Debat in de Digitale Hofstad

Stemmen uit de Haagse Wijken

Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 16

AD 01.07.2019

Het gaat beter met de ouderenzorg !!

In ruim driekwart van de verpleeghuizen ervaren hulpbehoevende ouderen dat ze begrip en respect krijgen van medewerkers. Dat constateert de zorginspectie na recente bezoeken aan 300 organisaties door heel Nederland. Volgens de waakhond staan de wensen van bewoners bij het leeuwendeel van de huizen inmiddels bovenaan.

Telegraaf 09.10.2019

AD 09.10.2019

AD 02.07.2019

Na jarenlange bezuinigingen betekende een manifest van Hugo Borst en Carin Gaemers drie jaar terug een ommekeer voor de verschraalde verpleeghuiszorg. De politiek omarmde hun wens voor extra zorgpersoneel plus de benodigde zak geld. Ook moest voor bewoners gaan gelden: aandacht is net zo belangrijk als verzorging en veiligheid. De verpleeghuizen gingen in 2017 aan de slag met nieuwe kwaliteitseisen.

AD 09.09.2019

Nieuw manifest De Tien Geboden

Voor kwetsbare ouderen is er welliswaar 2,1 miljard euro extra bij gekomen, maar in drie jaar tijd gaat het slechts ietsiepietsie beter beter in de ouderenzorg. Daarom hebben Wanda de Kanter, Carin Gaemers en Hugo Borst een nieuw manifest gemaakt: De Tien Geboden voor de zorg voor ouderen die vanwege dementie in het verpleeghuis zitten.

‘Iedere bewoner die daartoe in staat is, komt dagelijks uit bed en wordt geholpen de dag aangenaam door te brengen. Er is altijd iemand die een oogje in het zeil houdt. Gedurende de dag is er regelmatig persoonlijk contact met een zorgverlener of begeleider. Langer dan twee uur zonder persoonlijk contact is onacceptabel.’

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Het klinkt zo logisch, maar toch is dit het tweede gebod uit de tien die Kanter, Gaemers en Borst afgelopen zaterdag publiceerden. Want ondanks de extra miljoenen (en uiteindelijk miljarden) die naar de ouderenzorg gaan, blijkt de situatie in verpleeghuizen slechts ‘een ietspietsie beter’. ,,Dat het logisch klinkt, maar niet gebeurt, maakt deze situatie zo verschrikkelijk”, reageert Carin Gaemers.

‘Iedere bewoner die daartoe in staat is, komt dagelijks uit bed en wordt geholpen de dag aangenaam door te brengen. Er is altijd iemand die een oogje in het zeil houdt. Gedurende de dag is er regelmatig persoonlijk contact met een zorgverlener of begeleider. Langer dan twee uur zonder persoonlijk contact is onacceptabel.’

AD 01.07.2019

Sindsdien toetst de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd de kwaliteit van verpleeghuiszorg anders. Boven alles geldt of een bewoner zorg op maat krijgt. Voor het eerst is, na honderden inspecties de afgelopen twee jaar, het net opgehaald. En het goede nieuws is: bij veruit de meeste zorgorganisaties (circa 78 procent) kennen medewerkers de bewoner en zijn wensen en behoeften.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

AD 01.09.2020

Niet alles op rolletjes

De beweging naar betere verpleeg­huis­zorg zet zich volop door en dat is mooi. Maar er zijn ook nog flinke stappen te zetten, aldus Minister De Jonge (Volksgezondheid).

Hoewel de genomen maatregelen dus hun vruchten lijken af te werpen, gaat het nog lang niet op alle vlakken goed. Bij veel zorgorganisaties worden te weinig medewerkers ingezet of ontbreekt het aan deskundigheid, concludeert de inspectie. Bij 43 procent van de bezochte instellingen is dat laatste het geval. De inspectie tekent daarbij aan dat het nog altijd lastig is om personeel te vinden.

AD 31.08.2019

AD 30.08.2019

AD 21.08.2019

Ook wordt lang niet altijd een professionele afweging gemaakt over welke zorg mensen nodig hebben; in 47 procent van de gevallen constateert de inspectie hierop tekortkomingen. Het bijhouden van het dossier van bewoners is een nog groter probleem. Bij zo’n twee derde van de instellingen wordt dit niet goed gedaan.

Om de situatie te verbeteren, is vereist dat medewerkers functioneren in “een veilige cultuur, waarin de zorgmedewerker open kan zijn over zijn twijfels en dilemma’s”,stelt de inspectie. Een kwart van de bezochte verpleeghuizen voldoet daar nog niet aan.

Op www.igj.nl/verpleeghuiszorginbeeld zijn de landelijke resultaten te zien van de toezichtbezoeken. Daarnaast is op de site van de inspectie op een overzichtskaart te zien welke instellingen er bezocht zijn en wat de bevindingen van de inspectie op deze locaties waren.

Problemen bij de jeugdzorg

Van de ongeveer duizend meldingen van seksueel, fysiek en psychisch geweld in de jeugdzorg kunnen maar zes meldingen in een daadwerkelijke aangifte resulteren. De rest van de zaken is verjaard, blijkt uit gegevens van het Openbaar Ministerie die dagblad Trouw heeft opgevraagd.

Secretaris Christiaan Ruppert van de commissie-De Winter, die het onderzoek hiernaar uitvoerde, noemt de zes gevallen “een magere oogst”. Met de verjaarde zaken kan juridisch niets meer gedaan worden.

De verjaringstermijn voor fysiek geweld tegen kinderen is 12 tot 20 jaar. Die gaat in als het slachtoffer 18 jaar geworden is.Tijdens het onderzoek naar geweld in de jeugdzorg sinds 1945 door commissie-De Winter werd een meldpunt voor slachtoffers geopend. Daar kwamen zo’n duizend meldingen binnen. Zeventien meldingen zijn door de commissie voorgelegd aan het OM voor een verjaringstoets. Elf bleken verjaard. De overige zes melders zouden aangifte kunnen doen.

Maar dan is het de vraag of er tot vervolging kan worden overgegaan. Dat is afhankelijk van de feiten en omstandigheden, meldt de krant. De zaken die nu in aanmerking komen zijn maximaal 20 jaar oud. Over de meldingen is verder niets bekend.

Bekijk ook;

Fraude bij zorgaanbieders

Een deel van de Nederlandse zorgaanbieders fraudeert mogelijk met hun declaraties. 97 grote zorgaanbieders boekten in 2017 samen 51,7 miljoen euro winst. Dat is veel meer dan je zou verwachten op basis van hun bedrijfsvoering.

Journalisten van Pointer,Reporter Radio en Follow the Money bekeken de jaarrekeningen van 1.959 grote zorginstellingen in de geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en thuiszorg. 97 instellingen boekten gemiddeld 20,8 procent winst, terwijl twee tot drie procent in de sector normaal is. Thuiszorgorganisatie Anahid spande de kroon: daar werd bijna 67 procent winst geboekt.


AD 06.07.2019

Onlangs beschreef Follow the Money hoe handige ondernemers een fikse winst in de zorg kunnen opstrijken. Anahid kreeg in dat stuk een bijzondere vermelding: over het boekjaar 2017 maakte het bedrijf namelijk een winst van 66,8 procent. Dergelijke winsten zijn absurd hoog: in 2016 was het gemiddelde resultaat in de thuiszorg vóór belasting 3,9 procent.

Incidenteel kan een hogere winst dan normaal geboekt worden, bijvoorbeeld door subsidies of verkoop van een bedrijfsonderdeel. Voor de 97 zorgbedrijven is de hoge winst echter structureel en niet eenvoudig te verklaren, aldus de onderzoekers.

  Eric Smit @EricChrSmit

Ons dossier ‘Zorgcowboys’ krijgt vanaf morgen een vervolg. Eerst in de rechtbank, dan op internet, radio en televisie samen met @ReporterRadio1 en @pointer_kroncrv. Het gaat om “ondernemers” die excessieve winsten opstrijken in de zorg https://www.ftm.nl/artikelen/anahid-cijfers?utm_medium=social&utm_campaign=Eric-Smit&utm_source=twitter … via @ftm_nl

Hoe een zorgondernemer 66,8 procent winst maakte

Thuiszorgorganisatie Anahid uit Almelo kwam in opspraak nadat Follow the Money ontdekte dat het bedrijf vorig jaar 66,8 procent winst maakte. Terwijl directeur Nver Dermovsesian tonnen aan dividend…

ftm.nl

‘Onrechtmatig’ 

Jeroen Suijs, hoogleraar Financial Accounting aan de Erasmus Universiteit en Harrie Verbon, hoogleraar Openbare Financiën aan de Universiteit van Tilburg denken dat de hoge winsten zijn veroorzaakt doordat de gedeclareerde zorg niet volledig is geleverd. Dat betekent dat de winsten van deze bedrijven misschien niet altijd rechtmatig tot stand zijn gekomen.

174 zorgbedrijven maakten in 2017 een winst van meer dan tien procent. Volgens experts is die tien procent de grens. Je zou meer winst dan andere bedrijven kunnen maken door efficiënter te werken. Meer dan tien procent winst is echter vreemd omdat het vooral gaat om personeelskosten en die zijn niet makkelijk te reduceren. “Dan is er vaak iets vreemds aan de hand,” concludeert Pointer.

Vriendjespolitiek

De 174 grote zorgbedrijven boekten een gezamenlijke winst van 112 miljoen euro en hadden een omzet van 634 miljoen. Zorgverzekeraar DSW vindt dat er verder onderzoek naar de bedrijven gedaan moet worden. “Een normale zorgaanbieder kan deze diensten leveren met ongeveer twee tot drie procent winst. Is dat hoger, dan is er iets niet in orde”, zegt Aad de Groot, voorzitter van de raad van bestuur van DSW tegen Pointer.

De Raad van Toezicht hoort de winstpercentages in de jaarrekening te controleren. “Bij een aantal bedrijven hebben wij ontdekt dat deze Raad van Toezicht uit vrienden of familie van de eigenaar van de zorginstelling bestaat,” schrijven de onderzoekers.

Winstuitkering van 5,1 miljoen

Uit het onderzoek blijkt ook dat in 46 gevallen winst werd uitgekeerd aan aandeelhouders van de zorgbedrijven. Het gaat om een bedrag van in totaal 21,8 miljoen euro. De uitkering was bij Faveo Zorg uit Rotterdam het hoogst: 5,1 miljoen euro.

Een van de in het onderzoek genoemde organisaties, Thuiszorg Naborgh, probeerde via de rechter de publicatie van het onderzoek te voorkomen. De rechter gaf de media echter gelijk.

Gemeenteraads- en Kamervragen

Na onze publicatie ontstond lichte commotie in de gemeenteraad van Almelo: hoe kon een onderneming gefinancierd met publiek geld in hemelsnaam zoveel winst maken? De SP, GroenLinks, de PvdA en Leefbaar Almelo vroegen wethouder Eugène van Mierlo gezamenlijk om opheldering. Ook de PVV stelde vragen, en wilde onder meer weten of alle gedeclareerde zorg daadwerkelijk aan de cliënten is geleverd.

De kwestie van hoge winsten in de thuiszorg, en van Anahid in het bijzonder, sijpelde door naar andere gemeenten in de regio. De PvdA-afdelingen in Dinkelland, Hof van Twente, Hengelo en Enschede stuurden hun gemeentebesturen een brief. ‘Wat wordt er gedaan om exorbitante winstuitkeringen in de thuiszorg te bestrijden?

Wij willen zo snel mogelijk weten waar dit soort uitvreters actief zijn en hoe we van ze afkomen.’ Ook de landelijke politiek roerde zich. PvdA-Kamerlid John Kerstens stelde vragen aan Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg: ‘Deelt u de opvatting dat het zeer onwenselijk is dat er financiële winsten worden gemaakt met belastinggeld dat bedoeld is voor goede, betaalbare zorg?’

Anahid heeft zelf een raming gepubliceerd van de verdeling van arbeidsuren per financieringsstroom in 2017. Volgens die berekening wordt 54 procent van de totale fte’s (11) ingezet voor werk dat vergoed wordt uit de ZVW. Afgerond komt dat neer op 6 fte.

Een uurtarief van 50 euro voor wijkverpleging en persoonlijke verzorging is voor een organisatie van Anahids omvang een ruimhartige schatting. Wanneer je de omzet deelt door dat uurtarief, zou Anahid in 2017 bij verzekeraars 20.313 uren hebben gedeclareerd.

De netto inzetbaarheid in de wijkverpleging is per fte standaard ongeveer 1600 uur. Met 6 fte komt de maximale inzetbaarheid van Anahids medewerkers gezamenlijk uit op 9600 uur per jaar: nog niet de helft van het aantal uren dat het bedrijf daadwerkelijk heeft gedeclareerd. Bovendien: inzetbare uren staan niet gelijk aan declarabele uren.

Een thuiszorgonderneming mag alleen ‘zorg achter de deur’ in rekening brengen. Reistijd, werkoverleg en regeltaken zijn niet declarabel. In de wijkverpleging bedraagt de declarabele productiviteit van een werknemer ongeveer 65 procent, op voorwaarde dat de organisatie efficiënt werkt. Meestal begroten organisaties in de verpleging en thuiszorg de declarabele uren op 60 procent van de arbeidstijd.

De druk op de Anahid neemt toe: de lokale politiek eist opheldering over Dermovsesians bedrijfsvoering. Ook de Coöperatie Dichtbij – waarin 60 zorgorganisaties en ruim 160 zelfstandige zorgverleners zijn verenigd, ook Anahid is aangesloten – kondigt een onderzoek aan. Via Dichtbij krijgen acht mensen zorg van Anahid.

Rotte appels

Eerst veroordeeld zijn voor oplichting of poging tot doodslag, dan als bestuurder verantwoordelijk worden voor de besteding van zorggeld. Dat klinkt misschien vreemd, maar is allerminst ongewoon. Dat blijkt uit onderzoek van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). De organisatie keek naar de voorgeschiedenis van 53 zorgbestuurders die betrokken waren bij fraudezaken. Dertig van hen bleken al een strafblad te hebben. Hoe kunnen zulke rotte appels toch op zo’n plek komen?

Vooropgesteld: zeker niet alle zorgaanbieders zijn fout. Het IKZ keek in dit onderzoek naar bekende fraudegevallen en dook vervolgens in de geschiedenis van betrokken bestuurders. Als het aan het IKZ-directeur Annemiek van der Laan ligt, komt er op korte termijn extra onderzoek onder een grotere groep. “Dan kunnen we ook kijken naar de voorgeschiedenis van zorgbestuurders die niet worden verdacht van fraude”.

Opvallend in het kleinschalige onderzoek is volgens Van der Laan wel dat de frauduleuze zorgaanbieders vaak actief zijn bij instellingen voor beschermd en begeleid wonen. “Dat kan een indicatie zijn dat het daar gemakkelijker is om zorggeld voor andere doeleinden te gebruiken”, zegt ze. Volgens haar moet ook daar meer onderzoek naar gedaan worden. “Hoe ziet die fraude eruit en wat is de impact op de patiënten? En vooral: hoe kun je het voorkomen?”

Geen check aan de voorkant

Over dat laatste wordt al jaren gesproken. Want dat de zorg relatief gevoelig is voor fraude, is niet nieuw. Voor het starten van een zorgbedrijf heb je alleen een inschrijving bij de Kamer van Koophandel nodig. Een grondige check, in de vorm van bijvoorbeeld een Verklaring Omtrent het Gedrag of diploma’s, is er niet. Bovendien zijn nieuwe zorgaanbieders bijna nooit op de hoogte van de kwaliteitseisen waaraan ze moeten voldoen, bleek vorig jaar uit onderzoek van de inspectie.

Pogingen om meer zicht te krijgen in de manier van opereren door nieuwe zorgaanbieders hebben nog weinig opgeleverd. Het Openbaar Ministerie noemt de aanpak van fraude met zorggeld al jaren een prioriteit. Probleem is dat er zich nieuwe fraudegevallen blijven voordoen zo lang er geen check aan de voorkant is.

Toenmalig minister Schippers van Volksgezondheid diende in 2017 een wetsvoorstel in om nieuwe zorgaanbieders vooraf te toetsen. Die wet ligt nog in de Tweede Kamer. Een andere wet, de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, is nog niet in behandeling genomen, terwijl de periode waarin burgers en instellingen hun mening konden geven vandaag precies een jaar geleden afliep. En een door Zorgverzekeraars Nederland en de Vereniging Nederlandse Gemeenten geïnitieerd waarschuwingsregister laat op zich wachten, omdat de juridische basis daarvoor is vastgelegd in een van de wetsvoorstellen.

‘Hoge toetredingsdrempel’

Ook Van der Laan erkent dat het moeizaam gaat. Ze wijt dat mede aan de discussie rond privacy en het delen van informatie. “Een hele complexe discussie”, zegt ze daarover. Zo is onder meer artsenfederatie KNMG bang dat zorgaanbieders onterecht of te snel als fraudeurs worden bestempeld. Ook zijn er zorgen over het medisch beroepsgeheim. Zorgverzekeraars Nederland wil juist “een hoge toetredingsdrempel en hardere afwijzingsgronden in een zo vroeg mogelijk stadium”, zegt een woordvoerder.

Minister De Jonge, die het in 2017 overnam van Schippers, zei in april nog dat het uitwisselen van informatie een belemmering is bij de opsporing van fraude. Volgens hem wordt de wet die dat moet verbeteren begin volgend jaar aan de Kamer voorgelegd.

Aan urgentie ligt het niet, verzekert Van der Laan. Volgens haar zijn alle bij het IKZ betrokken instanties (onder meer inspecties, verzekeraars, gemeenten en Openbaar Ministerie) erop gebrand de fraude aan te pakken, het liefst aan de voorkant. Zelf wil ze op korte termijn beginnen met het vervolgonderzoek. “Dat zou nog dit jaar kunnen.”

Bekijk ook;

Inval van de recherche Zorgfraude en FIOD in Assen (archief oktober 2016) RTV Drenthe

Bij Zorgfraude zijn vaak bestuurders betrokken die een strafblad hebben en die vaak ook veroordeeld zijn. Dat blijkt uit een onderzoek (.pdf) van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ).

Het IKZ onderzocht 53 bestuurders in 41 zaken waarin sprake was van zorgfraude. Dertig van hen (57 procent), bleek een juridisch dossier te hebben. Daarvan zijn 25 personen veroordeeld, één zaak loopt nog en vier bestuurders zijn niet veroordeeld. Het gaat geregeld om meerdere veroordelingen per bestuurslid en om uiteenlopende delicten, waaronder fraude, diefstal en geweldsdelicten.

Volgens IKZ wijzen de resultaten van het onderzoek in de richting van een verband tussen fraude in de zorg en bestuurders met een strafblad. Vooral bij bestuurders die zich richten op begeleid en beschermd wonen lijkt dit vaak voor te komen. De dertien in dit onderzoek betrokken bestuurders die dit type zorg aanbieden, hebben allemaal een juridisch dossier.

Het IKZ wil naar aanleiding van de resultaten een vervolgonderzoek doen met een meer representatieve onderzoeksgroep. Ook adviseert de organisatie onderzoek te doen naar de verschuiving van criminele activiteiten richting de zorg. Daarnaast kunnen de uitkomsten worden gebruikt als input voor de screening van zorgaanbieders door gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren.

lees: healthcheck ggz 22.07.2019

lees: kamerbrief over investeringsmogelijkheden kwaliteit en bedrijfsvoering van zorgaanbieders 09.07.2019

lees: uitkering van dividend door zorgaanbieders 17.06.2019

lees: advies over het reguleren van winstuitkering door zorgaanbieders 17.12.2018

lees: hoofdlijnen van de juridische analyse bijlage B

lees: hoofdlijnen van de praktijk en effectanalyse Bijlage A

Bekijk ook;

Zie ook: Zorgcowboys

Zie ook: Weer gedonder bij de Haagse Wijk- en Woonzorg HWW

Zie ook: Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 15

zie ook: Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 14

zie ook: Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 13

zie ook: Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 12

zie ook: Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 11

zie ook: Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 10

zie ook: Meer geld vanwege gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 9

zie ook: Manifest gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 8

zie ook: Gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 7

zie ook: Gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 6

zie ook: Gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 5

zie ook: TSN / Vérian – Gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 4

zie ook: Gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 4

zie ook: Gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 3

zie ook: Gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 2 

zie ook: Gedonder in de Zorg door bezuinigingen – deel 1

Zie ook; Gerommel in de (semi)publieke sector – deel 3

zie ook: Gaat het gedonder in de Haagse zorg gewoon verder ???

zie ook: Manifest gedonder ook in de Haagse Zorg door bezuinigingen

zie ook: Gedonder in de Haagse Zorg door bezuinigingen – deel 6

zie ook: Gedonder in de Haagse Zorg door bezuinigingen – deel 5

zie ook: Gedonder in de Haagse Zorg door bezuinigingen – deel 4

zie ook: Gedonder in de Haagse Zorg door bezuinigingen – deel 3

zie ook: Gedonder in de Haagse Zorg door bezuinigingen – deel 2

zie ook: Gedonder in de Haagse Zorg door bezuinigingen – deel 1

Zie ook: De affaire Loek Winter versus Gerommel in de zorg

en zie verder ook: De affaire Meavita versus Loek Hermans VVD – Gerommel in de zorg – deel 5

zie verder dan ook: De affaire Meavita versus Loek Hermans VVD – Gerommel in de zorg deel 4

en zie dan ook: De affaire Meavita versus Loek Hermans VVD – Gerommel in de zorg deel 3

zie dan verder ook nog: De affaire Meavita versus Loek Hermans VVD – Gerommel in de zorg deel 2

en zie dan ook nog: De affaire Meavita versus Loek Hermans VVD – Gerommel in de zorg deel 1

Kwetsbare ziekenhuizen kunnen loonsverhoging niet aan

Telegraaf 08.10.2019 Elf van de 64 ziekenhuizen scoren volgens BDO onvoldoende met hun financiële resultaten. Voor hen kan een naderende loonsverhoging een volgende dreun zijn. „Bij forse loonstijgingen wachten voor een deel van de ziekenhuizen zware verliezen.”

Dat zegt BDO-partner Chris van den Haak over de cao-onderhandelingen in de ziekenhuissector. Bonden vragen daar twee jaren 5% loonsverhoging, ziekenhuizen bieden ruim 3%. De ziekenhuizen worden volgend jaar voor 2,5% gecompenseerd. „Maar die compensatie is dus te laag”, stelt Vincent Eversdijk van BDO. „Als er uiteindelijk een forse loonsverhoging volgt, dan kunnen sommige ziekenhuizen dat niet aan. Het is daarom begrijpelijk dat de ziekenhuizenkoepel NVZ bij de minister om een extra bijdrage heeft gevraagd”, zegt Eversdijk.

Acties

De minister wees die vraag van NVZ-voorzitter Ad Melkert resoluut van de hand. Ondertussen voeren elke week in enkele ziekenhuizen medewerkers actie door zondagdiensten te draaien en dus alleen spoedzorg uit te voeren en andere behandelingen te verplaatsen.

Volgens BDO stegen personeelslasten vorig jaar al met 2,7%, deels doordat totale uitgaven aan externe inhuur opliepen van €389 miljoen tot €422 miljoen in een jaar tijd. Die personeelslasten kunnen nog sneller stijgen als in een nieuwe cao flinke loonsverhogingen worden afgesproken. „Loonkosten maken het overgrote deel uit van de lasten van ziekenhuizen.” BDO’er Van den Haak schetst een situatie waarbij personeel van financieel kwetsbare ziekenhuizen een flinke loonsverhoging krijgt, maar dat dit wel hun eigen ziekenhuis in de problemen brengt.

Onvoldoendes

Bij de financiële stresstest voor ziekenhuizen geeft BDO rapportcijfers voor de financiële situatie van ziekenhuizen (gebaseerd zich op de jaarcijfers van 2018). Elf van de 64 ziekenhuizen scoren onvoldoende. Dit zijn het Zuyderland, het Canisius-Wilhelmina, Dijklander Ziekenhuis, Ziekenhuisgroep Twente, Medisch Centrum Leeuwarden, Rivas Zorggroep, Zaans Medisch Centrum, Maasziekenhuis Pantein, HagaZiekenhuis, Ommelander Ziekenhuis en LangeLand Ziekenhuis.

Bij zeven van de elf was hun cijfer vorig jaar ook al onvoldoende. En vijf ziekenhuizen halen zelfs al drie jaar op rij onvoldoendes en tonen dus structureel slechte financiële cijfers. „Zij zijn financieel kwetsbaar”, zegt Van den Haak. Die laatste vijf zijn het Zuyderland, het Langeland Ziekenhuis, het Maassziekenhuis Pantein, het Ziekenhuisgroep Twente, en het Zaans Medisch Centrum).

Hoe scoort jouw ziekenhuis?

De beste cijfers (tienen) waren voor het Amphia Ziekenhuis, Streekziekenhuis Koningin Beatrix, Laurentius Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis, Máxima Medisch Centrum en Ikazia Ziekenhuis.

Kijk op deze interactieve kaart hoe het ziekenhuis bij jou in de buurt ervoor staat. De roodgekleurde icoontjes zijn onvoldoendes. Je kunt terugkijken tot 2011. Volgens Eversdijk is er geen reden om aan te nemen dat de zorg van patiënten van mindere kwaliteit is als de financiële resultaten ondermaats zijn.

’Beter dan vorig jaar’

Over alle ziekenhuizen samen is BDO wel positief. Vorig jaar waren er bijvoorbeeld nog meer onvoldoendes. Eversdijk: „De gemiddelde financiële situatie van ziekenhuizen verbetert. Maar dit is wel een gemiddelde. Een jaar een onvoldoende is niet meteen reden tot zorgen, als ziekenhuizen structureel slecht scoren, dan zitten ze duidelijk in de gevarenzone. Zeker gezien de druk op de personeelskosten die eraan komt. Stilzitten is dus geen optie.”

Volgens het BDO-rapport presteren middelgrote en grote ziekenhuizen doorgaans beter en laten ze een grotere resultaatsgroei zien dan kleine ziekenhuizen.

’Zorginfarct’

Vorig jaar waarschuwde BDO nog voor een zorginfarct door financiële problemen bij ziekenhuizen. Twee ziekenhuizen gingen in de herfst van 2018 failliet. Twee andere ziekenhuizen werden juist gered van een mogelijk bankroet. Volgens de accountant- en adviesorganisatie is die nog niet afgewend. Bij ziekenhuizen stijgen rendementen gemiddeld wat door lagere rentelasten, maar blijft het resultaat onder druk staan. Deels door steeds hogere kosten van personeel.

Verder wijst de organisatie erop dat bij alle ziekenhuizen de omzet groeit, gemiddeld met 3,5%. Hoofdlijnenakkoorden (waarin ziekenhuizen met zorgverzekeraars en overheid afspraken de groei te beperken) zitten volgens BDO dwars. BDO vraagt zich af of die groeibeperking reëel is en stelt dat de Hoofdlijnenakkoorden heroverwogen moeten worden.

’Perverse prikkels’

BDO denkt nog steeds dat een nieuwe businessmodel voor de ziekenhuizen nodig is. Daarbij moet een einde komen aan volumeprikkels, die zorgen dat het ziekenhuis meer verdient aan meer behandelingen. Eversdijk: „Die perverse prikkels moeten eruit.”

Elf ziekenhuizen in financiële problemen

MSN 08.10.2019 Elf Nederlandse ziekenhuizen hebben het financieel moeilijk. Zij krijgen een onvoldoende in het jaarlijkse onderzoek van accountant BDO naar alle 64 ziekenhuizen in Nederland.

Volgens het rapport zitten onder meer het Medisch Centrum Leeuwarden, het Zaans Medisch Centrum in Zaandam en het HagaZiekenhuis in Den Haag in de problemen.

Deze ziekenhuizen verkeren in zwaar weer

Zuyderland Sittard-Geleen 5
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen 5
Dijklander Ziekenhuis Hoorn 5
Ziekenhuisgroep Twente Almelo/Hengelo 5
Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarden 5
Rivas Zorggroep Beatrixziekenhuis Gorinchem 5
Zaans Medisch Centrum Zaandam 5
Maasziekenhuis Pantein Beugen 5
HagaZiekenhuis Den Haag 5
Ommelander Ziekenhuis Groningen Groningen 4
LangeLand Ziekenhuis Zoetermeer 2

Lees ook:

Extra geld van kabinet voor cao ziekenhuizen is ‘noodzaak’

Het onderzoek gaat over 2018. Over het algemeen stonden de Nederlandse ziekenhuizen er toen iets beter voor dan een jaar eerder. “Ondanks deze kleine verbetering is het gevreesde zorginfarct niet afgewend. Het operationele resultaat stond onverminderd onder druk”, aldus BDO.

De account maakt zich zorgen. Ziekenhuizen krijgen minder investeringen, maar ze hebben juist extra geld nodig. “De zorgvraag blijft toenemen en zet de betaalbaarheid steeds meer onder druk. De wachtlijsten lopen op en er zijn personeelstekorten. Duurzaam betaalbare en uitvoerbare zorg is nog lang niet in zicht.”

Zes ziekenhuizen krijgen een 10 van BDO

Amphia Ziekenhuis Breda e.o. 10
Streekziekenhuis Koningin Beatrix Winterswijk 10
Laurentius Ziekenhuis Roermond 10
Catharina Ziekenhuis Eindhoven 10
Máxima Medisch Centrum Eindhoven 10
Ikazia Ziekenhuis Rotterdam 10

RTL Nieuws; Gezondheidszorg

Ziekenhuizen in Drenthe en Groningen schrappen 500 banen

MSN 01.10.2019 Minder patiënten betekent minder inkomsten en dus verdwijnen er 500 banen bij drie ziekenhuizen in het noorden van het land. De Treant Zorggroep dreigt verlies te maken en dus is de reorganisatie nodig.

“Gedwongen ontslagen proberen we zoveel mogelijk te voorkomen. Op dit moment kan ik dat niet helemaal uitsluiten”, zegt Rolf de Folter, voorzitter raad van bestuur van Treant Zorggroep tegen RTV Drenthe. Woordvoerder Stefan Wesselink bevestigt het nieuws aan RTL Z.

Het gaat om ziekenhuizen in Emmen, Hoogeveen en Stadskanaal, waar in totaal 2700 mensen werken.

9 miljoen winst 

De meeste banen verdwijnen in de zorg zelf, daar wordt 300 fte geschrapt. De andere 200 banen verdwijnen bij ondersteunende onderdelen van het bedrijf.

Vorig jaar boekte Treant overigens nog een winst van 9 miljoen op een omzet van 475 miljoen euro. De maatregel is volgens De Folter nodig omdat er in de toekomst minder patiënten naar de ziekenhuizen zullen komen.

Spoedeisende Hulp 

Dat heeft als oorzaak dat de Spoedeisende Hulpposten van de ziekenhuizen in Hoogeveen en Stadskanaal sluiten omdat er te weinig behandelingen per jaar gedaan worden én door een tekort aan personeel. “We kregen de roosters niet rond”, vertelt Wesselink.

Dat betekent ook dat inwoners van Hoogeveen en Stadskanaal verder moeten reizen als zij een Spoedeisende Hulppost willen bezoeken. Inwoners van Stadskanaal moeten bijvoorbeeld naar Emmen, Assen of Scheemda. Die posten liggen elk op ruim een half uur rijden van Stadskanaal.

Personeel dat zonder baan komt te zitten, kan vanwege datzelfde personeelstekort waarschijnlijk wel bij een ander ziekenhuis in de regio aan de slag, verwacht hij.

“De zorg blijft voor de regio behouden, dat is het goede nieuws, maar voor Treant is dit een boodschap met impact”, zegt hij. De zorggroep zal waarschijnlijk dit jaar weer in de min duiken, maar het getal van 17 miljoen dat circuleert in andere media klopt volgens hem niet.

Weer een manifest: ‘in verpleeghuizen gaat het slechts ietsiepietsie beter’

AD 08.09.2019 Voor kwetsbare ouderen is 2,1 miljard euro extra gekomen, maar in drie jaar tijd gaat het slechts ietsjes beter in de ouderenzorg. Daarom hebben Wanda de Kanter, Carin Gaemers en Hugo Borst een nieuw manifest gemaakt: De Tien Geboden voor de zorg voor ouderen die vanwege dementie in het verpleeghuis zitten.

‘Iedere bewoner die daartoe in staat is, komt dagelijks uit bed en wordt geholpen de dag aangenaam door te brengen. Er is altijd iemand die een oogje in het zeil houdt. Gedurende de dag is er regelmatig persoonlijk contact met een zorgverlener of begeleider. Langer dan twee uur zonder persoonlijk contact is onacceptabel.’

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Het klinkt zo logisch, maar toch is dit het tweede gebod uit de tien die Kanter, Gaemers en Borst afgelopen zaterdag in NRC publiceerden. Want ondanks de extra miljoenen (en uiteindelijk miljarden) die naar de ouderenzorg gaan, blijkt de situatie in verpleeghuizen slechts ‘een ietspietsie beter’. ,,Dat het logisch klinkt, maar niet gebeurt, maakt deze situatie zo verschrikkelijk”, reageert Carin Gaemers.

Hugo Borst (rechts) en Carin Gaemers strijden al jaren voor betere zorg aan mensen met dementie. © ANP

Impact

Ze maken zich al jaren hard voor verbetering van de zorg aan mensen met dementie. Zelf hadden Gaemers en Borst een moeder in een verpleeghuis, waardoor ze ontdekten dat de bewoners niet de zorg kregen die ze nodig hadden.

Drie jaar geleden publiceerden ze een manifest in deze krant om de ouderenzorg te verbeteren. Dat had grote politieke impact, waardoor er miljoenen euro’s vrij kwamen om meer zorgpersoneel aan te nemen én een kwaliteitskader voor alle verpleeghuizen.

Je ziet dat die bestuur­ders hun oor niet goed genoeg te luister leggen op de werkvloer. Terwijl wij zeggen: het zorgperso­neel is de baas, aldus Hugo Borst, Opsteller De Tien Geboden.

Er blijken echter nog tal van zorginstellingen die niet aan die wettelijk vereiste kwaliteit voldoen. Vooral in grote organisaties gaat het mis, constateert het protesterende drietal. ,,Je ziet dat die bestuurders hun oor niet goed genoeg te luister leggen op de werkvloer.

Terwijl wij zeggen: het zorgpersoneel is de baas. Zij zien wat bewoners nodig hebben”, verklaart Borst. Volgens de opstellers van De Tien Geboden zorgen nog te veel werkgevers niet goed voor hun personeel. Met als gevolg dat het ziekteverzuim met 6,2 procent hoog is en het verloop van personeel met 17 procent groot.

Vertaling

De Tien Geboden zijn niet meer dan een vertaling van de kwaliteitseisen die de overheid aan de verpleeghuizen heeft opgelegd. ,,Het is jammer dat dit nodig is”, zegt Borst. Maar volgens het drietal kan (en moet) het in de ouderenzorg nog veel beter.

In de zorg voor dementeren­den zijn geen piekmomen­ten. Die mensen hebben altijd hulp nodig om structuur aan hun dag te geven, aldus Carin Gaemers, Opsteller De Tien Geboden.

Het blijkt bijvoorbeeld dat niet overal twee verzorgenden op een groep van acht ouderen zijn; dé opdracht die de ouderenzorg drie jaar geleden al kreeg om de persoonlijke aandacht voor bewoners te verbeteren. ,,Sommige zorgorganisaties sturen alleen maar op de processen en cijfers. Daar staat het grootste deel van de dag één iemand op een groep bewoners en komt er slechts een tweede persoon op de piekmomenten bij”, legt Gaemers uit.

,,Maar in de zorg voor dementerenden zijn geen piekmomenten. Zij hebben voortdurend hulp nodig om structuur aan hun dag te geven. De hele dag door lopen daar bewoners weg, moeten mensen naar de wc of is er iemand ineens verdrietig. Zo’n verzorger is dan met die ene bewoner bezig en de rest van de groep zit alleen. Dat is in een kinderdagverblijf ondenkbaar.”

Daardoor zijn er nog steeds verpleeghuizen waar ouderen niet of nooit buiten komen als ze geen familie of vrienden hebben die hen meenemen. Of bewoners worden een groot deel van de dag ‘aan hun lot overgelaten’. En dus luidt het negende gebod: zorgmedewerkers zijn er om bewoners te begeleiden en te verzorgen, niet om de administratie te doen.

Dementerende ouderen hebben de hele dag zorg en aandacht nodig. ‘Piekmomenten bestaan niet.’ © ANP XTRA

Ziekteverzuim en verloop in zorg stijgen naar ‘alarmerende’ recordhoogte

NU 03.09.2019 Het aantal werknemers in de zorg dat zich ziek meldt en het verloop van nieuwe medewerkers in de zorg zijn weer verder gestegen. Het verzuim steeg in 2018 naar een record van 5,9 procent, het verloop kwam uit op 15,7 procent.

Dat blijkt uit de jaarlijkse Barometer Nederlandse Gezondheidszorg van adviesbureau EY. De cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekeningen van 674 zorgorganisaties.

Hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen spreekt in het Nederlands Dagblad van “absoluut zorgelijke cijfers”. Hij stelt dat de sector “ziek is geworden” en noemt een ziekteverzuim van bijna 6 procent “alarmerend”.

Door het snelle verloop en het hoge ziekteverzuim moesten het afgelopen jaar meer zzp’ers worden ingehuurd, wat veel extra kosten met zich meebracht.

Zie ook: Een dag meelopen in de zorg: ‘Zelfs een kopje thee is me niet gegund’

Problemen zijn het grootst in gehandicapten- en ouderenzorg

Vooral de gehandicaptenzorg, de ouderenzorg en de geestelijke gezondheidszorg – waar de personeelsinzet het hoogst is – worden hard geraakt door oplopend verzuim en verloop. Met name het verloop bereikte in 2018 ongekende hoogtes, met een piek van meer dan 18 procent in de ggz.

Ook hebben de extra middelen die naar de ouderenzorg zijn gegaan tot dusver geen gunstige invloed op het personeelsverloop en ­verzuim gehad, constateert EY.

Maandag vond in Den Haag voor het eerst in de geschiedenis een staking van medewerkers in de jeugdzorg plaats. Ook zij klagen over het snelle verloop, de hoge werkdruk en het hoge ziekteverzuim.

Lees meer over: Zorg  Gezondheid

Meer verzuim en verloop bij zorginstellingen, einde niet in zicht

NOS 03.09.2019 Opnieuw is het ziekteverzuim in de zorgsector toegenomen. Vorig jaar steeg het van 5,7 naar 5,9 procent, schrijft accountants- en advieskantoor EY in zijn Barometer Nederlandse Gezondheidszorg 2019.

Medewerkers hebben te maken met hoge werkdruk en ze moeten voldoen aan steeds meer regels. Dat veroorzaakt stress en uiteindelijk meer ziekteverzuim.

Vanwege de hoge werkdruk besluiten steeds meer mensen om de zorgsector te verlaten. Het percentage mensen dat vertrok, is gestegen van 14,2 in 2017 naar 15,7 vorig jaar. De toename van het verloop veroorzaakt weer extra ziekteverzuim, doordat de achterblijvers het werk van de vertrokken collega’s in eerste instantie moeten overnemen en dus te maken krijgen met nog meer werkdruk.

Problemen blijven voorlopig

Vooral de gehandicaptenzorg, de ouderenzorg en de geestelijke gezondheidszorg hebben last van een hoog ziekteverzuim en veel verloop. EY voorziet voorlopig geen verbetering.

Zorginstellingen hebben vorig jaar extra zzp’ers ingeschakeld om patiënten te kunnen blijven verzorgen. Die extra inzet drukt de winst van de instellingen en volgens EY hebben ze daardoor te weinig geld om te investeren in innovatieve zorg. Het kantoor roept de overheid op om extra geld beschikbaar te stellen.

Zorgpersoneel zegt steeds vaker baan op en is meer ziek

AD 03.09.2019 Werknemers in de zorgsector hebben zich het afgelopen jaar opnieuw vaker ziek gemeld en hebben wederom vaker hun baan opgezegd dan het jaar ervoor. Miljardeninjecties van het kabinet in de verpleeghuiszorg, regionale ‘actieplannen’ en landelijke reclamecampagnes hebben die uitstroom niet kunnen voorkomen. Dat blijkt volgens de Volkskrant uit de Barometer Nederlandse Gezondheidszorg van EY, waarvoor de adviesorganisatie 674 zorgjaarrekeningen doorploos.

Het verzuim steeg volgens het rapport naar een ‘recordhoogte’ van 5,9 procent, het verloop kwam in 2018 uit op 15,7 procent, het hoogste niveau in jaren. Die ‘absoluut zorgelijke’ cijfers laten volgens Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt in Tilburg, zien dat de sector ‘ziek is geworden’. Volgens Wilthagen is een verzuimpercentage van 4 procent al hoog, tegen de 6 procent is ronduit alarmerend. ,,Dat doen mensen niet omdat ze een dagje geen zin hebben, ze willen de patiënt echt niet benadelen.”

Medewerkers verlaten de zorg vanwege de hoge werkdruk en regellast, aldus de Barometer Nederlandse Gezondheidszorg. Daardoor loopt de werkdruk voor de achterblijvers alleen nog maar verder op en moeten zij vaker invallen tijdens de nachten en in weekenden, wat opnieuw z’n weerslag heeft op de verzuim- en verloopcijfers.

,,Die vicieuze cirkel is niet zomaar te doorbreken met een paar overheidsprogramma’s”, zegt Wilthagen. ,,We zijn een heel eind van huis geraakt door de bezuinigingen tijdens de crisis en de jaren daarna. Het herstel zal lang duren.”

Topsport

Volgens het ministerie is dat herstel inmiddels ingezet. Toch noemen de ministers De Jonge en Bruins en staatssecretaris Blokhuis in een gezamenlijke verklaring het verzuim en de uitstroom ‘zorgwekkend’. Volgens hoogleraar Wilthagen zullen overheden en werkgevers ‘moeten erkennen dat werken in de zorg een soort topsport is’.

De arbeidscondities moeten volgens hem daarom ook top zijn. ,,Mensen moeten kunnen doorgroeien naar andere aspecten van het werk, er een tijdje tussenuit kunnen gaan, een opleiding kunnen doen.”

‘Ondanks miljardeninjecties stijgt verzuim zorg naar recordhoogte’

AD 03.09.2019 Werknemers in de zorg hebben zich het afgelopen jaar opnieuw vaker ziek gemeld en hebben wederom vaker hun baan opgezegd dan het jaar ervoor. Miljardeninjecties van het kabinet in de verpleeghuiszorg, regionale ‘actieplannen’ en landelijke reclamecampagnes hebben die uitstroom niet kunnen voorkomen.

Dat blijkt volgens Trouw en de Volkskrant uit de Barometer Nederlandse Gezondheidszorg van EY, waarvoor de adviesorganisatie 674 zorgjaarrekeningen doorploos.

Het verzuim steeg volgens het rapport naar een ‘recordhoogte’ van 5,9 procent, het verloop kwam in 2018 uit op 15,7 procent, het hoogste niveau in jaren. Die ‘absoluut zorgelijke’ cijfers laten volgens Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt in Tilburg, zien dat de sector ‘ziek is geworden’, zo zegt hij in de Volkskrant. Volgens Wilthagen is een verzuimpercentage van 4 procent al hoog, tegen de 6 procent is ronduit alarmerend.

Mede door het hoge verzuim groeide het aandeel zzp’ers in de zorg vorig jaar van 6,6 procent naar 7,1 procent. De totale uitgaven aan personeel dat niet in loondienst is, bedragen intussen bijna 2,6 miljard euro, zo schrijft Trouw.

Eerste staking ooit in jeugdzorg: ‘Heel heftig, maar de nood is hoog’

NOS 02.09.2019 “Ik zie om mij heen collega’s omvallen of het werkveld verlaten. En we moeten steeds harder werken”, zegt jeugdzorgmedewerker Gertrud Reinink. Die werkdruk is voor haar en duizenden collega’s reden om vandaag het werk neer te leggen en te demonstreren in Den Haag.

Video afspelen

‘Het stakingsgen zit niet in het dna van jeugdzorgwerkers’

Het is de eerste staking in de jeugdzorg, die sinds 1901 bestaat. “Dat zegt wel iets. Dat de nood hoog is”, zegt Reinink. Volgens haar leverden de acties van de afgelopen drie jaar niets op. “En dan grijpen we naar het ultieme middel. Ik vind het zelf heel heftig en mijn collega’s ook. Maar als je niet gehoord wordt, dan moet je iets anders doen.”

Na 25 jaar ervaring in de jeugdzorg is zo’n staking wel even wennen voor Reinink. “Nee, maandag kan ik u niet zien”, moest ze tegen ouders en kinderen zeggen. Die reageerden volgens haar heel begripvol. “Ze vertellen dat ze zo lang moesten wachten voordat ze hier überhaupt aan tafel zaten. Dus ze vinden het goed dat we staken. Ze kennen het probleem aan den lijve.”

“Over een paar jaar… Poeh. Ik hou mijn hart vast”, aldus Jeugdzorgmedewerker Gertrud Reinink over de stijgende werkdruk.

Op de demonstratie in Den Haag, georganiseerd door FNV en CNV, kwamen volgens de organisatie 4000 mensen af. In totaal werken er zo’n 30.000 mensen in de jeugdzorg.

Bezuinigingen

De problemen begonnen in 2015, toen de jeugdzorg van de landelijke overheid werd overgeplaatst naar de gemeentes, zegt Reinink. “De overheid heeft dat gedaan met een forse bezuiniging in plaats van met extra financiële input.” Volgens haar leidde dat tot een hogere werkdruk en langere wachtlijsten. “Uiteindelijk zijn wij en onze cliënten de dupe.”

Reinink vreest dat de werkdruk alleen maar groter wordt, omdat de jeugdzorg voor jongeren steeds minder aantrekkelijk wordt als werkgever. “Nu lijkt het nog allemaal te gaan, omdat we heel hard bikkelen. Maar over een paar jaar… Poeh. Ik hou mijn hart vast.”

Meer geld, minder administratiedruk

Volgens de bonden is er voor dit jaar 750 miljoen euro nodig om de tekorten in de jeugdzorg op te vangen. Ook willen ze 200 miljoen voor betere arbeidsvoorwaarden. Andere eisen zijn minder administratiedruk en een einde aan de ‘inkoopwaanzin’. De bonden gebruiken die term voor het beleid van gemeenten om de jeugdzorg zo goedkoop mogelijk in te kopen.

In mei trok minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid voor dit jaar 420 miljoen euro extra uit voor de jeugdzorg. In 2020 en 2021 komt daar nog twee keer 300 miljoen bij. Volgens de bonden is dat veel te weinig.

Jeugdwerker Richard vertelt waarom hij staakt:

Video afspelen

‘Jeugdzorg drijft op de loyaliteit van de jeugdzorgwerkers. We cijferen onszelf weg’

Bekijk ook;

Duizenden jeugdzorgwerkers staken: ‘Te veel regels en te veel bureaucratie’

NU 02.09.2019 Duizenden jeugdzorgwerkers konden maandag in Den Haag tijdens een minuut stilte nadenken over wat hen het meest frustreert om die frustratie vervolgens met veel herrie te uiten. Het leverde iets na 12.00 uur – inclusief het maandelijkse luchtalarm – een oorverdovend kabaal op. Maandag legden vierduizend hulpverleners in de jeugdzorg het werk neer.

De staking van jeugdzorgwerkers begon maandagochtend iets voor 12.00 uur met een minuut stilte. Die tijd is symbolisch, omdat het volgens vakbonden FNV en CNV al “vijf voor twaalf is geweest”.

Het is de eerste staking in de geschiedenis van de jeugdzorg. Sinds de jeugdzorg in 2015 onder gemeenten valt, zijn de kosten flink gestegen en is er voor hulpverleners veel administratie bij gekomen.

Op omhooggehouden spandoeken staan leuzen als: “Decentralisatie wat een kracht, kinderen in de wacht” en “Omstandigheden ruk, wij staan onder hoge druk”.

In het kort

  • De wachtlijsten binnen jeugdzorg worden steeds langer. Daar komt bij dat er de laatste jaren flink bezuinigd is.
  • Het aantal jongeren dat met jeugdzorg te maken krijgt, groeit sinds 2000. Vorig jaar waren het er bijna 430.000, een op de tien.
  • Het ziekteverzuim onder medewerkers van jeugdzorg ligt op 18 procent en de helft van alle nieuwe werknemers vertrekt binnen een jaar weer.
  • Het kabinet stelde onlangs wel voor de komende drie jaar 1 miljard euro extra beschikbaar. Dat is volgens FNV en CNV echter niet genoeg om de tekorten aan te vullen.

Stilte bij emotioneel verhaal

Nadat de stakers lawaai hadden gemaakt, werd het stil toen Patti Broeder haar verhaal deed. Ze vertelde over de problemen waar ze als alleenstaande moeder tijdens de puberteit van haar kinderen tegenaan liep.

Ze zocht naar hulpverlening voor haar oudste zoon Bas, maar volgens de hulpverlenende instanties waren de problemen van haar zoon daarvoor “niet zwaar genoeg”. “Voorheen waren er instellingen die Bas hadden kunnen helpen, maar die zijn gesloten”, vertelde ze.

Uiteindelijk maakte Bas een einde aan zijn leven en zijn moeder deelde haar verhaal maandag dan ook zichtbaar vol emotie. De stakers op de Haagse Koekamp in Den Haag luisterden ademloos toe.

Duizenden jeugdzorgwerkers hebben meegedaan aan de staking.

‘Te veel regeldruk en te veel bureaucratie’

De stakers pleiten voor meer geld als antwoord op de problemen die ontstonden door decentralisatie en de bezuinigingen van de laatste jaren. Daarnaast viel op veel spandoeken van de stakers te lezen dat ze zich naar eigen zeggen te veel met administratie moeten bezighouden.

Dat ziet ook een jeugdbeschermer uit Breda. “We hebben te maken met te veel regeldruk, te veel bureaucratie en te veel controle van bovenaf. Ik merk dat ik daardoor veel minder tijd heb om met gezinnen aan de slag te gaan. Ik moet heel veel e-mails afhandelen en heb daardoor geen tijd meer voor contact met cliënten.”

Haar collega Nicole Kokke was maandagochtend extra vroeg opgestaan om voor de staking nog wat e-mails te beantwoorden. “Ik heb toen wel even gedacht: ik moet echt nog veel doen, maar ik ga vandaag wel staken. Anders geef ik de verkeerde boodschap af.”

‘Ik vind dat het zo niet verder kan gaan’

Als Kokke wel was gaan werken, dan had ze maandag een gezin geholpen. De betreffende ouders liggen volgens Kokke in een “vechtscheiding”. “De vader maakt zich zorgen om zijn kind.” Een urgente zaak, maar toch heeft ze de vader laten weten dat ze maandag niet bereikbaar is. “Ik vind het heel vervelend, want het belang van cliënten staat bij ons altijd voorop, maar ik vind dat het zo niet verder kan gaan.”

Die afweging heeft ook Willy van der Heijden gemaakt. Jeugdzorg is “in een heel diep moeras aan het wegzinken”, stelt de jeugdbeschermer uit Venlo. “Wie in de zorg zit, wil altijd zorgen. Maar soms is het gewoon klaar en dat is nu. Er zijn steeds minder plekken waar we kinderen kunnen plaatsen en we kunnen de kinderen ook steeds minder geven wat ze nodig hebben.”

Minister Hugo de Jonge in gesprek met meerdere stakers.

Stakers ontvangen minister De Jonge met gejoel

Toen minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) tegen het einde van de staking het podium betrad, werd hij met gejoel ontvangen. Maar de minister liet weten dat hij graag met de stakers samenwerkt.

“Jullie zorgen zijn voor een belangrijk deel ook mijn zorgen. En de strijd die jullie voeren, is voor een belangrijk deel ook mijn strijd”, aldus De Jonge. “Als ik in jullie schoenen stond, dan stond ik daar en was ik de strijd aan het voeren die jullie nu voeren”, zei hij terwijl hij naar de duizenden stakers wees.

“Maar ik kan de strijd tegen de enorme administratieve lasten niet alleen voeren. Er staat geen rode knop op het departement om die zorgen in één keer te doen keren. We moeten dat met elkaar doen”, zei de minister. “Daarom heb ik voor de gelegenheid Rotterdamse schoenen aangetrokken. Geen woorden, maar daden. We zullen aan de slag moeten en dat doen we ook al. Ik ga daar graag mee verder en daarvoor heb ik jullie nodig. Ik trek graag met jullie op.”

Het leverde de minister al wat meer applaus op dan tijdens zijn ontvangst, in de hoop dat de klok van “iets voor 12.00 uur” weer wat kan worden teruggedraaid.

Zie ook: Staking in de jeugdzorg: ‘Waarom negeert het kabinet alle noodsignalen?’

Lees meer over: Zorg  Den Haag  Binnenland

Jeugdzorgers staken voor het eerst: ‘Crisisplaatsing kon in een dag, maar kost nu een maand’

AD 02.09.2019 Duizenden jeugdzorgmedewerkers uit het hele land demonstreerden maandag in Den Haag uit diepe onvrede met de situatie in hun vak. Van Groningen tot Maastricht piept en kraakt het op alle mogelijke terreinen, blijkt uit de verhalen van medewerkers.

Bij de William Schlikker Groep in Amsterdam vertellen twee vrouwen dat de snelst mogelijke plek in de crisisopvang tegenwoordig een wachttijd van vier weken kent. ,,Voor de zorg in 2015 werd overgedragen aan de gemeenten, kon dat binnen een dag”, zegt jeugdbeschermer Barbara.

Veel jeugdhulpverleners gebruiken sindsdien een groot deel van hun tijd voor het vinden van sluipweggetjes door deze bureaucratie. Soms lukt dat. Maar als het van hogerhand ontdekt wordt, dan wordt rigoureus een streep door een verzoek tot plaatsing gehaald.

,,Het draait niet meer om de vraag wat jongeren nodig hebben, maar of de gemeente de zorg heeft ingekocht en welke productcode daarbij hoort”, zegt Roy Trommelen van Jeugdbescherming Overijssel. Hij ziet met lede ogen aan hoe het landelijk bekende ‘Almelose model’, waarbij jongerenwerk, politie, justitie en zorgverleners korte lijntjes met elkaar hadden en indien nodig in een flits de juiste hulp in gang konden zetten, doordat iedereen elkaar goed kende.

Je hoort in principe maximaal één keer in je leven naar bureau Halt verwezen te worden, maar ik zie nu jongeren die daar al vier keer geweest zijn, aldus Roy Trommelen, Jeugdbescherming Overijssel .

Rust van een kind

,,Nu worden crisisplekken aangevraagd voor jongens van wie we de naam al jaren voorbij horen komen in overleggen over overlastgevende en moeilijke jeugdgroepen, maar die nooit aan bod komen omdat alles via de Zo Snel Mogelijk-afhandelen methodiek van het Openbaar Ministerie wordt afgewerkt. Je hoort in principe maximaal één keer in je leven naar bureau Halt verwezen te worden, maar ik zie nu jongeren die daar al vier keer geweest zijn.”

Het kan nog erger, schetst Emina Abbou uit Venlo. ,,Als twee ouders in twee gemeenten wonen, die allebei onder dezelfde jeugdzorgregio vallen, dan adviseer ik jongeren soms om bij hun vader te gaan wonen omdat in die gemeente iets meer geld voor zorg is. Ook als het voor de rust van een kind beter is als dat bij moeder woont.”

Woede over de chaos

Door al deze ellende is het personeelsverloop in de jeugdzorg gigantisch. De sociale wijkteams uit Nijmegen zagen net als instellingen overal in het land veel ervaren werknemers vertrekken. ,,We hebben eens in de zes weken een overleg over de jongeren met wie we werken, en elke keer moeten we onszelf opnieuw aan elkaar voorstellen, zoveel verloop is er”, vertelt beleidsmedewerker Igor van der Vlist.

De door vakbonden FNV en CNV georganiseerde actie op de Koekamp tegenover het ministerie van Volksgezondheid was de eerste keer ooit dat jeugdzorgers in staking kwamen. Hoewel er enkele duizenden op de been waren, vertolkten zij maar een klein beetje van de woede die heerst over de chaos, de bureaucratie en het geldgebrek in de jeugdhulp, aldus Anja Hegeman van Jeugbescherming Overijssel. ,,Van onze organisatie zijn er 12 van de 150 medewerkers. De rest kon  zich niet veroorloven om hier te demonstreren, om maar geen kinderen gevaar te laten lopen.”

Staking Jeugdzorg in Den Haag

Den HaagFM 02.09.2019 Met duizenden staan ze maandag op de Koekamp. Jeugdzorgwerkers uit het hele land staken voor het eerst in de geschiedenis. De staking is uitgeroepen door vakbonden FNV en CNV omdat het volgens hen niet langer zo kan. De werkdruk is volgens de stakers enorm hoog en er is personeelstekort. Daardoor vallen er medewerkers uit en uiteindelijk zijn de kinderen daar de dupe van.

Toen jeugdzorg een paar jaar geleden onder verantwoordelijkheid van gemeenten kwam is er 450 miljoen per jaar bezuinigd. De jaren daarna is het aantal aanvragen alleen maar gestegen. Dus daarom wil de sector meer geld van de minister, 950 miljoen om precies te zijn. De minister heeft eerder dit jaar 420 miljoen toegezegd, maar dat is volgens de stakers te weinig.

Jeugdzorg staakt: ‘Uiteindelijk zijn de kinderen de dupe van de hoge werkdruk’

OmroepWest 02.09.2019 Een paar duizend jeugdzorgwerkers voeren maandag actie op de Koekamp in Den Haag. Ze staken voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis. De staking is uitgeroepen door vakbonden FNV en CNV omdat het volgens hen niet langer zo kan. ‘De werkdruk is enorm hoog en er is personeelstekort. Daardoor vallen de collega’s uit en uiteindelijk zijn de kinderen daar de dupe van’, aldus jeugdzorgwerker Richard van Jeugdbescherming West.

Naar schatting zijn er zo’n 4000 demonstranten. ‘Het is een waanzinnige opkomst. Mensen zijn echt boos, vooral over de tekorten aan middelen en het enorme personeelstekort’, zegt een woordvoerster van FNV. Richard heeft lang getwijfeld of hij mee zal doen aan de staking. ‘Niet omdat ik het niet nodig vind, maar omdat wij als jeugdzorgwerkers vreselijk loyaal zijn aan de gezinnen die wij helpen. En vandaag ben ik er dan dus niet voor ze.’ Maar de noodzaak om te staken dwingt hem er toch toe, vindt hij.

Toen jeugdzorg een paar jaar geleden onder verantwoordelijkheid van gemeenten kwam is er 450 miljoen per jaar bezuinigd. De jaren daarna is het aantal aanvragen alleen maar gestegen. Dus daarom wil de sector meer geld van de minister, 950 miljoen om precies te zijn. De minister heeft eerder dit jaar 420 miljoen toegezegd, maar dat is volgens de stakers. Zoals Richard het verwoordt: ‘Je staat 1000 euro rood buiten jouw schuld om en je krijgt 800 euro terug, dan heb je nog steeds een tekort.’

Magere voldoende

Jeugdzorgwerkers geven volgens FNV hun werk maar een magere voldoende, een 5,5. Ruim de helft vindt dat ze hun kennis en kunde niet voldoende kunnen inzetten. 92 procent overweegt weleens de sector te verlaten en 50 procent hiervan voegt de daad bij het woord en zoekt een andere baan. 63 procent kan het werk niet loslaten in de vrije tijd.

De belangrijkste vertrekredenen zijn de hoge werkdruk, de hoge administratieve belasting en de zware mentale en fysieke belasting. Richard: ‘Doordat er zoveel collegae weggaan en de vacatures moeilijk te vervullen zijn, komt er meer op het bordje te liggen van hen die wel blijven werken in de sector. We kijken nu al niet echt op de klok en werken door in onze vrije tijd, maar het kan echt niet langer. Uiteindelijk zijn de families natuurlijk het kind van de rekening.’

Meer tijd voor kinderen

Het extra geld wordt in eerste instantie gebruikt voor loonsverhoging, werkdrukmaatregelen en om de leegloop van personeel tegen te gaan. Hierdoor moeten de wachtlijsten kleiner worden en moet er meer effectieve tijd naar de families gaan.

LEES OOK: Experts: met geld alleen help je jeugdzorg niet uit de problemen

Meer over dit onderwerp: JEUGDZORG ZORG DEN HAAG STAKING

Staking in de jeugdzorg: ‘Waarom negeert het kabinet alle noodsignalen?’

NU 01.09.2019 Een groot deel van de 30.000 medewerkers in de jeugdzorg legt maandag – voor het eerst in de geschiedenis – het werk neer. Zij eisen dat het kabinet oplossingen biedt voor de problemen waar de bezuinigingen en decentralisaties van de afgelopen jaren toe hebben geleid. Waar gaat het om en waarom is de urgentie voor de actievoerders zo hoog?

De jeugdzorg valt sinds 2015 onder de gemeenten.

Het idee achter dit initiatief van het Rijk was het tegengaan van de ‘versnippering’. Ook moest de jeugdzorg laagdrempeliger worden.

Onder jeugdzorg valt zowel de jeugdhulp, als de jeugdbescherming en jeugdreclassering voor jongeren tot 23 jaar. “Veel mensen zien bij jeugdzorg alleen maar die medewerkers kinderen uit huis plaatsen als er problemen zijn, maar dat is een beeld dat geen recht doet aan de werkelijkheid”, zegt FNV-bestuurder Maaike van der Aar met klem.

Bijna een op de tien jongeren krijgt te maken met jeugdzorg. Dat waren er vorig jaar 428.000, constateerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Sinds 2000 neemt het aantal kinderen dat met jeugdzorg in aanraking komt al toe. Oorzaken zijn onder meer de toename van het aantal eenoudergezinnen en vechtscheidingen en daarnaast de prestatiedruk waar veel kinderen onder gebukt gaan.

De extra vraag leidde tot extra kosten. De Nederlandse gemeenten trokken daarom al vaker aan de bel in Den Haag.

De gemeenten zijn al jaren met het Rijk in gesprek over de groeiende kosten in de jeugdzorg. Als Den Haag geen geld bijlegt, dan kunnen de gemeenten naar eigen zeggen geen volwaardige zorg en hulp aan jongeren meer garanderen.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) waarschuwt dat er (weer) bezuinigd moet worden als er niet op korte termijn extra geld beschikbaar komt. Het kabinet liet onlangs wel weten dat de komende drie jaar in totaal 1 miljard euro extra naar jeugdzorg gaat. Dit is echter een eenmalige bijdrage en geen structurele financiële steun. Volgens de FNV is dit bedrag niet hoog genoeg om de tekorten aan te vullen.

Diverse partijen hebben recent gewezen op de problemen in de jeugdzorg.

Kinderombudsman Margrite Kalverboer liet dit voorjaar weten uit het veld veel signalen te krijgen dat kwetsbare kinderen niet meer de hulp krijgen die zij wel nodig hebben. Zij wees de overheid erop dat de problemen bij de jeugdhulp, de jeugdbescherming, de jeugd-ggz en het passend onderwijs “steeds groter worden”.

Kalverboer signaleert dat de wachtlijsten in rap tempo langer worden. Dit raakt ook de kinderen die snel hulp nodig hebben of in een kritieke situatie verkeren. Ook constateert de Kinderombudsman dat het aantal kinderen dat mishandeld wordt de laatste jaren niet significant afneemt. Zij stelt dat de problemen die de decentralisatie moest oplossen alleen maar groter zijn geworden.

Ook kinderrechters luidden recent de noodklok vanwege het tekort aan jeugdzorgwerkers en de wachtlijsten die snel groeien. “We snappen niet dat het kabinet al die signalen, al die noodkreten maar blijft negeren”, aldus FNV-bestuurder Van der Aar.

Het is uitzonderlijk dat personeel in de jeugdzorg het werk neerleggen.

Van der Aar wijst erop dat de stakingsbereidheid in de ene sector groter is dan in de andere.

“Jeugdzorgwerkers zullen altijd eerst voor hun cliënten kiezen. Maar dat is ook een van de problemen van de sector. Uit loyaliteit gaat iedereen de hele tijd maar dóór, ook als de grenzen eigenlijk al zijn bereikt. De gaten zijn heel lang opgevuld door tóch nog wat harder te lopen, óók als de werkdag al voorbij is of als er geen extra geld tegenover staat. Maar dat elastiekje is nu genoeg opgerekt, Den Haag moet nu echt gaan bewegen. Anders gaat het binnenkort een keer heel erg fout en stevenen we af op een ramp.”

De problemen in de jeugdzorg passen in een hele reeks signalen uit de samenleving dat de liberalisering van alle organisaties niet zo zaligmakend is als Den Haag doet voorkomen, bepleit Van der Aar.

“Er wordt steeds meer een beroep gedaan op de eigen kracht van mensen. Maar sommige groepen redden het dan gewoon niet. Het aantal verwarde personen op straat neemt toe, het aantal daklozen is verdubbeld, de ggz kan het werk niet aan, het onderwijs kampt met chronisch tekort aan mankracht. Het is leuk dat Rutte ons land meer welvaart wil geven. Maar wat heb je daaraan als het welzijn van zoveel kinderen schrikbarend afneemt?”

Het ziekteverzuim in de jeugdzorg neemt toe.

Nederland telt op dit moment 30.000 jeugdzorgwerkers, die het werk volgens vakbond FNV nauwelijks aankunnen. Het verzuim en het verloop in de sector zijn bovengemiddeld hoog.

Het ziekteverzuim ligt op 18 procent en 50 procent van alle nieuwe arbeidskrachten haakt binnen een jaar weer af door de werkdruk en de relatief lage lonen. Hierdoor vergrijst de sector in hoog tempo. Veel oudere medewerkers bereiken de komende jaren hun pensioenleeftijd. “Je verliest dus niet alleen handen, maar ook kennis en collectief geheugen”, verduidelijkt Van der Aar. “Die zijn, zeker in deze beroepsgroep, heel belangrijk. Een sector als deze kan niet alleen maar draaien op onervaren krachten.”

De echte gevolgen worden pas over een paar jaar duidelijk.

De wachtlijsten in de jeugdzorg zijn flink langer geworden. Zelfs de urgente probleemgevallen moeten weken of zelfs maanden wachten voordat ze aan de beurt zijn. Bovendien klagen veel medewerkers geen ruimte of tijd te hebben voor het bieden van echt goede zorg. Zij stellen alleen maar aan symptoombestrijding te kunnen doen.

“Dit betekent dus dat de problemen waar de jongeren mee worstelen niet weg zijn en dat zij er op langere termijn alsnog tegenaan gaan lopen”, legt Van der Aar uit.

Een van de imagoproblemen waar jeugdzorg mee worstelt, is dat veel mensen in Nederland er niet zelf mee te maken krijgen, merkt ze. “Met zaken als ouderenopvang of huisartsenzorg krijgt ieder mens te maken. Maar jeugdzorg staat bij veel mensen niet op de radar, omdat zij er gelukkig niet mee te maken krijgen. Dat maakt de urgentie van de problemen waar we nu mee kampen echter niet minder groot. Want uiteindelijk krijgt wel de hele samenleving de rekening gepresenteerd als we deze jongeren niet de hulp kunnen bieden die ze wel nodig hebben.”

Zie ook: Meer kinderen in jeugdzorg: Gaat er iets mis in onze opvoeding?

Lees meer over: Zorg Binnenland

Ziekenhuispersoneel in Alkmaar voert actie NOS

Ziekenhuizen willen extra geld voor verpleegkundigen, kabinet weigert

NOS 30.08.2019 De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen vraagt het kabinet om mee te betalen aan de loonsverhoging voor verpleegkundigen. De ziekenhuizen kunnen de gevraagde loonsverhogingen niet alleen betalen, schrijft voorzitter Ad Melkert van de NVZ in een brief aan premier Rutte en minister Bruins voor Zorg. In zijn brief noemt Melkert geen bedragen, maar tegen de NOS zegt hij dat hij met zo’n 200 miljoen euro “een eind kan komen”.

Minister Bruins laat weten dat hij geen extra geld uittrekt. Hij wijst op een potje met 1,7 miljard euro voor loonsverhogingen in de hele zorg, dus ook voor bijvoorbeeld huisartsen en ggz-personeel. “Daar doen ze het met deze ruimte en dat moeten de ziekenhuizen ook. Ik heb niet nog ergens een extra potje.”

De onderhandelingen voor een nieuwe cao voor de ziekenhuizen zitten al maanden vast. De vakbonden vragen 5 procent loonsverhoging en maatregelen ter vermindering van de werkdruk. Dat vinden ze nodig om verpleegkundigen extra te belonen en om aantrekkelijk te blijven op de arbeidsmarkt. In onder meer Alkmaar, Assen, Eindhoven en Amsterdam hebben verpleegkundigen al actie gevoerd in de vorm van zondagsdiensten. Ook voor september zijn weer tientallen acties aangekondigd.

Bij acties in Assen en Alkmaar benadrukten verpleegkundigen gisteren dat de patiëntenzorg voorop staat, maar dat de acties wel nodig zijn:

Video afspelen

Verpleegkundigen in actie: ‘Patiëntenzorg staat voorop, maar dit is nu ook heel belangrijk’

Melkert schrijft in zijn brief dat een passende beloning voor het ziekenhuispersoneel van groot belang is, ook om te zorgen dat de zorg kan concurreren op de steeds krappere arbeidsmarkt. Tegelijk zijn de ziekenhuizen gebonden aan harde afspraken met het kabinet om de stijging van zorgkosten te beteugelen.

Hoewel de zorgvraag de komende vier jaar met 10 procent toeneemt, mag de groei maximaal 1,7 procent zijn. In 2022 moet dat zelfs 0 procent groei zijn. Die toegestane groei gaat naar verwachting volledig op aan dure geneesmiddelen. En anders dan de vrijemarktsector kan een ziekenhuis een salarisstijging niet opvangen door meer productie, aldus Melkert.

“Een ‘harde’ bezuiniging is eigenlijk de enige knop waar we aan kunnen draaien”, schrijft Melkert aan het kabinet. Omdat de ziekenhuiskosten voor meer dan 50 procent uit personeelskosten bestaan, is bezuinigen op inzet van personeel onvermijdelijk. Ontslagen zijn dan niet uitgesloten. “Het leidt tot een negatieve spiraal: hogere werkdruk, verslechtering van onze positie op de arbeidsmarkt en een toename van wachtlijsten.”

Honderden miljoenen

Volgens ingewijden houden ziekenhuizen er rekening mee dat ze tot 2022 circa 300 tot 850 miljoen extra kwijt zijn aan loonkosten. Dat is niet alleen verhoging van het gewone salaris, maar ook de kosten van onregelmatigheidstoeslag, overwerk, reiskosten en andere eisen van de bonden.

Het precieze bedrag is afhankelijk van de uitkomsten van de cao-onderhandelingen. Het kabinet zou daarvan wat de ziekenhuizen betreft dus een fors deel voor zijn rekening moeten nemen. Volgens Melkert zijn de ziekenhuizen flink geholpen met zo’n 200 miljoen euro van het Rijk. “De huidige economie en de gunstige ontwikkeling van de overheidsfinanciën bieden hier op dit moment ruimte voor”, zegt hij.

Bonden blijven bij eis

Vakbonden houden vast aan de looneis. “We zijn bang dat de ziekenhuizen zich verschuilen achter de politiek. Of er nu wel of geen geld vanuit het kabinet bij komt, wij blijven vasthouden aan 5 procent erbij voor het personeel”, zegt FNV-bestuurder Elise Merlijn. “Dat is de basis om verder te praten”, stelt ook CNV-bestuurder Joost Veldt.

Merlijn stelt dat ziekenhuizen het geld wel hebben, maar het beter moeten verdelen. Volgens de vakbonden gaat er nu te veel geld naar duurdere zzp’ers in plaats van naar personeel in loondienst. “Dat kost echt klauwen vol geld”, beaamt Veldt.

Bekijk ook

Ziekenhuizen vrezen ontslagen als kabinet niet bijspringt

AD 30.08.2019 Ziekenhuizen vrezen voor personeelsontslagen en minder zorg als de vakbonden vasthouden aan hun hoge looneis. Alleen met extra geld van het kabinet kan dit rampscenario worden voorkomen, zegt Ad Melkert, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ).

Melkert stuurde vanochtend een alarmerende brief naar minister Bruno Bruins van medische zorg. Daarin schrijft hij dat personeelsontslagen onvermijdelijk lijken als de salarissen harder stijgen dan voorzien. ,,Een volstrekt onwenselijke ontwikkeling’’, stelt hij. Dit leidt volgens hem tot een hogere werkdruk en een toename van de wachtlijsten. ,,We hebben iedereen in het ziekenhuis keihard nodig om goede zorg te kunnen leveren.’’

Lees ook;

Lees meer

Melkert vraagt om een eenmalige zak geld van het kabinet. Een bedrag wordt niet genoemd, maar er zijn zeker tientallen miljoenen extra nodig om ziekenhuispersoneel een beter loon te kunnen geven. Als de werkgevers dit zelf ophoesten, belanden veel ziekenhuizen in de rode cijfers, verwacht de werkgeversvereniging.

Minister Bruins (Medische zorg) zei vrijdagmiddag na afloop van de wekelijkse ministerraad dat hij niet van plan is om extra de portemonnee te trekken. ,,Ik vind dat er voor zorgprofessionals een loonstijging in moet zitten. Daarom hebben we als Rijk dit jaar 1,7 miljard op tafel gelegd. Daar moet het ook mee gebeuren. De cao-partijen moeten dus aan de slag, om een akkoord uit te onderhandelen met daarin een marktconforme loonstijging. Aan het werk, zeg ik!”

De bonden en ziekenhuizen onderhandelen al lange tijd over die nieuwe cao, die op 1 april dit jaar moest ingaan voor 200.000 ziekenhuismedewerkers. De bonden eisen een loonsverhoging van 5 procent dit jaar en nog eens 5 procent volgend jaar. De werkgevers houden vast aan een driejarige cao met een salarisverhoging van 3,25 procent dit jaar, 2 procent in 2020 en 2,5 procent in 2021.

Werknemers van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam protesteren voor de ingang van het ziekenhuis voor een beter cao. © ANP

Niet langer (p)rikken

Demonstraties in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam voor beter loon. © ANP

Ook verpleegkundigen kwamen deze zomer in opstand. Ze hingen pamfletten op ziekenhuizen dat ze de lage lonen ‘niet langer p(r)ikten’. In ziekenhuizen in Alkmaar, Assen en Eindhoven werden zondagdiensten gedraaid, wat betekent dat het personeel alleen spoedeisende incidenten worden opgepakt.

Volgens NVZ-voorzitter Melkert zijn de strijdende partijen het overigens wél eens dat een loonsverhoging ‘noodzakelijk’ is. Verpleegkundigen moeten volgens hem beloond worden voor hun vaak zware werk. Ook moet het ziekenhuis een aantrekkelijke plaats blijven om te werken, zeker nu het personeelstekort al zo groot is. Uit eerdere berekeningen bleek dat de ziekenhuizen nu al kampen met ruim achtduizend openstaande vacatures, een ruime verdubbeling in vijf jaar tijd.

,,Maar we zitten in een te krappe jas’’, benadrukt Melkert. De zorgvraag neemt in de komende vier jaar met 10 procent toe, terwijl de ziekenhuizen maar 1,7 procent mogen groeien. In 2022 mag er geen winst gemaakt worden. De stijgende kosten moeten de ziekenhuizen zelf opvangen en dat gaat ten koste van investeringen, die volgens de voorzitter juist hard nodig zijn. ,,Vooral in de ICT.’’

De ziekenhuizen zijn niet de enige die deze week de noodklok luiden. Ook de geestelijke gezondheidszorg kampt met een enorm personeelstekort en een kwart van de instellingen leed afgelopen jaar verlies.

Jeugdzorg

Ook de jeugdzorg heeft het moeilijk. Voor het eerst in de geschiedenis gaan duizenden jeugdzorgmedewerkers maandag staken om extra geld van het kabinet af te dwingen. Volgens de branche is er een structureel budget van 750 miljoen euro en eenmalig 200 miljoen euro nodig voor de arbeidsmarkt in de jeugdzorg. Inmiddels is de eerdere bezuiniging van 450 miljoen nagenoeg teruggedraaid, maar extra investeringen staan nog niet op stapel.

Jeugdzorgwerkers demonstreerden begin dit jaar tegen het kabinetsbeleid. De actievoerders liepen naar het ministerie van VWS waar zij een fluitconcert hielden. Komende maandag gaan ze staken. © ANP

Extra geld van kabinet voor cao ziekenhuizen is ‘noodzaak’

RTL 30.08.2019 Om een cao voor de verpleegkundigen in de ziekenhuizen te kunnen sluiten moet het kabinet met extra geld komen. Dat zegt Ad Melkert, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de werkgevers in ziekenhuisland.

In een brief aan het kabinet geeft Melkert niet aan hoevéél extra geld hij nodig heeft. Tegen RTL Nieuws zegt hij: “Als je echt iets wilt doen heb je zo’n 200 miljoen nodig.”

Melkert legt in zijn brief uit waarom het water de ziekenhuizen aan de lippen staat. Ze hebben namelijk een akkoord met het kabinet gesloten om de uitgaven aan zorg te beperken.

Lees ook:

Zomerstress bij verpleegkundigen: ‘Patiënten wassen zichzelf’

Geen geld voor salarisstijging

De uitgaven mogen maar met 1,7 procent per jaar groeien, terwijl de vraag naar zorg elk jaar groeit met 2,5 procent. Daardoor komen ziekenhuizen financieel onder druk te staan. Geld voor een flinke salarisstijging is er volgens Melkert dus niet.

En dat terwijl de vakbonden over de komende twee jaar 10 procent meer loon eisen. Dat kost de ziekenhuizen ongeveer 1 miljard euro. Om dat weer te kunnen betalen zouden ziekenhuizen hard moeten bezuinigen. “Dat betekent minder personeel waarbij ontslagen niet zijn uitgesloten”, aldus Melkert.

Lees ook:

Geestelijke gezondheidszorg heeft het zwaar: grote verliezen

Negatieve spiraal

Volgens hem is dat een ‘volstrekt ongewenste ontwikkeling’. “Het leidt tot een negatieve spiraal: hogere werkdruk, verslechtering van onze positie op de arbeidsmarkt en een toename van wachtlijsten”, aldus de ziekenhuisvoorman.

Melkert benadrukt dat iedereen in het ziekenhuis hard nodig is om goede zorg te leveren. Daarom vraagt hij het kabinet voor volgend jaar voor één keer extra geld beschikbaar te stellen voor de beloning van de verpleegkundigen.

zie: Stephan Koole Ad Melkert  Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen NVZ  Gezondheidszorg  CAO  Den Haag

Jeugdzorgmedewerkers staken voor het eerst in de geschiedenis: 3000 à 4000 medewerkers verwacht

AD 29.09.2019 Maandag vindt de allereerste staking ooit plaats van medewerkers van jeugdzorg. ,,Het zit niet in het dna van deze medewerkers om gezinnen en kinderen in de steek te laten. Ze hebben nog nooit gestaakt, dus het zeg wel iets dat ze dit nu tóch gaan doen.’’

De hele sector zal zich laten horen, aldus Oscar Overbeek, CNV.

Het is voor het eerst dat jeugdzorgmedewerkers staken sinds de oprichting van de jeugdzorg in 1901. Vakbonden FNV en CNV, die de staking samen organiseren, verwachten dat 3000 à 4000 mensen meedoen aan de staking.

,,We zitten nu rond de 3500 aanmeldingen. Maar we weten uit ervaring dat mensen zich niet altijd vooraf aanmelden, terwijl ze wel komen staken’’, licht CNV-bestuurder Oscar Overbeek toe. ,,Het gaat niet alleen om mensen die op groepen staan, maar ook om ondersteunende diensten. De hele sector zal zich laten horen.’’

Hoeveel mensen er door de staking worden geraakt is volgens vakbond CNV nog niet te becijferen. ,,Daar moet ik het antwoord schuldig op blijven. Maar de acute zorg is gewaarborgd, er is bijvoorbeeld voor gezorgd dat crisisdiensten open blijven en ook groepen waar mensen op zitten die zorg nodig hebben blijven bemand.’’

Lees ook;

Lees meer

Eerdere bezuiniging terugdraaien

CNV Zorg en Welzijn en FNV Zorg en Welzijn eisen een structureel budget van 750 miljoen euro en eenmalig 200 miljoen euro voor de arbeidsmarkt in de jeugdzorg. De vakbonden willen met dat extra geld een eerdere bezuiniging van 450 miljoen euro terugdraaien, die is doorgevoerd toen de gemeenten verantwoordelijk werden voor jeugdzorg.

,,Het is eigenlijk al drie jaar crisis in de jeugdzorg,’’ verklaart FNV-bestuurder Maaike van der Aar. ,,De medewerkers in deze sector zijn super loyaal, als dit elastiekje nog verder oprekt knapt het. Als je met mensen praat merk je dat de tranen zo hoog zitten, dat ze komen. Minister Hugo de Jonge moet nu echt in actie komen.’’

De bezuinigingen hebben volgens CNV ook geleid tot ‘schrijnende situaties’. ,,Behandeltrajecten moeten bijvoorbeeld in 6 weken, terwijl daar eigenlijk 12 weken voor staan. Dat levert schrijnende situaties op waarin jeugdzorgmedewerkers hun werk niet kunnen doen,’’ aldus Overbeek. ,,Het systeem is gebaseerd op wantrouwen. Het is een bureaucratische ramp, omdat er ongelofelijk veel gerapporteerd moet worden.’’

CNV is bang dat te veel medewerkers jeugdzorg de rug toekeren. ,,Er zijn wachtlijsten, er zijn tekorten en ook de arbeidsmarkt in de jeugdzorg is nijpend,’’ betoogt de CNV-bestuurder. ,,Recent onderzoek heeft uitgewezen dat de uitstroom ongeveer 16 procent is. Straks hebben we niemand meer die dit werk kan of wil doen.’’

Bestuur beroepsvereniging verpleegkundigen stapt op vanwege omstreden wet

NOS 27.08.2019 Het bestuur van de beroepsvereniging voor verpleegkundigen V&VN is opgestapt omdat het fouten heeft gemaakt in de discussie over de invoering van ee wet waar de afgelopen weken veel onrust over ontstond. Het bestuur geeft toe dat de achterban onvoldoende kans heeft gekregen om zijn mening te geven. “Dat spijt ons enorm en daar nemen we nu onze verantwoordelijkheid voor”, zegt aftredend voorzitter Henk Bakker.

Het voorstel voor de Wet BIG II maakte een onderscheid tussen hbo- en mbo-verpleegkundigen. Verpleegkundigen uit de eerste groep zouden direct de nieuwe functie van regieverpleegkundige kunnen gaan vervullen.

Mbo-verpleegkundigen zouden daarvoor eerst extra scholing moeten volgen. Het V&VN-bestuur stond achter dit voorstel, maar tienduizenden leden niet. Zij steunden een actiecomité dat vond dat het voorstel van tafel moest.

Verpleegkundige Hanna Bonnes zei eerder al dat ze bang is dat ze straks haar werk op de ambulance niet meer mag doen:

Video afspelen

Verpleegkundige: ‘Deze wet is op zijn zachtst gezegd pijnlijk’

Vanwege de onrust trok minister Bruins het voorstel vorige week in. “Op deze manier zie ik de wet niet vliegen”, zei hij bij Jinek. “Ik ben op zoek naar een gezamenlijke oplossing die door alle partijen wordt gedragen.” Bruins heeft oud-SER-voorzitter Rinnooy Kan gevraagd mee te denken bij het zoeken van een alternatief.

Bekijk ook;

Bestuur vereniging verpleegkundigen treedt af na opstand onder achterban

AD 27.08.2019 Het bestuur van de beroepsvereniging van verpleegkundigen, V&VN, treedt af. De reden is het schenden van het vertrouwen van de achterban, zegt de vertrekkend voorzitter.

Groepen verpleegkundigen gingen deze de zomer de barricades op, omdat ze bang zijn dat – door een andere vermelding in het zorgregister- hun jarenlange kennis en kunde straks niet meer tellen op de werkvloer. Ze vrezen dat jongere, minder ervaren collega’s het roer in handen krijgen.

De omstreden ingrepen zijn dit voorjaar afgesproken door de vereniging voor verpleegkundigen zélf, samen met de vakorganisaties en de zorgwerkgevers. Het bestuur van V&VN maakte na de opstand al ‘pas op de plaats’, bood excuses aan voor de slechte deal, maar vertrekt nu helemaal.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Vertrouwen geschonden

Aftredend voorzitter Henk Bakker: ,,De afgelopen tijd is het vertrouwen van verpleegkundigen in hun beroepsvereniging geschonden. Dat komt doordat wij als bestuur niet de juiste keuzes hebben gemaakt. Ook hebben we onze achterban niet voldoende de kans gegeven zich over zo’n belangrijk onderwerp uit te spreken. Dat spijt ons enorm en daar nemen we nu onze verantwoordelijkheid voor.”

Het bestuur heeft de Ledenraad vanmiddag meegedeeld dat het aftreedt. De Ledenraad heeft een tweetal bestuursleden – Wilma Jackson en Marie-Louise van der Kruis – bereid gevonden tijdelijk demissionair aan te blijven om de organisatorische taken uit te blijven voeren.

Het is nog niet duidelijk wat er gebeurt met de positie van directeur Sonja Kersten. De vereniging moet volgende maand opnieuw om tafel met alle partijen om alsnog een goede regeling te treffen voor verpleegkundigen, maar ook die afspraak staat nu op losse schroeven.

Een woordvoerder van V&VN zegt dat de beroepsvereniging de komende tijd nog een rondgang zal maken langs de leden om te peilen welke richting zij op willen. Dat heeft nu prioriteit voor V&VN.

Cliënten thuiszorgorganisatie Zeker in de Zorg lopen risico door ‘tekort schieten organisatie’

AD 23.08.2019 Zeker in de Zorg, een in Delft gevestigde thuiszorgorganisatie die ook in Zoetermeer actief is, schiet ernstig en structureel tekort in haar taken, waardoor er grote risico’s bestaan voor cliënten.

De Inspectie Gezondheidszorg heeft Zeker in de Zorg daarom deze week een zogeheten ‘aanwijzing’ gegeven, wat inhoudt dat de zorgaanbieder de kwaliteit van de zorg binnen vier maanden op orde moet hebben.

De Delftse thuiszorgorganisatie biedt onder meer persoonlijke verzorging, verpleging, specialistische zorg en palliatieve- en 24 uurs-zorg. De organisatie heeft zo’n vijftig cliënten en is gevestigd aan de Delftse Kleveringweg.

Hoewel de inspectie niet in detail treedt over welke ‘grote risico’s’ de cliënten precies lopen, meldt ze dat er tekortkomingen zijn geconstateerd in onder meer de veiligheid van de zorg aan huis, in de integrale zorg en in het ‘sturen op kwaliteit’. Het zijn thema’s die staan in het toetsingskader ‘Toezicht op de zorg thuis’, waarin normen zijn opgenomen waaraan de Inspectie de kwaliteit van de zorg in dergelijke instellingen afmeet.

Er bestaat een gebrek aan inzicht in de geconsta­teer­de tekortko­min­gen, aldus Inspectie Gezondheidszorg.

Weinig vertrouwen

De inspectie noemt de tekortkomingen bij Zeker in de Zorg ‘structureel’. Tijdens een recent gesprek met de organisatie kreeg de Inspectie de verzekering dat er inmiddels verbeteringen in gang zijn gezet. Toch had de Inspectie er weinig vertrouwen in dat Zeker in de Zorg er zonder de nu opgelegde ‘dwingende maatregel’ zelf uit zou komen. ,,De inspectie stelt vast dat er een gebrek aan inzicht bestaat in de geconstateerde tekortkomingen waardoor sturing hierop ontbreekt”, zo schrijft ze in haar rapport.

Bestuurder Stanley van Rijswijk van Zeker in de Zorg zegt in een reactie te erkennen dat er verbeterpunten zijn. ,,Wij zijn een jonge organisatie en werken er hard aan om op korte termijn aan alle criteria te voldoen. We zullen daar ruimschoots binnen die vier maanden aan voldoen”.

Volgens hem is er geen sprake van grote risico’s voor cliënten. ,,De continuïteit van zorg voor de cliënten is niet in gevaar, ze krijgen hulp van voldoende deskundig personeel.”

Tot het moment dat Zeker in de Zorg de verbeteringen heeft doorgevoerd mag ze geen nieuwe cliënten aannemen. Wanneer ze niet binnen de termijn aan de maatregel voldoet, kan de inspectie onder meer een dwangsom opleggen.

Thuiszorgorganisatie op vingers getikt door inspectie vanwege ‘ernstige situatie’

OmroepWest 23.08.2019 Thuiszorgorganisatie Zeker in de Zorg is op de vingers getikt door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. De zorgaanbieder heeft zo’n vijftig cliënten en is actief in de omgeving van Delft en Zoetermeer. De inspectie spreekt van een ‘ernstige situatie’ met een ‘risico voor patiënten’.

Volgens de inspectie zijn er bij Zeker in de Zorg structurele gebreken in de geboden thuiszorg. De zorgaanbieder moet binnen vier maanden de kwaliteit van zorg verbeteren. Tot die tijd mogen er geen nieuwe cliënten aangenomen worden. Het ontbreekt volgens de inspectie bij de zorgorganisatie aan een aantal belangrijke randvoorwaarden voor goede en veilige zorg.

Zo wordt er onvoldoende afgestemd door medewerkers van Zorg en Zeker met zorgverleners van andere zorgorganisaties, zoals de huisarts en de apotheek. Daardoor krijgen cliënten niet altijd de zorg die zij nodig hebben. Daarnaast komen zorgplannen niet overeen met de zorg die cliënten krijgen en wordt zorg verleend door medewerkers met onvoldoende, juiste deskundigheid. Bij één van cliënten zijn ernstige zorgrisico’s niet op tijd opgepakt. Deze cliënt is een week na aan het licht komen van de tekortkomingen, overgeplaatst naar een andere zorgorganisatie.

Aanwijzing door ‘onvoldoende vertrouwen’

Zeker in de Zorg heeft na eerdere gesprekken al aangegeven verbeteringen door te voeren, maar de inspectie heeft er ‘onvoldoende vertrouwen in dat Zeker en Zorg op korte termijn alle tekortkomingen kan wegnemen.’ Daarom tikt de inspectie Zeker en Zorg op de vingers met een zogenoemde aanwijzing. Een aanwijzing is een bestuursrechtelijke maatregel waarmee de inspectie een zorgorganisatie dwingt om een einde te maken aan een ernstige situatie.

‘De inspectie volgt de naleving van een aanwijzing nauwlettend’, schrijft de inspectie. Mocht er binnen de aangewezen tijd van vier maanden niets zijn veranderd, dan kan de inspectie een dwangsom opleggen of ingrijpen in de organisatie.

Reactie zorgaanbieder

‘Wij betreuren in grote mate de bevindingen die de inspectie tot deze conclusies hebben gebracht’, laat Zorg en Zeker weten in een schriftelijke reactie. ‘Uiteraard onderschrijven wij dat aan de zorg voor cliënten geen tekortkomingen mogen kleven.’ Ook belooft de zorgorganisatie verbetering: ‘Wij zijn vastbesloten om de kwaliteitsverbetering voort te zetten en zullen zo spoedig mogelijk geheel aan de gestelde normen voldoen. Dit alles doen wij vanuit de bij ons bestaande passie om als zorgverleners goede zorg te verlenen.’

LEES OOK: Dwangsom voor privékliniek die regels aan de laars lapt

Meer over dit onderwerp: ZORG INSPECTIE GEZONDHEIDSZORG DELFT ZOETERMEER

Gerelateerd;

GGZ-instelling krijgt strenge waarschuwing

Dwangsom voor Leids particulier verpleeghuis voor niet opvolgen aanwijzingen inspectie

Thuiszorgorganisatie Joost Zorgt failliet

Spaanse hulp voor Haagse verpleeghuizen HWW

Nieuw programma op Radio West over gezondheid: Vitamine W

Grote verschillen in tarieven bij ziekenhuizen voor dezelfde medische behandelingen

Omstreden zorgwetsvoorstel ‘kan integraal teruggedraaid worden’, zegt minister

NOS 22.08.2019 Een duidelijker onderscheid tussen de opleidingen van verpleegkundigen kan eventueel ook buiten de wet om geregeld worden. Dat zei minister Bruins aan tafel bij talkshow Jinek. Hij was te gast vanwege de onrust in de zorg over een nieuw wetsvoorstel.

“Dit kan zeker integraal teruggedraaid worden”, zei de minister over het wetsvoorstel voor een duidelijker onderscheid tussen mbo- en hbo-verpleegkundigen.

Als alternatief zou het bijvoorbeeld in de cao opgenomen kunnen worden of met een ander wetsvoorstel worden opgelost, lichtte Bruins toe.

Video afspelen

Bruins: ‘onderscheid hbo- en mbo-verpleegkundigen kan ook buiten de wet geregeld worden’

Volgens de minister is het maken van onderscheid een wens die leeft onder zowel de beroepsorganisatie als de beroepsleden. Als dat wordt toegepast, kunnen verpleegkundigen beter worden ingezet voor de taken waarvoor ze zijn opgeleid, is het argument vóór. Ook speelt mee dat voor hbo-verpleegkundigen de functie ‘regieverpleegkundige’ wordt geïntroduceerd.

Tegenstanders vrezen voor extra scholing en verdeeldheid op de werkvloer. Sommigen dreigen de zorg te verlaten als de omstreden wet wordt ingevoerd.

“Op deze manier zie ik de wet niet vliegen”, zei Bruins bij Jinek. “Ik ben op zoek naar een gezamenlijke oplossing die door alle partijen wordt gedragen.” Vandaag werd bekend dat hij oud-SER-voorzitter Rinnooy Kan heeft gevraagd om mee te werken aan een alternatief plan. De minister verwacht dat er binnen een aantal weken meer duidelijkheid is.

Hanna Bonnes is een van de verpleegkundigen voor wie de wet gevolgen zou hebben. Ze is bang dat ze straks haar werk op de ambulance niet meer mag doen:

Video afspelen

Verpleegkundige: ‘Deze wet is op zijn zachtst gezegd pijnlijk’

Bekijk ook;

Rinnooy Kan ‘verkent’ onderscheid hbo- en mbo-verpleegkundigen

NOS 21.08.2019 Oud-SER-voorzitter Rinnooy Kan gaat onderzoeken hoe het verder moet met nieuwe regels voor verpleegkundigen. Minister Bruins heeft hem aangesteld als ‘verkenner’.

De afgelopen tijd ontstond onrust onder verpleegkundigen over het plan van Bruins om de functie ‘regieverpleegkundige’ in te voeren. De minister wil in een nieuwe wet een duidelijker onderscheid aanbrengen tussen mensen met een hbo- en met een mbo-opleiding. Volgens hem kunnen verpleegkundigen dan beter worden ingezet voor taken waarvoor ze zijn opgeleid en waarin ze deskundig zijn.

Extra scholing

Onder verpleegkundigen rees verzet tegen het plan; veel van hen moeten extra scholing volgen en volgens hen leidt het voorstel tot verdeeldheid op de werkvloer. Een aantal van hen dreigt de zorg te verlaten.

Naar aanleiding van de onrust kondigde de minister al aan dat hij een pas op de plaats wil maken. Rinnooy Kan, die ruime ervaring heeft in veel verschillende functies, moet nu met alle betrokken partijen gaan praten en op korte termijn Bruins adviseren. “Want op deze manier zie ik het met dit wetsvoorstel niet zitten”, zegt de minister.

Decennia discussie

De minister benadrukt dat het plan om een wet te maken over functiedifferentiatie komt van de beroepsgroep van verpleegkundigen, werkgevers en werknemers en dat er een discussie aan vooraf is gegaan van tientallen jaren. Hij noemt een wet een ultiem middel om te regelen wat op andere manieren niet lukt, bijvoorbeeld via beroepsrichtlijnen of afspraken in de cao. “Maar op deze manier zie ik het met dit wetsvoorstel niet zitten”, zei de minister vanochtend.

Bruins voegt eraan toe dat hij bereid is om naar de wensen te luisteren. “Maar er moet dan wel overeenstemming met de andere betrokken partijen zijn over de te varen koers.”

Bekijk ook;

Rinnooy Kan bemiddelt bij topoverleg na opstand onder verpleegkundigen

AD 21.08.2019 Hoogleraar en voormalig D66-politicus Alexander Rinnooy Kan (69) gaat bemiddelen bij een delicaat topoverleg over de verpleegkundige zorg. Onderhandelaars moeten met zijn hulp de recente onrust onder verpleegkundigen zien te beteugelen.

Groepen verpleegkundigen gingen deze de zomer de barricades op, omdat ze bang zijn dat – door een andere vermelding in het zorgregister- hun jarenlange kennis en kunde straks niet meer tellen op de werkvloer. Ze vrezen dat jongere, minder ervaren collega’s het roer in handen krijgen.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Ook steekt het verpleegkundigen met een verouderde hbo-opleiding en mbo-verpleegkundigen of mensen met een intern behaald diploma (nu afgeschaft) dat ze straks extra scholing moeten volgen.

Pas op de plaats

Het gekke is dat de ingrepen dit voorjaar zijn afgesproken door de vereniging voor verpleegkundigen zelf, samen met de vakorganisaties en de zorgwerkgevers. Partijen hebben nu ‘pas op de plaats’ gemaakt en gaan vanaf 10 september alternatieven bedenken die beter vallen bij de beroepsgroep.

Dat zal dus gebeuren onder de vleugels van ‘verkenner’ Alexander Rinnooy Kan. Hij was tot voor kort senator namens D66 en is nog altijd hoogleraar Economie en Bedrijfskunde (UvA). Zijn expertise op het gebied van ‘veranderingsprocessen’ maakt Rinnooy Kan de ideale bemiddelaar in deze kwestie.

In vorige levens was de wiskundige ook voorzitter bij werkgeversvereniging VNO-NCW, bestuurslid van bank/verzekeraar ING en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Dat is de belangrijkste adviesraad voor regering en parlement over sociaal-economische vraagstukken.

Bereid om te luisteren

Zorgminister Bruno Bruins, die de bemiddelaar heeft aangedragen, zegt over de nieuwe gesprekken: ,,Ik ben nog steeds graag bereid om te luisteren naar de wensen van de beroepsgroep. Ik vind dat er dan wel overeenstemming moet zijn met de andere betrokken partijen over de te varen koers.”

De minister benadrukt dat de beroepsgroep van verpleegkundigen zélf een wet wilde waarin een duidelijker onderscheid tussen mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen wordt gemaakt.

Ik ben nog steeds graag bereid om te luisteren naar de wensen van de beroeps­groep, aldus Minister Bruins (Medische zorg).

Door het nieuwe wetsvoorstel zou ambulanceverpleegkundige Hanna met 38 jaar ervaring niet meer hetzelfde werk mogen doen.

Zorgminister: We willen geen enkele verpleegkundige iets afpakken

AD 16.08.2019 Zorgminister Bruins betreurt de onrust die is ontstaan onder verpleegkundigen over nieuwe afspraken in zorgland. De professionals vrezen dat een nieuwe vorm van registratie funest zal zijn voor de waarde van hun diploma, hun beroepseer én hun toekomstige takenpakket. ,,We hebben iedereen in de zorg heel hard nodig.”

Dit voorjaar spraken de beroepsvereniging voor verpleegkundigen (V&VN), de vakorganisaties en de werkgevers in de zorg af dat verpleegkundigen met een verouderde hbo-opleiding een landelijke toets moeten doen om te bewijzen dat hun kennis nog van deze tijd is. En mbo-verpleegkundigen of mensen met een intern behaald diploma (nu afgeschaft) moeten een vervolgopleiding of scholing volgen.

Deze groep kan zich straks overigens wél direct laten registreren als zogenoemde regieverpleegkundige bij de nieuwe registratie. Vijf jaar later wordt pas beoordeeld of ze genoeg extra toetsing, scholing en ervaring hebben doorstaan om de titel te houden. Toch gingen verpleegkundigen recent de barricades op, omdat ze bang zijn dat hun vaak vele jaren kennis en kunde over zorg straks niet meer tellen op de werkvloer.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

We willen niemand iets afpakken, niet in ervaring of in taken, aldus Bruno Bruins.

Pas op de plaats

Daar is volgens de zorgminister geen sprake van, zei hij vandaag na afloop van de wekelijkse ministerraad. Bruins: ,,We hebben iedereen in de zorg heel hard nodig. Dus we willen de kwaliteiten van iedere verpleegkundige benutten. En we willen niemand iets afpakken, niet in ervaring of in taken.”

De bewindsman benadrukt dat het akkoord van een paar maanden terug op voorspraak van de sector zelf is gesloten. ,,Ik ben daaraan tegemoetgekomen en dan levert het nu zoveel onrust op. Dus moeten we nu een pas op de plaats maken en opnieuw om tafel, want dit is niet wat je wilt.”

Tandje erbij

Het akkoord is ‘ongetwijfeld niet goed uitgelegd’, aldus Bruins. ,,Als het zoveel onrust oplevert, dan denk ik dat er qua uitleg, communicatie en informatie nog wel een tandje bij had gekund.” Er komt bij het volgende overleg, dat 10 september start, een onafhankelijke voorzitter.

,,Ik heb de houding: ‘zeg het maar, hoe zouden we het beter kunnen regelen?’ Want het gaat mij erom dat iedereen met plezier in de zorg werkt. Ongemak past daar niet bij”, aldus Bruins.

Beroep verpleegkundige opnieuw onder de loep na felle protesten

AD 13.08.2019 De beroepsvereniging van verpleegkundigen, de zorgwerkgevers en de vakbonden gaan een verwoede poging doen de huidige opstand onder verpleegkundig personeel te tackelen. Vaak ervaren verplegers zijn recent de barricades opgeklommen, omdat ze vrezen dat nieuwe afspraken in zorgland funest zullen zijn voor de waarde van hun diploma, hun beroepseer én hun toekomstige takenpakket.

Het gaat erom dat wordt ingezien dat álle verpleeg­kun­di­gen een unieke rol vervullen, aldus Actievoerders

Op 10 september 2019 zitten alle partijen voor het eerst weer om tafel. De beroepsgroep is namelijk in rep en roer over een wetsvoorstel waarin naast het beroep van verpleegkundige (mbo-niveau) een zogeheten regieverpleegkundige (hbo-niveau) wordt ingevoerd bij het zorgregister. Het belangrijkste verschil is dat de regieverpleegkundige straks volledig zelfstandig een zorgdiagnose mag stellen. Een ‘gewone’ verpleegkundige moet de standaardprocedures volgen. Zelfs als die heel ervaren is.

Volgens boze verpleegkundigen staat het plan haaks op waar zorg om draait. ,,Het gaat erom dat wordt ingezien dat álle verpleegkundigen een unieke rol vervullen”, schrijven actievoerders. Anderen schetsen de verziekte situatie dat ze straks geen enkele verpleegkundige beslissing meer mogen nemen terwijl een ‘jong verplegertje’ dat net op de arbeidsmarkt komt wél de touwtjes in handen krijgt.

Pleuris

De sector schreeuwt echter al decennia om een betere verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de 187.000 geregistreerde verpleegkundigen met verschillende opleidingsniveaus, omdat de zorg die zij verlenen steeds gecompliceerder wordt. Dus moeten mensen daarop goed aanspreekbaar zijn via hun functie. Begin juni kwam hierover een deal naar buiten, inclusief overgangsregeling.

Toen brak de pleuris uit. Want in die inmiddels beruchte regeling voor de komende jaren staat dat mensen met een verouderde verpleegkundige hbo-opleiding een landelijke toets moeten doen om te bewijzen dat hun kennis nog van deze tijd is. En mbo-verpleegkundigen of mensen met een intern behaald diploma (nu afgeschaft) moeten een vervolgopleiding of scholingsprogramma volgen.

Beroepsvereniging V&VN heeft inmiddels het boetekleed over dat akkoord aangetrokken richting de woedende achterban. De club schrijft op haar website: ,,Verpleegkundigen leggen de lat hoog voor hun beroepsvereniging als het om transparantie en inspraak gaat. En terecht. Helaas voelden en voelen veel verpleegkundigen zich niet goed door ons vertegenwoordigd of gehoord. Dat gaan we beter doen.”

Verpleegkundigen in het ziekenhuis. © ANP

Vijf jaar lang de tijd

De heisa onder verpleegkundig personeel over hun toekomstige functie en takenpakket is deels onterecht. Minister Bruins heeft al aangegeven voor een variant te willen kiezen waarbij veruit de meeste verpleegkundigen gelijk het felbegeerde stempel van ‘regieverpleegkundige’ krijgen.

In deze variant – opgesteld door een adviescommissie – kunnen mensen met een mbo-opleiding of intern diploma zich wél direct laten registreren als regieverpleegkundige. Vijf jaar later wordt dan pas beoordeeld of ze genoeg extra toetsing, scholing en ervaring hebben doorstaan.

Als iemand tegen die tijd nog niet voldoet, komt diegene in het zorgregister te boek te staan als gewone ‘verpleegkundige’. Hierover schreef de minister begin juni al aan de Tweede Kamer: ,,Ik ben voornemens dit scenario als basis te gebruiken voor de verdere uitwerking van het wetsvoorstel BIG-II.”

Ook is nog totaal niet bekend hoe de scholing eruit gaat zien die bepaalde groepen verpleegkundigen moeten gaan volgen en welke vrijstellingen verpleegkundigen met bepaalde expertises krijgen.

Horrorscenario’s

De vraag blijft bestaan hoe een regeling waarover alle partijen het roerend eens waren, tot zoveel onrust kon leiden bij de beroepsgroep. Er is zeker getracht verpleegkundigen mee te nemen in de afwegingen. Afgelopen maanden lagen volgens ingewijden zelfs complete communicatieplannen klaar met uitleg, maar desondanks schetsten talloze verpleegkundigen in de media horrorscenario‘s.

De beroepsvereniging legt de schuld hiervan deels neer bij de zorgwerkgevers. ,,Het bleef te stil uit de hoek van de werkgevers. Daardoor blijft er onrust en onduidelijkheid over heel wezenlijke vragen.”

Maar V&VN steekt de hand ook in eigen boezem. De club gaat daarom komende maand niet alleen op het eigen hoofdkantoor om tafel voor een nieuwe deal met de werkgevers, de vakbonden en het ministerie. Vanaf volgende week trekt V&VN ook door het land om de leden te spreken. ,,Voor een regeling en een wet die recht doen aan kennis, ervaring, opleiding en ambitie van verpleegkundigen.”

In oktober 2019 komt er ook een ledenraadpleging.

Roermonds ziekenhuis onder verscherpt toezicht na ruzie in bestuur

NOS 12.08.2019 Het Laurentius Ziekenhuis in Roermond staat onder verscherpt toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Volgens de inspectie zijn er bestuurlijke tekortkomingen nadat de voltallige raad van toezicht vorige maand was opgestapt.

De raad van toezicht en de raad van bestuur bestaan nu elk uit een persoon, meldt 1Limburg. De inspectie noemt dat “een kwetsbare bestuurlijke situatie” en stelt het ziekenhuis daarom voor een half jaar onder verscherpt toezicht.

Het Laurentius Ziekenhuis meldde op 12 juli 2019 dat een conflict met de raad van bestuur aanleiding was voor het aftreden van de raad van toezicht. Die heeft inmiddels een tijdelijke voorzitter, die op zoek gaat naar nieuwe leden voor de raad van toezicht.

Onaangekondigde bezoeken

Volgens de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd is goed toezicht cruciaal voor goede zorg. “Het is onbekend hoelang deze kwetsbare situatie zal voortduren. De inspectie wil het herstel van goed bestuur nauwlettend volgen.”

Het ziekenhuis moet op 19 augustus een plan hebben ingediend om de bestuurlijke problemen op te lossen en moet hier elke twee maanden een update van geven. Tijdens de ondertoezichtstelling kan de inspectie ook aangekondigde en onaangekondigde bezoeken brengen aan het Roermondse ziekenhuis.

Geestelijke gezondheidszorg onder druk: te weinig geld, te weinig personeel

AD 08.08.2019 De geestelijke gezondheidszorg (ggz) in Nederland staat onder druk. De ggz ervaart problemen vanwege financiering, personeelstekort, lange wachttijden, te hoge werkdruk en het sluiten van klinieken. Dat concludeert adviesbureau KPMG in een vandaag verschenen rapport.

Dit is niet alleen zorgelijk voor het hier en nu, maar vormt ook een risico voor de toekomst en het aanpassingsvermogen van de Nederlandse zorg. Een heuse transformatie voor de toekomst is noodzakelijk, stelt KPMG.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Een grote zorg is de financiering. Door het beperkte verdienvermogen zijn de mogelijkheden om te investeren klein. Zorginstellingen zitten gevangen in het huidige systeem van omzetplafonds en prijsplafonds, waarbij een afspraak gemaakt wordt over de maximale gemiddelde prijs per patiënt.

Daarnaast zorgt een toenemend personeelstekort voor druk. Tekorten in de geestelijke gezondheidszorg leiden tot oplopende wachttijden, het sluiten van locaties, onveiligheid bij forensische klinieken en een afnemende tevredenheid onder medewerkers.

Internationaal

Internationaal gezien liggen de uitgaven aan de ggz in Nederland hoog vergeleken met andere ontwikkelde landen. Wel is er sprake van een relatief hoog aantal bedden voor psychiatrie. Ook het aantal psychiaters, psychologen en verpleegkundigen is relatief hoog, hoewel dit aantal wel daalt. Ook is de sterfte door zelfdoding en heropnames na crisisopname laag, vergeleken met andere landen.

Toekomst

Om de problemen in de toekomst aan te kunnen pakken is een ander perspectief nodig, stelt KPMG. Er zijn al wel stappen gezet op het gebied van zorg in de wijk en technologische innovaties. Het gaat echter veel te traag. De focus moet liggen op de gezondheid in plaats van de ziekte. De organisatie van de zorg moet op de schop, waarbij technologie een cruciale rol moet gaan spelen. Vernieuwingen zoals een chatbot kunnen taken van werknemers uit handen nemen, zegt het adviesbureau.

Het anders organiseren van de zorg is daarom niet alleen onontkoombaar, maar ook gewenst. Andere en slimmere manieren van werken moeten de beschikbare capaciteit optimaal benutten, zoals regie op de transitie, decentrale initiatieven en ruimte voor investeringen. Hiervoor moet Nederland kijken naar hoe andere landen het doen, stelt het bureau.

KPMG waarschuwt echter dat er op korte termijn geen effect mogelijk is. De beoogde maatregelen, waaronder loonsverhoging, sorteren pas over twee tot vier jaar effect.

Zomerstress onder verpleegkundigen: patiënt moet meer zelf doen

AD 31.07.2019 Verpleegkundigen en verzorgenden lopen deze zomer opnieuw op hun tandvlees. Bijna de helft van hen ervaart nog meer werkstress dan vorig jaar. ,,We vragen de patiënt tegenwoordig om zichzelf te wassen.”

Door het aanhoudende personeelstekort en vakanties van de huidige collega’s lukt het de zorgsector amper om de roosters te dichten. Net als vorig jaar wordt er onder het personeel getost en gediscussieerd wie zijn vrije dagen mag opnemen. Soms moet personeel zelfs eerder terugkomen van vakantie.

Dat blijkt uit een peiling van de beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden V&VN onder bijna duizend zorgmedewerkers. Slechts 10 procent zag een verbetering ten opzichte van vorig jaar. Voor het gros geldt: de werkdruk is toegenomen of nog even hoog.

Lees ook;

Lees meer

De ‘zomerstress’ heeft ook effect op de cliënten, vertelt wijkverpleegkundige Coralien Merkens (28) die in De Bilt werkt. ,,We zoeken naar manieren om onze rondes korter te maken, zodat we één medewerker minder hoeven in te roosteren. Zo vragen we aan cliënten of ze een dagje zonder steunkousen kunnen. Dat scheelt weer tien minuten per cliënt.” Ook wordt in de zomer geregeld een douchebeurt overgeslagen. ,,We vragen de patiënt dan om zichzelf te wassen.”

Uitzendkrachten

Daarnaast schakelt haar thuiszorgorganisatie Vitras, onderdeel van Santé Partners, in de zomer studenten met een zorgopleiding in om lichte taken als wassen en aankleden over te nemen. Daar zitten ook studenten diergeneeskunde tussen, die volgens Merkens met hun kennis van anatomie en fysiologie prima kunnen meedraaien.

,,De vele uitzendkrachten verlichten ons werk, maar ze kunnen de complexere zorg niet overnemen. Ook komen ze helaas niet altijd opdagen.” Sommige cliënten mopperen volgens de wijkverpleegkundige over de vele wisselende gezichten. ,,Ik wil alleen door een bekende worden gewassen, zeggen ze. Maar dat kunnen we helaas niet garanderen, tenzij de familie bijspringt.”

Eén op de zeven zorgmedewerkers geeft in de peiling aan dat zij tijdens hun vakantie zelf voor vervanging moeten zorgen.

Hoge nood

Bij hoge nood draaien bij Vitras ook leidinggevenden en gespecialiseerde verpleegkundigen een ronde mee, maar vaker wordt er een beroep gedaan op het huidige personeel dat een paar vakantiedagen inlevert of overuren draait, zoals Merkens.

De wijkverpleegkundige legt al haar huisbezoeken op de fiets af, maar zet in drukke zomers zoals deze hier extra vaart in. ,,Mijn familie en vriend fluiten me wel eens terug. ‘Je hebt nu genoeg gewerkt’ zeggen ze dan. Maar ook als ik zes dagen achtereen hebt gewerkt, blijft het lastig ‘nee’ zeggen. We willen niet dat de cliënt de dupe wordt.”

De extra uren die ze draait, probeert ze later in het jaar – als het iets rustiger is – te compenseren. In de zomer kan dat zelden.

De maatregelen die zorginstellingen nemen om de werkdruk te verlagen, zijn niet anders dan in voorgaande jaren, zegt beroepsvereniging V&VN. In de wijkverpleging worden cliëntenstops ingevoerd tijdens de zomer en ziekenhuizen kiezen opnieuw voor vermindering van bedden of zelfs sluiting van hele afdelingen.

In de hele zorgsector wordt  een beroep gedaan op mantelzorgers, maar ook zij lopen vaak al op hun tandvlees. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat één op de zeven de mantelzorg die zij verlenen zeer zwaar of overbelastend vindt.

Sonja Kersten, directeur van V&VN, vindt dat binnen de sector meer energie moet worden gestoken in het behoud van het huidige personeel. In de tweede helft van 2018 kampte de zorgsector met 31.000 openstaande vacatures en de uitstroom is hoog.

,,Uit onderzoek weten we dat verpleegkundigen het meeste plezier in hun werk hebben wanneer ze minder administratielast hebben, zich bij kunnen scholen en wanneer ze invloed hebben op kwesties die hun werk en kwaliteit van de zorg aangaan. Hier moet het hele jaar aandacht voor zijn.” Het alternatief is volgens haar voortploeteren. ,,Met het risico dat nieuwe medewerkers ook nog eens afhaken door de aanhoudende werkdruk.”

FNV: Minister traineert onderzoek naar problemen in jeugdzorg

AD 18.07.2019 Minister De Jonge (Volksgezondheid) treuzelt bewust met het vergaren van de juiste informatie over de problemen in de jeugdzorg. Die beschuldiging uit vakbond FNV vandaag. De werknemers willen nu via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) de waarheid in beeld te krijgen.

,,Op het oog is de minister heel druk bezig, maar feitelijk vertoont hij continu uitstelgedrag”, legt Maaike van der Aar, bestuurder FNV Zorg & Welzijn, uit aan deze krant. ,,Als je het heel slecht bekijkt, dan denkt hij: ‘Als de waarheid niet op tafel komt, hoef ik ook niet veel te doen’.”

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Volgens de FNV-bestuurder ‘onderzoekt en actieplant’ het ministerie van De Jonge zich een ongeluk, maar gaat het louter om een continue stroom van deelonderzoeken. Van der Aar: ,,Waaruit dan de noodzaak blijkt voor wéér een deelonderzoek. De meest belangrijke informatie ontbreekt stelselmatig, zoals waar het geld voor de jeugdzorg naartoe gaat.”

Totaal onduidelijk

Wij moeten uit honderd puzzelstuk­jes in die black box de informatie zelf bij elkaar sprokkelen, aldus Maaike van der Aar, bestuurder FNV Zorg & Welzijn.

Want volgens Van der Aar is totaal onduidelijk of het bedrag dat VWS in 2019 beschikbaar stelt voor loonontwikkeling in de zorg, 1,7 miljard, ook terecht is gekomen bij de jeugdzorg. ,,Het Rijk beweert dat het geld naar de gemeenten is gegaan, de gemeenten stellen dat ze het aan de werkgevers hebben gegeven. En die werkgevers? Die weten van niks. Nederland zou hierover in brand moeten staan!”

De FNV vindt dat overheden verantwoordelijkheden heen en weer ‘pingpongen’. ,,Wij moeten uit honderd puzzelstukjes in die black box de informatie zelf bij elkaar sprokkelen. De minister neemt niet het voortouw om écht zicht en grip te krijgen op de situatie. Wij vragen dus nu zelf de nodige informatie op.” Ook bij de gemeenten wordt een verzoek neergelegd.

Bij de publicatie van de Voorjaarsnota maakte het kabinet nog bekend dat er, na lang en intensief onderhandelen, passende afspraken zijn gemaakt met de gemeenten over een extra zak geld om de lokale problemen in de jeugdhulp aan te pakken. Voor kwetsbare jeugdigen komt er 420 miljoen euro in 2019 beschikbaar. In 2020 en 2021 is er 300 miljoen extra.

Druppel op gloeiende plaat 

Als er één dossier is waar we in het afgelopen jaar dagelijks mee bezig zijn geweest, dan is het de jeugdzorg wel, aldus Woordvoerder minister De Jonge (Volksgezondheid).

Volgens Van der Aar is dit slechts een druppel op een gloeiende plaat. ,,Iedereen verdrinkt nu net niet meer in de jeugdzorg, maar er is nog steeds geen extra tijd en ruimte voor investeringen.”

Een woordvoerder van minister De Jonge (Volksgezondheid) zegt in reactie: “Als er één dossier is waar we in het afgelopen jaar dagelijks mee bezig zijn geweest, dan is het de jeugdzorg wel. Want de belofte van betere jeugdzorg is nog lang niet ingelost. De komende jaren trekt het kabinet daarom 1 miljard euro extra uit voor de jeugdzorg. Dat is heel veel geld extra.”

Maar met alleen meer geld lossen we de problemen in de jeugdzorg niet op, weten ze ook bij VWS. ,,Daarom hebben we met gemeenten afspraken gemaakt om regie, sturing en samenwerking in de jeugdzorg te verbeteren. Onderdeel daarvan is dat we willen weten waarom de kosten van de jeugdzorg stijgen. Daar wordt de komende tijd grondig onderzoek naar gedaan.”

Inspectie: Cliënt staat centraal in verpleeghuiszorg

NU 01.07.2019 In ongeveer drie kwart van de verpleeghuizen ervaren cliënten nabijheid, geborgenheid, vertrouwen, begrip en respect van zorgmedewerkers.

De zorg wordt er georganiseerd rondom de behoeften van de cliënt. Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd na een eerste aantal bezoeken.

Persoonsgerichte zorg houdt in dat de wensen en behoeften van de cliënt centraal staan bij het vormgeven van de zorg.

De afgelopen jaren is er in de samenleving voor dit onderwerp veel aandacht geweest. Na onder meer een campagne van Hugo Borst en Carin Gaemers, die uitvoerig beschreven hoe het er in een verpleeghuis aan toeging, werd besloten de komende jaren 2,1 miljard euro in de verpleeghuizen te investeren. De inspectie ziet nu terug dat verpleeghuizen persoonsgerichte zorg belangrijk vinden en hierop ook inzetten.

Bij het grootste deel van de bezochte zorgorganisaties (in totaal nu driehonderd) hebben cliënten waar mogelijk zelf de regie en kennen zorgmedewerkers hun wensen.

Verpleeghuizen die daarop nog niet voldoende scoren, kunnen leren van de collega-organisaties waar die persoonsgerichte zorg al de dagelijkse praktijk is, stelt de inspectie.

Lees meer over: ouderenzorg  Binnenland

Situatie in verpleeghuizen verbeterd, maar zorgen blijven

NOS 01.07.2019 Het gaat beter met de persoonlijke aandacht voor ouderen in verpleeghuizen, schrijft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. De IGJ bezocht 300 zorginstanties en constateerde bij iets minder dan 80 procent van deze instellingen dat ouderen “nabijheid, geborgenheid, vertrouwen, begrip en respect” ervaren. Tegelijkertijd valt er nog veel te verbeteren, staat in een rapport.

Drie jaar geleden werd een nieuwe lijn ingezet waarbij er meer gepaste zorg en aandacht moest komen voor bewoners van verpleeghuizen. De politiek omarmde de wens voor extra zorgpersoneel toen naar aanleiding van een zorgmanifest van onder anderen columnist Hugo Borst.

De inspectie constateert dat medewerkers bij 78 procent van de instellingen over het algemeen goed op de hoogte zijn van de wensen en behoeften van de bewoners. Die volledig respecteren gaat nog niet altijd goed. Bij ongeveer een op de drie verpleeghuizen kunnen cliënten “zelf de regie voeren over hun leven en welbevinden”.

Hugo Borst schreef bijna vier jaar columns over de ziekte van zijn moeder en maakte zich hard voor een betere ouderenzorg. In het manifest dat hij samen met onderzoeker Carin Gaemers in 2016 publiceerde, beschreef hij veranderingen die hij nodig vond, zoals meer personeel en minder administratieve rompslomp.

Zijn inspanningen leidde er toe dat het kabinet 2,1 miljard euro extra uittrok voor ouderenzorg.Hoewel de maatregelen dus hun vruchten lijken af te werpen, gaat het nog lang niet op alle vlakken goed. Bij veel zorgorganisaties worden te weinig medewerkers ingezet of ontbreekt het aan deskundigheid, concludeert de inspectie. Bij 43 procent van de bezochte instellingen is dat laatste het geval. De inspectie tekent daarbij aan dat het nog altijd lastig is om personeel te vinden.

Ook wordt lang niet altijd een professionele afweging gemaakt over welke zorg mensen nodig hebben; in 47 procent van de gevallen constateert de inspectie hierop tekortkomingen. Het bijhouden van het dossier van bewoners is een nog groter probleem. Bij zo’n twee derde van de instellingen wordt dit niet goed gedaan.

Om de situatie te verbeteren, is vereist dat medewerkers functioneren in “een veilige cultuur, waarin de zorgmedewerker open kan zijn over zijn twijfels en dilemma’s”, stelt de inspectie. Een kwart van de bezochte verpleeghuizen voldoet daar nog niet aan.

Bekijk ook;

Archiefbeeld 2018: Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) lanceert het programma ’Thuis in het verpleeghuis’.

Inspectie: verpleeghuisouderen krijgen meer aandacht

Telegraaf 01.07.2019 In ongeveer driekwart van de verpleeghuizen ervaren cliënten nabijheid, geborgenheid, vertrouwen, begrip en respect van zorgmedewerkers. De zorg wordt er georganiseerd rondom de behoeften van de cliënt. Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd na een eerste aantal bezoeken.

Persoonsgerichte zorg houdt in dat de wensen en behoeften van de cliënt centraal staan bij het vormgeven van de zorg. De afgelopen jaren is er voor dit onderwerp veel aandacht geweest in de samenleving.

Na onder meer een campagne van Hugo Borst en Carin Gaemers, die uitvoerig beschreven hoe het er in een verpleeghuis aan toe ging, werd besloten de komende jaren 2,1 miljard in de verpleeghuizen te investeren. De inspectie ziet nu terug dat verpleeghuizen persoonsgerichte zorg belangrijk vinden en hierop ook inzetten.

Bij het grootste deel van de bezochte zorgorganisaties (in totaal nu 300) hebben cliënten waar mogelijk zelf de regie en kennen zorgmedewerkers zijn of haar wensen. Verpleeghuizen die daarop nog niet voldoende scoren, kunnen leren van de collega-organisaties waar die persoonsgerichte zorg al de dagelijkse praktijk is, stelt de inspectie.

De inspectie gaat de komende jaren alle zorgorganisaties langs die verpleeghuiszorg bieden, om de kwaliteit van de zorg te toetsen. Er wordt gekeken naar aandacht voor persoonsgerichte zorg, voldoende en deskundige zorgmedewerkers en naar sturing op kwaliteit en veiligheid.

Bekijk meer van; inspectie gezondheidszorg (igj) verpleeghuizen

Een bejaarde vrouw in een verpleeghuis © ANP XTRA

Zorginspectie: Oudere in verpleeghuis krijgt veelal respect en begrip van personeel

AD 01.07.2019 In ruim driekwart van de verpleeghuizen ervaren hulpbehoevende ouderen dat ze begrip en respect krijgen van medewerkers. Dat constateert de zorginspectie na recente bezoeken aan 300 organisaties door heel Nederland. Volgens de waakhond staan de wensen van bewoners bij het leeuwendeel van de huizen inmiddels bovenaan.

Na jarenlange bezuinigingen betekende een manifest van Hugo Borst en Carin Gaemers drie jaar terug een ommekeer voor de verschraalde verpleeghuiszorg. De politiek omarmde hun wens voor extra zorgpersoneel plus de benodigde zak geld. Ook moest voor bewoners gaan gelden: aandacht is net zo belangrijk als verzorging en veiligheid. De verpleeghuizen gingen in 2017 aan de slag met nieuwe kwaliteitseisen.

Sindsdien toetst de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd de kwaliteit van verpleeghuiszorg anders. Boven alles geldt of een bewoner zorg op maat krijgt. Voor het eerst is, na honderden inspecties de afgelopen twee jaar, het net opgehaald. En het goede nieuws is: bij veruit de meeste zorgorganisaties (circa 78 procent) kennen medewerkers de bewoner en zijn wensen en behoeften.

Lees ook;

Lees meer

Lees meer

Niet alles op rolletjes

De beweging naar betere verpleeg­huis­zorg zet zich volop door en dat is mooi. Maar er zijn ook nog flinke stappen te zetten, aldus Minister De Jonge (Volksgezondheid).

Maar lang niet alles loopt organisatorisch op rolletjes. In veel organisaties (zo‘n 43 procent) worden nog steeds niet voldoende zorgmedewerkers ingezet of is onvoldoende deskundigheid beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan specialisten ouderengeneeskunde.

En in te veel verpleeghuizen, ruim een kwart (ongeveer 26 procent) van alle bezochte organisaties, heerst volgens de zorgwaakhond nog geen ‘veilige cultuur’. Het is geen plek waarin de zorgmedewerker open kan zijn over fouten en twijfels. Terwijl het wél nodig is dat er iets verandert na incidenten.

Minister De Jonge Volksgezondheid) is tevreden met de trend. ,,De beweging naar betere verpleeghuiszorg zet zich volop door en dat is mooi. Maar er zijn ook nog flinke stappen te zetten. Voldoende deskundig personeel vinden en behouden bijvoorbeeld, om de kwaliteit van zorg verder omhoog te krijgen en hoog te houden. De lat voor goede persoonsgerichte zorg ligt hoog, want we gunnen onze partner, moeder, vader, opa of oma in het verpleeghuis de best mogelijke zorg.”

Bewoners winnen

De bewoners winnen bij deze nieuwe aanpak, ziet de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Volgens de inspectie is de zorg in verpleeghuizen goed als als de hulpbehoevende senioren die daar verblijven, ‘persoonsgerichte’ zorg krijgen. Als de deskundigheid van de medewerkers past bij de groep mensen voor wie ze zorgen. En als de medewerkers goed worden ondersteund door leidinggevenden.

Korrie Louwes, hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg bij de IGJ, merkt dat er veel meer aandacht is gekomen voor de verpleeghuisbewoner als persoon. Ook bij de inspecties die worden uitgevoerd. Louwes: ,,We doen geen geluksmeting, maar kijken of de wensen van mensen worden vervuld. Kennen de mensen die de zorg verlenen, de cliënt goed? Hoe is de interactie tussen mensen in zo’n instelling?”

Ze vertelt dat tijdens een bezoekdag de inspecteurs veel aanwezig zijn op verschillende afdelingen en in huiskamers. Daar observeren ze letterlijk cliënten en medewerkers. Zo krijgen de inspecteurs een beeld van hoe men daar leeft en werkt. Daarnaast praten ze met bewoners en hun vertegenwoordigers, medewerkers, behandelaren en de cliëntenraad. Louwes benadrukt: ,,En we controleren natuurlijk ook nog steeds op belangrijke zaken als medicatieveiligheid en vrijheidsbeperking.”

Stinkende best

Als er in een hoekje iemand een boterham in zijn eentje zit te eten, hoeft dat geen enkel probleem te zijn, aldus Korrie Louwes, hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg.

Volgens de hoofdinspecteur doen veruit de meeste verpleeghuisorganisaties hun stinkende best om te voldoen aan de nieuwe kwaliteitseisen voor goede verpleeghuiszorg. ,,En dat is niet altijd makkelijk, want door de vergrijzing en de trend dat mensen langer thuis wonen, wordt de zorgvraag alleen maar zwaarder en complexer als ouderen uiteindelijk in een verpleeghuis belanden.”

Tel daar de personeelstekorten bij op, die overigens verschillen per organisatie en regio, dan slaagt de ene organisatie er volgens Louwes beter in om goede zorg te leveren dan de andere. Ruim 71 procent van de zorgorganisaties laat cliënten waar mogelijk zelf ‘de regie voeren’ over hun leven en welbevinden. Wat wordt daarmee bedoeld?

Hoofdinspecteur Louwes legt uit: ,,Als er in een hoekje iemand een boterham in zijn eentje zit te eten, hoeft dat geen enkel probleem te zijn. Zolang diegene het zo wil en er goed over is nagedacht door het personeel wat de consequenties zijn.”

De verpleeghuisorganisaties hebben het een stuk lastiger om organisatorisch alles goed te regelen, zo blijkt uit de controles. Dat komt vaker wel dan niet door personeelstekorten. Per saldo slaagt maar ruim de helft (circa 57 procent) van de zorgorganisaties er in medewerkers beschikbaar te hebben die passen bij de aanwezige cliënten en de zorg die zij nodig hebben.

Verantwoorden

Bijna driekwart (ongeveer 74 procent) van de zorgorganisaties heeft een interne cultuur die is gericht op leren en verbeteren. Maar bij ruim een kwart is dat dus niet goed voor elkaar. Zorgprofessionals zijn ook steeds slechter te spreken over de manier waarop zij zich moeten verantwoorden voor hun werkzaamheden, constateerde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving recent nog.

De hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg bij de IGJ concludeert dat dit het moeilijkste is wat er is: open het gesprek voeren binnen de eigen organisatie over wat er beter kan. Per saldo is Louwes echter niet ontevreden over de ontwikkelingen in de verpleeghuizen. ,,Het kan nog een slag beter, maar we maken ons geen grote zorgen.”

Op www.igj.nl/verpleeghuiszorginbeeld zijn de landelijke resultaten te zien van de toezichtbezoeken. Daarnaast is op de site van de inspectie op een overzichtskaart te zien welke instellingen er bezocht zijn en wat de bevindingen van de inspectie op deze locaties waren.

Het kan nog een slag beter, maar we maken ons geen grote zorgen, aldus Korrie Louwes, hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg.

juli 1, 2019 Posted by | bezuinigingen, Carin Gaemers, Hugo Borst, Martin van Rijn, politiek, Verpleeghuis, Zorg, zorginstellingen | , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 1 reactie