijk smoelwerk’ zal moeten geven en af moet van het imago van een klassieke bestuurderspartij.

,,Er is het beeld dat het land in goede handen is bij ons en we het land uit de crisis hebben geholpen. Daarmee presenteren we ons als een soort ENA-partij, naar de Franse eliteopleiding die bestuurders klaarstoomt. Alsof de PvdA een scholingsinstituut is voor bestuurders. Dat willen we niet. Dat vinden we te weinig.”

Volgens Depla moet zijn partij invloed boven het vergaren van macht plaatsen. ,,Het misverstand is dat je alleen invloed hebt als je macht hebt. Terwijl je in een kabinet juist heel beperkt bent, want je zit vastgeketend aan een regeerakkoord”, aldus Depla. ,,Kijk naar de afgelopen jaren. We hebben te weinig invloed uitgeoefend op de maatschappelijke en publieke agenda. Er lag geen agenda van de sociaaldemocratie waar mensen warm voor liepen.”

Sinds verkiezingsverlies kampt PvdA met groeiende geldproblemen

Elsevier 19.06.2017 De financiële problemen van de Partij van de Arbeid stapelen zich op. De bijdrage van het rijk gaat fors omlaag door het zetelverlies bij de verkiezingen, en door een fout in het boekhoudsysteem zijn honderden betalingen niet geïnd.

Dat meldt RTL Nieuws maandag. De partij moet zelfs werknemers ontslaan om te bezuinigen. PvdA ging van 38 naar 9 zetels in de Tweede Kamer. Dat betekent niet alleen dat de rijksbijdrage vanaf begin volgende maand wordt verlaagd, maar ook dat er veel minder Kamerleden een deel van hun salaris afdragen aan de partij.

 Arendo Joustra: dat de PvdA niet is beloond, moet niet verbazen

Problemen met administratiesysteem

Sinds 2009 dragen verkozen volksvertegenwoordigers zo’n 5,5 procent van hun salaris af aan de partij. Hoewel de afdrachtregeling een stuk minder lucratief is dan die van de SP, waar politici niet meer verdienen dan een modaal inkomen, draagt elk Kamerlid toch zo’n 5.000 euro per jaar bij aan de partijkas.

Daarnaast kampt de partij met problemen met een nieuw administratiesysteem. De invoering van het systeem verloopt verre van vlekkeloos. Daarom zijn veel betalingen nog niet geïnd. Het contributiegeld van veel leden staat nog niet op de PvdA-rekening en ook de afdracht van een aantal politici is nog niet geïnd. Om welke bedragen het gaat wil de partij niet zeggen.

Mes in personeelsbestand

Na de verkiezingen is crisis uitgebroken bij de PvdA. Voorzitter Hans Spekman moest het veld ruimen, en zal in oktober aftreden. Door de bezuinigingen zal hij niet de enige PvdA’er zijn die de deur wordt gewezen. Tientallen medewerkers op het partijbureau en in de Kamer zouden hun baan kwijtraken.

Al voor de verkiezingen kwam aan het licht dat veel grote politieke partijen, waaronder naast de PvdA ook CDA en VVD, met geldproblemen zitten. Omdat het ledenaantal afneemt, loopt de partijkas langzaam leeg. Daarnaast wordt ook de subsidie minder omdat de partijen minder leden hebben, en omdat de subsidie aan politieke partijen is verlaagd als bezuinigingsmaatregel.

  Bauke Schram Bauke Schram (1993) is sinds april 2016 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

OP DE TOEKOMST

PvdA 17.06.2017 Het Partijbestuur heeft mij begin april benaderd om de PvdA een spiegel voor te houden. Om een toekomstgerichte analyse op te stellen, geen dik rapport, maar een serie observaties en een aantal adviezen. Dit heb ik met veel plezier samen met de Wiardi Beckmanstichting en met leden en experts van binnen en buiten de partij gedaan. Hieronder staat een beknopte samenvatting van die analyse.

De opdracht voor de PvdA is niet eenvoudig. We zullen met alle energie moeten werken aan een partij die herkenbaar en geloofwaardig is als brede progressieve volkspartij. Een inhoudelijk herkenbare agenda is van groot belang. Maar politiek gaat om meer dan alleen de inhoud. We kunnen alleen succesvol zijn als we aansprekend en inspirerend zijn.

Dat stelt eisen aan de structuur en cultuur van onze organisatie. Net zoals het eisen stelt aan de manier waarop we als PvdA politiek bedrijven. En de manier waarop we campagne voeren. Ook op deze punten moeten we kritisch in de spiegel kijken. En zouden we juist nu duidelijke keuzen moeten maken.

In de analyse waar het partijbestuur om heeft gevraagd, wordt daarom stil gestaan bij:

  1. Wat voor een partij willen we zijn: het wezen van de PvdA.
  2. Wat is de agenda van de PvdA: de idealen van de PvdA
  3. Wat voor een organisatie ondersteunt agenda van de PvdA
  4. Wat is een aansprekende stijl van politiek bedrijven

I. Het wezen van de PvdA

De PvdA is altijd een brede progressieve volkspartij geweest. De laatste decennia is dit steeds moeilijker geworden. De verdeelde samenleving speelt brede volkspartijen als de PvdA steeds meer parten. Het is de verzuiling in een eigentijdse vorm, waarbij de nieuwe zuiltjes steeds kleiner en specifieker lijken te worden. Ook op de kiezersmarkt zien we de gevolgen van de versplinterde verzuiling.

Ons electorale systeem maakt het mogelijk dat iedere nieuwe zuil zijn eigen nieuwe partij krijgt. Ik noem het de ‘Netflixisering’ van de politiek. Door deze versplintering lijkt voor brede volkspartijen geen plaats meer te zijn. En juist dat, een brede volkspartij, waren wij als PvdA altijd. Dus hebben we het als PvdA – net als andere brede volkspartijen – zwaar.

Hoewel de dominante maatschappelijke trends de keuze voor één zuil zou rechtvaardigen, is er vrijwel niemand binnen de PvdA die een dergelijke beweging omarmt. Wil de PvdA echt overleven als een brede progressieve volkspartij, zal het tegen de stroom in moeten roeien. Dat lukt alleen als de PvdA in staat is om duidelijk te maken waar de partij voor staat.

De laatste jaren is de PvdA is bij het antwoord op deze vraag te lang op twee gedachten blijven hinken. Aan de ene kant was de PvdA de partij die stond voor de sociaaldemocratische idealen. Aan de andere kant werd vaak aangegeven dat de PvdA uiteindelijk de partij van de sterke bestuurders waren. Die dubbele positie komt de herkenbaarheid van de PvdA niet ten goede.

II. De idealen van de PvdA

Hoewel de PvdA zich vaak presenteert als een bestuurderspartij, zien we onszelf vooral als een brede progressieve volkspartij. Gedreven door idealen. Vrijwel iedereen is ervan overtuigd dat PvdA in wezen een waardenpartij is. We moeten als partij leidend zijn in de zoektocht naar het verkennen van de belangrijkste, maatschappelijke vraagstukken.

Macht (bijvoorbeeld door te regeren) kan daarbij handig zijn. Maar het is geen doel op zichzelf. Het gaat uiteindelijk om de invloed die de sociaaldemocratische beweging heeft op de maatschappelijke en politieke agenda.

Als PvdA hoeven we niet op zoek te gaan naar nieuwe idealen. Integendeel, we kunnen vol trots vasthouden aan het aloude ideaal van het streven naar een gemeenschap van vrije mensen, zoals Den Uyl het omschreef. We beseffen alleen wel dat dit ideaal door de veranderende maatschappelijke context steeds bij de tijd gehouden moeten worden. Den Uyl was van mening dat de gemeenschap van vrije mensen alleen zou ontstaan als er bestaanszekerheid voor iedereen was. Vrijheid veronderstelt bestaanszekerheid.

De PvdA zou dus moeten staan voor het versterken van die bestaanszekerheid. Door die strijd voor bestaanszekerheid centraal te stellen, kunnen we als partij de spreekbuis worden voor de maatschappelijke beweging die de bestaanszekerheid in de huidige samenleving wil versterken. We hoeven zo dus ook niet alleen conservatief te zijn.

Waar de sociaaldemocratie niet meer lijkt te gaan voor bestaanszekerheid, duiken populisten handig in dit vacuüm. Toch hoeft bestaanszekerheid niet het domein van populisten te worden. In discussies over de toekomst van arbeid is namelijk meer mogelijk dan alleen een strategie van valse beloftes, capitulatie, of een van de kop in het zand.

Het is goed om te kijken wat op dit moment de belangrijkste pijlers van bestaanszekerheid zijn.

  1. Werk en inkomen door globalisering, flexibilisering en robotisering
  2. Milieu door klimaatverandering
  3. Zorg door vergrijzing
  4. Wonen en samenleven door de multiculturele samenleving

Dit zijn de vier thema’s die de belangrijkste dragers van bestaanszekerheid vormen, en waarop de PvdA zich dus de komende tijd volledig moet richten. De PvdA als partij die staat voor het versterken van de bestaanszekerheid. Omdat alleen dan mensen in staat zijn om echt te geloven in de toekomst. En optimistisch vooruit kunnen gaan.

III. De organisatie van de PvdA

De toekomst van de PvdA moet liggen in het zijn van een beweging. Een beweging georganiseerd rond de inhoudelijke vraagstukken waar de PvdA zich op gaat richten. In deze netwerken vinden, daarbij verbinding makend met afdelingen en regionale actiecentra, inhoudelijke debatten plaats. De inhoudelijke netwerken hebben een open karakter. Leden en niet leden kunnen deelnemen aan de activiteiten.

Een maatschappelijke beweging ontstaat echter niet bij toverslag. Het kost veel tijd en energie om deze beweging op te bouwen. Daarom moet het komende jaar tijd capaciteit – zowel in mensen als in centen – worden vrijgespeeld om de ontwikkeling richting beweging van netwerken mogelijk te maken. Op dit moment is de PvdA voor een groot deel georganiseerd langs de lijnen van de beroepsgroepen van politici.

Maar het is de vraag of we wel in staat zijn om op deze manier echt agenda-bepalend bezig te zijn op de thema’s waar je als PvdA het verschil wil maken. In plaats een organisatie van beroepsgroepen te zijn, zou het wellicht beter zijn om de partij in te richten als een organisatie van netwerken. De inzet van de netwerken zou dus minder moeten liggen op besluitvorming, en veel meer op de ideeënvorming. Die behoefte is breed aanwezig binnen de partij.

Ook de communicatie moet dan anders: de ontvanger met al zijn en haar emoties moet veel meer centraal staan in onze communicatie. Dat maakt onze communicatie veel effectiever.

De afgelopen jaren is veel tijd en moeite gestoken in het versterken van de ledendemocratie. Het is mooi dat deze ontwikkeling is ingezet. Op veel punten loopt de PvdA in dit opzicht voorop. Toch knaagt het. Want de manier waarop het binnen de PvdA georganiseerd is, wordt het stemmen over moties en amendementen de hoogste vorm van de ledendemocratie.

Terwijl het lidmaatschap waarde krijgt als men als lid dingen kan doen. En het gezellig is binnen de partij. Het kunnen loslaten van de stemdemocratie vraagt wellicht het een en ander van onze manier van werken. Het zou aardig zijn om met radicale voorstellen te komen. Voorstellen waarin we niet voortborduren op bestaande structuren en we tot marginale aanpassingen komen, maar we met voorstellen komen waarmee we een fundamenteel nieuwe start maken.

IV. De stijl van de PvdA

We zullen als PvdA weer ambitieus moeten zijn in onze idealen en veel bescheidener in de oplossingen. Juist in het zoeken van de oplossingen moet een eigentijdse politicus veel meer willen varen op de ervaring en de kennis in de samenleving. Als PvdA moeten we een positieve houding hebben.

Ten opzichte van elkaar (“De PvdA zal gezellig zijn, of de PvdA zal niet zijn”), maar ook ten opzichte van maatschappelijke initiatieven. Dergelijke initiatieven kunnen als een sociaal alternatief dienen voor het liberale dogma van de eigen verantwoordelijkheid. We moeten nieuwe maatschappelijke bewegingen omarmen en versterken, omdat ze een nieuw aansprekend vehikel zijn waarmee de bestaanszekerheid van mensen kan worden versterkt.

Als we dat niet doen, worden we in het oog van de samenleving namelijk meer en meer technocraten in plaats van aansprekende politici. Dat is lastig, want de gulzigheid van de ambtelijke-professionele wereld is groot en heeft grote gevolgen. Na verloop van tijd verliezen de bestuurders hun politiek-bestuurlijke antenne en politiek-bestuurlijke uitstraling.

Men verliest contact met de andere domeinen. En worden symbool van een voor de buitenwereld vrij gesloten bestuurlijke wereld. Politieke partijen hebben een rol om te voorkomen dat de politicus een beleidsmedewerker wordt. Bijvoorbeeld in de werving van politici. En ook in onze scholingsprogramma’s zouden we veel meer moeten richten op de eigenschappen die van een politicus mogen worden verwacht in de huidige tijd: waarin we mensen scholen in politieke acties en het politieke handwerk.

Tot slot

Met deze analyse eindigt niet het veranderingsproces. Integendeel. We beginnen pas. De analyse is niet meer dan de vier hoekstukjes van een puzzel die we de komende jaren met vele mensen moeten leggen. De PvdA heeft het niet gemakkelijk. Maar er is geen reden voor te groot pessimisme. Want als zelfs Feyenoord het heeft geflikt om toch weer eens kampioen te worden, kunnen we als PvdA er ook zeker weer er helemaal bovenop komen!

DOWNLOAD: DE VOLLEDIGE ANALYSE

juni 20, 2017 Posted by | 2e kamer, 2e kamerverkiezingen 2017, Paul Depla PvdA, politiek, PvdA | , , , , , , , , , | 8 reacties