Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

Op weg naar de begroting 2018 van kabinet Rutte 3 – deel 2

CBS

Begrotingsbehandelingen uitgesteld: eerst een nieuw kabinet

De Tweede Kamer zal pas over de begrotingen voor 2018 debatteren als het nieuwe kabinet er is. Dan pas is duidelijk wat het nieuwe kabinet wil veranderen aan de begrotingen die op Prinsjesdag zijn ingediend. Eerder besloot de Tweede Kamer ook al de Algemene Politieke Beschouwingen en de Algemene Financiële Beschouwingen uit te stellen. Kamerlid Mark Harbers (VVD) deed het verzoek tot uitstel van de begrotingsbehandelingen woensdagmiddag 4 oktober tijdens de regeling van werkzaamheden. Hij kreeg steun van een meerderheid in de Kamer.

Door het uitstel vinden de verschillende debatten in de gebruikelijke volgorde plaats:

  1. Debat over de regeringsverklaring: zodra het nieuwe kabinet er is en zijn plannen bekend heeft gemaakt, zal de Tweede Kamer eerst een debat over de regeringsverklaring organiseren. Zo’n debat is vergelijkbaar met de Algemene Politieke Beschouwingen. Het is een belangrijk debat, omdat daarin duidelijk wordt welke ruimte het kabinet heeft om zijn plannen daadwerkelijk uit te voeren en hoe groot de steun daarvoor is. Het debat duurt meestal twee dagen. De media besteden er gewoonlijk veel aandacht aan.
  2. Kort daarna zullen de Algemene Financiële Beschouwingen gepland worden. In dit debat bespreken de financieel specialisten van de Kamerfracties de rijksbegroting, samen met de minister en de staatssecretaris van Financiën.
  3. Daarna zal de Tweede Kamer de begrotingen van elke ministerie afzonderlijk behandelen. In de Tweede Kamer worden sommige voorstellen gewijzigd en aangepast, sommige worden geschrapt en andere voorstellen worden ongewijzigd overgenomen. Alleen de Tweede Kamer heeft amendementsrecht en mag wetsvoorstellen wijzigen. De Eerste Kamer mag dat niet.

VOORZITTER KHADIJA ARIB: ZORGVULDIGE BEHANDELING VAN DE BEGROTING IS BELANGRIJK

Voorzitter Khadija Arib gaat samen met het Presidium bekijken hoe de begrotingsdebatten ingepland worden. Ze vindt het belangrijk dat de Kamer de tijd en ruimte krijgt om de begrotingen zorgvuldig te behandelen. Tijdens de regeling van werkzaamheden zei ze: “Ik vind het niet goed als de nieuwe Tweede Kamer eerst een halfjaar moet wachten, en dan op het laatste moment alles moet afraffelen.”

Lekkende Begroting 2018

Wie nog dacht dat de bijna-kabinetscrisis van eind augustus om de inhoud ging, weet sinds vanmiddag beter: het ging alleen om politiek prestige.

In een notendop:

PvdA-leider en vicepremier Asscher eiste op hoge toon 270 miljoen euro om de onderwijzers in het basisonderwijs komend jaar een salarisverhoging van 3 procent te geven.

Coalitiepartner VVD weigerde toe te stemmen omdat tegelijkertijd aan de formatietafel financiële afspraken moesten worden gemaakt.

Eerst moest het aanstaande regeerakkoord door het Centraal Planbureau worden doorgerekend, daarna viel er pas meer te zeggen over het budget voor de onderwijzers.

Binnenskamers viel toen al te horen: met die 270 miljoen komt het wel goed, maar Asscher moest niet proberen de eer naar zichzelf toe te trekken.

Van de totale overheidsbegroting 2018 van 270 miljard euro zijn al een paar dingen uitgelekt…!!

Prinsjesdag komt dichterbij en zoals altijd de afgelopen jaren lekken er dan cijfers uit. “Verschrikkelijk”, reageert premier Rutte. “Maar ja, het is onderdeel van Den Haag.”

19.09.2017

19.09.2017

En ziedaar, wat een korte adempauze niet kan doen. In de vanmiddag 15.09.2017 uitgelekte begrotingscijfers voor 2018  staat het dan toch gewoon: 270 miljoen voor de leraren. Tegelijkertijd lieten de formerende partijen weten dat hun akkoord nog niet naar het CPB kan. Toch nemen ze deze investering alvast voor lief, ongetwijfeld in de hoop dat het nu niet meer alleen op Asscher zal afstralen.

Leraren demonstreren afgelopen juni op het Malieveld voor meer salaris en minder werkdruk in het primair onderwijs

De basisschoolleraren eisen overigens 10 procent loonsverhoging, dus dit zal niet genoeg zijn om de al aangekondigde staking van 5 oktober 2017  af te wenden. 

Uit de Miljoenennota, die de Volkskrant heeft ingezien, blijkt ook dat het demissionaire kabinet 425 miljoen euro extra uittrekt om de Koopkracht te verbeteren van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden.

AD 16.09.2017

AD 16.09.2017

Nota vol goed nieuws
Dit zijn de belangrijkste punten uit de begroting van komend jaar:

Met de economische cijfers feliciteert het kabinet zichzelf. De groei voor 2017 wordt geschat op 3,3 procent. Voor volgend jaar is de groei van de economie naar schatting 2,5 procent. De werkloosheid daalt naar 390.000 mensen.

Dit jaar staat Prinsjesdag vooral in het teken van de formatie. Want wat blijft er van de begroting voor 2018 overeind, als de formerende partijen het eens worden over een nieuw regeerakkoord?

Volgens premier Rutte veel. “Het gaat om een begroting van 270 miljard euro, dat gaan wij echt niet ineens allemaal anders doen.”

Prinsjesdag

Van de totale overheidsbegroting 2018 van 270 miljard euro zijn al een paar dingen uitgelekt:
* De leraren krijgen er 270 miljoen euro bij voor salarisverhoging
* De verpleegzorg krijgt er de komende vier jaar 130 miljoen euro bij, op de 435 miljoen extra
* De Belastingdienst krijgt 75 miljoen om problemen op te lossen
* Nederlanders gaan er volgend jaar gemiddeld 0,6 procent op vooruit
* De werkloosheid daalt naar 390.000
* Het begrotingsoverschot komt op 0,8 procent en de economische groei op 2,5 procent

Rutte is de verbindende schakel tussen het oude en het nieuwe kabinet. Buma en Segers van CDA en ChristenUnie gaan (waarschijnlijk) voor het eerst in jaren regeren, dus die leggen het accent anders dan Rutte.

Buma: “De Miljoenennota is van het demissionaire kabinet en het nieuwe kabinet zal een heleboel wijzigingen hebben.” Segers noemt de Prinsjesdagstukken wel echte plannen, maar die wijzigingen zullen er zeker komen, zegt hij.

Uiteindelijk gaat de Nederlander er qua Koopkracht gemiddeld maar 0,6 procent op vooruit. Werkenden profiteren het meest (0,8 procent). Om te voorkomen dat uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden erop achteruitgaan wordt 425 miljoen euro uitgetrokken.

AD 16.09.2017

AD 16.09.2017

Koopkrachtstijging, per groep

In de bijstand: 0,3 procent
Gepensioneerd: 0,6 procent
Werkend: 0,8 procent

– Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) schrijft in het voorwoord dat zowel de overheidsbestedingen als bedrijfsinvesteringen toenemen. De groei wordt enigszins geremd door de lagere gasproductie.

– Intussen daalt de staatsschuld naar 53,7 procent van het BNP en kan het kabinet wijzen naar een overschot op de begroting van 0,8 procent.

– Er wordt wordt flink geïnvesteerd in de zorg, een half miljard in 2018. Het eigen risico stijgt naar 400 euro. De zorgtoeslag voor lage inkomens gaat ook omhoog.

Formatie en Regeerakkoord

Over de formatie en het concept-regeerakkoord wordt overigens ook gelekt. Gisteren werd bekend dat de vier onderhandelende partijen het eens zijn over vluchtelingendeals en een nieuwe bed-bad-broodregeling.

Maandag 18.09.2017  gaan de onderhandelingen verder. Dinsdag 19.09.2017  is het Prinsjesdag.

Goedemorgen.

Het is vandaag de derde dinsdag van september: Prinsjesdag. Maar achter de feestelijkheden gaapt een leegte. 

Want met een demissionair kabinet zijn er geen grote plannen, geen vergezichten, geen met vers beleid gestutte visie op de toekomst.

Geen climax van het politieke seizoen, maar een verplicht nummer !!!

Qua rituelen zal de liefhebber niets tekortkomen, en toch is deze Prinsjesdag anders. Achter de feestelijkheden gaapt een leegte. Want wie schetst waar het heen moet met het land?

Zo op het eerste gezicht zal het een Prinsjesdag als alle andere zijn. Een Ridderzaal vol Kamerleden en hoogwaardigheidsbekleders. Luisterend naar de Koning die op plechtige toon de Troonrede voorleest. Een parade van dames met hoedjes waarover is nagedacht en heren in kraakverse pakken.

Goed, de Gouden Koets is in groot onderhoud, dus verplaatsen koning en koningin zich, voor het tweede jaar, per Glazen Koets. De route is wel weer klassiek. Vanwege de aanleg van een ondergrondse parkeergarage moest vorig jaar worden uitgeweken naar de Korte Houtstraat. Dit jaar gaat de koninklijke rijtoer als vanouds via de Korte Vijverberg naar het Binnenhof.

Een cavalerist oefent met rookbommen bij het Kurhaus in Scheveningen. © Freek van den Bergh / de Volkskrant

De Algemene Politieke Beschouwingen zijn verdaagd, tot na het regeerakkoord van een nieuw kabinet

Saluutschoten, ere-escorte van cavalerie, grenadiers, marechaussee en politie te paard – qua ritueel zal de liefhebber niets tekortkomen. Het zal niet genoeg zijn om te verhullen dat daarachter een grote leegte gaapt. Geen grote plannen, geen vergezichten, geen met vers beleid gestutte visie op de toekomst. Er is geen regering die de koning de woorden in de mond kan leggen om te schetsen waar het heen moet met ons land – de Troonrede als hoofdpijndossier. De begroting wordt een verlengstuk van die van vorig jaar.

Dit wordt de Prinsjesdag die niemand wilde, de dag die gehouden wordt omdat het nu eenmaal zo in de grondwet (artikel 65) staat. Wat normaal gesproken de climax van het politieke seizoen is, zal nu een verplicht nummer zijn. Ook de Algemene Politieke Beschouwingen – het debat van twee dagen waarin de oppositie de regering het vuur aan de schenen kan leggen – zijn verdaagd, tot na het regeerakkoord van een nieuw kabinet.

In plaats daarvan gaat het dezer dagen in de plenaire zaal over onderwerpen als misstanden in de bokkenhouderij en het gebruik van drones door Limburgse landbouwers. Nu de regering amper nog besluiten neemt, droogt de Kameragenda steeds verder op. Dat geldt in verhevigde mate voor de Eerste Kamer.

Vanwege de veiligheid worden wegblokkades aangebracht in de Haagse binnenstad.© Freek van den Bergh / de Volkskrant

Primaat

Je komt niet naar de Kamer voor die poespas, en toch doet het me wat, aldus Nieuw Kamerlid Gijs van Dijk.

De Glazen Koets. © ANP

Als het aan de SP had gelegen, was dat anders gelopen. Dan waren de Beschouwingen gewoon doorgegaan. ‘Waarom zou je het primaat bij een demissionaire regering laten’, zegt Peter Kwint (32), Kamerlid sinds maart. ‘We hadden deze periode kunnen gebruiken om als Kamer accenten aan te geven.’ De pogingen die de SP daartoe ondernam, door te proberen de verhoging van de salarissen in het lager onderwijs en de verlaging van het eigen risico in de zorg te forceren, hadden niet het gewenste resultaat. Kwint, door Kamervoorzitter Arib gekapitteld toen hij zonder jasje de Kamer toesprak, komt vandaag in pak. ‘Ik heb nog wel wat in de kast hangen.’ Zijn moeder vergezelt hem.

Waar Kwint vol ongeduld wacht totdat zijn Kamerlidmaatschap echt losbrandt, heeft Gijs van Dijk (36), nieuw Kamerlid voor de PvdA, het razend druk. Zijn toch al gedecimeerde fractie bestaat voor de helft uit demissionaire bewindspersonen. Omdat die hun handen nog vol hebben aan hun ministerie, bemoeit Van Dijk zich met zowat alles. ‘Wonen, politie, sociale zaken, koninkrijksrelaties, basisregistratie personen – het is een stoomcursus. Ik ga van commissie naar commissie.’ Van Dijk, ook geen pakkendrager, bezocht de Suit Supply. ‘Je komt niet naar de Kamer voor die poespas, en toch doet het me wat.’

Troonrede 2016. © ANP

Suzanne Kröger (41), nieuw bij GroenLinks, heeft deze week wel iets anders aan haar hoofd dan Prinsjesdag. Ze heeft debatten over de uitbreiding van de luchthaven Lelystad, over de vervuiling bij Chemours en over een noodpakket luchtkwaliteit. Een soort apotheose van haar eerste half jaar als Kamerlid. ‘Dit is de week waarvoor je het doet’, zegt ze. ‘Voor mij komt alles samen.’ Haar hoop voor de Troonrede? Dat er hoge prioriteit aan klimaatverandering wordt gegeven. Over haar Prinsjesdagkleding heeft ze nog niet nagedacht. ‘Volgend jaar ben ik ook op dat punt ingewerkt.’

René Peters (42), die als kandidaat-Kamerlid drie stond op de CDA-lijst, heeft in zijn fractie de portefeuille schulden en armoede en is daar druk mee. ‘Veel is controversieel verklaard en kan dus niet worden behandeld. Maar ik ga heel veel op werkbezoek, geef lezingen, eet alle letters die over dit onderwerp worden geschreven, wil m’n contacten perfect op orde hebben. Dit is helemaal mijn terrein.’ Hij wordt dinsdag vanaf het ontbijt gevolgd door Omroep Brabant. ‘Alles nieuw en tiptop, tot en met sokken en schoenen. Het pak is gemaakt door een kleermaker in Oss.’ Zijn ouders zullen langs de route staan.

Een Prinsjesdag om te laten zien dat alles gewoon doormarcheert. Ook als de formatie eindeloos lijkt te duren.

Samenvatting Platform 31

Nederland is sterker uit de crisis gekomen. Zo luidde de centrale boodschap van de Miljoenennota 2018 die werd gepresenteerd op Prinsjesdag.

De jaarlijkse rijksbegroting repte onder meer over een groeiende economie en dalende werkloosheid. Welke belangrijkste maatregelen en beleidswijzigingen voor stad en regio sprongen er verder uit?

De rijksbegroting van dit jaar gaat, vanwege een demissionair kabinet, de geschiedenis in als een beleidsarm document. Nederland wacht vol spanning op het aanstaande regeerakkoord. U ontvangt daarom dit jaar – anders dan u van Platform31 gewend bent – maar liefst twee analyses: een samenvatting van de rijksbegroting_2018 én een gedetailleerdere analyse van het regeerakkoord_2018. In deze eerste samenvatting bundelen we de meest opvallende maatregelen en beleidswijzigingen voor u, geordend naar de ministeries die het meest relevant zijn voor stad en regio. Zodra er een nieuw regeerakkoord is, maakt Platform31 een uitgebreide analyse en duiding en brengen we de consequenties voor steden en regio’s in beeld.

lees: Financieel Jaarverslag van het Rijk 2017

lees: bijlagen-bij-fjr

Volg en lees meer over:  PRINSJESDAG

Lees meer over: Prinsjesdag 2017

Zie ook: Samenvatting_rijksbegroting_2018

Zie ook: Analyse_regeerakkoord_kabinet-Rutte_III

Zie ook: kamerbrief met toelichting op koopkrachteffecten regeerakkoord

Zie ook: Waarom gaat Prinsjesdag dit jaar eigenlijk door?

zie ook: Op weg naar de begroting 2018 van kabinet Rutte 3 – deel 1

zie ook: Met de begroting 2017 op weg naar kabinet Rutte 3 – deel 2

zie ook: Met de begroting 2017 op weg naar kabinet Rutte-3 – deel 1  

Kabinet: afschaffen van dividendbelasting niet van tafel

NOS 17.08.2018 Het kabinet houdt voorlopig vast aan het afschaffen van de dividendbelasting. Gisteren bleek dat de maatregel meer kost dan tot nu toe werd gedacht, waardoor er opeens een gat van 600 miljoen op de begroting is.

Staatssecretaris Snel van Financiën, die over belastingen gaat, zei na de eerste ministerraad na de vakantie dat hij ervan uitgaat dat de afschaffing van de dividendbelasting doorgaat. “Het is een maatregel die geld kost, maar dat hebben wij ervoor over.”

Hij is ervan overtuigd dat het schrappen van de heffing die bedrijven betalen over de winst die zij aan hun aandeelhouders uitkeren, goed is voor het Nederlandse vestigingsbeleid. “En ik ga ervan uit dat we deze maatregel uit het regeerakkoord gewoon gaan uitvoeren.”

Financiële dekking

Het kabinet-Rutte III ging er aanvankelijk vanuit dat de omstreden maatregel 1,4 miljard euro per jaar aan inkomsten zou schelen. Maar nu zeggen ingewijden dat het kan oplopen tot 2 miljard, waardoor minister Hoekstra van Financiën nog voor Prinsjesdag een oplossing moet zoeken voor het verschil van 600 miljoen euro.

Het kabinet wil de dividendbelasting op 1 januari 2020 afschaffen, maar dat staat aanstaande Prinsjesdag al in het Belastingplan van staatssecretaris Snel. Hij moet voor elke euro die de afschaffing van de dividendbelasting kost, financiële dekking vinden.

Prinsjesdag

Premier Rutte wilde niet op de berichtgeving ingaan, omdat hij niet vooruit wil lopen op de plannen die op Prinsjesdag worden gepresenteerd. Hij zei wel dat het kabinet op dit moment bezig is om de afspraken uit het regeerakkoord uit te voeren.

Het afschaffen van de dividendbelasting is omstreden omdat de maatregel vooral ten goede komt aan grote bedrijven en er geen bewijs is dat hierdoor meer bedrijven naar Nederland komen. De oppositie spreekt van een ‘cadeautje voor multinationals’.

BEKIJK OOK

Gat van 600 miljoen euro door afschaffing dividendtaks

Een klant doet boodschappen bij een groothandel. Foto ANP

Groeiende economie stelt kabinet voor dilemma: dividendbelasting afschaffen wordt nóg duurder

VK 16.08.2018 De Nederlandse economie blijft groeien, zo blijkt uit de nieuwste cijfers. Wat betekenen deze voor de plannen van het kabinet, en voor de portemonnee van de burger?

Begroten is voor dit kabinet een feest…

Miljoenennota’s maken is voor dit kabinet een feest. Gedwongen door de economische crisis stortte Rutte-II noodgedwongen de ene lastenverzwaring na de andere bezuiniging over het volk uit, maar Rutte-III geniet van een hoogconjunctuur. Minister Wopke Hoekstra van Financiën krijgt bij het opstellen van de rijksbegroting rugwind van de prachtige economische cijfers die het Centraal Planbureau (CPB) donderdag publiceerde.

Helaas voor het kabinet zijn die cijfers wel een tikje minder prachtig dan een paar maanden geleden. In maart dacht het planbureau nog dat de Nederlandse economie dit jaar met 3,2 procent zou groeien en volgend jaar met 2,7 procent. Die groeiverwachting heeft het CPB nu verlaagd naar respectievelijk 2,8 en 2,5 procent. Ook de ontwikkeling van de werkloosheid en de koopkracht ziet er sinds donderdag net iets minder rooskleurig uit dan daarvoor.

Het kabinet let bij het maken van de rijksbegroting altijd scherp op de koopkrachtontwikkeling die het CPB voorspelt. Is die wel evenwichtig? Welke kiezersgroepen blijven achter bij het gemiddelde? Moeten we voor die mensen iets extra’s doen, dus compenserende maatregelen nemen? De noodzaak daarvoor lijkt dit jaar gering. Volgens het CPB gaan alle huishoudens er in 2019 grosso modo op vooruit. Die doorsnee koopkrachtverbetering (1,3 procent) is ook substantieel groter dan dit jaar (0,4 procent).

Toch valt die voorspelling een beetje tegen. In juni ging het CPB nog uit van een koopkrachtstijging van 0,6 procent in 2018 en 1,6 procent volgend jaar. CPB-directeur Laura van Geest geeft twee redenen voor het neerwaarts bijstellen van de raming: de inflatie stijgt sneller dan eerder geraamd en de cao-lonen juist langzamer.

Het mysterie van de achterblijvende lonen is nog niet opgehelderd. Het CPB speculeert dat de onderhandelingspositie van arbeidskrachten is verzwakt ten opzichte van hun werkgevers. Dat zou onder andere liggen aan de digitalisering en robotisering van taken die vroeger door mensen werden gedaan en aan de internationalisering van de arbeidsmarkt (concurrentie uit lagelonenlanden). De economische wetenschap is er nog niet over uit. De ramingen van het CPB waren tot nu toe in elk geval telkens te optimistisch. In maart dacht het CPB nog dat de lonen met 3,2 procent zouden stijgen, in juni stelde het instituut dat bij naar 3,1 procent en in de voorspelling van donderdag is dat 2,9 procent.

Van alle huishoudens gaan de laagste inkomens (minder dan 23.700 bruto per jaar) er in 2019 het minst op vooruit (0,5 à 0,7 procent). Dit zijn hoofdzakelijk uitkeringsgerechtigden. Dit komt onder andere doordat de uitkeringen in mindere mate stijgen dan de lonen van werkenden. Een deel van deze groep (13 tot 14 procent) krijgt volgend jaar zelfs minder te besteden (tenzij het kabinet dat met nieuwe maatregelen voorkomt). Het CDA en de ChristenUnie kunnen ondertussen tevreden zijn over de koopkracht van alleenverdieners: die stijgt volgend jaar bovengemiddeld, net als die van huishoudens die meer dan 55.000 euro bruto per jaar verdienen. Het regeerakkoord pakt dus denivellerend uit.

Vergeleken met andere huishoudens komen gepensioneerden er dit jaar bekaaid vanaf, maar 2019 wordt ook voor hen een goed jaar. Maar liefst 96 procent van de AOW’ers gaat er dan in koopkracht op vooruit, voorspelt het CPB. Dat hebben de ouderen onder meer te danken aan een verhoging van de ouderenkorting, maar ook aan de verdere verlaging van de vermogensrendementsheffing en een (geraamde) rentestijging.

Gepensioneerden hebben gemiddeld meer spaargeld en beleggingen dan andere leeftijdsgroepen en profiteren daarom relatief meer van deze ontwikkelingen, voorspellen de rekenmeesters van het CPB. Ouderenpartij 50Plus eiste woensdag nog ‘compensatie voor AOW’ers’, omdat die ‘niet of nauwelijks’ zouden meedelen in de lastenverlichtingen van dit kabinet.

…totdat de dividendbelasting de sfeer bederft

Ondanks het financiële zomerweer moet het kabinet in de Miljoenennota (die het op Prinsjesdag publiceert) minimaal twee flinke tegenvallers wegwerken: de lagere aardgasbaten en – paradoxaal genoeg – een hoger dan geraamde opbrengst van de dividendbelasting. Het Rijk verliest tot en met 2022 1,9 miljard euro aan gasopbrengsten als gevolg van het besluit de gaskraan in Groningen sneller dicht te draaien dan gepland. Hoekstra zei in mei dat hij voor die tegenvaller al dekking heeft gevonden, maar niet welke. Waarschijnlijk vangt het kabinet de gastegenvaller pijnloos op met verwachte meevallers aan de uitgavenkant (besparingen op gezondheidszorg en sociale zekerheid). Een bron in Den Haag bevestigt dat.

De geplande afschaffing van de dividendbelasting, die toch al uiterst gevoelig ligt, stelt het kabinet nu ook nog voor een akelig begrotingsprobleem. Dankzij de florerende economie en de meegroeiende bedrijfswinsten brengt deze bedrijfstaks steeds meer geld in het laatje. Het AD berichtte donderdag dat de dividendbelasting de schatkist dit jaar minstens 1,9 miljard euro oplevert.

Dat is 500 miljoen euro meer dan begroot. Voor dit jaar is dat een mooie meevaller, maar de keerzijde is dat het schrappen van de dividendbelasting steeds duurder wordt. In het regeerakkoord hield het kabinet rekening met een inkomstenderving van 1,4 miljard euro vanaf 2020 (het jaar dat de belasting verdwijnt). Nu dat inkomstenverlies groter blijkt dan geraamd, moet Rutte-III volgens de begrotingsregels het verschil van 500 miljoen euro al in de aanstaande Miljoenennota compenseren. Volgens diezelfde begrotingsregels kan dat alleen met extra lastenverzwaringen, niet met budgettaire meevallers.

Het kabinet moet dus andere belastingen verhogen (of minder verlagen dan beloofd) om een impopulair douceurtje voor multinationals te kunnen bekostigen. En dat een half jaar voor de Provinciale Statenverkiezingen. Op het Binnenhof wordt druk gespeculeerd dat coalitiepartijen D66 en ChristenUnie, die eigenlijk tegen het afschaffen van de dividendbelasting zijn, de oplopende kosten zullen aangrijpen om dit onderdeel van het regeerakkoord opnieuw ter discussie te stellen tijdens de komende begrotingsonderhandelingen.

Zelfs bij initiatiefnemer VVD is het enthousiasme voor de maatregel maar matig. VVD-prominent Frank de Grave heeft publiekelijk zijn scepsis laten blijken en fractievoorzitter Klaas Dijkhoff onderkende vorig jaar in een Kamerdebat dat er geen bewijs is voor de veronderstelde heilzame uitwerking op het vestigingsklimaat. Volgens Dijkhoff is de afschaffing van de dividendbelasting ‘een gok’. Een dure gok bovendien, blijkt nu.

Koopkrachtcijfers. Foto De Volkskrant

MEER OVER 

Nederland­se economie groeit iets minder hard

AD 16.08.2018 De Nederlandse economie groeit dit jaar en volgend jaar iets minder hard dan eerder werd voorzien, blijkt uit een nieuwe raming van het het Centraal Planbureau (CPB).

Het CPB voorziet nu voor 2018 een groei van 2,8 procent en van 2,5 procent in 2019. In juni ging het planbureau nog uit van een groei van respectievelijk 2,9 en 2,7 procent. ,,Ook in economisch opzicht is het een mooie zomer, met aanhoudende groei en verder dalende werkloosheid. Maar het is niet alleen maar zonneschijn. Onzekerheden rond brexit, het handelsbeleid van de VS en het economisch beleid in Italië kunnen het beeld doen kantelen”, zegt CPB-directeur Laura van Geest.

Volgens haar zijn de ‘neerwaartse risico’s’ voor de economie toegenomen. ,,De handelsconflicten die kunnen uitmonden in een handelsoorlog zijn verder verscherpt. Het risico op een harde brexit wordt met de dag groter. Het economische beleid in Italië en de groeivertraging in een aantal opkomende economieën, zoals Turkije, brengen onzekerheid met zich mee voor het eurogebied”, aldus Van Geest.

Historisch laag niveau

Het CPB wijst er wel op dat de economie blijft groeien in een bovengemiddeld tempo. Dat komt onder meer door gunstige consumptiecijfers van huishoudens, de overheidsbestedingen en investeringen in woningen. Daarbij daalt de werkloosheid naar verwachting in 2019 verder naar een ‘historisch laag niveau’ van 3,5 procent.

Het CPB voorziet in zijn nieuwe raming ook dat de inflatie iets sterker toeneemt. Dit jaar wordt het leven naar verwachting 1,6 procent duurder en volgend jaar komt de inflatie vermoedelijk uit op 2,4 procent. Volgens het planbureau wordt de inflatie vooral gestuwd door een hoger btw-tarief.

Machines

Gisteren meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nog dat de economie het goed blijft doen. De groei hebben we te danken aan de binnenlandse bestedingen, export en bedrijfsinvesteringen. Vooral de bouw maakte het afgelopen kwartaal het verschil, aldus het CBS.

Zo is in het tweede kwartaal fors meer geïnvesteerd in woningen, bedrijfsgebouwen en infrastructuur. Verder schaften bedrijven opnieuw meer auto’s aan. Ook werd meer geld uitgetrokken voor machines.

Ook consumenten laten het geld rollen en jagen daarmee de groei aan. Al zeventien kwartalen op rij geven huishoudens meer uit dan een jaar eerder. Vooral voor auto’s en elektrische apparaten wordt flink de knip getrokken. Daarnaast geven mensen meer geld uit aan diensten, met name op het gebied van horeca, vervoer en communicatie.

Eurozone

Al met al doet onze economie het duidelijk beter dan het gemiddelde van de landen van de eurozone. Volgens een nieuwe schatting van Europees statistiekbureau Eurostat ging de economie van het eurogebied met 0,4 procent vooruit op kwartaalbasis, net als in het eerste kwartaal.

View image on Twitter

Centraal Planbureau@CPBnl

CPB raming: de Nederlandse economie ontwikkelt zich gunstig, dit jaar een groei van 2,8% en volgend jaar 2,5%. Verhoging lage BTW tarief duwt inflatie in 2019 omhoog naar 2,4%. Meer informatie: http://bit.ly/2MPOjJo  7:01 AM – Aug 16, 2018

View image on Twitter

Centraal Planbureau@CPBnl

cMEV raming: de economie groeit in 2018 en 2019 door in een bovengemiddeld tempo. De werkloosheid daalt in 2019 verder naar een historisch laag niveau van 3,5%, de overheidsschuld daalt naar 49%. Meer informatie: http://bit.ly/2MtFS9U  7:02 AM – Aug 16, 2018

View image on Twitter

   Centraal Planbureau@CPBnl

CPB koopkrachtraming: bijna alle huishoudens kennen in 2019 een positieve koopkrachtontwikkeling, met uitschieters tot boven de 4%. De presentatie van de koopkrachtontwikkeling is gewijzigd; de spreiding van koopkrachteffecten krijgt meer aandacht http://bit.ly/2MNknxG   7:03 AM – Aug 16, 2018

Meer risico’s voor Nederlandse economie, maar groei zet door

NOS 16.08.2018 De Nederlandse economie groeit volgend jaar bovengemiddeld, maar het tempo van de groei neemt wel af.

Dat stelt het Centraal Planbureau (CPB) in de conceptversie van de MEV 2019, de Macro Economische Verkenning. De MEV-cijfers en ramingen voor de economie, de koopkracht en de arbeidsmarkt vormen voor het kabinet het vertrekpunt voor de rijksbegrotingen en de koopkrachtplaatjes voor volgend jaar. Op Prinsjesdag (18 september) komt de definitieve MEV.

De economische groei komt volgend jaar uit op 2,5 procent. Dit jaar wordt er een groei van 2,8 procent verwacht. De werkloosheid blijft dit jaar en volgend jaar dalen en komt uit op het laagste niveau sinds 2001.

Turkije

Het Centraal Planbureau waarschuwt dat er steeds meer risico’s zijn voor de Nederlandse economie. Handelsconflicten kunnen uitlopen op een handelsoorlog en als er geen deal komt rond de brexit raakt dat ook de Nederlandse economie. Daarnaast wijzen de economen op de problemen in Turkije, die tot onzekerheid in het eurogebied leiden.

Vaak wordt er ook met extra belangstelling gekeken naar de cijfers over de koopkracht die het Centraal Planbureau presenteert. De mediane koopkracht stijgt in 2019 met 1,3 procent. Ook dat cijfer is naar beneden bijgesteld. De laagste inkomens gaan er het minst op vooruit. Ruim 1 op de 10 lage inkomens gaat er zelfs op achteruit.

Is het nou mediaan of gemiddelde?

Mediane koopkracht is niet hetzelfde als gemiddelde koopkracht. Een gemiddelde is de optelsom van de koopkracht van alle huishoudens gedeeld door het totale aantal huishoudens. Die koopkracht wordt voor verschillende soorten huishoudens berekend: alleen of meerpersoons, met of zonder kinderen, een- of tweeverdiener, werkend of uitkering of gepensioneerd. Zo’n gemiddelde levert een vertekend beeld op. Een kleine groep mensen met grote koopkracht vertekent het cijfer voor de mensen uit diezelfde groep die minder koopkracht hebben.

Een mediaan koopkrachtcijfer geeft daarom een beter beeld. We spreken van de mediane koopkracht als er in dezelfde groep evenveel huishoudens zijn die meer koopkracht hebben als huishoudens die minder koopkracht hebben.

Een positief koopkrachtcijfer betekent niet dat iedereen erop vooruit gaat. Het koopkrachtcijfer zegt dat de meesten erop vooruitgaan maar niet per se alle huishoudens. Koopkrachtplaatjes zijn ook statisch en houden geen rekening met de gevolgen van loonsverhoging, werk vinden of ontslagen worden, een kind krijgen, scheiden en ouder worden. Dat soort zaken hebben veel meer effect op de koopkracht.

Eerder deze week maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek groeicijfers over het afgelopen halfjaar bekend. Daaruit blijkt dat de Nederlandse economie harder is gegroeid dan veel andere Europese economieën.

BEKIJK OOK

Gevreesde vertraging blijft uit: economie blijft krachtig groeien

Einde dividendbe­las­ting wordt nóg duurder

AD 16.08.2018 De voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting valt honderden miljoenen duurder uit dan gepland. Volgens bronnen in Den Haag loopt de rekening op in de richting van de 2 miljard euro.

De maatregel is van meet af aan zeer omstreden. Geen van de vier regeringspartijen had afschaffing van de dividendbelasting in het verkiezingsprogramma opgenomen. Desondanks besloot het kwartet tot afschaffing van de belasting op de winstuitkering van ondernemingen aan hun aandeelhouders.

Bij het aantreden van het kabinet gingen de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie er nog vanuit dat het schrappen van de dividendbelasting 1,4 miljard euro aan inkomsten zou schelen. In mei bleek echter al dat dit bedrag te laag was ingeschat, omdat de opbrengsten in 2017 200 miljoen hoger waren.

Economische groei

Aangejaagd door de economische groei en toegenomen winsten neemt het bedrag intussen alleen maar verder toe, stellen ingewijden. Voor de zomer werd de opbrengst in kabinetskringen over 2018 al op 1,9 miljard euro geschat, aldus een betrokkene: ,,Het kan zomaar zijn dat het meer dan 2 miljard wordt.”

Actievoerders op de publieke tribune tijdens het debat over het afschaffen van de dividendbelasting. © ANP

Het kabinet wil de dividendbelasting per 1 januari 2020 schrappen. Het wetsvoorstel dat de afschaffing regelt, komt echter komende Prinsjesdag al naar de Tweede Kamer, als onderdeel van een omvangrijk Belastingplan. In dat wetsvoorstel staat ook hoe groot de inkomstenderving is.

Daarvoor heeft het ministerie van Financiën zich te baseren op de meest actuele cijfers. Voor elke euro bovenop de 1,4 miljard  uit het regeerakkoord zal extra dekking moeten worden gevonden. ,,Hier staat veel druk op”, bevestigt een ingewijde.

Vestigingsklimaat

Minister-president Mark Rutte heeft de maatregel altijd fanatiek verdedigd omdat die zou leiden tot een beter Nederlands vestigingsklimaat. Handhaving van de dividendbelasting zou voor grote bedrijven een reden kunnen zijn om hun hoofdkantoor niet in Nederland te vestigen of te verplaatsen naar het buitenland.

Volgens het Centraal Planbureau is er echter geen hard bewijs dat de maatregel effect heeft en komt de opbrengst ten goede aan buitenlandse overheden. Ook ambtenaren van Financiën uitten in memo’s aan de formerende partijen grote twijfels over het nut van de maatregel.

Nieuwe raming

Vandaag bleek uit een nieuwe raming van het Centraal Planbureau dat de Nederlandse economie dit jaar en volgend jaar iets minder hard groeit dan eerder werd voorzien. Het CPB voorziet nu voor 2018 een groei van 2,8 procent en van 2,5 procent in 2019. In juni ging het planbureau nog uit van een groei van respectievelijk 2,9 en 2,7 procent.

,,Ook in economisch opzicht is het een mooie zomer, met aanhoudende groei en verder dalende werkloosheid. Maar het is niet alleen maar zonneschijn. Onzekerheden rond brexit, het handelsbeleid van de VS en het economisch beleid in Italië kunnen het beeld doen kantelen”, zegt CPB-directeur Laura van Geest.

Morgen komt het kabinet voor het eerst sinds de vakantie weer bijeen voor de ministerraad.

‘Afschaffen dividendbelasting gaat mogelijk 2 miljard euro kosten’ 

NU 16.08.2018 De afschaffing van de dividendbelasting gaat jaarlijks mogelijk 2 miljard euro of meer kosten, in plaats van de 1,4 miljard euro die in het regeerakkoord wordt genoemd, bevestigen bronnen in Den Haag na berichtgeving door het AD​.

Het plan is om de dividendbelasting in 2020 af te schaffen, maar het wetsvoorstel dat dat moet regelen wordt volgende maand al ingediend.

AD schrijft dat het bedrag volgens ingewijden verder toeneemt door de economische groei en toegenomen winsten. Omdat de economie goed draait, wordt er meer belasting betaald – ook over dividend, de winstuitkering van bedrijven aan hun aandeelhouders.

De maatregel is een van de meest omstreden uit het regeerakkoord. Geen van de vier coalitiepartijen had afschaffing in het verkiezingsprogramma staan. Alleen de VVD van premier Mark Rutte is en blijft een uitgesproken voorstander.

Het afschaffen van deze belasting moet het vestigingsklimaat ten goede komen, maar feitelijke onderbouwing daarvoor ontbreekt.

Definitieve cijfers komen op Prinsjesdag

In eerste instantie meldde het kabinet dat de maatregel per 2020 de schatkist jaarlijks 1,4 miljard euro zou kosten, maar dat werd later verhoogd naar 1,6 miljard. Tijdens Prinsjesdag op 18 september worden de definitieve cijfers gepubliceerd.

Nederlandse aandeelhouders kunnen de afgedragen belasting over dividend via de Belastingdienst terugkrijgen. Dit maakt de afschaffing van de dividendbelasting vooral voordelig voor buitenlandse aandeelhouders in Nederlandse beursgenoteerde bedrijven.

Bedrijven zouden zo makkelijker aan buitenlands kapitaal moeten kunnen komen. Ze profiteren in ieder geval van minder administratieve lasten.

Motie van afkeuring voor Rutte

Het afschaffen van de dividendbelasting is uitgegroeid tot een hoofdpijndossier voor het kabinet en leverde Rutte in april een breed gedragen motie van afkeuring op vanwege zijn rol in de zoektocht naar de omstreden memo’s die tijdens de formatie gebruikt zijn om de belasting af te schaffen.

Rutte en de coalitiepartijen beweerden eerder dat er voor zover zij zich konden herinneren geen memo’s waren, maar die memo’s bleken er toch te zijn.

Lees meer over: Dividendbelasting

Gat van 600 miljoen euro door afschaffing dividendtaks

NOS 16.08.2018 Het afschaffen van de dividendbelasting kost veel meer dan gedacht. Minister Hoekstra van Financiën moet nog voor Prinsjesdag op zoek naar 600 miljoen euro op de Rijksbegroting, zeggen bronnen in Den Haag na berichtgeving in het AD.

Het kabinet-Rutte III ging er aanvankelijk van uit dat de omstreden maatregel 1,4 miljard euro aan inkomsten zou schelen. Dat bedrag zal de komende jaren alleen maar toenemen, omdat het goed gaat met de economie. Dividendbelasting wordt namelijk betaald over de winst die bedrijven uitkeren aan hun aandeelhouders. Hoe hoger de winst, hoe hoger de opbrengst voor de staatskas.

Ingewijden zeggen dat het zou kunnen oplopen tot 2 miljard per jaar. Dat betekent dat Hoekstra vanaf 2020 jaarlijks met een gat van 600 miljoen zit. Om dat te dichten zou hij bijvoorbeeld andere belastingen kunnen verhogen.

Financiële dekking

Het kabinet wil de dividendbelasting op 1 januari 2020 afschaffen, maar het voornemen staat aanstaande Prinsjesdag al in het Belastingplan van minister Hoekstra. Hij moet zich baseren op de meest actuele cijfers en voor elke extra euro die het kost financiële dekking zoeken.

Premier Rutte is een groot voorstander van de afschaffing van de dividendbelasting voor buitenlandse bedrijven. Hij denkt dat de maatregel ertoe leidt dat grote bedrijven hun hoofdkantoor eerder in Nederland houden of vestigen. De oppositie verwijt het kabinet dat het zijn oren te veel naar grote bedrijven laat hangen, die van de heffing af willen. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat het afschaffen van dividendbelasting goed is voor het Nederlandse vestigingsbeleid.

Economie groeit: consumen­ten laten geld rollen

AD 14.08.2018 De Nederlandse economie blijft het goed doen. In het tweede kwartaal werd de economie 0,7 procent groter in vergelijking met de eerste drie maanden van dit jaar. Op jaarbasis komt dit neer op een groeicijfer van 2,9 procent. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De groei hebben we te danken aan de binnenlandse bestedingen, export en bedrijfsinvesteringen. Vooral de bouw maakte het afgelopen kwartaal het verschil, aldus het CBS.

Zo is in het tweede kwartaal fors meer geïnvesteerd in woningen, bedrijfsgebouwen en infrastructuur. Verder schaften bedrijven opnieuw meer auto’s aan. Ook werd meer geld uitgetrokken voor machines.

Ook consumenten laten het geld rollen en jagen daarmee de groei aan. Al zeventien kwartalen op rij geven huishoudens meer uit dan een jaar eerder. Vooral voor auto’s en elektrische apparaten wordt flink de knip getrokken. Daarnaast geven mensen meer geld uit aan diensten, met name op het gebied van horeca, vervoer en communicatie.

De huidige indicatoren geven aan dat de groei dit jaar uitkomt rond de 3 procent.  ,,In de eerste helft van dit jaar ligt de groei rond de 2,9 procent, dus we liggen goed op schema”, aldus CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen.

Economie in Nederland groeit gestaag door en sterker dan in de ons omringende landen https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/33/bbp-groeit-met-0-7-procent-in-tweede-kwartaal-2018 …

View image on Twitter

   CBS

✔@statistiekcbs

Economie in Nederland groeit gestaag door en sterker dan in de ons omringende landen https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/33/bbp-groeit-met-0-7-procent-in-tweede-kwartaal-2018 …  9:32 AM – Aug 14, 2018

Arbeidsmarkt

De consumptiegroei is in lijn met het verder aantrekken van de werkgelegenheid, de daling van de werkloosheid en het verdere herstel op de woningmarkt. Volgens het CBS is het aantal vaste banen in het tweede kwartaal opnieuw toegenomen: 159.000 meer dan vorig jaar.

Er is sprake van stijgende krapte op de arbeidsmarkt. Voor iedere vacature zijn er nu 1,4 werklozen. Op het hoogtepunt van de crisis waren dat er 7. Die krapte vertaalt zich echter nog altijd niet in forse cao-loonstijgingen. ,,Op het loonstrookje is het effect minder zichtbaar”, aldus Van Mulligen.

Al met al doet onze economie het duidelijk beter dan het gemiddelde van de landen van de eurozone. Volgens een nieuwe schatting van Europees statistiekbureau Eurostat ging de economie van het eurogebied met 0,4 procent vooruit op kwartaalbasis, net als in het eerste kwartaal.

Bronnen

Relevante links

‘Nederland­se economie doet het extreem goed’

AD 02.07.2018 De Nederlandse economie groeit snel en is sterk. Dat komt onder andere door de overheidssubsidies die we hier kennen, door groeiende werkgelegenheid en door het zelfverzekerde karakter van de economie. Dat meldt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Iedere twee jaar neemt de OESO de Nederlandse economie onder de loep om te kijken wat goed gaat en wat beter kan. Ook dit jaar is het rapport positief gestemd. De Nederlandse economie zal dit jaar met 3,3 procent groeien en volgend jaar naar verwachting met 2,9 procent. Dat is fors boven het Europese gemiddelde. Ook de werkeloosheid is flink afgenomen.

De OECD toont in zijn nieuwe rapport dat de werkeloosheid in Nederland afneemt. © OECD

Angel Gurria, secretaris-generaal van de OESO, reageert op het rapport: ,,De Nederlandse economie doet het extreem goed. Het toont prijzenswaardige weerstand sinds de wereldwijde financiële crisis. Er zijn echter wel belangrijke uitdagingen die aangepakt moeten worden om een duurzame en inclusieve groei te realiseren in de toekomst.”

Toekomstige stabiliteit

Die toekomstige economische stabiliteit  is nodig om een meer inclusieve arbeidsmarkt te realiseren. Zo zou Nederland goed aan doen om toch een beperkte vorm van sociale verzekeringen voor zelfstandigen in te voeren en de excessieve fiscale voordelen voor zzp’ers geleidelijk af te bouwen. De verschillen tussen de soorten arbeidsverbanden worden daardoor teruggebracht, waardoor meer Nederlanders kunnen profiteren van de sterke economische groei. Ook pleit de denktank voor een langer vaderschapsverlof.

Van alle parttime werknemers is bijna 75 procent vrouw, blijkt uit gegevens van de OESO/OECD. © OECD

Het is de OESO opgevallen dat Nederlandse vrouwen relatief een stuk minder pensioen opbouwen dan mannen, doordat ze vaker parttime werken. Volgens de onderzoekers is de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen met gemiddeld dik 42 procent bijna nergens zo groot als hier. Als vaders vanaf het begin al langer bij de zorg van hun kind betrokken kunnen worden zou dit de seksverschillen op het gebied van parttimewerk wat kunnen beperken, adviseert het rapport.

Staatsschuld

Met een staatsschuld van bijna zestig procent van het bruto nationaal product (bnp) blijft Nederland onder de Europese norm. Griekenland heeft de grootste staatsschuld met 180 procent van het bnp, al is daar wel een lichte groei in de economie te zien.

De OESO brengt de staatsschuld van Nederland, in vergelijking met andere landen, in beeld. © OECD

Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken benadrukt in een reactie dat een eerlijkere arbeidsmarkt ,,een van de prioriteiten” is van het kabinet. ,,Ook ondersteunt de OESO de Nederlandse aanpak als het gaat om belastingontwijking en belastingontduiking”, aldus de bewindsvrouw die verder niet inhoudelijk op de aanbevelingen uit het rapport ingaat.

Er gaan al langer stemmen op om te snijden in de zelfstandigenaftrek en bijvoorbeeld een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers verplicht te stellen. De politiek is evenwel verdeeld over het onderwerp. Zelfstandigenorganisaties hebben erop gewezen dat veel ondernemers zelf helemaal niet zitten te wachten op allerlei vergaande verplichtingen over het aangaan van verzekeringen.

CPB: piek economische groei voorbij

AD 19.06.2018 De economie van Nederland blijft zich gunstig ontwikkelen, maar de groeipiek ligt vermoedelijk achter ons. Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in een nieuw rapport over de groeiramingen. Volgens het planbureau blijft Nederland profiteren van gunstige omstandigheden in eigen land en van ,,prima groei” van de wereldhandel.

Het CPB-rapport volgt op nieuwe ramingen die De Nederlandsche Bank (DNB) gisteren naar buiten bracht. De toezichthouder stelde de verwachtingen voor de groei neerwaarts bij naar 2,5 procent dit jaar. Eerder ging DNB voor 2018 uit van 3,1 procent groei. De mindere vooruitzichten dit jaar hebben vooral te maken met een tegenvallend eerste kwartaal. Volgens het CPB is de lichte terugval vermoedelijk van tijdelijke aard.

Lees ook

Nederlandse economie nadert het kookpunt

Lees meer

Oplopende inflatie

Voor dit jaar gaat het CPB uit van een economische groei van 2,9 procent, tegen 3,2 procent vorig jaar. In 2019 zal de economie met 2,7 procent groeien. Verder zal de inflatie verder oplopen. Dit jaar 1,5 procent en een jaar later wordt het leven gemiddeld 2,3 procent duurder. De werkloosheid daalt volgend jaar naar 3,4 procent van de beroepsbevolking.

Door de krapte op de arbeidsmarkt zullen ook de lonen stijgen. Verder dragen oplopende olieprijzen en een verhoging van de indirecte belastingen bij aan de oplopende inflatie. De overheid houdt een overschot op de begroting.

Italië en Brexit

Wel wijst het CPB op ontwikkelingen in het buitenland die een risico kunnen vormen. Daarbij wordt onder meer gewezen op de politieke ontwikkelingen in Italië en de brexit. Ook het aanhoudende conflict met de Verenigde Staten over internationale handel kan de Nederlandse economie negatief beïnvloeden.

Het effect van de al ingevoerde importheffingen op de wereldwijde groei noemt het CPB ,,verwaarloosbaar”. Een escalatie van het handelsconflict kan wel ,,verstrekkende gevolgen” op de economische groei, met name op de langere termijn. Ook DNB wees al op de risico’s van een volwaardige handelsoorlog.

Overheidsfinanciën staan er onverminderd goed voor in 2018

RO 28.05.2018 De overheidsfinanciën vertonen onverminderd een positief beeld. Financiële meevallers helpen in 2018 bij het opvangen van de kosten van het verlagen van de gaswinning. De lagere gasbaten als gevolg van dit besluit lopen naar verwachting op tot 900 miljoen euro in 2022. Financiële meevallers zijn voornamelijk te vinden bij de zorg en sociale zekerheid.

Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de Voorjaarsnota 2018 die minister Hoekstra van Financiën op 28 mei aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de Voorjaarsnota staan de wijzigingen voor het begrotingsjaar 2018 ten opzichte van de Startnota, de vertaling van de financiële afspraken uit het Regeerakkoord.

Economisch en budgettair beeld

Cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) laten zien dat de economische groei hoger was dan bij de Startnota geraamd. Deze extra groei wordt vooral verklaard door een hogere uitvoer, die het gevolg is van een hoger dan geraamde wereldhandel. Ook de woningmarkt draagt bij aan de groei. De werkloosheid blijft met 3,9 procent ongewijzigd ten opzicht van de Startnota.

Ook de raming van het overheidssaldo is onveranderd en komt uit op 0,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De overheidsschuld is verder gedaald tot 53,3 procent bbp. De belangrijkste reden hiervoor is dat de schuld in 2017 lager uitkwam dan verwacht en doorwerkt in de voorjaarsnotacijfers.

Niettemin is het kabinet zich ervan bewust dat met name internationale risico’s, zoals de uitwerking van de Brexit en het (handels)beleid van de Verenigde Staten, kunnen de economische groei drukken.

Aanpassingen

Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2018 extra geld vrijgemaakt voor onder andere het opvangen van de lagere gasbaten en meer mankracht bij de Brexit-voorbereidingen voor Douane en keuringsdiensten (34 miljoen).   Financiële meevallers zijn er onder andere door lagere uitgaven aan genees- en hulpmiddelen (350 miljoen) en een lager dan verwacht aantal AOW-gerechtigden (95 miljoen). Ook bij de huurtoeslag is er een meevaller van 100 miljoen.

Hogere uitgaven zijn er dit jaar onder andere door een hoger dan geraamd aantal leerlingen en studenten (200 miljoen) en doordat de gunstige economische omstandigheden meer mensen doen besluiten gebruik te maken van kinderopvang (80 miljoen).

De inkomsten komen lager uit door de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de fiscale eenheid en doordat zorgverzekeraars de nominale zorgpremie uiteindelijk lager hebben vastgesteld dan eerder geraamd. De economische groei zorgt – in mindere mate – juist voor hogere inkomsten.

Gasbesluit

In de Voorjaarsnota zijn de budgettaire effecten verwerkt van het kabinetsbesluit over de gaswinning in Groningen. Het gaat hier om gederfde ontvangsten voor begrotingsjaar 2018 en de meerjarige doorwerking hiervan tot en met 2022. De gedetailleerde financiële dekking van het besluit wordt zichtbaar op Prinsjesdag, waarbij traditioneel de integrale begrotingsbesluitvorming voor het jaar 2019 en verder wordt gepresenteerd.

Volgens de huidige inzichten leidt het verlagen van de gaswinning in 2018 tot 150 miljoen euro lagere baten, en loopt dit bedrag op tot 900 miljoen in 2022. Daarnaast is er structureel 200 miljoen euro gereserveerd voor diverse kosten van het Rijk voor onder andere de kosten voor de aardbevingen en het bieden van een perspectief voor de regio.

Beide maatregelen worden in 2018 gedekt uit meevallers en geld op de verschillende departementale begrotingen wat niet tot besteding zal komen, in het bijzonder die van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De meerjarige dekking wordt gepresenteerd op Prinsjesdag.

Zie ook

Meevallers op rijksbegro­ting moeten tekort door lagere gaswinning opvullen

AD 28.05.2018 Meevallers op de rijksbegroting zijn dit jaar groot genoeg om het gat te dichten dat geslagen wordt door het verder terugschroeven van de gaswinning in Groningen. Daarnaast is er ruimte om enkele tegenvallers op te vangen zonder elders te hoeven bezuinigen, blijkt uit de vandaag gepresenteerde Voorjaarsnota.

Het kabinet gaf al eerder aan niet extra te zullen bezuinigen om de kosten van het dichtdraaien van de Groningse gaskraan op te vangen. Het besluit om de gaskraan in 2030 helemaal dicht te draaien werd enkele weken geleden al genomen, maar onduidelijk was tot dusver welk prijskaartje daaraan hangt en hoe die rekening moet worden betaald. Hoe het kabinet dat vanaf 2019 denkt te gaan oplossen, wordt op Prinsjesdag bekendgemaakt.

Het besluit om de gaskraan verder dicht te draaien kost dit jaar 150 miljoen euro aan misgelopen gasbaten. Doordat de gaswinning de komende jaren helemaal wordt afgebouwd, loopt dat bedrag fors verder op naar 900 miljoen euro in 2022. Daarnaast wordt structureel 200 miljoen euro opzijgezet om het aardbevingsgebied in Groningen te helpen.

Onverminderd positief

Meevallers zijn er dit jaar met name bij de gezondheidszorg en de sociale zekerheid. Zo hoeft minder geld te worden uitgegeven aan genees- en hulpmiddelen, aan de AOW en aan huurtoeslagen. Daar staan hogere uitgaven tegenover aan onderwijs en kinderopvang. Ook gaat extra geld naar de douane en keuringsdiensten ter voorbereiding op het vertrek van Groot-Brittannië uit de EU.

De overheidsfinanciën vertonen volgens minister Wopke Hoekstra (Financiën) onverminderd een positief beeld. Het kabinet gaat nog altijd uit van een begrotingsoverschot van 0,5 procent van het bruto binnenlands product. De economie draait nog altijd op volle toeren, en groeit zelfs harder dan waar vanuit werd gegaan bij het opstellen van de begroting voor dit jaar.

Het kabinet waakt desondanks voor al te veel optimisme, omdat er ook risico’s op de loer liggen. De gevolgen van bijvoorbeeld de brexit en het handelsbeleid van de Verenigde Staten kunnen de economische groei drukken.

Verantwoordingsdag: niet populair, maar wel belangrijk

NU 23.05.2018 Zodra er plannen voor de toekomst worden gesmeed, staan politici maar wat graag vooraan. Maar zodra er teruggeblikt moet worden, is dat een ander verhaal. Ook na de achttiende Verantwoordingsdag op de derde woensdag in mei, vorige week, is dat beeld nog niet veranderd. Deze woensdag debatteert de Kamer met de premier over de jaarverslagen van de ministeries.

De tegenhanger van Verantwoordingsdag, Prinsjesdag op de derde dinsdag in september, is een stuk bekender bij het grote publiek.

Toch onderschrijft iedereen in Den Haag het belang van volledige en transparante verantwoording over wat er met belastinggeld is gebeurd.

Een week na Verantwoordingsdag, waarop de jaarverslagen van de ministeries en de toelichting daarop zijn gepubliceerd, debatteert de Kamer woensdag de hele dag met premier Mark Rutte en minister Wopke Hoekstra over de verantwoordingsstukken.

Aandacht

“Politici die plannen maken, krijgen veel aandacht. Terugkijken of die plannen ook hun doel hebben behaald, komt veel minder in het nieuws”, zegt D66-Kamerlid Joost Sneller.

Sneller voelt zich een ambassadeur van Verantwoordingsdag. Hij begeleidde als parlementariër een project waarin honderd burgers naar aanleiding van de verantwoordingsstukken zelf vragen aan het kabinet kunnen stellen.

“Het viel bijvoorbeeld iemand op dat er goed geschoold personeel in de zorg nodig is, maar dat slechts een vijfde van het budget door het ministerie daarvoor is gebruikt.” Een terechte vraag, vindt Sneller. Het kabinet moet nog antwoorden.

Sneller vindt eveneens dat de nadruk vooral ligt op wat er wordt uitgegeven aan nieuw beleid en te weinig wordt gekeken naar wat het dan oplevert. Maar kijkend naar het verleden ziet hij ook verbeteringen.

“Pas in 1993 werd het jaarverslag van de rijksoverheid voor het eerst goedgekeurd door de accountant. Nu scoren we traditioneel erg hoog op het gebied van rechtmatige rijksuitgaven.”

Verplicht

Veel onduidelijkheid kan vooraf worden weggenomen als ministers bij nieuwe wetgeving duidelijke doelen formuleren. Zo kan achteraf door de Kamer gemakkelijk worden beoordeeld of die doelen ook zijn gehaald.

Er is sinds dit jaar een wet van kracht die ministers verplicht meer inzicht te geven in de doelmatigheid en doeltreffendheid van hun beleid, maar gezien de conclusies van de Rekenkamer is er nog werk aan de winkel. Meer informatie heeft niet geleid tot meer inzicht in wat er met het belastinggeld is gebeurd, schrijft de organisatie.

Het valt Sneller ook op dat er nog winst valt te behalen op dit punt, maar het geheel moet volgens hem ook meer worden gezien als een lopend proces dat tijd nodig heeft.

Zie ook: Wat heeft het kabinet bereikt? Hier gaat Verantwoordingsdag over

Puzzel

GroenLinks-Kamerlid Bart Snels heeft het over “puzzelstukjes” die uiteindelijk tot een helder en transparant totaalbeeld moeten leiden.

“Wanneer je vooraf kijkt welke doelen je wilt behalen, kun je daar achteraf veel makkelijker verantwoording over afleggen. Zo til je het politieke debat naar een hoger niveau en zien burgers wat er met hun belastinggeld gebeurt”, zegt Snels.

Eén zo’n puzzelstukje is het onderzoek naar onze welvaart, die dit jaar voor het eerst door het Bureau voor de Statistiek (CBS) op verzoek van de Kamer is gepubliceerd.

In het onderzoek, dat onder de naam Monitor Brede Welvaart is uitgebracht, wordt naar de zogenaamde zachte waarden gekeken; gezondheid, vrije tijd, klimaat en kennis in plaats van harde economische groeicijfers uitgedrukt in het bbp waarover politici doorgaans debatteren.

Welvaart

Het algemene beeld dat dit jaar naar voren komt, is dat de welvaart in Nederland stijgt of gelijk blijft, al zijn er natuurlijk verschillen per bevolkingsgroep. Zaken als leeftijd, geslacht, etniciteit en opleidingsniveau hebben veel invloed op brede welvaart.

Snels ziet het liefst dat er bij het maken van beleid ook wordt verteld wat er bijvoorbeeld gebeurt met het klimaat, de inkomensverschillen en de natuur. Die zaken moeten dan met concrete doelstellingen in de begroting per ministerie worden opgenomen.

De Monitor is wat GroenLinks betreft een goede stap in de goede richting, maar Snels weet ook dat het een traag proces is. “We hebben het er al twintig jaar over dat de politiek duidelijke doelen moet stellen die we achteraf kunnen beoordelen. Oud-minister Gerrit Zalm begon met die discussie.”

Dividendbelasting

Voor de oppositie is het debat van woensdag een aanleiding om het wederom over de afschaffing van de dividendbelasting te hebben, de omstreden maatregel die het kabinet vanaf 2019 jaarlijks 1,6 miljard euro kost.

“Ik heb al meerdere keren vragen aan het kabinet gesteld over deze maatregel, maar ik krijg maar geen antwoord”, aldus Snels. “De discussie rondom het afschaffen van de dividendbelasting staat wat mij betreft symbool voor het grotere probleem; het gebrek aan openheid bij beleidsvorming.”

Ook PvdA-Kamerlid Henk Nijboer heeft zijn laatste vraag over dit onderwerp nog niet gesteld. “Natuurlijk ga ik het over de afschaffing van de dividendbelasting hebben. Het is echt onbegrijpelijk dat die maatregel nog op tafel ligt.”

Nijboer ziet ook positieve punten. Zo heeft het vorige kabinet de overheidsfinanciën in 2017 gezond achtergelaten. Dat de PvdA’er hierover begint is natuurlijk geen toeval, zijn partij was daar destijds medeverantwoordelijk voor.

Op hoe het geld door het nieuwe kabinet vervolgens wordt besteed, valt wel wat af te dingen, vindt Nijboer.

Over het belang van het begrip ‘brede welvaart’ lijken oppositie- en coalitiepartijen het wel eens. “Er is meer dan economische groei alleen”, zegt Nijboer.

D66-Kamerlid Sneller hoopt dat de verantwoordingsstukken en de Monitor Brede Welvaart langzaam maar zeker samensmelten.

ICT

Alleen bij de VVD willen ze het woensdag vooral over de door de Rekenkamer geconstateerde ICT-problemen bij de overheid hebben. Die zijn zelfs zo ernstig dat er gevreesd werd voor een datalek bij een onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

“Ik ben echt verbaasd dat de ICT-problemen nog steeds niet zijn opgelost”, zegt VVD-Kamerlid Roald van der Linde. Hij wijst op een zeer kritisch overheidsonderzoek dat in 2014 al voor deze risico’s waarschuwde. Er moeten grote stappen worden gezet, vindt hij. “Er zijn te veel ideetjes en te weinig ideeën.”

Over brede welvaart zullen de liberalen het minder hebben, al heeft Van der Linde wel iets opgepikt uit het CBS-onderzoek: “Laten we wel wezen, Nederlanders zijn hartstikke tevreden.”

Lees meer over: Verantwoordingsdag

Kamer buigt zich over gang van zaken 2017

Telegraaf 23.05.2018  Het financiële reilen en zeilen van het Rijk en het kabinetsbeleid van 2017 staan centraal bij het grote verantwoordingsdebat in de Tweede Kamer, woensdag vanaf 10.30 uur. Dat is precies een week na de zogenoemde gehaktdag of Verantwoordingsdag, waarop de cijfers zijn gepresenteerd.

Het gaat om het eerste verantwoordingsdebat met het kabinet-Rutte III. Het kabinet moet verantwoording afleggen over het jaar 2017, dat nog door Rutte II is gedomineerd.

De overheidsfinanciën blijken vorig jaar verder verbeterd. Het overschot steeg tot 8 miljard euro. Toen het vorige kabinet de begroting voor 2017 opstelde, rekende het nog op een tekort.

Beveiliging slecht

De Algemene Rekenkamer, die toetst of het Rijk belastinggeld goed besteedt, plaatste vorige week wel een reeks kanttekeningen. Volgens de waakhond is vaak onduidelijk of de burger wel waar krijgt voor zijn geld.

Ook was er kritiek op de ministeries, waar bijna overal de beveiliging van computersystemen niet op orde is. Ook rammelt bij het minsterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de verlening van subsidies.

LEES MEER OVER; tweede kamer

Eerste ’gehaktdag’ van Rutte III

Telegraaf 16.05.2018 Het is de eerste ’gehaktdag’ van het kabinet-Rutte III. Op deze derde woensdag van mei, die officieel Verantwoordingsdag heet, moet duidelijk worden wat er het afgelopen jaar van de plannen van het kabinet is terechtgekomen en wordt er financiële verantwoording afgelegd.

Minister Wopke Hoekstra (Financiën) komt net als op Prinsjesdag met een speciaal koffertje naar de Tweede Kamer om het financieel jaarverslag aan te bieden. Verder komt elk ministerie met een eigen jaarverslag, met een oordeel van de Algemene Rekenkamer.

Wat de gevolgen van het beleid zijn, is trouwens niet altijd vast te stellen. Vorig jaar meldde de Rekenkamer bijvoorbeeld dat het onduidelijk is hoeveel de overheid heeft bijgedragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit de afgelopen jaren. Daar is tussen 2005 en 2015 wel 1,6 miljard euro voor vrijgemaakt.

’Een overbodig fremdkörper’

Verantwoordingsdag moest de tegenhanger worden van Prinsjesdag, maar heeft die status nooit bereikt. Kort na de invoering in 2000 brak dan ook al een discussie los of het moest worden aangepast of zelfs verdwijnen. Toenmalig SP-leider Jan Marijnissen noemde Verantwoordingsdag in 2008 „een overbodig fremdkörper.”

LEES MEER OVER;

Financieel Jaarverslag 2017: voor het tweede jaar op rij een begrotingsoverschot

RO 16.05.2018 De economie groeit fors en de overheidsfinanciën staan er in 2017 goed voor. In de Miljoenennota 2017 werd nog uitgegaan van een begrotingstekort van 0,5%, maar dat werd een overschot van 1,1% (bbp). Daarmee was 2017 het tweede opeenvolgende jaar met een begrotingsoverschot. De economische groei bedroeg vorig jaar 3,2%; de hoogste groei sinds 2008.

De overheidschuld lag met € 416,1 miljard in 2017 € 24,4 miljard lager dan het kabinet verwachtte bij het opstellen van de begroting voor 2017. De schuld is gelijk aan 56,7% van het bbp; een daling van 5,4 procentpunt. Daarmee komt de schuld voor het eerst sinds het uitbreken van de economische crisis uit onder de EU-norm van 60% van het bbp.

Dat blijkt uit het Financieel Jaarverslag Rijk (FJR) 2017, waarin het kabinet verantwoording aflegt over de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Minister Hoekstra van Financiën heeft het FJR en alle andere verantwoordingsstukken vandaag officieel aangeboden aan de Tweede en Eerste Kamer. Het Verantwoordingsdebat met de Tweede Kamer volgt op 23 mei 2018.

‘Het FJR 2017 biedt veel cijfers om tevreden over te zijn, maar zoals bekend bieden resultaten uit het verleden geen garanties voor de toekomst. De financiële gevolgen van de Brexit zijn nog moeilijk te voorspellen, internationale ontwikkelingen, zoals de dreiging van een handelsoorlog en militaire spanningen, zorgen voor onrust. Dat dwingt ons steeds de juiste balans te houden tussen geld uitgeven en buffers opbouwen voor economisch slechtere tijden’, aldus minister Hoekstra.

Begrotingstekort / Overheidssaldo
2012 2013 2014 2015 2016 2017
als % bbp -3,9 -2,4 -2,3 -2,1 0,4 1,1
in miljard € -25,1 -15,5 -15,0 -14,0 2,6 8
Overheidsschuld
2012 2013 2014 2015 2016 2017
als % bbp 66,3 67,8 68 64,6 61,8 56,7
in miljard € 428 443 451 441 434 416

Arbeidsmarkt

Het aantal werkenden nam in 2017 toe met bijna 200.000: de sterkste stijging sinds 2008. De werkloosheid daalde tot onder de 5%. Eind 2017 lag de werkloosheid zelfs op het laagste niveau in meer dan 8 jaar. De lonen stegen in 2017 gematigd; met 1,5% ten opzichte van 2016. De lonen stegen in de marktsector sneller dan bij de overheid en groeiden ongeveer even snel als de prijzen.

Woningmarkt

De huizenprijzen bleven in 2017 stijgen. Een huis in Nederland was eind 2017 gemiddeld 8,2% duurder dan een jaar eerder. Daarmee stegen de prijzen in het hoogste tempo in 15 jaar. Met name in de 4 grote steden was er grote krapte op de huizenmarkt.

Financiële sector

Het afgelopen jaar heeft het kabinet flinke voortgang geboekt om de interventies af te bouwen, die het Rijk tijdens de crisis in de financiële sector heeft gedaan. De minister van Financiën heeft in 2017 zowel aandelen van ABN AMRO als de laatste aandelen van verzekeringsmaatschappij a.s.r. die de overheid nog in bezit had, verkocht.

Europa

Ook in de Europese Unie (EU) en de rest van de wereld trok de economische groei in 2017 aan. De EU en eurozone kenden een hogere groei dan voorgaande jaren, en lieten een verbetering van de overheidsfinanciën zien. Ook de overheidsschuld daalde licht, hoewel een aantal landen een schuld hebben die duidelijk boven de EU-norm van 60% bbp ligt.

Documenten; 

Financieel Jaarverslag van het Rijk 2017

Zie ook;

Overschot op rijksbegroting verdrievoudigd

Telegraaf 16.05.2018 De overheidsfinanciën zijn vorig jaar flink verder verbeterd. Het overschot op de rijksbegroting is ten opzichte van 2016 verdrievoudigd tot 8 miljard euro, 1,1 procent van de totale omvang van de Nederlandse economie. Toen het vorige kabinet de begroting voor 2017 opstelde, rekende het nog op een tekort van 0,5 procent.

Dat staat in het Financieel Jaarverslag Rijk dat minister Wopke Hoekstra (Financiën) heeft aangeboden aan de Tweede Kamer. Het is het tweede jaar op rij waarin de overheid minder uitgaf dan dat er binnenkwam. Dat is mede te danken aan de sterker dan verwachte economische groei. Die kwam in 2017 uit op 3,2 procent, het hoogste niveau sinds 2008. De sterke groei zorgt ervoor dat minder mensen werkloos thuiszitten. „Dat leidt automatisch tot meer belastinginkomsten en minder overheidsuitgaven”, aldus Hoekstra.

De staatsschuld daalde naar 416 miljard euro. Dat is ruim 24 miljard euro minder dan waar het vorige kabinet in de Miljoenennota voor 2017 van uitging. De schuld was gelijk aan 56,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp), een daling van 5,4 procentpunt ten opzichte van 2016.

BEKIJK OOK:

Eerste ’gehaktdag’ van Rutte III

’Mijlpaal’

Hoekstra noemt het „een mijlpaal” dat de staatsschuld daarmee voor het eerst in jaren onder de Europese norm van 60 procent lag. „Dat is erg goed nieuws”, aldus de minister. „Het betekent namelijk dat de last van de overheidsschuld steeds kleiner wordt.” Zo daalden de rentelasten op de overheidsschuld afgelopen jaar met 3,2 miljard euro.

„Dat is veel geld”, benadrukt Hoekstra. „Als we de schuld verder verlagen, dan krijgen we ruimte voor andere uitgaven en investeringen in onderwerpen die we met elkaar zo belangrijk vinden: in veiligheid, in onderwijs, in zorg, in duurzaamheid en het klimaat.” Bovendien is het volgens de bewindsman zaak een buffer aan te leggen voor als het economisch tij weer tegen gaat zitten.

LEES MEER OVER; rijksoverheid begrotingen wopke hoekstra

Minister Wopke Hoekstra. © ANP

Overschot op begroting verdrievou­digd

AD 16.05.2018 De rijksoverheid heeft 2017 afgesloten met een begrotingsoverschot van 8 miljard euro. Dat blijkt uit het financiële jaarverslag dat minister van Financiën Wopke Hoekstra aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

Gaat het goed in de wereld, dan gaat het goed met Nederland, aldus Minister Hoekstra.

Ook met de staatsschuld gaat het goed. De overheidsschuld zakte voor het eerst sinds de crisis weer onder de kritische grens van 60 procent die in de Europese Unie als maximum wordt gehanteerd. ,,Een mijlpaal”, aldus Hoekstra. Maar we zijn er nog niet, meent hij. Voor de crisis zat Nederland op een schuld van 43 procent. ,,Het moet verder naar beneden.” Het overschot wordt ingezet om de staatsschuld verder af te lossen.

Volgens Hoekstra profiteert Nederland sterk van de groeiende wereldeconomie. ,,Gaat het goed in de wereld, dan gaat het goed met Nederland.” Belastinginkomsten namen toe doordat meer mensen een baan vonden, terwijl de uitgaven aan bijvoorbeeld uitkeringen juist daalden.

Staatsschuld

De staatsschuld daalde naar 416 miljard euro. Dat is ruim 24 miljard euro minder dan waar het vorige kabinet in de Miljoenennota voor 2017 van uitging. De schuld was gelijk aan 56,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp), een daling van 5,4 procentpunt ten opzichte van 2016.

Hoekstra waarschuwt wel voor een onterechte juichstemming: ,,Sommige experts voorzien al het einde van de hoogconjunctuur.;; Ook de brexit brengt risico’s voor de Nederlandse economie met zich mee.

Vandaag 16.05.2018 , de derde woensdag in mei, is het verantwoordingsdag. Dit is de tegenhanger van Prinsjesdag, die op de derde dinsdag van september plaatsvindt.

Overheidsfinanciën staan er in 2017 beter voor 

NU 16.05.2018 De overheidsfinanciën zijn in 2017 flink verder verbeterd. Het overschot op de rijksbegroting is ten opzichte van 2016 verdrievoudigd tot 8 miljard euro, 1,1 procent van de totale omvang van de Nederlandse economie. Toen het vorige kabinet de begroting voor 2017 opstelde, rekende het nog op een tekort van 0,5 procent.

Dat staat in het Financieel Jaarverslag Rijk dat minister Wopke Hoekstra (Financiën) aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

Het is het tweede jaar op rij waarin de overheid minder uitgaf dan dat er binnenkwam. Dat is mede te danken aan de sterker dan verwachte economische groei. Die kwam in 2017 uit op 3,2 procent, het hoogste niveau sinds 2008.

De staatsschuld daalde naar 416 miljard euro. Dat is ruim 24 miljard euro minder dan waar het vorige kabinet in de Miljoenennota voor 2017 van uitging. De schuld was gelijk aan 56,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp), een daling van 5,4 procentpunt ten opzichte van 2016.

Teruggekeken

Op de derde woensdag in mei, Verantwoordingsdag, wordt traditioneel teruggekeken op het gevoerde beleid in het afgelopen jaar. Het draait dan om drie belangrijke vragen: wat waren de plannen voor het afgelopen jaar, wat is er bereikt en wat heeft dat gekost? Kortom: is het door burgers betaalde belastinggeld wel op de juiste manier uitgegeven?

De Algemene Rekenkamer, het instituut dat de uitgaven van de rijksoverheid controleert, heeft het Financieel Jaarverslag Rijk nagekeken en beoordeeld. De rijksuitgaven zijn voor ruim 99,5 procent goed besteed, maar er valt over het algemeen nog wel wat aan te merken op het beleid. Er zijn in totaal 35 onvolkomenheden geconstateerd door de Rekenkamer, ongeveer net zoveel als vorig jaar.

Overgangsjaar

Hoekstra zei bij het overhandigen van de verantwoordingsstukken aan de Kamer dat hij in 2017 “maar” 67 dagen verantwoordelijk was voor de overheidsfinanciën en dat het kabinet-Rutte III 225 dagen demissionair was.

2017 was een overgangsjaar, concludeert Hoekstra. “En dus kan ik mijn invloed op de staat van de overheidsfinanciën van vorig jaar eigenlijk alleen maar overschatten. Maar niettemin ben ik erg blij met het goede rapport dat ik u kan overhandigen.”

Lees meer over: Verantwoordingsdag

Rekenkamer kraakt controle op zorgsubsi­dies

AD 16.05.2018 De controle op zorg – en sportsubsidies die het ministerie van Volksgezondheid verstrekt, laat zwaar te wensen over. De tekortkomingen waren in 2017 zelfs zo pittig dat de Rekenkamer spreekt over ‘ernstige onvolkomenheden’.

Zo merkte het ministerie bij een subsidie aan een sportbond niet op dat deze bond voor de inzet van ‘stagiairs’ een dagvergoeding betaalde van 350 euro bruto. Terwijl de officiële stagevergoeding van het rijk maximaal 586 euro bruto per maand bedroeg.

Geen incident

Dit is geen incident, ziet de Rekenkamer. ,,Wij constateren dat de minister van VWS nog geen sluitend beleid ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies heeft. Vorig jaar wezen wij de minister ook op deze tekortkomingen. Naar ons oordeel zijn deze in 2017 ernstiger dan wij vorig jaar aangaven.”

Als gevolg daarvan bestaat onzekerheid over de rechtmatigheid van diverse subsidies, aldus de rekenmeesters. De Rekenkamer telde fouten en onzekerheden (de vraag of de subsidie rechtmatig was) op tot een totaal van 960,9 miljoen euro.

De Rekenkamer telde fouten en onzekerhe­den (de vraag of de subsidie rechtmatig was) op tot een totaal van 960,9 miljoen euro.

Dat bedrag heeft voor ruim 95 procent betrekking op subsidies, aldus de rekenmeesters. Het ministerie heeft in 2017 voor ongeveer 1,36 miljard euro aan zulke financiële injecties verleend.

Vorig jaar wezen wij de minister ook op deze tekortko­min­gen. Naar ons oordeel zijn deze in 2017 ernstiger dan wij vorig jaar aangaven, aldus Algemene Rekenkamer.

De Rekenkamer meldt verder dat er is nog te weinig vooruitgang is geboekt bij het toetsen van subsidies op staatssteun (daarvan moet melding zijn gemaakt in Brussel en ze moeten zijn toegestaan door de Europese Commissie). Bijna de helft van de regelingen moet nu nog worden getoetst. En als er al een controle heeft plaatsgevonden, dan is die niet altijd goed uitgevoerd.

Niet nieuw

Het probleem met controles op subsidies is niet nieuw, maar wel verergerd. Zowel in 2016 als over de periode 1999-2012 merkte de Rekenkamer het subsidiebeheer aan als een ‘onvolkomenheid’. Ook in andere jaren is aandacht gevraagd voor verbetering.

In een reactie onderschrijft minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid het belang van een toets op staatssteun. ,,Het is mijn inzet om alle subsidies te toetsen op staatssteun.” Al noemt De Jonge dit een ‘forse reparatie’.

Wat betreft het misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies gaat de minister dit jaar een aantal controles verder verbeteren, belooft hij. Het gaat om risicoanalyses en het delen van bevindingen. Verder wordt de kwaliteit van het beheer intern in de gaten gehouden. Ook de controles zelf worden nagelopen en zo nodig aangescherpt, aldus de bewindsman.

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. © ANP

Rekenkamer: Onduide­lijk of belasting­geld zinnig wordt besteed

AD 16.05.2018 Het kabinet geeft lang niet altijd goed inzicht in het geld dat ministers besteden. Burgers weten daarom niet of ze waar krijgen voor hun geld.

Uit ons onderzoek blijkt steeds weer dat de informatie die nodig is om vooruit te kijken er niet is. En dat terwijl we in een informatie en communica­tie­tijd­perk leven, aldus Arno Visser

Die kritiek uitte de president van de Algemene Rekenkamer, Arno Visser, vanochtend bij het aanbieden van de verantwoordingsstukken over 2017. Hij noemt de beperkte informatieverstrekking ‘niet van deze tijd’. ,,Uit ons onderzoek blijkt steeds weer dat de informatie die nodig is om vooruit te kijken er niet is. En dat terwijl we in een informatie- en communicatietijdperk leven”, aldus Visser.

Visser noemt als voorbeeld het Rijksvastgoedbedrijf. Daar werden resultaten mooier voorgespiegeld dan ze in werkelijkheid waren. Het kabinet meldt aan de Kamer dat de verkoop van 83 Rijksgebouwen 102 miljoen euro heeft opgebracht. Het verzuimt echter te melden dat de boekwaarde van deze panden eerst met 100 miljoen euro naar beneden werd gebracht. De werkelijke opbrengst was per saldo dus maar 2 miljoen, concludeert de Rekenkamer.

Reïntegratietrajecten

Een ander voorbeeld van onduidelijke informatieverstrekking komt van het ministerie van Sociale Zaken, en dan specifiek over de resultaten die het UWV heeft behaald om mensen vanuit een uitkering aan het werk te krijgen. In het jaarverslag van het ministerie staat slechts vermeld dat het UWV een kwart van het budget van 206 miljoen euro niet heeft opgemaakt. Onvermeld blijft dat dat komt omdat het UWV minder reïntegratietrajecten inkocht dan het eerder verwachtte. Die informatie is echter alleen in het jaarverslag van het UWV zelf te lezen.

Rekenkamer kritisch: ‘Ernstige onvolkomenheid’ bij aanpak misbruik subsidies

AD 16.05.2018  Het kabinet geeft lang niet altijd goed inzicht in het geld dat ministers besteden. Burgers weten daarom niet of ze waar krijgen voor hun geld.

Uit ons onderzoek blijkt steeds weer dat de informatie die nodig is om vooruit te kijken er niet is. En dat terwijl we in een informatie en communica­tie­tijd­perk leven, aldus Arno Visser.

Die kritiek uitte de president van de Algemene Rekenkamer, Arno Visser, vanochtend bij het aanbieden van de verantwoordingsstukken over 2017. Hij noemt de beperkte informatieverstrekking ‘niet van deze tijd’. ,,Uit ons onderzoek blijkt steeds weer dat de informatie die nodig is om vooruit te kijken er niet is. En dat terwijl we in een informatie- en communicatietijdperk leven”, aldus Visser.

Visser noemt als voorbeeld het Rijksvastgoedbedrijf. Daar werden resultaten mooier voorgespiegeld dan ze in werkelijkheid waren. Het kabinet meldt aan de Kamer dat de verkoop van 83 Rijksgebouwen 102 miljoen euro heeft opgebracht. Het verzuimt echter te melden dat de boekwaarde van deze panden eerst met 100 miljoen euro naar beneden werd gebracht. De werkelijke opbrengst was per saldo dus maar 2 miljoen, concludeert de Rekenkamer.

Reïntegratietrajecten

Een ander voorbeeld van onduidelijke informatieverstrekking komt van het ministerie van Sociale Zaken, en dan specifiek over de resultaten die het UWV heeft behaald om mensen vanuit een uitkering aan het werk te krijgen. In het jaarverslag van het ministerie staat slechts vermeld dat het UWV een kwart van het budget van 206 miljoen euro niet heeft opgemaakt. Onvermeld blijft dat dat komt omdat het UWV minder reïntegratietrajecten inkocht dan het eerder verwachtte. Die informatie is echter alleen in het jaarverslag van het UWV zelf te lezen.

Rekenkamer: OCW controleert slecht op cultuursubsidies

Telegraaf 16.05.2018 Het ministerie van Cultuur verstrekt te makkelijk subsidies aan musea en theaters, vindt de Algemene Rekenkamer. Eerder hadden de rekenmeesters al aangegeven dat het Rijk subsidiegeld moet terugvorderen als cultuurinstellingen niet goed presteren. Het ministerie heeft weliswaar stappen gezet, maar de Rekenkamer is nog verre van tevreden.

Voor de subsidieperiode 2013-2016 heeft toenmalig minister Jet Bussemaker (Cultuur) vier prestatie-eisen aan cultuurinstellingen opgelegd. Om in aanmerking te kunnen komen voor het met 1,9 miljard euro gevulde subsidiepotje voor cultuur moesten ze een bepaald bezoekersaantal halen, ruime openingstijden hanteren, en voldoende leerlingen trekken uit een basis- en voortgezet onderwijs.

De Algemene Rekenkamer ziet echter dat het ministerie besloten heeft om alleen maar tot terugvordering van subsidies over te gaan als bezoekersaantallen niet worden gehaald, de overige eisen heeft de PvdA-bewindsvrouw laten varen. De Rekenkamer vindt dat slap en stelt ook vast dat de Tweede Kamer er door Bussemaker niet over is geïnformeerd. Dat had ‘wel voor de hand’ gelegen.

Onvoldoende bezoekers

Van de 86 gesubsidieerde cultuurinstellingen hebben er in 2013-2016 zeven onvoldoende bezoekers weten te trekken, constateert de Rekenkamer. Het ministerie heeft ze voor zo’n 56.000 euro aan sancties opgelegd. Dat bedrag had waarschijnlijk dus veel hoger kunnen en moeten zijn.

LEES MEER OVER;  cultuursubsidies cultuur overheden jet bussemaker algemene rekenkamer

Het gaat onverminderd goed met Nederland

AD 16.05.2018 Het gaat goed met Nederland. De zogenaamde brede welvaart in ons land laat op de meeste gebieden een stijgende lijn zien. Zo gaat de veiligheid omhoog, evenals de gezonde levensverwachting en het vertrouwen in de medemens en in organisaties. Dat volgt uit de resultaten van de Monitor Brede Welvaart 2018 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Om de brede welvaart te bepalen is niet alleen gekeken naar inkomen en vermogen, maar ook naar zaken als de ervaren gezondheid, woonlasten, het persoonlijk welzijn en vertrouwen in anderen. Nederland scoort in vergelijking met veel andere landen in Europa op de meeste onderdelen hoog tot zeer hoog. Ook de materiële welvaart en het welzijn stijgen.

Ongelijk

De welvaart is nog steeds wel ongelijk verdeeld. Hoogopgeleiden en inwoners met een Nederlandse achtergrond hebben een hogere brede welvaart dan laagopgeleiden en mensen met een niet-westerse achtergrond.

Niet alles gaat goed. De filedruk, de invloed van burgers op het openbaar bestuur, de kwaliteit van wonen en de tevredenheid over de vrije tijd staan licht in de min. Ook wat het milieu betreft zijn er zorgen, met name over de waterkwaliteit en de biodiversiteit.

Het CBS heeft ook gekeken naar de invloed van onze welvaart op het buitenland, en dan met name op de armste landen. Daar scoren we beduidend minder. De trend geeft aan dat wij in toenemende mate fossiele brandstoffen en biomassa uit de rest van de wereld betrekken. Het CBS neemt deze cijfers mee omdat hiermee natuurlijk kapitaal aan deze landen wordt onttrokken.

De broeikasgas-voetafdruk, de mate waarin Nederland verantwoordelijk is voor het schadelijke broeikasgas, nam in 2017 eveneens toe.

De welvaart in een grafiek. Groen is goed. © CBS

Welvaartskloof: hoger opgeleide is beter af

Telegraaf 16.05.2018  Het gaat redelijk tot goed met de welvaart in Nederland, maar niet iedereen vaart daar wel bij. Hoogopgeleide autochtone mannen hebben een hogere levensstandaard dan de rest van de bevolking.

Er is een kloof tussen die groep en vrouwen, lager opgeleiden en allochtonen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek vanochtend in een eerste onderzoek naar de ’brede welvaart’. Het CBS kijkt daarin niet alleen naar het inkomen, maar ook naar zaken als gezondheid, woonlasten en sociale samenhang.

Criminaliteit

Op bijna al die punten scoren hoogopgeleiden, dus mensen met een hbo- of universitair diploma, (ver) boven het landelijk gemiddelde. Hun enige pijnpunt: ze zijn vaker slachtoffer van criminaliteit. Nederlanders met een mbo-achtergrond of lager zijn op veel punten juist slechter af dan het gemiddelde.

Ook uitgesplitst naar achtergrond zijn er duidelijke verschillen, zegt het CBS: autochtone Nederlanders scoren op geen enkel punt onder het gemiddelde, allochtonen – uit westerse landen of niet, maakt weinig uit – zitten op (bijna) alle aspecten van welvaart onder het gemiddelde.

Overgewicht

Dat gemiddelde ligt overigens best hoog, vindt het CBS. „De brede welvaart gaat over het algemeen omhoog. Alleen bij het aantal mensen met overgewicht, de tevredenheid met vrije tijd en het oppervlak aan beschermde natuur is de trend de afgelopen acht jaar negatief geweest.” Ook vergeleken met andere EU-landen doen ’we’ het qua welvaart best goed.

Op een aantal vlakken moeten we wel opletten, waarschuwen de statistici. Zo horen onze schoolklassen tot de grootste van Europa, en zijn ze de laatste jaren ook steeds groter geworden. Tegelijkertijd dalen onze uitgaven aan onderwijs, en zijn er relatief weinig docenten ten opzichte van de totale bevoling.

Ook geven Nederlanders opvallend veel geld uit om te wonen: de ’woonquote’, het gedeelte van het inkomen dat opgaat aan huur of hypotheek, is in bijna geen ander EU-land hoger dan hier.

Natuur

De ontwikkelingen van de brede welvaart op termijn, is minder positief dan die van nu. Vooral op het gebied van klimaat en energie is sprake van een slechter beeld. Ook zijn er zorgen over de krimp van het areaal beschermde natuurgebieden. Met het percentage bos en natuur van het totale landoppervlakte scoort Nederland met 16 procent het laagste van alle EU-landen.

Het gaat goed, maar met de ene groep wel beter dan met de andere

NOS 16.05.2018 We zijn gelukkig, met onze economie gaat het goed en socialer dan nu zijn we nog nooit geweest, blijkt uit de Monitor Brede Welvaart, een onderzoek naar de welvaart van Nederland van het CBS. Maar, vraag je je misschien af, waarom merk ik hier persoonlijk niets van? Bovenstaande conclusies zijn gebaseerd op gemiddelden, voor elke bevolkingsgroep zijn er natuurlijk uitschieters naar boven en beneden.

Zo is er een groot verschil in het rapport dat meteen opvalt: hoogopgeleiden hebben het op de meeste terreinen beter dan laagopgeleiden. Dat geldt voor het inkomen, vermogen, werkloosheid, ervaren woonlasten, vrijwilligerswerk, vertrouwen in andere mensen en persoonlijk welzijn (financiële situatie, gezondheid, sociaal leven, etc.) Mensen met een hogere opleiding zijn eigenlijk op alle vlakken positiever dan laagopgeleiden, met uitzondering van de tevredenheid met het sociale leven.

Het verschil tussen het welvaartsniveau tussen hoog- en laagopgeleiden komt het duidelijkst naar voren bij het persoonlijk welzijn. Ruim drie kwart van de hoogopgeleiden beoordeelt dit positief, tegenover de helft van de laagopgeleiden.

Ook zijn er verschillen tussen geslacht. Mannen ervaren een hogere welvaart dan vrouwen, maar vrouwen zijn wel gelukkiger met hun reistijd naar het werk. Daarnaast is te zien dat mensen met een migratieachtergrond op veel onderdelen een lagere brede welvaart hebben dan mensen met een Nederlandse achtergrond. Dat is deels te verklaren doordat zij jonger en lager opgeleid zijn dan gemiddeld.

Wat weten we nog meer?

In 2017 was 85,4 procent van de volwassenen tevreden met hun leven. 3,5 procent was dat niet. Daarbij valt op dat mensen in de leeftijd van 65 tot 75 jaar iets meer dan gemiddeld tevreden zijn (88,9 procent): dan zijn ze namelijk aan hun pensioen begonnen. Ook zijn hoogopgeleiden (89,6 procent) tevredener dan laagopgeleiden (81,3 procent).

Mensen met een Nederlandse of een westerse achtergrond zijn gelukkiger dan personen met een niet-westerse migratieachtergrond, blijkt uit de cijfers. Iets meer dan 75 procent van de mensen met een niet-westerse migratieachtergrond is tevreden.

CBS/BEWERKING NOS

Op gebied van persoonlijk welzijn scoren mannen (64,6 procent) hoger dan vrouwen (59,4 procent). Dat komt omdat vrouwen zich vaker onveilig voelen. Jongeren hebben een hoger persoonlijk welzijn dan ouderen: zij geven over het algemeen aan tevredener te zijn met hun gezondheid, meer vertrouwen te hebben in de instituties en zich veiliger te voelen dan ouderen.

Opleiding

Bijna een derde van de Nederlanders is hoogopgeleid (30,1 procent). Meer dan 30 procent van de mannen is hoogopgeleid en 29,9 procent van de vrouwen. Hoger opgeleiden hebben vaker een langere levensduur, betere gezondheid en participeren meer in de maatschappij. Het aantal hoogopgeleiden stijgt al jaren: zowel bij mannen als vrouwen, al stijgt het iets meer bij vrouwen. Daarom is het percentage voor het eerst vrijwel gelijk. Van de mensen met een niet-westerse achtergrond is ongeveer een vijfde (20,8 procent) hoogopgeleid.

En goed nieuws, want bijna 80 procent van de Nederlanders vindt hun gezondheid (zeer) goed. Meer dan 81 procent van de mannen en 77 procent van de vrouwen is tevreden. Vrouwen zijn iets minder positief omdat ze vaker last hebben van langdurige aandoeningen, lichamelijke beperkingen en belemmeringen door pijn. Natuurlijk neemt de (ervaren) gezondheid af met leeftijd: zo voelt 95,2 procent van de 15-jarigen zich nog gezond, maar van de 75-plussers maar 59,2 procent. Jonge mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn vaak positiever over hun gezondheid dan jongeren met een westerse achtergrond.

CBS/BEWERKING NOS

De huizenmarkt, daar hebben we de laatste tijd genoeg negatieve verhalen over gehoord. De huizen worden steeds duurder en dan moet je het geluk hebben om überhaupt een huis te kunnen kopen. Bijna 5 procent van de huiseigenaren geeft aan onder een zware financiële last gebukt te gaan. Huishoudens met een kostwinner van 35 tot 65 jaar ervaren de woonlasten zwaarder dan jongere huishoudens.

Voor huurders is de financiële last nog hoger: meer dan 20 procent vindt het lastig om maandelijks de huur te betalen. Vooral huurders tot 35 jaar zijn een relatief groot deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten, toch vinden de 35- tot 65-jarigen de financiële lasten zwaarder.

Wantrouwen?

Maar geven al die financiële lasten dan geen wantrouwen in de maatschappij? Blijkbaar niet, want 62,2 procent van de mensen heeft vertrouwen in de medemens. Mannen vertrouwen iets sneller (64,8 procent) dan vrouwen (59,6 procent). Het vertrouwen in anderen is bij de leeftijdsgroep 65 tot 75 jaar het laagst (54,4 procent). Ook mensen met een niet-westerse migratieachtergrond (43,9 procent) en laagopgeleiden (48,4 procent) vertrouwen minder dan gemiddeld mensen.

CBS/BEWERKING NOS

De cijfers verschillen dus per groep, maar toch is de grote lijn hetzelfde: we zijn gewoon echt gelukkiger, hebben meer vertrouwen en voelen ons gezond. Ook al lijkt dat misschien soms niet zo.

BEKIJK OOK;

Het gaat heel goed met ons, maar er is een belangrijke kanttekening

CBS presenteert voor het eerst cijfers over kwaliteit van leven

Het gaat heel goed met ons, maar er is een belangrijke kanttekening

NOS 16.05.2018 Over het algemeen lijkt het alsof het niet zo goed gaat met Nederland. We klagen veel: over de politiek, de economie, het weer en soms zelfs over het Eurovisie Songfestival. Toch klopt dit negatieve beeld niet, want het gaat gemiddeld heel goed met ons land. Op economisch, sociaal en cultureel gebied, hoe gelukkig we zijn en hoeveel vertrouwen we hebben. Alles verbetert, maar er is een kanttekening: onze invloed op het milieu. Onze welvaart laat onder meer een grote ‘broeikasgasvoetafdruk’ achter.

Dat blijkt uit de Monitor Brede Welvaart, een onderzoek naar de welvaart van Nederland van het CBS. Die zogeheten brede welvaart is een maatstaf voor meer dan alleen inkomen: het gaat ook over de samenleving, veiligheid, wonen, gezondheid en meer.

Het is voor het eerst dat het CBS de Monitor Brede Welvaart presenteert. Wat houdt die precies in? Lees hier een uitgebreide uitleg en waarom het rapport uniek is.

En wil je de uitgebreide uitleg van alle cijfers? Klik dan hier.

De brede welvaart in Nederland gaat omhoog. Vergeleken met andere landen in de Europese Unie is onze welvaart hoog en op een aantal vlakken zelfs heel hoog. Zo zijn veel mensen tevreden: maar liefst 85 procent van de Nederlanders gaf het leven een 7 of hoger in 2017. Daarmee staan we op plek 1 van Europa, we zijn dus het gelukkigst. In 2016 stonden we nog op de 13de plek.

Ook het opleidingsniveau is gestegen. In 2010 had 72 procent in de leeftijd van 25 tot en met 64 jaar minimaal een startkwalificatie op de arbeidsmarkt (havo-, vwo- of mbo-diploma), in 2017 was dit percentage gestegen tot 78. Daarmee behoort Nederland tot de middenmoot van Europa.

CBS/BEWERKING NOS

Ook werkte vorig jaar 67 procent van de bevolking tussen de 15 en 74 jaar oud. Niet veel? Jawel hoor, we staan daarmee op de vijfde plek van de ranglijst van Europa. En in 2016 stond Nederland nog op plek 28. In Nederland kennen we ook een grote groep vrijwilligers: met 40 procent aan Nederlanders die vrijwilligerswerk doen, staan we op de eerste plek van Europa.

Ook ons sociale leven bloeit. In 2010 gaf 92 procent van de Nederlanders aan meerdere keren per maand contact te hebben met vrienden, familie en collega’s. In 2016 is dit toegenomen tot 94 procent. Het vertrouwen in de mensen om ons heen is tevens gegroeid: 58 procent van de Nederlanders gaf in 2010 aan mensen om zich heen te vertrouwen, nu is dat 63 procent. Met deze cijfers staan we ook boven aan de ranglijst van Europa.

De toekomst ziet er ook rooskleurig uit. De economie blijft waarschijnlijk aantrekken, het vertrouwen van burgers is stabiel en ook de gezondheid en het opleidingsniveau is positief.

CBS/BEWERKING NOS

Maar er is niet alleen maar optimisme: Nederland legt druk op het milieu en de niet-hernieuwbare grondstoffen in andere landen. De blootstelling aan fijnstof is wel verbeterd (van 17,3 microgram per m3 lucht tot 11,8 microgram), en het vermogen om hernieuwbare elektriciteit op te wekken, is ook gestegen. Maar nog steeds staan we met deze indicatoren als Nederland onder in de Europese ranglijst. De fijnstofconcentratie overschrijdt zelfs op meerdere plekken de Europese norm.

Ook is in de periode 2010 tot en met 2017 het percentage beschermd natuurgebied gedaald naar 13. Hiermee staat Nederland op de 19de plaats van Europa. Ook het stikstofoverschot, door de uitstoot van boerenbedrijven, is hoog (plek 27 op ranglijst).

Broeikasgasvoetafdruk

Maar het grootste probleem is nog onze broeikasgasvoetafdruk. Dat is de schade op het milieu van onder meer de (productie van) spullen die we kopen, het voedsel dat we eten en de reizen die we maken. Onze broeikasgasvoetafdruk is vorig jaar met meer dan 8 procent gestegen: van 14 ton CO2-equivalenten per inwoner in 2016 naar 15 ton in 2017. En hoe groter die afdruk, des te meer effect op klimaatverandering.

Video afspelen

Nederlandse broeikasgasvoetafdruk met 8% gestegen

De jaarlijkse broeikasgasuitstoot op Nederlands grondgebied neemt dan wel af, toch staat Nederland nog steeds onder aan de ranglijst binnen de EU. In 2015 werd besloten dat de uitstoot in 2020 25 procent lager moet zijn, we zitten nu op 13 procent lager.

Het gaat goed met de brede welvaart in Nederland, nu het milieu nog.

BEKIJK OOK;

CBS presenteert voor het eerst cijfers over kwaliteit van leven

Rekenkamer: ’Geldstromen Syrië schimmig’

Telegraaf 16.05.2018  Het is onduidelijk of het geld dat Nederland uitgeeft voor vluchtelingenopvang rond Syrië goed is besteed. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in het onderzoek waarin ze de uitgaven van alle ministeries onder de loep neemt.

Voor opvang van Syrische vluchtelingen in buurlanden Turkije, Libanon, Irak en Jordanië geeft het kabinet meer geld uit dan het jaarverslag van minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) meldt. Over 2016 en 2017 werd in totaal 424 miljoen euro besteed, inclusief 95 miljoen voor Syrië zelf, terwijl er voor die periode eigenlijk maar 260 miljoen euro beschikbaar was, zo schrijft de Rekenkamer.

„Voor het parlement is het lastig uit het jaarverslag van BHOS op te maken waaraan de budgetten besteed worden”, schrijft de Rekenkamer. „Ook de begroting biedt dat inzicht niet vooraf. Of dit geld doeltreffend is besteed, kan wellicht pas over enkele jaren vastgesteld worden.”

LEES MEER OVER; vluchtelingenopvang sigrid kaag syrië algemene rekenkamer

Wat heeft het kabinet bereikt? Hier gaat Verantwoordingsdag over 

NU 15.05.2018 In Den Haag staat de derde woensdag in mei traditiegetrouw in het teken van Verantwoordingsdag. Het kabinet legt dan verantwoording af aan het parlement over het voorgaande kalenderjaar.

We kennen allemaal Prinsjesdag, de derde dinsdag in september, waarop het kabinet de begroting voor het komende jaar presenteert.

Het gebeurt niet vaak in Den Haag dat er zo uitgebreid wordt teruggekeken op gevoerd beleid.

Het draait op Verantwoordingsdag om drie belangrijke vragen: Wat waren de plannen voor het afgelopen jaar, wat is er bereikt en wat heeft dat gekost? Kortom: is het door burgers betaalde belastinggeld wel op de juiste manier uitgegeven?

Het kabinet publiceert de verantwoordingstukken in de vorm van jaarverslagen van alle ministeries (het Rijksjaarverslag) en de toelichting daarop (het Financieel Jaarverslag van het Rijk). De Tweede Kamer wordt zo geholpen met haar belangrijkste taak: het controleren van de regering.

Eigenlijk wordt op Verantwoordingsdag gekeken naar wat er terecht is gekomen van de beloften op Prinsjesdag. Op beide dagen overhandigt de minister van Financiën de stukken aan de Kamer in een speciaal koffertje.

Verschillen Verantwoordingsdag en Prinsjesdag

Verantwoordingsdag

  • Kabinet blikt terug
  • Minister van Financiën biedt Financieel Jaarverslag van het Rijk en Rijksjaarverslag aan
  • Antwoord op de vragen:
    Hebben we bereikt wat we wilden bereiken?
    Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen?
    Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Prinsjesdag

  • Kabinet blikt vooruit
  • Minister van Financiën biedt Miljoenennota en Rijksbegroting aan
  • Antwoord op de vragen:
    Wat willen we bereiken?
    Wat gaan we daarvoor doen?
    Wat gaat dat kosten?

Rekenen

Er is die dag ook een grote rol weggelegd voor de Algemene Rekenkamer, het instituut dat de uitgaven van de rijksoverheid controleert. Want tegelijkertijd met de publicatie van de jaarverslagen, geeft de Algemene Rekenkamer per ministerie een oordeel over de stukken.

Hebben de ministers het geld in 2017 volgens de regels geïnd en uitgegeven? Zijn de zaken goed georganiseerd op de ministeries? Hebben de ministers voldoende zicht of het beleid de juiste resultaten heeft? Die vragen staan voor de Rekenkamer centraal.

Zo’n oordeel kan soms hard aan komen. Dat weten ze in ieder geval nog bij de Belastingdienst (als onderdeel van Financiën). Het ministerie kreeg de afgelopen twee jaar nogal wat te verstouwen op Verantwoordingsdag. De Algemene Rekenkamer heeft het dan in jargon over ‘onvolkomenheden’ of zelfs ‘ernstige onvolkomenheden’ als men het echt te bont heeft gemaakt.

Dat klinkt allemaal erg formeel, maar zo’n stempel kan nogal wat gevolgen hebben. De bewindspersoon in kwestie moet in het debat dat volgt op de verantwoordingsstukken laten weten hoe de problemen worden aangepakt en opgelost.

Soms krijgt het hele kabinet een tik op de vingers van de Rekenkamer, zoals vorig jaar gebeurde. De effecten van de overheidsuitgaven waren in het jaar 2016 onduidelijk, luidde de conclusie.

Daarmee werd direct de kernvraag beantwoord of burgers waar voor hun belastinggeld hebben gekregen.

Afronden

Het debat over de stukken volgt meestal een week na de publicatie. De minister van Financiën en de minister-president zijn daar in ieder geval bij aanwezig.

De jaarverslagen worden vervolgens door de Tweede en eerste Kamer behandeld als wetsvoorstellen. Als beide Kamers die wetten aannemen, is het begrotingsjaar afgesloten.

Lees meer over: Verantwoordingsdag

We geven steeds meer geld uit aan luxeartike­len

AD 15.05.2018 Nederlanders laten het geld dankzij de sterk draaiende economie weer volop rollen. Met name aan auto’s, elektrische apparaten, woninginrichting, kleding en horeca geven we meer geld uit, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

De consumptie groeide het eerste kwartaal van 2018 met 3 procent, aldus Centraal Bureau voor Statistiek.

Het was jarenlang dé grote makke van de economie. Nederlanders waren tot lang na de crisis zo pessimistisch dat ze de hand op de knip hielden en geen grote uitgaven durfden te doen. Dat sentiment is nu totaal gekeerd.

In de eerste drie maanden van dit jaar gaven huishoudens 3 procent meer uit dan in het eerste kwartaal van 2017, aldus het Centraal Bureau voor Statistiek. Dat is de grootste groei in zeventien jaar. In totaal geven we al zestien kwartalen meer uit dan een jaar eerder.

Het geld gaat vooral naar auto’s, elektrische apparaten, kleding en de inrichting van woningen. Meer geld gaven we eveneens uit aan restaurants, cafébezoek en diensten. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen uit.

Shoppers in het centrum van Leiden © foto Peter Hilz

Meer banen

Het CBS verklaart de forse groei doordat steeds meer Nederlanders aan het werk zijn en de woningmarkt nog altijd in de lift zit.

Eerder maakte het Centraal Bureau voor Statistiek al bekend dat het aantal banen in het eerste kwartaal met 76.000 gestegen is en dat voor het eerst weer meer vaste contracten zijn uitgedeeld aan werknemers dan dat er een flexibele arbeidsrelatie werd aangegaan.

Al met al groeide de Nederlandse economie het eerste kwartaal met een half procent. Ten opzichte van een jaar eerder is de economie 2,8 procent gegroeid. Of te wel: samen verdienen we dus bijna 3 procent meer dan de eerste maanden van 2017.

Export

Behalve dat consumenten meer hun portemonnee trekken, investeren bedrijven ook meer in machines, huisvesting en vervoermiddelen.  Van de export moest Nederland het dit keer minder hebben. Opmerkelijk is wel dat de import voor het eerst in ruim twee jaar harder aantrok dan de export.

De uitvoer van goederen en diensten dikte op jaarbasis met bijna 4 procent aan. Een kwartaal eerder groeide de export nog bijna twee keer zo sterk. De import ging met bijna 5 procent vooruit.

Het filiaal van Hudson’s Bay in Amersfoort. © bram petraeus

SP haalt uit naar kabinet wegens lekken ‘goed nieuws’

NU 15.05.2018 SP-Kamerlid Ronald van Raak heeft dinsdag hard uitgehaald naar het kabinet en in het bijzonder naar premier Mark Rutte. Van Raak heeft er geen goed woord voor over dat het kabinet plannen lekt naar de media zonder eerst de Tweede Kamer daarover te informeren.

“Dit kabinet trekt zich opnieuw niets aan van de Tweede Kamer”, zei hij. Van Raak verwijst naar het recente lek met betrekking tot de Voorjaarsnota. Zo zou er extra geld naar onderwijs en veiligheid gaan.

“Maar het lekken is structureel”, merkt hij op. “Ministeries lekken structureel goed nieuws naar bevriende journalisten met als doel om de eigen minister positief in beeld te brengen. Vervolgens krijgen Kamerleden telefoontjes van journalisten om op de gelekte plannen te regeren.” En dat is waar het volgens Van Raak schuurt.

Kamerleden kunnen niet reageren op plannen waar zij niet over geïnformeerd zijn, zegt hij. “Dit is te gênant voor woorden. Dit is onfatsoenlijk. Zo dreigt dit een nepparlement te worden.”

Niet gewoon

Van Raak maakt zich al een langere tijd zorgen om het lekken vanuit het kabinet. Zo is het bijna een parlementaire traditie geworden dat de plannen uit de Miljoenennota al op straat liggen voordat het Prinsjesdag is. “Maar we mogen dit niet gewoon gaan vinden. Dit is niet gewoon”, zegt Van Raak.

“Dit gaat ook over het manipuleren van media. Dit is geen incident, dit is beleid. Dit gaat over de reusachtige afdelingen voorlichting die bezig zijn met manipuleren van media en publieke opinie.”

Hij pleit ervoor dat de premier de kwestie serieus neemt en strafrechtelijk onderzoek laat instellen naar de lekken. Het zal er waarschijnlijk niet van komen, “omdat de lekken vanuit de ministers komen”.

‘Onaanvaardbaar’

Van Raak staat overigens niet alleen in zijn kritiek op Rutte, die als premier eindverantwoordelijk is voor de lekken naar media. Onlangs tikte Kamervoorzitter Khadija Arib de premier in een brief op de vingers vanwege de vele lekken vanuit de ministeries. “Het behoeft geen betoog dat dit verschijnsel vanuit staatsrechtelijk oogpunt zeer ongewenst, zo niet onaanvaardbaar is”, schreef zij.

Een debat over de nieuwe lekken kreeg geen steun van de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en CU. Zij vinden het voldoende als het kabinet nog een keer op de brief van Arib gewezen wordt.

Van Raak: “Dat kan twee dingen betekenen: of deze partijen leggen zich erbij neer dat zij de strijd over hun eigen informatiepositie verloren hebben, of deze partijen worden eerder dan de rest van de Kamer over kabinetsplannen geïnformeerd. In beide gevallen is dat een kwalijke zaak.”

Lees meer over: SP Mark Rutte

Het koffertje met daarin de rijksbegroting en miljoenennota in de Tweede Kamer op Prinsjesdag © ANP

Kabinet eens over tussenbegroting

AD 09.05.2018 Het kabinet heeft overeenstemming bereikt over de zogeheten voorjaarsnota, waarmee de begroting voor dit jaar wordt aangepast. Hoe het kabinet het wegvallen van de inkomsten van de gaswinning wil opvangen, wil minister Wopke Hoekstra (Financiën) nog niet zeggen.

De regering maakt ieder voorjaar een tussenbegroting om de begroting van Prinsjesdag bij de tijd te brengen. Naar deze voorjaarsnota werd dit jaar extra uitgekeken, omdat het kabinet moet beslissen over de kostbare gevolgen van het terugschroeven van de gaswinning.

Het zou kunnen beslissen de staatsschuld te laten oplopen, het gat met eventuele meevallers te dichten of toch weer te gaan bezuinigen, maar tegen al die opties zijn ook weer bezwaren. Het kabinet bestaat uit partijen die zich laten voorstaan op een zuinig begrotingsbeleid, maar heeft ook beloofd dat burgers de economische groei in hun portemonnee moeten merken.

Hoekstra zwijgt nog over de manier waarop het kabinet het vraagstuk wil oplossen, omdat hij ‘dat eerst met de Tweede Kamer wil delen’.

Kabinet hoeft niet te bezuinigen om gas, ook geld naar onderwijs en veiligheid

NOS 09.05.2018 Het kabinet trekt extra geld uit voor onderwijs en de aanpak voor de knelpunten bij de politie en het Openbaar Ministerie. Onderwijs krijgt er dit jaar zo’n 65 miljoen bij vanwege een tegenvaller, die is ontstaan omdat er meer leerlingen en studenten naar school en de universiteit gaan. Het ministerie van Justitie en Veiligheid kan rekenen op een eenmalig bedrag van ook zo’n 65 miljoen euro.

Niets kwijt

Dit staat in de Voorjaarsnota van minister Hoekstra van Financiën, zo bevestigen bronnen rondom het kabinet. De Voorjaarsnota moet voor 1 juni naar de Tweede Kamer. Minister Hoekstra wilde nog niets kwijt over dit belangrijke overzicht over de mee- en tegenvallers van de afgelopen periode. “Ik ga eerst de Tweede Kamer informeren.”

Gas

Verder is de coalitie het na veel discussie eens geworden over de betaling van de kosten van het dichtdraaien van de gaskraan. De tegenvallende gasinkomsten moeten binnen de begroting worden opgevangen, dat heet officieel binnen het “uitgavenkader”. Het is nog onbekend om hoeveel geld het gaat.

Belangrijk besluit

Het herstel en de versteviging van de beschadigde huizen daarentegen hoeven niet te worden betaald uit de bestaande begroting, vinden VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie. Dit geld komt uit de staatskas, waardoor het afbouwen van de staatsschuld minder snel gaat. Een belangrijk besluit, zegt NOS-verslaggever Ron Fresen.

“Door deze grote kostenpost op deze manier te betalen, wordt gezorgd dat er altijd geld is. Ook wordt voorkomen dat het schadeherstel in Groningen iedere jaar weer een speelbal wordt in de discussie over geld. Het kabinet hoeft dan niet te zeggen dat er bijvoorbeeld geen geld is voor de zorg, omdat de huizen daar verstevigd moeten worden.”

Compromis

De belofte van extra geld naar onderwijs en veiligheid is een compromis tussen de partijen, aldus Fresen. “De VVD en het CDA wilden geld voor veiligheid, de ChristenUnie en D66 hebben zich hard gemaakt voor onderwijs.”

Wat is de Voorjaarsnota?

Het is een tussentijds overzicht van de lopende begroting van het Rijk. Daaruit blijkt of sommige ministeries teveel geld hebben uitgegeven (‘tegenvallers) of dat er extra geld is (‘de meevallers’).
Als een minister meer geld blijkt nodig te hebben, wordt de begroting die op Prinsjesdag is gepresenteerd nog veranderd.

Werkdruk

Het extra geld voor onderwijs voorkomt dat het ministerie de komende tijd op andere uitgaven moet bezuinigen.

De coalitie wil voorkomen dat de sector, die onder druk staat in verband met de werkdruk en lagere salarissen, de dupe wordt van die verkeerde inschatting van de leerling- en studentenaantallen. Het gaat om geld dat wel op Prinsjesdag officieel wordt geregeld, voor de afgelopen tijd is al zo’n oplossing gevonden.

Naar verluidt zijn er grote meevallers omdat het ministerie van Sociale Zaken en het ministerie van Volksgezondheid geld overhouden. Bij Sociale Zaken komt dat door lagere AOW-uitgaven, bij Volksgezondheid omdat de lonen en prijzen minder zijn gestegen dan werd aangenomen.

BEKIJK OOK;

Rijk vecht met Shell en Exxon over miljarden euro’s aan onbenut gas

Loonstijging? Even geduld aub

Trouw 07.03.2018 De economie draait fantastisch, maar wie meer wil verdienen moet hopen op promotie of een nieuwe, beter betaalde baan. Wie blijft zitten waar ‘ie zit, gaat er nauwelijks op vooruit.

Voor loonstijgingen moeten werknemers nog even geduld hebben, meldt het Centraal Planbureau. Dit jaar merken werkenden – en dan vooral tweeverdieners – wel al een iets in hun portemonnee, dankzij belastingmaatregelen die voor hen gunstig uitvallen, maar de meeste Nederlanders moeten wachten tot 2019.

Dit jaar stijgen de lonen iets meer dan vorig jaar, verwacht het planbureau. In 2017 gingen ze 1,6 procent omhoog, dat zal in 2018 gemiddeld 2,2 procent zijn. Pas in 2019 maken óf de vakbonden een vuist, óf is er geen personeel meer te vinden, want dan zullen werkgevers instemmen met een loonstijging van gemiddeld 3,2 procent, voorspelt het CPB.

Vakcentrale voor professionals (VCP) is nog niet gerust op de effecten voor de koopkracht. “Een goed draaiende economie betekent niet per definitie een hoger besteedbaar inkomen. Tot op de dag van vandaag voelen de midden- en hogere inkomens de maatregelen die tijdens de crisis in gang zijn gezet. De lasten moeten nu echt omlaag, zodat werken weer lonend wordt”, zegt VCP-voorzitter Nic van Holstein.

Uiterst laag

Het kabinet heeft lastenverlichtingen aangekondigd voor volgend jaar, maar de grootste winst in koopkracht is een daling van de werkloosheid. Een werkloze die een uitkering weet in te wisselen voor betaalde baan heeft pas echt meer te besteden.

En daar heeft het CPB goed nieuws: de werkloosheid daalt van 4,9 procent in 2017 naar 3,9 procent dit jaar. Voor 2019 voorziet het een verdere afname naar een uiterst lage 3,5 procent. Maar dat cijfer gaat alleen om de groep die actief naar een baan zoekt en per direct beschikbaar is: op dit moment iets minder dan 400.000 mensen.

Dan is er nog een groep, van bijna 3,9 miljoen mensen, die geen werk heeft. Het gros daarvan wil niet werken, is gepensioneerd of is te ziek. Maar zeker een half miljoen van hen wil wel aan de slag, maar staat niet als werkloos in de boeken. Daarnaast zijn er de parttimers die meer uren willen draaien. Dus wellicht is de ruimte op de arbeidsmarkt minder krap dan die lijkt.

Het CPB verwacht toch dat door ‘de toenemende schaarste aan arbeidskrachten’ bedrijven vaker een vast contract aanbieden. Een op de vijf bedrijven heeft al een personeelstekort, meldt het CPB. Toch blijft ook het aantal flexbanen toenemen en blijft Nederland, in de woorden van de vakbonden, kampioen flexwerk.

Lees ook: 
Wordt dit het jaar van de stakingen? Of overwegen werkgevers serieus het personeel meer te betalen?

De economische groei biedt de kans om het systeem echt te vergroenen, zeggen economen.

Pechtold wil vooral staatsschuld verkleinen

Telegraaf 06.03.2018 De economie groeit volgens het Centraal Planbureau als kool. D66-leider Pechtold wil, als er geld overblijft, dat het kabinet dat stopt in het verkleinen van de staatsschuld. „In tijden dat het toeneemt, moet je het niet allemaal zomaar weer uitgeven.”

Pechtold deed zijn uitspraken in praatprogramma Pauw. De democraat vindt het ’fijn’ dat Nederland weer goede cijfers noteert. Wel benadrukte hij dat het slechts om ’prognoses’ gaat.

Naast het terugschroeven van de staatsschuld hoopt de D66-voorman dat het kabinet de kans ziet om de belastingen voor werkenden in te perken. Als derde wens op zijn verlanglijst staan investeringen. „Het CDA zal dan veiligheid roepen, D66 mikt op onderwijs.”

Nederlandse economie is zoete cocktail van ‘meer werk, hoger inkomen, hogere consumptie en meer investeringen’

VK 06.03.2018 Het gaat uitstekend met de Nederlandse economie, zo blijkt uit nieuwe prognoses van het Centraal Planbureau. ‘De Nederlandse economie is op stoom.’ Dit en volgend jaar groeit de economie met respectievelijk 3,2 en 2,7 procent. Nederland hoort daarmee bij de beter presterende eurolanden.

Als het CEP, het Centraal Economisch Plan, niet elk jaar rond dezelfde datum zou verschijnen, zou je haast vermoeden dat het CPB de coalitiepartijen een zetje wil geven twee weken voor de raadsverkiezingen. Deze jubelende ramingen schreeuwen de kiezer toe: de crisis ligt achter ons, we leven in hoogtijdagen. De Nederlandse economie is momenteel een zoete cocktail van ‘aantrekkende werkgelegenheid, hoger beschikbaar inkomen, hogere consumptie en meer investeringen’.

Wellicht het mooiste nieuws voor het kabinet: de werkloosheid daalt volgend jaar naar 3,5 procent. Sinds 2001 was dat cijfer niet zo laag. De vraag naar werk stijgt tegelijkertijd, maar dat kan de economie simpel aan: ‘De krachtige werkgelegenheidsgroei absorbeert met gemak het stijgende arbeidsaanbod.’

Nederland surft op een mondiale hoogconjunctuur, een wereldwijde economische golf, en doet het extra goed vanwege twee binnenlandse factoren: een bloeiende woningmarkt en ‘expansief begrotingsbeleid’. Oftewel, de regering geeft flink geld uit – aan onder meer zorg, onderwijs en defensie – en dat is goed voor de economie. Die spendeerdrift heeft wel gevolgen voor de begrotingsbalans. Het overschot, het geld dat aan het eind van het jaar onder de streep overblijft, groeit minder hard dan de andere economische cijfers: 1,1 procent van het bruto binnenlands product dit jaar en 0,7 volgend jaar.

Jarenlang moest premier Rutte bij nieuwe CPB-cijfers constateren dat de economie weliswaar aantrok, maar dat de burger er nog weinig van merkte. Nu kan hij met het nieuwste CEP in de hand sparren met stijgende koopkrachtcijfers. Mensen vinden weer werk, hebben meer te besteden en laten het dan ook letterlijk rollen. Toch kan CPB-baas Laura van Geest het niet laten een beetje roet in het eten te gooien. Koopkrachtplaatjes zijn niet zaligmakend, schrijft ze vandaag in de Volkskrant: de individuele situatie is simpelweg niet af te lezen uit een verraderlijk absoluut koopkrachtcijfer.

Een CEP zonder kanttekeningen bestaat niet, dat geldt ook voor deze prognose. Het Planbureau waarschuwt voor onzekerheden in het buitenland. Het Verenigd Koninkrijk gaat door zwaar Brexit-weer en blijft economisch achter bij de eurozone. ‘Onzekerheid over de Brexit ontmoedigt investeringen.’ Ook binnen de eurozone liggen risico’s op de loer, zoals ‘een aantal zwakke banken’ en ‘beperkte beleidsruimte’ van de Europese Centrale Bank om economische schokken op te vangen. Nog niet opgenomen in dit CEP: de Italiaanse verkiezingsuitslag, die daar tot een politieke impasse dreigt te leiden.

Volg en lees meer over:  KABINET-RUTTE III   NEDERLAND   POLITIEK   ECONOMIE

Overheid houdt hand op de knip na sterke economische verwachtingen 

NU 06.03.2018 De goede cijfers over de Nederlandse economie betekenen niet dat er automatisch meer geld beschikbaar is om uit te geven. Daarvoor waarschuwt minister Wopke Hoekstra (Financiën) na publicatie van de jongste prognoses.

Hoekstra hamert op de noodzaak om in goede tijden een buffer op te bouwen en te zorgen voor ”vlees op de botten”. Dan hoeft er niet meteen te worden bezuinigd als het tijdelijk economisch slechter gaat.

De bewindsman benadrukt ook dat de mooie cijfers geen garanties voor de toekomst geven. ”We moeten rekening houden met onzekerheden. Nederland is een open economie en daardoor zeer gevoelig voor de ontwikkelingen in de wereldeconomie.”

Het kabinet gaat nu kijken wat de cijfers voor de begroting betekenen: ”Welke mee- en tegenvallers er zijn en hoe we tegenvallers kunnen oplossen.”

Zie ook: CPB verwacht laagste werkloosheid sinds 2001

Lees meer over: Nederlandse economie

Nederlandse economie trekt verder aan

Telegraaf 06.03.2018 De Nederlandse economie trekt verder aan. Het Centraal Planbureau becijfert voor dit jaar een groei van 3,2 procent en een groei van 2,7 procent in 2019.

Daarmee zit Nederland boven het Europese gemiddelde, waar het Verenigd Koninkrijk momenteel juist achterblijft. Onder andere door het vooruitzicht van de Brexit zijn bedrijven daar huiverig te investeren.

Op de Nederlandse arbeidsmarkt is een steeds groter tekort aan mensen op de werkvloer. Volgens de rekenmeesters daalt de werkloosheid in 2019 naar het laagste niveau sinds 2001, naar 3,5 procent. Door die krapte bieden bedrijven vaker een vast arbeidscontract of zijn ze bereid hogere lonen te betalen.

Wel stijgt de inflatie door de hogere arbeidskosten en ook door de verhoging van het lage btw-tarief volgend jaar.

Overschot

Het begrotingsoverschot is ondanks de groeiende economie dit jaar kleiner dan vorig jaar. Voor 2018 schat het CPB dat er een overschot is van 0,7 procent, voor volgend jaar zou dat 0,9 procent zijn.

De besluiten die nog moeten worden genomen rondom de gaswinning in Groningen hebben ongunstige gevolgen voor de overheidsfinanciën en de economische groei. Omdat dit nog allemaal niet uitgekristalliseerd is, zijn deze gevolgen nog niet in de cijfers verwerkt.

Gunstig

In een reactie zegt minister Wiebes (Economische Zaken) dat de ramingen bevestigen ’wat we eigenlijk al weten’: „De Nederlandse economie staat er goed voor.” Hij verwacht dat burgers en bedrijven ook steeds meer daarvan zullen merken. „Dat is ook een goede uitgangspositie voor de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan, zoals het energie- en klimaatvraagstuk en het betaalbaar houden van onze zorgkosten.”

Wel wijst hij nog op de risico’s voor de economie. „Denk aan onze intensieve handelsrelatie met het Verenigd Koninkrijk en de Brexit, of de dreiging van importheffingen in de Verenigde Staten”, aldus Wiebes. „Het kabinet zal zich blijven inzetten voor vrijhandel en een gelijk speelveld.”

De economie blijft groeien, met dank aan de overheid die geld uit blijft geven

Trouw 06.03.2018 De Nederlandse economie blijft, in Europees perspectief, bovengemiddeld presteren.  Eén van de belangrijkste redenen, volgens het Centraal Planbureau: de stijgende overheidsuitgaven. Maar is het wel verstandig om veel geld uit te geven als het toch al goed gaat?

De conclusie van het Centraal Planbureau (CPB) komt juist op het moment dat het debat over al dan niet hogere overheidsuitgaven oplaait. De overheidsuitgaven stijgen onder dit centrum-rechtse kabinet snel.

Vorig jaar, het jaar dat het derde kabinet-Rutte aantrad, was nog sprake van een bescheiden groei, maar dit en volgend jaar groeit de begroting met respectievelijk ruim drie en ruim twee procent. Vrijwel gelijk opgaand met de economische groei, die in diezelfde jaren op 3,2 en 2,7 procent geraamd wordt. Vooral de extra uitgaven in het onderwijs en in defensie zijn daar debet aan. Eerder berekende De Nederlandsche Bank (DNB) al dat zonder die extra uitgaven de economie een klein procentpunt minder hard zou groeien.

Klassieke discussie

De discussie of overheidsuitgaven moeten meebewegen met de stand van de economische conjunctuur is klassiek. In tijden van voorspoed kun je groei nog eens extra stimuleren met de dan ook bij de overheid ruimer aanwezige middelen. Je kunt echter ook redeneren dat in tijden van voorspoed buffers moeten worden aangelegd voor slechter tijden. Voor de overheidsfinanciën zou dat betekenen dat in het laatste geval de overheidsschuld wordt afgelost, zodat er in slechtere tijden weer geleend kan worden.

Er komt, zeker in de huidige economische omstandigheden, een overweging bij. De overheid kan de economie stimuleren, maar als die al zo groeit ontstaat het gevaar van oververhitting: de productiemiddelen zijn al bijna optimaal bezet en er ontstaat een tekort aan arbeidskrachten, waardoor prijzen en lonen snel gaan stijgen.

Voor De Nederlandsche Bank en economen van de Rabobank was het al duidelijk voor deze nieuwste CPB-cijfers. De overheid dient op de rem te trappen. Volgens een rapport van de Rabobank doet de overheid het nog immer verkeerd: te veel bezuinigen in slechte tijden en te veel uitgeven als de zon weer schijnt. DNB-directeur Job Swank zei onlangs dat hij het politiek gezien wel begrijpt, maar ‘economisch is al dat stimuleren niet nodig’.

Loonstijging

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) stelde vorige week in een rapport over de Nederlandse economie dat overheidsuitgaven in onderwijs en onderzoek omhoog moeten. Door elders daarvoor ruimte vrij te maken, dan wel door hogere uitgaven. Bovendien, aldus het IMF, dienen de Nederlandse lonen te stijgen. Het fonds is kennelijk niet bang voor oververhitting, want ook meer koopkracht betekent een extra impuls voor economische groei.

De nieuwe minister van financiën Wopke Hoekstra heeft zich de waarschuwing van De Nederlandsche Bank kennelijk aangetrokken. Hij voert nu een begroting uit met fors meer uitgaven, maar daar moet het bij blijven. In een reactie op de CPB-cijfers stelde Hoekstra dat er niet meer geld voor uitgaven beschikbaar komt. Hij benadrukte dat in goede tijden een buffer voor slechtere tijden moet worden opgebouwd.

Bovendien zijn deze mooie cijfers geen garantie voor de toekomst. “We moeten rekening houden met onzekerheden. Nederland is een open economie en daardoor zeer gevoelig voor ontwikkelingen in de wereldeconomie”, aldus Hoekstra.

Lees ook: Lonen kunnen veel sterker stijgen

De Nederlandsche Bank weet het, het IMF ook, net als het Centraal Planbureau en veel economen. Werknemers in Nederland verdienen te weinig.

CPB-directeur: ‘Politiek staart zich blind op koopkrachtplaatjes, laat fixatie los’

VK 06.03.2018 Het kabinet en de Tweede Kamer moeten hun fixatie op koopkrachtplaatjes loslaten. Die oproep doet Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau, dinsdag in de Volkskrant. Koopkrachtplaatjes spelen een grote rol in debatten over inkomens, maar zijn onnauwkeurig.

Toch probeert de politiek koopkrachtcijfers met één cijfer achter de komma te sturen. Dat ‘wegpoetsen van minnen’, stelt Van Geest, kost miljarden euro’s, zorgt voor veel bureaucratie en voor een complex belastingstelsel.

Met haar CPB is Van Geest zelf de leverancier van koopkrachtplaatjes. Dinsdag komt de rekenmeester van het kabinet met de nieuwste. Met haar analyse hoopt Van Geest de politiek ervan te doordringen dat de waarde ervan beperkt is. ‘In de koopkrachtplaatjes vind je geen baan, maak je nooit promotie, krijg je geen kinderen, ga je niet scheiden, ga je nooit met pensioen’, aldus Van Geest. ‘Je kunt met de koopkrachtplaatjes in de hand niet bepalen hoe je eigen portemonnee er volgend jaar uit gaat zien.’

Het CPB levert sinds een halve eeuw de cijfers die de effecten van het regeringsbeleid vertalen naar wat mensen werkelijk te besteden hebben. Maar de invloed van politieke besluiten op het inkomen is zeer klein. Veranderingen in individuele levens zoals scheiding en werkloosheid hebben juist de grootste invloed op de koopkracht, maar kunnen onmogelijk in ‘het plaatje’. Daarbij is het ook steeds moeilijker geworden de zaken te voorspellen die er wel in zitten, zoals inflatie en algehele loonstijgingen.

Geen huishouden hetzelfde

Elke subgroep van een subgroep heeft inmiddels zijn eigen koopkrachtcijfer

Vroeger, toen werknemers hun hele leven in vaste dienst bij één werkgever bleven, was het makkelijk koopkrachtplaatjes maken. Het begon in 1968 met eentje van een fictieve werknemer met een doorsnee loon en twee kinderen. Twee jaar later maakte het CPB meer plaatjes, maar allemaal van werknemers – alleen hun inkomen verschilde.

Nu zijn er puntenwolken die de koopkrachtverandering van honderdduizenden echte huishoudens laten zien – ze tonen vooral dat geen huishouden hetzelfde is. Elke subgroep van een subgroep heeft inmiddels zijn eigen koopkrachtcijfer op tienden van procenten nauwkeurig. Dat er nu zoveel koopkrachtplaatjes zijn, is niet vreemd. Er zijn sinds 1968 allerlei typen werknemers bijgekomen, denk aan flexwerkers, zelfstandigen en jobhoppers. Bovendien is de politiek versnipperd geraakt. Veel partijen zijn in het bijzonder bezorgd om hun eigen doelgroep: hoe gaan we de koopkracht verbeteren van de eenverdiener, de gepensioneerde en zzp’er?

De politiek kan ze goed gebruiken om het verschil in koopkracht tussen alle groepen niet te veel te laten oplopen

Zo is het koopkrachtplaatje op het Binnenhof uitgegroeid tot een populair instrument, een voornaam thema in elk begrotingsdebat. Afschaffing ervan, daar pleit CPB-directeur Van Geest niet voor. Volgens haar zijn de plaatjes zeer geschikt om onderling te vergelijken. De politiek kan ze goed gebruiken om het verschil in koopkracht tussen alle groepen niet te veel te laten oplopen. Sturen op een evenwichtige inkomensontwikkeling, noemt het CPB dat.

Het tegenovergestelde is het met tienden van procenten sturen op het koopkrachtcijfer voor een specifieke groep. Zolang dat cijfer maar niet onder de nul komt, signaleert Van Geest. Maar dat ‘wegpoetsen van minnen’ kost miljarden en dan nog is de uitkomst door al zijn beperkingen onzeker. Bovendien heeft het bijsturen van de plaatjes een niet in geld uit te drukken prijs, vindt Van Geest: ‘Een ingewikkeld stelsel van belastingen, premies en toeslagen.’

Met koopkrachtplaatjes in de hand kun je niet bepalen hoe je eigen portemonnee er volgend jaar uit gaat zien

Koopkrachtcijfers spelen in de politiek een grote rol. Veel aandacht en actie. Maar wat koop je ervoor, vragen Laura van Geest en Patrick Koot zich af.

Volg en lees meer over:  POLITIEK  ECONOMIE   NEDERLAND

CPB: economie groeit door, laagste werkloosheid sinds 2001

AD 06.03.2018 De werkloosheid daalt in Nederland snel tot het laagste niveau sinds 2001. De economie blijft groeien. Dat blijkt uit de nieuwste ramingen van het Centraal Planbureau (CPB), dat nu uitgaat van een groei van 3,2 procent in 2018 en 2,7 procent in 2019.

De werkloosheid daalt snel, naar 3,9 procent dit jaar en 3,5 procent in 2019. De krachtige werkgelegenheidsgroei zorgt ervoor dat nieuwe toetreders op de arbeidsmarkt worden opgenomen. Bedrijven bieden vaker een vast arbeidscontract aan en betalen hogere lonen om mensen te kunnen aantrekken of te behouden.

Vorig jaar nam het bruto binnenlands product (bbp) met 3,1 procent toe. Dat was de sterkste groei in tien jaar. Tot dusver ging het CPB ook voor dit jaar uit van een groei van 3,1 procent. Nederland overtreft hiermee de groeicijfers van de eurozone.

De Nederlandse economische voorspoed is het gevolg van de groeiende internationale economie, lage rentes, begrotingsbeleid en een krachtige woningmarkt. Met die laatste twee factoren onderscheidt Nederland zich.

‘Geen fraai verhaal’

Werkenden merken van de economische voorspoed nog altijd te weinig in hun portemonnee. Dat zegt voorzitter Maurice Limmen van vakbond CNV in een reactie. ,,Het CPB voorspelt ook voor de komende jaren mooie economische cijfers, maar het verhaal achter die cijfers is minder fraai”, vindt hij.

Volgens CNV blijft Nederland kampioen flexwerk in Europa. ,,Die doorgeschoten flexibilisering drukt de lonen en zorgt ervoor dat steeds meer mensen in onzekerheid leven”, aldus Limmen. Daarnaast vindt de vakbondsbestuurder dat nog steeds een te grote groep mensen ongewild langs de zijlijn staat. ,,Daar moet wat aan gebeuren. En met deze economische rugwind is dat geen kwestie van kunnen maar van willen.”

Brexit

In de schatting van het CPB is rekening gehouden met een mild brexitscenario waarin een handelsovereenkomst wordt bereikt. Als de uittreding van de Britten uit de Europese Unie chaotisch verloopt of als de uitkomst tegenvalt kan dat schadelijk zijn voor de economie, meldt het onderzoeksinstituut.

IMF spoort Rutte III aan het geld nog meer te laten rollen, en De Nederlandsche Bank is daar niet blij mee

VK 28.02.2018 Ondanks hogere overheidsuitgaven houdt Nederland nog altijd te vaak de hand op de knip. Het nieuwe kabinet zou het geld veel meer moeten laten rollen, vindt het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

Die boodschap botst met de waarschuwingen van De Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau. Zij zetten de afgelopen maanden juist vraagtekens bij de door het kabinet-Rutte III aangekondigde miljardenuitgaven aan onder meer onderwijs, zorg en defensie. Zonder die extra impuls zou de Nederlandse economie de komende jaren 0,8 procent minder groeien.

‘Politiek gezien begrijp ik het, na jarenlang bezuinigen’, vatte DNB-directeur Job Swank het standpunt samen. ‘Maar economisch is het niet nodig.’ De critici vrezen dat Nederland met haar begrotingsbeleid zowel de economische pieken als de dalen vergroot. ‘Juist in de jaren na de crisis, toen de economie wel wat stimulans kon gebruiken, bezuinigde de overheid hard om de begroting op orde te brengen’, schreven economen van Rabobank in reactie op het regeerakkoord. ‘Nu de economie is hersteld, gaat de overheid alleen maar verder stimuleren.’

‘Wij denken dat de economie het zó goed doet, dat er ruimte is om extra geld uit te geven’, zei Thomas Dorsey, hoofd van de IMF-delegatie die deze week Nederland bezocht. © ANP

Het IMF vindt dat niet bezwaarlijk. Integendeel, de regering dient het gaspedaal nog wat dieper in te drukken. ‘Wij denken dat de economie het zó goed doet, dat er ruimte is om extra geld uit te geven’, zei Thomas Dorsey, hoofd van de IMF-delegatie die deze week Nederland bezocht, woensdag op een persbijeenkomst in Amsterdam. Volgens zijn prognoses zal de overheidsschuld in 2023 gedaald zijn tot 42 procent van het BBP – ruim onder het Europese maximum van 60 procent. ‘Dat is een flinke veiligheidsmarge’, meent Dorsey. ‘Nederland kan met zulke vooruitzichten makkelijk meer uitgeven, en desondanks nog altijd een degelijk begrotingsbeleid voeren.’

De extra overheidsinvesteringen moeten wat het IMF betreft gestoken worden in onderwijs en onderzoek. Ook kunnen met behulp van dit geld de lasten op arbeid verder omlaag. Op die manier zouden nog meer Nederlanders gestimuleerd worden om een betaalde baan te zoeken, of meer uren te werken.

Mondiale bril

Het opvallende verschil in inzicht tussen Nederland en het IMF komt mede door de mondiale bril waardoor die laatste naar de economie kijkt. Door de populariteit van zijn goederen en diensten verdient Nederland veel meer aan het buitenland dan omgekeerd. Dat handelsoverschot is goed nieuws voor Nederlandse exportbedrijven. Voor andere landen die worstelen met een handelstekort, zoals in Zuid-Europa, is het daarentegen minder positief. Zij zien bestedingen en banen over de grens verdwijnen.

Het IMF ziet zulke ‘economische onevenwichtigheden’ graag kleiner worden. Behalve meer overheidsuitgaven helpt het daarbij ook als de lonen in Nederland harder gaan stijgen. Delegatieleider Dorsey herhaalde gisteren het eerdere IMF-pleidooi voor hogere inkomens. ‘In heel Noordwest-Europa groeien de lonen langzaam, maar in Nederland gaat het wel erg traag.’ Het IMF botst daarbij met de vakbonden. Die hechten naast loonstijgingen ook veel belang aan meer zekerheid voor werknemers. Het IMF is juist voorstander van verdergaande flexibilisering. ‘We zien liever dat de vakbonden focussen op hogere lonen, in plaats van meer vaste contracten’, aldus Dorsey.

Volg en lees meer over:  IMF   POLITIEK   NEDERLAND   KABINET-RUTTE III   ECONOMIE

Hoogste groei Nederlandse economie sinds 2007 – hoe lang kan dit nog doorgaan?

Maar hogere lonen en vaste contracten zijn nodig om de burger nu echt te laten spenderen

VK 14.02.2018 De Nederlandse economie heeft het beste jaar in een decennium achter de rug, al ziet de gemiddelde inwoner dat nauwelijks terug in zijn portemonnee. Maar de krapte op de arbeidsmarkt kan daar verandering in brengen.

Het werd al voorspeld, maar nu is het zeker: 2017 was in economisch opzicht het beste jaar in een decennium. Met de crisis achter de rug groeide de Nederlandse economie met 3,1 procent, maakte het CBS woensdag bekend. De laatste keer dat de zon zo hard scheen in de economie was in 2007. Aan de vooravond van de grootste recessie sinds de jaren dertig bedroeg de groei 3,7 procent.

Extra bemoedigend is dat ook op andere fronten het welzijn in Nederland lijkt toe te nemen. Steeds meer economen erkennen dat het bruto binnenlands product wat dat betreft een gammele graadmeter is. Als alle ouders vanaf morgen aan de ontbijttafel hun kinderen een euro laten betalen per gesmeerde boterham, stuwt dat het bbp op, zonder dat Nederland er daadwerkelijk welvarender op wordt.

Het is de dalende werkloosheid die de burger bovenal moed geeft

Positief in dit opzicht is dat de CO2-uitstoot in Nederland, ondanks een economie op stoom, volgens het CBS vorig jaar licht afnam. Dat komt onder meer doordat er minder steenkool gebruikt wordt bij de productie van elektriciteit. Ook stoelt de hoogconjunctuur, anders dan in het verleden, amper op Groningse grondstoffen. Zou de gaskraan niet deels zijn dichtgedraaid, dan was de economische groei in 2017 zelfs nog iets hoger uitgevallen.

Het is de dalende werkloosheid die de burger bovenal moed geeft. Het aantal banen nam in de laatste drie maanden van 2017 met 57 duizend toe. ‘Niet meer bang zijn om (door de crisis) je baan te verliezen, is voor veel mensen ook enorme winst’, twitterde hoofdeconoom Marieke Blom van ING Nederland woensdag. ‘Geen euro’s, maar wel een veel beter gevoel.’

Zorgwekkend blijft dat de gemiddelde Nederlander de economische bloei amper terugziet in de eigen portemonnee. De lonen strompelen achter de bbp-groei aan. Mede hierdoor valt de consumptie door huishoudens tegen vooral in het afgelopen kwartaal. Ook bij de bejubelde banenbonanza passen kanttekeningen. Hoewel het aantal vaste contracten flink toeneemt, blijkt het aantal flexbanen verhoudingsgewijs harder te groeien. De helft van alle extra werkgelegenheid komt bovendien voor rekening van de uitzendbranche. Dat zijn niet de best betaalde, meest zekere banen.

Groeitempo

Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen (l) en Eric Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat, tijdens de persconferentie van de Staat van de Economie over de gerealiseerde economische groei in 2017. © ANP

‘Economische groei maakt het mogelijk dat we grote maatschappelijke uitdagingen, zoals de energie- en klimaattransitie en de hoge kosten van de zorg, kunnen betalen’, reageerde een trotse minister Eric Wiebes van Economische Zaken woensdagochtend op de CBS-cijfers. ‘Maar uiteindelijk willen we natuurlijk vooral dat Nederlanders de groei nu ook zelf merken.’

De vraag is of de Nederlandse economie dit groeitempo lang genoeg kan volhouden om dat voor elkaar te krijgen. Is straks het feest voorbij, zonder dat de gewone burger van de taart heeft mogen snoepen? Feit is dat de groeimotoren van de afgelopen jaren niet eeuwig kunnen blijven ronken. Zo behoort, net als in 2007, de huizenmarkt tot de drijvende krachten achter het economische succes. De huizengekte vertaalt zich in een hoog consumentenvertrouwen en extra uitgaven aan bijvoorbeeld de inrichting van de woning. Ook had de bouw het afgelopen jaar opnieuw een stevig aandeel in de groei van de investeringen en het aantal banen.

Bijna een kwart miljoen bestaande koopwoningen wisselden in 2017 van eigenaar. Dat is een record dat niet snel zal worden verbroken. De koortsachtige bouw- en verbouwactiviteit zal afnemen.

Maar om de huidige groei te laten voortduren, zal ook in eigen land de burger het geld moeten laten rollen

Personeelstekorten

Een ander veelgenoemd punt van zorg zijn de groeiende personeelstekorten. Het CBS spreekt inmiddels van ‘een relatief gespannen arbeidsmarkt’. Tegenover elke openstaande vacature staan slechts 1,8 werklozen. Dat is nog altijd meer dan de 1,3 van vóór de crisis, maar het aantal werklozen slinkt snel. Werkgevers in sectoren als de bouw, horeca, onderwijs en ICT klagen al langer dat ze nauwelijks geschikte mensen kunnen vinden. Deskundigen beschouwen krapte op de arbeidsmarkt dan ook van oudsher als de ultieme economische bad guy een bedreiging voor verdere groei.

Gek genoeg kan het dit keer omgekeerd uitpakken. De economie profiteerde volgens het CBS ook afgelopen jaar vooral van de sterke export (plus 5,5 procent) en investeringen (plus 6 procent). Nederlandse machines, apparaten en chemische producten blijken buitengewoon gewild over de grens. Maar om de huidige groei te laten voortduren, zal ook in eigen land de burger het geld moeten laten rollen. Dat vinden tegenwoordig niet alleen de vakbonden en linkse partijen, maar ook instituten als het Centraal Planbureau en De Nederlandsche Bank.

Zoiets gebeurt pas als diezelfde burger vertrouwen heeft in de toekomst én meer te besteden krijgt. Daarvoor zijn meer vaste contracten en hogere lonen nodig. Twee eisen die werknemers doorgaans pas echt luid en duidelijk durven te stellen wanneer ze niet langer bang zijn dat hun werkgever hen inruilt voor een ander. Met andere woorden: wanneer er werkelijk een schreeuwend tekort aan arbeidskrachten ontstaat.

Volg en lees meer over:  ECONOMIE   NEDERLAND

Economie draait geweldig, hoogste groei sinds 2007

AD 14.02.2018 De Nederlandse economie is vorig jaar met liefst 3,1 procent gegroeid. Dat is de allerhoogste toename sinds 2007 en een procent meer dan in 2016. Dat meldt het Centraal Bureau van Statistiek (CBS) vanochtend in zijn jaarlijkse ‘Stand van de Economie’.

Het is belangrijk dat Nederlanders de economische groei nu ook zélf merken, aldus Eric Wiebes, minister EZ.

Veel economen dachten dat groeicijfers van boven de 3 procent na de economische crisis niet langer mogelijk waren. Maar na jaren van forse bezuinigingen draait de BV Nederland op volle toeren.

De investeringen van bedrijven en burgers groeiden liefst 6 procent. Dat geld ging vooral naar woningen, terwijl bedrijven meer aan machines, installaties en investeringen uitgaven.

Gewone Nederlanders gaven eveneens meer uit, hoewel de bestedingen met 1,8 procent wel wat achterbleven. Huishoudens kochten meer kleding, elektrische apparaten en besteedden flinke bedragen aan woninginrichting. Ook spendeerden we meer aan horeca, recreatie en cultuur. Toch dikt die kleine twee procent aan: uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptie uit.

Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, spreekt van ‘hoogconjunctuur’. ,,Het is vandaag Valentijnsdag, maar we hoeven geen roze bril op te zetten om te zien hoe mooi de economie er voor staat.” Volgens Van Mulligen is de bouw voor een fors deel verantwoordelijk voor de groei. ,,Dat is ook niet vreemd omdat de bouw na de crisis totaal stilviel. Nu is er een inhaalslag.”

Trots

Minister Wiebes (Economische Zaken & Klimaat) reageert verheugd. ,,De Nederlandse economie staat er goed voor en daar mogen we best trots op zijn. Economische groei maakt het mogelijk dat we grote maatschappelijke uitdagingen zoals de energie- en klimaattransitie en de hoge koste van de zorg kunnen betalen.”

Maar de VVD-bewindsman zegt het vooral belangrijk te vinden dat Nederlanders de groei eindelijk zelf merken. Zelf stelt het CBS dat de economische groei “breed wordt gedragen”. Wat het gebruikelijke vakjargon is voor zeer positieve cijfers.

Achter de hoge economische groei gaan véél méér mooie rapportcijfers schuil. Afgelopen jaar wisselden ruim 250.000 koopwoningen van eigenaar, een record. Elke 2 minuten werd er een woning verkocht. 176.000 mensen vonden een baan.

Minister Wiebes (Economische Zaken & Klimaat) © ANP

Vaste banen 

In de laatste maanden van 2017 nam het aantal banen zelfs met 57.000 toe, het hoogste aantal sinds eind 2008. Gemiddeld waren er eind vorig jaar 10,3 miljoen banen in Nederland. In totaal werkten werknemers en zelfstandigen vorig jaar 13 miljard uren. Dat is een miljard uur meer dan rond de eeuwwisseling. Per baan werken we gemiddeld 24,5 uur per week.

Tegelijk stijgt vooral het aantal flexibele banen. De uitzendbranche is verantwoordelijk voor de helft van de totale banengroei. De sector is daarmee inmiddels goed voor 834.000 jobs, waarmee ongeveer één op de tien Nederlanders een uitzendbaan heeft.

Toch groeiden ook het aantal vaste banen. Die hoeveelheid lag eind vorig jaar 112.000 hoger dan eind 2016. En het aantal vacatures stijgt nog steeds. In december stonden liefst 227.000 vacatures open. Vooral in de bouw nam de vraag naar werk toe.

Het aantal werkloze Nederlanders zakte ondertussen onder de 400.000. Eind vorig jaar zaten 398.000 mensen zonder baan. Dat is 4,4 procent van de beroepsbevolking, het laagste percentage sinds medio 2009.

De aangetrokken bouwnijverheid is een van de belangrijkste oorzaken voor de record economische roei van 2017. © Robin van Utrecht

Nederlanders werkten 13 miljard uren in 2017, een miljard uur meer dan in 2000

CBS-cijfers

Gewend

We hebben door de crisis nog steeds een economische achterstand van 5-6 procent op Duitsland en het VK, aldus Peter Hein van Mulligen, CBS.

Voor komend jaar wordt opnieuw een groei van 3,1 procent verwacht. Toch waarschuwt Wiebes dat groeicijfers van boven de 3 procent niet iets zijn om aan gewend te raken.

Door het lage geboortecijfer en de vergrijzing groeit het arbeidsaanbod nauwelijks meer. ,,Dus moeten we het voor onze groei steeds meer hebben van de verhoging van de arbeidsproductiviteit,” schrijft EZ. ,,Dit vraagt om technologische ontwikkeling, innovaties en het slimmer organiseren van productieprocessen.

En zo vallen er meer kanttekeningen te maken: tijdens de crisis liep de Nederlandse economie harder terug dan onze Europese buurlanden. Nog steeds lopen we daardoor 5 tot 6 procent achter op Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. ,,We zullen dus jaren harder moeten groeien om dat verschil goed te maken,” zegt CBS-econoom Van Mulligen.

Daarnaast is er kans op oververhitting, zeker op de woningmarkt. ,,In grote steden als Amsterdam en Utrecht, wordt dat zichtbaar,” aldus Van Mulligen.

Reactie CNV en economen

Deze mooie cijfers zijn slechts de helft van het verhaal, aldus Maurice Limmen, voorzitter CNV.

In een eerste reactie stelt vakbond FNV blij te zijn met de cijfers. Toch vormen de fraaie resultaten slechts de helft van het verhaal, stelt voorzitter Maurice Limmen. 

Hij wijst op het feit dat er met name uitzendbanen bijkomen. ,,De groei komt te weinig terecht bij de mensen die er keihard voor werken. De flexibilisering van de arbeidsmarkt is een van de redenen dat de lonen maar niet stijgen, oordeelde onlangs ook nog eens De Nederlandsche Bank en dat mensen steeds meer blijven hangen in onzeker werk.”

Volgens het CNV ontlopen werkgevers ontlopen hun verantwoordelijkheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat zijn er liefst 1,3 miljoen, aldus eerdere CBS cijfers. ,,Dat is het verhaal waar het nu over zou moeten gaan,” meent Limmen. ,,Van mooie bedrijfsresultaten krijgen we net zoals de resultaten bij de Olympische Spelen een fijn Oranjegevoel, maar dat helpt talloze mensen die nog steeds op de reservebank zitten niet aan vast werk.”

Euforie overdreven
Econoom Bas Jacobs laat per Twitter weten de euforie overdreven te vinden. ,,Totale euforie van 3,1 procent groei is sterk overtrokken. Het historisch gemiddelde tussen 1970 en 2007 was 2,6% per jaar. Nederland had wat in te halen na de netto nul groei in de periode 2008-2015.” I

ING-econoom Marieke Blom stelt op dat gewone burgers de groei nog niet of onvoldoende merken.

Economie maakt sterkste groei in tien jaar tijd door

NOS 14.02.2018 De Nederlandse economie is in tien jaar tijd niet eerder zo hard gegroeid als vorig jaar. De groei bedroeg in 2017 3,1 procent ten opzichte van 2016, becijferde het CBS. De groei in de laatste drie maanden nam iets af, maar is met 2,9 procent nog altijd stevig.

Vooral investeringen en de export droegen in het vierde kwartaal bij aan de groei. Huishoudens consumeerden iets minder hard, maar de industrie groeide juist sterker.

“De Nederlandse economie staat er goed voor”, zegt minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. “Economische groei maakt het mogelijk dat we grote maatschappelijke uitdagingen zoals de energie- en klimaattransitie en de hoge kosten van de zorg kunnen betalen. Maar we willen ook dat Nederlanders de groei nu ook zelf merken.”

De economieën van de ons omringende landen zijn ook stevig gegroeid. De Duitse economie, onze belangrijkste handelspartner, groeide met 2,3 procent.

Economische groei 2001-2017

Investeringen

De investeringen zijn afgelopen jaar met 6 procent gegroeid. Het gaat dan vooral om investeringen in woningen. Ook hebben bedrijven veel meer geld uitgegeven aan machines en installaties. Ook de uitgaven aan personenauto’s en bedrijfsgebouwen zijn hoger dan een jaar eerder.

De uitvoer van goederen en diensten groeide in 2017 met 5,5 procent. Nederlandse bedrijven hebben beduidend meer (elektrische) machines en apparaten uitgevoerd dan een jaar eerder. Ook werden er meer chemische producten geëxporteerd.

De invoer lag 4,9 procent hoger dan in 2016.

BART KAMPHUIS | NOS

Consumenten

Consumenten gaven vorig jaar 1,8 procent meer uit dan in 2016. Dat gebeurde vooral aan kleding, woninginrichting en elektrische apparaten. Ook in de horeca, aan recreatie en cultuur werd meer geld besteed.

De zakelijke dienstverlening (zoals de uitzendbranche) en de bouw groeiden het sterkst. Ook de industrie produceerde in 2017 meer dan een jaar eerder.

Rutte geeft EU-korting niet zomaar op

Elsevier 19.01.2018 Nederland wil de miljard euro korting op de Europese meerjarenbegroting niet zomaar opgeven. Dat zei premier Mark Rutte (VVD) na de ministerraad.

Maar als vervolgens het plafond van de uitgaven in de Europese Unie enorm omhooggaat en Nederland houdt de miljard korting, dan zou Nederland alsnog netto meer gaan bijdragen en dat is niet de bedoeling, aldus Rutte.

Vanaf komende zomer beginnen in de Europese Unie de onderhandelingen over de nieuwe meerjarenbegroting (2021-2027). Afgelopen week begonnen in Den Haag de inleidende beschietingen. Zo spraken Rutte, minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) en de Tweede Kamer met Europees begrotingscommissaris Günther Oettinger.

Lees ook: Hoeveel hebt ú over voor meer Europa?

Oettinger presenteert over enkele maanden een voorstel voor die begroting, maar liet in een interview met het FD al blijken dat Nederland de miljard euro korting die in 2005 werd binnengehaald, gaat verliezen.

Rutte legt zich daar niet bij neer. ‘Uiteindelijk is het van belang dat onze netto-positie niet verslechtert. We betalen geld aan Europa en dat leidt ook tot inkomsten,’ zei Rutte, die het standpunt van Oettinger ‘vanuit het oogpunt van eenvoud’ zegt te kunnen begrijpen.

‘Nettoost betaler’

De Nederlandse korting is een korting op de Britse korting en die valt weg wegens het vertrek van de Britten uit de EU. Maar Nederland is al een van de ‘nettoost’ betalers, aldus Rutte, en daarom wil hij het miljard niet zo maar opgeven.

Rutte liet zich niet verleiden tot de uitspraak ‘geen cent meer’ voor Europa. ‘Want behalve bezuinigen, vanwege het vertrek van de Britten, willen we ook moderniseren,’ zei Rutte.

Minder geld

Nederland wil dat er minder geld gaat naar cohesiefondsen en structuurfondsen en meer naar innovatiemiddelen, waar Nederland veel uit terugkrijgt.

En daarmee heeft Nederland precies dezelfde positie als zeven jaar geleden. Ook toen werd ingezet op meer geld voor innovatie en minder naar landbouw en structuur- en cohesiefondsen. Dat gebeurde mondjesmaat.

Onder de streep

Nu zegt Rutte: ‘Als die begroting niet moderniseert en er blijven honderden miljarden gaan naar structuur- en cohesiefondsen en het gemeenschappelijk landbouwbeleid, waarvan we overigens ook niet veel terugkrijgen, en er moderniseert verder niets, dan zullen wij kijken wat het betekent onder de streep.’

De onderhandelingen van de dan 27 EU-landen – de vertrekkende Britten onderhandelen niet mee over de begroting – gaan minstens tot medio 2019 duren, maar waarschijnlijk nog tot 2020.

Juncker wil hoger budget: ‘EU is meer waard dan kop koffie’

Elk land kan de begroting vetoën

Het worden lastige onderhandelingen, want elk land kan de EU-begroting vetoën. De omvang bedraagt 1 procent van het totale bruto nationale inkomen in de EU.

Voorzitter Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie zei eerder deze maand al dat de EU-afdrachten na het vertrek van de Britten omhoog moeten, maar Nederland wil dat niet.

Carla Joosten  (1960) werkt sinds 2000 voor redactie Nederland bij Elsevier Weekblad. Ze is politiek redacteur in Den Haag en covert het koningshuis. Voor de Leven & Dood-pagina’s van Elsevier Weekblad verzorgt zij de nieuwtjes over mensen.

Nederland wil na brexit vasthouden aan Europese korting

NOS 18.01.2018 Nederland wil niet twee keer de dupe worden van de brexit. Die boodschap heeft het kabinet overgebracht aan Eurocommissaris Oettinger. “Wij zijn een van de landen die economisch het meest door de brexit worden geraakt. Het is onrechtvaardig als we ook nog eens meer budget moeten betalen”, vindt minister Hoekstra.

Oettinger was vandaag in Den Haag om te praten over de Europese meerjarenbegroting vanaf 2020. De onderhandelingen over die begroting beginnen in mei. Door de brexit wordt een gat in de Europese begroting geslagen van 12 tot 13 miljard euro en daar moet een oplossing voor komen. De eurocommissaris gaat nu alle lidstaten langs om daar over te praten.

Hij zou het liefst zien dat een korting, die na het vertrek van Groot-Brittannië alleen Nederland nog krijgt, wordt afgeschaft. Handelsland Nederland is een van de grote nettobetalers door de relatief kleine bevolking. Daar staat een jaarlijkse korting van ongeveer 1 miljard euro tegenover.

Kleine groep

Het kabinet heeft laten weten dat het niet akkoord zal gaan met afschaffing van de korting. “Er is een kleine groep landen die veel harder wordt geraakt door de brexit dan anderen”, zei Hoekstra. “En daar hoort Nederland bij.” Meer betalen aan Europa is volgens de minister van Financiën geen optie. Hij vindt dat het Europese budget na het vertrek van Groot-Brittannië verkleind moet worden. “Dat is onze uitgangspositie”, zei Hoekstra, “en daar willen we ook op uitkomen.”

Of die korting echt sneuvelt “hangt af van de onderhandelingen”, zei Oettinger. Die gaan een jaar duren. Hij wees erop dat de lidstaten unaniem moeten instemmen met de meerjarenbegroting. Hij zei dat duidelijk is hoe Nederland erin staat. “Het is nu mijn verantwoordelijkheid om tot een uitgebalanceerd voorstel te komen, waar ook Nederland mee uit de voeten kan.”

Oettinger: Na Brexit kan Nederland korting op EU-bijdrage vergeten

Elsevier 18.01.2018 Nederland hoeft er niet op te rekenen dat het opnieuw een korting van 1 miljard euro krijgt op zijn bijdrage aan de Europese Unie, zegt eurocommissaris Günther Oettinger voor Begrotingszaken. Volgens Oettinger zijn de kortingen die Nederland, het Verenigd Koninkrijk en andere lidstaten krijgen ‘enorm bureaucratisch en complex in de uitvoering’.

Nu de Britten volgend jaar de EU zullen verlaten – en dus hun korting ‘de moeder aller kortingen’ verdwijnt – is het een mooi moment om de kortingen van andere lidstaten ook te schrappen, zegt Oettinger in een interview met FD, dat vrijdag verschijnt.

Eurocommissaris Oettinger was donderdag in Den Haag om het toekomstig Meerjarig Financieel Kader (MFK) te bespreken, onder anderen met premier Mark Rutte.

Oettinger vraagt ‘flexibiliteit’ om te compenseren voor gat door Britten

Volgens Oettinger is een groot deel van die kortingen er om de directe en indirecte gevolgen door de Britse korting richting bijvoorbeeld de Nederlandse afdracht te verlagen.

De korting van de Britten, die in 1984 door de Conservatieve oud-premier Margaret Thatcher werd afgedwongen, had een permanent karakter, in tegenstelling tot die van andere lidstaten. De andere kortingen lopen af als het huidige meerjarige financiële kader stopt. Dat is in 2020.

Jelte Wiersma: De Britten zijn al 500 jaar tegen een verenigd Europa

Maar het feit dat de Britten de EU volgend jaar verlaten, heeft meer consequenties dan alleen het vervallen van hun korting. Ze laten een miljardengat achter op de algehele begroting van de EU, een gat dat volgens Oettinger voor de helft moet worden opgevuld door te snijden in de uitgaven van de EU.

De andere helft moet worden opgevangen door andere EU-lidstaten, die op een verhoogde bijdrage moeten rekenen. Oettinger vraagt flexibiliteit van de lidstaten voor het nieuwe MFK, dat in 2020 moet ingaan en ook weer een looptijd heeft van zeven jaar.

Maar het verhogen van de bijdragen gebeurt niet zomaar. In de Europese Raad moeten alle EU-lidstaten er unaniem mee akkoord gaan, waarna ook alle 27 nationale parlement ermee moeten instemmen.

Kabinet wil korting niet afstaan

Minister Wopke Hoekstra van Financiën liet eerder echter weten dat het kabinet wil vasthouden aan de korting. Ook wil Nederland niet extra bijdragen aan de EU, wanneer Groot-Brittannië is weggevallen. De Britten zijn de grootste nettobetaler aan de EU, en nemen naar schatting een bijdrage van ruim 13 miljard euro op jaarbasis voor hun rekening.

Hoekstra, evenals de Tweede Kamer, vindt dat de EU maar moet bezuinigen om het gat op te vullen. Hoekstra, die donderdag ook met Oettinger sprak in Den Haag, pleit bovendien voor een modernisering van de begroting, waarbij er minder geld zou gaan naar subsidies voor landbouw en armere EU-landen, en meer geld uitgetrokken wordt voor innovatie.

Elif Isitman (1987) is sinds oktober 2014 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

GERELATEERDE ARTIKELEN;

Juncker wil hoger budget: ‘EU is meer waard dan een kop koffie’

Farage vreest ‘verlies van historische Brexit-winst’

Waarom is iedereen zo negatief over de EU?

Het gaat goed met de Nederlandse economie, moet het kabinet dan niet juist nu gaan bezuinigen?

VK 07.01.2018  2018 belooft al economische zonneschijn, maar het nieuwe kabinet doet er nog een schepje bovenop. Gevaarlijk, waarschuwen economen. En hoe denken de felste voorstanders van extra overheidsuitgaven in crisistijd hierover?

Als de Nederlandse economie een barbecue is, dan dreigt het kabinet dit jaar de rol te vervullen van de iets te enthousiaste buurman. Met een scheut spiritus stookt die het vuurtje nog eens extra op.

Steeds meer economen waarschuwen voor zo’n oververhitting. ‘De overheid jaagt de economische groei verder aan’, constateerde het Centraal Planbureau vorige maand niet zonder zorgen in zijn vooruitblik op 2018. De uitgaven – aan onder meer leger, verpleeghuizen, onderwijs – lopen met maar liefst 3,5 procent op. Zonder die extra stimulans zou de Nederlandse economie maar liefst 0,8 procent minder groeien. Dit verklaart volgens het CPB ‘voor een belangrijk deel de hogere BBP-groei dan die in onze buurlanden’.

‘Anticyclisch beleid’

Winkelend publiek in Rotterdam© ANP

Dat lijkt mooi, maar de aloude economenwijsheid schrijft voor dat overheden in de vette jaren juist een financiële buffer aanleggen. Anders is er, zoals Jozef in het Oude Testament de farao al voorhield, in de magere jaren geen graan meer om uit te delen. Zo’n ‘anticyclisch beleid’ blijkt desondanks politiek moeilijk te verkopen.

In plaats van de economie af te remmen, wordt het gaspedaal nog dieper ingedrukt – ook buiten Nederland. Zo zal de belastingverlaging van president Trump de toch al florerende Amerikaanse economie verder opzwepen. Ondertussen blijft de geldpers van de Europese Centrale Bank draaien. Tot dit najaar worden voor 270 miljard euro aan extra staats- en bedrijfsobligaties opgekocht. Dat komt boven op de reeds aangeschafte schuldenberg van meer dan 2300 miljard euro. ‘Een te langzame afbouw’ van dit historisch ongekende monetaire stimuleringsprogramma, schrijft het CPB, ‘kan leiden tot oververhitting van de economie.’

‘Economisch niet nodig’

Behalve het Planbureau zet ook De Nederlandsche Bank vraagtekens bij de miljardenuitgaven die Rutte III voor ogen heeft. ‘Politiek gezien begrijp ik het, na jarenlang bezuinigen’, zei DNB-directeur Job Swank onlangs bij een persconferentie. ‘Maar economisch is het niet nodig.’ Minder omfloerst formuleren de economen van de Rabobank het in een rapport: ‘Juist in de jaren na de crisis, toen de economie wel wat stimulans kon gebruiken, bezuinigde de overheid hard om de begroting op orde te brengen. Nu de economie is hersteld, gaat de overheid alleen maar verder stimuleren.’ Dat maakt de Nederlandse economie kwetsbaar. De pieken worden hoger, maar in tijden van crisis is het dal ook extra diep.

Met die kritiek keert het uit de crisis bekende bezuinigingsdebat voorzichtig terug – zij het in spiegelbeeld. Toen luidde de kritiek van sommige economen dat de regering de hand te veel op de knip hield. Nu wordt juist iets meer calvinisme bepleit.

Er is wel een groot verschil in de toon van de discussie. Die is heel wat minder fel. Logisch: ondanks fors hogere overheidsuitgaven, kan het kabinet ook de staatsschuld terugdringen. Dat is het voordeel van economische groei. Daar komt bij dat bezuinigingen veel meer weerstand oproepen dan extra uitgaven. Nederland kent nu eenmaal geen krachtige belangengroepen, zoals in Duitsland de Bond van Belastingbetalers, die de regering om de oren slaan met elke extra cent belasting die over de balk wordt gesmeten.

‘Wereldwijde economische situatie verre van normaal’

Bas Jacobs © Raymond Rutting / de Volkskrant

Bas Jacobs, hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam:

Hoewel hij zelf niet tegen méér economische stimulering door de overheid is, vindt de Rotterdamse hoogleraar economie Bas Jacobs die gelatenheid onbegrijpelijk. ‘Volstrekt inconsequent’, gedraagt de Nederlandse politiek zich volgens hem. ‘De partijen die de afgelopen crisisjaren het hardst geroepen hebben dat er bezuinigd moet worden, hebben nu collectief hun budgettaire orthodoxie overboord gegooid. Echt, daar zit geen enkele diepere economische gedachte achter. Het ergste is dat vrijwel niemand hier een woord aan vuil lijkt te maken.’

Natuurlijk onderschrijft hij het bekende adagium van de econoom Keynes: wie in slechte tijden de economie wil stimuleren, moet sparen als het economisch voor de wind gaat. Toch is Bas Jacobs, in de voorbije crisis een van de felste critici van het bezuinigingsbeleid, niet per se tegen de extra uitgaven van Rutte III.

‘Het is erg lastig in te schatten op welk punt in de economische cyclus Nederland zit’, legt hij uit. ‘Er is een aanwijzing voor oververhitting: de extreem lage werkloosheid. Tegelijkertijd groeit de economie al een paar jaar veel harder dan verwacht, terwijl de lonen en prijzen heel gematigd stijgen. Dat wijst nog op overcapaciteit. Daarnaast blijft de wereldwijde economische situatie verre van normaal, met de rente van de Europese Centrale Bank die op nul staat.’

In die situatie acht Jacobs het economische risico van bezuinigingen – tegenvallende groei – groter dan het risico van wat oververhitting. ‘Als landen als Nederland en Duitsland met hogere lonen en extra investeringen zorgen voor meer inflatie in het Eurogebied, helpt dat de ECB om het monetaire beleid te normaliseren. Dat is belangrijk, wil de centrale bank bij een volgende recessie nog iets uit kunnen richten.’

‘Nederland spaart te veel’

Coen Teulings. © anp

Coen Teulings, hoogleraar economie in Cambridge 

Ook de voormalige CPB-directeur is geen voorstander van extra zuinigheid. De reden daarvoor heeft niet zozeer te maken met de economische conjunctuur, maar is fundamenteler: net als buurland Duitsland spaart Nederland te veel.

‘De staatsschuld daalt razendsnel, van ruim 60 procent in 2016 naar iets meer dan 50 procent van het BBP in 2019. Het pensioenvermogen is de afgelopen tien jaar toegenomen van 120 naar 160 procent van het BBP. Dat klinkt mooi, maar mondiaal gezien is het een onhoudbare situatie. Tegenover de besparingen van het ene land, moeten immers wel spaartekorten van een ander land staan. Je kunt niet met zijn allen tegelijkertijd sparen. Dat is een recept voor chaos. Vergeet niet: voorafgaande aan de crisis van 2008 was het het enorme spaaroverschot van China dat de zeepbel op de Amerikaanse huizenmarkt opblies, met alle gevolgen van dien.’

De oplossing ligt voor de hand: laat de lonen stijgen en het geld binnenlands rollen. Wat Teulings betreft, had dit het beste tijdens de crisis kunnen gebeuren, om de pijn te verzachten. Tegen de economische cyclus in dus. ‘Het kabinet heeft indertijd gekozen voor forse bezuinigingen. Het gevolg is dat we, nu het beter gaat, weinig anders kunnen doen dan opnieuw procyclisch handelen: niet besparen. Maar laten we het vooral van de positieve kant bekijken. We zijn veel rijker dan we denken.’

Dit schreven we eerder over de economische feeststemming

Is de huidige economische feeststemming een voorbode van een nieuwe zeepbel plus crisis?
Stapt Nederland in dezelfde valkuil als tien jaar geleden, toen het aan de vooravond van de grootste economische crisis sinds de jaren dertig bleek te staan?

De economische paradox van 2017
In 2017 zijn Nederlandse huizenbezitters gemiddeld enkele tienduizenden euro’s rijker geworden. Als hun huis in de Randstad staat, is die winst vaak nog groter. De gewonnen rijkdom is wel van papier. Leidt die duurdere woning in de praktijk tot een dikkere portemonnee?

Economische groei zet ook in 2018 door
Als de huizenprijzen niet zo hard waren gestegen, zou de economische groei de afgelopen jaren ruim een kwart lager zijn geweest. Had de woningmarkt zich in een ‘normaler’, gematigd tempo hersteld, dan waren de consumentenuitgaven zelfs 60 procent lager geweest.

Volg en lees meer over:  ECONOMIE   NEDERLAND

Nederlandse werknemer profiteerde in 2017 qua loon amper van aantrekkende economie

VK 04.01.2018 De cao-lonen zijn in het afgelopen jaar minder gestegen dan in het jaar ervoor, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt. Vorig jaar namen de lonen 1,5 procent toe. In 2016 kregen werknemers er nog 1,8 procent bij. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Dat de loonstijging lager uitvalt dan in 2016 zou kunnen komen door het uitblijven van bepaalde cao-akkoorden, laat een woordvoerder van het CBS weten. Zo kregen de kappers- en uitvaartbranche nog geen nieuwe cao en heeft het CBS geen cijfers gepubliceerd over de sector onderwijs. In die sector zijn onvoldoende akkoorden getekend. In 2016 stond het onderwijs nog voor een loonstijging 3,9 procent in de boeken.

© vk

Ook speelt mee dat de ambtenarij in 2016 een goed jaar had. Overheidsdienaren kregen in dat jaar 3,2 procent extra. Vorig jaar kregen ambtenaren er nog slechts 1,1 procent bij. Bij de overheid werken relatief veel mensen, zodat het akkoord zwaar meetelt.

Wel goed doet de sector landbouw, bosbouw en visserij het. Werknemers in die branche kregen er het afgelopen jaar 2,3 procent bij.

Inflatie

De tegenvallende cijfers betekenen dat Nederlandse werknemers er qua loon in 2017 zeer weinig op vooruit zijn gegaan

De tegenvallende cijfers betekenen dat Nederlandse werknemers er qua loon in 2017 zeer weinig op vooruit zijn gegaan. De definitieve inflatiecijfers zijn nog niet bekend, maar de verwachting is dat de inflatie in het afgelopen jaar ook rond de 1,5 procent zal liggen. Bij dat percentage gaat de gehele stijging van de lonen op aan het duurder worden van goederen en diensten.

In 2016 was de inflatie nog historisch laag, waardoor de reële lonen (stijging van de lonen min stijging van de prijzen) sterk stegen. 

De loonstijging die het CBS meldt is een paar tienden lager dan de eerdere berekeningen vakbond FNV (1,76 procent erbij tot december en AWVN (1,78 procent erbij). Dat komt doordat die organisaties anders meten. FNV en AWVN turven de nieuw afgesloten CAO’s. Het CBS weegt werknemers zonder nieuwe cao ook mee.

Daarnaast beschikt het CBS over fijnmazige data. Het statistiekbureau weet beter hoeveel werknemers in een sector actief zijn en op welk salarisniveau zij zitten. Voor iemand met een hogere functie betekent een loonsverhoging van vijftig euro procentueel minder dan voor een werknemer met het minimumloon.

Wordt 2018 het jaar dat Nederland weer gaat staken?

In de nieuwe cao’s stijgen de lonen gemiddeld meer dan 2 procent per jaar; een symbolische grens. Is het de aanzet voor een langere periode met sterk stijgende lonen en groeiende welvaart voor de werknemer?

De economie groeit, de orderportefeuilles zijn vol en vacatures lastig in te vullen. Toch stijgen de lonen amper en gaat Nederland niet de straat op. Zijn we vergeten dat actievoeren loont? (+)

Volg en lees meer over:  ECONOMIE   NEDERLAND   VAKBONDEN

Loonstrook 2018 onder de loep: laagste inkomens leveren in

AD 04.01.2018 De meeste werknemers vinden deze maand nauwelijks extra geld op hun loonstrookje terug. Hoge inkomens gaan er het meest op vooruit, minima met een laag loontje leveren in. Dat blijkt uit berekeningen die loonstrookjesverwerker ADP vanmorgen heeft gepubliceerd.

Doordat het nieuwe kabinet net is gestart, zijn er weinig wijzigingen in de salarisstrook dit jaar, aldus Dik van Leeuwerden, ADP

Werknemers met een modaal salaris (2.894 euro) ontvangen straks netto 7 euro meer. Wie anderhalf keer modaal verdient, ziet nog 1 euro extra op de loonstrook. Mensen die meer verdienen (twee keer modaal) gaan er 16 euro op vooruit.

Bekaaid ervan af komen deeltijdwerknemers met een minimaal loontje van tussen de 1.000 en 1.500 euro per maand. Zij ontvangen tot vier euro minder. Werknemers met een minimaal salaris van 1.578 euro vinden 7 euro extra terug op hun salarisstrook.

Veel verdienende werknemers (5.750 euro of daarboven) profitereren doordat het top belastingtarief van 52 naar 51,95 procent daalt. Zij vinden eind januari tot 18 euro meer terug op hun salarisstrookje.

Veranderingen
De berekeningen van ADP zijn gebaseerd op alle veranderingen in onder meer fiscale regels, werknemerspremies en pensioenen. Ze staan los van loonsverhogingen die mensen krijgen doordat er een nieuwe CAO is afgesloten of doordat zij een treden in hun loonschaal stijgen. De CAO-lonen stegen vorig jaar gemiddeld met 1,5 procent, maakte het CBS vanmorgen bekend.

Het ADP, dat voor 1,4 miljoen werknemers de salarissen verwerkt, spreekt van een relatief saai jaar. ,,Doordat het vorige kabinet vanwege de lange formatie het grootste deel van 2017 demissionair was zie je dat veel veranderingen van Rutte III pas in 2019 ingaan,” zegt algemeen directeur Martijn Brand. ,,Daardoor zijn er weinig grote wijzigingen en veranderen de lonen relatief weinig.”

Een fictief loonstrookje zoals werknemers die het eind van deze maand op de deurmat vinden. © ANP

De reparatie van het derde WW-jaar drukt de lonen. Werknemers betalen daarvoor, aldus ADP.

De achteruitgang bij lage inkomens komt doordat de arbeidskorting niet geheel kan worden benut. Dat geldt voor alle inkomens tot 1750 euro per maand, zegt ADP-loonspecialist Dik van Leeuwerden.

,,Deze werknemers moeten er daarom goed op letten dat ze na 2018 het verschil via de aangifte inkomensbelasting terugvragen van de Belastingdienst.” Dat kan wel 250 euro opleveren.

De lonen voor de meeste werknemers stijgen iets ondanks dat de belastingtarieven in de tweede en derde schijf omhoog gaan naar 40,85 procent. ,,Maar omdat de inkomensgrenzen voor deze tarieven hoger zijn geworden en de heffingskortingen iets hoger zijn, blijft voor de meeste mensen uiteindelijk een kleine plus over,” aldus Van Leeuwerden.

Een factor die de loonstijging drukt is de reparatie van het derde WW-jaar. Het kabinet heeft bepaald dat werknemers die hun baan kwijtraken nog maximaal twee jaar recht op een WW-uitkering hebben. Met sociale partners is afgesproken dat het derde jaar toch mogelijk blijft maar dat werknemers de rekening betalen.

Ambtenaren

AMSTERDAM – Dik van Leeuwerden, loonspecialist ADP © Bart Maat

Het ADP keek naast algemene veranderingen ook naar branchegerelateerde werknemerspremies en grote pensioenregelingen bij onder andere ABP, Zorg & Welzijn en Metaal & Techniek.

Kijken we naar specifieke sectoren dan komen ambtenaren er bekaaid af. Omdat zij dit jaar meer pensioenpremie moeten betalen, gaat een modaal verdienende ambtenaar er slechts 5 euro per maand op vooruit. Overheidsdienaren die op twee keer modaal zitten zien hun loon zelfs een euro per maand op achteruit.

Bouwvakkers met doorsnee salaris gaan er 8 euro per maand op vooruit. In de zorg daalt de pensioenpremie licht en houdt personeel met een modaal salaris maandelijks 6 euro extra over. Voor 2,5 keer modaal is dat 15 euro.

Ook voor werknemers in de metaal en techniek zijn er iets lagere pensioenpremies. Een gemiddeld salaris stijgt 6 euro, voor twee keer modaal is dat 11 euro.

Pensionado’s

Pensioengerechtigen met een aanvullend pensioen of lijfrente zien hun uitkering iets dalen. Bij een aanvullend pensioen van 500 euro ontvangt iemand 1,25 euro minder per maand. Bij 750 euro is dat 1,88 euro. Het verschil loopt op tot bijna zeven euro bij een aanvullend pensioen van maandelijks 2.750 euro.

Reden van de daling is hun verhoogde bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. Die steeg van 5,4 naar 5,65 procent. Wel profiteren pensioengerechtigden met een uitkering tussen de 1.700 en 2.650 euro lichtjes van de verlenging van de eerste belastingschijf.

Werkgevers

Voor werkgevers gaan de arbeidskosten omhoog. Een ambtenaar met modaal salaris kost de overheid 23 euro per maand meer. Voor werkgevers in de bouw blijven de lasten grotendeels gelijk. Dat veel organisaties en bedrijven duurder uit zijn komt doordat de verplichte bijdrage voor de Zorgverzekeringswet van 6,65 naar 6,90 procent stijgt.

Ook de grondslag waarop deze bijdrage wordt berekend ligt hoger. De verplichte Algemene Werkloosheidspremie (AWF) neemt toe van 2,64 naar 2,85 procent. De zogeheten AOF-premie stijgt van 6,66 naar 6,77 procent. Voor een gemiddelde werknemer met modaal salaris betekent dit 21 euro hogere werkgeverslasten.

Bekijk in de infographic hieronder  de loonwijzigingen voor 2018:

Infographic lonen 2018 © ADP

Kapper ging er in 2017 het minst op vooruit, landbouw het meest

AD 04.01.2018 De cao-lonen zijn in 2017 minder hard gestegen dan in 2016. Gemiddeld gingen de lonen er afgelopen jaar met 1,5 procent op vooruit, terwijl dat een jaar eerder nog 1,8 procent was. Het minst stegen de lonen in de bedrijfstak ‘overige dienstverlening’, zo blijkt uit cijfers van het CBS.

Tot deze bedrijfstak behoren onder meer kappers en uitvaartverzorgers. Hier klommen de lonen met slechts 1 procent omhoog. In 24 procent van de cao’s kwam er voor deze groep geen nieuw akkoord tot stand.

Landbouwwerkers zijn er volgens het CBS het meest op vooruit gegaan: gemiddeld kregen zij een loonsverhoging van 2,3 procent.

Dit jaar is in de cao’s een gemiddelde loonstijging van 2,14% afgesproken. Dat betekent dat we er in 2018 dus wél weer op vooruit gaan wat betreft de cao-lonen.

Staat leent dit jaar minder dan gedacht

AD 03.01.2018 De Nederlandse staat denkt dit jaar minder geld te moeten lenen dan gedacht. Dat blijkt uit een nieuwe raming van het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën.

De staat schat in voor dit jaar genoeg te hebben aan 50,5 miljard euro, dat geleend zal worden op de kapitaal- en geldmarkt. De financieringsbehoefte ligt daarmee 3 miljard euro lager dan bij een eerdere raming medio december.

De verlaging hangt samen met een verbetering van de kaspositie aan het einde van 2017. Het agentschap verwacht tussen de 23 miljard en 29 miljard euro op te halen met de uitgifte van langlopend schuldpapier. In de rest van de financieringsbehoefte wordt voorzien met behulp van kortlopende leningen.

Sterke groei economie vlakt af

Telegraaf 02.01.2017 Voor beleggers remmen de winsten van 2017 komend jaar af. De eerste kwartalen houden stevige economische groei, vooral in Europa. Centrale banken, bedrijfsschulden en forsere correcties risico’s kunnen degelijke rendementen later in 2018 drukken, aldus strategen voor 2018.

De economie voorspellen blijft lastig. De consensus van doorzettende groei is opvallend onder strategen van alle zakenbanken en een tiental vermogensbeheerders. Het IMF rekent op een 3,7% beter bbp voor de wereld.

,,De markten staan op full steam ahead”, typeert hoofdeconoom Janwillem Acket van het Zwitserse Julius Bär. ,,Daar is economisch gezien voorlopig ook reden voor. Later in het jaar vind ik het verstandig wat kapitaal vrij te maken om snel van strategie te kunnen wisselen.”

Vooral de schuldenlast van bedrijven en huishoudens in China zijn, de grootste onder de kopzorgen van strategen (zie overzicht illustratie). Maar de dictatuur kan ook vrij snel ingrijpen, nuanceren de strategen meteen.

Meer voltatiliteit

De hele markt reageert nauwelijks op problemen zoals Noord-Koreaanse raketaanvallen. Maar de volatiliteit zal gaan toenemen, waarschuwt BlackRock, ’s werelds grootste vermogensbeheerder die tot 2020 wel groeiende aandelenmarkten voorziet. Want de nog steeds lage inflatie naast de aanhoudende monetaire steun van de ECB en de Federal Reserve bieden bedrijven en investeerders voldoende goedkoop kapitaal.

De verkiezingen dit jaar met anti-EU-partijenkrachten in Italië, en die in Mexico, Brazilië en Rusland, kunnen het stabiele sentiment verstoren. Terwijl de Brexit volgens de strategen al is ingeprijsd.

Het optimisme voor 2018 is historisch gezien zeer hoog. ,,We zitten in een bubbel, maar die barst nog niet”, typeert hoofdeconoom Keith Wade van vermogensbeheerder Schroders. Er is nog volop groei mogelijk voor beleggers, zegt ook hij. Voornamelijk in aandelen, claimt dit fonds. ,,Obligaties zullen met een half procent rentestijging in 2018 al een heel slecht rendement boeken”, bevestigt Corné van Zeijl (Actiam Vermogensbeheer).

Verschil rentetempo

De renteverschillen tussen de VS en de eurozone lopen in 2018 verder op. De Amerikaanse Fed onder leiding van nieuweling Jeremy Powell heeft drie renteverhogingen gepland, de ECB niet een. Met die afbouw zal de dollar stijgen tegen de euro, meent ETF Securities.

Volgens obligatiespecialist Mary Pieterse-Bloem van ABN Amro moeten beleggers rekening gaan houden dat een plots flink stijgende inflatie tot afwijkende, onverwachte ingrepen van centrale banken kan leiden.

,,Beleidsfouten door centrale bankiers behoren tot de grootste risico”, zegt hoofdstrateeg Jim McDonald van Northern Trust. Zonder uitzondering noemen strategen het grillige gedrag van Trump als rode vlag voor beleggers.

Oplopende waarderingen

De ECB zal de komende kwartalen sowieso de handen vol hebben aan het stoppen met het massaal opkopen van obligaties. Na de afbouw van het stimuleringsprogramma zal de ECB „in de lente of de zomer van 2019 voor het eerst de rente weer gaan verhogen”, stelt het Belgische Candriam. Maar vlakkere obligatiecurves tonen dat het herstel geleidelijker gaat dan hiervoor, waarschuwt ETF Securities.

Alle fondsen zijn daarnaast, met enige argwaan, enthousiast over Trumps belastingverlagingen. Amerikaanse bedrijven zullen profiteren. Het vrijgespeelde geld zal naar aandeelhouders gaan, wat tot oplopende waarderingen leidt. Maar die zijn al aan de stevige kant.

Europese aandelen blijven daarmee bij analisten favoriet voor 2018. „Wereldwijd zijn bedrijven uit de eurozone het meest aantrekkelijk geprijsd. Ook hun winsten zitten in de lift”, zegt hoofdeconoom Anton Brender van Candriam. Hij verwacht dat de Europese economie stabiel blijft groeien met 2,2%.

Gewilde sectoren

Opkomende markten zullen met hun opmars bijdragen aan een wereldwijde groei, van gemiddeld 3,6%, het hoogste niveau in tien jaar. „Het aantal kwetsbare landen, zoals Venezuela, is klein”, aldus Brender.

Naar sector bekeken trekken omzetten onder defensiebedrijven, financials, de entertainment-, sport- en reisbranche aan.

De autoproducenten blijven net als media-, retailconcerns, telecom-en kabelbedrijven en vastgoed gemiddeld vlak, tot zo’n 3% groei. De opmars van de elektrische auto krijgt nog weinig impact. Oliekartel OPEC zal bovendien zijn prijzen niet sterk kunnen verhogen, om schalieproducenten buiten de deur te houden.

Wat, afgezien van schokjes, in 2018 voor geringe prijsstijgingen van stook- en energieprijzen leidt.

Dit sorteercentrum van Wehkamp is het grootste geautomatiseerde sorteercentrum van Europa. De consument is koopzuchtig en het bedrijfsleven wil volop investeren. © Herman Engbers

Beter dan 2018 kan het economisch niet worden

Trouw 02.01.2018 Jubelen over de economie kan weer komend jaar. Voor het eerst sinds de crisis gaan alle remmen los.

Een economisch feestje wordt 2018 en het is bijna niet meer te verstoren. De consument is koopzuchtig, het bedrijfsleven wil volop investeren en geld lenen kost nog altijd bijna niets. Zie daar de ingrediënten die maken dat 2018 door een roze bril kan worden bezien. Economen hebben het over ‘hoogconjunctuur’ en een ‘groeispurt’. Kan het dan echt niet meer tegenvallen in 2018?

“Voor het eerst sinds het uitbreken van de crisis hebben we weer een echt goed jaar voor de boeg, waarin de werkloosheid laag is, de economie op volle toeren draait en de overheid ook nog eens grote uitgaven doet”, zegt Menno Middeldorp, hoofd onderzoek Nederlandse economie bij Rabobank. “Met de crisis in de achteruitkijkspiegel zijn we daar helemaal niet meer aan gewend.”

De Nederlandse economie groeit dit jaar met 3,1 procent, zo becijferde het Centraal Planbureau. De werkloosheid daalt naar het laagste niveau in tien jaar, namelijk naar 3,9 procent van de beroepsbevolking.

Hausse op de woningmarkt

Met de crisis in het achterhoofd zien veel consumenten de jubelstemming op de woningmarkt als een groot risico, zo blijkt uit een enquête van ING onder zijn klanten. Maar volgens Marieke Blom, hoofdeconoom van ING, is dit een verkeerde inschatting en is er niets ongezonds aan de hand. “Nederlanders blijven ook volgend jaar volop huizen kopen, omdat de hypotheekrente historisch laag blijft en de huizenprijzen gemiddeld lager liggen dan voor de crisis.”

Die goed draaiende woningmarkt is een belangrijke aanjager van de economie. Wie een huis koopt, geeft immers ook geld uit aan andere zaken. Denk aan een schilderbeurt, nieuwe gordijnen en meubilair. Het aantal woningen dat te koop staat, is in 2018 wel kleiner, zegt Blom. “Dat komt doordat er de afgelopen jaren te weinig woningen bij zijn gebouwd.” Blom verwacht dat het aantal huizen dat verkocht wordt daarom zal teruglopen. “Vooral in de Randstad zie je dat de markt droogkookt. Voor de toekomst moet er echt flink bijgebouwd worden.”

Halen huizenkopers zich niet veel te hoge hypotheekschulden op de hals? Dat valt gelukkig mee, vindt Middeldorp. “De regels voor het verkrijgen van een hypotheek zijn een stuk strenger geworden. Het gaat in de grote steden hard op de huizenmarkt, maar anders dan bij het uitbreken van de financiële crisis worden de aankopen niet gefinancierd met te hoge schulden. We hebben wel iets geleerd van alles wat er mis ging.”

Alleen in Amsterdam, waar de prijzen tot grote hoogten zijn gestegen, is het volgens Blom wel oppassen geblazen. “Wie voor een korte periode een huis wil kopen en daarvoor veel moet lenen, kan zich beter bedenken.” Volgens Middeldorp is Amsterdam een verhaal apart. “Wat daar gebeurt op de woningmarkt is zo anders dan in de rest van het land. Amsterdam krijgt steeds meer het karakter van een wereldstad als Londen of Parijs. Als je het met zo’n stad vergelijkt, zijn de ontwikkelingen beter te verklaren.”

De overheid trekt de portemonnee

Het kopen en verkopen op de woningmarkt gaat in 2018 dus vrolijk door. Valt er dan wellicht onheil te verwachten van het aflopen van het economisch steunprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB)? Ook die kans is klein. Sowieso blijft het stimuleringsbeleid nog doorlopen tot en met september, waardoor de rente laag blijft. En of het eind september 2018 echt voorbij is, hangt af van de economische omstandigheden van dat moment. Bankpresident Mario Draghi lijkt economische schokken in de eurozone koste wat het kost te willen voorkomen. “De ECB zal heel rustig en geleidelijk te werk gaan”, zegt Middeldorp.

Nederland gaat het in 2018 zelfs beter doen dan buurlanden, omdat de overheid de uitgaven fors opschroeft, zo schrijft het CPB. Er gaat meer geld naar onderwijs, defensie en zorg. Was de groei van de overheidsbestedingen in 2017 nog 0,4 procent, in 2018 wordt dat 3,5 procent.

Economen zijn niet per se blij met dit beleid. Een bekende economische aanname is namelijk dat de overheid juist bij economisch hoogtij moet sparen voor slechtere tijden. En in zwaar economisch weer moet de overheid geld uitgeven om de neerwaartse trend tegen te gaan. De politiek heeft echter de neiging om precies mee te bewegen met de economische golfbeweging, zegt Luc Aben, hoofdeconoom van vermogensbeheerder Van Lanschot. “Typisch procyclisch beleid.”

Ook de Nederlandse overheid haalde tijdens de crisis de broekriem aan en strooit nu het goed gaat met geld. Niet dat de schatkist daar nu echt last van krijgt: de inkomsten liggen volgend jaar hoger dan de uitgaven en dus is er nog steeds een begrotingsoverschot van 0,5 procent.

Geen bubbel, maar normalisering

Nu iedereen weer volop aan het besteden is en de economie weer op volle toeren draait, dringt de vraag zich op of er geen risico is op oververhitting. Maar volgens Blom is er geen sprake van een nieuwe zeepbel. “De economie is nog altijd bezig te normaliseren na het diepe dal. Wat we nu zien is een normale, positieve conjunctuurbeweging.” Wie denkt dat de economie oververhit raakt, kijkt volgens Blom te weinig naar de historie. “De crisis was uitzonderlijk. Als je kijkt naar hoe de economie daarvoor draaide, zie je dat er nu nog ruimte is voor verder herstel.”

In 2018 komt wel het moment dat de Nederlandse economie op de toppen van haar kunnen draait, zegt Aben. “De vrije capaciteit die er nog was om extra te produceren, is benut. Om verder te groeien moeten bedrijven investeren.”

Wat tot dusver tegenvalt is dat de economische voorspoed nog niet heeft geleid tot een grote loonstijging. Het CPB verwacht echter wel dat dit volgend jaar beter gaat en raamt een stijging van 2,2 procent. Volgens Blom is de loonstijging tot dusver tegengevallen, omdat lonen nu eenmaal traag meebewegen met economische veranderingen. “Tijdens de crisis duurde het ook even voordat je de lonen zag reageren.”

De ruime schil van flexibele arbeidskrachten is ook een mogelijke verklaring dat de loonstijging van het vaste personeel tot dusver tegenvalt. Zzp’ers krijgen meer opdrachten als het weer economisch goed gaat. “De verdiensten van zzp’ers knallen omhoog en omlaag met de toppen en dalen van de economie”, zegt Blom. Kees Vendrik, hoofdeconoom bij Triodos Bank, vreest echter dat de beperkte loonstijging blijvend is, te verklaren door de uitholling van de positie van de vakbonden. “Zij kunnen het onderhandelingsspel aan de cao-tafel minder hard spelen, waardoor het minder goed lukt om bedrijfswinsten in te zetten voor het verhogen van de lonen. Bedrijven besteden liever geld aan het belonen van de aandeelhouders of aan investeringen.”

Politiek loopt het wel los

Anders dan vorig jaar lijken economen zich over politieke risico’s in 2018 niet al te druk te maken. De economische gevolgen van de verkiezingen in Frankrijk, Duitsland en Nederland zijn meegevallen. “2017 was een jaar van blije verrassingen”, zegt Aben. “Het ging allemaal veel beter dan verwacht.”

En dus is nu de inschatting dat het met de Italiaanse verkiezingen ook wel los zal lopen. Een overwinning van de populistische Vijfsterrenbeweging kan natuurlijk leiden tot politieke turbulentie, maar dan nog zal dit de Europese economische motor niet schaden, zegt Aben. “Nu het zo goed gaat, is de kans op economische tegenwind klein.”

Is er dan niets dat het feestje kan verpesten? Daar lijkt het niet op. De ellende van de eurocrisis, die Nederland in 2011 nog in een recessie stortte, is grotendeels voorbij. Dat alle signalen voor de Nederlandse economie op groen staan, is zelfs te danken aan het opbloeien van de eurozone, aldus Aben. “De Europese consument profiteert van de afbrokkelende werkloosheid. Zelfs in het zuiden zie je dat steeds meer mensen weer aan het werk komen. Het resultaat is een groot vertrouwen bij consumenten en producenten. De eurozone staat eindelijk weer stevig op de eigen benen en is daardoor minder afhankelijk van gebeurtenissen in de rest van de wereld.”

Zelfs al mocht de Brexit, het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, wat moeizamer verlopen dan verwacht, dan nog kan dat de pret niet drukken, zegt Corné van Zeijl, vermogensbeheerder bij Actiam. “Nederland exporteert veel naar het Verenigd Koninkrijk. Dat kan teruglopen bij een moeizame Brexit. Maar het gaat nu zo goed met de Nederlandse economie dat we van zo’n tegenslag weinig zullen merken.”

Oververhitting in de Verenigde Staten

Als Van Zeijl toch een risico moet noemen, dan is dat de Amerikaanse economie, die al wel erg lang in een opwaartse beweging zit. “Met de belastingmaatregel stimuleert Trump nu extra, terwijl dat helemaal niet nodig is. De kans op oververhitting van de economie neemt daardoor toe.” Bij oververhitting is de vraag veel groter dan het aanbod, waardoor de inflatie stijgt. De Fed, de Amerikaanse Centrale Bank, zal dan de rente laten stijgen om de vraag te temperen. Het wordt dan namelijk weer aantrekkelijker om te sparen en minder aantrekkelijk om geld te lenen. “Vroeg of laat komt er een terugslag. En zo’n correctie in de Verenigde Staten, voel je ook in de Europa.”

Ook hangen de oplopende schulden in China nog altijd als een donkere wolk boven de internationale markt. Om de hoge economische groei vol te kunnen houden, blijven de schulden verder stijgen. De gigantische schuldenberg wordt al jaren gezien als een risico voor de financiële stabiliteit in de wereld. “Het is de vraag of de Chinese overheid voldoende controle heeft om ervoor te zorgen dat dit geen probleem wordt”, aldus Van Zeijl.

En wie verder kijkt dan de economie van vandaag de dag, ziet dat we juist deze tijden van economische voorspoed moeten gebruiken om structurele problemen aan te pakken, zegt Vendrik. “Ja, de Nederlandse economie groeit met 3,1 procent. Maar daarbij hoort de krachtige kanttekening dat deze groei voornamelijk mogelijk wordt gemaakt door fossiele brandstof. De welvaart van nu zouden we moeten gebruik om de transitie naar duurzame energie te versnellen. Het klimaatakkoord dat minister Wiebes gaat sluiten in 2018 is daarbij cruciaal.”

Hoekstra: misschien extra lastenverlichting

Telegraaf 30.12.2017 Het kabinet sluit extra lastenverlichting niet uit. Minister Hoekstra van Financiën zet de deur op een kier om een deel van eventuele begrotingsoverschotten terug te geven aan de belastingbetaler.

In een interview met deze krant wijst de CDA’er erop dat het kabinet traditiegetrouw in het voorjaar bekijkt of er onder de streep extra geld overblijft. Doordat de economie harder groeit dan eerder werd voorspeld, is het niet ondenkbaar dat er meer belastinggeld wordt opgehaald dan gedacht. Zo kende de begroting ook dit jaar een miljardenoverschot.

Regeringspartij VVD drong er bij monde van VVD-Kamerlid Hennis vlak voor de kerst al op aan dat bij meevallers de belastingbetaler meedeelt in de pot. Minister Hoekstra (Financiën) benadrukt echter zuinig te zijn en gevraagd naar een scenario van overschotten wil hij eerst kijken of er nog geld moet worden uitgetrokken voor specifieke onderwerpen. Maar lastenverlichting noemt hij vervolgens ook een ’optie’.

De bewindsman waarschuwt echter dat de Brexit nog voor een flinke tegenslag voor de economie kan zorgen. „Dat is evident een van de grootste risico’s die de komende jaren op ons afkomt.” Bovendien erkent Hoekstra dat de klimaatrekening fors kan oplopen.

BEKIJK OOK:

’Streng op staatskas passen’

Hoekstra kijkt naar mogelijkheden voor extra lastenverlichting

NU 20.12.2017 Minister Wopke Hoekstra (Financiën) is bereid te kijken of er op termijn een formule gemaakt kan worden voor wat er moet gebeuren met eventuele financiële meevallers bij de overheid.

Nu is het zo dat meevallers terugvloeien naar de staatsschuld. Dat noemen ze op het ministerie “trendmatig begrotingsbeleid”.

VVD-Kamerlid Jeanine Hennis vroeg aan Hoekstra naar de mogelijkheden voor zo’n “meevallersformule”.

Ze wil, zonder het overschot “te verbrassen”, extra lastenverlichting zodat mensen de economische groei ook in hun portemonnee voelen. Het trendmatig begrotingsbeleid “fijnslijpen”, noemt de VVD-politica dat.

“Ik ga daarover nadenken”, zei Hoekstra woensdag tegen Hennis in de Tweede Kamer.

Als er extra geld is te verdelen, zijn er volgens de bewindsman drie smaken: andere overheidsuitgaven, teruggeven aan burgers in lastenverlichting of terug laten lopen naar de staatsschuld.

Maar zo ver is het nog niet. In het voorjaar wordt pas de balans opgemaakt en beoordeelt Hoekstra het wensenlijstje van zijn collega-ministers. “Dan hak ik die gordiaanse knoop door.”

Het vorige kabinet kende zo’n formule wel, maar toenmalig minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem deed hier uiteindelijk niets mee toen er wel een overschot was, benadrukte PVV’er Tony van Dijck. In het huidige regeerakkoord is hier niets over afgesproken.

Meevallers

De vraag is zeer actueel omdat de economie weer fors aantrekt. Woensdagochtend schroefde het Centraal Planbureau (CPB) de economische groeiverwachting voor 2018 nog op naar ruim 3 procent.

Hoekstra noemt het trendmatig begrotingsbeleid “het belangrijkste anker dat we hebben”. Hij brengt in herinnering dat Nederland ongeveer zes miljard euro per jaar aan rente betaalt. Het is daarom niet zo gek dat het “zuurverdiende geld” van werkend Nederland naar de staatsschuld vloeit.

Hoekstra vraagt zich daarom in de Kamer hardop af of de VVD-wens niet haaks staat op deze methode. Je weet namelijk niet waar de Nederlandse economie zich in de conjunctuur precies bevindt. Zit je net voor het punt van oververhitting, dan is het onverstandig om extra geld uit te geven, vindt de bewindsman.

Dus wat doe je in het geval als er extra geld is te verdelen: De staatsschuld verder terugschroeven of de lasten voor burgers verlichten? “Vraag aan drie economen wat je moet doen, en je krijgt vier verstandige antwoorden. Daarom ben ik voorzichtig”, aldus Hoekstra.

Olie op het vuur

Ook PvdA-Kamerlid Henk Nijboer waakt voor de mogelijkheid van extra investeringen terwijl de economie misschien tegen oververhitting aan zit. “Wij gooien geen olie op het vuur”, zei hij.

Maar Nijboer verwacht dat de politieke druk om het overschot toch uit te geven toe zal nemen. In dat geval wil de PvdA dat er extra wordt geïnvesteerd in onderwijs, huren, politie en zorg.

Hoekstra zal begin februari in een brief aan de Kamer verder uiteenzetten of hij iets ziet in een meevallersformule en zo ja, hoe die formule er dan precies uitziet.

Lees meer over: Wopke Hoekstra Nederlandse economie


VVD wil extra lastenverlichting, minister terughoudend

Telegraaf 20.12.2017 Regeringspartij VVD zou graag zien dat een deel van toekomstige overschotten op de begroting worden gebruikt voor lastenverlichting. Minister Hoekstra (Financiën) reageert echter zeer terughoudend.

Dit jaar is er op de begroting een overschot van zo’n 3 miljard euro. In principe is afgesproken dat overschotten gebruikt worden om de staatsschuld te verlagen. Maar woensdag tijdens een debat over de begroting van 2017 pleitte VVD-Kamerlid Jeanine Hennis ervoor dat in de toekomst ook een deel wordt gebruikt voor lastenverlichting, volgens een nog te bepalen ‘meevallersformule’.

In het vorige regeerakkoord tussen VVD en PvdA was zelfs afgesproken dat een kwart van de overschotten voor lastenverlichting zou worden. Maar door de crisis waren er pas plussen toen het kabinet al demissionair werd. Toenmalig minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) vond het daarom niet gepast om alsnog dat geld uit te gaan geven.

Zo’n afspraak is nu niet gemaakt in het regeerakkoord van VVD, CDA, D66 en CU, terwijl er wel van wordt uitgegaan dat er jaarlijks een overschot van zo’n 0,5 procent overblijft. Hennis vindt dat over de besteding daarvan nadere afspraken moeten worden gemaakt.

Aarzelend

Huidig minister Wopke Hoekstra van Financiën reageerde echter aarzelend op de suggestie van de VVD. Hij wees er tijdens het debat op dat de coalitiepartijen dit keer niet zo’n afspraak hebben gemaakt en dat er voorzichtig moet worden omgesprongen met de financiën.

Wel zei de bewindsman toe de komende maanden in een brief aan de Tweede Kamer hierop terug te komen nadat hij zijn licht nog eens heeft laten schijnen over het begrotingsbeleid.

Koopkracht

Tijdens het debat werd ook ingegaan op de nieuwe voorspellingen van het Centraal Planbureau. PVV-Kamerlid Teun van Dijck noemt de verwachte koopkrachtstijging van 0,6 procent voor 2018 ‘kruimels’. „Nederland mag zich een slag in de rondte werken voor een schijntje.”

Hij wijst erop dat koopkrachtstijging mede afhankelijk is van stijgende lonen en dat dit nog moeizaam gaat. Tegelijkertijd stijgen wel de uitgaven van de overheid, wat wordt bekostigd door de extra inkomsten aan belastingen en premies. „Alles voor Wopke, niks voor Henk en Ingrid”, schamperde Van Dijck daarover aan het adres van de minister van Financiën.

Sociale partners

Hoekstra erkende daarop dat de koopkracht achter blijft en dat dit niet alleen afhankelijk is van het kabinetsbeleid, maar ook van de lonen. „Onze waarneming is dan ook dat er ruimte is voor loonstijging en we roepen de sociale partners op om rond de tafel te gaan om tot goede nieuwe afspraken te komen.”

De lastenverlichting die het kabinet voor Nederland in petto heeft door te draaien aan de belastingtarieven gaat pas per 2019 in.

Meeste huishoudens volgend jaar vooruit in koopkracht

NOS 20.12.2017 De meeste huishoudens gaan er volgend jaar in koopkracht licht op vooruit. Minister Koolmees van Sociale Zaken heeft in een brief aan de Tweede Kamer de effecten van alle maatregelen nog eens op een rij gezet, en daarbij ook rekening gehouden met de vandaag gepubliceerde ramingen van het Centraal Planbureau.

Koolmees erkent in zijn brief dat de stijging niet voor alle groepen geldt. Zo gaan alleenverdieners met een modaal inkomen die kinderen hebben er gemiddeld 0,2 procent op achteruit en leveren AOW’ers met een pensioen tot 10.000 euro en alleenstaanden met een uitkering, zonder kinderen, 0,1 procent in.

Gepensioneerden met alleen AOW

Voor gepensioneerden met alleen AOW blijft de koopkracht gelijk of ze gaan er licht op vooruit. Dat geldt ook voor sociale minima met kinderen.

Volgens de tabellen van Sociale Zaken is de grootste stijging in de ‘voorbeeldhuishoudens’ 0,5 procent: die geldt voor tweeverdieners met kinderen van wie de ene partner twee maal modaal verdient en de andere een half maal modaal, plus voor alleenstaanden met twee keer modaal en alleenstaande ouders met het minimumloon. Het CPB schat het modale inkomen volgend jaar op 37.500 euro per jaar.

Loonstrookje

Bij de berekeningen van het ministerie is gekeken naar de ontwikkeling van de lonen in 2018, de inflatie, de zorgpremie en de toeslagen. De lastenverlichting die in het regeerakkoord is afgesproken, zal pas vanaf 2019 effect hebben.

Ook de loonstrookjes laten voor de meeste mensen een lichte plus zien. Koolmees benadrukt dat de ontwikkeling van de koopkracht een vollediger beeld geeft van het besteedbaar inkomen dan het loonstrookje.

BEKIJK OOK;

Economische groei houdt volgend jaar nog aan

‘Alle werkenden gaan er door nieuw kabinet op vooruit’


Bruisende economie niet op loonstrookje terug te zien

AD 20.12.2017 De economie mag dan op volle toeren draaien, Nederlanders zien daar voorlopig amper iets van terug in hun portemonnee. Het eerste loonstrookje in januari zal voor de meeste mensen slechts een heel klein plusje laten zien. Ouderen zien hun AOW-uitkering weliswaar iets toenemen, maar die verhoging wordt bijna helemaal ongedaan gemaakt door een lager aanvullend pensioen.

Dat blijkt uit de jaarlijkse loonstrookjesbrief die het ministerie van Sociale Zaken vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Pas in 2019 zal de koopkracht van mensen meer toenemen, omdat de lastenverlichting die het nieuwe kabinet wil doorvoeren zich dan laat voelen.

Het Centraal Planbureau (CPB) becijferde vanochtend dat de economische groei in 2018 op 3,1 procent uitkomt. Daarmee is er sprake van hoogconjunctuur, die deels wordt aangejaagd doordat de overheid het geld flink laat rollen. Lastenverlichting blijft echter uit: Nederlanders blijven in 2018 een even groot deel van hun inkomen afdragen aan belastingen en premies, gemiddeld bijna 39 procent.

Magere toename

Hoewel de gemiddelde loonstijging volgens het CPB komend jaar toeneemt van 1,6 naar 2,2 procent per jaar, gooien stijgende prijzen – de inflatie stijgt van 1,4 naar 1,6 procent – roet in het eten.

Onder de streep blijft volgens Sociale Zaken daardoor een magere toename van het besteedbaar inkomen over van hooguit 0,5 procent. Dit geldt vooral voor gezinnen met kinderen en alleenstaanden die twee keer modaal (ongeveer 70.000 euro) verdienen. Pas in 2019 zal de gemiddelde koopkrachtstijging boven 1 procent uitkomen.

Slechter af zijn modale eenverdieners met kinderen, en ouderen met een aanvullend pensioen. Zij leveren onder de streep respectievelijk 0,2 en 0,1 procent in.

Economische groei houdt volgend jaar nog aan

NOS 20.12.2017 De economie piekt. Na de positieve berichten van De Nederlandsche Bank maandag ziet ook het Centraal Planbureau de economische toekomst zonnig in.

Volgens het CPB komt dat onder meer doordat de overheid meer geld uitgeeft. Zo gaat er komend jaar meer geld naar defensie en onderwijs. Daarnaast zullen ook de uitgaven aan zorg toenemen.

Net als dit jaar zal de economie volgend jaar met meer dan 3 procent groeien, stelt het CPB. Verder daalt de werkloosheid naar het laagste niveau sinds 2008 en zal de inflatie – het prijspeil en de kosten van levensonderhoud – met 1,5 procent vrij laag zijn.

Meer loon

Omdat de werkloosheid daalt en er minder mensen beschikbaar zijn om de beschikbare banen te vullen, zullen werkgevers meer loon gaan betalen om personeel te krijgen en houden.

De lonen zullen dan ook stijgen, verwacht het CPB. Wel gaan ze dit en komend jaar iets minder hard omhoog dan eerder verwacht, omdat sommige nieuwe loonafspraken langer op zich laten wachten dan gedacht.

Verder blijft er volgend jaar netto gemiddeld wat meer geld over van het loon om te besteden. De loonstijging is dan namelijk nog iets hoger dan de stijging van de inflatie.

Maar in 2019 lijkt dat verschil kleiner te worden. Maandag signaleerde DNB al dat de inflatie dat jaar hoger zal zijn, en dat mensen dus ondanks een hoger loon minder geld zullen overhouden.

Economie groeit volgend jaar veel harder dan gedacht

Elsevier 20.12.2017 De Nederlandse economie groeit in 2018 harder dan eerder werd gedacht. Het Centraal Planbureau (CPB) rekent op 3,1 procent groei.

Het CPB ging bij de raming in augustus nog uit van 2,5 procent groei. Eerder deze week verhoogde ook De Nederlandsche Bank (DNB) zijn groeiverwachtingen voor 2018 tot boven de 3 procent. ABN AMRO, ING en Rabobank gaan nog uit van iets minder dan 3 procent groei.

Voor 2017 komt de economische groei in Nederland volgens het CPB uit op 3,2 procent. Daarmee zijn de rekenmeesters van het kabinet iets minder optimistisch dan die van DNB, die uitgaan van 3,3 procent groei. Groei met meer dan 3 procent kwam voor het laatst voor in 2007, voorafgaand aan de crisis.

Wat kan de positieve ontwikkeling bedreigen?

Groei komt vooral door overheidsbestedingen

Het zijn volgens het CPB vooral de overheidsbestedingen die de positieve ontwikkeling aanjagen. Door de in het Regeerakkoord aangekondigde maatregelen nemen de bestedingen komend jaar met 3,5 procent toe. In 2017 werd nog 0,4 procent meer uitgegeven door de overheid.

De extra uitgaven aan onder meer onderwijs en defensie en de stijgende zorgkosten zorgen niet voor problemen met de begroting. Er blijft sprake van een begrotingsoverschot van 0,5 procent.

Stijging van de koopkracht door loonsverhoging

De werkloosheid daalt verder naar 3,9 procent van de beroepsbevolking, het laagste niveau in tien jaar. Dat komt door een groei van de werkgelegenheid met 2 procent, terwijl het arbeidsaanbod minder snel toeneemt.

De verwachting is dat bedrijven door de krapte op de arbeidsmarkt de lonen verhogen om personeel te kunnen vinden en behouden. Dat zorgt weer voor een stijging van de koopkracht.

    Fleur Verbeek (1991) werkt sinds oktober 2017 op de webredactie. Ze studeerde Journalistiek aan de Hogeschool van Utrecht.

Economische groei zet ook in 2018 door, mede dankzij aanhoudende euforie op woningmarkt

Al zal deze huidige, harde groei niet eeuwig doorgaan, waarschuwt DNB

VK 19.12.2017 Als de huizenprijzen niet zo hard waren gestegen, zou de economische groei de afgelopen jaren ruim een kwart lager zijn geweest. De Nederlandsche Bank (DNB) publiceerde maandag eigen berekeningen waaruit blijkt hoe afhankelijk de Nederlandse economie is van de woningmarkt.

Had de woningmarkt zich in een ‘normaler’, gematigd tempo hersteld, dan waren de consumentenuitgaven zelfs 60procent lager geweest. Dat komt doordat hoge huizenprijzen huiseigenaren een gevoel van welstand bezorgen, waardoor huishoudens meer geld uitgeven. Bovendien zijn tal van bedrijven  van de bouw tot doe-het-zelfketens  voor hun inkomsten direct afhankelijk van de woningmarkt.

Personeelstekorten

Afhankelijkheid van huizenmarkt maakt economie er een van pieken en dalen, aldus DNB-directeur Job Swank.

Dat is geen goed nieuws, zei DNB-directeur Job Swank maandagochtend tijdens een persconferentie. ‘Je zou willen dat onze economie ook zonder die woningmarkt krachtig groeit.’ In plaats daarvan blijft Nederland mee ademen met de huizenprijzen. Gaan die omhoog, dan draait de economie op volle toeren. Dalen ze, zoals in de recente crisis, dan is de malaise des te groter. ‘De Nederlandse economie is er een van pieken en dalen’, constateert Swank. ‘Dat leidt ertoe dat je pech- en geluksgeneraties krijgt.’

Swank zou dat conjunctuureffect, dat in Nederland dus wordt versterkt door de woningmarkt, graag willen dempen. ‘Niet op de laatste plaats omdat de huidige, harde groei op de huizenmarkt niet eeuwig door zal gaan.’

Sinds het dieptepunt in 2013 zijn de huizenprijzen met gemiddeld ruim eenvijfde gestegen. In Amsterdam zijn woningen nu zelfs een kwart duurder dan aan de vooravond van de crisis in 2008, in Rotterdam 13 procent.

Gekte op woningmarkt

Sinds het dieptepunt in 2013 zijn de huizenprijzen gemiddeld met ruim een vijfde gestegen

Job Swank, directeur DNB © ANP

Ondanks zijn latere kanttekening over de woningmarkt begon Swank zijn persconferentie op ongebruikelijk opgewekte toon. DNB verwacht namelijk dat de economie ook volgend jaar zal groeien en bloeien. ‘Ik heb een boel goed nieuws voor u’, meldde Swank. De economische vooruitzichten waarmee hij strooit zijn ongekend positief. Na de piek van 3,3 procent dit jaar verwacht DNB voor 2018 een groei van 3,1 procent.

De staatsschuld smelt weg als sneeuw onder de zon. Werkloosheid? Die daalt verder van 4,9 procent dit jaar naar een extreem lage 3,5 procent in 2019. Een op de vijf bedrijven zegt een tekort aan personeel of productiemiddelen te ervaren. Daarnaast laten huishoudens het geld rollen en neemt zelfs het aantal vaste contracten na een jarenlange daling sinds kort weer serieus toe. ‘Alles werkt mee’, concludeert Swank, die binnen DNB verantwoordelijk is voor monetaire zaken en financiële stabiliteit.

DNB is zelfs nog iets positiever over de economische groei dan Rabobank en ABN Amro de afgelopen dagen waren. Woensdag komt het Centraal Planbureau met zijn nieuwste raming.

Lonen beginnen te stijgen

Een half jaar geleden waarschuwde DNB dat de Nederlandse lonen achterblijven bij de snelle economische groei. Daarin lijkt voorzichtig verandering te komen. De contractlonen stijgen de komende jaren met meer dan 2 procent. Ook de zogenoemde ‘arbeidsinkomensquote’ – het deel van de taart dat naar de werkenden gaat – verbetert tot en met 2019 licht, van 72,3 naar 73,4 procent.

Desondanks durft DNB nog niet van een definitieve ommekeer te spreken. Daarvoor zijn de loonstijgingen te bescheiden. Na aftrek van inflatie blijft er weinig over. DNB-directeur Swank toont zich daarom ‘een beetje’ tevreden. ‘Maar er blijft ruimte voor loonstijgingen in sectoren als de horeca, handel, vervoer en zakelijke diensten.’

Volg en lees meer over:  ECONOMIE   NEDERLAND   WONINGMARKT

Waarom alle economische groei volgens Wiebes op zal gaan aan de energietransitie

‘Alles wat ik in mij heb zal ik inzetten om gaswinning omlaag te krijgen’

VK 16.12.2017 De jaarlijkse economische groei van Nederland gaat de komende dertig jaar op aan de kosten van de energietransitie. Die kosten voor het overgaan van fossiele brandstoffen op hernieuwbare energie als zon en wind komen uiteindelijk terecht bij huishoudens.

Aldus overhandigde VVD-minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat zijn geloofsbrieven aan de Tweede Kamer. Hij deed dat deze week bij zijn eerste grote debat als minister. ‘De transitie, geachte leden en aanwezigen, die kost geld.’ Zo expliciet hoorden we het kabinet-Rutte III nog niet.

Circa 1 tot 3 procent van het bruto binnenlands product kost het elk jaar om het einddoel te halen, schatte Wiebes bij het debat over zijn begroting – zoals alle ministers van Rutte III greep hij zijn begrotingsdebat aan voor een minitroonrede over zijn belangrijkste opdracht de komende kabinetsperiode. Het einddoel volgt uit het mondiale klimaatakkoord van Parijs: in 2050 moet Nederland vrijwel volledig zijn overgeschakeld op duurzame energie en moet de uitstoot van broeikasgassen nihil zijn. Dit is nodig, dicteert ‘Parijs’, om de opwarming van de aarde flink onder de 2 graden Celcius te houden, liefst onder de 1,5 graad.

Een kostenpost van 1 tot 3 procent van de omvang van de economie komt neer op 7- tot 21 miljard euro per jaar. ‘Dat is de economische groei van dit jaar’, zei Wiebes. ‘Die reserveren we de komende dertig jaar voor het transitiedoel.’ Het kan erger, hield Wiebes de Kamer voor: minder efficiënt. ‘Als we het met onze ogen dicht en onnozel doen, dan hebben we het over veel meer dan 1 tot 3 procent.’

Waar bestaan die kosten volgens Wiebes uit? ‘Heb ik het nou over de energierekening? Nee, daar heb ik het absoluut niet over.’ Wat dan wel? Specifieker dan ‘inflatie, huur en producten’ werd de minister niet. Die kosten komen in eerste instantie terecht bij bedrijven en huishoudens.

‘Na acht uur ’s avonds ben ik echt niets meer waard’, zei de minister tijdens het debat dat een half uur eerder was begonnen en dat tot kwart voor twee ’s nachts zou duren

Maar omdat bedrijven hun kosten doorberekenen, stelt Wiebes, komen ze in tweede instantie ‘uiteindelijk weer terecht bij consumenten en consumenten zijn weer huishoudens’. Die gaan dat terugzien in hogere belastingen. Volgens Wiebes vindt driekwart van Nederland dat redelijk. Maar als de kosten nog hoger worden, is zijn overtuiging, haakt Nederland af.

Kamerleden sloegen niet erg aan op het weidse kostenplaatje dat Wiebes hun voorhield. ‘Een niet om aan te horen ellendig lang betoog’, zei PVV’er Dion Graus. Van andere Kamerleden kreeg Wiebes vragen over de samenhang van zijn visie met mestvergisting, de duurzaamheid van overheidsgebouwen en de verhoging van het lage btw-tarief. Als zijn meeslepend bedoelde betoog wordt onderbroken door zulke praktische zaken, gaat Wiebes’ stem steevast een octaaf omlaag en reageert hij enigszins vermoeid. ‘Na acht uur ’s avonds ben ik echt niets meer waard’, zei de minister tijdens het debat dat een half uur eerder was begonnen en dat tot kwart voor twee ’s nachts zou duren.

De afhankelijkheid van Gronings gas raken we kwijt. Dat zou zo welkom zijn. Maar ik zeg er gelijk bij: dat is straks

GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee wilde wel meer weten van het ‘de energietransitie kost heel veel geld’-verhaal van Wiebes. Wat betekent het voor de koopkracht? Want als de economische groei – die ook een keer ophoudt – opgaat aan de energietransitie, geldt dat wellicht ook voor de groei van de micro-economie op huishoudniveau. Dan verdwijnt de door Rutte III beloofde lastenverlichting als sneeuw voor de zon – zeker als lagere inkomens zich het niet kunnen veroorloven om bijvoorbeeld zonnecellen te plaatsen of hun (huur)woning te laten isoleren.

Nederland timmert al een halve eeuw koopkrachtplaatjes in elkaar, was de Wiebesiaanse reactie. In de modellen die eraan ten grondslag liggen wordt expliciet rekening gehouden met de energietransitie, stelde de minister. ‘Dit regeerakkoord zorgt ervoor dat alle groepen erop vooruitgaan.’

Alles wat ik in mij heb zal ik inzetten om het winningsniveau omlaag te krijgen. Het is niet eenvoudig. Je zal er maar verantwoordelijk voor zijn

Los daarvan, doceerde hij met brede armgebaren, na die transitie zijn we niet meer afhankelijk van olielanden. ‘De gemiddelde autorijder maakt daar gewoon 500 euro per jaar naar over.’ Ook mooi: ‘De afhankelijkheid van Gronings gas raken we kwijt. Dat zou zo welkom zijn. Maar ik zeg er gelijk bij: dat is straks.’

‘Kunt u in elk geval concreet maken dat we de komende twee jaar die gaskraan flink gaan dichtdraaien?’, was de inhaker van het Groningse SP-Kamerlid Sandra Beckerman. Wiebes’ stem ging weer omlaag, de blik ging op ‘na acht uur’. Er volgde: ‘Alles wat ik in mij heb zal ik inzetten om het winningsniveau omlaag te krijgen.’ Concreter werd Wiebes niet. ‘Het is niet eenvoudig. Het is hoogst oncomfortabel.’ En dan, meer voor zichzelf: ‘Je zal er maar verantwoordelijk voor zijn.’

Volg en lees meer over:  NEDERLAND   ECONOMIE   DUURZAAMHEID   POLITIEK   AARDBEVINGEN IN GRONINGEN   ERIC WIEBES


Bruisende economie bedreigd door tekort aan personeel

AD 14.12.2017 Het vertrouwen in de economie is onveranderd hoog en dat blijkt ook uit de verwachtingen voor volgend jaar. Ook dan blijft de economie flink groeien, met bijna 3 procent.

© ING Economisch Bureau

Dat blijkt uit onderzoeksrapport Outlook 2018 van het ING Economisch Bureau. Het enige dat de groei de komende jaren in de weg zou kunnen staan, is volgens het onderzoek het personeelstekort dat momenteel ontstaat in alle sectoren.

,,Al met al gaat het economisch goed met Nederland”, aldus Marieke Blom, hoofdeconoom van het ING Economisch Bureau. ,,Die constatering wordt echter vaak omgezet in de vraag: ‘hoelang gaat het nog goed?’ Zowel consumenten als bedrijven zijn een beetje getraumatiseerd door de lange crisis die we achter de rug hebben. Begrijpelijk, maar de groei is breed gedragen en er is nog geen sprake van oververhitting.”

De economie van het eurogebied is steeds beter gaan draaien en daar profiteert Nederland van, blijkt uit het onderzoek. Maar de economische groei komt voornamelijk uit het binnenland. Zowel consumenten als bedrijven geven meer uit en het regeerakkoord van 2018 voorziet extra overheidsuitgaven. Dat extra geld besteedt de overheid aan onder meer het onderwijs, onderzoek en ontwikkeling, infrastructuur, openbaar bestuur en defensie. Dit geeft volgens het ING Economisch Bureau een impuls aan de economie.

Lees ook;

Dít zijn de banen van de toekomst (plus de 5 beroepen die je niet moet kiezen)

Lees meer

Kijkend naar het Nederlandse bedrijfsleven, verwacht het ING Economische Bureau groei in alle sectoren, waarbij vooral de sectoren transport, toerisme, zorg, de bouw en de zakelijke dienstverlening in 2018 een bovengemiddelde groei zullen tonen.

Toch kan de economie de komende jaren ook weer onder druk komen te staan, voorziet het onderzoek. Door de aanhoudende groei vinden ook steeds meer mensen werk en dat leidt tot tekorten aan arbeidskrachten. De eerste voortekenen van krapte op de arbeidsmarkt zijn te zien in specifieke sectoren, met name in de bouw, ICT en in de industriesector.  Volgens de ING-economen is dit pas het begin.

© ING Economisch Bureau

,,Een op de zes bedrijven ervaart inmiddels een tekort aan personeel, en dat loopt snel op”, stelt Marieke Blom. ,,Het is dan ook belangrijk dat bedrijven hun productiviteit verhogen door zowel te investeren in mensen als in technologie. Bedrijven die dit niet doen dreigen daarmee groeikansen te missen, zeker als de arbeidsmarkt krapper en krapper wordt. Dat zou ook de groei in Nederland kunnen schaden, terwijl Nederland nu juist bezig is met een conjuncturele inhaalslag ten opzichte van andere Europese landen.”

De krapte is volgens Blom nog niet te vergelijken met 2008. ,,Dit zal zich daarom ook maar geleidelijk vertalen in hogere lonen. De prijsdruk neemt daardoor ook pas op termijn toe. In 2018 blijft in Nederland de inflatie voor consumenten laag en komt uit op 1,5%.”

© ING Economisch Bureau

De angst voor zeepbelvorming in de huizenmarkt is volgens het rapport niet reëel. Blom: ,,Met uitzondering van Amsterdam zie ik eerder een normalisering dan een zeepbel op de woningmarkt. Sterker nog, ik zie een normalisatie van de brede economie. De groei heeft robuuste fundamenten. Dat betekent dat we nog een aantal jaren door kunnen groeien.”

Kamer wil opheldering over tekort Ollongren

NOS 29.11.2017 De Tweede Kamer wil opheldering van het kabinet over een tekort op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Gisteren werd duidelijk dat minister Ollongren op zoek is naar 200 miljoen euro om de uitvoering van de Omgevingswet te betalen.

Na de formatie werd de Omgevingswet overgeheveld van het ministerie van Infrastructuur naar Binnenlandse Zaken. In die wet worden diverse regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigd en samengevoegd. De uitvoering ervan is een arbeidsintensieve klus, die het ministerie van Ollongren eenmalig 200 miljoen kost. Dat geld heeft ze niet.

Krantenwijk zonder fiets

“Het lijkt erop dat de nieuwe minister wel de krantenwijk heeft overgenomen, maar vergeten is te vragen of de fiets er ook bij komt”, zei GroenLinks-Kamerlid Van Tongeren. Volgens PvdA-woordvoerder Nijboer lijkt het een rekenblunder. Hij is bang dat het probleem wordt afgewenteld op de huurders.

De Kamer wil een brief, waarin het kabinet uitlegt hoe dit wordt opgelost.

BEKIJK OOK;

Klein formatiefoutje: Ollongren komt 200 miljoen tekort

Klein formatiefoutje: Ollongren komt 200 miljoen tekort

NOS 28.11.2017 Het nieuwe kabinet zit al in de eerste weken met een politiek probleem in zijn maag. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken blijkt een cadeau te hebben gekregen waar ze zelf voor moet betalen. Ze heeft daardoor nu al een tekort van ongeveer 200 miljoen euro en heeft geen idee waar ze het geld vandaan moet halen.

Wat waren ze na de formatie blij op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Want op het allerlaatste moment, tijdens het verdelen van de taken, werd werk weggehaald bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu en overgeheveld naar Binnenlandse Zaken. Het gaat om de prestigieuze Omgevingswet van minister Schultz. Het is een van de grootste hervormingen van het vorige kabinet en een van de meest ingewikkelde wetgevingsprocessen ooit.

Minder vergunningen

De Omgevingswet is bedoeld om de regels voor ruimtelijke ontwikkeling te vereenvoudigen en samen te voegen. Daardoor zijn bijvoorbeeld minder vergunningen nodig, verlopen procedures sneller en is het makkelijker om een bouwproject te beginnen.

De Omgevingswet werd in 2015 aangenomen door de Tweede Kamer en in 2016 door de Eerste. De wet wordt nu uitgewerkt in diverse algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen.

Zwaar teleurgesteld

Ollongren, die al over Wonen gaat, wilde de Omgevingswet er ook graag bij hebben. Maar al snel kwam ze erachter dat het invoeren van de wet haar eenmalig ongeveer 200 miljoen euro gaat kosten. Zelf heeft ze dat geld niet. Conclusie: het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft extra taken binnengehaald zonder dat er geld tegenover staat.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (tegenwoordig Infrastructuur en Waterstaat), dat de wet maakte, zocht al tijden tevergeefs naar geld voor de uitvoering. Maar nu de taak is verdwenen, staakt het ministerie de zoektocht. Volgens bronnen is I&W zwaar teleurgesteld over de overheveling van de Omgevingswet, omdat de wet het troetelkindje van het ministerie was.

‘Moeten het oplossen’

In het kabinet en in het wekelijks coalitie-overleg is er al een paar keer over het probleem gepraat. “We moeten het oplossen”, zegt een bron uit de coalitie. Maar niemand weet nog hoe.

Een soortgelijk probleem speelt ook bij Onderwijs. Dat ministerie kreeg het landbouwonderwijs erbij van Economische Zaken. De Wageningen Universiteit en een aantal mbo-opleidingen moeten nu volgens de onderwijsnormen worden betaald. Die zijn een stuk hoger.

Overschot begroting valt lager uit, meevaller in de zorg

NU 24.11.2017 Het begrotingsoverschot dit jaar zal iets lager zijn dan op Prinsjesdag werd geraamd. Het loopt terug van 0,6 naar 0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Daar staat een meevaller van 700 miljoen in de zorg tegenover.

Dat maakte minister Wopke Hoekstra van Financiën vrijdag na de ministerraad bekend. “We lijken het jaar voorlopig goed af te sluiten”, zei de bewindsman.

De cijfers staan in de nog niet gepubliceerde Najaarsnota, de laatste stand van de begroting, die door de ministerraad is goedgekeurd. 

De zorgmeevaller is te danken aan mindere uitgaven aan de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en medicijnen.

Het kabinet baseert deze bedragen op de declaraties bij de zorgverzekeraars over de eerste zes maanden van dit jaar en een inschatting van de verzekeraars over de tweede helft van 2017.

Ook kan het kabinet een meevaller aan belastinginkomsten bijschrijven van 51 miljoen euro.

Verder is er bij enkele ministeries minder geld uitgegeven dan aanvankelijk verwacht. Dat geldt vooral voor Defensie, Sociale Zaken, Onderwijs en Financiën.

Tegenvallers

Tegenvallers zijn onder meer de hulp aan Sint-Maarten na de orkaan Irma. Daar is alleen al voor het wederopbouwfonds 550 miljoen euro uitgetrokken.

Ook is er vertraging aan de inkomstenkant van de schenk- en erfbelasting van 450 miljoen euro. Dat bedrag komt in 2018 binnen. Hoekstra wil niet direct spreken van een meevaller omdat het een verschuiving is.

Het is dus allerminst zeker of dat geld volgend jaar kan worden besteed, er is van tevoren een afgesproken maximum aan uitgaven (het uitgavenkader).

Sowieso vloeien meevallers zoals gebruikelijk naar de staatsschuld. Zo worden ook de rentelasten lager, maar zo waarschuwt Hoekstra, volgend jaar wordt er naar verwachting alsnog 6 miljard euro aan rente over de staatsschuld betaald.

In het voorjaar wordt opnieuw de balans opgemaakt en kijkt het kabinet naar “de wensen en tegenvallers”, aldus Hoekstra.

EU-regels

Ondanks de tegenvallers, benadrukt Hoekstra dat Nederland er goed opstaat, ook in vergelijking met andere Europese landen.

“We zijn een van de vier landen in Europa met een begrotingsoverschot en een staatsschuld van onder de 60 procent van het bbp”, zei de bewindsman.

Daarmee voldoet Nederland ruim aan de regels die de Europese Unie stelt aan de overheidsfinanciën.

Zie ook: Profiel: Wopke Hoekstra (CDA), minister van Financiën

Lees meer over: Wopke Hoekstra Najaarsnota

Be­gro­tings­over­schot lager dan verwacht

AD 24.11.2017 Het begrotingsoverschot dit jaar zal iets lager zijn dan op Prinsjesdag werd geraamd. Het loopt terug van 0,6 naar 0,4 procent, zei minister Wopke Hoekstra van Financiën na de ministerraad. ,,Maar dit jaar gaan we voorlopig goed afsluiten”, zei hij.

Er komt meer dan een miljard minder in de schatkist. Tegenvallers zijn onder meer de hulp aan Sint-Maarten na de orkaan Irma. Daar is alleen al voor het wederopbouwfonds 550 miljoen euro uitgetrokken. Verder gaat er 67 miljoen naar de twee andere Bovenwindse eilanden Sint-Eustatius en Saba. Ook is er vertraging in de schenk- en erfbelasting. Dat scheelt 450 miljoen euro. Dat komt naar verwachting in de eerste helft van volgend jaar pas binnen, zei Hoekstra.

Daar staat tegenover een meevaller van 700 miljoen in de zorg. Er is minder dan verwacht uitgegeven aan geneesmiddelen. Ook is er 51 miljoen euro meer aan belastingen binnengekomen.

,,Ik denk nog steeds dat het heel goed nieuws is”, zei de bewindsman. Weinig landen in Europa stevenen volgens hem af op zo’n overschot. Dat is te danken aan ,,de robuustheid van de Nederlandse economie” en ,,het verstandige beleid van het vorige kabinet”.

De cijfers zijn verwerkt in de Najaarsnota, de laatste stand van de begroting, die door de ministerraad is goedgekeurd. Het overschot gaat naar aflossing van de staatsschuld.

Halbe Zijlstra: geen rasdiplomaat, maar nuchtere Fries

Elsevier 14.11.2017 Minister Halbe Zijlstra verdedigt dinsdag en woensdag zijn eerste begroting van Buitenlandse Zaken. Redt hij het als rechtse houwdegen of moet hij zich opwerpen als volbloed diplomaat? De postduivensecretaris is een nuchtere Fries: al te goed is buurmans gek.

De harde leerschool van Halbe Zijlstra stond in Utrecht. Van 1998 tot 2006 was hij gemeenteraadslid met een onderbreking van twee jaar wegens werkzaamheden in het buitenland.

Het was een heftige episode. In de Utrechtse raad ging het er wild aan toe. Popzanger en kroegbaas Henk Westbroek kwam met Leefbaar Utrecht als de daverende winnaar binnen en het zou lange tijd niet meer rustig worden. Linkse populisten zetten de toon. Kortom een ideale kweekvijver voor een rechtse politicus. Geert Wilders was er een jaartje eerder ook begonnen, maar stoomde in 1998 meteen door naar de Tweede Kamer.

Zoon van politieman schopte het tot raadslid in grote stad

Op de dag dat Zijlstra werd beëdigd, reisden zijn ouders vanuit Friesland naar Utrecht. In paasbeste kleren woonden zij de plechtigheid bij. De zoon van een politieman uit Oosterwolde schopte het tot gemeenteraadslid in een grote stad.

Toen de trotse Zijlstra’s eenmaal op de publieke tribune zaten, keken ze geschokt toe hoe andere raadsleden in sjofele spijkerbroek werden beëdigd. En hoe menigeen zich onbeschoft gedroeg tegenover de burgemeester.

Rechts is voor Zijlstra geen scheldwoord

Aan die tumultueuze periode in de gemeenteraad hield Zijlstra de liefde van zijn leven over: VVD-gemeenteraadslid Ingrid de Bondt, later wethouder, gedeputeerde en dijkgraaf. Plus een enorme zelfverzekerdheid, die zou nooit meer weg gaan, ook niet toen hij eind 2006 verkaste naar het Binnenhof. Hij is een van de weinige Haagse politici voor wie rechts geen scheldwoord is. Hij geniet er juist van tegenstanders en media te prikkelen. Meteen ontstaat verontwaardiging en kan Zijlstra weer gniffelen. Zijn provocatie werkte!

Meer van Eric Vrijsen; Halbe Zijlstra ongeschikt? Wat een onzin

Als fractieleider ging hij een paar keer in de fout. Hij flapte er bijvoorbeeld uit dat asielzoekers hiernaartoe komen voor gratis ooglidcorrecties en borstvergrotingen. Hij kon het niet staven en moest zijn woorden intrekken. Ook in de Zwarte Piet-discussie gleed hij uit: ‘Het Sinterklaasfeest wordt vermoord.’ Vervolgens praatte hij er een beetje omheen en moest hij zich excuseren: ‘Er is ruimte voor verbetering.’

Politieke stuntman

Toen vorige maand bekend werd dat Zijlstra in Rutte III de prestigieuze post van minister van Buitenlandse Zaken zou krijgen, ontstond ter linkerzijde ophef. Wat moest deze politieke stuntman op dat deftige departement? Hoe kon Nederland zich laten vertegenwoordigen door zo’n rabiate houwdegen? Want je kunt veel van hem zeggen, maar níet dat hij een geboren diplomaat is.

Media hoonden dat hij ervaring had als secretaris van de postduivenvereniging Oosterwolde. Partijgenoten verdedigden hem door te zeggen dat Zijlstra heus affiniteit had met het buitenland en dat hij zelfs ooit – toen hij in de jaren ’90 voor Shell werkte – op bezoek is geweest in de datsja van Vladimir Poetin. Later sprak Shell dit tegen. Opnieuw werd de spot gedreven met de postduivensecretaris.

Geen VVD-kroonprins

Het moet hem gestoken hebben, want hier werd hij geraakt in zijn ambities. En dat is nou juist het punt waarop hij zich kwetsbaar had gemaakt door nooit geheimzinnig te doen over wat hij wilde bereiken. Zijlstra maakte er ook nimmer een geheim van dat hij Rutte wilde opvolgen als VVD-leider. Al is hij sindsdien nogal buiten beeld geraakt als VVD-kroonprins.

In zijn rol als fractieleider dekte Zijlstra van 2012 tot vorige maand de rechterflank van de VVD af. Dat was niet altijd een dankbare taak. In juli 2015 sprak de VVD-top af dat premier Mark Rutte tijdens de Euro-top keihard zou vasthouden aan de verkiezingsbelofte ‘geen cent meer voor de Grieken’. De volgende dag zette Zijlstra thuis in Wassenaar de televisie aan en hoorde Rutte verklaren dat Nederland toch akkoord ging met extra financiële steun. Zijlstra ontstak in woede. Dit was precies wat ze niet hadden afgesproken.

Ruzie in de VVD-top, maar Rutte won en Zijlstra verloor, al trok hij daar wel een wijze les uit. Rutte verdedigde zich door te zeggen dat er een verschil is tussen politiek en bestuur. Wat had het voor zin te blijven vasthouden aan de VVD-lijn? Bondskanselier Angela Merkel had al besloten. Finland, Oostenrijk en eventuele andere bondgenoten van Nederland waren al gedraaid. Bestuur is geen kamikaze, hield Rutte zijn verbolgen partijgenoot voor. Zijlstra gaf toe. Hij regelde dat de VVD-fractie de lijn-Rutte zou verdedigen. Slechts één fractielid, Joost Taverne, stemde tegen.

Volgens bronnen in de VVD beloofde Rutte in ruil voor de politieke steun dat hij Zijlstra minister zou maken. Maar heel grote betekenis had dit niet, want in de VVD lopen wel meer politici rond met een halve toezegging van Rutte dat ze in het kabinet komen, waarna het toch niet doorgaat.

Eerste begroting

In de Tweede Kamer verdedigt Zijlstra de komende dagen zijn eerste begroting. Eerder maakte hij al zijn debuut in de Europese Unie. Wat opvalt is dat hij erg zijn best doet over te komen als geroutineerd diplomaat en dat hij scherp op zijn woorden let. Om niet uit de bocht te vliegen,  bedient hij zich nu van eufemismen. Als hij de militaire dreiging vanuit Rusland wil duiden, heeft hij het over ‘de niet zo vriendelijke landen’ of beweert hij ‘dat de wereld er minder gezellig op wordt’.

Volgens onze columnisten
Geerten Waling: ‘Hallo! Halbe Zijlstra minister van Buitenlandse Zaken?’

Ook in de Kamer zal hij nu de neiging tot provoceren bedwingen. Want hij weet wat hij wil. Hij is geen rasdiplomaat voor wie elke overeenkomst beter is dan géén overeenkomst. Hij is gezegend met het oerinstinct van de doorsnee Fries: al te goed is buurmans gek.

Het departement van Buitenlandse Zaken is sterk hiërarchisch. Het absolute tegendeel van de Utrechtse gemeenteraad van twintig jaar geleden. Bezoekers van de minister mogen hun jas ophangen, maar niet op het haakje met een M want dat is voor de minister en ook niet op het haakje met een R want dat is voor de minister van Buitenlandse Handel. En ook niet op het haakje met een S want dat is van de secretaris-generaal.

Zijlstra is opgeleid als socioloog en is bedreven in de handel. Hij zal spelen met zijn nieuwe omgeving en in het parlement maakt sowieso niemand hem wat wijs.

   Politiek verslaggever Redacteur Eric Vrijsen  (1957) volgt voor Elsevier Weekblad sinds 1994 de Nederlandse politiek.

Nederlanders beginnen te profiteren van economische groei

RO 14.11.2017 De Nederlandse economie is het derde kwartaal van 2017 opnieuw gegroeid, en wel met 0,4% ten opzichte van een kwartaal eerder en 3,3% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit maakte het CBS vandaag bekend in haar nieuwste kwartaalcijfers. Daarmee is de Nederlandse economie nog steeds goed op weg om dit jaar met meer dan 3% te groeien. Zowel de consumptie, investeringen en export dragen bij aan deze groei.

Minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes: “Economische groei krijgt pas écht betekenis wanneer Nederlanders ervan beginnen te profiteren. In de cijfers zien we dat nu gebeuren: De groei van de werkgelegenheid zet zich door. In het derde kwartaal van 2017 kwamen er 51 duizend banen bij. Dat is goed nieuws.”

Aantal banen blijft groeien

Op de arbeidsmarkt zijn de ontwikkelingen positief. In het derde kwartaal kwamen er 51 duizend banen bij. Daarmee is er al vier kwartalen op rij sprake van een banengroei van boven de 50 duizend. Volgens het CPB mogen we volgend jaar een stijging in de contractlonen van 2,5% verwachten, en in 2019 zelfs een stijging van 3,5%.

Groei in alle bedrijfstakken

Ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder, is sprake van een economische groei van 3,0%. Na correctie voor het aantal werkdagen is de groei zelfs 3,3%. Bij de meeste bedrijfstakken is de groei zichtbaar. De zakelijke dienstverlening (+6,1%) en de handel, vervoer en horeca (+5%) laten de hoogste groei zien. Al met al passen de nieuwe groeicijfers in het beeld van een robuust groeiende economie.

CO2 uitstoot

De cijfers van vandaag geven aan dat de uitstoot van CO2 na correctie voor weereffecten in het derde kwartaal is gekrompen met één procent ten opzichte van een jaar eerder. Wiebes: “Dat is mooi meegenomen, maar om onze nationale klimaatdoelstellingen te halen, is meer nodig.”

Verantwoordelijk;

Nederlandse economie groeit met 0,4 procent in derde kwartaal

VK 14.11.2017 De Nederlandse economie is in het derde kwartaal met 0,4 procent gegroeid. Het bruto binnenlands product (bbp) steeg een stuk minder dan in het tweede kwartaal, maar dat was met 1,5 procent groei een uitzonderlijk kwartaal, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek  (CBS). De economie laat al veertien kwartalen achtereen groei zien, variërend van 0,3 tot 0,9 procent.

De groei is vooral te danken aan investeringen in woningen, vliegtuigen en personenauto’s. Bedrijven staken ook meer geld in machines. De hogere investeringen in het derde kwartaal zijn in lijn met het positieve vertrouwen van de Nederlandse ondernemers, zo stelt het CBS.

Een andere stuwende factor was de toename van de export. Die groeide met bijna 7 procent. De uitvoer van goederen en diensten groeide in het derde kwartaal van 2017 sterker dan in de eerste twee kwartalen van 2017. Nederlandse bedrijven hebben vooral meer machines en apparaten uitgevoerd. Daarnaast gingen ook meer chemische producten en auto’s de grens over.

De wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) groeide bijna twee keer zo snel als de export van Nederlands product.

Consumptie

Van alle bedrijfstakken groeide de zakelijke dienstverlening in het derde kwartaal het sterkst

Consumenten hebben in het derde kwartaal opnieuw meer uitgegeven dan een jaar eerder. Hun bestedingen groeiden iets sterker dan in de voorgaande kwartalen. Consumenten gaven vooral meer uit aan elektrische apparaten, kleding en de inrichting van hun huis.

Ook werd er meer besteed aan diensten, zoals horeca en recreatie. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft uit van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen.

Van alle bedrijfstakken groeide de zakelijke dienstverlening in het derde kwartaal het sterkst, met 6,2 procent ten opzichte van een jaar geleden. Die toename is vooral toe te schrijven aan de aanwas in de uitzendbranche. Dat is ook terug te zien in de banencijfers die CBS vandaag bekendmaakte. Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie, waartoe ook werknemers met uitzicht op een vaste baan worden gerekend, groeide in het afgelopen jaar met 98 duizend. Het aantal zzp’ers nam toe met 27 duizend.

Dat de groei achter lijkt te blijven in vergelijking met het vorige kwartaal is niet verwonderlijk, zo signaleert het CBS. Een groei van 1,5 procent deed zich sinds het begin van deze eeuw pas twee keer eerder voor.

Volg en lees meer over:  ECONOMIE   NEDERLAND

Heb je straks meer of minder te besteden?

Telegraaf 27.10.2017 Het budgetvoorlichtingsinstituut berekende voor bijna honderd veel voorkomende huishoudens wat die te besteden hebben als het regeerakkoord wordt doorgevoerd.

Werkenden

De komende vier jaar stijgt de koopkracht van alle werkenden, van een kleine 4% tot ruime 6%, hierin is inflatie meegenomen. Nibud houdt rekening met een loonstijging die hoger is dan de prijsstijging. Daarnaast profiteren werkenden van de hogere arbeidskorting en lagere belastingtarieven.

Bekijk hier wat huishoudens te besteden hebben

Wie werkt maar een laag inkomen geniet, tot €20.000, ziet zijn koopkracht minder stijgen. Dit omdat het inkomen in de eerste belastingschijf valt. Dit is juist de schijf waarvan het belastingtarief stijgt, waardoor er dus meer belasting moet worden betaald. De middeninkomens en voor een groot deel de hoge inkomens, vallen in 2019 ook in deze schijf. De schijven met hogere tarieven die nu nog voor hen gelden komen te vervallen.

Bijstand

Ook bijstandsgerechtigden gaan er nauwelijks op vooruit. Een alleenstaande zonder kinderen heeft met de nieuwe maatregelen slechts €21 meer te besteden dan nu het geval is. Een alleenstaande met kind in de bijstand kan €15 meer uitgeven. Deze zuinige stijging van de koopkracht van bijstandsgerechtigden komt omdat zij geen arbeidskorting ontvangen en omdat de uitkeringen minder stijgen dan de lonen.

Gepensioneerd

Mensen die AOW-leeftijd hebben bereikt, profiteren ook niet van de loonstijging en arbeidskorting. Wel stijgt de AOW de komende vier jaar, maar de verwachting is dat de aanvullende pensioenen nauwelijks omhoog zullen gaan. In het regeerakkoord staan ook maatregelen om de koopkracht van ouderen te ondersteunen, zo wordt de ouderinkorting verhoogd en minder snel afgebouwd. Hier profiteren vooral ouderen met alleen AOW en een klein aanvullend pensioen van.

Nibud verwacht dat met name ouderen met een hoog aanvullend pensioen erop achteruit gaan. Het is voor hen moeilijk om prijsstijgingen om te vangen door de geringe stijging van de aanvullende pensioenen.

Btw-tarief

De prijzen stijgen onder meer omdat het kabinet het lage btw-tarief wil verhogen van 6 naar 9%. Dit betreft een aantal producten en diensten dat noodzakelijk is, zoals voedingsmiddelen. Met de btw-verhoging stijgt de de inflatie met ongeveer 0,7 procentpunt. Dit betekent dat een stel in de bijstand met twee kinderen zo’n €15 per maand meer kwijt is.

Kinderen

Huishoudens met kinderen krijgen een meevaller door de verhoging van de kinderbijslag en het inkomensafhankelijke kindgebonden budget. De afbouw daarvan begint nu nog bij een bruto jaarinkomen van €20.000, straks is dat voor paren ruim €39.000. Daarbij stijgt ook het kindgebonden budget voor het tweede kind. Volgens Nibud gaat het gezin met een werkende partner die €40.000 per jaar verdient, er meer op vooruit dan voorgaande jaren. Het eenverdienersgezin heeft €172 per maand meer te besteden dan nu.

Huurtoeslag

Het nieuwe kabinet verandert ook de regels voor huurtoeslag. Nu gelden er inkomensgrenzen waardoor je bij een bepaald inkomen geen recht hebt op huurtoeslag. Als de nieuwe regels ingaan, wordt de huurtoeslag lager naarmate het inkomen stijgt. Huishoudens die nu helemaal geen huurtoeslag krijgen, hebben daar straks wel recht op. Sommige profiteren daar behoorlijk van en hebben €160 per maand meer te besteden. Zo gaat de alleenstaande gepensioneerde met een aanvullend pensioen van jaarlijks €7500 euro er met €166 per maand er bijna 10% op vooruit. Zonder huurtoeslag zou deze gepensioneerde er slechts 1,6%, €27 per maand, op vooruit gaan.

Woningeigenaren

De koopkracht van woningbezitters met een hypotheek stijgt iets minder dan die van mensen met dezelfde woonlast die geen woning bezitten. De lagere belastingtarieven en de afbouw van de hypotheekrenteaftrek pakken nadelig uit voor huizenbezitters. Voor hen geldt: hoe hoger de hypotheek, hoe kleiner de koopkrachtstijging. Huishoudens die hun hypotheek volledig hebben afgelost, moeten door de afbouw van de wet-Hillen vanaf 2019, 10% van het eigenwoningforfait optellen bij hun inkomen in box 1. Wat dit uiteindelijk gaat kosten, is afhankelijk van het inkomen en de waarde van de woning.

Het Centraal Planbureau stelt vandaag overigens dat woningbezitters er meer op vooruit gaan dan huurders. Dit omdat woningeigenaren vaker werken en daarom meer profiteren van de lastenverlichting die Rutte III wil doorvoeren.

Nederlandse welvaart zit nog steeds in de crisis

Telegraaf 27.10.2017 De welvaart van ons land, gemeten naar zaken als inkomen, baanzekerheid, onderwijsniveau, gezondheid en woongenot, zit nog onder het niveau van 2008, blijkt uit onderzoek dat de Universiteit Utrecht en Rabobank vanochtend naar buiten brengen.

In Noord-Drenthe is het het best toeven, blijkt uit de meting. Naast Amsterdam, Rotterdam en Utrecht blijven ook Groningen, Zuid-Limburg en Flevoland achter bij het landelijk gemiddelde. „Het beeld van de grote steden wordt bepaald door de mensen die het daar gemaakt hebben”, zegt UU-hoogleraar Bas van Bavel, „maar die groep is niet representatief.”

Op het kaartje hieronder kunt u zien hoe welvarend uw regio is ten opzichte van de rest van Nederland. Hoe hoger het cijfer, hoe welvarender de regio. Geen kaartje te zien? Klik dan hier.

Politici moeten zich minder blindstaren op economische groei, vindt ook Rabo-econoom Sjoerd Harreman. .

Dijsselbloem komt op valreep met miljoenenmeevaller

NOS 26.10.2017 Nederland hoeft eenmalig 460 miljoen euro minder af te dragen aan de Europese Unie. De meevaller blijkt uit de laatste brief van minister van Financiën Dijsselbloem aan de Tweede Kamer.

Dijsselbloem schrijft op zijn laatste dag als demissionair minister dat de EU de begroting voor 2017 begin oktober heeft aangepast. Daardoor hoeven de lidstaten dit jaar minder af te dragen. Voor Nederland gaat het om een korting van 361 miljoen euro.

Omdat de EU ook 2,2 miljard euro meer aan boete-geld heeft geïnd dan verwacht, komt bovenop de meevaller waarschijnlijk nog een bedrag van 99 miljoen euro. Daardoor hoeft er in totaal 460 miljoen euro minder naar Brussel.

Nieuwe kabinet

De meevaller kwam pas begin oktober aan het licht en kan daarom niet meer voor dit jaar in de boeken worden verwerkt. Hij schuift nu door naar volgend jaar, naar het nieuwe kabinet.

Het gaat om een eenmalige meevaller, waarschuwt Dijsselbloem, die nog een poosje voorzitter van de Eurogroep blijft. In latere jaren zal de bijdrage naar verwachting juist hoger uitpakken.

De EU stond voor ruim 7 miljard in de begroting. De EU-afdracht loopt de komende jaren op tot 9,3 miljard euro in 2022.

Laatste miljoenennota Rutte-II: wacht ons een verrassing?

Elsevier 19.09.2017 De laatste keer dat de Koning een troonrede houdt die is opgesteld door het kabinet Rutte-II. Prinsjesdag heeft dit jaar een apart karakter: iedereen kijkt reikhalzend uit naar een nieuw kabinet. Is het vandaag een verplicht nummertje?

Den Haag is van top tot teen beveiligd op de derde dinsdag van september. Toeschouwers die zijn gekomen om naar de Glazen Koets te kijken, kunnen erop rekenen dat ze worden gefouilleerd . Ook zijn er betonblokken op strategische plekken langs de wegen gezet. Dit om aanslagen met bestelbusjes, zoals in Barcelona, Berlijn of Londen te voorkomen. Het is niet mogelijk om in de buurt van het Binnenhof te komen met een auto.

Al deze maatregelen zijn genomen omdat Prinsjesdag van grote symbolische waarde is voor Nederland, waardoor het een doelwit voor aanslagen is.

Syp Wynia: De loongolf begint bij de basisscholen 

Miljoenennota

Opvallend aan deze Prinsjesdag is dat de Miljoenennota geen uitgebreide vergezichten biedt voor de toekomst van Nederland. Het wachten is op het nieuwe kabinet, dat ook de begroting van 2018 naar eigen wens zal modelleren.

Wel doet het demissionaire kabinet, met instemming van de formerende partijen, een aantal investeringen: zo krijgen de basisschoolleraren 270 miljoen euro extra, een vurige wens van de PvdA. Ook wordt er 435 miljoen euro uitgetrokken voor verpleeghuiszorg, en 425 miljoen euro voor extra koopkracht voor gepensioneerden. Dit is in tegenspraak met de ongeschreven regel dat een demissionair kabinet een beleidsarme begroting moet opstellen. De Miljoenennota lekte vorige week al uit.

Algemene beschouwingen

De algemene politieke beschouwingen, waarin het kabinet de begroting moet verdedigen tegen kritiek en een tegenbegroting van de oppositie, blijft uit. Dat debat wordt pas gevoerd als het nieuwe kabinet is geïnstalleerd. Dan worden in de Tweede Kamer de degens gekruist over de plannen in het Regeerakkoord.

Naar verwachting is dit nog een kwestie van weken. De financiële plannen van de formerende partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie gaan deze week naar het Centraal Planbureau (CPB), om te worden doorgerekend.

  Berend Sommer (1990) is online redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij studeerde geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Zijn debuut Duchamp verscheen in juni 2017 bij Uitgeverij Prometheus.

De Miljoenennota, maar dan door kinderen: vooral geld naar defensie

NOS 18.09.2017 Op het Binnenhof in Den Haag zullen vanmiddag minstens honderd basisschoolleerlingen rondlopen. Niet voor een uitje van hun school, maar omdat ze de Kinder Miljoenennota aan de Tweede Kamer gaan aanbieden. Met uitgaven die zíj belangrijk vinden. Vorig jaar werd de ‘kinderbegroting’ voor het eerst aan de Kamer aangeboden.

De Kinder Miljoenennota is door 9000 basisschoolleerlingen samengesteld. Ze mochten voor negen posten aangeven hoeveel geld het kabinet er het komende jaar aan uit moet geven. “Een ding valt echt op: de kinderen willen veel meer geld geven aan het leger”, vertelt initiatiefnemer Bas Banning van Prodemos, het huis voor democratie en rechtsstaat, in het NOS Radio 1 Journaal. “Voor de rest wordt het geld gelijkmatig verdeeld.”

De echte reden voor het hoge bedrag voor defensie is niet duidelijk, maar Banning heeft wel een vermoeden. “Het heeft natuurlijk te maken met de huidige situatie in de wereld, met de terroristische aanslagen. Kinderen willen dat er zeker 1 miljard euro meer aan defensie wordt uitgegeven.”

Jade Couwmans tijdens de overhandiging van het koffertje met de Kinder Miljoenennota vorig jaar ANP

Ook wordt er veel geld weggezet voor de natuur en voor sport en cultuur. “De zorg is minder, daar willen ze een derde van wat we nu uitgeven aan besteden”, legt Banning uit.

De kinderen vulden de Kinder Miljoenennota in tijdens uitjes naar het mini-Binnenhof in Madurodam in Den Haag, als onderdeel van een educatief programma. In Madurodam gaven ze aan hoe ze vonden dat het geld verdeeld moest worden. Het gemiddelde van de scholen vormde de Kinder Miljoenennota. “Zo kunnen ze ervaren hoe moeilijk het is om al dat geld te verdelen”, zegt Banning.

BEKIJK OOK; 

We gaan er volgend jaar gemiddeld 0,6 procent op vooruit

Pechtold: extraatje geen gunst

Telegraaf 18.09.2017  Het opnemen van extra geld voor basisschoolleerkrachten in de nieuwe begroting was geen gunst aan de PvdA, vindt D66-leider Alexander Pechtold. „Het is gewoon een kwestie van goed samenwerken.”

„Ik vond dat de PvdA daar een terecht punt had”, zei Pechtold een dag voor het demissionaire kabinet de begroting presenteert. „We vonden dat eigenlijk allemaal, Kamerbreed.”

De partijen die onderhandelen over een nieuw kabinet voelden wel voor een extraatje voor juffen en meesters, maar wilden dat aanvankelijk nog niet in de begroting opgenomen zien omdat ze nog volop rekenden aan de inkomsten en uitgaven voor de komende jaren. Maar vorige week was het rekenwerk volgens ingewijden toch zover gevorderd, dat ze het demissionaire kabinet al groen licht konden geven voor het opnemen van 270 miljoen in de begroting.

Het getouwtrek over het cadeautje voor het basisonderwijs leek lang te draaien om de vraag wie daarvoor met de eer zou mogen strijken: het oude of het nieuwe kabinet. Maar „als dingen eenmaal duidelijk zijn, waarom ze dan niet ook maar opgeschreven?”, vroeg Pechtold zich af.

Het vergelijk tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en de vorige partner van de VVD, de PvdA, smaakte volgens Pechtold naar meer. Samenwerking zoals deze „móet in de politiek gebeuren.” „Ik hoop ook in de toekomst dat we niet zulke scherpe lijnen hebben tussen oppositie en coalitie als we het over zaken gewoon eens kunnen zijn.”

De regeringscoalitie in aanbouw heeft de kleinst mogelijke meerderheid in de Tweede en de Eerste Kamer en lonkt al langer naar bondgenoten.

Alexander Pechtold: extra geld voor leraren is geen gunst aan PvdA

AD 18.09.2017 Het opnemen van extra geld voor basisschoolleerkrachten in de nieuwe begroting was geen gunst aan de PvdA, vindt D66-leider Alexander Pechtold. ,,Het is gewoon een kwestie van goed samenwerken.”

,,Ik vond dat de PvdA daar een terecht punt had”, zei Pechtold een dag voor het demissionaire kabinet de begroting presenteert. ,,We vonden dat eigenlijk allemaal, Kamerbreed.”

De partijen die onderhandelen over een nieuw kabinet voelden wel voor een extraatje voor juffen en meesters, maar wilden dat aanvankelijk nog niet in de begroting opgenomen zien. De reden daarvoor was dat ze nog volop bezig waren met het uitrekenen van de inkomsten en uitgaven voor de komende jaren.

Maar vorige week was het rekenwerk volgens ingewijden toch zover gevorderd, dat ze het demissionaire kabinet al groen licht konden geven voor het opnemen van 270 miljoen in de begroting.

De eer

Het getouwtrek over de toezegging aan het basisonderwijs leek lang te draaien om de vraag wie daarvoor met de eer zou mogen strijken: het oude of het nieuwe kabinet. Maar ,,als dingen eenmaal duidelijk zijn, waarom ze dan niet ook maar opschrijven?”, vroeg Pechtold zich af.

Het akkoord tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en de vorige partner van de VVD, de PvdA, smaakte volgens Pechtold naar meer. Samenwerking zoals deze ‘moet in de politiek gebeuren’. ,,Ik hoop ook in de toekomst dat we niet zulke scherpe lijnen hebben tussen oppositie en coalitie als we het over zaken gewoon eens kunnen zijn.”

De regeringscoalitie in aanbouw heeft de kleinst mogelijke meerderheid in de Tweede en de Eerste Kamer en lonkt al langer naar bondgenoten.

Pechtold: meer geld voor leraren niet bedoeld om PvdA te paaien

Elsevier 18.09.2017 Het opnemen van extra geld voor basisschoolleraren in de nieuwe begroting was volgens D66-leider Alexander Pechtold ‘geen gunst’ aan de PvdA. Volgens hem vond de gehele kamer dat de PvdA ‘daar terecht een punt had’.

‘Het is gewoon een kwestie van goed samenwerken,’ zegt Pechtold in reactie op de afgewende crisis over de verhoging van de lerarensalarissen in het demissionaire kabinet, een dag voordat de nieuwe begroting wordt gepresenteerd.

Er moest nog gerekend worden

De partijen die onderhandelen over de formatie van een nieuw kabinet voelden allemaal wel voor een extraatje voor de leerkrachten, maar wilden dat aanvankelijk nog niet in de begroting opnemen omdat er nog gerekend werd aan de inkomsten en uitgaven voor de komende jaren. Maar vorige week was het rekenwerk volgens ingewijden toch zover gevorderd, dat ze het demissionaire kabinet al groen licht konden geven voor het opnemen van 270 miljoen in de begroting.

Volgens Elsevier Weekblad
Syp Wynia: ‘De loongolf begint bij de basisscholen’

Het getouwtrek over het extraatje aan de leraren leek lang te draaien om wie daarvoor met de eer zou mogen strijken: het oude of het nieuwe kabinet (dat nog altijd gevormd moet worden). Maar ‘als dingen eenmaal duidelijk zijn, waarom zijn ze dan niet ook maar opgeschreven,’ vraagt Pechtold zich af.

Bondgenoten

Pechtold hoopt dat er in de toekomst meer wordt samengewerkt, en dat er minder scherpe lijnen ontstaan tussen oppositie en coalitie ‘als we het over zaken gewoon eens kunnen zijn’. De regeringscoalitie waar nog aan getimmerd wordt heeft de kleinst mogelijke meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer, en zal naar alle waarschijnlijkheid dus veel afhankelijk zijn van bondgenoten.

Dinsdag wordt tijdens Prinsjesdag de begroting van het huidige kabinet voor volgend jaar gepresenteerd. Omdat het kabinet-Rutte II demissionair is, staat er relatief weinig nieuw beleid in de begrotingsplannen. Dat wordt momenteel dus uitgestippeld in de formatiebesprekingen.

   Elif Isitman (1987) is sinds oktober 2014 online redacteur bij Elsevier Weekblad.

Overzicht: De gelekte Prinsjesdagstukken, Wat verandert er in 2018? 

NU 18.09.2017 Zoals elk jaar lekten ook dit jaar de Prinsjesdagstukken met de plannen voor volgend jaar weer ruim voor de derde dinsdag van september uit. Afgelopen vrijdag was daarom al grotendeels bekend wat we dinsdag te weten gaan komen. Een overzicht van de belangrijkste punten.

Lerarensalarissen

Het demissionaire kabinet maakt in de Rijksbegroting voor 2018 alsnog 270 miljoen euro vrij voor de verhoging van de salarissen van de basisschoolleraren.

De verhoging van de salarissen was een wens van demissionair vice-premier Lodewijk Asscher (PvdA) die de kwestie de afgelopen maanden hoog liet oplopen. Hij dreigde zelfs uit het kabinet te stappen als er niet extra geld naar de leraren zou gaan.

Groei economie

Uit de gelekte Prinsjesdagstukken blijkt verder dat de economie volgend jaar groeit met 2,5 procent, zoals het Centraal Planbureau in augustus al raamde. De groei wordt enigszins afgeremd door de lagere gasproductie.

De koopkracht neemt met gemiddeld 0,6 procent toe en het aantal werklozen daalt verder naar 390.000. Dat is een lichte verbetering vergeleken met de CPB-cijfers in augustus. Het begrotingsoverschot komt volgend jaar uit op 0,8 procent, terwijl de rekenmeester vorige maand nog rekening hield met een overschot van 0,9 procent.

Verder trekt het kabinet 425 miljoen euro uit om de koopkracht van de minima te verbeteren. Globaal gezien gaan uitkeringsgerechtigden er 0,3 procent op vooruit.

Asscher beloofde al dat het kabinet extra geld zou uittrekken zodat iedereen er volgend jaar iets op vooruit gaat. Ook gepensioneerden (0,6 procent) en werkenden (0,8 procent) zien hun koopkracht stijgen in 2018.

Beleidsarme begroting

Omdat het kabinet demissionair is, staan er in de Miljoenennota weinig nieuwe plannen en beleid. Het is namelijk gebruikelijk dat dat wordt overgelaten aan het nieuwe kabinet.

Toch werd al eerder bekend dat het kabinet Rutte II in zijn laatste begroting extra geld vrijmaakt voor de zorg. Zo gaat er vanaf volgend jaar structureel 435 miljoen, wat in 2021 oploopt tot 2,1 miljard euro, naar de verpleeghuiszorg en komt daar de komende vier jaar nog eens 130 miljoen euro bovenop.

Ook is al bekend dat het eigen risico in de zorg stijgt naar 400 euro. Daar staat tegenover dat de zorgtoeslag wordt verhoogd.

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) krijgt er na de fipronilcrisis 25 miljoen euro bij, de belastingdienst 75 miljoen, zo maakte RTL Nieuwseerder deze week bekend.

Veiligheid

In totaal komt er voor 116 miljoen bij voor veiligheid. Dat geld wordt onder meer besteed aan een expertisecentrum terrorisme, de politie, de AIVD en de MIVD. Voor de aanpak van mensenhandel wordt structureel 2 miljoen extra beschikbaar gesteld. Voor de aanpak van cybercrime 25 miljoen vrijgesteld.

Zodra een nieuw kabinet op het bordes staat, gaat de Tweede Kamer in de begrotingsdebatten echter nog sleutelen aan de begroting. Bij de behandeling van de diverse begrotingen kan daarmee dit najaar dus nog van alles worden aangepast. De onderhandelaars zullen dan echter wel vaart moeten maken.

Lees meer over: Prinsjesdag

Formatiedag 184: lekken over Prinsjesdag en de formatie

NOS 15.09.2017 Prinsjesdag komt dichterbij en zoals altijd de afgelopen jaren lekken er dan cijfers uit. “Verschrikkelijk”, reageert premier Rutte. “Maar ja, het is onderdeel van Den Haag.”

Dit jaar staat Prinsjesdag vooral in het teken van de formatie. Want wat blijft er van de begroting voor 2018 overeind, als de formerende partijen het eens worden over een nieuw regeerakkoord?

Volgens premier Rutte veel. “Het gaat om een begroting van 270 miljard euro, dat gaan wij echt niet ineens allemaal anders doen.”

Prinsjesdag

Van de totale overheidsbegroting 2018 van 270 miljard euro zijn al een paar dingen uitgelekt:
* De leraren krijgen er 270 miljoen euro bij voor salarisverhoging
* De verpleegzorg krijgt er de komende vier jaar 130 miljoen euro bij, op de 435 miljoen extra
* De Belastingdienst krijgt 75 miljoen om problemen op te lossen
* Nederlanders gaan er volgend jaar gemiddeld 0,6 procent op vooruit
* De werkloosheid daalt naar 390.000
* Het begrotingsoverschot komt op 0,8 procent en de economische groei op 2,5 procent

Rutte is de verbindende schakel tussen het oude en het nieuwe kabinet. Buma en Segers van CDA en ChristenUnie gaan (waarschijnlijk) voor het eerst in jaren regeren, dus die leggen het accent anders dan Rutte.

Buma: “De Miljoenennota is van het demissionaire kabinet en het nieuwe kabinet zal een heleboel wijzigingen hebben.” Segers noemt de Prinsjesdagstukken wel echte plannen, maar die wijzigingen zullen er zeker komen, zegt hij.

Gelekt

Over de formatie en het concept-regeerakkoord wordt overigens ook gelekt. Gisteren werd bekend dat de vier onderhandelende partijen het eens zijn over vluchtelingendeals en een nieuwe bed-bad-broodregeling.

Maandag gaan de onderhandelingen verder. Dinsdag is het Prinsjesdag.

Dit zijn de belangrijkste punten uit de nieuwe Miljoenennota

AD 15.09.2017 De inhoud van de Miljoenennota voor 2018 lag vandaag, ruim vijf dagen voor Prinsjesdag, al op straat. Onze parlementaire redactie heeft de hoogtepunten voor je op een rijtje gezet.

  • Het eigen risico in de zorg stijgt naar 400 euro in 2018, maar de zorgtoeslag wordt tegelijkertijd verhoogd met maximaal 130 euro.• Voedselveiligheidsorganisatie NVWA krijgt 25 miljoen euro extra. De Belastingdienst mag zelfs uitkijken naar 75 miljoen euro bovenop het budget. De regering trekt ongeveer 30 miljoen uit voor werving van extra verpleeghuispersoneel.• Voor lerarensalarissen in het basisonderwijs is 270 miljoen extra beschikbaar gesteld. Dat levert hen tussen de 500 tot 1000 euro per jaar extra loon op.• De economische groei voor dit jaar wordt geschat op maar liefst 3,3 procent en voor volgend jaar op 2,5 procent. De gemiddelde Nederlander kan volgend jaar uitkijken naar 0,6 procent meer te besteden. In totaal wordt 425 miljoen euro uitgetrokken om burgers meer koopkracht te geven.
  • Meer Nederlanders kunnen hopelijk uitkijken naar een baan. De werkloosheid daalt volgend jaar naar 390.000 mensen.• Voor veiligheid is 116 miljoen euro extra gereserveerd in 2018. Dat gaat onder meer naar de marechaussee en wordt ingezet op het gebied van cyberveiligheid.• De staatsschuld daalt naar 53,7 procent.

Miljoenennota: Ook minima krijgen er komend jaar wat bij  AD 15.09.2017

Zoveel gaat u erop vooruit AD 15.09.2017

Het staat nu zwart op wit: 270 miljoen voor leraren AD 15.09.2017

Rutte-2 laat financiële lijken in de kast achter AD 15.09.2017

Ook traditie: stukken wéér gelekt AD 15.09.2017

Extra miljoenen voor werving en opleiding verpleegpersoneel  AD 15.09.2017

We gaan er volgend jaar gemiddeld 0,6 procent op vooruit

NOS 15.09.2017 Nederlanders gaan er volgend jaar gemiddeld 0,6 procent op vooruit, de werkloosheid daalt naar 390.000, het begrotingsoverschot komt op 0,8 procent en de economische groei op 2,5 procent, meldt De Telegraaf.

Opnieuw zijn er vlak voor Prinsjesdag, aanstaande dinsdag, cijfers uit de begroting uitgelekt.

“Daar vind ik al zeven jaar hetzelfde van”, reageert premier Rutte. “Verschrikkelijk. Maar ja, het is onderdeel van Den Haag.”

Nieuw kabinet

Rutte onderhandelde vanmiddag verder over een nieuw regeerakkoord met CDA-leider Buma, D66-voorman Pechtold en ChristenUnie-leider Segers.

Aan hen de vraag wat de Miljoenennota eigenlijk betekent, als er toch binnenkort een nieuw kabinet komt met dus nieuwe plannen.

Buma: “De Miljoenennota is van het demissionaire kabinet en het nieuwe kabinet zal een heleboel wijzigingen hebben.” Volgens Pechtold gaat dat snel gebeuren, hij zegt dat de partijen meters maken.

Poppenkast

De vier onderhandelaars vinden niet dat Prinsjesdag daardoor een beetje een poppenkast zal worden.

“Prinsjesdag is een mooie gebeurtenis”, zegt Buma. “En dit komt vaker voor.” In 2012 was er ook een demissionair kabinet met een begroting die werd achterhaald door een nieuw kabinet.

“Niet alles verandert onmiddellijk met een nieuw kabinet”, zegt Rutte. “Het gaat om een begroting van 270 miljard euro, dat gaan wij echt niet ineens allemaal anders doen. Het gaat om accenten.”

Compromissen

Rutte wijst op de Nederlandse politiek die er een is van compromissen. Het grootste deel van het beleid voor volgend jaar is in overleg met veel politieke partijen tot stand gekomen.

Ook Segers vindt de Prinsjesdagstukken echte plannen, al gaat het nieuwe kabinet wel bepaalde veranderingen aanbrengen, zegt hij.

BEKIJK OOK;

Poortjes bij Binnenhof voor veiligheid Prinsjesdagbezoeker

Formerende partijen ook eens over nieuwe ‘vluchtelingendeals’

Prinsjesdag: nog eens 130 miljoen voor verpleegzorg

Prinsjesdag: nog eens 130 miljoen voor verpleegzorg

NOS 15.09.2017 Het demissionaire kabinet trekt de komende vier jaar 130 miljoen euro extra uit voor de verpleeghuiszorg. Het geld is bedoeld voor een wervingscampagne en voor omscholing.

Het bedrag staat in de Miljoenennota die dinsdag, op Prinsjesdag, wordt gepresenteerd, Het komt bovenop het extra bedrag dat staatssecretaris Van Rijn eerder al naar buiten bracht: vanaf 2018 jaarlijks 435 miljoen.

Er is een groot tekort aan personeel in de verpleeghuizen. Het kabinet wil dat er een campagne met onder meer televisiespots komt. Het is de bedoeling dat het voor personeel dat al in de verpleegzorg werkt aantrekkelijk wordt om dat te blijven doen. Daarnaast moeten bijvoorbeeld herintreders enthousiast gemaakt worden.

BEKIJK OOK;

Vanaf volgend jaar 435 miljoen extra voor verpleegzorg

Weer uitgelekt: dit staat in Miljoenennota

Elsevier 15.09.2017 Ook dit jaar is de Miljoenennota ruim voor Prinsjesdag gelekt. Het meeste nieuws is positief; gemiddeld hebben Nederlanders volgend jaar 0,6 procent meer te besteden.

Het is een traditie geworden, in de week voor Prinsjesdag: het is nit  meer de vraag of, maar wanneer de begrotingsplannen uitlekken. Dit jaar is het De Telegraaf die met de eer strijkt. ‘Daar vind ik al zeven jaar hetzelfde van,’ zegt premier Mark Rutte (VVD) erover. ‘Verschrikkelijk. Maar ja, het is onderdeel van Den Haag.’

Syp Wynia: Hoezo, meer welvaart? Burger profiteert nauwelijks

Nota vol goed nieuws
Dit zijn de belangrijkste punten uit de begroting van komend jaar:

– Met de economische cijfers feliciteert het kabinet zichzelf. De groei voor 2017 wordt geschat op 3,3 procent. Voor volgend jaar is de groei van de economie naar schatting 2,5 procent. De werkloosheid daalt naar 390.000 mensen.

– Uiteindelijk gaat de Nederlander er qua koopkracht gemiddeld maar 0,6 procent op vooruit. Werkenden profiteren het meest (0,8 procent). Om te voorkomen dat uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden erop achteruitgaan wordt 425 miljoen euro uitgetrokken.

Koopkrachtstijging, per groep

In de bijstand: 0,3 procent
Gepensioneerd: 0,6 procent
Werkend: 0,8 procent

– Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) schrijft in het voorwoord dat zowel de overheidsbestedingen als bedrijfsinvesteringen toenemen. De groei wordt enigszins geremd door de lagere gasproductie.

– Intussen daalt de staatsschuld naar 53,7 procent van het BNP en kan het kabinet wijzen naar een overschot op de begroting van 0,8 procent.

– Er wordt wordt flink geïnvesteerd in de zorg, een half miljard in 2018. Het eigen risico stijgt naar 400 euro. De zorgtoeslag voor lage inkomens gaat ook omhoog.

Alles over de formatie

Hoe zinvol is de nota?
Omdat het kabinet-Rutte demissionnair is, staat er relatief weinig nieuw beleid in de begrotingsplannen. Dat wordt momenteel uitgestippeld in de formatiebesprekingen.  Daardoor is de koopkrachtvoorspelling dit jaar relatief onzeker. Een nieuw kabinet zal met een reeks voorstellen komen die de economie beïnvloeden, stellen onder meer CDA-leider Sybrand Buma en D66-fractieleider Alexander Pechtold.

Maar, zo zegt premier Rutte: ‘Niet alles verandert onmiddellijk met een nieuw kabinet. Het gaat om een begroting van 270 miljard euro, dat gaan wij echt niet ineens allemaal anders doen. Het gaat om accenten.’

   Emile Kossen is sinds maart 2017 correspondent Verenigde Staten in Washington D.C. Werkte vanaf 2015 als (online) redacteur bij Elsevier Weekblad.

Miljoenennota: Nederlanders 0,6 procent…

Telegraaf 15.09.2017 Gemiddeld hebben Nederlanders volgend jaar 0,6 procent meer te besteden. De werkloosheid daalt naar 390.000. Dat blijkt uit cijfers in de begroting voor 2018, in handen van deze krant.

De begroting zoals die nu is opgesteld kent volgend jaar een overschot van 0,8 procent, ongeveer 6 miljard euro. De staatsschuld daalt naar 53,7 procent. Dat is grotendeels te danken aan de bloeiende economie. Voor volgend jaar wordt de groei geschat op 2,5 procent, dit jaar is dat zelfs 3,3 procent.

Eerder had PvdA-leider Asscher al verklapt dat iedereen er volgend jaar op vooruit gaat. De ’minnetjes’ in de koopkrachtplaatjes zijn weggewerkt. Gepensioneerden komen hierdoor uit op een plus van 0,6 procent en uitkeringsgerechtigden op 0,3 procent.

Gezinnen met kinderen zien hun portemonnee gemiddeld het meest opbollen, met 0,9 procent, gevolgd door werkenden met 0,8 procent.

Voor het ’substantiële’ bedrag dat was bedacht voor de lerarensalarissen, heeft de formatietafel inmiddels zijn fiat gegeven. Het gaat om 270 miljoen euro die extra in de begroting is opgenomen.

Groei

In de inleiding van de miljoenennota schrijft minister Dijsselbloem (Financiën) dat zowel de bedrijfsinvesteringen als de overheidsbestedingen toenemen. Alleen de lagere gasproductie remt de groei enigszins.

Dat de economie in 2018 minder hard groeit dan nu, komt volgens de demissionaire bewindsman door de invloed van ’gematigder groei’ van de investeringen. „Op dit moment profiteert Nederland als open economie van de gunstige economische ontwikkelingen in Europa als open economie”, stelt hij. „Daar staat tegenover dat Nederland relatief grotere risico’s loopt als het economisch tij in Europa of daarbuiten keert.”

Omdat het kabinet demissionair is, staat er in vergelijking met andere jaren weinig nieuw beleid in de miljoenennota die coalitiepartijen VVD en PvdA volgende week op Prinsjesdag officieel presenteren. Dat is immers aan een nieuwe regering.

Zorg

Van de besluiten die wel nog genomen zijn, lekte er de afgelopen weken al een aantal uit. Er gaat met name veel geld naar de zorg. Dat is vooral het gevolg van de miljardenimpuls voor verpleeghuizen waar de politiek zich begin dit jaar aan heeft gecommitteerd. In totaal gaat het voor volgend jaar bijna om een half miljard.

Daar tegenover staat dat het eigen risico meestijgt met de zorgkosten, naar 400 euro in 2018. De premies gaan eveneens omhoog. Om ervoor te zorgen dat mensen met een laag inkomen hierdoor niet in de problemen raken, verhoogt het kabinet de zorgtoeslag met in totaal zo’n 130 euro.

Buffer

Voor de marechaussee en voor cyberveiligheid worden ook alvast miljoenen uitgetrokken. Verder gaat er 25 miljoen euro extra naar voedselwaakhond NVWA, waarvan deze zomer tijdens de eiercrisis bleek dat dit hard nodig is.

Ook gaat er 75 miljoen euro naar de belastingdienst, een buffer om er ook volgend jaar van verzekerd te zijn dat de dienst blijft draaien. En 27 miljoen euro is gereserveerd voor de sanering van de Zeeuwse fosforfabriek Thermphos.

Miljoenennota: kabinet trekt 270 miljoen extra uit voor leraren

VK 15.09.2017 Lodewijk Asscher krijgt alsnog zijn zin: het demissionaire kabinet trekt 270 miljoen euro uit voor de verhoging van salarissen van basisschoolleerkrachten, goed voor een loonstijging van 3 procent. Het bedrag, waarover PvdA en VVD al langer discussieerden, staat in de Miljoenennota 2018 die Rutte II komende Prinsjesdag presenteert en de Volkskrant heeft ingezien.

Vicepremier Asscher en premier Rutte tijdens een debat in de Tweede Kamer. © ANP

Daarin staat ook een bedrag van 425 miljoen gereserveerd voor koopkrachtverbetering voor de lage inkomens. De twee extra uitgaven verlagen volgend jaar het overschot op de begroting van 0,9 naar 0,8 procent van het bbp.

Eind augustus eiste PvdA-leider en vicepremier Lodewijk Asscher 270 miljoen euro extra voor onderwijzers zodat het salarisgat met leraren in het voortgezet onderwijs wat verkleind kon worden. Eerder had Asscher gedreigd dat alle PvdA-ministers uit het demissionaire kabinet zouden stappen als de leerkrachten in het basisonderwijs er niets bij zouden krijgen.

Coalitiepartner VVD weigerde met de 270 miljoen in te stemmen, omdat premier Rutte tegelijkertijd aan de formatietafel financiële afspraken wilde maken met CDA, D66 en ChristenUnie. Wat Rutte betrof diende eerst het aanstaande regeerakkoord door het Centraal Planbureau worden doorgerekend. Pas daarna viel er meer te zeggen over het budget voor de onderwijzers. Asscher bond in na de toezegging van Rutte dat er ‘een substantieel bedrag’ naar de salarissen in het primair onderwijs zouden gaan.

Staking

Dat substantiële bedrag blijkt dus al in de begroting voor volgend jaar te staan en is exact hetzelfde als waar Asscher op inzette. De leraren willen echter geen 3 procent (tussen de 500 en 1000 euro per jaar) maar 10 procent loonsverhoging om het gat met leraren in het voortgezet onderwijs te vullen. Ze eisen daarmee 900 miljoen extra. Ze organiseren op 5 oktober een staking van een dag om die eis kracht bij te zetten.

Demissionair minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën (PvdA) liet de Tweede Kamer in juli weten twee zaken te willen regelen als hij ook de begroting van 2018 zou moeten maken: de salarissen van onderwijzers en koopkrachtverbetering voor lage inkomens. Normaal gesproken is de begroting van een demissionair kabinet bescheiden en zonder nieuw beleid. Maar Dijsselbloem meent dat hoe langer de formatie duurt, hoe meer vrijheid zijn partij als demissionaire coalitiepartner heeft om nieuwe uitgaven aan de begroting toe te voegen.

Koopkracht

0,6 procent hebben alleenverdieners meer te besteden dankzij de koopkrachtreparatie van VVD en PvdA. Zonder dat extra geld was hun koopkrachtstijging 0,4 procent geweest. Maar kostwinners horen bij CDA en ChristenUnie. Die partijen vinden dat dankzij VVD en PvdA één kostwinner verhoudingsgewijs meer belasting is gaan betalen dan twee tweeverdieners.

Zo blijkt uit de Miljoenennota dat het demissionaire kabinet 425 miljoen euro extra uittrekt om de koopkracht te verbeteren van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden. Mensen met een uitkering hebben daardoor 0,3 procent meer te besteden. Zonder de extra miljoenen zou dat – 0,1 procent zijn. Ouderen gaan er 0,6 procent op vooruit in plaats van 0,1 procent op achteruit. Alle huishoudens samen zouden 0,6 procent meer te besteden moeten hebben. Mensen met werk gingen en gaan er 0,8 procent in koopkracht op vooruit.

Statistiekbureau CBS meldde vrijdag dat de koopkracht in 2016 met 2,7 procent gestegen is. Dat is conform de eerdere voorspelling van het kabinet. Het is de sterkste koopkrachtstijging sinds 2007, het laatste jaar voor de financiële crises. Het is tegelijk een eenmalige opleving. In de jaren ervoor en erna zijn de koopkrachtverbeteringen bescheidener. De oorzaak van de eenmalige piek is een belastingverlaging 5 miljard. Dat geld was eigenlijk bedoeld om een hervorming van het belastingstelsel te financieren, maar die mislukte doordat VVD en PvdA er geen overeenstemming over konden bereiken.

Staking gaat door

Het extra geld betekent niet dat de onderwijsstaking op 5 oktober van de baan is. ‘270 miljoen euro extra voor het primair onderwijs is immers onvoldoende om de problemen op onze arbeidsmarkt te beteugelen’, reageert Liesbeth Verheggen van de Algemene Onderwijsbond op de gelekte miljoenennota. ‘Het is fijn dat de PvdA is overtuigd van de noodzaak van extra geld. Het is winst dat het ze is gelukt ook de VVD te overtuigen. Dat is best een prestatie als je bedenkt dat het kabinet demissionair is en de PvdA slechts negen zetels overheeft.’

Volgens Verheggen is er tijdens de economische crisis te hard gesnoeid in de publieke sector. ‘Het onderwijs is daarvan een van de voornaamste slachtoffers. Vooral in het primair onderwijs lopen de salarissen fors achter vergeleken met die van hoogopgeleiden in andere sectoren.’ Een baan in het onderwijs is onaantrekkelijk, aldus de AOB ‘zolang de eisen hoog zijn en de beloning laag is’.

Volg en lees meer over:  PRINSJESDAG   TWEEDE KAMER   POLITIEK   NEDERLAND

PRINSJESDAG

BEKIJK HELE LIJST

Toch geld voor leraren

Telegraaf 15.09.2017 Het demissionaire kabinet van VVD en PvdA trekt in de begroting van volgend jaar toch al geld uit voor de leraren in het basisonderwijs. Het gaat om 270 miljoen euro volgens Haagse bronnen.

Het geld is bedoeld voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden van leraren. Het bedrag zou genoeg zijn voor een loonsverhoging per leraar van 3 procent; 500 tot 1000 euro per jaar. Ingewijden wijzen er echter ook op dat het geld niet per se hoeft op te gaan aan salarissen.

Het geld voor de leraren komt, hoewel het bedrag eerder al werd genoemd, als een verrassing. De PvdA en met name vicepremier Lodewijk Asscher wilde al in de begroting die met Prinsjesdag wordt gepresenteerd miljoenen uittrekken. Uiteindelijk leek dit niet te lukken, doordat de partijen aan de formatietafel hun financiële plaatje nog niet rond hadden en niet wilden instemmen.

Asscher nam na dagen onderhandelen met de VVD genoegen met de toezegging van een onbekend maar „substantieel” bedrag op een later moment. Hij had eerder gedreigd dat zijn partij het kabinet zou verlaten als er geen extra geld zou worden gereserveerd in de begroting van 2018 voor de leraren.

’Onder de maat’

De PO-raad, de sectororganisatie voor het primaire onderwijs, is niet tevreden. „Zwaar onder de maat. De geplande staking op 5 oktober gaat gewoon door”, aldus een woordvoerder.

„Die 270 miljoen verandert niets aan onze stakingsplannen. We hebben al tijden een claim van 900 miljoen voor salarissen en 500 miljoen voor verlichten van de werkdruk. Dat is het totaalpakket wat wij hebben berekend en waar wij voor gaan.”

’Staking gaat door’

De Algemene Onderwijsbond vindt het fijn dat er een begin is gemaakt, maar zegt ook dat de staking gewoon doorgaat. „Wie denkt dat ons onderwijs is gered met dit bedrag, vergist zich”, zegt voorzitter Liesbeth Verheggen. De bond verwacht van een nieuw kabinet ambitie om de sector erbovenop te helpen.

De vakbonden hadden al eerder aangekondigd dat basisschoolleraren op 5 oktober het werk neerleggen, gesteund door de PO-raad. Al eerder circuleerden bedragen van 270 miljoen euro, maar het basisonderwijs vond dat toen ook al te weinig.

LEES MEER OVER; BANENPLAN LODEWIJK ASSCHER BASISSCHOOLLERARENSALARISSEN

‘Kabinet maakt toch 270 miljoen euro vrij voor lerarensalarissen’

NU 15.09.2017 Het demissionaire kabinet maakt in de Rijksbegroting voor 2018 alsnog 270 miljoen euro vrij voor de verhoging van de salarissen van de basisschoolleraren. Dat staat in de Miljoenennota 2018, schrijven de Volkskrant en het AD.

De verhoging van de salarissen was een wens van demissionair vice-premier Lodewijk Asscher (PvdA) die de kwestie de afgelopen maanden hoog liet oplopen. Hij dreigde zelfs uit het kabinet te stappen als er niet extra geld naar de leraren zou gaan. De VVD vond echter dat dergelijke grote uitgaven aan het nieuwe kabinet zouden moeten worden overgelaten.

Uiteindelijk moest Asscher genoegen nemen met de “inspanningsbelofte” van premier Mark Rutte – die waarschijnlijk aan het hoofd van een volgend kabinet zal staan – dat er een “substantieel bedrag” zal worden gereserveerd. Dat blijkt nu dus 270 miljoen euro te zijn, zoals verschillende media vorige maand al meldden.

De PO-raad, de sectororganisatie voor het primaire onderwijs, vindt het niet genoeg en kondigt aan dat de geplande staking op 5 oktober “gewoon doorgaat”. “Die 270 miljoen verandert niets aan onze stakingsplannen. We hebben al tijden een claim van 900 miljoen voor salarissen en 500 miljoen voor verlichten van de werkdruk. Dat is het totaalpakket wat wij hebben berekend en waar wij voor gaan”, aldus een woordvoerder.

Groei economie

Uit de gelekte Prinsjesdagstukken blijkt verder dat de economie volgend jaar groeit met 2,5 procent, zoals het Centraal Planbureau in augustus al raamde. De groei wordt enigszins afgeremd door de lagere gasproductie.

De koopkracht neemt met 0,6 procent toe en het aantal werklozen daalt verder naar 390.000. Dat is een lichte verbetering vergeleken met de CPB-cijfers in augustus. Het begrotingsoverschot komt volgend jaar uit op 0,8 procent, terwijl de rekenmeester vorige maand nog rekening hielden met een overschot van 0,9 procent.

Verder trekt het kabinet 425 miljoen euro uit om de koopkracht van de minima te verbeteren. Globaal gezien gaan uitkeringsgerechtigden er 0,3 procent op vooruit. In de eerdere berekeningen stond deze groep op de nul. Asscher beloofde al dat het kabinet extra geld zou uittrekken zodat iedereen er volgend jaar iets op vooruit gaat. Ook gepensioneerden (0,6 procent) en werkenden (0,8 procent) zien hun koopkracht stijgen in 2018.

Zie ook: Waarom gaat Prinsjesdag dit jaar eigenlijk door?

Beleidsarme begroting

Omdat het kabinet demissionair is staan er in de Miljoenennota weinig nieuwe plannen en beleid. Het is gebruikelijk dat dat wordt overgelaten aan een nieuw kabinet.

Toch werd al eerder bekend dat het kabinet Rutte II in zijn laatste begroting extra geld vrijmaakt voor de zorg. Zo gaat er vanaf volgend jaar structureel 435 miljoen, wat in 2021 oploopt tot 2,1 miljard euro, naar de verpleeghuiszorg en komt daar de komend vier jaar nog eens 130 miljoen euro bovenop.

Ook is al bekend dat het eigen risico in de zorg naar alle waarschijnlijkheid stijgt naar 400 euro. Daar staat tegenover dat de zorgtoeslag wordt verhoogd.

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) krijgt er na de fipronilcrisis 25 miljoen euro bij en datzelfde bedrag wordt structureel ingeboekt voor cyberveiligheid. De Belastingdienst krijgt er 75 miljoen euro bij, zo maakte RTL Nieuws eerder deze week bekend.

Zodra er een nieuw kabinet op het bordes staat, gaat de Tweede Kamer in de begrotingsdebatten nog sleutelen aan de begroting. Op die manier zullen de coalitiefracties de kabinetsplannen in de nieuwe budgetten verwerken.

Geheimhouding

De inhoud van de Miljoenennota hoort geheim te blijven tot na de troonrede die Koning Willem-Alexander op Prinsjesdag zal uitspreken. De Tweede Kamerfracties krijgen een paar dagen voor Prinsjesdag de stukken al in te zien.

De plannen zijn daarvoor al bekend bij de ministeries. Ondanks de geheimhoudingsplicht worden in de weken voorafgaand aan Prinsjesdag de plannen regelmatig naar de media gelekt.

Lees meer over: Prinsjesdag 2017

Koopkrachtklapper voor huishoudens

Telegraaf 15.09.2017 Voor veel huishoudens was 2016 financieel een prima jaar. Werkenden hadden de sterkste koopkrachtstijging sinds 2001, en gepensioneerden maakten een heuse ’klapper’, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS.

De koopkracht van gepensioneerden steeg vorig jaar in doorsnee met 0,9%, blijkt uit cijfers die het CBS vanochtend publiceert. „Dat lijkt weinig”, zegt Van Mulligen, „maar tijdens de crisis is deze groep er hard op achteruit gegaan.” De laatste keer dat de koopkracht van gepensioneerden harder steeg dan vorig jaar, was in 2007. „Dit mag je best een klapper noemen”, vindt de econoom. De meeste pensioenen zijn in 2016 niet geïndexeerd, maar veel gepensioneerden kregen een ouderenkorting op hun belastingaanslag.

Groen

Voor alle Nederlandse huishoudens samen komt de doorsnee koopkrachtstijging uit op 2,7%. „Dat is harder dan de economische groei”, benadrukt Van Mulligen. Voor werkenden stonden alle seinen op groen: de 4,9% stijging voor een doorsnee werkend gezin is de hoogste in vijftien jaar.

Of er dit jaar weer feest kan worden gevierd valt te bezien: op Prinsjesdag 2016 ging het kabinet voor bijna iedereen uit van een stijging tot 1%. Wel daalt de werkloosheid hard, zodat veel gezinnen het in de praktijk beter hebben gekregen.

Belasting

De forse toename van vorig jaar is deels het gevolg van hogere lonen, maar nog meer van gunstige belastingmaatregelen, zoals de hogere arbeidskorting en de lagere tarieven in de tweede en derde schijf.

Kregen we dan zo toch de beruchte ’duizend euro van Rutte’? „Nou, zelfstandigen gaan er veel minder hard op vooruit”, zegt Van Mulligen. „Dus gemiddeld zul je nog niet aan dat bedrag zitten, al durf ik er ook geen harde uitspraken over te doen.”

Inflatie

Ook de extreem lage inflatie, van 0,3%, hielp mee: zelfs wie in harde euro’s niet veel meer te besteden had, kon daar bijna hetzelfde van kopen. Van dat effect profiteren gepensioneerden ook.

Ondanks alle plussen zag maar liefst een derde van alle huishoudens de koopkracht afnemen. „Daar zitten mensen tussen die werkloos zijn geworden, minder zijn gaan werken, of met pensioen zijn gegaan”, verklaart Van Mulligen.

Koopkracht wederom gestegen: sterkste stijging sinds 2007

AD 15.09.2017 De koopkracht in Nederland steeg vorig jaar gemiddeld met 2,7 procent, de sterkste stijging sinds 2007. Toch profiteerde niet iedereen even veel. Vooral gezinnen en werkenden gaan erop vooruit. Gepensioneerden hielden in hun portemonnee nauwelijks extra geld over.

Werkenden zijn er verreweg het meest op vooruit gegaan. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van nieuwe cijfers. Hun koopkracht steeg gemiddeld met 4,9 procent. Dit is het hoogst in 15 jaar tijd. Naast de stijging van de cao-lonen profiteerden werknemers van fiscale maatregelen, zoals verhoging van de arbeidskorting en een verlaging van het tarief in de tweede en derde schijf van de inkomstenbelasting.

Ondanks die lastenverlichting op arbeid daalde de koopkracht vorig jaar toch bij 28 procent van de werknemers, bijvoorbeeld omdat zij minder uren gingen werken. De ontwikkeling van de koopkracht is ook afhankelijk van bijvoorbeeld premies voor pensioen, zorgverzekering en van de belasting.

Gepensioneerden 

Gepensioneerden zagen hun koopkracht het minst toenemen. Gemiddeld nam die toe met 0,9 procent. In veel gevallen hadden pensioenontvangers profijt van een verhoging van de ouderenkorting, maar ze hadden ook nog steeds te maken met het niet of beperkt indexeren van aanvullende pensioenen. Daarnaast betekende het afschaffen van de ouderentoeslag dat een deel van de gepensioneerden meer belasting over hun vermogen moest betalen.

september 15, 2017 Posted by | begroting, begroting 2018, bezuinigingen, derde dinsdag september, formatie, Miljoenennota 2018, politiek, prinsjesdag, Rutte 2, Rutte 3, Verantwoordingsdag 2018, verkiezingen 2017, VVD, VVD-PvdA, Zorg | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Reacties uitgeschakeld voor Op weg naar de begroting 2018 van kabinet Rutte 3 – deel 2